PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men...

100
1 PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN

Transcript of PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men...

Page 1: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

1

PRAKTISCHVADEMECUMWERFPROEVEN

Page 2: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

2

Page 3: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

3

De volgorde van de fiches is enerzijds chronologisch bepaald en anderzijds van meest voorkomend naar minder courant.

Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te zijn, of deze proef al dan niet verplicht is (opgelet, zie ook bijzonder bestek), of de proef terug te vinden is in het SB250 en de aanvullingen, de frequentie en locatie van de proef, wie de locatie van de proef kiest, wie de kosten van de proef draagt, de wijze van rapportering, of er een standaardsjabloon (Excel, nummer sjabloon komt overeen met proef in vade-mecum) voor ter beschikking is en het materiaal dat voorhanden dient te zijn.

Controleer zeker in het bijzonder bestek welke aanvullingen van toepassing zijn. De aanvullingen zijn te vinden onder: www.vlario.be/bestekteksten.

Op elke fiche vindt u de beschrijving van de proef, hetgeen waaraan de proef moet voldoen alsook enkele tips en aandachtspunten. In sommige fiches wordt ook uitgelegd wat de vervolgstappen kunnen zijn van de leidend ambtenaar indien het resultaat van de proef ongunstig is.

Het document voor het veilig afdalen en betreden van besloten ruimtes vindt u via www.aquafin.be.

Dit document werd opgemaakt door ad hoc WG6 Werfproeven met de medewerking van: ► Biermans Koen (Stad Hasselt) ► Maes Mark (Aquafin) ► Tonné Patrick (OCW) ► Veltjen Eddy (Fluvius, OWT)

OPSTELLING VAN HET DOCUMENT

Dit document geeft een overzicht van de meest frequente proeven in het kader van riolering en wegenis en is bestemd voor werftoezichters. Dit document is gebaseerd op het standaardbestek 250 (SB250) en de aanvullingen. Raadpleeg steeds het bijzonder bestek voor bijkomende richtlijnen en eisen.

De resultaten van de werfproeven dienen steeds bezorgd te worden aan de leidend ambtenaar. De opdrachtnemer dient hiervan in kennis gesteld te worden. De evaluatie en vervolgstappen van de resultaten is de verant-woordelijkheid van de leidend ambtenaar.

Voor alle proeven die uitgevoerd worden, dienen steeds de nodige veilig-heidsmaatregelen in acht genomen te worden door de opdrachtnemer. Bv. signalisatie en vergunning, struikelgevaar, betreden besloten ruimtes,….

Indien de proef uitgevoerd wordt door een laboratorium dient deze te beschikken over de geldige accreditatie voor deze proef.

INLEIDING

Page 4: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

4

Page 5: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

5

INHOUD

Inleiding.................................................................................................................. 3Inplanting toegangs- of verbindingsputten - Kunstwerken ...................................... 6Nemen, bewaren en drukken zandcementmonster .................................................. 8Slagsonde .............................................................................................................. 10Plaatproef ............................................................................................................... 12Waterdichtheidsproef .............................................................................................. 14Luchtdichtheidsproef .............................................................................................. 20Cameraproef (inclusief huisaansluiting) ................................................................... 26Drukproef persleidingen .......................................................................................... 32Deformatiecontrole van kunststofleidingensystemen ............................................... 36Meting dikte niet gestabiliseerde fundering en onderfundering................................ 38Bepalen eigenschappen schraal beton, beton- en asfaltverharding ......................... 40Nivelleringen toegangs- of verbindingsputten – Kunstwerken ................................. 48Visuele controle constructies .................................................................................. 52Beproeven aanwezigheid teer ................................................................................. 56Nemen en beproeven slib – verontreinigde gronden ................................................ 58Nemen en beproeven zandmonster ......................................................................... 60Nemen en beproeven betonpuin ............................................................................. 62Proef op paalfundering ........................................................................................... 64Sonarproef op paalfundering .................................................................................. 68Trillingsmeting ........................................................................................................ 72Beproeven aangevoerd vers beton (voor constructies) ............................................ 74Betondekkingsmeting ............................................................................................. 82Zettingsmeting bij bemaling .................................................................................... 84Waterdichtheid muurschuiven (beproeven schuif- en wandafsluiters) ...................... 86Diktemeting en hecht- of trekproef op epoxy / gunitage (trekproef op coatings) ...... 88Proeven op ter plaatse uitgeharde buizen ............................................................... 92Trekproef op ankers van afsluiters .......................................................................... 94Vlakheidsproef op verhardingen en lijnvormige elementen ...................................... 96

1.2.3.4.5.6.7.8.9.

10.11.12.13.14.15.16.17.18.19.20.21.22.23.24.25.26.27.28.

Page 6: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

6

INPLANTING TOEGANGS- OF VERBINDINGSPUTTEN - KUNSTWERKEN

01.

UITVOERINGOpdrachtnemer met leidend ambtenaar

AANWEZIGOpdrachtnemer met leidend ambtenaar

VERPLICHTINGJa

SB250 H7-1.1.2.4.A, H2-13.4 Aanvullingen: H2-15.1, H4-1.1.3

FREQUENTIEAlle (zeker privaat)

LOCATIE-

WIE KIEST LOCATIE-

WIE BETAALTOpdrachtnemer /leidend ambtenaar

RAPPORTERINGVerslag en Proces Verbaal vanwege leidend ambtenaar

SJABLOONNee

MATERIAALGPS meting

Page 7: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEF

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?

VERVOLGSTAPPEN VOOR LEIDEND AMBTENAAR

Voor openbaar domein en privaat domein. Toe te passen op alle toegangs- of verbindingsputten, zeker op privaat domein.

De controle gebeurt, tijdens de uitvoering, door de inplanting van de geplaatste toegangs- of verbindingsputten te vergelijken met de voorafgaandelijk door de opdrachtnemer uitgezette x, y-coördinaten van al de toegangs- of verbindingsputten en kunstwerken over de volledige lengte van de riolering.

Het uitzetten van het tracé der werken en referentiepeilen is een last van de aanneming en dient ten spoedigste door de opdrachtnemer bij de aanvang der werken te worden uitgevoerd. Het uitzetten van de toegangs- of verbindingsputten gebeurt d.m.v. minstens 3 piketten gelegen aan de rand van de werkzone. De piketten moeten makkelijk bereikbaar blijven tijdens de werken. Het plaatsen van de piketten biedt de opdrachtgever een extra controlemogelijkheid, maar ontslaat de opdrachtnemer niet van de verantwoordelijkheid van de correcte inplanting. Het uitzetten van de grens bij grondinnames dient door de opdrachtnemer bij de aanvang van de werken te geschieden. Deze grens is door middel van houten palen duidelijk herkenbaar af te palen.

Na beëindiging van de werken gebeurt nog een controle op basis van het opgemeten as-builtplan.

De toegelaten toleranties bij het uitzetten van het tracé der werken bedraagt 5 cm in grondplan. De inplanting van toegangs- en verbindingsputten of van grote kunstwerken binnen de voorziene grondverwervingszone en t.o.v. de voorziene x, y-coördinaten bedraagt + of - 1 m.

Wanneer de opdrachtnemer de uitzetwerken beëindigd heeft geeft hij daarvan schriftelijk kennis aan de leidend ambtenaar die het nazicht ervan verricht en de nodige aanpassingswerken verricht in bijzijn van de opdrachtnemer.

Toegangs- en verbindingsputten of grote kunstwerken welke buiten de voorziene grondverwervings-zone zijn geplaatst worden niet aanvaard.

Bij overschrijding van de toegelaten maximale waarden (zie aanbestedingsdocumenten) zijn de werken op te breken of dienen de ontstane meerkosten ten laste van de opdrachtnemer te worden genomen, voor zover bij deze laatste de bruikbaarheid van de constructies hierdoor niet in het gedrang komt.

Overschrijdingen met het dubbele of meer, t.o.v. de voorgeschreven nauwkeurigheden, kunnen aan-leiding geven tot weigering van de werken.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Controle van de aanwezigheid van de piketten en desgevallend terugplaatsen.

► Voor de juiste inplanting van toegangs- en verbindingsputten of kunstwerken binnen de voorziene grondverwervingszone op privaatpercelen zijn door de opdrachtnemer volgens noodzaak (meerdere) korte buizen te plaatsen. De opdrachtnemer zal hiertoe voor elk rioolvak een buizenplan opstellen en aan de hand hiervan het nodige aantal korte buizen voorzien om werfstilstand te voorkomen.

► De hieraan verbonden meerkosten voor levering en plaatsing van de nodige bijkomende korte buisstukken is inbegrepen in de aanleg van de riolering, tenzij anders vermeld in het bijzonder bestek.

7

Page 8: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

8

NEMEN, BEWAREN EN DRUKKEN ZANDCEMENTMONSTER

02.

UITVOERINGOpdrachtnemermet toezichterof labo

AANWEZIGOpdrachtnemermet toezichterof labo

VERPLICHTINGJa

SB250 H9-1.1.2.3 en H9-1.3.2Aanvullingen: H2-9.4.1

FREQUENTIESteekproefsgewijs

LOCATIEMeerdere plaatsen, representatief

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTOpdrachtnemer en opdrachtgever

RAPPORTERINGRapport labo

SJABLOONNee

MATERIAALWaterdicht recipiënt

Page 9: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEFMen dient een representatief monster uit het aangeleverd mengsel te nemen, voorafgaand gebruik. Het aantal proefstukken is bepaald volgens de aanbestedingsdocumenten (meestal 6, 9 of 12). Modaliteiten worden afgesproken volgens SB250 tijdens de eerste werfvergadering.

Labo: ► Verdichten van proefstukken in proctormallen. Bewaren van proefstukken aan 20°C en een relatieve luchtvochtigheid van > 90 %. Drukproef: Na 7 of 28 dagen bewaring (eventuele tegen-proef na 28 dagen).

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN? ► Drukproef na 7 dagen bewaring ≥ 2 Mpa

► Drukproef na 28 dagen bewaring ≥ 3 MPa

► Eventuele tegenproef na 28 dagen ≥ 3 MPa

VERVOLGSTAPPEN VOOR LEIDEND AMBTENAARTegenproef na 28 dagen indien beslist door de opdrachtnemer op de eerder genomen stalen.

Leidend ambtenaar neemt verdere beslissingen na ontvangen rapport labo.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Tijd tussen mengen in centrale en verwerking (binnen 4 uur).

► Tijdstip van vervaardigen proefstukken best gelijktijdig met tijdstip van verwerking op de werf.

► Monstername in de hoop op representatieve manier (buitenkant kan sneller beïnvloed zijn door weersomstandigheden of reactie van cement).

► Labo dient de eisen van de proctorverdichting te respecteren.

Bron: Aquafin

9

Page 10: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

10

SLAGSONDE

03.

UITVOERINGOpdrachtnemermet toezichterof labo

AANWEZIGOpdrachtnemermet toezichter

VERPLICHTINGJa

SB250 H4-3.1.2.2.B, H7-1.1.2.2.D Aanvullingen: H2-9.4.2

FREQUENTIE1 per deelvak

LOCATIERiolering:1 per 50mWegenis:1 per deelvak

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGFiche Excel

SJABLOONJa

MATERIAALLichte slagsonde (type OCW)

Page 11: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEF

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?

Een stel op elkaar geschroefde stangen, onderaan voorzien van een punt met geijkte vorm en doorsnede, wordt met een heiblok van 10 kg, dat men van 50 cm hoogte vrij laat vallen, in de grond geslagen.

De indringingswaarden worden afgelezen op een uitschuifbare meetlat met millimeterschaal. De gemiddelde indringing per slag (x) in mm wordt berekend per 10 cm onderzochte grond en omgezet in een CBR-waarde, volgens de statistische betrekking die door het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW) met het gestandaardiseerde apparaat en binnen de duidelijk omschreven grenzen (zie tips en aandachspunten) gevonden werd.

Voor de proeven die uitgevoerd worden in het kader van de verdicht-ingscontrole van sleufaanvullingen werden op basis van bovenstaande correlaties criteria vastgelegd op basis van een maximale toegestane indringing per slag.

X ≤ 40 mm/slagVoor sleufaanvullingen is enkel de lichte slagsonde geldig met 40 mm/slag als uniek criterium (dus geen onderscheid tussen zand en fijne grond).

In de gevallen waarbij geschikt gemaakte gronden met bindmiddel als fundering en/of omhulling gebruikt worden, dient in functie van de tijd volgende verdichting te worden gehaald:

► Op 7 dagen is de gemiddelde indringing x, met de lichte slagsonde, over de gehele diepte, per laag van 10 cm van de aanvulling ≤ 40 mm/slag; daarbij mag geen enkele individuele waarde > 60 mm/slag voor komen;

► Op 28 dagen is de individuele waarde ≤ 40 mm/slag.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Proeven mogen uitgevoerd worden tot een maximale diepte van 2 meter.

► Proeven dienen steeds uitgevoerd te worden boven de grondwatertafel.

► Proeven mogen enkel en alleen uitgevoerd worden in fijne gronden of zand, niet in steenachtige gronden.

► Voor aanvang proef dient materieel visueel gecontroleerd te worden.

► Gebruik van de juiste punt (zie hiervoor document MN39/78 van het OCW).

© OCW

© OCW

11

Page 12: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

12

PLAATPROEF

04.

UITVOERINGOpdrachtnemermet toezichterof labo

AANWEZIGOpdrachtnemermet toezichter

VERPLICHTINGJa

SB250 H14-4.16

FREQUENTIE1 per deelvak

LOCATIEWillekeurig

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGFiche Excel

SJABLOONJa

MATERIAALBelgisch plaatproeftoestel

Page 13: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEFDe proef wordt uitgevoerd door belasting van een stijve cirkelvormige plaat van 200 cm² of 750 cm², naargelang van de kor-relverdeling van het proefmateriaal (zie aandachtspunten). De belasting wordt trapsgewijs aangebracht, waarbij een hogere belasting slechts wordt toegepast als de verticale vervormingssnelheid van het massief, gemeten door 3 ten opzichte van het middelpunt van de plaat sym-metrisch opgestelde meetklokken, onder een vastgestelde grens blijft.

De kromme ‘druk-vervorming’ maakt het mogelijk de samendrukkingscoëfficiënt ME van de betrokken laag te berekenen.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?Aanzet 8 MPaOphogingslichaam 11 MPaBaanbed 17 MPaOnderfundering 35 MPaFundering 110 MPaFundering vrijliggende fiets en voetpaden 80 MPa

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Keuze van de plaat:

• 200 cm²: in geval van fijne gronden en korrelvormig materiaal ≤ 40 mm

• 750 cm²: in geval van zanden en korrel-vormig materiaal > 40 mm

► Respecteren van de invloedsafstanden (4 x diameter van de plaat) tussen:• Plaat en steunpoten referentiebalk• Plaat en wielen tegengewicht• Steunpoten referentiebalk en wielen

tegengewicht

► Dikte van de contactlaag tussen plaat en oppervlakte.

► Respecteren van de te realiseren belas- tingstrappen in functie van de geteste laag.

► Respecteren van de wachttijd (stabilisa-tie van de plaat) tussen de verschillende belastingstrappen.

► Conformiteit van de ijking van de ring- dynamometer.

► Goede werking van de meetklokken verifiëren.

► Onvoldoende/ongunstig resultaat: uitvoe- ren tweede cyclus om te zien of betere verdichting mogelijk is.

► De proef wordt geannuleerd en het toestel op een andere plaats opgesteld wanneer een van de meetklokken meer dan 0,5 mm (plaat van 200 cm²) of 0,9 mm (plaat van 750 cm²) afwijkt van het gemiddelde van de aflezingen, bij hetzelfde drukniveau ver-richt op de drie meetklokken.

13

© OCW

Page 14: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

14

WATERDICHTHEIDSPROEF

05.

UITVOERINGOpdrachtnemermet toezichter

AANWEZIGOpdrachtnemermet toezichter

VERPLICHTINGJa

SB250 H7-1.3.4.1Aanvullingen: H7-1.3.4

FREQUENTIEZie beschrijving

LOCATIEZie beschrijving

WIE KIEST LOCATIEZie beschrijving

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGFiche Excel

SJABLOONJa

MATERIAALRioolafsluiters

Page 15: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

15

BESCHRIJVING PROEF

UITVOERING VAN DE PROEF IN OPEN SLEUF

De proef heeft betrekking op de buizen, de rioolaansluitingen en de toegangs- en verbindingsputten. De controle van de waterdichtheid van een leidingvak gebeurt door de bepaling van het waterverlies W van het beproefde leidingvak, en gebeurt steeds vóór de aanleg van de bovenliggende verhardingen.

Indien op een te beproeven vak rioolaansluitingen moeten worden aangebracht, dan wordt de proef uitgevoerd na het plaatsen van de aansluitingsspruitstukken. Op deze spruitstukken worden voorlopige buizen of afdichtingsstukken geplaatst om de proef mogelijk te maken. Ingeval van water-dichtheidsproef worden de rioolkolken, huizen,... best nog niet aangesloten.

De waterdichtheidsproef/luchtdichtheidsproef voeg per voeg is enkel toegelaten mits voorafgaandelijke goedkeuring van de leidend ambtenaar. Tenzij anders bepaald op de plannen of in het bijzonder bestek wordt de waterdichtheidsproef uitgevoerd op een leiding bij aangevulde sleuf.

De te plaatsen peilbuizen voor de uitvoering van de waterdichtheidsproef/luchtdichtheidsproef zijn een last van aanneming.

Er kunnen zich drie gevallen voordoen:

► Geval 1: leidingen gelegen buiten de in de opdrachtdocumenten vermelde bijzondere bescher-mingszones, en met een diepteligging1 ≤ 4 m.

► Geval 2: leidingen gelegen buiten de waterwinningsgebieden en bijhorende beschermingszones, met een diepteligging1 > 4 m.

► Geval 3: leidingen gelegen binnen de waterwinningsgebieden en bijhorende beschermingszones, afgebakend overeenkomstig met het Grondwaterdecreet van 24.01.1984.

De tijdsduur van de proef is bepaald op 1 uur.

1 Diepteligging = hoogteverschil tussen het maaiveld en de binnenonderkant van de rioleringsbuis ter hoogte van de stroomopwaartse toegangs- of verbindingsput

Geval 1Bij geval 1 wordt het te beproeven rioolvak, aan beide uiteinden begrensd door een toegangs- of verbindingsput, waterdicht afgesloten aan de opwaartse kant van de begrenzende toegangs- of verbindingsputten. Bij de aanvang van de proef wordt het water in de stroomopwaartse toegangs- of verbindingsput op een peil gebracht, gelegen op 0,50 m beneden het peil van het daar te realiseren maaiveld.

Gevallen 2 en 3De proef wordt uitgevoerd volgens de modaliteiten vermeld bij geval 1. Bij aanvang van de proef wordt het water in de stroomopwaartse toegangs- of verbindingsput op een peil gebracht, gelegen op 0,50 m beneden het peil van het daar te realiseren maaiveld of tot 5 m boven de bovenste binnenkant van de buis in de opwaartse toegangs- of verbindingsput.

Voor alle gevallenDe betrokken buizen worden vóór de aanvang van de proef gedurende ten minste 24 uur volledig met water gevuld gehouden teneinde de wanden van de buizen te verzadigen.

Bij de drie gevallen wordt het waterverlies (bij gebruik van een smal vat) derwijze aangevuld dat het geïnstalleerde waterpeil niet meer dan 0,10 m daalt.

Page 16: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

16

Aantal proefvakkenVoor alle DWA-leidingen dient de volledige lengte van de riolering (incl. toegangs- en verbind-ingsputten) op waterdichtheid beproefd te worden.

Voor RWA-leidingen bij geval 1 wordt één vijfde van de totale lengte van de riolering beproefd. De te verbeteren vakken tellen niet mee om tot het gestelde één vijfde te komen.

Van elke diameter van buizen wordt tenminste één leidingvak beproefd.

Voor RWA-leidingen bij gevallen 2 en 3 wordt de volledige lengte van de riolering (incl. toegangs- en verbindingsputten) beproefd. Uitgezonderd voor waterdichtheidsproeven op buizen met diameter ≥ 1500 mm dient slechts één vijfde van de totale lengte op waterdichtheid beproefd te worden.

Voor alle waterdichtheids- of luchtdichtheidsproeven dienen afzonderlijke posten voorzien te worden.

Diverse uitvoeringsmodaliteitenDe opdrachtnemer levert alle nodige werktuigen en materieel om de te onderzoeken rioolvakken waterdicht af te sluiten. Hij levert de nodige werkkrachten en het vereiste water.

UITVOERING VAN DE PROEF IN AANGEVULDE SLEUFEr worden peilbuizen aangebracht over de lengte van het te beproeven leidingvak om de grondwaterstand op te meten. De waterhoogte in de stroomopwaartse toegangs- of verbindingsput wordt vermeerderd met het hoogteverschil tussen het hoogste gemeten waterpeil in de peilbuizen en de bodem van de buis ter hoogte van de stroomafwaartse toegangs- of verbindingsput. De be- proeving verloopt verder zoals beschreven onder uitvoering van de proef in open sleuf.

Het leveren en plaatsen van de peilbuizen is ten laste van de opdrachtnemer. De opdrachtnemer houdt gedurende de volledige duur der bemaling een bedrijfsklaar waterpeilmeettoestel ter beschikking.

De stroomopwaartse put wordt minimaal gevuld tot in het mangat van de reductieplaat / dekplaat. Zie foto hierboven.

Page 17: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

17

UITVOERING VAN DE WATERDICHTHEIDSPROEF VOEG PER VOEG BIJDIAMETERS ≥ 1500 MM IN OPEN OF AANGEVULDE SLEUFDe controle van de waterdichtheid van leidingen met een diameter ≥ 1500 mm gebeurt d.m.v. het beproeven van voeg per voeg met waterdruk. De te beproeven voegen worden afgesloten met een moffenproeftoestel dat toelaat om de voeg, alsook minimum 10 cm van de beide aansluitende buizen, te beproeven op waterdichtheid.

Aantal te beproeven voegen ► Voor geval 1 is 1/5 van de voegen te testen op waterdichtheid. ► Voor de gevallen 2 en 3 zijn alle voegen te testen op waterdichtheid.

Uitvoering van de proefDe toe te passen waterdruk is, overeenkomstig de gevallen, volgens de bepalingen van bij open sleuf en volgens de bepalingen van bij aangevulde sleuf.

1 m wk = 9,807 kPa = 0,098 bar

Voor de proef wordt deze druk constant gehouden gedurende minimum 3 minuten door napompen met water. Daarna en tijdens de proefduur in de volgende 3 minuten wordt het drukverlies gemeten.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?W is het waterverlies in l (liter), gemeten tijdens en/of na de proef. Het is gelijk aan de hoeveelheid water nodig om, zonder enige wijziging aan de proefopstelling, het waterpeil, ingesteld bij de aanvang van de proef, te herstellen.

UITVOERING VAN DE PROEF IN OPEN SLEUF EN AANGEVULDE SLEUFOpdat de riolering op waterdichtheid zou worden aanvaard, mag het waterverlies W het toegelaten waterverlies Qt niet overschrijden.

Hierbij geldt: Qt = k × Si

► Qt toegelaten watervlies in l/u.

► Si totale natte oppervlakte van de binnenwanden van het te beproeven leidingvak, toegangs- en/of verbindingsput in m2.

► k = 0,1 l/m2/u voor geval 1 en 2.

► k = 0,1 l/m2/u voor geval 3 bij riolering voor normale huishoudelijke afvalwaters in beschermingszone van het type III.

► k = 0,01 l/m2/u voor geval 3 bij riolering voor normale huishoudelijke afvalwaters in beschermingszone van het type II en industriële afvalwaters in beschermingszone van het type III.

Voor rioleringen in geval 3 die niet beantwoorden aan hogervermelde categorieën gelden de voor- schriften van de beherende drinkwatermaatschappij.

UITVOERING VAN DE WATERDICHTHEIDSPROEF VOEG PER VOEG BIJ DIAMETERS ≥ 1500 MM IN OPEN OF AANGEVULDE SLEUFBij niet-poreuze buizen (met luchtdichte poriën) mag er geen drukverlies optreden.

Bij poreuze buizen (met niet-luchtdichte poriën) is het toegelaten drukverlies max. 7 % van de voorgeschreven proefdruk.

Treedt er een groter drukverlies op dan voorgeschreven dan wordt de drukproef nog twee maal herhaald. Voor de beoordeling is dan de derde proef maatgevend.

Page 18: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

VERVOLGSTAPPEN VOOR LEIDEND AMBTENAARIndien in een vak het waterverlies W, uitgedrukt in liter, het toegelaten waterverlies Qt overschrijdt, dan wordt het betreffende leidingvak geweigerd. Lekkages worden opgespoord door bijkomende controles (voegentest, bijkomende camerainspec-ties, buizen terug vrij graven met water gevulde buizen,…).

De opdrachtnemer doet zijn voorstel tot herstelling van de lekkages.

De herstelde strengen worden terug onderworpen aan een water/luchtdichtheidstest en een visuele inspectie van de herstelling.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Bij de uitvoering van de proeven moet de toezichter aanwezig zijn.

► Houd rekening met de hoogte van het grondwaterpeil voor het bepalen van de waterkolom.

► Controleer steeds bij aanvang van de proef de correcte opstelling van de proef en heb aandacht voor de oppervlakte van het meetvlak (aantal stijgbuizen en diameters van de stijgbuizen). Opstel-lingen in cascade worden niet toegestaan. Bij elke opstelling zijn de afsluiters slechts aan één zijde in contact met water. Ook twee of meerdere aaneensluitende proefvakken die door een afsluiter zijn gescheiden worden niet toegestaan vermits een eventuele lekkende afsluiter zorgt voor interferentie tussen deze aaneensluitende proefvakken onderling.

► De proef wordt pas als beëindigd beschouwd na controle van de proefopstelling door de toezichter. Deze controle houdt in dat de toezichter zich na de meting opstelt aan de met watergevulde stroomopwaartse put en het water door de opdrachtnemer aan de stroomaf-waartse put wordt losgelaten. De aandacht gaat hier dan naar de voegen van de toegangs- of verbindingsput en de positie van de afsluiter in de stroomopwaartse buis of deze de stroomop-waartse voeg niet bedekt waardoor deze voeg niet wordt meegetest.

► In geval van twijfel betreffende het meetvlak van de opstelling, water bijvullen tot het waterpeil dat ingesteld werd bij aanvang van de proef.

► De voegen van de buizen waarvoor een elastische voegdichting is voorgeschreven in de opdrachtdocumenten mogen in geen geval dichtgesmeerd worden om te verhelpen aan een gebrekkige dichting.

► Nooit afdalen in een stroomafwaartse toegangs- of verbindingsput waarvan stroomopwaarts een waterproef staat opgesteld.

► Vanaf een diepteligging > 4 m dienen alle afsluiters te worden verankerd of geschoord. Vanaf diameter 800 worden de afsluiters verankerd of geschoord vanaf een diepteligging > 2 m.

► Bij het oppompen van de afsluiters voldoende afstand respecteren voor het risico van explosie van de afsluiter.

► Tijdens het aflaten van de druk van de afsluiters kan de afsluiter omwille van de waterdruk worden weggeblazen. De afsluiter nooit met de handen trachten tegen te houden maar wel verankeren met een ketting of de waterkolom wegpompen.

► Laat een geopende toegangs- of verbindingsput ook al is het kortstondig nooit zonder afdekking achter.

► Werden al de afsluiters na het beëindigen van de proeven uit de riolen verwijderd?

► De richtlijnen voor het betreden van besloten ruimtes dienen in acht genomen te worden.

18

Page 19: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

19

Page 20: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

20

LUCHTDICHTHEIDSPROEF

06.

UITVOERINGLabo

AANWEZIGLabo met toezichter

VERPLICHTINGJa (zie waterproef)

SB250 H7-1.3.4.2Aanvullingen: H7-1.3.4.2

FREQUENTIEZie waterdicht-heidsproef

LOCATIEZie waterdicht-heidsproef

WIE KIEST LOCATIEVolgens SB250

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGRapport labo

SJABLOONNee

MATERIAALApparatuur labo

Page 21: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

21

BESCHRIJVING PROEFWaterdichtheidsproef of luchtdichtheidsproef is een keuze van de opdrachtnemer. Zie ook water- dichtheidsproef.

LUCHTDICHTHEIDSPROEF OP LEIDINGENNadat een vak luchtdicht werd afgesloten gebeurt de controle van de dichtheid van de leiding volgens de norm NBN EN1610 volgens methode ‘L’ (LD +200 mbar), met als uitzondering dat beproeven onder negatieve druk ook toegestaan is (-200 mbar). De proefdruk wordt met de systeemtijd synchroon geregistreerd met een interval van 1 s.

De proeven worden uitgevoerd na uitvoering van de huisaansluitingen.

De gemeten drukken worden gepresenteerd in een grafiek met aanduiding van de in de norm voorziene druk (methode LD) en de maximale toegestane drukval in functie van de verstreken tijd.

LUCHTDICHTHEIDSPROEF OP PUTTENVerschil t.o.v. leidingen:

► Proeftijd slechts 1⁄2 van de leidingen. ► Proeven op toegangs- of verbindingsputten gebeuren om veiligheidsredenen steeds met onderdruk.

Voorbereiding van de eigenlijke proef (zie verloop op het proefverslag hieronder) ► Gedurende 5 minuten wordt de begindruk met 10% verhoogd t.o.v. de proefdruk 200 mbar + 10%.

► Sturing- en beveiligingsapparatuur regelt bijvullen en aflaten automatisch bij. ► Na 5 minuten (egalisatietijd) wordt de druk automatisch tot de proefdruk gebracht. ► Daarna begint de eigenlijke meting.

Bron: projecten Aquafin (Sweco)

Page 22: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

22

Bron: projecten Aquafin (Sweco)

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?Volgens onderstaande tabel: wanneer bij de luchtdichtheidstest het drukverlies binnen de proefduur groter is dan het maximale toegelaten drukverschil (Δp) volgens Norm NBN EN1610, dan wordt het betreffende leidingvak geweigerd.

Indien het gemeten drukverlies na de testduur (proefduur) kleiner is als de waarde van het toegelaten drukverlies aangegeven in tabel, voldoet de leiding aan de gestelde dichtheidseisen.

P0 = proefdruk Δp = toegelaten drukverlies

P0 Δp Proefduur

Buismateriaal Proefmethode mbar DN100 DN200 DN250 DN300 DN400 DN500 DN600

Vochtige betonbuis of

andere buistypes

LA 10 2,5 5 5 6 7 10 12 14

LB 50 10 4 4 4,5 6 7 9 11

LC 100 15 3 3 3,5 4 5 7 8

LD 200 15 1,5 1,5 1,5 2 2,5 3 4

P0 Δp Proefduur

Buismateriaal Proefmethode mbar DN700 DN800 DN900 DN1000 DN1100 DN1200 DN1300

Vochtige betonbuis of

andere buistypes

LA 10 2,5 17 19 22 23 26 29 31

LB 50 10 13 15 17 19 20 22 24

LC 100 15 9 11 12 14 15 16 18

LD 200 15 4,5 5 6 7 7 8 8

P0 Δp Proefduur

Buismateriaal Proefmethode mbar DN1400 DN1500 DN1600 DN1700 DN1800 DN1900 DN2000

Vochtige betonbuis of

andere buistypes

LA 10 2,5 34 36 38 41 43 46 48

LB 50 10 26 28 30 32 33 35 37

LC 100 15 19 20 22 23 24 26 27

LD 200 15 9 10 10 11 12 12 13

Page 23: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

23

Bron: OWT (persoonsgegevens verbergen)

Bron: OWT (persoonsgegevens verbergen)

Page 24: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

VERVOLGSTAPPEN VOOR LEIDEND AMBTENAARLekkende buizen worden niet aanvaard. Lekkages worden opgespoord door bijkomende controles(voegentest, bijkomende camera-inspecties, buizen terug vrij graven met water gevulde buizen,…)

De opdrachtnemer doet zijn voorstel tot herstelling van de lekkages.

De herstelde strengen worden terug onderworpen aan een water-/luchtdichtheidstest en een visuele inspectie van de herstelling.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Bij de uitvoering van de proeven dient de toezichter aanwezig te zijn.

► Beschikt het personeel die de luchtproeven uitvoeren over de nodige bekwaamheid, veiligheids- uitrusting en zijn ze vertrouwd met het betreden van de riolering (opleiding)?

► Zijn de afsluiters bij het testen van de toegangs- of verbindingsput ver genoeg in de aansluitende buizen geplaatst, zodat de aansluitende voegen niet bedekt zijn, en alzo deze aansluitende voegen ook zeker mee getest worden?

► Er mag steeds terug overgegaan worden naar een waterdichtheidstest.

► De luchtdichtheidsproef is uit te voeren bij verlaagde grondwaterstand.

► In waterwingebied is de beproeving uit te voeren bij een luchtdruk van 500 mbar (zie bijzonder bestek).

24

Page 25: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

25

Page 26: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

26

CAMERAPROEF (INCLUSIEF HUISAANSLUITING)

07.

UITVOERINGLabo

AANWEZIGLabo met toezichter

VERPLICHTINGJa

SB250 H7-1.3.9 tot 1.3.11 en H14-3.24Aanvullingen: H- 9.4.5, H7-3.13 en H7-5.3

FREQUENTIERioolstrengen: alle RWA+DWA, Huisaansluitingen: DWA + 1/5 RWA + 1/5 straatkolken

LOCATIE-

WIE KIEST LOCATIELabo of toezichter

WIE BETAALTOpdrachtgever

RAPPORTERINGRapport labo

SJABLOONNee

MATERIAALApparatuur labo

Page 27: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEFAlle rioolstrengen worden onderworpen aan een visueel onderzoek volgens de norm NBN EN 13508-2. De visuele inspectie wordt pas uitgevoerd als een bepaald deel van de rioleringsinfrastructuur volledig is uitgevoerd, inbegrepen de huisaansluitingen tot en met huisaansluitputjes en kolkaansluitingen. Tevens dienen de strengen beproefd en aanvaard te zijn betreffende de waterdichtheid of luchtdicht-heid. De kosten en de aanvraag van het visuele onderzoek zijn voor de aanbestedende overheid. Na een herstelling (reiniging) dient er een herinspectie te gebeuren ten laste van de opdrachtnemer.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door een labo en specificeert een coderingssysteem voor de omschrijving van de toestand waarin riolen en toegangs- of verbindingsputten bij inwendig visueel onderzoek zijn aangetroffen. Het controlebureau bezit de nodige software voor het registreren van waarnemingen tijdens visueel onderzoek aangepast aan de norm NBN EN 13508-2.

Het bedrijf dat het visuele onderzoek uitvoert, dient ervoor te zorgen dat zijn inspecteurs voldoende opgeleid zijn en in het bezit zijn van het nodige kwaliteitscertificaat om alle waarnemingen volgens de norm te registreren. De inspecteur mag volgens de norm enkel nog waarnemen en niet meer beoordelen. De beoordeling gebeurt door een tweede partij (leidend ingenieur, opdrachtgever, gemeente of adviesbureau).

De lijst van certificaathouders visuele inspectie kan geraadpleegd worden via:www.vlario.be/lijstinspecteurs.

HET VISUEEL ONDERZOEK VAN DE LEIDINGHet visueel onderzoek van de leiding gebeurt met een zelfrijdende en vanop afstand bediende camera en wordt zo spoedig mogelijk na de aanleg en ten vroegste drie kalenderdagen na het verwijderen van eventuele installaties voor het verlagen van het grondwaterpeil en vóór de aanleg van de verhardingen uitgevoerd.

Mits de toelating van de opdrachtgever en het in acht nemen van de vereiste veiligheidsmaatregelen is directe inspectie van een riool door een inspecteur die met een televisiecamera door de leiding loopt mogelijk vanaf buizen diameter ≥ 1200.

Bron: Vlario

27

Page 28: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

28

De opdrachtnemer dient schriftelijk te melden dat een bepaald deel van de rioleringsinfrastructuur klaar is voor onderzoek.

De opdrachtnemer zorgt vóór de aanvang van het visuele onderzoek dat alle putten open en toe-gankelijk zijn en dat de te onderzoeken leidingen/delen van het afwateringsstelsel proper en vrij zijn van obstakels. De waterstroom wordt, indien nodig, omgeleid of afgesloten. De eventuele aanwezige sifons worden leeggepompt.

Voor rioolstrengen die door aantoonbare gebreken (foto, digitale opname) zoals instekende inlaten, vuilophopingen (organisch/niet-organisch), obstakels,… niet of onvolledig kunnen worden onder-zocht, worden de prestaties die nodig zijn om deze vaststellingen te doen op een latere datum, aan de opdrachtnemer aangerekend. Bij een opleveringsinspectie wordt een hellingsmeting van alle geïnspecteerde strengen uitgevoerd. De waarden worden uitgedrukt in %, de resolutie van de meetpunten bedraagt 0,05 m. Deze resultaten worden gerapporteerd in de vorm van een grafiek die de evolutie van de helling weergeeft in functie van de afstand. Indien het TAW-peil van begin- en eindknoop beschikbaar zijn, geeft de grafiek de evolutie van het lengteprofiel weer in functie van de afstand (zie tabel).

Het visueel onderzoek van alle rioolputten, toegangs- en verbindingsputten of inspectieconstructies zoals beschreven in H7 3.13 van het SB250 wordt vervangen door een visuele controle door de leidend ambtenaar.

Page 29: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

29

VISUELE CONTROLE VAN DE AANSLUITINGEN OP DE RIOLERING Naast de controle via het huisaansluitingsformulier zal 100% van de DWA-huisaansluitingen, 20% van de RWA-aansluitingen en 20% van de straatkolkaansluitingen onderworpen worden aan een visuele inspectie door middel van een camera (duwcamera zie foto hiernaast). De aanduiding van de te inspecteren aansluitingen gebeurt door de toezichter.

Bron: Infrax

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?HET VISUEEL ONDERZOEK VAN DE LEIDINGDe beoordeling van de vaststellingen geregistreerd tijdens het visuele onderzoek gebeurt volgens de tabellen 7-1-2 tot en met 7-1-4. Deze zijn terug te vinden in het SB250.

Tabel 7-1-3: beoordelingsletter (A, B, C, D, X) voor nieuwe aanleg van buitenriolering:

Tabel 7-1-4: beoordeling voor nieuwe aanleg van rioolleidingen zie verder SB250. De codes zijn terug te vinden onder H7-1.3.11.1 en in de aanvullingen H7-1.3.11.

Het verslag van het visueel onderzoek met bijlagen wordt door de aanbestedende overheid als proces- verbaal van de proef aangetekend aan de opdrachtnemer overgemaakt, met vermelding van de te herstellen en/of te reinigen rioolgedeelten.

Beoordelingsletter

A

Wordt vermeld in het verslag en het proces-verbaal van voorlopige aanvaarding. Bij definitieve aanvaarding dient een nieuw visueel onderzoek (tegenproef) uitgevoerd te worden ten laste van de opdrachtnemer.

BWeigering met mogelijkheid tot herstellen met voorbehoud tot aan definitieve aanvaarding.

CWeigering met mogelijkheid tot herstellen met voorbehoud tot aan definitieve aanvaarding en met verlengde waarborgtermijn.

D Maximale ernst die een onverwijld ingrijpen noodzakelijk maakt, met weigering als gevolg.

X Te evalueren door de leidend ambtenaar.

Page 30: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

30

Page 31: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

VISUELE ONDERZOEK VAN DE HUISAANSLUITINGEN Indien volgende gebreken worden vastgesteld, zal de aansluiting geweigerd worden: breuken, open voegen, belemmeringen of waterstagnatie (tegenhelling).

Indien meer dan 50% van de geïnspecteerde RWA- of kolkaansluitingen één van bovenstaande gebreken vertonen, dienen de overige aansluitingen onderworpen te worden aan een visuele controle door middel van een camera ten laste van de opdrachtnemer.

VERVOLGSTAPPEN VOOR LEIDEND AMBTENAARBij een niet voldoening gevende uitvoering (klasse C of D) mag de opdrachtnemer een herstellings-methode voorstellen van deze schadegevallen, voor zover het totaal aantal schadegevallen C en D tussen 2 opeenvolgende toegangs- en verbindingsputten minder bedraagt dan 30% van het aantal voegverbindingen van het betreffende vak.

Voor een visueel onderzoek van herstelde en/of gereinigde rioolgedeelten (bijkomend visueel onder-zoek) zijn opnieuw de bepalingen van toepassing van H1-4, Art. 43 m.b.t. de a posteriori uitgevoerde technische keuringen. Het bedrijf dat het nieuwe visueel onderzoek (bijkomend visueel onderzoek) zal uitvoeren, wordt in onderling overleg bepaald.

De kosten voor een nieuw visueel onderzoek zijn steeds voor rekening van de opdrachtnemer. Het verslag en de beelddrager (DVD, USB-stick,...) van de (her-)inspectie of (tegen-)proef dient zowel aan het studiebureau als aan de rioolbeheerder bezorgd te worden door het inspectiebedrijf.

Bij een tegenproef dient het cameraonderzoek volgens dezelfde technische voorwaarden te worden uitgevoerd als de inspectie uitgevoerd in opdracht van de rioolbeheerder.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Zijn inspecteurs voldoende opgeleid, in het bezit van het nodige kwaliteitscertificaat en beschikken zij over de nodige veiligheids- en meetapparatuur om de rioolinfrastructuur te betre-den?

► Zijn alle putten open en toegankelijk? Zijn de riolen proper en zonder obstakels? Moet de water-stroom tijdelijk worden omgeleid en/of afgesloten? Zijn er eventuele aanwezige sifons die moeten worden leeggepompt?

► De bemaling moet minimum 3 dagen buiten dienst gesteld zijn.

► De opdrachtgever en zijn ondergeschikten zien erop toe dat de wettelijke voorschriften voor de veiligheid bij visuele inspecties worden nageleefd. De richtlijnen voor het betreden van besloten ruimtes dienen in acht genomen te worden.

► Voor buizen/huisaansluitingen moet de (weg)fundering reeds aangelegd zijn. Er is immers te veel kans op beschadiging van de buizen door de aanleg van de fundering.

31

Page 32: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

32

DRUKPROEF PERSLEIDINGEN

08.

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGJa

SB250 H7-7.3.5

FREQUENTIEAlle persleidingen

LOCATIE-

WIE KIEST LOCATIE-

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGFiche Excel

SJABLOONJa

MATERIAALRegistratieapparaat

Page 33: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

33

BESCHRIJVING PROEFDe drukproef bestaat uit een voorproef, een hoofdproef en eventueel een eindproef (indien de proef in verschillende vakken wordt gedeeld die nadien verbonden worden).

De totale lengte persleiding met één zelfde diameter en wanddikte wordt verdeeld in vakken van hoogstens 500 m. De resterende lengte wordt bij een vorig vak gevoegd zo deze kleiner is dan 250 m, zo niet wordt ze als een afzonderlijk vak beschouwd.

De minimum proefdruk bedraagt bij de voorproef en de hoofdproef voor alle buismaterialen 6 bar (= 0,6 MPa) of 1,5 keer de bedrijfsdruk indien deze 6 bar overschrijdt.

De opdrachtnemer levert alle nodige werktuigen en materieel om de persleiding waterdicht af te sluiten, en om de voorgeschreven proefdruk te verwezenlijken. Hij levert tevens alle nodige meet- apparatuur ter controle van de proefdruk en het waterverlies, beantwoordend aan de desbetreffende normen.

Het verloop van de waterdruk gedurende de drukproef in situ wordt d.m.v. een registratieapparaat vastgelegd in functie van de tijd.

Voorbereiding van de proefDe sleufaanvullingen moeten uitgevoerd en voldoende verdicht zijn zodat er geen lengte of zijdelingse verplaatsingen van de leiding zich kunnen voordoen tijdens de proef. De leiding volledig vullen met water, te beginnen op het laagste punt en met een voldoende ontluchting op het hoogste punt. De meettoestellen dienen op het laagste punt van het proefvak te worden aangesloten. De leiding wordt op druk gebracht door een pomp welke voorzien is van een watertank en een debietmeter die toelaat het toegevoegd water te registreren. De drukmeter moet afleesbaar zijn tot 0,01 bar drukverandering. Gedurende de proef wordt het drukverloop in functie van de tijd met een registratieapparaat geregistreerd.

Uitvoering van de drukproefNa het vullen van de leiding is het aangewezen nog enkele tijd te ontluchten onder druk. Na het ontluchten en vullen van de leiding de druk opvoeren tot de proefdruk (min. 6 bar).

Als de proefdruk bereikt is kan de voorproef beginnen. Gedurende de tijd van de voorproef de proefdruk in stand houden door na te pompen om de 2 uur. Bij gebeurlijk drukverlies tijdens de voorproef terug op proefdruk brengen. Bij lange proeftijden dient men de proefdruk bereikt te hebben voor aanvang van de laatste 6 uur van de voorproeftijd.

Na het verlopen van de voorproeftijd start de hoofdproef met de proefdruk gedurende de duur van de hoofdproef-tijd en zonder na te pompen. Omwille van uitzetten van het leidingmateriaal is het aangewezen pas 2 uur na de laatste drukverhoging (van de voorbeproeving) te beginnen met de hoofdbeproeving.

Ingeval van een beproeving in verschillende vakken, na verbinding van de verschillende vakken, worden de mon-tagelassen visueel gecontroleerd op waterdichtheid met de proefdruk gedurende 2 uur = eindproef.

Bron: projecten Aquafin (Sweco)

Toestel om druk op te bouwen

Page 34: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

34

Bron: projecten Aquafin (Sweco)

Registratie met schrijver

Druk aflaten na proef

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?Indien niet in het bijzonder bestek vermeld:

Buissoort Voorproef Hoofdproef Beoordeling

Tijd Proefdruk Tijd Proefdruk

HDPE of PE

Leidingen zonder tussenverbindingen = 4uLeidingen met tussenverbindingen = 12u

Min. 6 bar of 1,5x bedrijfsdruk Tot diam. 150=3uVan 200 tot 400=6u

Min. 6bar of 1,5x bedrijfsdruk Voor HDPE drukval max. 0,1 bar/uVoor PE drukval max. 0,2bar/u

Nodulair gietijzer

Tot diam. 200=3uVan diam. 250 tot 400=6uGroter dan diam. 400=12u

Min. 6 bar of 1,5x bedrijfsdrukBedrijfsdruk ≤10bar = 1,5 BDBedrijfsdruk > 10bar = BD+5bar

Tot diam. 400=3uVan diam. 500 tot 700=12uGroter dan diam.700=24u

Idem als voorproef Bedrijfsdruk <15bar = max. 0,1bar/uBedrijfsdruk >15bar = max. 0,15bar/uBedrijfsdruk >16bar = max. 0,2bar/u

PVC12u Min. 6 bar of 1,5x bedrijfsdruk

Bedrijfsdruk ≤10bar = 1,5 BDBedrijfsdruk > 10bar = BD+5bar

Tot diam. 150=3uVan diam. 200 tot 400=6u

Idem als voorproef Drukval ≤0,2bar

Nodulair gietijzer+ cementbekleding

beton+ kern plaatstaal

24u (= verzadigingstijd) Min. 6 bar of 1,5x bedrijfsdrukBedrijfsdruk ≤10bar = 1,5 BDBedrijfsdruk > 10bar = BD+5bar

Tot diam. 200=3uVan diam. 250 tot 400=6uVan diam. 500 tot 700=18uGroter dan diam.700=24u

Idem als voorproef Bedrijfsdruk <15bar = max. 0,1bar/uBedrijfsdruk >15bar = max. 0,15bar/uBedrijfsdruk >16bar = max. 0,2bar/u

Voorgespannen beton

Min. 24u (= verzadigingstijd)Voor aanvang zesde laatste uur moet men de proefdruk bereiken

Min. 6 bar of 1,5x bedrijfsdrukBedrijfsdruk ≤10bar = 1,5 BDBedrijfsdruk > 10bar = BD+5bar

Tot diam. 700=12uGroter dan diam.700=18u

Bedrijfsdruk ≤4bar = 6barBedrijfsdruk >4bar = 1,5xBD

Toegelaten waterverlies per m²Natte oppervlakte = 0,1l/m²/u

BeproevingscriteriaProefdruk, proefduur en drukverlies zijn per buissoort verschillend: BD = bedrijfsdruk = max. pompdruk van de pomp bij nuldebiet

Bron: EN-norm NBN-EN-805(DIN 4279)

Page 35: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

VERVOLGSTAPPEN VOOR LEIDEND AMBTENAARAls uit de drukproef of uit de eventuele tegenproef blijkt dat het drukverlies groter is dan het toelaatbaar drukverlies, dan kan de aanbestedende overheid overwegen de leiding te aanvaarden mits een specifieke korting wegens minderwaarde toe te passen, voor zover evenwel het toegelaten waterverlies met niet meer dan 20% overschreden wordt.

Lekkages worden opgespoord en de opdrachtnemer doet zijn voorstel tot herstelling van de lekkages.

De herstelde strengen worden terug onderworpen aan een drukproef en een visuele inspectie van de herstelling.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► De toegepaste meet- en registratietoestellen dienen geijkt te zijn waarbij het ijkings- of kalibreringsattest niet ouder dan 1 jaar mag zijn.

► Tijdens de proef mag de druk in het hoogste punt van het vak niet kleiner zijn dan 0,8 maal de druk in het laagste punt.

► Controle op de goede werking van de afsluiters en de meetapparatuur van de proefopstelling.

► Vermits de proefopstelling langer dan één dag kan duren zorgen voor de nodige maatregelen dat de proefopstelling niet door onbevoegden kan worden gemanipuleerd (Afsluiting).

35

Page 36: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

36

DEFORMATIECONTROLE VAN KUNSTSTOFLEIDINGEN-SYSTEMEN

09.

UITVOERINGLabo met opdrachtnemer

AANWEZIGLabo met toezichter en opdrachtnemer

VERPLICHTINGJa

SB250 H7-1.3.12 Aanvullingen: H7-1.3.12

FREQUENTIEHoofdriolering

LOCATIE-

WIE KIEST LOCATIE-

WIE BETAALTZie bestek

RAPPORTERINGRapport labo

SJABLOONNee

MATERIAALApparatuur labo

Page 37: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEFHet doortrekken van de mal mag pas gebeuren nadat eerst de visuele inspectie heeft plaatsgevonden. Een mal wordt door de kunststofbuis getrokken. De mal is iets kleiner dan de binnendiameter van de kunststofbuis.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN? ► De mal moet zonder weerstand over de volledige lengte van de aangelegde leidingen kunnen worden doorgetrokken.

► Er mogen op de leiding geen inlaatstukken toegepast worden.

VERVOLGSTAPPEN VOOR LEIDEND AMBTENAARAls de proef niet goed is (NOGO), moet een ovalisatiemeting (eveneens door een labo) uitgevoerd worden. Indien ook deze niet goed is, leidt dit tot weigering van de desbetreffende rioleringsstreng. Bijgevolg moet de riolering heraangelegd worden of moet de omhulling terug worden uitgegraven en omzichtiger worden verdicht.

TIPS / AANDACHTSPUNTENDe afmeting van de mal moet afgestemd worden op de binnendiameter van de buis. Voor het labo is dit echter standaard.

37

Page 38: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

38

METING DIKTE NIET GESTABILISEERDE FUNDERING EN ONDERFUNDERING

10.

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGSteekproefsgewijsbij twijfel

SB250 H5-3.1.3 en H14-4.21

FREQUENTIESteekproefsgewijs

LOCATIEMeerdere plaatsen, representatief

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTIndien resultaat goed: opdrachtgever, anders opdrachtnemer

RAPPORTERINGMelding

SJABLOONNee

MATERIAAL-

Page 39: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEFDe proef wordt tijdens de uitvoering door de toezichter meteen opgevolgd door metingen uit te voeren.

Er wordt een gat (bv. 50x50 cm) gegraven per deelvak in de aangelegde laag. Vervolgens wordt er een referentielat op het oppervlak van de aangelegde laag geplaatst en wordt de laagdikte verticaal gemeten tussen de referentielat en het bovenoppervlak van de onderliggende laag.

De meting wordt bij voorkeur op drie verschillende plaatsen in het gat uitgevoerd en de gemiddelde waarde van de drie metingen wordt berekend.

Indien de dikte niet tijdens de uitvoering permanent gecontroleerd is, gebeurt de controle a posteriori door het gemiddelde te berekenen van 10 diktemetingen, uitgevoerd op willekeurige plaatsen in het deelvak. De gemiddelde dikte in een afgekeurd deelvak dat na verbetering opnieuw ter keuring wordt aangeboden, wordt gecontroleerd door het gemiddelde te berekenen van 10 nieuwe diktemetingen, uitgevoerd op willekeurige plaatsen in dit deelvak.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?De minimale voorziene dikte in de aanbestedingsdocumenten dient te worden gerespecteerd.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Kwaliteit en effenheid van de oppervlakte waarop de referentielat wordt geplaatst.

► Nauwkeurigheid waarmee de te meten laag werd verwijderd. Werd er niet te diep gegraven?

► Nauwkeurigheid van de visuele meting.

► Volumes moeten bijkomend gecontroleerd worden aan de hand van leveringsbonnen.

39

Page 40: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

40

BEPALEN EIGENSCHAPPEN SCHRAAL BETON, BETON- EN ASFALTVERHARDING

11.

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter of labo

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGJa

SB250 H14-4.20 en 21

FREQUENTIEI.f.v. lengte/opp, zie aanbestedings-documenten

LOCATIEWillekeurig

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTDiktemeting en boring: opdrachtnemer, laboproeven: opdrachtgever

RAPPORTERINGRapport labo / fiche Excel

SJABLOONJa

MATERIAALKernboormachine en 5-puntsmeettoestel

Page 41: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

41

BESCHRIJVING PROEFProeven op asfalt en betonkernen: drukweerstand uitgehard beton en proeven asfaltkernen.

Het nemen van de proefstalenDit gebeurt door middel van het boren van cilinders in het verharde materiaal, waarbij het bestek bepaalt hoe oud deze kernen dienen te zijn alvorens men ze kan beproeven, bijvoorbeeld na 90 dagen voor beton. De verkregen boorkernen hebben een oppervlakte van 100 cm².

Wanneer echter de opdrachtnemer deze vroeger wenst te beproeven, dan kan hij dit op zijn verantwoordelijkheid.

DiktebepalingIn het geval dat de boorkern geheel of gedeeltelijk verbrokkeld is, dienen alle stukken van de kern uit het boorgat verwijderd te worden, waarbij ervoor gezorgd wordt dat de onderliggende laag niet wordt gewijzigd. Vervolgens kan men in het boorgat met een meetlat meten en dit op twee tegen over elkaar gelegen plaat-sen.

Indien de boorkern volledig is, kan men de meting op de werf of het labo uitvoeren door gebruik te maken van een 5-puntsmetingstoestel.

De te beproeven kern wordt met de vlakke bovenkant naar onder geplaatst in het 5-puntsmetingstoestel, waar-bij de hoogte van de kern wordt gemeten met behulp van een gegraveerde ronde meetstaaf in de lengteas van de kern.

Deze meting dient op 5 plaatsen te worden uitgevoerd, meer bepaald in het centerpunt van de kern, alsook op 4 plaatsen, gemeten langsheen de buitenzijde van de kern, telkens met een verdraaiing van 90°.

Uit de 5 verkregen waarden kan men de gemiddelde dikte van de kern berekenen.

De diktemetingen dienen te gebeuren met een nauwkeurigheid van 1 mm.

Page 42: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

42

Wanneer er echter meerdere lagen van een verschillende samenstelling en van verschillende dikte zijn vast te stellen in de kern, dient men de volgende stappen te ondernemen:

► Bepaal eerst de gemiddelde dikte van de totale kern

► Bepaal vervolgens de gemiddelde dikte van de bovenlaag

► De dikte van de onderste laag is het verschil van bovenstaande gemiddelden

Labo: Het bewaren van de kernenDe kernen dienen na het boren in bewaring afgegeven te worden bij een onafhankelijk labo, waarbij betonkernen zullen bewaard worden in een omgeving met > 90% vochtigheid tot de effectieve beproeving van de monsters.

Volgende gegevens dient men zeker aan te leveren aan het labo:

► Datum van verwerking van het materiaal

► Datum van staalname

► Datum van verder beproeving van de monsters

Page 43: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

43

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?De totale dikte en specifieke dikte per laag wordt meestal aangegeven in de aanbestedings- documenten.

Indien dit niet het geval is, wordt er verwezen naar het standaardbestek 250, waar de volgende richtlijnen zijn opgenomen:

De totale dikteVoor alle verhardingen dient de totale dikte, gemiddeld en individueel, te voldoen aan:

Bouwklasse B1 t.e.m. B5 B6 t.e.m. B10,BF

Vereiste gemiddelde waarde Emt,min Et,nom Et,nom

Vereiste individuele waarde Eit,min 0,95 x Et,nom 0,90 x Et,nom

Tabel 6-1-11: totale dikte in mm

LaagVereiste individuele dikte, Eij,min

BouwklasseBK EM

Toplaag Ej,nom - 6 mm Ej,nom - 6 mm

B9-B10, BFOnderlaag Ej,nom - 6 mm Ej,nom - 8 mm

Eerste (onderste) onderlaag Ej,nom - 10 mm Ej,nom - 12 mm

Op nominale dikte aangelegde laag onder een cementbetonverharding Ej,nom - 10 mm Ej,nom - 10 mm B1-B10, BF

Tabel 6-2-25: minimale individuele dikte van de laag (BK = gemeten op boorkern, EM = elektromagnetisch gemeten)

In geval van een tweelaagse uitvoering, zie SB250.

Voor asfaltverhardingen dient de gemiddelde dikte van enkel de toplaag, alsook een asfaltlaag aangelegd onder een cementbetonverharding, gelijk te zijn aan de nominale dikte van deze laag. De individuele dikte van de diverse lagen dient te voldoen aan de volgende tabel:

De verschillende eisen van een kern is afhankelijk van het te beproeven materiaal en wordt meestal aangegeven in de opdrachtdocumenten. Deze proeven worden uitgevoerd in een erkend labo, welke ook op de hoogte zijn van de richtlijnen die er dienen genomen te worden tijdens de controle.

Indien dit niet het geval is, wordt er verwezen naar het standaardbestek 250, waar de volgende richtlijnen zijn opgenomen:

Page 44: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

44

INGEVAL VAN BETONKERNEN – DEEL WEGENIS

Het controleren van de druksterkteDe druksterkte van een betonverharding dient per deelvak te voldoen aan de specifieke voorwaarden, opgenomen in volgende tabel:

Indien er luchtbelvormers zijn toegepast in het mengsel, dan wordt de vereiste gemiddelde druksterkte verminderd met L x 2,5 MPa, waarbij L het gedeclareerde luchtgehalte is van de studie. De vermindering bedraagt hoogstens 10 MPa.

Het controleren van de wateropslorpingDe wateropslorping van beton dient per deelvak te voldoen aan de specifieke voorwaarden, opgenomen in volgende tabel:

Indien er luchtbelvormers zijn toegepast in het mengsel, dan wordt de vereiste gemiddelde en individuele wateropslorping vermeerderd met L / 10, waarbij L het gedeclareerde luchtgehalte is van de studie. De vermeerdering bedraagt hoogstens 1 % wateropslorping.

Bouwklasse B1 t.e.m. B5 B6 t.e.m. B10 BF

Vereiste gemiddelde waarde Wm,min 70,0 MPa 60,0 MPa 50,0 MPa

Vereiste individuele waarde Wi,min 0,85 x Wm,min

Tabel 6-1-12: druksterkte in MPa

Bouwklasse Alle bouwklassen

Vereiste gemiddelde waarde Hm,max 6,0 %

Vereiste individuele waarde Hi,max 6,5 %

Tabel 6-1-14: eisen wateropslorping

INGEVAL VAN RIJKE BETON-KERNEN – DEEL LIJNVORMIGE ELEMENTEN

Het controleren van de druksterkteDe druksterkte van de beton van een lijnvormig element bedraagt:

► Individueel ≥ 42,5 MPa ► Gemiddeld ≥ 50,0 MPa

Page 45: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

45

Het controleren van de wateropslorpingDe wateropslorping van de beton van een lijnvormig element bedraagt:

► Individueel ≤ 6,5 % ► Gemiddeld ≤ 6,0 %

INGEVAL VAN SCHRAAL BETON- KERNEN – DEEL LIJNVORMIGE ELEMENTEN

Het controleren van de druksterkteDe druksterkte van de beton van een lijnvormig element bedraagt:

► Individueel ≥ 9,0 MPa ► Gemiddeld ≥ 12,0 MPa

INGEVAL VAN ASFALTKERNEN

Het controleren van het percentage holle ruimte van een laagDe individuele en gemiddelde holle ruimte in een laag dient te voldoen aan specifieke voor-waarden, opgenomen in de volgende tabellen:

Vereiste waarde APO-AAPO-B AVS-B APO-C

APO-D ABT-B GAA-EGAB-D

Gemiddelde voor 3 of 4 kernen

HRm,min 2,0 - 2,0 2,0 -

HRm,max 9,0 9,0 10,0 9,0 3,0

Gemiddelde voor 5, 6 of 7 kernen

HRm,min 2,0 - 2,0 2,0 -

HRm,max 8,0 8,0 9,0 8,0 3,0

Gemiddelde voor 8, 9 of 10 kernen

HRm,min 3,0 - 3,0 3,0 -

HRm,max 7,0 7,0 8,0 7,0 3,0

IndividueelHRm,min 1,0 - 1,0 1,0 -

HRm,max 10,0 10,0 11,0 11,0 5,0

Tabel 6-2-28: Percentage holle ruimte van onderlagen

Page 46: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

Vereiste waarde APT-CAB-4C

APT-D AB-4D AB-5D

SMA-C SMA-DAGT

ZOA-BZOA-C

GA-CGA-DGA-E

Gemiddelde voor 3 of 4 kernen

HRm,min 2,0 2,0 2,0 - 17,0 -

HRm,max 8,0 9,0 9,0 - 27,0 3,0

Gemiddelde voor 5, 6 of 7 kernen

HRm,min 2,0 2,0 2,0 - 18,0 -

HRm,max 7,0 8,0 8,0 - 26,0 3,0

Gemiddelde voor 8, 9 of 10 kernen

HRm,min 2,0 2,0 3,0 - 19,0 -

HRm,max 6,0 7,0 7,0 - 25,0 3,0

IndividueelHRm,min 1,0 1,0 1,0 - 16,0 -

HRm,max 9,0 10,0 11,0 - 28,0 5,0

Tabel 6-2-29: Percentage holle ruimte van toplagen

TIPS / AANDACHTSPUNTENVoor aanvang van de proef dient de staaf van het 5-puntsmetingstoestel gecontroleerd te worden.

46

Page 47: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

47

Page 48: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

48

NIVELLERINGEN TOEGANGS- OF VERBINDINGSPUTTEN – KUNSTWERKEN

12.

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGSteekproefsgewijs

SB250 H7-1.3.3 en H7-1.4.1

FREQUENTIESteekproefsgewijs

LOCATIEWillekeurig

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGFiche Excel

SJABLOONJa

MATERIAALWaterpastoestel en meetbaak

Page 49: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

49

BESCHRIJVING PROEFDe controle door de opdrachtnemer gebeurt, tijdens de uitvoering, door topografische opmetingen van de BOK’s van de aansluitende leidingen van al de toegangs- of verbindingsputten en deze te vergelijken met een te volgen lengteprofiel (volgens de recentste uitvoeringsplannen).

De proef wordt mogelijk gemaakt door het voorafgaandelijk uitzetten van TAW-referentiepeilen (piketten, meetpunten, dorpels,…) gespreid over het tracé van de aan te leggen riolering door de opdrachtnemer (plan van dit uitzetwerk opvragen aan de opdrachtnemer). Het opgemeten TAW-peil bekomt men door het opgemeten peil te vergelijken met dit referentiepeil.

De opdrachtnemer dient per vak de resultaten van deze zelfcontrole voor te leggen aan de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde alvorens aan een volgende vak te beginnen. De toezichter vraagt deze opmetingen op aan de opdrachtnemer en controleert ook steekproefsgewijs de juistheid van deze opmetingen.

Bron: OWT

Page 50: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► De niveaumetingen gebeuren via de klassieke methode dus geen GPS-metingen.

► Stel het meettoestel zo op dat je op een veilige en met een goed zicht op de referentiepeilen en de op te meten toegangs- of verbindingsput de controlemeting kan uitvoeren.

► Tracht steeds het referentiepeil te vergelijken met meerdere referentiepeilen om te vermijden dat je meet t.o.v. een bepaald referentiepeil wat door verkeerd uitzetwerk of een toevallige ongewilde wijziging foutief zou kunnen zijn.

► Vergewis u steeds of de toegangs- of verbindingsput niet is verschoven in grondplan t.o.v. het laatste ontwerp. • Bij een stroomopwaartse verschuiving de afstand vermenigvuldigd met de helling bijtellen. • Bij een stroomafwaartse verschuiving in grondplan de afstand vermenigvuldigd met de helling

aftrekken.

► Is het meettoestel recent gekalibreerd?

► De richtlijnen voor het betreden van besloten ruimtes dienen in acht genomen te worden.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?De afwijking ten opzichte van de aangegeven peilen (leidingen, toegangs- en verbindingsputten) zijn niet groter dan de in tabel aangegeven waarden.

Helling rioolvlak, i Di ≤ 0,80 m Di > 0,80 m

≤ 1‰ 30 mm 60 mm

> 1‰ 40 mm 80 mm

Voor DWA-leidingen met Di ≤ 300 mm geldt een maximale afwijking van 20 mm.

50

Page 51: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

51

Page 52: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

52

VISUELE CONTROLE CONSTRUCTIES

13.

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGJa

SB250 Aanvullingen: H7-3.13.2

FREQUENTIEAlle

LOCATIE-

WIE KIEST LOCATIE-

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGMelding

SJABLOONNee

MATERIAAL-

Page 53: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEFAlle rioolputten, toegangs- en verbindingsputten of inspectieconstructies worden onderworpen aan een visueel onderzoek.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?De constructies mogen geen gebreken vertonen.

Zie hoofdstuk 7-3.13.2.: Volgens bijlage 1 (Welke inspectietechniek voor welk toepassingsgebied) van “Dossier 16 Kwaliteit van rioolnetten Deel 1 – Visuele rioolinspectie-OCW-Bijlage bij OCW Mede-delingen 95 april - mei - juni 2013” met betrekking tot nieuwe aanleg.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► De opdrachtnemer zorgt vóór de aanvang van het visuele onderzoek dat:

• Alle putten open en toegankelijk zijn;• De te onderzoeken toegangs- en verbindingsputten proper en vrij zijn van obstakels.

► De waterstroom wordt, indien nodig, omgeleid of afgesloten.

► De opdrachtnemer moet de nodige voorstellen overmaken om de gebreken te herstellen.

► De richtlijnen voor het betreden van besloten ruimtes dienen in acht genomen te worden.

53

Page 54: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

54

Page 55: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

55

VOLGENDE PROEVEN KOMEN MINDER FREQUENT VOOR

Page 56: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

56

BEPROEVEN AANWEZIGHEID TEER

14.

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGSteekproefsgewijsbij twijfel

SB250 Nee

FREQUENTIESteekproefsgewijs

LOCATIEMeerdere plaatsen, representatief

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTOpdrachtgever

RAPPORTERINGMelding

SJABLOONNee

MATERIAALPAK-marker en UV-lamp

Page 57: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

► Teer mag NIET meer gebruikt worden!

► Proef best uit te voeren bij start opbraak asfalt.

BESCHRIJVING PROEFOpgebroken bitumineuze verhardingen dienen gecontroleerd te worden op de aanwezigheid van teer.

Teerhoudende producten mogen NIET meer aangewend worden en dienen afgevoerd te worden naar een door OVAM erkende stortplaats of een door OVAM erkend verwerkingsbedrijf.

Wordt er op de werf teer vastgesteld, dan dient deze best afzonderlijk opgebroken te worden en afgevoerd, vooral om de kosten te besparen.

Het testen van de aanwezigheid op teer op de werf kan gebeuren met behulp van een PAK-MARKER en een UV-lamp. Wanneer er een PAK-MARKER wordt gebruikt, wordt er een soort van verf gespoten over het te beproeven stuk, en dit op het breukvlak van het staal.

Mocht er twijfel zijn, dan kan men best enkele stalen nemen en deze naar een erkend onafhankelijk labo brengen om aldaar de aanwezigheid van teer in het monster te laten bepalen.

Door spuiten met PAK-MARKER zal bij teer-aanwezigheid een witte/gele aanslag zichtbaar worden.

Bij twijfel kan men in donkere kamer en onder blauwe UV-lamp eveneens een wit/gele aanslag merken.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?Indien bij gebruik van een PAK-MARKER de verf naar het geel verkleurt, dan is er teer aanwezig.

Bij twijfel kan een UV-lamp uitsluitsel geven als bijkomende proef. Wanneer er een UV-lamp wordt gebruikt, kan men in een donkere kamer eveneens een wit/gele aanslag merken op het monster bij aanwezigheid van teer.

Bron: AquafinBron: Aquafin

TIPS / AANDACHTSPUNTEN

57

Page 58: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

58

NEMEN EN BEPROEVEN SLIB – VERONTREINIGDE GRONDEN

15.

UITVOERINGLabo

AANWEZIGLabo met opdrachtnemeren toezichter

VERPLICHTINGBij twijfel

SB250 Nee

FREQUENTIEZie bestekvoor-schriften

LOCATIEVerontreinigde grond

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTOpdrachtgever

RAPPORTERINGRapport labo

SJABLOONNee

MATERIAALApparatuur labo

Page 59: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEFOndanks het voorafgaand milieu-hygiënisch onderzoek op gronden, kunnen er tijdens de werken gronden aangetroffen worden die verontreinigd zijn.

Mocht er op de werf een indicatie zijn van een eventuele verontreiniging, dan dienen de volgende stappen genomen te worden afhankelijk van de vaststelling:

► Bij gestapelde gronden of gronden uit een sleuf: Laat een representatief staal nemen door een OVAM erkend labo.

► Bij gronden afkomstig uit een gracht: voer slib af naar een gespecialiseerde firma voor ontwatering, waarna het labo een staalname kan uitvoeren.

Hou er rekening mee dat van elke verwijdering van gronden van de werf er vrachtbonnen dienen afgeleverd te worden. Deze bonnen dienen zeker de volgende items te bevatten:

► Bestemmingsplaats ► Controle van het gewicht

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?Het labo zal de gronden onderzoeken en toetsen aan de maximale toegelaten hoeveelheden van verontreiniging.

59

Page 60: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

60

NEMEN EN BEPROEVEN ZANDMONSTER

16.

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichterof labo

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichterof labo

VERPLICHTINGSteekproefsgewijsbij twijfel

SB250 Nee

FREQUENTIESteekproefsgewijs

LOCATIEMeerdere plaatsen, representatief

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTIndien resultaat goed: opdrachtgever, anders opdrachtnemer

RAPPORTERINGRapport labo

SJABLOONNee

MATERIAALApparatuur labo

Page 61: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEFHet representatief nemen van een zandmonster met als doel de uitvoering van conformiteitsproeven zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van SB250 voor het gebruik als aanvulzand.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?De monstername op zich kan enkel visueel opgevolgd worden en worden gestaafd aan de hand van notities over de manier van werken. Er zijn geen concrete criteria waaruit kan blijken dat een monster correct werd genomen.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Best het monster op verschillende locaties nemen, waaruit één mengmonster kan worden samengesteld en vervolgens door middel van kwartering te reduceren tot de gewenste hoe- veelheid.

► Indien het monster op stock wordt genomen niet aan de buitenkant van de hoop nemen maar in de hoop.

► Indien een monster wordt genomen nadat het materiaal reeds werd verwerkt dient er rekening gehouden te worden met het feit dat de karakteristieken van het materiaal kunnen gewijzigd zijn.

61

Page 62: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

62

NEMEN EN BEPROEVEN BETONPUIN

17.

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGSteekproefsgewijsbij twijfel

SB250 Nee

FREQUENTIESteekproefsgewijs

LOCATIEMeerdere plaatsen, representatief

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTIndien resultaat goed: opdrachtgever, anders opdrachtnemer

RAPPORTERINGRapport labo

SJABLOONNee

MATERIAALApparatuur labo

Page 63: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

63

BESCHRIJVING PROEFIndien de opdrachtnemer gebroken betonpuin aanlevert op de werf, dan dient hij van deze materialen eerst een Benor-keuring af te leveren.

Bij elke hoeveelheid gebroken betonpuin welke wordt aangevoerd op de werf, dient er een leveringsbon vergezeld te zijn. Deze bon dient te verwijzen naar de Benor-keuring, de productieplaats en het kaliber van het materiaal.

Mocht er materiaal aangeleverd worden op de werf waarbij er twijfel is van de kwaliteit, dan kan de toezichter ook een staal nemen van deze materialen en deze bij een onafhankelijk labo laten onderzoeken.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?De proef wordt uitgevoerd door het labo. Voorschriften zie standaardbestek 250, vermeld in hoofd-stuk 3.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN

VERVOLGSTAPPEN VOOR LEIDEND AMBTENAARWeigering van het materiaal + verwijdering van de werf of minderwaarde.

► Best het monster op verschillende locaties nemen, waaruit één mengmonster kan worden samengesteld en vervolgens door middel van kwartering te reduceren tot de gewenste hoe- veelheid.

► Indien het monster op stock wordt genomen niet aan de buitenkant van de hoop nemen maar in de hoop.

► Indien een monster wordt genomen nadat het materiaal reeds werd verwerkt dient er rekening gehouden te worden met het feit dat de karakteristieken van het materiaal kunnen gewijzigd zijn.

Page 64: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

64

PROEF OP PAALFUNDERING

18.

UITVOERINGLabo (hout: opdrachtnemer)

AANWEZIGLabo met toezichter (hout: opdrachtnemer met toezichter)

VERPLICHTINGZie bestek

SB250 Aanvullingen: H9-50

FREQUENTIEZie aanvullingen

LOCATIESteekproefsgewijs

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTZie bestek

RAPPORTERINGRapport labo (hout: fiche)

SJABLOONJa (voor houten palen)

MATERIAALApparatuur labo (hout: vijzel + kous)

Page 65: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

65

BESCHRIJVING PROEFPAALBELASTINGSPROEF (GRINDPALEN, GROUTPALEN, SCHROEFBETONPALEN,…)De voorbereidingen voor de proefopstelling dient te gebeuren door de opdrachtnemer. Zie hiervoor de technische fiche, aangeleverd door het labo/studiebureau.

LaboDe zetting van de paal wordt gemeten onder invloed van een druk of trekkracht die op de paal wordt uitgeoefend.

Er dient minstens 1 paalbelastingsproef uitgevoerd te worden per 2000 lopende meter grindpalen of per 400 grindpalen.

Om deze zetting te kunnen meten worden aan de te controleren paal 3 meetprofielen bevestigd. De profielen worden aangebracht in een horizontaal vlak met een onderlinge hoek van 120° verankerd met 3 trekpalen. Deze profielen zijn 5 meter lang.

De trekpalen dienen om via de vijzel de belasting op de te beproeven paal over te brengen. Aan het uiteinde van deze profielen worden micrometers geplaatst. Hierop wordt de zetting gemeten.

De reële zetting is het gemiddelde van de 3 micrometers.

Page 66: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

66

Bron: Aquafin

Ingeval een trekproef moet worden uitgevoerd, dan worden de drie trekpalen, uit de beschrijving van hierboven, als drukpalen gebruikt.

DRUKPROEF OP HOUTEN PALEN

OpdrachtnemerDe paalkoppen worden in TAW-peil opgemeten.

Op 5% van de palen wordt een drukproef uitgevoerd, waarbij de paal belast wordt tot 90% van de vereiste draagkracht. Hierbij mag de paal niet verder ingedrukt worden.

Het drukmeettoestel wordt op een paalkop gezet.

De houten paal wordt belast met een druk die bepaald wordt door het studiebureau afhankelijk van de constructie en het aantal palen.

Het meettoestel wordt verwijderd en het peil van de paalkop wordt opnieuw bepaald.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?De zetting (stijging bij trekproef) moet minder zijn dan voorgeschreven in het bestek.

Page 67: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► De proef op grindpalen kan ten vroegste 2 weken na de uitvoering ervan plaats vinden.

► De andere cementgebonden palen dienen voldoende uitgehard te zijn.

► Indien de druk niet kan worden opgebouwd dan zijn er mogelijks 2 oorzaken:• De trekpalen bieden onvoldoende verankering, andere opstelling vereist.• De drukpaal voldoet niet aan de gestelde eisen, of omgekeerd de drukpaal kan de trekkracht

niet aan.

67

Bron: Aquafin

Page 68: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

68

SONARPROEF OP PAALFUNDERING

19.

UITVOERINGLabo

AANWEZIGLabo met toezichter

VERPLICHTINGZie bestek

SB250 Nee

FREQUENTIEZie bestek

LOCATIESteekproefsgewijs

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTZie bestek

RAPPORTERINGRapport labo

SJABLOONNee

MATERIAALApparatuur labo

Page 69: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEFBij het akoestisch doormeten van palen wordt door middel van een klap met een hamer een schokgolf in de paal gebracht. Deze schokgolf doorloopt de paal in de lengterichting met een snelheid die afhankelijk is van de elasticiteitsmodulus en de dichtheid van het paalmateriaal.

De neerwaarts gerichte schokgolf wordt gereflecteerd door de paalpunt of eventuele onregelmatig- heden in de paaldoorsnede. Door zowel de hamer-impuls als de reflecties op tijdbasis vast te leggen is na te gaan of de paal gaaf is, en kan de plaats waarop de discontinuïteit zich bevindt worden be- paald. Onder discontinuïteit wordt in dit verband verstaan een scheur, breuk, insnoering of uitstulping.

De reflecties komen duidelijk tot uitdrukking via de registratie van het gedrag van de paalkop met behulp van een versnellingsopnemer. Ter vereenvoudiging van de interpretatie van de meetsignalen worden deze versterkt, gefilterd en geïntegreerd.

Bron: Aquafin

69

Page 70: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?De gegevens worden geïnterpreteerd door het labo en geëvalueerd door het studiebureau.

TIPS / AANDACHTSPUNTENDe cementgebonden palen dienen voldoende uitgehard te zijn.

Bron: Aquafin

70

Page 71: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

Bron: Aquafin

71

Page 72: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

72

TRILLINGSMETING

20.

UITVOERINGOpdrachtnemer

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGJa

SB250 Aanvullingen: H9-50.1.1.B.

FREQUENTIEConstante registratie

LOCATIERisicovolle/schadegevoelige locaties

WIE KIEST LOCATIEOnderling overleg

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGDagelijkse outprint

SJABLOONNee

MATERIAALPiëzo-elektrische versnellingsopnemer

Page 73: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

BESCHRIJVING PROEFMet het uitvoeren van trillingsgevoelige werken zoals het plaatsen van grindpalen, damplanken,… in de nabijheid van leidingen, constructies en gebouwen dient de opdrachtnemer steeds een geijkt trillingsapparaat (type piëzo-elektrische versnellingsopnemer) op de werf ter beschikking te stellen. Het toestel dient opgesteld te worden vóór de start en tot aan de beëindiging van de trillingsgevoelige werken en dienen uitgevoerd te worden door hiertoe opgeleid en ervaren personeel.

Het apparaat moet uitgerust zijn met een auditief en visueel alarm, welk in werking moet treden van zodra de ingestelde toelaatbare grenswaarde overschreden wordt. Tevens dient er dagelijks een outprint van de geregistreerde waarden aan de toezichter/bouwheer te worden overgemaakt.

Vooraleer er met de proef kan gestart worden, dient er een geldig kalibratie certificaat volgens DIN 45669, van minder dan 2 jaar oud, voorgelegd te worden.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?In de nabijheid van leidingen, constructies en gebouwen mag men de volgende grenswaarden aan-nemen (voor zover er geen strengere waarden zijn opgenomen in het bijzonder bestek):

► Kortstondige grenswaarde van 4 mm/sec ► Continue grenswaarde van 2 mm/sec

TIPS / AANDACHTSPUNTENBij overschrijding van de grenswaarden dient de opdrachtnemer onmiddellijk de werken stop te zetten en passende maatregelen te nemen.

Bron: Aquafin

73

Page 74: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

74

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter of labo afh. van proeven

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGSteekproefsgewijs bij twijfel

SB250 Nee

FREQUENTIESteekproefsgewijs

LOCATIE-

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTIndien resultaat goed: opdrachtgever, anders opdrachtnemer

RAPPORTERINGMelding en/of rapport labo, afh. van proeven

SJABLOONNee

MATERIAALKubussen, Abramskegel, schoktafel

BEPROEVEN AANGEVOERD VERS BETON (VOOR CONSTRUCTIES)

21.

Page 75: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

75

BESCHRIJVING PROEFCONTROLE LEVERINGSBONHet geleverde stortklaar beton is volgens de norm NBN B 15-001 en NBN EN 206-1 2006/02.10. Sedert oktober 2015 is het Benor-reglement TRA 550 (v3.1) van kracht.

Het Benor-merk impliceert dat de productiecontrole van de producent door een derde partij wordt geverifieerd. Het merk is vooral een waarborg dat het aangemaakte beton beantwoordt aan de gespecificeerde basiseisen en de voorgeschreven aanvullende eisen. De gebruiker hoeft de con-formiteit van het beton met de eisen dus niet meer zelf te controleren. De gebruiker moet enkel nog de leveringsbon en de uitvoering van het werk controleren.

CONTROLE VAN DE DRUKSTERKTEEnkel wanneer dit voorgeschreven werd in de aanbestedings- documenten of wanneer dit opgelegd werd door de opdrachtgever of in geval van twijfel betreffende de kwaliteit van het geleverde beton kunnen kubusvormige proefstukken met 15cm ribbe vervaardigd worden om bijkomende controle mogelijk te maken. De opdrachtnemer zorgt dat de mallen uit onvervormbaar materiaal (zie foto) op de werf aanwezig zijn. Een monsterneming bestaat steeds uit 3 proefstukken en 3 proefstukken voor eventuele tegenproeven.

EISEN GESTELD VOOR AANMAAK EN BEWARING VAN DE KUBUSSENDe proefstukken worden getrild met een min. frequentie van 40 Hz. De kubussen gedurende min-imum 16u en maximum 72u in de mal bewaren. De mallen beschermen tegen schokken, trillingen en uitdroging bij 20 ± 5°C. Na ontkisten de kubussen in water (20 ± 2°C) of in een vochtige ruimte (20 ± 2°C en relatieve vochtigheid ≥ 95%) bewaren tot vlak voor het beproeven. Indien de kubussen getransporteerd moeten worden, eveneens een bescherming tegen vochtverlies voorzien.

CONTROLE VAN DE CONSISTENTIEEnkel wanneer dit voorgeschreven werd in de aanbestedingsdocumenten of wanneer dit opgelegd werd door de opdrachtgever of in geval van twijfel betreffende de kwaliteit van het geleverde beton kan een controle van de consistentie van het geleverd beton worden uitgevoerd. Afhankelijk van de specificaties van de consistentie: S (zetmaat-slump) of F (schudmaat-flow) wordt de controle door één van beide proeven uitgevoerd. De zetmaat S met de Abramskegel. De schudmaat F met de schoktafel. Er bestaat geen analogie tussen beide vermits de zetmaat bij de Abramskegel tot stand komt door de zwaartekracht en bij de schoktafel door toegebrachte energie.

EISEN GESTELD VOOR AANMAAK EN BEWARING VAN DE KUBUSSENDe proefstukken worden getrild met een min. Frequentie van 40 Hz . De kubussen gedurende min-imum 16u en maximum 72u in de mal bewaren .De mallen beschermen tegen schokken, trillingen en uitdroging bij 20 ± 5°C . Na ontkisten de kubussen in water (20 ± 2°C) of in een vochtige ruimte (20 ± 2°C en relatieve vochtigheid ≥ 95%) bewaren tot vlak voor het beproeven . Indien de kubussen getransporteerd moeten worden, eveneens een bescherming tegen vochtverlies voorzien.

AbramskegelDe bepaling van de zetmaat van betonspecie gebeurt volgens de norm NBN EN 12350-2. De Abramskegel is een open afgeknotte kegel met een diameter van 100-200 mm (bovenaan - onderaan, gemeten aan binnenzijde) en een hoogte van 300 mm.

Zorg ervoor dat de vloeitafel op een stabiele en horizontale drager rust. Bevochtig het oppervlak van het blad en de Abramskegel (het overtollige water wegvegen met een vochtige doek – er mag geen water meer staan op het oppervlak van de plaat en de mal).

Plaats de Abramskegel in het midden van de vloeitafel. Neem een representatief betonmonster, cfr. de norm NBN EN 12350-1. Het monster wordt met een emmer rechtstreeks uit de stortgoot van de mixer opgevangen of aan de uitgang van de pomp. Bij gebruik van een kruiwagen moet het verzamelmonster opnieuw homogeen worden gemaakt met de schep alvorens het geredu-ceerde monster (vulling van de emmer) wordt afgenomen.

Page 76: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

76

Bron: Wikipedia Abramskegel

Plaats de trechter bovenop de kegel. De kegel wordt in drie lagen met betonspecie gevuld, waarbij iedere laag verdicht wordt met een stalen prikstaaf. Na verwijdering van de trechter wordt de betonspecie aan de bovenrand afgestreken. Onmiddellijk na het vullen wordt de vorm verticaal opgelicht. De mal moet in maximum 5s weggenomen worden in een gelijkmatige, verticale beweging en zonder op het beton een zijdelingse druk of wringbeweging over te brengen. Als de specie tot rust is gekomen wordt de inzakking van de betonspecie (ook wel zetmaat of slump genoemd) gemeten.

Met de Abramskegel wordt tevens ook de vloeimaat (slumpflow) van zelfverdichtend beton gemeten.

EISEN GESTELD VOOR AANMAAK EN BEWARING VAN DE KUBUSSENDe proefstukken worden getrild met een min. Frequentie van 40 Hz . De kubussen gedurende min-imum 16u en maximum 72u in de mal bewaren .De mallen beschermen tegen schokken, trillingen en uitdroging bij 20 ± 5°C . Na ontkisten de kubussen in water (20 ± 2°C) of in een vochtige ruimte (20 ± 2°C en relatieve vochtigheid ≥ 95%) bewaren tot vlak voor het beproeven . Indien de kubussen getransporteerd moeten worden, eveneens een bescherming tegen vochtverlies voorzien.

SchoktafelDe consistentie van betonspecie wordt bepaald door zijn schudmaat, op een plat vlak onder-worpen aan schokken. De proef wordt uitgevoerd op een zogenaamde vloeitafel, met een vlak blad verbonden door scharnieren met een harde basis. Een conusvormige mal (Dbase = 200 mm, dhaut = 130 mm, h = 200 mm) :

Bron: Macben

Page 77: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

77

De mal en het blad zijn op voorhand nat gemaakt. Het vullen van deze mal gebeurt in twee achtereenvolgende lagen van gelijke hoogten. Elke laag wordt 10 keer verdicht met een stamper. De mal wordt in 1 tot 3 seconden, zonder zijdelingse beweging, verticaal opgetild en dan losgelaten. De valhoogte van het mobiel blad en van de harde basis is 40 mm. Deze cyclus wordt 15 maal herhaald. Elke cyclus duurt tussen 1 en 3 seconden.

Bron: WTCB

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?CONTROLE VAN DE LEVERINGSBONDe herkomst van een Benor-gecertificeerde betoncentrale wordt bewezen door leveringsbonnen die het Benor-label dragen en het identificatienummer toegekend door de Benor-certificatieinstelling. Op de bon moeten alle eisen en alle gegevens van de geldende normen vermeld staan.

De leveringsbonnen worden bewaard op de bouwplaats en blijven ter beschikking van de bouwheer.

De toezichter controleert hier inzonderheid (zie hieronder voorbeeld leveringsbon) of de op de bon vermelde specificaties van het beton overeenstemmen met de specificaties vermeld in de aanbeste-dingsdocumenten.

Werkwijze: De mal wordt in het centrum van de tafel geplaatst. Een monster van minstens 5l conform NBN EN 12350-1 is vereist. Dit monster dient opnieuw gehomogeniseerd te worden alvorens de proef uit te voeren.

Page 78: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

78

De aandacht gaat hier inzonderheid naar:

DE VOLLEDIGHEID VAN DE DOOR DE CENTRALE EN BESTUURDER INGEVULDE GEGEVENS.

DE OP DE BON VERMELDE KARAKTERISTIEKEN VAN HET BETON.

A: sterkteklasseDe sterkteklasse is gekoppeld aan de karakteristieke kubusdruksterkte/cilinderdruksterkte. De betonsterkteklasse wordt aangeduid met de letter ‘C’ (Concrete) gevolgd door de minimaal vereiste karakteristieke cilinderdruksterkte, gevolgd door een schuine streep en de waarde van de bijbehorende karakteristieke kubusdruksterkte.

B: duurzaamheidseisen: ► B1 (gebruiksdomein) ongewapend, gewapend of voorgespannen beton ► B2 (omgevingsklasse) bepaalt de duurzaamheid van het beton in een bepaalde omgeving

C: consistentieklasse is een maat voor de vloeibaarheid/verwerkbaarheid van het beton.

D: Dmax is de gewenste grootste nominale korrelafmeting van de granulaten max. 1/5 van de vloerdikte en 1/5 van de afstand tussen de wapeningsstaven; max. 3/4 van de kleinste tussen-ruimte tussen de staven en de betondekking.

E: aanvullende eisenVoor bepaalde toepassingen kan het nodig zijn om aanvullende eisen op te leggen. Vb: super-plastificeerders, vertragers, versnellers,….

DAT HET BETON BINNEN DE GEGARANDEERDE VERWERKINGSTIJD WORDT VER-WERKT.

De ‘gegarandeerde verwerkbaarheidsduur’ bedraagt doorgaans voor CEM I & CEM II: 100 minuten, voor CEM III & CEM V: 120 minuten. Deze geeft de tijd aan waarbinnen het beton zeker niet in binding gaat. Dit betekent echter niet dat de consistentie (vloeibaarheid) zolang ongewijzigd moet blijven. Het is immers perfect normaal dat beton geleidelijk aan in vloeibaarheid terugvalt.

Onderstaande grafiek geeft aan dat het beton minstens 30 minuten na aanvang lossen in dezelfde klasse (S4 in dit voorbeeld) moet blijven.

Page 79: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

79

Overschrijding van de gegarandeerde verwerkingstijdToevoegen van bindingsvertrager voor levering op de werf is toegelaten met behoud van het Benor-merk indien de bindingsvertrager wordt toegevoegd binnen de 60 minuten na het eerste contact van cement met water en zolang dit voorzien is in de leveringsinstructie verstrekt door de Benor-gecertificeerde productie-eenheid aan de chauffeur.

Bij gebruik van een bindingsvertrager voorzien in de samenstelling, moet de leveringsbon de totale gegarandeerde verwerkingstijd vermelden.

Elke toevoeging na het verstrijken van de gegarandeerde verwerkingstijd geeft aanleiding tot het verlies van het Benor-merk. In dit geval dient het Benor-merkteken duidelijk geschrapt te worden op de leveringsbon.

Page 80: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

80

ABRAMSKEGELDe inzakking van de kegel (meting in mm) bepaalt de overeenstemmende consistentieklasse volgens onderstaande tabel.

De slumpflow klasse van zelfverdichtend beton wordt bepaald volgens onderstaande tabel:

Een aanvaardbare tolerantie voor individueel opgemeten waardes ten opzichte van de richtwaarde is hier volgens NBN EN 206 voor de vloeimaat 5 cm.

De resultaten dienen opgenomen te worden in een verslag.

Bron: Betonica

Slumpflow klasse volgens NBN EN 206

Klasse Vloeimaat in [mm]

SF1 550 - 650

SF2 660 - 750

SF3 760 - 850

SCHOKMAATNu wordt niet de inzakhoogte gemeten zoals bij de zetmaat, maar de diameter van de uitgevloeide specie. De schudmaat van de betonspecie wordt bepaald door het gemiddelde te berekenen van de maximale uitspreidingen tot op 10 mm nauwkeurig, gemeten parallel aan de zijden van de schok-tafel volgens onderstaande schets. Het gemiddelde van d1 en d2 geeft dan de waarde waarmee de schokmaat in bijgevoegde tabel overeenkomt.

De resultaten dienen opgenomen te worden in een verslag.

Klasse Vloeimaat in [mm]

F1 ≤ 340

F2 350 - 410

F3 420 - 480

F4 490 - 550

F5 560 - 620

F6 ≥ 630

Page 81: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

► Ter herinnering, een Benor-beton verliest zijn kwaliteitsmerk (het Benor-logo moet dan geschrapt worden door de chauffeur) indien er op initiatief van de afnemer water, vezels of hulpstoffen worden toegevoegd.

► Ladingen kleiner dan 1 m³ kunnen niet meer onder het Benor-merk worden geleverd (risico doseerafwijkingen te groot).

► Toevoegen van bindingsvertrager voor levering op de werf is toegelaten met behoud van het Benor-merk indien de bindingsvertrager wordt toegevoegd binnen de 60 minuten na het eerste contact van cement met water en zolang dit voorzien is in de ITT (Initiële Type Testings - beton-studie). De producent dient hiervan de nodige bewijzen voor te leggen.

► De monstername ter controle van de consistentie van het vers geleverde beton gebeurt in voorkomend geval aan de uitgang van de pomp.

► Cementtypes met een hoge bestandheid tegen sulfaten: CEM I-SR 0 = 0 % C3A CEM I-SR 3 ≤ 3 % C3A CEM III/B-SR CEM III/C-SR CEM V/A (S-V) HSR SSC HSR

Controle leveringsbon ► Elke onregelmatigheid vermeld op de leveringsbon melden aan de leidend ambtenaar.

► Elke onregelmatigheid betreffende de levering en het lossen van stortklaar beton volgens de geldende normen melden aan de leidend ambtenaar.

► In geval van sterke twijfels betreffende de kwaliteit van het geleverde beton proefkubussen laten maken en overmaken aan een labo. Hieruit volgt dan een rapport van het labo.

Controle van de consistentie ► De proef kan worden herhaald weliswaar op dezelfde lading.

► De consistentie aanpassen door toevoeging van hulpstof (superplastificeerder, viscositeit ver-lagende stoffen,…).

► Contacteren centrale en leveringen aanpassen.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN

81

Page 82: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

82

BETONDEKKINGSMETING

22.

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGSteekproefsgewijs bij twijfel

SB250 Nee

FREQUENTIESteekproefsgewijs

LOCATIEOp bouwonderdeel waar discussie over is

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGMelding

SJABLOONNee

MATERIAALBetondekkingsmeettoestel

Page 83: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

83

Met behulp van een meettoestel wordt de diepte van de wapening gemeten.

Dit op verschillende plaatsen per constructie.

BESCHRIJVING PROEF

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?In de nabijheid van leidingen, constructies en gebouwen mag men de volgende grenswaarden aan-nemen (voor zover er geen strengere waarden zijn opgenomen in het bijzonder bestek):

► Kortstondige grenswaarde van 4 mm/sec ► Continue grenswaarde van 2 mm/sec

► Voorafgaand aan de betonnering moeten controles gebeuren.

Controle bij plaatsen wapening:• geen rechtstreeks contact met grond (vooral bij vloerplaten)• juiste plaatsing en gebruik afstandshouders (min. 4 cm)• rekening houden met totale dikte bij overlappingen netten• nameten met vouwmeter

Controle bij plaatsen bekisting:• afstand tot wapening-bekisting nazien• breedte wanden nazien na plaatsen binnen-/buitenbekisting• verticaliteit bekisting wanden nazien

Controle na betoneren en ontkisten:• vlakheid betonwanden nazien• betondekking nameten met digitaal meettoestel

► De richtlijnen voor het betreden van besloten ruimtes dienen in acht genomen te worden.

► Indien een lagere dekking wordt vastgesteld moet dit met de leidend ambtenaar worden besproken.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN

Bron: Aquafin

Page 84: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

84

ZETTINGSMETING BIJ BEMALING

23.

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGAangeraden bij zettingsgevoelige gronden

SB250 H7-1.1.2.7.B

FREQUENTIEModaliteiten af te spreken met leidend ambtenaar

LOCATIEZowel in als uit de invloedzone

WIE KIEST LOCATIELeidend ambtenaar

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGFiche Excel

SJABLOONJa

MATERIAALWaterpas + meetbaak

Page 85: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

85

Zettingen moeten opgevolgd en gerapporteerd worden. De toegelaten zettingen worden vermeld in de vooraf opgemaakte bemalingsnota, goedgekeurd door de leidend ambtenaar.

BESCHRIJVING PROEFVOOR OPSTART VAN DE BEMALINGVooraleer een bemaling op te starten worden best alle zettingsgevoelige constructies genivelleerd. Deze metingen dienen te starten buiten de invloedzone van de bemaling. Aldaar wordt een vast punt gekozen waaruit de nulmeting (= zonder invloed van de grondwaterverlaging) start.

Vanuit dit vast punt worden de hoogte van de zettingsgevoelige constructies bepaald en vastgelegd ten opzicht van de hoogte van het vast punt. Dit gebeurt met behulp van een waterpastoestel en een meetbaak.

Deze hoogteverschillen worden genoteerd en doorgegeven aan de leidende ambtenaar.

TIJDENS DE BEMALINGDagelijks worden de hoogten van de zettingsgevoelige constructies bepaald ten opzicht van de hoogte van het vast punt. Deze hoogten mogen niet afwijken van de initieel gemeten hoogten tijdens de nulmeting.

Wordt er toch een afwijking vastgesteld, dient de leidende ambtenaar onmiddellijk gecontacteerd te worden.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?

TIPS / AANDACHTSPUNTENControle van de zettingen bij kruising van of werken in nabijheid van spoorwegen zijn uit te voeren volgens voorschriften van Infrabel.

Page 86: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

86

UITVOERINGOpdrachtnemer

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGVerplicht

SB250 H7-6 en H3-12

FREQUENTIEAlle

LOCATIE-

WIE KIEST LOCATIE-

WIE BETAALTZie bestek

RAPPORTERINGMelding

SJABLOONNee

MATERIAAL-

WATERDICHTHEID MUURSCHUIVEN (BEPROEVEN SCHUIF- EN WANDAFSLUITERS)

24.

Page 87: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

87

De waterdruk mag geen aanleiding geven tot beschadigingen of vervormingen van de schuif en er mag geen stromend water en/of vallende druppels worden vastgesteld binnen een tijdsspanne van 15 minuten.

BESCHRIJVING PROEFBeproeving van wandafsluiters, steekschuiven op waterdichtheid met waterdruk tot aan het overstortpeil.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Om een waterdichte aansluiting mogelijk te maken van de afsluiter tegen het beton moet het beton voldoende vlak worden afgewerkt.

► De richtlijnen voor het betreden van besloten ruimtes dienen in acht genomen te worden.

► Vervolgstappen: De opdrachtnemer moet de nodige voorstellen overmaken om eventuele gebreken te herstellen.

Page 88: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

88

UITVOERINGLabo

AANWEZIGLabo met toezichter

VERPLICHTINGJa

SB250 H7-4 (nieuwbouw) H7-19 (renovatie)

FREQUENTIEH7: 3 metingen bij 3 verschillende kunstwerken per proefvak H3: min. 10 op dikte, min. 5 op trek/hechting

LOCATIE-

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTZie bijzonder bestek

RAPPORTERINGRapport labo

SJABLOONNee

MATERIAALApparatuur labo

DIKTEMETING EN HECHT- OF TREKPROEF OP EPOXY / GUNITAGE (TREKPROEF OP COATINGS)

25.

Page 89: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

89

BESCHRIJVING PROEFDe laagdikte wordt gemeten op uit het oppervlak geboorde kleine kernen.

De hechtsterkte wordt bepaald via een trekproef op verlijmde vierkante trekkoppen van 5 cm × 5 cm.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?DIKTEMETINGElk individueel meetresultaat moet minstens gelijk zijn aan 90 % van de voorgeschreven minimumlaagdikte.

Het gemiddelde van de meetresultaten per proefvak moet groter zijn dan of gelijk aan de voor-geschreven laagdikte.

Voor het berekenen van de gemiddelde laagdikte worden de individuele resultaten beperkt tot de opgelegde waarde vermeerderd met maximum 10 % (dit geldt enkel voor nieuwbouw, voor renovatie is de bepaling van maximum 10 % niet vermeld).

De beschermlaag wordt niet aanvaard in het geval er één of meerdere resultaten kleiner zijn dan 90 % van de voorgeschreven waarde of het gemiddelde resultaat kleiner is dan de voorgeschreven minimum laagdikte.

Bron: Aquafin

Page 90: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

90

HECHTSTERKTEDe meetwaarde bij breuk dient minimum 1,5 N/mm² te bedragen op oppervlakken van beton of staal.

In geval de meetwaarde bij breuk kleiner is dan 1,5 N/mm² kan de bekleding enkel onder volgendevoorwaarden worden aanvaard:

► Proefresultaat met breukvlak in het beton van de ondergrond bij minimum trekkracht van 1 N/mm² en hechting van betongranulaten aan de keerzijde van de bekleding;

► Proefresultaat met breukvlak gedeeltelijk in de hechtlijm, gedeeltelijk in het beton, bij een min-imum trekkracht van 1 N/mm². Het breukvlak dient minimum voor 50 % in het beton plaats te vinden.

Volgende individuele proefresultaten geven steeds aanleiding tot weigering van de bekleding:

► Breukvlak in bekleding met trekkracht kleiner dan 1,5 N/mm²; ► Trekkracht kleiner dan 1,5 N/mm² en vaststelling van slechts een cementfilm aan onderkant bekleding;

► Alle gevallen met trekkracht kleiner dan 1 N/mm².

Proeven waarbij de breuk zich in de lijm heeft voorgedaan bij een trekkracht kleiner dan 1,5 N/mm² zijn steeds ongeldig en moeten worden overgedaan.

Bij renovatie (artikel 19) geldt bijkomende:

► De trekkracht bij breuk is groter dan 1,5 MPa: de proef voldoet. ► De trekkracht bij breuk is kleiner dan 1,5 MPa:

• Het breukvlak is in de lijm: de proef is ongeldig en moet hernomen worden;• Het breukvlak is in de ondergrond: de proef voldoet;• Het breukvlak is gemengd: het breukvlak moet minimum 1/4 ondergrond bevatten om te

voldoen.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Nadien moeten de veroorzaakte openingen terug afgewerkt worden met de voorziene epoxy-laag.

► De richtlijnen voor het betreden van besloten ruimtes dienen in acht genomen te worden.

► In geval de bescherming niet wordt aanvaard, kan de opdrachtnemer tegenproeven laten uit-voeren. Het aantal proeven is gelijk aan dat van de oorspronkelijke proef.

► Zo er op de beproefde beschermlaag een bijkomende laag wordt aangebracht, dan worden er, naast het uitvoeren van tegenproeven ter controle van de laagdikte, ook proeven ter controle van de hechting uitgevoerd.

Page 91: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

91

Page 92: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

92

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter of labo

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGJa

SB250 H7-12

FREQUENTIEMin. 1 monster uit de volledig uigeharde kous zagen per vak

LOCATIETer hoogte van put of net ernaast in de buis

WIE KIEST LOCATIEToezichter / leidend ambtenaar

WIE BETAALTZie bestek

RAPPORTERINGRapport labo

SJABLOONNee

MATERIAALSlijpschijf

PROEVEN OP TER PLAATSE UITGEHARDE BUIZEN

26.

Page 93: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

93

De proef moet voldoen aan de producteigenschappen zoals bepaald in de voorafgaand goed- gekeurde technische fiche.

De korte termijn buigings- en elasticiteitseigenschappen zijn volgens hoofdstuk 7-12.3.4.

BESCHRIJVING PROEFOp de uitgeharde kous wordt, bij voorkeur ter hoogte van de toegangs- of verbindingsput, een stuk uitgeslepen en beproefd naar dikte en korte termijn buiging/elasticiteit.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?

VERVOLGSTAPPEN VOOR LEIDEND AMBTENAARIndien bepaalde waardes niet gehaald worden zal de leidend ambtenaar bepalen of de kous moet geweigerd worden of dat er mogelijkheid is tot tegenproeven/minderwaarde.

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Per vak wordt minstens 1 monster uit de volledig uitgeharde kous geslepen: Zowel bij mantoe-gankelijke, als bij niet mantoegankelijke leidingen gebeurt de monsterneming in tussenliggende toegangs- en verbindingsputten. De monsterneming gebeurt in het midden van de kous.

► Bij ontstentenis van tussenliggende toegangs- en verbindingsputten wordt het monster genomen in de eindtoegangs- of verbindingsput waarbij dan een gelijkaardige ondersteuning is aange-bracht als in de tussenliggende toegangs- en verbindingsputten. Indien dit niet mogelijk is moet het proefstuk uit de leiding genomen worden en daarna vakkundig hersteld worden met short-liners.

► Bij de monsterneming dient rekening gehouden te worden dat het genomen monster voldoende druk heeft gekregen en dat het op deze plaats voldoende is ondersteund en geïsoleerd tijdens de thermische verharding.

► Monsters worden genomen in radiale richting.

► De richtlijnen voor het betreden van besloten ruimtes dienen in acht genomen te worden.

Page 94: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

94

TREKPROEF OP ANKERS VAN AFSLUITERS

27.

UITVOERINGExtern keuringsorganisme

AANWEZIGExtern keuringsorganisme

VERPLICHTINGZie bestek

SB250 H9-18 en H3-56

FREQUENTIEAlle

LOCATIEAfsluiter

WIE KIEST LOCATIE-

WIE BETAALTZie bestek

RAPPORTERINGRapport extern keuringsorganisme

SJABLOONNee

MATERIAALApparatuur keuringsorganisme

Page 95: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

95

Het resultaat is ongunstig als het anker los komt vooraleer de vooropgestelde kracht werd bereikt. Het anker moet dan opnieuw geboord worden.

BESCHRIJVING PROEFVan afsluiters worden de individuele ankers op trek be- proefd. Dit om zeker te zijn dat de ankers de maximaal optredende trekbelasting (dienstbelasting) aan kunnen.

De trekkracht wordt vastgelegd door het studiebureau. In de praktijk is de trekkracht 1.25 x de dienstlast.

Alle ankers worden één voor één als volgt beproefd:

► Verwijderen van de moer ► Opstellen van trekopstelling ► Kracht ontwikkelen tot vooropgestelde kracht ► Trekopstelling verwijderen ► Moer terug bevestigen

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?

TIPS / AANDACHTSPUNTEN ► Er mag beperkte waterdruk aan de andere kant van de afsluiter staan, in het kader van de veilig-heid (hoger risico op loskomen afsluiter doordat telkens 1 bevestiging wordt weggenomen om de proef uit te kunnen voeren).

► De opdrachtnemer moet de moeren naspannen tot de voorgeschreven kracht/spanning.

► De richtlijnen voor het betreden van besloten ruimtes dienen in acht genomen te worden.

Testtoestel met brug (vrije betonconus)

Bron: Aquafin

Page 96: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

96

UITVOERINGOpdrachtnemer met toezichter

AANWEZIGOpdrachtnemer met toezichter

VERPLICHTINGSteekproefgewijs bij twijfel

SB250 H6 en H12

FREQUENTIESteekproefgewijs

LOCATIEMeerder plaatsen, representatief

WIE KIEST LOCATIEToezichter/ leidend ambtenaar

WIE BETAALTOpdrachtnemer

RAPPORTERINGMelding

SJABLOONNee

MATERIAALRei van 3 meter

VLAKHEIDSPROEF OP VERHARDINGEN EN LIJNVORMIGE ELEMENTEN

28.

Page 97: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

97

In het standaardbestek wordt in verschillende hoofdstukken verwezen naar de vlakheid van een oppervlak, meer bepaald:

BESCHRIJVING PROEFDe vlakheid van een oppervlak wordt gemeten met een rei van 3 meter.

Deze rei is een rechtlijnige lat van 3 meter lang (eventueel voorzien met een handgreep) en mag op het te controleren oppervlak op iedere plaats en in iedere richting worden geplaatst.

Om de oneffenheden onder de rei correct te meten wordt gebruik gemaakt van (metalen) meetwiggen, welke haaks onder de rei geplaatst worden. Deze wiggen hebben een maximale lengte van 10 cm en een maximale breedte van 2 cm met schaaldelen in mm die een aflezing met een nauwkeurigheid van 0,5 mm mogelijk maken.

De gemeten oneffenheid wordt naar beneden afgerond.

WAAR MOET DE PROEF AAN VOLDOEN?

Bron: Aquafin

HOOFDSTUK 4: VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN ► Droog grondverzet: De vlakheid van het grondwerk van het baanbed, de wegbermen (exclusief sloten), de steunbermen en de taluds vóór en na het afdekken dient te worden gecontroleerd.

HOOFDSTUK 5: ONDERFUNDERINGEN EN FUNDERINGEN ► Onderfunderingen: De maximale oneffenheden zijn niet groter zijn dan 1,5 cm ► Funderingen: De maximale oneffenheden zijn niet groter zijn van 1 cm

Page 98: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

98

HOOFDSTUK 6: VERHARDINGEN ► Cementbetonverharding: volgens tabel

► Bitumineuze verharding: volgens tabel

► Bestratingen

► Andere verhardingen: De maximale oneffenheden zijn niet groter dan 1 cm.

HOOFDSTUK 7: CONTROLE VLAKHEID PUTDEKSELS IN RIJWEG ► Kader mag nergens lager zijn gelegen dan 10 mm t.o.v. aangrenzende verharding en niet hoger

zijn.

HOOFDSTUK 8: LIJNVORMIGE ELEMENTEN ► Ter plaatse vervaardigde betonnen trottoirbanden: De maximale oneffenheden zijn niet groter

dan 5 mm. ► Ter plaatse vervaardigde betonnen kantstroken en watergreppels: De maximale oneffenheden

zijn niet groter dan 4 mm. De hoogteverschillen tussen de randen van aanliggende stroken zijn niet groter dan 2 mm. Bovendien is er bij regenweer geen waterplasvorming.

Wegcategorie Hoofdwegen Primaire wegen

Secundaire en lokale wegen

Individuele eis di,max 4 mm 4 mm 5 mm

Tabel 6-1-16: eisen vlakheid

Fietspaden worden beoordeeld zoals lokale wegen.

Wegcategorie Hoofdwegen Primaire wegen

Secundaire en lokale wegen

Individuele eis di,max 4 mm 4 mm 5 mm

Tabel 6-1-30: eisen vlakheid

Fietspaden worden beoordeeld zoals lokale wegen.

Kasseien/mozaïekkeienDe oneffenheden zijn hoogstens tweemaal het maximum toegelaten hoogteverschil op het kopvlak van de kasseien/mozaïekkeien.

Betonstraatstenen/betontegels/natuursteentegels/gras-kunststofplatenDe maximale oneffenheden zijn niet groter dan 0,5 mm.

Gebakken straatstenenDe maximale oneffenheden zijn niet groter dan 0,5 mm.

GrasbetontegelsDe maximale oneffenheden zijn niet groter dan 1 cm.

Page 99: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

99

Page 100: PRAKTISCH VADEMECUM WERFPROEVEN - VlaWeBo...Elke fiche bevat een overzichtstabel waarin men overzichtelijk kan zien wie de proef dient uit te voeren, wie hierbij aanwezig dient te

Verantwoordelijke uitgever: Vlario – De Schom 124, 3600 GenkUitgave: november 2018

www.vlario.be