Nadere Toegang op inv. nr. 11 uit het archief van het Stadsbestuur … · 2018-08-29 · Martis 18...

163
NT00152_11 Nadere Toegang op inv. nr. 11 uit het archief van het Stadsbestuur Rhenen, 1337-1851 (152) F. Gunther en E. Verhaar Juni 2018

Transcript of Nadere Toegang op inv. nr. 11 uit het archief van het Stadsbestuur … · 2018-08-29 · Martis 18...

NT00152_11

Nadere Toegang op inv. nr. 11 uit het archief van het

Stadsbestuur Rhenen, 1337-1851 (152)

F. Gunther en E. Verhaar Juni 2018

2

Inleiding

Dit document biedt een complete transcriptie van een deel van de bestuursnotulen van de gemeente Rhenen, de zogenaamde policieboeken, over de periode 1679-1682.

3

Transcriptie [1]

Saturni 15e februarij 1679

De politie door den heere hooftofficier Smissaert geconvoceert sijnde omme nae oudergewoonte te formeeren de nominatie van een dubbel getal der regeerders deser stadt, heeft den heere Godart Kupius, raadt, versoght dat in desselfs plaatse sijnen broeder mr. Johannes Cupius, advocaat, op de nominatie als schepen mochte werden gestelt, ’t welck geconsenteert sijnde is deselve vervolgens met eenparige stemmen geschiet als volght, stemmende gemelte heere Smissaert voor ende in plaatse vande naebeschreven absente leden vande magistraet.

De oude regeringe Nieuw genomineerde

Borgemeesteren Borgemeesteren Johan Vonck van Lienden mr. Frederick Klerck Rijck van Hooft mr. Garhard Bercheijck

Schepenen Schepenen dr. Johan van Wijckerslooth Johan Vonck van Lienden mr. Frederick Klerck Hermen van Aelwijck mr. Garhard Bercheijck Jan van Varick Peter van Hoeven Jan van Gilsen Aert Boonsaeijer Henrick de Vrindt Gerard Verweij Alart van Laar Johan van Geijn mr. Johan Kupius

Raden Hermen van Aelwijck Aldus gedaen en genomineert Johan van Varick bij de volle vergaderinge, exceptis Jan van Gilsen A. Boonzaeijer, scabino & Van Godert Kupius Wijck, senatore Thomas Bercheijck Adriaen van Wijck Hendrick de Vrindt Alart van Laar

Cameraar en kerkmeester Gerard Verweij

Gasthuijs- en weesmeester Alart van Laar

[2]

Mercurij 26 februarij 1679

Den heere hooft officier Smissaert ter vergaderingh vande politie geëxhibeert ende de lecture gedaen hebbende vande lijste der persoonen die sijn hoogheijt den heere prince van Orange voor desen jare 1679 wtte nominatie hadde geëligeert tot de

4

bedieninge vande respective ampten vande magistrature deser stadt is daar wt gebleecken te sijn aengestelt tot

Borgemeesteren

Rijck van Hooft mr. Garhard van Bercheijck

Schepenen

Johan Vonck van Lienden dr. Johan van Wijkerslooth Gerard Verweij Jan van Geijn Jan van Gilsen Hendrick de Vrindt mr. Johan Cupius

Raden

mr. Frederick Klerck Jan van Varick Hermen van Aelwijck Pieter van Hoeven Godert Kupius Thomas Bercheijck Arien van Wijck Allard van Laar

[3]

Cameraar en kerkmeester

Gerard Verweij

Gasthuijs- en weesmeester

Allard van Laar

welcke allen in handen van gemelte heere officier den behoorlijcken eedt hebben gepresteert. Presentibus omnibus supra dictis excepto Klerck, syndico et senatore.

Jovis 27 februarij 1679

Rapporteerde de heeren gecommitteerden dat ingevolge ende tot voldoeninge vande resolutie commissoriaell op den 14e deses genomen, de naebeschreven pachters vande kercke goederen namentlijck Cornelis Ewidden, Aelbert Aertsen, Jan Evertsen, Gijsbert Rijcksen ende Cornelis Tonisen hadden gehoort ende met deselve waren overkomen, dat alsnoch voor een jaar ingegaen op St. Peter deses jaars 1679 ende alsulx te eijndigen Petrij des jaars 1680 souden continueeren in hare respective pachten voor en op deselfde somme en conditien als in vorige jaren ingevolge van’t welcke erschenen sijn de naevolgende persoonen ende haar als borgen onder de renuntiatie etcetera voor de voorschreven pachteren hebben geobligeert alsse

Willem Ewidden en Geurt Ewidden, borgen voor Cornelis Ewidden Frans Jacobsz, borge voor Aelbert Aertse

Rijck Cornelissen, borge voor Jan Evertsen

5

Rijck Jacobsz, borge voor Gijsbert Rijxen

[4]

Aelbert Wouters, borge voor Cornelis Tonissen

Dat boven’t voorschreven een jaar aen den selven Cornelis Tonissen op approbatie hadden aengeboden noch continuatie van sijn pacht voor ses jaren des alsdan sijne pachtpenningen soude moetten begrootten op ’t tantum dat voor dato vanden oorloogh gegeven hadde ende daar beneffens van tijt tot tijt alles in goede reparatie houden dogh dat den selven daar op sijn beraet hadde genomen, waarmede ’t rapport geëijndight sijnde, is het selve in allen deelen geapprobeert ende gemelte heeren gecommitteerden voor hare aengewende moeijte ende debuoiren bedanckt.

Waarnae den voorschreven Cornelis Tonissen sijnde bovengestaen heeft de voorschreven aengebodene ses jarige pacht sullende aenvanck nemen met Petrij 1680 en expireeren Petrij des jaars 1686 op conditien als bij ’t voorschreven rapport staen vervath ende voorts als van outs aengenomen, constitueerende daer voor sigh borge onder de renuntiatie als vorens Aelbert Wouters, nemende daer beneffens aen den selven pachter voor ’t aengaen van sijne pacht noch een borge te stellen.

Ende dewijle Beth Janssen en Aelbert Janssen alsnoch deficieeren int stellen van suffisante borgen voor hare pacht, soo sijn gecommitteert en geauthoriseert als gecommitteert en geauthoriseert werden bij desen beijde de heeren borgemeesteren Van Hooft en Bercheijck omme derselver bouwingen op de profitabelste conditien voor de kerck wt de handt te verpachten.

Sijnde ingevolge vandien het gedeelte van Aelbert Jansen verpacht aen Wouter Janssen, wonende te Leersum, voor den tijt van een jaar voor deselfde somme en conditien als den voorgaende pachter Aelbert Janssen gegeven en die in pacht gehadt heeft ende heeft den selven Wouter Janssen de pacht alsoo ende in dier voegen geaccepteert met beloften van binnen den tijt van acht dagen te sullen stellen suffisante borgen.

Is vervolgens verstaen dat de voorschreven respective pachteren

[5]

die alsnog off maar eene off geene borgen hebben gestelt volgende ’t geene haar heden is aengeseght binnen den tijt van veertien dagen conform voorgaende resolutie sullen hebben te stellen en te suppleeren het getal van twee suffisante borgen op pene van vervall van hare pacht ende dat mede vanden secretaris sullen hebben te lichten hare pachtcedullen. Praesentibus omnibus exceptis Van Hooft, consule, Klerck, syndico et senatore, Aelwijck en Van Wijck, senatoribus.

Martis 18 meert 1679 op den rechtdagh

Is bij den gerechte verstaen dat geene rollen vanden stadthuijse sullen mogen werden afgehaelt op pene van twaalf gulden bij den contraventeur deses te verbeuren en t’appliceeren ten behoeve van den armen alhier en dat de procureurs daar van off uijt willende hebben visie ofte eenige extracten het selve sal moetten geschieden op dinghsdagh namiddagh waar toe den secretaris alsdan sal vaceeren. Actum ut supra bij ’t volle gerecht.

6

Martis 18 meert 1679 op de politiedagh

De regeerders deser stadt naer een naeukeurigh ondersoeck ende examen van den stadt derselver stadts finantie ondervonden hebbende, dat deselve door de droevige desasters vanden luctueusen ende lantverdervenden oorloogh ende den ondraeghlijcken last dese stadt selfs verre boven andre steden deser provintie ende dat in verscheijde consideratien

[6]

(waar van eenen ijgelijck onser borgeren en ingeseettenen tot derselver eijgen bederff en ruine alsnoch mede gevoeligh is) bij de Francoisen gedurende derselver overheersinge in de jaren 1672 en 1673 toegebracht, soo verre was vervallen en verachtert, dat de revenues deser stadt op verre nae niet genoegh en waren tot voldoeninge vande soo ordinaire als extraordinaire lasten bij de stadt jaarlijcks te supporteeren ende dat derhalven niet anders voor handen was als een irreparabel vervall derselver onser stadts finantie ten ware daarinne met wtvindinge van genoeghsame middelen prompelijck wierde voorsien, soo is nae onderlinge rijpe ende serieuse deliberatie daer over gehouden goetgevonden gelijck ten dienste van onse stadt gemeene borgeren en ingeseettenen vandien goetgevonden werdt mitsdesen te versoecken ende te committeeren gelijck versoght ende gecommitteert werden bij desen de heeren borgemeesteren, den syndicus Klerck, twee outste schepenen en twee outste raden omme met den anderen met allen ijver ende op het spoedighste te aboucheeren ende haarlieden gedachten te laten gaan over de wtvindinge van middelen ende resources tot helinge en redres vande wt oorsaecke voorschreven vervallene deser stadts financie genoeghsaem. Dat van derselver consideratien ende daer over te houdene abouchementen ter eerster vergaderingh sullen believen te doen rapport, ten eijnde alsdan soodane middelen mogen werden beraempt en gearresteert, sulx ten meesten dienste vande stadt ende het minste beswaar der borgeren ende gemeene ingeseettenen vandien bevonden sal werden te behooren.

Ende nadien de wtvorderingh vande drie jaren redemptie vande thien stuijvers per mergen volgens vorigh rapport vanden heer oudt borgemeester en syndicus Klerck ten dienste van onse stadt van haar edele mogenden bekomen ende gelaetten mede voor een gedeelte sullen strecken tot afdoeninge vande lasten dese stadt door de voorschreven droevige voorvallen toegebraght ende dat echter bevonden werdt, dattet effect vandien werdt opgehouden, soo werdt gemelte heere syndicus versoght ende alsnoch gecommitteert omme met alle ijver te bevorderen ten eijnde onse stadt van’t geene voorschreven moge cum effectu jouisseeren.

[7]

Is mede nae deliberatie verstaen, dat noch voor desen jare 1679 en niet vorder in aensien vande jegenwoordige schaarsse conjuncturen van tijden voor de borgeren, edogh echter sonder de minste consequentie en prejudicie vande stadt sal werden gegraeven in dier voegen als voorleden jaar.

Gelijck oock goetgevonden is dattet gasthuijs sall werden geslootten ende dat den turff die jaarlijcks aende gasthuijsarmen werdt wtgereijckt inde stadts turfgemeeente sal gegraven ende kosten over ’t graven ende ’t huijs voeren vandien vallende, mitsgaders vanden turff die de stadts armen genietten bij den gasthuijsmeester

7

werden bekostigt, van welcke resolutie den gasthuijsmeester extract sal werden ter handen gestelt.

Sullende de jode die nu onlancks in’t veen getrouwt ende voor desen hier gewoont heeft ende bij den welcken eene doghter van Jan Eersten geseght wordt een kint te hebben jegens eerstcomende rechtdagh voort volle gerecht werden ontboden omme te aenhooren wat hem bij den gerechte aengaende ’t geene voorschreven sal werden voorgehouden.

En sijn voorts gecommitteert den borgemeester Bercheijck en Johan van Wijkerslooth, schepen, omme met ende neffens den cameraar de reeckeningh vande veervrouw Geertje Voncken nopende haar verschuldighde pachtpenningen van’t veer te resumeeren ende met deselve finalijck te liquideeren en is verstaen dat deselve voor hare te lopene pacht sal hebben te stellen suffisante borgen.

Oock voorgekomen sijnde dat de respective predikanten soo van Lienden als Kesteren veeltijts doen aenteeckenen ende laetten voortgaen huwelijxe proclamatien van personen wonende inde Marsch daar nochtans deselve alhier ter plaetse moetten geschieden als gehorende onder desen kerspele, soo is verstaen dat gemelte predikanten bij missive van dese onse intentie sal werden kennisse gegeven. Actum utsupra. Presentibus omnibus exceptis Wijkerslooth et Kupius, scabinis, Aelwijck, Van Hoeven, Van Wijck, Van Laar, senatoribus.

[8]

Lunae 23e meert 1679

Gehoort ’t rapport vande heeren gecommitteerdens tot redres vande financie deser stadt ende ingenomen sijnde derselver consideratien, soo sijn bij provisie voor den tijt van thien maenden gearresteert als met eenparige stemmen gearresteert werden bij desen de naevolgende middelen soo bij verhoginge vande stadts impositien als anders integaen met 1o april deses jaars 1679.

Alsse eerstelijck een verhoginge van een gulden op ijder ton bier bij den tappers inde stadt en jurisdictie vandien werdende geconsumeert, dus dat boven ende behalven de gulden die daar van van outs geheven wordt.

Item een verhoginge van ses stuijvers op ijder ton bier bij den borger te consumeeren boven d’ordinaire impost.

Item een verhoginge van een stuijver op de consumptie van ijder kan brandewijn boven ’t ordinaire.

Item een verhoginge van drie stuijvers op ijder mud gruttemeel ‘twelck inde stadt gegruttet is ’t zij het selve inde stadt geconsumeert ofte daar buijtten gebraght werdt, mitsgaders ses stuijvers op ijder mudde grutte en speltemeel van buijtten inkomende.

Item een verhoginge van drie stuijvers en een halve stuijver op den wtslagh vande bieren bij de brouwers en biersteeckers te doen boven de halve stuijver die te vorens mede op de kuijp is gegeven.

Item een verhoginge van twee stuijvers op de waagh op ijdere hondert pondt en minder nae advenant except alleenlijck de kluijten boter waar van betaelt sal worden als van outs.

Is mede goetgevonden en verstaen dat den omslagh vande onkosten vande reparatie der putten sall werden gereguliert naar advenandt eenen ijder in het

8

huijsgelt verschuldight, sullende ten dien eijnde vanden ontfanger van’t huijsgelt gevordert werden eene memorie wt sijn cohiere wat een ijder in’t huijsgelt is verschult ende alsulx eenen ijgelijck aengetrocken werden met twee stuijvers op ijder gulden die in’t huijsgelt contribueert.

[9]

Sijnde mede goetgevonden dat voortaen de huijsluijden de stadts torff aenvoerende van ijder voeder (boven ses stuijvers vande maeltijt) in plaetse van twee kannen sullen hebben een kan bier.

Gelijck mede geresolveert is dat den jegenwoordigen commandeur sall werden aengeschreven dattet accoordt met sijn edele predecesseurs in dese stadt opgericht sall believen te achtervolgen ende ingevolge vandien sijne woonplaetse alhier in de stadt te coomen nemen ten dienste der borgeren en onderhoudinge der armen off dat andersints daarover de heeren vande magistraet soodanigh contantement sal hebben te geven als naar onderlingh verspreck bevonden sal werden te behoren.

Ende is mede verstaen, dat alle de possesseurs vande vicarijen alhier binnen de stadt gefundeert sijnde, sullen werden beschreven, dat binnen seeckere korten tijt daar toe te prefigeeren ter secretarije deser stadt sullen hebben aentebrengen de goederen tot derselver vicarije specterende mitsgaders waar ter plaetse die gelegen en hoedanigh die bekent sijn ende dat voorts aende heeren G. Bercheijck, borgemeester, ende den syndicus Klerck, die mits desen daar toe werden versoght en gecommitteert, sullen hebben optegeven de tertien off een derdendeel vande inkomen vandien bij haar ’t zedert den jare 1670 genootten ende onse kercke toecomende volgens acte ofte resolutie daar over bij haar edele mogenden de Staten deser provintie den 5e julij desselvigen jaars genomen, waar van allomme eenen ijgelijck bij publicatie ende affixie van billietten kennisse is gegeven ende echter in’t doen vanden aenbrengh in gebreecke sijn gebleven, werdende mitsdien het selve versuijm opgenomen in meninge omme de drie jaren opkomen van deselve vicarijen ingevolge vande voorschreven haar edele mogenden resolutie versuijmpt nevens de tertien ’t zedert den voorschreven jare verschuldigt ten dienste vande kerck te employeren.

Werdende de voorgemelte heeren gecommitteerden tot redres van deser stadts finantie met eenen versoght en gecommitteert omme op woensdagh eerstcomende de respective pachteren van desen stadts impositien bij haar op den stadthuijse te ontbieden ende met deselve te spreecken ende te hooren derselver meninge omtrent het aennemen vande voorschreven gearresteerde van impositien ende daar over op behaegen vande magistraet te accordeeren.

[10]

Ende alsoo den substituut schout Reumelaer inden voorledene jaare was geauthoriseert omme bij de huijsluijden Achterbergh omtegaen ende te vernemen wat turf soden deselve in die jare op de stadts gemeente Achterbergh hadden geslaegen ende ‘t huijs gevoerdt, soo werdt den cameraar inder tijt bij desen geauthoriseert d’aenteeckeningh bij Reumelaer daer van gehouden wt desselfs handen te lichten ende van die geene bij de welcke die gevonden sijn ten behoeve vande stadt intevorderen van ijder voeder thien stuijvers en is verstaen dat bij niemant voortaen eenige soden meer aldaer sullen mogen werden geslagen,

9

sullende bij gelegentheijt werden besightight off sonder nadeel vande weijgemeente sulx meer sal connen geschieden en off daar door voor de stadt ijets sal connen werden geprofiteert.

Sijnde noch geresumeert ’t reglement anno 1647 op ’t begraven der dooden en luijden der klocken gearresteert, luijdende als volght.

Articulen doen maecken bij den kerckmeesters binnen Rhenen over het maecken vande groefsteden binnen en buijtten de kercke het overlijden der doden met den aenkleven vandien.

Eerstelijck van den groefbidder

Dat den groeffbidder van alle de borgers binnen Rhenen ter begraeffenisse te bidden van elcke doode jonk off oudt betaelt sal worden twaelff stuijvers, van andere vordere extraordinaire diensten sal staen tot discretie vande goede luijden ende nae qualificatie van persoonen.

Van arme luijden sal den groeffbidder niet hebben maar ’t selve gehouden wesen om Godts wille te doen.

[11]

Van den dootgraver

Van den graff te maecken op het kerckhoff buijtten de kercke voor een oudt persoon sal den dootgraver betaelt worden twaelff stuijvers, van een graff te maecken voor een kindt onder de veertien jaren acht stuijvers en van arme luijden sal hij niet hebben, dan sal ’t selve om niet moetten doen en sal elcke groefstede diep moetten wesen en maecken vier voetten ten minsten off indien ijmandt het graff dieper wilde gemaeckt hebben daar van sal hij van een oude doode hebben ses stuijvers en van een kindt naar advenant.

Van een graft met sercksteenen belegt te openen ende te maecken van een ouden doode mettet toeleggen vandien sal hem betaelt worden eene gulden vier stuijvers ende van een kindt oudt als voren vijftien stuijvers.

Van een grote sware sercke te lichten mettet graven van’t graft ende toeleggen vandien sal hem betaelt worden twee gulden thien stuijvers ende van een kelder te openen en weder toeteleggen twee gulden.

Soo eenigh borger ofte hare kinderen in eenigh vande kercke groeven soude mogen geleijt worden, sullen daar voor betaelen ten behoeve vande kerck ses gulden ende soo wie deselve in eijgendom begeert te behouden, sal daar voor ten behoeve vande kerck betaelen achtien gulden ende dat behalven de kosten vande serck steenen bij de kercke daar op doen leggen.

Den wtheemse geen borger ofte inwoonder deser stadt off jurisdictie sijnde, sal van ijder doode die inde kercke groeven geleijt worden betaelen twaelff gulden ende in eijgendom begeerende sal daar voor betaelen vijff pont groot ten behoeve vande kerck ende dat behalven de serck steenen bij de kercke daar op doen leggen als boven ende ijder groefstede sal lanck wesen … voetten en breet … voetten.

Van ijder kelder off groefstede te openen sall telckens ten behoeve vande kercke betaelt worden

10

[12]

twee gulden ende sal oock niemant eenige groefsteden mogen verkoopen ofte alieneeren ten zij hij die late verboecken op het register daer van gemaeckt sijnde ende daar voor betaelen van ijder groefstede twaelff stuijvers ten behoeve vande kerckmeesters ende twee gulden tot profijt vande kerck.

Vande luijers ende ’t overluijden der klocken

Elcke luijder der klocken soo veel als daar geluijt sullen hebben ende anders geene sal hebben van elcke reijse twee stuijvers, insgelijcks die de dootschel treckt twee stuijvers, dat oock anders geene luijers betaelt sullen worden dan alleene die daarinne gearbeijt ende doorgaens geluijt sullen hebben die der dootgraver gehouden sal sijn te nomineeren.

Dat soo wanneer den groefbidder, den dootgraver ofte oock een vande luijers (welcke luijers tot een competent getale bij de kerckmeesters gestelt sullen worden) quamen te overlijden, soo en sal geen ander manspersoon inde plaetse vanden overledenen mogen dienen ofte gestelt worden dan met voorgaende believen ende consent vande kerckmeesters inder tijt.

Van het overluijden met de grootte klocke sal bij den borger ofte inwoonder betaelt worden ten behoeve vande kercke telckens nege gulden ende vande buijtten luijden vijftien gulden, dogh sal niemant met de grootte klocken mogen overluijt worden als met voorgaende consent vanden kerckmeesters inder tijt.

Van het overluijden met de kleijne klocken sal betaelt worden van ijder doode, borgers ofte inwoonders sijnde, twee gulden ende van buijtten luijden vijff gulden ten behoeve vande kercke als boven, wel verstaende dat van’t overluijden vande grootte en kleijne klocken vrij en exempt sullen sijn alle die geene die inden actuelen eedt en dienste vande stadt en kercke sijn met haar huijsgesin, soo lange de kinderen in hare ouders huijsen ongetrouwt sullen sijn ende langer niet

[13]

ende die niet betaelen cunnen om te weetten dat de dooden begraeven sullen worden alleen met de dootschell ende de kleijnste klock naest de dootschell overluijdt worden.

Alle die geene die bij collaterale successie eenige erffenisse coomen te ontfangen, sullen van alles dubbelt gelt geven ten ware d’erffenisse sodanigh ware dat sij de voorschreven onkosten niet conde afwerpen ende die eenige wapen borden inde kercke laten ophangen ofte voor het lijck laten draegen, sullen t’elckens ses gulden betaelen ten behoeve vande kercke, voorts indien twee off meer dooden te gelijck ter kercke wierden gedraegen onder een luijer sullen gehouden wesen elcks apart te betaelen ten ware die dooden wt een huijs begraeven wierden ende sullen negen uren voor de predikatie mettet lijck inde kercke moettten wesen op pene van drie gulden ten behoeve vanden armen dogh voor ende aleer de klocken getrocken werden sal de gerechtigheijt hier vorens verhaelt aenden cameraar kerckmeester inder tijt moetten werden betaelt ten ware den selven daar mede wachten wilde.

Is goegevonden ’t vooschreven reglement te amplieeren als geamplieert werdt bij desen met de navolgende articulen te weetten

Dat ten behoeve vande kerck voor een graft op ‘t kerchoff te openen oock sal werden betaelt ene gulden.

11

Item van ijder doode die bij avonden begraeven wordt ten behoeve als boven ses gulden.

Item van ieder doode die met een kercke baer wordt ter aerde gebraght twaelff stuijvers.

Dat mede vande doode vande welcke bij collaterale successie werdt geerft ofte over de welcke met de groote off kleijne klocken werdt gepoost van all het geene inde voorschreven ordonnantie en ampliatie is vervath, sal moetten werden betaelt dubbelt gelt. Actum ut supra praesentibus omnibus exceptis Wijckerslooth et Kupius, scabinis, Aelwijck, Van Hoeven en Van Wijck, senatoribus

[14]

Jovis 28 meert 1679

Rapporteerden de heeren gecommitteerden dat ingevolge de resolutie commissariaell vanden 23e deses jonghstleden de respective pachteren vande stadts impositien op den stadthuijse hadden gedaen ontbieden ende haar voorgehouden hebbende de resolutie bij de heeren vande magistraet aengaende ’t verhogen van eenige stoelen inde selve imposten op dato voorschreven genomen, met deselve nopende ’t aenneemen vande voorschreven verhoginge waeren versproocken en bij de voorschreven pachteren voor den tijt van thien maenden ingaende 10 aprill deses jaars ende expireerende ultimo januarij des toecomende jaars 1680 op de rantsoenen en conditien als dus lange de stadtsverpachtinge is geschiet, waren aengenomen voor de somme als volght, alsse

van de verhoginge vande gulden op de ton bij Jan van Brenck en Gijsbert van Seventer voor twee hondert en dertigh gulden,

de verhoginge vande ses stuijvers op ijder ton bij Jan van Geijn voor een hondert en veertigh gulden,

de verhoginge van drie ende een halve stuijvers op den wtslagh vande bieren bij de brouwers en biersteeckers te doen bij den selven Van Geijn voor ’t sestigh gulden,

de verhoginge van een stuijver op de consumptie van ijder kan brandewijn bij den selven Van Geijn voor vijftigh gulden,

de verhoginge van twee stuijvers op de waagh van ijdere hondert pont except de kluijten boter bij Derck Wouterse voor een hondert gulden,

dat aengaende de gearresteerde verhoginge op’t grutte en speltemeel met de grutters dienaengaende niet hadden connen accorderen.

[15]

Ende hebben de heeren van de magistraat het selve rapport invoegen voorschreven gedaen, haar edelen in allen deelen wel laten gevallen en geapprobeert als approberen en lauderen bij desen, de gemelte heeren gecommitteerden voor hare moeijte omtrent de voorschreven besoignes gedaen, bedanckt en verstaen dattet selve in maniere voorschreven sal werden gepubliceert op eerstcomende saturdagh omme inganck te nemen met den eersten april als wanneer bij deselve publicatie mede sal werden bekent gemaeckt dat op maendagh daeraenvolgende sal

12

geschieden de verpachtinge vande verhogingh op ’t grutte en speltmeel. En sijn opgemelte heeren gecommitteerden wijders versocht ende gecommitteeert omme de respective pachteren vande stadsimpositien over Venendaell jegens maendagh eerstcomende voor haar te willen laten ontbieden ende deselve te hooren op ’t aennemen van soodaene verhoginge in deselve impositie aldaer als gemelte heeren gecommitteerden ten meesten dienste vande stadt haar sullen voorhouden ende daar van ter eersten vergadering te rapporteren.

Is oock verstaen dat mede jegens eerstcomende maendagh sal werden ontboden de veervrouw Gertje Vonck met desselfs soon Roeloff Vonck omme ingevolge vande resolutie vande 18e deses voor hare pacht van’t veer te stellen borge.

Door den borgemeester Van Hooft mede voorgedraegen wesende het versoeck van Elijsabeth Holl, getrouwt aen Gerrit van Hoeven tenderende omme te mogen werden ontlast vande alimentatie van hare onmundige broertje en sustertje bij haar te deser tijt toe aendeselve verpleeght, is het voorschreven versoeck aengaende ‘t jongetje genaempt [niet ingevuld] Holl out omtrent thien jaren haar geaccordeert sulx het selve sal blijven onder den opsicht van’t weeshuijs alhier, des deselve Elijsabeth Holl neffens haar voorschreven man sullen hebben ter vergadering te beloven dattet voorschreven doghterken bij haar sullen houden ende naar haarluijden staet ende gelegentheijt voort optrecken. Actum utsupra presentibus ominbus exceptis S. Kupio, scabino, Aelwijck, Van Hoeven, G. Kupio, T. Bergeijck, Van Wijck et Van Laar, senatoribus.

[16]

Mercurij 2 april 1679

Gehoort ’t rapport vande heeren gecommitteerdens van dat in conformité ende tot aflegginge van derselver commissie bij de naestvoorgaende vergadering op haar edelen gedecerneert met de pachteren deser stadts impositien over Venendaell, nopende de naevolgende verhoginge vandien waren overkomen, dat die op aggreatie vande magistraet voorgelijcken tijt van thien maenden integaen met den 1e aprill deses jaars 1679 en te eijndigen met den lesten januarij des aenstaende jaars 1680 op d’oude conditien in pacht souden aennemen. Eerstelijck

De verhoginge van vijff stuijvers op ijder ton bier bij de tapper werdende geconsumeeert boven de vijff stuijvers die van outs daarvan betaalt wordt.

Neffens drie stuijvers op ijder ton bier bij d’ingeseettenen van Venendaell te betaelen.

Mitsgaders verhoginge van eene stuijver op de consumptie van ijder kan brandewijn.

Dese drie posten aengenomen bij Hermen Turen voor vijff en veertigh gulden.

De verhoginge van twee stuijvers op de waagh van ijder hondert pont except de kluijten boter daar van betaelt sal worden als van outs.

Aengenomen bij Aert Boonsaijer in Venendael voor den tijt van twee en twintigh maenden voor twee en twintigh gulden.

Het voorschreven rapport in maniere voorschreven gedaen, sijnde geapprobeert ende de heeren gecommitteerden voor hare moeijte dienaengaende geadhibeert bedanckt. Sijn haar edelen voorts versocht en gecommitteert als versocht en gecommitteert werden bij desen omme in gelijcken wijse met de brouwers en

13

biersteeckers aldaer over een verhoginge van den wtslagh van hare bieren te accorderen.

Mede bericht sijnde dat de twee doghteren vanden melaet alhier inde Molenstraet woonende, haar soo

[17]

niet en gedraegen als eerbaere doghters toestaen ende behooren te doen, wordende daer van insonder beruchtight d’eene genaempt Trijn is verstaen, dat door den deurweerder deselve Trijn sal werden aengeseght, dat binnen den tijt van tweemael 24 uren haar wt dese stadt sal hebben te absenteeren off dat nae lays van die tijt door den dienaer van justicie publiequelijck daar wt sal werden geseth, ende d’andere dat voortaen in alle modestie en stilligheijt sal hebben te leven, sulx dat nae desen diergelijcke als voorschreven geruchten van haar mogen cesseren off dat jegens haar in maniere voorschreven mede sal werden geprocedeert.

Is nog ter vergaderinge gelesen de naevolgende missive van haar edele mogenden de gedeputeerden van Staten deser provintie.

Edele Erentfeste Vrome

Wij hebben goetgevonden wt het midden onser vergaderingh te versoecken ende te committeeren de heeren Van Cattendijck, Van Schonauwen ende De Gruijter omme haar in uedelen stadt exact en pertinentlijck te informeeren ende kennisse te nemen van’t geene wegens deselve aende respective comptoiren ter saecke van gemeene lants middelen noch verschuldight is ende ten achteren staet, mitsgaders omme dienaengaende met uedele in conferentie te treden ende dewijle gemelte heeren gecommitteerden sijn geresolveert op donderdagh eerstcomende tot aflegginge vande gedachte commissie derwaerts te vertrecken, hebben wij niet willen naelaten uedele daar van bij desen notificatie ende praeadvertentie te geven ende daar beneffens ernstvrundelijck te versoecken, dat deselve die ordre willen stellen ten eijnde de respective gademeesters off andere comptabelen de voorschreven middelen off eenige van deselve hebbende gemanieert haar sullen hebben bequaem te maecken ende jegens den voorschreven dage gereet houden omme van hare administratie van ’s lants penningen inde toegesondene memorie nader gespecificeert behoorlijck verantwoordinge te doen, waar toe ons verlatende. Edele erntfeste vrome, beveelen wij uedele inde bescherminge van Godt almachtigh. Geschreven t’Utrecht den 1en april 1679 en was geparapheert Rosa, onderstont uwer edelen goede vrunden de gedeputeerden van Staten ’s lants van Utrecht ter ordonnantie vandeselve en was onderteeckent J.V. Luchtenburgh.

[18]

Waarop de respective ontfangers aangeseght ende gelast is haar jegens den voorschreven daege te bequamen ende veerdigh te houden en sijn voorts gecommitteert als gecommitteert werden bij desen beijde de heeren borgemeesteren, den syndicus Klerck ende de twee oudt borgemeesteren Vonck van Lienden en Wijckerslooth omme gemelte haar edele mogenden gecommitteerdens bij haar komste te gaen congratuleeren ende verwellekomen. Actum utsupra presentibus omnibus exceptis De Vrindt en Kupius, scabinis, Aelwijck, Kupio en Van Wijck, senatoribus.

14

Jovis 3 april 1679

Rapporteerde den heer borgemeester Van Hooft ende d’andre heeren gecommitteerden vande magistraat, dat achtervolgende de resolutie commissoriaell op gisteren genomen de heeren gecommitteerden van haar edele mogenden de Staten deser provintie alsse den heer Van Cattendijck ende Van Schonauwen soo haest van deselver komste verwittight sijnde, op heden hebbende wesen verwellekomen, van deselve waren versoght de politie te willen convoceeren, alsoo in naeme van hare principalen ijets hadden voortedraegen, gelijck ten dien eijnde dese vergaderinge hadde doen leggen en is daar op goetgevonden welgemelte heeren gecommitteerden daar van kennisse te geven en sijn gecommitteert als gecommitteert werden bij desen beijde de heeren borgemeesteren omme welgemelte heeren gecommitteerden van Staten aende benedenste trappen vanden stadthuijse intewachten ende naar boven te conduceeren.

Meergemelte heeren gecommitteerden van haar edele mogenden daarop in voorschreven maniere ter vergadering gecompareert ende op de bovenste plaetse geseten sijnde, heeft den heere Van Cattendijck nae aflegginge van’t compliment van salutatie geproponeert, dat sijn hoogheijt den heere prince van Orange ten tijde hooghst gedachte sijne hoogheijt ’t laatst sigh tot Utrecht ter vergaderinge van hare edele mogenden hadde gevonden, op ’t alderserieuste hadde believen te recommanderen dat haar edele mogenden nae hare gewoonlijck sorghvuldigheijt geliefden soodanige voorsorge te hebben dat aende respective comptoiren deser

[19]

deser provintie insonder waar op de militie geassigneert was geen gebreck van suffisante middelen tot desselfs prompte betaelinge int toecomende mochte bevonden worden, dat haar edele mogenden ten dien eijnde den heere Van Schonauwen, borgemeester De Gruijter ende sijn edelheit hadden believen te committeeren omme alomme in de steden deser provintie haar exactelijck te informeeren, soo de respective ontfangers aldaer hebbende d'administratie ende maniement van ’s lants penningen met haren ontfanck, gedaene betaelinge ten comptoire van gemelte haar edele mogenden restanten waren staende ten dien eijnde afvorderende de namen der gener die de voorschreven respective ontfangen alhier waren bedienende, dat deselve sijnde genomineert ende vervolgens tegens naemiddaghs ten twee uren op den stadthuijse sijnde geappoincteert ende welgemelte heeren gecommitteerden van Staten hebbende versocht, dat die aengestelde besoignes moghte werden afgeleght ten overstaen van soodanige gecommitteerden vande magistraet die selfs niet comptabel ende die noch pachters noch medestanders van eenige ’s lants middelen waren, sijn ten voorschreven fine gecommitteert nevens de heeren borgemeesteren, den oudt borgemeester Vonck van Lienden, Verweij, schepen, en Varick, raet, nadat welgemelte heeren gecommitteerden van Staten wt de vergaderingh gescheijden ende bij borgers weder waeren geconduceert in maniere als vorens. Actum utsupra.

Veneris 4 april 1679

De politie wederom ten versoecke van welgemelte heeren van haar edele mogenden geconvoceert sijnde, sijn haar edelen ter selver vergaderingh in voege voorschreven wederom opgehaelt en erschenen en hebben nae dat sessie genomen hebbende

15

voorgedraegen dat vergaderingh van politie hadden versocht omme te resumeeren het gebesoigneerde van gisteren met de respective ontfangers ende heeft vervolgens den heere Van Schonauwen ’t selve gebesoigneerde bij sijn hooghedele sijnde schriftelijck opgestelt, opgelesen. Twelck gedaen sijnde heeft den heere Van Cattendijck de heeren vande magistraet gerecommandeert met alle diligentie de respective ontfangers daar toe te willen houden ten eijnde haar edele mogenden resolutie

[20] resolutie achtervolght ende ’s lants penningen in conformite vandien ten comptoire mochte werden gebraght ende dat men mochte verdacht sijn dat haar edele mogenden de pœne ingevolge de laatste waarschouwinge jegens alle gebreeckige gestatueert strictelijck sullen willen hebben gevordert, waarop haar edelen sijnde te gemoette gevoerdt de armoede der borgeren ende ingeseettenen deser stadt en vrijheijt ende d’onmogelijckheijt van’t geene voorschreven soo promptelijck te voldoen ende dat d’invorderingh vande pœne insonder soude strecken tot een notoire ruine van een ijgelijck, hebben welgemelte heeren gecommitteerdens van Staeten daar op geantwoordt niet anders dienaengaende te connen seggen als ’t geene (gelijck voorschreven) haar edelen in mandatis was gegeven ende in specie mede bij de welgemelte heeren gecommitteerdens sijnde aengenomen te rapporteeren aen hare heeren principalen, dat mede bevonden, dat tottet geene ten comptoire van’t familiegelt noch te betaelen was wel gelijcke restanten overigh edogh alle vermits haar armoede insolvent waren, dogh dat echter belooft was bij de volgende wtsettinge daarinne ende tot voldoeninge vandien soo veel mogelijck mede te sullen voorsien, ten ware remissie van’t selve achterstall conden bekomen ende heeft den pensionaris Klerck bij die occasie mede omstandelijck openingh gedaen van’t geene sigh omtrent de remissie vande drie jaeren redemptie ofte thien stuijvers per mergen ter vergaderingh van Staten hadde toegedragen, ten dien eijnde de principale resolutie ende desselfs vorige gebesoigneerde met den heere Van Cattendijck en andere haar edele mogenden gecommitteerden voorbrengende ende heeft den heere Van Cattendijck, daertoe serieuselijck versocht sijnde, aengenomen ten faveure van onse stadt naerder rapport te doen, waarnae opgedachte heeren gecommitteerdens haar afscheijt van dese vergaderinge genomen ende door de heeren borgemeesteren wederom invoegen voorschreven geconduceert ende afgeleijt sijn. Actum utsupra presentibus omnibus exceptis J. Kupius, scabino, Van Wijck en Van Laar, senatoribus. Jovis 10en april 1679. Gehoort de lecture vande missive van haar edele mogenden de gedeputeerden vanden Staten deser provintie gedateert den 9en deses houdende serieuse recommandatie van niet te willen onderlaetten die ordre te stellen ten eijnde ’t geene wegens [21] onse stadt van gemeene lants penningen ten achteren staen promptelijck ter comptoire werde gebraght ende daar bij gelesen sijnde de daarinne geslotene verbaell belangende de besoignes bij derselver gecommitteerden alhier gehouden, breder vervath inden notule van den 3en en 4en deses hier vorens staende, sijn

16

daarop de respective ontfangers de novo gelast ende geordonneert mettet invorderen van hare restanten sonder eenigh wtstell off verschoninge van ijmant, selfs met executie voorttegaen, op dat soo veel mogelijck ende eenighsints doenlijck haar edele mogenden ordres dienaengaende moge werden achtervolght. Actum utsupra, presentibus Smissaert, praetore, Van Hooft, consule, Wijckerslooth, Verweij, Van Gilsen, scabinis, Van Varick ende Bercheijck, senatoribus. Mercurij 23en april 1679. Gelesen sijnde de naevolgende missive van haar edele mogenden de gedeputeerden vande Staten deser provintie neffens de daar inleggende placcate dienaengaende bij gemelte haar edele mogenden gearresteert. Edele erentfeste vrome, Wij hebben tot verval vande sware lasten dewelcke dese provintie in den staet van oorloogh tot steun vande gemeene saacke en nodige bescherminge vanden lande over den jare 1678 heeft moetten supporteeren, goetgevonden intewilligen een hooftgelt te heffen over alle huijsgesinnen ende familien inde stadt, steden ende lande van Utrecht mitsgaders een extraordinaris middel over alle goederen toecomende persoonen in dese provintie gegoet ende buijtten deselve wonachtigh sijnde ende ten eijnde de taxatie dewelcke over de voorschreven huijsgesinnen en goederen sullen moetten werden gedaan soo veel eenighsints doenlijck op de rechtmatighste ende meest geproportioneerde voet geschiede, hebben wij ten dien fine geordonneert ende gestatueert de bijgaande onse ordonnantie, die wij versoecken dat uedelen tot Rhenen believe te doen publiceeren ende affigeeren ter plaatse daar men gewoon is publicatie ende affigie te doen, op dat niemant daarvan ignorantie pretendeere, waarmede etcetera. Geschreven t’ Utrecht den 8en april 1679 en was geparapheert Adam van Lockhorst tot Schonauwen, voorts onderstont [22] uwer edelen goede vrunden de Staten vanden lande van Utrecht, ter ordonnantie vandeselve en was onderteeckent J.V. Luchtenburgh. Is daar op verstaen en geresolveert, dat in conformite vandien eerstdaeghs tot den omslagh van’t hooft off familiegelt sal werden getreden, dogh ingesien onlancks de gecommitteerdens van haar edele mogenden is gebleecken dattet geene wegens het familiegelt ten comptoire over de jaren 1675 en 1677 noch te betaelen is geensints en kan werden geint ende bekomen wttet geene te bevorens bij de magistraet alhier dienaengaende is omgeslaegen in aensien vande onmacht der geener die men bevindt daarinne noch schuldigh te sijn ende hare quote niet en hebben betaelt sulcx oock deselve heeren gecommitteerden hebben aengenomen ’t hare daar toe te contribueeren ten eijnde ons achterstal over de voorschreven jaren moge werden geremitteert, soo is goetgevonden dat door de naevolgende heeren gecommitteerdens deselve remissie versoght ende daar het behoort sal werden besolliciteert ende dat inmiddels den secretaris mettet innen vande restanten voor soo veel te bekomen sijn selfs met executie soo noodigh op het spoedighste sal voortgaen.

17

En sijn voorts tot aflegginge vande aengestelde conferentie met de heeren vanden hove nopende de saecke vanden pander Vervoorn gecommitteert den heere officier Smissaert, den borgemeester Bercheijck, den syndicus Klerck ende den oudt borgemeester Wijckerslooth ende deselve met eenen versoght omme met den procureur Cuijlenburgh te accordeeren nopende sijn verdient salaris inde saecke vanden heere Frisius tegens onse stadt. Gelijck mede versoght en gecommitteert sijn beijde de heeren borgemeesteren, omme neffens den syndicus Klerck en den oudt borgemeester Vonck van Lienden mitsgaeders de twee outste raden te besorgen ende cum effectu bevorderen de afdoeninge vande soo gasthuijs als weeshuijs reeckeningen. Is oock verstaen dat ordonnantie op den cameraar inder tijt sal werden gedepescheert omme aenden heer officier Smissaert te restitueeren het verschoth van penningen bij sijn edele inde voorgevallene saecke vanden pander Vervoorn gedaen. [23] Gehoort noch het versoeck van Willem Verweij omme eene vande gasthuijs huiskens te mogen hebben tot sijne wooninge, sijn gecommitteert en geauthoriseert beijde de heeren borgemeesteren omme voor den selven eene wooninge te despicieeren. Rapporteerde mede de heeren gecommitteerden totte verhoginge vanden verpachtinge dat voor haar edelen gecompareert waren Hermen Turen en Henrick van Broeckhuijsen, brouwers in Venendaell en hadden de 4 stuijvers op ijder vath bier bij haar wtteslaen voor de nege maenden integaen met den 1en meij deses jaars gepacht voor vijftien ducatons en conditien als van outs en het selve in dier voegen sijnde geapprobeert sijn de gemelte heeren gecommitteerden voor hare moeijte bedanckt. Actum utsupra presentibus omnibus exceptis Verweij en Kupius, scabinis, Van Hoeven, G. Kupius en Van Wijck, senatoribus. Lunae 12 meij 1679. Is gelesen de naevolgende missive van verschrijvinge van haar edele mogenden de gedeputeerden vande Staten deser provintie. Edele erentfeste vrome, 1. Omme te hooren lesen de missive van sijn hoogheijt gedateert Hage den 2en meij 1679 raeckende in effectu de aenstellinge van een jacht gericht mitsgaders reglement ende instructie op ’t stuck vande jaght in en over dese provintie ende daarop te delibereeren ende resolveeren. 2. Item omme te delibereeren ende resolveeren over vordre saecken van importantie den dienst vanden lande betreffende, dewelcke gedurende haar edelmogenden beschrijvinge sullen koomen voortevallen, hebben wij de gemeene Staten vanden lande

18

[24] van Utrecht doen beschrijven jegens dinghsdagh die wesen sal den 13en deser lopende maant meij toecomende ouden stijll des voornoens ten negen uren inder Staten camere binnen Utrecht, uedelen versoeckende haere gecommitteerden in competenten getale ende volkomentlijck geauthoriseert mede aldaer ten daege, ure en fine voorschreven te willen senden. Hiermede blijft Gode bevolen, geschreven t’ Utrecht den 1en meij 1679 en was geparapheert Car. Valckenaer. Onderstont Ter ordonnantie vande gedeputeerde Staten ’s lants van Utrecht, geteeckent J.V. Luchtenburgh. En sijn ten fine als bij deselve gecommitteert beijde de heeren borgemeesteren van Hooft en Bercheijck mitsgaders den oudt borgemeester Vonck van Lienden ofte een ijgelijck vandie die ’t beste daar toe sal connen vaceeren. Mede bij den borgemeester Van Hooft voorgedragen sijnde dat Geertje Roelofs veervrouw te deser tijt toe alsnoch in’t stellen van borgen voor hare pacht van’t veer contrarie voorgaende resolutie was naelatigh gebleven, is geresolveert dattet selve veer bij publicatie ende affigie van billietten op eerstcomende sondagh sal werden geveijlt omme op den 5en des aenstaende maant junij publiecquelijck te werden verpacht. Sijn noch gecommitteert den heer officier Smissaert, beijde de heeren borgemeesteren, den syndicus Klerck, de twee outste schepœnen en twee outste raden, omme eerstdaeghs te treden tot resumptie vande cohiere van’t familiegelt ende daar omtrent soodaene veranderinghe en redres te maecken als dienstigh en nodigh bevinden sullen. Is oock goetgevonden te authoriseeren als geauthoriseert werden bij desen de gasthuijs en weeshuijsmeesters respectivelijck, omme de huijsingen die voor achterstallige ongelden souden mogen werden vercocht ende waarinne het gasthuijs off weeshuijs gevestight sijn ter concurrentie van [25] het achterstall soo van capitalen als praeferente interesse ten behoeve van’t selve gast off weeshuijs intekopen met intentie nochtans, datmen in dier gevalle nopende de verlopende ongelden vande in maniere voorschreven gecochte huijsingen men sigh bij requeste aen haar edele mogende de Staten deser provintie sall addresseeren en remissie versoecken. Gelijck mede verstaen is, dat niemant sigh sal hebben te onderstaen eenige soden op de stadts gemeente Achterbergh te slaen op pœne van vijff en twintigh gulden. Actum utsupra praesentibus Smissaert, praetore, Van Hooft, borgemeester, Klerck, syndico, Vonck van Lienden, Verweij, Van Geijn, Van Gilsen, scabinis, Van Varick, Van Hoeven, Van Wijck, senatoribus. Mercurij 19 meij 1679.

19

Rapporteerde den heer borgemeester Van Hooft, dat ingevolge van sijn edeles commissie sigh hebbende gevonden ter vergaderingh van haar edele mogenden de Staten deser provintie ende aldaar voorgekomen ende gelesen sijnde de missive van sijn hoogheijt inde vorige notule gemelt mitsgaders seeckere instructie en reglement bij hooghst gedachte sijn hoogheijt voor ’t aengestelde jachtgericht beraempt naar eenige debatten ’t selve bij de respective leden was overgenomen ten eijnde jegens eerstcomende woensdagh haar belangens daar omtrent mochte werden ingebraght. Mede sijnde gedaen resumptie van’t reglement op’t begraeven der dooden gearresteert is verstaen, dattet selve sal werden geamplieert als geamplieert [26] werdt bij desen mettet volgende articule te weetten: Dat geenige onder desen kerspele resorteerende hare dooden op andere plaetsen als in de kercke en op’t kerckhoff alhier sall vermogen te begraeven op pœne van een hondert gulden te verbeuren ten behoeve vande kercke ten waere deselve wierde ter aerde bestaeijt in een ander plaetse buitten deser stadts jurisdictie in welcken gevalle boven d’ordinaire gerechtigheijt aande kerck sal hebben te betaelen vijftigh gulden, waarvan eene helfte sall coomen ten voordeele vande kercke ende d’ander helfte vande diaconije alhier. Opt requeste van Gijsbert van Seventer, versoeckende consent tottet begraeven van sijn overledene vrouwe alhier inde kercke is verstaen, dat sigh sall hebben te reguleeren nae de bovenstaende ampliatie van’t voorschreven reglement. Actum utsupra, praesentibus Smissaert, praetore, Van Hooft, consule, Vonck van Lienden, Wijckerslooth, Verweij, Van Geijn, Van Gilsen, scabinis, Van Varick, Van Hoeven, Van Wijck, Van Laar, senatoribus. Lunae 19 meij 1679. Den heer borgemeester Van Hooft ter vergaderingh geëxhibeert ende gedaen lesen hebbende copije van de voorgementioneerde missive van sijn hoogheijt mette bijgevoeghde reglement ende instructie op’t stuck vande jacht in en over dese provintie bij hooghst gemelte sijne hoogheijt geëmaneert, als oock seecker requeste bij de vijff capittelen diensthalven ter opgedachte vergaderingh van haar edele mogenden ingelevert luijden te samen als volght. Edele mogende heeren, besondere goede vrunden, Wij hebben goetgevonden tot executie vande bijgaende reglement ende d’instructie bij ons op’t stuck vande jaght in en over de provintie van Utrecht gerenoveert ende geëmaneert een jachtgericht te composeeren uijt de [27] drie leden ende daar toe aentestellen de persoonen van jonckheer Hardenbroeck, heere tot Hardenbroeck, jonckheer Gerlach vander Capelle, heer Van Aartsbergen, jonckheer Henrick Jacob van Tuijl van Seroskercken, heere van Zuijlen, jonckheer

20

Carel van Gelder, heere vande Well, jonckheer Carel Valckenaer, heere van Duijckenburgh, jonckheer Jacob Taats van Amerongen, heere vande Natewis, ende Van Dinter, outste borgemeester der stadt Utrecht daar aff wij hebben nodigh geacht uedele mogenden kennisse te geven waarmede wij uedele mogenden bevelen Edele mogende heeren, besondere goede vrunden inde protexie Godes. Geschreven inden Hage den 2en maij 1679. Onderstont uedele mogende dienstwillige, geteeckent G.H. prince d’ Orange Wilhem Henrick bij der gratie Godes prince van Orange ende Nassau, etcetera Doen te weetten mits desen Naedemaell de dagelijckse ondervindinge notoirlijck aenwijst de ruine ende aenstaende verdervinge vande wildbane inden Gestichte van Utrecht door de veelvoudige ingekropœne jageren ende de ongeregeltheden ende excessen daarinne gepleeght werdende, streckende tot naedeel ende prejudicie van den lande des Stichts, mitsgaders kleijn achtinge der ordonnantien op dat poinct geëmaneert ende diverse reijsen vernieuwt, soo hebben wij hooghnodigh [28] gevonden daarinne ernstelijck te voorsien ende met advis van onsen lieutenant opperhoutvester ende die bij ons geëligeerde heeren raden des jachts gerichts over den voorschreven Gestichte te statueren ende t’ordonneeren invoegen hier nae volgende. 1. Dat niemant inden Gestichte van Utrecht sall mogen jagen ofte vliegen als de heeren geëligeerden representeerende den eersten staet mitsgaders perzoonen ende decanen der respective vijff capittulen, de heeren edelen die inde ridderschap der welgemelte provintie beschreven ofte andersints voor riddermatigh daarinne bekent sijn, de heeren schout, regeerende ende oude borgemeesteren der stadt Utrecht, den heer president vanden hove van Utrecht ende soodanige andre die debitè sullen connen bewijsen daar toe gerechtight te sijn op pœne van veertigh gulden tot twintigh stuijvers ’t stuck soo dick ende menighmaell deselve daar op door den lieutenant opperhoutvester ofte door ijmant daar toe gequalificeert bevonden sal worden. 2. Dat geen uijt off inheemse militairen ’t zij colonellen, ritmeesters ofte capiteijnen ofte wie het oock soude mogen wesen eenige jacht sullen mogen exerceeren sonder alvorens hare qualificatie ingevolge van het bovenstaende articul voor den lieutenant opperhoutvester ende het jaght gericht debitè te hebben bewesen op pœne als boven. 3.

21

Dat den voornoemde lieutenant opperhoutvester alleen noch met jacht gericht geene ongequalificeerde tot de jacht bij particulier consent en sal vermogen t’admitteeren in eeniger manieren. [29] 4. Dat de geene die eenige mechanicque grutwercken off neeringe doen ofte exerceeren sullen worden gehouden voor ongequalificeert ende niet vermogen te jaegen schoon deselve door geboorte ofte andersints gequalificeert mochten wesen. 5. Dat alle riddermatige ende andere hier voren gequalificeerde persoonen met roers int velt sullen mogen coomen nevens haren gebroden dienaer ende verder niet op pœne van vijftien gulden. 6. Dat persoonen tot de jaght ongequalificeert niet sullen hebben off houden eenige lopende honden winden, spiljoenen, bracken ofte eenige andere ten jaght geleert ofte bequaem, bevelende den geenen die alsulcken honden hebben deselve binnen ses weecken naar publicatie deses hem quijt te maecken op pœne van thien carolus gulden boven de verbeurte vanden selven hondt ofte honden die bij den lieutenant opperhoutvester ofte desselfs dienaer sullen mogen worden afgenomen. 7. Ende sal den lieutenant opperhoutvester met adsistentie vanden officier vande plaatse op vehemente suspicie daar aff mogen gaen doen visitatie inde huijsen van die geenen die dese contravenieeren. 8. Dat niemant van wat qualiteijt off conditie hij sij eenigh groff wildt als herten, rheden sal mogen jagen, vangen off schieten met honden, panden, stricken, netten, bussen, bogen ofte eenige [30] andere instrumenten als die geene die bij ons daar toe sal wesen geprivilegieert op de verbeurte van’t gevangen off geschoten wild met alle instrumenten daar toe gebruijckt, honden, garens ende panden ende noch daer en boven van drie hondert gulden ofte wt den Gestichte gebannen te worden naar gelegentheijt van saecken. 9. Dat niemant hij sij geprivilegieert off niet eenige hasen, conijnen, faisanten, corhoenderen off patrijsen sall mogen schieten, met wargaern off stricken vangen off beschadigen op pœne vanden vangh ende hare netten ende instrumenten ende noch een boette van dertigh gulden ende sal daerenboven sijn gerechtigheijt verliesen die hij soude mogen allegeeren, omme van die tijt aff voorts geen weij werck te mogen exerceren off gebruijcken ende de geenen die geen privilegie souden weetten te bewijsen sal noch boven de voorschreven boette daer over arbitralijck worden gestraft naar behooren off gelegentheijt van saecken.

22

10. Soo op eenigh landt off veldt stricken om hasen, patrijsen off ander diergelijck wilt te vangen bevonden worden sall den huijrder van het landt moetten aenwijsen wie deselve heeft gestelt off anders sigh met eede ontlasten daer van geen kennisse te hebben ende bij refuijs vandien eed gecondemneert worden in een boette van dertigh gulden. 11. Dat niemant van wat qualiteijt hij sij sigh vervorderen sal te vangen off met bussen off met bogen te beschietten eenige duijven, tamme gansen endvogels ende bergh off huijs hoenderen ofte oock derselver nesten ende eijeren te beroven op pœne van dertigh gulden ende daerenboven gehouden sijn den [31] eijgenaer sijne schade te refundeeren, gelijck oock op de voorschreven pœne niemand sal mogen schietten eenige wilde swanen, wilde gansen, pittoirs, reijgeren, trapgansen, cranen, scholfers off wilde endvogels binnen den verboden jacht tijt. 12. Dat niemant vande huijsluijden ofte andere des winters op de sneeuw duijven rondom haere bergen vliegende beschadigen off vangen sullen met eenige instrumenten, hoe die genaempt mogen worden nocht oock dat sijluijden geen slaegen, stricken, knippen off fuijcken om duijven off andere diergelijcke te vangen ten platten lande uijt sullen mogen stellen ofte in hare huijsen hebben op pœne van verval vande selve ende van dertigh caroli guldens voor d’eerste reijse ende de twede reijse boven de voorschreven boette noch arbitralijck gestraft te worden. 13. Dat oock niemand eenige duijven sal mogen houden ofte duijfhuisen setten tenzij sij in eigendom hebben een hofstede met vier en twintigh mergen lants onder een gerechte aenden berghkant gelegen ende inde kleij off diergelijcke goede landen sal moetten hebben een hofstede met twaelff mergen lants onder een gerechte op pœne dat den lieutenant opperhoutvester de duijfhuijsen off duijven wooninge, op minder landt als voorschreven gestelt wordende, sal doen demolieeren tot kosten vanden eijgenaer ende daerenboven een boette verbeuren van veertigh caroli guldens ende die alrede van outs duijfhuijsen hebben gehadt off duijven gehouden op minder land als voorschreven sullen deselve binnen ’s jaars afbreecken op pœne als vooren ten waere die binnen de voorschreven tijt meer mergens tottet getal als vorens aenkochten. [14] Dat niemand vande geprivilegieerde persoonen [32]

23

sall mogen jagen (wtgesondert met havick op de pittoiren)1, ofte met eenige instrumenten te vangen hasen, velthoenderen, faisanten ofte eenigh weijwerck te exerceeren van blijvend wild, hair ofte veer dan alleenlijck vanden 1en september tot den lesten januarij toe ende en sal niemand, wie hij sij, buijtten den voorschreven tijt eenigh wild als boven mogen jagen off vangen op pœne van hare honden, vogelen, netten ende alle hare instrumenten tot sulcks gebruijckende ende daerenboven vervallen in een boette van dertigh caroli guldens ende mede om in twee eerstcomende jaren niet te mogen jagen ende dat voor d’eerste reijse ende daar nae arbitralijck getstraft te worden. 15. Dat niemand eenige jonge hasen nochte eenige jonge velthoenderen ofte oude die van eenige clemme vogels bevlogen ofte bejaeght worden op het verseth sal mogen opnemen op pœne van twintigh caroli guldens. 16. Off ijmand eenige hasen, conijnen ofte ander wild onwetende gevangen hadde, te weetten met rapen, garst off ander koorn te maijen, die sal gehouden wesen alsulck wild binnen 24 uren te brengen aen handen vanden lieutenant opperhoutvester off sijne bediende ofte aenden maerschalck ofte officier vande plaetse, mits dat deselven daar aff aenden voorschreven lieutenant opperhoutvester ten spoedighsten sullen hebben kennisse te geven ofte indien ’t selve niet gequetst en is te laten lopen op pœne als boven. [17] Dat niemant op eenen dagh meer als twee hasen sal mogen vangen ofte wttet veld dragen op pœne van dertigh caroli guldens ende en sal niet meer als drie dagen ter weecke te velde mogen gaen ten zij daar merckelijcke redenen ende oorsaecken sijn ter contrarie op de verbeurte als boven. [33] 18. Noch en sal op de verbeurte van gelijcke pœne niemand mogen jagen ofte eenigh wild braadt stricken ofte vangen soo wanneer sneeuw off ijs leijd. 19. Dat alle honden inde steden ofte ten platten lande wordende gehouden ter behoorlijcke tijt vande worm sullen moetten worden gesneden op de verbeeurte van vier gulden op ijder hondt. 20. Dat alle huijsluijden ten platten lande ende inde vrijheden vande steden woonende geen honden sullen mogen houden, ten zij den lieutenant opperhoutvester die honden keusaem bevind ten huijse ofte hofstede te bebasschen ende bewaeren ten ware die honden bepoot sijn off een slepende knuppel gestadigh aen den hals hebben hangen op de verbeurte vande honden ende daartoe vier caroli guldens

1 haakje-sluiten ontbreekt in de originele tekst

24

t’elcken reijse als de honden sonder knuppel aende den hals sullen worden bevonden. 21. Dat geene schaapharders vanden 1en maij tot den 1en september eenige honden met hun int veldt sullen mogen nemen op pœne van twintigh gulden, sullende den eijgenaer ofte meester executabel sijn. 22. Dat alle geprivilegieerde omme te mogen jagen, vliegen ende patrifeeren haren vangh niet en sullen mogen verkopen ofte verruijlen op pœne van 50 caroli guldens telcken reijse te verbeuren als sulx bevonden sal worden ende sullen daerenboven gepriveerdt worden van ten eeuwigen dagen meer te mogen jagen. [34] 23. Dat all die patrijsen vangen toestaat sullen t’elcken vangh d’oude hoenderen moetten laten vliegen ten waere dattet twee oude haenen inde cudde waren, sall den vanger gehouden sijn voor den quaatsten haen dien hij behouden sall een jonge hen inde plaatse te laetten springen op pœne van thien caroli guldens telcken reijse te verbeuren die hier inne breuckigh gevonden sall worden. 24. Dat ongequalificeerden nimmermeer ende gequalificeerde inde besloten tijt niet sullen vermogen te veld te trecken met eenige honden om wolff off vos te vangen. Oock sullen mede de weijluijden gehouden sijn hare kleijne honden gekoppelt te houden tot de plaatse daar een vos sijn standtplaatse heeft, de jacht aldaar verricht sijnde, wederom de kleijne honden inteschreijden ende op te koppelen ende alsoo geweijlijck te trecken naar een ander bosjen ofte standtplaatse ofte naar huijs ende sullen oock de huijsluijden ten platten lande gehouden sijn bij soo verre eenige vossen onder hun resort off op hare ackeren bevonden werden jongen te hebben inder aarde deselve uijtte delven ofte uijttegraeven op pœne van twintigh gulden. 25. Dat alle die geene die eenige wolven off vossen sullen weetten te bekomen ende vangen inden Gestichte van Utrecht, ’t zij met deselve te jagen ofte andere practijcquen daar toe aenwendende (mits dat onder praetext vandien niemant contrarie desen placcate sal mogen gaen schietten off jagen) deselve leverende in handen van onsen lieutenant opperhoutvester, sullen ontfangen ende genietten te weetten voor ijder oude wolff sijnde een reu de somme van hondert gulden ende voor een oude teeff hondert en twintigh gulden, te betaelen bij den rentmeester generaell vande Domeijnen, voor ijder oude vos [35] ses caroli guldens ende voor ijder jonge vos bij de moeder gevangen twee caroli guldens, daar van d’eene helfte sal werden betaelt bij den rentmeester voorschreven ende d’ander helfte bij die vanden gerechte daaronder deselve vossen sullen werden gevangen, mits overbrengende wettelijcke verklaringe ende bewijs dat de

25

voorschreven wolven ende vossen inden Gestighte gevangen off gekregen sijn ende niet daar buijtten. Ende omme daar van des te meer te sijn verseeckert sullen deselve wolven en vossen eerst worden gelevert in handen van onsen lieutenant opperhoutvester die hen daar op sal informeeren ende alsoo waarachtigh bevonden sijnde sullen de voorschreven persoonen invoegen als boven dienaengaende worden betaeldt ende daarnae de voorschreven wolven en vossen aen het jachtgericht gelevert sijnde sal men deselve in præsentie vanden lieutenant opperhoutvester ofte sijnen substituut ende onsen deurwaerder het vel aff te stroopen. 26. Dat niemand buijttens tijts met gespannen jacht ofte andersints op wolff off vos te vangen sal mogen gaen sonder praeadvertentie ende speciaell consent vanden houtvester op pœne van dertigh gulden bij ijder te verbeuren. 27. Dat voorts oock niemand met andere als sijne eijgene honden sal mogen jagen ende niet per compagnie met andere ofte gespanne jaght ofte geleende honden op pœne van dertigh gulden bij ijder een te verbeuren ende wen verre ijmand wordt achterhaalt in compagnie van andere op de jacht geweest te sijn, daar van die vennitten den lieutenant opperhoutvester waren onbekent, dat den bekenden gehouden sal wesen de naemen van sijn vennitten den lieutenant opperhoutvester bekent te maecken, des versocht sijnde, op pœne dat hij voor alle de onbekende de boetten sal moetten betaelen. Dat mede niemand op gelijcke pœne eenige hasen-winden ofte honden per compagnie sal mogen houden. [36] 28. Dat de gequalificeerde selver in persoon sullen moetten jagen ofte door haren weijman die sij jaarlijcx gageeren ofte door hare broodige dienaers alleen mogen doen jagen ende door geen andere op haeren naeme op pœne van dertigh caroli guldens. 29. Indien eenigh wildbraadt bij eenige landt luijden ofte eenige wtheemse persoonen heijmelijck off int openbaer wordt ingebraght, sullen t’ selve voor allen den lieutenant opperhoutvester ofte den officier vande stadt ende steden moetten presenteren ende soo sij sigh niet en weetten te verdedigen als gerechtelijck gevangen, sal den aenbrenger dat wild hebben ende een derdepart vande voorschreven boette van dertigh gulden. 30. Dat geene voorkopers in dese provintie eenige hasen, patrijsen ofte ander wild en sullen mogen opkopen om ’t selve buijtten dese provintie te verbrengen op pœne van twintigh caroli guldens. 31. Dat geen voorkopers binnen Utrecht ende in andre steden wonende eenige hasen, conijnen, velthoenderen, noch wilde oude duijven in den besloten tijt sullen mogen

26

coopen ofte daar mede voorstaen om te verkopen op de verbeurte van het wild ende daerenboven twaelff gulden voor ijder haes ofte koppel patrijsen, d’andere soorte nae advenand. 32. Dat oock gedurende den selven tijt niemand, wie hij sij ofte van wat conditie eenigh wild op sijn tafel sal mogen schaffen ofte laten schaffen op gelijcke pœne als int voorgaande articule. [37] 33. Dat geen wtheemse in’t Sticht en sullen mogen jagen, vliegen ofte eenigh weijwerck exerceeren op de verbeurte van hare honden, vogels, netten, gaern ende haere instrumenten ende op pœne van ’t sestigh caroli guldens voor d’eerste reijse ende daar nae gestraft te worden nae gelegentheijt van saecken, ten ware den selven consent hadde van ons, om sijne honden ofte vogel te mogen aenbrengen ende dat op de behoorlijcke gespecificeerde limiten ende tijden naar gelegentheijt van saecken tot discretie vanden lieutenant opperhoutvester. 34. Ende off ijmand soude willen allegeeren in’t Sticht geboren ende gegoet, nochtans daar buijtten resideerende alwaar men de geprivilegeerde deses Gestichts niet wilde gedogen, dat deselve in dit Sticht niet en sullen mogen jaegen, vliegen, schietten off vangen op de verbeurte van hare honden, vogels, bussen, bogen ende alle weijmans instrumenten ende noch daerenboven vervallen te sijn in een boette van ’t sestigh caroli guldens. 35. Ende wordt niet verstaen ijmand door het aenkopen van eenigh huijs, hofstede off heerlijckheijt (vande Staten ’s lants van Utrecht van outs niet te leen gehouden) off canonisije, schoongenomen hij persoonlijck inde provintie woondt ofte resideert tot de jacht daar door te worden gequalificeert ten ware hij andere qualificatie ofte privilegie daar beneffens hadde ofte hem sulx bij ons schriftelijck wierde toegestaen. 36. Dat niemand eenige conijnen sal mogen fretteeren, nochte eenige conijnen nesten roven, noch naeschietten, rammelen, noch stommelen, doopen nochte wtdelven [38] met honden jagen ofte panden, buijlen ofte met eenigerhande gaern, stricken ofte netten vangen dan de eijgenaers ende de geene die de waranden vande Staten ofte particuliere gehuijrt, gepacht ofte in pandschap sullen mogen hebben, op de verbeurte van’t gevangen conijn met alle de instrumenten daar toe gebruijckt ende daar toe noch een boette van dertigh caroli guldens ende dit voor d’eerste reijse, wel verstaende dat ijmand bij nacht fretteerde ofte jaeghde, sal de voorschreven boette dubbelt gelden ende betaelen ende noch daerenboven arbitralijck gestraft worden. 37.

27

Ende off daar ijmand ware die eenige fretten hadde, sal den selven leveren in handen vanden lieutenant opperhoutvester, die hem tot redelijckheijt betaelen sall sonder dit te mogen aliëneeren, verkopen ofte wegh geven op verbeurte van twintigh caroli guldens. 38. Dat niemant sall mogen eenige eijeren van faisanten, coornhoenderen off patrijsen opœnen, hij sij jongh off oudt, op de straffe van ses caroli guldens t’elcken reijse ende off sulcx bij anderen gedaen wierde, sal de pœne haere ouders ofte die geene die haar alimenteeren affgenomen worden. 39. Off ijmand vond off wiste eenige nesten van faisanten, coorn off berch hoenderen ofte patrijsen met eijeren off jongen, sal die laten onbeschadight ofte onberoofft, latende de seijde daar de nesten instaen twee roeden int rondt ongeschert, ongebloot, ongemaeijt ofte ongepluckt op pœne van thien caroli guldens ende soo sulcx bij kinderen bevonden wordt gedaen te wesen sall de boette hare ouders ofte die haar voeden affgenomen worden. 40. Gelijck oock verstaen wordt dat in alle contraventien van desen placcate de ouders voor hare kinderen ende de meesters voor hare knechts sullen wesen convenibell ende executabel. [39] 41. Item dat niemand sal mogen gaen wachtelen met eenige honden sleep met lappen ofte bellen ofte oock met eenige andere onbehoorlijcke netten dan met een steeckgaern ende een sleep sonder lap op een wachtell (de buijtten masen gebreijt) op een pœne van dertigh caroli guldens met de honden ende garens te verbeuren. 42. Dat niemand geene vande voorschreven ofte andere verbode netten off instrumenten, oock geen sack off schilt in huijs off op de wegh sal moegen hebben ende wie sulcx bevonden wort te hebben sal vervallen in een boete van dertigh caroli guldens ende daerenboven verbeuren de voorschreven verboden netten ende instrumenten die bij den lieutenant opperhoutvester ofte sijne dienaers de contraventeurs sall mogen werden affgenomen. 43. Dat niemand ten platten lande wonende eenige schrobbers instrumenten sal mogen herbergen ofte in sijn huijs plaets geven ende en sal oock niet vermogen te herbergen eenige ongeoorloofde weijmans instrumenten ofte honden ofte oock eenig wild bij deselve gevangen ten ware hem bleecke off met gelooffelijck schijn verthoont wierde, dat de persoonen de selve instrumenten, honden ofte wild toecomende waeren gequaelificeert ende dit alles op de verbeurte van dertigh gulden. 44.

28

Dat niemant eenige swanen nesten sal mogen beroven, pennen steecken ofte andersints de swanen ende nesten te beschadigen op pœne van vijftigh caroli guldens ende voorts arbitralijck gestraft te worden. 45. Dat niemant eenige vogel koijen sal mogen beroven, stooren, noch oock omtrent de koijen om die te beschadigen met bussen, schietten binnen de hondert

[40] vijftigh roeden, op pene vande bussen ende noch te verbeuren dertigh caroli guldens, des sal voortaen niemant eenige koijen vermogen te maecken anders als met ons praeallabell consent. 46. Dat niemand eenige vogel koijen ofte andere publiecque off particuliere wateren ende visscherijen sal mogen inserteeren, vergiften offt andere practijcquen gebruicken omme de vogels off vissen te vernielen ofte te vergeven, op pene van dertigh caroli guldens ende noch arbitralijck gestraft te worden naar gelegentheijt van saacken ende daerenboven den eijenaer sijne schade vergoeden. 47. Dat niemant eenige beesten jonck off oudt sal mogen drijven off laten drijven om te weijden in eenige bossen, houten off wildernisse deser provintie, op pene van een gulden op ijder beest, daer nae dubbelt ende voorts op arbitrale correctie. 48. Dat oock niemand eenigh hout, rijs, struwelen ofte wortelen groff off small, groen off dorre nochte oock eenige plaggen wt eenige bossen, wildernissen ofte heeren wegen houwen, affbreecken, wtgraeven, weghdraegen off verbrengen mach, sonder speciaell schriftelijck consent vande heeren geduputeerden van de Staten ofte oock den rentmeesters vande Domeijnen, op pene van thien caroli guldens boven het vervall van’t houdt ende de wagen ende peerden, ’t zij eijgen ofte geleent, met de welcke het hout wordt wegh gehaelt. 49. Dat oock niemand eenige eijckelen ofte lootten plucken ofte doen plucken off daar wt haelen sall mogen buijtten schriftelijck consent als voren, op pene van ses caroli guldens voor d’eerste reijse. [41] 50. Verbieden mede enen ijgelijcken eenigh groen staende hout als eijcken, bercken, beuken, elsen off diergelijcke wassende ende opgaende hout ende plantagien van particulieren te houden ofte doen houwen, buijtten weetten ofte kennisse vanden eijgenaer ende die contrarie doen, sullen boven de restitutie van’t affgehouwen houts ende schade vanden eijgenaer voorschreven de eerste reijse verbeuren twintigh caroli guldens ende de twede reijse veertigh gelijcke guldens ende de derde reijse hondert guldens, alles boven de verbeurte vande instrumenten, wagens, peerden, karren ofte schuijten die sijluijden daartoe gebesight sullen hebben ende sullen daerenboven naar de qualiteijt van’t hout arbritalijck gestraft en gecorrigeert worden

29

ende de onvermogende omme de voorschreven pene te betaelen aenden lijve gestraft worden. 51. Verbiedende mede alle ingeseettenen vande stadt, steden ende landen van Utrecht, soo militaire als andere, met vuijrroers, snaphaenen off andere diergelijcke roers, mitsgaders met cluijtbogen ende diergelijcke geschut sigh buijtten de poorten ofte ergens inden velde off op de wegen te begeven, ten waere reijsende persoonen die oock verboden wordt te schietten naar eenigh gedierte ofte gevogelte, ende soo wie bevonden wordt contrarie gedaen te hebben, sal verbeuren sijn roer, boge off ander diergelijck instrument, dat hij bij hem is hebbende ende het wilt off gevogelte dat bij hem werdt gevonden ende daerenboven een boette van dertigh caroli guldens ende de costen vanden processe welcke costen soo in dese als mede in alle andere excessen van desen placate, altoos bij de overtreders sullen worden betaelt. 52. Gelijck oock verboden wordt aenden substituut ende andere bedienders vanden lieutenant opperhoutvester eenigh wilt te mogen jagen off schietten, op gelijcke pene als tegens de andere ongequalificeerden is gestatueert. 53. Ende is dit alles te vestaen ten ware ijmandt [42 om redenen speciaell acte van permissie hadden verkregen van ons, welcke acte verkregen sijnde, men alvorens gehouden sal wesen te verthoonen aenden lieutenant opperhoutvester, op pene van ses guldens. 54. Ende sullen die geene die acte van permissie in voegen voorschreven verkregen hebben, niet vermogen op vijftigh roeden nae aen eenigh hofstede te schietten ofte hare roers te lossen wtgenomen d’eijgenaers vande hofsteden selfs, die sulx sal vrijstaen gelijck oock niemand door eenigh koorn ofte besaejde landen (tot schade vande eijgenaers ofte bruijckers) sall mogen lopen, alles op pene van dertigh guldens. 55. Dat mede niemandt permissie als voorschreven hebbende sall vermogen te schietten ’t geene in voorgaende articulen van desen placcate specialijck is verboden, op de verbeurte als bij ijder van deselve is gestatueert. 56. Ende soo wie bevonden wordt hare acte van permissie ofte desen placcate overtreden te hebben, sullen vervallen van hare verkregene permissie ende in den jaar daarnae geen acte van permissie mogen bekoomen ende niettemin vervallen in een boette als boven. 57. Soo ijmand vande geprivilegeerde persoonen bevinden dat eenige persoonen ongeprivilegeerdt contrarie desen placcate jaegen ofte eenige derselver articulen excedeeren, sullen ’t selve den lieutenant opperhoutvester te kennen geven, omme bij deselve gegijselt te worden, op pene van dertigh guldens, ende daerenboven te verbeuren twee jaeren hare privilegie die den lieutenant opperhoutvester bevinden sall hierinne gesimuleert te hebben. 58. Dat mede bij desen geauthoriseert worden, neffens den

30

[43] lieutenant opperhoutvester ende sijnen substituut alle andere gequalificeerde persoonen tot de jaght ende de maerschalken, schouten ende hare substituten. Item de secretarissen ende boden ende alle andere inde eedt ofte bedieninge sijnde vande Staten, stadt, stede, landen off dorpen vande provintie van Utrecht omme de overtreders van desen placcate te beboetten ende aende lieutenant opperhoutvester aentebrengen, soo hij sulx begeerdt, sall genietten een derdepart vande boette. 59. Wel verstaende dat niemand vande voorschreven persoonen (wtgesondert den lieutenant opperhoutvester alleen) over de voorschreven excessen ende boetten sall mogen composeeren ofte ageeren in judicio, op pene van veertigh caroli guldens boven’t geene sij bij compositie geraten ofte bedongen mochten hebben ende oock arbitralijck gestraft te worden naar gelegentheijt van saecken. 60. Alle de voorschreven boetten sullen komen privativelijck aen onsen lieutenant opperhoutvester voor twee derdeparten ende aenden aenbrenger voor het resteerende derden deel bij aldien buijtten sijne bedieninge is. 61. Dat van alle persoonen voornoemt een alleen op haarlieden beëedighde attestatie gelooff gegeven ende daar op den overtreder bij provisie met de costen gecondemneert sall worden voor soo veel de pecunieele boetens aengaet. 62. De maerschalken ende alle officieren, schouten en gerechtsluijden vande steden ende platten lande sullen gehouden sijn den leitutenant opperhoutvester t’assisteeren in het arresteeren, de boetten te executeeren als mede in de administratie vandese voorschreven ordonnantie. 63. Indien iemandt ’t zij edel off onedel doende [44] tegens dese ordonnantie de dienaers vande houtvesterije ofte andere hebbende bevel vande lietenant opperhoutvester dreijghde, qualijck toesprack ofte sloegh, sal t’elcken reijse boven de boette van’t exces noch verbeuren vijftigh guldens ende sal niettemin bij den lieutenant opperhoutvester tegens sulcken werden geprocedeert tot arbitrale correctie naar gelegentheijt vande misdaadt. 64. Item sullen alle boetten bij dese ordonnantie gestatueert over de fauten off excessen op sondagen ende bededagen gepleeght werdende dubbelt sijn. 65. Ordonneerende dat den lieutenant opperhoutvester alle overtreders van dese ordonnantie sonder onderscheijt van wat qualité, charge off emploij deselve ’t zij inde militie off elders soude mogen wesen, sall calangeeren ende te recht stellen alleen voor ons jacht gericht ende tegens deselve ter cause van alle excessen ende delicten op de jacht ende bij occasie vandien gepleeght, sodanigen eijsch ende conclusie ’t zij civiell off crimineel mogen ende moetten doen ende nemen als de saecke sall vereijssen, welck jacht gericht daar op soo sommierlijck recht doen ende disponeeren sall als mogelijck wesen sall, sonder dat daer over sall mogen werden gecomposeert anders als ten overstaen vande gecommiteerden van ons voorschreven jacht gericht, op verbeurte van vijftigh guldens boven’t geene bij compositie mochte wesen bedongen ende dat ten profijte vanden lande.

31

66. Dat den lieutenant opperhoutvester alle wtheemse persoonen komende wt een andere provintie alhier jagen off schieten, oock de inlandse eenlopende gesellen off soldaeten, oock andere die alhier in dese provintie geen goederen hebben ende desen placcate contravenieeren magh in arreste doen nemen ende op de gijselkamer ofte andere bewaarplaatsen doen brengen tot verseeckeringh van sijne boetten ende kosten ofte andersints deselve arbitralijck te doen straffen naar gelegentheijt van saecken. [45] 67. Derogeerende hier mede alle voorgaende placcaten op de jacht geëmaneert ende behoudende aen ons de ampliatie off alteratie van dien ende op dat niemand ignorante hier van en pretendere sal dese ordonnantie worden gepubliceert naar behooren. Gedaen in ’s Graven Hage den 21 maij 1679. Was getekend G.H. Prince d’Orange. Onder stont Ter ordonnantie van sijn hoogheijt. Was getekent Jos. Pesters, hebbende op de plicque het cachet van sijn hoogheijt gedruckt in rode auwel ende met een papiere ruijte bedeckt. Instructie voor den adelijcken jacht gericht vande provintie van Utreecht. Wilhem Henrick bij der gratie Godes Prince van Orange ende Nassau etcetera. Doen te weetten: alsoo wij tot conservatie ende ruste van het wild ende wiltbaan der voorschreven provintie van Utrecht goetgevonden hebben nevens onsen lieutenant opperhoutvester te constitueeren een wt de heeren geëligeerden vijff riddermatige ende een regeerend burgemeester der stadt Utrecht tot raden vande jaght ende daar wt te formeeren een jachtgericht inden voorschreven gestighte ende geconsidereert het selve gericht met de nodige instructie ten dien eijnde moet worden voorsien, soo hebben wij inde voorschreven qualité gestatueert ende statueeren mits desen. Dat uijt onsen lieutenant opperhoutvester ende die voorschreven seven persoonen geconstitueert sal sijn het jachtgericht inden gestichte van Utrecht [46] Dat den lieutenant opperhoutvester sal presideeren in’t selve collegie ende het selve te beschrijven soo meenighmael onsen ordre off den noodt sulx vereijssen sall ende in absentie van den selven den eersten raad in den selven gestichte als stadthoiuder. Dat het aenstellen van nieuwe raden sal sijn ende verblijven bij ons ende onse nakomelingen, dan dat het aenstellen vanden secretaris sal sijn aenden lieutenant opperhoutvester. Dat alle de vonnissen, inhoudende pecunieele boetten tot sestigh guldens ende daaronder, sullen hebben hare executie onder cautie, dan dat van andere vonnissen sal mogen geappelleerd worden aende heeren gedeputeerden vande Staten ’s Lants van Utrecht. Dat alle de deliquanten off overtreders van onse ordonnantie op het stuck vande jaght geëmaneerdt ofte vorder te emaneeren ende inden gestighte van Utrecht woonende directelijck door den dienaer des jachtgerichts sullen werden geciteert ende ter eerster citatie sullen moetten compareeren bij pene van contumatie ende dispositie. Dat alle civile sententien, soo wel ten platten lande als inde stadt en steden des gestichts van Utrecht, boven gemelt door den onder-houtvester off schutter sullen geëxecuteert worden, met kennisse ende assistentie vanden officier der plaetse.

32

Ende de criminele sententien sullen door ordre van onsen lieutenant opperhoutvester ter presentie van den gerichte ende ter plaetse daar het gericht gehouden sal worden, geëxecuteert worden. Dat onsen lieutenant opperhoutvester in het decideeren [47] der breucken sall moetten opstaen ende de decisie bij de heeren raden naar gehoorde pleijdoije ende examinatie vande wederzijts stucken laten geschieden ende een ijgelijck onpartijdigh recht weder vaeren, dan sal den gerechte door den lieutenant opperhoutvester off in sijn absentie door den praesident als stadthouder gespannen en ontspannen worden. Dat desen gerichte soo wel bij dalende als klimmende son naar gelegentheijt sall gespannen mogen worden ende bij absentie off ongelegentheijt van drie raden sullen de vier presente raden mogen richten, te weetten over het civile, dogh over criminele saecken sal het geheele collegie moetten present sijn. Dat onsen lieutenant opperhoutvester desselfs aentestellen onderhoutvesteren ende beëdighde schutten in hare relatien bij hunnen eed op den aenvanck harer officie gedaen gelooff meriteren sullen. Dat alle raden van desen gestighte in onsen landen off van den geenen die wij daar toe sullen committeren sullen sweeren een ijgelijck goetrecht te laetten wedervaeren sonder aensien van persoonen, op dat onse intentie tot conservatie vande wildbane wtgevoerd worde. Dat desen gerichte ordinaire over civile breucken tweemael des jaars sal worden gehouden op den tijt bij ons daar toe te prefigeeren, ten waere de nooth anders vereijste, dan over criminele saecken sal het voorschreven gericht moetten vergaderen soo dick ende meenighmaell als den lieutenant opperhoutvester het goetvinden sall. Dat gemelte heeren raden in dier voegen als hier voren is gestelt verschreven wordende, sullen genietten voor haere vacatie de somme van ses guldens daaghs henlieden uijt de boetten bij den lietenant opperhoutvester inder tijt uijtterijcken ende te voldoen. [48] Eijntlijck tot saecken waar toe onsen lieutenant opperhoutvester ende die heeren raden bij desen niet specifice geauthoriseert sijn ende nochtans aende jacht ende den aenkleven vandien gehorende, daer toe werden deselve alsnoch volkomentlijck geauthoriseert even off sulx in desen geïnsereert waeren. Alles bij provisie ende tot dat bij ons anders off verder nae bevindinghe van saecken sal wesen gestatueert. Gedaen inden Hage den 22 meij 1679 getekent G.H. Prince d’Orange, onderstondt ter ordonnantie van sijne hoogheijt getekent Joh. Pesters, hebbende daer nevens het cachet van ’s hoogheijt gedruckt in roden auwell ende met een papier overdeckt. Requeste Aende Edele Mogende heeren Staten ’s Lants van Utrecht Verthonen reverentelijck de heeren decanen ende capittulen binnen Utrecht, dat alle particulieren leden vande vijff capittelen van allen oude tijden hebben gehadt het recht ende privilegie vande jaght in dese provintie te mogen exerceeren, dat sij niet alleen met een immemoriale possesie in deselve haere gerechtigheijt ende exercitie vandien ten tijde vande keijserlijcke ende andere regeeringen behoorlijck gemunieert sijn, maar oock successivelijck bij desen staat door sententien in judicio

33

contradictorio gewesen daarinne sijn gemaincteneert geworden ende dewijle de heeren verthoonders tot hare groote verwonderingh verstaen dat eenige voorslaegen aen uedelen mogenden vergaderinge tot merckelijck nadeel ofte verminderinge vande voorschreven harer prerogative bij forme van project van een reglement over de jacht te formeeren werden gedaen, hebben derhalven hooghnodigh geacht udele mogenden bij desen ’t geene voorschreven nochmaels te rememoreeren ende met behoorlijcke onderdanigheijt [49] te versoecken, dat bij het dresseeren ofte approbeeren van’t voorschreven reglement ofte andersints tot praejudicio ofte infractie vande privileges ende immemoriale possessie vandien bij uedele mogenden mochten worden gearresteert ende vastgestelt. Dit doende etcetera. Nae examinatie van alle ’t welcke en gehoudene deliberatie dienaengaende sijn de gecommitteerden gelast deswegen met de heeren gecommitteerdens vande andre steden te confereeren ende ter vergaderingh van Staten voor opinie van dese stadt intebrengen ’t geene tot mainctien vant reght en privilegie van onse stadt, de andre steden deser provintie met onderlingh consent bevonden sal werden te behooren. Is mede verstaen dat de erfgenamen vanden oudt cameraar en kerckmeester Cornelis Booonsaijer sal werden aengeseijt, dat haar sullen hebben te bequaemen omme binnen den tijt van drie weecken nae bekomene kennisse deses de reeckeningen soo van stadt, kerck als weeshuijs vanden voorschreven Boonsaijer effectivelijck te doen, op pene van vijf en twintigh guldens bij gebreecke van’t geene voorschreven te executeeren ten behoeve vanden armen, werdende tottet doen van de voorschreven executie den substituut schout en deurweerder bij desen geauthoriseert. Actum utsupra. Presentibus omnibus exceptis G. Bercheijck, consule, Klerck, syndico, Van Varick, Aelwijck, Van Hoeven, T. Berckeijck, senatoribus. Lunae, 26 meij 1679 Rapporteerde den heer oudt borgemeester Vonck van Lienden dat ter vergaderingh van haar edele mogenden de Staten deser provintie bij resumptie van’t geene ter opgedachte vergaderingh den 19e deses over poincten raekende het jacht gericht bij sijn hoogheijt den heere Prince van Orange over dese pronvintie aengestelt, was genotuleert, de heeren van’t eerste lith voor haar edelen opinie inbraghten, dat dewijle bij examinatie vande missive van hooghstgedachte sijne hoogheijt aenlangende het voorschreven jacht gericht aen haar edelen mogenden geaddresseert bevonden in verschijdene poincten te sijn gegraveert [50] alsulx commissie behoorde te werden gedecerneert omme deselve gravamina hooghst gemelte sijne hoogheijt voorttedragen, ten eijnde daar omtrent sodaene veranderingh moghte geschieden als hooghst gedachte sijne hoogheijt van deselve te rechte geinformeert sijnde soude bevinden te behooren, edogh dat de heeren van’t tweede lith de voorschreven aenstellinge van’t jachtgericht haar hebbende laten welgevallen en in allen deelen geamplecteert ende dat daar tegens de stadt en steden rondelijck hadden verklaart niet te connen consenteeren int voorschreven reglement als in eenige poincten strijdigh tegens derselver neffens harer borgeren en ingeseettenen recht ende priviligien confirmeerende haar niettemin met de heeren van’t eerste lith ten opsighte van commissie aen sijn hoogheijt.

34

Waar nae bij den borgemeester Van Hooft voorgedraegen sijnde, dat het verval vanden toorn ’t zedert eenigen tijt merckelijck was vergroot en van tijt tot tijt soo stonde toe te nemen, dat in cas op het spoedighst de reparatie vandien niet werdt versorght deselve niet dan met extraördinaire en excessive kosten sal connen werden herstelt, is daar bij ingesien sijnde dese slechte constitutie van tijden, waarinne de stadt off kerck ’t verschiet van penningen daar toe nodigh niet sal connen bijbrengen, eenparighlijck verstaen en geresolveert, dat ten dien eijnde acht hondert guldens ten laste vande kerck jegens de rente van vijff percent sullen werden genegotieert, werdende eene ijgelijck vande leden vande vergaderingh versoght en gerecommandeert te willen omhooren off niet de penningen invoegen voorschreven souden connen werden erlangt ten eijnde sonder tijtversuijm tot de reparatie werde getreden. Gelijck mede bij een ijder der leden aengenomen is te sullen omsien nae een habiel en bequaem persoon totte bedieninge van’t schoolmeester, voorsanger ende organist ampt alhier, in plaetse van Gerrit Noest die sijn dimissie heeft versoght ende den selven de vergaderingh te representeeren. Is mede de veervrouw Geertje ter vergaderingh erschenen [51] ende gehoort sijnde gepersisteert bij voorgaende resolutie ende alsulx verstaen, dat mette verpachtinge van’t veer sal werden voortgegaen ten ware voor de voorschreven tijt vande verpachtinge alsnoch suffisante borge quaeme te stellen. Praesentibus. Van Hooft, consule, Vonck van Lienden, Wijckerslooth, Verweij, Van Gilsen, De Vrindt en Kupio, scabinis, Van Hoeven, Bercheijck, Kupius, Van Wijck, Van Laar, senatoribus. Is ten laetsten ter selver vergaderingh mede voorgedraegen bij Adriaen van Wijck, dat sijnen vader, den borgemeester Wijck, in sijn leven van Anthonij van Brenck hadde gecocht seecker boulandt gelegen inde heerlijckheijt Marssche in minderinge van het welcke den selven hadde in betaelinge gegeven aen den selven Van Brenck soodane somme van vijff hondert seven en twintigh guldens, als Jan van Brenck ende sijn huijsvrouw in date den 7e februarij 1665, hadden gecedeeert aen gemelten borgemeester Wijck spreekende tot laste van Mell Moller ende desselfs brouwerije inde Visserstraet alhier etcetera breder blijckens de selve acte van cessie daar van sijnde van dato voorschreven, welcke acte van cessie wederom bij gemelten Anthonij van Brenck was overgegeven aen het weeshuijs alhier in betaelinge van soodaene capitalen als deselven aen’t selve weeshuijs schuldigh was, des dat gemelten heere Wijck sijnen vader (soo hij bericht was) hadde gecaveert voor de suffisantie van’t voorschreven hijpoteecq, ende want nu geseijde brouwerije etc. onlancks voor de ongelden is vercocht ende naulijcks soo veel heeft afgebraght als de ongelden en kosten van decreet importeeren, soo versochte den selven dat de heeren vanden magistraet sigh soude willen verklaren off het weeshuijs sigh aende erfgenamen van opgemelten sijnen vader ende moeder begeerden te houden dan off deselve wilden ontslaen ende opde voorschreven vercochte brouwerij wilden sien. En is diensaengaende verstaen dat het weeshuijs sigh sal houden aend’erfgenamen vanden borgemeester Wijck ende sijn huijsvrou, latende deselve met de voorschreven acte van cessie en’t geene daar aen dependeert gewerden ende dienvolgende met alle recht renuncieerende ten behoeve vanden selve. Actum utsupra. Presentibus supra dictis. [52]

35

Saturni 14e Junij 1679 Met den borgemeester Van Hooft verstaen sijnde, dat de veervrouw ten selven daege als het veer in conformité van voorige resolutie soude werden verpacht aende heeren gecommitteerden vande magistraet ten welckers overstaen deselve verpachtinge soude geschieden ootmoedighlijck hadde versoght, dat daar werden mede mochte gesupersedeert met beloften ende vaste toesegginge van binnen den tijt van acht dagen aen de cameraar in minderingh van hare pachtpenningen te sullen betaelen een hondert guldens en nopende de betalinge van’t resterende haar vorder daarinne soodanigh van tijt tot tijt evertueeren als haar eenighsints mogelijck soude wesen. Daarbij doende dat wel mochte lijden, dat wat aengaet de nieuwe pacht, die werde gegost aen desselfs soon Roeloff Vonck aenbiedende tot verseeckeringe vandien alle hare goederen te willen verbinden ende daar neffens tot meerder securiteijt sigh noch wel soude willen borge stellen Hermen Vonck, dat daarop haar alleenlijck aengeseght was van ter eerster vergaderingh daar van te sullen doen rapport, soo is verstaen dat de voorschreven acht dagen sullen werden afgewaght omme te vernemen wat effect op de voorschreven belofte van betaelinge sal connen te volgen, werdende met eenen versoght den borgemeester Bercheijck ende syndicus Klerck omme inmiddels met deselve veervrouw pertinentelijck ende suijver nopende haar te deser tijt toe verschuldighde pachtpenningen aftereeckenen ende te liquideeren ende naerder met haar te verspreecken sulx ten dienste vande stadt behoort ende daar van te rapporteeren. Ende nadien bespeurt wordt, dat den oudt schepen Aert Boonsaeijer onaengesien meermaelen selfs door verscheijde leden vande magistraet daar toe is aengemaent, echter niets minder en behertight als het doen van sijne reeckeningen als weesmeester, soo is verstaen en geresolveert den selven te doen aenseggen dat binnen den tijt van een maent deselve reeckeningen effectivelijck [53] sal hebben te doen, op pene van twaalff guldens te verbeuren ten behoeve vande diaconije met authorisatie met eenen op den substituut schout en deurweerder omme bij nalaetigheijt van’t geene voorschreven de voorschreven boette met executie te vorderen. Rapporteerde mede de heeren gecommitteerdens tot het resumeeren ende redresseeren vande cohiere van’t familiegelt, waarnae ’t selve middel over den jare 1678 ingevolge d’aenschrijvinge van haar edele mogenden sal moetten werden geint, dat de nodige veranderinge in deselve hadden gedaen in dier voegen als daar bij te sien en aengeteeckent staet en sijn gemelte heeren gecommitteerdens daar voor bedanckt. Sijnde daar op voorts gedaen het rapport vande heeren gecommitteerdens totte afflegginge vande conferentie met de heeren vanden hove nopende de saecke vanden pander Vervoorn, dat achtervolgende de resolutie commissariaell haar op vrijdagh den 25e des voorleden maents april hadden gevonden tot Utrecht, dat in absentie vanden heere De Gruijter den eersten ofte oudsten raadt inden selven hove haar edelen door den syndicus hadden geaddresseert aenden heere raedtsheer Heeswijck om te vernemen wie de heeren van den hove haerer zijde hadden gecommitteert en wat tijt en plaetse tot de te houdene conferentie hadden gedespicieert, dat den heere Van Heeswijck hebbende aengebooden de heeren Warmvliet en Servaes die nevens sijn edelen waeren gecommitteert te bescheijden op soodaene tijt en plaetse als het deser zijts gecommitteerdens souden goetvinden ende soo het ons aengenaem was dat de conferentie wel te hove inde audientie

36

kamer soude connen geschieden, is daarop die aldaer ten selven dage tegens vijff uren des naenoens aengestelt, deser zijts heeren gecommitteerdens ter bestemden ure haar inde audientiekamer gevonden hebbende, sijn aldaer erschenen de heeren Van Heeswijck, Van Warmvliet, sijnde den heere raedtsheer Servaes [54] absent ende wt de stadt. En naar aflegginge van wederzijtse complimenten van congratulatie heeft den heere Smissaert voorgestelt, dat de heeren onse principalen niet en hadden getwijfelt off de heeren vanden hove souden mettet gededuceerde in deserzijts missive in dato den [niet ingevuld] sigh gehouden hebben voor voldaen ende dat daar alrede soude sijn weghgenomen geweest alle gravamina die haar edelen in aensien van’t gepasseerde omtrent den pander Vervoorn te bevorens hadden believen optenemen ende dewijle den heeren van den hove bij derselver missive in dato den [niet ingevuld] dienende tot antwoordt vande voorschreven onserzijts missive hadden believen aentenemen de conferentie bij ons aldaer in cas van geen volkomen genoegen aengeboden, dat deselven aldaer waren erschenen om te vernemen wat gravamina de heeren vanden hove noch souden mogen sijn overgelaeten versoekende daar van uijttinge. Den heere Van Heeswijck daar op hebbende geseght deselve gravamina genoeghsaem bij derselver vorige missive te sijn vervath ende daar wt mitsgaders wt de relatie vanden pander Vervoorn genoeghsaem te sijn gebleecken dat den selven voor het doen van sijn executie ende apprehensie behoorlijcke advertentie gegeven ende alsulx hadde geobserveert alles ‘t geene volgens ’s hoofs ordonnantie ende costuijme wierde gerequireert en dat derhalven in aensien vande schriftelijcke apprehensie vanden persoon vanden pander Vervoorn als streckende tot vilipendie ende kleinachtinge vande heeren vanden hove soude moetten geschieden behoorlijcke reparatie ter contantemente vande heeren vanden hove, heeft den heere Smissaert de beantwoordinge vandien gelaeten aende heere syndicus, die vervolgens heeft aengewesen dat dewijle den pander bij sijne relatie erkent den officier en desselfs substituut te sijn absent geweest ende dat voor’t doen vande apprehensie corporeel aen een persoon in onse vrijheijt woonachtigh geensints alvorens eenige advertentie aende borgemeester heeft gegeven onaengesien wel wiste deselve present ende inde stadt te sijn ende de heeren vanden hove oock was bewust het [55] het recht ende de notoire costume van onse stadt en andre steden onser provintie van dat in casu predicto buijtten alle contradictie der eersten borgemeester ende oock bij desselfs absentie den volgende des officiers plaetse representeert en dat alsulx alle advertentien die andersints aenden presenten officier moetten geschieden, in soo een val aen den selven borgemeesteren ofte presiderende van’t gericht moetten werden geaddresseert ende dat alsulx de gedaene apprehensie corporeel niet anders als informeel ende strijdigh tegens ’s hooffs ordonnantie artikel 29 en konde werden opgenomen ende vorder de heeren commissarisen vanden hove versoght ende geobtineert hebbende permissie omme deselve omstandelijck te mogen berichten aengaende de saecke selfs waar over de apprehensie is geschiet, oordelende ’t selve tot elucidatie vande saecke te sullen dienen, heeft aengewesen dat all voor eenige jaren de heeren vanden hove en ingeseettenen onser stadts vrijheijt niet alleen in appel hadden believen t’ontfangen jegens eene sententie die all jaar ende dagh bij den gerechte alhier tot desselfs nadeel gewesen ende alsulx all

37

soo langen tijt in rem judicatam was ergaen nemaer oock boven dien surcheantie daarinne hadden verleent, dat de heeren vanden gerechte alhier doenmaele bij missive de heeren vanden hove hebbende gedesabuseert ende ’t zedert niets daar van sijnde voorgekomen als dat den voorschreven geapprehendeerde door eenen pander sijnde geciteert sonder dat eenige relatie conde bekomen gelijck die panders die gewoonte hebben van die altoos te weijgeren de voorschreven apprehensie daar op gevolght is, dat de voorschreven geapprehendeerde sijnde een buurmeester van een buurte alhier Achterbergh in onse jurisdictie de gemeene naburen de klachten daar van hebben gedefereert aende heeren borgemeesteren, dat deselve sijnde geinformeert dat geen officier daar in gekent en considererende dat oock selfs geene de minste advertentie daar van bekomen hadden naar convocatie en communicatie vande presente heeren vanden gerechte met deselve de voorschreven [56] gedaene apprehensie corporeel niet anders en hebben connen opnemen als informeel en violent, gevende derhalven de heeren commissarisen vanden hove selfs in bedencken op wat wijse men deser zijts heeren souden connen insimuleeren als hadden ijets gedaen tot vilipendie ende kleijnachtinge vande decernementen van justicie bij de heeren vanden hove gegeven, en off niet ter contrarie in desen is geprocedeert sulx men tot mainctien van’t recht van onse stadt en weringe van alle proceduren, soo notoirlijck strijdigh tegens ’s hooffs ordonnantie en opgevolghde costuijme te doen verplicht is geweest. Te meer den selven pander waar op sijnde aengehouden ende sigh hebbende geëxcuseert ende voorgegeven te sijn geabuseert door een schepen van’t gerecht die hij seijde hem te hebben geadsisteert, daar op is gedimitteert ende gelast sigh voortaan te reguleeren naar ’s hoofs ordonnantie en voorscheven costume van dese stadt en andere steden deser provintie, hebbende alleenlijck betaelt sijne eijgene verteeringen ende sijnde bij parthije voldaen vande kosten over de apprehensie gevallen ter taxatie vanden hove. De heeren gecommitteerdens van den hove desonaengesien in’t lange en breede hebbende soecken te beweeren, dat den pander in’t doen van sijne executie ende apprehensie soude hebben geobserveert ‘t geene volgens ’s hoofs ordonnantie te observeeren was, daar wt vorder infereerende de vilipendie die de heeren vanden hove bij derselver missive hebben gesustineert deser zijts te sijn geschiet ende met eenen daar op blijvende fundeeren derselver gepretendeerde satisfactie, daar op sonderlingh blijvende staen, dat artikel 29 van ’s hooffs ordonnantie alleenlijck wierde mentie gemaeckt vanden officier ende geensints van den borgemeester ende dat derhalven sonder fundament onser zijts werde gesustineert, dat dewijle den officier en desselfs substituijt absent waeren geweest voor het doen vande apprehensie den borgemeester daar van advertentie soude hebben moetten gedaen, dat allenthalven het den pander onbekent was [57] wie binnen Rhenen borgemeester ofte wie in desselfs absentie voor presideerende inde gerechte erkent wordt ende aen onse sijde daar wt sijnde geinfereert, dat de heeren gecommitteerdens scheenen van sentiment te sijn als off in absentie vanden officier ende desselfs substituijt geene de minste advertentie aen die van den gerechte (als waar van in ’s hooffs ordonnantie niet wtdrukkelijck mentie wierdt gemaeckt) en behoefde te werden gedaen, daar het selve nochtans notoirlijck was strijdende tegens de notoire stijle ende constuijme allomme inde steden deser

38

provintie geobserveert en dat wij derhalven geene de minste bedencken konden hebben dat haar edele mogenden de Staten deser provintie het selve soodanigh souden opnemen, bleven deselve heeren commissarisen echter bij hare voorschreven opinie, sustineerende dat haar edele mogenden daeromme souden verstaen, dat altoos den officier ofte desselfs substituijt present souden moetten sijn, eijsschende derhalven alsnoch de gepraetendeerde satisfactie ende is naar eenige vordere wederzijts gedaene debatten bij ons vande heeren commissarisen gevordert, dat souden believen te weten wat ende waarinne satisfactie praetendeerden, waarop deselve heeren commissarisen vanden hove hebben believen te seggen dat hadden verwacht dat wij souden hebben aengeboden ende de ergaene sententie tegens den pander Vervoorn ten prothocolle te casseren ende den selven pander sijne kosten te refundeeren. Ende bij ons daar op sijnde geantwoordt dat noijt eenige de minste sententie dienaengaende ten prothocolle was gebraght, dat daeromme geene cassatie vandien geeijst nochte gedaen en konde werden. En aengaende de kosten dat de heeren commissarisen wttet geene voorschreven all hadden verstaen, dat den selven pander selfs volgens deses hoofs gedaene taxatie all hadden ontfangen betaelinge wt handen vanden geapprehendeerde van sijn gedaene verschoth, leges en vacatien, hem wt dien hoofde competerende ende dattet meer dan raisonnabel was dat den selven hadde betaelt de verteeringe bij hem selfs gedaen in die tijt als hier was aengehouden ter saecke van sijn gepleeghde excessen in’t doen van [58] sijne executie en apprehensie. Dat men derhalven niet anders en wilde vertrouwen off de heeren van den hove souden hebben contantement, edogh de heeren commissarisen alsnoch geen genoegen daarinne scheppende, hebben deser zijts heeren gecommitteerdens naar gehouden rugh-spraeck de heeren commissarisen vanden hove voorgestelt dat dewijle buijtten verwachtinge bleven inhereeren hare gepraetendeerde satisfactie, daar nochtans geene laesie en was ende dat allesints de explicatie van ’s hooffs ordonnantie ende hoe verre de te doene advertentie van alle executien sigh extendeerden ende alsulx de decisie vande saecke alhier controvers competeerde haar edele mogenden de Staten deser pronvintie. Dat derhalven haere heeren principalen bereijt souden sijn ten eersten vergaderingh van haar edele mogenden haar belangh ende defensie desen aengaende bij memorie inbrengen, versoeckende dat de heeren vanden hove inval alsnoch eenige andre satisfactie souden praetenderen haere gravamina alsdan mede ter opgedachte haar edele mogenden vergaderingh souden believen overtegeven, twelck de heeren commissarisen vanden hove hebben aengenomen aen hare principalen mede te rapporteeren, waar op nae onderlinge gedaene congratulatie vanden anderen sijn gescheijden, sijnde deser zijts heeren gecommitteerdens vande heeren gecommitteerden vande hove tot onder aende benedenste trap geconduiseert. Werdende daar bij noch ter vergadering vande politie gelesen twee requesten bij den pander Vervoorn inmiddels aenden hove gepresenteert, is daar op goetgevonden te versoecken als versocht werdt bij desen den heere syndicus Klerck omme een missive dienaengaende optestellen sulx en indier voegen als met communicatie vande andre heeren gecommitteerden tot mainctien van’t recht deser stadt sal bevinden te behooren ende deselve op ’t spoedigsten te laten afgaen. Gelijck mede wt verscheijde leden vande magistraet gehoort sijnde, dat hare debuoiren ende diligentie hadden aengewendt in’t omhoren nae ijmand die in gevolge de resolutie vanden 26e meij jonghstleden jegens

39

[59] jegens wtwisselinge van behoorlijcke obligatie ten laste vande kerck soude willen wtschietten de acht hondert guldens tot reparatie vanden toorn gedestineert, dat oock al eenige daeromme hebbende aengeweest deselve in opsichte van dese bekommerlijcke tijden niet hadden connen machtigh worden, is goetgevonden gemelte heere syndicus Klerck te versoecken als versoght werdt bij desen een requeste te willen concipieeren waar bij van haar edele mogenden de Staten deser provintie inde civielste termen werdt versoght haar edele mogenden gelieve de kerck tot de voorschreven te doene reparatie bij te springen met soodaene subsidie van penningen als naar alle discretie sullen bevinden te behooren. Werdende daar beneffens den heere borgemeester Bercheijck neffens gemelte heere syndicus Klerck noch versoght en gecommitteert omme met den anderen te willen delibereeren en optestellen een forme waar nae deser stadts ordonnantie ’t gevoeghlijckst soude connen werden gedruckt ende daar van te rapporteeren. Presentibus omnibus exceptis Verweij en T. Kupius, scabinis, T. Bercheijck, Van Wijck, Van Laar, senatoribus. Veneris 20 junij 1679 Nae gedaene resumptie van’t genotuleerde van den 14e deses rapporteerde den heer borgemeester Bercheijck als gecommitteerde neffens den syndicus Klerck omme te delibereeren over de forme en ordre waar nae deser stadts ordonnantie in’t laten drucken soude behooren te werden gereguleert, dat in’t visiteeren vandien ondervonden hadden dat inde originele ordonnantie geenen index en was ende dat de andere indices die hier ende daer onder eenige particuliere gevonden werden, seer confuijs en onordentelijck waren gestelt, oock al een aanvanck hadden gemaeckt van die in sodaene gevoeghlijcke ordre te redigeeren, dat bij deselve [60] sommierlijck vervath en seer faciele soude connen nagesien worden in effecte ’t gunt int brede ijder articule inde selve ordonnantie was contineerende. En werden gemelte heeren gecommitteerden gerecommandeert en versoght op ’t spoedighste ’t selve te willen perfecteeren. Refereerende gemelte heere Bercheijck wijders, dat mede met den syndicus Klerck en cameraar Verweij hadden geliquideert en afgereeckent met de veervrou nopende hare verschuldighde pachtpenningen. Sijnde daarbeneffens bij de vergaderingh in bedencken genomen, off niet in plaetse vande putten, staende alhier inde stadt, welcke seer gedevaliseert leggen, sulx derselver reparatie niet dan met grote kosten sall connen werden gedaen ende met ongelijck mindere kosten voor de stadt in aensien vande grootte te doene reparatie ende met meerder commoditeijt voor een ijgelijck pompen in plaetse vandien souden connen werden gestelt, soo is daar op goet gevonden te versoecken ende te committeeren, als versoght en gecommitteert werden bij desen, beijde de heeren borgemeesteren ende den syndicus Klerck, omme met den pompemaecker provisionelijck aengaende ’t setten van eenige pompen naeder in verspreck te komen ende voorts omme met denselven deswegen soodanigh te contracteeren, soo nopende de termijnen van betaeling als anders als ’t dienstighst voor de stadt sullen oordeelen te wesen ende daar van ter eerster vergadering te doen rapport.

40

Praesentibus ambobus consulibus, Wijckerslooth, Van Gilsen, De Vrindt, Kupius, scabinis, Van Hoeven, G. Kupius, Van Wijck ende Van Laar, senatoribus. Lunae 23en junij 1679 Es ter vergadering gelesen de missive van haar edele mogenden de gedeputeerde Staten deser provintie van dato den 7en junij 1679 inhoudende speciale last ende authorisatie omme den impost bij haar edele mogenden over desen lopende [61] jare 1679, bewillight ende geconsenteert op de besaijde mergen etcetera in conformite van de ordonnantie dienaengaende gearresteert, te vorderen ende te ontfangen ende vervolgens ten comptoire te brengen. Ende is daar op verstaen, dat op donderdagh eerstcomende deselve ordonnantie sall werden gepubliceert ende voorts allomme aengeslagen ende daar bij mede een ijder bij billieth werden bekent gemaeckt een dagh vande te doene aenbrengh ende vervolgens gelijck inde vorige jaren sonder eenigh wtstel getreden sall werden tot de wtvorderingh vandien. Gelijck mede gelesen is de naevolgende missive houdende aen den schout ende die vanden gerechte deser stadt. Eersaeme vrome, Wij hebben goetgevonden ulieden bij desen te lasten ende ordonneeren, dat deselve binnen den tijt van veertien dagen naar receptie deses ter camere van haar edele mogenden bij memorie sult hebben op tegeven alle soodanige landen met de waardije vandien, dewelcke bij buijttenluijden ’t zedert den jare 1675 in dese provintie sijn gecocht ofte haar bij erffenisse aengekomen mitsgaeders wat verdere veranderinge dien aengaende bij koop, versterff ofte andersints in ulieden district is voorgevallen, omme het selve geëxamineert over de voorschreven landen de taxatie in’t extraordinaris middel gedaen te werden soo wij verstaen sullen te behoren. Waar toe ons verlatende blijft Gode bevolen. Geschreven t’ Utrecht den 17en junij 1679 en was geparapheert Jacob Morraij, onderstont Ter ordonnantie vande gedeputeerden vande Staten ’s lants van Utrecht, geteeckent J.V. Luchtenburgh. Ende nadien d’ wtvindinge vande voorschreven aengecochte off aengeërfde goederen t zedert den voorschreven jare 1675 niet seeckerder sal connen werden gehaelt als wt de registers vande transporten en 40en mitsgaders 20en penning, is verstaen, dat deselve sullen werden naegesien omme daar wt de geëligeerde memorie optestellen ende ter camere van opgemelte haar edele mogenden overteleveren. Mede ingenomen sijnde ’t rapport vande heeren gecommitteerdens van dat ingevolge van derselver commissie [62] vanden 20en deses met den pompemaecker waeren geweest in verspreck nopende t’ aennemen vande pompen ende dat wt den selven hadden verstaen, dat het maecken vandien alle een merckelijcke somme soude importeren, het support van twelcke bij dese tijt bij de borgeren seer beswaarlijck soude sijn, te meer denselven

41

pompe maecker een groot gedeelte vandien contant ende ’t vordere naar ’t gedaene werck was vorderende, soo is verstaen en sijn de vorige gecommitteerdens geauthoriseert, omme met den voorschreven pompemaecker finalijck te accordeeren aengaende de pompe op de merckt te stellen in conformite van’t besteck ende model dienaengaende alhier ter vergaderinghe verthoont ende overgelevert. Ende hebben de gecommitteerdens tottet veer aengenomen de liquidatie met de veervrou te perfecteeren. Ende op ’t versoeck vanden schutter inden dijck, door den borgemeester Van Hooft mondelingh voorgedragen, is verstaen, dat den selven ten opsighte geen tractament geniet wt de stadts gemeente Achterbergh in desen jare sall vermogen te haelen vier voeder turfsoden van die geene daar geslagen werden gevonden ende sullen hem die bij den cameraar werden aengewesen. Op’t requeste vanden bode Vastrick daar bij versoeckende dat hem ijets mochte werden toegeleijt voor sijne gedaene moeijte, soo int ombrengen vande billietten van’t familiegelt als om de gebreeckigen daar voor te sommeeren ende te renoveeren, is geappoincteert. De magistraet accordeert den suppliant boven de afschrijvinge van sijn contingent over de twee jaren int familiegelt in aensien van sijne moeijte noch twee ducatons. Ende naedien te deser tijt toe de puije ende aenkleven vandien alhier voort stadthuijs is gebleven ongerepareert, soo sijn de heeren Bercheijck, borgemeester, ende Klerck, oudt borgemeester en syndicus, versoght ende gecommitteert, omme ’t selve te perfecteeren sulx ‘tselve sullen bevinden te behoren. Praesentibus omnibus exceptis Verweij, scabino, Van Varick, Van Wijck ende Van Laar, senatoribus. [63] Lunae 30en junij 1679 Exhibeerden ende deden lesen ter vergaderingh de heeren gecommitteerden tottet contracteeren mette pompemaecker aenlangende het setten vande eene pomp op de merckt seecker concept accoordt dienaengaende met denselven opgericht luijdende als volght. Mr. Aert Gerrits Jouwer ende desselfs soon Salomon de Jouwer beijde ende elcks vandien in’t bijsonder hebben vande heeren vande magistraet der stadt Rhenen aengenomen op de merckt alhier een pomp te stellen in conformite van’t besteck dienthalven overgegeven, sullende benevens dien daar op stellen een kap ende boven decken met leijen ende daar toe doen goede greijne deelen met een deurken daarinne, sulcks hem is aengewesen ende dat voor de somme van een hondert en vijftien caroli guldens, des op sijnen kosten daar toe leveren sall alle nodige materialen, soo loot, ijserwerck, hout als anders, alleenlijck wtgesondert kalck en steen mitsgaders eene eijcke stijll, lanck thien off elf voet en dick thien en 7 duijm twelck de magistraet daar toe verschaffen sall nemende d’aennemers tot haarluijden laste het arbeijtsloon soo van metselaer als timmerman, sullende vijftigh guldens betaelt werden soo haest als de pomp gedaen en voltrocken sal sijn ende het resteerende drie maenden daarnae. Het hout jegenwoordigh aende put sijnde sal

42

den aennemer daar toe genietten ende sullen de aennemers deselve pomp vijff en twintigh jaren aen den anderen moetten onderhouden, des niet ontstelt sijnde ende daarom niet overkomende niets daar van sullen genietten. Edoch ontboden werdende om het ontstelde te repareeren, sullen en voor reijs-kosten en voor arbeijtsloon ende ’t geene daar toe leveren moetten voor ijder mont genietten een rijxdaelder, dus voor dese pomp voor all ’t geen in ijder geheel jaar alsdan sal voorvallen de somme van vijff guldens, verbindende voor ’t selve de aennemers haar ende haarluijden erfgenamen, persoonen en goederen. Actum den 29en junij 1679 coram gemelte heeren gecommitteerden. En is het selve in dier voegen geapprobeert en verstaen, dat de kosten daar toe gerepartitieert volgens [64] de op heden gecorrigeerde lijste bij den deurweerder Lijster op’t spoedighsten sullen werden ingevordert ende aenden secretaris behandight ende dat bij de bruijckeren ’t selve sall werden betaelt, des d’helfte sullen vermogen te korten aen d’eijgenaeren ofte hare huijrpenningen ende sijn deselve heeren gecommitteerden voor hare aengewende debuoiren bedanckt. Ende sijn voorts versoght en gecommitteert als versoght en gecommitteeert werden bij desen beijde de heeren borgemeesteren, den sijndicus Klerck, den oudt borgemeester jonckheer Johan Vonck van Lienden ende Wijckerslooth neffens de schepenen Van Geijn en Cupius en Van Varick, raadt, omme met meester Braems, schoolmeester tot Lienden te confereeren ende denselven te hooren op’t aennemen van het vaceerende schoolmeesterampt alhier ende vordere dependentien vandien ende daar van te doen rapport. Is mede den borgemeester Rijck van Hooft geaccordeert commissie, omme den aenstaende tour wegens dese stadt ter vergadering van haar edele mogenden de gedeputeerde Staten waar te nemen. Mede in consideratie genomen sijnde, dat de bloedtmomboiren vande kinderen bij Willem Bander naargelaetten desselfs boedel hebben aengeslaegen, de mobilia en vordere goederen vercocht, alles sonder de minste gegevene kennisse, veel min consent vande heeren vande magistraet ofte weesmeesteren ende nadien deselve de reële en andere nodige lasten des boedels ongesuijvert en onbetaelt laten staen, soo is verstaen, dat de voorschreven momboiren sall werden geordonneert, gelijck geordonneert werden bij desen, een pertinente staet van alle de goederen des voorschreven boedels, soo van ontfangh als wtgift ter secretarije alhier binnen veertien dagen overteleveren ten eijnde die selve gesien sijnde soo nopende ’t recht der onmundigen als ten dienste van’t weeshuijs en conservatie van’t recht der geinteresseerdens, daarinne gedaen te werden als bevonden sal werden te behooren. Actum utsupra, presentibus ambobus consulibus, Klerck, syndico, Wijckerslooth, Van Geijn, Van Gilsen et Cupio, scabinis, Van Varick, Van Hoeven et Cupio, senatoribus. [65]

43

Jovis 10 julij 1679 Rapporteerde de borgemeester Bercheijck dat in conformite van de resolutie op de laetste vergaderinge genomen met meester Braems was geconfereert ten fine als bij de selve resolutie is vervath, dat aen den selven daer bij aengeboden is sodaene conditien als waar op voorgaende schoolmeesters alhier ’t schoolmeesterampt hadden bedient ende daarbij een tractament van twee hondert guldens jaarlijcks (boven de emolumenten van de schoole komende) dat bij den selven daar op sijnde aengehouden en geinsteert, dat (dewijle sijn jaarlijcks tractament tegenwoordigh tot Lienden was twee hondert en vijftigh guldens) het zelve alhier behoorde te werden geaugmenteert, dogh niet vermindert, emmers daarmede geësgaliseert ende dat alsdan daar beneffens sigh seer geerne wel mede soude willen sien geëmploijeert tottet waarnemen vande kerckendienst ofte voorsangerampt, dogh dat dienaengaende hem was te gemoette gevoert, dat niet buijtten hare commissie conden treden, was den selven Braems daar op gescheijden omme sigh naerder op de voorschreven voorslaegen te beraeden, soo is verstaen, dat alsoo dese saecke geen langer retardement en kan lijden, meester Braems op eerstcomende sondagh nae de leste predicatie weder sall werden ontboden omme voor gemelte heeren gecommitteerden, die daar toe bij desen weder werden versoght en gecommitteert, op ’t geene voorschreven te hooren desselfs besluijt ende omme vorders met den selven dienaengaende finale conditien te treffen ende belangende den kerckendienst, dat daerover met den kercken raadt communicatis consiliis sall werden gehandelt, derselver advijs gehoort ende dan verder daar over geresolveert sall werden, als men ten dienste vande stadt en kercke sal bevinden te behooren. Op voordraeginge vande doleantien van de huijslieden de stadt turff aenvoerende over het verminderen van’t bier haer te bevorens toegeleght, is verstaen dat bij voorgaende resolutie dienaengaende in pleno collegio genomen sall werden gepersisteert ende dat die geene opgeboden sijnde totte aenvoeringe vanden selven turff niet en compareeren, sullen verbeuren een pene van een daelder, welcke pene ten behoeve vande alsdan willige comparanten strictelijck sal werden geëxecuteert. [66] Mede geproponeert sijnde dat eenige parceeltjes veens inde turfgemeente achter Geurt Claes gelegen voor desen in pacht wtgeslaegen waren ende dat men twijffelden off niet wel de pacht jaren daar van mochten sijn geëxpireert, sijn versoght en gecommitteert als versoght ende gecommitteert werden bij desen, beijde de heeren borgemeesteren Van Hooft ende Bercheijck mitsgaders Vonck van Lienden en Wijckerslooth, oudt borgemeesteren, neffens den cameraar, omme de pachtcedullen dienaengaende opgericht natesien ende rapport te doen. Is mede goetgevonden omme de kercke huisluijden des te beetter te houden tot prompte betalinge van hare pachtpenningen, dat de pachtcedullen met deselve nae desen opterichten sullen werden geclausuleert, dat hare pachtpenningen sullen hebben te betaelen met guldens tot 21 stuijver ’t stuck, dogh inval hare pachtpenningen effectivelijck comende te voldaen voor Paessen na expiratie van ijder jaar, alsdan en anders niet sullen connen volstaen met guldens ad 20 stuijvers.

44

Waarnae gelesen sijnde ’t requeste vanden cameraar en kerckmeester Gerrit Verweij, daar bij te kennen gevende, dat nae sijn gemaeckten overslagh vande reeckeningen van stadt en kerck bij hem, suppliant, over den jare 1677 te doen, soude te kort komen een somme van een duijsent vijff hondert guldens en alsulx versoeckende, dat hem mochte werden verleent ordonnantie op den secretaris als ontfanger vande thien stuijvers per mergen omme wt den ontfanck vande drie jaren die voor dese stadt soude werden ingevordert de voorschreven somme aen hem suppliant te rembourseeren, is verstaen, dat, nadien voor desen oock meermaelen bij den oudt cameraar Van Geijn is versoght ordonnantie omme te mogen erlangen betaelingen van’t gunt hem bij sloth van sijne gedaene reeckeningen over de Franse jaren als cameraar gedaen, was aencomende gelijck oock te deser vergaderingh den oudt cameraar Wijck was versoeckende in reguard van’t geene hem was volgens de oock gedaene reeckeningen vande stadt was competeerende, immers dat daar [67] omtrent mochte werden gegaen nae rangue ende alsulx in achtinge genomen worden wie ’t langhst sijn penningen hadde gemist, is het selve geconsidereert ende mede in achtinge genomen, dat dese saecke bij haar edele mogenden de Staten deser provintie noch niet finalijck is afgedaen en alsulcx verstaen dattet selve alvorens sall werden affgewacht ende dat alsdan op de voorschreven respective versoecken gedisponeert sall werden sulcx men sall bevinden in alle billijckheijt ende ten dienste vande stadt te behooren. Actum utsupra, presentibus G. Bercheijck, consule, Vonck van Lienden, Wijckerslooth, Verweij, Van Geijn, Van Gilsen, scabinis, Van Varick, Van Hoeven, T. Bercheijck, Van Wijck, Van Laar, senatoribus. Lunae den 22en julij 1679. De veervrouw boven gestaen sijnde heeft aengenomen aenstaende sondagh nae de twede predicatie met haar soon en mede borge ter vergaderingh van politie te compareeren over ’t maecken van nieuwe huijre ende omme te ondernemen op wat wijse de achterstallen ’t zij met gelde ofte obligatie sall werden voldaen. Geresumeert sijnde de saacke nopende meester Braams is nochmaels verstaen, dat den kerckenraadt sall werden geadviseert nopende desselfs capaciteijt ende bequaamheijt tot den kerckendienst sullende het selve ingenomen sijnde verder soo nopende den school als kerckendienst gedisponeert werden sulcx ten dienste vande kerck en stadt bevonden sall werden te behooren. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis . . Lunae 4 augustij 1679. Gelesen sijnde ’t advijs vanden kerckenraadt luijdende als volght. Den kerckenraadt ten versoecke vande heer ouderling [68] Van Hooft tegenwoordigh oudtste borgemeester geladen sijnde, heeft sijn edele geproponeert, dat de achtbare magistraet van intentie is met den eerwaarde kerckenraad te gaan communicative ende met een goede harmonie om inde plaatse

45

van Gerardus Noest een ander schoolmeester ende voorleser alhier aentestellen, gevende sijn edele met eenen te kennen, dat de stadt alsnu in die staet niet is om een tractament voor een schoolmeester apart ende dan noch een ander voor een vooleser wtteleveren, dat men oversulx sall dienen wttesien nae een man welcke bequaamheijt heeft om die beijde diensten te samen waartenemen. Ende heeft daar bij gemelte heer borgemeester bijsonderlijck voorgedraegen den persoon van Nicolaes Braams, tegenwoordigh schoolmeester ende voorleser tot Lienden, begeerende nomine magistratus dat den kerckenraad alvorens haar sentiment soude willen uijtten, off geseijde Braams tot die selve diensten soude gequalificeert sijn. De eerwaarde kerckenraad (geleth hebben op de bequaemheijt van gemelten Braams, niet alleen om de jonckheijt in lesen, schrijven, rekenconste, maar oock inde beginselen der ware religie ende goede zeden te institueeren, voorts om waartenemen ’t geen tot het voorlesers ampt gerequireert wordt, oock ingesien hebbende twee schriftelijcke instrumenten, het eene wttet gerichtssignaat tot Lienden in date den 19e junij 1677 ende het andere ex actis classis Tilanae gehouden den 6en augustij 1677, beijde dienende om de qualificatie van den selven Braams nader te verthoonen) kan niet anders oordelen off hij, Braams, is tot die selve diensten admissibell, gelijck hij oock wt cracht vandien die diensten actuelijck waarneempt. Edogh eer hij daar toe alhier soude aengenomen worden, desidereert men behoorlijcke attestatie van sijn tegenwoordigh comportement, hoedanigh oock Gerardus Noest, eer tot die selve diensten aengenomen wierde, geëxhibeert heeft. Ende sal copije van dese resolutie aan de heer borgemeester Van Hooft behandight worden. All ’t voorschreven is praesentibus omnibus opgelesen en conform bevonden. Onderstont Sic testor en onderteeckent Jos Pieck, sijnodij pro tempore scriba. [69] Is verstaen, dat meester Braams sall werden versoght omme aenstaende woensdagh ende sondagh den dienst inde kercke alhier waartenemen. En dat huijden over acht dagen met Braams bij de politie finalijck sall werden gesproocken over de aenneminge tot rector, mits de Franse en Duijtse school mede sall hebben waartenemen, mitsgaders tot organist ende het voorsanger ampt. Ende is mede in consideratie genomen dat men Willem Taats tot onder schoolmeester soude connen gebruijcken en vijff en twintigh guldens jaarlijcks daar voor toeleggen en dat ondertussen soo nu en dan sigh met voorsingen en op’t orgel spelen soude connen oeffenen. Den heere borgemeester Van Hooft vorder hebbende geproponeert, dat gantsch nodigh is dat de brandtschattinge soo in aensien vande redemptie der huijsen als de 10 stuijvers per mergen over de jaren 1674, 75 en 1676 boven de betaelde vier duijsent vijff hondert guldens tot laste van onse stadt staende, finalijck werde afgeschreven, is daar op den heere oudt borgemeester ende syndicus Klerck versoght ende gecommitteert omme neffens den heere borgemester Van Hooft het selve besoigne met den heere Van Cattendijck als daar toe bij haar edele mogenden geauthoriseert te hervatten ende sijn hoogh edele bij een memorie het vorige gepasseerde dienaengaende te errinderen ende alsulcx de finale afdoeninge vandien te bevorderen.

46

Ende bevonden sijnde dat de pompe die nu op de merckt gemaeckt en voltrocken is, sal strecken tot sonderlinge dienst ende commoditeijt vande borgeren en ingeseettenen onser stadt ende tot weghneminge van soo veele onkosten die duslange in aensien vande sware en menighvuldige reparatien vande putten tot laste van onse stadt sijn geweest. Ende dat derhalven niet dienstiger sall wesen als dat vervolgens in plaetse vande andere putten insgelijcks pompen werden gemaeckt, soo is verstaen dat den pompemaecker sall [70] werden gelast aenstonts verder te treden tottet maecken vande pomp op het kerckhoff volgens ’t besteck te vorens daar van overgelevert ende geapprobeert. Sullende met d’andere pompen werden voortgegaen als hetselve het bequaemste sall connen geschieden ende de penningen daar toe op het gevoeghlijckste sullen connen werden gefurneert. Actum utsupra. Lunae 12 augustij 1679. Achtervolgende de commissie ter laetster vergaderinge op de heeren den borgemeester Van Hooft ende den syndicus Klerck gedecerneert, omme met den heere Van Cattendijck tot Utrecht het besoinge aengaende de afschrijvinge vande brandtschattinge boven de betaelde vier duijsent vijff hondert guldens tot laste van onse stadt staende waar te nemen, rapporteerden gemelte heeren gecommitteerden, dat gedachte heere Van Cattendijck daar over hebben begroet ende sijn hooghedele bij een pertinente memorie het vorige gepasseerde dienaengaende hebben errindert ende hem serieuselijck versoght een maell (als daar toe volkomentlijck geauthoriseert sijnde) de selve afschrijvinge te willen doen. Dat gemelte heere Van Cattendijck, sigh van die informatie ende gegevene kennisse volkomentlijck hebbende gehouden voor voldaen ende geinformeert, verseeckeringe heeft gedaen deselve afschrijvinge finalijck te sullen doen. Dat oock ten dien aensien haar edele mogenden de gedeputeerden deselve sijn hooghedele meeninge heeft voorgedraegen, die ’t selve voor aengenaem hebben opgenomen ende is mitsdien den heere borgemeester Van Hooft versoght [71] dienthalven den heere Van Cattendijck de memorie te verversen gelijck mede den heere sijndicus heeft aengenomen den ontfanger De Leeuw bij missive ter handen te stellen een gelijcke memorie als aan den heere Van Cattendijck behandight en opgestelt heeft. Vorder meester Braams ter vergaderinge boven ontboden en erschenen sijnde omme achtervolgende de resolutie vanden 4en deses met den selven finale conditien te maecken nopende de ampten aldaar geëxpresseert, is hem sommierlijck voorgehouden dat onder anderen soude genietten een jaarlijcks vast tractament van twee hondert en vijftigh guldens boven een huijs tot sijne wooninge ende brandt neffens de predikanten ende den selven Braams daar op seggende daar toe niet te connen resolveeren, ten ware sijn tractament op hondert ducatons jaarlijcks werde vastgestelt, is hem tegemoet gevoerdt, dat bij de politie een tractament van hondert

47

rijxdaelders ware vastgestelt, dat daar op sigh beraden ende sijn finale resolutie de heeren borgemeesteren conde bekent maecken. Praesentibus Smissaert, praetore, Van Hooft, consule, Klerck, syndico et senatore, Vonck van Lienden & Van Geijn, scabinis, Van Hoeven, G. Kupius en Th. Bercheijck, senatoribus. Lunae 19 augustij 1679. Rapporteerde den heere borgemester Van Hooft, dat nae’t scheijden vande laetste vergaderingh vande politie meester Braams sigh eodem die noch hadde gevonden bij hem ende in presentie van eenige andere leden van dese regeeringe het rectorampt sulcx en op conditien het selve hem is aengeboden, heeft aengenomen op een jaarlijcx tractament van twee hondert en vijftigh guldens ende is het selve bij de vergaderingh voor aengenaem opgenomen ende verstaen, dat een reglement sall werden geconcipieert [72] waar nae den selven Braams inde bedieninge vande selve ampten sigh sall hebben aentestellen ende dat nopende de divisie vande uren soo tot de Latijnse, Franse als Duijtse schoole, alvoorens die vast te stellen, een memorie bij den selven Braams sall werden opgegeven ten eijnde deselve gesien ende geëxamineert sijnde daarinne gedisponeert werde sulcx men bevinden sal te behooren. Ende alhoewel de meeninge is op het spoedighste te treden tottet maecken vande pomp op het kerckhoff, soo is echter verstaen dat sall werden ingenomen ’t advijs vanden pompemaecker wat dienstiger zij, off die te maecken op de forme als de pomp op de merckt gemaeckt is, dan daar toe te gebruijcken twee pijpen tot de grondt toe, sullende alsdan den omslagh werden verhooght naer proportie sulcx ’t selve meerder sall coomen te bedraegen. Gelijck mede verstaen is, dat de veervrouw sall werden ontboden omme met de selve te spreecken aenlangende ’t maecken van nieuwe pacht van’t veer met haar soon ende dat in aensien van derselver klachten, dat bij dese tijden ’t veer soo hoogh niet weder soude connen aennemen als voorhenen jaarlijcks gegeven heeft, met deselve sall werden gecontracteert dat in cas hare verschuldighde pachtpenningen precies alle vierendeel jaars betaelt, ijder jaar alsdan sal genietten een kortinge van vijff en twintigh guldens en anders niet. Ende mede in opmerckinge genomen sijnde, dat de capittelen vande kerckereeckeningen in een veel beetter ende gevoeghlijcker ordre souden connen werden gestelt ende gebraght, sijn daar toe versoght en gecommitteert, gelijck versoght en gecommitteert werden bij desen, de heeren Van Hooft en Bercheijck, borgemeesteren, den syndicus Klerck mitsgaders de twee oudt borgemeesteren Vonck van Lienden en Wijckerslooth. Praesentibus omnibus exceptis Van Geijn & Van Gilsen, scabinis, Aelwijck, Van Hoeven, Van Wijck & Van Laar, senatoribus. [73] Lunae 1en september 1679.

48

Den heere borgemeester Van Hooft ter vergaderinge hebbende voorgedraegen dat bij ’t herwaarts koomen nu laatst van Utrecht ondervonden hadde dat de wegh tussen Remmerten en dese stadt nae den Rijnkant door den swaeren regen soodanigh was wtgelopen, dat soo wanneer deselve niet in tijts wierde gerepareert, men die sonder perijckel niet weder soude connen passeeren, is daar op goetgevonden te versoecken ende te committeeren, als versoght ende gecommitteert werden bij desen, beijde de heeren borgemeesteren Van Hooft ende Bercheijck, den syndicus Klerck neffens de twee out borgemeesteren Vonck van Lienden en Wijckerslooth omme daar van eerst daeghs te gaen nemen oculaire inspectie ende tottet maecken vandie soodaene voorsorge te doen als sullen bevinden te behooren. Is mede (ingesien sijnde ’t wachthuijs voor de wacht vande militie alhier guarnisoen houdende te kleijn valt) verstaen dat sonder wtstel een ander bequaemer sall werden gemaeckt ter plaatse daartoe te despicieeren. Waarnae verthoont ende gelesen is de attestatie voor meester Braams nopende desselfs comportement inde bedieninge van sijn ampten tot Lienden, luijdende als volght. Wij onderschreve richteren en schepenen mitsgaders kerckenraden inde heerlijckheijt Lienden attesteeren bij desen, dat Nicolaes Braams den tijt van omtrent twaelff jaeren inde voorschreven heerlijckheijt heeft bedient het schoolmeester, voorsanger en coster ampten ende dat hij sigh in die bedieninge heeft gecomporteert ende gedraegen als een eerlijck schoolmeester, voorsanger ende custos te doen betaemt ten welcken oirkonde wij dese hebben beteijckent en stont geteeckent J. Foijert, D. van Rossendaell, Hermen van Rossendaell, schepen, De Lile, Dierck Thonissen van Westrenen, schepen, Gevert van Brenck, schepen, Jan de Cruijff, J. Willemsen van Roijen, Gerrit Barten van Hemert, ouderlingh, Arien Cornelissen van Ingen, ouderlingh, Daniel van Poudroijen, diacon, Willem van Grootvelt, diacon. Is deselve ingesien sijnde voor volkomen wel ende voldoende gehouden ende vervolgens geconsenteert tot de wtgevinge van desselfs commissie. [74] Gelijck mede de memorie bij den selven Braams raeckende de afdeijlinge vande uren soo tot de Latijnse, Franse als Duijtse schoole ter vergadering overgelevert ende gelesen sijnde, is geapprobeert ende voor goet gekeurt ende verstaen, dat deselve inde commissie sall werden geinsereert. Noch laetstelijck gelesen sijnde seecker requeste van Cornelis Jacobssen van der Steen, daar bij versoeckende de vaceerende kleppers plaats deser stadt, is verstaen, dattet selve sall werden gehouden in advijs tot een naerder vergaderingh. Praesentibus omnibus exceptis Van Gilsen en J. Kupius, scabinis, Aelwijck & Van Wijck, senatoribus.

49

Is mede eodem die verpacht den Amerongensen lant toll aan Derik Vermeer voor twee hondert ende veertigh guldens op conditien in’t boeck van verpachtingen geregistreert. Actum praesentibus supra dictis. Jovis 9 october 1697. Nae resumptie van’t genotuleerde ter voorgaende vergaderinge van politie gedaen rapporteerde den heer borgemeester Van Hooft, dat ingevolge ende tot voldoeninge vande resolutie commissoriaell ten voorschreven daege genomen met ende neffens d’andre heeren daar bij gecommitteert de wegh tussen Remmerten en dese stadt hadden wesen besightigen ende de nodige ordres gestelt tottet laten dempen ende vullen van de gaten die door den swaren regen daarinne waren gelopen, werdende gemelte heeren gecommitteerden voor haar aengewende moeijte dienaengaende bedanckt. Naar ’t welcke ter vergaderinge opgelesen is ’t concept commissie en instructie voor den rector Braams sijnde van teneur als volght. De magistraat der stadt Rhenen doen te weetten, dat, vermits de vacature van rector, schoolmeester, organist en voorsanger ampten deser stadt, nodigh hebben geacht wederom een ander bequaem persoon totte voorschreven respective ampten te verkiesen ende dat haar edele achtbaren [75] verseeckert sijnde vande goede qualiteijten van den persoon van Nicolaes Braams den selven totte executie vande voorgeroerde ampten aengenomen hebben, gelijck denselven aennemen bij desen op naevolgende conditien die haar edele achtbaren ende derselver successeeren hem volkomen offert sullen doen hebben. Eerstelijck, dat geen ander off meerder Latijnse, Franse off Duijtse schole noch door man, noch door vrouw, soo in als buijtten dese stadt onder de vrijheijt vandien, wtgesondert Venendaell, sullen werden gehouden als bij hem Braams alleen (exempt een vrouw off muighje die de kleijne kinderen sall mogen leren lesen tottet Evangelij boeck excluijs ende verder niet) sullende ’t selve muighje sigh, gelijck oock den persoon ’t Achterbergh school houdende sigh punctuelijck moetten reguleeren naar de resolutien dienaengaende te bevorens genomen. Ende sal hij, Braams, schole houden in deser stads schoole, dewelcke hij, Braams, met sijne dependentien vandien vrij sall gebruijcken sonder eenige sijne kosten ende sal deselve schoole bij haar edele achtbaren onderhouden werden in reparatie naar behoren. [in de marge, geschreven met een ander handschrift] Schooltijden Ende sal hij, Braams, des voormiddaghs, soo somers als ’s winters, van ’s morgens te seven uren tot negen uren toe de Latijnse en Franse schoole houden. Ende van halff negen tot elff uren de Duijtse schoole. Ende wederom van elff tot twaelff uren de Latijnse en Franse. Des ’s naemiddaghs van een tot halff vier uren de Duijtse. En wederom van drie tot vijff uren de Latijnse ende Franse schoole. Edogh ’s winters avonts sal soo de loon als tijt werden gereguleert sulcks men bevinden sall te behoren.

50

[inde marge, geschreven met een ander handschrift] Schoolvacantien Sal den voorschreven Braams tot vacantie hebben ijder weeck twee halve dagen, alsse ’s woensdagh ende saturdagh ’s naemiddagh. [76] Ende jaarlijcks als Paesschen, Pincxteren, Corssemisse off jaarmerckten, t’elckens die weeck ende soo bovendien hem, Braams, ijets extraordinaris voorviel om buijtten te moetten sijn, sal ’t selve vande borgemeester versoecken. [inde marge, geschreven met een ander handschrift] Schoolgelt Sal hij, Braams, tot schoolgelt hebben van ijder discipul bij hem de Latijnse tale leerende alle vierendeel jaars een ducaton. De Franse tale leerende alle vierendeel jaars soo veel als naar redelijckheijt men sal vinden te behooren. Van ijder kindt die bij hem coomen leeren lesen per maendt vier stuijvers waar voor soo voor als naemiddagh t’elckens tweemael sullen opseggen. Die schrijven ’s maents ses stuijvers, die alleen cijfferen ’s maents twaelff stuijvers, maar die schrijven ende cijferen te gelijck ijder maandt 18 stuijvers. [inde marge, geschreven met een ander handschrift] Tractament Item sal hij, Braams, jaarlijcks ende alle jaren tot een seecker tractament hebben en genietten twee hondert en vijftigh caroli guldens boven vrij huijshuijr en brandt neffens de predikanten, welcker brandt hem sall werden t’huijs bestelt buijtten sijne kosten, sullende het 1e jaar ingaen op tijden als alhier sijnen dienst aenvanght, welck voorschreven tractament hij, Braams, jaarlijcks sall ontfangen in vier termijnen, alsse ijder drie maenden t’elckens twee ende ’t sestigh guldens thien stuijvers ende dat wt handen vanden cameraar inder tijt deser stadt, die bij desen eens voor all tot d’wtreijckinge van die penningen aen hem, Braams, werdt geordonneert van tijt tot tijt alsoo te doen sonder dat andere naerdere ordonnantie daar toe sall worden gerequireert. Item verleenen haar edele achtbaren bij desen hem, Braams, sijne kinderen en naekomelingen het recht van borgerschap om mede bij haar te genietten alle vrijheden die een borger geniet, soo nochtans, dat den selven Braams met geene tochten, wachten off inquartieringen van militie sall werden belast off beswaart. Ende sullen de mobilia van hem, Braams, buijtten sijne kosten alhier van Lienden werden overgehaelt. Vorders sullen haar edele achtbaren hem, Braams, in’t exerceeren van sijne voorschreven respetive diensten als anders mainctineeren [77] tegens alle quaatwillige ofte die hem ’t effect deses niet soude willen laten genietten.

51

Gevende hem, Braams, volle last en macht tot de exercitie vande voornoemde ampten invoegen voorschreven is, ordonneerende een ijder die sulcx magh aengaen hem, Braams, voor sodanigh te erkennen ende hem te doen alle hulp en faveur. Ende alsoo de heeren vande magistraet hebben goetgevonden, dat provisionelijck Willem Taats soude sijn onderschoolmeester, soo sal’t selve wesen buijtten laste van meester Braams ende den selven Willem Taats daar voor vande stadt genietten een tractament van vijff en twintigh guldens. Sullende des den selven WillemTaats meester Braams oock gedienstigh sijn inde kerck met voorsingen als anders bij tijden als gemelte Braams door sieckte ofte andersints beleth soude mogen wesen dien dienst waartenemen. Sullende den selven Willem Taats daar door oock occasie hebben, omme sigh meer en meer te oeffenen ende te bequaemen. Ende is deselve in dier voegen eenparighlijck geapprobeert. Sijnde alsdan vorder bij den heere borgemeester Van Hooft voorgedraegen, dat achtervolgende de commissie in date den 4en augustij deses jaars sigh met ende neffens den heere oudt borgemeester en sijndicus Klerck meermaelen tot Utrecht heeft gevonden ende den heere Van Cattendijck als gecommitteerde en geauthoriseerde van haar edele mogenden de gedeputeerde Staten deser provintie inde naevolgende saecke soo mondelingh als schriftelijck hebben erindert niet alleen de resolutie den 5en meij des jaars 1675 bij haar edele mogenden de Staten deser provintie (op het aenhouden ende naar het affleggen van het besoinge doenmaell en te bevorens met de gecommitteerdens deser stadt dienaengaende gehouden) tot affschrijvinge vande geheele brandtschattinge over dese stadt en vrijheijt soo over de huijsen als landerijen over de jaren 1674, 1675 en 1676 bij haar edele mogenden wtgeseth, genomen alleenlijck wtgesondert de vier [78] duijsent vijff hondert guldens die bij de Francoysen selff dese stadt aengeschreven ende nu ten comptoire waeren gebracht, nemaer boven dien ’t geene den 4en april 1679 alhier op den stadthuijse dienaengaende was vernieuwt ende bij de gecommitteerden van haar edele mogenden daar op was aengenomen, dat onaengesien welgemelte heere Van Cattendijck alomme daarine sijne genegentheijt wel hadde gethoont echter in’t eerste ter vergaderingh van haar edele mogenden de gedeputeerden difficulteijt daarinne was gemaackt van soo een groote somme als ’t geene voorschreven importeerende was ten dienste van dese stadt effective afteschrijven ende alsulx behoorlijcke ordonnantie daartoe te verleenen tot dat eijndelijck hetselve in voegen naevolgende is geobtineert. De gedeputeerdens vande heeren Staten ’s lants van Utrecht gehoort dienaengaende het rapport van den heere Van Cattendijck consenteeren ingevolge van haar edele mogende resolutie ter beschrijvinge den 28en martij 1676 genomen, dat de heeren remonstranten ordonnantie van afschrijvinge vande rest van’t redemptie gelt over de jaren 1674, 75 en 1676 sall werden verleent ter somme van

52

acht hondert negen guldens en elff stuijvers mitsgaders vande thien stuijvers per mergen over de voorschreven jaeren ter somme van twee duijsent vier hondert acht en veertigh guldens negentien stuijvers 14 penningen. Gedaen t’ Utrecht den 28en augustij 1679. Onderstont Ter ordonnantie als boven en was onderteeckent J.V. Luchtenburgh. Ingevolge van’t welcke de volgende ordonnantien gedepescheert sijn. De gedeputeerdens vande Staten s‘ lants van Utrecht ordonneeren den domheer Egbertus de Leeuw, ontfanger van het anderdeel der generale middelen, te betaelen bij afschrijvinge aende heeren regeerders der stede Rhenen de somme van acht hondert negen ponden elff schellingen tot 40 groten vlaems ’t pondt waartoe beloopt ’t rest vant redemptie gelt verschenen over de jaren 1674, 1675 en 1676, hetwelck deselve omme redenen als in desen bij onsen appoinctemente vanden 28en augustij 1679 is geconsenteert omme afgeschreven te worden ende [79] overbrengende dese met behoorlijcke quitantie soo sullen u die voorschreven 809 gulden 11 stuijvers in reeckeningh geleden ende gepasseert worden. Gedaen ’t Utrecht den 19en september 1679 en was geparapheert P. Ruijsch, H. van Tuijll van Seroskercken, Jacob van Dinter. Onderstont Ter ordonnantie vande voorschreven heeren gedeputeerdens en was onderteeckent J.V. Luchtenburgh. De gedeputeerden vande Staten ’s lants van Utrecht ordonneeren den domheer Egbertus de Leeuw, ontfanger van het ander deel der generale middelen, te betaelen bij afschrijvinge aende heeren regeerders der stede Rhenen de somme van twee duijsent vier hondert acht en veertigh ponden negentien schellingen en veertien penningen tot 40 groten vlaems ’t pondt, waar toe belopen de thien stuijvers per mergen verschenen over de jaren 1674, 1675 en 1676 hetwelck haar omme redenen als in desen bij onse resolutie vanden 28en augustij 1679 is geconsenteert om afgeschreven te worden. Ende overbrengende dese met behoorlijcke quitantie soo sullen u die voorschreven twee duijsent vier hondert acht en veertigh guldens negentien stuijvers 14 penningen in reeckeninge geleden ende gepasseert worden. Gedaen tot Utrecht den 19en september 1679 en was geparapheert P. Ruijsch, H. van Tuijll van Seroskercken, B de Gruijter. Noch onderstont Ter ordonnantie vande voorschreven heeren gedeputeerden en was onderteeckent J.V. Luchtenburgh. Sijn daar op gelesen de memorie ende requesten ter vergaderingh ingedient ende gepresenteert bij den heer borgemeester Van Hooft, den oudt cameraar Van Geijn, den cameraar en kerckmeester Verweij mitsgaders den out cameraar Van Wijck, daar bij versoeckende ordonnantie van voldoeninge van’t geene haarlieden soo bij de sloten van hare reeckeningen in qualite als cameraars deser stadt gedaen was toecomende neffens afschrijvinge vande restanten vande welcke als notoire insolventen ten voordeele vande stadt niet hebben connen consequeeren ende echter in hare reeckeningen mede als ontfanger hadden ingebraght ende dat wttet geene vande voorschreven drie afgeschrevene jaren vande thienste [80]

53

per mergen, mitsgaders redemptie der huijsen ten voordeele vande stadt door den secretaris Cornelis Klerck algereets is ingevordert ende noch vorders ingevordert sall worden, welckers aengaende goet gevonden is te committeeren als gecommitteert worden bij desen de heeren den hooftofficier Smissaert, beijde de borgemeesteren Van Hooft en Bercheijck, den sijndicus Klerck, de twee oudt borgemeesteren Vonck van Lienden ende Wijckerslooth, neffens de twee raden Aelwijck en Van Hoeven, omme voorschreven memorie en requeste te examineeren ende daar wt optestellen eene concept partagie omme deselve ter vergaderingh gesien ende geëxamineert sijnde naar gedaene rapport gedisponeert te werden, sulx men ten dienste vande stadt bevinden sall te behooren.

En gelesen sijnde de navolgenden requeste van Francoijs Basuij

Aen den Edele Achtbaren Magistraat der stadt Rhenen

Geeft reverentelijck te kennen Francoijs de Basuij, dat hij suppliant tot laste van dese stadt heeft spreeckende een somme van veertienhondert guldens, sijnde het restoir van een capitaal van negentien hondert guldens, uedelen ende achtbaren bekent, soo hadden den suppliant geerne dat uedelen en achtbaren de goedeertierentheijt aen hem suppliant geliefden te doen, dat de voorschreven resteerende veertien hondert guldens in twee obligatien ten behoeve vanden suppliant mochten werden verdeelt, alsse een van duijsent guldens en een van vier hondert guldens, omme op de laetste vier hondert guldens, dewijle den suppliant, Godt betert, uedelen en achtbaren, bekent niet alleen in grote decadentie is geraeckt nemaer bovendien tot subsidie van sijn familie tegens dese aenstaende winter penningen van noden is hebbende, enige somme te negotieren, soo versoeckt den suppliant oitmoedelijck om redenen voorschreven dat uedelen achtbaren hem suppliant het geene voorschreven gelieve toetestaen ende tot dien eijnde bij provisie d’eene obligatie van vier hondert guldens in forma ten behoeve van hem suppliant te depescheeren, dit doende etcetera. Onderstont uedelen achtbaren oitmoedelijcke dienaer en was geteeckent F. Basuij.

Is verstaen dat alvorens daar op te disponeeren op den inhouden vandien nader sall werden geinformeert waar toe bij desen gecommitteert werden den borgemeester Bercheijck ende den sijndicus Klerck.

[81]

Mede den pompemaecker Jouwer boven ontboden ende desselfs consideratien volgens vorige resolutie aengaende ’t stellen vande pomp op de merckt gehoort sijnde, is verstaen dat dewijle de tijt niet en sal toelaten bij dese wintertijt de pompen boven aende straet te stellen bij provisie op het spoedigsten sall getreden worden tottet maecken vande pompen, soo op het kerckhoff als Visserstraet ende dat die op het kerckhoff sall werden gemaeckt met twee neergaende pijpen, anders vorder nae ’t modell en op deselfde conditien als raeckende het setten vande pomp op de merckt is geconditioneert, alleenlijck met die veranderingh, dat de twee kopere monden daar toe nodigh buijtten sijne lasten bij de stadt selfs sullen werden gelevert ende dat in aensien dese pomp met twee pijpen sall wierden gemaeckt den selven vijftien guldens meer sal genietten naar advenandt als voor de pomp op de merckt genoten heeft, des metten eersten aen ’t werck sal hebbben te gaan. En is mede verstaen en geresolveert dat nae voltreckinge vandien voorts sal getreden worden tott insgelijcke een pomp te stellen inde Visserstraet, die op de minste kosten ende met eene pijp gemaeckt sall werden, sullende daar toe geëmploijeert worden eene

54

der loije montstucken inde pomp op de merckt staende ende d’andere lode montstuck blijven tot profijte van den aennemer Jouwer, vermits in plaetse vandien twee kopere montstucken ten laste vande stadt daarinne sullen werden gebraght, sijnde de meeninge omme gelijck voorschreven daar nae vorder soo haest mogelijck mede te treden tottet maecken vande andere pompen ende opdat de penningen daar toe nodigh te beetter mogen werden gefurneert, soo werden bij desen gecommitteert de schepenen Verweij en Van Geijn omme den deurweerder Lijster effective voor haar edelen te laten doen reeckeningh van’t gundt wtte gedaene wtsettinge vande kosten ten dien eijnde gedestineert heeft ontfangen ende weder wtgegeven ende wat daar van noch te innen staet ende met eenen omme de voorschreven wtsetcedulle sodanigh te dresseren ende te verhogen naer proportie van een ijders debet dat daar wt volkomentlijck de kosten van gemaeckten pomp op de merckt ende die op het kerckhoff en Visserstraet gemaeckt sullen worden gevonden mogen werden waar van t’eerster vergaderingh te rapporteeren.

Gelijck mede bij desen versoght ende gecommitteert werdt den heer oudt borgemeester en syndicus Klerck omme op

[82]

op morgen te verveerdigen ende te laetten affgaen de missiven aenden advocaat Van Cleeff en andere kercke crediteuren, dewelcke algereets proces hebben gemoveert ende daar door de kercke in grote kosten doen vervallen inde sodaene civielste ende bescheidenste manier alsse sijn edelen tot voorkominge en stateringe vandien sall goetvinden mitsgaders omme inmiddels d’erfgenamen van den oudt kerckmeester Boonsaijer te spreecken ende deselve bij alle middelen daar toe te induceeren ten eijnde de drie jaren renten die bij desselfe gedaene reeckeningh onbetaelt sijn bevonden ende gemelte heere advocaat Van Cleeff qualitate qua ten laste vande kercke competeerende is, binnen acht dagen opbrengen omme aen sijn edelen neffens de jaren die bij den kerckmeester Verweij noch te betalen staen, waar toe de penningen veerdigh leggen overgesonden te werden, sullende van gelijcken d’andere crediteuren alle mogelijcke contantement werden besorght.

Mede geresumeert de cohiere van’t familiegelt ende daar bij bevonden sijnde noch verscheijde restanten vande vorige jaren ende daar beneffens dat noch seer weijnige haar contingent over den jare 1678 hebben voldaen, is goetgevonden te authoriseeren als geauthoriseert werden bij desen den substituut schout Reumelaer ende den deurweerder Lijster omme alle deselve restanten sulx bij den secretaris haarlieden sall werden opgegeven, sonder wtstell ingevolge vande ordonnantie bij haar edele mogenden dienaengaende gearresteert te executeeren.

Is Cornelis Jacobss van der Steen sijn versoeck bij requeste ter naest voorgaende vergaderingh gedaen omme te mogen werden versien mette kleppers plaets deser stadt geaccordeert en alsulx voor klepper aengenomen op sodaene reglement als bij de heeren Bercheijck borgemeester en Klerck sijndicus die bij desen daar toe werden gecommitteert, sullen werden opgestelt.

Ende alsoo haar edele achtbaren te bevorens gekomen is, dat Trijn, de doghter vande melaet, haar alhier inde stadt noch is onthoduende ende alsulx niet en obedieert de resolutie bij haar edele achtbaren den 2e april deses jaars genomen ende aen haar geinsinueert, blijvende daerenboven continueeren in haar ergerlijck ende ontuchtigh leven, dat beneven dien voor eenigen tijt alhier mede is coomen

55

[83]

woonen de weduwe van eenen IJsraël, sijnde mede een fameus en ligtveerdigh vrouwspersoon gelijck oock sulx metter daet gebleecken is aen d’eene doghter van Jan Eersten genaempt Gosentje van Katten, soo is verstaen en goetgevonden te authoriseren als geauthoriseert werden bij desen den substituut schout Reumelaer omme deselve drie vrouwspersoonen met derselver kinderen door Jan Vos, dienaer van justitie, de facto nae hem extract deses sal wesen ter handen gestelt publiquelijck wt de stadt te setten met interdictie en verbodt aen deselve van daar niet weder intekomen op pene van nadere straffe.

Bij den heer hooft officier Smissaert voorts voorgedraegen ende versoght sijnde, dat dewijle haar edele mogenden de Staten deser provintie Roeloff Vermeer voor bode vanden officier in plaetse vanden tweden dienaer van justitie in sijn edelen reeckeningh valideeren alsulx bij haar edele achtbaren den selven Roeloff Vermeer onder afneminge vanden behoorlijcken eedt buijtten kosten off lasten vande stadt mochte worden aengenomen tot sijn edelheits deurweerder omme wt crachte van dien te mogen doen alle citatien ende alle vordere exploicten van sijn edelheits bedieninge eenighsints dependent sijnde, is het selve sijn edelen in voegen als voorschreven geaccordeert.

Op de respective versoecken van Willem Berntss, groeffbidder, en Trijntje, deser stadts vroetvrouw, is verstaen dat in aensien in hare respective functien d’armluijden om niet bedienstigh sijn jaarlijcks soo veel turffs van’t gasthuijs sullen genietten als hare voorsaetten ten dien opsichte voor desen genoten hebben.

En is noch laetstelijck verstaen dat de respective pachteren vande kercke goederen op eerstcomende maendagh over acht dagen sullen werden ontboden omme te compareeren voor d’heeren hooft officier Smissaert, beijde de heeren borgemeesteren Van Hooft en Bercheijck, den syndicus Klerck, den oudt borgemeester Wijkerslooth en schepen Van Hoeven neffens de twee raden Van Laar en Kupius, die bij desen daar toe werden gecommitteert omme met deselve te spreecken aengaende ’t maecken van nieuwe pacht

[84]

voor ses jaren ende is wijders dienaengaende geresolveert dat sonder suffisante borghstelling off voor minder soms van pachtpenningen als deselve bouwingen voor dato vanden oorloogh van pacht hebben gedaen, geene pachten sullen werden geadmitteert. Actum utsupra. Presentibus omnibus exceptis Van Gilsen, scabino, Van Varick, Aelwijck & Van Wijck, senatoribus.

Lunae 20e october 1679

Is gelesen de naevolgenden brieff van beschrijvinge van haar edele mogenden de gedeputeerden vande Staten deser provintie.

Edele Erentfeste Vrome

Omme te delibereeren ende resolveeren over de versochte ratificatie vande tractaten van vrede en commercie tusschen den coninck van Sweden ende dese staat door wederzijts gemachtighden den 12e deser lopende maandt nieuwen stijl tot Nimwegen gesloten en geteeckent.

56

Hebben wij die gemeijne Staten vanden landen van Utrecht doen beschrijven jegens dinghsdagh den 21e deser maandt toecomende des voornoens ten negen uren inden staten camere binnen Utrecht, uedele versoeckende hare gecommitteerdens in competenten getale ende volkomentlijck geauthoriseert mede aldaar ten daege, uijre en fine voorschreven te willen senden. Hiermede blijft Gode bevolen. Geschreven t’Utrecht den 14e october 1679 en was geparapheert Sr. van der Does. Onderstont Ter ordonnantie vande gedeputeeden vanden Staten ’s Lants van Utrecht en geteeckent J.V. Luchtenburgh.

En sijn ten fine als bij deselve gecommitteert beijde de heeren borgemeesteren Van Hooft ende Bercheijck ofte een van beijden die daar toe ’t best sall connen vaceeren.

[85]

Ende heeft mede Roeloff Vermeer in qualite als deurweerder vanden heere hooft officier Smissaert ingevolge vande resolutie ter naest voorgaende vergaderinge genomen den volgenden eedt gedaen.

Dat sweere ick als deurweerder vanden heere hooft officier Smissaert, sijn edelen de borgemeesteren ende die vanden gerechte der stadt Rhenen alle gehoorsaemheijt, eere ende respect te sullen bewijsen, getrouwelijck expedieeren ’t gunt mij sall werden bevolen ende voorts generalijck mij in alles gedragen soo int doen van citaten, geven van relatien als anders sulx als een goet en getrouw deurweerder schuldigh is en behoort te doen, dat en sall ick niet laten om lievs om leet, om maeghschap, om swagerschap, om gifte off om gaven off om geenderhande oorsaecke, soo waerlijck moeste hem Godt Almachtigh helpen. Presentibus omnibus exceptis Klerck, syndicus, Van Gilsen, scabino, Van Wijck, senatore.

Veneris 24 october 1679

Rapporteerde den heere borgemeester Bercheijck, dat ter vergaderingh van haar edele mogenden de Staten deser provintie tot examinatie vande tractaten van vrede ende commercie tussen den coninck van Sweden en desen staat op den 12e deser lopende maendt nieuwe stijl tot Nimwegen gesloten en geteeckent, eenige heeren wttet midden van haar edele mogenden vergadering waren gecommitteert ende vervolgens omme dienaengaende aende heeren haar edele mogenden gedeputeerden te rapporteeren met volkomen authorisatie aen gemelte heeren gedeputeerden omme nae’t voorschreven ingecomen rapport de gerequireerde ratificatie wegens dese provintie daar op te doen depescheeren. Presentibus omnibus exceptis Van Hooft, consule, Klerck, sijndicus, Van Gilsen & Kupius, scabinis, Van Aelwijck, Van Hoevn, G. Kupio & Van Laar, senatoribus.

Jovis 30 october 1679

Gehoort het rapport vande heeren gecommitteerdens

[86]

tottet doen ontbinden ende hooren vande kercke huijsluijden aenlangende ’t maecken van nieuwe pacht, van dat met deselve dienaengaende op approbatie van de heeren vande magistraet waren versproocken, dat wederom aen hare respective bouwingen ende landerijen pacht soude hebben voor ses jaren integaen met eerstcomende St. Peter des jaars 1680 op de oude conditien en jaarlijcks voor sodaene somme als hier nae volght, sijnde de wterste verhoginge waar toe deselve

57

hebben connen werden gebraght, mits doende de betaelinge haerder pachtpenningen achtervolgende vorige resolutie.

Alsse Jerifaes van Grootvelt jaarlijcks voor drie hondert guldens.

Cornelis Ewidden twee hondert vijff ende twintigh guldens.

Wouter Jans tot Leersum twee hondert vijff ende twintigh guldens.

Jan Evertsz twee hondert en veertien guldens, dogh precies betaelende sijne pachtpenningen sal connen volstaen met twee hondert guldens, waar van om rederen is verstaen dat aen hem een acte apart sal werden wtgegeven.

Sijmon Henricks voor ’tnegentigh guldens behalven voor sijn huijsplaets sijnde twee guldens 20 stuijvers jaarlijcks.

Crijn Ewidden dertigh guldens.

Gijsbert Rijxen voor [niets ingevuld].

Is het selve in voegen voorschreven geapprobeert als geapprobeert wert bij desen ende hebben voorts de voorschreven pachteren ter vergaderinge boven ontboden sijnde de voorschreven conditien van pacht geaccepteert en aengenomen, sijnde deselve met eenen gelast hare pachtcedullen bij haar neffens hare borgen, die ten dien eijnde sullen hebben mede te brengen, behoorlijck beteeckent wt handen vanden secretaris binnen acht dagen te lichten mits betalende de leges daar toe staende.

[87]

Ende wijders in consideratie genomen sijnde, dat Bets Jansz de pachtinge niet langer dient als vermits haar oude jaren tot den regimente van sodaene bouwinge niet bequaam sijnde en dat oock met Aelbert Aertsz nopende sijnde pachtinge niet is connen werden geaccordeert, is verstaen dat derselve bouwinge respectivelijck bij billietten sullen werden gevijlt omme vervolgens ten meesten penninck int openbaar verpacht te werden op eerstkomende maendagh over acht dagen, sullende wesen den 10e des aenstaende maents november.

Als wanneer mede verstaen is dat den oudt cameraar en schepen Johan van Geijn sijne stadts reeckeningh over den jare 1676 sal hebben te doen.

Sijnde mede geresolveert dat een ijder voor sijne deure de verbroockene straeten binnen den tijt van drie weecken sal hebben te laten maecken op pene van drie guldens bij de gebreeckige te verbeuren ende dat boven dien den heer hooft officier ’t selve sal laten maecken op sijn edele dubbelden weerpenningen waar van een ijder bij publicatie van billietten sal werden gepraeädverteert.

Gelijck oock noch laetstelijck geresolveert is de restanten van’t familiegelt over de twee vorige jaaren als mede ’t jaar 1678 te doen executeeren, werdende ten dien eijnde den secretaris als ontfanger daar van geordonneert deselve aen den substituut schout en deurweerder optegeven omme vervolgens te treden tot d’executie waar toe bij desen werde geauthoriseert. Presentibus omnibus exceptis Klerck, sijndico, Van Geijn, Van Gilsen & Kupio, scabinis.

Veneris 7 november 1679

Voor den heeren Smissaert, hooft officier, de borgemeesteren Van Hooft en Bercheijck als daar toe versoght sijnde aenden hoogh edel geboren heere Eppinger, commandeerende ’t regiment

58

[88]

guardes dragonders van sijn hoogheijt den heere prince van Orange alhier guarnisoen houdende, sijnde gegeven kennisse van’t request bij de borgeren deser stadt gepresenteert, daar bij sijn doleerende over ’t reduceeren off verminderen der servicie penningen ende wt deselve gehoort dat sijn hoogheijdt daar op hadde aengeboden in aensien vande voorschreven reductie bij ’t ordinair servies ’t welck alsnoch van’t landt werdt goetgedaen te sullen bijleggen twee stuijvers per weeck op ijder dragonder en dat sijn hoogheijdt hadde aengenomen van die bijlage prompte betaelinge elcken maendt te sullen doen doen aen den serviciemeester deser stadt, is in’t selve genomen contantement.

Mede voorgestelt sijnde dat Jan Willemsz van Leersum wonende t’Achterbergh onder desen stadts jurisdictie bij sijn meijt in onecht een kindt heeft geprocreëert ende deselve persoonen alsnoch ongetrout cohabiteeren, is tot weeringe van diergelijcke sondige ergenissen goetgevonden den hooft officier te authoriseeren als sijn edelachtbaarheit geauthoriseert werdt bij desen omme jegens deselve te procedeeren achtervolgende ordonnantie ende placcaten vanden lande.

Ende mede sijnde voorgekomen dat het kindt twelck de meijt die gewoont heeft bij capitein Van Leeuwen buijtten echtschap heeft gebaert ende die eenigen tijt geleden is coomen te overlijden sonder daar van de vaeder te hebben te hebben genomineert, alhier inde stadt bij een dragonders vrouwe is aenbestaeijt ende dat in cas van vertreck off afsterven vande selve vrouwe de last van alimentatie van’t selve kint soude gelaetten werden ten laste vande stadt ofte diaconije, soo sijn beijde de heeren borgemeesteren versoght de voornoemde vrouw voor haar edelen te willen doen ontbieden ende wt deselve te vernemen van wie en op wat conditien de opvoedinge van’t kint heeft aengenomen omme nae gedaene rapport voorts in’t geene voorschreven sodanigh te resolveeren ende te voorsien als men bevinden sal te behooren.

[89]

Mede gelesen ende geexamineert sijnde een concept reglement op de klepper bij de heeren daar toe gecommitteert opgestelt, luijdende als volght.

Provisionele ordre op de klepperwacht binnen de stadt Rhenen.

Eerstelijck dat den ordinaris klepper ende die hem toegevoeght soude mogen worden, gehouden sullen wesen de heeren schout, borgemeesteren, schepen en raden behoorlijck te respecteeren ende gehoorsaem sijn ende voor alle oproer ende andre commotie getrouwelijck te waarschouwen ende derselver bevelen naartekomen, mitsgaders neerstelijck ende getrouwelijck te waecken.

Den klepper sal gehouden wesen alle avondt ten thien ure precies met sijn klep omtegaen door alle straeten der stadt tot des morgens ten vier ure toe wtgesondert van den eersten april tot den eersten september sal hij ophouden een halff uur voort morgen luijden vande poortklock op pene van sijn weeckgelt te verliesen.

Sal oock gehouden wesen alle uur precies door de geheele stadt omtegaen ende pertinentelijck de uren der tijts wtroepen beginnende met de verklicker van elcke uur ende mette klep ’t getal vandien bekent maecken.

59

Den klepper en sal van sijne wacht ’t sij bij sieckte off andere nodige oorsaecken niet absenteeren ten sij hij een ander alvoorens met kennisse vanden schout en borgemeesteren in sijn plaetse sal hebben gestelt, op pene als vorens.

Den klepper sal gehouden wesen een goedt geweer bij hem te hebbrn, mitsgaders een klep om de selve te reppen ten tijde van brandt, straatschenderij, huijsbraeck, dieverije, gewelt off eenigh ander ongemack, ten eijnde de goede luijden sulx hoorende haar te hulp mogen komen.

[90]

Sal neerstigh gade slaen op alle huijsen ende waar hij enigen brandt mochte bevinden ’t selve terstont aent huijs daar hij sulcken ongeval bevindt ende aende naburen waarschouwen ende voorts met sijn klep ende roepen door de stadt brandtgerucht maecken met aenwijsinge van’t huijs ende straet daar sulx is.

Ende wat belanght de huijsen daar dieverije ofte gewelt aen geschiet, sal ’t selve datelijck aen den inwoonder bekent maecken ende ’t selve nae sijn vermogen fejtelijck beletten ende soo hij die machtigh kan worden in handen vande schout ofte sijnen substituut te brengen.

Ende soo hij die niet en conde vermeesteren sal hij neerstelijck achtslaen op de persoonen die sulx mochten doen ende haar vervolgen ter tijt ende wijlen toe hij in enige huijsen ofte plaetsen ingaen ’t selve huijs besetten ende daar van den officier op der daet verwittigen ofte doen verwittigen.

Ende soo hij enigh rumoer in herbergen ofte borgers huijsen mochte vernemen ofte enige deuren off vensters open vinden, sal aldaar behoorlijck aenkloppen ende vermaenen op haar huijsen te letten.

Sal oock sigh wel wachten voor dronckenschap oock alle de geenen die hij op de straet mochte bejegenen vrindelijck aenspreecken ende wel wachten sigh jegens enige borgers, soldaten ofte ijmant anders ’t sij met vloecken, sweeren, injurieeren, slaen off stooten te verlopen, op privatie van sijn ampt.

Maar ter contrarie die enige overlast op de straeten geschiet alle hulp ende bijstandt te doen ende voorts sigh in alles draegen als behoorlijck waeckers schuldigh sijn te doen.

Ende sal den klepper daar voor genietten

[91]

sijn kleppergelt als nae ouder gewoonte. Is het selve alsoo geapprobeert als geapprobeert werdt bij desen.

Gelijck mede gearresteert sijn als gearresteert werden bij desen de naevolgende jaarlijxe vacantien. Allse dinghsdagh voor ende nae Paesschen vacantie. Item dinghsdagh voor ende nae ’t hooghtijdt van Pinxteren. Insgelijcx dinghsdagh in Odulphij off perdemerckt. Den laetsten rechtdagh voor den bouw sall wesen den eersten dinghsdagh nae den 15e julij ende weder beginnen den 1e dinghsdagh voor september. Dinghsdagh voor de groote ossemerckt vacantie. Als mede dinghsdagh in Alderheijligen jaarmerckt.

60

Den lesten rechtdagh inde winter sal wesen dinsghdagh voor den 21e december en sal weder beginnen des dinghsdagh nae den 8e januarij daer aenvolgende. Actum utsupra. Presentibus ambobus consulibus, Vonck, Verweij, De Vrindt & Kupius, scabinis, Van Varick, Aelwijck, G. Kupius & Van wijck, senatoribus.

Lunae 10e november 1679

Is achtervolgende vorige resolutie de helfte vande bouwinge Remmerten opgehangen om verpacht te werden ende opgehouden op vijff hondert en thien guldens.

Is mede verstaen dat de volgende acte aen capitein Van Leeuwen sal werden geinsinueert.

De magistraet der stadt Rhenen vernomen hebbende wt de dragonders vrouwe daar het kint vande meijt van capitein Leeuwen is aenbestaeijt, dat de selve aenbestaedinge was geschiet bij gemelte Leeuwen bij de weeck invoegen dat ’t allen tijden haar daar van conde ontslaen ende aengemerckt dat

[92]

bij vertreck ofte afsterven van den voornoemde Leuwen ende een ijder de handen van’t kint aftreckende de last van alimentatie vandien wt mededogentheijt in sodaene gevalle de stadt ofte diaconije soude moetten op sigh nemen, hebben derhalven plichtshalven goetgevonden gemelte Leuwen door desen te doen aenseggen, dat de stadt off diaconije de voorschreven last sal hebben aftehouden ende daar voor suffisantelijck cavere off dat haar edel achtbare haar sullen genecessiteert vinden met andere middelen daarinne te voorsien. Actum utsupra, praesentibus omnibus exceptis Wijckerslooth, Van Geijn, Van Gilsen & Kupio, scabinis, Aelwijck, T. Bercheijck, Van Wijck & Van Laar, senatoribus.

Lunae 17e november 1679

Op de sommatie door een pander vanden hove gedaen aen eenige leden van dese vergaderingh wt crachte van seecker appoinctement bij de heeren van den hove verleent ende gegeven op den requeste vanden pander Vervoorn aen haar edele hooggeleerde gepresenteert omme op pene van gijselinge ten registre van dese stadt te casseeren ende te royeeren een sententie die den selven pander (hoewel t’onrecht) hadde opgegeven tegens hem te sijn gepronuntieert, is geresolveert dat deswegen de volgende missiven soo aen haar edele mogenden de Staten deser provintie als haar edelehooghgeeerde sullen werden afgeveerdight.

Edele mogende heeren

Den pander Vervoorn den 2e september 1679 hebbende geäpprehendeert ende gevankelijck wegh gevoert eenen ingeseettene onser vrijheijt sonder dat (sijnde den heer officier absent) de heeren borgemeesteren daar van alvorens hadde gegeven eenige de minste kennisse ofte advertentie veel min aen deselve verthoont eenige acte vanden hove

[93]

61

off executoriaell ende bij ons ’t selve niet anders hebbende connen werden opgenomen als eene notoire infractie in’t recht en onser stadts jurisdictie, hebben wij order gegeven den selven pander met den geäpprehendeerde aentehouden ende onsen officier geauthoriseert jegens den selven te procedeeren sulx tot mainctien van’t recht onser stadt soude bevinden te behoren. Edoch den selve pander sigh daar mede excuseerende dat een schepen onses gerechts die hij seijde hem in’t doen vande executie te hebben geassisteert hem daar van hadde behoren te waarschouwen, heeft ons daar door redenen gegeven om hem soo verre te excuseeren dat buijtten eenige andre straffe (alleen betaelende sijne ejgene verteeringen) is gedimitteert ende gelast sigh voortaen van soodaene excessen te wachten ende int executeeren van ’s hoofs decernementen van justitie sigh te reguleeren volgens den 29e artikel van’s hooffs ordonnantie Rubriek van panders etc. Ende dat al sulx volgens de notoire stijl usantie practijcq in onse stadt ende allomme inde andre steden onser provintie gebruijckelijck den officier absent sijnde daar van alsdan alvorens den borgemeester ende in sijn absentie den vordren presideerende inden gerechte behoorlijcke advertentie soude hebben te geven, mettet welcke alhoewel wij inder daet niet anders en hadde gedaen als ’t geene tot mainctien van ons recht ende tot onderhoudinge van alle goede ordres inden voorschreven artikel van ’s hooffs ordonnantie ende naar opgevolgde constuijme ende ’t recht der steden gerequireert te doen verplicht waeren, hadden echter de heeren vanden hove op de klachten van den selven pander ’t selve buijtten eenige redenen volgens derselver missive van den 28e october 1679 believen opteneemen als ware het selve geschiet tot vilipendie ende kleijnachtinge vande decernementen van justitie bij haarlieden gegeven, begeerende in aensien van’t voorschreven gepasseerde eene acte satisfactoir ofte dat andersints haar genootzaeckt souden vinden derselver klachte hoger te brengen. Ende hebben wij daar op bij onse rescriptie vanden 9e februari1679 hier copielijck gaende welgemelte heeren vanden hove geseght dat alhoewel het voorschreven 29e artikel van ’s hooffs ordonnantie ende opgevolghde practijcq en usantie ende ’t recht der steden was seer klaar en altoos was geweest buijtten

[94]

alle contradictie, echter wij mede genegen waeren de interpretatie vandien te defereeren aen haar edele mogenden de Staten ofte oock aen sijn hoogheijt als erfstadthouder sonder deser provintie ofte dat andersints bereijt waeren door onse gecommitteerden met deselve te confereeren ende deselve differenten op de gevoeghlijckste wijse ende sonder het minste krencken van een ijgelijcks recht weghtenemen ende de heeren vanden hove volgens derselver missive vanden 3e april deses jaars sigh deselve conferentie hebbende laetten welgevallen, ende echter deselve conferentie sijnde vruchteloos afgelopen, blijvende de gecommitteerden vanden hove insereeren de gepraetendeerde satisfactie daar nochtans geene de minste laesie en was, boven dien selfs sustineerende dattet 29e artikel van ’s hoofs ordonnantie moeste pure ende punctuelijck verstaen werden nae den wettelijcken letter, ende dat alsulx den officier absent sijnde geene de minste advertentie aenden borgemeester, den praesiderende ofte andren vanden gerechte soude behoeven te werden gegeven, een saacke soo notoir strijdigh tegens de constuijme alhier ende allomme inde steden deser provintie geobserveert, ende bij onse gecommitteerden daar op deselve te gemoette sijnde gevoert, dat allesints de explicatie ofte interpretatie van ’s hoofs ordonnantie ende hoeverre de te doene advertentie van alle

62

executien sigh extendeerde ende alsulx de saecke hier controvers moeste staen ter decisie van haar edele mogenden, wij onser zijts bereijt souden sijn aen haar edele mogenden ons belangh en defensie bij eene memorie overtegeven met verwachtinge dat insgelijcks haerer zijts derselver gravamina souden werden ingelevert, ’t welck de gecommitteerden vanden hove hebbende aengenomen hare principalen te rapporteeren hadden wij te vergeefs rescriptie daar op te gemoet gesien ende derhalven ons verplicht gevonden tot voorkomingh van alle verwijderingh in junio deses jaars (waar van de missive mede copielijck hier nevens is) onder breder te verklaren, mitsgaders nochmaels te presenteeren ende te versoecken dat bij de eerste vergaderingh van haar edele mogenden onse wederzijtse memorien en belangh mochten werden ingedient ende derselver decisie gelijck het behoorde mochte werden afgewacht ons tot dieselve missive ende redenen daarinne vervath refereerende in plaetse van’t welcke ende niettegenstaende

[95]

’t zedert sijnde drie à vier maenden geleden ons daar van niets en is voorgekomen, verstaen wij nu met de hoogste verwonderingh, dat de heeren vanden hove bij seecker appoinctement ten versoecke van den selven pander verleent, soude hebben verstaen dat wij de detentie jegens denselven pander gedaen kost en schadeloos souden hebben aftedoen ende boven dien ten registre van onse stadt te casseeren ende te royeeren de sententie die jegens den selven soude sijn gepronuntieert ende daar van te geven acte binnen tweemael 24 uren, hebbende ons daar toe doen sommeeren en gijselingh beteeckenen, daar nochtans boven dien deselve en mondelingh door onse gecommitteerden en breder bij onse voorschreven laetste missive volkomen verseeckeringh hebben ontfangen dat noijt desen aengaende eenige sententie ten prothocolle was gebraght. Wij hebben dieswegen op huijden de heeren vanden hove wederomme geseght, dat wij aen soodaene nulle appoinctementen en opgevolghde sommatien geensints en sullen noch connen defereeren, nemaer dat daarinne sodanigh sullen voorsien als tot bewaeringe van’t recht onser stadt sulen bevinden te behooren ende dewijle de vergaderinge van haar edele mogenden de Staten deser provintie niet voor handen en is ende wij nochtans alle verwijderingh selfs geerne saegen voorgekomen, hebben wij ons verplicht gevonden uedele mogenden invoegen voorschreven daar van kennisse te geven met eenen gansch gedienstighlijck versoeckende, dat uedele mogenden de heeren vanden hove daar toe believen te houden, dat alles in state gelaetten ende de proceduren gesurcheert mogen werden ter tijt toe wederzijtse memorien ende belangh haar edele mogenden de Staten deser provintie overgegeven ’s hooffs ordonnantie geinterpreteert ende de saacke hier controvers moge sijn gedecideert aen welcke explicatie off interpretatie niet alleen ons nemaer oock d’andre steden deser provintie tot voorkominge v an alle disordes ten hooghsten is gelegen. Waarmede etcetera.

Edele hooghgeleerde heeren

En in februario ende in junio deses jaars hebben

[96]

wij uedele hooghgeleerde bij onse missive klaerlijck doen sien, dat de apprehensie corporeel bij den pander Vervoorn gedaen aen een persoon in onse vrijheijt

63

woonachtigh sonder dat alvorens daar van in absentie vanden officier ende desselfs substituut aende presente borgemeester hadde advertentie gegeven, was informeel en strijdigh tegens ’s hooffs ordonnantie artikel 29 ons tot de redenen daar bij wijdtlopigh gededuceert refereerende ende dat wij alhier met geene de minste redenen conde werden geinsimuleert als ware ijets geschiet tot kleijnachtinge vande decernementen van justitie bij uedele hooghgeleerde gegeven, nemaer dat hadden gedaen ’t geene wij tot mainctien van’t recht van onse stadt ende weeringe vande proceduren soo notoirlijck strijdigh tegens ’s hooffs ordonnantie en constuijmen van tijt tot tijt soo hier in onse stadt als allomme inde andere steden deser provintie geobserveert te doen waren genecessiteert, dat wij ons derhalven geensints en souden connen inlaetten in een particulier proces met den selven pander, nemaer dat geleth de explicatie ende interpretatie van ’s hooffs ordonnantie ende hoeverre die te doene advertentie van alle executien sigh is extenderende ende alsulx de saacke hier controvers was staende ter decisie van haar edele mogenden de Staten deser provintie, wij derhalven bereijt waeren aen deselve ons belangh ende defensie bij memorie overtegeven met verwachtinge dat insgelijcks uedele hooghgeleerde derselver gravamina aen haer edele mogenden souden opgeven ende dewijle in’t zedert en soo veele maenden daar nae ons daar van niets en is te bevorens gekomen, hadden wij niet getwijffelt off uedele hooghgeleerde souden in’t geene bij ons in onser vooraengetogene missiven is geseght, hebben genomen contantement ende den selven pander Vervoorn souden hebben vande hant gewesen, en compt ons nu met bijsondere bevreemdinge te vorens, dat uedele hooghgeleerde bij seecker appoinctement ten versoecke van den selven pander ons quasi soudet hebben geordonneert de detentie jegens denselven pander kost ende schadeloos aftedoen etcetera. Ende boven dien ten registre van onse stadt te casseeren ende te royeeren de sententie die jegens den selven soude

[97]

sijn gepronuntieert ende daar van acte te geven binnen tweemael 24 uren, hebbende boven dien ons daar toe doen sommeeren ende gijselingh beteeckenen, daar nochtans uedele hooghgeleerde mede en mondelingh door onse gecommitteerden ende breder bij de voorschreven onse laetste missive volkomen verseeckeringe is gedaen, dat noijt desen aengaende eenige sententie ten prothocolle en was gebraght, uedele hooghgeleerde sullen derhalven ende wt redenen bij ons te vorens in’t brede gededuceert connen affnemen, dat wij aen sodaene nulle appoinctementen en opgevolghde sommatien geensints en sullen noch connen defereeren, nemaer daarinne sodanigh sullen moetten versien als tot de bewaeringe van’t recht onser stadt sullen bevinden te behooren, seggende niettemin alsnoch, dat tot voorkominge van alle verwijderingh (daar van bij desen wel expresselijck sijn protesteerende) allesints genegen sijn conform onse vorige offres de saecke tussen ons controvers te laetten ter decisie van haar edele mogenden de Staeten deser provintie als dewelcke notoirlijck alleen competeert de interpretatie van ’s hooffs ordonnantie ende alsulx de judicature deses, ’t welck wij vande zijde van uedele hooghgeleerde mede willen verwachten. Waarmede etcetera

Is mede den bode Van Zegen geaccordeert twee ducatons voor sijne moeijte, soo in’t ombrengen van billietten van’t familiegelt als voor de sommatien vandien ende geaccordeert daar toe ordonnantie op den ontfanger. Praesentibus omnibus exceptis Wijckerslooth, Van Geijn, Van Gilsen & Kupio, scabinis, Aelwijck, Bercheijck, Van Wijck & Van Laar, senatoribus.

64

Martis 2e december 1679

Voorgedraegen sijnde dat de pachteren vande kercke goederen haar onwilligh hadden gethoont tottet teijckenen vande pachtcedulle, contineerende deselfde conditien op de welcke de kercke goederen

[98]

altijt sijn verpacht geweest, specialijck difficulteerende over dat poinct ’t welck spreeckende is vande betaelinge van alle ongelden t’haarlieden laste ende alsulx mede de thien stuijvers per mergen, is verstaen dat deselve tegens morgen des voornoens ten thien uren sullen werden ontboden ten eijnde haar kortelijck nopende ’t geene voorschreven sullen hebben te declareeren omme alsdan vorders desen aengaende geresolveert te werden, sulx men ten meesten dienste vande kercke bevinden sal te behooren.

Is noch in stato gehouden de dispositie op ’t hier vorens geregistreerde request van Francoys de Basuij tot de naeste vergaderinge, vermits d’absentie vande heeren tot examinatie vam’t selve gecommitteert.

Die vanden dorpe Lent tegen over Nimwegen in Overbetuwe versoeckende eenige penningen van dese stadt tot weder opbouwinge van haar geruineerde kercke, is haar ten dien aensien geaccordeert vier ducatons ende tot betalinge vandien ordonnantie op den cameraar.

Gelijck mede op’t request van heer Joost Ruger wonende tot Aernhem, tendeerende omme het borgerschap deser stadt te mogen hebben, is geappoincteerd als volght. De magistraet accordeert den suppliant sijn versoeck mits betaelende de leges daar toe staende.

Insgelijcks is Jan d’Arraij sijn versoeck van alhier deser stadts borger te mogen wesen, geaccordeerrt, mits betaelende tot een erkentenisse alleenlijck drie rijxdaelders.

Nae ’t welcke de heeren vaden gerechte door den heere officier Smissaert sijnde te kennen gegeven, dat sijn edele Hendrick van Calis verscheijde maelen hebbende gedaen sommeeren tot betaelinge van seeckere vechtboette, waarinne was gecondemneert t’elckens de voorschreven sommatien

[99]

sommatien inde windt hadden geslagen ende gevilipendeert mettet voorgeven dat nihil in bonis was hebbende ende dienaengaende sonderlijck geleth sijnde dat den selven Van Calis de voorgenoemde aen hem gedaene remissien van vechtboetten wt die en andere insichten verkeerdelijck opneemt voor een fundament van een ijder des te meer te querelleeren (niettegenstaende sijne promissen ter contrarie voor den gerechte meermaelen gedaen) hebben verstaen als verstaen bij desen, dat den selven Van Calis de voorschreven boette binnen den tijt van acht daegen effectivelijck sal hebben te voldoen off dat bij gebreecke vandien tegens hem sal werden geprocedeert achtervolgende d’ordonnantie dicteerende dat ijmant soodaene boettte als voorschreven niet machtigh sijnde te betaelen aen den lijve off met schavotteringe sal werden gestraft. Praesentibus omnibus exceptis Bercheijck, consule, Klerck, sijndico, Van Hoeven & Th. Bercheijck, senatoribus.

65

Mercurij, 3e december 1679

De volgende kercke pachteren alsse Wouter Jansz, Cornelis Ewidden ende Jan Evertz ter vergaderinge sijnde gehoort ende haar hebbende verklaart op die conditie als haar voorgelesen ende waarop altoos de kercke bouwingen in pacht sijn wtgeslaegen, de pachtcedullen niet te connen teeckenen, is geresolveert alle derselver goederen soo hoeffbeesten als koorn dat inde aerde soude mogen hebben gebraght als andere geene wtgesondert voor haar achterstallige pachtpenningen en ongelden aenstonts in bewaringe te nemen, authoriseerende den substituut schout en deurweerder haar ingevolge vandien aen der selver pachteren haar huijsingen te vervoegen ende aldaar t’ haarlieden kosten soo lange te verblijven ter tijt en wijlen toe en hare verschuldigde pachtpenningen ende ongelden tot date deses toe verschenen effectivelijck sullen hebben voldaen. Actum utsupra Klerck, syndico, & Van Gilsen, scabino absentibus.

[100] Jovis 4 decembris 1679. Jan Evertsen, Cornelis Ewidden ende Aelbert Jansz voor ende wegens sijn broeder Wouter Jansz weder bovengestaen sijnde, seijden geresolveert te sijn de pachtcedullen te teijckenen op conditien daar bij gestipuleert, versoeckende vorders oitmoedighlijck de heeren vande magistraet geliefden alleenlijck t’ haren laste te nemen de betaelinge vande thien stuijvers per mergen ende dubbelt huijsgelden ende deselve te betalen tot den jare 1680 incluijs ende benevens dien van alle nieuwe impositien ende ongelden die nae desen souden mogen opkomen als haar onmogelijck sijnde sulx te connen voldoen, praesenteerende van den voorschreven tijt aff aen de thien stuijvers per mergen ende dubbelt huijsgelden, soo souden mogen blijven continueeren, ’t haarlieden laste te nemen, ’t welck haarlieden om redenen voorschreven is geaccordeert ende verstaen, dat hetselve inde pachtcedullen sal werden geïnsereert. Arien Meijndersz, getrouwt aende doghter van Francoijs Pickaerts alhier sijnde komen woonen, versochte het borgerschap deser stadt ende is hem het selve bij desen vergost, mits betaelende aen den cameraar de halve leges. Actum praesentibus Van Hooft, consule, Wijckerslooth, Van GIlsen & De Vrindt, scabinis, Van Varick & Aelwijck, senatoribus. Mercurij 17 decembris 1679. De heeren gecommitteerdens tottet maecken van een concept partagie vande drie jaren vande 10 stuijvers per mergen mitsgaders het overschot vande redemptie der huijsen die haar edele mogenden (in aensien vande groote deboursementen die dese stadt inden Fransen tijt gecontraineert is geweest te doen) [101] ten voordeele ende profijte vande stadt hebben gelaetten en afgeschreven, rapporteerden dat achtervolgende haar edelen commissie die partagie hebbende geformeert op naevolgende maniere, alsse eerstelijck, dat den heere borgemeester

66

Van Hooft in minderinge van sijne restanten die als gewesene cameraar bij ’t doen van sijn stadts reeckeningh als insolvent hadde overgelevert wt de redemptie gelden der huijsen soude werden betaelt ’t negentigh gulden. Aen den cameraar Van Wijck mede wt de voorschreven redemptie gelden ses hondert vier ende veertigh gulden, soo in voldoeninge van sijne overgeleverde notoire insolvente restanten als in minderingh vande sloten vande stadtsreeckeningen bij hem gedaen over de jaren 1670 ende 1671. Aen den cameraar Van Geijn wt de thien stuijvers per mergen mede in minderinghe van’t gunt hem bij de sloten van sijne gedaene reeckeningen over de Franse jaren is competeerende de somme van een duijsent vijff hondert vier en twintigh gulden. Aend’ erfgenaemen vanden cameraar Cornelis Boosaeijer in minderinge van’t geene haarlieden volgens gedane reeckeningen over de jaren 1674 ende 1675 is toecomende mede wt de thien stuijvers per mergen de somme van twee hondert gulden sijnde den cameraar Verweij te vreden dattet geheele sloth van sijne gedaene stadts reeckeninge over den jare 1677 hem voldaen werde in obligatie tot laste vande stadt. Ende dat dan vorders de kercke tot weeringe vande imminente kosten waarmede deselve gecommineert wordt, sall werden gesubsidieert met acht hondert gulden waarvan ten behoeve vande stadt obligatie ten laste van de kerck sal werden gecoûcheert en is de voorschreven gedane repartitie in dier voegen eenparighlijck geäpprobeert als deselve geäpprobeert werdt bij desen. Op’t requeste van dominus De With, predikant alhier, daar bij versoeckende betaelinge van sijn achterstalligh tractament is geappoincteert. De magistraet der stadt Rhenen ordonneert den cam[eraar[ kerckmeester t’achterstalligh tractament van den suppliant wt de gereetste penningen voor aff te voldaen ende sijne eerwaarde voorts van tijt tot tijt buijtten klachten te houden. [102] Is mede geresolveert dat de zeevis, alhier werdende gebraght om verkocht te werden, de verkopinge vandien niet anders dan bij openbaren afslagh ende nae alvorens sulx eerst door de stadt sij omgeroepen des morgens niet voor de klocke half thien uren en sal mogen geschieden, werdende tot afslaeger daarvan aengestelt den deurweerder Willem Lijster. Is mede verstaen, dat den oudt schepen Paulus Taats het capitael ter somme van ses hondert gulden mette verscheene renten vandien, dat aen’t weeshuijs schuldigh is, binnen 14 dagen (nae insinuatie deses) off sal hebben aftelossen off suffisantelijck te verseeckeren (dit onvermindert ’t recht van hijpotheecq op de goederen vanden gewesenen weesmeester Aert Boonsaeijer ten opsighte (soo bericht wordt) de voorschreven penningen sonder authorisatie soude hebben aen gemelte Taats op interesse gedaen. Oock de gasthuijsvrouwe haar versoeck omme noch een jaar tractament van gratie te mogen genietten, geaccordeert. Actum praesentibus omnibus exceptis Klerck, syndico, Van Gilsen, scabino, Van Varick & G. Kupio, senatoribus. Martis 30en decembris 1679.

67

Ter vergaderinge gelesen sijnde seeckere missive van beschrijvinge van haar edele mogenden de gedeputeerden vande Staten ’s lants van Utrecht van inhouden als volght. Edele erentfeste vrome, Omme te delibereeren ende te resolveeren over het consent ende aenneminge vande extraordinaire petitien ende den ordinaris staet van oorloogh [102] bij sijne hoogheijt den heere prince van Orange ende den Raed van Staten gepetitioneert ende geformeert over den aenstaende jare 1680 met den gevolge ende aenkleven vandien. 2. Item omme te delibereeren ende resolveeren over de wtvindinge ende bewilligingh van sodanige genoeghsame middelen waar wt de voldoeninge vande quote ende het contingent waarmede dese provintie inde voorschreven petitien ende staet van oorloogh is aengeslaegen volkomentlijck sal connen vervallen mitsgaders de betaelinge off inlossinge vande achterstallige militaire ordonnantien van soldije. 3. Item omme een voet te beraemen ende vast te stellen waarnae de betaelinge der militaire ordonnantien ende derselver hooge tractamenten sal worden gereguleert. 4. Item omme te delibereeren ende resolveeren over de respective intebrengen nominatien vande heeren geëligeerden, edelen en ridderschappe mitsgaders stadt ende steden tot de commissien ende ampten op derselver tourbeurten ende dispositie jegens den voorschreven jare 1680 respectivelijck gevallen ende daar toe acten van commissien verleenen. 5. Item omme wttevinden een middel van verlichtinge ende beneficieeringe der comptoiren vande domeijnen mitsgaders de respective conventen van St. Catharinae, St. Pauls, Oostbroeck, Carthuijsers ende de gebenificieerde goederen ten eijnde de lasten op de voorschreven respective comptoiren geässigueert mette dependentien vandien jaarlijcx promptelijck soude connen werden betaelt. 6. Item omme een nader instructie te formeeren [104] voor de respective ontfangers deser provintie ende derselver tractamenten te begrootten. 7.

68

Item omme te delibereeren ende resolveeren over de vaststellinge van het jachtgericht ende ordonnantie over de wiltbane deser provintie met het geene daaraen is dependeerende. 8. Item omme te delibereeren ende resolveeren over alle andere saacken den dienst vande provintie concerneerende, die gedurende haar edele mogenden beschrijvinge sullen coomen voortevallen. Hebben wij die gemeijne Staten vanden lande van Utrecht doen beschrijven jegens dinghsdagh den 6en januarij toecomende des voornoens ten negen uren inde Staten camere binnen Utrecht uedelen versoeckende hare gecommitteerden in competenten getale ende volkomentlijck geauthoriseert mede aldaar ten dage, ure ende fine voorschreven te willen senden. Hier mede blijft Gode bevolen. Geschreven t’ Utrecht den 19en december 1679 en was geparapheert Adam van Lockhorst tot Schonauwen, lager stont: Ter ordonnantie vanden gedeputeerden vande Staten ’s lants van Utrecht ende geteeckent J.V. Luchtenburgh. Sijn daarop gecommitteert, als gecommitteert werden bij desen, beijde de heeren borgemeesteren Van Hooft en Bercheijck neffens den oudt borgemeester John Vonck van Lienden, omme die vergaderingh bijtewoonen ende nae onderlinge gehoudene conferentie ende concert met d’andre steden op de voorschreven poincten van beschrijvinge te helpen delibereeren ende resolveeren, sulcks ten meesten dienste vande provintie in’t generael ende tot mainctien van’t recht der steden sullen bevinden te behooren. [105] Gelesen sijnde de sententie bij joffrouwe Willemina Beerninck, weduwe van mr. Johan de Bruijn, in sijn leven professor inde academie van Utrecht jegens de kerckmeesters alhier voor den hove van Utrecht geobtineert, waar bij deselve werden gecondemneert het capitael van duijsent gulden dat ten laste vande kerck staet off aftelossen off te vestigen, is verstaen, dat daar van behoorlijcke in form â sal werden gepasseert ende dat gemelte weduwe van dese resolutie per missive sal werden kennisse gegeven. Is noch verstaen, dat omtrent het opnemen van het versuijm der erfpachten soo van stadt als kerck punctuelijck sal werden gevolght den teneur vande erfpachtbrieven daar van sijnde. Gelijck mede verstaen is, dat de drie hondert gulden die van Abraham IJsaacqsz ten dienste vande stadt waeren ontleent, aen den selven weder sullen werden gerestitueert ende betaelt bij provisie wtte penningen die van’t familiegelt souden mogen bij der handt sijn, waartoe den ontfanger bij desen werdt geauthoriseert. Werden mede gecommitteert den borgemeester Bercheijck, den sijndicus Klerck, den oudt borgemeester Johan Vonck van Lienden neffens den weesmeester Van Laar, omme de momboiren vande kinderen van Willem Branden (die desselfs boedel hebben bekroijt mettet verkopen vande goederen ende de handen alsnu vande kinderen aftrecken, latende die aen’t weeshuijs) voor haar te ontbieden, den

69

inventaris afteëijssen ende nae examinatie vandien daar van te doen rapport. Actum utsupra, praesentibus ambobus consulibus, Vonck van Lienden, Wijckerslooth, Verweij, De Vrindt, & Kupio, scabinis, G. Kupio, Th. Bercheijck, Van Wijck & Van Laar, senatoribus. [106] Iovis 8en januarij 1680. Rapporteerden de heeren gecommitteerdens ter beschrijvinge van haar edele mogenden de Staten deser provintie, dat de respective poincten van beschrijvinge waren gestelt in handen van gecommitteerdens ten eijnde naar wttinge van derselver consideratien ende daar op nadere gehoudene deliberatien vorders soude werden geresolveert sulcx men bevinden soude ten dienste van de provintie te behooren, edogh ’t 4e ende 5e poinct was gehouden in state ter naester vergaderinge. Praesentibus omnibus, exceptis Klerck, syndico et Kupio scabino, G. Kupio et Van Laar, senatoribus. Lunae 19en januarij 1680. Is bij den oudt borgemeester Johan Vonck van Lienden als een mede gecommitteerde ter beschrijvinge naerder rapport gedaen van’t gebesoigneerde ter vergaderingh van haar edele mogenden de Staten deser provintie, daarinne bestaande, dat ter opgedaghte vergaderingh de heeren gecommitteerdens tot examinatie vande respective poincten van beschrijvinge, derselver consideratien ende reflectien nopende ’t 1e en 2e poinct van beschrijvinge raeckende het te draegen consent ende d’ aenneminge vande extraordinaire petitien ende den ordinaris staet van oorloogh bij sijn hoogheijt ende den raadt van Staten over desen jare 1680 geformeert alsmede d’wtvindinge (ende bewilliginge van genoeghsaeme middelen tot voldoeninge vande quote ende ’t contingent waarmede dese provintie inde voorschreven petitien ende staat van oorloogh was aengeslaegen) hadden geuijtt ende [107] voorgedraegen ende dat daar op de heeren vande twee voorstemmende leden haar daarop hadden verklaart en inde voorschreven petitien ende den staat van oorloogh invoegen als waeren gedaen ende gemaeckt geconsenteert ende aengenomen ende voorts verstaen tot continuatie vande middelen ende ongelden ter deser tijt toe gegeven sijnde ende dat ’t selve bij de stadt en steden was overgenomen omme in hare principalen te communiceeren. Dat nopende ’t 3e poinct bij geene der leden alsnoch en was geconcludeert. Edogh nopende het 4e poinct raeckende ’t begeven der ampten, dat bij de heeren geëligeerden, edelen en ridderschappe neffens de stadt Utrecht afsonderlijck ende buijtten de andere steden op een onbehoorlijcke wijse, als met deselve stadt repraesenteerende ’t derde lith vanden staet deser provintie ende onaengesien daar jegens de gecommitteerdens der steden in naeme ende van wegens hare principalen haar protest deden aenteeckenen, was geprocedeert tottet nomineeren ende eligeeren vande personen tot de bekledinge vande ampten daar bij geroert, sijnde de

70

vergaderingh van Staten hier mede op reces gescheijden tegens eerstcomende woensdagh. Is verstaen, dat aencomende donderdagh over acht daegen de verpachtinge van deser stadts impositien sal geschieden ende dat een ijgelijck daarvan bij publicatie ende affixie van billietten sal werden kennisse gegeven. Actum utsupra, praesentibus ambobus consulibus, Vonck van Lienden, Wijckerslooth, Verweij, Van Geijn, Van Gilsen & De Vrindt, scabinis, Van Varick, Aelwijck & Van Hoeven, senatoribus. [108] Iovis 29en januarij 1680. Is ingecomen ende gelesen een requeste van Dirck Woutersz, daarbij versoeckende commissarisen omme met hem, suppliant, nopende de aenneminge vande pacht vande waagh ende de verhoginge vandien te accordeeren ende is denselven daar op, boven ontboden sijnde, de voorschreven pacht met de verhoginge in continuatie gelaetten voor een jaar, ingaende 1o februarij deses jaars 1680, voor de somme van drie hondert en dertigh gulden ende voorts op d’oude conditien in welcker voegen het selve oock heeft geaccepteert ende sijn voorts d’andere pachtingen ten deelen gecontinueert ende ten deelen verpacht als op het boeck van verpachtinge te sien is. Is noch gelesen seecker requeste van Cornelia de Beer waar bij te kennen geeft, dat aen den oudt gasthuijsmeester Joost Boonsaeijer wegens eenige jaren erfpacht gaende wt haren hoff schuldig is negen ende twintigh gulden en acht stuijvers, welcke somme door haar onvermogen haar niet mogelijck is te connen betaelen, versoeckende oversulcx daar van remissie ende afschrijvinge aenden gasthuijsmeester voornoemt ende is verstaen dat daar op soude werden geappoincteert als volght. De magistraet der stadt Rhenen accordeert de suppliante wt redenen voorschreven haar versoeck van remissie ende afschrijvinge, des echter den voorschreven hoff bij verkopinge off vervreemdinge met den jaarlijxen erfpacht beswaart sal blijven. Is mede verstaen, dat geene karluijden off eenige andere nae desen sigh sullen hebben te onderstaen eenigh sant off leem omtrent de kribbe off hooft van’t veer vandaen te haelen [109] dan alleenlijck beneden aende grindt ter plaetse daar het den cameraar haarlieden sal aenwijsen op pene van ses gulden bij den contraventeur deses te verbeuren ende dat met eenen eerstcomende maendagh de gaten ter voorschreven plaetse sullen werden toegevult ende voorts den neck vande voorschreven kribbe met puijn verhooght, tot welck werck den eersten dagh de wagens ende karren inde stadt sullen werden gebruijckt ende vervolgens d’ andere wagens onder dese jurisdictie resorteerende tot dat het selve geheel sal sijn geperfecteert. Is vorders nae inneminge van’t rapport bij de heeren gecommitteerdens tot examinatie van’t versoeck van Francoijs de Basuij bij requeste gedaen, den selven Basu gepermitteert en toegestaen de obligatie van veertien hondert gulden die ten

71

laste van dese stadt spreeckende heeft, in twee obligatien te mogen splitten, alsse eene van duijsent en een van vier hondert gulden, onder restrictie nochtans, dattet selve geschiede ongepraejudiceert ende voorbehoudens ’t recht dan Jan Aertsz de Vael wt crachte van geobtineerde interdictie volgens appoinctemente op desselfs requeste staende is competeerende, sullende den selven alsulcx de rechten van’t voorschreven capitael van veertien hondert gulden genietten gedurende de jaren daarinne gementioneert. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis praetore, J. Kupio, scabino, G. Kupio & Van Laar senatoribus. Saturni 24en februarij 1680. Den heere hooft officier Smissaert hebbende doen vergaderingh leggen van politie omme nae ouder gewoonte te maecken de nominatie, is deselve geformeert in maniere naevolgende. [110] Hebbende gemelte heere Smissaert in’t nomineeren gevoteert en gestemt voor ende in plaetse vande naebeschreven absente leden der vergaderinge. Nominatie etcetera Oude regeerders nieuw genomineerde Borgemeesteren Borgemeesteren Rijck van Hooft Johan Vonck van Lienden Mr. Gerard Bercheijck Mr. Johan Kupius Schepenen Schepenen Johan Vonck van Lienden Rijck van Hooft Dr. Johan van Wijckerslooth Mr. Frederick Klerck Gerard Verweij Jan van Varick Jan van Gijn Hermen van Aelwijck Jan van Gilsen Peter van Hoeven Henrick de Vrindt Godart Kupius Mr. Johan Kupius Alart van Laar Raden Mr. Frederick Klerck Jan van Varick Hermen van Aelwijck Peter van Hoeven Godart Kupius Thomas Bercheijck Arien van Wijck Alart van Laar Cameraar en kerckmeesters Gerard Verweij Gasthuijs- en weeshuijsmeester

72

Alart van Laar [111] Heeft voorts den heere Van Hooft gerapporteert dat in qualitè als eerste borgemeester wegens dese stadt met ende neffens de heeren superintendenten van’t convent van Agnietten alhier, alsse de heeren Van Schoonauwen en Schadèe, de ses jarige verpachtinge van’t convents goederen, integaen met Petrij 1681, hadde bijgewoont, dat haar hooghedelen bij die occasie hadden voorgestelt, dat met de betaelinge vande praebenders over den voorledene jare 1679 verschuldight soo lange behoorde te werden gesupersedeert ter tijt ende wijlen toe den heere Wijckerslooth als rentmeester vanden selven convente sijne reeckeninge in voorschreven qualitè over den jare 1678 soude hebben gedaen waar toe sigh soude hebben te bequaemen tussen dit ende Paesschen eerstcomende ten eijnde men alsdan soude connen sien een pertinenten staet soe verre de achtervolgende conventualen souden connen werden betaelt. Ende belangende de quade restanten dat een ijder pro rato daarinne soude behooren te missen ende ingesien ’t selve onse stadt in aensien vande quote deselve daarinne competeerende soude praejudiciabel en nadeeligh wesen, soo is verstaen, dattet selve allesints sal werden voorgekomen ende sijn ten dien eijnde gecommitteert, als gecommitteert werden bij desen, de heeren borgemeesteren Van Hooft en Bercheijck omme deswegen gemelte heeren superintendenten t’ Utrecht te begroetten, ten eijnde allesints dese stadt in haar recht niet verkort nemaer volkomentlijck daarvan jouiseere ende tot onderhoudinge vanden predickdienst geniette gelijcke somme als van tijt tot tijt sonder eenige intermissie genootten heeft ende dat dominus Pieck sal werden versoght omme dese commissie mede bij te wesen. Aert Gerritsz Jouwer bij requeste hebbende versoght, dat als borger deser stadt mochte werden ingeschreven, is het selve hem geaccordeert. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis Klerck, syndico & senatore, & Wijckerslooth, scabino. [112] Solis 22en februarij 1680. De politie door den heere hooft officier Smissaert weder geconvoceert sijnde omme te exhibeeren de electie vande magistrature bij sijn hoogheijt gedaen, is gebleecken wtte hier vorens staende nominatie te sijn aengestelt voor desen jare 1680 de navolgende persoonen, Tot borgemeesteren Mr. Gerard Bercheijck Mr Johan Cupius Schepenen Rijck van Hooft Johan Vonck van Lienden Johan van Gilsen Henrick de Vriendt Johan van Varick

73

Herman van Aelwijck Pieter van Hoeven Raden Mr. Fredrick Klerck Dr. Johan van Wijckerslooth Gerrit Verweij Johan van Geijn Godart Cupius Thomas Bercheijck Adriaen van Wijck Allart van Laar Tot cameraar en kerckmeester Gerrit Verweij Gasthuijsmeester en weesmeester Allart van Laar [113] Rapporteerde voorts den heere borgemeester Van Hooft als gecommitteerde neffens den borgemeester Bercheijck, dat haar edelen achtervolgende ende in voldoeninge van derselver commissie van den 14en deses ten fine als breder daar bij vermelt met den heere predikant Pieck, die mede daar toe versoght was, hebbende vervoeght naar Utrecht, aldaer de heeren Van Schonauwen ende Schadèe als superintendenten vanden convente van St. Agnietten alhier hadden wesen begroetten ende haar hooghedelen het geresolveerde vande heeren hare principalen bekent gemaeckt dat nae eenige ter weder zijden gevallene debatten eijndelijck was verstaen, dat den rentmeester van den voorschreven convente soude werden aengeseght, dat gelijck voor desen souden hebben te continueeren omme den cameraar inder tijt te betalen de vijff hondert vijff ende twintigh gulden, dese stadt tot betalinge der predikanten wt den selven convente voor haar quote competeerende ende sijn gemelte heeren gecommiteerden voor hare goede debuoiren bedanckt. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis Klerck, syndico & Wijckerslooth, scabino. Martis 9en meert 1680. Rapporteerde den heere borgemeester Bercheijck als een mede gecommitteerde ter jonghstlede beschrijvinge, dat ter vergaderinge van haar edele mogenden gehouden den . . deses hebbende bijgewoondt, aldaar verscheijde voorslaegen van nieuwe middelen en impositien waren gedaen, waar wt soude connen vervallen den taux waarop dese provintie inden ordinaren staet van oorloogh over desen voorschreven jare stonde aengeslaegen alsmede de extraordinaire petitien daar bij gedaen dattet selve de novo was gestelt in handen vande heeren voorheenen gecommitteert tot examinatie van gemelte poincten van beschrijvinge omme de gemelte projecten naerder te examineeren ende alsdan daar van te rapporteeren ten eijnde ’t selve ingenomen sijnde voorts tot een finale resolutie soude werden geprocedeert.

74

Dat mede de poincten van moderatie, die wierden voortgebracht bij de stadt ende steden, waar nae op’t gevoeghlijckst ende tot de minste laesie van een ijder sijn recht ende privilegien het jachtgericht soude connen werden vastgestelt, insgelijcks gestelt [114] sijn in handen van gecommitteerden ten fine als boven dat de vergaderinge van dien daege daarmede ten eijnde gelopen sijnde des daaghs daaraen in deselve sigh weder hebbende vervoeght, doenmaels was verstaen ende het daar bij ware gebleven, dat eerstcomende donderdagh (jegens welcken tijt gemelte heeren gecommitteerden haar edelen souden bequaem vinden omme van haar edelen commissie te doen rapport) soo ’t een als ’t ander poinct der beschrijvinge respectivelijck soude werden afgehandelt. Dat mede ter selver vergaderinge ingekomen ende gelesen sijnde ’t requeste bij de heeren regeerders deser stadt gepraesenteert waar bij sijn versoeckende afschrijvinge van’t geene aen haar edele mogenden comptoir van’t familiegelt over de jaeren 1675 en 1677 noch is verschuldight, het selve mede was gestelt in handen vande heeren Van Cattendijck, Schoonauwen ende De Gruijter omme met de heeren vande finantie ’t selve te examineeren ende dienaengaende te rapporteeren. Ende dewijle de vergaderingh van haar edele mogenden daar mede op reces was gescheijden tegens eerstcomende donderdagh sijn beijde de heeren borgemeesteren Bercheijck en Cupius de novo gecommitteert, als gecommitteert werden bij desen, deselve vorders gedurende de beschrijvinge bij te woonen ende aldaar te helpen delibereeren ende resolveeren invoegen als de voorhenen ten desen eijnde gegevene commissie is mede brengende. Op de ingekomene doleantien van Joost de Bruijn, schipper alhier, van dat bij ’t schippers gilt (ter saecke van seeckere praetensie die sustineerden op hem te hebben) eenigh goet wt sijn huijsinge was gehaelt, sijn en werden bij desen versoght ende gecommitteert beijde de heeren borgemeesteren omme den selven neffens de gildemeesters op desen te hooren ende voorts daar omtrent te doen als sullen bevinden te behooren. Sijn mede aengestelt voor desen jare 1680 tot vennot gasthuijsmeester den procureur Bercheijck ende tot vennot weesmeester den procureur Van Wijck sijnde de vennot kerckmeesters over den selven jare gecontinueert. [115] Werden vorders mits desen versoght en gecommitteert beijde gemelte heeren borgemeesteren neffens den oudt borgemeester ende sijndicus Klerck omme een geraisonneert bericht op te stellen tegens het requeste op de naem vande buurmeesteren in Venendaell aen haar edele mogenden de gedeputeerden vande Staten deser provintie gepraesenteert ende het selve in de eerste vergaderinge van haar edele mogenden overtebrengen. Praesentibus omnibus exceptis Klerck, syndico, Van Hooft, scabino, Van Geijn, Cupio, Van Wijck & Van Laar, senatoribus.

75

Martis 23en meert 1680. Hebben de heeren gecommitteerdens tottet coucheeren ende opstellen van een bericht op’t requeste op de naem vande buurmeesteren in Venendaell aen haar edele mogenden de Staten deser provintie gepraesenteert het voorschreven bericht ingebracht ende gedaen lesen mettet welcke men sigh heeft geconfurmeert ende verstaen dattet selve ter eerster vergaderinge van opgedachte haar edele mogenden sal werden ingedient bij forme van missive luijdende als volght. Edele mogende heeren, Tot bericht op de requesten udele mogenden gepraesenteert op de naem vande buurmeesteren ende opgeseettenen van Venendaell de eerste van date den 5en augustij 1679 ende d’andere van dato den 27en februarij 1680 dient, dat wij ons niet en konnen bevroeden, dat deselve requesten met kennisse van alle de buurmeesteren ende in en opgeseettenen van Venendaell sijn gepraesenteert dewijle deselve buurmeesteren voor ’t expireeren vande stadts imposten sijnde den lesten januarij 1680 lestleden van ons alle onse stadts pachtingen over Venendaell in continuatie hebben versoght ende verkregen sonder in’t minste over de geseijde verhoginge te queruleeren ofte eenige mentie van eenigh requeste aen uedele mogenden gepresenteert, te maecken veel min dattet selve requeste ons soude wesen geinsinueert ofte gebleecken als omtrent [116] eenige weecken daar nae ten welcken tijde ’t selve onder andere papieren achterbax in handen vanden gerechte alhier is gekomen, sulcx dattet een onbeschaamde onwaerheijt is ’t geene sijlieden bij haar twede requeste derven mentioneeren, dat naedat het voorschreven requeste in handen van ons gerechte was gekomen wij de novo de middelen daar bij vervath souden hebben verpacht soo gelijck voorschreven deselve buurmeesteren geadsisteert met eenige ingeseettenen de continuatie van deselve pachtingen wt eijgener vrijwilligheijt hebben versoght ende vande volle magistraet verkregen, wij derhalven niet anders en konnen geloven als dat de voorschreven requesten sijn gepresenteert bij eenige moetwilligen ende oproerigen inden dorpe tegen ons hare wettige magistraet waarvan eenige vandien voorleden jare haar soo verre hebben vergeetten datse haar het gesagh van onse stadt hebben soecken te onttrecken ende den dorpe daar mede over de hondert rijxdaelders aen gijselkosten hebben aengedaen, willen wij dan niet anders vertrouwen off uedele mogenden sullen die praetense supplianten van de handt nae haare wettige overheijt wijsen ofte ten minsten, alvorens hieromme te disponeeren, die van Venendaell ordonneeren deselve requesten met hare eijgene handen te teeckenen, ’t welck geschiet sijnde, sullen wij alsdan uedele mogenden soo klaer als de middaghsonne berichten, niet alleen dat wij tot de geseijde verhoginge wel sijn gerechtight geweest, maar oock verthoonen dat die van Venendaell onder onse stads vrijheijt behooren daarinne noch qualijck het derdepart vanden impost op de bieren de stadt volgens d’ordonnantie vande generale middelen van dato den 10en meij 1627 competeerende ende noch minder op de wijnen lasten ende alsulcx met haar seer gratueiselijck om de naeburigheijt met die van Gelderlandt gehandelt ende ons eijgen gerechtigheijt ten haren aensien noch merckelijck te kort doen, daar ter contrarie die van Elst, Achterbergh ende Grebbe mede onder onse jurisdictie woonende alles ten vollen

76

moetten betaelen. Dit uedele mogenden voor een praeliminair bericht toevoegende, beveelen wij uedele mogenden etcetera. [117] Mede voorgebracht sijnde, dat verscheijde klachten waeren aengedient, dat bijsonderlijck in Venendaell geen behoorlijcke mate en gewichte en wierde gebruijckt en alsoo daarinne diende te werden voorsien, soo sijn versoght en gecommitteert, als versoght en gecommitteert werden bij desen, den substituijt schout, schepen Van Geijn, ende den oudt schepen Verweij omme het selve alomme te visiteeren ende daarop soodanigh te reguarderen ende ordre te stellen ten eijnde niemant daarbij en werde verkort. Gelijck mede verstaen is dattet graven vanden turff over desen jare 1680 publiecquelijck heden over acht daegen sal werden aenbestaeijt op den stadthuijse alhier ten welcken eijnde het selve bij publicatie ende affixie van billietten soo inde stadt als in Venendaell sal werden bekent gemaeckt. Mede gehoort sijnde de propositie bij den heere hooft officier Smissaert op ’t versoeck vanden heere Eppinger commandeerende ’t regiment guarde dragonders van sijn hoogheijt den heere prince van Orange alhier in guarnisoen leggende, gedaen van dat (dewijle sijn hooghgedachte nu over een weeck à drie mettet regiment voor dese somer soude vertrecken naar Breda) sijn hooghgedachte in faveur der borgeren alhier soude procureeren dat oock voor den tijt van haar wtwesen haarlieden het ’s lants servies soude werden gevalideert, des daar mede mochte wesen gecompenseert de twee stuijvers die sijn hooghgedachte ten respecte vande gemaeckte reductie der servicie penningen op ijder dragonder weeckelijcks boven noch het overblijvende servies hadde belooft ende het geene te deser tijt toe daarvan was verschuldight alsoo ’t selve servies verre meer soude importeeren als de voorschreven bijlaege van twee stuijvers, soo sijn gecommitteerden den heere hooft officier Smissaert met beijde de heeren borgemeesteren Bercheijck en Cupius neffens de oudt borgemeesteren Van Hooft en Vonck van Lienden omme eenige voornaeme borgeren deser stadt voor haar edelen te doen ontbieden ende daar opte hooren ende dienaengaende te rapporteren. [118] Is mede geaccordeert commissie op den heere Bercheijck als eerste borgemeester omme den tour wegens dese stadt, sullende ingaen met den eersten april deses jaars 1680, ter vergaderinge van haar edele mogenden de gedeputeerde Staten deser provintie waartenemen. Werden noch bij desen versocht en gecommitteert beijde gemelte heeren borgemeesteren en oudt borgemeesteren respectivelijck neffens den cameraar omme met den eersten de veervrou Geertjen Voncken te doen passeeren de obligatie van haar achterstallige pacht van’t veer. Is mede gerenoveert, als gerenoveert wordt bij desen, de resolutie den 23en meert van voorledene jaar ende oock te bevorens genomen nopende de aenbrenginge ende prompte betaelinge van de tertien der vicarijen alhier binnen dese stadt

77

gefundeert sijnde ende dat binnen tijde als bij de voorschreven resolutie is geëxpresseert op pene dat achtervolgende d’acte off resolutie van haar edele mogenden de Staten deser provintie deselve vicarijen in’t geheel ten voordeele vande kerck sullen werden aengeslaegen, werdende tot den ontfanck vandien geauthoriseert Gerard Verweij als kerckmeester. Is ingekomen ende gelesen seecker requeste bij Dirck Jansz van Lienden ende Jannichje Verweij, echtelieden, gepresenteert, daarbij te kennen gevende en versoeckende, dat (alsoo haarlieden brouwerije alhier inde stadt staende ende die hadden vercocht aen Gerrit van Driel legalijck was geaffecteert voor ’t geene de twee voorkinderen vande voornoemde Jannichje Verweij geprocreëert bij Jan van Lockerenbergh sijn competeerende voor haar voorschreven vaders goet ende deselve de voorschreven brouwerije volgens de coopconditien gehouden waren te leveren sonder eenige belastinge) alsulcx voor ’t voorschreven legael hijpoteecq mochte werden ontslaegen, presenteerende in plaetse vandien specialijck te verbinden seeckere boomgaerdt gelegen inden dorpe van Lienden alwaar naest gelandt is Henrick van Eck, welck versoeck nae ingenomene informatie de supplianten is geaccordeert, des daar van acte van verbandt in behoorlijcke forme sullen hebben wtteleveren en alhier doen registreeren hebbende sigh vorders schepen Verweij voor d’insuffisantie van den selven bogaert off hijpoteecq geconstitueert borge sijnde alsulcx de voorschreven brouwerije van’t gementioneert verbandt ontslagen, gelijck ontslagen werdt bij desen. [119] Jan van Brenck als pachter van dese stadts impost vande twee gulden op de ton bier bij den tax gesleetten werdende boven gestaen ende gehoort sijnde, is goetgevonden te interdiceeren, als geinterdiceert werdt bij desen alle brouwers inde stadt eenigh bier voor de weerden off tappers alhier te laten wt hare brouwerijen in vaten, ten zij alvorens haar gebleecken sij, dat den voorschreven pachter sijn gerechtigheijt volgens de conditien van verpachtinge daar van hebbe genootten ofte andersints sij gecontenteert op pene van 25 gulden bij ijder contraventeur deses t’elckens te verbeuren, verstaende dat den deurweerder Lijster dese aen de voorschreven brouwers sal insinueeren. Werden noch versoght en geauthoriseert de heeren borgemeesteren Bercheijck ende Cupius neffens de oudt borgemeesteren Van Hooft en Vonck van Lienden omme de cohiere waarnae de drie jaren vande 10 stuijvers per mergen die ten voordeele van dese stadt sijn afgeschreven te visiteeren ende deselve is’t nooth voorts sodanigh dresseeren als sullen bevinden te behooren, lastende en authoriseerende voorts den secretaris Cornelis Klerck omme met de inninge vanden restanten sonder wtstell, selfs met reale executie voorttevaeren. Praesentibus omnibus exceptis Klerck, sijndico. Huijden den 30en meert 1680 heeft den cameraar Gerard Verweij het graven van ijder daghwerck torff voor dese jare 1680 aengenomen voor ses gulden en ses stuijvers op conditie als in’t boeck van verpachtinge is te sien. Actum utsupra praesentibus Bercheijck, consule & Wijckerslooth, senatore. Lunae 30en april 1680.

78

Heeft den heer borgmeester Bercheijck gedaen rapport van’t gebesoigneerde ter vergaderinge van haar edele mogenden de Staten deser provintie gedurende de beschrijvinge sijnde dat nae ter opgedachte vergaderinge gehoort ende gedaen was de lecture van de ordonnantie [120]

instructie op de jacht en jachtgericht in dese provintie soo deselve bij sijne hoogheijt den heere prince van Orange nader sijn geëxamineert ende in eenige poincten gedresseert ofte gemodereert de heeren vande twee voorstemmende leden hadden verklaart haar deselve en in dier voegen die sijn leggende in allen deelen wel te laeten gevallen, edogh dat de heeren gecommitteerden vande stadt Utrecht daar op hadden gedaen aenteijckenen der selver resolutie gelijck insgelijcks de stadt Amersfort met welcke de heeren gecommitteerdens deser stadt haar hadden geconformeert, luijdende deselve als volght.

Extract uijt de resolutie van de edele heeren borgemeesteren en vroetschap der stadt Utrecht

Woensdagh den 25e februarij 1680

De vroetschap heeft nae serieuse deliberatie ende omvrage de heeren borgemeesteren ende gecommitteerdens ter beschrijvinge geauthoriseert ter vergaderinge van haar edele mogenden communicative met de heeren vande voorschreven leden te helpen arresteeren de ordonnantie ende instructie op de jacht ende jachtgerichte, maar sullen haar edelen voor stadts opinie te gelijcken laetten aenteeckenen, dat de vroetschap in’t poinct van crimineele jurisdictie soodanigh recht en privilegie reserveert als de stadt Utrecht van outs ende onbedenckelijcke tijden heeft gecompeteert.

Extract uijt het dagelijcx resolutieboeck vande heeren regeerders der stadt Amersfoort

Den 8e martij 1680

Gehoort het rapport vande heeren borgemeesteren en andre gecomitteerdens ter beschrijvinge van haar edele mogenden concerneerende de jacht ende aenstellinge van’t gerecht over dese provintie, mitsgaders reglement ende instructie daar over geformeert ende gedresseert, is naar serieuse deliberatie daar over gehouden goetgevonden en geresolveert de heeren rapporteurs te gelasten als gelast worden bij desen omme mede te helpen arresteeren d’ordonnantie op de jacht onder alle sodaene conditien, prerogativen ende preëminentien als in ende over de stadt Utrecht dienaengaende sal worden genootten ende dat het poinct crimineel over de borgers en inwoonders deser stadt sal blijven als van outs.

[121]

Dat mede ter opgedachte vergaderingh naedat alvorens daar op was ingekomen het hooghwijs advijs van sijn hoogheijt den heere prince van Orange unanimiter was gearresteert en ingewillight een nieuw middel waar bij alle militaire officianten aen derselver ordonnantien van betaelinge haerder soldije soude werden gekort 6 percent aenvanck te nemen met desen lopende jare 1680 ende dat boven dien alle nieuwe nae desen aentekomene officieren een volle maent gagie sullen moetten missen, blijvende de vordere voorheene gegevene middelen in train als in

79

voorledene jaere wtgesondert ’t familiegelt, waar mede soude werden gesupersedeert ter tijt ende wijlen toe de restanten vande vorige jaren effectivelijck sullen wesen geint.

Mede gehoort sijnde ’t rapport vande heeren gecommitteert sijnde geweest tottet visiteeren vande maten en gewichten in Venendaell, sijn deselve bedankt voor de goede aldaer bij haar edelen gestelde ordres ende werden haar edelen vorders versoght ende gecommitteert omme insgelijcks alsulx allomme inde stadt te doen.

Is nog ingecomen ende gelesen een request van Gerrit van Driell, daar bij is versoeckende authorisatie op ijmant wt de vergaderingh omme neffens Dirck Jansz van Lienden ende Jannichje Verweij, echteluijden, aen hem suppliant tot desselfs securiteijt te doen transport vande brouwerije bij hem vande voorschreven echteluijden gecocht ende benevens dien dewijle voorheenen bij appoinctement staende op ’t request bij de voorschreven echteluijden gepraesenteert de geseijde brouwerije van’t legael hypotheecq ’t welck de voorkinderen vande voormelte Jannichje Verweij geprocreërt bij Lockerenbergh voor haar vaders goedt daar op waren hebbende, was ontslagen onder conditien van inde plaets van dien weder te moetten verbinden seeckeren boomgaert gelegen inde Marsch ende daar van acte alhier ter registre te doen brengen dat alsulx de voorschreven verbintenisse in sodanige bestendige forme mochte geschieden waar door hij suppliant mochte gevrijdt wesen van alle naemaninge dienthalven, is daarop geappoincteert als volght.

[122]

De magistraet der stadt Rhenen gesien hebbende d’acte van vestenisse ende borgstellinge in confomitè vande gegevene apppoinctemente staende op’t request bij Dirck Jansz van Lienden en Jannichje Verweij, echteluijden, gepresenteert in behoorlijcke forme te sijn gepasseert en geregistreert, insereeren alsulx haar edele achtbaren gemelte appoinctemente authoriseerende vervolgens beijde de heeren borgemeesteren omme als oppermomboiren der onmundigen neffens de voorschreven echteluijden het gerequireerde ende bij desen versochte transport te doen en luijt de voorgeroerde acte verbeterus als volght.

Wij Dirck Jansz van Lienden ende Jannichje Verweij, echteluijden, wonende inde heerlijckheijt vande Marsch doen kondt ende bekennen voor ons ende onse erven, dat wij volgens den appoinctemente vande magistraet der stadt Rhenen op onse requeste verleent den 23e meert 1680 tot verseeckeringe van onse twee onmundige voorkinderen geprocreërt bij Jan van Lockerenbergh ende Jannichje Verweij voornoemt voor haar vaderlijck erff ende versterff volgens wtcoop daar van sijnde ende ter plaetse voorschreven geregistreert in plaets van onse brouwerije aen Gerrit van Driell verkocht, staende binnen de voorschreven stadt Rhenen tot een legael en speciaell hypotheecq stelle gelijck wij doen in kracht deses onsen boomgaert gelegen inde heerlijckheijt van Lienden daar oostwaarts Hendrick van Eck en de straet zuijden Aert Petersz, westwaarts Jan de Cruijff ende voorden dominee Warchterdorps erfgenamen ofte wie etc. omme daar aen te verhaelen sodaene somme van penningen als bij voorschreven wtkoop is geexpresseert. Ende ick Gerrit Verweij bekenne mits desen dat ick mij voor d’insufficientie van’t voorschreven onderpant gestelt heb be gelijck ick mij stelle bij desen tot borge en principaell onder de renuntiatie vande exceptie van excussie ende daar voor verbindende mijn persoon ende goederen ende deselve submitteerende onder verbant als naar rechten. Des t’oirkonde is desen onderteeckent op den 1e april 1680 en was

80

onderteeckent Dirck Janssen van Linden, Janniken Verweij, G. Verweij. In capite stont geregistreert ten signate vande heerlijckheijt van Lienden, den 4e april 1680 en was geteeckent D. van Rossendaell, secretaris. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis Cupio, consule, Klerck, syndico, Vonck van Lienden, De Vrindt & Van Hoeven, scabinis, Van Geijn, G. Kupius, senatoribus.

[123]

Veneris 22e meij 1680

In deliberatie geleght sijnde off men de onkosten gevallen inden processe bij de weduwe De Bruijn t’Utrecht voor den hove aldaer contra Cornelis Booonsaeijer, in sijn leven in qualitè als kerckmeester aengeheven ende die noch daegelijcks groter worden gemaeckt soude lijden gebracht te werden ten laste vande kercke alhier dan off d’erfgenamen vanden Boonsaeijer die in haar privéfonds hebben te lasten, sijn alvorens dienaengaende te resolveren, versoght en gecommitteert als versoght en gecommitteert werden bij desen den borgemeester Cupius, den syndicus Klerck ende den oudt borgemeester Vonck van Lienden omme de gedaene kercke reeckeningen vanden voorschreven Boonsaeijer te resumeeren en optenemen wat posten bij den selven ofte nu desselfs erfgenamen daarinne noch moetten gesuijvert worden ende wat boven dien haar alsdan noch sall aencoomen ende daar van te doen rapport omme daar op alsdan resolutie genomen te worden.

Is mede den dagh tottet teeckenen vande gedaene soo stadts als kercke reeckeningen gedespicieert ende aenbestent op eerstcomende dinghsdagh nae Pinxteren ende verstaen dat daarinne naer ordre sall werden geprocedeert.

Den borgemeester Bercheijck de vergaderinge mede hebbende gecommuniceert ende voorgedragen dat dewijle in deser stadts ordonnantie onder de pers was om gedruckt te worden off niet dienstigh soude wesen de reformatie mede in druck daar achter aen te voegen, welckers aengaende goetgevonden is te committeren als gecommitteert werden bij desen beijde de heeren borgemeesteren, den syndicus Klerck, den oudt schepen Verweij, Bercheijck en Van Wijck, raden, omme de voorschreven reformatie alvorens te revideren ende derselver consideratien van redres (soo nodigh vinden) ter vergaderingh intebrengen omme alsdan daar op geresolveert te worden, sulx men bevinden sal te behooren.

[124]

Werdt den weesmeester inder tijt bij desen geordonneert en geauthoriseert de verscheene ongelden vande huijsinge toecomende de onmundige kinderen van Willem Branden te betaelen tot voorkominge van alle onkosten.

Oock dienstigh geoordeelt sijnde te beraemen ende te arresteeren een reglement op de voer-, karluijden en schippers alhier als mede op derselver vrachtloon, sijn en werden bij desen versoght ende gecommitteert de heeren hier vorens gecommitteert tottet naesien deser stadts reformatie omme een concept daar van optestellen ende het selve ter eerste vergaderingh intebrengen.

Het versoeck vanden heer borgemeester Schagen tot Wijck, door den syndicus Klerck mondelingh voorgedraegen, omme te mogen werden vereert met een glas in sijn edele huijsinge tot Wijck, is ’t selve sijn edele neffens d’andre steden geaccordeert ende den cameraar geordonneert als geordonneert wert bij desen ’t

81

selve te betaelen. Praesentibus omnibus exceptis Hooft, Van Gilsen, De Vrindt & Aelwijck, scabinis, Wijckerslooth, Verweij & Bercheijck, senatoribus.

Veneris 4e Junij 1680

Is verstaen per missive aende heeren borgemeesteren en vroetschap der stadt Utrecht te versoecken dat haar edele achtbaren gelieven Willem van Paddenburgh den boeckdrucker die inde gedruckte exemplaren deser stadts ordonnantie buijtten eenige de minste aen ons gegevene praeadvertentie off kennisse hadde gevoeght een dedicatie met verscheijde incongruente en wanvoeghlijcke illatien en comparatien oock soodaene expressien van titulen die wij ons niet wilden hebben geadscribeert, op seeckere paene te ordonneeren ende daar toe

[125]

te houden ten eijnde de voorschreven exemplaren in manieren als vorens gedruckt, die bij hem souden mogen sijn vercocht ofte wtgegeven, weder hebbe intetrecken ende de voorschreven dedicatie daar wttenemen.

Gehoort sijnde het versoeck vande heer Matthias van Berck door de cameraar van Wijck ter vergaderingh voorgestelt van dat sijn edele als erfgenaem nomine uxoruis vande weduwe vanden predikant Diemerbroeck ten laste vande kercke alhier mochte werden gepasseert obligatie van’t geene hem in voorschreven qualitè wegens weduwelijck tractament noch was resterende ende aencomende, is goetgevonden in consideratie ’t selve is verschenen over de Franse jaren ende dat de voorschreven weduwe in die tijt oock haare wooninge niet alhier en heeft gehadt, te versoecken als versoght werdt bij desen den borgemeester Bercheijck omme dienaengaende met den heer Van Berck te spreecken ende te accordeeren.

Sijn mede de heeren borgemeesteren ende een ijgelijck vande leden der vergaderingh (wtgesondert die als auditeur over de extraördinaire reeckeningh bij den cameraar Van Geijn over de Franse jaren gedaen, hebben geseten) versoght en gecommitteert omme de voorschreven reeckeningh natesien ende daar van te rapporteeren.

Gelijck gemelte heeren borgemeesteren mede bij desen werden versoght ende gecommitteert omme neffens den cameraar de stadts putten te visiteren ende opt spoedighste ’t geene nodigh is te doen repareeren, sullende mede bedacht werden om middelen op wat wijse de putten vorder tot pompen gemaeckt sullen worden ende ten dien eijnde een ander pompemaecker van Utrecht ende Thiel werden ontboden. Praesentibus omnibus.

[126]

Mercurij 26e Junij 1680

Den borgemeester Bercheijck hebbende voorgebracht een missive vanden pander Woudenbergh met een bijgevoeghde specificatie van kosten gevallen in de saacke van joffrouw De Bruijn t’Utrecht tegens Cornelis Boonsaeijer, in sijn leven als kerckemeester voor den hove van Utrecht geintenteert, is verstaen dat dienaengaende met de erfgenaemen vanden voornoemde Boonsaeijer sal werden gesproocken.

Is mede gerenoveert als gerenoveert werdt mits desen de commissie den 8e november 1676 op den heere hooft officier Smissaert verleent, werdende sijn edele

82

mitsdien alsnoch versoght ende gecommitteert de voldoeninge van’t geene den 25e december 1673 door ordre vanden heere grave van Hornes aen de troupen doenmael bij de Grebbe gecampeert, is gelevert bij haar edele mogenden de raden van Staten te procureren.

En sijn mede gecommitteert als versoght ende gecommitteert werden bij desen beijde de heeren borgemeesteren ende den syndicus omme ’t different tussen de respective borgen van Aelbert Jansz geresen bij middelen van accoordt is’t doendelijck bijteleggen. Praesentibus omnibus excepto Klerck, sijndico.

Mercurij 7e Julij 1680

Is ingekomen en gelesen seecker request vande hooghedel geboren joffrouwe Van Brederode, daar bij versoeckende dat den cameraar mochte werden geordonneeert aen haar edele te voldoen de achterstallige drie jaren interesse

[127]

van twee diverse capitalen, die ten laste vande stadt spreeckende hebben, dat tegens 5 per cento alsoo de renten niet en waren betaelt binnen ‘t ¼ jaars naar ijder verschijndagh ende boven dien de selve capitalen opseggende omme op d’eerst aenstaende verschijndagh te werden affgelost, is daar op geappoincteert als volght.

De magistraet der stadt Rhenen committeren bij desen beijde de heeren borgemeesteren ende den cameraar omme desen aengaende met de joffrouwe Van Brederode te spreecken ende is ’t doendelijck haar edele daar toe t’induceeren ten eijnde in aensien vande jegenwoordige constitutie van tijden de voorschreven gedenuntieerde capitalen op interesse mogen werden gelaetten.

Sijnde vorders gelesen de missive van beantwoordinge vande heeren borgemeesteren ende regeerders der stadt Utrecht op d’afgesondene van d’onse van date ende inhouden als volght.

Edele achtbare heeren,

Wij hebben uedele achtbare missive vanden 4e deser in onse vergaderinge gelesen ende hebben de heeren burgemeesteren aengenomen den drucker Paddenburgh daar over voor haar t’ontbieden ende rapporteren haar edelen dat hij sijn onnoselheijt seer omstandelijck hadde voorgedraegen ende versoghte ootmoedelijck excuijs vande onvoorsightigheden daarinne begaen ende dat alle d’exemplaren onder haar edelen hadde gelevert sonder eenige te behouden ende dat maar weinige hadde wtgegeven dewelcke alle sijn tot uedelen dienst. Wij willen vertrouwen dat uedele achtbaren aen dese onse debuoiren sullen genoegen nemen, sijnde vorder genegen in dese en andre voorvallen onse bereijtwilligheijt te thonen, hier mede edele achtbaren heeren beveelen wij uedele achtbaren inde protexie van Godt almachtigh, geschreven t’Utrecht den 19e junij 1680. Onderstont udele achtbare goede vrunden en naburen etcetera en getekent J. Quint.

[128]

En is eijndelijck bij den heer oudt borgemeester Wijkerslooth versoght een certificatie vande magistraet nopende de insolventie ende onvermogentheijt der persoonen vervath inde memorie bij sijn edele ter selver vergaderingh overgelevert omme haar verschuldighde huijs- en redemptie gelden te connen voldoen ten eijnde sigh daar van soude mogen dienen in’t versoecken van afschrijvinge van der selver

83

voorschreven verschuldighde aen haar edele mogenden de Staten deser provintie, die nae voorlesinge en examinatie vande voorschreven memorie sijn edele is geaccordeert en luijt als volght.

Wij, schout, borgemeesteren, schepenen en raden der stadt Rhenen doen condt en certificeren mits desen dat de persoonen in dese memorie gemelt sijn arme luijden gansch onvermogen omme het minste van haar verschulde ongelden te connen betaelen als het m eerendeel vandien vande arm meesters alhier werdende onderhouden. Praesentibus omnibus exceptis Bercheijck, consule, Klerck, syndico, Van Geijn & G. Kupio, senatoribus.

Jovis 8e julij 1680

Den heer borgemeester Cupius op gisteren hebbende gedaen de politie convoceren ende aldaar gecommuniceert dat aen sijn edele door een pander vanden hove van Utrecht was geinsinueert seeckere acte van taxatie ter somme van drie hondert twee ende ’t sestigh gulden gevolght op een declaratie van kosten bij den pander Vervoorn den selven hove ten fine voorschreven overgelevert tegens de magistraet deser stadt ende wt crachte vandien ware gesommeert tot betaelinge der voorschreven somme op pene van gijselinghe ende doenmaels daar

[129]

op niet sijnde geresolveert, heeft sijn edele wederom vergaderinge doen leggen omme over ’t voorschreven poinct nader te delibereren ende resolvereren. Soo is verstaen ende goetgevonden tot voorkominge en vermijdinge van alle vordere onkosten te versoecken ende te committeeren als versoght en gecommitteert werdt bij desen gemelte heer borgmeeester Cupius omme sigh op ’t spoedigste te begeven naar Utrecht ende aldaar tegens de voorschreven sommatie in oppositie te komen ende voorts inmiddels omtrent de voorschreven saacke soo bij haar edele mogenden de gedeputeerde Staten als daar sijn edele sal te rade worden alles te effectueeren als met advis van rechtsgeleerden die daar toe sall gelieven te assumeeren ten dienste vande stadt bevinden sall te behooren.

Ende alsoo Wouter Jansz als pachter van een gedeelte der kercke bouwinge Remmerten sijne pachtjaren die wt crachte van pachtcedulle daar aen noch was hebbende op approbatie vande heeren vande magistraet hadde overgedaen aen Geert Willem Alardt ende Cornelis Ewidden, die oock gesamenlijck en ijder van dien in’t bijsonder als principale pachter de voorschreven jaren hebben overgenomen en nemen over bij desen met versoeck van de voorschreven approbatie en condemnatie als ’t behoort, is de voorschreven overdoeninge in voegen als vorders geapprobeert als geapprobeert werdt mits desen ende alsulx den voorschreven Wouter Jansz vande pacht ontslagen, werdende de voornoemde nieuwe pachters ijder in solidum inde inhouden der gemelte pachtconditien geconditioneert ende der selver persoonen ende goederen daar voor verklaart verbonden ende executabel.

Is mede verstaen dat twee paer braseletten off hantkluijsters sullen werden gemaeckt tot betaelinge vande welcke den cameraar bij desen werdt geauthoriseert. Praesentibus omnibus exceptis G. Bercheijck, consule, Klerck, syndico, Van Geijn, G. Kupius, Van Wijck & Van Laar, senatoribus.

[130]

84

Martis 13e julij 1680

Rapporteerde den heer borgemeester Cupius dat achtervolgende de commissie op sijn edele den 8e deses jongstleden gedecerneert t’Utrecht met den advocaat Van Cleef over ’t poinct commissoriaell breder ter voorschreven daege genotuleert, hadde geadviseert en dat daar op goetgevonden hadden de surcheantie bij haar edele mogendheden de gedeputeerden tegens de procedure vanden pander Vervoorn ten hove jegens de magistraet alhier aangeheven, verleent te sien bekomen, edogh dat onaengesien alle aengewende debuoiren deselve niet hadden konnen wtvinden off machtigh werden ende nadien oock geene vergaderingh van Staten voor handen was ende alsulx voor die tijt daarinne niets verders conde werden wtgewerckt, hadde daeromme gemelte heer Van Cleeff met alle nodige instructien versien ende voorts bij sijn vertreck de directie van de saecke aen hem op ’t hooghste gerecommandeert gelaetten en insonder omme de voorschreven surcheantie als gantsch nodigh ter eerster vergaderingh van opgemelte haar edele mogenden de Staten alsnoch te versoecken.

Mede gehoort sijnde ’t rapport vande heeren te bevorens gecommitteert omme naetesien de extraördinaire reeckeningh vanden cameraar Van Geijn over de Franse jaren gedaen ende daar wt verstaen dat in deselve waeren gestelt veele posten die op d’ordinaire reeckeningh dienden te sijn gebraght, soo is goetgevonden (alvorens die te teeckenen) dat den rendant binnen den tijt van 14 daegen wt de voorschreven extraördinaire reeckeningh sal hebben te lichten alle die posten die als ordinair moetten werden geconsidereert ende daar van een aparte reeckeningh te formeeren off dat

[131]

bij gebreecke van sulx mettet teeckenen ende sluijtten vande andre soo stadts als kercke reeckeninge sall werden voortgegaen.

Is mede verstaen dat alle politicque resolutien die noch niet geregistreert sijn, sullen werden nagesien waar toe bij desen werden versoght ende gecommitteert beijde de heeren borgemeesteren Bercheijck en Cupius, den oudt borgemeester Wijkerslooth, de raden Verweij en Bercheijck gesamentlijck ofte eenige vandien die daar toe ’t best sullen connen vaceeren omme vervolgens aldaer ter registre te werden gebraght, injungeerende ’t selve den secretaris te doen binnen den tijt van ses maenden nae desen op pene van missinge van desselfs tractament.

Gelijck mede noch versoght ende gecommitteert sijn gemelte heeren borgemeesteren en cameraar omme de gaten die door den harden regen in de wegh tussen dese stadt ende Remmerten sijn ingelopen en waar door deselve nauwelijcks bruijckbaar sijn, weder door de geërfdens daar toe plichtigh sijnde, te laten vullen ende gelijck maken. Praesentibus omnibus exceptis Klerck, sijndico, Van Hooft, Vonck van Lienden, scabinis, Van Geijn & G. Kupius, senatoribus.

Veneris 16e julij 1680

Marrighie, doghter van Willem Branden, voor haar selven ende mede in naeme ende van wegen haare suster en broers te samen voorkinderen bij Hermtje Willems verweckt, hebbende versoght dat in voldoeninge van derselver moederlijck goedt haarlieden bij acte van

85

[132]

wtkoop van dato den 6e junij 1657 bewesen haar in eijgendom mochte werden gelaetten het landt genaempt Den Donderbergh, is de voorschreven acte van wtkoop daar op naegesien sijnde ’t voorschreven versoeck haar geaccordeert. Des sullen hebben sorge te draegen voor de betaelinge der ongelden daar van verschuldight ende waar voor ’t selve landt op heden staet te werden verkocht, blijvende boven dien gehouden de kercke te ontheffen van sodaene ongelden als vande kercke weijde inde Nude (ende waar van dienselven Willem Branden is bruijcker geweest) voor date vanden gemelte wtkoop verschenen ende alsnoch te betaelen sijn, des daar tegens ’t weeshuijs (in aensien de opvoedinge der vier onmundige naekinderen bij Willem Branden voornoemt naegelaetten t’harer laste heeft genomen) in eijgendom sall behouden het huijs met bergh, schuijr ende twee hoven daar bij en aen gehorende.

Vorders bij de heeren commissarisen voorgedraegen sijnde dat tegens heden morgen ten acht uren waren geladen ten versoecke vanden exploicteur Braemhorst omme te sitten over de verkopinge vande kercke gasthuijs en weeshuijs goederen alhier voor de verschulde schult ende schellgelden die een merckelijcke som sijn bedraegende, is dienaengaende goetgevonden (alsoo de bruijckeren vandien deselve moetten afdoen) gemelte Braemhorst te versoecken, dat met de verkopinge den tijt van 8 dagen alleenlijck supersedeere met vaste toesegginge dat haar edele achtbaren de bruijckeren derselver landerijen daartoe sullen houden oock selfs met executie dat binnen tijde voorschreven de daar op verschuldighde ongelden promptelijck werden voldaen. Praesentibus omnibus exceptis Smissaert, praetore, & J. Kupio, consule.

[133]

Jovis 22e julij 1680

Is gelesen seeckere missive van aenschrijvinge van haar edele mogenden de gedeputeerden vande Staten deser provintie, gedateert ende luijdende als volght.

Eersaeme Vrome

Bij de edele mogenden heeren Staten ’s Lants van Utrecht ter beschrijvinge op den 1e aprill jongstleden, weder vastgestelt ende geresolveert sijnde bij continuatie voor den tijt van een jaar te consenteeren inden opheff vande thien stuijvers per mergen, mitsgaders in een dubbelt huijsgeldt, hebben wij goetgevonden ulieden mits desen te lasten ende t’ordonneeren de voorschreven thien stuijvers per mergen en dubbelt huijsgelt van alle de landerijen en de huijsen onder desselfs schout ampte resorteerende te innen ende t’ontfangen op sodaenen voet als in de voorledene jare

desen aengaende is geobserveert, mitsgaders ter comtpoire te brengen in conformitè van haar edele mogendheden ordonnantie van den 14e martij 1679 lestleden, waar toe ons verlatende, blijft Gode bevolen, geschreven t’Utrecht den 9e julij 1680 en was geparapheert H. Rosa. Onderstont ter ordonnantie vande gedeputeerden vande Staten ’s Lants van Utrecht en was geteeckent J.V. Luchtenburgh.

En sijn daar op de heeren voorschreven gecommitteert tottet redresseeren vande cohiere vande thien stuijvers per mergen, de novo versoght ende gerecommandeert haar edele commissie op ’t spoedighste te willen voltrecken ende voorts den heere

86

Wijckerslooth als ontfanger van’t huijsgelt de invorderinge van’t dubbelt huijsgelt aenbevolen gelaetten.

[134]

Ende is mede geresolveert op de klachten vande veervrouw, dat alle die geene alhier niet actuelijck en woonen het veergelt sullen moetten betaelen als vreemde passagiers volgens de laetst gearresteerde verhoginge. Praesentibus Smissaert, praetore, G. Bercheijck, consule, Van Hooft, Van Varick, Van Hoeven, scabinis, Wijckerslooth & G. Kupius, senatoribus.

Jovis 12e augustij 1680

Heeft den borgemeester Bercheijck voorgebraght ende gedaen lesen seeckere missive van den procureur De With t’Utrecht, houdende speciael versoeck van te mogen hebben voldoeninge van sijn overgesondene specificatie van salaris en onkosten soo bij hem als den pander De With verdient en gevallen inde saacke van Joffrouw De Bruijn etc. de kerckmeesters alhier ten hove geintenteert sijn tot voorkominge van alle vordre onkosten, versoght ende gecommitteert als versocht ende gecommitteert werden bij desen den borgemeester Bercheijck ende den kerckmeester Verweij omme (aengesien soo veele penningen jegenwoordigh niet in kassa sijn) soo veele als de voorschreven specificatie is bedraegende voor een maendt a twee op crediet vande stadt bij leninge te sien bekomen, waar toe mede sall dienen ’t geene noch als rest van coopspenningen vande vercochte huijsinge van Jacob Eersen onder den secretaris als geconfigueert is berustende en is wijders gemelte kerckmeester Verweij gecommitteert omme t’Utrecht met den voorschreven De With aengaende sijne voorschreven pretentie te accordeeren ende vervolgens voldoen.

[135]

Opt requeste vande geërfdens met hare hoven buijtten de Berchpoort gelegen aen beijde de kanten vanden afwegh lopende nae den Rhijn, daar bij versoeckende alsoo het regenwater als’t regent met sodaene gewelt daar compt afvloeijen dat niet alleen den voorschreven wegh onbruickbaer maeckt nemaer oock door hare hoven heen lopende deselve groote schade toebrenght dat alsulx haar moge werden gepermitteert buijtten kosten vande stadt ’t selve te mogen leijden inde droge gracht ende daar toe den wegh te bequaemen, als mede op’t versoeck van Gerrit Bolderman bij deselve requeste gedaen, tendeerende omme in erfpacht te mogen hebben seecker hoecktje aenden lincker zijde vanden wtganck vanden voorschreven poort daar jegenwoordigh Post sijn messen heeft leggen, is geappoincteert. De magistraet der stadt Rhenen versoecken ende committeeren bij desen beijde de heeren borgemeesteren neffens den cameraar omme in loco te nemen oculaire inspectie authoriseerende wijders haar edelen omme alsdan vorders daarinne te doen ende te disponeeren sulx sullen bevinden dienstigh te wesen. Praesentibus ambobus consulibus Van Gilsen & Van Hoeven, scabinis, Verweij, Bercheijck & Van Laar, senatoribus.

Lunae 30e augustij 1680

Rapporteerde den heer borgemeester Bercheijck dat den 23e deses ter vergaderinge van haar edele mogenden de Staten deser provintie den heere houtfester heeft klachtigh geweest over den capitein Boeckholt, dat hem in’t

87

[136]

poinct van sijn officie t’onrecht soude hebben gequereleert en versochte mainctien ende dat daar op den hooftofficier der stadt Utrecht was geauthoriseert omme sigh te informeeren ten eijnde nae gedaene rapport vorder gedisponeert soude mogen werden als nae gelegentheijt van saacken sal bevonden werden te behooren.

Dat op de nominatie vande stadt Utrecht den heer Gerobulus in plaetse vanden heere Van Zuijlen is aengestelt tot heemraet van den Leckendijck.

Dat nopende ‘t 6e poinct van beschrijvinge is gedisponeert ende alsulx ijder der ontfangers der generale middelen jaarlijcks is toegeleijt voor tractament vier duijsent guldens sonder dat directelijck off indirectelijck meer sullen mogen genietten, sijnde de heeren gedeputeerden geauthoriseert omme dienaengaende eene instructie en eedt te formuleeren.

Dat nopende ’t poinct van wtvindinge van nieuwe middelen niet en is gedisponeert noch nopende het heere gelt noch nopende het beswaar van karossen en rijpeerden, edogh wtgestelt tottet naeste jaar.

Dat in aensien die van Hollandt tot

[137]

nadeel vande provintien van Gelderlant, Utrecht en Overijssel eenige waeren wt die provincien inde hare komende hadden beswaart de heeren gedeputeerdens sijn geauthoriseert omme de conferentie te hervatten met die van Gelderlant ende alsdan sonder overstemminge daarinne te disponeeren als ten dienste van dese provincie sullen bevinden te behooren.

Dat de heeren gedeputeerdens mede sijn geauthoriseert omme nopende ’t leggen van een nieuwe vaert door de ronde Veenen op Amsterdam te disponeeren, edogh sonder overstemmingh sulx sullen goetvinden.

Dat haar edele mogenden hebben geconfirmeert de sententie bij de gedeputeerdens tot voordeel van Vervoorn als schout van Lambroeck ende tot nadeel van eenen Brosch gewesen cum expensis utriusque instantie.

Dattet request bij de Portugiessen gepresenteert daar bij versoeckende vrije exercitie van haere religie bij de leden is overgenomen.

Dat den heere Ruijsch hadde gerapporteert dat op ’t begeeren van sijn hoogheijt sigh hadde gevonden tot Amersfort ende de swevende differenten hadde geassopieert.

Rapporteerde de kerckmeester Verweij dat

[138]

de onkosten gevallen in’t proces van juffrouw De Bruijn contra den gewesene kerckmeester Boonsaeijer ingevolge de vorige commissie met den procureur, pander en andere heeft afgedaen en betaelt.

Ende is den selven geauthoriseert omme het capitael ten behoeve van juffrouw De Bruijn te vestigen.

88

Is mede verstaen dat de penningen de onmundige kinderen vanden scheurboer ende desselfs onnosele dochter competeerende wtte koopspenningen vande scheur sullen werden geëmploijeert tot remboursement van’t voorschreven verschoth ende dat bij den kerckmeester ten behoeve vande voorschreven kinderen daar van sall wer den wtgegeven behoorlijcke obligatie tegens 5 percent en het selve in sijne reeckening verantwoordt als wtgegeven in minderingh van’t sloth vande reeckening vanden kerckmeester Boonsaeijer zaliger ende is daar op wtgegeven de volgende acte.

De magistraet der stadt Rhenen te bevorens sijnde gekomen dattet innocente doghter van Jan Willemsz vande scheur mette koopspenningen geprocedeert vande scheur gecocht bij den heer en meester Frederick van Beeck, oudt raedt inde vroetschap der stadt Utrecht, is aencomende de somme van drie hondert caroli guldens ende desselfs onmundige naekinderen de somme van een hondert guldens, ende geconsidereert sijnde dat bij ’t afsterven van den selven Jan Willemsz van de scheur

[139]

desselfs gemelte innocente doghter soude connen komen ten laste vande stadt ende daar op verstaen sijnde de bewilliginge van den voorschreven Jan Willemsz, soo is verstaen ende sijn de heeren borgemeesteren, beijde ofte een ijder vandien, bijsonderlijck geauthoriseert omme in naeme vanden heeren vande magistraet als oppermomboiren ende protecteuren vande innocenten ende wesen die selve penningen wt handen van gemelte heere Van Beeck te ontfangen ende den kerckmeester inder tijt ter handen te stellen den selven kerckmeester mits desen authoriseerende omme tegens den ontfanck der selver penningen (afgetrocken sijnde ’t geene deselve onnosele en onmundige tot onkosten van’t gedecideerde proces tot Lienden selfs van noden sullen hebben) tot derselver behoeve te passeeren behoorlijcke obligatie tegens vijff per cent jaarlijcks bij den rechts hebbende te ontfangen precies binnen drie maenden nae den verschijndagh, werdende de heeren borgemeesteren beijde ofte een ijder vandien in’t bijsonder mits desen geauthoriseert omme in naeme vande magistraet als oppermomboiren wegens de innocente ende onmundigen het gerequireerde transport ten behoeve vande opgedachte heere Frederick van Beeck te doen sulx het behoort mits mede betaelt werden de interesse vande voorschreven koopspenningen ’t zedert date vanden termijn verschenen voor soo veel die aen de selve niet betaelt en sijn.

Ende na dien niettegenstaende dese

[140] grootte hitte de dooden soo lange boven aerde werden gehouden ende dat verscheijdene inconvenientien ende sieckten daar wt te gemoet gesien werden, soo is verstaen, dat voortaen alle ende een ijgelijck haere dooden inde maenden juni, julij, augustij ende september sullen hebben te begraeven en ter aerde te brengen op den vierden dagh nae’t afsterven, den dagh vant afsterven inbegrepen op de boette van thien gulden bij den contraventeur ten behoeve van de kerck te verbeuren en dat dese allomme sal werden gepubliceert ende geaffigeert. Is mede verstaen, dat van daegh over 14 dagen, sullende wesen den 13en september, sal werden getreden tottet teeckenen vande gedaene reeckeningen ende

89

dat de respective rendanten sall werden aengeseijt de leges aende heeren op die tijt te betalen ofte dat andersints niet en sal werden geteeckent ende dat inmiddels door de heeren borgemeesteren den cameraar Van Geijn sall werden aengewesen de gerequireerde veranderingh in desselfs reeckening van’t extraördinaire tot het ordinaire. En sijn gecommitteert Van Hoeven, schepen en Verweij, raadt omme de gebreeckige in’t doen van hare reeckeningen aenteseggen dat se die sullen hebben te doen ende in’t korte te voltrecken. Op de requeste van den cameraar Verweij luijdende als volght. [141] Aende edele achtbare heeren regeerders deser stadt Rhenen Remonstreert reverentelijck den cameraar Verweij, hoe dat hij suppliant ’t zedert een jaar herwaerts ende noch is belast met meerderen ontfanck en wtgift ten behoeve van uedelen stadt als voor desen sonder dat hij suppliant daar voor, veel min voor sijn extraordinaris moeijte dagekijcks voorvallende ijets is profiteerende, twelck hij suppliant wel vertrout dat uedelen niet en begeert door dien uwedelen ordonnantie articule 29 expres seijt dat den cameraar voor sijn extraordinare moeijte sal werden geloont. Ende alsoo hij suppliant voor sijnen geheelen ontfanck, wtgift ende extraordinaire moeijte niet meer als tseventigh gulden jaarlijcx is genietende, daar indien hij suppliant gelijck ordinaris andre ontfangers den 20en penning trock ’t selve wel 250 gulden soude importeeren, soo versoeckt den suppliant dat maer in recompense vande voorschreven extraordinaire ontfanck ende moeijte mach werden toegeleijt het rantsoen vande nieuwe verhoginge op uedelen middelen ingewillight sullende ’t selve udelen stadt geensints beswaren ende hij suppliant sijnen dienst niet voor niet en behoorde te doen, twelck doende, etcetera. Sijn en werden gecommitteert bij desen beijde de borgemeesteren, den syndicus Klerck ende Van Hooft, oudt borgemeester en schepen, omme nae gedaene rapport gedisponeert te werden sulcx bevonden sall werden te behooren. [142] Is mede den syndicus geauthoriseert, omme optestellen eenen geraisonneerden brieff, waarbij haar edele mogenden sullen werden versoght, omme het 29e articule vande ordonnantie van’t hoff, rubriek Van Deurweerders en Panders, te interpreteeren ende alsulcx het different nopende den pander Vervoorn tussen dese stadt ende ’t hoff te decideeren, ten eijnde die bij den borgemeester bij dese vergadering overgelevert en surcheantie versoght werde. Praesentibus Smissaert, praetore, Bercheijck en Cupius, consulibus, Klerck, syndico, Van Hooft, Vonck van Lienden, Van Gilsen, De Vrindt, Varick, Van Hoeven, scabinis, Verweij & Van Wijck, senatoribus. Lunae 13e september 1680.

90

Rapporteerde den borgemeester Bercheijck, dat ter vergadering van haar edele mogenden de Staten deser provintie gehouden den 31en deses de saacke in cas de appel tussen den heere houtfester als geappelleerde ende enen Muijckes appellant sijnde bepleijdoijeert den selven Muijckes daarinne hadde gesuccumbeert cum expensis utriusque instantiae. Dat mede op ’t voorstel vanden heer Ruijsch was goetgevonden, omme de saecke raeckende eenen Westerfelt t’Amersfoort op de beste middelen bij accommodatie te beslissen, dat den selven Westerfelt requeste aen de heeren haar edele mogenden gedeputeerdens soude praesenteeren, die volkomentlijck daarinne vorder sijn geauthoriseert. [143] Dat mede gelesen was de missive bij dese vergadering aen haar edele mogenden overgesonden, concerneerende het different van den pander Vervoorn ten hove gemoveert tegens dese stadt ende dat eenparighlijck daar op was verleent surcheantie van vordere proceduren en verstaen, dat de heeren vanden hove neffens dese stadt deselve gravamina wederzijts souden hebben intebrengen omme vervolgens de versoghte interpretatie gedaen te werden. Rapporteerde wijders, dat met den borgemeester Cupius ende den cameraar Verweij de vrouwe Van Amerongen hadden wesen begroetten nopende den toll alhier ende Grebbe gegeven werden bij haar hooghedelachtbaarheid nu kortelingh verpacht ende deselve voorgedragen, dat dese stadt noch vier maenden pacht daar aen hadde, dat daar op haar hooghedelachtbaarheid hadde toegestaen dat vande nieuwe pachteren de te verschulde pachtpenningen van die tijt soude ontfangen mits de stadt weder aen haar hooghedelachtbaarheid betaelde t geene in gelijcke vier maenden nae d’oude pacht te reeckenen daar van verschuldighde. Dat mede was geweest bij den heere Matthijs van Berck als nomine uxoris ten laste vande stadt noch toecomende 7/4 jaars tractament van sijn schoonmoeder die wel soo verre hadde verstaen, dat met obligatie sigh wilde gecontenteert houden, edogh ingesien ’t selve is verschenen [144] inde Franse jaren, is verstaen, dat sijn edele naerder dienaengaende sal gesproocken ende soo doendelijck gedisponeert werden tot een minnelijck accoordt. Mede ingekomen ende gelesen sijnde seecker requeste van Willem Taats versoeckende, dat hem voor’t waarnemen vande klocken ende orgel eenigh tractament mocht werden toegeleijt, is verstaen dat in plaats van vijff ende twintigh gulden, die albereets als onderschoolmeester is geniettende, sall hebben ende jaarlicx trecken vijftigh gulden, des de geaugmenteerde 25 gulden eerst sullen ingaen van dato deses. Gehoort sijnde de lecture vande concept ordre waarnae de vissers alhier omtrent het verkopen vande rivier vis haar sullen hebben te reguleeren, bij de heeren daar toe gecommitteert op’t papier gebraght, sijn, alvoorens ’t selve te arresteeren, gemelte

91

gecommitteerden geadjungeert de heeren Vonck ende Varick, schepenen ende wijck raadt, ende voorts versoght omme deselve vissers daar op te hooren ende derselver gravamina (soo eenige soude mogen voortbrengen) intenemen, omme nae gedaene rapport finalijck daarinne te werden gedisponeert. Gelijck mede de door de heeren daar toe gecommitteert voorgebraght is het bij haar opgestelde reglemente op [145] de voerluijden alhier in de stadt ende sijn daar op de gemelte gecommitteerden insgelijcks versoght omme de voerluijden te hooren ende te rapporteeren. Is mede goet gevonden den cameraar Verweij te authoriseeren, als geauthoriseert werdt mits desen, omme jegens de gebreeckige in’t aenbrengen ende betaelen vande tertien derselver vicarijen alhier binnen dese stadt gefundeert sijnde te procedeeren conform haar edele mogenden resolutien dienaengaende genomen. Op’t aengehoorde rapport vande heeren gecommitteerdens is den gemelte cameraar Verweij in aensien van sijne extraordinare moeijte, soo in’t ontfangen vande nieuwe ingewillighde stadts middelen als anders, toegeleijt dertigh gulden welcke jaarlijcx sall trecken wt de rantsoenen vande voorschreven middelen procedeerende, dus (soo lange deselve in train blijven en langer niet) voor tractament sall genietten in plaetse van tseventigh, hondert gulden, integaen met den tijt dat de verpachtinge van dien is geschiet. Is oock verstaen, dat een pompemaecker van Thiell ende een jegenwoordigh tot Amerongen sijnde sall werden ontboden omme de pompen alhier in de stadt, die veeltijts lam leggen, te visiteeren ende [146] derselver gevoelens en advijs daaromtrent te hooren, omme vorder daar omtrent te werden gedaen als ten dienste vande borgeren ende ingeseettenen deser stadt sal werden goetgevonden. Praesentibus omnibus, excepties Klerck, sijndicus, Van Gilsen & Aelwijck, scabinis, & Van Laar, senatore. Lunae 20en september 1680 Rapporteerde den borgemeester Bercheijck, dat den pompemaecker, die van Amerongen versoght ende alhier gekomen was, de pompen in de stadt hadde wesen besightigen ende dat wt desselfs mondt ’t volgende bericht hadde opgeteeckent. In den eersten, dat men bevindt, dat de monden d’een tijt water geven ende d’ander tijt niet soude geöordeelt konnen worden, dat dickwils het waetter te leegh mochte wesen. Dat men bevindt, dat de meeste monden doorgaens weijnigh ofte geen water en geven ende dat ten meesten deel met eenige opwellinge inden back soude geoordeelt worden dat alle deselve pijpen niet heel dicht en sijn ende daaraen alleen te schorten.

92

Dat niet en mancqueert aenden dickheijt vande pijpen, maar aende dichtigheijt, dat de monden meer waters soude [147] geven bij aldien de staende stucken niet te engh en waeren, maar vrij ruijmer moesten wesen. Dat in sulcken cas de swengels oock swaerder moesten sijn op het kerckhof alleen. De backen worden voor goet opgenomen. Dat men kan beletten, dat de kinderen ofte quaetwilligen door de monden geen beletsel inde pompen doen, te weetten met een stuck loot vol gaten achter de mondt in den back daar voor te sondeeren. Ende dat men inde Visserstraet een koocker om de stangh soude connen maecken, om het inwerpen van eenigh quaedt inden back te beletten. Dat terwijlen men dickwils op’t kerckhoff inde put is geweest, wordt geoordeelt, dattet aenden dichtigheijt vande pijpen schort. Ende geleth daar wt werdt gesien, als oock metter daet bevonden alsnoch veele defecten aende pompen te sijn, is goetgevonden en geresolveert, dat Jouwer, die deselve gemaeckt ende een geruijmen tijt daar nae niet eens heeft coomen omsien niettegenstaende volgens accoordt met hem gemaeckt, gehouden is die t’onderhouden, sal werden ontboden omme binnen acht dagen overtekomen [148] ende de voorschreven defecten volkomentlijck te beteren ende te repareeren conform de bestecken ende gementioneert accoordt met hem dienaengaende opgericht, off dat bij naelatigheijt vandien de geseijde reparatien door een ander pompenmaecker tot sijns Jouwers kosten sullen werden versorght ende daartegens de penningen hem noch van’t maecken derselver pompen resteerende (soo verre die sullen comen te strecken) ingehouden. Mede voorgedragen sijnde, dat den heere Wolphert van Brederode hadde versoght te accorderen over ’t versuijm bij sijn wel edele door ignorantie ende vermits sijne langhjarige absentie gepleeght in’t niet aenbrengen ende voldoen vande tertie vande vicarije sijn wel edele competeerende ende inde kercke alhier gefundeert en sulcx het volgens resolutie van haar edele mogenden ende de opgevolghde vande magistraet alhier hadde behooren te geschieden, sijn daartoe versoght ende gecommitteert de heeren borgemeesteren en cameraar. Opt requeste van Willem LIjster, deurweerder, versoeckende dat hem een penninck mochte werden toegeleijt voor sijne moeijte in’t ombrengen vande billietten van’t familiegelt, sommatien ende renovatien dienaengaende over de drie jaren gedaen is geappoincteert. De ,agistraet accordeert den suppliant voor sijne moeijte en desen gemelte [149]

93

twee ducatons ende boven dien afschrijvinge van ’t geene inde drie jaren voor sijn eijgen contingent daarinne is verschuldight. Evert van Hemert als pachter vanden toll vanden heer van Amerongen bovengestaen sijnde is met den selven geaccordeert dat in conformite vant versoeck met de vrouwe van Amerongen bij de notule vanden 13en deses vervath, hij, Van Hemert, in qualitè voorschreven een derdendeel van sijne te verschuldene pachtpenningen vanden selven toll in dit jaar aen dese stadt sal betalen ende dat ‘tgeene in de voorschreven toll opt veer alhier moet gegeven worden den veerman sal overlaten jaarlijcx voor vijftien gulden. Is mede op’t versoeck vanden cameraar en kerckmeester Verweij goetgevonden voor nu alsdan ende dan alsnu te authoriseren, als geauthoriseert werdt mits desen den substituut schout ende deurweerder omme ’t allen tijden derselver restanten soo van stadt als van kerck tot sijns suppliants pericule te executeren. Presentibus omnibus exceptis Klerck, syndico, Van Hooft, De Vrindt, Aelwijck & Van Hoeven, scabinis, Van Geijn & Van Laar, senatoribus. [150] Saturni 9en october 1680. Rapporteerde de heeren gecommitteerdens tottet afleggen van’t besoigne met de erfgenamen vanden cameraar en kerckmeester Cornelis Boonsaijer over ’t naesien van die posten die in desselfs gedaene reeckeningen soo vande stadt als kerck noch onbetaelt staen als mede over seeckere kosten over een proces bij de weduwe De Bruijn jegens den voornoemde Boonsaeijer als kerckmeester te hove geëntameert, gevallen ende die bij den jegenwoordigen cameraar Verweij wt crachte van authorisatie vande magistraet genegotieert ende nu onlancx afgedaen sijn ter somme van twee hondert seven ende ’t seventigh gulden 14 stuijvers 8 penningen, dat bevonden hebben dat de gemelte erfgenamen bij ’t sloth vande drie kercke reeckeningen sijn toecomende twee duijsent twee hondert ende veertigh gulden sestien stuijvers ende 6 penningen ende dat daar op wt de 10 stuijvers per mergen als redemptie der huijsen hebben ontfangen twee hondert gulden sulx die afgetrocken sijnde haarluijden suijver noch ten laste vande kercke souden aencoomen twee duijsent ende veertigh gulden 16 stuijvers 6 penningen, dat mede de posten in de selve reeckeningen geäppostilleert met debet quitantie waren importeerende volgens opneminge ses hondert seven ende ’t negentigh gulden vier stuijvers 10 penningen, dat alsulx ten reguarde van derselver hoogh verschoth ter somme als boven met deselve erfgenamen op approbatie vande magistraet waeren overkomen, dat de voorschreven ses hondert seven ende ’t negentigh gulden 4 stuijvers ende 10 penningen die bij [151] haarluijden noch soude moetten gesuijvert ende voldaen worden, de kercke op haar nemen ende haarluijden daar van souden dechargeeren invoegen dat alsdan die afgereeckent sijnde vande voorseijde twee duijsent veertigh gulden 16 stuijvers 16 penningen vande kercke noch soude hebben te praetenderen een duijsent drie

94

hondert drie ende ’t negentigh gulden 10 stuijvers ende 12 penningen ende dat in aensien vandie voorgeroerde gevallene onkosten meergemelte erfgenamen haar souden te vreden houden, dat in voldoeninge vande voorschreven 1393 - 10 - 12 haar obligatien ten laste vande kerck wierde gepasseert alleen ter somme van een duijsent twee hondert gulden in soodanige gedeelten als het deselve erfgenamen sal aengenaem sijn gelijck haarluijden alsdan mede in obligatie soude werden voldaen ’t sloth van deselve twee gedaene stadts reeckeningen monteerende drie hondert acht ende sestigh gulden ende twaelff stuijvers te renten respectivelijck tegens den penningh twintigh des selfs souden hebben te voldoen de posten die daarinne noch te suijveren stonden ende is het voorschreven geconvenieerde in alle sijne deelen geäpprobeert als geäpprobeert werdt mits desen ende opgemelte heeren gecommitteerdens voor hare debuoiren bedanckt. Mede naegesien sijnde twee resoluties anno 1646 bij de magistraet alhier genomen, alsse eene waar bij op een jaarlijkse erfpacht van thien stuijvers aen den heere van Amerongen hebben wtgeslagen sodaaenen aenwas als de kercke is hebbende tussen De Tangh ende Remmerten. [152] Ende d’andre waar bij aen den heer borgemeester Klerck op gelijcke thien stuijvers jaarlijks is vergoft een gedeelte van Cunerae wegh ende alsoo daar van soo in stadts als kercke reeckeningen niets werdt bevonden, soo is den cameraar ende kerckmeester Verweij versoght den heere van Amerongen ende den borgemeester Klerck daar van ter eerster gelegentheijt kennisse te geven. Ende aengesien dat den pompemaecker Jouwer naelaet omme achtervolgende resolutie jonghstleden politiedagh genomen overtekomen ende de pompe alhier te herstellen ende bruijckbaer te maecken, soo is verstaen dat ten dien eijnde een andere pompemaecker van elders ontboden ende ’t selve tot kosten van hem, Jouwer, sal werden aenbestaeijt ende hermaeckt, werdende den cameraar Verweij, den oudt schepen Van Geijn neffens schepen Van Varick versoght omme bij ’t selve werck te willen praesent sijn ende opsight te nemen. Praesentibus omnibus exceptis praetore Smissaert, Cupio consule, Klerck syndico, Van Wijck & Van Laar, senatoribus. Lunae 18en october 1680. Rapporteerde den borgemeester Bercheijck dat achtervolgende resolutie van voorleden politiedagh den pompemaecker van Amerongen op aenschrijvens sigh alhier gevonden ende de pomp op de merckt, soo de pijpen, als ’t geene vorder daar van dependeert, [153] hebbende wesen visiteeren, ondervonden hadde onder anderen dat d’aerde niet genoegh nae behooren en was wtgehaelt, oock dat in plaetse van gegootte pijpen, die nootsakelijck tot een goet werck worden vereijst, waeren geëmploijeert pijpen die slechts tot malkanderen waeren gesondeert waar door veeltijts de ondichtigheijt veroorsaeckt wierde, dat dienvolgende met den selven pompemaecker op behaegen

95

vande heeren vande magistraet was overkomen en geäccordeert dat de voorschreven gesondeerde pijpen daar sal wtnemen ende wederom daarinne stellen sodane gegote pijpen met staende stucken als tot een goede pomp worden gerequireert ende dat soo swaar als deselve sullen werden bevonden, voor ijder pont loot hem sall werden betaelt vier stuijvers, des alsdan voor sijn arbeijtsloon niet sal vermogen te reeckenen, blijvende boven dien tot keure vande magistraet off d’oude pijpen aen haar te behouden off aen den selven pompemaecker over te doen tegens twee stuijvers ’t pont en is ’t selve in maniere voorschreven geapprobeert en verstaen dat op’t spoedighste ’t selve ten effecte sal gebraght werden, latende vervolgens de voorhenen gecommitteerdens dese saacke aengaende aenbevolen omme door den selven pompemaecker de pompe op’t kerckhoff insgelijcks te laten besightigen ten eijnde daar omtrent mede geresolveert moge werden sulx tot dienst der gemeente bevonden sall worden te behooren. Den cameraar Van Geijn mede hebbende [154] versoght dat hem een dagh mochte werden gepraefigeert tottet teeckenen en voltrecken van sijne extraordinaire reeckeningen over de Franse jaren, is daar toe aengestelt saturdagh eerstcomende. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis Smissaert, praetore, Cupio, consule, Klerck syndico, Van Hooft, Vonck van Lienden en de Vrindt, scabinis. Saturni 23e october 1680. Is gelesen de volgende missive van haar edele mogenden de Staten deser provintie. Edele erentfeste vrome Wij hebben tot vervall vande sware lasten dewelcke dese provintie in den staet van oorloogh tot steun vande gemeene saacke ende nodige bescherminge vanden lande over den jare 1679 heeft moetten supporteeren ende opbrengen ende nogh ter dier saecke sal moetten betaelen ende voldoen, goetgevonden te bewilligen inden opheff van een hooft ofte familiegelt over alle huijsgesinnen ofte familien in de stadt, steden ende landen van Utrecht mitsgaders een extraördinaris middel over alle goederen toecomende persoonen in dese provintie gegoet ende buijtten deselve woonachtigh sijnde te heffen ende te vorderen in conformite van onse ordonnantie vanden 8e april 1679 te betaelen d’eene helfte voor den 1e november eerstcomende ende de andere voor den laetsten december [155] [op deze pagina bevindt zich een inlegvelletje met drie optelsommen en onderaan de tekst: Aan Den heere mr. ] daeraenvolgende ingevolge van onse nadere resolutie op huijden deses genomen ende hebben niet willen naelaeten uedelen mits desen daar van kennisse te geven, waarmede uedele erentfeste vrome bevelen wij uedele inde bescherminge van Godt almachtigh, geschreven t’ Utrecht den 24e september 1680 ende was geparapheert Jacob van Dinter, onderstont uwer edelen goede vrunden de Staten vanden lande van Utrecht, ter ordonnantie vanden selve en was geteeckent J.V. Luchtenburgh.

96

Ende alsoo voor’t invorderen van’t voorschreven familiegelt noodigh sal wesen een redres over de cohiere vandien gemaeckt te werden, sijn daar toe gecommitteert den heere hooft officier, beijde de heeren borgemeesteren, den sijndicus, twee eerste schepenen ende twee raden ende vervolgens tot den ontfanck vandien gecommitteert Cornelis Klerck sijnde vorders op desselfs versoeck den tijt tottet doen van sijne reeckeninge dienaengaende over den jare 1677 aenbestempt op eerstcomende woensdagh des nademiddagh. Gelijck mede bij den heere hooft officier Smissaert ter vergaderinge verthoont ende gedaen lesen sijnde seeckere acte van commissie van sijn hoogheijt den heere prince van Orange op sijn edele verleent tot de collecte of ontfangh vande oudt schilt ende schellgelden over dese stadt ende vrijheijt vandien als mede een daar op gevolghde appoinctement van haar edele mogenden de gedeputeerden vande Staten ’s lants van Utrecht gedateert ende van inhoude respectivelijck als volght. Sijne hoogheijt hebbende gesien seeckere [156 is een ingelegd briefje; onderstaande regelindeling is conform het origineel] ontfanger van ’t schild en schelling geld, is geannexeert aan de hoofd officiers plaat siet de vroedschaps notul van 23 october 1680 [157] seeckere resolutie vande edele mogende heeren Staten ’s lants van Utrecht in dato den 18e junij 1668 onder anderen medebrengende dat Johan vander Dussen inder tijt Schout der stadt Rhenen ende der onderhorige jurisdictie vandien in die qualiteijt was competeerende den ontfangh vanden oudt schilt en schellingh gelden over de stadt ende jurisdictie voornoemt heeft in conformiteijt vandien geauthoriseert gelijck sijne hoogheijt is doende mits desen den jegenwoordigen schout van Rhenen voorschreven Johan Carel Smissaert ende die hem in officio hier nae souden mogen coomen te succedeeren omme den selven ontfangh selfs te bedienen ende waar te neemen ofte wel eenigh bequaem persoon bij haar geauthoriseert tot de bedieninge vandien te mogen aenstellen, mits alvorens voor deselve collecte bij deselve wordende gestelt behoorlijcke ende suffisante cautie. Actum tot Dieren den 15e augustij 1680 en was onderteeckent Guilleaume Henri, prince d’Orange, onderstont Ter ordonnantie van sijne hoogheijt en was onderteeckent Huijgens, besijden stont sijn hoogheijts pitsier in root lack. De gedeputeerden vande Staten ’s lants van Utrecht gehoort het rapport vande heeren Rosa ende andere haar edele mogenden gecommitteerdens ingevolge vanden appoinctemente commissoriaell den 21en october 1679 ter beschrijvingh gedecerneert mitsgaders gesien seeckere acte van sijn hoogheijt van dato den 15en augustij 1680 waar bij hooghgemelte sijn hoogheijt den suppliant als schout van Rhenen ende die hem in officio hier nae souden mogen connen te succedeeren

97

authoriseert omme den ontfangh vande oudt schilt ende schelling gelden over de stadt ende jurisdictie van Rhenen [158] voornoemt selfs te bedienen en waer te nemen ofte wel eenigh bequaem persoon bij haar geauthoriseert tot de bedieninge vandien te mogen aenstellen mits alvorens voor deselve collecte werdende gestelt behoorlijcke ende suffisante cautie, hebben haar edele mogenden goetgevonden haar met de voorschreven acte van hooghstgemelte sijne hoogheijt mits desen te conformeeren, lastende ende ordonneerende allen ende een ijgelijcken die sulcx aengaen magh haar hier nae te reguleeren. Gedaen ’t Utrecht den 7en september 1680. Onderstont Ter ordonnantie als boven en was onderteeckent J.V. Luchtenburgh. Hebben de heeren vande magistraet haar eenparighlijck met de voorschreven actens geconformeert ende conformeeren haar daar mede mits desen, latende deselve haar edele achtbaren die welgevallen. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis J. Kupio, consule & Klerck syndico & senatore. Lunae 1e november 1680. Is bij resumptie vande resolutie voorschreven genomen aenlangende de invorderinge vande wtgesette penningen tottet maecken der pompen naerder verstaen, dat de eijgenaers vande huijsingen welckers bruijckeren insolvent sijn tottet geene waar op inde voorschreven wtsettinge sijn aengetrocken voor deselve hare huijrderen sullen moetten betaelen, authoriseerende in gevalle vandien den substituijt schout ende deurweerder omme de restanten sonder wtstel, is’t nooth, voor haar verschuldighde te executeeren. [159] Is mede verstaen dat ten behoeve vanden heer van Amelisweerdt tot prompte voldoeninge vanden renten die sijn hooghedelheijt jaarlijcx vanden stadt is competeerende als mede ten behoeve vande weduwe Vivien ten fine voorschreven respectivelijck sullen werden gepasseert de volgende actens van cessie. De magistraet der stadt Rhenen hebben gecedeert gelijck haar edele achtbaren doen mits desen aende hoogh edele geboren heere van Amelisweerdt jaarlijcx ende alle jaren de somme van twee hondert gulden t’ ontfangen wt seeckere renten dese stadt competeerende vande provintie van Utrecht ten laste vande generale middelen van 8600 gulden capitaels tegens 4 percent van welcke renten de weduwe vande heere Vivien mede 100 gulden jaarlijcx is gecedeert, sullende ’t 1e jaar verschenen sijn den 19en deses maents november ende dat in voldoeninge van gelijcke jaarlijcxe renten de heer van Amelisweerdt ende juffrouw Vivien vande stadt aencomende. Gelijck mede verstaen is, dat de putten op sijn behoorlijcke diepte sullen werden wtgeruijmpt ende schoongemaeckt. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis Klerck, syndico, & Van Wijck, senatore. Mercurij 24en november

98

Is den heere hooft officier Smissaert versoght omme met den heer Matthias van [160] Berck t’Utrecht nopende desselfs achterwesen aende stadt sijnde per rest van weduwen tractament van sijn edeles schoonmoeder de weduwe Diemerbroeck voor contante penningen te accorderen sulx sijn edelachtbaarheid op de voordeligste wijse sal connen. Gelijck mede versoght ende gecommitteert sijn ende werden bij desen beijde de heeren borgemeesteren Bercheijck ende Cupius, den syndicus Klerck, Vonck van Lienden ende Varick, schepenen, ende den cameraar Verweij omme haar edelen te transporteeren naet turfveen ende aldaar te nemen oculaire inspectie off niet op eenige plaetsen soude connen werden gebaggert, oock daar op te hooren enige baggerluijden ende daar van te rapporteeren ten eijnde nae’t selve gehoort vorders dienaengaende moge werden geresolveert sulx men ten meesten dienste voor de stadt sal bevinden te behooren. Is mede verstaen dat een ijsere vuurwaegen neffens twee andre kandelaers sullen werden gecocht omme op den stadthuijse gebruijckt te werden. Sijnde wijders op de klachten van den veerman van dat ter oorsacke van het jegenwoordige liegh waetter de voerluijden met hare wagens ende peerden door den Rijn rijdende onwilligh sijn haar veergelt te betaelen, verstaen dat alle ende een ijgelijck [161] bij het voorschreven gevalle den Rijn ’t sij met wagens, karren, peerden als andere doorpasseerende daar van het veergelt sullen wesen verschuldight als waeren met de pont off schuijt overgevoert. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis Van Hooft, Van Gilsen, Aelwijck & Van Hoeven, scabinis. Lunae 29e november 1680 Bij den heer borgemeester Bercheijck voorgebracht ende doen lesen sijnde eene missive van den advocaat van Cleeff van den 25e deses, waar bij adviseert dat aende heeren haar edele mogenden gedeputeerden nopende de saecke vanden pander Vervoorn request gepresenteert ende daar op appoinctement van citatie in cas van attentaten met provisionele interdictie hebbende bekomen, het selve nae behooren hadde gedaen insinueeren ende dat ingevolge vandien het selve over acht daegen voor opgemelte haar edele mogenden soude werden bepleijt ende geconsidereert wel hooghdienstigh soude sijn, dat jegens den voorschreven tijt aen eenige leden de ware geschapentheijt vande saecke wierde voorgedraegen ende voorts soo veel mogelijck gerecommandeert, soo sijn ten dien eijnde versoght en gecommitteert als versoght ende gecommitteert werden bij desen den heer borgemeester Cupius ende den heere syndicus Klerck. Is noch gelesen den missive van gemelte advocaat Van Cleeff behelsende een serieuse recommandatie tot prompte betaelinge [162] der rechten van’t capitael de kinderen van den heer Andringa ten laste vande kerck competeerende ende verschenen ofte dat andersints als momboir vande selve soude genootsaeckt wesen de proceduren ten hove dienaengaende jegens de kerckmeesters alhier aengeheven (met de welcke al soo verre was gekomen dat tegens deselve condemnatie ende vervolgens apprehensie corporael was

99

gedecerneert) tot merckelijcke kosten vande kerck sijnen voortganck te moetten laetten gewinnen, soo is tot voorkominge van sulx den heer borgemeester Cupius versoght den advocaat Van Cleeff dienaengaende te spreecken ende sijn edele te permoveeren tot stateeringe der voorschreven proceduren, immers tot nieuwe jaar eerstcomende als wanneer sijn edele volkomen contantement sal werden gedaen. Den secretaris hebbende versoght te mogen doen sijne reeckeningh over de thien stuijvers per mergen, is daar toe vastgestelt maendagh eerstcomende. Ende met eenen hebbende versoght ordre hoe sigh int ontfangen van’t familiegelt over den jare 1679 omtrent de kortinge vande stuijver per gulden soude hebben te gedraegen, aangesien den tijt binnen de welcke het gepermitteert is den 1e deses all is geëxpireert geweest ende echter de billietten (vermits de laette aenschrijvinge van haar edele mogenden den 10e october eerst ontfangen) niet eerder dan voor een dagh a vier hebben connen weerden wtgedeijlt, is verstaen dat wt redenen voorschreven bij request aen gemelte haar edele mogenden sal werden versoght prolongatie van den eerste termijn in plaets vanden 1e november tot januarij eerstcomende ende vande twede tot den lesten desselvigen [163] maents ten eijnde de borgeren ende ingeseettenen deser stadt mede mogen jouisseeren van’t voorschreven recht van kortinge. Opt request bij den oudt cameraar Van Wijck als getrout aende weduwe wijlen den heer Andringa, in sijn leven predikant alhier, ingedient, is verstaen dat soude werden geappoincteert als volght. De magistraet der stadt Rhenen consenteert den suppliant dat obligatie in forma van’t achterstalligh tractament wijlen den heer Andringa, in leven predikant alhier, in desen gecocht ter somme van vier hondert seven ende tachentigh guldens ende thien stuijvers ten laste vande kercke werde gepasseert te renten tegens den penninck 20 inganck nemende van dato van’t teeckenen der reeckeningen vanden kerckmeester Cornelis Boonsaeijer zaliger. Opt twede request bij den selven gepresenteert daar bij vesoeckende affschrijvinge van eenige restanten, sijn gecommitteert beijde de heeren borgemeesteren omme deselve te examineeren ende daar van ter vergadering te rapporteeren. En is bij occasie vant jegenwoordige leege waetter verstaen dat de resolutie voorhenen dien aengaende genomen sall werden gerenoveert als gerenoveert werdt mits desen ende de novo gepubliceert met bijvoeginge als volght. De magistraet der stadt Rhenen insiende het jegenwoordige leege ende daar door schaarsheijt van waetter inde gemeene putten ende pompen [164] hebben goetgevonden ter dier oorsaecke te renoveeren als gerenoveert werdt bij desen haar edelen voorgaende resolutie interdiceerende ingevolge vandien tot voorkominge van alle onheijlen die soo bij brandt als andersints souden connen ontstaen alle ende een ijgelijck eenigh waetter tottet schoonmaecken ofte schrobben van hare huijsingen mitsgaders spoelen van haere kleeren off linwaet wtte voorschreven putten off pompen te haelen als mede dat niemant eenige assche op de straeten off meshopen sall vermogen wttegietten ofte deselve in eenigh houtwerck wttedraegen, sullende sigh van gelijcken een ijder hebbe te wachten eenigh stroo off andere licht ontfonckende materialen op eenige mestvaelten te brengen, alles op pene van drie guldens te verbeuren soo meenighmaell dese in eenige poincten sall werden gecontravenieert ende dat ter tijt ende wijlen toe hier

100

inne anders sall wesen gedisponeert, lastende en authoriseerende den substituut schout den pene in desen gestatueert strictelijck vande contraventeurs deses te executeeren. Gelijck mede bij desen gerenoveert werdt de genomene resolutie nopende het effectijff beletten der bijschoolen sulx het aen Jan van Oostendorp ende andere sall werden geinsinueert. Rapporteerde eijndelijck den borgemeester Bercheijck dat sijn edele Cornelis Gerritsz, schoolmeester in Venendaell, hadde aengesproocken om den [165] blaffaert vande mergentalen aldaer ten eijnde men sigh daar van soude connen bedienen in’t redresseeren vande cohiere vande 10 stuijvers per mergen ende dat denselven omme sulx eijgener autoriteijt te doen difficulteerende, versoght hadde dat hem een missive vande heeren vande magistraet waar bij hem ’t gunt voorschreven geinjungeert wierde alvorens tot sijn dechargie mochte werden toegesonden, waar op verstaen ende den secretaris gelast is deselve aenden voornoemde schoolmeester invoegen voorschreven te verveerdigen. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis praetore, syndico Klerck, Van Gilsen & Aelwijck, scabinis, Bercheijck & Van Laar, senatoribus. Lunae 6e december 1680 Gehoort het rapport vande heeren gecommitteerden aengaende derselver gehoudene conferentie en opgevolght accoordt met den heer Wolphert van Brederode op approbatie gemaeckt raeckende desselfs versuijm van dat niet in behoorlijcken tijt aengegeven ofte van eenige jaren herwaerts betaelt hadde aen de kercke alhier de tertien vande vicarije waar van sijn edele possesseur is conform resolutie van haar edele mogenden de Staten deser provintie, is het selve accoordt geapprobeert als geapprobeert werdt mits desen ende gemelte heeren gecommitteerdens wijders versoght ende geauthoriseert omme het selve in dier voegen op ’t papier te brengen ende bij gemelte heere Brederode te doen beteijckenen omme geregistreert te worden daar ’t behoort. [166] Hebbende daar op voorts den heer borgemeester Cupius gerapporteert, dat achtervolgende de commissie den 29e des voorlede maents op sijn edele ende den heere syndicus Klerck verleent nopende het different tussen de heeren van den hove ende dese stadt wtstaende over ’t aenhouden vanden pander Vervoorn, breder hier vorens genotuleert, haar hadden getransporteert naar Utrecht ende aldaar hare debuoiren hebbende afgelegt omtrent het meerdere vande leden van haar edele mogenden vergaderingh vande naeckte waarheijt vande saacke ende sulx sigh hadde toegedraegen te berichten ende voorts op de krachtighste termen te recommandeeren ten daege der plejdoije alleenlijck aende zijde vanden hove was gedaen een sustenue van ongehouden te sijn te antwoorden onder pretext als soude haar edele mogenden de judicature van’t poinct controvers niet competeeren ende dat eijndelijck bij opgedachte haar edele mogenden eenige heeren waren gecommitteert omme het voorschreven different bij middelen van accommodatie wtte weege te leggen en sijn gemelte heeren gecommitteerdens voor hare goede officien bedankt ende wijders versoght ende gecommitteert gelijck gecommitteert werden bij desen omme de voorslaegen van bemiddelinge te hooren ende daar van als ’t geene vorders dienaengaende soude mogen voorvallen op’t spoedighste advertentie te geven.

101

Ende vorders bij gemelte heere borgemeester in naeme ende van wegens sijn edele moeder, de weduwe wijlen den heere predikant Kupius, sijnde versoght voldoeninge off in gelde off in obligatie [167] vande vijftigh guldens jaarlijcks, die sijn heere vader ten tijde sijner beroepinge boven’t ordinaire tractament vande jonghste predikant alhier bij verhoginge was toegeleght, wtmaeckende over de elff jaeren dat daarvan niets en hadde genootten de somme van vijf hondert ende vijftigh guldens, is het voorschreven versoeck sijn edele in obligatie geaccordeert tegens den penninck 20 integaen op dato deses ende losbaer t’allen tijden des drie maenden te vorens werde opgeseijt oock met hondert gulden ‘tsestiens ende tot prompte betaelinge der renten geassigneert als geassigneert werdt mits desen op het inkomen vande tertien der vicarijen omme deselve daar wt te ontfangen. Is ingekomen ende gelesen seecker requeste vande buurmeesters in ende opgeseettenen van Venendaell, daar bij te kennen gevende ende klagende over dat de molenaers aldaar soo aende Stichtse als Gelderse zijde met den anderen in eenen beure maelden waar door niet nae behooren en wierden gedient, versoeckende oversulx interdictie op een pene van hondert silveren rijders jegens de molenaer aen de voorschreven Stichtse zijde van sulx meer te doen off eenigh comploict of overkomste dienaengaende met den andere molenaer te maecken, is verstaen dat daar op soude werden geappoincteert fiat nisi causam binnen acht daegen nae insinuatie aende magistraet te adverteeren. En is tot nieuwe giltmeester van Nicolaij gilt alhier wtte twee genomineerde geëligeert Cornelis van Varick. [168] Gelijck mede op de klachten vanden klepperman gecommitteert sijn en werden bij desen den borgemeester Bercheijck en Van Wijck,raadt, omme optestellen een cedulle wat een ijder weeckelijcx voor klepgelt sal hebben te betaelen. Praesentibus omnibus exceptis praetore, syndico & Van Hooft, scabino. Jovis 16e december 1680 Nae gedaene resumptie van’t genotuleerde van jongstlede politiedagh hebben de heeren daar toe gecommitteerdens voorgebraght het bij haar opgestelde concept accoordt met den heere Wolphert van Brederode opgericht raeckende het subject bij de voorschreven notule breder vervath en is verstaen dattet selve alhier geregistreert ende daar van twee afschriften sullen werden gemaeckt omme wederzijts te werden beteijckent, luijdende ’t selve als volght. Huijden dato onderschreven soo sijn de magistraet der stadt Rhenen als bij de edele mogenden heeren Staten ’s Lants van Utrecht het recht verkregen hebbende tot de tertien van alle vicarijen gefondeert binnen dese stadt ter eenre ende de edel geboren heere Wolphert van Brederode geseijt Cloetingen als collator ende possesseur vande vicarije gefondeert op Sint Eloijen altaer alhier ter andere zijde verdraegen ende veraccordeert dat de gemelte heere Brederode [169] in voldoeninge vande tertien vande voorschreven vicarije met de getogen vruchten vandien ’t zedert den jahre 1672 verlopen eens voor all aende kercke van Rhenen in eijgendom sal overgeven gelijck sijn edele doet bij desen de naevolgende jaarlijcxe

102

renten. Alsse eerstelijck drie guldens twaelff stuijvers gaende wttet gasthuijslandt alhier op de laste van eene gulden vier stuijvers die het gasthuijs voorschreven wtte selve vicarije weder competeert verschijnende Petrij ad cathedram. Met een jaar renten vandien verschenen Petrij 1680 voorleden. Item eene gulden jaarlijcx gaende wt de huijsinge vanden secretaris Harn nu de weduwe wijlen den heer Willem Klerck, verschijnende Petrij ad cathedram. Met ses jaren wtgancks ’t laetste verschenen Petrij ad cathedram 1680 verleden. Item eene gulden jaarlijcx wtte huijsinge van Steenbeeck nu Anthonij de Vrindt verschijnende als boven. Met een jaar verschenen Petrij 1680 voorschreven. Item noch eene gulden jaarlijcx gaende wt de huijsinge van Peter van Hoeven verschijnende St. Jan mid=somer. Met drie jaren ’t laetste verschenen St. Jan mid=somer 1680. Noch eene gulden jaarlijcx gaende wt de huijsinge van secretaris De Waell op den hoeck vanden Gasthuijs=straet verschijnende Victoris met een jaar verschenen Victoris 1680. [170] Noch twee guldens acht stuijvers jaarlijcx gaende wtte huijsinge van Lucas Beeck naest het oude raedthuijs verschijnende Pinxteren. Met een jaar verschenen Pinxsteren 1680. Noch eene gulden twaelff stuijvers jaarlijcx gaende wttet huijs van Cornelis de Cuijper aende Heerenstraet verschijnende Victoris. Met een jaar renten verschenen Victoris 1680. Noch eene gulden vier stuijvers jaarlijcx gaende wtte schuijr van Huijbert Henricksz van IJsendoorn inde Visserstraet verschijnende Petrij. Met twee jaren verschenen Petrij verschijnende 1680. Noch eene gulden vier stuijvers gaende wt de huijsinge van Aeltjen van Thiell inde Visserstraet verschijnende Petrij voorschreven. Met drie jaren verloop ’t laetste verschenen Petrij 1680. Item gelijcke eene gulden vier stuijvers jaarlijcx gaende wtte huijsinge van Peter Henricksz van Noort verschijnende Victoris. Met achtien jare verloopen ’t laetste verschenen Victoris 1680. Noch eene gulden seven stuijvers gaende wt de huijsinge van Gijsbert Jansz van Manen, staende [niet ingevuld] verschijnt jaarrlijcx Petrij. Met een jaar verlopen Petrij 1680. [171] Eijndelijck noch eene gulden vijff stuijvers jaarlijcx gaende wt de huijsinge van Cornelis van Wijck staende beneden de Cruijs=straet naest St. Crispijn verschijnende Petrij verschreven . Met twee jaren daar op verlopen ’t leste verschenen Petrij 1680. Waarmede de welgemelte heeren van de magisraet der stadt Rhenen de voorschreven vicarije vande tertien ende den gemelte heere Brederode vande genote vruchten sijn ontslaende, sullende ingevolge vandien alle de vorderen goederen tot de voorschreven vicarije specteerende vande voorschreven tertien ontlast ende vrij wesen, wtgesondert dat hier inne niet begrepen en sijn den drie huijsen staende binnen de stadt Wijck bij Duurstede vande voorschreven vicarije

103

verdonckert omme daar van mede ten behoeve vande kerck de tertien genoten te worden, soo wanneer deselve huijsen t’eeniger tijt ten behoeve vande voorschreven vicarije mochte werden geadjudiceert tot naarkominge van’t gunt voorschreven verbinden partijen inde voorschreven qualiteijt haar ende haere successeuren onder verbant ende submissie als naar rechten. Is noch gelesen den volgende brieff van beschrijvinge van haar edele mogenden de gedeputeerden vande Staten deser provintie. Edele Erentfeste Vrome, Omme te delibereeren ende resolveeren over [172] het consent ende aenneminge vande extra ordinaris petitien ende de ordinaris staet van oorlogh bij sijne hoogheijt den heere prince van Orange ende den raet van Staten gepetitioneert ende geformeert over den aenstaende jare 1681 met den gevolge ende aenkleven vandien. 2. Item omme te delibereeren ende resolveeren over de wtvindinge ende bewilliginge van soodanige genoeghsaeme middelen waar wt de voldoeninge vande quote off het contingent waar mede dese provintie inde voorschreven petitie ende staet van oorlogh is aengeslaegen volkomentlijck sall connen vervallen, als mede de betaelinge vande lijff en losrenten ende de vordre domestijcque lasten mitsgaders de inlossinge vande oude achterstallige militaire ordonnantien van soldije. 3. Item omme een fons wttevinden waarwt de achterstallige subsidien aende hooge geallieerden van den Staet ende andere bij de provintie noch verschuldight, sullen konnen werden voldaen. 4. Item omme wttevinden een middel van verlichtinge ende beneficieringe der comptoiren vande Domeijnen mitsgaders de respectieve conventen [173] van St. Catharijnen, St. Pauls, Oostbroeck ende den gebenificieerde goederen ten eijnde de tractamenten vande heeren raden vanden hove provintiaell, mitsgaders vande predikanten ten platten lande en de andere lasten op de voorschreven respectieve comptoiren gealligueert, met de dependentien vandien jaarlijcx promptelijck souden connen worden betaelt. 5. Item omme te beneficieeren het middel van ’t kleijn zegel ende anderen, mitsgaders de granen ende gewassen in dese provintie vallende als mede te beswaeren de steen, turff, etcetera op die voet als in Hollandt werdt gepractiseert. 6. Item te bevorderen de verbeetteringh ende verdiepinge vande rivieren den IJssel ende Neder Rhijn. 7. Item omme te resumeeren de instructien voor de heeren gecommitteerden ter camere van finantie ende reeckeninge mitsgaders de respectieve ontfangers ende rentmeesters deser provintie ende de selven te dresseeren in die deelen daar de opgevolghde practijcque ende den dienst vande lande sulx sall coomen te verreijsschen. 8.

104

Item omme te treden tot de nominatie van een praesident inden hove provintiaell. 9. [174] Item omme een expedient off middel wttevinden waardoor de opgeseettenen deser provintie werden betaelt vande legerdiensten bij de selven inde jaren 1672, 1673 en 1674 gedaen. 10. Item omme te delibereeren ende resolveeren off men int toecomende validelijck sal mogen stipuleeren restitutie ende opbrenginge vande capitalen die op eenige vaste goederen worden gevestight off gehijpothequeert. 11. Item omme de notarissen te reguleeren op een seecker getall ende off in’t toecomende persoonen vande paepsche religie tot de exercitie van het notariaetschap sullen admissibel sijn. 12. Item bij reassumptie te delibereeren ende resolveeren over verscheijde poincten van voorgaende beschrijvinge die buijtte conclusie off executie sijn gebleven als het amoveeren vande Cromwijcker dijck, den Weseper toll bij die van Hollandt aldaar geleght ende geheven wordende tegens de privilegien deser provintie te doen in train brengen het placcaet in den jare 1675 over de novalia ende verswegen landen vastgestelt mitsgaders de placcaeten tegens de groote licentie der roomsgesinden geëmaneeert. Ende voorts op alle andere saecken der dienst vande lande betreffende die gedurende dese haar edele mogenden beschrijvinge sullen werden voorgebraght, [175] hebben wij die gemeijne Staten vanden Lande van Utrecht doen beschrijven jegens dinghsdagh den 28e deser maandt toecomende ouden stijll des voornoens ten negen uren in der Staten camere binnen Utrecht, uedele versoeckende haere gecommitteerden in competenten getale ende volcomentlijck geauthoriseert mede aldaar ten daege, ure ende fine voorschreven te willen senden, hier mede blijft Gode bevolen, geschreven t’Utrecht den 6e december 1680 en was geparapheert Jac. van Manmaker etc. onderstont ter ordonnantie vande gedeputeerden vande Staten ’s Lants van Utrecht ende was geteeckent J.V. Luchtenburgh. En sijn ten fine als bij deselve versoght ende gecommitteert gelijck versoght ende gecommitteert werden bij desen beijde de heeren borgemeesteren Bercheijck ende Cupius ende den oudt borgemeester Vonck van Lienden gesamentlijck off wie van allen ’t best daar toe sal connen verledigen. Gelijck mede geresolveert is, dattet klepgelt bij die geene daar over den klepper hadde geklaeght dat te weijnigh gaven weeckelijcx sall werden betaelt ingevolge vande lijsten bij de heeren daar toe gecommitteerdens geformeert. Sijnde ter vergaderinge mede voorgedraegen dat den heere hooft officier Smissaert achtervolgende sijn edelen commissie met den heer Matthias van Berck te Utrecht in extinctie van desselfs praetensie op dese stadt heencomende per rest van weduwelijck tractament van sijn edele schoonmoeder de weduwe van dominee Diemerbroeck [176]

105

hadde geaccordeert voor tachentigh guldens mits deselve in gerede gelde werden betaelt, is het selve geapprobeert ende voor aengenaem gehouden en sijn edele achtbaarheijt voor sijne goede debuoiren dienaengaende bedanckt. Op de nadere ingekomen requeste vande buurmeesteren in Venendaell is verstaen dat den Stichther molenaer aldaar niet t’samen sall vermogen te malen met den Gelderser molenaer bij pene inde voorgaende notule geëxpresseert. Is laetstelijck mede bij den heere borgemeester Cupius als gecommitteerde neffens den heere syndicus Klerck ten fine als bij de resolutie commissoriael ter naest voorgaende vergaderinge genomen, rapport gedaen van’t gepasseerde op de comparitie ende ’t samen komste soo vande heeren vanden hove als deser zijts gecommitteerdens voor de heeren haar edele mogenden commissarisen achtervolgende deselver interlocutoir gehouden omme het differentiaell poinct tussen gemelte heeren van den hove ende dese stadt in voorgaende notulen late gededuceert door middelen van accoordt bijteleggen, edogh dat deselve conferentie voor die tijt vruchteloos hadde moetten afloopen, vermits de onsmaeckelijcke voorstellingen ter wederzijden, dogh weder stonde te werden gereassumeert ende geleth bij voortganck vande saecke inrechten niet anders als een groote verwijderinge tussen beijde kan werden te gemoet gesien, soo is’t dat tot vermijdinge vandien de opgemelte [177] heeren gecommitteerden bij desen nader werden versoght, gecommitteert ende geauthoriseert omme de voorschreven saeck op de meest convenibelste en beste voet is’t doendelijck af te breecken. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis praetore, syndico Klerck, Van Hooft, scabino, Wijckerslooth & Kupio, senatoribus. Lunae 3e januarij 1681 Rapporteerde den heer borgemeesster Bercheijck als een mede gecommitteerde ter jegenwoordige beschrijvinge neffens den heer borgemeester Cupius ende den oudt borgemeester Vonck van Lienden, dat bij de eerste vergaderinge het principaelste besoigne alleenlijck daarinne hadde bestaen, dat de respectieve poincten van beschrijvinge waeren gestelt in handen van gecommitteerdens omme deselve te examineeren ende daar van op’t spoedighste te rapporteeren. Dat bij de volgende vergaderinge getreden sijnde tot de nominatie van een praesident in den hove provinciaell ende de heeren vande twee voorstemmende leden ijder bijsonder deselve bij memorie hebbende vervath ende overgelevert, de heeren vande stadt Utrecht ’t selve op gelijcke voet en wijse hadden gevolght , sonder d’andre steden daarinne eeniger maetten te kennen daar nochtans met ende neffens de stadt Utrecht den derden staet deser provintie sijn constitueerende ende bijgevolge vandien oock gelijcke recht haar daar toe is competeerende dat derhalve de heeren gecommitteerden vande steden daartegens geprotesteert ende ’t selve hadde doen aenteeckenen ende geconsidereert sulx is een poinct van’t grootste belangh ten hooghsten praejudiciabell aen’t recht ende privilegien der steden ende oock niet anders dan een pure infractie in deselve kan werden opgenomen, soo is nae deliberatie goetgevonden enden verstaen dat dienaengaende met d’andere steden sal werden geconfereert, omme daar tegens vorder gedaen te worden sulx tot mainctenu van’t recht der steden sal bevonden werden te behooren. [178] Ende is voorts gemelte heere borgemeester Bercheijck commissie geaccordeert omme den tour wegens dese stadt ingegaen op den 1e deses ter vergaderinge van

106

haar edele mogenden gedeputeerden waartenemen tot Petrij aenstaende. Presentibus omnibus excepto praetore. Lunae den 17e januarij 1681 Rapporteerden de voorgemelte heeren gecommitteerden ter beschrijvinge dat den staet van oorloogh over desen jaere ter vergaderinge is vastgestelt op sodaene conditien ende restrictien als in voorgaende jaere, naedat de heeren vande stadt boven dien een memorie hadden ingelevert behelsende verscheijdene consideratien. Dat sijn hoogheijt is geaccordeert de vrije jacht inde Leusdense Campen off Boskens. Dat nopende het accepteeren vanden assignatie bij de Coninck van Engelant gegeven aen hooghstgemelte sijne hoogheijt op de geünieerde provintien de voorstemmende leden hadden geconsenteert, edogh het derde lith aengenomen binnen veertien daegen haar te declareeren om alvorens te ondernemen wat d’andere provintien dienaengaende hebben geresolveert. Dat mede gelesen is eene missive waar bij sijn hoogheijt den staet notificeert dat tot praesident van den hove hadde geëligeert den heere Gaspar Schadè ende was het selve voor aengenaem aengenomen, edogh op een ordinaris tractament neffens andere raden. Op ’t rapport vande heeren borgemeesteren van dat de overgeleverde restantcedulle van den oudt cameraar Van Wijck, waar op wegens de insuffisantie afschrijvinge hadde versoght, hadden geëxamineert, is de gemelte afschrijvinge vergoft mits dat de actie wert gereserveert ende op de principaele debiteuren en op de borgen. [179] Is mede verstaen dat den pachter vant veer sal werden behandight een pertinente lijste van’t veer ende dat gelijcke lijste met olijverve sal werden met groote letters gestelt op de plancke en post staende aent veer. Jan Petersz Rademaecker versoeckende acte van survivance van’t poortier ampt vanden Westpoort is het selve voor alsnoch gehouden in advijs. Ende heeft den syndicus Klerck aengenomen de revisie die mede op de naem vanden gerechte deser stadt tegens Daniel Florianus werdt vervolght alleen te bekostigen sonder dat ijets daar van ten laste vande stadt sall komen. Actum utsupra. Praesentibus omnibus exceptis praetore Smissaert & Van Wijck, senatore. Lunae 24e januarij 1681 Rapporteerde de heer borgemeester Cupius en mede gecommitteerde ter beschrijvinge dat ter vergaderinge van haar edele mogenden gehouden den 22en deses (naedat verschijdende voorslaegen van nieuwe middelen waeren gedaen en voorgebraght) eijndelijck was vastgestelt een verhoginge van’t sout en hoorngelt sulx van ijder merckbeest negen stuijver ende van de ossen off vette beesten 13 ½ stuijver boven ’t geene van outs daar van verschuldight is, in toekomende sal werden betaelt ende dat mede bij de heeren vande twee voorstemmende leden benevens dien voor haar opinie was ingebraght dat de impositie op de consumptie vande seep ende sout in plaetse

[180] van verpachtinge behoorde te werden omgeslaegen ende alsulcx ijder huijsgesin daarinne gequotiseert naar proportie van sijn verschuldighde in’t familiegelt, edogh dattet selve bij stadt en steden was overgenomen, omme alvorens in den haeren te communiceeren.

107

Dat insgelijcks de heeren geëligeerden en ridderschappe hadden geseght te connen inwilligen dat alle rent heffenen van gevestighde capitalen, soo op dese provintie als op eenige stabilia corpora vandien souden missen van derselver hooftsommen thien per cent en dat de heeren gecommitteerdens van stadt ende steden ’t selve mede ten fine voorschreven overgenomen hadden, waar op deser stads gecommitteerdens sijn gelast omme aengaende de voorschreven respective poincten met de gecommitteerdens vande andere steden in conferentie te treden ten eijnde alsoo in desen ’t interest der steden moge werden geobserveert. Ende dat mede belangende de proportioneele voldoeninge deser provintie van de somme waar mede den koninck van Engelant sijn hoogheijt op de geünieerde provintien hadde geassigneert, bij de stadt ende steden was gesustineert dat dese provintie (ten opsichte ten dien tijde door de Fransen geinvadeert ende buijtten de unie was gehouden) daeromme oock van eenige contributie daarinne behoorde te wesen gelibereert. Den borgemeester Bercheijck vorder hebbende voorgedraegen dat de joffrouwen Van Brederode [181] alsnoch blijven insteren om te hebben voldoeninge van ’t twede jaar interesse haar ten tijde der Fransen ten laste van dese stadt verschenen, is den cameraar Verweij versoght haar edelen naerder dienaengaende te spreecken ende soo doendelijck daar toe te brengen dat contantement gelieven te nemen met betaelinge van’t eene jaar. Gelijck mede versoght ende gecommitteert sijn den borgemeester Bercheijck, den oudt borgemeester Vonck van Lienden ende den cameraar omme vande oude pachteren deser stadts impositien te ondernemen in wat voegen wel souden genegen wesen voor desen jaere weder in hare respective pachtinge te continueeren. En is mede geresolveert dat de stadts weijgemeente Achterbergh onder de hant voor ses off drie jaeren sall werden verpacht, sulcx alsdan het dienstighste sal werden bevonden. Praesentibus omnibus exceptis pretore, syndico Klerck, Van Hoeven, scabino, Cupio, Van Wijck & Van Laar, senatoribus. Iovis 27en januarij 1681. Sijn bovengestaen N. Heurnius, Jacobus van Holten ende Henrick Aertsz, buurmeesteren in Venendaell, versoeckende voor ende van wegen de gemeente aldaer continuatie vande respective deser stadts impositien voor desen jare ende dat voor de selfde somme en conditien als sijlieden die in den voorledene jare hebben gehadt, is het selve in dier voegen haar geaccordeert, edogh met die restrictie dat de wtsettingen dienaengaende [182]

108

te doen niet en sal mogen geschieden dan ten overstaen van gecommitteerden deser vergaderinge. Praesentibus omnibus exceptis pretore, syndico Klerck. Saturni 29en januarij 1681. Voorgekomen sijnde dat de kerckenraedt van Venendaell haar hadden onderstaen aen seecker persoon, die aldaar genegen was te comen woonen ende ten dien eijnde een huijsinge gehuurt hadde, op seeckere groote pene sulx te interdiceeren ende ingesien ’t selve is een saecke buijtten de functie des kerckenraets sijnde en dat haar daar door hebben geinmisueert in de politicque jurisdictie contrarie ’t recht ende auctoriteijt vande magistraet alhier, soo is goetgevonden den heer officier te authoriseeren, als sijn edele achtbaarheijt geauthoriseert werdt mits desen, omme sigh dienaengaende te informeeren. Ende vorders sijnde voorgestelt dat vermits eenige landerijen, soo vande kerck, gasthuijs als weeshuijs alhier, voor verschuldighde schilt ende schellgelden stonden geveijlt om vercocht te worden, is verstaen dat de huijsluijden off de bruijckeren vandien tegens eerstcompstige maendag sullen werden ontboden ten eijnde alsoo de verkopinge moge werden gepraevenieert. Sijn wijders versoght ende gecommitteert als versoght en gecommitteert werden bij desen beijde de heeren borgemeesteren, den oudt borgemester Vonck van Lienden ende den cameraar, omme haar [183] eerstsdaeghs te vervoegen naar Venendaell ende aldaar bijtewoonen de wtsettingen ende omslagen bij de buurmeesteren over de ingeseettenen aldaar te doen, waar wt de betaelinge der impositien die deselve buurmeesteren vande stadt in pacht hebben, sullen connen vervallen ten eijnde moge werden geleth dat sulx op een proportioneele ende aegale voet geschiede. En is wijders den oudt cameraar Van Wijck in plaetse vanden borgemeester Van Hooft, nu overleden, gesurrogeert inde curatele over den naegelaetten boedel van Willem Holl. Rapporteerde den heere hooft officier Smissaert dat achtervolgende sijn edeles commissie vande heeren Raden van Staten hadde versoght ende geobtineert ordonnantie op den ontfanger Elmieet2 ter somme van 269 gulden sijnde ’t geen bij deser stadts borgeren ende ingeseettenen door ordre van sijn excellentie den grave van Hoorn is gelevert tot subsistentie vande troupes sulx den 25en december 1673 bij de Grebbe gecampeert sijn geweest ende de heeren gecommitteerdens van haar hoog mogenden gingen besightigen op wat wijse dese provintie mettet innundeeren en inlaetten van’t waetter conde werden gefortificeert ende is sijn edele achtbaarheijt voor sijne goede debuoiren dienaengaende bedanckt. Is mede verstaen dat den ontfanck vande thien stuijvers per mergen over dese stadt ende de vrijheijt vandien sal specteeren en behooren tot den ontfanck van’t schilt

2 Onzekere lezing

109

ende schellgelt die den heer hooft officier Smissaert is hebbende ende alsulx tot sijn edeles despositie. [184] Gelijck mede verstaen is dattet sloth van den oudt cameraar Van Wijcks reeckening vande stadt sall werden geaugmenteert met de somme van -243-13-0, sijnde de somme die aen hem nopende eenige insolvente restanten sijn afgeschreven ende dat daar van obligatie in formà ten behoeve van gemelte Van Wijck sall werden gepasseert ende wtgegeven te renten tegens den penning twintigh ingaende van die tijt aff dat desselfs voorschreven reeckening is geslootten, dan alsoo gemelte cameraar Van Wijck volgens voorheene genomene resolutie wtte redemptie penningen der huijsen van den heere ontfanger Wijckerslooth heeft ontfangen 644 gulden, soo sal’t geseijde capitaal van dato datte gemelte resolutie is genomen met de voorschreven somme wesen ende blijven vermindert sullende alsulx de renten van dan aff maar werden betaelt van 608 gulden 9 stuijvers ende 12 penningen capitaals in plaetse van 1252 gulden 9 stuijvers 12 penningen die ’t sloth ende de voornoemde restanten andersints waren belopende. Praesentibus praetore Smissaert, ambobibus consulibus, Vonck van Lienden, Van Gilsen, Van Varick, Aelwijck & Van Hoeve, scabinis, Verweij, Van Geijn, Bercheijck, Van Wijck & Van Laar, senatoribus. Lunae 7e februarij 1681. Rapporteerde den borgemeester Bercheijck, dat ter vergaderinge van haar edele mogenden voor een nieuw middel was ingewillight en gearresteert den opheff van den 8e penninck op tractamenten van alle politijcque ampten in de stadt, steden ende landen van Utrecht, ’t welck op gelijcke wijse mede plaets sal hebben omtrent alle hooge militaire charges, edogh dat ten opsichte van [185] dat beswaar weder sal werden consideratie gedraegen inden omslagh van’t familiegelt, soo’t selve soude mogen continueeren. Dat mede was gearresteert, dat alle die geene nae desen eenige politijcque off militaire ampten komen te verkrijgen een geheel jaar tractament sullen hebben te missen, te betaelen ’t selve (soo voor vier jaeren een vierdepart ende soo voor 6 jaren hadden jaarlijcx een sesdepart vandien, des daartegens in die tijt alsdan souden gelibereert wesen vanden voorschreven 8e penninck ende dat daar toe ende tot op stellinge vande lijste continueerende de voorschreven ampten gecommitteert waeren de heeren Rosa, Van Beeck, Van Zuijlen, Groenewoude, eene vande heeren borgemeesteren der stadt Utrecht, die daar toe ’t best soude connen vaceeren, ende den oudt borgemeester De Gruijter. Dat mede was vastgestelt den opheff van een karos off peerdegelt op die voet als inden jaere 1668. Gelijck mede was vastgestelt een impost op de consumptie van’t sout tot ses gulden per sack, minder off meerder maet naar advenandt ende daar bij gereflecteert sijnde

110

op’t interest dat de stadt ende steden (als ijder apart jaarlijcx haarlieden stadts impost verpachtende) sijn hebbende ende dat die verpachtinge alsnu hier mede sall connen te cesseeren, soo was aen die vande stadt Utrecht tot een redemptie van derselver impost op’t sout, soo over de stadt als vrijheijt vandien, (die in desen jaere invoegen voorschreven sal ophouden) toegevoeght een recognitie van twaelff hondert ende vijftigh gulden nevens een twaelfde gedeelte van’t geene het voorschreven middel over de voorschreven stadt ende vrijheijt vandien over een jaar sall comen wttebrengen ende dat oock stadt en steden hebbende gelijcke [186] interest inden gearresteerden impost op de zeep in dese provintie geconsumeert wordende, sijnde acht gulden twaelff stuijvers per vat, meerder off minder maet als vooren alsoo daarinne mede begrepen souden sijn de respective stadts impositien was mede ten dien reguarde verstaen dat de heeren vande stadt Utrecht daarinne ende ter saacke als boven gelijcke portie vanden 12en penninck profiteeren ende genietten souden mits het selve buijtten consequentie ende daar door aen dese ende andre stadts pachtingen geene praejudicie soude werden geleght ende dat belangende de stadt Amersfort ende andre steden voor soo veel deselve in hare particuliere stadts exchijsen ofte anders hier over souden koomen te missen ofte gepraejudicieert sijn naar behoorlijck ondersoeck ende bevindinge van saacken diens aengaende mede soude werden gedisponeert nae behooren ende dat daarop eenige heeren gecommitteert waeren omme t’ontwerpen een ordre off reglement waar nae de voorschreven twee middelen respectivelijck souden werden geheven ende ’t selve bij dese vergaderinge in ernstige deliberatie genomen sijnde, is goet gevonden te versoecken ende te committeeren, als versoght ende gecommitteert werden bij desen, beijde de heeren borgemeesteren omme haar edele mogenden ’t interest ende praejudicie deser stadt door ’t gunt voorschreven te lijden te remonstreeren en voortedraegen, authoriseerende haar edelen wijders omme vervolgens met opgemelte haar edele mogenden deswegen te accordeeren, dogh insonder daar opte letten ten eijnde dese stadt daar door in’t toekomende in haar recht niet werde verkort ende voorts soodaene aequivalente portie daar jegens mogen recouvreeren, als sullen bevinden den dienst deser stadt te vereijsschen ende mede bij die occasie te versoecken dat moge werden verstaen dat in aensien van desen tegenwoordigen toestant van tijden ende saacken geene capitaelen staande ten laste van dese stadt off kercke alhier immers voor eenige jaren mogen werden opgeëijst. [187] Dat mede in conformite vande ordonnantie aengaende ’t geene naebeschreven opgestelt ende ter vergaderinge gelesen was vastgestelt ’t middel genaempt ’t heere gelt sijnde op ijder dienstbode ses gulden ende voorts als bij gemelte ordonnantie ende dat de heeren daarinne gecommitteerdens voorts gerecommandeert was ’t selve verder ter executie te stellen. Ende dat vorders tot beneficieeringe van’t kleijn zegell in dese provintie geamplecteert ende gearresteert was ’t concept dienaengaende op’t papier gebraght en verstaen dattet selve in een ordonnantie sall werden geconverteert ende dat daar toe de heeren gedeputeerden versoght ende geauthoriseert sijn.

111

Dat oock was goetgevonden en verstaen dattet placcaet op de verswege aengemaeckte landen van den 18e meij 1675 allomme op nieuws soude werden gepubliceert als mede dat alle schouten ende gadermeesters inde stadt, steden ende ten platten lande ’t gadergelt sijnde eene stuijver per gulden over’t vorderen van eenige extraordinaire middelen ten laste vanden lande niet en sullen vermogen te brengen, nemaer het selve hebben te eijssen vande debiteuren inde opgedachte middelen verschuldight sijnde ende waeren daar op gecommitteert de heeren Ruijsch, Rosa, Schonauwen, Mijdrecht, een van de borgemeesteren der stadt Utrecht neffens den oudt borgemeester De Gruijter, omme een memorie te formeeren van die middelen die daar onder sullen wesen gecomprehendeert ende daar van te rapporteeren. Gelijck mede versoght ende gecommitteert waeren [188] de heeren Ruijsch, Rosa, Schonauwen, Duckenburgh, een van de borgemeesters der stadt Utrecht ende den oudt borgemeester Strick omme een besoigne aentestellen tot examinatie en onderneminge ofte totte generaele off particuliere placcaetten off ordonnantien over ’t ontfangen vande gemeene ’s lants middelen beraempt ende vastgestellt tot beetter en exacter invorderingh en executie vandeselve als mede weeringe van alle defraudatie niet ijets soude connen werden bijgevoeght ende daarinne gedresseert ende daarvan insgelijcks te rapporteeren. Dat mede bij de twee voorstemmende leden was bewillight tot een beswaar van graenen mitsgaders van steen, pannen, vorsten etcetera breder volgens de memorie daar van opgelevert edogh dattet selve bij stadt en steden was overgenomen. En is voorts verstaen dat alle placcaten alhier werdende gepubliceert bij den secretaris sullen werden geliasseert. Gelijck mede verstaen is dat vermits d’aenstaende verkopinge vande kercke, gasthuijs en weeshuijsgoederen voor de verschuldighde schilt ende schellgelden requeste aen haar edele mogenden sal werden gepresenteert tendeerende tot versoeck van surcheantie waar toe den kerckmeester Verweij gecommitteert is ten waere den borgemeester Klerck konde wtwercken dat de verkopinge wierde gesurcheert. [189] Ende dat mede raeckende de saecke vanden pander Vervoorn aenden heere Ruijsch sal werden geschreven. Ende alsoo de borgemeester Klerck de saecke van Floriang in revisie heeft getrocken ende deselve vervolght mede op de naem vant gerecht off magistraet deser stadt ende nochtans de magistraet bij de sententie voor den hove ergaen niet en sijn geinteresseert soo is verstaen dat in deselve proceduren de naem vande magistraet off gerecht niet meer sal werden gebruijckt ende daar wt gelaetten, werdende andersints beijde de borgemeesteren ofte een vandien gecommitteert omme bij haar edele mogenden daartegens te protesteeren.

112

Ende is den weeshuijsmeester specialijck gerecommandeert omme te ondersoecken wat boedels sijn vervallen daar ’t weeshuijs ’t recht in competeert ten eijnde ’t recht der weesen in desen moge werden bewaert. Is mede verstaen dat alle brouwers ende biersteeckers aende pachters die de 4 stuijvers op den wtslagh hebben gepacht ende in toecomende sullen komen te pachten bij ’t vaetten sullen hebben te leveren een vaetbriefje hoeveel vat bij haar is gevaet ende daar van te betaelen de gerechtigheijt op pene van vijff ende twintigh gulden ende dat dese aende brouwers ende biersteeckers sal worden geinsinueert. Ende mede geleth sijnde dat ten opsighte van den ophef vande 10 stuijvers van ijder hondert gulden capitaals dese stadt ende kerck vermits reciproquelijck d’ een tot des anders laste ende behoeve respectivelijck verscheijdene capitalen hebben staen grotelijcks daar bij souden wesen beswaart, soo sijn [190] versoght ende gecommitteert, als versoght ende gecommitteert werden bij desen, beijde de heeren borgemeesteren, den sijndicus Klerck ende den out borgemeester Vonck van Lienden ende den cameraar omme te examineeren off niet deselve capitalen tegens den anderen souden connen werden afgeschreven off andersints vande voorschreven last konnen blijven geeximeert ende daar van te rapporteeren. Presentibus ambobibus consulibus, Vonck van Lienden, Van Hoeven, Van Gilsen & Varick, scabinis, Wijckerslooth, Verweij, Bercheijck, Van Laar, Van Geijn & Cupio, senatoribus. Lunae 14en februarij 1681. Is bij resumptie vant genotuleerde op de voorlede politiedagh ende mede vande commissie op de heeren borgemeesteren ten dien tijde verleent aenlangende ’t interest deser stadt inde nieuw opgestelden impost op de consumptie van’t sout en seep, goet gevonden dat haar edelen dienaengaende alvorens met de heeren gecommitteerden vande andere steden sullen hebben te treden in conferentie. Is ingekomen ende gelesen seecker requeste bij den heer out borgemeester Wijckerslooth gepresenteert, versoeckende daar bij in obligatie tegens vijff per cent te mogen worden voldaen van’t sloth sijner reeckeninge als kerckmeester voor desen gedaen ende is het selve versoeck sijn edele geaccordeert ende de borgemeester ende kerckmeester versoght alvorens de voorschreven reeckeninge te resumeeren. Gelijck mede verstaen is dat eerstcomende woensdagh over acht dagen door gecommitteerdens vande magistraet in coformite van voorgaande [191] resolutie sal geschieden de schouwe over den hofdam ende dat een ijder plichtigen tottet aenmaecken ende besanden vandien volgens de lijste voorheenen daar van gemaeckt voor ’s hoofs door den deurweerder Lijster sal werden aengeseght dat jegens den voorschreven tijt een ijder sijn portie behoorlijck met sant (twelck sal

113

hebben te haelen even buijtten deser stadts Westpoort, gekomen vande voorschreven gedemolieerde poort) sal hebben te voorsien, op pene daar toe staende. Praesentibus omnibus exceptis Klerck, sijndico, Van Geijn & Van Wijck, senatoribus. Martis 15e februarij 1681. Den heere hooft officier Smissaert de politie naer ouder gewoonte hebbende doen convoceeren omme te treden tot de nominatie, is deselve gemaeckt als volght ende dienvolgende bij ende neffens d’oude regelinge genomineert met eenparige stemmen, stemmende opgemelte heere Smissaert voor ende in plaetse vande naebeschreven absente en afgestorvene tot Borgemeesteren Johan Vonck van Lienden Johan van Gilsen Schepenen Mr. Garhard van Bercheijck Mr. Frederick Klerck Dr. Johan van Wijckerslooth Gerard Verweij Johan van Geijn Godart Kupius Alart van Laar Actum ut supra praesentibus omnibus exceptis Klerck, sijndico, Van Geijn, scabino, Van Hooft et De Vrindt mortuus [192] Martis 22e februarij 1681. Den borgemeester Bercheijck de politie hebbende doen convoceeren tegens heden ten negen uren rapporteerde dat met den heere borgermeester Cupius achtervolgende en in voldoeninge van derselver commissie van den 7en deses, raeckende het poinct daar bij in’t brede wtgedruckt, t’ Utrecht met de heeren gecommitteerden vande andere steden hebbende geconfereert ende daar op den heere Van Dijckvelt voor aff hebbende wesen begroetten, eijndelijck ter vergaderinge van haar edele mogenden wt verscheijdene billijcke motiven en consideratien was geoordeelt dienstigh te wesen ende dienvolgende bij resolutie verstaen dat een ijder huijsgesin inden nieuw ingewillighden impost op de consumptie van’t sout soude werden gestelt op een seeckere taux wat daarinne (de mensures nemende naar proportie vanden somme waarop int familiegelt staen aengetrocken) sall comen te verschulden ende dat haar edele mogenden dienaengaende voor een tantum wegens onse stadt ende vrijheijt vandien hadden geeijst een somme van ses hondert gulden, daar nochtans die vande stadt Utrecht en andre steden alleenlijck praetendeerden te betaelen een sesdepart van’t geene int familiegelt opbrachten, twelck in reguard van dese stadt (afgetrrocken de buijtten geërfdens die in desen impost niet konnen werden geconsidereert) noch geen drie hondert gulden souden connen wtbrengen met furnissement van welcke penningen derhalven geoordeelt

114

werdt dat de quote van dese stadt inden voorschreven impost meer dan voldaen sal sijn, authoriseerende ten dien eijnde de gecommitteerdens wegens dese stadt in voldoeninge van’t geijste tantum ter vergaderinge van opgemelte haar edele mogenden te consenteeren tot opbrenginge van sodaene portie als omtrent d’andre steden na het familiegelt sal werden vastgestelt. Dat mede was verstaen dat de respective ontfangers generael deser provintie soude werden gelast den gearesteerden 8 penningen op de tractamenten van alle officianten bij ’t betalen derselver aftetrecken ende intehouden. [193] Dat oock een model van een munt waar nae eenige stucken als van drie, twee gulden, een daelder, eene gulden ende thien stuijvers in dese provintie souden werden geslaegen, was aengenomen ende vastgestelt. Dat aenden heere van Odijck was toegestaen de hoge jurisdictie aen Blickenburgh. Dat mede den 18en deses ter vergaderinge vande heeren gedeputeerden gelesen sijnde een requeste, bij die van Renswoude gepresenteert, bij appoinctement daar op verstaen was dat soijen, sodsen ende slaghturven geen verhoginge vanden impost op den turf subject ware. Dat oock bij resumptie vant placcaet ende resolutie op het aenbrengen vande novalia ende andre landen gearresteert ende gecomen voor interpretatie was verstaen dattet alleenlijck soude sien op de landen die inden jare 1599 niet aengebraght ende alsulx op den legger van den selven jare niet bekent sijn. Dat mede nopende het verdiepen vanden Nederrhijn unanimiter genegentheijt was gethoont tot een doorsnijdinge boven Schenckeschans ende dat hier mede de vergadering gescheijden was op reces tegens eerstcompstige woensdagh ende is den borgemeester Vonck van Lienden gecommitteert deselve op de voorschreven tijt bijtewoonen. Is verstaen ende den weesmeester geordonneert dat tot onderhoudinge van’t kint inden dijck van Wouter de scheper weeckelijks sal betaelen vijftien stuijvers. [194] En sijn voorts (nae ’t selve haar was geaccordeert) bovengestaen Claes Tonisz, Jan van Brenk ende Henrick Dircksz, borgeren, versoeckende wegens hare buurt dat in plaetse vande pomp op’t kerckhoff, die al soo langen tijt lam hadde gelegen, ende alsnoch onbruickbaer bleeff leggen, haar mochte gepermitteert sijn wederom te stellen een put t’ haarlieden kosten met praesentatie van deselve van tijt tot tijt buijtten laste vande stadt te sullen onderhouden mits daar tegens geniettende de materialen vande voorseijde pomp. Ende is het selve haar in dier voegen geaccordeert, des de opstellinge vande buurtcedulle ende den omslagh vande kosten dienaengaende geschiede met approbatie vande magistraet ende alsoo de andere twee raeijputten mede sullen dienen te werden opgemaeckt, is verstaen dat

115

de restanten vant Pampelt sonder wtstel sullen werden geint ende daar toe werden aengeleght. Actum utsupra presentibus omnibus. Eodem diei hora undecima Den heere hooft officier Smissaert tegens heden ten elff uren vergaderinge van politie hebbende doen leggen, heeft sijn edele achtbaarheijt aldaar voorgebraght de lijste van electie bij sijn hoogheijt den 2en meert 1681 stile novo wt de opgestelde nominatie gedaen waar wt gebleecken is te sijn aengestelt tot de regeeringe deser stadt voor desen jare, alsse [195] Tot borgemeesteren Mr. Johan Cupius Johan Vonck van Lienden Schepenen Mr. Gerard Bercheijck Johan van Varick Hermen van Aelwijck Pieter van Hoeven Mr. Frederick Klerck Dr. Johan van Wijckerslooth Gerard Verweij Raden Johan van Gilsen Godert Cupius Jan van Geijn Thomas Bercheijck Adriaen van Wijck Allard van Laar Henrick Pietersz vande Horst Henrick van Swoll Cameraar en kerckmeester Gerard Verweij Gasthuijs en weesmeester Allard van Laar Ende hebben voorts den behoorlijcken eedt in handen van opgemelte heere Smissaert gedaen. En is voorts aen den heere Cupius als eerste borgemeester geaccordeert commissie omme ter vergaderinge van haar edele mogende gedeputeerdens vorders den tour deser stadt waartenemen. [196]

116

En sijn voorts tottet voeren vande schouwe op morgen over den hofdam gecommitteert den heere hooft officier, beijde de heeren borgemeesteren ende den cameraar. Den borgemeester Bercheijck hebbende gerapporteert dat op het te kennen geven vanden secretaris als aengestelt sijnde tot den ontfangst van’t familiegelt alhier ende achtervolgende d’ intentie vande magistraet met den heere ontfanger Bosschaert nopende ’t stuijver off gadergelt van’t voornoemt familiegelt (twelck alhier vande debiteuren wort ontfangen) hadde geliquideert ende ’t selve bij provisie ten voordeele vande stadt laetten afschrijven op ’t geene als noch vant jaar 1678 resteerde, is gemelte secretaris wijders geauthoriseert omme de voorschreven liquidatie voorts te perfecteeren ende ’t selve stuijvergelt ten behoeve ende voordeele vande stadt over de jaren 1675, 77 ende 1678 in sijne reeckeninge als oSntfangst intebrengen, sullende hem dese dienaengaende allesints dienen voor een volkomene acte van dechargie ten aensien ’t selve als voorschreven alhier vanden debiteuren wort geïnt. Presentibus omnibus. Lunae den lesten februarij 1681. Rapporteerde den heere borgemeester Johan Vonck van Lienden dat ingevolge van sijn edele commissie de vergaderinge van haar edele mogenden de Staten deser provintie, den 23en deses gehouden, hebbende bijgewoondt, aldaar op de propositie vanden heere Van Dijckvelt goetgevonden was t’introduceeren den eedt van corruptie en verstaen dat een formulier in wat maniere die soude geschieden souden werden geconcipieert. Dat mede was geresolveert dat alle ontfangers deser provintie respectivelijck een pertinenten staet haerder restanten ter camere van finantie soude hebben opteleveren. Ende benevens dien dat alle gehypotequeerde capitalen waarvan den 40en penninck verschuldight is binnen den tijt van een maendt nae publicatie van opgemelte haar edele mogenden resolutie in de [197] steden deser provintie aende respective gerechten aldaer sullen moetten werden aengebraght op pene van verbeurte van twee jaren interesse vandien. Dat mede ten reguarde vande capiteijnen omtrent de resolutie vanden ophef vanden 8e penninck van alle tractamenten soo politijcque als militaire soo verre was gedispenseert dat deselve in plaetse vandien aen derselver ordonnantie soude missen twintigh gulden per maendt. Is oock geresolveert ten eijnde de gasthuijs en weeshuijs reeckeningen op’t spoedighste eenmael mogen werden afgedaen, dat heden over 14 daegen de eerst volgende op de laetst gedaene reeckeningen soo van’t gasthuijs als weeshuijs haere respective reeckeningen sullen maecken in staet te hebben omme die ten selven daege (nae dat alvorens behoorlijck sullen wesen gevisiteert) effectivelijck te doen ende soo successivelijck van 14 daegen tot 14 daegen weder de volgende tot den

117

jare 1680 incluijs op pene van 25 gulden bij ijder gebreeckige in’t geene voorschreven te verbeuren, t’ appliceeren ten behoeve van’t voorschreven gasthuijs off weeshuijs diens reeckeningen alsdan op sijn beurt niet sullen werden gedaen. Gelijck mede verstaen is op d’ instantie der borgeren dat den brieff van voorschrijvens aenden heere overste Eppinge sall werden afgeveerdight in alle civiele dogh niettemin serieuse termen. Ende alsoo men nu (gelijck bij de visverkopers selfs wort afgegeven ter oorsaecke vande voorheenen opgestelden afslagh vande zeevis [198] alhier ter merckt werdende gebraght) geene off seer weijnigh verneempt, is goet gevonden aende keuze derselver visverkopers te laetten off in toecomende deselve haere vis bij den affslagh dan onder de handt willen verkopen en verstaen dat sulx voorts sal werden gepubliceert. Praesentibus omnibus exceptis praetore, Wijckerslooth, scabino, Kupio, Van Geijn, Van Wijck & Van Laar, senatoribus. Lunae 14e meert 1681. Rapporteerde den heere borgemeester Cupius, dat ter vergaderinge van haar edele mogenden de Staten deser provintie, gehouden den 9en deses, onder anderen bij de twee voorstemmende leden ende de stadt Utrecht was geconsenteert tot het opstellen van een impost van drie stuijvers op ijder sack sout van buijtten in dese provintie inkomende, dogh dattet selve bij de heeren gecommitteerdens vande andre steden was overgenomen omme alvorens ’t selve aende heeren hare principalen voortedraegen ende sijn daar op deser zijts gecommitteerden gelast over’t selve poinct met d’ andre steden te comen in conferentie ende nae onderlingh concert ter vergaderinge van Staten haar daar op te verklaeren sulx sullen bevinden te behooren. Dat insgelijcks bij de twee voorstemmende leden ter opgedachte vergaderinge mitsgaders de heeren gecommitteerdens vande stadt Utrecht was verstaen tottet verlenen van continuatie van octroij aen een weduwe aldaar omme met seclusie van allen anderen noch voor den tijt van vijftich jaren aldaar te houden de soutkeet ende dattet selve in maniere ende ten fine als vooren bij de gecommitteerdens vande andre steden was overgenomen ende is dienaengaende goetgevonden als bij de bovenstaende notule. [199] Dat oock nopende het voor desen nieuw ingewillighde middell op ’t sout weder sijnde voorgeslaegen dat de stadt Utrecht daarinne voor haar quote 10000 gulden, de stadt Amersfort 6000 gulden, Rhenen 750 gulden, Wijck gelijcke somme van 750 gulden ende Montfoort 500 gulden behoorden te contribueeren, daar tegens bij de gecommitteerdens deser stadt geseght was dat alhoewel sulx ten opsichte van dese stadt een seer inaegale petitie was in aensien vande proportie van’t familiegelt daar op deselve in tegenstellinge vande stadt Utrecht is aengeslaegen, het boven dien oock een absolute onmogelijckheijt was omme soo een tantum te connen furneeren,

118

werdende oock bij de gecommitteerdens vande stadt ende andere steden ijder in sijn reguard verklaart tot sodaene hooge somme niet te connen condescendeeren ende is daar op goet gevonden alsnoch bij voorgaende resolutie op ’t voorschreven poinct des genomen te persisteeren. Is noch goet gevonden den secretaris te ordonneeren als geordonneert werdt mits desen, omme tegens eerstvolgende politiedagh een memorie te verveerdigen van alle de commissien die inden voorledene jaere noch buijtten executie sijn gebleven in intentie omme deselve te doen voltrecken. Sijn en werden voorts bij desen gecommitteert ende geauthoriseert beijde de heeren borgemeesteren ende cameraar omme met de veenmaeijers te spreecken ende vervolgens aen de selve ten meesten dienste ende minste kosten het turf graven over desen jaere aentebesteeden. Praesentibus omnibus exceptis praetore, Klerck syndico, Van Wijck, Vanden Horst & Van Swol, senatoribus. [200]

Jovis 7en april 1681

Op de ontfangene ende op huijden ter vergaderinge gelesene missive vande heeren regeerders van Rotterdam van date den 1en deses onder couvert geaddresseert aende heeren schout, borgemeester ende schepenen deser stadt houdende sommierlijcke notificatie ende haar edele achtbaren aggreatie van’t beroep bij den kerckeraet aldaar op voorgaende haar edele achtbaren consent gedaen op den persoon van dominee De With, predikant alhier, ende vervolgens versoeck van dat de daar toe vereijste dimissie de heeren vande magistraet deser stadt gunstelijck wilden laten volgen ende daar op in aenmerckinge genomen sijnde dat de heeren gecommitteerdens des kerckeraets van Rotterdam tot losmaeckinge van gemelte heere De With haar wel voor eenige daegen alhier hebben gevonden, edogh geen ’t minste versoeck aende magistraet alhier daar toe hebben gedaen dan alleenlijck aende classe ende kerckenraet alhier, contrarie niet alleen de notoire practijcq altoos alhier geobserveert, nemaer oock selve strijdende tegens de kerckenordre, is derhalven verstaen dat soude werden gerescribeert als volght.

Edele hoogh achtbare heeren,

Ons is buijtten aff voorgekomen, dat de gecommitteerden des kerckenraets van uedele achtbaren stadt den 10e deses stilo novo niet alleen aen den kerckenraet alhier, nemaer vervolgens op den 15e daeraenvolgende den classe van Wijck specialijck daar toe geconvoceert, hebben vertoont het gedaene beroep op dominee De With, predikant alhier, ende dat van deselve versoght ende geobtineert

[201]

souden hebben desselfs dimissie sonder dat deselve ons sulx gecommuniceert veel min eenigh versoeck dienaengaende aen ons hebben gedaen gelijck het nochtans en volgens den expressen teneur vande kercken ordre en volgens de notoire practijcque alhier altoos geobserveert hadde behoort ende is ons eerst op gisteren onder couvert van die vande gecommitteerden des kerckeraets van uwe stadt uijt Utrecht uedelen achtbaren missive van den 1e deses stilo novo toegekomen ende op heden in onse vergaderinge gelesen. Wij hebben daarinne gesien uedelen achtbaren goede intentie ende genegentheijt tot goede correspondentie ons derhalven verplicht

119

vinden de (onaengesien de gepleeghde onvoorsightighden vanden gecommitteerdens des kerckenraets van Rotterdam) uedele grootachtbaren versoeck intewilligen met verseeckeringh dat aen dominee De With sijne dimissie soo haest die van ons sal hebben versoght, sullen laetten toecomen, waarmede etcetera.

Ende is in plaetse van Willem Roelofsz van Ede overleden sijnde weder tot keurmeester aengestelt Johan van Reimelaer.

Gelijck mede aen desselfs Van Ede’s vrouw op haar versoeck is vergunt de woninge op de Rijnpoort ende mede bij provisie de waarneminge van’t poortier amt der voorschreven poort. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis pretore Smissaert, G. Bercheijck, scabino, G. Kupio, Bercheijck, Van Wijck & Van Laar, senatoribus.

[202]

Lunae 11e aprill 1681

Nae gedaene resumptie van’t genotuleerde op jonghstlede politiedagh ende alsulcx mede van de missive wegens dese vergaderingh voor antwoort op die vande regeerders van Rotterdam nopende het beroep van dominee De With, predikant alhier, aen haar edele grootachtbaren ten selven daege doen afveerdigen, is wt denheere borgemeester Cupius niet sonder bevreemdinge gehoort, dat sijn edele was te vorens gekomen dat aen gemelte heere De With selfs van een magistraets persoon soude sijn aengedient dat inde voorschreven missive eenige sjockante woorden aengaende sijn persoon waren geinsereert, daar nochtans deselve niet anders als inde civielste termen is geconcipieert ende alsoo meermaelen is bevonden dat verscheijdene saecken van politie worden gereveleert contrarie den eedt van secretesse bij ijder lith vande magistraet gedaen, soo is verstaen dat ter eerster politiedagh (de vergaderingh compleet sijnde) den voorschreven eedt sal worden gerenoveert.

Ende vorders gehoort hebbende het voorstel ende versoeck wegens dominee De With, predikant alhier, door den heere borgemeester Cupius (als van sijn eerwaarde om redenen van desselfs onpasselijckheijt daar toe versoght sijnde) mondelingh ter vergaderinghe vande politie gedaen en voorgedraegen, belangende het beroep bij den kerckenraet van Rotterdam op sijn eerwaarde persoon gedaen, tendeerende omme te mogen hebben behoorlijcke acte van dimissie, verklaeren haar edele achtbaren dat (alhoewel mettet wtterste leetwesen soo wel in aensien vande algemeene genegentheijt ende liefde deser gemeijnte tot sijn persoon als van dese vergaderinghe in’t bijsonder) echter in aensien van’t versoeck vande heeren regeerders

[203]

van Rotterdam ende die vanden kercken raet aldaer ende de bewilliginge ende mede versoeck van gemelte dominee De With goetgevonden hebben inde voorschreven dimissie te consenteeren gelijck consenteeren mits desen met een hertgrondige toewensinge vanden rijcken zegen des Heeren.

Rapporteerde vorders gemelte heere borgemeester Cupius dat ter vergaderinghe van haar edele mogenden de Staten deser provintie, den 7e deses nae serieuse

120

deliberatien op het mondelingh gerepraesenteerde aldaar vanden heeren raet pensionaris Fagell, Becker, Zevenaer ende Swartte respective gedeputeerden ter vergaderinghe van haer hoogh mogenden wegens de provintien van Hollant en West Vrieslandt, Zeelandt, Vrieslant ende stadt en landen (die aldaer ten dien eijnde waeren aengekomen) aenlangende het te draegen consent deser provintie in de twee millioenen ende ’t negentigh duijsent guldens bij sijn hoogheijt ende den raet van Staten gepetitioneert tot de nootsaeckelijckheijt van een aenbouw van ses ende dertigh schepen van oorloogh, eijndelijck was geresolveert inde voorschreven petitie te bewilligen ende te consenteeren, mits dattet geene ’t welck aende vordere toerustinge ende equipagie vande voorschreven aentebouwe schepen soude comen te deficieren ende vereijst te werden wt de inkompsten vande comptoiren der admiraliteijten ende buijtten lasten deser provintie soude moetten werden gevonden ende dat de voorschreven schepen alleen in tijden van oorloogh tot de bescherminge ende defensie van den staet ende niet tot de convoijen van coopvaerdije schepen sullen worden gebruijckt, oock met dien verstande dat dewijle bij den stadt was geresolveert ende vastgestelt dattet werck vande verdiepinge ende beneficieeringe vande rivieren den Nederrhijn ende IJssel metten ersten soude werden bij de hant genomen ende voltrocken het contingent deser provintie ende gedane petitie, soo verre het selve sal comen te reijcken, soude werden verstreckt ende betaelt ter goeder reeckening vande quotes die de provintien inde welcke de meergedachte schepen sulllen worden gebouwt, sullen hebben te draegen inde

[204]

petitien die bij hooghgemelte sijn hoogheijt ende den raet van Staten tot het beneficieeren ende verdiepen vande voorschreven rivieren metten aenkleven vandien sullen werden gedaen ende dat de heeren haar edele mogende gecommitteerden ter vergaderingh van hooggemelte haar hoogmogenden versoght ende geauthoriseert waeren omme aldaer van dese resolutie openinge te doen ende dat de heeren wegens de steden Amersfort ende Wijck haar op’t behagen vande heeren hare principalen haar daar mede hadden geconformeert en is nae deliberatie goetgevonden wegens dese stadt sigh insgelijcx daar mede te conformeeren als geschiet bij desen.

Dat mede de lijsten van alle officianten ter vergaderingh van haar edele mogenden souden moetten werden overgebaght omme de taxatie van den opgestelden 8e penningh deselver tractamenten daar nae te reguleeren ende is daar op den secretaris gelast deselve optestellen ende aen den heer borgemeester Cupius ten fine voorschreven te behandigen.

Bij gemelte heere Cupius wijders sijnde geproponeert dat vermits den boedel van heer Willem van Wijck ende desselfs huijsvrouw alhier binnen dese stadt was vervallen off de weesmeesters niet behoorde te worden gerecommandeert ’t recht der onmondige daarinne waertenemen met gedaene omvraginge off oock aen ijmandt der vergadering bekent was dat de weeskamer soude sijn gesecludeert dat daar op bij de cameraar van Wijck sijnde te gemoet gevoert dat de man alleen wel een acte van seclusie voor hem hadde doen passeeren edogh dat de vrou alsdan all overleden was, is goetgevonden en verstaen dat dewijle de voorschreven seclusie niet gesamender hant en is geschiet alsulx de weesmeesters wegens de vrouws zijde sullen hebben te procederen conform de ordonnantie vande weeskamer alhier.

121

[205]

Op de overgeleverde memorie vanden kerckmeester Verweij raekende de betalinge vande 10 stuijvers op de gevestighde capitalen die stadt ende kerck vanden anderen te praetendeeren hebben, sijn gecommitteert den borgemeester Vonck van Lienden, den syndicus ende gemelte kerckmeesrter Verweij omme deselve te examineeren in wat voegen d’afschrijvinge ende reciproce quiteeringe ’t gevoeghlijckste souden connen geschieden ende daar van te rapporteeren.

Henrick Turen in Venendaell wonende boven gestaen sijnde versoghte vermindering van sijn familiegelt alsoo hem onmogelijck was soo veel te betaelen als hem was aengeschreven, is verstaen dogh sonder consequentie dat sal connen volstaen mits betalende d’helfte. Praesentibus omnibus exceptis praetore Smissaert, Klerck syndico, G. Kupio, Th. Bercheijck, Van Laar & Ter Horst, senatoribus.

Jovis 14e aprill 1681

Naar ingecomen rapport vanden heere borgemeester Cupius van dat ter vergaderingh van haar edele mogenden de Staten deser provintie den 12e deses weder ware voorgekomen het poinct van het nieuw opgestelde middel op’t sout met een nadere daar bij gedaene voorslagh dat tot de 18 off 20.000 gulden (die geoordeelt was dat dese provintie metten opheff van’t voorschreven middel soude connen wtbrengen) de stadt Utrecht soude behooren te furneeren 6000 gulden ende d’andere kleijne steden ‘t samen 4000 gulden waar toe de quote van Amersfort soude wesen 2000 gulden, van Rhenen en Wijck ijder 750 gulden ende Montfoort 500 gulden, dat bij de gecommitteerdens wegens de stadt en steden ten opsichte vande hooge sommen daar bij gemelt in’t generale was tegengesproocken ende met eenen overgecomen omme aen hare principalen te rapporteeren ende alsoo sodaene somme immers in reguarde van dese stadt in geene deelen kan

[206]

werden overeengebraght met de gelijckheijt die (nae proportie van een ijder sijn aenslagh in’t familiegelt waar nae de taux van’t selve middel oock soude werden gereguleert) behoorde te werden geobserveert ende men echter genegen is tot welstandt vande gemelte saeck sigh nae sijn wtterste vermogen te evertueeren, is goetgevonden de gecommitteerdens ter vergaderingh wegens dese stadt te authoriseeren als geauthoriseert werden mits desen omme voor deser stadts quote ende aenpart (nae voorgehouden conferentie met de heeren gecommitteerdens van d’andere steden) in sodaene maniere met haar edele mogenden te accordeeren als het dienstighste sullen bevinden.

Mede vande weesmeesters sijnde voorgestelt dat (onaengesien de resolutie op voorlede politiedagh aengaende ’t geene naebeschreven genomen ende aende momboiren vande naegelatene kinderen van heere Willem van Wijck geinsinueert) haar onderstonden mettet erfhuijs souden voorttegaen sonder de weeskamer daarinne te kennen, is goetgevonden de voornoemde momboiren te interdiceeren als geinterdiceeert werden mits desen tot deselve verkopinge niet vorder te procederen dan ten overstaen vande weesmeesters ende aen de welcke sullen gehouden sijn pertinenten staet ende inventaris soo vande vercochte als noch onvercochte goederen te leveren (ten waere dat suffisantelijck conden doceren de weeskamer te

122

sijn gesecludeert) op paene van contrarie doende ten behoeve van’t voorschreven weeshuijs te sullen verbeuren een hondert ducatons.

Sijn mede gecommitteert den heer hooft officier, beijde de heeren borgemeester ende oudt borgemeester, de raden Van Geijn en Van Laar omme een afdeijlinge te maecken vande buurten die gehooren ende contribueeren sullen tot de jaarlijcxe onderhoudinge der putten ende pompen binnen dese stadt. Praesentibus omnibus exceptis Klerck syndico, Verweij & Aelwijck, scabinis, Van Swoll & Ter Horst, senatoribus.

[207]

Lunae 18en Aprill 1681

De magistraet gebleecken sijnde dat heere Willem van Wijck ende desselfs huijsvrouw, beijde alhier ende onlancx overleden sijnde, bij testament voor den notaris Van Paddenburgh en getuijgen binnen Weesp den 18e februarij 1676 gepasseert de weeskamer ubique? hebben gesecludeert doch bij desen aff de verleende paenale interdictie jegens de verkopinge der mobilia bij de voorschreven in leven echteluijden naegelaetten permitterende in gevolge vandien de momboiren daar mede te mogen voortgaen.

Gehoort sijnde het rapport vande heeren gecommitteerdens tottet naesien vande gedaene kercke reeckening vanden heere oudt borgemeester Wijckerslooth over de jaeren 1670 ende 1671 is geconsenteert tot wtgevingen van obligatie ten laste vande kerck tegens vijff per cent, soo van’t geene sijn edele bij ’t sloth vandien tot-295-gulden eene stuijver ende vier penningen als van drie jaren daar van verscheene renten tot vier ende veertigh gulden ende vijff stuijvers is toecomende, sijnde dus te samen drie hondert negen en dertigh gulden, ses stuijvers en vier penningen.

De heeren gecommitteerdens totte afdeijlinge der buurten binnen dese stadt mede hebbende rapport gedaen van deselver besoignes dienaengaende gehouden ende ten dien eijnde schriftelijck overgelevert het volghende concept soo nopende d’afdeijlinge als een reglement bij haar edele aengaende ‘t selve subject geprojecteert ende opgestelt met voordraginghe vande persoonen bij haar edele genomineert tot de bedieninge vande respective schout ende buurmeester ampten over ijder buurt, luijdende de voorschreven afdeijlinge ende concept reglement als volght.

[208]

Afdeijlinge vande volgende buurten

Tot de put op’t kerckhoff sal de buurt strecken vande Westpoort aff tot op de hoeck vande Kruijsstraet (de stegen over en weer daarinne begrepen) wtgesondert de Horststraet ende werden vande Dootstraet aff het hoogh kerck hoff ende de Kruijsstraet op tot aende huijsinge vande weduwe van Dirck Robbertsen incluijs.

Sijn genomineert tot schout Johan van Geijn tot buurtmeesteren Alart van Laar Gerrit van Ede

Tot de raejput bij Palmert sal de buurt beginnen met de gantsche Horststraet over ende weer ende soo weder van den hoeck sijnde het huijs van Paulus Taats tot aen den hoeck vande Groote Gasthuijsstraet met de Molenstraet daar onder, beijde de

123

zijden ende straten daarinne begrepen ende vervolgens deselve Gasthuijsstraet soo Groote als Kleijne afgaende de oostzijde vande Kruijsstraet weer op tot aen’t huijs van Gijsbert van Noort inclusive.

Tot schout Henrick ter Horst tot buurmeesteren Cornelis van Wijck Jan van Hoeven

Tot de put aende Berchpoort sal de buurt strecken vande huijsinge van Evert van Hemert aff de Heerestraet langhs over en weer tot aende Berchpoort toe.

Tot schout Gerrit Bolderman buurtmeesteren Frans van Helden Cornelis van Ruijnsweerdt

[209]

Tot de pomp aende merckt sal de buurt beginnen op den hoeck aende zuijtzijde vande Kleijne Gasthuijsstraet neerwaarts tot aende Rijnpoort toe, de Steijle Steegh daarinne begrepen, ende voorts de gansche merckt int rondt mette leege kerckhoff ende soo voorts langhs het stadthuijs op tot aen Schenckeschans.

Tot schout Johan van Varick buurtmeesteren Joost Boonsaeijer Gosen van Hoeven

Tot de pomp inde Visserstraet sal de buurt beginnen vande Berchpoort aff de straet neer, de Koningsstraet door ende de voorschreven Visserstraet over ende weer.

Tot schout Roeloff Geurtsen buurmeesteren Jan Henricksen Abraham Peters

De magistraet der stadt Rhenen in ervaringe gekomen sijnde dat veele quaatwillige ende baldadige menschen haar onderstaen de putten ende pompen deser stadt te incommodeeren, verlammen ende sodanigh te misbruijcken, dattet waetter daar door bedorven en wtgeput wordende meenighmaell inde dangereuste tijden alsse int heetste vande somer off ’t koutste vande winter als wanneer het waetter wtgedrooght off bevroren is, int geheel sonder waetter en int wtterste gebreck vant selve gestelt sijn sulx dat men boven ’t nodige gebruijcke inde menagie oock noch daerenboven in tijt van brandt (twelck Godt tot nogh toe door Sijn genade verhoedt heeft ende in toekomende gelieve te verhoeden) tot merckelijcke schade jae totale ruïne van de stadts borgeren de goede ingeseettenen vandien souden komen te geraecken tot de grootste verlegentheden en calamitijten ter werelt, hebben om dese ende meer andere redenen daarinne willende voorsien,

[210]

goetgevonden te ordonneeren en statueeren gelijck ordonneeren en statueeren bij desen.

Dat de stadt sal verdeelt sijn in 5 buurten met getall der selver putten en pompen.

Item dat ijder buurt sal werden voozien met een bequaem schout en twee buurmeesteren welcke schouten en buurmeesteren hebben sullen het volkomen bewindt en opsight over de respective putten en pomp in haar buurt staende, deselve

124

in nodige reparatie onderhouden en van alle misbruijcken bevrijdt bliijven, deselve des nooth sijnde oock te sluijtten ende te ontsluijtten.

Verbiedende daeromme alle ende een ijgelijck op een boette van drie gulden te verbeuren elcke reijse aende voorschreven schouten en buurmeesters die bij desen daar toe geauthoriseert werden omme deselve boette paratelijck sonder voorgaende aenklaginge met den substituut schout deser stadt te executeeren om te appliceeren daar deselve goetvinden sullen boven de vergoedinge vande aengedaene schade eenige de minste vuijlicheden aen de selve putten off pompen te bedrijven als met houwen, kerven, snijden met steenen, vuijlnisse van slijck, dreck off krengen daar tegens off inne te smijten, oock niet daarinne te spouwen, wt de emmers te drincken off handen daarinne te wassen, de emmers en kettingen moetwillghlijck te bederven ende te laten aflopen, sullende de ouders voor hare kinderen ende de heeren voor hare dienstboden instaen, des het selve van haere huijre mogen afkorten en innehouden ende d’onvermogende daar voor arbitralijck werden gecorrigeert.

Item sal niemant vermogen eenigh vuijl water bij, in, off omtrent de putten en pompen te storten, klederen te wassen of spoelen anders als buijtten de goten om de putten ende pompen heenlopende des dat niemant bij schaersheijt van waetter om klederen te spoelen off huijsen te wassen eenigh put off pomp water sall gebruijcken mogen.

[211]

Voorts sal een ijgelijck der eijgenaren gehouden sijn binnen een maent nae de publicatie deses hare respective huijsen te voorsien van soo veele bequame brandtemmers als haarlieden bij de lijste bij de magistraet daar toe te maecken sal aengekondight werden ende in reguard vande eijgenaren buijtten dese stadt wonende sullen de huijrders deselve wel bestellen, dogh aen hare huijre korten mogen.

Waar toe de voorschreven schouten en buurmeesteren (opdat dese ordonnantie niet in ongebruijck nemaer in vigeur blijven moge) gehouden sullen sijn jaarlijcx op den eersten meij nae deses jaere een ijder in hare buurten separaet de schouwe te doen, sullende een ijgelijck alsdan sijne emmers paraet ende voor de deure brengen moetten.

Item sullen de voorschreven schouten en buurmeesteren alle jaren ende ten selven voormelde daege een ijder in sijn buurt apart opnemen de reeckeninge vande gedaene reparatien ende deselve alsoo aende magistraet ter eerster vergaderingh inleveren om den omslagh dienvolgende naar proportie en qualitejjten vande huijsingen volgens de lijsten jaarlijcks daar op natesien gedaen ende vande inwoonders off bruijckers der huijsingen bij de voorschreven schouten oock in cas van onwilligheijt bij executie (als in’t 3e artikel paratelijck geexecuteert te worden.

Item sullen de schouten ende buurmeesters des somers bij grootte hitte en gebruijck van waetter ordre stellen tottet buurwater van outs gebruijckelijck ende tegens de contraventeurs deses nopende de pene ende boettes als in t voorschreven 3e article procedeeren.

Item sullen de schouten ende buurmeesters sigh voorts reguleeren nae de artikels 104, 105, 106 en 107 vande ordonnantie deser stadt op den brant gearresteert en is het selve invoegen voorschreven geapprobeert ende aldus provisionelijck bij de politie gearresteert voorbehoudende d’interpretatie van alle duijsterheden en vermeerderinge ende verminderinge deses. Actum utsupra, praesentibus omnibus

125

exceptis Klerck syndico, Van Gilsen, Bercheijck, Van Wijck, Ter Horst en Van Swol, senatoribus.

[212]

Lunae 24e aprill 1681

Het versoeck vande kerckeraet alhier heden ter vergadering bij requeste gedaen omme te hebben consent tottet maecken van een nominatie omme vervolgens bij haar getreden te worden tot een beroep van een tweden predikant alhier in plaetse van dominee Ludolphus de With, is haar eerwaarden geaccordeert mits daarinne geobserveert ende gevolght werde d’ordre daar omtrent van outs gebruijckelijck.

Ende daar bij mede in achtinge genomen sijnde dat dominee Pieck het swaar valt den godtsdienste (gedurende ten tijt eer het beroep geperfecteert ende men alhier weder van een tweden predikant versien sall sijn) alleen waartenemen ende dienaengaende gedelibereert sijnde off niet dienstigh waere sigh te addresseren aen’t classe omme te versoecken (gelijck in die voorvallen wel gewoonlijck is) te mogen werden gesecondeert, is daar op den heere borgemeester Cupius versoght den gemelte heere Pieck te versoecken dat sijn eerwaarde voorts gelieve daarinne te continueeren met aenbiedinge van een billijcke erkentenisse.

Is mede gelesen een requeste gepresenteert op de naem vande vrinden van Jan van Helten ende Dorothea van Brenck zaliger in leven echteluijden waar bij versoght wordt dattet weeshuijs alhier de vier onmondige kinderen bij deselve echteluijden ende daar toe niets tot derselver onderhoudinge naegelaetten moghten nae sigh nemen ende is daarop goetgevonden de weesmeesters te authoriseeren als geauthoriseert werden mits desen omme met de diaconije ende de supplianten te spreecken om gevoeghlijcke middelen wttevinden die souden dienen tot derselver alimentatie.

Gelijck mede goetgevonden is te versoecken ende te committeeren als versoght ende gecommitteert werden

[213]

bij desen beijde de heeren borgemeesteren Cupius ende Vonck van Lienden ofte een vandien daar toe connende verledigen ende de out borgemeesteren Bercheijck ende Wijckerslooth omme te maecken een pertinente cedulle van alle de dienstboden alhier in de stadt ende in wat dienst deselve werden geëmploijeert conform haar edele mogenden ordonnantie op’t heregelt gearresteert, sijnde daar bij verstaen dat de buurmeesteren aende Stichtse zijde in Venendael bij missive sullen worden aengeschreven en gelast van gelijcken een opteijckeninge te doen vande dienstboden aldaar invoegen als vooren ende deselve tegens maendagh eerstcomende overtesenden ende dat een ijgelijck tottet doen van den aenbrengh nochmaels bij publicatie sall werden aengemaent.

Op’t mondeljnge versoeck van Willem Huijbertsen om te mogen tot sijn hoff trecken een leegh plaetsje daar voor heenen een loots heeft gestaen gelegen recht achter ’t huijs vande weduwe van Roeloff van Schaijck, is de cameraar Verweij gecommitteert ende versoght omme sigh nopende de gelegentheijt vandien te informeeren ende off het selve niet soude wesen in prejudicie vande voorschreven weduwe ende daar van te rapporteeren.

126

Sijn oock de weesmeesters geauthoriseert als geauthoriseert werden bij desen omme d’achterstallige renten die ‘t weeshuijs ten laste van jonkheer de Bruer is competeerende te innen.

Is aen Henrick Jansz Visser, Oth den hoedemaecker ende de weduwe van Jaques la Mettere in aansien van derselver onvermogen ende daar toe gedaene versoecken haer familiegelt geremitteert ende oock verstaen dat Jan de Roij daar van niet sal hebben te betaelen mits dat desselfs vrouw bij alle voorvallende saecken den armen als vroetvrouw om niet sal hebben te bedienen. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis Klerck syndico, Van Hoeven, scabino, Van Geijn, Bercheijck & Van Wijck, senatoribus.

[214]

Saturni 30e aprill 1681

Nae gedaene resumptie van’t genotuleerde op voorlede politiedagh is gelesen het request bij den kerckeraet alhier ingedient,versoeckende daarbij approbatie op de nominatie bij haar eerwaarde gedaen vande drie volgende persoonen alsse dominee Johannes Tilenius, dominee Ericus van Vianen ende dominee A. Bronckhorst, respectievelijck predikanten tot Wageningen, Overlangbroeck ende Giessen-Nieuwkerck, waar wt eene tot predikant alhier in plaetse van dominee De With soude wierden beroepen ende dat deselve genomineerde in hare plaetsen door gecommitteerden vande magistraet neffens die vande kerckenraet metten eerste mochten werden gehoort en is verstaen dat daar op soude werden geappoincteert aldus. De magistraet der stadt Rhenen approbeert dese nominatie, latende deselve in allen deelen haar edele achtbaren welgevallen, versoeckende en committeerende ingevolge vandien beijde de heeren borgemeesteren ten fine als bij den requeste.

Gehoort het rapport vande weesmeesters raeckende de onderhoudinge van de vier onmundige kinderen bij Jan van Helten ende Dorothea van Brenck in leven echteluijden naegelaetten ende daar bij verstaen hebbende dat de diaconije wel geresolveert is een kint nae haar te nemen, is den weesmeester en gasthuijsmeester respectivelijck geauthoriseert omme insgelijcks twee van de selve kinderen ten laste van ’t gasthuijs ende weeshuijs te alimenteeren ende het vierde te bestaeden tot kosten van wederzijtse vrinden. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis Smissaert, pretore, Kupio, consule, Klerck, syndico, Bercheijck & Verweij, scabinis, G. Kupio & Ter Horst, senatoribus.

[215]

Martis 3e meij 1681

Rapporteerde de heer borgemeester Cupius dat ter vergadering van haar edele mogenden den 28e des voorledene maents aprill bij de heeren vande twee voorstemmende leden weder was bewillight tot continuatie van’t hooft off familiegelt over den jare 1680 onder deliberatien off niet met eene soude behooren te werden gearresteert ’t jaar 1681, edogh dattet selve bij de stadt ende steden was overgenomen.

Dat oock weder was voorgekomen het point vant middel op’t sout ende dienaengaende verscheijdene projecten gedaen over de begroottinge van een ijders

127

contingent in’t voorschreven middel (naeder over de geheele provintie gereduceert op 18000 gulden) waar bij alsdan de stadt Utrecht voor haar aenpart soude betaelen 6000 gulden, Amersfort 1700 gulden, Rhenen en Wijck ijder 500, Montfoort 300 ende ’t platte landt 9000 gulden, dat den voorschreven gantsch ongelijcken voorslagh immers ten opsichte ende vergelijckinge van dese stadt met Utrecht nae geene de minste proportie off nae’t familiegelt off selfs nae’t getal der bewoonde huijsingen in ijders stadt gereguleert behalven dattet oock is buijtten alle mogelijckheijt soo een furnissement van penningen te connen bijbrengen met alle bedenckelijcke redenen was tegengesproocken gelijck meermaelen is geschiet, soo is verstaen dat men sal persisteeren bij vorige resolutien dienthalven genomen ende alsulx wegens dese stadt inde voorschreven 18000 gulden aenbieden 300 gulden, met nadere verklaringe ende betuijginge van onse goede intentie omme alles te willen contribueeren wat eenighsints de mogelijckheijt kan toelaeten dat in val weder mochte werden gekomen op de 20000 gulden alsdan te consenteeren voor ons aenpart in drie hondert ende vijftigh gulden, waartoe de heeren gecommitteerden bij desen werden geauthoriseert.

Gemelte heere borgemeester Cupius vorders ter vergaderinge hebbende gecommuniceert dat dewijle bij voorheene genomene resolutie al was verstaen tot negotieeringe van seeckere somme die soude werden geëmploijeert tot de gansche nodige reparatie soo van kerck als toorn tot

[216]

Utrecht een persoon hadde gesproocken die wel soude genegen wesen aen de kerck alhier duijsent a twaelff hondert gulden op interesse te doen des daar mede wilde wesen gevestight ende alsoo niet nootsaecklijcken kan werden geoordeelt als dat de voorschreven reparatie op’t spoedighste werde bij de handt genomen, is goetgevonden gemelte heere Cupius te authoriseeren als geauthoriseert werdt bij desen omme de voorschreven aengepraesenteerde penningen ten fine voorschreven tegens behoorlijcke renten ten laste vande kerck aentenemen, sijnde wijders verstaen dat eene Vianen meester metselaer tot Utrecht ende een leijdecker van daar sullen werden ontboden omme met een timmerman alhier een pertinent besteck vande voorschreven reparatie optestellen.

Den weesmeester Van Laar mede hebbende bekent gemaeckt dat ingevolge de resolutie van jongstlede politiedagh ’t eene kint van Jan van Helten bij Henrick van IJsendoorn hadde bestaeijt, is verstaen dat de momboirs vandien sijnde de wedezijtse vrinden ’t selve vorders sullen hebben te onderhouden ende van alle behoeftigheden verplegen. Presentibus omnibus exceptis pretore, Vonck van Lienden, consule, Van Gilsen, G. Kupio, Van Geijn & Van Swoll, senatoribus.

Is den dagh tottet doen der reeckeningen vande ontfangene redemptie penningen soo vande huijsen als landerijen alhier inde jurisdictie vastgestelt op eerstcomende maendagh. Actum utsupra.

Lunae 9e aprill 1681

Is den gasthuijsmeester Van Laar geauthoriseert om met communicatie vande borgemeester een schuer off wagenhuijs te laten maecken op’t gasthuijsgoet inde Marsch daar Jan Rijssen is woonende conform het besteck voor heenen daar van opgestelt

128

[217]

ende hebben voorts de heeren oudt borgemeester Wijckersloot ende Cornelis Klerck van hare respective ontfangers den redemptie penningen soo vande huijsinge als landerijen over de jaren 1674, 75 ende 1676 hare reeckeningen gedaen.

Op’t ingekomen request van Melis Gerritsz, molenaer in Venendaell aende Stichtse zijde, daar bij versochte permissie omme met den Geldersen molenaer gemeen te mogen maelen ende dat alsulx haar mochte vrijstaen maer een peerdt ende een kar met harer beijde te houden, sijn gecommitteert den oudt borgemeester Bercheijck en cameraar Verweij omme haar dienaengaende te informeeren ende daar van te rapporteeren omme nae’t selve gehoort dienaengaende gedisponeert te worden sulx men bevinden sal te behooren. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis Aelwijck, scabino, Van Geijn, Bercheijck & Van Swoll, senatoribus.

Jovis 18e meij 1681

De kerckeraet geremonstreert hebbende het beroep bij haar eerwaarde (op voorgaende daar toe gedraegene consent ende aggreatie vande magistraet alhier) gedaen op den persoon van dominee Anthonius Bronckhorst, tegenwoordigh predikant tot Giessen-Nieuwkerck, met versoeck van daar toe te willen verleenen de gerequireerde approbatie, is het selve beroep (als verseeckert sijnde vande goede qualiteijten van gemelte dominee Bronckhorst) eenparighlijck geapprobeert als geapprobeert werdt mits desen ende mitsdien desselfs persoon gehouden voor aengenaem.

Is mede gelesen een request van Willem Huijbertsz versoeckende in erfpacht het leege plaetsjen gelegen achter het huijs vande weduwe van Roeloff

[218]

van Roeloff van Schaijck ten oosten aen des suppliants hoff, ’t welck de voorschrevene sustineert vande stadt in pacht te hebben ende sijn daar op gecommitteeert en geauthoriseert beijde de heeren borgemeesteren ende de cameraar omme nae verhoor vande voorschreven weduwe daar omtrent te doen als sullen bevinden te behooren.

De heeren gecommitteerden tot examinatie van’t request bij Melis Gerritsz molenaer aende Stichtse zijde in Venendaell gepraesenteert, raekende samenmalinge met den Geldersen molenaer aldaer, dienaengaende hebbende gedaen rapport ende voorts ’t selve bij geschrift overgelevert, luijdende als volght.

Achtervolgende de commissie etcetera

hebben wij commissarissen voornoemt op de 12e? meij 1681 ons getransporteert in Venendaell ende voor ons ontboden eenige buurmeesters met de cameraar vande voorschreven dorpen ende haar den inhoude vande voorschreven requeste ende commissie voorgedraegen ende daar bij ontboden den voorschreven requirant, sijn eijndelijck nae verscheijdene conferentien ende intercessien van ons commissarissen overkomen ende veraccordeert in maniere hiernae volgende.

Eerstelijck dat in volle vigeur sall blijven de interdictie vande samen malinge bij gemelte magistraet verleent ten versoecke vande buurmeesteren ende ingeseettenen van Venendaell van dato den 7e decembr 1680.

129

Ten anderen dat de respective molenaers in Venendaell soo aende Gelderse als Stichtse zijde sullen mogen houden een gemeen peerdt en karre, waar mede den eene voordemiddagh ende den anderen naedemiddagh door het dorp ende andere rijbaere plaetsen ten dienste vande gemeente sall rijden om het koorn te haelen en het meel t’huijs te brengen.

Dat den molenaer aende Stichtse zijde gehouden sall wesen op donderdagh alle werck met een

[219]

lichter te vaeren het geheele Neder eijndt door om het koorn te haelen ende gemaelen sijnde aenstonts te brengen aen ‘t Verlaet in een huijs bij haar te nomineeren.

Dat hij insgelijcks inde buurt vande panhuijsers alle weeck op een seeckere dagh, ’t zij met een karre off met een lichter het koorn aldaar sal hebben te haelen ende ’t meel weder t’huijs te brengen.

Eijndelijck dat bij lammigheijt van d’een off andere molen sijlieden wel sullen vermogen op des anderen molen te maelen soo als sullen goetvinden, edogh sall dit niet mogen geschieden als met expres voorgegaen consent vande buurmeesteren ende tot haarlieden dispositie.

Versoeckende op alles approbatie. Actum den 12e meij 1681 en was ondertekent Gerardus van Heurne, Jacob van Holten, Hendrijck Aertssen, Hendrick vander Does, Melis Gerrisen, Huijbert Petersen, Wolfswinckel.

Is goetgevonden ’t selve te approbeeren als geapprobeert werdt mits desen, wtgesondert het laetste artikel vandien, waar omtrent verstaen wordt dat bij dien gevalle als daar bij wtgedruckt haar sullen hebben te reguleeren nae de ordonnantie jonghst op’t kleijn regell ende ’t maelen respectivelijck bij haar edele mogenden de Staten deser provintie geëmaneert. Praesentibus omnibus exceptis Vonck van Lienden, consule, Klerck, syndico ende scabino, G. Kupius, Van Laar, Ter Horst & Van Swoll, senatoribus.

Saturni 11e junij 1681

Op de gelesene missive vande notaris Bijlevelt tenderende omme te hebben betaelinge van 13 jaeren renten de erfgenaemen van juffrouw Van Duijvenvoorde jaarlijcx ter somme van 25 gulden ten laste vande stadt verschenen, is geresolveert dat (alsoo de voorschreven post aende respective cameraars bij haere gedaene reeckeninge is gevalideert) alsulx een ijder vandien sijn jaar sall hebben te suijveren op pene dat de kosten daar over komende te vallen deselve cameraars in haar privè sullen moetten lasten. Praesentibus omnibus exceptis Vonck van Lienden, consule.

[220] Solis 19e junij 1681. Is ingekomen en gelesen het volgende requeste vande kerckenraet alhier. Aende achtbare magistraet der stadt Rhenen

130

De kerckenraet der gereformeerde gemeijnte Jesu Christi alhier geeft reverentelijck te kennen, hoe (nae dat dominee Anthonius Bronckhorst haar gedane beroep bij u achtbaren op den 18e meij geapprobeert geëxcuseert heeft aentenemen ende verklaart in geen staet te sijn om sulx te connen doen) sij met eenparige stemmen goetgevonden hebben om in gevolge van het consent van u achtbaren all voorheenen op den 24e aprill verleent op nieuws te nomineeren dominee Rouwers, dominee Mas en dominee Kloeck, respective predikanten tot Hermelen, Nederlanghbroeck ende Ede om wt dien inde vaceerende plaetse alhier een praedikant te beroepen ende dewijle tot dese nominatie u achtbaren approbatie gedesidereert wordt, versoecken de supplianten dat u achtbaren gelieven haar deselve te laetten welgevallen ’t welck doende etcetera. Onderstont Wt last ende naeme vande kerckenraet en geteeckent Jos Pieck. En is verstaen dat daar op soude werden geappoincteert. De magistraet approbeert de nominatie bij desen gedaen des aen haar edele achtbaren werde gethoont het blijck van’t excuijs in’t requeste gemelt. Presentibus omnibus exceptis Vonck van Lienden, consule & Van Gilsen, senatore. Lunae 20e junij 1681. De heeren vande kerckenraet alhier ingevolge van den appoinctemente van jonghstlede politiedagh op derselver requeste daar bij versoghten approbatie op de novo bij haar gemaeckte nominatie verleent breder als bij deselve notule vervath hebbende [221] doen blijcken bij missive van dominee Bronckhorst alhier te bevorens tot predikant beroepen sijnde, dat sijn edele wt verscheijdene redenen en motiven in deselve missive gemelt de kerckenraet is bedanckende voor d’ eere hem daar door gerescontreert sigh alsoo van’t aennemen van ’t voorschreven beroep excuseerende met een toewensinge in seer godtvruchtige termen van alle zegeningen die omtrent sodaenen subject soude connen werden gedesidereert, hebben haar eerwaarden met eenen verthoont en voorgedraegen bij dien gevalle het nieuw beroep bij haar gedaen wt de voorschreven geapprobeerde nominatie op den persoon van dominee Rouwers, predikant tot Hermelen ende daarop versoght de vereijste approbatie vande magistraet en is deselve eenparighlijck verleent, als verleent wordt mits desen. Rapporteerde den heer borgemeester Cupius dat ter vergaderinge van haar edele mogenden gedaen den 16e ende 18e deses onder anderen den tijt tot den aenbrengh van alle gevestighde capitalen te doen conform haar edele mogenden ordonnantie dienaengaende geëmaneert, was wtgestelt en verlenght tot den 15e des volgende maents julij met een nadere bijgevoeghde pene jegens alle gebreeckige int geene voorschreven van nae expiratie der voorschreven tijt de facto te sullen verliesen het effect van realisatie van derselver als vooren niet aengebraghte capitalen. Dat mede eijndelijck ter opgedaghte vergaderingh was vastgestelt een tantum van het soutgelt over de geheele provintie op sestien duijsent gulden waarinne de stadt Utrecht soude te lasten hebben vijff duijsent vier hondert ende vijftigh gulden,

131

Amersfort een duijsent ses hondert ende dertigh gulden, Rhenen en Wijck ijder drie hondert ende ’t sestigh gulden, Montfoort 200 gulden ende ’t platte landt acht duijsent gulden, dattet selve bij de gecommitteerdens van stadt ende steden in voegen voorschreven op approbatie van hare principalen was aengenomen, nochtans soo in reguard vande steden Amersfoort, Rhenen, Wijck ende Montfoort, dat (vermits daar door sal comen [222] optehouden de verpachtinge van hare stadts chijsen ende bijgevolge jaarlijcx daar bij soo veel sullen comen te missen, alsulx voor een aequilibrique portie vandien behoorden te gauderen ende te genietten een gerechte sesdepart van derselver contingent waarop als voren staen aengeschreven ende dat alsdan nae desen sodaenen als voorschreven omslagh in geen consequentie soude werden getrocken oock allesints ongepraejudicieert derselver recht en is het selve alsoo geapprobeert en aengenomen, als geapprobeert ende aengenomen werdt bij desen. Is den secretaris geauthoriseert omme tot Utrecht met den procureur Semperken te accordeeren over de helfte van sijne verdiensten in de saecke van eenen Floriang tegens desen gerechte belopende volgens de overgeleverde declaratie in’t geheel ’t sestigh gulden als mede met denselven aftemaecken ’t geene verdient heeft in de saecke van Schenckel etcetera als voren, sijnde bij specificatie begroot op 14 gulden. Praesentibus omnibus exceptis Vonck van Lienden, consule, Aelwijck & Verweij, scabinis, Van Gilsen, Van Geijn, Van Laar & Van Swoll, senatoribus. Lunae 1e augustij 1681. Ten versoecke ende ten pericule vande weduwe vanden borgemeester Van Hooft sijn geauthoriseert, als geauthoriseert werden bij desen, den substituijt schout ende deurweerder omme nae voorgedaene sommatie desselfs overgeleverde restanten vande stadt is’t nooth, voor haar verschuldighde volgens opgeven te executeeren. Gelijck mede goet gevonden is gelijck authorisatie te verlenen tot prompte inninge van de restanten bij den cameraar ende kerckmeester Verweij ingedient, bedraegenden soo vanden stadt als kerck -6434 gulden en 15 stuijvers. [223] Is mede tot betaelinge van’t glas bij dese stadt aenden heere Schage tot Wijck in desselfs huijsinge vereert, geaccordeert ende verleent ordonnantie op den cameraar ter somme van achtien gulden. Opt ingekome requeste vanden oudt cameraar Johan van Geijn daar bij te kennen gevende dat vanden cameraar Verweij met sommatie ende bedreijginge van executie wierde geincommodeert tot betaelinge van sijn achterstallige pachtingen vande stadts impositien daar tegens hem suppliant een meerder somme van de stadt was aencomende als te sien was bij desselfs reeckeninge, versoeckende alsulx dat sijn voorschreven debet mochte werden vereffent met verminderinge van gelijcke somme van ’t geene invoegen vooschreven ten laste vande stadt was

132

competeerende, is verstaen dat soude werden geappoincteert advis aenden cameraar. Gedelibereert sijnde over ’t verlengen vanden veerdam is goetgevonden dienaengaende van persoonen haar sulx verstaende op’t spoedighste intenemen een besteck omme nae’t selve gesien ende geëxamineert sijnde daar omtrent vorders geresolveert te worden sulx den meesten dienste ende beneficie van’t veer sal coomen te vereijssen. Praesentibus omnibus exceptis Verweij, scabino, Van Geijn, Van Laar & Van Swol, senatoribus. Martis 2e augustij 1681. Is naar gehoudene deliberatien goetgevonden te versoecken ende te committeeren, als versoght ende gecommitteert werden bij desen, den heere hooft officier Smissaert ende beijde de heeren borgemeesteren Kupius ende Vonck van Lienden omme met de alhier aenwesende heeren haar edele mogenden gecommitteerdens totte verpachtinge van’t nieuw ingewillighde middel op’t sout te spreecken ende haar edelen voor ende van wegens dese stadt voor deselve pachtinge aentebieden de somme waar op dese stadt ende vrijheijt vandien bij gemaeckte repartitie te bevorens is aengeslaegen sijnde drie hondert ende ’t sestigh gulden, edogh ingevalle opgemelte heeren haar edele mogenden gecommitteerdens sigh daar toe niet soude connen gedisponeert vinden alsdan op’t uijterste deselve presentatie te verhogen tot vier hondert gulden. Praesentibus omnibus exceptis Aelwijck, Varick, Van Hoeven, scabinis, Van Geijn, Van Wijck, Van Laar & Ter Horst, senatoribus. [224] Lunae 8e augustii 1681. Is gelesen het volgende requeste vanden kerckenraet. Aende edele achtbare magistraet der stadt Rhenen, De kerckenraet der gereformeerde Christelijcke gemeijnte tot Rhenen wt het midden van haar gecommitteert hebbende dominee Joh. Pieck, haeren leraar, ende den heer borgemeester Vonck van Lienden als ouderlingh, omme wttewercken de dimissie van dominee Joh. Rouwers bij ons tot predikant beroepen, soo bij de kercke van Hermelen als de eerwaarde classis van Utrecht ende om daar omtrent alles te verrichten wat dienaengaende te verrichten staet, versoecken sij, gecommitteerdens, gedienstelijck off uedele achtbaren ingevolge vande nadere interpretatie vande kercken ordeninge oock believen wt het midden van haar ten finè voorschreven ijmant bijtevoegen ende te committeeren off anders aen hem suppliant brieven van credentie te verlenen, ’t welck doende etcetera. En is daar op geappoincteert: de magistraet der stadt Rhenen committeeren ten finé als in desen den here borgemeester Vonck van Lienden. Den heer borgemeester Cupius ende andre haar edele achtbaren gecommitteerdens hebbende gerapporteert dat ingevolge vande resolutie commisoriaell van den 2e deses van haar edele mogenden gecommitteerdens in pachte hebbende aengenomen de nieuw opgestelden impost op’t sout over dese stadt ende vrijheijt vandien voor de somme van vier hondert gulden eens gelt ende dat daer aen sall

133

mogen werden gekort ’t geene dese stadt te bevorens bij verpachtinge van hare stadts chijs apart hebben geprofiteert sijn daar op gecommitteert, als gecommitteert werden bij desen, beijde de heeren borgemeesteren Cupius ende Vonck van Lienden, de oudt borgemeesteren Klerck en Bercheijck en Van Gilsen ende Van Geijn, raeden, omme een concept [225] cohiere vanden omslagh van’t selve soutgelt optestellen omme nae gedaene rapport daar op verder gedisponeert te worden sulx bevonden sall werden te behooren. Ende is mede goetgevonden dat van Roeloff Vermeer de boterpacht sall worden overgenomen werdende de voorschreven gecommitteerdens geauthoriseert omme met den selven daer over te accordeeren in meeninge omme ’t selve neffens het voorschreven soutgelt alsdan omteslaen ende alsulx in een cohiere te compraehendeeren. Praesentibus omnibus exceptis Aelwijck, scabino & Van Wijck senatore. Lunae 29e augusti 1681. Gehoort het rapport vanden heer borgemeester Cupius en andere haar edele achtbare gecommitteerdens sijnde bij resolutie van jonghstlede politiedagh geauthoriseert geweest omme met Roeloff Vermeer te spreecken nopende de overneminge van de boterpacht voor dese stadt, van dat ingevolge vandien met denselven hadden geaccordeert dat boven de vijftigh gulden daar voor de voorschreven pachtinge van haar edele mogenden selfs over desen jaere hadde aengenomen noch aen hem in aensien van sijn afstandt soude werden betaelt vijff ende twintigh gulden, belopende dus ’t samen vijff ende ’t seventigh gulden, sijn gemelte gecommitteerdens voor hare aengewende moeijte bedanckt. Nae lesinge vande ingekomene missive van haar edele mogenden de Staten deser provintie gedateert den 16e deses behelsende een advertentie van bewilliginge in den opheff van ’t hooft off familiegelt over den jaere 1680 op die voet als in voorige jaeren, is verstaen dat dienvolgende eerstdaeghs sall worden getreden tot redres vande cohiere soo nodigh sijne soo ten dien eijnde als mede omme als auditeurs te sitten over de reeckeninge dienaengaende bij Cornelis [226] Klerck over den jare 1678 te doen waar toe den dagh is vastgestelt jegens heden over 14 daegen gecommitteert ende geauthoriseert als gecommitteert ende geauthoriseert worden bij desen de heeren tottet selve besoignes voorheenen sijnde gecommitteert geweest. Rapporteerde den heer borgemeester Vonck van Lienden dat op den brieff van aenschrijvens op donderdagh laetsleden hebbende geweest ter vergaderingh van haar edele mogenden aldaar onder anderen occureerende saecken mede was geresolveert dattet gader off stuijvergelt van’t familiegelt soude connen ende nae desen geheft worden van ende ten laste vande debiteuren vandien,

134

dat mede geresolveert was tot negotiatie ende opneminge van tweemael hondert duijsent gulden ten laste deser provintie. Is noch gelesen een missive van haar edele mogenden de gedeputeerde Staten deser provintie van date den 27e deses waar bij versocht worden gecommitteerdens wegens dese stadt omme met opgemelt haar edele mogenden gecommitteerdens te spreecken nopende den impost van’t sout ende is (alsoo den voorschreven impost alhier in pacht bij de stadt is aengenomen) onnoodigh geoordeelt dienaengaende commissie te verleenen. Alsoo bericht wordt dat van elders veele quade en vuijle duijtten alhier in dese stadt ende vrijheijt vandien werden ingebraght ende ’t selve bij wisselinge van kleijn silvergelt oock door de dagelijxe ondervindinge wort geconfirmeert ende aengemerckt sijnde sulx is streckende tot groote schade en nadeel van de borgeren ende ingeseettenen alhier, is goetgevonden (omme daarinne soo veel mogelijck te voorsien) allen ende een ijgelijck wel [227] scherpelijck te interdiceeren ende te verbieden binnen dese stadt ende onderhorige jurisdictie vandien eenige andere duijten intebrengen, te ontfangen off wttegeven als die inde geunieerde provintien sijn geslaegen op pene van een daelder bij ijder contraventeur deses t’elckens te verbeuren ende wordt den substituijt schout gauthoriseert hier op naeu reguard te nemen. Gelesen ende gehoort sijnde ’t advis vanden cameraar Verweij op’t requeste bij den oudt cameraar Van Geijn den 1e deses ingedient, is verstaen, alvorens daarinne te disponeeren, dat gemelte cameraar Van Geijn in conformitè vande apostillen staende bij eenige posten van sijne gedaene stadts reeckeninge over de Franse jaeren deselve sal hebben te suijveren ende nader te verifieeren binnen den tijt van 14 daegen omme dienaengaende alsdan geresolveert te worden nae behooren, verleenende inmiddels ende voor de voorschreven tijt van 14 daegen surcheantie van executie. Praesentibus omnibus exceptis Klerck, syndico & scabino, Bercheijck & Aelwijck, scabinis. Solis 3e september 1681. Is gelesen een missive van haar edele mogenden de gedeputeerde Staten deser provintie van dato den 30e augusti 1681, waar bij gantsch ernstelijck versoecken dat hoe eer hoe liever ende ten spoedighsten onder haar edele mogenden secretaris mochte werden ingelevert een cohiere van’t heeregelt over dese sadt en het ressort vandien, omme bij opgemelte haar edele mogenden geëxamineert ende gevisiteert te worden ende dienaengaende verstaen dat (alsoo deselve leijt geconcipieert) van dese weeck een dagh sal worden aengestelt omme deselve naerder te perfecteeren ende ten fine voorschreven optesenden. [228] Is noch gelesen het volgende requeste.

135

Aende edele en achtbare magistraet der stadt Rhenen Geeft oitmoedelijck te kennen Herbert de Wijs dat sijn suppliants vrouw op voorledene donderdagh tegens den avondt (sijnde geweest den 1e deses maents september is overleden) ende dewijle het doode lichaem sijne Christelijcke begraeffenisse naar gewoonte deser landen moet immers behoort te genietten, echter hij suppliant heeft verstaen dat geen rooms gesinde alhier inde kercke ofte het kerckhoff buijtten uedelen en achtbaren consent ter aerde mogen werden bestaeijt niettegenstaende het haar eijgen groefstede mochte wesen ende geleth in tegendeel uedelen en achtbaren bij seeckere ampliatie over ’t begraeven vande dooden den 14e meij 1679 gearresteert, hebt believen te verstaen dat geene dooden op andere plaetsen sullen mogen worden begraeven als inde kerck ofte op het kerckhoff op pene van hondert gulden ten behoeve vande kerck te verbeuren ende hij suppliant niet gesint is uedelen achtbaren voorschreven reglement te overtreden soo keert derhalven den selven sigh tot uedelen ende achtbaren ende in aller sijner grootste droeffenisse demoedelijck versoeckende dat uedelen en achtbaren goede geliefte zij, dat den suppliant gepermitteert sij het doode lichaem van sijn voornoemde overledene vrouw alhier inde kerck te mogen begraeven inde grafstede hem in eijgendom toebehorende ende waarinne hem ende sijns overledene vrouwe doode soo moeder als broeder in begraeven leijt, mits betaelende daar van de kercke de gerechtigheijt als andere borgers gehouden sijn te doen. Dat doende etcetera. En verstaen dat daar op soude werden geappoincteert. De magistraet der stadt Rhenen accordeert den suppliant sijn versoeck edogh sonder consequentie ende is vorders geresolveert dat geene rooms catholijcke dooden alhier [229] binnen dese stadt off vrijheijt vandien sullen mogen worden begraeven dan nae voorgaende geobtineert consent vande magistraet. Is geresolveert dat mr. Adriaen van Dolder voor’t wtgaen van dese lopende maent sijn geruineerde huijsinge staende aen’t kerckhoff behoorlijck sal hebben te doen repareeren off optehaelen in dier voegen dat de stadt daar door niet gedeformeert ende particuliere daar bij niet vernadeelt worden. Werdende bij naelatigheijt van ’t geene voorschreven den heere officier bij desen geauthoriseert omme ’t selve te doen op zijn edelheijts dubbelde weerpenningh. Gelijck mede op d’ingekomene klachten opgemelte heer officier geauthoriseert wordt omme sigh te infomeeren nopende de onlancx gepleeghde dieverijen inde hoven ende tegens de daaraen plichtige te procedeeren naar rechts behooren. Praesentibus omnibus exceptis G. Kupio, Van Wijck, Ter Horst & Van Swol, senatoribus. Iovis 8e september 1681. Is bovengestaen ende gecompareert Dirck Wouters van Tinteren, te kennen gevende dat den cameraar Verweij achtervolgende authorisatie vande magistraet, den substituijt schout en bode in sijn goet hadde geseth voor eenige achterstallige pacht vande waagh versoeckende van die kosten te mogen worden ontlast onder

136

praesentatie en beloften van binnen den tijt van veertien eerstcomende daegen in minderinghe vandien effective te sullen opbrengen hondert gulden ende de resteerende penningen een maent daarnae specialijck alsulx overgevende ende onwederroepelijck tot securiteijt ende naarkominge vandien, constitueerende en machtigh maeckende gemelte cameraar Verweij omme bij ontstentenisse ende naelatigheijt van’t geene voorschreven [230] nae een gedaene veijlinge te mogen treden tot de verkopinge van sijn goedt inde heerlijckheijt vande Marsch gelegen sonder eenige vordere proceduren dienaengaende geobligeert te sijn te houden ofte gebruicken omme wt de koopspenningen vandien alsdan sijn voorschreven restanten selfs tot desen tijt toe verschuldight aen sijne handen te voldoen ende is onder de voorschreven praesentatie ende overgifte sijn voorschreven versoeck geaccordeert ende ingevolge vandien den substituijt schout ende bode gelast wt des comparants goederen te gaen, mits betaelende de kosten dienaengaende gevallen. Op’t requeste van schepen Van Gilsen sijn gecommitteert als gecommitteert werden bij desen de heeren borgemeesteren Kupius ende Vonck van Lienden neffens de oudt borgemeesteren Klerck en Bercheijck omme desselfs overgeleverde restanten van’t weeshuijs te examineeren en daar van te rapporteeren ende is benevens dien authorisatie verleent op den substituijt schout ende deurweerder omme, die solvent souden mogen worden geoordeelt, voor haar verschuldight te executeeren. Praesentibus omnibus exceptis Vonck, consule, Aelwijck, Van Hoeven, scabinis, Kupius, Bercheijck, Van Wijck, Van Laar, Ter Horst, senatoribus. Lunae 12e september 1681. Rapporteerde den borgemeester Vonck van Lienden dat ter vergaderingh van haar edele mogenden de Staten deser provintie bij de heeren vande twee voorstemmende leden tot bevorderinge van’t werck nopende het verdiepen van den Rhijn was geconsenteert tottet leggen ende ophaelen van eenige kribben bij Schenckeschans waar toe de kosten nae gemaeckte calculatie omtrent soude comen te belopen tweemael hondert duijsent gulden ende dattet selve bij stadt ende steden was overgenomen omme in den haren te rapporteeren ende is nae deliberatie goetgevonden daarinne mede te consenteeren. [231] Is gelesen een requeste van de Dijckers en Achterbergers versoeckende daar bij dat Rijck Henricksz in plaetse van Bruijn Cornelisz, nu overleden sijnde, tot schoolmeester t’Achterberg mochte werden aengenomen ende is om redenen daar bij geallegueert het voorschreven versoeck geaccordeert ende alsulx den selven Rijck Henricksz daar toe bij provisie aengestelt, als aengestelt wordt bij desen. Mede gelesen sijnde een requeste van Tijs Mostaert poortier vande Westpoort waar bij te kennen geeft dat vermits sijnen hogen ouderdom ende impotentie op approbatie vande magistraet hadde geresigneert ende overgegeven aen Roeloff

137

Vermeer sijn poortierschap op conditien bij den selven requeste gemelt, is de voorschreven gedaene resignatie ende overdoeninge geapprobeert, als geapprobeert wort mits desen ende den voornoemde Vermeer gehouden voor aengenaem. Sijn boven ontboden ende voor de magistraet gecompareert Aelbert Aertsz, Jan Evertsz, Geurt ende Willem Dwidden in plaetse van Aelbert Jansz soo voor haar selven ende haar voorts sterckmaeckende voor d’andere erfgenamen van zaliger Bet Jansz versoeckende in gemelte voorschreven wtstel tot betaelinge vande achterstallige pacht vande helfte vande bouwinge Remmerten bij de voorschreven weduwe in haar leven verschuldight op termijnen naevolgende alsse een gerechte derdepart voor october eerstcomende, een derdepart Corsemisse ende ’t ander derdendeel voor wtgaende meij met speciale overgifte daar bij dat mogen lijden dat den cameraar Verweij bij foute vande voorschreven betaelinge op de voorgestelde termijnen de weert genaempt Dulckers weert nae een publicque veijlinge mogen verkopen sonder eenige vordere solemniteijten dienaengaende gehouden sijn te gebruijcken ende dat de koopspenningen daarvan procedeerende de voldoeninge van het voorschreven restant van pacht soo vande voorschreven weduwe als desselfs erfgenaemen in particuliere neffens de verschuldighde ongelden aen sijne handen te effectueeren ende intehouden ten dien eijnde gemelte cameraar Verweij daar toe bij desen in amplissima forma constitueerende en machtigh [232] maeckende met nadere overgifte dat (in cas sij, erfgenamen, selfs middelerwijl de voorschreven weert off andere goederen wt de handt off publiquelijck mochten comen te verkopen met bedingh van contante penningen) deselve alsdan daar wt haar voorschreven restant ’t eenemael ’t seffens sullen voldoen ende nopende een ijder sijn verschuldighde van pacht int particulier heeft Jan Evertsz belooft en aengenomen te betaelen binnen ses weecken een hondert gulden ende sijn resteerende als de schaepen over desen aenstaende jaere worden geschoren, item Aelbert Aertsz een derdendeel van sijn verschuldighde in october, ’t twede derdepart Corssemisse en het resteerende een derdepart op meij eerstcomende, item Geurt ende Willem Dwidden in plaetse als voren ’t haren in tijt van ses weecken een hondert ende vijftigh gulden, Sinte Peter aenstaende een hondert gulden ende het resteerende inde meijmaent des jaers 1682. En sijn de geseijde comparanten in voorschreven qualiteijt respectivelijck op haarluijden versoeck daarinne gecond ende haare personen ende goederen daar voor verklaart verbonden en executabel. Den heer borgemeester Cupius mede hebbende voorgestelt dat onder de ongesuijverde posten vande reeckeninge vanden oudt cameraar Van Geijn mede begrepen waeren de vacatien vanden heer syndicus Klerck, dewelcke waeren ingebraght daeghs op vijff gulden ende die nochtans maar waeren gevalideert tot drie gulden heeft gemelte syndicus daar op geseght hem des daeghs voor vacatie niet minder als vijff gulden toetecomen ende dat te vreden was ’t selve te verblijven ter arbitragie ende wtspraeck vande heeren die te gelijck en rechtsgeleerde en in regeeringe waeren geweest, waarop deselve saecke is verbleven aende heeren Van Someren, oudt geëligeerde raet, Vander Dussen, oudt borgemeester der stadt Utrecht ende Mantsvelt, oudt raet inde hove van Utrecht ende verstaen dat den syndicus inde memorie daarvan optestellen mede sal insereeren. Dat de heeren

138

vande magistraet sustineeren sijn edele niet meer als drie gulden daeghs van vacatie te competeeren dewijle in desselfs commissie niet is begroot hoeveel wegens sijne vacatie des daeghs sal hebben ende dat d’andere heeren vande magistraet ende borgemeesteren des daeghs maar drie gulden sijn hebbende. Praesentibus omnibus exceptis Bercheijck, Aelwijck, Van Hoeven & Wijckerslooth, scabinis, Kupio, Van Laar & Van Swol, senatoribus [233] Lunae 19e september 1681. Gelesen sijnde den missive van haar edele mogenden de gedeputeerden van date den 16e deses waar bij op’t serieuste recommandeeren dat niet moge werden naegelaeten het quohiere van’t heeregelt over dese stadt ende vrijheijt vandien opgestelt ten spoedighsten ende wtterlijck binnen acht daegen onder gemelte haar edele mogenden secretaris inteleveren ende benevens dien versoecken dat eenige gemachtighden wt dese vergaderingh voor dinghsdagh eerstcomende wilden derwaerts komen omme het differentiaell poinct nopende het bewuste exploict vanden pander Vervoorn met den aenkleve vandien aftemaecken ende te vereffenen, off dat andersints de heeren vanden hove provintiaell gepermitteert souden sijn met de executie voorttegaen, is daarop verstaen datte cohiere van’t voorschrevene heeregelt van dese weeck naar voorgaende resumptie ter camere van haar edele mogenden sall werden overgelevert waartoe, als mede omme ten fine als in deselve missive met de heeren gecommitteerdens aengaende de saecke vanden pander Vervoorn finalijck ende op de beste forme te accorderen, gecommitteert is, als gecommitteert wert mits desen den syndicus Klerck. Is mede gelesen eene memorie ende bericht bij den oudt cameraar Van Geijn ingedient, raeckende die posten die in sijne reeckeninge over de Franse jaeren volgens gedaene apostillen noch stonden gesuijvert te worden edogh vermits d’absentie vanden selven Van Geijn is de dispositie daar op tot de volgende vergaderingh geprorogueert. Ende alsoo bij vorder wtstell van reparatie van kerck ende toorn een totael ende irreparabel vervall voorhanden is, soo sijn ende werden bij desen gecommitteert de heeren hooft officier Smissaert, beijde de borgemeesteren, den syndicus ende mr. Henrick ter Horst omme een pertinent besteck te doen formeeren ende daertoe te emploijeeren meester Gijsbert van Vianen, meester metselaer t’Utrecht ende daar van metten eersten te rapporteeren ten eijnde alsdan daarop ten spoedighste geresolveert worde. Praesentibus Smissaert, praetore, Bercheijck, Varick, Aelwijck, Klerck, Verweij & Van Hoeven, scabinis, Van Gilsen, Van Wijck, Van Laar, senatoribus. [234] Generis, 23e september 1681. Is geresumeert de cohiere van’t heergelt over dese stadt ende vrijheijt vandien bij de heeren daar toe gecommitteert opgestelt ende nae vereijste daarinne gedaene veranderinge ende redres verstaen dat ter camere van haar edele mogenden soude

139

werden overgebraght. Praesentibus omnibus, exceptis praetore Smissaert, Cupio, consule, Aelwjck, scabino, G. Kupio, Van Wijck Ter Horst, senatoribus. Martis, 27e september 1681. Heeft het gerecht in plaetse vanden overledene procureur Thomas Bercheijck weder tot procureur gesurrogeert ende aengestelt Johannes van Reumelaer mits doende den behoorlijcken eedt daar toe staende. Actum op den rechtdagh. Iovis 7e october 1681. Heeft den heere borgemeester Cupius ter vergaderinge gerapporteert dat in crachte van commissie vande magistraet den 22e februarij deses jaars sijn edele als eerste borgemeester verleent tottet waernemen vanden tour ter vergaderinge van haar edele mogende gedeputeerden, ten dien eijnde sigh derwaerts hebbende vervoeght, aldaer verstaen hadde, dat den sijndicus Klerck ten fine voorschreven sigh aldaar mede gevonden ende ter opgedachte vergaderinge vanden heeren gedeputeerden hadde versoght sessie, was daar op de volgende resolutie genomen, luijdende het verthoont ende gelesen extract daar van als volght. Extract etcetera, mercurii 4e october 1681. Ter vergaderinge voorgebraght ende gelesen sijnde de commissie van sijn hoogheijt den heere prince van [235] Orange in dato den 9e aprill 1676 aen den heer sijndicus Klerck verleent wt crachte vande welcke den selven versoghte sessie ter vergaderinge vande heeren hare edele mogende ordinares gedeputeerdens verleent te mogen worden, is verstaen dat bij sijn edele alvorens acte van descharge vande heeren borgemeesteren ende regeerders der stede Rhenen sall exhibeeren van aan hare edele mogenden niet comptabel te sijn, soo mede voorgebraght ende gelesen sijnde acte van commissie vande heeren regeerders der gemelte stede Rhenen in dato den 22e februarij 1681 aende heere mr. Johan Cupius, eerste borgemeester aldaar verleent omme te compareeren ter vergaderinge van hooghstgemelte heeren gedeputeerden, is naar genomene deliberatie goetgevonden en verstaen, alsoo haar edele mogenden in desen haar geen parthije sijn stellende, dat aende heeren regeerders der gemelte stede Rhenen sall worden geschreven dat haar edelen een gequalificeert persoon, niet comptabel, aen haar edele mogenden ter meergemelte vergaderinge gelieven te committeeren en was onderteeckent N. Beusechem, abs. secretaris. En is nae gedaene omvrage dienaengaende verstaen ende geresolveert dat gemelte heere Cupius als eerste borgemeester dese tourbeurte ter opgedachte vergaderinge sall waarnemen, werdende daar toe sijn edele bij desen gecommitteert. Den oudt borgemeester en sijndicus Klerck seijde daar tegens hem dese tourbeurte om ter vergaderinge van haar edele mogenden te compareeren te competeeren, soo wt crachte vande commissie hem bij sijn hoogheijt verleent ende bij de magistraet deser stadt geapprobeert mitsgaders het opgevolghde geconvenieerde vanden 17e meij 1677 ten overstaen vande heeren gecommitteerden van haar edele mogenden de gedeputeerdens ende dat derhalven de heeren vande magistraet onbevoeght

140

waeren ijmant anders tot dien tour te committeeren, het alleen aen haar edele mogenden de gedeputeerdens dependeerde de actuele sessie te surcheeren totter tijt toe acte van descharge ende non comptabiliteijt sall wesen wtgelevert, derhalven tegens dese commissie wel expresselijck protesteerende mits desen. Is geresolveert dattet vroumensch dat voor desen gewoont heeft bij capiteijn Van Leeuwen ende [236] beswangert is buijtten echt, wt de stadt sall hebben te vertrecken binnen tweemael 24 uren, authoriseerende anders den substituijt schout omme haar nae die tijt sonder vorder wtstell wt de stadt te setten met interdictie van daar niet weder intekomen. Is mede gelijcke authorisatie verleent omtrent het vrouwmensch dat bij Henrick Melchers inwoont. Goetgevonden sijnde aen dominee Pieck een erkentenisse te doen voor dat nae ’t vertreck van dominee De With ongeveerlijck den tijt van vijff maenden alhier den predickdienst alleen heeft waergenomen, is sijn eerwaarde ten voorschreven opsighte toegeleght een somme van twee hondert gulden ende verstaen dattet tractament in die tijt t’Utrecht vervallen sijnde ter concurrentie vande voorschreven somme toe bij den cameraar sall worden gesuppleert, daar toe bij desen verleenende ordonnantie. Rapporteerde den sijndicus Klerck dat in crachte ende achtervolgende sijn edeles commissie van dato den 19e september jonghstleden het different aengaende dese stadt ende den pander Vervoorn hadde afgemaeckt ende dienaengaende geaccordeert voor twee hondert gulden bij de stadt te betaelen binnen den tijt van ses weecken. Opt geproponeerde vanden gasthuijsmeester Van Laar desen aengaende is geresolveert dat in toekomende ende nae desen het bewint over de naelatenschap van dooden, in’t gasthuijs sijnde overleden, sal specteeren tot den gasthuijsmeester alleen, in dier voegen nochtans dat in cas de diaconije mede tot onderhout der afgestorvene mochte hebben gecontribueert, alsdan nae proportie vanden goederen haar bij den gasthuismeester sal werden gedaen remboursement van sodanigh verschot. Praesentibus omnibus exceptis Kupio, consule, Aelwijck & Wijckersloot, scabinis, Cupio, Van Geijn, Bercheijck, Van Wijck, senatoribus. [237] Generis 18e november 1681. Heeft den heer hooft officier Smissaert (de politie hebbende doen convoceeren) ter vergaderinge geëxhibeert en doen lesen een missive van sijn hoogheijt den heere prince van Orange van dato den 21e deses nieuwen stijll geaddresseert aen gemelte heere Smissaert luijdende van woordt tot woort als volght. Edele erentfeste voorsienige seer discrete lieve besondere,

141

Alsoo door overlijden van Dr. Johan van Wijckersloot, schepen, ende Thomas Bercheijck, raed der stadt Rhenen, de voorschreven plaetsen sijn comen te vaceeren hebben wij nae deliberatie goetgevonden respectivelijck aentestellen in plaetse van den eersten tot schepen Allard van Laar ende in plaetse van den tweden tot raedt Cornelis van Wijck mitsgaders in plaetse vanden voorschreven Allard van Laar tot raed der voorschreven stede Henrick van Wijckerslooth. Lastende uedelen derhalven deselve bij afneminge van den behoorlijcken eedt te stellen in possessie van hunne bedieningen waartoe ons verlatende, bevelen u edele erentfeste etcetera in de bescherminge Godes in ’s Hage den 21e november 1681. Onderstont uedelen goedtwillige vrind ende onderteeckent Guilleaume Henri, prince de Orange. Wiensvolgende gemelte Van Wijck en Wijckerslooth als raden den gewoonlijcken eedt in handen vanden opgemelte heere Smissaert hebben afgeleght, dogh omtrent schepen Van Laar is vermits desselfs absentie sulx gestateert tot sijn wederkomste. Actum utsupra praesentibus praetore, Vonck van Lienden, consule, Varick, Aelwijck, Van Hoeven, scabinis, Van Gilsen, Kupius, Van Geijn, Van Wijck & Van Swol, senatoribus. [238] Lunae 21e november 1681. Gehoort sijnde de propositie vanden heere borgemeester Cupius waarbij in bedencken geeft, off niet de depeches en onkosten die dese stadt bij ’t inhebben vande laetste guarnisoenen soo mettet maecken van een nieuw wachthuijs, leverantie van keersen en turff als anders heeft moetten doen en supporteeren, men soude connen en behoorde te considereeren als een provinciaele last ende alsulx daar van restitutie praetendeeren, is daar op goetgevonden ende verstaen dat men dienaengaende communicative sal gaen met d’ andere steden waar toe ende tot vordere wtwerckinge van’t geene voorschreven gecommitteert ende geauthoriseert wort gemelte heere Cupius. In omvraege en deliberatie geleght sijnde off de verificatie ende bewijsen bij den oudt cameraer Van Geijn in conformitè van resolutie op heden overgelevert bestaende in d’ exhibitie van sijn boeck ende presentatie van Eede nopende de deughdelijckheijt vandien konnen staecken ende suffisant sijn tot volkomene suijveringe van die posten die in sijne reeckeninge over de Franse jaren gedaen volgens apostillen daar bij staende, geordonneert was naerder te verifieeren, is verstaen dat daar mede de kleijne posten wel connen werden gepasseert, edogh van posten van belangh dat die met quitantien sullen moetten worden bewesen ende is voorts geresolveert dattet geene Van Geijn nae gedaene suijveringe als boven bij de sloten van sijne recckeninge bevonden sall worden toetecomen, hetselve hem in obligatie (gelijck omtrent andere cameraers oock is geschiet) sal werden voldaen werdende niettemin versoght ende gecommitteert beijde de heeren borgemeesteren Cupius ende Vonck van Lienden neffens den oudt borgemeester Bercheijck omme in allen desen met Van Geijn te accordeeren, afdoende hiermede de verleende surcheantie bij Van

142

Geijn op sijn requeste tegens den cameraar Verweij geobtineert. Praesentibis omnibus exceptis sijndico Klerck & Van Zwoll, senatore. [239] Martis 6e december 1681. Den heere borgemeester Cupius hebbende voorgedraegen dat op sijn edeles schrijvens aen eenen Snep t’Utrecht die verstaen was dat soude werden ontboden omme te hooren desselfs bequaamheijt tottet alhier vaceerende organist en klockenist ampt, den selven Snep was overgekomen ende het orgel hadde wesen visiteeren, edogh sodandigh gedevaliseert bevonden dat door de veelvoudige defecten, soo selfs aen’t vermissen van veele pijpen als verscheijde die bedorven en gebroocken waeren, onmogelijck daar op nae behooren conde werden gespeelt ende aengemerckt sijnde dat de nodige vereijste reparatien omme deselve weder bequaem te maecken niet sall connen geschieden dan met een merckelijcke somme ’t welck de stadt tegenwoordigh seer ongelegen soude comen, is goetgevonden met den voorschreven Snep voor alsnoch geen accoort te maecken ende verstaen dat aen den selven voor sijne moeijte ende reijskosten (boven sijn verteeringen) sal worden betaelt twee ducatons ende aengaende de vermiste en gebroockene pijpen, dat die geene het opsicht over den orgel hebben gehadt haar met eede sullen hebben te expurgeeren van directelijck off indirectelijck niet te weetten vande voorschreven vermiste pijpen off hoe ende door wie d’andere invoegen voorschreven sijn onbruijckbaer gemaeckt. Gelesen sijnde een missive vanden heere Eppingen contineerende in effect alleenlijck beloften van voldoeninge der verschuldighde dubbeltjes nae’t wtgaen van dit lopende jaar, is verstaen dat dienaengaende aen sijn hoogheijt sall worden gerescribeert. Ende alsoo Bloemaert t’Utrecht dese stadt voor’t hoff heeft geconvenieert tot betaelinge van eenige renten hem tot laste vande stadt verschenen ende voorts tot aflossinge van’t capitael is goetgevonden dat men gemelte Bloemaert met toesendinge van’t gelt tegenwoordigh in cassa sijnde [240] ende voorts met beloften van int korte voldoeninge van’t restant te sullen procureeren sall soecken te induceeren tot ophevinge der vooschreven proceduren authoriserende anders den borgemeester Cupius omme de saecke deserzijts te doen waernemen op fundamente off welbevoeght soude sijn capitael opteeijssen. Is Roeloff Aelbertsz, getrout de doghter van Kerst Huijbertsz, tot borger deser stadt aengenomen mits betaelende de leges daer toe staende ende doende den behoorlijken eedt. Gelijck mede Jan Henricksz koperslaeger en Jan Beerentsz Weppelman elx ¼ van haar familiegelt ende Jan Beerentz wever tsamen wonende in Venendaell de helfte is afgeschreven. Mede in consideratie genomen sijnde dat de vijftigh gulden den heer hooft officier Smissaert jaarlijckx toegeleght voort effectueeren vande electie der magistrature niet kan balanceeren de kosten soo van wagenvrachten inde winterse tijden als het

143

lichten vande acten vandien, is goetgevonden te versoecken ende te committeeren als geschiet bij dezen beijde de heeren borgemeesteren Cupius ende Vonck van Lienden omme sijn edelachtbaarheit te spreecken soo aengaende het geene voorschreven als mede over sijn edelachtbaarheits gedaene verschoth in het lichten vande acte van aenstellinge vande twee nieuwe raden C. van Wijck en H. Wijckerslooth ende Alart van Laar, schepen. Praesentibus omnibus exceptis praetore, Klerck, syndico & scabino, Bercheijck, scabino, Van Geijn, Van Zwol, Ter Horst, senatoribus. Martis 13e december 1681 Heeft Alart van Laar als schepen in plaetse vande heer Wijckersloot in handen van den heer hooft officier Smissaert den gewoonlijcken eedt gedaen. Actum bij’t volle gerecht exceptis Klerck scabino. [241] Mercurii 14e december 1681 Sijn tot buurmeesters in Venendaell geeligeert Gerrit Gijsbertsz Reijnier van Groenevelt Dirck Jansz van Gent Helmert Gerritsz en in plaetse van Cornelis Fransz aengestelt ende gecontinueert Jan Anthonisz. Jovis 15e december 1681 Heeft den heer borgemeeser Cupius voortgebraght en doen lesen den volgende brieff van beschrijvinge van haar edele mogenden de gedeputeerde Staten deser provintie Edele erentfeste vrome 1 Omme te delibereeren ende resolveeren over het consent ende aenneminge vanden ordinaris mitsgaders extraordinaris staet van oorloogh bij sijne hoogheijt sijne furstelijcke doorluchtigheijt stadthouder van Vrieslandt ende stadt ende lande ende den Raad van Staten gepetitioneert ende geformeert over den aenstaende jaere 1682 met den gevolge ende aenkleven vandien. 2 Item omme te delibereeren ende resolveeren over de [242] wtvindinge ende bewilliginge van sodaene genoeghsaeme middelen waer wt de voldoeninge vande quote ofte het contingent waer mede dese provintie inde voorschreven petitie ende staet van oorloogh is aengeslaegen volkomentlijck sall connen vervallen als mede de betaelinge vande lijst ende losrenten ende de vordere domestique lasten mitsgaeders de inlossinge vande oude achterstallige militaire ordonnantien van soldije. 3 Item omme te resumeeren de ordres omtrent de revisien tot noch toe geobserveert ende daer over te delibereeren ende te resolveeren, alsmede off voortaen en in

144

toekomende niet alleen in personele obligatien maer oock in reguard van te vestigen capitaelen off rechten gestipuleert sall mogen worden restitutie van het gecrediteerde mits de opeijsschinge binnen drie maenden voor den verscheijndagh geschiede ende dat den rentheffer bijde de kortinge van den vollen betaelden 40e penningh indien de aflossinge gevordert ende gedaen worde binnen drie jaeren nae de constitutie der renten ende binnen drie jaeren daer aen volgende van de gerechte helfte vandien sonder dat daer nae eenige kortinge gedaen sall worden, mitsgaders off het statut verbiedende man en vrouw malkanderen buijtten reciproque lijftoght te beneficieeren in toekomende alleen sall strecken over goederen bij offte van wegen de conthoralen ten huwelijck mede gebraght ende die deselve inde rechte linie van ouders en grootouders ofte [243] oock van haere broeders ende susters staende huwelijck door erffenisse off andersints titulo lucrativo sullen aencomen ende off ’t selve plaets sall hebben soo ten requarde van persoonen algereets getrouwt als die geene die sigh nae desen in den huwelijcken staet comen te begeven. Dat het selve prohibitoir statut niet sall obligeeren gehuwde persoonen buijtten de provintie van Utrecht wonende in’t vermaecken ofte ten behoeve van malkanderen te testeeren van vaste goederen alhier aengecocht ofte bij haar beseten wordende mede voor vaste goederen geconsidereert alle rentebrieven ende obligatien geconstitueert op eenige comptoiren vande provintie, steden, collegien, gasthuijsen, dorpen ofte diergelijcke stabilia corpora bij het 12e artikel vande vorige poincten decisoir geënumereert. Dat gemelte statut in ’t geheel sall cesseeren ten opsighte van die geene die buijtten de provintie van Utrecht geboren ende getrouwt sijnde jaar en dagh buijtten deselve provintie van Utrecht gewoont hebben ingevalle sij naemaels alhier metter woon sigh komen te begeven off oock in alle contracten de clausule van generael hijpoteecq boven ofte benevens een speciaell hijpoteecq gestipuleert voortaen gehouden sall worden krachteloos en sonder effect, off het recht van praeferentie ten opsighte van gedaene reparatien niet vorders plaets sall hebben als ten requarde vande drie laetste jaeren. Dat geene wtkopen van erffenisse, huwelijcxe medegaeven van ouders, mombers en naeste vrinden ofte oock maegh gescheijden eenigh effect van transport off realisatie sullen hebben ten sij de vaste goederen daer bij gedefigueert voor de gerechten daer deselve onder behooren verboeckt ofte overgeteeckent worden op de naem van die geene dewelcke deselve bij huwelijcxe voorwaerden maegh gescheijt off [244] uijt koop toegevoeght sijn. 4 Item omme bij reassumptie te delibereeren ende resolveeren over verscheijde poincten van voorgaende beschrijvinge die buijtten conclusie ofte executie sijn gebleven ende breder bij de brieven van wtschrijvinge sijn gementioneert ende voorts op alle vordere saecken den dienst vanden Lande betreffende die gedurende dese haar edele mogenden beschrijvinge sullen worden voorgebraght. hebben wij die gemeijne Staten vanden Lande van Utrecht doen beschrijven jegens dinghsdagh den 20e december toecomende des voornoens ten negen uren in der

145

Staten camere binnen Utrecht, uedele versoeckende haere gecommitteerdens in competenten getale ende volkomentlijck geauthoriseert mede aldaer ten daege, uijre ende fine voorschreven te willen senden, hier mede blijft Gode bevolen, geschreven tot Utrecht den 11e december 1681 en was geparapheert Alb. van Benthem, onderstont ter ordonnantie vande gedeputeerden vande Staten ’s Lants van Utrecht ende stont geteeckent J. van Luchtenburgh. En sijn ten fine als bij deselve gecommitteert ende geauthoriseerrt gelijck gecommitteert ende geauthoriseert worden bij desen beijde de heeren borgemeesteren Cupius en Vonck van Lienden neffens den oudt borgemeester Bercheijck gesamentlijck ofte een ijder vandien in’t bijsonder. Gemelte heere Cupius vorders hebbende voorgedraegen dat de pachteren vande kercke goederen op Remmerten, diens weert genaempt Dulckens weert [245] in conformitè vande procuratie bij deselve pachteren op den kerckmeester Verweij gepasseert, breder inde notule van den 12e september 1681 geinsereert, op heden voor verschuldighde pachtpenningen stonde vercocht te worden, sijn edele met de hooghste klachten hadde aengeweest dat met de voorschreven verkopinge togh mochte werden gesupersedeert aengesien den voortganck vandien (vermits de tegenwoordige slechte tijden) wel conde geoordeelt worden te sullen strecken tot haarlieden totale ruine, immers excessive schade, is goetgevonden deselve daar op te gemoet te voeren dat haar edele achtbare wel connen considereeren dat om redenen voorschreven deselve weert wel tot de hooghste prijse niet sall worden vercocht, echter weder aen d’andere zijde moettende behertigen de voldoeninge der kercke crediteuren om daer door mede bevrijdt te blijven van alle kosten daer de kercke dagelijcks mede wordt overvallen dat daeromme niet connen stille staen van hare voorschreven debuoiren ten waere deselve pachteren een middel off expedient wisten wttevinden waer mede dominee De With als sijnde een der voornaemste crediteuren nopende sijn achterstallige tractament contantement neempt, verklaerende anders daarinne niet te connen doen, vergunnende niettemin aen de voorschreven pachteren surcheantie vande verkopinge voor den tijt van 14 daegen omme inmiddels te sien off gemelte heere De With daer toe connen disponeeren. Is mede goetgevonden meergemelte heere Cupius te committeeren ende te authoriseeren als gecomitteert ende geauthoriseert wordt bij desen omme met Bloemaert t’Utrecht (die dese stadt heeft geconvenieert tot aflossinge van een capitael van duijsent gulden) dienaengaende t’spreecken ende ist doendelijck te accordeeren ’t zij mettet [246] ’t selve capitael te converteeren in lijfrente off aen den selven in voldoeninge vandien een gelijck capitael op suffisante persoonen off hebbende suffisant hijpoteecq overtegeven off op sodaene andere maniere als den dienst vande stadt sal comen te desidereeren. Gehoort sijnde het rapport vande heeren borgemeesteren Cupius en Vonck van Lienden ende den oudt borgemeester Bercheijck is aen den secretaris Cornelis Klerck geaccordeert den 20e penningh van den ontfanck bij hem gemanieert ende ten behoeve vande stadt verreeckent vande 10 stuijvers per mergen over de jaren 1674, 75 ende 1676.

146

Is aen Peter van Wijck (die als een buijtten geerfde in’t familiegelt alhier mede is aengetrocken) de helfte van sijn contingent afgeschreven ende aen Laurens Fransz aengaende sijn verschuldighde in’t selve middel verleent surcheantie van executie bij provisie ende tot anders sal wesen geordonneert. Heeft eijndelijck den oudt borgemeester Bercheijck gerapporteert dat ter vergaderingh van haar edele mogenden den 6e deses gehouden, was voorgebraght de commissie aen den heer van Zuijlesteijn als houtfester deser provintie verleent in plaetse ende bij changement off accoort met den heer van Groenewoude ende dat deselve was geapprobeert op voorgaende instructien, orders ende notulen dienaengaende gearresteert ende te boeck gebraght. Dat weder was ingewillight den opheff van’t familiegelt over den jare 1681, dogh wegens de stadt Utrecht met die limitatie dattet voorschreven middel alsdan met dien jare soude cesseeren ende ophouden. Praesentibus omnibus excepto Klerck syndico & scabino. [247] Martis 27e december 1681 Rapporteerde den heer borgemeester Cupius als gecommitteerde ter jegenwoordige beschrijvinge dat den 22e deses de vergaderingh van haar edele mogenden hebbende bijgewoont de respectieve poincten van dien alleenlijck waeren gestelt in handen van gecommitteerdens omme deselve te examineeren ende daer van op’t spoedighste te rapporteeren. Dat wijders bij de heeren edelen sijnde voorgestelt dat door ’t overlijden vanden heere Straten was comen te vaceeren een plaetse inde generaliteijts reeckenkamer waer van de begevinge was comen te devolveeren ter tourbeurte van sijn excellentie den heere van Amerongen ende den heere van Duckenburgh ende dat opgemelte heere van Amerongen sijne jaren off portie hadde overgedraegen aenden heere Johan Carell Smissaert, hooft officier deser stadt, was desselfs persoon gehouden voor aengenaem ende ingevolge vandien verstaen ende geconsenteert dat welgemelte heere Smissaert op aggreatie van sijn hoogheijt aldaer sal sessie hebben tot maij des jaers 1684. Dat mede op ’t voorstell aengaende ’t geene naebeschreven goetgevonden was de heeren vande reeckenkamer tot dechergie van derselver jegenwoordige veelvoudige occupatien ende affaires des namiddaghs toetevoegen wt ijder lith een heer bij touren omtegaen dat de steden daarinne mede hadde geconsenteert des daer toe specialijck bij occasie als de comparitie inde gedeputeerden waernemen, sullen worden versoght. Gelesen sijnde ‘t request van Willem van Aelwijck daer bij te kennen geeft dat sijn groeffbidders plaetse bij accoort hadde overgedaen aen Arent Winhaerts een mede borger deser stadt, versoeckende daer op consent ende approbatie, is het selve hem verleent gelijck verleent wort bij desen. [248] Gehoort vorders het rapport van meergemelte heere Cupius raeckende de besoignes met Bloemaert tot Utrecht wt crachte van authorisatie vande magistraet vervat bij de resolutie vanden 15e deser gehouden, is verstaen ende geresolveert dat achtervolgende het voorschreven verspreck het capitael van duijsent gulden ende de daarop verscheene renten tot twee hondert gulden (die mede tot capitael soude werden gemaeckt) sullen werden geconverteert in lijfrenten ten lijve van ses

147

persoonen bij den voornoemde Bloemaert daer toe te nomineeren te renten ende te betaelen tegens thien per cent, edogh in cas binnen ses weecken nae den verschijndagh van ijder jaer de voorschreven renten promptelijck werden voldaen alsdan gemelte Bloemaert sigh sal te vreden houden met acht en ¼ per cent ende alsulx gehouden sijn aende cameraer te restitueeren ende weder te rugge te geven van de betaelde 10 1¾ per cent ende voorts met ende onder die stipulatien als bij de constitutie off lijfrente brieff ten behoeve van heer Bloemaerts broeder voorheenen ten laste deser stadt gepasseert staen vervath ende is den cameraer de voorschreven prompte betaelinge specialijck gerecommandeert ende gelast te besorgen op pene dat de schade daer door te lijden selfs in sijn prive sal moetten lasten. Is aen Lowies Rosier op sijn daer toe gepresenteerde requeste geaccordeert voor sijn moeijte in de Franse tijden ten dienste deser stadt gedaen achtien gulden en vervolgens verstaen dat hem die bij affschrijvinge van sijn familiegelt sullen werden betaelt. Gelijck mede Arent Willemsz op sijn versoeck ende in aensien van sijn armoede sijn familiegelt is geremitteert. Praesentibus omnibus exceptis Vonck van Lienden, consule, Aelwijck, scabino & G. Kupio, senatore. [249] Mercurii 4e jannuarii 1682 Rapporteerde den heer oudt borgemeester Bercheijck als een mede gecommitteerde ter beschrijvinge dat den 28e december 1681 ter vergaderinge van Staten was gelesen een missive van sijn hoogheijt waarbij den persoon van den heere Smissaert, hooft officier deser stadt, tottet bekleden van’t reeckenkamer ampt ter generaliteits reeckenkamer was houdende voor aengenaem dat beijde de voorstemmende leden haar ’t selve als in vorige notule hadden laten welgevallen ende bij stadt ende steden was overgenomen. Heeft vorders den heer borgemeester Cupius voorgestelt dat achtervolgende de resolutie vanden 15e december 1681 was geschreven aen dominee De With omme tot voldoeninge van sijn achterstalligh tractament aende stadt te ontfangen een vestenisse in Dulckens weert, dat sijn eerwaarde gerescribeert hadde wel voor een tijt van drie maenden tot betaelinge te willen wtstel geven, dogh ongenegen te sijn tot vestenisse breder bij de voorschreven missive, is het selve wtstel bij provisie geaccepteert. Gelesen sijnde de requeste vanden oudt cameraer Van Geijn versoeckende commissarisen tot examinatie ende afschrijvinge vanden notoire insuffisante restanten van ’t weeshuijs over de jaren 1666, 68 ende 69, mitsgaders gehoort het versoeck vanden borgemeester Vonck van Lienden ten selven fine als gewesene weesmeester gedaen, sijn omme deselve te examineeren ende te rapporteeren versoght en gecommitteert de heeren oudt borgemeesteren Klerck en Bercheijck, Verweij, schepen, ende Van Wijck, raedt. Mede voorgestelt sijnde door den heer borgemeester Cupius dat joffrouw Van Brederode alsnoch insteerde [250]

148

ende versoghte betaelinge van een jaar renten ten laste vande stadt verschenen in de Franse tijt ende daer tegen in consideratie genomen sijnde dat in’t accoordt nopende de tertie vande vicarijen met sijn edele aengegaen specialijck op de remissie van’t selve jaar renten was gesien en gereguardeert dat derhalven in cas blijft insereeren ende eijsen van’t selve jaar renten alsdan de heren vande magistraet om die [..]andere3 redenen haar edele voor desen voorgestelt oordeelen te connen blijven nopende de voorschreven tertien in haar geheel. Is mede op’t geproponeerde vanden borgemeester Cupius verstaen dat mettet invorderen van’t familiegelt omtrent de predikanten soo hier als in Venendael mitsgaders meester Braerns provisionelijck tot nader ordre sal werden gesupersedeert. Is schepen Gerard Verweij als notaris geadmitteert ende ingevolge vandien alle de actens in die gemelte voor heen gepasseert geratificeert. Den oudt cameraer Van Wijck hebbende voorgestelt dat tot laste van dese stadt spreeckende heeft een somme van 608 gulden 9 stuijvers 12 penningen capitaels ende dat daertegens qualitate qua in plaetse van Anthonij van Brenck aen ’t weeshuijs is verschuldight capitaels 500 gulden, versoeckende alsulx dat aen de stadt hem gelijcke 500 gulden in minderingh van sijn voorschreven achterwesen afgeschreven ende de stadt met gelijcke 500 gulden capitaels in sijn plaetse aen den weeshuijse als debiteur moge werden gestelt, is het selve versoeck hem geaccordeert ende in wtleveringh van behoorlijcke acte geconsenteert. En is de cohiere van’t familiegelt over 1680 bij de geheele politie geresumeert ende gedresseeert tot Achterbergh toe. Actum utsupra praesentibus omnibus exceptis pretore. [251] Lunae 16e jannuarii 1682 Op de gehoorde propositie ende versoeck van delt? pachteren deser stadts impositien op de bieren is goetgevonden bij desen te versoecken ende te committeeren beijde de heeren borgemeesteren Cupius ende Vonck van Lienden neffens de oudt borgemeeseren Klerck ende Bercheijck ende de cameraer Verweij ende Van Geijn, raadt, soo om dese als andere saecken de pachtinge concerneerende te examineeren ende daer van te rapporteeren. Gehoort mede het versoeck van schepen Van Varick tendeerende dat den erfpachtbrieff vanden doelen buijtten deser stadts Westpoort in plaetse van op sijn doghter Neeltje van Varick mochte worden verandert en gestelt op sijn soon den dominee Van Varick, is het selve hem geaccordeert gelijck geaccordeert wordt bij desen. Op de gedaene voorstel vanden gasthuijsmeester Van Laar aengaende ’t geene naebeschreven is goetgevonden aen Helmert Willemsz te verlenen de versoghte continuatie van pacht vande gasthuijsweijde aent Laar eijndt gelegen voor ses jaeren jaarlijcx voor veertigh gulden, des alsdan alle ongelden ende in specie mede de Nudes wtsettinge ende thien stuuijvers per mergen sonder kortinge aen sijne pachtpenningen gehouden blijft te betaelen ende boven dien des versoght sijnde te stellen een off twee suffisante borgen. [252]

3 Onzekere lezing

149

Rapporteerde wijders den heere borgemeester Cupius ende andere haar edele achtbaren ten fine naebeschreven gecommitteerdens dat achtervolgende ende in voldoeninge vande resolutie commissoriaell van den 21e november 1681 met den oudt cameraer Van Geijn waeren overkomen ende geaccordeert dat ter oorsaecke denselven in minderingh vande sloten sijner gedaene stadts reeckeningen sal mogen inhouden sijn debet aende cameraer Verweij hercomende van gepachte stadts impositien en belopende ongeveerlijck selven a achthondert gulden daar andersints deselve somme in contante penningen soude hebben moetten voldoen ende de sloten der voorschreven sijne reeckeningen volgens ’t exempel van andere in obligatie ontfangen, hij Van Geijn ten dien opsichte ende voor die accommodatie ten behoeve van de stadt sal missen een somme van een hondert vijff ende t’sestigh gulden 16 stuijvers 12 penningen aftetrecken vande voorschreven sloten sijner reeckeningen en sal dan van’t geene hem nae gehoudene liquidatie met den cameraer Verweij bevonden sal worden noch toetecomen ten laste van de stadt obligatie worden gepasseert ter somme van twaelff hondert gulden die ten behoeve van sijn doghters kinderen sullen blijven geasserteert ende verbonden. Sijn en werden bij desen versoght ende gecommitteert den borgemeester Vonck van Lienden, de oudt borgemeesteren Klerck en Bercheijck ende den cameraer Verweij omme de sloten der gedaene stadts kercke, gasthuijs ende weeshuijs reeckeningen natesien als mede die vande vercochte stadts hofstedekens ende daer van te rapporteeren. [253] Is mede goetgevonden alle de karluijden deser stadt te interdiceeren geen puijn die wt de stadt voeren op andere plaetsen te lossen off te storten dan haer bij de borgemeester off den cameraer sall worden aengewesen op pene van thien gulden bij ijder contraventeur te verbeuren ende is verstaen dat dese haer sall worden geinsinueert. Omme te ontwerpen een concept reglement op de vuijlnisman alhier als mede omme de wegen allomme buijtten dese stadt te inspecteeren mitsgaders omme met Reijer Ebben te verspreecken wat somme jaerlijcx aen de stadt in aensien van’t gebruijck vande plaets buijtten de Berchpoort daer sijn sout leijt sal hebben te betaelen, soo in toecomende als over vorige jaeren, sijn gecommitteert den oudt borgemeester Bercheijck ende den cameraer Verweij omme ’t selve gesien ende ’t rapport dienaengaende gehoort, soo omtrent ’t een als ’t ander geresolveert te worden. Is aen den predikant van Issum versoeckende een subsidium toegestaen twee rijxdaelders ende daer toe ordonnantie verleent op den cameraer. Gehoort sijnde de lecture vande missive van dominee De With geaddresseert aende heere borgemeester Cupius houdende in effect dat sijn eerwaarde te vreden is aentenemen de gepresenteerde vestenisse van vier hondert gulden in minderingh van sijn achterstalligh tractament als gewesene predikant alhier in Dulckens weerdt des dattet overige sijn eerwaarde in gelde werde voldaen ende dese stadt niettemin geobligeert blijve voor de suffisantie van’t voorschreven [254] hijpoteecq, is geresolveert dat invoegen voorschreven de vestenisse sal worden gepasseert ordonneeerende ten dien eijnde de kercke pachteren deselve opt

150

spoedighste te voltrecken omme aen gemelte heere De With toegesonden te worden, authoriseerende wijders den cameraer Verweij omme ’t gunt voorschreven te bevorderen. Opt requeste van Gijsbert van Seventer versoeckende ordonnantie van betaelinge wegens sijn gedaene leverantie aende putten, is verstaen dat (alvorens die te verlenen) de specificatie dienaengaende sall hebben overteleveren, werdende voorts de respectieve schouten vande buurten bij desen geauthoriseert omme de restanten van’t gelt tottet maecken der putten ende pompen gedestineert binnen 8 dagen, oock ist nooth met executie te doen innen ende daer wt te voldoen de leveranciers ende in cas bij de voorschreven restanten mochte te kort komen mede omme nieuwe wtsettingen te doen ende deselve op voorgaende verleende approbatie vande magistraet mede invoegen als voren te doen invorderen. Op’t geene Adriaen van Ommeren bovengestaen sijnde wtte naem vande samentelijcke erfgenamen van Cornelis Boonsaeijer heeft voor gedraegen, is geresolveert dat alle obligatien ten laste van stadt off kerck naedesen wttegeven vrij ende buijtten kosten vande crediteurs sal geschieden, dan aengesien in plaetse van een obligatie der voorschreven erfgenamen ijder in’t bijsonder een hebben begeert, soo is verstaen dat deselve oock in haer prive sullen moetten lasten. [255] Den auditeur vande dragonders den 8e deses sijne boven gestaen en gepresenteert hebbende in naeme vanden heere Eppinger tot voldoening van’t accoordt met de borgeren in reguard vande twee stuijvers boven de servitie weeckelijcx aende borgeren voor derselver logementen belooft maer te betaelen drie hondert gulden, daer nochtans ’t selve verre meerder volgens ‘t servicie boeck was monteerende ende denselven sijnde aengewesen dat alle de gepretendeerde wtvluchten waeren abusijff, is verstaen dat deselve drie hondert gulden niet anders sullen werden ontfangen dan in minderingh ende dat denselven auditeur ‘ t selve weijgerende geen penningen sullen werden aengenomen. Presentibus omnibus excepto praetore Smissaert Lunae 30e jannuarii 1682 Gehoort sijnde het rapport vande heeren gecommitteerdens tot de saecken van verpachtinge, is geresolveert dat bij provisie voor desen jaere alsnoch sal worden gecontinueert in’t verpachten vande verhoginge vande gulden op de ton en dat dese aenstaende verpachtinge sal geschieden voor een halff jaer. En is mede tot voorkominge van alle inconvenienten ende fraudes gearresteert het volgende artikel ende verstaen dat inde conditien van verpachtinge sal geinsereert ende alsulx in toekomende mede opgelesen worden. [256] Dat mede geene tappers eenigh mout ter molen sullen mogen doen off brengen ten zij alvorens vande pertinente quantiteijt vandien aende pachter vande bieren sullen hebben verthoont een billiettje volgens ordonnantie gerequireert ende dat alsdan van seven mudde mout die sullen connen te storten de voorschreven tappers sullen verschuldigen vijff vat biers ende van meerder en minder maet nae advenant sonder bovendien na eenige winkopen off geven van gelagen gehouden te sijn alsoo het

151

peijlen hier mede sal comen te cesseeren. En sullen oock de voorschreven tappers voor de tweedemael geen mout mogen ter molen doen, soo van de vorige reijs vanden voorschreven impost op de bieren noch ijets souden mogen schuldigh sijn, op pene dattet den voorschreven pachter sall vrijstaen het selve mout daer voor vande molen te doen afhaelen. Gelesen sijnde het request van Adriaen van Ommeren daer bij versoeckt dat in vereffeningh ende quijtingh van die somme die soo voor sijn selven als cessie van actie hebbende van andere volgens obligatien ten laste vande kercke te praetendeeren heeft, hem mochte werden overgegeven eenige capitalen het voorschreven achterwesen aegaliseerende ten behoeve vande kercke alhier gevestight, is verstaen dat daer op soude werden geappoincteert advis aenden cameraer ende kerckmeester. Gehoort mede het rapport vande heeren die gecommitteert sijn geweest tot examinatie van’t request bij Willem en Huijbert Buddingh als testamentaire vooghden van derselver ommundige susters en broers gepresenteert, is goetgevonden de gedaene verkopingh vande twee huijsingen inde voorschreven request geroert te approbeeren ende te ratificeeren als geschiet bij desen. [257] Wort den weesmeester bij desen geauthoriseert omme ’t soontie van Willem Branden genaempt Gerbrandt Willemsz op ’t versoeck van desselfs broeder Willem Willemsz te dimitteren onder een behoorlijcke wtsettinge. Gelesen de memorie bij den cameraer van Wijck overgelegt vande huijsingen die alhier inde jurisdictie soo door de Fransen als het harde tempeest inden jaere 1674 sijn verbrant ende geruineert geworden alsmede gehoort desselfs geproponeerde dienaengaende sijn gecommitteert ende geauthoriseert den borgemeester Vonck van Lienden ende de oudt borgemeesteren Klerck en Bercheijck omme nae examinatie van deselve memorie daarinne te doen als sullen bevinden te behoren. Is aen Dirk Wouter vergoft continuatie van pacht vande waagh voor 1½ jaer jaerlijcx voor de selfde somme als voor desen onder die restrictie nochtans dat in cas voort wtgaen van ’t eerste halff jaer niet effectivelijck en betaelt soo wel ’t geene van vorige jaeren noch schuldigh is als in ‘t selfde halff jaer sal comen te verschhuldigen alsdan van’t volgende heele jaer sal verstreecken wesen ende aen andere op nieuw werden verpacht. Gelijck mede aen schepen Van Hoeven en Van Geijn is vergoft continuatie vande pacht vande laeckenen voor een halff jaer voor 6 gulden. D’elexchijs aen Willem Lijster als boven gecontinueert voor de selfde somme nae proportie als inde voorledene jaere. Is mede voor anderhalff jaer aende buurmeesteren verleent continuatie vande respectieve pachtinge in Venendaell invoegen ende voor die somme jaerlijcx als men voorledene jare daer voor hebben betaelt. Presentibus omnibus excepto praetore. [258] Lunae 6 februarii 1682 Is bij resumptie naeder verstaen en geresolveert dat de lijffrente brieven ingevolge vande resolutie van den 27e december 1681 aen Bloemaert t’Utrecht ten laste van

152

dese stadt wttegeven, sullen worden opgestelt onder stipulatie dat in cas de renten preciselijck binnen ses weecken nae den verschijndagh van ijder jaer werden voldaen alsdan deselve tegens 8½ percent sullen worden betaelt. Rapporteerde den heer borgemeester Cupius dat achtervolgende de missive vande heeren haer edele mogenden gedeputeerden van date den lesten des voorledene maents jannuarii t’Utrecht sijn edele ter handen gestelt, waer bij versoght worden gecommitteerdens deser vergaderingh omme ter nominatie vande heeren geëligeerden inplaetse ende vermits het overlijden vande heere Van Renswoude ter vergaderingh vande hoog mogende heeren Staten Generaell der Vereenighde Nederlanden te committeeren op den 21 deser ter opgemelte vergaderingh van haer edele mogenden de voorschreven commissie bij occasie sigh t’Utrecht bevonde deser zijts hadde waergenomen ende dat bij meergemelte heeren geëligeerden tot suppletie vande voorschreven vaceerende plaetse genomineert sijnde den heere Van Dijckvelt desselfs persoon was gehouden voor aengenaem ende vervolgens op approbatie van sijn hoogheijt commissie in forma geaccordeert. Vorders gehoort wttet rapport vande gemelte heere gecommitteerde dat ter vergaderingh van haer edele mogenden den 2e deses maents op het geproponeerde vande heeren vande twee voorstemmende leden was verstaen, dat de heeren regenten der steden Amersfort, Rhenen, Wijck ende [259] Montfoort haerlieden met den anderen souden willen vergelijcken over de afdeelinge van derselver optebrenge quote in het neringhsgelt in den jare 1674 tot betaelinge vande Franse brandtschattinge ingewillight ende dat ter naester vergaderingh openinge souden moetten werden gedaen ofte dat bij ontstentenisse vandien bij haer edele mogenden daer over de decisie ofte wtspraeck soude geschieden ende vorder geresolveert sulx ten dienste vanden lande soude werden bevonden te behoren, lasten derselver gecommitteerdens daer op ter naester vergaderinghe te seggen dat haer edele mogenden de Staten deser provintie den 5e december des jaers 1674 gearresteert hebben vier middelen die souden dienen tot aflossinge en voldoeninge vande capitalen die tot de brantschattinge waeren opgenomen alsse een drie jarigh huijsgelt boven de ordinaire huijsgelden de 10 stuijvers per mergen, de 10 stuijvers op de capitalen ten laste van dese provintie staende ende dan twintigh duijsent gulden bij stadt ende steden over de winckeliers ende neringsluijden omteslaen, dat bij calculatie ende sommiere overslagh sijnde bevonden dattet geene de borgeren en ingeseettenen deser stadt ende vrijheijt vandien volgens de vier gearresteerde middelen en belastingen souden moetten contribueeren veel meer dan eens soo veel soude comen te bedraegen als de somme die de vijanden selfs van haer wegens de brantschattingh geeijst ende gevordert hadden, daer nochtans het veel eer ten hooghsten billijck en rechtmatigh waer, dat haere borgeren ende ingeseettenen geheel en all bleven geeximeert van eenige contributie die tot redemptie vande voorschreven brandtschattingh souden werden geëmploijeeert geleth de vijanden bij het verlaetten vande provintie sigh alle in gelijcken getall als wt de steden Utrecht, Amersfort, Woerden en Wijck waeren wtgetrocken haer binnen dese stadt begeven ende aldaer negen daegen aen den anderen in soo grootte ende felle koude verbleven hebben de borgeren en ingeseettenen die alle van buijtten

[260]

153

met haere goederen soo haeff en beesten als anders daerinne gevlucht waeren op hoope van aldaer volgens ’t accoordt met de vijanden gemaeckt geconserveert te werden, niet alleen gedwongen hebben van den morgen tot den avont aende demolitie der stadts muren, nemaer oock inmiddels derselver huijsingen geplondert en van all ’t geene haer te bevorens was overgelaetten niets wtgesondert, berooft hebben, veele huijsen bij derselver vertreck voorts ruineerende en verbrandende. Dat derhalven de borgeren en ingeseettenen deser stadt door de gedaene redemptie vande gedaene brandtschattinge geensints sodanigh waren gepraeserveert als wel d’andere ingeseettenen deser provintie ende daeromme geensints aequitabel was, dat deselve neffens veel min boven deselve daarinne contribueeren soude. In aensien voorschreven in den beginne van den jaere 1675 ter vergadering van haer edele mogenden hadden overgelevert eene memorie van beswaer ende versoght dat met de betaelinge vande 4500 gulden, sulx de vijanden selfs van haerlieden gevordert hadden, mochten volstaen. Ende dattet vordre vande vier ingewillighde middelen over hare stadt ende vrijheijt mochte werden afgeschreven. Dattet oock haer edele mogenden naer gedaene rapport van den heere van Cattendijck ende andere haer edele mogenden gecommitteerdens in consideratie vande voorschreven seer aequitabele redenen belieft heeft ’t selve versoeck intewilligen. Dat met haer edele mogenden vervolgens geliquideert ende vande voldoeninge vande voorschreven 4500 gulden gebleecken sijnde in aensien van het vordere de afschrijvinge oock gedaen is. Dat daeromme de regeerders deser stadt haere brandtschattinge ten genoegen van haer edele mogenden hebbende voldaen ende in geen neringhsgelt ofte eenige andere gepraetendeerde redemptie van brandtschattinge vorder sijnde gehouden met geene afdeelinge van’t neeringhsgelt te doen, nochte haer met d’andere steden dienaengaende te vergelijcken hebben. [261] Wijders sijnde gerapporteert, dat den 31en januarii deses jaers ter vergadering van haer edele mogenden de regenten deser stadt waeren gequotiseert omme de somme van twee duijsent gulden tot verval vanden extraordinairen staet van oorloogh ten comptoire van haer edele mogenden te brengen. Des daer van jaerlijcx geniettende 4 per cent breder als bij deselve haer edele mogenden resolutie luijdende als volght. Ende vervolgens naerder gedelibereert sijnde over de fons die tot verval ende voldoeninge vanden voorschreven extraördinaris staet van oorloogh bij de heeren vande respective leden mitsgaders eenige beampten in en wegens dese provintie soude moetten werden opgebraght, in de notule vanden 28en deser breder gementioneert, hebben de heeren vande twee voorstemmende leden voor haer opinie verstaen, dat daer vande verdeelinge soude werden gedaen volgens de lijste hier nae geïnsereert. Als de heeren geëligeerden . . . . 20000 - ,, - ,, De heeren edelen ende ridderschappe . . . 24000 - ,, - ,, De heeren regenten der stadt Utrecht . . . 40000 - ,, - ,, van Amersfort . . . . . 10000 - ,, - ,, van Rhenen . . . . . . 2000 - ,, - ,,

154

van Wijck . . . . . . . 2000 - ,, - ,, van Montfoort . . . . . 1000 - ,, - ,, Den secretaris en commisen . . . . 6000 - ,, - ,, Twee ontfangers der generale middelen . . . 6000 - ,, - ,, Carel Martens, reeckenmeester ter generaliteit . . 1500 - ,, - ,, Johan Carel Smissaert utsupra . . . . 1500 - ,, - ,, Den heer Van Bornewal, admiraliteit in Zeelant .. . 1200 - ,, - ,, Johan van Dinters in’t Noorderquartier . . . 1200 - ,, - ,, Heer van Natewisch in Vrieslant . . . . 1000 - ,, - ,, Ende dat vande voorschreven capitalen ten laste vanden lande interesse sall worden betaelt jegens vier ten hondert in’t jaer. Ende dat ieder successeur inde opgedachte bedieningen off ampten het verstreckte capitaal aen sijn [262] praedecesseur ofte desselfs recht hebbende sal gehouden wesen te restitueeren ofte daer van te indemneren en schadeloos te houden. Dat mede de helfte van ijders contingent inde voorschreven fons soude werden promptelijck opgebracht ende de wederhelfte nae verloop van ses weecken. Ende dat d’interesse naer het furnissement vande penningen volgens de voorschreven gestelde termijnen inganck sal nemen. Ende seijden de heeren gecommitteerdens wegens stadt ende steden niet vorder te connen consenteeren in’t furneeren van gemelte somme als ter concurrentie van’t geene de werfgelden ende de soldije voor den tijt van ses maenden compt te belopen, dogh het vordere om de consideratien bij de voorstemmende leden te gemoet gevoert over te nemen ende te sullen leggen in naedere deliberatie omme op donderdagh aenstaende daer op ter vergadering gereet te houden ten eijnde alsdan over de voorschreven saecke met den aenkleven vandien finalijck staetsgewijse soude connen werden geconcludeert. Is daer tegens wegens dese stadt geconsidereert dat de veranderinge vande magistrature alhier aenstaende ende derhalven onseecker is, wat leden sigh alsdan in de magistraet alhier sullen bevinden ende alsulx verstaen dat de wttinge vande resolutie dienaengaende tot die tijt toe sall werden wtgestelt. Gehoort het rapport vande heeren gecommitteerdens tot examinatie vande memorie bijden ontfanger van’t huijsgelt alhier overgelevert nopende de verbrande ende gedemolieerde huijsingen inde Franse tijden, is daer op certificatie vande magistraet van dat deselve in voegen voorschreven sijn geruineert, verleent ende gedepescheert. Is mede goetgevonden de vijftigh gulden die den heere hooft officier Smissaert jaerlijcx voort wtwercken [263]

155

vande electie vande magistrature alhier is geaccordeert in aensien vande groote kosten bij sijn edele ten dien eijnde, soo aen wagenvrachten, lichten vanden acte als anders t’elckens te debourseeren, te verhogen tot twintgh ducatons. Is aen den dienaer vande justitie jaerlijcx voor tractament toegeleght dertigh gulden, te betaelen bij den cameraer in der tijt, des sigh mede sal hebben te reguleeren nae de ordres hem bij de heeren vande magistraet te praescribeeren. Den borgemeester Bercheijck hebbende gedaen rapport van sijn edele commissie daer toe leggende omme met Reijer Ebben te spreecken ende t’accordeeren over het jaerlijcx gebruijck van die plaetse buijtten de Berchpoort, daar sijn hout is leggende. Ende daer wt gehoort dat den selven tot geen accoordt dienaengaende genegen is, is goet gevonden den voornoemde Reijer Ebben te ordonneren, als geordonneert werdt bij desen, omme sijn hout binnen den tijt van acht daegen nae insinuatie vande voorschreven plaetse te amoveeren ende verbrengen elders op sijn eijgen landt op pene van drie gulden ijder weeck dat nae den voorschreven tijt noch ter selver plaetse sall worden bevonden te verbeuren. Ende dat ingaende de vorige jaeren met voorgemelte heeren sal hebben te accordeeren. Ter vergadering mede gelesen sijnde het concept reglement op de vulnisman sulcx bij de heeren daer toe gecommitteerdens is overgelevert, is hetselve alsoo gearresteert ende verstaen dat alhier geregistreert ende vervolgens eenige exemplaeren van die sullen werden gedruckt, luijdende ’t selve aldus. [264] De magistraet der stadt Rhenen bevindende dat niettegenstaende de verscheijde ordonnantien en publicatien noch dagelijcks veele ongeregeltheden omtrent de publicque straetten en plaetsen deser stadt worden gepleeght, soo met messie als andere onreijnigheden waar door stanck en ongesontheijt wordt gecauseert en streckende is tot descieraet deser stadt, hebben om daerinne te voorsien geordonneert en gestatueert ’t geene volght. In den eersten, dat niemant eenige doode krengen van wat soort het oock soude mogen wesen binnen ofte buitten de stadts vesten ofte op ofte bij publiecque wegen sal mogen werpen, maar sullen gehouden wesen deselve off op haerlieden erve te begraeven ofte in den Rhijn te brengen op pene van vijff gulden. Ende soo deselve krengen geworpen worden omtrent het stadthuijs, op de merckt, kerckhoff, in de stadtspoorten off inde putten, sal die boette wesen dubbelt. [in de marge: bij resolutie vanden 29en juni 1697 dit artikel geamplieert met arbitrale correctie] Niemant en sal oock eenige assche op de straten deser stadt mogen werpen ofte storten, maer die in haere huijsen houden ter tijt toe de vulinis karre omrijt op pœne van drie gulden. Ende soo het selve geschiede inde poorten ofte opt kerckhoff ofte op misthopen bij geplanckte bergen off schuijren, sal de boette dubbelt wesen.

156

[265] Ende soo daer door brandt ontstonde sal den geene wt wiens huijs de asch gestort is boven arbitrale correctie den beschadighden sijne schade vergoeden. Dat voortaen niemant eenige messie ofte onreijnigheijt, het zij off het regent off niet, in goten en sal mogen keren off vegen, maer sullen gehouden wesen ten minsten alle weeck eens hare straetten en gootten voor ende achter hare huijsinge leggende schoon te maecken, te suijveren ende op een hoop op het midden der straetten te vegen ende op te schuppen op pœne van drie gulden. Dat niemant de selve straet messie ofte vuijlnisse sal mogen wegh haelen ofte brengen als alleen den karman bij de magistraet daertoe gestelt op pœne van die gulden. Dat den selven karman gehouden sall wesen de asse alle daegen ende de messie met sijn karre ten minsten tweemael des weecks door alle de straten deser stadt rijdende wegh te haelen, als des woensdaeghs ende saturdaghs ofte des daeghs te voren soo het op deselve daegen vier ofte biddagh mochten wesen, op pœne van cassatie boven de boette van drie gulden. Ende sal tot dien eijnde van ijder huijsgesin jaerlijcx ten minsten genietten 2 stuijvers. Dat hij deselve messie sal hebben te brengen ofte leggen buijtten deser stads poorten en nergens anders als ter plaetse daer hem bij de magistraet aenwijsinge sall worden gedaen op pœne als vorens. Item niemant wie het oock zij sal mogen leggen eenigh hout, steen ofte ijets anders op de gemeene straeten ofte wegen als alleen binnen sijn bijslagh ofte op sijn erve op de verbeurte van de selve ende drie gulden tot boette. Gelijck oock niet eenige messie off vuijlnis wt sijn schuijren off stallen nae desen op de gemeene straetten sal mogen leggen als alleen ’t geene hij binnen sijnen [266] bijslagh ende de gemeene gootte vande strate can bergen ende evenwel gehouden wesen ’t selve alle saturdagen buijtten de stadt te brengen op pœne van drie gulden ende verbeurte van deselve messie tot profijt vanden substituijt schout ofte den vulnisraper die se eerst wegh haelt. Ende soo ijmant meerdere messie mochte comen te hebben als hij daer kan bergen, sal hij telckens niet meer op de straetten mogen leggen als hij ten selven daege weder oplaeden ende weghvoeren kan sonder ijets daervan des nachts over te laetten leggen op pene als boven. Insgelijks en sal niemant eenige hoeck ofte kantsteenen op de straten mogen setten anders als op de kant van sijn goot ofte muur. Ende die alrede verder gestelt mochten sijn, dat de eijgenaers van die huijsingen gehouden sullen wesen die binnen den tijt van 14 daegen nae publicatie deses te amoveeren op een pœne van

157

drie gulden werdende bovendien den officier geauthoriseert deselve op sijn gewin te doen amoveeren. Sullen oock de poortiers in hare respective poorten geen misthopen mogen maecken off leggen, maer hare poorten ten minsten tweemael des weecks klaer ende suijver veegen ende houden, soo verre als de hamejde vande poorte heeft gestaen ende de vuijlnisse brengen ter plaetse daer het aengewesen sall worden op pœne van cassatie van haar ampt Gelijck oock den dootgraver gehouden sal wesen sulcx op’t kerckhoff te doen ende alle vuijlnisse daer van te weeren ende het kerckhoff effen te slichten op pœne als boven. [267] Niemant, ’t zij ouden, jongens off kinderen sullen vermogen voor een anders deur, straet, stoep off muur haer gevoegh te doen op pene van eene gulden. En sullen de ouders voor hare kinderen moetten instaen ende evenwell gehouden wesen die onreijnigheijt wegh te doen. Item sall een ijder gehouden wesen alle puijn ofte aerde van sijn huijsinge ofte erve komende alle saturdagh vande straeten buijtten de stadt wegh te doen voeren op pœne van drie gulden, soo die des sondaeghs daerna overblijft ende evenwel die op maendagh daerna doen wegh brengen. En sullen de karluijden, eer sij deselve wegh voeren, gehouden wesen aende borgmeester off cameraer te versoecken aenwijsinge, waer sijluijden die storten sullen ende dan achter op hare karren te stellen een planck van ten minsten een voet breet ende de voorschreven puijn off aerde aldaer ter plaetse behoorlijck slichten op pœne van ses gulden bij haerlieden contrarie doende te verbeuren ende evenwel gehouden wesen deselve weder optelaeden ende te brengen ter plaetse daer henlieden geordonneert sall worden. T’appliceeren de voorschreven pœne ende bruicken een derdendeel voor den substituijt schout, een derde voor de stads karman ende ’t laetste derdendeel voor den aenbrenger ende sal den substituijt schout over alle de voorschreven boette geensints vermogen te accordeeren ofte te composeeren op pœne van selfs drie gulden ten behoeve vande diaconije te verbeuren. Blijvende vorders in vollen weerde en vigeur de ordonnantie ende resolutie op ’t maecken ende onderhouden der straetten voor desen gearrresteert ende genomen. Presentibus omnibus excepto praetore. [268] Iovis 10e februarii 1682. Rapporteerde den heere borgemeester Vonck van Lienden dat den 8e deser ter vergaderinge van haar edele mogenden hadde voorgedraegen ende overgegeven de resolutie bij dese vergaderinge raeckende het neeringhsgelt op jonghstlede politiedagh genomen waer bij consteert onse quote daarinne te hebben voldaen.

158

Ende dat eijndelijck mede om redenen ten selven tijde bij d’andere steden geallegueert waren gecommitteert den heere Van Cattendijck ende andere omme ’t voorschreven poinct nader te examineeren. Dat insgelijcks commissie was gedecerneert tot examinatie van seeckere articulen inde ordonnantie op d’executie der ongelden gearresteert spreeckende vant inkopen der huijsingen ten behoeve vanden lande voor de verschuldigde huijsgelden. Is vorders gelesen seeckere missive van haer edele mogenden de gedeputeerden van date den 7e februarii 1682 houdende dat gecommitteerden tegens saturdagh eerstcomende soude willen oversenden ten fine omme in plaetse vanden heere Van Dijckvelt, tegenwoordigh wegens dese provintie gecommitteerde ter vergaderinge van haar hoog mogenden voor den resteerende tijt te expireeren may 1686, te committeeren in den Raadt van Staten. Presentibus omnibus exceptis praetore Smissaert, Kupio, consule, Van Gijn ende Ter Horst, senatoribus. [269] Martis 14e februarii 1682. Den heere hooft officier Smissaert volgens ouder gewoonte hebbende doen vergadering leggen vande politie omme te formeeren de nominatie, sijn ingevolge vandien neffens de oude met pluraliteijt van stemmen tot nieuwe regeerders genomineert de volgende, alsse tot Borgemeesteren Mr. Gerard Bercheijck Johan van Varick Schepenen Mr. Johan Cupius Johan van Gilsen Johan van Geijn Henrick Pieters vander Horst Henrick van Zwoll Cornelis van Wijck Henrick van Wijckerslooth hebbende gemelte heere Smissaert in desen gestemt voor ende in plaetse van den absente raadt Henrick vander Horst. Is mede gelesen seecker requeste vande weduwe van Willem Roelofs van Ede in sijn leven poortier vanden Rhijnpoort, waerbij versoeckt dat in plaetse van haer haer soon Roelof van Ede tot poortier mochte werden aengestelt. Ende is verstaen dat daer op soude werden geappoincteert: de magistraet der stadt Rhenen, geleth op de redenen in desen geroert accordeeren de suppliante haer versoeck confereerende ingevolge vandien het voorschreven ampt op des suppliantes soon Roelof van Ede. Presentibus omnibus excepto Ter Horst, senatore.

159

[270] Veneris 24e februarii 1682 Voorgecomen sijnde, dat den drost van Amerongen neffens de jaeger van sijn excellentie den heere van Amerongen gisteren morgen seeckere jongen op ’t stricken onder de vordel sijnde onder deser stads jurisdictie hebbende geattrappeert, deselve soude hebben geapprehendeert ende gebracht ten huijse van Aeltje van Tuijll, mede deser stadts vrijheijt onderhorigh ende aldaer strictelijck laetten bewaren sonder daer van eenige de minste advertentie aenden hooftofficier, magistraet off gerecht alhier alvorens gegeven te hebben, gelijck nochtans wel nootsaeckelijck hadde behoort ende want sulcx is een notoire infractie in dese jurisdictie, is goetgevonden den substuituijt schout te authoriseeren, gelijck geauthoriseert wort mits desen, omme sigh aenstonts derwaerts te vervoegen ende den voorschreven jongen (in cas ter voorschreven plaetse noch soude mogen werden bevonden) de facto hier te brengen ende in gevalle van weijgeringe off resistentie van den selve te willen laetten volgen sulcx datelijck aen de magistraet bekent te maecken. Authoriseerende hem vorders sigh aengaende ’t voorschrevene voorts exactelijck te informeeren, ten eijnde alsdan wijders daerinne sodanigh gedisponeert moge werden als men nae gelegentheijt van saecken bevinden sal te behoren. Op’t requeste vande weduwe wijlen den heere borgemeester Rijck van Hooft versoeckende afschrijvinge van eenige restanten vanden stadt alsmede verminderinge van haer contingent in’t familiegelt om redenen dat alsnoch soo hoogh in’t voorschreven middel blijft staen aengetrocken als bij’t leven van haer man zaliger, sijn versoght ende gecommitteert den borgemeester Vonck van Lienden ende den oudt borgemeester Bercheijck omme ’t selve te examineeren ende daer van te rapporteeren. Gehoort mede het versoeck van Henrick Vastrick, bode, omme te mogen werden voorsien met een nieuwe mantel is verstaen dat voor alsnoch daarinne niet sal worden getreden. Presentibus omnibus exceptis praetore, Van Varick, Van Laar, scabinis, G. Kupius, Van Geijn, Ter Horst, Van Zwoll, senatoribus. [271] Saturni 25e februarii 1682. Relateerde den substituijt schout Reumelaer dat op de ontfangene ordres vande heeren vande magistraet sigh met den dienaer van justitie op gisteren sigh hadde vervoeght nae Elst, dat aldaer omtrent de klocke elff uren des voornoens gekomen sijnde den jongen in vorige notule gemelt, hadde gevonden ten huijse van Aeltje van Tuijll, sijnde bewaert met twee persoonen off bedienden vanden landt drost. Dat de voorschreven jongen hadde willen mede nemen ende volgens sijn last herwaerts brengen, de voorschreven bewaerders daer op hadden geseght den selven niet te connen laetten volgen sonder voorgaende ordre van die geene haer daer toe hadde gestelt. Dat op den achtermiddagh aldaer ten voorschreven huijse met een waegen (waer van voerman was Roelof Modden) was gecomen eenen buijser sijnde in dienst

160

vanden heere van Zuijlesteijn ende den selven jongen wt de naem ende wegens opgemelte heere als houtfester deser provintie onaengesien daer tegens hadde geprotesteert, van daer hadde gehaelt, gaende de voorschreven twee bewaerders off dienaers met den voorschreven jongen mede in de waegen sitten. Refereerende hij, Reumelaer, noch wijders dat oock gehoort hadde dat den jongen (naedat geapprehendeert was) door ’t overswemmen van een grift was geëschappeert op Gelderlant, dogh dat den drost van Amerongen ende de jaeger van sijn excellentie den heere van Amerongen den selven weder aen dese kant hadden doen overkomen. Gehoort welck rapport off relaes is daer op goet gevonden te committeeren, gelijck gecommitteert worden bij desen, beijde de heeren borgemeesteren Kupius ende Vonck van Lienden ende de oudt borgemeesteren Klerck ende Bercheijck omme haer bij alle middelen voor off op’t seeckerste te informeeren ende te vernemen op wat wijse de voorschreven saecke soo omtrent het apprehendeeren vanden jongen, het weder afhaelen ende verbrengen van den selven wt dese jurisdictie door ordre vanden heere houtfester, aslmede nopende de officier vanden substituijt schout t’Elst ten tijde de voorschreven jongen vandaer invoegen voorgemelt is wegh gebraght, sigh heeft toegedraegen, omme alsdan vorder dienaengaende sodanigh geresolveert te worden, ’t zij met authorisatie op den heer hooft officier off anders, sulcx tot mainctien van onse jurisdictie4 bevonden sal worden te behooren. [272] Ende mede geleth sijnde dat den bode Roeloff Vermeer voor desen sigh heeft laetten gebruijcken tottet doen van citatien voor den heere houtfester sonder ten dien eijnde alvorens gemunieert te sijn met behoorlijck consent van den heeren hooft officier, daer bovendien het 5e articule vanden instructie opt jachtgericht expressis verbis dicteert dat sulcx directelijck sall geschieden door een dienaer van’t selve jachtgericht, is verstaen dat de bodens gesamentlijck sullen boven ontboden ende specialijck worden gelast ende geordonneert dat geene citatien raeckende de jacht voor off te versoecken van meergemelte heere houtfester nae desen sullen hebben te doen off int werck te stellen. Ende dat oock die geene in conformite van’t voorschreven 5e articule alhier inde stadt off jurisdictie vandien comen gedaen te worden niet anders sullen vermogen te geschieden dan nae voorgaende gegevene kennisse ende praeadvertentie vanden heere hooft officier deser stadt. En is dienvolgende de voorschreven bodens dese resolutie voorgelesen. Mede voorgestelt sijnde dat onlancx den tweden borgemeester bij absentie vanden heere hooft officier ende den eersten borgemeester hebbende verleent territoir tottet doen van seecker exploict, den substituijt schout sigh hadde onderstaen den naem van opgemelte twede borgemeester door te doen ende in plaetse van dien sijnen naem te stellen, soo sijn ende werden bij desen opgemelte heeren mede gecommitteert omme het voorschreven poinct mede te examineeren ende daer van te rapporteeren.

4 erstaat: jurisdie

161

Is aen Jan de stoelewinder geaccordeert dat met sijn huijsgesin in’t gasthuijs sall mogen woonen ende dat Geertje sal trecken in de woninge die Dirris Maessen plagh te hebben. Presentibus omnibus exceptis praetore, Aelwijck & Van Laar, scabinis, Van Zwol & Vander Horst, senatoribus. [273] Saturni 25e februarii 1682. Den heere hooft officier Smissaert de politie hebbende doen convoceeren heeft ter selver vergaderinge verthoont ende doen lesen de lijste van electie waerbij sijn hoogheijt voor desen jare heeft aengestelt tot Burgemeesteren Johan Vonck van Lienden Mr. Gerard Bercheijck Schepenen Mr. Johan Cupius Mr. Frederick Klerck Gerard Verweij Allard van Laar Johan van Geijn Cornelis van Wijck Henrick van Wijckerslooth Raden Johan van Varick Herman van Aelwijck Johan van Gilsen Pieter van Hoeven Godert Cupius Adriaen van Wijck Henrick Pietersz vander Horst Henrick van Swoll Cameraer Jacobus Boll Kerckmeester Gerard Verweij Wees en gasthuijsmeester Allard van Laar En hebben deselve den eedt daer toe staende in handen van opgemelte heere Smissaert afgeleght ende gedaen wtgesondert den cameraer Boll uijt de stadt sijnde vertrocken. Presentibus omnibus.

162

[274] Iovis 2e meert 1682. Nae gedaene lecture vande gerecouvreerde verklaringen aenlangende het gepasseerde in’t apprehendeeren vande schaepsjongen onder dese jurisdictie ende het weghvoeren van denselven, breder in vorige notule gementioneert, is goetgevonden (geconsidereert ’t selve een saecke is concerneerende mede ’t interest der andere steden) te versoecken ende te authoriseeren, als versoght en geauthoriseert worden bij desen, de heeren voor heenen in desen gecommitteert omme aende heeren regenten der andere steden respectivelijck bij missive ’t selve te remonstreeren ende bekent te maecken ende met eenen haer edele achtbaren daer toe te versoecken dat dagh en plaetse willen aenstemmen tottet houden van een conferentie aengaende ’t geene voorschreven, ten eijnde men alsdan vorder daarinne sodanigh resolveere als met gemeijn concert tot mainctenue van ons recht ende jurisdictie bevonden sal worden te behooren. Gelijck mede goetgevonden en verstaen is dat een concept reglement op’t officie vanden substituijt schout in eenige poincten op’t pampier sal worden gebraght ende opgestelt omme t’ selve vervolgens geëxamineert sijnde met communicatie vanden heere hooft officier vast te stellen ende te arresteeren, waer toe versoght ende gecommitteert sijn de voorschreven heeren gecommitteerdens. Is mede verstaen dat den heere hooft officier Smissaert bij missive sal worden bedanckt voor sijn genomene moeijte in’t informeeren op de weerdije off prijs van ’t klockspijs ende de gegevene communicatie dienaengaende ende dat met de finale resolutie te nemen omtrent de verkopinge van eenige klocken alhier tot reparatie vande kerck en thoorn sal worden gesupersedeert tot de overkomste van gemelte heere Smissaert. Ende oock alvorens requeste aen haer edele mogende sall worden gepraesenteert omme ten fine voorschreven met een seeckere somme van penningen te mogen werden gesubsidieert. [275] Rapporteerde de heeren daer toe gecommitteerdens dat met Reijer Ebben over ’t gebruijck van die plaetse buijtten de Berchpoort, daer sijn hout leijt, waren geaccordeert dat jaerlijcks daer voor aen de stadt soude betaelen vijff en veertigh stuijvers, integaen met desen lopende jaere 1682. Des alsdan van vorige jaren niet soude sijn verschuldight ende dat voor een tijt van ses eerstcomende jaren. Ende is het accoort in dier voegen geapprobeert ende de heeren gecommitteerdens voor hare moeijte bedanckt. Presentibus omnibus exceptis praetore, Van Laar, scabino, Aelwijck, Van Gilsen, Van Hoeven, G. Kupius, Vander Horst & Van Zwol, senatoribus. Iovis 9e meert

163

Heeft Jacobus Boll als cameraer in handen vanden heere hooft officier Smissaert ter praesentie van beijde de heeren borgemeesteren den eedt daer toe staende afgeleght. Presentibus supra dictis.