portfolio...  · Web viewJan motiveert mij door mij te helpen als ik iets niet begrijp. ... wat...

41
Herziening portfolio Jan Inleiding Toen ik in augustus 2011 op het Vathorstcollege kwam werken, is de afspraak gemaakt dat ik een portfolio zou schrijven om te “bewijzen” dat ik op LC-niveau functioneer. De 1 ste versie was zo’n 2 jaar geleden af. Positief vond men dat er op veel punten goed gereflecteerd was. Grootste kritiek punt was dat ik teveel van binnenuit reflecteerde. Afgesproken werd dat er een 2 de versie van het portfolio zou komen. In deze 2 de versie zou het er vooral om gaan anderen over mij aan het woord te laten komen en te kijken wat positief was en wat nog verbeterd zou kunnen worden. . Dan zou ik vervolgens een vergelijk maken tussen wat ik zelf al geschreven had. Uit de vergelijking zouden vervolgens verbeterpunten worden opgesteld. Vanwege een steeds niet optimale gezondheid is de deadline van deze 2 de versie een aantal keer verschoven totdat we hem uiteindelijk op na de kerstvakantie 2014 hebben vastgesteld. Het resultaat ligt hier voor jullie. Ik wens jullie veel leesplezier. De lijn in deze 2 de versie van het portfolio van Jan Allereerst hebben we, Anske en ik, in de afgelopen periode een traject uitgezet waarin we gezamenlijk vorm hebben gegeven aan de stappen die ik zou gaan zetten. Daarbij zijn de volgende stappen afgesproken: Na het bekijken van portfolio heb ik besloten de volgende stappen uit te voeren: Interview met Annemarie over mijn functioneren binnen de vakgroep en mijn ontwikkeling daarin. Ook zou ik kijken hoever ik ben gekomen met het oplossen van mijn knelpunten. Interview met Mattijs over mijn functioneren in het sciencehuis en dan met name in de wijze waarop ik in de 3 de klas lesgeef. Enquête roos van Leary in de 3 de klas en een korte enquête over het werken met de website en het logboek om zo de vraag te beantwoorden of ik mijn doelen bereik zoals gesteld in mijn Portfolio. Enquête in bovenbouw over mijn vak kwaliteiten en kijken of dit overeenkomt met gestelde kwaliteiten in mijn portfolio. Gesprek met Fabienne en Jorika over mijn functioneren als mentor, de ontwikkeling die zij hebben ervaren en een vergelijking met wat ik stel in portfolio en wat ik nu doe.

Transcript of portfolio...  · Web viewJan motiveert mij door mij te helpen als ik iets niet begrijp. ... wat...

Herziening portfolio Jan InleidingToen ik in augustus 2011 op het Vathorstcollege kwam werken, is de afspraak gemaakt dat ik een portfolio zou schrijven om te “bewijzen” dat ik op LC-niveau functioneer. De 1ste versie was zo’n 2 jaar geleden af. Positief vond men dat er op veel punten goed gereflecteerd was. Grootste kritiek punt was dat ik teveel van binnenuit reflecteerde. Afgesproken werd dat er een 2de versie van het portfolio zou komen. In deze 2de versie zou het er vooral om gaan anderen over mij aan het woord te laten komen en te kijken wat positief was en wat nog verbeterd zou kunnen worden. . Dan zou ik vervolgens een vergelijk maken tussen wat ik zelf al geschreven had. Uit de vergelijking zouden vervolgens verbeterpunten worden opgesteld. Vanwege een steeds niet optimale gezondheid is de deadline van deze 2de versie een aantal keer verschoven totdat we hem uiteindelijk op na de kerstvakantie 2014 hebben vastgesteld. Het resultaat ligt hier voor jullie.

Ik wens jullie veel leesplezier.

De lijn in deze 2de versie van het portfolio van JanAllereerst hebben we, Anske en ik, in de afgelopen periode een traject uitgezet waarin we gezamenlijk vorm hebben gegeven aan de stappen die ik zou gaan zetten.Daarbij zijn de volgende stappen afgesproken:Na het bekijken van portfolio heb ik besloten de volgende stappen uit te voeren:

Interview met Annemarie over mijn functioneren binnen de vakgroep en mijn ontwikkeling daarin. Ook zou ik kijken hoever ik ben gekomen met het oplossen van mijn knelpunten.

Interview met Mattijs over mijn functioneren in het sciencehuis en dan met name in de wijze waarop ik in de 3de klas lesgeef.

Enquête roos van Leary in de 3de klas en een korte enquête over het werken met de website en het logboek om zo de vraag te beantwoorden of ik mijn doelen bereik zoals gesteld in mijn Portfolio.

Enquête in bovenbouw over mijn vak kwaliteiten en kijken of dit overeenkomt met gestelde kwaliteiten in mijn portfolio.

Gesprek met Fabienne en Jorika over mijn functioneren als mentor, de ontwikkeling die zij hebben ervaren en een vergelijking met wat ik stel in portfolio en wat ik nu doe.

Verder is afgesproken niet het gehele portfolio te herzien, maar te focussen op een aantal punten. Voor mij is het zwaartepunt daarbij komen te liggen op pedagogiek en didactiek. Om weer in het portfolio te komen heb ik de relevante competenties doorgenomen en datgene wat ik interessant vond geel gearceerd. (Deze documenten zijn terug te vinden op de website). Op grond daarvan heb ik vragenlijsten/enquêtes gemaakt en mijn vragen opgesteld voor Mattijs en Annemarie. (Deze documenten zijn terug te vinden op de website).

In mijn analyse van de gegevens heb ik besloten niet alles uit te splitsen naar de verschillende competenties, maar meer een onderscheidt te maken naar functioneren in de onderbouw, bovenbouw, mentoraat en in de vakgroep. Dit worden dan ook de titels van de verschillende stukken die hieronder volgen.

Ik begin echter eerst met een korte beschrijving over wat ik zou willen bereiken met mijn manier van lesgeven. Aan de ene kant is dat het kader waarop antwoorden van de leerlingen/collega’s

geïnterpreteerd worden. Aan de andere kant geeft het weer hoe ik momenteel in het onderwijs sta en is volgens mij ook de kern van wat ik in de 1ste versie van het portfolio beschreven heb.

Wat wil ik bereiken met mijn manier van lesgeven? Er is één ding dat voor mij centraal staat in mijn manier van lesgeven. Ik wil dat de leerling het idee dat hij gezien wordt door mij. Hierbij gaat het aan de ene kant om het persoonlijke, het gevoel welkom te zijn en gehoord te worden. Aan de andere kant gaat het mij om het erkennen dat de leerlingen een behoefte heeft om zijn eigen leerproces vorm te geven. Het persoonlijke geef ik vorm door elke leerling positief te benaderen, interesse te tonen voor de persoon, ongeacht wat de houding is van de leerling ten opzichte van het vak dat ik geef. Om tegemoet te komen aan de behoefte aan het vorm geven van het eigen leerproces van de leerling denk ik vaak met leerlingen mee en geef ik ze ruimte, daar waar mogelijk, om het leerproces zo in te richten dat ze daar zo goed mogelijk mee uit de voeten kunnen. In deze rol ben ik een echte coach. In de 3de klas wordt verder gewerkt op 3 niveaus zodat leerlingen zoveel mogelijk kunnen werken op het niveau dat bij hen aansluit.

Knelpunten die ik ervaar: Aangezien ik een eenmanssectie ben en momenteel verantwoordelijk ben voor 7 leerlagen, is het niet altijd mogelijk als die stappen te zetten die nodig zijn om bovenstaand proces al zo vorm te geven dat leerlingen ook echt die ruimte krijgen die ze nodig hebben. Daarnaast is mijn energieniveau gelukkig wel veel beter dan vorige jaren, maar nog niet optimaal, dat houdt me ook nog tegen.

De 3de klas

Belangrijk kenmerken van mijn manier van lesgeven in de 3de klasIn de 3de klas werken de leerlingen veel zelfstandig, er wordt weinig tot geen klassikale les gegeven. Leerlingen kunnen veel vragen en ik loop rond ter ondersteuning. Daarnaast werken de leerlingen zoveel mogelijk op hun eigen niveau dat ze zelf kiezen. De niveaus zijn basis, (voor leerlingen die natuurkunde lastig vinden en in principe geen ambities hebben om Vwo te gaan doen), gevorderd, (voor leerlingen die natuurkunde lastig vinden, wel willen laten zien wat ze kunnen en mogelijk naar Vwo willen) en niveau beta, (voor leerlingen die verder willen met natuurkunde). Om leerlingen zelfstandig te laten werken, heb ik gekozen voor het werken vanuit een website, (zie ook de link op de website). Hierbij zijn de thema’s 13, 14 en 15 al geheel ingericht in het formaat zoals ik zou willen werken.

Analyse van de roos van LearyIk heb in de week van 10 december in alle 4 de 3de klassen waaraan ik les geef een roos van Leary afgenomen. Het format heb ik van Kees gehad. De resultaten zijn terug te vinden op de site. Hieronder heb ik allereerst de verschillende plaatjes afbeeld zoals volgende uit de gegeven antwoorden.

Hoe de plaatjes te interpreteren kun je lezen op de site. Wat mij opvalt, is dat de uitkomsten in de verschillende klassen bijna gelijk zijn en voldoen aan hetgeen ik voorsta, namelijk een docent zijn die samen met zijn leerlingen aan het werk is. Om meer in te zoomen heb ik ook gekeken ik op de verschillende vragen gescoord worden. Ik heb hier de tabel toegevoegd van de verschillende gemiddelde scores van klas 3.7. Aangezien de rozen ongeveer allemaal gelijk zijn is deze tabel representatief voor de scores zoals die in andere klassen behaald zijn.(Op alle vragen kon maximaal 4 punten gehaald worden waarbij 0 staat voor niet en 4 staat voor wel).

Positieve punten die ik uit de tabel haal: Ik kom bij de leerlingen duidelijk over, mijn gedrag

is voorspelbaar en de sfeer in de klas is goed. (vrg 3, 4 , 7, 11 en 14)

Leerlingen leren behoorlijk wat bij me in de les, (vrg 13)

Er zijn in mijn ogen 2 aandachtspunten: De ruimte die leerlingen ervaren te krijgen is erg groot. Dit wordt blijkbaar als zeer positief

ervaren, zie ook de mate waarin de sfeer positief is. Het risico bestaat wel dat leerlingen door deze ruimte wel heel erg gevraagd worden het eigen leerproces invulling te geven. Dit zullen zeker een aantal leerlingen op die leeftijd nog niet kunnen.

Leerlingen geven aan dat de eisen die gesteld worden niet heel hoog zijn. Wel geven ze aan veel te leren. De vraag die bij mij opkomt is of er niet een groep leerlingen is, die met wat meer contact, meer zou kunnen worden uitgedaagd om zo beter op niveau te werken wat uiteindelijk meer tevreden leerlingen zou opleveren.

ConclusieOver de uitkomst van deze enquête ben ik zeer tevreden. Ik lijk met mijn manier van lesgeven bereiken dat de leerlingen veel leren op een manier die zij prettig vinden. Of de genoemde aandachtpunten moeten worden omgezet naar actiepunten zal moeten blijken uit de resultaten die volgen uit de 2de enquête en het gesprek met Mattijs.

Analyse enquête 3de klasNaast de roos van Leary heb ik een 2de enquête afgenomen in de 3de klas. In deze enquête wilde ik verschillende zaken boven tafel krijgen:

a) Worden leerlingen door mijn manier van lesgeven gemotiveerd?o Wat is er al goed?o Wat kan nog beter?

b) Is het werken met de aparte website een meerwaarde?o Wat is er al goed?o Wat kan nog beter?

c) Levert het werken met de verschillende niveaus een meerwaarde op? o Wat is er al goed?o Wat kan nog beter?

Aangezien de leerlingen al een enquête hadden ingevuld heb ik bij deze niet door alle leerlingen laten invullen. De leerlingen mochten die vrijwillig invullen, maar om hen te verleiden konden ze wel een kleine ophoging verdienen voor het onderdeel reflectie, (wat dit natuurlijk ook is), als ze meededen. Ofschoon het lijkt of ik hierdoor de leerlingen beïnvloed heb en ik geen duidelijk antwoord krijg op de gestelde vragen, denk ik dat dit wel meevalt. Iets minder dan 50 % van alle leerlingen heeft gereageerd. De motivatie om te reageren zal verschillend zijn. Een groep leerlingen zal slecht gescoord hebben en op deze manier de ophoging willen krijgen om van een beoordeling O naar M te gaan. Aan de andere kant zullen ook de leerlingen reageren die al goed zijn maar toch beter willen. Mijn conclusie is dat ik wel een gemengde groep reactie heb die een aardig beeld geven van de totale groep zonder dit te absoluut te willen zien.Een andere kant van het verhaal is of leerlingen, die meedoen onder voorwaarde van beloning, zo’n enquête dan niet te positief invullen. Ik kan niet ontkennen dat dit risico bestaat, echter de vraagstelling is er steeds op gericht om zowel het positieve, als het negatieve boven tafel te krijgen. Bij leerlingen is er verder op aangedrongen zo eerlijk mogelijk in te vullen. Mijn conclusie is dan ook dat de resultaten bruikbaar zijn, zeker ook gezien het vertrouwen dat leerlingen al getoond hebben door de eerste enquête van de roos van Leary.

De resultatenDe enquête is terug te vinden op de website. Hier trek aan de hand van de verkregen diagrammen mijn conclusies. Zoals gezegd, de enquête is door iets minder dan 50% van de leerlingen ingevuld, gelijkmatig verdeeld over de verschillende klassen.

Vraag 1 “Hoe zit het met motiveren?”a) Hoezeer wordt je gemotiveerd?In de verschillende figuren is te zien hoe ik scoor op deze vraag

Hieronder volgen een aantal onderbouwingen die leerlingen geven bij de score die ze gaven. Ik heb niet alle antwoorden weergeven, maar geprobeerd een aantal groepen te onderscheiden:

o Bij Jan moet je vooral zelfstandig werken. Hij wilt graag dat je aan Natuurkunde werkt, maar (in mijn ogen) moet je dat zelf ook willen. Hij wilt je graag begeleiden, maar daar moet je wel zelf meekomen. Dus het "motiveren" ligt ook deels bij jezelf, als het aan Jan ligt (denk ik).

o Jan is erg enthousiast over het vak natuurkunde. Dit maakt dat het voor de leerlingen soms ook leuker is om aan natuurkunde te werken. Hij maakt grapjes en kletst vaak ook met de leerlingen, dit maakt voor mij dat ik mijn aandacht er goed bij kan houden als hij een uitleg/instructie geeft. echt heel erg prettig!

o Jan motiveert mij door mij te helpen als ik iets niet begrijp. Zo kan ik meteen verder aan de opdracht en raak ik niet afgeleid, dit motiveert mij.

o Jan laat echt zien dat hij gelooft dat je iets goed kan doen. Hij wenst je succes en vindt het niet erg om iets meerdere keren uit te leggen.

o Ik ben niet zo dol op Natuurkunde, maar ik vind de les wel leuker omdat Jan een leuke docent is.

o Ik vind Natuurkunde een ingewikkeld vak en het interesseert me ook niet heel erg. Maar door de dingen die u zegt of als opties geeft krijg ik meer motivatie in het vak. (en dat is geen grap ik meen het)

b) Welke dingen doet Jan goed om jou te motiveren voor zijn vak/in de les?Bij het doorwerken van de reactie trok ik de volgende conclusies:

Veel leerlingen geven aan dat ik goed uitleg. Veel leerlingen waarderen het dat ik steeds opnieuw iets uit wil leggen en geduldig ben. Veel leerlingen geven aan dat ik enthousiast ben. Veer leerlingen geven aan dat ik luister. Veel leerlingen waarderen mijn humor. Redelijk wat leerlingen noemen de proefjes in de les die gedaan worden. Leerlingen noemen de gezamenlijk opstart.

Hieronder heb ik een aantal reacties weergegeven, (op de site vind je alle reacties). o Hij is er heel enthousiast over. Ik vind het altijd heel fijn en leuk om naar een leraar te

luisteren als een leraar heel enthousiast over zijn/haar vak verteld. Dit motiveert mij weer om aan het vak te werken en dan voel ik me ook fijner om dingen te vragen omdat ik weet dat ik dan een leuk antwoord krijg en ik weet dat het ook gewoon goed is dat ik iets vraag.

o Jan vraagt vaak of hij kan helpen en hij legt de dingen uit die nodig zijn. Je kan altijd naar hem toe om wat te vragen dus daarom werk ik in die les ook aan natuurkunde omdat ik het dan kan vragen als ik het niet weet. Jan is erg behulpzaam.

o Hij probeert oplossingen te zoeken waarbij, je ook eigen inbreng hebt en daardoor zet hij je zelf goed aan het denken. Dat zorgt voor een betere motivatie en waardeer dat ook.

o Elke les gezamenlijk opstarten en vertellen wat we moeten doen. - Als je een vraag hebt dan legt hij het goed en volledig uit

o Jan die heeft zijn eigen manier van uitleggen dat andere docenten niet doen, het is origineel en verfrissend, en Jan verklapt het antwoord niet maar brengt je er wel naartoe met zijn uitleg.

o Het idee dat je cijfer omhoog kan gaan door een reflectie in te vullen is zeer motiverend.

o Jan is altijd erg vrolijk en probeert je nooit af te kraken. hij schreeuwt nooit en heeft bijna nooit kritiek. Hierdoor wil je hem wat terug geven in de vorm van goede cijfers. Ook heeft hij een heel mooi systeem bedacht met basis, gevorderd en bèta. Doordat hij het voor ons zo goed mogelijk regelt wil je het graag ook goed doen, zeker voor het niveau dat jij hebt gekozen omdat je het niet voor niets hebt gekozen. Ik doe bijvoorbeeld gevorderd, ik wil graag goeie cijfers halen omdat je gevorderd moet halen om over te kunnen op vwo 4. Door het systeem met de niveaus weet jij precies op wat voor niveau je je voldoendes moet halen, en dit wil je dan ook doen.

o Vrolijk over dingen uitleggen en zelf ook geïnteresseerd overkomen. Daarnaast wordt hij niet boos als je niet op schema loopt waardoor je je werk ook laat zien en niet bang bent om het te laten zien.

o Ook is hij heel behulpzaam en vind hij het totaal niet erg om iets nog een keer uit te leggen. In tegenstelling tot andere docenten. Als ik namelijk iets niet snap en een docent het niet nog een keer wil uitleggen is mijn motivatie ook weg. Bij Jan mag je ook erg vrij werken en hij maakt hele leuke toetsen! :)

o Door zijn website kan ik alles goed vinden, ook hulpbronnen voor als ik iets niet snap. En als ik het echt niet snap kan ik het altijd aan Jan vragen. Hij geeft bijna nooit instructies, dat vind ik fijn. Dan kan ik zelf gewoon aan de slag, doordat er veel hulpbronnen zijn kan ik goed verder werken. Hij geeft elke week duidelijk door wat af moet zijn en wanneer niet. Dat motiveert mij om verder te gaan werken.

c) Wat kan Jan nog beter doen om jou te motiveren voor zijn vak/in de les?Dit zijn de belangrijkste conclusies die ik trek uit de antwoorden van de leerlingen.

Veel leerlingen geven aan dat het soms toch nog niet helemaal duidelijk is wat ze moeten doen.

Veel leerlingen geven aan dat ik soms toch wel iets strenger mag zijn (en dat het geluidsniveau te hoog is).

Veel leerlingen geven aan dat ze soms toch wel een korte instructie willen. Veel leerlingen geven aan (te) lang te moeten wachten voor vragen. Veel leerlingen zouden een betere voorbereiding willen voor de toets.

Hieronder heb ik een aantal reacties weergegeven, (op de site vind je alle reacties). o Misschien kan jij nog iets meer uitleggen en kan hij aan het begin duidelijker zijn welke

opdrachten nou wel en niet af moeten. Dit is natuurlijk wel lastig met de 3 niveaus.o Hij zou misschien de oefentoets kunnen na bespreken waardoor degene die fouten

hebben gemaakt in de oefentoets ook echt weten wat ze fout hebben gedaan.o misschien soms de deadlines herhalen, want dan werk je harder in de les omdat je

doorhebt dat er iets af moet zijn komende week.o Hij zou nog iets beter de nadruk op de toets stof kunnen leggen. Ikzelf kijk best wel op

tegen een natuurkunde toets omdat ik op eigen houtje de stof heb geleerd. Een bevestiging daarvan is bij sommige onderdelen fijn.

o Soms komt Jan nog wel eens een beetje "zenuwachtig" voor de klas te staan. Dat is dan vooral zijn stem. Misschien kan hij is "brutaler" worden om ons te motiveren.

o Ik vind de manier waarop hij uitlegt wel heel fijn, maar ik merk dat als we aan het werk zijn ik al snel afgeleid raak. Dit komt omdat er een gezellige sfeer in de klas hangt en hier mag soms strenger op gereageerd worden. Ik vind ook dat Jan heel gezellig kan zijn soms is dit heel erg leuk en zeker over het vak zelf vind ik het heel fijn dat hij zo gezellig en leuk verteld, maar soms kan het ook zijn dat juist die gezelligheid zorgt voor onrust in de klas

dus het kan soms wel wat strenger niet al te streng want daardoor krijg je ook opstand van de leerlingen;)

o Ik denk dat als Jan wat vaker bij je langs komt om een vraag te beantwoorden de werkhouding van de leerlingen verbeterd. Nog een kleine top; Jan probeert altijd interesse te tonen in de leerling en contact te houden, dit vind ik een goede eigenschap!

o Je kunt hem altijd vragen stellen maar mis zou kunnen proberen vragen iets meer aan te moedigen door bijv. te zeggen: kunnen jullie mij uitleggen wat jullie hebben geleerd

o misschien zou het beter zijn als er toch wat meer gecontroleerd word in de les of je ook aan dat vak werkt, en er dan vriendelijk op te wijzen waar je moet zijn aan het einde van de les zodat de leerling zich kan beseffen dat hij of zij echt aan het werk moet.

o Hij zou soms wel iets strenger kunnen in op het geluid in de les. Soms is het geluidsniveau wel heel hoog

o Ik vind Jan een goede docent. Hij motiveert mij om mijn natuurkunde werk te maken. Ik vind Jan goed kunnen uitleggen en bij Jan wordt ik gemotiveerd om goede cijfers te halen om te laten zien wat ik in mijn mars heb en om Jan tevreden te maken. De reden waarom ik dan toch een 4tje geef is omdat Jan heel vaak geen aandacht heeft voor jou omdat hij altijd super druk bezig is. Daarbij duurt het lang voordat hij bij je komt om je vraag te beantwoorden. Hierdoor zit je soms met vragen over het vak natuurkunde of weet je niet wat je moet doen. Dit is minder motiverend voor je werkhouding. Vandaar.

Conclusie en verbeterpuntenOp grond van de gegeven antwoorden kan ik zeggen dat ik op dit punt blijkbaar voor een groot gedeelte bereik wat ik wil bereiken. Ik motiveer leerlingen door de wijze waarop ik mezelf neerzet en de leerlingen benader, daar is behoorlijk wat waardering voor. Er is geen reden daar niet mee door te gaan. Aandachtpunten om een nog beter resultaat op dit punt te bereiken zijn er ook. Deze kan ik onderverdelen in 2 groepen:

Structuur in leerstof:o Wat moet ik wanneer doen? o Welke bronnen kan ik hanteren?

Klassenmanagement : o Sfeer en rust, (bijvoorbeeld het bewaken van het geluidsniveau)o Aandacht voor het leerproces, (hoever is iedereen en heeft iedereen ook overzicht

op de leerstof?) versus het helpen met vragen. Van de punten die ik hierboven noem, wordt op dit moment vooral veel aandacht besteedt aan het verbeteren van de structuur in de leerstof. De opzet van de website is daarop gericht. De leerling moet zoveel mogelijk zelfstandig aan het werk kunnen als hij/zij dat wil. Wel loop ik achter met het maken van video’s die ik de leerlingen wil aanbieden zodat ze nog zelfstandiger aan het werk kunnen. Dan hoef ik me minder te richten op de inhoudelijke vragen en kan ik meer bezig zijn met het proces.Een direct en haalbaar verbeterpunt is het meer aandacht besteden aan het geluidsniveau wat inderdaad soms te hoog is. Verschillende leerlingen geven aan dat het vragen naar hoe ver ze zijn, hoe ze zaken willen aanpakken, enz. hen zou motiveren. Ik deel hun conclusie dat ik dat nog te weinig doe. Gezien de tijd die ik nodig heb om leerlingen inhoudelijk te helpen, geef ik daar slechts beperkt vorm aan. Ik ga hiervoor een gedeelte van de lestijd reserveren.

Vraag 2 “Welke invloed heeft het mogen kiezen van niveaus op de leerlingen”Hieronder volgen een aantal grafieken die denk ik voor zichzelf spreken. Voor alle vragen geldt dat 1 betekent helemaal niet en 5 betekent helemaal wel

Leerlingen vinden het fijn te mogen kiezen op welk niveau ze werken en worden daar door gemotiveerd. Als ik kijk naar de grafiek hieronder dan trek ik daaruit de conclusie dat de leerlingen zich serieus genomen voelen. Ze hebben zelf het idee dat ze weten wat we kunnen en willen daaruit handelen. Dit blijkt ook uit het aantal leerlingen dat bewust kiest voor de opdrachten Opvallend is dat interesse slechts voor weinig leerlingen een rol speelt bij de keuze van het niveau waarop ze gaan werken.

De keuzevrijheid leidt tot een beperking van de klassikale mogelijkheden. Uit het volgende diagram blijkt wel dat er behoefte is aan uitleg. Slechts een kleine groep vindt het (heel) erg dat er geen klassikale uitleg is.

In een volgende vraag wordt gekeken of de verdeling van aandacht over de leerlingen wel goed is. Een grote groep leerlingen geeft aan dat er teveel aandacht is voor leerlingen die vragen ten opzichte van de leerlingen die niet/weinig vragen.

Het “ verlies” aan klassikale uitleg zou volgens mij kunnen worden opgevangen door het gebruik van video’s. Uit de volgende grafiek blijkt dat een behoorlijk grote groep daar wel behoefte aan heeft.

Doordat er 3 niveaus zijn moeten leerlingen veel zelfstandig werken. Ik zie zelf het gevaar dat de lessen misschien te eentonig worden en leerlingen daardoor motivatie verliezen. Hierover gaan de diagrammen op de volgende bladzijden.

Concluderend zou ik zeggen dat de lessen iets teveel van hetzelfde zijn terwijl er wel behoefte is aan afwisseling.

Conclusie en verbeterpuntenLeerlingen vinden het fijn dat ze ruimte krijgen om te kiezen. Wel hebben ze behoefte aan uitleg, deze kan voor een gedeelte gegeven worden door middel van video’s. Ook is er behoefte aan afwisseling. Dat betekent dat in de verdere ontwikkeling van leerstof er nog meer gekeken moet worden naar het inpassen van practica en/of een klassikaal moment dat geschikt is voor alle leerlingen.

Vraag 3 “Op welke manier helpt het werken met de natuurkundesite je”Het eerste wat opvalt als je naar de percentages kijkt, is dat er leerlingen zijn geweest die meerdere antwoorden hebben gegeven. Ik ga er bij interpreteren van de antwoorden er maar vanuit dat de leerlingen soms een tussenantwoord wilden geven. Met dit in gedachte trek ik de volgende conclusies:

Het werken met de site wordt als zinvol ervaren en geeft de leerlingen overzicht. De site behoeft echt nog verbeteringen zodat er nog meer materiaal beschikbaar is en nog

overzichtelijker wordt.

Als we kijken naar de eerste vraag dan zien we dat er over de site nogal verschillend wordt gedacht.

Als er gekeken wordt naar wat de leerlingen als voordelen zien dan wordt genoemd: Overzichtelijkheid, alles staat bij elkaar, informatie is makkelijk te vinden. Er worden tips en aanwijzingen gegeven die je steeds weer ziet. De niveaus zijn zo goed gescheiden.

Hieronder staan wat gegeven reactie, (de rest vind je op de site):o De site is wel goed overzichtelijk maar kan altijd beter, maar het lijkt wel een beetje op

moodle. Toch vindt ik het fijner dat het op een aparte site staat zodat je goed weet welke opdrachten je moet doen die van Natuurkunde zijn en niet een ander vak.

o je hebt meer overzicht. nu vind ik wel dat de site wat simpeler in elkaar mag zitten. want nu moet je zoeken. en dat hoeft van mij niet.

o Het is een hele site voor Natuurkunde dus je hoeft niet heel moodle af te zoeken als je iets nodig hebt wat je eerder hebt geleerd.

o Ik heb eerlijk gezegd geen idee, ik vind moodle veel fijnero Ik vind de site niet zo heel fijn, omdat ik het niet overzichtelijk vind. Op moodle zie je

meteen de documenten die je nodig hebt en je ziet ook meteen wat je in moet leveren. Dat zie je nu niet meteen. Dat vind ik jammer en een beetje onduidelijk. Ik heb liever moodle.

o De natuurkunde site vind ik persoonlijke ietwat rommelig, er zijn heel veel vervolg links en soms wat verborgen linkjes die je uiteindelijk nodig hebt. Persoonlijk lijkt mij het handiger om meer een soort van opsomming van links te hebben voor elk thema net zoals bij moodle, bij moodle kan je in 1 overzicht alles wat je nodig hebt pakken, en bij natuurkunde moet je veel doorklikken en zoeken.

o Er is een eigen site en hierdoor staan er niet superveel bronnen op moodle. Ik vind moodle hierdoor altijd onoverzichtelijk worden en zo weet ik nooit meer wat nou wel of niet de opdracht is. Dit is dus een voordeel van de natuurkunde site. Ook een voordeel is dat op de site verschillende kopjes staan voor de verschillende niveaus. Zo kan je nooit missen. Soms werken knopjes niet helemaal super of klik je 2x en klik je de info weer weg. Ik denk dat de site verbeterd kan worden door altijd met het kruisje te werken als je iets weg wilt knikken.

Als gekeken wordt wat de leerlingen nog graag verbeterd zouden willen zien worden: Het aantal typefouten moet omlaag. Voor sommige leerlingen is de manier waarop de site nog niet duidelijk genoeg waardoor

belangrijke informatie gemist wordt. Soms moet er teveel worden doorgeklikt. De kleur van de site wordt door een aantal leerlingen genoemd, deze vinden ze te donker. Meer video’s, meer documenten. Een aantal leerlingen noemen het krijgen van overzicht krijgen op de te maken opdrachten

een probleem. Een betere introductie van het werken met de site.

Hieronder staan wat gegeven reactie, (de rest vind je op de site):o Ik zou het fijn vinden om wat minder film bronnen, en wat meer tekst bronnen te hebben.

Want op een filmpje begrijp ik het vaak minder goed dan in een tekst met plaatjes als voorbeelden.

o Ik zou de site graag wat overzichtelijker willen, en wat minder kleurtjes en snelkoppelingen naar pop-ups. Door de pop-ups krijg je heel veel dingen op 1 tabblad, en dat vind ik persoonlijk best wel irritant.

o Ik zou graag minder typfouten willen soms kloppen de zinnen niet helemaal. Ook zou er misschien het begin van de pagina een heel overzicht kunnen te komen staan van per thema wat de opdrachten zijn.

o Soms werken de links niet met uitleg en dat kan best irritant zijn. Verder voor het 1ste thema misschien een document met de uitleg van de site, want in het eerste thema snapte ik niet heel veel van de site.

Conclusie en verbeterpuntenWat ik als positieve conclusie kan trekken is dat er een behoorlijke groep leerlingen is die een meerwaarde ziet in het werken met de site. Wel is het duidelijk dat er verbeterpunten zijn. Het kan nog een stukje overzichtelijker waarbij de belangrijke zaken nog beter te vinden zijn. Ook moet het aantal pop-ups omlaag. Dit zijn zaken waar al aan gewerkt wordt bij de inrichting van elk volgend thema.

Wat nog verder ter tafel kwamIk heb de leerlingen gevraagd me te vertellen wat ik al goed voor ze deed. Alhoewel de meeste zaken al wel ter sprake zijn gekomen, hier nog een aantal reactie, gewoon ook omdat er trots op ben dat leerlingen dat over me zeggen.

o Heel veel contact met de leerlingen, heel aardig en je kan echt merken dat jij/hij erg je best doet. Ik vind het ook leuk dat jij/hij je/zijn best doet om anders te zijn dan alle andere vakken en dat maakt het echt uniek, ik vind het jammer dat ik natuurkunde maar een jaar zo kan krijgen want door jou/jan vind ik het echt leuk maar ik wil het toch niet als examen vak.

o Zodra ik een vraag heb komt Jan meteen naar me toe om mij te helpen. Dat vind ik heel fijn! Ook wanneer ik niet tevreden ben over een cijfer die heb gekregen van een opdracht kan ik dat altijd bespreken met Jan zodat we samen een oplossing voor kunnen vinden.

o Eigenlijk staat dat ook in de kopjes hierboven al meerdere malen verteld, maar goed hierbij de tops; 1. Er wordt veel aandacht en interesse aan leerlingen besteed, dit is super goed! 2. Bij deze docent wil ik graag leren, dit zegt veel over de docent! 3. Als Jan een vraag krijgt van een leerling probeert hij deze zo goed en duidelijk mogelijk te beantwoorden, Jan checkt altijd even of de leerling het nu wel snapt en heeft er ook veel begrip voor als een leerling iets niet meteen in een keer snapt. Hij geeft altijd de kans om jezelf te bewijzen en nog een keer mogen te proberen.

o Ik vind dat de docent je zelfstandig en vrij laat werken, dat vind ik veel fijner dan alleen maar uitleg en instructies.

o Je verdeeld de aandacht heel goed, en probeert mensen goed te motiveren. Dat doe je door bijvoorbeeld de leerlingen hun vragen zelf te laten antwoorden, waardoor ze tot het uiteindelijke antwoord komen. Ook vind ik het erg heel fijn dat de belangrijkste dingen voor de toets altijd op moodle staan, en dat er ook altijd een oefentoets is.

o werken met niveaus en vrijheid en opdrachten geven die ook echt bij je passen door middel van deze niveaus. Ook is hij een hele fijne leraar met een hele fijne les. Ook al heb ik veel lage cijfers voor natuurkunde, nog steeds zie ik niet tegen Jan zijn les op! dit is erg buitengewoon.,

Geef hieronder wat jij graag je docent zou zien doen om je leren nog beter te laten verlopen. Ook hier een aantal reacties. Gewoon omdat het goed is te weten dat er nog wensen zijn die vervult kunnen worden. Tevens blijkt uit deze reacties hoeveel vraag er vanuit de leerling eigenlijk is om het leerproces beter in te vullen. Hierbij weet ik dat het voor mij wel onmogelijk is om aan al die verschillende vragen te voldoen.

o Soms iets rustiger in het lokaal. Ik weet dat wij niet de makkelijkste klas zijn :') maar soms is dit wel vervelend. Aan de ene kant vind ik het wel fijn dat we gewoon mogen praten, je kan dan aan mensen dingen vragen en het is gezellig maar aan de andere kant is het bij sommige uitleggen en dingen die Jan zegt niet stil, hierdoor hoor je het niet en mis je dingen. Hier zo hij nog iets aan kunnen doen door bijvoorbeeld strenger te zijn. Maar voor de rest vind ik ondanks dat ik het vak niet zo leuk vind zijn lessen wel gewoon prima. Dat is best bijzonder want als ik iets niet leuk vind, vind ik het vaak ook echt niet leuk. Toch blijf ik bij Jan's lessen gemotiveerd om te blijven werken en te proberen goede cijfers te halen. Ik vind alleen de evaluatie wel vervelend. Ik vergeet hem vaak en dat gaat dan te koste van mijn andere werk. Maar voor de rest doe Jan het volgens mij prima. :)

o Jan zou misschien iets vaker zijn mail kunnen checken. Ik vind het namelijk altijd heel fijn als een docent snel antwoord op zijn mail.

o Ik denk dat dit niet echt aan de docent ligt, maar we zitten vaak in een heel druk lokaal en het zou wel makkelijker zijn als het minder druk zou zijn. Verder heb ik er niks op aan te merken.

o Ik zou het fijn vinden als hij vaker langs de tafels, groepjes zou langs lopen om te checken hoe ver iedereen is en om nog extra te helpen. Soms stel je een vraag en zit hij midden in een verhaal en dan word hij door iemand geroepen en loopt hij gewoon weg en komt hij niet meer terug om zijn verhaal af te maken haha!

o Ik vind een reflectie schrijven handig, maar er een cijfer voor geven vind ik onnodig. Ik zou hier bijvoorbeeld een I voor geven of zo. - Probeer soms iets "brutaler" over te komen bij de leerlingen. - Probeer de cijfers in te leveren binnen te "deadlines" Voor de rest heb ik niet echt minpunten (zover ik mij nu bedenk).

o Ik zou het fijn vinden als er om de zoveel tijd de groepen van niveaus apart van elkaar bij elkaar geroepen worden en er wordt gevraagd waar iedereen is en of er nog vragen zijn. Als leerlingen dan niet op schema lopen, zou hier extra aandacht aan kunnen worden gegeven. Daarnaast hebben leerlingen in dezelfde groep soms misschien dezelfde vragen. Dan zijn deze meteen klassikaal beantwoord.

o ik zou graag willen dat hij probeert zijn leerlingen meer aan het werk te krijgen in de les, tenminste, dat heb ik persoonlijk wel nodig.

Gesprek met MattijsIk heb met Mattijs in een gesprek een aantal vragen behandeld uit mijn vragenlijst die ik aan hem heb toegestuurd, zie de site. Het gesprek is opgenomen, zie site.

Opening van de lesMattijs gaf aan dat hij het goed vond dat ik de les gezamenlijk opende in de 3de klassen. Deze leerlingen hebben zo’n startpunt nodig. Hij zag dat ik eigenlijk een 2 stap-start maakt. Allereerst werden leerlingen verwelkomt, daarna volgde de werkelijk start. Hij vond het mooi dat ik een onderscheid maak tussen bovenbouw en onderbouw. In de bovenbouw geef ik de leerlingen al direct de mogelijkheid te beginnen. Het sluit volgens hem goed aan bij de behoefte van de leerlingen en de mate waarin ze weten wat de leerling komt doen.Bij de gezamenlijke opstart van de les zag Mattijs wel dat er een leerlingen zijn die nog niet gefocust zijn op mij en wat ik vertel. Vaak zijn leerlingen dan al wel aan het werk. Hij gaf aan dat het verstandig is een duidelijk keuze te maken met wat je wilt bereiken. Als je wilt dat iedereen luistert, dan moet je ook zorgen dat je helder hebt dat iedereen luistert. Als je alleen wilt dat leerlingen die willen luisteren je aandacht hebben, dan moet je dat ook duidelijk aangeven. Nu is dat in ieder geval niet duidelijk.

Conclusie: Ik trek hieruit de conclusie dat ik voor mezelf helder moet hebben wat ik wil met de opening van de les. Verder kwam als tip om de start van de les op te nemen vanuit 2 verschillende hoeken, die van mij en die van de leerlingen. Zo zou ik kunnen zien wat mijn opening voor gevolg heeft voor de mindset van de leerlingen. Mijn verbeterpunt is om bewuster de les te openen en te kijken van wie ik aandacht heb.

Corrigerende maatregelen naar leerlingen toeMattijs zag me weinig corrigeerde maatregelen nemen en als hij ze zag, dan zijn ze vaak klein. Hij zag een spanningsveld in de ruimte die ik de leerlingen geef hun eigen proces in te vullen en de ruimte die leerlingen daarom soms nemen om ook op andere vlakken. Dat kan volgens Mattijs leiden tot onrust in de klas.Mattijs vroeg zich af, of het op dat moment niet goed zou zijn om wat meer boven gedrag te vertonen. Belangrijk vond hij wel dat ik daarbij mijn eigenheid bewaar. De ene aanpak, ruimte beperken in gedrag, mag niet ten koste gaan van het ruimte beperken in het leerproces.

Aandachtspunt: Het zou goed zijn mijn eigen grenzen is na te gaan. Ook zou het goed zijn te kijken op welke punten eigenlijk welke grenzen overschreden worden. Dit zou ik willen bekijken aan de hand van video.

Sfeer tijdens de lesVolgens Mattijs is er een open leerklimaat in mijn lessen en ben ik samen op weg met de leerlingen. Volgens hem ga ik samen met de leerlingen zoek naar oplossingen. Leerlingen kunnen volgens hem bij mij echt iets leren. Leerlingen kunnen doen wat bij hen past en hebben daardoor plezier in het vak. Advies van zijn kant: Laat de sfeer niet ten koste gaan van het leerproces.

Aansturing processen bij leerlingen tijdens de lesMattijs zag dat ik leerlingen veel individuele aandacht geef. Hij merkte wel dat ik weinig gebruik maar van uitgestelde aandacht. Het nagaan wie dezelfde problemen heeft en dat dan gezamenlijk bespreken, zou bijvoorbeeld kunnen helpen om meer leerlingen tegelijkertijd te bedienen. Daarnaast vroeg hij zich af of de leerling die niet vraagt en “onder de radar” duikt, wel voldoende aandacht krijgt. Juist die groep verdient extra aandacht. Het is belangrijk dat er voldoende materiaal is voor leerlingen die voldoende zelfstandig aan de slag kunnen zodat er ruimte over blijft voor die groep

leerlingen. Wat ik, volgens hem, verder ook nog zou kunnen doen is nog wat duidelijker richting kunnen geven aan het leerproces. Hierbij moet ik niet teveel sturen en zo de processen over nemen, maar helderder krijgen wat de leerlingen zelf willen en daar richting in geven. Vaak hebben leerlingen die geen aandacht vragen een slechte leerstrategie, deze zou je meer boven tafel moeten krijgen.

Aandachtspunt: De organisatie van de lessen zou ingericht moeten worden dat zowel de vragende, als de niet vragende leerlingen voldoende aangestuurd worden. Dit zou ik kunnen doen door een gedeelte van de les te reserveren voor de niet vragende leerling. Verder moet ik me bewust zijn dat de vragende leerling mijn behoefte om te helpen stimuleert en dat ik meer moet kijken hoe ik leerlingen zelfredzaam kan maken.

RespectVolgens Mattijs is het duidelijk dat er veel respect zit in de manier waarop ik les geef. Het is goed me te realiseren dat respect soms ook betekent ruimte beperken en niet alleen ruimte geven. Soms lijken regels van school (gemaakt voor grote groepen), te botsen met de behoefte van het individu waar jij dan de voorrang aan geeft. Het is goed om na te denken hoe je op dit punt met respect omgaat.

EnergiebewakingDit onderwerp is slechts impliciet aan bod gekomen. Dit zijn de 2 punten die wel van belang zijn. Een goede opening en daardoor goede start van je les kan er voor zorgen dat je de energie bewaard. Anders kunnen er snel irritaties ontstaan. Het is belangrijk je eigenheid te bewaken en vanuit daar les te geven. Mattijs ziet me dat tegenwoordig goed doen.

De website Mattijs geeft aan dat het voor leerlingen heel aardig lijkt te werken. Zelf zou hij hem niet de achtergrond kleur zwart hebben gegeven. Dat je voor 3 niveaus materiaal aan biedt, vind Mattijs, echt heel goed. Het betekent wel heel veel werk om dat allemaal geordend aan te bieden. Hij gaf me het advies daar een balans in behouden.

Verder had hij nog een paar tips voor mij:Video’s zijn niet zaligmakend en je moet blijven denken hoe je op verschillende manier de leerlingen kunt bereiken. Vanuit je eigen natuur ben je breedsprakig, dat zie je ook terug op de site, zorg dat je het kort en bondig daar houd.

Wat nog ter sprake kwamAls afsluitende opmerking gaf Mattijs aan veel bewondering te hebben voor de differentiatie die ik aangebracht had in de 3de klasprogramma. Hij zag een groot verschil tussen hoe de leerlingen 4 jaar geleden binnenkwamen voor het vak natuurkunde en hoe ze dat nu doen. Hij gaf aan zelf leerlingen binnen te zien komen met veel plezier terwijl ze het vak wel lastig vinden en daar niet heel veel mee kunnen.

Daarnaast had Mattijs een opmerking over mijn aanpak in de vakgroep. Volgens Mattijs heb ik een eigen (eigenwijze) richting. Ik geef anderen daarbij de ruimte zichzelf te zijn met hun eigen inbreng. Je maakt geen stampij. Je geeft aan wat je wilt op een zachtaardige manier.

Gesprek met AnnemarieIk heb met Annemarie in een aantal vragen behandeld uit mijn vragenlijst die ik aan haar heb toegestuurd, zie de site. Het gesprek is opgenomen, zie site. Ofschoon de vragen in eerste instantie draaide om rol buiten het vaklokaal, hebben we ook stilgestaan bij mijn manier van lesgeven.

Teamplayer en het aansturen van processenAnnemarie ziet mijn rol als Teamplayer vooral beperkt tot de science-sectie. Daar merkte ze dat ik zowel ideeën ontwikkel, als ze bespreek. Op een aantal terreinen zag ze dat ik minder actief ben geworden, bijvoorbeeld het begeleiden van nieuwe docenten. Als respons gaf ik aan dat mijn “drive” anders is geworden, meer ontspannen. Het hoeft allemaal minder precies te zijn zoals ik het in mijn hoofd heb.

Als Teamplayer ziet ze me veel meedenken met collega’s, ik dring mijn mening niet op.

Ofschoon Annemarie het in eerste instantie lastig vond om aan te geven of ik veranderd was, kwam dat later in het gesprek wel tot uiting. Ze bemerkte dat ik rustiger naar collega’s toe was geworden. In het begin kon mijn gedrevenheid haar soms benauwen, nu was dat niet meer zo. Ook lijk ik zelf minder vaak te oreren als ik met haar in gesprek ben. Wat voor haar verder een duidelijk verandering was dat ik mijn werkplek, die ik voor 3 jaren geclaimd had, bewust verlaten had om zo ruimte te creëren voor mezelf en anderen. Ze vond dat heel bijzonder.

Annemarie zou het fijn vinden om meer van me te horen. Vaak zijn mijn ideeën anders dan die van anderen, maar omdat ze vaak pas laat in vergaderingen worden geuit, hebben ze soms (te) weinig invloed. Ik gaf aan dat ik soms wel tijd nodig heb om voorstellen van anderen te doorzien en in te passen in het beeld dat ik zelf heb. Annemarie gaf verder aan dat ze graag zou willen leren van de ervaring die ik heb opgedaan op de verschillende scholen. Nu blijft dat nog teveel op de achtergrond.

Annemarie vind het verder jammer dat ik “het geluid van de zachte kant”, die zo dominant is in mijn lesgeven, niet meer laat horen in de school, zeker omdat het één van de uitgangspunten is van onze school. Ze gaf aan mijn manier van aandacht geven aan de leerlingen heel bijzonder te vinden. Annemarie vond dat ik op dit terrein best wel wat meer “brutaler” zou mogen zijn.

Annemarie ziet dat ik een voorbeeld ben voor andere collega’s als het gaat om op een bepaalde manier les te geven. Ze ziet wel dat mijn stijl moeilijk te kopiëren is en dat dit er ook toe leidt dat collega’s die dat proberen het zichzelf juist moeilijk maken.

Aandachtspunt: Ik mag meer op de voorgrond treden in gesprekken en me bewust zijn dat anderen ook geïnteresseerd zijn in mijn manier van lesgeven en mijn ervaring en dat ze daar ook iets aan hebben. Het zou goed zijn om duidelijk te hebben wat de randvoorwaarden zijn in mijn manier van lesgeven om het een succes te maken. Dit zou ik dan kunnen delen met de collega’s.

SfeerAnnemarie is hierover kort. Blijf gewoon zo vrolijk en positief als je altijd bent, dat is fijn en goed.

Samenwerken op vakinhoudelijk gebiedOok hierover zijn we snel uitgepraat. Dit jaar hebben we bewust er voor gekozen om niet samen te werken omdat we bij Scheikunde 2 nieuwe collega’s hebben.

In het gesprek dat Annemarie en ik voerden trad spraken we ook een tijd over het lesgeven zelf. Hieronder staat daarvan een korte samenvatting.

Als Annemarie kijkt naar hoe ik lesgeef ziet ze me vooral maatwerk leveren, (waarin ze ook groei ziet). Ook de klassenorganisatie staat beter dan in de 1ste jaren. Belangrijk vindt ze dat ik de waarde van de leerling blijf zien. Ze ziet me niet de grote bulk vertellen wat ze moeten doen en wat niet. Er is een goede afwisseling tussen gein en de serieuze blik. Ze vindt het een aantrekkelijke manier van lesgeven, maar dus niet makkelijk te kopiëren.

Ze vraagt zich wel af, als het gaat over klassenorganisatie, hoe ik de rust en overzicht behoud terwijl ik intensief met leerlingen bezig bent. Soms ziet ze dat ook mis gaan. We zijn het er samen over eens dat ik maar een bepaald type leerlingen bereik, namelijk de leerlingen die willen. Gelukkig zijn dat er een heleboel, zeker als het gaat om de bovenbouw. Als ik aangeef dat ik klassikale momenten inzet om de rest ook te bereiken geeft ze dat ik in ieder geval moeite doe om de behoeften van de leerlingen aan te voelen.

Aandachtspunt: Het helder krijgen van hoe ik lesgeef en wie ik bereik is een aandachtspunt waar ik met behulp van video eens beter naar zou kunnen kijken.

Wat nog te sprake kwamHet volgende stukje gesprek heb ik opgenomen in het verslag omdat het zo goed de kern weergeeft van wat ik onder andere in mijn manier van lesgeven wil bereiken.

Annemarie vraagt me of ik voldoende middelen heb om leerlingen te bereiken en wat het met me doet als ik ze niet weet te bereiken. Ik geef aan dat ik merk dat ik nog wel eens te snel wil gaan in het bereiken van de leerling, maar dat ik besef dat het tijd nemen en rustig blijven erg belangrijk is. Het gaat erom eerst de klik te maken met de leerling en vanuit daar aan de slag te gaan. Probleem daarbij is dat leerlingen regelmatig niet open staan voor contact. Dat moet je dan ook zo laten en de leerlingen toch in zijn waarde laten en de afwijzing die je zelf voelt laten zijn. Als je de leerling laat voelen dat hij/zij ook zo mag zijn dan is de kans groter dat hij/zij alsnog het contact aangaat.

De bovenbouw

Belangrijk kenmerken van mijn manier van lesgeven in de bovenbouwIn de bovenbouw werken de leerlingen veel zelfstandig. Wel wordt er regelmatig (op aanvraag) klassikale les gegeven. Daarnaast kunnen leerlingen veel vragen en loop ik rond ter ondersteuning. Veel meer dan in de onderbouw is er aandacht voor andere zaken dan de vakinhoud die wel invloed hebben op de prestatie. Ook de bovenbouw heeft een eigen website waar informatie zoveel mogelijk gegroepeerd staat om het voor de leerlingen overzichtelijk te maken. Het lesgeven in de bovenbouw is verder iets zakelijker omdat een stukje aanhankelijkheid uit de 3de klas, door het volwassener worden van de leerlingen, verdwijnt. Wel werk ik, als ik de leerlingen in de 3de klas heb gehad, zoveel mogelijk vanuit de vertrouwensbasis die daar is opgebouwd.

Knelpunt: Anders dan in de onderbouw ben ik vanwege het stellen van prioriteiten er in de afgelopen jaren nauwelijks aan toe gekomen programma’s te ontwikkelen voor de bovenbouw zodat leerlingen een keuzevrijheid hebben voor het inrichten van het eigen leerproces. Daar waar mogelijk wordt individueel gekeken wat het beste is voor de leerling.

Analyse enquête bovenbouwDeze enquête is door zo’n 60% van de leerlingen ingevuld waarbij de grootste groep afkomstig is uit 4 Vwo. Uit de beide andere klassen zijn de aantallen gelijk verdeelt. De gegevens worden gepresenteerd in diagrammen, de enquête zelf kun je vinden op de site. Niet alle diagrammen staan afbeeld, de rest is te vinden op de site.

Hoe welkom voelt de leerling zich?De eerste groep diagrammen, hieronder afgebeeld, hebben allemaal te maken met de mate waarin de leerling zich welkom voelt en gezien. Dit is voor mij een belangrijk item, zie ook “Wat wil ik bereiken met mijn manier van lesgeven?”

Conclusie en verbeterpuntenDe leerlingen voelen zich welkom en gezien en hebben het idee dat ik positief tegenover hen staat. Ze hebben het idee dat ik rekening houd met hun eigenheid en dat als er een probleem is, ze terecht kunnen bij mij en dat ik meedenk. Het enige wat op dit vlak nog iets beter zou kunnen is dat ik meer (gerichte) complimenten geef. Nagaan in hoeverre het didactisch coachen werkelijk wordt toegepast geeft ruimte voor een verbeterpunt.

“Motivatie en organisatie?”Een 2de groep diagrammen vallen in de categorie “Motivatie en organisatie”. In mijn visie hoort de organisatie er voor te zorgen dat leerlingen gemotiveerd blijven (voor een lastig vak als natuurkunde). Worden onderbouw leerlingen sterk gemotiveerd door de persoon, bij bovenbouw leerlingen is dat vaak minder, (zeker als ze de docent pas in de 4de klas krijgen). Ze zullen dus kritischer kijken naar hoe de organisatie staat.

Als ik kijk naar de diagrammen zie ik dat er een behoorlijke groep is die wel door mij gemotiveerd wordt, (zonder dat duidelijk is op welke manier). De lessen worden als prettig ervaren. De lessen worden verder niet als afwisselend ervaren, het is vooral veel zelfstandig werken, maar de leerlingen zien dat niet als een groot probleem. Op de momenten dat ik klassikaal werk, ben ik voor de leerlingen duidelijk. Mijn taalgebruik is goed te volgen, . De leerlingen hebben door de gehele aanpak het idee goed tot voldoende te leren. Als ik afspraken met leerlingen maak, dan kom ik die vaak goed tot voldoende na. Een grote groep heeft een goed overzicht wanneer dingen af moeten zijn, er is echter ook een groep leerlingen die dat niet altijd heeft. De leerlingen zijn niet geheel tevreden over hoe de aandacht verdeeld wordt over de leerlingen.

Conclusie en verbeterpunten: Over het algemeen kan ik zeggen dat ik tevreden over het commentaar van de leerlingen. Wel is het goed verdelen van de aandacht over de verschillende groepen leerlingen (zowel de vragenstellers, als de niet vragenstellers), een aandachtspunt. Dit zou kunnen door in ieder geval mijn klassikale momenten goed te plannen, zowel het moment, maar ook de inhoud. Nu is dat vooral samenvattend, dit zouden ook opgaven kunnen zijn of demoproeven. Dit sluit ook aan bij het volgende punten. Het is belangrijk na te denken over meer variatie in de lessen waarbij het practicum een belangrijke rol zou kunnen spelen.

“Randvoorwaarden om goed bezig te zijn met natuurkunde”In mijn visie op lesgeven wordt het behalen van succes voor een groot gedeelte bepaald door andere zaken dan het bezig zijn met de leerstof. Leerlingen bewust laten worden van de invloed van mindset, stress en motivatie is vaak een manier om er voor te zorgen dat leerlingen uiteindelijk goed met het vak Natuurkunde aan de slag kunnen gaan. Omdat ik aan deze onderwerpen gericht aandacht probeer te geven, heb ik daar ook 2 vragen over gesteld. De diagrammen hieronder gaan daarover.

Conclusie en verbeterpuntenIn het 1ste diagram is te zien dat leerlingen die in meerderheid een zinvol gebied vinden om over te praten. Als ik dan kijk in hoeverre ze vinden dat ik daar goed invulling aan geef dan trek ik de conclusie dat ik a) nog een grote groep niet bereikt heb. Verder trek ik ook de conclusie dat er op dat terrein nog meer te halen valt. Het didactisch coachen zou een manier zijn om hier beter en meer invulling aan te geven.

“Wat nog ter tafel kwam”Afsluitend heb ik in de enquête de tops en tips gevraagd. Ik geef hier de belangrijkste punten samengevat. Tevens wil ik jullie mooie reacties niet onthouden.

TopsDit zijn de belangrijkste punten:

positief, neemt zijn tijd, geduld, betrokkenheid, staat stil bij de behoefte van leerlingen, meedenken,

TipsDit zijn de belangrijkste punten:

aansturing zodat achterlopen niet te groot wordt, meer filmpjes en uitleg, afwisselende lessen, te lang wachten voor uitleg, structuur, kan langdradig zijn, teveel lawaai, meer instructie, (geen combi-klassen), als planning aangepast wordt, dit ook door voeren in de planner, iets strenger zijn.

Conclusie en verbeterpunten: In de positieve punten wordt eigenlijk voornamelijk de zaken genoemd die al eerder aan bod zijn geweest. Daarom heb ik dat stukje hier kort gehouden. Het is voor een bevestiging dat ik al veel dingen goed doe. Als ik de tips bekijk zie ik een aantal dingen terugkomen die ook al aan bod kwamen bij de 3de klas. Er mag op sommige momenten meer aansturing zijn. Dat leg ik uit dat ik ook in de bovenbouw meer belangstelling mag/moet tonen voor de leerlingen die ik niet hoor en meer aandacht voor het leerproces in plaats van veel aandacht voor de vragen van leerlingen. Een ander verbeterpunt is de werksfeer die beter bewaakt mag worden door mij. Een punt dat ik vanaf volgende week ook direct ga aanpakken.

Gesprek met KikiIk heb op donderdag 17 december een gesprek gehad met Kiki. Het was een open gesprek waarin ik verder niet met een vragenlijst heb gewerkt. Het startpunt was: “Wat vind jij van mij al docent? ”. Dit gesprek vond plaats nadat ik met Fabienne en Jorika gesproken had. Ik heb verschillende punten die ik in dat gesprek interessant vond, in dit gesprek aan bod laten komen.

Hieronder staat de belangrijkste punten uit het gesprek. De video’s zijn terug te vinden op de site.

Belangrijkste punten uit het gesprekKiki vindt mij een andere docent dan andere docenten. Dit komt volgens haar omdat mijn hoofddoel is stof overbrengen waarbij ik rekening houdt met de behoefte van de leerlingen. Zo geef ik uitleg als leerlingen er om vragen, kun je altijd een vraag komen stellen als je daar behoefte aan hebt. Nu de groepen groter worden (en in haar ogen ook iets traditioneler), is het wel wat lastiger elk individu aan te spreken. Ze ziet dat ik steeds tijd blijf nemen voor de leerlingen, altijd diepgang probeer te bereiken waarbij er steeds ruimte is voor een grapje waardoor uitleg ook fijn is te krijgen. Doordat ik tijd neem ervaart ze ook hoe belangrijk ik het vind dat leerlingen de leerstof begrijpen en dat het me niet in de eerste plaats draait om de cijfers. Hierdoor werkt Kiki ook veel beter voor natuurkunde. Het contact is daardoor ook minder zakelijk en is een toegevoegde waarde voor haar. Wat in dezelfde lijn ligt is dat ik de mogelijkheid biedt om te praten over het moment van de overgangstoets en dan samen kijk wat het beste moment is. Ook hierdoor geef je aan dat het begrijpen belangrijker is dan alleen maar het halen van cijfers. Bovenstaande leidt er toe dat ze het gevoel heeft als individu echt gezien te worden. De motivatie die ze daardoor krijgt gaat verder dan alleen voor het vak natuurkunde. Als het gaat om mijn manier van uitleg vindt ze het prettig dat ik ook op zoek ga naar diepgang. Dat er redelijk wat tijd besteedt wordt aan randzaken die wat buiten de directe gestelde vraag/uit te leggen stof liggen, vindt Kiki prettig. Het heeft volgens haar een goede invloed op de werksfeer.Uit de wijze van aanpak spreekt volgens haar een groot respect voor de leerlingen.Wat voor haar heel typerend is voor mijn insteek in lesgeven is de volgende uitspraak die ik gedaan heb en haar altijd heeft gemotiveerd: “Als een leerling zich wil verbeteren dan zal ik hem altijd de ruimte geven om dat te doen”.

Kiki maakt wel 2 kanttekeningen bij mijn wijze van aanpak. Ze vraagt zich af of de keuze om me zo open te stellen voor de leerlingen mij niet teveel tijd kost. Daarnaast vindt ze dat ik wat meer een onderscheidt zou kunnen maken tussen leerlingen die het zakelijker wat nodig hebben omdat ze slecht scoren en de leerlingen die echt kunnen gaan voor diepgang. Een goede sfeer is fijn en grapjes maken samen levert een goed persoonlijk gevoel op en dat is belangrijk, dat beseft Kiki wel. Ze vraagt zich wel af of sommige leerlingen niet meer gebaat zijn bij een iets minder “warm bad”, maar daardoor wel meer sommen af in de les. Daarnaast geldt natuurlijk ook dat het zakelijker je op dat moment ook iets energie kan besparen. Ik zou volgens Kiki nog beter kunnen kijken naar welke kwaliteiten de leerlingen allemaal hebben. Ze vindt wel dat ik een goede inschatting kan maken of een leerling wel of niet hulp nodig heeft. En ziet me ook regelmatig praten met leerlingen wat de consequentie kunnen zijn van het bijvoorbeeld werken aan een ander vak. Wel vraagt ze zich af of het dan verstandig is om op een ander tijdstip dan weer extra tijd in die leerlingen te steken.

Conclusies en verbeterpunten: Uit het gesprek met Kik trek ik de conclusie dat ik in haar ogen een goede docent ben die er is voor zijn leerlingen. Haar kanttekeningen zijn interessant en ik denk dat

het inderdaad verstandig is eens goed voor mezelf helder te krijgen welke leerlingen gebaat zijn bij een wat zakelijkere aanpak die mij ook energie kan schelen. Ik kan dit eenvoudig doen door een lijstje te maken van die leerlingen en dan met die leerlingen te gaan kijken wat ze direct nodig hebben. Hierbij zou dan regelmatig contact moeten zijn tussen mij en die leerlingen. Uitgangspunt zou wel moeten zijn dat de leerlingen ruimte krijgt om het leerproces voor een stuk in te vullen zoals hij/zij dat wil.

Mentoraat

Gesprek met Fabienne en JorikaIk heb donderdag 17 december gesproken met Fabienne en Jorika. Hierbij heb ik het mentoraat centraal gesteld. Ik heb voor deze 2 dames gekozen omdat ze een verschillende behoefte vraag hebben. Jorika begeleidt ik intensief, met Fabienne heb ik zo nu een dan een gesprek dat voornamelijk draait om planning. Ik heb voor dit gesprek een aantal vragen opgesteld waarvan de belangrijkste waren: “Wat verwacht je van een mentor?” en “Breng ik als mentor voldoende en zo ja hoe dan en wat zou ik ook beter kunnen doen?”.

Ik geef hieronder een soort van samenvatting van het gesprek waarbij ik geprobeerd heb zaken die met elkaar te maken hebben ook bij elkaar te zetten. De video’s zijn terug te vinden op de site.

“Samenvatting”

FabienneIn eerste instantie ben ik met Fabienne begonnen en heb haar de vraag voorgelegd: “Wat verwacht je van een mentor?”. Fabienne gaf in eerste instantie aan dat de mentor een persoon zou moeten zijn op de achtergrond. Gedurende het gesprek kwam steeds meer naar voren dat ze eigenlijk een mentor wilde die wat meer naast haar stond. Tevens bleek dat zij, en Jorika trouwens ook, de mentor zagen als iemand waar je niet zomaar naar toe stapte, er moest echt wel iets aan de hand zijn. Dat maakte het voor Fabienne soms ook wel lastig als ze een gesprek met me had gehad om dan nogmaals naar me toe te komen als het toch niet zo liep als ze wilde. Ze had dan het idee dat ze me toch wat lastig viel. We kwamen tot de conclusie dat dit niet direct in mijn houding lag, maar dat dit meer te maken had met haar beeld of het mentoraat.Als het gaat om “En hoe doe ik het dan als mentor” gaf ze in verschillende antwoorden aan dat ik een aantal dingen goed doe. Ik vraag regelmatig hoe het gaat waardoor ze het gevoel heeft dat er belangstelling is. Als er iets is merk ik dat dan ook op en vraag dan ook door en als het nodig is maak ik dan ook een afspraak met haar. Ze vindt het fijn dat ik haar daarbij ook de ruimte geef de afspraak te maken, of niet. Als het dan gaat over de gesprekken die we voeren, vindt ze wel dat ik iets meer diepgang mag bereiken, ik ben nog iets te oplossingsgericht. Het past wel bij haar karakter, dat iemand haar handreikingen geeft hoe iets op te lossen. Ook vindt ze het goed dat ze zelf kan aangeven wat ze van de oplossingen vindt en als ze het niet goed vindt dat er dan weer verder wordt gekeken. Nee, het probleem is dat in de oplossingsgerichtheid, ik niet breed genoeg kijk en dus niet alle zaken meeneem die ook een invloed hebben op het probleem. Fabienne gaf zelf wel aan dat ze daar soms pas na het gesprek achter kwam. Ze gaf me als tip na zo’n gesprek een vervolggesprek te plannen om te kijken of het ook gelukt was met het behalen van succes. Nu dat niet gebeurde was daar de genoemde drempel die haar tegenhield weer met mij in gesprek te gaan.Dat ik de tijd nam voor de gesprekken vond ze fijn, ook vond ze het goed dat er niet alleen maar werd gepraat over het probleem maar dat er ruimte was voor andere zaken.

JorikaVolgens Jorika heeft de mentor een ondersteunende taak en dat doe je. Je regelt dingen, je bent eerste aanspreekpunt. Een onderdeel van een netwerk van mensen dat om je heen staat. Je geeft vertrouwen door het nakomen van afspraken. In gesprekken vraag je of je dingen goed begrepen hebt. Tevens geeft ze aan dat ik haar steeds bevestig in haar verwachtingen. Ze vindt dat ik daarbij een ontwikkeling heb doorgemaakt. Eerst was ik minder helder in mijn verhalen dan nu, ik ga meer

systematische te werk en ik zocht meer. “Het is natuurlijk een voordeel dat je al een tijd mijn mentor bent”.Volgens Jorika ben ik soms wat chaotisch. Dat is soms niet prettig, soms dwalen we af, soms vindt ze dat ik teveel beeldspraak gebruik. Jorika vindt het wel een teken van betrokkenheid. Ook merkt ze wel dat ik de hoofdlijn blijf bewaken in het gesprek en komen we ook daar waar we wezen willen.Wat Jorika positief vindt is dat ze merkt dat ik probeer haar prettig te laten voelen. Dit doe ik door haar te laten kiezen waar we praten en ze merkt het ook in het gesprek waar ze ruimte krijgt om dingen die gezegd worden te verwerken. Ze voelt zich daardoor serieus genomen. Jorika vindt ook dat ik naar andere toe uitstraal dat ze welkom zijn binnen mijn mentoraat.

Als tip geeft ze me mee soms wat zakelijk te blijven, niet teveel uit te leggen en niet teveel te herhalen. Probeer niet teveel op te gaan in je enthousiasme, probeer de balans te bewaken. Jorika geeft aan dat het soms goed zou zijn dat ik dingen vraag terwijl de leerling misschien de uitstraling heeft dat hij/zij niet open staat voor het gesprek. Het durven te accepteren dat je een afwijzend antwoord kan krijgen zou er toe kunnen leiden dat je merkt dat die leerlingen alsnog wel het gesprek wil aangaan.

Conclusie en aandachtpunten: Op grond van het gesprek met Jorika en Fabienne trek ik de conclusie dat ik een aantal dingen al goed doe. Ik toon aandacht voor ze, vraag hoe het met ze gaat en voer als het nodig mocht zijn het gesprek waar ze dan wel wat aan hebben. Het lijkt er wel op dat dit nog een stukje beter kan. Dit kan ik doen door een vervolggesprek af te spreken nadat ik met de leerling gesproken heb. Ook kan ik de gesprekken wel iets zakelijker houden en eerst breder vragen. Hierbij is het ook belangrijk de gesprekken niet te lang te lagen duren. Belangrijk punt voor mij is verder dat ik niet te bang moet zijn “nee” te horen en nog meer naar leerlingen mag toestappen.

Algemene conclusies en verbeterpunten

Het positieveIk heb, zoals afgesproken, door een aantal groepen/mensen op mijn manier van werken laten reflecteren. Mijn conclusie is dat ik op veel terreinen voor leerlingen een fijne docent ben waar ze veel kunnen leren, waarbij er sprake is van wederzijds respect. Ik ben hierop heel trots. Ik ben in deze herziening niet in detail ingegaan op wat ik precies in mijn vorige versie heb geschreven. Toch durf ik hier wel de conclusie trekken dat het beeld dat ik daar geschetst heb van mijn manier lesgeven overeenkomt met wat andere vinden van hoe ik het dan ook werkelijk les geef. Deze conclusie trek ik doordat ik in dit verslag mijn uitgangspunten heb opgenomen hoe ik les wil en die ook de basis vormen van het 1ste portfolio.

VerbeterpuntenNatuurlijk zijn er verbeterpunten te noemen. Ik ben voor de gemotiveerde leerling die goed zelfstandig kan werken een ideale docent. Andere groepen komen er relatief gezien minder goed vanaf. Vooral de leerlingen die zich in stilte terugtrekt, krijgt bij mij, ondanks de inspanning om er voor die leerling te zijn, te weinig aandacht. Om dit te verbeteren zie ik verschillende mogelijkheden:

Allereerst het bewaken van het geluidsniveau, (dit komt ten goede aan elke leerling) Daarnaast een gedeelte van de les reserveren voor het centraal stellen van het leerproces

van leerlingen die minder goed draaien, (hoever ben je? wat is je planning?) Lesmateriaal zou uitgebreid moeten worden zodat een grotere groep leerlingen zelfstandig

kan werken. Hierdoor ontstaat ook meer ruimte komt voor het centraal stellen van het leerproces.

Het werken met uitgestelde aandacht en het meer samennemen van groepen met dezelfde problematiek.

Voor bovenbouw geldt dat ik een beter onderscheidt moet maken tussen de leerlingen die de iets zakelijkere aanpak nodig hebben en de leerlingen die voor diepgang willen gaan.

Het meer naar leerlingen afstappen die in hun houding uitstralen, “geef me ruimte” en hun toch vragen of ze hulp nodig hebben. Daarbij ook durven te accepteren dat het antwoord gewoon “nee” zal zijn.

Het zou goed zijn om video-opnamen te maken om te kijken wat er precies in mijn lessen gebeurd. Een conclusie die trek uit de opnamen die ik gemaakt heb voor dit portfolio, is dat ik (nog) meer rust in mezelf mag creëren. Juist als ik me druk maak word ik ook langdradiger en zie ik dat het me energie kost.. Mezelf leren kennen is een belangrijk punt. Pas als die basis goed is kun je de leerlingen echt ontmoeten.

KnelpuntenIk zie 2 knelpunten die me zouden kunnen belemmeren in het bereiken van werkelijke verbeteringen. Het eerste punt dat ik zie als knelpunt is dat ik het lastig vind te werken vanuit een goede prioritering wat eerst aan te pakken. Het zou goed zijn om daar allereerst een plan voor te maken. Het 2de knelpunt heeft betrekking om de moeite die ik heb om op een goede manier in mijn niet lesmomenten aan de slag te gaan met andere zaken dan leerlingbegeleiding. Wat ik gemerkt heb is dat ik echt mijn rust nodig heb om te schakelen van les, naar niet lesgebonden taak, maar die niet goed neem. Daardoor neem ik redelijk wat werk mee naar huis.

ToekomstDe waarde van het portfolio ligt enerzijds in het verkrijgen van meer inzicht. Dat is goed gelukt. Anderzijds is het juist de actie die volgt op het schrijven van het portfolio die de werkelijke waarde van zo’n boekwerkje bepaald. Daarom wil ik, met ondersteuning van Anske, werken aan mijn prioritering en hiervoor een plan gaan maken dat we zouden kunnen evalueren in het jaargesprek. Ook lijkt het me zinvol om na te gaan hoe ik beter kan schakelen van de lessituatie, naar de niet lessituatie.

Wat voor mij verder heel waardevol zou zijn is om meer samen te werken, ook buiten de vakgroep om. Aan de ene kant zou ik willen leren, aan de andere kant ben ik me, door het schrijven van deze herziening, bewust geworden dat ik mijn medecollega’s ook echt iets te bieden heb als het gaat om de wijze waarop je omgaat met leerlingen, over tempodifferentie en niveaudifferentiatie. Ook zou ik in de samenwerking mogelijkheden willen onderzoeken om leerlingen nog meer mogelijkheden te bieden te werken op een manier die bij ze past en die ze als zinvol ervaren. Het lijkt me zinvol om te kijken wat ik op dat terrein kan betekenen, ook als het gaat om uiteindelijk een functie LD te krijgen. (Dan moet ik natuurlijk wel eerst de stap naar LC gemaakt hebben).