Nota: Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 - linkh.nl · zijn team, in de huisartsengroep en in de regio....

40
Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115 1 Concept versie 01-09-2015 Nota: Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 Geïnspireerd op de Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022

Transcript of Nota: Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 - linkh.nl · zijn team, in de huisartsengroep en in de regio....

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

1

Concept versie 01-09-2015 Nota: Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 Geïnspireerd op de Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

2

Stand van zaken dd 22-10-2015: Wie Wat Wacht nog op LINKH Besproken in bestuur en op

LINKH-kwaliteitsdagen juni 2016: commentaar verwerkt

InEen Besproken in op bureauniveau en in bestuur; commentaar verwerkt

Bespreking in ledenvergadering

NHG Besproken in HOI, MT, Verenigingsraad: commentaar verwerkt

Begin oktober besloten publicatie van nota uit te stellen tot duidelijker is wat er uit werkgroep Kwaliteit naar aanleiding van het Roer Moet Om aan voorstellen komt

LHV Besproken op bureauniveau

Advies gevraagd aan Klaas vd Els; ABC1;

Advies verwerkt

Niek de Wit; Huisartseninst. Utrecht

Advies verwerkt

Peter de Groof; Het Roer Moet Om;

Advies verwerkt

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

3

Voorwoord Kwaliteit is voor de huisarts vanzelfsprekend. Bij alles wat de huisarts doet, speelt de kwaliteit van de zorg een hoofdrol: De dagelijkse zorg voor patiënten, het volgen van nascholingen, de accreditatie van de praktijk, misschien als opleider van huisartsen in opleiding of als kaderhuisarts. Kwaliteit is een vanzelfsprekend onderdeel van het huisartsenvak en de praktijkvoering. De huisarts werkt hard aan continue verbetering, voor zichzelf, zijn team, in de huisartsengroep en in de regio. Werken aan kwaliteit kan motiveren, verbinden en inspireren en leidt tot doelmatige zorg. Waarom dan deze nieuwe nota? De stuurgroep kwaliteit, bestaand uit vertegenwoordigers van LINKH, NHG, LHV en Ineen, wil de huisarts of regionale bestuurder en huisartsenzorgorganisatie, graag ondersteunen om de kwaliteit van de zorg in de praktijk of het kwaliteitsbeleid in de regio vorm te geven. Daarbij gaan we uit van de ambities die in het kader van de Toekomstvisie 2022 zijn geformuleerd en willen we een overzichtelijk pad bieden hoe daar te komen. Die overzichtelijke stappen en concrete handvatten krijgen vorm in een ‘draaiboek’. Dat is een beknopt, overzichtelijk, concreet plan om verder te gaan waar u of uw organisatie was gebleven. Wat is de Stuurgroep Kwaliteit? De Stuurgroep Kwaliteit Huisartsenzorg is een samenwerkingsverband van het LINKH; LHV; NHG en InEen en heeft tot doel het:

-­‐ opstellen van uitgangspunten voor het kwaliteitsbeleid binnen de huisartsenzorg -­‐ bevorderen van samenwerking tussen de verschillende organisaties die betrokken zijn bij het

kwaliteitsbeleid in de huisartsenzorg. -­‐ afstemmen van het beleid van de diverse betrokken organisaties. -­‐ adviseren en ondersteunen van (regionale) organisaties die zich bezighouden met de invoering

van het kwaliteitsbeleid. -­‐ zorg dragen voor randvoorwaarden zodat in elke regio een kwaliteitsorganisatie voor de

huisartsenzorg actief kan zijn. -­‐ nemen van initiatieven tot vernieuwingen in de huisartsenzorg

Goed nieuws De kwaliteit van de huisartsenzorg in Nederland kunnen we met een gerust hart uitstekend noemen. En er wordt al heel veel gedaan door de beroepsgroep om de organisatie van goede kwaliteit structureel te verankeren. Ook internationaal vervult Nederland een voortrekkersrol bij de kwaliteit en de organisatie van de huisartsenzorg. Op die positieve uitstraling kunnen we verder bouwen. Advies van ‘Het Roer Moet Om’ We zijn allemaal trots op de kwaliteit van de huisartsgeneeskunde en hebben de lat hoog liggen, zeker wat betreft medische deskundigheid, attitude en communicatie. De rek dreigt er echter uit te gaan, terwijl er wel degelijk gewerkt moet worden aan verdere verbeteringen en innovaties. Dat kan alleen maar als we tot een herijking komen, oude vertrouwde paden verlaten en nieuwe wegen inslaan. De actiegroep ‘Het Roer Moet Om’ heeft onder meer voorgesteld om in het najaar 2015 te starten met een aangepast kwaliteitsbeleid dat gaat leiden tot een slim kwaliteitssysteem 2.0, met duidelijke prioritering, gerichte keuze’s maken, verbeteracties die zich richten op de kernwaarden van het vak en de competenties van de dokter, minimum eisen definiëren, minder en slimmere indicatoren. Met ook voorstellen voor aanpassen accreditering, verminderen verslaglegging, financiering en facilitering van toetsgroepen die spiegelinformatie als kwaliteitsinstrument gebruiken. Er ligt hier voor NHG, Ineen, LHV en LINKH een enorme kans om tot een herijking van het kwaliteitsbeleid/systeem te komen. Die toekomstbestendig is en ook recht doet aan de huidige

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

4

gevoelens van huisartsen en praktijkmedewerkers. Een kwaliteitssysteem 2.0 zal wat betreft financiering en implementering handen en voeten moeten krijgen, anders gezegd: de koepelorganisaties moet ook hier een duidelijke keuze maken en mankracht en middelen inzetten. In deze nota geven we een richting aan, maar de definitieve keuzen zullen in de nabije toekomst ontwikkeld moeten worden Patiënten perspectief De nota bespreekt met name over het kwaliteitsbeleid vanuit het perspectief van de huisarts, de perifere organisaties en de landelijke koepels. Dit betekent echt niet dat het patiënten perspectief over het hoofd gezien is. De patiënt is bij de keuze van zijn/haar hulpverlener gebaat bij een duidelijk transparant beeld van de kwaliteit van zijn zorgverlener. Zeker in een toekomst waar patiënten steeds beter geïnformeerd raken. Naast substitutie van de tweede naar de eerste lijn zal er hierdoor ook een verschuiving van de eerste naar de nulde lijn plaatsvinden. Dit vraagt om een goede vertrouwensrelatie tussen huisarts en patiënt en gezamenlijke besluitvorming. In bijlage 1 wordt hier nog dieper op ingegaan. Vanzelfsprekend vertrouwen Kwaliteit is dan wellicht vanzelfsprekend voor de huisarts, maar is dat voor anderen niet altijd. Patiënten, Inspectie en zorgverzekeraars vragen om steeds meer informatie over de kwaliteit van zorg. Maar kwaliteit blijft allereerst van de beroepsgroep zelf. Het is de huisarts met zijn praktijk, de praktijk organisatie, maar ook de huisartsgeneeskundige zorg als geheel en de verbetercyclus, die daarbij op verschillende niveaus een rol speelt. We hopen de huisarts en zijn medewerkers met deze nota te ondersteunen en te enthousiasmeren op de weg naar optimale zorg met de beschikbare middelen. Dat geeft energie aan de huisarts zelf, aan zijn team en aan de regionale organisatie. En hopelijk gaan anderen ook inzien dat werken aan kwaliteit in de huisartsenzorg vanzelfsprekend is.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

5

1. Inleiding Terugkijkend op de eerste nota Zorg voor Kwaliteit 2010-20151 is er na de publicatie van de nota veel bereikt. We hebben dat samengevat in bijlage 2. Maar we hebben ook geconstateerd dat de nota niet altijd de concrete handvatten gaf waaraan zo’n behoefte was in de regio’s. Bovendien kijken we verder na 2015. Daarom nu deze nieuwe nota. Deze bouwt voort op de bereikte resultaten en geeft richting aan de kwaliteitscirkel van continue verbetering. Inspiratiebron is de NHG-LHV Toekomstvisie huisartsenzorg 2022 en het kwaliteitsbeleid van InEen met streefwaarden voor zorg buiten kantooruren (huisartsenposten) en kritische kwaliteitskenmerken voor ketenzorg (zorggroepen en gezondheidscentra). De nota is hiermee een gezamenlijk initiatief van LINKH, NHG, LHV en InEen.

Leeswijzer In deze notitie maken we een onderscheid tussen de verschillende mogelijkheden voor de huisarts en de praktijk, de regionale organisaties en de landelijke koepels. In deze nota bedoelen we met regionale huisartsenzorgorganisaties de organisaties die op praktijkoverstijgend niveau huisartsenzorg bieden, organiseren en ondersteunen, zoals zorggroepen voor ketenzorg bij chronische aandoeningen, huisartsenposten voor huisartsenzorg buiten kantooruren, gezondheidscentra voor geïntegreerde zorg op wijkniveau en de Kringen die bijdragen aan de huisartsenzorg in de regio. Vanwege de leesbaarheid duiden we de Kringen, zorggroepen, huisartsenposten en gezondheidscentra in deze nota aan als regionale huisartsenzorgorganisaties.

- Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de stappen die huisartsenpraktijken, regionale huisartsenzorgorganisaties en landelijke koepels kunnen zetten om verder te werken aan het realiseren van het kwaliteitsbeleid.

- In hoofdstuk 3 geven we een aantal handreikingen om met die stappen in de praktijk aan de gang te gaan

In de bijlagen leest u veel achtergrondinformatie:

- In bijlage 1 leest u de onderbouwing van de stappen uit hoofdstuk 2 aan de hand van de ambities van de Toekomstvisie.

- In bijlage 2 wordt teruggekeken op de eerste nota Zorg voor kwaliteit 2010-2015 en besproken wat inmiddels is bereikt.

- Bijlage 3 gaat over de raming van de kosten en vergoedingen van het kwaliteitsbeleid. - In bijlage 4 vindt u ten slotte de verklaring van de gebruikte afkortingen.

Deze bijlagen zijn ter onderbouwing voor de meer geïnteresseerden. De kern van het document is beschreven in de volgende twee hoofdstukken.

1 Gemaakt door Stuurgroep Kwaliteit Huisartsenzorg van LINKH, LHV en NHG. Vastgesteld in de ledenvergaderingen van LHV en NHG en onderschreven door InEen.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

6

2. Stapsgewijs naar 2022 De Toekomstvisie huisartsenzorg 2022 beschrijft de ambities van de beroepsgroep wat betreft de kwaliteit van de zorg op 4 niveaus: de huisarts en de huisartsenpraktijk ( niveau 1 en 2), de regionale huisartsenzorgorganisaties (niveau 3) en de landelijke koepels ( niveau 4). Dit hoofdstuk beschrijft welke stappen huisartsen(praktijken), regionale huisartsenzorg organisaties en landelijke koepels kunnen ondernemen om de ambities uit de Toekomstvisie verder te realiseren. Een groot deel van de kwaliteitsaanbevelingen zijn wellicht al waargemaakt. Dat verschilt uiteraard per praktijk en per regio. Iedereen heeft een andere startpositie2. Lokaal en regionaal bestaat behoefte aan concrete handvatten, die ook de huisarts en huisartsenzorgorganisaties houvast kunnen bieden. De punten die we hieronder beschrijven worden door de stuurgroep Kwaliteit verwerkt in een beknopte handreiking voor implementatie ( zie hoofdstuk 3)

2.1 Stappen voor de huisartsenpraktijk Voor alle huisartsen geldt een basaal kwaliteitsbeleid in de vorm van (her)registratie. Naast het werk als huisarts overdag en in ANW gaat het dan ook om deskundigheidsbevordering. Een onderdeel van de herregistratie is nu ook de visitatie en praktijkcertificering. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar het individueel functioneren als huisarts, maar ook wordt de praktijkvoering doorgelicht. Dat leidt tot één kwaliteitsbeleid voor de huisarts zelf en één in samenhang met de praktijk, daarbij rekening houdend met innovaties. We beschrijven hier welke stappen u en uw team kunnen maken. Dat betreft niet alleen de gevestigde huisarts, maar ook waarnemers en Hidha’s. Deze stappen zijn geïnspireerd op de ambities die de beroepsgroep heeft geformuleerd in de Toekomstvisie 2022. De volgende drie belangrijke vervolgstappen zijn:

- Uitbreiden van samenwerking met de patiënt Het implementeren van gezamenlijke besluitvorming; zelfmanagement al dan niet met behulp van een individueel zorgplan.

- Uitbreiden van samenwerking binnen en buiten de praktijk Het uitbreiden van de samenwerking met disciplines binnen de eigen praktijk of in de directe omgeving daarvan. Deze vaardigheid kan worden getraind in bijvoorbeeld lokale toets- groepen onder verantwoordelijkheid van een EKC.

- Invoeren van innovaties Het actueel houden van de eigen kennis en vaardigheden en het invoeren van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van e-health en patiëntveiligheid

Dit zijn de belangrijkste stappen van een ambitieus kwaliteitsbeleid voor de huisarts zelf en binnen zijn praktijk. Misschien is dat al genoeg. Maar als u en uw team nog meer stappen ter verbetering van kwaliteit in uw praktijk zou willen maken dan geven wij hieronder nog een aantal andere mogelijkheden:

- Aan de slag met bijzonder aanbod

Het stimuleren van diversiteit tussen huisartsen en -praktijken om specifieke vaardigheden, zoals bijvoorbeeld palliatieve zorg en ander bijzonder aanbod te verdelen onder de lokale samenwerkingsverbanden.

2 De uitgebreide onderbouwing van de hier beschreven stappen, die zijn gebaseerd op de Toekomstvisie, leest u in bijlage 1.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

7

- Meer taken delegeren Het delegeren van taken onder supervisie van de huisarts en het realiseren van een goede samenwerking binnen en buiten de huisartsenpraktijk.

- Werken aan continuïteit van zorg Het zorgdragen voor maximaal twee vaste huisartsen per patiënt in de praktijk. Beide huisartsen maken bij de afstemming van het beleid gebruik van ICT, verslaglegging en timemanagement.

- Afstemming met de huisartsenpost Het organiseren van een kwalitatief goede 7x24-uurszorg met een goede overdracht naar en afstemming met de huisartsenpost, vooral als het gaat om afspraken rond terminale en palliatieve zorg, GGZ en ouderenzorg.

- Aan de slag met preventie Het oppakken van preventieve activiteiten binnen de eigen populatie, waaronder het opsporen van risicogroepen. Daarbij gebruik makend van ICT. Dat kan de huisarts niet alleen, maar vraagt een gemotiveerd team. Het onderhouden van de vaardigheden om door gerichte voorlichting en motiverende gespreksvoering de leefstijl van patiënten te beïnvloeden.

- Onderwijs en opleiding Het bijdragen aan onderwijs en opleiding van de nieuwe generatie huisartsen of nascholing van collega’s om de zorgkwaliteit te stimuleren.

Deze stappen zijn vooral een inspiratiebron om keuzes te kunnen maken voor de praktijk voor de komende jaren. Het is belangrijk om realistische stappen te zetten, omdat het tijd kost om veranderingen tot stand te brengen bij uzelf en in het praktijkteam. Het streven van de beroepsgroep is dat in 2022 de toekomstvisie gerealiseerd is. Dat kan alleen als er voldoende invulling gegeven is aan de benodigde randvoorwaarden.

2.2 Stappen voor regionale huisartsenzorgorganisaties Doordat mensen uit bepaalde patiëntengroepen (bijvoorbeeld ouderen en GGZ) langer thuis wonen, komen steeds meer zorgvragen bij de huisartsenzorg terecht. Op regionaal niveau is ondersteuning nodig om deze uitdagingen het hoofd te bieden. De regionale huisartsenzorgorganisaties (zorggroepen, gezondheidscentra, huisartsenposten, ROS’en , Kringen en WDH’ s) leveren ieder vanuit hun eigen rol en functie daaraan een waardevolle bijdrage. Door de krachten van deze regionale organisaties te bundelen ontstaan er meer mogelijkheden voor het organiseren van de benodigde ondersteuning. Het uitwisselen van de beleidsvoornemens van de betreffende regionale huisartsenzorgorganisaties biedt kansen om gemeenschappelijke onderwerpen gezamenlijk op te pakken. Het doel van deze gezamenlijke inzet is het stimuleren en versterken van de kwaliteitscyclus op regionaal niveau. De uitwerking is afhankelijk van de regionale situatie. In regionale kwaliteitscommissies kunnen de initiatieven van de betrokken organisaties op elkaar worden afgestemd en kan een passende taakverdeling voor de regionale situatie worden gezocht. De regionale huisartsenzorgorganisaties die zorg leveren (zorggroepen, huisartsenposten en gezondheidscentra) zijn aanspreekbaar op de kwaliteit van de geleverde zorg en dragen hiervoor zelf een zekere bestuurlijke verantwoordelijkheid. Het eerder genoemde kwaliteitsbeleid voor zorggroepen, huisartsenposten en gezondheidscentra beschrijft de verdere uitwerking. Ook voor de regionale huisartsenzorgorganisaties willen we aanknopingspunten bieden om verder te werken aan de ambities in de Toekomstvisie. We kiezen 3 belangrijke punten waarmee de regio zou kunnen beginnen:

- De Regionale Kwaliteitscommissie Het oprichten van een Regionale Kwaliteitscommissie in de regio om afstemming van een scholingsaanbod en samenwerking tussen alle betrokken partijen te stimuleren.

- Afspraken over regionale samenwerking en wijkgericht kwaliteitsbeleid

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

8

Het ontwikkelen van lokale en regionale samenwerkingsafspraken binnen de eerste lijn en met de tweede lijn (via Regionale Transmurale Afspraken). De samenwerking met gemeenten krijgt vorm via het opstellen van een wijkgericht kwaliteitsbeleid dat aansluit bij lokale maatschappelijke vraagstukken (bijvoorbeeld extra aandacht voor bepaalde bevolkingsgroepen met als doel gemandateerde afspraken te maken tussen lokale overheden en zorgaanbieders).

- Vormgeven van adviesfunctie in de regio Het beschikbaar maken van een pool van diverse soorten kaderhuisartsen en verpleegkundig specialisten, die extra mogelijkheden leveren voor advies en meedenken over diagnostiek en behandeling. En die onderwijs, onderzoek en innovaties faciliteren.

Welke onderwerpen krijgen prioriteit in uw regio? Een goed begin kan zijn dit bespreekbaar te maken binnen de eigen organisatie om gezamenlijk de stappen voor de komende jaren te bepalen. Betrek hierbij vooral ook de aangesloten huisartsen en vraag waaraan zij behoefte hebben. Zij vormen per slot van rekening de spil van de regionale organisaties en bepalen met elkaar de koers van de organisatie. Deskundige huisartsen kunnen het verschil maken bij het nemen van deze stappen. Behalve de bovengenoemde aandachtspunten kan de regio zich sterk maken voor bijvoorbeeld:

- Ondersteunen van certificering en visitatie Vanuit regionale huisartsenzorgorganisaties kan ondersteuning geboden worden aan huisartsenpraktijken bij het werken aan verbeterpunten uit praktijkcertificering en visitatie, en bij het werken aan het kwaliteitsbeleid op het gebied van ketenzorg en mogelijk ook andere aandachtsgebieden.

- Nascholing over samenwerking huisarts en patiënt Het organiseren en faciliteren van nascholing op het gebied van communicatie met de patiënt. Hieronder valt de implementatie van zelfmanagement, gezamenlijke besluitvorming en de verslaglegging daarvan in het dossier als een Individueel zorgplan.

- Aan de slag met goede gegevensuitwisseling Het verbeteren van de gegevensuitwisseling tussen dagpraktijken, gezondheidscentra zorggroepen en huisartsenposten om de zorgcontinuïteit en gebruik van het Individueel zorgplan te bevorderen.

- Afspraken maken over lokale en regionale samenwerking Het ontwikkelen van lokale en regionale samenwerkingsafspraken binnen de eerste lijn, met de tweede lijn en met gemeenten (waaronder het opstellen en onderhouden van een sociale kaart).

- Ondersteunen van preventie in de regio Het ondersteunen van geïndiceerde en zorg gerelateerde preventie als onderdeel van de zorgstandaarden. Zorggroepen ondersteunen huisartsen bij de uitvoering van bijvoorbeeld screeningsprogramma’s via kwaliteitsbeleid, spiegelinformatie en scholing.

We hopen dat deze stappen houvast geven om in de regio verder te gaan met het kwaliteitsbeleid. Vaak helpt het om er een project van te maken dat de huisartsen en andere betrokkenen in de regio inspireert en enthousiasmeert om ook aan te haken. Een kort en krachtig stappenplan werkt vaak goed. Borging van de continuïteit, zodat het resultaat niet verzandt na het project, is daarbij belangrijk. In het draaiboek geven we tips om hiermee concreet aan de slag te gaan.

2.3 Stappen voor de landelijke koepels Tenslotte de landelijke organisaties, LINKH, NHG, LHV en InEen. Het NHG is het wetenschappelijke kenniscentrum voor de ontwikkeling van richtlijnen en implementatieproducten voor de huisartsenpraktijk (i.c. huisarts en POH). De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) ….. InEen, de vereniging van organisaties voor eerstelijnszorg kan bijdragen aan het bevorderen van de implementatie via het ondersteunen van haar leden.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

9

Voor de implementatie van het kwaliteitsbeleid is door de regionale nascholingsorganisaties LINKH opgericht dat intensief samenwerkt met de drie landelijke koepels zodat van daaruit een ondersteunende rol kan worden verwacht. Deze landelijke organisaties hebben uiteraard een belangrijke taak in het ondersteunen van huisartsen en regio’s bij de stappen die zij nemen op kwaliteitsgebied. Hierbij wordt gestreefd naar realistisch en zinvol kwaliteitsbeleid voor de huisartsenzorg. Doelstelling is dat de landelijke organisaties zorgen voor het uitwisselen van goede voorbeelden, formuleren van een inspirerende visie en kaders, bevorderen van de benodigde randvoorwaarden en bieden van concrete, praktische ondersteuning bij de implementatie. Allereerst de drie belangrijkste stappen voor de landelijke organisaties:

- Goede voorbeelden verzamelen en verspreiden Het actief verzamelen en uitwisselen van goede voorbeelden kan huisartsen en regionale organisaties helpen bij het verbeteren van de kwaliteit van de huisartsenzorg. Door de goede voorbeelden en best practices te vertalen in modellen en scenario’s hoeven ze het wiel niet opnieuw uit te vinden.

- Infrastructuur en randvoorwaarden realiseren Het ondersteunen van het kwaliteitsbeleid vraagt om organisatiegraad en infrastructuur van de huisartsenzorg. Elke landelijke organisatie draagt hieraan bij vanuit de eigen rol als het gaat om visieontwikkeling, inhoudelijke en financiële belangenbehartiging, strategisch HRM, aandacht voor kwaliteit en veiligheid, de ontwikkeling van richtlijnen met bijbehorende implementatiematerialen, datamanagement en scholing. Door als landelijke organisaties de krachten te bundelen en met elkaar te ijveren voor de benodigde randvoorwaarden ontstaat en een goede basis voor een duidelijk cyclisch kwaliteitssysteem (zie ook bijlage 3 voor een kostenraming van het kwaliteitssysteem).

- Ondersteunend materiaal ontwikkelen Het ontwikkelen van meer of aangepaste richtlijnen, zorgstandaarden, implementatie- en voorlichtingsmaterialen, en verder ontwikkelen van praktijkcertificering. Daarbij rekening houdend met geformuleerde curricula en speerpunten.

Daarnaast houden de landelijke organisaties zich de komende jaren bezig met de volgende stappen:

- Landelijk curriculum ontwikkelen Het stimuleren tot ‘een leven lang leren’. Uitgangspunten daarvoor zijn een landelijk opgezet, transparant curriculum en duidelijke speerpunten in het beleid.

- Bijstellen visitatieprogramma Het ontwikkelen en bijstellen van het visitatieprogramma met nadruk op het Individueel functioneren als huisarts (IF-H). Het op zinvolle wijze teruggeven van spiegelinformatie over het primaire proces staat hierbij centraal.

- Afstemming tussen scholingsaanbieders Het afstemmen van vakinhoudelijke, organisatorische en ketenzorg gerelateerde nascholing tussen de diverse scholingsaanbieders. De regionale kwaliteitscommissies spelen daarin een belangrijke rol. De landelijke organisaties kunnen deelname aan deze commissies bij hun leden stimuleren.

- Afstemmen samenwerking met universitaire afdelingen en opleidingen voor POH-ers Samenwerking in de ontwikkeling van onderwijs, onderzoek en innovatie met de universitaire afdelingen Huisartsgeneeskunde, met aandacht voor de organisatorische aspecten van de huisartsenpraktijk. Voor praktijkondersteuners werkzaam in de huisartsenpraktijk ligt het accent op het ontwikkelen en aanleren van een consultvoeringsmodel dat meer ruimte biedt voor meer persoonsgerichte zorg en maatwerk bij de geprotocolleerde zorg.

- Ondersteunen huisarts- patiëntrelatie Het ondersteunen van de huisarts-patiëntrelatie door de ontwikkeling van richtlijnen, implementatiematerialen over patiënten participatie, publieks- en patiëntenvoorlichting, en onderwijs.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

10

- Ondersteuning invoering zelfmanagement Het bijdragen aan de implementatie van zelfmanagement door het stimuleren van de bewustwording van patiënten en het ontwikkelen van scholing en praktische hulpmiddelen.

- Realiseren Individueel Zorgplan Het samen met ICT-leveranciers, zorgverzekeraars en anderen realiseren van een Individueel zorgplan, inclusief de benodigde randvoorwaarden, financiering en implementatie.

- Bevorderen gegevensuitwisseling Het bevorderen van een gestandaardiseerde uitwisseling van gegevens via HIS en KIS, zowel in de acute als bij de chronische (keten)zorg, overdag en tijdens ANW-uren.

- Stimuleren opleiding kaderhuisartsen en EKC/PAM Het stimuleren van de opleiding van kaderhuisartsen die kunnen bijdragen aan samenwerking op hun aandachtsgebied. Hetzelfde geldt voor een passende financiering voor EKC, PAM en LINKH

- Preventieprogramma’s ontwikkelen Het ontwikkelen van richtlijnen, implementatiematerialen, onderwijs, middelen en randvoorwaarden om te komen tot effectieve preventieprogramma’s die zorgverleners ondersteunen en de bewustwording van patiënten bevorderen.

- Ondersteuning bij invoering nieuwe wetgeving Ondersteuning bieden aan de implementatie van de wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen in de Zorg.

- Relatie onderhouden met diverse organisaties Denk hierbij aan o.a. College Geneeskundig Specialismen, Registratiecommissie Geneeskundig Specialismen, Accreditatie Bureau Cluster 1, College Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

11

3. Aan de slag in de praktijk: een handreiking Er is veel vooruitgang geboekt in de kwaliteit van de huisartsenzorg in de afgelopen jaren. We gaan er vanuit dat het vorige hoofdstuk een goed beeld geeft van de stappen die u in de toekomst kunt zetten. De stuurgroep wil u zo goed mogelijk ondersteunen. Want een ambitie of stap beschrijven is één ding, maar hoe daarmee praktisch aan de slag te gaan is een tweede. Daarvoor ontwikkelen we als stuurgroep voor de huisartsen(praktijk) en voor de regionale huisartsenzorgorganisaties een beknopte handreiking. Dit helpt het werk eenvoudiger en plezieriger te maken. De komende jaren vullen we de handreiking aan. Zo vormt het een ‘levend’ document dat via websites beschikbaar is. Een overzicht van al beschikbare materialen vindt u in bijlage 4. 3.1. Uitgangspunten voor de handreiking voor huisartsenpraktijken Wat kunt u als huisarts verwachten aan ondersteuning voor uw praktijk:

-­ Concrete tips en trucs in de handreiking ‘Verbeter uw kwaliteit’ De bestaande handreiking ‘Verbeter uw kwaliteit, een agenda voor de praktijk’ breiden we uit. We brengen deze handreiking opnieuw bij huisartsen onder de aandacht. Deze handreiking dient als gids waarmee u de mogelijkheden voor uw praktijk kunt verkennen. U bepaalt zelf wat de belangrijkste zaken zijn die u wilt oppakken. En ook welke route u hiervoor in de eigen praktijk bewandelt.

-­ Checklists voor basiszaken in alle praktijken Het ontwikkelen van checklists voor de basiszaken voor iedere praktijk. Voorbeelden hiervan zijn het uitbreiden van de samenwerking met de patiënt, de disciplines binnen de praktijk en evt. ook met disciplines in de directe omgeving van de praktijk.

-­ Pilot verbeterborden Een pilot waarin we verbeterborden aanbieden met bijbehorende handreiking. Hierdoor kan de kwaliteitsverbetercyclus (PDCA(Plan-do-check-act)-cyclus) een plek krijgen in de praktijk. Huisarts en praktijkmedewerkers schrijven op het verbeterbord waar ze in de praktijk tegenaan lopen en wat niet goed loopt. Dit kan leiden tot het delen van verbetervoorstellen, zowel qua inhoud als proces. Wekelijks aandacht voor de zaken op de verbeterborden zorgt dat het werken met de PDCA-cyclus praktijk van alledag is.

-­ Ontwikkelen van nieuwe hulpmiddelen De landelijke organisaties gaan door met het ontwikkelen van checklists, richtlijnen en andere hulpmiddelen voor de kwaliteitsverbetering in iedere praktijk. Mocht u daarbij dingen missen voor ondersteuning in uw praktijk geef ze dan door: mailadres stuurgroep? We denken graag met u mee!

3.2 Uitgangspunten voor de handreiking voor regionale huisartsenzorgorganisaties

- Aansluiten bij wat er in de regio al is De handreiking geeft ruimte om aan te sluiten bij wat in de regio al aanwezig is. Bij het werken aan kwaliteit maken we zoveel mogelijk gebruik van bestaande regionale structuren/organisaties. De invulling hiervan verschilt per regio. Afstemming van regionale initiatieven en evt. taken kan plaatsvinden in de regionale kwaliteitscommissie.

- Contactpersoon kwaliteitscommissie

Iedere kwaliteitscommissie heeft een contactpersoon (bijvoorbeeld een kringbestuurder, bestuurder zorggroep, beleidsmedewerker, WDH-lid of PAM) die zaken uit de regio bespreekt

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

12

en ideeën uitwisselt met collega’s uit andere regio’s en leden van de stuurgroep kwaliteit. In de regio vragen zij aandacht voor zaken die landelijk spelen. Uiteraard brengen zij ook regionale zaken landelijk onder de aandacht. De contactpersoon vervult een intermediaire functie tussen landelijk en regionaal en neemt deel aan de regionale kwaliteitscommissie.

Wat kunt u als regionale huisartsenzorgorganisatie van ons verwachten? - Stappenplan voor inrichten regionale kwaliteitscommissies

Een stappenplan voor de opzet van een regionale kwaliteitscommissie is onderdeel van de handreiking. Dit stappenplan sluit aan bij de verschillende situaties die er in de regio’s bestaan. Het biedt steun bij het bijeen brengen van regionale partijen en het komen tot een gezamenlijke agenda.

- Iedere regio heeft een kwaliteitscommissie. Het doel van deze regionale kwaliteitscommissie is:

o krachten verenigen rond kwaliteits- en nascholingsvraagstukken in de regio; o ondernemen van acties om huisartsen te ondersteunen bij het werken aan kwaliteit; o stellen van duidelijke doelstellingen en prioriteiten voor de regio.

- Ondersteuning bij stellen regionale prioriteiten

Het succesvol uitvoeren van de gezamenlijke agenda vraagt om het stellen van prioriteiten. Hiervoor bieden we ondersteunende materialen. Deze materialen stimuleren regionale huisartsen organisaties om te starten met urgente zaken, die er werkelijk toe doen. Het gaat dan om de grootste risico’s, de grootste tijdvreters, zaken die niet goed lopen en waar ergernis over bestaat. Het oplossen van dit soort zaken laat ook direct zien wat werken aan kwaliteit oplevert.

- Landelijke inspiratiesessies

Het aanbieden van landelijke inspiratiesessies aan de leden van de regionale kwaliteitscommissies (twee keer per jaar). De kwaliteitscommissies dragen zelf de thema’s aan voor deze inspiratiesessies, zodat de inhoud goed aansluit bij wat er in de praktijk leeft. De stuurgroep zorgt voor sprekers die een inspirerende bijdrage kunnen leveren. In de handreiking vindt u een checklist om de inspiratiesessies in uw eigen regio te organiseren.Dit zorgt ervoor dat alle betrokken mensen en partijen elkaar leren kennen, ervaringen kunnen uitwisselen en krachten kunnen bundelen.

- Online podium voor goede voorbeelden en ideeën

We besteden graag aandacht aan de voorlopers: huisartsen, regionale huisartsenzorgorganisaties en kwaliteitscommissies die enthousiast aan de slag gaan. Zij kunnen een grote inspiratiebron zijn voor anderen. Bovendien geven zij aan wat voor hen belangrijk is, wat er speelt in de regio en waar zij ondersteuning bij nodig hebben. De landelijke organisaties (verenigd in de stuurgroep kwaliteit) ondersteunen hierbij met passende oplossingen. Deze zijn ook handig voor de andere huisartsen en regionale huisartsenzorgorganisaties die tegen dezelfde vraagstukken aanlopen.

- Vormgeven van adviesfunctie in de regio

Een pool van kaderhuisartsen met verschillende aandachtsgebieden, EKC-ers en verpleegkundig specialisten vullen deze adviesfunctie in. Zij bieden extra mogelijkheden voor advies en kunnen meedenken over diagnostiek en behandeling. Daarnaast kunnen zij onderwijs, onderzoek en innovaties faciliteren. De huisartsen/verpleegkundigen in deze pool kunnen regionaal een voortrekkersrol vervullen als bijv. coach voor andere huisartsen/POH voor bepaalde vraagstukken. Hierdoor maken we goed gebruik van de aanwezige kennis en expertise in de eigen regio.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

13

3.3 Het ‘zorg voor kwaliteit’ programma

- Wat houdt het zorg voor kwaliteit programma van de stuurgroep in? We bieden u graag helderheid over wat u kunt verwachten aan ondersteuning. Hiervoor stellen we een programma op voor vijf jaar en een jaarprogramma. In dit programma zijn de prioriteiten uitgewerkt. Voor het stellen van deze prioriteiten werken we nauw samen met huisartsen(praktijken) en regionale huisartsenzorgorganisaties. De materialen die we binnen deze programma’s ontwikkelen zijn per slot van rekening voor hen bedoeld. Natuurlijk kunnen huisartsen ook gebruik maken van bestaande materialen (zoals samenwerking in de wijk, samenwerking met de AVG en SO), een overzicht hiervan is te vinden in bijlage 4. Huisartsen maken vervolgens zelf een keuze waarmee zij de komende tijd aan de slag gaan. Dit moet passen bij de situatie in de eigen praktijk of regionale huisartsenzorgorganisatie. Huisartsen bepalen eigen prioriteiten en tempo. We verwachten dat het werken aan kwaliteit minder tijd kost en meer zal opleveren. We zijn er als stuurgroep immers om met onze ondersteuning uw werk eenvoudiger en plezieriger te maken.

- Wat betekent dit programma voor u als huisarts of voor de regionale

huisartsenzorgorganisatie? In het programma werken we uit welke activiteiten, we in welke volgorde doen, wat daarvoor nodig is en wanneer het klaar is. Mogelijke voorbeelden van activiteiten zijn:

o uitbreiding van de handreiking ‘verbeter uw kwaliteit; een agenda voor de praktijk’. o checklists voor basiszaken voor iedere praktijk zoals:

o het uitbreiden van de samenwerking met de patiënt (bijv. shared decision making en versterken van zelfmanagement),

o het uitbreiden van de samenwerking binnen en buiten de praktijk bijvoorbeeld rond continuïteit van zorg voor ouderen, chronische zorg, jeugdzorg.

o handreiking werken met het verbeterbord. o online podium voor goede voorbeelden en bijbehorende checklists om deze

voorbeelden ook in uw eigen praktijk toe te kunnen passen. o stappenplan voor de opzet van een regionale kwaliteitscommissie. o checklist voor de opzet van een adviesfunctie. Hierdoor is in de regio zicht op de

bijzondere kennis en ervaring die onder huisartsen aanwezig is en hoe deze voor de regio beter te benutten.

o draaiboek voor het organiseren van inspiratiesessies in de regio o handreiking ontwikkelen en organiseren nascholingen/projecten

Ten slotte In deze nota gaan we uit van de toekomstvisie 2022. Het kwaliteitsprogramma geeft handvatten om verder te gaan waar u of uw organisatie was gebleven. Met de praktijk-, en regionale handreikingen verwachten we dat we u op weg helpen naar optimale zorg met de beschikbare middelen. Gelukkig hoeft u dit als huisarts niet alleen te doen, maar kunt u beschikken over uw POH, kaderhuisartsen, EKC-ers, collega’s in de zorggroep, de ROS, de HAP etc. Bedenk dat kwaliteit van de huisartsenzorg nooit klaar is en u steeds mogelijkheden heeft om kleinere of grotere zaken aan te pakken. Belangrijk is dat u en uw omgeving gemotiveerd blijven zonder te denken: Moeten we nu alweer wat? Een betere kwaliteit van zorg betekent niet altijd een extra tijdsinvestering; soms gaan goede zorgkwaliteit en tijdsbesparing hand in hand. Acties in het verbeteren van de kwaliteit zijn belangrijk, maar soms is gas terugnemen zeker zo belangrijk. Die balans vinden is een uitdaging. Het moet per slot van rekening leuk blijven.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

14

Bijlage 1 Achtergrondinformatie Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022 De hoofdstukindeling van deze nota Zorg voor Kwaliteit sluit aan bij die van de LHV/NHG-Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022 die ook door InEen is onderschreven. De opbouw van de hoofdstukken is als volgt:

- microniveau (huisarts en huisartsenpraktijk) - mesoniveau (regionale organisaties) - macroniveau (landelijke koepels)

Vanuit kwaliteitsoogpunt zijn de competenties van het CanMEDS-model aan de hoofdstukken toegevoegd.

Uitgangspunten van de Toekomstvisie De huisarts verleent generalistische, persoonsgerichte en continue zorg die antwoordt geeft op tal van vragen van patiënten. De huisarts stemt zijn zorgverlening af met andere zorgverleners. De eigen verantwoordelijkheid en het zelfmanagement van de patiënt worden gestimuleerd, met aandacht voor kwaliteit van zorg, betrokkenheid van de patiënt en het tegengaan van gezondheidsachterstand en gezondheidsverschillen tussen diverse bevolkingsgroepen. Doel is het verlenen van goede, samenhangende zorg, dicht bij de patiënt, zich uitend in:

- patiëntgerichtheid - effectiviteit - veiligheid - doelmatigheid - tijdigheid - gepaste zorg - gelijkheid

De poortwachtersfunctie van de huisarts is bij dit alles essentieel.

Ambities van de Toekomstvisie De patiënt heeft in de eigen woonomgeving een vaste relatie met een herkenbaar team van zorgverleners. De huisarts verleent persoonlijke, continue zorg (drie contactdagen per week), gekenmerkt door een goed bijgehouden EPD. De huisarts richt zich op verbetering van de zorgcoördinator- en gidsfunctie, de service en de organisatiegraad. In de toekomst maken aspecten als flexibele openingstijden en wijkgebonden preventie deel uit van het huisartsgeneeskundig aanbod. Het kwaliteitsbeleid richt zich blijvend op richtlijnontwikkeling en monitoring van kwaliteitsverbetering. Onderwijs, onderzoek en innovatie staan hierbij centraal. Ook vanwege de internationale voortrekkersrol van de beroepsgroep is er veel aandacht voor onderzoek en innovatie. Deze uitgangspunten en ambities leidden tot een aantal aandachtsgebieden voor het kwaliteitsbeleid. De beroepsgroep heeft het streven de ambities uit de Toekomstvisie te realiseren, mits daartoe in staat gesteld met mensen en middelen.

Aanbod Patiënten kunnen in 2022 een laagdrempelige, zinnige en zuinige huisartsenzorg verwachten, gericht op een samenleving die zich zal kenmerken door toenemende vergrijzing, individualisering, etnische en culturele diversiteit en veranderende samenlevingsvormen. De huisartsenpraktijk biedt adequate generalistische zorg op maat, rekening houdend met de persoonlijke context, wensen en behoeften van de patiënt.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

15

Dicht bij huis De patiënt ontvangt waar mogelijk zorg in zijn eigen woonomgeving. Hiertoe moet optimaal gebruik worden gemaakt van het zorgaanbod van de huisarts, die nauw samenwerkt met andere zorgverleners in de eerste en tweede lijn. Essentiële onderdelen van het huisartsgeneeskundig aanbod zijn:

- kwetsbare ouderenzorg - samenhangende chronische zorg - ggz - jeugd - acute zorg - oncologische nazorg - palliatieve zorg

Het aanbod van diagnostische en therapeutische mogelijkheden dicht bij huis zal toenemen. De steeds complexere zorgvragen leiden tot een optimale inzet van de competenties van alle teamleden. Medisch specialisten zijn beschikbaar voor consultatie. Buiten kantooruren is de zorg georganiseerd via de huisartsenpost.

Laagdrempelig De huisartsenpraktijk zorgt voor een laagdrempelige toegang en bereikbaarheid voor alle patiënten. Informatie- en communicatietechnologie optimaliseert de contacten met en service aan de patiënt.

Benodigde competenties Om het beschreven huisartsgeneeskundig aanbod te realiseren zijn vooral competenties nodig op de terreinen:

- medisch-inhoudelijk handelen - communicatie (zie ook § 3.3) - samenwerking (zie ook § 3.5) - maatschappelijk handelen - wetenschap - organisatie (zie ook § 3.2) - professionaliteit

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid in de huisartsenpraktijk Het is belangrijk dat de huisarts zijn kennis en vaardigheden actueel houdt voor zorg die tot het basispakket van de huisartsenzorg behoort. Daarnaast speelt de huisarts door het uitbreiden van kennis en vaardigheden in op nieuwe ontwikkelingen in de eerstelijnszorg, zoals kwetsbare ouderenzorg, ggz, oncologie en palliatieve zorg. Ook traint de huisarts nieuwe therapeutische en diagnostische vaardigheden, bijvoorbeeld ‘deskside’ laboratoriumonderzoek. Complexe problematiek, zoals multimorbiditeit en polyfarmacie, maakt samenwerking nodig met verschillende disciplines in de eigen praktijk, maar ook met bijvoorbeeld wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten en ggz-medewerkers. In eigen wijk of dorp zal dit steeds meer overleg en afstemming vergen. Huisartsen zullen vaker worden aangesproken op hun vermogen tot samenwerken en organiseren. Afhankelijk van de regionale situatie kunnen regionale huisartsenzorgorganisaties zoals zorggroepen en gezondheidscentra samen met de kringen zorgen voor de gewenste ondersteuning. Specialisatiemogelijkheden zijn deels contextafhankelijk. Een stedelijke werkomgeving met collega’s in de directe nabijheid kan die mogelijkheden vergroten. Een goed instrument om die vaardigheden te vergroten is nascholing in lokale toetsgroepen onder leiding van een EKC. Ook hierbij zijn de mogelijkheden per regio verschillend. Door praktijkcertificering en visitatie kunnen huisartsen hun kwaliteitsbeleid toespitsen op de eigen situatie (zie ook § 3.7 en de handreiking Verbeter uw kwaliteit). De veranderende wet- en regelgeving

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

16

leidt tot toename van de werkbelasting van de huisarts; tijdsmanagement en taakdelegatie worden dan steeds belangrijker. Een betere kwaliteit van zorg betekent niet altijd een extra tijdsinvestering; soms gaan goede zorgkwaliteit en tijdsbesparing hand in hand.

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van regionale organisaties De regionale organisaties bieden ondersteuning door het organiseren van nascholing die aansluit bij bovenbeschreven ontwikkelingen in het zorgaanbod. Het is belangrijk dat de regionale organisaties daarbij hun krachten bundelen en zorgen voor onderlinge afstemming. Afhankelijk van de regionale situatie vormen de Regionale Kwaliteitscommissies hiervoor een geschikt platform. Binnen de Regionale Kwaliteitscommissies kan het scholingsaanbod voor huisartsendienstenstructuren (triage, ABCDE, reanimatie), de bij- en nascholing voor chronische aandoeningen worden afgestemd op het andere inhoudelijke scholingsaanbod. Het zorgaanbod zal zich niet meer alleen op de huisartsenvoorziening moeten richten, maar komt ook tot stand in samenwerking met andere disciplines. Ook dit vergt weer – naast inhoudelijke scholing – samenwerking en organisatie (zie 3-2). Maatschappelijke problemen zullen op wijkniveau extra aandacht vragen, soms ook voor bepaalde bevolkingsgroepen (zoals bij overgewicht bij mensen met een lage sociaaleconomische status of buitenlandse afkomst). Op geleide van de vastgestelde behoefte, via wijkscans van de ROS’en aangevuld met informatie van GGD, kunnen regionale huisartsenzorgorganisaties zoals zorggroepen en gezondheidscentra samen met de kringen zorgen helpen bij het organiseren van het benodigde zorgaanbod.

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van de landelijke koepels De landelijke koepels zullen huisartsen ondersteunen bij alle geschetste veranderingen, onder meer door het ontwikkelen van scholing die houvast biedt bij de verschillende landelijke speerpunten. Gezien het grote aantal nascholingsaanbieders is het wenselijk dat deze hun scholing op vakinhoudelijk, organisatorisch en ketenzorg gerelateerd gebied onderling afstemmen. Met het oog op de veranderingen in de huisartsenzorg zullen de beroepsorganisaties zich samen inspannen voor het onderhouden en implementeren van richtlijnen en zorgstandaarden. Als wetenschappelijke beroepsorganisatie binnen de huisartsenzorg neemt het NHG daarbij het voortouw. In het verlengde van de richtlijnen en zorgstandaarden werken de landelijke huisartsenzorgorganisaties samen aan het gepast gebruik van betekenisvolle indicatoren voor het zorgproces, de implementatie- en voorlichtingsmaterialen en het bevorderen van praktijkcertificering. Ook de visitatie van huisartsen zal nog veel aandacht nodig hebben. De gevergde nieuwe diagnostische en therapeutische vaardigheden behoren tot de wetenschappelijke ontwikkeling van het huisartsen vak. De beroepsorganisaties zijn verantwoordelijk voor het scheppen van de voorwaarden en het behartigen van de belangen rond de praktijkorganisatie en samenwerking met derden (zie § 3.2). Ook hebben zij een taak bij het ondersteunen van het kwaliteitsbeleid.

Organisatie Om tegemoet te komen aan de groeiende en veranderende zorgvraag bieden lokaal samenwerkende huisartsenpraktijken generalistische medische zorg dicht bij huis. Zij bundelen hiertoe hun krachten in regionale huisartsenzorgorganisaties. De schaal, functie en organisatie van de lokale samenwerkingsverbanden zijn afhankelijk van de ligging van de praktijken, de behoeften van patiënten en de mogelijkheden van de huisartsen. Een samenwerkingsverband van huisartsenpraktijken levert zorg aan circa 7.500 tot 17.500 patiënten en kan de vorm aannemen van een virtueel of fysiek gezondheidscentrum, met of zonder dependances.

Benodigde competenties Om de samenwerkingsverbanden van huisartsenpraktijken te realiseren zijn vooral competenties nodig op de terreinen:

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

17

- samenwerking (zie ook § 3.5) - organisatie - professionaliteit

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid in de huisartsenpraktijk Binnen de lokale samenwerkingsverbanden bundelen huisartsen, praktijkassistentes, praktijkverpleegkundigen, praktijkondersteuners(-ggz) en – waar nodig en wenselijk – verpleegkundig specialisten hun krachten. Daarbuiten werkt het team in de eerste lijn, al dan niet op dezelfde locatie, samen met onder meer apothekers, fysiotherapeuten, wijkverpleegkundigen, verloskundigen en eerstelijnspsychologen. De samenwerking met de tweede lijn kan meer gestalte krijgen door bijvoorbeeld meekijkconsulten. Ook e-health zal een steeds grotere rol gaan spelen en aanpassingen in de praktijkorganisatie vergen.

Huisartsenpraktijk Lokale Regionale Samenwerking

Huisartsenpraktijk Lokale samenwerking Regionale samenwerking

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van regionale organisaties Voor het organiseren van het primaire zorgproces in de huisartsenzorg is een aantal functies van belang, zoals: kwaliteitsbeleid, innovatie, bedrijfsvoering, ICT, professionele samenwerking en het maken van gemandateerde afspraken met lokale overheden en zorgaanbieders. Het organiseren van deze functies waaronder het kwaliteitsbeleid vraagt op onderdelen regionale ondersteuning die door de regionale huisartsenorganisaties kan worden ingevuld. Door de krachten van deze regionale organisaties te bundelen ontstaan er meer mogelijkheden voor het organiseren van de benodigde ondersteuning. In regionale kwaliteitscommissies kunnen de initiatieven van de betrokken organisaties op elkaar worden afgestemd en kan een passende taakverdeling voor de regionale situatie worden gezocht. De uitwerking is afhankelijk van de regionale situatie. Zo zullen de regionale organisaties elkaar steeds beter weten te vinden en kunnen nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan die bijdragen aan het stimuleren en versterken van de kwaliteitscyclus op regionaal niveau. De huisartsen houden invloed op de koers van het regionale beleid door hun betrokkenheid bij de governance van de regionale huisartsenzorgorganisaties.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

18

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van de landelijke koepels LHV, NHG, LINKH en InEen ondersteunen vanuit hun eigen expertise de organisatie van de huisartsenzorg. Het gaat hierbij om het realiseren van de benodigde randvoorwaarden, door:

- visieontwikkeling - inhoudelijke belangenbehartiging - strategisch human resource management - zorgkwaliteit - patiëntveiligheid - ontwikkeling van richtlijnen - ontwikkeling van implementatiematerialen - beheers- en governance- raagstukken - datamanagement en ICT - (na)scholing

Een belangrijke taak van de landelijke koepels is het versterken van de organisatiegraad in de eerste lijn. Vooral de competentie organisatievaardigheid krijgt extra aandacht bij de gezamenlijke ontwikkeling van scholing door LHV, NHG en InEen. De universitaire afdelingen Huisartsgeneeskunde zorgen voor onderwijs, onderzoek en innovatie en zullen in de opleiding ook aandacht besteden aan de organisatorische aspecten in de huisartsenpraktijk.

Huisarts en patiënt Huisartsen geven samen met hun team invulling aan de drie kernwaarden van hun zorg – generalistisch, persoonsgericht en continu – rekening houdend met de eisen en mogelijkheden van de samenleving in 2022. Empathie en heilzame zorg bestaan bij de gratie van een goede relatie: de kracht en toegevoegde waarde van de huisartsgeneeskunde schuilen in de band tussen huisarts(enpraktijk) en patiënt. Door de langdurige vertrouwensrelatie met patiënten, hun gezinnen en mantelzorgers kunnen huisartsen contextgerichte zorg op maat bieden. Daarom zijn patiënten op naam ingeschreven bij een vaste huisarts die hun eerste aanspreekpunt en gids in de gezondheidzorg is. De huisarts coördineert alle medische zorg die een patiënt in de eerste en tweede lijn ontvangt, in samenspraak met de patiënt en rekening houdend met diens keuzemogelijkheden, kwetsbaarheid en eigen verantwoordelijkheid.

Vertrouwensrelatie en gezamenlijke besluitvorming Binnen de praktijk hebben patiënten contact met niet meer dan twee huisartsen die hun zorg goed afstemmen, zowel onderling als met andere zorgverleners. De huisarts verleent doelmatige, zinnige en zuinige zorg door met een patiënt het gesprek aan te gaan vanuit de opgebouwde vertrouwensrelatie. Dit betekent dat de huisarts niet elk verzoek van een patiënt direct honoreert, maar bespreekt wat de behoeften en doelen van de patiënt zijn, wat deze daar zelf aan kan doen en hoe zorgverleners daarbij kunnen helpen. Dit proces van gezamenlijke besluitvorming vraagt van de huisarts een adviserende en coachende rol om tot gefundeerde keuzes te komen. Vanuit het zorgvuldige opgebouwde vertrouwen kunnen huisartsen waakzaam afwachten, het zelfmanagement van patiënten en hun omgeving versterken, motiveren tot een gezonde leefstijl en onnodig gebruik van de zorg tegengaan. Dit draagt bij aan het voorkomen van onnodig medisch ingrijpen en de daarmee gepaard gaande schade.

Consultvoering De praktijk stemt de duur en vorm van consulten af op de behoeften en mogelijkheden van de patiënt: kort bij patiënten met eenduidige vragen en problemen, langer bij kwetsbare patiënten met complexe problematiek. Indien wenselijk en mogelijk kan ICT (e-mail, video, chat) worden ingezet bij de consultvoering. Samenhangende zorg onder regie van de huisarts kan onnodig zorggebruik in de eerste en tweede lijn voorkomen. In de huisartsenzorg nemen praktijkondersteuners (POH-ers) steeds meer consulten voor hun rekening. Vooral bij de zorg voor chronische patiënten doen de POH-ers een

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

19

aanzienlijk deel van de patiëntcontacten. De behoefte om deze zorg meer op maat en persoonsgericht te kunnen bieden neemt toe. Dit betekent dat er een consultvoeringsmodel voor de POH-ers nodig is waarmee ze flexibel kunnen inspelen op de persoonlijke situatie van een patiënt. Het consultvoeringsmodel zal via opleidingen en bij– en nascholingen bij worden geïntroduceerd. Met een veranderende werkwijze van de POH is de huisarts extra alert bij risicopatiënten met beginnende kwetsbaarheid of complexe problematiek.

Zelfmanagement In samenspraak met patiënten die dat willen en kunnen, benut de huisarts de mogelijkheden van zelfmanagement, met andere woorden het zodanig omgaan met een chronische aandoening dat deze optimaal in het leven wordt ingepast. Daarbij gaat het om:

- de symptomen van de aandoening; - de behandeling; - lichamelijke, psychische en sociale consequenties; - aanpassingen in de leefstijl.

Zelfmanagement houdt bijvoorbeeld in dat chronisch zieken zelf kiezen in hoeverre zij de regie over het leven in eigen hand houden en mede richting geven aan het inzetten van de beschikbare zorg. Doel is het bereiken of behouden van een optimale kwaliteit van leven. De drie aandachtsgebieden van zelfmanagement zijn:

- het leven met de ziekte; - het eigen aandeel in de zorg; - het organiseren van zorg- en hulpbronnen.

Informatie kan worden vastgelegd in het in ontwikkeling zijnde Individueel zorgplan. Via Persoonlijke Gezondheids Dossiers (PGD’s) kunnen patiënten communiceren met hun zorgverleners en de eigen onderzoeksuitslagen raadplegen. Om het zelfmanagement van patiënten te ondersteunen is investering nodig in:

- scholing van de betrokken zorgverleners; - de organisatie van de zorg; - de ICT-infrastructuur; - de financiering.

Ook wijkgerichte welzijns- of andere activiteiten kunnen bijdragen aan het zelfmanagement van de patiënt, evenals (digitale) contacten met lotgenoten.

Benodigde competenties Om de doelen in de relatie tussen huisarts en patiënt te realiseren zijn vooral competenties nodig op de terreinen:

- Communicatie - Samenwerking - Organisatie

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid in de huisartsenpraktijk Praktijken zullen hun beleid erop afstemmen dat de patiënt contact heeft met slechts twee huisartsen, ondanks de maatschappelijke tendens van steeds meer parttime werken versus een te verlenen 24-uursservice. Een goede samenwerking binnen de praktijk is dus vereist. Omdat patiënten steeds beter geïnformeerd zijn en gebruik willen maken van ICT-mogelijkheden, is aandacht en actieve inzet van de praktijken nodig voor aspecten als informed consent en zelfmanagement. Behalve het volgen van scholing en vaardigheidstrainingen op deze gebieden door praktijkmedewerkers, zullen deze ook aandacht moeten hebben voor de ondersteuning van de kennis, vaardigheden en attitude van de patiënt.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

20

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van regionale organisaties De regionale organisaties zullen de huisarts(enpraktijk) ondersteunen door scholing te organiseren en faciliteren over communicatie, gezamenlijke besluitvorming en samenwerking. Aanpassing van de kennis, vaardigheden en attitude van de huisarts zal nodig zijn. Bij de implementatie van zelfmanagement en het Individueel zorgplan is ook aandacht voor de attitude, kennis en vaardigheden van patiënten van belang. Bovendien spelen de regionale organisaties een rol bij het realiseren van de randvoorwaarden op het gebied van ICT en financiering. Vanwege het belang van zelfmanagement, gezamenlijke besluitvorming en het individueel zorgplan voor de chronische zorg nemen zorggroepen met goed getrainde docenten en coaches het voortouw bij de implementatie van deze nascholing. Via de regionale kwaliteitscommissie zal het scholingsaanbod worden afgestemd met de andere nascholingsactiviteiten.

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van de landelijke koepels De landelijke koepels ondersteunen de relatie tussen huisarts en patiënt door het ontwikkelen van richtlijnen, implementatiematerialen en onderwijs. Ook besteden zij aandacht aan publieks- en patiëntenvoorlichting over zelfmanagement. Door het organiseren van nascholing en het uitbrengen van praktische hulpmiddelen leveren de koepels een bijdrage aan het implementatieproces. Samenwerking met bijvoorbeeld patiëntenorganisaties kan de bewustwording van patiënten vergroten. De koepels kunnen samen optrekken met ICT-leveranciers, zorgverzekeraars en andere partijen om de benodigde randvoorwaarden te realiseren. En tot slot zetten de koepels zich in voor de ontwikkeling en implementatie van het Individueel zorgplan.

Continuïteit van zorg De ‘vaste huisarts’ van een patiënt zet zich in voor de continuïteit van zorg, draagt de medische eindverantwoordelijkheid voor het beleid en stemt dit af met medebehandelaars. Ook na verwijzing blijft de huisarts betrokken bij de coördinatie van de zorg voor de patiënt. De toenemende aantallen oudere patiënten, met of zonder multimorbiditeit, worden gestimuleerd zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. De specialistische zorg wordt steeds complexer en de opnameduur in ziekenhuizen steeds korter. Daarom versterken huisartsen hun coördinerende en ondersteunende rol bij patiënten die dat nodig hebben. Als spil in het informatieproces zorgt de huisarts ervoor dat de patiënt de juiste informatie op de juiste tijd en plaats krijgt, ook als andere behandelaars deze aanleveren. De huisarts is aanspreekpunt voor andere behandelaars als het gaat om een adequate informatie-uitwisseling, en zorg voor een goed beheer van de gegevens in het geüniformeerde huisartsen-EPD. Steeds vaker wensen patiënten toegang tot de zorg buiten kantooruren. Dit vraagt om aanpassing van de praktijkorganisatie en het creëren van randvoorwaarden.

24 uur, 7 dagen per week De huisartsenpraktijk weet zich 24/7 verantwoordelijk voor alle huisartsgeneeskundige zorg. Lokale samenwerkingsverbanden van huisartsen kunnen deze zorg bieden door flexibele openingstijden te hanteren in combinatie met de georganiseerde avond-, nacht-, en weekenddiensten vanuit de huisartsenposten. Voor het organiseren van deze ANW-zorg werken huisartsenposten met een optimale inzet van taakdifferentiatie, -delegatie en -herschikking. In de keten van acute zorg bevindt de huisartsenpost zich voor de Spoedeisende Hulp in het ziekenhuis. Beiden werken goed met elkaar samen. Een effectief triagesysteem zorgt ervoor dat patiënten met spoedeisende vragen op de juiste tijd en plaats bij de juiste zorgverlener terechtkomen. Huisartsen begeleiden hun patiënten zelf als er sprake is van zeer complexe of terminale zorg, ook in de ANW-uren.

Benodigde competenties Om de beschreven continuïteit van zorg te realiseren zijn vooral competenties nodig op de terreinen:

- Samenwerking - Organisatie

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

21

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid in de huisartsenpraktijk De huisartsenpraktijk verleent ook tijdens de ANW-uren goede zorg, zeker als het gaat om patiënten die terminale zorg nodig hebben. Adequate ICT en verslaglegging zijn noodzakelijk voor een goede overdracht en samenwerking met de huisartsenpost. Hetzelfde geldt voor de gegevensuitwisseling en afstemming met zorggroepen bij de chronische zorg. Voor de huisarts zal datamanagement dan ook een steeds belangrijker factor worden. Deskundigheidsbevordering op de aangegeven competenties is nodig.

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van de regionale organisaties Zorggroepen, huisartsenposten en huisartsenpraktijken moeten de continuïteit van zorg goed met elkaar afstemmen, waarbij gegevensuitwisseling van groot belang is. Er wordt geijverd voor de aansluiting van huisartsen op het Landelijk Schakelpunt (LSP). De volgende stap is de gegevensuitwisseling in de ketenzorg, met als uitdaging de uitwisseling tussen HIS’en en KIS’en en ook het inpassen van het Individueel zorgplan (IZP). In de ketenzorg kan het IZP de continuïteit bij het vastleggen van afspraken met de patiënt waarborgen. Voor de huisartsenposten vormt de samenwerking met de tweede lijn en ambulancevoorzieningen een belangrijk aandachtspunt. Hetzelfde geldt voor de samenwerking en afstemming tussen de zorggroepen en de medisch-specialistische zorg rond chronische zorg, waarbij ook vormen van (tele)consultatie en gedeelde zorg hun intrede zullen doen. Het datamanagement zal van cruciale betekenis blijken om de gegevensuitwisseling die nodig voor de continuïteit van zorg te realiseren. Het organiseren van het datamanagement vraag inspanningen van zowel de regionale als de landelijke huisartsenzorgorganisaties.

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van de landelijke koepels De landelijke koepels bevorderen de gestandaardiseerde uitwisseling van gegevens en trekken in de ketenzorg gezamenlijk op. De aandacht zal zich richten op het inbouwen van het Individueel zorgplan in de HIS’en en KIS’en en direct contact met patiënten via het PGD. Gezamenlijk aandachtspunt in de acute zorg keten is ook de aansluiting van de zorg tijdens ANW-uren op de dagzorg. Hierbij gaat het om medisch-inhoudelijke aspecten van de acute zorgverlening, maar ook om de ICT vanwege de informatie-uitwisseling tussen de EPD’s.

Samenwerking Het lokale huisartsensamenwerkingsverband werkt in een stadswijk of dorp samen met andere eerstelijnsprofessionals op basis van gezamenlijk opgestelde richtlijnen en afspraken. Dit verloopt het best binnen een niet al te grote kring van zorgverleners die elkaar kennen en weten wat ze van elkaar kunnen verwachten, en die elkaar kunnen aanspreken vanuit wederzijds vertrouwen. De nauwe samenwerking met wijkverpleegkundigen is hersteld, zodat de keten van care and cure is gewaarborgd. Zo kan de oudere, hulpbehoevende patiënt langer zelfstandig thuis blijven wonen, mede dankzij een intensief gebruik van zorg op afstand door wijk- en dorpsgerichte teams van verpleegkundigen en verzorgenden. Huisartsen signaleren tijdig wanneer patiënten en mantelzorgers extra ondersteuning nodig hebben. Samen met de teams van verpleegkundigen en verzorgenden stimuleren huisartsen de zelfredzaamheid van patiënten en hun naasten. Wat betreft de zorg voor chronisch zieken en kwetsbare ouderen met multimorbiditeit investeren de huisartsenorganisaties op regionaal niveau in multidisciplinaire samenwerking met medisch specialisten, apothekers, psychologen, verpleegkundig specialisten, wijkverpleegkundigen en paramedici en andere zorgverleners.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

22

Versterking diagnostische ondersteuning eerste lijn In samenwerking met diagnostische centra kunnen huisartsen met point of care testing zelf tests uitvoeren en de uitslagen daarvan direct in hun beleid integreren. Huisartsen zetten tijdig aanvullende diagnostiek in, zoals laboratorium-, functie- en beeldvormend onderzoek. Op basis van landelijke afspraken werken huisartsen en specialisten nauw samen in transmurale zorgpaden. Met het oog op samenhang en doelmatigheid blijft de huisarts ook bij verwijzing van de patiënt de zorg zoveel mogelijk coördineren. De consultatieve functie van de medisch specialist neemt toe, bijvoorbeeld via gezamenlijke spreekuren, meekijk- en teleconsulten.

Benodigde competentie Om de beschreven samenwerking te realiseren is vooral nodig de competentie:

- Samenwerking

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van de huisartsenpraktijk De huisartsenpraktijk intensiveert de samenwerking op zeer lokaal niveau in kleine, overzichtelijke teams binnen de eigen wijk. De samenwerking met fysiotherapeuten, wijkverpleegkundigen en apothekers zal verder toenemen en ook het belang van contacten met de tweede lijn groeit. Nascholing in kleine toetsgroepen, begeleid door een EKC, kan goede ondersteuning bieden, bijvoorbeeld bij onderwerpen als samenwerking binnen het netwerk en veiligheidsbewustzijn. De invulling hiervan is afhankelijk van de lokale situatie.

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van regionale organisaties Het is van belang dat de diverse spelers in het veld de samenwerking op regionaal niveau ondersteunen en bevorderen. Het gaat daarbij om samenwerking zowel binnen de huisartsenzorg als met andere disciplines binnen en buiten de eerste lijn. De huisartsenzorg vormt hierbij als spil de verbindende schakel met andere disciplines. Samenwerkingsafspraken met de medisch-specialistische zorg in de tweede lijn krijgen hun beslag in Regionale Transmurale Afspraken van zorggroepen, gezondheidscentra en huisartsenposten met de tweede lijn. De Medisch Coördinerende Centra en Transmurale Centra/Zorgpaden spelen een rol bij het ontwikkelen van lokale samenwerkingsafspraken met de tweede lijn. Voor het vormgeven van wijkgerichte zorg worden steeds meer samenwerkingsafspraken gemaakt met aanbieders van thuiszorg en wijkverpleging, gemeenten en welzijnsorganisaties. De regionale huisartsenzorgorganisaties kunnen dit proces ondersteunen door op regionaal niveau de beschikbare informatie bij elkaar te brengen (bijvoorbeeld via wijkscans, sociale kaarten en netwerkbijeenkomsten). De Regionale Kwaliteitscommissies vormen een geschikt platform voor het uitwisselen van deze informatie.

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van de landelijke koepels De landelijke koepels kunnen de samenwerking bevorderen door bijvoorbeeld:

- het promoten van deelname aan de Regionale Kwaliteitscommissies; - het opnemen van een paragraaf Samenwerking bij het ontwikkelen van richtlijnen,

implementatiematerialen en onderwijs; - het uitwisselen van goede voorbeelden; - het signaleren en inventariseren van knelpunten; - het creëren van randvoorwaarden en middelen voor samenwerking.

De Landelijke Medisch Coördinerende Centra en de expertgroep Coaches voor medici bieden ondersteuning op het gebied van de competentie samenwerking. Tot slot hebben de landelijke koepels

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

23

een aandeel in de opleiding van kaderhuisartsen die een faciliterende functie kunnen vervullen bij samenwerkingsafspraken op hun aandachtsgebied.

Preventie Effectieve preventie draagt bij aan langer gezond leven en voorkomt verslechtering van de gezondheid bij (oudere) patiënten met een chronische ziekte. Huisartsen en praktijkverpleegkundigen kennen de patiënt, diens context en levensloop, waardoor zij bij uitstek geschikt zijn om extra aandacht aan preventie te geven. Het gaat dan vooral om geïndiceerde en zorggerelateerde preventie; de publieke gezondheidszorg neemt de universele en wijk gebonden preventie voor haar rekening. De huisarts heeft, in samenwerking met andere partijen, een verbindende rol als het gaat om selectieve preventie. Te denken valt aan verwijzing naar of motivatie tot speciale preventieprogramma’s, of aan het uitvoeren van screeningstests als daarvan de meerwaarde is aangetoond.

Populatiegerichte preventie Huisartsen richten hun bijdrage aan collectieve preventie (universele en selectieve preventie) op die aspecten waarvan het grootste effect valt te verwachten. Samen met lokale overheden, zorgverzekeraars, scholen en patiëntenorganisaties geeft het huisartsensamenwerkingsverband vorm aan preventie in dorp of wijk. Dorp- of wijkscans geven een beeld van de behoeften van de patiëntenpopulatie, op basis waarvan afspraken worden gemaakt over aandacht voor specifieke doelgroepen. De huisarts heeft daarin vanuit zijn of haar kennis over de actuele ziekteproblematiek en zorgbehoefte een belangrijke signalerende en verbindende rol. De huisarts heeft contact met kinderen en ouders door de tijd heen en krijgt zo goed zicht op de context van kind en gezin. Met de lokale overheid en de uitvoeringsorganisatie voor preventieve jeugdgezondheidszorg worden afspraken gemaakt over mogelijkheden van verwijzing naar (groeps-) ondersteuning op het gebied van opvoeden en opgroeien. Voorts verwijzen huisartsen naar preventieprogramma’s voor jong en oud op het gebied van roken, obesitas, sport en bewegen enzovoort. Voor de financiering hiervan worden afspraken gemaakt met de zorgverzekeraars.

Benodigde competenties Om de beschreven huisartsgeneeskundige bijdrage aan populatiegerichte preventie te realiseren zijn vooral competenties nodig op de terreinen:

- Medisch handelen - Communicatie - Kennis en wetenschap - Maatschappelijk handelen

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid in de huisartsenpraktijk Huisartsen kennen hun eigen patiëntenpopulatie goed en hebben zo inzicht in de preventieve mogelijkheden in hun praktijk. Als aanvullend aanbod kunnen zij dus een belangrijke functie op preventief gebied vervullen, maar dit vergt veranderingen in de tot dusver vooral curatief ingestelde praktijkvoering. Voor het opsporen van risicogroepen is een programmatische aanpak nodig en hier is nog een forse slag te maken, bijvoorbeeld als het gaat om de inzet van ICT. Patiënten hebben veel vragen over preventieactiviteiten waarvan de waarde niet altijd bewezen is. De huisartsenpraktijk moet zich dus bekwamen in gerichte voorlichting en motiverende gespreksvoering.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

24

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van regionale organisaties Geïndiceerde en zorg gerelateerde preventieactiviteiten maken deel uit van de zorgstandaarden voor chronische aandoeningen en vormen zo belangrijke onderdelen van de zorgprogramma’s rond bijvoorbeeld diabetes mellitus, cardiovasculair risicomanagement en astma/COPD. Zorggroepen helpen huisartsen via kwaliteitsbeleid, spiegelinformatie en bij- en nascholing bij het uitvoeren van preventieactiviteiten en leefstijlprogramma’s. Om stappen te kunnen zetten op het gebied van universele preventie zoeken zorggroepen en gezondheidscentra samen met Huisartsenkringen, WDH’s en andere regionale huisartsenorganisaties samenwerking met andere partijen, zoals gemeenten en GGD’ en. Wijk- of gemeentegrenzen sluiten echter niet altijd goed aan bij het verzorgingsgebied van huisartsenpraktijken en regionale huisartsenorganisaties. Regionale Kwaliteitscommissies kunnen een goed platform zijn om de benadering en activiteiten op het gebied van preventie met elkaar af te stemmen. Regionale organisaties zijn ook betrokken bij selectieve screeningsprogramma’s via het organiseren van onderwijs en samenwerking met de screeningsorganisaties.

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van de landelijke koepels De landelijke organisaties zorgen voor effectieve preventieprogramma’s door het ontwikkelen van richtlijnen, implementatiematerialen, onderwijs en middelen om een en ander te realiseren. De landelijke coördinatie kan worden vertaald naar de regio. Tezamen kunnen de landelijke koepels bijdragen aan de implementatie van de verschillende vormen van preventie. Daarbij lijkt de benadering sterk op die van zelfmanagement en gezamenlijke besluitvorming. Ook hierbij draait het immers om het ondersteunen van de zorgverleners, de bewustwording van patiënten en het realiseren van de randvoorwaarden, waaronder informatie over de populatie en de beschikbare financiering.

Kwaliteit en innovatie De Nederlandse huisartsenzorg behoort internationaal tot de top. Het is de ambitie van de beroepsgroep om huisartsenzorg van hoge kwaliteit te blijven bieden en zo steeds de gezondheid van de gehele Nederlandse bevolking te bevorderen. Daarvoor is een goed kwaliteitsbeleid op verschillende niveaus van de huisartsenzorg nodig. De beroepsorganisaties ondersteunen de professionalisering van de beroepsgroep door het ontwikkelen van standaarden, samenwerkingsafspraken en standpunten, het monitoren van kwaliteit van eerstelijns zorg en door het bevorderen van de deskundigheid en een goede praktijkvoering. Zorggroepen kunnen aan de hand van verzamelde praktijkdata en met de inzet van kaderhuisartsen de aangesloten huisartsen ondersteunen bij het monitoren van hun eigen kwaliteit van zorg. Ook bij het implementeren van verbeteringen kunnen regionale organisaties ondersteuning verlenen. Intrinsieke motivatie, onderlinge uitwisseling en actiegerichtheid kunnen innovatie en kwaliteitsverbetering stimuleren.

Monitoren en verbeteren Om aan de groeiende zorgvraag dicht bij huis te voldoen past de inhoud en organisatie van de huisartsenzorg zich voortdurend aan. Elke huisartsenpraktijk werkt continu aan het monitoren en verbeteren van de zorgkwaliteit en de praktijkvoering, en werkt op enigerlei wijze mee aan onderwijs, onderzoek en innovatie. Benchmarks van eigen praktijkdata met die van andere huisartsen in de regio of de zorggroepen zijn erop gericht de kwaliteit, effectiviteit en doelmatigheid van het zorgaanbod te monitoren. Verbetering richt zich niet alleen op de inhoudelijke innovaties in het zorgaanbod, maar ook op verbetering in de zorg organisatie, zoals taakdelegatie naar praktijkverpleegkundigen, de inzet van verpleegkundig

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

25

specialisten in de zorg voor chronisch zieken en kwetsbare ouderen met multimorbiditeit en de inzet van kaderhuisartsen ter ondersteuning regionaal kwaliteitsbeleid Huisartsen zorgen niet alleen goed voor hun patiënten, maar ook voor hun collega’s en teamleden. Er is structurele aandacht voor een ieders loopbaanontwikkeling.

Benodigde competenties Om de beschreven zorgkwaliteit en innovatie te kunnen realiseren zijn vooral competenties nodig op de terreinen:

- Medisch handelen - Organisatie - Kennis en wetenschap - Professionaliteit

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid in de huisartsenpraktijk Het doorlichten van de praktijkvoering via benchmarks is onderdeel van de praktijkcertificering. Vanaf 2015 gaat een visitatieprogramma van start waarin patiënten, collega’s en praktijkmedewerkers feedback geven op het individueel functioneren van huisartsen. Aldus verkrijgt de huisarts inzicht in het eigen functioneren, met als doel minder sterke kanten verder te ontwikkelen en te verbeteren. Ondersteuning bij de uitwerking van de feedback kan worden verleend door een EKC die werkzaam is in de bij de visitatie betrokken toetsgroep. Visitatie is nadrukkelijk niet bedoeld als instrument voor het aantonen van disfunctioneren. Individuele huisartsen leveren een belangrijke bijdrage aan innovatie, onderwijs en onderzoek. Ze zetten hun eigen creativiteit in om ook op praktijkniveau zorginnovatie vorm te geven, op onderwerpen die aansluiten bij hun eigen ambities. In samenwerking met universitaire afdelingen leiden ze huisartsen, praktijkondersteuners en doktersassistentes op, en participeren in wetenschappelijk onderzoek De LHV-handreiking Verbeter uw kwaliteit beschrijft al de stapsgewijze aanpak van verschillende competenties. Om op toekomstige ontwikkelingen te kunnen inspelen is het voor de huisarts van belang op de hoogte te blijven van innovatieve veranderingen in het kwaliteitsbeleid. Het bijdragen aan onderwijs en opleiding van stagiaires, praktijkassistentes, praktijkondersteuners, verpleegkundig specialisten en artsen in opleiding is een zinvolle manier om de zorgkwaliteit een stimulans te geven.

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van regionale organisaties De regionale huisartsenzorgorganisaties (Huisartsenkringen, WDH’s, HDS’en, ROS’en, gezondheidscentra en zorggroepen) zullen meer met elkaar optrekken bij het ondersteunen van huisartsenpraktijken bij het realiseren van het kwaliteitsbeleid en innovatie. Deze initiatieven kunnen via de Regionale Kwaliteitscommissies op elkaar worden afgestemd om ervoor te zorgen dat de activiteiten elkaar versterken. Het uitwisselen van de beleidsvoornemens van de betreffende regionale huisartsenzorgorganisaties biedt kansen om gemeenschappelijke onderwerpen gezamenlijk op te pakken. Zo kunnen de Regionale Kwaliteitscommissies acties ondernemen om bijvoorbeeld toetsgroepen, de PAM-en en EKC-en te ondersteunen. Op hun beurt zullen ook steeds meer zorggroepen en gezondheidscentra en huisartsenposten de kwaliteit van hun organisatie via accreditatie- en certificeringstrajecten laten toetsen en verbeteren.

Consequenties voor het kwaliteitsbeleid van de landelijke koepels De landelijke organisaties coördineren kwaliteit en innovatie in de huisartsenzorg, samen met de universitaire afdelingen. Zo heeft InEen in samenspraak met de huisartsenposten streefwaarden opgesteld voor de acute zorg en kritische kwaliteitskenmerken (KKK’s) voor zorggroepen. Door een landelijke afstemming van het kwaliteitsbeleid ontstaat er voor de achterban een uniform beeld. Zo

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

26

baseren accrediterings- en certificeringsorganisaties zich bij het ontwikkelen van hun schema’s op de streefwaarden en kritische kwaliteitskenmerken. Een ander goed voorbeeld hiervan is de gezamenlijk aanpak rond de landelijke benchmark Transparante ketenzorg. Als onderdeel van de ketenzorg registreren huisartsen en pratijkondersteuners gegevens die relevant zijn voor het zorgproces. Vanuit de registraties in HIS’sen en KIS’en genereren zorggroepen spiegelinformatie voor aangesloten huisartsen. Deze spiegelinformatie blijkt een effectieve manier om tot kwaliteitsverbetering te komen. Bij de opzet van de landelijke benchmark voor ketenzorg hanteert InEen de indicatorensets van het NHG. Het gebruik van deze indicatorensets inde praktijk levert suggesties op voor de verdere doorontwikkeling. Op die manier is ook op de landelijk niveau de kwaliteitscyclus rond. Samen met de universitaire afdelingen wordt een onderzoeks- en innovatieagenda opgesteld en uitgevoerd. De landelijke en regionale organisaties ondersteunen dit door de inrichting van proeftuinen voor innovatie experimenten n de huisartsgeneeskunde Een landelijk curriculum kan houvast bieden bij gerichte nascholing als onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Het visitatieprogramma vergt evaluatie van de uitkomsten en biedt de huisarts mogelijkheden individuele verbeteringspunten aan te wijzen. Daartoe moeten materialen worden ontwikkeld en geactualiseerd. De landelijke organisaties zullen zich inzetten voor kwaliteitsbereid dat zich richt op ‘een leven lang leren’, met een landelijk curriculum als uitgangspunt. LINKH, LHV, NHG en InEen doen waar nodig een beroep op de aanvullende expertise van Postacademisch Onderwijs voor Huisartsen, de huisartsopleidingen en andere landelijke organisaties.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

27

Bijlage 2

Stand van zaken Nota Zorg voor kwaliteit 2010-2015 In dit hoofdstuk wordt teruggekeken op de nota Zorg voor kwaliteit 2010-2015. Wat is tot dusver door de huisartsen en de huisartsenorganisaties bereikt en wat moet er nog gebeuren? Daarvoor is gebruik gemaakt van vragenlijsten volgens een maturity matrix. Deze matrix is hieronder weergegeven. In welk stadium bevindt het kwaliteitsbeleid voor huisartsen zich in uw kring op hoofdaspecten? Gebruik het verschil voor de discussie. 0 = matig 5 = uitstekend

Score Aspect

0 1 2 3 4 5

Visie Er is geen visie over een samenhangend kwaliteitsbeleid

In de regio bestaat de wil te komen tot een visie en huisartsen zijn er mee bezig

Er is een beleidsplan van de regio-­WDH met een visie op kwaliteit

De visie is de basis voor de beleidsplanning;; iedereen deelt de visie

De visie is de rode draad door het kwaliteitsbeleid en wordt door iedereen gedragen

De visie als leidraad voor de planning is geëvalueerd en aangepast.

Organisatie van kwaliteits-­bevordering

Er is geen structuur die deskundigheids-­bevordering en kwaliteitsverbeteringvan huisartsen in de regio organiseert

Het kringbestuur is nauwelijks bezig met kwaliteitsbeleid. De WDH is alleen actief in nascholing

Er is een regio-­WDH die de doelstelling van LINKH onderschrijft, maar deze heeft weinig mandaat/middelen

De WDH voert een actief kwaliteitsbeleid en heeft overleg met huisartsenkringen, zorgverzekeraar en regiokantoor. Er is stafondersteuning

Er is een sterke WDH, die actief en breed QI-­projecten en deskundigheids-­bevordering aanbiedt en daar veel huisartsen mee bereikt. Er is staf en kader

Er is een eigenstandige WDH die ingebed is en een evenwichtig aanbod heeft in samenwerking met kring, ROS en derden, gesteund door staf en kader

Organisatie toetsgroepen

Er is geen beleid rond toetsgroepen

Er draaien her en der nog toetsgroepen, maar dit wordt niet gestimuleerd

Kring en Regio-­WDH achten participatie in toetsgroepen wenselijk en realisatie ervan is begonnen

De huisartsen willen zelf dat iedereen deel uit maakt van een toetsgroep en organiseren zelf toetsgroepen

Het LHV-­regio-­kantoor heeft een Service Level Agreement) die invulling geeft aan punt 2 ???(± 70-­80% in toetsgroepen)

> 90% van de huisartsen neemt deel aan toets-­groepen als onderdeel van deskundigheids-­bevordering

Organisatie fto Er is geen beleid rond fto

Fto-­groepen draaien daar waar dit onderdeel uitmaakt van het contract met de zorgverzekeraar

De Kring en de Regio-­WDH achten algehele participatie in fto-­groepen wenselijk

Huisartsen werken samen met apothekers en Instituut verantwoord medicijngebruik om te komen tot een goed dekkend fto-­aanbod

Het LHV-­regio-­kantoor heeft een SLA, die invulling geeft aan punt 3???

> 90% van de huisartsen heeft minimaal 10 uur fto /jaar als onderdeel van DKB

Praktijk-­certificering

Dit leeft niet Huisartsen willen accreditatie en enkelen zijn ermee gestart, maar er is geen tegemoet-­koming in kosten door verzekeraar

De Kring en de Regio WDH achten deelname wenselijk en oriënteren zich op de randvoorwaarden

Er is sprake van een aantrekkelijke vergoeding voor de deelname aan accreditatie en huisartsen zijn hiermee begonnen.

Een aantal huisartsen is geaccrediteerd en er zijn targets gesteld voor deelname van praktijken

Er is grote belangstelling en 30-­40% van de huisartsen hoopt op accreditatie. De kring heeft dat als target in haar SLA

Transmuraal kwaliteitsbeleid

Er is geen beleid Er zijn af en toe bijeenkomsten met de tweede lijn en soms is er gezamenlijke deskundigheids-­bevordering aan de hand van LTA’s

Kring en Regio-­WDH zouden LTA’s en goede samenwerking met de tweede lijn willen stimuleren

Afhankelijk van het ziekenhuis zijn sommige zaken op het gebied van gezamenlijk kwaliteitsbeleid geregeld

De regio kent een actief beleid rond duodagen, overleg met de tweede lijn, LTA-­implementatie en transmuraal overleg

Duodagen, overleg met de tweede lijn, LTA-­implementatie en transmuraal overleg zijn allemaal operationeel

Kwaliteitsbeleid in de eerste lijn

Er is geen activiteit De ROS heeft overleg met WDH/kring/regiokan-­toor over gemeenschappelijk kwaliteitsbeleid

Kring en Regio-­WDH zouden samenwerking met de eerste lijn willen stimuleren ondersteund door ROS

Er is een concreet kwaliteitsbeleid met gemeenschappelijke deskundigheids-­bevordering rond LESA’s en andere samenwerking

De ROS ondersteunt QI bij huisartsen en andere disciplines, mono-­ en multidisciplinair, aan de hand van LESA’s en richtlijnen.

De eerstelijns-­disciplines doen allemaal actief aan QI en betrekken elkaar daarbij optimaal, ondersteund door de ROS.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

28

Acties en resultaten als gevolg van de nota Zorg voor kwaliteit 2010-2015 Een aantal van de doelstellingen uit de nota is gerealiseerd; aan een aantal wordt nog gewerkt. De activiteiten die nog niet van start zijn gegaan krijgen een vervolg in deze nieuwe nota.

Activiteiten van de huisarts De stand van zaken bij individuele huisartsen is niet onderzocht; zij hebben zelf verantwoordelijkheid voor het kwaliteitsbeleid in hun praktijk en bepalen vanuit eigen visie en beleid hun prioriteiten. De stuurgroep Kwaliteit schreef de handreiking Verbeter uw kwaliteit. Een agenda voor de praktijk om huisartsen te helpen bij het stellen van prioriteiten. Er is een begin gemaakt met de ontwikkeling van visitatie als hulpmiddel bij het prioriteren van kwaliteitsbeleid.

Activiteiten van de regionale organisaties De maturity matrix (zie bijlage 3) vormde de basis bij het vaststellen van de stand van zaken in de regio’s. De matrix is in 2012 voorgelegd aan die bestuursleden van de Huisartsenkringen met zorgkwaliteit in hun portefeuille. De hieronder beschreven resultaten geven de eigen indruk van de kringbestuurders weer, geactualiseerd in oktober 2014.

Score Aspect

0 1 2 3 4 5

DKB en nascholing Scholing en deskundigheids-­bevordering worden door derden georganiseerd (farmaceuten, commercie)

De regio-­WDH heeft een eigen bescheiden scholingsaanbod naast activiteiten van derden (commercie)

Er is een actief aanbod van scholing en deskundigheids-­bevordering van regio-­WDH gesteund door kring en huisartsen

Het scholingsaanbod en sluit aan bij gepeilde behoeften

Er is een regio-­aanbod dat voorziet in ± 10 accreditatie-­uren van de huisarts in een 5-­jaarscyclus

Er is een integraal sterk regio-­aanbod dat voorziet in ± 20 accreditatie-­uren in samenwerking met tweede lijn, ROS en LINKH

Klantgerichtheid & regiogerichtheid

Huisartsen gaan hun eigen weg in deskundigheids-­bevordering en QI

Huisartsen hebben een voorkeur voor deskundigheids-­bevorderings-­ en QI-­projecten in de regio

Kring en Regio-­WDH zouden de helft van de deskundig-­heidsbevorderings-­ en QI-­projecten regionaal willen

Kring en Regio-­WDH inventariseren actief wat leden willen en stemmen hun aanbod daarop af

De Kring heeft met WDH een dekkend aanbod in een 5-­jaarscyclus van deskundigheids-­bevordering

Het Kringbeleid wordt continu getoetst aan de vraag, signalen en eisen van de omgeving en geëvalueerd

Aanbod aan de kring-­leden

Huisartsen weten niet zo goed wat de regio te bieden heeft

Het regio-­aanbod is wel bekend, maar huisartsen zoeken eerder naar andere wegen

De regio-­WDH heeft een duidelijk aanbod, met goede PR (blad, site etc.) maar het leeft maar bij enkelen

Er is een goed aanbod en goede PR, waarop de huisartsen zich oriënteren

Idem, bovendien zijn huisartsen bereid voor dat aanbod te betalen

Het district houdt regelmatig een tevredenheids-­onderzoek en exploreert of vraag en aanbod op elkaar zijn afgestemd

Vergaderingen en besluitvorming in WDH-­verband

Er wordt nauwelijks goed vergaderd

Er zijn wel vergaderingen, maar ze zijn weinig doelgericht

Vergaderingen zijn gestructureerd met notulen en agenda, bijgewoond door de juiste personen

Vergaderingen worden goed voorgezeten, duren niet te lang, zijn enthousiasmerend en motiverend. Er is geen vermijdingsgedrag

Vergaderingen worden goed voorbereid, afspraken worden genotuleerd en geëvalueerd

De vergadersfeer is goed en afspraken worden in praktijk gebracht volgens het principe van plan, do, act, evaluate

Kadervorming kwaliteit

Er is nauwelijks een kader voor imple-­mentatie en/of kwaliteitsbeleid in de regio

PAM-­en, inhouds-­coördinatoren en EKC-­en zijn actief en de wenst bestaat tot verdere scholing in kwaliteitsdenken

Kring en Regio-­WDH willen kader (EKC) stimuleren en volgen het beleid van LINKH hieromtrent

De regio organiseert vervolgcursussen voor EKC-­en die al actief zijn in QI en deskundig-­heidsbevordering/ toetsing

PAM-­en en actieve EKC-­en vormen een kring-­kwaliteitscommissie, dat beleid maakt voor QI

Het scholingsbeleid wordt geëffectueerd en geëvalueerd. Het team is operationeel

Financiën Onduidelijk is waar geld vandaan moet komen voor kwaliteitsbeleid

De kring wil leden verantwoordelijk houden voor betaling eigen kwaliteitsbeleid

Kring en Regio-­WDH hebben een transparant beleidsplan met kosten

De kosten worden nauwkeurig bijgehouden en de planeigenaar rapporteert goed

De plannen worden van tevoren op kosteneffectiviteit beoordeeld

De plannen worden gemonitord en geëvalueerd op kosteneffectiviteit

Kringbestuur Het Kringbestuur ziet kwaliteit niet als haar probleem

De huisartsen kijken naar het regiokantoor voor kwaliteitsbeleid en kijkt of dat aansluit bij de Kring, maar is niet proactief

De Kring voelt zich verantwoordelijk, maar heeft WDH of ROS uitvoerend gemaakt

De Kring heeft zelf een actief beleid, een portefeuillehouder kwaliteit en is richtinggevend

Kring en WDH hebben een taakverdeling. In de regio zijn alle randvoorwaarden aanwezig, die de leden zelf betalen

Het beleid van Kring op gebied van kwaliteit is geëvalueerd.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

29

- Regionaal kwaliteitsbeleid- en activiteitenplan: Vijftien Huisartsenkringen hebben een visie geformuleerd; vijf zijn van plan dit te gaan doen. Enkele kringen (zoals Nijmegen) hebben een regionaal kwaliteitsbeleid plan met bijbehorend activiteitenplan.

- Regionaal actief kader (EKC-en, PAM-en, kaderhuisartsen): Volgens de nota Zorg voor kwaliteit dragen de Huisartsenkringen zorg voor voldoende kader in de regio. Dit is in elf huisartsenkringen gerealiseerd.

- Actieve gegevensverzameling over geboden zorg: Het is ongevraagd gebleven of Huisartsenkringen actief gegevens verzamelen over de geboden zorg in de eigen regio. De ROS’en ontwikkelden de Vraag Aanbod Analyse Monitor met gedetailleerde wijk gebonden informatie.

- Verantwoordelijkheid voor het kwaliteitsbeleid: De maturity matrix laat zien dat zeven Huisartsenkringen zich verantwoordelijk voelen voor het kwaliteitsbeleid en de ROS/WDH als uitvoerende organisatie hebben ingeschakeld. Eén Huisartsenkring wacht af wat het LHV-regiobureau doet. In acht regio’s is er een taakverdeling tussen de WDH’s en de Huisartsenkringen en zijn de huisartsen voorzien van alle randvoorwaarden om aan het kwaliteitsbeleid te werken. In negentien Huisartsenkringen hebben de WDH’s een goed nascholingsaanbod. Drie Huisartsenkringen houden een tevredenheidonderzoek over het WDH-aanbod.

- Afspraken over de taakverdeling: In tien regio’s maakten de Huisartsenkringen en de WDH

afspraken over de taakverdeling in de Regionale Kwaliteitsorganisatie. Naar de betrokkenheid bij de organisatie van zorggroepen en ketenzorg is niet gevraagd.

- Actieve kwaliteitscommissie: Acht Huisartsenkringen beschikken over een actieve

kwaliteitscommissie; vier kringen hebben de vraag niet beantwoord.

- Cyclisch aanbod deskundigheidsbevordering: Zestien Huisartsenkringen hebben een cyclisch deskundigheidsbevorderingsaanbod. In dertien Huisartsenkringen is er een sterk nascholingsprogramma (vijfjaars cyclus); tien hiervan werken samen met de ROS, de tweede lijn of LINKH.

- Kosteneffectiviteit: Vijf Huisartsenkringen monitoren kwaliteitsplannen en evalueren deze op

kosteneffectiviteit, twee Huisartsenkringen doen dit voorafgaand aan de uitvoering. De overige Huisartsenkringen doen dit niet; in vier hiervan zijn de leden zelf verantwoordelijk voor de financiering van het kwaliteitsbeleid. Bij zes Huisartsenkringen is er wel een beleidsplan met kostenoverzicht, maar wordt dit niet gemonitord. Eén Huisartsenkring houdt de kosten en opbrengsten bij. Vijf Huisartsenkringen hebben de vraag niet beantwoord.

- Deelname aan toetsgroeponderwijs:

o Het volgen van toetsgroeponderwijs zoals het fto kent grote regionale verschillen. In 14 Huisartsenkringen neemt in 2009 minder dan 70% van de huisartsen deel aan toetsgroeponderwijs. In 2 kringen volgt meer dan 90% van de huisartsen meer dan 10 uur toetsgroeponderwijs per jaar.

o In zes regio’s zijn enkele huisartsen gestart met praktijkcertificering; in zes regio’s oriënteert de huisartsenkring zich hiertoe op de randvoorwaarden. Twee regio’s kennen een aantrekkelijke deelnamevergoeding en vijf regio’s hebben streefdoelen bepaald voor deelname aan de praktijkcertificering.

- Samenwerking binnen de eerste lijn: Elf Huisartsenkringen stimuleren samenwerking binnen

de eerste lijn maar hebben geen concreet kwaliteitsbeleid rond bijvoorbeeld Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraken. Zeven Huisartsenkringen zijn verder gevorderd (de

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

30

ROS ondersteunt hier eerstelijns kwaliteitsbeleid of werkt actief aan kwaliteit). Vijf Huisartsenkringen hebben de vraag niet beantwoord.

- Samenwerking met de tweede lijn: Veertien Huisartsenkringen hebben afspraken gemaakt met

de tweede lijn over het kwaliteitsbeleid. Hiervan voeren zeven Huisartsenkringen een actief beleid rond duodagen en transmuraal overleg. Vijf Huisartsenkringen werken ook aan de implementatie van Landelijke Transmurale Afspraken.

Activiteiten van de landelijke koepels Een flink aantal doelstellingen uit de nota Zorg voor kwaliteit 2010-2015 zijn geheel of gedeeltelijk bereikt. Geheel bereikt zijn:

- het formuleren van samenhangende en heldere uitgangspunten voor het kwaliteitsbeleid; - het afstemmen over de beleidsuitvoering tussen de betrokken landelijke organisaties; - het toetreden van InEen als lid van de stuurgroep Kwaliteit Huisartsenzorg; - het samenwerken tussen de verschillende betrokken landelijke en regionale organisaties; - het adviseren en ondersteunen door de stuurgroep Kwaliteit huisartsenzorg van (regionale)

organisaties die betrokken zijn bij het opstellen en invoeren van het kwaliteitsbeleid; - het formuleren van adviezen en richtlijnen over bereikbaarheid en beschikbaarheid; - het ontwikkelen van handreikingen over diverse onderwerpen (wordt blijvend aan gewerkt); - het bezoeken van regio’s die hieraan behoefte hadden (hiertoe heeft de stuurgroep ruim

gelegenheid geboden; slechts enkele regio’s maakten gebruik van het aanbod); - het formuleren van randvoorwaarden voor onafhankelijke nascholing (disclosure sheet,

sponsorloos nascholen, pilot Transparantieregister). Doelstellingen waar nog aan wordt gewerkt zijn:

- het opzetten van een regionale kwaliteitsorganisatie en het realiseren van de bijbehorende randvoorwaarden;

- het initiëren van landelijke, regionale en lokale vernieuwingen in de huisartsenzorg; - het bieden van voldoende ondersteuning voor het kwaliteitsbeleid en het stroomlijnen van de

afspraken; - het stimuleren van deelname aan praktijkcertificering (deze neemt toe) en aan visitatie; - het vergroten van de patiëntveiligheid (hiervoor is ruim aandacht in de nieuwe versie van

NPA); - het ontwikkelen van richtlijnen voor het melden van incidenten, communicatie en EPD, en het

omgaan met klachten in de huisartsenvoorziening; - het zoeken naar bekostiging van de PAM- en EKC-netwerken - het ondersteunen van de visitatie ten behoeve van herregistratie; - het besteden van meer aandacht aan systematische borging van kwaliteitsbeleid binnen de

huisartsenpraktijk; - het werken aan een cultuur van cyclisch verbeteren.

Nog niet gestart zijn:

- het realiseren van een cyclisch nascholingsaanbod voor en door huisartsen in elke regio; - het inrichten van een fonds voor onafhankelijke nascholing; - het vastleggen van het gewenste niveau van kwaliteit en patiëntveiligheid en toewijzen van de

verantwoordelijkheid hiervoor; - het vormen van een curriculum in nascholing.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

31

Bijlage 3 Kostenraming kwaliteitssysteem huisartsenzorg

Kosten van het kwaliteitsbeleid De nota Zorg voor kwaliteit 2010-2015 bevatte ook indicaties voor de kosten van het kwaliteitsbeleid, zoals:

- kosten van nascholing (40 uur per jaar); hiervan is minimaal 2 uur toetsgroeponderwijs (kosten hiervan zijn de onkosten van de EKC en de kosten van de PAM)

- gederfde praktijkinkomsten vanwege het volgen van scholing, alsmede kosten voor eventuele vervanging en scholing van de praktijkassistente;

- kosten van visitatie (vanaf 2016 vereist voor herregistratie als huisarts); - kwaliteitsprojecten in de praktijk, waaronder het maken van een jaarverslag, het doorlopen van

een visitatie- of accreditatietraject en het doorvoeren van vernieuwingen voor zover die niet worden gefaciliteerd door zorgverzekeraars in het kader van segment 3;

- kosten voor het opleiden van huisartsen in opleiding of het begeleiden van stagiairs (bijvoorbeeld praktijkassistentes en -ondersteuners);

- kosten rond samenwerking binnen de eerste en met de tweede lijn; - lidmaatschappen en abonnementen.

Bij de kostenraming is uitgegaan van het Kostenonderzoek van de huisartsenpraktijk. Op basis daarvan zijn de opportunity kosten per uur berekend, uitkomend op 55 euro per uur. Bij de DKB uren gaat het feitelijk om 52,4 uur, maar voor herregistratie gaan we uit van 40 uur. De kosten per accreditatiepunt zijn ongeveer 35 euro ( x 40) naast een eventueel abonnement/lidmaatschap van een IA/WDH. Bij het FTO en de toetsgroep gaat het om de kosten van de begeleidende EKC, die cursussen moet volgen en herregistratiekosten maakt. Afhankelijk van de groepsgrootte is dat geschat ongeveer 50 euro per lid per jaar. Voor de PAM en het invoeren van de toetsgroep punten is een bedrag geraamd van 85 euro/jr. Lidmaatschappen en NHG-accreditatie zijn opgenomen in het kostenonderzoek. Wat betreft het aantal uren is een gemiddelde genomen. De schatting voor NHG-accreditering en het maken van een jaarverslag zijn 20-40 uur, uitkomend op 30 uur mediaan. Visitatie wordt geaccrediteerd voor 4 uur, maar de voorbereiding, het vragen van personen voor de 360% feedback en het gesprek met de praktijkbezoeker kosten ongeveer 12 uur. Bij de kosten gaat het om de kosten voor het NHG voor de documenten en internetapplicatie en verwerking (ongeveer 275 euro) en het gesprek met de praktijkbezoeker (ongeveer 400 euro). Onduidelijk is nog of deze kosten ook BTW belast zullen worden. Visitatie maakt onderdeel uit van de herregistratiekosten die 375 euro per 5 jaar bedragen. Bij het kostenonderzoek is uitgegaan van 1,44 uur niet patiëntgebonden activiteiten per dag. Dat komt met 254 werkbare dagen neer op 366 uur per jaar. Aan kwaliteitsbevordering wordt daarvan dus 333 uur besteed. De resterende 33 uur is dan nog de ruimte voor niet-patiënt gebonden activiteiten buiten het kwaliteitsbeleid. Denk aan de financiële administratie, overleg met zorgverzekeraars en Gemeente etc. Het zal duidelijk zijn dat deze uren niet toereikend zijn.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

32

Tabel 1 Kostenraming inzet op kwaliteitssysteem huisartsenzorg

KostensoortKwaliteitDKB 40 1700 Arbeid kosten 35 euro per punt en lidmaatschap WDH 1400 +300lid WDHToetsgroep 12 85+50=135 Arbeid kosten PAM 85/jr en EKC ongeveer 50 euro/jrFTO 15 zb ArbeidVakliteratuur bijhouden 80 500 Arbeid+Matariaal abonnementenLidmaatschap 0 1000 Materiaal NHG en deels LHV lidmaatschapNHG accreditatie 30 600:5=120/jr Arbeid kosten accredditeringJaarverslag 30 PM Arbeid+MatariaalVisitatie en herregistratie 16 1100 :5= 220/jr Arbeid herregistratie per 5 jr totaal RGS 375, Visitatie deel 1 250, deel 2 450 + BTWKwaliteitsprojecten 0 ArbeidRI&E 8 ArbeidSubtotaal Kwaliteit 231 3675

PraktijkvoeringHAGRO Beleid 42Praktijkoverleg 25Samenwerking 20Overleg Specialisten 15Subtotaal Praktijkvoering 102

Niet patientgebonden uren per dagwerkbare dagenTotaal 333 Toets met uitkomsten KO 1,44 x 254 366 Opportunity kosten per uur 55 Verschil in dagen 33 Gederfde omzet 18.362

Totale kostenraming 25.237 3675

Geraamde inzet in uren per jaar

Geraamde bijkomende kosten per jaar

Naast de kosten van het kwaliteitsbeleid voor de reguliere huisartsenzorg overdag steken huisartsen ook tijd en energie in het kwaliteitsbeleid van zorggroepen, huisartsenposten en gezondheidscentra. De (tijds-)investering hiervoor houdt onder andere verband met:

• het bijwonen van spiegelbijeenkomsten over de resultaten van ketenzorgprogramma’s; • deelname aan (multidisciplinaire) trainingen op het gebied van ketenzorg; • praktijkbezoeken; • casuïstiekbespreking; • praktijkoverleg over kwaliteit; • management van programma’s (overzichten maken, gegevens aanleveren, no-show beleid); • deelname aan scholingen op het gebied van acute huisartsenzorg (o.a. ABCDE-trainingen); • aanwezigheid bij kwaliteits- en themabijeenkomsten op de huisartsenpost; • het bijhouden van protocollen en werkwijzen op de huisartsenpost (bijvoorbeeld signalering

kindermishandeling en huiselijk geweld). Voor zover bekend zijn deze kosten tot op heden niet via een kostenonderzoek in beeld gebracht. Op dit moment is het daarom niet mogelijk deze kosten betrouwbaar te kwantificeren. Tegenover de bijdrage van huisartsen aan het kwaliteitsbeleid van zorggroepen, huisartsenposten en gezondheidscentra staat dat deze huisartsenzorgorganisaties de aangesloten huisartsen ondersteunen bij het werken aan de kwaliteit van de chronische en acute zorg. De zorggroepen, gezondheidscentra en huisartsenposten dragen via personele inzet en investeringen onder meer de kosten voor:

• het kwaliteitsbeleid van de huisartsenzorgorganisaties (inclusief PDCA cyclus); • deelname aan accreditatie- en certificeringstrajecten (o.a. HKZ-keurmerk, NPA en HAZO24); • aansluiting bij een regionale klachtenregeling en –commissie; • het aanbieden van (multidisciplinaire) trainingen op het gebied van ketenzorg en acute zorg; • het aanleveren van gegevens voor de landelijke benchmark ‘Transparante Ketenzorg’; • het aanleveren van gegevens voor de landelijke benchmark van huisartsposten; • deelname aan de zelfevaluatie van ketenzorgorganisaties.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

33

Ook deze organisatiekosten zijn tot op heden nog nooit via een landelijk kostenonderzoek in beeld gebracht, waardoor ze zich moeilijk in maat en getal laten uitdrukken. Mogelijk kan de komende periode worden benut om deze kosten in beeld te brengen. De mogelijke efficiencyvoordelen van onderlinge afstemming van het kwaliteitsbeleid op landelijk en regionaal niveau kunnen in een dergelijk onderzoek worden betrokken.

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

34

Bijlage 4: Wat is er al bij de Deelnemers Stuurgroep Kwaliteit? Voorstel om aanwezig materiaal in te delen naar stappen voor de huisartsenpraktijk, regionale huisartsenzorg organisaties etc.

LHV: Onderstaand een kort overzicht van aanbod, handreikingen en toolkits van de LHV die gelieerd zijn aan de nota zorg voor kwaliteit: - Aanbod huisartsenzorg voor ouderen - Aanbod huisartsenzorg voor jeugd met psychische of sociale klachten - Aanbod huisartsenzorg voor patiënten met psychische problematiek - Competentieprofiel en eindtermen POH - Handreiking ouderenzorg thuis en in verzorgingshuis - Handreiking geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen - Handreiking patiëntveiligheid in de huisartsenzorg - Handreiking samenwerking huisarts-AVG - Handreiking Hoe kies ik een andere huisarts? - Handreiking Verbeter uw kwaliteit: een agenda voor de praktijk - Handreiking Samenwerking huisarts en wijkverpleegkundigen - Handleiding Voorbehouden handelingen bij verpleging, verzorging en thuiszorg - Beroepsgeheim in samenwerkingsverbanden - wegwijzer - Modelprotocol vermeend disfunctioneren huisarts - Toolkit laaggeletterdheid - Toolkit Aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld in de huisartsenzorg - Toolkit mantelzorg - Toolkit nazorg na rampen - Toolkit uitbraak infectieziekten - Toolkit praktijkoverdracht - Toolkit bereikbaarheid en beschikbaarheid - Richtlijnen bereikbaarheid en beschikbaarheid - Werkmap huisarts en gemeente Dit is een beperkt deel van de door de LHV ontwikkelde materialen. Een actueel overzicht van alle producten en diensten van de LHV vindt u op: https://www.lhv.nl/service

NHG: Kijk ook op: www.nhg.org Richtlijnen:

• NHG-Standaarden De NHG-Standaarden geven richtlijnen voor de diagnostiek en behandeling van veel aandoeningen die in de huisartsenpraktijk voorkomen. Het gaat daarbij om een bundeling van wetenschappelijk onderbouwde adviezen om de kwaliteit van het medisch handelen te verbeteren.

• Farmacotherapeutische Richtlijnen

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

35

Het is medisch en maatschappelijk gezien belangrijk dat huisartsen geneesmiddelen adequaat voorschrijven. Zowel onder- als overbehandeling is ongewenst. Het NHG heeft daarom diverse richtlijnen ontwikkeld waarop de huisarts zijn beleid kan baseren

• Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraken Een LESA heeft tot doel landelijke uitgangspunten te formuleren voor het maken van werkafspraken in de regio.

• Landelijke Transmurale Afspraken Een LTA bevat richtlijnen voor de samenwerking tussen huisartsen en specialisten.

• Medisch inhoudelijke standpunten Om het medisch beleid van de huisarts te ondersteunen.

• Multidisciplinaire richtlijnen Multidisciplinaire richtlijnen over onderwerpen die voor de huisarts relevant zijn.

• Zeldzame ziekten Huisartsenbrochures voor de behandeling en begeleiding van mensen met zeldzame aandoeningen.

• ICT Richtlijnen Richtlijnen op het terrein van de automatisering.

Praktijkorganisatie

• ICT in uw praktijk ICT hulpmiddelen helpen u en uw praktijkmedewerkers om uw werk uit te voeren in de huisartsenpraktijk. Het NHG ontwikkelt en onderhoudt daartoe diverse praktische ICT hulpmiddelen. Bij nieuwe ontwikkelingen trekt het NHG graag samen met het veld op om daar praktische handreikingen of notities over te schrijven

• Visitatie Hoe blijf je een goede dokter voor je patiënten? Door onder andere het eigen functioneren periodiek onder de loep te nemen. Een goed onderbouwd en eenvoudig systeem van zelfevaluatie helpt huisartsen hun eigen functioneren te onderzoeken en te verbeteren.

• Patiëntveiligheid Samen kijken naar en leren van fouten, maar ook het inschatten van risico’s. Het NHG biedt hier hulpmiddelen.

• NHG-Praktijkaccreditering

Systematische kwaliteitsverbetering in de huisartsenpraktijk met het bijbehorende keurmerk. Een goede hulp daarbij is de Praktijkwijzer Kwaliteit en veiligheid

• Beleid en kwaliteit

Ondersteuning bij verbetering en borging van uw organisatie.De kaderopleiding Beleid en beheer kan daarbij een steun bieden

• Spreekuurondersteuning

Het NHG maakt een breed scala aan spreekuur ondersteunende producten zoals de triagewijzer en protocollenboeken..

• Patiëntenvoorlichting

Op de site www.thuisarts.nl vind u goede en betrouwbare patiënten informatie van het NHG.

• Preventie

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

36

Op de NHG site vind u meerdere hulpmiddelen ter ondersteuning aan huisartsen bij de uitvoering van preventie.

Scholing

• Nascholing met docent De cursussen ‘Standaard in de Praktijk’ (StiP) zijn nascholingen over actuele onderwerpen of standaarden in de huisartsenpraktijk waarin met name de praktische toepasbaarheid in de huisartsenpraktijk aan de orde komt. Daarnaast biedt het NHG diverse NHG-leergangen en andere cursussen voor huisartsen die behoefte hebben aan een professionele verdieping. De focus op implementatie staat hierbij voorop.

• Individuele nascholing

Tot het nascholingspakket van het NHG behoren ook individuele nascholingsprogramma’s, die u zelfstandig, op een zelfgekozen tijdstip en in uw eigen tempo, kunt doornemen, zoals PIN’s en NHG-Webcasts. De programma’s bieden actuele informatie, zijn (meestal) gebaseerd op de NHG-Standaarden en zijn geaccrediteerd.

• Nascholing in toetsgroepen In uw toetsgroep uw kennis toetsen, uw praktijkorganisatie onder de loep nemen, vaardigheden oefenen of samenwerkingsafspraken maken? Het NHG biedt u hiervoor diverse onderwijsmaterialen. Het NHG traint ook de EKC-en, de kwaliteitscoordinatoren voor de toetsgroepen.

InEen www.ineen.nl Ondersteuning voor huisartsenposten Voor huisartsenposten zijn de afgelopen jaren verschillende producten ontwikkeld ter ondersteuning van de organisatie van de huisartsenzorg tijdens ANW-uren. Hieronder een overzicht:

• Arbeidsvoorwaardelijke aspecten Triagediploma • Arbocatalogus • CAO Huisartsenzorg • Contouren van een overeenkomst • Disfunctionerende huisarts op de huisartsenpost • Gebruik meldcode kindermishandeling • Gegevensbeheer en verkeer [1] • Gegevensbeheer en verkeer [2] • Geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR) • Handboek samenwerking HAP+SEH • Huisartsenzorg Rampenopvangplan (HAROP) • Infectiepreventie • Informatiedocument PRISMA • Inzet van andere dan aangesloten huisartsen • Klachtenregeling HDS • Kwaliteitsparagraaf bij WMG-overeenkomst • Kwetsbare patiëntengroepen en de huisartsenpost • Lijkschouwing • Mandatering en verantwoordelijkheden op de HAP • Medicatiebeheer op de huisartsenpost

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

37

• Omgaan met agressie • Omgang dossier huisartsen in en buiten waarneming • Palliatieve zorg • Patiëntveiligheid in de huisartsenzorg • Privacy bij regionale uitwisseling • Programma van Eisen Elektronisch meld- en registratieprogramma voor Veilig Incident

Melden op huisartsenposten • Prospectieve risicoanalyse • Rechtspositie Triagediploma • ROAZ • Taakherschikking • Triage, twee wegen naar hetzelfde diploma • Verantwoordelijkheden HAP+SEH • Verantwoordelijkheden in de huisartsenzorg (KNMG) • Verlenen van zorg aan patiënten in AWBZ instellingen • Waarnemers op de post • WTZI-special 1 • WTZI-special 2 • WTZI-special 3

- WTZI-special 4 Ondersteuning ketenzorgorganisaties Op de website van InEen (www.ineen.nl) staat ondersteuningsschema over de ketenzorg met links naar de adviezen en producten die InEen heeft ontwikkeld , waaronder

• Draaiboek ketendbc astma COPD • Draaiboek CVRM • Rapport transparante Ketenzorg | 2010 • Rapport transparante Ketenzorg | 2011 • Rapport transparante Ketenzorg | 2012 • Rapport transparante Ketenzorg | 2013 • Modelovereenkomst samenwerking zorggroep en zorgaanbieders • Uitleg over zorginkoopbeleid • Checklist bij aangaan contract met een zorgverzekeraar • Stappenplan voor opstellen en implementeren zorginkoopbeleid • Ontwerp klachtenregeling zorggroepen • Adviesdocument verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden bestuurders • Adviesdocument over Juridische verbindingen • BTW advies • Rechtsvormen • Handleiding voor Inclusie- en exclusie van patiënten in ketenzorgprogramma’s • Advies over no-show beleid • Format patiënten folder Zorggroepen

Linkh www.linkh.nl Voor o.a. Doelstelling, Partners, EKC-nieuws en cursussen

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

38

• EKC functieomschrijving • EKC Toetsgroep omschrijving • EKC Hulpmiddelen • EKC: hoe de EKC registratie op peil te houden • PAM functiebeschrijving* • Verwijzing naar CHBB register • Huisarts in het buitenland (toetsgroepinformatie) • Reizigersadvies(RATO) • Nota Zorg voor Kwaliteit *

Overigen: Overzicht Expertgroepen (voor kaderhuisartsen): www.nhg.org CHBB (o.a. overzicht kaderhuisartsen en EKC-en) www.chbb.nl ABC1 (o.a. voor accreditering nascholing) www.knmg.artsennet.nl Praktijkaccreditering NPA: www.praktijkaccreditering.nl

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

39

Bijlage 5 - Gebruikte afkortingen en begrippen ABC1 Accreditatie Bureau Cluster 1 van de KNMG: verantwoordelijk voor accreditering van

nascholing voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten.

ANW Avond, nacht en weekend CanMEDS Het CanMEDS-model benoemt zeven taakgebieden die elk een aantal competenties

omvatten. Deze vormen tezamen het competentieprofiel van de huisarts. CGS Het College Geneeskundige Specialismen (CGS) stelt regels vast voor de opleidingen,

de erkenning van opleidingen en opleiders en de (her)registratie van specialisten en profielartsen.

CHBB College voor huisartsen met bijzondere bekwaamheden (CHBB): registreert en her registreert huisartsen die naast basis- en aanvullende zorg ook bijzondere zorg willen bieden of specifieke taken voor de beroepsgroep kunnen vervullen, bijvoorbeeld kaderhuisartsen, huisartsen die specifieke kennis of vaardigheden hebben ontwikkeld en EKC-en.

EKC Erkend kwaliteitsconsulent: verantwoordelijk voor nascholing in toets groepen. EPD Elektronisch patiëntendossier FTO Farmacotherapieoverleg GGZ Geestelijke gezondheidszorg HIS Huisartseninformatiesysteem HDS Huisartsendienstenstructuur ICT Informatie- en communicatietechnologie IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg InEen Branchevereniging voor eerstelijnszorgorganisaties: vertegenwoordigt de belangen

van gezondheidscentra, zorggroepen, huisartsenposten, eerstelijns diagnostische centra en regionale ondersteuningsstructuren; versterkt de eerste lijn door organisatie, samenwerking en innovatie.

IZP Individueel zorgplan KIS Ketenzorginformatiesysteem KKK Kritisch kwaliteitskenmerk KNMG Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst LESA Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak LHV Landelijke Huisartsen Vereniging: behartigt de belangen van de Nederlandse

huisartsen; geeft samen met het NHG vorm aan het kwaliteitsbeleid; stelt zich ten doel systematisch de kwaliteit van de huisarts, de praktijk en de organisatie te verbeteren; werkt bij de belangenbehartiging nauw samen met de LHV-huisartsenkringen en regionale LHV-bureaus.

LINKH Landelijk Implementatie Netwerk Kwaliteitsbeleid Huisartsenzorg: landelijke netwerkorganisatie en belangenbehartiger van de Werkgroepen Deskundigheidsbevordering Huisartsen (WDH’en) en andere perifere kwaliteitsorganisaties voor de huisartsenzorg; heeft als doel de kwaliteit van de huisartsenzorg te verbeteren door deskundigheidsbevordering, toetsing en dergelijke aan te bieden; alle aangesloten organisaties bezitten een instellingsaccreditatie van het ABC1.

LTA Landelijke Transmurale Afspraak MCC Medisch Coördinatie Centrum NHG Nederlands Huisartsen Genootschap: wetenschappelijke vereniging van huisartsen;

stelt zich ten doel het bevorderen en ondersteunen van een wetenschappelijk verantwoorde beroepsuitoefening door huisartsen; draagt bij aan de professionalisering van de beroepsgroep door het ontwikkelen van richtlijnen en deskundigheidsbevordering en door het bevorderen van een goede praktijkvoering.

NPA NHG Praktijk Accreditering

Stuurgroep Kwaliteit Concept Nota Zorg voor Kwaliteit 2015-2022 versie 011115

40

PAM Perifere accreditatiemedewerker, verantwoordelijk voor accreditering van regionale en toets groep nascholing

PAOH Post-Academisch Onderwijs Huisartsen Poh Praktijkondersteuner huisartsen Poh-ggz Praktijkondersteuner huisartsen bij de geestelijke gezondheidszorg RGS De RGS voert regels uit van het College Geneeskundige Specialismen (CGS) rond

(her)registratie van geneeskundig specialisten en profielartsen, de registratie bij opleiding tot geneeskundig specialist en profielarts en de erkenning van opleiders en opleidingen. ROS Regionale Ondersteuningsstructuur

SBOH Stichting Beroeps Opleiding tot Huisarts: werkgever van artsen in opleiding tot huisarts of verpleeghuisarts

Toetsgroep Vaste nascholingsgroep van minimaal drie huisartsen met een gemeenschappelijk doel en een jaarplan, die minimaal tweemaal per jaar bijeenkomen.

WDH Werkgroep Deskundigheidsbevordering Huisartsen