@meestergijs SirPalsrok

plural, part 2 Nederlandse enkelvoud, Engelse meervoud

Plural, part 2 Nederlandse enkelvoud – Engelse meervoud

Plural, part 2 Nederlandse enkelvoud – Engelse meervoud

glasses

scissors

tweezers

suspenders savings

stairs

panties

shorts/trunks

trousers

jeans

Plural, part 2 Nederlandse enkelvoud – Engelse meervoud

In het Engels bestaan er voorwerpen die, ook al is het er één, in het meervoud noemt (+s). Dit is omdat ze allemaal uit twee gelijke delen bestaan.

Voorbeelden bril (=glasses, spectacles), ondergoed (UK=panties, US=pants),

stairs (=trap), korte broek (=shorts), bretels (=suspenders),

broek (=trousers), serie (=series), schaar (=scissors), pincet (=tweezers)

Plural, part 2 Nederlandse enkelvoud – Engelse meervoud

Exercise 1: Translate to English

1. Mijn bril is nieuw.

2. Zijn pincet was oud.

3. Haar spijkerbroek heeft blauwe zakken (=pockets).

Plural, part 2 Nederlandse enkelvoud – Engelse meervoud

Exercise 1: Translate to English (ANSWERS) 1. My glasses/spectacles are new. Mijn bril is nieuw.

2. His tweezers were old. Zijn pincet was oud.

3. Her jeans have blue pockets. Haar spijkerbroek heeft blauwe zakken (=pockets).

! Het werkwoord dat bij het deze Engelse meervouds woorden hoort, kent ook een meervoudsvorm.

Plural, part 2 Nederlandse enkelvoud – Engelse meervoud

Ook aanwijzende voornaamwoorden (these/those) en ….

wederkerende voornaamwoorden (het/’m/haar) zet je in het

meervoud.

Examples

Where are my suspenders? I can’t find them.

These scissors are really sharp. Who gave them to you?

Do you see those jeans? I wish I had them.

Plural, part 2 Nederlandse enkelvoud – Engelse meervoud

Exercise 2: Vertaal de woorden tussen haakjes en vervoeg de werkwoorden. 1. I like your ___ (bril). ____________ (Is ie nieuw?)

2. You want the same ___ (korte broek) as I have on now? I bought ___

(deze/ze) at Shore Tower.

3. ___ (die) ___ (spijkerbroek) at that shop in London ___ (to be) awesome!

4. ___ (schaar) ___ (to be) dangerous!

5. Could you give me ____________ (die pincet) over there?

Plural, part 2 Nederlandse enkelvoud – Engelse meervoud

Exercise 2: Vertaal de woorden tussen haakjes en vervoeg de werkwoorden. (ANTWOORDEN) 1. I like your glasses. Are they new?

2. You want the same shorts as I have on now? I bought these at Shore Tower.

3. Those jeans at that shop in London are awesome!

4. Scissors are dangerous!

5. Could you give me those tweezers over there?

@meestergijs SirPalsrok

plural, part 2 Nederlandse enkelvoud, Engelse meervoud