Nummer 13 / december 2013 Een voorspoedig 2014...als astronaut alsmede het schitterende uitzicht...
Transcript of Nummer 13 / december 2013 Een voorspoedig 2014...als astronaut alsmede het schitterende uitzicht...
Nummer 13 / december 2013
NVGA-congres 26 september 2013
Een voorspoedig 2014
Thema: Opleidingen
Wilt u 70% van uw tijd bezig zijn met advies in plaats van uw polisadministratie? Kies dan voor Klik & Advies®. Voogd & Voogd ontwikkelt dit platform voor adviseurs die de klant centraal willen stellen en niet hun administratie.
Bezoekadres Boomgaardweg 5, 3241 LA Middelharnis Postbus 14, 3240 AA Middelharnis Telefoon 0187 48 85 55 E-mail [email protected] Website www.voogd.com
Naast ons huidige aanbod van producten en diensten, kunt u met Klik & Advies® automatisch adviezen genereren ten behoeve van uw klant. Zo kunt u efficiënt en effectief uw portefeuille onderhouden en uitbouwen. Klik & Advies® kunt u gebruiken voor uw volledige portefeuille, niet alleen voor polissen die u bij Voogd & Voogd heeft ondergebracht.
U communiceert daarbij op de wijze die bij u past: in een persoonlijk gesprek, per e-mail of via een smartphone. Als adviseur blijft u altijd de ‘regisseur’ richting uw klant.
Klik & Advies®
Voor de adviseur van de toekomst
Benieuwd wat dit voor u kan betekenen? Ga dan naar onze website www.voogd.com of neem contact
op met één van onze relatiebeheerders.
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl3
InhoudsopgaveVan de voorzitter...
NVGA-congres 2013: Geslaagd
De volmacht in het vakbekwaamheidsbouwwerk
Eigen database NVGA biedt leden grote voordelen
De visie van diverse opleidingsinstituten
Het nut van compliance
Bijpraatlunches & Workshops Portefeuilleanalyse
a.s.r. gelooft in het volmachtkanaal
Volmacht zorgt voor concurrentiekracht
De passie van … Bart Uiterwijk Winkel
Netwerkactiviteiten NVGA
6
15
12
16
22
19
Van de redactie
5
20
In alle hectiek is het ons weer gelukt om een mooi gevuld magazine te realiseren.Eerlijk is eerlijk, alle lof voor de dames in ons team. Zij hebben het leeuwendeel van deze uitgave voor hun rekening genomen.
2825
28
31
12
22
Met trots kijken we terug op het congres in de Rijtuigenloods. Het drukst bezochte congres ooit in de geschiedenis van de NVGA. De evaluatie die we van deelnemers terug hebben gekregen was bijzonder positief. Dat is fi jn om te lezen. De schaarse kritische noot nemen we natuurlijk mee naar de organisatie voor 2015. Wat betreft de roep om meer inhoudelijke onderwerpen kan ik kort zijn: de Marktdag Volmachten, die in september 2014 door de NVGA en het Verbond van Verzekeraars gezamenlijk wordt georganiseerd, is een bijeenkomst waar de inhoud meer op de voorgrond hoort te staan en daar zullen we dan ook voor zorgen.
Als thema voor dit nummer hebben wij voor opleidingen gekozen. Actueel natuurlijk in het licht van het nieuwe vakbekwaamheidsbouwwerk.
De ledenlunches en Workshops Portefeuilleanalyse & Rapportage in november op diverse plaatsen in het land waren een succes, niet in de laatste plaats
vanwege de belangstelling.
Als ik naar onze eigen praktijk kijk, dan lijkt het wel of de CRvp het enige onderwerp is waar maatschappijen over kunnen
praten. Ik blijf op dit punt toch nog wel met een prangende vraag zitten. De toegestane hoogte van de CRvp is opgebouwd uit verschillende procentuele componenten. Een van die bepaalde componenten is kosten. Is het dan wel logisch dat het percentage CRvp voor elk volmachtbedrijf gelijk is?Ik kan me voorstellen dat er een vast deel in zit maar kost een volmacht portefeuille van vijf miljoen premie echt vijf keer zoveel voor een maatschappij als een van één miljoen of zit daar een verscholen winstcomponent in? Wellicht een mooi onderwerp voor ons volgend magazine.
Zoals gebruikelijk besteden wij ook aandacht aan de netwerkactiviteiten van de NVGA. Wij bekijken momenteel of er genoeg belangstelling is om in april 2014 met een groep NVGA-leden de (halve) marathon van Wenen te lopen en wij zijn ook gevraagd om mee te werken aan een fi etsevenement dat in juni zal plaatsvinden. U hoort daarover later meer.
We wensen u veel leesplezier, fi jne dagen en tot ziens in 2014!
Namens de redactie, Arie van den berg
De waardevan advies
Ondernemen is keuzes maken. Keuzes die u helpen om uw toegevoegde waarde te reali-
seren en klanten beter te adviseren. Zo besloot advies kantoor Berends & Slump
volledig provisievrij te werken. Een behoorlijke omslag. Avéro Achmea ondersteunt
adviseurs daar graag bij, bijvoorbeeld met het ondernemersprogramma Voorzie.
Voorzie helpt adviseurs keuzes te maken en een toekomstbestendig bedrijf neer
te zetten. Dat levert mooie verhalen en resultaten op. Bekijk het interview met
René Slump op dewaardevanadvies.nl
6088R_130220376_Adv ondernemenerschap.indd 1 14-11-13 08:38
“ Monuta past bij ons. Een grote naam binnen de uitvaartbranche, maar met de flexibiliteit van een kleine organisatie.”
Ramona TukVolmachtbeheerder Heinenoord Assuradeuren te Heinenoord
Een uitvaartverzekering is snel geslotenMonuta weet als geen ander wat er speelt, wat er kan en wat het kost.Wij bieden u dan ook een oplossing voor al uw vragen over uitvaart. Dat ishet voordeel van uitvaartzorg en -verzekeringen onder een dak.
Bel Intermediair Support voor een afspraak, 055 - 539 11 30 of mail naar [email protected]
Nummer 12 / september 2013 www.nvga.nl5
Eén van die onderwerpen is het door DNB uitge-
voerde onderzoek naar de risicobeheersing van de
volmachtportefeuille door verzekeraars. Hierbij is
gekeken naar governance, strategie en datakwa-
liteit. De belangrijkste bevinding van DNB is dat
de uitbesteding aan een Gevolmachtigd Agent
(GA) aanzienlijke risico’s met zich meebrengt
die niet altijd afdoende worden beheerst. Onder
andere is naar voren gekomen dat de commerci-
ele belangen van verzekeraars prevaleren boven
risicobeheersing. Ter illustratie geeft DNB aan dat
bij de meerderheid van de verzekeraars een keuze
voor het distributiekanaal ingegeven wordt door
marktomstandigheden, maar dat een evenwichtige
afweging (te) beperkt wordt gemaakt. Verder blijkt
dat slechts in het uiterste geval tot opzegging van
een volmachtovereenkomst wordt overgegaan, ook
ingeval de GA meerdere keren de overeenkomst
niet heeft nageleefd, aldus DNB.
DNB constateert dat de GA een stevige machtspo-
sitie over de jaren heen heeft opgebouwd en dat
de verwachting is dat door marktontwikkelingen
deze machtspositie in de komende jaren zal toene-
men. Volgens de toezichthouder is het daarom des
te belangrijker dat de verzekeraars de uitbestede
activiteiten (aantoonbaar) voldoende (gaan)
beheersen. Zij gaat daartoe in 2014 een éénmeting
uitvoeren onder alle verzekeraars die gebruikma-
ken van het volmachtkanaal.
De NVGA en met haar de leden onderkennen het
belang hiervan aangezien de Workshop ‘Portefeuil-
leanalyse en rapportage’ die vorige maand werd
gehouden, kon rekenen op een overgrote belang-
stelling. Alle zes de workshops waren volgeboekt.
Belangrijke aspecten die hierbij aan de orde kwa-
men waren een goed inzicht in de portefeuille en
het verstrekken van informatie aan de verzekeraar.
Een directe relatie dus met voornoemd onderwerp.
Belangrijk is dat DNB wel van mening is dat de
afspraken rond risicobeheer tussen verzekeraar en
GA goed zijn. De NVGA deelt deze opvatting gelet
ook op de NVGA-kwaliteitsnormering, de goede
afspraken die er zijn over data-uitwisseling en de
wijze waarop audits worden uitgevoerd.
De naleving van de afspraken is volgens DNB ech-
ter wel voor verbetering vatbaar. Door het nader
onderzoek dat DNB zal houden, zal zij de relatie
tussen GA en verzekeraar daarom nadrukkelijker
monitoren.
Zorg er daarom meer dan ooit voor dat het huis
op orde is. U heeft nu de kans te bewijzen dat uw
bedrijf goed is ingericht en risico’s goed worden
beheerst.
Een ander gegeven is dat naast DNB ook toezicht-
houder AFM onderzoek verricht naar onder meer
de werking van het volmachtkanaal maar daar niet
over publiceert.
Daarentegen verricht de Autoriteit Consument &
Markt (voormalige NMa) geen zelfstandig onder-
zoek, terwijl zij op z’n minst wel degelijk van de
partij zou moeten zijn.
Wij zijn van mening dat de toezichthouders in hun
activiteiten meer gecoördineerd zouden moeten
optreden en transparant zouden moeten zijn over
hun uitkomsten. Dat komt niet alleen de tijdsin-
spanning van partijen die gepaard gaat met de
onderzoeken ten goede, maar de werking van het
hele volmachtkanaal.
Wij zijn dan ook indringend met hen in overleg
waarbij wij hen eveneens wijzen op de toege-
voegde waarde van het volmachtkanaal, namelijk
een betere dienstverlening richting de (eind-)klant,
een breder aanbod en een scherpere prijs juist
doordat het volmachtkanaal de concurrentie aan
de aanbodzijde aanwakkert.
Het is aan ons allemaal de taak om duidelijk te
maken dat volmacht leidt tot genoemde voordelen
voor de klant en daarmee dus het klantbelang
dient. Terecht stelt econoom dr. Fred de Jong (zie
ook verderop in dit nummer) dat commerciële
overwegingen bij verzekeraars voor een machtiger
volmachtkanaal zouden kunnen zorgen en dat
dit weleens in het voordeel van de consument
(en zakelijke markt) zou kunnen zijn. Zonder
volmachtkanaal zouden verzekeraars veel minder
concurrentie ondervinden.
Mijn pleidooi richting u is dan ook om niet alleen
klantgedreven maar zeker ook concurrentiegedre-
ven te blijven opereren!
Vanaf deze plek wens ik u fijne feestdagen en veel
voorspoed in 2014 toe.
Michael de Nijs, voorzitter NVGA
ConcurrentiegedrevenVan de voorzitter...
We naderen het einde van het jaar. Een moment van terugblikken, vooruitkijken en wellicht een nieuwe start maken, is aangebroken. ‘Einde’ impliceert ook afronding van zaken. Nu hebben inmiddels veel gevolmachtigden met hun volmachtgevers op individueel niveau overeenstemming bereikt over de beloning 2013 en 2014 en is er inmiddels meer duidelijkheid over het vakbekwaamheidsbouwwerk. Echter, over de invulling van diverse zaken bestaat nog grote onduidelijkheid waardoor afronding wat mij betreft niet echt aan de orde is. En als hiervan al sprake is dan dient zich direct een nieuw onderwerp aan.
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl6
NVGA-congres 2013:
Geslaagd!
Het congres werd voor de zesde maal georgani-
seerd. Ditmaal met als titiel: ‘GA Centraal: hét
station van de toekomst!’. In De Rijtuigenloods
in Amersfoort verzamelden zich maar liefst zo’n
vierhonderd branchegenoten om dit ‘event’ bij te
wonen. Nog niet eerder kon het NVGA-congres zich
verheugen op zo’n grote belangstelling.
De opkomst was inherent aan de positieve ontwik-
keling van het volmachtbedrijf, zo werd duidelijk
in de openingsrede van NVGA-voorzitter Michael
de Nijs. De Nijs, die zijn opwachting maakte na een
spetterende lasershow en openingsvideo, bena-
drukte dat ondanks alle onzekerheden de kansen
legio zijn. ‘Mits je ze herkent, je er klaar voor bent,
je blijft investeren in jezelf en je een duidelijke visie
ontwikkelt’, aldus de voorzitter.
Na zijn bespiegelingen op de toekomst van het
volmachtbedrijf daagde voormalig zakenvrouw van
het jaar, Yolanda Eijgenstein, de deelnemers uit tot
‘anders durven denken’. Zij adviseerde haar gehoor
goed voor zichzelf te zorgen, relaties persoonlijke
Op basis van de uitkomsten van het evaluatieformulier én op basis van vele lovende reacties kan het NVGA-congres 2013 met recht geslaagd genoemd worden. Tijdens het congres, dat op donderdag 26 september jongstleden plaatsvond, was er veel (interactieve) aandacht voor de toekomst van het volmachtbedrijf. Daarnaast zorgden inspirerende sprekers voor boeiende betogen en was er ook een officieel onderdeel in het programma ingeruimd, namelijk de eed/belofte die door zo’n tachtig branchegenoten werd afgelegd.
Op de NVGA-site kunt u onder activiteiten/congres de openingsfilm en de foto’s bekijken.
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl7
aandacht te geven en creatief te zijn. Astronaut
André Kuipers nam het publiek mee de ruimte in
aan de hand van veel en spectaculair beeldmate-
riaal. Hij ging daarbij vooral in op zijn belevingen
als astronaut alsmede het schitterende uitzicht
vanuit de ruimte op onze planeet.
Tot slot vatte cabaretier en entertainer Dirk
Denoyelle alle betogen op ludieke, ironische en
muzikale wijze samen.
Het aansluitende aperitief en ‘walking’ diner
vonden plaats tijdens een ‘rondje Veluwe’ met een
bijzondere trein. Niet alleen de GA maar ook het
netwerken stond daarbij centraal!
Toekomst: kansen en bedreigingenDagvoorzitters Arie van den Berg en Marcel van
Loon (beiden eveneens NVGA-bestuurslid) nodigden
de congresgangers uit hun kansen en bedreigingen
over de toekomst van het volmachtbedrijf kenbaar
te maken en hierover openlijk met elkaar te discus-
siëren. Zo werd ondermeer stilgestaan bij ‘dub-
bele agenda’s’ en ‘de gevolgen van verdergaande
digitalisering’.
“Dames en heren,
Alleen al vanwege het feit dat er zoveel bezoekers
zijn (rond de 400), blijkt dat volmacht leeft!
Voordat we naar de toekomst gaan kijken, wil ik
eerst stilstaan bij het heden. Nooit eerder hebben
we ons bedrijf op zo’n transformatie-speelveld
moeten uitoefenen. Er zijn heel veel onzekerhe-
den. Maar zoals iedere rasondernemer weet, biedt
iedere onzekerheid ook enorme kansen. Ik ben
ontzettend blij dat het volmachtbedrijf deson-
danks floreert. Het totaal geboekte premievolume
is drie miljard euro in volmacht waarmee we een
substantiële positie in de markt innemen. Met een
marktaandeel van zes-, zeventien procent ben je
een speler van betekenis.
We zien ook dat dat premievolume nog steeds
stijgt. Over het afgelopen jaar met zes procent.
Daarnaast zie je dat de schadequote over de
hele linie binnen alle typologieën volmachten
daalt met 2,7%. Dan denk ik dat je goed bezig
bent om namens je opdrachtgever, de verze-
keraar, dat werk goed uit te voeren. Naast het
genoemde marktaandeel is het belangrijk dat de
concentratiegraad van gevolmachtigden (de mate
waarin gevolmachtigden zich aansluiten bij de
branchevereniging) ook alleen maar toeneemt.
Afgelopen jaar noteerden we een ledengroei van
zes procent. Wij zijn daar enorm blij mee. Dat
betekent in ieder geval dat u zich herkent in onze
vereniging en dat de vereniging van toege-
voegde waarde is. Die toegevoegde waarde is het
centrale thema voor onze toekomst. Voor ons
als gevolmachtigde. Als je het hebt over ‘de GA
van de toekomst’ dan moet je het vooral hebben
over de toegevoegde waarde. Waar het om gaat
is ‘kijk naar jezelf’. Waartoe ben ik op aarde, wie
doe ik een plezier met wat ik doe en wat is mijn
toegevoegde waarde in de keten? Daarin zit de
sleutel van toekomstig succes.
Openingstoespraak NVGA-voorzitter Michael de NijsNVGA-congres 26 september 2013, De Rijtuigenloods Amersfoort
’Ondanks de vele onzekerheden zijn de
kansen legio!’
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl8
Wat doet de NVGA? De drie belangrijkste zijn de volgende.
1) Een succesje wat we kunnen melden, is de lobby
die wij samen met andere brancheorganisa-
ties hebben gevoerd rondom het wetsvoorstel
permanente educatie wat in de kamer voorlag ter
accordering. De minister moet voor december met
een alternatief komen en wij zullen input blijven
leveren om het bestaande systeem van perma-
nente educatie overeind te houden en verder in te
richten.
2) Wij gaan voor de oprichting van een onafhanke-
lijk auditinstituut volmachten. Het proces kan in
onze ogen efficiënter en onafhankelijker.
3) We worstelen met de transitie naar nieuwe
modellen. Er zal een toets op passendheid moeten
plaatsvinden.
Het is lastig. We zijn natuurlijk decennia lang gewend
geweest om op een bepaalde manier beloond te wor-
den. We vonden dat dat prima was. Als wij naar ons
eigen functioneren in de markt keken, dan zagen wij
niet enorme excessen. In ieder geval niet die excessen
die in andere delen van de sector de afgelopen jaren
pijnlijk zichtbaar zijn geworden. Wij zijn bedrijven
die zich in opdracht van verzekeraars bezighouden
met het afwikkelen van schadegerelateerde proces-
sen. Dat zijn transparante producten waar geen
waardeopbouw in zit, geen verborgen kosten en waar
geen enorme marges op zitten. Dus de noodzaak om
dat oude systeem los te laten, werd niet direct door
iedereen gevoeld. Maar er staat wel duidelijk in de
wet (vrij vertaald) dat de beloning die je uitkeert als
verzekeraar en die je ontvangt als gevolmachtigde
niet hoger mag zijn dan dat noodzakelijk is voor het
verlenen van een dienst. Ook al voelen wij zelf niet
die noodzaak om die switch te maken, we zullen
het met elkaar wel moeten doormaken. Dus laat dat
duidelijk zijn. Wij zitten in dat transformatiepro-
ces. U heeft allemaal kennis genomen van het feit
dat de winstcommissie eraf is. Die hebben we niet
meer. Ik weet ook dat het in de afgelopen jaren een
belangrijk onderdeel is geworden van de dekking van
de operatie van een gemiddeld volmachtkantoor,
dus het zomaar wegsnijden van die winstcommissie
zonder compensatie kan voor de meeste volmacht-
kantoren ook niet. Dus wat je op dit moment in de
markt ziet, is dat er compensatie wordt gezocht in
de tekencommissie om het bedrijf levensvatbaar te
houden. Dat is een verdedigbaar streven want we
zijn er niet op uit om onszelf te liquideren. We willen
als volmachtbedrijf, richting klanten op een gezonde
manier opgesteld staan en daar hoort ook een
gezonde en toereikende beloning bij. Dat proces gaat
niet makkelijk.
Waar staan we nu? Wat we zien is dat ongeveer de
helft van de volmachtgevers en volmachtnemers op
dit moment concrete afspraken over beloning heb-
ben gemaakt. Dat er een akkoord is. De andere helft
heeft dat niet en dat baart mij zorgen. Ik wil leden
en volmachtgevers dan ook oproepen om het beste
beentje voort te zetten en voor het einde van het jaar
die beloningsonderhandelingen af te wikkelen, want
het is niet alleen het passend maken van die beloning
maar het is een dubbel proces. Het is ook een normale
onderhandeling tussen twee businesspartners. Ik
roep marktpartijen op om in de komende weken
voortvarend en slagvaardig definitieve afspraken te
maken zodat we in ieder geval dit jaar aan de wet- en
regelgeving voldoen.
Hoe ziet die toekomst er dan uit?Volgens de visie van de NVGA ziet die toekomst eruit
dat wij van modellen gaan veranderen. Dat de manier
waarop we in het verleden zijn beloond niet meer
terugkomt. Dat hoeft echter niet te betekenen dat wij
te weinig of minder dekking krijgen voor onze inves-
teringen. Sterker nog, dat is ook weer dat onderhan-
delingsspel waar ik het over had. Niet de vorm zou
leidend moeten zijn, maar je eigen kostprijs, met een
faire beloning en met een faire winstmarge waarbij je
je bedrijf ook op een hele goede manier kunt ‘runnen’.
Dat is het uitgangspunt en ik heb er een vast vertrou-
wen in dat we daar met elkaar uitkomen.
De discussie over de vorm is wat ons betreft te vaak
te dominant. Er wordt wel gesproken over de invoe-
ring van een verrichtingentarief. Wij als bestuur van
de NVGA vinden dat zeker een goede variant, maar
wij vinden ook dat waardegerelateerde beloning een
goede variant is en zeker passend is te maken. Dat
past ook binnen het karakter van de wet, de open
norm in Nederland, dat beide systemen mogelijk zijn.
Wij stellen ons op het standpunt dat wij het aan de
markt overlaten. Wij laten het graag aan u over welke
koers u vaart en wij gaan in ieder geval die partijen
die kiezen voor een bepaalde koers maximaal onder-
steunen om dat op een goede manier te implemen-
teren. De NVGA zal er de komende tijd alles aan doen
om processen maar ook (administratieve) systemen
zo goed mogelijk voor te bereiden op het goed in- en
uitvoeren van zo’n vorm van beloning. De discussie
en het onderhandelingsspel over de hoogte van je
beloning dat zal blijven. Dat zal blijven, ongeacht
welk systeem.
Belangrijk is te melden dat de AFM ook in de laatste
bespreking met ons nogmaals haar voorkeur heeft
uitgesproken voor een vorm van nominale vergoe-
ding.
En dan de toekomst. Als ik een parallel trek met het huidige treinstation
dat te maken heeft met een complexe reizigersbe-
hoefte dan is het de taak van het volmachtbedrijf
om als moderne verkeersleiding te beschikken over
de juiste en efficiënte processen en daar de juiste
tools bij te hebben. En dan heb ik het niet alleen
over geautomatiseerde systemen maar vooral ook
over geautomatiseerde tools die klanten en hun ad-
viseurs meenemen naar een adequaat advies. Wij als
gevolmachtigden kunnen daarmee in de toekomst
excelleren. Wij hebben namelijk een totaalbeeld op
die klant en een totaalbeeld van die markt. In die
zin zou je ook kunnen zeggen dat wij als gevol-
machtigden allemaal iets van een serviceprovider
gaan worden. De ene in het groot: landelijk wer-
kend en alleen maar serviceprovider, en de andere in
de rol van huisvolmacht: als serviceprovider van zijn
eigen adviespraktijk. Dat zal steeds meer onze rol
worden. De gevolmachtigde laat vraag en aanbod
goed en efficiënt op elkaar aansluiten. Wij zijn in de
kern van zeer veel toegevoegde waarde in de keten.
Wij zijn een noodzakelijke schakel om de klant niet
alleen op een vlotte en goede manier te bedienen,
maar vooral ook op een kostenefficiënte manier.
Hoe houden we het bedrijf gezond? Als je zo naar dat volmachtbedrijf durft te kijken
dan gaat het om een aantal dingen.
Dat is kostenefficiënt blijven produceren. In ieder
geval kostenefficiënter dan onze aanbieders. Dat is
bestaansrecht nummer één.
Op de tweede plaats: in het belang van de klant
de adequate producten blijven leveren. Dat is
bestaansrecht nummer twee.
Hiertoe moeten wij investeren in vakkennis en
managementvaardigheden. De NVGA zal daar de
komende tijd ook beleid voor ontwikkelen en uit-
voeren om die kennis en managementvaardigheden
specifiek voor de gevolmachtigde aan te bieden.
Je zult moeten innoveren. Stilstand is achter-
uitgang, zeker bij ons. Laten we die voorsprong
met elkaar vasthouden. Je zult wendbaar moeten
blijven. De kracht van onze bedrijven is dat we ‘lean’
en ‘mean’ zijn. Houd dat zo.
We moeten creatief zijn, dicht bij de klant geor-
ganiseerd zijn en maatwerk leveren. Dat zijn de
ingrediënten van het toekomstige succes van onze
bedrijfstak. Als we onszelf zo organiseren, met
die toegevoegde waarde en die plaats in de keten
innemen dan dienen de kansen zichzelf vanzelf aan
en de kansen zijn legio!”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl9
Kritisch op het juiste moment
doelgericht terug naar werk
Het NVGA-congres 2013 was mede een succes dankzij:
Het volgende congres vindt plaats in 2015.
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl10
‘De toekomst bepalen we samen’Over de toekomst van het volmachtbedrijf zei Michael
de Nijs in zijn openingsrede het volgende: ‘De richting
en koers bepalen we samen. Het meest waardevol van
dit volmachtcongres is de informatie die we onderling
met elkaar uitwisselen. Ik moedig iedereen dan ook aan
kennis en ervaring met elkaar te delen en elkaar tot
grotere hoogte te brengen. Versterk elkaar in ideeën en
het verder versterken van het volmachtbedrijf!’
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl11
Rien Goes en Richard van Gelder: “De grootste
pijnpunten in de Permanente Educatie zijn de
inhaalexamens en het gebrek aan actualiteit.”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl12
De volmacht in het vakbekwaamheidsbouwwerk
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl13
De deadline nadert met rasse schreden, maar nie-
mand weet eigenlijk waar hij aan toe is en wat hij
moet doen. Het is medio november als Rien Goes
en Richard van Gelder om tafel gaan om te praten
over de stand van zaken rond het vakbekwaam-
heidsbouwwerk en de positie van de gevolmach-
tigde hierin. Grootste pijnpunten in de Permanente
Educatie zijn volgens hen de inhaalexamens en het
gebrek aan actualiteit. “Hoe kun je het zo reguleren
dat iedereen het begrijpt en dat de vakbekwaam-
heid geborgd blijft?
LobbyGoes en Van Gelder zijn nauw betrokken bij alle
ontwikkelingen. Goes, verantwoordelijk voor
Operations en Finance binnen het volmachtbe-
drijf van Meeùs, zit in het NVGA-bestuur en heeft
opleidingen in zijn portefeuille. Namens de NVGA
zit hij in de intermediaire werkgroep van het CDFD,
waarin brancheorganisaties vertegenwoordigd zijn.
Van Gelder, feitelijk leider van het volmachtbedrijf
Thoma Assuradeuren en lid van de NVGA-commis-
sie Ledenzaken, heeft veel affiniteit met educatie.
Hij is voorzitter van de examencommissie van het
EBFS (Exameninstituut Beroepsonderwijs Financiële
Sector) en neemt sinds maart jl. plaats in de com-
missie toets- en eindtermen van het CDFD, met als
aandachtsgebied volmacht. Hierover heerst soms
verwarring, geeft hij aan. “De bijdrage aan deze
commissie lever ik op persoonlijke titel. Ik bekijk
wat de nieuwigheden zijn in de branche en in een
vakinhoudelijke discussie geef ik mijn mening,
verder gaat het niet. Ik vertegenwoordig daarin
niet de NVGA.”
Brancheorganisaties Adfiz, CFD, OvFD, NVF en
NVGA pleiten voor een PE-puntensysteem om het
vakbekwaamheidsbouwwerk te versoepelen en te
verbeteren. Dit voorstel hebben ze toegelicht aan
het ministerie van Financiën. Aanleiding voor dit
overleg was motie 118, waarin Kamerleden het
ministerie vragen om in overleg met marktpartijen
te komen met voorstellen voor de versoepeling
van het huidige systeem met behoud van kwaliteit.
“Hiervoor waren naast brancheorganisaties en
keurmerken, de AFM en het CDFD uitgenodigd,
geen marktpartijen. Dit kaartten we aan, waarop
het ministerie ons uitnodigde om eerder langs
te komen. In dit gesprek gaven we aan hoe wij
aankijken tegen PE en met name het inhaalexamen,
waarover nu de grootste discussie is, en dat een
puntensysteem een betere optie is”, vertelt Goes.
“Wat me opviel, was dat het ministerie totaal niet
in de gaten had wat wij moeten doen om een
PE-examen te halen en dacht dat het niet zoveel
uitmaakt, omdat je toch alles weet als professional.
Maar in de praktijk doe je ook PE op vakgebieden,
waarmee je niet dagelijks bezig bent. Je moet heel
veel kennis tot je nemen en dat is niet erg, maar
het moet wel bijdragen aan de kwaliteit.”
“Vlak na dit overleg volgde een vergadering met
alle branchepartijen, waarin verzekeraars, banken
en de toezichthouder aangaven het examen
wel een prima middel te vinden, mits op niveau.
Het examenstelsel strookt niet met de Europese
denklijn. Daarin wordt een stelsel genoemd met het
halen van een bepaald aantal punten in twee jaar
door het volgen van PE. Dat ligt in lijn met onze
voorstellen. Als je nu iets gaat invoeren, loop je
de kans dat je het weer kan intrekken vanwege de
Europese regelgeving.”
Vorm voor inhoudTerwijl het ministerie achter gesloten deuren verder
praat over een mogelijke oplossing, gaat het CDFD
onverdroten door met het bespreken van de toets-
en eindtermen van het PE-examen, zegt Goes.
“Het CDFD nodigde ons uit voor een sessie over de
toets- en eindtermen. Wij zagen op dat moment
geen heil in een dergelijk overleg en hebben dit dus
afgezegd. We moeten eerst over de vorm praten,
voor we aan de inhoud beginnen. Tot dit moment
wachten we nog steeds op een nieuw voorstel van
de minister. De Kamerleden seinden we in dat dit
niet voldoet aan de uitvoering van de motie. Er is
nog geen enkel fatsoenlijk overleg geweest over
de vorm.”
“Waarop we ons met name richten, zijn het
inhaalexamen en de actualiteit. Je mag je beroep
niet meer uitoefenen als je het inhaalexamen
niet haalt.” Ook de actualiteit blijft een heikel
punt, volgens Goes. “Als je kijkt naar de toets- en
eindtermen, daarin staan heel vaak zaken die in
het basisdiploma thuishoren en niet bij vragen over
de actualiteit. Er komt een centrale bank met alle
examenvragen: de itembank. Het CDFD garandeert
dat er voldoende actuele vragen in zitten. Dus als
je over twee maanden examen doet, krijg je andere
vragen dan wanneer ik het nu doe. Hoe gaan de
opleidingsinstituten de lesstof daarop zo snel aan-
passen? Je kunt die vragen er wel inpompen, maar
de mensen moeten het ook nog leren. Daarover
hebben ze nog niet nagedacht of in elk geval nog
geen oplossing voor gevonden. Al die punten bij
elkaar maken het ondoorzichtig.”
Diplomaplicht volmachtBij de rol van het CDFD als adviesorgaan van het
ministerie gaat het vaker mis, vindt Goes. “In het
bouwwerk zien we een nieuw Schade-onderdeel
staan: Schade Extra. Bij de consultatie adviseerden
we om de verzekeringstechniek op één plek te
concentreren. Het CDFD vertaalt dat naar het mi-
nisterie dat de NVGA wil dat de volmachtdiploma’s
worden samengevoegd. Dat hebben we helemaal
niet gevraagd. We willen juist een volmachtdiploma
houden wat alleen volmachtzaken bevat. Het CDFD
heeft nu een voorstel bij het ministerie neergelegd
om de diplomaplicht voor Volmacht uit het Besluit
gedragstoezicht financiële ondernemingen te
halen. Vervolgens willen ze een denktank oprichten
met het ministerie, het CDFD, onderwijsdeskun-
digen en de NVGA om te kijken naar de gevolgen
van dit voorstel. Deze denktank is nu uitgesteld,
vanwege de andere discussie, maar het kan dus ge-
beuren dat de volmacht straks geen diplomaplicht
meer heeft. Het gevaar daarin is dat iedereen zich
volmacht kan noemen. Dit kan je eventueel oplos-
sen door afspraken te maken met verzekeraars, al
lopen we daarmee op de zaken vooruit. Aan de
andere kant: nu loop je mee in alle verplichtingen
van de adviseur. De verzekeraar die het werk aan
ons uitbesteedt, heeft geen diplomaplicht. Waarom
leg je het dan wel neer bij degene die zijn werk
overneemt?”
Volgens Van Gelder zitten er wat haken en ogen
aan. “De denktank moet alle voor- en nadelen te
zijner tijd op een rij zetten. Het is nog wel span-
nend.”
Hoewel er nog veel onduidelijk is en er een
voorstel ligt om Schade Extra te laten vervallen
als plicht voor gevolmachtigden, raden Goes en
Van Gelder iedereen aan om alles voor 1 januari
2014 op orde te hebben. “Je moet zorgen dat de
diploma’s en deelcertificaten die je nodig hebt,
kloppen en actueel zijn, dan heb je zekerheid op
het moment dat de diploma’s omgezet worden in
de nieuwe Wft-diploma’s. Je weet nooit wat je in
Er is veel ophef en onduidelijkheid over het opleidingsbouwwerk in de verzekeringsbranche. Er ligt een voorstel van het ministerie om volmacht uit het Bgfo te halen, waardoor de diplomaplicht vervalt. En blijft het PE-stelsel met de examens bestaan of komt er toch nog het door de brancheorganisaties gewenste puntensysteem? De brancheverenigingen trekken samen op om ervoor te zorgen dat de vakbekwaamheid weer de boventoon gaat voeren. De klant is immers gebaat bij een vakbekwame adviseur.
Door Froukje Meerman, Mermaid Media | Foto’s: Raphaël Drent
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl14
de toekomst gaat doen en wie weet kom je nog aan
de adviseurkant terecht. Bij ons haalt iedereen nu
zijn deelcertificaten die hij nog niet heeft, terwijl
men ze misschien niet eens nodig heeft.” Over de
geldigheid van diploma’s heerst veel onzekerheid,
vertelt Goes. “Niemand weet hoe het echt in elkaar
steekt. Uit angst gaan veel mensen het maar doen,
ook al weten ze niet waar het goed voor is.”
Van Gelder: “Mijn collega heeft een Volmachtdi-
ploma, maar doet er verder niets mee en dat wil
ze ook niet. Voor de continuïteit van het bedrijf
is het handig, omdat ik anders de enige ben met
dit diploma. Als ik dan een PE mis, dan mag ik
het volmachtbedrijf niet leiden. Nu blijkt dat ze
Beleggen A niet heeft gedaan, waarmee ze het
risico loopt dat haar GA-diploma in zijn geheel
vervalt. Ik vind dat de minister nu zo snel mogelijk
diploma’s moet laten omzetten in Wft-diploma’s en
bij twijfel niet star moet vasthouden aan regeltjes
die ontstaan zijn zonder dat er is nagedacht over
de consequenties. Ik vind het raar dat als je er op 2
januari achter komt dat er ergens iets is misgegaan,
omdat het vaag was, je niet meer de kans krijgt om
dat te herstellen. Er moet een mogelijkheid komen
om mensen die al jaren in het vak zitten en altijd
goed hun werk hebben gedaan, de kans te geven
een foutje te herstellen. Ik ga zelf ook wel eens
twijfelen; heb ik het wel gedaan en in de juiste
periode? Het is belangrijk dat de onduidelijkheden
nu worden weggenomen.”
Actualiteit van belangEen van de grote bezwaren tegen het PE-stelsel
is het gebrek aan actualiteit, vertelt Goes. “In
september is het Prinsjesdag. Als daaruit maat-
regelen voortkomen die op 1 januari 2014 ingaan,
dan komen die pas aan bod in een examen in juli
2015. En als het een driejaarstermijn wordt nog
later. Dan zit je stof te leren van een paar jaar oud,
die soms alweer achterhaald is. Wat voegt een
inhaalexamen dan toe aan Permanente Educatie?
Je creëert in feite schijnzekerheid. Stel dat het
op 1 januari 2014 doorgaat en je gaat bij wijzen
van spreken na drie maanden examen doen,
dan krijg je een brevet van vermogen en ben je
vakbekwaam volgens je diploma, ook al wijzigt er
iets in de wet een maand later. Je kunt de nieuwe
kennis alleen tot je nemen door middel van een
PE-traject via je werkgever. Dit is overigens al
een eis vanuit de Wet op het financieel toezicht.
Een PE-puntensysteem sluit dan beter aan op de
praktijk.”
“Mensen die inhaalexamens doen, kunnen drie
jaar lang niets doen, desnoods niet eens in de
branche werken, maar zo wel hun diploma intact
houden”, vult Van Gelder aan. “Je loopt achter met
je kennis. Neem bijvoorbeeld de afschaffing van de
brandregresregeling. Het is natuurlijk heel raar als
je dat een paar jaar later behandelt in de PE. Dat
moet nu. Voor 1 januari moeten we advies geven
aan klanten. Als goede adviseur ben je nu aan de
gang met die brandregresregeling.”
Goes: “De brancheorganisaties hebben een voor-
stel neergelegd voor een puntensysteem, waarin je
binnen een bepaalde periode punten moet halen.
Koppel de basisdiploma’s los van het PE-stelsel en
laat mensen op hun vakgebied PE volgen. Dan zijn
ze ook veel gemotiveerder.”
Voordeel daarvan is dat je veel flexibeler bent,
vindt Van Gelder, in de manieren waarop je
bijblijft in je vak. “Bijvoorbeeld door een congres
of workshop bij te wonen georganiseerd door een
brancheorganisatie. Dat kan kosten drukken voor
individuele deelnemers. Het CDFD geeft net als nu
per periode aan wat er tenminste behandeld moet
worden en de opleidingsinstituten blijven verant-
woordelijk voor de inhoud van het programma. Zij
moeten borgen dat de kwaliteit van de workshop
voldoende is. Een voordeel van het puntensysteem
is dat mensen continu en gedisciplineerd met PE
bezig moeten zijn. Dit kun je niet op het laatste
moment doen, zoals bij een examen.”
Goes geeft als voorbeeld een workshop rond de
nieuwe beloningsvoorstellen. “Met Jan van de
Veen organiseren we vanuit de NVGA workshops
over portefeuillemanagement. Als die workshop
aan bepaalde normen voldoet, dan moet dat PE-
punten gaan opleveren.”
InstroomDoor alle ontwikkelingen ontstaat nog een ander
gevaar, meent Goes. “Er is nog nauwelijks instroom
van nieuwe leerlingen in de opleiding Bank &
Verzekeringswezen. Daarover maken we ons zorgen.
Opleidingsinstituten geven aan dat leerlingen zich
afvragen of er nog wel toekomst in zit. Ze zien
dat na het behalen van het diploma al die PE er
nog achteraan komt. We zijn in gesprek met Ecabo
en ik heb ze gevraagd naar hun visie. Het viel me
op dat ze mensen opleiden voor functies die wij
schrappen, vanwege bijvoorbeeld automatisering.
Nu vragen ze welke mensen wij in de toekomst
nodig hebben en aan welke opleidingseisen ze
moeten voldoen. Het is dus belangrijk om te weten
welke functies er in de toekomst overblijven. Met
de automatiseringsslag die we maken, verschuiven
de functies en daarmee de opleidingseisen. Ga
je van een backoffice waar je polissen opmaakte
naar een callcenter, dan moet je voldoen aan de
diplomaplicht, omdat je nu klantcontact hebt.”
Van Gelder denkt dat de instroom ook minder is
door de krimp in de bedrijfstak. “Studentenadvi-
seurs adviseren je sneller een andere richting op te
gaan, omdat de kans op een baan minder groot is.”
Saamhorigheid“Er is een algemene maatregel van bestuur uitge-
vaardigd dat de start per 1 januari wel eens kan
vertragen, doordat de itembank wellicht nog niet
gereed is”, vertelt Goes. “Daarnaast kan het nog
wijzigen door de inbreng van brancheverenigin-
gen.”
Van Gelder vindt dat brancheorganisaties dit dos-
sier goed oppakken. Goes beaamt dat er volledige
focus op is. “De saamhorigheid is groot op dit dos-
sier. De brancheverenigingen trekken gezamenlijk
op en delen de kennis. Een van de opmerkingen in
motie 118 is dat de opleidingseisen niet zwaarder
mogen zijn dan vergelijkbare branches. Dit hebben
bijvoorbeeld beleidsmedewerkers van Adfiz allemaal
keurig in kaart gebracht. Er is geen enkele verge-
lijkbare branche, die dit soort PE-verplichtingen
heeft.”
“De tijd begint te dringen”, vertelt Goes. “Dit
houdt veel mensen bezig. Er zijn er maar weinig
die precies weten wat ieder personeelslid in welke
periode moet doen, willen ze aan de minimale eisen
voldoen. Veel medewerkers zijn meer bezig met het
veiligstellen van eerder behaalde diploma’s, dan
met de focus te leggen op het verkrijgen van meer
vakkennis. Dat is niet in het belang van de klant.”
De NVGA houdt u op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in dit dossier via de nieuwsbrief.
Rien Goes en Richard van Gelder: “Koppel de basis-
diploma’s los van het PE-stelsel en laat mensen op
hun vakgebied PE volgen.”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl15
Eigen database NVGA biedt leden grote voordelen
Serviceproviders hebben een groter dan gemiddeld aandeel Motorrijtuigen in portefeuille:
NVGA-kantoren hebben bij acceptatie van de lidmaatschapsvoorwaarden ook toestemming gegeven om volmachtresultaten geanonimiseerd ter beschikking te stellen. Met de totaalresultaten heeft het bestuur van de NVGA o.a. inzicht in hoe de groei van de leden zich verhoudt ten opzichte van de gehele schademarkt. Market Scan is de opvolger van het marktaandelenonderzoek dat de NVGA jaren door SEO heeft laten uitvoeren. Zij heeft voor de NVGA een database gebouwd waardoor de NVGA trends sneller kan signaleren en meer analyses op een gedetailleerder niveau kan uitvoeren. Met uitzondering van de grote zorgvolmachten (die rapporteren op een andere wijze) beschikt de NVGA nu over alle aangeleverde cijfers van haar leden.
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
Marktaandeel motorrijtuigen.pdf 1 19-11-2013 15:08:27
Met uitzondering van brand zijn de resultaten op alle branches verbeterd.
Combined ratio Motorrijtuigen in 2012 gedaald van 96% naar 91%Combined ratio Brand gestegen van 90% naar 93%Combined ratio medische varia gedaald van 84% naar 73%Combined ratio totaal gedaald van 88% naar 85%
Het premievolume is met 6% gestegen hetgeen positief is aangezien de totale markt nauwelijks groeit.
Groei 2012 Service providers Huisvolmacht groot Huisvolmacht middel Huisvolmacht klein TotaalMotorrijtuigen 8% 2% 1% 4% 4%Brand 10% 4% 6% 7% 6%Aansprakelijkheid 9% 5% 3% 9% 6%Medische varia 13% 16% 12% -1% 15%
De verhouding in premievolume per soort volmachtkantooris nagenoeg onveranderd.Serviceproviders 32% (+0.7%)Huisvolmachten groot 56% (-0.6%)Huisvolmachten middel 8% (-0.1%)Huisvolmachten klein 4% (gelijk)
NB:Huisvolmacht groot: premie > € 5.000.000Huisvolmacht middel: premie > € 2.500.000 < € 5.000.000Huisvolmacht klein: premie < € 2.500.000
ToTAle preMie GeboekTe ScHADe Service provider Huisvolmacht groot Huisvolmacht Middel Huisvolmacht klein TotaalSchaderatio 2011 59,52% 59,40% 53,60% 49,40% 58,54%Schaderatio 2012 58,29% 54,79% 55,41% 52,19% 55,86%
Volgens Ron Krisman (voorzitter Commissie Economische Zaken) heeft dit
als voordeel dat de NVGA beter en sneller met informatie kan komen. Ook
zullen de leden in de loop van 2014 individueel voorzien gaan worden van
een standaardrapportage waarmee zij hun eigen bedrijf met die van de
benchmarkcijfers van de NVGA kunnen gaan vergelijken. De bedoeling is dat
deze rapportage met de VRA meegeleverd zal gaan worden. Bovendien is er
geen aparte aanlevering van informatie door de leden zelf meer nodig dan
wel een aparte machtiging aan Market Scan. Voor de leden is het er daarom
eenvoudiger op geworden.
Over de periode 2011 ten opzichte van 2012 worden hieronder de belangrijkste
gegevens vanuit Market Scan van de NVGA-leden weergegeven.
Uitkomsten op extranetOp het Extranet onder Leden / Documenten staat het volledige document ‘resultaten NVGA-leden 2012’.
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
Marktaandeel totaal.pdf 1 19-11-2013 15:11:41
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl16
In het kader van het Thema Opleidingen vroegen wij opleidingsinstituten hun visie op de actualiteit te geven en relevante zaken voor u als GA te beschrijven. De bijdragen treft u hier aan.
De wereld van de volmacht is uniek. In het buiten-
land kent men deze bedrijfsvorm niet. Maar ook in
Nederland is de volmacht nog steeds relatief onbe-
kend voor buitenstaanders. Dat leidt tot onbegrip.
En tot wetgeving zoals de Wft waarbij duidelijk is
dat de opstellers onvoldoende inzicht hadden in de
wereld van de volmacht. Met als resultaat wetge-
ving die voor deze specifieke doelgroep niet past.
En wanneer gekeken wordt naar het opleidingsdos-
sier kunnen we constateren dat tot op de dag van
vandaag de volmacht voor velen ‘een vreemde eend
in de bijt’ blijft.
Maatschappelijke meerwaarde profilerenAls insiders kunnen we zelf overtuigd zijn van de
maatschappelijke meerwaarde van de volmacht.
Maar wanneer de grote boze buitenwereld die
meerwaarde niet herkent dan geeft dit een risico.
Het risico dat men eisen gaat stellen aan het
volmachtbedrijf die juist de kracht en de meer-
waarde voor de samenleving ondergraven. Daarom
denken wij dat het meer dan ooit zaak is voor
het volmachtbedrijf om de communicatie met de
samenleving aan te gaan en duidelijk te maken wat
de meerwaarde voor die samenleving is van het
volmachtbedrijf.
Kennis en vaardigheid is onder-deel van die meerwaardeDe samenleving wordt complexer. Er ontstaan
behoeftes bij klanten die niet of niet snel genoeg
door aanbieders worden herkend. Aanbieders die
zelf zuchten onder regeldruk en waar de IT-afdelin-
gen voor de komende jaren eigenlijk zijn ‘volge-
boekt’. De volmacht die vaak dicht bij de klant staat
herkent de veranderende behoeftes vaak sneller en
kan wel snel oplossingen ontwikkelen. Dat is één
van de belangrijke voordelen van het volmachtbe-
drijf. Maar dat vereist een voortdurende ontwikke-
ling in kennis en vaardigheid.
Scherp op de actualiteit Je kunt opleidingen volgen omdat dit van de
wetgever moet. Of je kunt dit doen omdat je zelf
het beste voor je klant wilt. Die laatste groep
bedrijfsgenoten vinden wij het meest plezierig om
mee te werken. “We zitten scherp op de actualiteit.
We bedrijven geen politiek. Dat laten we graag
over aan de organisaties die daarvoor zijn, zoals
de NVGA. Wat wij doen is om zo vroeg mogelijk
ontwikkelingen te signaleren en aan te geven wat
de consequenties voor de sector zijn. Opleiden om
de sector samen sterker te maken. Ook het waarde-
volle volmachtbedrijf.
Bureau D&O
Be good and tell it!
Financieel College
Vakbekwaamheid op de schop
Links Annette van de Wetering (directeur) en
Natascha van Drumpt (consultant opleidingen)
Als er een onderwerp is waarover - op het moment
van schrijven - nog veel onduidelijkheid is, dan
is het wel vakbekwaamheid. Maar ondanks alle
onzekerheden, een ding is zeker: vakbekwaamheid
gaat op de schop.
Wat betekent dat voor de volmacht?Het nieuwe vakbekwaamheidsbouwwerk dat 1 ja-
nuari 2014 in gaat telt negen beroepskwalificaties.
Alle gericht op de adviesfunctie.
Er komen vier of vijf Volmachtlijnen: Schade, Ver-
mogen (nu Leven), Pensioen, Inkomen en wellicht
Zorg.
Daarbij wordt gedacht aan een constructie, waarbij
de beroepskwalificatie (adviesgericht dus) de basis
is, aangevuld met Wft Volmacht Algemeen en Wft
Volmacht Overig. Echter niet voor Schade.
Daar heeft het College (CDFD) Wft Schade Plus
voor bedacht: een samenvoeging van Wft Volmacht
Brand, Varia en Transport. U weet dat studiema-
teriaal en examens van deze drie Volmachtonder-
delen gelijk zijn aan de A-modules Brand, Varia en
Transport.
Veranderingen die inhouden dat examens helemaal
anders worden. Examens worden samengesteld
vanuit een Centrale Examenvragenbank en ‘verrijkt’
met toetstermen over vaardigheden, integriteit,
beroepshouding etc.. Dus meer dan kennis alleen.
Ervaren adviseurs (in bezit van een diploma) doen
een PE-examen met een PLUS, die PLUS houdt in
dat je getoetst wordt op de ‘nieuwe’ competenties.
En dan nu de VolmachtHet CDFD berichtte op 22 oktober dat in het
gepubliceerde document voorlopige vaststelling
van toetstermen Volmacht Algemeen, Schade Extra
en Overig ontbreken. Voor Volmacht Algemeen is
het aantal toetstermen te gering. Het advies ten
aanzien van de beide andere onderdelen stelt het
CDFD uit. Er vindt nu een herafweging plaats in
dialoog met relevante marktpartijen.
Het zou mij niet verbazen als de Volmachtopleiding
uit het Wft vakbekwaamheidsgebouw getild wordt.
U kent Financieel College (voorheen Huibers Insti-
tuut) als instituut dat dicht bij de klant staat en dat
alles in het werk stelt om de opleiding - ook voor
een klein aantal deelnemers- te starten.
Financieel College is dan ook een van de weinige
opleiders die Wft Volmacht/ A-cursussen (inclusief
Wft Volmacht Overig) begeleidt.
“Onze cursussen, dagonderwijs met een kleine
interval maken het de deelnemers mogelijk om in
korte tijd zeer intensief voor te bereiden op het
examen.”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl17
Voor het Wft PE onderwijs dat wij vanaf de start
geboden hebben, vonden GA’s massaal de weg
naar het Financieel College.
Laat de Minister en het CDFD toch het plan
varen om Wft PE te examineren en gaan zij over
tot een Wft PE-puntensysteem, waarvan de
NVGA voorstander is, dan zal Financieel College
in samenspraak met docenten een programma
opzetten dat relevant is voor de GA, anno 2014.
Opleidings- en exameninstituut Lindenhaeghe
biedt diverse Wft-opleidingen, bovenwettelijke
opleidingen en examens aan. Lindenhaeghe hecht
grote waarde aan het informeren van hun klanten
over actuele zaken die spelen in de branche.
Lindenhaeghe heeft daarom ook het abonnement
Permanent actueel ontwikkeld waarmee zij inspeelt
op de meest recente ontwikkelingen in de markt
op het gebied van de Wft. Permanent actueel is
een platform met een Kennis Update, Kennis Quiz
en Kennis Plein. Zeer actuele situaties komen aan
bod en de abonnees worden direct getoetst. Ook
omvat het abonnement tevens een Kennis- en
Praktijkbijeenkomst die online wordt gegeven via
webcasting.
Voor de GA zijn een tweetal recente ontwikkelingen
van invloed. De belangrijkste is dat de modules Vol-
macht hoogstwaarschijnlijk worden opgeschort. Het
Hans Ruiter, directeur
Lindenhaeghe
Actualiteit voorop
Velen van u kennen bovenstaande titel uit een heel
andere context.
Kinderen voor Kinderen uit 1984 over het Journaal
en u begrijpt, dit heb ik opgezocht. Maar, ik ben
niet de baas van een GA, ik ben gewoon opleider
in de fi nanciële dienstverlening. Nou ja gewoon,
NIBE-SVV gaat al ruim meer dan een halve eeuw
terug in opleidingen voor de fi nanciële wereld en
dus de GA. En eigenlijk zijn we ook wel zo’n beetje
de enige aanbieder van de opleiding GA. De enige
opleider die nog de moeite neemt om daar serieus
aandacht aan te besteden. Maar, eerlijk is eerlijk,
het wordt bedrijfseconomisch voor ons wel steeds
moeilijker door de teruglopende aantallen cursis-
ten. Dat moet dus anders.
De cursus Gevolmachtigd Agent bestaat trouwens
ook al heel lang. Nog niet zo lang als de Gevol-
machtigd Agent zelf, maar wel zo’n 50 jaar. “Het
lijkt en klinkt wel een beetje stoffi g” dacht de wet-
gever waarschijnlijk in 2006, want bij de Wfd/Wft
werd de naam gewijzigd in Wft Volmacht Overig.
Om echt warm van te worden!
NIBE-SVV heeft toen, samen met SVC, de boeken
uitgebreid geactualiseerd en aangepast qua bege-
leiding en structuur, maar natuurlijk wel binnen de
wettelijke exameneisen. Daarmee kun je het Wft-
diploma halen. Maar wil je echt iets als volmacht
dan zeggen wij: “Doe er mondelinge begeleiding
bij”. Die mondelinge cursus van NIBE-SVV wordt
gegeven door SVC (Richard Meinders en Wim van
de Weg). Daarbij is alle ruimte voor discussie en
verdieping, voor uitwisseling van ervaringen en ge-
dachten over hoe het beter of anders kan. Kortom,
niet alleen kennis stampen, maar ook vaardigheden,
houding en gedrag krijgen daar een plaats.
Op dit moment denkt de minister na over de
toekomst van de Volmachtopleiding binnen de Wft.
Ik ben bang dat die er niet is. Maar is dat dan het
einde van de GA-opleiding? Nee, absoluut niet.
Ook zonder wettelijke diplomaplicht is een goede
volmachtopleiding nodig. Misschien is dat zelfs wel
beter om echt te kunnen aansluiten bij de toekomst
van de GA . Nu is het tijd voor een eigen stempel
van de NVGA op zowel opleiding als beroepsgroep.
Misschien wel een eigen register waarin juist die
vakbekwaamheid van de GA bevestigd wordt.
NIBE-SVV
“Als ik de baas zou zijn van een GA, dan werd het nieuws meteen een heel stuk positiever ...”
CDFD wil in overleg met de sector kijken hoe deze
modules in de toekomst ingericht kunnen worden.
De tweede ontwikkeling is dat de overgangsperiode
wordt verlengd van anderhalf naar twee jaar zodat
de markt meer tijd heeft om aan de nieuwe vakbe-
kwaamheidseisen te voldoen.
Eind november heeft de Tweede Kamer de minister
van Financiën defi nitief geïnformeerd over de geko-
zen lijn. Ook in deze overgangsperiode zal Linden-
haeghe voor kantoren een (sturende) rol vervullen.
Guus de Jonge, productmanager Schade en
Schade-expertise NIBE-SVV
ALS HETTOCHMOET dOE
HET dAn gOEdHet is nu aan jou. Ben je er klaar voor? Kijk op nibesvv.nl/wft
of bel 020-520 85 34 voor meer informatie en ontdek hoe je het
Wft-diploma haalt bij hèt kennisinstituut van de financiële wereld.
S U C C E S D O E N W E S A M E N
022 Adv WFT 190x135.indd 1 05-12-13 15:24
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl18
Op 1 januari 2014 treedt het nieuwe Wft-Vak-
bekwaamheidsbouwwerk in werking. Dit nieuwe
stelsel vervangt de huidige Wft wetgeving. Vanaf
2014 zal met betrekking tot de Wft vooral de
focus liggen op vakbekwaamheid en krijgt deze
een andere modulaire opbouw.
Directe aanleiding voor de herziening van de
huidige Wft-opbouw is de uitkomst van verschil-
lende onderzoeken van de AFM. Hieruit bleek dat
- door het ontbreken van de juiste vaardigheden
van de adviseur - in veel gevallen het advies
niet compleet of niet correct is. De uitkomsten
van deze onderzoeken zijn meegenomen in het
ontwikkelen van het nieuwe Wft- Vakbekwaam-
heidsbouwwerk. Zoals de naam al doet vermoe-
den is het nieuwe bouwwerk meer gericht op
de vakbekwaamheid van de adviseur. Naast de
hernieuwde Wft-modules wijzigt ook de huidige
Permanente Educatie. In de toekomst dient de
adviseur aantoonbaar permanent actueel te zijn.
Dit betekent dat hij of zij altijd op de hoogte
moet zijn van actualiteiten die voor zijn of haar
functie van belang zijn.
VakmanschapDe invoering van het nieuwe Vakbekwaamheids-
stelsel is wat ons betreft een stap in de goede
richting. Vanuit onze Visie op Leren streven wij naar
bestendig vakmanschap. Een bestendige vakman is
volgens ons een financieel adviseur die in lastige
situaties en ongeacht omstandigheden hoog
kwalitatieve oplossingen weet te creëren voor het
bereiken van de doelen van de klant. Met de invoe-
ring van het nieuwe stelsel komt er meer focus te
liggen op de vaardigheden en competenties van de
financieel adviseur. Hiermee wordt de eerste stap
naar bestendig vakmanschap gezet.
Vakmanschap voor Gevolmachtigd AgentHet nieuwe Wft stelsel gaat ook voor u als Gevol-
machtigd Agent impact hebben. Hoe dit er precies
uit gaat zien, is nog niet duidelijk. In een brief
heeft het Ministerie van Financiën laten weten
de volmachten voorlopig uit het nieuwe stelsel te
halen. Er zal overleg plaatsvinden tussen het CDFD
en de markt om hiervoor een nieuwe invulling te
vinden.
Welten
Vakbekwaamheid 2014 en betekenis GA
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl19
Het nut van complianceDe afgelopen tien jaar is een stortvloed van wet- en regelgeving over de financiële dienstverlening heen gekomen. Het einde van de wet- en regelgeving - nu weer met de resultaten van het DNB-onderzoek naar de beheersing van volmachten door verzekeraars - lijkt nog niet in zicht. Van de andere kant ontstaat de roep om minder regels, omdat de regelzucht het werken onmogelijk maakt. Is compliance uitsluitend voldoen aan de regeltjes of levert het uw bedrijf echt wat op? In dit artikel laat ik zien op welke wijze compliance kan worden gebruikt om uw onderneming te versterken.
Foto: Richard Meinders, SVC
Wat is compliance?Misschien is het goed om eerst eens vast te stellen
wat ‘compliance’ nu eigenlijk is. Als ik de ‘Dikke van
Dale’ erop nasla, tref ik het woord niet aan. Het
dichtst in de buurt komt het woord ‘compliantie’,
hetgeen ‘volgzaamheid’ betekent, een vertaling voor
het Engelse woord ‘compliancy’. Dan maar eens in de
moderne encyclopedie ‘Wikipedia’ kijken. Hier komt
behoorlijk wat meer verklarende tekst naar boven en
blijkt dat het woord te zijn ontstaan in de financiële
sector, het is in Nederland geïntroduceerd door DNB.
Door DNB wordt het gedefinieerd als ‘de naleving
van wet- en regelgeving, alsmede het werken
volgens de normen en regels die een instelling zelf
heeft opgesteld.’
Waarom wet- en regelgeving?Veel wet- en regelgeving
ontstaat incident
gerelateerd. Denk
aan bepalingen
ten aanzien van de
brandveiligheid van
kerstverlichting in
horecagelegenhe-
den (Volendam) en
opslagvereisten
voor vuurwerk
(Enschede).
De pers meldt misstanden, het publiek is verontwaar-
digd en de politiek bedenkt nieuwe wetten en regels.
Zo levert de financiële crisis ons ook nog bijna dage-
lijks nieuwe regels op. Ook binnen uw bedrijf heeft u
ongetwijfeld regels opgesteld omdat er iets mis ging.
De kracht van compliance is echter om niet incident
gestuurd te reageren, maar proactief te acteren.
Risico’s analyserenLeg een stevig fundament onder uw compliance
door een gedegen risicoanalyse op te stellen. Ga
na waar de risico’s zitten die de continuïteit of de
goede naam van uw onderneming in gevaar kunnen
brengen. Probeer deze risico’s te kwalificeren op basis
van de kans dat dit zich voordoet en de mogelijke
impact hiervan. Hiermee krijgt u een goed inzicht
in de risico’s die u moet vermijden of verminderen
(mitigeren).
De volgende stap is om deze risico’s om te zetten
naar beleid. Op welke wijze wilt u omgaan met bij-
voorbeeld de gesignaleerde risico’s op het gebied van
integriteit, vakbekwaamheid, ICT, fraude, acceptatie
en schadebehandeling. Denk hierbij aan ‘wij hechten
grote waarde aan de kwaliteit en snelheid van onze
administratieve processen’, of ‘wij tolereren geen en-
kele vorm van fraude’. Als dit beleid is geformuleerd,
dan is de volgende stap om dit –middels concrete
doelstellingen (key performance indicatoren) - te
verankeren in processen.
VoorbeeldHet beleid ten aanzien van de kwaliteit en snelheid
van de administratieve processen kan worden ver-
taald naar de SMART gedefinieerde doelstelling ‘80%
van de polissen moet binnen 2 werkdagen na het
definitief accepteren van een verzekering, foutloos
zijn opgemaakt en verzonden’. Vervolgens wordt
deze doelstelling vertaald naar procedures die ertoe
leiden dat aan de doelstelling wordt voldaan. Niet
alleen de procedure die zorgt dat de polis foutloos
en op tijd wordt afgegeven, maar ook een procedure
waarin het controlemechanisme is opgenomen om
te beoordelen of dit wordt gerealiseerd (manage-
mentinformatie).
Plan-Do-Check-ActEen goede beheersing van een administratieve
organisatie bestaat altijd uit de vier stappen van de
Deming-cirkel:
• Plan: normen stellen;
• Do: consequent werken volgens normen en de
informatie gebruiken om te verbeteren en te
innoveren;
• Check: elkaar aanspreken op positieve en nega-
tieve prestaties;
• Act: normen regelmatig evalueren en bijstellen.
Waar zit uw winst?Veel ondernemers kennen, of zo u wilt, onderken-
nen de risico’s in hun onderneming onvoldoende. De
ondernemer die de risico’s in zijn onderneming kent,
hierop stuurt en deze beheerst heeft een betere con-
trole over zijn onderneming. Hij zal minder worden
verrast door incidenten en loopt minder risico’s ten
aanzien van de continuïteit van zijn onderneming.
Met een goede risicobeheersing kan ook het ver-
trouwen van toezichthouders (volmachtgevers, DNB
en AFM) worden afgedwongen, waarop over het
algemeen een lichter toezichtregime van toepassing
is. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat u inzichtelijk
maakt welke maatregelen u hebt genomen.
Kortom: De zekerheid dat de grootste risico’s
onder controle zijn geeft u rust en continuïteit
en vertrouwen bij uw stakeholders.
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl20
Grip op de volmachtportefeuille
Vanuit het model ‘The Golden Circle’ stond het
NVGA-model “Portefeuillebeheer en Rapportage”
centraal. Het NVGA-model is inmiddels door de
meeste verzekeraars min of meer omarmd.
Er zijn tal van redenen om actief met portefeuille-
beheer bezig te zijn. Vanzelfsprekend is porte-
feuillebeheer een primaire verantwoordelijkheid
van de gevolmachtigde agent. Dat vinden ook de
verzekeraars. Niet voor niets is in vrijwel alle belo-
ningsmodellen portefeuillebeheer het belangrijkste
onderdeel. En degelijk portefeuillebeheer zorgt
voor continuïteit in de samenwerking tussen de
gevolmachtigde en de verzekeraar.
‘Een opsteker en nog leuk ook’ was een veel gehoorde reactie na afl oop van de workshops ‘Portefeuilleanalyse & Rapportage’. Dat het thema actueel is, bleek wel uit de grote deelname; alle workshops waren volgeboekt. In een paar uur tijd loodste Jan van de Veen van JV Impuls BV de deelnemers door de meest elementaire onderdelen: cijfers – analyse – bevindingen – maatregelen.
volmachtportefeuille
Het NVGA-model heeft voor uniformiteit gezorgd.
Het verrichten van een portefeuilleanalyse en het
opstellen van een rapportage per verzekeraar kost
nu eenmaal tijd en door een uniform model kan de
gevolmachtigde veel effi ciënter aan de slag. Tijdens
de workshops is het NVGA-model concreet ingevuld
met een cijfermatig format en een rapportagefor-
mat waarmee de gevolmachtigden nu direct aan de
slag kunnen.
Jan van de Veen loodste de deelnemers door de materie.
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl21
In het kader van het beloningsdossier gaf Ron Kris-
man aan dat de NVGA er vanwege de open norm
voor heeft gekozen de markt haar werk te laten
doen en niet te kiezen voor één model. De NVGA
zal andere initiatieven wel ondersteunen. Verder
drong Krisman er bij de leden op aan vóór het
einde van het jaar overeenstemming te hebben met
verzekeraars over de beloning 2013 en 2014, alsook
volmachten uitsluitend naar verzekeraars over te
sluiten als dat in het belang van de klant is.
Voor oprichting van een onafhankelijk auditin-
stituut is de NVGA om zodoende te komen tot
vereenvoudiging, meer objectiviteit en efficiency
van de audits en de daarmee gepaard gaande tijd
en inspanning van het volmachtbedrijf te vermin-
deren. Het instituut zal zich in ieder geval richten
op het non-concurrentiële gedeelte van de audits,
op de inhoud van de SAGA/AO-IC, op de controle
van ‘passendheid’ en op de kwaliteitscriteria in
de beloningsmodellen. De intentie is het instituut
medio 2014 van start te laten gaan.”
Over de discussie van het vakbekwaamheidsbouw-
werk, doet Krisman uitgebreid verslag. Daarbij
benadrukt hij dat de NVGA absoluut van mening
is dat het volmachtdiploma in het vakbekwaam-
heidsbouwwerk zou moeten blijven. “Dan heb je
een volledige objectieve en neutrale toetsing.” Ten
aanzien van de discussie over permanente educatie
(PE) zegt hij: “Er is geen enkele beroepsgroep in
Europa waar de eisen voor PE zo streng zijn als in
het voorstel dat nu voorligt.”
Tot slot vroeg Krisman aandacht voor het recent
gehouden DNB-onderzoek naar risicobeheersing
door volmachtverzekeraars en voor de regels van
Solvency.
“De verwachting is dat het DNB-onderzoek gevol-
gen zal hebben voor de informatieverzoeken van
verzekeraars richting het volmachtbedrijf. De NVGA
zal er daarom bij verzekeraars op aandringen dit
proces goed te kanaliseren en dit waar mogelijk
te vereenvoudigen.” Met betrekking tot Solvency
II meldt Krisman dat de formele invoerdatum is
uitgesteld – volgens de inschatting van DNB –
naar 2016-2017, maar DNB is zich wel alvast aan
het voorbereiden en zij zal vooruitlopend daarop
toetsen uitvoeren. Ook zal er een vragenlijst op
Volmachtbeheer komen die jaarlijks door de GA
beantwoord moet gaan worden. Dankzij inspan-
ningen van de NVGA is het aantal vragen echter
substantieel teruggebracht.”
Bijpraatlunches NVGARondom de Workshops Portefeuilleanalyse hield het NVGA-bestuur zogenoemde Bijpraatlunches. Hierin stond de actualiteit centraal van het beloningsdossier, de oprichting van een onafhankelijk auditinstituut, het vakbekwaamheidsbouwwerk en het DNB-onderzoek. De lunches werden op drie verschillende plaatsen gehouden. In Amersfoort was het Ron Krisman die namens het bestuur de actualiteiten toelichtte.
Namens het bestuur besprak Ron Krisman bij
VVS Assuradeuren in Amersfoort de actualiteiten.
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl22
a.s.r. gelooft in het volmachtkanaal
Tom van der Geer: “Ondanks alle veranderingen die
we met elkaar moeten invoeren, blijft a.s.r. absoluut
geloven in de kracht van het volmachtkanaal.”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl23
a.s.r. heeft een helder beleid geformuleerd waar ze de partijen ook aan houdt. “In het begin merk je dat dit voor iedereen nog wat onwennig is, maar nu wordt het geaccepteerd doordat iedereen ziet dat a.s.r. ook daadwerkelijk doet wat ze zegt. Andersoortige afspraken zijn niet meer te maken wat ook geldt voor het beloningsmodel dat we hanteren. Dus we zitten zuiver in de wedstrijd wat niet wegneemt dat we onverminderd in het volmachtkanaal geloven en er de toegevoegde waarde van inzien.” Aan het woord is Tom van der Geer (43), directeur Intermediaire Distributie Particuliere Markt van a.s.r.
Door Irene Okkerman, Irenergy | Foto’s: Raphaël Drent
“De markt verandert, de toezichthouder kijkt naar
andere zaken, dus we zitten echt in een nieuwe si-
tuatie en volgens mij moeten we daar allemaal nog
een beetje aan wennen”, meent Tom van der Geer.
Van der Geer, die als directeur Intermediaire
Distributie Particuliere Markt bij a.s.r. eveneens
verantwoordelijk is voor het volmachtbedrijf, deed
na zijn aantreden op 2 juni jongstleden een ‘rondje
langs de velden’. “De gevolmachtigden die ik sprak,
waren erg zoekende naar hoe verzekeraars tegen
het volmachtbedrijf aankijken. Ik denk dat dit
voortkomt uit het feit dat we de afgelopen periode
met elkaar vooral over de bedreigingen in de markt
hebben gesproken en veel minder over de kansen
die er zijn. Er wordt niet zozeer gezegd dat we niet
in het volmachtkanaal geloven, maar ook niet dat
we er wel in geloven. Dat geloof in het volmacht-
kanaal is er bij a.s.r. absoluut wel, ondanks het feit
wat er allemaal moet gebeuren. Al die veranderin-
gen die we met elkaar moeten invoeren, is een hele
uitdaging. Je ziet partijen die daarin zondermeer
slagen, maar er zijn er ook een aantal die echt nog
in beweging moeten komen.”
AmbitiesVan der Geer bracht het grootste deel van zijn
loopbaan (dertien jaar) door bij AXA waar hij de
laatste zes jaar als directeur verkoop verantwoor-
delijk was voor zo’n beetje alle branches (zorg,
schade, leven en beleggingen). In 2006 ontwikkelde
hij vanuit zijn eigen opgerichte bedrijf een digitaal
concept voor de makelaar o.g. maar daarvoor bleek
op dat moment onvoldoende animo te zijn. “Wat
ik leuk vond toen ik in 2010 weer in de verzeke-
ringsbranche aan de slag ging, was dat ik merkte
dat - dankzij het Bgfo 1 - de bedrijfstak echt in
beweging was gekomen”, aldus Van der Geer. “Het
uitblijven hiervan was destijds (in 2006) voor mij
één van de redenen waarom ik toe was aan iets
anders. Dus toen ik in 2010 weer begon en midden
in die hectiek terecht kwam heb ik wel echt die
uitdaging weer gevonden.”
Wat Van der Geer erg aansprak bij a.s.r. was het
gedifferentieerde productenaanbod en de omvang
(één op de acht Nederlanders heeft één of meerdere
verzekeringen van a.s.r.). Van der Geer is nu bijna
een half jaar bezig en hij is van mening dat a.s.r.
de weg omhoog weer te pakken heeft. “De markt
zat in een negatieve spiraal, en dat raakte a.s.r.
ook, maar in de afgelopen jaren zijn er vele slagen
gemaakt. Zo heeft de bank zich goed ontwik-
keld qua hypotheek- en spaarproducten en zijn er
kostenefficiënte ontwikkelingen in gang gezet. Het
is leuk om daar een rol in te hebben. Ik denk dat
ik ook iemand ben die floreert in een organisatie
die vooruit moet, die de boel moet aanjagen.” Over
zijn ambities zegt Van der Geer: “Natuurlijk heb ik
bepaalde doelstellingen ten aanzien van volmach-
ten en particuliere producten. Dus natuurlijk wil ik
die doelstellingen realiseren, maar mijn ambities
zijn ook dat ik het naar m’n zin moet hebben in
wat ik doe. Dat betekent voor mij dat het niet te
makkelijk moet gaan. Ik hou van duwen, trekken en
sleuren, maar ik wil daar wel echt de resultaten van
terugzien. En dan is het belangrijk te werken met
een groep mensen die datzelfde najaagt en waar je
je energie uithaalt.”
‘Speed daten’Om veel mensen binnen de organisatie te leren
kennen, is Van der Geer vrij kort na zijn aantreden
begonnen met ‘speed daten’. Hij heeft dat bewust
gedaan om te kijken of de uitkomsten daarvan,
strookten met wat de managers hem verteld had-
den. De eerste weken voerde hij gesprekken van
tien minuten per medewerker met vijf minuten
uitloop waarbij hij begon met medewerkers, daarna
teamleiders en als laatste de managers. Zo leerde hij
in korte tijd zo’n honderd mensen kennen. Opval-
lend vond hij de positiviteit over en de verbonden-
heid met a.s.r. die iedereen uitsprak. De operatie
om alle labels te centraliseren in Utrecht heeft er
volgens Van der Geer toe geleid dat er een nieuwe,
gezamenlijke cultuur wordt gecreëerd. Als manager
selecteert Van der Geer mensen vooral op product-
en marktkennis. “In de afgelopen periode is veel
kennis op veel plekken verloren gegaan. Dus ik vind
het belangrijk dat de mensen daarover beschikken.
Zelf ben ik operationeel, heel energiek en heb ik
veel ideeën dus als manager zoek ik mensen die
deze ideeën kunnen realiseren en oog hebben voor
detail.”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl24
Helder beleidVan der Geer: “a.s.r. heeft een helder beleid uitgezet
en dat dragen we uit. Dit geldt o.a. voor portefeuil-
lemanagement, de acceptatierichtlijnen en het
aanstellingsbeleid. In het begin merk je dat dit voor
iedereen nog wat onwennig is, maar nu wordt het
geaccepteerd doordat iedereen ziet dat a.s.r. ook
daadwerkelijk doet wat ze zegt. Andersoortige af-
spraken zijn niet meer te maken wat ook geldt voor
het beloningsmodel dat we hanteren. Aangezien de
passendheidstoets uit de Bgfo duidelijke regels stelt
voor de hoogte voor de beloning hebben we voor
deze koers gekozen.”
a.s.r. kwam begin dit jaar als één van de eersten met
een waardegerelateerd beloningsmodel. Door vele
gesprekken met de markt, de analyse van andere
modellen en de voorstellen waarmee partijen
zelf kwamen, heeft a.s.r. nu een model evenals de
hoogte van de beloning geïntroduceerd dat draag-
vlak heeft in de markt. Volgens Van der Geer is het
een voor de markt zeer acceptabel beloningsmodel
waarin iedereen zich eigenlijk kan vinden. Inmiddels
is met zo’n driekwart van de gevolmachtigden over-
eenstemming bereikt, dus dat gaat heel goed.”
VerrichtingentariefVerzekeraars moeten onder druk van de toezicht-
houders zaken steeds explicieter maken. Van der
Geer is van mening dat mede hierdoor de invoering
van een verrichtingentarief voor particuliere
producten onontkoombaar is. “Een dergelijk tarief
geeft nog meer inzicht in de activiteiten en het
wordt daardoor beter controleerbaar. Ik denk dat
straks een verrichtingentarief als enig passend
model naar voren gaat komen. Er ligt nu een
blauwdruk van een groep van gevolmachtigden
en verzekeraars - waaronder a.s.r. – van wat een
verrichtingentarief zou kunnen inhouden, maar
uiteindelijk moeten we dat nog wel invullen met
elkaar. We verwachten daarover binnenkort meer
duidelijkheid en vanuit die richting zullen wij met
onze gevolmachtigden in gesprek gaan. Een waar-
degerelateerd beloningsmodel was ook een optie,
maar dat is inmiddels een ver gepasseerd station.”
Duurzaam kanaal“Mede gezien het recent gehouden DNB-onderzoek
‘Risicobeheersing volmachtportefeuille’ zullen we
het volmachtbedrijf strak moeten blijven managen”,
benadrukt Van der Geer. “Wat ik hoop is dat als
er aanscherpingen zijn we die met draagvlak van
de partijen waarmee we samenwerken, zullen
realiseren. Het moeilijke nu is dat ik denk dat heel
veel volmachten er helemaal niets of heel weinig
van zullen merken. Het is een algemene uitspraak
die gaat over het volmachtkanaal en de verschei-
denheid in dat kanaal is groot. Ook is er niet één
manier die past op alles, maar ook hieruit blijkt
weer dat we de komende tijd aan de bak moe-
ten. ‘Control’, management, risicobeheersing en
beloningsmodel, allemaal belangrijke zaken die op
de rol staan om de duurzaamheid van het kanaal
te waarborgen. De komende periode zullen wij ons
volmachtpanel weer in ere herstellen. Dat is hard
nodig want door alle veranderingen zullen we met
elkaar in gesprek moeten blijven, onder meer over
hoe we dat verrichtingentarief met elkaar gaan
invoeren. Er is een hele klus te doen en vanachter
het bureau gaan we het niet bedenken. ‘Partner-
ship’ en in gesprek blijven met elkaar, dat is zeer
belangrijk. Ik geloof in het volmachtkanaal en met
deze maatregelen zorgen we er samen voor dat het
volmachtbedrijf zijn snelheid en effectiviteit blijft
behouden!“
“Vanachter het bureau gaan we het niet bedenken.”
Tom van der Geer: “Het gaat om ‘partnership’
en het met elkaar in gesprek blijven.”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl25
Volmacht zorgt voor concurrentiekracht
In de maand november organiseerde Monuta een aantal lunches voor volmachtkantoren waarbij econoom dr. Fred de Jong een tafelrede hield over de actuele ontwikkelingen in de volmachtmarkt. Hieronder een verslag van de laatste sessie die plaatsvond in Kasteel Heeze.
Door Irene Okkerman, Irenergy | Foto’s: Medea Huisman
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl26
Na een introductie door Ruud van der Wal, manager
intermediaire distributie Monuta, haalde dr. Fred de
Jong diverse onderwerpen aan waarbij hij allereerst
opmerkte dat de koek voor het intermediair de
komende jaren niet kleiner zal worden. Wel vindt er
volgens hem een grote verschuiving plaats van de
taartpunten waarin de koek verdeeld gaat worden.
Het intermediaire distributiekanaal blijft daarbij
onder druk staan. “Het marktaandeel van het
intermediair bij particuliere schadeverzekeringen is
gedaald naar minder dan 40%. Banken en verzeke-
raars zijn nu leidend in deze markt. Als reactie op
deze trend is te zien dat het aandeel schadeverze-
keringen dat in volmacht wordt gesloten, de laatste
jaren toeneemt. Circa 19% van alle schadever-
zekeringen loopt via een volmachtkantoor, dat
gaat dus jaarlijks om 2,5 miljard euro! Blijkbaar
zien veel intermediairs in het volmachtkanaal een
belangrijk middel om hun positie in de particuliere
schademarkt te behouden of zelfs te versterken.
Het is dan ook mijn verwachting dat in 2020
particuliere schadeverzekeringen via het interme-
diair alleen met behulp van een volmacht kunnen
worden gesloten. Ook de serviceproviders bereiden
zich daarop voor. Het aandeel serviceproviders met
een volmacht neemt langzaam toe ten koste van de
huisvolmachten. Consolidatie en schaalvergroting is
de trend. En dat is ook nodig om te kunnen innove-
ren en de concurrentie op het gebied van vooral de
digitalisering met verzekeraars aan te kunnen.“
De Jong voorspelt daarbij dat het aantal interme-
diaire spelers de komende jaren daalt van 8000
naar rond de 5000 kantoren waarbinnen het aantal
volmachtkantoren nog wel licht zou stijgen.
MarktmachtNu de taartpunten anders worden verdeeld, worden
de tegenstellingen tussen de partijen ook groter
en vooral duidelijker zichtbaar. De Jong: “Het
volmachtkantoor moet zich net als het intermediair
positioneren als belangenbehartiger van de klant.
En bij die rol van belangenbehartiger hoort nadruk-
kelijk dat je in staat bent om scherp (qua premie
en voorwaarden) in te kopen en optimale service te
bieden. Met name voor volmachtkantoren wordt dit
nadrukkelijker de positie in de keten.”
De recente groei van de volmachtmarkt toont
aan dat verzekeraars in uitbesteding blijkbaar nog
steeds voordelen zien, aldus De Jong. “Of vol-
machtkantoren werken efficiënter dan verzekeraars
zelf, of de marktmacht van volmachtkantoren is
dusdanig dat het een niet te passeren kanaal is voor
verzekeraars. Hoe dan ook, het volmachtmodel is
voorlopig een blijvertje.”
VerrichtingentariefDe discussie in de markt over de beloning van
volmachtkantoren wordt wat De Jong betreft in een
verkeerde volgorde gevoerd. “Het ‘oude’ model met
tekencommissie en winstcommissie is door de wet-
gever afgeschoten. Winstcommissie mag niet meer,
een conclusie die ik persoonlijk nog steeds een
onbegrijpelijke vindt. Een partij die werkzaamheden
in een keten uitbesteedt, heeft recht om daarbij
prikkels in te bouwen om de kwaliteit en winst-
gevendheid van die activiteiten te waarborgen.
Uiteraard moet de klant daarmee ook gediend zijn.
Nu constateer ik dat in de schadeverzekeringsmarkt
de concurrentie groot is, prijzen onder druk staan
en er geen aantoonbare schade is voor de klant als
gevolg van het oude beloningsmodel. Een rendabele
portefeuille bij verzekeraars is immers ook in het
belang van de klant.”
Maar goed, de wetgever (of eigenlijk de toezicht-
houder) heeft beslist, zo gaat De Jong verder. “De
discussie gaat nu over het omkatten van de winst-
commissie naar een hogere tekencommissie en de
stip aan de horizon is een nominaal beloningsmodel.
De AFM en het Verbond van Verzekeraars zien een
verrichtingentarief als beste beloningsvorm voor de
toekomst. Ik ben bang dat in dat model een groter
risico schuilt op misbruik, waar uiteindelijk de klant
de rekening voor betaalt. Maar goed, de discussie
gaat nu te veel over de hoogte en de manier van
belonen. Terwijl de nadruk in eerste instantie zou
moeten liggen op de toegevoegde waarde van het
volmachtbedrijf.”
Dr. Fred de Jong: “Ik ben bang dat bij een verrichtingentarief een groter risico schuilt op misbruik, waar uiteindelijk de klant de rekening voor betaalt.”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl27
Aanbesteding of uitbesteding?De Jong vraagt zich af of het niet logisch zou zijn
als het volmachtkantoor in de toekomst beloond
wordt door zowel de verzekeraar als het provin-
ciale intermediair. “De vraag is überhaupt of er in
de toekomst nog een beloning van verzekeraars is
toegestaan. Ik merk dat veel volmachtkantoren niet
schromen om na te denken over een nettopremie-
model, waarbij het volmachtkantoor namens een
groep intermediairs en hun klanten dekking inkoopt
bij een verzekeraar. De inkooppremie wordt dan
met een opslag voor kosten en marge doorberekend
aan het intermediair, dat intermediair zal daar ook
weer een opslag bij doen, waarna de consument
uiteindelijk een transparante prijs krijgt. Of die
prijs, in combinatie met de voorwaarden, dan nog
concurrerend is ten opzichte van de directe kanalen
is de vraag. Maar dat is een marktvraagstuk en geen
wetgevingsvraagstuk. In deze visie wordt volmacht
meer aanbesteding in plaats van uitbesteding.
Waarbij de vraag op tafel komt of er dan nog sprake
is van een volmachtsituatie. In hoeverre handelen
deze inkopers straks nog uit naam en voor rekening
van een verzekeraar?”
KlantbelangDe Jong: “Er is door DNB en AFM onderzoek gedaan
naar de volmachtmarkt over de volle breedte.
Daaruit zijn twijfels gerezen over de mate van risi-
cobeheersing bij verzekeraars ten aanzien van het
volmachtkanaal. Verzekeraars wegen commerciële
motieven soms (te) zwaar mee bij het kiezen voor
uitbesteding via volmachten. DNB stelt echter niet
de vraag in hoeverre dat erg is. Volmachten die door
verzekeraars worden aangehouden vanuit com-
mercieel belang, kunnen wellicht niet het meeste
effi ciënt zijn voor de verzekeraar, maar kunnen wel
degelijk in het belang van de klant zijn. Dit vanwege
de concurrentiedruk die van het volmachtkanaal
uitgaat. Voor (uitvaart-)verzekeraars en volmacht-
kantoren is het zaak om duidelijk te maken dat
een (uitvaart-)volmacht wel degelijk tot effi ciency
leidt in de keten. Het is aan de sector om aan te
tonen dat een (uitvaart-)volmacht van toegevoegde
waarde is, en dan niet alleen voor verzekeraars en
gevolmachtigden, maar vooral dat daarmee ook het
klantbelang is gediend.”
ConcurrentiekrachtDe kracht van de volmacht is volgens De Jong het
concurrerende vermogen. “Juist bij schadeverze-
keringen zorgt het volmachtmodel de komende
jaren voor marktmacht vanuit het intermediaire
kanaal, waarmee de concurrentie met verzekeraars
kan worden volgehouden. Dat is belangrijk, omdat
concurrentie zorgt voor prijsdruk en een prikkel
om innoverend en onderscheidend te opereren in
de markt. Het is ongewenst als verzekeraars een
monopoliepositie zouden verwerven bij particuliere
schadeverzekeringen. De kracht van de volmacht
is ook dat deze kantoren in staat zijn om het pro-
vinciale intermediair te ondersteunen met scherpe
marktproposities en praktische ondersteuning. Dus
ook voor het provinciale intermediair is een krachtig
volmachtkanaal van belang.” In dat licht spoort De
Jong alle direct belanghebbenden aan om ten aan-
zien van de volmachtmarkt een meer economische
discussie te gaan voeren. “Positioneer de volmacht-
markt als een belangrijk economisch tegenwicht
namens klanten en intermediairs ten opzichte van
verzekeraars. Toon vervolgens overtuigend aan
dat het volmachtkanaal ook nog eens effi ciënter
kan werken dan verzekeraars en breng dan pas het
beloningsvraagstuk ter tafel. Voor het volmachtka-
naal is het van belang om uit te gaan van de eigen
kracht. Als mocht blijken dat het volmachtkanaal
niet effi ciënter werkt en geen toegevoegde waarde
heeft voor de consument en het intermediair, heb ik
er als econoom geen moeite mee als het volmacht-
model verdwijnt. Maar ik ben ervan overtuigd dat
de volmacht toekomst heeft.”
DebatNa deze rede debatteren de tafelgenoten over de
aangehaalde onderwerpen. Zij zijn eveneens van
mening dat volmacht toekomst heeft en daarbij dat
verzekeraars geloof hebben in het volmachtkanaal.
“Wel zijn ze zoekende naar hoe hiermee om te gaan
en naar hoe ze controle en sturing kunnen blijven
houden. Als volmachtbedrijf moet je daarom goed
weten wat je wilt. Een eigen mening en beleid
vormen en daar een standpunt in kiezen. Ook moet
je opstelling tegenover verzekeraars onafhankelijk
zijn, dus je moet zorgen voor alternatieven dan wel
voor meerdere volmachten.”
Het maatwerk dat het volmachtbedrijf – in belang-
rijke mate aan de zakelijke klant – levert, wordt als
een belangrijke meerwaarde gezien. Verder wordt
van het volmachtbedrijf vooral het administratieve
gemak voor de tussenpersoon, de effi ciency, de
kostenbesparing, de distributiekracht en de toegang
tot de hele markt geprezen. “Het concurrerende
vermogen van de volmacht is belangrijk. Als een
tussenpersoon beter kan functioneren door het vol-
machtkanaal dan is dat in het belang van de klant.”
Over de toekomst van huisvolmachten zijn de de-
batterende deelnemers het eens: “Huisvolmachten
worden meer onder druk gezet door verzekeraars
dan service providers. Die laatsten hebben een
grotere markt en meer inkoopkracht. Wel zitten de
bedrijven met een huisvolmacht vaak korter op de
klant en is de focus gericht op verschillende inkom-
stenbronnen. Het gemiddelde beeld is echter wel
dat hun inkomsten door de huidige ontwikkelingen
dalen en dat dit nauwelijks op te vangen is.”
BeloningsmodellenUitvoerig wordt vervolgens met elkaar stilgestaan
bij de voor- en nadelen van verschillende belo-
ningsmodellen voor het intermediair, zoals ‘netto
pricing’ en abonnementen, en de eventuele komst
van een provisieverbod op schade. Men zegt daarbij
veel waarde te hechten aan factoren als ‘een eerlijk
speelveld’ en ‘voldoende overgangstijd’. Het door De
Jong genoemde ‘model van aanbesteding’ voor het
volmachtkanaal sluit men voor de toekomst niet uit.
Een uitgesproken mening heeft men daar nu echter
nog niet over. Wel vraagt men zich af of verzeke-
raars in dat geval daadwerkelijk in staat zullen zijn
een nettopremie af te geven en of zij in dat geval
in tarief onderscheid zullen gaan maken tussen het
provinciale en het volmachtkanaal. De voorspelling
is dat er een enorme diversiteit in tarieven zal gaan
ontstaan. Voor partijen die beter presteren, zou het
reëel zijn als in dat geval de winstcommissie weer
terugkomt, zo wordt gesteld.
Zekere toekomstEr volgen nog diverse bespiegelingen over onder-
meer de opmars van investeringsmaatschappijen in
het volmachtkanaal, intermediaire samenwerkings-
verbanden, de stroomlijning van processen (‘control’
en ‘audit’), het belang van vakkennis en investerin-
gen in technologie in relatie tot volume. Over één
ding zijn de volmachtbedrijven het eens. “Als we
ons werk goed blijven doen, dan kan de verzeke-
raar ons nooit inhalen. Wel zullen we ons bedrijf
anders moeten inrichten door meer specialiteit toe
te voegen, meer aan klantenbinding te doen en te
anticiperen op waar de jeugd later behoefte aan zal
hebben. Kortom, het is zeker dat de markt er anders
uit zal gaan zien, maar zeker is dat het volmachtka-
naal zal blijven bestaan.”
Monuta zal de tafelrede van dr. Fred de
Jong binnenkort in de vorm van een boekje
uitbrengen.
Indien u dit wenst te ontvangen, kunt u een
mail sturen naar [email protected].
“Onbegrijpelijk dat de winst-commissie is afgeschaft.”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl28
De passie van … Bart Uiterwijk Winkel
“Bij jagen gaat het om één zijn met de natuur, al je zintuigen gebruiken, nergens aan denken, je verbinden met de aarde ofwel ‘modder aan de poten’.” Volgens de nuchtere maar sympathieke Bart Uiterwijk Winkel (48) is jagen dan ook geen hobby maar een passie.
Door Irene Okkerman, Irenergy | Foto’s: Raphaël Drent
“Modder aan de poten”
‘Modder aan de poten’ is volgens Bart Uiterwijk
Winkel ook zeker van toepassing op de verze-
keringsbranche. “We moeten ophouden met het
kukelekugedrag.” Een uitspraak die meteen aan-
geeft hoe de Drentse Aboriginal – zoals hij zichzelf
noemt – in het leven staat.
Hoewel hij vanwege zijn opleiding enige tijd in
Scheveningen heeft gewoond, is hij verknocht aan
Drenthe. Het is misschien ook wel te danken aan
zijn Drentse nuchterheid dat de zaken goed blijven
gaan. “Eigenlijk hebben we nog nooit zo goed
gedraaid als de afgelopen vijf jaar”, vertelt Bart.
“Ik geef toe dat ik mezelf in de hoogtijjaren van de
branche weleens afvroeg of wij niet dom bezig wa-
ren als wij branchegenoten hoorden vertellen over
hoe fantastisch het hen ging, maar kennelijk ligt
hierin nu de verklaring voor ons succes. Wij hebben
ons niet gek laten maken en aangetoond een zeer
solide en degelijk bedrijf te zijn voor onze zakelijke,
agrarische en particuliere relaties. Wij richten ons
uitsluitend op schade en –inkomensverzekeringen.
Daarnaast zijn wij mede-aandeelhouder in StraX
pensioen.”
Het kantoor Uiterwijk Winkel/UW Assuradeuren,
waarvan Bart en neef Jaap de derde generatie
vormen, is op dit moment 26 fte groot en sinds
1929 gevestigd in Hoogeveen. Als mede-directeur
houdt Bart zich vooral bezig met het bezoeken van
klanten, want daar ligt zijn hart.
RespectvolVolgens Bart zijn er van oudsher twee typen man-
nen. “Of je was visser/jager of je was boer. Hoewel
mijn vader zelf geen jager was, ging hij wel altijd
mee op jacht dus in die zin heb ik het wel meege-
kregen.”
Eén heel belangrijke regel binnen de jacht is die
van de weidelijkheid wat wil zeggen dat een jager
er alles aan moet doen om een dier niet onnodig
te laten lijden. Ook dient een jager veilig om te
gaan met zijn geweer en zicht respectvol op te stel-
len tegenover plant, mens en dier. Bart: “Een dier
moet bovendien een faire kans hebben tegenover
de jager. Je schiet daarom niet op een dier dat
zwemt of stil zit.” Een mooi voorbeeld vindt Bart de
situatie waarbij hij eens met vijf anderen aan het
jagen was en er een haas min of meer volledig door
hen in het nauw gedreven werd. Doordat het dier
geen schijn van kans had te ontsnappen, schoot
niemand.”
RegelsJe kunt niet zomaar gaan jagen. Om te kunnen
en mogen jagen moet je met goed gevolg een
theorie- en praktijkexamen afleggen, eventueel in
de toekomst aangevuld met een psychologische
test vanwege het ‘Alphen aan den Rijn’-incident.
Moet je (in eigendom of via pacht) de beschik-
king hebben over een jachtgebied van ten minste
40 hectare wat gelijk staat aan 80 voetbalvelden.
Moet je jaarlijks een jachtakte aanvragen. Beschik-
ken over een aparte WA-verzekering en zijn er
vele veiligheidsvoorschriften voor het gebruik en
het bezit van een geweer. Zo moet het geweer in
een deugdelijk verankerde wapenkluis apart van
de munitie worden opgeborgen. Pas als je aan al
deze voorwaarden voldoet, kan je het veld in. Dit
gebeurt vooral in zogenaamde combinaties. Jagers
hebben zich verenigd in lokale samenwerkingsver-
banden, de zogeheten wildbeheereenheden (WBE’s).
Aangezien niet zomaar in andermans gebied mag
worden gejaagd, is het gebruikelijk dat deze ‘com-
binaties’ elkaar over en weer uitnodigen.
Ondanks het feit dat Bart al vijftien jaar jaagt,
bekent hij dat het voor hem nog steeds als een
schoolreisje voelt als hij wordt uitgenodigd.
Passie voor het jagenVolgens Bart is de passie voor het jagen verge-
lijkbaar met de liefde die een boer heeft voor zijn
dieren. “Het is een misvatting te veronderstellen
dat het vooral om het schieten dan wel doden van
dieren gaat. Een goede jager beheerst vooral de
kunst om niet te schieten. Het heeft veel meer te
maken met kennis van de natuur en respect voor
de dieren. Zo rij ik twee keer in de week – zonder
mijn geweer - naar mijn veld om te ‘voelen’, ruiken
en zien of alles goed gaat. Elke ree ken ik bij wijze
van persoonlijk. Het valt me gelijk op als er iets mis
is, bijvoorbeeld als er dieren ziek zijn. Wildbeheer is
de belangrijkste taak van een jager. Overigens is er
voor elk wildsoort een periode bepaald waarbinnen
de jacht kan plaatsvinden. Zogeheten draagvlak-
regels bepalen hoeveel dieren van welk geslacht of
leeftijd er per jaar en per WBE geschoten mogen
worden. De aantallen dieren in een bepaald gebied
worden door ‘teldagen’ in kaart gebracht. En
natuurlijk mag er niet op beschermde diersoorten
worden gejaagd.”
“Een goede jager”, zo gaat Bart verder “is vakkun-
dig waardoor hij een dier met één schot kan doden,
dus zo pijnloos mogelijk. Maar ook als ik een hele
dag niets geschoten heb of zoals dat in jagerster-
men heet ‘niets uit de natuur heb geoogst’ kan ik
evengoed een voldaan gevoel hebben. Ik geniet
van de grote biodiversiteit aan flora en fauna en
het één zijn met de natuur. Binnen de jacht gaat
het naast vakkundigheid vooral om moraliteit.
Aangezien ook een jager een dwarsdoorsnee van
de maatschappij is, zullen er altijd jagers zijn die de
regels minder serieus nemen. Naar mijn idee zijn dit
echter de absolute uitzonderingen.”
De meest indrukkende ervaring die Bart binnen het
jagen heeft, is het schieten van reebokken en –gei-
ten. Aangezien reeën behoren tot de beschermde
diersoorten is daarvoor aparte toestemming vereist.
Ook mag dit alleen in bepaalde periodes van het
jaar. Bart: “Het schieten van een ree doe je alleen
dus de eenwording met de natuur is dan maximaal.
Er gebeurt dan echt wat met je. Het wachten, de
opperste concentratie, de adrenaline, het schot
móét goed zijn en na het schot de verlossing, de
geur, de aanblik. Dat beeld vergeet je nooit, en elke
keer is het weer anders. Ik weet elk schot bij elke
ree nog!”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl29
“Een goede jager beheerst vooral de
kunst om niet te schieten.”
Bart Uiterwijk Winkel: “Net als bij verzekeren is er bij jagen sprake van vele (gedrags)regels en gaat het vooral om moraliteit en vakkundigheid.”
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl30
Kijkje in de keukenBart laat zien hoe een dag er voor een jager
uitziet. Het is een zaterdag in november. De zon
is net op en het prachtige Drentse coulisseland-
schap is nog in mist gehuld. De mist maakt dat
de jager daardoor minder goed zichtbaar is, maar
andersom geldt dat natuurlijk ook voor de dieren.
Van belang is ook de windrichting waarin de jager
loopt in verband met geur en geluid. Bart wijst op
sporen van dieren die hij direct herkent. Lawaaierig
vliegen verschillende koppels ganzen over. Vanuit
een gebouwde riet-schuilplaats schiet Bart twee
kolganzen recht in de borst. De één jaar oude
Vizsla-jachthond Brutus doet de rest. Hij pakt de
ganzen zoals het hoort, dus zonder in het vlees te
bijten en brengt ze bij de baas. Bart: “Dit is zoals
het moet gaan, alles klopt.” Tussentijds heeft hij
via zijn mobiel (met vogel-ringtoon) contact met
collega-jager Derk-jan. Op de vraag of de ganzen
na een paar schoten massaal wegblijven, antwoordt
Bart ontkennend waarbij hij wijst op het begrip
‘domme gans’. Hierop voortbordurend zegt hij:
“Mooi vind ik dat. De enorme hoeveelheid spreek-
woorden die betrekking hebben op de jacht, maar
eigenlijk kan dat ook niet anders. De jacht is zo oud
als de mensheid.”
Gelet op de vele overvliegende ganzen is ‘de buit’
beperkt. “Wat we hier doen is vooral ganzen verja-
gen”, verklaart Bart “aangezien ganzenpoep zorgt
voor verzuring van het land en daarmee schadelijk
is voor de landbouw. Door de ganzen minstens
tweemaal per week te (laten) verjagen, heeft de
grondeigenaar recht om schadevergoeding aan te
vragen.”
Na een korte tussenstop op de vaste ontmoe-
tingsplek in Restaurant De Huiskamer – naast
het Dwinglederveld - wordt de jacht in groter
gezelschap voortgezet. In steeds weer een ander
stukje schitterend en kleurrijk landschap (bos, open
veld, graanveld, hei en veen) wordt er gejaagd op
voornamelijk haas, konijn, fazant, eend, duif en vos,
waarbij er telkens in linie wordt gelopen. Hierbij
voelen de jagers zich niet gehinderd door welk
obstakel dan ook. Prikkeldraad wordt behendig met
de kolf van het geweer naar beneden gedrukt, er
wordt over sloten gesprongen en er wordt dwars
door struiken gebanjerd daarbij luidkeels kreten
slakend als ‘brrr’ en ‘ariejop’ om zo de beesten op te
jagen dan wel uit hun leger (schuilplaats) te lokken.
Dankzij de mist laten vooral reeën zich daarbij
zien, maar niet de gewenste andere diersoorten.
Ondertussen wordt er veel verteld over het nut en
de noodzaak van de jacht en de relevante balans
tussen mens, dier en natuur. Over het fenomeen
schaalgrootte, het effect van de ruilverkaveling en
de rol van de voedingsindustrie. Ook het hoofdstuk
‘mens’ komt aan bod. Hoewel jagen nog weleens
in een negatief daglicht wordt geplaatst, zijn de
jagers van mening dat vooral de auto een bruut
moordwapen is. Veel dieren sterven door aanrijding
(het zogeheten valwild) een pijnlijke dood of lopen
zware verwondingen op. Ook wordt de verstoring
van de natuur door de mens steeds groter. Door
de schaalgrootte neemt ook de recreatie en het
sporten in de natuur toe. Daarnaast worden er veel
dieren verjaagd door niet aangelijnde honden.
Volgens goed gebruik wordt de jacht (eenmaal)
onderbroken door het nuttigen van een zelf ge-
brouwen mix van graanjenever en vlierbessen.
De echte afdronk vindt na afloop plaats in ‘De
Huiskamer’ waar de dag met een glas rode wijn bij
de open haard wordt geëvalueerd. Hoewel de oogst
van die dag beperkt bleef tot drie ganzen en een
haas, had iedereen een voldaan gevoel, behalve
hond Brutus. Die bleek namelijk op dat moment
zijn toevlucht tot de keuken van het restaurant te
hebben genomen!
Regels voor jagersDe Nederlandse wetgeving beoogt een goede
aandacht voor het evenwichtige beheer van
natuur en milieu. In dat kader heeft de jacht
z’n eigen plaats. Jacht heeft immers naast
het beheer van de fauna, ook de zorg voor
natuurwaarden in het algemeen tot doel.
De wet waarborgt dat de jacht verantwoord
plaatsvindt uit het oogpunt van duurzame
instandhouding van de soort of populatie.
Verantwoorde jacht houdt rekening met de
intrinsieke waarde van het dier en eerbiedigt
het internationale begrip van ‘wise-use’.
Bart Uiterwijk Winkel: “Dat de jacht zo oud is als de mensheid blijkt wel uit de vele spreekwoorden die met de jacht te maken hebben.”
colofoNJaargang 5, uitgave 13, december 2013
GA Magazine is een uitgave van NVGA en verschijnt 3 maal per jaar.
reDAcTieSecretariaat [email protected]
MeT MeDewerkiNG VAN:Froukje Meerman - www.mermaidmedia.nlIrene Okkerman - [email protected]
foToGrAfieRaphael Drent - www.fotodrent.nl
UiTGeVer
ZPReSS SportPostbus 1015, 3300 BA DordrechtT. 078 639 70 70
VorMGeViNGZPReSS Studio
DrUkDrukkerij Van der Weij BV, Hilversum
copyriGHTOvername van artikelen, foto’s en beeld-matriaal of gedeelten daarvan is toegestaan, mits vergezeld van bronvermelding. Toezending van de betreffende publicaties wordt op prijs gesteld.
Netwerkactiviteiten NVGA
De NVGA organiseert regelmatig voor haar leden en andere partijen in de volmachtmarkt netwerkbijeenkomsten om in een hele andere setting met elkaar te praten over de actuele ontwikkelingen of over aangelegenheden waar men als ondernemer mee van doen heeft.
- De netwerkreis in de Sneeuw vindt dit jaar plaats van maandagavond 17 maart tot donderdagavond 20 maart in Saalbach Hinterglemm, oostenrijk.
De zeer geslaagde ski-events van de afgelopen jaren zorgen ervoor dat deze reis inmiddels met meer dan 60 inschrijvingen is volgeboekt.
- De jaarlijkse Algemene ledenvergadering NVGA wordt gehouden op woensdag 23 april 2014 vanaf de middag.
De locatie is nog niet definitief vast-gesteld.
- Het golfevent vindt in 2014 plaats op woensdag 21 mei 2014 in golfbaan De Scherpenbergh te Apeldoorn. Hou deze datum vrij. er zal weer gekozen
worden voor dezelfde opzet: een 18-holes wedstrijd voor de geoefende spelers en een Golfclinic met een 9-holes wedstrijd voor de onervaren golfers
onder ons. Deze formule blijkt een succes gezien de grote belangstelling elk jaar.
- De Marktdag Volmachten wordt georganiseerd op woensdag 24 september 2014 vanaf de middag in Hart van Holland te Nijkerk. De NVGA organiseert
deze bijeenkomst elke 2 jaar samen met het Verbond van verzekeraars. Uiteraard komen daar de actualiteiten binnen de volmachtmarkt aan de orde.
Hardlopen met nVGa-leden:
Halve marathon in Wenen Het is ons bekend dat hardlopen een populair
tijdverdrijf is onder leden van de NVGA. Om die
reden is het idee ontstaan om met een groep van
NVGA-leden mee te doen aan een hardloopactiviteit.
Enkele leden hebben zich - zelfs met hun partner -
aangemeld voor de (halve) marathon in Wenen op
zondag 13 april 2014. In overleg met het bestuur is
besloten dit initiatief vanuit de NVGA op te pakken
en te coördineren. Heeft u interesse om met een
NVGA-groep deel te nemen laat u dit dan – het liefst
uiterlijk 30 december - weten aan Irene Okkerman
([email protected]). Heeft u vragen dan
kunt u met haar bellen op 06-21436184.
Vlucht en verblijf zal nader bekend gemaakt
worden. Wel dient u zich zelf aan te melden voor de
marathon. Dit kan via www.vienna-marathon.com.
Om verzekerd te zijn van een startbewijs, is het
verstandig hier niet te lang mee te wachten.
Nummer 13 / december 2013 www.nvga.nl31