onthaalbrochure VE 125 · 2017-10-17 · SJ-D1 - 2 - I. Welkom! U loopt binnenkort stage, of u...
Transcript of onthaalbrochure VE 125 · 2017-10-17 · SJ-D1 - 2 - I. Welkom! U loopt binnenkort stage, of u...
SJ-D1 - 1 -
Onthaalbrochure Interne 1 Nefrologie - Revalidatie
SJ-D1 - 2 -
I. Welkom!
U loopt binnenkort stage, of u begint binnenkort op verpleegeenheid D1 (12de verdiep), met deze
introductiemap bieden wij je een hulpmiddel aan om je start of stage voor te bereiden.
Het is een dienst met veel afwisseling, mede al door de verschillende pathologieën die er liggen. Dat zorgt
dan weer dat je er enorm veel kunt bijleren.
Bij ziekte of afwezigheid moet de verpleegeenheid steeds verwittigd worden
op het nummer 050/45 31 25.
We rekenen op een vlotte samenwerking en wensen je een leerrijke stageperiode toe.
Veel succes!
II. Voorstelling van de dienst!
Onze dienst beschikt over 35 bedden voor nefrologie, revalidatie, reumatologie en pijnkliniek. We zijn
gelegen op de twaalfde verdieping van het ziekenhuis, uit de lift naar links.
Je kan ons gemakkelijk vinden als je het routenummer 1250 volgt.
We kennen heel wat lang verblijvende patiënten of patiënten die regelmatig terugkeren. Er zijn ook een aantal patiënten die voor onderzoeken opgenomen worden en minder dan een week blijven.
Personeelsstructuur Op de verpleegeenheid werken: 1 hoofdverpleegkundige,
bachelor in verpleegkunde,
gegradueerd verpleegkundigen,
vaste nachtverpleegkundigen,
zorgkundigen,
logistieke assistenten,
administratieve medewerkers.
Personeelsleden werken fulltime, 4/5, 3/4 of halftime.
Waarnemend hoofdverpleegkundige: Emmy Depicker t: 050 45 31 25
SJ-D1 - 3 -
Architectonisch
De kamernummering telt van kamer 1250 tot en met kamer 1263 en éénpersoonskamers: 1285 en 1286.
De bednummering in tweepersoonskamers start aan de deur met bed één en aan het venster bevindt zich
bed twee. In een vierpersoonskamer (1253 en 1255) start de nummering aan het bed links aan de deur en zo verder volgens wijzerzin.
K 1264 Poetslokaal
K 1263 Dagzaal
K 1262
K 1261 K 1285
K 1260 K 1286
K 1259 Linnenkamer
K 1258 Spoelruimte
K 1257 Berging/reanimatiekar
K 1256 Bureau assistent nefro
K 1255 Bureau verpleegkundigen
K 1254 Spreeklokaal
Douche
K 1253 Afdelingskeuken
K 1252 Bureau revalidatie-arts
K 1251
K 1250
SJ-D1 - 4 -
SJ-D1 - 5 -
Geneesheren
Nefrologie:
- Dr B. Van Den Bergh
- Dr E. Matthys - Dr S. Vandecasteele
- Dr P. Vermeiren - Dr A. De Vriese
- Doktersassistenten
Dagelijks komen Dr. Vermeiren en Dr. Vandecasteele samen met de assistent op zaalronde rond
het middaguur.
Reumatologie en revalidatie/ sportgeneeskunde:
- Dr I. Peene - Dr E. Dhondt
- Dr R. Watteyne - Dr K. Vandecasteele
- Dr M. D’hooghe - Dr J. De Neve
- Dr K. Watteyne - Dr Y. Piette
- Doktersassistent
De assistent die de verblijvende patiënten dagelijks opvolgt, wordt op weekdagen bijgestaan
door één van de stafleden. Iedere dinsdag om 9 uur is er interdisciplinair overleg tussen de bovengenoemde artsen, de hoofdverpleegkundige, sociaal assistente, psychologe, ergotherapeut en kinesist. Het overleg wordt gevolgd door een uitgebreide zaalronde.
Pijnkliniek:
- Dr A. Ver Donck - Dr M. Gorissen
- Dr P. Vercruysse
Artsen van de pijnkliniek komen zelden op de afdeling, ze zien hun patiënten op de pijnkliniek (5de verdiep) waar ze komen voor opvolging en/of behandeling. Communicatie met de verpleegeenheid gebeurt telefonisch en schriftelijk.
Samenwerkende diensten:
Polikliniek algemeen interne Polikliniek revalidatie/sportgeneeskunde Polikliniek pijnkliniek Afdeling medische beeldvorming (RX, CT, NMR, echo, …) Apotheek Kinesisten Grote oefenzaal Sociale dienst (contactpersonen zijn M. Moerman voor nefrologie, S. Maene voor pijnkliniek en E. Desmet voor revalidatie)
SJ-D1 - 6 -
Ergotherapie Logopedie Klinische psychologie Isotopen: botscan
Vaak voorkomende pathologie op VE D1
nefrologie
- dialysepatiënten - alle soorten infecties
- …
Revalidatie/ sportgeneeskunde
- Rugpijn - hernia - indeukingsfractuur
- Revalidatie na amputatie of trauma - Südeck-atrofie
- Reumatoïde artritis - I.V. medicatiekuur: vb Prostin
- …
Pijnkliniek
- Analyses (lumbaal, cervicaal, thoracaal,…)
- Plaatsing neurostimulator - Problemen met inwendige pomp (morfinepomp, baclofenpomp,…)
- Therapeutische infiltraties - Trigeminusneuralgie SWEET-operatie
- …
III. Dagindeling
Uurroosters V 6u30-13u30 en 14u-15u V6 6u30-13u
D 7u30-12u en 14u30-18u DA 8u-13u en 14u-17u (Hvpk)
L 12u30 - 21 u K 7u30-12u30 en 15u-18u
W 20u45-6u45
Eerste en tweedejaarsstudenten krijgen enkel D-diensten toegewezen, derdejaarsstudenten
kunnen mogelijks ook andere uren krijgen.
SJ-D1 - 7 -
SJ-D1 - 8 -
Dagindeling (bij benadering)
06h30 overdracht van de nachtdienst naar vroegdiensten
07h00 2vpk: medicatiebedeling, glycemiemeting en temperatuurcontroles andere verpleegkundigen: start ochtendverzorging van de dialyse patiënten.
07h30 Ontbijt opdienen, eventueel maaltijd voorbereiden en/of hulp bieden aan de patiënt. Parametercontroles voor 8h30.
08h15 overdracht: verpleegkundige die medicatie deelde, dagdienst, hoofdverpleegkundige, studenten. Anderen blijven op de gang.
08h30 afdienen
Verzorging van alle patiënten, parametercontrole, opzetten in zetel/rolwagen, invullen verpleegdossier, ook aandacht voor kamerorde. Na de verzorging worden verzorgingskarretjes opgeruimd en aangevuld, wassen en ontsmetten van wasbekkens, dossiers invullen…
11h00 Medicatiebedeling
11h20 Opdienen middagmaal, eventueel hulp bieden aan de patiënt
12h00 Afdienen, patiënten terug in bed leggen voor middagrust
12h30 Overdracht tussen hoofdverpleegkundige, vroegdienstverantwoordelijken en de laatdiensten.
13h45 Koffietoer, aanvullen van water in de kamers. Afdienen
14h00 Namiddagverzorging: verzorging, wisselligging of in zetel/rolstoel opzetten, bedden effen trekken, kamerorde. Na de verzorging: aanvullen materiaal.
16h00 Delen van avondmedicatie, glycemiemeting.
17h15 Opdienen van avondmaal, eventueel hulp bieden aan de patiënt.
Afdienen, patiënten terug in bed installeren.
18h45 Start avondtoer: 2vpk: delen avondmedicatie; anderen: avondverzorging
20h45 Overdracht aan nachtverpleegkundige
De nachtverpleegkundige staat onder andere in voor het toezicht en verzorging van de patiënten tijdens de nacht (drie verzorgingsrondes), geplande bloedafnames, glycemiecontroles, klaarzetten van de medicatie voor de volgende 24h en het noteren van parameters in het dossier.
SJ-D1 - 9 -
Veel gebruikte terminologie en onderzoeken Angiografie Medische beeldvorming van de bloedvaten
Angiocadriografie Het in beeld brengen van de grote hartholten en
de afvoerende slagaders na plaatstelijk inspuiten
van contraststof via een opgeschoven catheter
Apneu, apnoe Ademstilstand, ophouden met ademen
BAL Broncho-alveolaire lavage, brochusspoeling, inspuiten en aspireren van vocht in de bronchi
tijdens bronchoscopie, voor bacteriologisch en/of cytologisch onderzoek
BMD Bone mineral densitometry, botdensitometrie
CABG Coronaire bypass (coronary artery bypass
grafting)
Creatinine-clearance Nierfunctieproef, bepaalt de hoeveelheid bloedplasma, die per tijdseenheid door de nieren
van creatinine wordt gezuiverd
Diurese Het aanmaken van urine door de nieren
Diureticum Waterafdrijvend middel
Duplex onderzoek Gecombineerde toepassing van echografie en
doppleronderzoek
DVT Diepe veneuze trombose
ECG Elektrocardiografie/elektrocardiogram
echocardiografie Echografisch onderzoek van het hart
EEG Elektro - encephalogram
Erytropoëtine (epo) Hormoon, afgescheiden door de nier, dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert
flebitis Ontsteking van een ader
fibromyalgie Een vorm van weke delen rheuma (ontsteking van bindweefsels en spieren), waarvan het
mechanisme nog slecht gekend is
Glomerulonefritis Ontsteking van de nefronen in de nier
Glomerulus Proximaal deel van nefron (filterapparaat)
SJ-D1 - 10 -
Hematurie bloedplassen
Hemiparese Gedeeltelijke verlamming van één lichaamshelft
Hemiplegie Verlamming van één lichaamshelft
Hemodialyse Behandeling van nierfalen, waarbij het bloed van
de patiënt wordt afgeleid naar een extern membranensysteem (kunstnier), die de
afvalstoffen filtert
hypertensie Verhoogde bloeddruk
IVP Intraveneuze pyelografie: radiologisch onderzoek
van de nieren na IV. Inspuiten van contraststof
Lumbaalpunctie Aftappen van hersenvocht ter hoogte van het ruggenmergkanaal
Mantoux Huidreactie voor opsporen van tuberculose
Melena Zwarte verkleuring van de stoelgang door
aanwezigheid van verteerd bloed (bloeding waarschijnlijk boven de hoek van Treitz)
Mictie Urinelozing, plassen
Midstream urine Staal urine dat tijdens de mictie wordt
opgevangen voor bacteriologisch onderzoek
Nefrologie Studie van de nieren en nierziekten
Nefron Functionele basiseenheid van de nieren
Nefrotisch syndroom Aandoening van het glomerulair apparaat
gekenmerkt door oedeem, proteïnurie en hypoproteïnemie
Nierinsufficiëntie (NI) Nierfalen
Osteomyelitis Ontsteking van beenweefsel en beenmerg
Osteoporose Degeneratieve aantasting van het bot, waarbij de
afbraak de bovenhand heeft het op de botopbouw
Ostitis (osteïtis) Ontsteking van het beenweefsel
Paraplegie Verlamming van de onderste lichaamshelft
Peritoneum Buikvlies
SJ-D1 - 11 -
Peritoneale dialyse Therapeutisch zuiveren van bloed bij nierinsufficiëntie door tijdelijk inbrengen van spoelvloeistof in de buik; hierbij doet het peritoneum dienst als filtermembraan tussen bloed en spoelvloeistof
Pyelonefritis Ontsteking van nier en pyelum
Pyelum Nierbekken (verzamelplaats van urine in de nier)
SJ-D1 - 12 -
RA Reumatoïde artritis
Renaal In verband met de nieren
Renine Hormoon, afgescheiden door de nier: belangrijk
voor het regelen van de bloeddruk
Sputum Afscheidingsproducten van ontstoken slijmvliezen
van de luchtwegen, opgegeven door hoesten TEE (syn. Fluimen)
Tetraplegie Transoesofagale echocardiografie
TTE Verlamming van de vier ledematen
Transthoracale echografie
SJ-D1 - 13 -
STUDENT Welkom van mentoren (+ link naar lijst mentoren)
Wij engageren ons allen om je te ondersteunen bij uw opleiding en om uw stageperiode boeiend mogelijk te maken, en moedigen je aan om zelf initiatieven te nemen zodat je op relatieve korte tijd heel
wat verpleegkundige ervaringen opdoet.
Breng de eerste stagedag je geneeskundig attest, de administratie van je stage (begeleidingsfiches…) en eventueel een hangslot voor de kleedkastjes mee.
Onze mentoren vind je via deze link: de mentoren lijst.doc
Voorbereiding
We verwachten dat je toch een beetje voorbereid op je stageplek aankomt, meer bepaald het
volgende:
Introductiemap lezen vóór de aanvang van de stage. Eventuele vragen kunnen tijdens het introductiemoment op de VE gesteld worden. Gedoceerde theorie vooraf instuderen: zorg dat de aangeleerde technieken gekend zijn. Patiënten zijn geen proefkonijnen. I.v.m. leerproces: ken de verschillende aangeleerde interventies, de begeleidingsfiche
aanbieden met neergeschreven doelstellingen, zelf de opleiding en het leerproces in handen nemen: leermomenten zoeken - begeleiding vragen aan stagelector/mentor/andere verpleegkundigen, info vragen, tussentijdse evaluatie vragen, zichzelf kunnen evalueren. Klinische paden en procedures kunnen per specialiteit opgevraagd worden op het intranet d.m.v. een pc (intranet) opgesteld in de verpleegpost.
Info
Algemene onthaalbrochure op DINA (link) - werkpostfiche - melding start stage
Welke leermomenten bieden wij aan… Volgende lijst van professionele vaardigheden, kennis & attitudes vormt een basis om duidelijk te maken welke zaken aan bod kunnen komen.
Dit zijn de meest voorkomende zaken, afhankelijk van de patiëntenpopulatie komen andere vaardigheden aan bod.
Deze lijst kan een hulp zijn bij het opstellen van doelstellingen voor deze stage; persoonlijke doelstellingen afhankelijk van je eigen leerproces zijn ook van groot belang.
SJ-D1 - 14 -
Afhankelijk van je school leer je de verschillende vaardigheden op een ander tijdstip in de opleiding aan. Het is van essentieel belang om op stage je bevoegdheid niet te buiten te gaan: je voert géén vaardigheden uit die je op school nog niet geleerd hebt. Kijken en uitleg vragen kan natuurlijk altijd.
Algemene Vaardigheden:
- kennen van de dagstructuur en hierin participeren
- wegwijs zijn op dienst - communicatie met de patiënt, de familie en het multidisciplinair team
- rapportage in dossier / team - toepassen van hef- en tiltechnieken, gebruik van hulpmiddelen
- kennis van courante medicatie
Vaardigheden mbt hygiëne:
- hygiënische zorgen zelfstandig uitvoeren - oog hebben voor nazorg
Wondzorg:
- uitvoeren van een eenvoudige wondzorg
- wondzorg met zalf/ poeder/… - verwijderen van hechtingen, haakjes, steristrips
- decubitus: observatie, preventie, nortonscore - aanleggen stompverband
Zorgen aan het maagdarmstelsel:
- toedienen fleetlavement
- verzorging gastrostomiesonde - toedienen van sondevoeding met een voedingspomp
- medicatietoediening via gastrostomiesonde
Zorgen aan het urinair stelsel:
- ledigen / vervangen van de collecteerzak - blaassondage
- blaasspoeling (voor instillatie of bij verstopping van de sonde) - afname van urinestaal
Puncties:
- veneuze bloedafname: materiaalkeuze, uitvoering en afwerking
- therapie infiltratie
Zorgen aan het ademhalingsstelsel:
- aërosol / O2-toediening - verzorging van tracheostomie / canule
- aspiratie
SJ-D1 - 15 -
Parenterale therapie:
- subcutane en intramusculaire injectie - diabetes: glycemiemeting, kennis van normale waarden, insuline
- plaatsing perifere catheter + aanschakelen van het waakinfuus - verzorging centrale catheter
- klaarmaken van intraveneuze medicatie (altijd onder toezicht!) - kennis van infuuspompen en spuitpompen
- aanprikken, verzorgen en afsluiten van poortcatheter.
Doelstellingen van de dienst Twee belangrijke uitgangspunten worden voorop gesteld. Ten eerste mogen slechts deze zorgen die in theorie en praktijk behandeld werden uitgevoerd
worden. Ten tweede wordt de aard van de leermomenten bepaald in functie van de stagedoelen van de
studenten en in afspraak met de stagementor en de verwachtingen van de stageleerkrachten. Er wordt verwacht dat de stage voorbereidt wordt en dat de geziene verpleegkundige leerstof gekend is.
Het is de bedoeling dat de student bij aanvang aan de stagelector en mentors een schriftelijk overzicht voorlegt met stagedoelen. In de stagedoelen kun je voorop stellen je sterke punten verder te ontwikkelen en te werken aan je zwakke punten. De student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces.
Een zorg wordt achteraf besproken met de bedoeling dat de student er voor de toekomst uit leert. Het
groeiproces van de student zal voor de evaluatie bepalend zijn.
Verwachtingen
Goede voorbereiding van de stage. De student moet het introductieverslag degelijk gelezen hebben. Neem contact op met de docent voor de start van de stage; eventuele vragen kunnen dan gesteld worden.
Persoonlijke doelstellingen worden in de eerste stageweek aan de mentor voorgelegd en besproken. Op die manier kan samen met de mentor nagegaan worden hoe deze doelstellingen
bereikt kunnen worden.
Werken in teamverband: Inzet en hulp naar anderen toe; de student springt spontaan bij waar er nog hulp kan geboden worden. Beleefdheid en begrip voor elkaar, ook in de drukke momenten. Er wordt verwacht dat de student stipt is op stage, een verzorgd voorkomen heeft
en een correcte taal hanteert. Ieder teamlid, ook de studenten, dragen bij tot een goede groepsgeest.
Leergierigheid. De mate waarin de student kennis en vaardigheid opdoet hangt in grote mate af van het initiatief van de student. De student moet durven vragen stellen naar het waarom van
verpleegkundige handelingen. Je bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces; dit houdt in dat je zelf specifieke leermomenten en feedback aan de mentor vraagt en zelf zorgen, voorbehoudt voor de begeleidingsdag met de stagedocent.
Patiëntgerichtheid. De student mag de psychische noden van de patiënt niet uit het oog
verliezen. Na het onderkennen van de noden, moet hij/zij hierop adequaat leren reageren,
eventueel door de verantwoordelijke verpleegkundige te verwittigen. De student moet leren om
correcte en patiënt gerichte informatie te geven.
SJ-D1 - 16 -
Respecteren van het beroepsgeheim: alles wat je op de VE hoort met betrekking tot de
patiënten valt onder het beroepsgeheim.
Verantwoordelijkheid nemen: een goede theoretische basis, kennis van de basisprincipes met vooral oog voor hygiëne en steriliteit. Verantwoordelijkheid naar uit te voeren taken: hulp vragen als je onzeker bent, niet aangeleerde taken delegeren. Bij eventuele fouten of vergissingen: ervoor uitkomen en je verantwoordelijkheid opnemen.
Een goede theoretische kennis van de interventies en een minimum aan vaardigheid zijn vereist
voor men op de verpleegeenheid komt. Bij het uitvoeren van de handelingen moeten de
basisprincipes in acht genomen worden. De student zal tijdens de stage proberen de leerstof te
integreren in de praktijk. Het bijwerken van verpleegkundige vaardigheden behoort tot de
verantwoordelijkheid van de student.
Gedurende de stage kan je evolueren in vlotheid, nauwkeurigheid, orde, rustig werken en
goede coördinatie. Er kan steeds beroep gedaan worden op één van de mentoren of andere verpleegkundigen. De student moet zichzelf evalueren tijdens en na de zorg, en zonodig kunnen
bijsturen. De student mag zijn bevoegdheid niet te buiten gaan, hij/zij voert geen handelingen uit welke nog niet aangeleerd zijn in de les.
Rapportage, zowel mondeling als schriftelijk is van groot belang. Noteer ook steeds je naam in
het verpleegdossier
Je voorstellen aan het personeel en patiënten is een elementaire vorm van beleefdheid en wordt in dank afgenomen.
Er wordt verwacht dat je steeds net en verzorgd op de VE aankomt. Dit is een zaak van persoonlijke hygiëne. Indien u een zorg gaat uitvoeren steeds het verpleegdossier grondig
raadplegen ivm aanwezige infecties en de te nemen maatregelen.
Initiatief nemen om de aanwezige leermomenten te benutten, door concrete afspraken te maken met de verantwoordelijke om onderzoeken, behandelingen… bij te wonen. Tijdig vragen om
SC, IM, bloedafnames te sparen, wondzorgen, …
Elke student is verantwoordelijk voor zijn/haar eigen leerproces, daarom wordt gevraagd hun
begeleidingsfiche voor te leggen aan de mentor of verpleegkundige om deze lijst samen na de zorgverlening in te vullen en te bespreken.
Zelf vragen stellen en problemen of gegevens aan bod brengen.
Bijwonen van de patiëntenoverdracht.
Spontane medewerking en initiatiefname voor neventaken.
Er is altijd werk op de dienst, zoals opruimen van de spoelruimten, eens afwassen van de verzorgingskarren, aanvullen van de verzorgingskarren…
Bij ziekte of afwezigheid verwittig je steeds je begeleiding van school maar tevens
de verpleegeenheid: 050 45 31 25
Vergeet niet! Voor elk probleem, klein of groot van gelijk welke aard ook, spreek de hoofdverpleegkundige of/en een verpleegkundige of/en een mentor aan waar u zich goed bij
voelt en zeker de begeleiding van school. Blijf er niet mee zitten en laat je stage er niet door
SJ-D1 - 17 -
beïnvloeden.
NIEUWE COLLEGA
Coach
Op de dienst fungeren een aantal ervaren verpleegkundigen als coach.
Zij gaan jou zo goed mogelijk begeleiden en ondersteunen op de werkvloer. Je kunt bij hen
terecht met al je vragen met als doel je kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. De
coach is ook je vertrouwenspersoon die het integreren in het team stimuleert. Het is goed om
met de coach van bij de start:
Minimum 2 geijkte momenten af te spreken in de eerste twee maanden
Een aantal vaste momenten af te spreken om de 2 maanden in het eerste jaar
Dit alles in het kader van je integratie in het team.
Begeleidingsverpleegkundige
De eerste dagen/weken/maanden komt een opleidingsverpleegkundige met je meelopen. Om zo al
doende de gewoonten en gebruiken van het ziekenhuis te leren. Het aantal keren dat ze langskomt, is afhankelijk van je ervaring en je opleiding vooraf. Voor onze dienst is het Katrien De Vooght die deze functie op zich neemt. Haar kan je bereiken op het nummer: 050 45 39 27.
Verwachtingen POP
Samen met de begeleidingsverpleegkundige wordt een persoonlijk opleidingsplan opgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met je persoonlijke sterke en minder sterke punten.
SJ-D1 - 18 -
Vormingsaanbod en noden
We hebben een heel aanbod aan informatie over de verschillende pathologieën. Het zijn verschillende bundels die verzameld zijn van verschillende interne en externe bijscholingen. Ook hebben we een uitgebreid aanbod aan bijscholingen intern, waar je je altijd zelf voor kunt inschrijven.
Afspraken op de afdeling
A. Algemene afspraken Bij ziekte: steeds de verantwoordelijke binnen de kantooruren verwittigen op het nummer: 050 45 31 25
Elke maand worden de verlangens en wensen ingediend. De hoofdverpleegkundige probeert bij het opstellen van de lijst hier zoveel mogelijk rekening mee te houden.
Voor het hoofdverlof moet je de aanvraag in het begin van het jaar indienen. De
hoofdverpleegkundige kan dit dan goed- of afkeuren.
Let wel: tussen 15 juni en 15 september: kan een fulltime equivalent maar 10 dagen BV opnemen.
B. Afspraken en tips voor de verzorging
Ochtendverzorging
- Kijk voor de verzorging steeds het verpleegkundige dossier in, vul het nadien correct in. - Tijdens de ochtendverzorging wordt steeds bloeddruk en pols genomen, andere parameters
volgens noodzaak. - Patiënten worden minimum 1x/ dag opgezet in de zetel of rolstoel tenzij de patiënt dit niet
aankan of dit anders beslist is. Bij opzitten steeds de alarmbel, wat te drinken en iets ter bezighouding (boekje, tv-bakje,…) binnen handbereik.
- Observeer je patiënt en rapporteer waarnemingen. - Tot nazorg van de patiënt behoort de kamerorde, maar ook het in orde brengen en aanvullen van
het gebruikte materiaal.
SJ-D1 - 19 -
Namiddagverzorging
- Ook in de namiddag steeds eerst het dossier inkijken, nagaan of er specifieke zaken uitgevoerd
moeten worden. - Observatie van drukpunten bij risicopatiënten.
- Patiënten opzetten in zetel of rolwagen, of goed positioneren in bed.
- Nazorg.
C. Afspraken en tips met betrekking tot de maaltijden
- Vraag steeds de naam van de patiënt. - Ga na of de patiënt al dan niet nuchter is.
- Ga na of de patiënt een aangepaste maaltijd krijgt (diabetes, dieetmaaltijd, gemalen voeding,…) - Goede positionering van de patiënt.
- Zo nodig de maaltijd voorbereiden of volledige hulp bieden. Eventueel hulp voor inname medicatie.
- Controleer bij het afdienen of medicatie werd ingenomen. - Bij sommige patiënten moet de ingenomen voeding genoteerd worden op een volgblad.