Pierre Cuypers

5
Pierre Cuypers Gemaakt door: Willem Verbruggen Jorik Muselaers

Transcript of Pierre Cuypers

Page 1: Pierre Cuypers

Pierre Cuypers

Gemaakt door:

Willem Verbruggen

Jorik Muselaers

Page 2: Pierre Cuypers

Het leven van Bierre

Geboren: 16 mei 1827Gestorven: 3 maart 1921

Hij was in de eerste plaats een architect van kerken, maar ook van kloosters en kapellen. Hij was niet alleen architect maar hij restaureerde ook nog oude kerken.

Hij volgende zijn opleiding aan het Stedelijk college Roermond daarna vertrok hij naar Antwerpen om daar aan de

kunstacademie architectuur te studeren. 1852: richten hij een atelier op voor kerkelijke kunst en meubelstukken.

1859: trouwde hij met Alberdingk Thijms.Ze kregen samen 5 kinderen : 2 zoons en 3 dochters.

Volgende dia gaat verder over zijn leven.

Page 3: Pierre Cuypers

Het leven van Pierre

1865: Hij verhuisde vanuit Roermond naar Amsterdam. Hier legde hij op zijn eigen grond de Vondelstraat aan.

De huizen en de kerk ontwierp hij zelf en de naam van de kerk was heel toepasselijk de Vondelkerk. In Amsterdam bouwde hij in totaal 6 kerken.

Er was niet veel ruimte in Amsterdam. Toch kreeg hij het in de meeste gevallen voor elkaar dat hij met z`n ontwerpen

de beperkte ruimte toch optimaal kon benutten. Tussen 1888 en 1889 was Cuypers een enkel jaar voorzitter van

de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst.In 1894 verruilde Cuypers Amsterdam voor Valkenburg.

en kreeg zijn zoon de leiding over het Amsterdamse kantoor.Hij schopte het daar tot adviseur bouwzaken van de bisschop

Page 4: Pierre Cuypers

Negotiek

Vooral het werk van de interieurarchitect Thomas Chippendale liep vooruit op de neogotiek. Vanaf het begin van de 19de eeuw verrijzen in Engeland kerk- en bankgebouwen

, stadhuizen en andere openbare bouwwerken met spitsboogvenster, gekanteeldetorens en waaiergewelven. Belangrijker voor de opkomst van de neogotiek is echter Pierre Cuypers.

Als eerste waagde hij het om weer gemetselde gewelven toe te passen. Hij streefde naar een 'eerlijk' gebruik van bouwmateriaal (het materiaal moest zoveel mogelijk herkenbaar blijven).

Hij wilde geen pinakels, kantelen en spitsbogen in het wilde weg gebruiken, maar vond dat ieder stuk iets wezenlijks moest uitbeelden.

Gedurende de jaren 1960 en 1970werd de cultuurhistorische waarde van de neogotiek sterk onderschat. Vele onbruikbare gebouwen - vooral kerken - vielen onder de slopershamer. Later werd de waarde van dergelijke gebouwen hoger aangeslagen en is

men bij vele neogotische bouwwerken nieuwe bestemmingen gaan zoeken, zodat de architectuur van het gebouw behouden kon blijven.