NOMMER 12 februari 2012

40
februari 2012 In dit nummer o.a. NOMbassadeur Lester Arts en NOMmer Wubbo Everts Inspirerend internationaal onderwijs NOM als spin in het gouden AgroFood-netwerk Een noordelijke samenwerking die hout snijdt … met water

description

NOMMER 12 februari 2012

Transcript of NOMMER 12 februari 2012

Page 1: NOMMER 12 februari 2012

februari 2012

In dit nummer o.a.

• NOMbassadeur Lester Arts en NOMmer Wubbo Everts

• Inspirerend internationaal onderwijs

• NOM als spin in het gouden AgroFood-netwerk

• Een noordelijke samenwerking die hout snijdt … met water

Page 2: NOMMER 12 februari 2012

Half januari mocht ik een speech houden bij Hoza in Scheemda voor

een groep ondernemers. Mijn opdracht was om te vertellen hoe de toe-

komst eruit zal zien. Helaas, wanneer ik dat kon was ik nu een rijk mens. Dat

ben ik ook wel, maar dan in andere zin. Toch kun je trends ontdekken, ook

als je geen trendwatcher bent. De belangrijkste ontwikkelingen die ik zie

zijn de invloed van social media op onze werkprocessen en de wijze waarop

we met onze zakelijke contacten omgaan. Nu al verschijnen de eerste arti-

kelen over de leegstand van winkelpanden doordat klanten meer via

internet kopen. Het stilliggen van het internetbetalingsverkeer van een

grote bank is nieuws omdat het effect doordringt in de samenleving.

En hoe jouw product en de dienstverlening is kun je world-wide lezen.

Op dezelfde wijze zie je op het internet de eerste stappen van ‘crowd’

financiering. Iemand heeft een idee en zoekt daar wereldwijd medefinan-

ciers voor in ruil voor een tegenprestatie die vaak niet meer in de vorm van

rente uitgekeerd wordt. Nog even en banken kunnen worden afgeschaft …

Nou ja, misschien loopt het niet zo’n vaart. Maar zelfs dan is het van belang

je te realiseren welke vaart het wel neemt. Hoe leg ik B2B-contacten, hoe

zoek ik naar missing links wanneer ik bezig ben met productontwikkeling?

Niet de sky is the limit, maar de snelheid van het internet. Trends die volgens

mij door zullen zetten en vragen om een slim antwoord.

Terwijl we ons druk maken over het nu en de problemen van nu

moeten we op zoek naar de toekomst. Dat begint met de vraag hoe we

onze gesprekken daar naartoe tillen omdat het veelal nog een ver-van-

mijn-bed-show is. De snelheid waarmee dat echter dichterbij komt is vele

malen groter dan vroeger. Een glazen bol? Misschien, maar elke glazen

bol heeft een waarheid in zich.

• F E B R U A R I 2 0 1 2

Watching the trends

Siem Jansen

[email protected]

@siem_nom

Page 3: NOMMER 12 februari 2012

INVESTEREN IN ONTWIKKELING

I N H O U D

Trends

Kansen

NPAL

NOMbassadeur

Biobased

Onderwijs

Innovaties

Topsector

Genomineerd

2

5

8

14

22

27

31

34

38

5 8

28 38

Siem Jansen signaleert belangrijke ontwikkelingen

Goed gezien: de visuele relevantie van Kalooga

De noordelijke industrie presenteert haar eigen agenda

Lester Arts van Zebra Technologies heeft de primeur

De nieuwe economie hangt in de lucht

Leren is leuk in een vreemd land, maar vooral in Groningen

Ideeën die het Noorden echt sterker maken

De AgroFood-lobby werpt zijn vruchten af

Een innovatie die er nu eens niet ingewikkeld uitziet

En verder … Kwetters 12 • Ondernemer Henk van Bruggen 13De week van ... Koen Poppema 16 • Participaties 18 • Social media 20Blikvanger Robert van der Molen 21 • Kwetters 26 • Nieuws uit de

regio 30 • Alex Berhitu 40

Page 4: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal

bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is

in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelings-

maatschappij voor het Noorden. NOMMER is open,

toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische

ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven

en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.

Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM.

Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief.

Eindredactie: Annemarie Atema, [email protected].

Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief.

DTP/pre-press: SYL dtp & vormgeving.

Tekstbijdragen: Annemarie Atema, John van Bommel,

Henk van Bruggen, Manisch Creatief, Lilian Eefting,

Loek Mulder, Erik Noordhof, Koen Poppema, Paul

Reinshagen, Willem van Reijendam, Romke Ribbels,

Lykle de Vries.

Fotografie: Bert Barelds (cover), Manisch Creatief, Judith

van der Meulen, Robert van der Molen, archief NOM,

stock, Patrick Ruiter.

Drukwerk: Grafische Industrie De Marne.

Oplage: 3.250 exemplaren.

Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen,

vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke

toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrecht-

hebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er

kunnen geen rechten aan worden ontleend.

NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings-

en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland.

Paterswoldseweg 810, Groningen.

Telefoon (050) 521 44 44, www.nom.nl.

Cover: ‘NOMbassadeur Lester Arts (Zebra Technologies)

en Wubbo Everts (NOM) werken graag met elkaar.

Locatie: het distributiecentrum van

Zebra Technologies in Heerenveen.

Februari 2012

Tijd voor de NOM

We nemen graag de tijd om u te helpen uw ideeën van de grond te

krijgen, uw ambities waar te maken en groei te realiseren.

Bijvoorbeeld door u in contact te brengen met partners, leveranciers

of klanten. Door u een financiering te verstrekken, kansen te vertalen

naar concrete mogelijkheden of u te helpen met het vinden van een

geschikte locatie. Of door aandeelhouder in uw bedrijf te worden en

u met raad en daad terzijde te staan.

Gaat er bij u een belletje rinkelen?

U kunt in alle fasen van uw bedrijf een beroep op ons doen. Vanaf de

start totdat uw organisatie zo goed als volgroeid is. En zelfs nog verder:

tot opvolging of overname. Neem nú contact met ons op. Het is tijd voor

de NOM.

INVESTEREN IN ONTWIKKELING

De NOM investeert in de ontwikkeling van

Noord-Nederland. En daar kunt u, als onder-

nemer goed gebruik van maken. Juist nu!

4

Page 5: NOMMER 12 februari 2012

nu op winstkoers

I N G R E E P W A S N O O D Z A K E L I J K

KaloogaHet idee was eenvoudig, de ambities groot en het potentieel hoog, in 2006. Kalooga

had met een simpel idee de wereld aan adverteerders in het vizier.

Maar het moest eerst grondig misgaan voor het bedrijf de weg omhoog wist te vinden.

De NOM stond als aandeelhouder niet aan de zijlijn, maar middenin het veld. }

5

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 6: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

FotoverzamelingenHet Groningse internetbedrijf Kalooga is gegrondvest

op een zelfontwikkeld computerprogramma dat snel

previews van fotoverzamelingen op internet presenteert.

Bijvoorbeeld van het hele elftal van FC Groningen, of alle

beschikbare schilderijen van Salvador Dali. Dat leek in

2006, toen het bedrijf werd opgericht, vooral leuk voor

verzamelende consumenten. Die konden met de zoekma-

chine van Kalooga series vakantiekiekjes uit een obscuur

Argentijns dorp opzoeken, of foto’s van Johan Cruijff

door de eeuwen heen. Want fotoseries blijken er in een

verbluffende overvloed te zijn. Had Kalooga in het begin

een index van enkele miljoenen previews van verzame-

lingen, inmiddels biedt zij haar diensten aan op basis van

minstens 50 miljoen previews. Kalooga toverde de linkjes

en de bijbehorende thumbnails tevoorschijn en de klan-

ten konden (gratis!) doorklikken. De inkomsten kwamen

van adverteerders die veel clicks konden verwachten.

UitgeversIn essentie doet Kalooga dat nog steeds, maar er is veel

veranderd. Niet particulieren, maar vooral uitgevers van

online-kranten en dito (sport)tijdschriften maken gebruik

van de diensten van Kalooga. Bij hun artikelen presen-

teert Kalooga volledig automatisch relevante previews

van afbeeldingen, momenteel zo’n 200 miljoen keer per

maand. Kalooga mikt vooral op sites over sport, reizen en

de showbiz. Daar zijn nu eenmaal de meeste fotoverza-

melingen van beschikbaar en daarnaar is ook de meeste

vraag. De inkomsten komen nog steeds van adverteer-

ders. Die kunnen tussen het aanbod van previews hun

eigen advertentie plaatsen, of zelfs een filmpje. Een trend

waar deze zoekmachine in de nabije toekomst ook op

aansluit is om van, noem eens wat, de hoed van Britney

Spears te melden dat deze bij H&M te koop is.

Het zijn florissante vooruitzichten, en dat in deze moei-

lijke tijden, maar het bedrijf is eerst wel door een diep dal

gegaan, vertelt mede-oprichter en directeur Eldert van

Wijngaarden (44): ‘We groeiden veel minder hard dan

we in het begin hadden verwacht omdat het zoeken van

fotoverzamelingen op zich niet onderscheidend genoeg

bleek ten opzichte van Google Image Search. Het had

geen zin om miljoenen te investeren in marketing terwijl

we toch niet op konden tegen de grote jongens zoals

Google. De toenmalige directie kon het niet eens worden

over een andere koers, waardoor we geen knopen konden

doorhakken.’

BemoeienisDat bleef niet onopgemerkt bij de NOM, die in 2007 in

Kalooga was gestapt omdat het bedrijf met deze vinding

heel kansrijk was. Dat het bedrijf toen nog piepklein was,

met 6 man personeel en een omzet van nog geen ton,

maakte op dat moment niet uit. Maar al twee jaar later

bleek dat de toch al magere omzet stagneerde als gevolg

van tegenvallers in de markt, interne onenigheid over

een alternatieve strategie en een wirwar van al dan niet

vastgelegde afspraken. Dat was aanleiding voor de NOM

om zich actief met de gang van zaken te bemoeien, zegt

Jeroen van Onna, van NOM Finance: ‘Kalooga is een heel

goed voorbeeld van hoe wij als NOM onze verantwoorde-

lijkheid nemen. Daar moet je niet te lang mee wachten.

We hebben de directie ertoe gebracht heldere keuzes te

maken en de tering naar de nering te zetten. De samen-

werking met uitgevers was de beste optie, maar desnoods

was een andere keus ook goed geweest, als het bedrijf

maar weer in beweging kwam. Verder moesten wij de

financiële chaos helpen saneren. Daarbij heeft het heel

weinig gescheeld of we hadden de stekker eruit getrokken.

Maar al onze voorwaarden, ook in veranderingen in }

6

Page 7: NOMMER 12 februari 2012

het management zijn ingewilligd.’ Zo moest een mede-

directeur wijken, zijn andere aandeelhouders op afstand

gezet en heeft de directie alles op alles moeten zetten om

het bedrijf te redden.

BoardroomsInmiddels heeft Kalooga, na nog een moeilijk 2010, de

weg omhoog gevonden. In 2011 nam de maandomzet

toe van € 4.000 naar € 80.000 in december en is een ton

per maand de doelstelling voor 2012. Groei moet komen

door steeds meer zaken te doen met uitgevers in de

Benelux, het Verenigd Koninkrijk en Spanje. Zo heeft

Kalooga sinds begin dit jaar een man in Londen. Dat is

Bill Swanson, die de wereld van de online uitgevers door

en door kent. Deze voormalige Online Director van

The Independent is voor de neus weggekaapt van The

Telegraph. Daarnaast is nog een media-expert weggekocht

bij The Independent. Want ook internetbedrijven kunnen

niet volstaan met mailtjes en skypen, het is voor het

creëren van business van vitaal belang dat Swanson de

boardrooms van de uitgevers betreedt. Zo heeft Kalooga

nu ook in Spanje een commerciant, die inmiddels de

kranten El Pais, Liberdad en 20Minutos tot klant heeft

gemaakt.

Harde heelmeesterDe NOM heeft zich opgesteld als een harde heelmeester

en hoe pijnlijk dat ook was voor de directie, Eldert van

Wijngaarden en Mathijs Homminga zijn er blij mee. Zij

waren dan ook het deel van het management dat zich

door de NOM gesteund wist: ‘Alleen een externe partij

als de NOM was in staat om ons over deze drempel te

helpen. We moesten wel wat aan elkaar wennen, maar

dat Jeroen over onze schouders meekijkt, ook als com-

missaris, sterkt ons bedrijf.’

Dat is maar goed ook, want de bemoeienis van Jeroen

van Onna is nog altijd groot. Hij heeft een paar keer per

maand contact met het bedrijf, houdt zich precies op de

hoogte van de ontwikkelingen en adviseert gevraagd en

ongevraagd over de te volgen strategie.

Van Onna, Van Wijngaarden en Homminga verschillen

op dit moment weinig in opvatting daarover. Een eerste

vereiste is om voldoende kritische massa te houden, en

die wordt bereikt bij een omzet van een ton per maand.

Dat trekt weer meer klanten en dat moet weer nieuwe

investeerders lokken. Want die heeft het bedrijf nodig

om de groei erin te houden. Van Onna is er nog altijd

van overtuigd dat het bedrijf met zijn technologie en

zijn interessante niche een flink groeipotentieel heeft.

‘Al zal het niet meer zo hard gaan als we vijf jaar geleden

dachten. Het zal ook nog wel een tijd duren voor we onze

investering terug hebben verdiend, maar dat moment

komt gegarandeerd.’

JongensdroomHoewel Homminga voortdurend werkt aan het bouwen

van spannende technologie en Van Wijngaarden aan het

vermarkten ervan, ligt de focus ook wat hen betreft op

groei, niet op innovatie: ‘We blijven onze producten wel

ontwikkelen, maar we innoveren niet meer als doel op

zich.’

Dromen zij er dan niet van om deze slimme zoekmachine

en het daarop gebaseerde mediabedrijf ooit voor een

gigantisch bedrag te slijten aan een hebberig Google of

een afgunstig Flickr? ‘Ja, natuurlijk is dat een jongens-

droom, maar we denken helemaal niet aan verkopen.

Dan doen bedrijven als wij nooit zomaar.’

Van Onna: ‘Kalooga heeft zich net op tijd getransformeerd

van een typisch internetbedrijf dat veel geld verbrandt

voor snelle groei, naar een bedrijf dat zelfstandig een

gedegen groei doormaakt. Dat zien we zelden als inves-

teerders. Dit soort bedrijven gaan meestal ten onder aan

tegenslagen zoals Kalooga die gehad heeft.’

De NOM blijft voorlopig volop betrokken bij Kalooga,

verzekert Van Onna: ‘Er zijn twee overwegingen die

meespelen bij de beslissing voor een exit. We moeten er

winst op kunnen maken en we moeten het bedrijf met

een gerust hart los kunnen laten.’ |

7

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 8: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

In NPAL, de Noordelijke Productiviteits-

Alliantie, heeft zich een grote groep

noordelijke industriële ondernemingen

verzameld. Hun gezamenlijke drijfveer

is verhoging van de productiviteit.

Op 8 december hield de organisatie

haar jaarcongres. Hier bleek eens te

meer dat er niet één recept bestaat voor

verbetering van productiviteit en dat de

aanpak ervan per definitie met vallen

en opstaan gepaard gaat. }

NPAL-jaar congres

8 december 2011

Slimme maatregelen, doorzettingsvermogen, creativiteit

en innovativiteit zijn nodig om te komen tot verhoging

van productiviteit. Op het NPAL-jaarcongres in de Euro-

borg in Groningen, toonde een aantal bedrijven hoe zij

op hun geheel eigen manier de productiviteit hebben

weten op te schroeven.

8

Page 9: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

LeanDaar wist directeur René Boeijenga van Miedema, fabri-

kant van landbouwwerktuigen, wel over mee te praten.

Losjes vertellend schotelde hij de circa 250 aanwezigen

uit bedrijfsleven en ondernemersorganisaties voor hoe

zijn bedrijf een enorme ommezwaai heeft gemaakt. Van

productie op voorraad naar fabricage op gespecificeerde

klantorder.

‘Een struggle for lean’, zei Boeijenga. ‘Maar daar moet

een MKB-bedrijf zelf zijn weg in vinden want wat er in

de boekjes staat, dat gaat alleen op voor grote bedrijven

zoals autofabrieken.’ Miedema maakte de vertaalslag en

stippelde een eigen route uit. Vooral dankzij vasthouden

aan het geloof in een goed eindresultaat, boekte de

onderneming uiteindelijk succes, want van een leien

dakje ging het allerminst. Boeijenga: ‘Veel zaken waren

veel moeilijker dan verwacht. Het bleek bijvoorbeeld dat

leveranciers onze veranderingen niet konden bijbenen.

Waren wij wel lean bezig, maar stonden we stil omdat

we geen producten geleverd kregen.’ In het bedrijf

stuitten de veranderingen ook op weerstand. Wat het er

niet makkelijker op maakte was dat de eerste jaren de

verliezen opliepen. Door een plattere organisatie en door

mensen meer verantwoordelijkheid toe te kennen kwam

het veranderingsproces op gang. ‘Je moet een omgeving

creëren waarin de mensen en ook de leveranciers het leuk

vinden om aan het proces mee te doen. Zodra mensen de

verbetering zien, komt de flow.’ De resultaten mogen

er zijn: de doorlooptijd is drastisch teruggebracht, de

medewerkers zijn sterker betrokken en Miedema’s omzet

is meer dan verdubbeld. Boeijenga stelde het scherp: had

het bedrijf de draai niet gemaakt, dan was het maar de

vraag of Miedema nu nog had bestaan.

FoutloosHelemaal tomeloos lijkt de ambitie van Fokker Aero-

structures in Hoogeveen, dat streeft naar een ‘foutloze’

fabriek. Met leveranciers werkt Fokker samen in het

Smart Factory-project. Het Fokker-project leunt sterk

op de invoering van innovatieve technieken en de

nieuwste rekenmodellen. Rob Goossens, directeur van

de Hoogeveense Fokker-vestiging benadrukte hier het

belang van samenwerking met andere bedrijven, want

Fokker zelf heeft niet alle specialistische kennis in huis:

NPAL-jaar congres‘Vanuit het MKB komen innovatieve ideeën, het MKB krijgt

er ondersteuning bij en kennisontwikkeling voor terug.

Mede dankzij de NOM en SNN werken we samen met

Noord-Nederlandse MKB-bedrijven in plaats van met de

‘grote jongens’ uit de Randstad.’

Fokker is nu halverwege het project en de resultaten zijn

veelbelovend, zei Goossens. Het aantal fouten is gehalveerd,

waardoor de kosten zijn gedaald en tevens zijn de doorloop-

tijden drastisch teruggebracht. Goossens benadrukte hoe

belangrijk dat is in de hoog-competitieve vliegtuigindustrie.

‘Het is het verschil tussen winst en verlies.’

Sociale innovatieDe vestiging van industriële reinigingsspecialist Reym in

Veendam heeft sociale innovatie tot een belangrijk onder-

deel gemaakt van het streven naar verhoging van de produc-

tiviteit. Frank van der Giezen, bij Reym verantwoordelijk

voor kwaliteitszorg, veiligheid en milieu, vertelde hoe de

onderneming door gericht gezondheids- en veiligheids-

beleid het verzuimpercentage beneden het landelijk gemid-

delde weet te handhaven. ‘Opmerkelijk in een bedrijf waar

mensen zwaar werk verrichten’, aldus Van der Giezen.

OpleidingDe aloude wijsheid dat een goed begin het halve werk is,

werd door manager technische dienst Peter van Dam

van Suikerunie Vierverlaten in Groningen onderstreept.

De suikerfabriek heeft vanuit het cluster Procesindustrie

samen met een aantal deelnemende bedrijven en Kenteq }

Folkert van der Meulen, programmamanager NPAL, presenteert de NPAL Agenda

voor de Noordelijke Industrie.

9

Page 10: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

Gudde gaf zijn visie op de arbeidsmarkt-

ontwikkelingen tijdens het NPAL-jaarcongres,

begin december in de Euroborg. ‘Zie het als

een wake-up call’, zei Gudde over zijn ver-

haal, want de markt van vraag en aanbod

van werknemers gaat de komende jaren

in tal van opzichten volledig op de kop.

Ontkennen heeft geen zin, want de eerste

aanzetten zijn er al, aldus Gudde.

Van alle trends - Gudde onderscheidde

er zelfs een stuk of vijftig - is die van de

arbeidsmarktkrapte wel de meest bepa-

lende. ‘Arbeid raakt uitverkocht’, aldus de

Randstad-manager. ‘Wanneer we de wereld

blijven inrichten zoals we het nu doen,

dan is dat voorziene tekort van 1,2 miljoen

mensen inderdaad reëel.’ De vergrijzing en

ontgroening buiten beschouwing gelaten,

is dat tekort volgens Gudde echter groten-

deels door onze eigen aanpak geschapen.

En dus, zo redeneert hij, kunnen we het

ook zelf weer oplossen.

Om meerdere redenen hapert de arbeids-

markt, betoogde Gudde. Functie-eisen zijn

onnodig hoog geworden en het onderwijs

mist de aansluiting op de arbeidsmarkt. }

Steven Gudde, ‘De werknemer neemt het stuur over’

Het aantal vacatures stijgt de komende decennia naar het

duizelingwekkende aantal van 1,2 miljoen. Bepaald geen

bemoedigende boodschap voor werkgevers. Het goede

nieuws is dat bedrijven die tekorten deels of misschien wel

helemaal kunnen opvangen door in te spelen op trends op

de arbeidsmarkt, zegt Steven Gudde, senior manager business

development & innovatie bij uitzendorganisatie Randstad.

Op de NPAL-bijeenkomst werd de NPAL Agenda voor

de Noordelijke Industrie 2012 - 2017 gepresenteerd

en overhandigd aan voorzitter Riek Siertsema van

MKB-Nederland Noord, VNO-NCW Noord directeur

Lambert Zwiers en SER Noord-Nederland secretaris

Fleur Gräper-van Koolwijk. De Agenda is gemaakt met

input van de deelnemers van NPAL en bestaat uit zes

thema’s: investeren in personeel, het versterken van de

instroom van personeel, het toepassen van duurzame

technologie, verbetering van productieprocessen,

het stimuleren van ondernemerschap, openheid en }Volg NPAL op twitter: @NOMNPAL en LinkedIn

en Perloc Organisatieadvies, in samenspraak met een

aantal MBO- en HBO-scholen een opleiding ontwikkeld

die de werkvoorbereiding moet verbeteren en de profes-

sionaliteit van werkvoorbereiders op een hoger plan

moet brengen. Samen met het Alfacollege en Kenteq is

een MBO-opleiding (35 dagdelen) ontwikkeld en met de

Hanzehogeschool Groningen een HBO-opleiding.

In zijn slotwoord zei NOM-directeur Siem Jansen dat

de inbreng van de sprekers het nut aantoonde van een

organisatie als NPAL. ‘Gerichte samenwerking betekent

een stevige impuls voor bedrijven die willen werken aan

verhoging van productiviteit’, aldus Jansen. Hier gaat de

NOM de komende jaren op volle kracht mee door!

NPAL Industrie-agenda als basis voor ontwikkeling

10

Page 11: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Dan is er nog de teruglopende arbeidsparticipatie van

vrouwen, het hoge gehalte part-time banen en het

gebrek aan flexibiliteit van werkgevers. Alles bij elkaar

zorgelijk, zei Gudde: ‘Want zo ontstaat een onderklasse

die niet meer meedoet op de arbeidsmarkt. Daar dreigt

een groot sociaal en economisch probleem. Die mensen

staan langs de kant om daar permanent te blijven.’

VerjaardagsfeestjesfactorMaar er is meer, want met name de jonge generatie heeft

ook een fundamenteel andere blik op werk. ‘Ik noem

dat het nu.nl-denken’, vervolgde Gudde. ‘Men gaat

er vanuit dat de wereld naar de eigen hand gezet kan

worden.’ Jongeren zien volgens Gudde organisaties als

een netwerk van mensen waarbinnen zij zich bewegen.

Ondertussen blijven ze over de grenzen van de organisa-

tie naar buiten kijken. Een carrière binnen een bedrijf is

voor hen niet per se vanzelfsprekend en dienstverbanden

worden dynamischer en korter. ‘Horizontale mobiliteit

wordt meer de norm’, legde Gudde uit. ‘Jongeren die

ergens goed in zijn, it-specialisten bijvoorbeeld, willen

hun kunstje ook elders kunnen gebruiken. Ze hebben er

nog een of twee banen naast: de multiloopbaan. Werk is

zo geen ladder meer, maar eerder een raster.’

Moderne werknemers verwachten vrijheid om te bewe-

gen en van werkgevers vereisen ze een flexibele opstel-

ling. De gemene deler in deze ontwikkelingen is dat de

balans tussen werkgever en werknemer meer verschuift

naar de laatste. ‘U als werkgever zit niet langer aan het

stuur’, aldus Gudde. ‘Mensen willen werken in een

wereld die bij hen past. Dat betekent tevens dat reputatie

en imago veel belangrijker worden dan u zich ooit heeft

gerealiseerd. Ik noem dat de ‘verjaardagsfeestjesfactor’.’

Onder invloed van deze ontwikkelingen zal voor velen

de traditionele arbeidsrelatie binnenkort verleden tijd

zijn. Evenals de gelijkschakeling van beloning, want

mensen vinden immers dat bij hun unieke persoonlijk-

heid ook een passend contract hoort. De arbeidsrelatie

moet dus opnieuw worden ingericht, concludeerde hij.

‘De ruilrelatie wordt maatwerk, zelfmanagement ver-

vangt de samenwerkingsrelatie en de gezagsverhouding

wordt meer op verleiden gebaseerd.’

De nieuwe blik op inhuren van arbeid vergt een trans-

formatie van werkgevers: ‘Die moeten leren denken in

netwerken van arbeid en uitwisseling van werknemers.

Laat het functiehuis los, maar bedenk welke competen-

ties uw bedrijf nodig heeft en vermenigvuldig dat met

de capaciteit.’ Gudde wees er op dat in dit verband ook

NPAL een zinvolle rol kan vervullen. ‘En let wel’, besloot

hij, ‘organisaties die rond mensen zijn gebouwd zijn

aantoonbaar succesvoller!’ |

Steven Gudde, ‘De werknemer neemt het stuur over’

versterking van het kennisnetwerk. De onderwerpen

vormen de speerpunten die NPAL voor de komende

jaren ziet voor bedrijfsleven en politiek. VNO-NCW

Noord-voorman Zwiers zei dat de werkgeversorgani-

satie aan de slag gaat met de agenda. ‘Grote bedrijven

moeten niet de arrogantie hebben dat ze het beter

weten’, prikkelde Zwiers zijn leden. Noordelijk SER-

secretaris Fleur Gräper-van Koolwijk verklaarde dat ze

de activiteiten van NPAL van groot belang vindt voor

een goed functioneren van de noordelijke economie.

‘In Den Haag kan men wel over pieken spreken, maar

als de kerstboom zelf niet goed wordt onderhouden,

dan wordt die kaal.’ |

NPAL Industrie-agenda als basis voor ontwikkeling

Folkert van der Meulen, programmamanager NPAL, overhandigt de Agenda voor

de Noordelijke Industrie aan Geert Joosten, voorzitter NPAL.

11

Page 12: NOMMER 12 februari 2012

HAMLET

Trends2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

NNT - Hamlet1 t/m 17 maart / Stadsschouwburg Groningen

Het Noord Nederlands Toneel (NNT) staat

vanaf 1 maart op de planken met een nieuwe

voorstelling: Hamlet.

Shakespeares Hamlet krijgt in de enscenering

van Ola Mafaalani een geheel nieuwe dimensie.

Hamlet, zijn lief Ophelia, moeder Gertrude

en de geest van Hamlets vader bewegen zich

tussen genialiteit en gekte, tussen droom en

werkelijkheid.

Van 1 t/m 17 maart is Hamlet te zien in

de Stadsschouwburg in Groningen. Daarna

begint de landelijke tournee.

www.nnt.nl

LifestyleKleinere huizen maar grotere keukens. We slaan

weer aan het doe-het-zelven en kiezen voor

praktisch (maar luxe) comfort. Energie besparen

is belangrijker dan ooit en ‘sharing’ is het sleutel-

woord voor 2012.

ReizenKleine snoepreisjes, exotische maar goedkope

bestemmingen maar vooral ook house sitting

als vakantie.

VoedingIn de keuken gaan we dit jaar voor gezond en

vers en ontdekken we onze eigen kwaliteiten als

(chef )kok. We gebruiken minder zout en ontdek-

ken exotische vissen.

www.trendystyle.net

Denk om je houding

Je rug- en buitspieren trainen

als je zit. Het kan, dankzij de

kantelbare zitting zorgt de

Wigli voor een gezonde

werkhouding. Op een Wigli

gebruik je voortdurend de

spieren in je buik en

onderrug waardoor je je

rug sterk en soepel houdt.

De beste manier om rug-

klachten te voorkomen!

De zitting van de Wigli is erg flexibel. Je houdt jezelf op een natuurlijke

manier in balans door gebruik te maken van de spieren in de onderrug.

Zo voorkom je dat je te lang in dezelfde houding zit. De stoel is verkrijg-

baar in twee maten en gemaakt van gestoomd beukenhout. Niet alleen

erg gezond, maar ook nog eens erg mooi.

www.wigli.nl

Internationaal Filmfestival Assen10 en 11 maart 2012 | De Nieuwe Kolk Assen

Het Internationaal Filmfestival Assen|vrouw&film

is een tweedaags festival met films en documen-

taires waarin vrouwelijke regisseurs en verhalen

van en over vrouwen centraal staan.

Een uniek festival omdat dit het enige nog over-

gebleven festival is dat de focus richt op vrouw en

film. Jaarlijks wordt een Festival Trofee uitgereikt

aan een vrouw die een positieve bijdrage levert

aan de Nederlandse filmwereld.

Naast het filmprogramma is er ook muziek, kunst

en soms theater. Het festival vindt plaats in de vijf

bioscoopzalen van De Nieuwe Kolk in Assen.

www.filmfestivalassen.nl

12

Kw

ett

er

s!

Kw

ett

er

s!

Page 13: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Da’s nietverkeerd!C O L U M N O N D E R N E M E R

Ondernemen in Noord-Nederland is voor een jongen die opgroeide in de omgeving

van Rotterdam best wel even wennen. Het was 1989 toen ik naar Emmen verhuisde om

bij NKL Contactlenzen in dienst te treden als commercieel adviseur. En ondanks dat ik

het Oranjekanaal iets minder indrukwekkend vond dan de Maas en de vier verdiepingen

tellende ‘Torenflat’ niet meteen als de plaatselijke Euromast beschouwde, kon ik er prima

aarden. Emmen lag in een prachtig bosrijk gebied omgeven door pittoreske dorpjes.

En als je iemand tegenkwam, zei je gewoon ‘Moi’.

Toch viel het niet mee om als ‘Rotterdammert’ contact te krijgen met de plaatselijke

Ellert en Brammert. Ik was vaak te direct. Gewend om van mijn hart geen moordkuil te

maken, praatte ik er lustig op los. Maar het viel mij op dat de echte Drentse collega’s,

buren en andere mensen vaak minder spraakzaam waren dan ik. Wat was er aan de hand?

Had ik stadse fratsen? Ik vroeg mij af wat ik niet goed deed. Inmiddels weet ik wel beter.

Als Noord-Nederlander doe je niet zo uitbundig. Je geeft niet snel je mening en je vertelt

bijvoorbeeld niet dat je gisterenavond thuis ruzie hebt gehad. OK! Tot zover kon ik mij

goed aanpassen. Ik ben minder direct geworden en heb mijn WPM (words-per-minute)

drastisch teruggebracht.

Maar als we bijvoorbeeld met een nieuwe lens veel succes boekten, dan kon ik erg

trots en zeer uitbundig zijn. De euforie van mijn collega’s echter beperkte zich dan tot

een: ‘ ‘t Kun minder.’ of ‘Da’s niet verkeerd.’ Mij afvragend waar die voorzichtige, sombere

ondertoon toch vandaan kwam. Zijn de mensen hier dan niet trots of zijn ze niet gelukkig?

Inmiddels weet ik dat het niet is zoals het klinkt. De uitdrukking ‘Da’s niet verkeerd’

betekent hier gewoon dat het hartstikke goed is!

Uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit (ja, ja uit Rotterdam.) waar ruim 16.000

mensen meerdere malen werd gevraagd of zij zich gelukkig voelden, blijkt dat Limburgers

minder vaak gelukkig zijn dan inwoners uit andere provincies. En wie denk je wie de meest

gelukkige inwoners van Nederland zijn? Inderdaad, de Drenten. En dat is logisch, want

we wonen hier met heel veel prettige, loyale en betrouwbare mensen in een prachtige

omgeving.

Natuurlijk zijn de Noorderlingen trots op wie ze zijn en wat ze allemaal gepresteerd

hebben. Maar ze zeggen het alleen niet. Laten we daar nu een beetje verandering in

aanbrengen en af en toe - misschien wat minder bescheiden dan we zouden willen - eens

heel hard roepen dat we trots zijn op wat we hier in Noord-Nederland met elkaar bereikt

hebben. Dat komt ons ondernemersklimaat vast en zeker ten goede. En da’s niet verkeerd!

Oogachtend

Henk van Bruggen

Directeur NKL Contactlenzen

[email protected]

13

Page 14: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

NOMbassadeur Lester Arts, op voordrachtvan Wubbo EvertsWubbo Everts houdt zich als projectmanager Foreign

Direct Investments bij de NOM onder andere bezig met

Amerikaanse investeerders die geïnteresseerd zijn in

vestiging in Noord-Nederland.

Toen Wubbo werd gevraagd naar NOMbassadeurs in

zijn eigen netwerk hoefde hij niet lang na te denken.

Hij benaderde Lester Arts, Operations Manager van

Zebra Technologies, die daarop direct positief reageerde.

Lester is een geboren Canadees die inmiddels alweer

bijna 20 jaar in het Noorden woont.

De eerste contacten met Lester dateren van alweer wat

jaren terug. Wubbo legt uit: ‘In 2004 kwamen we in contact

met Zebra Technologies, een snelgroeiend Amerikaans

bedrijf met een scope die duidelijk ruimer was dan Noord-

Nederland. Ze bleken interesse te hebben in het eerdere

pand van Tektronics en later Xerox (beide ook Amerikaanse

bedrijven) in Heerenveen. Ze wisten dat dit beschikbaar

was en hoopten dat het aan hun eisen zou kunnen vol-

doen. Als NOM willen we natuurlijk graag contacten met

bedrijven die marktleider zijn. En als we die dan kunnen

L E S T E R A R T S | Zebra TechnologiesNOMbassadeur

De handenop elkaar

Als NOM investeren we in de ontwikkeling van het Noorden, dat

wist u al. Maar wist u ook dat we dat heel vaak niet alleen doen, als

NOMmers? We zijn op ons best als we dat kunnen doen met behulp

van ons netwerk. Als we samen kunnen werken met mensen en

bedrijven die we geholpen hebben en die, daardoor enthousiast

geworden, hun kennis en ervaringen weer delen met anderen. Dat

werkt goed merken we. Sterker nog, het werkt zelfs beter. Want een

verhaal van iemand die het allemaal echt heeft meegemaakt geloof

je direct. Goed beschouwd zijn deze mensen onze ambassadeurs.

Van de NOM én voor het Noorden. Wat ons betreft mogen daarvoor

best de handen op elkaar. Wat vindt u?

We zijn er dan ook trots op u in deze NOMMER onze eerste

NOMbassadeur te presenteren: iemand die blij is met onze samen-

werking en dit graag aan anderen vertelt: win-win.

Hoort u het ook eens van een ander

voor Lester Arts van Zebra Technologies14

Page 15: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

faciliteren is dat alleen maar mooi. Onze interesse was

gewekt en samen met de gemeente Heerenveen zijn we

het gesprek aangegaan. Met succes trokken we Zebra

over de streep. In mei 2005 werd Zebra Technologies in

Heerenveen officieel geopend.’

Alles klopteLester Arts knikt bevestigend: ‘Zebra Technologies is

wereldwijd marktleider op het gebied van barcode-print-

producten en -oplossingen. Waar we naar zochten was een

locatie, een distributiecentrum, van waaruit we onze pro-

ducten zouden kunnen leveren aan afnemers in Europa,

het Middenoosten en Afrika. Daarbij had onze keus voor

Heerenveen beslist niet alleen te maken met de locatie,

maar ook met de beschikbaarheid van gekwalificeerd

personeel en een uitstekende infrastructuur. De gesprek-

ken met de NOM en de gemeente Heerenveen hebben ons

geholpen om kansen en risico’s tegen elkaar af te wegen

en de juiste beslissing te nemen.

Heerenveen is voor ons echt een goede keus geweest, zo

blijkt. Onze business groeit gezond. We zien Oost-Europa

opkomen als kansrijke groeimarkten, er liggen nieuwe

markten in het verschiet en we gaan nieuwe producten

ontwikkelen. Grofweg gesproken zijn we vanuit Heeren-

veen inmiddels verantwoordelijk voor eenderde van de

corporate omzet. En inmiddels werken we hier met 96

medewerkers, dat waren er in 2005 nog 39.’

Bij elkaar binnen kijken Wubbo: ‘In de loop van de jaren hebben we een goede

relatie gekregen, we zijn nog steeds bij Zebra betrokken.

Lester schakelt ons bijvoorbeeld in als er vragen zijn op

het gebied van subsidies of belastingen. Maar, onze samen-

werking gaat veel verder. Vorig jaar was er een internatio-

naal bedrijf dat overwoog om te verhuizen in Nederland.

Ik stelde voor dat ze eens in gesprek gingen met Zebra,

een soortgelijke organisatie. Lester vond het geen enkel

probleem en was erg coöperatief.’

Lester: ‘Buitenlandse bedrijven die willen groeien en wil-

len participeren in de Europese markt zitten met vragen,

ze willen zeker zijn van hun zaak en geen last hebben van

onzekerheden. En dan zijn juist gesprekken met mensen

die al ervaring hebben en gevestigd zijn belangrijk. Ik heb

onze deuren geopend, ze rondgeleid en we hebben open

en eerlijk met elkaar gesproken. Uiteindelijk zijn hun

twijfels verdwenen en besloten ze in Noord-Nederland te

blijven en nieuw te gaan bouwen. Ik ben ervan overtuigd

dat het bezoek daaraan heeft bijgedragen. De tijd die ik

daarin heb geïnvesteerd is, zeker gegeven het resultaat,

insignificant.’

NOMbassade Wubbo: ‘Zeker als er sprake is van investeringstrajecten

werken we natuurlijk graag zo: het bedrijf aan tafel zetten

bij reeds gevestigde bedrijven. Ik kan zelf prima het ver-

haal vertellen, maar als mensen vanuit hun eigen ervaringen

praten werkt dat nog krachtiger. In dit geval zaten ze aan

tafel met een onafhankelijke Canadees met een goed en

eerlijk verhaal. Dat gaat veel verder en overstijgt de verhalen

over het eigen bedrijf. Het werkt. Lester heeft zich bewezen

als een geweldige NOMbassadeur.’

Wubbo vervolgt: ‘Het idee is dat we onze eigen NOMbassade

gaan creëren met een groep NOMbassadeurs.’ Lachend:

‘Daarvan heb ik nu de eerste op mijn geweten en direct

een hele goede ook.’ Lester reageert bescheiden:

‘We will lead the way, but we do not have all the answers.

Wat we precies verder gaan doen zal zich langzaamaan

nog meer uitkristalliseren. In elk geval

geef ik met deze functie blijk van het

feit dat de deuren van Zebra Technologies

wijd openstaan. Voor de NOM. En voor

de wereld!’

Zebra Technologies helpt klanten hun

zakelijke prestaties te verbeteren met

producten en oplossingen voor het identificeren, volgen en

beheren van activa, transacties en mensen. Meer dan 90%

van de Fortune 500-bedrijven in ruim 100 landen maakt gebruik

van de innovatieve en betrouwbare Zebra printers, toebehoren,

RFID-producten en software om hun productiviteit en kwaliteit

te verbeteren, de kosten te verlagen en de klantenservice te

optimaliseren.

Nog meer weten over Lester Arts en ZebraTechnologies?Op www.nvnom.com staat onder View best practices een goed

interview met Lester Arts. En op www.zebra.com staat meer

informatie over Zebra Technologies.

15

Page 16: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

16

nogal topzwaar is ingericht en daarnaast nog ver achter loopt

op haar eerder afgegeven prognoses: dit blijken belangrijke

aandachtspunten, mogelijk zelfs reden om de aanvraag af te

wijzen.

Na de middag ter voorbereiding op het gesprek van morgen

een businessplan doorgewerkt. Veel kritische kanttekeningen,

maar ook kansen. Veel zal afhangen van het gesprek met de

ondernemer.

Hierna heb ik een lezing van een bank bezocht over de krediet-

crisis. Na veel boeiende analyses kwam een panklare oplos-

sing uit de hoge hoed: er moet een fiscale Europese Unie

komen. Vanuit het publiek kwamen een paar kritische opmer-

kingen: de bank is mede de oorzaak van de crisis en diezelfde

bank wijst met een vinger naar Europa om haar de oplossing

te dicteren. Niet geheel onterecht naar mijn mening.

WoensdagVanochtend weer vroeg op voor mijn vaste hardlooprondje.

Als het even lukt probeer ik iedere ochtend voor het werk

aan een half uur hard te lopen samen met de hond. Het was

droog weer en lekker fris. Ik ken geen betere manier om de

dag te beginnen!

De werkdag begonnen met een kennismakingsgesprek met

een ondernemer die € 1,6 mio nodig heeft om de productie-

activiteiten (duurzame energie) te verplaatsen naar Noord-

Nederland. Een interessant product, maar met een wat

minder interessant plan. Het plan was namelijk niet goed

doordacht en kende veel risico’s die door de ondernemer

werden onderschat. Afgesproken dat hij het plan verder zal

uitwerken.

Hierna een lunch bijgewoond met een advieskantoor in

bedrijfsovernames. Een van hun klanten, een Gronings ser-

vicebedrijf in de industrie, zoekt risicofinanciering voor een

overname in West-Nederland. Lijkt een interessante proposi-

tie te worden.

’s Middags de conceptcontracten van een participatieover-

eenkomst doorgelopen. Iedere participatie is maatwerk en

MaandagDe week wordt gestart met het afdelingsoverleg waarin

nieuwe aanmeldingen, investeringsvoorstellen en de

actualiteiten bij de participaties aan bod komen. Er wordt

gediscussieerd over een herinvestering van € 500.000 bij

een van onze participaties. Financiële cijfers komen op tafel,

een inschatting van het management en de risico’s worden

besproken. Na een lange discussie wordt het voorstel, met

enkele aanpassingen, door de afdeling goedgekeurd.

Ik had zelf een intake op de agenda laten zetten: een

Management-Buy-In (MBI)-kandidaat heeft zich gemeld om

een productiebedrijf over te nemen dat zich in zwaar weer

bevindt. De activiteiten zouden deels kunnen worden over-

geheveld naar een nieuwe locatie in Friesland en een ander

deel zou in Oost-Europa plaats gaan vinden. De vraag aan de

NOM is of wij bereid zijn mee te denken in dit voorstel en of

wij circa € 1 mio zouden willen investeren. De eerste indruk

van de MBI-kandidaat en zijn plannen is positief, om die

reden willen wij graag verdergaan met de gesprekken.

’s Middags samen met collega Gert de Boer (investment

controller) op vervolggesprek geweest bij een ondernemer

en zijn accountant. Hij heeft een snel groeiend middelgroot

bedrijf en is zeer winstgevend. Echter, veel liquiditeit wordt

gebruikt voor groei en investeringen. Aanvullend kapitaal

zou welkom zijn om enerzijds de groei verder te kunnen

uitbreiden en anderzijds zou de ondernemer ook graag een

deel van zijn aandelen willen verkopen en een stapje terug

willen doen in zijn managementtaken.

Dinsdag’s Ochtends voor een vooronderzoek naar een internet-

onderneming. Het bedrijf heeft een innovatief en interessant

concept ontwikkeld in de sociale media en ziet met name

groeikansen in Azië. Eerdere gesprekken waren positief

verlopen en vanochtend gingen we de diepte in: kan de

ondernemer met cijfers zijn eerdere uitlatingen onderbouwen?

Daarnaast probeer ik ook juist de onbesproken onderwerpen

op tafel te krijgen. Zo blijkt ondermeer dat de kleine onder-

neming met meerdere directeuren (en bijbehorend salaris)

N O M M E R K O E N P O P P E M A | 5 - 1 1 D E C E M B E R 2 0 1 1(Investment manager, verantwoordelijk voor het realiseren van nieuwe participaties voor de NOM)

DEWEEKVAN

16

Page 17: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

1717

vergt de nodige aanpassingen in ons standaardcontract.

Het blijft altijd een uitdaging om het contract zo vorm te

geven dat de belangen van de ondernemer en die van de

NOM goed in het contract verwoord staan.

DonderdagVanochtend rijd ik naar een middelgroot metaalbewerkend

bedrijf in Zuid-Drenthe. Ik heb daar een gesprek met de

directeur en de aandeelhouder. Het bedrijf verkeert in de

positie dat zij te klein is voor het tafellaken en te groot voor

het servet. Om het bedrijf bestaansrecht te geven zal zij

moeten groeien. Er wordt een verbeterprogramma gepre-

senteerd waarvoor investeringen nodig zijn en input van

buitenaf. Op eigen kracht kan het bedrijf niet verder groeien.

In de basis kan de NOM veel betekenen, zowel financieel

als met ondersteuning door middel van een goede Raad

van Commissarissen. Een aantal vragen blijven nog on-

beantwoord: wat is de houding van de bank? Wat zijn de

persoonlijke ambities van de directeur? We plannen een

vervolggesprek.

Hierna rijd ik door naar Oost-Groningen voor een productie-

bedrijf dat elementen voor de bouw levert. Een klassiek

familiebedrijf, type ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek

genoeg’. Toelevering aan de bouw, dat werpt natuurlijk

vragen op: hoe staan ze ervoor in deze tijd? Ze blijken het

droog te houden, maar daar is ook alles mee gezegd. De

huidige eigenaar (65+) zou graag willen uittreden en de

bedrijfsleider wil dat stokje wel overnemen. De NOM zou

dit kunnen faciliteren door de ondernemer uit te kopen. Er

zijn echter vraagtekens bij het ondernemerschap van de

bedrijfsleider. Hij zal goed in staat zijn om het bedrijf te

leiden ‘as it is’, maar niet om het bedrijf naar een hoger plan

te tillen, wat juist in deze crisistijd nodig is. Ik vrees dat dit

reden is dat wij niet kunnen financieren, tenzij er een

versterking van het management gaat plaatsvinden. Op

kantoor werk ik de gespreksverslagen uit.

VrijdagVoor de volgende vergadering schrijf ik een tweetal intakes

om de nieuwe aanvragen ook aan de collega’s te kunnen

voorleggen. Hierna volgt een telefonische vergadering

met Rabobank Bijzonder Beheer in Utrecht. Bij een van hun

klanten is het momenteel financieel erg gespannen. Wij

hebben al meermalen contact gehad en het lijkt erop dat

wij iets voor die klant kunnen betekenen. Rabobank wil

echter ook haar zekerheden veiligstellen en die lopen niet

altijd synchroon met die van de NOM. Er volgt een stevige

discussie en na wat passen en meten lijkt het erop dat we

eruit gaan komen.

WeekendOp zaterdag met een goede vriend de golfbaan in Assen

overgelopen. Ik golf veel te weinig om er goed in te zijn, dus

ik verloor zoals gewoonlijk glansrijk ... Desalniettemin kan ik

enorm genieten van het buitenleven: golf, zeilen, hardlopen

of zoals deze zondag een heerlijke lange wandeling met

vrouw en onze zoon van drie. Samen nemen wij de afgelopen

week door en ik heb weer veel geleerd. Vooruitkijkend naar

de nieuwe week zie ik opnieuw een aantal boeiende afspraken

in het vooruitzicht. Laat de nieuwe week maar komen!

NB. Om vertrouwelijke redenen worden geen (bedrijfs)namen genoemd.

... en in het weekend slaat hij zijn slag

Koen door de week ...

17

Page 18: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

18

Participaties aan het woord

Vele publicaties in diverse media, voor-

schriften door de brancheverenigingen

en intensivering van controles ten spijt,

nog steeds blijven veel zeecontainer-

ontvangende ondernemingen achter met

het opstellen en implementeren van een

deugdelijk beleidsplan ‘Hoe om te gaan

met mogelijk gegaste zeecontainers’.

Direct gevolg hiervan is dat er nog

dagelijks honderden medewerkers in de

noordelijke logistieke en industriële sector

onnodig worden blootgesteld aan te hoge

doses giftige en schadelijke gassen. In de

wetenschap dat veel voorkomende gassen

sterk carcinogeen (kankerverwekkend) zijn

en ernstige afwijkingen aan zenuwstelsel

en organen kunnen veroorzaken, is het

voor veel bedrijven echt tijd voor passende

actie.

Ondanks dat er ook in 2009 sprake was

van laagconjunctuur, heeft NOM (F-Linc)

de durf en bereidheid getoond toch te

investeren in een innovatief bedrijf als

Proflex. Zonder hen waren we nu beslist

niet geweest waar we nu zijn. Na het over-

winnen van de alom bekende startproble-

men in het eerste jaar, is Proflex inmiddels

verworden tot een stabiele en gezond

groeiende partij binnen het segment. Dit

op basis van noordelijke nuchterheid in

combinatie met doordacht en welover-

wogen ondernemerschap.

Proflex Containermeten BV is van oor-

sprong een noordelijke specialist op het

gebied van het gasmeten en ontgassen

van zeecontainers. Vanuit een bedrijfspand

op het industrieterrein Eemspoort in

Groningen worden gecertificeerde en

gekwalificeerde gasmeetdeskundigen op

24/7 basis uitgezonden naar opdracht-

gevers. Of dit nu een incidentele zeecon-

tainer of grootschalige projecten betreft:

Proflex heeft altijd dé passende maatwerk-

oplossing in huis.

De containerdichtheid ligt in Noord-

Nederland aanzienlijk lager dan in het

midden en westen van ons land. Dit komt

vooral doordat deze regio relatief gezien

weinig maakindustrieën heeft en daarmee

weinig grondstoffen en halffabricaten

importeert. Omdat de ambities verder

reiken opent Proflex begin maart 2012 een

vestiging in midden-Nederland. Van daar-

uit zal het midden en westen van het land

bediend gaan worden. Voor het zuidelijke

deel van ons land zal een joint venture

worden aangegaan met een collegabedrijf

uit Venlo. Daarmee is Proflex op korte

termijn in staat ook landelijke dekking

te bieden waarmee ook grote landelijke

accounts in beeld zullen komen. Alle on-

dersteunende activiteiten als administratie,

planning en inkoop blijven we doen vanuit

de hoofdlocatie in Groningen.

John van Bommel

Proflex Containermeten gaat landelijkMet verbazing stel ik nog steeds dagelijks vast hoe gemakzuchtig veel bedrijven met

gevaarlijke gassen in import-zeecontainers omgaan. Of dit nu containerladingen

met voedsel, schoenen, huisraad, kleding, of elektronica betreft: in gemiddeld 25%

van alle containerladingen zitten veel te hoge concentraties giftige en toxische gas-

sen. De Arbo-wet schrijft voor dat ‘gesloten ruimten’ als zeecontainers veiliggesteld

moeten zijn, alvorens deze betreden worden. Ook goed werkgeverschap zou voldoen-

de basis moeten vormen tot het voeren van een actief beleid op dit gebied.

De medische hulp middelenvan PolyganicsPolyganics is een onafhankelijk biomedisch

bedrijf opgericht in 1999 als spin-off van

de Rijksuniversiteit Groningen en ontwik-

kelt, produceert en vermarkt biologisch

afbreekbare medische hulpmiddelen voor

optimaal weefselherstel na een KNO-,

zenuw- of darmchirurgische ingreep.

Voor de ontwikkelingen van deze medische

hulpmiddelen werkt Polyganics vanuit

twee gepatenteerde technologieplatforms

van bioafbreekbare polymeren: copoly-

meren en polyurethanen. De afbraakpro-

ducten worden door het lichaam verwerkt

en uitgescheiden. Deze eigenschap maakt

de producten zeer patiëntvriendelijk en

kostenbesparend, omdat er in een later

stadium geen chirurgische ingreep nodig is

om de implantaten te verwijderen.

Nasopore werd in 2003 CE/FDA-goed-

gekeurd. Dit is een poreuze tampon van

afbreekbaar hydrofiel polyurethaan om

neusbloedingen te stelpen en het weefsel

in de neusholte te ondersteunen en helpen

herstellen na een sinuschirurgische ingreep

aan de neus.

In 2004 kreeg Polyganics CE/FDA-goedkeu-

ring voor de vanuit het copolymeerplatform

ontwikkelde zenuwgeleider Neurolac. Dit

hulpmiddel ondersteunt het herstellen van

doorgesneden of beschadigde zenuwen in

Page 19: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

19

Participaties aan het woord

Het in Hoogeveen gevestigde KLS

Netherlands b.v. ontwikkelt en verkoopt

geautomatiseerde systemen voor de

medicijnstromen binnen apotheken,

farmaceutische groothandel en zieken-

huizen. De afgelopen jaren heeft KLS

geïnvesteerd in het ontwikkelen van een

aantal concepten.

De volledig geautomatiseerde Central

Filling-oplossing van KLS Netherlands geeft

apothekers de mogelijkheid om het pakken,

plakken, verpakken en controleren van her-

haalrecepten te automatiseren. In de prak-

tijk is dit systeem een combinatie gebleken

van industriële betrouwbaarheid en intel-

ligente software die de inlaadmodule, het

magazijn, de barcode-validatie-unit en het

etiketteer- en verpakkingssysteem feilloos

aansturen. Een apotheek die recepten voor

18.00 uur digitaal aanlevert bij een Central

Filling unit, kan de volgende ochtend voor

8.00 uur de betreffende recepten al in huis

hebben.

Een andere ontwikkeling van KLS Nether-

lands is de medicomaat. Met een medico-

maat in de apotheek is het voor klanten

mogelijk om 24 uur per dag, 7 dagen per

week op elk gewenst tijdstip herhaalmedicatie

op te halen. Hoe dat werkt? Als de medicatie

in de medicomaat is geplaatst, ontvangt

de klant een sms-bericht met daarin een

unieke, eenmalige pincode. Vervolgens

kan hij of zij op elk gewenst moment deze

medicijnen afhalen. Kortom: een veilige en

serviceverhogende oplossing die bovendien

in de apotheek arbeidsbesparend werkt.

De Daily Dose Dispensing-systemen van

KLS leveren rollen met transparante zakjes

waarin medicijnen per innamemoment los

worden verpakt. Op het zakje staat op welke

dag en op welk moment van de dag de

cliënt deze medicijnen moet innemen. De

KLS Tablet Inspector controleert met behulp

van zeer geavanceerde visiontechnologie

ieder zakje afzonderlijk. Hierdoor is gega-

randeerd dat de patiënt de juiste medicatie

ontvangt in de juiste hoeveelheid en op

het juiste moment.

De afgelopen jaren heeft KLS veel ge-

investeerd in de ontwikkeling van deze

concepten. Dit was echter alleen mogelijk

dankzij de financiële steun van een aantal

partijen. Eén van deze partijen is de NOM.

De NOM heeft in 2010 een bemiddelende

rol gespeeld bij het verkrijgen van een

bescheiden doch substantiële ‘Tijdelijke

Additionele Financiering Faciliteit’ (TAFF)

van de Drentse Participatie Maatschappij.

De door KLS ontwikkelde oplossingen

hebben zich inmiddels zonder twijfel

bewezen in de markt. Dit resulteert nu in

een toename van klanten en potentiële

klanten voor KLS Netherlands in een sterk

groeiende Europese markt.

Erik Noordhof

KLS Netherlands groeit verder

De medische hulp middelenvan Polyganics

hand, arm, voet of enkel.

In 2005 volgde, ten behoeve van hetzelfde

segment, Vivosorb, een zeer transparant

en flexibel materiaal van bioafbreekbaar

polyester dat dient voor ondersteuning van

herstellend weefsel door anti-adhesie. In

2008 werd Otopore geïntroduceerd, een ver-

bandmiddel voor de middenoorchirurgie.

Momenteel loopt er via het UMCG en in

samenwerking met 30 andere Nederlandse

ziekenhuizen een gerandomiseerde klinische

studie naar de effectiviteit van C-Seal, een

bioafbreekbare inwendige drain, die lekkage

na operaties aan de dikke- en endeldarm

tot een minimum reduceert. Deze buis is

tijdens een operatie aan het rectum mee te

nieten en is uniek als het gaat om gebruik

en prestatie.

Polyganics’ totstandkoming en voortbestaan

is te danken aan zeer trouwe aandeelhouders

en een langetermijnvisie die zich nu begint

uit te betalen. Als innoverend bedrijf is

Polyganics continue bezig te bouwen aan

groei in de M&S- en R&D-organisatie, capa-

citeitsopschaling en procesinnovatie. Sinds

2000 is Polyganics een participatie van de

NOM en heeft zich mede dankzij het ver-

trouwen en de ondersteuning van de NOM

ontwikkeld tot de succesvolle onderneming

die het nu is.

Romke Ribbels

Page 20: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

Door Lykle de Vries

(De Ondernemers)

@Lykle

Socialmedia

tips &tricks

Dankzij de profielgegevens die social networks zoals Face-

book, LinkedIn en dergelijke verzamelen, wordt het steeds

makkelijker om uw boodschap zichtbaar te maken voor

die mensen die er de meeste interesse in hebben. En ook

nog eens voor minder geld vergeleken met de meer traditi-

onele wijze van adverteren. De resultaten van deze online

advertenties zijn exact te meten. Bovendien hebben al

deze sociale netwerken, net als Google, modellen ontwikkeld

waarmee u eenvoudig uw advertenties kunt optimaliseren,

en het rendement nog verder kunt opvoeren.

U kunt dus online veel effectiever adverteren en een

hoger rendement halen op uw uitingen dan in de

meeste traditionele media!

De cijfers vertellen echter maar een deel van het verhaal.

Gary Vaynerchuck (een succesvolle wijnondernemer in de

VS) omschrijft het zeer direct en zeer effectief: ‘Als jij mij

vraagt wat de ROI van Social Media is, vraag ik jou wat de

ROI van je moeder is.’

De echte waarde van ‘online’ zit hem in de mogelijkheid

je klanten maximaal te kunnen ‘knuffelen’. Om ze via

ieder beschikbaar kanaal te helpen. Social Media gaat

vooral om de inhoud, het gesprek. Middels Twitter, Face-

book, LinkedIn, YouTube en weblogs kunt u rechtstreeks

in gesprek met al uw klanten, en zullen zij in gesprek gaan

met elkaar (en u) over uw product. En wie die gesprekken

het beste voert, gaat winnen.

DashboardsDie gesprekken hoeft u niet alleen te voeren. Iedereen in

uw organisatie kan eraan deelnemen. Via diezelfde Social

Media. Om al die gesprekken in beeld te brengen, en over-

zicht te houden op ieders inbreng, is een centraal dashboard

erg handig. Er zijn tegenwoordig meerdere goede dash-

boards beschikbaar om uw Social Media-activiteiten

in overzicht te houden. De mogelijkheden verschillen,

net als de prijzen. Er is dus voor elck wat wilsch!

De ROI van Social Mediais de ROI van je moeder

Radian6- De Rolls Royce van de Social Media Dashboards.In gebruik bij o.a. KLM en Rabobank. Doe er uw voordeel mee!

Hootsuite - een simpel en overzichtelijk dashboard tegeneen lage prijs. Ondersteunt Twitter, Facebook, LinkedIn.

SproutSocial- Ietsje fraaier afgewerkt dan Hootsuite, nog mooiererapportages, en zeer goede ondersteuning van Foursquare.

20

Page 21: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Stadsgrenzen

Fotograaf: Robert van der Molen

www.toxic2.nl

email: [email protected]

EEN FOTOGRAFISCHE K I JK OP HE T NOORDENBLIKVANGER

21

Page 22: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

Dr. J.T.P. (Hans) Derksen. VHL.

[email protected]

Voor de tweede maal was de NOM betrokken bij een bijeenkomst

in haar eigen regio over de kansen en mogelijkheden van een

groene economie in het Noorden van Nederland. Deze maal op

15 december 2011 in het Abe Lenstra stadion in Heerenveen,

georganiseerd door het Duurzaam Platform Heerenveen.

Het onderwerp leeft in Nederland en zeker in het Noorden.

In een fors overboekte zaal, waarin een flink aantal landbouwers

en MKB-ers aanwezig waren, zochten de deelnemers naar de

mogelijkheden voor de nieuwe economie en de kansen voor

het Noorden.

Lectoren kunnen het bedrijfsleven op het innovatieve spoor zettenNOM houdt tweede noordelijke conferentie biobased economy

Dr. Jan Jager. SH/Stenden PRE.

[email protected]

Dr. Monique A. Schoondorp. HHG.

[email protected]

22

Page 23: NOMMER 12 februari 2012

Noord-Nederland heeft de beschikking

over zeer veel biomassa en een goede

organisatie om daar van alles uit te

halen. Met elkaar kwamen de deel-

nemers tot de conclusie dat er grote

mogelijkheden zijn en dat de regio

een belangrijke rol kan gaan spelen.

Niet alleen in Nederland, maar ook

in Europa. Het onderwijs speelt een

sleutelrol zoals bleek uit een gesprek

met drie pas benoemde lectoren aan

Noordelijke HBO-instellingen. ‘Zeker

voor het midden- en kleinbedrijf dat

wil vernieuwen.’

Uiteraard is binnen die nieuwe eco-

nomie een grote rol weggelegd voor

de omvangrijke, zware chemische

industrie in het Noorden, en voor

de havens en de logistiek die in het

Noorden ook krachtig ontwikkeld zijn.

De landbouwers zijn op grote schaal

bezig met vergisting van biomassa en

vergassing tot groen aardgas. De RUG

speelt al geruime tijd een belangrijke

rol in nieuwe wetenschappelijke en

technische ontwikkelingen bij de

verwaarding van biomassa. Zowel wat

betreft de koolhydraten als de eiwit-

ten. En de gedachte dat een groene

economie op basis van kringlooppro-

cessen tot ontwikkeling kan komen,

juist in het Noorden, speelt al langer

een belangrijke rol en op bijeenkom-

sten als deze zelfs een hoofdrol.

Groene samenlevingGunstig is dat ook in Heerenveen de

vraag werd gesteld, wie die ontwik-

kelingen moeten dragen? Er is, maar

dat geldt voor heel Nederland, te

weinig ‘maakindustrie’ die al die

mooie bedenksels uit wetenschap

en techniek vorm kan gaan geven.

Te weinig mensen die de innovaties

handen en voeten kunnen geven. En,

tot nu toe, te weinig bèta-studenten

om innovaties te bedenken. En ook

nog nauwelijks biobased gerichte

gamma-studenten om die biobased

ontwikkelingen in wetenschap en

techniek te kunnen plaatsen binnen

de komende biobased society die zal

voortkomen uit de biobased eco-

nomy. De consumenten denken al

behoorlijk groen, maar om te zeggen

dat de gemiddelde consument de

groene samenleving ziet aankomen,

is te veel gezegd, noch dat hij of zij

de consequenties van een groene

samenleving kan overzien. En wat

voor de gemiddelde burger geldt,

gaat eveneens op voor de gemiddelde

student. En het bedrijfsleven voelt

wel dat de nieuwe economie ‘in de

lucht hangt’ maar kan door gebrek

aan bruikbare en begrijpelijke kennis

op eigen niveau niet verder. Dus de

samenleving moet begrijpen wat de

invloed van deze groene economie

op ons leven zal zijn. Als de cirkel-

economie niet gedragen wordt door

de samenleving, zal ze niet tot stand

komen. Evenmin als aankomende

studenten enthousiast voor de

nieuwe, groene economie, de groene

techniek en wetenschap en de groene

samenleving zullen kiezen. Het MKB

zal eveneens op gedachten moeten

worden gebracht en naar aanleiding

van eigen vragen op het innovatieve

groene spoor moeten worden gezet.

Aan beide aspecten zal nieuw groen

onderwijs het nodige kunnen doen.

De RUG heeft al een nieuwe hoog-

leraar Biobased Economy benoemd

aan de Faculteit Technische Bedrijfs-

kunde die - binnen BioBRUG - speciaal

aandacht zal hebben voor het MKB.

Het is Gert-Jan Euverink, tot voor

kort directeur van Wetsus, die het

onderzoek zal organiseren vanuit

de vraagstelling van het MKB, op

dezelfde manier als dat bij Wetsus

gebeurde. Een tweede hoogleraar

(gammawetenschappen) die zich

zal bezighouden met de biobased

society is in aantocht. Maar niet

alleen vanuit de universiteiten zullen

de biobased economy en de biobased

society hun plaats in Nederland moe-

ten krijgen, ook het HBO zal hierin

een belangrijke rol spelen.

OnderwijsNederland is er sterk in om vragen

over veranderingen, zowel maat-

schappelijk als technisch, door te

schuiven naar universiteiten. We zijn

daardoor goed in kennis van hoog

niveau waar grote ondernemingen

en hooggespecialiseerde bedrijven

wel iets mee kunnen, maar de meeste

kleinere niet. Echter er verandert iets.

Het HBO gaat de studenten opleiden }

Lectoren kunnen het bedrijfsleven op het innovatieve spoor zetten

Dr. Monique A. Schoondorp. HHG.

[email protected]

23

Page 24: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

die het MKB hard nodig heeft om

bedrijven die wel willen innoveren,

maar niet weten hoe, die vaardig-

heid bij te brengen. Bedrijven die wel

ideeën hebben, maar niet weten hoe

die om te zetten in nieuwe produc-

ten en niet weten hoe ze die produc-

ten op de markt moeten zetten. Het

beste bewijs dat er iets kriebelt in de

samenleving in de richting van groen

is dat er steeds meer belangstelling

komt voor de ‘bio’ opleidingen in

Nederland en dat de onderwijsinstel-

lingen die ook meer en meer gaan

aanbieden. Juist voor dit type klei-

nere bedrijven die met de biobased

economy aan de slag moeten. Want

waar de belangstelling voor de ‘harde’

technische opleidingen jarenlang

steeds maar weer minder werd - de

chemie haalde bijvoorbeeld niet de

helft van het aantal nieuwe studen-

ten dat ze nodig had - blijkt dat de

genoemde bio-opleidingen wel dege-

lijk in de smaak vallen bij jongeren.

Er is grote belangstelling, ook binnen

het HBO voor het thema biobased en

dat terwijl het idee van een biobased

economy op het voortgezet onder-

wijs tot nu toe nog nauwelijks leeft.

Maar ook daar komt langzaam de

belangstelling voor alles wat groen is,

voor algen, voor duurzame energie

enzovoort. Hiaten lijken er nog in

het MBO te zitten.

HBO-lectoraatDrie nieuwe lectoren van HBO-

instellingen in het Noorden die op

de NOM-bijeenkomst in Heerenveen

aanwezig waren, zien deze belang-

stelling elk jaar groeien. Het gaat om

Hans Derksen, lector biobased eco-

nomy aan de Hogeschool Van Hall

Larenstein in Leeuwarden, Monique

Schoondorp, lector new business

development voor startende onder-

nemingen in de domeinen energie

en healthy ageing aan de Hanzeho-

geschool in Groningen en betrokken

bij Algaecom, en Jan Jager, lector

duurzame kunststoffen aan Stenden

Hogeschool/PRE (Polymore Research

& Education) in Emmen. Deze laatste

instelling werkt samen als open in-

novatiepartner met veel bedrijven

(groot en klein) en organisaties als

Emmtec Laboratorium en het API In-

stitute (Applied Polymer Innovations

Emmen) in de wereld van biokunst-

stoffen en juist deze combinatie van

onderzoek op praktisch niveau, on-

derwijs en (kleine) industrie kan van

de Zuidoosthoek van Drenthe een

centrum voor biopolymere ontwikke-

ling maken.

Jan Jager zegt in zijn lectorale rede,

die hij samen met zijn ‘dubbellector’

Rudy Folkersma op 9 december 2011

heeft gehouden: ‘Het samenbrengen

van onderwijs en toegepast onder-

zoek aan duurzame kunststoffen

wordt als van grote waarde gezien

om van het nieuwe kenniscentrum

in Zuid-Oost-Drenthe een succes te

maken. Dit nieuwe kenniscentrum,

Stenden Polymore Research & Educa-

tion (Stenden PRE) wordt de kennis-

spil op het gebied van duurzame

kunststoffen voor het bedrijfsleven.

Niet alleen in Noord-Nederland,

maar ook daarbuiten.’

Monique Schoondorp citeert staats-

secretaris Halbe Zijlstra in haar

lectorale rede op 21 september 2011:

‘Er zit een te groot gat tussen het

fundamenteel onderzoek dat weten-

schappers uitvoeren en de afdelingen

voor research en development van

bedrijven die er een praktische toe-

passing van maken. Het land dat het

gat weet te dichten is spekkoper.’ Ze

stelt in haar rede dat een relevantere

vraag is hoe bedrijven snel beschik-

bare kennis kunnen implementeren.

De agrosector heeft een antwoord

omdat jarenlang geïnvesteerd is in

een aaneengesloten kennisketen, van

fundamentele kennis tot praktische

kennis. De agrosector is daar uniek

in. Een innovatieve werkwijze waar

bedrijven samenwerken met kennis-

instellingen, die beschikbare ken-

nis direct vertalen naar praktische

toepassingen, is een traject waar de

Hanzehogeschool mee experimenteert.

En Hans Derksen, van de grootste

groene hogeschool in Nederland,

zegt dat er meer maaktechnologie

nodig is voor het MKB en doet

onderzoek naar praktijkcases, samen

met het MKB in de regio. Een Centre

of Expertise voor de BBE is in op-

richting waarvan de loketfunctie in

Leeuwarden komt en dat als aan-

spreekpunt in Noord-Nederland zal

fungeren. Hans Derksen: ‘Het gaat

24

Page 25: NOMMER 12 februari 2012

hard met de biobased economy in

Noord-Nederland.’

Alle drie lectoren zijn ze nog niet

lang geleden benoemd, alle drie zijn

ze gepromoveerd, alle drie zijn ze

sterk gemotiveerd voor het onderwijs

en het toegepast onderzoek op HBO-

niveau voor de biobased economy,

en alle drie geloven ze dat verdieping

van hun vakgebied en het organise-

ren van onderwijs, rechtstreeks voor

het bedrijfsleven, van groot belang is

voor dat bedrijfsleven en, in dit geval

voor de biobased economy in het

Noorden. ‘Wij zorgen ervoor dat er

straks mensen zijn om die biobased

economy vorm te geven. Het is

nieuw in Nederland, maar wij zien

dat onze studenten, die stage lopen

en onderzoek doen bij bedrijven,

enthousiast terugkomen.’

Maak-MKBHet lijkt een goede ontwikkeling.

De Commissie Veerman wees er drie

jaar geleden al op, memoreren de

drie lectoren. In Nederland ontbreekt

vaak die verbinding tussen op de

universiteit bedachte wetenschap en

het bedrijfsleven dat wil innoveren

maar met deze ’hogere’ techniek

uit verschillende disciplines niet uit

de voeten kan. Er zijn in feite twee

soorten MKB. De eerste soort is hoog

gespecialiseerd en hoog ontwikkeld,

is vooral gericht op kennisontwik-

keling en wordt, indien succesvol,

heel vaak opgekocht door een groot

bedrijf dat geïnteresseerd is in het

vakgebied. Zulke bedrijven zijn er

ook in het Noorden. Bijvoorbeeld

BioClear in Groningen, een klein

bedrijf, volgepakt met onderzoekers

en technici dat nieuwe bacteriële

zuiveringsprocessen ontwikkelt. Maar

dat is niet het soort MKB waarover

we het hier hebben. De relatie tussen

het lectoraat en het MKB gaat over

bedrijven die wel willen innoveren,

maar niet kunnen door gebrek aan

bepaalde kennis, zowel technisch als

op het gebied van marketing. Een

ander niet onbelangrijke aspect van

deze combinatie tussen lectoraat, stu-

dierichtingen, studenten, praktisch

onderzoek en innoverende bedrijven

is dat die innovatie sneller en beter

moet dan nu vaak het geval is bij

bedrijven die vast lopen in de ‘Valley

of Death’. Of daar pas met veel

moeite, kosten en tijdverlies weer

uitkomen. Het zijn bedrijven die met

bestaande kennis, niet noodzakelij-

kerwijs de hunne, met iets extra’s aan

de slag willen, maar die niet altijd op

de hoogte zijn van wat er speelt op

biobased gebied. Dat heeft te maken

met de bewustwording van het

MKB van de biobased kansen en de

mogelijkheden om die te verzilveren

en tegelijkertijd het eigen bedrijf te

vergroenen. Dat zijn de bedrijven die

met deze lectoren en hun studenten

uit de voeten kunnen. Met deze

oriëntatie timmeren de HBO-instel-

lingen flink aan de weg. De Hanze-

hogeschool heeft inmiddels 35 lecto-

ren, Van Hall Larenstein15 en Stenden

12. Maar het worden er meer. En dat

is gunstig voor het Noorden.

Zo snijdt het mes aan vele kanten,

hoewel misschien nog niet zo snel

als we wel zouden willen om de

biobased economy goed en snel

door te zetten en voet aan de grond

te laten krijgen in het Noorden. De

HBO-instellingen zijn met name ge-

richt op het midden- en kleinbedrijf.

Door hun nieuwe opleidingen, de

stimulering daarvan door de nieuwe

lectoren en door het vraaggestuurde

onderzoek dat binnen de instel-

lingen wordt gedaan - speciaal voor

het MKB - krijgen deze bedrijven de

zo noodzakelijke niveauverhoging

die nodig is om ze innovatiegericht

te maken en kunnen ze praktisch

onderzoek laten uitvoeren door de

studenten die straks bij ze komen

werken. Er wordt op deze manier

een kloof gedicht die in Nederland

onoverbrugbaar leek: het oppikken

en naar de markt brengen door de

maakindustrie van de ontwikkelin-

gen die in de kennisinstellingen zijn

bedacht. Het HBO-lectoraat lijkt een

goede poging om de maakindustrie

dichter bij de technische ontwikke-

lingen te krijgen en haar studenten

zullen de kleinere bedrijven zeker

kunnen helpen om te innoveren.

‘Er wordt een nieuwe laag geschapen

in het onderwijs en in het bedrijfs-

leven van kleine bedrijven die meer

kunnen en studenten die zich daar-

toe aangetrokken voelen. Een laag

die tot nu toe niet bestond. |

25

Page 26: NOMMER 12 februari 2012

26

• F E B R U A R I 2 0 1 2

Voor een gezondewerkomgeving

Iedereen die een groot deel van de dag achter

de computer doorbrengt, legt dagelijks vele

kilometers af - met zijn vingers welteverstaan.

Uit onderzoek van Microsoft blijkt dat een

computergebruiker bij actief computergebruik

de spatiebalk gemiddeld 669 keer per uur

aanraakt en dagelijks met zijn vingers tot 32

kilometer aflegt.

Zes tips voor een gezonde werkplek:

1. Voorkom een langdurig verkeerde houding.

2. Zorg voor een opgeruimde werkplek.

3. Zorg voor een goede afstelling en positie

van uw monitor.

4. Gebruik een ergonomische muis en toetsen-

bord.

5. Zorg ervoor dat uw computer en muis op

de juiste plek staan.

6. Pauzeer regelmatig.

www.managersonline.nl

IPhone slider

Met deze unieke beschermhoes kun je je iPhone4

compleet bedienen met een ultradun uitschuifbaar toetsen-

bord. Leuk zo’n smartphone met een touchscreen, maar je moet eerlijk toe-

geven dat sms’en niet meer zo snel gaat als op de oude vertrouwde GSM met

toetsenbord. Gelukkig is daar wat op gevonden: een ultra dunne keyboard-

slider voor de iPhone4. Perfect voor het razendsnel checken en bijhouden

van social media, blogs en je mail. Is niet alleen lekker functioneel maar ziet

er ook nog eens strak en stijlvol uit.

www.megagadgets.nl

USB-stofzuiger

De ministofzuiger die alle kruimels

rondom je computer weghaalt, maar

ook uit je toetsenbord!

De USB-stofzuiger is een ministofzuiger

die je gemakkelijk in de USB-poort van

je computer plugt. Je hebt hem dus

altijd bij de hand. Deze ministofzuiger is

klein, maar levert grote prestaties. Met

2 opzetstukjes en een ingebouwd LED-

lampje is er altijd een optimaal resultaat.

www.ultragadgets.nl

Bron:

www.kittyhawk.nl

Bron:

www.interbrand.com

Whatmakespeopleretweet?

92% interesting content

84% humor

65% personal connection

21% celebrity status

32% offered incentive (tangible or virtual)

26% ‘please RT!’(WhiteFireSEO)

Beyonce’spregnancy newsat MTV’s VMAsbirthed a newTwitter record of 8,868 Tweets per second(TechCrunch)

Top ten brands in 2011

Coca-Cola 71,861 ($m)

IBM 69,905 ($m)

Microsoft 59,087 ($m)

Google 55,317 ($m)

GE 42,808 ($m)

McDonald’s 35,593 ($m)

Intel 35,217 ($m)

Apple 33,492 ($m)

Disney 29,018 ($m)

Hewlett-Packard 28,479 ($m)Kw

ette

rs

!K

we

tter

s!

Page 27: NOMMER 12 februari 2012

27

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Mike Weston, hoofd van de Inter-

national School Groningen (ISG) te

Haren, legt uit waarom. ‘Ouders met

een internationale carrière willen

dat hun kinderen overal ter wereld

op school terecht kunnen, zonder

onderbrekingen in hun leerproces.

Als het onderwijs voor hun kinderen

in het nieuwe land niet van een

uitstekende kwaliteit is, is dát vaak

de reden om niet naar het buiten-

land te verhuizen. Daarom is het

belangrijk dat er een internationaal

curriculum is vastgesteld voor inter-

nationale scholen overal ter wereld.

Onze school, de International School

Groningen, doet hieraan mee.’ }

Dat wij hier in Noord-Nederland fantastische voorzieningen

hebben, prima bereikbaar zijn en over uitstekende bedrijfs-

economische omstandigheden beschikken voor buitenlandse

investeerders, is bij hen vaak wel bekend. Meestal geven die

factoren echter niet eens de doorslag om hiernaartoe te komen.

Van cruciaal belang voor de buitenlandse werknemers en hun

gezinnen is het onderwijs voor hun kinderen.

Inspirerend internationaalonderwijs in Noord-Nederland

Page 28: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

International BaccalaureateDat internationale curriculum wordt opgesteld door het

International Baccalaureate (IB). Het curriculum bestaat

uit drie programma’s: het Primary Years Programme

(PYP) voor kinderen van 3 t/m 12 jaar; het Middle Years

Programme (MYP) voor kinderen van 11 t/m 16 jaar;

en het Diploma Programme (DP) voor kinderen van 16

t/m 18 jaar. Het IB biedt daarnaast aansluiting op het

Nederlandse onderwijssysteem: een kind dat het MYP

succesvol heeft doorlopen, kan doorstromen naar de

de DP of direct naar de Nederlandse mbo. Het DP biedt

zelfs toegang tot universiteiten over de hele wereld. Het

International Baccalaureate vormt zo een perfecte tussen-

stap voor kinderen die in hun moederland al onderwijs

hebben genoten, maar die moeilijk aansluiting vinden bij

het Nederlandse onderwijssysteem omdat de onderwijs-

systemen te veel van elkaar verschillen.

International School GroningenDe International School Groningen biedt, samen met

de Groningse Schoolvereniging (GSV), als een van de

weinige internationale scholen in Nederland alle drie

de programma’s, zodat kinderen van alle leeftijden hier

terecht kunnen. De ISG geeft individueel internationaal

onderwijs aan kinderen met een internationale achter-

grond en aan Nederlandse kinderen die vanwege de car-

rière van hun ouders naar het buitenland vertrekken. Het

is een kleine school met 130 leerlingen en kleine klassen

van maximaal 23 kinderen. Op de ISG zitten 25 nationa-

liteiten; een van de bijzondere activiteiten van de school

is dat ze ook ondersteuning in de moedertaal aanbieden.

‘Kinderen mogen nooit het contact met de eigen cultuur

verliezen’, zegt Mike Weston. Het mag tenslotte niet zo

zijn dat kinderen na jaren in het buitenland te hebben

gewoond, bij thuiskomst hun eigen moedertaal nau-

welijks nog spreken. Daarom faciliteert en coördineert

de ISG tutors in de moedertaal van de kinderen, zoals

Indonesisch.

Leren is leuk‘Onze kinderen moeten kunnen genieten van het naar

school gaan in een vreemd land’, zegt Mike Weston. ‘Als

ze ervan balen dat ze in zo’n koud, guur land als Neder-

land moeten wonen en dan ook nog hier naar school

moeten gaan, dat is niet goed voor ze. Als ze het echter

leuk vinden om naar school te gaan, gaan ze het ook leuk

vinden om het daar goed te doen. Daar besteden wij hier

op school veel aandacht aan.’ Dankzij het onderwijs-

systeem van de ISG zijn de kinderen, hoe kort ze hier ook

zijn (in sommige gevallen slechts zes maanden), beter

voorbereid op de toekomst en vinden ze beter aansluiting

bij het (internationale) onderwijssysteem in het buiten-

land. Mike Weston wil niet alleen dat zijn leerlingen

kennis opdoen, maar ook vaardigheden voor het leven

en dat ze kritisch leren denken: ‘Life long learning is bij

ons heel belangrijk. Wij halen hier veel inspiratie uit dit

citaat van W.B. Yeats: Education is not the filling of a

bucket, but the lighting of a fire.’

Samenwerking met MaartenscollegeDe ISG werkt nauw samen met het Maartenscollege in

Haren: 130 leerlingen leveren nauwelijks genoeg budget

op voor een internationale school, daarom maakt de ISG

dankbaar gebruik van de faciliteiten van het Maartens-

college. Ook biedt de ISG via het Maartenscollege lessen

in Nederlandse cultuur aan op drie niveaus, van moe-

dertaal tot Dutch for beginners. Dankzij de ISG is het

Maartenscollege op zijn beurt weer in staat om interna-

tionalisering en tweetalig onderwijs aan te bieden, met

ondersteuning van native speakers. Het unieke daarbij is

dat binnen het tweetalig onderwijs op het Maartenscollege

het MYP van de ISG wordt aangeboden.

De nabijheid van een internationale school dat met het

IB-curriculum werkt, heeft ertoe geleid dat het Maartens-

college in 2006 samen met nog twee scholen heeft mee-

gedaan aan een pilot: in plaats van tweetalig onderwijs

te volgen op de eigen, Nederlandse school besloot een

deel van de vwo-leerlingen het Diploma Programme van

de IB te volgen. Dit was een groot succes, mede doordat

het DP vakkennis combineert met kritisch denken. De

leerlingen waren heel enthousiast: ze beseften zelf dat ze

zo beter voorbereid waren op de toekomst. En dat zie je

terug in de resultaten: de laatste paar jaar haalt het DP-

28

Page 29: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

gedeelte van het Maartenscollege een slagingspercentage

van 100%; in 2012 doen er vijftien scholen mee aan dit

experiment en nog meer scholen zijn geïnteresseerd.

Internationaal onderwijs en de NOMHet succes van zijn school heeft de enthousiaste Mike

Weston geïnspireerd om meer toenadering te zoeken tot

Groningen, the City of Talent. ‘Alles wat in het westen

van Nederland is, hebben wij hier ook.’ Sander Oosterhof,

Hoofd InvesteringsBevordering bij de NOM, knikt en

vult aan: ‘Noord-Nederland heeft echt veel te bieden, en

van een uitstekende kwaliteit.’ De RUG stijgt internatio-

naal gezien op de ranglijst, doet bijvoorbeeld veel op het

gebied van healthy ageing en is daardoor buitengewoon

interessant voor internationale bedrijven en kennisinstel-

lingen. Ook bijvoorbeeld Philips in Drachten, waar de

apparaten van de divisie Consumer Lifestyle worden ont-

wikkeld (waarvan 1 miljoen apparaten per dag verkocht

worden), zoekt inmiddels in het buitenland, omdat ze

in Nederland moeilijk hooggekwalificeerde werknemers

kunnen vinden. Die buitenlandse werknemers nemen

hun gezinnen mee en willen natuurlijk dat hun kinderen

hier uitstekend onderwijs genieten. Daarom is het ontzet-

tend belangrijk dat de regio waar ze zouden moeten gaan

wonen en werken, een goede aansluiting biedt tussen

het onderwijs in het eigen land en het onderwijs in het

gastland. In het verleden is het ontbreken van zo’n aan-

sluiting vaak genoeg reden geweest om niet naar het bui-

tenland te vertrekken. De ISG biedt die aansluiting wel

en meer: onderwijs voor alle leeftijden, zodat de kinderen

niet helemaal naar Amsterdam hoeven voor school en de

ouders intussen in Noord-Nederland moeten werken.

ISG wil meerZonder uitstekend internationaal onderwijs zou Noord-

Nederland veel minder aantrekkelijk zijn voor het

buitenlandse bedrijfsleven. De aanwezigheid van de

ISG in de regio stelt de NOM in staat om buitenlandse

investeerders een totaalpakket aan te bieden: interessante

bedrijfseconomische omstandigheden, goede voorzienin-

gen, prima bereikbaarheid en ook nog eens uitstekend,

vooraanstaand internationaal onderwijs voor hun kinde-

ren. Daarom ondersteunt de NOM Mike Weston in zijn

initiatieven om de ISG beter op de kaart te krijgen. Zo

wordt er bijvoorbeeld op dit moment, in samenwerking

met Connect International en Noorderlink, hard gewerkt

aan een welcome center voor expats, zodat zij een cen-

traal punt hebben voor hun vragen over het Nederlandse

leven. Bovendien wil Mike Weston dat zijn leerlingen in

de toekomst stages gaan lopen bij Engelstalige bedrijven

in de regio. De NOM kan hier goed bij helpen. Mede

dankzij de ISG is de NOM goed in staat om buitenlandse

bedrijven en kennisinstellingen een regio aan te bieden

die niet alleen bedrijfseconomisch gezien perfect is, maar

waar ook de kinderen gelukkig kunnen zijn. |

29

Page 30: NOMMER 12 februari 2012

• F E B R U A R I 2 0 1 2

Kijk voor vers nieuws dagelijks op nom.nl

IJspret bezorgtFries toerisme topweek

Eerste Ondernemersprijs Oost-Groningen voor Virol Recycling Groep

Groen licht voor baanverlenging Eelde

Met een verlengde baan van 2500 meter zijn ook non-stop vluchten mogelijk naar bestemmingen buiten Europa.

www.nom.nl/artikelen/60998/Groen_licht_voor_baanverlenging_Eelde

Versterking van Duits-Neder-landse samenwerking bijBiobased EconomyDe samenwerking zal vorm krijgen in een BiobasedEconomy-congres dat in het najaar plaats gaat vinden inBerlijn of in Den Haag.

www.nom.nl/artikelen/60710/Versterking_van_Duits_Nederlandse_samenwerking_bij_Biobased_Economy

Minder noordelijke bedrijvenop de fles in 2011

Applied Polymer Innovationsontwikkelt supersterke autobandHiermee kun je als automobilist zelfs met een lekkeband nog honderden kilometers doorrijden.

www.nom.nl/artikelen/60983/Emmer_onderzoekscentrum_ontwikkelt_supersterke_autoband

Smurfit Kappa bespaart energiedankzij innovatieve processoftwarevan QpoTHiermee verwacht Smurfit Kappa 5 tot 10 procent tebesparen op het energieverbruik.

www.nom.nl/artikelen/60633/Smurfit_Kappa_bespaart_energie_dankzij_innovatieve_processoftware

Toekomst chemie in Nederland rooskleurig Hoe de mondiale, sociale, politieke en economische ontwik-kelingen ook zullen verlopen, de chemische sector zal tot 2030/2050 een substantiële groei doormaken.

www.nom.nl/artikelen/60701/Toekomst_chemie_in_Nederland_rooskleurig

Goed jaar voor suiker-bietentelers 2011 was nog net geen recordjaar, maar qua oogstjaar belandde het afgelopen jaar op de tweede plek in de ranglijst.

www.nom.nl/artikelen/60698/Goed_jaar_voor_suiker-bietentelers

Samen sterk voor eenparticulier stroomnetDe bedrijven op bedrijventerrein Oosterhorn streven naar de aanleg van een hoogspannings-ringleiding om zo fors te kunnen besparen op hun transportkosten voor stroom.

www.nom.nl/artikelen/60896/Bedrijven_bij_Delf-zijl_hebben_plan_voor_particulier_stroomnet

De campagne‘Slim wonen met energie’is van start gegaanHet doel van de campagne is dat minimaal 7000 huis-eigenaren hun huis energiezuiniger gaan maken.

www.nom.nl/artikelen/60769/Noordelijke_campagne_voor_terugdringen_energieverbruik

30

Page 31: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Innovaties met impactInnovatie is van groot belang. Nieuwe ideeën zijn de wapens waarmee een onderneming

de concurrentieslag in haar voordeel kan beslissen. Nieuwe ontwikkelingen kunnen de

economie als geheel sterker maken. Het team van NOM-Ontwikkeling & Innovatie is de

motor achter belangrijke innovatieve projecten in Noord-Nederland. Vanuit de missie van

de NOM, het versterken en stimuleren van de noordelijke economie, zoekt NOM-O&I actief

naar kansrijke en vernieuwende projecten om ze te stimuleren en verder te ontwikkelen.

Voorbeelden genoeg! Laat u inspireren door de volgende cases:

Projecten in ontwikkeling } Philips, R&D op topniveauPhilips Consumer Lifestyle in Drachten is op afstand de grootste R&D-organisatie

in Noord-Nederland, maar toch wordt te weinig structureel samengewerkt met

andere spelers in de regio. ‘Dat is jammer en onnodig’, zegt Hans Praat van de

NOM. ‘Philips en Noord-Nederland delen veel speerpunten, bijvoorbeeld water,

sensortechnologie en Healthy Ageing, en hebben elkaar dus veel te vertellen.’

Om de samenwerking op een hoger plan te brengen, hebben Philips en de NOM

een omvangrijk programma ontwikkeld. Daarin participeren ook de Provincie

Friesland, de noordelijke hogescholen en de RUG. Dit heeft geresulteerd in veel-

belovende majeure projecteninitiatieven tussen Philips en veel noordelijke spelers

(kennisinstellingen en innovatieve bedrijven) onder andere op het gebied van

Healthy Ageing, recycling en biomaterialen, smart grids, dermatologie, water-

technologie en ‘zero defect manufacturing’.

Jan Post, coördinator External Partnerships van Philips Consumer Lifestyle en

voorziter van de projectgroep: ‘De NOM heeft het ecosysteem van Philips Drachten

een enorme zet in de goede richting gegeven en daarmee hebben we samen een

geweldige toekomst voor de boeg.’

Woodspirit - Een nationaal investeringsproject metEuropese impactIdee en consortium rondom een ‘wordscale’ biomassavergasser in Delfzijl. Realisatie

passend in de langetermijnvisie voor het chemisch cluster en de vergroenings-

ambitie van de regio. Het gevormde consortium heeft begin 2011 een, door de

Nederlandse overheid ondersteunde, Europese subsidie-aanvraag ingediend voor

een project van meer dan € 500 miljoen. }

31

Page 32: NOMMER 12 februari 2012

Rob Voncken, CEO BioMCN - Farmsum over Woodspirit: ‘Voor BioMCN kan deze

door de NOM geinitiëerde ontwikkeling leiden tot een tweede grondstofstroom

waardoor het fundament onder de onderneming wordt versterkt.’

IJkdijk - Van een wild idee tot een werkend systeemIn een unieke samenwerking tussen twintig bedrijven, twee onderzoeksinstellingen

(TNO, Deltares), en de waterschappen (STOWA) is in een periode van 5 jaar

een real time monitoringsysteem voor

dijken ontwikkeld. Het verbinden van

de verschillende werelden (ICT, sensoren

en dijkbeheer) heeft geleid tot een echte

innovatie en een Nederlands export-

product.

Harry Bos, Programmamanager

Business Development VolkerWessels

Telecom (VWT) Drachten: ‘De samen-

werking tussen VWT, Landustrie

(Sneek) en TNO (Groningen) heeft

geleid tot de ontwikkeling van een

nieuw Dijk Monitorings- en Controle-

systeem. Met dit DMC-systeem zijn

VWT en Landustrie nu actief op de,

voor beide bedrijven nieuwe markt

van dijkbewaking.’ www.ijkdijk.nl

SAWA - Unieke baanbrekende samenwerkingIn het project SAWA (Sensors and Water) hebben 15 bedrijven elkaar in een

gezamenlijke ambitie gevonden, die ze elk individueel nooit zelf hadden kunnen

invullen: sensoren ontwikkelen in het brede spectrum van waterkwaliteitanalyses

door de gehele drinkwaterketen (van bron tot tap). Met SAWA worden potentiële

meetprincipes samen met huidige meetstandaarden versmolten tot de sensoren

van de toekomst. Gerrit Veenendaal, Hoofd afdeling Techniek Waterleidingmaat-

schappij Drenthe, Assen: ‘Dankzij de NOM heeft het project SAWA een omvang,

inhoud en kwaliteit gekregen die we anders waarschijnlijk niet hadden bereikt.’

Alex Berhitu, projectmanager NOM: ‘Moeten wij ondernemers helpen met

innoveren? Ik denk het niet, maar we kunnen ze wel helpen met het geïmple-

menteerd krijgen van innovaties. Door het vinden en verbinden van de juiste

partijen, het aanspreken van geschikte financieringsvormen of door het opzetten

van een gezamenlijk gedragen projectplan. Hiermee vereffenen we een aantal

serieuze hobbels waardoor er sneller profijt kan worden getrokken van de inno-

vatie. SAWA is hier een mooi voorbeeld van.’ www.projectsawa.nl

Ontwikkelde projecten }

• F E B R U A R I 2 0 1 2

32

Page 33: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

U bent geïnteresseerd

en wilt meer weten?

Neem contact met ons op:

telefoon (050) 521 44 66.

NEBC - De community van systeemdenkersNew Energy Business Community (NEBC) het (noordelijk) netwerk voor en door

innovatieve MKB-bedrijven die zich bezighouden met slimme energieoplossingen

(systeemdenkers), wordt ondersteund door KEMA, TNO, NOM, Energy Valley en

de gemeente Groningen. Het beoogt deelnemers meer omzet en innovatie te laten

behalen door netwerk- en coalitievorming, gezamenlijke promotie (in binnen- en

buitenland). Ondersteuning van business development en innovatie, kennisvergaring

en -uitwisseling.

‘Met haar uitgebreide bedrijvennetwerk in (Noord-)Nederland en inzicht in de concrete

behoeften van ondernemers, bewijst de NOM haar kracht: het initiëren van activiteiten

zodat mensen, middelen en locaties elkaar kunnen vinden om succesvolle activiteiten

te ontwikkelen. NEBC, gericht op smart grids/smart energy business is daar een goed

voorbeeld van’, aldus Jörg Gigler, Team Manager duurzaamheid en schone energie,

KEMA, Groningen.

Allard van Dijk, project manager NOM: ‘Meer en meer mensen en bedrijven zien de

enorme druk op teruglopende fossiele bronnen en de steeds hogere prijs die we voor

het beschikbaar maken van energie moeten betalen. In de markt ontstaan hieromheen

vraagstukken en is behoefte aan oplossingen om energie te besparen, intelligenter in te

zetten, te decentraliseren en te vergroenen. Wij kennen de bedrijven met innovatie op

deze gebieden en smeden passende coalities rondom de vraagstukken.’ www.nebc.nl

| O&I Netwerken

33

Page 34: NOMMER 12 februari 2012

34

• F E B R U A R I 2 0 1 2

De AgroFood-sector is er een van vitaal

belang voor de nationale economie.

Voor de noordelijke regio geldt dat nog

sterker omdat het aantal bedrijven in

deze bedrijfstak bovengemiddeld is.

Toch is het geen vanzelfsprekendheid

dat de regio royaal de ruimte krijgt

binnen de landelijke plannen en het

netwerk van AgroFood-ondernemingen

en kennisinstellingen. Want wie zwijgt

wordt niet gehoord.

In een van de laatste NOMMER’s is al

uiteengezet hoe de NOM innovatieve

ondernemers in de voedselproductie

en voedingsmiddelenindustrie bijeen-

brengt en zo perspectiefrijke plannen

een extra stimulans geeft, bijvoorbeeld

via het project FoodFuture (zie kader).

In het laatste half jaar hebben die

stimuleringsactiviteiten een extra

dimensie gekregen nadat de rijksover-

heid AgroFood tot topsector heeft

benoemd. Sindsdien is de NOM extra

hard aan de slag gegaan met het thema

AgroFood.

‘We moeten onszelf zichtbaar maken’,

zegt Joep de Vries. Hij houdt zich

bij de NOM bezig met buitenlandse

investeringen die zijn gerelateerd aan

de foodsector. De voorbije maanden is

daarom de noordelijke AgroFood-keten

onder de aandacht gebracht op zoveel

mogelijk relevante netwerkbijeenkom-

sten, congressen en andere initiatieven.

Daarbij zijn de Dairy Campus, die zich

richt op innovatie in de melkveehou-

derij, Wetsus, dat werkt aan nieuwe

toepassingen van watertechnologie, }

Nu het kabinet de sector AgroFood heeft aangewezen als een

van de negen topsectoren van het economisch beleid, is het

zaak voor het Noorden aansluiting te vinden bij de plannen

die rond deze nationale groeidiamant worden ontwikkeld. De

NOM heeft de voorbije maanden hard gewerkt om duidelijk

te maken dat de noordelijke regio een vooraanstaande plaats

verdient binnen de AgroFood-ambities.

NOM als spin in het gouden Agro Food-netwerk

Bron: NL Agency

34

Page 35: NOMMER 12 februari 2012

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Bron: NL Agency

Carbohydrate Competence Center, dat hoogwaar-

dige kennis over koolhydraten genereert en het

HANNN, dat kennis genereert en samenbrengt rond-

om gezond ouder worden, de sleutelinitiatieven voor

de noordelijke AgroFood.

Lobbyen‘Door te lobbyen bij de juiste instellingen en bedrijven

en door op congressen te tonen wat er in de regio

speelt, wat er is ontwikkeld, welke initiatieven wor-

den ontplooid en wat het belang ervan is voor de

rest van het land, hebben we de Noord-Nederlandse

AgroFood op de kaart weten te zetten’, aldus Joep de

Vries. ‘In 2012 blijven we de aandacht vestigen op

de toegevoegde waarde van de noordelijke Agro-

Food. Zo willen we het ‘Gouden Netwerk’ in de regio

verbinden aan het nationaal beleid.’

Veel van de zaken in AgroFood-verband hangen

overigens nauw samen met andere noordelijke

speerpunten zoals Life Sciences, Healthy Ageing en

Sensortechnologie. Vaak liggen er allerlei dwarsver-

banden tussen bedrijven in die branches. Denk bij-

voorbeeld aan een onderzoeksproject rond de stevia

of honingkruid, een plantje met een enorme,

caloriearme zoetkracht. Vanuit alle drie de noorde-

lijke speerpuntsectoren is daar belangstelling voor.

Omdat succesvol lobbyen staat en valt met gedegen

kennis en goede argumenten heeft de NOM eraan

voorafgaand de noordelijke AgroFood nauwkeurig

in beeld gebracht, inclusief alle dwarsverbanden en

netwerken. Samengevat: het hele AgroFood-complex

is goed voor zo’n 80.000 arbeidsplaatsen in de drie

noordelijke provincies en 5,7 miljard toegevoegde

waarde. De aanpalende industrie telt nog eens 600

bedrijven met 22.000 banen.

De Vries benadrukt het belang van de lobby-activi-

teiten: ‘De kans is groot dat de landelijke discussie

over AgroFood aan het Noorden voorbij was gegaan

wanneer we het op z’n beloop hadden gelaten. Het

bedrijfsleven in de regio zou belangwekkende initi-

atieven zijn misgelopen en daarmee aansluiting op

innovatieve plannen hebben gemist.’ }

FoodFuture is een sprekend voorbeeld van hoe stimulering

van samenwerking bijdraagt aan vernieuwing in de agri-

business. Dit grensoverschrijdend, zogeheten Interregproject

helpt mkb-bedrijven in de voedingsmiddelenbranche in de

Nederlands-Duitse grensregio met innoveren. De doelgroep

in het Noorden omvat ongeveer honderd zelfstandige onder-

nemingen, waarvoor circa zes miljoen euro subsidie beschik-

baar is. Geld dat is bedoeld voor ontwikkeling van nieuwe

producten en processen. Naast de NOM doen ook de collega-

investerings- en ontwikkelingsmaatschappijen Oost NV en

LIOF mee, evenals Duitse partnerorganisaties. Tevens is er een

levendige uitwisseling met bedrijven rondom de Wageningse

Food Valley.

De NOM zet stevig in op het bijeenbrengen van bedrijven en

tracht hen ertoe aan te zetten samen te zoeken naar product-

innovaties. Er worden workshops, congressen en een kennistour

rond vernieuwing in de AgroFood georganiseerd. Er is een

wetenschapsraad en een politieke raad ingesteld en eind mei

staat een FoodFuture Day gepland. ‘We verleiden bedrijven tot

innovatie’, vat Herman de Vries samen. Hij is projectmanager

FoodFuture bij de NOM. Innovatie begint met de ideeën van

bedrijven zelf, benadrukt Herman de Vries. ‘De vertaling ervan

naar een product of productieproces is vaak niet eenvoudig’,

zegt hij. ‘Wij helpen ondernemingen over een drempel door ze

met partners in aanraking te brengen, we geven adviezen en

ondersteunen ze bij de papierwinkel van de nogal ingewikkelde

subsidieverlening. Het projectplan stellen de ondernemers zelf

op, wij kunnen helpen met de vertaalslag naar de regels van

FoodFuture.’ Met andere woorden: FoodFuture helpt bedrijven

innovatie structuur te geven.

De NOM is zeer tevreden over het verloop van het project,

aldus Herman de Vries. Een aantal innovatieprojecten is bijna

afgerond, een reeks innovatieadviezen is vertaald naar concrete

projecten, er zit een groot aantal projectaanvragen in de pijplijn

en het aantal bedrijven dat de bijeenkomsten bezoekt neemt

telkens toe.

NOM als spin in het gouden Agro Food-netwerk

FoodFuture geeft handenen voeten aan innovatie

35

Page 36: NOMMER 12 februari 2012

36

• F E B R U A R I 2 0 1 2

‘Investeer in onderscheidend vermogen van producten’

De pogingen duidelijk te maken dat

de regio op AgroFood-terrein meetelt,

hebben hun vruchten afgeworpen,

want het Noorden wordt nu al in de

landelijke beleidsplannen genoemd.

Tevens wordt bij acquisitie in het

buitenland de noordelijke regio

gepromoot als vestigingsgebied voor

bedrijven in de AgroFood. Dat levert

daadwerkelijk wat op. Zo tonen meer-

dere buitenlandse bedrijven interesse

voor een initiatief zoals het Dutch

Drying Institute, dat werkt aan inno-

vatieve industriële droogtechnieken.

Zandloper Uiteraard dienen de effecten van de

inspanningen van de NOM vooral

terecht te komen bij het noordelijk

bedrijfsleven. Joep de Vries gebruikt

de metafoor van de zandloper. De

landelijke initiatieven die van boven-

af komen worden vergaard, in beeld

gebracht en vertaald naar de mogelijk-

heden die ze ondernemers in de regio

bieden. Met name mkb-bedrijven

hebben volgens De Vries behoefte

aan deze koppeling. Grotere onder-

nemingen kunnen vaak zelf wel toe-

gang vinden tot relevante nationale

netwerken.

‘Het MKB wil graag de stap zetten

naar samenwerking buiten de eigen

regio’, vult hij aan. ‘Daar hikken ze

om allerlei redenen nogal eens tegen-

aan; ze zijn te druk met de dagelijkse

omzet of ze weten de weg niet goed te

vinden.

Een van de doelstellingen van onze

netwerkactiviteiten is dat we die

ondernemingen bij elkaar willen

brengen om kansrijke ideeën een ex-

tra impuls te geven. Daarmee kunnen

bedrijven samen of op eigen houtje

een extra stap zetten. Dat is hoe de

zandloper ook de andere kant op

werkt. Zo vervult de NOM een brug-

functie tussen landelijke en regionale

ontwikkelingen.’

Behalve als brug tussen regio en de

rest van het land, opereert de NOM

ook als makelaar binnen de regio.

Want volgens De Vries hebben onder-

nemers behoefte aan een partij die

orde en overzicht aanbrengt in het

omvangrijke en nogal onoverzichte-

lijke ‘Gouden Netwerk’-geheel van

bedrijven, organisaties en kennis-

instellingen die samen de AgroFood-

bedrijfstak vormen. ‘Er zijn instel-

lingen waar toegepast onderzoek

wordt gedaan, denk aan Wetsus, de

Universiteit, de Dairy Campus. Dan

zijn er nog al die netwerken zoals

FoodFuture, Food Circle, Kanon en

NPAL. En daarbij moet een onder-

nemer ervan op de hoogte zijn dat

zaken als Healthy Ageing, AgroFood

en Watertechnologie beleidsspeer-

punten zijn. Dan is lang niet altijd

even duidelijk bij welk netwerk onder-

nemers het beste aansluiting kunnen

zoeken. Omdat wij het overzicht

hebben kunnen we ze verder helpen.

De NOM is het loket waar ze kunnen

aankloppen. Zo dragen we bij aan

versterking van de innovatiekracht

van de sector.’ |

Het Foodatelier in Enschede heeft in het kader van het

project FoodFuture een groep melkveehouders uit het wad-

dengebied bijgestaan bij de introductie van producten rond

het thema ‘waddenmelk’. Directeur Marc Oude Luttikhuis

over dit initiatief:

‘Het Foodatelier bedenkt nieuwe producten voor de

levensmiddelenindustrie. Dat doen we in opdracht van

andere bedrijven die we ondersteunen bij het hele proces

van ontwikkeling tot marktintroductie, kop-staartprojecten

noem ik dat. We hebben kennis van markten en zijn goed

op de hoogte van technologische ontwikkelingen in de

bedrijfstak. We opereren wat in de schaduw, maar kunnen

tal van grote namen zoals Unilever en Heiploeg tot onze

klantenkring rekenen.

We zijn door de Vereniging Gezonde Waddenmelk gevraagd

of we inhoud wilden geven aan een nieuwe strategie voor

producten gemaakt van melk van de circa 70 aangesloten

melkveehouders.

In twee workshops hebben we uiteengezet wat de belang-

rijkste principes zijn op de markt van voedingsmiddelen,

hoe ze daarmee om moeten gaan en wanneer producten

kansen hebben. Boeren moeten zich realiseren dat voor een

geslaagde marktintroductie een nieuw product daadwerke-

lijk onderscheidend moet zijn. Vergeet niet dat het aanbod

in Nederland overweldigend is. Om die reden is het niet

toereikend wanneer melk het predikaat Waddenmelk wordt

gegeven en men het daarbij laat. Het moet meer zijn. De

boeren kunnen het product bijvoorbeeld koppelen aan

een specifiek waddenproduct als de cranberries. Daarnaast

moeten ze bereid zijn financieel te investeren. Vergeet niet

dat het wel twee generaties duurt eer een substantiële

hoeveelheid melk weggezet kan worden. De boeren heb-

ben gediscussieerd, we hebben samen winkels bekeken en

nieuwe producten en productlijnen bedacht. Ik denk dat er

vooruitgang is geboekt.’

Geïnteresseerd?Neem contact op met Joep de Vries

via (050) 521 44 29 of jdevries @nom.nl,

Joep_deVries

Page 37: NOMMER 12 februari 2012

37

‘Investeer in onderscheidend vermogen van producten’

FoodCirclewerkt aan gezondere en duurzamer voeding

De Basic Supply Group in Emmen is een van de initiatief-

nemers van Innexus, een netwerk van noordelijke bedrijven

in de voedingsmiddelenindustrie. FoodCircle is een recente

loot aan de Innexus-stam. Het is een platform waarin de

voedingsbedrijven samenwerking zoeken met onder meer

kennisinstellingen. Directeur Jan Buining van de Basic Supply

Group is voorzitter van de FoodCircle-stuurgroep en verwacht

veel van FoodCircle.

‘Er ligt een directe relatie tussen FoodCircle en het noorde-

lijke beleidsspeerpunt Healthy Ageing. Het onderzoek in

FoodCircle-verband richt zich op ‘food for healthy ageing’.

Dat betekent dat we op zoek zijn naar gezondere en meer

duurzame alternatieven voor grondstoffen die in de voe-

dingsmiddelenindustrie worden toegepast.

We hebben een inventarisatie gemaakt van thema’s die

mogelijk kunnen dienen als springplank voor productont-

wikkeling. Dat heeft een aantal categorieën opgeleverd die

interessant kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan natuurlijke

conserveringsmethoden, zout-armere ingrediënten en ge-

bruik van gezondere oliën.

Tegelijkertijd willen we geen concessies doen aan de smaak.

We willen gezondere, maar ook lekkere producten blijven

produceren. Dat vergt veel kennis en dus onderzoek. Daarbij

betrekken we onder meer de Hanzehogeschool en het Van

Hall Instituut. Over en weer profiteren bedrijfsleven en die

scholen van elkaar.

Belangrijk is dat FoodCircle zich richt op pre-competitief

onderzoek. Het dient kennis op te leveren waar al die bedrijven

wat aan hebben, zonder dat ze elkaar op de markt ermee in

de weg zitten.’

Bron: Enza Zaden

Bron: Enza Zaden

Bron: Enza Zaden

Bron: NL Agency

Bron: NL Agency

Page 38: NOMMER 12 februari 2012

Een noordelijke samenwerking die hout snijdt ... met water

Rob Castien van Resato (links) en Renze de Graaf van Jacfriesland bij de waterstraalsnijmachine

O N D E R N E M E R S U I T G E L I C H TSPOTLICHT

Sinds januari dit jaar staat er een op maat ontwikkelde Resato-waterstraalsnijmachine in de productiehal van Jacfriesland inDrachten. Misschien, heel misschien, komt er zelfs binnenkort nogeen naast te staan. En dan te bedenken dat nog maar twee jaargeleden Rob Castien van Resato en Renze de Graaf van Jacfriesland elkaar voor het eerst ontmoetten.

Jacfriesland is het productiebedrijf

van de Jacquet Metal Service Group

Nederland. Vanuit Drachten worden

hoge kwaliteit rvs en stalen platen

tot en met 100 mm dik in elke vorm

gesneden, gekant of gewalsd. Het

machinepark bestaat uit laser- en plas-

masnijmachines en sinds kort ook een

• F E B R U A R I 2 0 1 2

38

Page 39: NOMMER 12 februari 2012

39

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Een noordelijke samenwerking die hout snijdt ... met water

uit gaan buiken. Optie was dan ook om

de bak van staal te maken. Tenminste,

dat dachten wij. Renze zag het anders:

hij kwam met het idee om de bak in

roestvrijstaal uit te voeren. Dat hoef je

niet te coaten en kon in eigen huis ge-

maakt worden. Slim gedacht natuurlijk.

Zo kwam het dat we bij Jacfriesland ter

plekke de hele snijmachine hebben

ontwikkeld en geassembleerd. Ook had

Renze nog wat ideeën om het water op

en neer te laten gaan en zijn op zijn

verzoek de pompen in plaats van op de

grond, waar we ze normaal gesproken

plaatsen, omhoog gebracht. Zo kunnen

de operators gemakkelijk aan beide kan-

ten van het apparaat werken. Je kunt

hier beslist zeggen dat echt samenwerken

leidt tot een echt beter resultaat.’ |

Roden, gespeciali-

seerd in hogedruk.

‘Deze advanced

cutting machine is

de grootste die we

tot nu toe gebouwd

hebben. Hij is 13

meter 20 lang, 3

meter breed en is

opgebouwd uit twee delen van 6 meter.

Door de twee zones kun je aan de ene

kant snijden en aan de andere kant

ontladen en een nieuwe plaat klaarleg-

gen. De 2,5D kop die erop zit, is geen

2D en ook geen 3D en wordt ook wel

een vijfassige kop genoemd. Je kunt er

niet alleen recht mee snijden, zoals met

laser- en plasmachines, maar ook onder

een hoek. Bovendien kun je met water

door nog dikker materiaal.’

Dat de in eigen beheer ontwikkelde

waterstraalsnijmachine van Resato een

in het oog springende technologische

ontwikkeling is, blijkt wel uit de nomi-

natie voor een Innovation Award op de

komende Techni-Show.

Echt samenwerken leidt echt tot een beter resultaatDe machine is op maat gemaakt voor

Jacfriesland, een aantal onderdelen zijn

standaard en een aantal zijn specifiek

voor hen ontwikkeld. Dat is overigens

ook de kracht van de systemen van

Resato: dat ze configureerbaar zijn,

zodat klanten de vrijheid hebben om

te bekijken welke opties ze wel en niet

nodig hebben. Constructietechnisch

was er sprake van een bijzondere samen-

werking. Rob: ‘Normaal gesproken

maken we de waterbak van kunststof,

alleen zou die in dit geval wel heel erg

waterstraalsnijmachine. Renze de Graaf

is manager van Jacfriesland: ‘Binnen

onze groep stonden verschillende water-

straalsnijmachines uit Zweden. Toen

we, om ons aanbod uit te breiden, over

de aanschaf van een machine nadach-

ten, was het niet direct logisch dat we

ons ook op Zweden zouden richten.

Resato is een bekende naam en is de

marktleider in Nederland. En ze zitten

ook nog eens op zo ongeveer een steen-

worp afstand. Toen ik dan ook twee jaar

geleden op de Techni-Show in Utrecht

op de stand van Resato zag dat ze met

een 2,5D kop waterstraalsnijmachine

onder een hoek aan het snijden waren,

was ik gelijk om. Hoe die machine ook

was opgebouwd: vaak zien innovaties

eruit als hele ingewikkelde objecten,

deze niet, ik zag gelijk hoe het werkte.

Een paar maanden later zat ik met mijn

compagnon in de auto naar Roden. Vorig

jaar augustus besloten we tot de aan-

schaf, in december begon de bouw en

sinds januari zijn we al voorzichtig aan

het produceren. Planning is dat we met

een paar weken 24 uur per dag kunnen

draaien. Dat is toch ongelooflijk?’

Genomineerd voorde Innovation AwardRob Castien is managing director van

Resato, innovatief hightech bedrijf in

Resato: Rob Castien en zijn compagnons

Ton Driessen en Michel Hooftman

kochten Resato 2,5 jaar geleden van

de oprichters. NOM is aandeelhouder

en financier. Bij Resato werken 49 men-

sen, waarvan 9 op de R&D-afdeling.

In 2011 heeft het bedrijf naar 56 landen

geëxporteerd. www.resato.com

Jacfriesland:In 2004 ontstond Jacfriesland als

een onderdeel van de Jacquet Metal

Service Group. Renze de Graaf werd

een van de aandeelhouders. NOM

hielp bij de start met het gebruikma-

ken van subsidiemogelijkheden. Bij

Jacfriesland werken 34 mensen. De

omzet is het afgelopen jaar met zo’n

25% gestegen. www.jacquet.nl

Page 40: NOMMER 12 februari 2012

Paterswoldseweg 810 • Postbus 424 • 9700 AK GroningenT (050) 521 44 44 • F (050) 521 44 00 • E [email protected] • I www.nom.nl

N.V. NOM • Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappijvoor Noord-Nederland

‘Onze rol? Vooral die van regisseur’

‘NOM O&I is altijd op zoek naar kansrijke

en vernieuwende projecten. Eenmaal in

beeld brengen we partijen samen die

de ideeën onderzoeken en omzetten in

innovatieve producten. Wat onze rol daar-

bij is? Vooral die van regisseur, waarbij

we ons netwerk inschakelen en al onze

kennis en expertise inzetten.’

’Hier komt veel bij kijken. Het samen-

brengen van potentiële partners, het (mee)

uitwerken van projectideeën, het vinden van

juiste financieringsvormen leidend tot de

daadwerkelijke uitvoering. En dan? Dan ben

ik trots! Trots op het product en het feit dat ik

hieraan een bijdrage kon leveren.’

Idee ontwikkeld of behoefte aan nieuwe

inzichten? Dan is het tijd voor de NOM. Bel

ons voor een afspraak. Of kijk op www.nom.nl.

Alex Berhitu

Projectmanager Ontwikkeling & Innovatie

O&IActueel

90 innovatieve projecten +++ waarin 350 bedrijven betrokken zijn +++ vertegenwoordigt een totaal van 90 miljoen

euro aan investeringen +++ participatie in vele netwerken: Water Alliance, NEBC, Food Circle, CCC, NNOW, NPAL e.a.