Dit kopieerblad hoort bij ‘ik lees met hup en aap’ I THEMA 4 I WEEK 1 I LES 1 I © Uitgeverij VAN IN2

huis

buis

boos

boot

zak

zat

zoet

voet

vis

vaas

vaar

daar

boek

boer

beer

veer

muur

huur

hoor

boor

bel

bes

bos

los

doek

zoek

zak

zal

bom

som

sop

sap

boot

boos

baas

kaas

hok

hol

bol

bal

dak

dal

val

vuil

zeep

reep

raap

raak

sik

hik

hok

hol

koen

zoen

zoek

zaak

puin

duin

duik

dak

haas

haar

vaar

voor

nr: naam: klas: Herhaling 2

1

2

3

4

1 Wat past bij het plaatje? Kruis aan.

2 Welk woord ontbreekt in de zin. Schrijf het erbij.

2

de is uit!

een en vijf is .

ik geef mijn zus een .

de is dik.

de muis is in het .

Dit kopieerblad hoort bij ‘ik lees met hup en aap’ I THEMA 4 I WEEK 1 I LES 1 I © Uitgeverij VAN IN 3

een boer bij de koe.

een boer bij het lam.

een kok bij de koe.

juf an is tof.

juf an is boos.

boer bas is boos.

een man in het bos.

een man in de tuin.

een vos in het bos.

een haan in de tuin.

een haan op het hek.

een hen op het hek.

nr: naam: klas: Herhaling 3

zes hol beer les zoen

1

Bekijk de tekeningen. Verbind de delen van de zin die bij elkaar passen.

de pop is •

de pen is •

de zaag is •

• voor het hek.

• op de muur.

• in de kuil.

de muis is •

de duif is •

de mol is •

• op het dak.

• in het hol.

• in de tuin.

de bel is •

de das is •

de sok is •

• aan de nek.

• aan de voet.

• aan het oor.

ik zoek •

ik zoen •

ik lees •

• mijn zus.

• het boek.

• de zak.

4 Dit kopieerblad hoort bij ‘ik lees met hup en aap’ I THEMA 4 I WEEK 1 I LES 1 I © Uitgeverij VAN IN

nr: naam: klas: Verrijking 1

1 Wat ontbreekt in het plaatje? Teken of kleur het erbij.

2 Wat zie je op de tafel? Schrijf vijf dingen op.

de rok van an is geel. in de tas is een boek.

op de tak zit een uil. voor het hek is een bal.

de vis is in de kom. bij de heer is een doos.

5Dit kopieerblad hoort bij ‘ik lees met hup en aap’ I THEMA 4 I WEEK 1 I LES 1 I © Uitgeverij VAN IN

nr: naam: klas: Verrijking 2

1

2

16 Dit kopieerblad hoort bij ‘ik lees met hup en aap’ I THEMA 3 I WEEK 4 I LES 11 I © Uitgeverij VAN IN

1 Lees de woordenrijtjes.

2 Lees de zinnen.

ik zoek jaap de haan.

is jaap bij de juf?

is jaap in de tas?

is jaap bij de boer?

nee! jaap is in het hok!

ik ben zes jaar!

mijn zus is één jaar.

en jij?

de jas van el is zoek.

ik kijk in de tas.

ik zoek in de hoek.

daar is de jas!

doe de jas aan de haak, el!

door

daar

jaar

jaag

jok

jos

jas

das

jam

jat

nat

noot

maag

mug

muf

juf

nr: naam: klas: Hupblad 2

1

2

op de jas zit een mug.

er is een roos op de jas.

er zit een muis op de jas.

de juf is bij hup.

an is bij de juf.

de juf is in het huis.

de man is vijf jaar.

jan is zes jaar.

jos is een jaar.

ik eet een peer.

ik eet met jaap.

ik eet jam uit de pot.

17Dit kopieerblad hoort bij ‘ik lees met hup en aap’ I THEMA 4 I WEEK 1 I LES 11 I © Uitgeverij VAN IN

Welke zin past bij de tekening? Zet een kruisje.

nr: naam: klas: Hupblad 3