Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen...

28
PANORAMA 28 AUGUSTUS 1941 - No. 35 LOSSE NUMMERS 16 CENT pOK EEN ZOMERSCHE DAG! (Teekening H. Giesert) In dit nummer: Nederland bouwt in baksteen

Transcript of Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen...

Page 1: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

PANORAMA28 AUGUSTUS 1941 - No. 35 LOSSE NUMMERS 16 CENT

pOK EENZOMERSCHEDAG!

(Teekening H. Giesert)

In dit nummer: Nederland bouwt in baksteen

Page 2: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

NEDERLANDBOUWT JAT BAKSTEEN

Een interessante expositie in hetBoymans-Museum te Rotterdam

♦ Een uniek overzicht ♦

♦ «fat wellicht niet meer "♦ te zien zal zijn

Het is wel merkwaardig, dat inhet Stedelijk Museum te Amster-damoen overzicht wordt gegeven

van „het interieur" vanaf 180Ó totheden en dat tegelijkertijd de grootezomertentoonstelling in het MuseumBoymans gewijd is aan „het exterieur"in datzelfde tijdperk.

Maar niet alles wat gebouwd is sedert 1800 wordt hier tentoongesteld, dochalléén die bonwkunstige scheppingen, die gebonwd zijn in ons nationalebouwmateriaal bij uitnemendheid: de baksteen.

Nederland bouwt in baksteen sinds onheuglijke tijden. De Karolingischekapel op het. Valkhof te Nijmegen, de talrijke Groningsche en Friesche kerkenuit de 13e eeuw zijn typische voorbeelden, niet alleen van de fraaie resultaten,die men met baksteen in bouwkunstigen zin wist te bereiken, maar tevens van degroote duurzaamheid van dit materiaal.

Door de eenwen heen bouwt men in onze lage landen met baksteen. Het iseen product van eigen bodem, het biedt groote variëteit in kleur en formaat, hetpast. zich prachtig aan bij ons landschap en het eigent zich bijzonder als weer-bestendig bouwmateriaal in ons grillig klimaat.

De groote bloeiperioden van onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk .mogelijkheden van dit materiaal.

Doch niet altijd is de baksteen in aanzien geweest. In de 19e eeuw komt meeren meer in zwang het pleisterenvan de gevels, dikwijls met debedoeling een bouw in natuur-steen te imiteeren. De tentoon-stelling to Rotterdam bedoelt danook een beeld te geven van deherleving van den haksteenbouwen tevens te laton zien, dat ookin de veelgesmade 19e eeuw ernog talrijke goede voorbeelden zijute vinden. Het zal voor velen eenverrassing zijn de fraaie foto's tozien van bouwwerken uit het beginvan de 19e eeuw, dikwijls ver-geten of onbekend.

Een «ereplaats is ingeruimd aande architecten, die een krachtigenstoot gaven tot vernieuwing.

In deeerste plaats: dr. P. J. H.Cuypers, de bouwmeester van het

Molen bij Warmond. — Typischvoorbeeld van landelijke bouwkunst,waaraan ons land zoo rijk it. ’>.beste bouwmeesters zijn onbekend.'

___. J. Krtrphoüer. — Raadhvix teWaalwijk. — Voorbeeld ran eénbouwwijze, welke sterk traditioneelis gericht. Hooqe daken, zware mv-ren metfraaie toepassiiuj ran nulvii,stee». De Ira/Hjemh wekken hert-Hneringen aan vroegere roorheelden

Rijksmuseum en van talrijke, kerken, die de schoonheid vande baksteen weer liet herleven en o.a. den gewelfbonw inbaksteen weer op mime schaal toepaste en ook dit materiaalin interieurs ongepleisterd verwerkte. Dr. Cuypers is echter watde architectonische vormgeving betreft nog gebonden aanvoorbije perioden: renaissance en gothiek, motieven, die hijop zeer persoonlijke wijze verwerkt.

Eerst aan het begin van de twintigste eeuw toont H. P. Ber-lage in den bouw van de nieuwe Beurs te Amsterdam nieuwemogelijkheden en van dezen bouwmeester, die de grondleggerkan worden genoemd van onze huidige bouwkunst, is opdeze tentoonstelling veel en interessant werk te zien.

Ook van het werk van de bouwmeestersKromhout, De Bazelen Hanrath, die ieder op hun wijze het werk van Berlagevoortzetten, is een fraaie verzameling aanwezig. Het

beeld van de zoo-genaamde Amster-damsche school,dat zoo langen tijdonze bouwkunstheeft beheerscht,wordt in zijnontwikkeling opinteressante wijzebelicht in werk van

Ir. F. A. Siebers.— Raadhuis Gilze-R.ijen. — Bij ditraadhuis is naarbuiten uit tot uit-drukking gebrachtde scheidingvan hetrepresentatieve enadministratieve ge-deelte. De bekroningra n den toren is ge-ïnspireerdop streek-

eigen vormen.

W. Kromhout. — American-hotel, Amsterdam. — Kromhout 1sfantasie uit zich het rijkst in dit jeugdwerk, dat nog sterk staatonder den invloed ran Berlage.

Page 3: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

Pr. B P. Berlage. Hal land-nms de Schipborg." Toepassingvan de baksteen in het interieur.

de architecten de Klerk, Kramer en v. d. Mey.Aoo kan men door de ruim twintig zalen wandelen

vanaf 1800 tot onze dagen._ Het werk van de jongere generatie is aanwezig inngroote collectie unieke foto's, meerendeels speciaalvoor deze tentoonstelling vervaardigd, welke eeninteressant beeld geeft van de zeer verschillendewerkwijzen van talrijke bouwmeesters.Tentoangtetimgea van architectuur zijn betrekke-ijk zeldzaam. In Rotterdam is in deze maanden eenbyzondere aantrekkelijke verzameling voorbeeldenbijeengebracht, diewellicht in dit verband nooit, meerte zien zal zijn. Want behalve foto's en teekeningenvan talrijke bouwwerken is de tentoonstellingverrijkt met een kostelijke collectie reisschetsen vande meest vooraanstaande bouwmeesters en voorts zijnuit verschillende musea schilderijen en teekeningenbijeengebracht van bouwwerken en stadsgezichtenvan negentiende-eeuwsche schilders.

W. Verschoor. — Dorpskerk te Oohnsehate. — Een-voudige hoofdvormen, doch zeer krachtig tot uitdrukhing brengend doel en bestemming van het gebouw

Talrijke maquettes van uitgevoerde en nict-uitgevoerdc bouwwerken verlevendigen deze expo-sitie, o.a. de veel besproken ontwerpen voor de prijs-vraag van hetraadhuis te Rotterdam van Kromhouten De Mazel uit 1913, alsmede het allernieuwstewerk van architect Oud, het kantoorgebouw van de8.1.M. te Wassenaar.

En om nu bij 1941 te blijven. Is er ooit grooterebelangstelling geweest voor het bouwen, nu meuallerwege spreekt van wederopbouw in ons land?

Van de energie van ons volk in dezentijd getuigende maquettes en de teekeningen voor den weder-opbouw van Middelburg, Zevenbergen en Rhenen,die voor het eerst op deze zomertentoonstelling voorhet publiek te bezichtigen zijn en het is te ver-wachten, dat ook binnenkort het nieuwe stadsplanvan Rotterdam daaraan zal worden toegevoegd.

Zoo geeft deze tentoonstelling een boeiend over-zicht van verleden en heden — historisch en actueel

Dr. 11. I. Berlage — Goederenbeurs te Amsterdam. Gebouwd in de jaren 1898-1903. — Ratianeele toepasiq van de baksteen rils stapelmateriaal. Fraai afgewogen verhoudingen van raam- m muurvlakken. Dvidel-ijk wordt het interieur naar buiten tot uitdrukking gebracht.

Dr. P. J. E. Cuypers. -- St. Vituskerk,Hilversum. — Ben der mooiste baksteen-torens van Cuypers. Zeer persoonlijke ver-werking van middéleeuwsche motieven op

Nederlandsche wijze.

in den besten zin van het woord. Zij geefttevens een breeden algemeenen k\jk op eengebied waarvan de waarde in cultureelenzin door ons Nederlanders tot op hedennog te weinig begrepen werd. Het museumBoymans heeft een goeden greep gedaan.Onder den slagzin: „Nederland bouwt inbaksteen" heeft het op voortreffelijkewijze de kunst van het bouwen in delaatste honderdenvijftig jaar belicht.

H. M. KRAAYVANGEK

Granpré Molière, Verhagen en Kok. —Tuindorp Vreewijk, Botterdam. Een straatjeuit een der fraaiste tuindorpen van ons land.Groot gehouden eenvoudige hoofdvormen.Foto's: TentooiiBtL.lii_.r.ii-.u__. Adam (3), E. M.van Ojen (4), Spies (1), Het Zuiden (1).

Page 4: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

DOOR DIKEN DUN

Een verhaal van J. Waal wij ek

urge Wolters dnwde even tegen' de deur van het kroegje Tlet Gour-

Ë £ denHoofd" en hield zijn oogen voor■ W de opening, in do hoop een vriend

met wat geld te ontdekken. Zijn bük-ken vielen op den eenigen man aan de

Ë toonbank, een man vaneen jaar of zestig."— met een grijzen baard, wiens door denwind verweerd gezicht en grove kleeding bewezen,ii.it hij zeeman was. Met een Aanwen zucht duwdehij de deur verder open en trad binnen.

„Morgen, Ben," zei hij met een poging zijn stemopgewekt, te doen klinken.

„Drink wat met me," zei de ander hartelijk. „Hebje geld?"

Wolters schudde zijn hoofd en zijn gezicht betrok,maar het klaarde weer een beetje op, toen de anderhem zijn glasreikte. „Drink uit, George," zei hij.

Zijn vriend gaf toe. Een tactvoller mensch zou erlanger over gedaan hebben, maar Ben Tessel, dieergens hevig van onder den indruk scheen te zijn.nam er geen notitie van.

„Ik ben erg in de war, George," zei liij, terwijl hijden ander doordringend aankeek. „Ik heb nieuwsgeboord van myn vrouw."

„Ik wist niet, dat je er een had," zei Wolters kalm.„En?"

„Ze heeft me in den steek gelaten," zei Tesselplechtig, ze heeft me vijfendertig jaar geleden in densteek gelaten. Op een goeien morgen gingik naar zeeen dat was de laatste keer, dat ik haar zag."

me terug. Ze z;i

wel moeten. Er zijnnog wetten in di:land, of niet? Waarik aan denk is: Ikan ik mijn portieterugkrijgen, ik lie- {doel, wat ik delaatste twintig jaarhad moeten ■ hel>-ben?"

„Laat haar jeeerst terugnemen,"ried zijn vriend hemaan. „Vijfendertigjaaris een langetyden misschien ishaarliefde voor jou welverdwenen. Was jedestijdseen knappejongen?"

„Ja," snauwdeTesscl, „ik ben nieterg veranderd. Bo-vendien, hoe zouzij er uitzien?"

„Daar gaat helnief om." zei deander. „Zij heefteen huis en geld.Het doet er niet

„Zoo, ging ze er vandoor?" informeerde Wolters toe, hoe zij er uit-met vriendelijke belangstelling. ziet, en wat meer Ga maar mer." zei hij eindelijk. „Als je een paar dubbeltjes hebt, kunnen io.

„Neen, ik," zei zijn vriend. „We waren drie jaar zegt, ze hoeft je <,en hu* nemen.getrouwd — drie lange jaren —en ik had er genoeg niet te nemen. Alsvan. Ze had een afgrijselijk humeur. De laatstewoorden, die ik haar hoorde zeggen, waren: „Datisvoor jou!"

Woltors nam zijn glas op en nadat hij zich over-tuigd had van de afwezigheid van eenigen inhoud,zette hij liet weer neer en gaapte.

„Ik zou 6rniet over tobben, als ik jouwas," merktehij op. „liet is niet waarschijnlijk, dat ze je nu vindt.En als ze je ontdekt, heeft ze nog niets."

Tcssel lachte verachtelijk.„Heeft ze nog niets!" herhaalde hij. Ze heeft

zelf wat. Vanmorgen ontmoette il. een oudensoheepskameraad van me, dien ik in geen tien jaargesproken had en die vertelde me. dat hij luuir noggeen maand geleden genen had. Nadat ze mij in densteek gelaten had...."

„Maar je zei, <lat je haar in den steek gelaten had!"riep zijn vriend uit.

„Dat komt op hetzelfde neer," zeiTessel ongeduldig.„Nadat ze mij had laten gaan om me dood te

werken op zee en om heen en weer te sjouwen opcommando van een troep luie vlegels, ging zij in be-trekking. F.n ze bleef daar vijftien jaar. Toen stierfdr mevrouw en liet haar al 'r geld na. Twintig jaarlang, terwijl ik mezelf half(lood gewerkt heb, heeft zijhu en lekker kunnen leven."

„Dat is hard," zei Wolters en schudde zijn hoofd.„Ik moet er niet aan denken."

„Waarom zette ze geen advertentie voor me?" zeiTcssel en verhief zijn stem. „Dat zou ik wel eenswillen weten. Adverteeren is heel goedkoop; waaromzette ze geen advertentie? Ik zon meteen gekomenzijn, als ze iets van het geld gezegd had. "

Wolters schudde zijn hoofd. „Misschien wilde seniet terug," zei hij langzaam.

.Wat heeft dat er non mee te maken?" vroeg deander. „Het was haar plicht. Ze .".reeg geld en daarkwam mij de helft van toe. Niets kan die verlorentwintig jaar weer goed maken — niets."

..Misschien neemt ze je nog terug." zei Wolters.„Terug?" herhaalde Tessel. „Natuurlijk neemt ze

je mijn raad aanneemt, dan moet jehaar niet latenweten, dat je van haar weggeloopen bent. Vertelhaar. «lat je schip vergaan was, en dat je, toen je najaren terugkwam, haar niet meer kon vinden."

Tessel zweeg eenigen tijd. in somber gepeins ver-zonken.

„Misschien is dat wel beter," zei hij eindelijk,„maar denk er om, ik laat anders niet met me sollen."

„Als je wilt, ga ik met je mee." zei Wolters. „Ikheb niets om handen. Ik zou haar kunnen vertellen,dat ik tegelijk met jou schipbreuk leed, als je datprettig vindt. Ik wil altijd graag een vriend helpen."

Tessel nam een kort steenen pijpje uit zijn zak eupafte, terwijl hij ernstig nadacht.

„Ga ma_ir mee." zei hij eindelijk. „Als jeeenpaardubbeltjes hebt. kunnen we den bus nemen; het is dekant van Veldhout op."

Wolters glimlachte flauwtjes en nadat hij al zijnzakken doorzocht had. schudde hij zijn hoofd en volg-de zijn vriend naar buiten.

„Ik vraag me af, of ze blij zal zijn." merkte hij op.toen zij langzaam opwandelden. „Het is best moge-lijk — vrouwen zijn vreemde wezens — dat ze jetrouw gebleven is. Ik heb er één gekend, die ver-schrikkelijk geslagen werd door haar man, en nadathij gestorven was, bleef zij zijn gedachtenis trouw enwilde geen anderen man meer."

Tessel bromde iets en vroeg, met een verlangendenblik naar de bussen, die passeerden, aan een agenthoc ver het was naar Veldhout.

„Kom," zei Wolters. toen zijn vriend een uitroepvan schrik deed hooren. je krijgt nu gauw genoeggeld in je zak."

Tessel's gezicht klaarde op. „En ook een horlogemet ketting." zei hij.

„En een dure sigaar 's Zondags." zei Wolters, „eneen gemakkelijken stoel en een glaasje voor eenvriend."

Tessel glimlachte bijna, maar toen herinnerde hijzich plotseling zijn verspilde t wintig jaar. Hij schuddezijn hoofd bij dc gedachte aau vriendschap, di*' aan

gemakkelijke stoelen en glazen bier hechtte en zei,■ lat daar genoeg van was. Misschien wel meer vriend-schap dan glazen bier on gemakkelijke sloelen.

In Veldhout vroegen zij den weg aan een kleinjongetje en nadat zij den aangewezen weg gevolgdwaren, keerden zij op hun schreden terug, opgebeurddoor de vage. maarbloeddorstige hoophem weer tegente komen.

Een vriendelijke bakker bracht hen ten slotte in dejuiste richting. Beide mannen bekeken de straat metbezorgdheid, die gepaard ging aai) geestdrift. Hetwaren allemaal nette villa's, twee onder een dak; elkhuis had een goed onderhouden voortuintje enramen met keurige gordijnen. Bij het hekje van eenhuis. waar in groote, vergulde letters „Heiderust"boven de deur stond, bleef Tessel, een oogenbiikslecht op zijn gemak, staan. Daarna liep hij hel tuin-pad op, gevolgd door Wolters, en helde aan.

Toen een dienstmeisje in een zwart japonnetje enmet een wit schortje voor verscheen deinsde hij vanschrik een stap achteruit. Een scherp „vandaag nief'klonk in zijn ooren en de deur werd weer gesloten.Licht hijgend keek hij zijn vriend aan.

„Mijn eerste werk zou zijn dio meid te ontslaan.''zei Wolters.

Tessel helde nog eens en nog eens. Het meisje ver-scheen opnieuw, nam hen door liet raampje van helhoofd tot de voeten op en opende de deur op eenkier om te onderhandelen.

„Ik wil je mevrouw spreken," zei Tessel heftig.„Waarvoor?" vroeg het meisje.„Zeg haar," zei Tessel en hij zette juist op tijd zijn

voet in de spleet, „dat hier twee heeren zijn, dienieuws van haar man hebben. En een beetje vlug,alsjeblieft."

..Zij hebben met hem schipbreuk geleden," zeiWolters.

„Op een verlaten eiland." zei Tessel. Hij drongbinnen eu zijn vriend volgde hem op den voet.Een hoofd, dat over dc leuning vau de trap wasverschenen, werd plotseling teruggetrokken. Ken

Page 5: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

oogenbiik stond luj aarzelend in het kleine gangetjtdaarna liep hij, met de vrijpostigheid van den echtgenoot, de voorkamer in en liet zich in een gemakkelijken stoel vallen. Wolters wierp een angstigen bii]Op de keurig gemeubileerde kamer, ging daarnOp het uiterste puntje van den ongemakkelijkstestoel zitten, dien hij kon vinden, en kuchte nerven.

„Val haar nn niet fe rauw op het lijf." fluislerdhij. „Je wilt toch niet, dat ze flauw valt of ietdergelijks. Zeg haar niet. meteen, wie je bentlaat liet haar zelf raden."

Tessel, die ook leed onder de stijve doftigheivan zijn omgeving, knikte.

„Misschien kun jij beter beginnen, voor het gevsdat ze me aan mgnstem zou herkennen,"zei hij langsaam. „Leg het er maar dik op en vertel haar. daik mij afvroeg, wat er van haar geworden was."

„Jij boft, dat doe je," zei zijn vriend jaloersch„Zulke meubels heb ik tot nu toe alleen maai ietalages gezien. Sst. Daar komt ze aan."

Hij sprong op en beide mannen probeerden cuit te zien, alsof ze zich op hun gemak voelden, toeeen statig geruisch op de trap klonk. Daarna gin'le deur open en een lange, doch gezette, oude damïüet wit haar zeilde de kamer in en keek hen aarTessel, niet voorbereid op de veranderingen, divijfendertig jaar teweeg kunnen brengen, staardhaar verbluft aan. De zwart zijden japon, de goudehorlogeketting en de groote camee-broche droegeer niet toe bij, hem op zijn gemak te zetten.

„G0e.... goedenavond, mevrouw," zei Woltermet zwakke stem.De oude dame beantwoordde den groet, liep naa

een stoel, ging daar zeer rechtop in zitten en keehen kalm aan.

„Wij. . . . wij komen u opzoeken om n te sprekeover een zeer goe-den, ouden kame.... /- xvriend, bedoel ik," // "\\vervolgde Wolters. ff \\„een van de beste.De beste."

„O ja?" vroegde oude dame.

„Hy werd," zeiWolters, en keekscherp of hij noggeen toeken be-speurde, dat zeaanstonds flauwzon vallen, „vijf-endertig jaar langvermist. Vijfender-tig jaar geledenverliet hij — zeertegenzijnzin —rzijnjonge, knappevrouw om naar zeete gaan. Zijn schipverging en hijstrandde op eenverlaten eiland."

„O ja?" vroegde oude dameweer.

„Ik stranddedaarook," zei Wolters.„Wij stranddendaar heiden methom."

En hij wees naarTessel; de Joudedame keerde 'zich,na eenblikop dezenkeer geworpen tehebben, weer totWolteTs.

„Wij bleven lan-ger op dat. eiland,dan mij nu lief isom er aan te den-ken," vervolgdeWolters, die eengezonden angstvoor data had.„Maar ten slottewerden wij gereden sindsdien heefthij overal naar zijnvrouw gezocht."

... en een lange, doch gezette/«kik mit uit li,mr zeilde de

kamer Iv ....

„Heel interessant." mompelde de oude, dame.s- „maai wat heb ik daarmee te maken?"

Wolters snakte naar adem en wierp een hope-k loozen blik op zijn vriend.a „U weet zijn naam nog niet." zei hij mei nadruk,n „Wat zou u zeggen, als ik zei. dat het .... Ben>. Tcssel was."Ie „Ik zou zeggen, dat hef niet waar was." zei dcs oude dame prompt.; „Niet waar?" vroeg Wolters en zijn adem stokte

pijnlijk.d „Van het verlaten eiland." vervolgde de oude

dame kalm. „Het verhaal, dat ik hoorde, was. datil hij et van doorging als de eerste de beste schurk:- en zijn jonge vrouw aan haar lot overliet. Ik ver-it onderstel, dat hij sindsdien gehoord heeft, dat zij wat

geld gekregen heeft."ï. „Gilil f' herhaalde Wolters met een stem. waarvanu hij innig hoopte, dat zij ongekunstelde verbazing

uitdrukte. „Geldt"-■ „(leld." zei dc oude dame. „en ik veronderstel,n dat hij u beiden stuurde om te kijken hoe de zakeng staan."e Terwijl zij sprak keek zij Tessel recht aan eu beide1. mannen kregen een nogal somber idee van „hoe deie zaken stonden".<" „U heeft hem slecht gekend, andeis zou u zoon niet spreken," zei Wolters. „Ik veronderstel, dat un hem niet zou kennen, als u hem nu zag."

„Waarschijnlijk niet," zei de andere."s „Misschien zou u zijn stem herkennen?" zei Tessel,

die eindelijk het stilzwygen brak.ff Wolters hield zijn adem in, maar de oude damek schudde slechts bedachtzaam haar hoofd. „Het was

een nare stem, als zijn vrouw die hoorde," zei zen eindelijk. „Altijd vitten, als hij ten minste niet

vloekte."Wolters wier]) een blik op zijn vriend,

trok zijn wenkbrauwen een beetje om-hoog en gaf het op.

J

„Er zullen aan beide kanten wel fouten gemaakt-ijn." zei Tcssel ruw. „Jij was ook niet precies watje wezen moest., weet je."

/."<"' vroeg zijn gastvrouw en verhief haar stem.„Ja, jij," zei Tessel en stond op. „Herken je me

niet. Marie? Wel, ik herkende jou, zoodra je dekamer inkwam."

Hij bewoog zich onhandig in haar richting, maarzij stond ook op en deed een stap achteruit.

..Als u mij aanraakt ga ik schreeuwen." zei zeflink. „Hoe durft n! Ik heb n nog nooit van mijnleven gezien."

„Het is Ben Tessel, mevrouw, het is hem. heuschwaar." zei Wolters zacht.

„Houd je mond," zei de oude dame.„Kijk mij aan." beval Tessel streng. „Kijk mij

recht in mijn oogen."„Praat geen onzin." zei ze scherp. „In uw oogen

kijken, nu nog mooier! Ik heb geen lust in uw oogente kijken. Wat zouden dc menschen daar wel vandenken?"

„Laat ze denken wat zo willen." zei Tessel roeke-loos. „Dat is een luirtelijk welkom na vijfendertigjaar afwezigheid."

„Den meesten tijd op een verlaten eiland," vielWolters hem vol gevoel bij.

„En nu ben ik teruggekomen," hervatte Tessel,„teruggekomen om te blijven."

Hij hing zyn pet over een vaas op den schoorsteen-mantel, die wankelde onder den schok, viel terugin zijn stool, sloeg zijn beenen over elkaar en keekhaar streng aan. Haar blik vestigde zioh op zijnverwaarloosde schoenen. Daarna keek ze weer open begon vriendelijk te spreken.

„U bent mijn man niet," zei ze. „U heeft zichvergist — het lijkt me beter, dat n weggaat."

Ho!" zei Tcssel, met een harden lach. „Wel ja!En hoe weet je, dat ik je man niet ben?"

„Daar heb ik een heel goede reden voor," washet antwoord. „Bovendien, hoe kunt u bewijzen.dat u het wel bent? Vijfendertig jaar is een langetijd."

„Vooral op een verlaten eiland," zei Woltershaastig. „IJ zou verbaasd staan, hoo langzaam daarde tijd voorbijgaat. Ik ben daar met hem geweesten ik kan u met mijn hand op mijn hart verzekeren,dat hij uw man is."

„Onzin," zei de oude dame energiek. „Dat is niet«"aar."

„Ik kan het bewijzen," zei Tessel en keek haar metflikkerende oogen. aan. „Herinner je jedie slang, die ik als kousenband om mijnbeen had laten tatoueeren?"

„Als u niet meteen verdwijnt," zei dcoude dame haastig, „dan laat ikdepolitie halen."

„Je vond het vroegerwatmooi,"zei Tessel .verwijtend. „Ikherinner mij eenkeer...."

„Als u nog een woord«gt,"zeide anderwoedend,,dan laat ik meteendepoli-ie halen. U en nw slangen!k zal het aan mijn manvertellen, dat doe ik!"„l'w watV' brulde Tessel

m sprong overeind.„Mijn man. Dien onzin

van u zal hij nietnemen. U kunt

_ffa beterweggaan,voorJ'- hij thuiskomt."fj „O o," zeim Tessel en haalde■ diep adem. „Dusf je bent hertrouwd,' hè? Dat was de liefde

voor jeman, die schip-breuk leed, toen hijprobeerde den kostvoor je te verdienen.Daarom wil je mijniet meer, hé? Nu, datzullen we zien. Ikblijf op hem wachten."

„U weet niet eens,waar u hetover heeft,"zei de vrouw waardig.„Ik ben maar éénkeer getrouwd."

Vervolg op blz. 8

Page 6: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

DE STRIJDIN HET HOOGE

NOORDENDe Waffen SS aan de

Noordelijke Ijszee

Zoo ziet het terrein er uit, waar_ de Duitsche troepen in het noordenmoeten strijden. Moerassen rit snel'stroomend water bemoeilijken dén opmarsch.

Na de ontscheping banen de mannen zich een weg door sneeuw en ijs enbeklimmen de steile kust.

Rust in de barre sneeuwwoestijn. Om de beurt kruipen de mannen in hun slaap-zakken ; een primitief windscherm beschut hen tegen den ijzigen wind, die door merg

en been dringt. Onder: De slaapzak wordt na de rust weer opgerold.

Page 7: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

Indien ergens, dan is het terrein in het hooge noorden wel buitengewoon zwaar.In vredestijd moet men reeds al zijn krachten inspannen, wil men deze strekenmet eenig succes doorkruisen. Menigeen is tijdens of na een zwaren tocht

bezweken, al waren de voorbereidingen nog zoo goed getroffen en al hadden demensehen, die zich in deze sneeuwwoestijn waagden, ook een bijzonder krachtiggestel. Zoo was het in vredestijd.... maar nu is het oorlog en overal loert devijand op den oprukkenden troep, die velerlei voorzichtigheidsmaatregelen dientte nemen om niet overrompeld te worden en van zijn kant verrassend snel moetoptreden om den vijand zoo volledig mogelijk te verslaan.

Aan de hand raneen kaart wordt deweg, dien een ver-kennerstroep moetvolgen, vastgesteld.Ski's zijn belang-rijke uitrusting-stukken in dezestreken en iedereenis voorzien van'n sneeuwhemd bijwijze van camou-

flage.

*

'De overkant is be-reikt. De verken-ners trekken voor-zichtig op.

(Foto's Orbls-Holland)

[I

J

Ontscheping van den verkennerstroep,die gedekt wordt door machinegeweren.

Hechts boven: Manschappen van deWajfen SS bij een zwaren mitrailleur

aan een baai.

Page 8: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

DOOR DIK EN DUNVERVOLG V

Tessel streek verbijsterd met denrug van zijn hand over zijn oogen enstaarde haar aan.

„Heeft — heeft iemand zich voor mijuitgegeven?" vroeg hij. „Want als datzoo is, dan laat ik jullie allebei ver-volgen wegens bigamie."

„Geen kwestie van."„Maar - maar. ..."Tessel draaide zich om eu keek zijn

vriend ontzet aan. Wolters beantwoord-de zijn blik met wijd opengesperdeoogen.

„U beweert, dat u mij als uw vrouwherkent?" vroeg de oude dame.

„Zeker," zei Tessel driftig.„Heel vreemd," zei de ander, „heel

vreemd. Weet u het zeker? Kijkt dannog eens."

Tessel bracht zijn gezicht dichtbij hethare en keek goed. Zij verdroeg zijnonderzoekenden blik zonder terug tedeinzen.

„Ik ben er heel zekervan," zei Tesselen haalde dwfp adem.

„Dat is wonderlijk," zei de oudedame, „maar ik vermoed, dat wij eenbeetje op elkaarlijken.Weet u, mevrouwTessel is weg en ik pas zoo lang op hethuis. Mijn naam is Smit."

Tessel slaakte 'n scherpen kreet. Hijdeed een stap achteruit en staardehaar met open mond aan.

„Wij vergissen ons allemaalweleens,"betoogde Wolters na lang zwijgen,„en Ben's oogen zijn niet meer zoo goedals zij waren. Hij heeft ze te veel ver-moeid door naar een zeil te turen,toen hij op dat verlaten...."

„Wanneer — wanneer komt zeterug?" informeerde Tessel, die tenslotte zijn stem terugvond..

De oude dame deed, alsof ze erg ver-baasd was. „Maar ik dacht, dat u zekerwist, dat ik uw vrouw was," zei zeminzaam.

„Ik heb me vergist," zei Tessel be-rouwvol. „Vijfendertig jaar is eenlange tijd en de menschen veranderen,ik zelf ook. Eén ding is waar, ik dachtniet, dat ze zoo dik was."

„Dikt" herhaalde de ander vlug.„Niet dat ik bedoel, dat u te dik

bent," zei Tessel haastig, „ten minstevoor menschen die van gezetheidhouden. Mijn vrouw had een prachtigfiguur."

Wolters knikte. „Hij had het er vaakover op dat verla...."

„Wanneerkomt zeterug?" informeer-de Tessel, hem in de rede vallend.

Mevrouw Smit schudde haar hoofd.„Dat kan ik niet zeggen," antwoorddeze en ging naar de deur. „Als ze metvacantie is weet ik nooit, wanneerze terugkomt. Zal ik haar zeggen, datu er geweest bent?"

„Zeg haar dat ik — natuurlijk," zeiTessel heftig. „Ik kom binnen een weekterug, om te zien of zij er al is."

„Ze kan wel maanden wegblijven,"zei de oude dame, terwijl zij langzaamde gang inliep en de buitendeur opende.„Goedenmiddag."

Ze sloot de deur achter hen en sloeghen door het deurraampje gade, terwijlzij ontroostbaar de straat afliepen.Daarna ging zij terug naar den salon,bleef staan voor den schoorsteen-mantel en keek lang en ernstig inden spiegel.

Een week laterkwam Tessel terug —alleen. Bij het hekje bleef hij staan enkeek verslagen naar een papier op hetvenster, waar op stond, dat het huis te

'AN BLZ. 5

koop was. Hij liep hot paadje op, terwijlhij naar de aankondiging bleef kijken.Het keurige meisje liet hem binnen enbracht hem naar den salon, waar hijontmoedigd voor mevrouw Smit bleefstaan.

„Nog niet terug?" informeerde hijbarsch.

De oude dame schudde haar hoofd.„Waar.... Waar dient dat papier

voor?" vroeg Tessel, terwijl hij er metzijn duim naar wees.

„Zij denkt er over het huis te ver-koopen," zei mevrouw Smit. „Ik liethaar weten, dat u hier geweest was endit is het resultaat. Zij wil u niet meerzien."

„Waar is ze?" informeerde Tessel,zijn wenkbrauwen fronsend.

Mevrouw Smit schudde weer haarhoofd. „Het zou geen nut hebben u datte vertellen," zei ze. „Wat ze heeft, isvan haar en de wet staat niet toe, datu er ook maar een cent van krijgt zonderhaar toestemming. U moet haar slechtbehandeld hebben: waarom liet u haarin den steek?"

„Waarom?" vroeg Tessel. „Waarom?Wel, omdat zij me met een bezemsteelop mijn hoofd sloeg."

„Dat u dat na vijfendertig jaar nogweet," zei ze.

„Stel je voor, dat ik het vergetenwas," meende Tessel scherp.

„Ik veronderstel, dat ze nogal driftigwas," zei de oude dame.

„Driftig," zei de ander. „En of." Hijboog zich wat voorover, hield z?Jn ver-kleumde handen bij het vuur en stondeenigen tijd diep in gedachten ver-zonken.

„Ik weet niet hoe het komt," zei hijeindelijk, „maar u heeft iets," wat mijaan haar herinnert. Het is niet uw stem,want zy had een erg lieve stem — alsze niet uit haar humeur waß — en hetis niet het gezicht, want...."

„Nu?" vroeg mevrouw Smit scherp.„Want uw gezicht doet me niet aan

haar denken."„En toch zei u den vorigen keer, dat

u mij meteen herkende," zei de oifdedame.

„Ja, dat dacht ik," zei Tessel. „Datkwam, omdat ik haar verwachtte tezien, veronderstel ik."

Zij zwegen langen tijd.„Ik wil u niet verder ophouden," zei

mevrouw Smit ten slotte, „en het dienttot niets om hier te bhjvenkomen, teneinde haar te zien. Ze komt hier nooitmeer terug. Ik wil u niet beleedigen,maar u ziet er niet zoo erg netjes uit.Uw jas is gescheurd, uw broek is op weltwaalf plaatsen bij elkaar gehaald, uwschoenen hangen als lappen aan uwvoeten — ik weet niet wat het meisjeer van moet denken."

„1k.... ik kwam alleen om mijnvrouw op te zoeken," zei Tessel ont-steld, „maar ik kom nu niet meer terug."

„Dan is het in orde," zei de oudedame. „Dat zal haar plezier doen, datweet ik. En als zij misschien vraagt,hoe u aan den kost komt, wat moet ikhaar dan zeggen?"

„Vertel haar maar wat. u over mijnkleeren zei, mevrouw," zei Tessel metzijn hand op den deurknop. „Dan be-grijpt ze het wel. Zij weet zelf'wat hetis, om arm te zijn. Zij had een slechthumeur, maar ze zou liever haar tongafgebeten hebben dan een armen drom-mel te verwijten, dat zijn kleeren ver-sleten waren. Goedenmiddag."

Een kil windje,zónder schade!

„Hidaar, Schipper!!"„Doet net, of hij niets hoort!"

„Als ik nu geen kou vat, weet ikhet niet... het zweet loopt melangs m'n hoofd en er staat hiereen kil windje..."

„Kom kom, ik heb Wybertjes bijme en dan vat je geen kou."

Wind of regen, Wybert-tablettenhouden de verkoudheid tegen.

Altijdwelkom!

FEILIJUjS SCHEREN

_-_-_-___/ f] \ V ■_.* ______-___; /__

mm^r\ * "_̂______________________________________________

f. | jAW.\

Met de nieuwe snelscheercrème„RAPID" kan dat. Direct als u deheerlijk koele crème op de baardsmeert, merkt u dat het iets bijzon-ders is. Prettig en snel glijdt hetscheermes over uw gelaat en inenkele minuten bent u klaar voorde heeie dag. Zonder kwast, zon-der pijn en in de helft van de tijd.Er is geen prettiger methode denk-baar. Koopt vandaag nog zoongrootetube „RAPID'' snelscheercrèmewelke zonder bon te krijgen is.

VERKOOP AFD. POSTBUS 1 " BODEGRAVEN

Page 9: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

„Goedenmiddag, Ben." /ei de oudevrouw, niet veranderde stem.

Tessel, halverwege dc deur. schrok,alsof er op hem geschoten was: hijdraaide zich om en keek haar in sprake-looze verbijstering aan.

„Het is iiiet dezelfde sten, en niethetzelfde gezicht." zei dc oude vrouw,..maar als ik een bezemsteel bij dehand had...."

Tessel maakte een gek geluid in zijnkeel.

„Als het je niet zoo beroerd ging,"

Tot de vele zonderlinge testamenten,die in den loop der eeuwengemaakt zijn. behoort ook Maer-

ten van Heemskerck's laatste wils-beschikking. Hoe vreemd ook de uiterstewensch van den beroemden meester tenuitvoer moest worden gebracht, eenfeit is, dat hij met de rente van zijnbezittingenheel wat jongen menschen 'naangename verrassing bereid heeft.Maerten van Heeinskerck was een een-voudige hoerenjongen van afkomst,maar een jongen met bijzonden artis-tieke gaven en met ondernemingsgeest.Zijn naam zegt reeds waar hij vandaankwam. uit Heemskerk. een kleinNoord-Hollandse]] dorp dicht bij Bever-wijk.

Maerten toonde al op jeugdigenleeftijd meer plezier te hebben in deschilderkunst dan in het boerenbedrijf.Daarom deden zijn ouders hem aan-vankelijk in de leer bij den Haarlem-schen schilder Cornelis Willemsz. Tochmoet de oude heer van den jongenmeester op den duur weinig vertrouwenm de artistieke talenten van zijn zoongehad hebben, want na eenigen tijdhaalde hij Maerten naar Heemskerkterug, waar dc ijverige schildcrsleerlingweer als melker zijn oude plaats onderde koeien moest innemen. Dat bevielMaerten in 't geheel niet. Hij had reedsgenoeg van de wereld gezien 0111 tebeseffen, dat er buiten zijn kleingeboortedorp een groot e toekomst voorhem openlag.

Dp een dag kreeg hij hnogloopenderuzie met zijn vader, den nacht daaropbracht hij door in een hooiberg en denvolgenden ochtend trok hij de wijdewereld in. Zooals we in zulke gevallendikwijls zien, toonde de moeder een bete-ren kijk op de bestemming van haar zoonte hebben dan dc vader had. Zij zorgdeer voor, dat haar kind niet, met leegehanden het ouderlijk huis verliet.

zei zijn vrouw, terwijl ze vlug met haaioogen knipperde, „zou ik je hebbenlaten gaan. Als je er niet ZOO'ellendiguitgezien had, zou ik dat rustig gedaanhebben. Als ik je terugneem, zul je jedan behoorlijk gedragen*"

Tessel keek haar mei open mond aan.Als ik je terugneem," herhaald)

zijn vrouw, zeer langzaam sprekend,„zul je je dan behoorlijk gedragen."

„Ja," zei Tessel, die eindelijk zijnstem terugvond. „Ja, als jij het ookdoet."

l)e vermaarde schilder Moeiten ranUeemskerck, die vele schoone werkennriliel en tevens.... een .eer bijeondertestament. (Teekening B. ten Hove)

Een wonderlijktestament

Dezen eersten dag ondernam Maerteneen loclit, die zeker vooi die dagen eenflinke reis beteekende. Over Haarlembereikte hij Delft, waar hij bij den schil-der Jan Lucas in dc leer kwam. Zijnwerk vorderde snel en het duurde danook niet lang. of hij zocht een nieuwenbaas, die hem de fijnere geheimen vanhet schoone vak zou kunnen bijbrengen.Hij had het geluk geplaatst te wordenbij den befaainden Haarlcinschcn mees-te* Jan vau Schoorel. en onder leidingvan dezen begaafden schilder begonlc energieke jongeman eerst goed zijn

talent te ontplooien. Doch spoedigvond .Schoorel dat zijn leerling te knapverd. Dit vrees voor concurrentie wildehij hem niet langer in zijn nabijheidiiouden. We zien Maerten dus weervertrekken. Nog eenigen tijd bleef hijiv Haarlem en toen reisde hij naarItalië, waar hij vlijtig werkte en deantieken bestudeerde. In Rome ver-diende hij veel geld, zoodat hij na driejaren met een goedgevulden buidel inhet vaderland terugkeerde. Toch had't op het laatst van zijn reis nog maarweinig gescheeld, of hij was nimmer bijzijn familieleden aangeland. Hij had eenbrief meegekregen van een kennis teRome, bestemd voor diens vader, diein Dordrecht een herberg dreef. Toenhij in Dordt was aangekomen en denbrief aan den herbergier overreikte,noodigde deze den jongen schilder uitden avond „gezellig" bij hem door iebrengen. Onbewust van het gevaar,waarin hij zich bevond, sloeg hij de„gastvrije" invitatie af, omdat hijdienzelfden avond nog verder wildereizen. Dat was zijn redding, want lateibleek, dat diezelfdeherbergeen „moord-kuil" was, waar men de reizigers, dieer des avonds bleven, beroofde en zemeteen een kopje kleiner maakte.

In Nederland oogstte Maerten vanHeemskerck's kunst veel succes. Hijlegde zich voornamelijk toe op het schil-deren van religieuze tafercelen en vol-gens den kunsthistoricus Carel vanMander moet hij zoo productief geweesl zijn, dat er geen einde zou komenaan de altaarstukken, tafercelen, epi-taplien en portretten, als hij ze alle zouwillen opnoemen. Hoc hoog zijn kunststond aangeschreven blijkt wel uit helfeit. dat een kunstliefhebber voor eenkunstwerk eens net zoo lang een grootaantal dubbele dukaten neertelde, lotdat de schilder zei: „Nn is 't genoeg!'Dat was voor de schilders nog een.een gouden tijd!

Toch sclüjnt hij altijd bang te zijngeweest Op "zyn ouden dag in armoedete geraken. Daarom droeg hij tot aanzijn dood een groot aantal kronen inzijn kleeren met zich mee. Deze vreesis echter geheel ongegrond geweest.want Maerten van Hcemskerck is al.

Slol op blz. 20

f

{'

pPpJs^^^7-^W Etn gtzonöt, natuurlUht flaap ;

zorgt ooor een frttche gtzlchtehutö, j* mant gtöurenöt Oen flaap rooröt Oe in| htt lichaam gtoormbeoermoeiöheibootr*

roonntn. - Zoo homt het Oat U zich 'e |; morgene frifcb en ooi onöernemingeluft" geootlt. Regelmatig bepoeOeren en maf- :| feerrn met Vafenol'Toiletpoeoer na het ,

II J_ _| Oagelilhfche morgentoilet otr*

V3S6noi fttrht fn öott u °°k ootrt>as■pyMMBMMHB htt Stootl oan frtfchhtiö bt=j^QggjQ nyg houötn.

*■' ■ -m. \ ** tt> I aVJ 11 I _Kb Jifl I\ 11 s_|. I

-Wm\.mmm\mYVy<y4^ ' *' -m*\.

2. iaandenlang hebben onze scheikundigen ÏSJ!^^^^ Irl Ihet vraagstuk van het bordenwasschen on- lil j \ \f\ H» (derzocht en hun arbeid is bekroond met ■ "II r~i C-F.\volledig succes. Vet-Ex, het nieuwste pro- IIL I-j %^f-^_duel van de Sunlight-fabrieken, maakt de IJ \^ I*4** *zeep voor vatenwasschen overbodig! Want " (v0^

Vet-Ex reinigt alle vette voorwerpen vlugger en goedkooper dan welke zeepook.Vet-Ex bevat geen zeep, doch is gebaseerd op de.werking van bestanddeelen, die vet onmiddellijk op-

K lossen en emulgeeren.Zonder schuimvormingreinigt->AWr^k+y het afdoende alle aardewerk, porselein, glaswerk,

kristal, zonder iets aan te tasten. Zoowel zilver,\ plate en staal als houten, hoornen en celluloid

v W*<\ »\M* ' k handvaten zijn in Vet-Ex volkomen veilig. VoortsflL^^/\ A\ m\ geeft Vet-Ex geen reuk of smaak aan glas of%\\ \ * A*W porselein. Voor alle Nederlandsche huisvrouwen

EY_^M > _^P_lPk 's Vet-Ex dus een ware uitkomst in dezen tijd.

/Ê2r**\ WïïÈ GEEN ZEEP MEER VOOR DE VAAT/___3E3r"*rè_;H tMJJmM Ht NEEM VET-EX THANS TE BAAT\ jJlfP** iV TjÉfyÉH \^L Een pak Vet-Ex is voldoende voor 25 keer\JIOi'X y 1 Hl vatenwasschen en kost slechts 20 et.

Cen nieuw product der Sunlight leep TabriekenV_ET M-OMI

Page 10: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

Een populair burgemeestergaat heen

De burgemeester van Den Bosch, mr. F. van Lanschot, treedt af wegenshet bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd. De heer vanLanschot bezat de gave zich bij zijn stadgenooten bijzonder populair

te maken: er waren maar weinig officiëele en ook minder officiëeleplechtigheden, waarbij hij niet tegenwoordig was, en zoo zien wij hemop bijgaande foto's dan ook, behalve als burgemeester, ook in een anderefunctie afgebeeld: als marktbezoeker, als biljarter en schaker, en zelfs

als gastheer van de Indianen.

Tijdens het verblijf van hel eireus Slarassan i te DetiBosch ofi 26 November 1931 was de burgemeestei<te gastheer der Sioux-Indianen in den raadskelder

Op den wandelsportdag rande Bossche J'olitie Sport-vereeniging in 7932 wan-delde de burgervader mee.

Tijden? den aftrap voor een voetbalwedstrijd

De burgemeester speelt niei maar -ongewoon bil-jart. Inj duel zelfs nan kaderSpel. Daaronder:Op de varkensmarkt toonde de burgervadergroote helanastelling voor een paar biggertjcs.

Bij-den strijd om hel wereldkampioen-schap schaken deed burgemecstet vanhanselint vooreen partij, die te 's-ïler-togenbnseh gespeeld ivertt,<ten eersten zetroor Euwe. (Foto's Ket Zuiden)

Page 11: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

De rogstekers van Weert

Heel. heel lang geleden, toiWeert nog niet Weert was,waar iedere burger geregeld tkrant las,on de menschen elkaar nieiwijsheid betwistten,omdat ze 't bestaan van wschool nog niet wisten.had men toch in hèt aardigland'lijke stadje,veel moedige mannen, die, 1Wel graag wilden toonen, waten vaak bij een pint op hunAch. mocht voor dc poort eens iby' 't zien van hun moed ze

natuurlyk; dat vat jet zij zoo al vermocht enii dapperheid pochten,eenvijand verschijnen,nu hij spoorslags ver-

dwijnen.Dp zekeren dag reed met danig lawaai,een koopman iv visch door de stad. die niet fraaien gelijk, zooals thans, zijn bestrating verzorgd haddat lag toen nog niel in de lijn van een grootstadmaai voorzien was van wegen, vol gaten en kuilen

waarin zich eenvarken welhaastkon verschuilen.De vischman, dieliep juist zoonbeetje te gissen,hoeveel winst hijwel had op die karvol met visschen.Daarom had deman helaas niet inde gaten,dat een deel vanzijn handel de karging verlaten.Eu door 't hotsenen botsen kon hijook niet hooren.dat 't kost'lijkstdeelvan zn vangstging verloren.

Een levende rog van wel twee meter groot,ligt nu in de hoofdstraat en spartelt in nood.Want al kan een rog veel vreemde dingen bevattenhy voelt zich het best op zijn plaats in het natteNog niemand is er, die het beest heeft bemerkt,omdat men zich juist aan de koffie versterkt.Tot plots'ling met heel veel geschreeuw en misbaarhet dier wordt ontdekt, men wijst het elkaar.Ik zei reeds: op scholen kon men zich niet roemen,men had daarom nooit vau een rog hooien noemen.Ei, lieve, wat met dit gedrocht te beginnen,hoe toch komt dit vrees'lijk ondier hier binnen?De dappersten naad'ren met aarz'lende schreden,het pad naar den roem wordt nu eindlijk beneden.Daar richt zich het monster, springt hoog in de lucht.in doodsangst zoekt ieder zijn heil in dc vlucht.De burgers van Weert, zijKrijschen en schreeuwenen lijken nu veel meer ophazen dan leeuwen.Een Weertenaar voelt zichpas op zijn gemak,als hij schielijk de wijkneemt naar 't hoogst vanzijn dak.-Nog meer van de heldenkomen daar te zamen.alwaar zij onthutst nieuweplannen beramen.

En hals over /,<«/< vliedt destrijdmacht weet henen.

„Wat bliksem," zegt één,„ik heb ecu idee.de schout moet gewaarschuwd, vooruit naar be-uee."Fluksgaat men opsoeknaarden schout met zijn rakker-.en zet ze aan dc spits vanden stoet, d'anne stakkers.Tot nog toe was schoutzijn een pretje geweest,nu was er geen aardigheidaan met zoon beest.Zijn rakkers, in kalmer tijdtoch al niet vlug,verbleekten en deden eenstapje terug.Dan schraapt hij zijn keel.bedenkt zijn positie,ten slotte is hij toch bethoofd der politie.Zwoer hij niet den eedom in alle gevaren.

'de veiligheid der burgerij te bewaren fHij kucht eens gewichtig, dan gaat het gefluister„Dc schout, die gaat spreken,kom allen en luister.'..Hoort, dap'ren van Weert." zoospreektnudeschout„gezamenlijk maken wij dit monster koud.Mocht immers een vijand de poorten belagen.dan zou toch niet één onzer burgers versagen.Als St. Joris alleen den draak al deed vallen,dan kunnen wij het toch wel met zn allen?"Zoo sprak de schout en liet klonk beslist goed.want menige burger vatte weer moed.Vereend en gewapend met pieken en lansen.probeeren de mannen opnieuw hunne kansen.De schout, nn weer dapper, vuurt luide hen aanmaar blijft, liever zelf op een afstandje slaan.De strijders zijn nu bij het monster gekomen,er lijkt voor het weerlooze dier geen ontkomen.Het heft zich, omdat het haast stikl van dc droogtemet een krachtigen ruk nogmaals iv de hoogte!-"_. 1...1„ 1 1-, 21J.

de strijdmacht weer henen,al strnik'lend en vallendeover hun beenen.Verdringen elkander enklimmen in boomen,in de haast om maar wegvan het monster te komenWeer drommen zij nu bijden schout te zamen.„Het is zoo." zegt deze,„ik moet het beamen,zoon overmacht kunnenwij niet gaan bestrijden,maar laat ons den tijdniet met praten verbeiden.Luidt spoedig dc klokkenvan eiken toren.opdat al de boeren in denomtrek het hooren.Als zij onze legermachtkomen versterken,dan kunnen wij 't monsterpas goed gaan bewerken."Alzoo wordt gedaan. De klokken bim-bominenen van ver uit den omtrek komen iv drommen,de hulpvaardige boeren, gewapend met zeisen,gereed om hun buurlui een diensl te bewijzen...Wijst ons slechts den vijand, wij staan voor u klaar

Da's geen beest, <la's il, duin-I in eigen persoon-.

„Ziedaar," zegt de schout, „wanneer dit beest blijft[leven,

lan kan het nok u heel veel ongerief geven.Want van dezen draak, die nu toeft in ons stede,daarvan heeft, de menschheid veel schade geleden.Van heel ver weg is hij hierheen komen vliegen."(Geen mensch. die bedacht, dat (lc man stond te

[liegen..Maar in zijn ongeduld nm te beginnen,stond hij een vrees'lijk verhaal te verzinnen).„Drie menschen verslond hij met huid en met haareu was dat maar alles, maar 'k ben nog niel klaar.Twee kinderen slokte hij ook nog naar binnenen nu wil hij natuurlijk aan ons gaan beginnen."De hoeren en burgers, zij rilden om strijden hadden veel last van bcnauvvdigheid.Zij staarden verschrikt het monsterdier aanen zeiden: „Hoe kunnen wij ooit hem verslaanf'Toen zei 6611 der boeren: „Da's vast niet gewoon,da's geen beest, da's de duivel in eigen persoon.Wat helpt het of wij ons ook al verweren,kom. laat ons maar weer naar de hofstede keeren."Maar de burgers begonnen nu heftig te vittenen riepen: „Ach laat ons alleen toch niet zitten.

IM dier is helaas va

Komt allon te wapen, nie-mand blijft in gebreke,opdat wij hem rap met despietsen doorsteken.Want als het de duivel is,die hier blijft wonen,ach. dan zijn we toch heele-maal in de boonen."Die meening vindt bijval,men gaat het weer wagen,met heldenmoed dit gruw-zaam dier te belagen.Men dringt naar hem op, alis het met beven,bereid nu desnoods om hetleven te geven.Het kronk'lende dier is zoogoed als verloren,maar daar dringt zich plots'ling de vischman naar voren.„Ach, heeren. doorsteekt nietmijn kost'lijkc vangst,het is slechts een rog. waarvoor hebt gij angst ?

n mijn kar afgegleden.toen ik vandaag door uw stad kwam gereden,Is er dan niemand, die weet. wat dit is?Het doet niemand kwaad, het is slechts een visch."Dan pakt hij het monster van straat met zijn

[handen;de burgers van Weert staan met monden vol tandenDc visscher verdwijnt met een lachenden kop,geen wonder, zijn vondst verhoedt hem een strop.De mannen en vrouwen, zij staan als verstomd,totdat één der boeren al smalende bromt :„Wat staan we hier langer ons tijd te verbruiden,als je nog eens wat hebt om de klok voor te luiden."(De boeren, die waren natuurlijk vergeten,dat zij hef ook zelf niet hadden geweten)...Domme rogstekcrs zijn jullie allen te zaam."zoo hoonden de boeren en herhaalden den naam.En zij lachten de Weertenaar» uit, dat zij schuddenen gingen weer terug naar hun hoeve en kudden.De burgers verdwenen met schaamroode wangen,maar hoe naar het ook was, de naam, diebleef hangen.Sindsdien zal een ieder, die in Weert is geboren.tot den jongstcn dag naarden naam rogsfeker hooren.

Hij doel. niemand kirainl. het is slechts renvisch. . . .

En raal. bij een pint n/i hun dapperheidpochten. . . .

naar I hoogst ran zijn dak

*Een oude legende,op rijm gezet envan plaatjes voor-

zien doorE. DE SMET

Page 12: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

lan link-é naar rechts :De kop van een ..mennier",een zesender ran 9 jaar eneen zesender van slechts

2 jaar.

Bos leverde bijvoorbeeldde dioramn,s voor hetNatuurhistorisch mu-seum te Enschedé.

Ti itledereen, die wel eens

een opgezet vogeltje in zijnvingers gehad heeft, voeldede gedachte bij zich op-komen: hoe blijft dat dingzoo stevig iv elkaarzitten?Elk veertje op zijn plaats,de snavel parmantig naarvoren gestoken, dc pootjesrecht.... een moeilijkvak, dat van beesten-opzetter.

„Het is niet gemakke-lijk," erkent de heer Bos.

K_^ -;

Als het wild geschoten is.zet men het op

: De ouderdom van een hert wordt :: niet bepaald aan het aantal takken" van het gewei, zooals zoovelen mee- j: nen, doch aan de slijtage van de: derde kies. Men kan dus nooit zeggen

" hoe oud een hert is, voor men het jgeschoten heeft.

f~\p den Holterberg, niet ver van een hotel,staat aan den autoweg een eenvoudig

houten schuurtje met het opschrift: Piet Bos,preparateur, Holten, entree 15 cent, kindereneen dubbeltje. In een boom voor hei huisjtzit een pauw, nét echt, behalve don dat hijschommelt in den mmd; naast de dem stooleen half met twee hoppen, niét echt, wouthet stoot op voetstuk: opgezet, evenals drschommelende pauw. Den plaatselijk mu-seumpje, denkt de verwende toerist, zal wolzijn Hij treedt zonder veel te verwachtenbinnen en staat don voor vier dioromo's, diein elk natuur-historisch museum een eere-ploots verdienen, en soortgelijke werkstukkenhebben die don ook gekregen, want dc heer

Een veelzijdig beroep: jager, valkenier, preparareuren vervaardiger van diorama's

„leder heeft zoo zijn eigen methoden en de beste, die,welke je zelf het best ligt, moet je ook zelf vinden.Voor vogels bijvoorbeeld gebruik ik uitsluitend z.g.isoleerturf. Je moet zoon beetje beeldhouwer zijn,want alles gebeurt op het oog."

Hij neemt een stuk turf en onder zijn vaardigthand is het binnen enkele minuten een vogellichaam„Kijk, zoo doe je dat," verklaart hij eenvoudig.

„Aan ecu grooter beest heb je heel wat meer werk.daarbij moet je het lichaam heelemaal aaboetseerenop ecu geraamte van hout, draden, houtwol. datlater met pijpaarde en gips bestreken wordt. Waareen spier zit, moet weer een spier komen, dat be-grijpt u wel, anders lijkt het niet. De meeste menschendenken, geloof ik, dat zoon dier „opgestópt""'«rdt, maar eigenlijk is het precies omgekeerd:de huid wordt om het lichaam, het model gelegd.

Di pauw voor hel museum wordt welwillend dooi-den kellner van het hotel vastgehouden, wanl hijwiebelde U- heftig voor een dier. dal ten slotte toch'lood is.

De heer Hos hult soms bij het opzellen ran zijndieren zijn fantasie den vrijen loop. ■ Heintje kijktmet een vaderlijke grijns op klein Heintje neer. die

een huil zoo groot als hij zeil draagt.

Page 13: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

dier wordt eerst gevild, alles gaater uit, tot rnggemerg, tong en her-senen toe, de huid wordt gewas-schen en gedroogd, daarna be-streken met arseenzure kali tegende mot en dan wordt dc nattehuid om het turflichaam.. .."

Midden in deze technische uit-eenzetting worden we gestoord dooreen vreeselijk gekrijsch. Onze gast-heer kijkt even op, maar zegt dangeruststellend: „Dat is mijn havik,Inj is een beetje ongedurig van-daag. Maar ik zal hem toch evenmoeten kalmeeren."

Achter in den tuin, fleurig enwoedend zooals alleen een spring-levende roofvogel kan zijn, zit eenhavikeenvreeselijkkabaal te schop-pen. „Hij is anders al een heeleind op wog," verklaart de heerBos, die zich nu plotseling ontpoptals valkenier, zij het ook een mo-derne, die zijn vogel mee op defiets neemt om hem aan zich tewennen. De valkerij schijnt denNederlander toch in het bloed tezitten, want overal in het, land

11. JWIJÜ IIW 11 lllll_l _.„-.

ongeveer 100-150 geweiente verwerken en dat is heelwat. als je rekent, dat ernog wel een tachtig vossenbij komen."

We kijken niet bepaaldmet technisch oog de ver-zameling hertenkoppenlangs, die in de werkplaatshangen en één van onshaalt er één van den wand.Hij kijkt eens aan denachterkant, pure nieuws-gierigheid overigens.cn zegtverwonderd: „Ik wist niet,dat er herten met valschegebitten rondliepen."

De heer Bos glimlacht.„Het gebit is niet valsch.het wordt altijd achter inhet hout gelegd, omdat mendaaraan den leeftijd vanhet beest bepaalt. Velendenken, dat een zesenderdrie jaar moet zijn, maardat is lang niet altijd waar,de ouderdom wordt be-paald naar de slijtage vande derde kies. Voedsel,parasieten, de neuswormvooral, en verschillendeandere omstandigheden be-palen de geweivorming,een„ineurder", een moorde-naar dus, die met zijn ho-rens doodt, heeft heele-maal geen vertakkingen eneen beestje vpn twee jaarkan wel een zeseuder zijn.En hier: een zesender vannegen jaar...."

„Zeker een wijfje, vrou-wen smokkelen altijd methaar leeftijd," zegt één vanons onbedacht, doch op ditbeleefd niet te reagceren..'mijden, dat wij iv tegen-schoot, er in een uur niet

rd

leelijl. kijkt. ](

ewijs van onkunde is onze gastheer zoo tMaar wij nemen nu snel afscheid om te ve

'oordigheid van een man, die zooveel bokkenicer schieten dan hij in zijn heek- leven.

len tooneellje van nare ouderliefde, geënseeneernar den heer Bos. (Foto's Panorama-De Joni

duiken tegenwoordig weer amateurs op, die met den vogelop haar on veer jagen, maar de heer Bos bekent ons. dalhij tot nu toe toch meer succes met het geweer gehad heeft.

„Ik zorg zelf voor mijn materiaal," vertelt hij, „maarvanmiddag heb ik wel een bok geschoten, doch geenechten en geen opgczetten! Om herten behoef ik trouwen-

slrnnilvni/els in hel museumop den Holterberg.

Onder de vaardige handenvan den preparateur ont-slaat een gesneden lichaam

van turf.

Page 14: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

WAAHNEDERIN NED

fjtff mZ€tCk tl€l€lf et 's neuscri geen raadsel of een flauwe woordspeling: Nedeland bestaat in Nederland en het telt elf boerderijen, als 't war

OnZC CtUOOCIC vertegenwoordigers van de elf provinciën. Het is niet gemakkelijj-r ■ - te vinden en het komt lang niet op alle kaarten voor, de weg erIMIKI tMIHM.ra heen gaat over tientallen en nog eens tientallen bruggetjes en h-

is een smalle wea. waaroD ie 't Stuur rerht moet honrlpn nnHoi

Page 15: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

LIGT

RLANDERLAND?

krijgen langzaam maar zeker pijn in onze lendenen,doch mijn metgezel meent, dat het wel een goedeoefening moet zijn voor jebeenspieren. Terwijl hij dietroostrodc uitspreekt, duikelt hij bijna van eenbruggetje, want het zijn heel merkwaardige brug-getjes hier, bruggetjes met spleten, waarbij de, plankwaar je over loopt veel smaller is dan de leuningenaau weerszijden en je trapt dus in het niets voor jehet weet. We zijn overigens echte vreemdelingenin "Kalenberg, merken we nu, want alles wat hierfietst, stapt alleen maar in hooge noodzaak af, hetincerendeel hobbelt vroolijk op het steigerende vehi-kel over de losliggende planken en als wij het metware doodsverachting ook probeeren, gaat het, alkrijg je dan ook bij elke brug die je neemt eengevoel alsof je je stalen ros bij stukjes on beetjesvermoordt.

We hebben na Ossenzijl driemaal gevraagd: naKalenberg moeten we naar links en dan weer naarrechts en vlak voor het kerkje loopt een smal pad(met bruggetjes) het land in of liever de landtongenop. naar Nederland.

En op dat paadje, vlak voor het korkje, middentusschen water en water en bruggen en bruggen isiemand op het lugubere idee gekomen juist zijnnieidoornhcg te knippen op een dag, dat een expeditievan twee man Nederland wilde gaan ontdokken en„prik" zei de doorn, „piep" zei do band en van detwee nikkertjes bleef er nog maar één, want dedichtstbijzijnde rywielherstellcr woont drie kwartierverder op.

Bij een goede expeditie hoort dat ook zoo: dehelft van de leden moet onderweg bezwijken en deandere helft, bereikt onder velerlei ontberingen hetdoel. Hij telt de elf boerderijen, hij bekijkt de brug-getjes, de slootjes, de melkkannen en de poes. Hijbezichtigt de weilanden en de „dubbele landgenoo-ten", hij spreekt als zijn meening uit, dat „Nederlandin Nederland" een dubbel zindelijk dorpje is en decharme heeft van twee maal Nederland in het klein.

En zoo is het: ten slotte is er niet zoo bijzonderveel bezienswaardigs in Nederlandsch Nederland tevinden, maar het landschap, de streek, de hoogeluchten, het wijde water, de bruggetjes zelfs en hetfietspad (zonder doornen dan), het typisch Neder-landsch van Nederlands Nederland heeft voor eikenrec.htgoaarden Nederlander zooveel charme, dat hijde verzuchting slaakt: O, Nederland, mijn Neder-land, waarom ben je niet dubbel?

R. B.

Onder: Dat is nuNederland! Eenvaart met een paarschuitjes en eenigtboerderijen. Hoenp en top Neder-landsch is dit

plaatje ....

J)e grootste verkeersbruif in Nederlaml. (Foto's Panorama-de Jong)

_Vedertandsehe ki mie-ren aten pap uil dezeNederlandsche nap engrootmoeder maakt denap schoon in de Neder-

landsche sloot.

Een rustig plekje, inhet overigens niet erglawaaiige Nederland.

Page 16: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

Smakelijk eten .' Ken kijkje in een clandestiene slachterij, waar vreeselijkitoestanden ap hygiënisch gebied heersehen. (Foto Profllti)

De aiilas ,an den geneeskundigen dienst Ie Hotlerdam rijden thans op persgas, datin stalen cilinders op een aanhangwagen Wordt meegevoerd. Op dil wagentje is eenslede gemonteerd, waarop de brancard geplaatst wordt, zoodal men denpatiënt veelgemakkelijker dan vroeger in den wagen kan leggen. (Foto Polygoon-Hof)

BINNENLANDSCHNIEUWS

l„ den z.g. Spaanschen polder nabij de Delfshavensehe Schie is de speciale op-gramngsploeg van de Diwero begonnen mei opgravingen naar het kasteel Spangen.dat 1.1 1572 door de Spanjaarden werd verwoest. Een groot gedeelte der funda-menten van hel kasteel is reeds blootgelegd. (|„„„ ,,,_.-_,,;,-..„„,,

Op de taliaksvelden in il, omgeving van Amerongenis thorn» de eerste pluk reeds voorbij. De grooteonderste bladen worden het eerst geplukt. Eenigeweken later volgt de tweede en daarna de derdeP*"*- (Foto Tolygoon-Van BilseD)

Op lfi August»» is de interessante tentoonstelling„Productieslag in Europa" mor het publiek open-gesteld. Deze tentoonstelling, welke in PulchriStudio te Den IJaag gehouden wordt, is georgani-seerd door dr commissie dr. J'osthiima. Een hoekjeca,, de tentoonstelling, dat fraai Wesüandsch fruit,groenten en bloemen llMt zien. (FotoSchimmelixmningh)

"^^^^_---------r"^___> -mmTmX mmW\S ____^^___|/w;7.yr ,„ .-,„ clandestiene slachterij, (lp ecu wrak tal'ellje wordt hel geslachtebeest in karbonades en lapjes verdeeld. Of de klant nog wél zin in zijn duurbetaald vleesch ZOU hebben, als hij zag. hoc hel werd klaargemaakt .'

(.'.ito t'rofilti)

Page 17: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

hen blijde en zeldzame gebeurtenis in de paardenwerelil. Dc merrie ..Zita" verrasteonlangs haar eigenaar, den heer J. IDilsc, V SI. (ledenrode. „iel de geboorte ran eentweeling van merrie-veulens. (Foto HetZuldcn-is,iiciintr=)

De geil. eens weinig in aanzien, staal tegenwoordig in het brandpunt derbelangstelling wegens dc heerlijke honrrije melk. Een tafereeltje op eenGeldersche boerderij, waar de gasten op versche melk onthaald worden.(Foto Reportagosorvice-Ter BccVi

r

Op den derden Coursedag in hetstadspark te Groningen won „Co-ronation", eigenaar E. A. E. B.graaf van Bijlandl. den ren omden Graegns-prijs mei grootenvoorsprong. fFoto Foikers,

Onlangs vonden nationaleathletiekwedstrijden op Te Wervete "Rijswijk plaats. De start voor de100 meter. Y.1.n.r.: Groen-, Kok.Tan Beveren. Grijsseels. Pen.Spree. (Foto Schimmelpenningh)

Page 18: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

DE STRIJD TEGEN DESOVJET-UNIE

Door zijn industrie en als knooppunt van spoorwegen is Smoiensk een stad ranbeteekenis, die dan ook hardnekkig door de Sovjets verdedigd werd. Vluchtelingen, dieuit vrees voor dc Sovjets de stad verlieten, keeren na Ue bezetting door de Duitschers

Genernal Antonescu, staatsleider run Roemenie, in gesprek met Oeneraloberst Schatert(links) en generaal-veldmaarsehalk von Rundstedt, reehls (half zichtbaar) generaalder vliegers Löhr. (Foto Hof.mann-Stapf>

Het passeeren van een bruggenhoofd is meestal zeer moei-lijk. Hen mitrailleurpost heeft stelling genomen en beschiet'len aflrekkenden vijand. (Foto Orbis-Holland)

AU herinnering nan de nederlaag staat dit Sovjet-uf-ircergesehul in dc verlaten stelling. (Foto Orbis-Holland)

Page 19: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

Met gerecht'vaardigden trots wordt een buitgemaakte rlag bezichtigd.(PotO Orbis-Hollai

Onder elkaar: Duitscheinfanteristen trekkenmet gebruikmaking ran'■en pantserwagen op;dikke stofwolken om-hullen deze colonne ophaar tocht door hetbosch, dat zooeven vanSovjets gezuiverd werd.Daaronder 'n vernieldepantsertrein. die dooreen lichte bom buitengevecht werd gesteld.

(Foto's Orbis-Holland)

Hen groepje etenhalersvan de DuitseheWaffenSS op weg naar deroarposten van hel houtin Finland.

(Foto Orbis-Holland)

De etenhalers zijn in de eerst, linies teruggekeerd. Terwijl één de, mansehappvan een macliinegewccrpasl -ij,, kongel stilt, bewaakt een andei het terrein.(Foto Orbis-Hnllan

Page 20: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

Een warnierlijk testamentSLOT VAN BLZ. 9

een vermogend man gestorven. Daarhij geen kinderen naliet, besloot hij erzorg voor te dragen, dat de rente vansijn bezittingen na zijn dood practischgebruikt zou worden. Dit brachthem er toe in 1558 aan het Heilige-Geesthnis te Haarlem een losrente oneenige stukken land te vermaken ondervoorwaarde, dat de opbrengsten daar-van elk jaar besteed zouden wordenlau twee jonge maagden, geboren inHaarlem of in Heemskerk, die tusschenLucasmarkt en Maria Lichtmis in hethuwelijksbootje stapten. Dit had VanHeemskerck niet dom bekeken, wanthij kon wel op zijn vingers natellen,dat de meeste bruidjes zijn geld totden laatsten stuiver nuttig zoudenbesteden. Bovendien moet het idee,lat hij op deze wijze in de toekomstvoor menig arm meisje een huwelijknogelijk maakte, hem tevreden ge-stemd hebben. Waarom alleen zij inlanmerking kwamen, die tusschen

Lucasmarkt en Onze Lieve VrouweLichtmis in het huwelijk traden, daar;_unnen we slechts naar raden. Misschienheeft hij hiermede een bepaalde gebeur-tenis uit zijn leven willen herdenken.

Uitstekend te verklaren is echterliet feit, dat voor zijn geschenk slechtsHaarlemsche en Heemskcrksche schoo-nen in aanmerking kwamen. De schilderloonde hiermede een voorkeur te hebbenvoor de meisjes uit zijn geboorteplaatsen uit de stad, waar bij het grootstegedeelte van zijn leven gewoond engewerkt had. Zonderling is echter debepaling, dat de voltrekking van liethuwelijk plaats moest hehben op zijngraf! ..leiischelijkerwijs gesproken lijkteen kerkhof toch allerminst de aan-gewezen plek om zulk een feestelijke

gebeurtenis te doen plaatsvinden.Waarschijnlijk had Van Heemskerck

deze vrij lugubere bepaling gemaakt.om daarmede tot in lengte van dagende aandacht op zijn naam gevestigdte houden en niel. alleen als kunstenaar,maar ook als weldoener na zijn doodbekend te lil ijven.

Als onzo opvatting juist is, dan levertzij een klein bewijs van des schildersijdelheid, waarmede hij overigens geenmensch heeft kwaad gedaan en welkewij hem ook geenszins kwalijk nemen.

Waar Van Heemskerck's nalaten-schap ten slotte gebleven is, heeft mentot nu toe niet kunnen ontdekken. Hetis echter zeker, dat er heel wat hruidsparen op zijn graf gelukkig zijn ge-maakt, want Maerten van Heemskerckstierf in 1574 op zesenzeventigjarigenleeftijd en gedurende tweehonderdder-tien jaar werd, volgens zijn laatstenwil, ieder jaar de ceremonie verrichten de uitkeering gedaan.

Het bruidje, dat het laatst „graf-waarts" toog om het cadeautje van denouden Maerten en het huwelijksgelukte verwerven, was Trijntje Klaasje deBoer, die op 10 November vau het jaar1787 in den echt verbonden werd meiJan Kuvl.

Vermoedelijk hebben de beheerdersder bezittingen, nadat het Heilige-Oeesthnis verdwenen was, ook dc uit-keeringen gestaakt.

In ieder geval mogen we wel aanne-men, dat de erfenis voor een goed doelgebruikt is, al zou men terecht hiertegenin kunnen brengen, dat dit tochniet geheel in overeenstemming wasmet de bedoeling van den erflater.

JAN D. VOSKUIL

ONZE FAMILIENAMENOpnieuw beantwoorden wij enkele Inge-

komen brieven. Omeens te laten zien hoede namen in den loop der jaren dikwijl,

-orvnrmd werden, bespreken wij allereerst denamilienaam Olierook, zooals die wordt ver-aeld in Johan Winkler's werk ..Wderlands.-heamilienamen". !

Nullij Schiedam lag liet adellijk huis Boog-il,. Zooals we britb: als hei uitspreken werd

üi Hooglede vervormd tot Hooglce. De g werdacht uitgesproken en verviel ten slotte geheel,-odat Hoogled eerst Hooilee en later Holee

rerd. In vei'schiüende Nederlandsche dialecteniordt de h weggelaten, zoodat Holee weer totdoe en vorvolgens tot Olie kou worden. Deveg, die naar Hooglede liep, werd later dan>ok aangeduid als Olieweg. Nabü Hoogledeiq 'n buurtschap, die Hooglede .hoek heetten dus vis Ülicrhoek of Olieroek werd aange-hiid. Aan dit Olieroek ontleenen weer enkeleand-les hun namen, die, omdat de volksmonddtijd naar de meest gemakkelijke uitspraakzoekt, thans nog bestaan als Olierook en llnlii-rook. t.T ziet dut er met een nnam heel wat kangebeuren!

Van 'ler Zwaaa is afgeleid vau liet Frieschewoord swtmh, <lat veeweide beteekent. Ditinde woord kunt u herkennen in de plaats-

namen HertstcrziriHU.i en Kitlhtlin'rziraay. Nog_estaande familienamen zijn Zmaagstra en.In Drente. Ter Zweefic Ook Zwaagm&n eny.icirgmuii komen voor.

l'irheull is een echte naam uit liet Neder-landsche waterland. Ken heul is een overdektedoorgang voor een waterstroom.

l'rrictij is een samensmelting van Vnn derWeide. Niet altijd wordt hiermede een stukzrasland bedoeld. IVeij kan in enkele gevallennok een schrijfwijze zijn voor Wijde of llurlr,waarmede, o.a. in de buurt van fïiethoorn, tali'an meertjes worden aangeduid.

O'ioitt is een vervorming vnn een oude schrijf-

wijze voor kwaad. Als familienaum komt ookJ)t- Quay voor. I>crgelijke namen ga-an veelalterug tot oude bijnamen zooals Qwip&Kninfk enQunf/chvitr (d.i. k\va<le penning on kwade huur-man), familienamen, die nop steeds voorkomen.Heel wat, onschuldiger klinkt dc naam D<K/inttt/istetiiet. nok voorkomende als QnaaHnH.enz. Tegenhangers van al deze „kwade" namenzijn de familienamen De Goede, lh Qoey enDen Be&trn.

De Munck is evenals De Mnyneh en soort-gelijke namen een verouderde schrijfwijze voorDr Monnik.

Kuifteribfiuirrr is ven naam, ontleend mm helbedrijf van den brouwer, waarbij we bedenkenmoeten dat kuii de iimim was, waaronder in demiddeleeuwen een bijzonder soort bier bekendstond. Fit 't zelfde bedrijf is tle naam Jttoppen -brouwer herkomstig. Hij bier boort mout. eenwoord d.at we terugvinden in de namen Smout-maeekers en MoUmak&r.

.Schuift le met Srfioltrn en Schtwtt/t een aan-duiding, dat de oorspronkelijke naaradragereen zoon wa*. van een schout of schott* eenwoord waarmede in Holland de hoogste politie-ambtenaar werd aangeduid, terwijl bet in(■oMerlaiid en Overijsel werd gebezigd vooieen eigenerfden aanzienlijken boer.

Zeel. Hij de oud-Germaansehe volksstammen,o.a. bij de Saksers. werd de groote woning vanden hoofdman znh of Belt genoemd, een woord.dat voortleeft in ons zaal. Plaatsnamen zijnOlfirnzanl, Scherpenaecl, enz. Als familienamenkOKDten nog steeds VOOT : BruytVUXl. Irnntcrtiftt.Zaalberg, enz.

Ken lezer vraagt onzebelangstelling voor dennaam Kijne. Tit een stamboom, dien hij totplm. 1630 samenstelde, blijkt dat vervormingentof Kiene. Kienen, Kint- en Kijnru geen zeld-zaamheid zijn. Hij wil in verbinding treden nuldeze vaamdragers, waartoe wij gaarne onzebemiddeling verleenen. _____

PANORAMA. Geïllustreerd weekblad met de bijblacfen „Humorist", „SJors" en ...Hakenen breien". Verschijnt Donderdags Hoofdredacteur : J. A. M. Douwes. Heemstede.Plaatsvervanger : W. N. Stulfbergen, Haarlem. Abonnementsprijs 13 cent per week :per kwartaal f 1.69. franco per post I 1.80 per kwartaal bij vooruitbetaling ; lossenummers .16 cent. IPrijsverhooging toegestaan door het Departement van Handel,Nijverheid en Scheepvaart onder nr. 17796 N.P. d.d. 23 April 1941.) Voor postabonne-menten én adreswijzigingen van postabonnementen gelieve men zich uitsluitend tewenden tot het bureau te Haarlem. Rureau's : HAARLEM : Nassaulaan 51, Telef. Int.13866, Giro nr. 142700. AMSTERDAM. Singel 263. Telef. Int. 33170. Giro nr. 97946ROTTERDAM. Provenierssingel 27. Telef. Int. 47133. Giro nr. 101981. 's-GRAVENHAGE.Stationsweg 95. Telef. Int. 111666, Giro nr. 43141. UTRECHT, Biltstraat 142, Telef. Int.13473, Giro nr. 149597. ENSCHEDE. Oldenzaalschestraat 56. Telef. Int. 2188. Giro nr. 383773.ARNHEM. Nieuwe Plein 42. Telef. Int. 24825. Giro nr. 383772. 's-HERTOGENBOSCHStationsweg 27. Telef Int. 4286, Giro nr. 129750. MAASTRICHT, Stationsstraat 20,Telef. Int. 5851. Giro nr. 124690. VLISSINGEN. Badhuisstraat 5; Telef. 81. K 1311

H Aan den voorkant wit,JiW H aanden achterkant mmn~

St^ __**___B I ****** <*o°r tandsteenJ**^ H 'Wal <_. H.-.d—!»».! I. ,-,r. l)p^

VAA EEN GOEDE TANDVERZORG! NGbestaat niet alleen uit het zorgvuldig en regel- een gezond gebit te bezitten: Er is een nieuwmatig borstelen van het geheele gebit. Zelfs Nederlandsch tandpasta, dat tandsteen metals Uw tanden er helder wit uitzien, kunnen succes tegengaat: Solidox-tandpasta.Het is hetzij nog aangetast zijn door tandsteen. Tand- eenige Nederlandsche tandpasta, dat Siilforicin-steen is veel gevaarlijker dan velen denken: oleaat bevat (Ned. Octr. 19178). Wetenschappe-In vele gevallen is het de oorzaak van het lijke onderzoekingen hebben aangetoond, datlosraken der tanden, die ten slotte uitvallen. Sulforicinoleaat het aangewezen middel ia voorAlleen de regelmatige, mechanische verwijde- de bestrijding van tandsteen. Begin daarom nogring van het tandsteen was tot voor korten heden Uw gebit te verzorgen met Solidox.tijd mogelijk. Tegenwoordig is het echter vrij Gebruik Solidox-tandpasta tweemaal per dagwat gemakkelijker, een schitterend wit en... en ga tweemaal per jaar naar Uw tandarts.

K_i p■ HéA__■ i7 l iA__/■JHJL ____________

t_______\___\_\_\_\w\\_\ ■ WV^^-ff __KA«*IJsJi C^J.*

NU OOK EXTRA GROOTE TUBE VOOR 65 CT. VERKRIJGBAAR

scK Si m/7 f meermalen

\W VerkriJ9baarbi)ApothekersenDro9istenf--30en--50 B

f v^%^ md ëê& atl

y .qßih Nederlandsch Octrooi Nr. 48463. DHP. oQri '\ . p J)

20

Page 21: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

PANORAMAKALENDER

1941SEPTEMBER

- - (Teekening H. Ro«gans]

Z M D I W I D I "v~ Z

12 3 4 5 67 8 9 10 11 12 15

14 15 16 17 18 19 2021 22 25 24 25 26 27~2B~| 29 |50 1 1 1 1

Page 22: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

EEN ROMAN UIT DE BERGWERELD

PETER EN VERONICSDOOR HANS ERNST

KORTE INHOUD VAN nET VOORAFGAANDE: Peter Marrus, een eenvoudig jongeman,dte zijn dagen slijt als herder op dc Zwiisersehe Alpenweiden, en Venmfoa Hiiehler. de eenigedochter van den rijken Tferghoci', zijn zich bewust geworden van hun innige liefde voor elkaar.Veronica's vader keurt dezen omgang sterk af. omdat Peter zeer arm is. Hoewel zulks niet waaris, laat hij Mareus weten, dat zijn dochter reeds met Wastl Reitenherger verloofd rs. Peter

voelt zich bedrogen enbesluit Veroniea niet meer te ontmoeten.

Sis Peter van den winter dan weerin het dorp kwam, zou hij haarmisscliion wel eens ontmoeten.

Maar dat zon niet hinderen, dan warener maanden verloopen en kon hij wel-licht, heel vriendelijk den hoed afnemenen goedendag zeggen, want ze moestniet denken, dat hij om haar treurde.Niemand zon ooit weten, hoe zwaardeze slag hem had getroffen.

Veroniea wist van niets. Ze wachtteopPeter zooals ze eiken Zaterdagavondup hem wachtte, misschienvandaag metwat meer ongeduld, omdat ze hem tochmoest zeggen, wat er gebeurd was; endat ze hem trouw zon blijven, wat erook van komen mocht.

Hoewel ze er niets van begreep, datPeter niet kwam, maakte ze zich daar-over nog geen zorgen en rekende erop,dat ze hem den volgenden morgen welbij de kerk zou ontmoeten. Dan kon zehem zeggen, dat ze 's middags op deBorenweide op hem zou wachten.

Ze ging dus den volgenden morgenwat vroeger van huis, in de hoop Peternog voor de kerk te spreken. Maarhoe ze ook keek, ze kon hem nergensontdekken. En toen boven het koorinzette enPeters stem er niet bij was—och, ze zou zijn stem uit duizendenherkennen —werd het haar toch angstigte moede. Misschien was hem een onge-luk overkomen, bedacht ze. Hout-hakken is een gevaarlijk werk en Peterzon niet de eerste zijn, die op een baarvan dennetakken naar beneden wasgedragen. Ze kon wel huilen bij diegedachte en kon nauwelijks het oogen-biik afwachten waarop.de zegen werdgegeven.

Ze was een van de eersten, die de kerkverlieten, en gingmeteennaar denwinkelvan Mareus. De winkelierster groetteheelminzaam en vroeg wat ze wenschte.

Ik wil weten wat er met Peter is,zei haar, hart. Maar op hetzelfde oogen-biik voelde ze, dat ze het aan dezevrouwniet kon vragen. Verward vroeg ze naareen paar schortbanden.

„Welke kleurt"Ik moet blauwe hebben," zei ze

, haastig. „Drie meter breede, blauweschortbanden." Ze zei het extra-luiden keek naar de keukendeur. Ze ver-wachtte Peter door die derir te zienverschijnen.

Vermoedelijk stond de opwinding ophaar gezicht to lezen, want de winkelier-ster zei, terwijl ze de banden inpakte:„Je behoeft niet ongerust te wezen.Veroniea. Peter is niet thuis."

Veroniea hoorde alleen: .Te behoeftniet ongerust te wezen". Waaromongerust ? Wat was er dan gebeurd ?

..Waar is hij dan?" vroeg ze. Het waaof haar keel word dichtgeknepen.

..Hij is vanmorgen heel vroeg weerteruggegaan naar de bergen. Wo hebbenhem gisteren alles uitgelegd wat jevader gezegd had, en Peter wafl wel zooverstandig om in te zien. dat het geenuni heef! om je verder na te loopen."

„Is mijn vader gisteren bij julliegeweestf"

„Ja, gisteravond, kort voordat Peterthuiskwam."

„En wat heeft vader dan gezegd?"Vrouw Mareus deed het heeie verhaal.

Daarop wist Veroniea niets te ant-woorden. Het overviel haar te onver-wacht. Er kwamen meer menschen inden winkel. Met bleeke lippen vroeg ze,wat ze schuldig was, en betaalde met-trillende vingers.

VeTonica verliet den winkel en holdenaar hnis. Haar gemoed was in opstanden ze verlangde ernaar, thuis te komenen haar vader eens flink de waarheidte zeggen.

Maar haar vader was niet thuis enhaar moeder, aan wie zo alles haastigvertelde; schudde enkel medelijdendhethoofd. Weliswaar maakte ze Veronieageen verwijten over haar liefde, maar zezag op tegen de oneenigheden, dieer uitzouden voortkomen.

„Weest u maar niet bang," zeiVeroniea. „Ik blijf niet in huis. Ik kanvader niet meer zien. Kunt n zich be-grijpen, moeder, hoe iemand zoo kanliegen? Ik zou hem naar Mareus hebbengestuurd omdat Peter me steeds lastigviel!"

„Je hadwel kunnen weten, kind, datje vader het nooit goed zou vinden!"

„Maarwaarom eigenlijkniet, moeder?Zegt u me dan eens, wat er voor ver-keerds in is. Zijn niet alle menschenKeiijk?"

„Voor je vader begint de mensch pasb\j den grooten boer."

„En bij u, moeder?"„Mij zijn alle menschen goed, zoolang

ze eerlijk en rechtschapen zijn."„Dan lijk ik zeker op n en heb van

vader alleen de koppigheid geërfd." Iklaat me niet op den kop zitten, moeder,en me voorschrijven met wien iktrouwen moet. Ik neem dengene, waar-van ik houd, en dat is Peter, al sindsmijn kinderjaren."

„Wees toch verstandig, meisje."Haar moeder wist gedaan te krijgen

dat Veroniea beloofde, geen ruzie methaar vader te zullen maken wanneerhij thuiskwam, maar het meisje ver-klaarde tevens, aan haar liefde te zullenvasthouden.

Ze zaten reeds allen in de grootekamer om de tafel te eten, toen deBergboer thuiskwam. Hij had geenhonger, maaT ging naar de kast onschonk zich een glaasje kersenbrandowijn in.

„Hebt u dorst gekregen van hetbezoek aan den kruidenier?" vroegVeroniea vinnig.

„Zoo? Heb je het al gehoord?" vroeghij.

Veroniea gaf geen antwoord, want zebemerkte, dat het personeel veeïbetee-kenende blikken wisselde. Eerst toen zealleen waren, zei ze: „Die moeite had uzich kunnen besparen."

„Ja, hoor eens, het leek me veiliger.Maar het doet me genoegen, dat je uit

■ mZ '

..Eenuitgesproken schoonheid"

Zoo spreken de man-nenopbewonderendewijze over haar. sedertzij KHASANA ge-bruikt KHASANA.lippenstift en rougeeccentueeren op dis-crete wijze het per-soonlijk* karakter vaniedere vrouw en ver-leenen haar juist daar-door zoon bijzondercachet. Het is voldoen-de eenmaal par dagKHASANA to*te pas-sen, want KHASANA-productan geven nietalen zijn bestandtegenwater.

""" " "v__g__tr__Sm^

KHASANAImporteur:

. NYTHt6lobtTrtdimU.ini.44. Stitfel, AfMttr-tom C.

Kusl Roest ! Kn zooals roest in schar-nieren zich aandient met knerpen enpiepen, zon kondigt roest in l'w i_e-

wrichten toch eigenlijk óók schar-nieren ' - zich aan niet snerpendeRheumatische pijnen . . . Deze pijnenzijn eigenlijk ook een gevolg van rust

«elke roest veroorzaakt. — Kustvan bepaalde organen, die noodig wataansporing behoeven om naar belmorenhnn werk te doen. Als ge l'w lever,nieren en ingewanden met Kruschennieuwe energie en werklust toevoertom op oudekracht tefunctionneeren.dangaat het Moed weer sneller stroomen.Schadelijke zuren, die zich in l'w ge-wrichten en ook in de spierweefselshebben vastgezet (precies zooals roestdal doet in scharnieren) worden los-gemaakt, opgelost, weer opgenomen inde circulatie en . . , afgevoerd langsnatuurlijken weg. En met die afgevoerdeschadelijke zuren verdwijnen ook l'wpijnen «" .gemak. — Kruschen maaktD fit en monter, omdat l'w bloed weervolmaakt zuiver wordt en krachtigstroomt door (// l'w ledematen.

KRUSCHENBij alle apoth. en drog. 1 62, 1.47, 0.76, 0.41 p. fl.

F/Alleenf /Alleen jmet /

„Castella"11 reinig ik

grondig!■!_■■_________■

**- in .

I A Onvolledige /«ftmondverzorging;^k afgedaan I _^Ê

Alleen Castella tandpastabevat het Perldon, dat metduizenden schuimbelletjes dekleinste hoeken van het gebitreinigt.

Castellafchuimende TANDPASTA

De eenige tandpasta met PERLDON35 CT. 'V

PER TUEE______ - - -'£^^^^ 4.__-__P^i___iï___r ■ " ___»«"^ \**____________ _____*^^________ "-** _-_______>w] s**^___i '

Weer zoon goedd&ddelm^n -product!

22

Page 23: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

jezelf tot inkeer bent gekomen. Je benttoch ten slotte mijn dochter, hè?"

„Daarom heb ik ook net zoon hardenkop als u," antwoordde zij zoo vlug,dat de Bergboer moest, lachen en zichnog een glas kersenbrandewijn in-schonk.

„Vandaag komt Wastl Reitenbergervan den Griesborg hier," zei hij goed-geluimd.

„Zoo? Komt die hier?" vroeg Vero-niea omkijkend. „Die wil immers devossen koopen?"

„Ja, daar heeft hij inderdaad interessevoor. Het zijn ook prachtige dieren.Maar de hoofdreden van zijn bezoek isdat niet. Je snapt me wel."

„Ja, ja, ik begrijp het. Hoe laat komthij?"

„Om een uur of twee, denk ik."„Dan ga ik meteen naar boven

om me klaar temaken." Veroniea zei hetop eigenaardigen toon, hetgeen haarvader echter niet opmerkte. Hij keekhaar na en knikte voldaan. Toen zijnvrouw even later in de kamer kwam,verklaarde hij: „En, moeder, wat zegje er van? Veroniea heeft niets meertegen Wastl ReitenbergeT en zal hemnomen. Goed, dat ik dat net gisterengehoord heb."

Zijn vrouw ging hoofdschuddendweg.

Om twee uur reed Wastl Reitenbergerhet erf op. Sepp spande de bruinenuit en bracht ze in den stal. „Vader is inde kamer,"zei hij, en Wastl ging meteennaar binnen. In de gangbekeek hij zichnog eens en knikte tevreden. In dedonkere jas met de zilveren knoopenzag hij er keurig uit. Aan het ruikertjerozemarijn, dat hij in het knoopsgatdroeg, konden de Büchlers zien wat dereden was van zijn bezoek.

De boerin kwam uit de keuken.„Goedenmiddag, vrouw Büchler,"

groette Wastl.„Goedenmiddag, Wastl. Ga maar in

de kamer. De boer is er al." Ze gingmet hem naar binnen, waar de boerhem begroette. Daarop wendde hij zichtot zijn vrouw: „Vooruit, moeder, haaleens een flesch wijn. Ga zitten, Wastl,en doe of je thuis bent."

Zij zetten zich aan de. tafel en sprakeneerst over alle mogelijke onderwerpen,over het hout, over het vee, over dewarmte buiten en over de politiek. Danviel er een pauze. Wastl schraapte tel-kens zijn keel. Men kon merken, dat hijiets wilde zeggen, maar niet wist hoehij beginnen moest. Hij boog het hoofdwat achterover en zei: „Jullie kuntzeker wel begrijpen waarvoor ik vandaagkom. Kort en goed: ik wildevragen of ikjullie Veroniea tot vrouw kan krygen!"

Gelukkig, het was er uit! De jongeboer veegde zich het zweet van hetvoorhoofd en haalde diep adem.

„Tja, Wastl," huichelde de boer,„daarop waren we niet voorbereid. Aanzooiets hadden we heelemaal niet ge-dacht. Maar ik vermoed, dat we hetwel eens zullen worden. Ik voor mijheb er niets tegen. Ik weet, dat je eenbrave kerel bent. En moeder zal er ookwel niets tegen hebben. Wanneer zouhet kunnen gebeuren?"

„Me dunkt, dat we niet te lang moe-ten wachten. Ik houd er niet van, dedingen uit te stellen. In den herfst zoume wel lijken."

„In orde," knikte de boer, „ik vindhet ook beter om zulke dingen niet telang uit te stellen. Kom, moeder, roepVeroniea!"

De boerin wierp hem een angstigenblik toe en verliet dc kamer.

„Daar komt het nu maar op aan,"meende Wastl.

..Waarop?"

„Op Veroniea, bedoel ik. Ten slottegaat het om haar. Het kon wel zijn, datze me niet mocht lijden."

„Stel je voor, Wastl. Een knappe jon-gen als jij."

De deur ging open en Veroniea ver-scheen op den drempel. Haar rankegestalte teekende zich scherp af tegonden donkeren achtergrond. Zij vestigdehaar blauwe oogen op den jongenboer.

Zelfs de Bergboer bekeek haar metverbazing, want hij had zijn Veronieanog nooit zoo mooi gevonden. Haargezicht was vandaag wat bleek. En zehad zich keurig gekleed, constateerdehaar vader met voldoening. Ze droeg'n donkerblauwen, geplooiden rok, waar-onder men nog net haar witte kousenen lage, zwarte schoenen kon zien.Daarbij droeg ze een zwart fluweelenkeursje en een fijne, witte blouse.Langzaam trad ze op de tafel toe enreikte den jongen boer de hand. „Goe-denmiddag, Reitenberger."

De Bergboer straalde over zijn-heeiegezicht en hij trok een stoel bij voorVeroniea. Ze bleef echter staan.

Het werd heel stil in de kamer, totWastl eindelijkzachtjes zei: „Je moederzal je wel gezegd hebbon waarove: hetgaat?"

„Ja, moeder heeft het gezegd."„Nu dan, hoe denk jeer over, Vero-

niea?" Toen Veroniea geen antwoordgaf, vervolgde hij: „Je behoeft vandaagniet dadelijk ja te zeggen als het je teonverwacht komt. Dan kom ik overveertien dagen nog eens terug."

„Nee," zei Veroniea, en leunde metbeide handen op het tafelblad. Ze boogzich wat voorover en keek hem vastin de oogen, terwijl ze voortging: „Nujeer toch eenmaal bent, Wastl, kunnenwe de zaak beter meteen in orde bren-gen."

„Juist, dat zeg ik ook," viel de Berg-boer haar in de rede.

„Want het is niet noodig, dat jodentocht tweemaal maakt. Je bent eenbeste jongen, Wastl, en je verdient eenvrouw, die je van ganscher harte lief-heeft. Zie, je moet nie? boos op mezijn als ik je alles ronduit zeg. Ik zounooit voor je kunnen wezen wat ik zijnmoest, want ik heb mijn hart reeds langaan een ander geschonken. Ik zal dienander ook nooit opgeven, daarvoor zithet te diep bij me. Of zou je het somsbeter vinden als ik ja zei en' jenam, ter-wijl ik van een ander hield? Aan wienik dag en nacht dacht? Nee, Wastl,dat heb je niet verdiend. Ik hoop, datje mij begrijpt, want het zou me spijtenals we hierdoor kwade vrienden werden.Meer heb ik niet te zeggen." Ze tradachteruit.

„Maar ik wel," brulde haar vader,vertoornd opspringend. Hij kon echterniet meer verhinderen, dat Veronieasnel de kamer verliet, in de gang eonomslagdoek greep en naar buitenstormde.

De boerin jammerde zacht. De boerriep kwaad: „Begin jij nu ook? Dat isnou je dochter. Als je haar beter hadopgevoed, zou het niet gebeurd zijn.Je mag Wastl wel vergiffenis vragen."

„Waarom?" vroeg Reitenbergerkalm, „er is geen sprake van vergiffenis.Ik neem 't jullieheelemaal niet kwalijk,ook Veroniea niet. Integendeel, ik stelhet op prijs dat ze zoo eerlijk en op-recht met me gesproken heeft." Hijschoof achter de tafel vandaan en stondvoor hen, den hoed tusschen de eeltigevingers draaiend. „Er is niets aan tedoen en we zullen er verder niet overpraten. Zo wil me eenvoudig niet heb-ben. Waarom zouden we haar dat

Vervolg op blz. 26

/ Traumaplast dejuiste tüondpleister\v.. _

___--"' *oSïïr»T\_-___-." »«j t o* Bcm \ ________i______r^__^ *w v __"\ -__-i __^_____s___________r^

3 . 7

"^ Jvreusjnaarpnderperforatie £s_.«^ is de pleisterstof van Traumaplast. Tezamen<$ met het desinfecteerende gaaskussen als een 2

"t* reinigend filter werkende. Traumaplast sluit ~_. de wond tegen verontreiniging af en houdt 3r* haar luchtig zoodat zij vlugger geneest.Fc3 __. 1 __==», -x

v. KT WISJnKtI *(x . j (^-p* H - Verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten. s-

N. Carl Blank, Verbandpleisterfabriek, Bonn a. Rh. /

i jMÊL

r _____i___1 ,». a________M* ___» _r_t»

«_____ ' 1^ _L_ÉfP'"^ »'___! uf

ai*""

zstzd£ CTTi f ___^ niet_Z — ___ _de zeepvme. "'*tP' ezond Hoor gee^ U"

1\ otverzorging natuUrli,ken g^sl

1\ a,ko,iS; kt U door zün wonde-ooien.

23

Page 24: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

DE GROENTETUIN INAUGUSTUS

Boonen en sommige koolsoorien worden geoogsi, evenals komkom-mers en augurken. Bestrijding van bladluis en spint. Tomaten en

eetbare pompoen beginnen rijp té worden.

Do boonen voor den inmaak worden nu in be-hoorlijke hoeveelheden geplukt. Het is zaak ditplukken niet grooto regelmaat te doen. Dus niet

zoo eens een zak vol plukken en daarna oen paardagen wachten, en oen maaltje meenemen, omna verloop van wm een week een zak vol teoogsten. Neen, het plukken moet geschieden omdo drie of vier dagen. De boonen, die de maathebben bereikt, worden dan geplukt, en de tekleine blijven hangen tot ze de maat hebbenbereikt. Alleen op die manier oogst men steedszachte boonen. Bij het inleggen is het ook absoluutniot noodig. dat het vat of de pot in één maal wordtgevuld. Wanneer men zorgt, dat de boonen onderdo pekel staan, kan men ook met kleine partijtjeshot vat vullen. Bij hot plukken is het zaak nauw-keurig too to zien, dat geen boon, die rijp genoog is.achterblijft. Daarom beweegt men zich tusschendo stamboonen door, de planten steeds naar eénkant overtuigend. Graat men daarna langs devolgende rij terug, dan worden de planten weerteruggebogen en de nu te voorschijn komende kant

dat do kilo-opbrengst per vierkantenmeter danook niet meevalt. De boonen,die het laatste zijn gelegd, hebben vanaf't kiemen geprofiteerd van den regen onzullen, vermoedelijk, meer opbrengendan de eerder gelegde exemplaren. Debruine en kievitsboonen hebben ookte lijden gehad van de droogte. Dopeulen zijn klein gebleven, en daardooris 't aantal inzittende boonen ook ge-ring, waardoor dus de kilo-opbrengstpor vierkanten nieter beneden peil is.De stokboonen toonen veel beschadigdblad, als gevolg van de harde regens enden storm in 't begin van deze maand.Deed de regen op die manier eenigeschade, er werd door bijna elke groen-tesoort en vooral door eiken groente-kweeker zór. sterk naar verlangd, dat

wordt leeg geplukt. Dedroogte van den voorzomeris de schuld, dat mende boonen niet mag latenhangen totdat ze eenbepaalde lengte hebbenbereikt. Vooral de stam-snijboonen zijn zeer kortgebleven, maar de boo-nen, die ze bevatten, gevenduidelijk aan, dat ze vol-groeid zijn. Dewitte boonenhebben in vele gevallende normale grootte bereikt,terwijl de groene seheedeslechts 10 of 15 cm langis geworden. De soheedeof peul wordt beslist nietlanger, maar wel harder,liet is dus noodzakelijk deveeltokorte boonento pluk-ken, liet spreekt vanzelf,

Enkele atniilnirhiiniers heb-ben zich gewaagd aan deteell ran de sn ikennais.

een smakelijk gerecht.

dii' schade voor lief wordt genomen. De storm heeftnog weer oen., bewezen, dat het zaak is de boonen-shdduM^ec^joocWasM.e zetten. Op verschillende

Hplaatscn de een-HvoudigHIoOT■beschadigd. DeHvooralHl.ooiHpa.s dezeHvooralHgroeien. DeHkappertjeskoolHvcle waar deHdroogtcHligen nuHoonHw aar niet buitenHzijuHhinncn AlsHzc deHwerkelijk

de deH.lange suikerhrood"Hspitskool doHkan InHtegeustelling de Breda-H.chc deHv.tn een om-

LUig. de roode

kooien komen nu reeds snijbare voor, zoodat dekoolliefhebbers nu al reeds van hun eigen gekweektproduct kunnen genieten. Heeft men vorig najaarkoolzaad in den bak uitgestrooid en van 't voorjaarde zoogenaamde woeuwen nitgeplant, dan leverendeze al eenigen tijd snijbare kooien. De vroegerebloemkoolen kwamen bijna alle goed tot haarrecht, de latere bloemkool komt er, dank zij dedroogte en vooral dank zij de hooge temperatuur,veel minder goed af. Vele kooien zijn te vroeg gezeten daardoor veel te klein gebleven, erger is, dat ernog veel meer zijn doorgeschoten. Deze heblienhet bloemkoolmodel verloren, en bestaan nu uit eenwerkelijke collectie bloemen.

Van deze lang niet harde kooien zijn natuurlijknog wel eenige stukjes te gebruiken, b.v. door ze alssoepgroente te gebruiken, maar best is het toch niet.De zoogenaamde „renzenbloemkool" kan wordenuitgeplant op de plaats, waar de vroege aardappelen,dus de muizen, stonden. Valt vroeg de vorst in danleveren ze niet veel, maar laat deze lang op zichwachten, dan kunnen er werkelijke reuzen bloem-kooien worden gesneden. Noodzakelijk is, dat men deplanten voldoende voedsel geeft, dus vloeimest, ofals men heeft een stikstofhondenden kunstmest ofsalpeter, die naast kalk enkel stikstof bevat. DeOliineesche kool toont nu al flinke planten, alhoewelze nog maar enkele weken geleden werd gezaaid.

Waar men ze nog niet heeft verplant, wordt hetuu zoo zoetjes aan tijd. De plantafstanden bedragen

onderling 40 cm. Ook deze plantenzijn dankbaar voor 'n portie mest inwelken vorm dan ook. De tomaten dra-gen nu behoorlijke vruchten, alhoewelze nog zoo groen zijn als gras. Staanze op een niet beschutte plaats, danwordt het noodzakelijk een windsolmtop te zetten, dat de noordenwindentegenhondt en de planten zooveel mo-gelijk van de zonnewarmte laat profi-teeren. De bladeren zijn voor de helftweg gesneden, zoodat de zon overal devruchten kan raken en waardoor hetchemische huishouden naar één zijdegaat overhellen, zoodat de vruchtenbeginnen af te rijpen. Dit toonen zedoor een gezellige gele, later roodekleur aan te nemen. Het is echternoodzakelijk et aan te denken, dat detinten van de buitentomaten nooitzoo fel zijn als die van de kastomaat,vooral als Augustus en September veelregen schenken, wat lage tempera-

De aardappel staal dil jaar wel in hetmiddelpunt der belangstelling. Kooi nooitmeer aan u strikt noodig hebt, de knol-len zijn reeds goed eetbaar, doch langniet altijd voldoende uitgegroeid. Even

wachten is dus de boothchap '

De bloemkool is door de weersomstandigheden niet overal goedgeworden. Waar de plant uit 'n eolleetie afzonderlijke „bloemen"bestaat, kunt v KW product het best roor soepgroenten gebruiken.

24

Page 25: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

turen met zich brengt. Do augurken mogen echternooit een andere kleur vertoonen dan groen, wantzijn dezo geel van kleur geworden, dan is dat hotzekerst o bewijs, dat de vruchten vol zaad zitten.Het plukken geeft dezelfde moeilijkheden als hetplukken van sfamspemeboonen. Regelmatig moetmen de planten afzoeken om de vruchten te vinden.De een vindt de kleine of fijne augurk de lekkersteen plukt ze als ze nog heel klein zijn, de ander laatze zoo lang groeien, dat ze flink groot zijn gewordenen daarom in den handel als grof of als bom wordenbetiteld. Geel mag men ze dus niet laten worden,al is de onderkant van elke augurk groenig geel vankleur, maar dat komt omdat deze onderkant vanhet licht is afgesloten.

Komkommers worden enkel geplukt, als ze eenbehoorlijke grootte hebben verkregen. Dit is nood-zakelijk, omdat de kouikommerplant naar

weer te sluiten. Het oogsten van de vruchten vaudezo plant brengt eon kleine moeilijkheid met zich.Al naar gelang het gerecht, waarvoor men de vracht-jeswenscht te gebruiken, plukt men ze rijp of onrijp.Als de vruchten rijp zijn, zijn ze mooi rood van kleur,moet men ze dus onrijp gebruiken, dan plukt, men zegroen. Natuurlijk kiest men dan nog enkel de vruch-ten, die niet kleiner zijn dan de rijpe, anders is hetin uw eigen nadeel. Zooals do kweekers wel zullenhebben bemerkt, al is men dan werkelijk amateur,zijn bladluis eu spint goen onbekendenin dit gewas.Daar men de vruchten rauw zoowel als gekookt eet,is het zeer gevaarlijk de luiste bestrijden met nicotinein welken vorm dan ook.

Bladluisbeschadiging kent een ieder en ook hetinsect is aan iedereen bekend. Spint verraadt haartegenwoordigheid door geel gespikkelde bladeren,

zelfs door heelgelebladeren. Tijdensde warme dagenhebben deze be-schadigers op deboonen en in dekomkommers vas-ten voet gekregen,waar ze, doordatze aan de onder-kanten van de bla-deren leven, noglang niet zijn ver-dreven. Feitelijkleven zo op bijnaalle cultuurgewas-sen, alhoewel zeaan enkele, zooalspaprika, boonen-soorten, komkom-mers, augurken,meloenen en aard-beien de voorkeurgeven. Water ineiken vorm is 'tgoede eu goed-koope bestrijdings-middel. Wordt pa-prika rauw gegeten

bereikt. Men vergete niet de knollen, zoo groot alseen flinke vuist, aan te aardon. Zij worden dus doorde aarde van 't licht afgesloten, waardoor het vleeschmalscher en witter wordt. Do vreemde verschijningin onze streken, de suikormaïs, bezit nu ook flinkekolven. Om de zaden zoo zoet mogelijk te gebruikenon ze bovendien zoo malsch mogelijk te benutten,mogen de korrels niet rijp worden. Want laat mende korrels rijp worden dan zijn ze steenhard. Menlaat ze dus uitgroeien tot ze een behoorlijkegroottehebben verkregen —u vergelijkt ze maar eens met dokolven, die in de winkels worden aangeboden —doch men wacht niet totdat de korrels geel van kleurzijn geworden. De pofmaïs of cnal ooren moet mendaarentegen goed rijp laten worden, zelfs moet mendeze op een warme plaats nog eenigen tijd latennarijpen. Deze twee vormen van maïs worden dusin zeer verschillende toestanden geoogst.

Om nu eens over te stappen tot een zeer act veelonderwerp, den aardappel. Heel wat jaren is 't ge-leden, dat de aardappel zoo de belangstelling van oonieder had als op dit oogenbiik. Wie er dus in zijn tuinbezit, is er, vanzelfsprekend, uiterst zuinig op.Van den gelen eigenheimer kan men nu oen of tweemaal in de week 'n portie rooien. Men rooit echtersteeds zooveel als men meent noodig te hebben. Doknollen zijn nu goed eetbaar, maar nog lang nietalle uitgegroeid. Dit is dan ook de reden, dat douiterste zuinigheid moet worden betracht. Indienniet dringend noodzakelijk, bewaart men zijn eigen-heimers tot later.

Tijdens het rooien blijken twee dingen. Het eerstowat opvalt is, dat greppels en zijslooten lang niotoveral hunplicht doen. Gedurende de drooge periodeheeft men er veelal niet naar omgekeken ennu loozenze absoluut niet. Ten tweede blijkt, dat muizen enratten lang niet overal zijn uitgeroeid, want nu weaardappelen rooien, vinden we steeds aangevretenknollen. Huisjes en slootkanten herbergen heel watvan deze vraatzuchtige vernielers; om wille van heteigen voordeel zal men werkelijke afdoende maat-regelen moeten gaan nemen, want niets is voor henveilig. Wat ze niet opeten, sleepen ze weg en alle,gewassen, aardappelen, wortelen, knollen, zaden,alles is van hun gading. Hetgeen ze werkelijk op-eten, is misschien niet zooveel, doch wat ze be-schadigen en wegsleepen is ontstellend veel. Alleenalom dezereden moet men zorgen, dat de slootkantenmodel zijn. De kanton worden opgehaalden de gras-band goed kort gemaaid, waardoor zaadvorming inhet onkruid wordt voorkomen. Het is wel is waar'n minder plezierigkarweitje, maar dat daarom nietminder noodzakelijk is. Want. nu de grond weer dooren door vochtig is, slaat het onkruidzaad direct weeraan, schoffelen en wieden zijn nu weer aau de ordevan den dag. De vacanties zijn zoo goed als om, maarelk uurtje, dat we vrij kunnen maken, kan in dentuin nuttig en aangenaam worden besteed.

M. T. STEGEMAN

verhouding slechts weinig vruchten levert.Zooals bekend zijn er komkommers die geleof groene vruchten leveren. De groenvruehtigeplant mag dus geen gele vruchten leveren,doet ze dit wel dan zijn deze vruchtenzoogenaamde zaadbuiken.

Tijdens de warmte hadden de eetbarepompoenen het zeer naar hun zin. Vooral„centenaar" prijkt nu met vruchten, die degrootte van een vijfje hebben bereikt, dus dogroottevan een voetbal. Evenals bij de. augurkmag men dc vruchten niet rijp laten worden,maar moet men ze half rijp oogsten. Wanneerze rijp zouden worden geoogst, hebben zozooveel van hun malschheid verloren, dat zogeon delicatesse moor vormen. Men verwarrede eetbare pompoen niet met do sierkalobas.want van deze laatste is, naar mij bekend,geen eetbaar product te fabriceeren. De

Wl !UU lUIUU'lUllll-l)e augurken moeten belegging gebruikt,groei, zijn als uze oogst, de zomerramenas,

die mooie grooteknollen bezit, doet voor hetzelfde doel dienst.

Do liefhebbers van rauwkost als. boter-liamiuonbileeringkunnen zich te goed doen.Ook al weer dank zij de warmte van degepasseerde dagen, is de smaak van deramenas voel scherper dan andere jaren.Een voordeeltje dus. Ook de boven den grondgroeiende knollen van de glaskoolraap ofkoolrabi hebben het oogenbiik van oogsten

planten van dc eetbare pompoen namen zooveelruimte in., dat de bak er rondom moest worden af-gebroken. De schotten en ramen kunnen nu weer toteen bak worden samengesteld, waarin men verschil-lendezaden, b.v. die van de Russische postelein, kanuitstrooien. Dit is oen bladgroente, die wel nooit ineen winkel wordt aangeboden, of anders bij hoogeuitzondering. Tot zeer diep in den winter beschiktmen over bladgroente als men ten minste den bakvorstvry weet te houden. Snijdt men het af. danvormt het weer nieuwe scheuten, zoodat het ver.schillende malen een portie groente levert. Men zaait't dus in den bak, maar zoor ruim. Het beste is opregels te zaaien, die ltt cm van elkaar af liggen.Komthet op, dan dunt men het zoo, dat de afstanden opden regel ook 10 cm bedragen. De bak doet bij depaprika actief dienst; omdat nu de nachten alweerzooveel koeler worden, is het zaak de ramen 's nachts

De boonen moeten dit jaar geplukt worden eer zede goede maat hebben.

Foto's Panorama-Do Jodb (4), Polygoon (2)

De kostelijke tomaten zijn goed uitgegroeid, numoeien ze nog rood worden.

25

Page 26: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

PETER EN VERONICAVERVOLG VAN BLZ. 23

kwalijk nemen? Ik wil ook niet trou-wen met iemand die me niet aanstaat.Hel zou me spijten als jullie Veronieahiervan een verwijt zouden maken. Alsik het Veroniea niet kwalijk neem,moeten jullie het ook niet doen. Ikzou niet willen, dat er om mij onge-noegen in hnis was. Goedenmiddagsamen."

Wastl liep met groote schreden naarde deur. Büchlcr volgde hem en riepecu van de knechts om in te spannen.Toen hij weer terugkwam, stortte hij alzijn toorn uit over dc zwijgende boerin.Een half uur lang donderde de Bergboerdoor. Toen liep hij dreunend de kameruit on sloeg de deur achter zich dicht.

Intusschen klom Veroniea naar ho-ven door het bergwoud. naar besluitwas genomen. Ze wilde niet naar huisterugkeeren voordat haar vader toe-gaf. Hij zou wel groote oogen opzettenals den volgenden dag Barbara van dealm naar beneden kwam en vertelde,dat zij, Veroniea, voortaan daar bovenhot werk zou doen.

Met langzame, gelijkmatige stappenklom ze omhoog. Steeds steiler werdhet pad. Het gerucht van het dorps-leven stierf in de verte weg en weldrawas zij te midden van het zwijgendewoud,

Na een uur werd het bosch ijler enwerd een golvende grasvlakte zichtbaar.Na een korte rust ging Veroniea verderen weer nam een dicht woud haar op.Eenmaal sprong een hert vlak voor haarover het pad. Prachtig was het om tezien, zooals het tusschen de bruinestammen doorstoot, den kop met hetkpninklijke gewei in den nek.

Onwillekeurig wenschte Veroniea eonjager te zijn en het geweer aan denschouder te kunnen brengen.

Ze lachte luid. „Veroniea, hoe komje op de gedachte!"zei ze tegen zichzelf.

Ze stond als vastgenageld. Haar hartbonsde heftig en een origekende opwin-ding maakte zich van haar meester.Hoe kon dat nu? Hoe kon ze zich zooopwinden over een stuk wild? Hoe konze zoo vurig verlangen naar een geweerom te kunnen schieten? Zoo vurig, dathaar handen trilden en ze een oogenbiikal haar zoTgen vergat?

In de verte hoorde men takken kraken. Het hert scheen dus het lager gelegen jongehout te hebben bereikt.

Aarzelend ging Veroniea verder. Ein-delijk stond ze op de Zanglerplatte.Diep beneden in het dal weidden dekoeien en ginds, op de tegenoverliggendehelling, lag de almhut.

Veroniea keek rustig rond. Eindelijkvonden haar oogen wat ze zochten.Daar beneden scheen een kapplaats tezijn. De pas geschilde stammen lichttenin de zon. Zonder zich lang tebedenken,keerde zij zich om en suisde de hellingaf. Het was niet moeilijk de kleinehouthakkershut te vinden, maar ze wasleeg. Er lagen alleen een zaag, eenpaar bijlen en wiggen en een gepakterugzak.

Natuurlijk, wat zou Peter ook in dehut doen op zoon mooien Zondag-middag? Hij klauterde natuurlijkergens in de rotsen rond. Of hij zativ de een of andere sennhut en hieldde sennerin gezelschap. Veroniea zettedie gedachte van zich af. Ze schuddezorgvuldig het leger van mos wat op enkeerde toen langzaam en treurig op haarschreden terug. Toon zo weer op deZnnglorplalto stond, was de zon al eenheel eind gedaald. Zij stond net in oen

bergspleet, een groote. gloeiende bol, diemet zijn vuur al do bergtoppen in donomtrok rood kleurde.

Langzaam daalde ze de helling af enstond weldra voor de almhut. Hel waseon groote, stevig gemotsolde hut meteen ver uitstekend dak, waaronder dezwaluwen hun nesten hadden.

DERDE HOOF DSTUKBarhl was juist klaar met melken en

dreef de koeien de staldeur uit. toen zeVeroniea ontdekte. Ken breede grijnsverhelderde het gezicht van de oudosennerin. Ze verheugde zich ovor hetbezoek en vroeg meteen, of zij diennacht wilde blijven. lk blijf don heelenzomer," antwoordde Veroniea.

„Wat zeg je?" De oude was bard-hoorend en Veroniea moest haar luidin het oor schreeuwen, dat ze den hooienzomer wilde blijven en dat Barbaramorgen heel vroeg naar het dal moestafdalen.

Toen Barbl het eindelijk had ver-staan, keek ze eerst heel verbluft.„Waarom moet ik naar het dal f" vroegze toen

„Omdat ik niet langer thuis wil blijven."

„Ben je ziek?" vroeg de oude, haarmedelijdend aankijkend. „Ja, je ziet erheelemaal niet goed uit, je bent orgbleek. Maar in deze lucht zul je welgauw weer opknappen. Ja, en als iktoch naar het dal moet, ga ik lievermeteen. Ik wil niet in het donker gaan.Kom, Veroniea, dan zal ik je alleswijzen."

En terwijl Bartd zich verkleedde enonophoudelijk babbelde, stond Veronieaniet gekruiste armen voor het vensteren staarde naar de kale rotswanden,waarlangs langzaam de schaduwen vanden vallenden nacht ouihoogkropen.Alleen de toppen glansden nog in hetavondrood. Eensklaps wendde zij zich

„Komt Peter Mareus hier wel eens*"„Peter? Die haalt eiken dag melk."Eindelijk was Barbara reisvaardig en

Veroniea deed haar tot aan de bronuitgeleide.

Het werd steeds stiller. De duisternisviel en aan den hemel werden desterren zichtbaar. Veroniea zat bij dcbron en staarde naar beneden in dediepte, waar de lichtjes der huizen fon-kelden. Nu eerst voelde zij zich onuit-sprekelijk eenzaam. Maar morgen zouPeter komen en dan zou ze zich eerstachter de deur verstoppen en ver-kneukelen over zijn verbluft gezicht.„Daar ben ik nu, Peter," zou ze zeggen.Of nee, het was misschien beter om nietste zeggen, maar alleen de armen om zijnhals te slaan en hem te kussen tot zegeen adem meer had. Die taal kon nie-mand verkeerd begrijpen.

Juist toen Veroniea de hut wilde bin-nengaan, hoorde ze schreden langs hetpad naar beneden komen. Zekeek om entuurde scherp naar het bosehhekje. Erkwam iemand aan. Hij opende hethekje en stond een oogenbiik later voorde hut.

Het was Huifen-Lenz, een oude hout-hakker, die bovendien kruiden ver-zamelde en veel opde almen rondschar-relde, sedert hij te oud was geworden omte werken. Hij herkende Veroniea eerstniet en hield haar voor de oude Barbara.

„Ben je nog op, Barbl?" vroeg hij.„Mooi. dan kan ik door de deur binnen-komen. Ik was anders ook wel op den

WAMÉL mmTmW^mW^^■■F'-f___K-s I-K^IbHJ ________p___3v

m\^m\\\\m^mWk\. _________}

5TE1K - j(H ELASTISCH " KLEURECHT

~v—j$l„Uw tanden p -Wf J’ j' Tr

zijn in gevaar, 0^p)(^^/fezonder dat U L^ 5"^^^^^

het vermoedt!" ■/ ,\^*-n J^^fcülX^Geen pijn, geen uiterlijk waar- 1^ :f"'?'""-""_^"t\Y~ I"neembaar teeken waarschuwt U il' *-1k ' ___—__B=z=_ 1—

voor den gevaarli jkstenvijand Uwer#/Door tijdige maatregelen zou

tanden: het tandsteen. Wanneer deze tand te redden zijn ge-il zijn verwoestende uitwerking weest."begint te merken, is het te laat.Slechts één ding helpt: tijdig voor- ikomen. Raadpleeg Uwtandarts ten f""*—.minste ieder half jaar. Hij zal U __^^^^kl_Jadviseeren: „Gebruik Solvolith- \% \~1tandpasta!" Dan hebt U dubbele —Ak.bescherming tegen tandsteen: yy Jl^^\.1. Solvolith verwijdert tandaan- / V^sk \slag en voorkomt daardoor het yL a t^-. \

ontstaan van tandsteen. X.v\_ / l y2. Solvolith is samengesteld met / j*- .—\ \

natuurlijk Karlsbader Bronzout. S fj I X IDaardoor wordt het reeds aan-wezige tandsteen Opgelost. Deze bruine„aanslag" aan den

achterkantvan dentand is tand-mm

V ANNONCESf BETREFFENDE

GEIVEESIHIDDILI I\BW GENEESWIJZENworden in dit blad slechts opgenomen, indien zijvooraf voorzien zijn van het stempel „Geenbezwaar" tegen de plaatsing, afgegeven doorde Commissie van Controle op de Aanprijzing vanGeneesmiddelen en Geneeswijzen, waarvan het

Secretariaat is gevestigd:SEGBROEKLAAN 33 - 's-GRAVENHAGE

26

Page 27: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

hooizolder gekropen. Heb je niet nogeen borreltje voor me, Bfirbl?"

„Ik ben Barbl niet." antwoordde\ eronica, „maar een h..rreltje kun jevan mij ook krijgen, Lenz!"

Eerst toen de oude man dichterbijkwam, herkende hij Veroniea. „Zoo,ben jij het," lachte hij toen. „Hoe komjij zoo boven?"

Op mijn voeten. Vliegen kan iknamelijk niet. En waar kom jij zoolaat vandaan?"

„Ik ben vandaag op de Mitsoheider-alm geweest. Och. wat was het daarlollig! Er waren vacantiegangers enwe hebben nog gedanst. Steffl Gring-liuger was er en Silvoster Haufernaueron Peter.Mareus en nog veel meer."

„En waar isPeter gebleven?" vroeg zeteleurgesteld. Zijn verdriet was blijkbaarniet zoo heel groot, dat hij nog kondansen en vroolijk zijn.

„Die is met me meegegaan tot hierbijhet hek. Ja, als ik had geweten, dat jijhier was, zou ik hem wel hebben meege-bracht."

Veroniea bedacht, dat de oude eenborreltje wilde. „Laten we naar binnengaan," zei ze. en ging hem voor.

„Daar boven op de kast staat deflesch. Wacht, die kan ik wel op hetgevoel vinden en een glaasje heb ikuiet noodig, ik drink zoo uit de flesch,dat spaart je de moeite van het in-schenken," zei Lenz gedienstig.

„Je weet hier goed den weg," ant-woordde Veroniea lachend.

De oude had de flesch genomen ennadathij een flinken slok had gedronken,zette hij zich op de haardplaat, nam deflesch tusschen de knieën en zei: „Ikben op iedere alm thuis. Alsmen zoo langin de bergen heeft rondgezworven als ik,kind. dan kent men den weg."

Veroniea zette zich op de bank voorhet venster. Intusschen was de maanboven denberg gestegen en wierp haarmilde stralen door de kleine ruiten naarbinnen. Veroniea wendde het hoofdeen weinig om. „Is hij erg vroolijk ge-weest?"

„Wie?"„Peter Mareus!"„O, bedoel je dien.Of dievroolijk was.

Eigenlijk niet zoo bijzonder. Maar nee,zPg, zingen dat hijkan! Zoon stemis eengave Gods."

Veroniea stond op en nam Lenz deflesch af. „Voor vandaag is het nu welgenoeg, Lenz. Ik heb niet geweten, datje zoo kunt pimpelen!"

„Ik heb ook niet geweten, dat jezoogesteld bent op Peter Mareus. Maar jehebt gelijk, Veroniea. Jullie beidenpassen bij elkaar als almenrausch enedelweiss. Ja, ja,de liefde isiets moois!"

„Loop heen, wat weet jij van deliefde!"„Ja, denk je soms, dat ik nooit jong

"en geweest? Ja, er heeft er me eentjevoor den gek gehouden en toen had ikgenoeg van de vrouwen. Ze had metrouw beloofd en ze heeft misscliien ookwel van me gehouden. Maar toen ik uit«e gevari ik be-loel uit de inrichtingkwam, was zij intusschen met een andergetrouwd."

„Heb je dan al eens opgeslotengezeten?"

„Eens? Al drie keer!"„Maar waarom dan?"De oude maakte het gebaar van een

geweer aanleggen en zei: „Pief paf!"„Heb je gestroopt?"„Dat deed vroeger iedere houthakker.

Ik geef toe, dat ik het wat bont hebgemaakt. Een keer heeft de jachtopzie-ner me gesnapt en toen schoten er twee.Hij was niet dood, slechts lichtgewond.Toon heb ik twee en een half jaargekregen. Dat was do eersto keer. De

tweede maal was het drie jaar en toondrie on oen half."

„Dat is samen negen jaar." zei Vero-niea huiverend. „Kon je het dan nietlaten?"

Lenz schudde het hoofd. „Als het jeeenmaal te pakken heeft, dan laat het jeniet meer los. Het is als oen ziekte, netzit in je bloed."

„Maar tegenwoordig doe je het tochniet meer?"

„Omdat ik niet goed meer zie. Mijnoogen hebben erg geleden in de gevange-nis."

Misschien had Huifon-Lenz wat toveel alcohol gedronken en was hij eenweinig aangeschoten, want hij begonhaar van zijn leven te vertellen.

De koekoeksklok sloeg middernachttoen ze uit elkaar gingen. De oudebeklom het laddertje naar den hooi-zolder, terwijl Veroniea zich naar dorechts gelegen slaapkamer begaf. Zehad den deurknop al in de hand en denoude reeds goedennacht gewenscht.toen ze eensklaps vroeg: „Hoor eens.Lenz....!"

„Wat is er?" vroeg deze, reeds halver-wege de laddeT.

Ik dacht net. ... ik bedoel. . . . hebje het geweer nog?"

„Welk geweer?"„Waarmee je gestroopt hebt."ITit het donkerklonk een onderdrukt

gegichel. „Dat heeft men mij toenafgenomen."

„Dus jehebt er geen meer?"„Waarom vraag je dat? Wil jij soms

rdt stroopen gaan, meisje?"„Ach wel nee! Stel je voor! Maar

schieten kan ik goed. Vroeger in Altdorfhebik eens allemaal twaalven geschoten.Peter was er ook bij. Goedennacht.Lenz!"

„Goedennacht, Veroniea!"De deur ging dicht, de grendel werd

er voor geschoven. Toen werd het stilin de hut.

Den volgenden morgen was Veronieaal vroeg wakker. Ze dreef de koeien uitde onderste almweide naar boven naarden stal en begon to melken. VoordatLenz vertrok, zei hij nog: „Ik heb nogwel een buks. Een besto! Ik zal hem eensmeebrengen."

Veroniea, die juist zat te melken,antwoordde «onder op te kijken. „Ja,breng hem maar eens mee. Voor eenmeisje hier alleen is het altijd wel goedals ze iets heeft, waarmee ze zich ingeval van nood verweren kan. Er zwerftvaak genoeg slecht gespuis door debergen."

Na het melken dreef Veroniea dekoeien weer naar binten.' Ze veegdenetjes de hut aan en wachtte voor denhaard tot het koffiewator kookte.

Helder scheen de morgenzon door deopen deur en toekende gouden strepenop den wand. Daar gleed een schaduwlangs het raam en Veroniea verstoptezich haastig achter de deur.

In hemdsmouwen, zonder hoed, zoovan zijn werk, kwam Peter de hut bin-nen. „Hé, B&rbl! Waar zit je nn weer?"

Geen antwoord. Peter zette zijn melk-flesch op tafel en wilde naar den stalgaan. Hij moest de lichte scliredenachter zich gehoord hebben, want hijdraaide zich bliksemsnel om en oenuitdrukking van schrik gleed over zijngezicht. Met open mond, of hij ietswilde zeggen, staarde hij Veroniea aan,maar hij kon geen geluid uitbrengen.

„Wel?" vroeg ze. „Waarom zeg jeniets?"

Dat gaf hem eenigszins zijn zelfbe-heersehing lenig. Er verscheelt eendiepe rimpel tusschen zijn wenkbrau-wen.

Wordt vervolgd

De moderne vrouwheeft veel verplichtingen. Zij gaat uit, wanneer het haarschikt en wil niet meer van de „verloren dagen" uitgrootmoeders tijden weten. Daarom waardeert zij demoderne Camelia-Hygiëne, die haar zekerheid, onver-moeidheid en absolute bescherming geeft.

het betrouwbare verbandNederlandsche Camelia Maatschappij N.V.Amsterdam-C, Keizersgracht 453

Êfr\W ?^MO 'tt-AADEN LELIEBLANK\am -CTr\flflOüÉ£jg__? Öt,k- a' '""t'l l" dag aan dag in het huis14^ .Ir-'Jt--^amftfi houden bezig, ookaldoet I heel de wasehVS SjffflEüMS^ in huis, Tl RCO houdt l w handen lelie

l| Niet Tl RCO gaat lief werk eens zoo licht!' lfiH_F . '^ v"al 's 'u ''*'" o""m>z'°" nan kant.W de waseh zonder moeite helder wit. zoo-

TURCOh geen surrogaat. Hei dat l' gemakkelijk tijd over hebt om ookh een volwaardig wasLhmiddel. [Tw fapijten eens een extra beurt te ge.enaal reeds jaren ooor den oorlog . -ri-lS*". "_ .._____. i -i-i i»_-, vm Amerika populair was. Be- "" ' ' 'RCO. L Zult CCHS ZICH IIOC I l l.( Oval geen bijlende bestanddeelen (Ie kleur Ophaalt.

of schüurmiddelen. 111--v— ) Hot dienstmeisje in oon pakje___Kjj,..j._ij_'_r29-Pamy._m«VOOK DC wasch .de vaat -1 vv tapijten geverfd houtwerk

27

Page 28: Panorama : geïllustreerd weekblad in koperdiepdrukDe grootebloeiperiodenvan onze bouwkunst toonen tevens de voortreffelijk. mogelijkhedenvan ditmateriaal. Dochnietaltijdis debaksteen

"T^ve held van den nieuwen roman in onze Kennemer Serie is een woud-I J looper, maar een woadlooper tegen wil en dank, een begaafd man,

die om een onbeteekenend vergrijp tot dwangarbeid wordt veroordeelden, dank zij een genadeloos strafstelsel, gedwongen wordt te kiezen tusscheneen vreugdeloos en uitzichtloos bestaan als dwangarbeider of het leven vaneen vogelvrije in de wildernis. Hij kiest het laatste, doch hij wordt geenroovende en moordende misdadiger, maar een ridderlijk strijder, die voorzich en de zijnen één doel nastreeft: terugkeer in de geordende samenleving.Hij wordt in dezen feilen en verbitterden strijd gesteund door het meisje,dat in hem gelooft en verdedigt tegen alles en iedereen, omdat zij hemliefheeft. Daarom is deze roman uit het woudloopersleven niet alleen eenavontuurlijk en spannend, maar ook een treffend en roerend verhaal vantwee menschen, die hun strijd tegen onbarmhartige en barbaarsche wantoe-standen bekroond zien met de schoone belooning van hun eigen levensgeluk.

Het boek is verkrijgbaar bij onze kantoren, agenten en bezorgen of bij denboekhandel tegen den prijs van f 0.32% voor een ingenaaid of f 1.05 voor eengebonden exemplaar. Franco toezending per post geschiedt na ontvangst vanf 0.42% voor een ingenaaid boek of f 1.20 voor een keurig gebonden exemplaaroan ons hoofdkantoor te Haarlem. Dit bedrag kunt u zenden per postwissel ofwelstorten op postrekening 142700 van de administratie van Panorama te Haarlem.

Bestel nu terstond een exemplaar, wantde kant, dat dit boek blnnan korten

t tijd Is uitverkocht, is zeer groet.