Op experiment s05261
description
Transcript of Op experiment s05261
De onderzoekscompetentie
Psychologische Casus
Experimenteel Design
Variantie-analyse
APA-artikel
Onderzoekspracticum psychologisch
experiment: leerdoelen
Na afloop van de cursus kunt u: Experimentele ontwerpen beoordelen op interne en
externe validiteit Experimentele hypothesen opstellen Een experiment uitvoeren T-toetsen,variantieanalyse (ANOVA), repeated
measures en interacties toepassen Resultaten van statistische toetsing interpreteren Onderzoeksverslag schrijven volgens APA-richtlijnen
DEEL 1
INLEIDING
Wat zijn experimenten Inhoud van de cursus
Dataverzamelingsmethoden
Beschrijvend (descriptief) onderzoek (observationeel, literatuur)
- Hoe vaak komt een bepaald fenomeen voor?
Correlatieonderzoek (observationeel, survey)- Is er samenhang tussen de variabelen?
Experimenteel onderzoek- Is er effect/invloed van de ene variabele op de
andere? (causaal verband)
Eigenschappen van het experiment
Onderzoeker verandert bewust iets in de onderzoeksgroep: ‘interventie’, i.t.t. observationeel onderzoek.
Gecontroleerde situatie tijdens het waarnemen Er zijn afhankelijke en onafhankelijke variabelen (en eventueel
covariaten) Doel: alle verstoringen worden (idealiter) gecontroleerd
Analysetechniek is Variantie-analyse (ANOVA, Repeated Measures):
Vergelijk het verschil tussen de gemiddelden, rekenhoudend met de varianties binnen een experimentele groep en tussen de groepen.
Observationeel versus Experimenteel
onderzoek
Observationeel Sterke punten:
Snel en eenvoudig Proefpersoon-
vriendelijk
Zwakke punten: Factor tijd wordt vaak
niet meegenomen Causaliteit niet te
onderzoeken
Experimenteel Sterke punten:
Causaal verband te onderzoeken
Minder invloed verstorende variabelen
Zwakke punten:
Soms moeilijker uitvoerbaar of niet ethisch
Compliance
Experimentele designs
Proefpersonen worden “subjects” genoemd
Optie 1: between subjects design Experimentele groep versus controle groep Matched versus random group designs
Optie 2: within subjects design Experimentele conditie versus controle conditie Counterbalancing
Optie 3: mixed design Zowel between als within factoren
Tijdstip 1 Tijdstip 1
De “groepen” vormen de onafhankelijke variabele
Een van de groepen is meestal een controle groep
Covariaat houdt storingen onder controle die niet in het design zijn verwerkt
Schema Between Subjects design
Afhankelijke variabele
Groepen (Treatments)
Covariaten
Tijdstip 1 Tijdstip 2
De “tijdstippen” kunnen ook een andere vorm van afhankelijkheid zijn
Covariaat houdt storingen onder controle die niet in het design zijn verwerkt. Kunnen gemeten worden op tijdstip 1 en/of 2. Bij voorkeur op tijdstip 1 of ervoor.
Schema Within Subjects design
Covariaten
Afhankelijke variabele
Afhankelijke variabele
Casus A: De invloed van Geheugenschema’s op
het onthouden van teksten
Twee onafhankelijke variabelen = Naam van een dictator, aanwezigheid van een testzin
Afhankelijke variabele = correct herinneren van een tekst
Het experiment bestaat uit het variëren van de naam van een dictator ( 2 condities) en het wel of niet aanbieden van een testzin in een tekst. Later wordt in beide condities gemeten in hoeverre de teksten correct worden onthouden.
Casus B: De invloed van Klassengrootte op
leerprestatie
Onafhankelijke variabele = klassengrootte Afhankelijke variabele = leerprestatie
Het experiment bestaat uit het variëren van de klassengrootte om bij verschillende groottes de reken- en taalvaardigheid van de leerlingen te meten.
Casus C: De Eindopdracht
Casus C zelf uitvoeren: Literatuur (zie bronnen) globaal doorlezen 16 proefpersonen zoeken voor experiment Experiment zelf uitvoeren Gegevens analyseren Verslag schrijven
Eindopdracht
Vraagstelling: hoe reageert men binnen een bedrijf op regels door het management opgelegd afhankelijk van eventuele sancties en de ervaren rechtvaardigheid
Casus: binnen een bedrijf wordt een verbod ingesteld op het privé gebruik van bedrijfsmiddelen: telefoon, internet, kopieerapparaat.
Vervolg 1 eindopdracht
Variabelen die een rol spelen: Is er sprake van een lage of een hoge sanctie als men
de regel overtreedt? Wordt de maatregel ervaren als rechtvaardig?
En eventueel ook nog: Heeft men vertrouwen in autoriteiten (management) ? Hoe beleeft men het gedrag van andere mensen
(sociale norm) ? Hoe is de eigen houding tegenover regels e.d.
(persoonlijke norm) ?
Vervolg 2 eindopdracht
Zwaarte van de Sanctie wordt gemanipuleerd (BS) Rechtvaardigheid van de maatregel wordt
gemanipuleerd (WS)
Experiment heeft volgende vorm: scenariostudie: verhaaltje waarin de situatie wordt
geschetst (vignette) 2 x 2 mixed design (sanctiezwaarte x
rechtvaardigheid) Vragenlijstje over vertrouwen, sociale en
persoonlijke normen en regelnaleving.
DEEL 2
Analysemethoden
Overzicht van analysemethoden bij experimenten Theorie ANOVA
Overzicht analysemethoden
Effect “treatment” vergelijken bij:
Twee groepen o.b.v. 1 factor: Independent T-test
Drie of meer groepen o.b.v. 1 factor : One-way ANOVATwee of meer groepen o.b.v. >1 factoren: Factorial ANOVABinnen proefpersonen (2 variabelen, 1 groep): Paired T-
testBinnen proefpersonen (>2 variabelen, 1 groep): Repeated
MeasuresBinnen proefpersonen bij >1 groep: Mixed ANOVA
Schema experimentenWithin subjects factoren
Between subjects factoren(# niveau’s)
geen 1
(2 niveau’s)
1
(>2 niveau’s)
geen - Paired T-test Repeated Measures
1 (2 niveau’s)
Independ. T-test
Mixed
ANOVA
Design1 ( >2 niveau’s)
one-way ANOVA
Meer dan 1 factorial ANOVA
Analyses in deze cursus
In alle analyses is er 1 afhankelijke variabele (AV) (opmerking: bij meerdere AV’s MANOVA)
De factoren zijn de onafhankelijke variabelen (OV)
Soms is er extra informatie gemeten, die gebruikt kan worden om de statistische eigenschappen van de toetsen (power, efficiëntie) te verbeteren. Deze variabelen noemen we covariaten (CV). Bijvoorbeeld: leeftijd.
Theorie ANOVA
In ANOVA wordt een schatting van de variantie tussen groepen vergeleken met de variantie binnen groepen.
Tussen-groep variantie is de variantie over de gemiddelden van de treatment condities veroorzaakt door: treatment effecten toeval
Binnen-groep variantie is de variantie over personen met dezelfde treatment veroorzaakt door toeval of onbekende factoren.
Grafisch weergegeven
Grote variantie tussen groepen
Grote variantie binnen groepen
Totaal gemiddelde
F-waarde (ANOVA)
De F-waarde wordt berekend door de variantie tussen groepen te delen door de variantie binnen groepen, oftewel:
variantie tussen groepenF =
variantie binnen groepen
Als de nulhypothese (H0) juist is, dan is er geen systematisch verschil tussen groepen, dus: F ≤ 1Als de nulhypothese niet juist is, dan is er een systematisch verschil tussen de groepen, dus: F>1
Post-hoc toetsen
De F-waarde (en p-waarde) geven slechts aan dat er verschillen zijn, niet welke groepen van elkaar verschillen.
Post-hoc toetsen (achteraf toetsen) vergelijken alle groepsgemiddelden met elkaar.
Bonferroni
Tukey
Games-Howell
Significantie en Vrijheidsgraden
Net als bij T-toets, hoort bij iedere F-waarde een p-waarde, dat is de kans op de gevonden F-waarde als de nulhypothese (H0) juist is.Anders gezegd:P = de kans dat het gevonden resultaat (verschil) op toeval berust.
Het afkappunt voor de beslissing ‘statistisch significant’ wordt meestal gekozen op de 95% grens: scores daarbuiten hebben slechts 5% kans om toevallig waargenomen te worden: =0.05
De kans op een bepaalde F-waarde (onder H0) is afhankelijk van het aantal vrijheidsgraden (Degrees of freedom, Df)
Df-tussen (between): het aantal groepen – 1
Df-binnen (within): totaal aantal mensen – aantal groepen