P.209.647 Jaargang 43 Juli … · zat in een verhuis en natuurlijk help je dan. ... Als ik die weg...

12
1 P.209.647 3-maandelijks TIJDSCHRIFT Jaargang 43 Juli-aug-sept 2017 www.pietersimenon.be/home-fondsenwerving Hier vindt u ons tijdschrift in kleur en ... nog veel meer

Transcript of P.209.647 Jaargang 43 Juli … · zat in een verhuis en natuurlijk help je dan. ... Als ik die weg...

1

P.209.647 3-maandelijks TIJDSCHRIFT Jaargang 43 Juli-aug-sept 2017

www.pietersimenon.be/home-fondsenwerving Hier vindt u ons tijdschrift in kleur

en ... nog veel meer

2

Afscheid Sommigen onder u zullen misschien denken: hoort dit nu thuis in de JA. Anderen weten intussen dat ik meestal schrijf zoals ik voel en zullen zich Mischa nog herinneren van een eerdere JA.

De vakantie was nog net niet begonnen. Eén van mijn kinderen zat in een verhuis en natuurlijk help je dan. Daarnaast bezoek ik dagelijks mijn moeder van 87 en doe daar het nodige. Zo was het ook op de avond van de 27ste juni. Na mijn werk ging ik nog een paar uurtjes naar mijn dochter. Mischa, mijn hond, ging mee, zoals altijd. Arme oude duts (hij was 15 jaar) wat was hij misschien graag wat meer thuis geweest lekker in de tuin genietend van zijn oude dag. Mijn leven is echter nog druk.

Nadat ik klaar was bij mijn dochter, ging ik snel naar huis. Ik moest nog eten naar mijn moeder brengen voor de volgende dag en toen is het fout gegaan. Mischa moet zonder dat ik het gemerkt heb, weggelopen zijn. Ik dacht dat hij gewoon de achtertuin ingelopen was, zoals hij meestal doet. Toen ik terugkwam van mijn moeder bleek hij echter weg te zijn. Wat was ik ongerust! Tot half drie ’s nachts heb ik heel mijn dorp doorkruist. Telkens ging ik terug naar huis in de hoop dat hij er zou zijn, maar neen. De politie had ik al op de hoogte gebracht. Met de jas en schoenen nog aan ging ik uitgeput even op de bank liggen om daarna om half zes weer in de auto te kruipen. Tot in Neerpelt zocht ik, jammer genoeg niet richting Lozen. En net daarheen bleek hij gelopen te zijn. Hij had in het midden van de nacht een tocht van 6 km afgelegd. Ik kan zijn eenzaamheid en verwardheid bijna lijfelijk voelen. Als ik die weg nu rijd, voel ik me misselijk worden van verdriet.

’s Morgens kreeg ik een telefoontje van een dierenarts dat Mischa binnengebracht was. Maar goed dat hij gechipt was. Hij was aangereden maar leefde nog. Een lieve engel, Wanda, had hem onder een vangrail langs het kanaal zien liggen en bracht hem naar een dierenarts. Aanvankelijk leken de verwondingen mee te vallen. Twee dagen reed ik op en neer tussen huis en dierenarts. Wat was ik blij dat hij mij herkende en zijn kopje in mijn handen legde. Zijn hartje had door het ongeluk en de shock flink geleden. Toch kreeg ik de tweede dag goede hoop dat het allemaal in orde zou komen. Tot de volgende morgen. Om acht uur belde de dierenarts. Mischa was in zijn slaap overleden. Wat een verdriet! Mijn maatje, dat ik toen hij 6 jaar was uit het asiel haalde en dat nu al 9 jaar bij mij was, was er niet meer. Wat mis ik hem! Wat een verdrietige manier om te sterven! Het is stil in huis. Alles lijkt anders. De tuin heeft zijn kleur verloren, de kamer zijn warmte. Ondanks al mijn verdriet of juist door dit verdriet en gemis, ben ik ook meer gaan denken aan zoveel mensen die hun partner, hun kind, of iemand van wie ze houden, moeten missen: door de dood, door conflicten, of om welke reden dan ook. Maar ook aan al die vluchtelingen, mensen die radeloos op weg gaan, hun kind op de schouders of aan de hand, met niets bij zich dan wat ze aan hebben. Wat moeten deze mensen eenzaam, bang en hulpeloos zijn! Wie is er naar hén op zoek? Wie raapt hén op? En zeker confronteert dit me met de eenzaamheid van onze jongens. Zeker van hen, die op zichzelf aangewezen zijn, die geen vrienden hebben of familie die zich om hen bekommert. Hoe kwetsbaar zijn ze allemaal en hoe verschrikkelijk alleen.

Een verdrietig voorwoordje en het enige wat ik kan bedenken is: hoe kunnen we nog harder ons best doen voor mens én dier, minder onverschillig zijn voor al het leed dat we om ons zien en milder in ons oordeel over anderen. Ik weet alleszins, dat ik, hoe hard ik mijn best ook meende te doen, nog beter had moeten kunnen. Zó kwetsbaar is leven!

Rosa

3

Het verhaal van een jongere (Jaarverslag dagcentrum De Teuten 2016)

In het Dagcentrum meldde zich via het (Ondersteuningscentrum Jeugdzorg) een jongere aan met agressie naar zijn mama. Het ging over een gescheiden gezin afkomstig uit Marokko. Omdat mama niet altijd verstond wat haar zoon bedoelde (taalprobleem), wist ze niet altijd of ze hem juist begreep. De relatie met de zus van de jongere was eveneens niet constructief. Er waren veel conflicten, waarin vooral jongere Y zich negatief gedroeg. Tevens liep het huiswerk niet goed en waren er ook daardoor vaak veel ruzies. Mama gaf aan dat ze het soms heel moeilijk had om met de kinderen naar de winkel te gaan. In de winkel was vooral het gedrag van haar zoon negatief. Voor mama was het moeilijk om in het openbaar te sanctioneren

In de individuele begeleiding werd oriënterend gekeken naar het gedrag van deze jongere. Er werden signalen vastgesteld waardoor we het vermoeden hadden dat hij ASS zou kunnen hebben. We schakelden een kinderpsychiatrisch centrum in om onze bevindingen te onderzoeken. De jongere bleek inderdaad ASS te hebben en kreeg aangepaste medicatie.

Om de relatie tussen broer en zus te verbeteren en te versterken, werd de zus eveneens in het dagcentrum opgenomen. We werkten hier op maat en zetten beiden vaak aan een gezamenlijke opdracht.

Intussen veranderden we onze aanpak voor deze jongere met ASS. We zorgden voor een duidelijkere structuur in het Dagcentrum en ook thuis. We zorgden voor picto’s, op maat. We gaven deze jongen verantwoordelijkheden daar waar hij zijn talenten kon inzetten. Deze jongen kon goed bouwen en tekenen. Jongere Y kreeg hierdoor vaak positieve bevestiging en zijn negatief gedrag werd minder.

Intussen beheerste de mama de Nederlandse taal steeds beter en ze ging regelmatig naar Elimar (onderdeel van CIG De Zeshoek vzw). Zij organiseren ontmoetingskansen voor moeders met jonge kinderen in een buurthuis in Lommel. Ze vond hier vriendinnen waarmee ze over allerlei onderwerpen kon praten.

Na een tijdje kon in het dagcentrum het thema “papa” aangehaald worden. De vader van deze twee kinderen was vaak fysiek agressief naar mama geweest en hiervan waren de kinderen vaak getuige. Voor mama deden de buien van haar zoon denken aan de aanvallen van haar man destijds. Deze agressie was wel minder erg door de medicatie, maar zorgde voor nog veel vragen bij moeder, dit ten koste van de zus.

Na anderhalf jaar begeleiding, bleef mama heel bezorgd over de toekomst van haar zoon. Haar grootste angst was dat haar zoon werd zoals haar ex-man. Samen met mama en de consulent dachten we dat een internaat de beste oplossing zou zijn. Ondanks een goede Westerse inburgering, was dit in de cultuur van mama in eerste instantie heel moeilijk. Wat zouden de anderen hiervan zeggen? Voor haar was dit haar zoon, en in hun cultuur 'man' in huis. Het uit huis halen en door anderen laten opvoeden was dan ook niet evident. Toch vond ook mama dat er vervolghulpverlening nodig was.

We gingen samen met mama en zus op pad om dit zo duidelijk mogelijk te maken. We brachten meermaals een bezoek aan een internaat. We gingen samen op gesprek in de school. We spraken over de dagdagelijkse dingen. Na 2 jaar was er een vrije plaats voor de jongen op een internaat. We begeleidden mama en zoon samen naar dat moment. Voor de jongen was het heel moeilijk maar naarmate de tijd verstreek, leek de structuur op het internaat alleen maar voordelen te hebben.

In nazorg kon mama alleen maar lof spreken over haar begeleiding. Vooral het samen op weg gaan met respect voor 'tijd' om zich in te leven, werd als meest voornaam benoemd. Mama is zelf in begeleiding gegaan om haar eigen angsten een plaats te geven. Dit zorgde voor aangename weekends als ze met hun drietjes thuis waren.

4

Een handicap met vele gezichten

Autisme is onzichtbaar en heeft bovendien vele gezichten. Elke persoon met autisme is uniek. Omdat de handicap zich zo verscheiden manifesteert (het aantal kenmerken, de ernst van de kenmerken, de aanvangsleeftijd) en met een verschillende intensiteit, bestaat er niet zoiets als typisch autistisch gedrag, maar wel vele varianten in een breed spectrum (vandaar autismespectrumstoornis). Autisme heeft invloed op alle levensdomeinen in alle levensfasen en vertaalt zich in zwakke én sterke kanten.

Benaming

Door de diverse uitingsvormen krijgen de moeilijkheden en kenmerken verschillende diagnostische benamingen: autisme, autistische stoornis, syndroom van Asperger, PDD-NOS, atypisch autisme, autismespectrumstoornis of andere. In DSM-5 is echter enkel nog sprake van een autismespectrumstoornis. We gebruiken verder de term autisme.

Wat is autisme?

Autisme wordt gekenmerkt door een andere informatieverwerking van de hersenen. Informatie die via de zintuigen binnenkomt wordt bij mensen met autisme anders verwerkt. Ze hebben moeite om de details die ze waarnemen te verwerken tot een samenhangend geheel, dit vraagt extra tijd en energie. Veel mensen met autisme zijn hierdoor ook over- of ondergevoelig voor bepaalde prikkels, zoals geluid, geur of aanraking. Ze kunnen dan wel eens reageren op een manier die voor een buitenstaander onbegrijpelijk is. Deze andere manier van informatieverwerking heeft verder onderstaande gevolgen.

Sociale communicatie & interactie Het is voor mensen met autisme niet vanzelfsprekend om zich in te leven in de gedachten, gevoelswereld en bedoelingen van anderen. Hierdoor kan contact leggen en/of onderhouden moeilijk zijn. De andere ervaart in de relatie soms een gebrek aan wederkerigheid. Mensen met autisme begrijpen sociale regels niet uit zichzelf. Ze kunnen deze leren, maar dit vraagt extra energie. Mensen met autisme nemen communicatie en taal - gezegden en beeldspraak - vaak letterlijk. Ze hebben het vaak moeilijk met het opmerken, interpreteren en zelf gebruiken van non-verbale signalen, zoals intonatie- of volumeverandering in de stem, gezichtsexpressies en gebaren. Hierdoor kan verwarring en miscommunicatie ontstaan. Over sommige onderwerpen kunnen mensen met autisme heel uitvoerig praten zonder dat er sprake is van een echt heen-en-weer gesprek. Voor hen is een afspraak een afspraak, een regel een regel.

Routines en specifieke interesses Mensen met autisme vinden het niet gemakkelijk om zich een voorstelling te maken van zaken die niet in het hier en nu aanwezig zijn. Hierdoor hebben ze moeite met plannen en organiseren. Dit uit zich soms in rigide gedrag of het vasthouden aan regels en rituelen. Dit geeft hen een gevoel van houvast, veiligheid en structuur. Een verandering in hun routine of een nieuwe situatie kan verwarring veroorzaken en leiden tot paniek. Ze putten rust uit het soms uren bezig zijn met hun specifieke interesses en genieten vaak van herhaling. Mensen met autisme hebben vaak sterke fascinaties, die voor buitenstaanders als bijzonder worden ervaren.

Autisme in cijfers

In Vlaanderen leven ongeveer 42.000 mensen met één of andere vorm van autisme. Bij één geboorte op 150 is dus sprake van een autismespectrumstoornis. Binnen het gehele spectrum heeft iets minder dan de helft ook een lichte tot ernstige verstandelijke beperking; de anderen zijn normaal tot hoog begaafd. Autisme komt het vaakst voor bij jongens: 3 à 4 jongens tegen 1 meisje. Bron: www.autismevlaanderen.be – Vlaamse Vereniging voor autisme vzw

5

Komen en gaan … In een werking als Pieter Simenon is het regelmatig een komen en gaan van mensen. Ieder jaar komen nieuwe stagiaires. Er zijn mensen die voor een carrièreswitch kiezen binnen of buiten Pieter Simenon, zoals Patricia na een loopbaan van 18 jaar bij ons in JPS. Peggy Pittoors werd recent aangeworven als methodisch coördinator. Zij schrijft over haar eerste indrukken in JPS terwijl Patricia een afscheidswoordje richt aan haar collega's.

Op 1 mei 2017 ben ik gestart als methodisch coördinator in de Jongerenwerking Pieter Simenon. Ondertussen werk ik hier nu bijna drie maanden. (N.v.d.r. 'Eind september wordt dit 5 maanden.') Ik maakte de overstap omdat ik opnieuw wilde werken met jongeren. Ik vertrek daarbij nog steeds vanuit het cliché dat jongeren onze toekomst zijn. Ik ben steeds van de overtuiging dat, hoewel je vaak weinig onmiddellijke resultaten en/of dankbaarheid ervaart, dit zich uiteindelijk in het leven van de jongere toch uit. Vaak gebeurt dat op de meest onverwachte manieren en momenten en heel vaak hebben we daar als medewerker ook geen terugkoppeling van.

Mijn eerste ervaringen binnen JPS kan ik verwoorden met “verwondering en bewondering”. JPS kiest bewust om aan de slag te gaan met complexe situaties en blijft hierbij geloven in positieve groei en mogelijkheden van jongeren. Medewerkers zetten zich in om kansen te creëren en te geven aan jongeren die soms op vele andere plekken deze kansen hebben opgebruikt. Daarbij houden zij een open kijk, een positieve ingesteldheid en zijn zij vooral hoopvol realistisch m.a.w. een perfecte mix van ingrediënten om succesvolle begeleidingen op te zetten. Iets wat mij persoonlijk inspireert en tot nadenken stimuleert. Ik ben dan ook trots en dankbaar dat ik hier een deel van mag uitmaken. Peggy

Mensen komen

En gaan … Beste collega's, Vandaag keer ik de laatste bladzijde om van mijn loopbaan in Jongerenwerking Pieter Simenon en begin ik aan een nieuw hoofdstuk in mijn leven. 18 jaren geleden startte ik mijn loopbaan in de leergroep om vervolgens te eindigen als coördinatie. Ik heb leuke momenten gehad, ik heb onroerende momenten gehad, ik heb spannende momenten gehad, ik heb een leerrijke tijd gehad. Kiezen is verliezen zeggen ze altijd! Ik kijk met een warm hart terug naar mijn tijd binnen Pieter Simenon. Nu kijk ik uit naar nieuwe uitdagingen, nieuwe kansen, een tijd waar ik mijn kennis ga overbrengen naar mogelijke toekomstige collega's van jullie. Het gaat jullie goed... Ik zeg hierbij tot ziens maar geen vaarwel want ergens komen we elkaar zeker nog eens tegen al is het in een andere setting. Patricia

6

EN OOK ARLET ZAL GAAN … MAAR GELUKKIG NOG NIET METEEN Haar vertrek is weliswaar pas gepland voor over 2 jaar, maar zij zal de komende JA’s voor u haar loopbaan in JPS in beeld (lees in tekst) brengen. Het is een ontroerend mooi (vervolg)verhaal geworden. Zeker een reden om ook de volgende JA's te lezen.

Pensioen Over precies 2 jaar ga ik met pensioen. Ik zal dan zo’n 35 jaar in Pieter Simenon gewerkt hebben. 35 jaren vol mensen, ervaringen, levenslessen, evoluties. Een schat aan mooie herinneringen en beelden, opgeslagen in mijn hoofd en in mijn hart. Graag wil ik er een aantal met jullie delen.

Arlet, 1 augustus 2017

1. Werken in een project Vanaf dag 1 werkte ik in een project van Pieter Simenon. Een project is apart, eigenwijs, autonoom, alternatief, experimenteel. Ons project volgde vele evoluties, kwam tegemoet aan noden. Ons project heeft vele gezichten gehad. Het Werkatelier was oorspronkelijk een plaats waar de werkloze jongens van het begeleidingstehuis een bezigheid vonden. Gaandeweg gingen we meer richting werkvoorbereiding en werd de Jobdienst in het Werkatelier geïnstalleerd. Toen de leeftijd van de leerplicht verlaagd en het deeltijds onderwijs opgestart werd, gingen we een stap verder en werden we Brugproject Werkatelier, een door het Ministerie van Onderwijs erkende leerwerkplek. We zetten toen onze deuren al een beetje op een kier voor jongens die niet in Pieter Simenon waren opgenomen en die elders geen kansen kregen. De Dienst Tijdsbesteding DTB vond in die periode zijn oorsprong bij ons: we begeleidden zowel school- als werksituaties. Voor jongeren die vastliepen in de leergroep zochten we woonwerk-plaatsen, de voorlopers van onze huidige projectplaatsen. Later verhuisde de DTB naar het begeleidingstehuis. Als je een hele dag samen met een jongere werkt, komt er veel naar boven: jongeren vertellen hun problemen, zorgen, verdriet. Terwijl er gewerkt werd, luisterden we naar hun verhaal en trachtten we hen verder te helpen. Het brugproject werd een keurslijf: de productie belette ons bezig te zijn met de jongeren zelf. We zagen de nood aan opvang voor jongeren die vastliepen op school, in het werk, thuis, in hun voorziening. Onze organisatie ging er akkoord mee dat we het roer omgooiden: Project A werd opgericht met de A van anders, actie en afhakers: een experiment. Project A werd van bij aanvang opengesteld voor externe jongeren. Met meisjes werken was nieuw voor ons, een echte uitdaging. Toen onze overheid het modulair kader installeerde, kwamen Project A en het Project Ervaringsleren (het 2de langdurige project van Pieter Simenon) onder de module ondersteunende begeleiding. Aanvankelijk bleven beide projecten gescheiden, maar de laatste jaren staan we samen sterk onder APPèL, de ondersteunende begeleiding met een intern en een extern luik. We werken deels met jongens van CANO-Pieter Simenon maar ook met jongeren uit de rechtstreeks toegankelijk hulp. De uitbouw van de RTJ (rechtstreeks toegankelijk jeugdhulp) in Pieter Simenon is weer een nieuwe evolutie, een nieuwe richting die we inslaan, samen met onze collega’s van het Dagcentrum en Positieve Heroriëntering.

7

Werken in een project is uitdagend. Er is veel vrijheid om dingen te proberen, out of the box en creatief te denken, nieuwe ideeën te lanceren. We hebben op dat vlak een prachtig parcours afgelegd en mogen afleggen. Op een afstand van het moederhuis werken, is soms comfortabel, soms bevreemdend. Het leek soms alsof wij een buitenbeentje waren. Het dreigde soms een wij-zij-verhaal te worden. Erbij willen horen, elkaar blijven zoeken en vinden was met momenten echt een opdracht. Aan autonomie is verantwoordelijkheid verbonden. Een eigen locatie om zelf te onderhouden, zelf je centen en administratie/registratie beheren en verantwoorden, instaan voor veiligheid en kwaliteit, communicatie naar toeleiders en ouders toe. Dit zijn punten die we hebben moeten leren en die soms voor overdruk zorgden.

2. Hoe het begon… Tijdens mijn opleiding binnenhuisarchitectuur werd het mij duidelijk dat ik in die job wel mijn creativiteit kwijt kon, maar ik miste het luik 'de mens'. Opdrachten als: teken een sociale woning of een kinderopvang vanuit jouw visie, pasten mij als gegoten. Maar die opdrachten waren schaars. Ik ging na mijn opleiding op zoek naar het werken met mensen. Ik werkte als begeleidster in een leefgroep van St.-Augustinus en als permanent verantwoordelijke in een jeugdhuis in Bilzen. Allebei zeer zinvolle ervaringen. Na de geboorte van onze zoon Tom, bleef ik een tijdje thuis, ik wilde in de eerste plaats mama zijn. Maar mijn werklust begon te kriebelen. En net op dat moment was er die vacature in Pieter Simenon, in het Werkatelier. Na een sollicitatiegesprek met Martien en Marcel, volgde een proefdag: in de voormiddag 3 uur stenen kuisen met de jongens, in de namiddag gesprekken voeren. Allebei toffe opdrachten. Als oudste zus van drie broers, voelde ik me meteen in mijn element bij de jongens. Ik mocht op de eerste schooldag van onze Tom starten in het Werkatelier. Toeval bestaat niet, deze job kwam op het juiste moment. De start van een jarenlang avontuur, blijkt achteraf.

3. "Ieder heeft zijn eigen Gaetan" Als je in Pieter Simenon begint te werken, vol idealisme en enthousiasme, stoot je vroeg of laat (meestal

vroeg 😊) op een jongen die jou raakt. Iemand die jouw waarden en normen onderuit haalt, die jou doet twijfelen aan jezelf, die je het bloed onder de nagels uit haalt. In APPèL zeggen we: ieder heeft zijn eigen Gaetan. Een uitspraak van Ludo, mijn ex-collega en vriend. Hij stootte op Gaetan, een jongen die plots en onverklaarbaar woedend kon worden. Iets wat Ludo, de rust zelve, niet begreep en ook nooit verdiende. Op de één of andere manier werd Gaetan getriggerd door de rust van Ludo en barstte telkens weer de bom. Ludo ging serieus op zoek naar redenen bij zichzelf, hij wrong zich in bochten om te voorkomen dat Gaetan zou ontploffen. Maar het mocht niet baten. "Mijn Gaetan" heette Stijn. Een speelvogel van het zuiverste soort. Je kon niks met hem afspreken, hij beloofde en lapte daarna alles aan zijn laars, hij deed gewoon zijn zin. Ikzelf vind afspraken nakomen een belangrijke waarde, een teken van respect ook. Ik ging dus zwaar op mijn bek met Stijn. Hij leerde me dat waarden persoonlijk zijn. Stijn had zijn eigen waarden. Die waren minstens zo waardevol als die van mij. Maar het duurde wel even voor ik dat inzag. Jongens als Stijn doen je stilstaan bij jezelf, jezelf in vraag stellen. Je hoeft je waarden, je visie niet te verloochenen. Maar ze toetsen blijft zinvol: het leidt altijd tot opwaardering of tot bijschaving, allebei positief. De foto van Stijn hangt nog steeds op mijn prikbord: hij kijkt me elke werkdag over zijn zonnebril ondeugend aan. Dankjewel voor de les, Stijn. … Wordt vervolgd in de volgende JA

8

Matthias en … Matthias komt aan in Pieter Simenon. Hij is

al een tijdje in begeleiding maar verbleef wel

thuis: een contextbegeleiding. Hij komt uit

een (kans)arm gezin. Zijn vader, bij wie hij

woont, kon de huur niet meer betalen en ze

zijn uit hun huis gezet. Zijn moeder is al jaren

geleden vertrokken en liet hem achter bij zijn

pa. Daar heeft hij nooit spijt van gehad. Hij

ziet hem graag, ook al laat hij dat niet zo

zien. Niet stoer! Wel haat hij die eeuwige

geldproblemen. Elke euro werd 20 keer

omgedraaid en toch was er van alles tekort.

Zijn vader zat iedere dag gebogen over zijn

papiertjes waar hij voor de zoveelste keer

aan het uittellen was hoe hij de maand door

moest komen. Matthias kon hier niet altijd

goed mee om. Hij vertrok dikwijls nog voor

het avondeten, wat trouwens toch niets

voorstelde en zocht zijn hangplek op. Er was

altijd wel iemand die een zak chips opentrok

of een pak koeken. Dat had hij dan toch

maar gehad. Hij kreeg stilaan de reputatie

van ‘opeter’. Hij bedelde om een sigaret maar

kon zelf nooit iets teruggeven. Gelukkig zijn

broeken met scheuren ‘in’, zodat het niet

opvalt dat die van hem van ellende uit elkaar

valt. Soms moet hij daar stiekem om lachen.

Valt er toch nog eens iets te lachen.

Hij kwam altijd heel laat thuis. Naar school

ging hij onregelmatig. Hij voelde zich nergens

thuis. Overal voelde hij zich minderwaardig

wat hij dan weer oploste door een grote

mond op te zetten. Het leverde hem niets op,

hooguit de kans van school gestuurd te

worden.

Zijn schoolrekeningen werden altijd veel te

laat betaald of slechts gedeeltelijk met een

boel deurwaarderskosten als gevolg. Hij kan

nu nog het moedeloze gezicht van zijn vader

zien. Hij voelde zich nooit op zijn gemak als

hij naar het secretariaat moest, bang dat hij

erop aangesproken zou worden.

En nu is dan het onvermijdelijk gebeurd. Ze

zijn uit hun huis gezet. Pa mag even bij zijn

nonkel gaan logeren, maar voor hem,

Matthias, was er geen plaats meer in huis.

De consulent die hem toch al opvolgt, heeft

dan een plaats voor hem geregeld in Pieter

Simenon, residentieel dit keer. Het heeft hem

dieper geraakt dan hij wil toegeven.

Zijn pa Het is zover. Hij staat op straat! Patrick voelt zich koud tot in het diepste van zijn ziel. Jaren heeft hij gevochten om het hoofd boven water te houden voor zijn zoon. Het is hem niet gelukt. Een werkloosheidsuitkering die gedaald is tot het minimum, de hoge huishuur, de rekeningen die met het jaar hoger en moeilijker te betalen werden, een opgroeiende zoon, … het heeft hem uiteindelijk klein gekregen. Hij is al enkele jaren werkloos en iedereen beweert dat wie wil werken ook werk vindt. Hij daagt hen uit om het te proberen. Hij heeft ieder uitzendbureau tot vervelens toe lastig gevallen. Af en toe kreeg hij wel eens een baantje voor een paar dagen om iemand te vervangen, nooit met het vooruitzicht op een fatsoenlijke vaste baan. Hij heeft met alle slag mensen te maken gekregen op zijn werkplek. Het heeft hem stevig geraakt dat sommige mensen, bewust of onbewust, het leven van mensen zonder zekerheid, nog moeilijker maken dan het al is. Soms zou hij bijna wensen dat deze mensen ook eens een jaar moesten 'overleven' zoals hij dat al zolang moet doen. Hopelijk zouden ze dan milder en vooral menselijker worden. Hij heeft zich arm gebeld naar al die mogelijke werkgevers. Hij heeft uren zinloos aan de telefoon gehangen om dan te horen dat de 'verantwoordelijke' hem nu niet (weer eens niet) te woord kon staan. Jaren staat hij al op de lijst voor een sociale woning. "Geduld, meneer, de lijsten zijn lang." Douchen durfde hij al jaren niet meer elke dag: een washandje, zeep en een handdoek. Daar moesten zijn ouders het ook mee doen. Fris is hij wel, die fierheid heeft hij nog! Elektriciteit hebben ze nooit verknoeid en toch zijn de rekeningen maar blijven groeien. Hij kookte heel bewust: een schaaltje met groenten boven op de pan met aardappelen om zo een pitje uit te sparen, lampen uit, in het donker TV kijken, de verwarming uit, onder een deken op de bank, in het donker naar het toilet …

9

De begeleider van de leergroep doet het

eerste onthaal. Matthias wil niet veel kwijt

en wil liever naar zijn kamer. Dat kan. Hij

krijgt een sleutel. In plaats van meteen naar

binnen te gaan, blijft hij op de drempel

staan. Hij ziet een kamer met een vers

opgemaakt bed. Het dekbed is niet direct

stoer te noemen, maar is op de één of

andere manier geruststellend. Een

fatsoenlijke kleerkast, een zetel, een

tafeltje, een wastafel waarop een paar

zachte badhanddoeken en toiletgerief

klaargelegd zijn. Hij slikt. Dit heeft hij nog

nooit gehad. Voorzichtig gaat hij op het

hoekje van het bed zitten en weet niet aan

welke emoties hij het eerst moet toegeven:

boos om de plaatsing, verdriet omdat hij

thuis bij zijn vader weg is, opluchting omdat

hij nog een dak boven zijn hoofd heeft en

even niet met zorgen geconfronteerd wordt,

of gewoon blijdschap voor alles wat hij hier

nu ziet.

’s Avonds wordt hij aan tafel gevraagd: soep,

aardappelen, groenten én vlees. Hoe lang is

het geleden dat hij een dergelijke maaltijd

gehad heeft. Hoe zou zijn vader het nu

hebben. Een vreemd schuldgevoel bekruipt

hem.

Na het eten hoeft hij voor deze keer niet te

helpen met de afwas maar wordt hij bij de

begeleiding geroepen. Hij krijgt de regels

van de leergroep te horen, de taken die

dagelijks van hem verwacht worden en wat

er de komende dagen met en rond hem

geregeld zal worden en daarbij neemt ook

de school een belangrijke plaats in.

Dan wordt het financiële stuk besproken.

Hij krijgt iedere week 12 euro zakgeld.

Maandelijks een bedrag voor kleding en

vrije tijd en er worden ook gezamenlijke

activiteiten georganiseerd. Matthias voelt

zich overrompeld. Een volle maag, zakgeld,

een busabonnement straks – niet meer

hoeven zwartrijden dus - geen zorgen meer

over schoolrekeningen, een mooie kamer …

Hij hoort ook dat er veel tegenover moet

staan. Hij zal alles zal doen om het nu beter

te doen dan toen hij thuis was. Voor de

eerste keer sinds hij een klein kind was,

gaat hij nu slapen, wetend dat de zorgen

door de volwassenen rond hem gedragen

kunnen en zullen worden.

Een auto hebben ze niet meer: onbetaalbaar. Dit maakt wel dat dit zijn kansen op werk behoorlijk gehypothekeerd zijn. Vind maar eens werk dat ook met de fiets of het openbaar vervoer tijdig te bereiken is! Hij kan een boek schrijven over zijn leven. Alleen wie in eenzelfde situatie zit, kan hem begrijpen. Nu is hij dus op straat gezet. Hij kan bij zijn broer logeren, een korte tijd maar. Hij is al blij met een slaapplek op de bank maar voelt zich een indringer. Zijn zoon Matthias kon niet mee. Dat ging echt niet meer. De consulent, die hem opvolgt, heeft dan contact opgenomen met Pieter Simenon die hem toch al thuisbegeleiding bood. De begeleider kwam iedere week op huisbezoek. Het deed hem goed zijn zorgen eens af en toe met iemand te kunnen delen. Hij is nooit een klager geweest. Daar was hij te trots voor, maar zo heel af en toe … Matthias is dus uit huis. Ergens is Patrick ook wel opgelucht. Hij hoeft zich eens even geen zorgen te maken wat hij de jongen deze keer nog als eten voor kan zetten. Hij hoeft zich niet af te vragen waar hij de ganse avond uithangt. Iemand anders zal de school opvolgen, de schoolrekeningen betalen. Ondanks al zijn ellende lijkt het ook of een hele zware last van zijn schouders gehaald is. Even toch … want hij moet zo snel mogelijk op zoek naar een andere woning. Het OCMW zou hem helpen. Hij is nu een 'noodgeval'. Zijn punten op de lijst voor een sociale woning zijn verhoogd. Misschien kan hij begin volgende maand al in een noodwoning. Meubels heeft hij niet meer, die zijn aangeslagen. Hij vraagt zich af hoe hij in godsnaam aan andere meubels moet geraken. Hij mag van zijn broer bellen naar Pieter Simenon. ’s Avonds bellen ze gratis. Hij krijgt Matthias aan de lijn. Hij had een stugge, vijandige zoon verwacht. Het tegendeel is waar! Hij klinkt zelfs opgewekt. Hij luistert naar wat Matthias te vertellen heeft. Eten, drinken, kleding, zakgeld, al eens een uitstapje. Wat een opluchting … voor allebei. Zou er dan toch nog een toekomst zijn?

10

September = school = DIENST TIJDSBESTEDING ( DTB) 18/07/17 (omwille van herkenbaarheid laten we sommige details weg) Vandaag ben ik bij Bastiaan en mama langs geweest voor een gesprek over school. Het werd al snel duidelijk dat Bastiaan hier niet te lang bij wilde stilstaan. Hij is schoolmoe en wil zo snel mogelijk van school af zijn. We hebben verschillende opties overlopen en uiteindelijk kiest hij voor deeltijds onderwijs. Dit kan in 3 scholen. Mama kan achter deze keuze staan maar hoopt dat hij niet naar Hasselt gaat. Als er problemen zijn is het voor haar niet evident om ginder te geraken. Welke richting weet Bastiaan nog niet juist maar metaal is een grote kanshebber. Ik zal hem een overzicht van de 3 scholen met de mogelijke richtingen bezorgen. Eind juli wil hij hier een knoop in doorhakken zodat hij half augustus ingeschreven kan worden. 22/08/17 Bastiaan is van gedachte veranderd en kiest nu opnieuw voor voltijds onderwijs. Ik geef hem mijn bedenkingen mee: terug in het 3de of 4de starten, schoolmoe,... Dit kan hij wel volgen en maakt nu de keuze voor deeltijds onderwijs richting hout. Om niet geconfronteerd te worden met verkeerde vrienden van vroeger, valt al één school af. De andere biedt geen richting hout aan, dus blijft er maar 1 optie over. Of er sprake is van intrinsieke motivatie? Morgenvoormiddag gaan we hem inschrijven. 23/08/17 Vandaag gaan we Bastiaan inschrijven op school. Als ik om 10 uur bij mama aankom is hij niet thuis, hij zit nog bij Shauna, zijn vriendin. Hij heeft al een sms naar mama gestuurd met de boodschap dat hij toch niet meer achter zijn keuze staat. Mama weet van geen hout pijlen maken en moet even ventileren. Daarna ga ik Bastiaan bij Shauna opzoeken. Ik wandel met hem een blokje om zodat ik hem even alleen heb. Hij weet het allemaal niet meer. Mama en wij vinden dat hij deeltijds onderwijs moet gaan doen, Shauna en haar ouders verkiezen voltijds onderwijs. Iedereen zegt iets anders en het wordt hem allemaal wat te veel. Ik leg hem nogmaals het verschil tussen deeltijds en voltijds onderwijs uit met alle voor- en nadelen maar heb ook mijn advies (deeltijds onderwijs) verduidelijkt. Hij kan er wel inkomen maar zijn voorkeur blijft toch uitgaan naar het voltijds onderwijs. Dan heeft hij onmiddellijk 5 dagen tijdsbesteding en is er geen zoektocht naar een andere invulling naast de 2 lesdagen. Hij heeft in het verleden al deeltijds onderwijs gevolgd en vindt het niet zijn ding. Ik benadruk nog een keer dat hij goed moet weten waar hij voor kiest en wijs hem op zijn verantwoordelijkheden. Dat kan hij wel volgen. Hij kan moeilijk beslissen waar hij nu dat voltijds gaat volgen. Morgenvoormiddag belt hij zelf om zijn keuze door te geven zodat we de schoolinschrijving tegen 01/09 in orde kunnen maken. Wanneer we bij Shauna aankomen staat haar mama me op te wachten. Zij geeft onmiddellijk aan dat ze deeltijds onderwijs niet ziet zitten. Het blijkt dat ze de werking van deeltijds onderwijs niet kent. Ze dacht dat Bastiaan naast 2 lesdagen 3 dagen moest gaan werken en dit zag ze hem niet doen. Van POT, voortraject of brugproject had ze nog nooit gehoord. Uiteindelijk geeft ze aan dat het voor hen niet uitmaakt wat hij doet zolang hij maar een school heeft en er naartoe gaat. Shauna en haar moeder zijn hier beiden heel duidelijk in: niet naar school gaan is niet bij Shauna thuis binnenkomen. 24/08/17 Zoals afgesproken heeft Bastiaan me deze voormiddag een sms gestuurd met zijn schoolkeuze. Ik heb contact genomen met de leerlingenbegeleidster. Volgende week dinsdag (10u30) worden we verwacht. Mama Linda heeft zowel gisteren als vandaag aangegeven dat ze, samen met ons, met de ouders van Shauna rond tafel wil gaan zitten. Ze heeft de indruk dat deze belangrijke steunfiguren voor Bastiaan zijn en dat hij er tot rust komt. 29/08/17 De leerlingenbegeleidster heeft afgebeld. Donderdagvoormiddag hebben we een nieuwe afspraak.

11

31/08/17 Bastiaan is ingeschreven in het 3de jaar voltijds hout. Hij heeft de inschrijving goed gedaan. Hij was eerlijk en stelde veel vragen. Morgen wordt hij om 11u30 verwacht voor een rondleiding. Maandag start hij met de lessen. We spreken af dat hij aangeeft wanneer hij school niet meer ziet zitten. Hij kan niet zomaar afhaken/spijbelen maar moet tijdig in gesprek gaan zodat we dit kunnen voorkomen. 06/09/17 Gisteren kreeg ik om 08u25 telefoon van de leerlingenbegeleidster. Bastiaan stond bij haar met de vraag om terug naar huis te mogen gaan omdat een tante overleden was. Voor school kon dit op voorwaarde dat mama het verhaal zou bevestigen en dat hij een overlijdensbericht binnen zou brengen. Vanuit de dienst tijdsbesteding zijn we hierin meegegaan maar hij mag enkel vandaag en de dag van de begrafenis thuis blijven. De leerlingenbegeleidster zei nog dat Bastiaan een goede start heeft gemaakt. 12/09/17 Deze morgen een sms van Bastiaan gekregen dat hij ziek is en dat hij een afspraak bij de dokter maakt. Hij brengt me na het doktersbezoek op de hoogte. De boodschap is aan de school doorgegeven. 13/09/17 Ik heb nog niets van Bastiaan gehoord over zijn doktersbezoek. Ook vandaag was hij niet op school. Mama heeft in de namiddag gebeld. Bastiaan kon vandaag pas terecht in de dokterspraktijk en heeft een briefje gekregen voor school, gepaste medicatie en een voorschrift voor kiné.

Tot hier een verhaal over de inspanningen van de dienst tijdsbesteding om de schoolsituatie van 1 jongere te begeleiden. Naast Bastiaan volgt de DTB alle interne en externe gasten op zowel op vlak van school als werk/stage. Een niet te onderschatten opdracht ….

En dan … onverwacht bezoek. Tine komt snel mijn bureau binnengelopen. "Heb jij Michael x nog gekend?"

Ja hoor, deze naam én de jongere staan nog heel duidelijk in mijn geheugen gegrift.

Een hele tijd geleden al, verbleef Michael bij ons. Het was een klein ‘opdondertje’ dat mij

onmiddellijk ontroerde. Een gast die tijdens zijn begeleiding én achteraf een hele weg

afgelegd heeft, zo blijkt.

En nu, heel wat jaren later, staat hij hier op de stoep, of liever gezegd op de binnenplaats.

Hij rijdt in een mooie auto. Klein is hij zeker niet meer. Het is een knappe kerel. Niets doet

nog denken aan dat kleine gastje van toen. Ik geef hem een warme knuffel!

Hij heeft intussen een fijn, maar druk leven opgebouwd. Hij is na zijn plaatsing opnieuw gaan

studeren. Tijdens zijn studie bleef hij werken, want ja er moest brood op de plank komen. Het

was druk en nu nog steeds. Maar hij is gelukkig! Zijn stralende lach bevestigt dit ook wel.

“Zonder JPS zou dit alles me niet gelukt zijn. Ik heb bij jullie heel veel opgestoken en

serieuze kansen gekregen”, zei hij. Hij had ook harde lessen moeten leren, vertelde hij, maar

hier had hij later ook iets mee gedaan. Het is vooral belangrijk, volgens hem, dat je ook echt

iets wil doen met de mogelijkheden die je aangeboden krijgt, dat je lessen trekt uit wat je

overkomt.

We konden dit natuurlijk alleen maar bevestigen.

Met een vriendelijke zwaai, rijdt hij weg, een paar trotse mensen achterlatend!

12

Zul je voorzichtig zijn

Ik weet wel dat je maar een

boodschap doet, hier om de hoek

en dat je niet gekleed bent

voor een lange reis.

Je kus is licht

Je blik gerust

en vredig zijn je hand en voet.

Maar achter deze hoek

een werelddeel

achter dit ogenblik

een zee van tijd.

Zul je voorzichtig zijn?

Adriaan Morriën

Wie wil zijn kinderen niet beschermen tegen 'alle gevaren'? Wie wenst hen niet het allerbeste toe en nog veel meer?

Zo is het ook voor ons: onze jongeren vliegen uit, blij, verwachtingsvol. En ja, soms houden wij ons hart vast.

Loslaten … maar dan best wel als ze goed voorbereid zijn. Als u ons bij deze opdracht wil helpen door ons hiervoor wat extra financiële armslag te geven,

dan heel graag! U weet het intussen wel:

BPOST BANK BE91 0000 1025 0876

VZW JONGERENWERKING PIETER SIMENON Martinus Van Gurplaan 45 – 3920 Lommel

011-54 46 08 – www.pietersimenon.be Vanaf 40 euro/jaar ontvangt u een fiscaal attest en … dankjewel!