“Pianomuziek moet aansluiting vinden bij de muzikale … Great Gig in the Skyvan Pink Floyd. Ik...
Transcript of “Pianomuziek moet aansluiting vinden bij de muzikale … Great Gig in the Skyvan Pink Floyd. Ik...
97
“Pianomuziek moet aansluitingvinden bij de muzikale wereldvan jongeren” Interview met Remo Vinciguerra
Olga de Kort-Koulikova
In Italië is zijn naam al jarenlang een begrip: Remo Vinciguerra, pianist,
componist, docent en onvermoeibare propagandist van lichte muziek, jazz
en pop in het muziekonderwijs. Zijn jazzcomposities, bluessprookjes en
improvisaties in ‘stile moderno’ worden in vrijwel alle leslokalen van Italië
gespeeld. De publicaties door Edition Peters in Crossing Borders-albums
introduceerden de muziek van Vinciguerra ook buiten de Italiaanse grenzen.
ijn kennismaking met de muziek van Maestro Vinciguerra dank ik aan de
Tipboeken van Hugo Pinksterboer. Tijdens de muziekbeurs Cremona
Mondomusica / Cremona Pianoforte zag ik de Italiaanse uitgaven van deze
welbekende Nederlandse reeks op de stand van Edizioni Curci. Mijn vraag of de uit-
geverij ook toevallig een of een ander jazz-album voor beginnende pianisten had,
werd met een golf van Italiaans enthousiasme, trots en ongeloof om mijn onwetendheid
ontvangen. Maar natuurlijk, er zijn toch boeken van Vinciguerra!?!
Het eerste album dat ik in mijn handen kreeg gedrukt, de bundel voor piano vier-
handig Il rosso e il nero, verraste me door de leuke ideeën, didactische elementen en
muzikale zeggingskracht van de ongecompliceerde stukken. Op de vraag of de uitgever
nog meer albums had, kreeg ik een doos met pianoalbums, leerboeken en quatre-
mains stukken gepresenteerd. Wie is de componist van al deze speelbare, methodisch
verantwoorde, didactisch onderbouwde maar in Nederland vermoedelijk helaas nog
bij de meeste pianodocenten onbekende werkjes voor alle leeftijden en speelniveaus?
In het interview, georganiseerd door Edizioni Curci, vertelt Remo Vinciguerra (geb.
1956) over zijn levenswerk, liefde voor muziek en onderwijsprincipes.
OdeK: U kreeg uw eerste pianolessen op uw elfde, studeerde klassiek piano, werkte als docent
en richtte een eigen muzieklaboratorium op voor piano-onderwijs. Was u altijd al in jazz- en
popmuziek geïnteresseerd?
RV: Ik behoor tot de generatie die opgegroeid is met de rock- en jazzmuziek van
de jaren ’70. De tijd van intellectuele en muzikale vrijheid, maar ook van vrijere
omgangsvormen. We ademden de vrije lucht in als parfum. En daar was ik, een jongen
van vijftien, op weg naar mijn pianoles. Het leek wel een lijdensweg want deze weg
voerde mij naar slaapverwekkende solfègelessen en de onverdraaglijke maar toch
onoverkoombare ‘uitvoeringen’ van ziekmakende czernyaanse etudes. In mijn eigen
hoofd was er toen al geen plaats voor Clementi of Mozart. Er klonk een piano-intro
van Firth of fifth van Genesis, Allegro barbaro van Keith Emerson of een pianopartij van
The Great Gig in the Sky van Pink Floyd.
Ik ging door met het studeren van klassieke muziek om de muzikale ideeën en
principes van blues, ballade en jazz leren te begrijpen. Maar intussen ‘flirtte’ ik op mijn
“Pianomuziek moet aansluiting vinden bij de muzikale wereld van jongeren” - Olga de Kort-Koulikova
M
98
piano veel liever met melodieën van Keith Jarret en Bill Evans. Deze jaren waren
belangrijk voor mijn latere onderwijswerk.
Vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw introduceert u jazz- en pop-elementen in de muzikale
taal van al uw leerboeken en pianoalbums. Wat was uw motivatie?
Aanvankelijk richtte ik mij op kinderen en jongeren die zich niet konden vinden
in de traditionele lessen van de uit de ‘prehistorie’ stammende docenten. Bij deze leer-
lingen is de kans groot dat ze op een dag het deksel van hun piano in één klap voor
altijd dichtgooien. Een scenario om bang van te worden!
Het programma van Italiaanse conservatoria, die ook het privé-muziekonderwijs
beïnvloeden, is helaas niet bevoorraad met de muziek uit de twintigste eeuw. Er is
zelfs geen enkele knipoog naar blues, rock, jazz, pop en muziek die jongeren in films,
reclame, liedjesfestivals et cetera horen. Terwijl juist dat repertoire, ondanks het feit dat
aan het conservatorium geschoolde musici het nog steeds negeren, barst van nieuwe
ideeën, gevarieerde fraseringen en intrigerende ritmes. Het is studiemateriaal dat, mits
goed toegepast, de muzikale wereld die dicht bij de beleving en ervaringen van jonge
pianisten ligt, introduceert. Met deze muziek kunnen kinderen een gunstige keuze
Piano Bulletin 2014 / 3
Remo Vinciguerra.
99
maken als ze ooit voor de vraag over het vervolgen van hun lessen komen te staan.
Kinderen hebben enorm veel plezier om op de manier van Petrucciani¹ of Jimmy
Smith te leren spelen. En hoeveel lol beleeft een jonge leerling die samen met vrienden
een Baglioni- of Battisti- liedje², dan wel een Engels popliedje zit te spelen! Je moet
er niet aan denken dat de ‘uitvoerende musicus-embryo’s’ na hun conservatoriumstudie
soms niet eens weten hoe de muziek van Santana, Elton John of Lennon -
McCartney harmonisch in elkaar zit!
Welke verschillen met traditionele klassieke methodes moeten pianodocenten kennen of verwachten
bij het behandelen van jazz- of popmuziek in hun lessen?
Om te beginnen moeten ze nieuwe akkoorden, ritmes, fraseringen en innerlijke
mechanismen van muzikale ontwikkelingen ontdekken en zich eigen maken. Ook
het pedaalgebruik verschilt van het traditionele. Kortom, er zal een wereld voor hen
opengaan die tijdens de canonieke studie verboden bleef, en die nu door docenten
bezocht kan worden waneer ze het maar zelf willen!
Het spreekt voor zich dat het lesgeven in dit repertoire van docenten een grote inzet
en bevlogenheid vergt. Het gaat tenslotte om muziek die verrijking van het traditionele
repertoire is. Dat vraagt om zekere blijdschap, enthousiasme en verwondering. Spelen
betekent geloven in wat je doet.
Hoe bent u zelf begonnen met componeren? Wat was uw eerste album en welke reacties kreeg het?
Mijn inspirator en muze was een tienjarige leerling, Giampaolo, die vaak met zijn
vader naar jazz- en popconcerten ging. Op een van deze concerten zag ik hem met
een voet een ragtimeritme te tikken. Op zijn gezicht zweefde een onbeschrijfelijke
GLIMLACH, die je alleen met hoofdletters kunt noteren. De volgende dag tijdens
de les begon ik hem te ‘chanteren’: “Als je voor mij Clementi studeert, zal ik een rag
voor jou schrijven die bij jouw mogelijkheden past. En als je voor mij een sonate van
Mozart leert, zal ik je een rockstuk cadeau geven.” Het werd een groot succes!
Vanaf dat moment begon ik eraan te denken een boek te componeren dat bij de
hedendaagse jongerenwereld zou aansluiten. Het album Il mio primo concerto (Mijn
eerste concert) markeerde het begin van mijn compositorische weg. Sindsdien zijn er
ruim vijftig boeken van mij verschenen met blues alsof het menuetten zijn, met rock
alsof het Pozzoli-werkjes³ zijn en met improvisaties alsof ze etudes van Duvernoy zijn.
Aan het begin werden ze door klassiek geschoolde musici met wantrouwen en
door privédocenten zelfs met angst ontvangen. Later begrepen ze dat ik alleen maar
goede didactische bedoelingen heb. Tegenwoordig wordt mijn muziek overal
gespeeld door kinderen, jongeren en volwassenen die in hun hart eigenlijk nog steeds
kind zijn gebleven. Je kunt mijn naam op YouTube typen en talloze kleine en grotere
pianisten beluisteren.
Volgde u bij het componeren van nieuwe stukken uw eigen systeem, een methode? Of waren
het vragen van docenten en leerlingen die u verder op weg hielpen?
Het is zoals in het leven: je begint met een juiste gedachte, volgt je intuïtie, en dan
verschijnen nieuwe ideeën en, in dit geval, albums. Al gaande ontstaat een rode draad,
een richtlijn, een filosofie en een methode. Tussen mijn vijftig boeken is er niet één
die er niet bij past. Alles is geworteld in mijn ervaring, die met de tijd alleen maar rijker
is geworden. De tips van docenten zijn zeker nuttig om te kijken welke onbegaanbare
wegen ik nog zou kunnen ontdekken.
“Pianomuziek moet aansluiting vinden bij de muzikale wereld van jongeren” - Olga de Kort-Koulikova
100
Piano Bulletin 2014 / 3
Veel van uw albums zijn gewijd aan techniek, virtuositeit en improvisatie. Kunnen we over een
eigen methode spreken?
Ja, dat kan zeker. Samen bij elkaar vormen ze op een natuurlijke wijze een methode,
maar deze laatste moet in combinatie met traditionele methodes gebruikt worden. Het
is een manier om leerlingen een stijlpanorama te laten zien, in een radius van 360 graden.
Aan het begin is er La musica rumorosa, met oefeningen voor bewegingscoördinatie
en het vormen van ritmegevoel. Kinderen klappen, stampvoeten of slaan met hun
vuisten op tafel. Daarna komen de sprookjes voor piano en verteller om de muziek
op theatrale manier via het gesproken woord te introduceren. De korte verhaaltjes uit
La storia delle notte, Piano blues story of Una fiaba per ogni stagione zijn goed te reciteren
en geschikt voor voorstellingen voor vrienden en ouders. Aanvullend zijn er eerste
albums voor piano vierhandig in de verschillende stijlen: new age, pop of jazz. Ze zijn
leuk voor het samenspel. Een pianist moet tenslotte ook sociaal blijven en zijn liefde
voor muziek met anderen kunnen delen.
Naast jazzalbums zijn er ook popalbums en zelfs een album in gothic stijl. Hoe belangrijk
vindt u dat al deze stijlen en genres in muziekonderwijs worden vertegenwoordigd?
Dat vind ik heel belangrijk. Piano Horror is bedoeld voor Halloween, Canto di
Natale voor Kersttijd. Met Il piccolo pianista di ragtime (De jonge ragtime pianist) kun
je Joplin spelen, terwijl met De eerste improvisaties kinderen regels van een goede
improvisatie leren te begrijpen.
Elke jonge pianist komt in aanraking met muziek en absorbeert een enorme
hoeveelheid aan melodieën in de meest uiteenlopende genres. Hij moet bevoorraad
worden met boeken die net zo gevarieerd zijn. Deze boeken dienen op hun beurt
jongeren de kans te geven om te begrijpen hoe ze al dat muzikale materiaal naar een
instrument kunnen vertalen.
Met mijn boeken wil ik spelers de hele wereld rond laten reizen, van Zuid-
Amerika naar Frankrijk, van Engeland naar New Orleans...
U bent de oprichter van de Remo Vinciguerra Internationale Competitie. De derde editie zal
van 15 tot 17 mei 2015 in Verona plaats vinden. Wat maakt deze competitie anders dan een
traditioneel pianoconcours?
Dit concours is bestemd voor kinderen tussen 6 en 14 jaar. Mijn eigen werken zijn een
verplicht onderdeel. Verder is iedereen vrij in zijn programmakeuze. Het concours is één
groot feest. Wij proberen het competitiegevoel tot een minimum te beperken. Aan het eind
wint iedereen. In plaats van bekers en medailles krijgt iedereen een vlieger als uitnodiging
om samen naar de wereld van fantasie te vliegen. We nemen ook een CD op in de
Concertzaal van Fazioli, de sponsor van ons concours. De internationale jury is van hoog
niveau; de juryleden bieden hun competentie gratis aan, uit liefde voor muziek.
Dezelfde liefde die altijd mijn kompas is gebleven. Ik blijf het zeggen: “Musico, ergo sum”.
Noten:
1 Michel Petrucciani (1962-1999) is een Franse jazzpianist, die ondanks zijn kwetsbare gezondheid (hij
leed aan osteogenesis imperfecta) vanaf zijn dertiende levensjaar als jazzpianist optrad. Hij won de Prix
d’Excellence op het Montreux International Jazz Festival en nam diverse CD’s op, waaronder een live
album met Wayne Shorter en Jim Hall. 2 Claudio Baglioni (geb. 1951) en Lucio Battisti (1943-1998) zijn Italiaanse popzangers en liedschrijvers.3 Ettore Pozzoli (1873-1957) is een Italiaanse pianist en componist met vele didactische pianocomposities
en werken voor solfège, harmonie en contrapunt op zijn naam.