Op experiment s05261

26
Onderzoekspracticum Psychologisch Experiment s05261 e-mail: [email protected]

description

OU cursus Psychologisch Experiment

Transcript of Op experiment s05261

Page 1: Op experiment s05261

Onderzoekspracticum

Psychologisch Experiment

s05261

e-mail: [email protected]

Page 2: Op experiment s05261

De onderzoekscompetentie

Psychologische Casus

Experimenteel Design

Variantie-analyse

APA-artikel

Page 3: Op experiment s05261

Onderzoekspracticum psychologisch

experiment: leerdoelen

Na afloop van de cursus kunt u: Experimentele ontwerpen beoordelen op interne en

externe validiteit Experimentele hypothesen opstellen Een experiment uitvoeren T-toetsen,variantieanalyse (ANOVA), repeated

measures en interacties toepassen Resultaten van statistische toetsing interpreteren Onderzoeksverslag schrijven volgens APA-richtlijnen

Page 4: Op experiment s05261

DEEL 1

INLEIDING

Wat zijn experimenten Inhoud van de cursus

Page 5: Op experiment s05261

Dataverzamelingsmethoden

Beschrijvend (descriptief) onderzoek (observationeel, literatuur)

- Hoe vaak komt een bepaald fenomeen voor?

Correlatieonderzoek (observationeel, survey)- Is er samenhang tussen de variabelen?

Experimenteel onderzoek- Is er effect/invloed van de ene variabele op de

andere? (causaal verband)

Page 6: Op experiment s05261

Eigenschappen van het experiment

Onderzoeker verandert bewust iets in de onderzoeksgroep: ‘interventie’, i.t.t. observationeel onderzoek.

Gecontroleerde situatie tijdens het waarnemen Er zijn afhankelijke en onafhankelijke variabelen (en eventueel

covariaten) Doel: alle verstoringen worden (idealiter) gecontroleerd

Analysetechniek is Variantie-analyse (ANOVA, Repeated Measures):

Vergelijk het verschil tussen de gemiddelden, rekenhoudend met de varianties binnen een experimentele groep en tussen de groepen.

Page 7: Op experiment s05261

Observationeel versus Experimenteel

onderzoek

Observationeel Sterke punten:

Snel en eenvoudig Proefpersoon-

vriendelijk

Zwakke punten: Factor tijd wordt vaak

niet meegenomen Causaliteit niet te

onderzoeken

Experimenteel Sterke punten:

Causaal verband te onderzoeken

Minder invloed verstorende variabelen

Zwakke punten:

Soms moeilijker uitvoerbaar of niet ethisch

Compliance

Page 8: Op experiment s05261

Experimentele designs

Proefpersonen worden “subjects” genoemd

Optie 1: between subjects design Experimentele groep versus controle groep Matched versus random group designs

Optie 2: within subjects design Experimentele conditie versus controle conditie Counterbalancing

Optie 3: mixed design Zowel between als within factoren

Page 9: Op experiment s05261

Tijdstip 1 Tijdstip 1

De “groepen” vormen de onafhankelijke variabele

Een van de groepen is meestal een controle groep

Covariaat houdt storingen onder controle die niet in het design zijn verwerkt

Schema Between Subjects design

Afhankelijke variabele

Groepen (Treatments)

Covariaten

Page 10: Op experiment s05261

Tijdstip 1 Tijdstip 2

De “tijdstippen” kunnen ook een andere vorm van afhankelijkheid zijn

Covariaat houdt storingen onder controle die niet in het design zijn verwerkt. Kunnen gemeten worden op tijdstip 1 en/of 2. Bij voorkeur op tijdstip 1 of ervoor.

Schema Within Subjects design

Covariaten

Afhankelijke variabele

Afhankelijke variabele

Page 11: Op experiment s05261

Casus A: De invloed van Geheugenschema’s op

het onthouden van teksten

Twee onafhankelijke variabelen = Naam van een dictator, aanwezigheid van een testzin

Afhankelijke variabele = correct herinneren van een tekst

Het experiment bestaat uit het variëren van de naam van een dictator ( 2 condities) en het wel of niet aanbieden van een testzin in een tekst. Later wordt in beide condities gemeten in hoeverre de teksten correct worden onthouden.

Page 12: Op experiment s05261

Casus B: De invloed van Klassengrootte op

leerprestatie

Onafhankelijke variabele = klassengrootte Afhankelijke variabele = leerprestatie

Het experiment bestaat uit het variëren van de klassengrootte om bij verschillende groottes de reken- en taalvaardigheid van de leerlingen te meten.

Page 13: Op experiment s05261

Casus C: De Eindopdracht

Casus C zelf uitvoeren: Literatuur (zie bronnen) globaal doorlezen 16 proefpersonen zoeken voor experiment Experiment zelf uitvoeren Gegevens analyseren Verslag schrijven

Page 14: Op experiment s05261

Eindopdracht

Vraagstelling: hoe reageert men binnen een bedrijf op regels door het management opgelegd afhankelijk van eventuele sancties en de ervaren rechtvaardigheid

Casus: binnen een bedrijf wordt een verbod ingesteld op het privé gebruik van bedrijfsmiddelen: telefoon, internet, kopieerapparaat.

Page 15: Op experiment s05261

Vervolg 1 eindopdracht

Variabelen die een rol spelen: Is er sprake van een lage of een hoge sanctie als men

de regel overtreedt? Wordt de maatregel ervaren als rechtvaardig?

En eventueel ook nog: Heeft men vertrouwen in autoriteiten (management) ? Hoe beleeft men het gedrag van andere mensen

(sociale norm) ? Hoe is de eigen houding tegenover regels e.d.

(persoonlijke norm) ?

Page 16: Op experiment s05261

Vervolg 2 eindopdracht

Zwaarte van de Sanctie wordt gemanipuleerd (BS) Rechtvaardigheid van de maatregel wordt

gemanipuleerd (WS)

Experiment heeft volgende vorm: scenariostudie: verhaaltje waarin de situatie wordt

geschetst (vignette) 2 x 2 mixed design (sanctiezwaarte x

rechtvaardigheid) Vragenlijstje over vertrouwen, sociale en

persoonlijke normen en regelnaleving.

Page 17: Op experiment s05261

DEEL 2

Analysemethoden

Overzicht van analysemethoden bij experimenten Theorie ANOVA

Page 18: Op experiment s05261

Overzicht analysemethoden

Effect “treatment” vergelijken bij:

Twee groepen o.b.v. 1 factor: Independent T-test

Drie of meer groepen o.b.v. 1 factor : One-way ANOVATwee of meer groepen o.b.v. >1 factoren: Factorial ANOVABinnen proefpersonen (2 variabelen, 1 groep): Paired T-

testBinnen proefpersonen (>2 variabelen, 1 groep): Repeated

MeasuresBinnen proefpersonen bij >1 groep: Mixed ANOVA

Page 19: Op experiment s05261

Schema experimentenWithin subjects factoren

Between subjects factoren(# niveau’s)

geen 1

(2 niveau’s)

1

(>2 niveau’s)

geen - Paired T-test Repeated Measures

1 (2 niveau’s)

Independ. T-test

Mixed

ANOVA

Design1 ( >2 niveau’s)

one-way ANOVA

Meer dan 1 factorial ANOVA

Page 20: Op experiment s05261

Analyses in deze cursus

In alle analyses is er 1 afhankelijke variabele (AV) (opmerking: bij meerdere AV’s MANOVA)

De factoren zijn de onafhankelijke variabelen (OV)

Soms is er extra informatie gemeten, die gebruikt kan worden om de statistische eigenschappen van de toetsen (power, efficiëntie) te verbeteren. Deze variabelen noemen we covariaten (CV). Bijvoorbeeld: leeftijd.

Page 21: Op experiment s05261

Theorie ANOVA

In ANOVA wordt een schatting van de variantie tussen groepen vergeleken met de variantie binnen groepen.

Tussen-groep variantie is de variantie over de gemiddelden van de treatment condities veroorzaakt door: treatment effecten toeval

Binnen-groep variantie is de variantie over personen met dezelfde treatment veroorzaakt door toeval of onbekende factoren.

Page 22: Op experiment s05261

Grafisch weergegeven

Grote variantie tussen groepen

Grote variantie binnen groepen

Totaal gemiddelde

Page 23: Op experiment s05261

F-waarde (ANOVA)

De F-waarde wordt berekend door de variantie tussen groepen te delen door de variantie binnen groepen, oftewel:

variantie tussen groepenF =

variantie binnen groepen

Als de nulhypothese (H0) juist is, dan is er geen systematisch verschil tussen groepen, dus: F ≤ 1Als de nulhypothese niet juist is, dan is er een systematisch verschil tussen de groepen, dus: F>1

Page 24: Op experiment s05261

Post-hoc toetsen

De F-waarde (en p-waarde) geven slechts aan dat er verschillen zijn, niet welke groepen van elkaar verschillen.

Post-hoc toetsen (achteraf toetsen) vergelijken alle groepsgemiddelden met elkaar.

Bonferroni

Tukey

Games-Howell

Page 25: Op experiment s05261

Significantie en Vrijheidsgraden

Net als bij T-toets, hoort bij iedere F-waarde een p-waarde, dat is de kans op de gevonden F-waarde als de nulhypothese (H0) juist is.Anders gezegd:P = de kans dat het gevonden resultaat (verschil) op toeval berust.

Het afkappunt voor de beslissing ‘statistisch significant’ wordt meestal gekozen op de 95% grens: scores daarbuiten hebben slechts 5% kans om toevallig waargenomen te worden: =0.05

De kans op een bepaalde F-waarde (onder H0) is afhankelijk van het aantal vrijheidsgraden (Degrees of freedom, Df)

Df-tussen (between): het aantal groepen – 1

Df-binnen (within): totaal aantal mensen – aantal groepen

Page 26: Op experiment s05261