%>

α

α

33

33S/T

A

B

7

7−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœ

Neem eens een kind bij de−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ ΙœNeem eens een kind bij de

A

−˙ Œhand,−˙ Œhand,

%>

α

α

11

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −Ιœ Ιœhet neemt je mee naar het

11 −Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœhet neemt je mee naar het

−˙ Œland−˙ Œland

−Ιœ −Ιœιœ −ιœ −ιœ ιœ

van dui zend dro men, een−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœvan dui zend dro men, een

- -

- -

%>

α

α

14

−ιœ −ιœ ιœ œ ‰ ιœsprook je ge lijk een

14 −Ιœ −Ιœ Ιœ œ ‰ Ιœsprook je ge lijk een

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœkind is de ko ning te

−Ιœ −Ιœ Ιœ −ιœ −ιœ ιœkind is de ko ning te

˙ Órijk.

˙ Órijk.

−−ιœœ −−ιœœ Ιœœ −−Ιœœ −−ιœœ ΙœœNeem eens een kind bij de−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ ΙœNeem eens een kind bij de

- - -

- - -

%>

α

α

18

−−˙̇ ‰ ιœœhand, je

18 −˙ ‰ Ιœhand, je

−−ιœœ −−

ιœœιœœ −−

ιœœ −−ιœœα ιœœα

hart haalt het op je ver−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœhart haalt het op je ver

−−˙̇ ‰ ιœœstand, je−˙ ‰ ιœstand, je

−−ιœœ −−ιœœ

ιœœ −−ιœœ −−

ιœœ ιœœmaakt een ge baar dat de

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœmaakt een ge baar dat de

- -

- -

%>

α

α

22

−−ιœœ −−ιœœ

ιœœ œœ Œwe reld om spant.

22 −Ιœ −Ιœ Ιœ œ Œwe reld om spant.

œιœœ ιœœ −−ιœœ −−ιœœ ιœœ

Neem eens een kind bij de

œ ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœNeem eens een kind bij de

ϖhand.ϖhand.

1

1- -

- -

Neem eens een kind bij de handm:Yves Duteil

©Cella

Score in F

t: P.Roelandtarr: D.Debels

%>

α

α−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœ

Neem eens een kind op je27 −Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœ

Neem eens een kind op je

B

−˙ ‰ ιœschoot, al−˙ ‰ Ιœschoot, al

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −Ιœ Ιœis zijn ver driet nog zo−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœis zijn ver driet nog zo

−˙ ‰ Ιœgroot, een−˙ ‰ Ιœgroot, een

-

-

%>

α

α

31 −Ιœ −Ιœιœ −ιœ −ιœ ιœ

en kel lief woord kan soms31 −Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœ

en kel lief woord kan soms

−ιœ −ιœ ιœ œ ‰ ιœwon de ren doen, als

−Ιœ −Ιœ Ιœ œ ‰ Ιœwon de ren doen, als

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœdank krijg je stee vast een

−Ιœ −Ιœ Ιœ −ιœ −ιœ ιœdank krijg je stee vast een

- - - -

- - - -

%>

α

α

34

˙ Ózoen.

34

˙ Ózoen.

−−ιœœ −−ιœœ Ιœœ −−Ιœœ −−ιœœ ΙœœNeem eens een kind op je−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ ΙœNeem eens een kind op je

˙̇ Œ − ιœœschoot en˙ Œ − Ιœschoot en

θœœθœœ −−

ιœœ −−ιœœ −−

ιœœ −−ιœœα ιœœα

voel je eens een keer niet te

Θœ Θœ −Ιœ −Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœvoel je eens een keer niet te

%>

α

α

38 −−˙̇ ‰ ιœœgroot om

38 −˙ ‰ ιœgroot om

−−ιœœ −−ιœœ

ιœœ −−ιœœ −−

ιœœ ιœœpaard je te spe len of

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœpaard je te spe len of

−−ιœœ −−ιœœ Ιœœ œœ Œtrein of pi loot.−Ιœ −Ιœ Ιœ œ Œtrein of pi loot.

œιœœ ιœœ −−ιœœ −−ιœœ ιœœ

Neem eens een kind op je

œ ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœNeem eens een kind op je

- - -

- - -

%>

α

α

42

ϖschoot.

42 ϖschoot.

2

2−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœ

Doe doe doe ... ...−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ ΙœDoe doe doe ... ...

C

−˙ Œ−˙ Œ

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −Ιœ Ιœ−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœ

%>

α

α

49

−˙ Œ49 −˙ Œ

−Ιœ −Ιœιœ −ιœ −ιœ ιœ

−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœ−ιœ −ιœ ιœ œ Œ

−Ιœ −Ιœ Ιœ œ Œ−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœα ιœ

−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœα Ιœ˙ Ó˙ Ó

2 Neem eens een kind bij de hand

%>

α

α

54 3

54 3−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœ

Neem eens een kind aan je−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ ΙœNeem eens een kind aan je

D

−˙ ‰ ιœhart, zijn−˙ ‰ Ιœhart, zijn

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −Ιœ Ιœwe reld is echt heel a−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœwe reld is echt heel a

- -

- -

%>

α

α

61

−˙ ‰ Ιœpart, je

61 −˙ ‰ Ιœpart, je

−Ιœ −Ιœιœ −ιœ −ιœ ιœ

hoeft niet veel woor den, doe−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœhoeft niet veel woor den, doe

−ιœ −ιœ ιœ œ ‰ ιœliefst heel ge woon, een

−Ιœ −Ιœ Ιœ œ ‰ Ιœliefst heel ge woon, een

- -

- -

%>

α

α

64

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœkind deelt met jou van zijn

64 −Ιœ −Ιœ Ιœ −ιœ −ιœ ιœkind deelt met jou van zijn

˙ Ówoord.

˙ Ówoord.

−−ιœœ −−ιœœιœœ −−Ιœœ −−ιœœ Ιœœ

Neem eens een kind aan je−Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ ΙœNeem eens een kind aan je

˙̇ Œ − ιœœhart, al˙ Œ − Ιœhart, al

%>

α

α

68 −−ιœœ −−

ιœœιœœ −−

ιœœ −−ιœœα ιœœα

maakt het je eerst wat ver68 −Ιœ −Ιœ Ιœ −Ιœ −Ιœ Ιœ

maakt het je eerst wat ver

−−˙̇ Œward.−˙ Œward.

−−ιœœ −−ιœœ

ιœœ −−ιœœ −−ιœœ ιœœ

Ja ren lang leef je al

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœJa ren lang leef je al

−−ιœœ −−ιœœ Ιœœ œœ Œleen of met twee,−Ιœ −Ιœ Ιœ œ Œleen of met twee,

- - - -

- - - -

%>

α

α

72 −−ιœœ −−

ιœœιœœ −−

ιœœ −−ιœœµ ιœœαplots deelt een kind met je

72

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœplots deelt een kind met je

−−˙̇ Œmee.

−˙ Œmee.

−−ιœœ −−ιœœ

ιœœ −−ιœœ −−

ιœœ ιœœJa ren lang leef je al

−ιœ −ιœ ιœ −ιœ −ιœ ιœJa ren lang leef je al

−−ιœœ −−ιœœ Ιœœ ˙̇Τleen of met twee,−Ιœ −Ιœ Ιœ Τ̇leen of met twee,

- -

- -

%>

α

α

76

œιœœ ιœœ œœ ιœœ ιœœ

nu leeft een kind met je76

œ ιœ ιœ œ ιœ ιœnu leeft een kind met je

rit.

rit.

ϖmee.ϖmee.

œ Œ Óœ Œ Ó

3Neem eens een kind bij de hand