Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56....

56
MINI Service Aftersales Training - Productinformatie. Rijdynamische systemen R56.

Transcript of Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56....

Page 1: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

MINI Service

Aftersales Training -Productinformatie.Rijdynamische systemen R56.

Page 2: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

De in deze productinformatie opgenomen informatie is naast het werkboek een vast onderdeelvan de trainingsliteratuur van de Aftersales Training.

Zie voor wijzigingen/aanvullingen op de technische gegevens de betreffende actuele informatievan MINI Service.

Stand van informatie: september 2006

Contact: [email protected]

© 2006 BMW AGMünchen, DuitslandNadruk, ook gedeeltelijk, is uitsluitend mogelijk na schriftelijke toestemming van deBMW AG, MünchenVS-12 Aftersales Training

Page 3: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

Productinformatie.Rijdynamische systemen R56.

Superieure rijdynamiek voor eeninspirerende rij-ervaring

Page 4: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

Opmerkingen bij deze productinformatie

Gebruikte symbolen

In deze productinformatie worden voor een beter begrip en voor hetbenadrukken van belangrijke informatie de volgende symbolen gebruikt:

3 bevat informatie om de beschreven systemen en hun functies beterte kunnen begrijpen.

1 geeft het einde van een aanwijzing aan.

Actualiteit en landenvarianten

MINI auto's voldoen aan de hoogste veiligheids- en kwaliteitseisen.Veranderingen op het gebied van milieubescherming, gebruiksgemak,design of constructie leiden tot een voortdurende ontwikkeling vansystemen en componenten. Hierdoor kunnen afwijkingen tussen dezeproductinformatie en de voor de training beschikbare auto's ontstaan.

Deze documentatie beschrijft uitsluitend auto's met links stuur in deEuropa-uitvoering. Bij auto's met het stuur rechts zijn debedieningsorganen of componenten voor een deel anders geplaatst danop de afbeeldingen in deze productinformatie te zien is. Verdereafwijkingen kunnen ontstaan door markt- of landspecifiekeuitrustingsniveaus.

Extra informatiebronnen

Meer informatie over de afzonderlijke onderwerpen vindt u in:

- De handleiding

- Het MINI diagnosesysteem

- De documentatie werkplaatssystemen.

Page 5: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

Inhoud.Rijdynamische systemenR56.

Doelen 1

Productinformatie en naslagwerk voor depraktijk 1

Inleiding 3

Verschillende regelsystemen 3

Systeemoverzicht 5

Constructie 5Bus-systeemoverzicht 6Systeemschema's 8

Functies 13

Antiblokkeersysteem (ABS) 13Elektronische remkrachtverdeling (EBV) 14Cornering Brake Control (CBC) 16Motorremkoppelregeling (MSR) 17Automatische stabiliteitscontrole + tractie(ASC+T) 18Dynamische stabiliteitscontrole (DSC) 21Dynamische remregeling (DBC) 26Wegrijassistent (AFA) 27Bandenpechmelding (RPA) 29Condition Based Service (CBS) 30

Systeemcomponenten 31

Onderdelen en montageplaatsen 31

Service-aanwijzingen 43

Samenvatting 45

Wat ik moet onthouden 45

Page 6: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

Testvragen 47

Vragenlijst 47Antwoorden bij de vragenlijst 48

Page 7: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

2

Doelen.Rijdynamische systemen R56.

Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk

AlgemeenDeze productinformatie bevat informatie overde opbouw en werking van de rijdynamischesystemen in MINI auto's.

Deze productinformatie is bestemd alsnaslagwerk en vormt een aanvulling op dedoor MINI Aftersales Training vastgelegdeinhoud van de cursus. Deze productinformatieis ook geschikt voor zelfstudie.

Ter voorbereiding op de technische traininggeeft deze productinformatie inzicht in derijdynamische systemen van de nieuwe MINImodellen. In combinatie met praktischeoefeningen tijdens de training moet deproductinformatie de deelnemers in staatstellen om reparatiewerkzaamheden aan derijdynamische systemen van de MINImodellen uit te voeren.

Reeds aanwezige technische en praktischekennis van de actuele MINI modellenvergemakkelijken het begrip van de hierbesproken systemen en hun werking.

De volgendeproductinformatiebrochures over hetonderstel van de R56 zijn beschikbaar:

• Onderstel R56

• Rijdynamische systemen R56

• Elektromechanische stuurbekrachtigingR56.

Vergeet a.u.b. niet deproductinformatie over ditonderwerp door te lezen.Basiskennis zorgt voor veiligheid intheorie en praktijk.

1

Page 8: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

2

2

Page 9: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

3

Inleiding.Rijdynamische systemen R56.

Verschillende regelsystemen

OverzichtNieuwste ondersteltechnologie een uiterstmoderne wielophanging en remmengaranderen precieze rijeigenschappen en eenveilig remgedrag.

Desondanks kan ook een optimaalafgestemde auto bij het remmen, accelererenen bij het rijden in bochten in kritische situatiesgeraken, die een verlies van de koersstabiliteittot gevolg kunnen hebben.

Omdat de meerderheid van de bestuurders inzulke momenten de auto niet onder controlekan houden, zijn de volgende functiesontwikkeld, die de bestuurder in extremesituaties ondersteunen:

• Antiblokkeersysteem (ABS)

• Elektronische remkrachtverdeling (EBV)

• Cornering Brake Control (CBC)

• Motorremkoppelregeling (MSR)

• Automatische stabiliteitscontrole + tractie(ASC+T)

• Dynamische stabiliteitscontrole (DSC)

• Dynamische remregeling (DBC).

Naast de ondersteuning in extreme situaties iser nog een functie die de bestuurder bij hetwegrijden op hellingen ondersteunt, dewegrijassistent (AFA).

Verder zijn nog de volgende functiesgeïntegreerd, die noch onder het themarijdynamische systemen, noch onder deondersteuning van de bestuurder vallen:

• Bandenpechmelding (RPA)

• Condition Based Service (CBS).

Beschikbare uitrustingsvarianten• ABS

• ASC+T

• DSC.

De volgende tabel toont de beschikbaarheidvan de bovengenoemde functies in deverschillende uitrustingsvarianten:

ABS ASC+T DSC

ABS 7 7 7

EBV 7 7 7

CBC 7 7 7

MSR 7 7 7

ASC - 7 7

DSC - - 7

DBC - - 7

AFA - - 7

RPA 7 7 7

CBS 7 7 7

3

Page 10: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

3

Standaard- en speciale uitrusting

De rijdynamische systemen van de nieuweMINI (R56) zijn op basis van de systemen vanzijn voorganger doorontwikkeld en voor deR56 geoptimaliseerd.

3 Deze hoogontwikkelde systemen kunnenhet rij- en remgedrag van de auto beslissendverbeteren, maar kunnen nooit denatuurkundige wetten buiten werking stellen.Een veilige en verantwoorde rijstijl valt altijdonder de verantwoordelijkheid van debestuurder. 1

Model ABS ASC+T DSC

MINI COOPER 7 8 8

MINI COOPER S - 7 8

7 = Standaarduitrusting8 = Speciale uitrusting

4

Page 11: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

4

Systeemoverzicht.Rijdynamische systemen R56.

Constructie

De volgende afbeelding toont een overzichtvoor de belangrijkste componenten van het

rijdynamische systeem "dynamischestabiliteitscontrole" (DSC).

De rijdynamische systemen ABS en ASC+Tzijn nagenoeg identiek aan de DSC

opgebouwd, maar hebben geenstuurhoeksensor en geen DSC-sensor.

1 - Systeemnetwerk rijdynamisch systeem DSC in de R56

Index Verklaring Index Verklaring

1 Rembekrachtiger met tandem-hoofdremcilinder enremvloeistofreservoir

4 Wielrem met wieltoerentalsensoren remblokslijtagesensor

2 DSC-sensor 5 Hydraulische eenheid enregeleenheid

3 Schakelcentrum stuurkolom (SZL)met stuurhoeksensor

5

Page 12: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

4

Bus-systeemoverzicht

Het volgende bus-systeemoverzicht toontbijvoorbeeld de regeleenheden uit het

systeemnetwerk van het rijdynamischesysteem DSC.

2 - Bus-systeemoverzicht DSC in de R56

6

Page 13: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

4

De rijdynamische systemen ABS en ASC+Tzijn nagenoeg op dezelfde manier verbonden

als de DSC, echter zonder F-CAN, DSC-sensor of de stuurhoeksensor in het SZL.

Index Verklaring Index Verklaring

ABS Antiblokkeersysteem DSC Dynamische stabiliteitscontrole

ASC+T Automatische stabiliteitscontrole+ tractie

DSC-SEN DSC-sensor

CAS Car Access System JB Junction Box

CIP Central Information Panel(Info Display)

SCC Steering Column Cluster (extrainstrument)

DME Digitale motorelektronica

7

Page 14: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

4

Systeemschema's

Uitrustingsvarianten ABS/ASC+T

3 - Systeemschema ABS/ASC+T R56

8

Page 15: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

4

Index Verklaring Index Verklaring

1 Wieltoerentalsensor linksvoor 10 Remblokslijtagesensorrechtsachter

2 Remblokslijtagesensor linksvoor 11 Wieltoerentalsensor linksachter

3 Schakelaar remvloeistofniveau 12 Toets "ASC OFF" (samen metSPORT-toets in schakelaarblokmiddenconsole geïntegreerd)

4 ABS-/ASC+T-regeleenheid 13 Schakelaar parkeerrem

5 Wieltoerentalsensor rechtsvoor 14 Central Information Panel(Info Display)

6 Digitale motorelektronica 15 Steering Column Cluster (extrainstrument)

7 Voeding ABS-/ASC+T-regeleenheid (zekering inJunction Box)

16 Car Access System

8 Junction Box 17 Remlichtschakelaar

9 Wieltoerentalsensor rechtsachter 18 Voeding ventielen en pomp ABS/ASC+T (zekering in de relais-/zekeringhouder motorruimte)

9

Page 16: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

4

Uitrustingsvarianten DSC

4 - Systeemschema DSC R56

10

Page 17: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

4

Index Verklaring Index Verklaring

1 Wieltoerentalsensor linksvoor 12 Wieltoerentalsensor linksachter

2 Remblokslijtagesensor linksvoor 13 DSC-sensor

3 Schakelaar remvloeistofniveau 14 Schakelcentrum stuurkolom metstuurhoeksensor

4 DSC-regeleenheid 15 Toets "DSC OFF" (samen metSPORT-toets in schakelaarblokmiddenconsole geïntegreerd)

5 Wieltoerentalsensor rechtsvoor 16 Schakelaar parkeerrem

6 Digitale motorelektronica 17 Central Information Panel(Info Display)

7 Voeding DSC-regeleenheid(zekering in Junction Box)

18 Steering Column Cluster (extrainstrument)

8 Junction Box 19 Car Access System

9Voeding DSC-sensor (zekering inJunction Box)

20 Remlichtschakelaar

10 Wieltoerentalsensor rechtsachter 21 Voeding ventielen en pomp DSC(zekering in de relais-/zekeringhouder motorruimte)

11 Remblokslijtagesensorrechtsachter

11

Page 18: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

4

12

Page 19: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Functies.Rijdynamische systemen R56.

Antiblokkeersysteem (ABS)

Het ABS voorkomt het blokkeren van dewielen tijdens het afremmen en zorgt er zovoor, dat de auto ook in kritische situatiesstabiel en bestuurbaar blijft. Alle versies van deMINI zijn met ABS uitgerust.

het ABS is tijdens het rijden continu actief enkan niet door de bestuurder wordenuitgeschakeld.

De vier ABS-wieltoerentalsensoren sturengegevens aan de ABS-regeleenheid, dat hettoerental van ieder wiel controleert. Wanneereen of meerdere wielen sneller vertragen dantoelaatbaar, activeert de ABS-regeleenheidhet ABS-hydroaggregaat, dat op zijn beurt dehydraulische druk in de betreffende remleidingreduceert. De ABS-regeleenheid en dehydraulische eenheid vormen eencomponent.

Wanneer de regeleenheid de ingreep van hetantiblokkeersysteem aanstuurt, activeert dezede inlaat- en uitlaatventielen in de hydraulischeeenheid van de betreffende remleiding en

schakelt de retourpomp in. Het inlaatventielsluit, om de verbinding van de remleiding metde hoofdremcilinder te verbreken, en hetuitlaatventiel opent, opdat de remvloeistof vanhet betreffende remcircuit in hetlagedrukreservoir kan stromen en de druk kandalen. De remwerking wordt zo gereduceerden het wiel gaat weer draaien. Deregeleenheid opent en sluit dan de inlaat- enuitlaatventielen zo, dat bij ieder wiel deoptimale remdruk wordt opgebouwd, zonderdat de wielen permanent blokkeren. Deretourpomp pompt de in het lagedrukreservoirgestroomde remvloeistof weer voor degesloten inlaatventielen, zodat bij het opnieuwopenen van de inlaatventielen de druk in deremleiding(en) direct weer kan wordenopgebouwd.

Bij een ABS-ingreep tijdens het remmen krijgtde bestuurder "Feedback" in de vorm vanpedaalvibraties en geluiden vanelektromagnetische kleppen resp. de pomp.

13

Page 20: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Elektronische remkrachtverdeling (EBV)

EBV is een onderdeel van het ABS en regeltde remkrachtverdeling tussen de voor- enachteras. Dit is nodig om het remvermogenvan het remsysteem onder verschillendeomstandigheden te optimaliseren. Bovendienkunnen daardoor grotere achterremmenworden gemonteerd. Dit leidt er ook toe dat deremblokken op de voor- en achterremmengelijkmatig slijten.

Het EBV-systeem wordt in alle MINI modellentoegepast en kan niet door de bestuurderworden uitgeschakeld.

Als de auto is beladen met tweeachterpassagiers en een volle bagageruimteen tank heeft, kunnen dankzij de danwerkende grotere wieldrukken ook grotereremkrachten via de achteras wordenovergebracht. Daarom bereiken deachterwielen de blokkeergrens nagenoegtegelijkertijd met de voorwielen en kan er opde achterremmen zonder gevaar meerremdruk worden opgebouwd. Daarmee wordtde haalbare vertraging maximaal.

Als de auto echter alleen met de bestuurderen een bijna lege tank rijdt zijn de wieldrukkenachter, en dientengevolge ook de over tebrengen remkrachten, aanzienlijk lager.Daarom zouden de achterwielen allanggeblokkeerd zijn, wanneer de voorwielen nètde blokkeergrens bereiken. Daardoor kan de

auto uitbreken. Het EBV-systeem heeft tottaak, deze situatie te verhinderen.

Tijdens het remmen bewaakt het ABS-regeleenheid de slip aan de achterwielen enstuurt overeenkomstige signalen voor hetsluiten van de inlaatventielen aan dehydraulische eenheid. Daardoor wordt bij deachterwielen niet meer remdruk opgebouwden tegelijkertijd op de voorwielen de remdrukverhoogd, om de totale vertragingswaarde teoptimaliseren. Wanneer de verhouding tussende toerentallen van de voor- en achterwielenweer de vastgelegde grenswaarde bereikt,opent de ABS-regeleenheid stapsgewijs deinlaatventielen van de achterremmen enmaakt zo een progressieve verhoging van dehydraulische druk op de achterremmenmogelijk.

De EBV wordt door het ABS-systeemaangestuurd en lijkt voor wat betreft dewerking op het antiblokkeersysteem; integenstelling tot het ABS grijpt de EBV echteral bij minder wielslip in en werkt alleen op deachterwielen. De grenswaarde, vanaf waar deEBV ingrijpt, is afhankelijk van de rijsnelheid.

De bestuurder herkent het ingrijpen van deelektronische remkrachtverdeling aan eenlichte verhoging van de weerstand van hetrempedaal en aan het trillen van het pedaal bijhet openen van de ventielen.

14

Page 21: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

De rode balken symboliseren de hoogte vande door de EBV-functie aangestuurderemdruk op de wielremmen voor twee

verschillende beladingstoestanden van deauto.

1 - Werking EBV-functie R56

Index Verklaring Index Verklaring

A Auto achter vol beladen. B Auto alleen met bestuurderbeladen.

15

Page 22: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Cornering Brake Control (CBC)

Cornering Brake Control is een aanvullendefunctie op het ABS en zorgt er samen met deEBV voor, dat de auto onder alle rem-,belastings- en stuuromstandigheden zostabiel mogelijk blijft.

Alle versies van de MINI zijn met het CBC-systeem uitgerust. Het is permanent actief enkan niet door de bestuurder wordenuitgeschakeld.

Het CBC-systeem wordt door hetantiblokkeersysteem gestuurd enwerkt met dezelfde slip-meetsystemen enremdruk-modulatieprocessen als het ABS.CBC grijpt echter al bij lagere systeemdrukkenin.

Wanneer de bestuurder remt, verplaatst deasbelasting zich naar voren. Als gevolg hiervanwordt de zijdelingse kracht die deachterwielen over kunnen brengen minder.Wanneer dit bij het rijden in een bocht of bijeen richtingsverandering gebeurt, kan de automet overstuur reageren. Dit gedrag wordtnormaal gesproken door de constructie vanhet onderstel (elastokinematica) en intuïtievestuurcorrecties van de bestuurdertegengewerkt. Het CBC-systeem regelt onderdeze rijomstandigheden bovendien dehydraulische druk voor ieder wiel zo, dat dekoersstabiliteit wordt verbeterd.

Het buitenste voorwiel krijgt altijd de maximaledruk. Afhankelijk van verschillende factorenwordt

• een verdere drukopbouw bij het binnensteachterwiel verhinderd of

• een verdere drukopbouw bij alle wielenbehalve het buitenste voorwieltegengegaan of

• de druk op alle wielen behalve het buitenstevoorwiel gereduceerd.

Door deze regelingreep kan een moment omde verticale as van de auto wordenopgebouwd, dat de neiging tot oversturen vande auto tegenwerkt.

Het CBC-systeem maakt het mogelijk, dat deverschillen in doelstelling tussen eenmaximale vertraging bij het rechtuit rijden eneen maximale koersstabiliteit bij het remmenin bochten konden worden opgelost.De achterremmen worden zo geconstrueerddat ze altijd een zo groot mogelijke bijdrageaan de vertraging kunnen leveren. Daardoorwordt ook het slijtagepatroon van devoorremmen en achterremmengeoptimaliseerd.Bij het rijden in een bocht zorgt de CBC voorhet behoud van de koersstabiliteit door deremkrachten van de achterwielen op basis vanbehoefte te reduceren.

3 In tegenstelling tot de dynamischestabiliteitscontrole (DSC), die ook bij nietbediende remmen werkzaam is (zie DSC),werkt de Cornering Brake Control alleenwanneer de bestuurder de rem bedient. 1

2 - Werking van de CBC-functie R56:buitenste voorwiel (linksvoor) krijgt volledige druk; drukopbouw op deandere drie wielen werd begrensd.

16

Page 23: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Motorremkoppelregeling (MSR)

Bij het remmen op de motor in een lageversnelling of bij het terugschakelen kan doorhet dan werkende hoge motorremkoppelwielslip optreden. Daardoor wordt hetrijgedrag instabiel.Voorbeeld: De auto zou bij terugschakelen ensnel koppelen op een glad wegdek uitbreken.

In deze situatie grijpt het MSR-systeem in enstuurt een commando naar de digitalemotorelektronica (DME), om het motorkoppellicht te verhogen. De DME bepaalt zelf door

welke ingrepen (bijv. ontstekingstijdstip,luchthoeveelheid) het vereiste koppel wordtgerealiseerd.Op deze manier werkt in plaats van hetmotorremkoppel een positief motorkoppel,dat precies zo hoog is dat de wielslip wordtgeminimaliseerd.

Die motorremkoppelregeling wordt door hetantiblokkeersysteem aangestuurd en werktmet hetzelfde slipdetectieproces als het ABS.

17

Page 24: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Automatische stabiliteitscontrole + tractie (ASC+T)

Het ASC-systeem verhindert dat bij hetaccelereren de wielen doordraaien en zorgtbovendien voor een gelijkmatige verdeling vanhet motorkoppel over alle aangedrevenwielen. Daardoor wordt een optimale tractie enkoersstabiliteit gewaarborgd.

ASC bevat de van het ABS-systeem bekendestabiliserend werkende functies ABS, EBV,CBC en MSR.

Het ASC-systeem heeft in wezen de volgendetaken:

1. Voorkomen dat de krachtsoverbrengingtussen wiel en wegdek verloren gaat endaardoor bij het accelereren deaangedreven wielen stuurloos geraken.

2. Voorkomen dat bij het rijden in een bochtde (aangedreven) voorwielen bij het snelaccelereren doordraaien, waardoor deauto in onderstuur raakt.Bij auto's met achterwielaandrijving treedthet omgekeerde effect op: In bochtendraaien de (aangedreven) achterwielen bijsterk accelereren door en raakt de auto inoverstuur.Meer informatie over onder- en overstuurzie "Dynamische stabiliteitscontrole(DSC)".

De hierna weergegeven volgorde is eenvoorbeeld. Er zijn nog andere situaties waarineen auto in onderstuur kan raken.

3 - Auto in onderstuur zonderASC

Index Verklaring

1 Auto rijdt met hoge aandrijfkracht rechtuit, er treedt net geen slip op.

2 Auto rijdt met gelijkblijvende aandrijfkracht de bocht in. Door de stuuruitslagwerken op de aangedreven wielen bovendien dwarskrachten. De totaaloverdraagbare kracht wordt overschreden, en er ontstaat slip in langs- endwarsrichting.

3 Omdat niet genoeg geleiding van de dwarskrachten kan worden opgebracht, wijktde auto van de gewenste koers af. De auto schuift over de voorwielen uit de bocht.Dit proces wordt als onderstuur aangeduid.

4 Zelfs een sterkere stuuruitslag brengt de auto niet terug op de gewenste koers,omdat daardoor de geleiding van de dwarskrachten niet wordt beïnvloed.

A Grote aandrijfkracht

B De vereiste dwarskracht (wit) kan niet op het wegdek worden overgedragen, maarslechts een klein deel ervan (rood).

18

Page 25: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Het systeem wordt door de ASC-regeleenheid aangestuurd (dat de ABS-regeleenheid vervangt) en is tijdens het rijdenaltijd actief. Het kan echter door de bestuurdervia een schakelaar op de middenconsoleworden gedeactiveerd. (Schakelaarsymboolzie "Componenten en inbouwlocaties".) Hetsysteem is als speciale uitvoering leverbaar opde MINI COOPER en is standaarduitrusting opde MINI COOPER S.

De ASC-regeleenheid controleert de wielslipdoor het toerental van ieder voorwiel met hettoerental van het achterwiel aan dezelfde kant

te vergelijken. Aan de hand van dezegegevens bepaalt de ASC-regeleenheid demanier van ingrijpen:

• dreigt een wiel door te draaien, dan wordtdit door de opbouw van remdruk bij dit wielafgeremd

• om te voorkomen dat beide wielendoordraaien, wordt het motorkoppelgereduceerd.

Deze processen nemen slechts millisecondenin beslag.

4 - Neutraal gedrag van deauto met ASC

Index Verklaring

1 Auto rijdt met hoge aandrijfkracht rechtuit, er treedt net geen slip op.

2 Auto rijdt met gelijkblijvende aandrijfkracht de bocht in. Door de stuuruitslagwerken op de aangedreven wielen bovendien dwarskrachten. De totaaloverdraagbare kracht wordt overschreden, en er ontstaat slip in langs- endwarsrichting. ASC+T herkent de slip in langsrichting.

3 ASC+T reduceert het motorvermogen; daarbij wordt de aandrijfkracht zo vergereduceerd dat geen slip in lengterichting meer optreedt en de maximalegeleiding van de dwarskrachten wordt verhoogd.

4 Einde van de bocht, de ingreep door ASC+T wordt beëindigd, de door debestuurder gevraagde aandrijfkracht staat weer volledig ter beschikking.

A Door bestuurder gevraagde hoge aandrijfkracht

B De vereiste dwarskracht (wit) kan niet op het wegdek worden overgedragen, maarslechts een klein deel ervan (rood).

C Door ASC+T gereduceerde aandrijfkracht

D De voor een stabiele bochtenrit benodigde dwarskracht (wit) en beschikbaredwarskracht (rood) zijn gelijk.

19

Page 26: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Wanneer er remdruk moet wordenopgebouwd, sluit de hydraulische eenheid hetuitlaatventiel op de remleiding van hetbetreffende aangedreven wiel en opent hetinlaatventiel van het betreffende remcircuit. Inde remleiding wordt druk opgebouwd, tot hettoerental van het wiel weer een voor deregeleenheid toelaatbare waarde bereikt. Deretourpomp, die zijn remvloeistof van hetreservoir van de hoofdremcilinder betrekt,bouwt de hydraulische druk op.

Wanneer bovendien het motorkoppel moetworden gereduceerd, stuurt de ASC-regeleenheid een commando aan de DME,om het motorkoppel te begrenzen. De DMEzet dit commando zelfstandig om en kiest zelfde manier van ingrijpen (bijv. viaontstekingstijdstip en/of luchthoeveelheid).Een door de ASC-regeleenheid aangevraagde

reductie van het motorkoppel heeft voorrangop ieder ander koppelverzoek dat de DMEontvangt. De koppelvermindering wordtbeperkt tot de waarde die nodig is om hetdoordraaien van de wielen te voorkomen.

De ASC-controlelamp knippert bijregelingrepen van het systeem.Wanneer de bestuurder het ASC-systeemheeft uitgeschakeld (toets "ASC OFF", zie"Systeemcomponenten) of de ASC-regeleenheid een storing heeft herkend,brandt de waarschuwingslamp permanent.Het ASC-systeem hoeft normaal gesprokenalleen onder uitzonderlijke omstandigheden teworden uitgeschakeld, bijvoorbeeld bij hetwegrijden in de sneeuw of op een modderigeondergrond. Ook bij het gebruik vansneeuwkettingen moet het systeem wordenuitgeschakeld.

20

Page 27: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Dynamische stabiliteitscontrole (DSC)

Het ABS- en het ASC-systeem registreren enreageren alleen op wielslip (slip inlengterichting), want ze kunnen dedwarskrachten (slip in dwarsrichting) op deauto niet registreren. Bij het rijden in een bochtheeft de automatische stabilteitscontroledaarom slechts een beperkte invloed op despoorstabiliteit.

Het DSC-systeem bevat de subfuncties ABS,EBV, CBC, MSR en ASC+T en controleertbovendien de volgende processen:

• Stuurwielbewegingen met behulp van destuurhoeksensor

• De rijsnelheid met behulp van ABS-wieltoerentalsensoren

• Dwarskrachten met behulp van dedwarsversnellingssensor in de DSC-sensor

• De draaisnelheid van de auto om deverticale as met behulp van de sensorrotatiemoment in de DSC-sensor.

Aan de hand van deze inkomende gegevenskan de DSC-regeleenheid (dat de ABS- resp.ASC-regeleenheid vervangt) de gewenstebeweging van de auto analyseren en deze metde daadwerkelijke beweging van de autovergelijken. Het systeem grijpt dancorrigerend in, als de auto uit zijn koers dreigtte geraken.

Het DSC-systeem behoort niet tot destandaarduitrusting van de MINI. Het is op allemodellen als speciale uitvoering leverbaar.

Wanneer bij het rijden in een bocht door de opde auto inwerkende dwarskrachten de bandenniet meer voldoende grip op het wegdekhebben, treedt er over- of onderstuur op. Hetovereenkomstige rijgedrag van de auto zonderen met DSC wordt in de volgendehoofdstukken "Onderstuur" en "Overstuur"beschreven.

Het DSC-systeem werkt onafhankelijk van hetgegeven of de bestuurder de rem bedient engrijpt, indien nodig, ook bij een ABS-geregelderemmanoeuvre in. De opbouw van de remdrukvoor DSC-regelingen en de reductie van hetmotorkoppel verlopen net als bij het ASC+T-systeem.

DSC kan door de bestuurder wordenuitgeschakeld door de toets "DSC OFF" tebedienen (schakelaarsymbool zie"Componenten en inbouwlocaties").In tegenstelling tot de DSC-functie in actueleBMW modellen hebben MINI auto's geendynamische tractiecontrole (DTC) metverhoogde slipgrens.

De DSC-controlelamp knippert bijregelingrepen van het systeem. Dewaarschuwingslampen en het symbool zijnidentiek aan die van auto's met ASC+T.Wanneer de DSC-regeleenheid een storingheeft herkend of als de DSC is uitgeschakeld,brandt de waarschuwingslamp permanent.

21

Page 28: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

OnderstuurDe hier weergegeven volgorde is eenvoorbeeld. Er zijn nog andere situaties waarineen auto in onderstuur kan raken.

Wanneer het DSC-systeem onderstuurregistreert, remt het binnenste achterwiel af,zodat er een moment om de verticale as vande auto wordt opgebouwd. Daardoor draait deauto weer de bocht in en wordt weerkoersstabiel.

Het voorwiel aan de binnenkant van de bochtkan eveneens worden afgeremd, maar veel

minder krachtig, omdat door de optredendeslip nauwelijks extra remkracht kan wordenovergedragen.

Naast de remingrepen kan DSC afhankelijkvan de rijomstandigheden een verlaging vanhet motorkoppel in werking stellen.

5 - Auto in onderstuur zonderDSC

Index Verklaring

1 Auto rijdt met hoge aandrijfkracht rechtuit, er treedt net geen slip op.

2 Auto rijdt met gelijkblijvende aandrijfkracht de bocht in. Door de stuuruitslagwerken op de aangedreven wielen bovendien dwarskrachten. De totaaloverdraagbare kracht wordt overschreden, en er ontstaat slip in langs- endwarsrichting.

3 Omdat niet genoeg geleiding van de dwarskrachten kan worden geleverd, wijkt deauto van de gewenste koers af. De auto schuift over de voorwielen uit de bocht.Dit proces wordt als onderstuur aangeduid.

4 Zelfs een sterkere stuuruitslag brengt de auto niet terug in de gewenste koers,omdat daardoor de geleiding van de dwarskrachten niet wordt beïnvloed.

A Grote aandrijfkracht

B De vereiste dwarskracht (wit) kan niet op het wegdek worden overgedragen, maarslechts een klein deel ervan (rood).

22

Page 29: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

6 - DSC voorkomt dat de autoin onderstuur raakt

Index Verklaring

1 Auto rijdt met hoge aandrijfkracht rechtuit, er treedt net geen slip op.

2 Auto rijdt met gelijkblijvende aandrijfkracht de bocht in. Door de stuuruitslagwerken op de aangedreven wielen bovendien dwarskrachten. De totaaloverdraagbare kracht wordt overschreden, en er ontstaat slip in langs- endwarsrichting.

DSC herkent het onderstuur, en niet zoals ASC+T alleen door de optredende slipin langsrichting, maar ook aan het feit dat de auto de stuuruitslag niet meer volgt.

3 DSC genereert een moment om de verticale as van de auto door een remingreepaan het binnenste achterwiel, zodat de auto weer in de bocht draait.Tegelijkertijd reduceert DSC het motorvermogen, waardoor de dwarskracht diede voorwielen kunnen overbrengen hoger wordt.Door deze beide regelingrepen volgt de auto weer de stuuruitslag.

4 Einde van de bocht, de ingreep door DSC wordt beëindigd.

A Grote aandrijfkracht

B De vereiste dwarskracht (wit) kan niet op het wegdek worden overgedragen, maarslechts een klein deel ervan (rood).

C Door DSC gereduceerde, lagere aandrijfkracht

D Voor een stabiele bochtenrit benodigde dwarskracht (wit) en beschikbaredwarskracht (rood) op de voorwielen zijn gelijk.

E Remkracht aan het binnenste achterwiel, door DSC geactiveerd

F Door de DSC-remingreep (E) opgewekt moment om de verticale as van de auto,dat tot indraaien in de bocht leidt.

23

Page 30: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

OverstuurDe hier weergegeven volgorde is eenvoorbeeld. Er zijn nog andere situaties waarineen auto in overstuur kan raken.

Wanneer het DSC-systeem overstuurregistreert, remt het buitenste voorwiel af. (Hetbuitenste achterwiel kan, maar dan veel

minder intensief, eveneens wordenafgeremd.)

7 - Auto in overstuur zonderDSC

Index Verklaring

1 Auto rijdt met hoge aandrijfkracht rechtuit, er treedt net geen slip op.

2 De auto rijdt de bocht in, tegelijkertijd reduceert de bestuurder plotseling degaspedaalpositie en daarmee de aandrijfkracht. Door dit dynamische proces(duiken) wordt de achteras ontlast, waardoor de dwarskracht die de achterwielenkunnen overdragen vermindert.

3 Omdat niet voldoende dwarskracht door de achterwielen kan wordenovergebracht, breekt de achterkant van auto uit en draait sterker de bocht in dande bestuurder wenst. Dit proces wordt als overstuur aangeduid.

4 Zelfs sterk tegensturen door de bestuurder voldoet in deze situatie niet om deauto weer op de gewenste koers te brengen.

A Grote aandrijfkracht

B De vereiste dwarskracht (wit) kan door de achterwielen niet op het wegdekworden overgedragen, maar slechts een klein deel ervan (rood).

C Kleine aandrijfkracht

24

Page 31: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

8 - DSC verhindert dat deauto in overstuur raakt

Index Verklaring

1 Auto rijdt met hoge aandrijfkracht rechtuit, er treedt net geen slip op.

2 De auto rijdt de bocht in, tegelijkertijd reduceert de bestuurder plotseling degaspedaalpositie en daarmee de aandrijfkracht.

DSC herkent de neiging van de auto om in overstuur te raken door de draaiendebeweging van de auto met de stuuruitslag van de bestuurder.

3 DSC genereert een moment om de verticale as door een remingreep bij hetbuitenste voorwiel, zodat de auto de koers blijft volgen die door de stuuruitslagbepaald werd.

4 Einde van de bocht, geen ingreep door DSC meer

A Grote aandrijfkracht

B De vereiste dwarskracht (wit) kan door de achterwielen niet op het wegdekworden overgedragen, maar slechts een klein deel ervan (rood). Daarom neigt deauto tot oversturen.

C Kleine aandrijfkracht

D De voor een stabiele bochtenrit benodigde dwarskracht (wit) en beschikbaredwarskracht (rood) op de achterwielen zijn gelijk.

E Remkracht aan het buitenste voorwiel, door DSC geactiveerd

G Door de DSC-remingreep (F) opgewekt moment om de verticale as van de auto,dat de neiging tot oversturen tegenwerkt.

25

Page 32: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Dynamische remregeling (DBC)

De dynamische remregeling (DBC)ondersteunt de bestuurder innoodstopsituaties, waarbij automatisch demaximale remdruk wordt opgebouwd. Hetvoordeel is een zo kort mogelijke remweg innoodstopsituaties door het bereiken van deABS-regeling op alle vier de wielen.

De dynamische remregeling in auto's metDSC vervangt de mechanische remassistent(MBA), die in auto's met ABS of ASC+Tgeleverd wordt. DBC biedt in vergelijking metMBA meer vrijheid in de instelling van deregelcriteria, de sterkte van de bekrachtigingen de doseerbaarheid na het aanspreken.Daardoor kon de ondersteunende werkingvoor de bestuurder verder geperfectioneerdworden.

In noodstopstiuaties wordt het rempedaalvaak niet krachtig genoeg of niet snel genoegingetrapt. Daardoor wordt het ABS-regelbereik niet bereikt. Met DBC brengt deretourpomp de remmen in de volgendesituaties door verhoging van de remdruk in hetABS-regelbereik.

• Bij een snelle bediening van het rempedaalmet te lage pedaalkracht

• Bij een langzame bediening van hetrempedaal en vervolgens hogevertragingsbehoefte, wanneer een wiel deregelgrens voor ABS bereikt.

De DBC-functie wordt onderverdeeld in tweesubfuncties:

• Dynamic Brake Support (DBS)

• Maximum Brake Support (MBS).

Dynamic Brake Support (DBS)DBS helpt de bestuurder bijpaniekremsituaties. De DBS-functie wordtgeactiveerd door een voldoende snellebeweging van het rempedaal (6 bar per 1/1000 s). De DSC-regeleenheid herkent doorde snelle remdrukopbouw de

noodremsituatie. De door de bestuurderveroorzaakte remdruk wordt door hethydraulisch systeem dusdanig verhoogd, datde voor- en achteras in de ABS-regelingkomen. Zo wordt ook bij een geringepedaalkracht een optimale vertraging bereikt.

Maximum Brake Support (MBS)MBS helpt de bestuurder bij normale, niet totpaniek leidende remmanoeuvres. Als bij devooras het ABS-regelbereik wordt bereikt,verhoogt de MBS de druk op de achteras,totdat ook hier de ABS-regelgrens wordt

bereikt. Daardoor wordt ook hier de optimaleremvertraging bereikt, ook wanneer debestuurder het rempedaal in deze situatienormaal gesproken niet meer verder indrukt.

26

Page 33: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Wegrijassistent (AFA)

DoelDe wegrijassistent verhindert het terugrollenvan de auto bij het wegrijden op een helling,terwijl de bestuurder met de voet van hetrempedaal naar het gaspedaal wisselt.

Daartoe wordt na het loslaten van hetrempedaal de auto gedurende een korte tijddoor de DSC-hydrauliek vastgehouden.

Activeringsvoorwaarden en interfacesDe wegrijassistent wordt alleen geactiveerd,wanneer aan alle navolgende voorwaardenwordt voldaan:

• De auto bevindt zich op een helling, niethorizontaal.

• Het koppelingspedaal is bediend.

• De parkeerrem is niet bediend.

• Er is een versnelling ingeschakeld, waaruitwordt berekend dat er helling-op en niethelling-af wordt weggereden. Dit kan eenvooruit- of de achteruitversnelling van eenhandgeschakelde versnellingsbak zijn resp.de keuzestand "D" of "R" van eenautomatische transmissie.

De beslissing of de hoek van de helling totactivering van de wegrijassistent leidt, wordtafhankelijk van de gemonteerde transmissiebij verschillende drempelwaarden genomen.Bij auto's met automatische transmissie isdeze drempelwaarde groter dan bij auto's methandgeschakelde versnellingsbak, omdat hetkruipkoppel van een automatische transmissiehet wegrollen op kleine hellingen al voorkomt.De wegrijassistent wordt in auto's met

automatische transmissie dus pas bij steilerehellingen geactiveerd.

De helling van de weg wordt door de sensorversnelling in lengterichting in de DSC-sensorgeregistreerd. Uit de helling wordt ook debenodigde remdruk om de auto vast tehouden resp. het benodigde motorkoppel omweg te rijden berekend.

De informatie over de ingeschakeldeversnelling bij de handgeschakeldeversnellingsbak wordt in de vorm van bus-signalen aan de DSC-regeleenheiddoorgegeven. De beenruimtemoduul geefthet signaal, of de achteruitversnelling isingeschakeld. De digitale motorelektronicageeft aan of de versnellingshendel in deneutraalstand staat. (Aan de hand van dezesignalen kan de DSC-regeleenheid ookbepalen, of een vooruitversnelling isingeschakeld.)Als de auto met een automatische transmissieis uitgerust, geeft de elektronischetransmissieregeling via het bus-systeem deinformatie over de ingeschakeldetransmissiestand door, die door de DSC-regeleenheid wordt verwerkt.

WerkingNa het loslaten van het rempedaal wordt dedruk op de wielremmen onmiddellijk naar dedoor de DSC-regeleenheid vooraf berekendehouddruk verlaagd en op dit niveauvastgehouden.

Deze vasthoudfase wordt door de eerstoptredende van de twee volgende criteriabeëindigd:

• 1,5 s nadat de bestuurder het rempedaalheeft losgelaten, word de houddruk met

een lineair verloop snel naar nul gebracht.Door het snelle dalen van de despedaaldruk worden knarsgeluidenvoorkomen, die anders zouden kunnenoptreden.

• De wens tot wegrijden van de bestuurderwordt geregistreerd en het motorkoppelheeft de benodigde waarde om weg terijden bereikt.

27

Page 34: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Grenzen3 Als de bestuurder niet vlot na het loslatenvan het rempedaal wegrijdt, dan zal de autodoor het automatische dalen van de remdrukwegrollen. Dit gedrag is geen functiestoringvan de wegrijassistent, maar is bewust zogekozen. 1

Deze instelling dient om het onderscheid aante geven tussen de wegrijassistent en anderefuncties, bijv. de elektromechanischeparkeerrem, die in de MINI niet wordtaangeboden.

28

Page 35: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Bandenpechmelding (RPA)

De bandenpechmelding (RPA) is geen functievan de rijdynamische systemen. Het betrefthier een component van het Runflatveiligheidssysteem, dat uit de volgendecomponenten bestaat:

• Banden met noodloopeigenschappen

• Extended hump velgen

• Bandenpechmelding (RPA).

Hoewel de bandenpechmelding voor hetRunflat systeem werd ontwikkeld, is het ookbeschikbaar en actief wanneer de auto nietmet banden met noodloopeigenschappen isuitgerust.

Afhankelijk van de uitrusting van de auto is defunctie van de RPA in de ABS-, ASC+T- ofDSC-regeleenheid geïntegreerd. Alleen daarzijn de voor de functie benodigdewieltoerentallen met hoge snelheid ennauwkeurigheid beschikbaar.

Als er spanningsverlies in één van de bandenoptreedt, dan wordt de dynamischeafrolomtrek van dit wiel kleiner. Het toerentalvan dit wiel wordt dus hoger, wat door dewieltoerentalsensor wordt herkend. Deregeleenheid vergelijkt de wieltoerentallenpaarsgewijs diagonaal en interpreteert eenovereenkomstig grote afwijking als

bandenpech, die de bestuurder via eenCheck-Control-melding wordt gemeld.

Als hetzelfde spanningsverlies optreedt bij dediagonale wielparen, dan treedt dezelfdewijziging van de wieltoerentallen op en wordthet spanningsverlies niet herkend.

Het systeem RPA is geconstrueerd voor demelding van een plotseling en overmatigspanningsverlies in één band en bewaakt niethet over alle 4 banden gelijknamigebandenspanningsverlies door diffusie. Deklant moet dit door regelmatigebandenspanningscontroles zelf herkennen encompenseren.

3 Na een correctie van de bandenspanningresp. na een bandenwissel moet het systeemopnieuw worden geïnitialiseerd. Vervolgensleert het systeem tijdens rechtuit rijden inmeerdere snelheidsbereiken dereferentiewaarden voor de tolerantiegrenzenvan de wieltoerentallen in. Daartoe zijn enkelekilometers rijden nodig. Pas daarna is de RPAin staat, een bandenspanningsverschil teherkennen. 1

Het systeem waarschuwt vanaf een snelheidvan 25 km/h bij een bandenspanningsverliesvan meer dan 30 %.

29

Page 36: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

5

Condition Based Service (CBS)

CBS is geen functie van de rijdynamischesystemen. Condition Based Service betekent"onderhoud op basis van behoefte".

In de CBS zijn verschillendeonderhoudswerkzaamheden geïntegreerd,bijv. motorolie, bougies en remblokken. In deABS-, ASC+T- resp. DSC-regeleenheid wordt

de resterende afstand voor de remblokkenvoor en achter apart berekend. Voor deberekening wordt ook de toestand van deremblokslijtagesensoren meegenomen. Deremblokslijtagesensor is in deproductinformatie "Onderstel R56"beschreven.

30

Page 37: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

Systeemcomponenten.Rijdynamische systemen R56.

Onderdelen en montageplaatsen

Hydraulische eenheid/elektronische regeleenheid

Inbouwlocatie

De ABS-, ASC+T- of DSC-eenheid is in demotorruimte onder de inlaatluchtgeleidinggemonteerd (zie hoofdstuk"Systeemoverzicht"). Deze inbouwlocatie ishetzelfde voor auto's met links of met rechtsstuur.

Constructie

Het aluminium huis van de hydraulischeeenheid bevat ventielen, waarmee de druk inde verschillende remcircuits wordt geregeld.

Binnenin de hydraulische eenheid bevindenzich bovendien kalibreringen, die enerzijdsdienen ter optimalisering van het drukverloop,bijv. bij het begin van remmen, en anderzijdsbijdragen aan de geluidsreductie.

In het cilindrische deel van het apparaat is deelektrische hydrauliekpomp ondergebracht.

Onder de kunststof afdekplaat van dehydraulische eenheid bevindt zich deelektronische regeleenheid voor de ABS-,ASC+T- en DSC-systemen.

Uitvoeringen

Er zijn drie uitvoeringen:

• één voor modellen met uitsluitend ABS,

• één voor auto's met ASC+T en

• één voor auto's met DSC.

De uitvoeringen zijn van buiten hetgemakkelijkst te onderscheiden aan de handvan de typeplaatjes. Bovendien zijn de ABS-hydroaggregaten iets lager.

3 Bij reparatiewerkzaamheden moet eropworden gelet, dat altijd de juiste uitvoeringgemonteerd wordt. 1

1 - DSC-hydraulischeeenheid R56

Index Verklaring Index Verklaring

1 Stekker 3 Aluminium huis met ventielen

2 Regeleenheid onder kunststofafdekplaat

4 Elektrische hydrauliekpomp

31

Page 38: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

3 In geval van een storing(waarschuwingslamp aan) moet hetstoringsgeheugen van de ABS-/ASC+T-/DSC-regeleenheid nauwkeurig wordengeanalyseerd, voordat componenten wordenvervangen.De rijdynamische systemen zijn met talrijkeandere regeleenheden en sensoren in de autoverbonden. Dienovereenkomstig moet destoringsoorzaak ook door het completesysteemnetwerk worden gezocht. Dit bestaatuit ABS-/ASC+T-/DSC-regeleenheid,wieltoerentalsensoren, remlichtschakelaar,DSC-sensor, stuurhoeksensor (in SZL),digitale motorelektronica, Car Access Systemen instrumentenpaneel. 1

Hydraulische schema's

Bij de drie hydraulische schema's voor dezevarianten ABS, ASC+T en DSC wordt maaréén legenda (zie hieronder) afgedrukt, omdatde omschrijving van de onderdelen in dehydraulische schema's gestandaardiseerdwerd gekozen.

De schema's voor ASC+T en ABS bevattenovereenkomstig het geringere takenpakket invergelijking tot DSC minder componenten.

Legenda bij de hydraulische schema's op devolgende pagina's:

Index Verklaring Index Verklaring

A Tandemhoofdremcilinder 6 Uitlaatventiel: rechtsachter

B Remvloeistofreservoir 7 Inlaatventiel: rechtsachter

C Remcircuit 2 8 Inlaatventiel: linksachter

D Remcircuit 1 9 Uitlaatventiel: linksachter

E Hydraulische DSC-/ASC+T-/ABS-eenheid

10 Uitlaatventiel: rechtsvoor

F Wielrem linksvoor 11 Inlaatventiel: rechtsvoor

G Wielrem rechtsachter 12 Lagedrukreservoir metterugslagklep, remcircuit 2

H Wielrem linksachter 13 Hydraulische pomp metterugslagkleppen, remcircuit 2

J Wielrem rechtsvoor 14 Afsluitklep remcircuit 1

1 Hydraulische pomp metterugslagkleppen, remcircuit 1

15 Aanzuigklep remcircuit 1

2 Pompmotor 16 Aanzuigklep remcircuit 2

3 Lagedrukreservoir metterugslagklep, remcircuit 1

17 Afsluitklep remcircuit 2

4 Inlaatventiel: linksvoor 18 Sensor pedaaldruk

5 Uitlaatventiel: linksvoor

32

Page 39: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

2 - Hydraulisch schema ABS in de R56

33

Page 40: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

3 - Hydraulisch schema ASC+T in de R56

34

Page 41: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

4 - Hydraulisch schema DSC in de R56

35

Page 42: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

36

Wieltoerentalsensoren

Inbouwlocatie

In alle vier de wielnaven bevindt zich éénsensor.

Constructie In de binnenste naafkeerringen geïntegreerdeimpulsgevers uit gemagnetiseerde metalensegmenten bewegen langs dewieltoerentalsensoren. De in de sensorenaanwezige Hall-elementen genererenelektrische signalen, die door de ABS-/ASC-/DSC-regeleenheid worden ingelezen. Daarvindt een analyse en verwerking plaats,waarvan de uitkomst wielsnelheidssignalenzijn. Andere regeleenheden krijgen dezesignalen via het PT-CAN doorgegeven.

3 Op de wielremmen van de voor- en deachteras zijn wieltoerentalsensoren metverschillende uitvoeringen gemonteerd. Hiermoet bij de vervanging resp. nabestelling vanwieltoerentalsensoren op worden gelet. 1

DSC-sensor (alleen DSC)

Inbouwlocatie

De sensor bevindt zich onder depassagiersstoel en is daar met bouten aan decarrosserie bevestigd.

Constructie

De combisensor bestaat uit een sensorlangsversnelling, een sensor dwarsversnellingen een sensor rotatiemoment.

Acceleratiesensoren

De sensor langsversnelling meet de op deauto werkende krachten in lengterichting bijhet accelereren of remmen of wanneer deauto op een helling staat. Het hierdoorgegenereerde signaal wordt door de functiewegrijassistent gebruikt.

De sensor dwarsversnelling meet de op deauto inwerkende dwarskrachten bij het rijdenin een bocht. Het uitgangssignaal hiervanwordt samen met het signaal van de sensorrotatiemoment gebruikt voor derijstabiliteitsregeling

5 - Wieltoerentalsensor R56

Index Verklaring

1 Wieltoerentalsensor achteras

2 Wieltoerentalsensor vooras

6 - DSC-sensor R56

Page 43: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

De gebruikte halfgeleider-sensoren werkenvolgens het capacitieve meetprincipe. Eenacceleratiekracht (1) werkt op lichaam (2) enverschuift dit in de krachtrichting. Daardoorverschuiven de condensatorplaten (4) en (3)ten opzichte van elkaar, wat een wijziging vande op de aansluitingen gemeten capaciteit totgevolg heeft. Deze capaciteitswijziging kan ineen maat voor de versnelling wordenomgerekend.

3 Na de montage van een nieuwe DSC-sensor of een nieuwe DSC-regeleenheidmoet een compensatie van de sensorlangsversnelling worden uitgevoerd. Daartoemoet de auto op een horizontale ondergrondstaan.Ga hierbij overeenkomstig de aanwijzingenvan het diagnosesysteem te werk. 1

Sensor rotatiemoment

De sensor rotatiemoment meet de snelheidwaarmee de auto zich om zijn verticale asdraait. Dit signaal en dat van de sensordwarsversnelling worden primair voor deregeling van de koersstabiliteit gebruikt.

De sensor rotatiemoment is eenmicromechanische component, waarvan hetbelangrijkste onderdeel een siliciumresonatorring (5) is. Deze is in eenmagneetveld opgesteld, dat door tweemagneetpolen (boven- en onder deresonatorring) wordt opgewekt.Door een wisselspanning op de aansluitingprimaire activering (1) te zetten wordt deresonatorring in mechanische trilling gebracht(wisselwerking met het buiten aanwezigemagneetveld). Als een draaiende bewegingdeze mechanische trillingen overwint, danwerkt op de resonatorring een Corioliskracht.Deze kan door signaalverwerking aan dedetectielus (2) worden erkend en in een maatvoor de draaiende beweging wordenomgezet. De compensatielus (4) dient tercompensatie van temperatuurwisselingen.

7 - Werkingsprincipe sensoren langs- en dwarsversnelling R56

Index Verklaring

1 Acceleratiekracht

2 Bewogen lichaam

3 Condensatorplaten, vast

4 Condensatorplaten aan bewegendlichaam 8 - Werkingsprincipe sensor rotatiemoment R56

Index Verklaring

1 Primaire activering

2 Detectielus

3 Primaire terugkoppeling

4 Compensatielus

5 Resonatorring

37

Page 44: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

Stuurhoeksensor (alleen DSC)De stuurhoeksensor is onderdeel van hetschakelcentrum stuurkolom (SZL). Deze is vanbuiten niet toegankelijk en kan niet afzonderlijkworden vervangen.

De draaiing van het stuurwiel wordt via eencode-ring (groot tandwiel) op een kleintandwiel overgedragen, dat een magneetringbevat. De draaiing van de magneetring wordtvia twee hallsensoren, die 90° verdraaid enonder het kleine tandwiel zijn aangebracht,geregistreerd en ter analyse aan de SZL-regeleenheid doorgegeven. De SZL-regeleenheid stelt aan de DSC-regeleenheidde signalen stuurhoek en stuurhoeksnelheidvia het F-CAN beschikbaar.

3 Bij de montage van het SZL in de fabriekof na het vervangen in de werkplaats moet destuurhoeksensor worden gekalibreerd; hiertoemoeten de wielen in de rechtuitstand staan.Volg a.u.b. de aanwijzingen van hetdiagnosesysteem op. 1

De stuurhoek wordt door de DSC-regeleenheid geregistreerd en beoordeeld.Aan de hand van deze gegevens en degegevens van de DSC-sensor en dewieltoerentalsensor besluiten de DSC-regelalgoritmen, of een stabiliserende ingreepnodig is.

9 - Stuurhoeksensor DSC R56

Index Verklaring

1 Code-ring (groot tandwiel)

2 Magneetring

3 Klein tandwiel

4 Hallsensor 1

5 Hallsensor 2

38

Page 45: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

Remlichtschakelaar

Inbouwlocatie

De schakelaar bevindt zich in een houder, dieaan het pedaalblok bevestigd is.

Constructie en werking

De elektronische remlichtschakelaar stuurtsignalen, die volgens het Hall-effect wordengegenereerd, aan de ABS-/ASC-/DSC-regeleenheid. Daar worden ze met het signaalvan de sensor hydraulische druk opaannemelijkheid gecontroleerd. De signalenvan de remlichtschakelaar worden ook nogdoor andere regeleenheden (digitalemotorelektronica, Car Access System)gelezen.

Als de bestuurder de rem bedient terwijl deautomatische stabiliteitsregeling (ASC+T)actief is, geeft de regeleenheid het remmenprioriteit en deactiveert de ASC+T-functiedirect.Tijdens het afremmen door de bestuurderblijven de regelalgoritmen en de stabiliserendeingrepen van DSC echter actief.

Schakelaar remvloeistofniveau

Inbouwlocatie

De schakelaar bevindt zich in het reservoir vande hoofdremcilinder.

Werking

Wanneer het remvloeistofniveau correct is,blijven de schakelaarcontacten gesloten. Als

het remvloeistofniveau onder een bepaaldniveau daalt, opent de schakelaar. Dit heeft deaansturing van de remwaarschuwingslamp ende deactivering van alle functies van derijdynamische systemen tot gevolg.

Sensor rempedaaldruk (alleen DSC)De sensor is in de hydraulische DSC-eenheidgeïntegreerd. Hij is alleen zichtbaar wanneerde hydraulische eenheid en regeleenheid vanelkaar worden gescheiden. Dit is momenteelvoor de werkplaats niet mogelijk.

De sensor rempedaaldruk wordt direct doorde DSC-regeleenheid uitgelezen, om deregelingrepen aan de kracht van een mogelijktegelijkertijd uitgevoerde beremming door debestuurder aan te passen.

10 - Remlichtschakelaar R56

39

Page 46: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

Waarschuwingslampen en schakelaarsymbolenDe hierna afgebeeldewaarschuwingssymbolen worden in het extrainstrument van het instrumentenpaneel

(Steering Column Cluster, SCC)weergegeven.

Symbool vastewaarschuwingslamp

Check-Control-symbool

Verklaring

Remvloeistof

Kleuren: rood/rood.

Aan:

– Tijdens de Pre-Drive-Check (alleen vastewaarschuwingslamp)

– Wanneer het remvloeistofniveau niet voldoende is.

Remblokslijtage

Kleuren: rood/rood.

Aan:

– Tijdens de Pre-Drive-Check (alleen vastewaarschuwingslamp)

– Wanneer de remblokken tot een kritische dikte versletenzijn.

ABS en EBV

Kleuren: geel/rood.

Aan: Bij uitval van het ABS-systeem inclusief de EBV-functie.

ABS

Kleuren: geel/geel.

Aan:

– Tijdens de Pre-Drive-Check (alleen vastewaarschuwingslamp)

– Bij uitval van het ABS-systeem, echter de EBV-functie nogin orde.

ASC+T/DSC

Kleur: geel/geel.

Aan: Wanneer in verband met een systeemstoring de ASC+Tresp. DSC-functie niet meer beschikbaar is.

40

Page 47: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

ASC+T/DSC

Kleur: geel.

Aan: Tijdens Pre-Drive-Check

Knippert: Wanneer het systeem regelingrepen uitvoert.

ASC+T/DSC

Kleuren: geel/geel.

Aan: Wanneer de bestuurder ASC+T resp. DSC heeftuitgeschakeld.

Wegrijassistent of dynamische remregeling

Kleuren: geel/geel.

Aan:

– Bij uitval van de functie "wegrijassistent".

– Bij uitval van de functie "dynamische remregeling".

Bandenpechmelding

Kleur: rood.

Aan: Wanneer de RPA een lekke band heeft herkend.

Bandenpechmelding

Kleur: geel.

Aan: Bij uitval van de RPA-functie.

Bandenpechmelding

Kleur: oranje.

Aan: Wanneer de RPA-functie zich in een speciale modusbevindt, die aan het einde van de productie van de auto wordtingenomen om de referentiewaarden in te leren.

Symbool vastewaarschuwingslamp

Check-Control-symbool

Verklaring

41

Page 48: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

6

De ASC-/DSC-toets bevindt zich in demiddenconsole in de buurt van deversnellingshendel.

Het opschrift van de toets isuitrustingsafhankelijk en is in de volgendeafbeelding weergegeven.

11 - ASC-/DSC-toets R56

42

Page 49: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

7

Service-aanwijzingen.Rijdynamische systemen R56.

Cornering Brake Control3 In tegenstelling tot de dynamischestabiliteitscontrole (DSC), die ook bij nietbediende remmen werkzaam is (zie DSC),

werkt de Cornering Brake Control alleenwanneer de bestuurder de rem bedient. 1

Wegrijassistent3 Als de bestuurder niet vlot na het loslatenvan het rempedaal wegrijdt, dan zal de autodoor het automatische dalen van de remdruk

wegrollen. Dit gedrag is geen functiestoringvan de wegrijassistent, maar is bewust zogekozen. 1

Bandenpechmelding3 Na een correctie van de bandenspanningresp. na een bandenwissel moet het systeemopnieuw worden geïnitialiseerd. Vervolgensleert het systeem tijdens rechtuit rijden inmeerdere snelheidsbereiken dereferentiewaarden voor de tolerantiegrenzen

van de wieltoerentallen in. Daartoe zijn enkelekilometers rijden nodig. Pas daarna is de RPAin staat, een bandenspanningsverschil teherkennen. 1

Hydraulische eenheid/elektronische regeleenheid3 Bij reparatiewerkzaamheden moet eropworden gelet, dat altijd de juiste uitvoering(ABS-/ASC+T-/DSC-eenheid) wordtgemonteerd. 1

3 In geval van een storing(waarschuwingslamp aan) moet hetstoringsgeheugen van de ABS-/ASC+T-/DSC-regeleenheid nauwkeurig wordengeanalyseerd, voordat componenten wordenvervangen.De rijdynamische systemen zijn met talrijke

andere regeleenheden en sensoren in de autoverbonden. Dienovereenkomstig moet destoringsoorzaak ook door het completesysteemnetwerk worden gezocht. Dit bestaatuit ABS-/ASC+T-/DSC-regeleenheid,wieltoerentalsensoren, remlichtschakelaar,DSC-sensor, stuurhoeksensor (in SZL),digitale motorelektronica, Car Access Systemen instrumentenpaneel. 1

Wieltoerentalsensoren3 Op de wielremmen van de voor- en deachteras zijn verschillende uitvoeringen vanwieltoerentalsensoren gemonteerd. Hier moet

bij vervanging resp. nabestelling vanwieltoerentalsensoren op worden gelet. 1

DSC-sensor3 Na de montage van een nieuwe DSC-sensor of een nieuwe DSC-regeleenheidmoet een compensatie van de sensorlangsversnelling worden uitgevoerd. Daartoemoet de auto op een horizontale ondergrondstaan.

Ga hierbij overeenkomstig de aanwijzingenvan het diagnosesysteem te werk. 1

Deze service-aanwijzingen vindt u inde hoofdstukken "Functies" en"Systeemcomponenten".

43

Page 50: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

7

Stuurhoeksensor3 Bij de montage van het SZL in de fabriekof na het vervangen in de werkplaats moet destuurhoeksensor worden gekalibreerd; hiertoe

moeten de wielen in de rechtuitstand staan.Volg a.u.b. de aanwijzingen van hetdiagnosesysteem op. 1

44

Page 51: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

8

Samenvatting.Rijdynamische systemen R56.

Wat ik moet onthouden

In de volgende tabellen wordt de belangrijksteinformatie over het onderwerp rijdynamischesystemen van de R56 samengevat.

Deze tabel bevat een samenvatting van deinformatie in deze productinformatie, aan dehand waarvan u de opgedane kennis nog eenkeer kunt toetsen.

Inleiding

Het onderstelconcept biedt een subliem rijgedrag voor de nieuwe MINI R56. Dit wordt door debeschikbare rijdynamische systemen ABS, ASC+T en DSC nog verder verbeterd. Dezesystemen ondersteunen de bestuurder optimaal in de voertuigbeheersing, ook in extremesituaties.

Systeemoverzicht

Gemeenschappelijke componenten van de drie rijdynamische systemen ABS, ASC+T en DSCzijn de hydraulische eenheid, de regeleenheid en de wieltoerentalsensoren.

Voor het DSC-systeem zijn bovendien de stuurhoeksensor in het schakelcentrum stuurkolomen de DSC-sensor nodig. De belangrijkste verbindingen bestaan tussen de DSC-regeleenheiden

• het schakelcentrum stuurkolom (stuurhoeksensor),

• de DSC-sensor,

• de digitale motorelektronic,

• het instrumentenpaneel.

45

Page 52: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

8

Functies

Het antiblokkeersysteem (ABS) regelt bij het remmen de remdruk zo, dat de autobestuurbaar blijft.

Door de elektronische remkrachtverdeling (EBV) wordt de remwerking door hetmaximaal betrekken van de achteras geoptimaliseerd.

De Cornering Brake Control (CBC) beïnvloedt de drukopbouw in de afzonderlijkewielremmen zo, dat ook bij het remmen in bochten een optimale koersstabiliteit wordtgewaarborgd.

Door het kortstondig verhogen van het motorvermogen bij abrupt terugschakelen op een gladwegdek verhindert de motorremkoppelregeling (MSR) instabiele rijomstandigheden.

Het doordraaien van de aangedreven wielen wordt door de automatischestabiliteitscontrole plus tractie (ASC+T) herkend en door het afremmen van de wielen endoor reductie van het motorvermogen voorkomen.

De dynamische stabiliteitscontrole (DSC) herkent door vergelijking van devoertuigbewegingsgrootheden met de wensen van de bestuurder instabielerijomstandigheden en werkt deze door een doelgerichte remdrukopbouw en reductie van hetmotorvermogen tegen.In noodstopsituaties wordt de bestuurder door de dynamische remregeling (DBC)ondersteund, waarbij extra remdruk wordt opgebouwd.

De wegrijassistent (AFA) vergemakkelijkt het wegrijden op hellingen door het kortstondiginstandhouden van de benodigde remdruk om de auto op zijn plaats te houden.

Plotseling bandenspanningsverlies van een band wordt door de functiebandenpechmelding (RPA) herkend en aan de bestuurder gemeld.

Systeemcomponenten

De hydraulische eenheid en de regeleenheid vormen de centrale elementen van derijdynamische systemen en zorgen voor de drukopbouw en -regeling alsmede voor deuitvoering van de regelalgoritmen van de stabilisatie- en assistentiefuncties.

De wieltoerentalsensoren en de DSC-sensor voorzien de regeleenheid van informatieover de bewegingstoestand van de auto. Deze wordt met de wens van de bestuurder, dieprimair uit het signaal van de stuurhoeksensor wordt opgemaakt, vergeleken. Bij afwijkingenworden stabiliserende regelingrepen geactiveerd.Bovendien wordt informatie over de rempedaalbediening (aan de hand van de signalen van deremlichtschakelaar en sensor rempedaaldruk) meegenomen.

Een te laag remvloeistofniveau wordt d.m.v. de in het reservoir ondergebrachte schakelaarremvloeistofniveau herkend en leidt, net als andere storingen of regelingrepen, totwaarschuwingsmeldingen in het instrumentenpaneel.

46

Page 53: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

9

Testvragen.Rijdynamische systemen R56.

Vragenlijst

In dit hoofdstuk hebt u de mogelijkheid uwverworven kennis te controleren. Er worden

vragen over het onderwerp "Rijdynamischesystemen R56" gesteld.

1. Welke van de genoemde functies heeft iedere variant van de rijdynamischesystemen ABS, ASC+T, DSC voor de R56?

4 Bandenpechmelding (RPA)

4 Dynamic Brake Control (DBC)

4 Dynamische stabiliteitscontrole (DSC)

4 Motorremkoppelregeling (MSR)

4 Wegrijassistent (AFA)

4 Antiblokkeersysteem (ABS).

2. Wat gebeurt er, wanneer in de MINI de toets "DSC OFF" wordt ingedrukt endaarvoor de DSC-waarschuwingslamp uit was?

4 Er wordt omgeschakeld van DSC (dynamische stabiliteitscontrole) naar DTC (dynamischetractiecontrole).

4 De DSC-functie wordt uitgeschakeld.

4 De waarschuwingslamp met het DSC-symbool blijft uit.

4 De waarschuwingslamp met het DSC-symbool knippert.

4 De waarschuwingslamp met het DSC-symbool brandt permanent.

3. Welke beweringen m.b.t. reparaties aan de rijdynamische systemen in de R56zijn juist?

4 Een hydraulische unit van het ABS kan probleemloos door een ASC+T- of DSC-hydraulische eenheid worden vervangen.

4 De hydraulische eenheid moet altijd door een zelfde type worden vervangen.

4 Omdat de rijdynamische systemen met andere regeleenheden en sensoren in de auto zijnverbonden, moet bij het gaan branden van de waarschuwingslamp het storingsgeheugennauwkeurig worden gecontroleerd. Alleen wanneer de storingsoorzaak eenduidig in deABS-/ASC+T-/DSC-regeleenheid ligt, moet deze worden vervangen.

4 Wanneer in het instrumentenpaneel een storing van een rijdynamisch systeem wordtgemeld (waarschuwingslamp brandt), moet de regeleenheid (ABS, ASC+T, DSC) wordenvervangen.

De verworven kennis verdiepen ennogmaals controleren.

47

Page 54: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

9

Antwoorden bij de vragenlijst

1. Welke van de genoemde functies heeft iedere variant van de rijdynamischesystemen ABS, ASC+T, DSC voor de R56?

5 Bandenpechmelding (RPA)

4 Dynamic Brake Control (DBC)

4 Dynamische stabiliteitscontrole (DSC)

5 Motorremkoppelregeling (MSR)

4 Wegrijassistent (AFA)

5 Antiblokkeersysteem (ABS).

2. Wat gebeurt er, wanneer in de MINI de toets "DSC OFF" wordt ingedrukt endaarvoor de DSC-waarschuwingslamp uit was?

4 Er wordt omgeschakeld van DSC (dynamische stabiliteitscontrole) naar DTC (dynamischetractiecontrole).

5 De DSC-functie wordt uitgeschakeld.

4 De waarschuwingslamp met het DSC-symbool blijft uit.

4 De waarschuwingslamp met het DSC-symbool knippert.

5 De waarschuwingslamp met het DSC-symbool brandt permanent.

3. Welke beweringen m.b.t. reparaties aan de Rijdynamische systemen in de R56zijn juist?

4 Een hydraulische unit van het ABS kan probleemloos door een ASC+T- of DSC-hydraulische eenheid worden vervangen.

5 De hydraulische eenheid moet altijd door een zelfde type worden vervangen.

5 Omdat de rijdynamische systemen met andere regeleenheden en sensoren in de auto zijnverbonden, moet bij het gaan branden van de waarschuwingslamp het storingsgeheugennauwkeurig worden gecontroleerd. Alleen wanneer de storingsoorzaak eenduidig in deABS-/ASC+T-/DSC-regeleenheid ligt, moet deze worden vervangen.

4 Wanneer in het instrumentenpaneel een storing van een rijdynamisch systeem wordtgemeld (waarschuwingslamp brandt), moet de regeleenheid (ABS, ASC+T, DSC) wordenvervangen.

Check it!

48

Page 55: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

Dieser Text muss hier stehen, damit die Seite vom API-Client nicht gelöscht wird.Dieser Text ist notwendig, damit die Seite nicht quergestellt wird.!

Page 56: Productinformatie. Rijdynamische systemen R56. - AMT ......Inhoud. Rijdynamische systemen R56. Doelen 1 Productinformatie en naslagwerk voor de praktijk 1 Inleiding 3 Verschillende

Bayerische Motorenwerke AktiengesellschaftBMW Group TrainingsakademieAftersales TrainingRöntgenstraße 785716 UnterschleißheimGermany

: