Op de thee

36
1 In gesprek met met bewoners, vrijwilligers en verwanten van bewoners van AxionContinu Op de thee bij...

description

Directeur Lex Roseboom van xorginstelling AxionContinu legde zijn oor te luister bij zijn cliënten

Transcript of Op de thee

Page 1: Op de thee

1

In gesprek met met bewoners, vrijwilligers en verwanten van bewoners van AxionContinu

Op de thee bij...

Page 2: Op de thee

2

Page 3: Op de thee

3

In gesprek met bewoners, vrijwilligers en verwanten van bewoners van AxionContinu

Lex Roseboom 4

Mariënstein 6De Bijnkershoek 8Tolsteeg 10’t Huis aan de Vecht 12Voorhoeve 14De Ingelanden 16De Wartburg 17De Componist 18Drie Ringen 20De Schutse 22De Schakel 23Albert van Koningsbruggen 24Isselwaerde 26

Vrijwilligers van de Regio Lekstreek 28Vrijwilligers van de Regio Leidsche Rijn 30 Vrijwilligers van de Regio Zuid 31Vrijwilligers van de Regio Noord 32

Vrijwilligers van de Regio Midden 34

Page 4: Op de thee

4

Hoe verliep zo’n bijeenkomst?“Ik begon ieder gesprek over de verhuizing naar een verzorgings- of verpleeghuis, wat waarschijn-lijk geen vrije keus is geweest. Wat is er met hun levens gebeurd in die periode? Het bleek een goede openingsvraag, want ik raakte daarmee vaak aan de pijn van mensen. Iemand zei let-terlijk: ‘Het heeft me twee jaar gekost alvorens ik uit mijn woede was.’ Pas na die periode was het goed en heeft ze haar draai weer gevonden.”

Hoe belangrijk is het dat de directeurdit doet?“Ik hoor natuurlijk veel van medewerkers en overleg ook met de centrale cliëntenraad. Maar ik vind het gewoon heel erg belangrijk dat ik weet wat bewoners, familie en vrijwilligers beweegt. Achttien bijeenkomsten is een behoorlijke tijdsinvestering, maar het is de moeite meer dan waard geweest. Je hoort wat mensen werkelijk belangrijk vinden, wat er leeft. Het laat je stilstaan bij het werk van alledag. Kort gezegd bij de vraag: waartoe is AxionContinu op aarde? De bewoners praatten vrijuit over hun ervaringen, hun erger-nissen, hun geluksgevoelens. Ze waardeerden het zeer dat de bestuurder aan tafel zat. Bij de oudere generatie is de directeur nog vaak wel de directeur.”

Wat is een belangrijke bevinding uit de gesprekken?“Als mensen bij ons komen wonen, moeten ze weer opnieuw contact maken met anderen. Dat moeten wij mogelijk maken. We moeten stimule-ren dat mensen elkaar kunnen ontmoeten, dat ze samen dingen kunnen doen. AxionContinu richt zich op kleinschaligheid. Overal worden grote

‘Hier stopt het natuurlijk

niet mee’

Voorzitter van de raad van bestuur

Lex Roseboom ging in de

zomermaanden van 2011 ‘op de

thee’ bij alle zorglocaties van

AxionContinu. Dertien keer zat hij

rond de tafel met bewoners en

familieleden, vijf maal met

vrijwilligers. Gesprekken van

anderhalf tot twee uur,

zonder agenda, in een informele

sfeer, met scones en cakejes.

Page 5: Op de thee

5

afdelingen teruggebracht naar kleinere eenheden. Maar je moet ook investeren in sociale samen-hang. Ervoor zorgen dat interactie ontstaat in zo’n groep. Dat betekent vooral dat we ons niet alleen richten op zorg, maar juist ook op sociale bezigheden. Met een bewoner de krant lezen is ook werk, evenals met elkaar naar muziek luis-teren. Het is mij duidelijk dat bewoners het naar hun zin hebben als ze wezenlijk contact ervaren met anderen. Twee keer hoorde ik mensen glun-derend vertellen dat ze weer een nieuwe liefde hadden ontmoet. Fantastisch. Niet dat iedereen maar verliefd moet worden, liefde laat zich overigens niet dwingen, maar we kunnen wel een goede sociale sfeer creëren.”

Wat is de grootste uitdaging voor de ouderenzorg?“Dat we de zorg leveren die mensen graag willen hebben. Dat we meegroeien met de vraag van cliënten. Vroeger vonden die een vierbedskamer acceptabel, nu willen ze heel graag een eenper-soonskamer. We zullen heel sterk moeten inves-teren in kwaliteit, de kwaliteit van zorg en leven. We moeten ons realiseren dat een zorgcentrum een samenleving is, waarin bewoners hun eigen bestaan vorm kunnen geven. Ik merkte in de gesprekken dat bewoners veel minder patiënt zijn en veel meer cliënt. Het zorgdeel moet goed zijn, dat moet deugen, want dat genereert het vertrou-

wen. Maar het welzijnsdeel is heel erg belangrijk. Overigens doen we al veel voor onze bewoners, dat spraken ze ook uit. Eén bewoner zei dat hij nog nooit zo veel naar een museum is geweest sinds hij in het verpleeghuis woont.”

Als u zo in uw huizen bent, denkt u dan: hier zou ik wel willen verblijven?“Als ik dat niet zou willen, dan doe ik het niet goed. Ik hoop natuurlijk niet dat ik dement word of een hersenbloeding krijg, maar als ik die krijg, wil ik in ieder van mijn huizen opgenomen wor-den. Er zijn best plekken die ik leuker vind dan andere, maar de zorg is bij ons overal goed. Ik leg de vraag ook weleens voor aan medewerkers: zou je je vader of moeder hierheen brengen? Als een medewerker dan zegt: liever niet, dan wil dat niet zeggen dat hij of zij persoonlijk er voor moet zor-gen dat dat anders wordt. Maar het betekent wel dat we het met elkaar anders moeten organiseren. Daarom ook is er dit verslag. Ik wil graag dat iedereen die betrokken is bij de zorg in onze huizen leest wat er leeft bij onze bewoners, hun familie en vrijwilligers. Wat vinden zij belangrijk? Herkennen we ons in het beeld dat hier naar voren komt? Het geeft stof voor discussie, want hier stopt het natuurlijk niet mee. Dit moet een nieuwe slinger geven aan onze inzet ons steeds weer te verbeteren. Alle ideeën nemen we mee in ons nieuwe meerjarenbeleidplan.”

‘Samen de krant lezen is ook werk’

‘Twee mensen hadden weer

een nieuwe liefde ontmoet’

Page 6: Op de thee

6

De toonzetting van het gesprek is buiten-gewoon geanimeerd. De dames en de ene heer hebben het erg naar hun zin

in Mariënstein. De jongste is 85 jaar, de oudste 95. Ze zijn noodgedwongen naar Mariënstein verhuisd omdat ze niet meer op zichzelf konden wonen, maar ze zijn zeer positief en opgewekt over de mogelijkheden die ze hebben om hun leven hier voort te zetten. Ze genieten nog volop van het leven. De zorg vinden ze heel erg goed en het personeel attent. Er kan veel en er gebeurt veel.

De gesprekspartners vinden het belangrijk dat ze veel sociale contacten hebben, om dingen te doen met anderen. Iemand oppert dat ze het leuk zou vinden nog eens samen op vakantie te gaan, bijvoorbeeld met de Henry Dunant boot. De anderen vallen haar bij. Het is een idee dat Axion-Continu zou kunnen oppakken. De bewoners zouden ook meer willen weten over het gebruik van de taxi en de U-pas.

Kritiek is er ook. Niet iedereen vindt het brood lekker en wie kan, haalt zelf brood in de dorp. ‘Het moet toch mogelijk zijn om meer keuze in

brood te hebben’, zeggen ze enigszins veront-waardigd.

Nog een algemeen punt van kritiek is de huisves-ting. De kamers zijn klein en de kastruimte is heel beperkt. Maar uiteindelijk valt daar wel mee te leven. Ze zeggen zich allemaal thuis te voelen in Mariënstein.

Op de thee bij . . .

MariënsteinMet de dames Van de Linden, De Groot, Borst, Stavinga, De Wit, Sluis, Van de Valk en Beumeren de heer Lancee.

03 mei 2011

‘Samen op vakantie zou

leuk zijn, bijvoorbeeld

met de Henri Dunant’

Page 7: Op de thee

7

Page 8: Op de thee

8

Op de thee bij . . .

De Bijnkershoek Met de dames Bekink, Le Blanc, Klarenbeek en Timmer en Van Gulik (dochter van bewoonster Van Rijn).

Page 9: Op de thee

9

Veiligheid is een belangrijk thema. Bij één van de dames is laatst geld uit haar portemonnee gestolen en ze meent ook

een keer midden in de nacht iemand op haar kamer te hebben zien rondscharrelen, wat ze heel vervelend vond. De deur kan op slot, maar de zorg kan met een code altijd naar binnen. Het onderzoek naar dit incident heeft niets aan het licht gebracht, maar de bewoonster is nog altijd niet gerustgesteld.De dames zijn zeer positief over de zorgverlening in De Bijnkershoek. Vooral de betrokkenheid van het personeel wordt geroemd. Veel medewerkers komen voor het slapen gaan nog even een pret-tige nacht wensen en ’s morgens informeren ze weer of alles goed is.Het activiteitenprogramma is heel plezierig. Maar veel bewoners blijven op hun kamers. Als ze gehaald en gebracht zouden worden dan zouden er meer mensen deelnemen. Gesuggereerd wordt om daar bijvoorbeeld werklozen voor in te zetten. De dochter heeft ook geen klagen over de zorg. Wel mist ze wat ‘feestelijke gekkigheid’. Volgens haar zou het leuk zijn als er op de afdeling en in het huis wat meer aandacht voor festiviteiten zou zijn.

De komst naar De Bijnkershoek was voor iedereen noodzaak. ‘De eerste twee weken huil je ogen uit de kop’, zegt een bewoonster. ‘Daarna besef je dat je door moet.’ Ze hebben het leven allemaal weer opgepakt en er een eigen draai aan kun-nen geven. ‘Opgelucht heb ik vastgesteld dat De Bijnkershoek zo’n slechte plek nog niet is’, zegt een ander. Eén van de dames vertelt dat ze hier een nieuwe vriend kreeg, met wie ze drie jaar een relatie heeft gehad. ‘Een vreugdevolle ervaring.’ Onder groot gelach vertelt ze dat haar vriend ont-

zettend zenuwachtig was toen hij ‘de verkering’ aan zijn kinderen moest vertellen. Na afloop was hij verheugd dat ze ‘zijn meisje’ leuk vonden. Ze hadden het fijn samen en mevrouw vindt dat er in De Bijnkershoek goed op werd gereageerd. Ook hun kinderen waren blij met de relatie. Hoewel haar vriend inmiddels alweer een jaar dood is, ko-men zijn kinderen nog steeds bij haar op bezoek. Ze hoopt dit jaar 89 jaar te worden.

Eén van de gesprekspartners doet veel voor andere bewoners. Om zeven uur staat ze al onder de douche en ontbijt ze snel om koffie te kunnen schenken en te helpen met mensen naar beneden brengen. Ze vindt het prettig iets voor anderen te kunnen betekenen, ‘anderen te betrekken bij het leven in huis.’Minpunten zijn er ook. Sommige bewoners vin-den de kamers te klein, hoewel anderen dat juist wel prettig en overzichtelijk vinden. Ze begrij-pen echter wel dat er toekomstplannen worden gemaakt voor nieuwbouw.

Ten slotte. Als je in De Bijnkershoek iets wil, moet je gewoon ‘door blijven happen’, zoals een bewoonster het verwoordt. Je krijgt niet meteen wat je graag zou willen, maar uiteindelijk wordt het meestal toch gerealiseerd. In De Bijnkershoek heerst een open sfeer.

11 mei 2011

‘Ik mis wel wat feestelijke

gekkigheid’

Page 10: Op de thee

10

Een buitengewoon opgewekt gezelschap zit aan voor een rijkelijk gevulde dis, onder wie ook een aantal familieleden van cliënten

die zijn opgenomen op de pg-afdeling of die zelf moeilijk uit hun woorden kunnen komen. In het geanimeerde gesprek is allereerst veel waardering voor de zorgverlening. De medewerkers van Tol-steeg luisteren goed en gaan altijd in op vragen.

Verder wordt veel gesproken over de vaak moeizame overgang vanuit de veilige, bekende thuissituatie naar het verzorgingshuis. Vooral wanneer dat via een logeerkamer gebeurt. ‘Op een logeerkamer’, zegt één van de bewoners, ‘word je gek.’ Door het ontbreken van privéspul-len is er een groot gevoel van ontheemding. Tegelijkertijd komt vaak pas dan het besef dat er geen weg terug zal zijn, dat het zorgcentrum de nieuwe leefplek wordt. Veel bewoners geven aan dat ze daar nauwelijks op waren voorbereid en dat dat erg confronterend was. De man vertelt dat hij zijn BMW moest opgeven, iets dat hem nog iedere dag spijt.

Doorpratend over de sfeer in Tolsteeg zeggen de gesprekpartners dat ze zeker stappen moesten zetten om met andere bewoners in contact te ko-men. ‘Je moet jezelf geven’, zegt een bewoonster. ‘Je moet anderen willen ontmoeten en de ruimte geven om kennis met jou te maken.’

De maaltijdvoorziening vinden ze duidelijk verbe-terd de afgelopen periode. Vooral het restaurant is knusser geworden. Ook de aankleding van de high tea wordt zeer gewaardeerd. ‘Daarin is geïnvesteerd.’ De moderniteit dat groenten veelal met een ‘bite’ worden klaargemaakt, kunnen de gesprekspartners niet allemaal waarderen. ‘Je kookt wel voor oudere mensen’, merkt iemand op. ‘Daar moeten ze het eten aan aanpassen. Niet alle gebitten zijn toegespitst op die ‘bite’.’ Ronduit kritisch is het gezelschap op de gaarheid van het vlees, dat soms met grote moeite is weg te krijgen.

In Tolsteeg is veel mogelijk. De dochter komt met het voorbeeld van haar moeder, die in een logeerkamer was opgenomen terwijl haar vader nog thuis woonde. Hij kon haar zo moeilijk alleen

Op de thee bij . . .

TolsteegMet de dames De Bie, De Laan, Feenstra, Scheer, Mild, IJzerdoorn, Morre, Galesloot (dochter van mevrouw Veenendaal) en Jongerius (dochter van de heer Jongerius) en de heer Mulder.

19 mei 2011

‘Niet alle gebitten zijn toegespitst op eten met een ‘bite’.’

Page 11: Op de thee

11

laten dat hij soms zelfs op de grond bleef slapen. De dochter geeft aan dat ze met bewondering vaststelde dat de zorg dat liet gebeuren. Het zou misschien beter zijn geweest om haar vader ook een slaapplaats aan te bieden, maar de familie vond het heel fijn dat er begrip was voor de situatie.

Eén van de bewoonsters vindt het belangrijk dat je dingen voor anderen blijft doen. ‘Je kunt niet alles aan de zorg vragen. Soms moet je ook ande-re bewoners durven vragen iets voor jou te doen. En je moet zelf ook om je heen kijken om te zien of je zelf nog iets voor anderen kunt doen.’Over het schoonmaken is veel kritiek. Op de pg-

afdeling zijn de toiletten ’s middags vies, vinden de bewoners. En in de woningen wordt veel te oppervlakkig schoongemaakt. ‘De dames krijgen te weinig tijd.’

Op de vraag of ze nog zin hebben in het leven – een vraag die trouwens alom positief wordt beantwoord – antwoord de man dat hij een nieuwe vriendin heeft. Na een gelukkig huwe-lijk van 65 jaar en drie jaar weduwnaarschap. Hij vindt dat erg prettig. Zijn buurvrouw aan tafel meldt opgewekt dat ze zich bij hem heeft aangeboden. Mocht de relatie met zijn vriendin aflopen, dan wil zij best een relatie met hem.

Page 12: Op de thee

12

Op de thee bij . . .

’t Huis aan de Vecht Met de dames Buijs, Van Ee, De Hoed, Frowijn, Dijkstra en Van Brenk en de heren Endedijk, Knijf en Vaatstra.

Page 13: Op de thee

13

Negen deelnemers en een opgewekte, ontspannen sfeer. ‘We hebben het hier echt naar onze zin’, wordt diverse keren

opgemerkt. De gespreksdeelnemers variëren in leeftijd van 67 tot 99 jaar. De oudste heeft jicht in haar handen, waardoor ze niet meer zelf bij het aanrecht kan, maar allemaal hebben ze nog plezier in de dingen die ze doen.

Ieder heeft zo zijn wensen. Eén van de man-nen zou het een enorme verbetering vinden als er een vijfpits gasstel in zijn kamer kon worden geplaatst. Dan zou hij gerechten gaan klaarma-ken die volgens hem worden gemist in ’t Huis aan de Vecht, bijvoorbeeld bruine bonen. Een bewoonster in een rolstoel zou blij zijn als het lichtknopje wat minder hoog zou zitten, ze kan er nu nauwelijks bij.

Ze vinden het belangrijk om prettig en gezellig met elkaar om te gaan. Sociale contacten zijn wezenlijk. Soms is het lastig door bestaande groepjes geaccepteerd te worden, vinden ze. Niet iedere nieuwkomer wordt even gemakkelijk opgenomen in de woongemeenschap. Natuurlijk geldt dat het belangrijk is hoe je jezelf opstelt. Je moet er wat van maken. Toch zou het goed zijn

als het personeel daar wat meer op zou letten. Het gezelschap oppert nog een verbeterpunt. Er kan ’s avonds beneden geen koffie worden ge-dronken, terwijl dat goed zou zijn voor de sociale contacten.

Allen zijn ze het erover eens dat het personeel aardig is, maar toch liggen er wel wat gevoelig-heden. Vooral in de kleine uurtjes lijkt de werk-druk van het personeel te hoog. Verder heeft men de indruk dat medewerkers, die via een uitzend-bureau zijn ingehuurd, vaak op ‘een andere manier betrokken’ zijn dan de vaste medewerkers. Eén van de bewoonsters verblijft op een afdeling waar veel jonge mensen worden opgeleid. Zij vindt het soms lastig als hele jonge meisjes haar moeten helpen, temeer daar ze veel en zware zorg nodig heeft. Sommige bewoners vinden dat het personeel altijd de dienstlift zou moeten gebruiken, zodat de bewoners minder hoeven te wachten bij de andere liften.

De meesten wonen al lang in ’t Huis aan de Vecht. Een mevrouw vertelt dat ze hiervoor eerst nog een aantal jaren in een aanleunwoning heeft gewoond en dat haar ouders ook al in ’t Huis aan de Vecht verbleven. ‘Ik ben hier als het ware kind aan huis.’

23 mei 2011

‘We hebben het hier echt naar onze zin’

Page 14: Op de thee

14

Op de thee bij . . .

VoorhoeveMet de dames Schmidt van Stipriaan, Camu, Bos, Stoker, Ponsteen (familielid), Buitenhuis, Christiaan, Van de Horst en de heer Blonk.

Het duurt even voordat iedereen zijn plekje heeft gevonden rond de tafel in ’t Theehuis in Voorhoeve. Een aantal

bewoners zit in grote rolstoelen en het is wat lastig manoeuvreren. Maar als de verrukkelijke hapjes zijn binnengebracht barst de conversatie los. Hoe hebben de bewoners het ervaren om hier te komen wonen? Het is belangrijk zeggen ze, dat je leert te aanvaarden dat je hulp nodig hebt. Sommigen zeggen dat het hen is meegevallen, anderen geven aan dat ze veel tijd nodig hadden om te accepteren dat ze hulpbehoevend waren geworden. Een mevrouw met multiple sclerose zegt dat ze ‘twee jaar in het verzet heeft gezeten met alles en iedereen en vooral met zichzelf, om te aanvaarden dat ze hulp nodig had.’ Het laatste jaar heeft ze zich erbij neer kunnen leggen en nu heeft ze het naar de zin.

De bewoners vinden de zorg goed, maar bena-drukken dat het vooral belangrijk is dingen met elkaar te doen en onder de mensen te blijven. In Voorhoeve zijn veel tweepersoonskamers. Een hele vooruitgang in de tijd dat het huis werd gebouwd, want toen waren vierpersoonskamers gangbaar. Maar nu vragen mensen om een

eenpersoonskamer en is een tweepersoonskamer soms lastig. ‘Het is enorm belangrijk wie er bij je op de kamer ligt’, zegt iemand. ‘Je moet geluk hebben met de andere bewoner.’

Een mevrouw die haar hele leven buiten op een boerderij heeft gewoond is heel tevreden over de zorg die hier in het stadse verpleeghuis wordt ge-boden. Het voelt warm. De medewerkers leggen hun ziel en zaligheid in het werk.De bewoners vinden het fijn dat ze hier naar buiten kunnen. Niet alleen in de tuin, maar ook langs het kanaal kan goed worden gewandeld. Het is alleen jammer dat niet iedereen naar buiten kan, bijvoorbeeld omdat ze geen kinderen hebben. Hiervoor zouden, volgens de bewoners, meer vrijwilligers zeer welkom zijn.Het valt niet altijd mee richting te geven aan het leven. ‘Als je op een huiskamer zit waar veel mensen slapen en weinig praten, overvalt je wel eens de gedachte, hoe ontsnap ik hieraan?’, verzucht een bewoonster. De sfeer in de huis-kamer hangt sterk af van de samenstelling van de groep, iets waarop misschien meer gelet zou moeten worden. Maar algemeen heerst het gevoel dat Voorhoeve een open leefgemeenschap is. ‘Als je wilt, kun je met anderen in contact komen. De mensen staan er voor open.’

De medewerkers dragen geen dienstkleding. Vooral in het begin is het moeilijk te weten wie er in Voorhoeve werkt en wie op bezoek is. Dienstkleding wordt door een aantal bewoners dan ook gemist. Anderen zeggen dat ze het juist zo huiselijk vinden dat het personeel in de eigen kleren rondloopt. Het eten is lekker. De bewoners

27 mei 2011

Page 15: Op de thee

15

hebben het zeer op prijs gesteld dat de koks onlangs zelf langs zijn gekomen om te vragen hoe ze het eten vonden. Een mevrouw weet zeker dat de maaltijden daarna pittiger zijn geworden. Ze had gezegd dat ze het allemaal nogal flauw vond smaken.

Ook over de geestelijke zorg is het gezelschap vol lof, vooral over de oecumenische diensten op zaterdag. De bewoners waarderen het ook dat er een gedenktafel op de huiskamers wordt geplaatst wanneer een bewoner is overleden. Per slot van rekening hebben ze vaak langere tijd met die bewoner samengewoond. Op de afdeling Amelis-weerd is geen gedenktafel, een gemis volgens de bewoners, zoals ze het ook jammer vinden dat op afdeling Vredenburg de gedenktafel buiten de deur wordt geplaatst.

Het slotakkoord van het gesprek is dat de bewoners zich vaak erg storen aan de kritische beschouwingen in de pers over verpleeghuizen. ‘De pers moest hier maar eens komen kijken.’

‘Medewerkers verlenen zorg met liefde en een warm hart’

Page 16: Op de thee

16

Vandaag schaart zich een divers gezel-schap rond de tafel in de gemeenschap-pelijke ruimte van De Ingelanden. Het

biljart staat gereed, maar blijft ongebruikt tijdens het gesprek. De bewoners verblijven op pg-afdelingen, somatische afdelingen en sommigen zijn hier opgenomen vanwege niet-aangeboren hersenletsel. De gemiddelde leeftijd van de gespreksdeelnemers ligt aanzienlijk lager dan bij de andere locaties. De jongste is 51 jaar, anderen zijn 55 en 58. Als tegenwicht is er – gelukkig – ook een deelnemer van 91 jaar.

Sommige bewoners verblijven al vanaf de opening in De Ingelanden en zijn vooral content met de kleinschaligheid. De afdelingen zijn overzichtelijk en ieder heeft een eigen kamer waarin hij of zij zich kan terugtrekken. Want ook hier kan niet iedereen het altijd even goed met elkaar vinden. Je moet moeite doen om er met elkaar het beste van te maken, en dat lukt volgens de bewoners. Het is prettig toeven in het vrij nieuwe gebouw.Een bewoner merkt op dat hij nog nooit zo vaak naar een museum is geweest, sinds hij in De In-gelanden woont en deelneemt aan het museum-project. Een bewoonster is zelf gaan tekenen en schilderen. Ze vindt het heel leuk, want het leidt haar af van de problemen van alledag.

De wil om iets van het leven te maken straalt van de groep af, ook al zijn sommigen vroegtijdig hulpbehoevend geworden. ‘Je zult het zelf moe-ten doen’, en ‘Het is goed om nieuwe contacten te leggen’, wordt gezegd. Kritiekpuntjes zijn er ook. Deuren die moeilijk opengaan. Zo is de deur naar het terras voor iemand in een rolstoel met zwakke kracht nauwelijks te openen. Verder vinden ze de bewegwijzering naar De Ingelanden in Leidsche Rijn niet duidelijk.

Eén van de bewoonsters zit in de cliëntenraad. Iedereen is het met haar eens dat die goed functioneert. Er wordt geluisterd naar wat de bewoners naar voren brengen. In De Ingelanden maakt het personeel bijna alle dagen zelf het eten klaar op de afdelingen. De bewoners zijn daar heel positief over. ‘Het is hartstikke leuk dat de zorg kookt.’ Niet dat ze veel meehelpen overigens, dat kunnen ze vaak niet, maar de bewoners houden van het gedruis rond het kookgebeuren. En daarna gezellig met elkaar om tafel in een huiselijke sfeer. Eén van de bewoners zegt nadrukkelijk dat hij een nieuw thuis heeft gevonden. ‘Het is hier keigoed.’

Op de thee bij . . .

De IngelandenMet de dames Van der Linden, Vlug, Van Elk, en Van den Heuvel en de heren Kakisina, Heus en Van Dommelen.

06 juni 2011

‘Het is hartstikke leuk dat de zorg

kookt’

Page 17: Op de thee

17

De bijeenkomst in De Wartburg is in het oude witte gebouw. Buiten wordt hard gewerkt aan de nieuwbouw, maar de ver-

wachting dat de bewoners daar vol van zouden zijn komt niet uit. Tijdens het gesprek komt de nieuwbouw nauwelijks aan bod.De vrouwen verblijven al lang in De Wartburg, de man verblijft hier tijdelijk. Ze zijn allemaal zeer tevreden over de zorg. ‘De medewerkers zijn engelen, met veel geduld en aandacht.’ Door hun lichamelijke beperkingen kunnen de bewoners veel niet meer zelf, maar in De Wartburg hebben ze toch het gevoel dat er nog altijd veel mogelijk is. Ze vinden het bijvoorbeeld prettig om naar de zondagsdienst in de kapel te gaan. Dat is een moment waarop ze buiten hun eigen afdeling en buiten hun woning samen met anderen een dienst meemaken. Een aantal gesprekspartners zegt zich thuis te voelen in De Wartburg. Ze kunnen hier toch wel hun eigen leven leiden.

Het gezelschap waardeert het op deze informele wijze om de tafel te zitten ‘met iemand van de organisatie die verantwoordelijkheid draagt’. Zo kunnen ze zeggen wat ze plezierig en minder plezierig vinden en horen wat de ideeën van AxionContinu zijn. De nieuwbouw komt dan toch nog ter sprake, maar het valt op dat de bewoners zich nauwelijks realiseren dat ze straks in een nieuw gebouw

zullen wonen. De man maakt zich wel zorgen. Hij vreest dat hij – als hij volgende week voor een aantal dagen naar het ziekenhuis moet – niet meer kan terugkeren. Ik kan hem geruststellen: bij een ziekenhuisopname korter dan een week blijft de plaats behouden.

Eén van de bewoners is van Surinaamse afkomst en wilde graag Surinaams eten. De Wartburg zorgde ervoor dat dat er kwam. Nu was het eigenlijk alleen nasi en bami, de rijke Surinaamse keuken kwam niet echt op tafel. Mevrouw mist nog steeds de pittige smaak van het Surinaamse eten, maar ze is wel tevreden over de inspannin-gen van de organisatie. De bedoeling was goed.Een andere bewoonster vertelt dat zij vroeger in het onderwijs heeft gezeten en nu nog altijd leer-lingen helpt bij hun werkstukken. Zij ondervindt dat medewerkers dit prettig vinden en dat geeft haar weer een goed gevoel.

De medewerkers zouden wel vaker hun handen moeten wassen tussen de verschillende activi-teiten, vindt weer een andere bewoonster. De gouden sleutel voor een positief leven wordt mij deze middag ook nog aangereikt: ‘Heb belangstel-ling voor de ander.’

Op de thee bij . . .

De WartburgMet de dames Hossenbux, Putter, Rijntjes, Jansze, Pepping en Okken en de heer Gerritsma.

10 juni 2011

‘De medewerkers zijn engelen’

Page 18: Op de thee

18

Op de thee bij . . .

De ComponistMet de dames Van Roede (met dochter), De Leeuw (met man), Van der Wiele (met zoon), mevrouw Groot en mevrouw Smits.

Page 19: Op de thee

19

De sfeer is zomers op deze mooie dag in één van onze nieuwe locaties in Leidsche Rijn. Hoewel er wat wind staat en de

temperatuur met 22 graden niet overhoudt, zitten we in de tuin. Vijf bewoners van De Componist en drie familieleden. Na het ophalen van wat vestjes is het buiten goed toeven en genieten we van thee, koffie en lekkere hapjes.

De bewoonsters weten niet precies hoe lang ze in De Componist wonen. Sommigen zijn er pas enkele weken, anderen wonen hier er al drie jaar. Voor één van de dames was het een enorme overgang, ze komt uit het zuiden van het land. Ze was gevallen tijdens het winkelen en wakker geworden in een ziekenhuis. Daarna bleek dat ze niet meer op zichzelf kon wonen. Ze heeft erg moeten wennen aan de andere omgeving en de mensen met wie ze nu samenwoont, maar toch is ze heel positief over de gezelligheid. Het geeft haar een fijn gevoel dat er altijd iemand is. Een bewoonster die vroeger nog koeien heeft gemol-ken, vertelt uitgebreid over het goede eten in De Componist. Ook zij zegt het fijn te vinden dat er altijd aanspraak is.

Over de verzorging zijn ze positief. De familiele-den voelen zich altijd welkom. Sommigen komen iedere dag, anderen wisselen af met broers en

zusters. Vooral de kleinschaligheid wordt alom geprezen. Er zijn niet te veel mensen, maar ook weer niet te weinig. De knusse opzet geeft de bewoners de ruimte om zich terug te trekken op hun eigen kamers en tegelijkertijd niet te worden vergeten. Ze blijven altijd betrokken bij de groep.

Vroeger zijn deze bewoners sportief geweest: turnen, hardlopen, hockey. Een bewoonster op-pert het idee om samen sportoefeningen te gaan doen. ‘Het houd je lenig en het brengt de groep bij elkaar.’ Een goed voorstel, vinden de anderen.De overgang naar De Componist voelde voor sommigen echt als een bevrijding. Een van de vrouwen leefde thuis voortdurend met de angst dat vreemde mannen haar woning zouden bin-nendringen. Dat veroorzaakte zoveel spanning, dat ze overal huiduitslag kreeg. Eenmaal in De Componist verdween de angst en het eczeem binnen een maand en kon ze zich weer overgeven aan het leven van alledag. Een andere bewoonster vond het enorm bevrijdend dat ze niet meer voor zichzelf hoefde te zorgen.

Het belangrijkst vinden de bewoners de vriendelij-ke gezichten van de verzorging en het gevoel van veiligheid. Ook benadrukken ze dat niemand mag worden uitgesloten. ‘Je moet het samen doen, je moet er samen iets van maken!’De familieleden geven aan dat ze graag een digitale nieuwsbrief zouden ontvangen. En ze zouden graag meer eenduidigheid willen in de informatievoorziening over zorg en financiën. Nu loopt dat via verschillende contactpersonen, wat soms verwarring geeft. Maar al met al is iedereen zeer tevreden met het leven in De Componist.

03 juli 2011

‘Je moet er samen iets van maken!’

Page 20: Op de thee

20

Op de thee bij . . .

de Drie RingenMet de dames Hovers, Oomen, Warries, Otten en Smit en de heer Klootwijk.

In het restaurant van de Drie Ringen zitten vijf dames om een feestelijk gedekte tafel in afwachting op wat komen gaat. Even later

schuift de enige man van het gezelschap aan, die, wat praten betreft, niet voor de vrouwen onderdoet.

De sfeer is uitgelaten, iedereen vindt het geweldig om zo om tafel te zitten. Sommigen woonden eerst in De Wartburg en nu alweer twee jaar in de Drie Ringen. Naar volle tevredenheid. Ze zijn en-thousiast over de woning en de andere bewoners. Twee dames woonden vroeger op een boerderij en vinden het grappig in deze omgeving nog iets van boerenleven terug te zien. Een andere dame is juist een stadsmens, ze heeft haar hele leven in Oog en Al gewoond. Ze vindt Leidsche Rijn een beetje leeg, zonder winkels en rumoer.

Er wordt veel gelachen. Ze vertellen de anekdote dat ze een tijdje geleden besloten allemaal het eten te laten staan. Ze kregen drie keer in een week pasta en dat vonden ze gewoon te veel. De eetstaking leverde meteen succes op. Het personeel nam het sportief op en paste direct het

07 juli 2011

Page 21: Op de thee

21

menu aan. Eén van de dames vond trouwens dat de actie van haar niet had gehoeven: ze houdt wel van pasta.

Gevraagd naar verbeterpunten noemt het gezel-schap overigens toch weer de maaltijd. Het vlees is vaak te taai, vinden ze. Dat de bewoners uit verschillende gangen kunnen kiezen waarderen ze wel, en ze juichen toe dat er regelmatig een ont-bijtbuffet is. Het was overigens een beetje sneu dat er de laatste keer niet zo veel bewoners voor het ontbijt naar beneden waren gekomen. De start van het buffet is om 08.30 uur en één van de dames verzucht dat dat voor haar veel te vroeg is. ‘Ik ben dan nog bezig met opstaan en mezelf gereed te maken.’ De andere dames schieten in de lach en zeggen dat ze mogelijk iets eerder uit bed kan komen of aan de zorg kan vragen eerder geholpen te worden.

Over de zorg en de aandacht van het personeel is iedereen vol lof. Dat geldt voor alle medewer-kers. Die van het restaurant, de verzorgers, maar bijvoorbeeld ook de dominee. De man waardeert het zeer dat hij van de dominee de preek te lezen krijgt, die ze de week daarvoor in de kapel van De Wartburg heeft gehouden. De tuinman van de Drie Ringen mag van de bewoners wel wat meer

‘De eetstaking leverde meteen succes op’

onkruid verwijderen. Meer te klagen hebben ze niet, al ze zouden het heel fijn vinden als ze meer dan twee sleutels konden krijgen. Hun kinderen vinden het vaak prettig om een eigen sleutel te hebben. De organisatie houdt de boot af op dit punt, vinden ze.

De bewoners die van De Wartburg komen, hebben nog regelmatig contact met de mensen daar. Een bewoonster bezoekt er iedere week de kerkdienst en leden van haar kerkgemeenschap komen om de week bij haar. Voor velen is de aanwezigheid van hun kinderen in de omgeving een belangrijk criterium geweest om voor de Drie Ringen te kiezen. ‘Ze bezoeken je toch eerder als ze in de buurt wonen.’

In de Drie Ringen mag iedereen op zichzelf zijn, maar de mogelijkheden om met elkaar te eten of samen deel te nemen aan welzijnsactiviteiten wordt erg gestimuleerd. Het activiteitenpro-gramma is afwisselend, van de bekende bingo tot aan muziekoptredens en nagellakbijeenkomsten. Waarover de aanwezige heer opmerkt dat hij daar uit principe niet aan meedoet.

Page 22: Op de thee

22

Vijf dames en twee heren schuiven aan voor de high tea in de ontmoetingsruim-te van De Schutse. Het eerste gespreks-

onderwerp betreft de overgang van thuis naar het verzorgingshuis. Hoe is dat gegaan? Sommigen hebben het er behoorlijk lastig mee gehad, ande-ren voelden zich bevrijd, verlost van de zorgen van alledag die ze thuis hadden. Soms ga je als oudere naar het verzorgingshuis, omdat je partner niet meer thuis kan zijn. Om als actieve en zelfstandige oudere dan je weg te vinden valt niet mee. De echtgenote: ‘Het heeft me best veel tijd gekost om de cadans van het verzorgingshuis op te pakken en daarin mijn eigen weg te vinden.’

Het gesprek gaat ook over de actualiteit. Gisteren was er een grote valpartij in de Tour de France en sommigen hebben dat tot laat op de televisie ge-volgd. De bewoners komen nog steeds tijd tekort. Niet dat de dagen zijn gevuld met doe-dingen, ze kunnen heerlijk voor zich uit zitten te staren of naar buiten kijken om het leven van Lopik te aanschouwen. ‘Je bent toch in contact met de omgeving.’ Maar het is niet enkel het raam dat mensen met de buitenwereld verbindt. Eén van de dames heeft een computer en mailcontacten over de hele wereld. Het biedt haar de mogelijk-

heid om haar wereld te verruimen. Ze weet heus wel wat er in de wereld leeft, zegt ze.Het activiteitenprogramma in De Schutse kunnen ze wel waarderen. Geroemd wordt het bezoek laatst aan de Keukenhof. ‘Eigenlijk zou er elke drie maanden zo’n grote trip op het programma moe-ten staan.’ En ofschoon het niet vaak gebeurt, gaan ze ook graag naar een museum of theater. Eén van de dames zou ontzettend graag willen dansen. ‘Kan er niet eens een dansfeest worden georganiseerd’, stelt ze voor, ‘waar gewoon de foxtrot en de wals gedanst kan worden?’

Ook in De Schutse hebben sommige mensen vriendschap gesloten. De koffie en de maaltijden zijn de hoogtepunten van de dag, want ieder-een gaat dan naar beneden en praat en lacht met elkaar. Een dame zegt dat er best nog meer gelachen zou mogen worden, want er gebeuren genoeg leuke dingen. Af en toe sijpelt in het ge-sprek ook verdriet door. Een medebewoner die er niet meer is, iemand die een kind heeft verloren. Ook dat is het leven in De Schutse.

Over de wensen voor de toekomst zijn ze opval-lend terughoudend. Er gebeurt al veel. Uitjes met de bus zijn leuk en de dame in een rolstoel zou het fijn vinden als een vrijwilliger haar zou willen rondrijden in een autootje. En er zouden meer feestjes mogen zijn in De Schutse.

Op de thee bij . . .

De SchutseMet de dames Verbaan, Pothoff, Donswijk en Versluis en de heer Favier en het echtpaar De Jong.

11 juli 2011

‘Kan er niet eens een dansfeest worden

georganiseerd?’

Page 23: Op de thee

23

De gasten aan tafel hebben zich goed voorbe-reid. De heerlijke hapjes bij de high tea hebben ze samen met welzijnsmedewerkster Maria Mol gebakken: cakejes, chocoladegebak en scones.De mensen verblijven in De Schakel vanwege overbruggingszorg en revalidatie. De aanleiding voor opname is divers. Iedereen heeft een eigen verhaal, waaruit blijkt dat je van het ene op het andere moment in het ziekenhuis terecht kunt komen. En vervolgens in De Schakel. Een me-vrouw werd in haar badkamer getroffen door een hersenbloeding en kreeg pas na uren hulp. Een ander was vervelend gevallen en een man was aangereden in zijn scootmobiel.

Desalniettemin is de sfeer van het gesprek opgewekt. Ze zijn tevreden over de zorgverlening en ronduit positief over de fysiotherapie en de begeleiding die ze krijgen bij hun revalidatie. Wel-zijnsmedewerkster Maria Mol organiseert iedere dag een programma, waarop ieder zich steeds verheugt. Het is zeer stimulerend om samen met lotgenoten te revalideren. ‘Op moeilijke momen-ten krijg je net dat steuntje in de rug, als je ziet hoe anderen er ook mee bezig zijn.’ De Schakel zou bekender moeten zijn, vinden de mensen aan tafel. Zij zijn content en medewerkers leveren

hier uitstekend werk. Ze zitten wel allemaal met vragen over de toekomst. De man die is aangere-den in zijn scootmobiel kan niet terug naar zijn woning. Zijn vrouw had min of meer de keuze: haar man alleen naar een verpleeghuis laten gaan of samen verhuizen naar een woonzorgvoorzie-ning. Uiteindelijk is ze twee weken geleden ver-huisd naar de Drie Ringen, waar ze het overigens ‘voor 200% naar de zin heeft’. Haar man zal zich na zijn revalidatie bij haar voegen.

Ook anderen weten nog niet of ze kunnen terugkeren naar hun eigen woning of mogelijk naar een zorgvoorziening moeten. Vaak hebben ze geen goed zicht op de mogelijkheden. Het verhaal van het echtpaar wordt dan ook met veel belangstelling aangehoord. Zelf kon ik aanvul-lende informatie geven over verzorgingshuizen, aanleunwoningen, servicewoningen, enzovoort.

Ten slotte nog gevraagd naar verbeterpunten meldt één van de dames dat zij vindt dat de wastafel onvoldoende wordt schoongemaakt. Een andere dame zegt dat ze op sommige momen-ten betuttelend was toegesproken, terwijl dat geen pas gaf. Gelukkig blijkt die benadering niet gangbaar.

Op de thee bij . . .

De SchakelMet de dames Van Raay, Weie, Vervoort en De Meester en de heren Klaassen en Bos (met echtgenote).

13 juli 2011

‘Op moeilijke momenten krijg je net dat steuntje in de rug’

Page 24: Op de thee

24

Een divers gezelschap schuift aan tafel. In eerste instantie is het wat onrustig, omdat sommige bewoners van pg-afdelingen niet

goed lijken te begrijpen waar ze terecht zijn geko-men. Nadat enkele mensen zijn opgestapt, blijft er toch nog een interessante groep over.

De meeste bewoners verbleven eerst op de revalidatieafdeling. Toen werd vastgesteld dat ze niet meer terugkonden naar huis, was dat voor iedereen confronterend. Je leven herpakken op een verpleegafdeling is vaak moeilijk. Je moet weer nieuwe contacten maken. Eén van de dames vertelt dat zij zich niet plezierig voelt op haar afdeling, omdat daar zo veel zieken zijn dat com-municeren moeilijk gaat. Gelukkig is ze wel heel tevreden met het grote welzijnsaanbod in Albert van Koningsbruggen, waarvan ze volop ge-bruikmaakt. Veel gesprekspartners kennen elkaar ook van de vele activiteiten: van luisteren naar licht klassieke muziek tot bloemschikken, van koersballen tot steenbewerking. Een activiteit die zeer wordt gewaardeerd is het museumbezoek. Bewoners vertellen elkaar welk museum echt de moeite waard is.De waardering voor het personeel is algemeen.

De verzorgers werken zorgvuldig en geven genoeg aandacht, al staat dat soms onder spanning van-wege de werkdruk. Bijvoorbeeld bij de avondacti-viteiten. Dan zouden sommige mensen best nog wel langer met elkaar willen doorbabbelen onder het genot van een drankje. Maar veel bewoners keren onmiddellijk terug naar de afdeling, deels omdat ze vermoeid zijn, maar ook omdat ze hopen als eerste in bed te worden geholpen. Wie later op de afdeling komt, sluit achteraan in de rij. ‘Het kan dan soms een halfuur duren voordat je wordt geholpen.’ Ze begrijpen het, maar het is vervelend als je moe bent.

Op de vraag of ze nog enigszins hun eigen leven kunnen leiden zijn de meesten positief. Wel geven ze aan dat ze gedeeltelijk door de organi-satie worden geleefd. ‘Je hebt lang niet alles meer in eigen hand.’ Als je van de ene op de andere dag volledig hulpbehoevend wordt, bijvoorbeeld door een hersenbloeding, is dat moeilijk te ac-cepteren. Een bewoonster zegt dat het haar zeker twee jaar heeft gekost om te aanvaarden dat dit voortaan haar leven was. Vervolgens heeft ze met haar beperking leren leven. De kracht waarmee deze mensen hun leven opnieuw vormgeven is indrukwekkend. Praten over het eten blijkt een haast onuitputtelijk gespreksonderwerp. Een bewoner beschikt over

14 juli 2011

‘Je hebt lang niet alles meer in eigen hand’

Op de thee bij . . .

Albert van KoningsbruggenMet de dames Tienhooven, Van Otterlo, Filarski, Van Beek en Lucardi en de heren Bondeel, Krab, Roskam en Van de Vegt.

Page 25: Op de thee

25

een eigen kruidenpotje om het eten meer pit te geven. Ook vinden de bewoners dat het huidige systeem met het keuzemenu niet altijd goed uitpakt. Als je keuze hebt tussen twee gerechten en je bent met zes mensen, dan is het niet zo dat er twaalf verschillende stukjes vlees zijn, zeggen ze. Het oude systeem, waarop je daags tevoren aangeeft wat je wilt eten, lijkt de mensen gemak-kelijker. Als je nasi wilt en je hebt als enige op jouw afdeling geen nasi, dan is dat voor sommi-gen moeilijk te accepteren.

Albert van Koningsbruggen is een gastvrije plek, vinden de bewoners, ook voor visite. Familie en vrienden kunnen op ieder moment aanschuiven, koffie pakken en gebruik maken van de voorzie-ningen. Het filosofisch café is op dit moment even buiten gebruik, en wordt node gemist. Het is de plek waar mensen elkaar ontmoeten om te converseren. Volgens de bewoners raken vrouwen gemakkelijker met elkaar in gesprek dan mannen. Die moeten meer gestimuleerd worden. Veel

activiteiten worden aangeboden voor zowel be-woners van gesloten afdelingen als voor mensen van somatische afdelingen. Doordat die groepen nogal verschillen ontstaan er weleens spannin-gen. Maar al te groot vinden de gesprekspartners dat probleem ook weer niet. Gevraagd naar mogelijke aanvullingen, komt naar voren dat er ’s avonds meer mogelijk zou moeten zijn. Aan-dacht voor de eenzame uren, noemen ze dat.

De bewoners vinden verder al te veel wisselingen in personeel niet prettig. ‘Je moet dan iedere keer uitleggen hoe je wilt worden verzorgd.’ Op afdelingen waar veel leerlingen rondlopen is dat volgens de bewoners weleens problematisch. Ook stellen ze dat de communicatie tussen de late en vroege diensten van het personeel erg belangrijk is. Daarbij mag niets misgaan. Eén van de deelnemers participeert in de cliën-tenraad en is verbaasd hoe veel tijd het soms vergt voordat punten die de raad inbrengt worden gehonoreerd.

Page 26: Op de thee

26

Op de thee bij . . .

IsselwaerdeMet de echtgenoten van de heren Van Seijs en Van Ginkel en de schoondochter en dochter van de heer Commandeur.

Een kleine groep familieleden van bewoners is vanmiddag aangeschoven voor de high tea in Isselwaerde. De sfeer bij deze high

tea is soms emotioneel, iedereen is zeer betrok-ken. De dochter en schoondochter hebben eerst hun moeder hier gehad, en nu hun vader. De thuissituatie was onhoudbaar geworden, want vader zwierf ’s nachts door de straten. Hij heeft nu het gevoel dat Isselwaerde zijn thuis is. Als hij bijvoorbeeld op een feestje is, zegt hij op een bepaald moment: ‘Ik denk dat er thuis nu gegeten wordt, dus we moeten naar huis.’

Een echtgenote heeft ook het hele traject meege-maakt: van dagbehandeling tot aan opname in het verpleeghuis. Die opname kwam eerder dan ze had verwacht en was confronterend. Het was het nodig, dat besefte ze wel, maar de wens om hem zelf te verzorgen leefde sterk. Ze waren 62 jaar getrouwd, een goed huwelijk. Hij bracht haar ’s morgens vroeg steevast thee met beschuit op bed. ‘Voor zo’n man wil je wel iets doen.’Volgens de gesprekspartners is het nieuwe ge-bouw van Isselwaerde een grote verbetering. Het is kleiner, overzichtelijker, rustiger. De huiskamers

03 augustus 2011

Page 27: Op de thee

27

zien er zeer verzorgd en vriendelijk uit. Al had de oude gemeenschappelijke ruimte wel het voordeel dat je iedereen kon zien en als familie sneller contact maakte met andere bezoekers of cliënten. Over het nieuwe grand café zijn ze overigens vol lof. Het is prachtig ingericht. ‘Maar er zijn toch meer hoekjes, zodat je niet meteen ziet wie er allemaal is.’ Ze voelen zich als bezoeker wel zeer welkom in het grand café.

De families zijn tevreden over de zorg. Het activiteitenprogramma noemen ze zelfs ‘super’. Het lijkt wel alsof de medewerkers niets te gek is om met de bewoners te doen. De familie vindt dit fantastisch. Op veel momenten hoeven ze niet voor half vier ’s middags te komen, omdat het programma tot die tijd zo vol is dat vader of moeder toch niet meegenomen kan worden. Een echtgenote vindt dat de verpleging wel wat alerter zou moeten zijn op het signaleren van achteruitgang of ziekte. Zo had haar man een heupbreuk, terwijl de verpleging in eerste instan-tie dacht dat mijnheer zich gewoon niet goed voelde.

De dochter sluit hierbij aan met het verhaal dat haar vader samen met een andere man op een kamer lag. De twee hadden een goede relatie. Op een nacht maakte de andere man haar vader wakker: ‘Opstaan, we gaan naar Parijs.’ Beide heren waren vrolijk bezig zich aan te kleden, totdat de gealarmeerde zorg vertelde dat dit niet kon, omdat het midden in de nacht was. De an-dere man ging zitten, kreeg een hartstilstand en overleed. Waarschijnlijk had hij zijn einde voelen naderen en zich klaar willen maken ‘voor de reis’.

De dochter zegt dat ze het op prijs had gesteld, als ze dit verhaal eerder te horen had gekregen, omdat haar vader er toch door van streek was geraakt. Ze heeft het gevoel dat ze hem dan beter had kunnen ondersteunen.

Speciale aandacht vragen de familieleden voor de was. Ze hebben het idee dat er nogal wat kle-dingstukken verloren raken en dat er soms slordig wordt omgesprongen met aangeleverde combina-ties. De kleding moet netjes worden opgehangen en dat gebeurt niet altijd. En het oude speelhoek-je voor kinderen in de ontmoetingsruimte wordt gemist. Ook vinden ze het jammer dat de foto’s die ze op de kamers ophangen na verloop van tijd gewoon verdwijnen.Ze hechten eraan dat er altijd voldoende personeel is. ‘Soms zijn er wel vijf mensen op een afdeling en soms maar één.’ Dat mag gelijk-matiger.

‘Opstaan, we gaan

naar Parijs’

Page 28: Op de thee

28

Op de thee bij . . .

Vrijwilligers van de Regio LekstreekMet de dames Inez Jansens, Thea Borgers en Ans Post en heren Tiny Veldhuizen en Willem Bulte (Isselwaerde); mevrouw Ada van Breukelen (Mariënstein); mevrouw Wilma Vliet en de heer Peter Joosten (Hospice); de dames Petra den Oudsten, Riek Versluijs en de heer Wout van Bentem (De Schutse).

Page 29: Op de thee

29

Bij deze eerste bijeenkomst in regio Lek-streek zijn elf vrijwilligers aanwezig. Deze vrijwilligers zijn op verschillende manieren

bij de Lekstreek betrokken geraakt. De één omdat een ouder in één van de huizen woonde, een ander omdat er vrije tijd was na pensionering en de wens iets voor anderen te doen. Een ander is gewoon gevraagd. De activiteiten zijn divers: ze schenken koffie, ze helpen bij de warme maaltijd, ze verzorgen spelletjesmiddagen, ze halen en brengen mensen naar kerkdiensten en fysiotherapie, ze verzorgen pastoraal werk, ze zijn betrokken bij de laatste fase van het leven in het hospice, ze verzorgen avondactiviteiten, onder-steunen de welzijnsmedewerker, enzovoort.

‘Het leuke aan het vrijwilligerswerk is dat het betekenis heeft’, zeggen ze. ‘Het bezig zijn met mensen, het tijd hebben voor mensen.’ Dat ze het belangeloos doen geeft bevrediging, maar ze krijgen er ook heel veel voor terug. Niet alleen van de bewoners, ook van de organisatie. AxionCon-tinu biedt scholing aan en maakt via feestjes en attenties duidelijk dat vrijwilligers belangrijk zijn. Overigens identificeren de vrijwilligers zich niet primair met AxionContinu. Het blad ContACt wordt zeker wel gelezen maar de band bestaat vooral met de eigen locatie, ze zijn op zoek naar herkenning vanuit de eigen regio.

De tijdsbelasting van de vrijwilligers verschilt enorm. Dat gaat van een ochtend in de week tot aan een heel weekend. Gevraagd naar hun wen-sen geeft de groep aan dat ze het belangrijk vindt geïnformeerd te worden over wat er speelt binnen de organisatie. Wel toegespitst overigens op de

vragen en opmerkingen die door vrijwilligers in de werkoverleggen worden gemaakt. Alle vrijwilligers kennen wel een vorm van werkoverleg waarin ze hun punten kwijt kunnen.

De vrijwilligers vinden het van belang dat de leidinggevende ingrijpt en hen ondersteunt als er een probleem is bij een bepaalde activiteit. Kleine wensen zijn er voor Isselwaerde. Daar zouden ze niet steeds van de lift gebruik hoeven te maken als er ‘een druppel’ bij de receptie zou liggen waarmee de binnendeuren geopend kun-nen worden. In Isselwaerde is ook een voorstel gedaan voor het vervoer naar gymnastiek. Ze zijn benieuwd wat daarmee wordt gedaan.De twee vrijwilligers van het hospice zouden graag zien dat de website wordt aangepast. Die is nu een beetje saai. Een ander hospice heeft een veel levendiger website.

De afsluitende vraag luidt op welke leeftijd een vrijwilliger moet stoppen. De vragensteller loopt tegen de tachtig en heeft weleens gehoord dat je dan zou moeten stoppen. Maar bij AxionContinu geldt dat vrijwilliger welkom is, zolang hij of zij zich fit genoeg voelt.

12 juli 2011, Mariënstein

‘Het bezig zijn met mensen,

het tijd hebben voor mensen.’

Page 30: Op de thee

30

Op de thee bij . . .

Vrijwilligers van de Regio Leidsche RijnMet Dicky van Leer, Rene Veerkamp,Tiny van Keulen, Hans van Mens, Leny Boer en Frederiken van Hilten.

Een opgewekte groep vrijwilligers van 21 tot 76 jaar zit rond een prachtig gedekte tafel. De jonkies in deze groep zijn op eigen

initiatief vrijwilliger geworden bij De Ingelanden. Ze hebben gezocht via het netwerk vrijwilligers. De één noemt re-integratie in het arbeidsproces als zijn motivatie, voor een ander is dat ‘zinvol bezig zijn met de dingen waar je goed in bent.’

De muziekvrijwilliger speelt iedere dinsdagmiddag op gitaar en mondharmonica liedjes die ieder-een meezingt. Een populaire activiteit met een gemiddelde opkomst van zo’n dertig bewoners. Alle vrijwilligers zijn enorm betrokken bij de zorg en vinden het fantastisch om die te kunnen ondersteunen. In De Ingelanden wonen ook veel jonge mensen met een niet-aangeboren hersenlet-sel. De vrijwilligers zeggen dit best confronterend te vinden. Hoe kan je het leven prettiger maken voor mensen die dit is overkomen? Tegelijkertijd ziet men dat dit goed lukt door het geven van aandacht en er te zijn. De kleinschaligheid van De Ingelanden vinden de vrijwilligers ook heel posi-tief. Sommigen, die ook in andere huizen komen, hebben de indruk dat de mensen hier rustiger zijn en er verzorgder bijzitten.

De samenwerking met de zorg verloopt erg plezierig. Ze voelen zich welkom en kunnen hun eigen dingen doen. Natuurlijk zijn er voorbeelden van zaken die beter geregeld zouden kunnen worden. Zo zouden de bewoners veel meer zelf moeten kunnen kiezen welke nieuwe activiteiten ze willen. Nu worden soms activiteiten aange-boden die matig worden bezocht. Het halen en brengen van de bewoners kan een knelpunt zijn, maar daar zou dan openlijk over gesproken moeten worden. Ook is het organiseren van ‘een maatjesproject’ een idee dat opkomt. Er is voldoende waardering van de zorg voor een dergelijk project en het kan heel erg leuk zijn om meer jongeren te betrekken bij de organisatie. De vrijwilligers zouden het verder prettig vinden om een EHBO-cursus te krijgen.

Afrondend zijn er nog twee opmerkingen over kosten. De vrijwilligers hebben moeite met het onderscheid tussen betalende en niet betalende deelnemers aan ‘crea’. En vinden ze het niet klop-pen dat een vrijwilliger zelf het kopje koffie moet betalen als hij een hele dag met bewoners op pad is. En wie betaalt het kaartje van de dierentuin van de vrijwilliger?

Desalniettemin is de groep erg enthousiast, zeer gemotiveerd en gedreven. Ze dragen het gevoel dat ze er met z’n allen voor staan.

18 juli 2011, De Ingelanden

‘Een EHBO-cursus zou wel fijn zijn’

Page 31: Op de thee

31

Op de thee bij . . .

Vrijwilligers van de Regio ZuidMet Ineke Maaswinkel, Cisca van Oostrom, Ko de Groot, Bep de Groot, An Nieuwendijk, Cor Houdijk en Hetty Bijlsma.

De vrijwilliger met de langste staat van dienst werkt al 24 jaar met veel inzet en plezier in de zorg. De drijfveren van de

vrijwilligers zijn ook hier zeer divers. Een dame heeft eerst haar moeder en later haar man in Albert van Koningsbruggen gehad en is zo in het vrijwilligerswerk gerold. Iedereen geeft aan het vooral leuk te vinden met mensen in contact te komen, vanuit een sociale invalshoek.

Neem de Bijbelvereniging met zeven vrijwilligers. Iedere veertien dagen wordt een bijeenkomst georganiseerd. De begeleiders spelen viool, piano en orgel, zingen en lezen een Bijbelverhaal voor. Een andere opvallende activiteit is een mannen-praatgroep, waar eens in de twee weken wordt gesproken over ‘de dingen des levens’. De vrijwil-ligers houden zich verder bezig met een scala aan activiteiten: een cultureel diner organiseren, bardiensten draaien, een levensboek maken met een bewoner, een Domkerkconcert bezoeken, het filosofisch café bemannen, mens-erger-je-niet spelen op de pg-afdeling. Noem maar op. Allemaal vormen van vrijwilligerswerk waarbij bewoners in contact komen met mensen van buiten. De vrijwilligers voelen zich welkom in de organisatie en vinden dat het vrijwilligerswerk goed wordt georganiseerd. De vrijwilligers zijn tevreden over de balans tussen goed doen en zich gewaardeerd weten. Ze vragen zich wel af of er inmiddels niet te veel activiteiten zijn en of het niet een beetje teveel is gericht op dezelfde mensen. Ze denken dat het goed zou zijn meer activiteiten met individuele pg-bewoners op de afdelingen te organiseren. De vrijwilligers vinden het van belang dat ze een band opbouwen met

bewoners. Ze hebben allemaal de cursus ‘demen-tie’ gevolgd en dat vonden ze weliswaar confron-terend, maar ook uiterst zinvol. Ze geven aan dat ze graag voeling houden met de organisatie. Dit gesprek waarderen ze dan ook in hoge mate, ze zien het als een moment van verbinding.

Speciale aandacht vragen ze voor de eenzaam-heid bij veel bewoners. Vanuit verschillende niveaus zou er meer aandacht moeten zijn voor mensen. De vrijwilligers voelen zich deel uitma-ken van de leefgemeenschap die een zorginstel-ling is. En dus, zeggen ze, zijn ook wij verant-woordelijk voor de normen en het gedrag. Als bewoners bijvoorbeeld niet tijdig schone kleren krijgen is dat ook iets wat vrijwilligers aangaat. ‘Als iets ons niet aanstaat, moeten we het bespreekbaar maken en om verbetering vragen’, is de gezamenlijke conclusie.

20 juli 2011, Albert van Koningsbruggen

‘Ook wij moeten zaken bespreek-

baar maken’

Page 32: Op de thee

32

De allergrootste bijeenkomst van vrijwilli-gers vindt plaats in ’t Huis aan de Vecht, waar zestien vrijwilligers uit de regio

Noord om een grote tafel zitten. De vrijwilligers komen van De Wartburg, De Drie Ringen en ’t Huis aan de Vecht. Een enkeling verricht ook nog vrijwilligerswerk in Voorhoeve. Het scala aan ac-tiviteiten is adembenemend: van het helpen met het ontbijt tot aan haring eten; van het organise-ren van een praatclub, waar de bewoners iedere week weer naar uitkijken, tot aan het begeleiden van museumbezoek; van uitstapjes maken naar de bloesemroute tot aan het begeleiden van be-woners naar het ziekenhuis; van breien tot taart maken, een zeer populaire activiteit.

Het regent vrolijke voorbeelden van wat mensen doen en hoe ze betrokken zijn geraakt. Sommigen zijn gevraagd door een andere vrijwilliger of me-

dewerker, anderen besloten zelf op zoek te gaan naar vrijwilligerswerk. Soms via internet, maar in voorkomende gevallen liepen ze gewoon binnen en vroegen bij de receptie of ze vrijwilligerswerk konden doen.

De ontvangst door AxionContinu was prima. Iedereen voelde zich welkom en werd al heel snel ingeschakeld. Laatst was er wel een meisje dat vrijwilligerswerk wilde doen, die de Nederlandse taal niet machtig was en toen heeft het wel enige tijd geduurd voordat er een plek voor haar gevon-den was. Jammer, vinden ze, want iedere vrijwil-liger moet eigenlijk direct worden binnengehaald. In het gesprek doen we een rondje ‘waar baalt u van?’. Een terugkerend knelpunt is dat een nieu-we leidinggevende zich niet aan de vrijwilligers voorstelt. Ze weten wel dat een vrijwilliger soms maar een middag in de week aanwezig is, maar dan nog. De leidinggevende zou daar oog voor moeten hebben. Kinderachtig vinden ze dat de

vrijwilligers worden overgeslagen, als de bewoners bij een activiteit een consumptie krijgen. Soms ontbreekt het aan duidelijkheid. Als er een feestje is, mag je dan één of twee rondjes geven? Ook zitten de bewoners niet altijd klaar als de vrijwil-liger langs komt om ze op te halen. De verzorging heeft dan nog geen tijd gehad. De vrijwilligers

Op de thee bij . . .

Vrijwilligers van de Regio NoordMet Charles Vrecken, Joke Hogeboom, Elly Sieswerda, Ina Miltenburg, mevrouw Den Hoed (bewoner), mevrouw Thijssen (bewoner), Gerda Baars, Truus Engelberts, Marti Stam, Ans Seldenthuis, Elly Versteeg (’t Huis aan de Vecht); en Betty Rijkse, de heer T. Cohrs, Nick Zijdel, Anton Paulus, Agnes Slot (De Wartburg en De Drie Ringen).

26 juli 2011, ’t Huis aan de Vecht

‘Kinderachtig dat de vrijwilligers worden overgeslagen’

Page 33: Op de thee

33

hechten aan het nakomen van afspraken ten aanzien van tijd en locatie. Het is vervelend als een ruimte, waar een activiteit doorgaans plaats-vindt, plotseling niet beschikbaar is vanwege een vergadering of wat dan ook. De organisatie mag de vrijwilligers wel wat serieuzer nemen.Na het uitspreken van deze baalpunten is er behoefte om het over leuke dingen te hebben. Het museumproject is fantastisch! En ook de waardering en complimenten van de organisatie. Leidinggevenden die je na een activiteit even ter-zijde nemen: ‘Bedankt dat je er was.’ Of als een verzorgende je bedankt als je hebt meegeholpen bij een maaltijd. Leuk is ook als iedereen na een kerkdienst nog even nablijft om gezamenlijk koffie te drinken.

De motieven om vrijwilliger te worden zijn zeer divers: betekenisvol willen zijn voor een ander, het leuk vinden met ouderen te werken, de behoefte hebben om de vrije tijd op een zinvolle wijze in te vullen. Er zijn vrijwilligers van wie de partner is overleden, waardoor ze met de ziel on-der de arm rondliepen en dachten: ‘Waar kan ik mij zinvol inzetten?’ Ze zijn heel erg tevreden en vinden het vreselijk leuk om te doen. Ze vinden hun inzet belangrijk.

In het rondje ‘wat geven we de bestuurder mee’ vragen de vrijwilligers aandacht voor welzijn. Dat is meer dan het beschikbaar zijn van een dokter en een fysiotherapeut. Menselijk contact is onontbeerlijk. Aandacht voor de individuele mens, die soms alleen op de kamer zit, is volgens de vrijwilligers van groot belang. Ze geven het voorbeeld van het rondbrengen van oliebollen op

oudejaarsavond, waarbij even een praatje wordt gemaakt.

Kunnen er niet meer avondactiviteiten komen?, luidt een vraag. Een vrijwilliger vertelt dat hij nu met zes mensen ’s avonds iets doet, terwijl hij met twee startte. Veel mensen zijn ’s avond moe, maar je kunt ze soms over de streep trekken door iets leuks aan te bieden.

Het initiatief van de Drie Ringen om een condo-leancetafel te plaatsen wanneer een bewoner is overleden, wordt alom toegejuicht. Ook vrijwil-ligers willen graag weten dat bewoners zijn overleden. Soms hebben ze jarenlang contact gehad met deze mensen. De aanwezigheid van personeel bij begrafenissen wordt zeer op prijs gesteld.

Naast de ergernis over het vele eten dat wordt weggegooid, bestaat het idee om met de bewo-ners te koken en te bakken. Dat zijn echt leuke dingen om te doen, vinden ze. Kan er ook niet meer met bewoners naar de schouwburg worden gegaan of naar muziekuitvoeringen? Bewoners zouden dit leuk vinden, maar vrijwilligers ook.Laatste puntje van aandacht: kan er op het ge-bouw van de Drie Ringen een naambord komen?

‘Menselijk contact is

onontbeerlijk’

Page 34: Op de thee

34

Op de thee bij . . .

Vrijwilligers van de Regio MiddenMet de dames Verkerk, Maater, Visser en Hollart (Voorhoeve); en de dames Van der Meulen-van Dijk en Van de Velden-Hessing en de heer Pickarts (De Bijnkershoek).

Bij deze high tea zijn vrijwilligers van De Bijnkershoek en Voorhoeve aanwezig en gezien de jarenlange ervaring van de

vrijwilligers belooft het een interessante middag te worden. De minst ervaren vrijwilliger is elf jaar actief, de koploper 32 jaar. Velen zijn al zo’n twintig jaar vrijwilliger.

Ze hebben in de loop van de jaren heel veel verschillende activiteiten begeleid: volksdansen, nagelmanicuren, zingen, helpen met ontbijt en diner. Bijzonder zijn twee deelnemers die het eerste reisbureau in De Bijnkershoek hebben vormgegeven. Vroeger hield dat in dat ze bijna iedere dag een dagdeel of een hele dag activitei-ten organiseerde waarbij bewoners er met de bus op uittrokken. In de loop van de jaren is dat wat minder geworden, omdat bewoners er niet meer zo veel om gaven om op stap te gaan. Maar er zijn nog steeds ‘busactiviteiten’, naar bijvoor-beeld de bollen of ritjes die mensen altijd al eens hadden willen maken. Een andere vrijwilliger begeleidt bewoners die iets met de computer willen. Het valt hem op dat veel computers niet

meer van deze tijd zijn, zodat het hem vaak veel tijd kost te achterhalen welke software er op zit. Maar dankbaar werk is het zeker.

De ontwikkelingen in het verzorgingshuis komen aan bod. Vroeger waren er ‘markten’ waar bewoners tweedehands spullen konden kopen, maar die zijn verdwenen. De activiteiten moeten de komende jaren sterk gericht zijn op aandacht voor de bewoners, vinden de vrijwilligers. Dan is het eigenlijk belangrijker dat je met ze praat, dan dat je iets doet. Babbelen op de pg-afdeling, hoe moeilijk ook, daarvoor zouden ze zich willen inzetten. Doe je dat niet, dan suffen de mensen geleidelijk weg.

De bewoners moeten meer naar buiten, zeggen deze vrijwilligers. Zeker nu het weer deze zomer wat minder is, is het toch belangrijk een frisse neus te halen op de momenten dat het kan. Des-noods komen er partytenten. En de buitenwereld naar binnen halen, vindt dit gezelschap belang-rijk. Bijvoorbeeld door veilingen te organiseren waar oude spullen worden verkocht.

De vrijwilligers willen graag dat de organisatie hen op de hoogte houdt van ontwikkelingen en ver-anderingen. Dat zou kunnen via een maandblad voor vrijwilligers, dan wel via de vrijwilligerscoör-dinator.

28 juli 2011, Voorhoeve

‘De bewoners moeten meer naar

buiten’

Page 35: Op de thee

35

Colofon

UitgaveAxionContinu

EindredactieBLADEN&CO

ConceptBLADEN&CO

FotografieWillem Mes

DrukwerkDrukkerij Hendrix

Utrecht, september 2011

AxionContinuPostbus 22513500 GG Utrecht030 - 282 22 [email protected]

Page 36: Op de thee

36