oktober 2014 - UMCG...Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak...

8
NIEUWSBRIEF | oktober 2014 Grensoverschrijdende activiteiten A lg e m e n e in fo r m atie O n d e r w ij s e n o p le id in g O n d e r z o e k / R e s e a r c h P a t i ë n t e n z o rg e n d ia g n o stie k Medische Microbiologie Medische Microbiologie & Infectiepreventie Voor de website, klik op de cirkel. Dr. Annelies Riezebos-Brilman, Jet van der Weerd, Drs. Kasper Wilting Ebolavoorbereiding in het UMCG; stand van zaken Drs. Lieke van Balen Gratis college van vooraanstaande wetenschappers via HStalks.com Prof. dr. Bert Niesters, Drs. Randy Poelman, Ing. Renze Borger, dr. Coretta van Leer-Buter Enterovirus D68 initiatief in Europa Ing. Johan de Jong, Drs. Lieke van Balen “Sneller dan infecties”- MMB loopt mee bij de Groninger 4 mijl 2014 Dr. Edwina Doting, Dr. Esther Mooi-Kokenberg Signalering: Het gevaar van kinkhoest bij opgenomen zuigelingen

Transcript of oktober 2014 - UMCG...Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak...

Page 1: oktober 2014 - UMCG...Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak uitgeroepen als “een medische noodsituatie van internationale zorg”. Tot nu

NIEUWSBRIEF | oktober 2014

Grensoverschrijd

ende activ

iteite

n

Algemene informatie

Onderw

ijs en opleiding

Onderzoek / Research

Patië

nten

zorg en diagnostiek

MedischeMicrobiologie

Medische Microbiologie & Infectiepreventie

Voor de website, klik op de cirkel.

Dr. Annelies Riezebos-Brilman, Jet van der Weerd, Drs. Kasper Wilting

Ebolavoorbereiding in het UMCG; stand van zaken

Drs. Lieke van Balen

Gratis college van vooraanstaande wetenschappers via HStalks.com

Prof. dr. Bert Niesters, Drs. Randy Poelman, Ing. Renze Borger, dr. Coretta van Leer-Buter

Enterovirus D68 initiatief in Europa

Ing. Johan de Jong, Drs. Lieke van Balen

“Sneller dan infecties”- MMB loopt mee bij de Groninger 4 mijl 2014

Dr. Edwina Doting, Dr. Esther Mooi-Kokenberg

Signalering: Het gevaar van kinkhoest bij opgenomen zuigelingen

Page 2: oktober 2014 - UMCG...Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak uitgeroepen als “een medische noodsituatie van internationale zorg”. Tot nu

© MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie © MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie

Ebolavirus en ziekte

Ebolavirussen behoren tot de familie van de Filoviridae en kunnen virale hemorrhagische koorts (VHK) veroorzaken. Het zijn enkelstrengs negatief georiënteerde RNA virussen. De Filovirus partikels zijn uitzonderlijk langgerekt met een diameter van 80 nm en een gemiddelde lengte van 970 nm (zie figuur 1). Er zijn tot nu toe vijf ebola-subtypen bekend. Het huidige subtype is het Zaire- ebolavirus. Het zijn zoönotische pathogenen afkomstig van verschillende soorten vleermuizen die voorkomen in centraal en sub-Sahara Afrika. Deze uitbraak is waarschijnlijk begonnen in het regenwoud in Zuidoost Guinee, vermoedelijk na het slachten en eten van rauw vlees van besmette wilde dieren.

Van mens tot mens kan het virus worden overgedragen via direct en indirect contact met besmettelijke patiënten of hun lichaams-vloeistoffen (zie figuur 2). Patienten zijn het meest besmettelijk vanaf dat zij ziek zijn. Voor zover bekend wordt het ebolavirus niet via de lucht overgedragen. Bij de behandeling van een patiënt in een ziekenhuis onder IC omstandigheden (b.v. beademing, afzuigen), kan niet worden uitgesloten, dat er in de directe luchtomgeving van de patiënt niet ook virussen via de lucht worden overgedragen. Daarom wordt bij de keuze van beschermingskledij hier rekening mee gehouden.

Tijdens de eerste fase na besmetting treedt er disseminatie op naar een groot aantal weefsels en organen. Filovirussen zijn in staat zeer uiteenlopende celtypen te infecteren, wat leidt tot uitgebreide weefselnecrose. Via verschillende routes wordt de immuunrespons zeer efficiënt geblokkeerd. Er kan vaatlekkage, diffuse intra-vasale stolling en algeheel orgaanfalen ontstaan als gevolg van cytokine- en chemokineproductie door geïnfecteerde macrofagen. Dit kan uitein-delijk leiden tot shock. De incubatieperiode is in de meeste gevallen 7 dagen, variërend van 2-21 dagen. Patiënten presenteren zich meestal met aspecifieke symptomen zoals koorts, braken en ernstige diarree, met in minder dan de helft van de gevallen zichtbare bloedingen. De mortaliteit van het ebolavirus is gemiddeld 70%, in de huidige uitbraak 50-70%. Het klinisch herstel duurt lang.

Ebola-uitbraak West-Afrika 2014

Vanaf december 2013 is er een ebola-uitbraak in West-Afrika gaande in Guinee, Sierra Leone, Senegal en vooral Liberia. Eind juli 2014 heeft deze zich uitgebreid naar de stad Port Harcourt in Nigeria, waar de verspreiding nu weer onder

de ebola-uitbraak nog tenminste zes maanden gaat duren. De kans op een importpatiënt in Nederland is klein, maar stijgt naarmate de uitbraak voortduurt. Daarom is het belangrijk om bij patiënten die zich presenteren met bij ebola passende symptomen en die recentelijk zijn teruggekeerd uit een gebied waar ebola heerst (zie figuur 3), een juiste inschatting te maken. Hiervoor is een triagerichtlijn opgesteld voor

controle lijkt te zijn. In de overige genoemde landen duurt de uitbraak onverminderd voort. Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak uitgeroepen als “een medische noodsituatie van internationale zorg”. Tot nu toe (d.d. 15 oktober 2014) zijn er 8997 patiënten gemeld, waarvan er 4493 men-sen zijn overleden en 5006 zijn bevestigd met laboratoriumdiagnostiek. De WHO verwacht dat

Figuur 2: De levenscyclus van het ebolavirus (bron: CDC)

Figuur 1: Het ebolavirus uitvergroot met een electronenmicrosoop (bron: BBC)

Figuur 3: Getroffen landen in de ebola-uitbraak van 2014 (bron: New England Journal of Medicine).

Ebolavoorbereiding in het UMCG; stand van zaken

Page 3: oktober 2014 - UMCG...Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak uitgeroepen als “een medische noodsituatie van internationale zorg”. Tot nu

© MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie © MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie

huisartsen, triagisten bij ambulancemeldkamers en SEH-hulpverleners bij een eerste risico-inschatting van mensen die recent zijn terug-gekeerd uit risicogebieden (zie figuur 4). Als er wordt gedacht aan een ebola-infectie zal er collegiaal overleg plaatsvinden met een internist -infectioloog, arts-microbioloog/viroloog en/of GGD-arts. Zo nodig zal de patiënt voor verdere beoordeling naar een academisch ziekenhuis worden verwezen.

Rol van het UMCG

De opname van patiënten met hoog besmet-telijke ziekten, zoals ebola, in het UMCG of de zorgregio Noord is een realistisch scenario. Daarom is het streven om een (verdachte) patiënt in een speciaal behandelingscentrum op te nemen, waar naast maximaal geëquipeerde isolatiekamers ook genoeg gekwalificeerd personeel aanwezig is. De referentiediagnostiek voor VHK (virale hemorrhagische koorts) vindt plaats in het WHO-referentiecentrum te Rotterdam en het Bernhard Nocht Institut für Tropenmedizin in Hamburg.

Is het vervoer van de patiënt naar een ander behandelingscentrum echter geen optie, dan wordt de patiënt in het UMCG opgenomen en wordt de initiële diagnostiek onder BSL3-condities uitgevoerd.De ruimtelijke eisen aan een veilige verzorging van een patiënt met VHK bestaat uit een speciale isolatiekamer met Intensive Care faciliteiten; deze ruimte is aanwezig op de afdeling Infectieziekten in het UMCG. De behandeling van een patiënt in het UMCG zal echter capaciteit (ruimte, materiaal en personeel) opeisen, die voor de behandeling van andere patiënten niet meer ter beschikking staat. Dit dient in de overweging bij de opname van een patiënt meegenomen te worden.

Het Ziekenhuis Rampen Opvang Plan – ZiROP- zal in werking treden indien een (verdachte) patiënt met VHK in het UMCG wordt aangekondigd dan wel opgenomen. De coördinatie en het faciliteren van het zorgproces ligt bij de ZiROP organisatie; een crisis beleidsteam (CBT) wordt ingesteld.

Er bestaat een geactualiseerde versie van het Virale Haemorrhagische koorts (VHK) protocol UMCG waarin alle gemaakte afspraken staan beschreven. Daarnaast zijn er tijdens verschillende regionale bijeenkomsten, in samenwerking met het Acute Zorgnetwerk Noord Nederland, uitgebreide afspraken gemaakt rondom de samenwerking met de andere ziekenhuizen in het Noorden en met de autoriteiten /openbare gezondheidszorg. De procedure in de regionale ziekenhuizen is in een regionaal protocol vast-gelegd.

In principe wordt onderscheid gemaakt tussen patiënten die potentieel risico hebben gelopen en patiënten met een bevestigde diagnose. Het triageschema dat is opgesteld door het Rijksin-stituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dient gebruikt te worden om dit onderscheid te maken (zie figuur 4).De sectie Klinische Virologie heeft de beschikking over de meest recente versie van de casusdefinitie van het Landelijk Coördinatiecentrum Infec-tieziekten (LCI) van het RIVM. De dienstdoende arts-microbioloog /viroloog maakt op basis

hiervan een risico-inschatting en roept indien nodig het Clearing Team bij elkaar. Bij aankomst /opname in het UMCG is het Clearing Team verantwoordelijk voor de risico-inschatting en de besluitvorming ten aanzien van de diagnostiek, opname en behandeling van de patiënt tijdens het initiële contact. Dit Clearing Team bestaat uit de (hoofd)behandelaar, dienstdoende arts-microbioloog voor de Virologie, dienstdoende arts-microbioloog voor de Bacteriologie, dienst-doende internist-infectioloog en dienstdoende deskundige infectiepreventie.

De de-escalatie van het biologisch veiligheids-niveau staat hierbij centraal, om patiënten met een andere infectie dan ebola geen slechtere zorg te verlenen als gevolg van de beperkingen die de zorg onder BSL3 omstandigheden met zich meebrengt. Er wordt daarbij uitgegaan van een behandelingstijd van 1 tot 6 weken.

Ebolaoefening in het UMCG

Van 18 augustus t/m 22 augustus werd de afdeling infectieziekten (E1VA) in het UMCG een hele week

gesloten om te oefenen voor de opvang van een patiënt met VHK. De afdeling Medische Micro-biologie en Infectiepreventie heeft gedurende deze week de verpleegkundigen van E1VA, de internisten -infectioloog, een aantal IC-verpleegkundigen en een aantal intensivisten getraind in de opvang van een hoogbesmettelijke patiënt. De week werd begonnen met een korte theoretische inleiding over ebola. Daarna werd het beschermende pak gedemonstreerd. Na deze demonstratie konden de artsen en verpleegkundigen onder toeziend oog van een deskundige infectiepreventie oefenen met het op de correcte manier aan- en uitkleden van beschermende kleding (zie figuur 5). Hiervoor is een protocol (zie pagina 18 en 19 in UMCG-protocol) opgesteld dat op geplastificeerde kaarten staat zodat voor iedereen duidelijk is welke stappen er genomen moeten worden. Het aan- en uitkleden gebeurt altijd met hulp van een collega. Nadat iedereen dit meerdere malen had geoefend werd er gestart met scenariotraining.

Bij de scenariotrainingen moest een team van

Figuur 4: Triageschema spoedeisende hulp (SEH) (bron: LCI/RIVM)

Versiedatum: 05-09-2014

indien verdere beoordeling/diagnostiek in Universitair Medisch Centrum geïndiceerd:- insturen naar Universitair Medisch Centrum conform regionale afspraken- informeer direct de arts-infectieziektebestrijding van de GGD waar patiënt zich bevindt;

GGD informeert direct de LCI

maatregelen:- strikte isolatie (incl. persoonlijk beschermende middelen conform intern protocol)- patiënt chirurgisch masker op laten zetten- interventies minimaliseren/vermijden

beoordelen verdenking ebola conform regionale afspraken met:- internist-infectioloog of- arts-microbioloog of- GGD-arts infectieziektebestrijding

ABCD stabiel

ja

nee

beoordelen verdenking ebola in overleg met internist-infectioloog Universitair Medisch Centrum

Ebolafysieke triage SEH

(algehele malaise/braken/buikpijn/diarree/hoofdpijn/koorts)

ja

nee< 21 dagen

geleden terug uitendemisch gebied

ja

ja

nee

contact met ebola patiënten/of diens lichaamsvloeistoffen gehad

OFbezoek gebracht aan gezondheidszorginstelling

OFaanwezig geweest bij een begrafenis

OFfysiek contact met wilde dieren (levend of dood)

OFbereiden of eten bushmeat

(vlees van wilde dieren)

bloedingen(niet door trauma)

OFbraken

OFdiarree

nee

hoog risico contactin endemisch gebied gehad

koorts(of < 24 uur geleden gehad)

nee

aanvullende symptomen

bloedingen (niet door trauma) nee

geen verdenking ebola

geen verdenking ebola

ja

verdere beoordeling ebola nodig

ja

- 1 september 2014: Sierra Leone, Liberia, Guinee, Nigeria, Congo- voor actueel overzicht zie www.rivm.nl/ebola

Page 4: oktober 2014 - UMCG...Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak uitgeroepen als “een medische noodsituatie van internationale zorg”. Tot nu

© MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie © MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie

Gratis college van vooraanstaande wetenschappers via HStalks.com

In september heeft de centrale medische bibliotheek een proefabonnenement genomen op de zogenaamde Henry Stuart talks op www.hstalks.com. Hiermee hebben studenten en mede-werkers van het UMCG een jaar lang toegang tot meer dan 1500 colleges van vooraanstaande wetenschappers uit een breed scala van medische vakge-bieden. De colleges duren gemiddeld 30-45 minuten en behandelen actuele thema’s, uitgelegd door experts uit het veld. Voorbeelden van vakgebieden: Genetics, Immunology, Microbiology & Virology, Pharmaceutical Science, Cardiovascular and Metabolic, Dermato-logy, Infectious Disease, Neurosciences, Oncology, Ophthalmology, Respiratory and Immunoinflammatory diseases.

Nieuwsgierig geworden? Kijk op www.hstalks.com, klik op login (rechtsboven) en login met gebruikersnaam RUG en wachtwoord MEMBER

Lieke van Balenarts-microbioloog in opleiding

INFOBOX

2 personen op correcte wijze een bloedmonster afnemen bij onze ‘patiënt’ en deze dan op correcte wijze in een canister en doos verpak-ken om het monster naar het laboratorium te versturen. Tijdens deze oefeningen waren onze ‘patiënt’ en de monsters ‘besmet’ met een fluorescerende stof zodat na de oefening met een blacklight kon worden gecontroleerd of iedereen schoon was en het monster goed was schoongemaakt. Gelukkig raakte geen van onze medewerkers ‘besmet’ tijdens deze oefening.

Op de laatste twee dagen werd er geoefend met het transport van een potentiële ebolapatiënt voor het geval dat deze zich zelf spontaan zou presenteren op onze centrale spoedopvang. Hierbij werd een aantal routes in het ziekenhuis verkend. Het aanvankelijke idee om dat buite-nom te doen leek in de praktijk toch niet zo ges-laagd in verband met het soms toch wel drukke verkeer bij de zij-ingang. Uiteindelijk werd voor een geschikte route gekozen, die in het protocol is vastgelegd. Dit scenario werd zowel geoefend met een coöperatieve als een niet-coöperatieve patiënt.

Het werken in beschermende pakken is zwaar. Na korte tijd is men doorweekt van het zweet. Omdat er in andere centra wel eens medewer-kers onwel waren geworden werd ook geoefend op het evacueren van een collega die onwel was geworden. Hiervoor werd ook een speciaal protocol gemaakt.

Naast de training van personeel werd er gedurende deze week ook nog een aantal materialen geëvalueerd. Het aanvankelijke pak bleek niet bestand tegen onze ‚braak-test‘, waarbij tomatensoep over de drager werd gegooid om een brakende patiënt te simuleren. Uiteindelijk werd gekozen voor een nieuw pak in combinatie met een schort en ‚hood‘ met eigen luchtvoorziening. Tot slot werd tijdens deze week ook het ombouwen van de isolatiekamer naar een volwaardige IC-unit geoefend voor het geval de toestand van de patiënt verder zou verslechteren. Patiënten zullen dan verzorgd worden door een gemengd team van de afdelingen Infectieziekten, Intensive Care en Medische Microbiologie.

Al met al kunnen we terugkijken op geslaagde oefeningen waarvan iedereen veel geleerd heeft. De komende tijd zal er op kleinere schaal verder geoefend worden.

Annelies Riezebos-Brilman,arts-microbioloog/viroloog

Jet van der Weerd,sectiemanager Infectiepreventie

Kasper Wilting,internist-infectioloog, afdeling Medische Micro-biologie en Infectiepreventie

De afgelopen maanden is er in de Verenigde Staten en Canada een toename gezien van ernstige respiratoire infecties bij kinderen veroorzaakt door enterovirus D68. In 2009 en 2010 hebben wij dit virus in het UMCG ook frequent waargenomen; in de recente jaren zeer sporadisch. In onze diagnostiek naar respiratoire verwekkers wordt hier standaard naar gekeken en positieve monsters worden snel getypeerd. Net als in de Verenigde Staten en Canada is in het UMCG vanaf medio 2014 er weer een toename opgemerkt van enterovirus D68. Dit terwijl door het “European Centre for Disease Control” (ECDC) in het zogenaamde “Rapid Risk Assessment”’, betreffende Entero-

virus D68 wordt geconcludeerd dat er in Europa geen verhoogde circulatie van enterovirus D68 wordt waargenomen. Tijdens de laatste bijeenkomst van de “European Society for Clinical Virology” (ESCV) in Praag enkele weken geleden, is daarom het initiatief genomen om samen met de ESCV, het ECDC en prof. Bruno Lina van het Franse enterovirus-referentie-laboratorium te Lyon, laboratoria in Europa te vragen om gericht naar enterovirus D68 te kijken. Vanuit het UMCG is hier een specifieke test voor beschikbaar gesteld. Tot vandaag zijn er meer dan 40 Europese laboratoria die hieraan gehoor hebben gegeven! De resultaten zullen de komende maanden worden verzameld en

een verdere analyse en “Risk Assesment” zal worden uitgevoerd.

Bert Niestershoofd klinische virologie

Randy PoelmanPhD-student

Renze Borgeranalist klinische virologie

Coretta van Leer-Buter,arts-microbioloog/viroloog

Figuur 5: Beschermende kleding die in het UMCG wordt gedragen bij verdenking ebola.

Figuur 6: Een ogenschijnlijk schone hand kan besmet zijn met infectieus materiaal na het aanraken van bijvoorbeeld een besmette deurklink, zoals aangetoond door fluorescentie.

Enterovirus D68 initiatief in Europa

Page 5: oktober 2014 - UMCG...Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak uitgeroepen als “een medische noodsituatie van internationale zorg”. Tot nu

© MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie © MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie

De afdeling Medische Microbiologie en Infec-tiepreventie heeft meegedaan aan de 4 mijl van Groningen op 12 oktober 2014.

37 medewerkers hebben de 4 mijl gelopen onder het motto “sneller dan infecties” (zie figuur 1). De snelste loper van de MMB was Emile Verbeek, analist bij de bacteriologie, met een tijd van 26 minuten en 18 seconden. Van de MMB-dames liep Annemarie Boerma het hardst: 29 minuten en 46 seconden. Ook de tijd van afdelingshoofd Alex Friedrich is vermel-denswaardig: hij liep de 4 mijl in 27 minuten en 18 seconden. Bij dezen de hartelijke felicitaties van de afdeling aan alle deelnemers!

Met het motto “sneller dan infecties” wil de afdeling duidelijk maken dat snelheid bijzonder belangrijk is bij de bestrijding en preventie van infecties. Hoe sneller een infectie kan worden geïdentificeerd, hoe beter de overdraging van mens op mens kan worden voorkomen en hoe beter een geïnfecteerd geraakte patiënt kan worden behandeld. Dit was altijd al het geval, maar wordt steeds belangrijker nu we te kampen hebben met toenemende antibiotica-resistentie en internationale uitbraken van infecties door micro-organismen zoals EHEC, Ebola en het MERS-Coronavirus. Snelle diagnostiek waarbij gebruik wordt

gemaakt van nieuwe technologische moge-lijkheden is dan ook één van de belangrijkste pijlers van de afdeling Medische Microbiologie en infectiepreventie.

Johan de Jong, manager bedrijfsvoering MMB

Lieke van Balen, arts-microbioloog in opleiding

Sinds 1953 worden kinderen in Nederland gevaccineerd tegen kinkhoest. Ondanks de hoge vaccinatiegraad (>90%) is kinkhoest endemisch gebleven in Nederland. Vanaf 1996 zien we een toename van kinkhoest met een piek om de 2-3 jaar. De laatste piek was in 2012 (zie figuur 1). In dat jaar zijn in Nederland twee zuigelingen overleden aan kinkhoest.

Kinkhoest wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis en is een acute, zeer besmettelijke ziekte van de luchtwegen. Besmetting vindt plaats door het aanhoesten van druppeltjes vanuit de keelholte van de patiënt of contact met neus- of keelslijm via handen of voorwerpen. De besmettelijkheid is het grootst in het begin van de verkoudheid, die gepaard gaat met een harde droge prikkelhoest. Deze prikkelhoest gaat in het tweede stadium over in kenmerkende hoest-stoten. Kinkhoest is een meldingsplichtige ziekte en is één van de ziekten in de westerse wereld die ondanks vaccinatie niet goed onder controle is. Verschillende factoren spelen hierbij een rol, waaronder de effectiviteit van het vaccin en genetische veranderingen van de bacterie. Vaccinatie biedt bescherming tegen de ziekte, maar slechts voor 5 tot 10 jaar. Die bescherming neemt in de loop van de tijd af. Volwassenen zijn hierdoor een reservoir voor kinkhoest voor de nog niet of onvoldoende gevaccineerde zuigeling. Kinkhoest bij gevac-cineerde personen verloopt in het algemeen licht, wat leidt tot onderrapportage.

Zuigelingen dragen de zwaarste lasten van de ziekte. 60% van de zuigelingen met kinkhoest in Nederland moet worden opgenomen in het ziekenhuis, waarvan een deel moet worden beademd. Dit maakt het beschermen van kwetsbare pasgeborenen tegen kinkhoest het belangrijkste doel van kinkhoestpreventie. Een vaccin met betere effectiviteit zou hier in belangrijke mate aan kunnen bijdragen. Op korte termijn is een nieuw vaccin echter niet voorhanden.

Wereldwijd worden in verschillende westerse landen verschillende strategieën toegepast en geëvalueerd om de ziektelast van kinkhoest bij zuigelingen te verlichten.

Dit zijn onder andere:

• Boostervaccinatie voor adolescenten. De booster is opgenomen in het reguliere vaccinatieprogramma van onder andere de Verenigde Staten, Oostenrijk en Frankrijk.

Figuur 1: Links: René Vlielander, Randy Poelman, Johan de Jong. Rechts: afdelingshoofd Alex Friedrich in actie tijdens de 4 mijl op 12 oktober 2014.

Figuur 1: Aantal meldingen van kinkhoest in Nederland, in de periode 1990-2014 met 1e ziektedag tussen 1/1/1990 en 23/8/2014 (Bron: Osiris).

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

jaar

2013

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

1800

2000

“Sneller dan infecties” - MMB loopt mee bij de Groninger 4 mijl 2014

Signalering: Het gevaar van kinkhoest bij opgenomen zuigelingen

Page 6: oktober 2014 - UMCG...Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak uitgeroepen als “een medische noodsituatie van internationale zorg”. Tot nu

© MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie © MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie

• Volwassenenvaccinatie. Het advies om bij volwassenen elke 10 jaar de DKTP (difterie-kinkhoest - tetanus-polio)-vaccinatie te her-halen , wordt gegeven in onder andere de Verenigde Staten, Oostenrijk en Noorwegen.

• Maternale vaccinatie. Sinds juni 2011 wordt vaccinatie in het derde trimester of laatste deel van het tweede trimester aangeraden door de Advisory Committee on Immunization Practices (ACIP) in de Verenigde Staten. Studies naar effectiviteit en veiligheid van kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap zijn nog gaande.

• Postpartumvaccinatie van zuigelingen. Studies naar effectiviteit zijn nog gaande, vooralsnog lijkt deze vaccinatie geen betere immuunrespons te geven bij de zuigeling.

• Cocooning. Hierbij worden mensen die nauw contact hebben met zuigelingen (zoals ouders en gezondheidsmedewerkers die met pasgeborenen te maken hebben)

gevaccineerd, om zo blootstelling van de zuigelingen te reduceren of voorkomen. Deze strategie wordt aanbevolen in Duitsland, België, Oostenrijk, Australië, Frankrijk en de Verenigde Staten. Implementatie wordt gezien als een probleem.

Het is onbekend welke van deze strategieën het grootste effect heeft op de ziektelast bij zuigelingen. In Nederland is kinkhoestpreventie een onderwerp waarover de Gezondheidsraad (GR) zich buigt. Vooralsnog wordt - in afwachting van een beter vaccin- vooral cocooning aan-bevolen in de Nederlandse literatuur over dit onderwerp.

In afwachting van het advies van de Gezond-heidsraad is het van groot belang dat zorgpro-fessionals, die contact hebben met zuigelingen, zich bewust zijn van de grote risico’s van kinkhoest. Het laagdrempelig inzetten van diagnostiek (PCR op nasopharynx swab van zorgprofessional (zie figuur 2)) kan transmissie naar de kwetsbare zuigelingen voorkomen.

Drs. Martijn Bakker, infectioloog UMCG„Neuroschistosomiasis“ Dr. Júlia Maria da Silva, AIOS medische microbiologie UMCG„Medisch belangrijke arbovirusinfecties voor internationale reizigers“

Datum: maandag 20 oktober 2014Tijd: 17.45-20.00 uurLocatie: Lokaal 4, Onderwijscentrum UMCG, Groningen

De overige REMIS-avonden van 2014 worden gehouden op:

17 november (UMCG)15 december (Zwolle, inclusief rondleiding op het nieuwe laboratorium)

De REMIS-avonden worden tevens aangekondigd op www.mmb-umcg.nl

Date: Tuesday, 28th October 2014Time: 9.30-17.00Location: Rode Zaal, UMCG, GroningenInformation: Information will follow by mail and on the website www.mmb-umcg.nl

Alex W. FriedrichChair of Medical Microbiology and Infection Prevention

Head of departmentUniversity Medical Center Groningen

Tel: +31.(0)50.361 3480

[email protected]

© 2013 Realisation & Design by IDEART-Agentur.de

Impressum

(voor meer informatie zie Landelijk Centrum In-fectieziekten (LCI)-richtlijn Pertussis (kinkhoest).

Edwina Doting, arts-microbioloog in opleiding, Izore/UMCG

Esther Mooi-Kokenberg, arts-microbioloog, Izore

Figuur 2: Nasopharynx swab.

20.10.2014 | Regionaal Microbiologisch Infectiologisch Symposium (REMIS)

28.10.2014 | Scienceday

Page 7: oktober 2014 - UMCG...Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak uitgeroepen als “een medische noodsituatie van internationale zorg”. Tot nu

© MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie © MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie

Hoe zijn wij te bereiken?

Secretariaat MMB (050 36) 13480eMail [email protected]

Administratie laboratorium:

bacteriologie (050 36) 13589virologie (050 36) 15184

Consulenten (tijdens kantooruren):

bacteriologie sein 77856 / 77857virologie sein 77830infectiepreventie sein 55141

Consulenten (buiten kantooruren):

dienstdoende arts-microbioloog via telefooncentrale

dienstdoende arts-viroloog via telefooncentrale

dienstdoende deskundige infectiepre-ventie via telefooncentrale

Website www.mmb-umcg.nl

INFOBOX

Date: Monday, 10th November – Tuesday, 11th November 2014Location: Hampshire Hotel Plaza , Laan Corpus den Hoorn 300, Groningen

Information:This two day symposium covers a broad range of topics in the field of antimicrobial therapy andinfectious diseases.

The main focus will be on new developments in antibiotic stewardship, therapeutic drug monitoring, novel antimicrobial agents and the treatment of complex infections such as endocarditis,prosthetic joint infections, HIV and hepatitis.

Scientific committee (UMCG / EurSafety Health-Net):

Prof. Dr. Alex W. Friedrich, Clinical MicrobiologistProf. Dr. Bhanu Sinha, Clinical MicrobiologistDr. Jerome R. Lo-Ten-Foe, Clinical MicrobiologistDr. Sander van Assen, ID PhysicianDrs. Kasper R. Wilting, ID PhysicianDrs. Prashant V.Nannan Panday, Hospital Pharmacist

More information and registration: www.eursafety.eu/symposium

Date: Thursday, 11th December 2014Time: 10.00-16.30Location: Rode zaal, UMCG, Groningen

Information:Shiga toxin-producing Escherichia coli (STEC) poses a serious public health concern because of its ability to cause outbreaks, hemorrhagic colitis (HC), and hemolyticuremic syndrome (HUS). STEC which cause HUS are designated as HUSEC. EHEC is a subtype of STEC and is best known from the large outbreak in 2011 in Germany.Ruminants, especially cattle, are considered to be the main reservoir for STEC. The ingestion of contaminated food or water, person-to-person spread, and contact with animals are the major transmission modes.A multidisciplinary team of European researchers will inform you of the latest developments in the specialism of STEC - HUSEC. Central topics are diagnosis, clinical HUS, public health and environ-ment. In 2013 a multidisciplinary study, STEC-ID-net, was started in the Netherlands. STEC-ID-net is a Dutch network of expert centers for STEC diagnosis, molecular characterization and microbiological risk assessment. Results of this study will be shared with you this day. In addition, the program offers you an opportunity to meet-up with colleagues.

More information: http://mmb-umcg.nl/NL/general-information/5_c_meetings_symposia.htmlemail: [email protected]

This euregional symposium will be hosted by EurSafety Health-Net and the UMCG

10.11.2014 – 11.11.2014 | Antibiotic Stewardship Symposium

11.12.2014 | One health symposium FOCUS on STEC - HUSEC, Groningen

Page 8: oktober 2014 - UMCG...Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheid-sorganisatie (WHO) deze uitbraak uitgeroepen als “een medische noodsituatie van internationale zorg”. Tot nu

© MMB Nieuwsbrief | 10.2014 • Medische Microbiologie en Infectiepreventie