Opdracht 1

3
Opdracht 1 1. Alle personen trekken even hard alle krachten zijn even lang 2. De krachten “grijpen aan” op de plek waar de handen trekken 3. De krachten hebben de richting waarin de handen trekken (Eigenlijk trekt elk persoon met 2 handen er zijn 2 krachten per persoon)

description

Opdracht 1. Alle personen trekken even hard  alle krachten zijn even lang. De krachten “grijpen aan” op de plek waar de handen trekken. De krachten hebben de richting waarin de handen trekken. (Eigenlijk trekt elk persoon met 2 handen  er zijn 2 krachten per persoon). Opdracht 2. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Opdracht 1

Page 1: Opdracht 1

Opdracht 1

1. Alle personen trekken even hard alle krachten zijn even lang2. De krachten “grijpen aan” op de plek waar de handen trekken

3. De krachten hebben de richting waarin de handen trekken

(Eigenlijk trekt elk persoon met 2 handen er zijn 2 krachten per persoon)

Page 2: Opdracht 1

Opdracht 2Het gaat om krachten op wielrenner+fiets samen:

1. Zwaartekracht

3. Luchtwrijving

5. Aandrijfkracht

1

4. Rolwrijving

• Grijpt aan in zwaartepunt• Naar beneden

• Van de aarde op w+f

• Van de lucht op w+f• Grijpt eigenlijk overal aan• Je tekent de kracht op 1 punt• Remt w+f af naar rechts

• Van de weg op w+f• Waar de fietsbanden de weg raken• Remt w+f af naar rechts

2. Normaalkracht• Van de weg op w+f• Waar de weg de fietsbanden raakt 2 2

• Naar boven

3

44

• Van w+f op de weg• Waar de achterfietsband de weg raakt• Versnelt w+f naar links

5

moet groter zijn dan 3 en 4 samen, want w+f versnelt

Page 3: Opdracht 1

Opdracht 3

N 130cm 0,3

3,0

N 130cm 0,1 N ,...43 N 43

N 70 43,...

cm 70 cm ...6,1 cm 6,1

a)

b)

N 200 43,...

cm 200 cm ...6,4 cm 6,4c)