NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het...

24
NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT VERSCHIJNT TWEEMAANDELIJKS 66e JAARGANG SEPTEMBER 2013 - NR. 5 MINISTERIE VAN DEFENSIE - DEFENSIE GEZONDHEIDSZORG ORGANISATIE

Transcript of NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het...

Page 1: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

NEDERL ANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFTVERSCHIJNT T WEEMA ANDELIJKS

66e JA ARGANG

SEPTEMBER 2013 - NR. 5

M I N I S T E R I E V A N D E F E N S I E - D E F E N S I E G E Z O N D H E I D S Z O R G O R G A N I S AT I E

Page 2: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013122

6 6 E J A A R G A N G - S E P T E M B E R 2 0 1 3 - A F L E V E R I N G 5

NEDERLANDS MILITAIR

GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT

Uitgegeven door het Ministerie van Defensie

onder verantwoordelijkheid van de

Commandant

Defensie Gezondheidszorg Organisatie

HOOFDREDACTEUR

R.P. van der Meulen

kolonel-vliegerarts

EINDREDACTEUR

A.H.M. de Bok

luitenant ter zee van administratie der

tweede klasse oudste categorie b.d.

LEDEN VAN DE REDACTIE

Dr. R.A. van Hulst

kapitein ter zee-arts

S.P. Janssen

kolonel-arts

H.W.P. Meussen

luitenant-kolonel-arts b.d.

E.G.J. Onnouw

luitenant-kolonel-vliegerarts

Dr. J. van der Plas

Bioloog

R.A.G. Sanches

kapitein-luitenant ter zee-arts

F.J.G. van Silfhout

luitenant-kolonel-tandarts

N.R. van der Struijs

kapitein-luitenant ter zee-arts

M.L. Vervelde

kolonel-apotheker

ADMINISTRATIE

majoor b.d. A. Sondeijker

secretaris NMGT

Postbus 20703, 2500 ES 's-Gravenhage

Telefoon 0165-300145

E-mailadres:

[email protected]

VOORBEHOUD

Plaatsing van een artikel in dit tijdschrift houdt niet in,

dat de inzichten van de schrijver worden gedeeld door

de Commandant Defensie Gezondheidszorg Organisatie

en de redactie.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

zonder schriftelijke toestemming van de redactie

van dit tijdschrift.

NETHERLANDS MILITARY

MEDICAL REVIEW

Edited under the responsibility of the

Commander Defence Health Care Organisation

Postbox 20703, 2500 ES The Hague

(The Netherlands)

All rights reserved

ISSN 0369-4844

I N H O U D

C O N T E N T S V O L U M E 6 6 - S E P T E M B E R 2 0 1 3 - I S S U E 5

V O O R P A G I N A

From the editor: ........................................................................................................................ 123

Announcements:Newsletter Surgeon General, July 2013 .................................................................................... 142 Newsletter Surgeon General, August/September 2013 ............................................................. 142

Original contributions:The prehospital chain of care in the Netherlands The usefulness of the Helicopter Mobile Medical Teams

by lieutenant colonel mc (res.) E.C.T.H. Tan PhD ................................................................ 124

What to do with a multiresistant pathogen? by L.H. Loebis PhD ............................................................................................................... 128

Military hospitals in the Kingdom of the Netherlands from 1813 up until now Part 2: The period 1940 until now

by J.H. Wingelaar ................................................................................................................. 131

Military medical assistance in 1946 to combat measles (archive Netherlands Military Medical Review 1947)

by J.J. de Blécourt MD .......................................................................................................... 140

Paragraph advertisement:The Netherlands School of Public and Occupational Health ..................................................... 123

Een bacteriofaag of kortweg faag is een klein virus dat enkel bacteriën infecteert. Net als andere virussen, die eukaryoten besmetten, bestaan ze uit een buitenste eiwitmantel met daarin genetisch materiaal dat bij 95% van de bekende fagen uit DNA bestaat. Dit DNA is tussen 5 en 300 kbp groot. De meeste fagen (95%) hebben een “staart” die hen toelaat genetisch materiaal in hun gastheer te injecteren.In het artikel ‘Wat te doen bij een multiresistente ziekteverwekker?’ wordt ingegaan op bruikbaarheid van de bacteriofaag ter bestrijding van bacteriële infecties.

Van de redactie: ....................................................................................................................... 123

Mededelingen: Nieuwsbrief DGO, juli 2013 ........................................................................................................ 142Nieuwsbrief DGO, augustus/september 2013 ........................................................................... 142

Oorspronkelijke artikelen:Prehospitale civiele hulpverlening in Nederland Het Mobiel Medisch Team (“De Traumahelikopter”), wat voegt deze toe?

door reserve luitenant-kolonel-arts dr. E.C.T.H. Tan ............................................................ 124

Wat te doen bij een multiresistente ziekteverwekker? door dr. L.H. Loebis .............................................................................................................. 128

Militaire hospitalen in het Koninkrijk der Nederlanden (1813 tot heden) Deel 2: De periode 1940 tot heden

door J.H. Wingelaar .............................................................................................................. 131

Militair geneeskundige bijstand bij mazelenbestrijding (herplaatsing artikel NMGT 1947)

door J.J. de Blécourt ............................................................................................................. 140

Ingezonden mededelingen:Bij- en nascholing van de Netherlands School of Public and Occupational Health ................... 123

Page 3: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

123NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

M E D E D E L I N G

Netherlands School of Public & Occupational Health

Inlichtingen www.nspoh.nl, telefoon 020-4097000, e-mail [email protected]

V A N D E R E D A C T I E

Beste lezers,

Wanneer deze aflevering van het digitale NMGT bij u inde mailbox staat, zit het grootste medische congres vanEuropa er alweer op. De RAI in Amsterdam was van31 augustus t/m 4 september 2013 het decor van ditgroots European Society of Cardiology (ESC) congresmet ruim 30.000 deelnemers. U zult zich afvragen welkerelatie er gelegd kan worden tussen dit congres en hetNMGT. Het antwoord is “geen”. Alleen was er bij deredactie enige afgunst bij het vernemen dat dit congres10.500 abstracts heeft opgeleverd over cardiovasculaireonderwerpen. Wat zouden we dankbaar zijn indien weslechts een heel klein deel van dit getal aan artikelen meteen grote verscheidenheid voor plaatsing in het NMGTmochten ontvangen. Mijn oproep in de vorige uitgave“Vergeet a.u.b. uw tijdschrift niet” heeft nog niet geleid toteen memorabel aanbod. Maar nu de vakanties erop zittenen de geesten zijn verfrist kan dit leiden tot inspiratie om eenaansprekend artikel te schrijven voor plaatsing in het NMGT.Een aantal toezeggingen hebben we inmiddels ontvangen.

In deze aflevering treft u het afsluitende artikel aan over demilitaire hospitalen in het Koninkrijk der Nederlanden vanaf1940 tot heden en wordt u geconfronteerd met de reductiedie er de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden.Een interessante bijdrage is ook hoe de prehospitalehulpverlening in Nederland is georganiseerd en krijgt u alslezer een goed beeld van de inzet van de Helikoptergebonden Mobiele Medische Teams (H-MMT’s). Van tijd tottijd herplaatst de redactie een artikel uit een oude jaargangvan het NMGT waarvan de inhoud weer actueel is. Ditbetreft thans de ziekte mazelen. Het gaat om een bijdrageuit 1947. Zeer actueel is de bestrijding van multiresistentebacteriën. De voorhanden zijnde antibiotica zijn vaak nietwerkzaam en nieuwe antibiotica zijn meestal nog in deontwikkelingsfase. Een oud maar beproefd middel is de‘bacteriofaag’ (bacterie-eter). In de Oost-Europese landenwordt dit middel steeds meer toegepast. U leest hierovereen interessante bijdrage in deze aflevering.

Ik wens u veel leesplezier,

De Hoofdredacteur NMGTKolonel-vliegerarts R.P. van der Meulen

STIMEDIC BasisStoppen met roken is de belangrijkste bijdrage die rokers aan hun gezondheid kunnenleveren. U speelt als professional een essentiële rol in het bespreekbaar maken vanrookgedrag en het begeleiden bij stoppen. Hoe u dat doet, leert u in deze module.Doelgroep: bedoeld voor praktijkondersteuners, verpleegkundigen, huisartsen,

sociaal geneeskundigen en longartsen.Datum: donderdag 3 oktober 2013Kosten: € 325Locatie: UtrechtLink: http://www.nspoh.nl/page.ocl?pageid=32&id=634

Outbreak management

Voel u zekerder bij een (dreigende) outbreak. Wanneer onderneemt u iets en wat?Ontdek alle facetten van het managen van infectieziekte uitbraken aan de hand van veelcasuïstiek.Doelgroep: public health artsen of professionals werkzaam in een uitvoerende of

managementfunctie. Ook is de module zeker geschikt voorverpleeghuisartsen, bedrijfsartsen en huisartsen

Data: donderdag 3, 10 en 31 oktober en 7 november 2013Kosten: € 1.600Locatie: AmsterdamLink: http://www.nspoh.nl/page.ocl?pageid=32&id=141

Vaccins: mogelijkheden en de weerbarstige praktijkKom meer te weten over de basisprincipes achter vaccineren, de verschillendevaccinstrategieën en ontwikkelingen en het belang van succesvol communiceren richtingde doelgroep. Module voor artsen infectieziektebestrijding, artsen AGZ en JGZ, huis- enbedrijfsartsen. U heeft praktijkervaring met vaccinaties. LCR accreditatie wordtaangevraagd.Doelgroep: artsen werkzaam in de infectieziektebestrijding, artsen AGZ, artsen JGZ,

huisartsen en bedrijfsartsen. U heeft praktijkervaring met vaccinatiesData: dinsdag 29 oktober, 5, 12 en 19 november 2013Kosten: € 1.540Locatie: UtrechtLink: http://www.nspoh.nl/page.ocl?pageid=32&id=92

Toepassen van evidence based practice (EBP)

Een praktisch vervolg op Kennismaken met evidence based practice. U leert de EBPwerkwijze goed toepassen. U leert gebruik maken van diverse relevante wetenschappe-lijke zoekmachines. U zult in staat zijn wetenschappelijke artikelen te beoordelen op hunbewijskracht. U leert de mogelijkheden van systematische reviews kennen.Doelgroep: bedrijfsartsen, verzekeringsartsen, documentalisten in arbodienst of UWV,

A&O-deskundigen, A&O-psychologen, arbeidshygiënisten en anderearboprofessionals. Voorkennis: U heeft de module ‘Kennismaken met EBM’of het onderwijs over EBM of thema 4 in de opleiding tot bedrijfs- ofverzekeringsarts gevolgd

Data: woensdag 30 oktober, donderdag 14 november, 5 en 19 december 2013Kosten: € 1.575Locatie: AmsterdamLink: http://www.nspoh.nl/page.ocl?pageid=32&id=185

De praktijk van gezond werken (nieuw)Compacte introductiemodule over het werkveld arbeid en gezondheid. U maakt kennismet de belangrijkste concepten en actoren.Doelgroep: adviseurs in het werkveld arbeid en gezondheidData: vrijdag 1, 8, 15 en 22 november 2013Kosten: € 2.000Locatie: UtrechtLink: http://www.nspoh.nl/page.ocl?pageid=32&id=739

Training motiverend re-integrerenLet them do the sweating! Een intensieve, uiterst praktische en inmiddels zeergewaardeerde training in effectieve re-integratie.Doelgroep: bedrijfsartsen, arboprofessionals, A&O-psychologen, A&O-deskundigen en

re-integratiebegeleiders die het professionaliseren van hun werk ambiërenData: maandag 4 en 18 november 2013Kosten: € 975Locatie: UtrechtLink: http://www.nspoh.nl/page.ocl?pageid=32&id=8

Over gewichtKijk eens kritisch naar uw rol in de aanpak van dit wereldwijd en explosief groeiendeprobleem. Leer wat (te beïnvloeden) oorzaken zijn van overgewicht en watsuccesfactoren zijn in de (preventieve) aanpak. En zet gezondheidsbeleid scherper neer.Doelgroep: artsen, verpleegkundigen JGZ, huisartsen, beleidsmedewerkers,

gezondheidsbevorderaars, preventiemedewerkers en andere professionalsdie een actieve rol hebben bij de aanpak of preventie van overgewicht

Data: dinsdag 5 en 19 november 2013Kosten: € 770Locatie: UtrechtLink: http://www.nspoh.nl/page.ocl?pageid=32&id=80

Hart en werkLeer op verantwoorde wijze omgaan met werknemers na een hartincident. Hoe begeleidtu hen, hoe objectiveert u de belastbaarheid in relatie tot werk en wanneer biedt u welkebegeleiding? U krijgt inzicht in de NVAB-richtlijn over ischemische hartziekten.Doelgroep: bedrijfsartsenDatum: dinsdag 5 november 2013Kosten: € 495Locatie: AmersfoortLink: http://www.nspoh.nl/page.ocl?pageid=32&id=317

Skills lab Proctoscopie en diagnostiek in de soa-bestrijdingTwee dagen proctoscopisch onderzoek en (snel)diagnostiek zijn een waardevolleaanvulling op uw werk als arts in de soa-bestrijding.Doelgroep: (huis)artsen werkzaam in de soa-bestrijdingData: donderdag en vrijdag 7 en 8 november 2013Kosten: € 1.615Locatie: AmsterdamLink: http://www.nspoh.nl/page.ocl?pageid=32&id=651

Page 4: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

124NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

O O R S P R O N K E L I J K A R T I K E L

door reserve luitenant-kolonel-artsdr. Edward C.T.H. Tan

SamenvattingDit artikel beschrijft de civiele prehospitale keten van zorg in Nederland, deHelikopter gebonden Mobiele Medische Teams (H-MMT's), principes van deaeromedical evacuation, de (meer)waarde van de civiele H-MMT’s en maaktde link met de militaire medische prehospitale afvoerketen en medische

zorg in het uitzendgebied.

Fig. 1: Aeromedical Evacuation.

Prehospitale civiele hulpverleningin Nederland

Het Mobiel Medisch Team (“De Traumahelikopter”), wat voegt deze toe?

InleidingEen uitgezonden militair krijgt inprincipe in het buitenland degeneeskundige hulp die vergelijkbaaris met die in Nederland. Hiervoor is debeschikbaarheid van gespecialiseerdemedische teams noodzakelijk. HetInstituut samenwerking Defensie enRelatieziekenhuizen (IDR) treftregelingen, waardoor militairgespecialiseerd personeel wordttewerkgesteld in ziekenhuizen(twaalf civiele ziekenhuizen en hetCentraal Militair Hospitaal) en vanuitdie ziekenhuizen wordt medischspecialistisch personeel terbeschikking gesteld voor inzet bijDefensie. Ten tijde van uitzendingworden patiënten vanaf de plaats vanhet ongeval vervoerd naar een medicaltreatment facility, veelal d.m.v. eencasevac, dan wel als medevac (in hetlaatste geval is medisch personeel inde helikopter aanwezig). AeromedicalEvacuation (AE) is medischluchttransport door adequaat opgeleiden getraind medisch personeel, waarbijgebruik gemaakt wordt van AEgecertificeerde medische apparatuur.Het doel van AE is het bewerkstelligenvan het transport van een patiënt,zonder dat de conditie van de patiëntverslechtert. Binnen het militaire bedrijfkan een onderverdeling gemaaktworden in diverse soorten AE; forward,

tactical en strategic. Forward betekenttransport op het “battlefield”, dan welvanaf de plaats van het incident tot aande veiligere combat zone, waarbij maarbeperkt medisch gehandeld kanworden afhankelijk van hetdreigingsniveau. Tactical wil zeggenvanaf de combat zone naar decommunications zone. Zowel forwardals tactical AE geschiedt meestald.m.v. een rotary wing (helikopter).Ten slotte strategic AE kanplaatsvinden vanaf de combat zone ofcommunication zone naar dethuisbasis of een andere veilige locatie.Dit laatste wordt uitgevoerd doormedisch hoog opgeleid AE-personeelen waarvoor meestal gebruik wordtgemaakt van fixed wing (vliegtuig)(fig. 1).

Prehospitale hulpverleningin NederlandIn Nederland is er civiel een goedgeorganiseerde prehospitale ketenzorgaanwezig. De prehospitaleambulancehulpverlening is eensysteem gebaseerd opverpleegkundige hulpverlening,uitgevoerd door gespecialiseerdeambulanceverpleegkundigen, die alszodanig BIG-geregistreerd zijn. Opgrond hiervan is een aantal specifiekebevoegdheden aan hen toegekend.Ambulanceverpleegkundigen werken

volgens landelijke (Landelijk ProtocolAmbulancezorg (LPA 7.2)) enregionale vastgestelde protocollen. Omde prehospitale acute zorgverlening inNederland verder te optimaliseren is in1999 na een proefperiode van vier jaarbesloten om Mobiel Medische Teams(MMT) op te richten als medischspecialistische uitbreiding van deambulancezorg in Nederland. Huntaken en de verwachtingen die menvan hun inzet heeft, zijn omschrevenin de ‘Beleidsvisie Traumazorg2006-2010’ van de overheid

1. Een

Helikopter gebonden MMT (H-MMT),ook wel ‘traumahelikopter’ genoemd,bestaat uit een medisch specialist(anesthesioloog, traumachirurg ofintensivist met uitgebreide kennis enscholing op het gebied van deprehospitale acute hulpverlening), eengespecialiseerde verpleegkundige(verpleegkundige A / HBO-V metafgeronde SOSA-opleiding en vijf jaarfulltime ambulance-ervaring) en een(veelal oud-defensie) piloot. Insamenwerking met deambulancehulpverlening bieden zijgespecialiseerde acute medischeprehospitale zorg. Het MMT werktvolgens de richtlijnen voor MobieleMedische Teams in Nederland dieuitgaan van het LPA. Enkele militairmedisch specialisten, werkzaam voorhet IDR in het UMC St Radboud enhet Erasmus Medisch Centrum, zijnwerkzaam op de H-MMT.H-MMT’s worden voornamelijk ingezetbij ongevallen. Hun belangrijkste taakis daarbij het snel en efficiëntverzorgen van medische handelingenter stabilisatie van vitale functies, dieanders pas in het ziekenhuis kunnenworden uitgevoerd. Soortgelijkeprehospitale behandelsystemen zijn inveel Europese landen al langer ingebruik. De coördinatie van acuteprehospitale zorg wordt in ons landuitgevoerd door 22 meldkamers voorambulancezorg (MKA’s). De H-MMT’s(roepnaam: Lifeliners) wordengealarmeerd en gecoördineerd door devier MKA’s van de regio’s waarin zijhun vaste standplaats hebben.

Militair traumachirurg Afdeling Heelkunde-Traumachirurgie, UMC St Radboud, Nijmegen.Heli-MMT arts Lifeliner 3, Acute Zorgregio Oost.Artikel ontvangen augustus 2013.

Page 5: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

125NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Fig. 2: Inzetgebied MMT. Bron: Acute Zorg Regio Oost. Fig. 3: Aanvliegtijden van de vier traumahelikopters.

Fig. 4: Reistijd tot dichtstbijzijnde traumacentrum.

In Nederland zijn vier Lifelinersinzetbaar (verbonden aan eentraumacentrum), vanuit destandplaatsen Amsterdam VU(Lifeliner 1), Rotterdam Erasmus MCvanaf vliegveld Rotterdam (Lifeliner 2),UMC St Radboud Nijmegen vanafVliegbasis Volkel (Lifeliner 3) enUMC Groningen (Lifeliner 4). Dezehelikopters worden ingezet in voorafvastgestelde inzetgebieden (fig. 2).Tevens kunnen drie buitenlandsehelikopters in de grensgebieden vanNederland assisteren. Door de parate

H-MMT’s wordt 99% van deNederlandse bevolking in eenresponsietijd van 30 minuten bereikt(fig. 3). In figuur 4 ziet u de reistijd toteen van de 11 traumacentra bijtransport met alleen grondvervoer(ambulance). De Lifeliners (typeEurocopter 135 T2) zijn eigendom vanMedical Air Assistance, het vliegbedrijfvan de ANWB. De vloot van ANWBMedical Air Assistance bestaat uit6 helikopters van het type EurocopterEC-135, met de registraties PH-EMS,PH-ELP, PH-ULP, PH-MAA, PH-HVB

en PH-MMT. Dereservehelikoptersstaan in principe gestaldte Lelystad Airport. Deandere achttienmeldkamers kunnen,om logistieke redenenalleen via dezecoördinerende MKA’seen H-MMT latenoproepen. Als naaankomst van de eersteambulance bij depatiënt blijkt datondersteuning door eenH-MMT niet of niet meernoodzakelijk is, wordthet aanvliegendeH-MMT geannuleerdvolgens een tevorenafgesproken protocol(MIST).In 2009 besloot deminister vanVolksgezondheid,

Welzijn en Sport tot uitbreiding naareen 24-uurs parate dienst vanH-MMT’s op de vier Lifelinerlocaties,nadat een proefperiode van twee jaarhad laten zien dat er ook behoefte wasaan een nachtelijk inzetbaar H-MMT.De helikopter bleek ‘s nachts ook eengoed, snel en veilig vervoermiddel

2.

Wanneer er een inzet is in het donker,maakt men gebruik van specialenachtzichtapparatuur (Night VisionGoggles).’s Nachts wordt devlieghoogte aangepast aan dedonkersituatie en wordt alleen buitende bebouwde kom of op voorverkendelocaties geland. Hierbij kan het nodigzijn dat het MMT door de politie wordtopgehaald en naar de locatie van hetincident wordt gebracht.Het H-MMT heeft zowel de beschikkingover een helikopter als een speciaalvoor het MMT uitgerustvoorrangsvoertuig (afb. 1). Het grotevoordeel van de helikopter is dat indezelfde tijd een groter gebied bereiktkan worden (± 260 km/uur) dan metgrondgebonden vervoer mogelijk is.Daarnaast heeft de helikopter geen lastvan verkeersbelemmering op de weg,zoals files en andere obstakels. Ookkan de helikopter op plaatsen komenwaar auto’s dat niet kunnen. HetH-MMT maakt gebruik van het MMT-voertuig als de helikopter door slechteweersomstandigheden of vanwegetechnisch onderhoud of technischeproblemen niet inzetbaar is. Juridischgezien zijn de vluchten zogenaamdeHelicopter Emergency Medical Service

Page 6: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

126NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Afb.1: Foto Lifeliner 3 PH-ELP en de Volvo. Bron: Acute Zorg Regio Oost.

Afb. 2: Inzet heli MMT met patiëntenvervoer. Foto: Harrie Grijseels.

(HEMS) vluchten, welke aan eenandere wet- en regelgeving zijngebonden dan ‘normale’helikoptervluchten. Deze regelgevingmaakt het mogelijk om overal inNederland op straat te mogen landen.De Nijmeegse helikopter (Lifeliner 3)wordt met name ingezet in de regio’sNoord- en Midden-West-Brabant,Gelderland-Zuid en -Midden, Noord- enMidden-Limburg en Zuidoost-Utrecht.Tevens worden de Lifeliner 3 enLifeliner 4 grensoverschrijdend ingezetin Duitsland.

Inzetcriteria MMTHet H-MMT kan primair worden ingezetdoor de MKA op basis van de meldingdie zij ontvangen of secundair wordeningezet wanneer de ambulance terplaatse is en besluit om een MMT in tezetten. Recent zijn onderstaandeinzetcriteria geformuleerd, waarbij detoestand van de patiënt leidend is. Erwordt gebruikt gemaakt van het“Bewust ABCDE”-protocol, waarbij Dnaar voren is gehaald daar uit de

literatuur blijkt dat aldan niet bestaandebewusteloosheid eenzeer betrouwbareindicator is voor deernst van detoestand van depatiënt. Decombinatie vanbewusteloosheid eneen ABCDE-probleem is eenduidelijke indicatievoor H-MMT-inzet.Daarnaast wordtgoed het “event”uitgevraagd dus hetmechanisme van hetongeval, daar dit een

zeer goede indicator is voor deverwachte ernst van het letsel. Hetbetreft hier bijvoorbeeld een ongevalmet een motorvoertuig dat met hogesnelheid een crash heeft veroorzaaktwaarbij een slachtoffer isweggeslingerd, meerdere gewondenzijn gevallen als gevolg van beknelling,bedelving of verdrinking of indien eenmedepassagier is overleden. Eenongeval met elektriciteit en/of bliksem,een explosie met aanzienlijke schade,een grote brand met ingeslotenen,schotwonden, ernstige slag- ofsteekverwondingen aan schedel,borstkast of buikholte, val van hoogte,verloskundige complicaties,duikongevallen, chemische, toxischeen nucleaire incidenten zijninzetcriteria. Ook zijn er logistieketoestandsbeelden gerelateerd aan depatiënt die het zinvol maken eenH-MMT in te zetten. Hierbij valt tedenken aan een ongevalsplek die vooreen ambulance onbereikbaar is, of eenaanrijtijd van meer dan 15 minuten vande ambulance. Laagdrempelig inzetten

van een H-MMT wordt geadviseerd bijbetrokkenheid van kinderen, zwangerevrouwen en ouderen

3.

Het besluit om een H-MMT-inzet af tebreken (cancel) kan genomen wordendoor de centralist van de meldkamer,door bijvoorbeeld het ambulanceteamter plaatse of door het H-MMT zelf.Van alle ketenpartners wordt de redenvan cancel verwacht. Meestel betreftdit het aantreffen van een ABCD-stabiele patiënt door de eersteambulance.

Alle meldingen waarbij het H-MMTwordt opgeroepen, wordengeregistreerd in een HEMS-inzetregistratie. Hierbij worden onderandere gegevens geregistreerd overde inzet, primair en aanvullendonderzoek, vitale functies,verrichtingen en medicatie om eencompleet medisch dossier van depatiënt aan te leggen. In 2012 is hetH-MMT Nijmegen 1438 kerenopgeroepen, hiervan werd het MMT752 maal gecanceld (52,3%). Deredenen van het cancelen warenonder andere het aantreffen van eenABCD-stabiele patiënt; de hulp is nietmeer nodig (geen gewonden of depatiënt is helaas overleden), meestalals het H-MMT primair is ingezet opbasis van de 112-melding; of doordater niet gevlogen kan worden doorweerslimieten (reistijd/afstand). Hetmerendeel van de inzetten wasvanwege verkeersongevallen en valvan hoogte, in mindere matereanimatie, onwelwording enlangdurige beknelling. De meesteverrichtingen die door het H-MMTworden uitgevoerd zijn gericht op destabilisatie van vitale orgaansystemenen betreffen het sederen en verslappenvan een patiënt ten behoeve vanendotracheale intubatie, het inbrengenvan thoraxdrains of het verkrijgen vaneen toegang en het stelpen vanernstige bloedingen door repositie vanfracturen of het aanbrengen van eenbekkenband bij een bekkenfractuur.Over het nut en noodzak van eenH-MMT is in de literatuur veeldiscussie. Diverse studies laten eenduidelijk meerwaarde zien

4-6.

De Jongh et al. beschrijven eenniet-significant hoger risico opoverlijden bij inzet van het H-MMTbij patiënten met een ernstigneurotrauma

7, echter er zijn te veel

confounding variabelen op deze studie,om deze conclusie te rechtvaardigen

8.

Aangetoond is bijvoorbeeld dat eenH-MMT van duidelijke meerwaarde isbij de behandeling van ernstigegewonde patiënten

9,10. Recent

onderzoek bij ambulancepersoneel inde regio Hollands Midden liet zien dat

Page 7: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

127NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

S U M M A R Y

Afb. 4: ORAC-oefening Gilze-Rijen, maart 2013. Foto: Edward Tan.

Afb. 3: PH-ELP (Lifeliner 3). Bron: Acute Zorg Regio Oost.

het H-MMT van meerwaarde was bijneurotrauma, kinderreanimatie, lastigeintubatie en beknelling

11. De

beschikbaarheid van de 4 H-MMT’svormt een waardevolle aanvulling op de reguliere ambulancezorg, daar doorde aanwezigheid van een medischgespecialiseerde MMT-arts een grotereexpertise ter plaatse is, en hierdooraan artsen voorbehouden handelingenkunnen worden uitgevoerd (zoals het gebruik van spierverslappers ten behoeve van endotracheale intubatie,het inbrengen van een thoraxdrain, het chirurgisch stoppen van een bloedinge.d.). Uit de literatuur komt wel een duidelijk beeld naar voren dat dergelijke voorbehouden handelingenvan meerwaarde kunnen zijn voor de patiënt, hoewel dit beeld met namegebaseerd is op klinisch uitgevoerdestudies. Het aantal prehospitale studiesis tot op heden nog zeer beperkt. Bijeen H-MMT-inzet gaat het daarnaastniet alleen om de interventies, ook de (grotere) ervaring van H-MMT-hulpverleners (gemiddeld genomen zaleen H-MMT een veel grotere exposurehebben aan polytraumapatiënten en (kinder)reanimaties dan bijvoorbeeldeen gemiddeldeambulancebemanning) is in de praktijkmedebepalend voor de uitkomst.Verder onderzoek zal dienen plaats te vinden om de meerwaarde van een H-MMT aan te tonen in Nederland.

Voor de militaire situatie wordt onderandere d.m.v. de inzet van IDR-teamsernaar gestreefd zorg te leverenconform de Nederlandse richtlijnen.Veelal worden deze IDR-teams in een Role 2 en Role 3 setting uitgezonden.Voor de militaire prehospitalehulpverlening heeft Defensie de beschikking over hoog opgeleideAMV’ers en medics, diegeprotocolleerd handelen volgens de diverse Nederlandstalige zakboeken(zakboek geneeskundige verzorger en

gewondenhelper VS 8-570 en zakboekAMV VS 8-571) gebaseerd op de BATLS UK doctrine (BATLS NLD JSP570 druk 2.0). Voor het vliegendemedische personeel (onder andere de Search And Rescue (SAR)) zijn eruitstekende opleidingen (de cursusOperationele en SpoedeisendeGeneeskunde Koninklijke Luchtmachten de Operational ReadinessAeromedevac Course (ORAC, afb. 4)ten behoeve van de rotary wingforward en tactical aeromedevac vanhet Commando Luchtstrijdkrachten(CLSK)). Klinische ervaring dientechter te allen tijde leidend te blijvenen jaarlijkse stages, niet alleen op de Spoedeisende Hulp maar met nameprehospitaal op de ambulancediensten,zijn wenselijk. Eventuele kortdurendestages op een van de vier H-MMT’szijn aan te bevelen.

THE PREHOSPITAL CHAIN OFCARE IN THE NETHERLANDSThe usefulness of the Helicopter

Mobile MedicalTeamsThis articledescribes the prehospital chainof care in the Netherlands, the physician staffedHelicopterEmergencyMedical Servicesand its usefulness,the principles ofaeromedicalevacuation and the link with the military chain ofcare duringdeployment.

Literatuur:1. Acute zorg; brief minister met de

Beleidsvisie traumazorg 2006-2010.Kamerstukken 2005-2006, 29.247 nr. 37.

2. Hoogerwerf N., Heijne A.,Geeraedts jr. L.M.G. et al.: Nachtelijke inzetHelikopter-Mobiel Medisch Team.Ned Tijd v Geneeskunde 2010;154:A2149.

3. MMT Inzet- en cancelcriteria. Landelijknetwerk acute zorg en AmbulancezorgNederland, juni 2013.

4. Frankema S.P., Ringburg A.N.,Steyerberg E.W. et al.: Beneficial effect ofhelicopter emergency medical services onsurvival of severely injured patients.Br J Surg 2004; 91:1520-1526.

5. Ringburg A.N., Thomas S.H.,Steyerberg E.W. et al.: Lives saved byhelicopter emergency medical services:an overview of literature. Air Med J 2009;28:298-302.

6. Stewart K.E., Cowan L.D., Thompson D.M.et al.: Association of direct helicopter versusground transport and in-hospital mortality intrauma patients: a propensity score analysis.Acad Emerg Med. 2011;18:1208-16.

7. De Jongh M.A., Van Stel H.F.,Schrijvers A.J., Leenen L.P.,Verhofstad M.H.: The effect of HelicopterEmergency Medical Services on traumapatient mortality in the Netherlands.Injury 2012;43:1362-7.

8. Hoogerwerf N., Valk J.P., Houmes R.J. et al.:Benefit of Helicopter Emergency MedicalServices on trauma patient mortality in theNetherlands? Injury. 2013;44:274-5.

9. Giannakopoulos G.F., Kolodzinskyi M.N.,Christiaans H.M.T. et al.: HelicopterEmergency Medical Services save lives:outcome in a cohort of 1073 polytraumatizedpatients. European Journal of EmergencyMedicine 2012; (March).[EPUB ahead of print].

10. Galvagno S.M., Haut E.R., Zafar S.N. et al.:Association between helicopter vs groundemergency medical services and survivalfor adults with major trauma.JAMA 2012;307:1602-1610.

11. De Nooij J.: Samenwerking met het MMT.V&VN Ambulancezorg 2012 maart 26-30.

Websites:- www.azo.nl- www.lifeliner.nl- www.trauma.nl- www.acutezorg.nl

Page 8: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

128NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

O O R S P R O N K E L I J K A R T I K E L

Buffer: Na2HPO4 (watervrij) 7 gr.,KH2PO4 (watervrij) 3 gr., NaCl 5 gr.,0,1 M MgSO4 10 ml., 0,1 M CaCl2 10 mlen vervolgens aanvullen met water tot1 liter

5.

door dr. L.H. Loebis

SamenvattingRegelmatig verschijnen er berichten in de media over sterfgevallen m.n. inziekenhuizen, bejaardentehuizen, etc. als gevolg van infecties veroorzaaktdoor multiresistente bacteriën. De voorhanden zijnde antibiotica zijn maarten dele of in het geheel niet werkzaam. Nieuwe antibiotica zijn vaak nog inde ontwikkelingsfase.Een oud maar beproefd middel is de ‘bacteriofaag’ (bacterie-eter). Dit betrefthet oplossen (lyseren) van een bacteriecultuur door een ultrafiltreerbaarvirus. Dit bacterie-oplossend proces bleek goed bruikbaar ter bestrijdingvan bacteriële infecties.In de Oost-Europese landen, de voormalige Sovjet-Unie en vele Aziatischelanden wordt dit middel meer en meer toegepast en met onmiskenbaargunstige resultaten bij behandeling van infecties. In Georgië behoort het allang tot de eerstelijns geneeskunde.

Fig. 1: Relatieve grootte van virus t.o.v. andere cellen.

Wat te doen bij een multiresistenteziekteverwekker?

InleidingWat we zeker niet moeten doen, is,wachten op nieuwe werkzameantibiotica. Daarvoor gaat in de huidigetijd de ontwikkeling ervan te traag. Wemoeten juist naar het verleden kijken,naar ongeveer 100 jaar terug. Dus nognaar het pre-antibiotische tijdperk.De geruchten, dat het water uit deGanges een geneeskrachtige werkingzou hebben, speciaal op darminfecties,deed Felix d’Hérelle, een Frans-Canadese microbioloog die leefde van1873 tot 1949, ertoe besluiten dezegeruchten op waarheid te toetsen

1.

Maar zo eenvoudig lag de zaak niet.Want terwijl sommige mensen na hetdrinken van dat water inderdaad vande cholera of dysenterie genazen,werden andere mensen er juist ziekvan. Welke fractie van het water isziekmakend en welke geneeskrachtig?Nu zijn er talloze manieren om water infracties te verdelen. Intuïtief koosd’Hérelle de juiste indeling(1914 - 1915). Hij filtreerde het waterdoor membranen van toenemendefijnmazigheid. Bij een fijnmazigheid van22 nanometer (nm) bleek hij de juistefracties van elkaar gescheiden tehebben. Het water, dat daar doorheenging bleek geneeskrachtig. Maargebruikte hij filters van eenfijnmazigheid van kleiner dan 20 nm,dan bleek het filtraat degeneeskrachtige werking te missen. Degeneeskrachtige werking moest dus

uitgaan van partikeltjes ter groottevan ca. 22 nm maar niet kleiner danca. 20 nm. Hij trok hieruit de conclusie,dat de partikeltjes virussen moestenzijn

2(fig. 1).

BacteriofagenAls hij wat van het geneeskrachtigfiltraat goot op een reincultuur (vanE. coli, Pseudomonas, Klebsiella ofnog van vele andere soorten) danbleken er zich doorzichtige plekjes teontwikkelen op de plaat

3(zie fig. 2).

De bacteriën moesten op die plekjesdus vernietigd of opgelost zijn. Met eenelektronenmicroscoop heeft hij laterkunnen vaststellen, dat de bacteriën opdie plaatsen door de virussen warenvernietigd (gelyseerd). Men heeft dievirussen dan ook bacteriofagen(bacterie-eters) genoemd

4.

ReincultuurEen reincultuur van bacteriën is eencultuur afkomstig van één enkelebacterie. Willen we van eenmengcultuur een reincultuur maken,dan moeten we deze met een öseuitruiten (desnoods over meerdereplaten) totdat er afzonderlijke kolonieszichtbaar worden met een scherpomschreven vorm, grootte en kleur.We mogen redelijkerwijs aannemen,dat één dergelijke kolonie uitnakomelingen bestaat van één enkelebacterie. We pikken dan met een öseéén van die koloniën eruit, enten die op

een agarplaat en strijken diegelijkmatig met een gebogen glazenstaaf uit op de agar zodat er een“gazoncultuur” ontstaat, dat wil zeggeneen bacteriegroei met over de geheleagarplaat een bacteriegroei met eenoveral gelijke dikte.

Scheiding virussen van bacteriënOm de virussen van de bacterie- (ofbacterieresten) te scheiden, gaat menmet een öse over een doorzichtige pleken schudt men de öse uit in een buisjemet buffer.

Dan centrifugeert men het mengselmet een snelheid van 5000 rotaties perminuut gedurende 5 minuten. Hetbacterie-afval gaat naar de bodem ende virussen komen boven drijven. Omdeze virussen in handen te krijgen,moet men dus het supernatantafzuigen. Ter wille van de zuiverheidkan men dit proces nog enige malenherhalen. De lytische werking blijkt ineen donkere ampul bij 4°C een maandbehouden te blijven

2. Men hoeft niet

bang te zijn, dat het water, dat menover de reincultuur heen giet niet debacteriofaag bevat, die men wilhebben. In 1 cm

3zee-, riool- of

afvalwater zitten reeds 1 miljardbacteriofagen

6,7en het aantal soorten

bacteriofagen op aarde wordt geschatop 10 tot de macht 31

8. Voor iedere

bacterie is er wel een bacteriofaag ofzijn er meerdere bacteriofagen tevinden, al zal er voor de isolatie vansommigen (Clostridiën enMycobacterium tuberculosis) welbijkomende handelingen nodig zijn

8,9,10.

Bacteriofagen hebben een smalspectrum; ze zijn werkzaam tegen éénsoort bacterie of soms alleen tegenenkele subgenera ervan. Dit is geenbezwaar, want men kan een cocktailmaken tegen de verwachteverwekkers. Zo zou men tegenziekenhuisinfecties een cocktail vanbacteriofagen kunnen maken tegenMRSA (methicilline-resistentestafylococcen), VRE (vancomycine-resistente enterococcen) enmultiresistente Klebsiella.

Medisch microbioloog n.p. te Zwolle.Artikel ontvangen augustus 2013.

Page 9: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

129NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Fig. 2: Aangevreten plekjes op de reincultuur door de specifiekefaag.

Fig. 3: Alleen de lytische cyclus is van belang.

Bij een sepsis door eenoorlogsverwonding zal men eenbredere cocktail van bacteriofagenmoeten maken en wel gericht tegenalle Enterobacteriaceae inclusief dePseudomonadaceae en de Clostridiumperfringens en tetani.Het lichaam zou bij langdurig gebruikantistoffen kunnen maken tegen deeiwitten van een bacteriofaag en zo debacteriofaag onwerkzaam maken. Datis geen bezwaar: men zoekt gewoonnaar een andere bacteriofaag tegen dedesbetreffende bacterie.

Tbilisi (Eliava) InstituutNa vele omzwervingen was d’Hérelleomstreeks 1934 in Tbilisi, Georgiëbeland op uitnodiging van Stalin.Het verheugde hem te kunnensamenwerken met zijn goede vriendprofessor George Eliava die in 1923het Tbilisi Instituut had opgericht.Eliava had hij leren kennen in Parijstijdens een bezoek aan het PasteurInstituut. Het boterde niet tussend’Hérelle en Eliava. D’Hérelle eistehet geestelijk eigendom van hetEliava-instituut geheel voor zich op.Iedereen verwachtte, dat d’Hérelle als

ongewenst vreemdelinghet land zou wordenuitgezet. Maar alsgevolg van eenliefdesaffaire met eenvrouw waar ook Beria,hoofd van de geheimepolitie, verliefd op waswerd Eliava in 1937 als“vijand van het volk”geëxecuteerd. Hetinstituut mocht de naamEliava-instituut blijvendragen en hij (Stalin)profiteerde van zijnwetenschappelijkeverworvenheden. Zomoest iedere Sovjet

soldaat 5 ampullen bacteriofagen inzijn ransel met zich meedragen.Volgens een ruwe schatting heeft het50% van de soldaten met sepsis hetleven gered

11. Een andere ruwe

schatting meldde eensuccespercentage van 80% - 90%

12.

D’Hérelle vluchtte naar Parijs om nooitmeer naar Georgië terug te keren.Ondanks de successen metbacteriofagen werd in 1928 doorFleming’s ontdekking van penicilline debelangstelling voor bacteriofagenverdrongen

13. Bacteriofagen raakten

over de hele wereld in het vergeetboek(behalve in de Sovjet Unie inclusiefGeorgië) en de antibiotica maakteneen ongekende bloei door. Dit heeftverschillende oorzaken:1. de eerste klinische artikelen over

bacteriofagen verschenen in hetGeorgisch, een voor de meestewetenschappers een weinigtoegankelijke taal;

2. de antibiotica hadden een breedwerkingsspectrum;

3. antibiotica zijn in vaste en kristallijnevorm bij kamertemperatuuronbeperkt houdbaar.

Van de andere kant:1. vormen de fagen met

de bacterie sameneen levendesubstantie en hebbenzo een groterdoordringings-vermogenbijvoorbeeld doordikke pus

14;

2. men kan de cocktailzo breed maken alsmen wil.

BeperktehoudbaarheidbacteriofagenEen nadeel blijft debeperkte duur van dewerkzaamheid

2.

In donkere flessen offlessen van hars bij 4°C

blijven ze werkzaam gedurende enkelemaanden. Dit is bij lange na nietgenoeg voor het gebruik bij langdurigeconflicten. In Georgië is hetvoorschrijven van bacteriofagen dooreen huisarts even gewoon als hier hetvoorschrijven van antibiotica. Deapotheken liggen daar ook dichter bijde leverancier: het Eliava-instituut(Tbilisi). Dit gold tot 1991. Toen deSovjet Unie in elkaar stortte bleekRusland maar weinig over te hebbenvoor zijn voormalige deelrepublieken.Door gebrek aan stroom smolt het zozorgvuldig opgebouwdediepvriesarchief van bacteriofagen inelkaar en verdween door de gootsteen.Maar de kennis bleef bestaan bij deleerlingen van Eliava en is het instituutook toegankelijker geworden voorbuitenlandse wetenschappers. Dezehebben bijgedragen aan dewederopbouw van het instituut entien jaar later functioneerde het alsvoorheen. De buitenlandsewetenschappers hebben ookbijgedragen aan publicaties in hetRussisch, Pools, Frans en Engels.Nu de ene multiresistente bacteriena de andere verschijnt en er zichsterfgevallen door voordoen, wordthet een morele plicht om opnieuwaandacht te schenken aan debacteriofagentherapie.Theoretisch is dat eenvoudig, namelijkop de wijze, die eerder in dit artikel isbeschreven. Maar als de routineontbreekt, zal men deze moetenopdoen in het Eliava-instituut in Tbilisi.Een ziekenhuisapotheek zal overdiepvries (-70°C) faciliteiten moetenbeschikken, wil zij altijd snel debenodigde bacteriofagen kunnenleveren.Het voor onbepaalde tijd bewaren enwerkzaam houden van bacteriofagenlukt alléén met vriesdrogen. De ampulmet bacteriofagen en de faagbuffer

5

worden in vloeibare stikstof gedoopt,waarna de atmosferische druk tot0,06 atm. wordt verlaagd. Het ijs gaatdan meteen in damp over. Tijdensdeze lage druk wordt de ampuldichtgesmolten. Is men desondanksbevreesd, dat ijskristallen de fagenzullen vernielen (bijvoorbeeld als menbrede ampullen gebruikt) dan moetmen 10 à 15 vol% antivries toevoegen.Het beste leent zich hiervoor glycerine(= glycerol). Deze stof is atoxisch voorde mens.

Cyclussen bacteriofagenBacteriofagen kunnen in 2 cyclussenverkeren:1. de lysogene cyclus en2. de lytische cyclus (zie fig. 3).Van therapeutisch belang is alleen delytische cyclus. De bacteriofagen, die

Page 10: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

130NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

S U M M A R Y

we uit heldere plekjes van eenreincultuur hebben geïsoleerd verkerenuiteraard in de lytische cyclus.Spontaan kan een lytische cyclus ineen lysogene cyclus overgaan enomgekeerd. Maar dit gebeurt echterpas na ± 100 miljoen generaties. In depraktijk zijn de cyclussen als stabiel tebeschouwen

15. De lysogene cyclus

wordt alleen gebruikt vooronderzoeksdoeleinden

16.

In figuur 3 ziet men, dat tijdens delytische cyclus het DNA van debacterie volkomen wordt verknipt instukken van willekeurige lengte. Hierbijsterft de bacterie af. Degeneratiewisseling van de lytischebacteriofagen gaat zeer snel; zó snelzelfs dat de bacteriën nog eerderafsterven dan met antibiotica. Wekrijgen dan te maken met de reactievan Jarisch-Herxheimer, niet alleen bijbehandeling van syphilis metpenicilline en/of de behandeling vanBorrelia burgdorferi met ceftriaxon.

Bij de behandeling met bacteriofagenkan het al optreden bij de behandelingvan een MRSA-infectie.De lysogene cyclus heeft, in het lichtvan de therapie, juist een averechtseffect. Hierbij wordt het DNA van debacterie niet vernietigd, maar wordt ereen stuk aan toegevoegd (zie fig. 3)

12.

De bacterie krijgt er eigenschappen bij,soms gunstige maar vaak ookongunstige. Zo kan een lysogenebacteriofaag van een onschuldigestreptococ A een toxineproducerendestreptococ maken

17of van een

Corynebacterium een C. diphteriae.Nog andere voorbeelden: de Vibriocholerae, Clostridium botulinum en eenShiga-toxine producerende E. coli dezgn. EHEC coli

16. De

generatiewisseling loopt bij eenlysogene cyclus even snel als bij eengemiddelde bacteriedeling of nogtrager. De hoeveelheid lysogenebacteriën wordt “getitreerd” door zein de lytische fase te brengen metUV-straling (golflengte 254 nm) en3 ml mitomycin (0,5 g/l)

18.

Toedieningswijzen1. Men kan de fagen toedienen in

pilvorm. Ze blijven onder de 55°Cvele maanden werkzaam maar nietlanger dan een jaar. Het verdientaanbeveling de pillen te omhullenmet Na-bicarbonaat (Na2CO3) om de

bacteriofagen te beschermen tegenhet maagzuur.

2. Lokale toediening: op natte gazen,die op de geïnfecteerde wondenworden gelegd.

Anticiperen op Jarisch-Herxheimersereactie:Noodmaatregelen:1. Spuit met vers opgeloste

adrenaline klaarleggen en de patiëntiedere 5 minuten 0,5 mg adrenalinetoedienen;

2. Buisje klaarleggen voor deverwijding van deademhalingswegen voor het gevaldeze gezwollen zijn en eventueelnog beademen.

Zodra deze levensreddendemaatregelen genomen zijn, kan depatiënt in een nabijgelegengeoutilleerde kliniek volgens degeëigende methoden wordennabehandeld

19.

Conclusies en aanbevelingenIn geval van een keuze tussen eenzekere dood door een multiresistentebacterie en het testen van eenwaarschijnlijk succesvolle behandelingmet bacteriofagen, is men moreelverplicht voor deze laatste te kiezen.Kan de ziekenhuisapotheek deze nietzelf maken dan zijn deze te bestellen inTbilisi. Bewaren bij -70°C.Het verdient aanbeveling om enigejonge pas afgestudeerde artsen in degelegenheid te stellen in Oost-Europaeen tijdje een praktijkstudie tedoorlopen van de behandelingswijzeen jonge pas afgestudeerdeapothekers zich te laten bekwamen inde techniek van de isolatie en opslaanvan bacteriofagen.

WHAT TO DO WITH AMULTIRESISTANT PATHOGEN?The heydays of antibiotics are over.When formerly a pathogenic bacteriumbecame resistant to an antibiotic, therewere plenty of other antibiotics on themarket of which there was always one,which was active against the pathogen.If not, there appeared new antibioticson the market. Now however thedevelopment of new antibiotics is soslow, that we cannot wait for newactive ones. Even a nosocomialinfection (in an immuno-compromisedpatient) with a multiresistant bacteriummay be fatal. So it is time now toreverse the medical tradition and use atherapy which already existed in thepre-antibiotic era: the bacteriophagetherapy. If we are confronted with thechoice between a certain death by amultiresistant bacterium or a very

probable healing with bacteriophages,we have the moral duty to try the last.In the future a hospital pharmacistshould be able to store and to deliverany cocktail of bacteriophages needed.

Literatuur:1. Hankin M.E.: The bacterial action of the

waters of the Jamuna and Ganga rivers onCholera microbes. Ann. de l’Inst.Pasteur 10.511 (1894).

2. D’Hérelle F.: Sur un microbe invisibleantagoniste des bacilles dysentériques.C R Acad Sci 165 p. 373 (1917).

3. Sundar M.M., Nagananda G.S., Das A.,Bhattacharya S., Suryan S.:Isolation ofHost-Specific Bacteriophages from SewageAgainst Human Pathogens. Asian J ofBiolechnology, 1, p. 163 - 170 (2009).

4. Twort F.W.: An investigation on the nature ofultramicroscopic viruses. Lancet 186(4814)p. 1241 - 1243 (1915).

5. Rohde Christine: Supply, Storage andPropagation of Phages Leibnitz-InstitutDSMZ-Deutsche Sammlung von Mikro-organismen und Zellkulturen GmbH. E-mail:[email protected] of http://www.dsmz.de (2008).

6. Suttle, C.A.: 1 cm3 of seawater contains1 million to 1 milliard virus particles.Nature 437 p. 356 (2005)

7. Edwards R.A., Rohwer F.: There are millionsof diverse bacteriophage species in thewater, soil and gut. Nat Rev Microbiol 3(6) p.504 - 510 (2005).

8. Hawtrey Samantha, Lovell Lori, King Rodney:Isolation, Characterization, and Annotation:The Search for Novel BacteriophageGenomes. J of Exp Secondary Science,p. 1 - 9 (2012).

9. Smith, H.W.: The Bacteriophages ofClostridium perfringens. J General Microbiol21(3) p. 622 - 630 (1959).

11. Sandeep K.: Bacteriophage precision drugagainst bacterial infections. Currenr Science,90(5) p. 611 - 613 (2006).

12. Stone R.: Stalin’s Forgotten Cure. Science,298, p. 728 - 737 (2002).

13. Alisky J., Iczkowski K., Rapoport A.,Troitsky N.: Bacteriophages show promise asantimicrobial agents. J Infect, 36(1), p. 5 - 15(1998).

14. Parfitt T.: Georgia: an unlikely stronghold forbacteriophage therapy. Lancet, 365(9478)p. 2166 - 2167 (2005).

15. Warren P.B., Ten Wolde P.R.: Enhancementof the stability of genetic switches byoverlapping upstream regulatory domains.Physical Review Letters 92 (128101) p. 1 - 4(2004).

16. Imamovic Leila., Jofre J., Schmidt H.,Serra-Moreno Ruth, Muniesa Maite: Phage-Mediated Shiga Toxin 2 Gene Transfer inFood and Water. Applied and EnvironmentalMicrobiol. 75(6) p. 1764 -1768 (2009).

17. Zabriskie, J.B.: The role of temperatebacteriophage in the production oferythrogenic toxin by group A. J ExpMedicine, 119, p. 761 - 780 (1964).

18. Weinbauer M.G., Suttle C.A.: PotentialSignificance of lysogeny to Bacteriopgaheproduction and Mortality in Coastal Waterof the Gulf in Mexico. Applied andEnvironmental Microbiol 62(12)p. 4374 - 4380.

19. Fekade D., Knox K., Hussein, K., Lalloo D.G.,Coxon R.E. e.a.: Prevention of Jarisch-Herxheimer Reactions By Treatment withAntibodies against Tumor Necrosis Factoralpha. N Engl J Med, 335, p. 311 - 315(1996).

De reactie van Jarisch-Herxheimerontstaat, wanneer plotseling veel bacteriëntegelijk ten gronde gaan zoals na eeninjectie van penicilline voor de behandelingvan syphilis. De dode treponema’s zijn voorhet lichaam een vreemd eiwit. Het is dusalsof men een lichaamsvreemd eiwitintraveneus inspuit. Daarop volgt eenanafylactische shock niet zelden metdodelijke afloop.

10. Froman Seymour, Will Drake W.,Bogen Emil: Bacteriophage Active AgainstVirulent Mycobacterium tuberculosis - I.Isolation and Activity. Am. J Public HealthNations Health 44(10) p. 1326 - 1333 (1954).

Page 11: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

131NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

O O R S P R O N K E L I J K A R T I K E L

door J.H. Wingelaar

SamenvattingDirect na de Tweede Wereldoorlog (WO II) werden er meerdere militairehospitalen geopend. Al snel nadat de werkelijke oorlogshandelingen warenovergegaan in een ‘papieren’ oorlog (Koude Oorlog) werd de behoeftegevoeld aan reductie van het aantal hospitalen. Veelal geen directebeslissingen vanuit het ministerie, maar beslissingen op basis van studiesvan adviescommissies. Vooral de adviezen van de commissie Drijberhebben tot sluiting van de meeste hospitalen geleid. Uiteindelijk resteerter in 1991 nog één militair hospitaal, wel op eigen grond, maar directsamenwerkend met het Universitair Medisch Centrum Utrecht. In dit artikeleen beknopt overzicht van de strijd die vanaf 1945 op papier is gestredenen die tot deze ontwikkeling heeft geleid. Het eerste deel van dit artikel is verschenen in het julinummer [Wingelaar, 2013].

Afb 1: Neboklooster Nijmegen. Bron: http://www.noviomagus.nl

- Centraal Bureau Keuringen en

Herkeuringen;

- Militair Tandheelkundige Dienst;

- Militair Pharmaceutische Dienst;

- Rijksmagazijn van Geneesmiddelen;

- Bloedtransfusiedienst;

- Schermbeeldfotografische dienst;

- Geneeskundige Dienst

Luchtstrijdkrachten;

- Depot Geneeskundige troepen;

- Nederlands Verpleegsters Korps der

Landmacht;

- Militair Hospitaal te 's-Gravenhage;

- Militair Hospitaal te Utrecht;

- Militair Hospitaal te Apeldoorn;

- Militair Hospitaal te Amersfoort;

- Militair Hospitaal te Nijmegen;

- Militair Hospitaal te Arnhem;

- Militair Noodhospitaal te Eindhoven;

- Militair Noodhospitaal te Maastricht;

- Militair Herstellingsoord te Oisterwijk;

- In oprichting zijn nog een militair

herstellingsoord te Doorn en een militair

sanatorium te Amersfoort;

- In overeenstemming met de plannen van

den Chef van den Generalen Staf tot het

concentreren van de opleiding der troepen

in vier rayons, streeft de Inspecteur van

den Geneeskundigen Dienst der

Koninklijke Landmacht er naar de

geneeskundige verzorging der militairen te

centraliseren in 2 hospitalen 1e klasse

(te Utrecht en 's-Gravenhage, Leiden) en

4 hospitalen 2e klasse, in elk der

oefencentra (Amersfoort, Assen, Arnhem

en Nijmegen). De noodhospitalen en het

militair hospitaal te Apeldoorn zullen

worden opgeheven.

Militaire hospitalen in het Koninkrijk derNederlanden (1813 tot heden)

Deel 2: De periode van 1940 tot heden

Eerste jaren na WO IITijdens de WO II waren de militairehospitalen door de Duitse bezetteromgedoopt in Rijks hospitalen.De met de geallieerden oprukkendeNederlandse troepen openden in 1944het Eerste Militair Hospitaal teSchaerbeek in Brussel. De functie van dit hospitaal werd later verplaatst naarApeldoorn (waarschijnlijk op de latereKoning Willem III-kazerne waar de Duitsers gedurende de bezettingsjarenal een militair hospitaal hadden) en Nijmegen (in het bij de geallieerden(Canadezen) reeds als hospitaal in gebruik zijnde Neboklooster).

Op 3 augustus 1945 werd in de wijk Oog in Al te Utrecht een hospitaalmet 200 bedden in gebruik genomen.In dit Tweede Nederlandsch MilitairHospitaal werd een deel van de activiteiten, algemene heelkunde,inwendige geneeskunde en oogheelkunde, van het hospitaal aan de Springweg (voorheen het “Duitsche Huis” en later tevens“Rijkskweekschool voor MilitaireGeneeskundigen”) overgenomen.

Eind 1945 waren er naast de beide hospitalen in Utrecht, militairehospitalen te Amersfoort, Apeldoorn,Arnhem, Den Haag en Nijmegen, en noodhospitalen in Eindhoven en Maastricht.Een bijlage bij de Rijksbegroting van 1946 geeft een opsomming van de militaire geneeskundige instellingen:

Begin 1946 opende het MilitairHospitaal in Assen haar poorten en op 13 mei 1946 werd in Amersfoort het Militair Long Observatie Centrumgeopend. In april 1946 werd op het landgoed Aardenburg in Doorn het Militair Herstellings- en Trainingsoordgevestigd, en in dat zelfde jaar werd in Austerlitz het Neurose Hospitaalgeopend. Eveneens in 1946 kwamende hospitalen in Utrecht, t.w. hetTweede Nederlandsch MilitairHospitaal en het hospitaal aan de Springweg, onder eenhoofdige leiding en gingen verder onder de naamMilitair Hospitaal Utrecht. Bijministeriële beschikking van 22 augustus 1947 werd deze naamofficieel vastgesteld. Op 24 maart 1964 werd de naam van het hospitaalvernoemd naar de uitvinder van het gipsverband en heette het voortaanMilitair Hospitaal Dr. A. Mathijsen(MHAM).

Transport van militairen naar envan IndiëIn het tijdschrift ‘Ons Leger’ van januari1949, is een aardig beeld geschetstvan de zorg voor de militairen die van en naar Indië werden verplaatst.

De auteur doet als amateur historicus onderzoeknaar de geschiedenis van militaire hospitalen inNederland vanaf 1813.Artikel ontvangen juli 2013

Page 12: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

132NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Gelet op de noodzaak om bij voortduring toe

te zien op een zo doelmatig mogelijke

geneeskundige verzorging in de krijgsmacht;

doen onderzoeken in hoeverre het mogelijk,

juist en nuttig zou zijn meer dan thans het

geval is, het in de civiele sector aanwezige

medische potentieel in vredes- en oorlogstijd

in te schakelen in de werkzaamheden van het

militair geneeskundig apparaat van zee-, land-

en luchtmacht.

Besluit een commissie in te stellen, met de

opdracht hem van advies te dienen nopens de

mate, waarin de inschakeling van het civiele

medische potentieel kan leiden tot een

doelmatige en kostenbesparende

samenwerking, de wijze waarop dit zou

moeten geschieden en de daaruit

voortvloeiende wijzigingen in de huidige

regeling van de militair geneeskundige

verzorging en de huidige organisatie van de

militair geneeskundige diensten.

Afb. 2: Hospitaalschip Groote Beer. Bron: http://www.dekunstclub.nl

Afb. 3a, b, c en d: Militair Sanatorium Amersfoort. Bron: www.legerplaats.nl

Voor de zieken was er hethospitaalschip Groote Beer.

Was op de reis naar Indië slechts eenbeperkte hospitaalcapaciteit aanwezig;op de terugreis bestond deaccommodatie uit verschillendeziekenhutten, een afdeling voorgeesteszieken (gesloten afdeling),een operatiekamer, eenbehandelkamer voor de tandarts,een polikliniek en een apotheek.Het personeel bestond uit:

In de staf:- 4 artsen

Chef militair geneeskundigedienst aan boord;Psychiater;Chirurg;Internist;

Apotheker;Tandarts;Lager personeel:- 4 sergeanten verpleging;- 1 korporaal ziekenverzorger;- 1 amanuensis;- 1 sergeant analist;- 1 korporaal tandartsassistent;- 1 zuster directrice van het

vrouwelijk verplegend personeel;- 1 operatiezuster;- 7 verpleegsters;- 1 masseuse;- 1 secretaresse;19 verpleegsters die door hetministerie van OverzeeseGebiedsdelen worden beschikbaargesteld;2 vrouwelijke officieren van hetNederlandse Rode Kruis voorwelzijnsverzorging.

Situatie in 1960Volgens kapitein-arts C.J.A. Somersin een van zijn artikelen over deMilitair Geneeskundige Dienst inVredestijd had de KoninklijkeLandmacht in dat jaar:

Het Neurose Hospitaal in Austerlitzwas in augustus 1958 omgedoopt totHerstellings- en Oefencentrum. Dithospitaal opgezet voor de opvang vanuit Indië teruggekeerde militairen werdal snel het opvangpunt vandienstplichtigen die zelf meenden nietgeschikt te zijn voor de vervulling vande dienstplicht. Hier werd getracht dit

personeel op andere gedachten tebrengen. Het op 9 november 2006uitgezonden VPRO-programma metals titel ‘voorgoed ongeschikt’ geefteen beeld van dit hospitaal.

Commissie DrijberBezuinigen bleven, zo leek het althans,ook na WO II een hobby van deoverheid. Met regelmaat werd bezienof ook aan de geneeskundigeverzorging van militairen minder geldkon worden besteed.Op 15 mei 1964 werd door de ministervan Defensie P.J.S. de Jong de“Commissie Militair GeneeskundigeDiensten”, onder voorzitterschap vanmr. J. Drijber, burgemeester vanMiddelburg, ingesteld. De opdracht aande commissie was:

Naast de genoemde burgemeesterhadden van buiten dedefensieorganisatie de directeur vande geneeskundige dienst van deN.V. Philips, de geneeskundig

- Centrale Militaire Hospitalen in Utrecht en

Den Haag met een volledige staf van

specialisten;

- Gewestelijk hospitaal in Arnhem met enige

specialisten;

- Gewestelijke hospitalen in Assen en

Amersfoort en een militair hospitaal in

Paramaribo zonder een eigen specialisten

staf. Deze hospitalen zijn meer ingesteld

op intensieve en langdurige verpleging en

verzorging;

- Militair Revalidatie Centrum in Doorn;

- Herstellings- en Oefencentrum in Zeist.

Hier worden de patiënten op specifiek

militair-psychiatrische wijze voor verdere

vervulling van de militaire dienst geschikt

gemaakt.

Page 13: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

133NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Afb. 4: Militair Hospitaal, Hogeweg 70, Amersfoort. Foto: HenkvD, Wikimedia CC-by-SA-3.0, RM 517665.

Afb. 5: Gewestelijk Militair Hospitaal Onder de Linden, Arnhem. Bron: http://www.historischklarendal.nl

directeuren van hetSt. Elizabeth Gasthuis Haarlem, hetSt. Antoniusziekenhuis Utrecht en hetR.K. Binnenziekenhuis Eindhovenalsmede de directeur Rijksinstituut voorde Volksgezondheid zitting in decommissie.Op 27 februari 1967 was het werk vande commissie beëindigd.

Uit de rapportages van de commissieis het gevolg van de advisering goed teherleiden. Onderstaand de effecten perhospitaal.

Militair Long en Observatie Centrumte Amersfoort (MILOC)Na WO II werd op13 mei 1946besloten een militair sanatorium opte richten op het KELA-terrein(KELA = Kriegseinsatz LagerAmersfoort) naast het toenmaligeziekenhuis de Lichtenberg inAmersfoort.Dat sanatorium werd op22 januari 1947 in gebruik genomenen werden de eerste zestig patiëntenverwelkomd. Het complex wasbestemd voor militaire dienstplichtigetuberculosepatiënten. Er waren ooklighallen aan de Spoorstraat en deBloemweg.Eind jaren zestig van de vorige eeuwwerd de naam Militair Long enObservatie Centrum ingevoerd(MILOC).Uit de 2

einterim-rapportage van de

commissie Drijber d.d. 15 maart 1965blijkt dat het militair sanatorium teAmersfoort in overeenstemming methet rapport van de commissie op31 december 1965 is gesloten. Deobservatieafdeling was als MilitairLongobservatie Centrum voorlopig inAmersfoort achtergebleven om tegelegener tijd naar het HospitaalDr. A Mathijsen te wordenovergebracht [Schmelzer, 1964].

Gewestelijk Militair HospitaalAmersfoortIn het Garnizoen Amersfoort werd in1860 aan de Hogeweg een ziekenzaal,in die tijd genoemd“Garnizoensinfirmerie” gebouwd enop 1 april van dat jaar geopend.Op 3 maart 1877 was de nieuwbouwvan een infirmerie in Amersfoort(raming ƒ 159.000,--) aanbesteed enonder gewoon voorbehoud gegund aande laagste inschrijver, de heer G. Prinste Amersfoort voor een bedrag vanƒ 153.800,--.In 1880 wordt de infirmerieopgewaardeerd tot een militairhospitaal 3

eklasse en in 1894 tot

militair hospitaal 2e

klasse. In 1915werden de klassenummers afgeschaften werd gesproken van GewestelijkMilitair Hospitaal. In 1887 werd denieuwbouw aan de Hogewegbetrokken. Het hospitaal telde

omstreeks 1950 ca.144 bedden.Het militair hospitaal aan deHogeweg 70 voor het in Amersfoortgelegerde garnizoen was ongeveer75 jaar in gebruik. De verpleging wasin handen van militaire verplegers.Achter op het terrein was een barakgebouwd - Zeevaarderspad 7 - datoorspronkelijk bestemd was voorbehandeling van besmettelijke zieken.Om deze reden ook de geïsoleerdeligging.Tijdens de bezettingsjaren werden inhet hospitaal veelal burgerpatiëntenverpleegd tot de Duitsers het in 1944vorderden. Onmiddellijk na debevrijding werd het weer als militairhospitaal in gebruik genomen; nu ookmet verpleegsters. Het hospitaal werdop 1 juli 1966 opgeheven. Na de sloopvan verschillende militaire complexen,zoals de Koning Willem III-kazerne, ishet hospitaal nog het oudste militairegebouw binnen de stadsgrenzen vanAmersfoort [Van Holst, 1964].

Gewestelijk Militair HospitaalArnhemIn 1887 sloten het ministerie vanOorlog en de gemeente Arnhem eenovereenkomst over de verhuizing vande infirmerie naar het nu onder denaam “Onder de Linden” bekendstaande terrein op de grens van hetpark Klarendal.Toen nog een landelijk terrein van circa1,5 ha. In 1889 werden hethoofdgebouw en twee T-vormigepaviljoens geopend. Het ziekenhuishad een moderne uitstraling en kreegal snel de kwalificatie hospitaal2

eklasse. Een barak achter het

hoofdgebouw werd gebruikt voor deopvang van besmettelijke zieken.

Page 14: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

134NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Restauratie voormalig militair hospitaal

De vraag was om op het terrein van het

voormalig militair hospitaal in een plan te

voorzien met een gedeeltelijk behoud van de

bestaande bebouwing. De opgave omvatte de

nieuwbouw van woningen en de restauratie en

herbestemming van het voormalige

hoofdgebouw en dienstwoning van het

militaire hospitaal “Onder de Linden”.

Afb. 6: Gewestelijk Militair Hospitaal Arnhem anno 2012. Foto: J.H. Wingelaar.

Afb. 7: Militair Hospitaal Assen. Bron: www.verzamelaarsmarkt.nl

Op zaterdag 29 december 1906 werddoor de Eerstaanwezend-Ingenieurte Arnhem (behorend tot het4

eCommandement van de Dienst

der Genie) openbaar aanbesteed‘Het verbeteren van het MilitairHospitaal te Arnhem’. Het werkomvatte:

Het bouwen van een dubbelewoning;Het maken van een gebouw voorkliniek en apotheek;Het verbouwen van het hospitaal;- Hoofdgebouw;- Keuken;Het maken van een emplacementvoor een logiesloods.

De begroting bedroeg ƒ 27.000,--.De bloeiperiode van dit hospitaal wastussen 1914-1918. Het was maximaalbezet, met nog extra barakken erbijgeplaatst, met een volledige stafmedische specialisten. In dezelfdeperiode deden de eerste vrouwelijkeverpleegkrachten hun intrede maarwerden in 1919 weer geëlimineerdwegens fraude en diefstal. In deperiode 1932-1938 hing het bestaanechter aan een zijden draadje. Eindmei 1940, na een korte evacuatie inapril, werd het hospitaal weer ingebruik genomen voor Nederlandsemilitairen (Grebbenberg). Vanafseptember 1941 moesten deNederlandse militairen het hospitaalechter weer verlaten om plaats temaken voor Duitse militairen. Eerstmidden 1945 werd het hospitaal inslechte staat en leeggeroofd opnieuwovergenomen. Het duurde echter nogtot 18 juli 1946, zij het nog niet geheelgereed, dat het hospitaal weer konworden heropend. Op dezelfde datum

keerden ook de vrouwelijkeverpleegkrachten terug die nu eengroot aanzien verwierven[Den Duyn, 1964].

Op 1 juli 1966 werd het hospitaalgesloten. Het complex werd door hetministerie van Defensie nog jaren voorlegering gebruikt. Eind 20

eeeuw kwam

het leeg te staan. In 2000 werd er eenstadsvernieuwingsproject van alluregerealiseerd. In het hoofdgebouwwerden na restauratie acht luxeappartementen gerealiseerd. De in1907 gebouwde woningen, die aan debestaande poort grenzen, en een grootdeel van het uit 1889 daterende hekzijn nu nog te aanschouwen.Op de site van de aannemer is overhet project in 2000 de volgende tekstte lezen:

Hoe het eraan toeging begin 20e

eeuwin het Militair Hospitaal Arnhem isprachtig beschreven in het boekwerkje“Ter herdenking van het 60-jarigbestaan van de militaireziekeninrichting te Arnhem”, dat in1949 door de inrichting zelf isuitgegeven. Op de site van dehistorische vereniging Oud-Klarendal isdit door de toenmalige adjudantonderofficier hoofdverpleger b.d.C.J.W. Schrijvers opgetekend.

Gewestelijk Militair Hospitaal AssenIn de Krimoorlog van 1853-1856 en deFrans-Duitse oorlog van 1870-1871was ontdekt dat de sterfte in dehospitalen groot was en dat ditaanzienlijk verminderde bij een goedeventilatie. Sindsdien werd gekozenvoor een paviljoenstelsel. Met enigewijzigingen werd dit stelsel toegepastop de kazernebouw in ons land. Vanaftoen dienden de plannen te voldoenaan, voor die tijd, hoge eisen vanhygiëne en welzijn van de soldaten.Het eerste gedeelte van het plan voorde kazernebouw in Assen van20 november 1892 was ambitieusvan opzet.Aan de Witterstraat werd eenoverdekte rijbaan met stallen gebouwd.Het bestond uit een werkplaats meteen houten vloer en een magazijn enwas uit veiligheidsoverwegingenvoorzien van een bliksemafleider.

Page 15: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

135NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Wat de geneeskundige verzorging van de

militair en zijn gezinsleden betreft, is in de

afgelopen tijd veel aandacht gegeven aan de

problemen, die werden besproken in de

commissie militair geneeskundige diensten.

Deze commissie heeft in een zevental interim-

rapporten tussentijdse adviezen uitgebracht,

die inmiddels voor een deel tot

dienovereenkomstige en definitieve

beslissingen hebben geleid (sluiting van het

militair sanatorium en van de gewestelijke

militaire hospitalen). Op 27 februari 1967 heeft

de commissie haar werkzaamheden beëindigd

met het uitbrengen van een eindrapport. In

overweging zijn thans nog de adviezen van de

commissie omtrent de vrije keuze van huisarts

en andere elementen van geneeskundige

verzorging en de vraag of, en zo ja in welke

vorm, een concentratie van de centrale

militaire hospitalen dient plaats te vinden.

Aangaande vrije artsenkeuze zal, met

inachtneming van de daaraan verbonden

financiële aspecten, thans op korte termijn

een principebesluit kunnen worden genomen.

Ten aanzien van de meest geëigende vorm

van samenwerking tussen de geneeskundige

diensten is beslist, dat er in beginsel per

krijgsmachtdeel een afzonderlijke

geneeskundige dienst zal zijn. Een militair

geneeskundige raad, waarin de chefs van

deze drie diensten, zal het geheel

overkoepelen en voor de coördinatie zorg

dragen. Op welke wijze dit en detail zal

worden uitgevoerd is thans nog in studie.

De toekomst van de centrale militaire

hospitalen vormt nog een onderwerp van

intern overleg.

- Het centraal militair hospitaal te

’s-Gravenhage zal uiterlijk 1 juli 1970

worden gesloten en de gebouwen moeten

voor 1 oktober 1970 zijn ontruimd. Dan

ontstaat een discussie over het al dan niet

noodzakelijk zijn van een kliniek met

ambulatorium (i.p.v. de voorziene

polikliniek) in Den Haag of omgeving moet

worden gehandhaafd. c.q. gevestigd van

een zodanige omvang dat het in staat is de

behoefte aan poliklinisch behandelingen en

specialistische adviezen in het kader van

keuringen in Den Haag en omgeving en

voor een deel ook daarbuiten (keuring

beroepspersoneel) op te vangen. Het

aantal benodigde bedden wordt geschat

op 20 tot 30.

- Uiteindelijk intrigeert de SG de vraag,

waarom het wel mogelijk is om in het

oosten van het land militairen voor

poliklinische behandeling of onderzoek

gedeeltelijk naar particuliere specialisten

en gedeeltelijk naar het MHAM te verwijzen

en in het westen van het land niet.

- De Minister spreekt de vrees uit dat

- bv. omdat zulk een polikliniek met

ambulatorium de kiem in zich draagt,

waaruit een nieuw hospitaal zou kunnen

groeien - het oorspronkelijke geraamde

voordeel in de praktijd toch weer in een

nadeel zal blijken te verkeren en het

uiteindelijke resultaat duur zal zijn. Op dat

punt zegt de minister nu langzamerhand

voldoende ervaring te hebben opgedaan.

- Na lange discussie concludeert de minister

dat wanneer nauwe binding met civiele

ziekenhuizen uit praktische en financiële

overwegingen geen uitweg kan bieden en

op (een samengaan met ) een nieuw

marinehospitaal (zeker op de korte termijn)

niet kan worden gerekend, als enige

oplossing een vestiging in een daartoe

verbouwd gedeelte van de

Alexanderkazerne overblijft. Deze oplossing

aanvaardend wenst de minister dat op korte

termijn dat verbouwingsplan annex

kostenbegroting op tafel komt.

- Ten aanzien van de uitbouw van het MHAM

acht de minister het nodig dat de Voorzitter

van de Militair Geneeskundige Raad

(VMGR) een advies uitbrengt t.a.v. het

alternatief interim-adviescollege of

curatorium (in afwijking van het advies van

de commissie Drijber), de samenstelling

daarvan, eventuele kandidaten (niet te oud

en stimulerende figuren) en taak. Het ligt in

de bedoeling van de minister aanvang

september met deze kwestie gereed te

komen.

Als eerste kwam de Wilhelminakazernein 1894 gereed, de Emmakazerne enhet Militair Hospitaal volgden in 1895,waarvan de opening plaatsvond op1 februari 1896. De oude kazerne aande Groningerstraat werd in 1895gesloten en met inbegrip van hetmeubilair door het ministerie vanOorlog aan de gemeenteovergedragen.Op 19 september 1930 was in deTweede Kamer een discussie overmilitaire en algemene ziekenhuizen,waarbij de sluiting van het hospitaal inAssen mede onderwerp was.Op 1 oktober 1931 werd het hospitaalgedegradeerd totgarnizoensziekenverblijf en bleven nogtwee zalen in gebruik als“kwartierziekenverblijf” voor de opnamevan 24 licht zieken. De rest van hetgebouw ging dienst doen alskantoorgebouw voor onder meermobilisatiebureaus en een bureau voorde regimentscommandant. Na debezetting door de Duitsers in 1940werd het gebouw weer gedeeltelijk alshospitaal in gebruik genomen. Na debevrijding op 18 april 1945 kreeg hethospitaal na enige maanden weer eenandere bestemming; het werd eenrepatriëringsziekenhuis om de grotestroom Nederlanders en DisplacedPersons te verwerken die terugkeerdenover onze oostgrens. Na de bevrijdingvan Nederlands Oost-Indië moestenNederlandse troepen zo snel mogelijknaar deze kolonie. Assen werd zo eenbelangrijke plaats voor de legering vanca. 2500 militairen. Op 15 februari1946 werd het gebouw ontruimd envolledig hersteld maar nog niet ingebruik genomen als militair hospitaal.Als gevolg van het grote aantaltuberculosepatiënten was de capaciteitvan het enige sanatorium in hetnoorden, het Beatrixoord te Appelscha,niet toereikend en werd het hospitaaleen dependance van dit sanatorium.In 1958 werd de dependance gesloten.Hierna vond er een grondigerestauratie plaats en kon het gebouwweer als militair hospitaal in gebruikworden genomen [Lijfering, 1964].Dr. De Mink is de chef van hethospitaal. Definitieve sluiting van hethospitaal was op 15 december 1966.Het hospitaal gebouw aan deWitterstraat werd in 1991, nadat hetvoor de paralympische spelen nog(medisch) dienst had gedaan,gesloopt. Om protesten van bewonersvan Assen te voorkomen werd degevel met één klap neergehaald.Hiermee was een monumentenstatusvoorkomen.Uit een vergadering in 1967 vanéén van de Kamers van de StatenGeneraal komt de volgende tekst:

Centrale militaire hospitalenOp 7 juli 1969 vindt onder leiding vande minister van Defensie W. den Toomeen vergadering plaats waar de standvan zaken m.b.t. de adviezen van devoormalige commissie Drijber wordenbesproken. Onderstaand enigeaanhalingen uit deze vergadering:

Centraal Militair Hospitaal Den HaagIn 1803 werd het woonhuis van defamilie Van der Duyn van Maasdamrijkseigendom. Het huis was gelegenop de hoek van de Fluwelen Burgwalen een smal doodlopend straatje, hetslob van Maasdam. Na doortrekkenvan dit slob kreeg deze de naamMuzenstraat. In 1813 verhuisde degarnizoensziekenzaal van hetBinnenhof naar dit woonhuis. In deloop der jaren werden belendendepercelen aangekocht om het hospitaalte vergroten. In 1843 was het eenhospitaal 1

eklasse.

Tot de zorg van dit hospitaalbehoorden ook de ziekenzaal in Leidenen de ziekenkamers in Brielle, Delft enHoek van Holland (Fort).In 1903 waren er plannen om,gelijktijdig met een nieuwstadskwartier, een nieuwe kazernevoor de cavalerie en een militairhospitaal te bouwen op het Houtrust-terrein (hoek Sportlaan - Houtrustweg).Uiteraard ter vervanging van oudekazernes. Maar deze plannen zijn nooitgerealiseerd. Wel interessant hoe overdit soort zaken in het parlement werdgedacht. Hier een citaat over eeneventuele verplaatsing van dan welaankoop van grond voor het centraalmilitair hospitaal (Fluwelen Burgwal -Muzenstraat).

Page 16: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

136NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Afb. 8: Centraal Militair Hospitaal Den Haag. Bron: www.doppies-ansichtkaarten.net

Vooreerst dan de ligging van het hospitaal zoo

ver mogelijk van de troepenverblijven

verwijderd, in een zeer volkrijke buurt, nabij

Haagsche grachten, en benauwend omklemd

door twee zeer smalle straatjes en een derde

dat iets breeder is, doch zeer druk wordt

bereden, volstrekt ongeschikt te achten, en

daarin kan door den aankoop van gezegd

terrein niet de minste verbetering worden

gebracht. Een hospitaal moet zoo mogelijk

een vrije omgeving hebben en niet aan de

eene lange zijde zijn afgesloten door een slop

van plm. 6 meter breedte, waarin een

mestbak, die herhaaldelijk aanleiding gaf tot

luchtbederf, en aan de ander lange zijde door

een straatje met weinig meer breedte, waarin

fabrieken zijn en dat een zeer druk verkeer

heeft, terwijl bovendien te eeniger tijd te

wachten is, dat de Muzenstraat tot het

gezegde slop wordt doorgetrokken en het

rijtuigenverkeer op avonden, waarin Kunsten

en Wetenschappen iets te doen is, daardoor

wordt geleid, zoodat het met den rustigen

toestand, voor zieken toch een vereischte,

geheel en al gedaan is, zooals nu het geraas

der wagens en karren van de Turfmarkt naar

den Burgwal en omgekeerd vaak zeer

hinderlijk is, waarom ik vroeger als chef van

dat hospitaal aan het gemeentebestuur

wijziging der bestrating heb verzocht.

Sluiting militair hospitaal in Den Haag. - Bij het

militair hospitaal in Den Haag, dat op 1 juli

gaat sluiten, zal aan zestig personeelsleden

ander werk binnen de krijgsmacht worden

aangeboden. Het gaat om veertig man

verplegend personeel en twintig van de

huishoudelijke dienst. Volgens de

legervoorlichtingsdienst zijn de

vakorganisaties enige tijd geleden al “officieus”

van deze zaak op de hoogte gesteld.

Accepteren de betrokkenen de nieuwe baan

niet, dan zal een andere oplossing worden

gezocht. De sluiting, die eind vorig jaar door

minister Den Toom (Defensie) was

aangekondigd, heeft geen betrekking op de

polikliniek, omdat daarvoor nog geen

vervangende ruimte is gevonden. Ook zullen

26 van de totaal 106 bedden na 1 juli

beschikbaar blijven voor militairen die enkele

dagen moeten worden behandeld of

onderzocht. De rest van de staf zal worden

overgeplaatst naar het Dr. A. Mathijsen

Hospitaal in Utrecht. In het hospitaal in

Den Haag werken in totaal 270 mensen,

zowel burgers als militairen. Het gebouw zal

in de toekomst worden afgebroken in het

kader van de saneringsplannen.

Afb. 9a en b: Militair Hospitaal Oog en Al, Utrecht. Bron: www.legerplaats.nl

In de Volkskrant van 10 april 1970 stond het bericht:

Na de sluiting als hospitaal bleef er inDen Haag de Militaire SpecialistenPolikliniek gevestigd. Ook deze functiegaat uiteindelijk over naar Utrecht en op 1 januari 1978 neemt Defensieafscheid van het gebouw aan de Muzenstraat. Het gebied is nu onherkenbaar gewijzigd. Hoge kantoorpanden huisvesten ministeriesin steeds veranderende samenstelling.De historische trap is gered en doet nu dienst in het gebouw van de Historische VerzamelingGeneeskundige Dienst in de Korporaalvan Oudheusdenkazerne in Hilversum.

Militair Hospitaal Dr. A. Mathijsen(MHAM)Vanuit het advies van de commissieDrijber kreeg het MHAM een Collegevan Overleg. In 1981 kende dit Collegede volgende samenstelling:

Directeur Personeel KoninklijkeLandmacht - Voorzitter;Inspecteur Geneeskundige DienstKoninklijke Landmacht -Plv. voorzitter;Directeur Gebouwen, Werken en Terreinen;Vertegenwoordiger DirecteurEconomisch Beheer KoninklijkeLandmacht mede namens de Directeur-Generaal Economie en Financiën;Hoofd Afdeling Burger PersoneelKoninklijke Landmacht van deDirectie Burger Personeel;VertegenwoordigerChef Landmachtstaf / BLS;VertegenwoordigerChef Luchtmachtstaf / BDL.

In de eerste vergadering memoreerdede voorzitter het bestaan van een 10-jarenplan uit 1968 waarinvoorbeelden van deelprojecten zijn:

Traumatologische afdeling;Aanpassen poliklinieken en loboratoria;Nieuwbouw psychiatrische afdeling;Nieuwbouw intensive care(Springweg);Modernisering van het Militair Revalidatiecentrum (Doorn).

Het college van overleg was geenbestuur van het MHAM. Omdat ledenzich stoorden aan de vrijblijvendheidwaarmee andere leden met deafspraken omgingen, kwam dit aspectregelmatig in de vergaderingen aan de orde.Punten die in de vergaderingen van het college met betrekking tot het vastgoedaan de orde kwamen:- Het realiseren van de Kliniek

mondheelkunde van het MHAM inhet nieuw te bouwen MGD-gebouwop de Kromhoutkazerne in Utrecht(gerealiseerd);

- Het aanpassen van de polikliniekenin het MHAM voor de integratie vande Militaire Specialisten PolikliniekDen Haag (MSPH) (kostenƒ 800.000,--) (gerealiseeerd);

- Overleg over grondverwervingaangrenzend of nabij het MHAMvoor onderbrenging van de afdelingPsychiatrie vanaf het Nevenhospitaal

Page 17: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

137NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Afb. 10: Interieur van het Centraal Militair Hospitaal (Joseph Haydnlaan 2) te Utrecht: een van degangen in het souterrain.

Tekening: Chr. Schut. Bron: Mevr. S.A. van Endt-Schut.

Afb. 11: Marine Hospitaal Overveen. Bron: www.anp-archief.nl

Springweg (nooit gerealiseerd);- Het ombouwen van het zusterhuis

op het MHAM tot gebouw vooropleidingen en kantoren vooradministratieve diensten(gerealiseerd, voor de huisvestingvan de zusters en inmiddels ookbroeders werden appartementengekocht (10) en gehuurd (10) op hetKanaleneiland in Utrecht);

- Fusie revalidatiecentra in Doorn.Het samengaan van de Hoogstraatmet het Militair Revalidatie Centrum(niet gerealiseerd).

In 1979 stelde Chef MHAM de slechtestaat van onderhoud van deverwarmingsinstallatie in het complexOog in Al aan de orde en nam in eenvolgende vergadering genoegen meteen afhoudend advies.Op 21 maart 1980 stond de eerste

interim-rapportage van de projectgroepInfra op de agenda. Zonder tebeschikken over een Programma vanEisen was een idee ontwikkeld voor detoekomst van het complex Oog in Al.Uitgangspunten waren in vredestijd400 bedden (inclusief 36 voor depsychiatrische afdeling) en6 operatiekamers in één blok en inoorlogstijd 1000 bedden en10 operatiekamers. Voor deoplossingen van het tekort aan ruimtewerd gedacht aan:

Verhoging van hetbebouwingspercentage;Nieuwbouw aan de overzijde van hetMHAM;Een etage bouwen op gebouw A;Verleggen van de rooilijnen;Leegmaken van slecht benutteruimten;Ondergronds bouwen.

Er werd door deDirectie DienstGebouwen, Werkenen Terreinen(D-DGW&T) eenprogramma vaneisen geëist voordatmet de uitwerkingkon wordendoorgegaan.Ondanks veeltegenwerpingenwerd deze wegtoch bewandeld.De 2

einterim-

rapportage van deprojectgroep Infra gaf

drie oplossingsrichtingen:Renovatie van deverpleegafdelingen in gebouw A enbeperkte nieuwbouw voor deresterende beddenbehoefte. Verderworden er enige varianten tenaanzien van de ligging van deoperatiekamers gepresenteerd;Verpleegafdelingen enoperatiekamers in een centralenieuwbouw en renovatie van deverpleegafdeling naar functie;Centrale diensten in nieuwbouw enrenovatie van geheel gebouw A.

Uiteindelijk kwam er een plan vanMƒ 51, dat gebaseerd is op model 2.Hiervan was Mƒ 34 bestemd voornieuwbouw en Mƒ 17 voor renovatie.Het betrof de renovatie van deverwarmingsinstallatie, het vervangenvan de noodstroomvoorziening en deelektrische voeding door hetenergiebedrijf, vernieuwen liften,vernieuwen groot gedeelte waterleidingen riolering en het aanpassen van dewegen en parkeerplaatsen. DeLegerraad stemt uiteindelijk in met hetrenovatie deel. De renovatie werduitgevoerd met het hospitaal vol inbedrijf.

De patiënten en de medewerkers vanhet MHAM hadden de overlast van aldat slopen, opbreken en bouwendoorstaan en rekenden op nieuwbouwvan het verpleeghuis. Er werd inDen Haag anders besloten. Op25 september 1987 besloot deministerraad:

Het Marine Hospitaal Overveen(MHO) en het Militair HospitaalDr. A. Mathijsen (MHAM) wordengesloten. Op dat moment heeft hetMHO 100 bedden en het MHAM340 bedden, waarvan 50% civielwordt benut;Er komt een nieuwe centralehospitaalcapaciteit nabij het inaanbouw zijnde AcademischZiekenhuis Utrecht (AZU) inde universiteitswijk de Uithof meteen beddencapaciteit van 100,uitsluitend voor militairen;Verspreid in het land komen6 perifere teams met een totalebeddencapaciteit van ca. 60;Een noodhospitaal wordtgerealiseerd in de daartoe bestemdeondergrondse ruimten van denieuwbouw van het AZU;Er komt een projectteam;In 1991 moet het zijn gerealiseerd.

De totale investering wordt bepaald opMƒ 70,5, waarvan Mƒ 7,5 ten laste vanhet ministerie van WVC en ca. Mƒ 12uit de opbrengsten van de verkoopoude hospitalen.

Page 18: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

138NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Vaststelling van de begroting van de

uitgaven en de ontvangsten van

hoofdstuk X (Ministerie van Defensie)

voor het jaar 1992

Nr. 67 BRIEF VAN DE MINISTER VAN

DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal

's-Gravenhage, 17 maart 1992

Met mijn brief van 27 maart 1990 nummer

D87/496/9360 heb ik U geïnformeerd over de

voortgang van de reorganisatie van de

krijgsmachthospitaalfunctie (KHF) tot dat

moment.

Nu de activiteiten in dit project op een enkele

na zijn afgerond, kan ik U afsluitend

informeren over de ontwikkelingen die zich

sedertdien hebben voorgedaan, dit mede in

antwoord op de brief van de Griffier van de

Vaste Commissie voor Defensie van

22 mei 1991.

Met het in gebruik nemen van het

Centraal Militair Hospitaal (CMH) in Utrecht

per 1 september 1991 is de nieuwe

Krijgsmachthospitaalorganisatie (KHO)

volledig operationeel geworden.

De KHO bestaat, naast het CMH, verder uit

het calamiteitenhospitaal, eveneens te

Utrecht, vijf perifere teams te Heerenveen,

Den Helder, Den Haag, Roosendaal en

Veldhoven en het revalidatiecentrum te Doorn.

Omdat hiermee de opdracht van het

projectteam Krijgsmachtshospitaalfunctie is

voltooid, heb ik besloten dit projectteam per

1 februari jl. op te heffen.

In de rapportage van 24 januari 1989 heeft de

toenmalige Staatssecretaris van Defensie de

Vaste Commissie voor Defensie en die voor

Volksgezondheid van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal geïnformeerd dat aan

448 personen moest worden meegedeeld dat

voor hen geen functie beschikbaar was in de

nieuwe krijgsmachthospitaalorganisatie en dat

zij voor herplaatsing in aanmerking zouden

komen.

Het verheugt mij U te kunnen meedelen dat

er op dit moment nog slechts voor enkelen,

binnen de mogelijkheden van het Sociaal

Beleidskader, naar een passende

arbeidsplaats wordt gezocht.

Ik spreek de verwachting uit dat ook voor

deze personen een goede oplossing zal

worden gevonden.

De in de eerste fase van het project

ontwikkelde structuur, waarbij het Bureau

bemiddeling Herplaatsing, naast en samen

met de in de organisatie reeds aanwezige

personeelsafdelingen actief naar

herplaatsingsmogelijkheden binnen en buiten

de defensieorganisatie heeft gezocht, is

gebleken doeltreffend te zijn.

Het beroep bij het Scheidsgerecht voor het

Nederlandse Ziekenhuiswezen, dat door het

merendeel van de medisch specialisten tegen

de opzegging van de overeenkomst tussen

hen en de Staat der Nederlanden om voor

eigen rekening en risico burgerpatiënten

te behandelen in de militaire hospitalen

alsmede de financiële overgangsregeling is

aangetekend, is inmiddels door het

Scheidsgerecht geheel afgedaan.

Zoals in de vorige rapportage reeds

aangegeven, had het Scheidsgerecht

de opzegging in zijn tussenvonnis van

7 december 1989 rechtmatig bevonden; de

beslissing over de overgangsregeling werd

aangehouden. Op 9 januari 1991 heeft het

Scheidsgerecht in zijn eindoordeel deze

regeling, onder handhaving van de

systematiek en het ingangstijdstip, met een

jaar verlengd.

Op 31 mei 1990 is het Marine Hospitaal te

Overveen gesloten en daarna verkocht aan de

Hogeschool Haarlem.

Het Militair Hospitaal «Dr. A. Mathijsen» te

Utrecht is per 30 augustus vorig jaar gesloten.

Met het Academisch Ziekenhuis Utrecht is op

22 mei 1991 een alomvattende overeenkomst

gesloten die de samenwerking tussen dit

ziekenhuis en het Centraal Militair Hospitaal

regelt.

Hiermede is het functioneren van het CMH

zeker gesteld. De samenwerking is velerlei.

In dit verband wil ik noemen de toegang van

de militair medisch specialisten en het

verpleegkundig- paramedisch personeel tot de

civiele patiëntenzorg, het gebruik maken van

facilitaire voorzieningen en diensten van het

AZU en de samenwerking op het gebied van

de opvang van calamiteiten en opleidingen.

Alle perifere teams zijn operationeel gesteld,

waarvan het team in Veldhoven als laatste.

Algemeen kan worden geconstateerd dat de

perifere teams goed binnen de algemene

ziekenhuizen functioneren en aan de

veronderstelde behoefte voldoen.

Het calamiteitenhospitaal is in januari 1991

opgeleverd.

Binnen het calamiteitenhospitaal is permanent

de afdeling intensive-care van de divisie

Inwendige Geneeskunde en Dermatologie van

het AZU ondergebracht. Deze afdeling vervult

een «speerpuntfunctie» in het kunnen

activeren van het calamiteitenhospitaal.

Het Centraal Militair Hospitaal te Utrecht is

per juni 1991 opgeleverd en in de maanden

daarna ingericht. Per begin september 1991

functioneert het Centraal Militair Hospitaal in

een centrale ziekenhuisfunctie voor het militair

personeel, naast de gedecentraliseerde

ziekenhuisfunctie die de perifere teams

uitoefenen.

Bij de aanvang van het project werd een

bedrag aan investeringen genoemd van

ƒ 70,5 miljoen, als volgt opgebouwd:

a. investeringskosten op het AZU-terrein

ƒ 45 miljoen

b. investeringskosten calamiteitenhospitaal

ƒ 16,5 miljoen en

c. investeringskosten perifere teams

ƒ 9 miljoen

De realisatie van deze infrastructurele

voorzieningen is als volgt:

a. ƒ 45,785 miljoen

b. ƒ 12,76 miljoen en

c. ƒ 6,38 miljoen

De investeringskosten voor dit project zijn

met ƒ 5,575 miljoen binnen het destijds

vastgestelde budget gebleven.

De jaarlijkse exploitatiekosten van de

krijgsmachthospitaalorganisatie werden bij

aanvang van het project geraamd op

ƒ 59,2 miljoen (prijspeil '87) en als volgt onder

te verdelen:

a. Centraal Militair Hospitaal ƒ 35,2 miljoen

b. Perifere teams f 24 miljoen

De raming van de jaarlijkse exploitatiekosten

van het Centraal Militair Hospitaal bedraagt

thans ƒ 37 miljoen. Deze raming is gebaseerd

op de personele bezetting van het CMH, de uit

de samenwerkingsovereenkomst met het AZU

voortvloeiende personele- en materiële kosten,

alsmede op de gerealiseerde exploitatiekosten

van het Militair Hospitaal «Dr. A. Mathijsen»

over de jaren 1988 en 1989. De

exploitatiekosten voor de perifere teams voor

1991 wordt geraamd op ƒ 19,1 miljoen.

Ten aanzien van de exploitatie van de

krijgsmachthospitaalorganisatie kan derhalve

eveneens een onderschrijding van het in 1987

vastgestelde budget worden geconstateerd.

Omtrent de besparingen op uitbestedingen is

nog onvoldoende cijfermateriaal voorhanden

om daarover een goede inschatting van de

realisatie in 1991 te maken. De verkoop van

het Marine Hospitaal Overveen heeft een

bedrag van ƒ 6,53 miljoen opgeleverd.

Aan de slag dus! Staatssecretaris vanDefensie Van Houwelingen werd bijeen bezoek aan Utrecht getrakteerd op demonstrerend personeel van beidehospitalen. Sirenes van ziekenauto’sbrachten hem een saluut. Maar de plannen wijzigden niet. In 1990 werdde nieuwbouw betrokken.

Op 1 oktober 1991 was de situatie alsvolgt:

Samenwerkingsovereenkomsten zijngesloten met:- Academisch Ziekenhuis Utrecht;- Tjongerschans Ziekenhuis in

Heerenveen;- Gemini Ziekenhuis in Den Helder;- Westeinde Ziekenhuis in

Den Haag;- St. Franciscus Ziekenhuis in

Roosendaal;- St. Joseph Ziekenhuis in

Veldhoven.Centraal Militair Hospitaal bij het Academisch Ziekenhuis in Utrecht isin gebruik genomen;5 militair-geneeskundigespecialistenteams (perifere teams)zijn opgericht en operationeelgesteld;Calamiteitenhospitaal is gebouwd en ingericht;Militair Revalidatie Centrum is alsafzonderlijk onderdeel in de krijgsmachthospitaalorganisatieopgenomen;Het Marine Hospitaal Overveen en het Militair Hospitaal Dr. A. Mathijsenin Utrecht zijn gesloten.

Met onderstaande brief informeerde deminister de Tweede Kamer over het resultaat:

Page 19: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

139NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

S U M M A R Y

De verkoop van het Militair Hospitaal

«Dr. A. Mathijsen» wordt voorbereid door de

dienst der Domeinen.

De kosten van sluiting van het

Marine Hospitaal Overveen en het

Militair Hospitaal «Dr. A. Mathijsen», welke

zijn terug te voeren op de afstoting van de

burgerfunctie van beide hospitalen, worden

opgevangen door de Commissie Sanering

Ziekenhuisvoorzieningen. De rekening met

deze Commissie is nog niet vereffend; de

verkoop van de terreinen van het oude

hospitaal speelt daarbij een rol.

Een onzekere factor zal de realisatie van de

veronderstelde toestroom van patiënten naar

het Centraal Militair Hospitaal worden. De

uitgangspunten van deze toestroom zijn

destijds vastgesteld op basis van de militaire

adherente van vóór het verschijnen van de

Defensienota.

Terugloop van het patiëntenaanbod als gevolg

van de reductie van militair personeel kan

binnen de flexibiliteit van het hospitaal worden

opgevangen.

De Minister van Defensie,

A.L. ter Beek

Tweede Kamer

Afb. 12: Centraal Militair Hospitaal, Utrecht. Foto: G. van Zuilen.

Afb. 13: Calamiteitenhospitaal, Utrecht. Bron: Beeldbank UMC Utrecht.

NawoordFysiek is de toestand sindsdien nietveel meer gewijzigd. Natuurlijk, dereorganisaties en de anderesamenwerking met de civieleziekenhuizen hebben hunvoortdurende aandacht gevraagd.Reorganiseren is een deel van hetwerk geworden.

Er is nog veel meer te bestuderen ente schrijven over militaire hospitalen enandere geneeskundige inrichtingen.Over het Militair Revalidatie Centrumen het Calamiteitenhospitaal zijninmiddels ter gelegenheid van jubileaboeken verschenen. Denoodhospitalen van de Koude Oorlogvragen nog verder onderzoek.Dit waren vooral ‘papieren’ hospitalen,maar menig civiel ziekenhuis was inaanleg van een ondergrondsnoodhospitaal, dat bescherming moestbieden tegen schokgolven ennucleaire, biologische en chemischestrijdmiddelen, voorzien en in ruwbouwook gerealiseerd. HetCalamiteitenhospitaal is in dezeruimten van het Universitair MedischCentrum Utrecht (UMCU)ondergebracht.Reacties op de artikelen zijn via deredactie zeer welkom.

MILITARY HOSPITALS IN THEKINGDOM OF THE NETHERLANDSFROM 1813 UP UNTIL NOWPart 2: The period 1940 until nowDirectly after the Second World War(WO II) military hospitals in Utrecht,The Hague, Amersfoort, Arnhem andAssen were opened. Also specialmedical institutions as Neuroseshospital and lung observation centreand a rehabilitation centre were set up.

Already fast after thereal war operations hadproceeded in ‘papers’war (cold war) the needfor reduction of thenumber of hospitals wasfelt. Mostly no directdecisions from theministry, but decisionson the basis of studiesof advisory committees.Especially therecommendations ofthe commission Drijberhave conducted tofence of the most ofhospitals. Eventuallythere directly with theuniversity medicalcentre Utrechtcooperating remains in1991 military hospital,still one, however, onown ground, but.Moreover it is offeredtoday in militaryrehabilitation centreAardenburg in thorn upto the day of at highlevel rehabilitation. Inthis article a conciseoverview of the fight

which has been fought as from 1945on paper and which has conducted tothis development.

Bronnen en literatuur:Algemeen:- Wingelaar J.H.: Militaire hospitalen in het

Koninkrijk der Nederlanden (1813 tot heden)Deel 1: De periode van 1813 tot 1940. NederlMil Geneesk T 2013 (66) 100-104.

- Goossens P.T.A.: Het Hospitaalschip“Groote Beer”. Ons Leger 1949, jrg. 32, nr. 1(via bibliotheek KMA).

- Somers C.J.A.: Militair Geneeskundige Dienstin Vredestijd. Ons Leger 1960 nr. 9 t/m 12.

- Website Ministerie van Defensie;- Nationaal Archief. Inventaris van het archief

van de Inspecteur (-Generaal) van deGeneeskundige Dienst der Land- en Zeemachten daarbij gedeponeerde archieven1814 - 1940 (1950) toegangsnummer:2.13.62.06; stellers drs. H.H. Jongbloed enH.E.M. Mettes.

- Defensie Archief: Semistatisch ArchiefMinisterie van Defensie, archief College vanOverleg MHAM, microfilms SemistatischArchief Koninklijke Landmacht nr. 629-630.

- Legermuseum.- Brochure “De Militair Geneeskundige Dienst in

onze eeuw”, uitgegeven ter gelegenheid vanhet 175-jarig bestaan van de InspectieGeneeskundige Dienst Koninklijke Landmacht1814 - 1989, d.d. 12 oktober 1989.

- Archief Historische Verzameling MilitaireGeneeskundige Dienst, Korporaal vanOudheusdenkazerne te Hilversum.

Amersfoort:- Schmelzer L.: Het Militair Sanatorium te

Amersfoort. Nederl Mil Geneesk T 1964 (17)339-341.

- Van Holst J.G.E.: Het Gewestelijk MilitairHospitaal te Amersfoort. Nederl Mil Geneesk T1964 (17) 330-331.

- Het gewestelijk militair hospitaal Amersfoort‘Een lange historie en boeiende verhalen’ vanRon van Eijkelenburg.

- Het (gewestelijk) militair hospitaal teAmersfoort 1877 van Ron van Eijkelenburg.

Arnhem:- Den Duyn P.: Het Gewestelijk Militair Hospitaal

Arnhem door twee eeuwen heen. Nederl MilGeneesk T 1964 (17) 323-327.

- Website historisch Klarendal;http://www.historischklarendal.nl/uitgelicht/hospitaal/hospitaal.html

Assen:- Lijfering K.A.: Het Gewestelijk Militair Hospitaal

te Assen, in de loop der tijden. Nederl MilGeneesk T 1964 (17) 327-330.

- De Mol Moncourt A.E.S., Luning H.M.:‘Welkom aan het garnizoen, 157 jaar militaireaanwezigheid in Assen’. Regiro-Porject 1998.ISBN 90 50281.

- Staten Generaal digitaal.Austerlitz:- Programma “voorgoed ongeschikt” van

donderdag 9 november 2006; Andere Tijden,NTR en VPRO; http://www.vpro.nl/speel.program.6938686.html

Calamiteitenhospitaal:- Website ministerie van Defensie.- Boek ‘Twintig jaar Calamiteiten hospitaal’.

Ministerie van Defensie / CDC. Utrechtnovember 2011.

Militair Hospitaal Dr. A. Mathijsen:- Lindeboom G.A.: Geschiedenis van de

medische wetenschap in Nederland. Bussum,Fibula-van Dishoeck, 1972.

Page 20: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

140NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

O O R S P R O N K E L I J K A R T I K E L

Mazelendoden 1945 herdacht

In Den Haag is vandaag (11 augustus 2013 Red.) eenherdenkingsdienst voor kinderen die in 1945, op een schip uitNederlands-Indië overleden aan de mazelen. Het is voor het eerstdat hiervoor een bijeenkomst wordt gehouden. De herdenkingwordt georganiseerd door de Haagse Gemeenschap van Kerken.De kinderen zaten op de Nieuw Amsterdam, die op 6 december1945 met 3800 mensen aan boord uit Singapore vertrok en op31 december aankwam in Southampton. Daarna werden derepatrianten met andere schepen naar Nederland gebracht.Het was de eerste reis waarbij Indische Nederlanders werdengerepatrieerd. Ze sloegen op de vlucht voor de Bersiap, eengeweldsuitbarsting na de Japanse bezetting waarbij zo'n3500 Nederlanders werden vermoord.

ZeemansgrafDe opvarenden van de Nieuw Amsterdam waren door het verblijf inde Jappenkampen ernstig verzwakt. Onderweg brak aan boord eenmazelenepidemie uit. Volgens de archieven kwamen daarbij tienkinderen om, maar overlevenden zeggen dat het aantal doden veelhoger ligt, en dat er zo'n 100 kinderen zijn gestorven.

Omdat de koelcellen aan boord vol waren, kregen veel kinderen een zeemansgraf. Anderen overleden in Southampton of direct na aankomst inNederland. In een rapport dat de Nederlandse regering over de repatriëring liet maken, worden de sterfgevallen onder de kinderen nietgenoemd. De Haagse kerken willen met de herdenkingsdienst de nabestaanden alsnog een moment geven om op een waardige manier stil te staan bij de afschuwelijke gebeurtenis.

Bron: http://nos.nl

Militair geneeskundige bijstand bij mazelenbestrijding

InleidingTijdens de redactieledenvergadering van oktober 2006 is besloten om van tijd tot tijd een artikel te herplaatsen uiteen oude jaargang van het NMGT waarvan de inhoud thans weer actueel is.Een dergelijke gebeurtenis is de uitbraak van de huidige mazelenepidemie die zich met name sterk openbaart in dezogenaamde Biblebelt waar de meeste kinderen niet zijn gevaccineerd. In 1999/2000 was de laatste epidemieeveneens in dit gebied.Tijdens de repatriëring van de Nederlanders uit het voormalig Nederlands Indië in 1945/1946 zijn vooral veelkinderen het slachtoffer geworden van een mazelenuitbraak.In onderstaand artikel gepubliceerd in het NMGT van 1947 (1) 23-26 leest u hier meer over.

J.J. DE BLÉCOURTINTERNIST

MILITAIR GENEESKUNDIGE BIJSTAND BIJ MAZELENBESTRIJDING

Nog vers in het geheugen liggen de ernstige mazelen-epidemieën, die zich in de eerste helft van 1946 aan boordvan de repatriëringsschepen voordeden. Niet alleenkinderen, maar ook volwassenen werden aangetast en velegevallen droegen een kwaadaardig karakter met dodelijkeafloop. Onmiddellijk na het bekend worden van hetverontrustend verloop van de epidemie aan boord van de“Nieuw Amsterdam” op haar eerste repatriëringsreiswerden door verschillende geneeskundige overheids-organen, voorgelicht door enkele specialisten, maat-regelen beraamd, om deze mazelenepidemieën tebestrijden en zo mogelijk te voorkomen.Mazelen, een infectieziekte, geeft aanleiding tot vormingvan immuunstoffen in het bloedplasma; met name hetgamma-globuline, één van de bestanddelen van hetplasma, is drager van vele immuunstoffen, w.o. tegenmazelen (ENDERS, Journal of Clinical Investigation, 23, 4,510, 1944). Het bloedplasma van mensen, die aanmazelen hebben geleden, bevat tussen de 7e en 11ekoortsvrije dag na de ziekte een maximum aanimmuunstoffen (reconvalescentenbloed). Daarna beginthet gehalte aan mazelenimmuunstof weer te dalen, maarverdwijnt nooit geheel. Men constateerde, dat het

inspuiten van gamma-globuline, verkregen uitreconvalescentenbloed, bij een groep aan mazelenblootgestelde kinderen bij 71% volledige bescherminggaf, dat bij 27% een licht verlopende (gemodificeerde)mazelen optrad en bij 2% geen werking werdwaargenomen. De duur van de bescherming bedroegongeveer 4 weken. Bij een contrôlegroep, die niet werdingespoten, zag men bij 89% mazelen uitbreken. Menvond tevens, dat men voor het verkrijgen van zo’ngemodificeerd verlopend geval van mazelen veel minderreconvalescentenserum behoefde in te spuiten dan vooreen volledige tijdelijke passieve immuniteit (ORDMAN c.s.Journal of Clinical Investigation, 23, 4, 541, 1944 enSTOKES c.s. idem 23, 4, 531, 1944).Het werd van groot belang geacht, dat de repatriërenden(toen vaak in zeer slechte gezondheidstoestand verkerend)en vooral kinderen gedurende de reis tegen mazelenbeschermd zouden worden. De hygiënische omstandig-heden (ligging, ventilatie, overvulde ruimten, klimaat-wisseling enz.) waren immers noodgedwongen veelslechter dan voor de oorlog. Alles wat er toe bij kondragen de repatriërenden tegen ziekten te beschermen,moest worden verricht, zoals nu bij de mazelen.

Afb. 1: Het stoomschip Nieuw Amsterdam.

Foto: CC / Jan W.H. Werner.

Page 21: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

141NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Het voorschrift, dat in Indië kinderen beneden 15 jaar dienog geen mazelen hadden doorgemaakt, niet mochtenembarkeren, werd om allerlei redenen, waarvan enkelezeer begrijpelijk, slechts zeer gedeeltelijk nageleefd. Inafwachting van het te beschikking komen van mazelen-reconvalescentenserum werd de medische staf aan boordvan de repatriëringsschepen geadviseerd, bij voorkomenvan mazelen de kinderen, die nog niet aan mazelenhadden geleden, in te spuiten met menselijk plasma, datmeestal in lyophiel gedroogde vorm aan boord aanwezigwas. Dit plasma is immers verkregen van volwassenbloedgevers, die voor het overgrote deel mazelen zullenhebben doorgemaakt. Was dit niet aanwezig, dan spootmen ook wel plasma of serum van één of beide oudersintramusculair in, indien zij tenminste zelf in hun jeugdmazelen hadden doorgemaakt. Men heeft ook wel hetafgenomen bloed bij de kinderen intramusculair inge-spoten, doch zag hiervan vaak onaangename bijwer-kingen, met name koorts en pijnlijke injecties.Een zekere hoeveelheid immuunstoffen werd aldusingespoten en een duidelijke modificerende werking inhet ziekteverloop waargenomen.Men wilde nu zo spoedig mogelijk over voldoendemazelenreconvalescentenserum kunnen beschikken, om inIndië alle repatriërende kinderen beneden 15 jaar in tespuiten en om aan boord dit serum te gebruiken bijuitbrekende mazelen.De Inspecteur van de Geneeskundige Dienst der Kon.Landmacht verleende toestemming, om de Bloed-transfusiedienst G.D.K.L. (Hoofd: Res.-Dir. Off. V. Gez.3e klasse Dr J. SPAANDER) te belasten met de organisatieen leiding van het verzamelen van mazelenrecon-valescentenserum. Toentertijd (Januari 1946) was n.l. demilitaire bloedtransfusiedienst, in nauwe samenwerkingmet het Centraal Laboratorium v. d. Bloedtransfusiedienstvan het Ned. Rode Kruis, het orgaan, dat het snelst en opde meest effectieve wijze kon worden ingeschakeld,omdat het beschikte over voor dergelijk werk geschooldpersoneel enz. In samenwerking met de Hoofdinspecteurvan de Volksgezondheid, verschillende G.G.D.’s,ziekenhuizen en vele artsen, werd de organisatie opgezeten de afneming en verweking van het verzamelde bloedter hand genomen. De bevolking werd door middel vanradio en pers opgewekt mede te werken, de Nederlandseartsen ontvingen elk een rondschrijven van deBloedtransfusiedienst G.D.K.L., om medewerking tewillen verlenen. De meldingen kwamen, soms via hetRijksinstituut voor de Volksgezondheid, binnen bij deBloedtransfusiedienst te Amsterdam. Medio Januari 1946begonnen een Officier van Gezondheid en een militaireanalyste hun bijna dagelijkse tochten naar alle delen vanNederland, om bloed van mazelenreconvalescenten af tenemen. Op deze wijze werd in ongeveer 6 maanden ruim50 l bloed afgenomen. Dit werd verzonden naar deserologische afdeling van het Rijksinstituut voor deVolksgezondheid te Utrecht, waar het werd verwerkt totongeveer 25 l mazelenreconvalescentenserum. Dit serum

werd in ampullen van 3 ccm ter beschikking gesteld vande Repatriëringsdienst Indië (Medisch Adviseur: Res.-Majoor H. COEBERGH, arts), die zorgde voor distributie inIndië en aan boord van de schepen. Hier werd ingespotenin hoeveelheden van 6 ccm voor kinderen tot en met5 jaar, daarboven in hoeveelheden van 9 ccm, één injectie,intramusculair, die dan was bedoeld een tijdelijke(ongeveer 4 weken durende) passieve immuniteit tegeven. Stelt men het gemiddeld gebruik op 8 ccm perpersoon, dan zijn ongeveer 2400 kinderen en volwasseneningespoten, want 6381 ampullen van 3 ccm werdenverbruikt.In de eerste helft van 1946 kwamen vrij veel goedaardigemazelengevallen in Nederland voor, hetgeen de winningvan reconvalescentenserum aanzienlijk vergemakkelijkte.De medewerking van de betrokken instanties en collegaewas zeer groot en enkele artsen namen zelf bloed af enzorgden voor verzending naar het Rijksinstituut voor deVolksgezondheid.De volgende regels golden bij dit afnemen:1. niet bij kinderen beneden 4 jaar;2. op 4-jarige leeftijd 40 ccm afnemen; per levensjaarstijgen met 10 ccm tot een maximum van 500 ccm;

3. bij voorkeur tussen de 7e en 11e koortsvrije dag,uiterlijk tot de 28e dag;

4. de reconvalescenten moeten verder gezond zijn,anamnestisch mag zich geen lues, t.b.c. of icterushebben voorgedaan.

Voor de venapunctie werd gebruik gemaakt van eenafneemsysteem bestaande uit een dunne vleugelnaald metslang, glazen tussen- en eindstuk, met wattenpropomgeven, steriel verpakt in glazen houder. Alsreceptacula dienden steriele flesjes van 60 of 100 ccm metrubber kurk, verpakt in houten blokken, van hetRijksinstituut voor Volksgezondheid.Hoewel de medische verslagen van de repatriërings-schepen op dit gebied practisch geen getallen noemen(hetgeen zeer te betreuren valt) en ook uit Indië ons geengetallen hebben bereikt, is toch een zeer duidelijk gunstigresultaat te constateren geweest na het gebruik vanmazelenreconvalescentenserum. Hoewel de mazelen-activiteit in Indië en Nederland spontaan afnam, was tochde teruggang aan boord veel sterker; vele schepen zagenhelemaal geen mazelen meer. Vooral imponeerde het zeermilde verloop van de mazelen bij kinderen, die kort voorof na besmetting ingespoten waren. Inspuiten na de 5eincubatiedag gaf niet veel resultaat meer, hetgeen inovereenstemming is met de proeven met gamma-globulinevan STOKES. Het mazelenreconvalescentenserum heeftdus aan de verwachtingen voldaan en dat de militairebloedtransfusiedienst hieraan naar vermogen heeft kunnenmedewerken, stemt tot voldoening. Het past in de nieuweopvatting van de taak van de militaire geneeskundigedienst, om naast de strikt militaire werkzaamheden zich indienst te stellen van de volksgezondheid.

Amsterdam, 15 Augustus 1947.

MEDEDELING VAN DE BLOEDTRANSFUSIEDIENST. G.D.K.L. EN DE REPATRIËRINGSDIENST INDIË.NEDERL MIL GENEESK T 1947 (1) 23-26.

Page 22: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

142NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

MEDEDELINGEN VAN DE COMMANDANT DEFENSIE GEZONDHEIDSZORG ORGANISATIE

Nieuwsbrief Defensie GezondheidszorgNummer 7, juli 2013

MazelenuitbraakSinds eind mei is er in Nederland sprake van een uitbraak van mazelen ingebieden met een lage vaccinatiegraad. Omdat in deze gebieden relatiefveel kinderen niet beschermd zijn tegen mazelen, is het waarschijnlijk dat deziekte zich hier de komende tijd verder verspreidt.Defensiepersoneel is, voor het overgrote deel, goed beschermd omdat deBMR-vaccinatie is opgenomen in het basisvaccinatiepakket. Desondanksdient men alert te zijn op eventuele patiënten met mazelen als diagnose(vooral als de patiënt woonachtig is in de zgn. ‘Biblebelt’). Voor mazelengeldt een meldingsplicht richting GGD, deze is ingedeeld in categorie B2(Verbod op beroepsuitoefening).Voor vragen kunt u terecht bij het Cluster Force Health Protection van hetCoördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid(CEAG) of op de internetsite van het RIVM die hiertoe is ingericht:http://www.rivm.nl/Onderwerpen/M/Mazelen

Middle East Respiratory Syndrome Coronavirus (MERS-CoV)De uitgebreide berichtgeving aangaande het besluit van VWS om het MiddleEast Respiratory Syndrome Coronavirus (MERS-CoV) aan te merken als‘meldingsplichtige ziekte’ en de consequenties hiervan voor de militairegezondheidszorg is voorafgaand aan de verschijning van dit maandelijkse e-bulletin alvast per mail verspreid, om iedereen tijdig te informeren.Kort samengevat moeten alle gezondheidszorgverleners werkzaam binnenDefensie het landelijke beleid t.a.v. MERS-CoV volgen. Er is conformlandelijk beleid geen meldplicht voor alle eerstelijnsgezondheidszorgverleners bij Defensie. Wel dienen zij bij verdenking vanpatiënten op een infectie met MERS-Coronavirus contact op te nemen meteen internist van het CMH. Voor alle behandelaren werkzaam in het CMHgeldt vanaf 3 juli een meldingsplicht (categorie A: ‘Gedwongen opname totisolatie of thuisisolatie, gedwongen onderzoek, gedwongen quarantaine(inclusief medisch toezicht), verbod van beroepsuitoefening’) voor patiëntenwaarbij een infectie met MERS-Coronavirus door laboratoriumonderzoekbevestigd is. Het Cluster Force Health Protection van het CoördinatiecentrumExpertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) houdt alleontwikkelingen bij op het gebied van het MERS-coronavirus op deWIKI-pagina die hiervoor is ingesteld.http://wiki.mindef.nl/gezondheidszorg_defensie/index.php/MERS-CoV

Intranetadres Startpagina Gezondheidszorg is gewijzigdDe Startpagina Gezondheidszorg Defensie is verplaatst naar deCDC omgeving. De pagina is nu via bijgevoegde link te benaderen:http://intranet.mindef.nl/cdc/divisie_defensie_gezondheidszorg_organisatie/Startpagina_Gezondheidszorg/index.aspxHeeft u de startpagina in uw favorieten opgeslagen, denk er dan aan omdeze link te wijzigen.

C-DGO heeft voorzitterschap werkgroep ‘Medical’ overgenomen vangeneraal-majoor LaireOp 25 juni jl. kwam de werkgroep ‘Medical’ bijeen om de stand van zakenbetreffende de Benelux samenwerking te bespreken. Deze werkgroep is eensubwerkgroep van de Benelux Stuurgroep (BSG). Bij de bijeenkomst heeftC-DGO, brigade-generaal-arts De Graaf, het voorzitterschap van dewerkgroep ‘Medical’ overgenomen van generaal-majoor Laire (surgeongeneral België). De samenwerking tussen de drie landen betreft o.a. demogelijkheid tot integratie van de voorgezette officiersopleiding, deontwikkeling van een gezamenlijk concept van de chirurgische ondersteuningbij de inzet van M-fregatten en de praktijktraining vangezondheidszorgpersoneel tijdens aeromedevac vluchten.

Voorlopige Reorganisatie Plannen CEAG, EGB, MGLC en TGB zijngetekendDe Voorlopige Reorganisatie Plannen (VRP’n) voor het CoördinatiecentrumExpertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG), het EerstelijnsGezondheidszorg Bedrijf (EGB), het Militair Geneeskundig Logistiek Centrum(MGLC) en het Tweedelijns Gezondheidszorg Bedrijf (TGB) zijn door C-CDCgetekend. De VRP’n zijn nu ter advisering aangeboden aan derespectievelijke Tijdelijke Reorganisatie Medezeggenschap Commissies.Voor de actuele planning van het reorganisatietraject zie bijgevoegde link:http://bestuursstafportaal.mindef.nl/OR/MGZ/Afbeeldingen/Planning%20DGO%20juli.docx

Internetsite Nederlandse Vereniging van Algemeen Militair ArtsenBij het verschijnen van het vorige e-bulletin was de vernieuwdeinternetpagina van de Nederlandse Vereniging van Algemeen Militair Artsen(NVAMA) nog niet online. Inmiddels is de site operationeel en te openen via:http://www.nvama.nl/

Terugkoppeling AMA-carrièredagDe ‘AMA-carrièr edag’ van afgelopen 4 juli was met 50 deelnemers een grootsucces. Alle krijgsmachtdelen waren ruim vertegenwoordigd. De dag werdgeopend door brigade-generaal-arts De Graaf. In zijn presentatie werdnadrukkelijk het belang van de AMA in de organisatie benoemd, debelangrijkste speler binnen de geïntegreerde zorg. De overige sprekershebben vooral het belang van assertiviteit en netwerken besproken. Er wasvoldoende ruimte voor vragen en discussies en hier werd dankbaar gebruikvan gemaakt. De NVAMA is zeer tevreden met deze dag en met hetenthousiasme van de collegae. Ze hopen hen in de toekomst meer tekunnen betrekken bij het nastreven van de doelen van de vereniging.

Gezondheidsraad rapport Lyme onder de loepDe Gezondheidsraad heeft kortgeleden haar advies over de ziekte van Lymeuitgebracht aan de Tweede Kamer. In het nu voorliggende advies wordenpatiënten met een (vermoeden van) lymeziekte onder andere naar klachtenen symptomen in groepen onderverdeeld. Om een keuze te maken in de tevolgen behandeling heeft de onderzoekscommissie patiënten onderverdeeldin zes groepen naar symptomen en klachten, serologisch onderzoek enbehandelgeschiedenis. Voor elke groep is een afgestemd plan van aanpakbeschreven in het rapport. De commissie die het onderzoek heeft uitgevoerdmeldt dat op dit moment nog geen bewijs is gevonden dat een langdurigebehandeling met antibiotica (langer dan 4 weken) een gunstig effect heeft.Het rapport van de gezondheidsraad getiteld: ‘Lyme onder de loep’ is opintranet gepubliceerd en via bijgevoegde link te downloaden:http://intranet.mindef.nl/cdc/images/201312_Lyme_onder_de_loep%5B1%5D_tcm4-1021990.pdf

C-DGO brengt werkbezoek aan Regionaal Centrum MGGZ ZuidC-DGO en zijn stafadjudant hebben 26 juni jl. een werkbezoek gebracht aanRegionaal Centrum MGGZ Zuid in ’s-Hertogenbosch.Tijdens dit bezoek kwamen diverse onderwerpen aan de orde, waarondernut en noodzaak van psychologen in het uitzendgebied, de relatie met deeerste lijn, wetenschappelijk onderzoek, expertise opbouw,contractmogelijkheden en de visie die hieronder ligt.

C-DGO aanwezig bij oefeningOp 3 juli jl. vond er een gezamenlijke geneeskundige oefening van de43e geneeskundige compagnie (Gnkcie) en het 44e pantserinfanteriebataljon(Painfbat) plaats. C-DGO was hierbij aanwezig en hij complimenteerde beideeenheden met de goede opzet van de oefening en de professionele wijzewaarop invulling werd gegeven aan de skills training. Volgens C-DGO kan ditzeker als voorbeeld gelden voor de opzet van skills labs bij andere brigadesen in samenhang met het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen(IDGO).

C-CDC bezoekt het Militair Geneeskundig Logistiek Centrum (MGLC)C-CDC heeft op 4 juli jl. een werkbezoek aan het MGLC gebracht. Hij werdbijgepraat over de implementatie en voortgang van SAP binnen debedrijfsvoering van het MGLC. De onlangs aangetreden C-MGLC, luitenant-kolonel Eefting, heeft verder het verbeterplan toegelicht waarmee het MGLCweer op de kaart wordt gezet als de betrouwbare speler en partner in delogistieke keten. C-CDC heeft vast kunnen stellen dat de betrokkenheidonder het personeel en de leiding van het MGLC groot is ondanks deknelpunten in de huidige bedrijfsvoering.

C-CDC bezoekt het bedrijf voor Bijzondere Medische BeoordelingenOp 10 juli jl. heeft C-CDC een bezoek gebracht aan het bedrijf voorBijzondere Medische Beoordelingen (BMB). In een openhartig gesprekwerden de problemen die C-BMB ondervindt in zijn bedrijfsvoeringbesproken. Aansluitend ging C-CDC in gesprek met het personeel, waarbijhij bij het zien van het enthousiasme en de talenten adviseerde dit verder teontwikkelen en te gebruiken om ervoor te zorgen dat de BMB zichtbaar wordtbinnen de organisatie.

Nieuwsbrief Defensie GezondheidszorgNummer 8/9, augustus/september 2013

Opnieuw tijdelijke wijziging uitvoering buiktyfusvaccinatieHet parenteraal buiktyfusvaccin (Typhim Vi® en Typherix®) is opnieuw niet beschikbaar. De oorzaken hiervan zijn productieproblemen en eenverhoogde vraag naar Typhim Vi® ten gevolge van het tekort eerder dit jaar.De buiktyfusvaccinatie maakt deel uit van het militaire basisvaccinatiepakket.Doordat het vaccin naar verwachting langere tijd niet beschikbaar zal zijn iseen tijdelijke wijziging in de uitvoering van het militaire vaccinatiebeleid

noodzakelijk. Dit houdt in dat vooralsnog alleen militairen ge(re)vaccineerdworden waarbij dat vanwege operationele redenen nodig is. Voor devaccinatiegraad wordt de buiktyfusvaccinatie ook tijdelijk niet meegenomen inGIDS en peoplesoft rapportages voor commandanten. Ziehttp://intranet.mindef.nl/cdc/images/2013059730_tcm4-1034127.PDF voor devolledige nota t.a.v. de tijdelijke aanwijzing uitvoering buiktyfusvaccinatie.

Page 23: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg

143NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Prof. dr. Jan Kimpen, voorzitter van de Raad vanBestuur van het UMC Utrecht en brigade-generaal-arts Johan de Graaf zetten hun handtekening onder

de vernieuwde overeenkomst.

Richtlijn antibiotica voor traumapatiënten bij operationele inzet(RMG/014)Er is een richtlijn opgesteld, waarin de standaard wordt weergegeven voorantibioticaprofylaxe bij operationele inzet per indicatiegebied. Deze richtlijnbeschrijft het middel, wijze van toediening en dosering per categoriehulpverlener. Deze richtlijn is bindend en bedoeld voor de categorieën medic SF, AMV en militair artsen en is uitsluitend van toepassing tijdens operationele inzet van de geneeskundige keten tot Role 2.De richtlijn is op deintranetsite van Staf DGO gepubliceerd en via bijgevoegde link te raadplegen: http://intranet.mindef.nl/cdc/images/Richtlijn%20militaire%20gezondheidszorg%5B1%5D_tcm4-1039321.pdf

Gezondheidsadvies Golan HoogteVoor de missie United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF)Israël/Syrië is een gezondheidsadvies opgesteld. Dit advies bevat eenoverzicht van de in het missiegebied voorkomende ziektes waarvoorpreventieve maatregelen vereist zijn. Het advies is via bijgevoegde link na telezen: http://intranet.mindef.nl/cdc/images/20130716%20GOLAN-Hoogte_definitief_tcm4-1033009.pdf

Gezondheidsadvies NigerIn het kader van de oefening Flintlock, die in 2014 zal worden gehouden, isvoor Niger een advies opgesteld met daarin een overzicht van de in hetmissiegebied voorkomende ziektes waarvoor preventieve maatregelenvereist zijn. Het advies is via bijgevoegde link na te lezen:http://intranet.mindef.nl/cdc/images/20130725%20Landenadvies%20Niger%20FLINTLOCK_tcm4-1033205.pdf

Gezondheidsadvies BelizeIn het kader van de binnenkort te houden jungletraining van Luchtmobiel ishet landenadvies Belize geactualiseerd. Ten opzichte van de vorige versiestaat de meningococcenvaccinatie niet meer in het advies en de preventieve adviezen t.b.v. malaria, rabiës en SOA’s zijn geüpdate. Het advies is via bijgevoegde link te downloaden: http://intranet.mindef.nl/cdc/images/20130731%20Landenadvies%20Belize_tcm4-963546.pdf

Kernfuncties nieuwe bedrijven DGODe nieuw op te richten bedrijven van de DGO (EGB, DTD en TGB) moetendirect na de oprichtingsdatum in staat zijn zorg te verlenen. Daarvoor moetenvoorbereidingen getroffen worden onder ander op het gebied van personeel,materieel, bedrijfsvoering, IV/ICT en Vraag en Aanbod Management. Omdeze voorbereidingen te kunnen treffen mogen vooruitlopend op de start vande nieuwe organisaties al een aantal essentiële functies gevuld worden, ditworden kernfuncties genoemd. Het aantal kernfuncties dient tot hethoogstnoodzakelijke aantal beperkt te blijven. Bij de vaststelling van dekernfuncties zijn de TRMC’n betrokken. Zij dienen in te stemmen met hetvullen van deze functies, vooruitlopend op het formelepersoneelsvullingsplan. De TRMC van het TGB heeft ingestemd met hetvaststellen van deze kernfunctionarissen. Deze functies zijn vanaf12 augustus terug te vinden in de vacaturebank. Om welke functies het gaat is na te lezen in het bijgevoegde uitgebreidere nieuwsbericht: http://intranet.mindef.nl/cdc/divisie_defensie_gezondheidszorg_organisatie/actueel/nieuws/2013/Kernfuncties.aspxZodra er instemming is van de TRMC van het EGB en de DTD zullen ook dekernfuncties voor deze bedrijven in de vacaturebank gepubliceerd worden.

Voorlopig Reorganisatie Plan Defensie Tandheelkundige Dienst (DTD) isgetekendHet Voorlopige Reorganisatie Plan (VRP’n) voor de DefensieTandheelkundige Dienst (DTD) is op 15 juli door C-CDC getekend envastgesteld. Het VRP is op de reorganisatiepagina op intranet gepubliceerdin de rubriek ‘Relevante documenten’.http://intranet.mindef.nl/cdc/divisie_defensie_gezondheidszorg_organisatie/staf_dgo_home/Herinrichting/Herinrichting.aspx

Definitief Reorganisatieplan CEAGMet de behandeling en goedkeuring van het Voorlopige Reorganisatie Plan(VRP) van het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden enGezondheid (CEAG) in de Werkgroep reorganisatie, is deze nu door C-CDCvastgesteld tot Definitief Reorganisatie Plan (DRP). Het DRP van het CEAGis via bijgevoegde link te downloaden: http://intranet.mindef.nl/cdc/images/2013055102%20DRP%20CEAG_tcm4-1039364.pdf

Behoud BIG-registratie militaire artsenDe aanpassing van de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg(Wet BIG), per 1 januari 2012, houdt in dat vanaf deze datum voor artsen eenperiodieke herregistratie verplicht gesteld is. Dit heeft consequenties voormilitair artsen, in het bijzonder voor artsen werkzaam opmanagementfuncties. De Hoogste Medische Autoriteit (brigade-generaal-artsDe Graaf) wil voorkomen dat militaire artsen in de toekomst de titel ‘niet

artsen voor de geneeskundige eenheden en voor militaire staven is namelijkeen kritische succesfactor. In de nota ‘Behoud BIG-registratie militaire artsen’worden de mogelijkheden tot behoud van registratie genoemd. De nota is viabijgevoegde link na te lezen:http://intranet.mindef.nl/cdc/images/2013043430_tcm4-1034129.pdf

Algemene informatie over BIG (her)registratieOp internet is een pagina ingericht, waar voor alle zorgverleners die opge-nomen zijn in het BIG-register, informatie over (her)registratie e.d. is na telezen: https://www.bigregister.nl/herregistratie/verpleegkundige/default.aspx

Uitgangspunten besturing & bedrijfsvoering DGODe Defensie Gezondheidszorg Organisatie (DGO) heeft met de vaststellingvan het DRP van de staf in november 2012 profiel gekregen. Dit heeft eenvervolg gekregen met de oprichting van de Staf DGO per 17 mei 2013.Aangezien naast de beleidsaspecten vanuit deze staf ook een aanzienlijkdeel van de aansturing van de DGO-bedrijven plaatsvindt, is het noodzakelijkom te beschrijven hoe die besturing is ingericht. De uitgangspunten -opgesteld door de afdeling Bedrijfsvoering en Vraag en Aanbod Management(BV VAM) - zijn op WIKI geplaatst: http://wiki.mindef.nl/dgo_besturing/index.php/Hoofdpagina. Het document is een werkversie dat gestoeld is opbrondocumenten, maar dat inmiddels is aangepast met de verfijningen diebinnen de DGO zijn aangebracht. Een (nieuwe) medewerker zou met ditdocument in de hand een goed idee moeten hebben hoe de besturing bij deDGO is ingericht. Mocht het in uw ogen niet aan deze ambitie voldoen,ontbreken er zaken, of moeten er verduidelijkingen worden aangebracht danzijn uw aanvullingen / wijzigingen van harte welkom. U kunt dezedoorgegeven aan H-BV VAM, kolonel Dicke ([email protected]) ofde heer. Mager ([email protected]).

Centraal Militair Hospitaal en Universitair Medisch Centrum Utrechtondertekenen convenant

Het Centraal MilitairHospitaal (CMH) en hetUniversitair MedischCentrum (UMC) Utrechthebben 31 juli eenconvenant ondertekendom uitbreiding van desamenwerking vast teleggen. De ziekenhuizengaan hun medischspecialisten, expertiseen faciliteiten op grotereschaal uitwisselen. Hetconvenant is feitelijk eenvernieuwing van debestaandeovereenkomst uit 2003.Het CMH en het UMC

Utrecht werken al ruim 20 jaar samen. De alliantie houdt onder andere in datde medisch specialisten van Defensie voor een deel van hun tijdwerkzaamheden in het UMC Utrecht verrichten. Dit om hun vaardighedenmet aandoeningen en patiëntengroepen, die binnen het militair hospitaal nietvaak voorkomen, op peil te houden. Het UMC Utrecht vervult op zijn beurteen achterwachtfunctie voor de militair artsen gedurende de avond- enweekenddiensten. Van de ondertekening is ook een ‘filmpje’ via internet tebekijken, zie bijgevoegde link: http://www.kpnvandaag.nl/#news/Binnenland/BBJP8Pmf/Meer_samenwerking_Defensie_en_UMC_Utrecht

HMA bezoekt BelgradoC-DGO heeft in zijn rol als Hoogste medische Autoriteit (HMA) onlangs eenbezoek gebracht aan zijn collega in Servië. De aanleiding van dit bezoek wasde voorbereiding van de overdracht van het voorzitterschap van deInternational Committee of Military Medicine Pan European Working Groupaan Servië. Deze conferentie zal in juni 2014 plaatsvinden. Daarnaast is ergesproken over eventuele samenwerkingsmogelijkheden op het gebied vanwetenschappelijk onderzoek, werkervaring voor specialistisch personeel enBATLS- en BIUPAMA-cursussen.

De nieuwsbrief (e-bulletin) van en voor de militaire gezondheidszorg is een maandelijkse uitgave van de Staf Defensie Gezondheidszorg Organisatie (DGO).

Reacties of onderwerpen kunt u mailen naar [email protected] nieuwsbrief en meer informatie over (militaire) gezondheidszorg is te vinden op het intranet: http://intranet.mindef.nl/portaal/pp/mgz/index.aspx en op de startpaginaGezondheidszorg Defensie: http://intranet.mindef.nl/portaal/pp/gezondheidszorg_defensie/index.aspxAan- of afmelden voor de nieuwsbrief kan via Paulien Burema, tel: 030-218 4247 of per e-mail: [email protected]

praktiserend’ moeten voeren. Het beschikken over geregistreerde militaire

Intranetsite Staf DGODe voormalige DMG-intranetsite (waar o.a. de ‘DMG’ aanwijzingen en gezondheidsadviezen per land gepubliceerd zijn) is omgevormd naar deintranetsite van Staf DGO. Op deze site is ook het overzicht(http://intranet.mindef.nl/cdc/divisie_defensie_gezondheidszorg_organisatie/staf_dgo_home/DGO_Home/Wie_is_wie/Wie_is_wie_Staf_DGO.aspx)van alle medewerkers van Staf DGO terug te vinden. Heeft u nog een linknaar de ‘oude’ site in de favorieten staan, vergeet deze dan niet te wijzigen indeze link: http://intranet.mindef.nl/cdc/divisie_defensie_gezondheidszorg_organisatie/staf_dgo_home/Homepage_staf_DGO.aspx

Page 24: NEDERLANDS MILITAIR GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT · GENEESKUNDIG TIJDSCHRIFT Uitgegeven door het Ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de Commandant Defensie Gezondheidszorg