NOMMER 19
description
Transcript of NOMMER 19
juni 2014
In dit nummer o.a.
• NOMbassadeur Jeroen Wijbenga en NOMmer Jan Martin Timmer vallen voor NOM-groen• Serious games een serieuze zaak voor het Noorden• Region of smart factories scoort op Hannover Messe
Siem Jansen
@siem_nom
Kiezen wordt kennelijk steeds moeilijker. De laatste jaren hebben we
daarom het fenomeen Kieswijzer als hulpje gekregen. Althans voor mensen
die nog stemmen. Ook in financieringsland wordt kiezen steeds minder
overzichtelijk. Het aantal initiatieven om met name het MKB te helpen
aan financiering is langzamerhand een woud aan het worden waarbij ‘bos
en bomen’ nauwelijks meer uit elkaar te houden zijn. Veel initiatieven zijn
vooral een alternatief voor bancaire financiering. Fondsen die hiervoor in
het leven geroepen worden zoeken echter ook naar rendement. De markt
pakt dit op.
Veel lastiger ligt het bij risicofinanciering, bij
uitstek het gebied waarop de NOM opereert.
Vanaf de prilste fase van een onderneming tot
een zekere groei zal risicokapitaal de voornaam-
ste geldbron zijn. Daar ligt onze toegevoegde
waarde. Naast de NOM vervullen ‘informals’ op
dit vlak een belangrijke rol en graag werken wij
met hen samen. Het gaat vooral om starters
en innovaties. Vaak gaat dat samen. Maar wij
financieren niet alles. Ook wij hebben te maken
met randvoorwaarden van onze aandeelhouders
waar we rekening mee moeten houden.
Onze keuze wordt niet altijd begrepen. Als
ontwikkelingsmaatschappij die gaat voor werk-
gelegenheid zouden veel meer financierings-
aanvragen geaccordeerd moeten worden. Zo
werkt dat niet. De kwaliteit van de businessplannen laat helaas nogal eens
te wensen over. Flinc kan ondernemers hierbij helpen. En sinds kort kennen
we provinciale fondsen. Beheerd door de NOM met weer andere randvoor-
waarden. Voor u als ondernemer gaat het vooral om de vraag wat wel en
wat niet kan. Doe daarvoor de financieringscheck op onze website. Ook
voor het Innovatiefonds Noord-Nederland hebben we een check gemaakt.
We hopen dat het u helpt door de bomen het bos weer te zien.
In deze NOMMER weer genoeg voorbeelden die tot gezamenlijk succes
kunnen leiden.
We staan voor u klaar.
• J U N I 2 0 1 4
Bos enbomen
INVESTEREN IN ONTWIKKELING
I N H O U D
Siem 2 Check check financieringscheck
NOMbassadeur 5 Jeroen Wijbenga maakt grote stappen
Creatief 8 Gaming-industrie allang geen spelletje meer
Ingrediënten 16 Vita Square is tegen ondervoeding van ouderen
Groeishow 18 Peptalks en workshops om ondernemers topfit te maken
Hannover Messe 26 Smart Factories scoren hoog publiek
NPAL 30 KIEK in de keuken bij andere MKB-bedrijven
Exit 32 Resato neemt afscheid van de NOM
Fries MKB 36 Doefonds Fryslân helpt groeien
CCC 37 Schoolvoorbeeld van publiek-private samenwerking
Biotechnologie 42 Mucosis wekt belangstelling in China
Flinc 44 Flinc maakt dromen waar
Innovatiefonds 47 Financiering van splinternieuwe ideeën
En verder … Kwetters 11 • Tips & tricks online marketing 12 • NOM on Tour 14
Blikvanger 20 • Cijfers 2013 21 • Participaties 24 • Kwetters 29 • Spotlicht op
Hans-Henk Wolters 34 • Drijfveren van Erwin Dirkse 40
188
30 26
NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal
bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is
in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelings-
maatschappij voor het Noorden. NOMMER is open,
toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische
ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven
en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.
Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM.
Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief.
Eindredactie: Annemarie Atema, [email protected].
Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief.
Tekstbijdragen: Annemarie Atema, Menno Bakker,
Amber Boomsma, Manisch Creatief, Folkert van der Glas,
Arjen Hoekstra, Loek Mulder, Hans Praat, Melle Renema.
Fotografie: Manisch Creatief, Hans van Dijk, Maartje
Geels, Sake Elzinga (cover), Thijs Helfrich, NOM-stock.
Drukwerk: WM Veenstra.
Oplage: 3.500 exemplaren.
Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen,
vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke
toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrecht-
hebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er
kunnen geen rechten aan worden ontleend.
NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings-
en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland.
Paterswoldseweg 810, Groningen.
Telefoon (050) 521 44 44, www.nom.nl.
Cover: Jeroen Wijbenga van CASACOM en NOMmer
Jan Martin Timmer.
Juni 2014
Wijs op wegDe vakantie staat voor de deur en vanaf deze plek willen we u niet
alleen een fijne vakantie toewensen, maar er ook een nuttige bijdrage
aan leveren. Als vakantieservice hebben we de 10 zinnen die u naar alle
waarschijnlijkheid het meest nodig heeft voor u vertaald. Kunt u vast
beginnen met oefenen!
Een groot ijsje graag.
Wordt het morgen weer zo warm?
Wilt u ons op de foto zetten?
Is hier ook WIFI?
Is het strand nog ver?
De rekening graag.
Kan ik uw pomp lenen voor mijn luchtbed?
Mag ik de dessertkaart inzien?
Wilt u mijn rug insmeren?
Ik ga de hele dag niets doen
Un helado grande, por favor.
¿Volverá a hacer tanto calor mañana?
¿Nos puede hacer una foto?
¿Aquí también hay WIFI?
¿Queda muy lejos la playa?
La cuenta, por favor.
¿Me puede prestar su bomba de aire para mi colchoneta?
¿Puedo ver la carta de postres?
¿Me echa crema en la espalda?
¡No voy a hacer nada en todo el día!
Une grande glace, s’il vous plaît.
Est-ce qu’il fera aussi chaud demain ?
Pourriez-vous nous prendre en photo, s’il vous plaît ?
Est-ce que vous avez le Wifi ?
La plage est encore loin ?
L’addition, s’il vous plaît.
Puis-je emprunter votre pompe pour gonfler mon matelas ?
J’aimerais la carte des desserts, s’il vous plaît.
Pourriez-vous me mettre de la crème dans le dos ?
Je ne vais rien faire de la journée !
Un gelato grande, per favore.
Domani farà di nuovo così caldo?
Potrebbe scattarci una foto?
C’è il WIFI qui?
La spiaggia è ancora lontana?
Il conto, per favore.
Potrebbe prestarmi la pompa per gonfiare il mio materassino?
Posso avere il menu dei dessert?
Potrebbe spalmarmi la crema sulla schiena?
Non ho programmi per oggi!• J U N I 2 0 1 4
4
}
De nieuwe NOMbassadeur is Jeroen Wijbenga
Kassa! Het is sinds april 2014 dat de NOM en Jeroen Wijbenga met elkaar een financiële relatie hebben.
Tijdens het interview nog maar een maand. Toch dateert het eerste contact tussen Jan Martin
Timmer, investment manager van de NOM, en Wijbenga, directeur en eigenaar van CASACOM en
StoreContrl al van een aantal jaren terug. ‘Het traject zoals we dat met Jeroen hebben doorlopen
illustreert heel goed de werkwijze van de NOM’, aldus Jan Martin. ‘Het is een mooi verhaal voor de
NOMMER. Over een nieuw type ondernemer die met zijn ideeën anticipeert op de veranderende
economie. Een creatieve geest met een andere manier van werken en denken. Ook laat het de
onderscheidende werkwijze van de NOM zien.’ Vandaar. Aangenaam. Jeroen Wijbenga is de nieuwe
NOMbassadeur.
NOMbassadeur
NOMbassadeur Jeroen Wijbenga en NOMmer
Jan Martin Timmer aan de slag in De Schoenenfabriek
5
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
In 50 minutenDe ondernemerscarrière van Jeroen Wijbenga leest als
een avontuurlijk jongensboek en begon alweer bijna 30
jaar geleden. Na de hotelschool leek het hem logisch te
beginnen als horeca-ondernemer. En dus begon hij eerst
een croissanterie in Assen, werd hij daarna eigenaar van
een bar, die hij vervolgens verruilde voor een cafeteria.
Na een jaar of 10 was hij het nogal harde werken in de
horeca beu, verkocht zijn cafetaria en ging van het geld
dat hij overhield een wereldreis maken. Van zijn bele-
venissen besloot hij vervolgens een boek te schrijven.
En toen … diende zich een kleine aan en ontstond de
noodzaak zich wat meer serieus te settelen. Een vriend
met een computerwinkel kon wel wat hulp gebruiken.
Zo kwam Jeroen terecht in de ict. In een wereld die voor
hem volledig vreemd was en waar hij zich aanvankelijk
ook niet voor interesseerde. Uit verveling viste hij op een
dag de cd ‘Leer Access in 50 minuten’ uit de koopjesbak.
‘Dat leek me wel spannend. Daarna dacht ik dat ik kon
programmeren’, vertelt hij lachend. Wat ook zo was. Toe-
vallig. Het was het begin van Wijbenga Automatisering,
in januari 2000.
StoreContrlZijn eerste programma, een patiënt- en registratiebeheer-
systeem voor fysiotherapeuten deed het meteen goed.
Zo kwam het dat Jeroen op een dag werd gevraagd of hij
een geïntegreerd kassasoftwaresysteem kon ontwikkelen.
Aanschaf van een kassa en bijbehorende software waren
in die tijd heel duur. ‘Ik ben dat toen maar gaan maken,
het was ideaal voor kleine winkelbedrijven en vanaf het
begin een succes. Aanvankelijk heette het Kassa versie 1,
versie 2, enzovoort, maar ergens in 2004 heb ik de naam
veranderd in StoreContrl.’ Na twee jaar besloot Jeroen
een jongen aan te nemen die in een echte programmeer-
taal ging werken. Toen er nog iemand bijkwam verhuisde
hij van zijn huis naar een bedrijfslocatie in Assen. En Wij-
benga Automatisering werd CASACOM, leverancier van
kassasystemen voor de modebranche en detailhandel.
En verder? De zaken gaan goed, Jeroen is energiek en heeft veel plan-
nen. Hij besluit dat voor uitvoering daarvan financiering
noodzakelijk is. Zo ontstaat het eerste contact met Jan
Martin Timmer, toen nog projectmanager bij Flinc. ‘Vier
jaar geleden ontmoette ik Jeroen voor het eerst’, weet Jan
Martin zich nog goed te herinneren. ‘Hij stond op het
punt te groeien en was met heel veel, zeg maar te veel
dingen tegelijk bezig. Met productontwikkeling van zijn
eerste StoreContrl-pakket, personeelsgroei, een nieuwe
bedrijfslocatie en intern moest er worden gereorganiseerd.
Ik heb hem toen geadviseerd prioriteiten te stellen en
eerst enige rust en structuur in de organisatie te brengen
voordat er grote stappen gemaakt zouden kunnen worden.’
Jeroen neemt dat advies ter harte en trekt daarvoor
uiteindelijk een aantal jaren uit. Hij verhuist naar een
nieuwe, ruimere locatie, reorganiseert en gaat onverdroten
verder met de ontwikkeling van zijn product. Ondertussen
groeit het aantal klanten van StoreContrl en richt CASA-
COM zich op professionele inrichting van winkelautoma-
tiseringssystemen voor retailorganisaties in Nederland en
België.
Retailondernemerschap nieuwe stijl StoreContrl is een pakket waar kleinwinkelbedrijven
prima mee kunnen werken. Maar Jeroen ziet dat dit nog
maar de basis is. Hij gaat bezig met de ontwikkeling van
een cloudoplossing voor de retail, met veel meer moge-
lijkheden. Alles valt op zijn plaats als hij in gesprek raakt
met Berend Ziengs, ondernemer in de schoenenbranche.
Berend is al klant en van plan om ook in zijn nieuw te
introduceren winkelconcept De Schoenenfabriek Store-
Contrl in te zetten. De Schoenenfabriek moet een nieuwe
ontmoetingsplaats voor schoenliefhebbers worden, waar
schoenen met passie en beleving worden verkocht. Met
dit concept wil hij tegenwicht bieden aan de verkoop via
webwinkels, waar juist die aspecten zo jammerlijk ont-
breken. ‘De denkbeelden van Berend sloten precies aan
bij waar wij mee bezig waren’, stelt Jeroen, ‘alleen waren
we op dat moment nog niet zover. We zaten middenin de
ontwikkeling van StoreContrl voor filiaalbedrijven. Een
pakket dat benaderbaar zou worden via de cloud, dat op-
geschaald zou kunnen worden naar zo maar 100 kassa’s,
}
• J U N I 2 0 1 4
6
met aansluitingsmogelijkheden voor meerdere devices,
waar een webwinkel in mee zou kunnen draaien en waarin
meteen besteld zou kunnen worden.’ Kortom: waarmee
klanten op hun wenken bediend zouden kunnen worden.
Sneller en met meer service dan via het internet.
Het is begin 2013. Berend Ziengs zegt ja tegen het aanbod
om De Schoenenfabriek als pilotomgeving voor StoreContrl
Cloud te gebruiken. De resultaten zijn naar tevredenheid.
Jeroen begint ondertussen na te denken over een marktin-
troductie.
GegroeidHet is eind 2013 als Jeroen opnieuw contact opneemt met
Jan Martin. Die is blij verrast als hij hoort wat er in de
voorliggende jaren is gebeurd. ‘Jeroen had alle zaken die
we destijds bespraken professioneel aangepakt. Ik zag dat
hij gegroeid was als ondernemer en dat gaf vertrouwen.
Een van de redenen om als NOM opnieuw in gesprek te
gaan.’
Jeroen merkte dat het nogal een verschil was of je de bank
of de NOM benaderde voor financiering. ‘De aanpak van
de NOM was pittig. Mijn plannen werden nauwkeurig
onder de loep genomen en er werden kritische vragen
gesteld. Ik werd gedwongen nog beter naar mijn eigen or-
ganisatie te kijken en moest mijn prognoses beter verant-
woorden’, vertelt hij hierover.
‘Daarbij hebben we als NOM natuurlijk zelf ook grondig
onderzoek gedaan’, vult Jan Martin aan. ‘We hebben
gekeken naar de toekomst van de retail en de gedachten
die Jeroen daarover had geverifieerd in de praktijk. We
merkten dat retailondernemers in twee groepen te verde-
len zijn. Ondernemers die vasthouden aan het idee dat ze
vanzelfsprekend bezoekers krijgen en daarmee bestaans-
recht houden. En ondernemers die vinden dat het bezoek
van een klant pure beleving moet zijn en dat je een deal
moet sluiten als het ijzer heet is. De StoreContrl-applicatie
waarmee Jeroen nu bezig is sluit goed bij de wensen van
die nieuwe groep van ondernemers aan.’
ContinuïteitJan Martin vervolgt: ‘In eerste instantie is de rol van NOM
Finance dat we risicokapitaal verstrekken, maar we willen
ondernemers ook faciliteren. Als je als bedrijf groeit of wilt
groeien moet je een aantal zaken op orde hebben, anders
raak je de grip op je organisatie kwijt. In het geval van
Jeroen zijn we geen aandeelhouder, maar bieden we wel
een aantal dingen die je als aandeelhouder ook zou bieden.
We zijn sparringpartner en helpen waar nodig met onze
kennis en contacten.’
‘In de korte tijd dat we met elkaar samenwerken is er daar-
door al veel veranderd’, knikt Jeroen. ‘De NOM was vanaf
het begin erg duidelijk en stelde dat er ook voorwaarden
aan samenwerking verbonden zouden zijn. Ik weet heel
goed wat mijn goede en minder goede kanten zijn. Het
financiële stuk is voor mij geen probleem, mijn zwakke
kant ligt bij het management. Jan Martin adviseerde mij
dan ook tijdelijk een interimmanager in te huren. Iemand
die structuur in de organisatie aanbrengt en het zo voor
mij makkelijker maakt om straks zelf mijn organisatie te
besturen. Via zijn netwerk is zo Alice Wösten (onder meer
Zakenvrouw van het Noorden 2007) bij mij begonnen. En
dat bevalt heel goed. Vanaf het moment dat ze hier binnen
is, is ze al heel concreet aan het werk.’
Vanzelfsprekend is ook wat het financiële plaatje betreft op
de continuïteit gelet, vertelt Jan Martin. ‘Samen met Jeroen
hebben we naar de financiering die hij nodig had gekeken.
Niet alleen naar het eerste jaar, maar naar de komende 3
tot 5 jaar. We hebben het zo ingericht dat hij een aantal
jaren vooruit kan. Dat geeft rust. Dan kan hij ondertussen
met het ondernemerschap bezig zijn.’
Bevestiging‘Dit traject liep helemaal zoals we als NOM willen werken’,
besluit Jan Martin. ‘We hebben vanaf het begin meege-
dacht, Jeroen in contact gebracht met de juiste mensen en
een passende financiering verstrekt. Jeroen is ook een bij-
zondere ondernemer, een en al passie en gedrevenheid en
niet om woorden verlegen. Precies waarom ik hem vroeg
of hij de nieuwe NOMbassadeur wilde zijn.’
‘Daar hoefde ik niet lang over na te denken’, vervolgt
Jeroen. ‘De manier van werken van de NOM heb ik echt
als meerwaarde ervaren. De NOM is meer dan een geld-
verstrekker en dat had ik eerlijk gezegd niet verwacht.
Bovendien is het verstrekken van de financiering een be-
vestiging dat mijn ideeën kloppen. Ik ben er dan ook trots
op NOMbassadeur te zijn.’ |
Jan Martin Timmer
Investment Manager NOM
T (06) 292 408 99 • E [email protected]
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
7
Meer dan 45 miljard euro gaat er volgens een onderzoek van
PwC wereldwijd om in de gamesindustrie. En de groei bedroeg
in de voorbije jaren zo’n 11 procent per jaar. Die dubbele cijfers
worden volgens PwC de komende jaren niet meer gehaald, maar
met een voorziene groei van ruim 7 procent tot 2016, biedt de
gamesindustrie nog steeds een enorme potentie.
De Nederlandse gamesindustrie gaat mee in de groei die de sector
mondiaal beleeft. Volgens de Gamesmonitor 2012, opgesteld
door de Taskforce Innovatie Regio Utrecht, is de gamesindustrie
in Nederland sinds de laatste meting in 2010 zo ongeveer ver-
dubbeld. De sector bestaat nu uit zo’n 350 bedrijven met een
gezamenlijke omzet die ligt tussen 150 en 220 miljoen. Rond
de 3.000 mensen vinden in Nederland hun werk in de games-
industrie, veelal bij kleinere bedrijven: 70 procent heeft vijf of
minder mensen in dienst en bij circa 10 bedrijven werken 50
mensen of meer.
De cijfers zijn de meest recente, en de Gamesmonitor 2012 is
het meest uitgebreide onderzoek dat in Nederland naar de
gamesindustrie is gedaan, maar omdat de gegevens voor 2012
zijn verzameld moeten ze desondanks met wat reserves worden
bekeken. Het is echter duidelijk dat, ondanks de crisis, de games-
industrie alleen maar groter is gegroeid. Goed nieuws dus voor
een hippe, innovatieve bedrijfstak die niet alleen hoogwaardige
werkgelegenheid biedt maar tevens bruist van creativiteit,
misschien wel de belangrijkste motor van de gamesindustrie,
want zoals een van de pioniers in Groningen stelt: ‘Ik ken geen
enkele industrie waar creativiteit, ontwerpen, techniek en ook
zaken als muziek en beweging zo samenkomen.’
TopsectorAl ligt het zwaartepunt van de gamesindustrie in de Randstad
waar vooral in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Hilversum
gamebedrijven zitten die games ontwerpen, marketen en
distribueren. Buiten de Randstad bestaan er nog twee regio’s
waar gamebedrijven zich concentreren: in Eindhoven en in de
regio Leeuwarden-Groningen. De leveranciers van hardware en
technologie waarop de gamebedrijven hun spellen laten draaien
vormen een aparte tak. Volgens de Gamesmonitor zijn derge-
lijke bedrijven vooral te vinden buiten de Randstad, onder meer
in Weert, Den Bosch en Enschede.
De overheid heeft de gamesindustrie ook geïdentificeerd als
bron van werkgelegenheid en motor van innovatieve ontwik-
kelingen. In het in 2011 ingezette Topsectorenbeleid van het
kabinet is de creatieve industrie als een van de 9 Topsectoren
aangewezen en daarbinnen heeft gaming de status van innovatie-
domein gekregen.
Jong, dynamisch en pionierend: de gamesindustrie. Een sector die explosief groeit en enorm
in de belangstelling staat. In Noord-Nederland heeft deze hippe bedrijfstak waar techniek en
creativiteit ineenvloeien, in korte tijd stevig voet aan de grond gezet. Reden voor de NOM de
ontwikkelingen in de gamesindustrie nauwgezet te volgen en in kaart te brengen. Hieronder
schetsen we een beeld van de huidige stand van zaken in de noordelijke gamesindustrie.
een serieuze zaak voor het Noorden
Serious games
• J U N I 2 0 1 4
8
FocusOpvallend is dat het accent in de Nederlandse gamesindustrie
ligt op de serious games. Dat zijn spellen die niet zijn bedoeld
voor vermaak en waarbij dus geen doden vallen en waarbij je
niet uit de bocht kunt vliegen. Dat is spektakel dat hoort bij
entertainmentgames: race- en schietspellen, avonturen- en
strategiegames die worden gespeeld op spelconsoles, op de pc,
of op tablets en mobieltjes. Serious games, waarvan de flight
simulator als oertype misschien wel het bekendst is, zijn spellen
bedoeld voor training, educatie of voorlichting. Een chirurg kan
er zijn operatietechniek mee aanscherpen en een boer kan zijn
melkrobot er beter mee leren bedienen. Maar beide speltypen
vermengen zich, want juist het entertainmentkarakter van een
spel wordt ingezet om gebruikers uit te dagen en te motiveren.
Een belangrijk ander onderscheid tussen entertainment games
en serious- of applied games is dat bij die eerste categorie de
marketing een veel belangrijker rol speelt omdat de spellen
veelal bedoeld zijn voor de consumentenmarkt. Het initiatief
voor ontwikkeling van een serious game komt meestal voort
uit de wens van een opdrachtgever. En het spel wordt veelal
ontwikkeld in samenspraak met het gamebedrijf. Entertainment
games ontstaan veelal vanuit het idee dat in de markt behoefte
is aan een spel.
Is wereldwijd serious gaming goed voor 10 tot 15 procent van
de omzet in de bedrijfstak, in Nederland is de verhouding
ongeveer fifty-fifty (Gamesmonitor 2012). Volgens een enquête
onder gamebedrijven, gedaan door de brancheorganisatie Dutch
Games Association en Taskforce Innovatie Regio Utrecht, loopt
Nederland mondiaal zelfs voorop met applied games en heeft
het product serieuze exportpotentie.
Noord-NederlandIn Noord-Nederland is de focus op serious games zelfs nog een
graadje sterker, entertainment games worden er slechts mondjes-
maat ontwikkeld. Volgens Albert Sikkema van de GameAcademy
in Leeuwarden heeft de regio zelfs een lichte voorsprong op het
vlak van serious games op de Randstad. En de internationale
Voor de noordelijke gamesindustrie breekt een cruciale fase
aan, analyseert Albert Sikkema de stand van zaken. De basis
ligt er, nu moet de stap vooruit worden gezet. De GameAca-
demy opereert als een spin in het web van de gamesindustrie
en tot dusver is het instituut geslaagd in de opdracht die het
meekreeg bij de oprichting: til de sector naar een hoger plan.
Dat heeft de GameAcademy vooral gedaan door op onder-
wijsgebied de zaak goed in te richten en allerlei activiteiten
zoals festivals en bijeenkomsten te organiseren. Nu moet het
bedrijfsleven echt warm worden, aldus Sikkema. ‘Er is een
bescheiden afzetmarkt en er zijn bedrijven die games zinvol
gebruiken bij bijvoorbeeld veiligheidsinstructies of voor het
beperken van menselijke fouten bij bediening van machines.
Games zijn namelijk heel geschikt om mensen te motiveren.
Maar de markt moet groeien. Het zal de toekomst van de
noordelijke gamesindustrie bepalen.’
Begin april is in dit verband een belangrijk moment. De Game-
Academy heeft een bijeenkomst belegd voor de top van het
noordelijke bedrijfsleven. ‘Die bedrijven willen we koppelen
aan de game-ontwikkelaars. We mikken eerst op de grotere
organisaties als de Gasunie, de NAM, FrieslandCampina en het
UMCG. Die hebben de meeste mogelijkheden om te werken
aan nieuwe ontwikkelingen. Van daaruit kan toepassing van
serious games uitwaaieren naar het mkb.’ Maar die bedrijven
moeten wel ja zeggen en opdrachten verstrekken. Anders zal
de gamesindustrie niet de vereiste schwung krijgen en zichzelf
niet boven het eerste-divisieniveau uit weten te tillen.
Dat koppelen werkt wel goed, zegt Sikkema. Zo bracht de
GameAcademy recent het jonge Leeuwarder 8D-Games in
contact met het UMCG. Gezamenlijk wordt nu gewerkt aan
ontwikkeling van een prototypespel voor balanstraining voor
ouderen. Een goed voorbeeld ook van hoe serious games
een rol kunnen spelen in de gezondheidszorg, in dit geval via
revalidatie op afstand.
Het accent in de noordelijke gamesindustrie ligt zwaar op
ontwikkeling van serieuze spellen. Een bewuste keuze, aldus
Sikkema. In de hoek van de entertainment games is de concur-
rentie stukken groter en de kans dat een spel een sof wordt
navenant.
Albert Sikkema, directeur GameAcademy, Leeuwarden
‘Gamesindustrie staat op de drempelvan doorbreken’
}
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
9
}
|
dimensie van serious gaming zien we ook in de noordelijke
gamesindustrie terug. Zo heeft het Leeuwarder bedrijf Triangle
Studios tevens een vestiging in Dallas in de VS.
Serious gaming is dus een serieuze zaak geworden. Zeker hier in
het Noorden waar het zich allemaal concentreert in Groningen
en Leeuwarden, waar de gamesindustrie wortel heeft geschoten
met zo’n dertig bedrijven. Met als boegbeelden de Leeuwarder
ondernemingen Triangle Studios en Grendel Games, dat inter-
nationaal succes boekt met haar chirurgenspel Underground. De
sector biedt een paar honderd veelal hoogopgeleide mensen werk.
Het onderwijs heeft de ontwikkelingen gesignaleerd en diverse
mbo’s bieden games- en multimedia-opleidingen. Op hbo-
niveau kunnen studenten op de Hanzehogeschool terecht op de
opleiding Game Design & Development en aan de Noordelijke
Hogeschool Leeuwarden is de studierichting Game Development
opgezet. Er worden festivals en competities zoals de Global
Game Jam in Leeuwarden georganiseerd en er is een maande-
lijkse gamesindustrieborrel. Om de zaak te steunen hebben de
bedrijven, onderwijs, overheden en organisaties die belang heb-
ben bij de ontwikkeling van serious games, zoals de politie, het
UMCG en Noordhoff Uitgevers, de GameAcademy opgezet. Een
initiatief dat wordt ondersteund met Europees geld.
De bedrijfstak heeft weliswaar niet de status gekregen van noor-
delijke speerpunten als energie, water, gezond ouder worden of
agrifood, maar de groeipotentie wordt alom gezien, ook door
de NOM. Serious games vinden hun weg naar de industrie, naar
defensie, de scheepvaart, maar ook naar minder harde sectoren
zoals onderwijs en de zorg. Zeker in die laatste sector liggen
mogelijkheden voor het Noorden, gezien de aandacht voor het
speerpunt Healthy Ageing. Denk bijvoorbeeld aan oefentherapie
door ouderen via games op hun computer of tablet.
FundamentEr staat dus iets, een fundament voor verdere ontwikkeling.
Maar het is voorlopig nog wel een sector in wording waarvan de
prestaties liggen op niveau eerste divisie. Wanneer de sector er
flink aan trekt, dan ligt een promotie binnen een jaar of vijf naar
de eredivisie voor het grijpen. Dan zal de noordelijke games-
industrie zich kunnen meten met koplopers Amsterdam en
Utrecht en is het misschien wel een bescheiden concurrent van
Hamburg, het Europees brandpunt van de sector en categorie
championsleague. Om de ontwikkelingen verder toe te lichten
vindt u in dit artikel ook, vanuit twee verschillende gezichts-
punten, een visie op de noordelijke gamesindustrie.
Voor de tekst is dankbaar gebruik gemaakt van gegevens uit het onderzoek Gamesmonitor 2012, opgesteld door de Taskforce Innovatie Regio Utrecht.Andere geraadpleegde bronnen:• Toekomstverkenning Serious Gaming, Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) (2011)• Gaming in cijfers, Kenniscentrum GOC, Veenendaal (2012)• Monitor creatieve industrie 2012, Bureau Onderzoek en Statistiek, Gemeente Amsterdam• Uitgave Serious Games, Information for business & governmental organisations, Gepubliceerd door Control Magazine (2013)• Game-industrie in beeld, Bureau Onderzoek en Statistiek, Gemeente Amsterdam (2010).• Dagblad van het Noorden/Leeuwarder Courant
‘Zeg pap, verdien je daar geld mee?’ Voor Thijs Helfrich in het
kantoor van Wildsea aan de Willemskade in Leeuwarden ligt
een aap-noot-mies-achtige blokkendoos. Nou ja, inderdaad,
daar verdient pap Thijs geld mee, antwoordde Helfrich zijn
15-jarige dochter. Misschien draagt Snaveltje, zoals het leren-
lezen spel voor de ipad en blokkendoos heet, nog niet zoveel
bij aan de winst van Wildsea als Helfrich zou willen, andere
spellen van Wildsea doen dat al wel.
Internetondernemer Helfrich maakte naam als mede-oprichter
van theFactor.e dat in 1994 in Groningen startte met het
bouwen van websites. ‘Met dat bedrijf duurde het een jaar of
vijf voor we geld gingen verdienen, met Wildsea lukt dat al na
twee jaar’, zegt Helfrich die na de verkoop van zijn aandeel in
theFactor.e in 2011 met drie collega’s Wildsea begon.
De gamesindustrie zit nog sterk in de evangelisatiefase, stelt
Helfrich. Al onderkennen bijvoorbeeld onderwijs en zorg
de mogelijkheden van computergames als instrument om
vaardigheden te verbeteren, in het bedrijfsleven is dat in
mindere mate het geval. Maar daar moet de sector wel het geld
gaan verdienen. Zoals de beschilderde blokken van Snaveltje
techniek en leren lezen verbinden, kunnen games in allerlei
organisaties zeer nuttig zijn. Dat besef moet nog groeien, zegt
Helfrich.
‘Mensen zijn heel gevoelig voor prikkels die games geven’,
zegt Helfrich over de zin van serious games. ‘Gaming beloont
en haalt het saaie element van leren weg. Vergelijk het maar
eens met de hardloop-app Runkeeper, daar gaat een enorme
stimulans van uit.’ Zo werkt het ook met het spel dat Wildsea
heeft gelanceerd om boerenbedrijven efficiënter melkrobots te
doen benutten.
‘Organisaties moeten begrijpen dat spellen hen kunnen helpen
doelen te behalen’, stelt Helfrich. Dat zal echter alleen slagen
wanneer de games een hoog realiteitsgehalte hebben en er
moet dus specifieke kennis worden ingebouwd. Daarvoor
zoekt Wildsea samenwerking met deskundigen. Zo wordt
bijvoorbeeld samen met een team psychologen gewerkt aan
de app Fiorato die geluksgevoel registreert. Betrokkenheid van
vakspecialisten bij ontwikkeling van games ziet Helfrich als dé
weg om de markt richting bedrijfsleven te ontginnen.
Elf man werken er nu bij Wildsea, veelal designers en program-
meurs. ‘Nerds zo je wilt. Zie dat maar als een geuzennaam’,
aldus Helfrich. Het is in elk geval de bright bunch die hier aan
de slag is.
Thijs Helfrich, oprichter van Wildsea in Leeuwarden
‘Gamen om er beter van te worden’
• J U N I 2 0 1 4
10
Peter de Grote FestivalGroningen - 16 t/m 26 juli 2014
Het grootste kamermuziekfestival van Noord-Nederland met circa 50 con-
certen in tien dagen. De concerten worden omlijst met cultuurtoeristische
arrangementen zoals wandelingen, lezingen, museumbezoek, diners en rond-
vaarten. Aan de concertserie is een Summer Academy gekoppeld voor jonge,
getalenteerde musici van 12 tot 30 jaar.
www.peterdegrotefestival.nl
Kw
ett
er
s!
Kw
ett
er
s!
Cyber Clean,reinig je gadgets!
Was jij vaak je handen
na gebruik van een
toetsenbord? Precies,
dat doet (bijna) niemand.
Toch vreemd als je je bedenkt dat er op een
gemiddeld toetsenbord meer bacteriën
zitten dan op de toiletbril van een openbaar
toilet. Cyber Clean helpt je om voorwerpen
schoon te maken die je vaak in je handen
hebt maar waarschijnlijk zelden schoon-
maakt. Het is vaak lastig om tussen de toet-
sen van bijvoorbeeld toetsenbord, telefoon,
camera of controller te komen, maar met
Cyber Clean lukt dat wel. Je drukt het tegen
het voorwerp dat je schoon wilt maken
waardoor het gemakkelijk op die moeilijk te
bereiken plekken komt. Als je het er afhaalt
zie je meteen dat het werkt. Je kunt Cyber
Clean lang gebruiken maar als de kleur ver-
andert weet je dat het uitgewerkt raakt.
www.cyberclean.net/cleaning
Hub, de usb-octopus
Hub is een speciale octopus, zijn vier
poten zijn flexibele usb-poorten. Erg leuk
voor op je bureau, en je komt nooit meer
een usb-poort tekort. Hub is verkrijgbaar
in verschillende kleuren en ondersteunt
Windows, Mac, OSX en Linux.
Via: www.gadgethouse.nl
Ontwerp je eigen tegeltjeOp www.truttigtegeltje.eu kun je je eigen
grappige, leuke of wijze spreuk op een
keramisch gebakken tegeltje laten zetten.
De tegels zijn kras- en vochtbestendig.
Vul de spreuk in op de site, laat je persoon-
lijke gegevens achter en het truttige tegeltje
wordt bij je thuis bezorgd.
Camera’s rolling ... Action!15 juni 2014 - 30 september 2014
Het Zandsculpturen Festival keert ook dit jaar weer terug naar Sneek, en wel
met een heel spectaculair thema: Hollywood! Van oude klassiekers van het
witte doek, tot de nieuwste kaskrakers … allemaal uitgebeeld in zand.
www.zandsculpturenfriesland.nl
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
11
Waar komen uw bezoekers vandaan?Uit welk land komen mijn bezoekers? Uit welke
provincie? Welke stad? Binnen Google Analytics
is dit eenvoudig te bekijken. Interessante vragen
die u kunt beantwoorden zijn: Welke provincies
leveren mij de meeste omzet op? Welke steden
converteren het beste? Een andere analyse die u
kunt beantwoorden is of de offline advertentie
in bijvoorbeeld de Huis aan Huis in Leeuwarden
heeft bijgedragen aan extra bezoek uit die stad.
Wat doen uw bezoekers op uw website?Het gedrag van uw bezoekers analyseren is mis-
schien wel een van de belangrijkste functies van
Google Analytics. Welke pagina’s bezoeken ze?
Hoelang bezoeken ze uw website? Waar haken ze
af? Via Google Analytics is het mogelijk om pagina’s
te ontdekken die de bezoeker erg interessant vindt
of totaal niet interessant. Bepaal bijvoorbeeld of u
deze pagina’s moet herschrijven of moet verwijderen
voor de optimale klantbeleving.
Welk apparaat gebruiken uw bezoekers?Binnen Google Analytics kunt u analyseren via
welk apparaat uw bezoekers uw website bezoeken.
Denk hierbij aan een desktop, een tablet of mobiel
apparaat. Ook is het mogelijk te achterhalen welke
tablets of mobieltjes dit waren. Het percentage
tablet/mobiel zien wij elk jaar toenemen.
Wat kunt u allemaalmet
Google Analytics?
Door: Melle Renema (twitter.com/mellerenema)
Partner & Google Analytics specialist @DBK | Masters in
Online Business
Bij DBK sturen we onze online campagnes volledig op cijfers en feiten. Het is dan ook van
belang dat we de internetmarketingkanalen van onze klanten goed analyseren en beoorde-
len. Eén van de tools die we gebruiken is Google Analytics. Google Analytics is een gratis web
analytics-pakket dat u eenvoudig aan uw website toevoegt. In dit artikel leg ik u de basis-
mogelijkheden van Google Analytics uit.
12
• J U N I 2 0 1 4
Ook kunt u zien welke browser (IE, Safari, Chrome
etc.) de bezoeker gebruikt. Op deze manier kunt
u per browser analyseren of de website naar
behoren werkt.
Hoe zijn uw bezoekers bij uw website gekomen?Er zijn meerdere bronnen die voor websitebezoek
zorgen. Denk bijvoorbeeld aan direct verkeer,
Google Adwords, een nieuwsbrief of bijvoorbeeld
Facebook. Binnen Google Analytics heeft u dit
inzichtelijk en kunt u analyseren welk kanaal
het meest gewenste gedrag oplevert. Ook kunt u
bekijken of u meer bezoek uit Google organisch
heeft t.o.v. het jaar ervoor.
Welke bron converteert het beste?Bepaal wat de conversiedoelen zijn van uw web-
site. Waar stuurt u op? Een aantal voorbeelden
zijn: offerte-aanvraag, nieuwsbriefinschrijving,
contact opgenomen of een transactie. Zodra
u dit in kaart heeft gebracht kunt u dit (laten)
instellen in Google Analytics. Zodra u dit heeft
ingesteld kunt u zien wat de herkomst is van
deze conversiedoelen. Met herkomst bedoelen
we het kanaal. Denk hierbij bijvoorbeeld aan
direct verkeer, Google Adwords, email-marketing
of Google organisch.
Toekomst Google AnalyticsInmiddels heeft Google Analytics een nieuwe
variant genaamd Universal Analytics. Universal
Analytics heeft meer mogelijkheden voor de
toekomst doordat onder andere:
• de bezoeker op verschillende apparaten te
volgen is;
• offline data gekoppeld kunnen worden
binnen Universal Analytics;
• je betere inzicht in klantdata en klantwaarde
per klantgroep gaat krijgen.
Meer weten over Google Analytics?Samen met Schelte Meinsma en Alex van Ginneken heb ik namens DBK een
boek geschreven genaamd ‘Fact Based Marketing’ waarin we o.a. 10 cruciale
meetfouten in Google Analytics blootleggen. Dit boek kunt u nu tijdelijk
gratis bestellen via www.dbk.nl.
Vragen kunt u ook rechtstreeks stellen via Twitter @DBKnl of @mellerenema.
Over Melle Renema
Melle is partner & Web Analytics specialist bij DBK | Masters In Online Business. DBK
werkt onder andere samen met Noordhoff Uitgevers, ANWB, Westcord Hotels,
Sprookjescamping & Dokkumer Vlaggen Centrale. Meer informatie over DBK vindt
u op www.dbk.nl.
13
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Zo geformuleerd klinkt het bijna als een
spelletje, maar het slim combineren van
verschillende financieringsvormen is voor
veel bedrijven een nieuwe noodzaak.
De tijd van ‘even een krediet bij de
bank regelen’ is voorbij. Gestapeld
financieren biedt volgens Robert
Reekers interessante kansen,
mits ondernemers eerst goed hun
huiswerk doen …
Als financieel adviseur en oud-bankier kent Reekers het
klappen van de zweep. ‘Waar het vaak mis gaat, is dat be-
drijven het financieringsproces voor hun plannen enorm
onderschatten. Financiering regelen vraagt een gedegen
aanpak, zeker nu banken steeds strengere eisen hanteren.
Ondernemers mopperen dat er tegenwoordig niets meer
kan, maar er is simpelweg méér inspanning nodig om
aan geld te komen. Daarom is het verstandig om al in het
voorbereidingsproces verder te kijken dan alleen de bank
en te onderzoeken hoe je verschillende financierings-
vormen slim kunt combineren, het zogenoemde stapelen.’
Geld van de massaWat valt er zoal te stapelen? Een zeer eigentijdse optie is
natuurlijk crowdfunding, het middel waarbij de tamtam
zo belangrijk is, dat iedereen de term inmiddels kent. ‘Het
lijkt alsof het grote publiek massaal geld verstrekt, terwijl
het aandeel van crowdfunding in Nederland nog veel
minder dan een duizendste van de totale kredietverlening
is’, weet Reekers. ‘De omvang neemt wel heel snel toe en
verdrievoudigt ieder jaar. Geld ophalen bij de massa werkt
vooral goed bij kleinere bedragen tot 1 à 2 ton. Het grote
voordeel van crowdfunding is dat je meteen werkt aan de
marketing en binding met klanten. Een interessante bouw-
steen dus voor gestapelde financiering, bijvoorbeeld bij de
lancering van een nieuw product of innovatieve ontwikke-
lingen die de bank te risicovol vindt.’
Stapelen metfinancierings-vormen
Onderwerp: Gestapeld financieren
Spreker: Robert Reekers van Helder Corporate Finance
Locatie: DMT Environmental Technology in Joure
Aanwezigen: mix van ondernemers, adviseurs en bankiers
April 2014
14
• J U N I 2 0 1 4
KredietuniesReekers wijst ook op de specifieke financieringsalternatieven
voor het MKB. Zo kunnen kleine ondernemers voor een
microkrediet aankloppen bij Qredit. Of bij een kredietunie,
waarbij een ondernemerscollectief de kredietwaardigheid
beoordeelt. ‘Dit concept is nog volop in ontwikkeling,
maar ik zie vooral kansen als zo’n unie wordt gebaseerd op
sectorkennis. Zoals bij de Kredietunie Bakkerij Ondernemers,
een aansprekende voorloper in Nederland. Door leningen te
combineren met vakinhoudelijk advies creëren zij succes-
volle nieuwe bakkerijen. Toch zijn kredietunies in Nederland
voorlopig geen serieuze concurrent van de bank, omdat
toezichthouders als De Nederlandsche Bank en de Autoriteit
Financiële Markten nog worstelen met wet- en regelgeving.
De meest voorkomende vorm van financieren blijft voor-
alsnog het bancair krediet, ook omdat het de goedkoopste
optie is. Maar let op: door de ontwikkelingen in het bankwezen
gaan de tarieven in de komende jaren stijgen.’
Flexibele financieringOndernemers doen er dus goed aan alvast slimme alternatieven
te zoeken. Soms promoot de bank zelf ook andere mogelijk-
heden, zoals asset based finance (leasing en factoring). ‘Dit
biedt bedrijven een flexibele vorm van werkkapitaalfinan-
ciering op basis van de actuele waarden van de debiteuren en
materieel’, vertelt Reekers. ‘Het beoordelen van de activa-
waarden is gespecialiseerd werk, daarom hanteren lease- en
factorbedrijven vaak hogere dekkingspercentages dan de
standaarden bij een bank. Leasen moeten we in Nederland
nog ontdekken, want waar in Europa 40% van het MKB
voor leasing kiest, is dat nog maar 25% in Nederland. Terwijl
leasing heel interessant kan zijn bij de aanschaf van een
nieuwe productielijn of ander groot en zwaar materieel.’
Laatste redmiddel?Factoring blijkt op basis van reacties uit de zaal bij deze NOM
on Tour een nog omstreden vorm van asset based finance.
De aantrekkelijkheid van factoring is deels afhankelijk van
de kredietwaardigheid van je afnemers. Bovendien heeft
factoring vanouds het imago dat het een laatste redmiddel
is om nog wat cash vrij te maken. ‘Jammer’, vindt Reekers,
‘want het is vooral voor snel groeiende bedrijven interessant
als facturen direct worden bevoorschot.’ Maar volgens een
aanwezige ondernemer komt factoring als een boemerang
bij je terug als de zaken minder florissant gaan bij je afnemers:
‘Je bent heel kwetsbaar als de bevoorschotting van een aantal
grote debiteuren opeens wegvalt.’
Proactief zijnDie vroege signalering van knelpunten kan factoring juist
ook tot een sturingsinstrument maken. ‘Het stelt hogere
eisen aan je administratie en je kunt proactief inspelen
op tegenvallers. Sowieso is het heel belangrijk om de
risico’s van financieringsvormen te kennen en gemaakte
afspraken goed in het achterhoofd te houden. Helaas
merken wij dat ondernemers het vaak te lang laten liggen
en de handen ten hemel heffen als de kraan dicht dreigt
te gaan. Terwijl je best veel kunt regelen als je tijdig aan
de bel trekt met mogelijke oplossingen’, is de ervaring
van Reekers. ‘Dat geldt ook bij traditionele financiering
via de bank. Die verwachten een goede communicatie bij
financiële knelpunten.’
Vertrouwen wekkenEn daarmee komt Reekers uit bij de kern van zijn betoog:
het huiswerk van ondernemers. ‘Zorg dat je goed besla-
gen ten ijs komt, welke vormen van financiering je ook
wilt realiseren. Neem allereerst de financieringsbehoefte
kritisch onder de loep. Door de lagen van het business-
plan af te pellen, maak je inzichtelijk wat bijvoorbeeld
leveranciers, stakeholders of andere partijen kunnen
bekostigen. En welke vormen van gestapelde financiering
mogelijk zijn. Wat overblijft, maakt bij de bank de groot-
ste kans als je alle belangrijke scenario’s helder schetst en
onderbouwt, óók de risicovolle. Natuurlijk gaat onder-
nemen om kansen, mogelijkheden en ambities, maar je
plan wordt veel beter als je vooraf nadenkt hoe je gaat
bijsturen bij tegenwind. Alleen met een goed gefundeerde
aanvraag wek je vertrouwen bij potentiële financiers.’
On Tour bij DMT
Gastheer bij deze editie van NOM on Tour was
Erwin Dirkse, directeur van DMT Environmental
Technology in Joure. Hij tipte nog een interessante
bouwsteen voor gestapelde financiering: subsidies.
Een vorm van ondersteuning waar DMT vooral een
beroep op doet in de ontwikkelfase van innovatieve
producten voor duurzame energie en milieutech-
niek. Dirkse vertelde bovendien openhartig over
zijn ontdekking dat de persoonlijke drijfveren van
hemzelf én zijn medewerkers een enorme motor
zijn achter groei. De missie en visie van DMT zijn
daarom gebaseerd op de Big Five for Life, een
methode voor het formuleren van onze reden van
bestaan, als mens en als organisatie (meer hierover
op pagina 40 en 41).
15
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Het is begin juni en de fabriekshal aan de Frisaxstraat in
Wolvega is nog vrijwel leeg. Hoe anders zal dat over een
klein half jaar zijn. Als alles volgens plan verloopt bruist
het hier dan van de activiteit. De verwachtingen zijn in
elk geval hooggespannen. ‘We opereren in een markt die
de komende decennia flink zal groeien’, zegt Maarten de
Boer. ‘Vooral ook omdat we steeds meer weten over de
relatie tussen voeding, gezondheid en leefstijl. Door een
droog product aan te bieden kun je over de hele wereld
exporteren. Tijdens het droogproces blijven enzymen en
voedingstoffen bewaard, terwijl schimmels en bacteriën
geen kans krijgen.’
OndervoedSamen met Rick Kirpestein voert Maarten de directie van
Vita Square, een nieuw opgerichte onderneming. Vita
Square gaat zich bezighouden met het produceren van in-
grediënten of eindproducten in poedervorm voor de voe-
dingsmiddelenindustrie. Denk aan babyvoeding of medi-
sche voeding om de kwaliteit van leven van bijvoorbeeld
ouderen te bevorderen. Maarten vertelt over onderzoeken
onder Europese ouderen die in bejaardenhuizen wonen.
Daaruit blijkt dat ongeveer een derde van hen, door het
afnemen van de eetlust, ondervoed is. Ze eten niet alleen
minder, maar vaak ook slechter. ‘Jaarlijks kost dat de maat-
Vita Square, een nieuw bedrijf uit Wolvega, produceert ingrediënten of eindproducten in poeder-
vorm voor de voedingsmiddelenindustrie. De kersverse NOM-participatie stelt opdrachtgevers in
staat om op kleine schaal een commercieel product af te leveren. ‘Met onze producten willen we
een bijdrage leveren aan het tegengaan van ondervoeding van ouderen.’
‘Het is een goed doortimmerd plan’
NOM ziet grote toekomst voor Vita SquareDrooginstallatie Vita Square
16
• J U N I 2 0 1 4
schappij zo’n 150 tot 170 miljard euro’, betoogt hij. ’Met
name veroorzaakt door ziekenhuisopnames. Ondervoe-
ding kan onder meer leiden tot een afname van de spier-
massa. Met een verhoogde kans op valpartijen, en alle
complicaties van dien, als gevolg. Wanneer men via een
ziekenhuisopname, bijvoorbeeld aan een voedingssonde
of een infuus, weer in balans moet komen, brengt dit zeer
hoge kosten met zich mee. Met onze producten willen we
onder meer de structurele ondervoeding van ouderen, in
Europa een inmiddels erkend probleem, tegengaan.’
Groeiende vraagOm vloeistoffen te drogen wordt in de voedingsmid-
delenindustrie veelal gebruikgemaakt van grote droog-
torens. In die torens worden op een efficiënte manier
grotere volumeproducten gedroogd. Voor het realiseren
van kleinere hoeveelheden, zoals in het geval van de
meeste speciaal producten, is er vaak geen plaats. Met
name vanwege de lange omsteltijden, het hogere energie-
verbruik en de gerede kans op kwaliteitsverlies. Een baby-
voedingfabrikant bijvoorbeeld moet, om kruisbesmetting
te voorkomen, bij het maken van een speciaal product de
grote droogtoren volledig schoonmaken. Normaal gespro-
ken is men daar minimaal acht uur mee bezig. Stilstand
betekent in dergelijke gevallen al snel een kostenpost van
enkele tientallen duizenden euro’s. Terwijl er een alsmaar
groeiende vraag naar speciaal producten is. En juist daar-
in schuilt het onderscheidend vermogen van Vita Square.
‘Wij maken gebruik van een heel specifieke en door onszelf
ontwikkelde drooginstallatie, een combinatie van een
sproeidroger en een banddroger’, vertelt Rick Kirpestein.
‘Een poederdeeltje wordt bij Vita Square gedroogd en op
een poreuze band opgevangen. Die band bepaalt vervolgens
de verblijftijd in de installatie. Daarmee stellen wij op-
drachtgevers in staat om op kleine schaal een commercieel
product af te leveren. In kleine volumes dus, waardoor je
ook speciaal producten op een kostenefficiënte manier
naar de markt kunt brengen.’
Doortimmerd planOm de financiering van Vita Square rond te krijgen werd
contact gezocht met onder meer banken. Die bleken
echter niet bereid om de onderneming vooruit te helpen.
Vooral het feit dat het een nog niet operationele start-up
betrof werd als een te groot risico ervaren. Vita Square
kwam vervolgens op het spoor van de NOM. ‘Het bedrijf
legde ons een buitengewoon goed doortimmerd plan
voor’, blikt Jeroen van Onna, Investment Manager van
de NOM, terug op het eerste contact. ‘Bovendien beweegt
Vita Square zich in een groeimarkt en valt het onder
de Topsectoren. Zowel inhoudelijk als qua rendements-
vooruitzichten past het bedrijf dan ook heel goed bij de
NOM. Daarnaast is Vita Square gelieerd aan Vitablend, een
bedrijf dat is uitgegroeid tot een gewaardeerde producent
van antioxidantenmixen en vitaminen- en mineralen-
mixen voor met name de voedingsmiddelenindustrie. Na-
tuurlijk, het gaat om een kapitaalintensieve installatie die
in de sector nog geen gemeengoed is. Maar we wisten dat
Rick Kirpestein een techneut is met een goede reputatie en
over veel ervaring met degelijke technologie beschikt. De
NOM heeft dan ook veel vertrouwen in de onderneming
en de ondernemers. Vandaar dat we hebben besloten om
een financiering te verstrekken en mede-aandeelhouder
van Vita Square te worden.’
Letter of intentEen zeer doordacht en degelijk proces, noemt Rick het
traject dat met de NOM is doorlopen. Met een mooi
eindresultaat. ‘Als de NOM participeert is dat natuurlijk
een belangrijke validatie van je businessplan. Boven-
dien haal je een partij binnen met een goede naam in
de financieringswereld. Dat heeft ertoe geleid dat tevens
een bancaire financiering kon worden aangetrokken.’ De
komende maanden staan grotendeels in het teken van
het opbouwen van de fabriek. Een state-of-the-art fabriek,
waarbij het binnengebouw volledig luchtdicht is. In het
gehele proces worden ziekenhuiscondities aangelegd, met
gefilterde en behandelde lucht, om welke kruisbesmetting
dan ook te voorkomen. De planning is dat Vita Square ko-
mende november volledig operationeel is. ‘Daarnaast zijn
we druk bezig om de markt te bewerken’, zegt Maarten.
‘Potentiële opdrachtgevers reageren erg enthousiast omdat
ze zien dat Vita Square hun problemen oplost. Met een
aantal marktpartijen hebben we zelfs al een letter of intent
kunnen tekenen. Dat zegt genoeg.’
Jeroen van Onna
Investment Manager NOM
T (06) 270 871 51 • E [email protected]
Fabriekshal Wolvega
17
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
voor ondernemend Noord-NederlandShift happens constateert Adjiedj Bakas, trendwatcher, in zijn peptalk voor ondernemers tijdens
De Week van de Ondernemer, de roadshow die op 4 en 5 juni neerstreek in Martiniplaza in Groningen.
Inderdaad, als we de verhalen van opiniemakers en
ervaringsdeskundigen uit bedrijfsleven, politiek, media
en wetenschap mogen geloven komen er andere tijden.
In de Groeishow wordt duidelijk dat groei steeds minder
over short term capitalism gaat en meer over investeren
in je klanten en je personeel. Ook horen we dat alter-
natieve financieringsvormen de kop opsteken en dat er
in de nieuwe economie wordt gedeeld. Blikverruimende
perspectieven. Maar liefst 3.500 ondernemers waren aan-
wezig, luisterden, spraken mee en maakten contact.
NOM erbijOok de NOM was aanwezig met een informatiestand. Met
als thema ‘Geld groeit niet aan een boom’ waren onderne-
mers uitgenodigd hun financieringsvraagstukken met de
aanwezige NOMmer’s te bespreken. En alsof dat nog niet
genoeg was konden relaties tijdens het middagprogramma
in de topsportlounge van de Martinihal luisteren naar de
ervaringen van Jeroen Smit. Jaja. Wat je noemt investeren
in ontwikkeling.
Het waren twee fantastische dagen.
Groeishow
• J U N I 2 0 1 4
18
Het bevalt Jeroen Smit goed om voor een zaal vol onder-
nemers te staan. Daarmee begint hij in elk geval zijn
betoog. Ondanks dat hij zzp-er is durft hij zich wel met
het ondernemerschap te verbinden. Sterker nog: hij is er
trots op. In 2002 nam hij ontslag als hoofdredacteur van
Elsevier, en niet lang daarna kwam het drama Ahold op
zijn pad. Met het spaargeld dat hij had besloot hij daar-
over het gelijknamige boek te schrijven. Zijn stelling:
‘Op het moment dat je weet wat je kan moet je stoppen
in dienstverband. Waarom zou je dan nog naar een baas
willen luisteren? Op het moment dat je weet wat je kan
moet je dat wat je kan gaan verkopen. Iedereen zal blij
met je beslissing zijn, egoïsme en altruïsme zullen samen-
vallen en je kunt een goede ondernemer zijn. Want je
bent ten diepste verbonden met je eigen product.’
‘Die verbondenheid zorgt er ook voor dat ondernemers
betere leiders zijn’, stelt Jeroen. Managers heb je ook
nodig, maar niet als bestuurder. Ze werken en denken
te rationeel en houden zich bezig met cijfertjes, spread-
sheets en de korte termijn. Een goede leider is empatisch,
helpt talenten van mensen tot wasdom te laten komen
en luistert.’ Ook naar mensen die er anders over denken.
Diversiteit moet echt hoger op de agenda komen te staan.
Klant centraal, daarover moet het gaan in plaats van over
kwantitatieve groei. De toekomst van groei ligt in het
faciliteren en het bij elkaar brengen van vraag en aanbod
op andere manieren: efficiënter, gemakkelijker en minder
belastend voor de samenleving, de maatschappij.
Ondernemers moeten zich hierover ontfermen, aldus
Jeroen. ‘Bezit is straks passé, we gaan richting een economie
van delen. Kijk maar om je heen. Er komen steeds meer
initiatieven die bezit overbodig maken en wel comfort
bieden.’ Spotify, Airbnb, Netflix en Peerby zijn nog maar
enkele van de voorbeelden.
Moraal van het verhaal:‘Sta iedere dag even stil bij je rol als ondernemer. Hoe je
leiding geeft, of je verbindend bent, of je wel echt luistert,
en of je wel echt goed doet. Reflecteer en creëer een dage-
lijks moment om naar je binnenwereld te gaan. En bedenk:
waar gaat het nou eigenlijk om, wat vind ik belangrijk?
Dan ben ik ervan overtuigd dat je je als ondernemer al
snel verantwoordelijk zult gedragen en je steeds meer gaat
ontfermen over de wereld waarin je leeft.’ Wijze woorden
waarmee Jeroen Smit zijn betoog besluit.
Applaus!
Jeroen Smit: ‘Minder managersen meer ondernemersalstublieft’
Jeroen’s leestip voor deze zomer:
The Honest Truth About Dishonesty: How We Lie to Everyone-Especially Ourselves,
van Dan Ariely.
NOM vroeg Jeroen Smit om tijdens De week van de
Ondernemer zijn visie over groei en leiderschap te
delen met een select gezelschap van Noordelijke
ondernemers. Jeroen Smit is bedrijfseconoom, jour-
nalist, hoogleraar journalistiek aan de Rijksuniversiteit
Groningen en schrijver van Het drama Ahold en De
Prooi (over de ondergang van ABN AMRO). In 2010
maakte hij het tv-programma Leiders Gezocht waarin
hij zich afvroeg wat voor leiderschap nodig is in de
21-ste eeuw.
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
19
EEN FOTOGRAFISCHE K I JK OP HE T NOORDENBLIKVANGER
Foto:
Hans van Dijk Fotografie
M 06 - 54 68 53 58
I www.hansvandijk.nl
Eemshaven. Een uur voor zonsondergang. Plukjes jonge buitenlandse mannen, de hele dag hard
gewerkt, slenteren rond. Windmolens draaien op volle toeren. In de verte wordt een schip gelost.
Goedkope kolen. De tanks op de foto bevatten strategische brandstofvoorraden voor Europese
overheden. In het geval van een oorlog zou ik hier liever niet lopen. Het licht is prachtig. Het warme
avondlicht krijgt een paarsige gloed. Als de zon achter de horizon verdwijnt breekt het blauwe uur
aan. Niet echt een uur maar je hebt dan toch nog even tijd om de mooiste foto’s te maken.
Wel vanaf statief.
• J U N I 2 0 1 4
20
2013: een goed jaar én het grasis groener in Noord Nederland!De NOM heeft een goed jaar achter de rug. Qua
resultaten verbeterden we ons ten opzichte van
2012 op alle fronten. Behalve de cijfers is de NOM
ook tevreden over de, in de loop van 2013, gemaakte
afspraken met de aandeelhouders. Hierdoor is de
positie van de NOM herbevestigd als belangrijke spil
in het aanjagen van de noordelijke economie.
Eerst de feitenHet jaar 2013 werd afgesloten met een positief resultaat
van bijna € 2.4 miljoen. Structureel verbeterde niet al-
leen het financiële resultaat maar ook het resultaat van
NOM Business Development en NOM Foreign Direct
Investment. In de balans is te zien dat het vermogen van
de NOM in 2013 is afgenomen met 20 miljoen door een
dividenduitkering aan de aandeelhouders. Ondanks dat
blijft de NOM in staat om haar rol als financier adequaat
in te vullen en hebben we de ambitie te groeien naar een
investeringsniveau van ca. € 10 miljoen aan financieringen
per jaar. Dat alles met een afgeslankte organisatie.
NOM FinanceDoor NOM Finance werd in 2013 voor iets meer dan
€ 5.6 miljoen geïnvesteerd. Daar tegenover stonden
enigszins lagere rente- en provisiebaten en dividenden.
Het grootste verschil doet zich voor bij de verkopen van
participaties. Verkooptrajecten zijn onregelmatig en
daarmee onvoorspelbaar. Niettemin was het resultaat
van NOM Finance € 2,478 miljoen positief. Aangezien
de NOM niet als bank, maar als risico-financier optreedt,
kent de portefeuille een hoog risicokarakter en daarmee
een hoog voorzieningenniveau, kenmerkend voor dit
type financiering. Binnen de portefeuille zien we hoop-
gevende signalen van een verbeterend resultaat bij deel-
nemingen. Het nieuwe product van de mezzanine lening
is inmiddels met een eerste financiering in de markt ge-
zet, anderen zullen naar verwachting volgen. Nog steeds
zijn de doorlooptijden voor financiering (te) lang. De eco-
nomische situatie is daar mede debet aan. Qua conversie-
ratio van contact tot daadwerkelijke financiering kan de
NOM zich goed staande houden in de benchmark.
NOM Foreign Direct Investment2013 was vanuit NOM Foreign Direct Investment (acqui-
sitie) gezien een uitzonderlijk goed jaar. De conversie van
leads (lichte plus) naar feitelijke acquisitie was hoger. De
omvang van de daarmee gepaard gaande investeringen
lag eveneens hoger. Last but not least werd mede door de
inzet van NOM FDI een effect bereikt van 696 nieuwe en
352 behouden arbeidsplaatsen. Opvallend is daarbij dat
de nieuwe arbeidsplaatsen zich vooral concentreerden op
de topsectoren.
NOM Business DevelopmentProjecten gericht op nieuwe producten en diensten
behoren tot het domein van de medewerkers van NOM
Business Development. Dit betreffen veelal langlopende
projecten waarbij de resultaten dus ook op langere
termijn zichtbaar worden. Bij dit type projecten is een
diversiteit van bedrijven en kennisinstellingen betrokken.
De investeringen in innovatieve projecten waren substan-
tieel hoger in 2013: € 24 miljoen ten opzichte van een
doelstelling van € 13 miljoen (in 2012: € 4 miljoen). Deze
omvang mag als positieve indicator van vertrouwen in de
toekomst van bedrijven gezien worden. Specifiek binnen
Business Development opereert het team Agrifood &
Biobased Economy onder de naam Greenlincs. In de loop
van 2013 is een start gemaakt met dit (vierjarig) project.
Hoewel veel tijd in de voorbereiding is gaan zitten, ligt
het resultaat op het doelniveau.
Eveneens gestart in 2013 is FLINC nxt. Na een succesvolle
eerste drie jaar heeft, gelukkig, in de loop van 2013 dit
project een doorstart kunnen maken. Dat de behoefte
groot is bewijst wel het feit dat het aantal ‘leads’ (serieuze
contacten), begroot op 200 voor twee jaar, reeds in één
jaar is gehaald. De conversie van leads naar daadwerke-
lijke financiering neemt echter meer tijd en zal dit jaar
meer nadruk krijgen.
}
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
21
Activa
2013 2012
Financiële vaste activa
Participaties 11.681 12.000
Vorderingen op participaties 6.008 4.553
Overige leningen u/g 672 3.201
Stimuleringskredieten 1.355 1.009
Pre Seed Capital Faciliteit 491 724
20.207 21.487
Vlottende activa
Vorderingen en overlopende activa 2.185 2.115
Liquide middelen 51.372 68.890
53.557 71.005
Totaal activa 73.764 92.492
Groepsvermogen 70.456 88.060
Voorzieningen 75 77
Langlopende schulden
Lening Provincie Drenthe (TAFF) 1.500 1.500
1.500 1.500
Kortlopende schulden 1.733 2.855
Totaal passiva 73.764 92.492
Geconsolideerde balansper 31 december 2013
bedragen x €1000,-
(voor resultaat
bestemmming)
Passiva
22
• J U N I 2 0 1 4
22
Financieringsbedrijf
2013 2012
Opbrengsten
Rente- en provisiebaten 3.639 3.916
Ontvangen dividenden 3.948 5.280
Opbrengst commissariaten 48 58
Resultaat verkopen
participaties 469 3.780
Resultaat Stimuleringskredieten 34 197
Resultaat Pre Seed Capital
Faciliteit -49 481
8.089 13.712
Kosten
Personeelskosten 1.416 1. 688
Overige kosten 765 949
Saldo van dotaties aan de
voorziening voor financiële vaste
activa 3.430 5.942
5.611 8.579
Resultaat Financieringsbedrijf 2.478 5.133
Opbrengsten / vergoedingen
Ministerie van Economische
Zaken 1.202 1.789
Bijdrage Provincies 547 550
Bijdrage Provincies inzake
Regionale Netwerken 160 348
Bijdrage acquisitie
Gemeenten, CID 146 91
Projectfinciering 771
Opbrengst Detachering 262 151
Diensten aan derden 2 -
3.090 2.929
Kosten
Personeelskosten 2.019 2.890
Overige kosten 1.153 1.018
3.172 3.908
Resultaat Ontwikkelingsbedrijf -82 -979
Resultaat voor en na belasting 2.396 4.154
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Ontwikkelingsbedrijf
23
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
23
Financiëlebelangen
1
1
1
1
1
5
7
1
1
1
3
1
4
6
2
4
1
2
11
21
3
1
1
Sneek
Joure
Wolvega
Oranjewoud1
Heerenveen
Winsum
Sappemeer
Oude Pekela
Stadskanaal
Hoogeveen
Emmen
Coevorden
Giethoorn
Bruntinge
Veendam
Farmsum
Assen
Eelde
2Leek
Marum
Dokkum
Haulerwijk
Bakkeveen
LeeuwardenFraneker
Grou
Zuidlaren
Groningen
2
2Roden
1
Zuidbroek
Appelscha
1
1
Klazienaveen
1
Scheemda
2Tynaarlo
2Haren
1
1Midlaren
1Hoogezand
Amsterdam R&G Beveiliging B.V.Appelscha G.H. Welles Holding B.V. Assen Autotrust Europe B.V., Benaulim B.V., Drenthe Tours Holding B.V., Store Contrl International B.V., Suldrun B.V.Bakkeveen Frisian Motors B.V. Bruntinge AS Pol B.V.Coevorden DairyTuner B.V., GVZ Europark Coevorden - Emlichheim GmbH,Dokkum Job Unlimited N.V., Prins Holding N.V., Punt Licenties B.V.Eelde Groningen Airpark Eelde B.V.Emmen Applied Polymer Innovations Emmen B.V., Corvus Holland B.V., Hei-Tech B.V., Interwell Holding B.V., Pipe Proteq B.V., Vleems Holding B.V., Wireless Value Beheer B.V.Farmsum BioMethanol Chemie Holding B.V. Franeker Alu-Bouw Fryslân B.V.Giethoorn Jorritsma Holding B.V.Groningen &Talent B.V., Bioclear Holding B.V., Conoship International B.V., Dutch Theatre Systems & Services B.V., Embrace SBS B.V., Energy Developments Holding B.V., Hoitsema Beheer B.V. / Hoitsema Holding B.V., Iwebination Group B.V., Kalooga B.V., Kiadis Pharma B.V., KWIC Holding B.V., Mucosis B.V., NovaTrade B.V., Groningen (Londen) Orteq Ltd., Polyganics Holding B.V., Proflex Containermeten B.V., SenzAir B.V., Smart Dutch B.V., Solenne B.V., Stabi Alert B.V., TCN SIG Telehousing B.V., Web-Based Entertainment Media B.V.Grou Terra Leisure Group Holding B.V.Haren Anome B.V., Anome Projects B.V. Haulerwijk Thazza B.V.Heerenveen Bosma Transport en Opslag B.V. Hoogeveen Inlicence B.V., KLS Netherlands B.V., Nomadis B.V. Rovecom Holding B.V., SuperMailService, Syntri B.V.Hoogezand Kampen Mechanical Group B.V.
Peildatum: juni 2014
24
• J U N I 2 0 1 4
1
1
1
1
1
5
7
1
1
1
3
1
4
6
2
4
1
2
11
21
3
1
1
Sneek
Joure
Wolvega
Oranjewoud1
Heerenveen
Winsum
Sappemeer
Oude Pekela
Stadskanaal
Hoogeveen
Emmen
Coevorden
Giethoorn
Bruntinge
Veendam
Farmsum
Assen
Eelde
2Leek
Marum
Dokkum
Haulerwijk
Bakkeveen
LeeuwardenFraneker
Grou
Zuidlaren
Groningen
2
2Roden
1
Zuidbroek
Appelscha
1
1
Klazienaveen
1
Scheemda
2Tynaarlo
2Haren
1
1Midlaren
1Hoogezand
Joure Global Environmental Solutions B.V.Klazienaveen Km-Engineering / Liquid Filtration Systems V.oF.Leek Data B. Mailservice Holding B.V., VCN B.V. Leeuwarden Datacenter Fryslân B.V., Living Foods B.V., Professionele Distributiegroep B.V., Vergnes Holding B.V.Marum Baron-de Boer Beheer B.V.Midlaren MXR Podoblock B.V. Oranjewoud Tjaarda Oranjewoud B.V.Oude Pekela Hennepverwerkingsbedrijf Dun Agro B.V., Strating Beheer B.V.Roden Homemade Holding B.V., VmR Holding B.V., Sappemeer Smit Sappemeer Beheer B.V. Scheemda Geo Plus Holding B.V. Sneek Donker Holding B.V., Led Light Europe B.V., No Noises Holding B.V., Via Drupsteen B.V.Stadskanaal Zorg Office Nederland B.V. Tynaarlo Hanggo B.V., WS Kalsbeek Holding B.V. Veendam Dynaplak Adhesive and Starches B.V., Nedmag Industries Mining and Manufacturing Holding B.V., Paragon Products Holding B.V. Winsum (FR) Miedema Holding B.V.Wolvega Vita Square B.V. Zuidbroek Jouwstraat.nlZuidlaren Longbloom B.V., Ritinimara B.V.
25
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
NOM-cluster ‘Northern Netherlands, region of smart factories’ scoort op Hannover Messe
‘De Hannover Messe kwam eigenlijk iets te vroeg’, zegt
Jan Post van Philips Drachten. ‘Maar omdat Nederland
als partnerland van de Messe extra uitpakte hebben we
toch de stap gezet om met ons cluster een eigen stand
te bemensen en ons te presenteren op deze grootste
industriebeurs van de wereld.
En daar hebben we bepaald
geen spijt van. Doelstellingen
gehaald en verwachtingen
dik overtroffen.’
Silte voor de storm, NOMMER Hans Praat wacht op de dingen die komen gaan ... Hoog bezoek: onze eigen Mark Rutte, Angela Merkel, Bertold Leeftink (EZ) en Amandus Lundqvist (topsector HTSM).
Rob Karsmakers (Philips) verhaalt over de Smart Factories ... Ineke Dezentjé (FME) en Max van den Berg zijn daarna overtuigd van nut en noodzaak ... De mannen van Fokker en TenCate waren dat al.
26
• J U N I 2 0 1 4
‘Let’s double productivity’De slogan waarmee het cluster zich presenteerde aan
het grote publiek sprak boekdelen: ‘Let’s double produc-
tivity’. De partners uit het cluster gaan samen nieuwe
technologie ontwikkelen om fabrieken ‘intelligent en
zelflerend’ te maken, waarbij sensoren, geavanceerde
data-analyse (big data!) en hightech productie-equipment
borg staan voor 100% foutloze processen, zelfs als die
heel ingewikkeld zijn. De Intelligente fabriek wordt big
business. Er wordt niet voor niks gesproken over de
vierde industriële revolutie en het noordelijke cluster
wil daarin een voortrekkersrol spelen. Vandaar ook de
prikkelende naam van het cluster: Northern Netherlands:
region of smart factories.
Noorden als voorbeeldregioHet cluster, opgezet door de NOM, heeft Noord-Nederland
in de wereld van de hightech industrie op de kaart gezet,
zo viel te beluisteren tijdens de Hannover Messe. Er komt
een nieuw nationaal programma voor de maakindustrie,
‘Smart Industrie’, dat voor een belangrijk deel is geïn-
spireerd op het voorwerk van het noordelijke cluster. De
prominente positie van het Noorden werd bijvoorbeeld
goed zichtbaar tijdens het centrale forum op de Hannover
Messe. Nederland introduceerde als gastland ‘mainstage’
twee voorbeelden: Brainport (de hightech industrie rond
Eindhoven) én het noordelijke Smart Factory-cluster, dat
werd gepresenteerd door Rob Karsmakers, sitemanager
van Philips in Drachten. Rob Karsmakers zit ook, samen
met Marco de Vos van Astron in de commissie Dezentjé
(vernoemd naar de voorvrouw van de FME) die het nati-
onale programma ‘Smart Industrie’ gaat uitwerken. Het
Noorden zit daarmee stevig op het vinkentouw.
KatalysatorDe noordelijke Smart Factory-stand werd gedragen door
de grote industriepartners uit de groep: Fokker, Philips
en TenCate. De NOM trok de organisatie en de Provincie
Drenthe droeg bij in de onkosten. De deelname aan de
Hannover Messe heeft het groepsproces in een flinke
NOM-cluster ‘Northern Netherlands, region of smart factories’ scoort op Hannover Messe
De standbemanning staat klaar voor de beursactie ‘Zero defect but how’ ... met een goed idee ding je mee naar fantastische prijzen ... dus wordt er professioneel traffic gegenereerd ...
... de oogst aan ideeën is rijk ... en de winnaars? Smart natuurlijk!
27
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Het consortium wordt binnenkort uitgebreid,
maar bestaat tot dusverre uit:
• Fokker, Philips en TenCate
• De MKB-bedrijven Langhout en Cazemier,
S&T en KE-Works
• De Rijksuniversiteit Groningen en
de Universiteit van Twente
• De kennisinstellingen Astron en SRON
• De hogescholen NHL Hogeschool,
Hanzehogeschool Groningen en
Stenden Hogeschool
• De NOM
stroomversnelling gebracht. Pas in februari tekenden de
partners een samenwerkingsovereenkomst, in het bijzijn
van Amandus Lundqvist (boegbeeld van het landelijke top-
team HTSM) en de gedeputeerden Hans Kont (Friesland)
en Yvonne van Mastrigt. De NOM is initiatiefnemer van
het consortium, en voert ook de regie over het programma
dat de groep de komende jaren wil gaan uitvoeren. Kort
na de zomer moet het werkprogramma van de Region of
Smart Factories gereed zijn.
Hans Praat van de NOM, initiator en regisseur van het
Smart Factory-cluster: ‘Toen eenmaal was besloten om
naar de Hannover Messe te gaan, moest er in een kort
tijdsbestek van alles gebeuren. De Hannover Messe is
een professionele beurs, dus als je meedoet moet de
inzending van hoog niveau zijn. In no-time werd de
boodschap bepaald, is er een logo ontworpen en zijn er
brochures en posters gemaakt. We hebben een onder-
steunend programma opgezet inclusief een ‘high tea’ en
lezingen. Uiteindelijk lag er een draaiboek van twintig
pagina’s. Alle partners hebben daarin een stevige bijdrage
geleverd en dat heeft de groep flink gevormd. We zijn
klaar om de pilotfase in te gaan.’
Veel aandachtAlle inspanningen waren niet voor niks. Het consortium
mocht op de Hannover Messe rekenen op grote belang-
stelling en veel enthousiaste reacties. De pers heeft
veel aandacht besteed aan het initiatief, ook nationaal
(Financieel Dagblad, Radio 1) met steevast een positieve
ondertoon. Dat is belangrijk voor het nationaal en inter-
nationaal positioneren van het noordelijke Smart
Factory-cluster, wat een van de belangrijkste doelstellingen
was. Met Nederland als gastland, intelligente fabrieken
als het centrale thema én het noordelijke consortium als
concreet voorbeeld, werd de stand druk bezocht door
captains of industry en topambtenaren. Bertold Leeftink,
directeur generaal van het ministerie van Economische
Zaken noemde het Smart Factory-consortium een voor-
beeld voor de rest van het land. Het consortium ontving
ook een uitgebreide delegatie van noordelijke bestuur-
ders en ondernemers, onder leiding van de Groningse
CdK Max van den Berg. Van den Berg stak zijn enthousi-
asme voor het Smart Factory-initiatief niet onder stoelen
of banken en onderstreepte de grote kansen ervan voor
de noordelijke economie.
}
Hans PraatBusiness Development Manager NOM
T (06) 215 184 93 • E [email protected]
SamenstellingNorthern Netherlands,region ofSmart Factories
28
• J U N I 2 0 1 4
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Kw
ette
rs
!K
we
tter
s!
C’est la VieEmmen - 27 juli 2014
Het C’est la Vie-festival is één van de grootste
en bekendste evenementen van Emmen. Op de
laatste zondag van juli vindt alweer de 20e editie
van dit straattheater- en muziekfestival plaats.
Overdag kunt u genieten van spectaculair straat-
theater. ’s Avonds neemt de horeca het stokje
over met een gevarieerd muziekprogramma op
diverse buitenpodia. C’est la Vie is leuk voor jong
en oud en trekt elk jaar ruim 30.000 bezoekers.
www.cestlavie-emmen.nl
... handige apps:
WiFi FinderMet deze app weet je precies waar je gratis (of betaald) wifi hebt. De app heeft een database van
550.000 hotspots in 144 landen.
Primagaz EasyBlue InhoudsmeterHiermee kun je checken hoeveel gas er nog in je EasyBlue-gasfles zit. Natuurlijk staat de fles niet in
verbinding met de telefoon, maar tik met een hard voorwerp tegen de fles met je mobiel ernaast.
De telefoon herkent aan de hand van het geluid hoe vol de fles is en geeft een indicatie.
iHandy WaterpasWanneer je een caravan neerzet, is het verstandig om hem waterpas te plaatsen. Met deze app heb
je altijd een waterpas bij de hand. Naast de live-weergave van een waterpas zie je ook het aantal
graden van de hoek waarin je je telefoon houdt.
Smart met je phone op vakantie!
• Check bij de aanbieder de voorwaarden
en tarieven voor mobiel bellen, sms'en en
internetten in het buitenland.
• Controleer bij thuiskomt op de telefoon-
rekening of de datalimiet is toegepast.
• Gebruik je (tijdelijk) geen internet? Zet de
instelling voor dataroaming dan uit.
• Installeer een app die het dataverbruik van
het mobiele toestel in de gaten houdt.
• Maak gebruik van wifi. Kijk met de Wifi Finder
of er een netwerk in de buurt beschikbaar is.
Meer info is te vinden op ConsuWijzer.nl.
We gaan op vakantie en nemen mee ...... NOM-vakantiekit Geen zinnig mens kan zonder
op vakantie: het unieke
NOM-koeltasje en de super
coole NOM-zonnebril. Beide
te verkrijgen via uw NOM-
contactpersoon.
29
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
‘‘KIEK’ staat voor ‘Kijken In Elkaars Keuken’’, zo legt
Folkert van der Meulen van NPAL uit. ‘Gedurende een
periode van twee jaar komt de groep van vijf directeuren
of managers regelmatig bij elkaar. Ze nemen onder profes-
sionele begeleiding een assessment bij elkaar af en delen
kennis. Het is allesbehalve vrijblijvend; deze mensen zijn
er niet op uit om te netwerken of zo, maar zijn bereid
om écht langere tijd intensief met elkaar op te trekken
en elkaar het hemd van het lijf te vragen in de vorm van
een assessment. Dat levert een schat aan kennis op, die
ook echt relevant is. Ten eerste omdat de adviezen en
ervaringen in een volstrekt vertrouwelijke setting komen
van collega-directeuren en niet van één of ander op uren
gericht consultancybureau. En ten tweede omdat aan de
basis van het assessment - waar overigens twee aaneen-
gesloten dagen per bedrijf voor worden uitgetrokken -
een internationaal beproefd assessmentmodel staat.’
Hoe zorg je dat de Nederlandse maakindustrie overleeft in een wereld die steeds kleiner wordt, waar opko-
mende economieën met extreem lage loonkosten aan de deur kloppen en waar het tempo van innovaties als-
maar toeneemt? Over één ding zijn ondernemers het eens: de productiviteit, de efficiency en het innoverend
vermogen van bedrijven moet omhoog. Kennisdelen is daarbij essentieel. En dan niet alleen op het gebied van
technologie, maar ook op bedrijfskundig gebied. Zie daar het doel van het project ‘KIEK’, een onderdeel van
NPAL, de Noordelijke ProductiviteitsAlliantie. Directeuren en managers van het noordelijk bedrijfsleven trekken
twee jaar intensief met elkaar op. In een sfeer van volstrekt vertrouwen nemen ze elkaar onder professionele
begeleiding de maat. Het doel: niet alleen hun bedrijven efficiënter maken, maar ook als manager blijven ont-
wikkelen. De Nommer sprak met verantwoordelijken Folkert van der Meulen en Jan van Wijk.
In elkaars keuken kijkenen dóórzagen
Diepgang en vertrouwelijkheid sleutel van succes ‘KIEK’
30
• J U N I 2 0 1 4
Het project lijkt een groot succes, want de deelnemers
van KIEK 1 (afgerond in 2012) en KIEK 2 (afronding eind
2014) zijn razend enthousiast. ‘Dat enthousiasme bete-
kent natuurlijk dat we doorgaan’, aldus Van der Meulen.
‘In KIEK 1 waren het de wat grotere MKB-bedrijven die
meededen; in KIEK 2 hebben we een mix van 3 MKB-
bedrijven met 2 grote productiebedrijven (zie voor de
deelnemers het kader, red.). Ook voor KIEK 3 zoeken we
weer een mooie pluriforme groep.’
Geestelijk vaderEen dergelijk succes roept natuurlijk de vraag op aan wie
dit alles is te danken. Van der Meulen noemt directeur
Joost Bogers van Hoomark (cadeaupapier en meer, red.)
in Hoogeveen als belangrijke initiatiefnemer, maar wijst
tegelijkertijd ook naar Jan van Wijk, die als begeleider
aan het project verbonden is en wordt beschouwd als
de geestelijk vader van KIEK. Van Wijk: ‘Ik werkte het
grootste gedeelte van mijn carrière bij SCA (zie kader),
onder andere in Hoogezand. SCA heeft overal ter wereld
productiebedrijven. Wij hadden de behoefte om de
bedrijfsmatige ontwikkeling van al die verschillende
vestigingen meer met elkaar in de pas te laten lopen.
Meer van elkaar te leren. En zo ook een eigen ’standaard’
te ontwikkelen als het gaat om allerlei bedrijfsmatige za-
ken. Daarom ontwikkelden wij op basis van de mondiale
standaardmodellen die daar al voor bestonden én onze
eigen visie een eigen verbetermodel, met daarbij een
assessment. We leerden ondertussen veel, onder andere
door een intensief bezoek aan Toyota. Maar we merkten
ook dat we zélf onze vingerafdruk in het model konden
zetten. Bij SCA benadrukten we bijvoorbeeld veel meer
de kant van de mens in het bedrijf. Verantwoordelijkhe-
den behoorlijk radicaal op de werkvloer leggen, besluit-
vorming versimpelen, het zogenaamde ‘eigenaarschap’
op de werkvloer laten voelen. Dat heeft onze efficiency
en slagvaardigheid aanzienlijk versterkt. Dat SCA-model
vormde de basis voor wat we nu doen met KIEK.’
VertrouwelijkVan der Meulen: ‘Dit model gaat uit van een positieve
grondhouding. Het zogenaamde World Class Manage-
ment Model (WCM) begint al met de vraag ‘Wat gaat
hier goed?’. Met als tweede vraag: ‘Wat kan beter?’. Met
het assessment lichten we het hele bedrijf door aan de
hand van dat WCM-model. Dat wil niet zeggen dat ieder
bedrijf exact aan alle criteria moet voldoen. Er kunnen best
redenen zijn bij een bepaald bedrijf of in een bepaalde
branche de dingen net even anders te doen. Daarover
ontstaat dan een inhoudelijke discussie met de deelne-
mers en krijg je dingen boven tafel die je anders nooit
naar boven krijgt.’
Van Wijk: ‘Het belangrijkste is dat de deelnemers in
vertrouwelijke omgeving álle kennis en ervaring die ze
hebben met elkaar delen, wanneer een ander daar beter
van kan worden. Je wordt als bedrijf echt doorgezaagd,
maar wel uiterst zorgvuldig en met behulp van een
model dat zijn nut heeft bewezen. Het gaat echt om
essentiële vragen. Hoe pak je de zaken nu aan? Hoe zien
de processen er uit? Wie is waarvoor verantwoordelijk?
En wie legt waarover rekenschap af? Door die intensieve
dialoog ontstaat er iets heel bijzonders in de groep.’
Van der Meulen: ‘En dat zie je terug in het vervolg.
De deelnemers van het eerste KIEK-cluster zijn na het
proces gewoon gezamenlijk dóórgegaan. Ze zijn elkaars
sparringpartners; een mooi bewijs dat KIEK hout snijdt
en geen vrijblijvend tussendoortje is.’
Het assessmentmodel dat voor KIEK wordt gebruikt is
afgeleid van het World Class Management-model van
SCA Hygiene Products. Een van oorsprong Zweeds
bedrijf met haar hoofdkwartier in Stockholm en
met diverse vestigingen in Nederland. Het bedrijf
produceert tal van producten, met name in de sfeer
van persoonlijke hygiëne; van zakdoeken tot luiers en
maandverband.
Deelnemers KIEK 1: Variass Veendam, Steinfort Glas
Franeker, Van de Leur Bolsward, Animo Assen en
Hoomark Hoogeveen.
Deelnemers KIEK 2: Teijin Delfzijl, Fresenius Emmer-
Compascuum, Stertil Kootstertille, Biddle Kootstertille
en Oreel Hallum.
KIEK 3 start in de tweede helft van dit jaar.
Folkert van der Meulen
T (06) 215 185 12 • E [email protected]
I www.npal.nl
In elkaars keuken kijkenen dóórzagen
31
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Castien is de Managing Director van Resato. Hij kocht het
bedrijf in 2009 samen met Ton Driessen en Michel Hooft-
man, met wie hij ook de huidige directie vormt. Om
niet alleen afhankelijk te zijn van een bankfinanciering
benaderde het drietal destijds onder meer de NOM, die
volgens Castien perfect in het plaatje paste: ‘We waren op
zoek naar een financier met een langetermijnvisie. Dat
is, terugkijkend, precies de kracht van de NOM: ze zijn
een hele stabiele factor in je onderneming, in goede en in
slechte tijden.’
Positieve exit bij hogedruktechnologie-ontwikkelaaren machineproducent Resato
‘De NOM is een fantastische aandeelhouder geweest’
Na vijf jaar financiering is de NOM begin dit jaar uit hogedruktechnologie-ontwikkelaar en water-
straalsnijmachineproducent Resato gestapt. Goed nieuws, want dit betekent dat het innovatieve
bedrijf uit Roden klaar is voor een volgende fase. De NOMMER kijkt samen met Rob Castien van
Resato en Annemieke Wouterse van de NOM terug op de succesvolle samenwerking.
32
• J U N I 2 0 1 4
Andersom was de match ook snel gemaakt, zegt NOM
Investment Manager Annemieke Wouterse, die van begin
tot eind betrokken was bij Resato. ‘Resato was al een
winstgevend productiebedrijf, een mooi maakbedrijf van
hoogtechnologische machines. Ze zijn bovendien erg
innovatief, wat goed bij de NOM past omdat investeren
in innovatie goed is voor de regio. Hier kwam ook bij dat
we voldoende groeimogelijkheden zagen, en het volste
vertrouwen hadden in de nieuwe directie.’
Groei door rust in de tentDe samenwerking bleek al snel succesvol. Ondanks de ban-
ken- en economische crisis heeft Resato zich de afgelopen
vijf jaar goed kunnen ontwikkelen; het bedrijf is vanaf
2010 zo’n 50 procent gegroeid in omzet en is van 42 naar
70 medewerkers gegaan. Volgens Castien is de NOM hier
mede verantwoordelijk voor: ‘Door de investering van de
NOM hebben we nooit wakker gelegen van de financiële
situatie van het bedrijf. Er was met andere woorden rust in
de tent, zodat we echt konden doen waar we goed in zijn:
ondernemen.’
Die rust, benadrukt de directeur, is heel belangrijk: ‘We
konden focussen op de lange termijn, en bouwen aan de
groei van ons bedrijf. Tijd is misschien wel het allerbelang-
rijkste wat een ondernemer nodig heeft, want als je niet
rustig kan bouwen word je uiteindelijk ingehaald door je
concurrenten.’ Naast de focus op de lange termijn was ook
het netwerk van de NOM van grote waarde, voegt Castien
toe. ‘De NOM kent echt iedereen, van provinciale instellin-
gen tot collega-ondernemers tot educatieve instellingen, en
kan je daarmee heel makkelijk in contact brengen zodat je
sneller kan schakelen.’
Positieve exit Wouterse is trots op wat Resato met hulp van de NOM
gerealiseerd heeft. ‘De afgelopen vijf jaar hebben ze een
behoorlijke slag geslagen: de interne organisatie is gepro-
fessionaliseerd, de producten zijn gestandaardiseerd en de
organisatie is zodanig neergezet dat ze nu klaar zijn voor
een volgende fase.’ Die fase is met het instappen van de
Verder Groep, een producent van allerlei soorten pompen,
inmiddels ingezet. Wouterse: ‘De exit is dus heel positief,
met hulp van de nieuwe aandeelhouder kan het bedrijf
internationaal verder groeien. Dit past ook helemaal binnen
het beleid van de NOM.’
Ondanks dat Resato nu haar eigen weg gaat blijft Wouterse
het bedrijf met grote belangstelling volgen. ‘Het is natuur-
lijk een absoluut pareltje. Ik denk dat we vooral als regio
trots moeten zijn dat we zo’n mooi bedrijf hebben!’ Castien
kijkt met veel genoegen terug op de samenwerking: ‘Dank-
zij de NOM zijn we op een financieel verantwoorde manier
door een moeilijke periode heen gekomen. Wij kunnen nu
vooruit, en daar heeft de NOM zeker een groot aandeel in.
Ze zijn een fantastische aandeelhouder voor ons geweest!’
‘De NOM is een fantastische aandeelhouder geweest’
Annemieke Wouterse
Investment Manager NOM
T (06) 215 184 94 • E [email protected]
33
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
O N D E R N E M E R U I T G E L I C H TSPOTLICHT
Een wereld aan mogelijkhedenHans-Henk Wolters is afgestudeerd chemisch technoloog
en procestechnoloog als hij in 1996 bij Philips in Drachten
gaat werken. Hier maakt hij kennis met het elektroche-
misch proces waarmee de scheerkappen van de Philishave
worden geproduceerd. Met elektrochemie worden onder
invloed van elektriciteit en chemicaliën metalen bewerkt.
Dat kan ook door te frezen, boren of draaien, alleen met
elektrochemie kan nog fijner gewerkt worden. Tot op de
micron nauwkeurig en met een mooie gepolijste opper-
vlaktekwaliteit.
In 1999 wordt hij gevraagd om bij Philips Aerospace mee te
werken aan ontwikkelingen binnen het Joint Strike Fighter-
programma. Hier werd dezelfde techniek toegepast voor de
ontwikkeling van enorme turbinebladen van zeer harde,
taaie hoogwaardige legeringen. Hans-Henk is ervan over-
tuigd dat als je zo groot en ook zo klein met deze complexe
techniek kunt werken, er nog veel meer mogelijkheden
moeten zijn. Het is 2003 en het begin van zijn eigen onder-
neming: ECM Technologies. In Leeuwarden.
Niet gehinderd door verhalen van anderen Met ECM begeeft Hans-Henk zich in een nichemarkt. Er
zijn nauwelijks bedrijven die zich met het maken van
precieze producten via elektrochemie bezighouden. Hij wil
zich met ECM dan ook vooral richten op technologische
uitdagingen en vermoedt dat met name grote nationale en
internationale bedrijven uit de sectoren aerospace, medisch,
automative en space geïnteresseerd zullen zijn. Alleen, hoe
weet je welke bedrijven nou net op jouw oplossing zitten
te wachten? ‘Gek genoeg heb ik er nooit zo over nagedacht
hoe andere ondernemers aan hun klanten komen’, vertelt
Hans-Henk, ‘maar zelf ben ik begonnen met het ontwikke-
len van een goede website. Op electrochemicalmachining.
com heb ik de mogelijkheden van het elektrochemische
proces gevisualiseerd en daarmee duidelijk uitgelegd. Daar-
naast heb ik ervoor gezorgd dat de site optimaal vindbaar
is en hoog scoort in de ranking van Google. De gedachte
daarachter is even simpel als cruciaal. Als klanten proble-
men hebben gaan ze googlen. Als je ze dan snel en met de
juiste oplossing via het web kunt overtuigen, zoeken ze
contact en heb je meteen een goed gesprek.’
Aanvullende podiaEn inderdaad. Die strategie werkt. De case van ECM op het
internet overtuigt. Het eerste contact komt uit Amerika en
betreft de luierindustrie. En in no time zoeken en vinden
bedrijven van over de hele wereld de innovatieve oplos-
singen van ECM. Eerst vooral via het internet, later ook
omdat Hans-Henk de case van ECM, zijn know-how op
het gebied van complexe procestrajecten en zijn innova-
tieve ideeën op nationale en internationale podia tijdens
congressen en bijeenkomsten met branche- en vakgenoten
goed aan de man weet te brengen. ECM groeit. Er komt
een vestiging in de VS die inmiddels (in 2012) is verkocht
aan een Amerikaans bedrijf. Momenteel loopt er een tra-
Het serie-ondernemerschap van H ans-Henk Wolters
Leeuwarden. We zijn op bezoek bij ECM Technologies en worden te woord gestaan door
Hans-Henk Wolters. Hans-Henk is chemisch- en procestechnoloog, uitvinder, innovator,
netwerker, techneut, strateeg en internationaal keynotespeaker komen we tijdens het gesprek
achter (in willekeurige volgorde). Oh ja, en serie-ondernemer. Vreemd genoeg staat op zijn
kaartje gewoon CEO.
Het was alweer een tijd geleden dat Wubbo Everts (projectmanager FDI) met Hans-Henk sprak.
Destijds was dat nog in het kader van compensatie-orders. Tijd voor een update. Vond Wubbo.
Want de geruchten waren dat hier sprake zou zijn van een veelzijdig ondernemer.
34
• J U N I 2 0 1 4
ject om een groot productieproces binnen te halen. ‘Als
dat lukt’, vertelt Hans-Henk, ‘verhuizen we straks voor
de derde keer.’
Op dit moment werken bij ECM 8 hoogopgeleide speci-
alisten.
Hans-Henk’s HoldingHet ondernemerschap bevalt Hans-Henk prima. ‘Ik zie
het als een feestje’, zegt hij daarover. ‘Steeds opnieuw
word ik geprikkeld om over de verschillende facetten
van mijn eigen bedrijfsvoering na te denken.’ Product-
ontwikkeling, de inrichting van de financiën, marketing,
netwerken, Hans-Henk is als het even lukt in iedere fase
betrokken. En ondertussen leiden veel van zijn soms
zomaar oprispende ideeën tot nieuwe technologisch
hoogstaande innovaties, tot de aanvraag van patenten, tot
nieuwe ontmoetingen, tot steeds weer nieuwe activiteit.
Internet is steeds een cruciale factor gebleken. ‘Het is
heel eenvoudig, maar alles waar wij ons nu mee bezig-
houden had ik 30 jaar geleden niet kunnen doen als er
geen internet was geweest.’
In 2014 telt Hans-Henk’s cv vijf ondernemingen. Voor
het overzicht zijn deze ondergebracht in Triple H. Wat
zoveel wil zeggen als Hans-Henk’s Holding. Inmiddels
is www.triplehbv.nl online, een soort portal met meer
aandacht voor de mens Hans-Henk Wolters. ‘Het is
inmiddels ook tijd voor wat meer personal branding’,
is hiervoor zijn verklaring.
Het serie-ondernemerschap van H ans-Henk Wolters
ECM Technologies ECM Technologies is gespecialiseerd in innovatieve oplossingen op
gebied van het elektrochemisch bewerken van metaal. Bij ECM wordt
elke te ontwikkelen metalen vorm, groot of klein, vastgelegd in één
gereedschap. Hier wordt een chemische zoutoplossing doorge-
stroomd waardoor delen van het metaal oplossen. Het resultaat kan
een tot op de micron nauwkeurig uitgevoerd onderdeel zijn, maar
ook een meterslange metalen buis met een complexe nauwkeurige
structuur. electrochemicalmachining.com
Metal Membranes In samenwerking met Wetsus is het gelukt om metaal onder invloed
van een elektrochemisch plasma om te zetten in keramiek. De poreuze
structuur die zo ontstaat kan functioneren als filter met nanometer-
poriën. Metal Membranes is in staat dit proces sterk te vereenvoudigen
door veel stappen over te slaan. Metal Membranes heeft een patent
sinds 2009. metalmembranes.com
Sidekick IndustriesTijdens gesprekken met toptechnologen van multinationals zag
Hans-Henk vaak als het ingewikkeld werd de aandacht verslappen.
Zo begon Sidekick Industries, een nieuw bureau met als doel
een innovatie, complex proces of ingewikkelde techniek te
visualiseren met behulp van een animatie. sidekickindustries.com
OnderhandenwerkAdditive manufacturing, een oproep! ECM heeft met een aantal metaalbedrijven onderzocht wat 3D-
metaalprinten voor de verschillende productieprocessen zou kunnen
betekenen. Additive manufacturing is hot. En de combinatie additive
manufacturing en ECM heeft potentie. In samenwerking met een US
National Laboratory en US University is een onderzoeksprogramma
naar deze technologie gestart.
Hans-Henk heeft het idee een 3D-printer naar het Noorden te halen
en is een lobby gestart om metaalbedrijven te interesseren en een
cluster te beginnen. Met een tiental bedrijven kunnen de kosten voor
aanschaf worden gedeeld en kan ieder zijn eigen programma draaien.
Ook het nieuwe NOM Innovatiefonds is benaderd om te kijken naar
financieringsmogelijkheden.
Volop in ontwikkeling FreshCube, RipeCube, voedsel langer houdbaar houden of sneller
rijpen. freshcube.nl
Natural Safety Systems, brand blussen in seconden. www.nasasy.com
Uit de serie: ondernemingen van Hans-Henk Wolters
35
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Diederik Jongema
Investment ManagerT (06) 557 122 96 • E [email protected]
Friesland is van oorsprong een echte landbouwprovincie. Vooral
de veeteelt en de daarmee verbonden zuivelindustrie waren
lange tijd de stuwende krachten achter de regionale economie.
De afgelopen decennia is de Friese economie aanzienlijk veel-
zijdiger geworden. Met name de zakelijke en financiële dienst-
verlening, bouw, gezondheidszorg en toerisme hebben flink aan
belang gewonnen. Sterker nog, inmiddels valt zo’n 90% van het
Friese bedrijfsleven onder het MKB. Maar hoe handhaaf je je po-
sitie in een steeds verder globaliserende economie? In tijden van
(internationale) concurrentie, schaalvergroting en concentratie?
Vernieuwing is dan het sleutelwoord. De provincie Fryslân zet
daarom in op de versterking van de economische structuur en
uitbouw van de provinciale werkgelegenheid. Om dat doel te
bereiken is het stimuleren van innovatie bij het MKB van groot
belang. Vandaar dat de provincie Fryslân onlangs is gestart met
het Doefonds Fryslân, het eerste provinciale fonds voor innova-
tieve ondernemers in Noord-Nederland.
MeerwaardeDiederik Jongema is Investment Manager van het Doefonds
Fryslân. Een geboren en getogen Fries die afgelopen mei met
trots en enthousiasme aan zijn nieuwe klus is begonnen. De
meerwaarde van het initiatief is voor hem overduidelijk. ‘Als
je als MKB’er wilt groeien en innovaties wilt doorvoeren moet
je over voldoende kapitaal beschikken’, zegt hij. ‘Voor innova-
tieve ondernemers, starters en bestaande bedrijven met nieuwe
ideeën is het echter niet eenvoudig om in hun kapitaalbehoefte
te voorzien. Door de relatief hoge risico’s die met innovatie
samenhangen en het ontbreken van zekerheden. Banken zijn
terughoudend, mede ingegeven door de huidige economische
situatie. Er moet altijd een gezonde balans zijn tussen eigen ver-
mogen en vreemd vermogen. Een bank wil dan dat je ook eigen
geld inbrengt. En daar ligt voor veel bedrijven een probleem.
Het Doefonds Fryslân kan dan uitkomst bieden. Wij verstrekken
financiering in de vorm van leningen en aandelenkapitaal aan
innovatieve ondernemers in provincie Fryslân. Zodat andere
partijen uit de markt wel bereid zijn om te investeren.’
Laagdrempelig instrumentHet Doefonds wil dus meer en betere innovaties in het Friese
MKB stimuleren. Maar wat wordt er door de provincie nu precies
onder innovatie verstaan? Het is immers een zeer ruim begrip.
‘Dat klopt’, reageert Diederik, ‘daarom gaat het ook bij ons om
een brede invulling van de definitie. Om nieuwe producten of
diensten, maar ook om substantiële verbeteringen van produc-
tieprocessen of het benutten van nationale of internationale
marktkansen. Het gaat verder dan het stimuleren van spin-offs
van kennisinstellingen of het ondersteunen van kleine high
tech bedrijven. Het gaat ook om het helpen van MKB-bedrijven
in de doorgroei van hun bestaande activiteiten.’ Het Doefonds
Fryslân is een laagdrempelig instrument dat het MKB op lange
termijn meer kansen biedt op toename van omzet winstgevend-
heid en/of werkgelegenheid. Het kan investeren met bedragen
van € 25.000,- tot maximaal € 1.5 miljoen per onderneming. ‘Het
zijn geen subsidiepotjes waar wij mee strooien, maar uitsluitend
financieringen’, benadrukt Diederik.’ Het moeten gewoon goede
plannen zijn. Geen zes, maar minimaal een acht. Het is boven-
dien een revolverend fonds. Dat betekent dat als het bedrijf suc-
cesvol is we de uitgezette middelen weer terugkrijgen, om zo ook
weer andere bedrijven te kunnen helpen.’
StartblokkenHet beheer van het fonds wordt door de provincie uitbesteed aan
de NOM. Voor Diederik geen onbekende organisatie. Ruim een
jaar lang was hij projectmanager bij Flinc, een initiatief van de
NOM en de KvK dat startups helpt om hun onderneming sneller
van de grond te krijgen. ‘Bij Flinc zat ik aan de voorkant’, vertelt
hij. ‘Ik hielp innovatieve ondernemers bij het opwerken van
hun businessplan tot een financierbare propositie. Om op basis
daarvan te zoeken naar passende financiering. Bij het Doefonds
zit ik aan de andere kant en kan ik middelen gaan verstrekken.
Momenteel staan we in de startblokken. De organisatie krijgt
steeds meer vorm. Met een groot aantal bedrijven heb ik inmiddels
al gesprekken gevoerd. Na de zomer gaat dat hopelijk tot de eerste
zichtbare resultaten leiden.’
Voor Friese MKB’ers met een innovatief idee en een
gedegen businessplan is er een nieuw initiatief: het
Doefonds Fryslân. Het fonds verstrekt financiering in de
vorm van leningen en aandelenkapitaal. ‘Het zijn geen
subsidiepotjes waar wij mee strooien,
maar uitsluitend financieringen.’
‘Geen zes, maar minimaal een acht’
• J U N I 2 0 1 4
36
Wat eigenlijk nog meer telt dan die getallen is dat dankzij
het CCC waardevolle kennis over gezonde voeding en
over de route naar een biobased economy voor de regio
is behouden en ook verder versterkt. Dat betekent dat be-
drijven waar koolhydraten de kern van het bedrijfsproces
vormen ook in de toekomst banen kunnen blijven schep-
pen. Denk daarbij aan toonaangevende multinationals
als Avebe, FrieslandCampina, Cosun, HZPC en Aviko.
Allemaal ondernemingen die hun wortels vinden in de
(noordelijke) agrarische sector.
Het zijn bedrijven die zich er ook sterk van bewust zijn
dat de mondiale concurrentie in ‘simpele’ bulkproducten
steeds moeilijker te winnen zal zijn. Winst die wel zit in
producten die wat toevoegen, op het gebied van gezond-
heid bijvoorbeeld. Zo wordt er in CCC-verband door
wetenschappers en bedrijven samen onderzoek gedaan
naar de gezondheidseffecten van probiotische bacte-
riën, die nu al in van die kleine flesjes in de supermarkt
worden verkocht. Momenteel weten we nog maar heel
weinig van hoe die ‘gezonde’ bacteriën precies werken in
ons lichaam, stelt Lubbert Dijkhuizen, wetenschappelijk
directeur van het CCC en hoogleraar microbiologie aan
de Rijksuniversiteit Groningen. Het is dat soort vernieu-
wende kennis over de rol van voeding bij bijvoorbeeld
gezond ouder worden, obesitas of diabetes die de bedrij-
ven volgens Dijkhuizen nodig hebben om hun mondiale
positie te handhaven. ‘Alleen al om op dezelfde plaats te
blijven moeten de bedrijven zo hard rennen als ze kun-
nen’, aldus Dijkhuizen.
Lijvig rapportIn april van dit jaar werd op een feestelijke bijeenkomst
het eerste traject afgesloten van het Carbohydrate Com-
petence Center, het CCC1. Iedereen die er een beetje toe
doet in het wereldje van het noordelijke agro-industrieel
complex was er aanwezig. Dat trof, want zo konden de
CCC legt fundament voor gezondetoekomst noordelijke agro-industrie
Ruim 270 nieuwe arbeidsplaatsen, miljoeneninvesteringen in nieuwe producten en processen, bijna
honderd publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en negen veelbelovende octrooien. De cijfers
laten zien dat het Carbohydrate Competence Center van grote waarde is voor zowel de noordelijke
als de nationale economie.
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
37
gestuurde projecten. De R&D’ers van de bedrijven stonden
overigens allerminst langs de zijlijn. Voor hen was in het
onderzoek voortdurend een belangrijke rol weggelegd.
Dijkhuizen: ‘Op deze manier helpen de universiteiten
bedrijven met het vertalen van hun strategische wensen
en uitdagingen naar fundamenteel onderzoek op het ge-
bied van koolhydraten.’ Iets dat volgens Dijkhuizen zelfs
voor de multinationale giganten die in CCC participeren
niet bepaald een abc-tje is. Want het is niet zo eenvoudig
de juiste wetenschappers te vinden en bovendien missen
de ondernemingen vaak de benodigde specialistische
apparatuur.
De opzet heeft ook de aandacht getrokken van de regering,
want in het Topsectorenbeleid van het kabinet wordt
CCC1 een schoolvoorbeeld genoemd van publiek-private
samenwerking.
resultaten van het kennis- en innovatieproject eens goed
onder de aandacht worden gebracht. Daarvoor had de
CCC-projectorganisatie een lijvig rapport van ruim 150
pagina’s geproduceerd. Het CCC had wel wat te melden,
maakt professor Dijkhuizen duidelijk: ‘We waren gevraagd
een rapport van twee A-viertjes te leveren. Maar we vonden
het nodig de prestaties echt goed in beeld te brengen.’ De
resultaten brachten de aanwezige Groningse Commissaris
van de Koning Max van den Berg tot de uitspraak dat het
een ‘gotspe’ zou zijn wanneer het CCC ter ziele zou gaan
doordat er geen nieuw geld naar het project gaat.
Daar raakte de CdK precies de juiste en ook gevoelige
snaar, want na een vierjarige projectperiode (2009-2013),
met de nodige geslaagde projecten staat de opzet onder
druk doordat geldstromen dreigen op te drogen, met
name doordat er van de kant van de overheid minder geld
beschikbaar komt. Het is alle partners in het CCC er ech-
ter zeer veel aan gelegen de infrastructuur van onderzoek
en kennisuitwisseling overeind te houden en ook verder
uit te breiden, benadrukt Dijkhuizen.
SchoolvoorbeeldCCC1 werd in 2009 gestart, na een voorbereidingsperiode
die enkele jaren ervoor al was begonnen (zie kader). Elf
toonaangevende bedrijven stapten aanvankelijk in het
project, samen met zes kennisinstellingen waaronder de
Rijksuniversiteit Groningen, het UMCG en Wageningen
University & Research Centre (WUR). Het SNN tekende
voor de helft van de financiering, die werd betaald uit
Europees EFRO-geld en uit het programma Pieken in de
Delta. De bedrijven en kennisinstellingen legden elk een
kwart op tafel. Bij elkaar was er een bedrag beschikbaar
van 17,5 miljoen euro.
De samenwerking van bedrijfsleven en kennisinstellingen
werd op een eigen leest geschoeid. ‘In een reeks sessies zijn
de onderzoekswensen van bedrijven geïnventariseerd’, legt
Dijkhuizen uit. ‘Dat leverde vaak na enkele uren praten
een basisvoorstel voor een onderzoek op dat werd uitge-
werkt in een meerjarig onderzoeksplan waar de bedrijven
voor een kwart in meebetalen. Zo is het ook echt tot een
onderzoeksprogramma van de bedrijven gemaakt.’
Binnen de kennisinstellingen werden de juiste specialisten
gezocht die met het onderzoek aan de slag gingen. In de
voorbije jaren groeide zo aan de Rijksuniversiteit Groningen
en Wageningen UR een klein wetenschapslegertje van zo’n
honderd promovendi, post-doconderzoekers en analisten die
in CCC-verband onderzoek deden in 22 marktvraag-
De wortels van CCC
Het voornemen van onderzoeks-
instelling TNO om haar vestiging TNO/NIKO voor kool-
hydraatonderzoek in de stad Groningen te sluiten was
voor Avebe aanleiding aan de bel te trekken. Het aardap-
pelzetmeelconcern vreesde verlies van belangrijke kennis
voor de noordelijke agro-industrie over koolhydraten en
verwerkingstechnologie. Met als doel de TNO-vestiging
voor Groningen te behouden en tevens koolhydraten-
expertise op een hoger plan te brengen en versnippering
van kennis te voorkomen heeft de NOM daarop rond
2005 de interesse gepeild bij bedrijven en kennisinstel-
lingen voor een samenwerkingsverband voor onderzoek
naar koolhydraten. In die fase vervulde Fons Voragen,
emeritus hoogleraar levensmiddelenchemie aan de
Wageningen University, een belangrijke rol als trekker,
samen met de NOM. Het leidde tot een kwartiermakers-
project in 2007-2008, dat in 2009 uitmondde in een
consortium agreement voor het Carbohydrate Compe-
tence Center waar twintig bedrijven en zes kennisinstel-
lingen hun handtekening onder zetten. TNO/NIKO werd
overigens wel in 2009 naar Zeist verhuisd, maar TNO bleef
betrokken bij het CCC.
Emeritus hoogleraar Voragen trekt nu als zakelijk direc-
teur de kar van het CCC. RUG-hoogleraar microbiologie
Lubbert Dijkhuizen is als wetenschappelijk directeur
verbonden aan het CCC.
• J U N I 2 0 1 4
38
CCC-productenHet onderzoek leverde fraaie resultaten op, aldus Dijkhui-
zen. Hij wijst naar de toegenomen kennis van de nuttige
probiotische bacteriën en gemodificeerde zetmeelmoleculen
die minder snel energie afgeven aan de mens. Ook noemt
hij de plastic fles, gemaakt van koolhydraten gewonnen uit
suikerbieten.
Uiteraard is nagedacht over de vraag of bedrijven elkaar wel
de blik in hun keuken gunnen. Problemen tussen bedrijven
omtrent concurrentiegevoelige kennis hebben zich echter
niet voorgedaan, verklaart Dijkhuizen. In de eerste plaats
omdat het fundamenteel, pre-competitief onderzoek betreft
naar de aard en werking van koolhydraten. ‘Het is basaal
onderzoek waar ze allemaal van kunnen profiteren. Het is
aan de bedrijven om uit de nieuwe inzichten toepassingen
te genereren. Bovendien zijn de partnerbedrijven allemaal
op een andere markt actief.’
Niet alleen de bedrijven profiteren, dankzij de onderzoeks-
programma’s wordt wereldwijd naar de Rijksuniversiteit
Groningen en de WUR gekeken als het gaat om koolhydra-
tenonderzoek. Dijkhuizen: ‘Het CCC-onderzoek dat we in
Groningen en Wageningen doen is ook precies in lijn met
waar mijn vakgroep zich op richt. Het versterkt waar we
mee bezig zijn.’ Daarnaast zullen naar verwachting ook de
patenten die het onderzoek voortbrengt de wetenschapsin-
stellingen financieel wat opleveren.
De CCC-activiteiten bracht bovendien Dijkhuizen persoon-
lijke eer, want mede dankzij het project werd de hoogleraar
in 2012 geselecteerd in de top 3 van de meest innovatieve
wetenschappers van ons land.
Na CCC ook PCCCCC1 heeft een flink aantal vervolgprojecten en investe-
ringen op gang gebracht. Bij elkaar gaat dat om een bedrag
van 18 miljoen euro. Voor CCC2 (2011-2014) is 9,5 miljoen
beschikbaar, waarvan 3,3 miljoen door de bedrijven op tafel
wordt gelegd. CCC3 moet het doen met 3,3 miljoen euro,
waarvan het aandeel van de private partijen 1,7 miljoen euro is.
De schat aan kennis die CCC1 heeft opgeleverd wordt in
CCC2 benut in onderzoek naar onder meer koolhydraten voor
gezonde voeding. De andere loot, CCC3 (Topsector AgriFood),
concentreert zich op structuur en werking van prebiotica
en probiotica. Dan is er nog CCC-ABC dat zich richt op de
thema’s biobased economy, diervoeder en zetmeel. En met het
CCC als blauwdruk heeft een aantal CCC-betrokkenen dit jaar
ook het PCC opgezet dat op vergelijkbare manier onderzoek
verricht naar eiwitten (proteïnen). En tenslotte hebben acht
CCC-bedrijven, de Rijksuniversiteit Groningen, de Hanzehoge-
school en het Noorderpoort onlangs het initiatief genomen
voor oprichting van het Zernike Advanced Processing Facility
(ZAP), een proeffabriek voor ontwikkeling en testen van pro-
ductieprocessen.
Ook al wordt er over verdere financiering van het CCC nog
gesoebat, het weerhoudt Dijkhuizen en de zijnen er niet van
op volle kracht door te gaan. De Rijksuniversiteit Groningen
overweegt overigens om binnenkort een extra nieuwe miljoenen-
investering voor het CCC-project goed te keuren. Dijkhuizen
wil maar zeggen: al zal het Carbohydrate Competence Center
het wellicht met minder geld moeten doen, de basis die is
gelegd biedt volop mogelijkheden om verder te werken aan
innovatief onderzoek en toepassing van koolhydraten.
Piet Buwalda, Starch Technology Manager bij Avebe over het CCC
‘Onze meest radicale innovaties komen uit samenwerkingsverban-
den met andere industrieën en kennisinstellingen zoals TNO, NIZO,
Wageningen University & Research en de Rijksuniversiteit Gronin-
gen. Avebe participeert daarom veelvuldig in dergelijke samen-
werkingen. Denk daarbij aan projecten zoals IOP-koolhydraten of
Agrobiokon. Het kan overigens lang duren voordat op deze manier
innovaties ontstaan, soms is dat pas tien jaar of later na beëindi-
ging van een project.
Vanwege de innovatiepotentie heeft Avebe het initiatief voor de
oprichting van het CCC ondersteund. Avebe heeft deelgenomen
aan een tiental CCC-onderzoeksprojecten, met als speerpunten
voedingsvezel, vezel voor papier, ontsluitingstechnieken, derivati-
sering en verbeterde teelt.
Het heeft ons nieuwe kennis opgeleverd van producten en proces-
sen en teelt van aardappelrassen. We hebben tevens gemerkt dat
de intensieve samenwerking in het CCC-netwerk ons innovatieproces
versnelt. Avebe ziet het CCC als een prima virtueel kennisplatform
met een hoge mate van flexibiliteit. We hopen en verwachten daarom
dat het CCC een lang leven is beschoren.’
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
39
Veelzeggend is het volgende voorbeeld. ‘Eén van mijn
medewerkers kwam naar me toe omdat hij een zeer interes-
sant aanbod had gekregen bij een ander bedrijf: op jaarba-
sis een flinke som geld extra en meer internationale moge-
lijkheden. Hij vertelde eerlijk over zijn dilemma omdat hij
het naar zijn zin heeft bij DMT. En juist door het opstellen
van zijn persoonlijke Big Five had hij ontdekt hoe belang-
rijk kansen in het buitenland voor hem zijn. Het financiële
verschil kon ik niet overbruggen, wel gaf ik hem twee jaar
de tijd om in een land naar keuze een DMT-vestiging op te
zetten, met als enige voorwaarde dat het rendabel zou zijn.
Hij bleef en ging vol energie aan de slag. Met succes, want
door zijn inzet gaan we binnenkort met de eerste grote
projecten in Amerika aan de slag.’
Potentie aanborenDe Big Five for Life maakt mensen ervan bewust dat er
méér is in het leven dan alleen winst maken en geld ver-
dienen. Het haalt dromen en drijfveren voor het voetlicht
en die kunnen een grote inspiratiebron zijn, zowel voor
persoonlijke groei als voor organisatieontwikkeling. ‘De
kunst is om mensen en hun missies in leven en werk te
koppelen aan het bedrijf’, stelt Dirkse. ‘Voordat ik kennis-
maakte met de Big Five, was ik me al bewust dat mijn
mensen het ware kapitaal van DMT zijn. Dat bracht me
bij de vraag waarom mensen eigenlijk doen wat ze doen.
Waarom zitten mijn medewerkers juist bij dit bedrijf?
Hoe kan ik alle aanwezige potentie aanboren en focussen
op een gezamenlijke missie? Ik wilde daar iets mee, alleen
had ik een goede kapstok nodig om mijn ideeën aan op te
hangen.’
Reden van bestaanDie kapstok vond de DMT-directeur in de Big Five for Life
Business™ methode. Zijn externe HR-adviseur Sijbe Bonsma
gaf hem het boek van de Amerikaan John P. Strelecky, die
het Big Life concept heeft ontwikkeld. ‘Eerlijk is eerlijk, eerst
vond ik het een vrij wazig verhaal. Toch bleef de essentie
hangen en toen ik het boek nog een keer las, viel alles op
z’n plek. Want: wat willen we eigenlijk bereiken in het
leven? En hoe kunnen we dat koppelen aan ons werk? Alles
begint met inzicht in de reden van je bestaan, als mens én
als organisatie. Dat klinkt groots, abstract en filosofisch,
maar juist door het echt als bestaansreden te benoemen,
kom je tot een (bedrijfs)missie vanuit je tenen. Om te begin-
nen heb ik samen met een aantal medewerkers de reden
van bestaan van DMT geformuleerd. Dat gaf verrassend veel
energie, al moest het echte werk toen nog beginnen.’
Doelen hebbenDe introductie van de Big Five for Life bij DMT ging met
vallen en opstaan. ‘Veel medewerkers waren meteen ent-
housiast, anderen hadden wat meer tijd nodig of vonden
het niets. Het was namelijk ook de bedoeling dat iedereen
zijn eigen bestaansreden en Big Five formuleerde én met
elkaar deelde. Dan zet je natuurlijk wel iets in gang. Bij ons
DRIJFVEREN
Big Five for Life raakt de kern
Elke ondernemer droomt van een bedrijf waar iedereen enthousiast, ge-
passioneerd en met dezelfde focus de gezamenlijke doelen nastreeft en
behaalt. ‘Met Big Five for Life is het haalbaar om zo’n organisatie te creëren’,
stelt Erwin Dirkse, directeur van DMT Environmental Technology in Joure.
Hij vertelt hoe dit Amerikaanse concept de kern raakt, zelfs dwars door de
nuchterheid die de techneuten van DMT zo eigen is.
40
• J U N I 2 0 1 4
draait alles om ontwikkeling en dat begint bij mensen die
daar open voor staan. Hun persoonlijke Big Five hoeft heus
niet direct gerelateerd te zijn aan hun werk, het belangrijk-
ste is dat ze doelen in hun leven hebben. Wie gewoon maar
wat doet zonder iets te willen bereiken of hier alleen maar is
om geld te verdienen, past niet bij dit bedrijf. De vraag wat
mensen beweegt, komt daarom sinds de Big Five standaard
aan de orde bij sollicitatieprocedures. Het blijkt een krachtig
instrument om te ontdekken of iemand bij ons team past.
Wij investeren veel in onze medewerkers en dan verwacht
ik een bepaalde bevlogenheid. Want als mensen na een paar
jaar alweer vertrekken, is dat verspilde tijd, geld en energie.
Die steken we liever in onze Big Five.’
Effect al merkbaarDirkse merkt dat sommige mensen hun Big Five zomaar
op papier hebben, anderen worstelen er weken of zelfs
maanden mee. ‘Dat geeft niets, als de wil er maar is. En
onze HR-adviseur Sijbe Bonsma - die het Big Five concept
naar Nederland heeft gehaald - is altijd beschikbaar om mee
te denken. We zijn nu bezig om een workshop voor DMT
te ontwikkelen, zodat we nog beter onderlinge verbindin-
gen kunnen maken. Zo hebben we de Big Five dit jaar als
onderlegger gebruikt voor het bedrijfsplan 2014-2017, met
concrete SMART-doelen, zowel DMT-breed als per afdeling
en individuele medewerker. Terwijl de effecten van de Big
Five al merkbaar zijn hoor, want we maken sinds de intro-
ductie in 2010 een groeispurt door van 30 tot 40 procent
per jaar! Het team heeft er zin in, de mensen zijn bereid om
uit hun comfortzone te stappen. En dán kun je innovatief
zijn, doorontwikkelen en vol energie doelen en dromen
waarmaken.’
Groter denkenDe kracht van Big Five for Life schuilt volgens Dirkse in be-
wustwording. ‘Big Five helpt ons bedrijf en de medewerkers
een spiegel voor te houden, zodat we weten wie we zijn,
waar we naartoe werken en waarom ook alweer. Het is ook
een trigger om groter te denken en mogelijkheden te ont-
dekken die anders verborgen blijven. Big Five for Life maakt
onze unieke vingerafdruk zichtbaar en het is vervolgens aan
ons hoe we die in de markt neerzetten.’
Nieuwsgierig naar de Big Five van DMT?
Kijk op www.dmt-et.nl. Meer informatie over het concept is
te vinden op www.bigfiveforlife.nl.
Big Five for Life raakt de kern
Drijfveren zijn een belangrijke motor achter groei en
ontwikkeling, maar in hoeverre zijn bedrijven in Noord-
Nederland daar bewust mee bezig? En hoe pakken ze
dat aan? NOM is nieuwsgierig en interviewt voor deze
nieuwe rubriek organisaties die hun beweegredenen
actief onderzoeken.
John P. Strelecky, Erwin Dirkse en Sijbe Bonsma
41
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Al sinds de achttiende eeuw is vaccinatie een succesvolle
methode om immuniteit tegen infectieziekten te verschaffen.
Wereldwijd bestaat echter grote behoefte aan gebruikervrien-
delijke en kosteneffectieve vaccins. Vanuit die achtergrond
werd in 2007 Mucosis opgericht. Het Groningse biotechnolo-
giebedrijf werkt aan nieuwe types vaccins met een verbeterde
werkzaamheid die via de slijmvliezen van neus of mond kunnen
worden toegediend. Mucosis maakt daarbij gebruik van een
eigen innovatief ontwikkelingsplatform: Mimopath®.
Natuurlijke immuunreactie‘De Mimopath® vaccintechnologie is gebaseerd op het micro-
organisme Lactococcus lactis, een veilige melkzuurbacterie die
regelmatig wordt toegepast in de voedingsmiddelenindustrie’,
Kansrijk perspectief voor NOM-participatie
Mucosis werkt samen met Chinees bio farmaceutisch bedrijf
Onlangs is het Groningse biotechnologiebedrijf
Mucosis een strategische samenwerking en licentie-
overeenkomst aangegaan met het Chinese bedrijf
Changchun BCHT Biotechnology Co (BCHT).
‘Het Mimopath® platform van Mucosis en de
productiekennis van BCHT zijn een zeer kansrijke
combinatie’, zegt Annemieke Wouterse, Investment
Manager van de NOM.
• J U N I 2 0 1 4
42
vertelt Kees Leenhouts, medeoprichter en CSO van Mucosis.
‘Bij de bereiding van kaas bijvoorbeeld. De aan de bacterie
ontleende deeltjes, zogeheten partikels, zorgen voor een
meer natuurlijke immuunreactie en een brede bescherming.
Om een versterkte en aanhoudende immuunrespons tegen
je vaccin te krijgen heb je iets extra’s nodig. En juist dat
extra’s stoppen wij er met de Mimopath® technologie in.’
De op Mimopath® gebaseerde vaccins kunnen zonder in-
jectienaald worden toegediend in de neus of de mond. Het
belangrijkste product van Mucosis is SynGEM®, een vaccin
tegen RSV, het Respiratoir Syncytiaal Virus. RSV is een aan
het griepvirus verwant verkoudheidsvirus dat een infectie
in de luchtwegen veroorzaakt.
Veelbelovende resultatenWereldwijd sterven er jaarlijks circa 160.000 mensen na een
RSV-besmetting. Het probleem is daarmee net zo groot als in
het geval van griep. Vooral bij heel jonge kinderen kan het
virus fataal zijn of voor levenslange luchtwegproblemen zor-
gen. ‘Een vaccin tegen RSV bestond nog niet’, vervolgt Kees.
‘Dus daar zagen we een kans. We hebben daarom niet alleen
onze platformtechnologie, maar ook de vaccincomponent,
het unieke F eiwit van RSV, zelf ontwikkeld.‘ In 2013, twee
jaar na de start van de ontwikkeling van SynGEM®, werden
de veiligheid en werkzaamheid van het vaccin in dierproeven
aangetoond. De veelbelovende preklinische resultaten wekten
grote belangstelling bij de vaccinindustrie, onder meer in
China. Kees: ‘Tijdens een roadshow door China kwamen we
in contact met Changchun BCHT Biotechnology Co, een
vaccinbedrijf dat al enkele producten op de Chinese markt
heeft gezet. Ze waren direct zeer enthousiast. Binnen een
dag hadden we een principeakkoord. Met als uiteindelijke
resultaat dat Mucosis afgelopen 15 april een strategische
samenwerking en licentieovereenkomst met BCHT is aan-
gegaan.’
Exclusieve rechtenChangchun BCHT Biotechnology Co werd in 2004 opgericht.
Inmiddels telt het biofarmaceutische bedrijf 600 mede-
werkers die zich onder meer bezighouden met onderzoek,
ontwikkeling, productie en marketing van vaccins en
andere geneesmiddelen. Het managementteam bestaat uit
professionals met een brede internationale achtergrond en
ruime ervaring in de Chinese biofarmaceutische industrie.
‘BCHT verkrijgt de exclusieve rechten in China op SynGEM®
producten’, verduidelijkt Kees. ‘Wij transfereren de techno-
logie. Daarnaast krijgen ze de niet-exclusieve rechten op het
Mimopath® platform dat eveneens kan worden toegepast
voor de ontwikkeling van andere vaccins. Als het zover is
ontvangen wij voor die producten royalties. BCHT gaat zich
richten op China en delen van Azië en Mucosis op de rest
van de wereld.’
VersnellingAnnemieke Wouterse is Investment Manager van de NOM
en tevens commissaris bij Mucosis. Samen met de andere
financiers, MedSciences Capital, BioGeneration Ventures en
Utrecht Holdings, zet de NOM zich in om het grote poten-
tieel van Mucosis optimaal te benutten. Annemieke is dan
ook blij met de strategische samenwerking en licentieover-
eenkomst die het Groningse biotechnologiebedrijf en BCHT
hebben ondertekend. ‘Het Mimopath® platform van Mucosis
en de productiekennis van BCHT zijn een zeer kansrijke
combinatie’, zegt ze. ‘De samenwerking moet leiden tot een
versnelling in de ontwikkeling van vaccins en stelt BCHT in
staat om in Europa voet aan de grond te krijgen. De samen-
werking is in eerste instantie bedoeld voor het bevorderen
van het SynGEM® programma, maar zal zich in de toekomst
ongetwijfeld ook gaan richten op de bestrijding van andere
infectieziekten.’
CommittentMucosis werd in augustus 2007 operationeel als de eerste
spin-off van Biomade Technology Foundation in Groningen.
De NOM is één van de investeerders die al vanaf het begin
bij het bedrijf is betrokken. En die betrokkenheid is volgens
Kees, zeker gezien de huidige groei van het bedrijf, van grote
waarde. ‘Hoewel we een relatief klein vaccinbedrijf zijn,
richten we ons nadrukkelijk op de internationale markt.
We willen deals sluiten met aansprekende bedrijven. Om
in Groningen gevestigd te blijven moet er een flink com-
mitment zijn vanuit het Noorden. Zowel qua financiering
als op het terrein van gekwalificeerd personeel. Ook daarom
is het belangrijk dat een organisatie als de NOM ons blijft
ondersteunen. Anders is de kans aanwezig dat er op een
gegeven moment zo hard aan Mucosis wordt getrokken dat
we genoodzaakt zijn om naar elders te verkassen.’
Mucosis werkt samen met Chinees bio farmaceutisch bedrijf
Annemieke Wouterse
Investment Manager NOM
T (06) 215 184 94 • E [email protected]
43
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Verhalen van startups en investeerders
intelligente tas voor mobiele professionals
Hoe de nieuwe manier van werken eruitziet? De profes-
sional van de nabije toekomst is vooral mobiel. Die wil
de mogelijkheid en vrijheid hebben om altijd en overal te
werken. Op een apparaat naar keuze. En met bereikbaar-
heid als absolute must. Marijn Berk, afgestudeerd bedrijfs-
kundige en ondernemer is ervan overtuigd. Zijn droom?
Daar een bijdrage aan leveren. En de wereld nog mobieler
maken. Maar dan moet je onderweg natuurlijk geen last
hebben van lege accu’s of batterijen. De oplossing die hij
hiervoor bedacht is praktisch. ‘Mensen die mobiel willen
werken hebben doorgaans mobiele apparatuur. En die
nemen ze mee in een tas. Ik heb het omgedraaid en ben
over de tas als platform na gaan denken.’ Je moet er maar
opkomen. Het waren gedachten die leiden tot de ontwik-
keling van de Phorce, ‘the world’s first smart bag’.
De Phorce: een intelligente tas
Marijn ontwikkelde zijn eigen businesscase. De Phorce is
een tas met een oplaadsysteem waarmee je al je apparatuur
tegelijkertijd op kunt laden: je laptop, je tablet en je
mobiele telefoon. Het ontwerp is multifunctioneel, je kunt
er een backpack, koffer of koerierstas van maken. Een app
houdt bij hoeveel batterijduur je apparatuur nog over
heeft. En mocht je je Phorce ergens laten liggen, dan krijg
je een waarschuwing. ‘Om de mobiliteit te vergroten zal
een tas steeds belangrijker en waardevoller worden’, stelt
Marijn. ‘Over een aantal jaren zit een tas vol chips, sen-
soren en elektronica. Met de Phorce introduceren we een
intelligente tas waarmee we leidend willen worden in het
premiumsegment van de tassenmarkt.’
Stichting TelematicaEn toen waren er natuurlijk financiële middelen nodig om
de tas daadwerkelijk te kunnen produceren. Marijn boorde
verschillende kanalen aan. Lancering van de Phorce-pitch
op crowdfundingsite Kickstarter sloeg aan. Ook werd de
case via een selectiecommissie in Silicon Valley uit een aantal
opstartende bedrijven geselecteerd om aan Startup Chili
deel te nemen. Terug in Nederland ging de speurtocht
verder naar kapitaal bij regionale fondsen. ‘Zo kwamen
we met Flinc in gesprek en zijn we uiteindelijk bij Stich-
ting Telematica terechtgekomen. Een goede match. Ook
zij waren bereid startkapitaal in mijn idee te investeren.’
Op het moment van deelname van Stichting Telematica
was het productieproces in Azië al gestart. Maar zoals
dat kan gebeuren in de opstart van een bedrijf gingen er
teveel dingen fout. Een domper. ‘Prettig aan de samen-
werking met de Stichting was dat ze zich niet teveel
hebben bemoeid met onze operationele zaken’, vertelt
Marijn. ‘Dat gaf mij de vrijheid onze problemen zelf op
te lossen.’
Productontwikkeling van de Phorce vindt nu plaats in
Nederland, voor de productie is in België een goede partij
gevonden. De Phorce wordt zomer 2014 in Amerika en
Europa op de markt gebracht.
Marijn Berk,
Phorce Smart Bags
De Phorce
• J U N I 2 0 1 4
44
Flinc wordt mogelijk gemaakt door de Kamer van Koophandel,NV NOM en de drie noordelijke provincies. www.f-linc.nl
De Stichting Telematica wil onder-
nemerschap op het gebied van
internet en ict in Groningen en
Drenthe stimuleren door startups
met potentie te financieren. Geer-
ten Eijkelenboom is als fonds-
manager eerste aanspreekpunt in
geval van een interessante lead.
De stichting is geen gemakkelijk
toegankelijk loket waar gegadigden
zich zomaar even kunnen melden. Dat is bewust, vertelt
Geerten. ‘En maar goed ook. Want zowel ons kapitaal als
onze uren zijn beperkt.’ Hoe kom je dan als investerende
partij toch aan interessante pitches? Geerten vertelt dat die
eigenlijk altijd via het netwerk worden aangedragen. ‘We
werken nauw samen met Flinc, de NOM, Yeah Incubator
en het Launch Café Groningen. Zij kennen ons en weten
aan wat voor eisen de bedrijven die wij financieren moeten
voldoen. Meestal hebben zij de businesscase al bestudeerd.
Als zij constateren dat een ondernemer interessant is en
daadwerkelijk een investering nodig heeft brengen ze mij
daarvan op de hoogte.’
Helemaal van deze tijdZo ging het ook met Phorce smart bags, het idee van
Marijn Berk. Via Flinc werd Geerten ongeveer een jaar
geleden op zijn pitch gewezen. Een aantal gesprekken en
grondig onderzoek naar cijfers, concurrerende plannen en
de ondernemer in kwestie waren voldoende om Geerten en
de andere bestuurders van Telematica van de kansen van
deze innovatieve ontwikkeling te overtuigen. ‘Waar we in
geloofden? Nou, sowieso het concept’, vertelt Geerten. Het
is een disruptieve vorm van vernieuwing. In plaats van dat
je met een koffer vol met opladers op reis gaat, ga je straks
op pad met een koffer die oplaadt. Nu kom je thuis en leg
je je telefoon, je ipad en je laptop aan het stopcontact.
Straks kom je thuis en leg je je tas eraan. Een interessante
omkering. En vernieuwend. Bij het beoordelen van het idee
hebben we natuurlijk ook gekeken naar de markt en het
marktpotentieel. Daarbij had Marijn via crowdfunding in
korte tijd al veel succes. Dat geeft vertrouwen. Het product
past gewoon ook erg goed in deze tijd.’
Samen met andere investeerdersDe Stichting Telematica neemt nooit de gehele financierings-
behoefte voor haar rekening, altijd maar een deel. ‘We willen
een toezegging doen, maar dan moet de ondernemer zelf
wel bij een of meer andere partijen de rest van de finan-
ciering binnenhalen’, vertelt Geerten. Dat is overigens ook
het interessante aan samenwerking met Flinc. Door hun
netwerk kunnen zij ons goed koppelen aan andere inves-
teerders om mee te investeren in hetzelfde product.’
Investering in een disruptieve innovatie
Geerten Eijkelenboom,
Stichting Telematica
45
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Slim omgaan met cadeaugeld
Je kent dat wel. Je geeft een feestje en eigenlijk weet
niemand wat je wilt hebben. Toch krijg je allerlei onzin
waar je niet echt op zat te wachten. Een vriend van Marc
Kappetein maakte het mee toen hij ging trouwen. Zonde,
vond Marc, want als hij al het geld bij elkaar had gekregen
had hij zijn droomreis kunnen maken. Zo ontstond het
idee voor MakeMyDreams, een slimme spaarrekening voor
iedereen met een onvervulde wens. Met twee partners
besloot Marc dit verder te ontwikkelen. En zo veranderde
slim omgaan met cadeaugeld in het idee om van Make-
MyDreams een interactief sociaal platform te maken waar
ook geldstromen als zakgeld, kortingen, bonussen en gifts
slim kunnen worden benut.
Het eerste personal crowd funding platformvan NederlandMarc legt uit hoe MakeMyDreams werkt. ‘Als deelnemer
formuleer je je wens en open je via het platform een
spaarrekening. MakeMyDreams gaat je vervolgens helpen
om die ook daadwerkelijk vol te krijgen. We geven tips en
zorgen voor slimme koppelingen met social media, er komt
een MakeMyDreams-cadeaukaart en we gaan zorgen dat
je rechtstreeks via de site je wens kunt vervullen. We gaan
van MakeMyDreams een interessant platform maken waar
andere partijen graag bij aan willen haken. Retailers kunnen
er straks hun acties en bonussen op kwijt. En werkgevers
kunnen overwegen giften aan hun personeel op deze ma-
nier te besteden. Sympathiek aan het plan is dat het niet
gaat over geld’, benadrukt Marc, ‘maar dat je aan je omge-
ving vraagt om je te helpen je droom waar te maken.’
Flinc onder de indrukOm de ambitieuze plannen waar te maken is naast eigen
middelen extra financiering nodig. Via via kwam er contact
tot stand met Flinc. De telefonische pitch was overtuigend.
‘Diederik Jongema waardeerde het innovatieve karakter van
het idee en de professionele en serieuze aanpak van onze
plannen’, vertelt Marc. ‘Intussen heeft Flinc al verschillende
dingen voor ons gedaan. We zijn in contact gebracht met
mogelijke investeerders en samenwerkingspartners, ik heb
workshops gevolgd en heb onze plannen op verschillende
podia mogen presenteren. Momenteel helpt Flinc ons met
een financieringsaanvraag bij het Doefonds Fryslan en loopt
er een crowdfundingcampagne op symbid.nl.’
www.symbid.com/ideas/5492-makemydreams
MakeMyDreams
Marc Kappetein, Okke Meeuwes en
Harold van Riel
MakeMyDreams
Marc Kappetein en Okke Meeuwes
46
• J U N I 2 0 1 4
Overal in Noord-Nederland lopen ze verwachtingsvol
rond: MKB-ondernemers met een kansrijk idee. Voor
een nieuw product, nieuwe dienst of een te verbeteren
proces. Dat is mooi, want een goed idee kan heel wat
opleveren. Velen worstelen echter met eenzelfde probleem.
Ze hebben niet de tijd of beschikken over onvoldoende
kennis en vaardigheden om het idee verder uit te bouwen.
En dus zoeken ze de samenwerking met een collega-
ondernemer. Regelmatig komen ze bij elkaar om het
proces van idee tot innovatie vorm te geven. Maar al
snel rijst een volgend probleem: de financiering. Vooral
de huidige economische situatie maakt de financiering
van het proces niet eenvoudig. Subsidiemogelijkheden
lopen steeds verder terug. Daarnaast wordt deze fase van
de product life cycle zelden door banken gefinancierd.
De oplossing is nabij. Want sinds kort is er het Innovatie-
fonds Noord-Nederland, een nieuw initiatief van de NOM.
VoorwaardenHet Innovatiefonds Noord-Nederland beschikt over
kapitaal om te investeren in innovatieve ideeën voor
ondernemers in de provincies Groningen, Friesland en
Drenthe. Om voor financiering uit het fonds in aan-
merking te komen moet wel aan een aantal voorwaar-
den worden voldaan’, zegt Sander Oosterhof, Manager
Business Development en Foreign Direct Investment
van de NOM. ‘Zo moet het project door minimaal twee
ondernemers worden uitgevoerd. Ook kennisinstellingen
mogen er bij betrokken zijn. Een andere voorwaarde is
dat het project in de toekomst waarde gaat creëren in
de markt.’ De risicodragende financiering, die door de
initiatiefnemer van het project moet worden aange-
vraagd, gebeurt altijd in de vorm van een participatie.
De bijdrage van het Innovatiefonds Noord-Nederland
is minimaal € 50.000,- en maximaal € 1.000.000,-.
De ondernemers brengen zelf, na aftrek van subsidies,
tenminste de helft van het totale projectbudget in.
De andere helft wordt vanuit het Innovatiefonds Noord-
Nederland gefinancierd.
Volledig projectplanInmiddels is al een aantal aanvragen binnengekomen.
Er zijn zelfs al gesprekken met ondernemers gevoerd.
‘En daar zitten prima ideeën bij’, vertelt Sander. ‘Wij
vragen om een zo compleet mogelijk projectplan.
Hoeveel uren en geld stoppen alle betrokkenen in het
project? En hoe denken ze de innovatie te vermarkten?
Op basis van het projectplan starten wij een onderzoek
naar de haalbaarheid van het idee. Vervolgens wordt
een financieringsvoorstel geschreven. Wat dat betreft is
het redelijk vergelijkbaar met de werkwijze van NOM
Finance. Met dat verschil dat NOM Finance veelal
bestaande ondernemingen financiert, waarbij je inzicht
hebt in de bestaande cashflow, bestaande klanten en
bestaande opdrachten. In het geval van het Innovatie-
fonds Noord-Nederland gaat het om een splinternieuw
idee. Je moet de mogelijkheden vanaf het allereerste
begin beoordelen. Dat maakt het iets lastiger, maar niet
minder uitdagend. Integendeel!’
Innovatiefonds Noord-Nederland
Van idee tot resultaatInnovatie is voor ondernemers cruciaal voor hun groeistrategie. Maar
het proces van idee tot innovatie is complex. Zeker met het oog op
de financiering. Sinds kort is er het Innovatiefonds Noord-Nederland.
Bedoeld om innovatieve projecten te bevorderen.
NOM-innovatiecheckWilt u weten of u in aanmerking komt voor een financiering
uit het Innovatiefonds Noord-Nederland? Doe dan de NOM-
innovatiecheck op www.nom.nl/innovatiecheck.
47
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
N.V. NOM
Investerings- en
Ontwikkelingsmaatschappij
voor Noord-Nederland
Paterswoldseweg 810
9728 BM Groningen
Postbus 424
9700 AK Groningen
T (050) 521 44 44
I www.nom.nl/finance
Volg ons ook via
NOM Finance, het vermogen om te groeien
Een boom waar geld aan groeit. Dat zou ideaal zijn om al uw plannen,
innovaties en groeikansen mogelijk te maken. Helaas komen dergelijke bomen
alleen in sprookjes voor.
U kunt wel terecht bij NOM Finance. NOM Finance wil bedrijven laten groeien.
Dat doen we door financiering te verstrekken aan kansrijke ondernemingen in
Noord-Nederland. Aan startende bedrijven en ondernemingen met ambitieuze
plannen. Doe de financieringscheck op nom.nl of neem contact met ons op.
Dan zetten we een boom op hoe we u kunnen helpen.
Was het maar waar ...