NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische...

65
NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) DEP 33.64.10.15 NAM Januari 2013 DESIGN AND ENGINEERING PRACTICE © 2011 Shell Group of companies All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, published or transmitted, in any form or by any means, without the prior written permission of the copyright owner or Shell Global Solutions International BV.

Transcript of NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische...

Page 1: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

NAM

Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften

(Electrical Safety Rules)

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

DESIGN AND ENGINEERING PRACTICE

© 2011 Shell Group of companies

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, published or transmitted, in any form or by any means, without the prior written permission of the copyright owner or Shell Global Solutions International BV.

Page 2: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 2

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

USER GUIDELINE PREFACE

NAM DEPs are based on the experience acquired during their involvement with the design, construction, operation and maintenance of processing units and facilities, and they are supplemented with the experience of Group Operating companies. Where appropriate they are based on, or reference is made to, international, regional, national and industry standards.

The objective is to set the recommended standard for good design and engineering practice applied by Group companies operating an oil refinery, gas handling installation, chemical plant, oil and gas production facility, or any other such facility, and thereby to achieve maximum technical and economic benefit from standardization.

The information set forth in these publications is provided to users for their consideration and decision to implement. This is of particular importance where NAM DEPs may not cover every requirement or diversity of condition at each locality. The system of NAM DEPs is expected to be sufficiently flexible to allow individual operating companies to adapt the information set forth in NAM DEPs to their own environment and requirements.

When Contractors or Manufacturers/Suppliers use NAM DEPs they shall be solely responsible for the quality of work and the attainment of the required design and engineering standards. In particular, for those requirements not specifically covered, the Principal will expect them to follow those design and engineering practices which will achieve the same level of integrity as reflected in the NAM DEPs. If in doubt, the Contractor or Manufacturer/Supplier shall, without detracting from his own responsibility, consult the Principal or its technical advisor.

The right to use NAM DEPs is granted by Operating Companies within UI Operated, under Service Agreements with SIEP. Consequently, three categories of users of NAM DEPs can be distinguished:

1) Operating companies having a Service Agreement with SIEP. The use of NAM DEPs by these operating companies is subject in all respects to the terms and conditions of the relevant Service Agreement.

2) Other parties who are authorized to use NAM DEPs subject to appropriate contractual arrangements (whether as part of a Service Agreement or otherwise).

3) Contractors/subcontractors and Manufacturers/Suppliers under a contract with users referred to under 1) or 2) which requires that tenders for projects, materials supplied or - generally - work performed on behalf of the said users comply with the relevant standards.

Subject to any particular terms and conditions as may be set forth in specific agreements with users, UI Operated disclaim any liability of whatsoever nature for any damage (including injury or death) suffered by any company or person whomsoever as a result of or in connection with the use, application or implementation of any UIO doc, combination of NAM DEPs or any part thereof, even if it is wholly or partly caused by negligence on the part of UI Operated. The benefit of this disclaimer shall inure in all respects to UI Operated and/or any company affiliated to these companies that may issue NAM DEPs or require the use of NAM DEPs.

Without prejudice to any specific terms in respect of confidentiality under relevant contractual arrangements, NAM DEPs shall not, without the prior written consent of UI Operated, be disclosed by users to any company or person whomsoever and the NAM DEPs shall be used exclusively for the purpose for which they have been provided to the user. They shall be returned after use, including any copies which shall only be made by users with the express prior written consent of UI Operated. The copyright of NAM DEPs vests in UI Operated. Users shall arrange for NAM DEPs to be held in safe custody and UI Operated may at any time require information satisfactory to them in order to ascertain how users implement this requirement.

All administrative queries should be directed to the NAM DEP Administrator in Shell Upstream International Operated.

(e-mail address: [email protected]).

Page 3: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 3

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

AANVULLENDE INFORMATIE

Original Issue

Title Discipline Date

Elektrotechnische Bedrijfs Voorschriften (EBV)

Electrical Safety Rules

Electrical December 2011

Revisions

Title Discipline Date

Elektrotechnische Bedrijfs Voorschriften (EBV)

Electrical Januari 2013

For the actual name of who is the actual owner and custodian at a certain period and who fulfills certain roles for standards management reference is made to the management systems in the region.

REDACTIONELE OPZET:

In DEP 33.64.10.15 EPE-NL Revision Dec 2005 waren de artikelen van de normen NEN-EN 50110, NEN 3140 (Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Laagspanning) en NEN 3840 (Bedrijfsvoering van elektrische installaties – Hoogspanning) overgenomen en aangevuld met specifieke voorschriften van NAM.

De redactionele opzet van de EBV (DEP 33.64.10.15 UIE-NL Revision December 2011 ) is anders en hierin wordt niet meer verwezen naar dezelfde artikelen als aangegeven in de normen NEN 3140 en NEN 3840, maar zijn alleen de specifieke voorschriften als van toepassing voor NAM aangegeven onder de beschrijving: Aanvullende voorschriften voor NAM:

Om de leesbaarheid te bevorderen is de inhoudsopgave en de volgorde van de hoofdstukken in deze EBV gelijk gehouden aan die van de normen NEN 3140 en NEN 3840.

De bewuste artikelen moeten dus in samenhang met de laatste uitgave van normen NEN 3140 en NEN 3840 worden gelezen, afhankelijk van Laagspannings- en/of Hoogspannings installatie.

Zowel NEN 3140 als NEN 3840 bevatten relevante bepalingen van NEN-EN 50110-1 voor respectievelijk Laagspanning en Hoogspanning.

Deze relevante bepalingen worden aangeduid met een nummer dat bestaat uit het desbetreffende bepalingnummer van NEN-EN 50110-1 en aangevuld met bijvoorbeeld 101, 102 voor laagspanning en 201, 202 voor hoogspanning.

Met de introductie van deze EBV is voldaan aan de richtlijnen vanuit de Centrale SHELL organisatie, als aangegeven in DEP 80.64.10.10 GEN Electrical Safety Rules (ESR 2011) en aan de verzoeken van de gebruikers binnen NAM mbt hun ervaringen in de afgelopen jaren.

De bedrijfsvoering van en werkzaamheden met, aan of nabij alle elektrische installaties van NAM dient te voldoen aan:.

• Elektrotechnische Bedrijfs Voorschriften” DEP 33.64.10.15 NAM Revision Januari 2013 • NEN 3140: 4de Druk Maart 2011 Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Laagspanning.

• NEN 3840: 2de Druk Juni 2011 Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Hoogspanning.

Page 4: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 4

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

INLEIDING.

ALGEMEEN

De Elektrotechnische Bedrijfs Voorschriften (EBV) gelden voor de bedrijfsvoering van en werkzaamheden met, aan of nabij alle elektrische installaties van NAM en het Nederlandse deel van Onegas, en vervangen DEP 33.64.10.15 EPE-NL Dec 2005.

Aanpassing van DEP 33.64.10.15 EPE-NL Dec 2005 was noodzakelijk op grond van volgende redenen:

• De normen NEN 3140 en NEN 3840 zijn volledig herzien van opzet en uitgebreid. De wijzigingen hebben direct gevolgen voor de Elektrotechnische Bedrijfs Voorschriften (EBV) DEP 33.64.10.15 EPE-NL Revision Dec 2005,

• Aanpassingen CMS, • Introductie Arcflash, • Tot 2007 was er een beperkte richtlijn vanuit de Centrale SHELL organisatie en hadden enkele

Assets en/of OPCO’s al of niet hun eigen Electrical Safety Rules ontwikkeld. • In 2007 heeft de Centrale SHELL organisatie de Electrical Safety Rules (ESR) geïntroduceerd

(DEP 80.64.10.10 GEN Electrical Safety Rules -ESR), als richtlijn voor alle Business Units (BU) en OPCO’s als werkzaam binnen de SHELL organisatie.

• Introductie Design en Engineering Manual (DEM), • Verbeteren van de leesbaarheid van Elektrotechnische Bedrijfs Voorschriften (EBV) DEP

33.64.10.15 EPE-NL Revision Dec 2005.

Aanpassing van DEP 33.64.10.15 UIE-NL Dec 2011 was noodzakelijk op grond van volgende redenen:

• Verbeteren van kleine tekstuele tekortkomingen en verwijderen van foutieve verwijzingen • Aanpassen van onduidelijke en tegenstrijdige bepalingen mede n.a.v. gestelde vragen en

gemaakte opmerkingen tijdens EBV trainingssessies gehouden in 2012 • Introductie aanvullende bepalingen n.a.v. gezamenlijke discussies NAM IV’s

Naast deze EBV staan andere documenten tot onze beschikking m.b.t. elektrotechnische installaties en werkzaamheden met en aan elektrotechnische installaties .

Voor deze documenten wordt verwezen naar het CMS systeem (Common Management System NAM).

RELATIE MET INTERNATIONALE NORMEN

Er moet onderscheid worden gemaakt tussen Mondiale, Europese en Nationale normalisatie, elk met hun eigen organisatie.

De Mondiale normen met betrekking tot de elektrotechniek worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de International Electrotechnical Commission (IEC). Omdat er geen internationale publicaties bestaan met betrekking tot werkvoorschriften zijn NEN-EN 50110-1, NEN 3140 en NEN 3840 niet gebaseerd op dergelijke publicaties.

De Europese normen en harmonisatiedocumenten worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van het European Committee for Electrotechnical Standardization (CENELEC).

De Nationale normen, ten slotte, worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van het Nederlands Elektrotechnisch Comité (NEC).

Page 5: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 5

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

CENELEC

De nationale comités van de CENELEC hebben zich verplicht hun normen in overeenstemming met de Europese normen en harmonisatiedocumenten te brengen.

NEC

Het NEC heeft tot taak het verzorgen van de Nederlandse inbreng in de IEC en de CENELEC en komt deze verplichting na door de publicatie van NEN 3140 en NEN 3840.

RELATIE MET NEDERLANDSE WETGEVING.

Normalisatie

Onder normalisatie wordt verstaan het - met zoveel mogelijk belanghebbende groeperingen - opstellen en toepassen van regels (normen) om orde of eenheid te scheppen op gebieden waar verscheidenheid overbodig en ongewenst is.

De normen zelf zijn vastgelegde (technische of procedurele) afspraken, waarover de betrokken belanghebbende groeperingen het in principe eens zijn.

Verplichtingen

Hoewel normalisatie ook het toepassen van normen inhoudt, leidt het feit dat een norm bestaat niet automatisch tot de verplichting van het toepassen van deze norm.

In de volgende gevallen geldt de verplichting van het toepassen van een norm:

• indien door de wetgever in een wet of in een besluit het toepassen van deze norm wordt geëist;

• indien in een zakelijke overeenkomst het toepassen van deze norm is voorgeschreven.

In kaderwetgeving wordt vaak gesteld dat rekening moet worden gehouden met de erkende regels der techniek.

Normen worden gezien als erkende regels der techniek.

Ook bestaat er wetgeving waarbij moet zijn voldaan aan de in deze wetgeving genoemde essentiële eisen. Deze essentiële eisen zijn heel algemeen geformuleerd. In deze wetgeving wordt verder gesteld dat bij het voldoen aan de desbetreffende normen het vermoeden bestaat dat aan de wetgeving wordt voldaan.

Relevante Wetgeving

Het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) is een geïntegreerd besluit van alle besluiten die momenteel behoren bij de Arbeidsomstandighedenwet. Het Electrotechnisch Veiligheidsbesluit 1938 is bij het van kracht worden van het Arbobesluit ingetrokken.

Per 1 jan 2003 is de Mijnwet is vervangen door de Mijnbouwwet. In deze nieuwe Mijnbouwwet worden geen specifieke elektrotechnische normen meer verplicht gesteld maar wordt met betrekking tot de voorschriften voor elektrotechnische installaties en werkzaamheden gerefereerd naar de Arbeidsomstandigheden wetgeving.

Formeel zijn dus bepaalde normen niet meer wettelijk verplicht, in praktische zin echter maakt dit weinig uit daar men geacht wordt aan de Arbo wetgeving te hebben voldaan indien installaties worden gebouwd en onderhouden volgens de daarvoor geldende normen.

Page 6: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 6

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

1 ONDERWERP & TOEPASSINGSGEBIED. ............................................................................................. 10

2 NORMATIEVE VERWIJZINGEN ......................................................................................................... 11

3 TERMEN EN DEFINITIES ................................................................................................................... 12

3.1 ALGEMEEN .............................................................................................................................................. 12 3.2 PERSONEEL, ORGANISATIE EN COMMUNICATIE .............................................................................................. 12 3.3 WERKZONE (WERKPLEK, GEVARENZONE EN NABIJHEIDS ZONE) ........................................................... 14 3.4 ARBEID ................................................................................................................................................. 14 3.5 BESCHERMINGSVOORZIENINGEN .................................................................................................................. 15 3.6 NOMINALE SPANNINGEN EN S-KETENS .................................................................................................. 15 3.7 TOEZICHT ............................................................................................................................................. 15 3.8 NAM ZONERING EXPLOSIEGEVAARLIJKE GEBIEDEN ............................................................................. 15

4 UITGANGSPUNTEN ......................................................................................................................... 16

4.1 VEILIGE BEDRIJFSVOERING. ......................................................................................................................... 16 4.2 PERSONEEL .......................................................................................................................................... 16

4.2.1 Algemeen ..................................................................................................................................... 16 4.2.2 Vereiste Kennis en Ervaring ......................................................................................................... 17 4.2.3 Instructie Interval ......................................................................................................................... 18 4.2.4 Aanwijsbeleid NAM ...................................................................................................................... 18 4.2.5 Geldigheid Aanwijzing. ................................................................................................................ 18

4.3 ORGANISATIE. ...................................................................................................................................... 19 4.3.1 Eerste hulp dienstverlening .......................................................................................................... 19 4.3.2 Overdracht werkzaamheden & Verantwoordelijkheden. ............................................................ 19 4.3.3 Toegang tot Elektrische Ruimten. ................................................................................................ 19 4.3.5 Beveiligen en Beveiligingsrelais ................................................................................................... 21 4.3.6 Afwijking van normale Bedrijfsvoering ........................................................................................ 22

4.4 COMMUNICATIE ....................................................................................................................................... 22 4.5 WERKPLEK .............................................................................................................................................. 22 4.6 GEREEDSCHAPPEN, HULPMIDDELEN EN BESCHERMINGS MIDDELEN .................................................................... 22

4.6.1 (NAM) Gereedschappen, Hulpmiddelen en PBM’s - LAAGSPANNING INSTALLATIE. .................... 23 4.6.2 (NAM) Gereedschappen, Hulpmiddelen en PBM’s - HOOGSPANNING INSTALLATIE. .................. 26

4.7 TEKENINGEN EN DOCUMENTEN .................................................................................................................... 26 4.8 WAARSCHUWINGSBORDEN ......................................................................................................................... 26 4.9 (NAM) UITRUSTING ELEKTRISCHE BEDRIJFSRUIMTE ............................................................................ 27 4.10 (NAM) ELEKTRISCHE VEILIGHEID BIJ WERKEN OP CONSTRUCTIE LOCATIES. .......................................... 28 4.11 (NAM) HERZIENING ELEKTROTECHNISCHE BEDRIJFS VOORSCHRIFTEN (EBV) ................................................... 29

5 STANDAARD BEDRIJFSVOERINGS PROCEDURES ............................................................................... 30

5.1 ALGEMEEN ........................................................................................................................................... 30 5.2 BEDIENINGS HANDELINGEN ......................................................................................................................... 30

5.2.1 Bedieningshandelingen in ´Laagspannings- en Hoogspanningsinstallaties. ................................ 30 5.2.2 Schakelbrief. ................................................................................................................................. 30 Tabel-5.2A- Laagspanningsinstallaties ........................................................................................................ 32 Tabel-5.2B- Hoogspanningsinstallaties ....................................................................................................... 33

5.3 FUNCTIONELE INSPECTIE ......................................................................................................................... 34 5.3.1 Meting.......................................................................................................................................... 34 5.3.2 Beproeving ................................................................................................................................... 34 5.3.3 Inspectie. ...................................................................................................................................... 34 5.101 De inspecties van NAM elektrische installaties. ........................................................................... 35

Page 7: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 7

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

5.102 De inspecties van elektrische arbeidsmiddelen ............................................................................ 37

6 WERKPROCEDURES......................................................................................................................... 38

6.1 ALGEMEEN ........................................................................................................................................... 38 6.1.1 Inductie ........................................................................................................................................ 38 6.1.2 Weersomstandigheden. ............................................................................................................... 39

6.2 SPANNINGSLOOS WERKEN .......................................................................................................................... 39 6.2.1 Scheiden ....................................................................................................................................... 39 6.2.2 Beveiligen tegen opnieuw inschakelen ........................................................................................ 39 6.2.3 Controleren of de installatie spanningsloos is ............................................................................. 40 6.2.4 Aarden en Kortsluiten .................................................................................................................. 40 6.2.5 Beschermingsvoorzieningen aanbrengen .................................................................................... 40 6.2.6 Toestemming om met de werkzaamheden te beginnen .............................................................. 40 6.2.7 Inschakelen na de werkzaamheden ............................................................................................. 41

6.3 ONDER SPANNING WERKEN......................................................................................................................... 41 6.3.1 Werkmethoden voor onder spanning werken. ............................................................................ 41 6.3.2 Opleiding en Kwalificatie. ............................................................................................................ 41 6.3.3 Op peil houden van de vaardigheden van het personeel. ............................................................ 42 6.3.4 Werkmethoden. ........................................................................................................................... 42 6.3.5 Werkomstandheden. ................................................................................................................... 42 6.3.6 Gereedschappen, hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. .................................. 42 6.3.7 Omgevingsinvloeden. ................................................................................................................... 42 6.3.8 Organisatie van de werkzaamheden. .......................................................................................... 42

6.4 WERKEN OP VEILIGE AFSTAND ..................................................................................................................... 43 6.4.1 Algemeen ..................................................................................................................................... 43 6.4.2 Bescherming door schermen, afschermingen, afdekkingen of isolerende omhulsels .................. 43 6.4.3 Bescherming door Veilige Afstand en Toezicht ............................................................................ 43 6.4.4 Constructie Werkzaamheden en andere Niet-Elektrotechnische Werkzaamheden. ................... 43 6.101 Werkzaamheden Bij Risicoverhogende Omstandigheden ........................................................... 43 6.102 Elektrotechnische werkzaamheden door leerlingen en studenten .............................................. 44

7 ONDERHOUDSPROCEDURES ............................................................................................................ 45

7.1 ALGEMEEN. .......................................................................................................................................... 45 7.2 PERSONEEL .......................................................................................................................................... 45 7.3 REPARATIE WERKZAAMHEDEN .................................................................................................................. 45 7.4 VERVANGINGEN ................................................................................................................................... 45 7.5 TIJDELIJKE ONDERBREKINGEN ............................................................................................................. 45 7.6 BEEINDIGING VAN ONDERHOUDS WERKZAAMHEDEN ........................................................................ 45

8 BIJLAGEN (VAN NEN 3140 EN/OF NEN 3840) .................................................................................... 46

BIJLAGE-A (NORMATIEF) RICHTLIJNEN VOOR DE WAARDEN VAN DE AFSTANDEN IN.................................................... 46 LUCHT VOOR WERKMETHODEN (NEN 3140 EN NEN 3840) ........................................................................................ 46

A1 Onder Spanning werken. .................................................................................................................. 46 A2 Werken in nabijheid van actieve delen. ........................................................................................... 46

BIJLAGE B (NORMATIEF) AANVULLENDE INFORMATIE VOOR VEILIG WERKEN (NEN ....................................................... 46 3140 EN NEN 3840) ........................................................................................................................................... 46

B1 Voorbeeld van de toepassing van onder spanning werken ............................................................. 46 B2 Omgevingsinvloeden ........................................................................................................................ 46 B3 Brandpreventie en Brandbestrijding ................................................................................................ 47 B4 Werkplek met ontploffingsgevaar ................................................................................................... 47

BIJLAGE C (INFORMATIEF) TOEZICHT (NEN 3140 EN NEN 3840) ........................................................................... 47

Page 8: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 8

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

C1 Doel en voorwaarden voor toezicht ................................................................................................. 47 C2 Ononderbroken toezicht .................................................................................................................. 47 C3 Regelmatig toezicht ......................................................................................................................... 47 C4 Toezichthoudend Personeel ............................................................................................................. 47 C5 Aard van toezicht ............................................................................................................................. 47

BIJLAGE D (INFORMATIEF) GLOBALE PROCEDURE VOOR HET AANWIJZEN VAN .......................................................... 48 PERSONEN (NEN 3140 EN NEN 3840) ................................................................................................................... 48

D1 Aanwijzen......................................................................................................................................... 48 D2 Criteria voor IV, WV en VP ............................................................................................................... 48 D3 Criteria voor VOP ............................................................................................................................. 48 D4 De aanwijzing .................................................................................................................................. 48

BIJLAG E (INFORMATIEF) HET BEPALEN VAN DE TIJD TUSSEN TWEE .......................................................................... 48 OPEENVOLGENDE INSTRUCTIES (NEN 3140) ............................................................................................................. 48

E1 De tijd tussen twee opeenvolgende instructies ................................................................................ 48 E2 De factoren ...................................................................................................................................... 48 E3 Het bepalen van de tijd tussen twee opeenvolgende instructies ..................................................... 48

BIJLAG E (INFORMATIEF) STANDAARD TAALGEBRUIK HOOGSPANNING (NEN 3840) ..................................... 49 BIJLAGE F (INFORMATIEF) DE IV EN DE WV (NEN 3140) ...................................................................................... 49

F1 Het werkdomein van de IV en het werkdomein van de WV ............................................................. 49 F2 Eisen te stellen door de IV ................................................................................................................ 49 F3 Eisen te stellen door de WV ............................................................................................................. 49 F4 Overdracht van verantwoordelijkheid bij spanningsloos werken .................................................... 49 F5 Overdracht van verantwoordelijkheid bij onder spanning werken en nabij .................................... 49 actieve delen ................................................................................................................................................ 49

BIJLAGE F (INFORMATIEF) CITATEN UIT HET ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN BESLUIT ......................................................... 49 (NEN 3840) ....................................................................................................................................................... 49 BIJLAGE G (INFORMATIEF) HET GEBRUIK VAN BESCHERMINGSMIDDELEN EN ............................................................ 49 HULPMIDDELEN (NEN-3140) .................................................................................................................................. 49

G.1 Gebruikssituaties ............................................................................................................................. 49 BIJLAGE H (INFORMATIEF) HET UITVOEREN VAN ELEKTROTECHNISCHE METINGEN .................................................... 50 (NEN-3140) ........................................................................................................................................................ 50 BIJLAGE I (NORMATIEF) HET BEPALEN VAN DE TIJD TUSSEN 2 OPEENVOLGENDE INSPECTIES VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES

(NEN-3140) 50 I1 De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties .................................................................................... 50 I2 De Factoren .......................................................................................................................................... 50 I3 Het bepalen van de tijd tussen twee opeenvolgende inspecties .......................................................... 50

BIJLAGE J (INFORMATIEF) HET BEPALEN VAN DE STEEKPROEF BIJ INSPECTIES ............................................................... 50 (NEN-3140) ........................................................................................................................................................ 50

J1 Theoretische risico’s bij installaties ...................................................................................................... 50 J2 Elektrische Arbeidsmiddelen ................................................................................................................ 50 J3 Omvangrijke installaties of installaties met bijzonder risico’s ............................................................. 50 J4 Overige installaties .............................................................................................................................. 50

BIJLAGE K (NORMATIEF) HET BEPALEN VAN DE TIJD TUSSEN 2 OPEENVOLGENDE ...................................................... 51 INSPECTIES VAN ELEKTRISCHE ARBEIDSMIDDELEN (NEN-3140) ....................................................................................... 51

K1 De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties ................................................................................ 51 K2 De Factoren ...................................................................................................................................... 51 K3 Het bepalen van de tijd tussen twee opeenvolgende inspecties ...................................................... 51

BIJLAGE L (INFORMATIEF) METEN VAN DE REËLE EN VERVANGENDE .......................................................................... 51 AARDLEKSTROOM (NEN-3140) ............................................................................................................................... 51 BIJLAGE M (INFORMATIEF) HET GEBRUIK VAN VERPLAATSBARE ELEKTRISCHE .............................................. 51 AGGREGATEN (NEN-3140) ................................................................................................................................ 51

Page 9: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 9

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

BIJLAGE N (NORMATIEF) WERKZAAMHEDEN IN RISICOVERHOGENDE ..................................................................... 51 OMSTANDIGHEDEN (NEN-3140) ............................................................................................................................. 51 BIJLAGE O (INFORMATIEF) WERKZAAMHEDEN IN ACCUKASTEN EN ACCU......................................................... 52 LAADSTATIONS (NEN-3140) .............................................................................................................................. 52

O1 Beperking van de werkzaamheden .................................................................................................. 52 O2 Verantwoordelijkheden ................................................................................................................... 52 O3 Bevoegdheden ................................................................................................................................. 52 O4 Veiligheidsmaatregelen ................................................................................................................... 52 O5 Hulpmiddelen ................................................................................................................................... 52 O6 Elektrotechnische werkzaamheden, het aan- en afkoppelen van accu’s met ................................. 52 gereedschap ................................................................................................................................................. 52 O7 Veiligheidsmaatregelen met betrekking tot niet-elektrische gevaren ............................................. 52

BIJLAGE P (INFORMATIEF) RICHTLIJN VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN INSTRUCTIE ..................................................... 53 VOOR HET VERVANGEN VAN MESPATRONEN DOOR VOLDOEND ....................................................................................... 53 ONDERRICHTE PERSONEN (NEN-3140) ..................................................................................................................... 53

9 BIJLAGEN NAM ............................................................................................................................... 54

9.1 DIVERSE FORMULIEREN ELEKTROTECHNISCH PERSONEEL .................................................................................. 54 B1 APPOINTMENT OF NAM PERSONNEL .......................................................................................................... 54

INSTALLATIE VERANTWOORDELIJKE ....................................................................................................... 54

9.2 GEVARENLABEL ........................................................................................................................................ 54 9.3 SCHAKELBRIEF: INSCHAKELEN, BLANCO .......................................................................................................... 56 9.4 SCHAKELBRIEF:VOORBEELD ......................................................................................................................... 57 9.5 SCHAKELSTAPPENPLAN - VOORBEELD........................................................................................................ 58 9.6 TERMEN EN DEFINITIES .............................................................................................................................. 59 9.7 AANWIJZINGSSTRUCTUUR E-ORGANISATIE UIE- NAM .................................................................................... 61 9.8 INSTRUCTIEKAART: IN GEVAL VAN ELEKTRISCHE SCHOK. ................................................................................... 62 9.9 VEILIGHEIDS MAATREGELEN - ELEKTRISCHE ACTIVITEITEN. ................................................................ 63

9.9.1 Veiligstellen Eindgroep Laagspanning ......................................................................................... 63 9.9.2 In bedrijf nemen Eindgroep Laagspanning ................................................................................. 63 9.9.3 Veiligstellen Kabel Algemeen ....................................................................................................... 63 9.9.4 Veiligstellen kabel Aarden en kortsluiten ..................................................................................... 63 9.9.5 In bedrijf nemen Kabel Aan beide zijden geaard en kortgesloten................................................ 64 9.9.6 Veiligstellen Transformator Aarden en kortsluiten ...................................................................... 64 9.9.7 In bedrijf nemen Transformator aan beide zijden geaard en kortgesloten ................................. 64 9.9.8 Veiligstellen HS – installatie (verdeler) - Algemeen ..................................................................... 64 9.9.9 Veiligstellen HS- installatie (verdeler) Afschakelen ...................................................................... 65 9.9.10 Veiligstellen HS-installatie (verdeler) Aarden en Kortsluiten ....................................................... 65 9.9.11 In bedrijf nemen HS-installatie (verdeler) .................................................................................... 65

BIJLAGE BIBLIOGRAFIE .............................................................................................................................. 65

Page 10: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 10

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

1 ONDERWERP & TOEPASSINGSGEBIED.

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Het voorschrift geldt voor alle NAM elektrische installaties onshore en offshore die niet zijn bedoeld voor gebruik door leken, ongeacht het spanningsniveau,.

Daarmee vallen in ieder geval de voedingen van instrumentatie-, besturings- en automatiseringssystemen onder de werking van dit voorschrift.

De bepalingen en de aanvullingen in deze EBV gelden voor werkzaamheden en personen, zoals :

• NAM personeel; • Inleen personeel; • Stagiaires; • Personeel van derden (contractors, subcontractors, vendors en andere derde partijen),

op alle NAM onshore en NAM offshore locaties, inclusief de kantoren en gebouwen.

Het doel van de bepalingen in deze EBV is om de bedrijfsvoering van elektrische installaties op de NAM locaties en kantoren op een veilige en gestructureerde wijze uit te voeren.

Dit document is niet van toepassing voor normale bedieningswerkzaamheden (operationele handelingen) van elektrisch materieel door niet elektrotechnisch productiepersoneel.

Page 11: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 11

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

2 NORMATIEVE VERWIJZINGEN

Geen aanvullende voorschriften voor NAM van toepassing.

Page 12: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 12

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

3 TERMEN EN DEFINITIES

3.1 ALGEMEEN

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Voor termen en definities wordt verwezen naar bijlage-NAM 9.6.

Laagspanningsruimte

Een al dan niet afgesloten elektrische bedrijfsruimte waarin zich een laagspanningsinstallatie bevindt (zie ook sectie-4.3.3 en 4.9).

Hoogspanningsruimte

Een afgesloten elektrische bedrijfsruimte waarin zich een hoogspanningsinstallatie bevindt (zie ook sectie-4.3.3 en 4.9).

Accuruimte

Een al dan niet afgesloten elektrische bedrijfsruimte die uitsluitend is bestemd voor het plaatsen van vast opgestelde accumulatorbatterijen (zie ook sectie-4.3.3 en 4.9).

Afgesloten elektrische bedrijfsruimte

Een elektrische bedrijfsruimte die behoort te zijn afgesloten. Dit is het geval indien ongeisoleerde actieve delen hierin aanwezig zijn.

Een ruimte waarin zich een Hoogspannings installatie bevindt, is per definitie een afgesloten bedrijfsruimte.

Alleen elektrisch bevoegd personeel mag toegang hebben tot deze ruimte.

3.2 PERSONEEL, ORGANISATIE EN COMMUNICATIE

Aanvullende voorschriften voor NAM:

De Directeur

De Directeur is overeenkomstig de (Nationale) wetgeving eerste verantwoordelijke voor de veilige bedrijfsvoering en voor de aanwijzing van competente personen ten behoeve van de veilige bedrijfsvoering van elektrische installaties als omschreven in de normen NEN 3140/3840. De Directeur heeft zijn bevoegdheid met betrekking tot de aanwijzing van Installatie Verantwoordelijke gedelegeerd aan de Asset/Project Manager(s)/Leader(s).

De Asset [Project] Manager/Leader.

De Asset [Project] Manager/Leader heeft uit hoofde van zijn functie de door de directeur gedelegeerde verantwoordelijkheid voor de aanwijzing van de Installatie Verantwoordelijke(n) (IV) in de Asset [Project], op voordracht van de lijn en na verificatie van de vaktechnische competentie door de Principal Electrical engineer.

Page 13: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 13

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

De Principal Electrical engineer [NL]

De Principal Electrical engineer [NL] geeft vorm aan het NAM beleid met betrekking tot structuur, training en competentie. Hij bewaakt de competentie van de Installatie Verantwoordelijken. Hij is gemachtigd tot verificatie van het naar behoren uitvoeren van gealloceerde verantwoordelijkheden. Opmerking:

De omschrijvingen van Principal Electrical engineer, Asset (project) Manager/Leader en de Directeur zijn overgenomen vanuit het Corporate Management System (CMS).

De Werk Verantwoordelijke (hierna te noemen WV)

Persoon die is aangewezen als direct verantwoordelijke voor de veiligheid van de werkzaamheden.

De Installatie Verantwoordelijke (hierna te noemen IV)

Persoon die is aangewezen als direct verantwoordelijke voor de veilige bedrijfsvoering van de elektrische installatie en de veiligheid van de elektrische arbeidsmiddelen.

Aanvullende voorschriften voor NAM:

De IV heeft als taak zeker te stellen dat er in zijn verantwoordelijkheidsgebied, in het algemeen een Asset of Project, adequate systemen en afspraken zijn voor de beheersing van elektrotechnische activiteiten en dat de betrokken medewerkers voldoende competent zijn. Hij is verantwoordelijk voor de juiste bedrijfsvoering, de integriteit en inspectie van de onder hem vallende elektrische installaties.

De IV legt dienaangaande verantwoording af aan de Asset/ Projectmanager.

Hij is verplicht/bevoegd in te grijpen indien niet in overeenstemming met de geldende regels en werkvoorschriften wordt gewerkt. Hij is bevoegd tot het (doen) houden van inspecties en audits ter controle op de geldende regelgeving.

De IV is door de directie belast met de aanwijzing, namens de directie, van de WV, Vakbekwaam Persoon en Voldoend Onderrichte Persoon.

De Vakbekwaam Persoon (hierna te noemen VP)

Persoon die is aangewezen en met een relevante opleiding en ervaring waardoor hij in staat is gevaren die door elektriciteit kunnen worden veroorzaakt te onderkennen en te voorkomen .

De Voldoend Onderricht Persoon (hierna te noemen VOP)

Persoon die is aangewezen en voldoende geïnstrueerd voor specifieke taken, werkzaamheden en het gebruik van elektrische arbeidsmiddelen waardoor hij in staat is gevaren die door elektriciteit kunnen worden veroorzaakt te onderkennen en te voorkomen.

De Leek

Persoon die geen IV, WV, VP of VOP is.

Ploegleider (PL)

Bij NAM wordt het begrip ploegleider niet gehanteerd. Er worden bij NAM geen ploegleiders aangewezen omdat binnen NAM de Werkverantwoordelijke met de leiding van de werkzaamheden is belast.

Page 14: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 14

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

TA (TA2)

Binnen SHELL is het Technical Authority Framework (TAF) van toepassing, waarbij TA staat voor Technical Authority. In het TAF zijn de verantwoordelijkheden beschreven.

In deze TAF is aangegeven:

• de competentie, • het benoemingsystem van competent personeel, • de rollen, • de verantwoordelijkheden, • de autorisatie mbt afwijkingen van technische standaards, • de autorisatie mbt afwijkingen van performance standaards, • het overleg met TA-1.

Voor elk project wordt binnen het project team een TA-2 aangewezen.

Voor bestaande installaties is het gebruikelijk dat de IV ook de TA-2 functie behartigt voor de betreffende elektrische installaties.

Facility Status Report (FSR)

FSR is het systeem waarin binnen SHELL/ NAM, o.a. afwijkingen van een installatie worden beheerd.

Bericht of aanwijzing

Mondelinge of geschreven boodschap of aanwijzing over de bedrijfsvoering van een elektrische installatie.

Aangewezen persoon

Iemand die is aangewezen als IV, WV VP of VOP

HMI

Iemand die is aangewezen als Hoofd Mijnbouw Installatie.

LVP

Iemand die is aangewezen als Locatie Verantwoordelijk Persoon, en is als zodanig verantwoordelijk voor de operationele leiding van een plant/ locatie.

3.3 WERKZONE (WERKPLEK, GEVARENZONE EN NABIJHEIDS ZONE)

Geen aanvullende voorschriften voor NAM van toepassing.

3.4 ARBEID

Aanvullende voorschriften voor NAM:.

3.4.2.1 Bij NAM worden werkzaamheden aan in aanbouw zijnde of nog niet in bedrijf genomen elektrisch installaties en waarvoor vaktechnische kennis noodzakelijk is, beschouwd als elektrotechnische werkzaamheden. Voorbeelden van dit soort werkzaamheden zijn het

Page 15: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 15

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

aansluiten van kabels aan verdeelinrichtingen, het aansluiten van elektrische verbruikers en het bedraden van panelen. Montagewerkzaamheden t.b.v. elektrisch installaties waarbij geen elektrische gevaren aanwezig zijn, mogen worden uitgevoerd door leken. Voorbeelden van deze werkzaamheden zijn het trekken van kabels en het construeren van ladderbanen.

3.5 BESCHERMINGSVOORZIENINGEN

Geen aanvullende voorschriften voor NAM van toepassing.

3.6 NOMINALE SPANNINGEN EN S-KETENS

Geen aanvullende voorschriften voor NAM van toepassing.

3.7 TOEZICHT

NEN 3140 art 3.101: Geen aanvullende voorschriften voor NAM van toepassing.

NEN 3840 art 3.201: Geen aanvullende voorschriften voor NAM van toepassing.

3.8 NAM ZONERING EXPLOSIEGEVAARLIJKE GEBIEDEN

Aanvullende voorschriften voor NAM:.

Zone 0 (NEN-EN-IEC 60079-10, NPR7910-1)

Gebied waarbinnen een ontplofbare gasatmosfeer voortdurend of gedurende lange perioden aanwezig is. Gedachtebepaling: gedurende in totaal meer dan 1000 uur per jaar.

Zone 1 (NEN-EN-IEC 60079-10, NPR7910-1)

Gebied waarbinnen de aanwezigheid van een ontplofbare gasatmosfeer bij normaal bedrijf te verwachten is. Gedachtebepaling: Gedurende in totaal 10 tot 1000 uur per jaar.

Zone 2 (NEN-EN-IEC 60079-10, NPR7910-1)

Gebied waarbinnen de aanwezigheid van een ontplofbare gasatmosfeer bij normaal bedrijf onwaarschijnlijk is en waarbinnen een dergelijke gasatmosfeer, indien aanwezig, slechts zelden en gedurende een korte periode bestaat. Gedachtebepaling: gedurende in totaal minder dan 10 uur per jaar.

Niet Gevaarlijk Gebied (NGG) (NEN-EN-IEC 60079-10, NPR7910)

Gebied waarbinnen een ontplofbare gasatmosfeer niet wordt verwacht voor te komen in hoeveelheden waarbij speciale voorzieningen zijn vereist voor de constructie, installatie en toepassing van materieel.

Page 16: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 16

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

4 UITGANGSPUNTEN

4.1 VEILIGE BEDRIJFSVOERING.

Aanvullende informatie voor veilig werken is aangegeven in bijlage-B.

Het beoordelen van veiligheidsrisico betreffende werk aan of in nabijheid van elektrische installaties is bij NAM in het Corporate Management System geregeld, zie voor de meest actuele versie het CMS systeem.

4.2 PERSONEEL

Voor het werkdomein, de eisen te stellen aan en voor de overdracht van verantwoordelijkheden van elektrotechnisch personeel wordt verwezen naar bijlage-F: De IV en de WV

Aanvullende voorschriften voor NAM, zie onder sectie 4.2.1 t/m 4.3.5.

4.2.1 Algemeen

Het personeel dat elektrotechnische werkzaamheden verricht op NAM installaties dient, conform NEN 3140/3840, altijd schriftelijk te zijn aangewezen door zijn/haar werkgever als minimaal VP. Na goedkeuring van de NAM IV mogen elektrotechnische werkzaamheden ook door als VOP aangewezen personeel worden uitgevoerd.

Het personeel van derden dat elektrotechnische veiligstelwerkzaamheden verricht op NAM installaties, dient conform deze EBV door NAM schriftelijk te zijn aangewezen als minimaal VP.

Het personeel dat door NAM rechtstreeks is ingehuurd voor het verrichten van elektrotechnische werkzaamheden op NAM installaties, dient conform deze EBV, tevens door NAM schriftelijk te zijn aangewezen als minimaal VP.

De WV en de IV kunnen dezelfde persoon zijn, tenzij dit op de aanwijzing is uitgesloten.

Hierbij geldt dat een aangewezen IV ook altijd de taken en bevoegdheden van een WV mag overnemen.

Een IV mag taken delegeren aan de WV.

Indien de hoeveelheid taken en/of de geografische spreiding daar aanleiding toe geven, mag de IV (een deel van) zijn uitvoerende taken delegeren aan een WV.

Taken op het gebied van beleid, goedkeuren van modificaties (incl. beveiligingen) en het aanwijzen van WV / VP kunnen niet worden gedelegeerd.

Het delegeren van deze taken dient schriftelijk in de aanwijzing te worden vastgelegd.

• Een IV mag altijd de in deze EBV vermelde taken/activiteiten van de WV, VP en VOP uitvoeren.

• Een WV mag altijd de in de EBV vermelde taken/activiteiten van de VP en VOP uitvoeren.

• Een VP mag altijd de in de EBV vermelde taken/activiteiten van de VOP uitvoeren.

Page 17: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 17

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

4.2.2 Vereiste Kennis en Ervaring

Naast de in de normen NEN 3140 en NEN 3840 genoemde minimaal vereiste kennis en ervaring (zie bijlage-D NEN 3140 en NEN 3840 “Globale procedure voor het aanwijzen van personen”), dient het aan te wijzen personeel tevens te beschikken over:

• voldoende kennis van de op de werkplek geldende veiligheidsbepalingen, waaronder inbegrepen deze EBV,

• de voor de functie/werkgebied benodigde kennis van explosieveiligheid en explosie veilige apparatuur,

• een 4 jarige elektrotechnische HBO opleiding of aantoonbaar gelijkwaardig niveau voor een aanwijzing tot IV,

• een 4 jarige elektrotechnische MBO opleiding of aantoonbaar gelijkwaardig niveau voor een aanwijzing tot WV,

• de juiste houding/instelling/capaciteit om de voorschriften na te leven, de taken naar behoren uit te voeren, en de verantwoordelijkheid te dragen.

De competentie van personen, met bijvoorbeeld alleen een meet- en regeltechnische vakopleiding, is niet gelijkwaardig aan het gestelde van artikel 4.2.104 van NEN 3140 (voorwaarden gesteld aan VP).

In aanvulling op de bijlage-D van de normen NEN 3140 en NEN 3840 “Globale procedure voor het aanwijzen van personen” is voor het te benoemen personeel tevens van toepassing:

Aanwijsschema WV-NAM

Page 18: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 18

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Aanwijsschema VP-NAM

4.2.3 Instructie Interval

Personen die zijn aangewezen als IV, WV, VP en VOP moeten periodiek worden geïnstrueerd.

Ongeacht de soort aanwijzing wordt bij NAM een instructie-interval van maximaal vijf jaar voor een intensieve training en met een tussentijdse instructie van max. 3 jaar gehanteerd.

Indien er principiële zaken wijzigen zal er een aanvullende instructie gegeven moeten worden, zie ook art. 4.2.108 en 4.2.208 van de normen NEN 3140 en NEN 3840.

4.2.4 Aanwijsbeleid NAM

Het aanwijsbeleid voor NAM is vastgelegd in het CMS onder de meest actuele versie van het “Electrical.DR.01 Beleidsvoorschrift expertise electrical in the Netherlands”, document nummer EP201012322154

De documenten mbt de aanwijzingsstructuur van de e-organisatie en de aanwijsformulieren voor elektrotechnisch personeel zijn aangegeven in bijlage-NAM 9.1.

4.2.5 Geldigheid Aanwijzing.

Een aanwijzing geldt slechts voor het in de aanwijzing aangegeven werk- en verantwoordelijkheidsgebied en voor een intervalperiode van maximaal 3 jaar.

De aangewezen persoon is verplicht tijdig een voor de aanwijzing van toepassing zijnde herhalingscursus te volgen en met positief resultaat af te sluiten.

Hiervoor kan door de IV dispensatie worden gegeven.

De aanwijzing kan worden ingetrokken door een IV indien:

• niet de verplichte instructies en cursussen zijn gevolgd; • meer dan 1 jaar geen relevante werkzaamheden zijn verricht; • de leiding [Principal Electrical Engineer, Project/Asset Manager] hiertoe besluit,

Page 19: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 19

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

• houding/ gedrag hiertoe aanleiding geeft.

4.3 ORGANISATIE.

Aanvullende voorschriften voor NAM (zie onder sectie-4.3.1 t/m 4.3.6) .

Voor bestaande locaties, waar modificaties aan elektrische installatie door de Projectafdeling wordt uitgevoerd is de IV, die verantwoordelijk is voor de betreffende locatie (E&M), verantwoordelijk voor de veilige uitvoering van de werkzaamheden. Op nieuwe locaties (Green Field) die nog niet zijn overgedragen aan Operaties en onder beheer zijn van de projectafdeling, dient een IV te worden aangewezen binnen het Project team/ Project organisatie.

4.3.1 Eerste hulp dienstverlening

De eerste hulp dienstverlening is primair een taak van de operationele afdeling en is geregeld in het CMS.

4.3.2 Overdracht werkzaamheden & Verantwoordelijkheden.

Indien de lokatie waar werkzaamheden worden uitgevoerd onder beheer van NAM valt, ligt de verantwoording voor de elektrische veiligheid altijd bij NAM.

Indien het beheer van een locatie wordt overgedragen (multidisciplinair) aan een derde partij, blijft NAM bepaalde verantwoordelijkheden behouden voor de (elektrische) veiligheid.

Geadviseerd wordt in geval van onduidelijkheid in dergelijke gevallen advies in te winnen bij de afdeling Legal.

Elektrische Veiligheidsmaatregelen in installaties die vallen onder NAM beheer mogen alleen worden genomen door personen die schriftelijk door NAM zijn aangewezen.

Elektrotechnische werkzaamheden aan of nabij veiliggestelde (spanningsloze) installaties mogen alleen worden uitgevoerd door personen die schriftelijk door hun werkgever zijn aangewezen overeenkomstig de geldende Nederlandse normen en voorschriften.

Opmerking:

• Voordat een elektrische installatie voor de eerste maal onder spanning wordt gezet moet deze aangemeld worden bij de IV. Deze beoordeeld samen met de WV de installatie op elektrische risico’s en hoe de bedrijfsvoering en werkzaamheden op veilige wijze kunnen worden uitgevoerd. Zij controleren tevens of deze in werkinstructies, bedieningsvoorschriften of procedures waar nodig zijn vastgelegd.

• Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, moet er rekening mee worden gehouden dat, indien de delen van een elektrische hoogspanningsinstallatie niet of onvoldoende zijn beschermd tegen directe of indirecte aanraking dan wel te dichte nadering, de desbetreffende ruimte moet worden betreden in aanwezigheid van een tweede daartoe bevoegd persoon

4.3.3 Toegang tot Elektrische Ruimten.

4.3.3.1 Toegang tot Elektrische Bedrijfsruimten.

• Elektrische bedrijfsruimten mogen slechts worden betreden voor zover dat voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is.

Page 20: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 20

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

• Een afgesloten elektrische bedrijfsruimte zonder elektrisch gevaar mag alleen worden betreden door tenminste één aangewezen persoon (VOP, VP, WV, IV).

• Het verblijf in de elektrische bedrijfsruimte dient zo kort mogelijk te zijn.

4.3.3.2 Toegang tot Elektrische Bedrijfs Ruimten met een Laagspanningsinstallatie.

• Een elektrische bedrijfsruimte waarin zich een laagspanningsinstallatie zonder elektrisch gevaar bevindt: toegang voor iedereen mits toestemming van beheerder (OPS) van de installatie verkregen is.

• Een elektrische bedrijfsruimte waarin zich een laagspanningsinstallatie met elektrisch gevaar bevindt: toegang door minimaal 2 aangewezen personen, waarvan in elk geval één persoon een aanwijzing heeft van VP, WV of IV.

• Een elektrische bedrijfsruimte waarin zich een laagspanningsinstallatie bevindt moet een afgesloten elektrische bedrijfsruimte zijn, wanneer daarin niet-voldoende geïsoleerde actieve delen aanwezig zijn of andere elektrische gevaren kunnen voorkomen.

4.3.3.3 Toegang tot Elektrische Bedrijfs Ruimten met een Hoogspanningsinstallatie

• Een elektrische bedrijfsruimte waarin zich een hoogspanningsinstallatie zonder elektrisch gevaar bevindt: toegang voor minimaal één aangewezen persoon (IV, WV, VP, VOP)

• Een elektrische bedrijfsruimte waarin zich een hoogspanningsinstallatie met elektrisch gevaar bevindt: toegang voor minimaal 2 aangewezen personen, waarvan in elk geval één persoon een aanwijzing heeft als VP, WV of IV.

• Een elektrische bedrijfsruimte waarin zich een hoogspanningsinstallatie bevindt moet altijd een afgesloten elektrische bedrijfsruimte zijn. Sluiten en ontsluiten gebeurt met een hoogspanningssleutel en/of key-card systeem.

4.3.3.4 Toegang tot Elektrische Bedrijfs Ruimten met accumulator batterijen (Accuruimten).

• Een elektrische bedrijfsruimte waarin zich accumulator batterijen bevinden zonder elektrisch gevaar: toegang voor iedereen mits toestemming van beheerder (OPS) van de installatie verkregen is.

• Een elektrische bedrijfsruimte waarin zich vast opgestelde accumulator batterijen bevinden met niet-voldoende geïsoleerde actieve delen: toegang voor minimaal 1 aangewezen persoon, met een aanwijzing van minimaal VP,

• Een elektrische bedrijfsruimte waarin zich vast opgestelde accumulatorbatterijen (accuruimte) bevindt moet een afgesloten bedrijfsruimte zijn, wanneer daarin niet-voldoende geïsoleerde actieve delen aanwezig zijn.

4.3.3.5 Deuren die toegang geven tot Elektrische Bedrijfs Ruimten.

Deuren die toegang geven tot Elektrische Bedrijfs Ruimten mogen niet onnodig openstaan

Het is verplicht dat iedere betreder van afgesloten elektrische bedrijfsruimten de toegang tot deze ruimte mogelijk maakt, zolang men zich in de ruimte bevindt, om hulpverleners de mogelijkheid te geven in geval van calamiteit toegang te geven tot deze ruimte (bijvoorbeeld : wigje tussen de deur en kozijn, etc).

Na het verlaten van een afgesloten elektrische bedrijfsruimte moet deze persoon zichzelf ervan overtuigen dat de deur(en) op slot of deugdelijk afgesloten zijn.

4.3.4 Sleutels

Page 21: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 21

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Nadere informatie voor toegang tot elektrische bedrijfsruimten en uitgifte van sleutels is aangegeven in het CMS.

Sleutels, of autorisatie van toegangsniveau van keycards die toegang geven tot elektrische bedrijfsruimten, worden uitgegeven onder verantwoordelijkheid van de IV.

De uitgegeven sleutels worden op naam geregistreerd.

Voor het ontvangen en teruggeven van LS en HS sleutels zijn de formulieren aangegeven in bijlage- NAM-9.1 .

Personen die in het bezit zijn van sleutels van elektrische bedrijfsruimten zijn verantwoordelijk voor elk gebruik dat van deze sleutels wordt gemaakt.

Daarom moeten deze personen:

• schriftelijk verklaren dat zij deze sleutels hebben ontvangen; • voorkomen dat de sleutels in andere handen raken; • voorkomen dat de sleutels worden nagemaakt; • voorkomen dat aan de sleutels wijzigingen worden aangebracht; • verlies of het in ongerede raken van sleutels zo spoedig mogelijk melden aan

degene die de sleutel heeft uitgegeven; • voorkomen dat de sleutels beschadigd worden. • de sleutels goed opbergen tijdens de aanwezigheid in elektrotechnische

bedrijfsruimten.

Het bezit van sleutels van elektrische bedrijfsruimten houdt op zich geen enkele bevoegdheid in tot het bedienen van of het werken aan de elektrische installaties in die ruimten.

NAM personeel dat in het bezit is van sleutels van elektrische bedrijfsruimten dienen deze in te leveren bij de IV in het geval van:

a) beeindiging dienstverband (inlevering voor vertrek) b) overplaatsing buiten NAM (inleveren voor ingangsdatum overplaatsing)

Personeel van derden dat in het bezit is van sleutels van elektrische bedrijfsruimten dienen deze in te leveren bij de IV in het geval van:

a) beeindiging dienstverband of verandering van werkgever (inlevering voor vertrek) b) verandering van functie en bezit sleutel niet meer noodzakelijk is c) verstijken geldigheidsduur sleutelcertificaat of op verzoek van de IV

4.3.5 Beveiligen en Beveiligingsrelais

Beveiligingen zijn de verantwoordelijkheid van de IV.

Verandering van de instelling van beveiligingsrelais en van de nominale waarde van smeltpatronen en installatieautomaten moet altijd de goedkeuring hebben van de IV.

Bij het ontwerp van nieuwe installaties of uitbreiding van installaties (delen) is de goedkeuring van de beveiligingsinstelling(en) de verantwoordelijkheid van de TA2 van het project.

Opdracht en goedkeuring voor het instellen van beveiligingsrelais gebeurt schriftelijk.

Het document voor elektrotechnisch personeel met betrekking tot verandering van de instelling van beveiligingsrelais en verandering van de nominale waarde van smeltpatronen en installatieautomaten is aangegeven in bijlage- NAM-9.1 (Titel: Wijziging Beveiligingsinstelling in een Elektrische Installatie).

Page 22: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 22

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Beveiligingsrelais in laag- en hoogspanningsinstallaties mogen slechts worden ingesteld door tenminste een VP, waarbij de rood-blauw set dient te worden aangepast (zie sectie-4.7) .

4.3.6 Afwijking van normale Bedrijfsvoering

Het tijdelijk / permanent overbruggen of op andere wijze buiten werking stellen van beveiligingen ten behoeve van metingen, testen, beproevingen, storing zoeken, schakelen of bijzondere omstandigheden mag alleen na goedgekeurde registratie in het Facilities Status Reporting systeem (FSR).

Voor het aangeven van de overbruggingen / elektrische veiligstellingen is een Veiligstel Logboek aanwezig op een centrale plaats op de locatie of is een Elektronisch Systeem (zie ODT) beschikbaar.

Voor aanvullende informatie wordt verwezen naar het CMS.

4.4 COMMUNICATIE

Aanvullende voorschriften voor NAM:

In sectie-6.1 van zowel NEN 3140 als van NEN 3840 is aangegeven dat alleen de IV toestemming mag geven om met de werkzaamheden te beginnen.

Bij NAM is deze verantwoordelijkheid door de IV gedelegeerd aan de WV.

Hiermede wordt voldaan aan het gestelde met betrekking tot communicatie.

4.5 WERKPLEK

Aanvullende bepalingen voor elektrische werkzaamheden op een werkplek met explosie gevaar is aangegeven in Bijlage-B4 van NEN 3140 en NEN 3840.

4.6 GEREEDSCHAPPEN, HULPMIDDELEN EN BESCHERMINGS MIDDELEN

Aanvullende voorschriften voor NAM.

In dit hoofdstuk zijn de algemene regels voor het gebruik van (meet)-gereedschappen, hulpmiddelen en PBM’s (Persoonlijke beschermingsmiddelen) aangegeven. Indien hier vanaf geweken wordt dient voorafgaand aan de werkzaamheden overleg met de IV’er te worden gepleegd.

Als standaard kleding wordt gezien de door NAM goedgekeurde (bedekkende) kleding. Bijlage-G is in de NEN-3140 aangegeven als informatief.

Voor NAM geldt dat bijlage-G normatief is. Dat betekent dat het aangegeven gebruik van (meet)-gereedschappen, hulpmiddelen en PBM’s verplicht is.

(Meet)-gereedschappen, hulpmiddelen en PBM’s moeten voldoen aan de eisen van de desbetreffende internationale, Europese of nationale normen.

(Meet)-gereedschappen, hulpmiddelen en PBM’s moeten worden toegepast in overeenstemming met de aanwijzingen en/of de richtlijnen van de fabrikant of leverancier.

Page 23: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 23

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Indien mogelijk dienen schakelhandelingen op afstand* (remote) te worden uitgevoerd.

*Op afstand (remote) wil zeggen:

• Op meer dan 6 meter afstand van de verdeelinrichting of • Elektrisch bediend vanuit een andere ruimte of • Onder spanning brengen (of spanningsloos maken) vanaf een voedende

(bovenliggende) verdeelinrichting welke wel van afstand bedienbaar is, waarna de betreffende schakelaar spanningsloos uit- of ingeschakeld kan worden.

Arc flash PBM’s:

Onder arc flash PBM’s verstaan we, naast de door NAM goedgekeurde kleding, een arc flash bestendige overjas, een gelaatscherm, (vlamboog vaste en isolerende) handschoenen en gehoorbescherming die allen geschikt zijn voor de aanwezige energie (geluid) niveaus (oorproppen bieden voldoende bescherming).

Daar waar in dit document wordt aangegeven dat men arc flash PBM’s dient te dragen, dan geldt dit voor iedereen die zich binnen een straal van 6 meter vanaf de werkplek bevindt.

LET OP:

In artikel 4.6.1 en 4.6.2 staan de algemene regels die gelden voor het gebruik van (meet)-gereedschappen, hulpmiddelen en PBM’s. Deze zijn tot stand gekomen op basis van een risico inventarisatie. Hierbij is het uitgangspunt geweest dat de installaties deugdelijk zijn onderhouden. Indien hierover twijfel bestaat dient in overleg met de IV’er bepaald te worden of er aanvullende maatregelen nodig zijn.

Het kan zijn dat in specifieke gevallen er afwijkende regels zijn voor een installatie. Dit is dan op de installatie zelf aangegeven.

4.6.1 (NAM) Gereedschappen, Hulpmiddelen en PBM’s - LAAGSPANNING INSTALLATIE.

1. In figuur 4.6.1 is aangegeven wanneer, welke aanvullende PBM’s toegepast moeten worden bij meten, testen en beproeven. (ELV keten vervallen)

2. Meetinstrumenten moeten zijn voorzien van een classificatie CAT-III (1000V) of CAT-IV (600V), conform NEN-EN-IEC 61010. (ELV keten vervallen)

3. Het toepassen van een TWEEpolige spanningsaanwijzer (conform NEN-EN-IEC 61243-3 ‘Live working – Voltage detectors’, bijvoorbeeld type DUSPOL of

gelijkwaardig*) heeft sterke voorkeur boven universeel meters voor het meten, testen en beproeven van spanning, draaiveld-richting en fase gelijkheid.

Opmerking: De functie van draaiveld meters werkt niet altijd bij het gebruik van isolerende handschoenen.

4. Spanningsloosheid mag alleen worden vastgesteld met een TWEEpolige spanningsaanwijzer (conform NEN-EN-IEC 61243-3 ‘Live working – Voltage

detectors’, bijvoorbeeld type DUSPOL of gelijkwaardig*). 5. Aantonen van spanning en uitvoeren van metingen (inclusief bepalen draaiveld)

dient indien mogelijk altijd uitgevoerd te worden achter een beveiliging van ≤25A zekering of ≤16A automaat.

6. Het gebruik van 3-polige draaiveld meters is alleen toegestaan achter een beveiliging van ≤25A zekering of ≤16A automaat, tenzij deze uitgevoerd zijn met geisoleerde meetpennen (capacitieve meting).

Page 24: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 24

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Opmerking: Indien de installatie niet IP20 is, is het dragen van isolerende handschoenen verplicht.

7. Het trekken/plaatsen van mespatronen dient indien mogelijk in spanningsloze toestand, maar altijd in stroomloze toestand te worden uitgevoerd. Hierbij moeten isolerende handschoenen worden gedragen. Indien de voorbeveiliging >25A zekering of >16A automaat is moeten hierbij arc flash PBM’s worden gedragen, waarvan de handschoenen ook isolerend zijn.

8. Het trekken/plaatsen van mespatronen in een installatie met een vlamboog energie inhoud van ≥40Cal/cm2 is NIET toegestaan in spanningsvoerende situaties. Eerst dient de elektrische installatie spanningsloos te worden gemaakt alvorens de mespatronen te trekken/plaatsen.

Opmerking: De vlamboog energie inhoud van ≥40Cal/cm2 dient te zijn

aangegeven op de elektrische installatie.

9. Bij het aanbrengen/verwijderen van mespatronen d.m.v. patroon- of zekeringlastscheiders zonder moment (zogenaamde klapscheiders) zijn aanvullende arc-flash PBM’s nodig bij installaties met een voorbeveiliging van zekeringen >25A of automaten >16A maar met een vlamboog energie inhoud <40 Cal/cm. Bij het aanbrengen/verwijderen van mespatronen d.m.v. zekeringlastscheiders met moment (schakelaartype) zijn geen aanvullende PBM’s nodig.

Opmerking: De kans dat men bij dit laatste type een spanningsvoerend deel aanraakt of een sluiting veroorzaakt is minimaal.

10. Bij het verwijderen van losse metalen IP20 afscherming in een onder spanning staande installatie, dienen isolerende handschoenen te worden gedragen. Bij een hogere waarde van de beveiliging, >100A mespatronen of >25A automaten, dient de installatie eerst spanningsloos gemaakt te worden.

Opmerking: Het verwijderen van niet transparante of metalen IP-20 afscherming wordt vooral gezien als een risico in verband met aanrakings gevaar van onder spanning staande delen.

11. Invoer en aanpellen van kabels in de verdeelinrichting kabelopvoer-compartimenten: Indien het om zwaarwegende redenen niet mogelijk is een LS paneel geheel spanningsloos te maken dienen aanvullende veiligheids maatregelen te worden genomen. Bijvoorbeeld complete MCC sectie veilig stellen of afscherming in nabijheid van spanningsvoerende delen aanbrengen. Hiervoor dient contact te worden opgenomen met de betreffende WV.

12. Aanvullende veiligheids maatregelen bij werkzaamheden aan batterijen is aangegeven in bijlage-O van NEN-3140.

13. Indien operationele handelingen worden verricht, zoals het inschakelen/uitschakelen van schakelaars waarbij de MCC deuren gesloten blijven zijn geen aanvullende PBM’s noodzakelijk.

14. Bij het trekken/plaatsen van MCC lades zijn geen aanvullende PBM’s noodzakelijk.

*Als gelijkwaardig wordt gezien: vaste aansluitdraden, geen laagohmige ingang en het

apparaat moet in alle gevallen een indicatie geven als er spanning gemeten wordt.

Page 25: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 25

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Figuur 4.6.1 Uitvoeren van metingen, testen en beproevingen in laagspannings installaties

Tweepolige

SpanningsAanwijzer?

JA

NEE

ELV

Installatie?

JA

NEEGeen aanvullende PBM’s

Installatie

met Accu’s?

JA

NEE

Zie bijlage O (NEN 3140)

IP20?JA

NEE

< 40 Cal/cm?

JA

NEE

< 40 Cal/cm?JA

NEE

Gebruik isolerende

handschoenen

* (zie uitzondering)

ELV

Installatie?

JA

NEE

Alleen spanningsloosheidAantonen toegestaan

OVERIGE METINGEN NIET TOEGESTAAN

NIET TOEGESTAAN

Beveiliging

≤ 25A of vermogen< 1250VA?

JA

NEE

JA

NEE

Geen aanvullende PBM’s

Zekering

≤ 25A of automaat≤ 16A??

JA

NEE

Installatie

met Accu’s?

Zie bijlage O (NEN 3140)

Gebruik Arc-Flash PBM’s

IP20?JA

NEE

Gebruik isolerendehandschoenen

Zekering

≤ 100A of automaat≤ 25A??

JA

NEE

< 40 Cal/cm?

JA

NEE

Gebruik isolerende en vlamboogvaste handschoenen

Gebruik Arc-Flash PBM’s

NIET TOEGESTAAN

*Uitzondering: Draaiveld bepalen met TWEEpolige spanningsaanwijzers dient te gebeurenzonder handschoenen. Het risico van aanraken dient dan minimaal te zijn.

JA

NEEGeen aanvullende PBM’s

Installatie

met Accu’s?

Zie bijlage O (NEN 3140)

START

Page 26: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 26

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

4.6.2 (NAM) Gereedschappen, Hulpmiddelen en PBM’s - HOOGSPANNING INSTALLATIE.

1. Bij het bedienen van HS installaties zijn, met uitzondering van punten 2 en 7 hieronder, geen aanvullende PBM’s nodig.

2. Installaties van het type ”magnefix” mogen uitsluitend in spanningsloze toestand geschakeld worden. Indien spanningsloos schakelen niet mogelijk is mag na toestemming IV onder spanning worden geschakeld. Tijdens schakelhandelingen met spanningvoerende magnefix installaties moeten altijd arc-flah PBM’s gedragen worden.

3. Voor het aantonen van spanning, spanningsloosheid en fase gelijkheid, dienen bij voorkeur de op de installatie aanwezige capacitieve metingen, indien aanwezig, te worden gebruikt.

4. Indien het noodzakelijk is om voor het fase gelijkheid aantonen een meetstok te gebruiken, dan mag dit zowel een enkelpolige als dubbelpolige uitvoering zijn.

5. Het is niet toegestaan de werking van een meetstok te testen op de busbar of door middel van de zelftestknop. Dit dient middels een extern piezo apparaat te worden uitgevoerd.

6. Indien voor het inrijden/uitrijden van schakelaars het noodzakelijk is dat tijdens het verbreken/maken van de hoofdcontacten de paneeldeur geopend is, dienen arc flash PBM’s gedragen te worden.

7. Tijdens het aanbrengen/verwijderen van schakelstiften en aardingsstokken en het bedienen van schakelaars van het fabrikaat “Coq” moeten arc-flash PBM’s worden gedragen.

8. Voor het in/uit takelen van schakelaars van het fabrikaat “Coq” is goedkeuring vereist van de IV. Voor deze werkzaamheden dient de installatie bij voorkeur spanningsloos gemaakt te worden. Indien dit om zwaarwegende redenen niet mogelijk is, dienen aanvullende maatregelen genomen te worden om te voorkomen dat er objecten in de bak vallen tijdens het takelen. Indien de installatie niet spanningsloos gemaakt kan worden, moeten tijdens het in/uittakelen van deze schakelaars en tijdens het aanbrengen/verwijderen van afdekplaten arc-flash PBM’s gedragen worden.

4.7 TEKENINGEN EN DOCUMENTEN

Aanvullende voorschriften voor NAM:

In het CMS systeem is de Document Criticality Matrix (voor Asset Land en Groningen) en de Engineering Document Matrix (voor Onegas) van toepassing, waarin is vastgelegd welke documenten en tekeningen er beschikbaar moeten zijn, inclusief de tekeningen op de locaties/platforms.

Indien de instellingen van de beveiligingen en/of andere apparatuur door middel van software moeten worden gewijzigd, dient de software beheersprocedure en “setting” informatie op de locaties gebruikt te worden.

De ATEX certificaten moeten beschikbaar zijn.

4.8 WAARSCHUWINGSBORDEN

Aanvullende voorschriften voor NAM.

Page 27: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 27

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Voor veiligheids- en gezondheidssignalering wordt verwezen naar DEP-80.00.00.14, waarin tevens signalering is aangegeven als kan worden toegepast voor elektrische bedrijfsruimten.

4.9 (NAM) UITRUSTING ELEKTRISCHE BEDRIJFSRUIMTE

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Onderstaande voorschriften hebben betrekking op specifieke NAM installaties.

4.9 A1 (NAM) Elektrische Bedrijfsruimten

Alle elektrische bedrijfsruimten moeten zijn voorzien van:

• Een instructieplaat “In geval van Elektrische Schok”. • Op of bij de deuren die toegang geven tot de elektrische bedrijfsruimte: een

waarschuwingsplaat “GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SPANNING”. Uitvoering van de waarschuwingsplaat volgens het normblad “Veiligheidskleuren en –tekens” (NEN 3011).

• Op of bij de deuren die toegang geven tot de elektrische bedrijfsruimte: een plaat “VERBODEN MET WATER TE BLUSSEN”, (NEN 3011).

• Een eenvoudig en duidelijk hoofdschakelschema van de installatie (Single Line of Key One Line Diagram).

• Voldoende gevarenlabels. • Voorzieningen voor het bewaren, bestuderen en bijwerken van tekeningen (indien er op

de locatie meerdere E-ruimtes zijn mogen de tekeningen ook centraal worden opgeslagen).

• Brandblusser(s): Het type en de noodzaak in overleg met HSE afdeling vaststellen. Zie ook bijlage B3.

• In een elektrische bedrijfsruimte met een gesloten elektrische installatie is het toegestaan meubilair te installeren voor het bewaren, bestuderen en bijwerken van tekeningen en dergelijke. De opstelling moet zodanig zijn dat de bediening van de elektrische installatie niet wordt gehinderd en een vrije vluchtweg niet wordt belemmerd.

4.9 A2 (NAM) Elektrische bedrijfsruimten met Laagspanningsinstallaties

In aanvulling op de eisen als gesteld onder 4.9.1 dienen Laagspanningsruimten bovendien voorzien te zijn van:

• Op of bij de deuren die toegang geven tot de elektrische bedrijfsruimte: de aanduiding ‘levensgevaarlijk, lage spanning”.

• Gereedschap nodig voor het bedienen, vrijschakelen, blokkeren en aarden van de installatie(s).

• Borden met de aanduiding: “geaard” en “niet schakelen”, • Aardings garnituur tbv laagspanningsinstallaties, mogen elders worden opgeborgen,

indien het om operationele redenen de voorkeur geniet en indien goedkeuring is verkregen van betreffende IV (bijvoorbeeld offshore met betrekking tot mini satellieten).

4.9 A3 (NAM) Elektrische bedrijfsruimten met Hoogspanningsinstallaties

In aanvulling op de eisen als gesteld onder 4.9.1 dienen Hoogspanningsruimten bovendien voorzien te zijn van:

• Op of bij de deuren die toegang geven tot de elektrische bedrijfsruimte: de aanduiding ‘“levensgevaarlijk, hoge spanning”.

Page 28: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 28

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

• Gereedschap nodig voor het bedienen, vrijschakelen, blokkeren en aarden van de installatie(s).

• Borden met de aanduiding: “geaard” en “niet schakelen”. • Aardingsgarnituur ten behoeve van HS installaties. • HS testequipment ten behoeve van hoogspanningsaanwijsstokken, mogen elders

worden opgeborgen, indien het om operationele redenen de voorkeur geniet en indien goedkeuring is verkregen van betreffende IV (bijvoorbeeld offshore met betrekking tot mini satellieten).

4.9 A4 (NAM) Elektrische bedrijfsruimten met Accumulator Batterijen

Aanvullende veiligheids maatregelen bij werkzaamheden aan batterijen, “Werkzaamheden in accukasten en acculaadstations”, zijn aangegeven in bijlage-O en sectie-6.101.4 (onderdeel uitmakend van sectie 6.4).

4.10 (NAM) ELEKTRISCHE VEILIGHEID BIJ WERKEN OP CONSTRUCTIE LOCATIES.

Aanvullende voorschriften voor NAM:

4.10 A1 (NAM) Algemeen

De elektrische veiligheid tijdens de uitvoering van onderhoudsstops, alsmede constructie- en commissionings werkzaamheden heeft voortdurend aandacht nodig.

Om de elektrotechnische risico’s tot een minimum te beperken is het van vitaal belang dat er goede onderlinge communicatie is en afspraken worden gemaakt en vastgelegd.

Een duidelijke afbakening in verantwoordelijkheden moet worden gemaakt tussen alle relevante partijen welke tijdens deze periode gelijktijdig hun werkzaamheden verrichten.

Het betreft hier elektrotechnische werkzaamheden tijdens:

1)- de voorbereiding (bouwstroom),

2)- de constructie,

3)- de (pre)commissioning,

4)- de overdracht en start-up.

Relevante partijen kunnen zijn: het elektrotechnisch personeel van NAM (Operaties, E&M), Projecten en de (onder-)aannemers als werkzaam voor NAM.

4.10 A2 (NAM) Gebruik van Sieraden en Horloges.

Metalen sieraden, zoals: kettingen, horloges, ringen en dergelijke kunnen een gevaar zijn bij de uitvoering van elektrotechnische werkzaamheden.

Bij NAM is het dragen van deze sieraden, tijdens elektrotechnische werkzaamheden niet toegestaan.

Indien men een ring niet kan of wil afdoen en dit extra gevaar oplevert, is het dragen van handschoenen vereist.

4.10 A3 (NAM) Tijdelijke Elektrische Installaties, Verplaatsbare Aggregaten en Elektrisch

Handgedreven Gereedschap

In NEN 3140 staat Het gebruik van verplaatsbare elektrische aggregaten aangegeven in bijlage-M en Werkzaamheden in risicoverhogende omstandigheden (arbeidsmiddelen) aangegeven in bijlage-N.

Page 29: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 29

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Bij NAM zijn stringentere eisen gesteld aan onder meer:

1)- tijdelijke installaties,

2)- verplaatsbare wisselstroom aggregaten,

3)- elektrisch handgedreven gereedschap,

Deze zijn aangegeven in CMS werkinstructie: “Requirements for temporary electrical installations”.

Opmerking:

Er zijn verschillen tussen bijlage-M en sectie-3.8 van deze werkinstructie.

Bijlage M van de NEN3140 is informatief, CMS werkinstructie “Requirements for temporary electrical installations” is voor NAM normatief. Daar waar de werkinstructie tegenstrijdig is met bijlage M van de NEN 3140, moet de werkinstructie worden gevolgd.

4.11 (NAM) HERZIENING ELEKTROTECHNISCHE BEDRIJFS VOORSCHRIFTEN (EBV)

Deze Elektrotechnische Bedrijfs Voorschriften (EBV) moeten minimaal elke 5 jaar of vaker, indien de EU/ NL regelgeving dit vereist, worden herzien.

Page 30: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 30

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

5 STANDAARD BEDRIJFSVOERINGS PROCEDURES

5.1 ALGEMEEN

Afwijking van de normale bedrijfs voering dient conform het FSR te worden vastgelegd, zie sectie-3.2.

5.2 BEDIENINGS HANDELINGEN

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Personen die bevoegd zijn tot het uitvoeren van bedieningshandelingen/ het nemen van veiligheidsmaatregelen op elektrotechnische NAM installaties moeten zijn aangewezen door of namens de directeur van de NAM.

De IV van de betreffende asset is verantwoordelijk voor het bijhouden van de lijst met aanwijzingen.

Dit overzicht van uitgegeven aanwijzingen is te benaderen via het ODT portaal.

Voor een aantal bedieningshandelingen/ veiligheidsmaatregelen is een tweede persoon vereist, zie tabellen ´5.2A- Laagspanninginstallaties` en ‘5.2B- Hoogspanninginstallaties’.

Degene die de bedieningshandelingen/ veiligheidsmaatregelen verricht is verplicht elke procedurestap aan de tweede persoon door te geven, voordat hij deze uitvoert.

De functie van de tweede persoon houdt in dat hij:

• de situatie beoordeelt, tezamen met degene die de bedieningshandelingen/ veiligheids maatregelen uitvoert,

• voor situaties met een verhoogd risico de schakelbrief bespreekt en controleert, • de overeengekomen bedieningshandelingen/ veiligheidsmaatregelen controleert, • onmiddellijk en ter plaatse afwijkingen, vergissingen of veranderingen signaleert,

voordat de bedieningshandelingen/ veiligheidsmaatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd.

5.2.1 Bedieningshandelingen in ´Laagspannings- en Hoogspanningsinstallaties.

De tabellen ´5.2A- Laagspanningsinstallaties` en ‘5.2B- hoogspanningsinstallaties’ vermelden de meest voorkomende bedieningshandelingen/ veiligheidsmaatregelen.

Bij iedere bedieningshandeling/ veiligheidsmaatregel is vermeld of deze door één of door twee personen moet worden verricht en wat de aanwijzing (bevoegdheid) van de betrokkenen moet zijn.

De regel is dat schakelbrieven moeten worden goedgekeurd door de IV.

Indien voor werkzaamheden aan elektrische installaties gebruik gemaakt wordt van de door de IV goedgekeurde standaard schakelbrieven behoeft geen toestemming van de IV te worden verkregen.

5.2.2 Schakelbrief.

Een schakelbrief moet o.a. worden ingevuld bij:

• complexe, niet reguliere, bedieningshandelingen zoals het onder spanning brengen van een laagspanningsbord en het aanbrengen van tijdelijke voedingen, generatoren, etc.;

Page 31: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 31

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

• bedieningshandelingen met een verhoogd risico, bijvoorbeeld wanneer installatiedelen van meer dan één zijde kunnen worden gevoed;

• aarden en kortsluiten door middel van aardingsgarnituur; Voorbeelden van schakelbrieven zijn aangegeven op bijlage-9.3 en -9.4.

In een aantal gevallen kan het handig zijn, om in aanvulling op de schakelbrief, aanvullende gegevens/stappen toe te voegen, bijvoorbeeld in een gecombineerd schakelstappenplan. Een voorbeeld is aangegeven in bijlage-9.5.

In bijlage-9.9 Veiligheidsmaatregelen - elektrische activiteiten zijn de stappen aangegeven voor het opstellen van de schakelbrief.

In de Tabellen ´5.2A- Laagspanningsinstallaties` en ‘5.2B- Hoogspanningsinstallaties’ is aangegeven waar het gebruik van schakelbrieven verplicht is gesteld.

Echter, er zijn situaties mogelijk waarvoor een schakelbrief niet verplicht is gesteld, maar wel kan bijdragen tot een overzichtelijke wijze van schakelen.

Hiervoor kan in overleg met de IV besloten worden of een schakelbrief vereist is.

De schakelbrief moet worden ingevuld en geparafeerd voorafgaand aan de te verrichten bedieningshandelingen door de WV en de uitvoerende persoon.

De schakelbrief maakt deel uit van het werkvergunningsysteem en moet dienovereenkomstig worden bewaard.

Bij vastleggen van bedieningshandelingen/ veiligheidsmaatregelen in een schakelbrief dient de betekenis van de gebruikte termen eenduidig te zijn voor degenen die de handelingen zullen uitvoeren. Eenduidige Termen en definities als te hanteren in schakelbrieven zijn aangegeven in bijlage-9.6.

In bijlage 9.9 zijn een aantal praktische invullingen/tips gegeven die kunnen worden gebruikt tijdens het opstellen en schrijven van een schakelbrief onder verschillende situaties.

Page 32: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 32

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Tabel-5.2A- Laagspanningsinstallaties

Bedieningshandelingen/ veiligheidsmaatregelen

uit te voeren door

in aanwezigheid van

Schakelbrief vereist

1 Het eerste keer onder spanning brengen van de LS installatie (altijd melden aan IV) WV VP

Verplicht

(zie 5.2.2)

2 Inbedrijfstellen en proefdraaien van LS-generatoren na werkzaamheden

VP **)

3 Eerste inbedrijfstelling van LS-motoren, die zijn beveiligd met motorbeveiligingschakelaars (altijd melden aan IV)

VP **)

4 Vrijschakelen en paraat stellen van LS-generatoren, niet gekoppeld met het openbare net

VP **)

5 Aanbrengen en verwijderen van aardingen en kortsluitingen in LS-generatoreenheden niet gekoppeld met het openbare net (altijd melden aan IV)

VP Verplicht ***)

6 Het voor de eerste maal in gebruik nemen van LS-voedingen waarbij niet gekoppeld of ontkoppeld wordt

VP Verplicht ***)

7 Het onder spanning trekken en steken van mespatronen, zie ook bijlage-P van NEN3140

VP **)

8 Aanbrengen en verwijderen van aardingen en kortsluitingen in LS-installaties indien spanningloosheid niet kan worden gewaarborgd. (Bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een noodstroom generator of elektrische beïnvloeding). (altijd melden aan IV)

VP VP Verplicht***)

9 Aanbrengen en verwijderen van aardingen en kortsluitingen bestaande uit een aardingsgarnituur (altijd melden aan IV)

VP VP Verplicht***)

10 Schakelen in LS-distributienetten VP **)

11 Schakelen in no-break installaties t.b.v. onderhoudswerkzaamheden, beproevingen en testen

VP **)

12 Ring doorschakelen in een laagspannings installatie.

VP VP Verplicht***)

13 Het aanbrengen/ verwijderen van veiligheidsmaatregelen (afscherming) in de LS installaties die voorkomen dat actieve delen kunnen worden aangeraakt of de gevarenzone kan worden bereikt.

VP VP*) **)

*) Alleen bij aanbrengen/verwijderen van tijdelijke afschermingen t.b.v werkzaamheden. Geldt niet voor verwijderen/aanbrengen van vaste IP afscherming t.b.v. metingen.

**) Niet verplicht maar ter beoordeling van WV- IV, zie omschrijving Schakelbrief, sectie-5.2.2.

***) Schakelbrief vooraf door WV te ondertekenen

Page 33: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 33

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Tabel-5.2B- Hoogspanningsinstallaties

Bedieningshandelingen/ veiligheidsmaatregelen

uit te voeren door

in aanwezigheid van

Schakelbrief vereist

1 Het voor de eerste keer onder spanning brengen van HS schakelaars, transformatoren, harmonische filters en “inrush” weerstanden (altijd melden aan IV)

WV VP Verplicht

2 Vrijschakelen en paraat stellen van HS-generatoren, niet gekoppeld met het openbare net

VP VP Verplicht

3 Inbedrijf stellen en proefdraaien van HS-generatoren na werkzaamheden

WV VP Verplicht

4 Bedieningshandelingen in HS-distributienetten waarbij gekoppeld of ontkoppeld wordt

WV VP Verplicht

5 Scheiden en paraat stellen van HS-transformatoren, waarbij niet gekoppeld of ontkoppeld wordt

VP VP Verplicht

6 Eerste inbedrijfstelling van HS-motoren bij nieuwbouwwerkzaamheden (altijd melden aan IV)

WV VP Verplicht

7 Aanbrengen, verwijderen en vervangen van zekeringen in HS installaties

WV VP Verplicht***)

8 Vrijschakelen en paraat stellen van HS-motoren, anders dan als operationele handeling, en behalve bij de eerste inbedrijfstelling

VP VP *) **)

9 Aanbrengen en verwijderen van aardingen en kortsluitingen door middel van aardings- en kortsluitschakelaar in afgaande HS velden

VP

WV *) VP **)

10 Aanbrengen en verwijderen van aardingen en kortsluitingen door middel van aardings- en kortsluitschakelaar in inkomende HS velden

WV VP Verplicht***)

11 Aanbrengen en verwijderen van aardingen en kortsluitingen door middel van Aardingsgarnituur in HS velden (altijd melden aan IV)

WV VP Verplicht***)

12 Het bedienen van aardingsschakelaars waarbij deuren/omkastingen geopend moeten worden.

WV VP Verplicht***)

13 Het aanbrengen/ verwijderen van veiligheidsmaatregelen (afscherming) in de HS installaties die voorkomen dat actieve delen kunnen worden aangeraakt of de gevarenzone kan worden bereikt.

WV VP Verplicht***)

*) Alleen bij Coq Installaties

**) Niet verplicht maar ter beoordeling van WV- IV, zie omschrijving Schakelbrief, sectie-5.2.2

***) Schakelbrief vooraf door WV te ondertekenen

Wanneer bedieningshandelingen/ veiligheidsmaatregelen zowel ter plaatse als op afstand kunnen worden verricht, heeft bediening op afstand de voorkeur.

Page 34: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 34

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

5.3 FUNCTIONELE INSPECTIE

NEN 3140 Titel: Functionele inspectie: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840 Titel: Functionele controle: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

5.3.1 Meting

NEN 3140: Aanvullende voorschriften voor NAM:

Indien een EVC is uitgegeven moet voorafgaand aan het verrichten van de meting de EVC, eventueel tijdelijk, worden opgeheven.

Indien nodig moet na de meting een nieuw EVC worden aangemaakt.

Zorg ervoor dat GEEN enkele andere activiteit wordt uitgevoerd aan hetzelfde equipment als waaraan wordt gemeten. Overleg met de LVP is hiervoor vereist,

Personeel van derden mag metingen uitvoeren in de door de eigen werkgever geleverde panelen, indien er sprake is van onafgebroken toezicht van een door NAM aangewezen VP en/of WV of indien men direct door NAM is aangewezen tot minimaal VP.

NEN 3840: Geen aanvullende voorschriften voor NAM:

5.3.2 Beproeving

NEN 3140: Aanvullende voorschriften voor NAM:

Indien een EVC is uitgegeven moet voorafgaand aan het verrichten van de meting de EVC, eventueel tijdelijk, worden opgeheven.

Indien nodig moet na de beproeving een nieuw EVC worden aangemaakt.

Zorg ervoor dat GEEN enkele andere activiteit wordt uitgevoerd aan hetzelfde equipment als waar aan wordt beproefd. Overleg met de LVP is hiervoor vereist,

Personeel van derden mag beproevingen uitvoeren in de door de eigen werkgever geleverde panelen, indien er sprake is van onafgebroken toezicht van een door NAM aangewezen VP en/of WV of indien men direct door NAM is aangewezen tot minimaal VP.

NEN 3840: Geen aanvullende voorschriften voor NAM:

5.3.3 Inspectie.

NEN 3140: Aanvullende voorschriften voor NAM:

De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties wordt bepaald door de IV overeenkomstig bijlage-H, I, -J, en –K van NEN 3140.

Inspectie is een vorm van elektrotechnische werkzaamheden. Alle bepalingen ten aanzien van elektrotechnische werkzaamheden uit deze norm (hoofdstuk 6, Werkprocedures) zijn dan ook onverkort op inspectie van toepassing.

Page 35: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 35

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Voor elektrische installaties in ruimtes met gasontploffingsgevaar geldt een inspectiefrequentie van eens per 3 jaar (IEC 60079-17), afwisselend een gecombineerde visuele en nauwkeurige inspectie en een inspectie d.m.v. meting en beproeving.

Uit te voeren inspectie en de rapportage daarvan moet voldoen aan de kwaliteitssysteemeisen zoals gesteld in het ISO-9000 kwaliteitssysteem (NEN-EN ISO 9001; 2000).

Relevante hoofdstukken hieruit zijn o.a.:

• hoofdstuk 5.5.6: beheer van documenten • hoofdstuk 5.5.7: beheer van kwaliteitsregistraties • hoofdstuk 7.1: planning van realisatieprocessen • hoofdstuk 7.5.1: beheersing van activiteiten • hoofdstuk 7.6: beheer van meet- en monitoringsmiddelen • hoofdstuk 8: meting, analyse en verbetering

5.3.3.1 Specifieke bepalingen bij inspecties op NAM-locaties

• Visuele inspectie aan nieuwe installaties moet worden uitgevoerd in spanningsloze toestand.

• Visuele inspectie aan bestaande installaties moet bij voorkeur ook in spanningsloze toestand worden uitgevoerd. E.e.a. ter beoordeling van de IV in overleg met de WV

• Vóór aanvang van inspectiewerkzaamheden moet worden nagegaan welke gevaren zich bij inspectie kunnen voordoen. Dit is vastgelegd middels de werkvergunningen procedure.

5.3.3.2 Eisen aan inspecterende instantie en inspecteur

• De inspecteur die medewerker is van de bedoelde organisatie dient aantoonbare ervaring te hebben met het inspecteren van installaties in de petrochemische industrie met een voor NAM kenmerkende uitgebreidheid. Aantoonbare ervaring wordt aanwezig geacht bij het minimaal vijf keer assisteren bij een dergelijke inspectie, en het minstens eenmaal zelfstandig produceren van een inspectierapport.

• De inspecteur heeft minimaal een aanstelling als VP en dient in het bezit te zijn van een geldig certificaat veilig werken LS (en/of HS) ten behoeve van VP volgens richtlijnen van de STIchting Persoonscertificatie ELektrotechniek (STIPEL) of gelijkwaardig.

• De inspecteur dient in het bezit te zijn van een geldig certificaat inspecteur LS volgens richtlijnen van de STichting Persoonscertificatie ELektrotechniek (STIPEL) of gelijkwaardig.

5.101 De inspecties van NAM elektrische installaties.

Aanvullende voorschriften voor NAM:

In het algemeen zijn bij NAM steekproeven niet toegestaan. Voor bestaande installaties zijn uitzonderingen hierop:

a. inspectie van verlichtingsarmaturen buiten handbereik; b. in kantoorgebouwen: inspectie van arbeidsmiddelen en identieke

installatieonderdelen. Voor NAM-installaties wordt het theoretisch risico op 1% gesteld.

Page 36: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 36

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Voor de steekproefgrootte, de criteria voor afkeur en afwijking van het inspectie interval wordt verwezen naar de tabel-J1 in bijlage J, respectievelijk tabel-K van NEN 3140.

Indien beproeving van schakelende beveiligingstoestellen tegen overstroom en beveiligingstoestellen tegen te hoge temperatuur niet mogelijk is zonder deze uit de installatie te verwijderen (demonteren), moet de Installatie Verantwoordelijke aangeven op welke wijze de goede werking van deze toestellen moet worden nagegaan. Alleen na toestemming van de Installatie Verantwoordelijke mogen toestellen uit de installatie worden verwijderd met het doel deze te beproeven of mogen deze toestellen volgens een alternatieve methode worden beproefd.

Rapportage van de resultaten van de eerste inspectie moet worden bewaard onder verantwoordelijkheid van de IV in opdracht van de beheerder.

Inspectierapporten dienen in “hard copy” te worden aangeleverd, onder vermelding van de naam van de inspecteur, die het rapport tevens ondertekend moet hebben.

Bovendien moeten inspectierapporten digitaal worden aangeleverd.

De IV dient de rapportage van de laatste 2 inspecties van elke locatie beschikbaar te hebben. Bij deze rapportage dient de schriftelijke weerslag van de genomen acties te worden bewaard. (minimaal net zo lang als de inspectierapporten bewaard moeten worden, d.w.z. dat de rapporten van de afgelopen 2 inspecties steeds beschikbaar moeten zijn).

Inspectierapporten dienen tenminste het volgende te bevatten:

• naam en functie opdrachtgever; • naam en functie opdrachtnemer; • locatiegegevens van geïnspecteerde locatie; • datum inspectie; • omvang van de inspectie; • motivatie van eventueel gehouden steekproef en steekproefgrootte; • methode van inspectie, inclusief beschrijving van meetapparatuur; • calibratiegegevens meetapparatuur; • volledige resultaten (waarin aangegeven alle gemeten waarden, alle waarden van

hulpapparatuur voor zover gebruikt voor berekeningen etc.) van de inspectie, met referentie naar van toepassing zijnde normartikelen, met name dient bij afkeur de referentiewaarde te zijn vermeld;

• conclusie en aanbevelingen; • in de conclusie naar aanleiding van de inspectie moet, voor zover van toepassing,

relatie gelegd worden met conclusies uit eerdere inspectierapporten; • adviesdatum (jaar en maand) waarvóór de volgende inspectie dient plaats te vinden.

Voor nieuwe installaties en uitbreidingen van bestaande installaties geldt dat deze installaties pas in gebruik genomen mogen worden nadat alle defecten en tekortkomingen die bij inspectie zijn geconstateerd, zijn verholpen en eerst nadat metingen en beproevingen, zonodig meermalen, zijn herhaald totdat geen defecten en tekortkomingen meer worden geconstateerd.

Voor bestaande installaties dient de IV er zorg voor te dragen dat gebreken die direct van invloed zijn voor de veiligheid van personen onverwijld worden hersteld, gevolgd door een her-inspectie.

Page 37: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 37

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Voor overige gebreken dient de IV passende herstelmaatregelen binnen een redelijke termijn te hebben doorgevoerd (redelijke termijn is ter beoordeling van de IV), dan wel met redenen omkleed te hebben vastgelegd waarom deze herstelmaatregelen zijn uitgesteld of achterwege gelaten.

Tijdelijke installaties (waaronder begrepen ingehuurd materiaal) onderscheiden zich vanuit het oogpunt van inspectie niet wezenlijk van nieuwe of bestaande installaties. Tijdelijke installaties dienen dan ook bij eerste ingebruikname zoals boven omschreven te worden geïnspecteerd.

• Bij gebruik van de tijdelijke installatie langer dan een (1) jaar, volgt inspectie volgens NEN 3140 en NEN 3840.

• Deze bepaling geldt ook voor tijdelijke installaties van derden gevoed uit een door NAM ter beschikking gesteld voedingspunt (zie CMS werkinstructie: Requirements for temporary installations, art. 4.9).

• Bij alle installaties dient voorafgaand aan de inspectie bepaald te worden of bijzondere omstandigheden van toepassing zijn (b.v. ruimten met gasontploffingsgevaar). Bij inspectie dienen deze omstandigheden mede te worden afgewogen in de beoordeling van toepasselijkheid van apparatuur en aanleg.

5.102 De inspecties van elektrische arbeidsmiddelen

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Elk arbeidsmiddel dient bij inlevering, door de medewerker van het innamepunt, opnieuw visueel te worden geïnspecteerd.

NEN 3840: Geen aanvullende voorschriften voor NAM:

Page 38: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 38

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

6 WERKPROCEDURES

6.1 ALGEMEEN

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Voor NAM zijn de navolgende bijlagen van toepassing:

Bijlage B (Normatief) Aanvullende informatie voor veilig werken (NEN 3140 en NEN 3840),

Bijlage C (Informatief) Toezicht, voor NAM is dit NORMATIEF en dus onverkort van toepassing (NEN 3140 en NEN 3840),

Voor NAM is de navolgende bijlage niet van toepassing:

Bijlage P (Informatief) Richtlijn voor het opstellen van een instructie voor het vervangen van mespatronen door VOP. Voor NAM is een VOP niet bevoegd deze activiteiten uit te voeren en derhalve is dit artikel niet van toepassing bij NAM. (NEN 3140),

Naast deze EBV staan andere documenten met betrekking tot elektrotechnische installaties en werkzaamheden met en aan elektrotechnische installaties ter beschikking.

Voor deze documenten wordt verwezen naar het CMS systeem (Common Management System NAM).

Zowel in NEN 3140 als in NEN 3840 is aangegeven dat alleen de IV toestemming mag geven om met de werkzaamheden te beginnen.

Bij NAM is deze verantwoordelijkheid door de IV gedelegeerd aan de WV.

De WV dient te allen tijde geïnformeerd te worden over de elektrotechnische werkzaamheden en zich ervan te overtuigen dat er voldoende / adequate veiligheidsmaatregelen zijn/worden genomen.

Voor het treffen van bedieningshandelingen/ veiligheidsmaatregelen wordt verwezen naar de tabellen 5.2A- Laagspanningsinstallaties / 5.2B- Hoogspanningsinstallaties, Sectie-5.2.

Voordat een elektrische installatie/ equipment voor de eerste maal onder spanning wordt gezet moet deze aangemeld worden bij de IV.

De IV beoordeelt samen met de WV de installatie op elektrische risico’s en hoe de bedrijfsvoering en werkzaamheden op veilige wijze kunnen worden uitgevoerd.

Zij controleren tevens of deze waar nodig in werkinstructies, bedieningsvoorschriften of procedures zijn vastgelegd.

Voor de hervatting van werkzaamheden is toestemming nodig van de WV. De WV mag deze taak ook delegeren naar de VP.

Voor werkzaamheden in ruimten met ontploffingsgevaar zijn tevens de bepalingen in sectie-4.5 van toepassing.

6.1.1 Inductie

NEN 3140: Vervallen.

NEN 3840: Geen aanvullende voorschriften NAM.

Page 39: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 39

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

6.1.2 Weersomstandigheden.

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

6.2 SPANNINGSLOOS WERKEN

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Zowel in NEN 3140 als in NEN3840 is aangegeven dat alleen de IV toestemming mag geven om met de werkzaamheden te beginnen. Bij NAM is deze verantwoordelijkheid door de IV gedelegeerd aan de WV.

6.2.1 Scheiden

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Zowel in NEN 3140 als in NEN3840 is aangegeven dat alleen de IV toestemming mag geven om met de werkzaamheden te beginnen. Bij NAM is deze verantwoordelijkheid door de IV gedelegeerd aan de WV.

6.2.2 Beveiligen tegen opnieuw inschakelen

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Schakelaars en scheiders, waarmee de werkplek is gescheiden, worden beveiligd tegen wederinschakeling door de mechanische vergrendeling van het bedieningsmechanisme met behulp van minimaal een (1) hangslot en een gevaren label.

Wanneer geen mechanische vergrendeling kan worden aangebracht moeten andere maatregelen tegen wederinschakeling worden genomen, zoals:

• het uitnemen van schakelstiften of smeltpatronen; • het uitschakelen van stuurstroomautomaten; • het uitrijden van de schakelaar; • het ontspannen van inschakelveren; • het afblazen van lucht; • het losnemen van kabels, • het uitschakelen van installatie automaten.

Smeltpatronen of uitneembare leidingstukken, die zijn gebruikt voor het vrijschakelen, moeten veilig worden opgeborgen.

Te allen tijde moet een gevaren label en waar mogelijk een (mini)-hangslot worden aangebracht. Indien blijkt dat het aanbrengen van een (mini)-hangslot op een automaat niet mogelijk is, moeten andere doeltreffende maatregelen worden genomen. Indien de paneeldeur zonder speciaal gereedschap is te openen, dient de veiligstelling op een ‘hoger’ niveau plaats te vinden. Aan de bedieningsorganen moeten waarschuwingsborden en/of gevarenlabels worden aangebracht, waaruit blijkt dat deze niet mogen worden ingeschakeld. De waarschuwingsborden en/of gevarenlabels moeten worden aangebracht zowel aan de bedieningsorganen waarmee wordt vrijgeschakeld, als aan andere mogelijke bedieningsorganen. Een model van het gevarenlabel is toegevoegd als bijlage NAM 9.2.

Page 40: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 40

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Op het gevaren label dient het Elektrisch Veiligstel Certificaat (EVC nummer) te worden ingevuld.

6.2.3 Controleren of de installatie spanningsloos is

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

Informatie met betrekking tot gereedschappen en hulpmiddelen (kabel knipapparatuur) is aangegeven in sectie-4.6.

6.2.4 Aarden en Kortsluiten

Aanvullende voorschriften voor NAM is aangegeven in sectie- 6.2.4.1 t/m 6.4.2.3.

6.2.4.1 Algemeen

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

6.2.4.2 Eisen te stellen aan laagspanningsinstallaties

NEN 3140: Vervallen

NEN 3840: Vervallen

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Laagspanningsinstallaties behoeven niet altijd geaard en kortgesloten te worden, maar wel wanneer het risico bestaat dat de installatie spanning gaat voeren vanuit een andere bron, bijvoorbeeld:

• bij bovengrondse leidingen die worden gekruist door andere lijnen of die elektrisch worden beïnvloed;

• door een noodstroomgenerator, • UPS systemen, • accu’s/ batterijen.

6.4.2.3 Eisen te stellen aan hoogspanningsinstallaties

NEN 3140: Vervallen.

NEN 3840: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

6.2.5 Beschermingsvoorzieningen aanbrengen

NEN 3140 Titel: Actieve delen afschermen

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840 Titel: Bescherming ten opzichte van naastgelegen actieve delen

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

6.2.6 Toestemming om met de werkzaamheden te beginnen

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

Page 41: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 41

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

6.2.7 Inschakelen na de werkzaamheden

NEN 3140 Titel: Inschakelen na de werkzaamheden

NEN 3840 Titel: Opnieuw inschakelen na de werkzaamheden

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Zowel in NEN 3140 als in NEN 3840 is aangegeven dat alleen de IV toestemming mag geven om met de werkzaamheden te beginnen. Bij NAM is deze verantwoordelijkheid door de IV gedelegeerd aan de WV.

6.3 ONDER SPANNING WERKEN

NEN 3140: Aanvullende voorschriften voor NAM:

Bij NAM geldt dat ONDER SPANNING WERKEN NIET IS TOEGESTAAN.

Ter informatie:

• De rechter zal ingeval van een ongeval bij “onder spanning werken”, economische redenen niet accepteren als “dringende noodzaak”.

• De NAM elektrotechnische installaties zijn niet ontworpen, niet gebouwd, en dus niet geschikt, om “onder spanning” werkzaamheden uit te voeren.

• NAM medewerkers en in het algemeen medewerkers van (onder-)aannemers voldoen niet aan art. 6.3.2 (opleiding voor werken onder spanning).

• Het is de verantwoording van de WV zeker te stellen, dat NOOIT onder spanning wordt gewerkt.

Opmerking:

Bij NAM is onder spanning werken wel toegestaan indien is voldaan aan NEN 3140 artikel 6.3.9 (ELV ketens).

Werkzaamheden aan accusystemen met een hogere spanning / hoger vermogen dan in NEN 3140 artikel 6.3.9 is aangegeven zijn toegestaan indien aanvullende maatregelen worden genomen, zie sectie NAM 4.6 F1 en bijlage-O ‘Werkzaamheden in accukasten en accu laadstations‘.

Bedieningshandelingen, metingen en beproevingen zijn geen werkzaamheden in de zin van hoofdstuk 6. Zie ook NEN 3840 art. 6.3.0.201. en Sectie-5.3.1.

In nabijheid van actieve delen werken is gelijk aan werkzaamheden onder spanning. Voor de grenzen van de gevarenzone wordt verrwezen naar NEN 3140 sectie 6.1, tabel-105,

In twijfel of discussiegevallen m.b.t. “onder spanning werken” dient altijd de IV te worden geraadpleegd.

NEN 3840: vervallen.

6.3.1 Werkmethoden voor onder spanning werken.

Bij NAM is onder spanning werken niet toegestaan.

6.3.2 Opleiding en Kwalificatie.

Bij NAM is onder spanning werken niet toegestaan.

Page 42: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 42

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

6.3.3 Op peil houden van de vaardigheden van het personeel.

Bij NAM is onder spanning werken niet toegestaan.

6.3.4 Werkmethoden.

Vervallen.

6.3.5 Werkomstandheden.

Bij NAM is onder spanning werken niet toegestaan.

6.3.6 Gereedschappen, hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen.

Bij NAM is onder spanning werken niet toegestaan.

6.3.7 Omgevingsinvloeden.

Vervallen.

6.3.8 Organisatie van de werkzaamheden.

Bij NAM is onder spanning werken niet toegestaan.

6.3.8.1 Werkvoorbereiding

Bij NAM is onder spanning werken niet toegestaan.

6.3.8.2 Handelingen door de IV

Bij NAM is onder spanning werken niet toegestaan.

6.3.8.3 Handelingen door de WV

Bij NAM is onder spanning werken niet toegestaan.

6.3.9 Specifieke eisen voor installaties met zeer lage spanning

NEN 3140: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

6.3.10 Specifieke eisen voor Laagspanning installaties

NEN 3140: Vervallen.

NEN 3840: Niet aanwezig .

6.3.11 Specifieke eisen voor Hoogspanning installaties

NEN 3140: nvt.

NEN 3840: Niet aanwezig

Page 43: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 43

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

6.3.12 Specifieke eisen voor werken aan actieve delen

NEN 3140: Vervallen.

NEN 3840: Vervallen.

6.3.101 Installaties beschermd tegen overstroom en kortstluiting.

NEN 3140: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840: Niet aanwezig.

6.3.102 Onderbreking

NEN 3140: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840: Niet aanwezig.

6.4 WERKEN OP VEILIGE AFSTAND

NEN 3140 Titel: Werken op veilige afstand

NEN 3840 Titel: Werken in nabijheid van actieve delen

Aanvullende voorschriften voor NAM:

• Veiligheidsmaatregelen in installaties die vallen onder NAM beheer mogen alleen worden genomen door personen die schriftelijk door NAM zijn aangewezen.

• Elektrotechnische werkzaamheden aan of nabij veiliggestelde (spanningsloze) installaties mogen alleen worden uitgevoerd door personen die schriftelijk zijn aangewezen overeenkomstig de geldende Nederlandse normen en voorschriften.

6.4.1 Algemeen

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

6.4.2 Bescherming door schermen, afschermingen, afdekkingen of isolerende omhulsels

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

6.4.3 Bescherming door Veilige Afstand en Toezicht

NEN 3140: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840: Vervallen.

6.4.4 Constructie Werkzaamheden en andere Niet-Elektrotechnische Werkzaamheden.

NEN 3140: Vervallen.

NEN 3840: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

6.101 Werkzaamheden Bij Risicoverhogende Omstandigheden

NEN 3140: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840: Niet aanwezig.

Page 44: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 44

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

6.102 Elektrotechnische werkzaamheden door leerlingen en studenten

NEN 3140: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840: Niet aanwezig.

Page 45: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 45

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

7 ONDERHOUDSPROCEDURES

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Veiligheidsmaatregelen met betrekking tot installaties die vallen onder NAM beheer mogen alleen worden genomen door personen die schriftelijk door NAM zijn aangewezen.

7.1 ALGEMEEN.

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

7.2 PERSONEEL

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

7.3 REPARATIE WERKZAAMHEDEN

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

7.4 VERVANGINGEN

Aanvullende voorschriften voor NAM:

Voor NAM geldt dat de smeltveiligheden in elektrische installaties alleen mogen worden vervangen door een door NAM aangewezen persoon met minimaal een VP aanwijzing.

Bij het uitnemen en plaatsen van mespatronen, die nog onder spanning staan, is het verplicht de persoonlijke beschermings middelen (PBM) te gebruiken, zie sectie-4.6 (PBM’s).

7.5 TIJDELIJKE ONDERBREKINGEN

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

7.6 BEEINDIGING VAN ONDERHOUDS WERKZAAMHEDEN

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

Page 46: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 46

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

8 BIJLAGEN (VAN NEN 3140 EN/OF NEN 3840)

BIJLAGE-A (NORMATIEF) RICHTLIJNEN VOOR DE WAARDEN VAN DE AFSTANDEN IN LUCHT VOOR WERKMETHODEN (NEN 3140 EN NEN 3840)

NEN 3140: Vervallen.

NEN 3840: Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

A1 Onder Spanning werken.

Bij NAM is onder spanning werken niet toegestaan

A2 Werken in nabijheid van actieve delen.

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

BIJLAGE B (NORMATIEF) AANVULLENDE INFORMATIE VOOR VEILIG WERKEN (NEN 3140 EN NEN 3840)

B1 Voorbeeld van de toepassing van onder spanning werken

B.1.1 Voorbeeld van de toepassing van onder spanning werken

Vervallen.

B.1.2 Berekening van de voorgeschreven werkafstand

Vervallen.

B2 Omgevingsinvloeden

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

B.2.1 Neerslag

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

B.2.2 Dichte mist

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

B.2.3 Onweer

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

B.2.4 Harde wind

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

B.2.5 Stormachtige zilte zeewind

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

Page 47: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 47

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

B.2.6 Extra lage temperatuur

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

B3 Brandpreventie en Brandbestrijding

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-4.9.1.

B4 Werkplek met ontploffingsgevaar

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-3.8.

BIJLAGE C (INFORMATIEF) TOEZICHT (NEN 3140 EN NEN 3840)

Aanvullende voorschriften voor NAM:

INFORMATIEF is gewijzigd in NORMATIEF,

C1 Doel en voorwaarden voor toezicht

NEN 3140 Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840 Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

C2 Ononderbroken toezicht

NEN 3140 Titel: Ononderbroken toezicht; Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840 Titel: Onafbroken toezicht; Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

C3 Regelmatig toezicht

NEN 3140 Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840 Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

C4 Toezichthoudend Personeel

NEN 3140 Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840 Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

C5 Aard van toezicht

NEN 3140 Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

NEN 3840 Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

Page 48: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 48

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

BIJLAGE D (INFORMATIEF) GLOBALE PROCEDURE VOOR HET AANWIJZEN VAN PERSONEN (NEN 3140 EN NEN 3840)

Aanvullende voorschriften voor NAM:

INFORMATIEF is gewijzigd in NORMATIEF,

D1 Aanwijzen

NEN 3140 Titel: Aanwijzen; Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-4.2.

NEN 3840 Titel: Aanwijzen; Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-4.2.

D2 Criteria voor IV, WV en VP

NEN 3140 Titel: Criteria voor IV, WV en VP; Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-4.2.

NEN 3840 Criteria voor IV, WV, VP en Bedieningsdeskundigen: Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-4.2.

D3 Criteria voor VOP

NEN 3140 Titel: Criteria voor VOP; Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-4.2.

NEN 3840 Criteria voor VOP: Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-4.2.

D4 De aanwijzing

NEN 3140 Titel: De aanwijzing; Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-4.2.

NEN 3840 Titel: De aanwijzing; Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-4.2.

BIJLAG E (INFORMATIEF) HET BEPALEN VAN DE TIJD TUSSEN TWEE OPEENVOLGENDE INSTRUCTIES (NEN 3140)

E1 De tijd tussen twee opeenvolgende instructies

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 4.2.

E2 De factoren

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 4.2.

E3 Het bepalen van de tijd tussen twee opeenvolgende instructies

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 4.2.

Page 49: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 49

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

BIJLAG E (INFORMATIEF) STANDAARD TAALGEBRUIK HOOGSPANNING (NEN 3840)

Van toepassing zijnde voorschriften voor standaard taalgebruik voor NAM zijn aangegeven in bijlage NAM sectie 9.6.

BIJLAGE F (INFORMATIEF) DE IV EN DE WV (NEN 3140)

F1 Het werkdomein van de IV en het werkdomein van de WV

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

F2 Eisen te stellen door de IV

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

F3 Eisen te stellen door de WV

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

F4 Overdracht van verantwoordelijkheid bij spanningsloos werken

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 4.3.2.

F5 Overdracht van verantwoordelijkheid bij onder spanning werken en nabij actieve delen

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 4.3.2 en 6.3.

BIJLAGE F (INFORMATIEF) CITATEN UIT HET ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN BESLUIT (NEN 3840)

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

BIJLAGE G (INFORMATIEF) HET GEBRUIK VAN BESCHERMINGSMIDDELEN EN HULPMIDDELEN (NEN-3140)

Aanvullende voorschriften voor NAM:

G.1 Gebruikssituaties

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

Page 50: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 50

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

BIJLAGE H (INFORMATIEF) HET UITVOEREN VAN ELEKTROTECHNISCHE METINGEN (NEN-3140)

Aanvullende voorschriften voor NAM:

• Is aangegeven in sectie 5.3. • INFORMATIEF is gewijzigd in NORMATIEF,

BIJLAGE I (NORMATIEF) HET BEPALEN VAN DE TIJD TUSSEN 2 OPEENVOLGENDE INSPECTIES VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES (NEN-3140)

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 5.3.

I1 De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 5.3.3.

I2 De Factoren

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 5.3.3.

I3 Het bepalen van de tijd tussen twee opeenvolgende inspecties

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 5.3.3.

BIJLAGE J (INFORMATIEF) HET BEPALEN VAN DE STEEKPROEF BIJ INSPECTIES (NEN-3140)

J1 Theoretische risico’s bij installaties

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 5.3.

J2 Elektrische Arbeidsmiddelen

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 5.3.

J3 Omvangrijke installaties of installaties met bijzonder risico’s

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 5.3.

J4 Overige installaties

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

Page 51: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 51

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

BIJLAGE K (NORMATIEF) HET BEPALEN VAN DE TIJD TUSSEN 2 OPEENVOLGENDE INSPECTIES VAN ELEKTRISCHE ARBEIDSMIDDELEN (NEN-3140)

K1 De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 5.3.

K2 De Factoren

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

K3 Het bepalen van de tijd tussen twee opeenvolgende inspecties

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 5.3.

BIJLAGE L (INFORMATIEF) METEN VAN DE REËLE EN VERVANGENDE AARDLEKSTROOM (NEN-3140)

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 5.3.

BIJLAGE M (INFORMATIEF) HET GEBRUIK VAN VERPLAATSBARE ELEKTRISCHE AGGREGATEN (NEN-3140)

Aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie 4.10 .

BIJLAGE N (NORMATIEF) WERKZAAMHEDEN IN RISICOVERHOGENDE OMSTANDIGHEDEN (NEN-3140)

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

Page 52: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 52

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

BIJLAGE O (INFORMATIEF) WERKZAAMHEDEN IN ACCUKASTEN EN ACCU LAADSTATIONS (NEN-3140)

O1 Beperking van de werkzaamheden

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

O2 Verantwoordelijkheden

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

O3 Bevoegdheden

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

O4 Veiligheidsmaatregelen

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

O5 Hulpmiddelen

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

O6 Elektrotechnische werkzaamheden, het aan- en afkoppelen van accu’s met gereedschap

Aanvullende voorschriften voor NAM

Werkzaamheden aan installaties met accubatterijen zoals bijvoorbeeld het vervangen van afzonderlijke accucellen of of het aansluiten van kabels, mogen alleen worden uitgevoerd als een voldoend aantal verbindingen van de batterijstring is losgekoppeld. Door het wegnemen van deze verbindingen moet worden bereikt dat de maximale aanraakspanning < 120V DC is en dat er tevens geen kortsluitstroom kan ontstaan t.g.v. een foutieve handeling.

Tijdens werkzaamheden en metingen aan installaties met accubatterijen en het beproeven en testen van deze installaties moeten PBM’s worden gedragen in overeenstemming met figuur 4.6.1 van deze EBV

Kabels t.b.v. ontlaadtesten van accubatterijen mogen onder spanning worden aangebracht mits deze zijn voorzien van deugdelijke geïsoleerde aansluitklemmen.

Verdere aanvullende voorschriften voor NAM zijn aangegeven in sectie-6.3.

O7 Veiligheidsmaatregelen met betrekking tot niet-elektrische gevaren

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.

Page 53: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 53

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

BIJLAGE P (INFORMATIEF) RICHTLIJN VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN INSTRUCTIE VOOR HET VERVANGEN VAN MESPATRONEN DOOR VOLDOEND ONDERRICHTE PERSONEN (NEN-3140)

Aanvullende voorschriften voor NAM:

• Bij NAM mag een VOP geen mespatronenen plaatsen/verwijderen, zie sectie-4.6.1 en -6.2.

Page 54: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 54

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

9 BIJLAGEN NAM

9.1 DIVERSE FORMULIEREN ELEKTROTECHNISCH PERSONEEL

B1 APPOINTMENT OF NAM PERSONNEL INSTALLATIE VERANTWOORDELIJKE Doc#: EP200403200094

B1 BENOEMING VAN NAM PERSONEEL Installatie Verantwoordelijke Doc# : EP200403200095

B2 APPOINTMENT OF NAM PERSONNEL: Werk Verantwoordelijke

Vakbekwaam Persoon

Voldoende Onderricht Persoon

DOC#: EP200403200096

B2 BENOEMING VAN NAM PERSONEEL Werk Verantwoordelijke

Vakbekwaam Persoon

Voldoende Onderricht Persoon

DOC#: EP200403200099

B3-IV DECLARATION BY NAM PERSONNEL Installatie Verantwoordelijke DOC#: EP200403200100

B3-IV VERKLARING NAM PERSONEEL Installatie Verantwoordelijke DOC#: EP200403200101

B3-WV-VP-VOP DECLARATION BY NAM PERSONNEL Werk Verantwoordelijke

Vakbekwaam Persoon

Voldoende Onderricht Persoon

DOC#: EP200403200150

B3-WV-VP-VOP VERKLARING NAM PERSONEEL Werk Verantwoordelijke

Vakbekwaam Persoon

Voldoende Onderricht Persoon

DOC#: EP200403200151

B6 APPOINTMENT OF THIRD PARTY PERSONNEL Werk Verantwoordelijke

Vakbekwaam Persoon

Voldoende Onderricht Persoon

DOC#: EP200403200152

B6 BENOEMING VAN AANNEMER PERSONEEL Werk Verantwoordelijke

Vakbekwaam Persoon

Voldoende Onderricht Persoon

DOC#: EP200403200153

B7-WV-VP-VOP DECLARATION OF THIRD PARTY

PERSONNEL

Werk Verantwoordelijke

Vakbekwaam Persoon

Voldoende Onderricht Persoon

DOC#: EP200403200154

B7-WV-VP-VOP VERKLARING AANNEMER

PERSONEEL

Werk Verantwoordelijke

Vakbekwaam Persoon

Voldoende Onderricht Persoon

DOC#: EP200403200155

VERKLARING ONTVANGEN SLEUTELS DOC#: EP 201010304862

VERKLARING TERUGGEGEVEN SLEUTELS DOC#: EP 201010304863

WIJZIGING BEVEILIGING/INSTELLING IN EEN

ELEKTRISCHE INSTALLATIE

DOC#: EP 201010304864

9.2 GEVARENLABEL

Page 55: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 55

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

Het elektrisch gevaren label is te verkrijgen in twee versies:

• NAM nummer: 0219.1111 (afmeting: 29,7 x 8,5 cm; Papier),

• NAM nummer: 0398.1111 (afmeting: 24,5 x 8,0 cm; Papier),

Opmerking: op speciale bestelling zijn bovengenoemde gevaren labels in polyester uitvoering

(geplastificeerd) te verkrijgen.

Page 56: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 56

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

9.3 SCHAKELBRIEF: INSCHAKELEN, BLANCO

Page 57: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 57

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

9.4 SCHAKELBRIEF:VOORBEELD

Page 58: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 58

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

9.5 SCHAKELSTAPPENPLAN - VOORBEELD

Page 59: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 59

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

9.6 TERMEN EN DEFINITIES

BENAMING AANDUIDING BRON

Aarden en kortsluiten

Het tot stand brengen van kortsluitvaste verbinding tussen aarde en het

vrijgeschakelde deel.

Aarden Het tot stand brengen van een verbinding tussen spanningloos gemaakte

actieve delen en aarde met behulp van een aarder of aardsnoer;

Kortsluiten: Het tot stand brengen van een kortsluitvaste verbinding tussen twee

of meer spanningloos gemaakte actieve delen.

ENTSOE/ STIPEL

Afschakelen Het zorgen voor een spanningsloze toestand in een netdeel ENTSOE/ STIPEL

Beproeven

Het met verhoogde spanning controleren van de isolatie van netdelen ten opzichte

van elkaar en aarde, zoals het meten met een megger.

Onder beproeven wordt verstaan:

• het controleren van de effectiviteit van bijvoorbeeld beveiligings- en

veiligheidsketens ,

• meting maakt vaak deel uit van een beproeving.

ENTSOE/ STIPEL

Beveiligen tegen opnieuw

inschakelen

Zie omschrijving als aangegeven in normen NEN 3140 / NEN 3840, NEN 3140/

NEN 3840

sectie-6.2.2

Blokkeren Zie Beveiligen tegen opnieuw inschakelen NAM

Doorschakelen Het parallel schakelen van transformatoren aan laagspanningszijde. STIPEL

Elektrotechnische

bedieningshandelingen

Voor omschrijving zie normen NEN 3140 / NEN 3840 artikel-5.2 NEN 3140/

NEN 3840

Inschakelen

Het maken van een verbinding door middel van een vermogenschakelaar of

lastscheider, scheider of aarder.

Het is een bedieningshandeling waarbij de contacten in het hoofdstroomcircuit van

een schakelaar worden gesloten.

ENTSOE/ STIPEL

Inspectie

Alle handelingen die nodig zijn om te controleren of een elektrische installatie

voldoet aan de technische voorschriften, veiligheidsvoorschriften, zoals

omschreven in de desbetreffende normbladen, fabrikantsvoorschriften etc.

NAM

Fasevergelijken Aantonen van de fasegelijkheid tussen twee gescheiden spanningvoerende delen,

na montage werkzaamheden.

NEN 3840

Bijlage-E

Koppelen Het maken van een verbinding tussen twee (2) delen van een hoogspanningsnet

achter twee (2) voedingen (transformatoren).

ENTSOE/ STIPEL

Meting Alle handelingen om fysische gegevens te meten in een elektrische installatie. NAM

Onder spanning brengen Het opheffen van de spanningsloze toestand in een netdeel STIPEL

Ontkoppelen Het onderbreken van een verbinding tussen twee (2) delen van een

hoogspanninsgnet achter twee (2) voedingen (transformator)

ENTSOE/ STIPEL

Ontladen Het afvoeren van lading van het vrijgeschakelde deel van het hoogspanningsnet ENTSOE

Operationele handelingen Het in –en uitschakelen van elektrische apparatuur (NL) door niet elektrotechnisch

personeel.

NAM

Ring openen Het onderbreken van een verbinding tussen twee delen van een hoogspanningsnet

achter een (1) voeding (transformator)

ENTSOE/ STIPEL

Ring sluiten Het maken van een verbinding tussen twee delen van een hoogspanningsnet achter

een (1) voeding (transformator)

ENTSOE/ STIPEL

Scheiden Het uitschakelen van scheiders zover de installatie dat toelaat ENTSOE/ STIPEL

Scheiding opheffen Het opheffen van scheidingen van een netdeel ENTSOE/ STIPEL

Selecteren Het met de juiste apparatuur identificeren van een kabel op de plaats van montage STIPEL

Paraat stellen

Een installatie of een deel daarvan zodanig bedrijfsklaar maken dat normale

inbedrijfname mogelijk is.

Paraat stellen houdt onder meer in:

het wegnemen van aangebrachte aardingen,

het ongedaan maken van beveiligen tegen opnieuw inschakelen,

het inschakelen van scheidingsschakelaars,

NAM

Page 60: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 60

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

ENTSOE: European Network of Transmission System Operators for Electricity (www.entsoe.eu en is voormalig UCTE

STIPEL:Stichting Persoons Certificatie Energietechniek

.

het plaatsen van schakelstiften en smeltveiligheden,

het inschakelen van besturingscircuits en

het verwijderen van waarschuwingsborden.

Schakelbrief

In een schakelbrief is aangegeven de bedieningshandelingen/

veiligstelmaatregelen die noodzakelijk zijn voor het veilig in- en uit bedrijf nemen

van Elektrische Installaties of delen ervan

NAM

schakelstappenplan

Een stappenschakelplan is een meer uitgebreide schakelbrief met een aantal

toevoegingen, zoals aanvullende stappen voor het veilig uitvoeren / Opheffen/

Inbedrijfname van elektrisch equipment en als zodanig bijdragen tot het veilig in-

en uit bedrijf nemen van Elektrische Installaties of delen ervan

NAM

Spanning meten Het controleren of een netdeel onder spanning staat, waarbij de werkelijke hoogte

van de spanning kan worden afgelezen

ENTSOE

Spanning testen Het controleren of een netdeel onder spanning staat, zonder dat daarbij de

werkelijke hoogte van de spanning kan worden afgelezen

ENTSOE/ STIPEL

Spanningsloosheid

aantonen

Het controleren of een netdeel in spanningloze toestand verkeert.

Voor LS geldt: dubbelpolig; Voor HS geldt: enkelpolig.

Standaard

Taalgebruik/ NAM

Uitkleuren Het vaststellen van de juistheid van de te maken verbindingen (montage) tussen de

aders van twee (2) kabeluiteinden.

NEN 3840

bijlage-E24

Uitschakelen

Het onderbreken van een verbinding door middel van een vermogenschakelaar of

lastscheider, scheider of aarder.

Het is een bedieningshandeling waarbij de contacten in het hoofdstroomcircuit van

een schakelaar worden geopend.

ENTSOE/ STIPEL

Veiligheidsmaatregelen Maatregelen die elektrische gevaren bij werkzaamheden aan of nabij een

elektrische installatie moeten voorkomen.

NAM

Veiligstellen t.b.v.

Elektrische

werkzaamheden

Het elektrisch vrijschakelen (stroom en spanningsloos maken) van een (deel van

een) elektrische installatie en het nemen van afdoende maatregelen (blokkeren)

om (weder)inschakelen te voorkomen.

NAM

Verbreken Het opheffen van de parallelschakeling van transformatoren aan

laagspanningszijde.

ENTSOE/ STIPEL

Volledig Scheiden Zie Vrijschakelen

Vrijschakelen Zie standaard taalgebruik zie omschrijving als aangegeven in de normen NEN

3840 bijlage-E (5).

NEN 3840

Werkaarding (zichtbaar

aarden)

Het tot stand brengen van een verbinding naar aarde op het gescheiden netdeel,

zichtbaar vanaf de werkplek

ENTSOE/ STIPEL

Page 61: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 61

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

9.7 AANWIJZINGSSTRUCTUUR E-ORGANISATIE UIE- NAM

DIR is verantwoordelijk voor de ARBOImplementatie. Dit vereist aanwijzing van verantwoordelijke personen DIR delegeert de aanwijzing naarAsset/Project manager en Installatie Verantwoordelijken.

Principal Electrical Engineer [PEE]Geeft vorm aan het beleid, adviseertEn bewaakt competentie IV

E-Organisatie & Aanwijs structuurUI EUROPE NAM NL-part

Betekent: Delegatie / benoeming-bevoegdheid

Betekent: Aanwijzing / Benoeming

Betekent: Consultatie

CMS-E-ORG-NL2010.ppt

DirecteurNAM

Discipline headElectrical UIE

Principal electrical Engineer NL [PEE]

Corporate

Asset/project manager benoemt deInstallatieVerantwoordelijke opvoordracht Lijn en PEE.

De IV is verantwoordelijk voor debedrijfsvoering, onderhoud, inspectieen de integriteit van de E-installaties.Hij bewaakt de competentie binnen deAsset en benoemt namens de Dir de WV, VP & VOP.

De WV is verantwoordelijk voor elektrotechnische werkzaamheden.

De VP is bevoegd tot werkzaamhedenaan E-installaties en het nemen van veiligheid maatregelen.

De VOP mag eenvoudige werkzaamheden met minimaal risicouitvoeren.

AssetAsset manager

Installatie Verantwoordelijke [IV]

Werk Verantwoordelijke [WV]

Vakbekwaam Persoon [VP]

Voldoend Onderricht Persoon[VOP]

Wetten, normen:ARBO, NEN 3140, 3840NEN 50110.

Doc #: EP200403201958

Page 62: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 62

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

9.8 INSTRUCTIEKAART: IN GEVAL VAN ELEKTRISCHE SCHOK.

Page 63: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 63

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

9.9 VEILIGHEIDS MAATREGELEN - ELEKTRISCHE ACTIVITEITEN.

In sectie-5.2 Bedieningshandelingen zijn de voorwaarden vermeld voor het opstellen van een schakelbrief.

In de hierna aangegeven voorbeelden worden een aantal praktische invullingen/tips gegeven die kunnen worden gebruikt tijdens het opstellen en schrijven van een schakelbrief onder verschillende situaties.

9.9.1 Veiligstellen Eindgroep Laagspanning

• Eindgroep controleren, uitschakelen. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord “niet schakelen” plaatsen. • De voeding in de verdeelinrichting uitschakelen. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord “niet schakelen” plaatsen. • Spanningsloosheid aantonen op de plaats waar de werkzaamheden worden

uitgevoerd.

9.9.2 In bedrijf nemen Eindgroep Laagspanning

• Eindgroep controleren. • Afhankelijk van de aard van de werkzaamheden de eindgroep beproeven. • De voeding controleren. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord verwijderen. • De voeding in de verdeelinrichting inschakelen. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord verwijderen bij de eindgroep. • De eindgroep inschakelen. • Eindgroep controleren op juiste werking.

9.9.3 Veiligstellen Kabel Algemeen

Wanneer een kabel of transformator voor werkzaamheden veilig opgeleverd moet worden, moeten na het afschakelen op beide zijden kortsluitvaste aardaansluitingen worden geplaatst.

9.9.4 Veiligstellen kabel Aarden en kortsluiten

• De configuratie zodanig aanpassen dat de kabel zonder spanningonderbreking veilig gesteld kan worden.

• Kabel aan één zijde uitschakelen. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord “niet schakelen” plaatsen. • Kabel aan de andere zijde afschakelen. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord “niet schakelen” plaatsen. • Spanningsloosheid aantonen. • Aarden en kortsluiten. • Aan de andere zijde van de kabel spanningsloosheid aantonen. • Aarden en kortsluiten.

Page 64: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 64

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

9.9.5 In bedrijf nemen Kabel Aan beide zijden geaard en kortgesloten

• Aardaansluitingen aan de ene zijde verwijderen. • Aardaansluitingen aan de andere zijde van de kabel verwijderen. • Kabel beproeven (geldt alleen voor laagspanning). • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord verwijderen. • Kabelveld inschakelen. • Spanning testen op de andere zijde. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord verwijderen. • Veld inschakelen.

Denk aan controle van fasevolgorde of fasen gelijkheid.

9.9.6 Veiligstellen Transformator Aarden en kortsluiten

• LS verdeler doorschakelen indien van toepassing. • Transformator aan de LS zijde uitschakelen. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord “Niet Schakelen” plaatsen. • Transformator aan de HS zijde afschakelen. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord “Niet Schakelen” plaatsen. • Spanningsloosheid aantonen. • Aarden en kortsluiten. • Aan de LS zijde van de transformator spanningsloosheid aantonen. • Aarden en kortsluiten.

Denk aan controle vooraf van fasevolgorde. Indien bij het doorschakelen de HS ring gesloten zou worden dan eerst de configuratie goed zetten.

9.9.7 In bedrijf nemen Transformator aan beide zijden geaard en kortgesloten

• Aardaansluitingen aan de LS zijde verwijderen. • Aardaansluitingen aan de HS zijde verwijderen. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord verwijderen • Transformatorveld inschakelen. • Spanning testen op de LS zijde. • Fasevolgorde of fasegelijkheid aantonen. • Beveiligen tegen wederinschakelen en bord verwijderen. • Veld inschakelen of doorschakelen. • Indien van toepassing veld verbreken.

Denk aan controle van fasevolgorde of fasegelijkheid.

9.9.8 Veiligstellen HS – installatie (verdeler) - Algemeen

• Wanneer een verdeler voor werkzaamheden veilig opgeleverd moet worden, moeten na het afschakelen op alle kabelvelden – op zijn minst - zichtbare aardaansluitingen zijn aangebracht.

• Kortsluitvaste aardaansluitingen dienen in ieder geval aan de voedende zijde van de binnenkomende kabels te worden geplaatst.

Page 65: NAM Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical ... · PDF fileElektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) ... All administrative queries should be directed

DEP 33.64.10.15 NAM

Januari 2013

Page 65

________________________________________________________________________________Elektrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules)

9.9.9 Veiligstellen HS- installatie (verdeler) Afschakelen

• De transformator(en) aan LS - zijde vrijschakelen. (verbreken) • De transformator(en) aan HS - zijde afschakelen. • De kabelvelden van de betreffende HS – installatie (verdeler) afschakelen. • De kabels aan de voedende zijden afschakelen.

Zo wordt voorkomen dat de transformator via de LS-zijde de HS-zijde ongewenst onder spanning zet.

9.9.10 Veiligstellen HS-installatie (verdeler) Aarden en Kortsluiten

Het veilig stellen van een HS-installatie geschiedt in de aangegeven schakelvolgorde:

• Schakel de HS-installatie af. • Voedende kabels in de andere stations kortsluitvast aarden en kortsluiten. • Aardaansluitingen op kabelvelden van de betreffende HS-installatie aanbrengen. • Aardaansluitingen op het transformatorveld van de betreffende HS-installatie

aanbrengen. • Aardaansluitingen op het voedingsveld van de transformator naarde LS-installatie

aanbrengen.

Wanneer als laatste de HS-installatie wordt geaard en kortgesloten, is hier een veilige situatie gewaarborgd.

9.9.11 In bedrijf nemen HS-installatie (verdeler)

• Alle aardaansluitingen verwijderen in de betreffende HS-installatie. Ook op de betrokken LS- installatie.

• Aardaansluiting van de kabel (A) aan de voedende (A) zijde verwijderen. • Aardaansluiting van de kabel (B) aan de voedende ( B) zijde verwijderen. • Dit kabelveld aan de voedende (B) zijde vervolgens inschakelen. • Testen van de spanning op de kabel (B) op het juiste veld bij de in bedrijf te nemen HS

- installatie. • Dit veld vervolgens inschakelen. • Het kabelveld (A) op de in bedrijf te nemen HS – installatie vervolgens inschakelen. • Testen van de spanning van kabel ( A) aan de voedende (A) zijde. • Fasen vergelijken. • De kabelvelden inschakelen conform de gewenste netsituatie. • De HS - zijde van de transformator inschakelen. • De LS - zijde van de transformator inschakelen. • Spanning aantonen op de LS verdeler. • Fasen vergelijken op de LS verdeler (of bij enkele voeding: draaiveld meten). • Doorschakelen en verbreken van de koppeling.

Deze werkwijze voorkomt dat er op een sluiting wordt ingeschakeld. Indien fase vergelijken niet mogelijk is volgorde zodanig veranderen dat fase vergelijken elders uitgevoerd wordt. ( Holec Coq NR ). Indien bij het doorschakelen de HS ring gesloten zou worden dan eerst de LS installatie omzetten voordat HS installatie in de gewenste configuratie wordt gezet.

BIJLAGE BIBLIOGRAFIE

Geen aanvullende voorschriften voor NAM.