Ouderenzorgbeleidsplan Neerpelt
-
Upload
neerpeltenaar -
Category
Documents
-
view
221 -
download
1
description
Transcript of Ouderenzorgbeleidsplan Neerpelt
INTEGRATIE
VRIJWILLIGERSHANDICAP
Limburg,
uw partner
lokalebesturen.limburg.be
OUDERENZORGBELEIDSPLAN NEERPELT
OUDERZORGBELEIDSPLAN
Neerpelt
3
INHOUD
Inhoud ........................................................................................................................ 3
Inleiding en situering .................................................................................................... 5
DEEL 1 OMGEVINGSANALYSE ....................................................................................... 7
Samenvatting ............................................................................................................... 8
De vraag naar ouderenzorg .......................................................................................... 9
De huidige zorgbehoefte ........................................................................................... 9
Hoe groot is de doelgroep? .................................................................................... 9
Prognose van de zorgvraag tot 2030 ........................................................................ 12
Demografische ontwikkelingen ............................................................................. 12
Toename van de zorgvraag .................................................................................. 14
Het (ouderen)zorgaanbod ........................................................................................... 17
Het huidige zorgaanbod .......................................................................................... 17
Gezinszorg .......................................................................................................... 17
Dienstencentra .................................................................................................... 18
Dagverzorgingscentra .......................................................................................... 18
Centra voor kortverblijf ........................................................................................ 19
Serviceflats / groepen van assistentiewoningen ..................................................... 19
Woonzorgcentra .................................................................................................. 19
Geografische spreiding ............................................................................................ 20
Huisvesting van doelgroepen ................................................................................... 21
Theoretisch vereiste verdere uitbouw van het ouderenzorgaanbod ............................ 22
Conclusies en aanbevelingen ....................................................................................... 28
DEEL 2 BELEIDSKEUZES ............................................................................................. 31
Missie ........................................................................................................................ 32
Visie .......................................................................................................................... 33
Continuïteit - Decentralisatie .................................................................................... 33
Verbinden ............................................................................................................... 33
LDC-BinnenHOF ...................................................................................................... 33
Krijtlijnen ................................................................................................................... 34
1 Investeren in zo lang mogelijk kwaliteitsvol thuis blijven wonen .............................. 34
2 Intramurale zorgverlening .................................................................................... 36
3 Inzetten op kleinschaligheid en decentralisatie ....................................................... 37
4 Regie rol .............................................................................................................. 38
BIJLAGE 1 CIJFERS VOOR OMGEVINGSANALYSE ......................................................... 39
BIJLAGE 2 GEOGRAFISCHE SPREIDING ....................................................................... 77
4
5
INLEIDING EN SITUERING
De voortschrijdende vergrijzing van onze bevolking vergt een belangrijke uitbouw van het ouderenzorgaanbod. Hierbij zijn differentiatie en samenwerking in de zorgverlening noodzakelijke voorwaarden om aan de sterke toename van de zorgvraag tegemoet te (kunnen) komen. Door een accurate afstemming van extramurale, transmurale en residentiële voorzieningen kan zorg op maat verleend worden. Een lokaal bestuur kan hierin een belangrijke rol spelen als initiator en/of facilitator.
De lokale besturen kunnen in het kader van hun sociaal beleid een (ouderen)zorgbeleidsplan opstellen samen met de bestaande woonzorgactoren. Dit betekent geenszins dat de lokale overheid de benodigde zorgverlening zelf moet aanbieden. Wel komt het steden en gemeenten toe een visie te ontwikkelen inzake de toekomstige zorgverlening aan haar inwoners en op basis hiervan weloverwogen beleidskeuzes te maken.
Die visieontwikkeling vergt inzicht in de problematiek. Daartoe dient het lokale bestuur te beschikken over geïnventariseerde gegevens inzake de organisatie en afstemming van de huidige zorgvraag en het actuele zorgaanbod, maar ook over een vooruitberekening van de toenemende behoefte aan (ouderen)zorgverlening. Aangereikte toekomstscenario’s moeten het lokale bestuur toelaten de beleidskeuzes van haar voorkeur te maken. Het zorgstrategisch plan geeft een visie weer voor de volgende 5 à 10 jaar.
Die beleidskeuzes van de lokale overheid hebben een adviserend karakter en gelden als leidraad voor de Vlaamse overheid bij de behandeling van de zorgstrategische plannen van potentiële initiatiefnemers. Lokale besturen kunnen alzo mee bepalen hoe en waar het toekomstig aanbod op hun grondgebied wordt ontwikkeld.
Binnen de omgevingsanalyse – DEEL 1 - analyseren we de huidige en toekomstige vraag naar ouderenzorgverlening in Neerpelt en de regio1 waarvan de gemeente deel uitmaakt.
Vanuit het huidige aanbod schetsen toekomstscenario’s niet enkel de nood maar ook de pistes en mogelijkheden inzake de vereiste structurele uitbouw van het zorgaanbod.
In overleg met alle actoren heeft het lokale bestuur haar visie – DEEL 2 - bepaald en de gewenste beleidskeuzes gemaakt. Die werden geïntegreerd en resulteren aldus in het ouderenzorgbeleidsplan Neerpelt.
1 De regio – zoals gedefinieerd in het woonzorgdecreet – bestaat uit de gemeente Neerpelt zelf en de aangrenzende gemeenten
Bocholt, Hamont-Achel, Lommel, Overpelt en Peer.
6
7
DEEL 1
OMGEVINGSANALYSE
Neerpelt
Dit rapport kwam tot stand door samenwerking tussen de provinciale Dienst Zorg en het steunpunt sociale planning.
8
SAMENVATTING
Ouderenzorgverlening is een belangrijke uitdaging. De snelle en sterke toename van het aantal (hoog)bejaarden vraagt om een belangrijke uitbouw van het zorgaanbod. Zorgbehoefte en –gebruik nemen immers sterk toe met leeftijd, ook binnen de ouderenpopulatie. Zo wordt gemiddeld één op vier 80-84-jarigen professioneel verzorgd; voor de oudste tachtigers geldt dat voor bijna de helft, en 4/5de van de negentigers ontvangt professionele zorgverlening. Vandaag moeten de fundamenten voor een structurele uitbouw van de ouderenzorg worden gelegd en van het lokale bestuur wordt hierin een regierol verwacht. In Neerpelt is dit niet anders. Vandaag zijn 2 956 inwoners 65 jaar of ouder op een totaal van 16 746 inwoners. Ze vertegenwoordigen bijna 1/5de van de Neerpeltse bevolking. Tegen 2030 zal ruim één inwoner op vier 65-plus zijn. Dit is een toename van deze doelgroep met 45 %. Vandaag telt Neerpelt 775 80-plussers. Hun aantal neemt tegen 2030 toe met ruim 55 %. Belangrijke vaststelling is dat die toename geleidelijk verloopt. Tussen 2013 en 2020 groeit de groep 80-plussers met zo’n 200-tal aan. Over het daaropvolgende decennium bedraagt de aangroei een 235-tal 80-plussers. Meer ouderen impliceert meer (nood aan) zorgverlening. Neerpelt telt vandaag ruim 500 ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers. Tegen 2030 zijn dit er een kleine 1000; een toename met 90 %. Bovendien neemt het aantal personen met dementie in Neerpelt tegen 2030 met 66 % toe, van 248 vandaag tot zo’n 410 tegen 2030.
Is Neerpelt gewapend om invulling te geven aan deze sterk stijgende zorgvraag? Het zorgaanbod vandaag in Neerpelt getuigt van vrij goed uitgebouwde thuiszorg (79 % invulling van de behoefte) en in de residentiële voorzieningen is momenteel de behoefte voor ongeveer de helft ingevuld (55 % invulling van de behoefte). Thans beschikt Neerpelt over 99 woongelegenheden in 1 woonzorgcentrum en zitten er 118 bijkomend in de planning. Gezien de sterke toename van het aantal ouderen tijdens de volgende jaren, dient de uitbouw van deze woonzorgvormen goed opgevolgd te worden. De realisatie van de 118 voorafgaande vergunningen tegen 2030 is een noodzaak. Met inbegrip van deze lopende uitbreiding zijn tegen 2030 nog een 15-tal extra bedden vereist. Een goede afstemming tussen de verschillende zorgaanbieders is van cruciaal belang. In die optiek is ook bijzondere aandacht vereist voor de ondersteuning van de mantelzorg die ingevolge demografische en maatschappelijke ontwikkelingen (waardenverschuivingen, gezinsverdunning etc.) onder druk komt te staan; het aantal potentiële mantelzorgers daalt terwijl de doelgroep sterk toeneemt. Het komt het lokale bestuur toe om op basis van deze omgevingsanalyse in samenspraak met vertegenwoordigers van de doelgroep, vrijwilligers en professionele zorgverleners beleidskeuzes te maken in (de planning van) de gecoördineerde verdere uitbouw van de ouderenzorgverlening in Neerpelt. De beleidskeuzes zullen geïntegreerd worden in deze omgevingsanalyse en zo het ouderenzorgbeleidsplan van Neerpelt vormen.
9
DE VRAAG NAAR OUDERENZORG
DE HUIDIGE ZORGBEHOEFTE
HOE GROOT IS DE DOELGROEP?
Limburg is moeder van een groen verleden en zwanger van een grijze toekomst; met die
lyrische omschrijving gaven we in het Masterplan Ouderenzorg Limburg aan dat onze
provincie een demografische transitie doormaakt. We maken een inhaalbeweging inzake
de veroudering van onze bevolking. Dit geldt uiteraard ook voor Neerpelt.
Maar wat betekent dit vandaag? Hoe groot is de ‘ouderenpopulatie’ momenteel?
In Neerpelt gaat het om 4 121 inwoners van 60 jaar of ouder op een totaal van 16
746 inwoners. Ze vertegenwoordigen 1/4de van de Neerpeltse bevolking. Dit is een weinig
hoger dan in Limburg en in de regio. Het aantal 80-plussers in Neerpelt bedraagt 774
inwoners.
Tabel 1: Samenstelling van de bevolking in 20-jaren-klassen in absolute cijfers (aantal) en relatief aandeel t.o.v. de totale bevolking (%)
Neerpelt Regio Limburg
Aantal % Aantal % %
0-19-jarigen 3.470 20,6 22.749 21,0 20,9
20-39-jarigen 3.982 23,6 26.026 24,0 24,8
40-59-jarigen 5.127 30,4 32.987 30,4 29,9
60-79-jarigen 3.421 20,3 21.737 20,0 19,6
80-plussers 844 5,0 5.075 4,7 4,8
Totaal 16.844 100,0 108.574 100,0 100,0
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie
Verwerking: provincie Limburg. Gegevens van 1 januari 2013
10
HOEVEEL ZORG HEEFT DE DOELGROEP NODIG?
Het is van belang te meten en te weten hoe groot de doelgroep is. Belangrijker is echter een accurate inschatting te (kunnen) maken van het gedeelte van de doelgroep dat zorg behoeft.
De zorgvraag neemt toe met de leeftijd. Toch zijn ouderen globaal gemiddeld vitaal, gezond en relatief vrij van (professioneel verpleegkundige) zorg. Uit cijfers m.b.t. het aantal tenlastenemingen2 en op basis van RIZIV-cijfers blijkt dat ruim 85 op 100 ouderen
geen enkele vorm van verpleegkundige zorg ontvangen.
Zorggebruik neemt sterk toe met hoge(re) leeftijd. Zo is één oudere zeventiger op tien (75-79-jaar) zorggebruiker terwijl dat geldt voor één op vier jonge tachtigers (80-84-jaar) en bijna één op twee oudere tachtigers (85-89-jaar). Ruim vier op vijf negentigers krijgen (professionele) zorg.
Grafiek 1: Zorggebruik naar (hogere) leeftijd in Vlaanderen. Absolute en relatieve cijfers op basis van het aantal tenlastenemingen (31.12.2010) en RIZIV-gegevens (31.03.2010).
BRON: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en RIZIV Verwerking: provincie Limburg - Directie Mens
2 Wie aangesloten is bij de Vlaamse zorgverzekering en ernstig en langdurig zorgbehoevend is, kan maandelijks een
tegemoetkoming krijgen in de kosten voor niet-medische zorg. Dit wordt een tenlasteneming genoemd. Het is een vaste vergoeding die maandelijks door de zorgkas wordt uitbetaald.
Er bestaan twee verschillende vergoedingen:
de vergoeding voor mantel- en thuiszorg voor mensen die thuis wonen en hulp krijgen van familie, vrienden of professionele hulp, of verblijven in een serviceflat
de vergoeding voor residentiële zorg voor inwoners van een erkend rusthuis, rust- en verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis.
11
De relatieve toename van het zorggebruik met hogere leeftijd geldt uiteraard evenzeer in Neerpelt. Op basis van de tenlastenemingen in het kader van de zorgverzekering tellen we in 2012 in Neerpelt 720 zorggebruikers waarvan er 515 ouder zijn dan 65 jaar. De grootste groep zorggebruikers vinden we bij de tachtigers. In Neerpelt gaat het om 316 ernstig en langdurig zorgbehoevende 80-plussers. Grafiek 2: Zorggebruik door ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers in Neerpelt (2013)
12
PROGNOSE VAN DE ZORGVRAAG TOT 2030
DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN De veroudering van de bevolking is een determinerende factor in de toename van de zorgvraag. Een prognose van de omvang en de samenstelling van de ouderenpopulatie in Neerpelt over de volgende vijftien jaren is daarom een belangrijk instrument om de toekomstige zorgbehoefte accuraat in te (kunnen) schatten.
In functie van het zorgvraagstuk is de toename van het aantal inwoners op hoge(re) leeftijd (80-plussers) het meest relevant.
Tabel 2: Bevolkingscijfers en prognosecijfers tot 2030 van de 65-plussers en 80-plussers in Neerpelt, de regio, Limburg en de rest van Vlaanderen (Aantal, relatief aandeel (%) t.o.v. de totale bevolking, en indexcijfers)
2013 2015 2020 2025 2030
Ne
erp
elt
65-plus
aantal 2.956 3.093 3.576 3.960 4.274
aandeel 17,7 18,7 21,6 24,0 26,1
index 100,0 104,6 121,0 134,0 144,6
80-plus
aantal 774 844 972 1.061 1.206
aandeel 4,6 5,1 5,9 6,4 7,4
index 100,0 109,0 125,6 137,1 155,8
Re
gio
65-plus
aantal 19.173 20.094 22.706 25.335 28.170
aandeel 17,7 18,5 20,7 23,0 25,5
index 100,0 104,8 118,4 132,1 146,9
80-plus
aantal 4.774 5.149 6.119 6.723 7.745
aandeel 4,4 4,7 5,6 6,1 7,0
index 100,0 107,9 128,2 140,8 162,2
Lim
bu
rg 65-plus
aantal 149.862 157.216 176.623 197.557 218.036
aandeel 17,6 18,2 20,1 22,3 24,5
index 100,0 104,9 117,9 131,8 145,5
80-plus
aantal 39.128 42.298 48.985 52.572 60.940
aandeel 4,6 4,9 5,6 5,9 6,8
index 100,0 108,1 125,2 134,4 155,7
Re
st
va
n
Vla
an
de
ren
3
65-plus
aantal 1.051.103 1.080.412 1.161.255 1.259.024 1.363.014
aandeel 19,0 19,4 20,5 22,1 23,8
index 100,0 102,8 110,5 119,8 129,7
80-plus
aantal 312.083 323.634 350.176 364.344 410.793
aandeel 5,6 5,8 6,2 6,4 7,2
index 100,0 103,7 112,2 116,7 131,6
BRON: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek (Gegevens van 1 januari 2013) en Economische Informatie - Dienst Demografie; en Studiedienst van de Vlaamse Regering – Bevolkingsprojecties - Verwerking: provincie Limburg 3 Rest van Vlaanderen = Vlaams Gewest zonder Limburg
13
Tabel 2 leert ons dat vandaag 18 inwoners op 100 in Neerpelt 65 jaar of ouder zijn. Tegen 2030 zal één inwoner op vier 65-plus zijn. Dit is een toename van deze doelgroep met 45 %. Het aandeel 65-plussers in Neerpelt is momenteel gelijklopend met de regio en Limburg, maar door een snellere veroudering zal dit tegen 2030 2 % hoger liggen dan in Limburg. In functie van het zorgvraagstuk is de toename van het aantal inwoners op hoge(re) leeftijd (80-plus) het meest relevant. De toename is hier nog sterker aanwezig, nl. het aantal 80-plussers zal met ruim 55 % toenemen. Dit wil zeggen dat voor elke tien 80-plussers in Neerpelt vandaag, er tegen 2030 ruim vijf bij zullen komen. Het aandeel 80-plussers is momenteel vergelijkbaar met dit in de regio en in de provincie Limburg, maar tegen 2030 is het aandeel hoger t.o.v. in Limburg. Concreet gaat het in Neerpelt om een toename met zo’n 430 80-plussers. Belangrijke vaststelling is dat die toename geleidelijk verloopt. Tussen 2013 en 2020 groeit de groep van bijna 775 80-plussers met zo’n 200 aan. Over het daaropvolgende decennium bedraagt de aangroei een 235 80-plussers. Gezien de sterke samenhang tussen stijgende zorgvraag en hogere leeftijd mag verwacht worden dat de toename van het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevenden zich via een grotendeels vergelijkbaar patroon zal manifesteren. Grafiek 3: Indexcijfers van de toename van het aantal 65-plussers en 80-plussers in Neerpelt over de periode 2013-2030
14
TOENAME VAN DE ZORGVRAAG De sterke stijging van het zorggebruik met hoge(re) leeftijd impliceert een sterke toename van het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende ouderen in Neerpelt. Vanuit het aantal geregistreerde tenlastenemingen in het basisjaar 2012 berekenen we de evolutie van de zorgvraag vooruit tot 20304.
Het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers in Neerpelt neemt toe van 515 vandaag tot 971 tegen 2030. Dat is een toename met bijna 90 %. Als we kijken naar het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 80-plussers in Neerpelt, zien zelfs een verdubbeling, van 316 vandaag tot bijna 645 tegen 2030. Tabel 3: Toename van het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers in Neerpelt, de regio en de provincie Limburg, over de periode 2013-2030
2013 2015 2020 2025 2030
Ne
erp
elt
65-plus aantal
538 655 770 872 980
index 100,0 121,7 143,1 162,1 182,2
80-plus aantal 336 418 505 569 645
index 100,0 124,4 150,3 169,3 192,0
Vip
a-r
eg
io
Ne
erp
elt
ja
65-plus aantal 3.682 4.113 4.834 5.516 6.254
index 100,0 111,7 131,3 149,8 169,9
80-plus aantal 2.238 2.533 3.128 3.567 4.095
index 100,0 113,2 139,8 159,4 183,0
Lim
bu
rg
65-plus aantal 30.964 33.466 38.579 43.576 49.175
index 100,0 108,1 124,6 140,7 158,8
80-plus aantal 19.179 21.341 25.534 28.392 32.497
index 100,0 111,3 133,1 148,0 169,4
BRON: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en Studiedienst van de Vlaamse Regering - Bevolkingsprojecties Verwerking: provincie Limburg
Hoewel de toename van de zorgvraag tot 2030 gelijkmatig verloopt, blijkt uit grafiek 4 deze toename zich vooral te situeren bij de hoogste leeftijdsgroepen.
4 Prognose op basis van de bevolkingsvooruitzichten voor Neerpelt en de gemiddelde provinciale leeftijdsspecifieke
prevalentiecijfers inzake ernstige en langdurige zorgbehoefte (op basis van tenlastenemingen)
15
Grafiek 4: Aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers in Neerpelt in 2013 (tenlastenemingen zorgverzekering) versus 2030 (prognosecijfers)
Een vergelijkbaar patroon tekent zich af bij de inschatting van het aantal ouderen met dementie in Neerpelt. Tabel 4 illustreert a.d.h.v. de prevalentie-indexcijfers uit een Europese meta-analyse hoe dementie toeneemt met hogere leeftijd. Op basis van deze percentages wordt het aantal ouderen met dementie in Neerpelt vooruit berekend voor de vijfjaarlijkse prognosejaren tot 20305.
Tabel 4: Toename van het aantal ouderen met dementie in Neerpelt tot 2030 a.d.h.v. de prevalentie-indexcijfers uit de Europese EuroCoDe studie.
Percentage 2013 2015 2020 2025 2030
65-69 1,6 % 14 14 18 18 18
70-74 3,5 % 24 25 29 36 36
75-79 7,4 % 48 47 48 56 69
80-84 15,7 % 74 77 79 82 96
85-89 26,2 % 62 64 83 87 93
90-94 41,0 % 25 38 48 64 69
95+ 46,3 % 2 7 16 23 31
Totaal aantal 248 272 321 366 413
index 100,0 109,6 129,4 147,2 166,1
BRON: EuroCoDe studie; Dementieplan Vlaanderen 2010-2014; Studiedienst van de Vlaamse Regering – Bevolkingsprojecties - Verwerking: provincie Limburg
5 Deze gemeentelijke cijfers rond dementie worden enkel ter illustratie gegeven en dienen met de nodige voorzichtigheid bekeken
te worden omdat deze afgeleid worden van Europese percentages van enkele jaren geleden.
16
Het aantal ouderen met dementie in Neerpelt neemt over de beschouwde periode toe met zo’n 66 %: van 248 vandaag tot zo’n 410 tegen 2030. Uit het masterplan ouderenzorg in Limburg (2001-2010) kan afgeleid worden, dat ongeveer vier op tien ouderen met dementie professionele zorg ontvangt. Vandaag geldt dat aldus voor 100 ouderen met dementie in Neerpelt; tegen 2030 zullen dit er 165 zijn.
17
HET (OUDEREN)ZORGAANBOD
HET HUIDIGE ZORGAANBOD
In onderstaande tabel geven we enkele kencijfers weer die een beeld schetsen van het actuele ouderenzorgaanbod in Neerpelt. Ter vergelijking zijn dezelfde kencijfers opgenomen voor de regio en de provincie Limburg. Het gaat om cijfers gezinszorg (GZ), lokale dienstencentra (LDC), dagverzorgingscentra (DVC), centra voor kortverblijf (CVK), serviceflats of groepen assistentiewoningen (GAW) en het aanbod inzake woonzorgcentra (rustoorden, WZC).
Tabel 5: Enkele kencijfers m.b.t. het actueel zorgaanbod in Neerpelt, de regio en Limburg
Neerpelt Regio Limburg
GZ
Gepresteerde uren gezinszorg (2012) 35.116 260.267 2.119.426
Aandeel bejaardenhulp (raming 85 %) 29.849 221.227 1.801.512
Gepresteerde uren per 65-plusser (2012) 10,4 11,9 12,3
Invulling programmacijfer (%) 79,0 89,5 89,5
LD
C
Gerealiseerde capaciteit (01.01.14) 1 4 26
Geplande bijkomende capaciteit 0 2 8
DV
C
Gerealiseerde capaciteit (01.01.14) 1 7 30
Geplande bijkomende capaciteit 0 0 12
CV
K
Gerealiseerde capaciteit (01.01.14) 6 23 166
Geplande bijkomende capaciteit 4 16 173
SF
Gerealiseerde capaciteit (01.01.14) 64 369 1.802
WZ
C
Gerealiseerde capaciteit (01.01.14) 99 872 7.326
Benodigde capaciteit 180 1.188 9.798
Verschil behoefte – aanbod 81 316 2.472
% invulling behoefte 55,0 73,4 74,8
Geplande bijkomende capaciteit 118 469 3.407
Benodigde capaciteit in 2030 303 1.928 15.208
BRON: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Verwerking: provincie Limburg
GEZINSZORG
Het aantal effectief gepresteerde uren gezinszorg 2012 bedroeg in Neerpelt 35.116 uren. Gemiddeld wordt hiervan 85 % aan ouderen verstrekt. Dat zou neerkomen op 29.849 uren gezinszorg voor ouderen in Neerpelt. Verrekend per 65-plusser betekent dit gemiddeld 10,4 uren gezinszorg. Ter vergelijking: voor de regio Neerpelt en de provincie Limburg ging het in 2012 respectievelijk om gemiddeld 11,9 en 12,3 uren gezinszorg per 65-plusser. Neerpelt kent duidelijk een 10 % lagere invulling van het programmacijfer in vergelijking met de regio en Limburg.
18
DIENSTENCENTRA
In Neerpelt is er 1 lokaal dienstencentrum LDC-BinnenHOF, uitgebaat door het OCMW. Dit geeft een invulling van de behoefte van 50 %. De programmacijfers worden vastgelegd per gemeente: per begonnen schijf van 15.000 inwoners kan er in een gemeente 1 lokaal dienstencentrum opgericht worden.
Lokale dienstencentra vervullen vooral een preventieve functie. Ze bieden o.a. informatieve, recreatieve en vormende activiteiten aan en zijn specifiek bedoeld om de zelfredzaamheid en het sociale netwerk van de deelnemers te versterken. Daarnaast bieden ze ook hulp bij activiteiten uit het dagelijkse leven. Men richt zich voornamelijk tot personen in een beginnende zorgsituatie en tracht deelnemers zo lang mogelijk thuis te laten wonen.
Daarnaast zijn er in de provincie Limburg enkele regionale dienstencentra, die zich
richten naar gebruikers van thuiszorgvoorzieningen, mantelzorgers en vrijwilligers. Men
kan er terecht voor informatie, vorming en advies over thuiszorg-gerelateerde
onderwerpen. Het regionaal dienstencentrum stemt de vraag en het aanbod van
vrijwilligerszorg op elkaar af. In Neerpelt ligt het Regionaal Dienstencentrum CM
Thuiszorgpunt Noord. In de regio bevind zich bovendien het Centrum voor Thuiszorg
Noord-Limburg, te Lommel.
DAGVERZORGINGSCENTRA6
In Neerpelt is er het dagverzorgingscentrum Sint-Jozef, uitgebaat door vzw wzc Sint-
Jozef , dit geeft een invulling van de behoefte van 100 %.
Sinds 2013 zijn nieuwe programmaregels van toepassing op de
dagverzorgingscentra: het aantal gebruikers wordt nu bepaald door de voor hen
beschikbare oppervlakte. Een dagverzorgingscentrum heeft vooral tot doel de thuis- en
mantelzorg te assisteren en het verlengd verblijf van de zorgbehoevende oudere in zijn of
haar thuismilieu te faciliteren. De betrokken ouderen verblijven overdag in het
dagverzorgingscentrum en keren dagelijks weer naar hun thuismilieu.
6 Een CADO (collectieve autonome dagopvang; DVC conform artikel 51 van de bijlage IX van het woonzorgdecreet) valt binnen de programmatie van dagverzorgingscentra én wordt uitgebaat door een erkende dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg.
19
CENTRA VOOR KORTVERBLIJF
In Neerpelt is er het Centrum voor Kortverblijf Sint-Jozef met 6 bedden, uitgebaat door vzw wzc Sint-Jozef. Dit geeft een invulling van de behoefte van 100 %. Rekening houdend met de 4 voorafgaande vergunningen, is de programmatie voor 125 % ingevuld.
Kortverblijf situeert zich in een woonzorgcentrum maar anders dan bij een gewone rusthuisopname heeft de opname hier een uitgesproken tijdelijk karakter. In die zin kan een centrum voor kortverblijf evenzeer aanzien worden als een ondersteuning van de (professionele) thuiszorg en mantelzorg.
SERVICEFLATS / GROEPEN VAN ASSISTENTIEWONINGEN
Op 1 januari 2014 zijn er in Neerpelt 2 erkende serviceflats projecten:
SFG ’T Gangske, uitgebaat door vzw wzc Sint-Jozef met een erkende capaciteit van 15 wooneenheden
Serviceflat Residentie De Zandberg, uitgebaat door vzw wzc Sint-Jozef met een erkende capaciteit van 22 wooneenheden
De serviceflatgebouwen worden sinds 2013 vervangen door groepen van assistentiewoningen. Deze zijn niet gevat door een programmatienorm.
Wzc Sint-Jozef heeft 64 assistentie woningen waarvan bovenstaande 37 in eigendom. Bovendien leveren zij de dienstverlening in 27 assistentiewoningen van een privé ontwikkelaar.
WOONZORGCENTRA
Neerpelt heeft 1 WZC: wzc Sint-Jozef, met 99 erkende woonzorgeenheden, uitgebaat door vzw wzc Sint-Jozef.
De benodigde capaciteit of huidige behoefte7 beslaat 180 wooneenheden en is thans voor 55 % ingevuld. Ter vergelijking: de invulling van de behoefte voor de regio Neerpelt bedraagt 73 % en voor Limburg situeert zich dit rond 75 %.
Er zijn momenteel nog 118 woongelegenheden door vzw wzc Sint-Jozef voorafgaand vergund. Hiervan worden er momenteel 44 gerealiseerd in de uitbreiding in het centrum. Daarnaast zijn er plannen in de deelkernen Sint-Huibrechts-Lille (22) en Boseind (49).
7 Programmatiecijfer 2009, berekend op basis van de bevolkingscijfers 2014
20
GEOGRAFISCHE SPREIDING
De geografische spreiding van de huidige voorzieningen in de ouderenzorg is weergegeven in bijlage 2, hier kunnen de verschillende voorzieningen afzonderlijk verborgen of getoond worden via het pictogram ‘lagen’, links in de pdf.
Tabel 6: Prognose van het programmacijfer voor woonzorgcentra (bij ongewijzigd beleid), opgesplitst per deelgemeente van Neerpelt
Programmacijfer woongelegenheden in wzc voor het jaar 2015 2020 2025
TOTAAL Neerpelt 238 269 303
Boseind 34 37 42
Centrum 117 132 149
Grote Heide 34 38 43
Herent 17 19 22
Sint Huibrechts Lille 36 42 48
Bovenstaande tabel geeft het programmacijfer bij ongewijzigd beleid weer voor woongelegenheden in woonzorgcentra verdeeld over de deelgemeenten van Neerpelt.
De tabel toont aan dat de grootste behoefte aan wooneenheden in een wzc zich manifesteert in Neerpelt Centrum. Dit is de inplantingsplaats van het wzc Sint-Jozef. Indien er zich geen manifeste demografische - of verhuisbewegingen voordoen in Neerpelt zien we dat tegen 2030 de behoefte aan woongelegenheden in woonzorgcentra aangroeien tot zo’n 150 in het centrum, en zo’n 40 à 50 in de deelkernen Boseind, Grote Heide en Sint-Huibrechts-Lille.
21
HUISVESTING VAN DOELGROEPEN
SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN
Op het raakpunt tussen menswaardig leven en degelijke huisvesting vinden Wonen en Welzijn elkaar. Beide actoren moeten bewust zijn van de eigenheid van elkaars werking en proberen elkaar zo veel mogelijk te betrekken waar nodig is in het voeren van een goed beleid. Duurzaam, aangepast en comfortabel wonen verhoogt immers het welbevinden en welzijn. Sociale Huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) hebben doorgaans een aantal aangepaste (senioren)woningen voor ouderen in beheer. De Sociale Huisvestingsmaatschappij Kempisch Tehuis heeft momenteel nog geen aangepaste woongelegenheden voor senioren in Neerpelt.
LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT
Een ondersteunend element in de toewijzing van seniorenwoningen is het ‘Lokaal toewijzingsreglement’, waarbij een voorbehouden gedeelte van de sociale woningen wordt toegewezen aan 65-plussers. Belangrijk is dat middels een correct toewijzingsreglement dit type woningen ook effectief aan kandidaat-huurders uit de doelgroep toekomt. De gemeente Neerpelt is bezig met de opmaak van een eigen doelgroepenplan waarin men voorrang kan verlenen aan 65-plussers en personen met een ernstige mobiliteitsbeperking. Naast dit lokaal toewijzingsreglement is het tevens van belang om ook in de toekomst bij verruiming van het aanbod (nieuwbouwprojecten) een voldoende groot aantal aangepaste woningen voor ouderen en/of sociale assistentiewoningen te blijven voorzien.
22
THEORETISCH VEREISTE VERDERE UITBOUW VAN HET
OUDERENZORGAANBOD
Vanuit de analyse van het huidige ouderenzorgaanbod en -gebruik in Neerpelt ramen we de theoretisch vereiste verdere uitbouw ervan aan de hand van de vooruitberekende tenlastenemingen. De verdere prognose van het totaal aantal tenlastenemingen kwam eerder in deze omgevingsanalyse aan bod.
Voor de raming van de theoretisch vereiste verdere uitbouw van het ouderenzorgaanbod maken we een opdeling van de totaalcijfers inzake tenlastenemingen naar organisatorische setting: mantel- en thuiszorg (inclusief assistentiewoningen) versus residentiële zorg (enkel woonzorgcentra). We bekomen aldus een gekwantificeerd zicht op de vereiste uitbouw van beide ouderenzorgsettings en gaan hierbij uit van drie verschillende varianten:
– Variant 1: aangehouden ongewijzigde verhouding tussen mantel- en thuiszorg en residentiële zorg8;
– Variant 2: behoud van het huidige gemeentelijke aantal uren gezinszorg per 65-plusser;
– Variant 3: graduele stijging van het huidige zorggebruik in de mantel- en thuiszorg tot
het huidige Limburgs gemiddeld aantal uren gezinszorg per 65-plusser.
Variant 1: aangehouden ongewijzigde verhouding tussen mantel- en thuiszorg en residentiële zorg In deze variant wordt ervan uitgegaan dat in de toekomst eenzelfde verhouding van de zorgbehoevenden in de residentiële zorg (20 % van de lopende dossiers) en in de mantel-en thuiszorg (80 % van de lopende dossiers) terug te vinden is. Bij deze ongewijzigde verhoudingen tussen mantel- en thuiszorg en de residentiële zorg, wordt de toename van het totale zorggebruik met over de periode 2012-2030 voornamelijk in de residentiële zorg bewerkstelligd. Deze kent een toename met bijna 120 % van het volume van vandaag. In de mantel- en thuiszorg gaat het om een toename met ruim 80 % van het aantal dossiers. Deze variant is cijfermatig weergegeven in onderstaande tabel 7 en grafiek 5.
8 De ongewijzigde verhouding waarvan wordt uitgegaan, slaat op de verhouding tussen opvang van ernstig en langdurig
zorgbehoevende 65-plussers in de mantel- en thuiszorg en in de residentiële zorg in Neerpelt (anno 2012).
23
Tabel 7: Evolutie van het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers in Neerpelt in de mantel- en thuiszorg en in de residentiële zorg over de periode 2012-2030 (op basis van tenlastenemingen) bij aangehouden ongewijzigde verhoudingen tussen mantel- en thuiszorg en residentiële zorg
2012 2015 2020 2025 2030
Mantel- en thuiszorg aantal 420 522 608 681 764
index 100,0 124,2 144,7 162,1 182,0
Residentiële zorg aantal 95 129 156 184 206
index 100,0 135,9 164,2 193,3 217,2
Totaal aantal 515 651 764 865 971
index 100,0 126,4 148,3 167,9 188,5
Grafiek 5: Evolutie van het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers in Neerpelt in de mantel- en thuiszorg en in de residentiële zorg over de periode 2012-2030 (op basis van tenlastenemingen) bij aangehouden ongewijzigde verhoudingen tussen mantel- en thuiszorg en residentiële zorg
Deze evolutie van het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers impliceert bij ongewijzigde verhoudingen een verdere uitbouw van de residentiële opvangvoorzieningen met 107 bijkomende woongelegenheden in woonzorgcentra. Dit komt ongeveer overeen met de huidige 118 woongelegenheden in voorafgaande vergunning. Het totaal van de 206 woongelegenheden zou bij ongewijzigd beleid 68 % invulling van de behoefte in 2030 betekenen; de benodigde capaciteit in 2030 zijn 303 wooneenheden.
In diezelfde veronderstelling komt een aangroei van het aantal uren gezinszorg voor 65-plussers met ruim 80 % over de periode 2012-2030 neer op een 54.328 uren nodig voor 65-plussers. Dit komt overeen met 92 % invulling van het programmacijfer voorbehouden voor ouderen. Dat betekent dat in Neerpelt tegen 2030 gemiddeld 12,7 uren gezinszorg gepresteerd worden per 65-plusser. Vandaag gaat het per 65-plusser om gemiddeld 10,4 uren in Neerpelt en 12,3 in Limburg.
420
522
608
681
764
95 129 156 184 206 10,4
12,0 12,1 12,2
12,7
10,0
10,5
11,0
11,5
12,0
12,5
13,0
13,5
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
2012 2015 2020 2025 2030
mantel- en thuiszorg
residentiële zorg
uren bejaardenhulpper 65-plusser
24
Omwille van het relatief lage gebruik van gezinszorg in Neerpelt in vergelijking met de regio en Limburg, zowel wat betreft aantal uren per 65-plusser als invulling van de programmatie, is er nog een groeipotentieel. Bovendien willen mensen zo lang mogelijk in hun thuisomgeving blijven. Deze variant lijkt dan ook vrij realistisch.
Voor de zorgaanbieders van gezinszorg en aanvullende thuiszorg is de sturingsrol echter eerder beperkt: de beschikbaarheid van de uren wordt hoofdzakelijk aangestuurd vanuit de Vlaamse overheid.
Variant 2: behoud van het huidige gemeentelijke aantal uren gezinszorg per 65-plusser Bij het uittekenen van een toekomstig ouderenzorgbeleid is het belangrijk om rekening te houden met de afname van het aantal potentiële mantelzorgers en de verhoogde druk op deze mantelzorg. Op basis van demografische ontwikkelingen daalt de mantelzorgratio in Neerpelt van 11 vandaag tot 7 potentiële mantelzorgers per 80-plusser tegen 2030. Een aantal factoren (o.a. het optrekken van de pensioenleeftijd waardoor we langer moeten werken, gezinsverdunning, uitzwermen kinderen,…) hebben bovendien een invloed op de beschikbaarheid van deze mantelzorgers. Met minder potentiële mantelzorgers zullen de zorgbehoevenden nood hebben aan meer uren gezinszorg en/of dagbesteding, of zelfs sneller naar (semi)-residentiële oplossingen zoeken.
Het is verder raadzaam om rekening te houden met wijzigende tendensen. Zo zal in de toekomst naast de bestaande groep van ouderen, zowel de zorg voor personen met een handicap als de geestelijke gezondheidszorg meer gebruik maken van het reguliere zorgaanbod. Ook de diensten gezinszorg zullen hun actieterrein naar deze “nieuwe” doelgroepen verleggen.
In de eerste variant zou 12,7 uur gezinszorg / 65-plusser nodig zijn. In deze tweede variant houden we rekening met bovenstaande tendensen en gaan we uit van het behoud van de huidige 10,4 uren gezinszorg per 65-plusser. De cijfermatige berekening van deze variant is weergegeven in onderstaande tabel 8 en grafiek 6.
Tabel 8: Evolutie van het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers in Neerpelt in de mantel- en thuiszorg en in de residentiële zorg over de periode 2012-2030 (op basis van tenlastenemingen) bij behoud van 10,4 uren gezinszorg/65-plusser
2012 2015 2020 2025 2030
Mantel- en thuiszorg aantal 420 453 523 580 625
index 100,0 107,8 124,6 138,0 148,9
Residentiële zorg aantal 95 198 240 285 345
index 100,0 208,7 252,9 300,0 363,5
Totaal aantal 515 651 764 865 971
index 100,0 126,4 148,3 167,9 188,5
25
Grafiek 6: Evolutie van het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers in Neerpelt in de mantel- en thuiszorg en in de residentiële zorg over de periode 2012-2030 (op basis van tenlastenemingen) bij behoud van 10,4 uren gezinszorg/65-plusser
In deze variant stijgt het aantal dossiers mantel- en thuiszorg met bijna 50 % tot zo’n 625 dossiers, wat overeenkomt met een totaal van zo’n 44.450 uur. Dit komt overeen met een 76 % invulling van de behoefte van ouderen op dat ogenblik.
In deze variant zal bij behoud van het huidige aantal uren gezinszorg per 65-plussers het aantal residentiële dossiers spectaculair stijgen tot 345 in 2030, en meer dan 3 keer zo groot worden. Dit betekent dat bovenop het huidige aanbod van 99 woongelegenheden en de 118 die in de planning zitten, er over de volgende vijftien jaar bijkomend 128 woongelegenheden in woonzorgcentra nodig zijn. Het totaal van 345 woongelegenheden betekent echter een invulling van 114 % van de behoefte in 2030. Het zorggebruik in de mantel- en thuiszorg in Neerpelt op het huidige niveau houden van 10,4 is dus niet realistisch en kan ook niet binnen de huidige regelgeving.
Variant 3: graduele stijging van het huidige zorggebruik in de mantel- en thuiszorg tot het huidige Limburgs gemiddeld aantal uren gezinszorg per 65-plusser; Zoals in variant 1 aangehaald is er nog ruimte in de gezinszorg, blijven mensen liefst zolang mogelijk thuis en zal in de toekomst i.k.v de vermaatschappelijking van de zorg sowieso meer vraag zijn naar gebruik van thuiszorgondersteunende diensten. In deze derde variant gaan we uit dat het gemiddelde Limburgse niveau van 12,3 aantal uren gezinszorg per 65-plusser gaan. Deze variant is cijfermatig weergegeven in onderstaande tabel 9 en grafiek 7.
420 453
523 580
625
95 198 240 285 345
10,4 10,4 10,4 10,4 10,4
10,0
10,5
11,0
11,5
12,0
12,5
13,0
13,5
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
2012 2015 2020 2025 2030
mantel- en thuiszorg
residentiële zorg
uren bejaardenhulpper 65-plusser
26
Tabel 9: Evolutie van het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers in Neerpelt in de mantel- en thuiszorg en in de residentiële zorg over de periode 2012-2030 (op basis van tenlastenemingen) bij een graduele stijging naar 12,3 uren gezinszorg/65-plusser
2012 2015 2020 2025 2030
Mantel- en thuiszorg aantal 420 466 566 656 740
index 100,0 111,0 134,7 156,2 176,1
Residentiële zorg aantal 95 184 198 209 231
index 100,0 194,2 208,2 219,6 243,3
Totaal aantal 515 651 764 865 971
index 100,0 126,4 148,3 167,9 188,5
Grafiek 7: Evolutie van het aantal ernstig en langdurig zorgbehoevende 65-plussers in Neerpelt in de mantel- en thuiszorg en in de residentiële zorg over de periode 2012-2030 (op basis van tenlastenemingen) bij een graduele stijging naar 12,3 uren gezinszorg/65-plusser
In deze variant stijgt het aantal dossiers mantel- en thuiszorg met ruim 76 % tot zo’n 740 dossiers, wat overeenkomt met een totaal van zo’n 52 570 uur gezinszorg. Dit komt overeen met een 89 % invulling van de behoefte van ouderen op dat ogenblik.
In deze variant zal het aantal residentiële dossiers stijgen tot 231. M.a.w. bovenop de huidige 118 geplande woongelegenheden in woonzorgcentra zouden er de volgende 15 jaar een 15-tal woongelegenheden in woonzorgcentra moeten bijkomen. Dit zou 76 % betekenen aan invulling van de behoefte aan woongelegenheden in woonzorgcentra in 2030.
Gezien de huidige tendensen van langer thuis blijven en meer inzetten om mantel- en thuiszorg, lijkt ook de toename van het aantal uur gezinszorg per 65-plusser tot het huidige Limburgse niveau – dat reeds hoger ligt dan het huidige Vlaamse niveau van 11,3 uur/65-plusser – een haalbare variant. Zoals eerder aangehaald staat de mantelzorg sterk onder druk. Het is dus van belang in te blijven zetten op de ondersteuning ervan. Dit kan onder andere door in te zetten op semi-residentiële voorzieningen zoals een lokaal
420 466
566
656
740
95 184 198 209 231 10,4
10,7
11,2
11,8
12,3
10,0
10,5
11,0
11,5
12,0
12,5
13,0
13,5
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
2012 2015 2020 2025 2030
mantel- en thuiszorg
residentiële zorg
uren bejaardenhulpper 65-plusser
27
dienstencentrum (programmacijfer 2013 geeft aan dat er nog 1 extra dienstencentrum kan erkend worden in Neerpelt). Ook kan worden gedacht aan de uitbouw van een woonzorgnetwerk9.
Conclusie:
Het zorgaanbod vandaag in Neerpelt getuigt van vrij goed uitgebouwde thuiszorg (79 % invulling van de behoefte) en in de residentiële voorzieningen is momenteel de behoefte voor ongeveer de helft ingevuld (55 % invulling van de behoefte). Er bestaan plannen met een uitbreiding van de huidige 99 wooneenheden met 118 extra. Uit bovenstaande varianten blijkt dat de realisatie van de 118 voorafgaande vergunningen tegen 2030 een noodzaak is.
Onderstaande tabel toont aan hoe Neerpelt tegemoet komt aan de behoefte volgens het programmacijfer en wat het wel of niet realiseren van de 118 VV zou betekenen.
- Scenario 1: vzw wzc Sint-Jozef kan haar belofte van de bouw van 118 nieuwe
woongelegenheden waarmaken en realiseert deze tegen 2020; dit betekent 71 %
invulling van de behoefte van 2030.
- Scenario 2: Enkel de 44 woongelegenheden in aanbouw worden gerealiseerd door de vzw. Er blijven 74 voorafgaande vergunningen bij de vzw die niet gerealiseerd worden en zullen vervallen; dit geeft 47 % invulling van de behoefte van 2030.
- Scenario 3: Naast de huidige bouw van 44 woongelegenheden in het centrum,
bouwt de vzw enkel de 25 voorafgaand vergunde woongelegenheden in Sint-
Huibrechts-Lille, dit zou 55 % invulling van de behoefte van 2030 geven.
- Scenario 4: Naast de huidige bouw van 44 woongelegenheden in het centrum,
bouwt de vzw enkel haar 49 voorafgaand vergunde woongelegenheden in Boseind,
wat 63 % invulling van de behoefte van 2030 betekent.
Tabel 10: Berekening scenario’s o.b.v. programmatie woonzorgcentra
Jaar 2013 2015 2020 2025 2030
Programmacijfer WZC (Prognose) 225 238 269 303 -
Scenario 1
Aantal woongelegenheden gerealiseerd 98 99 217 217 217
Invulling behoefte (%)* 57,0 54,1 91,2 80,7 71,6
Scenario 2 Aantal woongelegenheden gerealiseerd 98 99 143 143 143
Invulling behoefte (%)* 57,0 54,1 60,1 53,2 47,2
Scenario 3 Aantal woongelegenheden gerealiseerd 98 99 168 168 168
Invulling behoefte (%)* 57,0 54,1 70,6 62,5 55,4
Scenario 4 Aantal woongelegenheden gerealiseerd 98 99 192 192 192
Invulling behoefte (%)* 57,0 54,1 80,7 71,4 63,4
9 Een woonzorgnetwerk is een buurtgericht functioneel samenwerkingsverband waarin de in de buurt actieve erkende voorzieningen
uitgenodigd worden tot participatie en waarin naast een huisarts of huisartsenkring, minstens volgende voorziening effectief participeren: een erkend woonzorgcentrum, erkend centrum voor kortverblijf, een erkende groep van assistentiewoningen en een erkende dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Een woonzorgnetwerk heeft als opdracht op de ouderenzorg te optimaliseren door middel van samenwerking en afstemming tussen de leden van het zorgnetwerk.
28
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Neerpelt staat voor een belangrijke uitdaging. De snelle en sterke toename van haar aantal (hoog)bejaarden vraagt om een belangrijke uitbouw van het zorgaanbod. Zorggebruik neemt immers sterk toe met leeftijd. Het aantal 80-plussers in Neerpelt stijgt sterk: tegen 2030 zal hun aantal met ruim 55 % toenemen. Dit wil zeggen dat voor elke tien 80-plussers in Neerpelt vandaag, er tegen 2030 ruim vijf bij zullen komen.
Ouderen willen steeds meer zo lang mogelijk thuis blijven. In Neerpelt is nog ruimte om sterker in te zetten op thuiszorg: zowel wat betreft het totaal aantal gepresteerde uren (79 % invulling van de behoefte in 2012, vergeleken met 89 % in Limburg) als wat betreft het aantal uren per 65-plusser (10,4 uur / 65-plusser vergeleken met 12,3 uur / 65-plusser in Limburg).
Omwille van de demografische evolutie en meer bepaald de dalende mantelzorgratio (11 potentiële mantelzorgers per 80-plusser nu naar 7 in 2030), maar ook omwille van maatschappelijke ontwikkelingen (waardenverschuivingen, gezinsverdunning etc.) lijkt het aangewezen in de toekomst sterker op in te zetten op de ondersteuning van de mantelzorg. Dit zal resulteren in minder ouderen die nood hebben aan residentiële zorg. Ondersteunen van de mantelzorg kan onder andere door in te zetten op transmurale woonzorgvormen zoals een dienstencentrum, dagverzorging, kortverblijf, of er kan gedacht worden aan de uitbouw van woonzorgnetwerken. In Neerpelt is er ook nog groeimarge voor residentiele voorzieningen. Het lijkt realistisch te stellen dat de realisatie van de 118 voorafgaande vergunningen in Neerpelt tegen 2030 een zeer goede start is. Het is aan te raden om de demografische evolutie goed te blijven opvolgen zodat een voldoende aanbod aangeboden kan blijven worden om aan de verwachte toenemende zorgvraag te blijven voldoen. Momenteel blijkt uit variant 3 dat bovenop de 118 geplande woongelegenheden er nog een 15-tal extra nodig zouden zijn tegen 2030. De uitbouw van de residentiële ouderenzorg en de mantel- en thuiszorg mogen niet los gezien worden van elkaar. Integendeel, beide gedragen zich als communicerende vaten. Meer zelfs, zorgen voor (ouderen)zorg morgen kan enkel mits een geïntegreerde en onderling perfect op elkaar afgestemde uitbouw van instellingen, diensten en organisaties binnen de ouderenzorgverlening, zowel in de thuissituatie als (semi-) residentieel. Dat is elders in Vlaanderen en Limburg zo; en dat is ook in Neerpelt zo.
29
Uitdagingen en ambities voor het ouderen(zorg)beleid in Neerpelt zijn 1. Opvolgen van de demografische evolutie en hieraan gekoppelde zorgvraag. 2. Realiseren van een 15-tal extra woongelegenheden bovenop de 118 geplande
tegen 2030. 3. Inzetten op een verdere uitbouw van de gezinszorg. 4. Ontwikkelen en initiëren van ondersteunende maatregelen voor de mantel-
en thuiszorg. 5. Stimuleren van de realisatie van aangepaste woonzorgvormen en
transmurale voorzieningen. 6. Inzetten op een fijnmazige coördinatie van de ouderenzorg.
30
31
DEEL 2
BELEIDSKEUZES
Neerpelt
Dit deel bevat de beleidskeuzes van Neerpelt. De tekst kwam tot stand door samenwerking tussen het gemeentebestuur van Neerpelt en de provinciale Dienst Zorg.
32
MISSIE
Het beleid voor de komende jaren vertrekt vanuit het principe van de ”vermaatschappelijking van de zorg”. Zorg en hulpverlening moeten geïntegreerd zijn in de maatschappij. De zorgvrager in zijn buurt en lokale gemeenschap staat centraal. Hij voert zelf de regie over zijn zorg ondersteund met mantelzorgers, vrijwilligers en het professionele eerstelijnsaanbod. Als de draagkracht van zelfzorg, mantelzorg en eerstelijnszorg overschreden wordt, zal de stap gezet worden naar gespecialiseerde zorg. Hulpverlening is vraaggestuurd en gaat uit van de eigen kracht van de senior, al dan niet ondersteund door een coach. Vanuit het bestuur stimuleren wij dit en zullen we steeds de vraag stellen: wat kunt u nog wel en wie in uw omgeving kan u helpen. Voor die ouderen die minder zelfredzaam of weerbaar zijn, zal het bestuur, in samenwerking met zijn partners, een gepast zorg- en welzijnsaanbod aanmoedigen.
De uitgangspunten van het Vlaamse Woonzorgdecreet vormen hierbij een belangrijke leidraad voor Neerpelt:
1) ondersteunen van zelfzorg en/of mantelzorg om mensen de mogelijkheid te geven om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen;
2) verlenen van gedifferentieerde en gespecialiseerde vormen van woonzorg;
3) bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de verschillende actoren. Ter aanvulling van deze algemene leidraad zal Neerpelt haar eigen klemtonen leggen samen met de partners.
Neerpelt heeft reeds in 2012 zijn schouders gezet onder het opstellen van een ouderenbeleidsplan. Anno 2015 wil het beleid de vergrijzing en verzilvering die op haar afkomt in het middelpunt plaatsen door te focussen op het ouderenzorgbeleid. Vergrijzing mag natuurlijk niet synoniem gesteld worden met zorg en zorgbehoevend. We worden inderdaad ouder, maar leven ook langer in goede gezondheid. Met andere woorden dit plan is nadrukkelijk gebonden aan de zorgbehoevende 65-plusser in Neerpelt. Andere aspecten van seniorenbeleid zijn opgenomen in het ouderenbeleidsplan van 2012.
33
VISIE
CONTINUÏTEIT - DECENTRALISATIE Vanuit de cijfermatige analyse en de bijhorende scenario’s voor een verdere uitbouw van de ouderenzorg in Neerpelt wil het bestuur prioriteiten stellen, keuzes maken en krijtlijnen uittekenen.
In de verdere uitbouw van de ouderenzorg zijn continuïteit en decentralisatie sleutelbegrippen. Neerpelt kent een evenwichtig gespreid aanbod van diverse vormen van ouderenzorg. Het is belangrijk hierop verder in te zetten en voort te bouwen en de inwoners van Neerpelt te betrekken.
Cruciaal is dat het beleid hierin stuurt; ouderenzorg binnen de gemeente belangt al de huidige en toekomstige senioren aan en wij als bestuur hebben de expliciete verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor hun zorg van morgen.
Door de beperkte budgettaire reikwijdte en de hoge kosten verbonden aan investeringen in structurele ouderenzorgverlening wil het bestuur vooral sturen door te verbinden.
VERBINDEN Verbinden slaat op het samenbrengen van mensen, organisaties en partners die vandaag
of morgen ouderenzorg verlenen of organiseren in Neerpelt. In dit proces staat de
naadloze zorg voor de zorgvrager centraal. Het bestuur wil al deze actoren verbinden en
engageert zich om proactief de stimulerende en coördinerende motor te zijn van de
gehele ouderenzorg in onze gemeente. Op die manier kunnen wij als bestuur subtiel
sturen met het oog op het genereren van meerwaarde, verhoogde efficiëntie en het
creëren van win-winsituaties.
De seniorenraad is een belangrijk klankbord en partner voor het beleid in heel de
ontwikkeling van het ouderenzorgbeleid.
Burgerparticipatie is een andere belangrijke beleidsoptie, hiervoor is i.s.m. KHLim en
het woonzorgcentrum Sint-Jozef in het voorjaar 2014 de eerste stap gezet met het project
”Inwoners geven ideeën over toekomstig rusthuis”.
LDC-BINNENHOF Het gemeente- en OCMW-bestuur ijveren samen voor een evenwichtig, gevarieerd
ouderenzorgaanbod op maat. Hierbij is een bijzondere rol weggelegd voor het LDC-
BinnenHOF. Het LDC-BinnenHOF fungeert als een centraal aanspreekpunt en als
motor en spil bij het voeren van een seniorenbeleid waarbij de principes van het
Woonzorgdecreet de grondslag vormen. Hierbij is er specifieke aandacht voor levenslang
wonen, versterking van de draagkracht van de senior, zinvolle vrijetijdsbesteding en
aandacht voor de hele zorgsituatie.
34
KRIJTLIJNEN
Aan de hand van het overleg met de ouderenzorgsector, wordt een aantal krijtlijnen weergegeven i.h.k.v. het ouderenzorgbeleidsplan van Neerpelt.
1 INVESTEREN IN ZO LANG MOGELIJK KWALITEITSVOL THUIS BLIJVEN
WONEN We willen de toenemende vraag naar gezinszorg beantwoorden door blijvend in te zetten op thuiszorg. Met het oog op het zo lang mogelijk kwaliteitsvol thuis kunnen blijven wonen van onze 65-plussers, zijn volgende twee aspecten cruciaal: - enerzijds inzetten op meer thuiszorg. Voor de zorgaanbieders van gezinszorg en
aanvullende thuiszorg is de sturingsrol echter eerder beperkt: de beschikbaarheid van de uren wordt hoofdzakelijk aangestuurd vanuit de Vlaamse overheid. Ook de financiële mogelijkheden van de gebruiker zijn bepalend voor de vraag naar dienstverlening.
- anderzijds inzetten op de ondersteuning en draagkracht van de mantelzorg. Het bestuur wenst dit te doen door duidelijk te kiezen voor semiresidentiële zorgvoorzieningen zoals dagopvang en kortverblijf. Een belangrijk actiepunt is i.h.k.v. het dagverzorgingscentrum, een oplossing te zoeken voor de bestaande vervoersproblemen, zowel wat het financiële als praktische aspect betreft.
Het ondersteunen van de mantelzorgers is een belangrijk onderdeel van het zo lang mogelijk thuisblijven. Het bestuur wenst ook in de toekomst te blijven inzetten op de mantelzorgtoelage. Het jaarlijks contact met de mantelzorgers is voor de sociale dienst een belangrijk contact- en opvolgingsinstrument; de spreekwoordelijke vinger aan de pols. Daarnaast willen wij vanuit het lokale dienstencentrum blijven inzetten op vorming/empowerment/informatie. Het is belangrijk dat de hulpvragers de diensten kennen en weten waar ze met hun vragen terechtkunnen. Buurtgezellen nemen het lot van hun buren, in het bijzonder van de meest kwetsbaren, ter harte. Het bestuur wil hen daarbij begeleiden en helpen. Hiervoor zal het OCMW niet alleen op pad gaan. Er zal worden samengewerkt met de zowel de plaatselijke ouderenverenigingen als de jeugdbewegingen, georganiseerde of (nog) niet-georganiseerde buurten en er zal een beroep gedaan worden op de deskundigheid van partners, als organisaties die ervaring hebben met deze aanpak, alsook op de scholen in de verschillende deelkernen. In Neerpelt zijn in de verschillende deelkernen dorpsrestaurants waar je tegen een toegankelijke prijs een maaltijd kunt nuttigen en andere buurtbewoners kunt ontmoeten of een babbeltje kunt slaan. Ontmoeting tussen mensen/senioren creëren is immers een grote meerwaarde om vereenzaming tegen te gaan.
35
Wij denken in het kader van het ouderenzorgbeleid aan:
- Provinciale Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer (MAV) … De MAV helpt bij de vervoerszoektocht en zorgt voor een oplossing op maat.
- Verder inzetten op de uitbouw van de minder mobiele centrale. - Bouwen/renoveren van sociale assistentiewoningen, huur/koop woningen voor
senioren en andere doelgroepen d.m.v. het lokale toewijzingsreglement, met zorgassistentie, wie levert de zorg, wie zijn partners, wie investeert, wie is initiatiefnemer?
- Uitbouw van dienstencentrum LDC-BinnenHOF … Naast het aanbieden van activiteiten van algemene informatieve, vormende en recreatieve aard die de zelfredzaamheid en het sociale netwerk van de gebruikers versterken, kan het lokaal dienstencentrum eveneens fungeren als coördinatiecentrum van de thuisdiensten. Vanuit het Woonzorgdecreet wordt bovendien de behoefte aan een centraal aanspreekpunt voor informatie aan mensen met een zorgbehoefte en/of hulpvraag benadrukt. Een rol die LDC-BinnenHOF in de komende jaren wil opnemen als uniek seniorenloket, het aanspreekpunt bij uitstek voor elke 65-plusser. Dit gecombineerd met een meer actieve benadering van ouderen zal ervoor zorgen dat ouderen beter hun rechten kennen en er gebruik van maken, dat zij geïnformeerd zijn over het aanbod aan hulpverlening, thuiszorg en activiteiten, dat zij minder vaak doorverwezen worden, kortom dat zij sneller en beter geholpen worden.
- Oprichting van antennes van het LDC-BinnenHOF, als een innovatief project waarbij de
verschillende deelkernen met hun woonkernen betrokken worden bij lokale activiteiten. De al bestaande dorpsrestaurants en andere bestaande initiatieven, zoals de bibliotheek, kunnen als kapstok gebruikt worden om een aanbod decentraal en op maat van de specifieke deelkernen aan te bieden en dat afhankelijk van de vraag en de mogelijkheden.
- Vrijwilligerswerking … het project Buurtgezellen een extra duwtje in de rug geven en uit te rollen over heel Neerpelt. Als bestuur willen we dit project verder coördineren en begeleiden ter ondersteuning van de thuiszorg en mantelzorg.
- Naar aanleiding van het project rond ouderenzorg in 2012 alsook naar aanleiding van dit huidige project werd reeds samengezeten met de thuiszorgsector. Er werd toen het engagement aangegaan om regelmatiger samen te komen; dit zal terug worden opgenomen door een structureel overleg rond actuele, lokale thema’s aan te bieden. En door de krachten te bundelen tussen de mutualiteiten, voorzieningen en diensten.
- In te zetten op zorgcoördinatie en afstemming tussen de verschillende zorgactoren en
dit over de grenzen van de sectoren heen; zie verpleegkundigen uit de thuiszorg die gaan meewerken in het woonzorgcentrum.
36
- Een belangrijk aandachtspunt is dat hulpvragers de diensten kennen en weten waar ze met hun vragen terecht kunnen. We gaan via kernpersonen zoals de huisarts, de sociale dienst van het ziekenhuis op zoek naar strategieën om informatie efficiënter bij de mensen te krijgen. Ook wordt voor in de toekomst gedacht aan een digitale sociale kaart en digitaal platform waar ook de sector met elkaar kan communiceren.
- Versterken van draagkracht en zelfstandigheid van de oudere door in te zetten op 6
strategische doelstellingen: levenslang wonen, garantie op veiligheid, mobiliteit in het teken van behoud van zelfstandigheid, een zinvolle vrijetijdsinvulling, een aangepast zorgaanbod, communicatie naar 65-plussers.
2 INTRAMURALE ZORGVERLENING Er is op korte termijn een sterke uitbreiding van de woonzorgvoorzieningen in Neerpelt en Overpelt en wellicht komt deze uitbreiding wat te vroeg door de demografische evolutie. Maar de vergrijzing stopt natuurlijk niet in 2030 en daarom zal het bestuur samen met het WZC-Sint-Jozef verder inzetten op de uitbouw van residentiële zorg. Vanuit het woonzorgcentrum wordt duidelijk gekozen voor de optie van decentralisatie: de 118 vooraf vergunde woonzorgeenheden zullen worden gerealiseerd in het centrum van Neerpelt en in de deelkernen Sint-Huibrechts-Lille en de woonkern Boseind. Het bestuur heeft geen verwachtingen ten aanzien van het WZC-Sint-Jozef om de eventuele 15 extra woongelegenheden te realiseren zoals aangehaald in variant drie van de omgevingsanalyse (Variant 3 = graduele stijging van de huidige zorggebruiker in de mantel- en thuiszorg tot het huidige Limburgse gemiddeld aantal uren gezinszorg per 65-plusser). We denken ook aan eventuele private ondernemers: recent werd een project in de Stationsstraat vergund waar 5 assistentiewoningen voorzien zijn. Wij denken in het kader van het ouderenzorgbeleid aan: - Blijvend inzetten op de goede samenwerking tussen het OCMW en het WZC-Sint-Jozef. - In de nabijheid van het WZC of elders in de verschillende deelkernen kunnen
innovatieve kleinschalige projecten (eventueel voor gemengde doelgroepen) opgericht worden.
- We wensen in contact te komen met publieke en private woon- en zorgactoren die
willen investeren en hiervoor ook de verantwoordelijkheid wensen op te nemen.
- In overleg en samenspraak met de private sector het residentiële aanbod uitbouwen en invullen.
37
3 INZETTEN OP KLEINSCHALIGHEID EN DECENTRALISATIE Neerpelt kiest vandaag al resoluut voor dienstverlening en projecten dicht bij de mensen; het principe van een woonzorgnetwerk. Een woonzorgnetwerk is een buurtgericht functioneel samenwerkingsverband waarin de in de buurt actieve erkende voorzieningen uitgenodigd worden tot participatie. In samenwerking met publieke en/of private partners met zin voor innovatie en synergie wenst het bestuur verder in te zetten op kleinschaligheid en decentralisatie. Het Neerpeltse bestuur staat i.h.k.v. burgerparticipatie achter het project dat het WZC- Sint-Jozef i.s.m. hogeschool KHLim “Inwoners geven ideeën over toekomstig rusthuis” op poten heeft gezet. Dat maatschappelijk draagvlak, wat ooit vanzelfsprekend was, is nodig om ouderenzorg betaalbaar te houden. Wij denken in het kader van het ouderenzorgbeleid aan: - De demografische evolutie en het toekomstige zorggebruik willen we opvolgen zodat
tijdig kan ingezet worden op eventuele bijkomende benodigde woongelegenheden. Momenteel geven de cijfers aan dat tegen 2030 nog 15 extra bedden nodig zijn, maar de toenemende vergrijzing stopt dan ook niet.
- Uitbreiding met 15 woonzorgeenheden terug onderzoeken samen met het WZC-Sint-Jozef i.h.k.v. de antennes, want uitvoeren van 15 extra woonzorgeenheden tegen 2030 is voor een private partner wellicht niet leefbaar. Eerder haalbaar is het inzetten op toegankelijke assistentiewoningen.
- Creëren van een maatschappelijk draagvlak, door het project burgerparticipatie uit de
deelkern Sint-Huibrechts-Lille ook uit te dragen en te realiseren naar andere deelkernen zoals oa. Boseind. Geïnteresseerden nemen deel aan workshops rond zorgthema’s om zo ideeën te laten rijpen.
- Nieuwe kleinschalige initiatieven en alternatieve/innovatieve woonvormen zoals assistentiewoningen, meergeneratiewoningen, … inplanten op verschillende sites of een andere invulling van het bestaande patrimonium. In combinatie met kleinschalige woningen voor mensen met beperkingen of dementie?
We denken bijvoorbeeld aan het Kempisch Tehuis als sociale huisvestingsmaatschappij en we zoeken hiervoor private woon-zorgpartners met zin voor innovatie en synergie.
38
4 REGIE ROL Momenteel hebben de gemeente en het OCMW een goed beeld van de zorgpartners en bestaat er een goede samenwerking met de sector die we zeker wensen voort te zetten in de toekomst. De voorafgaande vergunningen in portefeuille zijn gekend en gaan in de toekomst ook effectief gerealiseerd worden. Het bestuur wenst haar verantwoordelijkheid te nemen als regisseur van de ouderenzorg door op een structurele manier de verschillende actoren beter op elkaar te laten inspelen en zo hiaten te detecteren. Het bestuur wil dit doen door partners samen te brengen en in te zetten op de coördinatie van de ouderenzorg om zo een vinger aan de pols te houden.
Het Neerpeltse bestuur wil een vraaggestuurde uitbouw van de ouderenzorg en dit op basis van samenwerking en sluitende afspraken tussen de verschillende zorgpartners en woonzorg-vormen. Er is reeds een horizontale integratie tussen woonvoorzieningen (onderling samenwerkingsverband), maar er moet ook gewerkt worden rond de verticale integratie van dienstverleners: woonzorgvoorzieningen, thuiszorg, …. Het zorgaanbod is immers voor velen een doolhof waarin zij moeilijk de weg vinden naar de vele zorgverstrekkende diensten. Wij denken in het kader van het ouderenzorgbeleid aan: - Een goede toekomstige samenwerking met verschillende woon- en zorgactoren die
willen investeren en hiervoor ook de verantwoordelijkheid wensen op te nemen.
- Het opvullen van lacunes hiaten, op zoek gaan naar partners en de verschillende
actoren structureel samen te brengen en op elkaar te laten inspelen. Belangrijk als
bestuur is het waken over de kwaliteit.
- Het LDC-BinnenHOF fungeert als een centraal aanspreekpunt en als motor en spil in
het voeren van een seniorenbeleid waarbij de principes van het Woonzorgdecreet de
grondslag vormen, met specifieke aandacht voor levenslang wonen, versterking van de
draagkracht van de senior, zinvolle vrijetijdsbesteding en aandacht voor de hele
zorgsituatie en afstemming tussen de verschillende zorgactoren om zo het bos door de
bomen te blijven zien.
39
BIJLAGE 1
CIJFERS VOOR OMGEVINGSANALYSE
Neerpelt
Deze bijlage kwam tot stand door samenwerking tussen de provinciale dienst Zorg en het steunpunt sociale planning.
40
Inhoud
Begrippen ....................................................................................................................................................................................... 42
Demografie ..................................................................................................................................................................................... 43
Bevolking .................................................................................................................................................................................... 43
65-plussers .............................................................................................................................................................................. 43
80-plussers .............................................................................................................................................................................. 44
Demografische coëfficiënten ......................................................................................................................................................... 45
Verouderingscoëfficiënt............................................................................................................................................................. 45
Grijze druk ............................................................................................................................................................................... 46
Mantelzorgratio ........................................................................................................................................................................ 47
Familiale zorgindex ................................................................................................................................................................... 48
Interne vergrijzing .................................................................................................................................................................... 49
Socio-economische factoren ............................................................................................................................................................ 50
Lage inkomens ............................................................................................................................................................................ 50
Inkomensaangiften ................................................................................................................................................................... 50
Ouderen met inkomensgarantie ................................................................................................................................................ 51
Tegemoetkoming hulp aan bejaarden ........................................................................................................................................ 52
Recht op voorkeurtarief ziekteverzekering .................................................................................................................................. 53
Gezinssituatie .............................................................................................................................................................................. 54
Alleenwonenden ....................................................................................................................................................................... 54
Wonen ........................................................................................................................................................................................ 55
Dementie .................................................................................................................................................................................... 56
Aanbod ouderenzorg ....................................................................................................................................................................... 57
41
Geografische spreiding ................................................................................................................................................................. 57
Gezinszorg en aanvullende thuiszorg ............................................................................................................................................. 57
Lokale Dienstencentra .................................................................................................................................................................. 62
Dagverzorgingscentra .................................................................................................................................................................. 63
Centra voor kortverblijf ................................................................................................................................................................ 64
Erkende Serviceflats / groepen van assistentiewoningen ................................................................................................................ 65
Woonzorgcentra .......................................................................................................................................................................... 66
Overige ....................................................................................................................................................................................... 67
Overzicht invullingsgraad behoefte ............................................................................................................................................... 68
Overzicht percentage invulling ...................................................................................................................................................... 69
Prognose van de programmatie bij ongewijzigd beleid ................................................................................................................... 70
Prognose van de programmatie bij gewijzigd beleid ....................................................................................................................... 71
Zorgvraag ....................................................................................................................................................................................... 72
Tenlastenemingen zorgverzekering ............................................................................................................................................... 72
Prognose prevalentie residentiële zorg in Limburg o.b.v. Belgisch model ......................................................................................... 73
42
BEGRIPPEN
Regio De regio is zoals in het woonzorgdecreet als volgt gedefinieerd: voor een gemeente die minder dan 10 000 ouderen boven de 65 jaar telt: de gemeente in kwestie en de aangrenzende gemeenten, met uitzondering van de aangrenzende gemeenten die meer dan 10 000 ouderen boven de 65 jaar tellen en waarvan het programmacijfer overschreden is; voor een gemeente die minstens 10 000 ouderen boven de 65 jaar telt: de gemeente zelf.
Programmacijfer Het programmacijfer voor gezinszorg gaat uit van de bevolkingsprojecties voor het eerstvolgende jaar (behoefte over 1 jaar). Het programmacijfer voor (semi-)residentiële voorzieningen gaat uit van de bevolkingsprojecties voor het vijfde jaar dat volgt (behoefte over 5 jaar).
Realisatiegraad voor planning (ZSP) De realisatiegraad voor planning is de verhouding tussen de effectief gerealiseerde capaciteit (erkend + erkenning in onderzoek) en het programmacijfer van het huidige jaar. Dit cijfer is nodig bij het opstellen van een zorgstrategisch plan.
Invullingsgraad behoefte De invullingsgraad behoefte is de verhouding tussen de effectief gerealiseerde capaciteit (erkend + erkenning in onderzoek) en het programmacijfer van 5 jaar eerder.
Percentage invulling Het percentage invulling programmatie is de verhouding tussen de totale capaciteit (erkend + erkenning in onderzoek + gepland + ontvankelijke aanvraag) en het huidige programmacijfer (dus op basis van de prognose van de bevolking over 5 jaar).
Invullingsgraad gezinszorg De invullingsgraad bij gezinszorg is het percentage berekend uit het werkelijk aantal gepresteerde uren en het programmacijfer van 1 jaar voordien.
Gepland aanbod Het geplande aanbod is het aantal voorafgaande vergunningen die de organisaties nog in portefeuille hebben.
43
DEMOGRAFIE
BEVOLKING
65-PLUSSERS
In onderstaande tabel worden het aantal inwoners ouder dan 65 jaar in de regio Neerpelt, alsook het aandeel (%) 65-plussers ten
opzichte van de totale bevolking weergegeven.
2005 2010 2013 2015 2020 2025 2030
Neerpelt aantal 2.365 2.693 2.956 3.093 3.576 3.960 4.274
% 14,7 16,4 17,7 18,7 21,6 24,0 26,1
Bocholt aantal 1.748 2.029 2.219 2.311 2.652 2.957 3.341
% 14,3 16,1 17,3 17,7 20,0 22,2 25,0
Hamont-Achel aantal 2.373 2.705 2.902 2.989 3.218 3.447 3.669
% 17,2 19,2 20,3 21,3 23,1 24,9 26,6
Lommel aantal 4.655 5.381 5.984 6.361 7.192 8.104 9.159
% 14,7 16,3 17,8 18,7 20,8 23,2 26,1
Overpelt aantal 2.138 2.390 2.542 2.671 2.996 3.312 3.627
% 16,1 17,0 17,5 18,4 20,3 22,2 24,2
Peer aantal 2.091 2.396 2.570 2.669 3.072 3.555 4.100
% 13,3 14,8 15,8 16,2 18,4 21,1 24,1
Regio aantal 15.370 17.594 19.173 20.094 22.706 25.335 28.170
% 15,0 16,6 17,7 18,5 20,7 23,0 25,5
Limburg aantal 125.750 138.915 149.862 157.216 176.623 197.557 218.036
% 15,5 16,6 17,6 18,2 20,1 22,3 24,5
Vlaams Gewest aantal 1.073.880 1.135.045 1.200.965 1.237.628 1.337.878 1.456.581 1.581.050
% 17,8 18,2 18,8 19,3 20,4 22,1 23,9
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie en Studiedienst van de Vlaamse Regering – Bevolkingsprojecties. Prognoses worden cursief weergegeven.
44
80-PLUSSERS
In onderstaande tabel worden het aantal inwoners ouder dan 80 jaar in de regio Neerpelt, alsook het aandeel (%) 80-plussers ten
opzichte van de totale bevolking weergegeven.
2005 2010 2013 2015 2020 2025 2030
Neerpelt aantal 429 601 774 844 972 1.061 1.206
% 2,7 3,7 4,6 5,1 5,9 6,4 7,4
Bocholt aantal 286 465 567 568 659 733 879
% 2,3 3,7 4,4 4,3 5,0 5,5 6,6
Hamont-Achel aantal 473 650 761 802 886 981 1.083
% 3,4 4,6 5,3 5,7 6,4 7,1 7,9
Lommel aantal 774 1.091 1.381 1.528 1.862 2.101 2.521
% 2,4 3,3 4,1 4,5 5,4 6,0 7,2
Overpelt aantal 371 502 640 696 884 931 1.027
% 2,8 3,6 4,4 4,8 6,0 6,2 6,9
Peer aantal 397 542 651 711 856 916 1.029
% 2,5 3,4 4,0 4,3 5,1 5,4 6,0
Regio aantal 2.730 3.851 4.774 5.149 6.119 6.723 7.745
% 2,7 3,6 4,4 4,7 5,6 6,1 7,0
Limburg aantal 24.970 33.316 39.128 42.298 48.985 52.572 60.940
% 3,1 4,0 4,6 4,9 5,6 5,9 6,8
Vlaams Gewest aantal 254.700 311.262 351.211 365.932 399.161 416.916 471.733
% 4,2 5,0 5,5 5,7 6,1 6,3 7,1
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie en Studiedienst van de Vlaamse Regering – Bevolkingsprojecties. Prognoses worden cursief weergegeven.
45
DEMOGRAFISCHE COËFFICIËNTEN
VEROUDERINGSCOËFFICIËNT
De verouderingscoëfficiënt is de ratio van de bevolking vanaf 60 jaar t.o.v. de bevolking van 0-19 jaar, vermenigvuldigd met 100. Dit
geeft een aanduiding van de mate waarin de oudere bevolking weegt op de jongeren. Wanneer dit getal groter is dan 100 wil dit
zeggen dat er meer 60-plussers zijn dan jongeren tussen 0 en 19 jaar.
2005 2010 2013 2015 2020 2025 2030
Neerpelt 84,9 101,9 117,5 125,9 141,0 156,9 171,0
Bocholt 79,7 100,6 111,8 116,4 130,5 148,2 163,1
Hamont-Achel 100,0 117,0 124,9 138,5 157,1 169,0 177,7
Lommel 86,3 103,3 115,4 122,0 140,5 160,4 177,7
Overpelt 92,7 104,1 109,4 121,0 135,2 149,9 167,2
Peer 73,3 88,0 100,9 105,6 123,6 141,9 158,3
Regio 85,9 102,3 113,5 121,3 138,1 155,1 170,5
Limburg 91,7 104,3 113,4 117,8 129,8 143,1 155,8
Vlaams Gewest 102,6 109,5 114,0 116,8 124,1 133,8 144,0
Bronnen: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie; en Studiedienst van de Vlaamse Regering – Bevolkingsprojecties. Prognoses staan cursief weergegeven.
46
GRIJZE DRUK
De grijze druk is de ratio van de bevolking vanaf 60 jaar t.o.v. de bevolking van 20-59 jaar, vermenigvuldigd met 100. Dit geeft weer in
hoeverre de oudere bevolking weegt op de bevolking op actieve leeftijd.
2005 2010 2013 2015 2020 2025 2030
Neerpelt 34,5 39,9 45,2 48,7 57,1 64,1 70,2
Bocholt 33,8 39,6 42,9 44,7 50,6 60,2 67,4
Hamont-Achel 43,3 48,1 50,8 54,1 61,2 68,5 73,4
Lommel 35,1 40,8 44,5 46,5 53,7 63,3 71,5
Overpelt 37,7 40,6 43,4 45,8 51,5 57,6 62,7
Peer 30,3 34,6 38,1 39,7 47,4 56,7 64,1
Regio 35,5 40,4 44,1 46,4 53,4 61,9 68,6
Limburg 35,7 40,3 43,4 45,4 51,9 59,0 64,2
Vlaams Gewest 41,5 44,7 46,4 47,9 52,5 58,3 62,9
Bronnen: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie; en Studiedienst van de Vlaamse Regering – Bevolkingsprojecties. Prognoses staan cursief weergegeven.
47
MANTELZORGRATIO
De mantelzorgratio geeft het aantal potentiële mantelzorgers uit de leeftijdsgroep 40-79 jarigen per 80-plusser weer.
2005 2010 2013 2015 2020 2025 2030
Neerpelt 17,9 13,9 11,0 10,1 8,8 8,1 7,0
Bocholt 20,2 13,5 11,3 11,5 10,2 9,4 7,8
Hamont-Achel 14,4 11,2 9,7 9,2 8,4 7,5 6,7
Lommel 19,5 15,2 12,4 11,5 9,8 8,9 7,4
Overpelt 17,1 13,9 11,2 10,5 8,4 8,2 7,5
Peer 17,7 14,3 12,2 11,4 9,8 9,4 8,5
Regio 17,8 13,8 11,4 10,8 9,3 8,6 7,5
Limburg 15,4 12,4 10,8 10,1 8,9 8,5 7,4
Vlaams Gewest 11,2 9,7 8,7 8,5 7,9 7,8 6,9
Bronnen: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie; en Studiedienst van de Vlaamse Regering – Bevolkingsprojecties. Prognoses staan cursief weergegeven.
48
FAMILIALE ZORGINDEX De familiale zorgindex geeft een idee van de mate waarin de oudste actieven kunnen instaan voor de zorg voor hun hoogbejaarde
ouders. Deze index wordt berekend door het aantal 80-plussers te delen door het aantal 50 tot 59 jarigen, vermenigvuldigd met 100.
2005 2010 2013 2015 2020 2025 2030
Neerpelt 19,0 23,0 28,9 32,7 38,5 44,9 54,8
Bocholt 17,0 25,6 28,5 28,0 31,5 38,3 49,3
Hamont-Achel 25,5 31,4 34,9 35,5 39,2 47,0 55,4
Lommel 18,1 22,9 26,9 27,9 32,8 39,6 50,6
Overpelt 21,4 24,7 29,8 31,8 39,3 42,1 48,2
Peer 20,8 22,8 25,2 26,7 31,9 37,2 44,9
Regio 19,9 24,6 28,5 29,9 35,0 41,1 50,5
Limburg 22,8 27,1 30,2 32,0 37,4 42,6 51,5
Vlaams Gewest 32,1 36,2 38,7 39,5 42,8 46,6 54,8
Bronnen: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie; en Studiedienst van de Vlaamse Regering – Bevolkingsprojecties. Prognoses staan cursief weergegeven.
49
INTERNE VERGRIJZING De interne vergrijzing geeft een aanduiding van hoeveel hoogbejaarden er zijn in de groep van ouderen. Het is de verhouding van het
aantal 80-plussers ten opzichte van het aantal 60-plussers, vermenigvuldigd met 100.
2005 2010 2013 2015 2020 2025 2030
Neerpelt 13,6 16,4 18,8 19,6 20,3 20,6 22,1
Bocholt 12,2 16,6 18,7 17,8 18,6 18,3 20,4
Hamont-Achel 14,8 18,1 20,1 20,4 20,8 21,7 23,0
Lommel 12,3 14,6 16,9 17,9 19,3 19,3 21,3
Overpelt 13,3 15,8 18,6 19,3 22,0 21,3 21,9
Peer 14,3 16,9 18,5 19,3 20,1 18,9 19,3
Regio 13,3 16,1 18,3 18,9 20,1 19,9 21,3
Limburg 15,1 17,6 19,2 19,9 20,6 20,1 21,9
Vlaams Gewest 18,5 20,7 22,2 22,5 22,6 21,9 23,4
Bronnen: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie; en Studiedienst van de Vlaamse Regering – Bevolkingsprojecties. Prognoses staan cursief weergegeven.
50
SOCIO-ECONOMISCHE FACTOREN
LAGE INKOMENS
INKOMENSAANGIFTEN
Het gemiddeld netto belastbaar inkomen per aangifte is een indicator voor de financiële draagkracht van de bevolking. Het doorsnee-
of mediaaninkomen weerspiegelt beter de situatie dan het gemiddelde inkomen, omdat dit laatste sterk naar boven of beneden wordt
getrokken door een klein aantal zeer hoge of zeer lage inkomens. De helft van de aangiften bedraagt een hoger inkomen dan het
doorsnee inkomen, de andere helft een lager inkomen.
< € 10.000 / aangifte < € 20.000 / aangifte Gem. inkomen /
aangifte [€]
Doorsnee inkomen
/ aangifte [€] aantal % aantal %
Neerpelt 1.278 13,9 3.736 40,6 28.540 23.474
Bocholt 975 13,9 2.993 42,7 26.812 22.757
Hamont-Achel 1.097 14,0 3.447 44,1 26.623 22.056
Lommel 2.614 14,0 7.716 41,3 28.182 23.107
Overpelt 1.032 13,0 3.125 39,2 28.580 23.571
Peer 1.296 14,3 3.620 39,9 28.276 23.712
Regio 8.292 13,9 24.637 41,2 27.940 -
Limburg 65.113 13,6 206.086 42,9 28.221 22.596
Vlaams Gewest 508.190 14,0 1.534.142 42,3 30.058 22.999
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Fiscale inkomens. Cijfers van inkomstenjaar 2010 (aanslagjaar 2011). Het doorsnee inkomen is gebaseerd op het jaarlijks netto belastbaar inkomen per aangifte. Hieronder wordt verstaan: het brutoloon nadat daar sociale bijdragen en beroepskosten zijn afgetrokken, vermeerderd met andere belastbare netto inkomsten (uit onroerende goederen, uit kapitaal en roerende goederen, en uit diverse andere bronnen).
51
OUDEREN MET INKOMENSGARANTIE
Zowel het gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GIB) als de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) zijn bijstandsregelingen die de
overheid verstrekt aan ouderen die de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar bereikt hebben en die door omstandigheden geen of
onvoldoende loopbaan hebben kunnen opbouwen. Het wordt toegekend aan ouderen die over onvoldoende bestaansmiddelen
beschikken.
IGO GIB Totaal
aantal aantal aantal %
Neerpelt 74 11 85 2,9
Bocholt 147 13 160 7,2
Hamont-Achel 80 11 91 3,1
Lommel 150 11 161 2,7
Overpelt 50 11 61 2,4
Peer 69 3 72 2,8
Regio 570 60 630 3,3
Limburg 5.830 494 6.324 4,2
Vlaams Gewest 53.684 4.412 58.096 4,8
Bron: FOD Sociale Zekerheid - Rijksdienst Voor Pensioenen. Gegevens van 2013
52
TEGEMOETKOMING HULP AAN BEJAARDEN
Ouderen (65-plussers) kunnen recht hebben op de tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB) als zij moeilijkheden ondervinden bij
het uitvoeren van dagelijkse activiteiten.
THAB
aantal %
Neerpelt 262 9,1
Bocholt 215 10,0
Hamont-Achel 221 7,8
Lommel 542 9,4
Overpelt 236 9,5
Peer 283 11,3
Regio 1.759 9,4
Limburg 17.486 12,0
Vlaams Gewest 105.305 8,9
Bron: FOD Sociale Zekerheid - DG Personen met een handicap; 2012
53
RECHT OP VOORKEURTARIEF ZIEKTEVERZEKERING
De verhoogde tegemoetkoming zorgt ervoor dat bepaalde categorieën van rechthebbenden een lagere persoonlijke bijdrage (remgeld)
betalen bij onder andere een ziekenhuisverblijf, voor een raadpleging van een arts, en voor geneesmiddelen. In grote lijnen hebben de
volgende categorieën recht op een verhoogde tussenkomst in de terugbetaling van hun medische kosten binnen de ziekteverzekering:
het oude wigw statuut, leefloners, personen die steun ontvangen van een OCMW, GIB, IGO, tegemoetkoming voor een handicap,
kinderen die recht hebben op verhoogde kinderbijslag, 50-plussers die volledig werkloos zijn, en hun personen ten laste, en alle
gezinnen met een inkomen onder een grensbedrag. Hier is wel een strenge inkomensvoorwaarde.
60-74 jarigen met voorkeurtarief 75-plussers met voorkeurtarief
aantal % aantal %
Neerpelt 414 15,3 582 40,9
Bocholt 405 20,1 585 57,3
Hamont-Achel 383 15,8 562 41,3
Lommel 858 15,6 992 37,2
Overpelt 359 16,1 487 40,1
Peer 487 21,3 681 55,5
Regio 2.906 16,9 3.889 43,6
Limburg 26.531 19,9 34.534 48,8
Vlaams Gewest 178.763 18,2 246.201 41,1
Bron: Studiedienst Vlaamse Regering op lokalestatistieken.vlaanderen.be. Gegevens van 2013. Titularissen én personen ten laste van de verhoogde tegemoetkoming en OMNIO (geen onderscheid tussen titularissen en personen ten laste) worden hiertoe samengeteld.
54
GEZINSSITUATIE
ALLEENWONENDEN
Onderzoek toont aan dat ouderen die alleen wonen sneller naar een woonzorgcentrum zullen verhuizen (Bron: KCE studie 167A: Toekomstige
behoefte aan residentiële ouderenzorg in België: projecties 2011-2025). Het aantal alleenwonenden is daarom een belangrijke indicator bij
ouderenzorg.
Alleenwonenden Alleenwonende 65+ Alleenwonende 80+
aantal % aantal % aantal %
Neerpelt 1.662 9,9 679 23,0 296 38,2
Bocholt 1.115 8,7 454 20,5 189 33,3
Hamont-Achel 1.462 10,3 667 23,0 276 36,3
Lommel 3.299 9,8 1.348 22,5 478 34,6
Overpelt 1.509 10,4 599 23,6 248 38,7
Peer 1.528 9,4 583 22,7 223 34,3
Regio 10.575 9,8 4.330 22,6 1.710 35,8
Limburg 90.412 10,6 36.539 24,4 14.626 37,3
Vlaams Gewest 90.412 10,6 36.539 24,4 14.626 37,3
Bron: Rijksregister, 1 januari 2013
55
WONEN
Woningen opgericht vóór 1946
aantal %
Neerpelt 714 10,6
Bocholt 760 14,2
Hamont-Achel 710 11,6
Lommel 1.185 8,6
Overpelt 633 11,0
Peer 698 10,2
Regio 4.700 10,6
Limburg 58.861 17,1
Vlaams Gewest 752.097 28,8
Bron: Kadaster van de FOD Financiën; 2013
56
DEMENTIE Er is weinig cijfermateriaal beschikbaar over de prevalentie van dementie. Belgische cijfers werden in 1994 gepubliceerd door Roelands
en collega’s. In 2009 bundelde de Europese meta-analyse EuroCoDe de studieresultaten uit verschillende landen. Deze worden gebruikt
in het Dementieplan Vlaanderen 2010-2014, en zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Leeftijd 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+
Prevalentie (%) 1,6 3,5 7,4 15,7 26,2 41,0 46,3
Op basis van deze Europese percentages wordt een prognose van het aantal personen met dementie in de gemeente gemaakt. Deze cijfers worden enkel ter illustratie weergegeven en dienen met de nodige voorzichtigheid bekeken te worden: omdat deze Europese gemiddelden op de relatief kleine bevolkingscijfers worden uitgeteld, kan de afwijking aanzienlijk groter zijn dan deze in de Europese studie. De belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van dementie is de leeftijd. We gaan er van uit dat het percentage personen met dementie per leeftijdscategorie de volgende jaren gelijk blijft. Met een sterk toenemend aantal ouderen, zal ook het aantal ouderen met dementie toenemen.
65-plussers 80-plusser
2013 2015 2020 2025 2030 2013 2015 2020 2025 2030
Neerpelt 248 272 321 366 413 163 186 226 256 290
Bocholt 184 189 223 260 299 122 124 151 174 205
Hamont-Achel 245 262 294 324 353 163 178 203 228 253
Lommel 467 515 624 728 845 292 334 426 499 596
Overpelt 211 230 276 314 353 135 150 197 224 251
Peer 219 233 277 316 361 143 157 196 220 246
Regio 1.575 1.702 2.014 2.307 2.624 1.017 1.129 1.400 1.601 1.841
Limburg 12.823 13.918 16.138 18.262 20.688 8.545 9.530 11.445 12.767 14.630
Vlaams Gewest 111.905 118.018 130.562 142.614 157.162 78.926 84.479 95.318 102.480 114.248
Bron: Berekening door provincie Limburg – dienst Zorg o.b.v. de EuroCoDe studie en Bevolkingsprojecties van de Studiedienst van de Vlaamse Regering.
In het Masterplan Ouderenzorg Limburg 2001-2010 (provincie Limburg) werd besloten dat ruim een derde van het aantal personen met dementie ook in de officiële RIZIV registratiecijfers terug te vinden is, en dus ook in het professionele verzorgingscircuit opgenomen is. Het masterplan stelt verder dat ongeveer 60% van deze personen met dementie professioneel verzorgd worden in een woonzorgcentrum.
57
AANBOD OUDERENZORG
GEOGRAFISCHE SPREIDING
De geografische spreiding van de huidige voorzieningen in de ouderenzorg is weergegeven in bijlage 2. De verschillende voorzieningen kunnen afzonderlijk verborgen of getoond worden via het pictogram ‘lagen’, links in de pdf.
GEZINSZORG EN AANVULLENDE THUISZORG
De programmatie voor de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg bestaat uit programmacijfers voor de uren
persoonsverzorging en huishoudelijke hulp die verstrekt worden door de erkende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg.
Programmacijfer 2014 # Werkelijk aantal gepresteerde
uren in 2012 #
Invullingsgraad 2012 (%)
Neerpelt 50.751 35.116 79,0
Bocholt 36.673 42.695 126,7
Hamont-Achel 47.395 28.606 65,5
Lommel 99.080 69.585 78,6
Overpelt 43.809 38.988 99,8
Peer 45.189 45.277 109,5
Regio 322.897 260.267 89,5
Limburg 2.603.250 2.119.426 89,5
Vlaams Gewest 21.107.982 15.738.449 80,4
Bron: Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid # aantallen: uren
58
Onderstaande tabel toont de spreiding van het aantal uren gezinszorg per dienst en per gemeente in de regio.
Gemeente Sector Organisatie Gepresteerde uren 2012
Neerpelt Openbare sector Welzijnsregio Noord-Limburg 13461
Private sector Familiehulp 18625
Private sector Landelijke Thuiszorg 100
Private sector Solidariteit voor het Gezin 891
Private sector Thuishulp 1838
Private sector Verpleging De Voorzorg 16
Private sector Wit-Gele Kruis van Vlaanderen - Beter Thuis 186
% programma 79 Totaal 35 116
Bocholt Openbare sector Welzijnsregio Noord-Limburg 20 868
Private sector Familiehulp 17 846
Private sector Landelijke Thuiszorg 225
Private sector Onafhankelijke Thuiszorg Verenigingen 505
Private sector Solidariteit voor het Gezin 177
Private sector Thuishulp 2 049
Private sector Verpleging De Voorzorg 77
Private sector Wit-Gele Kruis van Vlaanderen - Beter Thuis 945
% programma 126,7 Totaal 42 695
Hamont-Achel Openbare sector Welzijnsregio Noord-Limburg 7121
Private sector Familiehulp 19327
Private sector Landelijke Thuiszorg 393
Private sector Solidariteit voor het Gezin 315
Private sector Thuishulp 1355
Private sector Verpleging De Voorzorg 4
Private sector Wit-Gele Kruis van Vlaanderen - Beter Thuis 90
% programma 65,5 Totaal 28605
Lommel Openbare sector Welzijnsregio Noord-Limburg 10134
Private sector Familiehulp 44982
Private sector Landelijke Thuiszorg 459
Private sector Solidariteit voor het Gezin 2209
Private sector Thuishulp 10712
59
Private sector Verpleging De Voorzorg 182
Private sector Wit-Gele Kruis van Vlaanderen - Beter Thuis 905
% programma 78,6 Totaal 69583
Overpelt Openbare sector Welzijnsregio Noord-Limburg 11770
Private sector Familiehulp 23912
Private sector Landelijke Thuiszorg 372
Private sector Onafhankelijke Thuiszorg Verenigingen 112
Private sector Solidariteit voor het Gezin 154
Private sector Thuishulp 1802
Private sector Verpleging De Voorzorg 215
Private sector Wit-Gele Kruis van Vlaanderen - Beter Thuis 650
% programma 99,8 Totaal 38 988
Peer Openbare sector Welzijnsregio Noord-Limburg = 32% 14 504
Private sector Familiehulp 25 031
Private sector Landelijke Thuiszorg 181
Private sector Onafhankelijke Thuiszorg Verenigingen 24
Private sector Solidariteit voor het Gezin 677
Private sector Thuishulp 3 212
Private sector Verpleging De Voorzorg 60
Private sector Wit-Gele Kruis van Vlaanderen - Beter Thuis 1 586
% programma 109,5 Totaal 45 277
Regio Neerpelt % programma 89,5 Totaal 260 267 BRON: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Verwerking: provincie Limburg
60
Onderstaande tabel toont de evolutie van het aantal uren gezinszorg vanaf 2009 in Neerpelt en de regio. Het aantal uren gezinszorg per 65-plusser is in zowel in Neerpelt als in Limburg ongeveer gelijk gebleven.
Programmacijfer
gezinszorg
Gepresteerde uren
gezinszorg bij ouderen
Invullingsgraad
behoefte [%]
Prestatieuren
per 65+
Neerpelt 2009 - 28185 - 10,7
2010 43043 28477 - 10,6
2011 44448 28275 77,3 10,2
2012 45897 29849 79,0 10,4
Bocholt 2009 - 36390 - 18,8
2010 32691 36472 - 18,0
2011 33687 35675 128,4 17,1
2012 34930 36291 126,7 16,8
Hamont-Achel 2009 - 24461 - 9,3
2010 42785 25371 - 9,4
2011 43689 25271 69,5 9,2
2012 44969 24315 65,5 8,6
Lommel 2009 - 56815 - 10,9
2010 85608 56734 - 10,5
2011 88532 54565 75,0 9,8
2012 92320 59147 78,6 10,2
Overpelt 2009 - 33465 - 14,4
2010 38030 32353 - 13,5
2011 39074 32621 100,9 13,5
2012 40606 33139 99,8 13,3
Peer 2009 - 34747 - 14,8
2010 40144 35196 - 14,7
2011 41355 37834 110,9 15,5
2012 42599 38486 109,5 15,4
61
Limburg 2009 - 1700975 - 12,5
2010 2304554 1711100 - 12,3
2011 2369268 1703158 86,9 12,0
2012 2437282 1801512 89,5 12,3
Vlaams Gewest 2009 - 12831840 - 11,5
2010 19186165 13046694 - 11,5
2011 19566179 12951987 79,4 11,2
2012 19929675 13377682 80,4 11,3 BRON: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Verwerking: provincie Limburg
62
LOKALE DIENSTENCENTRA
Programmacijfer
2014
Erkend
Totaal
Erkend
Openbaar Erkend
VZW
Gepland
Totaal
Gepland
Openbaar Gepland
VZW
Realisatie
graad voor planning
ZSP (%)
Invullings
graad behoefte
(%)
% invulling
programma tie
Neerpelt 2 1 1 0 0 0 0 50,0 50,0 50,0
Bocholt 1 0 0 0 1 0 1 0,0 0,0 100,0
Hamont-Achel 1 1 0 1 0 0 0 100,0 100,0 100,0
Lommel 3 1 1 0 0 0 0 33,3 33,3 33,3
Overpelt 1 0 0 0 1 0 1 0,0 0,0 100,0
Peer 2 1 1 0 0 0 0 50,0 50,0 50,0
Regio 10 4 3 1 2 0 2 40,0 40,0 60,0
Limburg 82 26 24 2 8 5 3 31,7 33,8 41,5
Vlaams Gewest 586 196 174 22 78 52 26 33,4 35,2 46,8
Bron: Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. Gegevens dd 1 januari 2014
Op 1 januari 2014 is er in Neerpelt het volgende lokale dienstencentrum: LDC Binnenhof, uitgebaat door het OCMW.
63
DAGVERZORGINGSCENTRA
Sinds 2013 zijn nieuwe programmatieregels van toepassing op de dagverzorgingscentra (DVC). Een centrum wordt niet meer
gedefinieerd in verblijfseenheden. Het aantal gebruikers wordt bepaald door de oppervlakte van de voor de gebruikers toegankelijke
ruimte. Zowel de DVC niet-conform artikel 51 van de bijlage IX van het woonzorgdecreet (een ‘gewoon’ DVC) als de DVC conform
artikel 51 van de bijlage IX van het woonzorgdecreet (CADO’s) moeten binnen de programmatiecijfers passen. Een CADO wordt
uitgebaat door een erkende dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, en telt naast deze programmatie voor DVCs ook mee in
het programmacijfer van gezinszorg en aanvullende thuiszorg.
Programmacijfer
2014
Gerealiseerd
Gepland #
Realisatiegraad
voor planning (ZSP) (%)
Invullingsgraad behoefte (%)
% invulling programmatie Erkend # Erkenning in
onderzoek #
Neerpelt 1 1 0 0 100,0 100,0 100,0
Bocholt 1 1 0 0 100,0 100,0 100,0
Hamont-Achel 1 1 0 0 100,0 100,0 100,0
Lommel 1 2 0 0 200,0 200,0 200,0
Overpelt 1 1 0 0 100,0 100,0 100,0
Peer 1 1 0 0 100,0 100,0 100,0
Regio 6 7 0 0 116,7 116,7 116,7
Limburg 46 29 1 12 65,2 65,2 91,3
Vlaams Gewest 338 181 11 130 56,8 56,8 95,3
Bron: Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. Gegevens dd 1 januari 2014 - # aantallen: centra
Op 1 januari 2014 is er in Neerpelt 1 DVC: Dagverzorgingscentrum Sint-Jozef, uitgebaat door wzc Sint-Jozef
64
CENTRA VOOR KORTVERBLIJF
Pro
gra
mm
acij
fer
20
14
#
Gerealiseerd Gepland #
Re
ali
sa
tie
gra
ad
vo
or
pla
nn
ing
ZS
P (
%)
Invu
llin
gsg
raa
d b
eh
oe
fte
(%
)
% i
nvu
llin
g p
rog
ram
ma
tie
Erkend # Erkenning in onderzoek #
To
taa
l
Op
en
ba
ar
VZ
W
Pri
vé
To
taa
l
Op
en
ba
ar
VZ
W
Pri
vé
To
taa
l
Op
en
ba
ar
VZ
W
Pri
vé
Neerpelt 8 6 0 6 0 0 0 0 0 4 0 4 0 75,0 100,0 125,0
Bocholt 5 4 0 4 0 0 0 0 0 0 0 0 0 80,0 80,0 80,0
Hamont-Achel 7 4 0 4 0 0 0 0 0 1 0 1 0 57,1 66,7 71,4
Lommel 15 9 6 3 0 0 0 0 0 3 0 3 0 60,0 75,0 80,0
Overpelt 6 0 0 0 0 0 0 0 0 4 0 4 0 0,0 0,0 66,7
Peer 6 0 0 0 0 0 0 0 0 4 4 0 0 0,0 0,0 66,7
Regio 47 23 6 17 0 0 0 0 0 16 4 12 0 48,9 57,5 83,0
Limburg 380 161 58 90 13 5 0 5 0 173 30 124 19 43,7 50,5 89,2
Vlaams Gewest 3.005 1.753 484 1.194 75 62 25 37 0 1.128 227 782 119 60,4 68,1 98,4
Bron: Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. Gegevens dd 1 januari 2014 - # aantallen: woongelegenheden Op 1 januari 2014 is er in Neerpelt 1 CVK: Centrum voor Kortverblijf Sint-Jozef, uitgebaat door wzc Sint-Jozef.
65
ERKENDE SERVICEFLATS / GROEPEN VAN ASSISTENTIEWONINGEN
Sinds 2013 zijn de serviceflatgebouwen vervangen door groepen van assistentiewoningen. Hiervoor wordt geen programmatie
vastgelegd. Een groep van assistentiewoningen waarvoor een erkenning wordt aangevraagd, wordt van rechtswege geacht te passen
in de programmatie betreffende die voorzieningen. In onderstaande tabel wordt het aantal erkende serviceflatgebouwen weergegeven.
Programmacijfer
2012 #
Gerealiseerd
Invullingsgraad behoefte (%) Erkend # Erkenning in onderzoek #
Totaal Openbaar VZW Privé Totaal Openbaar VZW Privé
Neerpelt 90 64 0 64 0 0 0 0 0 76,2
Bocholt 66 58 0 58 0 0 0 0 0 93,5
Hamont-Achel 81 64 64 0 0 0 0 0 0 83,1
Lommel 179 60 60 0 0 0 0 0 0 35,7
Overpelt 75 68 68 0 0 0 0 0 0 97,1
Peer 78 55 55 0 0 0 0 0 0 75,3
Regio 569 369 247 122 0 0 0 0 0 69,1
Limburg 4.452 1.725 840 697 188 77 36 41 0 43,2
Vlaams Gewest 33.641 16.729 7.709 7.271 1.670 1.300 547 610 143 56,3
Bron: Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. Gegevens dd 1 januari 2014 - # aantallen: woongelegenheden
Op 1 januari 2014 zijn er in Neerpelt 2 erkende serviceflats projecten:
SFG ’T Gangske, uitgebaat door wzc Sint-Jozef met een erkende capaciteit van 15 wooneenheden
Serviceflat Residentie De Zandberg, uitgebaat door wzc Sint-Jozef met een erkende capaciteit van 22 wooneenheden
Wzc Sint-Jozef heeft 64 assistentie woningen waarvan deze 37 in eigendom + dienstverlening in 27 van een privé ontwikkelaar.
66
WOONZORGCENTRA
Pro
gra
mm
acij
fer
20
14
#
Gerealiseerd
Gepland #
Re
ali
sa
tie
gra
ad
vo
or
pla
nn
ing
ZS
P (
%)
Invu
llin
gsg
raa
d b
eh
oe
fte
(%
)
% i
nvu
llin
g p
rog
ram
ma
tie
Erkend # Erkenning in onderzoek #
To
taa
l
Op
en
ba
ar
VZ
W
Pri
vé
To
taa
l
Op
en
ba
ar
VZ
W
Pri
vé
To
taa
l
Op
en
ba
ar
VZ
W
Pri
vé
Neerpelt 232 99 0 99 0 0 0 0 0 118 0 118 0 42,7 55,0 93,5
Bocholt 159 82 0 82 0 0 0 0 0 67 0 67 0 51,6 59,4 93,7
Hamont-Achel 213 199 0 199 0 0 0 0 0 3 0 3 0 93,4 107,0 94,8
Lommel 441 272 197 75 0 0 0 0 0 134 0 52 82 61,7 76,4 92,1
Overpelt 198 75 0 75 0 0 0 0 0 107 0 65 42 37,9 46,3 91,9
Peer 198 145 145 0 0 0 0 0 0 40 40 0 0 73,2 87,3 93,4
Regio 1.441 872 342 530 0 0 0 0 0 469 40 305 124 60,5 73,4 93,1
Limburg 11.634 7.181 2.417 3.458 1.306 145 0 52 93 3.407 254 2.319 834 63,0 74,8 92,3
Vlaams Gewest 95.781 71.036 24.312 37.614 9.110 575 96 292 187 19.848 1.736 12.828 5.284 74,8 85,6 95,5
Bron: Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. Gegevens dd 1 januari 2014 - # aantallen: woongelegenheden
Op 1 januari 2014 is er in Neerpelt 1 erkend WZC: wzc Sint-Jozef, uitgebaat door vzw WZC Sint-Jozef
67
OVERIGE
Naast de gezinszorg en aanvullende thuiszorg zijn er nog de thuisverpleging, logistieke hulp, oppashulp, gastopvang en centra voor
herstelverblijf beschikbaar.
Cijfergegevens voor bijvoorbeeld aangemelde / niet erkende serviceflats, en sociale huurwoningen (bv met een toewijzingsreglement
voor ouderen) zouden het beeld voor residentiële voorzieningen voor ouderen vervolledigen.
68
OVERZICHT INVULLINGSGRAAD BEHOEFTE De invullingsgraad behoefte geeft aan hoeveel woongelegenheden er op basis van de huidige behoefte nog nodig zijn. Hiervoor wordt het
bestaande aanbod (= erkend + erkenning in onderzoek) vergeleken met de programmacijfers van 5 jaar geleden. Voor gezinszorg is dit het aantal
gerealiseerde uren vergeleken met het programmatiecijfer van één jaar voordien.
Gezinszorg 2012 LDC 2014 DVC 2014 CVK 2014 SF 2012 WZC 2014
Neerpelt 79,0 50,0 100,0 100,0 76,2 55,0
Bocholt 126,7 0,0 100,0 80,0 93,5 59,4
Hamont-Achel 65,5 100,0 100,0 66,7 83,1 107,0
Lommel 78,6 33,3 200,0 75,0 35,7 76,4
Overpelt 99,8 0,0 100,0 0,0 97,1 46,3
Peer 109,5 50,0 100,0 0,0 75,3 87,3
Regio 89,5 40,0 116,7 57,5 69,1 73,4
Limburg 89,5 33,8 65,2 50,5 43,2 74,8
Vlaams Gewest 80,4 35,2 56,8 68,1 56,3 85,6
Bron: Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid.
Legende > 100 % > 70 % ≤ 100 % ≥ 50 % ≤ 70 % < 50 %
69
OVERZICHT PERCENTAGE INVULLING
Het percentage invulling programmatie is de verhouding tussen de totale capaciteit (erkend + erkenning in onderzoek + gepland + ontvankelijke
aanvraag) en het huidige programmacijfer (dus op basis van de prognose van de bevolking over 5 jaar). Voor gezinszorg is dit het aantal
gerealiseerde uren vergeleken met het programmatiecijfer van één jaar voordien.
Gezinszorg 2012 LDC 2014 DVC 2014 CVK 2014 WZC 2014
Neerpelt 79,0 50,0 100,0 125,0 93,5
Bocholt 126,7 100,0 100,0 80,0 93,7
Hamont-Achel 65,5 100,0 100,0 71,4 94,8
Lommel 78,6 33,3 200,0 80,0 92,1
Overpelt 99,8 100,0 100,0 66,7 91,9
Peer 109,5 50,0 100,0 66,7 93,4
Regio 89,5 60,0 116,7 83,0 93,1
Limburg 89,5 41,5 91,3 89,2 92,3
Vlaams Gewest 80,4 46,8 95,3 98,4 95,5
Bron: Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid.
Legende > 100 % > 70 % ≤ 100 % ≥ 50 % ≤ 70 % < 50 %
70
PROGNOSE VAN DE PROGRAMMATIE BIJ ONGEWIJZIGD BELEID
Het programmacijfer geeft de behoefte weer van 5 jaar later, m.a.w. het programmacijfer 2025 wordt berekend op de
bevolkingsprognose en de behoefte van 2030. Indien de regelgeving van de programmatie voor de verschillende ouderenvoorzieningen
zou blijven zoals deze nu bestaat, zouden onderstaande programmacijfers worden bekomen voor het jaar 2025.
Om de behoefte aan spreiding voor nieuwe woongelegenheden in woonzorgcentra te bepalen, wordt een prognose van het programmacijfer per woonkern gemaakt. Deze schattingen dienen met enige voorzichtigheid benaderd te worden, daar deze uitgaan van een stabiele situatie (eenzelfde aandeel ouderen per leeftijdscategorie per deelgemeente, verhuizen, ….) binnen Neerpelt. Omwille van de financiële leefbaarheid van de uitbating bevat een woonzorgcentrum best voldoende woongelegenheden.
2025
Gezinszorg (uren)
Lokale dienstencentra
(centra)
Dagverzorgingscentra (centra)
Centra voor kortverblijf
(woongelegenheden)
Serviceflats Woonzorgcentra (woongelegenheden)
Neerpelt Boseind
Centrum Grote Heide
Herent Sint-Huibrechts-Lille
63.736 2 1 10 109 303 42
149 43 22 48
Bocholt 47.444 1 1 7 86 218
Hamont-Achel 56.262 1 1 8 94 262
Lommel 131.395 3 1 20 237 621
Overpelt 55.689 1 1 8 94 260
Peer 57.958 2 1 9 107 263
Regio 412.484 10 6 62 727 1.928
Limburg 3.252.526 82 51 490 5.569 15.208
Vlaams Gewest 24.745.375 591 371 3.651 40.301 116.581
Verwerking: Provincie Limburg – Dienst Zorg
71
PROGNOSE VAN DE PROGRAMMATIE BIJ GEWIJZIGD BELEID In het kader van een regionale zorgstrategie werkt het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid een methodiek uit om een optimale
spreiding van het zorgaanbod en het wegwerken van lacunes te kunnen realiseren. Hierbij wordt rekening gehouden met het aanbod
en de noden in zowel de thuiszorg als de residentiële ouderenzorg. Deze methodiek zal in aanvulling op de gebruikelijke sectorale
programmaties de mogelijkheid bieden om de wisselwerking tussen residentiële ouderenzorg en thuiszorg te verrekenen. Het erkende
en geplande aanbod in elke sector zou daarbij uitgedrukt worden in eenzelfde teleenheid, namelijk “uren basiszorg”. Deze methodiek
wordt momenteel nog voorbereid (Bron: Overleg met het Agentschap Zorg en Gezondheid + Beleidsbrief Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
Beleidsprioriteiten 2012-2013).
72
ZORGVRAAG
TENLASTENEMINGEN ZORGVERZEKERING
De Vlaamse zorgverzekering biedt een tegemoetkoming in de kosten voor niet-medische zorgen. Zwaar zorgbehoevenden in de
thuissituatie (langdurig en ernstig verminderd zelfzorgvermogen) met een indicatiestelling, en alle bewoners van een
woonzorgcentrum, een rust- en verzorgingstehuis of een psychiatrisch verzorgingstehuis komen in aanmerking. Deze cijfers worden
gebruikt als indicator voor de zorgvraag. De meest recente beschikbare gegevens zijn van het jaar 2012.
In onderstaande tabel is het aantal lopende dossiers van 65-plussers in de zorgverzekering opgenomen voor zowel residentiële zorg als mantel- en thuiszorg. De prognose van de zorgvraag voor 2030 wordt bepaald op basis van het huidige percentage tegemoetkomingen Vlaamse zorgverzekering, geprojecteerd op de demografische gegevens van 2030. Dit geeft een beeld van hoeveel ouderen in 2030 in een woonzorgcentrum zouden verblijven. Dit is ook sterk afhankelijk van het aanbod waarop zal worden ingezet.
Lopende dossiers 65-plussers
Residentiële zorg Mantel- en thuiszorg
2012 2030 2012 2030
Neerpelt 95 206 420 764
Bocholt 78 156 277 554
Hamont-Achel 182 317 321 515
Lommel 246 517 892 1.480
Overpelt 74 165 444 663
Peer 139 240 403 618
Regio 814 1.602 2.757 4.594
Limburg 6.618 12.325 22.991 36.385
Vlaams Gewest 67.145 105.160 109.889 153.963
Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en Studiedienst Vlaamse Regering. Verwerking: provincie Limburg
73
PROGNOSE PREVALENTIE RESIDENTIËLE ZORG IN LIMBURG O.B.V. BELGISCH MODEL
In 2011 publiceerde het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in opdracht van de FOD Volksgezondheid het rapport
“Toekomstige behoefte aan residentiële ouderenzorg in België: projecties 2011-2025” (KCE rapport 167A). In dit rapport wordt een
raming gemaakt van de evolutie (2010 - 2025) van het aantal ouderen die gebruik zullen maken van de residentiële zorg.
Er is gewerkt met een basismodel, waarbij de bevolking per leeftijd en geslacht, de gezinssituatie (geprojecteerde tendensen) en de
functionele beperkingen (constant gehouden tijdens de projectieperiode) in rekening zijn gebracht. Ook is er rekening gehouden met
het gebruik van verschillende zorgvormen bij langdurige zorgsituaties. In de studie wordt vastgesteld dat er belangrijke verschillen zijn
tussen de provincies. Deze verschillen kunnen gebaseerd zijn op het verschil in het aanbod van residentiële zorg. Voor de projecties
van het gebruik van de residentiële zorg in 2025 gaat men uit van een ongewijzigde verhouding. Voor Limburg betekent dit, dat de
minder sterke uitbouw van de residentiële zorg, en bijgevolg het lager gebruik er van in het projectiejaar, wordt meegenomen in de
projectie naar 2025. De projecties zijn gebaseerd op een steekproef, waardoor de resultaten gevoelig zijn voor toevallige
steekproefafwijkingen, zeker wanneer de projecties kleinere geografische eenheden betreffen.
Via het basismodel is berekend dat in 2025 in België 166 030 ouderen gebruik zullen maken van residentiële zorg, in vergelijking met
125 500 ouderen in 2010. Er zijn tevens zes alternatieve scenario’s uitgewerkt waarbij men rekening houdt met volgende aspecten:
de daling van prevalentie van chronische aandoeningen gebaseerd op het hogere opleidingsniveau
de daling van het aantal functionele beperkingen
de stijging van prevalentie van diabetes
de ongewijzigde gezinssituatie van ouderen (“puur demografisch”)
de daling van het aantal kinderen dat samenwoont met hun bejaarde ouders
een sterke stijging (toename van 50%) van thuiszorg
Het meest gunstige scenario (hoger aanbod thuiszorg) resulteert nog steeds in 149 000 gebruikers in de residentiële zorg in 2025,
terwijl er onder het meest pessimistische scenario 177 000 ouderen gebruik van zouden maken.
Het Federaal Planbureau voerde op vraag van de Provincie Limburg dezelfde berekeningen uit voor Limburg (Nota “Projecties van
residentiële zorg voor ouderen in de provincie Limburg”, mei 2013). Met het basisscenario werd berekend dat 11 133 ouderen gebruik
zullen maken van residentiële zorg in 2025, vergeleken met 6 346 ouderen in 2010. In de alternatieve scenario’s variëren de resulteren
tussen de 10 041 tot 11 442 ouderen, die in Limburg gebruik zullen maken van residentiële zorg in 2025. Omwille van de specifieke
74
situatie in Limburg, met name het reeds aanwezig zijn van een relatief hoog niveau van thuiszorg (d.w.z. verpleegzorg die ten dele of
geheel wordt betaald door het RIZIV) waardoor de sterke groeikansen naar de toekomst in vergelijking met de andere provincies
eerder beperkt zullen zijn, werd het scenario met de sterke stijging van thuiszorg voor Limburg niet berekend.
De resultaten voor Limburg zijn weergegeven in figuur 1.
Figuur Projectie aantal ouderen in residentiële zorg in Limburg 2010-2025, volgens scenario
Vergeleken met de situatie in België is de toename van de behoefte aan residentiële zorg voor ouderen in Limburg aanzienlijk sterker.
De stijging tussen 2010 en 2025 bedraagt in Limburg 75 % volgens het basisscenario, terwijl dit voor België 32 % is, en voor
Vlaanderen 43 %. Deze stijging wordt bijna volledig bepaald door de vergrijzing van de bevolking.
Mogelijks zijn deze cijfers voor Limburg zelfs een onderschatting, omdat de situatie van het aanbod aan residentiële zorg in Limburg
sinds de berekeningen sterk is gewijzigd, en er een inhaalbeweging van het aantal residentiële woongelegenheden tijdens de laatste
jaren heeft plaats gehad.
75
Als belangrijke opmerking wijzen de onderzoekers in dit rapport er op dat dat de komende 15 – 20 jaar moeten worden beschouwd als
een soort periode van respijt, tijdens dewelke men zich best zou voorbereiden op de veel sterkere groei die na 2025 wordt verwacht.
Pas in 2030 zal het aantal personen van 85 jaar of ouder aanzienlijk beginnen toenemen, omdat de eerste leden van de baby-
boomgeneratie dan die leeftijd bereiken.
Verder werd per geslacht en leeftijd het gebruik van de residentiële zorg bepaald op basis van de gegevens voor Limburg in 2009. Deze prevalentie (= het aantal personen in residentiële zorg gedeeld door het totaal aantal personen van dezelfde leeftijd) wordt weergegeven in onderstaande tabel. Voor België is deze prevalentie ook berekend voor het jaar 2025, waarbij het niveau minimaal wijzigt (kleine daling of toename per leeftijdsgeslachtsgroep). In absoluut aantal komt dit, door het groeiend aantal ouderen, toch op een sterke stijging uit.
Tabel. Gebruik van residentiële zorg bij ouderen naar geslacht en leeftijd, Limburg 2009**
Leeftijd Prevalentie
residentiële zorg Alleenstaand
% van totale bevolking 65+
M 65-69 0,3 % 10,8 % 13,0 % M 70-74 1,0 % 14,6 % 12,1 % M 75-79 1,5 % 18,6 % 10,0 % M 80-84 4,5 % 23,6 % 6,1 % M 85-89 7,3 % 34,5 % 3,1 % M 90-95 18,4 % 36,8 % 0,6 % M 95+ 31,3 % 62,5 % 0,2 % V 65-69 0,3 % 20,2 % 13,6 % V 70-74 1,3 % 27,0 % 13,6 % V 75-79 2,9 % 36,5 % 11,8 % V 80-84 9,4 % 52,4 % 8,6 % V 85-89 19,3 % 65,9 % 5,3 % V 90-95 26,0 % 72,9 % 1,4 % V 95+ 38,9 % 63,9 % 0,5 %
* Alleenstaand: geen partner en geen andere personen in huishouden - ** Toestand op einde 2de kwartaal 2009 Bron: Echantillon Permanent(e) Steekproef, berekeningen Federaal Planbureau
76
77
BIJLAGE 2
GEOGRAFISCHE SPREIDING
Neerpelt
78
79
80
Colofon
Uitgave
De deputatie van de provincieraad van Limburg
Herman Reynders, gouverneur-voorzitter
Marc Vandeput, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors, gedeputeerden,
en Renata Camps, provinciegriffier
Tekst
Provincie Limburg, Directie Ruimte, Dienst cijfers en kaarten, cluster zorgstrategische planning en het steunpunt sociale planning
Eindredactie
Provincie Limburg, Directie Ruimte, Dienst cijfers en kaarten, cluster zorgstrategische planning
Fotografie
Robin Reynders, Grafische Producties, Informatie en Communicatie, provincie Limburg
Drukwerk
Provincie Limburg
Oplage
50 exemplaren
Wettelijk depotnummer
D/2015/5.857/004
INTEGRATIE
provincie LimburgUniversiteitslaan 1B-3500 HASSELT
limburg.be