Presentatie PGS 28 en 30

54
13-12-2013 1 PGS 28 en 30, versie 2011 RWS-Infomil Schakeldag 3-12-2013 (rev.1) Brandstof opslag en aflevering ‘benzine’-stations (ondergrondse tanks) en kleine installaties (bovengrondse tanks) in het kort Raadpleeg altijd officiele tekst voor zekerheid! Doel / Boodschap Met elkaar …. Bedrijven Bevoegde gezagen/overheid Branche Burgers/klanten …. niet tegen elkaar

Transcript of Presentatie PGS 28 en 30

Page 1: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

1

PGS 28 en 30, versie 2011 RWS-Infomil Schakeldag 3-12-2013 (rev.1)

Brandstof opslag en aflevering ‘benzine’-stations (ondergrondse tanks) en

kleine installaties (bovengrondse tanks)

in het kort Raadpleeg altijd officiele tekst voor zekerheid!

Doel / Boodschap

Met elkaar ….

Bedrijven

Bevoegde gezagen/overheid

Branche

Burgers/klanten

…. niet tegen elkaar

Page 2: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

2

Op diverse sheets van deze presentatie staat in de rechterbovenhoek een gele of blauwe ballon met een link naar de Activiteitenregeling (AR). Blauw als het voorschrift als tekst in de AR staat. Geel als de artikelen direct linken naar het voorschrift in de PGS, in de presentatie is deze tekst ook zoveel mogelijk in het geel geschreven.

Kader

• BARIM of Milieuvergunning: wettelijke grondslag

• RARIM: De regeling, waarna het BARIM verwijst

• BRL-K903: Technische richtlijnen voor de bouw van tankinstallaties (bovengronds en ondergronds)

• PGS: Gebruikersrichtlijnen ten behoeve van veiligheid en milieu.

Activiteitenbesluit: Standaard milieuvoorschriften voor een bedrijven met standaard activiteiten, voor een ieder gelijk. Dus geen specifieke vergunning. LET OP VERGANGSRECHT (artikel 6.11)

Het BARIM noemt ook uitzonderingen (zie art.1.2 (type C) die verwijst naar bijlage 1 van het BOR, cat 5.4): -Tanks 150m3> -Benzine (25m3>) bij bunkerstations -Onbemande openbare aflevering, nabij (<20m) bebouwing van derden -Druk-/perssystemen -Aftappen van LPG uit LPG tanks.

Page 3: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

3

BARIM JA/NEE?

• Geen BARIM > WABO > BOR/MOR > deze verwijzen naar normdocumenten > BBT (PGS/BRL etc). Echter:

• Activiteit gelijk aan BARIM > dan RARIM en de verwijzingen naar artikelen van bijvoorbeeld PGS 28 en/of 30.

• § 3.3.1. Afleveren van vloeibare brandstof,

mengsmering en aardgas ten behoeve van openbare verkoop voor motorvoertuigen voor het wegverkeer

• § 3.3.5. Opslaan van vloeibare brandstof en afgewerkte olie in ondergrondse opslagtanks

• § 4.1.3. Opslaan van stoffen in opslagtanks • § 4.6.3. Afleveren van vloeibare brandstoffen aan

vaartuigen • § 4.6.4. Afleveren van vloeibare brandstoffen en

aardgas voor eigen gebruik en niet-openbare verkoop aan derden voor motorvoertuigen voor het wegverkeer

BARIM/RARIM Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (link)

Page 4: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

4

BRL 903/08 - Deel I Inhoudsopgave

1.2 Toepassingsgebied HOOFDGEBIEDEN ONDERGRONDS: A) Installatie/onderhoud ondergrondse tankinstallaties PGS-k1 en –k2 B) Installatie/onderhoud ondergrondse tankinstallaties PGS-k3 en –k4 C) Installatie/onderhoud ondergrondse tankinstallaties chemische producten BOVENGRONDS D) Installatie/onderhoud bovengrondse tankinstallaties PGS-k3 en –k4 E) Installatie/onderhoud bovengrondse tankinstallaties PGS-k2 F) Installatie/onderhoud bovengrondse tankinstallaties chemische producten CNG G) Installatie/onderhoud bovengrondse tankinstallaties CNG-producten

BRL 903/08 - Deel I Inhoudsopgave

1.2 Toepassingsgebied Aanvullende DEELGEBIEDEN voor installatie en onderhoud voor: 1) Bepaling bodemweerstand en ontwerp KB 2) Leidingen, ondergronds (semi-) flexibele kunststof kern 3) Leidingen, ondergronds (semi-) flexibele metalen kern 4) Lekdetectiesystemen 5) Elektronische niveaumeetsystemen 6) Leidingen, staal met gelaste verbindingen 7) Persleidingen ondergronds 8) Persleidingen bovengronds 9) Ontwerp tankinstallaties in (petro-)chemie 10) Tankinstallaties in terp, uitpandig 11) Fabriceren van vulpuntmorsbakken 12) Ondergrondse tanks van glasvezel versterkte kunststof (GRP) 13) Leidingen, ondergronds van glasvezel versterkte epoxy (GRE) 14) Tankinstallaties in een ponton 15) Certificeren van herklassificatie van stalen installaties 16) Certificeren van herklassificatie van kunststof installaties

Page 5: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

5

BRL 903/08

KLASSE INDELING

• PGS-klasse 1 > benzine

• PGS-klasse 2 > petroleum

• PGS-klasse 3 > diesel

• PGS-klasse 4 > smeerolie

PGS 28+30 Hoofdstukindeling

1. Reikwijdte

2. Constructie

3. In bedrijf

4. Inspectie, onderhoud, registratie, documentatie

5. Veiligheidsmaatregelen

6. Incidenten en calamiteiten

Page 6: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

6

PGS 28 H1, Reikwijdte en status

1.2: Ondergrondse drukloze opslag, maximaal 150 m3 per tank PGS klasse 1,2, 3, 4

PGS 30 H1, Reikwijdte en status

• Vloeibare brandstof van de PGS klassen:

– PGS klasse 2: bijvoorbeeld petroleum

– PGS klasse 3: bijvoorbeeld diesel, afgewerkte olie

– PGS klasse 4: bijvoorbeeld smeerolie

• Tankgrootte tot 150 m3 per tank

– Tanks bij agrarische bedrijven

– Tanks bij garagebedrijven (smeerolie en afgewerkte olie)

– Tijdelijke, niet stationaire opslag (Mobiele tanks en IBC bij (wegen-)bouw)

De vergunning of het BARIM bepaalt of en welke PGS (-artikelen) gebruikt moet worden

Page 7: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

7

PGS 30 H1, Reikwijdte en status

• 1.5.2: CE markering in relatie tot toepassings-gebied:

– Gebouwgebonden vs niet-gebouwgebonden

PGS 28+30 1.6 Gelijkwaardigheidsbeginsel

• Gelijkwaardige maatregelen zijn mogelijk.

PGS richtlijnen zijn dusdanig geformuleerd dat in voorkomende gevallen een bedrijf op basis van gelijkwaardigheid voor andere maatregelen kan kiezen.

Page 8: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

8

COUNCIL DIRECTIVE 96/68/EC – Art 2.11

PGS: richtlijn of BBT verplichting? (MOR 30-3-2012)

PGS 28 H2.1: geen diep technische zaken;

dat is gedekt door het BRL-K 903 installatiecertificaat

2.1: Controle op het Installatiecertificaat, die in het installatieboek aanwezig moet zijn.

Een tankcertificaat, is slechts het bewijs dat de tank conform een bepaalde BRL is gemaakt,. Het zegt niets over hoe deze is geinstalleerd. (tankcertificaten die vanaf medio 2012 worden afgegeven, heten conformiteitsbewijs.

Page 9: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

9

PGS 28 H2, Constructie en Installatie 2.2 constructie van de tankinstallatie

2.2.2: Bestand tegen product voor 15 (of 20) jaar (daarna herkeuring)

2.2.1: Installatie Certificaat BRL-K903

2.2.3: Leidingen en appendages vloeistofdicht, sterk en beschermd

2.2.4: KB geinstalleerd door erkend bedrijf (volgens Besluit bodemkwaliteit)

(indien) Elektr. Lekdetectie 2.2.5: Volgens BRL-K903 2.2.6: Hoor of zichtbaar alarm 2.2.7: Proef (maandelijks) (> logboek)

2.2.8: Dampretour Stage 1 verplicht bij benzine jaaromzet 100 m3 >

2.2.9: Dampretour Stage 2 verplicht bij afleversnelheid van 10 l/min >

Let op bij productwissel. Bespreek dit met je installateur. Is de (inwendige) coating bestand, of ontbreekt deze en is juist aan te raden? Denk aan pomp en pakkingen

AR art 3.35

PGS 28 H2, Constructie en Installatie 2.3 installeren van de tankinstallatie

2.3.1: Binnen 1 maand na oplevering moet BRL-K903 certificaat in het installatieboek zitten

2.3.2: Reparaties door gecertificeerd reparateur. Installatiecertificaat hiervan moet in installatieboek. (Geldt niet voor kleine reparaties)

2.3.3: Binnen 7,5 m geen beplanting die asfalt-bitumen bekleding kan ingroeien.

Vulpunt en leegzuigpunt 2.3.4: Benzine: buiten geplaatst 2.3.5: Vulpuntmorsbak/vloeistofdichte vloer (12 m2) 2.3.6: Informatie tanks voor tankwagenchauffeur 2.3.7: Niet elektrisch geisoleerd

Soms wordt opslagtank ook als tussenopslag gebruikt bij een brandstofbedrijf.

Informatie tanks -Productnaam -Tank en bijbehorende peil -Type OVB

AR art 3.38

Page 10: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

10

PGS 28 H2, Constructie en Installatie Aflevertoestellen en pompeilanden

Aflevertoestel, situering 2.3.8: Afstand tot openbaar rioolput: slanglengte + 1mtr (min. 5 mtr) 2.3.9: Boven vloeistofdichte vloer/-voorziening 2.3.10: Afsluiters boven vloeistofdichte voorziening

2.3.12: Bij (deels) onbemand station: temperatuursgevoelig element (70grC) op motorcompartiment (waarschuwt de beheerder)

2.3.11: Toestel moet drukstoot en sluiten pistool opvangen.

2.3.13: Pompeiland ongeveer 10 cm hoog

2.3.14: Pompeiland vloeistofdicht aangelegd volgens BRL 2319 / 2362

BRL K-903 bepaalt wie bij aanleg verantwoordelijk is voor de vloeistofdichtheid van de doorvoeren.

Staat genoemd: 0,1 m tolleratie is daarom groter

AR art 3.21

AR art 4.86

AR art 4.86a

AR art 4.91

PGS 28 H2.4: Bodembeschermde voorzieningen

2.4.1: Afleveren boven vloeistofdichte vloer, slanglengte + 1 mtr (minimaal 5 mtr) (Bijzondere situaties: openbare weg is deel van bovenstaande afmeting, of tanken aan slechts 1 zijde van de tapzuil, of mengsmering)

Aanleg vloer bij tankstations: 2.4.2: Door gecertificeerd en erkend aannemer 2.4.3: Volgens BRL 2319 (elementen) of 2362 (gestort) 2.4.4: BAOC is bewijs/certificaat

Foliebak: 2.4.5: bij voorkeur NIET 2.4.6: Indien ‘normale vloer niet mogelijk: dan volgens BRL-K908

AR art 3.25 en 3.26

AR art 4.94 en 4.94a

Page 11: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

11

PGS 28 H2.5: Riolering H2.6: OBAS H2.7: Kolken (behorend bij vloeistofdichte voorziening)

2.5.1: Vloestofdicht volg BRL-2319 en BRL-2362 (bij tankstations) 2.5.2: (Tijdens aanleg) riolering direct afdekken om UV invoeden te voorkomen 2.5.3: Gebruikte materialen moeten chemisch bestand zijn tegen opgeslagen vloeistoffen 2.5.4: PE moeten uitgevoerd zijn volgens BRL-2005/2006/2013

2.6.1: Bij tankstations aangelegd onder certificaat (BRL-2319 of BRL-2362 door erkend bedrijf (vlg Besluit bodemkwaliteit) 2.6.2: OBAS vloeistofdicht en gedemensioneerd vlg NEN-EN 858-1/2 (BRL 2362/2319) 2.6.3: Stalen OBAS moet voorzien zijn van KB indien bodemweerstand < 100 ohm-m

2.7.1: -Vloeistofdicht en voorzien zijn van certificaat -Betonnen kolken met stalen rooster: certificaat BRL 9204 -Kunststofen kollken: certificaat BRL-221 2.7.2: -Dimensonering kolken vlg. NEN 7067. -Roosters, deksel (voor verkeersgebieden: BRL-9203)

PGS 28 H2.8 Aanvullende voorschriften voor milieubeschermingsgebieden

2.8.1: Twee peilopeningen

2.8.2: Tien jarige keuring (KC-106 / AS 6811)

2.8.3: Geen certificaat en keuringen en controles: nieuwe inwendige keuring (vlg KC-106)

2.8.4: Putcorrosie 25% > afkeur

2.8.5: Persleidingen niet toegelaten

Page 12: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

12

PGS 30 H2.1: geen diep technische zaken;

dat is gedekt door het BRL-K 903 installatiecertificaat

2.1: Controle op het Installatiecertificaat, die in het installatieboek aanwezig moet zijn.

Een tankcertificaat, is slechts het bewijs dat de tank conform een bepaalde BRL is gemaakt,. Het zegt niets over hoe deze is geinstalleerd.

PGS 30 H2, Constructie en Installatie 2.2 constructie van de tankinstallatie

2.2.1: Installatie Certificaat BRL K 903

2.2.4: Bestand tegen product voor 15 (of 20), indien inwendige coating) jaar (daarna herkeuring)

Fundering en ondersteuning 2.2.2: Ondergrond uit onbrandbaar materiaal, doelmatig tegen verzakking. Draagconstructie uit materiaal dat brand niet onderhoudt (NEN 6064) 2.2.3: Draagconstructie bij brand zijn functie vervullen: - tot 0,3 meter hoog: 30 minuten - Boven 0,3 meter hoog: 60 minuten.

2.2.5: Leidingen en appendages vloeistofdicht, sterk en beschermd

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 13: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

13

PGS 30 H2, Constructie en Installatie 2.2 constructie van de tankinstallatie

2.2.6: Ondergrondse delen? KB geinstalleerd door erkend (Besluit bodemkwaliteit) bedrijf

2.2.7: Keuze lekdeteltie

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

PGS 30 H2, Constructie en Installatie 2.2 constructie van de tankinstallatie

2.2.7: Keuze lekdetectie

•Goedgekeurd elektronisch lekdetectiesysteem

– 2.2.8: Failsafe en aangelegd door BRL-K903 installateur

– 2.2.9: Blijvend hoor- of zichtbaar alarm voor beheerder tank. Reparatie door BRL-K903 installateur

– 2.2.10: Proefinrichting, maandelijks controleren

•Lekdetectiepotsysteem – 2.2.11: Voldoen aan BRL-K903

– 2.2.12: Actie ondernemen bij afwijking vloeistofniveau.

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 14: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

14

PGS 30 H2, Constructie en Installatie Brandbeschermende bekleding

Brandbeschermende bekleding is niet verplicht, maar wordt in bepaalde situaties toegepast.

Indien wel, dan gelden de eisen van voorschrift 2.2.13 en 2.2.14.

De BRL-K903 vermeldt dat stalen tanks

voldoen aan brandklasse A1 en niet

deelnemen aan een brand. Deze

afbeeldingen bevestigen dat.

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

PGS 30 H2.3. Het installeren van de tankinstallatie

In de BRL 903 zijn eisen opgenomen voor de installatie van de tankinstallatie, dit betreft o.a.:

•Plaatsing van de tank

•Aanleg van de leidingen

•Aanleg van de vulpunten

•Aanleg van de KB (Kathodische Bescherming)

2.3.1: Binnen 1 maand na oplevering moet BRL K 903 certificaat in het installatieboek zitten

2.3.2: Reparaties door gecertificeerd raparateur. Installatiecertificaat hiervan moet in installatieboek. (Geldt niet voor kleine reparaties)

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 15: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

15

PGS 30 H2.4: Bodembeschermde voorzieningen

2.4.1: Lekbak

2.4.2: Vloeistofkerende vloer of –voorziening

2.4.3: Afvoer hemelwater

Bij een dubbelwandige tank zit de opvangbak om de tank heen gewikkeld.

Binnenwand (groen)

Buitenwand (wit)

Bij een opvangbak met afdak is dit niet nodig

2.4.2: Kleinschalige aflevering boven (minimaal) een vloiestofkerende vloer.

De voorziening moet voldoende tijd geven om een morsing om te ruimen, voordat de gemorste vloeistof de bodem bereikt.

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

PGS 30 H2.4: Bodembeschermde voorzieningen

Grootschalig of kleinschalige aflevering?

2.4.1: Lekbak

2.4.2: Vloeistofkerende vloer/voorziening

2.4.3: Afvoer hemelwater

Grootschalig: eisen van de vloer gelijk aan die van een tankstation (zie PGS 28)

Vraag: Is de doorzet is niet meer afhan-

kelijk van rode (tractor) of

blanke diesel? Waar is gelijk-

waardigheid met RARIM 3.25 lid 3

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 16: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

16

• 2.5.1: Kleinschalig = grootschalig, dus altijd bij aflevering aan motorvoertuigen vloeistofdichte vloer a la tankstation (PGS 28)

• 2.5.2: Vul- of leegzuigpunt boven vloeistofdichte verharding (PGS 28)

• 2.5.3: Uitzondering op 2.5.2, indien tankinstalllatie maximaal 1 maal per jaar gevuld wordt. Vloeistofdichte morsbak is dan voldoende.

PGS 30 Aanvullende voorschriften H2.5: Milieubeschermingsgebieden

Vulpunt en leegzuigpunt (PGS 28) 2.3.5: vulpuntmorsbak/vloeistofdichte vloer (12 m2)

Page 17: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

17

• 2.6.1: be-/ontluchting naar buiten (m.u.v. smeerolie)

• 2.6.2: niet op verdieping (tenzij aanvalsplan van brandweer)

• 2.6.3: Vloer van onbrandbaar materiaal

• 2.6.4: Kunststoftank 3 m3> stalen lekbak

• 2.6.5: Lekbak zonder direct verbindingen naar riool of oppervlakte water

• 2.6.6: Geen kachels in de ruimte

• 2.6.7: Geen elektrische schakelaars in lekbak(ruimte) die onder vloeistof kunnen komen

• 2.6.8: opslag 3 m3> : – Ventilatie die altijd aanstaat, die voorkomt dat ontsteking van buitenaf kan plaatsvinden

(door doelmatige vlamkerende voorzieningen), capaciteit: 4 maal per uur verversen, OF

– Goede natuurlijke ventilatie, diagonaal gewijs, van 0,5% opening /vloeroppervlak. Elk rooster minimaal 0,01 m2.

• 2.6.9: Binnen 10 meter van elke tank 6 kg brandblusser

PGS 30 Aanvullende voorschriften H2.6: Inpandige opslag

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

• 2.6.10: Indien brandmeldinstallatie, dan volgens NEN 2535

• 2.6.11: Maximaal 3 m3 in werkruimte

• 2.6.12: Maximaal 15 m3 per brandcompartiment

• 2.6.13: Ramen en lichtopeningen die bij brandwerende scheiding horen, mogen niet te openen zijn

• 2.6.14: Rookverbod, verbod om hete voorwerpen, brandgevaarlijk werk binnen 3 meter van tank en lekbak. (Uitzonderingen voor noodstroom-aggregaat)

• 2.6.15: Opslag mag niet in vluchtroute gelegen zijn

• 2.6.16: Geen verwarmde vloeistoffen (door verwarmingsspiraal in tank)

PGS 30 Aanvullende voorschriften H2.6: Inpandige opslag

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 18: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

18

2.6.2: Niet op verdieping. Oplossing: in overleg met de brandweer een aanvalsplan opstellen.

Page 19: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

19

• 2.7.1: Inpandig niet toegestaan zonder aanvullende maatregelen: zoals – Gezamenlijke opslagcapaciteit van 15 m3

– Ontluchting naar buiten op 5 meter hoogte en niet nabij openingen

– Vulpunt altijd buiten

– Vlamdover met CE-markering (NEN-EN 12874) en volgens ATEX geïnstalleerd

– Goede ventilatie in werking volgens NPR 7910-1

– Waarschuwing /Alarm indien temperatuur in opslagruimte boven het vlampunt van de vloeistof

– Geaarde tankinstallatie en voorzien van potentiaalvereffening

– Elektronische peilvoorziening (voorkeur) of handmatige peilvoorziening met zelfsluitende dop.

PGS 30 Aanvullende voorschriften H2.7: PGS-klasse 2 vloeistoffen (petroleum)

• 2.8.1: Uitzonderingen geldend voor vloeistoffen uit PGS-klasse 4: – 2.6.1: Be-/ontluchting naar buitenlucht niet verplicht

– 2.6.8: Ventilatie-inrichting (voor tanks boven 3 m3) niet verplicht

– 2.6.11: Maximale inhoud niet beperkt tot 3 m3)

– 4.2.9: Geen jaarlijkse controle op water bij smeerolie of afgewerkte olie

• Toelichting: Het BARIM (activiteitenbesluit) verwijst voor de opslag van PGS-klasse 4 vloeistoffen niet naar de PGS 30. Deze stoffen worden wel als bodembedreigend gezien. Het treffen van bodembeschermende maatregelen is wel verplicht op basis van het BARIM.

PGS 30 Uitgezonderde voorschriften H2.8: PGS-klasse 4 vloeistoffen (smeerolie)

Page 20: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

20

PGS 28 H3, In bedrijf Good housekeeping!

3.2.1: Goede staat van onderhoud -Controle op beschadigingen -Controle op lekkage -Controleren afsluiters -Controle van het lekdetectiesysteem (indien aanwezig) -Controle bodembeschermende voorrzieningen REGELMATIG !! (minimaal 1 x per jaar), leg het vast in het logboek

3.2.2: De omgeving moet schoon zijn.

3.2.3: Bij reparatie en onderhoud vrijgekomen vloeistof moet worden opgevangen en opgeruimd.

3.2.4: Werknemers werkzaam bekend zijn met - Veiligheidsvoorschriften - Werkinstructie vloeistofdichte voorzieningen - Gebruik kleine blusmiddelen - Voorschriften handelen bij brand (zie 6.2 en bijlage C)

3.2.5: Voldoende licht bij/voor: - Aflevertoestellen - Laad- en losplaatsen brandstoffen - Overzicht

AR art 3.38

3.3 Het vullen van de tank

– 3.3.1: Verschil in koppelingen/diameters om foute aansluitingen te voorkomen

– 3.3.2: Max. vulling 97% (oud 98%). Vooraf vullen eerst nauwkeurig peilen (handmatig of automatisch)

– 3.3.3: Peilstokmateriaal waarbij vonkvorming wordt tegengegaan. Voorkom beschadiging tank bij peilen.

– 3.3.4: Aan de hand van peiling, pre-set instellen en gebruiken

– 3.3.5: Bij gekoppelde tanks, beide tanks peilen

PGS 28 Hoofdstuk 3, In bedrijf

AR art 3.38

Page 21: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

21

PGS 28 H3, In bedrijf

Het vullen vanuit een tankwagen: 3.3.6: Vaste aansluitiingen slang / in de open lucht / zonder lekken / peilopening tijdens vullen gesloten 3.3.7: Motor tijdens aan- & afkoppelen uit zijn. 3.3.8: PGS-klasse 1 of 2 slechts lossen door vrije val (tenzij dit technisch niet mogelijk is) 3.3.9: Afvoeren van statische eletriciteit (aarden)

3.3.10: Aansluitvolgorde: 1. Aarden 2. Vul-/losslang aankoppelen (eerst

tankwagen dan installatie 3. Dampretourleiding (eerst tankwagen

dan installatie) Afkoppelen in omgekeerde volgorde Dampretouraansluitingen dienen ook geaard te zijn. P.S. Deze richtlijn schrijft aarden ‘slechts’voor bij benzine/petroleum. Het ADR ook voor Diesel!

3.3.11: Bij voorkeur NIET op de openbare weg Afsluiting vulpunt of vulleiding 3.3.12: Na vullen, vulopening met goed sluitende dop afsluiten 3.3.13: Vulpunt (toegankelijk voor derden) vergrendelen met slot

AR art 3.38

PGS 28 H3.4 Afleveren

3.4.1: Voorkom lekken en morsen

3.4.2: Bij voorkeur niet op de openbare weg

3.4.3: In de open lucht en goed geventileerd (PGS klasse 1 en 2)

3.4.4: Automotor moet uit zijn

AR art 3.21

AR art 4.91

Page 22: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

22

PGS 28 H3.4 Afleveren (z)onder toezicht

Bemand tankstation

3.4.5: Indien geen toezicht: buiten werking

Onbemand tankstation

3.4.6: Afleverautomaat waarbij tevoren bepaalde hoeveelheid is ingesteld, moet op ieder moment kunnen stoppen

AR art 3.21

AR art 4.86

(AR art 4.86a)

AR art 4.91

PGS 28 H3.4 Afleveren

Vulpistool met automatische afslag

3.4.7: Goed werkend pistool met afslagmechanisme als tank bijna vol is

3.4.8: Pistool moet sluiten na schok (door bijv. vallen)

3.4.9: Bij bediend station mag origineel vastzet mechanisme gebruikt worden. (Bediend door echte pompbediende!)

3.4.10: Vulpistool mag niet vastgezet worden (m.u.v. 3.4.9)

Bedieningsvoorschrift

3.4.11: Duidelijk leesbaar en zo nodig verlicht bedieningsvoorschrift. Tevens opschrift of pictogram:

MOTOR AFZETTEN / ROKEN EN VUUR VERBODEN

Toelichting 3.4.9: Het vulpistool 'high speed' dieselafleverinstallatie (voor vrachtwagens) mag ook zonder toezicht van een vastzetinrichting zijn voorzien.

AR art 3.21

AR art 4.86

AR art 4.86a

AR art 4.91

Page 23: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

23

PGS 28 H3.5/3.6/3.7

3.5 Legen van tank met afgewerkte olie (Wordt hier verder niet behandeld)

3.6 Reinigen van de tank 3.6.1: inwendige inspectie conform BRL-K905

3.7 Buiten gebruik stellen van tanks 3.7.1: Afkeuring of buitengebruik stelling moet:

- Gemeld worden aan bevoegd gezag (direct)

- Z.s.m. staken van opslag en opgeslagen vloeistof verwijderen (max. binnen 2 mnd)

- Tanks, leidingen, appendages verwijderen (als mogelijk is) of onklaar maken (max. binnen 4 mnd))

- Nagaan of bodemverontreiniging is opgetreden

3.7.2: Saneren en vervangen - Vervangen of buiten gebruikstellen volgens BRL-K902 of K904. Saneringscertificaat moet

worden afgegeven.

Wat is keurings-/ inspectieregime voor tank die blijft liggen? Denk hierbij aan tank onder bebouwing of tussen twee andere tanks in.

AR art 3.38 AR art 3.37

PGS 30 H3, In bedrijf Good housekeeping!

3.2.1: goede staat van onderhoud -Controle op beschadigingen -Controle op lekkage -Controleren afsluiters -Controle van het lekdetectiesysteem (indien aanwezig) -Controle bodembeschermende voorrzieningen REGELMATIG !! (minimaal 1 x per jaar), leg het vast in het logboek

3.2.2: De omgeving moet schoon zijn.

3.2.4: Werknemers werkzaam bekend zijn met - Veiligheidsvoorschriften - Werkinstructie vloeistofkerende voorzieningen - Gebruik kleine blusmiddelen - Voorschriften handelen bij brand

3.2.3: Bij reparatie en onderhoud vrijgekomen vloeistof moet worden opgevangen en opgeruimd.

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 24: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

24

• 3.2.5: de opvangbak en eventuele doorvoeren – Indien in de wand van de lekbak een afsluiter is aangebracht, moet

deze dicht staan.

– De afsluiter mag slecht open, om hemelwater te laten afvloeien.

– Indien een pompvoorziening is opgenomen voor het verpompen van hemelwater uit de lekbak, mag deze alleen gecontroleerd in bedrijf worden gesteld.

Let op: een opvangbak, gebruikt

voor de ‘standaard’ situaties is

nooit voorzien van aftap o.i.d.

De situatie bij 3.2.5. is slechts bij PGS 29 situaties, waarbij door de

opvangbak/wal een leiding kan lopen.

PGS 30 H3, In bedrijf

• 3.3 Het vullen van de tank

– 3.3.1: Verschil in koppelingen/diameters om foute aansluitingen te voorkomen

– 3.3.2: Max. vulling 95%. Vooraf vullen eerst nauwkeurig peilen (handmatig of automatisch)

– 3.3.3: Peilen via peilopening. Deze, speciaal hiervoor gemaakte opening, is na het peilen gesloten.

– 3.3.4: Peilstokmateriaal waarbij vonkvorming wordt tegengegaan. Voorkom beschadiging tank bij peilen.

– 3.3.5: Aan de hand van peiling, pre-set instellen en gebruiken

– 3.3.6: Bij gekoppelde tanks, beide tanks peilen

PGS 30 H3, In bedrijf

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 25: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

25

PGS 30 H3, In bedrijf

Het vullen vanuit een tankwagen: 3.3.7: Vaste aansluitiingen slang / in de open lucht / zonder lekken / peilopening tijdens vullen gesloten 3.3.8: Motor tijdens aan-&afkoppelen uit zijn. Tijdens verpompen mag/moet motor wel aan. 3.3.9: Verlading in buitenlucht. (PGS-klasse 3 en 4 mag eventueel binnen, doch onder mechnische ventilatie)

3.3.10: Aansluitvolgorde (PGS-klasse 2): 1. Aarden 2. Vul-/losslang aankoppelen (eerst

tankwagen dan installatie 3. (indien aanwezig) Dampretourleiding

(eerst tankwagen dan installatie) Afkoppelen in omgekeerde volgorde Dampretouraansluitingen dienen ook geaard te zijn. P.S. Deze richtlijn schrijft aarden ‘slechts’voor bij PGS-klasse 2 (petroleum). Het ADR ook voor Diesel!

Afsluiting vulpunt of vulleiding 3.3.12: Na vullen, vulopening met goed sluitende dop afsluiten

3.3.11 Lekkage? Direct stoppen!

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

PGS 30 H3.4, Afleveren van brandstof 3.4.1 a: Pistool na gebruik goed weghangen. Na gebruik mag geen brandstof uit het pistool lekken.

3.4.1 b: Elektrische pompinstallatie moet voorzien zijn met pistool met automatische afslag.

3.4.1 c: Anti-hevel verplicht, indien pistool na gebruik weggehangen wordt beneden het hoogste punt.

3.4.1 d: Geen vastzetmechanisme op het pistool.

3.4.2: Afleveren moet lekvrij gebeuren.

AR art 3.21a

AR art 4.92

Page 26: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

26

PGS 30 H3.4, Afleveren van brandstof

3.4.3: In mors-/lekbak gekomen brandstof, direct opruimen (voorkomen van brandgevaar).

3.4.4: Bij handpomp: na gebruik, slang leeg maken.

3.4.5: Vulpistool, na gebruik ‘op slot’.

3.4.6: Gemorst brandstof met behulp van absorptiemateriaal, z.s.m. verwijderen. Nabij afleverpunt moet voldoende absorptiemateriaal aanwezig zijn.

RARIM: 2.3: zorg voor goede procedures morsen en opruimen!!!!

AR art 3.21a

AR art 4.92

PGS 30 H3.4, Afleveren van brandstof

3.4.7: Indien vloeistofdichte verharding buiten, dan ook OBAS.

3.4.8: Elektrische afleverpomp moet zijn voorzien van aan-/uit schakelaar.

3.4.9: Kleinschalige aflevering, minimaal boven vloeistofkerende vloer.

Kleinschalig = eigen bedrijfsmatig gebruik,

(niet-wegverkeer,) jaaromzet < 25.000 liter.

Grootschalig = al het andere. (Let op, tekst bij 3.4 is niet gelijk aan tekst bij Bijlage A, definities. > RARIM maakt vanaf december 2013 geen onderscheid tussen wegverkeer en niet-wegverkeer.)

AR art 3.21a

AR art 4.92

Page 27: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

27

PGS 30 H3.5/3.6 3.5 Reinigen van de tank

3.5.1: inwendige inspectie conform BRL-K905

3.6 Buiten gebruik stellen van tanks

3.6.1: Definitief verwijderen en buitengebruik - Vervangen of buiten gebruikstellen volgens BRL-K902 of K904. Saneringscertificaat moet worden

afgegeven.

3.6.2: Vervangen tank tot 15 m3

- Tank voor transport leegmaken (reinigen hoeft nog niet). Transport van leeg ongereinigde tank naar innamepunt (transport vlg. ADR)

- Nadien moet BRL-K902 of -904 saneringscertificaat worden afgegeven.

3.6.3: Afvoer door eigenaar? - Eigenaar moet dit aantoonbaar in overleg met bevoegd gezag doen.

Toelichting: denk hierbij aan: schoongemaakt door erkend bedrijf en daarna onklaar gemaakt voor opslag gevaarlijke stoffen.

3.6.4: Vervangen tank vanaf 15 m3

- Op locatie reinigen door BRL-K905 bedrijf.

- Mag alleen gereinigd vervoerd worden.

- Als definitief buiten gebruik: saneringscertificaat (BRL-K902 of -905)

3.6.5: Verschroting - Voor verschroting, moet tank gereinigd zijn (BRL-K902 of -905). Installateur moet bewijs van verschroting

in dossier hebben.

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

PGS 28 H4. Inspectie, onderhoud, registratie en documentatie

4.1 Inleiding

- Voorschriften inspectie voor ingebruikname

- Periodieke inspecties en documentatie

- Regels die een onafhankelijk inspectie-instelling moet hanteren (KC-106) om conditie bij (her)keuring te bepalen.

4.2 Ondergrondse installaties

4.2.1: installatie en reparatiewerkzaamheden altijd met installatiecertificaat (m.u.v. enkele genoemde kleine reparaties) Toel.: Oorspronkelijk keuringstermijnen blijven gelden / bewaarplicht

AS 6800

Page 28: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

28

PGS 28 H4. Inspectie, onderhoud, registratie, documentatie

4.2 Ondergrondse installaties

4.2.2: Indien KB bij ingebruikname, nog niet betrouwbaar kan worden doorgemeten, volstaat verklaring van deugdelijke aanleg door de installateur. Dit is aangegeven op het installatie certificaat.

Herkeuring

4.2.3: Herkeuring stalen tank, leidingen en appendages elke 15 jaar door Besluit bodemkwaliteit erkend bedrijf met KC-106.

4.2.4: Herkeuring gecoate stalen tank is 20 jaar (BRL-K779 en BRL-K790).

Geen inwendige inspectie bij dubbelwandige tank (vlg.BRL-K910) en jaarlijkse controle overeenkomstig BRL-K903.

4.2.5: Kunststof tanks, elke 15 jaar door Besluit bodemkwaliteit erkend bedrijf met KC-105 en KC-106). (Zie ook RARIM 3.35-2)

AS 6811

AS 6800

TERMIJNEN STAAN GENOEMD IN HET RARIM > 3.35-1, tabel 3.35

PGS 28 H4. Inspectie, onderhoud, registratie en documentatie

Herkeuringstermijnen (schema)

TERMIJNEN STAAN GENOEMD IN HET RARIM >

3.35-1, tabel 3.35

Page 29: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

29

PGS 28 H4. Inspectie, onderhoud, registratie en documentatie

Inwendige inspectie tanks

4.2.6: Stalen tanks met afgewerkte olie, water- of slurry-houdende olieproducten elke 5 jaar.

4.2.7: Vooraf inwendige inspectie, dient tank gereinigd te worden door gecertificeerd bedrijf (BRL-K905 Tankreiniging)

4.2.8: Indien geen inwendige inspectie mogelijk, doordat tank niet betreden kan worden, wordt de tank afgekeurd.

PGS 28 H4.3: Vloeistofdichte vloer/verharding

Bedrijfsinterne controle (BIC): 4.3.1.: Jaarlijks aantoonbaar volgens CUR 44 bijlage D (AS 6700, bijlage 6) 4.3.2.: Indien afwijkingen > herstelmaatregelen

Herkeuring: 4.3.3.: Uiterlijk 6 jaar naaroplevering keuring volgens CUR 44/ AS 6700. Goedkeuringsrapport/Verklaring Vloeistofdichte Voorziening moet zijn afgegeven.

Verklaring vervalt indien BIC niet

regelmatig wordt uitgevoerd

AR art 2.1

Page 30: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

30

PGS 29 H4.4: OBAS, Kolken en putten

4.4.1: Inspectie zand/slibvanger en olie/benzne-afscheiders Door wie? Controle door deskundig persoon. Hoe? NEN-EN 858-2 en verwijderde materialen goed afvoeren Wanneer? 1 x ½ jaar Nadien weer vullen met water.

Controle mag door expoloitant. Vraag installateur om instructie/aanwijzing hoe dit te doen.

Riolering is onder certificaat aangelegd. Inspectie is niet wettelijk geregeld. Zorg ervoor dat putten en roosters goed schoon gehouden worden (GOOD HOUSEKEEPING)

PGS 28 H4.5: Overige controles (1) 4.5.1: Dampretour Stage 2 Door wie? Onafhandelijke inspectie instelling Hoe? Test procedure DRS benzinepompen voor Nederland INMi) Wanneer? - voor ingebruikname - 1 x per 3 jaar

4.5.2: Bodemweerstand bij tanks/leidingen/OBAS van staal Door wie? BRL-K903 installateur met deelgebied 1 Hoe? Specifieke bodemweerstandmeting Wanneer niet? Bodemweerstand < 100 ohm-m: (dan is namelijk KB verplicht.) Wanneer? - iedere 10, 15 of 20 jaar*. * termijn gelijk aan herkeuringstermijn tank

4.5.3: Stroomopdrukproef (indien geen KB) Door wie? Erkende instelling (besluit bodemkwaliteit) Hoe? KC-103 Wanneer niet? Bodemweerstand 100 ohm-m > Wanneer: 1 x per jaar

4.5.4: Inspectie KB Door wie? Erkende instelling (besluit bodemkwaliteit) Hoe? AP08 (AS 6801) Wanneer: 1 x per jaar (indien uitwendige bekleding beschadigd en niet gerepareerd kan worden, bescherming met KB indien isolatieweerstand (vlg KC-103) 25 kOhm/m2>.)

4.5.5: Inspectie Lekdetectiesysteem Door wie? Gertificeerd bedrijf BRL-K903 Hoe? BRL-K903 deelgebied 4 Wanneer: 1 x per jaar

Vanaf 2012 nieuwe eisen. Zie artikel in NOVE Nieuwsbrief en presentatie MOKOBOUW.

Het aanbrengen van KB is veelal goedkoper in vergelijk met de jaarlijkse kosten van de stroomopdrukproef.

AR art 3.34 en 3.36

Page 31: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

31

PGS 28 H4.5: Overige controles (2) 4.5.9: Tempertuursgevoelig element Door wie? Opgeleid persoon / installateur Hoe? Controle goede werking Wanneer? - 1 x per 2 jaar

4.5.6: Controle water/bezinksel Door wie? Onafhankelijke inspectie instelling (besluit bodemkwaliteit) Hoe? KC-102 (AS 6802) Wanneer: 1 x per jaar (inwendig ongecoate stalen tank) Wanneer: 1 x per 3 jaar (inwendig gecoate stalen tank, BRL-K779) Indien inwendige inspectie noodzakelijk (vlg.KC-102) Door wie? Onafhankelijke inspectie instelling (besluit bodemkwaliteit) Hoe? KC-105 (4.5.6 geldt niet voor afgewerkte olietanks omdat deze jaarlijks geheel geleegd moeten worden.)

4.5.7: Aarding vulpunten/dampretourpunten Door wie? Geaccrediteerd bedrijf Hoe? AS 6803 (concept) Wanneer? - 1 x per jaar

4.5.8: Blustoestellen (buiten) Door wie? Opgeleid persoon Hoe? NEN 2559 Wanneer? -1 x per 2 jaar Blustoestellen binnen: zie gebruiksbesluit

Good housekeeping en productkwaliteit gaan hand in hand!

PGS 28 H4.5: Overige controles (3)

4.5.10: Grondwaterbewaking Door wie? De analyse door erkend laboratorium (besluit bodemkwaliteit) Hoe? NEN-ISO 9377(min.olie) & 15680 (BTEX) & 22155 (MTBE/ETBE) Wanneer? - 1 x per jaar (of vaker indien aanleiding)

4.5.11: Benzineopslag > Bewakingsverplichting MTBE/ETBE, Te hoge waarden melden: Door wie? Vergunninghouder inrichting) Aan wie? Bevoegd Gezag volgens Wet Bodembescherming (Art.27) > PROVINCIE Wanneer? -In grondwaterbeschermingsgebied: MTBE/ETBE waarde 1 ug/l> -Buiten grondwaterbeschermingsgebied: MTBE/ETBE waarde 15 ug/l>

4.5.12: Grondwaterbewaking / Foliebaksysteem Waar? - Rondom, grondwaterstroom afwaarts een peilbuis - In Foliebak: op hoogte drijflaag. Hoe? Zie 4.5.10 en geplaatst volgens NEN 5740 Wanneer? - 1 x per jaar (of vaker indien aanleiding)

Peilbuizen:, zie RARIM, artikel 2.2: Lid 2: Een peilbuis per (max 3) tank(s). N.v.t. indien BRL-K910 dubbelwandige tanks met jaarlijkse controle volgens BRL-K903. Lid 7: Geen peilbuizen indien grondwater dieper dan 5 meter zit, echter in grondwaterbeschermingsgebied dan dubbelwandige tank (BRL-K910 + jaarlijkse controle BRL-K903) verplicht.

AR art 2.2

Page 32: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

32

PGS 28 H4.6 Registratie en documentatie

Installatieboek (logboek)

4.6.1: Van alle keuring, inspecties en controles die van toepassing zijn, moet een afschrift worden opgenomen in het installatieboek (logboek)

AR art 2.6

PGS 28 INHOUD INSTALLATIEBOEK (1) Installatie:

• Installatiecertificaat (aanleg) (2.3.1)

• Tankcertificaten

• Installatiecertificaten aanpassingen/herstelwerkzaamheden (2.3.2)

• Certificaat lekdetectiesysteem (2.2.5)

• Certificaat applicatie inwendige bekleding/coating

• Certificaat vloeistofdichte vloer (BRL-2319 of BRL-2363) (2.4.2) of introductie-keuringsrapport (2.4.4) of aanlegcertificaat foliebaksysteem (2.4.6)

• Opleveringscontrole Stage II

• Bodemonderzoeksrapport nul-situatie (NEN 5740)

• (Bijgewerkte) Tekening met alle leidingen/tanks/appendages (met datum)

• Product informatiebladen opgeslagen producten • Optioneel: art. 2.5.1 / 2.6.1-2-3 / 2.7.1-2 / 4.2.2 / 4.2.4

Indien coating aangebracht voordat de regelingen waren vastgesteld, wordt de gelijkheid vastgesteld bij de eerste inwendige tank keuring.

Indien hier certificaten van zijn, bewaar deze dan ook in het intallatieboek

Page 33: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

33

PGS 28 INHOUD INSTALLATIEBOEK (2) Controles:

Maandelijks:

• Test elektr.lekdetectie (2.2.7)

• Goede staat van onderhoud (3.2.1)

½ jaarlijks

• Inspectie OBAS (4.4.1)

Jaarlijks:

• BIC vloeistofdichte vloer (4.3.1)

• (bodemweerstandmeting) (4.5.2)

• KB (4.5.4)

• Lekdetectie (4.5.5)

• Water bezinksel-controle (4.5.6)

• Overgangsweerstand vulpuntaardingen (4.5.7)

• Grondwatermonitoring (4.5.10/11)

• Stroomopdrukproef (4.5.3)

2 jaarlijks

• Brandblussers (buiten) (4.5.8)

• Temperatuursgevoeligelement (4.5.9)

3 jaarlijks:

• Controle productcertificaat Stage II (4.5.1)

6 jaarlijks:

• Inspectierapport/VVV-verklaring vloeistofdichte vloer (CUR 44/AS-6700) (4.3.3)

Indien uitgevoerd:

• Rapporten herkeuring(en)

• Reparaties (2.3.2)

• Dichtheidsbeproevingen

Tevens:

• Bewijsstuk Financiële zekerheid

Vanaf 2012 nieuwe eisen. Zie artikel in NOVE Nieuwsbrief en presentatie MOKOBOUW.

PGS 28 INHOUD INSTALLATIEBOEK (3)

4.6.2: Installatieboek (bijgewerkt) moet ten allen tijde beschikbaar zijn voor bevoegd gezag. (Bij onbemand station, in overleg met bevoegd gezag bepalen waar het installatieboek wordt bewaard.)

4.6.3: Gedurende levensduur installatie moeten installatiecertificaten bewaard blijven.

Page 34: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

34

PGS 30 H4. Inspectie, onderhoud, registratie en documentatie

4.1: Inleiding

- Voorschriften inspectie voor ingebruikname

- Periodieke inspecties en documentatie

t.a.v. installatie, vloer, riolering, obas, kolken

- (Her)keuring volgens BRL-K903

4.2: Bovengrondse installaties

4.2.1: Installatie en reparatiewerkzaamheden altijd met installatiecertificaat (m.u.v. enkele genoemde kleine reparaties)

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

PGS 30 H4. Inspectie, onderhoud, registratie en documentatie

Intrede-/herkeuring tankinstallatie

4.2.2: Intrede/herkeuring door BRL-K903 gecertificeerd installateur.

4.2.3: Herkeuring volgens BRK-K903.

4.2.4: Voor intrede/herkeuring: melden bevoegd gezag (2 dagen).

4.2.5: Installatiecertificaat afgeven na keuring.

Herkeuringstermijnen

Zie tabel:

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 35: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

35

PGS 30: 4. Inspectie, onderhoud, registratie en documentatie

Herkeuringstermijnen (schema)

TERMIJNEN STAAN GENOEMD IN HET RARIM

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

PGS 30 H4. Inspectie, onderhoud, registratie en documentatie

Onderhoud aan de tankinstallatie

4.2.6: Indien een tank in slechte staat is, moet - Drijver melden aan bevoegd gezag (direct)

- Vloeistof uit de tank worden gehaald (< 2 maanden)

- Tank verwijderd/buiten gebruik zijn genomen of hersteld zijn door BRL-K903 installateur + installatiecertificaat (< 4 maanden)

4.2.7: Beschadigingen installatie (tank, bak, leidingen, fundering) direct repareren.

4.2.8: Herstel door BRL-K903 installateur (niet voor kleine reparaties)

(zie vs 4.2.1)

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 36: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

36

PGS 30 H4. Inspectie, onderhoud, registratie en documentatie

Controle aanwezigheid van water

4.2.9: Stalen tanks moeten 1 x per jaar op de aanwezigheid van water gecontroleerd worden.

- Hoe: Methode zoals omschreven in KC 102 > waterzoekpasta

- Wie: Getraind persoon, zoals brandstofleverancier

- Rapporteren: In logboek

- (N.v.t. producten waarbij geen vrijwater/slib kan worden geconstateerd.)

DOEL: aantasting tankwand maar ook brandstofkwaliteit!

4.2.10: Tanks voor afgewerkte olie moeten jaarlijks geleegd worden geleegd. Jaarlijkse controle op water is hierdoor niet nodig.

AS 6802

(AR art 3.71d)

AR art 4.9a

AR art 4.15

Controle aanwezigheid water (4.2.9): oGeen water oVrij water geconstateerd oAnders, namelijk ….

Overige oOpvangbak is vuil/niet leeg/bevat water (3.2.2./3.4.3) oLekdetectiepotniveau (4.2.14) oTankwagenchauffeur kan niet veilig peilen (4.2.11) oAbsorptiemiddelen niet in orde (3.4.6) oAnders, namelijk …

Page 37: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

37

PGS 30 H4. Inspectie, onderhoud, registratie en documentatie

Bereikbaarheid van de tank

4.2.11: Tank moet aan alle zijden doelmatig bereikbaar zijn voor:

-Onderhoud

-Inspectie

-Niveau peiling

Aangezien de afstand van een tank tot een tank of anderee objecten/voorzieningen (aan de langszijde) minimaal 25 cm bedraagt, kan dit inhouden dat de tank bij herkeruing/onderhoud moet worden verplaatst en/of uit de elkbak moet worden getild om inspectie mogelijk te maken.

De tankwagenchauffeur kan hier NIET veilig en betrouwbaar peilen!

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

PGS 30 H4. Inspectie, onderhoud, registratie en documentatie

4.2.12: Kathodische bescherming: Door wie? Geaccrediteerde en erkende inspectieinstelling Hoe? Conform AP08 Wanneer? 1 x per jaar

4.2.14: Lekdetectiepotsysteem: Door wie? Eigenaar/gebruiker installatie Hoe? Visueel bekijken vloeistof niveau in lekdetectiepot Wanneer? 1 x per maand Problemen: repareren (binnen 1 maand) Afschrift controle: in installatieboek (1 x per jaar)

4.2.13: Lekdetectiesysteem geinstalleerd volgens BRL-K903: Door wie? Gecertificeerd bedrijf BRL-K903, deelgebied 4 Hoe? Voorschriften fabrikant Wanneer? 1 x per jaar Problemen: repareren (binnen 1 maand) Afschrift controle: in installatieboek

4.2.15: Lek? Binnen 1 maand buiten gebruik, afvoeren of repareren. Daarna weer beproeven volgens BRL-K903. Daarna weer in gebruik nemen.

Bij elke vertanking / vullen van de tank, even kijken naar peil glas. Minimaal 1 x per jaar vastleggen in het logboek.

(AR art 3.71d)

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 38: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

38

PGS 30 Checklist voor bevoegd gezag?

• Eerste reële indruk? (schoon & droog / vet & vuil)

• Is er een installatiecertificaat? (Check vooraf op het KIWA-portaal) Is het certificaat nog geldig? Of is er (nadien) nog geknutseld aan de installatie?

• Kan er veilig gepeild en gevuld worden? (bereikbaarheid / schoon)

• Is de opvangbak leeg?

• Is de lekdetectiepot op niveau?

• Is er een logboek? Is het op orde?

• Is de water controle uitgevoerd?

• Is er absorptiemateriaal en brandblusser aanwezig?

Bij een probleem/calimiteit is snel handelen in de eerste minuten heel belangrijk. Dit voorkomt veel vervolgschade!

PGS 30 H4.3 Vloeistofkerende voorziening

4.3.1: Schone vloer en controleren op beschadigingen

4.3.2: Calamiteiten melden bij bevoegd gezag. Gemorste stoffen onmiddelijk opruimen en vloer controleren.

Calimiteit = -Grote hoeveelheid, waarop voorziening niet is berekend -Andere stoffen, dan waarvoor vloer is ontworpen -Brand

Page 39: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

39

PGS 30 H4.4: OBAS, Kolken en putten indien vloeistofdichte vloer verplicht, zie PGS 28

4.4.1: Inspectie zand/slibvanger en olie/benzne-afscheiders Door wie? Controle door deskundig persoon. Hoe? NEN-EN 858-2 en verwijderde materialen goed afvoeren Wanneer? 1 x ½ jaar Nadien weer vullen met water.

Controle mag door expoloitant. Vraag installateur om instructie/aanwijzing hoe dit te doen.

Verklaring vervalt indien BIC niet

regelmatig wordt uitgevoerd

Bedrijfsinterne controle (BIC): 4.3.1.: Jaarlijks aantoonbaar volgens CUR 44 bijlage D (AS 6700, bijlage 6) 4.3.2.: Indien afwijingen > herstelmaatregelen

Herkeuring: 4.3.3.: Uiterlijk 6 jaar naaroplevering keuring volgens CUR 44/ AS 6700. Goedkeuringsrapport/Verklaring Vloeistofdichte Voorziening moet zijn afgegeven.

PGS 30 H4.4: Vloeistofdichte vloer/verharding

Indien vloeistofdichte vloer verplicht: Zie PGS 28

Page 40: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

40

PGS 30 H4.5 Registratie en documentatie

Installatieboek (logboek)

4.5.1: Van alle keuringen, inspecties en controles die van toepassing zijn, moet een afschrift worden opgenomen in het installatieboek (logboek)

AR art 2.6

PGS 30 INHOUD INSTALLATIEBOEK (1) Installatie:

• Installatiecertificaat (aanleg) (2.3.1)

• Tankcertificaat (n.v.t.? Is onderdeel van installatiecertificaat)

• Installatiecertificaten aanpassingen/herstelwerkzaamheden (2.3.2/4.2.8)

• Jaarlijkse controle lekdetectie(pot)systeem (4.2.13/14)

• Certificaat lekdetectiesysteem (BRL-K910)

• Eventueel aanvullende certificaten

• Bij grootschaligheid: Certificaat vloeistofdichte vloer (BRL-2319 of BRL-2363) (4.4) of introductie-keuringsrapport (4.4) en BIC

• Bij kleinschaligheid: BIC (4.3.1)

• KB rapport (4.2.12)

• Bodemonderzoeksrapport nul-situatie (NEN 5740)

• Controlerapport potentiaal vereffing (bij PGS-klasse 2) (2.7.2)

Page 41: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

41

PGS 30 INHOUD INSTALLATIEBOEK (2) Installatie:

• Product informatiebladen opgeslagen producten

• Bij grootschaligheid: certificaat OBAS (4.4)

• Jaarlijkse controle op water (4.2.9)

• Controle blustoestel

• Certificaat van buitengebruikstelling (saneringscertificaat)

4.6.2: Installatieboek (bijgewerkt) en alle bijbehorende bescheiden moeten op verzoek van het bevoegd gezag worden getoond.

PGS 30 INHOUD INSTALLATIEBOEK (3) Controles:

Maandelijks (hoeft niet te worden geregistreerd):

• Lekdetectiepot (4.2.14)

• Goede staat van onderhoud (3.2.1)

2 maandelijks:

• Visuele controle mobiele tank (D.6.2)

½ jaarlijks

• Inspectie OBAS (4.4)

Jaarlijks:

• BIC vloeistofdichte vloer (4.4)

• Lekdetectiepot (4.2.14)

• KB (4.2.12)

• Lekdetectie (4.2.13)

• Water bezinksel-controle (4.2.9)

2 jaarlijks

• Brandblussers (buiten)

2 ½ jaarlijks

• Visuele controle mobiele tank BRL-K580/-K744 (D.6.1)

6 jaarlijks:

• Inspectierapport/VVV-verklaring vloeistofdichte vloer (CUR 44/AS-6700) (4.3.3) (Bij grootgebruik)

Indien uitgevoerd:

• Rapporten herkeuring(en)

• Reparaties (2.3.2)

• Dichtheidsbeproevingen

Page 42: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

42

PGS 28 H5. Veiligheidsmaatregelen

5.2.1: Inrichting moet :

-Goed overzichtelijk zijn voor bedienend personeel,

-Goed en veilig aan- en af te rijden zijn,

-Goede maatregelen genomen hebben t.a.v. veiligheid en milieubescherming,

-Goed en veilig brandstof kunnen laten lossen door de tankwagen,

-Goed te bedienen en te onderhouden zijn,

-Goed toegankelijk zijn bij bestrijding van brand en

-Goede ontvluchtingsmogelijkheden hebben bij incidenten

AR art 3.38

PGS 28 H5. Veiligheidsmaatregelen

5.3 Interne veiligheidsafstanden:

Geen bescherming:

- Ondergrondse tanks en leidingen hebben geen invloed op brand

- Bovengrondse installatieonderdelen (vulpunt, pompzuil, ont- en be-luchting) bevatten zo weinig brandstof, dat ze nauwelijks invloed hebben op een brand

- Shop, bedrijfswoning, tankende voertuigen zijn geen objecten die beschermd moeten worden bij brand

Wel te beschermen: Tankwagen en opslag van gevaarlijke stoffen:

- Tankwagen is verantwoordelijkheid van tankwagenchauffeur

- Opslag van gevaarlijke stoffen in emballage is geregeld in PGS-15.

Page 43: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

43

PGS 28 H5. Veiligheidsmaatregelen

5.4 Externe veiligheidsafstanden, normaal: zie activiteitenbesluit. Afstanden < 20 m t.a.v. risicogebieden: vergunningsplichtig.

5.5 Elektrische installatie en explosieveiligheid 5.5.1: Elektrische schakelaar per aflevertoestel

5.5.2: Installatie moet voldoen aan NEN 1010, 3140 en 60079-14

5.5.3: Geen contactdozen aan de afleverzuil

5.5.4: Elektrische isolatie moet tegen olieproducten kunnen

5.5.5: Elektronische apparatuur in ATEX zones, moeten volgens ATEX-regels zijn uitgevoerd/voorzien zijn van certificaten (Zie BRL-K903)

5.5.6: ATEX gezoneerd gebeid moet goed zichtbaar zijn middels EX stickers en Niet roken pictorgram/tekst

Explosie Veiligheids Document (EVD) en ATEX zoneringen. Zie ook BRL-K903, bijlage VI.

AR art 3.21

AR art 4.86

AR art 4.86a

AR art 4.91

PGS 28 H5. Veiligheidsmaatregelen

5.6 Brand gevaar en brandbestrijding 5.6.1: Geen roken, vuur etc. en warm-werk tijdens aan- en afvoeren product.

5.6.2: Brandblussers: 1 BC blusser van 6 kg per 3 opstelplaatsen. Indien afleverpunt is gesloten, mogen de blussers binnen worden opgeslagen.

5.6.3: Blussers onbelemmerd, klaar voor gebruik, binnen 20 m van opstelplaats.

5.7 Overige veiligheidsaspecten 5.7.1: Duidelijk opschrift/Pictogram: Motor uit en Roken en vuur verboden

5.7.2: Situering van aflevertoestel, vulpunten, ontluchtingsleidingen zo dat gevaar op aanrijding nihil is.

5.7.3: Indien 5.7.2 niet mogelijk, dan doelmatige aanrijdbeveiliging

5.7.4: Noodstop - Bemand station: 1 noodstop bij kassaplek

- (Gedeeltelijk) onbemand station: minimaal 1 buiten, goed en duidelijk zichtbaar.

-(Weer in bedrijf zetten: nadat drijver inrichting heeft vastgesteld dat het veilig kan!)

Bij LPG/CNG is aanrijdbeveiliging altijd verplicht (zie PGS 25-CNG 5.3.7 en PGS 16 -LPG: 4.6.2) Zie ook PGS 28: 2.3.13 als doelmatige aanrijdbeveiliging

Let op of type blusser geschikt is voor opgeslagen (bio-) brandstoffen, ethanol etc.

AR art 3.21

AR art 4.86

AR art 4.86a

AR art 4.91

Page 44: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

44

PGS 30 H5. Veiligheidsmaatregelen

Intern veiligheidsafstanden inzake brandveiligheid •5.2.1: Stalen tank rondom 25 cm als veiligheidsafstand, tevens

• Inpandig: rondom 50 cm en 3 m brandgevaarlijk werk of hete voorwerpen (> 150 grC)

• Uitpandig: 75 cm vanaf erfgrens

• Te kleine afstand voor onderhoud/herkeuring? Tank moet verplaatst kunnen worden.

•5.2.2: Kunststof tank rondom 25 cm als veiligheidsafstand, tevens

• Inpandig: rondom 50 cm en 3 m brandgevaarlijk werk of hete voorwerpen (> 150 grC)

• Uitpandig: 3 meter tot erfgrens, 5 meter tot gebouwonderdeel/bewaar-plaats brandgevaarlijke stoffen

•5.2.3: Kunststof tank, uitpandig < 5 meter tot gebouwonderdeel/ bewaarplaats brandgevaarlijke stoffen: brandwerende constructie (60 minuten brandwerendheid).

PGS 30 H5. Veiligheidsmaatregelen

5.3: Externe veiligheidsafstanden :

Externe veiligheidsafstanden zijn geen onderwerp van de PGS richtlijn. Indien van toepassing, gelden wel de externe veiligheidsafstanden uit het Activiteitenbesluit of de externe veiligheidsafstanden zoals opgenomen in de omgevingsvergunning.

Page 45: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

45

PGS 30 H5. Veiligheidsmaatregelen

5.4: Beveiliging tegen mechanische beschadiging:

-5.4.1: Indien er gevaar bestaat voor mechanische beschadiging van tank, leidingen en appendages: bescherm hiertegen!

Toelichitng: Maatregelen behoren in verhouding te staan tot de mogelijke calamiteiten.

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

PGS 30 H5. Veiligheidsmaatregelen

5.5: Brandveiligheid

-5.5.1: Tenminste 1 brandblusser van 6 kg (BC). Indien de blusser buiten hangt, moet de behuizing bestand zijn tegen weersinvloeden.

-5.5.2: Installatie in gebruik, dan moet de brandblusser onbelemmerd, voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn. Binnen 10 meter van de tank.

-5.5.3: Op aflevertoestel: Tekst of pictogram: Roken en open vuur verboden.

-5.5.4: WBDBO brandcompartiment / besloten ruimte / veiligheidstrappenhuis: minimaal 60 minuten. Ook voorzieningen tegen uitstromende vloeistof. (Lees lange toelichting.)

Toelichting: In gebruik = moment van verlading.

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

Page 46: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

46

PGS 30 H5. Veiligheidsmaatregelen

5.6: Inpandige opslag

-5.6.1: Duidelijke tekst/pictogram: Roken en open vuur verboden.

-5.6.2: PGS-klasse 3 of 4: maximum inhoud: 15 m3. In werkruimte/onder (dienst)woning: 3 m3.

-5.6.3: Vloeroppervlakte inpandige lekbak: maximaal 300 m2.

-5.6.4: Is brandwerkendheid verplicht? Denk dan ook aan ventilatieopeningen, deuren, ramen etc.

-5.6.5: Vluchtwegen/nooduitgangen.

-5.6.6: In betreedbare opslagruimte: Adequate noodverlichting.

Toelichting: Bij kleine overzichtelijke ruimten kan hiervan worden afgeweken.

AR art 3.71d

AR art 4.9a

AR art 4.15

PGS 28 H6. Incidenten en calamiteiten (1)

6.1 Inleiding > voorschriften met maatregelen om incidenten en calamiteiten te beperken.

6.2 Noodplan en hulpverlening

-6.2.1: Aan de hand van opslagcapaciteit, aard producten en aard van de inrichting moet i.o.m. autoriteiten een doelmatig noodplan zijn opgesteld. (Lekkage, brand en zo nodig hulp aan klanten en omwonenden.

-6.2.2: Personeel moet op de hoogte zijn van noodplan en vertrouwd zijn met de hulpmiddelen.

-6.2.3: Noodplan moet direct beschikbaar zijn: - Onbelemmerd toegankelijk

- Eventueel duidelijk zichtbaar opgehangen.

Toel.: Een goed noodplan is eenvoudig en behoeft geen periodieke oefening. (Op het NOVE-ledennet vindt u een standaard NOODPLAN)

BHV plan moet bepalen of BHV organisatie nodig is. Omdat een onbemand station geen BHV-er heeft, wordt hier ‘soepel’ mee omgegaan. Let wel een groot station, met shop en eet-corner is niet vergelijkbaar met een onbemand station.

AR art 3.38

Page 47: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

47

PGS 28 H6. Incidenten en calamiteiten (2)

6.2.4: Morsing en onderhoud vloeistofdichte voorziening: Bij calamiteit gemorste stoffen direct opruimen en verharding (inclusief voegmateriaal) reinigen en controleren.

Toelichting: Calamiteiten zijn o.a.

- Meer dan ‘standaard’ ongelukje waarbij gemorst wordt.

- Andere stoffen gemorst dan waarvoor voorziening gemaakt is.

- Brand

6.2.5: (Vermoeden van) lekkage of bodemverontreiniging: Meteen onderzoeken (o.a. door grondwatermonitoring > 4.5.10

PGS 28 H6. Incidenten en calamiteiten (3)

Bij vaststellen lekkage: 6.2.6: Bij geconstateerde lekkage:

-Direct melden bevoegd gezag (bg)

-Lek gedeelte leegmaken en voorkomen dat gevuld kan worden

-Binnen 8 weken verwijderd of hersteld door gecertificeerd installateur

6.2.7: Bij geconstateerde bodemverontreiniging:

-Direct melden bevoegd gezag (bg)

-Aanwijzingen bg opvolgen

-In overleg met bg afvoeren

-Tanks en leidingen controleren en beschadigingen repareren

-Indien voor reparatie grondwerk nodig is, nadien vullen met schone grond

6.2.8: Indien nodig, OBAS legen. Vuil goed afvoeren en daarna vullen met water

AR art 3.38

Page 48: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

48

PGS 30 H6. Incidenten en calamiteiten (1) 6.1: Inleiding >

Incident = Bijvoorbeeld morsing bij het vullen

Calamiteit = Bijvoorbeeld brand of morsing in de bodem

- 6.1.1: Calamiteit is meldingsplichting in het kader van de Wet milieubeheer. Melden bij bevoegde gezag.

6.2: Instructies bij incidenten en calamiteiten

- Informatief 6.2.1: Morsing bij vullen.

- Informatief 6.2.2: Defecte installatie, lekkage binnen de bak/dubbele wand.

- Informatief 6.2.3: Defecte installatie, lekkage buiten de bak/dubbele wand.

6.2: Geen voorschriften, doch informatieve tekst

PGS 28 Bijlagen

A. Begrippen en definities - o.a. groot- en kleinschaligheid (t.a.v. vloeistofdichte vloer)

B. Normen en verwijzingen - NEN / NPR / BRL / KC / PGS

C. Voorbeeld Noodplan

D. Mobiele afleverinstallatie voor mengsmering

E. Vindplaats wet- en regelgeving

F. Vindplaats betrokken instanties

G. Voorbeeld installatiecertificaat

H. Samenstelling PGS team

Page 49: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

49

PGS 28 Bijlage C: Noodplan

• Sleuteladressen – Bedrijf/inrichting

– Directeur

– Bedrijfsleider

• Instructie in geval van brand en calamiteiten

• Beschrijving en plattegrond

AR art 3.38

PGS 28 Bijlage D: Mobiele afleverinstallaties voor mengsmering

• D.2.1: Max. 100 liter

• D.2.2: Installatie mag niet lekken

• D.2.3: Boven vloeistofdichte vloer (1 meter buiten projectie van installatie)

• D.2.4: Voldoende stevige ondergrond

• D.2.5: Vullen mag alleen buiten

• D.2.6: Afleveren mag alleen buiten, onder toezicht. Motor van voertuig moet uit zijn

• D.2.7: Vaste plaats in de inrichting

• D.2.8: Duidelijk bedieningsvoorschrift

• D.2.9: Gesloten > binnen of buiten, vloeistofdichte vloer die gehele inhoud kan opvangen, goed beschermd

AR art 3.22

AR art 3.92a

Page 50: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

50

PGS 30 Bijlagen

A. Begrippen en definities - o.a. groot- en kleinschaligheid (t.a.v. vloeistofdichte vloer)

B. Normen en verwijzingen - NEN / NPR / BRL / KC / PGS

C. Overzicht maatregelen voor veilige opstelling >>>

D. Tijdelijke, niet-stationaire opslag- en afleverinstallaties

E. Vindplaats wet- en regelgeving

F. Vindplaats betrokken instanties

G. Voorbeeld installatiecertificaat

H. Samenstelling PGS-team

AR art 4.92

2.6.2: Niet op verdieping. Oplossing: in overleg met de brandweer een aanvalsplan opstellen.

Page 51: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

51

PGS 30 Bijlage D: Tijdelijke, niet-stationaire opslag- en afleverinstallaties

D.1/2 Algemeen en Toepassingsgebied:

Vs.D.2.1: Aflevering 6 maanden >? Stationaire installatie

D.3 Koppeling van de niet-stationaire installatie:

Vs.D.3.1: Antihevel voorziening

Vs.D.3.2: Lekvrije koppelingen

Vs.D.3.3: Goede kwaliteit leiding/slang

Vs.D.3.4: Retourleidingen normaliter niet toegestaan

D.4 Constructie tank en toebehoren:

Vs.D.4.1: Tank volgens BRL-K744 of BRL-K580

Vs.D.4.2: Aflevering met hand- of elektrische pomp. Pistool mag geen vastzetmechanisme hebben.

Bij vervoer (ADR-eisen): Onder vrijstelling (<1000 punten): -Vervoersdocument -Brandblusser (2kg) -Bewustwordingstraining (ADR 1.3) Vrijstelling overschreden (1000> punten): -ADR vakbewaamheidscertificaat -Gevarenkaart (1000 punten = 1000 liter diesel/PGS-klasse 3)

AR art 4.92

Page 52: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

52

PGS 30 Bijlage D: Tijdelijke, niet-stationaire opslag- en afleverinstallaties

D.5 Gebruik:

Vs.D.5.1: Voorkom bodemverontreiniging bij afleveren. (niet onder kraan/niet in nabijheid gevaarlijke stoffen/brandgevaarlijke werkzaamheden/aanrijdgevaar)

Vs.D.5.2: Afleveren moet d.m.v. pomp (al dan niet behorende bij de installatie). Niet via vrije val of hevelen.

D.6 (Her)keuring en onderhoud:

Vs.D.6.1: Visuele controle, iedere 2½ jaar door bevoegde instantie (volgens BRL-K744)

Vs.D.6.2: Na verplaatsen en minimaal iedere 2 maanden visuele inspectie door gebruiker. Kleine reparatie mogen zelf gedaan worden.

Vs.D.6.3: Grote reparaties overeenkomstig BRL-K744 of –K580. Nadien keuring door bevoegde instantie en keuringsdatum aangeven op stempelplaat.

Vs.D.6.4: Keuringsbewijs moet door bevoegde instantie zijn afgegeven en in installatieboek (logboek) zitten.

AR art 3.71e

AR art 4.17

AR art 4.92

PGS 30 Bijlage D: Tijdelijke, niet-stationaire opslag- en afleverinstallaties

D.7 Brandveiligheid:

Vs.D.7.1: Brandblusser (6 kg) eventueel in behuizing die bestand is tegen weersinvloeden

Vs.D7.2: Brandblusser moet tijdens vertankingen in de directe nabijheid onbelemmerd toegankelijk zijn.

Vs.D7.3: Aangegeven zijn dat vuur en roken (of pictogram) verboden is.

D.8 Registratie en documentatie:

Vs.D.8.1: Afschrift/registratie van keuringen, controles, reparaties in installatieboek/logboek dat bij eigenaar of gebruiker aanwezig moet zijn.

AR art 4.92

Page 53: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

53

Goed overleg en geen conflicten a.u.b.

• http://www.nu.nl/algemeen/3628222/pvda-wil-gevolgen-bezuiniging-rechtsbijstand-verzachten.html

Installatiecertificaat BRL-K903

Page 54: Presentatie PGS 28 en 30

13-12-2013

54

Reacties, opmerkingen?

Stuur opmerking en aanvullingen om dit document leesbaar, begrijpelijk en als waardevol hulpmiddel te houden om het doel van de wetgeving te bereiken, aan:

NOVE secretariaat

[email protected]

Disclaimer

De content is door NOVE met de grootst mogelijke zorg samengesteld, doch, NOVE aanvaardt geen aansprakelijkheid ten aanzien van mogelijke onjuistheden van het getoonde.

Toestemming tot het gebruik van de getoonde content of delen daarvan op publiekelijk toegankelijke plaatsen dient schriftelijk of per e-mail aan ons te worden verzocht en mag pas gebruikt worden na expliciete toestemming.

www.nove.nl

[email protected]