Ons legden ze geen dwang op - VUguus/personal/nrc100501-schreiber.pdfaan de singel in Roermond, met...

1
V ijfentwintig kamers hadden we. We woon- den in een reusachtig, verrukkelijk hoekhuis aan de singel in Roermond, met een grote tuin erbij. We waren niet rijk; mijn ouders hadden het huis gekocht omdat de praktijk die erbij hoorde goed betaalbaar was. Patiënten werden ontvangen op de beletage, in de wachtkamer naast de voordeur. Ik denk dat die s ochtends tijdens het spreekuur gewoon open- stond. Naast de wachtkamer was de praktijkkamer, waar mijn moeder mijn vader assisteerde. Ze was opgeleid als verpleegster en vond het heerlijk om met mensen om te gaan. Wij hielden ons vooral beneden op, in de keuken en de kinderkamer. Omdat mijn moeder de hele dag bezig was, hadden we een huishoud- ster die bij ons inwoonde: Gerda. Een pinnig rotmens was dat, ongetrouwd, en achteraf gezien waarschijnlijk erg ongelukkig. Mijn moeder was een ro- yale werkgeefster, maar toen ze op een dag hoorde dat Gerda mijn broertje André een tik had gegeven, werd Ger- da op staande voet ontslagen en kon ze via de achterdeur vertrekken. Er kwam geen nieuwe huishoudster. We waren een van de eerste gezin- nen met een huistelefoon, met toestel- len in alle belangrijke kamers. Op een gegeven moment hield het gebel niet meer op, maar mijn ouders werden daar nooit moe van. Het hoorde erbij. Voor hun draaide het leven om doelen, verantwoordelijkheden. Daar staken ze al hun energie in. Vreemd genoeg legden ze ons geen enkele dwang op om ook goed te presteren. Integendeel: geld en ambitie hadden een negatieve bijklank. Wij moesten vooral beschei- den zijn en anderen de ruimte geven. De ouders van Hanneke Schreiber (1959) runden een huisartsenpraktijk. Mijn moeder overleed op een stomme manier. Ons legden familiefoto De familie Schreiber, 1965. 1 André (1961), zanger 2 Fien Schreiber-Janssen (1927-1975), verpleegster, huisvrouw 3 Hanneke (1959), hoofd tuin & collectie Hortus Botanicus 4 Marij (1957), cateraar 5 Guus (1956), hoogleraar informatica 6 André Schreiber (1924-2004), huisarts ze geen dwang op1 2 3 4 5 6 Mijn vader was rustig, geduldig. Lief, ook wel. Maar het was ook een overle- ver, met een Indisch kampverleden dat voor ons nogal een mysterie bleef. Mijn vader gaf zich nooit helemaal; het was alsof hij altijd zijn krachten spaarde. Mijn moeder was totaal an- ders: die was warm, energiek, ze lachte veel. Nadat ze elkaar begin jaren vijf- tig ontmoet hadden in Heerlen, haar geboorteplaats, was zij degene die mijn vader leerde om direct betrokken te zijn, bij haar en bij anderen. Later is hij zo hard gaan werken dat hij die be- trokkenheid weer verloor. Tien jaar nadat deze foto werd ge- maakt, overleed mijn moeder plotse- ling, op een stomme, onnodige ma- nier. Ze kwam ten val tijdens een par- tijtje tennis, brak haar arm, en kreeg in het ziekenhuis een volledige narco- se die verkeerd uitpakte. Mijn vader maakte me s nachts wakker om het te vertellen, en toen ben ik heel hard met mijn hoofd tegen de verwarming gaan bonzen. Ik was in shock we waren met zn allen in shock. De weken na het overlijden hielden mijn moeders zus- sen en vriendinnen ons huis warm. Bij mij en Marij overheerste al snel ons ver- antwoordelijkheidsgevoel: alles moest goed blijven draaien. Drie maanden na het ongeluk kon- digde mijn vader een keer tijdens de af- was aan dat hij weer ging trouwen. Mia was een kennis uit het tennisclubje van mijn ouders; een vermogende weduwe met zes studerende kinderen, die in ons gebroken gezin een mooie taak voor zichzelf zag weggelegd. Ik rea- geerde instemmend op het nieuws, maar niet enthousiast. Marij werd kwaad op mijn vader, en is dat nog jaren gebleven. Ze wist niet meer wat ze met hem aanmoest. Hij verschool zich ach- ter de rokken van zijn nieuwe vrouw, die hem meesleepte in haar drukke so- ciale leven. Hij was niet meer dezelfde. We waren hem eigenlijk kwijt. Vooral André was na de dood van mijn moeder lang zoekende. We zijn allemaal slimmeriken, maar André is briljant, die kon elk beroep kiezen. Nu moest hij opeens zelf zijn weg zien te vinden. Hij miste een sterke hand. Uiteindelijk is hij zanger geworden. Dat maakt hem gelukkig. Ze boft, zegt ze schuchter: twee hui- zen, en allebei zo mooi. Een boot in de ene stad, deze etage aan de gracht in de andere. Van hieruit fietst ze naar haar werk, in een tuin met zeldzame planten. Sandra Heerma van Voss Heeft u ook een interessante fami- liefoto?Mail naar [email protected] NZ 01-05-10 katern 5 pagina 40

Transcript of Ons legden ze geen dwang op - VUguus/personal/nrc100501-schreiber.pdfaan de singel in Roermond, met...

Page 1: Ons legden ze geen dwang op - VUguus/personal/nrc100501-schreiber.pdfaan de singel in Roermond, met een grote tuin erbij. We waren niet rijk; mijn ouders hadden het huis gekocht omdat

‘V ijfentwintig kamershadden we. We woon-den in een reusachtig,verrukkelijk hoekhuis

aan de singel in Roermond, met eengrote tuin erbij. We waren niet rijk;mijn ouders hadden het huis gekochtomdat de praktijk die erbij hoordegoed betaalbaar was.

„Patiënten werden ontvangen op debeletage, in de wachtkamer naast devoordeur. Ik denk dat die ’s ochtendst ij d e ns het spreekuur gewoon open-stond. Naast de wachtkamer was depraktijkkamer, waar mijn moeder mijnvader assisteerde. Ze was opgeleid alsverpleegster en vond het heerlijk ommet mensen om te gaan. Wij hieldenons vooral beneden op, in de keukenen de kinderkamer.

„Omdat mijn moeder de hele dagbezig was, hadden we een huishoud-ster die bij ons inwoonde: Gerda. Een

pinnig rotmens was dat, ongetrouwd,en achteraf gezien waarschijnlijk ergongelukkig. Mijn moeder was een ro-yale werkgeefster, maar toen ze op eendag hoorde dat Gerda mijn broertjeAndré een tik had gegeven, werd Ger-da op staande voet ontslagen en konze via de achterdeur vertrekken. Erkwam geen nieuwe huishoudster.

„We waren een van de eerste gezin-nen met een huistelefoon, met toestel-len in alle belangrijke kamers. Op eengegeven moment hield het gebel nietmeer op, maar mijn ouders werdendaar nooit moe van. Het hoorde erbij.Voor hun draaide het leven om doelen,verantwoordelijkheden. Daar stakenze al hun energie in. Vreemd genoeglegden ze ons geen enkele dwang opom ook goed te presteren. Integendeel:geld en ambitie hadden een negatievebijklank. Wij moesten vooral beschei-den zijn en anderen de ruimte geven.

De ouders van Hanneke Schreiber (1959)runden een huisartsenpraktijk. ‘M ij nmoeder overleed op een stomme manier.’

‘Ons legden

familiefoto

De familie Schreiber, 1965.1 André (1961), zanger2 Fien Schreiber-Janssen (1927-1975), verpleegster, huisvrouw3 Hanneke (1959), hoofd tuin & collectie Hortus Botanicus4 Marij (1957), cateraar5 Guus (1956), hoogleraar informatica6 André Schreiber (1924-2004), huisarts

ze geendwang op’

1 2

3 4 5

6

„Mijn vader was rustig, geduldig. Lief,ook wel. Maar het was ook een overle-ver, met een Indisch kampverleden datvoor ons nogal een mysterie bleef.Mijn vader gaf zich nooit helemaal;het was alsof hij altijd zijn krachtenspaarde. Mijn moeder was totaal an-ders: die was warm, energiek, ze lachteveel. Nadat ze elkaar begin jaren vijf-tig ontmoet hadden in Heerlen, haargeboorteplaats, was zij degene diemijn vader leerde om direct betrokkente zijn, bij haar en bij anderen. Later ishij zo hard gaan werken dat hij die be-trokkenheid weer verloor.

„Tien jaar nadat deze foto werd ge-maakt, overleed mijn moeder plotse-ling, op een stomme, onnodige ma-nier. Ze kwam ten val tijdens een par-tijtje tennis, brak haar arm, en kreegin het ziekenhuis een volledige narco-se die verkeerd uitpakte. Mijn vadermaakte me ’s nachts wakker om het te

vertellen, en toen ben ik heel hard metmijn hoofd tegen de verwarming gaanbonzen. Ik was in shock – we warenmet z’n allen in shock. De weken na hetoverlijden hielden mijn moeders zus-sen en vriendinnen ons huis warm. B ijmij en Marij overheerste al snel ons ver-antwoordelijkheidsgevoel: alles moestgoed blijven draaien.

„Drie maanden na het ongeluk kon-digde mijn vader een keer tijdens de af-was aan dat hij weer ging trouwen. Miawas een kennis uit het tennisclubje vanmijn ouders; een vermogende weduwemet zes studerende kinderen, die inons gebroken gezin een mooie taakvoor zichzelf zag weggelegd. Ik rea-geerde instemmend op het nieuws,maar niet enthousiast. Marij werdkwaad op mijn vader, en is dat nog jarengebleven. Ze wist niet meer wat ze methem aanmoest. Hij verschool zich ach-ter de rokken van zijn nieuwe vrouw,

die hem meesleepte in haar drukke so-ciale leven. Hij was niet meer dezelfde.We waren hem eigenlijk kwijt.

„Vooral André was na de dood vanmijn moeder lang zoekende. We zijnallemaal slimmeriken, maar André isbriljant, die kon elk beroep kiezen.Nu moest hij opeens zelf zijn weg ziente vinden. Hij miste een sterke hand.Uiteindelijk is hij zanger geworden.Dat maakt hem gelukkig.”

Ze boft, zegt ze schuchter: twee hui-zen, en allebei zo mooi. Een boot in deene stad, deze etage aan de gracht inde andere. Van hieruit fietst ze naarhaar werk, in een tuin met zeldzameplanten.

Sandra Heerma van Voss

Heeft u ook een interessante fami-liefoto?Mail naar [email protected]

NZ

01-05-10 katern 5 pagina 40