New Naktuinbouw kalibratieboek Anthurium · 2017. 9. 1. · Gewas: Anthurium Versie datum:...

ß²¬¸«®·«³

Ê»®·» ï

Ü»½»³¾»® îðïð

Õ¿´·¾®¿¬·»¾±»µß²¬¸«®·«³ Í½¸±¬¬

Naktuinbouw kalibratieboek

Anthurium Schott

Anthurium

Versie 1

© Naktuinbouw, December 2010

Naktuinbouw kalibratieboek Anthurium TP/86/1

© Naktuinbouw 2010 Versie 1 pagina 2 van 92

imac03

Tekstvak

© Naktuinbouw 2010 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Naktuinbouw.



Inleiding

Voor u ligt het kalibratieboek voor Anthurium. Dit boek kan als leidraad dienen bij het invullen van aanmeldformulieren, het maken van rasbeschrijvingen en het begrijpen van beschrijvingen. Dit boek kan de benodigde vakmanschap die nodig is om een goede beschrijving te maken niet vervangen, maar moet gezien worden als handleiding.

Gebruikte bronnenDe basis voor dit boek ligt in het CPVO protocol CPVO-TP/86/1 dat op haar beurt gebaseerd is op UPOV Richtlijn TG/86/5. De toepassing van dit kalibratieboek is gebaseerd op de algemene UPOV principes over de definitie van en het gebruik van kenmerken bij rasbeschrijvingen (UPOV TG/1/3). Het verdient aanbeveling om deze bronnen tevens te raadplegen bij het gebruik van dit kalibratieboek.

ToepassingsmethodiekDe UPOV systematiek is gebaseerd op kenmerkwaarden die gerelateerd worden aan de waarde van het betreffende kenmerk van voorbeeldrassen. In het kalibratieboek vindt u twee type kenmerken; visueel waargenomen kenmerken en gemeten kenmerken. De waarneming van de visueel waargenomen kenmerken kan vergeleken worden met de visuele “waarde” van het kenmerk van de standaardrassen. In het kalibratieboek zijn zoveel mogelijk foto’sopgenomen om zo de betreffende klasse van het kenmerk te kunnen vaststellen.Visuele kenmerken kunnen onder invloed van klimaat en teelt omstandigheden fluctueren, denk bv aan kenmerken zoals intensiteit van anthocyaanverkleuring. Ook hier is dient de expressie van het kenmerk gerelateerd te worden aan de expressie van standaardrassen.

Bij de gemeten kenmerken ligt dit gecompliceerder. Deze kenmerken kunnen onder invloed van de teeltomstandigheden en klimaat in waarde fluctueren. Het gebruik van de waarde van de standaardrassen is daarom bij deze kenmerken onontbeerlijk. Hetzelfde geldt voor die visueel waargenomen kenmerken die kunnen fluctueren onder invloed van klimaat en teeltomstandigheden (zoals bijvoorbeeld de intensiteit van anthocyaankleuring). In het kalibratieboek zijn deze, in het CPVO protocol vermelde standaardrassen alleen opgenomen voor de kenmerken die onderdeel zijn van de TQ, ofwel de Technische Vragenlijst. In alle andere gevallen zijn deze voorbeeldrassen niet opgenomen omdat velen hun eigen set voorbeeldrassen prefereren boven de rassen die in het CPVO protocol zijn opgenomen.

De kwantitatieve kenmerken van kandidaatrassen worden in veel gevallen gemeten en vergeleken met de gemeten waarden (bijvoorbeeld plantlengte) van een set voorbeeldrassen. De gemeten waarden per kandidaatras en per voorbeeldras kunnen van jaar tot jaar fluctueren onder invloed van klimaat en teeltomstandigheden, maar ieder voorbeeldras heeft een vastgestelde en onveranderbare klasse-indeling. Indien in jaar 1 de plantlengte van het voorbeeldras V voor klasse 5 (midden) 60 cm bedraagt en het kandidaatras A ook een lengte heeft van 60 cm dan scoort ras A dus een 5. Indien in jaar 2 de plantlengte van hetzelfde voorbeeldras V 65 cm bedraagt (bijvoorbeeld door extreem weer) en de plantlengte van kandidaatras B ook 65 cm bedraagt, dan scoort ras B dus ook een 5. Op deze wijze wordt de klasse-indeling van kandidaatrassen in verschillende omstandigheden dus onafhankelijk gemaakt van jaar- klimaat- en en milieu-omstandigheden.

WebsiteHet betreffende CPVO protocol en de genoemde UPOV documenten zijn opgenomen op de Naktuinbouw website (Kalibratieboeken). Op deze site vindt u ook mededelingen van eventuele wijzigingen in de kalibratieboeken.

HelpdeskWe horen graag uw opmerkingen, suggesties en vragen naar aanleiding van de site. U kunt hiervoor [email protected] gebruiken.



Inhoudsopgave

Kenm.nr Kenmerkomschrijving

Inleiding

1 Plant grootte

2 Bladschijf lengte

3 Bladschijf breedte

4 Bladschijf vorm

5 Bladschijf lobben

6 Bladschijf relatieve stand van de lobben

7 Bladschijf hoek van het distale deel

8 Bladschijf vorm van de top

9 Bladschijf intensiteit van de groene kleur van de bovenkant

10 Bladschijf mate van gehamerdheid van de bovenkant

11 Bladsteel lengte

12 Bloemsteel lengte

13 Bloemsteel dikte

14 Bloemsteel intensiteit van de groene kleur op het middelste derde deel

15 Bloemsteel anthocyaankleuring

16 Spatha stand ten opzichte van het blad

17 Spatha grootte

18 Spatha vorm

19 Spatha lobben

20 Spatha relatieve stand van de lobben

21 Spatha hoogte van de tegen elkaar gedrukte lobben

22 Spatha vorm van het distale gedeelte

23 Spatha vorm van de top

24 Spatha hoofdkleur van de bovenkant

25 Spatha hoofdkleur van de onderkant



Kenm.nr Kenmerkomschrijving

26 Spatha glans

27 Spatha mate van gehamerdheid

28 Spatha vorm van de dwarsdoorsnede van het middengedeelte

29 Spatha hoek van het distaal gedeelte met de bloeistengel

30 Spatha afstand tussen spadix en sinus

31 Spadix lengte

32 Spadix breedte

33 Spadix oprollen

34 Spadix lengte-as

35 Spadix versmalling in de richting van de top

Uitleg Kenmerk 36

36 Spadix hoofdkleur basisgedeelte voor het vrijkomen van het stuifmeel

Uitleg Kenmerk 37

37 Spadix hoofdkleur distaal gedeelte voor het vrijkomenvan het stuifmeel

Uitleg Kenmerk 38 en 39

38 Spadix hoofdkleur basisgedeelte na het vrijkomen van het stuifmeel

39 Spadix hoofdkleur distaal gedeelte na het vrijkomenvan het stuifmeel

TQ kenmerken



1 Plantgrootte

Gewas: AnthuriumVersie datum: 16-11-2004

De hoogte van de plant wordt gemeten zoals aangegeven met de pijlen.

De breedte van de plant wordt gemeten zoals aangegeven met de pijlen.



1. Plantgrootte

Gewas: AnthuriumVersie datum: 16-11-2004soort waarneming: metingMeting: cm’sAantal waarnemingen per plant: 2Aantal waarnemingen per veldje: 12

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgeteeld.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Meting: Bepalen van de plantgrootte wordt gedaan aan de hand van twee metingen, tw. de hoogte en de breedte van de plant.De planthoogte wordt gemeten vanaf de voet van de plant tot aan de hoogste top van een spadix. De breedte van de plant wordt gemeten op het breedste punt van de plant, van bladpunt tot bladpunt.Beide metingen worden gemeten in een rechte lijn. De gemiddelde plantgrootte wordt uit deze twee metingen berekend via onderstaande formule.

Formule: gemiddelde plantgrootte= (gem. planthoogte + gem. plantbreedte)/2. Na het berekenen van het gemiddelde van de metingen wordt de score wordt bepaald aan de hand van de klassenindeling.

Klassenindeling:klasse 1: zeer kleinklasse 2: zeer klein tot kleinklasse 3: kleinklasse 4: klein tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot grootklasse 7: grootklasse 8: groot tot zeer grootklasse 9: zeer groot



2. Bladschijf: Lengte


De bladlengte wordt gemeten zoals door de pijlen aangegeven.



2. Bladschijf: Lengte

Gewas: AnthuriumVersie datum: 16-11-2004Soort waarneming: metingMeting: cm’sAantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Meting: Voor het meten van de bladschijflengte bij voorkeur bladen selecteren die volgroeid en niet zijn beschadigd. Het meten van bladmaten wordt altijd gedaan in een rechte lijn. De lengte wordt gemeten, daar waar het blad zijn grootste lengte heeft. De bladlengte wordt gemeten evenwijdig aan de hoofdnerf.

Formule: Na het berekenen van het gemiddelde van de metingen, wordt een score bepaald aan de hand van de klassenindeling.

Klassenindeling:klasse 1: zeer kortklasse 2: zeer kort tot kortklasse 3: kortklasse 4: kort tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot langklasse 7: langklasse 8: lang tot zeer langklasse 9: zeer lang



3. Bladschijf: Breedte


De bladbreedte wordt gemeten zoals door de pijlen aangegeven.



3. Bladschijf: Breedte

Gewas: AnthuriumVersie datum: 16-11-2004Soort waarneming:e metingMeting: cm’sAantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Meting: Voor het waarnemen van de bladvorm bij voorkeur bladen selecteren die volgroeid en niet zijn beschadigd. Het meten van bladmaten wordt altijd gedaan in een rechte lijn. De breedte wordt gemeten, daar waar het blad zijn grootste breedte heeft. De bladbreedte wordt gemeten dwars op de hoofdnerf.


Klassenindeling:klasse 1: zeer smalklasse 2: zeer smal tot smalklasse 3: smalklasse 4: smal tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot breedklasse 7: breedklasse 8: breed tot zeer breedklasse 9: zeer breed



4. Bladschijf: Vorm


klasse 1: zeer smal eirond

klasse 3: smal eirond

klasse 4: smal eirond tot eirond

klasse 5: eirond

klasse 6: eirond tot breed eirond

klasse 7: breed eirond



4. Bladschijf: Vorm

Gewas: AnthuriumVersie datum: 22-11-2004Soort waarneming: visueelVisuele score: 1 t/m 9Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Voor het waarnemen van de bladvorm bij voorkeur bladen selecteren die volgroeid en niet zijn beschadigd. Het is wel belangrijk meerdere bladen per plant te bekijken daar de vorm soms wat varieert. Voor informatie over de vorm en lengte / breedte verhouding in het bijzonder, zie UPOV-document TC/35/11 Annex 2. De metingen van de bladlengte en bladbreedte kunnen helpen bij het bepalen van de lengte/breedte verhouding.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: zeer smal eirondklasse 2: zeer smal eirond tot smal eirondklasse 3: smal eirondklasse 4: smal eirond tot eirondklasse 5: eirondklasse 6: eirond tot breed eirondklasse 7: breed eirondklasse 8: breed eirond tot zeer breed eirondklasse 9: zeer breed eirond



5. Bladschijf: Lobben


klasse: 1 ontbrekend

Er zijn geen lobben aanwezig.Het blad heeft ‘rechte’ of ‘hangende’ schouders.

klasse: 9 aanwezig

Er zijn lobben aanwezig. Er wordt gesproken van lobben als er duidelijk bladmassa aanwezig is boven het aanhechtingspunt van de bladsteel.Het blad heeft ‘opgestoken’ schouders.



5. Bladschijf: Lobben

Gewas: AnthuriumVersie datum: 23-11-2004Soort waarneming: visueelvisuele score: 1,9Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Voor het waarnemen van de bladvorm bij voorkeur bladen selecteren die volgroeid en niet zijn beschadigd. Dit kenmerk beschrijft de aan,- of afwezigheid van lobben aan het blad.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: ontbrekendklasse 9: aanwezig



6. Bladschijf: Relatieve stand van de lobben


klasse: 1 opgebogen, maar niet rakend.De randen van de lobben staan omhoog maar raken elkaar niet.

klasse: 2 vrij.De rand van de lobben is vlak, niet opstaand en raken elkaar niet.

Helaas geen foto beschikbaar

klasse: 3 rakendDe rand van de lobben is vlak, niet opstaand en ze raken elkaar.

klasse: 4 overlappendDe rand van de lobben is vlak, niet opstaand en overlappen elkaar

Helaas nog geen foto beschikbaar

klasse: 5 tegen elkaar aangedruktDe randen van de lobben zijn opstaand en op een in grootte wisselend oppervlak tegen elkaar aangedrukt



6. Bladschijf: Relatieve stand van de lobben

Gewas: AnthuriumVersie datum: 24-11-2004Soort waarneming: visueelVisuele score: 1,2,3,4,5Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt de stand van de lobben ten opzichte van elkaar beschreven. Voor het waarnemen, bij voorkeur bladen selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn.Opmerking: Het is wel belangrijk meerdere bladen per plant te bekijken daar de stand van de lobben soms wat varieert.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: opgebogen, maar niet rakendklasse 2: vrijklasse 3: rakendklasse 4: overlappendklasse 5: tegen elkaar aangedrukt



7. Bladschijf: Hoek van het distale gedeelte


klasse 1: spitsDe hoek van de lijnen, getrokken langs de bladranden is kleiner dan 900 .

klasse 3: stompDe hoek van de lijnen, getrokken langs de bladranden is groter dan 900

klasse 2: bijna rechthoekDe hoek van de lijnen, getrokken langs de bladranden is ongeveer 900 .

.



7. Bladschijf: Hoek van het distale deel

Gewas: AnthuriumVersie datum: 24-11-2004Soort waarneming: visueelvisuele score: 1,2,3Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt de vorm van het distale deel, het deel rondom de top, van de bladschijf beschreven. Voor het waarnemen, bij voorkeur bladen selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn.Opmerking: Het is wel belangrijk meerdere bladen per plant te bekijken daar de vorm van het te beschrijven bladdeel soms wat varieert. De vorm wordt op het oog bepaald, maar een visitekaartje, A4-tje o.i.d. met een rechte hoek kan een goed hulpmiddel zijn.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: spitsklasse 2: bijna rechthoekklasse 3: stomp



8 Bladschijf: Vorm van de top


klasse 1 t/m 3: spits klasse 4 t/m 6 toegespitst

Het verschil tussen spits en toegespitst is als volgt te bepalen. trek een denkbeeldige lijn langs de bladrand richting de top. Volgt de bladrand de denkbeeldige lijn dan is de top spits.Wijkt de bladrand van de denkbeeldige lijn en zit er dus een knik in de lijn, dan noemen we het toegespitst.Of volgens het Compendium van pteridophyta en spermatophyta, De top der bladschijf, pagina 25:Toegespitst, de top ligt hoger dan men volgens het verloop van de (blad)rand verwachten zou.



8. Bladschijf: Vorm van de top

Gewas: AnthuriumVersie datum: 24-11-2004Soort waarneming: visueelvisuele score: 1,2,3,4,5,6Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt de vorm van de bladtop beschreven. Voor het waarnemen, bij voorkeur bladen selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn.Opmerking: Het is wel belangrijk meerdere bladen per plant te bekijken daar de vorm van de top soms wat varieert. Voor informatie over de juiste score in verband met lengte / breedte verhouding (smal of breed) van de bladtop, zie UPOV-document TC/35/11, Annex 2

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: smal spitsklasse 2: spitsklasse 3: breed spitsklasse 4: smal toegespitstklasse 5: toegespitstklasse 6: breed toegespitst



9. Bladschijf: Intensiteit van de groene kleur van de bovenkant


Linksboven klasse 2

Linksonder klasse 5

Rechtsboven klasse 4

Rechtsonder klasse 7



9. Bladschijf: Intensiteit van de groene kleur van de bovenkant


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt de intensiteit van de groene kleur van de bovenkant van het blad beschreven. Voor het waarnemen, bij voorkeur bladen selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn.Opmerking: Het is wel belangrijk meerdere bladen per plant te bekijken daar de intensiteit van de groene kleur, onder invloed van leeftijd en groeiomstandigheden, wat varieert.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: zeer lichtklasse 2: zeer licht tot lichtklasse 3: lichtklasse 4: licht tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot donkerklasse 7: donkerklasse 8: donker tot zeer donkerklasse 9: zeer donker



10. Bladschijf: Mate van gehamerdheid van de bovenkant


Boven: klasse 3

Onder: klasse 5



10. Bladschijf: Mate van gehamerdheid van de bovenkant


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt de mate van gehamerdheid aan de bovenkant van het blad beschreven. Voor het waarnemen, bij voorkeur bladen selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Het is wel belangrijk meerdere bladen per plant te bekijken daar de mate van gehamerdheid soms wat varieert.Opmerking: Gehamerd wil zeggen dat er in het bladoppervlak ronde tot ovale inzinkingen of bollingenin het bladoppervlak aanwezig zijn.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: ontbrekend of zeer zwakklasse 2: zeer zwak tot zwakklasse 3: zwakklasse 4: zwak tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot sterkklasse 7: sterkklasse 8: sterk tot zeer sterkklasse 9: zeer sterk



11. Bladsteel: Lengte


De bladsteel wordt gemeten zoals aangegeven met de pijlen.



11. Bladsteel: Lengte


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Meting: Bij het meten van de van de bladsteel moet gezocht worden naar een goed uitgegroeid jong blad. Er wordt bij voorkeur een blad geselecteerd waarvan uit de bladoksel een bloemsteel groeit, waarvan de spadix in het stadium is waarin wordt waargenomen. Bladstelen die op het oog afwijken van de gemiddelde lengte, bij voorkeur niet selecteren. Bladen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur. De meting wordt uitgevoerd vanuit de bladoksel tot aan het begin van de bladschijf.





12. Bloemsteel: Lengte


De bloemsteel wordt gemeten zoals aangegeven met de pijlen.



12. Bloemsteel: Lengte


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Meting: Er wordt bij voorkeur een bloemstengel geselecteerd die groeit uit de bladoksel van het blad waarvan de bladsteel is gemeten. Bij het meten van de bloemsteel - lengte moet gezocht worden naar een goed ontwikkelde jonge bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Bloemstelen die op het oog afwijken van de gemiddelde lengte liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur. De meting wordt uitgevoerd vanuit de bladoksel waaruit de bloemstengel groeit, tot aan het begin van de spatha.





13. Bloemsteel: Dikte


De meting van de dikte van de bloemstengel wordt uitgevoerd zoals op de foto hierboven wordt getoond. Op de foto wordt ook aangegeven op welke plaats op de bloemstengel wordt gemeten, in het midden van de bloemsteel.



13. Bloemsteel: Dikte

Gewas: AnthuriumVersie datum: 16-11-2004Soort waarneming: metingMeting: mm’sAantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Meting: Bij het meten van de bloemsteel - dikte moet gezocht worden naar een goed ontwikkelde bloem, als de spadix wat kleverig wordt. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de steel van een oudere bloem gemeten worden. Bloemstelen die op het oog afwijken van de gemiddelde dikte liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur. De meting wordt uitgevoerd aan het middelste derde deel van de bloemstengel.Opmerking: Bij deze meting kan het beste gebruik gemaakt worden van een schuifmaat.


Klassenindeling:klasse 1: zeer dunklasse 2: zeer dun tot dunklasse 3: dunklasse 4: dun tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot dikklasse 7: dikklasse 8: dik tot zeer dikklasse 9: zeer dik



14. Bloemsteel: Intensiteit van de groene kleur op het middelste deel van de bloemsteel


Dit kenmerk is lastig fotografisch vast te leggen. Zodra er goede, instructieve foto’s beschikbaar zijn, wordt deze pagina verder afgewerkt.



14. Bloemsteel: Intensiteit van de groene kleur op het middelste deel van de bloemsteel


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de steel van een oudere bloem gebruikt worden. Bloemstelen die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur. De waarneming wordt uitgevoerd aan het middelste derde deel van de bloemstengel.Opmerking: -

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: zeer lichtklasse 2: zeer licht tot lichtklasse 3: lichtklasse 4: licht tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot donkerklasse 7: donkerklasse 8: donker tot zeer donkerklasse 9: zeer donker



15. Bloemsteel: Anthocyaan verkleuring


De waarnemingen aan dit kenmerk worden gedaan tussen de ingetekende lijnen, in het middelste derde deel van de bloemstengel.

Uitvergroot:Expressie van verschillende scores.klasse 3: zwak (links)klasse 5: midden (in ’t midden)klasse 7: sterk (rechts)



15. Bloemsteel: Anthocyaan verkleuring


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de steel van een oudere bloem gebruikt worden. Bloemstelen die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur. De waarneming wordt uitgevoerd aan het middelste derde deel van de bloemstengel.Opmerking: Het is voor het goed waarnemen bij dit kenmerk belangrijk alleen te kijken naar het middelste derde deel van de bloemstengel. De anthocyaan verkleuring wordt beïnvloed door licht (en zon). Hierdoor ontstaat bij veel rassen anthocyaan verkleuring op het deel van de bloemstengel dat boven het blad uitsteekt. Het onderscheid zit voornamelijk bij die rassen waar de anthocyaan verkleuring optreedt tussen de bladeren.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: afwezig tot zeer zwakklasse 2: zeer zwak tot zwakklasse 3: zwakklasse 4: zwak tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot sterkklasse 7: sterkklasse 8: sterk tot zeer sterkklasse 9: zeer sterk



16. Spatha: Stand ten opzichte van het blad


Helaas nog geen foto

klasse 1: ver daaronder

klasse 2: iets daaronder

klasse 3: gelijk

klasse 4: iets daarboven

klasse 5: ver daarboven



16. Spatha: Stand ten opzichte van het blad


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt gekeken naar de stand van de bloemen ten opzichte van het blad. Bij rassen met veel zijscheuten is het soms lastig een goed beeld te krijgen omdat de bloemenvan de soms kortere zijscheuten kortere stelen hebben. Hierdoor kan een wisselend beeld ontstaan van bloemen die zowel tussen als boven het blad uitsteken. In zo’n geval is het goed om vooral naar de hoofdscheuten te kijken en de waarneming daarvan bepaalt dan de score voor dit kenmerk.Opmerking: -

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: ver daaronderklasse 2: iets daaronderklasse 3: gelijkklasse 4: iets daarbovenklasse 5: ver daarboven



17. Spatha: Grootte


De lengte van de spatha wordt gemeten zoals door de pijlen is aangegeven.Als de spatha lobben heeft wordt er gemeten vanaf de top van de lobben.De lengte van de spatha is altijd inclusief de top.

De breedte van de spatha wordt gemeten zoals door de pijlen is aangegeven.



17. Spatha: Grootte

Gewas: AnthuriumVersie datum: 22-11-2004Soort waarneming: metingMeting: cm’sAantal waarnemingen per plant: 2Aantal waarneming per veldje: 20

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Meting: Het bepalen van de spatha - grootte wordt gedaan aan de hand van twee metingen, de lengte en de breedte van de spatha. Bij het meten van de spatha moet gezocht worden naar een jonge, goed uitgegroeide spatha, waarvan de spadix wat kleverig wordt, of een oudere bloem. Spatha die op het oog afwijken van de gemiddelde lengte, breedte en/of vorm, dan wel beschadigt zijn, worden bij voorkeur niet gebruikt. Spatha groeiend vanuit de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur. Het meten van de spatha wordt altijd gedaan in een rechte lijn. De metingen worden uitgevoerd daar waar de spatha zijn grootste lengte, cq. zijn grootste breedte heeft. De spatha-lengte wordt gemeten evenwijdig aan de hoofdnerf. De spatha-breedte wordt gemeten dwars op de hoofdnerf. De gemiddelde spatha-grootte wordt uit deze twee metingen berekend via onderstaande formule.

Formule: gemiddelde spatha – grootte= (gem. spatha - lengte + gem. spatha - breedte)/2. Na het berekenen van het gemiddelde van de metingen, wordt een score bepaald aan de hand van de klassenindeling.

Klassenindeling:klasse 1: zeer kleinklasse 2: zeer klein tot kleinklasse 3: kleinklasse 4: klein tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot grootklasse 7: grootklasse 8: groot tot zeer grootklasse 9: zeer groot



18. Spatha: Vorm


klasse 1: elliptischLengte : breedte verhouding + 3 : 2 (2 : 1)

klasse 2: breed elliptischLengte : breedte verhouding + 1 : 1 (6 : 5)

klasse 3: vrijwel rondLengte : breedte verhouding 1 : 1

klasse 4: eirondLengte : breedte verhouding 2 : 1 (3 : 2)

klasse 5: breed eirondLengte : breedte verhouding 1 : 1 (6 : 5)



18. Spatha: Vorm


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt gekeken naar de vorm van de spatha. Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed ontwikkelde bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de spatha van een oudere bloem gebruikt worden. Spatha die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Elliptisch: Het breedste punt ligt halverwege de lengteas van de spatha.

Vrijwel rond: Lengte is bijna gelijk aan de breedte van de spatha.Eirond: Breedste punt ligt op ongeveer 1/3 van de lengteas, in de

richting van de top.Het “breed” slaat op de lengte / breedte verhouding. Verhouding bedraagt hier 1:1 of 5:6

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: elliptischklasse 2: breed elliptischklasse 3: rondklasse 4: eirondklasse 5: breed eirond



19. Spatha: Lobben


klasse: 1 ontbrekend

Er zijn geen lobben aanwezig.De spatha heeft ‘rechte’ of ‘hangende’ schouders.

klasse: 9 aanwezig

Er zijn lobben aanwezig. Er wordt gesproken van lobben als er duidelijk gewasmassa aanwezig is boven het aanhechtingspunt van de bloemsteel.De spatha heeft ‘opgestoken’ schouders.



19. Spatha: Lobben

Gewas: AnthuriumVersie datum: 25-01-2005Soort waarneming: visueelVisuele score: 1,9Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt gekeken naar de aan, - of afwezigheid van lobben aan de spatha. Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed ontwikkelde bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de spatha van een oudere bloem gebruikt worden. Spatha die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Voor verdere uitleg zie fotoblad.

Formule: n.v.t.




20. Spatha: Relatieve stand van de lobben


klasse 1: opgebogen, maar niet rakendDe rand van de lobben zijn omgebogen maar raken elkaar niet.

klasse 2: vrijDe rand van de lobben zijn vlak of nagenoeg vlak en raken elkaar niet.

Helaas nog geen foto beschikbaar

klasse 3: rakendDe rand van de lobben is vlak of nagenoeg vlak en de lobben raken elkaar.

klasse 4: overlappendDe rand van de lobben zijn vlak of nagenoeg vlak en overlappen zonder dat de randen tegen elkaar opstaan.

klasse 5: tegen elkaar aangedruktDe rand van de lobben zijn omgebogen en worden duidelijk tegen elkaar aangedrukt.



20. Spatha: Relatieve stand van de lobben

Gewas: AnthuriumVersie datum: 25-01-2005Soort waarneming: visueelvisuele score: 1,2,3,4,5Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt de stand van de lobben ten opzichte van elkaar beschreven. Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed ontwikkelde bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Voor het scoren, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Spatha die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren.Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Het is wel belangrijk meerdere spatha per plant te bekijken daar de stand van de lobben soms wat varieert. Voor verdere uitleg zie fotoblad.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: opgebogen, maar niet rakendklasse 2: vrijklasse 3: rakendklasse 4: overlappendklasse 5: tegen elkaar aangedrukt



21. Spatha: Hoogte van de tegen elkaar gedrukte lobben


klasse 3: laag

klasse 5: midden

klasse 7: hoog



21. Spatha: Hoogte van de tegen elkaar gedrukte lobben

Gewas: AnthuriumVersie datum: 25-01-2005Soort waarneming: visueelVisuele score: 1,2,3,4,5Aantal waarneming per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt gekeken naar de hoogte van dat deel van de lobben dat tegen elkaar aangedrukt groeit. De hoogte wordt beoordeeld ten opzichte van de totale hoogte van de lobben. Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed ontwikkelde bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Voor het scoren, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan despatha van een oudere bloem gebruikt worden. Spatha die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Het is wel belangrijk meerdere spatha per plant te bekijken daar dit kenmerk per spatha kan variëren. Voor verdere uitleg zie fotoblad.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: zeer laagklasse 2: zeer laag tot laagklasse 3: laagklasse 4: laag tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot hoogklasse 7: hoogklasse 8: hoog tot zeer hoogklasse 9: zeer hoog



22. Spatha: Vorm van het distale gedeelte


klasse 1: spitsHoek langs de zijkanten van de spatha < 900.

klasse 2: stompHoek langs de zijkanten van de spatha > + 900 en < + 1200.

klasse 3: afgerondHoek langs de zijkanten van de spatha > 1200, de vorm is daarbij duidelijk rond.



22. Spatha: Vorm van het distale gedeelte

Gewas: AnthuriumVersie datum: 25-01-2005Soort waarneming: visueelVisuele score: 1,2,3Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt de vorm van het distale deel van de spatha beschreven. Bij het waarnemen, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de spatha vaneen oudere bloem gebruikt worden. Spatha die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: De vorm wordt op het oog bepaald, maar een stukje karton o.i.d. met een rechte hoek kan een goed hulpmiddel zijn. Voor verdere uitleg zie fotoblad.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: spitsklasse 2: stompklasse 3: afgerond



23. Spatha: Vorm van de top


klasse 1: smal spits

klasse 4: smal toegespitst

Het verschil tussen spits en toegespitst:

Het verschil tussen de twee is als volgt te bepalen. Trek een denkbeeldige lijn langs de rand van de spatha richting de top. Volgt de rand van de spatha de denkbeeldige lijn dan is de top spits. Wijkt de rand van de spatha van de denkbeeldige lijn en zit er dus een knik in de spatha rand, dan noemen we het toegespitst. Of volgens het Compendium van pteridophyta en spermatophyta, De top der bladschijf, pagina 25: Toegespitst, de top ligt hoger dan men volgens het verloop van de (blad)rand verwachten zou.



23. Spatha: Vorm van de top

Gewas: AnthuriumVersie datum: 25-01-2005Soort waarneming: visueelVisuele score: 1,2,3,4,5,6Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt de vorm van de top van de spatha beschreven. Voor het waarnemen, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Het is wel belangrijk meerdere spatha per plant te bekijken daar de vorm van de top soms wat varieert.Opmerking: Voor informatie over de juiste score i.v.m. de lengte / breedte verhouding van de bladtop,zie UPOV-document TC/35/11, Annex 2.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: smal spitsklasse 2: spitsklasse 3: breed spitsklasse 4: smal toegespitstklasse 5: toegespitstklasse 6: breed toegespitst



24. Spatha: Hoofdkleur van de bovenkant


Het is niet altijd mogelijk een exact gelijkende kleur te vinden in de RHS-kleurenwaaiers. In dat geval wordt gezocht naar een kleur die er zo dicht mogelijk bijpast en wordt de afwijking met de kleur van de bloem omschreven.Ook contrasterende kleuren van de nerven en lobben worden nader omschreven om zo de kleur en uiterlijk van de voorzijde van de spatha zo goed mogelijk te kunnen karakteriseren.

NB: Bij de kleurenmeting moet een witte achtergrond gebruikt worden.Om fototechnische en puur esthetische redenen is hier gebruik gemaakt van een grijze achtergrond.

In de twee hier boven getoonde gevallen is alleen het bepalen van de RHS-code niet voldoende.Hier is een nadere omschrijving van de aanwezige tinten, contrasterende kleuren van de nerven en de groene lobben en randen nodig om de rassen voldoende te kunnen karakteriseren.



24. Spatha: Hoofdkleur van de bovenkant

Gewas: AnthuriumVersie datum: 26-01-2005Soort waarneming: visueelMeting: RHS - codeAantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Lichtcondities moeten voldoen aan één van de volgende criteria:

-Diffuus licht-Achter een venster met noorderlicht-Onder kunstlicht (Cie standaard daglicht D 6500)

Maar in geen geval in direkt zonlicht of onder andere omstandigheden met fel licht anders dan hierboven genoemd.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt de kleur van de bovenkant van de spatha beschreven. Voor het waarnemen, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Het is wel belangrijk meerdere spatha per plant te bekijken daar de kleur soms wat varieert. Het is belangrijk de kleur in het juiste stadium te bepalen omdat sommige variëteiten erg van kleur kunnen veranderen naarmate de spatha ouder worden. De kleur wordt gemeten naast de middennerf op ongeveer een kwart van de lengte van de spatha en op ongeveer een derde van de breedte. Er zijn rassen die veel kleurschakeringen hebben. In zulke gevallen wordt van de bovenstaande regel afgeweken. In deze gevallen wordt op het oog bepaald wat de meest karakteristieke kleur is, en van deze kleur wordt dan de RHS – code bepaald.Opmerking: Alle kleuren op de kleurenkaart hebben een door de UPOV vastgelegde naam.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling: Alle kleuren op de RHS-kleurenkaart zijn ingedeeld in één van de vijftigkleurgroepen. Deze kleurgroepen staan vermeld in het UPOV document TGP / 14.2.3, Annex 1, pagina 2.



25. Spatha: Hoofdkleur van de onderkant


Het is niet altijd mogelijk een exact gelijkende kleur te vinden in de RHS-kleurenwaaiers. In dat geval wordt gezocht naar een kleur die er zo dicht mogelijk bijpast en wordt de afwijking met de kleur van de bloem omschreven. Ook contrasterende kleuren van de nerven en lobben worden nader omschreven om zo de kleur en uiterlijk van de achterzijde van de spatha zo goed mogelijk te kunnen karakteriseren. NB: Bij de kleurenmeting moet een witte achtergrond gebruikt worden. Om fototechnische en puur esthetische redenen is hier gebruik gemaakt van een grijze achtergrond.



25. Spatha: Hoofdkleur van de onderkant

Gewas: AnthuriumVersie datum: 26-01-2005Soort waarneming: visueelMeting: RHS - codeAantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Lichtcondities moeten voldoen aan één van de volgende criteria:

-Diffuus licht-Achter een venster met noorderlicht-Onder kunstlicht (Cie standaard daglicht D 6500)

Maar in geen geval in direkt zonlicht of onder andere omstandigheden met fel licht anders dan hierboven genoemd.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt de kleur van de onderkant van de spatha beschreven. Voor het waarnemen, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Het is wel belangrijk meerdere spatha per plant te bekijken daar de kleur soms wat varieert. Het is belangrijk de kleur in het juiste stadium te bepalen omdat sommige variëteiten erg van kleur kunnen veranderen naarmate de spatha ouder worden. De kleur wordt gemeten naast de middennerf op ongeveer een kwart van delengte van de spatha en op ongeveer een derde van de breedte. Er zijn rassen die veel kleurschakeringen hebben. In zulke gevallen wordt van de bovenstaande regel afgeweken. In deze gevallen wordt op het oog bepaald wat de meest karakteristieke kleur is, en van deze kleur wordt dan de RHS – code bepaald.Opmerking: Alle kleuren op de kleurenkaart hebben een door de UPOV vastgelegde naam.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling: Alle kleuren op de RHS-kleurenkaart zijn ingedeeld in één van de vijftig kleurgroepen. Deze kleurgroepen staan vermeld in het UPOV document TGP / 14.2.3, Annex 1, pagina 2.



26. Spatha: Glans


klasse 1: zeer zwak

klasse 5: midden

klasse 3: zwak

klasse 7: sterk



26. Spatha: Glans


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt gekeken naar de glans aan de bovenkant van de spatha. Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Voor het scoren, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de spatha van een oudere bloem gebruikt worden. Spatha die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Het feit dat op de fotopagina twee rassen van Anthurium scherzerianum te zien zijn met een lagere score voor glans wil natuurlijk niet zeggen dat dit alleen bij Anthurium scherzerianum voorkomt. Voor verdere uitleg zie fotoblad.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: zeer zwakklasse 2: zeer zwak tot zwakklasse 3: zwakklasse 4: zwak tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot sterkklasse 7: sterkklasse 8: sterk tot zeer sterkklasse 9: zeer sterk



27. Spatha: Mate van gehamerdheid


klasse 1: ontbrekend tot zeer zwak

klasse 3: zwak

klasse 5: midden

klasse 7: sterk



27. Spatha: Mate van gehamerdheid


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt gekeken naar de mate van gehamerdheid aan de bovenkant van de spatha. Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed ontwikkelde bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Voor het scoren, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de spatha van een oudere bloem gebruikt worden. Spatha die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Gehamerd wil zeggen dat er in het oppervlak van de spatha ronde tot ovale inzinkingen en/of bollingen in het oppervlak aanwezig zijn. Voor verdere uitleg zie fotoblad.

Formule: n.v.t.




28. Spatha: Vorm van de dwarsdoorsnede van het middengedeelte


klasse 1: concaaf

klasse 2: recht

klasse 3 : convex



28. Spatha: Vorm van de dwarsdoorsnede van het middengedeelte


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt gekeken naar vorm van de dwarsdoorsnede aan de bovenkant van de spatha. Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Voor het scoren, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de steel van een oudere bloem gebruikt worden. Spatha die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Concaaf: Holrond, bolle kant naar de onderzijde.

Convex: Bolrond, bolle kant naar de bovenzijde.Voor verdere uitleg zie fotoblad.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: concaafklasse 2: rechtklasse 3: convex



29. Spatha: Hoek van distaal gedeelte met bloeistengel


klasse 1: spits

klasse 2: bijna rechthoek

klasse 3: stomp



29. Spatha: Hoek van distaal gedeelte met bloeistengel


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt gekeken naar de hoek die gevormd wordt door de bloemstengel met de onderzijde van de spatha. Voor het waarnemen, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de waarneming aan een oudere bloem gebruikt worden. Spatha die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Voor verdere uitleg zie fotoblad.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: spitsklasse 2: bijna rechthoekklasse 3: stomp



30. Spatha: Afstand tussen spadix en sinus


klasse 1: zeer kort

klasse 3: kort

Helaas nog geen foto

klasse 5: midden

klasse 7: lang



30. Spatha: Afstand tussen spadix en sinus


Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Bij dit kenmerk wordt gekeken naar de afstand tussen spadix en sinus. Het gaat erom te beoordelen hoeverre de twee lobben vergroeit zijn. Bij het waarnemen van dit kenmerk moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Voor het scoren, bij voorkeur spatha selecteren die volgroeid en niet beschadigd zijn. Als er geen bloemen in het juiste stadium op de plant aanwezig zijn, kan de spatha van een oudere bloem gebruikt worden.Spatha die op het oog afwijken van het gemiddelde liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Sinus: De hoek tussen de twee lobben van een spatha. Voor verdere uitleg zie fotoblad.

Formule: n.v.t.




31. Spadix: Lengte


De lengte van de spadix wordt gemeten zoals met de pijlen is aangegeven.



31. Spadix: Lengte

Gewas: AnthuriumVersie datum: 22-11-2004Soort waarneming: metingMeting: mm’sAantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarnemingen per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens. 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem)zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Meting: Bij het meten van de spadix-lengte moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Oudere bloeikolven bij voorkeur niet meten dezen geven te hoge waarden. Bloeikolven die op het oog afwijken van de gemiddelde lengte liever niet selecteren.Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur. De meting wordt uitgevoerd vanaf aanhechting bij de spatha tot aan de top van de bloeikolf.Opmerking: Bij deze meting kan het beste gebruik gemaakt worden van een schuifmaat.

Formule: Na het berekenen van het gemiddelde van de metingen, wordt een score bepaald aan de hand van de klassenindeling..




32. Spadix: Breedte


De breedte van de spadix wordt gemeten zoals door de pijlen wordt aangegeven. Breedte van de spadix wordt gemeten inclusief de vruchtbeginsels.



32. Spadix: Breedte

Gewas: AnthuriumVersie datum: 22-11-2004Soort waarneming: metingMeting: mm’sAantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarneming per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Meting: Bij het meten van de breedte van de spadix moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Oudere bloemen geven te hoge waarden.Bloeikolven die op het oog afwijken van de gemiddelde breedte liever niet selecteren. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur. De meting wordt uitgevoerd aan het middelste derde deel van de bloeikolf.Opmerking: Bij deze meting kan het beste gebruik gemaakt worden van een schuifmaat.

Formule: Na het berekenen van het gemiddelde van de metingen, wordt aan de hand de klassenindeling een score bepaald.

Klassenindeling:klasse 1: zeer dunklasse 2: zeer dun tot dunklasse 3: dunklasse 4: dun tot middenklasse 5: middenklasse 6: midden tot dikklasse 7: dikklasse 8: dik tot zeer dikklasse 9: zeer dik



33. Spadix: Oprollen


klasse 1: ontbrekend

klasse 9: aanwezig



33. Spadix: Oprollen

Gewas: AnthuriumVersie datum: 22-11-2004Soort waarneming: visueelvisuele score: 1,9Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarneming per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Dit kenmerk beschrijft de vorm van de lengte-as van de spadix. Bij het waarnemen aan de spadix moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Ontbrekend wil zeggen dat de lengte-as van de spadix ongeveer recht is en hoogstens op-, of neergebogen is. Oprollen wil zeggen dat de spadix spiraalvormig is opgerold. Oprollen komt voornamelijk voor bij rassen van Anthurium scherzerianum.

Formule: n.v.t.




34. Spadix: Lengte-as


klasse 3: ingebogen

klasse 5: recht

klasse 7: opgebogen



34. Spadix: Lengte-as

Gewas: AnthuriumVersie datum: 22-11-2004Soort waarneming: visueelVisuele score: 1 t/m 9Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarneming per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Dit kenmerk beschrijft de mate en richting waarin de lengte-as van de spadix gebogen is. Bij het waarnemen aan de spadix moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Sterk opgebogen of sterk ingebogen wil zeggen dat de top van de spadix met een hoek van meer dan 300 afwijkt van de rechte lijn door de spadix. Opgebogen tot recht en ingebogen tot recht wil dan dus zeggen dat de top van de spadix met een hoek tussen 00 en ongeveer 300 afwijkt van de rechte lijn door de spadix.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: sterk ingebogenklasse 2: sterk ingebogen tot ingebogenklasse 3: ingebogenklasse 4: ingebogen tot rechtklasse 5: rechtklasse 6: recht tot opgebogenklasse 7: opgebogenklasse 8: opgebogen tot sterk opgebogenklasse 9: sterk opgebogen



35. Spadix: Versmalling in de richting van de top


klasse 3: zwak

klasse 5: midden

klasse 7: sterk

klasse 9: zeer sterk



35. Spadix: Versmalling in de richting van de top

Gewas: AnthuriumVersie datum: 26-01-2005Soort waarneming: visueelvisuele score: 1 t/m 9Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarneming per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Dit kenmerk beschrijft de mate waarin de spadix versmalt in de richting van de top van de spadix. Bij het waarnemen aan de spadix moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Score 1: zeer zwak betekent dan dus dat de spadix bijna cilindrisch van vorm is. Score 9: zeer sterk betekent dan dat de spadix conisch van vorm is.

Formule: n.v.t.




Uitleg bij kenmerk 36


Dit is het juiste stadium voor het waarnemen van kenmerk 36: Spadix, hoofdkleur van het basisgedeelte voor het vrijkomen van het stuifmeel. De druppels aan de spadix geven aan dat de spadix ontvankelijk is. Niet bij alle rassen wordt de spadix kleverig, in dat geval is de ontwikkeling van de top van de spadix een goed uitgangspunt. De vruchtbeginsels aan de top van de spadix zijn in dat geval nog niet ontwikkeld en de top is dan glad. De waarneming wordt gedaan aan de basis van de spadix, in dit geval het rode deel.



36. Spadix: Hoofdkleur basisgedeelte voor het vrijkomen van het stuifmeel


klasse 1: wit

Helaas nog geen fotoBeschikbaar

klasse 2: geel

klasse 3: oranje

klasse 4: roze

klasse 5: rood

klasse 6: roodpaars

klasse 7: paars



36. Spadix: Hoofdkleur basisgedeelte voor het vrijkomen van het stuifmeel

Gewas: AnthuriumVersie datum: 26-01-2005Soort waarneming: visueelvisuele score: 1,2,3,4,5,6,7Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarneming per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Dit kenmerk beschrijft de kleur van het onderste deel van de spadix voor het vrijkomen van het stuifmeel. Bij het waarnemen aan de spadix moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix ontvankelijk is. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Kijk bij het bepalen van de score vooral naar de hoofdkleur. Eventuele zweem of secundaire kleuren kunnen het beste bij de opmerkingen genoemd worden.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: wit tot crèmeklasse 2: geelklasse 3: oranjeklasse 4: rozeklasse 5: roodklasse 6: roodpaarsklasse 7: paars



Uitleg bij kenmerk 37


Dit is het juiste stadium voor het waarnemen van kenmerk 37: Spadix, hoofdkleur van het distale deel voor het vrijkomen van het stuifmeel. De druppels aan de spadix geven aan dat de spadix ontvankelijk is. Niet bij alle rassen wordt de spadix kleverig, in dat geval is de ontwikkeling van de top van de spadix een goed uitgangspunt. De vruchtbeginsels aan de top van de spadix zijn in dat geval nog niet ontwikkeld en de top is dan glad. De waarneming wordt gedaan aan de top van de spadix, in dit geval het gele deel.



37. Spadix: Hoofdkleur distaal gedeelte voor het vrijkomen van het stuifmeel


klasse 1: wit

klasse 2: geel

klasse 3: oranje

klasse 4: rood

klasse 5: roodpaars

klasse 6: paars

klasse 7: groen

klasse 8: bruin



37. Spadix: Hoofdkleur distaal gedeelte voor het vrijkomen van het stuifmeel

Gewas: AnthuriumVersie datum: 26-01-2005Soort waarneming: visueelvisuele score: 1,2,3,4,5,6,7,8Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarneming per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Dit kenmerk beschrijft de kleur van het bovenste deel, of wel de top van de spadix voor het vrijkomen van het stuifmeel Bij het waarnemen aan de spadix moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan de spadix wat kleverig wordt. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Kijk bij het bepalen van de score vooral naar de hoofdkleur. Eventuele zweem of secundaire kleuren kunnen het beste bij de opmerkingen genoemd worden.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: witklasse 2: geelklasse 3: oranjeklasse 4: roodklasse 5: roodpaarsklasse 6: paarsklasse 7: groenklasse 8: bruin



Uitleg bij de kenmerken 38 en 39


Kenmerk 38: Spadix, hoofdkleur van het basisgedeelte na het vrijkomen van het stuifmeel.Kenmerk 39: Spadix, hoofdkleur van het distaal gedeelte na het vrijkomen van het stuifmeelHet losse stuifmeel op de spatha laat zien dat dit het juiste tijdstip is. Niet bij alle rassen komt er stuifmeel vrij, in dat geval is de ontwikkeling van de top van de spadix een goed uitgangspunt.De vruchtbeginsels aan de top van de spadix zijn in dat geval ontwikkeld en de top voelt ruw aan.De waarneming wordt gedaan aan de basis (kenmerk 38) en aan de top (kenmerk 39) van de spadix.



38. Spadix: Hoofdkleur basisgedeelte na het vrijkomen van het stuifmeel


klasse 1: wit

klasse 2: geel

klasse 3: oranje

klasse 4: roze

klasse 5: rood

klasse 6: roodpaars

klasse 7: paars

klasse X: zie opmerkingen=Groen



38. Spadix: Hoofdkleur basisgedeelte na het vrijkomen van het stuifmeel

Gewas: AnthuriumVersie datum: 26-01-2005Soort waarneming: visueelvisuele score: 1,2,3,4,5,6,7Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarneming per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Dit kenmerk beschrijft de kleur van het onderste deel van de spadix na het vrijkomen van het stuifmeel. Bij het waarnemen aan de spadix moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan het stuifmeel vrijkomt, of al vrijgekomen is. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Kijk bij het bepalen van de score vooral naar de hoofdkleur. Eventuele zweem of secundaire kleuren kunnen het beste bij de opmerkingen genoemd worden.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: wit tot crèmeklasse 2: geelklasse 3: oranjeklasse 4: rozeklasse 5: roodklasse 6: roodpaarsklasse 7: paars



39. Spadix: Hoofdkleur distale gedeelte na het vrijkomen van het stuifmeel


klasse 1: wit

klasse 2: geel

klasse 3: oranje

klasse 4: rood

klasse 5: roodpaars

klasse 6: paars

klasse 7: groen

klasse 8: bruin

klasse X: zie opmerkingen=roze



39. Spadix: Hoofdkleur distaal gedeelte na het vrijkomen van het stuifmeel

Gewas: AnthuriumVersie datum: 26-01-2005Soort waarneming: visueelVisuele score: 1,2,3,4,5,6,7,8Aantal waarnemingen per plant: 1Aantal waarneming per veldje: 10

Tijdstip: Aan volgroeide planten, die minstens 6-7 maanden. (potplant) tot soms 2 jaar (snijbloem) zijn doorgekweekt.Omstandigheden: Niet kritisch.Criteria: Voldoende uitgegroeide planten.Waarneming: Dit kenmerk beschrijft de kleur van het bovenste deel, of wel de top van de spadix na het vrijkomen van het stuifmeel. Bij het waarnemen aan de spadix moet gezocht worden naar een goed uitgegroeide bloem, waarvan het stuifmeel vrijkomt, of al vrijgekomen is. Bloemen groeiend aan de centrale hoofdscheut verdienen de voorkeur.Opmerking: Kijk bij het bepalen van de score vooral naar de hoofdkleur. Eventuele zweem of secundaire kleuren kunnen het beste bij de opmerkingen genoemd worden.

Formule: n.v.t.

Klassenindeling:klasse 1: witklasse 2: geelklasse 3: oranjeklasse 4: roodklasse 5: roodpaarsklasse 6: paarsklasse 7: groenklasse 8: bruin



TQ-kenmerken.

In paragraaf 5 van de TQ moeten een aantal (groeperings)kenmerken worden ingevuld. Deze dienen voor het indelen van de proef in vergelijkingsgroepen, en/of geven belangrijke informatie over de teelt van de rassen.Voor Anthurium gaat het om de volgende kenmerken:

5.1 Plant: grootte. Zie hiervoor de expressies en uitleg bij kenmerk 1:

Klein Hanna 3

Midden Eva 5

Groot Gloria 7

5.2 Spatha: grootte. Zie hiervoor de expressies en uitleg bij kenmerk 17:

Zeer klein Anetta 1

Klein Ellen 3

Midden Fla-Exotic 5

Groot Merenque 7

Zeer groot Antara 9

5.3 (i) Spatha: hoofdkleur van de bovenkant. Zie hiervoor de uitleg bij kenmerk 24:

RHS Colour Chart (kleurcode aangeven)



5.3 (ii) Spatha: hoofdkleur van de bovenkant

Wit 1

Oranje 2

Oranjerood 3

Roze 4

Rood 5

Roodpaars 6

Paars 7

Groen 8

Bruin 9

Andere kleuren (kleuren noemen) 10



Aantekeningen

Ò¿µ¬«·²¾±«©ô ¿º¼»´·²¹ Î¿»²±²¼»®¦±»µô Í±¬¿©»¹ îîô Ð±¬¾« ìðô îíéð ßß Î±»´±º¿®»²¼ª»»²ô Ò»¼»®´¿²¼

Ì»´ò õíï øð÷éï ííî êï íç Ûó³¿·´æ µ¿´·¾®¿¬·»¾±»µà²¿µ¬«·²¾±«©ò²´ É»¾·¬»æ ©©©ò²¿µ¬«·²¾±«©ò²´

New Naktuinbouw kalibratieboek Anthurium · 2017. 9. 1. · Gewas: Anthurium Versie datum:...

Documents

Transcript of New Naktuinbouw kalibratieboek Anthurium · 2017. 9. 1. · Gewas: Anthurium Versie datum:...