Devenir instructeur LES MILLS, un parcours simple pour une ...
Past simple
Click here to load reader
-
Upload
englishbol4 -
Category
Documents
-
view
111 -
download
0
Transcript of Past simple
Past Simple Tense
Past = verleden Simple = onvoltooid Tense = tijd
Onvoltooid verleden tijd
Past Simple Tenseonvoltooid verleden tijd
In het Nederlands: ik werkte – het brandde
ik liep – hij zwom
Wanneer gebruik je de Past Simple?
Acties of situaties in het verleden– James Watt improved the steam engine in the 18th century.
Vroegere gewoontes– James spent a lot of time in his father’s workshop.
Opeenvolgende acties in het verleden– James returned to Glasgow and he started a small instrument making business.
Signaalwoorden die het gebruik van de Past Simple kunnen aangeven
Bijwoordelijke bepalingen van tijd:– ago:
a minute ago, an hour ago.
– yesterday
– last … :
last night, last Tuesday, last week, last weekend, last month, last year.
– in … :
in 1984, in the 18th century.
Bijwoorden van regelmaat om een vroegere gewoonte aan te geven:– always, sometimes, never, seldom, usually, normally, generally, often, frequently,
occasionally, hardly ever, rarely.
Wat is de vorm van een werkwoord in de Past Simple?
De vorm van een werkwoord (= spelling) hangt af van:– Met wat voor soort zin je te maken hebt:
Vraagzin: zin die eindigt met een ?
Ontkennende zin: zin met het bijwoord ‘not’
Overig: bevestigende zin
– En indien het een bevestigende (+) zin is:
met wat voor soort werkwoord je te maken hebt
Zwak werkwoord: vaste regel
Sterk werkwoord: vaste vorm
Vorm werkwoord -
Zwak werkwoord: – hele werkwoord + ed
The spider attacked its prey.
Sterk werkwoord: – vaste vorm
Zie tabel Onregelmatige werkwoorden
The spider crept up the wall.
Vorm werkwoord -
did not + hele werkwoord– The spider did not attack its prey.
– The spider did not creep up the wall.
Vorm werkwoord -
did + onderwerp + hele werkwoord?– Did the spider attack its prey?
– Did the spider creep up the wall?
Uitzonderingen in de Past Simple
Het werkwoord to be volgt deze regels niet:
– Aragog was a blind spider.
– He was the size of a small elephant.
– Aragog was not the monster of the Chamber.
– Was he Hagrid’s pet?
+ zin - zin ? zin
I/he/she/it was was not was + ond?
you, we, you, they were were not were + ond?
Uitzonderingen in de Past Simple
Regelmatig werkwoord dat eindigt op medeklinker + y:– y → ie
try → tryed → tried, marry → married, carry → carried, study → studied
Vergelijk: play → played, destroy → destroyed
Regelmatig werkwoord van één lettergreep dat eindigt op medeklinker + klinker + medeklinker:– Laatste medeklinker verdubbeld:
stop → stopped, ban → banned
Vergelijk: kiss → kissed, hook → hooked, joke → joked
Regelmatig werkwoord dat eindigt op een stomme ‘e’:– hele werkwoord + d
phone → phoned, close → closed
Werkwijze bij zinnen in de Past Simple