Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

15
De kwaliteit van functionele fietsroutes in Vlaanderen en Brussel: Metingen & meningen Bruno Coessens Thierry Jiménez Bea Vanelslander

description

 

Transcript of Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

Page 1: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

De kwaliteit van functionele fietsroutes

in Vlaanderen en Brussel:

Metingen & meningen

Bruno Coessens

Thierry Jiménez

Bea Vanelslander

Page 2: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

2/15

Inhoud

1. Fietsroutedenken

2. Criteria van een goede fietsroute

Samenhang

Directheid

Aantrekkelijkheid

Veiligheid

Comfort

3. Mening van de fietser

Nr 1: Autoverkeer

Nr 2: (On)comfortabel wegdek

Nr. 3: Kruisingen

Uitsmijter: Slecht gedrag of plaatsgebrek?

4. Integraal onderzoek van 14 fietsroutes

De routes

Werkmethode

Berekening van de score

Resultaten

5. Conclusie en aanbevelingen

Page 3: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

3/15

1 Fietsroutedenken

Goede fietspaden aanleggen is één ding, maar een fietspad maakt nog geen route. Wanneer fietsers hun persoonlijke routes kiezen, doen ze dat op basis van verschillende elementen. Ze kiezen de snelste of de meest aangename route, maar altijd zal veiligheid en comfort meespelen. Dan gaat het ook over vervelende kruisingen, ontbrekende schakels, voorbijrazend auto- en vrachtwagenverkeer,...

Recreatieve routes op het knooppuntennetwerk zijn in Vlaanderen goed uitgebouwd en veel befietst. Maar recreatieve routes maken veelal grote omwegen en zijn meestal niet geschikt voor functioneel gebruik, waar de fietser zo snel en direct mogelijk van punt A naar punt B wenst te gaan.

Het is net het functionele fietsen naar het werk, naar de winkel of naar school, dat stimulansen nodig heeft. Mede dankzij het succes van de elektrische fiets zijn functionele routes de laatste jaren veel belangrijker geworden, ook voor langere afstanden.

Om functionele routes aan te leggen bestaat al heel wat geschikte infrastructuur voor fietsers. Een goede fietsroute bestaat uit een combinatie hiervan, zonder missing links. Aanliggende en/of vrijliggende fietspaden kunnen in aanmerking komen, net als fietswegen (fietstracés in eigen bedding langs spoorlijnen, doorheen een veld of bos), jaagpaden en doorsteken voor enkel fietsers en voetgangers.

Ook gemengd verkeer waarbij fietsers en ander gemotoriseerd verkeer de weg delen, kan zeker deel uitmaken van functionele fietsroutes. Voorwaarde is wel dat er minder gemotoriseerd verkeer is dan fietsers en dat de snelheid beperkt blijft tot 30 km/u. Denk bijvoorbeeld aan historische centra met een inrichting die lokale activiteiten benadrukt, woonerven, fietsstraten waar auto's de fietsers niet mogen inhalen of wegen in landelijk gebied met sporadisch landbouwverkeer.

Signalisatie op de HST-route, functionele fietsroute tussen Leuven en Brussel

Fietsstraat in Gent: auto mag niet inhalen.

Page 4: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

4/15

2 Criteria van een goede fietsroute

Om goede fietsroutes aan te leggen, moet men rekening houden met vijf voorwaarden. Ook de Nederlandse Fietsersbond hanteert dezelfde voorwaarden.

Op het Fietscongres van 24 maart 2014 stelden we onze brochure voor waarin deze criteria worden toegelicht en geïllustreerd: Fietsroutes in de praktijk: Goede praktijkvoorbeelden. Hieronder een korte samenvatting.

Samenhang

Verbindt attractiepolen

Herkenbaar: continuïteit en uniformiteit in vormgeving

Goede signalisatie

Directheid

Zo kort en zo snel mogelijk.

Niet omrijden / geen omwegen.

Goede doorstroming aan kruisingen (voorrang, regeling verkeerslichten,…)

Aantrekkelijkheid

Afwisselend, er moet iets te zien zijn. Woonzones, groenzones, waterwegen, eerder dan grote assen.

Weg van grote verkeersassen voor gemotoriseerd verkeer (saai, geluidshinder, uitlaatgassen)

Veiligheid

Conflicten vermijden. Veilige kruispunten met verkeerslichten op fietshoogte en middenbermen. Nog beter zijn tunnels en bruggen i.p.v. kruispunten. Hellingsgraad voor fietsers beperken!

Genoeg plaats voor fietsers voorzien om piekverkeer op te vangen

30-50-70: enkel gemengd verkeer aan 30 km/u. Anders vrijliggend / afgescheiden fietspad

Eenzijdige ongevallen voorkomen: goed onderhouden, vlak wegdek, geen slecht geplaatste paaltjes, geen scherpe bochten

Sociale veiligheid: kritische massa van fietsers aantrekken + contact met de omgeving bewaren. Geen kokers creëren met blinde muren en hoge heggen.

Comfort

Ondergrond bij voorkeur asfalt. In historische centra: comfortstroken van asfalt of evt. beton, anders gezaagde kasseien met volledig opgevulde voegen. Naadloze overgangen.

Hellingsgraad beperken bij tunnels en bruggen

Page 5: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

5/15

3 Mening van de fietser

Welke fietsroute-criteria moeten het zwaarst doorwegen als men aan bestaande fietsroutes een score wil toekennen? Op basis van eigen bevindingen en overleg met de Vlaamse overheid en het BIVV werd al een zekere rangorde vastgesteld. Maar wat vinden de fietsers in Vlaanderen en Brussel het belangrijkst? We besloten het hen te vragen en de resultaten te laten meespelen in onze berekening.

De enquête beschrijft de criteria voor goede fietsroutes aan de hand van iconen en eenvoudige omschrijvingen. Omdat de “veiligheid” veel aspecten omvat, splitsten we deze voorwaarde op in “kruisingen” en “autoverkeer”. Zo kwamen we tot zes kenmerken, met voorbeelden van ergernissen en ideale alternatieven. De enquête is te bekijken op: fietsersbond.be/fietsroutes/ergernissen-top3

Meer dan 4.000 respondenten stuurden hun top 3 in. Sommige fietsers stuurden een opmerking via e-mail en sociale media. De meest voorkomende reacties zijn verwerkt in de resultaten.

niet direct niet aantrekkelijk kruisingen autoverkeer

op nr 1 132 138 112 907 1424 1374

op nr 2 179 219 235 1073 1330 1043

op nr 3 16 368 483 987 735 1007

TOTAAL 327 725 830 2967 3489 3424

stand 6 5 4 3 1 2

niet direct niet aantrekkelijk kruisingen autoverkeer

nr 1 X 1,5 198 207 168 1360.5 2136 2061

nr 2 X 1,25 223.75 273.75 293.75 1341.25 1662.5 1303.75

nr 3 X 1 16 368 483 987 735 1007

TOTAAL 437.75 848.75 944.75 3688.75 4533.5 4371.75

stand 6 5 4 3 1 2

geen samenhang

niet comfortabel

geen samenhang

niet comfortabel

Resultaten enquête in absolute cijfers (boven) en met een aanpassing volgens plaats in de top 3 (onder)

Nummer 1: autoverkeer te snel en te dichtbij

“Ik heb last van autoverkeer dat rakelings langs me heen passeert. Graag meer afgescheiden fietspaden of lagere snelheidslimieten!”

Dit criterium werd het vaakst gekozen als nummer 1. Ook in absolute cijfers is het autoverkeer de grootste ergernis op fietsroutes.

Uit reacties blijkt het gemotoriseerd verkeer de boosdoener om verschillende redenen. Naast uiteraard veiligheid zijn veel mensen bezorgd om hun gezondheid. Fietsen naast intensief autoverkeer is niet alleen gevaarlijk, maar stelt je ook bloot aan lawaai, fijn stof en gifgassen.

Page 6: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

6/15

Verschillende respondenten stoorden zich het hardst aan auto's die wel heel nabij komen, doordat ze stilstaan of parkeren op het fietspad of aan de rechterkant van de rijbaan, waardoor je als fietser gevaarlijke uitwijkmaneuvers moet maken.

De vele opmerkingen over bromfietsen tonen aan dat we dit criterium mogen doortrekken naar alle gemotoriseerd verkeer. Respondenten die hierover hun ergernis uitten wezen ook hier zowel op luchtkwaliteit, geurhinder en gezondheid als op veiligheidsrisico's door snelheid en plaatsgebrek.

Nummer 2: (on)comfortabel wegdek

Een nipte nummer 2 voor de uitspraak: “Ik hobbel en schok over slechte ondergrond, boorden en afvoergoten. Graag snelle routes met asfalt en naadloze overgangen!”

Uit reacties merken we dat fietsers bezorgd zijn om de ondergrond omwille van verschillende redenen. Een vlak, comfortabel fietspad of wegdek zorgt dat je soepel en comfortabel kan fietsen, maar is ook het veiligst en maakt je fiets niet kapot.

Naast de ondergrond en de overgangen speelt ook het onderhoud een rol. Sommige mensen melden vooral last te hebben van glas en vuil op het fietspad.

Page 7: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

7/15

Nummer 3: kruisingen

Gevaarlijke kruisingen, vervelende barrières en lange wachttijden zijn de derde doorn in het oog.

Heel wat fietsers konden zich vinden in de volgende uitspraak: “Ik riskeer mijn leven op gevaarlijke kruispunten, rotondes en oversteekplaatsen. Graag fietsvriendelijke verkeerslichten of tunnels en bruggen (zonder steile hellingen voor fietsers)!”

Foto: Fietspad stopt abrupt op het Saincteletteplein in Brussel, Kanaalroute.

Uitsmijter: slecht gedrag of plaatsgebrek?

Een opmerkelijke soort reacties betrof het gedrag van andere weggebruikers. Naast het genoemde probleem van parkeren op het fietspad meldden sommige fietsers dat veel automobilisten gewoon niet uitkijken (ondanks alle verlichting en fluo hesjes) of weigeren voorrang te geven.

Maar ook andere fietsers veroorzaken ergernis. Meestal gaat het over fietsers die naast mekaar rijden, al dan niet op een (te smal) dubbelrichtingsfietspad. Soms wijst men jeugdige fietsers de vinger omdat ze de doorstroming blokkeren, vooral op spitsmomenten.

Men kan zich vraag stellen in hoeverre deze ergernissen ontstaan door moedwillig of onwetend gedrag, of door gebrek aan ruimte voor een groeiend aantal fietsers. Als het de bedoeling is dat het fietsgebruik stijgt, is er infrastructuur nodig die fietsen veilig en aantrekkelijk maakt én met die groei rekening houdt.

Tenslotte vinden enkele respondenten het problematisch als fietsers en voetgangers hetzelfde pad moeten delen. Zeker de tendens in buitenwijken om van voetpaden (gedeelde) fietspaden te maken wordt veelal niet gesmaakt. Deze onhandige oplossingen zijn gevaarlijk en oncomfortabel en duiden op onwil om de actieve weggebruiker ruimte te bieden.

Page 8: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

8/15

4 Meting van 14 fietsroutes

Om goede functionele fietsroutes aan te kunnen leggen en bestaande routes te kunnen verbeteren, is het noodzakelijk om de huidige infrastructuur in kaart te brengen en goede voorbeelden te kennen waaraan men zich kan spiegelen. Meestal ontbreken deze gegevens. Er gebeurt bitter weinig onderzoek naar, laat staan integrale studies die alle relevante criteria meenemen.

Welke fietsroutes?

De Fietsersbond selecteerde samen met haar afdelingen een 14tal fietsroutes (samen zo’n 145 km routes) die bewust van verschillende aard waren:

1. fietsroutes die de overheid (bvb provincies) officieel promoot zoals de Kanaalroute, de HST-route en het Guldensporenpad

2. fietsroutes die één van de vele erkende routes zijn in een gemeente (bvb de route Brugge-Zeebrugge)

3. fietsroutes die geen officiële fietsroutes zijn maar natuurlijke routes bij de verplaatsing van één attractiepool naar een andere (bvb routes in Lokeren, Antwerpen, Aarschot-Begijnendijk enz). De meeste routes liggen grotendeels op het bovenlokale fietsroutenetwerk (= BFF).

De analyses moesten de zwakke en sterke punten van dergelijke routes kunnen tonen en moesten ook kunnen aantonen dat de kwaliteit van routes effectief kan gemeten worden.

De analyse moest bovendien ook tonen in welke mate officiële routes echt beter zijn dan andere natuurlijke fietsroutes en hoe zij voor de verschillende aspecten scoorden. Dat gold ook voor de zones met gemengd verkeer en niet enkel voor de delen met fietspaden of fietswegen. De route moest integraal worden geaudit.

De lijst hieronder bevat alle opgemeten routes: Ze staan in de volgorde waarin ze gemeten zijn:

Kanaalroute: Halle – Brussel – Vilvoorde

Grembergen – Dendermonde

Baasrode – Dendermonde

Buggenhout langs het spoor

HST-route: Leuven – Zaventem – Brussel

Guldensporenpad: Marke – Kortrijk – Zwevegem

Begijnendijk – Ramsel

Begijnendijk – Aarschot

Oost-Centrum-route: Tervuren – Brussel

Mortsel

Deurne – Antwerpen

Lokeren

Eeklo – Maldegem

Brugge – Zeebrugge

Page 9: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

9/15

Gevolgde werkmethode

De Fietsersbond mobiliseerde eerst de vrijwilligers van lokale afdelingen om een aantal telgegevens te verzamelen. Daarna werden de routes afgereden met de meetfiets. Tot slot hield de Fietsersbond een grootschalige enquête die mee bepaalde hoe de fietsroutedata werden verwerkt en welk gewicht de afzonderlijke aspecten kregen.

Verzameling telgegevens

Vrijwilligers van lokale Fietsersbondafdelingen deden tellingen en verzamelden gegevens over:

de intensiteit van het auto- en vrachtwagenverkeer op de delen met gemengd verkeer

de parkeerintensiteit op parkeerstroken naast fietspaden

kruisingen: wachttijd bij verkeerslichten of intensiteit van het dwarsend verkeer bij niet-verkeerslichten geregelde kruisingen

Meetfiets

De meetfiets is door de Fietsersbond, de KU Leuven en De Hogeschool Universiteit Brussel ontwikkeld. Het is een hoogtechnologisch systeem om fietsinfrastructuur te meten en gegevens aan mekaar te koppelen.

De meetfiets meet het trillingscomfort en kan allerlei gegevens over de fietsinfrastructuur registreren die elk aan de precieze gps-locatie worden gekoppeld: is er gemengd verkeer of een fietspad/fietsweg en zo ja welk type, hoe ver ligt het fietspad van de rijbaan, hoe breed is het, is er sprake van breedtemindering, wat is de geldende snelheidszone, welk is het type rijbaan enz?

De precieze kenmerken die werden geregistreerd zijn:

TYPE TRACE

-het type tracé (bv D7, D9, D10, gemarkeerd tracé, fietsweg, jaagpad, fietsstraat, type rijweg met of zonder beperking van gemotoriseerd verkeer enz.)

BESCHIKBARE RUIMTE EN VERHOUDING MET AUTOVERKEER

-het type parallelweg (bv Lokaal type I) -de snelheidszone -het richtingskarakter (éénrichting, dubbelrichting, beperkte éénrichting)

Bij gemengd verkeer -de gemiddelde effectieve snelheid van de meeste voertuigen -de breedte van de rijweg -positieve aspecten zoals een verbeterde en meer op de fietser gerichte weginrichting, aanwezigheid van fietssuggestiestroken, maar ook negatieve aspecten zoals hoge parkeerintensiteit, mogelijke filevorming tijdens spitsuren enz

Bij aanwezigheid van aparte fietsinfrastructuur -het richtingskarakter van het fietstracé (éénrichting, dubbelrichting, beperkte éénrichting) -de breedte bij aanleg van het fietstracé in cm -de mogelijke breedtemindering in cm -de reden van deze breedtemindering (bijv. te weinig schuwbreedte bij parkeervlakken enz.)

-bij aparte fietsvoorziening eveneens: het type buffer (bijv. enkel stenenverharding, ribbelzone, haag, veiligheidsconstructie enz.) en de effectieve tussenbreedte tussen rijweg en fietspad in cm -bij aparte fietsvoorziening het al dan niet verhoogde karakter van het tracé (bijv. verhoging 6-8 cm met 45° boordsteen, licht verhoogd 2-6 cm enz.)

ONDERGROND

Page 10: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

10/15

-de materiaalsoort -de kleuring

KRUISINGEN

-type kruising –en type fietsinfrastructuur (horiz/verticale analyse) -verkeersregeling & type markering -doorstroming: wachttijd/groentijd en mogelijkheid tot B22/B23 bord bij fietspaden

VARIA

-de verlichting -vaststellingen over mogelijke conflictzones (bijv. tweerichtingsfietspad met veel inritten enz.) -al dan niet deel zijn van het fietsknooppuntnetwerk, gemeentelijk fietsroutenetwerk of schoolroutenetwerk

Berekening van de score

De uiteindelijke beoordeling voor elke fietsroute is als volgt verdeeld:

40% van de totaalscore gaat over de verhouding fietser – gemotoriseerd verkeer. Dit is een evaluatie van de breedte/afscheiding bij fietspaden, en bij gemengd verkeer de beschikbare rijwegbreedte gekoppeld aan de intensiteit en effectieve snelheid van het gemotoriseerd verkeer. Bij het laatste element werd de score mogelijk tot 1,5 punt op 10 aangepast afhankelijk van de weginrichting en mogelijke fietssuggestiestroken, het aantal en de drukte op kruisingen en de parkeeractiviteit;

35% van de score is voor trillingscomfort (schokken, trillingen, mogelijke slechte overgangen) dat automatisch berekend wordt via de standaarddeviatie;

25% van de score betreft de doorstroming aan kruisingen (10 %) en verder de directheid (7%), aantrekkelijkheid (5%) en samenhang (3%) van de route.

Deze beoordeling volgt ook de aspecten die fietsers op dit ogenblik belangrijk vinden.

Voor de verhouding met gemotoriseerd verkeer werd gekeken naar de rijwegbreedte en werden rijwegen opgesplitst in 4 categorieën op basis van de beschikbare breedte (minder dan 4m breed, tussen 4 en 5 m breed, 5-7m breed en breder dan 7 m.).

Aan die rijwegbreedte werden dan zowel de effectieve snelheid als de intensiteit van het parallelverkeer gekoppeld. Hoe hoger de snelheid en de intensiteit, hoe lager – op basis van het 30/50/70-principe – de scores voor gemengd verkeertracés waar auto’s effectief meer dan 55 km/u reden. Hoe smaller de rijweg ook hoe groter de impact van het aantal gemotoriseerde voertuigen die langskwamen. De scores gingen van 0 tot max 9/10. Die hoge scores konden enkel worden bereikt op quasi autoloze rijwegen waar ook de snelheid laag was.

Hieronder een tabel met voorbeelden van evaluaties van gemengde verkeersdelen van routes:

Page 11: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

11/15

Globale resultaten gemengd verkeer

Globale resultaten delen gemengd verkeer

Page 12: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

12/15

Bij de beoordeling van de gemengd verkeerroutes heeft de Fietsersbond haar eigen 30/50/70-principe gehanteerd m.b.t. Snelheid. Routes waar sneller werd gereden dan 50 km/u kregen zeer slechte scores. Ook routes met veel verkeer kregen slechte scores. Het valt op dat de gemengd verkeer scores vaak niet boven de 5/10 geraken zelfs na een mogelijke opwaardering door de aanwezigheid van fietssuggestiestroken of verbeterde weginrichting. Te hoge snelheid en te hoge intensiteit van autoverkeer of vrachtwagens is hier de boosdoener.

Ook qua trillingscomfort scoren de gemengd verkeerzones niet goed. Er was heel wat variatie in materiaal (asfalt, cementbeton, klinkers, kasseien…). Sommige van de routes lopen over kasseien en ander niet-monolithisch materiaal en dat type materiaal heeft een grote negatieve impact op het totaalresultaat.

Globale resultaten fietspaden/fietswegen

De breedte en de afscheiding van de rijweg scoort globaal genomen goed met veelal scores boven de 7,5/10. Slechts op enkele routes is de breedte van bepaalde tracés nog problematisch.

Hetzelfde geldt voor de afscheiding van de rijweg. Vooral tracés in eigen bedding (fietswegen) scoren zeer goed. Die afscheiding van de rijweg kan ook voor de hele route gevisualiseerd worden (bvb Guldensporenpad).

Page 13: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

13/15

De scores bij fietspaden geven inzake trillingscomfort dezelfde resultaten als bij de 2200 km reeds geaudite fietspaden. Asfalt scoort duidelijk beter en bij nieuwe fietspaden zijn het meestal scores boven de 8 en sowieso altijd boven de 7/10 maar bij de andere materialen zijn er duidelijk lagere scores tot onder de 5/10. Hieronder de tabel die geldt voor de 2200 km audit van fietspaden.

Page 14: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

14/15

Globale resultaten hele route

De lengte van de individuele tracés weegt uiteraard door (langere tracés hebben meer gewicht dan kortere) en de beste routes zijn ook de officiële non-stop hoofdroutes. De scores zijn niet hoger dan 7/10 en dit is veelal te wijten aan het lage trillingscomfort. Dat sluit ook aan bij de klachten van fietsers.

Page 15: Onderzoek fietsroutes: meningen en metingen

KWALITEIT VAN FUNCTIONELE FIETSROUTES MENINGEN EN METINGEN

15/15

5 Conclusie en aanbevelingen

De studie van 14 Vlaamse fietsroutes toont aan dat goede fietsroutes mogelijk zijn. Zo scoren het Guldensporenpad, de Kanaalroute en de HST-route redelijk tot goed. Ze zijn grotendeels samenhangend, direct, aantrekkelijk en relatief veilig; enkel op het vlak van trillingscomfort zijn ze afwisselend.

Uit een bevraging van meer dan 4.000 fietsers komen twee criteria het sterkst naar voor. Fietsers willen minder autoverkeer op hun routes en dit om verschillende redenen, zoals veiligheid, comfort en gezondheid. Verder willen ze een comfortabele ondergrond, om aangenaam, vlot en ook veilig te kunnen fietsen.

Op basis van dit onderzoek doet de Fietsersbond volgende aanbevelingen:

Slim investeren, meer en beter meten

Wegbeheerders moeten hun fietsinfrastructuur beter in kaart brengen om gericht te investeren in betere fietsroutes;

Op Vlaams niveau houdt de registratie van fietsinfrastructur geen rekening met autoverkeer, trillingscomfort en de kwalteit van kruisingen. Het is aangewezen om in het nieuwe FietsGIS de criteria die de fietser belangrijk vindt wél op te nemen;

We adviseren gemeentebesturen om hun bestaande fietsroutes te auditen. Zo kunnen ze zich het fietsroutedenken meer eigen maken, missing links opsporen en vermijden dat men enkel versplinterde ingrepen doet;

Provincies kunnen verder hun faciliterende rol opnemen en de samenhang bewaken op bovenlokaal niveau.

Minder autoverkeer langs fietsroutes

Ontvlechting. Leid het autoverkeer weg van bestaande en toekomstige fietsroutes;

Gemengd verkeer aan maximum 30 km per uur;

Niet-lokaal autoverkeer ontmoedigen, bijvoorbeeld met lussen en geknipte straten;

Ruimte afstaan aan de fiets, niet ten nadele van voetgangers, maar ten koste van een rijstrook of een parkeerstrook.

Comfortabele ondergrond

Asfalt is zonder enige twijfel de beste ondergrond;

Naadloze, schokvrije overgangen. Zelfs kleine drempels en ondiepe goten creëren voor een fietser veiligheidsrisico's, ongemak en extra reparatiekosten;

Onderhoud. Putten zorgvuldig vullen, afval verwijderen, ...

Minder kruisingen, minder wachttijd

Kruisingen vermijden met tunnels en bruggen, zonder (steile) hellingen voor fietsers;

Fietsvriendelijke verkeerslichten: kortere wachttijden, rechtsaf door rood toelaten, tegelijk groen voor alle fietsers,...