Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... ·...

16
1 Personeelsuitstroom 1 1.1 Verloop en retentie 1.1.1 Verloop (Henderickx, 2011, pp. 321323) Verloop ('turnover') is een verzamelconcept. Natuurlijk verloop is de uitstroom van een medewerker op basis van overlijden, arbeidsongeschiktheid, pensionering of een zelf gekozen vervroegde uittreding (brugpensionering) . Hier speelt vaak de leeftijd een belangrijke rol. Bij incidenteel verloop kiest de werknemer zelf om zijn loopbaan elders verder uit te bouwen. Verloop is niet per definitie functioneel of disfunctioneel (Tabel 1). Het vertrek van werknemers wiens competenties onvoldoende relevant zijn geworden op de interne arbeidsmarkt of die onvoldoende functioneren, is functioneel. Dit geldt des te meer als de organisatie in een afslankingsscenario zit. Het vertrek van werknemers die tot de kernwerknemers behoren en bijgevolg een meerwaarde in relevante competenties bezitten, is een probleem en een kostenpost (verlies aan investering in opleiding en ervaring en kosten om een nieuwe werknemer te vinden). Vanuit het organisatieperspectief is het vraagstuk bijgevolg afhankelijk van de omvang (verlooppercentage) , de competenties van vertrekkende werknemers (opleiding, ervaring, arbeidsperformantie ... ), de economische positie, enzovoort. Vaak zullen, bij een precaire economische positie van de organisatie, de werknemers vertrekken die een hoger bewegingskapitaal bezitten op de (externe) arbeidsmarkt, wat het organisatieprobleem nog verergert. Tabel 1: Functioneel en disfunctioneel verloop Evaluatie van werknemer door organisatie Sterke prestatie Zwakke prestatie Positief Werknemer blijft Ontslag werknemer Evaluatie van door werkgever organisatie Negatief De werknemer De werknemer door werknemer neemt ontslag neemt ontslag (disfunctioneel) (functioneel) Incidenteel verloop wordt door diverse variabelen beïnvloed: Op het individuele niveau zijn er demografische en persoonsgebonden variabelen. Jongere werknemers zullen makkelijker van organisatie veranderen dan oudere werknemers. Mogelijk speelt hier een zelfselectieproces: werknemers die hun psychologische contract niet vervulbaar inschatten, verlaten de organisatie, terwijl de blijvers dit wellicht als naar hun zin ervaren. Zij die langer in dienst zijn, zullen ook aantrekkelijkere (loop)banen bezetten; bovendien verlaagt de arbeidsmarktmobiliteit met een stijgende leeftijd. Mannen zouden meer arbeidsmarktmobiel zijn dan vrouwen, en hooggeschoolden meer dan laaggeschoolden. Werknemers die buiten de organisatie 1 Uit ‘Personeelsopvolging en –uitstroom’ (cursusmateriaal Arteveldehogeschool, 2013 2014, Marijke Van Nieuwenhuyse)

Transcript of Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... ·...

Page 1: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  1  

Personeelsuitstroom1  

1.1 Verloop  en  retentie  

1.1.1 Verloop  

(Henderickx,  2011,  pp.  321-­‐323)  

Verloop  ('turn-­‐over')  is  een  verzamelconcept.  Natuurlijk  verloop  is  de  uitstroom  van  een  medewerker  op  basis  van  overlijden,  arbeidsongeschiktheid,  pensionering  of  een  zelf  gekozen  vervroegde  uittreding  (brugpensionering)  .  Hier  speelt  vaak  de  leeftijd  een  belangrijke  rol.  Bij  incidenteel  verloop  kiest  de  werknemer  zelf  om  zijn  loopbaan  elders  verder  uit  te  bouwen.  

Verloop  is  niet  per  definitie  functioneel  of  disfunctioneel  (Tabel  1).  Het  vertrek  van  werknemers  wiens  competenties  onvoldoende  relevant  zijn  geworden  op  de  interne  arbeidsmarkt  of  die  onvoldoende  functioneren,  is  functioneel.  Dit  geldt  des  te  meer  als  de  organisatie  in  een  afslankingsscenario  zit.  Het  vertrek  van  werknemers  die  tot  de  kernwerknemers  behoren  en  bijgevolg  een  meerwaarde  in  relevante  competenties  bezitten,  is  een  probleem  en  een  kostenpost  (verlies  aan  investering  in  opleiding  en  ervaring  en  kosten  om  een  nieuwe  werknemer  te  vinden).  Vanuit  het  organisatieperspectief  is  het  vraagstuk  bijgevolg  afhankelijk  van  de  omvang  (verlooppercentage)  ,  de  competenties  van  vertrekkende  werknemers  (opleiding,  ervaring,  arbeidsperformantie  ...  ),  de  economische  positie,  enzovoort.  Vaak  zullen,  bij  een  precaire  economische  positie  van  de  organisatie,  de  werknemers  vertrekken  die  een  hoger  bewegingskapitaal  bezitten  op  de  (externe)  arbeidsmarkt,  wat  het  organisatieprobleem  nog  verergert.  

Tabel  1:  Functioneel  en  disfunctioneel  verloop  

    Evaluatie  van  werknemer  door  organisatie    

    Sterke  prestatie     Zwakke  prestatie    

  Positief     Werknemer  blijft     Ontslag  werknemer    Evaluatie  van         door  werkgever    organisatie     Negatief     De  werknemer     De  werknemer    door  werknemer    

  neemt  ontslag     neemt  ontslag         (disfunctioneel)     (functioneel)    

 

Incidenteel  verloop  wordt  door  diverse  variabelen  beïnvloed:    

• Op  het  individuele  niveau  zijn  er  demografische  en  persoonsgebonden  variabelen.    Jongere  werknemers  zullen  makkelijker  van  organisatie  veranderen  dan  oudere  werknemers.  Mogelijk  speelt  hier  een  zelfselectieproces:  werknemers  die  hun  psychologische  contract  niet  vervulbaar  inschatten,  verlaten  de  organisatie,  terwijl  de  blijvers  dit  wellicht  als  naar  hun  zin  ervaren.  Zij  die  langer  in  dienst  zijn,  zullen  ook  aantrekkelijkere  (loop)banen  bezetten;  bovendien  verlaagt  de  arbeidsmarktmobiliteit  met  een  stijgende  leeftijd.  Mannen  zouden  meer  arbeidsmarktmobiel  zijn  dan  vrouwen,  en  hooggeschoolden  meer  dan  laaggeschoolden.  Werknemers  die  buiten  de  organisatie  

                                                                                                                         1  Uit  ‘Personeelsopvolging  en  –uitstroom’  (cursusmateriaal  Arteveldehogeschool,  2013-­‐2014,  Marijke  Van  Nieuwenhuyse)  

Page 2: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  2  

om  extra  opleiding  volgen,  zullen  meer  verlopen  indien  hun  bijkomende  competenties  niet  ingezet  worden.    Persoonsgebonden  variabelen  zijn:  motivatie,  ambities  (versus  gepercipieerde  mogelijkheden),  waarden  (bijvoorbeeld:  balans  leven/werken),  arbeidssatisfactie,  organisatie-­‐  'commitment'  ,  gepercipieerde  baan(on)zekerheid,  afstand  wonen/werken  en  de  gepercipieerde  competenties.    

• Variabelen  op  het  vlak  van  de  arbeidssituatie  en/of  de  organisatie  kunnen  mensen  binden  of  juist  verloop  bevorderen.  Het  betreft  concrete  variabelen  zoals  de  kwaliteit  van  de  arbeid,  de  ervaren  stress,  de  stijl  van  leidinggeven,  de  leermogelijkheden  binnen  het  werk,  de  organisatiecultuur  (vaak  ook  het  sociale  klimaat  genoemd),  de  typerende  HRM-­‐praktijken  (al  dan  niet  leermogelijkheden,  loopbaanmogelijkheden,  verloning  in  termen  van  interne  billijkheid  of  marktconformiteit)  .  Kortom,  de  arbeidsinhoud,  -­‐voorwaarden,                -­‐omstandigheden  en  -­‐verhoudingen  zijn  de  variabelen  die  met  verloop  kunnen  samenhangen.  Kleine  en  grote  organisaties  scoren  hoger  dan  middelgrote  organisaties.      

• Ten  slotte  is  er  de  invloed  van  de  economische  situatie  (in  een  laagconjunctuur  wordt  zekerheid  verkozen  boven  het  vertrek  naar  een  andere  baan),  de  arbeidsmarktsituatie  (een  schaarse  arbeidsmarkt  'lokt'  mobiliteit  uit  of  althans  de  gepercipieerde  arbeidsmarktkansen)  en  het  stelsel  van  socialezekerheidsvoorzieningen.  

1.1.2 Retentie  

(Moreels,  2007,  p.  19)  

Retentie  is  het  omgekeerde  van  verloop.  Het  Engelse  'to  retent'  betekent  letterlijk:  vasthouden,  handhaven  of  binnenhouden.  In  de  ondernemerspraktijk  wordt  de  term  "retentie"  gebruikt  voor  het  vermogen  van  een  werkgever  om  de  bestaande  medewerkers  in  het  bedrijf  te  houden.  Het  verlies  van  goede  medewerkers  brengt  een  hoge  kost  met  zich  mee  (o.a.  aanwervingkosten  en  trainingskosten  voor  de  nieuwe  medewerkers)  en  heeft  een  negatief  en  belastend  effect  op  de  algemene  bedrijfsprestaties.    

Retentie  staat  dan  eigenlijk  voor  de  positieve  relaties  die  een  werkgever  met  zijn  medewerkers  weet  op  te  bouwen  en  die  maken  dat  ze  geen  behoefte  voelen  om  naar  een  ander  bedrijf  uit  te  kijken.  Wat  dat  concreet  betekent,  hangt  af  van  de  strategie,  activiteit  en  sector  waarin  een  bedrijf  actief  is.  Dat  kan  in  iedere  organisatie  anders  zijn.    

Retentiemanagement  heeft  dus  vooral  met  preventie  te  maken,  het  is  een  investering  op  lange  termijn.  De  werkgever  probeert  maatregelen  te  nemen  die  voorkomen  dat  er  in  de  toekomst  nog  meer  waardevolle  medewerkers  zouden  weggaan.    

Retentie  is  niet  gewoon  een  "voel  je  goed"-­‐policy.  Retentie  van  competente  medewerkers  is  belangrijk  omwille  van  drie  redenen:    

1. het  groeiend  belang  van  intellectueel  kapitaal;    2. de     band     tussen    het     houden     van     bepaalde     medewerkers    en     de  klantentevredenheid  ;    3. de  hoge  kost  van  verloop.  

1.1.3 De  kost  van  verloop  

(Reulens,  2007)  

Er  zijn  drie  soorten  kosten  te  onderscheiden:  

Page 3: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  3  

• de  directe  onkosten:  de  kosten  voor  het  rekruteren  en  de  selectie  van  vervangers,  trainingsinvesteringen,  eventueel  het  hogere  salaris,  enzovoort;    

• de  indirecte  kosten:  door  het  effect  op  de  hoeveelheid  werk,  de  motivatie,  de  klantentevredenheid,  enzovoort,  overwegen  de  blijvers  nu  ook  sneller  om  te  vertrekken.  Soms  volgt  ook  een  verloop  van  klanten  (  bijvoorbeeld:  advocatenkantoor,  consultancykantoor,  ...  );    

• opportuniteitskosten  :  verloren  kennis  en  het  werk  dat  niet  wordt  gedaan  omwille  van  het  feit  dat  managers  en  andere  medewerkers  tijd  spenderen  aan  en  proberen  om  de  vrijgekomen  stoel  in  te  vullen.    

Wat  betekent  dit  concreet?  Er  zijn  verschillende  waarden  of  bedragen  die  in  dit  verband  worden  gegeven,  maar  in  elk  geval  zijn  de  kosten  meestal  hoog.  Bij  het  verloop  van  een  "gewone  medewerker"  kan  het  verlies  zo'n  derde  van  het  totale  jaarsalaris  bedragen,  terwijl  dit  bij  een  manager  en  expert  kan  oplopen  tot  het  dubbele  van  het  jaarsalaris.  De  kost  is  natuurlijk  ook  gerelateerd  aan  het  talent,  de  competenties  en  de  prestaties  van  de  vertrekkende  medewerker.  

1.2 Ontslaggesprek  

(Van  Damme,  2009-­‐2010,  pp.  74  -­‐76)  

 Je  dient  een  werknemer  te  ontslaan.  Een  moeilijk  gesprek  dient  zich  aan…  

 

1.2.1 Voorbereiding  

Vooraleer  tot  een  ontslaggesprek  over  te  gaan,  is  een  degelijke  voorbereiding  zeer  belangrijk.  Wie  het  uiteindelijke  ontslaggesprek  zal  leiden,  is  afhankelijk  van  de  gebruiken  in  de  organisatie.  Veelal  wordt  dit  gesprek  geleid  door  de  direct  leidinggevende,  bijgestaan  door  een  personeelsmedewerker  of  -­‐manager.  Ter  voorbereiding  van  het  gesprek  zal  men  enkele  elementen  duidelijk  moeten  voorbereiden:  

• is  het  personeelsdossier  compleet?    • Zijn  de  argumenten  duidelijk?  Kan  dit  gestaafd  worden  met  feiten  en  gegevens?  

Kwantificeerbaar  &  objectief?    • Is  de  juridische  kant  van  het  ontslag  goed  voorbereid:  start  opzeg  periode,  duur  

opzegperiode,  eventueel  extra's  hier  boven  op,  nodige  documenten  klaar,  ...  ?    • Welke  praktische  elementen  zullen  verder  geregeld  moeten  worden:  parkeerkaart,  

bedrijfswagen,  toegangsbadge  voor  het  bedrijf,  sleutels,  laptop  van  het  bedrijf,  toegangscodes  &  paswoorden  voor  het  bedrijfsnetwerk,  enzovoort.    

• Wanneer  en  hoe  wordt  het  netwerk  rond  de  ontslagen  medewerker  geïnformeerd  over  dit  vertrek?  Klanten,  medewerkers,  collega's,  relaties,  ....    

Page 4: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  4  

• Krijgt  de  medewerker  nog  verdere  hulp  enjof  ondersteuning  aangeboden,  bijvoorbeeld  een  outplacement  (  zie  verder  in  deze  cursus  ),  ...  ?    

• Wat  verwacht  je  na  het  ontslag  nog  van  de  medewerker:  afwerking  dossiers,  informatie  doorstroom,  ....  Wie  neemt  dit  over?    

1.2.2 Het  gesprek  

In  het  ontslaggesprek  zelf  onderscheiden  we  vier  fasen:  

Fase  1:  meedelen  van  het  ontslag    

Het  meedelen  van  het  ontslag  komt,  na  een  korte  inleiding,  het  best  zo  snel  mogelijk  aan  het  begin  van  het  gesprek.  Ook  het  taalgebruik  dient  dit  te  ondersteunen:  wees  duidelijk  en  draai  niet  rond  de  pot.  Gebruik  het  woord  'ontslag'  zeer  duidelijk  in  het  gesprek.    

Fase  2:  opvangen  van  de  emoties    

De  reacties  van  elk  individu  kunnen  zeer  sterk  verschillen:  van  zeer  gelaten  tot  opgewonden  en  kwaad.  Doorgaans  is  de  betrokken  werknemer  uiteraard  zeer  geëmotioneerd.  Het  is  in  deze  fase  van  het  gesprek  van  belang  de  werknemer  de  gelegenheid  te  geven  om  de  klap  zo  goed  mogelijk  te  verwerken  en  hem  stoom  te  laten  afblazen.    

Fase  3:  uitleggen  van  de  reden    

Is  de  ontslagen  werknemer  voldoende  gekalmeerd  en  voor  rede  vatbaar,  dan  kan  worden  begonnen  met  het  duidelijk  uiteenzetten  van  de  redenen  voor  het  ontslag.  De  werkgever  doet  er  goed  aan  zich  te  beperken  tot  zo  objectief  mogelijk,  liefst  gekwantificeerde  gegevens.    

Fase  4:  afronden  van  het  gesprek    

Tijdens  de  afronding  van  het  gesprek  dient  de  werkgever  aandacht  te  besteden  aan  de  formaliteiten  die  samenhangen  met  het  ontslag,  eventueel  de  outplacementregeling  en  de  wijze  waarop  het  lopende  werk  zal  worden  afgerond.  

1.3 Roos  van  Leary  

(Matthys,  2012)  

Een  belangrijk  aspect  in  de  communicatie  is  de  interactie  tussen  de  gesprekspartners.  Interactie  is  de  wijze  waarop  we  op  elkaar  reageren.  De  Roos  van  Leary  is  een  communicatiemodel  dat  in  de  jaren  vijftig  van  de  vorige  eeuw  ontwikkeld  werd.  Het  model  beschrijft  de  interpersoonlijke  communicatie  tussen  mensen.  Het  model  wordt  vooral  gebruikt  voor  interactie  tussen  2  à  3  personen.  Er  wordt  uitgegaan  van  de  veronderstelling  dat  de  reactie  van  iemand  bepaald  wordt  door  de  daaraan  voorafgaande  opstelling  van  de  gesprekspartner.  

1.3.1 Acht  communicatieve  stijlen  

De  Roos  van  Leary  onderscheidt  8  communicatieve  stijlen.  Leary  en  andere  gedragswetenschappers  stelden  vast  dat  mensen  typerende  gedragingen  vertonen  in  hun  interacties.  Deze  gedragingen  worden  weergegeven  op  2  dimensies.  

Page 5: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  5  

-­‐ Dimensie  1  =  Invloed:  De  mate  waarin  de  personen  invloed  op  elkaar  uitoefenen.  De  centrale  vraag  is  ‘Wie  is  in  de  interactie  bepalend  (dominant,  actief)?  Wie  is  medebepalend  (reactief)?’  

o Deze  dimensie  heeft  te  maken  met  de  mate  waarin  de  ideeën  gevolgd  worden,  niet  vanwege  het  idee  zelf,  maar  omdat  juist  die  persoon  het  idee  naar  voren  brengt.  In  groepen  kunnen  bepaalde  verwachtingspatronen  ontstaan,  waardoor  aan  elkaars  meningen  verschillende  gewichten  worden  toegekend.    

o Let  op:    § De  mate  van  invloed  is  niet  recht  evenredig  met  de  mate  waarin  een  

persoon  aan  het  woord  is.  Voorbeeld:  Je  kan  ook  invloed  hebben  door  op  een  non-­‐verbale  manier  te  communiceren.  Of:  je  kan  veel  aan  het  woord  zijn,  maar  weinig  invloed  hebben.  

§ Invloed  uitoefenen,  staat  los  van  macht  of  van  het  overheersen  van  anderen.  Invloed  gaat  wel  over  de  mate  van  sturing.  

o Leary  spreekt  over  boven-­‐  of  ondergedrag.  Dit  komt  overeen  met  de  bovenste  en  onderste  delen  in  de  roos.    

§ Non-­‐verbaal  gaat  bovengedrag  vaak  gepaard  met  het  vlot  innemen  van  ruimte.  Dit  kan  letterlijk  ‘ruimte  nemen’  inhouden,  maar  kan  ook  het  innemen  van  ‘spreekruimte’  inhouden.    Voorbeeld:  Oogcontact  speelt  hierbij  een  belangrijke  rol.  Via  het  aankijken  wordt  een  ruimte  afgebakend  om  te  spreken.  

§ Non-­‐verbaal  kenmerkt  ondergedrag  zich  door  het  geven  van  ruimte.  De  persoon  neemt  aarzelend  of  afwachtend  ruimte  in.    

VOORBEELD  

           Het  verschil  tussen  boven-­‐  en  ondergedrag  kan  je  waarnemen  wanneer  iemand  in  een  vergadering  te  laat  komt.  De  ene  persoon  zal  met  alle  gemak  te  laat  komen  (bovengedrag).  De  andere  persoon  zal  aarzelend  aanschuiven  bij  een  late  binnenkomst  (ondergedrag).  

 § Leary  koppelt  geen  waardering  vast  aan  boven-­‐  en  ondergedrag.  Het  is  

niet  zo  dat  bovengedrag  beter  is  dan  ondergedrag.  Ondergedrag  kan  soms  ook  effectief  zijn.  

§ Deze  dimensie  is  geen  statisch  gegeven,  de  posities  kunnen  snel  wisselen.  In  het  dagelijkse  leven  is  een  afwisseling  van  boven-­‐  en  ondergedrag  vanzelfsprekend.    

-­‐ Dimensie  2  =  Afstand/affiliatie:  De  mate  waarin  de  personen  persoonlijk  of  afstandelijk  met  elkaar  omgaan.  De  mate  waarin  men  gericht  is  op  samenwerking,  op  het  betrekken  van  de  ander.  De  centrale  vraag  is  ‘Is  de  bijdrage  aan  de  interactie  vooral  ik-­‐gericht  of  wij-­‐gericht’?  

Page 6: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  6  

o Deze  dimensie  heeft  te  maken  met  de  mate  waarin  iemand  zich  ‘tegenover’  anderen  opstelt.  Worden  de  anderen  gezien  als  personen  die  ‘tegenwerken’  of  als  ‘medestanders’?    

VOORBEELD  

-­‐ Een  kritische  tegenwerping  is  ik-­‐gericht:  ‘Ik  wil  de  ander  corrigeren’.  Een  bevel  is  ik-­‐gericht:  ‘Ik  wil  iets  voor  elkaar  krijgen  en  draag  de  ander  daarom  een  taak  op’.  

-­‐ Een  compliment  is  ‘wij-­‐gericht’:  ‘Ik  wil  de  ander  laten  merken  dat  ik  zijn  gedrag  waardeer’.  Een  voorstel  doen  is  vooral  wij-­‐gericht:  ‘Ik  wil  samen  met  de  ander  iets  voor  elkaar  krijgen’.  

 o Leary  spreekt  over  tegen-­‐  en  samengedrag.  

§ Tegengedrag  lokt  een  botsing  uit.  Het  benadrukt  de  verschillen.  Het  schept  afstand  ‘ik  ben  anders  dan  jij’.  

§ Samengedrag  is  gericht  op  het  zich  verbinden  met  elkaar.  Het  benadrukt  de  overeenkomsten.  De  gesprekspartners  laten  merken  dat  ze  zich  herkennen  in  elkaars  situatie.  Ze  delen  ervaringen  en  meningen.  Vaak  wordt  er  gebruik  gemaakt  van  ‘we’-­‐taal.  

§ Non-­‐verbaal  gaat  samengedrag  vaak  gepaard  met  afstemming  van  bewegingen  of  stemintonatie.  Dit  gebeurt  vaak  onbewust.  Voorbeeld:  gesprekspartners  spiegelen  elkaars  houding.  

§ Leary  koppelt  ook  aan  tegen-­‐  en  samengedrag  geen  waardering.  Tegengedrag  is  niet  per  definitie  minder  geschikt  dan  samengedrag.  Tegengedrag  kan  ook  vriendelijk  gebracht  worden.  Voorbeeld:  competitief  gedrag  kan  standpunten  verhelderen  en  anderen  uitdagen  wat  meer  stelling  te  nemen.  Goede  leiders,  zoals  voormalig  VN-­‐secretaris  Koffi-­‐Annan  en  (recent)  president  Barack  Obama,  zoeken  juist  mensen  om  hen  heen  die  een  weerwoord  hebben.  Een  hecht  team  bestaat  niet  uit  ja-­‐knikkers.  Goede  samenwerking  houdt  in  dat  je  om  kunt  gaan  met  de  verschillen  in  een  groep.  Alleen  dan  komen  ieders  kwaliteiten  tot  zijn  recht.    

-­‐ Door  de  2  dimensies,  bovengedrag  en  ondergedrag  enerzijds  en  tegengedrag  en  samengedrag  anderzijds  te  combineren,  ontstaat  een  vierdeling.  Leary  verfijnde  dit  model  tot  8  typeringen  van  interpersoonlijke  communicatiestijlen.  Voor  een  uitgebreide  beschrijving  van  de  8  communicatiestijlen:  zie  bijlage  ‘de  Roos  van  Leary_gedragsstijlen_toelichting’  en  ‘de  Roos  van  Leary_gedragsstijlen_voorbeeldgedrag’.  Hieronder  volgt  een  beknopte  beschrijving:  

o Leidend:  gedrag  gericht  op  beïnvloeding.  Andere  personen  worden  als  medestanders  benaderd.  Voorbeeld:  belang  van  besluiten  nemen,  advies  geven,…  

Page 7: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  7  

o Helpend:  gedrag  waarbij  men  invloed  heeft  op  medestanders.  Ondersteunend,  initiatiefrijk  gedrag.  Voorbeeld:  uitnodigen  tot  samenwerking,  moeite  hebben  met  protest,  elkaar  ondersteunen,…  

o Meewerkend:  samengedrag  waarbij  weinig  sturing  wordt  gegeven.  Voorbeeld:  verzoenen,  wij-­‐taal,  welwillend  tegenover  initiatieven  van  anderen,…  

o Volgend:  gedrag  waarbij  men  binding  zoekt  met  anderen.  Men  is  niet  gericht  op  het  uitoefenen  van  invloed.  Voorbeeld:  eigen  mening  afstemmen  op  de  mening  van  anderen,  trouw  gehoorzamen,…  

o Teruggetrokken:  gedrag  waarbij  men  zich  opstelt  tegenover  anderen,  niet-­‐invloedrijk  gedrag.  Voorbeeld:  eigen  mening  achterhouden,  desinteresse,  enz.  

o Opstandig:  gedrag  waarbij  men  weinig  invloed  uitoefent  en  men  zich  afkeert  van  anderen.  Voorbeeld:  waakzaam  gedrag,  niet  meelopen,  kritisch  maar  toch  niet  per  se  willen  overtuigen,…  

o Aanvallend:  gedrag  waarbij  men  zich  afzet  tegenover  anderen  en  zo  richting  wil  geven  aan  het  proces.  Voorbeeld:  verwoorden  van  kritiek  en  eigen  mening,  actief  bestrijden  wat  niet  in  orde  is,…  

o Concurrerend:  invloedrijk  gedrag  waarbij  men  zich  onderscheidt  tegenover  anderen.  Voorbeeld:  geloof  in  eigen  kunnen,  bewondering  opwekken,  voorbijgaan  aan  kritiek,…  

                         

     

   

 -­‐ Je  zal  merken  dat  de  gedragingen  die  naast  elkaar  aanleunen,  in  zekere  mate  

gelijkenissen  vertonen.  Dit  is  logisch.  Toch  kan  je  steeds  nuanceverschillen  vaststellen.    

   

Figuur  1:  Roos  van  Leary  

Page 8: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  8  

Enkele  kanttekeningen  bij  de  Roos  van  Leary:  -­‐ Elk  deel  van  de  Roos  van  Leary  staat  voor  een  kwaliteit.  Vanuit  deze  verschillende  

kwaliteiten  kan  een  bijdrage  geleverd  worden  aan  het  groepsproces.  Dit  gedrag  kan  echter  gaan  overheersen  zodanig  dat  het  niet  meer  constructief  is,  maar  belemmerend  voor  de  sfeer  in  de  groep.  Op  die  manier  wordt  de  kwaliteit  een  valkuil.  Voorbeeld:  leidend  gedrag  kan  escaleren  in  de  baas  spelen.  Voor  een  overzicht  van  de  kwaliteiten  en  mogelijke  valkuilen:  zie  bijlage  ‘kwaliteiten  en  valkuilen  volgens  de  Roos  van  Leary’.  

-­‐ Het  model  van  Leary  beschrijft  dus  typeringen  van  interpersoonlijk  gedrag.  Het  gaat  om  kenmerkende  gedragspatronen  in  de  omgang  met  anderen.  Het  gaat  hier  dus  niet  om  persoonlijkheidsbeschrijvingen.  Leary  heeft  geprobeerd  gedragsuitingen  te  beschrijven,  die  een  bepaald  ander  gedrag  uit  kunnen  lokken.  Voor  een  heldere  communicatie  is  het  belangrijk  te  weten  welk  gedrag  jouw  gedrag  kan  uitlokken.  

-­‐ Leary  wil  mensen  niet  in  hokjes  onderverdelen.  Hij  herkent  wel  dat  mensen  een  voorkeur  hebben  in  de  stijl  van  omgaan  met  anderen.    

-­‐ Leary  herkent  ook  dat  communicatief  gedrag  afhangt  van  de  situatie.  In  verschillende  situaties  kunnen  bovendien  verschillende  stijlen  aangenomen  worden.  Het  is  goed  mogelijk  dat  eenzelfde  persoon  in  familieverband  zich  voornamelijk  leidend  opstelt,  maar  in  werkcontext  eerder  afhankelijk  verdrag  vertoont.  

-­‐ Bovendien  kan  elke  persoon  zijn  gedragsrepertoire  uitbreiden.  Iedereen  heeft  elke  gedraging  uit  de  roos  in  zich  en  kan  deze  binnen  specifieke  situaties  inzetten.  Het  is  aan  te  raden  flexibel  van  het  ene  segment  naar  het  andere  segment  te  kunnen  overgaan.  Het  is  niet  goed  om  altijd  'onder'  te  zitten:  mensen  lopen  dan  gauw  'over  je  heen'.  Evenmin  is  het  aan  te  bevelen  om  altijd  'boven'  te  reageren:  zulke  mensen  wekken  irritaties  op,  omdat  ze  nooit  toegeven  en  het  altijd  'beter  lijken  te  weten'.  Aan  de  'samen'-­‐  kant  zitten  is  wel  goed  voor  een  vriendelijke  sfeer,  maar  er  zijn  situaties  dat  dat  niet  meer  werkt.  Bijvoorbeeld  als  je  iemand  een  aantal  keren  vriendelijk  hebt  gevraagd  iets  voor  je  te  doen,  waarop  de  ander  niet  reageert,  kan  een  flinke  'boven-­‐tegen'  reactie  effect  hebben.  Het  is  wel  goed  om  daarna  weer  'samen'  te  reageren,  om  de  sfeer  te  herstellen.  

1.3.2 Wisselwerking  tussen  de  gedragsstijlen  

Gedrag  roept  altijd  een  reactie  op.  Leary  onderzocht  en  vond  dat  gedragspatronen  voorspelbaar  waren.  Hij  onderkende  2  principes  in  de  wisselwerking  tussen  gedragsstijlen:  

                     

Figuur  2:  Wisselwerking  tussen  de  gedragsstijlen  

Page 9: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  9  

       

   

 -­‐ Op  de  horizontale  as  zien  we  het  principe  van  symmetrisch  gedrag  (tegengedrag  roept  

tegengedrag  op  en  samengedrag  roept  samengedrag  op):  een  bepaalde  gedragsstijl  roept  bij  anderen  dezelfde  gedragsstijl  op.  De  gesprekspartners  nemen  het  gedrag  over.  Vaak  is  dit  een  eerste  reactie.  Zo  stimuleert  samengedrag  samengedrag  en  lokt  tegengedrag  tegengedrag  uit.  Valkuil  is  dat  men  zich  laat  meeslepen  door  het  gedrag  van  één  groepslid.        VOORBEELD  

-­‐ Als  iemand  klaagt,  zal  men  vaak  beginnen  meeklagen.  -­‐  Als  iemand  je  uitscheldt,  zal  je  misschien  ook  terugschelden.    -­‐ Als  iemand  je  een  compliment  geeft,  dan  geef  je  ook  een  compliment.    

 -­‐ Principe  van  complementair  gedrag  (bovengedrag  leidt  tot  ondergedrag,  ondergedrag  

leidt  tot  bovengedrag):  een  bepaalde  gedragsstijl  wekt  complementair/aanvullend  gedrag  op.    VOORBEELD  

Leidend  gedrag  roept  volgend  gedrag  op.  -­‐ Bas  is  degene  die  tijdens  vergaderingen  elke  keer  het  woord  neemt.  Hij  

bereidt  de  vergaderingen  goed  voor  en  weet  voor  alle  problemen  een  oplossing.  De  rest  van  het  team  zit  er  passief  bij.  “Bas  weet  het  toch?”  

Volgend  gedrag  roept  leidend  gedrag  op.  -­‐ Katrijn  heeft  sinds  een  paar  weken  een  nieuwe  functie.  Ze  is  erg  onzeker  en  

vraagt  vaak  advies  aan  haar  collega  die  heel  ervaren  is.  Deze  collega  geeft  op  alle  vragen  antwoord.  Katrijn  voelt  zich  afhankelijk  van  haar.  Ze  ziet  erg  op  tegen  de  vakantieperiode,  want  dan  moet  ze  het  alleen  zien  te  redden.  

Aanvallend  gedrag  roept  opstandig  gedrag  op.  -­‐ Toon  zoekt  meestal  de  schuld  bij  anderen  als  er  iets  misgaat.  Gisteren  nog  

zei  hij  tegen  mij:  “Hoe  heb  je  nu  zo  stom  kunnen  zijn  om  niet  eerst  even  te  bellen!”.  Maar  ik  had  wel  degelijk  gebeld!  Mijn  reactie  was  impulsief:  “Ik  ben  jouw  gedrag  spuugzat!”  

Opstandig  gedrag  roept  aanvallend  gedrag  op.  -­‐ Jacques  kan  moeilijk  tegen  kritiek.  Hij  riep  vorige  week  tijdens  de  

Page 10: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  10  

vergadering:  “Hier  is  mijn  rapport  en  als  het  niet  goed  is,  dan  zoeken  jullie  het  maar  uit.”  Terwijl  we  het  rapport  nog  niet  eens  hadden  gelezen.  De  voorzitter  viel  fel  tegen  Jacques  uit:  “Jij  lijkt  wel  een  puber”.  

Bron:  Van  Dijk  &  Moes,  2005  

 -­‐ Het  is  belangrijk  naar  de  reactie  van  de  ander  te  kijken.  Als  iemand  opstandig  op  je  

reageert,  heeft  hij  je  boodschap  als  een  aanval  opgevat,  ook  al  heb  je  dat  helemaal  niet  zo  bedoeld.  

1.3.3 Lastig  gedrag  beïnvloeden  door  eigen  gedrag  

Zolang  de  gedragspatronen  leiden  tot  gewenste  situaties,  is  er  niets  aan  de  hand.  Maar  soms  gedragen  mensen  zich  niet  zoals  je  dat  graag  zou  willen.  Wie  met  dit  lastige  gedrag  omgaat  volgens  de  geijkte  patronen,  zal  regelmatig  tegen  dezelfde  problemen  aanlopen.  Wie  bewust  kiest  voor  ander  gedrag,  kan  de  patronen  doorbreken.  Wie  inzicht  heeft  in  de  Roos  van  Leary,  kan  bewust  een  effectieve  communicatieve  stijl  kiezen,  afhankelijk  van  de  situatie  en  de  betrokkenen.  Door  jouw  manier  van  reageren  kan  je  het  gedrag  uitlokken  dat  volgens  jou  het  meest  gepast  is  in  de  situatie.  Je  kan  dus  door  middel  van  je  eigen  communicatie  situaties  gunstig  beïnvloeden.  Beïnvloeden  gaat  over  het  sturen  van  een  interactieproces  richting  de  door  jou  gewenste  doelen  en  resultaten,  met  als  gevolg  veranderingen  in  gedrag  en  opvattingen  van  de  ander.  Belangrijk  daarbij  is  dat  je  je  in  de  ander  kunt  verplaatsen:  waarom  gedraagt  de  ander  zich  zo?  Om  een  bepaald  patroon  te  doorbreken,  is  het  noodzakelijk  zelf  ander  gedrag  te  kiezen.  Je  ruilt  het  patroon  in  voor  het  patroon  dat  even  ver  van  de  dominantie-­‐as  verwijderd  staat,  maar  dan  aan  de  andere  kant.  Voorbeeld:  het  patroon  concurrerend-­‐teruggetrokken  doorbreek  je  door  leidend-­‐volgend,  het  patroon  helpend-­‐meewerkend  doorbreek  je  met  aanvallend-­‐opstandig.  Patronen  doorbreken  lukt  het  beste  als  je  het  gedrag  kiest  dat  in  de  Roos  van  Leary  in  hetzelfde  boven-­‐  of  ondersegment  als  het  ‘lastige’  gedrag  van  de  ander  ligt.  Als  de  lastige  communicatiepartner  bovengedrag  vertoont,  dan  ga  jij  bewust  reageren  met  eveneens  bovengedrag.  De  ander  zal  dan  automatisch  meer  ondergedrag  vertonen  (principe  van  complementariteit:  bovengedrag  lokt  ondergedrag  uit).      

VOORBEELD  

-­‐ Je  hebt  een  leidinggevende  functie.  Een  medewerker  die  onder  jouw  verantwoordelijkheid  valt,  vertoont  initiatiefloos  gedrag.  Goed,  de  medewerker  bewondert  jou  enorm  en  hij  heeft  respect  voor  je.  Alleen,  hij  zoekt  geregeld  bevestiging  bij  jou;  alsof  hij  naar  complimenten  vist.  Soms  merk  je  dat  hij  je  zelfs  imiteert  qua  gedrag.  Aan  de  andere  kant  weet  je  dat  je  medewerker  intelligent  is.  Dat  hij  best  ideeën  heeft.  Alleen,  hij  toont  dat  nooit.  Hij  doet  z’n  ding,  wil  daarom  gewaardeerd  worden  en  dat  is  dan  ook  dat.  Je  wilt  eigenlijk  dat  hij  wat  meer  pit  toont.  Wat  meer  enthousiasme  tot  zijn  werk.  Dat  hij  met  initiatieven  komt.  Dat  hij  zijn  kennis  en  vaardigheden  inbrengt  om  

Page 11: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  11  

zaken  verbeterd  te  krijgen.  Eigenlijk  wil  je  dus  dat  hij  meer  ‘helpend  gedrag’  of  zelfs  ‘leidend  gedrag’  gaat  vertonen.  Met  de  Roos  van  Leary  heb  je  zijn  gedrag  geanalyseerd.  Je  medewerker  vertoont  namelijk  samen-­‐gedrag,  gecombineerd  met  onder-­‐gedrag.  Zijn  gedragspatroon  valt  dus  te  benoemen  als  ‘meewerkend-­‐gedrag’  en  heel  vaak  ook  onder  ‘volgend-­‐gedrag’.  Concreet  heb  je  dus  te  maken  met  een  combinatie  van  samen-­‐gedrag  en  onder-­‐gedrag.  Deze  wil  je  graag  veranderd  zien  in  samen-­‐gedrag  en  boven-­‐gedrag.    Alleen...  Door  zijn  gedrag,  roept  hij  bij  jou  juist  ‘leidend  gedrag’  op  (onder-­‐gedrag  van  de  ander  roept  bij  jou  namelijk  boven-­‐gedrag  op).  Daarmee  verandert  er  niks.  Want  jouw  ‘leidend  gedrag’  roept  bij  je  medewerker  weer  ‘volgend  gedrag’  op.  En  zo  is  de  vicieuze  cirkel  compleet.    Nu  je  dat  weet,  probeer  je  het  principe  van  de  Roos  van  Leary  uit.  Je  gaat  naar  hem  toe  en  jij  vertoont  naar  je  medewerker  bewust  ‘samen-­‐gedrag’  én  ‘onder-­‐gedrag’.  Je  kiest  dus  bewust  om  geen  ‘leidend  gedrag’,  maar  ‘volgend  gedrag’  of  ‘samenwerkend  gedrag’  te  hanteren.  Concreet  vraag  je  jouw  medewerker  om  advies.  Je  stelt  je  onderdanig  op.  Je  hebt  geen  antwoorden;  je  hebt  alleen  vragen.  Je  probeert  interesse-­‐  of  expertisedomeinen  van  de  medewerker  aan  te  spreken  waarin  hij  zich  sterk  voelt.  Vooral  ‘hoe-­‐vragen’  zijn  daarbij  belangrijk  (“Hoe  kunnen  we  dat  doen”,  “Hoe  moeten  we  dat  aanpakken?”,  “Hoe  gaan  we  daarmee  aan  de  slag?”).  Je  medewerker  wordt  door  jouw  gedrag  uitgenodigd  om  samen-­‐gedrag  en  boven-­‐gedrag  te  vertonen  (‘helpend  gedrag’  of  ‘leidend  gedrag’).  Daarmee  heb  je  met  jouw  gedrag  zijn  gedrag  beïnvloed  en  bereik  je  als  leidinggevende  je  doel:  meer  pit  en  initiatief  van  je  medewerker.  

Bron:  http://nl.wikipedia.org/wiki/Roos_van_Leary  

 Het  omdraaien  van  de  wisselwerking  kan  nog  versterkt  worden  door  bewust  met  samengedrag  te  reageren  als  je  lastige  communicatiepartner  tegengedrag  vertoont.  De  ander  zal  dan  automatisch  meer  samengedrag  vertonen  (principe  van  symmetrie:  samengedrag  lokt  samengedrag  uit).  Zo  heb  je  het  boven-­‐  en  tegengedrag  van  je  communicatiepartner  omgevormd  naar  onder-­‐samengedrag  via  jouw  reactie  (boven-­‐samengedrag).    

VOORBEELD  

Willem,  een  leidinggevende  in  een  groot  bedrijf,  heeft  het  heel  druk  en  juist  op  dat  moment  komt  zijn  secretaresse  Anja  vertellen  dat  hij  door  de  hoofddirecteur  wordt  verzocht  onmiddellijk  naar  zijn  bureau  te  komen.  Willem  valt  uit  tegen  zijn  secretaresse:  “Hij  weet  toch  dat  ik  het  hartstikke  druk  heb,  laat  hem  maar  naar  mij  toe  komen!”    Anja  heeft  eigenlijk  de  neiging  weg  te  lopen,  maar  ze  weet  dat  ze  met  die  boodschap  niet  bij  de  directeur  hoeft  aan  te  komen.  Ze  zegt:  “Willem,  luister  even  naar  me.”  (Ze  wacht  tot  hij  haar  aankijkt).  “Ik  snap  dat  je  het  lastig  vindt  

Page 12: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  12  

nu  gestoord  te  worden.  Toch  zul  je  zelf  tegen  de  directeur  moeten  zeggen  dat  je  niet  naar  hem  toegaat,  want  dat  accepteert  hij  niet  van  mij.  Is  dat  oké?”  Willem  ziet  in  dat  hij  onredelijk  was  en  zegt  (nu  heel  wat  vriendelijker):  “Ja  natuurlijk  Anja,  je  hebt  gelijk.  Ik  zal  hem  even  bellen.”  è Willem  gedraagt  zich  aanvankelijk  concurrerend:  dominant  en  

commanderend.  è Anja  heeft  de  neiging  teruggetrokken  te  reageren,  maar  ze  herstelt  zich  en  

kiest  de  leidende  positie.  Ze  stelt  zich  even  dominant  op  als  Willem,  maar  dan  vriendelijker  (dus  meer  relatiegericht,  wij-­‐gericht),  door  te  laten  merken  dat  ze  begrip  heeft  voor  zijn  situatie  en  aan  het  eind  van  haar  zin  nog  even  te  vragen  of  hij  het  met  haar  eens  is.    

è Willem  reageert,  als  vanzelf,  volgend.  Bron:  Van  Dijk  &  Moes,  2005;  p.  11  

 Let  wel:  De  Roos  van  Leary  is  niet  bedoeld  als  een  truc  om  anderen  te  manipuleren.  De  truc  is  om  het  initiatief  om  te  draaien.  Jij  kiest  je  eigen  gedrag  en  dan  zal  de  persoon  volgens  de  Roos  van  Leary  reageren.    

1.3.4 Bruikbaarheid  van  de  Roos  van  Leary  in  managementsituaties  

De  grote  meerwaarde  van  de  Roos  van  Leary  is  tweeledig.  Het  laat  zien:    -­‐ Welk  gedrag  door  welk  gedrag  wordt  opgeroepen:  het  model  is  bruikbaar  bij  het  

analyseren  van  gedragspatronen.  -­‐ Hoe  gedrag  is  te  beïnvloeden:  door  eigen  gedrag  bewust  in  te  zetten.  

 De  Roos  van  Leary  wordt  binnen  managementcontexten  gebruikt  om  inzicht  te  krijgen  in  groepsprocessen,  leiderschapsstijlen,  conflicthantering,  communicatietraining,…  

-­‐ Functioneren  van  een  team  o De  Roos  van  Leary  focust  op  interpersoonlijke  interactie  tussen  2  à  3  personen,  

maar  kan  ook  groepsprocessen  verduidelijken.  De  stijl  van  elk  teamlid  heeft  een  invloed  op  de  sfeer,  de  besluitvorming  en  de  verschillende  posities  in  de  groep.  In  groepen  is  de  neiging  tot  symmetrisch  gedrag  vaak  nog  groter.  Teamsamenstelling:  Voor  groepen  is  het  het  best  werkbaar  dat  er  een  gezond  evenwicht  is  tussen  de  gedragsstijlen.  Zo  leidt  dit  niet  tot  extremiteiten.  

o Ook  in  groepen  kunnen  verschuivingen  optreden,  waardoor  groepsleden  een  andere  stijl  vertonen.  

o De  Roos  van  Leary  is  een  handig  instrument  om  na  te  denken  over  het  eigen  gedrag  in  een  groep.  Welk  gedrag  is  voor  mij  typerend?  Waar  in  het  kwadrant  bevind  ik  me  meestal  in  deze  groep?  In  welke  segmenten  bevind  ik  me  ook  wel  eens?  Wil  ik  graag  in  dit  segment  zitten?  Wat  kan  ik  er  zelf  aan  doen  om  een  andere  rol  op  te  nemen?  

Page 13: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  13  

o Tevens  is  de  Roos  van  Leary  een  geschikt  instrument  om  een  goede  samenwerking  te  bevorderen.  Welke  gedragstypes  zijn  aanwezig  in  onze  groep?  Hoe  hebben  de  verschillende  gedragstypes  een  invloed  op  elkaar?    

-­‐ Conflicthantering:  Bij  conflicten  is  het  soms  aangewezen  gedragspatronen  om  te  draaien.    

-­‐ Onderhandelen    o Tijdens  een  onderhandelingsproces  is  het  nuttig  inzicht  te  hebben  in  je  eigen  

interactiestijl.  Je  bewust  zijn  van  hoe  je  overkomt,  kan  een  sterkte  zijn  in  je  onderhandeling  

-­‐ Leidinggeven  o Merk  op  dat  leidend-­‐gedrag  niet  staat  voor  gedrag  dat  een  goed  leider  moet  

vertonen.  'Leidend-­‐gedrag'  staat  voor  ‘boven-­‐gedrag’,  gecombineerd  met  ‘samen-­‐gedrag’.  Leidend  gedrag  bevat  een  sterke  samencomponent  die  het  voor  de  ander  acceptabel  maakt  dat  niet  hijzelf  maar  jij  de  meeste  invloed  hebt,  zonder  dat  hij  het  gevoel  heeft  dat  je  tegenover  hem  staat.  Zo  kan  je  op  je  strepen  staan  zonder  je  af  te  zetten  tegen  de  ander.  Dit  laat  je  non-­‐verbaal  merken  in  je  gedrag  (vriendelijk  maar  beslist)  of  door  te  verduidelijken  dat  je  er  niet  op  uit  bent  de  ander  dwars  te  zitten.  Wanneer  een  medewerker  dit  signaal  niet  oppikt  en  zich  afzet  tegen  jou,  dan  moet  je  de  relatie  opnieuw  definiëren  op  een  ander  moment.  Dit  kan  bijvoorbeeld  door  na  een  conflict  dat  escaleerde  een  gesprek  aan  te  gaan  om  zo  de  gevoelens  te  horen  en  te  verduidelijken  wat  jouw  beweegredenen  zijn.  

o Als  persoon  met  een  leidinggevende  functie  heb  je  alle  mogelijke  gedragingen  in  je  en  kan  je  die  bewust  en  flexibel  inzetten  naargelang  de  situatie,  het  doel  en  de  persoon  tegenover  je.  Dus  ook  als  je  als  leider  bewust  onderdanig  gedrag  toepast,  dan  ben  je  nog  steeds  de  leider.  

o Als  leidinggevende  heb  je  een  stap  voor  als  je  de  communicatiegedragingen  bij  jezelf  en  bij  je  medewerkers  kan  herkennen.  Wie  inzicht  heeft  in  de  communicatieve  stijl  van  collega’s  kan  het  eigen  gedrag  zo  aanpassen  zodat  een  zo  functioneel  mogelijke  sfeer  ontstaat.  Het  kunnen  wisselen  van  communicatieve  stijl  en  het  bewust  aanhouden  van  een  geschikte  communicatieve  stijl  is  niet  gemakkelijk.  Zeker  als  die  stijl  ver  afstaat  van  jouw  persoonlijke  voorkeurstijl.  

1.4 Het  exitgesprek  

(Van  Oosterhout)  

Een  van  je  werknemers  neemt  het  initiatief  om  te  vertrekken  omdat  hij  een  andere  baan  heeft  gevonden,  met  pensioen  gaat  of  simpelweg  omdat  zijn  tijdelijke  dienstverband  eindigt.  In  een  exitgesprek  sta  je  stil  bij  het  aanstaande  vertrek  van  je  werknemer.  Het  geeft  je  de  mogelijkheid  om  waardevolle  feedback  te  verzamelen,  ongewenst  (hoog)  verloop  in  de  nabije  toekomst  te  voorkomen  en  om  op  een  prettige  manier  uit  elkaar  te  gaan,  want  wellicht  zie  je  elkaar  ooit  weer  eens  terug.  

Een  exitgesprek  is  het  laatste  formele  gesprek  dat  je  als  bedrijf  voert  met  een  werknemer  die  op  het  punt  staat  te  vertrekken.  Het  is  verstandig  elke  medewerker  hiervoor  uit  te  nodigen,  

Page 14: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  14  

ongeacht  zijn  functie  of  het  aantal  dienstjaren.  Enkel  wanneer  iemand  op  staande  voet  wordt  ontslagen,  blijft  een  exitgesprek  meestal  achterwege.    

Het  belangrijkste  doel  van  een  exitgesprek  is  te  achterhalen  waarom  iemand  afscheid  neemt,  daarvan  te  leren  en  te  zien  wat  er  beter  kan.  Niet  uitgekomen  verwachtingen  met  betrekking  tot  de  loopbaan,  niet  of  onvoldoende  kunnen  toepassen  van  kennis  of  een  te  hoge  werkdruk  kunnen  voor  medewerkers  redenen  zijn  om  hun  heil  ergens  anders  te  zoeken.  Met  de  informatie  die  je  krijgt,  kun  je  eventuele  pijnpunten  aanpakken  en  onnodig  verloop  in  de  toekomst  voorkomen.  Wanneer  iemand  met  pensioen  gaat,  is  de  reden  van  vertrek  natuurlijk  duidelijk  en  zal  de  insteek  van  het  gesprek  meer  gericht  zijn  op  de  ervaringen  van  de  werknemer.  

Een  andere  reden  om  een  exitgesprek  te  houden  is  om  een  goede  relatie  tussen  jou  en  de  werknemer  te  behouden  of  te  herstellen.  Een  werknemer  die  met  een  goed  gevoel  afscheid  neemt,  zal  zich  tegenover  anderen  positief  uitlaten  over  zijn  ex-­‐werkgever  en  dat  is  de  beste  reclame  die  je  kunt  hebben.    

Bij  voorkeur  ligt  de  uitvoering  van  het  exitgesprek  in  handen  van  een  personeelsfunctionaris,  omdat  deze  doorgaans  meer  betrouwbare  informatie  uit  het  eindgesprek  zal  halen  dan  wanneer  je  als  direct  leidinggevende  het  gesprek  voert.  Niet  zelden  is  die  namelijk  zelf  (mede)oorzaak  van  het  vertrek  van  de  medewerker,  maar  de  meeste  werknemers  zullen  dit  niet  recht  in  het  gezicht  durven  zeggen.    

1.4.1 Voorbereiding  

Een  kwartier  voor  de  afscheidsborrel  je  werknemer  nog  even  bij  je  roepen  voor  een  ‘exitje’,  is  niet  professioneel.  Zodra  je  weet  per  wanneer  je  medewerker  uit  dienst  treedt,  is  het  verstandig  een  datum  en  tijdstip  te  prikken  voor  het  exitinterview.  De  laatste  week  voor  het  vertrek  is  het  beste  moment,  want  dan  is  je  medewerker  nog  actief  betrokken  bij  het  bedrijf,  kan  hij  vrijuit  praten  -­‐  het  afscheid  is  immers  nabij  -­‐  en  eventuele  kritiek  op  collega’s  zal  de  werksfeer  niet  meer  nadelig  beïnvloeden.  Veel  mensen  weten  niet  wat  een  exitgesprek  inhoudt.  Het  is  dus  verstandig  om  van  tevoren  duidelijk  te  maken  waarover  het  gesprek  gaat,  wat  het  doel  is,  hoe  lang  het  duurt,  wat  er  met  de  besproken  informatie  gebeurt  en  waar  en  hoe  lang  dit  wordt  bewaard.  

Een  goed  exitgeprek  staat  of  valt  met  een  goede  voorbereiding.  Verdiep  je  in  de  loopbaan  van  de  medewerker.  Op  welke  afdelingen  heeft  hij  gewerkt,  welke  functies  heeft  hij  vervuld,  met  wie  heeft  hij  samengewerkt?  Eventueel  kun  je  een  vragenlijst  maken  en  de  medewerker  deze  ter  voorbereiding  op  het  gesprek  in  laten  vullen.  

1.4.2 Het  gesprek  

Voor  een  goed  exitgesprek  maak  je  tijd  vrij.  Een  uur  is  vrij  normaal.  Zoek  een  rustige  plek  op  waar  je  ongestoord  en  vrijuit  kunt  praten.  Je  medewerker  zal  niet  het  achterste  van  zijn  tong  laten  zien  als  hij  merkt  dat  zijn  collega’s  met  één  oor  meeluisteren.  Stel  de  werknemer  op  zijn  gemak  zodat  hij  onbevangen  en  in  sfeer  van  vertrouwen  zijn  verhaal  kan  doen.  Open  het  gesprek  en  vertel  in  het  kort  wat  het  doel  van  het  gesprek  is  en  welke  onderwerpen  je  wilt  bespreken.  Focus  ook  op  de  positieve  aspecten  van  een  exitgesprek.  Vaak  ontdek  je  zo  welke  zaken  belangrijk  en  motiverend  zijn  voor  de  'blijvers'.  

Tijdens  het  gesprek  staan  de  volgende  drie  vragen  centraal:  

• Hoe  heeft  de  medewerker  zijn  tijd  bij  de  organisatie  ervaren?  • Welke  zaken  kunnen  verbeterd  worden?  • Wat  is  de  reden  van  vertrek?  

Page 15: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  15  

‘Hoe  heb  je  je  dienstverband  bij  ons  ervaren?’,  is  een  behoorlijk  open  vraag.  Stel  je  deze  vraag  aan  een  medewerker,  dan  kan  het  antwoord  alle  kanten  opgaan.  Je  kunt  de  antwoorden  sturen  door  je  vragen  op  te  delen  in  vier  subcategorieën:  

• arbeidsinhoud  • arbeidsomstandigheden  • arbeidsverhoudingen  • arbeidsvoorwaarden  

VOORBEELDEN  Voorbeelden  van  vragen  die  je  kunt  stellen  over  de  arbeidsinhoud:  

• Hoe  vond  je  je  werkzaamheden?  • Waren  je  taken  te  gemakkelijk  of  te  moeilijk?  Hoe  kwam  dit?  • Waren  je  taken  stressvol?  • Hoe  gevarieerd  vond  je  je  werkzaamheden?  • Welke  verandering  of  verbetering  zou  je  toejuichen?    

Voorbeelden  van  vragen  die  je  kunt  stellen  over  de  arbeidsomstandigheden:  

• Hoe  was  je  werkomgeving  voor  wat  betreft:  • Verlichting  • Geluid/lawaai  • Temperatuur  • Welke  verandering  of  verbetering  zou  je  toejuichen?  

Voorbeelden  van  vragen  die  je  kunt  stellen  over  de  arbeidsverhoudingen:  

• Hoe  was  je  relatie  met  je  collega’s?  • Hoe  was  de  samenwerking  met  andere  afdelingen?  • Welke  verandering  of  verbetering  zou  je  toejuichen?  

Voorbeelden  van  vragen  die  je  kunt  stellen  over  de  arbeidsvoorwaarden:  

• Wat  vond  je  van  je  primaire  arbeidsvoorwaarden?  • Wat  vond  je  van  je  secundaire  arbeidsvoorwaarden?  • Wat  vond  je  van  je  werktijden?  • Wat  vond  je  van  je  loopbaanperspectieven  binnen  de  organisatie?  • Welke  verandering  of  verbetering  zou  je  toejuichen?  

 

 

Heb  je  genoeg  informatie  verzameld,  dan  kun  je  ingaan  op  de  reden(en)  voor  vertrek.  Vraag  waarom  de  werknemer  heeft  besloten  de  organisatie  te  verlaten.  Probeer  je  medewerker  nooit  over  te  halen  om  te  blijven,  de  kans  dat  hij  terugkomt  op  zijn  besluit  is  nihil.  Weet  je  de  reden  al,  dan  kun  je  je  vraag  beginnen  met:  'Je  hebt  aangegeven  dat  je  vertrekt  omdat  je  een  baan  bij  bedrijf  X  hebt  aanvaard.  Kun  je  toelichten  waarom  je  hebt  gekozen  voor  die  baan  bij  dat  bedrijf?'  Het  is  de  kunst  om  de  ware  reden  voor  het  vertrek  te  achterhalen.  ‘Ik  was  toe  aan  een  nieuwe  uitdaging,'  is  meestal  de  eerste  reactie.  Maar  niemand  gaat  zomaar  op  zoek  naar  een  nieuwe  baan.  Luister  actief  en  vraag  door  als  zaken  je  niet  helder  zijn,  maar  schiet  niet  in  de  verdediging  en  ga  niet  in  discussie.  Zorg  ervoor  dat  de  sfeer  van  het  gesprek  positief  blijft  of  op  zijn  minst  neutraal  en  je  prettig  afscheid  van  elkaar  neemt.  Vat  het  gesprek  aan  het  einde  nog  even  kort  

Page 16: Personeelsuitstroom1 - Weeblybusinessdocumenten.weebly.com/uploads/1/4/0/1/14018057/... · 2018-10-13 · ! 1! Personeelsuitstroom1" 1.1 Verloopenretentie’ 1.1.1 Verloop’ (Henderickx,!2011,!pp.!3213323)!

  16  

samen.  Bedank  de  medewerker  ten  slotte  voor  zijn  (jarenlange)  inzet  en  het  openhartige  gesprek.  Wens  hem  of  haar  oprecht  succes  en  hopelijk  tot  ziens.  

1.4.3 Vervolg  

Feedback  ontvangen  is  één,  er  iets  mee  doen  is  een  tweede.  Evalueer  de  punten  die  tijdens  het  gesprek  naar  voren  zijn  gekomen  en  zet  ze  zo  nodig  om  naar  acties  of  aandachtspunten.  Is  de  reden  van  vertrek  een  aanleiding  om  de  bedrijfscultuur  nog  eens  goed  onder  de  loep  te  nemen  of  de  secundaire  arbeidsvoorwaarden  te  veranderen?  Welke  positieve  punten  van  je  organisatie  zijn  naar  voren  gekomen  en  hoe  kun  je  deze  nog  meer  versterken  en  profileren?  

Wanneer  je  de  feedback  ontvangt,  is  het  ook  belangrijk  om  de  volgende  houding  aan  te  nemen:  

1. Hoor  de  feedback  aan;  luister  zonder  je  te  gaan  verdedigen.  2. Vraag  door  naar  wat  de  ander  precies  bedoelt.  3. Bevestig  de  ontvangst  door  samen  te  vatten.  4. Reflecteer  op  gevoelens:  

• wat  jij  vermoedt  dat  de  ander  voelt  • hoe  je  jezelf  voelt  

5. Vertel  eventueel  wat  je  met  de  feedback  doet.  6. Beoordeel  de  feedback.  Je  bepaalt  zelf  of  je  er  iets  mee  doet  of  niet.  7. Bedank  degene  die  feedback  geeft.  

En  last,  but  not  least:  de  informatie  die  je  in  een  exitgesprek  verkrijgt  mag  je  nooit  meenemen  in  de  functie-­‐  en  beoordelingsgesprekken  van  andere  medewerkers.