p 6-9 Duocolumn M&C 4 2014 LR

2
6 7 M&C 4 2014 Thema: jong & ambitieus Beeld: Donovan van Staden Column Leonard Millenaar DE OUDSTE OLIFANT Als olifanten op zoek zijn naar water, volgen ze de oudste in de groep. Dat is logisch, want olifanten hebben geen internet. Anders had een jong olifantje wel even op Google Maps gekeken. Lange tijd was ook bij mensen ken- nis gecorreleerd met leeftijd. Die tijden zijn over, nu wij als homo sapiens met elkaar in een informatiemaatschappij leven. Heb je van 1980 tot 2010 gewerkt aan het opbouwen van je knowledge base, staat ineens al jouw kennis op Wikipedia. Daar ben je mooi klaar mee! Het gaat niet meer om beschikken over informa- tie, maar om het vermogen de juiste kennis te ontsluiten uit bergen beschikbare data. De uitdrukking ‘kennis is macht’ is aan erosie onderhevig. Wat betekent dit voor (interim-)managers en adviseurs, voor het vakgebied waarbinnen grijze haren door velen als waardevolle asset worden gezien? Hebben onze opdrachtgevers net als olifanten de natuurlijke neiging om achter de oudste aan te lopen? Je moet de evolutionair ingesleten gedragspatronen niet onderschatten! Het hoeft overigens niet altijd een probleem te zijn. In sommige situaties is het heel verstandig om te kiezen voor de wat oudere adviseur. Neem bijvoorbeeld een op- dracht waar ervaringskennis voor nodig is, om- dat er zeer complexe groepsdynamieken spelen. Er zijn echter ook typen opdrachten waarbij het wellicht beter is om een jonge adviseur in te huren. Zo eentje die is opgegroeid in de infor- matiemaatschappij en innovatieve methoden en technieken hanteert, waarmee je problemen kunt oplossen waarvan je als opdrachtgever niet eens wist dat je ze had. Wat er nodig is (jong/oud, inhoud/proces, hard/zacht, blauw/geel, et cetera), hangt af van de context en de opgave. Vraag je bij iedere nieuwe opdracht af welk type adviseur het beste past. Dat geldt zowel voor de opdrachtgever die het adviesbureau kiest, als voor de opdrachtne- mer die het projectteam samenstelt. Onderdruk hierbij de natuurlijke neiging om achter de oudste aan te lopen. MACHT IS UIT, GEZAG IS IN. En gezag kun je verkrijgen op elke leeftijd, als je maar de juiste dingen doet. Namelijk: dat wat nodig is in die specifieke situatie. Wie volg jij als je sterft van de dorst? De oudste olifant met ervaringskennis of het jonge olifantje met Google Maps? --- Leonard Millenaar (1985) werkt als organisatieadviseur bij TEN HAVE Change Management. Deze column is geïnspireerd op een college van Professor Mark van Vugt (inderdaad, een meer ervaren vakgenoot!), die samen met Max Wildschut het boek Gezag schreef. Reageren? Stuur Leonard een bericht via LinkedIn.

Transcript of p 6-9 Duocolumn M&C 4 2014 LR

Page 1: p 6-9 Duocolumn M&C 4 2014 LR

6 7

M&C 4 2014 Thema: jong & ambitieus

Beeld: Donovan van Staden

Column Leonard Millenaar

De ouDste olifant

Als olifanten op zoek zijn naar water, volgen

ze de oudste in de groep. Dat is logisch, want

olifanten hebben geen internet. Anders had

een jong olifantje wel even op Google Maps

gekeken. Lange tijd was ook bij mensen ken-

nis gecorreleerd met leeftijd. Die tijden zijn

over, nu wij als homo sapiens met elkaar in

een informatiemaatschappij leven. Heb je van

1980 tot 2010 gewerkt aan het opbouwen van

je knowledge base, staat ineens al jouw kennis

op Wikipedia. Daar ben je mooi klaar mee! Het

gaat niet meer om beschikken over informa-

tie, maar om het vermogen de juiste kennis

te ontsluiten uit bergen beschikbare data. De

uitdrukking ‘kennis is macht’ is aan erosie

onderhevig.

Wat betekent dit voor (interim-)managers

en adviseurs, voor het vakgebied waarbinnen

grijze haren door velen als waardevolle asset

worden gezien? Hebben onze opdrachtgevers

net als olifanten de natuurlijke neiging om

achter de oudste aan te lopen? Je moet de

evolutionair ingesleten gedragspatronen niet

onderschatten! Het hoeft overigens niet altijd

een probleem te zijn. In sommige situaties is

het heel verstandig om te kiezen voor de wat

oudere adviseur. Neem bijvoorbeeld een op-

dracht waar ervaringskennis voor nodig is, om-

dat er zeer complexe groepsdynamieken spelen.

Er zijn echter ook typen opdrachten waarbij

het wellicht beter is om een jonge adviseur in te

huren. Zo eentje die is opgegroeid in de infor-

matiemaatschappij en innovatieve methoden

en technieken hanteert, waarmee je problemen

kunt oplossen waarvan je als opdrachtgever

niet eens wist dat je ze had.

Wat er nodig is ( jong/oud, inhoud/proces,

hard/zacht, blauw/geel, et cetera), hangt af van

de context en de opgave. Vraag je bij iedere

nieuwe opdracht af welk type adviseur het beste

past. Dat geldt zowel voor de opdrachtgever die

het adviesbureau kiest, als voor de opdrachtne-

mer die het projectteam samenstelt. Onderdruk

hierbij de natuurlijke neiging om achter de

oudste aan te lopen. Macht is uit, gezag is in.

En gezag kun je verkrijgen op elke leeftijd, als

je maar de juiste dingen doet. Namelijk: dat

wat nodig is in die specifieke situatie. Wie volg

jij als je sterft van de dorst? De oudste olifant

met ervaringskennis of het jonge olifantje met

Google Maps?

---

Leonard Millenaar (1985) werkt als

organisatieadviseur bij TEN HAVE Change

Management. Deze column is geïnspireerd op een

college van Professor Mark van Vugt (inderdaad,

een meer ervaren vakgenoot!), die samen met Max

Wildschut het boek Gezag schreef. Reageren? Stuur

Leonard een bericht via LinkedIn.

Page 2: p 6-9 Duocolumn M&C 4 2014 LR

8 9

M&C 4 2014Thema: jong & ambitieus

Column Filip van den Bergh

Weten Waar het Water is, is het probleem niet

Het is natuurlijk ook onze eigen schuld, de

schuld van de adviseurs, dat we denken dat ons

vak iets te maken heeft met kennis. Jarenlang

hebben we door een kennisvoorsprong geld

kunnen verdienen, maar dat was natuurlijk een

onhoudbare situatie. Kennis delen is tenslotte

kennis vermenigvuldigen. Dat wat wij te bieden

hadden, wordt daardoor steeds eenvoudiger

beschikbaar. Adviseurs die dachten dat zij hun

geld konden verdienen met hun kennis, model-

len of benchmarkcijfers onderschatten hun

klanten. Maar vaak gaat advies over iets heel

anders. Goede adviseurs hebben het vermogen

iets voor elkaar te krijgen in complexe sociale

situaties. De ouDe olifant leiDt, niet oMDat

hij weet waar het water is, Maar oMDat hij

De rest Mee krijgt.

Hoe doen die goede adviseurs dat dan? Hebben

ze dan geen uitgebreide kennis en instrumenten

over beïnvloeding? Dat hebben ze natuurlijk

wel, maar het is veelal impliciete kennis. Kennis

die niet onder woorden te brengen is. Impliciete

kennis is lastig over te dragen. Die oude advi-

seurs weten vaak ook niet precies wat ze doen,

en de woorden die ze geven aan hun methoden

zijn ontoereikend. Voor jonge adviseurs die

willen leren is dat frustrerend, maar er zit niets

anders op dan goed opletten en zelf oefenen. Er

komt een dag dat je ontdekt dat je minstens zo

effectief bent als je voorbeeld. Jonge adviseurs

zullen van je willen leren, maar hoe vertel je

ze over alles wat je hebt geleerd? Welke taal

gebruik je daarbij?

Wat nodig is, hangt af van de context en de op-

gave. Vraag je bij iedere nieuwe opdracht af welk

type adviseur het beste past. Voor de adviseur

én voor de klant is het belangrijk om dat in kop-

pels te doen. Jong én oud, procesmatig én op de

inhoud gericht, hard én zacht, blauw én geel. De

oude adviseur moet accepteren dat alle kennis

achterhaald is en ook op Wikipedia staat. De

jonge adviseur zal moeten accepteren dat leren

nou eenmaal een langdurig proces is, en dat de

woorden die de oude adviseur er aan geeft maar

het topje van de ijsberg zijn.

---

Filip van den Bergh (1979) is adviseur bij

Berenschot.

Beeld: Johan Swanepoel