Preek van de weekpreekvandeweek.be/mailinglist/Lc. 16,1-13.docx · Web viewMaar de vrienden waar...

5
Am. 8,4-7 — "Geen van hun daden zal ik ooit vergeten!" Hoort toe, gij die de armen verdrukt en de misdeelden in het land verdelgt, gij die redeneert: wanneer is de nieuwe maan voorbij? Dan kunnen we ons koren verkopen! En wanneer de sabbat? Dan kunnen we ons graan uitstallen. Dan verkleinen wij de korenmaat, dan verhogen wij de prijs en bedriegen wij met een vervalste weegschaal. Dan kopen wij de kleine man voor geld, de arme voor een paar schoenen, en verhandelen wij zelfs de afval van ons koren. De Heer heeft gezworen bij de heerlijkheid van Jakob: Geen van hun daden zal Ik ooit vergeten! 1 Tim. 2,1-8 — "Bidden in een geest van godsvrucht" Dierbare, vóór alles vraag ik u gebeden, smekingen, voorbeden en dankzeggingen te verrichten voor alle mensen, voor koningen en alle hooggeplaatsten, opdat wij ongestoord en rustig een in alle opzichten godvruchtig en waardig leven kunnen leiden. Dit is goed en welgevallig in het oog van God, onze Heiland, die wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen. Want God is één, één is ook de middelaar tussen God en de mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losprijs voor allen: op de vastgestelde tijd legde Hij zijn getuigenis af. En ik ben hiervan aangesteld als heraut en apostel - ik spreek de waarheid, ik lieg niet - om de volken te onderrichten in het ware geloof. Ik wil dus dat op elke plaats waar de gemeente samenkomt om te bidden de mannen hun handen opheffen in een geest van godsvrucht, die haat en ruzie uitsluit. Lc. 16,1-13 — "Gij kunt niet God dienen en de mammon" In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: “Er was eens een rijk man. Hij had een rentmeester, die bij hem werd aangeklaagd, omdat hij zijn bezit verkwistte. Hij riep hem dus en vroeg: Wat hoor ik daar van u? Geef rekenschap van uw beheer, want gij kunt niet langer rentmeester blijven. Toen redeneerde de rentmeester bij zichzelf: Wat zal ik doen nu mijn heer mij het rentmeesterschap afneemt? Spitten kan ik niet, en bedelen: daarvoor schaam ik mij. Ik weet al wat ik ga doen, opdat ik na mijn ontslag als rentmeester onderdak vind. Hij ontbood de schuldenaars van ‘PREEK VAN DE WEEK’ Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail: 25ste zondag door het jaar – C-jaar 2019 "Rentmeester zijn we allemaal" Ex. 32,7-11.13-14 - 1 Tim. 1,12-17 - Lc. 15,1-32

Transcript of Preek van de weekpreekvandeweek.be/mailinglist/Lc. 16,1-13.docx · Web viewMaar de vrienden waar...

Page 1: Preek van de weekpreekvandeweek.be/mailinglist/Lc. 16,1-13.docx · Web viewMaar de vrienden waar het echt op aankomt, zijn goede vrienden in de hemel. Zij "zullen je ontvangen in

Am. 8,4-7 — "Geen van hun daden zal ik ooit vergeten!"Hoort toe, gij die de armen verdrukt en de misdeelden in het land verdelgt, gij die redeneert: wanneer is de nieuwe maan voorbij? Dan kunnen we ons koren verkopen! En wanneer de sabbat? Dan kunnen we ons graan uitstallen. Dan verkleinen wij de korenmaat, dan verhogen wij de prijs en bedriegen wij met een vervalste weegschaal. Dan kopen wij de kleine man voor geld, de arme voor een paar schoenen, en verhandelen wij zelfs de afval van ons koren. De Heer heeft gezworen bij de heerlijkheid van Jakob: Geen van hun daden zal Ik ooit vergeten!

1 Tim. 2,1-8 — "Bidden in een geest van godsvrucht"Dierbare, vóór alles vraag ik u gebeden, smekingen, voorbeden en dankzeggingen te verrichten voor alle mensen, voor koningen en alle hooggeplaatsten, opdat wij ongestoord en rustig een in alle opzichten godvruchtig en waardig leven kunnen leiden. Dit is goed en welgevallig in het oog van God, onze Heiland, die wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen. Want God is één, één is ook de middelaar tussen God en de mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losprijs voor allen: op de vastgestelde tijd legde Hij zijn getuigenis af. En ik ben hiervan aangesteld als heraut en apostel - ik spreek de waarheid, ik lieg niet - om de volken te onderrichten in het ware geloof. Ik wil dus dat op elke plaats waar de gemeente samenkomt om te bidden de mannen hun handen opheffen in een geest van godsvrucht, die haat en ruzie uitsluit.

Lc. 16,1-13 — "Gij kunt niet God dienen en de mammon" In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: “Er was eens een rijk man. Hij had een rentmeester, die bij hem werd aangeklaagd, omdat hij zijn bezit verkwistte. Hij riep hem dus en vroeg: Wat hoor ik daar van u? Geef rekenschap van uw beheer, want gij kunt niet langer rentmeester blijven. Toen redeneerde de rentmeester bij zichzelf: Wat zal ik doen nu mijn heer mij het rentmeesterschap afneemt? Spitten kan ik niet, en bedelen: daarvoor schaam ik mij. Ik weet al wat ik ga doen, opdat ik na mijn ontslag als rentmeester onderdak vind. Hij ontbood de schuldenaars van zijn heer, één voor één, en zei tot de eerste: Hoeveel zijt ge aan mijn meester schuldig? Deze antwoordde: Honderd vaten olie. Maar hij zei: Hier hebt ge uw schuldbekentenis; ga gauw zitten en schrijf: vijftig. Daarop vroeg hij nog aan een tweede: En hoeveel zijt gij schuldig? Deze antwoordde: Honderd maten tarwe. Hij zei hem: Hier hebt ge uw schuldbekentenis; schrijf: tachtig. De heer prees het in de onrechtvaardige rentmeester, dat hij met overleg had gehandeld, want de kinderen van deze wereld handelen onderling met meer overleg dan de kinderen van het licht. Zo zeg Ik u ook: Maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon, opdat zij - wanneer die u komt te ontvallen - u in de eeuwige tenten opnemen. Wie betrouwbaar is in het kleinste is ook betrouwbaar in het grote; en wie onrechtvaardig is in het kleinste is ook onrechtvaardig in het grote. Zijt ge dus niet betrouwbaar geweest met betrekking tot de onrechtvaardige mammon, wie zal u dan het waarachtige goed toevertrouwen? Als ge niet betrouwbaar zijt geweest in het beheren van andermans goed, wie zal u dan geven wat gij het uwe kunt noemen? Geen knecht kan twee heren dienen, want hij zal dan de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen en de mammon.”

‘PREEK VAN DE WEEK’Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail: [email protected] zondag door het jaar – C-jaar 2019

"Rentmeester zijn we allemaal" 

Ex. 32,7-11.13-14 - 1 Tim. 1,12-17 - Lc. 15,1-32

Page 2: Preek van de weekpreekvandeweek.be/mailinglist/Lc. 16,1-13.docx · Web viewMaar de vrienden waar het echt op aankomt, zijn goede vrienden in de hemel. Zij "zullen je ontvangen in

Preek van de week"Rentmeester zijn we allemaal"

Als het over geld gaat spitsen veel mensen de oren. Maar dat is niet de reden waarom in de evangelies nogal een keer over geld wordt gesproken. Wat de parabels waarin het gaat over geld onder meer duidelijk willen maken, is dat de manier waarop mensen met geld omgaan hun verhouding tot God bepaalt. Natuurlijk speelt geld een centrale rol in onze omgang met medemensen. Maar het speelt ook een centrale rol in onze relatie tot God. Het evangelie drukt het iedereen op het hart: je kunt geen twee heren dienen, God en de Mammon, de geld-afgod. Als je slaaf bent van je bezit, kun je niet vrij zijn voor God. In de parabel van vandaag gaat het over een rentmeester. Iemand die de bezittingen van de meester moet beheren en doen renderen. Ook rentmeesters komen we in de evangelies regelmatig tegen. Niet te verwonderen. Want rentmeesters zijn we allemaal! Op veel plaatsen in de hele bijbel vinden we de gedachte dat we eigenlijk we geen eigenaars zijn van alles wat we bezitten. Al wat we hebben, hebben we eigenlijk gekregen van de Schepper, ook al hebben we er misschien zelf hard voor gewerkt. Eigendom is zeer relatief. Wat we hebben, hebben we in bruikleen. In zekere zin zijn we ambtenaren van ons eigen bezit. En we zijn rekenschap verschuldigd over de manier waarop we er gebruik van maken. Wat doen we ermee? Wat deed rentmeester van de parabel met wat hem was toevertrouwd? Hij is, op z’n zachts gezegd, geen toonbeeld geweest van goed beheer. Hij heeft zijn ambt misbruikt om andere mensen uit te buiten, en met die inkomsten heeft hij zelf goede sier gemaakt. Hij gaat van zijn baas de bons krijgen. En je ziet hem berekenen: ‘oei, dat ziet er niet zo best uit. Na mijn ontslag heb ik eigenlijk al die mensen, die ik jaren aan een stuk uitgeperst heb, nodig. Want anders sta ik er helemaal alleen voor. En wie gaat dan nog naar mij omzien?’ Daarom gaat hij ze zich te vriend maken, en zie: het onmogelijke wordt opeens mogelijk. Iedere schuldenaar krijgt op slag een forse schuldvermindering. Zijn baas kijkt er van op. Hij heeft dat niet slecht bekeken, denkt hij. Hij gaat zelfs zo ver dat hij hem prijst, ongetwijfeld tot grote ergernis van diegenen die Jezus het verhaal hoorden vertellen. Wat krijgen we nu, moeten ze gedacht hebben, een gewetenloze bedrieger die applaus krijgt! Maar Jezus zei: ‘neem er een voorbeeld aan. Waren de kinderen van het licht maar even slim en vindingrijk als die rentmeester, een kind van deze wereld!’ Geld wordt zo dikwijls slecht – zeg maar – onrechtvaardig gebruikt. Christenen mogen daar niet aan meedoen. Geld dient om er je goede vrienden mee te verwerven. Dat heeft de rentmeester gedaan. Maar de vrienden waar het echt op aankomt, zijn goede vrienden in de hemel. Zij "zullen je ontvangen in de eeuwige tenten". Het komt er m.a.w. op aan dat we God tot vriend maken door onze omgang met geld. En het spreekt vanzelf dat God niet onze vriend is als we van het geld onze afgod maken. Mij treft het altijd weer en het moet, denk ik, ook u opvallen: geld, het slijk der aarde, wordt tot God verheven. Kerken bouwen wij niet meer; we bouwen ze om tot musea. De indrukwekkende bouwwerken die nu worden opgetrokken, zijn tempels van het geld. Kijk maar even rond, waar u ook woont of komt: in de binnensteden, langs de autowegen. Ze staan er indrukwekkend te pronken, de miljardentempels van het geld. Maar versta me nu niet verkeerd. Geld hebben we nodig. Het is een onmisbaar ruilmiddel, het belichaamt onze koopkracht, het is een noodzakelijk levensmiddel. Maar de afgoderij begint zodra we de verhoudingen gaan omkeren, zodra geld niet meer een middel voor iets anders is maar al het andere tot middel voor geld wordt gemaakt. In het geld zit de sterkste en verschrikkelijkste bekoring

Page 3: Preek van de weekpreekvandeweek.be/mailinglist/Lc. 16,1-13.docx · Web viewMaar de vrienden waar het echt op aankomt, zijn goede vrienden in de hemel. Zij "zullen je ontvangen in

tot afgoderij. Wie het geld dient als zijn heer, kan God niet meer dienen. Hij heeft God verraden. Wie God verraadt, verraadt zijn medemensen. Waren christenen, die toch kinderen van het licht moeten zijn, maar even schrander en vindingrijk als de kinderen van de duisternis! Bijvoorbeeld, schrander en vindingrijk in het delen. De wereld zou er heel anders uitzien als er meer en verstandig werd gedeeld. Er zou minder haat, minder geweld en minder nodeloos verdriet gezaaid worden en we zouden zelf meer vriendschap en respect ondervinden. Laat het me zo samenvatten. Christenen die de parabel van de rentmeester goed begrijpen, zouden moeten uitmunten door hun scheppende verbeeldingskracht. Nieuwe wegen en middelen bedenken en proberen om met de boodschap van het evangelie het hart van hun medemensen te raken.

@preekvdw.