proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten...

25
SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT HOOFDSTUK 1 – WAT IS CRIMINALITEIT? 1.1 Rechtsregels Aan de basis van elke regel staat een waarde: een principe dat mensen belangrijk vinden om na te streven. Waardes zijn per samenleving verschillend: eer, vrijheid, gelijkheid. Normen zijn van waarden afgeleid: datgene dat je doet om een waarde te waarborgen. Als een bepaalde norm zo belangrijk is, kan hij als rechtsregel vastgelegd worden in rechtsbronnen (= wetten, AMvB, ministeriële vorderingen of jurisprudentie: het geheel aan rechterlijke uitspraken). Deze regels gelden voor iedereen en worden door de overheid geformuleerd. Als zo’n regel overtreden wordt spreken we van crimineel gedrag. Rechtsregels hebben verschillende functies: - Rechtszekerheid bieden - Orde aan brengen in de maatschappij - Onafhankelijke rechtspraak waarborgen Een groot deel van deze regels zijn in Nederland vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht. Na verloop van tijd zijn veel regels aangepast of verwijderd, dit gebeurt omdat normen en waarden gaan afwijken van wat maatschappelijk aanvaardbaar is en omdat onze samenleving complexer is geworden, waardoor meer regels nodig zijn. Rechtsregels zijn tijd- en plaatsgebonden. 1.2 Strafbaar gedrag en criminaliteit Onder criminaliteit verstaan we strafrechtelijk elk door de overheid bij wet strafbaar gesteld gedrag. Niet alle gedragingen die strafbaar zijn worden door burgers als “crimineel” ervaren. Daarom maken we onderscheid tussen misdrijven en overtredingen: - Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten zoals diefstal, mishandeling, moord, vernielingen - Overtredingen zijn de minder ernstige strafbare feiten, zoals door rood licht rijden. Overtredingen kunnen met hoogstens één jaar hechtenis worden bestraft, voor misdrijven dertig jaar vrijheidsstraf of levenslang. In het gewone spraakgebruik verstaan we onder criminaliteit alle misdrijven die in de wet omschreven staan. Er zijn regelmatig discussies over wat als criminaliteit moet worden gezien en hoe het beoordeeld moet worden. Als er na verloop van tijd voldoende overeenstemming is over bepaald gedrag, wordt het in het Wetboek van Strafrecht opgenomen. Dit noemen we criminalisering: het strafbaar worden van bepaald gedrag. Andersom kan natuurlijk ook:

Transcript of proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten...

Page 1: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

HOOFDSTUK 1 – WAT IS CRIMINALITEIT?

1.1 Rechtsregels

Aan de basis van elke regel staat een waarde: een principe dat mensen belangrijk vinden om na te streven. Waardes zijn per samenleving verschillend: eer, vrijheid, gelijkheid. Normen zijn van waarden afgeleid: datgene dat je doet om een waarde te waarborgen.

Als een bepaalde norm zo belangrijk is, kan hij als rechtsregel vastgelegd worden in rechtsbronnen (= wetten, AMvB, ministeriële vorderingen of jurisprudentie: het geheel aan rechterlijke uitspraken). Deze regels gelden voor iedereen en worden door de overheid geformuleerd. Als zo’n regel overtreden wordt spreken we van crimineel gedrag. Rechtsregels hebben verschillende functies:

- Rechtszekerheid bieden- Orde aan brengen in de maatschappij- Onafhankelijke rechtspraak waarborgen

Een groot deel van deze regels zijn in Nederland vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht. Na verloop van tijd zijn veel regels aangepast of verwijderd, dit gebeurt omdat normen en waarden gaan afwijken van wat maatschappelijk aanvaardbaar is en omdat onze samenleving complexer is geworden, waardoor meer regels nodig zijn. Rechtsregels zijn tijd- en plaatsgebonden.

1.2 Strafbaar gedrag en criminaliteit

Onder criminaliteit verstaan we strafrechtelijk elk door de overheid bij wet strafbaar gesteld gedrag. Niet alle gedragingen die strafbaar zijn worden door burgers als “crimineel” ervaren. Daarom maken we onderscheid tussen misdrijven en overtredingen:

- Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten zoals diefstal, mishandeling, moord, vernielingen- Overtredingen zijn de minder ernstige strafbare feiten, zoals door rood licht rijden.

Overtredingen kunnen met hoogstens één jaar hechtenis worden bestraft, voor misdrijven dertig jaar vrijheidsstraf of levenslang. In het gewone spraakgebruik verstaan we onder criminaliteit alle misdrijven die in de wet omschreven staan.

Er zijn regelmatig discussies over wat als criminaliteit moet worden gezien en hoe het beoordeeld moet worden. Als er na verloop van tijd voldoende overeenstemming is over bepaald gedrag, wordt het in het Wetboek van Strafrecht opgenomen. Dit noemen we criminalisering: het strafbaar worden van bepaald gedrag. Andersom kan natuurlijk ook: decriminalisering. Wat wel en niet strafbaar is wordt door de wetgevende macht bepaald, de regering en het parlement.

Er zijn verschillende soorten criminaliteit:

- Delicten tegen openbare orde en het gezag- Gewelddelicten tegen leven en persoon- Ruwheiddelicten- Vermogensdelicten- Seksuele delixten- Verkeersdelicten- Drugsdelicten- Economische delicten- Milieudelicten.

Ook maakt men onderscheid tussen veelvoorkomende en zware criminaliteit. Zware criminaliteit omvat dingen zoals moord, inbraak, verduistering, afpersing, overvallen en harddrugs. Een speciale

Page 2: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

vorm is de georganiseerde criminaliteit: als het gaat om misdrijven die begaan worden door een organisatie, zoals de maffia.

Met veelvoorkomende criminaliteit bedoelen we dingen zoals winkeldiefstal, voetbalvandalisme, fietsendiefstal, vernieling, graffiti, zwartrijden, etc.

1.3 Criminaliteit als maatschappelijk probleem

Criminaliteit is van alle tijden, wat blijkt uit het oudste wetboek: de Codex Hammourabi. Ook nu is criminaliteit een groot probleem. We ondervinden er veel schade van en het staat dan ook hoog op de publieke agenda én de politieke agenda, waardoor het automatisch een politiek probleem is. Criminaliteit brengt grote materiële en immateriële schade met zich mee.

Materiëel:

- Directe financiële schade aan burgers, bedrijven en overheid- Indirecte financiële schade (winkeldiefstal zorgt voor stijgende prijzen)- Kosten voor de bestrijding van criminaliteit

Immateriëel:

- Gevoelens van onveiligheid- Problemen door inbreug op geestelijke en lichamelijke integriteit- Vermijdingsgedrag- Psychosomatische problemen- Aantasting van het rechtsgevoel

Er zijn veel particuliere initiatieven om criminaliteit te bestrijden. Ook bedrijven zorgen voor voldoende beveiliging en er zijn maatschappelijke instellingen die belangen van daders én slachtoffers behartigen, zoals de Coornhert Liga (humanisering van het strafrecht) en de reclassering (maatschappelijk werk voor verdachten en (ex-)gedetineerden). In Nederland heeft het slachtoffer vastgelegde rechten:

- Het recht op informatie- Het spreekrecht- Het recht op schadevergoeding

Organisaties voor slachtoffers zijn bijvoorbeeld het Schadefonds Geweldmisdrijven, Slachtofferhulp, Stichting Blijf-van-mijn-lijf, het Meldpunt Discriminatie en Stichting tegen Zinloos Geweld.

Page 3: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

HOOFDSTUK 2 – HOE VEILIG IS NEDERLAND

2.1 Het meten van criminaliteit

Om de aard en omvang van criminaliteit vast te stellen, bestaan verschillende onderzoeksmethoden die we kunnen indelen in kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Bij kwantitatieve methoden wordt een groot aantal gegevens verzameld of worden grote groepen mensen ondervraagd, waarna het onderzochte in cijfers en percentages kan worden weergegeven. Kwalitatief onderzoek wordt gebruikt als er meer diepgaande informatie nodig is. Het geeft een beeld van meningen, ervaringen en behoeften van een bepaalde doelgroep.

Lang niet alle onderzoeksmethoden zijn even geschikt. Elke methoden heeft voor en nadelen, dit zie je als je de betrouwbaarheid, de validiteit en de generaliseerbaarheid van de resultaten met elkaar vergelijkt. Met betrouwbaarheid bedoelen we dat de gegevens niet op toeval berusten. Validiteit wil zeggen dat het onderzoek precies meet wat het moet meten en generaliseerbaarheid heeft betrekking op de mate waarin een onderzoek als algemeen geldig kan worden beschouwd. Er zijn verschillende onderzoeksmethoden:

Politie- en rechtbankstatistieken:Niet altijd even betrouwbaar geven alleen een beeld van geregistreerde criminaliteit. Dit komt door:

- Mensen die niet altijd aangifte doen van een misdrijf- Sommige delicten die niet ontdekt worden- Minder zichtbare delicten komen moeilijker ter kennis van de politie.

Ook rechtbankstatistieken laten maar een klein stukje van de werkelijke criminaliteit zien, doordat:- Een deel van de zaken wordt geseponeerd- In bepaalde gevallen worden strafzaken anders afgehandeld (denk aan een transactie)

Wat ook lastig is is bepalen of de criminaliteit toe- of afneemt. Dit heeft de volgende redenen:- Selectieve opsporing is van invloed op de cijfers. - De toename van regels en wetten brengt een groei van het aantal delicten met zich mee. - Registratie wordt gekleurd door subjectieve beoordelingen door de officier van justitie

SlachtofferenquêtesDeze methode is fijn om een beeld te krijgen van niet-geregistreerde criminaliteit (ook wel ‘verborgen criminaliteit’, of ‘dark figure’). Bij een slachtofferenquête wordt er aan zoveel mogelijk mensen gevraagd of zij slachtoffer zijn geweest van bepaalde misdrijven. Het blijft anoniem. Hoewel er veel voordelen zijn, heeft het ook veel nadelen:

- Sommige categorieën worden niet ondervraagd (illegalen, toeristen, etc)- Sommige delicten worden verzwegen, zoals seksuele delicten- Het is erg subjectief- Het meet alleen veelvoorkomende delicten- Slachtofferloze criminaliteit valt buiten deze methode (te hard rijden, drugshandel, etc)

Daderenquêtes (ook wel ‘self report studies’)Hierbij wordt aan mensen gevraagd of ze een bepaald misdrijf hebben gepleegd. Dit geeft in theorie het meest complete beeld, maar er bestaat ook een eerlijkheidsdrempel. Veel dingen worden alsnog verzwegen.

Page 4: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

Kwalitatief onderzoekKwantitatief legt de nadruk op cijfers. Om te weten wat bijvoorbeeld een gevoel van onveiligheid voor mensen betekent, zijn bijvoorbeeld diepte-interviews nodig. Kenmerkend voor deze techniek is een open vraagstelling.

2.2 Beeldvorming

We kunnen stellen dat de massamedia voor een belangrijk deel de beeldvorming over de aard en omvang van criminaliteit bepalen. Hierdoor ontstaat een generaliserend en stereotiep beeld van criminaliteit, dat zich laat kenmerken door:

- Het beeld dat criminaliteit vooral met geweld te maken heeft- Het beeld dat het aandeel van de zware criminaliteit groot is.

2.3 Criminaliteit vroeger en nu

Om te kijken in hoeverre dit stereotiepe beeld overeen komt met de werkelijkheid, vergelijken we het met verschillende misdaadstatistieken.

LangetermijnontwikkelingenOp de lange termijn zijn er een aantal ontwikkelingen ontstaan:

- Jaarlijks komen ongeveer 1,2 miljoen misdrijven ter kennis van de politie- In 1950 behoorde ongeveer 65 procent tot de vermogenscriminaliteit. Tegenwoordig is dit

55 procent- Vernieling en delicten tegen de openbare orde was in 1950 9000 gevallen, nu 200.000- Tegenwoordig zijn er 100.000 geweldsmisdrijven, in 1950 ‘maar’ 13.000- Minder dan 20 procent wordt opgehelderd, in 1950 was dit 65 procent.

Redenen toename criminaliteit- Afnemend gezag van de overheid- Afnemende betekenis van het maatschappelijk middenveld- Vervaging van maatschappelijke normen en waarden- Sterk toegenomen welvaart- Afgenomen pak- en strafkans- Toegenomen werkeloosheid- Technologische ontwikkelingen- Internationalisering

Recente ontwikkelingenOndanks de toename van criminaliteit de afgelopen vijftien jaar, is de geregistreerde criminaliteit juist gedaald. Dat komt door de daling van het aantal geregistreerde vermogensdelicten. De gevoelens van onveiligheid zijn toch niet minder geworden, maar voor zover deze te maken hebben met angst en geweld zijn ze terecht. Geweldsmisdrijven (mishandeling, bedreiging, etc.) zijn toegenomen, sinds eind jaren zestig zelfs met 700 procent.

Deze toename van geweld heeft ook te maken met de betere beveiliging. Banken en bedrijven zijn steeds beter beveiligd, waardoor de ‘gewone’ inbraken afnamen en de gewapende roofovervallen toe zijn genomen.

Page 5: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

HOOFDSTUK 3 – OORZAKEN VAN CRIMINALITEIT

3.1 Wie is crimineel?

Dé crimineel bestaat niet, maar uit onderzoek is bewezen dat criminaliteit niet onder alle lagen van de bevolking evenveel voorkomt. Verschillen hebben te maken met geslacht, leeftijd, locatie, afkomst en maatschappelijke positie.

GeslachtCriminaliteit is vooral een zaak van mannen. Vrouwen zijn sterk ondervertegenwoordigd en de delicten die ze plegen zijn over het algemeen minder ernstig.

LeeftijdVooral mensen in hun adolescentieperiode (16-23 jaar) plegen delicten. Dit geldt voor alle landen. Dit komt door:

- Het opzoeken van grenzen en het overschrijden van maatschappelijke normen, dat bij de opvoeding ‘hoort’

- Confrontaties met sociale problemen zoals gokverslavingen, drugs, alcohol, school, etc. - Segregatie (= geen goede toekomstperspectieven in het beroep) vergroot de kans om met

politie in aanraking te komen

Maatschappelijke positieMensen met een lagere maatschappelijke positie zijn oververtegenwoordigd als het gaat om agressieve delicten, inbraak en diefstal. Vermogensdelicten als belastingontduiking komen vooral voor in de hogere en middenklasse.

Etnische afkomstAllochtone groepen blijken relatief oververtegenwoordigd te zijn in delicten als diefstal en drugscriminaliteit, maar ondervertegenwoordigd in delicten als fraude. Een aantal zaken tussen allochtonen en autochtonen nuanceert de tweedeling:

- Onder de harde kern van jeugdcriminelen komen evenveel allochtonen als autochtonen voor- Allochtonen vormen niet één groep. - De meeste allochtonen behoren tot de lagere maatschappelijke klassen.

LocatieEr bestaat een duidelijke relatie tussen de mate van verstedelijking van een gebied en het criminaliteitscijfer. Inwoners van grote steden plegen vaker delicten dan inwoners van kleine steden en dorpen. Dit komt doordat er in grote steden bijvoorbeeld meer kansarme jongeren leven, er is minder sociale controle en meer gelegenheid tot criminaliteit.

3.2 Criminologie

Criminologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van menselijke gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van de wijze waarop de overheid en de rest van de maatschappij daarop reageert. We onderscheiden de beschrijvende criminologie die zich richt op de aard, de omvang, de spreiding en de ontwikkeling van crimineel gedrag en criminaliteit en de theoretische criminologie, die probeert crimineel gedrag te verklaren. Dit gaat op microniveau (biologisch), mesoniveau(sociaalpsychologisch) en het macroniveau (samenlevingen als geheel).

Page 6: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

Biologische en psychologische verklaringen (microniveau)De vraag die wordt gesteld is of er verschillen zijn tussen criminele en niet-criminele mensen. Het onderzoek naar daders die vaker crimineel gedrag vertonen en ook vaker ernstige delicten plegen (persistente delinquenten) splits zich in twee richtingen:

- Onderzoek naar biologische verschillen zoals genetische en neurofysiologische kenmerken- Onderzoek naar psychologische verschillen zoals cognitieve en functionele

persoonlijkheidskenmerken. Uit onderzoek blijkt dat stoornissen als borderline het risico op probleemgedrag vergroot. Toch zijn dit soort stoornissen niet altijd determinerend, zoals ADHD. Dat wil zeggen at ze niet allesbepalend zijn voor crimineel gedrag.

Sociaal psychologische verklaringen (mesoniveau)De verklaring van crimineel gedrag wordt uitsluitend in de directe sociale omgeving van delinquenten gezocht:

- Het gezin- School- Leeftijdgenoten- Subculturen- Locatie (denk aan achterstandswijken- Invloed van de kerk en het verenigingsleven

Sociologische verklaringen (macroniveau)De maatschappelijke ontwikkelingen waarop mensen weinig invloed hebben maar die toch bijdragen aan de criminaliteit: minder sterk maatschappelijk middenveld, veranderde normen en waarden, toegenomen welvaart, kleinere pak- en strafkans, meer alcohol- en drugsgebruik, werkloosheid en minder sociale controle. Deze factoren zijn volgens sociologen van invloed op crimineel gedrag. Ze leiden natuurlijk niet automatisch tot criminaliteit, alleen bij sociale desintegratie of sociale ongelijkheid is deze kans groter.

3.3 Theorieën over criminaliteit

Sociobiologische theorie Houd zich bezig met het onderzoek naar de evolutionaire oorsprong van sociaal gedrag bij dieren, inclusief de mens. De term werd voor het eerst gebruikt door Edward Wilson. Deze theorie is lange tijd als omstreden beschouwd. Mede door de ontdekking van DNA is de mening over deze theorie tegenwoordig genuanceerd en wordt het veel meer geaccepteerd.

Aangeleerd-gedragtheorieEdwin Sutherland kwam tot de conclusie dat crimineel gedrag wordt aangeleerd. Als jongeren veel contact hebben met anderen die crimineel gedrag vertonen, zullen zij later vaak ook crimineel worden. Ze hebben geen afwijkende persoonlijkheid of andere doelen, criminelen hebben gewoon het verkeerde gedrag aangeleerd om die doelen te bereiken.

Page 7: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

GelegenheidstheorieDeze theorie is gebaseerd op de rationele keuzetheorie, bedacht door Adam Smith. Volgens hem kiest ieder individu voor zichzelf steeds de meest gunstige optie. Ook criminelen nemen rationele beslissingen. Marcus Felson vertaalde de rationele keuzetheorie naar de criminologie: het niveau van criminaliteit wordt bepaald door de aanwezigheid van potentiële daders, de aanwezigheid van geschikte doelwitten en de afwezigheid van voldoende sociale bewaking. Gelegenheid maakt de dief!

AnomietheorieDe socioloog Robert Merton zoekt de verklaring voor criminaliteit in de maatschappelijke ongelijkheid, in de kloof tussen de levensdoelen die mensen voor zichzelf stellen en de beperkte middelen die beschikbaar zijn om die doelen op legitieme wijze te bereiken. Sommigen accepteren hun beperkingen, anderen gaan niet-legitieme middelen gebruiken. Deze vorm van normloosheid noemt Merton anomie.

Etiketteringstheorie De sociale afkeuring van een crimineel lijkt het gevolg van zijn strafbare gedrag, maar Howard Becker draait dit verschijnsel om. Hij zegt dat de sociale afwijzing van mensen juist de oorzaak is van crimineel gedrag. Als men als crimineel bestempeld wordt, gaat hij zich daar naar gedragen.

Bindings- of integratietheorieVolgens Travis Hirschi gedragen we ons niet crimineel omdat we bindingen hebben die je niet gauw op het spel zet: collega’s, familie en vrienden, werkkring, etc. Deze vormen je remmen op de criminele neigingen die iedereen heeft. Wie deze bindingen mist is eerder geneigd tot crimineel gedrag.

SocialecontroletheorieSampson en Laub hechten veel belang aan de dreiging die van sancties uitgaat (formele straffen en berispingen van politie en justitie, maar ook informele straffen en standjes van ouders, leraren, etc.). Vooral de rol van de ouders is doorslaggevend. Hoe minder informele sociale controle en hoe slechter de relatie met de ouders, des te meer kans op crimineel gedrag.

Page 8: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

HOOFDSTUK 4 – De Rechtsstaat

4.1 Grondbeginselen

In een rechtsstaat draait het om wederzijds vertrouwen: burgers moeten zich gedragen en de overheid moet de macht niet misbruiken. Dit noemen we een sociaal contract, een afspraak tussen burgers en overheid. Een rechtsstaat hanteert regels voor burgers én overheid. Om de bestrijding van criminaliteit en het recht te handhaven heeft de overheid het geweldsmonopolie. Dit betekent dat zij als enige geweld mag gebruiken, als dat echt nodig is.

De overheid heeft twee taken in een rechtsstaat:

- Rechtshandhaving (de wet bepaalt wat burgers wel en niet mogen)- Rechtsbescherming (de burgers beschermen tegen willekeurig optreden van de overheid, het

garanderen van individuele vrijheid tegenover burgers)

Deze twee dingen komen tot uiting in de beginselen van de rechtsstaat:

- Politieke machtenscheiding (wetgevend, uitvoerend en rechtsprekend) - De overheid is gebonden aan de wet en moet zich houden aan wettelijke regels- Rechters zijn altijd onafhankelijk- Grond- of vrijheidsrechten zijn in de wet omschreven en worden gewaarborgd

Deze beginselen zijn vastgelegd in de grondwet en internationale verdragen, zoals het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) en de Universele Verklaring van de Rechten van de mens (UVRM).

4.2 Rechtsstaat en criminaliteit

De inrichting van de rechtsstaat veranderd door plaatselijke verschillen maar ook door interne ontwikkelingen. In Nederland is door toegenomen criminaliteit bijvoorbeeld meer behoefte aan rechtshandhaving. Om alles goed te laten lopen is er in Nederland sprake van een machtenscheiding, wat als doel heeft machtsmisbruik door de overheid te beperken.

De wetgevende macht (regering en parlement) maakt wetten op bijvoorbeeld het gebied van drugs of strafrecht. Ze leggen vast wát er strafbaar is en wat de maximumstraffen zijn. De uitvoerende macht (regering, ambtenaren) spoort strafbare feiten op en vervolgd verdachten. Voor de opsporing is het Openbaar Ministerie verantwoordelijk. De Minister van Justitie is politiek verantwoordelijk voor het werk van het OM en de politie. De rechtsprekende macht (onpartijdige rechters) zorgt voor eerlijke rechtsprocessen. De rechters worden voor het leven benoemd en kunnen niet ontslagen worden door de regering of het parlement. De rechtspositie is bij wet geregeld en het aantal rechters staat per rechtszaak van de voren vast.

De overheid is gebonden aan wettelijke regels, die zijn vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht:

- Het legaliteitsbeginsel (men kan alleen gestraft worden voor dingen die strafbaar zijn)- De maximumstraf. Per delict is deze vastgelegd. - De ne bis in idem-regel. Wanneer een rechter in een zaak een uitspraak heeft gedaan, kan de

betrokkene niet voor de tweede keer voor hetzelfde strafbare feit worden vervolgd.

Page 9: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

- Geen straf zonder schuld. De wet sluit de mogelijkheid uit om te straffen als de verdachte geen schuld heeft aan het delict, bijvoorbeeld wegens ontoerekeningsvatbaarheid.

- Verjaring. Na tien jaar kan iemand bijvoorbeeld niet meer vervolgd worden voor een bepaald misdrijf.

De procedure van opsporing, vervolging en berechting (het strafprocesrecht) is wettelijk vastgelegd in het Wetboek van Strafvordering. Enkele van de regels zijn:

- Iedereen heeft recht op een eerlijk proces door een onafhankelijke rechter- Onschuldpresumptie. Iedereen is onschuldig tot het tegendeel bewezen is- De procedure van vooronderzoek tot rechtszitting is gebonden aan wettelijke voorschriften- Dwangmaatregelen zoals het vasthouden van een verdachte zijn aan wettelijke grenzen en

regels gebonden- Iedereen heeft recht op een adequate verdediging, het recht op een advocaat. - Ook slachtoffers hebben rechten.

4.3 Dilemma’s en spanningen

De beginselen van de rechtsstaat zorgen altijd voor nieuwe discussies. Het moeilijkste dilemma van de rechtsstaat vinden we in de botsende belangen van rechtsbescherming en rechtshandhaving. We willen beschermd worden tegen criminaliteit, maar ook dat de overheid onze vrijheden respecteert. Dit leidt tot voortdurende discussies en vragen, zoals:

- Mag de overheid zomaar informatie opvragen zoals internetgegevens?- Mag de overheid alle burgers dwingen om DNA af te staan voor de opsporing van

misdadigers?

Ook ontstaan er veel spanningen vanwege de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de overheid, zoals bij de identificatieplicht. Een ander voorbeeld is de grote nadruk op criminaliteitsbestrijding, de dubbele pet van de politie, de spanningen tussen de politie en het OM en de spanning tussen wetgeving en rechtspraak.

4.4 Klassenjustitie

Een heel ander dilemma heeft te maken met de ongelijke kansen van mensen met betrekking tot het recht: klassenjustitie, wanneer het sociale milieu een rol speelt bij de opsporing, vervolging en berechting van verdachten.

Klassenjustitie bij de politie vindt plaats door selectief optreden: ze kunnen zelf bepalen wie ze aanhouden en waarvoor mensen bekeurd worden. Bewust en onbewust gaan ze hierbij selectief te werk. Ook de officier van justitie is geneigd mensen uit een lagere klasse eerder te vervolgen of in voorarrest te nemen. Ook rechters geven aan bepaalde groepen een mildere straf dan anderen. Er zijn twee redenen voor deze verschijnselen: mensen uit betere milieus kunnen hun belangen beter behartigen en rechters en officieren van justitie zijn zelf afkomstig uit zo’n hogere klasse. Zij begrijpen hen ook beter. Er ontstaat selffulfilling prophecy: politie, OM en rechters verwachten crimineel gedrag bij bepaalde groepen en handelen daar vervolgens naar.

Page 10: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

HOOFDSTUK 5 - OVERHEIDSBELEID

5.1 Integraal veiligheidsbeleid

Sinds een aantal jaar heeft de overheid criminaliteitsbestrijding binnen het integrale veiligheidsbeleid geplaatst. Dit richt zich op zware en veelvoorkomende criminaliteit, maar ook op het voorkomen van hangjongeren, etc. Centraal in dit beleid staat het voorkomen en reduceren van criminaliteit en overlast. Ook worden burgers in het beleid medeverantwoordelijk gehouden voor preventie van criminaliteit en overlast. Tot slot kent het beleid een tweesporenbeleid: preventie en repressie.

Met preventieve maatregelen bedoelen we maatregelen die kunnen worden genomen voordat het delict heeft plaatsgevonden (sociale controle, voorlichtingen, scholing en werkgelegenheid, etc.). Dit wordt vaak toegepast bij veelvoorkomende criminaliteit. Bij recidivisten en zware misdaad wordt er gebruik gemaakt van repressie: het optreden als de criminaliteit al heeft plaatsgevonden.

Binnen het integrale veiligheidsbeleid onderscheiden we een aantal beleidsterreinen:

- Het opsporingsbeleid (welke criminaliteit krijgt de prioriteit bij de politie)- Het vervolgingsbeleid (welke delicten worden vervolgd)- Het gevangenisbeleid (het bouwen van cellen, gevangenisregimes)- De nieuwe wetgeving (wetten aanscherpen of nieuwe wetten maken)- Preventief beleid

Ontwikkelingen op het gebied van veiligheid:

- Uitbreiding van bevoegdheden- Toegenomen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer- Het in elkaar schuiven van het criminaliteitsbeleid en de bestrijding van overlast- Groeiende internationale invloed op het criminaliteitsbeleid en de regelgeving

5.2 Criminaliteitsbeleid in de praktijk

Hoe repressief en preventief beleid in de praktijk werkt, is te zien aan de hand van de volgende voorbeelden.

Veelvoorkomende criminaliteit Naar aanleiding van verschillende adviezen worden veel experimentele preventieprojecten financieel ondersteund. Denk aan het aanstellen van huismeesters in flats, stadswachten, een goede begeleiding van probleemleerlingen, et cetera. De projecten hebben drie pijlers:

- Intensivering van het functionele toezicht- Versterking van de binding van daders met de samenleving- Verbeteren en herinrichten van de gebouwde omgeving.

Ook zijn er een aantal repressieve mogelijkheden voor de bestrijding van veelvoorkomende criminaliteit, zoals het lik-op-stukbeleid. Hierbij wordt de nadruk gelegd op het herstellen van de ontstane schade, door taak- of werkstraffen.

WinkeldiefstalDit wordt bestreden met preventieve maatregelen door de bedrijven zelf, ondersteund met repressieve maatregelen vanuit de overheid. Maatregelen van de winkeliers en maatregelen van de overheid:

- Technische maatregelen (camera’s, monitoren, spiegels en poorten)

Page 11: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

- Het in dienst nemen van meer winkel- en bewakingspersoneel- Betere training en motivatie van het personeel- Stimuleren van het stille alarm- Het zwaarder aanpakken van heling- Het optellen van kleine zaken tegen veelplegers.

JeugdcriminaliteitBij jeugdcriminaliteit legt de overheid de nadruk op het voorkomen dat jeugdige daders afglijden tot echte criminelen:

- Kinderen onder de achttien jaar worden berecht door de kinderrechter- Eerste aanrakingen met criminaliteit worden bestraft door Bureau Halt- Werkgelegenheidsprojecten moeten jongeren perspectief bieden

Georganiseerde criminaliteitOm deze criminaliteit te bestrijden hebben politie en justitie meer opsporingsbevoegdheden gekregen (denk aan inkijkoperaties, de inzet van infiltranten, etc.). Ook wordt het gebruik van anonieme en kroongetuigen geaccepteerd.

TerrorismeDe radicalisering en de rekrutering worden aangepakt. Er wordt informatie ingewonnen door het AIVD en het MIVD. Gegevens die zij verzamelen worden gebruikt om mogelijke terroristen op te sporen of aan te houden. Strafrechtelijk optreden mag alleen als er concrete vermoedens of aanwijzingen zijn van terroristische activiteiten.

WitteboordencriminaliteitDit is moeilijk te vervolgen, omdat controlemogelijkheden en specialistische kennis van politie en justitie te gering zijn. Wel moeten banken als gevol van de wettelijk geregelde informatieplicht alle gegevens over spaarrenten aan de FIOD verstrekken. Ook het Wet Meldpunt Ongebruikelijke Transacties draagt hieraan bij.

5.3 Politieke visies

Over het algemeen zijn de linkse partijen gericht op preventie en de rechtse partijen op repressie. Het PVDA vindt dat de samenleving duidelijke grenzen moet stellen en misdaad moet bestraffen. Dit is een pragmatisch-moralistische visie. De VVD is overtuigd van het belang van rechtsregels omdat hierdoor een zo groot mogelijke vrijheid voor burgers wordt bewerkstelligd. Het CDA benadrukt het belang van het gezin, de school en het maatschappelijke middenveld bij het voorkomen van criminaliteit. De SP wil, omdat het overgrote deel van de criminaliteit lokaal plaatsvindt, dat het ook lokaal wordt aangepakt. De partij pleit voor een sterke verbinding van de politie met de gemeenten waarin zij werkt.

Page 12: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

HOOFDSTUK 6 – OPSPOREN, VERVOLGEN EN BERECHTEN

6.1 Politie

De Nederlandse politie valt onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken (veiligheid, openbare orde en hulpverlening) en het Ministerie van Justitie (opsporingstaak). De politie heeft als belangrijkste taken:

- Handhaving van de openbare orde (burenruzies, verkeersregelingen, surveilleren)- Hulpverlening (het wijzen van de weg, auto-ongelukken, verdwaalde kindjes thuisbrengen)- Opsporing (+ aanhouding van verdachten, bewijsmateriaal verzamelen)

Opsporingshandelingen kunnen alleen worden verricht met een objectief, redelijk vermoeden van een strafbaar feit. Pas als dit het geval is, komt de politie in actie. Vroeger spraken we van een verdachte als er een redelijk vermoeden bestaat dat de persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Tegenwoordig kan de politie al sneller een opsporingsonderzoek beginnen.

Steeds vaker worden opsporingsmethoden ingezet om voorbereidingen van strafbare feiten op te sporen. Dit noemen we vroegsporing en het vindt plaats door bijvoorbeeld infiltraties in een crimineel netwerk. De opsporingsbevoegdheden van de politie zijn nauwkeurig vastgelegd in de Politiewet en het Wetboek van Strafvordering.

De politie heeft soms wel en soms géén toestemming nodig om bepaalde bevoegdheden of dwangmiddelen te gebruiken. In de volgende gevallen is er geen toestemming nodig:

- Een verdachte staande houden (identificatieplicht)- Een verdachte aanhouden (arresteren)- Fouilleren (alleen als het bijdraagt aan het oplossen van een strafbaar feit)- In beslag nemen (bewijsmateriaal)- De vrijheid benemen (een verdachte mag maximaal zes uur worden vastgehouden)

Voor de volgende bevoegdheden en dwangmiddelen is er wél toestemming nodig: - Huiszoeking (mag alleen met een machtiging tot binnentreden)- Inzetten van infiltranten- Het uitvoeren van inkijkoperaties- Gecontroleerde doorvoer (drugs of wapenhandel)- Geld betalen aan informanten- Preventief fouilleren (fouilleren zonder sprake van verdenking)

6.2 Officier van justitie

De officier van justitie is degene die leiding geeft aan het opsporingsonderzoek. Als de officier van justitie besluit een zaak aan de rechter voor te leggen, heet dit vervolgen. Alle officieren van justitie bij elkaar vormen samen het Openbaar Ministerie.

Page 13: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

Lang niet elk dossier lijdt tot een rechtszaak, de officier heeft een aantal keuzemogelijkheden: - Seponeren. Vaak worden zaken geseponeerd, vanwege :

Onvoldoende bewijs (we spreken van een technisch sepot) Het opportuniteitsbeginsel: vervolging is niet in het algemeen belang Het gaat om een klein vergrijp, of de verdachte is al genoeg gestraft

- Transactie. Een geldboete of taakstraf, ook wel schikking genoemd. - Dagvaarden. De verdachte wordt dan voor de rechter gebracht, dus officieel vervolgd.

6.3 De rechter

De rechtbank kent verschillende rechters, ieder met een eigen taakomschrijving en bevoegdheid. - De kantonrechter. Ervaren rechter, vooral huur en arbeidsgeschillen. Ook overtredingen.- De politierechter. Lichtere en simpele misdrijfzaken. Spreekt alleen recht. (enkelvoudige

kamer)- De meervoudige kamer. Drie rechters, behandelt ernstige en meer ingewikkelde misdrijven. - De kinderrechter. Voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Rechtszaken zijn niet openbaar.

Als de verdachte het niet eens is met de uitspraak, kan hij in hoger beroep bij het gerechtshof. De hele rechtszaak wordt dan over gedaan. Het hoogste rechtscollege is de Hoge Raad, zij spreekt recht met drie of vijf raadsheren. Ze doen de zaak niet over, maar kijken alleen of het recht goed is toegepast. Dit noemen we cassatie.

De behandeling van een strafzaak vindt in openbaarheid plaats. Iedereen mag weten wat er in de rechtszaak gebeurt. Een rechtszaak bestaat uit acht stappen:

1. De opening. Persoonsgegevens controleren + woordje voor de verdachte2. De aanklacht. De officier van justitie leest deze voor. 3. Het onderzoek. Getuigen, ondervraging van deskundigen. 4. Het verhoor. Eerst een verklaring van de verdachte, daarna een ondervraging. 5. Requisitoir. De officier van justitie probeert aan te tonen dat de verdachte schuldig is en

vraagt de rechter om een bepaalde straf, de strafeis. 6. Het pleidooi. De advocaat verdedigt de verdachte en probeert aan te tonen dat hij niet

schuldig is. 7. Laatste woord. De verdachte kan spijt betuigen, zijn onschuld benadrukken, etc. 8. Het vonnis. De uitspraak van de rechter.

Om te bepalen of iemand schuldig is, beantwoord de rechter procesmatige (formele) en inhoudelijke (materiële) vragen:

1. Is de dagvaarding geldig uitgereikt?2. Is de rechter bevoegd over de voorgelegde zaak te oordelen?3. Mag de officier van justitie de zaak (nog) vervolgen?4. Is er geen reden om de zaak te schorsen?

1. Is het ten laste gelegde feit geheel bewezen?2. Levert het bewezen feit een strafbaar feit op?3. Is de dader strafbaar?4. Welke straf moet worden opgelegd?

Page 14: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

HOOFDSTUK 7 – CRIMINALITEIT EN STRAF

In de juridische wereld spreken we niet van “straf” maar van strafrechtelijke sancties.

7.1 Straf

De rechter bepaalt de soort straf en de hoogte van de straf, de strafmaat. Alle soorten straffen die gegeven kunnen worden staan in de wet omschreven. De zwaarste straf die ons land kent is levenslange gevangenisstraf. We maken onderscheid tussen hoofdstraffen, strafrechtelijke maatregelen en bijkomende straffen.

HoofdstraffenVan elke hoofdstraf kan een deel voorwaardelijk worden opgelegd. Dat wil zeggen dat de dader die straf niet krijgt als hij binnen een bepaalde proeftijd niet nog een soortgelijk strafbaar feit begaat.

- Geldboete- Vrijheidsstraf (gevangenisstraf)- Taakstraf

Bijkomende straffenDeze straffen hebben meestal een relatie met het delict, zoals een inname van het rijbewijs.

MaatregelenDeze hebben als doel om de dader te beschermen tegen zichzelf of om de samenleving te beschermen tegen de dader. Vaak gaat het om mensen die psychisch in de war zijn. Ze krijgen dan straffen als bijvoorbeeld tbs.

7.2 Waarom straffen we?

Er zijn een aantal belangrijke motieven om een dader te straffen:- Vergelding- Preventie- Resocialisatie- Beveiliging van de samenleving- Handhaving van de rechtsorde- Genoegdoening aan het slachtoffer- De kosten van verschillende sancties- Het cellentekort.

Veel gedetineerden hebben geen diploma. Daarom is het mogelijk tijdens de gevangenisstraf een beroepsopleiding te volgen. Tijdens de straf heeft de gevangene beperkt contact met de buitenwereld. Tijdens het laatste jaar van de detentie mogen ze vaak met verlof. Geleidelijk aan krijgt een gevangene steeds meer vrijheid.

Bij de uitvoering van taakstraffen houd de reclassering toezicht. Hieronder valt het voorbereiden en begeleiden van de uitvoering van onder meer:

- Dienstverleningsprojecten- Dader-slachtofferleertrajecten- Cursus Alcohol en Verkeer

Page 15: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

7.3 Opvattingen over straf

Vroeger werd er anders tegen straffen aangekeken dan nu. Tot aan de middeleeuwen was wraak de voornaamste reden om iemand te straffen. Er was geen georganiseerde rechtsspraak en er bestonden nauwelijks wetten. Vanaf de 12e eeuw ontstonden er steden en vorstendommen. Er kwam meer centraal geleid gezag en straffen werd een taak van de (plaatselijke) overheid. In het begin kwam er alleen een rechtszaak als iemand een klacht indiende, dit heet accusatoire. Later ging de overheid zelf misdadigers opsporen, waardoor de rechtspraak inquisitoir (=opsporend) werd.

Na een tijd werd het belangrijkste doel van straf afschrikken (denk aan: stokslagen op het marktplein, aan de schandpaal). Zwaardere misdadigers werden geradbraakt, gevierendeeld, verbrand of opgehangen.

Wils- of verdragstheorieënTegenwoordig gaat het strafrecht uit van wils- of verdragstheorieën. Kenmerkend voor deze theorieën is het natuurrechtelijk karakter. Enerzijds wordt uitgegaan van de ‘natuurlijke’ gevolgen van de misdaad. Anderzijds word er uitgegaan van een soort sociaal contract, een natuurlijke neiging van mensen om met elkaar afspraken te maken over wenselijk en aanvaardbaar gedrag. Binnen deze theorieën wordt uitgegaan van twee stromingen: de klassieke school en de moderne richting.

Klassieke schoolVolgens deze stroming is iedereen voor de wet gelijk. Mensen moesten naar hun daad worden beoordeeld, niet naar hun persoon. Rechtsgelijkheid was dus een belangrijk uitgangspunt. De klassieke school ging ervan uit dat iedereen rationeel dacht, kosten tegen baten kon afwegen en vrijwillig voor of tegen de misdaad koos.

Moderne RichtingDeze stroming verwierp de gedachte van de vrije wil. Mensen waren niet allemaal rationeel en in staat het beste te kiezen. Sommigen zijn door omstandigheden buiten hun macht, zoals armoede of werkeloosheid, gedwongen om bepaalde keuzes te maken. Als iemand buiten zijn wil een misdaad begaat moet hij niet alleen worden gestraft, hij moet ook worden geholpen. Een delinquent moet dus worden genezen of heropgevoed. De moderne richting heeft bijgedragen aan de strafrechtelijke maatregel (bv ontoerekeningsvatbaarheid).

Rechtvaardigingstheorieën Wils- of verdragstheoretici legden het verband tussen de vrije wil van de dader en de straf die daarbij hoort. Je kunt echter ook kijken naar het verband tussen misdaad en soort van straf. Sommige theoretici vinden straf uiterst eenvoudig: omdat misdaan is, moet straf volgen. Motieven en omstandigheden doen er niet toe, het gaat alleen om het gepleegde delict. Dit noemt men in de criminologie een absolute theorie. De straf staat los van de omstandigheden dus ook los van eventueel effect. Vergelding is het belangrijkste motief van straf, daarom spreekt men ook wel van de vergeldingstheorie.

Relatieve theorieën leggen juist wél de nadruk op het effect van de straf. Volgens aanhangers van deze theorie is de ene moord de andere niet, en zo ook de daders. Zij pleitten voor een straf die gezien de omstandigheden en de persoonlijkheid van de dader het meeste effect heeft. Met effect bedoelen we hier dat de kans het grootst is dat de persoon niet in herhaling valt. Preventie is hierbij het belangrijkste motief.

Page 16: proefwerkweek.weebly.comproefwerkweek.weebly.com/.../1/6/5/...rechtsstaat.docx  · Web viewKosten voor de bestrijding ... In Nederland heeft het ... Deze hebben als doel om de dader

SAMENVATTING CRIMINALITEIT EN RECHTSSTAAT

7.4 Recente ontwikkelingenGevangenisstraf helpt vaak niet, dit blijkt uit verschillende misdaadstatistieken. Er is een hoog percentage recidive: 75 procent van de gedetineerden komt vaak nog een keer in aanraking met justitie. Vaak wordt er gezegd dat er in de gevangenis geen resocialisatie plaatsvindt, maar asocialisatie. Men leert zich niet aanpassen aan de maatschappelijke regels omdat die binnen de gevangenis niet bestaan. Hoewel onze huidige gevangenispraktijk dus niet resocialiseert of afschrikt, houdt zij veroordeelde misdadigers in ieder geval een tijd achter slot en grendel.

HerstelrechtHet abolitionisme, een stroming binnen de criminologie, pleit daarom voor een andere wijze van conflictoplossing dan op de strafrechtelijke manier. De overheid moet zich er minder mee bemoeien en de oplossing overlaten aan de direct betrokken partijen: slachtoffer en dader lossen het conflict op door afspraken te maken over schadevergoeding en genoegdoening. Herstel van de oude situatie is het voornaamste doel.