Presentatie archeologische zones_gemeenten_05062015

45
Inventaris Archeologische Zones Historische stadskernen Toelichting gemeentebesturen 5 juni 2015 1

Transcript of Presentatie archeologische zones_gemeenten_05062015

Inventaris Archeologische ZonesHistorische stadskernen

Toelichting gemeentebesturen5 juni 2015

1

2

Inleiding Kader: Onroerenderfgoeddecreet van 12 juni 2013 en Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014• Vervangt het Monumentendecreet van 1976, het Archeologiedecreet van 

1993 en het Landschapsdecreet van 1996• Nieuwe/ gewijzigde instrumenten:

• Vastgestelde inventarissen:• De minister kan 5 inventarissen vaststellen => rechtsgevolgen 

koppelen• Archeologietraject wijzigt sterk

• Vooraf aan de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning

=> 1ste vaststelling inventaris archeologische zones: historische stadskernRol van de gemeente:• Partner in de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet

• Bij de vaststelling van de inventarissen• Sensibiliserend + op het vlak van communicatie

• Als vergunningverlener

InventarisArcheologische Zones:

Historische stadskernen

De erfgoedwaarden

3

4

Betekenis van archeologisch onderzoek in stedelijke kernen - Vlaanderen neemt een unieke positie in als oudste middeleeuwse verstedelijkte regio in Europa (10de-11de eeuw).

Uit: RUTTE R. & VANNIEUWENHUYZE B. 2014: : Stadswording in de Lage Landen van de tiende tot de vijftiende eeuw , Bulletin KNOB 113/3, 113-131,

5

Betekenis van archeologisch onderzoek in stedelijke kernen - Vlaanderen neemt een unieke positie in als oudste middeleeuwse verstedelijkte regio in Europa (10de-11de eeuw). 

- Door zijn zeer gunstige geografische ligging:  aan de Noordzee, met zeer vruchtbare landbouw- en veeteeltgebieden, door talrijke rivieren doorsneden.

- Door zijn voordelig politiek klimaat met machtige heren zoals de graven van Vlaanderen en de Brabantse hertogen

- Tussen de 10de en de 13de eeuw ontwikkelde zich een heel netwerk van steden. 

- Grote economische bloei vanuit de stedelijke dynamiek zorgde voor grote welvaart en een nieuw samenlevingsvorm. 

6

Een van de vroegste en vooral de meest spectaculaire ontwikkeling gebeurde in de stad Gent, die op heel korte tijd uitgroeide tot de grootste stad benoorden de Alpen, na Parijs.

Joris Hoefnagel, Antverpia, 1574, verscheen in Civitates Orbis Terrarum, uitgegeven door Braun en Hogenberg in de periode 1572-1616.

7

In de 16de eeuw was Antwerpen gedurende enkele decennia het economisch en cultureel centrum van Europa, en met meer dan 100.000 inwoners kortstondig zelfs de grootste stad,

8

Betekenis van archeologisch onderzoek in stedelijke kernen - Stedelijke historische kernen zijn reusachtige reservaten van waardevol ondergronds erfgoed

- Bestaan uit soms metersdikke opeenstapeling van sporen en resten van menselijke activiteiten gedurende vele honderden, vaak meer dan duizend jaren op dezelfde locatie.

- Deze opeenstapeling van archeologische resten is een uiterst waardevolle en voor elke stad unieke bron van informatie die de volledige geschiedenis van een plaats herbergt, gaande van het prestedelijke landschap en de eerste nederzetting tot de periode van het ontstaan van de stad en zijn latere geschiedenis. 

Plan van Oudenaarde, Jacob Van Deventer, ca. 1560

9

Betekenis van archeologisch onderzoek in stedelijke kernen - Geschreven bronnen zijn zowel chronologisch als  inhoudelijk beperkt. Voor de meeste steden zijn pas vanaf de 14de eeuw rijkere archiefbronnen beschikbaar. 

- Cartografische informatie start pas vanaf de 16de eeuw, met de stadsplannen van Van Deventer. Ze geven een beeld van de stad in die periode, toen het volledige proces van stadswording en stadsuitbreiding reeds volledig achter de rug was.

- Ook voor de postmiddeleeuwse periode (16de-19de eeuw) is de archeologische informatie uiterst waardevol, omdat ze informatie geeft over de materiële wereld die in de bronnen meestal maar sporadisch aan bod komt.

Stadskeure Aalst, 1174

10

Voornaamste bron voor de kennis van:

Het prestedelijke landschap

- In elke stad is nog info over het landschap uit de periode voor de stad aanwezig.

- Deze unieke informatie is bewaard gebleven onder dikke lagen van jongere woonresten, als een stolp waaronder de tijd bleef stilstaan,

-De aard en vorm van dat oorspronkelijk landschap onder de stad kan enkel via de archeologie achterhaald worden,

-Het betreft info over de oorspronkelijke topografie, het landgebruik, de natuurlijke rivier- en beekvalleien en hoe die in de loop der eeuwen door de mens zijn aangepast en gemodelleerd.

Aalst, prestedelijke grachten, midden 11de eeuw

Topografie van Aalst en omgeving 

Merovingische gebouwsporen uit de 5de-6de eeuw onder de 11de-eeuwsestadswal van Aalst 11

Voornaamste bron voor de kennis van: 

De prestedelijke nederzetting

-Over het ontstaan van de nederzettingen die later tot stad uitgroeien is in de geschreven bronnen geen informatie te vinden, uitgezonderd hier en daar een naamsvermelding. -Enkel archeologie kan achterhalen waaruit die prestedelijke kern bestond en hoe ze verder evolueerde. -Deze periode situeert zich meestal in de vroege middeleeuwen, maar gaat uitzonderlijk zelfs terug tot de Romeinse tijd (zoals Tongeren of Oudenburg).-Het gaat om het hoe en waarom van de (locatie van de) latere stad.

12

Voornaamste bron voor de kennis van: 

De periode van stadswording

- Ook voor deze periode is archeologie bijna de enige bron van informatie. 

- Alle gegevens over de aard en de vorm van een nederzetting komt uit het archeologisch onderzoek.

- De huidige stadsvorm vindt zijn oorsprong in deze periode, waarvan vaak nog reflecties zichtbaar zijn in het huidige perceels- en stratenpatroon. 

woning bestrating houten vloer woning

Opgravingen Burcht Antwerpen door Van de Walle in 1960.

13

Voornaamste bron voor de kennis van: 

De oudste stadsvorm

-Een stadswording wordt meestal voltooid door de creatie van een omwalling. 

-Voor de meeste Vlaamse steden dateert die eerste omwalling nog uit de 10de tot 12de eeuw.

- Dit is een periode waarin de historische bronnen nog uiterst schaars zijn.

- Alle informatie over de oudste kern van een stad en zijn eerste omwalling kan enkel komen uit archeologisch onderzoek.

Gracht

Wal18m

15m3,6m

Aalst, oudste walgracht, tweede helft 11de eeuw

14

Voornaamste bron voor de kennis van: 

De oudste stadsvorm

Reconstructie op basis van archeologische gegevens, van de eerste stadsversterking uit de 11de eeuw, bestaande uit een gracht, een wal en een stenen weermuur die de wal bekroont.

15

Voornaamste bron voor de kennis van: De stad als militair bolwerk

-De creatie van omwallingen gaf de stad vorm, maar vormde het ook om tot militair bolwerk.

-De meeste steden hebben steeds sterk moeten investeren in hun versterkingen en waren vaak slachtoffer van belegeringen.

-De Franse ingenieur Vauban ontwierp in de 17de eeuw een totaal nieuwe vorm van stadsversterkingen. Deze ‘Vauban’-versterkingen zijn toegepast rond de Vlaamse steden van enig militair belang. 

- Heel mooie voorbeelden van gebastionneerde steden zijn Oudenaarde, Menen en Antwerpen, waar enkel nog ondergrondse resten zijn, te Ieper is nog een deel zichtbaar

- 12 nog bestaande Vaubanversterkingen in Frankrijk zijn uitgeroepen tot Unesco-werelderfgoed.

Belfort van Brugge

16

Voornaamste bron voor de kennis van: 

De stad als machtscentrum

-Vele steden hebben zich ontwikkeld in de buurt van centra van macht en rijkdom,  zowel burchten als grote abdijen (bv. Sint-Truiden) . Slechts uitzonderlijk zijn deze nog bewaard gebleven, zoals het Gentse gravensteen.

-De steden zelf waren ook centra van macht. Grote steden zoals Gent, Brugge en Ieper beheersten vanaf de 13de eeuw in grote mate de Vlaamse, en later Bourgondische, politiek.

-De stedelijke besturen verwierven een vrij grote vorm van autonomie, gesymboliseerd door hun schepenhuizen en vooral hun belfort.24 Vlaamse belforten staan op de Unesco-lijst van werelderfgoed.

Leuven, verdwenen burcht op de Keizersberg .

Gravensteen te Gent.

17

De stad als economische leefgemeenschap

- Samen met de steden ontstond niet alleen  handel en een grootschalige marktgerichte artisanale productie, maar ook een stedelijk proletariaat. 

18

De stad als economische leefgemeenschap

- Archeologie is de voornaamste bron van informatie over leven en werken van de gewone middeleeuwse mens.

- Informatie over de gewone erven, huizen en werkplaatsen van de gemiddelde stadsbewoner komt bijna uitsluitend uit de archeologie. 

- Hetzelfde geldt voor de economische activiteiten, waarvan enkel de internationale handel en de grote ambachten ruim aandacht krijgen in de geschreven bronnen.

- Ambachten zoals leerlooien, pottenbakken, leerbewerking, botbewerking enz… zijn vaak zelfs uitsluitend uit de archeologie gekend.

Leuven - Barbarahof, middeleeuwse woonwijk, oa. van een 13de-eeuwse schoenlapper/oud-schoenmaker.

Kortrijk - Sint-Janspoort, 14de eeuw. Uit Acke et al. 2007,  Archeologische opgraving Sint-Janspoort . Basisrapport – mei  2007, p. 65.

19

 

Voeding voor de stedelingen

- Voedsel en het voedingspatroon vormen een belangrijke informatiebron over welstand, koopkracht, maar ook over voedselproductie, economie en milieu. 

- In de stad ontstaan markten gericht op de basisbehoeften, die door specialisaties in de voedselverwerking zich verder specifiek gaan lokaliseren: groentemarkt, graanmarkt, vismarkt, veemarkt, vleeshuis… 

kabeljauw

haring

Rijk

Arm

Slachtafval aan de oude Veemarkt te Aalst.

20

De stad als biotoop: leefomgeving en milieu

- Dierlijke en plantaardige resten uit archeologische contexten geven unieke kijk op de leefomgeving in de stad en over zijn milieu. 

- Ze geven kennis over het gebruik en het uitzicht van de stedelijke ruimte op basis van pollen en zaden, over vervuilde wateren op basis van het visbestand bv (het verdwijnen van vissoorten in onze wateren, zoals de zalm of de steur)

-problematieken van afvalverwerking en hygiëne, de verschillen in levenskwaliteit tussen stadspaleizen en beluiken…

14de-eeuwse verkoolde erwten (links) en tarwe (rechts

Voorbeelden van pollen

21

Ziekte en dood in de stad

- Unieke kennis over de stad en zijn bewoners is afkomstig uit het onderzoek van begravingen

-  Levert ongekende informatie op over begrafenisgewoontes, ziektes, sterfte-oorzaken en -leeftijden, de zorg voor de doden, organisatie van grafvelden, voorkomen van grote epidemieën of grote calamiteiten…

Karmelietenklooster Aalst

Sarcofaag, basiliek Tongeren

Beschilderd graf St-Donaas Brugge

22

 

De stad als centrum van religieuze gemeenschappen 

- Kenmerkend voor elke stad is de aanwezigheid van religieuze instellingen, waarover vaak weinig of niets geweten is.

- Hoe ouder hoe belangrijker archeologie als voornaamste bron over de geschiedenis van een stedelijk klooster, zowel voor het gebouwenbestand als voor zijn bewoners en hun leefwereld.

- Een goed voorbeeld zijn de begijnhoven, ook Unesco-werelderfgoed, waarvan de meeste kennis hun moderne geschiedenis betreft, maar wiens oorsprong in de 13de eeuw en hun middeleeuwse materiële geschiedenis nog quasi ongekend is.

Methodiek en aanpak

23

InventarisArcheologische Zones:

Historische stadskernen

24

Thematische aanpakWetenschappelijke studieopdracht uitbesteed in 2010.

Kaart van Mechelen door Jacob Van Deventer (1550-1565)25

Selectiecriteria:- Op basis van historische bronnen en kaarten duidelijk herkenbaar als stad uit de 

middeleeuwen.- Op basis van waarnemingen of wetenschappelijke argumenten onderbouwd dat ze met 

hoge waarschijnlijkheid archeologische waarde hebben en voldoende bewaard zijn.

26

Werkwijze afbakening:

De uiteindelijke afbakening van de historische stedelijke kernen gebeurt vanuit de ruimste perceelsafbakening en houdt rekening met de belangrijkste fysieke grenzen, in de eerste plaats de zichtbare begrenzingen op de kadasterkaarten, zoals stadsmuren, omwallingen en stadsgrachten. Op deze manier is de afbakening van de historische stedelijke kernen dekkend voor de zone met complex stadsarcheologisch erfgoed, als gevolg van intense stedelijke activiteiten met bijhorende formatieprocessen doorheen de tijd.

27

Afbakening: indien aanwezig de omwalling/omgrachting voor 1800.Bron voor afbakening: gereduceerd kadaster 1830/1850 = tijdsbeeld van voor industrialisering

28

29

Werkwijze afbakening:

In een beperkt aantal gevallen is er een historisch stedelijk karakter dat duidelijk morfologisch in omvang en bebouwing is vast te stellen, maar waar de afbakening minder evident was door de afwezigheid van een gracht of wal of muur. In dergelijke specifieke gevallen werd de stedelijke percelering, zijnde de bebouwing binnen de historische stedelijke kern als afbakening genomen, met inbegrip van de tuinen.

30

Indien geen wal of gracht (meer) gekend: afbakening van de historische stedelijke ‘bebouwde kom’ (voorbeeld: historische stadskern van Ronse )

Resultaat

31

InventarisArcheologische Zones:

Historische stadskernen

32

In totaal zijn 58 historische stedelijke kernen afgebakend, -prov. Antwerpen:  Antwerpen, Geel, Herentals, Lier, Mechelen, Turnhout -prov. Limburg:  Beringen, Bilzen, Borgloon, Bree, Halen, Hamont, Hasselt, 

Herk-de-Stad, Maaseik, Oud-Rekem, Peer, Sint-Truiden, Stokkem, Tongeren

-prov. Oost-Vlaanderen: Aalst, Deinze, Dendermonde, Eeklo, Gent, Geraardsbergen, Middelburg, Ninove, Oudenaarde, Ronse, Zottegem 

-prov. Vlaams-Brabant: Aarschot, Diest, Halle, Landen, Leuven, Tienen, Vilvoorde, Zichem, Zoutleeuw

-prov. West-Vlaanderen: Brugge, Damme, Diksmuide, Gistel, Harelbeke, Ieper, Kortrijk, Lo (Reninge), Menen, Mesen, Nieuwpoort, Oostende, Oudenburg, Poperinge, Tielt, Torhout, Veurne, Wervik

33

Resultaat: ontsloten via inventaris.onroerenderfgoed.be

34

Vaststelling van de Inventaris van de

Archeologische Zones ‘Historische Stadskernen’

Wat wordt er precies vastgesteld? De feitelijkheden

35

36

Wat wordt er precies vastgesteld?

- Per archeologische zone van een historische stadskern: een gegeorefereerd plan waarop het onroerend goed nauwkeurig wordt aangeduid.

37

Wat wordt er precies vastgesteld?

- De benaming van het geïnventariseerde onroerend goed

- Een beschrijving op basis van de erfgoedkenmerken

Naam: Historische stadskern van Mechelen

Beschrijving gebaseerd op de erfgoedkenmerken:-thesaurustermen: stadsomwallingen, steden, middeleeuwen, nieuwe tijd-beschrijving: “De historische stadskern is een immense en complexe archeologische zone die het resultaat is van een eeuwenlange intense bewoning binnen de stedelijke grenzen, meestal een omwalling. De stadsplattegrond kent een cumulatief karakter en verschillende fasen, met een oude nederzettingskern die soms teruggaat op een vroeg- of pre-middeleeuwse aanwezigheid. Voor de afbakening is in eerste instantie gekeken naar het 19de-eeuwse gereduceerde kadaster omdat dit de eerste nauwkeurige kadasterkaart is die nog een tijdsbeeld geeft van voor de industrialisering.”

Vaststelling van de Inventaris van de

Archeologische Zones ‘Historische Stadskernen’

Het verdere traject

38

Het openbaar onderzoek: 17/08-15/10

39

- Loopt 60 dagen vanaf maandag 17 augustus 2015 tot en met donderdag 15 oktober 2015.

- Dit openbaar onderzoek wordt minstens als volgt aangekondigd: een bericht in het BS, een bericht op de website OE, een bericht in ten minste drie dagbladen verspreid in het Vlaams Gewest, een bericht op te hangen in elke betrokken gemeente/stad evenals een bericht op de website van elke betrokken gemeente/stad.

- Tijdens Openbaar Onderzoek: ligt de inventaris ter inzage of is raadpleegbaar op de centrale zetel van OE te Brussel, is de inventaris te raadplegen op de website OE en kunnen opmerkingen en bezwaren over feitelijkheden worden ingediend of afgegeven bij OE.

Wat bieden wij aan: een kant en klaar bericht voor op de website en een kant en klaar bericht om uit te hangen: beide zullen door OE aangeleverd worden aan alle betrokken steden/gemeenten. 

40

Bijkomende communicatie naar de burger:

Een geïllustreerde folder die het agentschap aan elke stad/gemeente zal bezorgen.

Na 15 oktober 2015

41

- De gebundelde opmerkingen en bezwaren worden overgemaakt aan de minister die over de inventaris en de opmerkingen en bezwaren advies inwint bij de VCOE.

- De VCOE heeft dertig dagen tijd voor dit advies, een termijn die éénmaal verlengbaar is.

- Na de vaststelling van de inventarismethodologie en na het advies van de VCOE stelt de Minister de inventaris vast.

Voorziene timing voor de vaststelling (via MB) van deze 58 zones: eind 2015/begin 2016

Vaststelling van de Inventaris van de

Archeologische Zones ‘Historische Stadskernen’

De juridische gevolgen

42

43

De juridische gevolgen voor overheden:

- Elke administratieve overheid neemt zo veel mogelijk zorg in acht voor de erfgoedkenmerken van onroerende goederen die opgenomen zijn in een aan een openbaar onderzoek onderworpen vastgestelde inventaris zoals deze van de ‘archeologische zones’. 

De administratieve overheid geeft in al haar beslissingen over een eigen werk of activiteit met directe impact op geïnventariseerd erfgoed aan hoe ze rekening heeft gehouden met deze verplichting.In de beslissing dient opgenomen te worden welke geïnventariseerde onroerende goederen er direct impact ondervinden en desgevallend met welke maatregelen uitvoering is gegeven aan de zorgplicht.Indien in het kader van de beslissing een MER of een MEB van impact op erfgoedwaarden is opgemaakt, is voldaan aan de verplichting.

44

De juridische gevolgen voor overheden en de burger:

- Een bekrachtigde archeologienota wordt bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning met ingreep in de bodem toegevoegd bij aanvragen waarbij de totale ingreep in de bodem 100 m2 of meer bedraagt en de totale oppervlakte van de kadastrale percelen 300 m2 of meer bedraagt.

- Een bekrachtigde archeologienota wordt bij de aanvraag van een verkavelingsvergunning toegevoegd bij aanvragen waarbij de totale oppervlakte van de kadastrale percelen 300 m2 of meer bedraagt.

45

De juridische gevolgen voor overheden en de burger: de verplichting om een archeologienota toe te voegen gevisualiseerd.

Meer info : [email protected] 

Geen  vastgestelde  archeologisch  zone:  percelen groter  dan  3000m²  (=  Bruine  percelen)  => archeologienota indien ingreep in de bodem  groter is dan 1000m² 

Wel  vastgestelde  archeologische  zone:  percelen groter  dan  300m²  (=  Bruine  en  Oker  percelen)  => archeologienota  indien  ingreep  in de bodem groter is dan 100m²

Percelen  kleiner  dan  300m²:  (Gele  percelen):  geen archeologienota .

Algemeen: de oppervlaktenorm is gekoppeld aan de vergunningsaanvraag.  Dat  wil  zeggen  dat  wanneer een  vergunningsaanvraag  betrekking  heeft  op meerdere  percelen  samen  de  elk    individueel  wel kleiner  dan  300m²    zijn  en  hierdoor  de  percelen samen boven de 300m² oppervlakte uitkomen er bij een  bodemingreep  van  meer  dan  100m²  in  een vastgestelde  archeologische  zone  wel  een archeologienota vereist is. Dezelfde redenering geldt ook  voor  de  oppervlaktenorm  buiten  vastgestelde archeologische zones.