Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten...

72
2016-2017 Auteurs: Robert Drooghmans 542773 Daniel Dagradi 543038 Richard de Leeuw 533115 Opleiding: Landscape and Environment Management School: Hogeschool Inholland te Delft Begeleider: Corien van Setten - Hogeschool Inholland Elsa Hoogendoorn - Gemeente Pijnacker-Nootdorp Plaats: Delft Datum: 19-01-2016 Versie: 1.0 Operatie Steenbreek

Transcript of Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten...

Page 2: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

1

Onderzoeksrapport Green Junior; Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van tuinen.

Operatie Steenbreek

Opdrachtgever: Gemeente Pijnacker-Nootdorp Oranjeplein 1 2641 EZ Pijnacker Afbeelding voorblad: Blogomgevingsrecht.nl

Page 3: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

2

Voorwoord Als 4e jaars HBO studenten zien wij dit project aan als een mooie uitdaging. Het is de laatste stap die gemaakt moet worden voor het afstuderen. Voor het project begonnen was, mochten studenten verschillende projecten kiezen die zij wilde uitvoeren. Voor ons drieën is het de eerste keuze geworden, hier zijn wij blij mee. Wij willen graag onze dank betuigen aan de opdrachtgever Elsa Hoogendoorn voor haar hulp en openheid. Ook willen wij docentbegeleider Corien van Setten bedanken voor haar begeleiding. Wij zijn ervan overtuigd dat dit verslag zal bijdragen aan een goede communicatie tussen de gemeente en haar bewoners. Wij wensen u veel leesplezier. Robert Drooghmans, Daniel Dagradi en Richard de Leeuw. Delft, 10-01-2017.

Page 4: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

3

Samenvatting Aanleiding en doel De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft te maken met wateroverlast. Versteende tuinen is een trend die bijdraagt aan dit probleem. De gemeente zou graag een “vergroening” van de tuinen van haar burgers zien. Echter is het de vraag hoe je de burgers zo ver krijgt dat zij hun tuinen vergroenen. Studenten van de Hogeschool Inholland Delft hebben in opdracht van de gemeente een onderzoek uitgevoerd naar deze materie en hebben een communicatieplan opgesteld. Werkwijze Dit onderzoek geeft antwoord op de hoofdvraag: Hoe kan de gemeente Pijnacker-Nootdorp haar burgers het beste stimuleren om hun tuinen te vergroenen en hoe kan de mate van vergroening het best gemeten worden? Om de hoofvraag te beantwoorden is er een literatuuronderzoek gedaan waarin de doelgroep, de tuintrends, theorieën achter effectieve communicatie en meetinstrumenten zijn onderzocht. Om die informatie te verkrijgen zijn ook gesprekken gevoerd met externe experts van andere gemeentes en organisaties. Vervolgens is een expertmeeting gehouden. De experts, medewerkers van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, wijkmanagers en waterschap, gaven feedback op het literatuuronderzoek en vervolgens gaven de experts succes en faalfactoren die in acht genomen moeten worden bij dergelijke projecten. Ten slotte zijn er, samen met de experts, enquêtevragen opgesteld. Na de expertmeeting is de enquête gehouden bij 102 burgers in de wijken koningshof en Pijnacker-Noord. Aan de hand van de resultaten van de enquête en de informatie uit de literatuurstudie is een communicatieplan opgesteld. Dit communicatieplan geeft antwoord op de hoofdvraag. Resultaten en conclusies Het lijkt er op dat de toekomstige tuintrends meer gericht zijn op ecologie en minder verstening. Belangrijke effectieve communicatiemethodes zijn de Elaboration likelihood model (een korte route en een uitgebreide route om iemand te overtuigen), de Theory of Planned Behavior (drie aandachtpunten bij gedragsverandering) en kartrekkers (een gemotiveerde burger die andere burgers mee trekt als een sneeuwbal effect). Het is belangrijk bewustzijn te creëren door informatie te bieden. Men heeft in de enquête aangegeven dat informatie verschaffen het beste werkt om mensen te stimuleren hun tuinen te vergroenen. Deze informatie moet dan voldoen aan de eisen van de overtuigingstheorieën. Een directe financiële bijdrage is niet gewenst. Een financiële bijdrage in de vorm van het verminderen van riooltax is wel gewenst. Minder belasting betalen waarderen mensen meer dan het geven van subsidies. Meetmethodes om de mate van vergroening te meten zijn: periodiek satellietbeelden maken en vergelijken en participanten meten op social media. Om een grootschalige gedragsverandering zoals het vergroenen van tuinen te realiseren is het noodzakelijk dat de bewoners langdurig, herhaaldelijk van informatie worden voorzien op verschillende manieren. Discussie Door de lage hoeveelheid geënquêteerde zijn de resultaten niet representatief voor de gehele gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord zit. Aanbevelingen Voer de enquête uit in de gehele gemeente, Sluit als gemeente aan bij onderzoeksorganisaties zoals Operatie Steenbreek, Tuinbranche Nederland en SmartAgent. Bepaal de tuintypes en leefstijlen in de gemeente, organiseer interne bijeenkomsten en geef als gemeente het goede voorbeeld door bijvoorbeeld voorbeeldtuintjes aan te leggen.

Page 5: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

4

Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 2

Samenvatting ........................................................................................................................................... 3

1. Inleiding ........................................................................................................................................... 6

2. Vergroening van tuinen en effecten ............................................................................................... 8

2.1 Bevorderen biodiversiteit .............................................................................................................. 8

2.2 Verlagen temperatuur ................................................................................................................... 9

2.3 Verhogen gezonde leefomgeving ................................................................................................ 11

3. Tuintrends ..................................................................................................................................... 13

3.1 Tuinbranche Nederland ............................................................................................................... 13

3.2 Beweging ‘De Levende Tuin’ ....................................................................................................... 13

3.3 Eigen Huis & Tuin ......................................................................................................................... 13

3.4 Groei omzet tuincentra ............................................................................................................... 14

3.5 Tuintypes ..................................................................................................................................... 15

4. Doelgroep ...................................................................................................................................... 17

4.1 Koningshof ................................................................................................................................... 17

4.2 Pijnacker-Noord ........................................................................................................................... 18

5. Effectieve communicatie ............................................................................................................... 21

5.1 Gedragsverandering .................................................................................................................... 22

5.2 Mensen bereiken om hun gedrag te veranderen ....................................................................... 23

5.3 Acties gemeente Pijnacker .......................................................................................................... 24

5.4 Leefstijlen .................................................................................................................................... 25

6. Meetinstrumenten vergroening .................................................................................................... 28

6.1 Gemeente Eindhoven .................................................................................................................. 28

6.2 Gemeente Leeuwarden ............................................................................................................... 28

6.3 Satelliet beelden .......................................................................................................................... 28

6.4 Digitale participatie ..................................................................................................................... 29

7. Werkwijze ...................................................................................................................................... 30

8. Expertmeeting ............................................................................................................................... 31

9. Enquête ......................................................................................................................................... 33

9.1 Resultaten enquête ..................................................................................................................... 34

9.2 Correlaties ................................................................................................................................... 39

10. Communicatieplan en meetmethoden ..................................................................................... 43

10.1 Schematische weergave communicatieplan ............................................................................. 43

Page 6: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

5

10.1.1 Toelichting schematische weergave communicatieplan: .................................................. 45

11. Discussie .................................................................................................................................... 48

12. Conclusie ................................................................................................................................... 49

13. Aanbevelingen ........................................................................................................................... 50

Bibliography ........................................................................................................................................... 51

Bijlagen .................................................................................................................................................. 55

Bijlage 1: Expertmeeting verslag ....................................................................................................... 56

Bijlage 2 : Enquête ............................................................................................................................. 60

Bijlage 2.1 Resultaten enquête ......................................................................................................... 62

Bijlage 3: folder .................................................................................................................................. 70

Page 7: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

6

1. Inleiding De inleiding bevat informatie over belangrijke punten die dit onderzoek stuurt. Hier worden de volgende punten beschreven: aanleiding van het onderzoek met probleemstelling, de doelstelling, gebruikte onderzoeksvragen en de opbouw van het onderzoek. In de Deltabeslissing ‘Ruimtelijke Adaptatie’ spreken het rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen hun doelstelling om in 2020 klimaatbestendig te zijn uit. Hierbij geldt onder andere dat Nederland een betere waterhuishouding heeft. Om dit te bewerkstelligen kunnen gemeenten de bewoners gaan overtuigen hun tuinen te vergroenen. Hierdoor ontstaat er meer oppervlakte waar regenwater kan inzijgen en wordt het riool minder belast door (schoon) regenwater (VNG, 2017). Klimaatverandering zorgt voor steeds extremere weersomstandigheden. Denk hierbij aan warmere dagen en hardere regenbuien. Bebouwde gebieden die hier geen rekening mee houden kunnen hier problemen van ondervinden. De gemeente Pijnacker-Nootdorp wil hier op voorbereid zijn. Met het project ‘Operatie Steenbreek’ zal de gemeente haar bebouwde gebied meer klimaat adaptief maken. De gemeente wil haar burgers stimuleren om versteende tuinen groen te maken. Dit omdat groen, in verhouding tot tegels, voordelen heeft voor de omgeving. Denk aan gezondheid, wateroverlast, hittestress en ecologie. Het onderzoek geeft antwoord op de volgende hoofdvraag. De hoofdvraag luidt: Hoe kan de gemeente Pijnacker-Nootdorp haar burgers het beste stimuleren tot het vergroenen van

hun tuin en hoe kunnen het aantal bewoners die hier aan mee werken gemeten worden? Deze hoofdvraag wordt beantwoord door middel van de volgende deelvragen. De deelvragen luiden:

1. Wat wordt verstaan onder vergroening van tuinen en wat zijn de effecten? 2. Welke trends spelen er nu in de tuin branche en hoe kunnen deze worden beïnvloed? 3. Wat is de doelgroep? 4. Welke effectieve communicatiemiddelen zijn er om de doelgroep te overtuigen? 5. Welke meetinstrumenten zijn er mogelijk om het aantal bewoners te meten die meedoen

aan het vergroenen van hun tuin? 6. Welke communicatiemethode en welk meetinstrument sluit het beste aan bij de doelgroep? 7. Welk communicatieplan kan de gemeente gebruiken en hoe meten ze het aantal bewoners

dat meedoet aan het vergroenen van tuinen? Omdat het project een beperkte tijdsduur heeft zal de inventarisatie- en analysefase betrekking hebben op twee wijken, Koningshof en Pijnacker-Noord. De planfase zal worden uitgewerkt voor de gehele gemeente. Met de gedachte dat deze twee wijken representatief kunnen zijn voor de gehele gemeente. De gemeente heeft al acties ondernomen om bewoners te motiveren om hun tuinen te vergroenen. De wijk Pijnacker-Noord heeft een brief ontvangen en de wijk Koningshof heeft een informatiefolder ontvangen. De inventarisatiefase is een literatuur onderzoek. De nodige informatie wordt uit bronnen gehaald van officiële instanties, ook worden enkele interviews gehouden om nodige informatie te krijgen. Wanneer deze fase afgerond is, worden de conclusies gepresenteerd aan een expertgroep. Deze groep zal input geven voor een enquête aan de bewoners van de twee wijken. De analysefase bestaat uit het achterhalen wat de motivatie van de bewoners is met betrekking tot de inrichting van hun tuinen. Daarna zal een plan worden opgesteld om de bewoners te stimuleren hun tuinen meer te vergroenen.

Page 8: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

7

Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt beschreven wat vergroening van tuinen inhoud en welke voordelen dit biedt. Dit dient tevens als onderbouwing van het onderzoek. In hoofdstuk 3 worden de relevante tuintrends beschreven. In hoofdstuk 4 wordt informatie gegeven over de doelgroep, de inwoners van Pijnacker-Nootdorp en in hoofdstuk 5 worden een aantal theorieën van effectieve communicatie behandeld. Hoofdstuk 6 beschrijft de mogelijke meetinstrumenten om de mate van vergroening te meten. In hoofdstuk 7 wordt beschreven welke werkwijze gehanteerd is voor het onderzoek en dit verslag. In hoofdstuk 8 wordt de expertmeeting beschreven en in hoofdstuk 9 de resultaten van de enquête. Vervolgens wordt in hoofdstuk 10 het communicatieplan gepresenteerd met toelichting en tot slot volgt in hoofdstuk 11 een discussie, in hoofdstuk 12 een conclusie en in hoofdstuk 13 aanbevelingen. Daarachter is een bronnenlijst en de bijlagen.

Page 9: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

8

2. Vergroening van tuinen en effecten Het verstenen van tuinen is een trend. Dit komt omdat mensen verschillende voordelen ervaren van een versteende tuin. De tegels die gebruikt worden in tuinen zijn vaak zeer hard en de meeste tegels zijn niet krasgevoelig (Hovenier-weetjes, 2016). Door deze eigenschappen hoeft men slechts één keer te investeren voor een tuin die lang mee gaat. Tegels breken niet snel, zijn weersbestendig en zijn bestand tegen een hoge gebruiksbelasting. Hierdoor hoeven mensen niet veel aandacht te geven aan tuinen. Het bewust maken van bewoners over de nadelige gevolgen van verstening is één van de punten waar Operatie Steenbreek voor gaat (Dijk R. v., 2015). Dit zorgt ervoor dat bewoners hun tuin vergroenen. Enkele positieve effecten hiervan zijn: bevorderen biodiversiteit, verhogen gezonde leefomgeving, verlagen temperatuur en waterberging verhogen. In dit hoofdstuk worden de voordelen van een groene tuin beschreven zoals de effecten en voordelen van een groene tuin in vergelijking met een stenen tuin.

2.1 Bevorderen biodiversiteit In Nederland verdwijnen elk jaar diverse plant- en diersoorten. De oorzaak hiervan is voornamelijk het snel uitbreiden van stedelijke gebieden. Dit verlies biedt ook kansen. Stedelijke gebieden kennen veel unieke dier- en plantsoorten. Veel gevarieerd groen in stedelijke gebieden wordt niet altijd gewaardeerd door burgers, dit terwijl stedelijk groen kansen biedt voor verschillende insecten en vogels (Hoffman, 2010). Voornamelijk insecten die bloemen en planten bestuiven krijgen veel kans, hierbij kan gedacht worden aan: vlinders, hommels en bijen. In Europa en de Verenigde Staten gaat het al jaren slecht met de honingbijen (Lalieu, 2015). Terwijl deze insecten zeer belangrijk zijn voor land- en tuinbouwgewassen. Het vergroenen van tuinen biedt voor deze insecten kansen. De insecten zelf helpen mensen door verschillende planten te bevruchten. Ook zijn de insecten zelf, voedsel voor verschillende vogelsoorten. Een ander groot voordeel van groene tuinen is de locatie. Veel particuliere tuinen staan verbonden aan elkaar en vormen een groot netwerk door stedelijke gebieden heen. Wanneer deze tuinen groen zijn, zorgt dit voor een groenstrook door gehele steden heen naar natuurlijke buiten gebieden. Hierdoor kunnen verschillende diersoorten gebruik maken van de ecologische hoofdstructuur van steden en hun leefgebied uitbreiden. Belangrijk voor groene tuinen is het toevoegen van gevarieerd en/of kleurrijk groen. Dit is aantrekkelijk voor mens en dier. Nectar- en pollenrijke planten zijn goede voorbeelden. Deze planten zorgen voor het basisvoedsel van vrijwel alle bestuivende insecten. Door tuinen meer kleur te geven met deze planten zorgt men voor meer insecten en een interessantere en minder saaie leefomgeving voor de mens. Een win-win situatie. Een praktijk voorbeeld hiervan is een moestuin in Delfgauw. Daar is door verschillende burgers een moestuin gemaakt in de straat. Enkele omwonende wilde eerst geen groen in hun straat hebben (Derks, 2016). Maar sinds uit onderzoek gebleken was dat de moestuin een positief effect heeft op de bijen populatie in de bebouwd kom, keken de omwonende positief naar de moestuin. Meer groen in stedelijke gebieden zorgen voor zichtbare positieve effecten.

Page 10: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

9

2.2 Verlagen temperatuur In stedelijke gebieden is het vaak een stuk warmer dan rondom en buiten de stad. Dit effect is voornamelijk in de ochtend merkbaar. Dit verschijnsel wordt het hitte-eilandeffect genoemd (Diepen, 2014). In figuur 1 is schematisch zichtbaar hoe dit verschijnsel werkt. In de figuur is zichtbaar hoe het landelijke gebied, om de binnenstad heen, gemiddeld koeler is dan de binnenstad zelf. Dit komt onder andere door de bebouwing die warmte vasthoud en niet snel afkoelt. Naast bebouwing warmen verharde wegen ook snel op. De aanwezige bebouwing en infrastructuur zorgen nog voor andere effecten. De bebouwing zorgt voor extra wrijvingskracht voor de wind. Wanneer wind langs koude gebieden als schaduw, zee en overige wateren gaat, koelt de wind af. Deze wind gaat door de stad heen en koelt de bebouwing af. Wanneer teveel bebouwing aanwezig is zal de windsnelheid snel afnemen. Hierdoor is minder afvoer van de warme lucht in de binnenstad. De ruimtelijke ordening van een stad kan hier een rol in spelen. Dit door ruimtes te maken waar de wind vrij spel heeft of ruimtes te maken waar de wind kan afkoelen zoals groenstructuren met schaduw en water. Bebouwde gebieden hebben vaak de eigenschap om neerslag snel af te voeren in het riool, dit terwijl water essentieel is voor het afkoelen van bebouwde gebieden (Kluck, 2009). Neerslag als regen, sneeuw en hagel wordt snel weggehaald. Verdamping van dit water kost energie, en dus warmte van de zon, deze energie wordt nu gebruikt om bebouwde gebieden en de lucht op te warmen. Ook heeft neerslag, door de lagere temperatuur, een direct effect voor afkoeling.

Figuur 1: Hitte-eilandeffect (Bron: infonu.nl)

Page 11: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

10

Door meer ruimte te bieden aan groen in de stad is meer ruimte aanwezig voor wateropslag en dus voor verkoeling van de stad. In figuur 2 staat een strip van Garfield met hierin warme en koele delen rondom een woning verbeeld.

Omdat de hitte in bebouwde gebieden gezondheidsgevolgen met zich mee brengt is dit van wezenlijk belang. Voornamelijk ouderen en mensen met astma zullen sneller last krijgen bij ademhaling (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2016). Door het warme weer gaan ziekteverwekkers zich sneller in recreatiewater vestigen. Zij breiden sneller uit en dit zorgt voor gezondheidsproblemen. Het pollenseizoen wordt extremer waardoor mensen met hooikoorts hier eerder en meer last van krijgen (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2016).

Figuur 2: Garfield strip over groen vs verharding(Garfield.com)

Page 12: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

11

Figuur 4: Verharde tuin tegenover de wateroverlast (Foto: anoniem)

2.3 Verhogen gezonde leefomgeving Het vergroenen van de buurt loopt samen met het verbeteren van de gezondheid van burgers (Co, 2012). Door meer groen aan te leggen in stedelijke gebieden kan een besparing ontstaan van €65 miljoen op het budget voor de volksgezondheid. In een groene buurt voelen burgers zich prettiger en staan zij mentaal sterker in hun schoenen. Door extra groen aanleg gaan burgers ook meer buiten bewegen (Co, 2012). Meerdere wetenschappers beweren dat twee duidelijke gezondheidseffecten aanwezig zijn bij het vergroenen van stedelijke gebieden. Deze twee effecten zijn:

- Minder depressies en angststoornissen - Preventie tegen overgewicht

Het positieve effect van een natuurlijke omgeving is zichtbaar voor alle mensen, van kind tot ouder (University, 2016). Naast de eerder genoemde punten zorgt vergroening ook voor:

- Herstel van stress - Aanzetten tot sociaal contact - Bijdrage optimale ontwikkeling kinderen - Stimuleren tot bewegen

Een ander positief punt van groen is haar filtrerende werking (S. de Vries en Co, 2009). Planten hebben de eigenschap om fijnstof in de lucht op te vangen. Dit zorgt voor een schonere lucht in de woonomgeving. Bomen zijn de meest effectiefste soorten om lucht te filteren dan anderen planten, maar elke plant draagt bij. Elk beetje groen zorgt voor een schonere luchtkwaliteit en leefomgeving. Waterberging verhogen Door klimaatverandering wordt het weer steeds extremer. Hardere regenbuien worden vaker verwacht. Jaarlijks valt gemiddeld 800L regenwater per vierkante meter in Nederland (KNMI, 2016). Eerder is genoemd dat stedelijke gebieden vaak de eigenschap hebben om water direct te vervoeren door het riool, zonder het water eerst ergens te bergen. Door de snelle afvoer is de druk op het riool groot. Rioleringsstelsels kunnen tijdens piekbuien niet altijd al het water vervoeren, en door extremere buien komt dit vaker voor. In figuur 3 is een straat zichtbaar onderwater, dit komt omdat het water nergens naar afgevoerd kan worden. Op figuur 4 zijn de tuinen van de omwonende zichtbaar. Omdat deze tuinen versteend zijn, stroomt het water direct weg richting de straat.

Groen heeft de eigenschap als spons te dienen op het gebied van waterberging (Metz, 2016). Water zakt de bodem in. Dit water wordt deels opgenomen door planten, een andere deel zakt verder de grond in en een ander deel verdampt later weer. Op deze wijze wordt water opgenomen, en zelfs direct genuttigd, voordat het richting het riool gaat. Zo staat minder druk op het riool.

Figuur 3: Water overlast in de bebouwde kom(Foto: anoniem)

Page 13: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

12

Conclusie vergroening van tuinen en effecten Het uitbreiden van stedelijke gebieden kan als kans gezien worden voor de biodiversiteit. Door de hoge variatie in steden is een rijke biodiversiteit aanwezig. Veel planten, dieren en insecten maken goed gebruik van stedelijk groen. Deze soorten worden verder geholpen wanneer particuliere tuinen groener worden. Naast het helpen van verschillende soorten zorgen groene tuinen ook voor het dalen van de temperatuur in de stad. Verharding warmt snel op in vergelijking met groen, dit heeft negatieve gevolgen voor de gezondheid van mens en dier. Het afkoelende effect van groen zorgt voor een betere leefomgeving. Dit is een voorbeeld van een direct voordeel, groen heeft ook een positief effect op de mentale gesteldheid van de mens. In stedelijke gebieden is het gebruikelijk om water snel af te voeren richting het riool, dit zorgt voor een hoge druk op het riool. Hierdoor is de kans aanwezig dat het riool overstroomd en voor wateroverlast zorgt. Groene tuinen hebben de eigenschap om water op te slaan in de bodem, en zelfs op te nemen in de planten zelf. Hierdoor zal de druk op het riool dalen en de kans op wateroverlast reduceren.

Page 14: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

13

3. Tuintrends Om te weten wat er speelt in de wereld van tuinen is het belangrijk om te kijken naar de tuin trends. In dit hoofdstuk ‘tuintrends’ staat beschreven wat de tuintrends zijn en welke invloeden hierop van toepassing zijn.

3.1 Tuinbranche Nederland De tuinbranche Nederland is een brancheorganisatie die bestaat uit circa 100 leveranciers van consumenten-tuinproducten en 400 groen- en tuincentra. Zij behartigen de belangen van hun leden op verschillende terreinen zoals promotie, regelgeving, marktonderzoek, verpakkingsbelasting en ruimtelijke ordening. Deze brancheorganisatie tracht actief bij te dragen aan een gezonde woon- en leefomgeving. Dit doen zij door met initiatieven en producten mensen te inspireren om kritisch te kijken naar hun tuin. Zij helpen mensen hun tuin in te richten zodat hun tuin geschikt is voor vogels, insecten, bijen, bomen, planten en bloemen. Dit moet resulteren in een gezonde leefomgeving voor de mens. Jaarlijks stelt de tuinbranche een groen brancheplan vast in de vorm van een rapport. Dit rapport is een dynamisch actieplan. In dit actieplan staan een aantal speerpunten vermeld die zij als branche ondernemen om bij te dragen aan de leefbaarheid in de periode tot 2022:

- Promoten biodiversiteit - Reduceren gebruik van gewasbeschermingsmiddelen - Een klimaatbestendige tuin - Exotische waterplanten - Promoten biologische producten - Duurzaam hout - Duurzaam verpakken (Groen Brancheplan Tuinbranche, 2016).

3.2 Beweging ‘De Levende Tuin’ De afgelopen jaren heeft de brancheorganisatie samengewerkt aan zogenaamde thema campagnes. De campagnes zijn: ‘Vlinders in je tuin’ samen met de Vlinderstichting, ‘Vogels in je tuin’ samen met Vogelbescherming Nederland, ’Bijen in je tuin’ samen met de Nederlandse Bijenhouders Vereniging en ’Water in je tuin’ samen met Amsterdam Rainproof. In de beweging ‘De Levende Tuin’ zijn deze thema’s samengevoegd. Door deze geïntegreerde aanpak en gezamenlijke inzet is er nu regionaal en landelijk aandacht voor biodiversiteit en tracht de branchevereniging tuinen weer een groen karakter te geven en een overschot aan tegels te vervangen met flora en fauna. (Groen Brancheplan Tuinbranche, 2016).

3.3 Eigen Huis & Tuin Een tuin waarin het verschil tussen binnen en buiten vervaagd, is een trend die zich in 2016 waarschijnlijk zal voortzetten. Hieronder volgt een opsomming van kernwoorden en zinnen die de nieuwe trend van 2016 beschrijven volgens ‘Eigen Huis & Tuin’:

- Een tuin mag weer lijken op natuur en hoeft niet meer strak en symmetrisch vormgegeven te zijn

- Een tuin waarin je tot rust kan komen - Bestrating wordt vervangen door natuurlijke materialen - Verticaal tuinieren - Begroeiing en beplanting tegen de muren - Opvallend element - Een Eigen moes- en kruidentuin (Eigen Huis & Tuin, 2016)

Page 15: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

14

3.4 Groei omzet tuincentra Tuincentra laten de afgelopen jaren een groei zien in de omzet. In figuur 5 geven de blauwe balken de omzet weer per jaar. Rechts in beeld is een maatstaaf voor de omzet in miljoenen euros. Links in beeld is een maatstaaf voor de omzetmutatie in procenten. In 2014 was er een omzet mutatie van 2,5 procent ten opzichte van 2013. In 2015 was er een omzet mutatie van 5,6 procent ten opzichte van 2014 (detailhandel.info, 2016).

Figuur 5: Omzet tuincentra 2013, 2014, 2015 (detailhandel.info, 2016)

Het is onduidelijk wat de precieze reden is van de groei van de omzet en welke producten er eventueel toe hebben geleid dat deze groei plaats vindt. Het is mogelijk dat er meer grasmatten en planten verkocht worden maar het is evengoed mogelijk dat er meer tegels of andere producten verkocht worden. Deze gegevens zijn alleen toegankelijk voor bedrijven die aangesloten zijn bij de tuin branchevereniging. (Horsta, 2016)

Page 16: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

15

Figuur 6: Impressie van de tuintypes (Tuintest, 2016)

3.5 Tuintypes Er zijn zes tuintypes te onderscheiden. Hieronder worden de verschillende tuintypes opgesomd met een korte toelichting. In figuur 6 is een illustratie van de verschillende tuintypes te zien (Tuintest, 2016).

1. De intensieve tuinbezitter o Passie, betrokken bij natuur, ter ontspanning, gesteld op privacy, verzorgde tuin,

vind mening van anderen belangrijk 2. De individualistische tuinliefhebber

o Het liefst alleen in de tuin, goed onderhouden tuin, sfeer en gezelligheid belangrijk, vaak een vijver, niet vaak een gazon

3. De sociale Tuinbezitter o Privacy niet belangrijk, gezellig, plek voor hele familie, contact met buren, tuiniert

voor plezier, zwak voor decoraties, nieuwe ideeën uit tuinen van anderen 4. De tuinconformisten

o Minder bezig met tuin dan de sociale tuinbezitter, past bij de tuin in de omgeving en de buren, geen behoefte om te onderscheiden, steken weinig energie in de tuin

5. De amateur tuinders o Voorliefde voor verbouwen van groente, fruit en kruiden, betrokken bij tuin, veel

tijd, veel genot 6. De trotse tuinbezitters

o Grote binding tuin, trots op tuin, sfeervol gezellig en netjes, tuinieren graag

Een versteende tuin heeft het meest overeenkomst met de kenmerken van de tuintypes: De sociale tuinbezitter en de tuinconformisten. Zij zijn in mindere mate betrokken met natuur en steken minder energie in de tuin in vergelijking met de andere tuintypes. De tuinbranche heeft, met hun 20 jaar ervaring in onderzoek naar tuintypes veel kennis en informatie over hoe deze types het best benaderd en verleid kunnen worden. Instanties kunnen zich abonneren en aansluiten bij deze organisatie en deze informatie en onderzoeksresultaten inzien. (Horstra, Adjunct-directeur & PR Tuinbranche Nederland, 2016).

Page 17: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

16

Conclusie van Tuintrends De brancheorganisatie tuinbranche Nederland is een grote organisatie die tracht actief bij te dragen aan een gezonde woon- en leefomgeving. Door middel van campagnes proberen zij de biodiversiteit te bevorderen. Steekwoorden die de tuintrends van 2016 beschrijven zijn: natuur, asymmetrisch, minder bestrating, verticaal tuinieren, muur begroeiing, opvallend element, moes- en kruidentuin. Tuincentra laten de afgelopen jaren een groei zien in de omzet. De reden hiervan is niet openbaar bekend. Tuineigenaren zijn in te delen in verschillende tuintypes die elk andere eisen stellen en verwachtingen hebben van hun tuin.

Page 18: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

17

4. Doelgroep Om burgers te overtuigen hun tuinen te vergroenen is het belangrijk in kaart te brengen wie deze burgers zijn. Het is belangrijk te weten waarom zij hun tuinen inrichten zoals ze tot op heden doen. Als dat bekend is moet duidelijk worden hoe zij het best zijn te motiveren om hun tuinen te vergroenen. In dit verslag worden de buurten Pijnacker-Noord en Koningshof onderzocht. Maar om wat voor burgers gaat het in deze buurten, wie is de doelgroep? Om hier een antwoord op te geven worden een aantal parameters van deze wijken in dit hoofdstuk verder onderzocht.

4.1 Koningshof Koningshof is onderdeel van de wijk Pijnacker, zie figuur 4.1. Het heeft een oppervlakte van 39 hectare waarvan 36 hectare land. De bevolkingsdichtheid van Koningshof ligt op 6.969 km2. (Oozo, koningshof, 2016) Koningshof telt 2.485 inwoners waarvan 1.250 mannen en 1.235 vrouwen. In tabel 4.2 staan de leeftijdscategorieën en nationaliteiten in percentages op het aantal inwoners.

Figuur 4.2, Leeftijdscategorieën en nationaliteiten in Koningshof. Bron: (Oozo, koningshof, 2016)

Figuur 4.1, Locatie Koningshof in de wijk Pijnacker

Page 19: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

18

In tabel 4.3 zijn het aantal huishoudens van de inwoners van Koningshof weergegeven. Ook de burgerlijke staat van deze inwoners is er op af te lezen. Hierbij valt op dat er ongeveer even veel gehuwde als ongehuwde zijn. Verder valt op dat er relatief weinig eenpersoonshuishoudens zijn.

4.2 Pijnacker-Noord De buurt Pijnacker-Noord, zie figuur 4.3 is net zoals Koningshof gelegen in de wijk Pijnacker. De totale oppervlakte van de Pijnacker-Noord beslaat 69 hectare waarvan 68 hectare land. De bevolkingsdichtheid is 5.591 inwoners/km2.

Pijnacker-Noord telt 3.825 inwoners waarvan 1.800 mannen en 2.025 vrouwen. In tabel 4.4 staan de leeftijdscategorieën en nationaliteiten in percentages op het aantal inwoners. In Pijnacker-Noord zijn er meer ouderen dan jongeren.

Figuur 4.3, Huishoudens en burgerlijke staat van de bewoners in Koningshof. Bron: (Oozo, koningshof, 2016)

Figuur 4.3, Locatie Pijnacker-Noord in de wijk Pijnacker. Bron: (Oozo, pijnacker-noord, 2016)

Figuur 4.4, Leeftijdscategorieën en nationaliteiten in Koningshof. Bron: (Oozo, pijnacker-noord, 2016)

Page 20: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

19

In tabel 4.5 zijn het aantal huishoudens van de inwoners van Pijnacker-Noord weergegeven. Ook de burgerlijke staat van deze inwoners is er op af te lezen. Opvallend is dat er een gelijkmatige verdeling is onder de verschillende samenstellingen van huishoudens.

Figuur4.5, Huishoudens en burgerlijke staat van de bewoners in Koningshof. Bron: (Oozo, pijnacker-noord, 2016)

Buurtparticipatie In een onderzoek uit de Verenigde Staten zijn de gegevens uit tabel 5 naar voren gekomen. Er werd onderzocht naar de betrokkenheid en participatie met betrekking tot hun buurt tussen verschillende groepen mensen. Er werd een onderscheid gemaakt tussen etniciteit, huur- of koopwoning, inkomen en opleiding. Uit het onderzoek blijkt dat mensen met een eigen huis meer betrokken zijn bij hun buurt dan de mensen die geen eigen woning beschikken. (Joong-Hwan Oh, 2004) Hieruit kan worden afgeleid dat mensen met een huurwoning minder snel tijd en geld zullen steken in het verbeteren van hun woonomgeving. Van de buurten Pijnacker-Noord en Koningshof is niet bekend hoeveel huur- en/of koopwoningen er zijn en of zij participeren in de buurt. Het onderzoek uit de verenigde staten is benaderd als zijnde geldend voor zowel Pijnacker-Noord en Koningshof. Verschil in buurtparticipatie tussen huiseigenaren en niet huiseigenaren.

Tabel 5, beoordeling participatie in een woonbuurt per variabele. Bron : (Joong-Hwan, 2004)

Page 21: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

20

Conclusie doelgroep De gemeente heeft de intentie elke bewoner in Pijnacker-Nootdorp te motiveren hun tuinen te vergroenen. Zoals eerder benoemd heeft voorliggend project zich enkel toegespitst op 2 wijken, Pijnacker-Noord en Koningshof. De bewoners wonend in één van deze 2 buurten zijn de doelgroep van dit project. Het vervolg van voorliggend verslag zal dan ook op de bewoners van Pijnacker-Noord en koningshof betrekking hebben. In hoofdstuk 7 zal verder worden ingegaan hoe deze doelgroep(en) het best benaderd kan worden dan wel wat het vervolg is om hen uiteindelijk te kunnen motiveren hun tuinen te vergroenen. In hoofdstuk 5 wordt een inventarisatie gedaan naar de mogelijkheden bij effectieve communicatie. Het communicatieplan, hoofdstuk 9, zal geschreven worden voor de gehele gemeente Pijnacker-Nootdorp. De twee onderzochte wijken zijn een steekproef en worden gezien als representatief voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

Page 22: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

21

5. Effectieve communicatie Zoals in de inleiding benoemd is, heeft de gemeente al verschillende acties uitgevoerd om bewoners te bereiken. Om deze acties te onderbouwen met theorie is dit hoofdstuk geschreven. Met als doel er achter te komen hoe mensen zijn te overtuigen door middel van communicatie. Communicatie wordt in vele verschillende contexten gebruikt. De communicatie als bedoelt in voorliggend project berust op persuasieve en informatieve communicatie. Persuasieve communicatie bestaat uit het overtuigen van anders denkende mensen. Uitgangspunt hierbij is dat de sociale omgeving de motivator is van het geplande gedrag. Het is belangrijk de situatie zeer goed te analyseren wanneer men de drang heeft om invloed uit te oefenen op een ander. Tevens moet men rekening houden met het feit dat communicatie een beperkend middel is dat niet altijd het gewenste resultaat met zich meebrengt. Persuasieve communicatie kan succesvol zijn als aan de volgende stappen wordt voldaan :

- Mensen moeten eraan bloot staan, - Er aandacht aan geven, - Het begrijpen, - Het accepteren, - Herinneren van de nieuwe attitude en - Vertaling attitude in gedrag

Persuasieve communicatie is nodig om de burgers te overtuigen hun tuinen te vergroenen. Dit komt omdat het een gedragsverandering betreft, dit wordt verder besproken in paragraaf 5.1. Informatieve communicatie gaat uit van het principe dat de mens cognitief lui is maar zijn gedrag wel bepaalt wordt door het denken en zijn/haar gedachten. Zo kan nieuwe informatie uiteindelijk toch binnendringen in de gedachten van de mens en een eerste aanleiding zijn van het gewenste eindresultaat. (Noelle Aarts, 2015)

Page 23: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

22

5.1 Gedragsverandering Gedrag kan gedefinieerd worden als iets doen of nalaten uit de vele keuze mogelijkheden die een persoon heeft. Gedrag kan van alles zijn zoals een voorbijganger groeten, checken of de deur van de auto wel op slot zit, museum bezoeken, kleding keuze, thuis op de bank zitten en t.v. kijken. Maar ook de keuze van een tuin en hoe zij die tuin willen onderhouden is het gedrag van een bepaald persoon. (Noelle Aarts, 2015) Gedrag is wat men aan de buitenkant van een persoon ziet. De oorzaken van het getoonde gedrag zitten aan de binnenkant en is voor de buitenwereld niet te zien. Het is dus belangrijk de oorzaak te achterhalen waarom mensen een bepaald gedrag vertonen. Om achter de oorzaken te komen waarom mensen een bepaald gedrag vertonen zijn de volgende theorieën en begrippen van belang. Deze theorieën en begrippen zijn van belang om te weten waarom het moeilijk is mensen te motiveren hun tuinen te vergroenen. In het communicatieplan wat zal volgen uit voorliggend verslag is het noodzakelijk rekening te houden met deze theorieën en begrippen. Theory of Planned Behavior Deze theorie gaat uit van de intentie die een persoon heeft om zijn/haar gedrag te veranderen (Hayona, 2016). Deze intentie wordt bepaalt door 3 factoren, deze zijn :

- Attitude ten aanzien van het gedrag: welke houding of mening heeft iemand ten opzichte van het gewenst gedrag?

- Subjectieve norm: mensen vinden het belangrijk om aan de meningen en houdingen van hun directe omgeving te voldoen. Zodat ze bij de groep horen.

- Waargenomen gedragscontrole: de mate waarin iemand gelooft het gewenst gedrag ook daadwerkelijk uit te kunnen voeren. Hierbij gaat het om de gedachten het te kunnen niet of de persoon het ook daadwerkelijk kan.

Nadat deze 3 factoren positief zijn richting het gewenst gedrag moet de persoon de intentie hebben het gedrag te vertonen. Pas daarna gaat een persoon daadwerkelijk zijn/haar gedrag aanpassen. Cognitieve dissonantie Mensen komen niet graag in aanraking met nieuwe informatie die tegenstrijdig is met hun eigen opvattingen. Hierdoor proberen mensen nieuwe informatie uit te kiezen die past bij hun eigen opvattingen. Als de nieuwe informatie toch tegenstrijdig blijft met de eigen opvattingen. Gaat men de dissonantie reduceren. Voorbeeld: Iemand heeft zijn tuin laten inrichten door zijn vrouw. Terwijl hij deze indeling zelf niet mooi vindt. Er ontstaat dissonantie. Deze kan gereduceerd worden door, jezelf wijs te maken dat de indeling echt nodig is voor kinderen. Tevens vertel je jezelf dat herindelen veel geld kost. Sociale dilemma’s Een sociaal dilemma heeft 2 aspecten. 1) de opbrengst voor elk individu is hoger als men kiest voor eigen belang dan wanneer men kiest voor het collectief, zonder rekening te houden met wat de andere doen. 2) elk individu krijgt een lagere opbrengst als iedereen voor het eigen belang kiest in plaats van het collectieve belang. (Maurits van der Heijden, 2015)

Page 24: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

23

5.2 Mensen bereiken om hun gedrag te veranderen Nu de theorie van gedrag in kaart is gebracht en de doelgroep bekend is, is het noodzakelijk om te weten hoe de doelgroep het best bereikt wordt. Elaboration Likelihood Model Petty en Cacioppo hebben een model bedacht waarin wordt beschreven hoe attitudes kunnen veranderen. Het model kent 2 routes, de centrale route en de perifere route. Het verschil in deze routes is of de ontvanger de informatie mentaal/cognitief verwerkt. Bij de centrale route is dit wel het geval bij de perifere route niet. De centrale route Hierbij is beïnvloeding van belang. De ontvanger wordt door middel van communicatie beïnvloed om zijn/haar attitude te veranderen. Deze route kenmerkt zich doordat de ontvanger van de boodschap gemotiveerd is om de boodschap te verwerken. De boodschap wordt door de ontvanger zorgvuldig beoordeelt en verwerkt. De ontvanger moet hierbij wel de mogelijkheid hebben de informatie te verwerken. Belangrijk bij de centrale route zijn de inhoudelijke argumenten. Mensen met een hogere opleiding of kennis van het onderwerp zijn dan ook gevoeliger voor de centrale route. Deze mensen horen ook het liefst een paar tegenargumenten om zo het gevoel van beïnvloeding te ontnemen. De perifere route Als de ontvanger niet gemotiveerd is of geen mogelijkheid heeft tot het verwerken van de informatie wordt de perifere route gehanteerd. Hierbij verwerkt de ontvanger de boodschap niet tot nauwelijks. Daardoor wordt de informatie onbewust waargenomen. De perifere route kan door herhaaldelijke blootstelling aan de informatie ook een attitudeverandering bewerkstelligen. De attitudeverandering is daardoor niet weloverwogen. De attitude is dan ook vaak minder langdurig, onvoorspelbaarder en minder bestand tegen nieuwe beïnvloeding. Deze route kenmerkt zich onder meer dat de kwaliteit van de argumenten niet zo belangrijk is als bij de centrale route. De bron, vormgeving, gevoelens en de lengte van de boodschap spelen een grote rol bij de perifere route. Hierbij kan gedacht worden aan de ‘dokter in witte jas’. Uitgangspunt is dat mensen via de perifere route inhoudelijk niet hoeven te begrijpen wat er met de boodschap wordt bedoeld. De boodschap mag daardoor zeer oppervlakkig zijn zolang mensen maar een goed gevoel krijgen van de boodschap (Maurits van der Heijden, 2015). Bijvoorbeeld een presentator van een bekend tuinprogramma die aangeeft dat groene tuinen meer voordelen bieden dan versteende tuinen. Kartrekkers Om succes te willen boeken bij een initiatief is een groep enthousiaste kartrekkers nodig (Xanten, 2016). Deze kartrekkers bezitten talenten om kansen te herkennen. Zij weten ook hoe ze mensen moeten laten binden om samen verder te kunnen werken. Deze kartrekkers zijn vaak de betrokken, enthousiaste en ondernemende mensen binnen de buurt. Wanneer deze mensen starten is het belangrijk een goede relatie met ze te hebben en onderhouden. Als overheidsinstelling is het ook belangrijk ze hulp te bieden indien nodig. Kartrekkers moeten hun gang kunnen gaan zonder enige politieke belemmeringen. Hierdoor blijven zij gemotiveerd aan het werk en blijven zij andere mensen aansporen om actie te ondernemen. De kartrekkers leveren veel voordeel op binnen een gemeenschap. Deze mensen kunnen onder andere gesteund worden door ze veel ruimte en ontmoetingsplaatsen te bieden. Wanneer er gesproken wordt over ontmoetingsplaatsen kan er gedacht worden aan verschillende locaties waar buurtbewoners samen kunnen komen. Hier kan gepraat, gebrainstormd en samengewerkt worden. De gemeente zal de kartrekkers moeten bijstaan zodat ze er niet alleen voor staan.

Page 25: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

24

Aangeboden subsidie Pijnacker-Nootdorp De gemeente Pijnacker-Nootdorp biedt een bijdrage aan bewoners die met een initiatief komen om de leefbaarheid te verbeteren (Pijnacker-Nootdorp, 2016). Deze bijdrage komt vanuit het initiatief Wijkgericht Werken. De gemeente heeft als ambitie buurten schoner, veiliger en socialer te maken. Maar dit willen zij niet bereiken door zelf regels te maken en de bewoners op te jagen. Door dit initiatief worden bewoners uitgedaagd om hun eigen buurt te verbeteren. Deze bijdrage kan hulp bieden aan de start van het vergroenen van de tuinen. Door een bijdrage aan te bieden is het interessanter voor bewoners om hun tuin te vergroenen.

5.3 Acties gemeente Pijnacker Pijnacker-Nootdorp heeft verschillende acties uitgevoerd om bewoners te bereiken met de informatie over het vergroenen van tuinen. Zo heeft de gemeente een internetsite opgezet, social media ingezet, publicatie in de lokale krant en folders gestuurd. Deze folder is te zien in bijlage 3. De folders zijn gestuurd naar bewoners in nieuwbouwwijken. In deze folder staat informatie over het inrichten van hun tuinen met aandacht voor de hoeveelheid groen en waarom dit belangrijk is. (Hoogendoorn, 2016) De gemeente heeft deze acties uitgezet met de bedoeling alle bewoners te bereiken. De folders zijn daarbij een uitzondering omdat hierbij een directere aanpak werd gehanteerd op een specifieke doelgroep namelijk nieuwbouw bewoners.

Page 26: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

25

5.4 Leefstijlen

Leefstijlen is een indeling van verschillende type mensen met elk eigen karaktereigenschappen. Het

onderscheid in leefstijlen kan gebruikt worden als “tool” bij communicatie en besluitvorming. De

verschillende stijlen hebben elk een kleur: rood, geel, blauw en groen.

De rode wereld, vitaliteit bestaat uit assertieve, energieke mensen die gericht zijn op het verleggen

van grenzen. Het zijn levenslustige mensen die houden van uitdaging en vrijheid. Ze zijn

gepassioneerd, eigenzinnig, intelligent, zelfbewust en genieten van het leven.

De gele wereld, harmonie bestaat uit sociale, open mensen die gericht zijn op gezelligheid en sociale

banden. Het gezinsleven staat centraal en zij hebben interesse in anderen. Zij zijn gemakkelijk en

hechten waarde aan sociale verbondenheid, het zijn harmoniezoekers. Zij zijn spontaan en eerlijk.

De blauwe wereld, controle bestaat uit ambitieuze dynamische mensen die gericht zijn op

manifestatie en controle. Zij hebben een zakelijke houding en zijn zelfverzekerd. Zij gaan voor succes,

status en onafhankelijkheid. Zij zijn carrièregericht, materialistisch en houden van exclusiviteit.

De groene wereld, bescherming bestaat uit serieuze, bedachtzame, nuchtere mensen die op zoek zijn

naar zekerheid in eigen direct omgeving. Veiligheid, bescherming, geborgenheid en rust zijn

belangrijk. Zij zijn kalm en evenwichtig, routineus, conservatief en traditioneel.

(Ausems, 2016)

Hieronder worden in figuur 5.1 de leefstijlen schematisch weergegeven

Figuur 5.1: Leefstijlen

Page 27: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

26

Leefstijlen als “tool”

Het onderscheid in leefstijlen kan gebruikt worden als een middel om een communicatie strategie te

bepalen naar een bepaalde groep burgers. Door de voorkeuren te kennen van een groep kun je

bepalen welke informatie en communicatie de beste resultaat oplevert bij de groep. De gegevens

over leefstijlen zijn landelijk, regionaal en zelfs lokaal bekend. Hieronder is in figuur 5.2 een indicatie

van de leefstijlen in Nederland. Deze gegevens zijn dus lokaal voor bijvoorbeeld de gemeente

Pijnacker-Nootdorp bekend maar niet openbaar. Deze informatie is echter alleen toegankelijk voor

leden van SmartAgent. Om hierbij aangesloten te zijn is een lidmaatschap vereist. Hieraan zijn kosten

verbonden.

Figuur 5.2: Leefstijlen verdeling in Nederland

Toepassing

Een groep bestaat zelden uit slechts één type mens en daarom zal altijd rekening gehouden moeten

worden met meerdere typen. Echter kan wel bepaald worden wat voor type de meerderheid is en of

de aandacht naar hen uit moet gaan of juist naar de minderheid.

De leefstijlen hebben elk bijvoorbeeld een houding ten opzichte van de overheid. De rode wereld is

bijvoorbeeld kritisch, mondig en assertief en heeft het motto: “de overheid, dat zijn wij”. De blauwe

wereld vindt dat de overheid efficient moet werken en heeft een betrokken maar kritische houding

ten opzichte van de overheid. De gele wereld is vervreemd van politiek en verwacht dat de overheid

solidariteit bevorderd. De groene wereld vindt dat de overheid zorg moet dragen voor sociale

zekerheid en veiligheid. Zij zijn sceptiesch en wantrouwend richting de overheid (Ausems, 2016).

Page 28: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

27

Hieronder wordt in figuren 5.3 tot en met 5.6 weergegeven wat de houding t.a.v. veranderingen, wat

de verwachting is t.a.v. participatie, wat de motivatie is om mee te doen en de houding ten opzichte

van innovaties. Met deze informatie kan een gemeente bepalen hoe zij zich laten horen of juist niet

laten horen. Hoe zij de bewoners betrekken of juist niet. Kortom hoe zij communiceren met de

burgers (Ausems, 2016).

Figuur 5.3 houding t.a.v. verandering Figuur 5.4: motivatie om mee te doen

Figuur5.5.2: verwachting t.a.v. participatie Figuur 5.6: houding t.a.v. innovaties

Page 29: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

28

6. Meetinstrumenten vergroening Wanneer er acties en maatregelen genomen zijn om burgers te stimuleren en enthousiasmeren om hun tuinen te vergroenen is het nuttig voor de gemeente om te achterhalen hoeveel mensen zij hebben bereikt met hun acties. Hiervoor zal de gemeente een meting moeten uitvoeren. De mogelijkheden om de mate van vergroening te meten worden in dit hoofdstuk behandeld.

De gemeentes die zijn aangesloten bij Operatie Steenbreek geven elk een eigen invulling aan de wijze waarop zij hun burgers stimuleren om hun tuin te vergroenen en de wijze waarop zij de deelname monitoren. De ene gemeente maakt bijvoorbeeld veel gebruik van video’s die de burgers moeten aansporen om hun tuin te vergroenen en de andere gemeente voert bijvoorbeeld acties uit. In dit hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan (Dijk R. v., 2016).

6.1 Gemeente Eindhoven De gemeente Eindhoven monitort niet of mensen participeren naar aanleiding van hun stimulans om tuinen te vergroenen omdat dit té complex wordt bevonden. Het is moeilijk om waar te nemen wat er veranderd en wanneer veranderingen wél worden waargenomen is het moeilijk te achterhalen wat de motivatie achter deze verandering of vergroening is geweest. Wél worden er periodiek luchtfoto’s genomen van de gemeente om de veranderingen in oppervlakte bedekking bij te houden. Bij veranderingen in de openbare ruimte wordt wel bijgehouden hoeveel oppervlakte groen, bomen, struwelen en water toe- of afneemt. Dit is beter bij te houden omdat het wordt uitgevoerd namens de gemeente en omdat het goed waarneembaar en te meten is (Landa, 2016).

6.2 Gemeente Leeuwarden De gemeente Leeuwarden monitort de mate van vergroening niet. De reden dat zij de mate van vergroening niet meten is omdat er geen (wetenschappelijk onderbouwde) methode is om de mate van groen in het stedelijk gebied te meten. Wel is het mogelijk om met behulp van luchtfoto’s het groen te meten maar dit is erg kostbaar. Daarbij is classificatie van groen en de waarde die je aan bepaalde groenstructuren toekent, complex en enigszins subjectief. Verschillende groenstructuren leveren immers verschillende ecosysteemdiensten. Dit is te complex om die diensten te wegen of waarderen (Weyde C. v., 2016).

6.3 Satelliet beelden Er bestaan bedrijven die producten en diensten leveren waarin zij gegevens verwerken verkregen door middel van satelliet beelden. Zij kunnen bijvoorbeeld aangeven hoeveel, en wat voor soort verhard oppervlak er is per gemeente. Het is dus mogelijk om te weten hoeveel verhard dakoppervlak, versteend grond oppervlak of grasoppervlak in een gemeente aanwezig is. Dit zou een goede manier kunnen zijn om de mate van vergroening te meten. Over de kosten van deze service worden geen indicaties gegeven. Hierover wordt op aanvraag informatie verschaft (geoserve.nl, 2016).

Page 30: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

29

6.4 Digitale participatie Burgerinitiatieven binnen gemeenten nemen toe. Mensen zijn steeds meer online actief en worden ook steeds meer betrokken bij de beslissingen van instanties in hun omgeving Dit biedt kansen om burgers te betrekken. Ongeveer 84 procent van de Nederlanders denkt het liefst digitaal mee terwijl het merendeel van de gemeenten burgers offline probeert te betrekken (Timmermans, 2015). Inspelen op de digitale voorkeur van de burger kan de bottom-up-beweging extra draagkracht geven. Digitalisering heeft effect op de huidige burgerparticipatie. Langzamerhand gaat deze over op een overheidsparticipatie. De overheid participeert mee aan burgerinitiatieven, zo komen de initiatieven en ideeën van de burger centraal te staan en niet andersom. De stichting open state foundation maakt zich hard voor het openbaar maken van overheidsdata. Het verzamelen, analyseren en beheren van overheidsdata wordt gefinancierd met publieke middelen en moet dus met het publiek gedeeld worden, aldus de stichting. Door de open data zijn er meer mogelijkheden voor burgers om te monitoren en in te spelen op data die hen opvalt. Zij zijn dan beter geïnformeerd en gemotiveerd om mee te denken (Timmermans, 2015). Door digitale participatie kunnen mensen zich via social media netwerken aanmelden. Het is mogelijk de aanmeldingen te monitoren, op deze wijze weet de gemeente hoeveel mensen meedoen aan het vergroenen van tuinen. Dit kan bijvoorbeeld met foto’s op sociale netwerken. Conclusie meetinstrumenten Knelpunten van het meten van vergroening zijn: moeilijk waar te nemen (achtertuinen), motivatie achter verandering is niet te achterhalen, tijdrovende onderneming en dus duur, classificatie van groen is complex en subjectief. Haalbare meetmethodes zijn: periodiek luchtfoto’s nemen en groen oppervlakte vergelijken, bij veranderingen in de openbare ruimte bij houden hoeveel oppervlakte groen er bij komt. Er zijn bedrijven die door middel van satelliet beelden informatie kunnen bieden over verhard oppervlakte in een gemeente. Digitale participatie is een waardevolle tool en biedt kansen voor een succesvolle participatiesamenleving. Voor een beweging zoals Operatie Steenbreek betekend dit dat wanneer gemeten moet worden hoeveel mensen mee doen dat digitale communicatie de voorkeur geniet.

Page 31: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

30

7. Werkwijze

Literatuurstudie Het onderzoek is gestart met een literatuuronderzoek. Bij de literatuurstudie zijn er ook gesprekken gevoerd met andere gemeentes en experts. Hier volgt een opsomming van de hoofdstukken van de literatuur studie met een beknopte beschrijving van de inhoud en het belang daarvan.

Hoofdstuk 2: vergroening van tuinen en effecten, dient als onderbouwing van het onderzoek. Hierin wordt beschreven wat de problematiek is omtrent verstenende tuinen en welke voordelen groene tuinen bieden.

Hoofdstuk 3: Tuintrends, beschrijft de trends die er in de tuinbranche spelen en de factoren die hier invloed op hebben. Mensen volgen trends en daarom is het belangrijk deze in kaart te brengen.

Hoofdstuk 4: Doelgroep, beschrijft de doelgroep waar dit verslag zich op richt. Hoofdstuk 5: Effectieve communicatie, heeft de theorie achter het overtuigen van

mensen door middel van communicatie duidelijk gemaakt. Deze theorie onderbouwt tevens de gemaakte keuzes van de gemeente om haar bewoners te benaderen.

Hoofdstuk 6: meetinstrumenten, onderzoekt de mogelijkheden van het meten van vergroening. Dit is van belang omdat het wenselijk is om te weten of de acties van de gemeente effect hebben. Hiervoor is literatuurstudie uitgevoerd en zijn interviews met andere gemeente medewerkers gehouden.

Expertmeeting Om er achter te komen wat de professionals uit het werkveld willen weten en wat zij de beste aanpak vinden om bewoners te motiveren, is een expertmeeting gehouden. Hierin werden de resultaten uit de literatuurstudie gepresenteerd. Met de experts zijn succes en faalfactoren van soortgelijke projecten besproken en vastgesteld. De resultaten van de expertmeeting zijn in hoofdstuk 8 te vinden. Met de informatie uit de expertmeeting is een enquête gehouden. Enquête De enquête zal informatie geven over de doelgroep. Waarom heeft de doelgroep de tuin die ze momenteel hebben? Hoe vinden zij zelf dat ze het best overtuigd kunnen worden hun tuinen te vergroenen? Dit is allemaal informatie die uit de enquête zal komen. Tevens moet uit de enquête blijken of de acties die de gemeente reeds heeft genomen effect hebben gehad. De drie leden van de projectgroep nemen de enquêtes bij de bewoners van de wijken Koningshof en Pijnacker-noord af. Zij gaan langs de deuren met een vragenlijst. Om de mensen te motiveren om mee te doen en als aardigheid krijgen de participanten een zakje bloembollen en een informatieflyer. De uitkomsten van de enquête worden verwerkt tot grafieken met toelichting om een helder beeld te creëren van de uitkomsten. De resultaten van de enquête worden behandelt in hoofdstuk 9. Communicatieplan Met de resultaten van de enquête, de informatie uit de literatuurstudie en de expertmeeting wordt een communicatieplan opgesteld en meetmethodes beschreven. Het communicatieplan zal in de vorm van een advies worden gepresenteerd. Het communicatieplan heeft in dit geval betrekking op de doelgroep, de bewoners van gemeente Pijnacker-Nootdorp. Dit alles samengevoegd in voorliggend rapport.

Page 32: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

31

8. Expertmeeting

De projectgroep heeft een expertmeeting georganiseerd waarbij een groep experts aanwezig waren. Deze groep bestond uit (beleid)medewerkers van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en wijkmanagers Er was tevens een vertegenwoordiger van het Hoogheemraadschap Delfland. In deze expertmeeting zijn de bevindingen uit de inventarisatie gepresenteerd en hebben de experts hun mening kunnen uiten en input gegeven over het project en het onderwerp. Een korte samenvatting van de expertmeeting wordt hieronder beschreven aan de hand van de vragen vanuit de projectgroep aan de experts met de meest gedeelde antwoorden van de experts. In bijlage 1 is de volledige uitwerking van de expertmeeting bijgevoegd. De vragen aan de experts zijn gesteld met als bijkomende vraag antwoorden te geven met een onderverdeling in peen, preek en zweep. Peen is een beloning; preek is toespreken/ informatie geven; zweep is straffen.

1. Welke (potentiele) succesfactoren van gelijkaardige projecten kennen jullie vanuit uw

expertise/ervaring:

o Gratis regenton

o Subsidie voor compost en planten

o Mensen in het zonnetje zetten

o Gratis planten geven

o Afkoppelsubsidie

o Groen aanbieden i.p.v. stenen/verharding

o Stuur folder/brief m.b.t. herinrichten tuinen

o Niet te belerend overkomen met informatie

o Neem woningbouw verenigingen mee in het verhaal

o Burgers betrekken bij planvorming

o Belasting innen per m2 steen of meer belasting OZB

o Zet straat onder water zodat de bewoners snappen waarom het nodig is

o Afkoppelen hemelwater

2. Welke informatie van de bewoners willen jullie hebben, dit neemt de projectgroep mee in

het opstellen van een enquête:

o Hoeveel % van uw tuin is “groen”? (+ motivatie)

o Wilt u meer informatie over het nut en de noodzaak van een “groene” tuin?

o Wilt u mensen helpen met het onderhoud van hun tuin?

o Wilt u in een groene omgeving wonen?

o Wat vindt u belangrijk in uw tuin?

o Bent u bereid om uw tuin anders in te richten?

o Ervaart u iets van de klimaat verandering?

o Weet u wat de gevolgen (kunnen) zijn van de klimaatveranderingen?

o Waarom zou u alles betegelen?

o Wilt u in een danktank?

o Wanneer wilt u meer groen aanleggen?

o Ervaart u wateroverlast?

o Wat is de reden van uw versteende tuin?

o Wilt u mee doen aan een open-tuin-dag?

o Bent u bereid om mee te werken aan het vergroenen van tuinen?

Page 33: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

32

Overige punten uit de expertmeeting zijn:

Breng mensen (bewoners) bij elkaar. Hierdoor volgen ideeën en initiatieven.

Laat mensen elkaar enthousiasmeren

Stel kartrekkers aan per buurt

Acties die de gemeente gaat ondernemen:

o Waterklimaat adaptatie plan

o GHP gemeentelijk rioleringsplan

o Herinrichten (speelplekken). Groen i.p.v. rubbertegels

De gemeente heeft een voorbeeldfunctie. Laat zien dat jullie het goede voorbeeld geven.

Wanneer je eisen stelt aan burgers, hoe ga je dat dan handhaven?

Een open tuin dag is al eerder een succes gebleken

Naar aanleiding van de expertmeeting wordt de enquête, hoofdstuk 9, samengesteld. De belangrijkste punten uit expertmeeting worden hiervoor gebruikt. Uit de expertmeeting blijkt dat de gemeente graag wilt weten wat de motivatie is achter de hoeveelheid groen in hun tuinen. Ook vragen zij zich af hoe of de bewoners zich bewust zijn wat de effecten van klimaatverandering in stedelijk gebied zijn. Het is belangrijk om kartrekkers aan te stellen in elke buurt. Deze kartrekkers zorgen ervoor dat bewoners elkaars ideeën volgen. Er is dan meer sprake van burgerparticipatie. Tevens is het belangrijk te weten of bewoners graag willen meewerken aan bepaalde acties zoals informatie avonden en open tuin dagen.

Page 34: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

33

9. Enquête De enquête is samengesteld met de output van de expertmeeting en deels met vragen die voortkomen uit de literatuurstudie. In bijlage 2 kunt u de enquête terugvinden zoals deze is gesteld aan de bewoners. De enquête is afgelegd in de wijken Pijnacker-Noord en Koningshof. Hieronder zijn de gestelde vragen aanwezig, met daaronder de motivatie. De volgende vragen zijn gesteld aan de bewoners van de benoemde wijken :

1. Bent u zich bewust van de effecten van klimaatverandering in uw woongebied?

2. Heeft u iets vernomen van de acties die de gemeente heeft uitgevoerd om groene tuinen te

stimuleren?

3. Hoeveel procent van uw tuin is groen?

4. Wat is de motivatie achter de hoeveelheid groen in uw tuin?

5. Wat zou u overhalen om uw tuin te vergroenen?

6. Hoe kan de gemeente volgens u bijdrage zodat bewoners hun tuinen gaan vergroenen?

7. Bent u bereidt extra administratie werk te verrichten om een subsidie te krijgen voor het

vergroenen van tuinen?

8. Hoe beoordeelt u uw tuin op gebruiksgemak en esthetiek op een schaal van 1 tot 10?

9. Wat zou u willen veranderen aan uw tuin?

10. Heeft u belangstelling om te participeren met acties als buurtbijeenkomsten, opentuindagen

en informatieavonden, met als thema groene tuinen?

Motivatie: 1. Kijken of men überhaupt weet dat er spraken is van klimaatverandering (is het probleem

zichtbaar?). 2. Kijken of de acties van de gemeente aangekomen zijn (hadden de acties wel nut? Moet dit

anders?). 3. Hoeveel groen is nu aanwezig in de tuinen? 4. De reden achterhalen van het hoge/lage groen in de tuin (kan dit gestuurd worden tot

vergroening?) 5. Een directe vraag om te kijken wat men zou overhalen. 6. Een directe vraag om te kijken of men weet of de gemeente iets kan aanbieden. 7. Een vraag van de gemeente. Geld geven is vaak gewenst, maar wilt men hier de moeite voor

doen? (is het het waard voor de gemeente hier tijd in de investeren?) 8. Een beeld schapen om te zien hoe tevreden men is met hun tuin. (is een verband aanwezig

met de percentage groen?) 9. Mocht het zo zijn dat iets veranderd moet worden, wat zou dat zijn? (kijken of extra groen is

doorgekomen, of dat men werkelijk vrede neemt met de huidige staat) 10. Afsluitende vraag om te kijken of men bij elkaar wilt komen om samen te werken tot het

vergroenen van tuinen.

Page 35: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

34

9.1 Resultaten enquête De resultaten tonen enerzijds het verschil tussen de twee wijken. Koningshof en Pijnacker-Noord. Anderzijds is het een steekproef dat als zodanig representatief voor de gehele gemeente geldt. In de tabellen zijn twee kleuren gebruikt waarbij : blauw=Koningshof en rood=Pijnacker-Noord. De enquête is gehouden door alle projectleden en zij zijn het eenduidig eens dat meer dan 50% van de ondervraagden ouder dan 50 was. Echter is dit niet expliciet gevraagd aan de ondervraagden. In allebei de wijken zijn meer dan 50 mensen ondervraagd. Het totaal aantal inwoners van de twee wijken is 6310. Hiervan zijn 102 bewoners ondervraagd. Dit resulteert niet tot een betrouwbaarheidsgraad van 95%. De resultaten hebben hierdoor een marge van 10%. Dit betekend dat wanneer een resultaat op 50 valt, de marge (10%) 45 tot 55 is. In bijlage 2.1 zijn alle resultaten van de enquête te vinden. In dit hoofdstuk zijn de resultaten weergegeven die van toepassing zijn op het communicatieplan.

Page 36: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

35

Toelichting tabel 1: Het bewustzijn van de effecten van klimaatverandering in Pijnacker is relatief hoog (>70). Echter geven 30 van de ondervraagde aan niet bewust te zijn van de effecten van klimaatverandering in Pijnacker. In Koningshof zijn de bewoners zich meer bewust van de effecten van klimaatverandering.

Toelichting tabel 2: Een derde van de bewoners geeft aan een groen oppervlakte van 21 tot 50% in hun tuin te hebben. Wat opvalt is dat er in de wijk Pijnacker-Noord een groter aantal bewoners tussen de 51 en 75% groen te hebben. Echter heeft koningshof een groter aantal bewoners die meer dan 75% groen in hun tuin hebben.

Ja Nee

0

10

20

30

40

50

Bewustzijn van de effecten van klimaatverandering in Pijnacker

Tabel 1: Bewustzijn klimaatverandering in Pijnacker

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

<5% 5-20% 21-50% 51-75% >76%

Hoeveelheid groen in tuin

Tabel 2: Hoeveelheid groenpercentage per tuin

Page 37: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

36

Toelichting tabel 3: De meest genoemde motieven achter de hoeveelheid groen in de tuin zijn: “makkelijk te onderhouden” en “mooi”. Verder is er geen duidelijk verschil zichtbaar tussen de twee verschillende wijken. Uit de tabel kan niet gelezen worden welk percentage bij welk motief hoort. In hoofdstuk 9.2 wordt hier een correlatie naar gezocht, daar wordt dit verder toegelicht. Toelichting tabel 4: Een groot aantal bewoners geeft aan liever niet geholpen te worden door de gemeente. Daarna scoort informatie verschaffing en financieel hoog. Er zijn geen opvallende verschillen tussen de wijken.

0

5

10

15

20

25

30

Makkelijkonderhoud

Gezellig Lagekosten Voor dekinderen

Huisdieren Mooi Zo kocht ikhet

Motivatie achter verhouding groen en verharding

Tabel 3: Motievatie van de hoeveelheid groenpercentage in de tuin

0

5

10

15

20

25

30

35

Financieel Informatie Voorbeelden geven Liever niet

Hoe kan de gemeente bijdragen aan het vergroenen van tuinen

Tabel 4: Mogelijke bijdrage gemeente volgens bewoners

Page 38: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

37

Toelichting tabel 5 Het merendeel (>70) van de bewoners geeft aan niet bereid te zijn om extra administratie te leveren om in aanmerking te komen voor subsidie. Toelichting 6 Er is een duidelijk verschil tussen de twee wijken als het aankomt op de beoordeling van hun eigen tuin. Koningshof geeft over het algemeen een hogere beoordeling dan Pijnacker-Noord.

0

10

20

30

40

Ja Nee

Bereid tot extra administratie voor subsidie

0

5

10

15

20

25

3 4 5 6 7 8 9 10

Beoordeling eigen tuin op gebruiksgemak en esthetiek op

schaal van 1 tot 10

Tabel 5: Bereidbaarheid bewoners administratieve taken voor subsidie

Tabel 6: Beoordeling op eigen tuin

Page 39: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

38

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Subsidie Mindertaks/belasting

Meer informatie Bijeenkomstenover

mogelijkheden

Niets

Wat zou u overhalen om uw tuin te vergroenen?

Toelichting tabel 7 Relatief veel ondervraagde, 41, is bereid te participeren met buurtbijeenkomsten, opentuindagen of informatieavonden.

Toelichting tabel 8 Een groot aantal bewoners geeft aan dat niets hen zou overhalen om hun tuin te vergroenen. Subsidie scoort ook opvallend laag. Bijeenkomsten over de mogelijkheden heeft zelfs 0 stemmen. Dit terwijl “meer informatie” relatief goed scoort. Er zijn geen opvallende verschillen tussen de twee wijken. Verder geven mensen aan wel belangstelling te hebben voor een verlaging van de belasting.

0

5

10

15

20

25

30

35

Ja Nee

Belangstelling voor acties zoals een open-tuin-dag of informatieavond

Tabel 7: Belangstelling om mee te doen aan acties

Tabel 8: Methoden om men over te halen tot vergroening van tuin

Page 40: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

39

9.2 Correlaties Om meer duidelijkheid te creëren op de enquête is gekozen om drie verbanden te zoeken. Deze verbanden worden gezocht tussen de volgende vragen uit de enquête :

1. Percentage groene tuin – motivatie verhouding 2. Percentage groene tuin – hoe kan de bewoner overgehaald worden toch te vergroenen 3. Percentage groene tuin – cijfer tuin

De verbanden worden onderzocht door middel van het programma SPSS. De eerste 2 verbanden zijn door middel van een ‘Χ2 –toets’ gemeten omdat de meet resultaten nominaal + nominaal zijn. En het 3e verband is gemeten met een ‘’one sample t-test’ omdat de meetresultaten nominaal + ratio zijn. De resultaten van de toetsen zijn hieronder in de tabellen weergegeven. In de tabellen is de significantie aangegeven. Dit getal geeft de betrouwbaarheidsgraad aan van de hypothese. Wanneer dit getal gelijk staat aan, of onder de 0,05 is, zal de 0 hypothese verworden worden. De 0 hypothese staat te allen tijde voor geen verband.

ProcentGroen * Motivatie 0 Hypothese: er is geen verband. Sig: 0,000. Onder 0,05. 0 Hypothese klopt niet, 0 hypothese verwerpen, er is een verband. Een verband is aanwezig bij het groen percentage van de tuinen en de motivatie van het percentage. Wanneer een minimale groen percentage in tuinen aanwezig is, geeft men vaker aan dat dit is door het makkelijke onderhoud. Terwijl men met een hoog groen percentage, aangeeft dat zij dit doen omdat het mooi is. Hieruit kan geconcludeerd worden dat een groene tuin vaker als mooi beschouwd wordt. Bij deze toets zijn enkele cijfers weggehaald. Deze cijfers zijn de overige resultaten naast ‘makkelijk onderhoud’ en ‘mooi’. Dit is gedaan voor de analyse. De lage cijfers zijn verwaarloosbaar en oefenen geen betrouwbare invloed uit op de berekening. Verwaarloosbare categorieën met meerdere cijfers onder 5.

Page 41: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

40

ProcentGroen * OverhalenVergroening 0 Hypothese: er is geen verband. Sig: 0,935. Boven 0,05. 0 Hypothese klopt, er is geen verband.

Geen verband is gevonden tussen het groen percentage van de tuinen en of de mensen overgehaald kunnen worden om toch te vergroenen. Dit komt door de hoeveelheid mensen die aangeven dat niets ze zal overhalen. Ongeacht het groen percentage geeft elke groep wel vaker aan niet overgehaald te kunnen of willen worden. Net als de vorige toets was het noodzakelijk om verwaarloosbare cijfers te verwijderen. Maar wanneer dit gedaan wordt zal nog maar een tabel overblijven, ‘niets’. Wanneer slechts een antwoord mogelijk is, is het resultaat vanzelfsprekend. Door de projectleden is gekozen om deze tabel te behouden. In beide gevallen zou geen verband aanwezig zijn.

Page 42: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

41

ProcentGroen * Cijfer 0 Hypothese: er is geen verband. Sig: 0,081. Boven 0,05. 0 Hypothese klopt, er is geen verband. Tussen het groen percentage en het gegeven cijfer aan de tuin is geen verband gevonden. Gezien de significantie scheelt het niet veel, maar de gegeven cijfers over eigen tuin verschilt toch teveel met elkaar om tot een verband te komen.

Page 44: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

43

10. Communicatieplan en meetmethoden Het communicatieplan is geheel gebaseerd op de resultaten uit de enquête en de literatuurstudie.

Het communicatieplan bevat de gewenste aanpak om de bewoners van Pijnacker-Nootdorp te

motiveren hun tuinen te vergroenen.

Zoals aangegeven in de inleiding is gekozen om 2 wijken te inventariseren en analyseren. Doordat de

literatuurstudie breed is opgezet kan communicatieplan voor de gehele gemeente Pijnacker-

Nootdorp van toepassing zijn. In de hoofdstukken aanbeveling en discussie zal duidelijk worden dat

het communicatieplan nog vervolgstappen nodig heeft. Samen met deze vervolgstappen leid het

communicatieplan tot een middel om het doel te bereiken: het motiveren van de bewoners tot het

vergroenen van tuinen.

10.1 Schematische weergave communicatieplan Het communicatieplan kan schematisch worden weergegeven en bestaat uit 5 stappen nl.

(communicatieplan.info, 2016) :

1. Middelen om het doel te bereiken

2. Planning

3. Organisatie

4. Monitoring

5. Evaluatie

Op de volgende pagina is in tabel 10.1 een schematische weergave te zien van het

communicatieplan.

Page 45: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

44

Tabel 10.1, Schematische weergave communicatieplan

DOEL MIDDELEN PLANNING ORGANISATIE MONITORING* EVALUATIE

1.BEWUSTZIJN CREËREN EN INFORMATIE

VERSCHAFFEN

Buurtbijeenkomst Best nadat er al enkele acties zijn opgezet in (social) media etc.. Frequentie zal met 1/jaar voldoende zijn

Kartrekker organiseert in samenwerking met gemeente

Aanwezigen laten inschrijven via mail of social media. Later kunnen deze mensen benaderd worden voor bepaalde vragen

Samen met kartrekkers overleggen wat er besproken is en de aandachtspunten aanpakken

Opentuindagen Lente/zomer zijn de beste perioden om dit in te plannen. Zodat alle bloemen mooi bloeien etc.. Dit kan 2/jaar worden gehouden

Dit kan gemeente breed georganiseerd worden. Best in samenwerking met kartrekkers

Aanwezigen laten inschrijven via mail of social media. Later kunnen deze mensen benaderd worden voor bepaalde vragen

Samen met kartrekkers en de feedback van de aanwezigen inspelen op verbeterpunten

Informatieavonden Denk hierbij aan het verschil in de centrale- en perifere route van ELM

2/jaar organiseren op het gemeentehuis dan wel buurthuis. Dit is wijk afhankelijk. Bij veel animo in een bepaalde wijk is een buurthuis een betere optie

Organisatie geheel vanuit gemeente. Best om professionals aan het woord te laten. Denk aan tuiniers, waterschap etc..

Aanwezigen laten inschrijven via mail of social media. Later kunnen deze mensen benaderd worden voor bepaalde vragen

Alle vragen uit het publiek kritisch bekijken en later inspelen op hun behoefte

Uitgebreide brieven Centrale route (ELM) Folder met veel afbeeldingen en weinig tekst Perifere route (ELM)

2/jaar een uitgebreide brief sturen samen met een folder, dit kan het best in voor- en najaar. Dat zijn de beste tijden om tuinen aan te pakken

De gemeente stelt de brieven op. De folders kunnen het best gemaakt worden in samenwerking met professionals. De brieven en folders dienen naar elke bewoner te worden verstuurd

Moeilijk te monitoren. Mogelijkheid is om bij enquêtes te vragen of zij de brieven hebben ontvangen en gelezen. En daar ook gehoor aan hebben gegeven

Naar aanleiding van de enquête eventueel de aanpak veranderen

Posters Perifere route (ELM)

Meerdere posters samenstellen en frequent ophangen op verschillende plaatsen over de gehele gemeente. Herhaling van deze actie is belangrijk

Gemeente stelt de posters samen met professionals en zorgt ervoor dat de actie herhaaldelijk wordt uitgevoerd

Moeilijk te monitoren. Mogelijkheid is om bij enquêtes te vragen of zij de posters hebben gezien en daardoor hun tuinen hebben aangepast

Naar aanleiding van de enquête eventueel de aanpak veranderen

Media, t.v., krant en weekbladen

Frequent laten terugkomen in weekbladen en kranten. T Lokale televisie minimaal 1 item aan laten besteden

Gemeente spreekt met lokale media en maakt afspraken zodat er reclame gemaakt wordt over operatie steenbreek

Laat in de reclames inschrijfmogelijk-heden zien. Zo kunnen bewoners zich aanmelden om hun tuinen te vergroenen

Bespreek met de media wat eventueel beter kan nadat er reacties van bewoners zijn binnen gekomen

Social media Maak een social media netwerk rondom het vergroenen van tuinen. Dit kan dagelijks en in ieder geval wekelijks worden bijgehouden

Communicatie medewerkers binnen de gemeente kunnen in samenwerking met beleidsmedewerkers zorgen voor het netwerk

Social media is bij uitstek geschikt om goed te monitoren. Houd goed bij of er volgers zijn en zorg dat dit continu blijft en niet te snel afzwakt

Naar aanleiding van de monitoring kan de aanpak eventueel worden aangepast zodat de social media kanalen interessant blijven

2.FINANCIËLE BIJDRAGE OM BEWONERS TE MOTIVEREN

Vermindering riooltax Gemeente moet dit intern verder uitzoeken wat de mogelijkheden hiervan zijn

Waterschap en gemeente zullen hierbij goed moeten samenwerken en afspraken maken

Hangt af van de werkwijze Hangt af van de werkwijze

*monitoring zal voor elk middel gebeuren middels het analyseren van luchtfoto’s en satellietbeelden

Page 46: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

45

10.1.1 Toelichting schematische weergave communicatieplan:

1. Bewustzijn creëren en informatie verschaffing door de gemeente

30% van de ondervraagden heeft aangegeven niet bewust te zijn van de effecten van

klimaatverandering. Tevens geeft 30% van de ondervraagden aan dat meer informatie over

de noodzaak van groene tuinen kan bijdragen aan het motiveren van de bewoners.

Daarom is het belangrijk om meer bewustzijn te creëren over de gevolgen van

klimaatverandering. Ook het verschaffen van informatie over het doel van groene tuinen zal

bijdragen aan de verandering van tuinen.

De middelen om bewustzijn te creëren en informatie te verschaffen zijn :

Elaboration Likelihood Model (ELM), zie hoofdstuk 5.2

Bewoners die open staan om de boodschap te ontvangen en te verwerken moeten via de

centrale route worden benaderd. Zij willen graag inhoudelijke argumenten horen. Deze

mensen horen ook graag een paar tegen argumenten om niet het gevoel te krijgen sterk

beïnvloed te worden.

Voorbeelden om dit te bewerkstelligen zijn :

Opentuindagen; Uitgebreide folders/brieven; buurtbijeenkomsten; informatieavonden

organiseren. Hier kan de informatie van hoofdstuk 2 ondersteuning aan bieden.

De perifere route van het model is een goede manier om bewoners te bereiken die niet in

staat zijn of niet open staan de boodschap te ontvangen. Dit gebeurt door de bewoners

herhaaldelijk aan de boodschap bloot te stellen. De kwaliteit van de argumenten zijn bij deze

route minder belangrijk. Wel belangrijk is de bron, gevoelens, vormgeving en lengte van de

boodschap. Dus zorg ervoor dat bewoners er een goed gevoel bij hebben.

Voorbeelden om via de perifere route mensen te bereiken zijn :

Social media; posters op allerlei plaatsen; media zoals t.v. en bladen; folders met niet te veel

tekst; buurtbijeenkomst.

Page 47: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

46

Kartrekkers, zie hoofdstuk 5.2

Zorg ervoor dat je als gemeente in elke buurt kartrekkers hebt. Dit zijn bewoners die actief

betrokken zijn om andere mensen in hun buurt te helpen of overhalen hun tuinen te

vergroenen. De kartrekkers zijn het verlengde van de gemeente zonder politieke invloeden

en worden door andere bewoners gezien als onafhankelijk. Daardoor zullen bewoners hen

eerder volgen dan de overheid. Het is belangrijk de kartrekkers te voorzien van hulp vanuit

de gemeente denk aan voorzien van ruimte, informatie en eventueel financieel. De

kartrekkers kunnen ook de buurtbijeenkomsten en opentuindagen organiseren. Tevens

kunnen zij dienen als vraagbaak voor sommige bewoners en zij kunnen de gemeente

attenderen op valkuilen binnen de buurt.

Voorbeelden om mensen te bereiken met behulp van kartrekkers zijn :

Kartrekker als medeorganisator van buurtbijeenkomsten/opentuindagen; kartrekker als

vraagbaak voor bewoner.

2. Financiële bijdrage van gemeente aan de bewoners Naast het verschaffen van informatie is financiële hulp een optie die een deel van deze mensen kan

overhalen hun tuinen te vergroenen namelijk 16%. 67% van de ondervraagde vindt het verstrekken

van een subsidie geen goed plan. Er is meer belangstelling voor een verlaging van belasting zoals

riooltax.

Middelen om mensen te overhalen via financiële hulp zijn:

Vermindering riooltax door :

Inventariseren in welke wijken het mogelijk is hemelwaterriool af te koppelen mits er

groenere tuinen ontstaan. Daarna de bewoners informeren over de mogelijkheden

betreffende afkoppelen riool en de vermindering van de taks daardoor.

Aandachtspunten

In de enquête is naar voren gekomen dat er een verband is tussen het percentage groen en

de motivatie achter dat percentage. Bewoners met weinig groen gaven als motivatie aan dat

het makkelijk in onderhoud is. Bewoners met relatief veel groen gaven als motivatie dat het

mooi is. Op deze motivatie kan ingespeeld worden met de voorgestelde

communicatiemiddelen. Zo kan in een folder en andere communicatiemiddelen uitgelegd

worden dat groenere tuinen ook makkelijk te onderhouden zijn. Tevens mag er nadrukkelijk

worden ingespeeld op het ‘gegeven’ dat groene tuinen mooier zijn dan de versteende tuinen.

Het is belangrijk om in tijdens een periode van wateroverlast direct te reageren en de

bewoners er bewust van te maken dat het een huidig probleem is. Dit kan eventueel

geïmiteerd worden door pompen een bepaalde tijd uit te zetten.

41% van de ondervraagden geeft aan mee te willen doen aan informatieavonden,

opentuindagen of buurtbijeenkomsten.

Page 48: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

47

Verleen geen rechtstreekse subsidie maar investeer in kennis d.m.v. bewustzijn creëren

Herhaal de boodschap vaak en langdurig. Zo wordt stelselmatig een nieuw bewustzijn

gecreëerd bij mensen die niet meteen openstaan de boodschap te ontvangen.

Veel ondervraagden, 55%, geven aan dat ze liever niet hebben dat de gemeente hen

probeert te motiveren hun tuinen te vergroenen. Het is belangrijk deze groep mee te krijgen

om het beoogde resultaat te halen. Dit heeft tijd nodig, investeer daarom in de kartrekkers

en bewoners die open staan om de boodschap te ontvangen.

Geef het goede voorbeeld. Bij de vraag: hoe kan de gemeente helpen bij het vergroenen van

tuinen? Gaven veel ondervraagden aan dat de gemeente het goede voorbeeld moet geven.

Enkele voorbeelden hiervoor waren meer openbaar groen en kleine voorbeeldtuinen.

Meetmethoden

Als gemeente is het belangrijke te weten of de genomen acties tot het beoogde resultaat hebben

geleid. De mogelijkheden om de mate van vergroening te meten zijn:

Periodiek satelliet beelden of luchtfoto’s analyseren op percentage groen

Bouw een social media netwerk op. Op social media mensen laten vertellen wat ze hebben

gedaan om hun tuinen te vergroenen

Meten aantal participanten bij informatieavonden

Page 49: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

48

11. Discussie In het dit hoofdstuk wordt ruimte gegeven om enkele aspecten van het onderzoek te bekritiseren. Het betreft de volgende punten. Representativiteit enquête De enquêtes zijn gehouden in de wijken Pijnacker-Noord en Koningshof. Deze wijken zijn mogelijk niet representatief voor de gehele gemeente omdat de andere wijken mogelijk andere type bewoners huisvesten. Echter kan het wel als steekproef voor de gemeente meegenomen worden. Betrouwbaarheidsfactor enquête Het totaal aantal inwoners van de twee wijken is 6310. Hiervan zijn 102 bewoners ondervraagd. Dit geeft de steekproef een betrouwbaarheidsfactor van 69%. Om een betrouwbaarheid van 95% te bereiken van de twee wijken zouden er 377 mensen ondervraagd moeten worden. Door tijdgebrek is besloten om met een minder hoge betrouwbaarheid factor genoegen te nemen. Hierdoor moeten de resultaten niet als absoluut bekeken worden, maar als steekproef. Leeftijd geënquêteerde De gemiddelde leeftijd van de geënquêteerde wordt door de projectgroep geschat op 60+. Dit heeft wellicht te maken met het tijdstip van de dag waarop geënquêteerd is en de bevolkingssamenstelling van de wijken. Er zijn relatief weinig jongeren en mensen van middelbare leeftijd ondervraagd. De (oudere) leeftijd van de ondervraagden kan in invloed hebben op de uitkomsten. Door slechts een doelgroep aan te spreken is het mogelijk dat de antwoorden door een bril bekeken wordt. Verschillende mensen zitten in andere levensfases waardoor hun beeld op de tuin anders is. Grote marge in categorie De antwoorden op de vraag: hoeveel procent van uw tuin is groen heeft de projectgroep (ter plekke) in gedeeld in verschillende categorieën. De categorie 20% tot 50% is eigenlijk een te grote marge geweest. Het 20% en 50% is namelijk een groot verschil. Deze categorieën hadden wat specifieker gekund. Leefstijlen De leefstijlen theorie is slechts kort beschreven in het onderzoek, terwijl dit een goede bijdrage kan hebben aan het communicatieplan. Door tijdgebrek is het niet mogelijk om het onderwerp uitgebreid te behandelen. Dit terwijl de leefstijlen theorie potentie heeft om het onderzoek te helpen. Tuintrends In het onderzoek is aangegeven dat een groei aanwezig is binnen de omzet van tuin centra. Maar het is niet duidelijk waar de groei vandaan komt. De mogelijkheid is aanwezig dat de groei ontstaan is door het verkoop van tegels, en niet van groen.

Page 50: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

49

12. Conclusie De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe kan de gemeente Pijnacker-Nootdorp haar burgers het beste stimuleren tot het vergroenen van hun tuin en hoe kunnen het aantal bewoners die hier aan mee werken gemeten worden? Deze vraag wordt beantwoordt met de volgende conclusies: Het vergroenen van tuinen is het weghalen van alle versteende oppervlakten. De voordelen hiervan zijn: vergroten biodiversiteit, meer oppervlakte voor de infiltratie van hemelwater, betere luchtkwaliteit en verlagen temperatuur. De opkomende trends zijn gunstig voor de klimaatadaptatie. De trends zijn natuurlijke materialen, minder bestrating, muur begroeiing, opvallend element, moes- en kruidentuin. De tuinbranche heeft de grootste invloed op de trends. De doelgroep van voorliggend project zijn de bewoners van Pijnacker-Noord en Koningshof. Het communicatieplan is van toepassing op alle bewoners binnen Pijnacker-Nootdorp. Effectieve communicatiemiddelen om de bewoners te overtuigen zijn.

- Theory of Planned Behavior (TPB), Deze theorie gaat uit van de intentie die een persoon heeft om zijn/haar gedrag te veranderen.

- Elaboration Likelihood Model (ELM), Hierbij zijn de centrale route en perifere route van belang om te onderscheiden bij de benadering van de doelgroep.

- Kartrekkers, Dit zijn bewoners in een buurt die als buurtvertegenwoordiger optreedt en andere bewoners binnen hun buurt motiveert.

Bij een brede doelgroep is het belangrijk om verschillende soorten communicatiemethoden te

gebruiken. Deze communicatiemethoden zijn gebaseerd op de ELM, TPB en kartrekkers. Het is

belangrijk de boodschap te herhalen gedurende een lange periode. Gedragsverandering heeft

immers tijd nodig.

De middelen om bewoners te motiveren zijn : Buurtbijeenkomst, Opentuindagen,

Informatieavonden, Uitgebreide brieven, Folder met veel afbeeldingen en weinig tekst, Posters,

Media: t.v., krant en weekbladen, Social media en Vermindering riooltax.

De mogelijkheden om de mate van vergroening te meten zijn: periodiek satelliet beelden of luchtfoto’s analyseren op percentage groen, bouw een social media netwerk op. Op social media kunnen het aantal mensen worden gemeten die aansluiten bij bepaalde acties.

Page 51: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

50

13. Aanbevelingen In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan naar aanleiding van dit onderzoek. De aanbevelingen kunnen betrekking hebben op een eventuele vervolgstudie of komen voort uit de conclusies van het onderzoek. Enquête in de gehele gemeente Voer de enquête uit in de gehele gemeente. Zo ontstaat er een beter beeld van de burgers en kan er een nog beter passende strategie bedacht worden. Om een betrouwbaarheid van 95% te behalen van de gehele gemeente (52.026 mensen) zullen 382 mensen moeten worden ondervraagd (steekproefcalculator , 2017). Aansluiten bij onderzoeksorganisaties Het is mogelijk om als gemeente aan te sluiten bij organisaties die zich bezig houden met, en veel informatie kunnen verschaffen omtrent de problematiek. Deze organisaties zijn: Operatie Steenbreek(groene tuinen), Tuinbranche Nederland (marktonderzoek) en SmartAgent (leefstijlen). Deze organisaties hebben al veel ervaring wat betreft het motiveren tot vergroenen en zijn bereidt dit te delen. Om lid te worden van deze organisaties is een contributie vereist. Tuintypes bepalen Om een beter beeld te krijgen van de wensen en behoeftes van de tuingebruikers is het raadzaam om te bepalen welke tuintypes voorkomen. Er is door de tuinbranche veel onderzoek gedaan naar de beweegredenen van de verschillende tuintypes. Wanneer de types bekend zijn kan er meer gericht gestimuleerd worden. Leefstijlen bepalen Om een beter beeld te krijgen van de doelgroep kan informatie ingewonnen worden over de leefstijlen van de inwoners. SmartAgent is een organisatie die het BSR-model heeft ontwikkeld. Dit model brengt achterliggende waarden, behoeften en motieven van mensen in kaart. Door dit model toe te passen kan de gemeente beter communiceren met haar bewoners omdat het model zich richt op de verschillende typen mensen in de gemeente. Vraag in een enquête: contact voorkeur Bij een eventuele vervolg enquête is het nuttig om te vragen naar de voorkeur van contact met de gemeente. Er kan dan bepaald worden welke manier van contact het meest gewenst is. Bijvoorbeeld via de post, via de mail, social media of misschien wel géén contact. Organiseer interne bijeenkomsten Organiseer bijeenkomsten over het vergroenen van tuinen en nodig zoveel mogelijk verschillende afdelingen die er mee te maken hebben uit. In de expertmeeting werden ook ideeën uitgewisseld door de verschillende ambtenaren en er was veel om over te praten. Deze vergaderingen dragen bij aan de samenhorigheid van de betrokken ambtenaren en komen het werkproces ten goede. Goede voorbeeld geven Om bewoners te motiveren en te inspireren is het raadzaam om “het goede voorbeeld” te geven. Ook tijdens het afnemen van de enquête is dit meerdere keren genoemd door de ondervraagden. Bij het goede voorbeeld kan gedacht worden aan voorbeeld tuintjes of micro tuintjes voor het gemeentehuis of op een andere openbare plek. Zo kan de burger met eigen ogen zien wat de gemeente al doet, en bovendien kan het inspirerend werken. De ecologische en duurzame acties die de gemeente al neemt kunnen ook meer bekend worden gemaakt.

Page 52: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

51

Bibliography Ausems, C. (2016, 12 10). Junior adviseur. Leefstijlen. Delft, Zuid-Holland, Nederland: Bureau Buhrs.

Barendse, M. (2016, oktober 27). Stadsecoloog. (D. Dagradi, Interviewer)

Brink, M. v. (2010). Overheidscommunicatie en burgerparticipatie:een onderzoek naar de inzet van

elektronische communicatiemiddelen om burgers te laten participeren bij

veiligheidsproblematiek. Hoenderloo: Universiteit twente.

cbs. (2016, 11 02). maatwerk. Opgehaald van www.cbs.nl: https://www.cbs.nl/nl-

nl/maatwerk/2014/43/inkomen-arbeidsdeelname-opleidingsniveau-vermogen-en-sociale-

samenhang-naar-regio

cbs. (2016, 11 02). maatwerk. Opgehaald van www.cbs.nl: https://www.cbs.nl/nl-

nl/maatwerk/2014/43/inkomen-arbeidsdeelname-opleidingsniveau-vermogen-en-sociale-

samenhang-naar-regio

cbs. (2016, 11 02). statweb. Opgehaald van www.statline.cbs.nl:

http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=71450ned&D1=0&D2=0&D3=0&D

4=a&D5=0&D6=467,501-502&D7=l&VW=T

cbs. (2016, 11 02). statweb. Opgehaald van www.statline.cbs.nl:

http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=83047ned&D1=0-7,13-

20&D2=0&D3=0&D4=0&D5=366&D6=l&VW=T

Co, R. v. (2012). Groen, gezond en productief. Den Haag: Ministerie van Economische Zakenm

Landbouw en Innovatie.

communicatieplan.info. (2016, 01 18). communicatieplan-in-9-stappen. Opgehaald van

www.communicatieplan.info:

http://www.communicatieplan.info/2005/04/09/communicatieplan-in-9-stappen/

Derks, B. (2016, Januari 12). Buurtmoestuin Delfgauw. (R. d. Leeuw, Interviewer)

detailhandel.info. (2016, oktober 4). detailhandel.info. Opgeroepen op oktober 2016, 2016, van

detailhandel.info: http://detailhandel.info/index.cfm/branches/huis-tuin/tuincentra/

Diepen, K. v. (2014, 22 12). Het hitte-eilandeffect. Opgehaald van infonu.nl:

http://wetenschap.infonu.nl/natuurverschijnselen/125503-het-hitte-eilandeffect.html

Diergezondheidtips bij warm weer. (2016, september 29). Opgehaald van Samen werken aan

diergezondheid:

http://www.gddiergezondheid.nl/diergezondheid/management/hittestress%20varkens

Dijk, R. v. (2015). Iinspiratiebron voor infra, bouw, groen. Vitale groene stad, 26-27.

Dijk, R. v. (2016, oktober 4). Secretaris Operatie Steenbreek. (D. Dagradi, Interviewer)

Eigen Huis & Tuin. (2016, oktober 3). eigenhuisentuin.nl. Opgeroepen op oktober 3, 2016, van

eigenhuisentuin.nl: http://www.eigenhuisentuin.nl/item/432/tuintrends_voor_2016

Page 53: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

52

geoserve.nl. (2016, 12 1). http://www.geoserve.nl/. Opgehaald van http://www.geoserve.nl/:

http://www.geoserve.nl/

(2016). Groen Brancheplan Tuinbranche. Zeist: Tuinbranche Nederland.

Hayona. (2016, november 2). Theory of planned behaviour. Opgehaald van Marketing portaal:

https://www.marketingportaal.nl/modellen-strategieen/theory-of-planned-behaviour

Hoffman, I. M. (2010). Biodiversiteit in tuin en plantsoen. Wageningen: Plant Publicity Holland.

Hoogendoorn, E. (2016, 12 02). Acties 'operatie steenbreek' gemeente Pijnacker-Nootdorp. (R.

Drooghmans, Interviewer)

Horsta, B. (2016, 12 2). Operatie Steenbreek. (D. Dagradi, Interviewer)

Horstra, B. (2016). Adjunct-directeur & PR Tuinbranche Nederland. Arnhem: Tuinbranche Nederland.

Horstra, B. (2016). Trendberichten Redctionele artiekelen voor de consumentenpers. Zeist:

Tuinbranche Nederland.

Hovenier-weetjes. (2016, september 23). Opgehaald van Granieten tuintegels: http://www.hovenier-

weetjes.nl/tuintegels/granieten-tuintegels/

Joong-Hwan Oh. (2004). Race/ethnicity, homeownership, and. 74-75.

Joong-Hwan, O. (2004). Race/ethnicity, homeownership, and neighborhood attachment. Race and

Society, 63-77.

Kluck, J. (2009). Extreme neerslag in bebouwd gebied. Middelburg: Rioolnet.

KNMI. (2016, 12 6). zware neerslag. Opgehaald van https://www.knmi.nl:

https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/uitleg/zware-neerslag

Lalieu, E. (2015, juli 21). Het mysterie van de bijensterfte. Opgehaald van Kennislink:

http://www.kennislink.nl/publicaties/het-mysterie-van-de-bijensterfte

Landa, J. (2016, oktober 5). Monitoring van vergroenen van tuinen in Eindhoven. (D. Dagradi,

Interviewer)

Lin, B. (2017). How green is your garden?: Urban form and socio-demographic factors influence yard

vegetation, visitation, and ecosystem service benefits. Oxford: Elsevier.

managementmodellensite.nl. (2016, september 20). managementmodellensite.nl. Opgeroepen op

september 20, 2016, van managementmodellensite.nl: https://managementmodellensite.nl/

Maurits van der Heijden. (2015). college: Commmunicatie. Delft: Inholland Hogeschool.

Metz, T. (2016, Oktober 4). Waterberging, een grote stedelijke uitdaging. Opgehaald van De Groene

Stad: http://degroenestad.nl/waterberging-een-grote-stedelijke-uitdaging/

Page 54: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

53

Mommers, J. (2016, november 2). De drie keerzijden van duurzaam Duitsland. Opgehaald van De

correspondent Klimaat en Energie: https://decorrespondent.nl/4644/de-drie-keerzijden-van-

duurzaam-duitsland/511810596-786eac76

Nationaal Kompas Volksgezondheid. (2016, september 29). Opgehaald van Hoeveel mensen

ondervinden de gevolgen van klimaatverandering en neemt dit aantal toe of af?:

http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/omgeving/milieu/klimaatveran

dering/trend/

Noelle Aarts. (2015). Strategische communicatie. Assen: Gorcum B.V., Koninklijke van.

Oozo. (2016, 12 20). koningshof. Opgehaald van www.oozo.nl: http://www.oozo.nl/cijfers/pijnacker-

nootdorp/pijnacker/koningshof

Oozo. (2016, 12 20). pijnacker-noord. Opgehaald van www.oozo.nl:

http://www.oozo.nl/cijfers/pijnacker-nootdorp/pijnacker/pijnacker-noord

operatiesteenbreek.nl/. (2016, septemeber 20). operatiesteenbreek.nl. Opgeroepen op september

20, 2016, van www.operatiesteenbreek.nl/: http://www.operatiesteenbreek.nl/

Pijnacker-Nootdorp, G. (2016, november 2). Aanpak Wijken die Werken . Opgehaald van Gemeente

Pijnacker-Nootdorp: http://www.pijnacker-nootdorp.nl/wonen-en-leven/tonen-op-wonen-

en-leven/aanpak-wijken-die-werken.htm

S. de Vries en Co. (2009). Effecten van nabije natuur op gezondheid en welzijn. Wageningen:

Wageningen UR.

steekproefcalculator . (2017, 1 10). steekproefcalculator.com. Opgehaald van steekproefcalculator:

steekproefcalculator.com

Timmermans, I. (2015, juni 15). https://www.frankwatching.com/archive/2015/. Opgeroepen op

november 1, 2016, van www.frankwatching.com:

https://www.frankwatching.com/archive/2015/06/15/e-participatie-3-trends-hoe-je-ze-het-

beste-kunt-inzetten/

Tuinbranche.nl. (2016, september 20). Tuinbranche.nl. Opgeroepen op september 20, 2016, van

Tuinbranche.nl: http://www.tuinbranche.nl/inspiratie-en-ondernemerschap/branche-

promotie-/

Tuintest. (2016, oktober 13). tuintest.com. Opgeroepen op oktober 13, 2016, van tuintest.com:

http://tuintest.com/

University, W. (2016, september 17). Effect van natuur op gezondheid. Opgehaald van Wageningen

University & Research op Social Media: https://www.wur.nl/nl/Dossiers/dossier/Effect-van-

natuur-op-gezondheid.htm

Vara, K. (2016, november 2). Is Tegeltax de oplossing voor betegelde tuinen? Opgehaald van Kassa:

http://kassa.vara.nl/nieuws/is-tegeltax-de-oplossing-voor-betegelde-tuinen

VNG. (2017, 1 10). klimaatadaptatie. Opgehaald van vng.nl: https://vng.nl/4-klimaatadaptatie

Page 55: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

54

VTwonen. (2015, maart 31). Regenwater opvangen. Opgeroepen op september 13, 2016, van

VTwonen: http://www.vtwonen.nl/inspiratie/duurzaam-wonen/regenwater-opvangen/

Wat is hittestress? (2016, september 29). Opgehaald van Levende Have:

http://www.levendehave.nl/kennisbank/algemeen/wat-hittestress

Weyde, C. v. (2016, oktober 13). Monitoren van vergroening van tuinen. (D. Dagradi, Interviewer)

Weyde, C. v. (2016, oktober 9). Stimuleren tot vergroenen van tuinen in de gemeente Leeuwarden.

(D. Dagradi, Interviewer)

Xanten, H. v. (2016, november 2). Effectief leidinggeven aan een burgerinitiatief. Opgehaald van

Movisie: https://www.movisie.nl/artikel/effectief-leidinggeven-aan-burgerinitiatief

Page 57: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

56

Bijlage 1: Expertmeeting verslag

Expertmeeting

Aanwezigen:

Corien van Setten (Docent Hogeschool Inholland)

Daniel Dagradi (Student Hogeschool Inholland)

Robert Drooghmans (Student Hogeschool Inholland)

Richard de Leeuw (Student Hogeschool Inholland)

Elsa Hoogendoorn (Gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Tjeerd Warringa (Gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Leen Sinteur (Wijkmanager)

Peter van der Sman (Wijkmanager)

Erik-Jan Berkhout (Hoogheemraadschap Delfland)

In de expertmeeting werden vragen gesteld aan de experts. Hieronder staan de vragen met

daaronder alle antwoorden die de experts gaven.

Vraag 1: Welke succes en faalfactoren kent u (uit eigen ervaring) bij de volgende methoden: peen,

preek, zweep?

Peen

11. Meerdere geïnteresseerde enthousiaste bewoners bij elkaar brengen, in contact brengen

12. Subsidie voor compost en planten

13. Mooiste tuinwedstrijd

14. Gratis regenton

15. Mensen in het zonnetje zetten

16. Subsidie

17. Huizen opleveren met ingerichte tuin

18. Tuinverkiezing

19. Minder belasting

20. Groen aanbieden in ruil voor verharding

21. Gratis planten

22. Afkoppel subsidie

23. Minder vervuilingen eenheden per huishouden

Preek

24. Let op bij de preek dat je niet te belerend bezig bent

25. Let op dat een preek niet te vrijblijvend is

26. Aaibaar

27. Zichtbaar maken

28. Betrek burgers bij de ruimtelijke planvorming

29. Bewoners Keijzershof mee krijgen tot andere inrichting openbaar gebied en eigen tuin

(parkeren auto)

Page 58: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

57

30. Zorg dat je woningbouw verenigingen mee neemt

31. Stuur folder + brief (informatie) naar inwoners van herinrichten van wijken

32. Campagnes + folders

33. Lokale ondernemers betrekken

34. Informatie op televisie en social media verspreiden

35. Verhard oppervlakte is niet per definitie altijd slecht

Zweep

36. Belasting innen per m2 steen

37. Overstroming toelaten, straat onder water laten zodat het probleem zichtbaar wordt ter

bevordering van de bewustwording van burgers

38. Meer OZB belasting

39. Het wordt niet gehandhaafd

40. Een zweep komt altijd over als “moeten” en dat is geen goed draagvlak

41. In buiten gebied verplicht: afkoppelen hemelwater

42. Belasting wanneer geen groen aanwezig is

43. Verplichte regenton

44. Tegeltaxe

Vraag 2: welke vragen moeten de burgers beantwoorden om nuttige informatie in te winnen ten

behoeve van het stimuleren van burgers? (vragen voor enquête)

45. Hoeveel % van uw tuin is “groen”? (+ motivatie)

46. Wilt u meer informatie over het nut en de noodzaak van een “groene” tuin?

47. Wilt u mensen helpen met het onderhoud van hun tuin?

48. Wilt u in een groene omgeving wonen?

49. Wat vindt u belangrijk in uw tuin?

50. Bent u bereid om uw tuin anders in te richten?

51. Ervaart u iets van de klimaat verandering?

52. Weet u wat de gevolgen (kunnen) zijn van de klimaatveranderingen?

53. Waarom zou u alles betegelen?

54. Wilt u in een danktank?

55. Wanneer wilt u meer groen aanleggen?

56. Ervaart u wateroverlast?

57. Wat is de reden van uw versteende tuin?

58. Wilt u mee doen aan een open-tuin-dag?

59. Bent u bereid om mee te werken aan het vergroenen van tuinen?

Page 59: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

58

Overige opmerkingen en ideeën die genoemd werden zijn:

Breng mensen (bewoners) bij elkaar. Hierdoor volgen ideeën en initiatieven.

Wanneer je bewoners verplicht om een regenton te gebruiken zullen zij verwachten dat zij

hun tuin “mogen” verstenen. Dus let goed op welke boodschap je geeft met goed bedoelde

gebaren.

Een open tuin dag is al eerder een succes gebleken!

Woningcorporaties zijn een probleem bij het vergroenen omdat zij hun eigen regels hebben

met betrekking tot tuinen die vaak tegenstrijdig zijn met een “groene” visie

Social media is een sterke succesfactor. Een goede manier om (snel) informatie te delen

Verspreid informatie op het juiste moment. Informeer mensen over oplossingen van

wateroverlast wanneer er wateroverlast is. Informeer mensen over hittestress in de zomer

wanneer het heet is en niet in de winter wanneer mensen juist verlangen naar warmte.

Anders gaan zij misschien juist datgene doen wat de hitte stress veroorzaakt.

Combineer acties. Bijvoorbeeld de minituintjes van de Albert Hein met het vergroenen van

de tuin.

Soms kan dreigen ook positief uitpakken.

Wanneer de spreekwoordelijke zweep té hard is riskeer je weerstand en conflict

Misschien soms een overstroming toelaten zodat het probleem zichtbaar wordt voor de

burgers om zo bewust te maken van de problematiek.

Woningen en straten worden ontworpen aan de hand van leefstijl van toekomstige

bewoners. Voor tuinen gebeurt dit nog niet. Hier ligt dus een kans.

Pas op dat je niet voor de doelgroep gaat nadenken. Soms wordt je aangenaam verrast zoals

bij de Professoren buurt in Delft. Hier deden mensen met een laag inkomen heel goed mee

met de tuinacties en het was een succes.

Om aan de wateropgaven te voldoen is een groene ondergrond niet perse noodzakelijk. Half

verharding is bijvoorbeeld ook een oplossing.

Er heerst een verkeerde veronderstelling dat een groene tuin veel onderhoud vergt. Dit is

niet per definitie waar. Maak dit bekend.

Met relatief “kleine” maatregelen kunnen grote stappen gemaakt worden.

De gemeente heeft een voorbeeldfunctie. Laat zien dat jullie het goede voorbeeld geven.

Wanneer je eisen stelt aan burgers, hoe ga je dat dan handhaven?

Bij stedenbouwkundig ontwerp de klimaatadaptatie ook de tuinen meenemen. Daarna/later

wordt het moeilijker.

Organiseer wedstrijden en acties

Tuin ontwerp wedstrijd, mini “Madurodam” tuin.

Bewust zijn van het fijt dat 9 van de 10 mensen met een verharde tuin ook een volkstuin

hebben die wél groen is

Acties die de gemeente gaat ondernemen:

o Waterklimaat adaptatie plan

o GHP gemeentelijk rioleringsplan

o Herinrichten (speelplekken). Groen i.p.v. rubbertegels

Laat mensen elkaar enthousiasmeren

Page 60: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

59

Mensen moeten bij acties ook later kunnen aanhaken en niet alleen vanaf het begin kunnen

mee doen.

Bij een enquête dienen vragen positief geformuleerd te worden dus niet: hoeveel % van uw

tuin is versteend? Maar: hoeveel % van uw tuin is groen?

Er zijn algemene hulp projecten en organisaties voor het doen van boodschappen voor

ouderen etc. voor tuinen aanleggen en onderhoud kan hier ook.

Koppel de acties aan dieren. Mensen hebben een zwak voor dieren. (Wanneer er een zwaan

wordt aangereden komen er veel reacties). Dus bij groene tuinen duidelijk maken dat het ter

bevordering is van dieren en van welke dieren.

Methoden Enthousiasmeren:

o Door de straten gaan

o Informatie geven bij winkelcentra

o Informatie geven bij tuincentra

o Uitzoeken hoe je de 30’ers kunt bereiken

o Er is een verdeling in bewoners: ouderen en jongeren

o Maak een boekje met verzameling foto’s van tuinen uit de wijk

o 1 bewoner benaderen en een tuin metamorfose aanbrengen

Page 61: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

60

Bijlage 2 : Enquête Introductie Beste bewoner, Mijn naam is Richard/Daniel/Robbert (achternaam) en houden namens de gemeente Pijnacker-Nootdorp een enquête in de gemeente. Klimaatverandering speelt overal af en ook in deze gemeente. De gemeente weet zeker dat elke particulier hier een bijdrage aan kan lever. Het doel van de enquête is om duidelijkheid te krijgen over motieven van inwoners over de inrichting van een tuin. De resultaten zullen verwerkt worden in een verslag dat gemaakt wordt voor de gemeente. Uiteindelijk zal er een plan komen voor de gemeente waarin staat hoe zij moeten inspelen op de wensen van de inwoners. De enquête is geheel anoniem en de resultaten van het zullen uiteindelijk op de internetsite van Pijnacker-Nootdorp komen. Hoe verwerken

De resultaten worden percentueel weergegeven. De hoeveelheid mensen die zich bewust is van de

effecten van klimaat verandering, hoeveelheid verharding verstening etc. Daarnaast worden de

specifieke correlaties onderzocht:

- correlatie tussen percentage groen/verharding en motivatie achter deze percentage

- correlatie tussen percentage groen/verharding en wat hen zou overhalen tot vergroenen

- correlatie tussen percentage groen/verharding en beoordeling eigen tuin.

Hoeveelheid enquêtes In de gemeente Pijnacker-Nootdorp wonen circa 51.070 inwoners. (http://www.oozo.nl/cijfers/pijnacker-nootdorp) Bij steekproef enquêtes is er sprake van een betrouwbaarheidsgraad. Dit geeft aan hoe betrouwbaar een enquête is wanneer een X aantal mensen geënquêteerd worden. Bij een bevolking van 51.070 inwoners is er sprake van 90% betrouwbaarheid wanneer 270 inwoners geënquêteerd worden. Sprake van 95% betrouwbaarheid is wanneer 382 inwoners geënquêteerd worden. Door het tekort aan tijd is bewust gekozen om niet voor een 90% of 95% betrouwbaarheid te gaan. In totaal zijn 100% inwoners geënquêteerd waardoor de steekproef een betrouwbaarheid heeft van 68%. (http://www.steekproefcalculator.com/steekproefcalculator.htm) Cadeautje en informatie

Om de mensen te enthousiasmeren en een zetje de goede richting in te geven bestaat het idee om

tijdens de enquête een cadeau aan te bieden aan de mensen die meewerken. Ook kunnen wij folders

uitdelen met daarin informatie over het vergroenen van tuinen.

Identificatie

Om herkenbaar en betrouwbaar over te komen is het noodzakelijk dat de studenten tijdens het

enquêteren een vorm van identificatie dragen in de vorm van een hesje of document.

Benodigdheden

De enquête X 100

schrijfmap

pennen

Page 62: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

61

Bent u zich bewust van de effecten van klimaatverandering zoals wateroverlast in steden?

Ja/Nee

Heeft u iets vernomen van de acties van de gemeente om bewoners te stimuleren hun tuinen te vergroenen?

(folders, social media, website, anders)

Ja/Nee

o Zo ja hoe heeft u dat vernomen?

Folder

social media

Internet

Anders namelijk:

Hoeveel procent van uw achtertuin is groen?

<5%

5-20%

20-50%

50-75%

>75%

o Wat is uw motivatie achter de hoeveelheid groen/verharding?

Gemakkelijk te onderhouden

gezelliger om te zitten

Lage onderhoudskosten

makkelijk voor de kinderen

beter voor huisdieren

mooier

anders namelijk:

Wat zou u overhalen om uw tuin te vergroenen?

Subsidie om tuin te vergroenen

Minder kosten riooltax/belasting

Meer informatie over groene tuinen zo dat ik weet wat de voordelen zijn

bijeenkomsten in buurt over mogelijkheden

niets

anders namelijk:

o Hoe kan de gemeente hierbij helpen?

Financieel

Informatie verschaffing

liever niet

Anders namelijk:

Zou u bereidt zijn om extra administratie te verrichten om een subsidie te krijgen voor het vergroenen van uw

tuinen?

Ja/Nee

Bent u bereid om te werken aan een open-tuin-dag? Ja/nee

Hoe beoordeelt u uw tuin op een schaal van 1 tot 10?

Wat zou u graag willen veranderen aan uw tuin?

Niets

Meer stenen

Meer groen

Meer beschutting/privacy

Page 63: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

62

Bijlage 2.1 Resultaten enquête

Het bewustzijn van de effecten van klimaatverandering in Pijnacker is relatief hoog (>70). Echter geven 30 van de ondervraagde aan niet bewust te zijn van de effecten van klimaatverandering in Pijnacker. In Koningshof zijn de bewoners zich meer bewust van de effecten van klimaatverandering.

Een opvallend groot aantal mensen(>60) geeft aan niets vernomen te hebben van de reeds ondernomen acties van de gemeente om de burgers te stimuleren om hun tuin te vergroenen. Aan de mensen die aangegeven hebben dat zij iets vernomen hebben, is een vervolgvraag gesteld. Deze vraag was: op welke wijze heeft u deze info gekregen? Alle mensen die ja hebben aangegeven hebben de informatie van de lokale krant de Telstar gekregen.

Ja Nee

0

10

20

30

40

50

Bewustzijn van de effecten van klimaatverandering in Pijnacker

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Ja Nee

Acties vernomen van de gemeente om groene tuinen te stimuleren

Page 64: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

63

Een derde van de bewoners geeft aan een groen oppervlakte van 21 tot 50% in hun tuin te hebben. Wat opvalt is dat er in de wijk Pijnacker-Noord een groter aantal bewoners tussen de 51 en 75% groen te hebben. Echter heeft koningshof een groter aantal bewoners die meer dan 75% groen in hun tuin hebben.

De meest genoemde motieven achter de hoeveelheid groen in de tuin zijn: “makkelijk te onderhouden” en “mooi”. Verder is er geen duidelijk verschil tussen de twee verschillende wijken.

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

<5% 5-20% 21-50% 51-75% >76%

Hoeveelheid groen in tuin

0

5

10

15

20

25

30

Makkelijkonderhoud

Gezellig Lagekosten Voor dekinderen

Huisdieren Mooi Zo kocht ikhet

Motivatie achter hoeveelheid groen

Page 65: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

64

Een groot aantal bewoners geeft aan dat niets hen zou overhalen om hun tuin te vergroenen. Subsidie scoort ook opvallend laag. Bijeenkomsten over de mogelijkheden heeft zelfs 0 stemmen. Dit terwijl “meer informatie” relatief goed scoort. Er zijn geen opvallende verschillen tussen de twee wijken.

Een groot aantal bewoners geeft aan liever niet geholpen te worden door de gemeente. Daarna scoort informatie verschaffing het hoogst. Er zijn geen opvallende verschillen tussen de wijken.

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Subsidie Mindertaks/belasting

Meer informatie Bijeenkomstenover

mogelijkheden

Niets

Wat zou u overhalen om uw tuin te vergroenen?

0

5

10

15

20

25

30

35

Financieel Informatie Voorbeelden geven Liever niet

Hoe kan de gemeente bijdragen aan het vergroenen van tuinen

Page 66: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

65

Het merendeel (>70) van de bewoners geeft aan niet bereid te zijn om extra papierwerk te leveren om in aanmerking te komen voor subsidie. Er is een duidelijk verschil tussen de twee wijken als het aankomt op de beoordeling van hun eigen tuin. Koningshof geeft over het algemeen een hogere beoordeling dan Pijnacker-Noord.

0

10

20

30

40

Ja Nee

Bereid tot extra papierwerk voor subsidie

0

5

10

15

20

25

3 4 5 6 7 8 9 10

Beoordeling eigen tuin op gebruiksgemak en esthetiek op

schaal van 1 tot 10

Page 67: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

66

Het merendeel van de ondervraagden geeft aan niets te willen veranderen aan hun tuin. Daarna scoort “meer groen” hoog.

Een lichte overwicht van de ondervraagde geeft aan geen belangstelling te hebben voor een open-tuin-dag of een informatieavond.

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Niets Meer stenen Meer groen Meerbeschutting/privacy

Meer open

Wat zou u willen veranderen aan uw tuin?

0

5

10

15

20

25

30

35

Ja Nee

Belangstelling voor acties zoals een open-tuin-dag of informatieavond

Page 68: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

67

Correlaties

Om meer duidelijkheid te creëren op de enquête is gekozen om drie verbanden te zoeken. Verbanden worden gezocht tussen de volgende vragen uit de enquête :

1. Percentage groene tuin – motivatie verhouding 2. Percentage groene tuin – hoe kan de bewoner overgehaald worden toch te vergroenen 3. Percentage groene tuin – cijfer tuin

De verbanden worden onderzocht door middel van het programma SPSS. De eerste 2 verbanden zijn door middel van een ‘Χ2 –toets’ gemeten omdat de meet resultaten nominaal + nominaal zijn. En het 3e verband is gemeten met een ‘’one sample t-test’ omdat de meetresultaten nominaal + ratio zijn. De resultaten van de toetsen zijn hieronder in de tabellen weergegeven. In de tabellen is de significantie aangegeven. Dit getal geeft de betrouwbaarheidsgraad aan van de hypothese. Wanneer dit getal gelijk staat aan, of onder de 0,05 is, zal de 0 hypothese verworden worden. De 0 hypothese staat te allen tijde voor geen verband. ProcentGroen * Motivatie 0 Hypothese: er is geen verband. Sig: 0,000. Onder 0,05. 0 Hypothese klopt niet, 0 hypothese verwerpen, er is een verband.

Een verband is aanwezig bij het groen percentage van de tuinen en de motivatie van het percentage. Wanneer een minimale groen percentage in tuinen aanwezig zijn, geeft men vaker aan dat dit is door het makkelijke onderhoud. Terwijl men met een hoog groen percentage, aangeven dat zij dit doen omdat het mooi is. Hieruit kan geconcludeerd worden dat een groene tuin vaker als mooi beschouwen wordt.

Page 69: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

68

ProcentGroen * OverhalenVergroening 0 Hypothese: er is geen verband. Sig: 0,935. Boven 0,05. 0 Hypothese klopt, er is geen verband.

Geen verband is gevonden tussen het groen percentage van de tuinen en of de mensen overgehaald kunnen worden om toch te vergroenen. Dit komt door de hoeveelheid mensen die aangeven dat niets ze zal overhalen. Ongeacht het groen percentage geeft elke groep wel vaker aan niet overgehaald te kunnen of willen worden.

Page 70: Operatie Steenbreek - Stichting Steenbreek · gemeente. Er zit een 10% foutmarge in de resultaten van de enquête. Dat betekend dat er per resultaat een speling van 10% in het antwoord

69

ProcentGroen * Cijfer 0 Hypothese: er is geen verband. Sig: 0,000. Onder 0,05. 0 Hypothese klopt niet, 0 hypothese verwerpen, er is een verband. Tussen het groen percentage en het gegeven cijfer aan de tuin is een verband gevonden. Dit is zichtbaar in de tabel hieronder. Hoe hoger het groen percentage van de tuin, hoe hoger het cijfer voor de tuin is.