Pottenbakkers in Dokkum

7
Pottenbakkers in Dokkum (Bron: Dokkum, beeld van een stad, p. 20/21, 1986) Lange tijd heeft er een pottenbakkerij gestaan aan de zuidkant van het Grootdiep, naast de begraafplaats, waar nu een rijtje woonhuizen staat. Het was een gunstige ligging, direct aan het water, wat de aanvoer van klei en turf voor het stoken van de ovens mogelijk maakte, terwijl langs dezelfde weg het potwerk kon worden afgevoerd. In 1822 werd het bedrijfspand gekocht door pottenbakker Minne Brants Steringa. Na zijn overlijden werd het verkocht aan de Leeuwarder aardewerkfabrikant R.J. Dorama.   Doofpot met ringeloor-decoratie en oplegwerk met een voorstelling van een jager en de tekst: Ik kom van Dockum Nabij de beurs/Roelof Eernst, Groningen/ 1876. Gemaakt door Schelte de Beer die te Dokkum in de Koningsstraat woonde nabij hotel De Beurs. In deze tijd ging het met de hele Friese kleiverwerkende industrie snel bergafwaarts, maar vooral wat betreft de pottenbakkerijen. De oorzaak lag zowel bij de opkomst van geëmailleerde metalen voorwerpen voor keukengebruik , als bij het fabrieksmatige aardewerk van P. Regout te Maastricht. Tegen deze concurrentie moest het oude pottenbakkersambt het afleggen. Het langst hield in het algemeen de productie van het bruine gebruiksaardewerk en het met kerfsnee versierde aardewerk het uit, zo ook te Dokkum. Daar vestigden zich in 1876 vanuit Bolsward (vanouds éen van de belangrijkste Friese centra voor de aardewerkproductie) Schelte de Beer (1826-1910) en zijn gezin. Zijn zoon Rienck de Beer (1857-1942) was de laatste pottenbakker in deze traditie, werkzaam in het enig overgebleven bedrijf aan het Grootdiep, een filiaal van Dorama. Op hoge leeftijd gevraagd over zijn leven als pottenbakker, merkte hij o.a. op, dat Dorama op zijn zachtst gezegd zeer zuinig was en zijn personeel van ’s ochtends 5 tot ’s avonds 8 uur liet werken; dat de potklei voor de gewone potten en pannen uit Bolsward kwam en de pijpaarde voor de testen, komforen en vergieten uit Gouda. Rienck deed zijn werk in een ruimte waar weinig daglicht kwam. Als er jongens voor de ruiten kwamen kijken, bromde hij ze weg omdat ze hem het licht benamen. Vanaf 1915 was deze pottenbakkerij kwijnende en in 1923 werd ze opgeheven. Het betekende het einde van een lange traditie. 

Transcript of Pottenbakkers in Dokkum

Pottenbakkers in Dokkum (Bron: Dokkum, beeld van een stad, p. 20/21, 1986)

Lange tijd heeft er een pottenbakkerij gestaan aan de zuidkant van het Grootdiep, naast de begraafplaats, waar nu een rijtje woonhuizen staat. Het was een gunstige ligging, direct aan het water, wat de aanvoer van klei en turf voor het stoken van de ovens mogelijk maakte, terwijl langs dezelfde weg het potwerk kon worden afgevoerd. In 1822 werd het bedrijfspand gekocht door pottenbakker Minne Brants Steringa. Na zijn overlijden werd het verkocht aan de Leeuwarder aardewerkfabrikant R.J. Dorama.

   Doofpot met ringeloor­decoratie en oplegwerk met een voorstelling van een jager en de tekst: Ik kom van Dockum Nabij de beurs/Roelof Eernst, Groningen/ 1876. Gemaakt door Schelte de Beer die te Dokkum in de Koningsstraat woonde nabij hotel De Beurs.

In deze tijd ging het met de hele Friese kleiverwerkende industrie snel bergafwaarts, maar vooral wat betreft de pottenbakkerijen. De oorzaak lag zowel bij de opkomst van geëmailleerde metalen voorwerpen voor keukengebruik , als bij het fabrieksmatige aardewerk van P. Regout te Maastricht. Tegen deze concurrentie moest het oude pottenbakkersambt het afleggen. Het langst hield in het algemeen de productie van het bruine gebruiksaardewerk en het met kerfsnee versierde aardewerk het uit, zo ook te Dokkum. Daar vestigden zich in 1876 vanuit Bolsward (vanouds éen van de belangrijkste Friese centra voor de aardewerkproductie) Schelte de Beer (1826­1910) en zijn gezin. Zijn zoon Rienck de Beer (1857­1942) was de laatste pottenbakker in deze traditie, werkzaam in het enig overgebleven bedrijf aan het Grootdiep, een filiaal van Dorama. Op hoge leeftijd gevraagd over zijn leven als pottenbakker, merkte hij o.a. op, dat Dorama op zijn zachtst gezegd zeer zuinig was en zijn personeel van ’s ochtends 5 tot ’s avonds 8 uur liet werken; dat de potklei voor de gewone potten en pannen uit Bolsward kwam en de pijpaarde voor de testen, komforen en vergieten uit Gouda. Rienck deed zijn werk in een ruimte waar weinig daglicht kwam. Als er jongens voor de ruiten kwamen kijken, bromde hij ze weg omdat ze hem het licht benamen.Vanaf 1915 was deze pottenbakkerij kwijnende en in 1923 werd ze opgeheven. Het betekende het einde van een lange traditie. 

De traditie begon, toen de eerste bewoners zich in N.O. Friesland vestigden en er langzamerhand een eigen Friese cultuur ontstond. Voor het betere aardewerk was Friesland, en dus ook Dokkum, eeuwenlang afhankelijk van import, vooral uit het gebied rond Keulen. Daar waren overigens ook betere kleien voorhanden. Nog steeds kennen we de bekende Keulse potten voor het bewaren van zout. De late middeleeuwen brachten veranderingen. Naast technische verbeteringen, zoals de introductie in de 14e eeuw van het loodglazuur, waardoor poreus aardewerk waterdicht kon worden gemaakt, zien we vanaf ongeveer 1200 ook de vervaardiging van baksteen, dakpan en vloertegel. Eerst vooral veel in de kloosters toegepast, later in de versterkte huizen van de adel, en vanaf 1400 in de steden. In het zogenaamde Register van de Aanbreng van 1511 komen merkwaardig genoeg echter geen tichelaars, pannen­ of pottenbakkers voor. Dat wil echter nog niet zeggen dat ze er niet geweest zijn. Want het is bijvoorbeeld bekend, dat er in deze eeuw in Dokkum een familie Potter (=pottenbakker) woonde. Een aanwijzing voor het voorkomen van een 17e eeuwse potbakkerij kwam door bodemvondsten bij de nieuwbouw van het huidige postkantoor.

Spaarvarken van witte pijpaarde met groen glazuur overtrokken en gemerkt ‘Dockum den/Y.M. 1793’. Het vroegst bekende voorbeeld van een met zekerheid te Dokkum gemaakt en gedateerd pottenbakkerswerkstuk.

Uit de 18e eeuw kennen we een paar namen van Dokkumer pottenbakkers: burgemeester Andringa bijvoorbeeld, Jouw Sytses en Bartel Ages. Op de Oostersingel zaten Pytter Jacobi, panbakker en Jan Beers, pottenbakker. In de Breedstraat werd in 1726 een pothuis met oven verkocht, waarschijnlijk eertijds het huis van vroedschapslid Sjoerd Sjoerds Potter. We zien dat er onder de vroegere pottenbakkers vroedschapsleden en burgemeesters zaten.

Een potschip volgeladen met melk­ en roompotten. Rechts de pottenbakkerij van RJ Dorama, waar oa  Rienk de Beer werkte. Op de achtergrond links de huizen bij de Halvemaanspoort (rond 1910).

Op Tresoar.nl is online een database beschikbaar met informatie over pottenbakkers. Hieronder een aantal voorbeelden met pottenbakkers in Dokkum:

Pottenbakkers: database op advertenties van en over pottenbakkers uit de Leeuwarder Courant (1752­1900)

Totaal 70 hits op ‘Dokkum’. Enige voorbeelden:

19 april 1783 ­ potschip te koop te DokkumDaar word gepraesenteert uit de hand te verkopen: Een Pot Schip, lang over steven 47 en drie vierde voet, wyd 10 en een vierde voet, hol op zyn uitwatering 4 voet 9 en een 2de duim, oud 7 Jaaren, leggende te Dockum in het Groot Diept; ook zeer bekwaam om met Graanen te vaaren, met Ankers en Touwen, staande en lopend Wand, 1 Zeil, 1 Fok, 2 Klufokken. Te bevraagen by Johannes Bienema in de Vlasstraat te Dokkum.

24 februari, 6 maart 1762 ­ pottenbakkerij te Dokkum te koop (van Anske Wybes)De Secretaris B. SUIDERBAAN te Dockum, gedenkt op Maandag den 1 Maart 1762 bij de eerste Zitdag en den 8 Dito bij de Provisioneele Palmslag, telkens te 4 uuren na Noen, ten Huize van Louwrens Doom, castelein in de Swaen aldaar, bij Strijk­geld te verkoopen: een kostelijke HUIZINGE, voorzien van een braaf Voorhuis, ruime Schrijfkamer, vervolgens Pey en Agter­kamer, met Bedtsteeden en Tin­kasten, wijde Gang, en groote Graan zolderinge over het geheele Huis, voorts Agter een Galderij, binnenplaats, en Hovinge westwaarts, met een Keuken, Plaats, en Bloem tuin ten Oosten, 

wijders een Pakhuis of Pot kamer met deszelfs zolderinge, Molenhuis, en groote Pottebackerij daar agter, waar in Oven, Klei­hok, Stallinge en verdere Commoditeiten, alles geheel in korten vernieuwt en verbetert, ook voorzien zedert den aanleg met gewenste Neringe en Aftrek, staande en gelegen binnen Dockum, op en omtrent de Stenendam, hebbende de Weduwe wijlen Lourens Jurjens en het Binnendiept ten Westen, Poppe Jeltes cum soc. ten Oosten en de Straat voor ten Noorden; vrij van Huringe, edog bezwaart met Agt­en Dartig stuivers jaarlijkse grondpagt; zullende alle borden, Planken, Krood­wagen, Kleimolen, Draay­schijf, Lood­ledder en Oven in de koop versmelten; doch belanghebbende het gemaakte Potwerk, Lood, Kley, Zandt en Wit­moers­aarde, moet door de koper op onpartijdige tauxatie ontfangen worden

28 mei 1768 ­ pot­ en panschip te Dokkum te koopUit de hand te koop: een POT­ en PAN­SCHIP, zijnde een kofke, zoo goed als nieuw, lang over steeven 36 en een vierde voet, wijd 9 voet, hol 4 voet, voorts met Zeil en Treil, en veel Commoditeiten tot de Koopmanschap voorzien; leggende op de Orange wal bij Eesge Henderinks tot Dokkum

19 april 1777 ­ verkoop ruilebuit­schip te DokkumDe Fiscaal U. Colerus zal op Dingsdag den 29 April 1777 bij de eerste Zitdag en den 13 May bij de Finaale Palmslag, telkens te 4 uur na noen in Benthum binnen Dockum bij strijkgeld verkopen: een REUILLE BUITSCHIP c.a. leggende in het Klein Diep aldaar, bij wijlen Jan Sybrens bevaren, lang 45, wijd 9 en drie vierde, en hol 3 en drie vierde voeten, in den Jaare 1767 nieuw uitgehaald.

20 augustus 1777 ­ pottenbakkersdraaier gevraagd te DokkumEen Pottebakkers Knegt in staat ‘t Draayerswerk waar te nemen en genegen te Dockum te werken, adresseere zig bij Lourens Doom aldaar, kan aanstonds werk bekomen.

15 november 1777 ­ ruilebuitschip te koop buiten DokkumWord gepraesenteert uit ter hand te verkopen: een Ruile­buit­schip, zeer geschikt om granen, aardappels of andere waren met te vervoeren, voorzien van nieuwe fok en zeil, en wat er verder toe en aan behoort. Wie gading maakt kan zig vervoegen bij de wed. van Elke Nannes, scheepstimmerman buiten Dockum, bij de Drie Pijpen.

20 oktober 1781 ­ pottenbakkerij wed. Jouw Zytses te Dokkum te koopMen praesenteert uit der hand te verkopen: Een welbeklante POTTEBAKKERY, met deszelfs Pakhuis, ruim Kleiplak, Paardestallingen, en verdere annexen, waar in die affaire zedert 

50, en meer, Jaaren, met succes is gedreeven, en nog werkelyk gecontinueerd word, staande en gelegen op de Steenendam binnen Dockum.Wie hier aan gading maakt, adresseere zig ten spoedigsten aan de Wed. van JOUW ZYTSES aldaar die zig in billykheid zal laten vinden.

8 februari 1783 ­ vloerwerker gevraagd door T. Pottinga te DokkumEen POTTEBAKKERS­KNEGT voor Vloerwerker kunnende dienen, en daar voor te Dockum werk begeerende, tegen May 1783, adresseere zig aldaar by T. Pottinga.

19 juli 1783 ­ pottenbakkerij van Tjeerd Pottinga te Dokkum te koopDoor Ouderdom en Verval van kragten des Eigenaars uit der hand te Koop: een POTTEBAKKERY (zedert lengte van jaaren met zeer goede aftrek gedreven,) de gemaakte en ongemaakte Goederen op Tauxatie; Adres by Tjeerd Pottinga te Dockum; zynde ‘t Werkhuis cum annexis, zeer wel onderhouden en niet vervallen, en aan het Water gelegen.

9, 26 april 1783 ­ pottenbakkerij te Dokkum te koopDe Secretaris SUIDERBAAN en Fiscaal COLERUS en WENDELAAR, zullen op Dingsdag den 15 April 1783 te 5 Uur na Noen, by de 1ste Zitdag in de Zwaan te Dockum praesenteeren te Verkopen: Een extra wel ter Neering staande HUIZINGE en KLEIN BROOD­BAKKERY, op de Groote Breedstraat aldaar, door Poppe Bymholt cum uxore als Eigenaars gebruikt. Nog een brave POTTEBAKKERY daar agter aan de Ooster­Zingel, alles May 1783 vry te aanvaarden.26 april:    ­ ­ ­ ­ te Verkopen: I De zoo extra wel ter neering staande HUIZINGE en KLEIN BROOD­BAKKERY, op de Groote Breedstraat te Dokkum, tot alle Neering en Hanteering geschikt, alzoo het breedste Huis op die straat, en de Kopers tot het overneemen der Bakkers Gereedschappen niet werden verplicht, zynde by dit opgeveilde een Binnenplaats met Put en Bak, tusschen de Middelkamer en het agter Vertrek, voor een ruim Voorhuis en Kamer aan de Straat, agter een groote Bleek en Tuin, vrye uitgang door de steeg na de Oosterzingel, ten 12 May 1783 door Poppe Bymholt cum uxore vry voor de kopers te ontruimen; waar op slegts geboden is 1125 en drie vierde g.gls.II Een brave POTTEBAKKERY met een Werk en Molenhuis regt agter het 1ste Percheel, en daar by lange gebruikt, waar op geboden is de geringe prys van 365 g.gls.

17 juni 1786 ­ pottenbakkerij van Pottinga te Dokkum te koopMen praesenteert uit de handt te Verkopen: Een heerlyke Wel ter neering staande POTTEBAKKERY wel voorzien met goede Gereedschappen, met nieuwe Moolenhuis aan de zyde voorzien met 

twee Pot Zouders staande en geleegen aan het Water, zeer gemaklyk om de Goederen af te schepen. Ymand geneegen zynde dezelve te koopen, kan zig adresseeren by de Coopman Tjeerd Pottinga te Dockum.

8 februari 1792 ­ pottenbakkerij te Dokkum te koop of te huurMen praesenteert uit de hand te Verkoopen of te Verhuuren: Een POTTEBAKKERY, daar het met goed succes in gedreven is, kan aangevaard worden heden of op May, men kan zig adresseeren by den Major der Stad Dockum.

24 juni 1797 ­ Johannes Bienema te Dokkum vraagt vloerwerkerEen VLOERWERKER zyn Werk wel verstaande, kan aanstonds Werk bekomen by Johannes Bienema tot Dockum voor een behoorlyke Daghuur.

15 augustus 1798 ­ pottenbakkerij te koop te DokkumDr. J.L. SUIDERBAAN, zal op Dingsdag den 21 Augustus 1798 ‘s Avonds 5 uur, ten huize van Jelle Tjebbes, Castelein in Benthem te Dockum, publicq by Strykgeld Verkoopen:Een HUIZINGE en POTTEBAKKERY cum annexis, staande en geleegen op de groote Breedstraat te Dockum, door Johannes Bienema cum uxore bewoond, May 1799 vry van Huuringe.

31 juli 1799 ­ knecht gevraagd door Bynema te DokkumEen POTTEBAKKERS, DRAJERS of VLOERWERKERS­KNEGT, zyn Werk wel verstaande en genegen zynde te Werken, kan van stonden aan op een goeden Dagloon Werk bekomen by Johannes Bynema, Mr. Pottebakker te Dockum.

9 en16 augustus 1800 ­ verkoop pottenbakkerij Bynema te DokkumDren J.L.SUIDERBAAN en J.de VRIES zullen op Dingsdag den 12 Augustus 1800 ‘s avonds 5 uur preaecys, ten huize van Jelle Tjebbes, Castelein in de Benthem te Dockum, by Strykgeld praesenteeren te Verkoopen: Een HUIZINGE en POTTEBAKKERYE met deszelfs Potkamer, Molenhuis, Kleypad, en Stallinge cum annexis, staande op de Steenen dam te Dockum, waarin die Affaires lange Jaaren door de Eigenaar, Johannes Bynema, met veel succes is gedreeven, vry van Grondpagt of Eeuwige Renthe.16 augustus: Finale Palmslag is 26 augustus; er is geboden 251 Goud Gls.

30 augustus 1800 ­ potschip te koop te DokkumEen POT­SCHIP lang 40 Voet, wyd en hol naar rato, met Zeil en Treil en alles wat er aanbehoord, uit er hand te Koop; nader te bevragen by Sjoerd Feddes te Dokkum.

19 augustus 1801 ­ potschip te koop te DokkumUit de hand te Koop: een hegt POT SCHIP met ronde Luiken en Roef, lang 40 voet, wyd 9¼ voet, hol na rato, zo als het laatst is Bevaaren, leggende te Dockum, te bevragen by de Timmermans Baas Sjoerd Feddes of by de Koopman W.Bienema te Dockum.

16 juni 1802 ­ potschip te Dokkum te koopUit de hand te koop; een POTSCHIP, met Cajuit en Roef, lang 39 voet, met Zeil en Treil, zooals het thans legt by de drie Pypen tot Dockum, te bevraagen by de eigenaar Klaas Ydes aldaar.

6, 16 juli 1824 ­ verkoop pottenbakkerij te DokkumDe notaris E. Fockema, te Dockum, zal op Zaturdag den 24 Julij 1824, des avonds ten zes uren ten huize van Jacob Muikes Looyenga, koffijschenker aldaar, bij de provisionele toewijzing verkoopen:1. Eene Huizinge, cum annexis, staande en gelegen aan de Hoogstraat  ­ ­ ­ 2. Eene Pottebakkerij, met aanhoorigheden, staande en gelegen aan de stadswal, in wijk D no.73, aldaar, dadelijk na den palmslag vrij te aanvaarden.Beide percelen zijn bij den eigenaar Minne Heringa (moet zijn Steringa, blijkt 16­7) in gebruik. Inmiddels wordt uit de hand te koop aangeboden: Eene partij van ongeveer 300 à 400 worpen nieuw gemaakt POTWERK van gemeld Fabriek.