New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor...

75
Effectieve preventie Rotterdam Business case en Maatschappelijke kosten- batenanalyse 2020-2023 Opdrachtgever: Gemeente Rotterdam Rotterdam, oktober 2019

Transcript of New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor...

Page 1: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

Effectieve preventie Rotterdam Business case en Maatschappelijke kosten-batenanalyse 2020-2023

Opdrachtgever: Gemeente Rotterdam

Rotterdam, oktober 2019

Page 2: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

Effectieve preventie Rotterdam Business case en Maatschappelijke kosten-batenanalyse

Opdrachtgever: Gemeente Rotterdam Daphne Weedage (NJi) Ger van den Berg (NJi) Lisa van Beek (Ecorys) Tom Geijsen (Ecorys) Tom van Yperen (NJi) Wim Spit (Ecorys) Rotterdam, oktober 2019

Page 3: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

Inhoudsopgave

5

Effectieve preventie Rotterdam

Managementsamenvatting 9

1 Inleiding 15

1.1 Achtergrond 15

1.1.1 Rotterdam: een stad met potentie 15

1.1.2 Inzet met een maatschappelijk belang 16

1.1.3 Doel van het onderzoek 17

1.2 Aanpak 18

1.2.1 Stap 1: Definitie van de referentiesituatie en het beleidsalternatief 18

1.2.2 Stap 2: Analysen van effecten van de interventies 19

1.2.3 Stap 3: Opstellen gemeentelijke business case 19

1.2.4 Stap 4: Overzicht maatschappelijke kosten en baten 19

1.3 Leeswijzer 19

2 Het instrument MKBA 21

2.1 Basis MKBA-methodologie 21

2.2 Nulalternatief en Projectalternatief 21

2.2.1 Nulalternatief 21

2.2.2 Projectalternatief 22

2.3 Overige uitgangspunten in de MKBA 23

2.3.1 Selectie interventies 23

2.3.2 Doelgroep en doelgroepbereik 24

2.3.3 Zichtperiode, prijzen en discontovoet 25

2.3.4 Kosten van de interventies 26

2.3.5 Typen effecten 27

2.3.6 MKBA of kengetallen KBA? 28

3 Het beleidsalternatief: de bewezen effectieve interventies 29

3.1 Inleiding 29

3.2 Interventies gericht op sociale en emotionele vaardigheden 29

3.2.1 Taakspel 29

3.2.2 Kanjertraining 29

3.2.3 PAD 29

3.2.4 Ouder- baby interventie 29

3.2.5 Vrienden 29

3.2.6 Zippy’s vrienden 30

3.2.7 KOPP 30

3.2.8 Plezier op school 30

3.2.9 Thuis op Straat 30

3.2.10 Ik kies voor zelfcontrole 30

3.3 Interventies gericht op opvoedvaardigheden 30

3.3.1 VIPP 30

3.3.2 Incredible Years 31

Page 4: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

6

Effectieve preventie Rotterdam

3.3.3 Home-Start 31

3.4 Interventie gericht op mishandeling 31

3.4.1 VoorZorg 31

3.5 Interventie gericht op temperament 31

3.5.1 Alles Kidzzz 31

4 Effecten van de interventies 33

4.1 Effecten op korte termijn 33

4.1.1 Sociale en Emotionele Vaardigheden 33

4.1.2 Opvoedvaardigheden 36

4.1.3 Mishandeling 37

4.1.4 Temparament 37

4.2 Effecten op de lange termijn 38

5 Financiële effecten voor de gemeente 41

5.1 De reikwijdte van de interventies 41

5.2 De geanalyseerde effecten op jeugdhulp 43

5.2.1 Methodiek op hoofdlijnen 43

5.2.2 Stap 1 Effectberekening: bepaling type en omvang effecten 43

5.2.3 Stap 2 Effectberekening: baten per interventie 49

5.3 Overige financiële baten voor de gemeente op korte en middellange termijn 54

6 Resultaten gemeentelijke Business Case 55

6.1 Financiële baten voor de gemeente 55

6.2 Hoge variant 57

6.3 Gevoeligheidsanalyses 57

7 Resultaten MKBA 58

7.1 Overige financiële baten op korte en middellange termijn 58

7.2 Vertaling van de lange termijneffecten naar de MKBA 59

7.2.1 Interventies gericht op sociale en emotionele factoren (vergelijkbaar met Taakspel, PAD) 59

7.2.2 Interventies gericht op ouders van kinderen met gedragsproblemen (vergelijkbaar met Incredible years) 59

7.2.3 Interventies om pestgedrag tegen te gaan (vergelijkbaar met Kanjertraining) 60

7.3 Vertaling van deze resultaten naar de Rotterdamse situatie 60

7.4 Resultaten Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse 61

7.4.1 Conservatieve raming 61

7.4.2 Hoge variant 63

7.4.3 Samenvattend overzicht 64

8 Conclusies en aanbevelingen 67

8.1 Conclusies 67

8.2 Aanbevelingen 67

Bijlage 1: Overzicht effectiviteit en baten interventies 69

Page 5: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

7

Effectieve preventie Rotterdam

Bijlage 2: Hoe moet de effectgrootte worden geïnterpreteerd? 79

Page 6: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

9

Effectieve preventie Rotterdam

Managementsamenvatting

Aanleiding

Rotterdam is een jeugdige stad. 208.292 Rotterdammers zijn jonger dan 27 jaar, ongeveer een derde van het totaal aantal inwoners. Daarmee is Rotterdam een stad met veel potentie, een stad die groei in zich heeft. Zeker als de jeugd in de stad kansrijk, veilig en gezond kan opgroeien om zich te ontwikkelen tot zelfredzame volwassenen die hun bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Daarom zet Rotterdam met het 'Beleidskader Jeugd 2015 – 2020 Rotterdam Groeit' in op het kansrijker, veiliger en gezonder opgroeien van kinderen en jeugdigen in de stad. Het beleid is gebaseerd op een gedegen analyse van belangrijkste beschermende factoren en risicofactoren die van invloed zijn op de doelen van het beleid. Dankzij deze analyse kan gerichter worden ingezet: de gemeente verlegt het zwaartepunt van (preventieve) inzet naar de meest relevante factoren. Het effect voor de ontwikkeling van de jeugd wordt verder versterkt door meer gebruik te maken van bewezen effectieve en theoretisch goed onderbouwde interventies. Bovendien wordt scherper gelet op de kwaliteit van de uitvoering. Deze wijzigingen zullen naar verwachting bijdragen aan het kansrijker, veiliger en gezonder opgroeien van de Rotterdamse jeugd. Tot nog toe was deze bijdrage nog niet kwantitatief in kaart gebracht. Met deze businesscase en mkba brengen we daar verandering in. Wat betekent deze versterking van de preventieaanpak voor de jeugd van de stad? En wat voor de gemeente en andere betrokkenen? Deze vragen liggen ten grondslag aan het onderzoek waarvan hier de samenvatting wordt gepresenteerd. Ter validatie heeft SEO Economisch Onderzoek een second opinion uitgevoerd op dit onderzoek en heeft de aanpak en de resultaten onderschreven. Aanpak onderzoek

Om de meerwaarde van de nieuwe aanpak in kaart te brengen is een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uitgevoerd. Kern van een MKBA is dat de (positieve en negatieve) effecten van een verandering in werkwijze voor alle partijen in kaart wordt gebracht, en zoveel mogelijk in geldtermen wordt uitgedrukt. De aanpak is gebaseerd op de theorie van de welvaartseconomie. De wijze van bepaling en waardering van effecten is beschreven in landelijke handleidingen1. Aan de hand van de MKBA is geanalyseerd welke maatschappelijke baten te verwachten zijn, bij wie deze terecht komen en of het totaal van de maatschappelijke baten opweegt tegen de maatschappelijke kosten van de nieuwe werkwijze. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de financiële effecten op korte en middellange termijn voor de gemeente (Business Case voor de gemeente), de financiële effecten op korte, middellange en lange termijn voor andere partijen zoals het Rijk, en effecten die geen prijskaartje hebben, maar wel de welvaart van de betrokkenen betreffen (bijvoorbeeld een effect op de kwaliteit van leven). Al deze effecten komen samen in de MKBA.

1 Zie: Romijn & Renes (2013) Algemene leidraad voor maatschappelijke kosten-batenanalyse, Centraal Planbureau en

Planbureau voor de Leefomgeving.

Page 7: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

10

Effectieve preventie Rotterdam

Voor het in kaart brengen van de verwachte maatschappelijke effecten van de aanpak in het jeugdbeleid van de gemeente Rotterdam kan nog geen gebruik worden gemaakt van daadwerkelijk geboekte resultaten met interventies in Rotterdam. Om toch een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen van de effecten is gebruik gemaakt van effectiviteitsonderzoeken zoals die voor diverse interventies beschikbaar zijn via de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut, van onderzoek naar interventies in de Nederlandse situatie en van buitenlands onderzoek (door de London School of Economics and Political Science). De gemeenschappelijke conclusie uit de analyse van deze onderzoeken is dat er weliswaar veel informatie beschikbaar is over de effecten van interventies, maar dat er in veel gevallen een vertaalslag nodig is geweest om deze resultaten te kunnen gebruiken voor deze MKBA. Wat doet de gemeente?

De gemeente investeert een deel van het beschikbare budget voor preventie (€ 43 miljoen per jaar) in bewezen effectieve interventies op de meest relevante factoren. In dit onderzoek evalueren we de maatschappelijke kosten en baten van deze investering aan de hand van drie scenario’s; in elk scenario wordt een ander aandeel van het beschikbare budget besteed aan dit type interventies. Het scenario Huidige koers geeft weer wat de maatschappelijke kosten en baten zijn wanneer de gemeente jaarlijks de helft van de huidige € 10 miljoen voor subsidies gericht op preventie beschikbaar stelt voor bewezen effectieve interventies. Dit is wat de gemeente met het subsidiekader jeugdpreventie 2020 ‘voorkomen en versterken’ op dit moment aan het realiseren is. De gemeente ziet dat de kosten voor jeugdhulp oplopen en dat de huidige inzet op preventie niet voldoende toereikend is om de kraan een flinke slag meer dicht te draaien. Het scenario Tijdelijke boost laat zien wat er gebeurt als de gemeente tijdelijk een groter aandeel van het totale preventiebudget beschikbaar stelt voor bewezen effectieve preventieve interventies: een bedrag van € 10 miljoen in 2020 teruglopend naar € 4 miljoen in 2023. Tot slot laat het scenario Ambitie zien wat de maatschappelijke kosten en baten zijn als de gemeente 50% (€ 21,5 miljoen jaarlijks) van het gehele huidige preventiebudget inzet aan bewezen effectieve interventies op de meest relevante factoren. Figuur 1.1 Herallocatie van het budget in de drie scenario’s

Voor de drie scenario’s is in kaart gebracht wat de effecten zijn van een investering gedurende 4 jaar, startend in 2020. De gemeente verdeelt het budget over een aantal bewezen effectieve interventies. Deze interventies richten zich op verschillende factoren: sociale en emotionele vaardigheden, opvoedvaardigheden, mishandeling en temperament. De verdeling van het budget over de verschillende interventies is in elk scenario hetzelfde en is in Tabel 1.1 weergegeven.

Page 8: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

11

Effectieve preventie Rotterdam

Tabel 1.1 De verdeling van het budget over de verschillende interventies

Interventie Aandeel budget

Taakspel 12,5%

Kanjertraining 11,5%

PAD 12,5%

Ouder Baby Interventie 5,0%

Vrienden 10,0%

Zippy’s vrienden 1,5%

KOPP /KVO 1,0%

Plezier op school 2,5%

Thuis op Straat 2,5%

Ik kies voor zelfcontrole 6,0%

VIPP SD 8,3%

Incredible years 8,3%

Home-Start 8,3%

Voorzorg 5,0%

Alles kidzzz 5,0%

Deze MKBA is dynamisch opgebouwd, wat betekent dat in het model ook andere keuzes gemaakt kunnen worden in de verdeling van het budget. Indien in de toekomst andere keuzes worden gemaakt, kunnen de gevolgen hiervan makkelijk inzichtelijk worden gemaakt. In deze MKBA zijn conservatieve schattingen gebruikt voor de effecten, tarieven en het bereik. Wat is het resultaat?

Resultaten voor de Rotterdamse jeugd De analyse van financiële effecten voor de gemeente op korte en middellange termijn laat zien dat een verschuiving binnen het beschikbare budget ertoe leidt dat er jaarlijks duizenden jeugdigen beter af zijn dan zonder deze verschuiving. Dat ze beter af zijn zien we terug in een betere sociaal emotionele ontwikkeling, een betere gezondheid, minder sociaal emotionele problemen, minder criminaliteit en het voorkomen van mishandeling. Het aantal kinderen dat beter af is door deze verschuiving verschilt per scenario. Het aantal kinderen dat wordt bereikt neemt na verloop van tijd toe vanwege een toename van de effectiviteit in de uitvoering van de interventie en in enkele gevallen door lagere kosten van inkoop na de investeringsperiode. Bij de tijdelijke boost is dit anders, omdat het ingezette budget in dit scenario na verloop van tijd afneemt. Figuur 1.2 Aantal jeugdigen dat beter af is (x1000)

Resultaten voor de begroting van de gemeente Rotterdam De inzet van de bewezen effectieve interventies leidt voor een deel van de jeugdigen tot een betere (sociaal emotionele) ontwikkeling. Hierdoor zullen bij een groep jeugdigen problemen niet ontstaan, niet persisteren of niet verergeren in vergelijking met de oude situatie. Als gevolg daarvan zal een

Page 9: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

12

Effectieve preventie Rotterdam

deel van de groep nadien minder beroep doen op jeugdhulp. Daarnaast zijn er voor de gemeente ook besparingen te verwachten op de kosten van onderwijs (zoals minder inzet van schoolmaatschappelijk werk, minder schoolverzuim en minder schooluitval) en in beperkte mate op die van maatschappelijke ondersteuning, omdat ook hier een deel van de jeugdigen minder beroep op zal doen. Onderstaande grafieken geven de businesscase voor de gemeente Rotterdam weer. Voor de drie budgetscenario’s zijn elk twee varianten in kaart gebracht: een lage en hoge variant. Beide varianten zijn gebaseerd op bewijs uit de (internationale) literatuur en daarmee goed onderbouwd. In de lage variant zijn conservatievere aannames gedaan, zoals dat interventies enkele jaren nodig hebben om hun maximale effectiviteit te bereiken en dat de kosten van bespaarde jeugdhulp lager zijn. In de hoge variant gaan we ervan uit dat interventies direct op de juiste manier worden ingezet en nemen we hogere kosten mee voor de jeugdhulp die dankzij effectieve interventies niet meer hoeft te worden ingezet. Figuur 1.3 laat de baten voor de gemeente zien in de eerste jaren na de herallocatie van een deel van het budget, voor de lage (rode) en de hoge (gele) variant. Figuur 1.4 geeft de totale baten weer voor de gemeente, teruggerekend naar de netto contante waarde. Figuur 1.3 Baten voor de gemeente tot 2025

Figuur 1.4: Totale baten voor de gemeente in netto contante waarde

Resultaten voor de maatschappij als geheel Naast financiële besparingen voor de gemeente zijn er diverse andere effecten te verwachten op korte, middellange en langere termijn. Deze vormen samen met de resultaten voor de gemeente de totale maatschappelijke baten. Zo leiden interventies op sociaal emotionele ontwikkeling van jeugdigen in de toekomst tot minder criminaliteit, en dus tot minder kosten voor politie, justitie en slachtoffers. Interventies hebben onder meer als effect dat de toekomstige arbeidsproductiviteit van de jeugdigen toeneemt, en daarmee hun toekomstig inkomen.

Page 10: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

13

Effectieve preventie Rotterdam

Er zijn in de literatuur diverse onderzoeken beschikbaar waarin dergelijke langere termijneffecten (kwantitatief) zijn onderzocht. In sommige gevallen betreft het analyses over de situatie in Nederland, in andere gevallen van die in het buitenland. Sommige van deze studies laten (op langere termijn) zeer hoge baten zien. Op basis van de beschikbare studies is geraamd wat de verwachte maatschappelijke baten zijn in de Rotterdamse situatie. Ook in deze analyse zijn twee typen ramingen gehanteerd, beide gebaseerd op wetenschappelijke literatuur. De lage variant geeft een ondergrens van de verwachte baten door de maatschappelijke effecten maximaal 10 jaar na afloop van de interventie mee te nemen, waar dat in de literatuur voor tot wel 30 jaar wordt gedaan. Bovendien zijn de effecten die in buitenlandse studies zijn gevonden slechts in beperkte mate meegenomen, omdat hier de context anders is de interventies niet exact dezelfde zijn. Figuur 1.5 Baten voor de maatschappij als geheel tot 2025

Figuur 1.6 Totale baten voor de maatschappij als geheel in netto contante waarde

Bovenstaande laat zien dat de maatschappelijke meerwaarde van het beleid omvangrijk is: zonder extra uitgaven voor de gemeente (er is immers alleen sprake van het anders inzetten van middelen binnen het beschikbare budget) worden maatschappelijke baten gerealiseerd die minimaal even groot zijn als het budget dat verschuift, en mogelijk 2 tot 3 keer zo groot. Verdeling van de baten Figuur 1.7 laat zien hoe de baten zijn verdeeld. Voor de gemeente geldt dat het merendeel van de baten komt door besparingen op Jeugdhulp. Opvallend is het grote aandeel overige bij de baten voor de maatschappij als geheel; dit betreft voornamelijk vermindering van de schade van slachtoffers doordat de interventies de kans op toekomstige criminaliteit helpen te verminderen. In deze raming is overigens nog geen rekening gehouden met de hogere kwaliteit van leven van de jeugdigen en hun omgeving en andere moeilijk te kwantificeren effecten.

Page 11: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

14

Effectieve preventie Rotterdam

Figuur 1.7 verdeling van de baten voor de gemeente (links) en de maatschappij als geheel (rechts)

Conclusie

De resultaten van de business case analyse laten zien dat de voorgenomen herallocatie van middelen tot omvangrijke besparingen kan leiden voor de gemeente, met name op jeugdhulp en in mindere mate op onderwijs en maatschappelijke ondersteuning. De MKBA laat zien dat vanuit het bredere perspectief van de maatschappij het te verwachten rendement van dit beleid nog groter is. Dit komt met name door het voorkomen van crimineel gedrag onder een deel van de jeugd, waardoor de maatschappelijke kosten van criminaliteit (met name de schade van slachtoffers) zullen dalen. Daarnaast nemen de toekomstige kansen op de arbeidsmarkt van de jeugdigen toe. Het is duidelijk dat een verschuiving van meer budget naar bewezen effectieve interventies op het gebied van preventie leidt tot grotere maatschappelijke baten in de toekomst. Door drie scenario’s met elkaar te vergelijken, wordt aanvullend duidelijk wat de effecten van verschillende beleidskeuzes kunnen zijn. Hiermee vormt deze MKBA voor de gemeente belangrijke input voor de verdere beleidsontwikkeling op preventie en kan als tool worden gebruikt om de verwachte effecten van nieuwe keuzes in kaart te brengen.

Page 12: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

15

Effectieve preventie Rotterdam

1 Inleiding

1.1 Achtergrond

1.1.1 Rotterdam: een stad met potentie Rotterdam is een jeugdige stad. 213.184 Rotterdammers zijn jonger dan 27 jaar, ongeveer een derde van het totaal aantal inwoners. Daarmee is Rotterdam een stad met veel potentie, een stad die groei in zich heeft. Zeker als de jeugd in de stad kansrijk, veilig en gezond kan opgroeien om zich te ontwikkelen tot zelfredzame volwassenen die hun bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Daarom zet Rotterdam met het 'Beleidskader Jeugd 2015 – 2020 Rotterdam Groeit' in op het kansrijker, veiliger en gezonder opgroeien van kinderen en jongeren in de stad. Per doel zijn drie subdoelen benoemd: Groei van talent: • Meer jeugdigen leveren betere prestaties op school en behalen hun schooldiploma; • Meer jeugdigen hebben werk; • Meer jeugdigen doen mee aan sport, cultuur en vrijwilligerswerk. Groei van veiligheid: • Meer jeugdigen groeien op in een veilige thuissituatie; • Meer jeugdigen groeien op in een veilige wijk en een veilige schoolomgeving; • Minder jeugdigen maken zich schuldig aan criminaliteit. Groei van gezondheid: • Meer jeugdigen hebben een betere sociaal-emotionele gezondheid; • Meer jeugdigen hebben een betere algemene gezondheid; • Meer jeugdigen gedragen zich gezonder. In de ontwikkeling van jeugdigen spelen risicofactoren en beschermende factoren een zeer duidelijke rol. Risicofactoren zijn onder meer crimineel gedrag, psychische problematiek, opvoedonzekerheid bij ouders en schooluitval. Beschermende factoren zijn bijvoorbeeld sociale cohesie, goede schoolprestaties, participatie en sociaal-emotionele competenties. Deze factoren dragen bij aan de hoofddoelen van het Rotterdamse jeugdbeleid: meer kinderen groeien kansrijk, veilig en gezond op. Door in te zetten op zowel deze risicofactoren als de beschermende factoren, wil de gemeente het perspectief van jongeren versterken en problemen in de kiem smoren. Jongeren bewegen zich in het gezin, op school, op straat, bij een vereniging en zo meer. Al deze omgevingen spelen een rol in de ontwikkeling van jongeren. De gemeente wil het beleid richten op de samenhang tussen deze diverse settings om meer effect te behalen. Met het wetenschappelijk fundament van beschermende factoren en risicofactoren heeft de gemeente een brede, rationele basis voor specifiek beleid om jonge Rotterdammers te laten opgroeien. Het inzicht in de belangrijkste factoren bij het opgroeien van kinderen geeft richting aan maatregelen en interventies. Rotterdam kiest voor maatregelen waarvan de werking is aangetoond, of in ieder geval is onderbouwd. Daar waar winst te behalen valt, intensiveert de gemeente wat al

Page 13: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

16

Effectieve preventie Rotterdam

wordt gedaan. Daar waar het effect twijfelachtig is, stelt de gemeente de vraag of voortzetting nog zinvol is. Daarbij let de gemeente scherper op de kwaliteit van de uitvoering. Rotterdam Groeit is de afgelopen jaren stapsgewijs geïmplementeerd. Het nieuwe beleid is gebaseerd op een gedegen analyse van belangrijkste beschermende factoren en risicofactoren binnen de verschillende settings die van invloed zijn op de doelen van het beleid, waardoor er gerichter kan worden ingezet. Bovendien kan het effect voor de ontwikkeling van de jeugd verder worden versterkt door meer gebruik te maken van bewezen effectieve interventies. Daarnaast zal er scherper worden gelet op de kwaliteit van de uitvoering. Deze wijzigingen zullen naar verwachting bijdragen aan het kansrijker, veiliger en gezonder opgroeien van de Rotterdamse jeugd.

1.1.2 Inzet met een maatschappelijk belang Gemeenten hebben in het kader van de nieuwe wet- en regelgeving taken gekregen op het terrein van de WMO, Jeugdgezondheidszorg en Jeugdhulp. Die taken zijn mede gericht op versterking van het pedagogisch klimaat in gezinnen, opvang, onderwijs en in wijken, preventie en vroeg-interventie. De rationale daarachter is tweeledig: • De veronderstelling is dat investeren in een goed pedagogisch klimaat, preventie en vroeg-

interventie op de korte termijn zal leiden tot een vermindering van de noodzaak om intensieve jeugdhulp in te zetten;2

• Veel internationale studies wijzen erop dat de investering op de langere termijn leidt tot gezondere burgers, met onder meer een hogere arbeidsproductiviteit, minder kosten door criminaliteit en minder schadelijk middelengebruik.3

Van belang daarbij is te beseffen dat de lange termijn baten van de investering zich vaak op andere terreinen voordoen dan het domein van het jeugdbeleid. Sterker nog, de korte termijn besparing op jeugdhulp zal niet gauw tegen de kosten van het preventieve jeugdbeleid van de gemeente opwegen. Om dit met een simpel voorbeeld te verduidelijken: het Rijk geeft de gemeenten geld om via jeugdgezondheidszorg kinderen te vaccineren tegen allerlei ziektes. Dat kost de samenleving op de korte termijn geld, maar bespaart op de langere termijn veel kosten, zoals gebruik van gezondheidszorg en arbeidsproductiviteit. Dit geldt ook voor pedagogische en psychosociale preventieprogramma’s. De middelen die een gemeente voor uitvoering van taken op dit vlak van het Rijk ontvangt moeten dan ook als investering voor de langere termijn worden gezien.

Voor wie loont preventie?

Deze vraag wordt vaak gesteld. Kort door de bocht is het antwoord:

Voor de jeugdigen. Op korte termijn zijn de jeugdigen beter af, op de lange termijn hebben ze minder kans

op problemen en daardoor een hogere productiviteit (en inkomen);

Voor de gemeente. De gemeente heeft wettelijk belangrijke taken op het terrein van preventie. Als we

alleen kijken naar wat de gemeente eraan uitgeeft en wat het voor de gemeente op termijn aan financieel

rendement oplevert, wegen de baten vaak niet op tegen de kosten. Daar staat tegenover dat de gemeente

voor de preventietaken financiële middelen van het Rijk krijgt. Als ze die middelen kosteneffectief inzet, kan

ze voor hetzelfde geld meer doen;

2 Zie onder meer de Memorie van Toelichting op de Jeugdwet (2014). 3 Zie onder meer Knapp e.a. (2011). Mental health promotion and mental illness prevention: The economic case. London:

School of Econmics; Dam, P. (2012). Kosteneffectiviteit van de jeugdgezondheidszorg. Utrecht: ACTIZ; Yperen& Bartelink (2014). Het Centrum voor Jeugd en Gezin: wat werkt? Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut; Commissie De Winter.

Page 14: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

17

Effectieve preventie Rotterdam

Voor de samenleving. Het meeste rendement van preventie wordt behaald op de langere termijn en ligt bij

andere partijen in de samenleving: de gezondheidszorg, werkgevers, justitie et cetera. De middelen die de

gemeente krijgt voor de preventietaken dienen dan ook een breed maatschappelijk belang.

De vraag is wel hoe de middelen die de gemeenten krijgen op zowel de korte als de langere termijn het meeste rendement opleveren. De gedachte van de gemeente Rotterdam is dat het rendement van een herallocatie van middelen groter zal zijn als die herallocatie gericht is op factoren die als belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen zijn aangemerkt en de interventies die daarop aansluiten zijn onderbouwd of op effectiviteit zijn onderzocht. De vraag is alleen: hoeveel bedraagt die verhoging van dat rendement? Deze vraag is voor wat betreft de inzet van goed-onderbouwde interventies nader onderzocht. Naast deze herallocatie verhoogt het rendement door betere verdeling van middelen over de belangrijkste beschermende factoren en risicofactoren, door betere samenhang van inzet op verschillende settings, en door het verbeteren van de kwaliteit van uitvoering. In deze MKBA is de bijdrage van deze aspecten aan het verhogen van het rendement niet meegenomen.

1.1.3 Doel van het onderzoek De gemeente Rotterdam heeft de afgelopen jaren stapsgewijs aanpassingen doorgevoerd in de typen interventies die worden ingekocht. Het uitgangspunt was niet om daarvoor meer geld uit te geven, maar om het beschikbare budget anders in te zetten. In 2019 kiest de gemeente opnieuw hoe het budget wordt verdeeld dat de komende jaren aan verschillende typen interventies wordt uitgegeven. De gemeente wenst inzicht in de mate waarin de verschillende opties voor de besteding van het budget zullen bijdragen aan de ontwikkeling van de jeugd van de stad en wat de meerwaarde is voor alle betrokken partijen, inclusief de gemeente zelf. Primair voor de toekomstige volwassenen zelf, maar daaraan gerelateerd ook voor de publieke en private instanties waarmee zij in aanraking (kunnen) komen. Dit inzicht brengt mogelijkheden in beeld om te komen tot een zogenoemde ‘beweging naar voren’, om met preventie kosten te besparen op hulp en ondersteuning. Een manier om deze meerwaarde in kaart te brengen is het vertalen van de effecten van het beleid naar: • De gemeentelijke business case. Hier gaat het om de vraag wat drie scenario’s voor

herallocatie van middelen naar goed-onderbouwde en effectieve preventie voor de gemeente oplevert in termen van verminderd jeugdhulpgebruik, en de daaraan verbonden kostenbesparing;

• Maatschappelijke kosten en baten. Aan de hand van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) kan worden geanalyseerd welke maatschappelijke baten te verwachten zijn, bij wie deze terecht komen en of het totaal aan maatschappelijke baten opweegt tegen de maatschappelijke kosten.

In een MKBA wordt veelal onderscheid gemaakt naar financiële effecten, dat wil zeggen de effecten die tot uiting komen in (grotere of kleinere) geldstromen, en niet-financiële effecten. De niet-financiële effecten hebben te maken met zaken als welbevinden, kwaliteit van leven of een groter gevoel van veiligheid. Een verbetering in dergelijke aspecten betekent niet een hoger inkomen of lagere kosten, maar vergroot wel de welvaart.

Page 15: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

18

Effectieve preventie Rotterdam

Het doel van voorliggend onderzoek is om zowel de financiële effecten van de nieuwe aanpak van het jeugdbeleid voor de gemeente (business case), als de maatschappelijke effecten voor de samenleving (MKBA) zo goed mogelijk in kaart te brengen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar de effecten voor de jongeren, de gemeente en voor andere partijen, alsmede naar financiële effecten en niet-financiële effecten. Dit onderzoek leidt dus niet alleen tot een totaaloverzicht van maatschappelijke kosten en baten (de MKBA), maar daarbinnen ook tot een overzicht van financiële effecten voor de gemeente: de gemeentelijke business case.

1.2 Aanpak

Zoals beschreven beoogt deze rapportage de maatschappelijke effecten van de nieuwe aanpak in het jeugdbeleid van de gemeente Rotterdam in kaart te brengen. Omdat de nieuwe aanpak pas recent is gestart kan geen gebruik worden gemaakt van daadwerkelijk geboekte resultaten met de interventies. Om toch een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de effecten is gebruik gemaakt van effectiviteitsonderzoeken zoals die voor diverse interventies beschikbaar zijn, zoals in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi)4. Maar ook andere bronnen zijn hiervoor gebruikt, uit Nederland en het buitenland. De gegevens uit de diverse bronnen zijn vervolgens zo goed mogelijk vertaald naar maatschappelijke effecten. In de aanpak zijn de volgende stappen gezet:

1.2.1 Stap 1: Definitie van de referentiesituatie en het beleidsalternatief Normaal gesproken start een MKBA met een probleemanalyse. In dit geval heeft de gemeente op basis van wetenschappelijk onderzoek navolgend doel vastgesteld voor het Rotterdamse beleidskader5:

Met het beleidskader jeugd 2015-2020 ‘Rotterdam Groeit’ zet Rotterdam in op groei van talentontwikkeling,

veiligheid en gezondheid. Door op effectieve wijze in te zetten op risicofactoren en beschermende factoren.

Hiermee beoogt Rotterdam het perspectief van jongeren te versterken en problematiek in de kiem te

smoren. Met het verbinden van de diverse settings die een rol spelen in de ontwikkeling van jongeren,

zoals thuis, op school en op straat, kunnen we meer effect behalen.

Op basis van dit beleidsdoel heeft de gemeente als beleidsalternatief geformuleerd dat er op basis van inzicht in de belangrijkste risico- en beschermende factoren gerichte interventies ingezet worden om het perspectief van kinderen en jongeren te versterken, en problematiek te beperken. Dit houdt in dat in de jaren 2020-2023 stapsgewijs wordt overgegaan tot het gerichter focussen op de belangrijke (risico- of beschermende) factoren en op het meer inzetten van interventies die als bewezen effectief zijn bestempeld. Tevens zal scherper gelet worden op de kwaliteit van de uitvoering. Op basis van een ranking (op prevalentie, relevantie en impact) van de beschermende factoren en risicofactoren die van belang zijn voor de ontwikkeling van kinderen is door de gemeente vastgesteld hoeveel van het budget ingezet zal worden voor de verschillende factoren en de daaraan gekoppelde interventies. In Hoofstuk 2 gaan we nader in op dit beleidsalternatief van een inzet van bewezen effectieve preventieve interventies. 4 http://www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies. 5 Rotterdam. Rotterdam Groeit - Beleidskader Jeugd 2015-2020.

Page 16: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

19

Effectieve preventie Rotterdam

Dit beleidsalternatief wordt vergeleken met de referentiesituatie, de situatie waarin het budget wordt uitgegeven op de wijze die voor het huidige beleidskader gebruikelijk was. Cruciaal voor voorliggende analyse is dat er in de referentiesituatie niet minder geld wordt uitgegeven aan jeugdbeleid, maar dat het beschikbare budget op een andere manier wordt ingezet.

1.2.2 Stap 2: Analysen van effecten van de interventies Nadat de twee alternatieven zijn vastgesteld zijn de te verwachten effecten van het beleid in kaart gebracht. De effecten zijn de verschillen tussen de twee situaties, het beleidsalternatief en de referentiesituatie. Voor deze analyse van effecten is gebruik gemaakt van literatuur over de interventies, waar nodig aangevuld met expert judgement.

1.2.3 Stap 3: Opstellen gemeentelijke business case Vervolgens zijn eerst de effecten die raken aan de gemeentelijke financiën in kaart gebracht. Het gaat dan om uitgaven door de gemeente en te verwachten besparingen op uitgaven in toekomstige jaren. In deze effecten is gefocust op de uitgaven aan jeugdhulp die in de toekomst voorkomen of verminderd kunnen worden. Deze effecten zijn conservatief geraamd. In dit onderzoek evalueren we de kosten en baten voor de gemeente aan de hand van drie scenario’s; in elk scenario wordt een ander aandeel van het beschikbare budget besteed aan dit type interventies.

1.2.4 Stap 4: Overzicht maatschappelijke kosten en baten Tot slot zijn de financiële en niet-financiële effecten voor andere partijen in kaart gebracht. Samen met de gemeentelijke business case vormen deze het overzicht van maatschappelijke kosten en baten. Ook voor de maatschappelijke kosten en baten hanteren we drie scenario’s. In sommige gevallen betreft het hier effecten die niet gekwantificeerd kunnen worden. De inventarisatie is daarmee deels kwalitatief. Het leeuwendeel van de studie en analyses zijn gemaakt in de periode 2016-2017. In 2019 heeft een update plaatsgevonden door toevoeging van 3 interventies (Home Start, Ik kies voor Zelfcontrole en Thuis op Straat) en door uitbreiding van 1 doorgerekend beleidsscenario naar 3 verschillende scenario’s. Gegevens over de effectiviteit van de interventies en aantallen jeugdigen hebben daarom voor het grootste deel betrekking op de stand van zaken in 2016. Op de analyses die in de periode 2016-2017 zijn verricht is een second opinion uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek. Deze heeft de aanpak en de resultaten onderschreven.

1.3 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 gaat in op de MKBA methodiek en de uitgangspunten die bij de uitvoering van het onderzoek gehanteerd zijn. In hoofdstuk 3 worden de bewezen effectieve interventies van het nieuwe beleid toegelicht. Hoofdstuk 4 beschrijft de effecten van de interventies op korte, middellange en lange termijn. Op basis van deze effecten wordt in hoofdstuk 5 de gemeentelijke business case inzichtelijk gemaakt. Hoofdstuk 6 gaat in op de bredere maatschappelijke effecten van de interventies. In hoofdstuk 7 presenteren we de conclusies en aanbevelingen.

Page 17: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

21

Effectieve preventie Rotterdam

2 Het instrument MKBA

2.1 Basis MKBA-methodologie

Het instrument MKBA wordt sinds begin deze eeuw in toenemende mate toegepast in Nederland. Was inzet van het instrument in eerste instantie nog beperkt tot grote infrastructurele investeringen zoals de Tweede Maasvlakte, allengs werd het instrument ook voor kleinere en andersoortige ingrepen ingezet. Vanwege de toenemende verbreding ontstond de noodzaak tot een meer uniforme methodiek. In december 2013 is dan ook de Algemene leidraad voor maatschappelijke kosten-batenanalyse verschenen6, opgesteld door medewerkers van CPB en PBL. Deze leidraad geeft een geactualiseerd methodologisch kader voor de toepassing van een MKBA, onafhankelijk van het beleidsterrein. Deze leidraad is vervolgens nader uitgewerkt in werkwijzers en handleidingen, waaronder de Werkwijzer voor kosten-batenanalyse in het sociaal domein uit 20167. De werkwijzer geeft praktische handvatten en richtlijnen voor het meten en waarderen van effecten voor verschillende typen interventies in het sociale domein. Kern van de MKBA methodiek is dat het een welvaartseconomische analyse is. Alleen effecten die volgens de welvaartstheorie als een effect kunnen worden bestempeld worden meegenomen en volgens de regels van de welvaartseconomie gewaardeerd8. Het gaat dan bijvoorbeeld om een besparing op de inzet van middelen om eenzelfde resultaat te bereiken, of het bereiken van een hoger niveau van maatschappelijk nut bij eenzelfde inzet van middelen (tijd, kosten, etc.). Door de algemene leidraad en werkwijzers te volgen kan worden voorkomen dat effecten dubbel worden geteld, maar ook dat effecten worden vergeten, zoals effecten op aspecten die geen marktprijs kennen (bijvoorbeeld kwaliteit van leven). Effecten worden bepaald door twee situaties te vergelijken, waarbij het verschil tussen die twee situaties alleen bestaat uit de te onderzoeken investering of interventie. Alle andere variabelen ontwikkelen zich in beide situaties (met of zonder investering of interventie) op dezelfde wijze. In dit geval bestaat het verschil tussen de twee situaties uit een verschuiving van het uitvoeren van niet-bewezen effectieve interventies naar het uitvoeren van bewezen effectieve interventies, in de periode 2020-2023. Daarbij wordt de toekomstige demografische ontwikkeling in beide situaties meegenomen, waardoor de ontwikkeling in de doelgroep in beide situaties hetzelfde is. Op andere terreinen zoals onderwijs, maatschappelijke ondersteuning en (gezondheids)zorg worden geen veranderingen verondersteld.

2.2 Nulalternatief en Projectalternatief

2.2.1 Nulalternatief Het nulalternatief of referentiesituatie betreft de situatie zonder aanpassingen in het jeugdbeleid als gevolg van het nieuwe beleidskader. In dat geval zullen dezelfde typen interventies worden uitgevoerd als tot voor kort gebruikelijk was. Voor preventief jeugdbeleid is jaarlijks € 43 miljoen beschikbaar.

6 Romijn G. en G. Renes (2013), Algemene leidraad voor maatschappelijke kosten-batenanalyse. 7 Koopmans C., e.a. (2016), Werkwijzer voor kosten-batenanalyse in het sociaal domein. 8 Welvaartseffecten van een beleidskeuze kunnen worden bepaald door te kijken naar veranderingen in consumenten- en

producentensurplus in al of niet goed werkende markten.

Page 18: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

22

Effectieve preventie Rotterdam

Binnen het budget werd tot voor kort circa 0,5% ingezet in interventies die bewezen effectief zijn. De andere 99,5% van het budget werd ingezet voor interventies die weliswaar niet bewezen effectief zijn, maar die wel een zekere mate van effectiviteit hebben. Deze mate van effectiviteit is overeenkomstig de effectiviteit van “care as usual”. We nemen aan dat dit gemiddeld genomen betekent dat met deze interventies circa 10 procent van de doelgroep beter af is als gevolg van de interventie.9

2.2.2 Projectalternatief Het beleidsscenario (projectalternatief) wijkt in twee opzichten af van het referentiescenario: • Interventies worden meer gericht op de belangrijke factoren; • Er wordt een groter aandeel van het budget ingezet op interventies die bewezen effectief zijn. We brengen drie scenario’s in kaart voor de inzet op bewezen effectieve interventies. 1. Het scenario Huidige koers geeft weer wat de maatschappelijke kosten en baten zijn wanneer

de gemeente jaarlijks de helft van de huidige € 10 miljoen voor subsidies gericht op preventie beschikbaar stelt voor bewezen effectieve interventies. Dit is wat de gemeente met het subsidiekader jeugdpreventie 2020 ‘voorkomen en versterken’ op dit moment aan het realiseren is.

2. De gemeente ziet dat de kosten voor jeugdhulp oplopen en dat de huidige inzet op preventie niet voldoende toereikend is om de kraan een flinke slag meer dicht te draaien. Het scenario Tijdelijke boost laat zien wat er gebeurt als de gemeente tijdelijk een groter aandeel van het totale preventiebudget beschikbaar stelt voor bewezen effectieve preventieve interventies: een bedrag van € 10 miljoen in 2020 teruglopend naar € 4 miljoen in 2023.

3. Tot slot laat het scenario Ambitie zien wat de maatschappelijke kosten en baten zijn als de gemeente 50% (€ 21,5 miljoen jaarlijks) van het gehele huidige preventiebudget inzet aan bewezen effectieve interventies op de meest relevante factoren.

Figuur 2.1 Herallocatie van het budget in de drie scenario’s

De verdeling van het budget over de verschillende interventies in elk van de scenario’s hetzelfde. Tabel 2.1 laat zien hoe het budget verdeeld is. Tabel 2.1 Verdeling beschikbaar budget over de interventies

Interventie Aandeel budget

Taakspel 12,5%

Kanjertraining 11,5%

PAD 12,5%

Ouder Baby Interventie 5,0%

Vrienden 10,0%

Zippy’s vrienden 1,5%

KOPP /KVO 1,0%

Plezier op school 2,5% 9 Dit baseren we op de aanname dat de gebruikelijke preventieve inzet bestaand uit 0,5% interventies die evidence-based

zijn een (kleine) effectiviteit heeft van d=.20.

Page 19: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

23

Effectieve preventie Rotterdam

Thuis op Straat 2,5%

Ik kies voor zelfcontrole 6,0%

VIPP SD 8,3%

Incredible years 8,3%

Home-Start 8,3%

Voorzorg 5,0%

Alles kidzzz 5,0%

In elk van de scenario’s wordt overigens nog steeds het overige deel van het budget ingezet op interventies die niet als bewezen effectief zijn beoordeeld; het zal hier gaan om interventies die theoretisch wel goed onderbouwd zijn, dan wel in de praktijk als nuttig worden aangemerkt. Dat betekent dat de effectiviteit van deze interventies (onafhankelijk van toedeling naar interventies) wordt aangenomen gelijk te zijn aan die van de interventies in de referentiesituatie (‘care as usual’). Voor dit deel van het budget is er derhalve geen verschil met de referentiesituatie. Het projectalternatief omvat herallocatie van middelen naar meerdere interventies tegelijkertijd. Daarmee wordt schijnbaar afgeweken van de richtlijnen voor een MKBA, die voorschrijven dat er naar de “kleinste mogelijke verzameling van onderling samenhangende maatregelen die (…) een aannemelijke relatie heeft met het (…) knelpunt”.10 Echter, de nieuwe interventies zijn gericht op meerdere factoren en meerdere doelgroepen en zijn niet zonder meer onderling uitwisselbaar, gegeven de problematiek. Om deze reden is het pakket interventies als eenheid beoordeeld.

2.3 Overige uitgangspunten in de MKBA

2.3.1 Selectie interventies Voor de komende beleidsperiode heeft de gemeente Rotterdam een streefbeeld opgesteld voor de inzet van het beschikbare subsidiebudget. Voor het opstellen van dit streefbeeld is een selectie gemaakt van interventies op basis van de factor waarop de interventie zich primair richt (bijvoorbeeld: opvoedvaardigheden of psychosociale problemen) en de bewezen effectiviteit van de interventies. De volgende, door de gemeente geselecteerde, interventies zijn meegenomen in de MKBA. Deze worden hoofdstuk 3 nader toegelicht: Interventies gericht op de sociaal-emotionele vaardigheden • Taakspel • Kanjertraining • Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD) • Ouder-baby interventie • Vrienden • Zippy’s Vrienden • Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) • Plezier op school • Thuis op Straat • Ik kies voor zelfcontrole Interventies gericht op opvoedvaardigheden • Video-feedback Intervention to Promote Positive Parenting and Sensitive Discipline (VIPP-SD) • Incredible years • Home-Start

10 Romijn & Renes (2013), p. 87.

Page 20: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

24

Effectieve preventie Rotterdam

Interventies gericht op voorkomen van mishandeling • Voorzorg Interventies gericht op temperament • Alles Kidzzz De effecten van deze interventies zijn uitgebreid beschreven in de literatuur. Deze interventies zijn erkend door een onafhankelijke landelijke erkenningscommissie en gedocumenteerd in de Databank Effectieve Jeugdinterventies (DEI) van het NJi (zie www.nji.nl). De erkenningscommissie hanteert vier erkenningsniveaus: • Niveau 1: Goed onderbouwd. De interventie is helder beschreven in termen van probleem,

risico of thema, doelgroep, doelen, aanpak en randvoorwaarden. In een theoretische onderbouwing is de werkzaamheid van de interventie aannemelijk gemaakt met theorieën en empirische kennis. Voor een erkenning als ‘goed onderbouwd’ hoeft geen effectonderzoek beschikbaar te zijn;

• Niveau 2: Eerste aanwijzingen voor effectiviteit. Effectiviteit is aangetoond met een voor- en nameting. Er zijn twee studies beschikbaar, waarvan minimaal één is uitgevoerd in Nederland;

• Niveau 3: Goede aanwijzingen voor effectiviteit. Effectiviteit is aangetoond met twee studies met redelijke bewijskracht (bijvoorbeeld quasi-experimenteel onderzoek zonder follow-up) waarvan minimaal één is uitgevoerd in Nederland. Voor erkenning op dit niveau volstaat ook één Nederlands onderzoek met sterke bewijskracht (gerandomiseerd onderzoek met een controlegroep en zes maanden follow-up);

• Niveau 4: Sterke aanwijzingen voor effectiviteit. Effectiviteit is aangetoond met twee Nederlandse onderzoeken met sterke bewijskracht (gerandomiseerd onderzoek met een controlegroep en zes maanden follow-up) of één Nederlands onderzoek met sterke bewijskracht in combinatie met dergelijk onderzoek uit het buitenland.

Voor de meeste interventies zijn effectmetingen beschikbaar op niveau 3 of 4. De interesse gaat daarbij vooral uit naar de Nederlandse studies met een controlegroep die in de Databank gedocumenteerd zijn, omdat buitenlands onderzoek niet zonder meer vertaalbaar is naar de Nederlandse situatie. Voor die interventies waarvoor geen effectmetingen voor de Nederlandse situatie beschikbaar zijn, is per interventie beoordeeld of effecten op basis van andere informatie in kaart konden worden gebracht.

2.3.2 Doelgroep en doelgroepbereik De doelgroep verschilt per interventie. Sommige interventies richten zich op de allerjongsten, andere op de leerlingen van de basisschool; weer andere richten zich specifiek op jongeren in de middelbare schoolleeftijd. Tot slot zijn er interventies die zich richten op de (aanstaande) ouders en via hen beogen positieve effecten te bereiken voor het kind. Om de maximale omvang van de doelgroep van elke interventie te bepalen is gebruik gemaakt van bevolkingsgegevens van de gemeente Rotterdam. Daarbij is de huidige opbouw naar jaargroepen gehanteerd, alsmede de prognoses voor de komende jaren over de ontwikkeling van de bevolking van Rotterdam per leeftijdscohort. Navolgende tabel laat de omvang en opbouw van de doelgroep zien in 2016.11 Niet alleen de doelgroep, ook de wijze waarop de interventie wordt ingezet verschilt per interventie. De meeste interventies worden in groepsverband uitgevoerd (een schoolklas of groep kinderen en/of ouders), enkele zijn op individuele basis. Tot slot kan er binnen de interventies onderscheid worden gemaakt naar universele interventies en geïndiceerde interventies (zie verder hoofdstuk 5). 11 Het gaat hier om totalen niet om gespecificeerde risicogroepen.

Page 21: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

25

Effectieve preventie Rotterdam

Tabel 2.2 Aantal jeugdigen in Rotterdam tot 20 jaar, situatie 2016

Leeftijd Aantal

0-1 7.777

1-2 7.762

2-3 7.355

3-4 7.381

4-5 7.323

5-6 7.175

6-7 6.996

7-8 6.778

8-9 6.419

9-10 6.355

10-11 6.315

11-12 6.319

12-13 6.320

13-14 6.417

14-15 6.446

15-16 6.438

16-17 6.476

17-18 6.420

18-19 7.222

19-20 8.180 Bron: Gemeente Rotterdam.

Tabel 2.3 Verwachte ontwikkeling van de bevolking in Rotterdam tot 21 jaar

Jaar 0 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 15 jaar 15 tot 20 jaar

2019 40.600 36.700 32.800 34.800

2020 41.100 37.000 33.500 34.600

2021 41.400 37.300 34.200 34.500

2022 41.800 37.700 35.000 34.500

2023 42.400 38.100 35.900 39.200 Bron: Gemeente Rotterdam.

2.3.3 Zichtperiode, prijzen en discontovoet In deze analyse is onderzocht wat de effecten van het beleidskader zijn voor de jaren 2020-2023. Dit betekent dat alleen het effect van de drie scenario’s voor het inzetten van budget voor bewezen effectieve interventies over de jaren 2020-2023 wordt geanalyseerd. Omdat het enige tijd zal duren voordat de effecten optreden, en sommige effecten over meerdere jaren kunnen optreden, is de zichtperiode van de MKBA zoveel langer als nodig is om de looptijd van de effecten volledig af te dekken. Dit betekent dat voor sommige effecten een veel langere zichtperiode wordt gehanteerd dan voor andere. In de Business case is alleen gekeken naar de (financiële) effecten op korte en middellange termijn. Dit betekent dat de effecten over de periode 2020-2033 zijn beschouwd, ofwel tot maximaal 10 jaar na afloop van de laatste interventies in 2023.

Page 22: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

26

Effectieve preventie Rotterdam

Discontovoet In de MKBA wordt gebruik gemaakt van een discontovoet om de toekomstige kosten en baten uit te drukken in hun waarde in 2020. Conform de voorschriften hierover is een discontovoet van 3 procent gehanteerd. In de Business case is geen discontovoet gehanteerd. Marktprijzen Conform de voorschriften voor de uitvoering van een MKBA zijn alle kosten en baten uitgedrukt in marktprijzen, dus inclusief btw.

2.3.4 Kosten van de interventies Voor sommige van de interventies zijn actuele inkoopkosten beschikbaar bij de gemeente. De inkoopkosten voor de interventies die momenteel nog niet worden toegepast zijn geraamd. Voor deze ramingen is gebruik gemaakt van twee typen bronnen. Voor een deel van de interventies is gebruik gemaakt van prijsopgaven die de gemeente heeft opgevraagd bij verschillende aanbieders van interventies. Voor een ander deel zijn kosten geraamd op basis van de beschrijving van de kosten van interventies in de literatuur. Tabel 2.4 Gehanteerde kosten van interventies, uitgedrukt per kind c.q. volwassene (in Euro, prijspeil 2019)

Interventie 2020 2021 2022 2023

Taakspel * € 159 € 159 € 159 € 159

Kanjertraining * € 393 € 393 € 393 € 393

PAD ** € 220*** € 110 € 110 € 110

Ouder Baby Interventie * € 2.113 € 2.113 € 2.113 € 2.113

Vrienden * € 800 € 800 € 800 € 800

Zippy’s vrienden * € 52 € 52 € 52 € 52

KOPP ** € 1.610 € 1.610 € 1.610 € 1.610

Plezier op school * € 666 € 666 € 666 € 666

Thuis op Straat ** € 1.229 € 1.229 € 1.229 € 1.229

Ik kies voor zelfcontrole * € 1.978 € 1.978 € 1.978 € 1.978

VIPP SD * € 3.016 € 3.016 € 3.016 € 3.016

Incredible Years * € 1.794 € 1.794 € 1.794 € 1.794

Home-Start * € 845 € 845 € 845 € 845

Voorzorg * € 9.700 € 9.700 € 9.700 € 9.700

Alles Kidzzz * € 2.144 € 2.144 € 2.144 € 2.144 Bron: * Gemeente Rotterdam. ** Eigen inschatting Ecorys, op basis van literatuur over de interventie. Ramingen zijn afgerond. *** Voor deze interventie geldt dat de kosten in het eerste jaar hoger liggen.

Het resultaat van de ramingen is een inkoopbedrag per interventie (zie tabel 2.5). Met behulp van de gegevens over de gemiddelde groepsgrootte per interventie zijn deze kostenramingen vervolgens vertaald naar een bedrag per interventie per kind (c.q. volwassene). Overige maatschappelijke kosten Naast de kosten van inkoop van diensten en van ondersteunende materialen zijn er nog andere maatschappelijke kosten verbonden aan de interventies. Te denken valt daarbij aan de kosten die de school moet maken, bijvoorbeeld in de vorm van ureninzet van docenten en/of logistieke kosten. Daarnaast worden diverse interventies buiten schooltijd aangeboden aan de kinderen, terwijl andere zich (ook) richten op de ouders. In deze gevallen is er sprake van extra (buitenschoolse) tijdsinzet door de kinderen en/of hun ouders.

Page 23: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

27

Effectieve preventie Rotterdam

Tegenover deze kosten staan kostenbesparingen omdat de bewezen effectieve interventies in de plaats komen van andere (niet bewezen effectieve) interventies. Ook voor deze niet bewezen interventies zouden de scholen, de kinderen en hun ouders inspanningen hebben moeten plegen; deze worden in de nieuwe situatie bespaard. Een gedetailleerd inzicht in deze kosten- en tijdsbesparingen is helaas niet voorhanden. Het is echter niet te verwachten dat de inspanningen en kosten van de bewezen effectieve interventies veel hoger of lager zullen zijn dan indien de huidige interventies zouden worden doorgezet. Derhalve is verondersteld dat de verschuiving in interventies voor de scholen, kinderen en ouders (kosten)neutraal optreedt. Met andere woorden: de inspanningen en kosten die gemoeid zijn met de nieuwe interventies zijn even groot verondersteld als de besparingen omdat sommige niet bewezen effectieve interventies niet meer worden uitgevoerd. In een gevoeligheidsanalyse wordt onderzocht wat het zou betekenen indien de school hogere kosten moet maken voor de bewezen effectieve interventies. Per saldo geen kosten? De combinatie van aannames over het budget (geen uitbreiding van het budget, maar een interne verschuiving) en de kosten buiten de inkoop van de interventies (de benodigde inzet is gelijk aan de bespaarde inzet) maakt dat er in de analyse van het beleidsalternatief geen sprake is van extra kosten ten opzichte van de referentiesituatie. Met andere woorden: er zijn geen maatschappelijke kosten verbonden aan de implementatie van het nieuwe beleid. Hier kan tegen in worden gebracht dat er door de gemeente wel is geïnvesteerd in de ontwikkeling van het nieuwe beleid, door middel van uren van de eigen medewerkers, en van de adviseurs die zijn ingehuurd om het beleid vorm te geven. Deze kosten kunnen worden gezien als de ’investering’ van de gemeente om te komen tot het nieuwe beleid. Immers bij voortzetting van het bestaande beleid zou deze exercitie niet nodig zijn geweest en hadden deze kosten dus kunnen worden bespaard. Deze kosten zijn echter al gemaakt. Conform de methodologie van de MKBA hoeven deze kosten verder niet te worden meegenomen.

2.3.5 Typen effecten De effecten van de interventies kunnen op uiteenlopende terreinen optreden. In eerste instantie zal het effect van een interventie zijn dat de situatie van het kind verbetert, waardoor er minder problemen zullen optreden. Als gevolg hiervan zal de kwaliteit van leven van het kind verbeteren en zal er minder behoefte zijn aan directe ondersteuning en zorg. Deze directe effecten zullen op korte en/of lange termijn doorwerken. Op korte termijn kunnen ze bijvoorbeeld neerslaan in het onderwijs. Zo mag worden verwacht dat er bij sommige interventies minder sprake zal zijn van schooluitval en dat de leerprestaties van het kind zullen verbeteren. Maar ook op langere termijn kunnen er effecten optreden; bijvoorbeeld op de behoefte aan zorg, maar ook op andere terreinen, conform de doelstellingen van de het nieuwe beleid: verbeteren van veiligheid, gezondheid en talenten van de Rotterdamse jeugd. Dergelijke verbeteringen kunnen tot uiting komen in lagere criminaliteit, betere competenties en daarmee effecten op de productiviteit (arbeidsparticipatie, inkomen, uitkeringen) en/of de kwaliteit van leven. Alhoewel er op voorhand dus effecten op meerdere domeinen te verwachten zijn, is gebleken dat veel van de verwachte effecten in de voorhanden evaluaties van de interventies niet of niet voldoende overtuigend worden aangetoond. Mede omdat er in dit geval sprake is van een

Page 24: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

28

Effectieve preventie Rotterdam

verschuiving binnen een gegeven budget, en de directe kosten van het beleidsalternatief daardoor afwezig zijn, is in de analyse van de effecten een conservatieve aanpak gevolgd. Daar waar effecten niet voldoende onderbouwd zijn is ervoor gekozen deze alleen kwalitatief te beschrijven.

2.3.6 MKBA of kengetallen KBA? In de handleidingen voor MKBA wordt onderscheid gemaakt tussen een gedegen, wetenschappelijk onderbouwde analyse die als volwaardige MKBA kan worden aangemerkt en een kengetallen KBA. In de laatste vorm wordt veelvuldig of uitsluitend gebruik gemaakt van kengetallen uit andere studies om de omvang van effecten te meten. De onderhavige analyse is gebaseerd op een gedegen wetenschappelijke toets van de effectiviteit van de interventies. Daarbij zijn de gehanteerde effectschattingen conservatief geraamd. Slechts voor een deel van de effecten wordt gebruik gemaakt van ramingen van effecten uit andere studies (kengetallen). Aangezien het merendeel van de effecten echter gedegen is onderbouwd, wordt voorliggende analyse als MKBA gepresenteerd.

Page 25: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

29

Effectieve preventie Rotterdam

3 Het beleidsalternatief: de bewezen effectieve interventies

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk beschrijven we de bewezen effectieve interventies die in het kader van het beleidskader jeugd 2015-2020 ‘Rotterdam Groeit stapsgewijs zullen worden uitgerold. De interventies zijn gegroepeerd naar de beschermende en/of risicofactoren waarop de interventies zich primair richten.

3.2 Interventies gericht op sociale en emotionele vaardigheden

3.2.1 Taakspel Taakspel is een universeel preventief gedragsinterventieprogramma voor kinderen in groep 3 tot en met 8 van het basisonderwijs. Het is een groepsgerichte werkwijze, waarbij leerlingen tijdens de reguliere lessen middels een spel leren zich beter aan klassenregels te houden. Taakspel geeft leerkrachten middelen in handen om effectief aan de slag te gaan met gedrag. De interventie stoelt op leertheoretische principes en legt de nadruk op gewenst gedrag.

3.2.2 Kanjertraining Kanjertraining is bedoeld voor kinderen en jongeren van 4 tot 16 jaar die problemen hebben in de omgang met anderen en voor hun klasgenoten en/of ouders. Het doel van de interventie is het stimuleren van sociaal vaardig gedrag en het voorkomen of verminderen van sociale problemen zoals pesten, conflicten, uitsluiting en sociaal teruggetrokken gedrag. De training wordt schoolbreed ingezet in het onderwijs met wekelijkse klassikale lessen. De training kan ook aan groepen kinderen met hun ouders worden gegeven op psychologische praktijken, maar deze aanpak zal (vooralsnog) niet in Rotterdam worden toegepast.

3.2.3 PAD Het Programma Alternatieve Denkstrategieën is een klassikaal leerplan waarmee scholen de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen kunnen bevorderen. Het richt zich op kinderen van 4 tot 12 jaar in het regulier en speciaal basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs binnen een Regionaal Expertise Centrum (REC).

3.2.4 Ouder- baby interventie De Ouder-baby interventie is een (geïndiceerde) preventieve interventie, gericht op depressieve moeders met een jong kind (tot en met 12 maanden). Doel is het verbeteren van de interactie tussen moeder en kind en de sensitieve responsiviteit van de moeder, waarmee kan worden voorkomen dat het kind op latere leeftijd psychosociale problemen ontwikkelt.

3.2.5 Vrienden Vrienden is een individuele of groepsinterventie voor jeugdigen van 7 tot en met 16 jaar die last hebben van angststoornissen en depressieve klachten. Het programma leert hen in tien bijeenkomsten vaardigheden en technieken aan om de angst of depressie aan te pakken. Ook voor de ouders zijn er vier bijeenkomsten. Vrienden kan ook als preventieprogramma worden gebruikt, bijvoorbeeld op school.

Page 26: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

30

Effectieve preventie Rotterdam

3.2.6 Zippy’s vrienden Zippy's vrienden richt zich op het voorkomen van angststoornissen en depressieve stoornissen bij kinderen. Kinderen leren coping strategieën aan, waardoor hun sociaal-emotionele vaardigheden verbeteren. Dit gebeurt door middel van een klassikale methode, gebaseerd op cognitief-gedragstherapeutische principes. Het lespakket bestaat uit 24 lessen en wordt op school door leerkrachten in de groepen 2, 3 en 4 van de basisschool uitgevoerd.

3.2.7 KOPP Het gaat hier om een kortdurende interventie, bestemd voor gezinnen met een kind van 9 tot 14 jaar waarin een of beide ouders een psychiatrische stoornis heeft. Doel is te voorkomen dat kinderen zelf problemen ontwikkelen. Dit wordt bereikt door het stimuleren van de communicatie binnen het gezin en het versterken van de veerkracht van de kinderen

3.2.8 Plezier op school Plezier op school is een zomercursus voor aanstaande brugklassers die op de basisschool gepest werden of andere problemen hadden in de omgang met leeftijdgenoten. Beoogd wordt de sociale competentie van de kinderen te vergroten, zodat zij een goede start kunnen maken op het voortgezet onderwijs en het risico op herhaling van deze omgangsproblemen wordt verkleind.

3.2.9 Thuis op Straat Doel van de interventie Thuis op Straat (TOS) is om de straat en buurt terug te geven aan bewoners. Daartoe wil TOS een duidelijk, gemoedelijk, fatsoenlijk (gedragsregels, normen) en sociaal en emotioneel veilig speelklimaat op pleinen en straten scheppen, met als gevolg dat meer kinderen (vooral ook meisjes) buiten op straat spelen, en op straat actief meedoen. De interventie is er op gericht kinderen uit huis te krijgen, en te verleiden om mee te doen met (een groep) andere kinderen. Tijdens TOS-activiteiten wordt ingezet op positief gedrag van de deelnemers en andere pleingebruikers. De activiteiten beogen bij te dragen aan de sociaal-emotionele, motorische en cognitieve ontwikkeling van de kinderen, tieners en jongeren. TOS wil ook overlast, vandalisme en intimidatie in de buurt verminderen en ervoor zorgen dat kinderen minder angst hebben om buiten te spelen. TOS zoekt contact met ouders en buurtbewoners en betrekt hen bij activiteiten. Voor een effectieve signalering- en verwijsfunctie zoekt TOS samenwerking met wijkpartners (waaronder basisonderwijs, sociaal-cultureel werk en jongerenwerk).

3.2.10 Ik kies voor zelfcontrole Ik kies voor zelfcontrole is een groepstraining voor kinderen van 8 tot en met 12 jaar met externaliserende gedragsproblemen en heeft als doel de gedragsproblemen te verminderen. De training wordt gegeven op basisscholen in achterstandswijken. Naast de kind-training zijn er vijf gesprekken met de leerkracht en een bijeenkomst met ouders.

3.3 Interventies gericht op opvoedvaardigheden

3.3.1 VIPP VIPP-SD is een gedragsinterventie voor ouders met kinderen in de leeftijd van 1 tot en met 3 jaar. Het programma beoogt gedragsproblemen te voorkomen of verminderen door opvoedingsvaardigheden van ouders te versterken, met aandacht voor positieve interactie en sensitieve disciplineringstrategieën. Dit gebeurt in 6 huisbezoeken door middel van feedback op video-opnamen van interacties tussen ouder en kind.

Page 27: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

31

Effectieve preventie Rotterdam

3.3.2 Incredible Years Incredible Years is een groepstraining voor ouders van kinderen van 3 tot en met 6 jaar die een oppositioneel-opstandige of antisociale gedragsstoornis hebben, of het risico lopen een van deze stoornissen te ontwikkelen. In 18 wekelijkse sessies worden de ouders getraind in opvoedvaardigheden, waardoor de gedragsproblemen afnemen.

3.3.3 Home-Start Home-Start is een laagdrempelig, preventief programma voor gezinnen met jonge kinderen met als doel het vergroten van de (ervaren)opvoedcompetentie van ouders in de opvoeding van hun kinderen en het versterken van een steunend netwerk waardoor het ontstaan van (emotionele en gedrags-)problemen bij kinderen kan worden voorkomen. Ervaren en getrainde vrijwilligers ondersteunen ouders wekelijk thuis op een gelijkwaardige, empowerende manier, passend bij de behoefte van het gezin.

3.4 Interventie gericht op mishandeling

3.4.1 VoorZorg VoorZorg richt zich op het terugdringen van (het risico op) kindermishandeling. Verpleegkundigen bezoeken kwetsbare jonge aanstaande moeders tijdens hun zwangerschap en eerste levensjaren bij hen thuis. VoorZorg verbetert zwangerschaps- en geboorte-uitkomsten, de gezondheid en ontwikkeling van het kind en de persoonlijke ontwikkeling van de moeder.

3.5 Interventie gericht op temperament

3.5.1 Alles Kidzzz De individuele sociaal cognitieve training Alles Kidzzz heeft als doel bij kinderen (9 tot 12 jaar) met externaliserend probleemgedrag, gedragsstoornissen te helpen voorkomen. Kinderen verbeteren hun sociale cognities, zelfbeeld en vermogen tot woederegulatie, en ontwikkelen alternatief prosociaal gedrag. De training bestaat uit acht wekelijkse bijeenkomsten van 45 minuten met het kind op school. Daarnaast houdt de preventiewerker gesprekken met ouders en leerkracht.

Page 28: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

33

Effectieve preventie Rotterdam

4 Effecten van de interventies

In dit hoofdstuk beschrijven we de bewezen en verwachte korte en lange termijn effecten van de geselecteerde interventies. Hiervoor is gebruik gemaakt van de studies die in de Databank Effectieve Interventies van het NJi zijn opgenomen.

4.1 Effecten op korte termijn

4.1.1 Sociale en Emotionele Vaardigheden Taakspel zet in op het komen tot een gedragsverandering bij kinderen van ongewenst, regelovertredend gedrag naar taakgericht, minder regelovertredend gedrag. Taakspel blijkt effectief te zijn voor kinderen die laag scoren op alle risicoprofielen (bijvoorbeeld gezin en demografie), voor kinderen met internaliserende problemen, voor kinderen met emotionele problemen en voor kinderen die het slachtoffer zijn van pesten. De interventie blijkt niet effectief bij kinderen met gezinsproblemen en bij kinderen met een combinatie van hoge niveaus van gedrag- en sociale problemen. Taakspel blijkt voor de eerste groep kinderen effectief in het terugdringen van gedragsproblemen12. Kinderen laten minder hyperactief, opstandig, agressief en regelovertredend gedrag en meer taakgericht gedrag zien. De interventie heeft volgens de literatuur een positieve uitwerking op het gedrag van kinderen in de klas, kinderen kunnen zich beter richten op hun werk en er zijn minder verstoringen13. Door het afnemen van storend gedrag in de klas, wat uitsluiting en agressie en pesten veroorzaakt, verbetert de onderlinge acceptatie en ontstaan er meer vriendschappen14. Zowel leerlingen als leraren ervaren tijdelijk minder conflict in hun relatie. Taakspel blijkt tevens een gunstig effect te hebben op de sociaal-emotionele ontwikkeling van deelnemers. De emotionele competentie werd vergroot door inzet van de interventie en er is sprake van minder slachtofferschap en minder emotionele problemen, zoals angst en depressie15. Kanjertraining richt zich op het terugdringen van sociaal probleemgedrag als pesten, conflicten en uitsluiting, en op sociaal teruggetrokken gedrag. Dit probleemgedrag komt voort uit een tekort aan sociale vaardigheden, cognitieve vervormingen in de sociale informatieverwerking en door interacties met kinderen (in de klas) die probleemgedrag laten zien. De deelnemende kinderen aan Kanjertraining hebben een hogere zelfwaardering en een beter sociaal welbevinden, laten minder agressie zien, beleven minder angstige of depressieve gedachten en zijn minder teruggetrokken; ook hebben ze een betere relatie met de leerkracht16 17. De sfeer in de deelnemende klassen blijkt te verbeteren.

12 Witvliet, Van Lier, Cuijpers & Koot (2009) in Marjon ten Heggeler (Juni 2016). Databank effectieve jeugdinterventies:

beschrijving ‘Taakspel'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies. 13 Van der Sar (2004) in Marjon ten Heggeler (Juni 2016). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving ‘Taakspel'.

Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies. 14 Witvliet 2009; Leflot & Colpin (2010). In Marjon ten Heggeler (Juni 2016). Databank effectieve jeugdinterventies:

beschrijving ‘Taakspel'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies. 15 Menting, Koot & van Lier (2015) in Marjon ten Heggeler (Juni 2016). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving

‘Taakspel'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies. 16 Vliek en Orobio de Castro (2010). In L. Vliek (december 2015). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving

'Kanjertraining'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies. 17 Vliek, Overbeek, & Orobio de Castro (2013). In L. Vliek (december 2015). Databank effectieve jeugdinterventies:

beschrijving 'Kanjertraining'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

Page 29: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

34

Effectieve preventie Rotterdam

De interventie PAD heeft ten doel de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Onderzoek naar de effectiviteit in Nederland wijst op een verbetering van emotiebegrip, adhd-problemen, oppositioneel gedrag en gedragsproblemen18. Jongens in het reguliere basisonderwijs laten een afname in agressie zien19. Buitenlandse effectstudies geven een verbetering weer van zelfcontrole, herkenning en begrip van emoties, frustratietolerantie, probleemoplossend vermogen, het vermogen logisch te redeneren en vooruit te denken, vermindering van angst en een vermindering van gedragsproblemen20. De Ouder baby interventie heeft ten doel de interactie tussen depressieve moeders en hun baby’s te verbeteren zodat dit ten goede komt aan de emotionele ontwikkeling van het kind en de veilige gehechtheid. Uiteindelijke doel is het voorkomen dat het kind zelf psychosociale of psychische problemen ontwikkeld. Kinderen van moeders met een depressie lopen kans om zich op sociaal, emotioneel, cognitief en motorisch vlak minder goed te ontwikkelen21. Bekende ontwikkelingsproblemen zijn gedragsproblemen, regulatieproblemen of problemen op het gebied van contact en communicatie22. Uit de onderzoeken naar effectiviteit van de interventie komen een aantal resultaten. De interventie waarbij gewerkt wordt met verschillende instrumenten zorgt voor significant: • Verbeterde moeder- kind interactie (Verbeterde sensitiviteit van de moeder; verbeterd

structurerend gedrag moeder, verbeterde kind responsiviteit en kind betrokkenheid); • Verbeterde moeder-kind gehechtheidsrelatie; • Verbeterde sociale emotionele competenties kind.23 De interventie Vrienden richt zich op het voorkomen en behandelen van angst- en depressiestoornissen bij kinderen en jongeren. Vrienden blijkt effectief in het terugdringen van angststoornissen24. Ook het programma Zippy’s vrienden richt zich op het voorkomen van angststoornissen en depressieve stoornissen bij kinderen. Door te werken aan verbetering van coping-vaardigheden en het aanleren van sociale en emotionele vaardigheden is het uiteindelijke doel het voorkomen dat kinderen psychosociale en emotionele stoornissen ontwikkelen. Uit buitenlands onderzoek is gebleken dat deelnemende kinderen meer positieve coping-strategieën gebruiken, de sociale vaardigheden van de kinderen verbeteren en dat ze minder probleemgedrag laten zien. Het programma heeft tevens een positief effect op de sfeer in de klas, en op de band met andere kinderen en de leerkracht25. Er is nog geen gepubliceerd Nederlands onderzoek. Een ongepubliceerd ZonMw-rapport26, met aanvullende persoonlijke communicatie met de onderzoeker, laat geen directe effecten op angst en depressie zien. Wel rapporteren kinderen vooral een effect 18 Paulussen, (2008). In Deniz Ince (update juni 2010). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Programma

Alternatieve Denkstrategieën (PAD)'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies. 19 Louwe e.a. (2007); Louwe & Van Overveld (2008) in Deniz Ince (update juni 2010). Databank effectieve jeugdinterventies:

beschrijving 'Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD)'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

20 Overveld, C.W. van & Louwe, J.J. (2005).In Deniz Ince (update juni 2010). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD)'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

21 van Doesum (2005). In P. Nikken (augustus 2009). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Ouder-baby interventie'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

22 https://www.lucertis.nl/uw-probleem/ontwikkelingsproblemen. 23 https://www.lucertis.nl/uw-probleem/ontwikkelingsproblemen. 24 G. van den Berg (juni 2010, herziene tekst van maart 2005). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving

'VRIENDEN'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies. 25 Mishara & Ystgaard (2006). In Marion Panis (januari 2011). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Zippy's

Vrienden'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies. 26 Zanden, A.P. van der e.a. (2015). Zippy’s Friends: a randomized controlled trial of a school-based programme to promote

social and socio-emotional skills in children aged 6-8. ZonMw Eindverslag 17-08-2015. Utrecht: Trimbos instituut. Aanvullende communicatie met R. van der Zanden op 06-02-2017.

Page 30: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

35

Effectieve preventie Rotterdam

op herkenning van verschillende emoties en adaptieve coping, ouders rapporteren vooral een effect in termen van vermindering van gedragsproblemen. Leerkrachten rapporteren geen effecten. De interventie KOPP richt zich op het voorkomen dat kinderen van ouders met psychische problemen zelf psychische problemen ontwikkelen.27 KOPP kinderen lopen een groter risico op zowel psychische- als gedragsproblemen en op het idealiseren van zelfdoding.28 Buitenlandse reviews laten over het algemeen een effect zien op het opvoedgedrag van de ouders, de interacties tussen de ouders en het kind en het functioneren van het kind.29 In de Databank Effectieve interventies staan nog geen Nederlandse studies vermeld. Recent onderzoeksmateriaal uit Nederland30 laat effecten zien op het opvoedgedrag van ouders, maar geen of weinig effecten op het functioneren van kinderen31. De GGD Zuid Limburg heeft onlangs een business case uitgewerkt voor de implementatie van deze interventie.32 Als baten van het programma worden vooral gezien het voorkomen van zorgkosten, alsmede een hogere (toekomstige) productiviteit en kwaliteit van leven. Plezier op School is een interventie die den doel heeft de sociale competentie van kinderen te vergroten zodat zij een kleinere kans hebben slachtoffer te worden van pesterijen of uitsluiting. De interventie blijkt effectief in het verminderen van internaliserende problemen (volgens de ouders) en in het verhogen van zelfwaardering (volgens de kinderen). Leerkrachten rapporteren juist een toename van internaliserende problemen. Dit zou kunnen komen doordat kinderen nu een lagere drempel ervaringen om met een leerkracht over problemen te praten. Jongens melden een afname van sociale angst, gepest worden en sociale desintegratie. Volgens klasgenoten is de interventie echter niet effectief in het verminderen van pesten, ouders melden dat er geen sprake is van vermindering van problemen 33. Er is relatief weinig literatuur beschikbaar waarin de maatschappelijke effecten van interventies gericht op sociaal emotionele vaardigheden in kaart zijn gebracht. Een belangrijke bron voor voorliggende analyse is het onderzoek van London School of Economics and Political Science uit 2011, waarin ze diverse typen interventies analyseren op hun maatschappelijke kosten en baten34. Voor sociaal emotionele leerprogramma’s identificeren ze effecten op korte en middellange termijn (tot 10 jaar). Uit hun analyse blijken er beperkte effecten op onderwijs en maatschappelijke ondersteuning, en relatief grote op criminaliteit (politie, justitie en slachtoffers) en zorgkosten. Vanuit de beschrijving van de interventies blijkt dat de gevonden effecten vooral van toepassing zijn op Taakspel en PAD. Maar het geeft ook een indicatie voor de typen effecten die de andere genoemde interventies zouden kunnen hebben. De interventie Thuis op Straat is uitgebreid onderzocht en geëvalueerd. Uit onderzoeken onder ouders, kinderen en medewerkers blijkt dat TOS kan bijdragen aan een veiliger buitenspeelklimaat, vaker buitenspelen en positiever gedrag. Praktijkonderzoek identificeert drie succesfactoren: goed 27 Trimbos (2010). Kwetsbare kinderen. Literatuurstudie over verhoogde risicogroepen onder kinderen van ouders met

psychische of verslavingsproblemen. Utrecht: Trimbos instituut. 28 Fraser, James, Anderson, Lloyd & Judd, (2006) Intervention programs for children of parents with a mental illness: A

critical review. International Journal of Mental Health Promotion, 8 (1), 9-19. 29 Hosman, C. (2016). Transgenerational mental health Opportunities to prevent transmission of psychiatric problems to next

generations. Nijmegen: Radboud University Nijmegen and Maastricht University. 30 Wansink, H.J. e.a. (2015). Effects of Preventive Family Service Coordination for Parents With Mental Illnesses and Their

Children, a RCT. Families, Systems, & Health. Advance online publication. http://dx.doi.org/10.1037/fsh0000105; Santvoort, F. van e.a. (2013). Effectiveness of preventive support groups for children of mentally ill or addicted parents: a randomized controlled trial. European Child and Adolescent Psychiatry, 23 (6), 473-484.

31 Santvoort, van F. C. M.H. Hosman, K.T.M. van Doesum , J.M.A.M. Janssens, Effectiveness of preventive support groups for children of mentally ill or addicted parents: a randomized controlled trial, Eur Child Adolesc Psychiatry.

32 Zie: Meijers (2013), Businesscase depressiepreventie KOPP/KVO. Maastricht: RIAGG / GGD Westelijke Mijnstreek. 33 Dr. Larissa Hoogsteder (mei 2016). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving ‘Forensische Ambulante Systeem

Therapie (FAST)'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies. 34 Knapp, McDaid, Parsonage (eds) (2011), Mental health promotion and mental illness prevention: The economic case.

London: London School of Economics,

Page 31: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

36

Effectieve preventie Rotterdam

weten wat kinderen leuk vinden, flexibel inspelen op kinderen en gedurende een langere periode op vaste dagen en tijden op een plein aanwezig zijn. Dit is belangrijk voor het opbouwen van vertrouwen. Van 2009 tot 2014 is in opdracht van ZonMw een effectstudie naar TOS uitgevoerd. Hieruit blijkt dat TOS positieve effecten heeft op speelklimaat en op de emotionele en sociale ontwikkeling van kinderen, mits de interventie voldoende intensief wordt uitgevoerd (>= 3x per week). Ik kies voor zelfcontrole is een groepstraining voor kinderen van 8 tot en met 12 jaar met externaliserende gedragsproblemen en heeft als doel de gedragsproblemen te verminderen. Deelname aan de interventie resulteerde in een significante vermindering van gedragsproblemen op verschillende uitkomstmaten (oppositioneel opstandig gedrag, gedragsproblemen, externaliserende problemen). Zowel ouders als leerkrachten van de deelnemende kinderen constateerden direct na afloop van de training een significante afname van gedragsproblemen ten opzichte van kinderen van de wachtlijst. Bij een meting drie maanden later bleek dat de kinderen volgens ouders, leerkrachten èn klasgenoten nog steeds minder gedragsproblemen vertoonden ten opzichte van voor de behandeling en dat sommige kinderen nog meer vooruit waren gegaan (Liber, De Boo, Huizenga, & Prins, 2013, 2015).

4.1.2 Opvoedvaardigheden VIPP richt zich op ouders van jonge kinderen met externaliserende gedragsproblemen als dwars en opstandig gedrag. De interventie laat volgens de literatuur positieve effecten zien. Kinderen laten door de interventie minder overactief gedrag zien en ze maken minder cortisol aan, een stresshormoon dat samenhangt met agressie35. Andere studies laten een toename van sensitieve interactie en autonomie van het kind zien, en een afname van conflicten. VIPP richt zich dus middels een traject dat inzet op opvoedvaardigheden van de ouders op het voorkomen of verminderen van gedragsproblemen bij kinderen. Incredible years heeft eveneens ten doel gedragsproblemen bij kinderen te verminderen door verbetering van hun sociale vaardigheden. Om dit te bereiken zet de interventie in op het trainen van de opvoedvaardigheden van de ouders36. Door de interventie blijken de geobserveerde gedragsproblemen van de kinderen af te nemen. Eerdergenoemde LSE studie gaat ook in op interventies gericht op ouders om gedragsproblemen van kinderen aan te pakken. Dit type interventie is vergelijkbaar met Incredible years. De analyse laat zowel effecten op korte en middellange termijn zien, als op langere termijn. Het betreft dan onder meer effecten als gevolg van vermindering van criminaliteit (circa 80 procent van de baten), verminderd zorggebruik en lagere kosten voor het onderwijssysteem. Met name het effect op criminaliteit werkt ook op langere termijn nog door.37 Home-Start is een laagdrempelig, preventief programma waarin getrainde vrijwilligers ouders helpen hun opvoedvaardigheden en sociale netwerk te vergroten. Volgens het onderzoek van Asscher (2005) leidt Home-Start tot een verhoogd ouderlijk welzijn: depressieve stemming van de moeders nam af en de ervaren opvoedingscompetentie van de moeders nam toe. Dit leidde tot toename van positief opvoedingsgedrag, gerapporteerd door moeders, en afname van negatief opvoedingsgedrag.

35 J. van Zeijl e.a.(2006) in Deniz Ince (oktober 2009 (herziene versie van oktober 2008)). Databank effectieve

jeugdinterventies: beschrijving 'Video-feedback Intervention to Promote Positive Parenting and Sensitive Discipline (VIPP-SD)'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

36 Zwikker, M. (december, 2011). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Incredible Years (Basis)'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

37 Zie Knapp e.a. (2011), pagina 6 en 7.

Page 32: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

37

Effectieve preventie Rotterdam

De resultaten waren nog duidelijker zichtbaar in de follow-up (Asscher, J.J., Deković, M., Prinzie, P., & Hermanns, J. 2008). Home-Start vergroot inderdaad het welzijn van 6 moeders (betekenisvolle verandering). De resultaten op opvoedingsgedrag van moeders zijn minder eenduidig. In de zelfrapportages laten de Home-Start moeders de meeste positieve veranderingen zien, maar deze zijn niet gevonden in de observatiedata, behalve voor geobserveerde warmte van de moeder. De Home-Start moeders rapporteerden vooruitgang in kind gedrag, zowel bij nameting als bij follow-up. Ook deze vooruitgang was niet zichtbaar in de observatiedata. Hermanns constateert uit onderzoek (2013) dat de Home-Start groep positieve veranderingen laat zien op zowel het welzijn van moeders, als op hun opvoedgedrag, als op kind gedrag. De veranderingen in de onderzoeksperiode zijn meer uitgesproken in de Home-Start groep dan in de controlegroep, en zelfs meer frequent dan in de normgroep. Deze resultaten suggereren langdurende veranderingen door de huisbezoeken van vrijwilligers, die vraaggericht steun verlenen. 4. Uit het follow-up onderzoek van Asscher uit 2015 blijkt dat de verbeteringen van competentiegevoelens ook op langere termijn consistent blijven.

4.1.3 Mishandeling Het hoofddoel van het programma VoorZorg is het verkleinen van (het risico op) mishandeling van kinderen door jonge ‘hoog-risico’ zwangere vrouwen (vrouwen die bijvoorbeeld zelf ervaring hebben met huiselijk geweld, of die roken of alcohol of drugs gebruiken tijdens de zwangerschap). VoorZorg is hoofdzakelijk gericht op het bereiken van effecten bij de kinderen, maar het programma richt zich ook op de ondersteuning van de moeders zelf, omdat een versterking van hun vaardigheden en mogelijkheden een positieve uitwerking heeft op de kansen voor de kinderen. Met het programma ingezet wordt op verbetering van de zwangerschaps- en geboorte-uitkomsten voor moeder en kind; verbetering van de gezondheid- en ontwikkelingskansen van het kind en versterking van de persoonlijke ontwikkeling van de moeder zodat zij meer kan betekenen voor het kind. De interventie laat een positief effect zien op de leefstijl van vrouwen. Effecten van het programma zijn dat minder vrouwen roken gedurende de zwangerschap; de vrouwen die blijven roken roken minder sigaretten en de vrouwen roken niet of minder vaak in het bijzijn van de baby. Vrouwen gaven ook vaker borstvoeding na 6 maanden. De deelnemende vrouwen ervaren daarnaast minder huiselijk geweld en maken zich hier zelf ook minder vaak schuldig hieraan. VoorZorg is een van de weinige interventies waarvoor een Nederlandse MKBA is uitgevoerd.38 De resultaten van de analyse laten zien dat de interventie naar verwachting met name leidt tot hogere (toekomstige) productiviteit (van ouders, jongere en slachtoffer) en lagere kosten voor politie en justitie. Daarnaast zijn er in deze analyse effecten berekend op zorgkosten, kosten van onderwijs en kwaliteit van leven. Deze typen effecten treden zowel op korte en middellange, als op langere termijn op.

4.1.4 Temparament Alles Kidzzz is een interventie die inzet op het verbeteren van het zelfbeeld en sociale cognities van kinderen om derhalve externaliserend probleemgedrag en gedragsstoornissen te voorkomen. Uit effectiviteitsonderzoek blijkt dat de interventie effectief is in het verminderen van agressie en ander externaliserend gedrag. Kinderen hebben tevens een positiever zelfbeeld en functioneren beter op het sociaal cognitieve vlak.

38 Zie: Dam & Prinsen (2013), Investeren in opvoeden en opgroeien loont. Utrecht: Actiz & GGD-Nederland.

Page 33: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

38

Effectieve preventie Rotterdam

4.2 Effecten op de lange termijn De interventies Taakspel, Kanjertraining, PAD, Ouder-baby interventie, Vrienden, Zippy’s vrienden, KOPP, Plezier op school, Thuis op Straat en Ik kies voor Zelfcontrole richten zich op de factor sociale en emotionele vaardigheden. Deze programma’s zetten in op sociale vaardigheden van kinderen om te komen tot een gedragsverandering bij kinderen met sociaal externaliserend of internaliserend probleemgedrag. Deze kinderen laten bijvoorbeeld opstandig, druk of agressief gedrag zien of juist teruggetrokken, angstig of depressief gedrag. Gedragsproblemen, regulatieproblemen of problemen op het vlak van contact en communicatie beperken de kansen van het kind op langere termijn. Deze kinderen zijn vatbaarder voor gebeurtenissen als verslaving, antisociaal of delinquent gedrag, schooluitval of het ontwikkelen van psychische of persoonlijkheidsstoornissen.39 40 41 42 43 44 45 46. VIPP, Incredible years en Home-Start zijn drie interventies die zich richten op opvoedvaardigheden van ouders van kinderen met externaliserende gedragsproblemen. De eerder beschreven lange termijn effecten van interventies gericht op de ontwikkeling van sociaal-emotionele vaardigheden ter voorkoming of vermindering van probleemgedrag zijn ook hier te verwachten. Door de inzet van dergelijke interventies neemt de kans om op latere leeftijd een antisociale gedragsstoornis te ontwikkelen, het risico op kindermishandeling en voortijdig schoolverlaten af, alsmede de kans op werkloosheid, depressie, middelengebruik, delinquentie, geweld, relatieproblemen, echtscheiding, misdrijven in de volwassenheid of de ontwikkeling van een antisociale persoonlijkheidsstoornis of van andere psychiatrische stoornissen.47 48 49 50 Het hoofddoel van het programma VoorZorg is het verkleinen van (het risico op) kindermishandeling van kinderen van jonge ‘hoog-risico’ zwangeren (vrouwen die bijvoorbeeld zelf ervaring hebben met huiselijk geweld, roken of gebruiken alcohol of drugs tijdens de zwangerschap). Met het programma ingezet op verbetering van de zwangerschaps- en geboorte-uitkomsten voor moeder en kind; verbetering van de gezondheid- en ontwikkelingskansen van het kind en versterking van de persoonlijke ontwikkeling van de moeder zodat zij meer kan betekenen voor het kind. Door deze interventie worden negatieve effecten op latere leeftijd voorkomen. Kinderen die onveilig gehecht zijn bijvoorbeeld hebben later een grotere kans externaliserende gedragsproblemen te laten zien en hebben vaak meer moeite met het opbouwen van hechte

39 Louwe e.a. (2007); Louwe & Van Overveld (2008) in Deniz Ince (update juni 2010). Databank effectieve jeugdinterventies:

beschrijving 'Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD)'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

40 Paulussen, (2008). In Deniz Ince (update juni 2010). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD)'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

41 Menting, Koot & van Lier (2015) in Marjon ten Heggeler (Juni 2016). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving ‘Taakspel'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

42 Leflot, Van Lier, Onghena & Colpin (2010). In Marjon ten Heggeler (Juni 2016). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving ‘Taakspel'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

43 Vliek, Overbeek, & Orobio de Castro (2013). In L. Vliek (december 2015). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Kanjertraining'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

44 https://www.lucertis.nl/uw-probleem/ontwikkelingsproblemen. 45 Fraser, James, Anderson, Lloyd & Judd, (2006) Intervention programs for children of parents with a mental illness: A

critical review. International Journal of Mental Health Promotion, 8 (1), 9-19. 46 Hoogsteder (mei 2016). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving ‘Forensische Ambulante Systeem Therapie

(FAST)'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies. 47 Patterson, Reid en Dishion (1992); Charles, Bywater en Edwards (2010) in Nicole van As en Jan Janssens (april 2014).

Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Praten met kinderen'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

48 Campbell, (1991); Loeber et al., (1993); Kazdin, (1985) in Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Incredible Years (Basis)'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

49 Van As en Janssens (april 2014). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Praten met kinderen'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

50 Zwikker, M. (december, 2011). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'VIPP'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

Page 34: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

39

Effectieve preventie Rotterdam

vriendschappen en het omgaan met stressvolle gebeurtenissen51. Ook verbeteren bijvoorbeeld de kansen van een kind op het vlak van onderwijs en arbeidsparticipatie en wordt het risico op criminaliteit en jeugdhulp teruggedrongen52. Alles Kidzzz richt zich op kinderen die externaliserend probleemgedrag laten zien om zo op langere termijn gedragsstoornissen te voorkomen. Het instrument richt zich op de factor temperament, maar komt qua effecten overeen met instrumenten gericht op het sociaal-emotionele domein. Kinderen die op jonge leeftijd probleemgedrag laten zien hebben een grotere kans dat zij op latere leeftijd psychiatrische stoornissen als verslaving en angst- en stemmingsstoornissen ontwikkelen.53

51 http://www.nji.nl/Hechting-en-hechtingsproblemen-Probleemschets-Gevolgen. 52 CBS (2015). Sociaal Economische Trends. Wie opgroeit in een uitkeringsgezin heeft later bovengemiddeld vaak een

uitkering. Den Haag: CBS. 53 Nock, Kazdin, Hiripi & Kessler (2006) In Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Alles Kidzzz'. Utrecht:

Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

Page 35: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

41

Effectieve preventie Rotterdam

5 Financiële effecten voor de gemeente

In dit hoofdstuk werken we de uitgangspunten uit achter de berekening van de business case voor de gemeente. We gaan in op de reikwijdte van de interventies en de geanalyseerde effecten per interventie.

5.1 De reikwijdte van de interventies

De eerste stap in het ramen van de effecten bestaat uit het bepalen van de theoretische reikwijdte van de interventies. Deze reikwijdte is vastgesteld aan de hand van de omvang van het budget dat in de jaren 2020-2023 voor de bewezen effectieve interventies zal worden ingezet, en de kosten van inkoop van die interventies door de gemeente. De hieruit resulterende maximale reikwijdte is vervolgens getoetst op de verwachte omvang van de doelgroep in Rotterdam in het betreffende jaar. De verdeling van het budget is zo gekozen, dat het maximale bereik in een jaar nooit boven de 40% van de doelgroep uitkomt. Tabel 5.1 geeft een voorbeeld voor 2020. Tabel 5.1 Theoretische reikwijdte van bewezen effectieve interventies in 2020 – scenario Huidige Koers

Interventie Doelgroep Budget (2020), in €

Potentiele reikwijdte, aantal

jeugdigen

Idem, als % van totale omvang

doelgroep (2020)

Taakspela) 6 t/m 12 jaar 625.000 3.819 7,8%

Kanjertraining 4 t/m 15 jaar 575.000 1.463 1,7%

PAD 4 t/m 12 jaar 625.000 2.841 4,4%

Ouder Baby

Interventie

ouders kind tot 1

jaar

250.000 118 1,4%

Vrienden 7 t/m 16 jaar 500.000 625 0,9%

Zippy's vrienden 5 t/m 8 jaar 75.000 1.442 9,4%

KOPP /KVO 9 t/m 14 jaar 50.000 31 0,1%

Plezier op school 11 t/m 13 jaar 125.000 188 0,9%

Thuis op Straat 6 t/m 20 jaar 125.000 102 0,2%

Ik kies voor

zelfcontrole 8 t/m 12 jaar

300.000 152

0,4%

VIPP SD 1 t/m 3 jaar 416.667 138 0,6%

Incredible years 3 t/m 6 jaar 416.667 232 0,7%

Home-Start ouders kind 0 t/m

6 jaar

416.667 493 1,0%

Voorzorg t/m 2 jaar 250.000 26 0,1%

Alles kidzzz a) 9 t/m 12 jaar 250.000 113 0,4% Bron: Eigen berekeningen Ecorys.

a) De reikwijdte is gecorrigeerd voor het budget dat in de referentiesituatie wordt ingezet op deze interventie.

Page 36: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

42

Effectieve preventie Rotterdam

Tabel 5.2 Theoretische reikwijdte van bewezen effectieve interventies in 2020 – scenario Tijdelijke Boost

Interventie Doelgroep Budget (2020), in €

Potentiele reikwijdte, aantal

jeugdigen

Idem, als % van totale omvang doelgroep (2020)

Taakspela) 6 t/m 12 jaar 1.250.000 7.637 15,5%

Kanjertraining 4 t/m 15 jaar 1.150.000 2.926 3,4%

PAD 4 t/m 12 jaar 1.250.000 5.682 8,8%

Ouder Baby

Interventie

ouders kind tot 1

jaar

500.000 237 2,8%

Vrienden 7 t/m 16 jaar 1.000.000 1.250 1,8%

Zippy's vrienden 5 t/m 8 jaar 150.000 2.885 18,8%

KOPP /KVO 9 t/m 14 jaar 100.000 62 0,2%

Plezier op school 11 t/m 13 jaar 250.000 375 1,8%

Thuis op Straat 6 t/m 20 jaar 250.000 203 0,3%

Ik kies voor

zelfcontrole 8 t/m 12 jaar

600.000 303

0,9%

VIPP SD 1 t/m 3 jaar 833.333 276 1,1%

Incredible years 3 t/m 6 jaar 833.333 465 1,5%

Home-Start ouders kind 0 t/m

6 jaar

833.333 986 2,0%

Voorzorg t/m 2 jaar 500.000 52 0,2%

Alles kidzzz a) 9 t/m 12 jaar 500.000 227 0,8% Bron: Eigen berekeningen Ecorys.

a) De reikwijdte is gecorrigeerd voor het budget dat in de referentiesituatie wordt ingezet op deze interventie.

Tabel 5.3 Theoretische reikwijdte van bewezen effectieve interventies in 2020 scenario Ambitie

Interventie Doelgroep Budget (2020), in €

Potentiele reikwijdte, aantal

jeugdigen

Idem, als % van totale omvang doelgroep (2020)

Taakspela) 6 t/m 12 jaar 2.687.500 16.420 33,4%

Kanjertraining 4 t/m 15 jaar 2.472.500 6.291 7,3%

PAD 4 t/m 12 jaar 2.687.500 12.216 18,8%

Ouder Baby

Interventie

ouders kind tot 1

jaar

1.075.000 509 6,0%

Vrienden 7 t/m 16 jaar 2.150.000 2.688 3,9%

Zippy's vrienden 5 t/m 8 jaar 322.500 6.202 40,0%

KOPP /KVO 9 t/m 14 jaar 215.000 134 0,3%

Plezier op school 11 t/m 13 jaar 537.500 807 3,9%

Thuis op Straat 6 t/m 20 jaar 537.500 437 0,7%

Ik kies voor

zelfcontrole 8 t/m 12 jaar

1.290.000 652

1,9%

VIPP SD 1 t/m 3 jaar 1.791.667 594 2,4%

Incredible years 3 t/m 6 jaar 1.791.667 999 3,2%

Home-Start ouders kind 0 t/m

6 jaar

1.791.667 2.120 4,4%

Voorzorg t/m 2 jaar 1.075.000 111 0,4%

Alles kidzzz a) 9 t/m 12 jaar 1.075.000 487 1,8% Bron: Eigen berekeningen Ecorys.

a) De reikwijdte is gecorrigeerd voor het budget dat in de referentiesituatie wordt ingezet op deze interventie.

Page 37: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

43

Effectieve preventie Rotterdam

5.2 De geanalyseerde effecten op jeugdhulp

5.2.1 Methodiek op hoofdlijnen Om de effecten van de interventies op korte termijn te bepalen is op hoofdlijnen navolgende methodiek gehanteerd. Allereerst is per interventies het type effect bepaald dat het meest tegemoet komt aan het doel van de interventie en is de effectomvang bepaald. Op basis van de literatuur is per interventie vastgesteld welk gemeten effect relevant is en welk deel van de doelgroep naar verwachting daadwerkelijk een verbetering zal ondervinden. Vervolgens is bepaald wat dit effect voor de kinderen zal betekenen in termen van toekomstige zorgbehoefte. Voor deze stap is een raming toegepast die nog niet eerder is toegepast. De reden hiervoor is dat er nauwelijks tot geen analyses beschikbaar zijn waarop een dergelijke raming kan worden gebaseerd. De meeste beschikbare effectstudies beperken zich tot het bepalen van de mate van effectiviteit op diverse gedragsindicatoren (de omvang van de doelgroep met een effect) en gaan niet in op de vervolgimpact op kosten van zorg, onderwijs of anderszins (het toepasselijke effect per lid van de doelgroep). Omdat deze stap nieuw is en hiermee onontgonnen terrein wordt betreden is de impact van de interventies conservatief ingeschat. In de laatste stap is de verwachte impact aan de hand van kengetallen vertaald in financiële waarden (waardering van het effect). In navolgende paragrafen lichten we deze stappen nader toe.

5.2.2 Stap 1 Effectberekening: bepaling type en omvang effecten Keuze type effect In de eerste stap is voor elk van de interventies nagegaan welke effecten er in Nederlands onderzoek zijn aangetoond en hoe groot deze zijn54. Vaak rapporteren studies effecten van interventies op meerdere domeinen tegelijk. Zo heeft Kanjertraining zowel effect op gedragsproblemen als op emotionele problemen. Per interventie hebben we steeds een effect op één domein geselecteerd, te weten het domein dat het best past bij het doel van de interventie. Daar zijn twee redenen voor. In de eerste plaats geldt dat indien elk effect apart zou worden meegenomen er geen rekening wordt gehouden met een mogelijke overlap van de gemelde effecten op verschillende domeinen. Extra lastig is daarbij dat uit de onderzoeken meestal niet duidelijk op te maken is in welke mate die overlap zich voordoet. De tweede reden houdt verband met de eerste: vanuit het gehanteerde principe van conservatieve schattingen is de focus op één domein gelegd, wetend dat in werkelijkheid de kans aanwezig is dat de interventie meerdere effecten heeft. Bij de selectie van het domein hebben we een effect op het kind laten prevaleren boven het effect op de opvoeder, en een vermoedelijk effect op jeugdhulpgebruik boven andere effecten. De bewezen effectieve interventies richten zich op uiteenlopende (risico- of beschermende) factoren: • Sociale en emotionele vaardigheden / psychosociale problemen; • Opvoedvaardigheden; • Mishandeling; • Temperament.

54 Resultaten van effectstudies die in het buitenland zijn uitgevoerd kunnen niet zonder meer op de Nederlandse situatie

worden toegepast, vanwege verschillen in context, cultuur, etc. Vanuit het voorzichtigheidsprincipe is er voor gekozen alleen gebruik te maken van Nederlandse studies.

Page 38: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

44

Effectieve preventie Rotterdam

Ramen omvang effect Bij het bepalen van effecten is gezocht naar gerapporteerde effectgroottes voor de interventies ten opzichte van de gebruikelijke aanpak (‘care as usual’, kortweg CAU), in termen van de zogeheten Cohen’s d. Indien in een onderzoek een andere index is gerapporteerd (zoals de Odds ratio of de Eta2), is deze geconverteerd naar de Cohen’s d. Vervolgens is de d omgerekend naar het percentage jeugdigen of opvoeders dat met het gerapporteerde effect naar schatting beter af is, ten opzichte van de gebruikelijke aanpak.55 Met andere woorden: het effect waarmee is gerekend is in alle gevallen het netto-effect van de interventie ten opzichte van CAU. Bij universele interventies (interventies die op algemene doelgroep van alle jeugdigen worden toegepast, zonder selectie op risico’s of problemen) geldt daarbij dat het percentage jeugdigen dat beter af is niet voor de totale doelgroep mag gelden als het effect bij een specifieke doelgroep (met bijvoorbeeld een verhoogd risico of een probleem) is onderzocht. Het ‘percentage beter af’ is in die gevallen gecorrigeerd voor de prevalentie van het risico of probleem waarop het effect van de interventie is bepaald. Overigens bleek deze correctie meestal niet nodig, omdat de effectmaten die gebruikt worden in de effectstudies in vrijwel alle gevallen betrekking hebben op de algemene doelgroep. Voor vier interventies (Vrienden, Zippy’s vrienden, KOPP en Voorzorg) zijn er op het moment van uitvoeren van de studie ofwel geen Nederlandse studies in de databank beschikbaar, ofwel leverden de gerapporteerde studies geen indexen op die naar een ‘percentage beter af’ te converteren zijn. Voor deze interventies is naar recente studies gezocht buiten de databank, of is het effect geschat aan de hand van andere indexen. In de onderzoeksgegevens is bij gedrags- en emotionele problemen ook nagegaan of er informatie beschikbaar is over het aantal kinderen dat door de interventie opschuift van ‘problematisch’ naar ‘niet-problematisch’ (i.e. van de klinische naar de normale range). Dergelijke informatie zou kunnen helpen bij het onderbouwen van het netto-effect. Ook dergelijke informatie blijkt vrijwel niet beschikbaar. Combinatie van interventies mogelijk Daarnaast is verondersteld dat interventies in principe gecombineerd zijn in te zetten. Bij de schattingen van baten kan het dus om dezelfde kinderen gaan. Dat kan een overschatting van de baten opleveren indien kinderen met meerdere van de genoemde interventies tegelijk te maken krijgen die zich op dezelfde risico- of beschermende factoren richten. Gezien de potentiele reikwijdte van het verschuivende budget is overlap weliswaar mogelijk, maar vooral tussen typen interventies en niet zozeer binnen een bepaalde groep; de kans op overlap (en daarmee overschatting) is hierdoor weliswaar aanwezig, maar beperkt. Daarnaast is bekend dat de interventies op meerdere domeinen kunnen ingrijpen dan het ene domein waarvoor ze hier in de schattingen zijn meegenomen. Dat betekent een onderschatting van de baten. We veronderstellen dat de over- en onderschatting tegen elkaar opwegen. Implementatie-effect Een ander effect dat dient te worden meegewogen is het implementatie-effect: de mate waarin een interventie de in de literatuur gevonden effectiviteit kan bereiken. Uit de praktijk is bekend dat de implementatie van een interventie vaak niet perfect is. Sterker nog, vaak is die implementatie nogal gebrekkig. Door mismatches tussen interventie en doelgroep en/of doordat uitvoerend personeel ervaring moet opdoen met een nieuwe interventie, bereikt men in de praktijk vaak niet het effect dat in effectstudies is aangetoond. Om deze reden is rekening gehouden met een implementatie-effect. 55 Het percentage beter af is berekend volgens het model van Coe (Model 2 in bijlage 2).

Page 39: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

45

Effectieve preventie Rotterdam

Omdat er geen studies bekend zijn waarin dit effect is gemeten is in deze studie een aanname gedaan over de mate waarin de effectiviteit in de praktijk daadwerkelijk wordt behaald. Dit implementatie-effect is gedifferentieerd naar type interventie, afhankelijk van de wijze van vormgeving van de interventie en de wijze van inkoop in Rotterdam. In dit licht zijn drie typen implementaties onderscheiden: • Type 1. De interventie wordt in Rotterdam bij uitbreiding van het budget door ervaren

praktijkwerkers – die dus nu al met de interventie werken - aan meer kinderen, ouders of groepen aangeboden (zonder tussenkomst van een intermediair. We rekenen daarbij – conform het conservatieve model - met 80% van het effect / de opbrengst, ervan uitgaand dat door mismatches tussen cliënten en interventie en personeelsverloop er een zeker effectiviteitsverlies is. Omdat de gemeente Rotterdam komende jaren in het beleid extra aandacht zal besteden aan een goede matching en implementatie, verhogen we dit tot 90%.

• Type 2. De interventie wordt in Rotterdam bij uitbreiding van het budget door nieuwe

praktijkwerkers aangeboden, aanvullend op de werkers die er al ervaring mee hebben. Bijvoorbeeld, bij uitbreiding van budget voor Taakspel, wordt het aantal scholen en leerkrachten dat met deze interventie (voor het eerst) gaat werken uitgebreid. Het implementatie-effect schatten we daarbij als volgt in: - In het eerste jaar 20% van het effect; - In het tweede jaar 50% van het effect; - In het derde en daarop volgende jaar 90% van het effect, ervan uitgaand dat door verloop

van personeel er een zeker effectiviteitsverlies blijft.

Dit type hanteren we – conform het conservatieve model - ook als niet duidelijk is volgens welk type de interventie wordt aangeboden.

• Mix van beide. Dat komt voor als in Rotterdam deels een uitbreiding plaatsvindt via ervaren

werkers, deels via nieuwe werkers. We voeren bijvoorbeeld in het model door dat bij uitbreiding van het budget voor de inkoop van Alles Kidzzz 80% via type 1 geïmplementeerd zal worden en 20% via type 2.56 Voor Kanjertraining geldt dat we 50% type 1 en 50% type 2 hanteren.

Bovenstaande aannames zijn gehanteerd in het conservatieve scenario. In een hoog scenario is berekend wat de baten zijn indien het implementatie-effect voor alle interventies en jaren op 90% van de verwachten effectiviteit wordt verondersteld. Overzicht van gehanteerde effectiviteit van interventies De resultaten van de hierboven beschreven stappen zijn samengevat in Tabel 5.4. De tabel geeft een overzicht van de effectgroottes per interventie die in de literatuur zijn gevonden (Cohen’s d) en de daarop gebaseerde schattingen van het percentage jeugdigen dat met de effectief bewezen interventie beter af is. Tevens is aangegeven welk type implementatie-effect verondersteld is. De tabel dient als volgt te worden gelezen: voor Taakspel, een universele interventie gericht op verbetering van sociale en emotionele vaardigheden, is een verbetering aangetoond op het domein gedragsproblemen en adhd. Uit effectstudies van deze interventie blijkt dat 20% van de jeugdigen na de interventie beter af is dan in geval van ‘care as usual’. Omdat er in Rotterdam bij een uitbreiding van het gebruik van deze interventie op nieuwe plaatsen nog ervaring dient te worden

56 Indien het in geval van een type 2 interventie om nieuwe intermediairs gaat is het implementatie-effect vooral voor 2020 en

2021 verondersteld. In latere jaren krijgt de interventie het karakter van type 1. Dat geldt niet voor Taakspel of Zippy’s vrienden die ook bij uitbreiding van de inzet type 2 zullen blijven.

Page 40: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

46

Effectieve preventie Rotterdam

opgedaan met de interventie ontwikkelt de implementatie-effectiviteit zich conform type 2: 20% in jaar 1, 50% in jaar 2 en 90% in jaar 3.

Welke effecten heeft de herallocatie van een deel van het budget op de jeugdigen?

De herallocatie van middelen houdt in dat een deel van het budget niet gaat naar het gebruikelijke aanbod,

maar wordt besteed aan de inzet van goed-onderbouwde en evidence-based programma’s. Hoe moeten

we het toegevoegde effect van die programma’s ten opzichte van de gebruikelijke aanpak begrijpen? Een

rekenvoorbeeld:

- De effectiviteit van de gebruikelijke aanpak van preventie en vroeginterventie in Rotterdam is niet

bekend. Ook op basis van literatuur is dat moeilijk te schatten. Wel is bekend dat het korte termijn effect

van preventie over het algemeen klein is. Op basis hiervan kan verondersteld worden dat het effect van

de gebruikelijke aanpak bijvoorbeeld ruwweg d = 0,20 is (een klein effect), hetgeen zou betekenen dat

10% van de jeugdigen beter af is dan wanneer deze programma’s niet zouden worden uitgevoerd;

- Vervangen we een deel van dat aanbod door de inkoop van evidence-based programma’s, dan

betekent dat ruwweg op de korte termijn – voor de groep die door deze programma’s worden bereikt –

bovenop de gebruikelijke 10% nog eens 3-36% van de jeugdigen die beter af zijn (zie Tabel 5.4).

Dit effect treedt op als de ingekochte programma’s goed worden geïmplementeerd. Meestal valt dat tegen,

waardoor er minder jeugdigen van profiteren. Van belang is dus die goede implementatie sterk te

benadrukken.

Page 41: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

47

Effectieve preventie Rotterdam

Tabel 5.4 Geselecteerd effect per interventie en percentage van de interventiegroep dat beter af is

Interventie (en soort preventie)*

Gericht op factor Geselecteerd domein effect functioneren jeugdige

Cohen’s d

% beter af t.o.v. CAU

Type imple-

mentatie

Taakspel (U) Sociale en emotionele

vaardigheden

Gedrag

(gedragsproblemen,

adhd)

0,40 20% 2

Kanjertraining

(U)

Sociale en emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren

(emotionele

symptomen)

0,78 36% 50% 1

50% 2

PAD (U) Sociale en emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren en gedrag

(emotie-begrip)

0,55 27% 2

Ouder-baby

interventie (S)

Sociale en emotionele

vaardigheden

Hechting (onveilige

hechting)

0.46 22% 1

Vrienden (S) Sociale en emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren (angst en

depressie)

0,62 31% 1

Zippy’s (U) Sociale en emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren en gedrag

0,32 16% 2

KOPP (S) Sociale en emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren en gedrag

0,06 3% 1

Plezier op

school (S)

Sociale en emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren

0,30 15% 1

Thuis op

Straat (U/S)

Sociale en emotionele

vaardigheden

Gedrag (bevorderen

sociaal gedrag)

0,31 15% 2

Ik kies voor

zelfcontrole

(U/S)

Sociale en emotionele

vaardigheden

Gedrag (verminderen

agressief en disruptief

gedrag)

0,31 15% 1

VIPP (S) Opvoedvaardigheden Gedrag (moeilijk

gedrag kind)

0.34 17% 2

Incredible

years (S)

Opvoedvaardigheden Gedrag

(gedragsproblemen)

0.40 20% 2

Home-Start Opvoedvaardigheden Gedrag (preventie van

gedragsproblemen)

0,32 15% 1

Voorzorg (S) Mishandeling Kindermishandeling ** 8%** 1

Alles Kidzzz

(S)

Temperament Gedrag (agressie) 0,40 20% 80% 1

20% 2 Bron: Analyse Nederlands Jeugdinstituut. Noten: *U = Universele preventieve interventie; S = Selectieve of geïndiceerde preventieve interventie;

**Alleen meldingen kindermishandeling gebruikt: 10% meldingen bij Voorzorg tegenover 18% gebruikelijke zorg;

Toepassing van deze effecten op de te verwachten inzet van budget per interventie geeft de aantallen jongeren die beter af zijn als gevolg van de interventie in elk van de vier jaren (zie Tabel 5.5). Door een combinatie van verhoging van het budget voor interventies, de toenemende effectiviteit van implementatie en de lagere kosten van sommige interventies na verloop van de investeringsfase, neemt het aantal jongeren dat beter af is in scenario Huidige Koers toe van bijna 1.000 als gevolg van interventies in 2020, tot ruim 3.000 als gevolg van interventies in 2023. In totaal betekent de budgetverschuiving dat over de periode 2020-2023 naar schatting 9.000 jongeren beter af zijn als gevolg van een van de interventies.

Page 42: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

48

Effectieve preventie Rotterdam

Tabel 5.5 Jaarlijks aantal jongeren dat beter af is als gevolg van interventies onder het nieuwe jeugdbeleid (per jaar, niet cumulatief), scenario Huidige Koers

Interventie 2020 2021 2022 2023

Taakspel 153 378 674 667

Kanjertraining 290 365 465 460

PAD 153 760 1.354 1.340

Ouder-baby interventie 23 23 23 23

Vrienden 174 173 171 169

Zippy’s 46 114 204 202

KOPP 1 1 1 1

Plezier op school 25 25 25 25

Thuis op Straat 3 8 14 13

Ik kies voor zelfcontrole 24 24 23 23

VIPP 5 12 21 21

Incredible years 9 23 41 41

Home-Start 67 66 65 65

Voorzorg 2 2 2 2

Alles Kidzzz 17 18 20 20

TOTAAL 993 1.991 3.101 3.070 Bron: Eigen berekeningen Ecorys en NJi.

Tabel 5.6 Jaarlijks aantal jongeren dat beter af is als gevolg van interventies onder het nieuwe jeugdbeleid (per jaar, niet cumulatief), scenario Tijdelijke Boost

Interventie 2020 2021 2022 2023

Taakspel 305 605 809 534

Kanjertraining 579 584 558 368

PAD 307 1.215 1.624 1.072

Ouder-baby interventie 47 37 28 18

Vrienden 349 276 205 135

Zippy’s 92 183 244 161

KOPP 2 1 1 1

Plezier op school 51 40 30 20

Thuis op Straat 6 12 16 11

Ik kies voor zelfcontrole 48 38 28 19

VIPP 9 19 25 16

Incredible years 19 37 49 32

Home-Start 133 105 78 52

Voorzorg 4 3 2 1

Alles Kidzzz 35 29 24 16

TOTAAL 1.985 3.185 3.721 2.456 Bron: Eigen berekeningen Ecorys en NJi.

Page 43: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

49

Effectieve preventie Rotterdam

Tabel 5.7 Jaarlijks aantal jongeren dat beter af is als gevolg van interventies onder het nieuwe jeugdbeleid (per jaar, niet cumulatief), scenario Ambitie

Interventie 2020 2021 2022 2023

Taakspel 657 1.626 2.897 2.869

Kanjertraining 1.246 1.570 1.998 1.978

PAD 660 3.266 5.820 5.762

Ouder-baby interventie 101 100 99 98

Vrienden 750 742 735 728

Zippy’s 196 491 876 867

KOPP 4 4 4 4

Plezier op school 109 108 107 106

Thuis op Straat 13 32 58 57

Ik kies voor zelfcontrole 103 102 101 100

VIPP 20 50 89 88

Incredible years 40 99 176 174

Home-Start 286 283 281 278

Voorzorg 8 8 8 8

Alles Kidzzz 74 79 86 85

TOTAAL 4.266 8.559 13.333 13.201 Bron: Eigen berekeningen Ecorys en NJi.

Omdat een jongere meerdere interventies kan ondergaan gedurende deze vier jaren, is niet op voorhand te beoordelen hoeveel individuele jongeren het betreft. Door spreiding van de interventies over de stad kan voorkomen of juist bevorderd worden dat effecten stapelen bij bepaalde groepen jongeren (bijvoorbeeld op bepaalde scholen, in bepaalde wijken).

5.2.3 Stap 2 Effectberekening: baten per interventie Bij de tweede stap kijken we naar het korte termijn voordeel en de korte termijn besparingen. Het effect van de evidence-based interventie verkleint de kans voor een deel van de populatie dat deze jeugdhulp nodig heeft. Maar voor hoeveel jongeren geldt dat? Voor de berekening van de baten is gebruik gemaakt van kosteneffectiviteitscijfers zoals bekend uit de literatuur. Die zijn echter schaars. Voor het korte termijn effect (over drie jaren) volgen we daarom een conservatief schattingsmodel. Het model gaat ervanuit dat als gevolg van de inzet van de interventie bij een groep jeugdigen problemen niet ontstaan, niet persisteren of niet verergeren in vergelijking met de oude situatie. Als gevolg daarvan zal een deel van de groep nadien minder zorggebruik laten zien. In de literatuur zijn geen aanwijzingen te vinden wat reële schattingen zijn voor dit verminderde beroep op jeugdhulp. Om deze reden is een conservatieve raming gehanteerd van de omvang het effect. Bij de opbouw van die schattingen zijn we wederom uitgegaan van een aantal stappen. Stap 2a. Schatting vermindering van het overall zorggebruik Op populatieniveau steeg het gebruik van jeugdhulp in natura (dus exclusief pgb) tussen 2015 en 2018 van 7,8% naar 9,2%.57 De preventieprogramma’s zullen de kans op het gebruik verminderen. Hoe groot die kans precies is, is moeilijk in te schatten omdat de studies daar geen aanwijzingen voor geven. Het is daarom al gauw discutabel welke vermindering van het zorggebruik op de korte termijn is te verwachten. Enerzijds is denkbaar dat de programma’s vooral effect zullen hebben op groepen die al een hoger risico op zorggebruik hebben dan de algemene populatie. Anderzijds lijkt een vermindering van zorggebruik naar 0% niet realistisch. Daarbij komt dat te verwachten is dat

57 https://www.nji.nl/nl/Databank/Cijfers-over-Jeugd-en-Opvoeding/Cijfers-per-voorziening/Aanbod-Jeugdhulp

Page 44: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

50

Effectieve preventie Rotterdam

de inzet van preventieprogramma’s kan leiden tot een hogere kans dat problemen worden gesignaleerd en daarop zorg wordt ingezet. Op basis van deze overwegingen is in deze studie een conservatieve schatting gehanteerd. Het verminderde jeugdhulpgebruik voor de groep jeugdigen die beter af zijn door de interventie is geraamd op basis van het beroep op jeugdhulp door de totale populatie van jeugdigen, oftewel tussen de 7-10%. Daarmee is impliciet aangenomen dat het effect van de interventie niet specifiek bij de probleemgroepen terecht komt, maar zich verspreidt over de gehele populatie. Aangezien het aannemelijk is dat het effect vooral optreedt bij jeugdigen met een bepaalde problematiek, bij zowel de universele als de specifieke, geïndiceerde interventies, betreft het hier een zeer conservatieve raming van het effect. Tevens is verondersteld dat het effect in de loop van een periode van drie jaar na de interventie zichtbaar wordt, in de vorm van één bepaald traject jeugdhulp. Tot slot is verondersteld dat de betreffende jongeren slechts een traject jeugdhulp zouden hebben doorlopen. In de praktijk blijkt dat lang niet altijd het geval. Genoemde aannames zijn alle conservatief. De kans is dus groot dat de werkelijke besparing hoger zal uitvallen dan hier is geraamd. Stap 2b. Schatting vermindering verschillende hulpvormen De vermindering van het zorggebruik is verder te differentiëren over verschillende hulpvormen. Aan de verschillende vormen hangt immers een verschillend prijskaartje. Het dashboard VNG met jeugdhulptrajecten per regio58 laat voor eind 2017 voor regio Rijnmond ruwweg de volgende verdeling zien over de verschillende hulpvormen: ± 85% ambulant, ± 5% daghulp en ± 11% jeugdhulp met verblijf (met 6,5% pleegzorg en 4,5% rest, zoals in een gesloten plaatsing of ander verblijf). De trends over 2015-2017 zijn redelijk stabiel, maar er is wel sprake van een expliciet beleid gericht op: meer ambulante inzet, meer inzet pleegzorg en minder residentiële plaatsingen. We moeten er dus van uit gaan dat er een verschuiving zal plaatsvinden richting ambulante zorg en pleegzorg. Stap 2c. Koppeling hulpvormen aan kostprijzen Voor een business case en MKBA is het belangrijk de hulpvormen te koppelen aan kostprijzen. Complicerend is echter dat de genoemde hulpvormen niet zonder meer corresponderen met prijsklassen, omdat deze laatste afhankelijk zijn van de intensiteit, duur en ingezette faciliteiten. Zo is verblijf in een pleeggezin veel goedkoper dan verblijf in een residentiële voorziening. Ook laten de cijfers niet zien of een traject al dan niet in een gedwongen kader plaatsvindt, met alle gevolgen voor de kosten. Een goede indeling in prijsklassen is echter niet beschikbaar. Wij hebben daarom de verdeling over prijsklassen moeten maken op basis van een ruwe schatting. Wat verder compliceert is dat voor de bepaling van de kostprijs van verschillende trajecten het buitengewoon moeilijk is om richtlijnen te vinden. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen uit te gaan van de gemiddelde kostprijs van een behandeltraject per jeugdige. Volgens het SCP ligt deze rond € 950,- per kind, gerekend over alle jeugdigen in een gemeente.59 Dat komt neer op gemiddeld ongeveer € 10.000,- per daadwerkelijk behandeld kind. Schattingen in Rijnmond komen echter lager uit, gemiddeld ongeveer € 6.000,- per daadwerkelijk behandeld kind.60 Wij zijn in een conservatieve schatting uitgegaan van gemiddeld ongeveer € 5.000,- per daadwerkelijk behandeld kind. Met behulp van onder meer de Maatschappelijke Prijslijst van de Effectencalculator61 hebben we daarbij een verder onderscheid gemaakt in drie typen zorgtrajecten:

58

https://app.powerbi.com/view?r=eyJrIjoiMGJhNzRiNWQtZWY3OS00YWUzLWE4ZWMtYjJmMjQwYTBhODRlIiwidCI6IjE5ODMyYzJhLTNiMGUtNGJlMy1iMWQ5LThlNTI1ZmE0MjQ4MSIsImMiOjl9

59 Ras, Pommers, Sadiraj (2014), Kostenverschillen in de jeugdzorg, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, p. 24. 60 Gemeente Rotterdam (2013), Vraagontwikkelingsonderzoek Rotterdam-Rijnmond, Verdiepend onderzoek naar duur,

kosten en combinaties van zorg. 61 https://effectencalculator.nl/maatschappelijke-prijslijst/

Page 45: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

51

Effectieve preventie Rotterdam

• Trajecten vrij toegankelijke en ambulante jeugdhulp (licht en gemiddeld ambulant) met een gemiddelde kostprijs van € 1.500,- (Kosten type A);

• Trajecten van intensieve ambulante jeugdhulp (intensief ambulant) en jeugdreclassering met een gemiddelde kostprijs van € 7.500,- (Kosten type B);

• Trajecten van zware hulp, mogelijk met OTS, 24 uurs hulp (trajecten met verblijf en hulp, multiprobleemgezinnen) met een gemiddelde kostprijs van € 30.000,- (Kosten type C).

Tabel 5.8 geeft een overzicht van de gehanteerde kostprijzen, voor zowel de lage als de hoge variant. Deze kengetallen zijn afgeleid uit verschillende bronnen, zoals de Maatschappelijke prijslijst62 en een analyse die in 2013 is uitgevoerd voor Rotterdam Rijnmond. Van belang is hierbij te beseffen dat dit geen vaste typering van zorgtrajecten betreft, maar een indicatie van de prijsklassen. De variatie van zorgvormen binnen trajecten is namelijk groot. Tabel 5.8 Gehanteerde kostprijzen (afgerond) voor verschillende typen jeugdhulp (Euro, prijspeil 2019)

Type Gehanteerd kengetal (€)

Idem, hoge variant

Type A: ambulante jeugdhulp met een gemiddelde kostprijs van 1.500 3.000

Type B: intensieve ambulante jeugdhulp, pleegzorg, daghulp met een

gemiddelde kostprijs van

7.500 15.000

Type C: intensieve jeugdhulp, inclusief verblijf, evt. gedwongen kader met

gemiddelde kostprijs van

30.000 53.500

Bron: Maatschappelijke prijslijst, Gemeente Rotterdam, NJi; gecorrigeerd naar prijspeil 2019.

Stap 2d. Verdere differentiatie over probleemtypen. De mate waarin een effect is te verwachten op de verschillende typen zorggebruik, zal per type probleem verschillen (zie ook bijlage 1). Ook hier geldt weer dat de literatuur weinig houvast geeft. We zijn daarom uitgegaan van een soort ‘expert-impressie’ van algemene trends die we uit de literatuur kennen. Dat leidt ons tot de volgende voorzichtige schattingen: • Voor toepassing van interventies die effect hebben op gedrag en gedragsproblemen

(externaliseren – Taakspel, Kanjertraining, PAD, VIPP, Incredible Years, Alles Kidzz, Ik kies voor zelfcontrole en Thuis op Straat) gaan we uit van ontwikkelingspaden (Developmental Pathways) waarbij gedragsproblemen over het algemeen een sterke voorspeller zijn voor latere gedragsproblemen, zoals een verhoogde kans op voortijdig schoolverlaten (VSV), overlastgevend of delinquent gedrag en middelengebruik. Op basis van dit ontwikkelingspad is verondersteld dat voor een deel van de jongeren die als gevolg van een interventie beter af zijn een effect te zien zal in de korte termijn zorgbehoefte. Daarbij is de volgende staffel gehanteerd: - Van de groep jongeren die beter af zijn als gevolg van de interventie is in een klein deel van

de gevallen wel een effect te verwachten in termen van beroep op de diverse typen jeugdhulp: • 8% van hen zal, over een periode van drie jaar gemeten, één traject van kosten type A

minder nodig hebben; • Voor 1,5% van hen zal, over een periode van drie jaar gemeten, één traject van kosten

type B minder nodig zijn; • Voor 0,5% van hen zal, gemeten over een periode van drie jaar, één traject van kosten

type C minder nodig zijn. - Verondersteld is dat voor de overgrote meerderheid (90%) van de jongeren die als gevolg

van de interventie beter af zijn, dit niet tot uiting komt in een besparing op jeugdhulp. De reden hiervan kan bijvoorbeeld zijn dat de problematiek zich zonder ingrijpen niet zodanig

62 https://effectencalculator.nl/maatschappelijke-prijslijst/

Page 46: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

52

Effectieve preventie Rotterdam

zou hebben ontwikkeld dat een beroep op jeugdhulp nodig zou zijn geweest. Of dat de geconstateerde verbetering in een bepaald domein niet leidt tot een verandering in het beroep op jeugdhulp.

• Voor toepassing van interventies die ingrijpen op emotionele problemen (internaliseren – Vrienden, Zippy’s, Plezier op School) gaan we uit van ontwikkelingspaden waarbij de problemen redelijk stabiel zijn, maar waarbij ook een deel spontaan herstelt, en er een verhoogde kans is op met name latere angst en depressie, voortijdig schoolverlaten en middelengebruik. Voor dit type interventies is navolgende staffel gehanteerd: - Voor het merendeel (ruim 93%) van de jongeren die beter af zijn is geen meetbaar effect

zijn op de behoefte aan jeugdhulp verondersteld; - Voor een klein deel van de jongeren die na de interventie beter af zijn geldt wel een

besparing op de drie kostenstaffels: • Voor 6% van hen betekent dit, gemeten over een periode van drie jaren, één traject van

kosten type A minder; • Voor 1% van hen betekent dit, gemeten over een periode van drie jaren, één traject van

kosten type B minder; • Voor 0,25% van de groep betekent dit, gemeten over een periode van drie jaren, één

traject van kosten type C minder. • Voor toepassing van interventies die ingrijpen op risicofactoren op het terrein van Opvoeding

en verzorging (Home-Start, KOPP, Voorzorg) veronderstellen we een verminderd jeugdhulpgebruik indien in de literatuur directe aanwijzingen zijn voor verminderde kans op beschermingsmaatregelen, gedrags- en emotionele problemen bij het kind of opvoedproblemen van de ouders.

Navolgende tabel geeft een samenvattend overzicht van het geschatte effect op het jeugdhulpgebruik, zoals hierboven beschreven. Op dit effect zijn bij de eindberekeningen de in paragraaf 5.2.2 gepresenteerde typen implementatie-effecten nog niet toegepast. De daadwerkelijk doorgevoerde besparingen zijn dus lager dan in de tabel is aangegeven.

Page 47: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

53

Effectieve preventie Rotterdam

Tabel 5.9 Type en veronderstelde scope van de korte termijn besparing op kosten van jeugdhulp per interventie

Interventie Belangrijkste factor Domein effect functioneren jeugdige

% minder jeugdhulpgebruik bij jeugdigen die beter af zijn dan bij

CAU*

Type A Type B Type C

Taakspel Sociale en

emotionele

vaardigheden

Gedrag 8,0% 1,5% 0,5%

Kanjertraining Sociale en

emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren

6,0% 1,0% 0,25%

PAD Sociale en

emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren en

gedrag

8,0% 1,5% 0,5%

Ouder baby

interventie

Sociale en

emotionele

vaardigheden

Hechting 3,0% 0,5% 0,1%

Vrienden Sociale en

emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren

6,0% 1,0% 0,25%

Zippy’s vrienden Sociale en

emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren en

gedrag

6,0% 1,0% 0,25%

KOPP Sociale en

emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren en

gedrag

3,0% 0,5% 0,1%

Plezier op school Sociale en

emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren

6,0% 1,0% 0,25%

Thuis op Straat Sociale en

emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren en

gedrag

6,0% 1,0% 0,25%

Ik kies voor

zelfcontrole

Sociale en

emotionele

vaardigheden

Emotioneel

functioneren en

gedrag

8,0% 1,5% 0,5%

VIPP Opvoedvaardigheden Gedrag 8,0% 1,5% 0,5%

Incredible years Opvoedvaardigheden Gedrag 8,0% 1,5% 0,5%

Home-Start Opvoedvaardigheden Gedrag 3,0% 0,5% 0,1%

Voorzorg Mishandeling Kindermishandeling 6,0% 1,5% 1,0%

Alles Kidzzz Temperament Gedrag 8,0% 1,5% 0,5% Bron: Raming Nederlands Jeugdinstituut * Type A: traject (niet-)vrij toegankelijke jeugdhulp;

Type B: traject intensieve jeugdhulp ambulante jeugdhulp; Type C: traject intensieve jeugdhulp, inclusief verblijf e/o gedwongen kader. De vermelde percentages worden verrekend met het ‘percentage beter af’ en met het implementatie-effect.

** Geen duidelijke relatie met jeugdhulp, jgz en andere gemeentelijke voorzieningen. Wel andere effecten.

Page 48: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

54

Effectieve preventie Rotterdam

5.3 Overige financiële baten voor de gemeente op korte en middellange termijn

Naast een effect op de behoefte aan jeugdhulp kunnen er nog andere financiële effecten optreden voor de gemeente op korte en middellange termijn. Op basis van de nationale en internationale literatuur, zoals beschreven in hoofdstuk 4, is geconcludeerd dat dergelijke effecten voor de gemeente mogen worden verwacht in de domeinen onderwijs en maatschappelijke ondersteuning. Op voorhand zou ook een effect verwacht kunnen worden op de uitkeringen aan jongeren. Immers, door het voorkomen van problemen met persoonlijke ontwikkelingen en, mede daardoor, van schooluitval zal ook de kans op het verkrijgen van een baan na de opleiding hoger zijn. Er zijn echter geen studies bekend die een dergelijk effect aantonen. De reden is wellicht dat jongeren en jongvolwassenen zonder werk (en arbeidsverleden) niet gemakkelijk in aanmerking komen voor een uitkering. Daarnaast richten de interventies zich veelal op de schoolgaande jeugd. Het merendeel van de doelgroep zal binnen de gehanteerde periode van 10 jaar nog niet in aanmerking komen voor een uitkering. Dit leidt tot de conclusie dat, mocht dit effect kunnen worden aangetoond, het waarschijnlijk niet groot zal blijken te zijn binnen de periode van 10 jaar. Voor navolgende interventies zijn financiële effecten voor de gemeente in kaart gebracht buiten het effect op jeugdhulp. Daarbij zij opgemerkt dat deze grotendeels zijn gebaseerd op buitenlandse literatuur. Het betreft met name besparingen op onderwijs, zoals minder inzet van schoolmaatschappelijk werk, minder schoolverzuim (inzet leerplichtambtenaren) en minder schooluitval. Tabel 5.10 Overige financiële baten voor gemeente op korte en middellange termijn per interventie

Interventie Effect op Maatschappelijke Ondersteuning

Effect op Onderwijs Bron

Taakspel

PAD

Ik kies voor zelfcontrole

Thuis op Straat

Circa 30 euro per

leerling over periode van

10 jaar (contante

waarde)

Circa 600 euro per

leerling over periode van

10 jaar (contante

waarde)

Knapp e.a. (2011),

Social and emotional

learning programmes

Incredible years

Home-Start

Circa 70 euro over

periode van 10 jaar

(contante waarde)

Circa 250 euro per

leerling over periode van

10 jaar (contante

waarde)

Knapp e.a. (2011),

Parenting interventions

Page 49: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

55

Effectieve preventie Rotterdam

6 Resultaten gemeentelijke Business Case

In dit hoofdstuk presenteren we de verwachte financiële baten voor de gemeente van de implementatie van het nieuwe jeugdbeleid op korte en middellange termijn (tot maximaal 10 jaar). Uitgangspunt daarbij is dat er in de komende jaren sprake is van een interne herallocatie van het budget. Er worden door de gemeente geen extra kosten worden gemaakt ten opzichte van de referentiesituatie, maar het geld wordt op andere wijze besteed.

6.1 Financiële baten voor de gemeente

Figuur 6.1 geeft een overzicht van de business case voor de Gemeente Rotterdam. De figuur laat voor elk scenario de totale financiële baten zien voor de gemeente, in termen van besparingen op de in de toekomst benodigde jeugdhulp, op onderwijs en op maatschappelijke ondersteuning zoals besproken in hoofdstuk 5. Figuur 6.1: Financiële baten voor de gemeente, voor drie scenario’s (in netto contante waarde)

Tabel 6.1 laat voor alle drie scenario’s de totale besparing zien van de inzet van bewezen effectieve interventies in de periode 2020-2023, ten opzichte van de situatie CAU. Omdat de navolgende tabel nominale bedragen weergeeft, wijken deze iets af van de baten in bovenstaande grafiek die de netto contante waarde van de baten weergeeft. Tabel 6.1 Resultaten Business Case Gemeente Rotterdam (in miljoenen €)

Scenario Totaal besparing gemeente 2020-2033

Totaal budget verschoven naar bewezen effectieve interventies a)

Omvang verwachte besparing t.o.v. ingezet budget op bewezen interventies

Huidige Koers € 4,5 € 19,6 23%

Tijdelijke Boost € 5,5 € 27,5 20%

Ambitie € 19,5 € 84,3 23% Bron: eigen berekeningen Ecorys en NJi.

a) Onder aftrek van 0,5% van het budget dat ook in de referentiesituatie in wordt gezet op bewezen effectieve interventies.

De totale voorziene besparing van het nieuwe jeugdbeleid op de uitgaven van de gemeente in de periode 2017-2030 bedraagt ruim € 4,5 mln in scenario Huidige Koers, € 5,5 mln in scenario

Page 50: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

56

Effectieve preventie Rotterdam

Tijdelijke Boost, en € 19,5 mln in scenario Ambitie. Het merendeel hiervan (68%) betreft de besparing op jeugdhulp. Indien de totale besparing wordt afgezet tegen het totale budget dat in de periode 2020-2023 voor bewezen effectieve interventies wordt ingezet, dan bedraagt de besparing 20-23% van de omvang van dit verschoven budget. Bovenstaande resultaten zijn een optelsom van de baten van elk cohort. Voor cohort 2020 betreft het de besparingen die gerealiseerd worden voor jeugdigen die in 2020 starten met een interventie en daardoor in de daaropvolgende jaren minder gebruik hoeven te maken van vrij toegankelijke (kort-ambulante) jeugdhulp, intensieve ambulante jeugdhulp of 24-uurs zorg/ OTS/ zware hulp. Omdat er in 2020 gestart wordt met de interventie en het effect op de vraag naar jeugdhulp pas na verloop van tijd zichtbaar zal worden, is verondersteld dat in 2021 de eerste effecten zichtbaar zijn. In lijn met de beschreven effecten is verondersteld dat de baten op het gebied van jeugdhulp over een periode van drie jaar zijn gespreid.

Welke effecten heeft de herallocatie van een deel van het budget in termen van een besparing op jeugdhulp? De gemeente kan – zonder extra uitgaven - veel baat hebben bij een effectievere inzet van preventie door

de besparing die dat oplevert op het zorggebruik. De besparing op zorggebruik die we hier berekenen komt

bovenop de besparing die de gebruikelijke aanpak oplevert. We geven weer een rekenvoorbeeld om dit te

illustreren, aan de hand van scenario Huidige Koers:

- Als we weer uitgaan van onze eerdere schatting van het effect van de gebruikelijke aanpak (10% van

de kinderen is beter af), dan zou dat kunnen betekenen dat elke € 10 miljoen die besteed wordt aan de

gebruikelijke preventie en vroeginterventie over een periode van 3 jaren een besparing op de inzet van

jeugdhulp op zou kunnen leveren van circa € 1,2 mln. (NB: Het gaat hier om een zeer globale schatting

omdat er weinig bekend is over de effecten van de gebruikelijke aanpak);

- Met ingang van 2020 wordt er jaarlijks voor € 5 miljoen geheralloceerd naar de inzet van evidence-

based interventies. Met dat bedrag worden meer dan 11.000 kinderen bereikt. Dat levert bijna 1.000

extra jeugdigen op die beter af zijn;

- De extra korte termijn besparing op jeugdhulpgebruik die deze herallocatie met ingang van 2020

oplevert is – volgens de meest conservatieve schatting – gemiddeld € 1,4 miljoen per € 10 miljoen. Dit

bedrag komt dus bovenop de eerdergenoemde besparing (globaal geraamd op € 1.2 miljoen).

In 2020 is er in scenario Huidige Koers € 5 mln beschikbaar voor de geselecteerde bewezen effectieve interventies. Het aantal kinderen dat met inzet van de interventies in 2020 bereikt zal worden komt uit op meer dan 11.000. Op basis van de verwachte effectiviteit ramen we dat van deze groep kinderen er in totaal bijna 1.000 (9 procent) ‘beter af’ zullen zijn door inzet van een interventie. Met de beschreven conservatieve berekening leidt dit tot een besparing van 64 jaartrajecten van vrij toegankelijk (kort-ambulante) jeugdhulp in de periode 2021-2023. Daarnaast ramen we een afname van 11 jaartrajecten van intensieve ambulante jeugdhulp en een afname van 3 trajecten 6 maanden 24-uurs zorg/ OTS/ zware hulp. De totale verwachte besparing op jeugdhulp voor dit cohort komt uit op € 0,28 mln, gespreid over de jaren 2021-2023. Voor de andere twee scenario’s gelden andere absolute aantallen, maar de onderlinge verhoudingen zijn hetzelfde. Voor de jaargangen 2021, 2022 en 2023 zijn in scenario’s Huidige Koers en Ambitie dezelfde budgetten beschikbaar als in 2020. In scenario Tijdelijke Boost neemt het jaarlijks beschikbare bedrag stapsgewijs af. In elk scenario zien we de effectiviteit van de interventies in deze jaren naar verwachting toenemen vanwege het leereffect in de implementatie. Het bereik van de budgetten is hierdoor in deze jaren groter dan het eerste jaar voor scenario’s Huidige Koers en Ambitie, waardoor ook de besparing toeneemt. Voor het scenario Tijdelijke Boost neemt het bereik eerst toe en vervolgens weer af, vanwege het dalende budget. Hierdoor is ook de besparing relatief beperkt.

Page 51: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

57

Effectieve preventie Rotterdam

6.2 Hoge variant

Zoals beschreven is in de analyse op diverse punten gekozen voor conservatieve aannames. Het gaat dan in het bijzonder om het implementatie-effect en de kosten van de uit te sparen jeugdhulp-trajecten. Indien op deze punten minder conservatieve aannames worden gedaan ligt het aantal jongeren dat beter af zal zijn als gevolg van het nieuwe beleid hoger: te weten op bijna 2.500 in scenario Huidige Koers, bijna 5.000 in scenario Tijdelijke Boost en meer dan 10.000 in scenario Ambitie voor cohort 2020. De financiële baten zijn mede hierdoor, en door de hogere kostengetallen, ook hoger en komen in scenario Huidige Koers uit op € 11,0 mln, in scenario Tijdelijke Boost op € 14,9 mln en in scenario Ambitie op € 47,1 mln. Dit is ongeveer 54-56% van het budget dat in de vier jaren 2020-2023 verschuift naar bewezen effectieve interventies.

6.3 Gevoeligheidsanalyses

Bovenstaande uitkomsten laten geen kosten zien. Dit komt voort uit de uitgangspunten, te weten: • In het beleidsalternatief is er sprake van een verschuiving binnen het voor op jeugd gerichte

interventies beschikbare budget; • Er is in het beleidsalternatief geen extra inspanning vereist voor de direct betrokkenen (scholen,

ouders, kinderen) ten opzichte van de referentiesituatie: de kosten van de nieuwe interventies komen in de plaats van kosten die anders zouden zijn gemaakt in verband met andere (niet bewezen effectieve) interventies;

• Alle effecten zijn berekend ten opzichte van de referentiesituatie (CAU). Een belangrijke variabele betreft de raming van de kosten van de interventies. Omdat diverse interventies nog niet worden ingekocht door de gemeente is hierover nog geen marktinformatie beschikbaar en zijn de kosten geraamd op basis van de beschrijvingen van de interventies. Het zou kunnen zijn dat hiermee de kosten van sommige interventies zijn onderschat of overschat. Een overschatting van de kosten zou betekenen dat de reikwijdte van het budget, en daarmee de effecten, groter zijn. In geval van een onderschatting zou het resultaat minder positief zijn. Er kunnen immers minder jongeren worden bereikt. Indien deze onderschatting 30% zou bedragen, komen de te realiseren besparingen in scenario Huidige Koers uit op circa € 3 mln, in scenario Tijdelijke Boost op circa € 4 mln en in scenario Ambitie op circa € 14 mln (ongeveer 16% van het ingezette budget). Indien mocht blijken dat de scholen meer kosten dienen te maken voor de bewezen effectieve interventies, zullen deze kosten direct of indirect grotendeels bij de gemeente terecht komen. Ruim de helft van de interventies vindt plaats in de klas of verloopt op andere wijze via scholen. Dat zou betekenen dat het resultaat van de business case lager uitvalt. In een gevoeligheidsanalyse is bekeken wat het effect van eventueel hogere kosten voor de scholen zou betekenen voor de uitkomst van de business case. Indien verondersteld wordt dat scholen voor deze interventies 10% meer kosten zouden moeten maken dan voor de interventies die anders zouden worden toegepast, dan zou de netto besparing dalen naar € 2,5 mln in scenario Huidige Koers, € 2,8 mln in scenario Tijdelijke Boost, en € 11,1 mln in scenario Ambitie.

Page 52: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

58

Effectieve preventie Rotterdam

7 Resultaten MKBA

In hoofdstukken 5 en 6 zijn de effecten vertaald naar besparingen op de jeugdhulpverlening, maatschappelijke ondersteuning en onderwijs over een periode van maximaal 10 jaar. Het gaat hierbij uitsluitend om de financiële effecten voor de gemeente. De MKBA omvat naast deze effecten ook de financiële effecten voor andere partijen, op korte en langere termijn en de niet-financiële effecten. Uit de beschrijving van de diverse effecten is duidelijk geworden dat er in de literatuur veel verwachte effecten worden beschreven, maar dat lang niet al deze verwachte effecten worden onderbouwd door kwantitatieve effectanalyses. In dit hoofdstuk concentreren we ons alleen op die effecten waarvoor in de literatuur voldoende basis kan worden gevonden. In paragraaf 7.2 gaan we in op de mogelijke effecten op korte en middellange termijn, paragraaf 7.3 gaat in op de effecten die over een langere periode optreden.

7.1 Overige financiële baten op korte en middellange termijn

In de beschrijving van de effecten is naar voren gekomen dat de diverse interventies op korte termijn effecten zullen opleveren in termen van beter gedrag en psychische gesteldheid van de kinderen en daarmee zullen leiden tot lagere zorgkosten en een hoger kwaliteit van leven. Dit zal weer leiden tot betere schoolprestaties en daarmee lagere kosten voor het onderwijs. Deze effecten zijn hierboven al meegenomen in de business case. Tabel 7.1 Financiële baten voor andere partijen dan de gemeente op middellange termijn per interventie

Interventie Effect op politie en justitie Effect op slachtoffers Bron

Taakspel

PAD

Ik kies voor zelfcontrole

Thuis op Straat

Circa 1.700 euro per leerling

over periode van 10 jaar

(contante waarde)

Circa 5.100 euro per leerling

over periode van 10 jaar

(contante waarde)

Knapp e.a. (2011), Social and

emotional learning

programmes

Incredible years

Home-Start

Circa 2500 euro per leerling

over periode van 10 jaar

(contante waarde)

Circa 9.500 euro per leerling

over periode van 10 jaar

(contante waarde)

Knapp e.a. (2011), Parenting

interventions

Voorzorg Circa 440 euro per leerling

over periode van 10 jaar

(contante waarde)

Circa 580 euro per leerling

over periode van 10 jaar

MKBA Voorzorg

Ook hebben diverse interventies effecten op criminaliteit en daardoor op de kosten van politie en justitie, alsmede op de kosten voor de slachtoffers (die worden vermeden bij lagere criminaliteit). Van de hierboven behandelde interventies zijn voor de volgende interventies financiële effecten geconstateerd op middellange termijn (tot 10 jaar).

Page 53: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

59

Effectieve preventie Rotterdam

Met name het effect op de kosten verbonden aan criminaliteit kan aanzienlijk zijn, vooral waar het gaat om interventies gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling en die op opvoeding door ouders. Naast deze financiële effecten zal ook de kwaliteit van leven van de omgeving (ouders, andere scholieren) positief worden beïnvloed. Er is echter nauwelijks tot geen onderzoek beschikbaar waarin de directe en indirecte effecten van interventies op de kwaliteit van leven zijn vertaald in financiële termen. Slechts in een enkel geval (MKBA Voorzorg en Business case KOPP/KVO door de GGD Zuid-Limburg) is hiertoe wel een poging gedaan. Vanwege de incompleetheid van dit overzicht en onduidelijkheden over de wijze van waardering in deze rapporten is besloten dit effect niet kwantitatief op te nemen in deze analyse.

7.2 Vertaling van de lange termijneffecten naar de MKBA

Uit de literatuur blijkt dat er van verschillende interventies effecten op langere termijn uiteenlopende terreinen mogen worden verwacht. Het gaat dan met name op effecten op criminaliteit (minder kosten politie en justitie, minder kosten slachtoffers) en op de toekomstige productiviteit van de jongeren, hun ouders en vermeden slachtoffers van criminaliteit. Een van de weinige rapporten waarin een poging is gedaan om de maatschappelijke kosten en baten van jeugdinterventies in beeld te brengen betreft een studie die door een samenwerkingsverband van verschillende instituten, onder leiding van medewerkers van de London School of Economics and Political Science, is uitgevoerd ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid in Groot-Brittannië63. Hieronder gaan we kort in op hun bevindingen voor de relevante typen interventies.

7.2.1 Interventies gericht op sociale en emotionele factoren (vergelijkbaar met Taakspel, PAD) Dit type interventies wordt op school uitgevoerd. Ze zijn er op gericht kinderen en jongeren te helpen hun emoties te onderkennen en managen, positieve relaties te ontwikkelen, en positief te handelen in interpersoonlijke situaties. De bewezen effecten van deze interventies zijn verbeterde sociaal emotionele vaardigheden en houdingen, en betere onderwijsprestaties. Op langere termijn worden effecten verwacht op met name het voorkomen van criminaliteit. De LSE studie raamt de (contante) waarde van de maatschappelijke baten op GBP 10.000 per kind, over een periode van 10 jaar64. Van deze baten valt circa 30% bij de overheid (zorg, politie en justitie) en 70% bij anderen (vermeden schade bij slachtoffers).

7.2.2 Interventies gericht op ouders van kinderen met gedragsproblemen (vergelijkbaar met Incredible years) Deze interventies richten zich op de opvoedvaardigheden van de ouders en op de ouder-kind relatie in geval van kinderen met (dreigende) gedragsproblemen. Volgens de LSE studie ontwikkelt 50% van de kinderen met gedragsproblemen op latere leeftijd probleemgedrag zoals criminaliteit. Het voorkomen van gedragsproblemen kan dan maatschappelijke baten opleveren, die worden geraamd op ruim GBP 9.000 per kind (contante waarde) over een periode van 25 jaar (tussen 5e en 30e levensjaar). Hiervan bestaat circa 35% uit vermeden kosten bij de overheid (waaronder zorg, onderwijs, politie en justitie). De overige baten betreffen grotendeels bespaarde schadekosten voor slachtoffers.

63 Knapp, McDaid and Parsonage (editors) (2011), Mental health promotion and mental illness prevention: The economic case. 64 De contante waarde is berekend aan de hand van een discontovoet van 3,5% en uitgedrukt in prijspeil 2009. De gegevens zijn gecorrigeerd voor

de wisselkoers en inflatie sinds 2009. Omdat niet duidelijk is hoe de baten zijn gespreid in de tijd is geen correctie doorgevoerd voor de (iets) hogere discontovoet.

Page 54: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

60

Effectieve preventie Rotterdam

7.2.3 Interventies om pestgedrag tegen te gaan (vergelijkbaar met Kanjertraining)

Pestgedrag op school kan voor de slachtoffers tot problemen leiden, waaronder op psychisch welbevinden en schoolresultaten ten op langere termijn tot lagere arbeidsparticipatie. Interventies, met name interventies die schoolbreed worden ingezet, kunnen helpen pestgedrag te verminderen. De baten van anti-pest programma’s zijn in deze studie berekend aan de hand van een specifiek voor dit doel ontwikkeld model van het National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE), waarin longitudinale data beschikbaar zijn over een periode van ruim 50 jaar. Het model suggereert dat de baten van dergelijke programma’s minimaal GPB 1.000 per kind bedragen. Dit betreft grotendeels het toekomstig verdienvermogen van de betreffende kinderen. Bovengenoemde effecten en de effecten die zijn gevonden in Nederlandse studies worden in onderstaande tabel samengevat en vertaald naar Nederlandse waarden. Het gaat in veel gevallen om de contante waarde van effecten die over een langere periode (25 tot 40 jaar of meer) kunnen optreden. Tabel 7.2 Financiële baten voor andere partijen dan de gemeente op lange termijn (> 10 jaar) per interventie

Interventie Effect op politie en justitie Effect op productiviteit Bron

Taakspel

PAD

Ik kies voor zelfcontrole

Thuis op Straat

Circa 470 euro per leerling

over periode > 10 jaar

Circa 1.700 euro per leerling

over periode > 10 jaar

(contante waarde)

LSE (2011), Social and

emotional learning

programmes

Kanjertraining Circa 1.500 euro per leerling

over periode > 10 jaar

(contante waarde)

LSE (2011), School based

interventions to reduce

bullying

KOPP KVO Circa 3.250 euro per leerling

over periode > 10 jaar

(contante waarde)

Business case KOPP/KVO

Zuid Limburg

Incredible years

Home-Start

LSE (2011), Parenting

interventions

Voorzorg Circa 1300 euro per leerling

over periode > 10 jaar

(contante waarde)

Circa 13.750 euro per leerling

over periode > 10 jaar

(contante waarde)

MKBA Voorzorg

7.3 Vertaling van deze resultaten naar de Rotterdamse situatie

Het is niet zonder meer mogelijk om de uitkomsten van de LSE-studie toe te passen op de Rotterdams situatie. Een belangrijke reden hiervoor is dat de interventies niet exact gelijk zijn aan de interventies die in het Britse rapport worden geanalyseerd. Bovendien kunnen vergelijkbare interventies in Nederland, vanwege een verschillende cultuur en setting, tot andere uitkomsten leiden. Ten slotte zijn diverse karakteristieken die bepalend zijn voor de baten (verdeling van kosten over partijen, inkomensniveaus, kostenniveaus, etc.) vanzelfsprekend anders in de Britse situatie dan in de Rotterdamse context. Om deze reden zijn de gevonden effecten in de conservatieve raming afgeschaald op basis van verschillen in verwachte effecten en prevalentie tussen de Britse en Nederlandse situatie. Bovendien zijn de gevonden baten alleen toegepast op de groep jongeren die als gevolg van de betreffende interventie beter af is. Tot slot zijn de lange termijn

Page 55: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

61

Effectieve preventie Rotterdam

effecten alleen opgenomen in de hoge raming voor de MKBA. In de conservatieve raming zijn alleen de baten over een periode van maximaal 10 jaar meegenomen.

7.4 Resultaten Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse

7.4.1 Conservatieve raming Op basis van de raming van het aantal jeugdigen dat naar verwachting beter af zal zijn is per interventie een raming gemaakt maakt van de overige maatschappelijke baten. Deze baten zijn gevoegd bij de uitkomsten van de gemeentelijke business case. Tabel 7.3 geeft het totaaloverzicht van de baten in het conservatieve, lage scenario uitgesplitst naar domein. De effecten zijn daarbij tot maximaal 10 jaar na afloop van de laatste interventies meegenomen.

Page 56: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

62

Effectieve preventie Rotterdam

Tabel 7.3 Overzicht van maatschappelijke kosten en baten van inzet van bewezen effectieve interventies in Rotterdam, in periode 2020-2023 (contante waarde, mln €) Conservatieve raming

Posten Huidige Koers Tijdelijke Boost Ambitie

KOSTEN

Kosten bewezen effectieve

interventies*

- € 18,8 mln - € 26,7 mln - € 80,7 mln

Kosten extra inzet scholen PM PM PM

Kosten extra inzet ouders en

kinderen

PM PM PM

Totaal Kosten - € 18,8 mln - € 26,7 mln - € 80,7 mln

BATEN

Bespaarde kosten niet

bewezen effectieve

interventies, gelijk aan extra

inzet*

€ 18,8 mln € 26,7 mln € 80,7 mln

Kwaliteit van leven ++ ++ ++

Zorgkosten jeugdhulp € 2,7 mln € 3,3 mln € 11,6 mln

Lagere kosten

maatschappelijke

ondersteuning, over periode

van 10 jaar

€ 0,1 mln € 0,2 mln € 0,6 mln

Lagere kosten onderwijs, over

periode van 10 jaar

€ 1,1 mln € 1,4 mln € 4,8 mln

Arbeidsproductiviteit: hoger

toekomstig inkomen

gedurende gehele loopbaan

€ 2,5 mln € 3,1 mln € 10,9 mln

Criminaliteit: vermindering

inzet politie en justitie, over

periode van 10 jaar

€ 3,8 mln € 4,7 mln € 16,5 mln

Overig: Vermindering schade

slachtoffers, over periode van

10 jaar

€ 12,2 mln € 15,1 mln € 52,3 mln

Totaal Baten € 41,2 mln € 54,4 mln € 177,3 mln

MKBA SALDO € 22,5 mln; ++ € 27,8 mln; ++ € 96,4 mln; ++

Baten/Kosten verhouding 2,2 2,0 2,2 Bron: eigen berekeningen.

* De kosten voor de inzet op bewezen effectieve interventies en de baten van de besparing op de inzet op niet bewezen effectieve interventies heffen elkaar op

Page 57: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

63

Effectieve preventie Rotterdam

7.4.2 Hoge variant Naast deze conservatieve raming is ook een hoge raming opgesteld. In deze raming wordt uitgegaan van een hogere effectiviteit van de implementatie, hogere vermeden kosten van jeugdhulp en zijn de baten voor andere partijen over een langere periode, dat wil zeggen tot 30 jaar na de laatste interventie, meegenomen. Tabel 7.4 Overzicht van maatschappelijke kosten en baten van inzet van bewezen effectieve interventies in Rotterdam, in periode 2020-2023 (contante waarde, mln €); Hoge variant

Huidige Koers Tijdelijke Boost Ambitie

KOSTEN

Kosten bewezen effectieve

interventies*

- € 18,8 mln - € 26,7 mln - € 80,7 mln

Kosten extra inzet scholen PM PM PM

Kosten extra inzet ouders en

kinderen

PM PM PM

Totaal Kosten - € 18,8 mln - € 26,7 mln - € 80,7 mln

BATEN

Bespaarde kosten niet

bewezen effectieve

interventies, gelijk aan extra

inzet*

€ 18,8 mln € 26,7 mln € 80,7 mln

Kwaliteit van leven ++ ++ ++

Zorgkosten jeugdhulp € 6,9 mln € 9,4 mln € 29,5 mln

Lagere kosten

maatschappelijke

ondersteuning, over periode

van 10 jaar

€ 0,4 mln € 0,5 mln € 1,6 mln

Lagere kosten onderwijs, over

periode van 10 jaar

€ 2,5 mln € 3,4 mln € 10,5 mln

Arbeidsproductiviteit: hoger

toekomstig inkomen

gedurende gehele loopbaan

€ 6,8 mln € 9,4 mln € 29,2 mln

Criminaliteit: vermindering

inzet politie en justitie, over

gehele periode

€ 9,4 mln € 12,9 mln € 40,6 mln

Overig: Vermindering schade

slachtoffers, over gehele

periode

€ 23,9 mln € 32,4 mln € 102,7 mln

Totaal Baten € 68,7 mln € 95,0 mln € 295,5 mln

MKBA SALDO € 49,9 mln; ++ € 68,3 mln; ++ € 214,7 mln; ++

Baten/Kosten verhouding 3,7 3,6 3,7 Bron: eigen berekeningen. * De kosten voor de inzet op bewezen effectieve interventies en de baten van de besparing op de inzet op niet bewezen effectieve interventies heffen elkaar op

Page 58: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

64

Effectieve preventie Rotterdam

7.4.3 Samenvattend overzicht In navolgend overzicht zijn de resultaten van het conservatieve en hoge scenario samengebracht. Daarbij is tevens in kaart gebracht welke partijen de baten ondervinden. Tabel 7.5 Samenvattend overzicht maatschappelijke kosten en baten Jeugdbeleid Rotterdam, scenario Huidige Koers. In contante waarde, bij discontovoet van 3% (mln €)

MKBA Jeugdige Gemeente Rijk Maatschappij Totaal

Extra kosten interventies in

2020-2023

0 0

Kwaliteit van leven ++ + ++, +

Jeugdhulp 2,7 à 6,9 2,7 à 6,9

Maatschappelijke

ondersteuning

0,1 à 0,4 0,1 à 0,4

Onderwijs 1,1 à 2,5 1,1 à 2,5

Criminaliteit 3,8 à 9,4 12,2 à 23,9 16,0 à 33,3

Productiviteit 1,8 à 4,9 0,7 à 1,9 2,5 à 6,8

TOTAAL 1,8 à 4,9; ++ 3,9 à 9,8 4,5 à 11,3 12,2 à 23,9; + 22,5 à 49,9; +, ++

Tabel 7.6 Samenvattend overzicht maatschappelijke kosten en baten Jeugdbeleid Rotterdam, scenario Tijdelijke Boost. In contante waarde, bij discontovoet van 3% (mln €)

MKBA Jeugdige Gemeente Rijk Maatschappij Totaal

Extra kosten interventies in

2020-2023

0 0

Kwaliteit van leven ++ + ++, +

Jeugdhulp 3,3 à 9,4 3,3 à 9,4

Maatschappelijke

ondersteuning

0,2 à 0,5 0,2 à 0,5

Onderwijs 1,4 à 3,4 1,4 à 3,4

Criminaliteit 4,7 à 12,9 15,1 à 32,4 19,8 à 45,3

Productiviteit 2,2 à 6,7 0,9 à 2,7 3,1 à 9,4

TOTAAL 2,2 à 6,7; ++ 4,9 à 13,3 5,6 à 15,6 15,1 à 32,4; + 27,8 à 68,3; +,

++

Page 59: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

65

Effectieve preventie Rotterdam

Tabel 7.7 Samenvattend overzicht maatschappelijke kosten en baten Jeugdbeleid Rotterdam, scenario Ambitie. In contante waarde, bij discontovoet van 3% (mln €)

MKBA Jeugdige Gemeente Rijk Maatschappij Totaal

Extra kosten interventies in

2020-2023

0 0

Kwaliteit van leven ++ + ++, +

Jeugdhulp 11,6 à 29,5 11,6 à 29,5

Maatschappelijke

ondersteuning

0,6 à 1,6 0,6 à 1,6

Onderwijs 4,8 à 10,5 4,8 à 10,5

Criminaliteit 16,5 à 40,6 52,3 à 102,7 68,8 à 143,3

Productiviteit 7,8 à 21,8 3,1 à 8,4 10,9 à 29,2

TOTAAL 7,8 à 21,8; ++ 17,0 à 41,6 19,6 à 49,0 52,3 à 102,7; + 96,4 à 214,7; +, ++

De tabellen laat zien dat de jeugdigen zelf vooral hun kwaliteit van leven zien toenemen. Dit effect is niet gekwantificeerd omdat het meten hiervan niet mogelijk bleek. Verder mag een deel van de kinderen die beter af zijn in de toekomst een hoger inkomen verwachten. De gemeente zal geen extra kosten hebben als gevolg van de verschuiving in de inzet van middelen voor het jeugdbeleid, maar wel baten realiseren in de vorm van besparingen op toekomstige uitgaven. De baten voor de gemeente, in contante waarde gemeten, bedragen € 3,9 tot 9,8 miljoen in scenario Huidige Koers, € 4,9 tot 13,3 miljoen in scenario Tijdelijke Boost en € 17,0 tot 41,6 miljoen in scenario Ambitie.65 Andere belangrijke baathebbers zijn het rijk (kosten politie en justitie, belastinginkomsten) en de maatschappij. Bij deze laatste groep gaat het om de groep slachtoffers die voordeel heeft van de verwachte vermindering in crimineel gedrag van de jeugd.

65 Deze bedragen zijn lager dan in de Business Case omdat hier gebruik gemaakt wordt van de discontovoet. In de Business Case is de besparing in

nominale waarde getoond over de periode 2020-2033.

Page 60: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

67

Effectieve preventie Rotterdam

8 Conclusies en aanbevelingen

8.1 Conclusies

In het Beleidskader Jeugd 2015-2020 ‘Rotterdam Groeit’ staat onder meer de inzet op belangrijke risico- en beschermende factoren, alsook het gebruik van bewezen effectieve interventies centraal. De effecten van deze twee elementen van het jeugdbeleid zijn aan de hand van een business case analyse en maatschappelijke kosten-batenanalyse nader onderzocht. De resultaten van de business case analyse laat zien dat de voorgenomen herallocatie van middelen tot omvangrijke besparingen kan leiden voor de gemeente, met name op jeugdhulp en in mindere mate op onderwijs en maatschappelijke ondersteuning. De MKBA laat zien dat vanuit het bredere perspectief van de maatschappij het te verwachten rendement van dit beleid nog groter is. Dit komt met name door het voorkomen van crimineel gedrag onder een deel van de jeugd, waardoor de maatschappelijke kosten van criminaliteit (met name de schade van slachtoffers) zullen dalen. Daarnaast nemen de toekomstige kansen op de arbeidsmarkt van de jeugdigen toe. Het is duidelijk dat een verschuiving van meer budget naar bewezen effectieve interventies op het gebied van preventie leidt tot grotere maatschappelijke baten in de toekomst. Door drie scenario’s met elkaar te vergelijken, wordt aanvullend duidelijk wat de effecten van verschillende beleidskeuzes kunnen zijn. Hiermee vormt deze MKBA voor de gemeente belangrijke input voor de verdere beleidsontwikkeling op preventie en kan als tool worden gebruikt om de verwachte effecten van nieuwe keuzes in kaart te brengen.

8.2 Aanbevelingen

Op meerdere punten in de analyse is gebleken dat er relatief weinig onderbouwde kwantitatieve informatie beschikbaar is over de korte en lange termijneffecten van interventies in het jeugddomein. Om die reden zijn er diverse aannames gehanteerd, die voor het lage scenario zeer conservatief zijn opgesteld. Voor een beter inzicht in de korte termijneffecten van het beleid bevelen we de gemeente aan de resultaten zo goed mogelijk te monitoren, met name waar het gaat om de cliënttevredenheid over het nut van het aanbod en de afname van de risico’s of problematiek (is het functioneren of het risico tot normale niveaus teruggebracht?) en daaraan gerelateerde uitkomsten zoals het beroep op jeugdhulp, schooluitval en middelengebruik. De resultaten van de monitoring kunnen in de toekomst worden gebruikt om de effecten van het beleid te evalueren. Voor een beter inzicht in de lange termijneffecten is in zijn algemeenheid meer inzicht nodig in de effecten van de interventies. Om de bruikbaarheid van effectstudies voor business case analyses en maatschappelijke kosten-batenanalyses te vergroten zouden deze zich ook moeten richten op het meten van de mate van duurzaamheid van de effecten over de jaren heen, alsmede op hun impact op bijvoorbeeld jeugdhulpgebruik, schoolprestaties, etc.

Page 61: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

69

Effectieve preventie Rotterdam

Bijlage 1: Overzicht effectiviteit en baten interventies

Tom van Yperen1, Frouke Sondijker1, Daphne Kann1, Gert van den Berg1 ,Wim Spit2 en Lisa van Beek2 1Nederlands Jeugdinstituut en 2Ecorys Toelichting op de kolommen: Kolom 1. INTERVENTIE Alle informatie bij genoemde interventies is afkomstig uit de Databank Effectieve Interventies (DEI), stand juli 2016, tenzij anders vermeld. Kolom 2. KENMERKEN Kenmerken interventie in termen van doelgroep, doel en niveau van effectiviteit zoals beschreven in DEI C. Niveau 1: Goed onderbouwd = de interventie is goed beschreven en de theoretische onderbouwing maakt aannemelijk dat de interventie zou kunnen

werken.; Niveau 2: Eerste aanwijzingen = voor-nameting zonder controlegroep; Niveau 3: goede aanwijzingen = (quasi-)experimenteel met controlegroep; Niveau 4: sterke aanwijzingen = als 3, nu met experimentele onderzoeksopzet. Voor aanvullende eisen per niveau en nuances zie http://nji.nl/nl/Databank/Erkenningsprocedure-databank-effectieve-jeugdinterventies.

Kolom 3. EFFECT Effect van de interventie zoals beschreven in DEI, tenzij anders vermeld. Bij meerdere studies en/of uitkomstmaten hadden we wegens beperkingen in de tijd geen mogelijkheid om per interventie een meta-analyse en/of gewogen gemiddelde effectsizes te berekenen. We zijn daarom steeds uitgegaan van één effectmaat uit een van de studies die goed past bij het doel van de interventie, zo mogelijk effecten rapporteert bij follow-up van een jaar en die relevant is voor de wijze van toepassing van de interventie in Rotterdam. Effectsizes zijn experimentele vs controlegroep in Nederlands onderzoek, tenzij anders vermeld. Controlegroep ontvangt gebruikelijke informatie, preventie-aanpak, ondersteuning of zorg (Care As Usual – CAU), tenzij anders vermeld. Genoemde indexen zijn Cohen’s d tenzij anders vermeld. Indien er in een onderzoek een andere index is gebruikt, is deze geconverteerd naar de Cohen’s d via omzettingstools – met kruisvalidatie). Gebruikt zijn:

• http://www.stat-help.com/spreadsheets/Converting effect sizes 2012-06-19.xls; • http://www.theanalysisfactor.com/effect-size/; • http://www-01.ibm.com/support/docview.wss?uid=swg21476421.

Een negatieve Cohen’s d is positief gesteld als het effect positief te interpreteren is. Het percentage beter af is volgens tabel Coe (in Van Yperen (2010); zie ook McCartney & Rosenthal (2000): Cohen’s d omgezet naar r geeft increase in succes rate van experimentele groep t.o.v. controlegroep van rx100 en correspondeert met model 2 genoemd in de bijlage). Als alternatief is te overwegen de Needed Number to Treat (NNT) als schatting te gebruiken voor het aantal kinderen dat beter af is. Daarvoor vonden we echter in de literatuur vooralsnog geen standaard omzettingsschema. Bij gebruik van de NNT sluiten we niet uit dat het percentage jeugdigen dat baat heeft bij een interventie (nog) wat lager uitvalt. In de onderzoeksgegevens zijn we bij gedrags- en emotionele problemen ook nagegaan of er informatie is over het aantal kinderen willen weten dat opschuift van de klinische naar de normale range, omdat het dan sterker is beargumenteren dat ze daadwerkelijk minder zorg nodig gaan hebben. Maar dat soort informatie blijkt niet in de bronnen te vinden.

Page 62: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

70

Effectieve preventie Rotterdam

Kolom 4. BATEN A. Kosten in Euro’s en kosteneffectiviteit volgens literatuur in DEI; B. Korte-termijn voordeel t.a.v. problematiek volgens literatuur in DEI en uitgaand van selectie in kolom 3; C. Korte termijn besparing op jeugdhulp. Korte termijn effect (over 3 jaren) volgens een conservatief schattingsmodel. Het model gaat er daarbij van uit dat als

gevolg van de interventie bij een groter aantal jeugdigen (i.e. het aantal jeugdigen dat beter af t.o.v. CAU) problemen niet persisteren of niet verergeren in vergelijking met CAU. Als gevolg zal ook een deel nadien minder zorggebruik laten zien in vergelijking met CAU. In paragraaf De schattingen zijn als volgt (zie ook paragraaf 5.2.3): - Voor toepassing van interventies die duidelijk effect hebben op op gedrag en gedragsproblemen (externaliseren – Taakspel, Kanjertraining, PAD, VIPP,

Incredible Years, Praten met Kinderen, Alles Kidzz) gaan we uit van ontwikkelingspaden (Developmental Pathways) waarbij gedragsproblemen over het algemeen een sterke voorspeller zijn voor ook latere gedragsproblemen, met daaraan gekoppeld een verhoogde kans op met name voortijdig schoolverlaten (VSV), overlastgevend of delinquent gedrag en middelengebruik. Van de jeugdigen die beter af zijn t.o.v. CAU:

• Gebruikt 8,0% in periode 2018-2020 1 traject minder met kosten type A (€ 1.500); • Gebruikt 1,5% in periode 2018-2020 1 traject minder met kosten type B (€ 7.500); • Gebruikt 0,5% in periode 2018-2020 1 traject minder met kosten type C (€ 53.500).

(NB de verdeling van het zorggebruik over de drie kosten typen is hier 80:15:5). - Voor toepassing van interventies die ingrijpen op emotionele problemen (internaliseren – Vrienden, Zippy’s, Plezier op School) gaan we uit van

ontwikkelingspaden waarbij de problemen redelijk stabiel zijn, maar het effect op het zorggebruik wat minder zal zijn doordat bij het ouder worden van jeugdigen juist steeds vaker deze problemen zich manifesteren of opgemerkt worden en reden tot een zorgvraag zijn, en er een verhoogde kans is op met name latere angst en depressie, voortijdig schoolverlaten (VSV) en middelengebruik. Van de jeugdigen die beter af zijn t.o.v. CAU:

• Gebruikt 6,00% in periode 2018-2020 1 traject minder met kosten type A (€ 1.500); • Gebruikt 1,00% in periode 2018-2020 1 traject minder met kosten type B (€ 7.500); • Gebruikt 0,25% in periode 2018-2020 1 traject minder met kosten type C (€ 53.500).

(NB de verdeling van het zorggebruik over de drie kosten typen is hier 83:14:3). - Voor toepassing van interventies die ingrijpen op risicofactoren op het terrein van middelengebruik en seksuele gezondheid (Negen maanden niet,

PAS, Actie Tegengif, Lang leve de liefde) gaan we uit van een verminderd jeugdhulpgebruik als het onderzoek directe aanwijzingen heeft gegeven voor verminderde gedrags- en emotionele problemen of opvoedproblemen. Voor effecten op overig zorggebruik hebben we vooral schattingen gemaakt van die welke een duidelijk financieel effect hebben voor de gemeente (en niet voor andere partijen).

- Voor toepassing van interventies die ingrijpen op risicofactoren op het terrein van Opvoeding en verzorging (Ouder Baby Interventie, KOPP, Voorzorg) gaan we uit van een verminderd jeugdhulpgebruik als het onderzoek directe aanwijzingen heeft gegeven voor verminderde kans op beschermingsmaatregelen, gedrags- en emotionele problemen bij het kind of opvoedproblemen van de ouders. Voor effecten op overig zorggebruik hebben we vooral schattingen gemaakt van die vormen die een duidelijk financieel effect hebben voor de gemeente (en niet voor andere partijen).

De problemen komen vaak in combinaties voor. Bij de schattingen hebben we dus het risico dat het om dezelfde kinderen kan gaan. Dat kan een overschatting van de baten opleveren. Maar het zal niet vaak voorkomen dat kinderen meerdere van de genoemde interventies tegelijk krijgen. Bovendien weten we dat de interventies op meer problemen kunnen ingrijpen dan het ene probleem waarvoor ze hier in de schattingen zijn meegenomen. Dat levert dan weer een onderschatting van de baten op. We gaan er van uit dat de over- en onderschatting hier tegen elkaar opwegen.

D. Correctie op implementatie-effect. Bij het incalculeren van het implementatie-effect gaan we ervan uit dat bij een uitbreiding van budget voor de inkoop van evidence-based interventies, het afhankelijk van de interventies te verwachten is in welke mate de implementatie in het begin nog beperkt zal zijn. In dat licht onderscheiden we drie typen interventies: • Type 1. De interventie wordt bij uitbreiding budget door ervaren praktijkwerkers – die dus nu al met de interventie werken - aan meer kinderen, ouders of

groepen aangeboden (zonder tussenkomst van een intermediar). We rekenen daarbij – conform het conservatieve model - met 80% van het effect / de opbrengst, ervan uitgaand dat door mismatches tussen cliënten en interventie en personeelsverloop er een zeker effectiviteitsverlies is. Omdat de gemeente Rotterdam komende jaren in het beleid extra aandacht zal besteden aan een goede matching en implementatie, verhogen we dit tot 90%.

Page 63: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

71

Effectieve preventie Rotterdam

• Type 2. De interventie wordt bij uitbreiding budget door nieuwe praktijkwerkers aangeboden, aanvullend op de werkers die dat nu al doen. Bijvoorbeeld, bij uitbreiding van budget voor Taakspel, wordt het aantal scholen en leerkrachten dat met deze interventie (voor het eerst) gaat werken uitgebreid. Het implementatie-effect schatten we daarbij als volgt in:

o In het eerste jaar 20% van het effect / de opbrengst; o In het tweede jaar 50% van het effect / de opbrengst; o In het derde en daarop volgende jaar 90% van het effect / de opbrengst, ervan uitgaand dat door verloop van personeel er een zeker

effectiviteitsverlies blijft. Dit type hanteren we – conform het conservatieve model - ook als niet duidelijk is volgens welk type de interventie wordt aangeboden.

• Mix van beide, aangegeven in %. Dat komt voor als deels een uitbreiding plaatsvindt via ervaren werkers, deel via nieuwe werkers. Opmerking: als het bij type 2 om nieuwe intermediairs gaat, dan geldt het implementatie-effect vooral voor 2017, wellicht 2018. Daarna wordt het een type 1. Dat geldt niet voor Taakspel of Zippy’s die bij uitbreiding altijd type 2 blijven. Deze correctie passen we toe, tenzij bij een interventie anders is vermeld.

E. Lange-termijn doelrealisatie. Geschatte doorvertaling naar doelen jeugdbeleid Rotterdam (conform ‘Rotterdam groeit’, Beleidskader 2015-2020).

INTER-VENTIE

KENMERKEN A. Doelgroep B. Doel C. Niveau effectiviteit in

DEI

EFFECT Gerapporteerd in DEI (stand juli 2016) in Cohen’s d (of d tussen haakjes als effect in andere maat is)** en met vermelding jeugdigen beter af t.o.v. CAU =..% (Vetgedrukte cijfers verder gebruikt)

BATEN A. Kostten in Euro’s en kosteneffectiviteit

volgens literatuur in DEI B. Korte-termijn voordeel t.a.v. problematiek C. Korte termijn besparing jeugdhulp voor %

jeugdigen beter af dan CAU over periode 3 jaren

D. Correctie op implementatie-effect E. Lange-termijn doelrealisatie in ‘Rotterdam

Groeit’ Taakspel A. 6-12 jaar

B. Bevorderen prosociaal / taakgericht gedrag

C. Niveau 4

Uitgegaan is van de studies die aan de basis liggen van Taakspel (zo staat het ook in de databank). Er is later meer onderzoek gedaan, maar allemaal in meer hoog-risico-groepen of naar bepaalde achterstandsgroepen. 1. Taakgerichtheid 0.26 = 13%; 2. regelovertredend -0.20 = 10% 3. bij kinderen met matige ADHD problemen 0.71 = 33%, 4. geen effect bij grotere problemen = 0%; 5. voor ODD en CD rond 0.40 = 20% 6. bij ernstige CD 0.55 = 27% Bron: Lier, P.A.C. van, Sar, A.M. van der, Muthén, B.O. & Crijnen, A.A.M. (2004). Preventing disruptive behavior in elementary schoolchildren: Impact of a universal classroom-based intervention. Journal of Consulting and Clinical Psychology,72 (3), 467-478.

A. 975,- leerkrachttraining 375,- materiaalkosten 140,-; geen gegevens over kosteneffectiviteit

B. Betere schoolprestaties en minder gedragsproblemen

C. 8% met kostentype A; 1,5% met kostentype B; 0,5% met kostentype C

D. Correctie implementatie-effect: type 2 E. Kansrijk: minder kans op VSV Veilig: minder kans op overlast/delinquentie

Gezond: minder kans op latere gedragsproblemen en middelengebruik

Kanjer-training

A. 4-15 jaar B. Bevorderen prosociaal

gedrag (schoolbrede aanpak)

C. Niveau 4

Kanjer training is op verschillende manieren aan te bieden. Uitgegaan is van de studie waarin de aanpak zoals in Rotterdam voorgesteld, namelijk klassikaal, is onderzocht. 1. Cohens d: overall 0.17 tot 0.37 = 8-18% 2. laagst scorende groep 0.33 tot 0.78 3. na een half jaar 0.45 tot 1.42 4. gevoel gepest worden 0.64 5. Zelfwaardering 0.46 6. Emotionele symptomen 0.60 7. depressieve gevoelens 0.31 8. Problemen met leeftijdsgenoten 0,28

A. Allerlei kosten voor aanbieder, school en psycholoog, met name materiaal en trainingskosten. Ouders betalen 360,- per 10 lessen inclusief intakegesprek; geen gegevens over kosteneffectiviteit

B. Verbeterd prosociaal gedrag C. 8% met kostentype A; 1,5% met kostentype

B; 0,5% met kostentype C D. Correctie implementatie-effect: mix 50% type 1 (via SMW, preventieve GGZ)

Page 64: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

72

Effectieve preventie Rotterdam

9. Impact problemen op leven kind 0.56 (ouder) 10. Impact problemen op leven kind 0.00 (leerkracht) 11. prosociaal gedrag 0.20 = 10% Bron: Vliek, L., Overbeek, G., & Orobio de Castro, B. (2015). Improving classroom climate: Effectiveness of TIGER (Kanjertraining) in primary school classes. In L. Vliek, Effects of Kanjertraining (Topper Training) on emotional problems, behavioural problems and classroom climate (Proefschrift) (pp. 53-71). Universiteit Utrecht, Utrecht.

50% type 2 (scholen via SMW, preventieve GGZ) E. Kansrijk: minder kans op VSV Veilig: minder kans op overlast/delinquentie Gezond: minder kans op latere

gedragsproblemen en middelengebruik

PAD A. 4-12 jaar B. Klassikaal bevorderen

van sociaal- emotionele ontwikkeling

C. Niveau 3

Uitgegaan van de studie van Van Louwe & Overveld (2010). Andere studies waren een proefimplementatie en een studie bij dove kinderen. 1. groep 7 significant grotere toename van emotiebegrip 0.55 = 27% 2. Resultaten na 1 jaar: minder agressie 0.29 = 14% 3. Na 1 jaar REC-cluster4 niet effectief bij agressie = 0% 4. Na 1 jaar regulier of speciaal basisonderwijs effect agressie 0.53 =

26% 5. Na 2 jaar: In het regulier en speciaal basisonderwijs effect agressie 0.66 =

31% 6. Na 2 jaar REC 0.55 = 27%

Bron: Louwe, J.J., van Overveld, C.W., Merk, W.W., & Orobio de Castro, B. (2010). Geen snelweg, maar wel een mooi PAD! Evaluatie na twee jaar onderzoek naar de effectiviteit van het Programma Alternatieve Denkstrategieën op de agressie van jongens met externaliserend gedrag in het primair onderwijs. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 49 (3), 81-95.

A. Geen gegevens over kosteneffectiviteit B. Afname agressief gedrag; C. 8% kostentype A; 1,5% met kostentype B;

0,5% van 4E (n=4,2) met kostentype C D. Correctie implementatie-effect: type 2 E. Kansrijk: minder kans op VSV Veilig: minder kans op overlast/delinquentie Gezond: minder kans op latere

gedragsproblemen en middelengebruik

Ouder-baby inter-ventie

A. Depressieve moeders met kind 0 tot 1 jaar

B. Opvoedvaardigheden versterken

C. Niveau 3

Uitgegaan van de NL studie met een controlegroep van Van Doesem e.a. (2008). 1. Sensitiviteit van moeders 0.82 = 40%; 2. Structuur 0.57 = 27%; 3. responsiviteit 0.68 = 32%; 4. betrokkenheid 0.75 = 35%; 5. gehechtheid 0.46 =22%; 6. emotionele competentie (van de moeder?) 0.62 = 30%

Bron: Doesum, K. van, Riksen-Walraven, J.M., Hosman, C.M.H. & Hoefnagels, C. (2008). A randomized controlled trial of a home-visiting intervention aimed at preventing relationship problems in depressed mothers and their infants. Child Development, 79, 547-561.

A. 8-10 huisbezoeken van anderhalf uur; geen gegevens over kosteneffectiviteit

B. betere opvoedvaardigheden moeder; betere ouder-kind relatie

C. Mogelijk vertraagd effect op gebruik jgz en jeugdhulp na 1 jaar als de bemoeienis is gestopt via voorkoming van ontwikkelingsachterstanden en andere kindproblemen (het effect zal gedempt worden door het feit dat de gezinnen grondig in beeld zijn en daarom eerder vervolghulp krijgen). Schatting: 3% kostentype A; 0,5% kostentype B; 0,1% kostentype C

D. Correctie implementatie-effect: type 1 (in Rdam alleen uitbreiding via ervaren uitvoerders)

E. Kansrijk: minder kans op schoolproblemen Veilig: minder kans op onveilig thuis Gezond: betere sociaal-emotionele gezondheid

Vrienden A. 7-16 jaar B. Aanpakken van angsten C. Niveau 1 (huidige

classificatie in DEI,

Uitgegaan is van de studie van Kösters ea. 2015. Na 1 jaar is er een effect size 1. op angst van 0.63 = 31% en 2. op depressie van 0.62 = 31% ten opzichte van de controlegroep. Het betreft zelfrapportage. Bij andere informanten worden er geen effecten gevonden.

A. Groepsaanpak; maar kan ook individueel aangeboden worden. Geen gegevens over kosten of kosteneffectiviteit

B. Minder angsten en gevoelens van depressie

Page 65: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

73

Effectieve preventie Rotterdam

niveau mogelijk hoger door onderzoek)

Bron: Kösters, M.P., Chinapaw, M.J.M., Zwaanswijk, M., Wal, M.F. van der & Koot, H. (2015). Indicated Prevention of Childhood Anxiety and Depression. American Journal of Public Health. Published online ahead of print August 13, 2015: e1-e9. Available at: http://ajph.aphapublications.org/doi/pdf/10.2105/AJPH.2015.302742

C. 6% met kostentype A; 1% met kostentype B; 0,25 met kostentype C

D. Correctie implementatie-effect: type 1 (in Rdam alleen uitbreiding via ervaren uitvoerders)

E. Kansrijk: minder kans op later VSV Veilig: minder kans op onveilig thuis / OTS Gezond: betere sociaal-emotionele gezondheid, minder kans op later middelengebruik

Zippy’s A. 5-8 jaar B. Voorkomen van angsten

en depressies C. Niveau 1 (huidige

classificatie in DEI, niveau feitelijk hoger ivm nog niet gepubliceerd onderzoek)

Geen gegevens NL in DEI. Op basis van ongepubliceerd Zon-Mw-rapport met aanvullende persoonlijke communicatie: 1. Child report: Differentiation emotions.49-.50 (24-25%) 2. Child report: Adaptive coping.30-.31 (15%) 3. Parent report: Emotional Literacy.42-.44 (21-22%) 4. Parent report: Externalizing behaviors.32-.32 (16%) De meest concrete en consistente effecten vinden we op gedragsproblemen zoals gerapporteerd door de ouders. Uit ZonMw-rapporage maken wij op dat de leerkrachten geen effect rapporteren.

Bron: Zanden, A.P. van der e.a. (2015). Zippy’s Friends: a randomized controlled trial of a school-based programme to promote social and socio-emotional skills in children aged 6-8. ZonMw Eindverslag 17-08-2015. Utrecht: Trimbos instituut. Aanvullende communicatie met R. van der Zanden op 06-02-2017.

A. 24 lessen van 45 minuten; materiaal en training 900,- tijdinvestering leerkracht 15 uur

B. Betere coping strategie en sociale vaardigheden

C. 6% met kostentype A; 1% met kostentype B; 0,25 met kostentype C

D. Correctie implementatie-effect: type 2 E. Kansrijk: minder kans op later VSV

Veilig: minder kans op onveilig thuis / OTS Gezond: betere sociaal-emotionele gezondheid, minder kans op later middelengebruik

KOPP A. 9-14 jaar met 1 of beide ouder met psychische problemen

B. Voorkomen psychische problemen bij kind

C. Erkenning verlopen

Uitgegaan is van de studie waarin effect sizes staan vermeld Directe doelen: 1. Verminderen negatieve cognities Pre-test vs. post test, effect size: F= 7.68, ( d = 0.38) = 19% 2. Verbeteren sociale steun Pre-test vs. post test, effect size: F= 14.00. (d = 0.59) = 38% 3.Vergroten gevoelens van (sociale) competentie, Sociale acceptatie: Pre-test vs. post test,effect size: F= 3.14, (d = 0.25) = 12% Gevoelens van eigenwaarde: Pre-test vs. post test,effect size: F=1.24, (d = 0.15) = 7% 4. Verbeteren ouder-kind interactie (PCQ) Pre-test vs. post test,effect size: F= 0.20, (d = 0.06) = 3% Uiteindelijk doel: 5.Verminderen emotionele en gedragsproblemen kinderen (SDQ): Pre-test vs. post test, effect size: F= 0.16, (d = 0.06) = 3% Bron: Santvoort, F. van, Hosman, C.M.H., Doesum, K.T.M. van & Janssens, J.M.A.M. (2014). Effectiveness of preventive support groups for children of mentally ill or addicted parents: a randomized controlled trial. European Child & Adolescent Psychiatry, 23, 473-485. DOI 10.1007/s00787-013-0476-9

A. Onbekend B. Betere ouder-kind relatie. Minder psychische

problemen kind. C. Mogelijk vertraagd effect op gebruik

jeugdhulp na 1 jaar als de bemoeienis is gestopt via voorkoming kindproblemen (het effect zal weer gedempt worden door het feit dat de gezinnen in grondig beeld zijn en daarom eerder vervolghulp krijgen). Schatting: 3% met kostentype A; 0,5% met kostentype B; 0,1% met kostentype C

D. Correctie implementatie-effect: type 1 E. Kansrijk: minder kans op schoolproblemen

Veilig: minder kans op onveilig thuis Gezond: betere sociaal-emotionele gezondheid

Plezier op school

A. 11-13 jaar B. Pesten, sociale

vaardigheden,

Niet is uitgegaan is van gepubliceerde voorstudies, maar van de studie met de sterkste bewijskracht (RCT) die recent is uitgevoerd door Mulder e.a. (2015)

A. Kosten ongeveer 900,- per kind B. Minder internaliserende problemen. Betere

zelfwaardering

Page 66: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

74

Effectieve preventie Rotterdam

weerbaarheid op middelbaar onderwijs (MO)

C. Niveau 2 (met controlegroep)

1. verminderen internaliserende problemen volgens ouders na 1 week MO 0,20 (=10%)

2. verminderen internaliserende problemen volgens ouders na 13 weken MO 0,30 = 15%

3. verhogen zelfwaardering volgens ouders na 1 week MO 0,33 = 16%) 4. zelfwaardering volgens de kinderen zelf na 13 weken MO 0,20 = 10% 5. Na 40 weken MO alleen effect bij meisjes met boven gemiddelde niveaus

van internaliserende problemen op de voormeting: 0,50 = 14% 6. Na 40 weken voor jongens sociale angst groep 1 (weinig problemen bij

aanvang) geen significant effect, groep 2: 0,60 = 29%; groep 3: 1,20 ( 51%).

7. Na 13 weken voor jongens gepest worden groep 1: geen significant effect, groep 2: 0,50 = 24%; groep 3: 1,50 = 29%.

8. Na 40 weken voor jongens Gepest worden T3 groep 1: geen significant effect = 0%; groep 2: 0,70 = 33%; groep 3: 1,40 = 57%.

9. Na 40 weken voor jongens Sociale desintegratie: groep 1 en 2: geen significant effect = 0%; groep 3: 1,30 = 53%.

10. Leerkrachten rapporteerden juist meer internaliserende problemen in de interventiegroep ten opzichte van de controlegroep (T2: 0,20 = -10%; T3: 0,30 = -15%)

11. niet effectief in het verminderen van peer problemen volgens ouders en in gepest worden volgens klasgenoten = 0%.

Bron: Mulder, S.F., Faber, M. & van Aken, M.A.G. (2015). Plezier op School: Een zomercursus om de sociale competentie van aanstaande brugklassers te verhogen. In M. Vermande, M. van der Meulen & A. Reijntjes (Eds.), Pesten op school - Achtergronden en interventies (pp. 196-200). Den Haag: Boom Lemma.

C. 6% met kostentype A; 1% met kostentype B; 0,25 met kostentype C

D. Correctie implementatie-effect: type 1 E. In theorie:

Kansrijk: minder kans op later VSV Veilig: minder kans op onveilig thuis / OTS Gezond: betere sociaal-emotionele gezondheid, minder kans op later middelengebruik. Maar er blijft weinig over van de effecten zoals de langere termijn studie laat zien.

Ik kies voor zelfcontrole

A. 8-12 jaar B. Verminderen

agressief en disruptief gedrag.

D. Niveau 3

Afname van opstandig en asociaal gedrag, zoals gerapporteerd door ouders en docenten, d = 0.31 (d = 0.39 bij follow-up) = 15 tot 20 procent van de kinderen die meedoen aan Ik kies voor zelfcontrole vertoont na deelname significant minder opstandig en asociaal gedrag, volgens ouders en leerkrachten. Bronnen: Liber, J.M., De Boo, G.M., Huizenga, H. & Prins, P.J.M. (2015). Ik Kies voor Zelfcontrole: CGT op school bij gedragsproblemen: Een gerandomiseerd onderzoek naar de effectiviteit van een cognitief gedragstherapeutische interventie in het basisonderwijs voor kinderen met opstandig en antisociaal gedrag. Kind en Adolescent, november 2015, 36, 3, p.146-161. Liber, J.M., De Boo, G.M., Huizenga, H. & Prins, P.J.M. (2013) School-based intervention for childhood disruptive behavior in disadvantaged settings: A school-based RCT with and without active teacher support. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 81, 975-987.

A. Ik kies voor zelfcontrole kost per training voor 5 kinderen € 3.350.

B. Minder kans op gedragsproblemen kind C. Minder gebruik zorg door vermindering

gedragsproblemen: Schatting: 8% kostentype A; 1,5% kostentype B; 0,5% kostentype C

D. Correctie implementatie-effect: type 1 E. Kansrijk: minder kans op VSV jeugdige;

Veilig: minder kans op overlast/delinquentie; Gezond: minder kans op latere gedragsproblemen en middelengebruik

F. Thuis op straat

A. 6-14 jaar B. Bevorderen

sociaal gedrag van kinderen

E. Niveau 3

Een betere score op de SDQ, d = -0,31 = 15% van de kinderen tussen 6 en 14 jaar die Thuis Op Straat heeft gehad heeft minder ontwikkelingsmoeilijkheden wanneer de interventie intensief (meerdere keren week) wordt ingezet. Bron: Wonderen, R. van, & Jonkman, H. (2015). De effecten van Thuis Op Straat. Resultaten van een vierjarige studie. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

A. Thuis op straat kost per speelplein € 47.941.

B. Minder kans op psychosociale problemen kind

C. Minder gebruik zorg door vermindering psychosociale problemen: Schatting is gebaseerd op een lager verwachte besparing dan alleen bij gedragsproblemen / ongeveer gelijk aan emotionele problemen: 6% met kostentype

Page 67: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

75

Effectieve preventie Rotterdam

A; 1% met kostentype B; 0,25 met kostentype C:

D. Correctie implementatie-effect: type 2 E. Kansrijk: minder kans op

schoolproblemen; Veilig: minder kans op onveilig thuis; Gezond: betere sociaal-emotionele gezondheid

G. VIPP A. 1-3 jaar

B. Gedragsproblemen voorkomen of verminderen

C. Niveau 4

Uitgegaan is van de NL studie van Bakermans-Kranenburg e.a. (2008) waarin gerapporteerd wordt over effect op gedrag van het kind, met follow-up en met vergelijking met CAU.

1. Verbeterde houding moeder 0.58 = 28%; 2. gedrag moeder 0,34 = 17%; 3. gedrag kind 0.25 = 12%; 4. gedrag kind follow-up 0.34 = 17%; bij kinderen met DRD-4-7 gen 0.47/0.48 = 23%

Bron: Bakermans-Kranenburg, M.J., IJzendoorn, M.H. van, Buisman, F. & Juffer, F. (2008). Experimental evidence for differential susceptibility to intervention: Dopamine D4 Receptor Polymorphism (DRD4 VNTR) moderates effects on toddlers' externalizing behavior in a randomized control trial. Developmental Psychology, 44, 293-300.

A. Niet bekend B. met name minder stress bij ouders en kind en

verbeterde ouder-kind-relatie C. 8% met kostentype A; 1,5% met kostentype

B; 0,5% met kostentype C D. Correctie implementatie-effect: Type 2,

uitbreiding in Rdam verloopt via nieuwe uitvoerders

E. Kansrijk: minder kans op VSV Veilig: minder kans op overlast/delinquentie Gezond: minder kans op latere gedragsproblemen en middelengebruik

Incredible years

A. 3-6 jaar B. Psychosociale

problemen, gedragsproblemen

C. Niveau 4

Uitgegaan is van enige NL studie van Posthumus ea (2011). 1. geobserveerd prosociaal gedrag 0.16 = 8% 2. geobserveerd gedragsproblemen (nationaal) 0.40 = 20% 3. 0.43 tot 0.70 (internationaal) Bron: Posthumus, J.A., Raaijmakers, M.A.J., Maassen, G.H., van Engeland, H., & Matthys, W. (2012) Sustained effects of Incredible years as a preventive intervention in preschool children with conduct problems. Journal of Abnormal Child Psychology, 40(4):487-500 DOI 10.1007/s10802-011-9580-9.

A. 18 tot 20 groepssessies van 2 uur; kosten 1200,- per kind

B. Voorkomen gedragsproblemen C. 8% met kostentype A; 1,5% met kostentype

B; 0,5% met kostentype C D. Correctie implementatie-effect: Type 2,

uitbreiding in Rdam verloopt via nieuwe uitvoerders

E. Kansrijk: minder kans op VSV Veilig: minder kans op overlast/delinquentie Gezond: minder kans op latere gedragsproblemen en middelengebruik

Home-Start A. 0-6 jaar B. Preventie van

problemen Niveau 3

1. Een verhoogd gevoel van competentie bij de moeders (ES 0,045), d = 0.43 = 20% van de moeders die Home-Start hebben gevolgd, voelt zich meer competent in het opvoeden.

2. Meer positief/ondersteunend ouderschap bij moeders (ES 0,025), d = 0.32 = 15% van de moeders die Home-Start hebben gevolgd, is meer positief en ondersteunend in de opvoeding van hun kind(eren).

3. Een afname van negatieve/ongepaste discipline (ES -0,027), d = - 0,334 = 15% van de moeders die Home-Start hebben gevolgd, maakt minder gebruik van negatieve, ongeschikte vormen van disciplinering.

Bron: Deković, M., Asscher, J.J., Hermanns, J., Reitz, E., & Prinzie, P. (2010). Tracing changes in families who participated in Home-Start parenting program: Parental competence as mechanism of change. Prevention Science.

A. Per jaar kost Home-Start bij tien vrijwilligers en 30 begeleide gezinnen € 56.225.

B. Minder negatieve disciplinering, met daarmee minder kans op gedragsproblemen kind

C. Mogelijk vertraagd effect op gebruik jgz en jeugdhulp ivm doorwerking opvoedstijl op ontstaan kindproblemen (het effect zal gedempt worden door het feit dat de gezinnen grondig in beeld zijn en daarom eerder vervolghulp krijgen). Schatting: 3% kostentype A; 0,5% kostentype B; 0,1% kostentype C

D. Correctie implementatie-effect: type 1

Page 68: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

76

Effectieve preventie Rotterdam

E. Kansrijk: minder kans op VSV jeugdige; Veilig: minder kans op overlast/delinquentie; Gezond: minder kans op latere gedragsproblemen en middelengebruik

F. Voorzorg A. -9 mnd-2 jaar

B. Voorkomen van mishandeling

C. Niveau 3

Allerlei RCT’s gedaan; allemaal verschillende maten maar o.a. afname van roken, stress, huiselijk geweld, langer geven van borstvoeding. Uitgegaan is van de NLstudie van Mejdoubi e.a (2015): In de VoorZorggroep komen bijna twee keer minder meldingen van kindermishandeling voor dan in de gebruikelijke zorggroep. Respectievelijk 16 meldingen (10%) tegenover 29 meldingen (18%). Dit is een significant verschil. Geen effectsizes berekend. We gaan op basis van bovenstaande gegevens ervan uit dat voor wat betreft meldingen kindermishandeling 8% van de jeugdigen door Voorzorg t.o.v. CAU beter af is.

Bron: Mejdoubi J, Heijkant S van den, Leerdam F van, Heymans M, HiraSing

RA, Crijnen A. (2015). The effect of VoorZorg, the Dutch Nurse Family

Partnership, on child maltreatment and development: a randomized controlled

trial. PLoS ONE; 10.1371/journal.pone.0120182.

A. 40-60 huisbezoeken van 1 tot anderhalf uur; kosten 13.000,- per moeder; economisch rendement 2300,- (20%); Batige effecten van het programma VoorZorg zijn; Productiviteitstoename door betere arbeidsparticipatie (€ 7.321 / 38%); Verbeterde kwaliteit van leven door minder huiselijk geweld (€ 1.374 / 7%); Productiviteitstoename door minder kindermishandeling (€ 1.712 / 9%); Vermeden kosten politie en justitie door minder huiselijk geweld (€ 1.750/9%); Productiviteitstoename door meer onderwijs (€ 4.712 / 25%); De vijf genoemde bedragen vormen 88 procent van de totale baten. De overige opbrengsten (€ 2.341 / 12%); bestaan onder meer uit vermeden kosten van jeugdcriminaliteit, verbeterde levensverwachting door minder; roken, vermeden zorgkosten op lange termijn vanwege kindermishandeling en vermeden kosten van speciaal; onderwijs en justitiële jeugdzorg.

B. minder roken, langer borstvoeding geven en minder huiselijk geweld

C. Mogelijk direct effect op gebruik jeugdhulp en jeugdbescherming na 2e jaar, als bemoeienis is gestopt. Het effect zal weer gedempt worden door het feit dat de moeders en kinderen grondig in beeld zijn en daarom eerder (intensieve) vervolghulp krijgen. Effecten zullen vooral op langere termijn in de vorm van maatschappelijke baten verschijnen. Voor wat betreft verminderd zorggebruik op korte termijn. Schatting: 6% met kostentype A; 1,5% met kostentype B; 1,0% met kostentype C

D. Correctie implementatie-effect: Type 1 E. Kansrijk: minder kans op schoolproblemen

Veilig: minder kans op onveilig thuis Gezond: betere sociaal-emotionele gezondheid

Alles KIDZZZ

A. 9-12 jaar Uitgegaan is van de enige NLstudie van Stoltz (2012):

1. Afname agressief gedrag vlgs kinderen 0.22 = 11%;

A. 8 wekelijkse bijeenkomsten van 45 minuten met kind; 3 gesprekken met kind, ouder en leerkracht en 5 sessie op maat. Kosten

Page 69: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

77

Effectieve preventie Rotterdam

B. Gedragsproblemen en pesten helpen voorkomen

C. Niveau 3

2. Afname agressief gedrag vlgs leerkrachten 0.29 = 14%; 3. Afname agressief gedrag vlgs moeders 0.25 = 12%; 4. Afname agressief gedrag vlgs vaders 0.21 = 11%; 5. Zelfbeeld 0.49 = 23% 6. na 6 maanden nog steeds vermindering agressief gedrag 0.40 = 20% Bron: Stoltz, S. (2012). Stay Cool Kids?! Effectiveness, moderation and mediation of a preventive intervention for externalizing behavior. Dissertatie Universiteit Utrecht.

1400,- per training. Uren trainer: 20. Materiaalkosten: 125,-. Geen gegevens over kosteneffectivteit

B. Afname agressief gedrag; Verbetering zelfbeeld

C. 8% met kostentype A; 1,5% met kostentype B; 0,5% met kostentype C

D. Correctie implementatie-effect: 80% type 1 (uitbreiding via ervaren uitvoerders) 20% type 2 (uitbreiding nieuwe uitvoerders) E. Kansrijk: minder kans op VSV Veilig: minder kans op overlast/delinquentie Gezond: minder kans op latere

gedragsproblemen en middelengebruik

Page 70: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

79

Effectieve preventie Rotterdam

Bijlage 2: Hoe moet de effectgrootte worden geïnterpreteerd?

Cohen (1992) maakt de volgende indeling voor de betekenis van de index:

• -0,21 of lager staat voor een negatief effect;

• -0,20 t/m 0,19 staat voor een verwaarloosbaar effect;

• 0,20 t/m 0,49 staat voor een klein effect;

• 0,50 t/m 0,79 staat voor een middelmatig effect;

• 0,80 of meer staat voor een groot effect.

Maar wat moeten we ons nu voorstellen bij een klein of een groot effect? Dat is een zeer

belangrijk, maar tegelijk ingewikkeld verhaal, aangezien er in de literatuur allerlei

vertalingen te vinden zijn. We bespreken hier kort de belangrijkste en formuleren enkele

vuistregels voor de praktijk.

De aanname bij een effectgrootte is dat de scores van een controle- en experimentele

groep normaal zijn verdeeld. De index d neemt die spreiding mee in de berekening van

het verschil in de twee condities. In feite laat de effectgrootte zien hoeveel

standaarddeviaties een experimentele groep er ten opzichte van een controlegroep op

vooruit is gegaan. In figuur 2 is dit zichtbaar.

Figuur 8.1 Gemiddelden en spreiding effectscores in twee studies (Bron: Coe, 2002)

= controlegroep

= experimentele groep

De figuur toont dat er in voorbeeld (a) een veel groter effect is dan in voorbeeld (b). De

twee verdelingen in (a) overlappen elkaar immers veel minder dan in (b). Er bestaan

verschillende formules om te schatten welk percentage cliënten in de experimentele groep

erop vooruit is gegaan ten opzichte van de controlegroep. We beschrijven kort drie veel

genoemde modellen (zie ook tabel 1):

1. Het eerste model geeft voor een bepaalde effectgrootte aan voor hoeveel procent

van de controlegroep de experimentele groep gemiddeld beter af is. Bijvoorbeeld:

bij d = 0,40 is de experimentele groep gemiddeld beter af dan 66% van de

controlegroep. Dat lijkt heel wat, maar bij d = 0,00 is dat percentage al 50%;

cliënten scoren immers ook spontaan beter of slechter. Bij d = 0,40 spreken we

dus eigenlijk van slechts 16 procentpunten ‘echte winst’ (50% + 16% = 66%);

2. Bij het tweede model hanteert men een criterium om van een succesvolle aanpak

te spreken (bijvoorbeeld: het doel ‘het gedrag is weer normaal’ is bereikt). Men

schat dan het verschil in de mate waarin dat criterium wordt gehaald. Bij d = 0,40

Page 71: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

80

Effectieve preventie Rotterdam

bedraagt het verschil ongeveer 20 procentpunten (bijvoorbeeld 60%

doelrealisatie in de controlegroep en 80% in de experimentele groep);

3. Het derde model maakt gebruik van het feit dat de mate van overlap van de

verdelingen in figuur 2 bij (a) en (b) verschillend is. Met berekent dan welk

percentage scores van de experimentele groep niet overlapt met die van de

controlegroep. Bijvoorbeeld, bij d = 0,40 is de non-overlap 27%.

Figuur 8.2 De betekenis van de effectgrootte, volgens drie modellen voor interpretatie van d

model 1

gemiddeld beter af dan... % in controlegroep

model 2 model 3

% verschil in doelrealisatie

% non-overlap cliënten in

experimentele groep

(in aantal procentpunten)

2,00 (.71) 98 (50+48) 71 811,80 (.67) 96 (50+46) 67 771,60 (.62) 95 (50+45) 62 731,40 (.57) 92 (50+42) 57 681,20 (.51) 88 (50+38) 51 621,00 (.45) 84 (50+34) 45 550,90 (.41) 82 (50+32) 41 520,80 (.37) 79 (50+29) 37 47

0,70 (.33) 76 (50+26) 33 43 tussen 1 op de 4 0,60 (.29) 73 (50+23) 29 38 en 1 op de 3

0,50 (.24) 69 (50+19) 24 33cliënten zijn beter

af

0,40 (.20) 66 (50+16) 20 27 tussen 1 op de 10 0,30 (.16) 62 (50+12) 15 21 tot 1 op de 5

0,20 (.10) 58 (50+8) 10 15cliënten zijn beter

af

0,10 (.05) 54 (50+4) 5 80,00 (.00) 50 (50+0) 0 0

-0,10 (-.05) 46 (50-4)

negatief < -0,10 cliënten zijn slechter af

Middel-matig

klein

verwaar-loosbaar

cliënten zijn niet beter af

Cohen’s standaard

effect-grootte d (r)*

modellen voor interpretatie van d

vuistregels voor betekenis in de

praktijk

grootmeer dan 1 op de

3 cliënten zijn beter af

Bronnen: model 1 en 2 – Coe (2002); model 3 – Becker (2000). * McCartney & Rosenthal (2000): Cohen’s d omgezet naar r geeft increase in succes rate van experimentele t.o.v. control van rx100 (en correspondeert dus met model 2). Is hier tussen haakjes extra in tabel opgenomen. In tabel 1 is te zien dat de modellen nogal verschillende cijfers opleveren. Zolang er in de

literatuur geen uitsluitsel te vinden is over de beste interpretatie, maakt iedereen al gauw

Page 72: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

81 Effectieve preventie Rotterdam

zijn eigen arbitraire keuze. Wij stellen voor om model 2 als leidraad te nemen. Het

aantrekkelijke van dit model is dat het goed aansluit bij de praktijk. Daarin gaat het

immers vaak om het realiseren van hulpverleningsdoelen. Model 2 maakt op basis van

schattingen een vertaalslag van een bepaalde effectgrootte naar de mate waarin er een

verbetering in doelrealisatie optreedt. Die vertaling hebben we in de laatste kolom

samengevat:

• Bij een effectgrootte tussen -0,10 en 0,10 treedt er geen of een verwaarloosbare

verbetering van de doelrealisatie op. Voor de praktijk betekent dit dat cliënten die

de nieuwe behandeling hebben gekregen waarvan het effect is getoetst, niet beter

af zijn dan de cliënten die deze nieuwe behandeling niet hebben gekregen;

• Bij een effectgrootte van 0,20 tot 0,40 neemt de doelrealisatie in 10 tot 20

procent van de gevallen toe. Dat betekent dat met een nieuwe behandeling 1 op de

10 tot 1 op de 5 cliënten beter af zijn dan de cliënten die deze nieuwe behandeling

niet hebben gekregen;

• Bij een effectgrootte van 0,50 tot 0,70 neemt de doelrealisatie in 25 tot 33 procent

van de gevallen toe. Dat betekent dat met een nieuwe behandeling 1 op de 4 tot 1

op de 3 cliënten beter af zijn dan de cliënten die deze nieuwe behandeling niet

hebben gekregen;

• Bij een effectgrootte van 0,80 of hoger neemt de doelrealisatie in 25 tot 33

procent van de gevallen toe. Dat betekent dat met een nieuwe behandeling meer

dan 1 op de 3 cliënten beter af zijn dan de cliënten die deze nieuwe behandeling

niet hebben gekregen.

Deze vuistregels luiden in principe hetzelfde als er alleen voor- en nametingen worden

vergeleken in een behandelde groep (zonder controlegroep). Welbeschouwd gaat men dan

uit van een denkbeeldige controlegroep die geen behandeling heeft gekregen en waarvan

het gemiddelde en de verdeling van de scores niet veranderen. De genoemde vuistregels

zijn dan toepasbaar als aan twee voorwaarden zijn voldaan. De eerste is dat de

problematiek zonder behandeling doorgaans betrekkelijk stabiel is (dat die gemiddeld

genomen niet verslechtert of verbetert). De tweede voorwaarde is dat op d een correctie

wordt toegepast om overschatting van de effectiviteit door statistische artefacten te

voorkomen. Het Nederlands Jeugdinstituut werkt aan een uitwerking van deze correctie.

Commentaar tbv studie MKBA Rotterdam:

Model 1 is niet toepasbaar omdat dat uitgaat van 1 cliënt die in de experimentele groep

zit die beter af is van x% van de controlegroep. Voor een kosten-batenanalyse is model 2

conservatiever dan model 3. Dat is gunstig als we geen overschatting van de baten

willen hebben. Ook in verband met de correspondentie met McCartney & Rosenthal’s

veelgebruikte r gaat de voorkeur uit naar model 2.

Referenties:

Becker, L.A. (2000). Effect Size (ES). Colorado Springs: University of Colorado.

Gedownload op 26-01-2009 van https://lbecker.uccs.edu.

Coe, R. (2002). It’s the Effect Size, Stupid. What effect size is and why it is important.

Paper presented at the British Educational Research Association annual conference,

Exeter, September 2002. Durham: University of Durham.

McCartney, K. & Rosenthal, R. (2000). Effect size, practical importance, and social policy

for children. Child Development, 71, (1), 173-180.

Yperen, T.A. van (Red., 2010). 55 vragen over effectiviteit. Antwoorden voor de

jeugdzorg. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.

Page 73: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

82

NL2320-31482 WS/OV

Over Ecorys

Ecorys is een toonaangevend internationaal onderzoeks- en adviesbureau dat zich richt op de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen. Door middel van uitmuntend, op onderzoek gebaseerd advies, helpen wij publieke en private klanten bij het maken en uitvoeren van gefundeerde beslissingen die leiden tot een betere samenleving. Wij helpen opdrachtgevers met grondige analyses, inspirerende ideeën en praktische oplossingen voor complexe markt-, beleids- en managementvraagstukken. Onze bedrijfsgeschiedenis begon in 1929, toen een aantal Nederlandse zakenlieden van wat nu beter bekend is als de Erasmus Universiteit, het Nederlands Economisch Instituut (NEI) oprichtten. Het doel van dit gerenommeerde instituut was om een brug te slaan tussen het bedrijfsleven en de wereld van economisch onderzoek. Het NEI is in 2000 uitgegroeid tot Ecorys. Door de jaren heen heeft Ecorys zich verspreid over de wereld met kantoren in Europa, Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Wij werven personeel met verschillende culturele achtergronden en expertises, omdat wij ervan overtuigd zijn dat mensen met uiteenlopende eigenschappen een meerwaarde kunnen bieden voor ons bedrijf en onze klanten. Ecorys excelleert in zes werkgebieden: - transport en mobiliteit; - economie en innovatie; - energie, water en klimaat; - regionale ontwikkeling; - overheidsfinanciën; - gezondheid en onderwijs. Ecorys biedt een duidelijk aanbod aan producten en diensten: - voorbereiding en formulering van beleid; - programmamanagement; - communicatie; - capaciteitsopbouw (overheden); - monitoring en evaluatie. Wij hechten waarde aan onze onafhankelijkheid, onze integriteit en onze partners. Ecorys geeft om het milieu en heeft een actief maatschappelijk verantwoord ondernemingsbeleid, gericht op meerwaarde voor de samenleving en de markt. Ecorys is in het bezit van een ISO14001-certificaat dat wordt ondersteund door al onze medewerkers. Manon Janssen, Chief Executive Officer & Chair of the Board of Management

Page 74: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

Sound analysis, inspiring ideas

BELGIË – BULGARIJE – INDIA – KROATIË - NEDERLAND – POLEN – SPANJE – TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK

Postbus 4175

3006 AD Rotterdam

Nederland

Watermanweg 44

3067 GG Rotterdam

Nederland

T 010 453 88 00

F 010 453 07 68

E [email protected]

K.v.K. nr. 24316726

Page 75: New Effectieve preventie Rotterdam · 2020. 10. 6. · Thuis op Straat 2,5% Ik kies voor zelfcontrole 6,0% VIPP SD 8,3% Incredible years 8,3% Home-Start 8,3% Voorzorg 5,0% Alles kidzzz

Sound analysis, inspiring ideas

BELGIË – BULGARIJE – INDIA – KROATIË - NEDERLAND – POLEN – SPANJE – TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK

W www.ecorys.nl