onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive...

16
Onthaalbrochure SJ- D3 1 Onthaalbrochure Interne 3 Pneumologie D3 Beste student, beste nieuwe medewerker Ik heet je in naam van het team en mezelf hartelijk welkom op onze afdeling. Je zal veel nieuwe indrukken opdoen en in het begin moeite hebben om alles gecoördineerd uit te voeren. Ik wil je daarin geruststellen: stilaan krijg je alles onder de knie en je krijgt ook de voor jou nodige tijd en ruimte. We zullen je zo snel mogelijk integreren in de groep, maar ook dit zal wat tijd vragen. Ik reken erop dat je open zult communiceren om je integratie te vergemakkelijken. Ik hou van kritische opmerkingen, zeker als ze bedoeld zijn om de zorgverlening te optimaliseren. Schrijf bedenkingen op, want er zijn er veel in het begin die anders verloren gaan in de routine die aanwezig is op de dienst. Joke neemt nieuwe medewerkers op sleeptouw doorheen je eerste dagen. Katrien, de opleidingsverpleegkundige is ook iemand waar je voor technische zaken op terug kan vallen. Zij loopt mee op individuele basis en waar noden zijn. We wensen je alvast veel werkvreugde. Wendy Hamers, hoofdverpleegkundige, en het ganse team van VE D3.

Transcript of onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive...

Page 1: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 1

Onthaalbrochure Interne 3 Pneumologie D3 Beste student, beste nieuwe medewerker

Ik heet je in naam van het team en mezelf hartelijk welkom op onze afdeling. Je zal veel nieuwe indrukken opdoen en in het begin moeite hebben om alles gecoördineerd uit te voeren. Ik wil je daarin geruststellen: stilaan krijg je alles onder de knie en je krijgt ook de voor jou nodige tijd en ruimte.

We zullen je zo snel mogelijk integreren in de groep, maar ook dit zal wat tijd

vragen. Ik reken erop dat je open zult communiceren om je integratie te vergemakkelijken. Ik hou van kritische opmerkingen, zeker als ze bedoeld zijn om de zorgverlening te optimaliseren. Schrijf bedenkingen op, want er zijn er veel in het begin die anders verloren gaan in de routine die aanwezig is op de dienst.

Joke neemt nieuwe medewerkers op sleeptouw doorheen je eerste dagen. Katrien, de opleidingsverpleegkundige is ook iemand waar je voor technische zaken

op terug kan vallen. Zij loopt mee op individuele basis en waar noden zijn.

We wensen je alvast veel werkvreugde.

Wendy Hamers, hoofdverpleegkundige, en het ganse team van VE D3.

Page 2: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 2

1. Voorstelling van de dienst.

Waar vind ik de afdeling? Neem de liften tot de 9de verdieping, verlaat de lift naar links. Ga door de deur, de afdeling bevindt zich

recht voor u. Route: 950

Coördinaten van de dienst Algemeen nummer afdeling: 050/45 30 95

Hoofdverpleegkundige: Wendy Hamers, 050 45 38 75 Mail: [email protected]

Voorstelling team Behandelende artsen verbonden aan de afdeling pneumologie :

Dr. Haenebalcke – diensthoofd pneumologie

Dr. Van Renterghem – enkel op polikliniek en wachtdienst

Dr. Ringoet

Dr. De Pauw

Dr. Depuydt

Dr. Muyldermans

Dr. Deseyne

2 geneesheren in opleiding

Aan nieuwe medewerkers: graag jezelf voorstellen aan de artsen.

Verpleeg – en zorgkundigen:

hoofdverpleegkundige: Wendy Hamers (bij afwezigheid vervangen door enkele collega’s,

aangeduid op de werklijst met D) bachelors en gegradueerde verpleegkundigen

zorgkundigen en hulp in de verpleging: hygiënische zorgen, hulp bij de bedeling en begeleiding

van de maaltijden

Logistieke assistente: die instaat voor het opvragen van de keuzemaaltijden, op - en afdienen van de

maaltijden en orde op de afdeling algemeen

Afdelingssecretaresse

Onderhoudpersoneel

Andere disciplines:

kinesitherapie

diëtiste

maatschappelijk werk(st)er

LOTUS-verpleegkundige

psychologen

palliatief supportteam

Page 3: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 3

2. Belangrijkste pathologieën en behandelingen

Pneumologie1 :

Acute aandoeningen: Pneumonie: longontsteking, een infectie van de longblaasjes (alveoli) en het omringende

weefsel

Bronchitis: een ontsteking van de grote luchtwegen (bronchiën) waar de luchtpijp (trachea) zich

in vertakt. Deze ontsteking wordt gewoonlijk door een infectie veroorzaakt, maar kan ook het gevolg zijn van irritatie door een gas of deeltjes

Longtumor: kwaadaardig gezwel ter hoogte van de longen

Pneumothorax: de aanwezigheid van lucht in de pleuraholte, waardoor de long inklapt

Hydrothorax: ook pleurale effusie genoemd, is een transudaat (helder vocht;

malnutritie, corfalen) of exudaat (troebel vocht; maligniteit, tbc, longontsteking) in de pleurale ruimte

Longembolie: een acute afsluiting van een longslagader (longarterie) door een embolus,

meestal in de vorm van een bloedstolsel (trombus) TBC (tuberculose): een besmettelijke infectie die zich via opgehoeste minuscule druppeltjes

door de lucht verspreidt en door de bacterie Mycobacterium tuberculosis wordt veroorzaakt.

Onze afdeling beschikt over 3 isolatiekamers met negatieve druk. Deze kunnen enkel betreden

worden na doorlezen van een specifieke bundel, vraag ernaar.

Chronische aandoeningen:

Longemfyseem: vorm van COPD. Is een abnormale uitzetting van de longblaasjes, hierdoor

vermindert de beschikbare oppervlakte voor gasuitwisseling, waardoor er dyspnoe ontstaat. Longfibrose: vorm van COPD met verschillende oorzaken. Aanwezigheid van abnormaal

bindweefselvorming in de long.

Bronchiëctasieën: blijvende verwijdingen (dilataties) van delen van de luchtwegen (bronchiën)

door beschadiging van de bronchuswand Mucoviscidose: ook cystisch fibrose genoemd. Is een erfelijke aandoening waarbij bepaalde

klieren abnormale producten afscheiden waardoor beschadiging van weefsels en organen, in het

bijzonder in de longen en het maag-darmkanaal, ontstaat. Astma: is een aandoening waarbij de luchtwegen zich (meestal omkeerbaar) vernauwen als

reactie op bepaalde prikkels

COPD: Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een

blijvende obstructie van de luchtwegen die bij emfyseem, chronische obstructieve bronchitis of

de combinatie van beide aandoeningen voorkomt. Sarcoïdose: (de ziekte van Besnier-Boeck-Schaumann) is een ziekte waarbij in veel organen een

abnormale ophoping van ontstekingscellen (granulomen) ontstaat

OSAS: obstructief slaapapnoesyndroom. Iemand die lijdt aan het obstructief

slaapapneusyndroom (OSAS) stopt tijdens de slaap meermaals met ademen door een belemmering van de luchtwegen.

Behandelingen: Antibioticatherapie

Thoraxdrainage: Door beschadiging van (een van) de longvliezen valt de druk in de pleuraholte

weg. Met behulp van thoraxdrainage kan de negatieve druk in de pleuraholte zich herstellen.

Chemotherapie: Bij chemotherapie worden geneesmiddelen toegediend die kankercellen

vernietigen (cytostatica).

1 Bronnen:

www.merckmanual.nl

http://www.bvpv-sbip.be/pdf%20bestanden/workshop%202013/UZ%20Brussel/Thoraxdrainage%20.pdf https://www.nursing.nl/PageFiles/9304/001_RBIAdam-image-NURS6969I01.pdf

http://www.azsintjan.be/pneumologie/welkom/obstructief-slaapapneusyndroom-(osas).aspx

Page 4: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 4

Opstart Cpap: continuous positive airway pressure, is nachtelijke beademing via een neus – of

mondmasker

Opstart Bipap: Bilevel Positive Airway Pressure, gelijkaardig als Cpap

Longrevalidatie: is een oefenprogramma voor patiënten met een chronische longziekte; de

belangrijkste doelstelling van de deelnemers is het bereiken en in stand houden van een zo hoog

mogelijk niveau van onafhankelijkheid en functioneren.

Andere specialiteiten

Indien in het ziekenhuis er plaatsgebrek is verzorgen we op onze afdeling ook patiënten van andere

specialiteiten binnen de interne geneeskunde zoals hematologie, oncologie, geriatrie, neurologie.

3. Terminologie en afkortingen voorkomend op de verpleegeenheid

AB: antibiotica

VS: verblijfsonde

N: nuchter

NNO: nuchter na ontbijt

VG: voorgeschiedenis

RIP: ruimte - innemend proces

TED (Trombo Embolism Deterrent): antitrombosekousen

ALO: acuut longoedeem

NIV: niet-invasieve beademing

UWI: urineweginfectie

4. Dagindeling

De verpleegeenheid wordt onderverdeeld in in 2 modules. Studenten worden toegewezen aan één moduleteam (wordt vermeld op de werkverdeling in de dienstkamer). Daarbij wordt verwacht dat eerst

de toegewezen patiënten worden verzorgd, daarna wordt hulp geboden aan het andere team.

De verpleegkundige verantwoordelijk voor een module voert alle taken uit (klaarzetten en ronddelen medicatie, zorgen,…) voor de patiënten die tot deze module behoren.

Een beknopt overzicht van de dagindeling:

6u30:

- start vroegdienst,

- overdracht door nachtdienst

6u45:

- einde nachtshift,

- start patiëntenzorg:

o moduleverpleegkundige: deelt de medicatie uit

o tweede verpleeg – of zorgkundige en stagiair starten met het nemen van de parameters, glycemies, toedienen aerosols en puffers. Daarna start hygiënische zorgen en wondzorg.

8u: bedeling ontbijt

8u20:

- patiëntenoverdracht door moduleverantwoordelijken vroegdienst naar hoofdverpleegkundige (of dagverantwoordelijke) en assistenten pneumologie

- korte pauze 2de verpleeg – of zorgkundige en stagiair vroegdienst

8u50: korte pauze moduleverantwoordelijken,daarna afwerken patiëntenzorg en registratie zorg in elektronisch patiëntendossier

Page 5: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 5

11u:

- medicatiebedeling door moduleverpleegkundige

- 2de verpleeg – of zorgkundige en stagiair: toedienen aerosols, meten glycemies, eventueel afwerken patiëntenzorg

11u30:

- bedeling middagmaal

- moduleverantwoordelijke: oplossen en toedienen IV-medicatie

12u: pauze (30 min) tweede persoon module

12u30:

- start laatdienst,

- overdracht door moduleverantwoordelijken vroegdienst naaar laatdienst

13u:

- pauze (30 min) moduleverantwoordelijken,

- laatdienst start met klaarzetten en controle medicatie

13u30 – 14u: oplossen en toedienen IV-medicatie

15u: middagtoer

17u: bedeling avondmaal

17u30 – 18u: oplossen en toedienen IV-medicatie

18u – 20u45: patiëntenzorg, avondtoer, toedienen medicatie, oplossen en toedienen IV-medicatie, 30 minuten pauzes in te plannen volgens mogelijkheid, registratie zorg in het elektronisch patiëntendossier

20u45:

- start nachtdienst,

- overdracht laatdienst naar nachtdienst

21u:

- einde laatdienst,

- start avondtoer nachtdienst en klaarzetten medicatie

23u30 -24u: oplossen en toedienen IV-medicatie

± 1u30: tweede nachttoer

± 4u30: derde nachttoer

6u: oplossen en toedienen IV-medicatie

Betekenis van de codes op de werklijst:

Vroegdienst

V6 6u30 – 13u00

V 6u30 – 15u00 met 30 min pauze

Dagdienst

D 8u – 12u en 13u – 17u Opmerking: geen standaardrooster voor medewerkers,

wel voor studenten

Laatdienst

L6 14u30 – 21u00 met 30 min pauze

L 12u30 – 21u00 met 30 min pauze

Nachtdienst

N 20u45 – 6u45

Hoofdverpleegkundige of

dagverantwoordelijke

D (verantwoordelijke) 8u – 13u 14u – 17u

Keukendienst

K 7u30 – 15u met 30 min pauze

Afdelingssecretaresse

D 7u30 – 11u30, 12u15 – 16u15

Page 6: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 6

5. Interessante links Site consultatiedienst pneumologie AZ Sint –Jan Brugge – Oostende av, campus Brugge:

http://www.azsintjan.be/pneumologie/welkom

Belgische vereniging van pneumologie verpleegkundigen:

http://www.bvpv-sbip.be/

Mucoviscidose: https://www.uzleuven.be/mucoviscidose

Page 7: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 7

STUDENT Welkom van de mentoren

We heten je van harte welkom en wensen je een leerzame stageperiode. Het team, en in het bijzonder de mentoren, zullen zich inzetten om je te begeleiden bij je leerproces.

Twee belangrijke uitgangspunten worden vooropgesteld. 1. Slechts de zorgen die in de theorie en in de praktijk behandeld werden op school, mogen

uitgevoerd worden. 2. De aard van de leermomenten wordt bepaald in functie van de stagedoelen en dit in

samenspraak met de mentoren en de stageleerkrachten.

Vergeet niet! Voor elk probleem, klein of groot van gelijk welke aard ook, spreek de

hoofdverpleegkundige en/of een verpleegkundige en/of een mentor aan waar u zich goed bij voelt en zeker de begeleiding van uw school. Blijf er niet mee zitten en laat je stage er niet door beïnvloeden.

Eerste jaarstudenten: steeds dagdiensten.

Tweede jaarstudenten: in samenspraak met school en de afdeling dag - , vroeg - en laatdienst. Derde jaarstudenten: in samenspraak met school en de afdeling dag - , vroeg, laat- en nachtdienst.

Welke leermomenten bieden wij aan Alle handelingen die een student stelt, dienen te gebeuren onder strikt toezicht van een verpleegkundige.

Verpleegtechnisch:

hygiënische zorgen

parametercontrole (temperatuur, polsslag, bloeddruk, gewicht, ademhaling, saturatie)

wondzorg :

zorgen aan thoraxdrains: passieve en actieve aspiratie

kleine wondzorgen (bv skintear, zorg CVC, zorg perifere catheter,…)

venapuncties

haemoculturen

glycemiebepalingen

perfusies voorbereiden, verwisselen infuus + observatie infuus

perifere katheter plaatsen inspuitingen: SC – IM

aanprikken totaal implanteerbaar poortsysteem

insulinetoediening

bloedtransfusie, toediening trombocyten

TPN klaarmaken en toedienen

tiltechnieken

decubitus- en trombosepreventie

Verwijderen van blaassonde

pre-operatieve voorbereiding van een patiënt

zuurstoftoediening

aerosoltoediening

puffertoediening

Minder frequent aanwezige leermomenten

plaatsen van een verblijfsonde

blaaskatherisatie: intermittent voor steriele staalafname

verwijderen van blaassonde

verwijderen redondrains

Page 8: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 8

Psychosociaal:

zich inleven in de belevingswereld van patiënten met chronische aandoeningen

begeleiden van patiënten met een slechte prognose;

begeleiden van patiënten in het volhouden van hun therapie;

begeleiden van patiënten met angst voor verpleegkundige - technische handelingen,

onderzoeken, ....

aanleren van hygiënische maatregelen aan diabetespatiënten.

Administratief:

de student leert op een deskundige wijze rapporteren

de student krijgt een inzicht van de patiëntenadministratie bij opname, verblijf en ontslag.

administratieve kansen voor derdejaarstudenten

o bijwonen van doktersronde o bijwonen van opname

o meehelpen nieuwe opnames o correct invullen van verpleegdossiers en MVG II items ( dit betreft ook eerste – en

tweedejaarsstudenten)

Opmerking: bijwonen van onderzoeken kan in samenspraak met de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke en met toestemming van de patiënt(e).

Voorbereiding door de student

Vooraf contacteren van de hoofdverpleegkundige.

Lezen ‘stage bij AZ Sint – Jan – informatie voor verpleging, verzorging en logistiek’

Zie: http://www.azsintjan.be/professionals/stage-bij-az-sint-jan.aspx De eerste dag:

De stagecoordinator en de begeleidingsverpleegkundigen plannen telkens om 9 uur een

onthaal op maandag voor de studenten.

De plaats van afspraak is aan het onthaal. Het onthaal bestaat uit:

1. welkomstwoord 2. begeleiden naar de kleedkamers en tijd geven om je om te kleden.

3. rondleiding binnen onze campus met de belangrijkste plaatsen.

4. na de rondleiding een kleine presentatie met vooral afspraken en verwachtingen. 5. zo nodig begeleiden naar de stageplaats.

Op je eerste stage heb je volgende documenten mee:

1. gezondheidsattest; 2. print voorstelling van de dienst;

3. print werkpostfiche; 4. print onthaaldocument.

Doelen van de dienst die meegenomen worden bij tussentijdse en eindevaluaties van de student. Het is de bedoeling dat de student bij aanvang aan de stagelector en mentoren een schriftelijk overzicht

voorlegt met stagedoelen. In de stagedoelen kun je voorop stellen je sterke punten verder te ontwikkelen en te werken aan je

zwakke punten.

De student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces en de vraag naar feedback. Een zorg wordt achteraf besproken met de student zodat hij eruit leert voor de toekomst.

Het groeiproces van de student zal voor de evaluatie bepalend zijn.

Page 9: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 9

Verwachtingen van de dienst naar de student toe:

Je hebt de introductiebundel vooraf ingezien om een beter zicht te hebben op de problematiek en

de individuele noden van de patiënten. Je voorstellen aan het personeel en patiënten is een elementaire vorm van beleefdheid en wordt

in dank afgenomen.

Je bent steeds net en verzorgd als je op de VE aankomt. Dit is een zaak van persoonlijke

hygiëne. Indien je een zorg gaat uitvoeren steeds het verpleegdossier grondig raadplegen ivm aanwezige

infecties en de te nemen maatregelen.

Je neemt initiatief om de aanwezige leermomenten te benutten, door concrete afspraken te

maken met de verantwoordelijke om onderzoeken, behandelingen… bij te wonen. Tijdig vragen

om SC, IM, bloedafnames en wondzorgtechnieken te sparen. Je vult leerdoelen in op begeleidingsfiche, je bespreekt deze met de mentor en de

verpleegkundigen zodat ze je daarbij kunnen begeleiden.

Je bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces, daarom wordt gevraagd de begeleidingsfiche

zelf in te vullen en voor te leggen aan de mentor of de verpleegkundige. Je gaat op een tactvolle en beleefde manier van om met de patiënten en het personeel met wie

wordt samengewerkt.

Je respecteert het BEROEPSGEHEIM en de privacy van de patiënt! Er kunnen geen documenten

met een identificatie van de patiënt meegenomen worden naar huis.

Je integreert je op een gepaste manier in het team, rekening houdend met de eigenheid van de verpleegeenheid.

Je kan zelf vragen stellen en problemen of gegevens aan bod brengen.

Je woont de patiëntenoverdracht bij.

Je neemt verantwoordelijkheid op. Wees eerlijk, correct en stipt. Eerlijk uitkomen voor eventuele

fouten of vergissingen.

Je neemt zelf initiatief voor neventaken.

Je bent zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van een patiënt in samenspraak met de

hoofdverpleegkundige en/of de mentoren. Je bent in staat om op een constructieve wijze om te gaan met feedback.

Je zorgt ervoor dat je zoveel mogelijk doelstellingen hebt bereikt op het einde van jouw stage.

Je vult op het einde van de stage de studentenenquête in.

Bij ziekte of afwezigheid verwittig je steeds je begeleiding van school maar tevens de

verpleegeenheid: 050 45 30 95

Page 10: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 10

NIEUWE COLLEGA

Welkom van de hoofdverpleegkundige Ik heet je in naam van het team en mezelf hartelijk welkom op onze afdeling. Je zult veel nieuwe

indrukken opdoen. Ik wil je daarin geruststellen : stilaan krijg je alles onder de knie ! We zullen je zo snel

mogelijk integreren in de groep, maar ook dit zal wat tijd vragen. Ik reken erop dat je open zult communiceren om je integratie te vergemakkelijken. We stellen alles in het werk om jou te helpen,

daarvoor staat de coach, de begeleidingsverpleegkundigen en het voltallige team klaar om het leerproces mee te begeleiden. We verwachten van jou het initiatief om ervoor te zorgen dat je gedurende de

opleiding voldoende “leert” en aanwezig bent op de vormingen die voor jou georganiseerd worden Dit

zullen dan ook de zaken zijn die bij de tussentijdse feedbackgesprekken en functioneringsgesprekken onder andere aan bod zullen komen.

Nieuwe medewerker De nieuwe medewerker is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces.

Daarom wordt verwacht: dat je op gepaste tijden je opleidingsplan invult.

dat je het opleidingsplan met de coach bespreekt.

dat je de opgelegde vormingen volgt.

Het persoonlijk opleidingsplan = het POP

Het POP geeft je een duidelijk overzicht van de vaardigheden en de beroepskennis en attitudes die van jou worden verwacht op je nieuwe dienst. Bij indiensttreding wordt een nulmeting opgemaakt met de

begeleidingsverpleegkundige en coach. Daarna neem je zelf regelmatig initiatief om het POP te overlopen

met je coach, hoofdverpleegkundige of begeleidingsverpleegkundige. Deze data plan je best meteen zodat je zeker bent dat je op tijd reflecteert en feedback kunt krijgen i.v.m. jouw leerproces.

Het is EEN WERKDOCUMENT, een leidraad voor het volgen van de evolutie van je kennen, kunnen en

integreren. Na het doorlopen van het volledige opleidingsplan (ten vroegste na 1 jaar) kunnen maximum

40 uren vorming worden toegekend.

Bespreken van het opleidingsplan

Samen met de coach de evolutie bespreken en eventueel de nodige acties ondernemen om je ontwikkeling van de vaardigheden, kennis en integratie op jouw dienst te bevorderen.

Vormingsaanbod en noden

Elke nieuwe starter moet in samenspraak met de hoofdverpleegkundige een aantal vormingen volgen die

worden vastgelegd door het ziekenhuis. Deze informatie krijg je bij de start van de begeleidingsverpleegkundigen.

Coach

Op de dienst fungeren een aantal ervaren verpleegkundigen als coach. Zij gaan jou zo goed mogelijk begeleiden en ondersteunen op de werkvloer. Je kunt bij hen terecht met al je vragen met als doel je

kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. De coach is ook je vertrouwenspersoon die het integreren in het team stimuleert. Het is goed om met de coach van bij de start:

minimum 2 geijkte momenten af te spreken in de eerste twee maanden

een aantal vaste momenten af te spreken om de 2 maanden in het eerste jaar

Dit alles in het kader van je POP en integratie in het team

Page 11: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Onthaalbrochure SJ- D3 11

Begeleidingsverpleegkundige

De begeleidingsverpleegkundigen zijn er om jou te ondersteunen en jouw integratie te bevorderen zodat je je kan ontwikkelen tot een goed functionerend teamlid.

Voor VE 95 is dit Katrien Devooght: 050/45.39.27. Uiteraard kun je ook steeds beroep doen op haar collega’s:. Ingrid Devos: 050/45.39.29

Taken begeleidingsverpleegkundigen:

onthaal bij de start in het ziekenhuis.

opvolging en ondersteunen van het POP.

aanbieden van individuele werkvloerbegeleiding.

bepaalde technieken opnieuw inoefenen.

informeren ivm de vormingen.

zorgen dat de nieuwe medewerker zichzelf kan inschrijven voor latere vormingen.

Afspraken op de afdeling

Je POP bijwerken na 3-6-9 maand om dan af te sluiten na 1 jaar.

Indien daar belangrijke punten uitkomen bespreek je dit met je coach en/of hoofdverpleegkundige.

Inschrijven in de nodige vormingen voor jouw afdeling en doorgeven op je wensenlijst elke

maand naar je hoofdverpleegkundige zodat hij/zij er rekening kan mee houden op de werklijst.

Page 12: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Bijlage TBC: informatiebrochure voor verpleegkundigen 1

TBC: informatiebrochure voor verpleegkundigen

1. Wat is tuberculose of TBC? Tuberculose is een besmettelijke ziekte die door de tuberkelbacterie of de bacil van Koch wordt veroorzaakt. Tuberculose is in ons land een zeldzame, maar geen uitgestorven ziekte. Iedereen kan

tuberculose krijgen. Jonge kinderen en personen met lagere immuniteit zijn vatbaarder. Momenteel krijgen in België 12,8 personen per 100.000 TBC. De ziekteverschijnselen zijn onder meer:

aanhoudende hoest (langer dan drie weken), pijn op de borst, hemoptoe (bloedfluimen), vermoeidheid, gewichtsverlies, anorexie, rillingen, lichte koorts en nachtelijk zweten. De klachten

hoeven niet allemaal tegelijk aanwezig te zijn. Het is zelfs mogelijk dat iemand geen enkele klacht

vertoont en toch tuberculose doormaakt.

2. Overdrachtswegen

Tuberculose wordt praktisch uitsluitend langs aërogene weg overgedragen door het inademen van

uiterst kleine (2 tot 10 micron), geïnfecteerde “druppelkernen” die bij het hoesten, niezen, lachen,

spreken door patiënten met long-, bronchus- of larynxtuberculose uitgestoten worden en in de

omgevende lucht blijven zweven. Personen in de nabije omgeving van de patiënt kunnen bacteriën inademen. Als de ingeademde bacteriën de longen binnendringen, veroorzaken die een kleine ontsteking, die meestal spontaan geneest. Bij sommige personen kan TBC ook in andere organen (nieren, beenderen, hersenen, klieren, …) dan de longen te vinden zijn, doordat de bacteriën via het bloed of de lymfeklieren worden meegevoerd. Tuberculose wordt niet overgedragen door middel van eetgerei of voorwerpen noch door rechtstreeks contact met besmette secreties.

3. Besmettingsrisico

Het zijn vooral de hoestbuien van patiënten waarbij het sputum positief is bij rechtstreeks

microscopisch onderzoek (open longtuberculose), die besmettingsgevaar opleveren. Wanneer de

bacillen enkel door kweek kunnen worden aangetoond (gesloten tuberculose of tuberculose buiten de

longen), is het besmettingsrisico veel geringer.

Ook de intensiteit en de frequentie van het contact met een besmettingsbron zijn medebepalend voor

de besmettingskans. Hoe nauwer en hoe langduriger de contacten, des te groter uiteraard het

besmettingsgevaar. De belangrijkste preventieve maatregelen betreffen dus de overdracht langs

aërogene weg.

4. Diagnose

De tuberculinetest is vooralsnog het beste middel om tuberculose op te sporen. De meest

betrouwbare methode is de intradermale test (Mantouxtest.)

Dit is het inspuiten van 5 eenheden tuberculine intradermaal aan de buitenzijde van het middelste

derde van de onderarm. Correcte toediening en aflezing is belangrijk. Na 72 uur (ten laatste na 5

dagen) wordt het resultaat afgelezen. Soms (bij negatief of twijfelachtig resultaat) is het

nodig om enige tijd later een controletest uit te voeren. De grootte van de induratie wordt met een

meetlat gemeten. Het type van de induratie wordt bepaald door met de vinger zacht over de

injectieplaats te wrijven (van graad I zeer hard tot graad IV week). De patiënt is besmet als de

tuberculinetest positief is. Een radiografie bepaalt dan het verdere beleid. Als de longfoto normaal is,

betekent dit meestal dat de patiënt niet ziek noch besmettelijk is voor anderen.

Page 13: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Bijlage TBC: informatiebrochure voor verpleegkundigen 2

Het bacterieel onderzoek op sputum is voor diagnose, behandeling en afzonderingsduur van essentieel belang. Er zal bij iedere patiënt onmiddellijk gedurende drie achtereenvolgende dagen (dus geen 3 stalen van dezelfde dag) een microscopisch onderzoek worden verricht op het ochtendsputum (nuchter). Een bacteriële kweek met antibiogram bepaalt welke medicamenten best worden gebruikt. Dit resultaat komt vrij laat; soms pas enkele maanden na afname Indien de onderzoeken telkens negatief zijn, worden de bijkomende voorzorgsmaatregelen type “LUCHT” opgeheven. Bij patiënten met positief sputum zal de concentratie van de tuberkelbacteriën in het sputum tijdens de eerste behandelingsweken op de voet worden gevolgd door het microscopisch onderzoek te herhalen. De snelle vermindering van de bacillendichtheid in het sputum - die vaak al zichtbaar is vanaf de eerste behandelingsweek - is een maatstaf voor de gevoeligheid van de kiemen. In de meeste gevallen is het microscopische sputumonderzoek negatief na het correct toepassen van de therapie gedurende enkele weken.

Wanneer vaststaat dat iemand tuberculose heeft, wordt een contactonderzoek gevoerd. Bij personen uit de onmiddellijke omgeving van de patiënt wordt nagegaan of ze door de zieke besmet zijn of misschien zelf ziek zijn. Ze worden ook onderzocht om de ziektebron op te sporen. Dit wordt door het plaatsen van een tuberculinehuidtest en/of het maken van een RX thorax nagegaan. Verpleegkundigen zijn ideale personen om samen met de patiënt een lijst van de personen op te stellen waarmee hij/zij de laatste maanden veelvuldig omging (gezinsleden, familie, vrienden, collega’s, klasgenoten, leden van een vereniging, …). Iedere arts die een geval van actieve tuberculose kent of vermoedt, geeft dit binnen 48 uur verplicht aan bij de dienst Toezicht Volksgezondheid van de provincie.

Het is de taak van de verpleeg- en zorgkundigen om de behandelende arts bij te staan door aan de patiënt en zijn contactpersonen informatie te verstrekken over de ziekte en behandeling, door tuberculinetests te plaatsen en door de therapietrouw van de patiënt persoonlijk te controleren.

5. Bijkomende voorzorgsmaatregelen type “LUCHT”

Het niet toepassen van de bijkomende voorzorgsmaatregelen type “LUCHT” is geassocieerd met een transmissierisico dat 2,6 maal hoger is dan indien deze wel worden toegepast.

De patiënt wordt onmiddellijk afgezonderd in een éénpersoonskamer in onderdruk; ook

wanneer de besmettelijkheid nog niet bacteriologisch is bevestigd, maar kan worden vermoed. Op de kamerdeur wordt een sticker “LUCHT” aangebracht. Kleef een kleine sticker

op het bed (transport) en in het patiëntendossier op een zichtbare plaats.

Door het dragen van een ultrafiltrerend masker wordt de besmetting via de lucht in de

omgeving van de patiënt tot een minimum beperkt.

Het kan om redenen van comfort moeilijk de hele dag door de patiënt worden gedragen. De patiënt draagt een ultrafiltrerend masker voor het verlaten van de kamer of als er bezoek in

de kamer komt. De ziekenhuiswerkers en bezoekers dragen een ultrafiltrerend masker om

te voorkomen dat besmette lucht wordt ingeademd. Het masker wordt steeds gedragen bij het betreden van de kamer zowel in aanwezigheid als bij afwezigheid van de patiënt.

Belangrijk!

Als zorgverlener zelf het ultrafiltrerend masker correct dragen. Wat is correct? 1. het masker opentrekken en het metalen bandje bovenaan op de neusrug doen aansluiten.

2. elastiekjes hoog (t.h.v. de kruin) aanbrengen. Zoniet lekt het masker onderaan de kin.

Er wordt gezorgd dat er steeds maskers te beschikking zijn in de sasruimte (indien aanwezig) of op een kar buiten de kamer. Het masker wordt opgezet door de ziekenhuiswerkers en de

bezoekers voor het betreden van de kamer. Het masker wordt aangehouden gedurende de aanwezigheid in de kamer. Bij het verkeerd of niet toepassen van de regels door andere

ziekenhuiswerkers, patiënt of bezoekers mag men hierop wijzen! De patiënt zet het masker in

de kamer op in aanwezigheid van anderen en buiten de kamer. Voor en na het opzetten en

Page 14: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Bijlage TBC: informatiebrochure voor verpleegkundigen 3

verwijderen van het ultrafiltrerend masker worden de handen ontsmet. Om de

acillenconcentratie in de lucht te verminderen worden bepaalde maatregelen genomen zoals

dagverlichting, verluchting van de kamer of een luchtbehandelinginstallatie.

Open ramen zorgen voor de aanvoer van verse lucht en verdunnen in grote mate de

bacillenconcentratie in de kamer. Jammer genoeg kan een open raam een luchtstroom veroorzaken van de kamer naar de gang toe, wat beslist te mijden is.

Luchtbehandelinginstallaties zoals in de drie kamers in onderdruk op VE95 lossen dat

probleem op: ze zuigen de kamerlucht aan en filteren deze. Bovendien creëren ze een relatieve onderdruk in de kamer ten opzichte van de gang zodat de verspreiding van besmette

lucht naar deze ruimten wordt vermeden. De deur van de kamer moet maximaal gesloten blijven en het venster mag niet worden

geopend, zoniet faalt het onderdruksysteem

In de meeste gevallen van tuberculose zullen 2 tot 3 weken bijkomende

voorzorgsmaatregelen type “LUCHT” volstaan. In uitgebreide gevallen met holtebeelden in

beide longen en vooral in gevallen met resistente bacillen kan het vele weken of zelfs maanden duren vooraleer het besmettingsgevaar is geweken.

Tijdens de afzonderingsfase zal de patiënt de kamer niet zonder toestemming verlaten. In

geval van verplaatsing van de patiënt buiten de kamer, moet deze tijdens deze verplaatsing

een ultrafiltrerend masker dragen en moet het personeel van de betrokken dienst over

de besmettelijkheid van de patiënt worden verwittigd.

Bezoek van familieleden wordt zoveel mogelijk beperkt en slechts voor korte tijd toegestaan.

Kinderen en verzwakte personen zijn niet toegelaten. Probeer in eenvoudige woorden de ziekte uit te leggen aan de patiënt en zijn familie om het sociale stigma ten aanzien van TBC

op te vangen. Beklemtoon dat bezoek heel belangrijk is voor de patiënt, maar dat de voorschriften met betrekking tot bijkomende voorzorgsmaatregelen type “LUCHT” moeten

worden gevolgd.

Hoesthygiëne is een eenvoudige, goedkope en zeer doeltreffende maatregel om de

transmissie van TBC te voorkomen. De patiënt dekt de mond en de neus tijdens elke hoest- of

niesbui goed af met een papieren zakdoek om vochtdruppels op te vangen en aërosolvorming te voorkomen. Na eenmalig gebruik worden de zakdoekjes in een plastiek zakje gegooid dat

dagelijks wordt verwijderd. Sputum wordt opgevangen in wegwerpbekertjes die dagelijks

worden vervangen. Zakdoekjes, wegwerpbekertjes en plastiek zak worden ter beschikking van de patiënt gesteld.

Bij het ontslag van de patiënt wordt de kamer gewoon gereinigd; een uur na ontslag moet daarbij geen masker meer gedragen worden.

Bij besmette patiënten wordt enkel materiaal binnengebracht om een periode van 24 uur te overbruggen. Voor voorwerpen die door een TBC-patiënt werden gebruikt, volstaat een algemeen gebruikelijke reiniging. Reiniging en ontsmetting van verzorgingsmateriaal zoals bedpannen, urinaals, … gebeurt bij voorkeur machinaal. Eetgerei ondergaat de normale behandeling (centrale vaatwas).

6. Behandeling

Er bestaat een vaccin tegen tuberculose (BCG) dat gemaakt wordt van het afgezwakte

Mycobacterium bovis. De bacilli hebben genoeg kracht behouden om een matig effectief

vaccin te zijn voor het voorkomen van menselijk tuberculose. Deze vaccinatie is vooral effectief om hersenvliesontsteking bij kinderen te voorkomen, maar beschermt niet tegen een

Page 15: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Bijlage TBC: informatiebrochure voor verpleegkundigen 4

besmetting. Bacillus of Calmette and Guérin vaccinatie is dan ook slechts in beperkt aantal

gevallen zinvol.

De behandeling van tuberculosepatiënten blijft problematisch. Niet alleen omwille van de

noodzaak tot het combineren van verschillende antibiotica en de langdurige behandelingstijd,

maar ook omwille van de toename van de resistentie aan antibiotica. Multiresistente

tuberculosebacillen ontstaan frequent ten gevolge van onvoldoende dosering of onvoldoende associatie van de tuberculostatica.

Het belang van een correct voorgeschreven en strikte therapie kan niet voldoende worden

onderstreept. Bij therapie ontrouwe patiënten is het toedienen van de tuberculostatica onder toezicht de beste profylaxe tegen resistentie.

Belangrijk bij de medicamenteuze behandeling is therapietrouw. De toediening van

tuberculostatica dient strikt genomen te worden volgens voorschrift om alle tuberkelbacteriën te doden en zo herval en/of resistentie te vermijden. Zo moet in de regel (er worden soms

uitzonderingen gemaakt) de volledige dagdosis nuchter en ineens worden ingenomen.

De inname van de medicatie gebeurt, waar mogelijk, onder strikte supervisie. We spreken van

“direct geobserveerde therapie” (DOT.) DOT is de controlestrategie voor TBC van de

Wereldgezondheidsorganisatie. Het wordt beschouwd als de meest kosteffectieve gezondheidsinterventie. Bij alle patiënten die in onze dienst verblijven dient DOT toegepast!

Praktisch wil dit zeggen dat de patiënt zijn medicatie dient in te nemen in aanwezigheid en onder het oog van de verpleegkundige. Dokter en verpleegkundigen dienen aan

de patiënt uit te leggen dat dit een algemene regel is, in ieders belang, waarop geen uitzonderingen kunnen worden gemaakt. De patiënt wordt aangemoedigd om alle problemen,

die hij met de medicatie ondervindt, te rapporteren.

Therapietrouw kan nog op twee andere manieren worden gevolgd:

1. Rifadine veroorzaakt, vooral in de eerste dagen van het gebruik, dikwijls oranje verkleuring

van stoelgang en urine. De verpleegkundige kan hierop letten. 2. Nicotibine, een ander belangrijk geneesmiddel, kan in het labo in de urine worden

opgespoord.

Meestal is de behandeling gebaseerd op het gecombineerd toedienen van 3 à 4 medicijnen,

soms zelfs meer. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende medicijnen, hun

dosering, enkele nevenwerkingen en tijdstip van inname.

Page 16: onthaalbrochure VE 95 - AZ Sint-Jan...Chronische obstructieve longziekte of chronic obstructive pulmonary disease, is een ... TED (Trombo Embolism Deterrent): ... L6 14u30 – 21u00

Bijlage TBC: informatiebrochure voor verpleegkundigen 5

Isoniazide

INH (Nicotibine)

Rifampicine

RMP

(Rifadine)

Pyrazinamide PZA

(Tebrazid)

Ethambutaol EMB

(Myambutol)

Dosering 300 mg (tabl.) 300 mg (caps.) 500 mg (tabl.) 400 mg (tabl./amp.)

Nevenwerkingen - perifere neuropathie (pijn

+ tintelingen in handen)

- hepatotoxisch (geelzucht) - huiduitslag - moeheid

- maag -en

darmklachten

- huidrash, jeuk,

- interfereert met metabolisme van andere

medicatie

- hepatotoxisch

- rode of oranje verkleuring van urine, stoelgang en tranen

- Urinezuur (asymptomatisch)

- Gewrichtsklachten

- huidrash

Visusstoornissen, uitval van:

- perceptie van rood-groen

- gezichtsscherpte

Is reversibel na innamestop

Tijdstip inname 1 tabl. 30’ voor ontbijt

2 caps. 30’

voor ontbijt

3 of 4 tabl.

Voor of bij ontbijt

3 of 4 tabl.

Voor of bij ontbijt

Gewone duur 6 maand 6 maand 2 maand