MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011...

150
181e ANNEE 181e JAARGANG N. 173 DONDERDAG 16 JUNI 2011 JEUDI 16 JUIN 2011 DERDE EDITIE TROISIEME EDITION INHOUD Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Overhandiging van geloofsbrieven, bl. 35804. Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 25 FEBRUARI 1991. — Wet betreffende de aansprakelijkheid voor producten met gebreken. Officieuze coördinatie in het Duits, bl. 35804. 7 JULI 1997. — Koninklijk besluit betreffende de publicatie van de arresten en de beschikkingen van niet-toelaatbaarheid van de Raad van State. Officieuze coördinatie in het Duits, bl. 35806. 13 JULI 2004. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de vorm waarin en de voorwaarden waaronder de documentatie van het coördinatiebureau van de Raad van State betreffende de stand van de wetgeving ter beschikking wordt gesteld van het publiek. Duitse vertaling, bl. 35807. 12 JANUARI 2010. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de overgang van personeelsleden van het operationeel kader naar het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. Duitse vertaling, bl. 35808. Föderaler O ¨ ffentlicher Dienst Inneres 25. FEBRUAR 1991 — Gesetz über die Haftung für mangelhafte Produkte Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache, S. 35804. 7. JULI 1997 — Königlicher Erlass über die Veröffentlichung der Entscheide und der Nicht-Annehmbarkeitsbeschlüsse des Staatsrates. Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache, S. 35806. SOMMAIRE Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopé- ration au Développement Remise de lettres de créance, p. 35804. Lois, décrets, ordonnances et règlements Service public fédéral Intérieur 25 FEVRIER 1991. — Loi relative à la responsabilité du fait des produits défectueux. Coordination officieuse en langue allemande, p. 35804. 7 JUILLET 1997. — Arrêté royal relatif à la publication des arrêts et des ordonnances de non-admission du Conseil d’Etat. Coordination officieuse en langue allemande, p. 35806. 13 JUILLET 2004. — Arrêté royal déterminant les formes et les conditions selon lesquelles la documentation du bureau de coordina- tion du Conseil d’Etat relative à l’état de la législation est mise à la disposition du public. Traduction allemande, p. 35807. 12 JANVIER 2010. — Arrêté royal fixant les conditions et les modalités du passage de membres du personnel du cadre opérationnel vers le cadre administratif et logistique du service de police intégré, structuré à deux niveaux. Traduction allemande, p. 35808. 150 pages/bladzijden MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet 2005. Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : www.staatsblad.be Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteen- weg 53, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme Gratis tel. nummer : 0800-98 809 Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005. Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse : www.moniteur.be Direction du Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme Numéro tél. gratuit : 0800-98 809

Transcript of MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011...

Page 1: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

181e ANNEE 181e JAARGANGN. 173

DONDERDAG 16 JUNI 2011JEUDI 16 JUIN 2011DERDE EDITIETROISIEME EDITION

INHOUD

Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel enOntwikkelingssamenwerking

Overhandiging van geloofsbrieven, bl. 35804.

Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

25 FEBRUARI 1991. — Wet betreffende de aansprakelijkheid voorproducten met gebreken. Officieuze coördinatie in het Duits, bl. 35804.

7 JULI 1997. — Koninklijk besluit betreffende de publicatie van dearresten en de beschikkingen van niet-toelaatbaarheid van de Raad vanState. Officieuze coördinatie in het Duits, bl. 35806.

13 JULI 2004. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de vormwaarin en de voorwaarden waaronder de documentatie van hetcoördinatiebureau van de Raad van State betreffende de stand van dewetgeving ter beschikking wordt gesteld van het publiek. Duitsevertaling, bl. 35807.

12 JANUARI 2010. — Koninklijk besluit tot vaststelling van devoorwaarden en de modaliteiten van de overgang van personeelsledenvan het operationeel kader naar het administratief en logistiek kadervan de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.Duitse vertaling, bl. 35808.

Föderaler Offentlicher Dienst Inneres25. FEBRUAR 1991 — Gesetz über die Haftung für mangelhafte Produkte Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache, S. 35804.7. JULI 1997 — Königlicher Erlass über die Veröffentlichung der Entscheide und der Nicht-Annehmbarkeitsbeschlüsse des Staatsrates.

Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache, S. 35806.

SOMMAIRE

Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopé-ration au Développement

Remise de lettres de créance, p. 35804.

Lois, décrets, ordonnances et règlements

Service public fédéral Intérieur

25 FEVRIER 1991. — Loi relative à la responsabilité du fait desproduits défectueux. Coordination officieuse en langue allemande,p. 35804.

7 JUILLET 1997. — Arrêté royal relatif à la publication des arrêts etdes ordonnances de non-admission du Conseil d’Etat. Coordinationofficieuse en langue allemande, p. 35806.

13 JUILLET 2004. — Arrêté royal déterminant les formes et lesconditions selon lesquelles la documentation du bureau de coordina-tion du Conseil d’Etat relative à l’état de la législation est mise à ladisposition du public. Traduction allemande, p. 35807.

12 JANVIER 2010. — Arrêté royal fixant les conditions et lesmodalités du passage de membres du personnel du cadre opérationnelvers le cadre administratif et logistique du service de police intégré,structuré à deux niveaux. Traduction allemande, p. 35808.

150 pages/bladzijden

MONITEURBELGE

BELGISCHSTAATSBLAD

Publication conforme aux articles 472 à 478 de laloi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par lesarticles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du20 juillet 2005.

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :www.staatsblad.beBestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteen-weg 53, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme

Gratis tel. nummer : 0800-98 809

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van deprogrammawet van 24 december 2002, gewijzigd door deartikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diversebepalingen van 20 juli 2005.

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :www.moniteur.beDirection du Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53,1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809

Page 2: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

13. JULI 2004 — Königlicher Erlass zur Festlegung der Formen und Bedingungen, gemäß denen die Dokumentation des Koordinationsbürosdes Staatsrates in Bezug auf den Stand der Rechtsvorschriften der Offentlichkeit zur Verfügung gestellt wird. Deutsche Ubersetzung, S. 35808.

12. JANUAR 2010 — Königlicher Erlass zur Festlegung der Bedingungen und der Modalitäten für den Ubergang von Personalmitgliedern desEinsatzkaders zum Verwaltungs- und Logistikkader des auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes. Deutsche Ubersetzung,S. 35808.

Federale Overheidsdienst Justitie

5 APRIL 2011. — Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek watde persoonlijke verschijning en de poging tot verzoening bij echtschei-ding betreft en tot invoering van een kennisgeving over het bestaan enhet nut van bemiddeling in echtscheidingszaken, bl. 35811.

Federale Overheidsdienst Financiën

11 JUNI 2011. — Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijzigingvan de statuten van de Nationale Bank van België, bl. 35812.

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid

24 MEI 2011. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijkbesluit van 29 januari 2007 tot vaststelling van de voorwaardenwaaronder het Verzekeringscomité een overeenkomst kan sluiten intoepassing van artikel 56, § 2, 1°, van de wet betreffende de verplichteverzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördi-neerd op 14 juli 1994, om de experimentele financiering van contracep-tiva voor jongeren te verlengen, bl. 35815.

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedsel-keten en Leefmilieu en Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen enGezondheidsproducten

12 MEI 2011. — Koninklijk besluit houdende toekenning van eendotatie ten bate van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen enGezondheidsproducten voor de maanden april, mei en juni 2011,bl. 35816.

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Vlaamse Gemeenschap

Vlaamse overheid

18 MAART 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling vande alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infra-structuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, bl. 35817.

29 APRIL 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot tijdelijkeerkenning van de academische bacheloropleiding bachelor in hetdrama van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, bl. 35864.

29 APRIL 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging vanartikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2007betreffende het jaarlijkse vakantieverlof van de personeelsleden, tewerk-gesteld in de kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs inhet tweetalige Hoofdstedelijke Gebied Brussel, bl. 35865.

29 APRIL 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot tijdelijkeerkenning van de masteropleiding master in het drama van deHogeschool voor Wetenschap en Kunst, bl. 35866.

20 MEI 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging vanartikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010betreffende stedenbouwkundige attesten, projectvergaderingen en ste-denbouwkundige inlichtingen, bl. 35867.

Service public fédéral Justice

5 AVRIL 2011. — Loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concernela comparution personnelle et la tentative de conciliation en cas dedivorce, et instaurant une information sur l’existence et l’utilité de lamédiation en matière de divorce, p. 35811.

Service public fédéral Finances

11 JUIN 2011. — Arrêté royal approuvant les modifications desstatuts de la Banque Nationale de Belgique, p. 35812.

Service public fédéral Sécurité sociale

24 MAI 2011. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 29 jan-vier 2007, fixant les conditions dans lesquelles le Comité de l’assurancepeut conclure une convention en application de l’article 56, § 2, 1°, dela loi relative à l’assurance soins de santé et indemnités, coordonnéele 14 juillet 1994, en vue de prolonger le financement expérimental decontraceptifs pour les jeunes, p. 35815.

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire etEnvironnement et Agence fédérale des Médicaments et des Produits deSanté

12 MAI 2011. — Arrêté royal portant octroi d’une dotation en faveurde l’Agence fédérale des Médicaments et des Produits de Santé pourles mois d’avril, mai et juin 2011, p. 35816.

Gouvernements de Communauté et de Région

Communauté flamande

Autorité flamande

18 MARS 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand réglant lessubventions d’investissement alternatives octroyées par le ″VlaamsInfrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden″ (Fondsflamand de l’infrastructure affectée aux matières personnalisables),p. 35841.

29 AVRIL 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand portantagrément temporaire de la formation académique de bachelor ″bache-lor in het drama″ de la ″Hogeschool voor Wetenschap en Kunst″,p. 35864.

29 AVRIL 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiantl’article 3 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 2007 relatifau congé annuel de vacances des membres du personnel engagés dansles garderies de l’enseignement communautaire dans la Région bilin-gue de Bruxelles-Capitale, p. 35865.

29 AVRIL 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand portantagrément temporaire de la formation de ″master in het drama″ de la″Hogeschool voor Wetenschap en Kunst″, p. 35866.

20 MAI 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiantl’article 5 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 mars 2010relatif aux autorisations urbanistiques, aux réunions de projet et auxinformations urbanistiques, p. 35867.

35800 MONITEUR BELGE − 16.06.2011 − Ed. 3 − BELGISCH STAATSBLAD

Page 3: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Leefmilieu, Natuur en Energie

18 MEI 2011. — Ministerieel besluit tot bepaling van de naderevoorwaarden voor het bekomen van steun voor demonstratieprojecteninzake rationeel energieverbruik die een nieuwe verwezenlijking in hetVlaamse Gewest betekenen en commercialisering- en rendabiliteitsvoor-uitzichten bieden, bl. 35868.

Andere besluiten

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

6 JUNI 2011. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de plaatsenerkend als toeristisch centrum in uitvoering van het koninklijk besluitvan 9 mei 2007 betreffende de tewerkstelling op zondag in kleinhan-delszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen, luchtkuuroordenen toeristische centra, bl. 35872.

Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen. Benoeming vande leden van het Paritair Subcomité voor de vezelcement, bl. 35873.

Föderaler Offentlicher Dienst Beschäftigung, Arbeit und soziale Konzertierung

6. JUNI 2011 — Ministerieller Erlass, der die als Touristikzentren anerkannten Ortschaften in Anwendung des Königlichen Erlassesvom 9. Mai 2007 über die Sonntagsbeschäftigung in den in Badeorten, Luftkurorten und Touristikzentren gelegenen Einzelhandelsgeschäftenund Frisiersalons festlegt, S. 35872.

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedsel-keten en Leefmilieu

Personeel. Benoeming, bl. 35873. — Personeel. Eervol ontslag,bl. 35873.

Federale Overheidsdienst Justitie

Rechterlijke Orde, bl. 35874. — Rechterlijke Orde. Nationale Orden,bl. 35875.

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

1 JUNI 2011. — Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst vanvestigingseenheden van een erkend Ondernemingsloket, bl. 35875.

7 JUNI 2011. — Ministerieel besluit tot erkenning van een coöpera-tieve vennootschap, bl. 35876.

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Vlaamse Gemeenschap

Vlaamse overheid

Financiën en Begroting

26 MEI 2011. — Besluit van de administrateur-generaal tot wijzigingvan het besluit van de administrateur-generaal van 16 december 2010tot subdelegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden vanhet agentschap Vlaamse Belastingsdienst, bl. 35877.

Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Benoeming van 4 leden van de raad van bestuur van HETPALEIS,stichting van openbaar nut, bl. 35887.

Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie

Private Arbeidsbemiddeling, bl. 35888.

Environnement, Nature et Energie

18 MAI 2011. — Arrêté ministériel fixant les modalités d’obtentionde l’aide aux projets de démonstration en matière de l’utilisationrationnelle de l’énergie qui constituent une nouvelle réalisation enRégion flamande et offrent des perspectives de commercialisation etde rentabilité, p. 35870.

Autres arrêtés

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale

6 JUIN 2011. — Arrêté ministériel déterminant les localités reconnuescomme centres touristiques en exécution de l’arrêté royal du 9 mai 2007relatif à l’occupation au travail le dimanche dans les magasins de détailet les salons de coiffure situés dans les stations balnéaires et climatiquesainsi que dans les centres touristiques, p. 35872.

Direction générale Relations collectives de travail. Nomination desmembres de la Sous-commission paritaire pour le fibrociment, p. 35873.

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire etEnvironnement

Personnel. Nomination, p. 35873. — Personnel. Démission honorable,p. 35873.

Service public fédéral Justice

Ordre judiciaire, p. 35874. — Ordre judiciaire. Ordres nationaux,p. 35875.

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie

1er JUIN 2011. — Arrêté ministériel modifiant la liste des unitésd’établissement d’un Guichet d’Entreprises agréé, p. 35875.

7 JUIN 2011. — Arrêté ministériel portant agréation d’une sociétécoopérative, p. 35876.

Gouvernements de Communauté et de Région

35801MONITEUR BELGE − 16.06.2011 − Ed. 3 − BELGISCH STAATSBLAD

Page 4: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Leefmilieu, Natuur en Energie

Benoeming van twee leden van de raad van bestuur van de VlaamseMaatschappij voor Watervoorziening, bl. 35888.

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed

Definitieve bescherming van het schip WATSON 2 ″Zeebrugge″ alsvarend erfgoed, bl. 35888. — Definitieve bescherming van het schipWATSON 3 ″Oostende″ als varend erfgoed, bl. 35889. — Voorlopigebescherming van het Kerkschip Sint-Jozef als varend erfgoed, bl. 35891.Provincie Oost-Vlaanderen. Ruimtelijke ordening, bl. 35892.

Région wallonne

Service public de Wallonie

20 MAI 2011. — Arrêté ministériel relatif à l’expropriation pourtravaux d’égouttage exclusif rue de Boncelles (partie) - Seraing,p. 35892.

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelleset Environnement. Office wallon des déchets. Direction de la Politiquedes déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets BE 0003000284, p. 35896. — Direction générale opérationnelleAgriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon desdéchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transfertstransfrontaliers de déchets BE 0003000556, p. 35896. — Directiongénérale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environ-nement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique desdéchets . Autorisation de transferts transfrontal iers dedéchets BE 0003000571, p. 35897. — Direction générale opérationnelleAgriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon desdéchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transfertstransfrontaliers de déchets BE 0003000577, p. 35897. — Directiongénérale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environ-nement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique desdéchets . Autorisation de transferts transfrontal iers dedéchets BE 0003000594, p. 35898. — Direction générale opérationnelleAgriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon desdéchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transfertstransfrontaliers de déchets DE 1350160112, p. 35898. — Directiongénérale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environ-nement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique desdéchets . Autorisation de transferts transfrontal iers dedéchets DE 1350162906, p. 35899. — Direction générale opérationnelleAgriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon desdéchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transfertstransfrontaliers de déchets DE 1350164212, p. 35899. — Directiongénérale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environ-nement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique desdéchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DK 005407,p. 35900. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressourcesnaturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction de laPolitique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets FR 2010057045, p. 35900. — Direction générale opérationnelleAgriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon desdéchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transfertstransfrontaliers de déchets FR 2010059143, p. 35901. — Directiongénérale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environ-nement. Office wallon des déchets. Direction de la Politique desdéchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets IT 012400,p. 35901. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressourcesnaturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction de laPolitique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets LU 009980, p. 35902. — Direction générale opérationnelleAgriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon desdéchets. Direction de la Politique des déchets. Autorisation de transfertstransfrontaliers de déchets LU 009997, p. 35902. — Direction généraleopérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement.Office wallon des déchets. Direction de la Politique des déchets.Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets LU 009998,p. 35903. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources

35802 MONITEUR BELGE − 16.06.2011 − Ed. 3 − BELGISCH STAATSBLAD

Page 5: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Brussels Instituut voor Milieubeheer

Toelatingen tot de stage. Benoemingen. Opdrachthouder Brugel.Pensioneringen, bl. 35904.

Officiële berichten

Wetgevende Kamers — Kamer van volksvertegenwoordigers

Examen met het oog op de aanwerving en de samenstelling vanwervingsreserves van tweetalige juristen, bl. 35907.

SELOR. — Selectiebureau van de Federale Overheid

Werving. Uitslag, bl. 35908.

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

10 JUNI 2011. — Omzendbrief betreffende de bevoegdheden van deburgemeester in het kader van de verwijdering van een onderdaan vaneen derde land, bl. 35908.

Federale Overheidsdienst Financiën

Administratie van het kadaster, registratie en domeinen. Bekend-makingen voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek.Erfloze nalatenschappen, bl. 35912.

Federale Overheidsdienst Justitie

Rechterlijke Orde. Vacante betrekkingen, bl. 35913.

Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten

Lijst van de erkenningen die tussen 1 mei 2011 en 31 mei 2011toegekend werden bij toepassing van de wet van 19 december 2008inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaalmet het oog op de geneeskundige toepassing op de mens of hetwetenschappelijk onderzoek, bl. 35913.

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten wor-den niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich vanbl. 35915 tot bl. 35948.

naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Direction dela Politique des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets NL 209563, p. 35903.

Région de Bruxelles-Capitale

Institut bruxellois pour la Gestion de l’Environnement

Admissions au stage. Nominations. Chargé de mission Brugel.Pensions, p. 35904.

Avis officiels

Chambres législatives — Chambre des représentants

Examen en vue du recrutement et de la constitution de réserves derecrutement de juristes bilingues, p. 35907.

SELOR. — Bureau de Sélection de l’Administration fédérale

Recrutement. Résultat, p. 35908.

Service public fédéral Intérieur

10 JUIN 2011. — Circulaire relative aux compétences du bourgmestredans le cadre de l’éloignement d’un ressortissant d’un pays tiers,p. 35908.

Service public fédéral Finances

Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines.Publications prescrites par l’article 770 du Code civil. Successions endéshérence, p. 35912.

Service public fédéral Justice

Ordre judiciaire. Places vacantes, p. 35913.

Agence fédérale des Médicaments et des Produits de Santé

Liste des agréments d’établissements de matériel corporel humainoctroyés entre le 1er mai 2011 et le 31 mai 2011 en application de la loidu 19 décembre 2008 relative à l’obtention et à l’utilisation de matérielcorporel humain destiné à des applications médicales humaines ou àdes fins de recherche scientifique, p. 35913.

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans cesommaire mais figurent aux pages 35915 à 35948.

35803MONITEUR BELGE − 16.06.2011 − Ed. 3 − BELGISCH STAATSBLAD

Page 6: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN,BUITENLANDSE HANDEL

EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

[2011/15060]Overhandiging van geloofsbrieven

Op 26 mei 2011 hebben H.E. Mevr. Mary Margaret Muchada, de heerAndrei Yeudachenka, de heer Ho-Young Ahn en de heer Pham SanhChâu de eer gehad aan de Koning, in officiële audiëntie, de geloofs-brieven te overhandigen die Hen bij Zijne Majesteit accrediteren in dehoedanigheid van buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeurrespectievelijk van de Republiek Zimbabwe, van de Republiek Belarus,van de Republiek Zuid-Korea en van de Socialistische RepubliekViëtnam, te Brussel.

H.E. werden in de automobielen van het Hof naar het Paleis gevoerden, na afloop van de audiëntie, naar Hun residentie teruggebracht.

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTSWETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

[C − 2011/00366]N. 2011 — 153925 FEBRUARI 1991. — Wet betreffende de aansprakelijkheid voor

producten met gebreken. — Officieuze coördinatie in het Duits

De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits vande wet van 25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voorproducten met gebreken (Belgisch Staatsblad van 22 maart 1991), zoals zeachtereenvolgens werd gewijzigd bij :

— het koninklijk besluit van 20 juli 2000 houdende uitvoering inzakejustitie van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van deeuro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden alsbedoeld in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van30 augustus 2000, err. van 8 maart 2001);

— de wet van 12 december 2000 tot wijziging van de wet van25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voor producten metgebreken (Belgisch Staatsblad van 19 december 2000);

— de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV)(Belgisch Staatsblad van 8 mei 2007, err. van 8 october 2007).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door deCentrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES

[C − 2011/00366]D. 2011 — 1539

25. FEBRUAR 1991 — Gesetz über die Haftung für mangelhafte ProdukteInoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache

Der folgende Text ist die inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache des Gesetzes vom 25. Februar 1991 überdie Haftung für mangelhafte Produkte, so wie es nacheinander abgeändert worden ist durch:

— den Königlichen Erlass vom 20. Juli 2000 zur Ausführung im Bereich der Justiz des Gesetzes vom 26. Juni 2000über die Einführung des Euro in die Rechtsvorschriften in Bezug auf die in Artikel 78 der Verfassung erwähntenAngelegenheiten,

— das Gesetz vom 12. Dezember 2000 zur Abänderung des Gesetzes vom 25. Februar 1991 über die Haftung fürmangelhafte Produkte,

— das Gesetz vom 25. April 2007 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (IV).

Diese inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Ubersetzun-gen in Malmedy erstellt worden.

SERVICE PUBLIC FEDERAL AFFAIRES ETRANGERES,COMMERCE EXTERIEUR

ET COOPERATION AU DEVELOPPEMENT

[2011/15060]Remise de lettres de créance

Le 26 mai 2011, LL. EE. Mme Mary Margaret Muchada, M. AndreiYeudachenka, M. Ho-Young Ahn, M. Pham Sanh Châu ont eu l’honneurde remettre au Roi, en audience officielle, les lettres qui Les accréditentauprès de Sa Majesté, en qualité d’Ambassadeur extraordinaire etplénipotentiaire respectivement de la République Zimbabwe, de laRépublique du Bélarus, de la République de Corée du Sud et de laRépublique socialiste du Vietnam à Bruxelles.

LL. EE. ont été conduites au Palais dans les automobiles de la Couret ramenées à leur résidence à l’issue de l’audience.

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

[C − 2011/00366]F. 2011 — 153925 FEVRIER 1991. — Loi relative à la responsabilité du fait des

produits défectueux. — Coordination officieuse en langue alle-mande

Le texte qui suit constitue la coordination officieuse en langueallemande de la loi du 25 février 1991 relative à la responsabilité du faitdes produits défectueux (Moniteur belge du 22 mars 1991), telle qu’ellea été modifiée successivement par :

— l’arrêté royal du 20 juillet 2000 portant exécution en matière dejustice de la loi du 26 juin 2000 relative à l’introduction de l’euro dansla législation concernant les matières visées à l’article 78 de laConstitution (Moniteur belge du 30 août 2000, err. du 8 mars 2001);

— la loi du 12 décembre 2000 modifiant la loi du 25 février 1991relative à la responsabilité du fait des produits défectueux (Moniteurbelge du 19 décembre 2000);

— la loi du 25 avril 2007 portant des dispositions diverses (IV)(Moniteur belge du 8 mai 2007, err. du 8 octobre 2007).

Cette coordination officieuse en langue allemande a été établie par leService central de traduction allemande à Malmedy.

35804 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 7: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

MINISTERIUM DER JUSTIZ

25. FEBRUAR 1991 — Gesetz über die Haftung für mangelhafte Produkte

Artikel 1 - Der Hersteller eines Produkts haftet für den Schaden, der durch einen Fehler dieses Produktsverursacht worden ist.

Art. 2 - Im Sinne des vorliegenden Gesetzes gelten als ″Produkt″ bewegliche Sachgüter, auch wenn sie einen Teileines anderen beweglichen oder unbeweglichen Guts bilden, und durch ihre Bestimmung unbeweglich gewordeneGüter.

Unter ″Produkt″ im Sinne des vorliegenden Gesetzes ist auch Elektrizität zu verstehen.

[…]

[Art. 2 Abs. 3 aufgehoben durch Art. 3 des G. vom 12. Dezember 2000 (B.S. vom 19. Dezember 2000)]

Art. 3 - Im Sinne des vorliegenden Gesetzes gelten als ″Hersteller″ der Hersteller des Endprodukts, eines in dasEndprodukt eingearbeiteten Teilprodukts oder eines Grundstoffs sowie Personen, die sich als Hersteller ausgeben,indem sie ihren Namen, ihr Warenzeichen oder ein anderes Erkennungszeichen auf dem Produkt anbringen.

Art. 4 - § 1 - Unbeschadet der Haftung des Herstellers gelten Personen, die ein Produkt zum Zweck des Verkaufsoder der Ubertragung seines Gebrauchs an Dritte im Rahmen ihrer geschäftlichen Tätigkeit in die EuropäischeGemeinschaft einführen, im Sinne des vorliegenden Gesetzes als Hersteller dieses Produkts und haften wie derHersteller.

§ 2 - Lieferanten eines Produkts, das einen Schaden verursacht hat, werden als dessen Hersteller behandelt:

1. wenn für die auf dem Staatsgebiet eines Mitgliedstaates der Europäischen Gemeinschaft hergestellten Produkteder Hersteller nicht festgestellt werden kann, es sei denn, der Lieferant benennt dem Geschädigten innerhalbangemessener Zeit den Hersteller oder die Person, die ihm das Produkt geliefert hat,

2. wenn sich für ein in die Europäische Gemeinschaft eingeführtes Produkt der Importeur nicht feststellen lässt,selbst wenn der Name des Herstellers angegeben ist, es sei denn, der Lieferant benennt dem Geschädigten innerhalbangemessener Zeit den Importeur oder die Person, die ihm das Produkt geliefert hat.

Art. 5 - Im Sinne des vorliegenden Gesetzes ist ein Produkt fehlerhaft, wenn es nicht die Sicherheit bietet, die manzu erwarten berechtigt ist unter Berücksichtigung aller Umstände, insbesondere:

a) der Darbietung des Produkts,

b) des normalen oder billigerweise vorhersehbaren Gebrauchs des Produkts,

c) des Zeitpunkts, zu dem das Produkt in den Verkehr gebracht wurde.

Ein Produkt kann nicht allein deshalb als fehlerhaft angesehen werden, weil später ein verbessertes Produkt in denVerkehr gebracht wurde.

Art. 6 - Im Sinne des vorliegenden Gesetzes versteht man unter ″Inverkehrbringung″ die erste Handlung, die derAbsicht des Herstellers Ausdruck verleiht, das Produkt durch Ubertragung an Dritte oder Gebrauch für deren Zweckeder ihm zugedachten Bestimmung zuzuführen.

Art. 7 - Der Beweis der Fehlerhaftigkeit, des Schadens und des ursächlichen Zusammenhangs zwischen Fehlerund Schaden obliegt dem Geschädigten.

Art. 8 - Der Hersteller haftet nicht aufgrund des vorliegenden Gesetzes, wenn er beweist:

a) dass er das Produkt nicht in den Verkehr gebracht hat,

b) dass unter Berücksichtigung der Umstände davon auszugehen ist, dass der Fehler, der den Schaden verursachthat, nicht vorlag, als das Produkt von ihm in den Verkehr gebracht wurde, oder dass dieser Fehler später entstandenist,

c) dass er das Produkt weder für den Verkauf oder eine andere Form des Vertriebs mit wirtschaftlichem Zweckhergestellt noch im Rahmen seiner beruflichen Tätigkeit hergestellt oder vertrieben hat,

d) dass der Fehler darauf zurückzuführen ist, dass das Produkt verbindlichen hoheitlich erlassenen Normenentspricht,

e) dass der vorhandene Fehler nach dem Stand der Wissenschaft und Technik zu dem Zeitpunkt, zu dem er dasbetreffende Produkt in den Verkehr brachte, nicht erkannt werden konnte,

f) sofern es sich um den Hersteller eines Teilprodukts oder eines Grundstoffs handelt, dass der Fehler durch dieKonstruktion des Produkts, in welches das Teilprodukt beziehungsweise der Grundstoff eingearbeitet wurde, oderdurch die Anleitungen des Herstellers des Produkts verursacht worden ist.

Art. 9 - Haften aufgrund des vorliegenden Gesetzes mehrere Personen für denselben Schaden, so haften sieunbeschadet des Rückgriffsrechts gesamtschuldnerisch.

Art. 10 - § 1 - Die Haftung des Herstellers kann gegenüber dem Geschädigten nicht durch eine die Haftungbegrenzende oder von der Haftung befreiende Klausel begrenzt oder ausgeschlossen werden.

§ 2 - Sie kann begrenzt oder ausgeschlossen werden, wenn der Schaden durch einen Fehler des Produkts undzugleich durch Verschulden des Geschädigten oder einer Person, für die der Geschädigte haftet, verursacht worden ist.

Unbeschadet des Rückgriffsrechts wird die Haftung gegenüber dem Geschädigten weder begrenzt nochausgeschlossen, wenn der Schaden durch einen Fehler des Produkts und zugleich durch die Handlung eines Drittenverursacht worden ist.

Art. 11 - § 1 - Auf der Grundlage des vorliegenden Gesetzes gewährte Schadenersatzleistungen deckenPersonenschäden einschließlich moralischer Schäden und unter Vorbehalt der nachfolgenden Bestimmungen auchSachschäden.

§ 2 - Sachschäden eröffnen nur Anspruch auf Schadenersatz, wenn sie Güter betreffen, die von einer Art sind, wiesie gewöhnlich für den privaten Ge- oder Verbrauch bestimmt sind, und die vom Geschädigten hauptsächlich zumprivaten Ge- oder Verbrauch verwendet worden sind.

Eine Beschädigung des fehlerhaften Produkts selbst eröffnet keinen Anspruch auf Schadenersatz.

35805MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 8: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Ersatzleistungen für Sachschäden werden erst nach Abzug einer Selbstbeteiligung von [500 EUR] ausgezahlt.

§ 3 - Der König kann den in § 2 erwähnten Betrag ändern, um ihn mit den Entscheidungen in Einklang zu bringen,die der Rat in Anwendung von Artikel 18 Absatz 2 der Richtlinie 85/374/EWG vom 25. Juli 1985 zur Angleichung derRechts- und Verwaltungsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Haftung für fehlerhafte Produkte trifft.

[Art. 11 § 2 Abs. 3 abgeändert durch Art. 13 des K.E. vom 20. Juli 2000 (B.S. vom 30. August 2000)]

Art. 12 - § 1 - [Unbeschadet von Artikel 2277ter des Zivilgesetzbuches erlischt der aus vorliegendem Gesetzerwachsende Anspruch des Geschädigten auf Schadenersatz seitens des Herstellers nach Ablauf einer Frist von zehnJahren ab dem Zeitpunkt, zu dem der Hersteller das Produkt in den Verkehr gebracht hat, es sei denn, der Geschädigtehat in der Zwischenzeit ein Gerichtsverfahren auf der Grundlage des vorliegenden Gesetzes eingeleitet.]

§ 2 - [Unbeschadet von Artikel 2277ter des Zivilgesetzbuches verjähren Schadenersatzklagen auf der Grundlagedes vorliegenden Gesetzes nach Ablauf einer Frist von drei Jahren ab dem Tag, an dem er billigerweise unterrichtethätte sein müssen.]

Die Bestimmungen des Zivilgesetzbuches über die Unterbrechung und die Aussetzung der Verjährung finden aufdiese Klagen Anwendung.

[Art. 12 § 1 ersetzt durch Art. 218 Nr. 1 des G. vom 25. April 2007 (B.S. vom 8. Mai 2007); § 2 Abs. 1 ersetzt durch Art. 218Nr. 2 des G. vom 25. April 2007 (B.S. vom 8. Mai 2007)]

Art. 13. Ansprüche, die ein Geschädigter darüber hinaus aufgrund der vertraglichen beziehungsweise außerver-traglichen Haftung geltend machen kann, werden durch vorliegendes Gesetz nicht berührt.

Art. 14 - Wer Anspruch auf Entschädigung im Rahmen einer Regelung der sozialen Sicherheit, der Arbeitsun-fallentschädigung oder der Versicherung gegen Berufskrankheiten hat, unterliegt auch für die Ersetzung eines durchvorliegendes Gesetz gedeckten Schadens weiterhin den Gesetzesvorschriften mit Bezug auf die betreffende Regelung.

Insofern dieser Schaden nicht in Anwendung einer der in Absatz 1 erwähnten Regelungen ersetzt wird und denEntschädigungsberechtigten eine gemeinrechtliche Klage gegen den Haftenden offensteht, können sie Schadenersatzaufgrund des vorliegenden Gesetzes fordern.

Personen oder Einrichtungen, die aufgrund der in Absatz 1 erwähnten Regelungen Personen, die einen durchvorliegendes Gesetz gedeckten Schaden erlitten haben, oder deren Berechtigten Schadenersatzleistungen gewährthaben, können gemäß vorliegendem Gesetz gegen den Hersteller das Rückgriffsrecht geltend machen, über das sieaufgrund dieser Regelungen verfügen.

Art. 15 - Vorliegendes Gesetz findet keine Anwendung auf die Ersetzung von Schäden, die durch das Gesetz vom22. Juli 1985 über die zivilrechtliche Haftpflicht auf dem Gebiet der Kernenergie und die Erlasse zu seiner Ausführunggedeckt sind.

Art. 16 - Vorliegendes Gesetz regelt die Ersetzung von Schäden, die durch Fehler von Produkten verursachtworden sind, die nach seinem Inkrafttreten in den Verkehr gebracht worden sind.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

[C − 2011/00335]N. 2011 — 15407 JULI 1997. — Koninklijk besluit betreffende de publicatie van de

arresten en de beschikkingen van niet-toelaatbaarheid van de Raadvan State. — Officieuze coördinatie in het Duits

De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits vanhet koninklijk besluit van 7 juli 1997 betreffende de publicatie van dearresten van de Raad van State (Belgisch Staatsblad van 8 augustus 1997),zoals het achtereenvolgens werd gewijzigd bij :

— het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de vertalingvan de arresten van de Raad van State (Belgisch Staatsblad van16 maart 2001);

— het koninklijk besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van decassatieprocedure bij de Raad van State (Belgisch Staatsblad van1 december 2006, err. van 4 mei 2007).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door deCentrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES

[C − 2011/00335]D. 2011 — 1540

7. JULI 1997 — Königlicher Erlass über die Veröffentlichung der Entscheideund der Nicht-Annehmbarkeitsbeschlüsse des Staatsrates — Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache

Der folgende Text ist die inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache des Königlichen Erlasses vom 7. Juli 1997über die Veröffentlichung der Entscheide des Staatsrates, so wie er nacheinander abgeändert worden ist durch:

— den Königlichen Erlass vom 25. Januar 2001 über die Ubersetzung der Entscheide des Staatsrates,

— den Königlichen Erlass vom 30. November 2006 zur Festlegung des Kassationsverfahrens vor dem Staatsrat.

Diese inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Ubersetzun-gen in Malmedy erstellt worden.

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

[C − 2011/00335]F. 2011 — 15407 JUILLET 1997. — Arrêté royal relatif à la publication des arrêts et

des ordonnances de non-admission du Conseil d’Etat. — Coordi-nation officieuse en langue allemande

Le texte qui suit constitue la coordination officieuse en langueallemande de l’arrêté royal du 7 juillet 1997 relatif à la publication desarrêts du Conseil d’Etat (Moniteur belge du 8 août 1997), tel qu’il a étémodifié successivement par :

— l’arrêté royal du 25 janvier 2001 relatif à la traduction des arrêts duConseil d’Etat (Moniteur belge du 16 mars 2001);

— l’arrêté royal du 30 novembre 2006 déterminant la procédure encassation devant le Conseil d’Etat (Moniteur belge du 1er décembre 2006,err. du 4 mai 2007).

Cette coordination officieuse en langue allemande a été établie par leService central de traduction allemande à Malmedy.

35806 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 9: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

MINISTERIUM DES INNERN

7. JULI 1997 — Königlicher Erlass über die Veröffentlichung [der Entscheideund der Nicht-Annehmbarkeitsbeschlüsse] des Staatsrates

[Uberschrift abgeändert durch Art. 54 Nr. 1 des K.E. vom 30. November 2006 (B.S. vom 1. Dezember 2006)]

Artikel 1 - Der Staatsrat gewährleistet die Veröffentlichung [der von ihm erlassenen Beschlüsse der Nicht-Annehmbarkeit in Kassationsverfahren und Entscheide], mit Ausnahme [der Beschlüsse der Nicht-Annehmbarkeit inKassationsverfahren und der Entscheide], die in Ausführung [der Gesetze] über die Einreise ins Staatsgebiet, denAufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern verkündet werden, einerseits in einem für dieOffentlichkeit zugänglichen Informationsnetz und andererseits auf einem Magnetträger.

[Art. 1 abgeändert durch Art. 54 Nr. 2 des K.E. vom 30. November 2006 (B.S. vom 1. Dezember 2006)]

Art. 2 - [Jede Partei eines vor den Staatsrat gebrachten Rechtsstreits kann zu jedem Verfahrenszeitpunkt undgegebenenfalls bis zur Schließung der Verhandlung verlangen, dass bei der Veröffentlichung des Nicht-Annehmbarkeitsbeschlusses oder Entscheids die Identität der natürlichen Personen ausgespart wird.]

Im Tenor [des Nicht-Annehmbarkeitsbeschlusses oder des Entscheids] wird auf diese Anonymisierung ausdrück-lich hingewiesen. Sie findet Anwendung auf jede Form der Veröffentlichung [des Nicht-Annehmbarkeitsbeschlussesoder Entscheids] auf Initiative des Staatsrates oder jedes anderen Dritten, der vom Staatsrat ermächtigt oder bestimmtworden ist, um die in Artikel 1 vorgesehene Veröffentlichung vorzunehmen.

[Art. 2 Abs. 1 ersetzt durch Art. 54 Nr. 3 des K.E. vom 30. November 2006 (B.S. vom 1. Dezember 2006); Abs. 2 abgeändertdurch Art. 54 Nr. 4 des K.E. vom 30. November 2006 (B.S. vom 1. Dezember 2006)]

Art. 3 - In Abweichung von Artikel 1 können [Nicht-Annehmbarkeitsbeschlüsse oder Entscheide], die aufgrund[der in Artikel 1 erwähnten Gesetze] verkündet worden sind, unter Vorbehalt der Anonymisierung durch Entscheidungdes Ersten Präsidenten des Staatsrates veröffentlicht werden, wenn diese [Nicht-Annehmbarkeitsbeschlüsse oderEntscheide] für die Rechtsprechung oder Rechtsforschung von Belang sein können.

Die Entscheidung des vorerwähnten Amtsträgers wird auf eigene Initiative oder auf Antrag eines Interessehabenden Dritten getroffen.

[Art. 3 Abs. 1 abgeändert durch Art. 54 Nr. 5 des K.E. vom 30. November 2006 (B.S. vom 1. Dezember 2006)]

Art. 4 - Unser Minister des Innern legt nach Beratung mit dem Ersten Präsidenten und dem Generalauditor desStaatsrates Folgendes fest:

1. das für die Offentlichkeit zugängliche Informationsnetz, in dem die Offentlichkeit die [Nicht-Annehmbarkeitsbeschlüsse oder Entscheide] einsehen kann,

2. Art und Struktur des Magnetträgers, auf dem die [Nicht-Annehmbarkeitsbeschlüsse oder Entscheide]gespeichert werden, und den Zeitraum, der durch diesen Datensatz gedeckt wird.

[Art. 4 einziger Absatz Nr. 1 und 2 abgeändert durch Art. 54 Nr. 6 des K.E. vom 30. November 2006 (B.S. vom1. Dezember 2006)]

Art. 5 - Der in Artikel 4 Nr. 2 erwähnte Magnetträger wird zu seinem Selbstkostenpreis vertrieben.

Art. 6 - [Nicht-Annehmbarkeitsbeschlüsse oder Entscheide] werden in der beziehungsweise den Sprachenveröffentlicht, in denen sie verkündet worden sind.

[Ihre etwaige Ubersetzung wird ebenfalls veröffentlicht.]

[Art. 6 Abs. 1 abgeändert durch Art. 54 Nr. 6 des K.E. vom 30. November 2006 (B.S. vom 1. Dezember 2006); Abs. 2 eingefügtdurch Art. 4 des K.E. vom 25. Januar 2001 (B.S. vom 16. März 2001)]

Art. 7 - Vor dem Datum des Inkrafttretens des vorliegenden Erlasses kann der Staatsrat die Veröffentlichung dervon ihm bestimmten Entscheide in dem Informationsnetz beziehungsweise auf dem Magnetträger gewährleisten, diein Artikel 4 erwähnt sind. Der Erste Präsident des Staatsrates trifft die Veröffentlichungsentscheidung.

Unbeschadet der Anwendung der in Artikel 3 Absatz 1 vorgesehenen Abweichung werden Entscheide nur aufbesondere Antragstellung einer der Parteien des Rechtsstreits anonymisiert.

Der Antrag auf Anonymisierung muss dem Staatsrat innerhalb sechs Monaten ab Inkrafttreten des vorliegendenErlasses per Einschreiben zugesandt werden.

Die vom Ersten Präsidenten des Staatsrates bestimmte Kammer befindet über den Antrag.

Art. 8 - Unser Minister des Innern ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

[C − 2011/00337]N. 2011 — 1541

13 JULI 2004. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de vormwaarin en de voorwaarden waaronder de documentatie van hetcoördinatiebureau van de Raad van State betreffende de stand vande wetgeving ter beschikking wordt gesteld van het publiek. —Duitse vertaling

De hiernavolgende tekst is de Duitse vertaling van het koninklijkbesluit van 13 juli 2004 tot vaststelling van de vorm waarin en devoorwaarden waaronder de documentatie van het coördinatiebureauvan de Raad van State betreffende de stand van de wetgeving terbeschikking wordt gesteld van het publiek (Belgisch Staatsblad van3 september 2004).

Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitsevertaling in Malmedy.

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

[C − 2011/00337]F. 2011 — 1541

13 JUILLET 2004. — Arrêté royal déterminant les formes et lesconditions selon lesquelles la documentation du bureau de coor-dination du Conseil d’Etat relative à l’état de la législation est miseà la disposition du public. — Traduction allemande

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande del’arrêté royal du 13 juillet 2004 déterminant les formes et les conditionsselon lesquelles la documentation du bureau de coordination duConseil d’Etat relative à l’état de la législation est mise à la dispositiondu public (Moniteur belge du 3 septembre 2004).

Cette traduction a été établie par le Service central de traductionallemande à Malmedy.

35807MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 10: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES

[C − 2011/00337]D. 2011 — 154113. JULI 2004 — Königlicher Erlass zur Festlegung der Formen und Bedingungen, gemäß denen die Dokumentation

des Koordinationsbüros des Staatsrates in Bezug auf den Stand der Rechtsvorschriften der Offentlichkeit zurVerfügung gestellt wird — Deutsche Ubersetzung

Der folgende Text ist die deutsche Ubersetzung des Königlichen Erlasses vom 13. Juli 2004 zur Festlegung derFormen und Bedingungen, gemäß denen die Dokumentation des Koordinationsbüros des Staatsrates in Bezug auf denStand der Rechtsvorschriften der Offentlichkeit zur Verfügung gestellt wird.

Diese Ubersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Ubersetzungen in Malmedy erstellt worden.

FODERALER OFFENTLICHER DIENST INNERES

13. JULI 2004 — Königlicher Erlass zur Festlegung der Formen und Bedingungen, gemäß denen die Dokumentationdes Koordinationsbüros des Staatsrates in Bezug auf den Stand der Rechtsvorschriften der Offentlichkeit zurVerfügung gestellt wird

ALBERT II., König der Belgier,Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß!

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 77 Absatz 1Nr. 3, ersetzt durch das Gesetz vom 25. Mai 1999;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 4. Mai 2004;Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 30. Juni 2004, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1

Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;Auf Vorschlag Unseres Ministers des Innern und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat

darüber beraten haben,Haben Wir beschlossen und erlassen Wir:

Artikel 1 - Die Dokumentation des Koordinationsbüros des Staatsrates in Bezug auf den Stand der Rechtsvor-schriften wird der Offentlichkeit über das Internet unentgeltlich zur Verfügung gestellt.

Art. 2 - Unser Minister des Innern ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 13. Juli 2004

ALBERT

Von Königs wegen:

Der Minister des InnernP. DEWAEL

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

[C − 2011/00374]N. 2011 — 154212 JANUARI 2010. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de

voorwaarden en de modaliteiten van de overgang van personeels-leden van het operationeel kader naar het administratief enlogistiek kader van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerdop twee niveaus. — Duitse vertaling

De hiernavolgende tekst is de Duitse vertaling van het koninklijkbesluit van 12 januari 2010 tot vaststelling van de voorwaarden en demodaliteiten van de overgang van personeelsleden van het operatio-neel kader naar het administratief en logistiek kader van de geïnte-greerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (Belgisch Staats-blad van 5 februari 2010).

Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitsevertaling in Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES

[C − 2011/00374]D. 2011 — 1542

12. JANUAR 2010 — Königlicher Erlass zur Festlegung der Bedingungen und der Modalitäten für den Ubergangvon Personalmitgliedern des Einsatzkaders zum Verwaltungs- und Logistikkader des auf zwei Ebenenstrukturierten integrierten Polizeidienstes — Deutsche Ubersetzung

Der folgende Text ist die deutsche Ubersetzung des Königlichen Erlasses vom 12. Januar 2010 zur Festlegung derBedingungen und der Modalitäten für den Ubergang von Personalmitgliedern des Einsatzkaders zum Verwaltungs-und Logistikkader des auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes.

Diese Ubersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Ubersetzungen in Malmedy erstellt worden.

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

[C − 2011/00374]F. 2011 — 154212 JANVIER 2010. — Arrêté royal fixant les conditions et les

modalités du passage de membres du personnel du cadre opéra-tionnel vers le cadre administratif et logistique du service de policeintégré, structuré à deux niveaux. — Traduction allemande

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande del’arrêté royal du 12 janvier 2010 fixant les conditions et les modalités dupassage de membres du personnel du cadre opérationnel vers le cadreadministratif et logistique du service de police intégré, structuré à deuxniveaux (Moniteur belge du 5 février 2010).

Cette traduction a été établie par le Service central de traductionallemande à Malmedy.

35808 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 11: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

FODERALER OFFENTLICHER DIENST JUSTIZUND FODERALER OFFENTLICHER DIENST INNERES

12. JANUAR 2010 — Königlicher Erlass zur Festlegung der Bedingungen und der Modalitäten für den Ubergangvon Personalmitgliedern des Einsatzkaders zum Verwaltungs- und Logistikkader des auf zwei Ebenenstrukturierten integrierten Polizeidienstes

ALBERT II., König der Belgier,Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß!

Aufgrund des Gesetzes vom 7. Dezember 1998 zur Organisation eines auf zwei Ebenen strukturierten integriertenPolizeidienstes, des Artikels 121bis Nr. 1, eingefügt durch das Gesetz vom 26. April 2002;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 30. März 2001 zur Festlegung der Rechtsstellung des Personals derPolizeidienste (RSPol);

Aufgrund des Verhandlungsprotokolls Nr. 247/4 des Verhandlungsausschusses für die Polizeidienste vom9. September 2009;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 6. Mai 2009;Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Offentlichen Dienstes vom 2. Juli 2009;Aufgrund des Einverständnisses des Staatssekretärs für Haushalt vom 31. Juli 2009;In der Erwägung, dass die Stellungnahme des Bürgermeisterbeirats nicht ordnungsgemäß binnen der gesetzten

Frist abgegeben worden ist und dass kein Antrag auf Verlängerung der Frist gestellt worden ist; dass sie infolgedessenaußer Acht gelassen worden ist;

Aufgrund des Gutachtens Nr. 47.303/2 des Staatsrates vom 9. November 2009, abgegeben in Anwendung vonArtikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 1 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Auf Vorschlag des Ministers der Justiz und des Ministers des InnernHaben Wir beschlossen und erlassen Wir:

KAPITEL 1 — Anwendungsbereich

Artikel 1 - Vorliegender Erlass findet Anwendung auf die Personalmitglieder des Einsatzkaders des auf zweiEbenen strukturierten integrierten Polizeidienstes, die in ein Amt des Verwaltungs- und Logistikkaders versetztwerden, nachdem sie gemäß Artikel IX.II.4 Nr. 5 RSPol von der Kommission für die Eignung des Personals derPolizeidienste zwar für bleibend unfähig befunden worden sind, ein Amt des Einsatzkaders auszuüben, jedoch fürfähig befunden worden sind, ein Amt des Verwaltungs- und Logistikkaders auszuüben.

KAPITEL 2 — Versetzung

Art. 2 - Die Versetzung zum Verwaltungs- und Logistikkader erfolgt durch die Ernennung des Personalmitgliedsin eine statutarische Stelle des Verwaltungs- und Logistikkaders, deren Profil mit demjenigen des Betreffendenübereinstimmt, über Mobilität oder infolge einer Neuzuweisung mit seiner Zustimmung.

Für die Stufe A können die Amter, die nicht in Klasse A1 vorgesehen sind, nur im Rahmen der Mobilitätzugewiesen werden.

Art. 3 - In Abweichung von den Artikeln VI.II.10 und VI.II.88 RSPol kommt das Personalmitglied nach dem inArtikel 1 erwähnten Befund der Kommission für die Eignung des Personals der Polizeidienste im Rahmen derMobilität beziehungsweise der Neuzuweisung für eine Stelle des Verwaltungs- und Logistikkaders in Betracht.

Art. 4 - § 1 - Den Personalmitgliedern des Kaders der Polizeibediensteten können statutarische Stellen derStufe D zugewiesen werden.

Den Personalmitgliedern des Kaders des Personals im einfachen Dienst können statutarische Stellen der Stufe Czugewiesen werden.

Den Personalmitgliedern des Kaders des Personals im mittleren Dienst können statutarische Stellen der Stufe Bzugewiesen werden.

Den Personalmitgliedern des Offizierskaders können statutarische Stellen der Stufe A zugewiesen werden.

§ 2 - Den Personalmitgliedern eines bestimmten Kaders kann auf eigenen Antrag eine Stelle einer niedrigeren Stufeals der in § 1 festgelegten entsprechenden Stufe zugewiesen werden.

KAPITEL 3 — Einstufung

Art. 5 - Das Personalmitglied des Einsatzkaders, das zum Verwaltungs- und Logistikkader übergeht, unterliegtuneingeschränkt den Bestimmungen des Statuts des Verwaltungs- und Logistikkaders.

Art. 6 - Das Personalmitglied, das vom Einsatzkader zum Verwaltungs- und Logistikkader übergeht, erhält denDienstgrad und gegebenenfalls die Klasse, die an seine Stelle gekoppelt sind.

Art. 7 - Für die Berechnung des Stufenalters kommen alle Zeiträume aktiven Dienstes ab dem Datum derErnennung in einen der Dienstgrade des Einsatzkaders, die Zugang zu der betreffenden Stufe geben, in Betracht.

Art. 8 - Das versetzte Personalmitglied des Einsatzkaders behält das finanzielle Dienstalter, das es als Mitglieddes Einsatzkaders erworben hat, außer wenn das aufgrund der Artikel XI.II.3 bis XI.II.9 RSPol berechnete finanzielleDienstalter für das Personalmitglied vorteilhafter ist.

Art. 9 - Das in die Stufe B, C oder D des Verwaltungs- und Logistikkaders versetzte Personalmitglied fällt in diein Artikel II.III.4 RSPol erwähnte Mindestgehaltstabellengruppe, die an den in Artikel 6 erwähnten Dienstgradgekoppelt ist.

Es fällt in die erste, zweite, dritte beziehungsweise vierte Gehaltstabelle der Mindestgehaltstabellengruppe:

a) wenn es ein in Artikel 7 erwähntes Stufenalter von weniger als sechs Jahren aufweist,

b) wenn es ein in Artikel 7 erwähntes Stufenalter von mindestens sechs Jahren, aber von weniger als zwölf Jahrenaufweist,

c) wenn es ein in Artikel 7 erwähntes Stufenalter von mindestens zwölf Jahren, aber von weniger als achtzehnJahren aufweist,

d) wenn es ein in Artikel 7 erwähntes Stufenalter von achtzehn Jahren oder mehr aufweist.

35809MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 12: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 10 - Das Dienstalter in der Gehaltstabelle des in Artikel 9 erwähnten Personalmitglieds wird bestimmtanhand des in Artikel 7 erwähnten Stufenalters, verringert um sechs, zwölf oder achtzehn Jahre, wenn dasPersonalmitglied in die zweite, dritte beziehungsweise vierte Gehaltstabelle der betreffenden Gehaltstabellengruppefällt.

Art. 11 - § 1 - Für die Amter der Stufe A fällt das Personalmitglied in die Klasse, die an seine Stelle gekoppelt ist.

Die an die Klasse gekoppelte Gehaltstabelle wird auf der Grundlage des berichtigten Kaderalters desPersonalmitglieds zugewiesen.

Das Personalmitglied fällt in die erste, zweite, dritte beziehungsweise, für die Klasse A1, vierte oder fünfteGehaltstabelle:

a) wenn es ein berichtigtes Kaderalter als Offizier von mindestens sechs Jahren aufweist,

b) wenn es ein berichtigtes Kaderalter als Offizier von mindestens sechs Jahren, aber von weniger als zwölf Jahrenaufweist,

c) wenn es ein berichtigtes Kaderalter als Offizier von mindestens zwölf Jahren, aber von weniger als achtzehnJahren aufweist,

d) wenn es ein berichtigtes Kaderalter als Offizier von achtzehn Jahren, aber von weniger als vierundzwanzigJahren aufweist,

e) wenn es ein berichtigtes Kaderalter als Offizier von vierundzwanzig Jahren oder mehr aufweist.

§ 2 - Unter berichtigtem Kaderalter versteht man das als Offizier erworbene Kaderalter, jeweils verringert um:

a) null Jahre für eine Stelle der Klasse A1,

b) drei Jahre für eine Stelle der Klasse A2,

c) sechs Jahre für eine Stelle der Klasse A3,

d) neun Jahre für eine Stelle der Klasse A4,

e) zwölf Jahre für eine Stelle der Klasse A5.

Art. 12 - Das Dienstalter in der Gehaltstabelle des in Artikel 11 erwähnten Personalmitglieds wird bestimmtanhand des berichtigten Kaderalters, verringert um sechs oder zwölf Jahre, wenn das Personalmitglied in die zweitebeziehungsweise dritte Gehaltstabelle fällt, oder, für die Klasse A1, um achtzehn oder vierundzwanzig Jahre, wenn dasPersonal in die vierte beziehungsweise fünfte Gehaltstabelle fällt.

Art. 13 - Die Artikel XIV.I.7, XIV.I.9 und XIV.I.10 RSPol sind mutatis mutandis auf das versetzte Personalmitgliedanwendbar, das sich vor dem ersten September nach dem Datum seiner Versetzung für eine zertifizierte Ausbildungeinschreibt.

Art. 14 - Das Niveau der Sprachkenntnis des versetzten Personalmitglieds wird gegebenenfalls durch Anwen-dung der in Anlage 14 RSPol aufgeführten Tabelle der Aquivalenzen bestimmt.

Art. 15 - Jeden Monat, in dem das Gehalt des versetzten Personalmitglieds unter dem in Absatz 2 erwähntengesicherten Gehalt liegt, erhält es das gesicherte Gehalt.

Das gesicherte Gehalt entspricht dem Gehalt, das das Personalmitglied normalerweise in dem Monat vor seinerVersetzung erhalten soll, gegebenenfalls zuzüglich der Haushalts- oder Ortszulage. Der Betrag dieses Gehalts bleibtunverändert, mit Ausnahme der Indexierung.

Jedes Mal, wenn das Gehalt des versetzten Personalmitglieds nicht vollständig geschuldet wird, wird dasgesicherte Gehalt in gleichem Maße verringert.

Das Personalmitglied, das aufgrund von Artikel 4 § 2 in eine Stelle einer niedrigeren Stufe als der in § 1 desselbenArtikels festgelegten Stufe versetzt wird, kommt jedoch nicht in den Genuss eines gesicherten Gehalts.

KAPITEL 4 — Abänderungs- und Schlussbestimmungen

Art. 16 - Artikel IX.II.4 RSPol wird durch eine Nummer 5 mit folgendem Wortlaut ergänzt:

″5. die bleibende körperliche Unfähigkeit der Personalmitglieder des Einsatzkaders, ein Amt des Einsatzkadersauszuüben, und die Fähigkeit, ein Amt des Verwaltungs- und Logistikkaders auszuüben.″

Art. 17 - In Artikel VI.II.85 RSPol wird Nr. 2 aufgehoben.

Art. 18 - In Artikel VI.II.88 RSPol werden die Wörter ″Unbeschadet des Artikels VI.II.85 Nr. 2 erfolgt dieNeuzuweisung″ durch die Wörter ″Die Neuzuweisung erfolgt″ ersetzt.

Art. 19 - Der für Justiz zuständige Minister und der für Inneres zuständige Minister sind, jeder für seinen Bereich,mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 12. Januar 2010

ALBERT

Von Königs wegen:

Der Minister der JustizS. DE CLERCK

Die Ministerin des InnernFrau A. TURTELBOOM

35810 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 13: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2011/09354]N. 2011 — 1543

5 APRIL 2011. — Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek watde persoonlijke verschijning en de poging tot verzoening bijechtscheiding betreft en tot invoering van een kennisgeving overhet bestaan en het nut van bemiddeling in echtscheidingszaken (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. — Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld inartikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. — Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2. In artikel 1254 van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bijde wet van 27 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 2 juni 2010, wordteen § 4/1 ingevoegd luidende :

« § 4/1. Zodra de eerste vordering is ingesteld, licht de griffier departijen in over de mogelijkheid tot bemiddeling door hen onverwijldde tekst van de artikelen 1730 tot 1737 te sturen samen met een door deMinister bevoegd voor Justitie opgestelde informatiebrochure overbemiddeling, alsook de lijst van de erkende bemiddelaars die zijngespecialiseerd in familiezaken en zijn gevestigd in het betrokkengerechtelijk arrondissement. »

Art. 3. In artikel 1255 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wetvan 27 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 2 juni 2010, wordt § 6vervangen door wat volgt :

« § 6. De rechter kan de partijen gelasten persoonlijk te verschijnen,op verzoek van een van de partijen of van het openbaar ministerie, danwel als hij het nuttig acht, met name teneinde de partijen met elkaar teverzoenen of de relevantie na te gaan van een akkoord over de persoon,het levensonderhoud en de goederen van de kinderen.

Onverminderd artikel 1734 poogt de rechter de partijen te verzoenen.Hij verstrekt hen alle nuttige inlichtingen over de rechtspleging en metname over het nut een beroep te doen op de bemiddeling waarin hetzevende deel voorziet. Als hij vaststelt dat toenadering mogelijk is, kanhij de schorsing van de procedure bevelen, teneinde de partijen demogelijkheid te bieden alle nuttige inlichtingen dienaangaande in tewinnen en het bemiddelingsproces op te starten. De duur van deschorsing mag niet meer bedragen dan één maand. »

Art. 4. In artikel 1263 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wetvan 30 juni 1994, worden de woorden « Wanneer de rechtbank depersoonlijke verschijning van de partijen heeft gelast, » vervangen doorde woorden « Wanneer de wet de persoonlijke verschijning van departijen eist of de rechtbank deze heeft gelast, ».

Art. 5. In artikel 1280 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij dewetten van 14 juli 1976, 2 februari 1994, 30 juni 1994, 20 mei 1997,28 januari 2003 en 19 maart 2010, wordt tussen het eerste en het tweedelid een lid ingevoegd, luidende :

« Behalve in uitzonderlijke omstandigheden en met uitzondering vande aan de instaatstelling gewijde zittingen waarop alleen de instaat-stelling wordt onderzocht, is de persoonlijke verschijning van departijen vereist op de zitting in kort geding waarop de vorderingenaangaande de voorlopige maatregelen die betrekking hebben op depersoon, op het levensonderhoud en op de goederen van de kinderenworden behandeld. Artikel 1263 is van overeenkomstige toepassing.Onverminderd artikel 1734 poogt de voorzitter van de rechtbank of derechter die het ambt van voorzitter waarneemt de partijen te verzoenen.Hij verstrekt hen alle nuttige inlichtingen over de rechtspleging en metname over het nut een beroep te doen op de bemiddeling waarin hetzevende deel voorziet. Als hij vaststelt dat toenadering mogelijk is, kanhij de schorsing van de procedure bevelen, teneinde de partijen demogelijkheid te bieden alle nuttige inlichtingen dienaangaande in tewinnen en het bemiddelingsproces op te starten. De duur van deschorsing mag niet meer bedragen dan één maand. »

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2011/09354]F. 2011 — 1543

5 AVRIL 2011. — Loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concernela comparution personnelle et la tentative de conciliation en cas dedivorce, et instaurant une information sur l’existence et l’utilité dela médiation en matière de divorce (1)

ALBERT II, Roi des Belges,A tous, présents et à venir, Salut.

Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit :

CHAPITRE 1er. — Disposition générale

Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de laConstitution.

CHAPITRE 2. — Modifications du Code judiciaire

Art. 2. Dans l’article 1254 du Code judiciaire, remplacé par la loi du27 avril 2007 et modifié par la loi du 2 juin 2010, il est inséré un § 4/1rédigé comme suit :

« § 4/1. Dès que la première demande est introduite, le greffierinforme les parties de la possibilité de médiation en leur envoyantimmédiatement le texte des articles 1730 à 1737, accompagné d’unebrochure d’information concernant la médiation rédigée par le Ministrequi a la Justice dans ses attributions ainsi que de la liste des médiateursagréés spécialisés en matière familiale et établis dans l’arrondissementjudiciaire concerné. »

Art. 3. Dans l’article 1255 du même Code, remplacé par la loi du27 avril 2007 et modifié par la loi du 2 juin 2010, le § 6 est remplacé parce qui suit :

« § 6. Le juge peut ordonner aux parties de comparaître en personne,à la demande d’une des parties ou du ministère public, ou s’il l’estimeutile, notamment en vue de concilier les parties ou d’apprécierl’opportunité d’un accord relatif à la personne, aux aliments et auxbiens des enfants.

Sans préjudice de l’article 1734, le juge tente de concilier les parties.Il leur donne toutes les informations utiles sur la procédure et, enparticulier, sur l’intérêt de recourir à la médiation telle que prévue à laseptième partie. S’il constate qu’un rapprochement est possible, il peutordonner la surséance à la procédure, afin de permettre aux parties derecueillir toutes informations utiles à cet égard et d’entamer leprocessus de médiation. La durée de la surséance ne peut êtresupérieure à un mois. »

Art. 4. Dans l’article 1263 du même Code, remplacé par la loi du30 juin 1994, les mots « Lorsque le tribunal aura ordonné la comparu-tion personnelle des parties, » sont remplacés par les mots « Lorsque laloi exige la comparution personnelle des parties ou que le tribunal l’aordonné, ».

Art. 5. Dans l’article 1280 du même Code, modifié par les lois du14 juillet 1976, du 2 février 1994, du 30 juin 1994, du 20 mai 1997, du28 janvier 2003 et du 19 mars 2010, un alinéa rédigé comme suit estinséré entre les alinéas 1er et 2 :

« Sauf circonstances exceptionnelles, la comparution personnelle desparties est requise à l’audience en référé au cours de laquelle lesdemandes portant sur les mesures provisoires relatives à la personne,aux aliments et aux biens des enfants sont examinées, à l’exception desaudiences de mise en état où seule la mise en état est examinée.L’article 1263 s’applique par analogie. Sans préjudice de l’article 1734, leprésident du tribunal ou le juge qui en exerce les fonctions tente deconcilier les parties. Il leur donne toutes informations utiles sur laprocédure et, en particulier, sur l’intérêt de recourir à la médiation telleque prévue à la septième partie. S’il constate qu’un rapprochement estpossible, il peut ordonner la surséance à la procédure, afin de permettreaux parties de recueillir toutes informations utiles à cet égard etd’entamer le processus de médiation. La durée de la surséance ne peutêtre supérieure à un mois. »

35811MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 14: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

HOOFDSTUK 3. — Slotbepalingen

Art. 6. Artikel 2 is van toepassing op de rechtsgedingen die wordeningesteld na de datum van inwerkingtreding van deze wet.

Art. 7. Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalendatum en uiterlijk op de eerste dag van de zesde maand na die waarinze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal wordenbekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 5 april 2011.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Justitie,S. DE CLERCK

Met ’s Lands zegel gezegeld :

De Minister Van Justitie,S. DE CLERCK

Nota

(1) Zitting 2010-2011 :Kamer van volksvertegenwoordigers.Stukken. — Wetsvoorstel van Mevr. Lahaye-Battheu c.s., 53-756, nr. 1.

— Amendementen, 53-756, nrs. 2 tot 4. — Verslag, 53-756, nr. 5. — Tekstaangenomen door de commissie, 53-756, nr. 6. — Amendementeningediend in de plenaire vergadering, 53-756, nr. 7. — Amendementen,53-756, nr. 8. — Aanvullend verslag namens de commissie, 53-756, nr. 9.Tekst aangenomen door de commissie, 53-756, nr. 10. — Tekstaangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat,53-756, nr. 11.

Integraal verslag. — 3 maart 2011.Senaat.Stukken. — Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 5-825, nr. 1.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN

[C − 2011/03226]N. 2011 — 1544

11 JUNI 2011. — Koninklijk besluit tot goedkeuringvan de wijziging van de statuten van de Nationale Bank van België

ALBERT II, Koning der Belgen,Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiekstatuut van de Nationale Bank van België, artikel 36, in fine;

Gelet op de uitgifte van een proces-verbaal in authentieke vorm van30 mei 2011, opgemaakt door notaris Vincent Berquin, te Brussel, van deberaadslagingen en besluiten van de buitengewone algemene vergade-ring van aandeelhouders van de Nationale Bank van België, naamlozevennootschap, houdende wijziging van de statuten van de Bank;

Op de voordracht van de Minister van Financiën,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Worden goedgekeurd de volgende wijzigingen aan destatuten van de Nationale Bank van België, aangenomen door debuitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van30 mei 2011 :

1° In artikel 3 wordt het vierde lid geschrapt.

2° In artikel 5 wordt het derde lid vervangen als volgt :

« Eigenaars in onverdeeldheid, vruchtgebruikers en naakteigenaars,en alle andere personen die samen in eenzelfde aandeel gerechtigd zijn,dienen zich door eenzelfde persoon te laten vertegenwoordigen.Zolang aan dit voorschrift niet is voldaan, mag de Bank de uitoefeningvan de aan het aandeel verbonden rechten schorsen. Dit schorsings-recht wordt uitgeoefend door de voorzitter van de algemene vergade-ring. »

CHAPITRE 3. — Dispositions finales

Art. 6. L’article 2 s’applique aux procédures engagées après la dated’entrée en vigueur de la présente loi.

Art. 7. Le Roi fixe la date d’entrée en vigueur de la présente loi, auplus tard, le premier jour du sixième mois qui suit celui au cours duquelelle aura été publiée au Moniteur belge.

Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du sceaude l’Etat et publiée par le Moniteur belge.

Donné à Bruxelles, le 5 avril 2011.

ALBERT

Par le Roi :

Le Ministre de la Justice,S. DE CLERCK

Scellé du sceau de l’Etat :

Le Ministre de la Justice,S. DE CLERCK

Note

(1) Session 2010-2011 :Chambre des représentants.Documents. — Proposition de loi de Mme Lahaye-Battheu et consorts,

53-756, n° 1. — Amendements, 53-756, n°s 2 à 4. — Rapport, 53-756, n° 5.— Texte adopté par la commission, 53-756, n° 6. — Amendementsdéposés en séance plénière, 53-756, n° 7. — Amendements, 53-756, n° 8.— Rapport complémentaire fait au nom de la commission, 53-756, n° 9.— Texte adopté par la commission, 53-756, n° 10. — Texte adopté enséance plénière et transmis au Sénat, 53-756, n° 11.

Compte rendu intégral. — 3 mars 2011.Sénat.Documents. — Projet non évoqué par le Sénat, 5-825, n° 1.

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES

[C − 2011/03226]F. 2011 — 1544

11 JUIN 2011. — Arrêté royal approuvant les modificationsdes statuts de la Banque Nationale de Belgique

ALBERT II, Roi des Belges,A tous, présents et à venir, Salut.

Vu la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la BanqueNationale de Belgique, l’article 36, in fine;

Vu l’expédition d’un procès-verbal authentique du 30 mai 2011,dressé par le notaire Vincent Berquin, à Bruxelles, des délibérations etdécisions de l’assemblée générale extraordinaire des actionnaires de laBanque Nationale de Belgique, société anonyme, modifiant les statutsde la Banque;

Sur la proposition du Ministre des Finances,

Nous avons arrêté et arrêtons :

Article 1er. Sont approuvées les modifications suivantes aux statutsde la Banque Nationale de Belgique, adoptées par l’assemblée généraleextraordinaire des actionnaires le 30 mai 2011 :

1° Dans l’article 3, l’alinéa 4 est supprimé.

2° Dans l’article 5, l’alinéa 3 est remplacé par ce qui suit :

« Les propriétaires indivis, usufruitiers et nu-propriétaires, et toutesles autres personnes ayant des droits sur une même action, doivent sefaire représenter par une seule personne. Aussi longtemps que cettecondition n’est pas remplie, la Banque peut suspendre l’exercice desdroits afférents à l’action. Ce droit de suspension pourra être exercé parle président de l’assemblée générale. »

35812 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 15: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

3° Artikel 9 wordt aangevuld met een lid, luidende :

« Het register van aandelen op naam kan worden aangehouden inelektronische vorm. »

4° Artikel 11 wordt vervangen als volgt :

« Art. 11. De ontbinding kan niet plaatshebben dan bij wet. »

5° In artikel 28, punt 1, wordt de laatste zin geschrapt.

6° In artikel 28 wordt punt 3 vervangen als volgt :

« 3. Hij stelt aan de algemene vergadering de jaarrekening en hetjaarverslag voor die door de Regentenraad zijn goedgekeurd. »

7° In artikel 29, punt 2, wordt het tweede lid vervangen als volgt :

« Het benoemt en ontslaat de personeelsleden en bepaalt hunwedde. »

8° In artikel 30 wordt punt 4 opgeheven.

9° In artikel 30 wordt punt 5 vervangen als volgt :

« 5. Hij keurt het jaarverslag goed, door de gouverneur voor te stellenaan de algemene vergadering. »

10° In artikel 30 wordt punt 6 opgeheven.

11° In artikel 31, punt 1, wordt het eerste lid vervangen als volgt :

« De Regentenraad vergadert ten minste twintig keer per jaar. »

12° Artikel 31 wordt aangevuld met een punt 3, luidende :

« 3. In spoedeisende gevallen, vastgesteld door de gouverneur, kande Regentenraad beslissen langs schriftelijke procedure of via eenvocaal telecommunicatiesysteem, volgens de nadere regels bepaald inhet huishoudelijk reglement van de Bank. »

13° In artikel 33 wordt het eerste lid vervangen als volgt :

« Het College van Censoren vergadert ten minste acht keer per jaar. »

14° In artikel 34, punt 2, wordt het tweede lid geschrapt.

15° In artikel 34 wordt het punt 3 geschrapt.

16° Artikel 35 wordt aangevuld met een punt 3, luidende :

« 3. Indien een mandaat van regent openvalt, dan blijft dit,onverminderd artikel 62, tweede lid, 2°, vacant tot de eerstvolgendealgemene vergadering. »

17° Artikel 36 wordt aangevuld met een punt 3, luidende :

« 3. Indien een mandaat van censor openvalt, dan blijft dit,onverminderd artikel 62, tweede lid, 2°, vacant tot de eerstvolgendealgemene vergadering. »

18° Artikel 44 wordt vervangen als volgt :

« Art. 44. De jaarrekening wordt opgesteld per 31 december van elkjaar. Zij wordt voorbereid door het Directiecomité en ter goedkeuringvoorgelegd aan de Regentenraad.

De goedkeuring van de jaarrekening door de Regentenraad geldt alskwijting voor de leden van het Directiecomité. »

19° Artikel 45 wordt opgeheven.

20° Artikel 48 wordt opgeheven.

21° Artikel 51 wordt opgeheven.

22° De Nederlandstalige versie van artikel 57, eerste lid, wordtaangevuld met de volgende zin :

« Ze wordt voorgezeten door de gouverneur. »

23° Artikel 58 wordt vervangen als volgt :

« Art. 58. - Het recht om deel te nemen aan de algemene vergaderingwordt verleend aan de aandeelhouders die de wettelijke formaliteitenom te worden toegelaten tot de algemene vergadering van eengenoteerde vennootschap hebben vervuld. »

24° In artikel 61, eerste lid, worden de woorden « te 11 uur »vervangen door de woorden « om 14 uur ».

25° In artikel 61, tweede lid, worden de woorden « het verslag vanhet beheer over de verrichtingen » vervangen door de woorden « hetjaarverslag ».

3° L’article 9 est complété par un alinéa rédigé comme suit :

« Le registre des actions nominatives peut être tenu sous formeélectronique. »

4° L’article 11 est remplacé par ce qui suit :

« Art. 11. La dissolution ne peut avoir lieu que par la loi. »

5° Dans l’article 28, point 1, la dernière phrase est supprimée.

6° Dans l’article 28, le point 3 est remplacé par ce qui suit :

« 3. Il présente à l’assemblée générale les comptes annuels et lerapport annuel qui ont été approuvés par le Conseil de régence. »

7° Dans l’article 29, point 2, l’alinéa 2 est remplacé par ce qui suit :

« Il nomme et révoque les membres du personnel et fixe leurtraitement. »

8° Dans l’article 30, le point 4 est abrogé.

9° Dans l’article 30, le point 5 est remplacé par ce qui suit :

« 5. Il approuve le rapport annuel, à présenter par le gouverneur àl’assemblée générale. »

10° Dans l’article 30, le point 6 est abrogé.

11° Dans l’article 31, point 1, l’alinéa 1er est remplacé par ce qui suit :

« Le Conseil de régence se réunit au moins vingt fois par an. »

12° L’article 31 est complété par un point 3 rédigé comme suit :

« 3. En cas d’urgence constatée par le gouverneur, le Conseil derégence peut statuer par voie de procédure écrite ou en recourant à unsystème de télécommunication vocale, selon les modalités préciséesdans le règlement d’ordre intérieur de la Banque. »

13° Dans l’article 33, l’alinéa 1er est remplacé par ce qui suit :

« Le Collège des Censeurs se réunit au moins huit fois par an. »

14° Dans l’article 34, point 2, l’alinéa 2 est supprimé.

15° Dans l’article 34, le point 3 est supprimé.

16° L’article 35 est complété par un point 3, rédigé comme suit :

« 3. Sans préjudice de l’article 62, deuxième alinéa, 2°, si un mandatde régent devient vacant, ce mandat reste vacant jusqu’à la prochaineassemblée générale. »

17° L’article 36 est complété par un point 3, rédigé comme suit :

« 3. Sans préjudice de l’article 62, deuxième alinéa, 2°, si un mandatde censeur devient vacant, ce mandat reste vacant jusqu’à la prochaineassemblée générale. »

18° L’article 44 est remplacé par ce qui suit :

« Art. 44. Les comptes annuels sont établis au 31 décembre de chaqueannée. Ils sont préparés par le Comité de direction et soumis au Conseilde régence pour approbation.

L’approbation des comptes annuels par le Conseil de régence vautdécharge pour les membres du Comité de direction. »

19° L’article 45 est abrogé.

20° L’article 48 est abrogé.

21° L’article 51 est abrogé.

22° La version néerlandaise de l’article 57, alinéa 1er, est complétéepar la phrase suivante :

« Ze wordt voorgezeten door de gouverneur. »

23° L’article 58 est remplacé par ce qui suit :

« Art. 58. - Le droit de participer à l’assemblée générale est réservéaux actionnaires qui ont rempli les formalités légales pour être admis àl’assemblée générale d’une société cotée. »

24° Dans l’article 61, alinéa 1er, les mots « à 11 heures » sont remplacéspar les mots « à 14 heures ».

25° Dans l’article 61, alinéa 2, les mots « le rapport de l’administrationsur les opérations de l’année écoulée » sont remplacés par les mots « lerapport annuel sur l’année écoulée ».

35813MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 16: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

26° Artikel 63 wordt opgeheven.

27° In artikel 64, eerste lid, worden de woorden « grootste aanwezigeaandeelhouders » vervangen door de woorden « aanwezige aandeel-houders die eigenaar zijn van het grootste aantal aandelen ».

28° In artikel 64, tweede lid, worden de woorden « de leden van deRegentenraad » vervangen door de woorden « de overige leden van hetbureau ».

29° In artikel 65, eerste lid, 2°, worden de woorden « vijf leden »vervangen door de woorden « één of meer aandeelhouders die samenminstens 3 % bezitten van het maatschappelijk kapitaal ».

30° In artikel 65, eerste lid, 2°, worden de woorden « tien dagen »vervangen door de woorden « tweeëntwintig dagen ».

31° Artikel 67 wordt vervangen als volgt :

« Art. 67. Er wordt gestemd hetzij op elektronische wijze, hetzij bijnaamafroeping, hetzij bij handopsteking, hetzij door middel vanstembiljetten.

Benoemingen of afstellingen geschieden bij geheime stemming. »

32° Artikel 68 wordt opgeheven.

33° In artikel 70, derde lid, worden de woorden « de drie vijfden »vervangen door de woorden « de helft ».

34° Artikel 71 wordt vervangen als volgt :

« Art. 71. Al de akten die bindend zijn voor de Bank mogen, zonderdat zij enige macht tegenover derden moeten rechtvaardigen, wordenondertekend :

a) hetzij door de gouverneur;

b) hetzij door een meerderheid van de leden van het Directiecomité;

c) hetzij door een directeur samen met de secretaris.

Zij mogen tevens worden ondertekend door één of twee personen diegemachtigd zijn hetzij door de gouverneur, hetzij door een meerderheidvan de leden van het Directiecomité, hetzij door een directeur samenmet de secretaris.

De akten van dagelijks bestuur mogen bovendien worden onderte-kend :

a) hetzij door de vicegouverneur of een directeur;

b) hetzij door de secretaris of de schatbewaarder;

c) hetzij door één of twee hiervoor door het Directiecomité gemach-tigde personeelsleden. »

35° De titel « PRO MEMORIE Afdeling II. — Overgangsbepalingen :uitgifte van biljetten in Belgische franken tot op het ogenblik van hetintrekken van hun wettelijke betaalkracht. » wordt geschrapt.

36° Artikel 73 wordt opgeheven.

37° Artikel 74 wordt opgeheven.

38° Artikel 75 wordt opgeheven.

39° Artikel 76 wordt opgeheven.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in hetBelgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. De Minister van Financiën is belast met de uitvoering van ditbesluit.

Gegeven te Château-neuf-de-Grasse, 11 juni 2011.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Financiën,D. REYNDERS

26° L’article 63 est abrogé.

27° Dans l’article 64, l’alinéa 1er est remplacé par ce qui suit : « Sontscrutateurs, les deux actionnaires présents qui, sans faire partie del’administration, sont propriétaires du plus grand nombre d’actions etacceptent ce mandat. »

28° Dans l’article 64, alinéa 2, les mots « les membres du Conseil derégence » sont remplacés par les mots « les autres membres dubureau ».

29° Dans l’article 65, alinéa 1er, 2°, les mots « cinq membres » sontremplacés par les mots « un ou plusieurs actionnaires possédantensemble au moins 3 % du capital social ».

30° Dans l’article 65, alinéa 1er, 2°, les mots « dix jours » sontremplacés par les mots « vingt-deux jours ».

31° L’article 67 est remplacé par ce qui suit :

« Art. 67. Le vote se fait soit par voie électronique, soit par appelnominal, soit à mains levées, soit par bulletins de vote.

Les élections ou les révocations ont lieu au scrutin secret. »

32° L’article 68 est abrogé.

33° Dans l’article 70, alinéa 3, les mots « les trois cinquièmes » sontremplacés par les mots « la moitié ».

34° L’article 71 est remplacé par ce qui suit :

« Art. 71. Tous les actes engageant la Banque peuvent, sans qu’ilsaient à justifier de leurs pouvoirs à l’égard des tiers, être signés :

a) soit par le gouverneur;

b) soit par une majorité des membres du Comité de direction;

c) soit par un directeur conjointement avec le secrétaire.

Ils peuvent également être signés par une ou deux personnesmandatées soit par le gouverneur, soit par une majorité des membresdu Comité de direction, soit par un directeur conjointement avec lesecrétaire.

Les actes de gestion journalière peuvent en outre être signés :

a) soit par le vice-gouverneur ou un directeur;

b) soit par le secrétaire ou le trésorier;

c) soit par un ou deux membres du personnel mandatés par le Comitéde direction. »

35° Le titre « POUR MEMOIRE Section II. — Dispositions transi-toires : émission de billets en francs belges jusqu’au retrait du courslégal de ceux-ci. » est supprimé.

36° L’article 73 est abrogé.

37° L’article 74 est abrogé.

38° L’article 75 est abrogé.

39° L’article 76 est abrogé.

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication auMoniteur belge.

Art. 3. Le Ministre des Finances est chargé de l’exécution du présentarrêté.

Donné à Château-neuf-de-Grasse, le 11 juin 2011.

ALBERT

Par le Roi :

Le Ministre des Finances,D. REYNDERS

35814 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 17: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

FEDERALE OVERHEIDSDIENSTSOCIALE ZEKERHEID

[C − 2011/22203]N. 2011 — 1545

24 MEI 2011. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijkbesluit van 29 januari 2007 tot vaststelling van de voorwaardenwaaronder het Verzekeringscomité een overeenkomst kan sluitenin toepassing van artikel 56, § 2, 1°, van de wet betreffende deverplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitke-ringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, om de experimentelefinanciering van contraceptiva voor jongeren te verlengen

ALBERT II, Koning der Belgen,Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor genees-kundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,artikel 56, § 2, eerste lid, 1°;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot vaststelling vande voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité een overeenkomstkan sluiten in toepassing van artikel 56, § 2, 1°, van de wet betreffendede verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkerin-gen, gecoördineerd op 14 juli 1994, om de experimentele financieringvan contraceptiva voor jongeren te verlengen;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voorgeneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- eninvaliditeitsverzekering, uitgebracht op 13 december 2010;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op28 februari 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begrotingvan 10 mei 2011;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dit besluit, dat voor het jaar 2011 een verlengingvan de experimentele financiering van contraceptiva voor jongerenvoorziet, dringend genomen en bekendgemaakt moet worden om decontinuïteit te verzekeren van deze vorm van tegemoetkoming inafwachting van een definitieve reglementaire uitwerking om hetexperiment te bestendigen.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksge-zondheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 totvaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomitéeen overeenkomst kan sluiten in toepassing van artikel 56, § 2, 1°, vande wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundigeverzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, om deexperimentele financiering van contraceptiva voor jongeren te verlen-gen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 december 2007,29 juni 2008, 23 december 2008 en 26 augustus 2010, wordt aangevuldmet het volgende lid :

« De tegemoetkoming wordt voor de periode 1 januari 2011 tot enmet 31 december 2011 vastgesteld op een begrotingsenveloppe vanmaximum 8.982.000 euro, te verdelen onder de verzekeringsinstellin-gen overeenkomstig de hierboven bepaalde modaliteiten. »

Art. 2. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezond-heid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 mei 2011.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,belast met Maatschappelijke Integratie,

Mevr. L. ONKELINX

SERVICE PUBLIC FEDERALSECURITE SOCIALE

[C − 2011/22203]F. 2011 — 1545

24 MAI 2011. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 29 jan-vier 2007, fixant les conditions dans lesquelles le Comité del’assurance peut conclure une convention en application de l’arti-cle 56, § 2, 1°, de la loi relative à l’assurance soins de santé etindemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, en vue de prolonger lefinancement expérimental de contraceptifs pour les jeunes

ALBERT II, Roi des Belges,A tous, présents et à venir, Salut.

Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé etindemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, l’article 56, § 2, alinéa 1er, 1°;

Vu l’arrêté royal du 29 janvier 2007 fixant les conditions danslesquelles le Comité de l’assurance peut conclure une convention enapplication de l’article 56, § 2, 1°, de la loi relative à l’assurance soins desanté et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, en vue de prolongerle financement expérimental de contraceptifs pour les jeunes;

Vu l’avis du Comité de l’assurance soins de santé de l’Institutnational d’assurance maladie-invalidité, émis le 13 décembre 2010;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 28 février 2011;

Vu l’accord du Secrétaire d’Etat au Budget, donné le 10 mai 2011;

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 etmodifié par la loi du 4 août 1996;

Vu l’urgence;

Considérant que cet arrêté, qui prévoit pour l’année 2011 uneprolongation du financement expérimental de contraceptifs pour lesjeunes, doit être pris et publié le plus vite possible afin de garantir lacontinuité de cette forme d’intervention en attendant une réglementa-tion définitive pour perpétuer l’expérience.

Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de laSanté publique,

Nous avons arrêté et arrêtons :

Article 1er. A l’article 4 de l’arrêté royal du 29 janvier 2007 fixant lesconditions dans lesquelles le Comité de l’assurance peut conclure uneconvention en application de l’article 56, § 2, 1°, de la loi relative àl’assurance soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994,en vue de prolonger le financement expérimental de contraceptifs pourles jeunes, modifié par l’arrêté royal du 20 décembre 2007, 29 juin 2008,23 décembre 2008 et 26 août 2010 est complété par l’alinéa suivant :

« L’intervention est fixée pour la période 1er janvier 2011 jusqu’au31 décembre 2011 sur la base d’une enveloppe budgétaire de8.982.000 euros au maximum, à répartir entre les organismes assureursconformément aux modalités définies ci-dessus. »

Art. 2. Le Ministre ayant les Affaires sociales et la Santé publiquedans ses attributions, est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Donné à Bruxelles, le 24 mai 2011.

ALBERT

Par le Roi :

La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,chargée de l’Intégration sociale,

Mme L. ONKELINX

35815MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 18: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIG-HEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEUEN FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR GENEESMIDDELEN ENGEZONDHEIDSPRODUCTEN

[C − 2011/18196]N. 2011 — 1546

12 MEI 2011. — Koninklijk besluit houdende toekenning van eendotatie ten bate van het Federaal Agentschap voor Genees-middelen en Gezondheidsproducten voor de maanden april, meien juni 2011

ALBERT II, Koning der Belgen,Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 2006 tot oprichting van het FederaalAgentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten;

Gelet op de wet tot opening van voorlopige kredieten voor demaanden april, mei en juni 2011 van 11 april 2011, inzonderheid dedepartementale begroting van de FOD Volksgezondheid, Veiligheidvan de Voedselketen en Leefmilieu;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij hetkoninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55tot 58;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende deadministratieve en begrotingscontrole;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op27 april 2011;

Overwegende dat bovengenoemde wet tot opening van voorlopigekredieten een voorlopige aanvullende dotatie voorziet ten belope van5.435.000 euro ten gunste van het Federaal Agentschap voor Genees-middelen en Gezondheidsproducten gebaseerd op voorlopige kredie-ten, welke in mindering komen van de algemene uitgavenbegrotingvoor het begrotingsjaar 2011, geopend voor de maanden april, mei enjuni;

Overwegende dat het noodzakelijk is het hele bedrag van devoorlopige dotatie 2011 ter beschikking te stellen van het FederaalAgentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten om haaradministratieve en personeelsuitgaven te dekken;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volks-gezondheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Een aanvullende dotatie ten belope van een bedrag vanvijf miljoen vierhonderdvijfendertigduizend euro (5.435.000 EUR), aante rekenen op de begroting van de FOD Volksgezondheid, Veiligheidvan de Voedselketen en Leefmilieu voor het begrotingsjaar 2011,organisatie afdeling 59, programma 0, basisallocatie 59 02 4140 01,wordt toegekend aan het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelenen Gezondheidsproducten.

Art. 2. De rechtvaardiging van het gebruik van de dotatie zalgeschieden overeenkomstig de voorschriften van de wet van16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen vanopenbaar nut, inzonderheid op artikel 6, § 3.

Art. 3. De Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met deuitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 mei 2011.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Volksgezondheid,Mevr. L. ONKELINX

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LACHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT ET AGENCEFEDERALE DES MEDICAMENTS ET DES PRODUITS DE SANTE

[C − 2011/18196]F. 2011 — 1546

12 MAI 2011. — Arrêté royal portant octroi d’une dotation en faveurde l’Agence fédérale des Médicaments et des Produits de Santépour les mois d’avril, mai et juin 2011

ALBERT II, Roi des Belges,A tous, présents et à venir, Salut.

Vu la loi du 20 juillet 2006 portant création de l’Agence fédérale desMédicaments et des Produits de Santé;

Vu la loi ouvrant des crédits provisoires pour les moisd’avril mai et juin 2001 du 11 avril 2011, notamment le budgetdépartemental du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimen-taire et Environnement;

Vu les lois sur la comptabilité de l’Etat, coordonnées par l’arrêté royaldu 17 juillet 1991, notamment les articles 55 à 58;

Vu l’arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administra-tif et budgétaire;

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 27 avril 2011;

Considérant que ladite loi ouvrant des crédits provisoires prévoit unedotation provisoire supplémentaire d’un montant de 5.435.000 euros enfaveur de l’Agence fédérale des Médicaments et des Produits de Santébasée sur des crédits provisoires à valoir sur le budget général desdépenses pour l’année budgétaire 2011 ouverts pour les mois deavril, mai et juin;

Considérant qu’il est nécessaire de mettre à la disposition del’Agence fédérale des Médicaments et des Produits de Santé l’intégra-lité du montant de la dotation provisoire 2011 pour couvrir sesdépenses administratives et de personnel;

Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de laSanté publique,

Nous avons arrêté et arrêtons :

Article 1er. Une dotation supplémentaire d’un montant de cinqmillions quatre cent trente-cinq mille euros (5.435.000 EUR), imputée aubudget du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire etEnvironnement pour l’exercice 2011, division organique 59, pro-gramme 0, allocation de base 59 02 4140 01, est attribuée à l’Agencefédérale des Médicaments et des Produits de Santé.

Art. 2. La justification de l’utilisation de la dotation se fera confor-mément aux prescriptions de la loi du 16 mars 1954 relative au contrôlede certains organismes d’intérêt public, notamment l’article 6, § 3.

Art. 3. Le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions estchargée de l’exécution du présent arrêté.

Donné à Bruxelles, le 12 mai 2011.

ALBERT

Par le Roi :

La Ministre de la Santé publique,Mme L. ONKELINX

35816 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 19: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGIONGEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE

VLAAMSE OVERHEID

[2011/202871]N. 2011 — 154718 MAART 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies,

verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij debijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden,artikel 7bis, § 1, eerste en tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 17 maart 2006 en gewijzigd bij het decreet van12 februari 2010, artikel 8, hersteld bij het decreet van 12 februari 2010, artikel 10, tweede lid, ingevoegd bij het decreetvan 16 maart 1999 en gewijzigd bij het decreet van 12 februari 2010, artikel 11, § 2, tweede lid, vervangen bij het decreetvan 2 juni 2006, en artikel 12, § 1, derde lid, vervangen bij het decreet van 12 februari 2010;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoon-lijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 7;

Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn,Volksgezondheid en Gezin, artikel 7, tweede lid, en artikel 8, tweede lid;

Gelet op het decreet van 12 februari 2010 tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuurvoor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 12;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieveinvesteringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 december 2010;Gelet op advies nr. 49.093/3 van de Raad van State, gegeven op 3 februari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1,

eerste lid, 1o, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;Na beraadslaging,

Besluit :HOOFDSTUK 1. — Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

1o agentschap Zorg en Gezondheid : het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Zorg enGezondheid;

2o algemeen ziekenhuis : een ziekenhuis, met uitzondering van de psychiatrische ziekenhuizen en metuitzondering van de ziekenhuizen die uitsluitend beschikken over gespecialiseerde diensten voor behandeling enrevalidatie (kenletter Sp), al of niet samen met diensten voor gewone hospitalisatie (kenletter H) of dienstenneuropsychiatrie voor behandeling van volwassen patiënten (kenletter T) of diensten geriatrie (kenletter G);

3o beschikbaarheidsvergoeding : de vergoeding voor het ontwerpen, bouwen, financieren en ter beschikkingstellen van een voorziening door een opdrachtnemer voor een aanvrager, of een andere vergoeding in die zin. Debetaling van de vergoeding wordt afhankelijk gemaakt van minimale beschikbaarheidvereisten;

4o centrum voor kortverblijf : een voorziening als vermeld in artikel 30 van het Woonzorgdecreet van13 maart 2009;

5o dagverzorgingscentrum : een voorziening als vermeld in artikel 25 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009;

6o decreet van 23 februari 1994 : het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebondenaangelegenheden;

7o functie dagopname binnen een ziekenhuis : een aanwijsbare entiteit binnen de vestigingsplaats van eenziekenhuis, met uitzondering van een psychiatrisch ziekenhuis, waarin verstrekkingen worden verricht als vermeld inde desbetreffende artikelen van de overeenkomst tussen de verplegingsinrichtingen en de verzekeringsinstellingen,zonder dat die verstrekkingen aanleiding geven tot een ziekenhuisverblijf met overnachting;

8o gebruikstoelage : een alternatieve vorm van investeringssubsidie als vermeld in artikel 7bis van het decreet van23 februari 1994;

9o lokaal dienstencentrum : een voorziening als vermeld in artikel 16 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009;

10o minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen en voor het gezondheidsbeleid;

11o opdrachtnemer : een rechtspersoon die, een samenwerkingsverband van rechtspersonen dat of een tijdelijkehandelsvennootschap als vermeld in artikel 47 van het Wetboek van Vennootschappen, een voorziening ontwerpt,bouwt, financiert en ter beschikking stelt voor een aanvrager;

12o project : het voorwerp van de geplande investering, omschreven in het masterplan, waarvoor eeninvesteringssubsidie of investeringswaarborg wordt gevraagd;

13o psychiatrisch verzorgingstehuis : een psychiatrisch verzorgingstehuis als vermeld in artikel 170 van de wetbetreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008;

14o psychiatrisch ziekenhuis : een ziekenhuis als vermeld in artikel 3 van de wet betreffende de ziekenhuizen enandere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008;

35817MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 20: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

15o regionaal dienstencentrum : een voorziening als vermeld in artikel 20 van het Woonzorgdecreet van13 maart 2009;

16o rust- en verzorgingstehuis : een rust- en verzorgingstehuis als vermeld in artikel 170 van de wet betreffende deziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008;

17o verzorgingsinstelling : een ziekenhuis, een rust- en verzorgingstehuis, een psychiatrisch verzorgingstehuis ofeen functie dagopname binnen een ziekenhuis;

18o voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg : een woonzorgcentrum, een regionaaldienstencentrum, een lokaal dienstencentrum, een dagverzorgingscentrum of een centrum voor kortverblijf;

19o voorziening voor de sociale integratie van personen met een handicap : een van de voorzieningen, metuitzondering van de revalidatiecentra en de centra voor ontwikkelingsstoornissen, vermeld in het besluit van deVlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysischenormen voor de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap, als het totale bedrag datwordt berekend en vastgesteld, exclusief btw en algemene onkosten, naargelang van de aard van de investering,overeenkomstig de bepalingen van het voormelde besluit van 19 juni 2009, hoger is dan het bedrag van 80.000 euro,exclusief btw en algemene onkosten. Dat bedrag van 80.000 euro wordt jaarlijks per 1 januari van rechtswege aangepastaan de bouwindex, waarbij de basisindex de bouwindex is van 1 januari 1994;

20o woonzorgcentrum : een voorziening als vermeld in artikel 37 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009;

21o ziekenhuis : een voorziening als vermeld in artikel 2 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andereverzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008.

HOOFDSTUK 2. — Toepassingsgebied

Art. 2. Dit besluit is van toepassing op :

1o de sector van de verzorgingsinstellingen;

2o de sector van de voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg;

3o de sector van de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap.

Ter uitvoering van artikel 7bis van het decreet van 23 februari 1994 kan door het Fonds, binnen de perken van debegrotingskredieten, een gebruikstoelage verstrekt worden aan aanvragers, onder de voorwaarden, vermeld in hetdecreet van 23 februari 1994 en in dit besluit.

HOOFDSTUK 3. — Algemene voorwaarden in de procedure om een gebruikstoelage te verkrijgen

Art. 3. De aanvrager komt alleen in aanmerking voor een gebruikstoelage als hij voldoet aan de volgendevoorwaarden :

1o erkend zijn om zorg- en dienstverlening te organiseren in het kader van de persoonsgebonden aangelegenhe-den;

2o beschikken over een genotsrecht op het project, vermeld in artikel 12, § 1, derde lid, van het decreet van23 februari 1994. Als de aanvrager en de eigenaar of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop een projectwordt uitgevoerd, twee verschillende personen zijn, mag er geen ongeoorloofde verwantschap bestaan tussen hen, alsvermeld in artikel 4.

Art. 4. § 1. De aanvrager en de eigenaar van de grond waarop een project wordt uitgevoerd of de aanvrager ende houder van de zakelijke rechten op de grond waarop een project wordt uitgevoerd, worden geacht eenongeoorloofde verwantschapsband te hebben als de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten opde grond een natuurlijke persoon is of een handelsvennootschap met rechtspersoonlijkheid als vermeld in artikel 2, § 2,van het Wetboek van Vennootschappen, en als de ene rechtstreeks of onrechtstreeks de bevoegdheid in rechte of in feiteheeft om bij de andere een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van de leden vanhet bestuursorgaan of op de oriëntatie van het beleid.

§ 2. De ongeoorloofde verwantschapsband is in rechte en wordt onweerlegbaar vermoed als :

1o de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond in het bezit is van de meerderheidvan de stemrechten verbonden aan het totaal van de deelnamerechten van de aanvrager;

2o de aanvrager in het bezit is van de meerderheid van de stemrechten die verbonden zijn aan het totaal van deeffecten van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond;

3o de meerderheid van de bestuurders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechtenop de grond, of de aandeelhouders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op degrond, op persoonlijke titel, alleen of samen, de meerderheid bezit of bezitten van de stemrechten die verbonden zijnaan de deelnamerechten van de aanvrager;

4o de meerderheid van de bestuurders of de leden van de aanvrager op persoonlijke titel, alleen of samen, demeerderheid bezit of bezitten van de stemrechten die verbonden zijn aan de effecten van de eigenaar van de grond ofvan de houder van de zakelijke rechten op de grond;

5o de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond of de meerderheid van zijnbestuurders of aandeelhouders of zijn economische rechthebbenden het recht heeft of hebben om de meerderheid vande bestuurders van de aanvrager te benoemen of te ontslaan;

6o de aanvrager of de meerderheid van zijn bestuurders of leden of zijn economische rechthebbenden het rechtheeft of hebben om de meerderheid van de bestuurders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijkerechten op de grond te benoemen of te ontslaan;

7o de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond of de meerderheid van zijnbestuurders of aandeelhouders of zijn economische rechthebbenden krachtens de statuten van de aanvrager ofkrachtens een gesloten overeenkomst over de bevoegdheid beschikt of beschikken om een beslissende invloed uit teoefenen op de aanstelling van de meerderheid van het bestuursorgaan of op de oriëntatie van het beleid;

8o de aanvrager of de meerderheid van zijn bestuurders, leden of zijn economische rechthebbenden krachtens destatuten van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond of krachtens een geslotenovereenkomst over de bevoegdheid beschikt of beschikken om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstellingvan de meerderheid van het bestuursorgaan of op de oriëntatie van het beleid;

35818 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 21: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

9o de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond, zijn bestuurders of aandeelhoudersop de voorlaatste en laatste algemene vergadering van de aanvrager stemrechten hebben uitgeoefend die demeerderheid vertegenwoordigen van de stemrechten die verbonden zijn aan de op deze algemene vergaderingenvertegenwoordigde aandelen;

10o de aanvrager, zijn bestuurders of aandeelhouders op de voorlaatste en laatste algemene vergadering van deeigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond stemrechten hebben uitgeoefend die demeerderheid vertegenwoordigen van de stemrechten die verbonden zijn aan de op deze algemene vergaderingenvertegenwoordigde aandelen;

11o de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond en de aanvrager onder een centraleleiding staan. Zij worden vermoed onder een centrale leiding te staan als :

a) de centrale leiding voortvloeit uit de statuten van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijkerechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, of uit een overeenkomst tussen alle betrokken entiteiten;

b) de bestuursorganen van respectievelijk de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten opde grond en de aanvrager, alsook de entiteit die de centrale leiding voert, voor het merendeel uit dezelfde personenbestaan;

c) de meerderheid van de aandelen of lidmaatschapsrechten van respectievelijk de eigenaar van de grond of vande houder van de zakelijke rechten op de grond en de aanvrager, alsook de entiteit die de centrale leiding voert, wordengehouden door dezelfde personen;

12o de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond rechtstreeks of onrechtstreeks eeninvloed van betekenis uitoefent op de oriëntatie van het beleid van de aanvrager door een participatie van minstenstien % te nemen in het lidmaatschap van de aanvrager;

13o de aanvrager rechtstreeks of onrechtstreeks een invloed van betekenis uitoefent op de oriëntatie van het beleidvan de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond door een participatie van minstenstien % te nemen in het kapitaal van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond;

14o de bestuurders of de aandeelhouders van de aanvrager enerzijds, en de eigenaar van de grond of van dehouder van de zakelijke rechten op de grond of zijn bestuurders of de aandeelhouders anderzijds, bloed- ofaanverwanten tot en met de tweede graad of echtgenoten zijn. Voor de toepassing van deze bepaling worden personendie een wettelijk samenlevingscontract hebben gesloten, met echtgenoten gelijkgesteld. De onverenigbaarheid wordtgeacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of doorhet ophouden van het wettelijk samenlevingscontract.

§ 3. Voor de beoordeling van de gevallen, vermeld in paragraaf 2, is het niet belangrijk dat :

1o de bestuurders of aandeelhouders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten opde grond enerzijds, of de bestuurders of leden van de aanvrager anderzijds, alleen of samen handelen. Tenzij anderswordt bewezen, worden personen die op hetzelfde ogenblik bestuurder of aandeelhouder zijn van de eigenaar van degrond, of van de houder van de zakelijke rechten op de grond en bestuurder of lid van de aanvrager, geacht samen tehandelen;

2o de verwantschapsband op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze, met tussenplaatsing van andere entiteiten oftussenpersonen, tot stand komt;

3o stemrechten worden geschorst of onderworpen zijn aan stemkrachtbeperking.

§ 4. De ongeoorloofde verwantschapsband kan in feite worden vermoed door het Fonds op basis van andereelementen dan de elementen, vermeld in paragraaf 2. Dat vermoeden is weerlegbaar door de aanvrager.

§ 5. Het Fonds heeft de mogelijkheid om, in elke fase van de procedure, aan de aanvrager aanvullende gegevenste vragen over de verwantschapsband tussen de aanvrager en de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijkerechten op de grond.

§ 6. Het Fonds heeft de mogelijkheid om, in elke fase van de procedure, aan de aanvrager aanvullende gegevenste vragen over de rechtsgeldigheid van zijn rechtsband met de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijkerechten op de grond, en over de marktconformiteit van de vergoedingen die gebaseerd zijn op die rechtsband.

HOOFDSTUK 4. — Bouwfysische, technische en kwalitatieve normen voor de investeringen

Art. 5. Om voor een gebruikstoelage in aanmerking te komen, moet de investering plaatsvinden of plaatsgevon-den hebben overeenkomstig de volgende algemene bouwfysische, technische en kwalitatieve normen :

1o de regelgeving over de brandveiligheid;

2o de regelgeving over de toegang van gehandicapten tot gebouwen die toegankelijk zijn voor het publiek;

3o de regelgeving over de eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en hetbinnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat;

4o het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties;

5o de typebestekken, opgesteld door het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken;

6o de regelgeving over de stedenbouw en de ruimtelijke ordening;

7o de regelgeving over de milieuvergunningen;

8o indien van toepassing, de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van openbarediensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen eninstellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren.

Art. 6. Met behoud van de toepassing van artikel 5 moet, om voor een gebruikstoelage in aanmerking te komen,de investering in een ziekenhuis of in een functie dagopname binnen een ziekenhuis plaatsvinden of plaatsgevondenhebben overeenkomstig de specifieke bouwfysische, technische en kwalitatieve normen als vermeld in artikel 58, 66 en67 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008.

Art. 7. Met behoud van de toepassing van artikel 5 moet, om voor een gebruikstoelage in aanmerking te komen,de investering in een rust- en verzorgingstehuis of in een psychiatrisch verzorgingstehuis plaatsvinden ofplaatsgevonden hebben overeenkomstig de specifieke bouwfysische, technische en kwalitatieve normen als vermeld inartikel 170 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008.

35819MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 22: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 8. Met behoud van de toepassing van artikel 5 moet, om voor een gebruikstoelage in aanmerking te komen,de investering in een woonzorgcentrum plaatsvinden of plaatsgevonden hebben overeenkomstig de specifiekeerkenningsvoorwaarden, vermeld in bijlage XII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende deprogrammatie, de erkenningvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen vangebruikers en mantelzorgers, inzonderheid overeenkomstig de voorwaarden die betrekking hebben op de zorg enkwaliteit van de zorg en de infrastructuur.

Art. 9. Met behoud van de toepassing van artikel 5 moet, om voor een gebruikstoelage in aanmerking te komen,de investering in een regionaal dienstencentrum, een lokaal dienstencentrum, een dagverzorgingscentrum of eencentrum voor kortverblijf plaatsvinden of plaatsgevonden hebben overeenkomstig de specifieke erkenningsvoorwaar-den, vermeld in bijlage VI, VII, IX en XI bij het besluit, vermeld in het artikel 8, inzonderheid overeenkomstig devoorwaarden die betrekking hebben op de infrastructuur.

Art. 10. Met behoud van de toepassing van artikel 5 moet, om voor een gebruikstoelage in aanmerking te komen,de investering in een voorziening voor de sociale integratie van personen met een handicap plaatsvinden ofplaatsgevonden hebben overeenkomstig de specifieke bouwtechnische en de bouwfysische normen, vermeld voor elksoort van voorziening in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van deinvesteringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor de sociale integratievan personen met een handicap.

HOOFDSTUK 5. — De projecten waarvoor de gebruikstoelage dient als rechtstreekse bijdrage in de kostprijs

Afdeling 1. — Toepassingsgebied

Art. 11. Dit hoofdstuk is van toepassing op projecten waarvoor de gebruikstoelage, vermeld in artikel 1, 8o, dientals rechtstreekse bijdrage in de kostprijs, waarbij de aanvrager optreedt als bouwheer of desgevallend aankoper ingevalvan aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum, en waarbij de gebruikstoelagen door de aanvragerworden aangewend om rechtstreeks bij te dragen in de kostprijs van het project.

Afdeling 2. — De gebruikstoelage

Art. 12. Jaarlijks kan door het Fonds worden beslist, binnen de perken van de begrotingskredieten en volgens deprocedure, vermeld in dit besluit, over de toekenning van een gebruikstoelage aan een aanvrager voor de uitvoeringvan zijn project. Die beslissing kan gedurende twintig opeenvolgende jaren worden genomen.

Het bedrag van de gebruikstoelage die in een bepaald jaar door het Fonds kan worden verstrekt, wordt berekenddoor een coëfficiënt toe te passen op het totale bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de datum van het beveltot aanvang van de werken, van het plaatsen van de bestelling of van het verlijden van de authentieke aankoopakteingeval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum, naargelang van de aard van de investering,overeenkomstig de bepalingen van een van de volgende besluiten :

1o het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en debouwtechnische en bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen;

2o het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en debouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg;

3o het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en debouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor de personen met een handicap;

De coëfficiënt wordt jaarlijks door de minister in december bepaald en volgens de volgende formule berekend :coëfficiënt = R/1 - (1/ (1 + R))20, waarbij R = referentierentevoet.

De referentierentevoet wordt jaarlijks in december aangeleverd door het beleidsdomein Financiën en Begroting opbasis van een tienjarige OLO en stemt overeen met het rekenkundig gemiddelde van de noteringen tijdens de periodevan 1 september tot en met 30 november van het desbetreffende jaar, verhoogd met vijftien basispunten. De aldusbepaalde referentierentevoet wordt ieder jaar in december door het beleidsdomein Financiën en Begroting uiterlijkbinnen de vijf eerste werkdagen van de maand december meegedeeld aan het Fonds.

De coëfficiënt die geldt voor een bepaald project, is de coëfficiënt die van toepassing is op de datum van het beveltot aanvang van de werken, van het plaatsen van de bestelling of van het verlijden van de authentieke aankoopakteingeval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum.

Afdeling 3. — De goedkeuring van een masterplan en het verkrijgen van een principieel akkoord

Onderafdeling 1. — Algemene bepalingen

Art. 13. Om in aanmerking te komen voor een gebruikstoelage voor een project, moet de aanvrager beschikkenover een door de minister goedgekeurd masterplan en over een principieel akkoord van de minister.

Elke aanvraag tot goedkeuring van een masterplan en tot het verkrijgen van een principieel akkoord voor eenproject wordt gericht aan het Fonds, met uitzondering van de aanvraag in de fase van het zorgstrategische plan,vermeld in artikel 14, die ingediend wordt bij het agentschap Zorg en Gezondheid. Voor de wijze waarop stukken terkennis gebracht worden van het Fonds of van het agentschap Zorg en Gezondheid door de aanvrager, of van deaanvrager vermeld in deze afdeling, door het Fonds of door het agentschap Zorg en Gezondheid, kan de ministerafwijkende regels bepalen die rekening houden met de nieuwste communicatiemiddelen.

Voor een algemeen ziekenhuis, voor een voorziening voor ouderen en voor een voorziening in de thuiszorgverloopt de procedure tot goedkeuring van een masterplan en tot het verkrijgen van een principieel akkoord volgensde bepalingen vermeld in artikel 14 tot en met 24, en in artikel 30 tot en met 33. Voor de overige voorzieningen verlooptde procedure tot goedkeuring van een masterplan en tot het verkrijgen van een principieel akkoord volgens debepalingen, vermeld in artikel 25 tot en met 33.

Onderafdeling 2. Procedure voor een algemeen ziekenhuis, voor een voorziening voor ouderen en voor eenvoorziening in de thuiszorg

Art. 14. In een eerste fase legt de aanvrager een plan met de zorgstrategische aspecten van het masterplan tergoedkeuring voor. Die aanvraag tot goedkeuring van het zorgstrategische plan bevat :

1o voor een algemeen ziekenhuis : de nodige bescheiden, statuten of documenten waaruit blijkt dat de aanvrager :

a) een lokaal of provinciaal bestuur is;

35820 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 23: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

b) een vereniging zonder winstoogmerk of een stichting van openbaar nut is als vermeld in de wet van 27 juni 1921betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en destichtingen;

c) een instelling is die beheerst wordt door de wet van 12 augustus 1911 waarbij de rechtspersoonlijkheid verleendwordt aan de universiteiten van Brussel en Leuven, of door het decreet van 22 december 1995 houdende wijziging vandiverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen en het decreet van 4 april 2003 houdende bepalingentot de oprichting van een Universiteit Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdendewijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen;

2o voor een woonzorgcentrum, een dagverzorgingscentrum en een centrum voor kortverblijf : de nodigebescheiden, statuten of documenten waaruit blijkt dat de aanvrager over een rechtsvorm beschikt als vermeld inartikel 63, eerste lid, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009;

3o voor een regionaal dienstencentrum en een lokaal dienstencentrum : de nodige bescheiden, statuten ofdocumenten waaruit blijkt dat de aanvrager over een rechtsvorm beschikt als vermeld in artikel 50 van hetWoonzorgdecreet van 13 maart 2009;

4o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omhet zorgstrategische plan goed te keuren en in te dienen, vergezeld van, voor een algemeen ziekenhuis, het advies vande medische raad, vermeld in artikel 132 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen,gecoördineerd op 10 juli 2008, en eventueel van het advies van het coördinatiecomité, vermeld in artikel 13 van hetkoninklijk besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende normen voor de erkenning vanziekenhuizen en ziekenhuisdiensten alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperingen en van debijzondere normen waaraan deze moeten voldoen;

5o het zorgstrategische plan, dat ten minste de volgende gegevens bevat :

a) de huidige situatie op het gebied van zorgaanbod, infrastructuur, ligging en samenwerkingsverbanden;

b) de toekomstvisie met betrekking tot diezelfde elementen en de geplande rol in de regio;

c) argumenten die de wenselijkheid en haalbaarheid van die toekomstvisie aantonen, op basis van een grondigeomgevingsanalyse, met een projectie van zorgbehoeften en zorgaanbod, een afstemming op de andere zorgverstrekkersin de relevante invloedssfeer, en een diepgaande zelfevaluatie van de positie van de aanvrager;

d) de voorwaarden die vervuld moeten worden om de nagestreefde visie te realiseren;

e) een beschrijving van alle investeringen die de aanvrager in de komende tien jaar wil doen, met een omschrijvingvan de doelgroep en de geplande capaciteit per onderdeel.

Art. 15. De aanvraag, vermeld in artikel 14, kan aangetekend worden verstuurd of aan de gemachtigde ambtenaarworden afgegeven tegen ontvangstbewijs. De aanvraag wordt ingediend in acht exemplaren.

Om het zorgstrategische plan op te maken, moet de aanvrager modellen gebruiken die door het agentschap Zorgen Gezondheid ter beschikking worden gesteld. De aanvrager kan gegevens gebruiken die het agentschap Zorg enGezondheid ter beschikking stelt. Het agentschap Zorg en Gezondheid kan aanvullende inlichtingen vragen aan deaanvrager.

Het agentschap Zorg en Gezondheid stuurt binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst van de aanvraag totgoedkeuring van het zorgstrategische plan een ontvangstbewijs naar de aanvrager met de vermelding of de aanvraagal dan niet ontvankelijk is, en, in voorkomend geval, met de vermelding van de datum van ontvangst van deontvankelijke aanvraag.

Een aanvraag is ontvankelijk als de twee volgende voorwaarden vervuld zijn :

1o de aanvraag wordt ingediend op de wijze, vermeld in het eerste en het tweede lid;

2o de aanvraag bevat de nodige stukken, vermeld in artikel 14.

Art. 16. Het agentschap Zorg en Gezondheid maakt een evaluatienota op. Binnen veertig kalenderdagen na dedatum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag stuurt het agentschap Zorg en Gezondheid de evaluatienotaaangetekend naar de aanvrager.

De aanvrager beschikt over een termijn van veertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van deevaluatienota, om een reactienota in te dienen bij het agentschap Zorg en Gezondheid, of om het agentschap Zorg enGezondheid te laten weten dat hij een grondige aanpassing van zijn zorgstrategische plan zal doorvoeren. Als deaanvrager beslist het zorgstrategische plan grondig aan te passen, start de procedure van voren af aan.

Art. 17. Binnen vijftien kalenderdagen na de ontvangst van de reactienota of, als binnen de gestelde termijn geenreactienota werd ingediend, binnen vijftien kalenderdagen na het verstrijken van die termijn bezorgt het agentschapZorg en Gezondheid het dossier in kwestie aan de Commissie Zorgstrategie voor de algemene ziekenhuizen, of aan deCommissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor ouderen en de voorzieningen in de thuiszorg. De bevoegdecommissie agendeert het dossier. Het dossier bestaat uit het zorgstrategische plan, de evaluatienota en de eventuelereactienota.

Art. 18. § 1. In de Commissies Zorgstrategie, vermeld in artikel 17, zitten drie interne en drie externe leden.

De drie interne leden behoren tot een agentschap van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Zeworden aangesteld door de minister.

Bij de Commissie Zorgstrategie voor de algemene ziekenhuizen is één extern lid afkomstig uit de adviesraad diebevoegd is voor de behandeling van bezwaar- of verweermiddelen inzake de erkenning van verzorgingsvoorzienin-gen. Twee externe leden worden aangesteld wegens hun deskundigheid in gezondheidszorg.

Bij de Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor ouderen en de voorzieningen in de thuiszorg is éénextern lid afkomstig uit de adviesraad die bevoegd is voor de behandeling van bezwaar- of verweermiddelen inzakede erkenning van voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg. Twee externe leden wordenaangesteld wegens hun deskundigheid in ouderenzorg of thuiszorg.

Naargelang de te behandelen dossiers op de vergaderingen van de Commissies Zorgstrategie worden de externeleden gekozen uit een lijst die de minister heeft goedgekeurd.

§ 2. De vergoeding van de externe leden wordt bepaald door de minister en is ten laste van het agentschap Zorgen Gezondheid.

35821MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 24: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

§ 3. De Commissies Zorgstrategie, vermeld in artikel 17, stellen een huishoudelijk reglement op waarin de werking,de aanstelling van de externe leden en de onverenigbaarheden worden geregeld. De minister keurt het huishoudelijkreglement goed.

§ 4. Het agentschap Zorg en Gezondheid neemt het secretariaat van de Commissies Zorgstrategie, vermeld inartikel 17, waar. Het agentschap Zorg en Gezondheid verstrekt aan de Commissies Zorgstrategie de inlichtingen dievoor de werking ervan noodzakelijk zijn.

Art. 19. De Commissies Zorgstrategie, vermeld in artikel 17, hebben als opdracht de minister te adviseren over deingediende zorgstrategische plannen.

Het advies van de Commissie Zorgstrategie wordt, samen met het ingediende zorgstrategische plan, deevaluatienota en de eventuele reactienota, binnen vijftien kalenderdagen na de adviesverlening naar de ministergestuurd. De minister neemt een beslissing tot gehele of gedeeltelijke goedkeuring of afkeuring van hetzorgstrategische plan binnen vijftien kalenderdagen na de ontvangst van het advies van de Commissie Zorgstrategie.De beslissing van de minister wordt ter kennis gebracht van het Fonds en aangetekend verstuurd naar de aanvrager.

Art. 20. Na de goedkeuring van het zorgstrategische plan kan de aanvrager in een tweede fase van de proceduretot goedkeuring van een masterplan en tot het verkrijgen van een principieel akkoord het technische en financiëleaspect van het masterplan en het betreffende project ter goedkeuring voorleggen aan het Fonds. Die aanvraag kanaangetekend worden verstuurd of aan de gemachtigde ambtenaar worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. Deaanvraag wordt ingediend in twee exemplaren.

Art. 21. De aanvraag, vermeld in artikel 20, bevat de volgende gegevens en documenten :

1o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omhet technische en financiële aspect van het masterplan en het betreffende project goed te keuren en in te dienen;

2o de verwijzing naar stukken, waaruit blijkt dat nog altijd voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld inartikel 14, eerste lid, 1o, 2o of 3o;

3o het technische en financiële aspect van het masterplan en het betreffende project;

4o als het een project met prefinanciering zonder voorafgaand principieel akkoord betreft als vermeld in artikel 8van het decreet van 23 februari 1994, de gegevens waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over de nodige financiëlemiddelen die vereist zijn voor de volledige prefinanciering van het project;

5o een verklaring op erewoord over het project waarvoor een principieel akkoord wordt gevraagd, voor detoepassing van artikel 85.

Art. 22. De stukken, vermeld in artikel 21, 3o, bevatten minstens de volgende onderdelen :

1o een beschrijving van de bestaande infrastructuur, met bijzondere aandacht voor het historische enarchitectonische belang, de leeftijd, functionaliteit, gebruiksintensiteit, leefbaarheid en energie-efficiëntie;

2o een beschrijving, aan de hand van het door de minister goedgekeurde zorgstrategische plan, van alleinvesteringen die de aanvrager in de komende tien jaar wil doen, met omschrijving van de doelgroep, de geplandecapaciteit per onderdeel, de fasering en de geplande uitvoeringstermijnen met kostenraming;

3o een schets van de bedoelde investeringswerkzaamheden;

4o een financieel plan voor de investeringen, gedetailleerd voor het project, en, voor de aanvragers die nietonderworpen zijn aan het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en hetfinancieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid enGezin, vergezeld van de laatst goedgekeurde jaarrekening en, in voorkomend geval, van het verslag van debedrijfsrevisor over de jaarrekening;

5o indien van toepassing, een opdeling van de investering in projectonderdelen en de respectieve uitvoeringster-mijnen ervan.

Art. 23. Als de aanvraag, vermeld in artikel 20, betrekking heeft op werkzaamheden, moet die aanvraag naast destukken, vermeld in de artikelen 21 en 22, bovendien de volgende stukken bevatten :

1o als dat door de aard van de werkzaamheden vereist is, een stedenbouwkundig attest of, voor de aanvragen vanpubliekrechtelijke rechtspersonen of voor handelingen van algemeen belang als vermeld in artikel 4.1.1, 5o, van deVlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, een akkoord van de vergunningverlenende instantie over eenprincipeaanvraag;

2o een advies van de bevoegde brandweerdienst of een verslag van de bespreking met de bevoegdebrandweerdienst, dat door de aanvrager werd ondertekend en dat ter kennisgeving werd bezorgd aan de bevoegdebrandweerdienst;

3o een voorontwerp van de plannen op schaal 1/100 met vermelding van eventuele uitbreiding in toekomstigeprojecten;

4o een gedetailleerde conceptnota over de functionele, bouwfysische en bouwtechnische opvattingen;

5o een verslag over het gevolg dat is gegeven aan de voorafgaande werkvergaderingen en aan de aanbevelingenvan de agentschappen;

6o een gedetailleerde raming van het project;

7o de oppervlakteberekening van het project;

8o in voorkomend geval een bodemattest overeenkomstig de regelgeving betreffende de bodemsanering;

9o een bewijs dat de aanvrager over een genotsrecht beschikt als vermeld in artikel 12, § 1, derde lid, van hetdecreet van 23 februari 1994;

10o een initieel programma van eisen op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen. Eenprogramma van eisen is een basisdocument waarin de projectgebonden doelstellingen en prestatie-eisen op het vlakvan comfort en gebruik van energie, water en materialen worden bepaald. Per type van lokaal worden de objectiefevalueerbare comfortgrenswaarden en specifieke technische eisen vermeld. De minister bepaalt de minimumeisen ende voorwaarden op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen;

11o een akkoordbrief, ondertekend door de aanvrager, waarin hij het initiële programma van eisen onderschrijft ende coördinator aanwijst die verantwoordelijk is voor het behalen van de objectief evalueerbare prestatie-eisen op hetvlak van comfort en het gebruik van energie, water en materialen;

35822 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 25: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

12o met het oog op de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4, als de aanvrager niet deeigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland, enonverminderd de mogelijkheid van het Fonds om aanvullende gegevens op te vragen overeenkomstig artikel 4,§ 5 en § 6 :

a) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op degrond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

b) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande aanvrager, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

c) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft teworden bij de Nationale Bank van België;

d) een verklaring waarvan het origineel ondertekend is door de voltallige raad van bestuur van de eigenaar vande grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, dat er geenongeoorloofde verwantschapsband bestaat tussen de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten opde grond en de aanvrager als vermeld in artikel 3 en 4.

Art. 24. De aanvraag, vermeld in artikel 20, kan alleen betrekking hebben op een aankoop, als die gevolgd wordtdoor een verbouwing. In dat geval moet de verkoopbelofte of het compromis met opschortende voorwaarde bij deaanvraag gevoegd worden.

In afwijking van het eerste lid is bij een lokaal dienstencentrum een aankoop zonder verbouwing mogelijk. In datgeval moet de aanvraag, vermeld in artikel 20, bovendien de volgende stukken bevatten :

1o de verkoopbelofte of het compromis met opschortende voorwaarde;

2o de bouwvergunning en het bijhorende brandpreventieverslag met betrekking tot het aan te kopen gebouw.Ingeval van functiewijziging van het betrokken gebouw wordt de aanvraag aangevuld, met betrekking tot detoekomstige bestemming, met een advies van de bevoegde brandweerdienst of een verslag van de bespreking met debevoegde brandweerdienst, dat door de aanvrager werd ondertekend en dat ter kennisgeving werd bezorgd aan debevoegde brandweerdienst;

3o de plannen op schaal 1/100 met vermelding van eventuele uitbreiding in toekomstige projecten;

4o een conceptnota over de functionele, bouwfysische en bouwtechnische opvattingen;

5o een verslag over het gevolg dat is gegeven aan de voorafgaande werkvergaderingen en aan de aanbevelingenvan de agentschappen;

6o een raming van het project;

7o de oppervlakteberekening van het project;

8o een bodemattest overeenkomstig de regelgeving betreffende de bodemsanering;

9o het programma van eisen op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen. Een programmavan eisen is een basisdocument waarin de projectgebonden doelstellingen en prestatie-eisen op het vlak van comforten gebruik van energie, water en materialen worden bepaald. De minister bepaalt de minimumeisen en devoorwaarden op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen.

10o met het oog op de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4, als de aanvrager niet deeigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland, enonverminderd de mogelijkheid van het Fonds om aanvullende gegevens op te vragen overeenkomstig artikel 4,§ 5 en § 6 :

a) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op degrond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

b) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande aanvrager, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

c) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft teworden bij de Nationale Bank van België;

d) een verklaring waarvan het origineel ondertekend is door de voltallige raad van bestuur van de eigenaar vande grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, dat er geenongeoorloofde verwantschapsband bestaat tussen de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten opde grond en de aanvrager als vermeld in artikel 3 en 4.

Onderafdeling 3. — Procedure voor de overige voorzieningen

Art. 25. De aanvraag tot goedkeuring van een masterplan en tot het verkrijgen van een principieel akkoord wordtdoor de verzorgingsinstellingen, behalve het algemeen ziekenhuis, en door de voorziening voor de sociale integratievan personen met een handicap ingediend in twee exemplaren. De aanvraag kan aangetekend verstuurd worden of aande gemachtigde ambtenaar afgegeven worden tegen ontvangstbewijs.

Art. 26. De aanvraag, vermeld in artikel 25, bevat de volgende documenten :

1o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omhet masterplan en het betreffende project goed te keuren en in te dienen;

2o de nodige bescheiden, statuten of documenten, waaruit blijkt dat de aanvrager voor zijn vorm vanrechtspersoonlijkheid in aanmerking komt voor erkenning in zijn sector;

3o het masterplan en het betreffende project;

4o een verklaring op erewoord over het project waarvoor een principieel akkoord wordt gevraagd, voor detoepassing van artikel 85.

Art. 27. De stukken, vermeld in artikel 26, 3o, bevatten minstens de volgende onderdelen :

1o een beschrijving van de bestaande infrastructuur, met bijzondere aandacht voor het historische enarchitectonische belang, de leeftijd, functionaliteit, gebruiksintensiteit, leefbaarheid en energie-efficiëntie;

35823MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 26: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

2o een beschrijving van alle investeringen die de aanvrager in de komende tien jaar wil doen, met een omschrijvingvan de doelgroep, de geplande capaciteit per onderdeel, de fasering en de geplande uitvoeringstermijnen metkostenraming;

3o een schets van de investeringswerkzaamheden;

4o een financieel plan voor de investeringen, gedetailleerd voor het project, en waarbij, voor de aanvragers die nietonderworpen zijn aan het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en hetfinancieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid enGezin, de laatst goedgekeurde jaarrekening en, in voorkomend geval, het verslag van de bedrijfsrevisor over dejaarrekening gevoegd zijn;

5o indien van toepassing, een opdeling van de investeringen in projectonderdelen en de respectieveuitvoeringstermijnen ervan.

Art. 28. Als de aanvraag, vermeld in artikel 25, betrekking heeft op werkzaamheden, moet die aanvraag, naast destukken, vermeld in artikel 26 en 27, de volgende stukken bevatten :

1o als dat door de aard van de werkzaamheden vereist is, een stedenbouwkundig attest of, voor aanvragen vanpubliekrechtelijke rechtspersonen of voor handelingen van algemeen belang als vermeld in artikel 4.1.1, 5o, van deVlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, een akkoord van de vergunningverlenende instantie over eenprincipeaanvraag;

2o een advies van de bevoegde brandweerdienst of een verslag van de bespreking met de bevoegdebrandweerdienst, dat door de aanvrager is ondertekend en dat ter kennisgeving is bezorgd aan de bevoegdebrandweerdienst;

3o een voorontwerp van de plannen op schaal 1/100, met vermelding van eventuele uitbreiding in toekomstigeprojecten;

4o een gedetailleerde conceptnota over de functionele, bouwfysische en bouwtechnische opvattingen;

5o een verslag over het gevolg dat is gegeven aan de voorafgaande werkvergaderingen en aan de aanbevelingenvan de agentschappen;

6o een gedetailleerde raming van het project;

7o de oppervlakteberekening van het project;

8o in voorkomend geval, een bodemattest overeenkomstig de regelgeving betreffende de bodemsanering;

9o een bewijs dat de aanvrager over een genotsrecht beschikt als vermeld in artikel 12, § 1, derde lid, van hetdecreet van 23 februari 1994;

10o een initieel programma van eisen op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen. Eenprogramma van eisen is een basisdocument waarin de projectgebonden doelstellingen en prestatie-eisen op het vlakvan comfort en gebruik van energie, water en materialen worden bepaald. Per type van lokaal worden de objectiefevalueerbare comfortgrenswaarden en specifieke technische eisen vermeld. De minister bepaalt de minimumeisen ende voorwaarden op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen;

11o een akkoordbrief, ondertekend door de aanvrager, waarin hij het initiële programma van eisen onderschrijft ende coördinator aanwijst die verantwoordelijk is voor het behalen van de objectief evalueerbare prestatie-eisen op hetvlak van comfort en het gebruik van energie, water en materialen;

12o met het oog op de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4, als de aanvrager niet deeigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland, enonverminderd de mogelijkheid van het Fonds om aanvullende gegevens op te vragen overeenkomstig artikel 4,§ 5 en § 6 :

a) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op degrond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

b) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande aanvrager, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

c) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond als die niet neergelegd hoeft te wordenbij de Nationale Bank van België;

d) een verklaring waarvan het origineel ondertekend is door de voltallige raad van bestuur van de eigenaar vande grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, dat er geenongeoorloofde verwantschapsband bestaat tussen de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten opde grond en de aanvrager als vermeld in artikel 3 en 4.

Art. 29. De aanvraag, vermeld in artikel 25, kan alleen betrekking hebben op een aankoop, als die gevolgd wordtdoor een verbouwing. In dat geval moet de verkoopbelofte of het compromis met opschortende voorwaarde bij deaanvraag gevoegd worden.

Onderafdeling 4. — Onderzoek en advies

Art. 30. § 1. Het Fonds onderzoekt of de aanvraag, vermeld in artikel 20 of artikel 25, voldoet aan de toepasselijkebepalingen van artikel 20 tot en met 24, of artikel 25 tot en met 29.

Het Fonds stuurt binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst van de aanvraag een ontvangstbewijs naar deaanvrager, met de vermelding of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is en, in voorkomend geval, met de vermeldingvan de datum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag. De ontvankelijkheid houdt in dat de aanvraag voldoet aande formele vereisten, vermeld in het eerste lid.

§ 2. Het Fonds vraagt binnen veertien kalenderdagen na de datum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraagadvies aan :

1o voor de sector van de verzorgingsinstellingen en de sector van de voorzieningen voor ouderen en voorzieningenin de thuiszorg : het agentschap Zorg en Gezondheid over de inhoudelijke aspecten, onder meer over :

a) de erkenningsnormen;

b) de kwaliteitsvereisten;

c) de programmatie;

35824 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 27: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

d) de aanvrager;

e) de prioriteiten tussen de aanvragen van de verschillende aanvragers;

f) wat het algemeen ziekenhuis, de voorziening voor ouderen en de voorziening in de thuiszorg betreft : over deconformiteit met het goedgekeurde zorgstrategische plan;

2o voor de sector van de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap : het internverzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap over deinhoudelijke aspecten, onder meer over :

a) de erkenningsnormen;

b) de kwaliteitsvereisten;

c) de programmatie;

d) de aanvrager;

e) de prioriteiten tussen de aanvragen van de verschillende aanvragers.

3o een of meer ambtenaren die ter beschikking staan van het Fonds :

a) over de financiële aspecten, onder meer over de begrotingsweerslag op het activiteitenprogramma bij deexploitatie van het project, waarbij ook gevraagd wordt een raming op te maken van de eventuele financiële weerslagvan het project op de opeenvolgende begrotingsjaren;

b) over het beantwoorden aan de bouwtechnische en bouwfysische normen, over de technische aspecten en overde kostprijsraming en, bij een aanvraag voor de aankoop van gebouwen, over de venale waarde van de gebouwen;

c) over de controle van de verwantschapsband, vermeld in de artikelen 3 en 4.

§ 3. De agentschappen en de ambtenaren, vermeld in paragraaf 2, kunnen aanvullende inlichtingen vragen aan deaanvrager. Ze bezorgen hun advies aan het Fonds binnen zestig kalenderdagen na de ontvangst van de adviesvraag.

Art. 31. Het Fonds roept minstens tweemaandelijks een coördinatiecommissie samen. Die coördinatiecommissieis samengesteld uit de vertegenwoordigers van het Fonds en van het intern verzelfstandigd agentschap waaraan hetadvies, vermeld in artikel 30, § 2, is gevraagd. De Inspectie van Financiën wordt op elke vergadering van decoördinatiecommissie uitgenodigd. De adviezen die zijn uitgebracht volgens de bepalingen van artikel 30, § 2 en § 3,worden op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de coördinatiecommissie geplaatst.

De commissie heeft tot taak in overleg een advies op te maken over de goedkeuring van het masterplan en overhet verlenen van een principieel akkoord, en dat advies aan de minister te bezorgen.

Bij gebrek aan een eensgezind standpunt wordt in het advies melding gemaakt van de verschillende standpunten.

Onderafdeling 5. — Beslissing over het masterplan en over het principieel akkoord en wijzigingvan het principieel akkoord

Art. 32. § 1. Bij gunstig advies van de coördinatiecommissie, vermeld in artikel 31, legt het Fonds, binnen dertigkalenderdagen na het advies, een ontwerp van brief ter ondertekening voor aan de minister, waarbij het masterplanwordt goedgekeurd en het principieel akkoord voor het project in kwestie wordt verleend.

De minister beslist over de goedkeuring van het masterplan en over het verlenen van een principieel akkoord.

§ 2. Bij ongunstig advies van de coördinatiecommissie, vermeld in artikel 31, legt het Fonds, binnen dertigkalenderdagen na het advies, een ontwerp van brief voor aan de minister, waarin omstandig de redenen zijnopgenomen waarom het masterplan niet kan worden goedgekeurd of waarom geen principieel akkoord voor hetproject in kwestie kan worden gegeven.

De minister beslist over de goedkeuring van het masterplan en over het verlenen van een principieel akkoord.

§ 3. Als de coördinatiecommissie, vermeld in artikel 31, geen eensgezind standpunt heeft ingenomen, wordt hetadvies, vermeld in artikel 31, derde lid, binnen dertig kalenderdagen bezorgd aan de minister die beslist over degoedkeuring van het masterplan en over het verlenen van een principieel akkoord voor het project in kwestie.

§ 4. De aanvrager wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing van de minister.

§ 5. De goedkeuring van het masterplan is geen verbintenis om een principieel akkoord te verlenen voor alleprojecten die in het masterplan zijn opgenomen.

§ 6. Een principieel akkoord houdt in dat het project van de aanvrager in principe in aanmerking komt voor eengebruikstoelage. Een principieel akkoord vermeldt onder meer het masterplan en het project waarop het betrekkingheeft, de eventuele opmerkingen en de datum vanaf wanneer het geldig is.

§ 7. Als de aanvrager voor een bepaald project al werkzaamheden aangevat heeft, een bestelling geplaatst heeft ofeen aankoop gedaan heeft zonder te beschikken over een principieel akkoord over het project, komt hij niet meer inaanmerking voor een gebruikstoelage voor het betreffende project.

§ 8. De aanvrager moet met betrekking tot het project het bevel geven tot aanvang van de werken, de bestellingplaatsen of de authentieke akte verlijden ingeval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrumbinnen twee jaar na de datum van het principieel akkoord, zoniet vervalt het principieel akkoord. Nadat de aanvragerhet bevel gegeven heeft tot aanvang van de werken, de bestelling geplaatst heeft of de voormelde authentieke akteverleden heeft, bezorgt de aanvrager onmiddellijk een kopie van het bevel, van de bestelling of van de authentieke akteaan het Fonds.

35825MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 28: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

§ 9. Als de gebruikstoelage betrekking heeft op verschillende projectonderdelen, kan de minister op voorhand enper project het percentage van de gebruikstoelage bepalen dat per projectonderdeel wordt vrijgegeven.

Art. 33. Uiterlijk negentig kalenderdagen voor de aanvang van de werkzaamheden die betrekking hebben op hetproject, kan de aanvrager een wijziging aanvragen van het principieel akkoord. Die aanvraag tot wijziging wordtomstandig gemotiveerd en bevat de stukken die gewijzigd zijn ten opzichte van de aanvraag voor het oorspronkelijkeprincipieel akkoord. De aanvraag wordt aangetekend verstuurd naar het Fonds.

Het Fonds stuurt, binnen zeven kalenderdagen na de ontvangst van de aanvraag, een ontvangstbewijs naar deaanvrager, met de vermelding of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is, en, in voorkomend geval, met de vermeldingvan de datum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag. De ontvankelijkheid houdt in dat de aanvraag voldoet aande formele vereisten, vermeld in het eerste lid.

Het Fonds vraagt advies aan :

1o voor de sector van de verzorgingsinstellingen en de sector van de voorzieningen voor ouderen en voorzieningenin de thuiszorg : het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Zorg en Gezondheid;

2o voor de sector van de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap : het internverzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

3o een of meer ambtenaren die ter beschikking staan van het Fonds.

Na advies van de coördinatiecommissie, vermeld in artikel 31, beslist de minister over de aanvraag tot wijzigingvan het principieel akkoord binnen zestig kalenderdagen na de datum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag.

De aanvrager wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van het akkoord van de minister met deaanvraag, of van de negatieve beslissing.

Als, in het kader van de procedure tot wijziging van het principieel akkoord, de aanvrager voor een bepaald projectal werkzaamheden aangevat heeft, een bestelling geplaatst heeft of een aankoop gedaan heeft zonder te beschikkenover het akkoord van de minister met de aanvraag tot wijziging van het principieel akkoord over het project, komt deaanvrager niet meer in aanmerking voor een gebruikstoelage voor het betreffende project.

Ook in geval van een gewijzigd principieel akkoord moet de aanvrager het bevel geven tot aanvang van de werkenof de bestelling plaatsen met betrekking tot het project binnen twee jaar na de datum van het oorspronkelijkeprincipieel akkoord, zoniet vervalt het gewijzigde principieel akkoord. Nadat de aanvrager het bevel gegeven heeft totaanvang van de werken of de bestelling geplaatst heeft, bezorgt de aanvrager onmiddellijk een kopie van het bevel ofvan de bestelling aan het Fonds.

Afdeling 4. — Aanvraag van de gebruikstoelage, de beslissing en de betaling

Onderafdeling 1. — Algemeen

Art. 34. Na de ontvangst van het principieel akkoord of, in voorkomend geval, van het akkoord van de ministermet de wijziging van het principieel akkoord, kan de aanvrager met een aangetekende brief een eerste aanvraag totverstrekking van een gebruikstoelage bij het Fonds indienen. Die eerste aanvraag kan op zijn vroegst ingediend wordenin het jaar na het jaar waarin de aanvrager het bevel heeft gegeven tot aanvang van de werken, waarin hij de bestellinggeplaatst heeft of waarin de authentieke akte werd verleden ingeval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaaldienstencentrum.

Als de aanvrager bij een aanvraag al bepaalde stukken heeft bezorgd aan het Fonds, hoeven dezelfde stukken nietmeer gevoegd te worden bij zijn aanvraag in de daaropvolgende jaren. Voor de wijze waarop stukken ter kennisgebracht worden van het Fonds door de aanvrager, of van de aanvrager, vermeld in deze afdeling, door het Fonds, kande minister afwijkende regels bepalen die rekening houden met de nieuwste communicatiemiddelen.

Onderafdeling 2. — Aanvraagprocedure en onderzoek

Art. 35. Een aanvraag voor een gebruikstoelage bevat de volgende stukken :

1o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omeen gebruikstoelage voor het jaar in kwestie aan te vragen;

2o een verslag van de aanvrager over de gedetailleerde conceptnota over de functionele, bouwfysische enbouwtechnische opvattingen, met vermelding van eventuele wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijkeconceptnota;

3o een definitief programma van eisen op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen;

4o een verslag over alle eventuele wijzigingen ten opzichte van de as-builtdossiers;

5o een verslag over het blijven beantwoorden aan de doelstellingen, prestatie-eisen en technische outputspecifi-caties, vermeld in het definitieve programma van eisen;

6o voor de aanvragen die onder de toepassing vallen van artikel 74 tot en met 83, een door de aanvragerondertekend stuk waarin hij een verklaring opneemt over de mate waarin zijn aanvraag beantwoordt aan de normen,vermeld in artikel 74 tot en met 83;

7o voor de aanvragen waarbij de aanvrager geen eigenaar is van de grond of niet de houder is van de zakelijkerechten op de grond waarop het project is gepland, aanvullend een verklaring van de aanvrager dat hij zich niet bevindtin een geval van ongeoorloofde verwantschap als vermeld in de artikelen 3 en 4;

8o een bewijs dat de aanvrager over een genotsrecht beschikt als vermeld in artikel 12, § 1, derde lid, van hetdecreet van 23 februari 1994.

In afwijking van het eerste lid bevat een aanvraag voor een gebruikstoelage bij een aankoop zonder verbouwingvan een lokaal dienstencentrum de volgende stukken :

1o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omeen gebruikstoelage voor het jaar in kwestie aan te vragen;

2o een verslag van de aanvrager over de eventuele wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke conceptnota;

3o een geactualiseerd programma van eisen op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen;

4o een verslag over alle eventuele wijzigingen ten opzichte van de as-builtdossiers;

5o een verslag over het blijven beantwoorden aan de doelstellingen, prestatie-eisen en technische outputspecifi-caties, vermeld in het programma van eisen;

35826 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 29: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

6o voor de aanvragen die onder de toepassing vallen van artikel 77, een door de aanvrager ondertekend stukwaarin hij een verklaring opneemt over de mate waarin zijn aanvraag beantwoordt aan de normen, vermeld inartikel 77;

7o voor de aanvragen waarbij de aanvrager geen eigenaar is van de grond of niet de houder is van de zakelijkerechten op de grond waarop het project is gepland, aanvullend een verklaring van de aanvrager dat hij zich niet bevindtin een geval van ongeoorloofde verwantschap als vermeld in de artikelen 3 en 4;

8o een bewijs dat de aanvrager over een genotsrecht beschikt als vermeld in artikel 12, § 1, derde lid, van hetdecreet van 23 februari 1994.

Het Fonds stuurt, binnen tien kalenderdagen na de ontvangst van de aanvraag, een ontvangstbewijs naar deaanvrager, met de vermelding of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is, en, in voorkomend geval, met de vermeldingvan de datum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag. De ontvankelijkheid houdt in dat de aanvraag voldoet aande formele vereisten, vermeld in het eerste lid of in het tweede lid.

Art. 36. § 1. Voor de sector van de voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg vraagt het Fonds,bij de eerste aanvraag van een gebruikstoelage, binnen tien kalenderdagen na de datum van ontvangst van deontvankelijke aanvraag als vermeld in artikel 35, advies aan het agentschap Zorg en Gezondheid, over :

1o het al of niet erkend zijn om de betreffende zorg- en dienstverlening te organiseren;

2o over de conformiteit met het principieel akkoord;

3o over het beantwoorden aan de normen die gelden voor de aanvrager, vermeld in artikel 8 en 9.

§ 2. Voor de sector van de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap vraagt hetFonds, bij de eerste aanvraag van een gebruikstoelage, binnen tien kalenderdagen na de datum van ontvangst van deontvankelijke aanvraag als vermeld in artikel 35, advies aan het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoon-lijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, over :

1o het al of niet erkend zijn om de betreffende zorg- en dienstverlening te organiseren;

2o over de conformiteit met het principieel akkoord;

3o over het beantwoorden aan de normen die gelden voor de aanvrager, vermeld in artikel 10.

§ 3. Voor de sector van de verzorgingsinstellingen vraagt het Fonds, bij iedere aanvraag tot verstrekking van eengebruikstoelage voor de ingebruikname, binnen tien kalenderdagen na de datum van ontvangst van de ontvankelijkeaanvraag, vermeld in artikel 35, advies aan het agentschap Zorg en Gezondheid, over :

1o het al of niet erkend zijn om de betreffende zorg- en dienstverlening te organiseren;

2o over de conformiteit met het principieel akkoord;

3o over het beantwoorden aan de normen die gelden voor de aanvrager, vermeld in artikel 6 en 7;

4o over het beantwoorden aan de specifieke normen inzake bezettingsgraad, vermeld in artikel 80, 81 en 82.

Bij iedere aanvraag van een gebruikstoelage vanaf de ingebruikname wordt alleen advies gevraagd over despecifieke normen inzake bezettingsgraad, vermeld in artikel 80, 81 en 82.

§ 4. Het Fonds kan aanvullend altijd advies vragen aan een of meer ambtenaren die ter beschikking staan van hetFonds, of aan een of meer externe deskundigen over de volgende aangelegenheden, waarbij de vergoeding van dieexterne deskundigen ten laste is van de begroting van het Fonds :

1o de financiële aspecten;

2o de conformiteit met het principieel akkoord, over het beantwoorden aan de normen die gelden voor deaanvrager, vermeld in artikel 5, 6, 7, 8, 9 en 10, en over de naleving van de principes van de wetgeving betreffende deoverheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;

3o de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4.

§ 5. De agentschappen, de ambtenaren en de externe deskundigen, vermeld in dit artikel, kunnen aanvullendeinlichtingen vragen aan de aanvrager. Hun advies wordt opgemaakt op basis van een onderzoek ter plaatse of op basisvan stukken.

Bij een plaatsbezoek legt de aanvrager de volgende beschikbare stukken van het project ter inzage voor :

1o het proces-verbaal van de opening van de inschrijvingen;

2o alle biedingen;

3o de verslagen van de controle van de biedingen;

4o de door de aanvrager gemotiveerde keuze van de aannemer of leverancier;

5o de bestekken;

6o een kopie van het proces-verbaal van voorlopige oplevering;

7o een kopie van de eindafrekeningen en van de as-builtdossiers;

8o een bewijs van betaling van het kunstwerk of de kunstwerken in geval van toepassing van de regelgevinghoudende integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en vandoor de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren.

Als wordt afgezien van een plaatsbezoek, kunnen de agentschappen, de ambtenaren en de externe deskundigen,vermeld in dit artikel, de beschikbare stukken van het project, laten opsturen door de aanvrager.

Art. 37. De adviezen, vermeld in artikel 36, worden aan het Fonds bezorgd binnen veertig kalenderdagen na deontvangst van de adviesvraag. Bij de eerste aanvraag van een gebruikstoelage en bij de dossiers waarvoor er in hetverleden nog geen gebruikstoelagen zijn verstrekt, beslist de minister over het al dan niet verstrekken van eengebruikstoelage. Met het oog daarop legt het Fonds een ontwerp van beslissing voor aan de minister binnen dertigkalenderdagen na de ontvangst van de adviezen. Bij de andere aanvragen beslist het personeelslid dat belast is met dealgemene leiding van het Fonds over de toekenning van een gebruikstoelage.

35827MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 30: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Onderafdeling 3. — Beslissing over de gebruikstoelage en betaling

Art. 38. De aanvrager wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing over de toekenningvan een gebruikstoelage.

Na de ondertekening van de beslissing tot het verstrekken van een gebruikstoelage legt het Fonds, op naam vande aanvrager, de gebruikstoelage vast en betaalt ze uit.

HOOFDSTUK 6. — De projecten waarvoor de gebruikstoelage dient als onrechtstreekse bijdrage in de kostprijs

Afdeling 1. — Toepassingsgebied

Art. 39. Dit hoofdstuk is van toepassing op projecten waarvoor de gebruikstoelage, vermeld in artikel 1, 8o, dientals onrechtstreekse bijdrage in de kostprijs, waarbij de aanvrager niet optreedt als bouwheer en waarbij degebruikstoelagen door de aanvrager worden aangewend als bijdrage in een beschikbaarheidsvergoeding als vermeldin artikel 1, 3o.

Afdeling 2. — De gebruikstoelage

Art. 40. Jaarlijks kan door het Fonds worden beslist, binnen de perken van de begrotingskredieten en volgens deprocedure, vermeld in dit besluit, over de toekenning van een gebruikstoelage aan een aanvrager voor de uitvoeringvan zijn project. Die beslissing kan gedurende twintig opeenvolgende jaren worden genomen.

Het bedrag van de gebruikstoelage die in een bepaald jaar door het Fonds kan worden verstrekt, wordt berekenddoor een coëfficiënt toe te passen op het totale bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de datum van hetdefinitieve principieel akkoord, vermeld in artikel 48, § 2, naargelang van de aard van de investering, overeenkomstigde bepalingen van een van de volgende besluiten :

1o het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en debouwtechnische en bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen;

2o het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en debouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg;

3o het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en debouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap;

De coëfficiënt wordt jaarlijks door de minister in december bepaald en volgens de volgende formule berekend :coëfficiënt = [R/1 - (1/ (1 + R))20 x 95 % , waarbij R = referentierentevoet.

De referentierentevoet wordt jaarlijks in december aangeleverd door het beleidsdomein Financiën en Begroting opbasis van een tienjarige OLO en stemt overeen met het rekenkundig gemiddelde van de noteringen tijdens de periodevan 1 september tot en met 30 november van het desbetreffende jaar, verhoogd met vijftien basispunten. De aldusbepaalde referentierentevoet wordt ieder jaar in december door het beleidsdomein Financiën en Begroting uiterlijkbinnen de vijf eerste werkdagen van de maand december meegedeeld aan het Fonds.

De coëfficiënt die geldt voor een dergelijk project, is de coëfficiënt die van toepassing is op de datum van hetdefinitieve principieel akkoord.

Afdeling 3. — De goedkeuring van een masterplan en het verkrijgen van een voorlopig en definitief principieel akkoord

Onderafdeling 1. — Algemene bepalingen

Art. 41. Om in aanmerking te komen voor een gebruikstoelage voor een bepaald project, moet de aanvragerbeschikken over een door de minister goedgekeurd masterplan en over een definitief principieel akkoord van deminister.

Elke aanvraag tot goedkeuring van een masterplan en tot het verkrijgen van een principieel akkoord voor eenbepaald project wordt gericht aan het Fonds, met uitzondering van de aanvraag in de fase van het zorgstrategischeplan, vermeld in artikel 42, die ingediend wordt bij het agentschap Zorg en Gezondheid. Voor de wijze waarop stukkenter kennis gebracht worden van het Fonds of van het agentschap Zorg en Gezondheid door de aanvrager, of van deaanvrager vermeld in deze afdeling, door het Fonds of door het agentschap Zorg en Gezondheid, kan de ministerafwijkende regels bepalen die rekening houden met de nieuwste communicatiemiddelen.

Voor een algemeen ziekenhuis, voor een voorziening voor ouderen en voor een voorziening in de thuiszorgverloopt de procedure tot goedkeuring van een masterplan en tot het verkrijgen van een principieel akkoord volgensde bepalingen, vermeld in artikel 42 tot en met 53, en in artikel 60 tot en met 62. Voor de overige voorzieningen verlooptde procedure tot goedkeuring van een masterplan en tot het verkrijgen van een principieel akkoord volgens debepalingen, vermeld in artikel 54 tot en met 62.

Onderafdeling 2. — Procedure voor de algemene ziekenhuizen en voor de voorzieningenvoor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg

Art. 42. In een eerste fase legt de aanvrager een plan met de zorgstrategische aspecten van het masterplan tergoedkeuring voor. Die aanvraag tot goedkeuring van het zorgstrategische plan bevat :

1o voor een algemeen ziekenhuis : de nodige bescheiden, statuten of documenten, waaruit blijkt dat de aanvrager :

a) een lokaal of provinciaal bestuur is;

b) een vereniging zonder winstoogmerk of een stichting van openbaar nut is als vermeld in de wet van 27 juni 1921betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en destichtingen;

c) een instelling is die beheerst wordt door de wet van 12 augustus 1911 waarbij de rechtspersoonlijkheid verleendwordt aan de universiteiten van Brussel en Leuven, of door het decreet van 22 december 1995 houdende wijziging vandiverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen, en door het decreet van 4 april 2003 houdendebepalingen tot de oprichting van een Universiteit Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22 december 1995houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen;

2o voor een woonzorgcentrum, een dagverzorgingscentrum en een centrum voor kortverblijf : de nodigebescheiden, statuten of documenten, waaruit blijkt dat de aanvrager over een rechtsvorm beschikt als vermeld inartikel 63, eerste lid, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009;

35828 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 31: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

3o voor de regionale dienstencentra en de lokale dienstencentra : de nodige bescheiden, statuten of documenten,waaruit blijkt dat de aanvrager over een rechtsvorm beschikt als vermeld in artikel 50 van het Woonzorgdecreet van13 maart 2009;

4o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omhet zorgstrategische plan goed te keuren en in te dienen, vergezeld van, voor de algemene ziekenhuizen, het advies vande medische raad, vermeld in artikel 132 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen,gecoördineerd op 10 juli 2008, en eventueel van het advies van het coördinatiecomité, vermeld in artikel 13 van hetkoninklijk besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende normen voor de erkenning vanziekenhuizen en ziekenhuisdiensten alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperingen en van debijzondere normen waaraan deze moeten voldoen;

5o het zorgstrategische plan, dat ten minste de volgende gegevens bevat :

a) de huidige situatie op het gebied van zorgaanbod, infrastructuur, ligging en samenwerkingsverbanden;

b) de toekomstvisie met betrekking tot diezelfde elementen en de geplande rol in de regio;

c) argumenten die de wenselijkheid en haalbaarheid van die toekomstvisie aantonen, op basis van een grondigeomgevingsanalyse, met een projectie van zorgbehoeften en zorgaanbod, een afstemming op de andere zorgverstrekkersin de relevante invloedssfeer, en een diepgaande zelfevaluatie van de positie van de aanvrager;

d) de voorwaarden die vervuld moeten worden om de nagestreefde visie te realiseren;

e) een beschrijving van alle investeringen die de aanvrager in de komende tien jaar wil doen, met een omschrijvingvan de doelgroep en de geplande capaciteit per onderdeel.

Art. 43. De aanvraag, vermeld in artikel 42, kan aangetekend worden verstuurd of aan de gemachtigde ambtenaarworden afgegeven tegen ontvangstbewijs. De aanvraag wordt ingediend in acht exemplaren.

Om het zorgstrategische plan op te maken, moet de aanvrager modellen gebruiken die door het agentschap Zorgen Gezondheid ter beschikking worden gesteld. De aanvrager kan gegevens gebruiken die het agentschap Zorg enGezondheid ter beschikking stelt. Het agentschap Zorg en Gezondheid kan aanvullende inlichtingen vragen aan deaanvrager.

Het agentschap Zorg en Gezondheid stuurt binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst van de aanvraag totgoedkeuring van het zorgstrategische plan een bewijs van ontvangst naar de aanvrager met de vermelding of deaanvraag al dan niet ontvankelijk is, en, in voorkomend geval, met de vermelding van de datum van ontvangst vande ontvankelijke aanvraag.

Een aanvraag is ontvankelijk als de volgende voorwaarden vervuld zijn :

1o de aanvraag wordt ingediend op de wijze, vermeld in het eerste en het tweede lid;

2o de aanvraag bevat de nodige stukken, vermeld in artikel 42.

Art. 44. Het agentschap Zorg en Gezondheid maakt een evaluatienota op. Binnen veertig kalenderdagen na dedatum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag stuurt het agentschap Zorg en Gezondheid de evaluatienotaaangetekend naar de aanvrager.

De aanvrager beschikt over een termijn van veertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van deevaluatienota, om een reactienota in te dienen bij het agentschap Zorg en Gezondheid, of om het agentschap Zorg enGezondheid te laten weten dat hij een grondige aanpassing van zijn zorgstrategische plan zal doorvoeren. Als deaanvrager beslist het zorgstrategische plan grondig aan te passen, start de procedure van voren af aan.

Art. 45. Binnen vijftien kalenderdagen na de ontvangst van de reactienota of, als binnen de gestelde termijn geenreactienota werd ingediend, binnen vijftien kalenderdagen na het verstrijken van die termijn bezorgt het agentschapZorg en Gezondheid het dossier in kwestie aan de Commissie Zorgstrategie voor de algemene ziekenhuizen, of aan deCommissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor ouderen en de voorzieningen in de thuiszorg. De bevoegdecommissie agendeert het dossier. Het dossier bestaat uit het zorgstrategische plan, de evaluatienota en de eventuelereactienota.

Art. 46. § 1. In de Commissies Zorgstrategie, vermeld in artikel 45, zitten drie interne en drie externe leden.

De drie interne leden behoren tot een agentschap van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Zeworden aangesteld door de minister.

Bij de Commissie Zorgstrategie voor de algemene ziekenhuizen is één extern lid afkomstig uit de adviesraad diebevoegd is voor de behandeling van bezwaar- of verweermiddelen inzake de erkenning van verzorgingsvoorzienin-gen. Twee externe leden worden aangesteld wegens hun deskundigheid in gezondheidszorg.

Bij de Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor ouderen en de voorzieningen in de thuiszorg is éénextern lid afkomstig uit de adviesraad die bevoegd is voor de behandeling van bezwaar- of verweermiddelen inzakede erkenning van voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg. Twee externe leden wordenaangesteld wegens hun deskundigheid in ouderenzorg of thuiszorg.

Naargelang de te behandelen dossiers op de vergaderingen van de Commissies Zorgstrategie worden de externeleden gekozen uit een lijst die de minister heeft goedgekeurd.

§ 2. De vergoeding van de externe leden wordt bepaald door de minister en is ten laste van het agentschap Zorgen Gezondheid.

§ 3. De Commissies Zorgstrategie, vermeld in artikel 45, stellen een huishoudelijk reglement op waarin de werking,de aanstelling van de externe leden en de onverenigbaarheden worden geregeld. De minister keurt het huishoudelijkreglement goed.

§ 4. Het agentschap Zorg en Gezondheid neemt het secretariaat van de Commissies Zorgstrategie, vermeld inartikel 45, waar. Het agentschap Zorg en Gezondheid verstrekt aan de Commissies Zorgstrategie de inlichtingen dievoor de werking ervan noodzakelijk zijn.

Art. 47. De Commissies Zorgstrategie, vermeld in artikel 45, hebben als opdracht de minister te adviseren over deingediende zorgstrategische plannen.

Het advies van de Commissie Zorgstrategie wordt, samen met het ingediende zorgstrategische plan, deevaluatienota en de eventuele reactienota, binnen vijftien kalenderdagen na de adviesverlening naar de ministergestuurd. De minister neemt een beslissing tot gehele of gedeeltelijke goedkeuring of afkeuring van het

35829MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 32: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

zorgstrategische plan binnen vijftien kalenderdagen na de ontvangst van het advies van de Commissie Zorgstrategie.De beslissing van de minister wordt ter kennis gebracht van het Fonds en aangetekend verstuurd naar de aanvrager.

Art. 48. § 1. Na de goedkeuring van het zorgstrategische plan kan de aanvrager in een volgende fase van deprocedure tot goedkeuring van een masterplan en tot het verkrijgen van een voorlopig principieel akkoord hettechnische en financiële aspect van het masterplan en het betreffende project ter goedkeuring voorleggen. Die aanvraagkan aangetekend worden verstuurd of aan de gemachtigde ambtenaar worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. Deaanvraag wordt ingediend in twee exemplaren.

§ 2. Na het verkrijgen van de goedkeuring van het technische en financiële aspect van het masterplan en na hetverkrijgen van het voorlopige principieel akkoord voor het betreffende project, kan de aanvrager het definitieveprincipieel akkoord vragen voor het betreffende project. Die aanvraag kan aangetekend worden verstuurd of aan degemachtigde ambtenaar worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. De aanvraag wordt ingediend in twee exemplaren.

Art. 49. De aanvraag, vermeld in artikel 48, § 1, bevat de volgende gegevens en documenten :

1o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omhet technische en financiële aspect van het masterplan en het betreffende project goed te keuren en in te dienen;

2o de verwijzing naar stukken, waaruit blijkt dat nog altijd voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld inartikel 42, eerste lid, 1o, 2o of 3o;

3o het technische en financiële aspect van het masterplan en het betreffende project;

4o als het een project met prefinanciering zonder voorafgaand principieel akkoord betreft als vermeld in artikel 8van het decreet van 23 februari 1994, de gegevens waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over de nodige financiëlemiddelen die vereist zijn voor de volledige prefinanciering van het project;

5o een verklaring op erewoord over het project waarvoor een principieel akkoord wordt gevraagd, voor detoepassing van artikel 85.

Art. 50. De stukken, vermeld in artikel 49, 3o, bevatten minstens de volgende onderdelen :

1o een beschrijving van de bestaande infrastructuur, met bijzondere aandacht voor het historische enarchitectonische belang, de leeftijd, functionaliteit, gebruiksintensiteit, leefbaarheid en energie-efficiëntie;

2o een beschrijving, aan de hand van het door de minister goedgekeurde zorgstrategische plan, van alleinvesteringen die de aanvrager in de komende tien jaar wil doen, met omschrijving van de doelgroep, de geplandecapaciteit per onderdeel, de fasering en de geplande uitvoeringstermijnen met kostenraming;

3o een omschrijving van de bedoelde investeringswerkzaamheden;

4o een financieel plan voor de bedoelde investeringen, gedetailleerd voor het project, en, voor de aanvragers dieniet onderworpen zijn aan het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en hetfinancieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid enGezin, vergezeld van de laatst goedgekeurde jaarrekening en, in voorkomend geval, van het verslag van debedrijfsrevisor over de jaarrekening.

Art. 51. Als het een aanvraag betreft tot het verkrijgen van een voorlopig principieel akkoord als vermeld inartikel 48, § 1, die betrekking heeft op werkzaamheden, moet die aanvraag, naast de stukken, vermeld in artikel 49 en50, de volgende stukken bevatten :

1o een conceptnota over de functionele opvattingen, met inbegrip van de outputspecificaties;

2o een raming van de bouwkosten van het project;

3o een inschatting van de oppervlakte van het project;

4o een raming van de jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding en de termijn waarin deze verschuldigd is door deaanvrager;

5o met het oog op de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4, als de aanvrager niet deeigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland enonverminderd de mogelijkheid van het Fonds om aanvullende gegevens op te vragen overeenkomstig artikel 4,§ 5 en § 6 :

a) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op degrond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

b) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande aanvrager, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

c) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft teworden bij de Nationale Bank van België;

d) een verklaring waarvan het origineel ondertekend is door de voltallige raad van bestuur van de eigenaar vande grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, dat er geenongeoorloofde verwantschapsband bestaat tussen de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten opde grond en de aanvrager als vermeld in artikel 3 en 4.

Art. 52. Als het een aanvraag betreft tot het verkrijgen van een definitief principieel akkoord als vermeld inartikel 48, § 2, die betrekking heeft op werkzaamheden, moet die aanvraag de volgende stukken bevatten :

1o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omhet definitieve principieel akkoord voor het betreffende project aan te vragen;

2o de verwijzing naar stukken, waaruit blijkt dat nog altijd voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld inartikel 42, eerste lid, 1o, 2o, of 3o;

3o de eventuele wijzigingen van het technische en financiële aspect van het masterplan en het betreffende project,vermeld in artikel 49, 3o;

4o de eventuele wijzigingen van het financieel plan, vermeld in artikel 50, 4o;

5o als dat door de aard van de werkzaamheden vereist is, een stedenbouwkundig attest of, voor de aanvragen vanpubliekrechtelijke rechtspersonen of voor handelingen van algemeen belang als vermeld in artikel 4.1.1, 5o, van deVlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, een akkoord van de vergunningverlenende instantie over eenprincipeaanvraag;

35830 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 33: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

6o een advies van de bevoegde brandweerdienst of een verslag van de bespreking met de bevoegdebrandweerdienst, dat door de aanvrager is ondertekend en dat ter kennisgeving is bezorgd aan de bevoegdebrandweerdienst;

7o de plannen op schaal 1/100, met vermelding van een eventuele uitbreiding in toekomstige projecten;

8o een gedetailleerde nota over de functionele, bouwfysische en bouwtechnische opvattingen;

9o een verslag over het gevolg dat is gegeven aan de voorafgaande werkvergaderingen en aan de aanbevelingenvan de agentschappen;

10o de bouwkosten van het project;

11o de oppervlakteberekening van het project, eventueel opgedeeld in projectonderdelen;

12o in voorkomend geval, een bodemattest overeenkomstig de regelgeving betreffende de bodemsanering;

13o een bewijs dat de aanvrager over een genotsrecht beschikt als vermeld in artikel 12, § 1, derde lid, van hetdecreet van 23 februari 1994;

14o het programma van eisen op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen. Eenprogramma van eisen is een basisdocument waarin de projectgebonden doelstellingen en prestatie-eisen op het vlakvan comfort en gebruik van energie, water en materialen worden bepaald. Per type van lokaal worden de objectiefevalueerbare comfortgrenswaarden en de specifieke technische eisen vermeld. De minister bepaalt de minimumeisenen de voorwaarden op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen;

15o een akkoordbrief, ondertekend door de aanvrager, waarin hij het programma van eisen onderschrijft en decoördinator aanwijst die verantwoordelijk is voor het behalen van de objectief evalueerbare prestatie-eisen op het vlakvan comfort en het gebruik van energie, water en materialen;

16o het gunningsverslag tot aanwijzing van de opdrachtnemer, alsook een ondertekende overeenkomst tussen deaanvrager en de opdrachtnemer tot realisatie van het project, met inbegrip van de opgave van de jaarlijksebeschikbaarheidsvergoeding en de termijn waarin die verschuldigd is, met inbegrip van een bepaling dat de aanvragerverplicht is de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te gebruiken voor de betaling van de beschikbaarheidsvergoe-ding;

17o met het oog op de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4, als de aanvrager niet deeigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland, en metbehoud van de toepassing van de mogelijkheid van het Fonds om aanvullende gegevens op te vragen overeenkomstigartikel 4, § 5 :

a) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op degrond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

b) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande aanvrager, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

c) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft teworden bij de Nationale Bank van België;

d) een verklaring waarvan het origineel ondertekend is door de voltallige raad van bestuur van de eigenaar vande grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, dat er geenongeoorloofde verwantschapsband bestaat tussen de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten opde grond en de aanvrager als vermeld in artikel 3 en 4.

Art. 53. De aanvraag, vermeld in artikel 48, § 2, kan alleen betrekking hebben op een aankoop, als die gevolgdwordt door een verbouwing. In dat geval moet de aanvraag de verkoopbelofte of het compromis met opschortendevoorwaarde bevatten.

Onderafdeling 3. — Procedure voor de overige voorzieningen

Art. 54. § 1. De verzorgingsinstellingen, behalve de algemene ziekenhuizen, en de voorzieningen voor de socialeintegratie van personen met een handicap leggen in een eerste fase van de procedure tot goedkeuring van eenmasterplan en tot het verkrijgen van een voorlopig principieel akkoord het masterplan en het betreffende project tergoedkeuring voor. Die aanvraag kan aangetekend worden verstuurd of aan de gemachtigde ambtenaar wordenafgegeven tegen ontvangstbewijs. De aanvraag wordt ingediend in twee exemplaren.

§ 2. Na het verkrijgen van de goedkeuring van het masterplan en na het verkrijgen van het voorlopige principieelakkoord voor het betreffende project, vermeld in paragraaf 1, kunnen de verzorgingsinstellingen, behalve de algemeneziekenhuizen, en de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap in een tweede fase hetdefinitieve principieel akkoord vragen voor het betreffende project. Die aanvraag kan aangetekend worden verstuurdof aan de gemachtigde ambtenaar worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. De aanvraag wordt ingediend in tweeexemplaren.

Art. 55. De aanvraag, vermeld in artikel 54, § 1, bevat de volgende documenten :

1o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omhet masterplan en het betreffende project goed te keuren en in te dienen;

2o de nodige bescheiden, statuten of documenten, waaruit blijkt dat de aanvrager voor zijn vorm vanrechtspersoonlijkheid in aanmerking komt voor erkenning in zijn sector;

3o het masterplan en het betreffende project;

4o een verklaring op erewoord over het project waarvoor een principieel akkoord wordt gevraagd, voor detoepassing van artikel 85.

Art. 56. De stukken, vermeld in artikel 55, 3o, bevatten minstens de volgende onderdelen :

1o een beschrijving van de bestaande infrastructuur, met bijzondere aandacht voor het historische enarchitectonische belang, de leeftijd, functionaliteit, gebruiksintensiteit, leefbaarheid en energie-efficiëntie;

2o een beschrijving van alle investeringen die de aanvrager in de komende tien jaar wil doen, met een omschrijvingvan de doelgroep, de geplande capaciteit per onderdeel, de fasering en de geplande uitvoeringstermijnen metkostenraming;

3o een omschrijving van de investeringswerkzaamheden;

35831MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 34: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

4o een financieel plan voor de investeringen, gedetailleerd voor het project, en, voor de aanvragers die nietonderworpen zijn aan het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en hetfinancieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid enGezin, vergezeld van de laatst goedgekeurde jaarrekening en, in voorkomend geval, van het verslag van debedrijfsrevisor over de jaarrekening.

Art. 57. Als het een aanvraag betreft tot het verkrijgen van een voorlopig principieel akkoord als vermeld inartikel 54, § 1, die betrekking heeft op werkzaamheden, moet die aanvraag, naast de stukken, vermeld in artikel 55en 56, de volgende stukken bevatten :

1o een conceptnota over de functionele opvattingen, met inbegrip van de outputspecificaties;

2o een raming van de bouwkosten van het project;

3o een inschatting van de oppervlakte van het project;

4o een raming van de jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding en de termijn waarin die verschuldigd is door deaanvrager;

5o met het oog op de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4, als de aanvrager niet deeigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland, enonverminderd de mogelijkheid van het Fonds om aanvullende gegevens op te vragen overeenkomstig artikel 4,§ 5 en § 6 :

a) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op degrond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

b) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande aanvrager, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

c) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft teworden bij de Nationale Bank van België;

d) een verklaring waarvan het origineel ondertekend is door de voltallige raad van bestuur van de eigenaar vande grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, dat er geenongeoorloofde verwantschapsband bestaat tussen de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten opde grond en de aanvrager in de zin van artikel 3 en 4.

Art. 58. Als het een aanvraag betreft tot het verkijgen van een definitief principieel akkoord als vermeld inartikel 54, § 2, die betrekking heeft op werkzaamheden, moet die aanvraag de volgende stukken bevatten :

1o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omhet definitieve principieel akkoord voor het betreffende project aan te vragen;

2o de eventuele wijzigingen van het masterplan en het betreffende project, vermeld in artikel 55, 3o;

3o de eventuele wijzigingen van het financieel plan, vermeld in artikel 56, 4o;

4o als dat door de aard van de werkzaamheden vereist is, een stedenbouwkundig attest of, voor de aanvragen vanpubliekrechtelijke rechtspersonen of voor handelingen van algemeen belang als vermeld in artikel 4.1.1, 5o, van deVlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, een akkoord van de vergunningverlenende instantie over eenprincipeaanvraag;

5o een advies van de bevoegde brandweerdienst of een verslag van de bespreking met de bevoegdebrandweerdienst, dat door de aanvrager is ondertekend en dat ter kennisgeving is bezorgd aan de bevoegdebrandweerdienst;

6o de plannen op schaal 1/100, met vermelding van een eventuele uitbreiding in toekomstige projecten;

7o een gedetailleerde nota over de functionele, bouwfysische en bouwtechnische opvattingen;

8o een verslag over het gevolg dat is gegeven aan de voorafgaande werkvergaderingen en aan de aanbevelingenvan de agentschappen;

9o de bouwkosten van het project;

10o de oppervlakteberekening van het project, eventueel opgedeeld in projectonderdelen;

11o in voorkomend geval, een bodemattest overeenkomstig de regelgeving betreffende de bodemsanering;

12o een bewijs dat de aanvrager over een genotsrecht beschikt als vermeld in artikel 12, § 1, derde lid, van hetdecreet van 23 februari 1994;

13o het programma van eisen op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen. Eenprogramma van eisen is een basisdocument waarin de projectgebonden doelstellingen en prestatie-eisen op het vlakvan comfort en gebruik van energie, water en materialen worden bepaald. Per type van lokaal worden de objectiefevalueerbare comfortgrenswaarden en specifieke technische eisen vermeld. De minister bepaalt de minimumeisen ende voorwaarden op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen;

14o een akkoordbrief, ondertekend door de aanvrager, waarin hij het programma van eisen onderschrijft en decoördinator aanwijst die verantwoordelijk is voor het behalen van de objectief evalueerbare prestatie-eisen op het vlakvan comfort en het gebruik van energie, water en materialen;

35832 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 35: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

15o de verwijzing naar stukken, waaruit blijkt dat nog altijd voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld inartikel 55, 2o;

16o het gunningsverslag tot aanwijzing van de opdrachtnemer, alsook een ondertekende overeenkomst tussen deaanvrager en de opdrachtnemer tot realisatie van het project, met inbegrip van de opgave van de jaarlijksebeschikbaarheidsvergoeding en de termijn waarin die verschuldigd is, met inbegrip van een bepaling dat de aanvragerverplicht is de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te gebruiken voor de betaling van de beschikbaarheidsvergoe-ding;

17o met het oog op de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4, als de aanvrager niet deeigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland, enonverminderd de mogelijkheid van het Fonds om aanvullende gegevens op te vragen overeenkomstig artikel 4,§ 5 en § 6 :

a) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op degrond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

b) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande aanvrager, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;

c) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur vande eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft teworden bij de Nationale Bank van België;

d) een verklaring waarvan het origineel ondertekend is door de voltallige raad van bestuur van de eigenaar vande grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, dat er geenongeoorloofde verwantschapsband bestaat tussen de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten opde grond en de aanvrager als vermeld in artikel 3 en 4.

Art. 59. De aanvraag, vermeld in artikel 54, § 2, kan alleen betrekking hebben op een aankoop, als die gevolgdwordt door een verbouwing. In dat geval moet de aanvraag de verkoopbelofte of het compromis met opschortendevoorwaarde bevatten.

Onderafdeling 4. — Onderzoek en advies

Art. 60. § 1. Het Fonds onderzoekt of de aanvragen, vermeld in artikel 48 of in artikel 54, voldoen aan detoepasselijke bepalingen van artikel 48 tot en met 53, of artikel 54 tot en met 59.

Het Fonds stuurt binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst van de aanvraag, een ontvangstbewijs naar deaanvrager, met de vermelding of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is, en, in voorkomend geval, met de vermeldingvan de datum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag. De ontvankelijkheid houdt in dat de aanvraag voldoet aande formele vereisten, vermeld in het eerste lid.

§ 2. Het Fonds vraagt binnen veertien kalenderdagen na de datum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraagadvies aan :

1o voor de sector van de verzorgingsinstellingen en de sector van de voorzieningen voor ouderen en voorzieningenin de thuiszorg : het agentschap Zorg en Gezondheid over de inhoudelijke aspecten, onder meer over :

a) de erkenningsnormen;

b) de kwaliteitsvereisten;

c) de programmatie;

d) de aanvrager;

e) de prioriteiten tussen de aanvragen van de verschillende aanvragers;

f) wat de algemene ziekenhuizen en de voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg betreft : overde conformiteit met het goedgekeurde zorgstrategische plan;

2o voor de sector van de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap : het internverzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap over deinhoudelijke aspecten, onder meer over :

a) de erkenningsnormen;

b) de kwaliteitsvereisten;

c) de programmatie;

d) de aanvrager;

e) de prioriteiten tussen de aanvragen van de verschillende aanvragers;

3o een of meer ambtenaren die ter beschikking staan van het Fonds :

a) over de financiële aspecten, onder meer over de begrotingsweerslag op het activiteitenprogramma bij deexploitatie van het project, waarbij ook gevraagd wordt een raming op te maken van de eventuele financiële weerslagvan het project op de opeenvolgende begrotingsjaren;

b) over het beantwoorden aan de bouwtechnische en bouwfysische normen, over de technische aspecten en overde kostprijsraming en, bij een aanvraag voor de aankoop van gebouwen, over de venale waarde van de gebouwen;

c) over de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4;

d) over de naleving van de principes van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten en sommigeopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten door de aanvrager bij het aanwijzen van deopdrachtnemer, vermeld in artikel 1, 14o.

§ 3. De agentschappen en de ambtenaren, vermeld in paragraaf 2, kunnen aanvullende inlichtingen vragen aan deaanvrager. Ze bezorgen hun advies aan het Fonds binnen zestig kalenderdagen na de ontvangst van de adviesvraag.

Art. 61. Het Fonds roept minstens tweemaandelijks een coördinatiecommissie samen. Die coördinatiecommissieis samengesteld uit de vertegenwoordigers van het Fonds en van het intern verzelfstandigd agentschap waaraan hetadvies, vermeld in artikel 60, § 2, is gevraagd. De Inspectie van Financiën wordt op elke vergadering van decoördinatiecommissie uitgenodigd. De adviezen, die zijn uitgebracht volgens de bepalingen van artikel 60, § 2 en § 3,worden op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de coördinatiecommissie geplaatst.

35833MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 36: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

De commissie heeft tot taak in overleg een advies op te maken over de goedkeuring van het masterplan en overhet verlenen van een principieel akkoord, en dat advies aan de minister te bezorgen.

Bij gebrek aan een eensgezind standpunt wordt in het advies melding gemaakt van de verschillende standpunten.

Onderafdeling 5. — Beslissing over het masterplan en over het voorlopige en definitieve principieel akkoord

Art. 62. § 1. Bij gunstig advies van de coördinatiecommissie, vermeld in artikel 61, legt het Fonds, binnen dertigkalenderdagen na het advies, een ontwerp van brief ter ondertekening voor aan de minister, waarbij het masterplanwordt goedgekeurd en het voorlopige, respectievelijk definitieve principieel akkoord voor het project in kwestie wordtverleend.

De minister beslist over de goedkeuring van het masterplan en over het verlenen van het voorlopige,respectievelijk definitieve principieel akkoord.

§ 2. Bij ongunstig advies van de coördinatiecommissie, vermeld in artikel 61, legt het Fonds, binnen dertigkalenderdagen na het advies, een ontwerp van brief voor aan de minister, waarin omstandig de redenen zijnopgenomen waarom het masterplan niet kan worden goedgekeurd of waarom geen voorlopig, respectievelijk definitiefprincipieel akkoord voor het project in kwestie kan worden gegeven.

De minister beslist over de goedkeuring van het masterplan en over het verlenen van het voorlopige,respectievelijk definitieve principieel akkoord.

§ 3. Als de coördinatiecommissie, vermeld in artikel 61, geen eensgezind standpunt heeft ingenomen, wordt hetadvies, vermeld in artikel 61, derde lid, binnen dertig kalenderdagen bezorgd aan de minister voor beslissing over degoedkeuring van het masterplan en over het verlenen van het voorlopige, respectievelijk definitieve principieelakkoord voor het project in kwestie.

§ 4. De aanvrager wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing van de minister.

§ 5. De goedkeuring van het masterplan is geen verbintenis om een principieel akkoord te geven voor alle projectendie in het masterplan zijn opgenomen.

§ 6. Een voorlopig principieel akkoord als vermeld in artikel 48, § 1, en artikel 54, § 1, houdt de goedkeuring in vanhet masterplan en van het betreffende project. Het is een noodzakelijke stap voorafgaand aan de aanvraag van eendefinitief principieel akkoord.

§ 7. Een definitief principieel akkoord, vermeld in artikel 48, § 2, en artikel 54, § 2, houdt in dat het project van deaanvrager in principe in aanmerking komt voor een gebruikstoelage. Het vermeldt onder meer het masterplan en hetproject waarop het betrekking heeft, de eventuele opmerkingen en de datum vanaf wanneer het geldig is.

§ 8. Als voor het project waarvoor de aanvraag wordt ingediend, al werkzaamheden zijn aangevat, een bestellingis geplaatst of een aankoop werd gedaan, zonder dat de aanvrager beschikt over een definitief principieel akkoord voorhet project, komt hij niet meer in aanmerking voor een gebruikstoelage voor het betreffende project.

§ 9. Het definitieve principieel akkoord moet gevraagd worden uiterlijk op 31 december van het tweede jaar datvolgt op het jaar waarin het voorlopige principieel akkoord werd verkregen, zo niet vervalt het voorlopige principieelakkoord.

§ 10. De werken met betrekking tot het project moeten aangevangen zijn of de bestelling moet geplaatst zijn binnentwee jaar na de datum van het definitieve principieel akkoord, zoniet vervalt het definitieve principieel akkoord.

§ 11. Als de gebruikstoelage betrekking heeft op verschillende projectonderdelen, kan de minister op voorhand enper project het percentage van de gebruikstoelage bepalen dat per projectonderdeel wordt vrijgegeven.

Afdeling 4. — Aanvraag van de gebruikstoelage, de beslissing en de betaling

Onderafdeling 1. — Algemene bepalingen

Art. 63. Na de ontvangst van het definitieve principieel akkoord kan de aanvrager met een aangetekende brief eeneerste aanvraag van een gebruikstoelage bij het Fonds indienen. Die eerste aanvraag kan op zijn vroegst ingediendworden in het jaar waarin de aanvrager de betreffende infrastructuur, of een onderdeel ervan bij gefaseerdeingebruikname, in gebruik heeft genomen.

Als de aanvrager bij een aanvraag al bepaalde stukken heeft bezorgd aan het Fonds, hoeven dezelfde stukken nietmeer gevoegd te worden bij zijn aanvraag in de daaropvolgende jaren. Voor de wijze waarop stukken ter kennisgebracht worden van het Fonds door de aanvrager, of van de aanvrager, vermeld in deze afdeling, door het Fonds, kande minister afwijkende regels bepalen die rekening houden met de nieuwste communicatiemiddelen.

Onderafdeling 2. — Aanvraagprocedure en onderzoek

Art. 64. Een aanvraag van een gebruikstoelage bevat de volgende stukken :

1o de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing omeen gebruikstoelage voor het jaar in kwestie aan te vragen;

2o een verslag over alle eventuele wijzigingen ten opzichte van de as-builtdossiers;

3o een verslag over het blijven beantwoorden aan de doelstellingen, prestatie-eisen en technische outputspecifi-caties, vermeld in het definitieve programma van eisen, onder meer op het vlak van comfort en gebruik van energie,water en materialen;

4o voor de aanvragen die onder de toepassing vallen van artikel 74 tot en met 83, een door de aanvragerondertekend stuk waarin hij een verklaring opneemt over de mate waarin zijn aanvraag beantwoordt aan de normen,vermeld in artikel 74 tot en met 83;

5o voor de aanvragen waarbij de aanvrager geen eigenaar is van de grond of houder van de zakelijke rechten opde grond waarop het project is gerealiseerd, aanvullend een verklaring van de aanvrager dat hij zich niet bevindt in eengeval van ongeoorloofde verwantschap als vermeld in artikel 3 en 4;

6o een bewijs dat de aanvrager over een genotsrecht beschikt als vermeld in artikel 12, § 1, derde lid, van hetdecreet van 23 februari 1994.

Het Fonds stuurt binnen tien kalenderdagen na de ontvangst van de aanvraag een ontvangstbewijs naar deaanvrager, met de vermelding of de aanvraag al dan niet ontvankelijk is, en, in voorkomend geval, met de vermeldingvan de datum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag. De ontvankelijkheid houdt in dat de aanvraag voldoet aande formele vereisten, vermeld in het eerste lid.

35834 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 37: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 65. § 1. Voor de sector van de voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg vraagt het Fonds,bij de eerste aanvraag van een gebruikstoelage, binnen tien kalenderdagen na de datum van ontvangst van deontvankelijke aanvraag, vermeld in artikel 64, advies aan het agentschap Zorg en Gezondheid over :

1o het al of niet erkend zijn om de betreffende zorg- en dienstverlening te organiseren;

2o de conformiteit met het definitieve principieel akkoord;

3o het beantwoorden aan de normen, vermeld in artikel 8 en 9, die van toepassing zijn voor de aanvrager.

§ 2. Voor de sector van de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap vraagt hetFonds, bij de eerste aanvraag van een gebruikstoelage, binnen tien kalenderdagen na de datum van ontvangst van deontvankelijke aanvraag, vermeld in artikel 64, advies aan het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoon-lijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, over :

1o het al of niet erkend zijn om de betreffende zorg- en dienstverlening te organiseren;

2o de conformiteit met het definitieve principieel akkoord;

3o het beantwoorden aan de normen, vermeld in artikel 10, die van toepassing zijn voor de aanvrager.

§ 3. Voor de sector van de verzorgingsinstellingen vraagt het Fonds, bij de eerste aanvraag van een gebruikstoelage,binnen tien kalenderdagen na de datum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag, vermeld in artikel 64, advies aanhet agentschap Zorg en Gezondheid over :

1o het al of niet erkend zijn om de betreffende zorg- en dienstverlening te organiseren;

2o de conformiteit met het definitieve principieel akkoord;

3o het beantwoorden aan de normen, vermeld in artikel 6 en 7, die van toepassing zijn voor de aanvrager;

4o over het beantwoorden aan de specifieke normen inzake bezettingsgraad, vermeld in artikel 80, 81 en 82.

Voor de sector van de verzorgingsinstellingen vraagt het Fonds, vanaf de tweede aanvraag van eengebruikstoelage, binnen tien kalenderdagen na de datum van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag, vermeld inartikel 64, advies aan het agentschap Zorg en Gezondheid over het beantwoorden aan de specifieke normen inzakebezettingsgraad, vermeld in artikel 80, 81 en 82.

§ 4. Het Fonds kan aanvullend altijd advies vragen aan een of meer ambtenaren die ter beschikking staan van hetFonds of aan een of meer externe deskundigen, waarbij de vergoeding van die externe deskundigen ten laste is van debegroting van het Fonds :

1o over de financiële aspecten;

2o over de conformiteit met het definitieve principieel akkoord, over het beantwoorden aan de normen die vantoepassing zijn voor de aanvrager;

3o over de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4.

§ 5. De agentschappen, de ambtenaren en de externe deskundigen, vermeld in dit artikel, kunnen aanvullendeinlichtingen vragen aan de aanvrager. Hun advies wordt opgemaakt op basis van een onderzoek ter plaatse of op basisvan stukken.

Art. 66. De adviezen, vermeld in artikel 65, worden aan het Fonds bezorgd binnen veertig kalenderdagen na deontvangst van de adviesvraag. Bij de eerste aanvraag van een gebruikstoelage en bij de dossiers waarvoor er in hetverleden nog geen gebruikstoelagen zijn verstrekt, beslist de minister of een gebruikstoelage verstrekt wordt. Met hetoog daarop legt het Fonds een ontwerp van beslissing voor aan de minister binnen dertig kalenderdagen na deontvangst van de adviezen. Bij de andere aanvragen beslist het personeelslid dat belast is met de algemene leiding vanhet Fonds, of een gebruikstoelage verstrekt wordt.

Onderafdeling 3. — Beslissing over de gebruikstoelage

Art. 67. De aanvrager wordt per aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing over het verstrekkenvan een gebruikstoelage.

Na de ondertekening van de beslissing tot het verstrekken van een gebruikstoelage legt het Fonds, op naam vande aanvrager, de gebruikstoelage vast en betaalt ze uit.

HOOFDSTUK 7. — Projecten met prefinanciering zonder voorafgaand principieel akkoord

Afdeling 1. — Toepassingsgebied

Art. 68. Dit hoofdstuk is van toepassing op projecten met prefinanciering zonder voorafgaand principieel akkoordals vermeld in artikel 8 van het decreet van 23 februari 1994.

Afdeling 2. — Projecten waarvoor de gebruikstoelage dient als rechtstreekse bijdrage in de kostprijs

Art. 69. § 1. Een project met prefinanciering zonder voorafgaand principieel akkoord als vermeld in artikel 8 vanhet decreet van 23 februari 1994, dat tevens een project uitmaakt waarvoor de gebruikstoelage, vermeld in artikel 1, 8o,dient als rechtstreekse bijdrage in de kostprijs, waarbij de aanvrager optreedt als bouwheer of desgevallend aankoperingeval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum, en waarbij de gebruikstoelagen door deaanvrager worden aangewend om rechtstreeks bij te dragen in de kostprijs van het project, vallen onder de toepassingvan hoofdstuk 5.

In afwijking van artikel 32, § 7, kan het bevel tot aanvang van de werken al worden gegeven, kan de bestelling algeplaatst worden of kan de aankoop al worden gedaan nadat de coördinatiecommissie, vermeld in artikel 31, eengunstig advies heeft verleend met het oog op het verkrijgen van het principieel akkoord, onverminderd debeslissingsbevoegdheid van de minister.

§ 2. In afwijking van artikel 31 wordt de aanvrager per aangetekende brief op de hoogte gebracht van het adviesvan de coördinatiecommissie.

Art. 70. In afwijking van artikel 34, eerste lid, kan de aanvrager de eerste aanvraag tot het verkrijgen van eengebruikstoelage op zijn vroegst indienen in het jaar dat volgt op het jaar waarin de aanvrager het principieel akkoordheeft bekomen.

35835MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 38: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Afdeling 3. — Projecten waarvoor de gebruikstoelage dient als onrechtstreekse bijdrage in de kostprijs

Art. 71. § 1. Een project met prefinanciering zonder voorafgaand principieel akkoord als vermeld in artikel 8 vanhet decreet van 23 februari 1994, dat tevens een project uitmaakt waarvoor de gebruikstoelage, vermeld in artikel 1, 8o,dient als onrechtstreekse bijdrage in de kostprijs, waarbij de aanvrager niet optreedt als bouwheer en waarbij degebruikstoelagen door de aanvrager worden aangewend als bijdrage in een beschikbaarheidsvergoeding als vermeldin artikel 1, 3o, vallen onder de toepassing van hoofdstuk 6.

In afwijking van artikel 62, § 8, kan het bevel tot aanvang van de werken al worden gegeven of kan de bestellingal geplaatst worden nadat de coördinatiecommissie, vermeld in artikel 61, een gunstig advies heeft verleend met hetoog op het verkrijgen van het definitief principieel akkoord, onverminderd de beslissingsbevoegdheid van de minister.

§ 2. In afwijking van artikel 61 wordt de aanvrager per aangetekende brief op de hoogte gebracht van het adviesvan de coördinatiecommissie.

Art. 72. De aanvrager kan de eerste aanvraag tot het verkrijgen van een gebruikstoelage op zijn vroegst indienenin het jaar waarin de aanvrager de betreffende infrastructuur, of een onderdeel ervan bij gefaseerde ingebruikname, ingebruik heeft genomen en nadat hij het definitief principieel akkoord heeft bekomen.

HOOFDSTUK 8. — Bedrag van de gebruikstoelage

Art. 73. Met behoud van de toepassing van de bepalingen, vermeld in artikel 74 tot en met 84, wordt het bedragvan de gebruikstoelage vastgesteld, naargelang van het geval, overeenkomstig artikel 12 of 40.

Art. 74. § 1. Bij een vervangingsnieuwbouw van een woonzorgcentrum of bij een verbouwing van eenwoonzorgcentrum zonder uitbreiding van capaciteit wordt voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediendworden na het eerste volledige jaar na de ingebruikname van de betreffende infrastructuur, een norm inzakebezettingsgraad toegepast. Om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, moetde gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 85 % bedragen vande gemiddelde bezettingsgraad tijdens het voorlaatste kalenderjaar voor de datum van het principieel akkoord,vermeld in artikel 13, het gewijzigde principieel akkoord, vermeld in artikel 33, of het definitieve principieel akkoord,vermeld in artikel 41. Als de gemiddelde bezettingsgraad minder bedraagt dan de norm, wordt het bedrag van degebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

§ 2. Bij een nieuwbouw of een uitbreiding van een woonzorgcentrum wordt voor de aanvragen van eengebruikstoelage die ingediend worden na het tweede volledige jaar na de ingebruikname van de betreffendeinfrastructuur, een norm inzake bezettingsgraad toegepast als vermeld in het tweede en derde lid.

Voor de aanvraag van een gebruikstoelage die ingediend wordt na het tweede volledige jaar na de ingebruikname,moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, de gemiddeldebezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 70 % bedragen. Als de gemiddeldebezettingsgraad minder dan 70 % bedraagt, wordt het bedrag van de gebruikstoelage pro rato verminderd, volgens deregel van drieën.

Voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het derde volledige jaar na deingebruikname, moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, degemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 85 % bedragen. Als degemiddelde bezettingsgraad minder dan 85 % bedraagt, wordt het bedrag van de gebruikstoelage pro rato verminderd,volgens de regel van drieën.

§ 3. De gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, is het totale aantalgefactureerde aanwezigheidsdagen per kalenderjaar, gedeeld door 365 en gedeeld door het aantal woongelegenheden,berekend volgens de gegevens van het laatste kalenderjaar voor de datum van de aanvraag.

Art. 75. § 1. Bij een nieuwbouw of bij een uitbreiding van een dagverzorgingscentrum wordt voor de aanvragenvan een gebruikstoelage die ingediend worden na het tweede volledige jaar na de ingebruikname van de betreffendeinfrastructuur, een norm inzake bezettingsgraad toegepast als vermeld in het tweede, derde en vierde lid.

Voor de aanvraag van een gebruikstoelage die ingediend wordt na het tweede volledige jaar na de ingebruikname,moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, de gemiddeldebezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 25 % bedragen van het aantal erkendeverblijfseenheden. Als de gemiddelde bezettingsgraad minder dan 25 % bedraagt, wordt het bedrag van degebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

Voor de aanvraag van een gebruikstoelage die ingediend wordt na het derde volledige jaar na de ingebruikname,moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, de gemiddeldebezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 25 % bedragen van het aantal erkendeverblijfseenheden. Als de gemiddelde bezettingsgraad minder dan 25 % bedraagt, wordt het bedrag van degebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

Voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het vierde volledige jaar na deingebruikname, moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, degemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 50 % bedragen van hetaantal erkende verblijfseenheden. Als de gemiddelde bezettingsgraad minder dan 50 % bedraagt, wordt het bedrag vande gebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

§ 2. Bij een vervangingsnieuwbouw of bij een verbouwing zonder capaciteitsuitbreiding van een dagverzorgings-centrum wordt voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het eerste volledige jaar na deingebruikname van de betreffende infrastructuur, een norm inzake bezettingsgraad toegepast als vermeld in het tweedeen het derde lid.

Voor de aanvraag van een gebruikstoelage die ingediend wordt na het eerste volledige jaar na de ingebruiknamevan de betreffende infrastructuur, moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnenverkrijgen, de gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 25 %bedragen van het aantal erkende verblijfseenheden. Als de gemiddelde bezettingsgraad minder dan 25 % bedraagt,wordt het bedrag van de gebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

Voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het tweede volledige jaar na deingebruikname van de betreffende infrastructuur, moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73,te kunnen verkrijgen, de gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal50 % bedragen van het aantal erkende verblijfseenheden. Als de gemiddelde bezettingsgraad minder dan 50 %bedraagt, wordt het bedrag van de gebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

35836 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 39: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

§ 3. De gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, is het totaal aantalgefactureerde aanwezigheidsdagen per kalenderjaar, gedeeld door 250, berekend volgens de gegevens van het laatstekalenderjaar voor de datum van de aanvraag.

Art. 76. § 1. Bij een nieuwbouw of bij een uitbreiding van een centrum voor kortverblijf wordt voor de aanvragenvan een gebruikstoelage die ingediend worden na het tweede volledige jaar na de ingebruikname van de betreffendeinfrastructuur, een norm inzake bezettingsgraad toegepast als vermeld in het tweede, derde en vierde lid.

Voor de aanvraag van een gebruikstoelage die ingediend wordt na het tweede volledige jaar na de ingebruikname,moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, de gemiddeldebezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 30 % bedragen. Als de gemiddeldebezettingsgraad minder dan 30 % bedraagt, wordt het bedrag van de gebruikstoelage pro rato verminderd, volgens deregel van drieën.

Voor de aanvraag van een gebruikstoelage die ingediend wordt na het derde volledige jaar na de ingebruikname,moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, de gemiddeldebezettingsgraad op het waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 40 % bedragen. Als de gemiddeldebezettingsgraad minder dan 40 % bedraagt, wordt het bedrag van de gebruikstoelage pro rato verminderd, volgens deregel van drieën.

Voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het vierde volledige jaar na deingebruikname, moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, degemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 50 % bedragen. Als degemiddelde bezettingsgraad minder dan 50 % bedraagt, wordt het bedrag van de gebruikstoelage pro rato verminderd,volgens de regel van drieën.

§ 2. Bij een vervangingsnieuwbouw of bij een verbouwing zonder capaciteitsuitbreiding van een centrum voorkortverblijf wordt voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het eerste volledige jaar na deingebruikname van de betreffende infrastructuur, een norm inzake bezettingsgraad toegepast als vermeld in het tweedeen het derde lid.

Voor de aanvraag van een gebruikstoelage die ingediend wordt na het eerste volledige jaar na de ingebruiknamevan de betreffende infrastructuur, moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnenverkrijgen, de gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 30 %bedragen. Als de gemiddelde bezettingsgraad minder dan 30 % bedraagt, wordt het bedrag van de gebruikstoelage prorato verminderd, volgens de regel van drieën.

Voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het tweede volledige jaar na deingebruikname van de betreffende infrastructuur, moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73,te kunnen verkrijgen, de gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal50 % bedragen. Als de gemiddelde bezettingsgraad minder dan 50 % bedraagt, wordt het bedrag van degebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

§ 3. De gemiddelde bezettingsgraad op het moment van het indienen van de aanvraag is het totale aantalgefactureerde aanwezigheidsdagen per kalenderjaar, gedeeld door 365 en gedeeld door het aantal woongelegenheden,berekend volgens de gegevens van het laatste kalenderjaar voor de datum van de aanvraag. Daarbij wordt geenrekening gehouden met de aanwezigheidsdagen van gebruikers die na hun opname in het centrum voor kortverblijfzonder tussenperiode opgenomen worden in het woonzorgcentrum waarin of waarbij het centrum voor kortverblijfopgericht is. Evenmin wordt rekening gehouden met het aantal aanwezigheidsdagen dat uitstijgt boven de maximaleverblijfsduren, vermeld in de specifieke erkenningsvoorwaarden van de centra voor kortverblijf.

Art. 77. Bij een nieuwbouw, bij een vervangingsnieuwbouw of bij een aankoop zonder verbouwing van een lokaaldienstencentrum wordt voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het tweede volledige jaarna de ingebruikname van de betreffende infrastructuur, een norm inzake activiteiten en werkzaamheden toegepast alsvermeld in het tweede, derde en vierde lid.

Voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het tweede volledige jaar na deingebruikname van de betreffende infrastructuur, moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73,te kunnen verkrijgen, het lokaal dienstencentrum jaarlijks minimaal 190 activiteiten en werkzaamheden verrichten. Alshet totale aantal activiteiten en werkzaamheden minder dan 190 bedraagt, wordt het bedrag van de gebruikstoelage prorato verminderd, volgens de regel van drieën.

De activiteiten en werkzaamheden, vermeld in het eerste en het tweede lid, betreffen de activiteiten enwerkzaamheden, die opgenomen zijn onder de voorwaarden voor de hulp- en dienstverlening in de specifiekeerkenningsvoorwaarden voor de lokale dienstcentra. Ze beantwoorden aan de aldaar gestelde vereisten.

Voor de toepassing van dit artikel wordt het totale aantal activiteiten en werkzaamheden berekend volgens degegevens van het laatste kalenderjaar voor de datum van de aanvraag.

Art. 78. Bij een nieuwbouw of bij een vervangingsnieuwbouw van een regionaal dienstencentrum wordt voor deaanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het tweede volledige jaar na de ingebruikname van debetreffende infrastructuur, een norm inzake activiteiten en werkzaamheden toegepast als vermeld in het tweede, derdeen vierde lid.

Voor de aanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het tweede volledige jaar na deingebruikname van de betreffende infrastructuur, moet, om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73,te kunnen verkrijgen, het regionaal dienstencentrum jaarlijks minimaal 95 activiteiten en werkzaamheden verrichten.Als het totale aantal activiteiten en werkzaamheden minder dan 95 bedraagt, wordt het bedrag van de gebruikstoelagepro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

De activiteiten en werkzaamheden, vermeld in het eerste en het tweede lid, betreffen de activiteiten enwerkzaamheden, opgenomen onder de voorwaarden voor de hulp- en dienstverlening in de specifieke erkennings-voorwaarden voor de regionale dienstencentra. Ze beantwoorden aan de aldaar gestelde vereisten.

Voor de toepassing van dit artikel wordt het totale aantal activiteiten en werkzaamheden berekend volgens degegevens van het laatste kalenderjaar voor de datum van de aanvraag.

Art. 79. Bij een project betreffende een internaat voor minderjarigen als vermeld in artikel 1, 3o, van het besluit vande Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische enbouwfysische normen voor de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap, eensemi-internaat als vermeld in artikel 1, 6o, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling vande investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor de socialeintegratie van personen met een handicap, een tehuis voor werkenden als vermeld in artikel 1, 10o, van het besluit van

35837MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 40: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische enbouwfysische normen voor de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap, een tehuisvoor niet-werkenden als vermeld in artikel 1, 9o, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 totvaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voorde sociale integratie van personen met een handicap, een dagcentrum als vermeld in artikel 1, 2o, van het besluit vande Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische enbouwfysische normen voor de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap, eenobservatiecentrum als vermeld in artikel 1, 4o, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststellingvan de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor de socialeintegratie van personen met een handicap, of een tehuis voor kortverblijf als vermeld in artikel 1, 8o, van het besluitvan de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische enbouwfysische normen voor de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap, wordt voor deaanvragen van een gebruikstoelage die ingediend worden na het tweede volledige jaar na de ingebruikname van debetreffende infrastructuur, een norm inzake bezettingsgraad toegepast.

Om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen moet de gemiddeldebezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 85 % bedragen van het aantal beddenof plaatsen, vermeld in het principieel akkoord of in het definitieve principieel akkoord voor het project.

Als het project echter uitsluitend of gedeeltelijk betrekking heeft op logistieke infrastructuur, moet, om het bedragvan de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, de gemiddelde bezettingsgraad van de voorzieningin haar geheel op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, 85 % bedragen. Een project heeft uitsluitend ofgedeeltelijk betrekking op logistieke infrastructuur als er uitsluitend of gedeeltelijk investeringen bij betrokken zijn dieniet gebonden zijn aan een bepaalde capaciteit, zoals de verbouwing van administratieve ruimten, de installatie van eenlift of het bouwen of verbouwen van een centrale keuken of bezigheidsruimte.

Als de gemiddelde bezettingsgraad, vermeld in het eerste lid, minder dan 85 % bedraagt, wordt het bedrag vande gebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

De gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, vermeld in het eerste lid,is de laatst bekende gemiddelde jaarlijkse bezettingsgraad, die door het intern verzelfstandigd agentschap metrechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap in aanmerking wordt genomen bij deberekening van de dagprijs.

Art. 80. § 1. Bij een project voor een ziekenhuis, met inbegrip van de functie dagopname binnen een ziekenhuis,met uitzondering van een project voor een psychiatrisch ziekenhuis, worden voor de aanvragen van eengebruikstoelage normen inzake bezettingsgraad toegepast. Om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld inartikel 73, te kunnen verkrijgen, moeten de toepasselijke minimumeisen, vermeld in paragraaf 2 tot en met 6, wordengehaald.

§ 2. Voor ziekenhuisdiensten met de kenletter C, D, G, E of M moet het verantwoorde aantal bedden voor diediensten samen minstens 80 % bedragen van het aantal erkende bedden voor die diensten samen. Het aantal erkendebedden is het aantal, vermeld in het lopende erkenningsbesluit op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend.Het verantwoorde aantal bedden is het aantal dat wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van het koninklijkbesluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van deziekenhuizen, volgens de laatst beschikbare gegevens van de federale overheid op het moment waarop de aanvraagwordt ingediend.

§ 3. Voor ziekenhuisdiensten met de kenletter A of NIC moet de gemiddelde bezetting op het moment waarop deaanvraag wordt ingediend, per dienst afzonderlijk, minimaal de overeenkomstige minimale gemiddelde bezettingbedragen, vermeld in het koninklijk besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende normen voorde erkenning van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperin-gen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen. De gemiddelde bezetting op het moment waarop deaanvraag wordt ingediend, wordt berekend volgens de gegevens van het laatste kalenderjaar voor de datum van deaanvraag. Voor de bepaling van de gemiddelde bezettingsgraad worden de diensten voor partiële ziekenhuisop-name A, dag of nacht, niet in rekening gebracht.

Voor ziekenhuisdiensten met de kenletter K moet de gemiddelde bezetting op het moment waarop de aanvraagwordt ingediend, per dienst, minimaal vijf zevende bedragen van de overeenkomstige minimale gemiddelde bezetting,vermeld in het koninklijk besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende normen voor de erkenningvan ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperingen en van debijzondere normen waaraan deze moeten voldoen. De gemiddelde bezetting op het moment waarop de aanvraagwordt ingediend, wordt berekend volgens de gegevens van het laatste kalenderjaar voor de datum van de aanvraag.Voor de bepaling van de gemiddelde bezettingsgraad worden de diensten voor partiële ziekenhuisopname K, dag ofnacht, niet in rekening gebracht.

§ 4. Voor een ziekenhuisdienst met de kenletter Sp moet de gemiddelde bezettingsgraad op het moment waaropde aanvraag wordt ingediend, minimaal 80 % bedragen, volgens de volgende formule : (aantal gerealiseerdeverpleegdagen/gemiddeld aantal bedden) X (100/365). De gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop deaanvraag wordt ingediend, wordt berekend volgens de gegevens van het laatste kalenderjaar voor de datum van deaanvraag.

§ 5. Voor een dienst met de kenletter G die zich architectonisch buiten het algemeen ziekenhuis bevindt, moet degemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 80 % bedragen, volgensde volgende formule : (aantal gerealiseerde verpleegdagen/gemiddeld aantal bedden) X (100/365). De gemiddeldebezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, wordt berekend volgens de gegevens van hetlaatste kalenderjaar voor de datum van de aanvraag.

§ 6. Voor een functie dagopname binnen een ziekenhuis moeten de dagactiviteiten op het moment van het indienenvan de aanvraag minimaal 80 % bedragen van de dagactiviteiten, vermeld in het laatst goedgekeurde principieelakkoord of in het definitieve principieel akkoord. De dagactiviteiten op het moment van het indienen van de aanvraagworden berekend volgens de gegevens van het laatste kalenderjaar voor de datum van de aanvraag.

De dagactiviteiten, vermeld in het eerste lid, zijn het geheel van verstrekkingen die aanleiding geven tot een forfaitin de ziekteverzekering overeenkomstig artikel 4, § 3, § 4, § 5 en § 8, van de nationale overeenkomst van 18 juni 2007tussen de verpleeginrichtingen en de verzekeringsinstellingen, ongeacht de plaats waar ze zijn uitgevoerd, en die viaeen jaarlijks activiteitenrapport aan de federale overheid moeten worden bekendgemaakt als in aanmerking komendvoor een forfait, of die aanleiding geven tot de aanrekening van een bedrag per opname per dag, in geval van eendagopname waarbij een verstrekking wordt verricht als vermeld in bijlage 3, punt 6 (lijst A), van het koninklijk besluitvan 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van deziekenhuizen.

35838 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 41: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

§ 7. Als de normen die van toepassing zijn, vermeld in paragraaf 2, 3, 4, 5 of 6, niet worden gehaald, wordt hetbedrag van de gebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën. Voor de pro rato toepassing wordteen weging toegepast op de verschillende normen onderling. Die weging wordt uitgevoerd op basis van het aantalerkende bedden voor de diensten, vermeld in paragraaf 2, 3, 4 en 5, en op basis van het aantal plaatsen voordagopname, voor de functie dagopname, vermeld in paragraaf 6, in verhouding tot de som van die bedden en plaatsen.Het aantal erkende bedden is het aantal bedden, vermeld in het lopende erkenningsbesluit, op het moment waarop deaanvraag wordt ingediend. Het aantal plaatsen voor dagopname is het aantal dat werd opgenomen in het dossier datgeleid heeft tot het laatst goedgekeurde principieel akkoord of tot het definitieve principieel akkoord.

Art. 81. Bij een project voor een psychiatrisch ziekenhuis wordt voor de aanvragen van een gebruikstoelage eennorm voor de bezettingsgraad toegepast.

Om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, te kunnen verkrijgen, moet de gemiddeldebezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, voor het psychiatrisch ziekenhuis waarop hetproject betrekking heeft, minimaal 70 % bedragen, volgens de volgende formule : (aantal gerealiseerdeverpleegdagen/gemiddeld aantal bedden) X (100/365).

De gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, vermeld in het tweede lid,wordt berekend volgens de gegevens van het laatste kalenderjaar voor de datum van de aanvraag. Om de gemiddeldebezettingsgraad te bepalen, worden de diensten voor partiële ziekenhuisopname, dag of nacht, niet in rekeninggebracht.

Als de norm die van toepassing is, vermeld in het tweede lid, niet wordt gehaald, wordt het bedrag van degebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

Art. 82. Bij een project voor een psychiatrisch verzorgingstehuis wordt voor de aanvragen van een gebruikstoe-lage een norm inzake bezettingsgraad toegepast. Om het bedrag van de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73, tekunnen verkrijgen moet de gemiddelde bezettingsgraad van het psychiatrisch verzorgingstehuis op het momentwaarop de aanvraag wordt ingediend, minimaal 80 % bedragen, volgens de volgende formule : (aantal gerealiseerdeverpleegdagen/gemiddeld aantal bedden) X (100/365). De gegevens met betrekking tot de psychiatrische verzorgings-bedden met uitdovend karakter worden daarbij niet in rekening gebracht.

De gemiddelde bezettingsgraad op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend, vermeld in het eerste lid,wordt berekend volgens de gegevens van het laatste kalenderjaar voor de datum van de aanvraag.

Als de gemiddelde bezettingsgraad, vermeld in het eerste lid, minder dan 80 % bedraagt, wordt het bedrag vande gebruikstoelage pro rato verminderd, volgens de regel van drieën.

Art. 83. De minister kan, in het kader van een aanvraag van een gebruikstoelage, na omstandig gemotiveerdverzoek van de aanvrager en na advies van de Inspectie van Financiën, een afwijking toestaan van de normen, vermeldin artikel 80 en 81. Een toegestane afwijking geldt alleen voor de aanvraag van een gebruikstoelage van het jaar inkwestie. Een afwijking kan door de minster alleen worden toegestaan in de volgende gevallen :

1o als de federale of de Vlaamse overheid, al of niet met betrekking tot projecten, goedkeurt dat een aanvragerinvesteert in activiteiten waardoor de gebruiksnorm beïnvloed wordt;

2o als het ziekenhuis het bewijs levert dat er, gedurende het kalenderjaar voor de datum van de aanvraag,belangrijke infrastructuurwerken verricht zijn die de bezettingsgraad van een bepaalde dienst in negatieve zin hebbenbeïnvloed. De aanvrager moet de tijdelijke uitgebruikname aan het Fonds hebben gesignaleerd voor de bedden effectiefuit gebruik worden genomen. De werken moeten uitgevoerd zijn met een vergunning van de Vlaamse overheid of meteen goedgekeurd principieel akkoord als vermeld in artikel 13, of met een goedgekeurd definitief principieel akkoordals vermeld in artikel 41.

Art. 84. Als de aanvrager bij een bepaalde opdracht in het kader van het project waarvoor de gebruikstoelagewordt gevraagd, de principes van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten vooraanneming van werken, leveringen en diensten niet heeft gerespecteerd, zal de gebruikstoelage, vermeld in artikel 73,worden verminderd naar rata van het aandeel van de betreffende opdracht in het geheel van het project.

HOOFDSTUK 9. — Bijzondere bepaling

Art. 85. Er kan in een periode van twintig jaar na de ingebruikname van een door het Fonds of zijnrechtsvoorganger gesubsidieerde investering van nieuwbouw, van uitbreiding, van aankoop met of zonderverbouwing of van verbouwing geen principieel akkoord of definitief principieel akkoord worden verkregen voorhetzelfde deel van de geplande infrastructuur, zoals omschreven in het masterplan, ongeacht de sector van depersoonsgebonden aangelegenheden waarin de subsidie is verkregen. Alleen als een verbouwing noodzakelijk wordtwegens gewijzigde regelgeving of wegens gewijzigde en opgelegde veiligheidsvoorschriften, kan binnen die periodeeen principieel akkoord voor verbouwing worden verkregen.

In afwijking van het eerste lid kan de minister voor ziekenhuizen in de periode van twintig jaar na deingebruikname van een door het Fonds of zijn rechtsvoorganger gesubsidieerde investering van nieuwbouw, vanuitbreiding of van verbouwing een principieel akkoord of een definitief principieel akkoord toestaan voor dezelfdegeplande infrastructuur of voor een deel ervan, zoals omschreven in het masterplan, op voorwaarde dat het gedeeltevan de geplande infrastructuur waarvoor een principieel akkoord of definitief principieel akkoord wordt gevraagd,verder bestemd blijft binnen de persoonsgebonden aangelegenheden,vermeld in het decreet van 2 juni 2006 totomvorming van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden tot een intern verzelfstan-digd agentschap met rechtspersoonlijkheid, en tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake deinfrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden. Bij zijn beslissing tot afwijking kan de minister rekeninghouden met functionele elementen, financiële elementen, de opname van de infrastructuur in een grotere ontwikkelingmet private of publieke partners, of met de realisatietermijn.

HOOFDSTUK 10. — Toezichtregeling en sancties

Art. 86. De bevoegde personeelsleden van de Vlaamse administratie, bevoegd voor het beleidsdomein waartoehet Fonds behoort, oefenen ter plaatse of op stukken toezicht uit op de naleving van de bouwfysische, technische enkwalitatieve normen, en op het gebruik van de gebouwen. De aanvrager verleent zijn medewerking aan de uitoefeningvan het toezicht. Hij bezorgt aan de personeelsleden, op hun eenvoudig verzoek, de nuttige stukken voor de uitvoeringvan de toezichtopdracht.

De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met de aanbesteding en de gunning, gedurendevijf jaar na de voorlopige oplevering of de eerste ingebruikname van de betreffende werken of leveringen te bewaren.Die documenten kunnen op elk moment worden gecontroleerd. Ze moeten voorgelegd worden aan de personeelsledenvan de Vlaamse administratie, bevoegd voor het beleidsdomein waartoe het Fonds behoort, als die daarom verzoeken.

35839MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 42: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met de verwantschapsband, vermeld in artikel 3en 4, te bezorgen aan het Fonds als dat erom verzoekt.

Art. 87. De concrete bestemming van het gesubsidieerde goed mag niet gewijzigd worden gedurende een periodedie minstens gelijk is aan de boekhoudkundige afschrijvingsduur van de investering en die, voor de onroerendegoederen, in elk geval minstens twintig jaar bedraagt, behalve na de uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming vande minister op verzoek van de aanvrager. De minister kan die toestemming alleen verlenen als het gesubsidieerde goedeen bestemming krijgt in het kader van de persoonsgebonden aangelegenheden, vermeld in artikel 5 van de bijzonderewet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, als die aangelegenheden vallen onder het beleidsdomeinwaartoe het Fonds behoort.

De aanvrager is ertoe gehouden, voor de roerende goederen, gedurende een periode die gelijk is aan deboekhoudkundige afschrijvingsduur van de investering, en voor de onroerende goederen, gedurende een periode vantwintig jaar, elke vervreemding van het gesubsidieerde goed of elke bezwaring van het gesubsidieerde goed metzakelijk recht aan de uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van de minister te onderwerpen. De vervreemdingkan in ieder geval niet worden toegestaan als het gesubsidieerde goed geen bestemming krijgt in het kader van depersoonsgebonden aangelegenheden, vermeld in artikel 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervormingder instellingen, als die aangelegenheden vallen onder het beleidsdomein waartoe het Fonds behoort.

Het gesubsidieerde goed moet als een goede huisvader beheerd en onderhouden worden gedurende een periodedie minstens gelijk is aan de boekhoudkundige afschrijvingsduur van de investering en die, voor de onroerendegoederen, in elk geval minstens twintig jaar bedraagt.

Art. 88. Bij overtreding van de bepalingen van artikel 86 en 87, eerste en tweede lid, zullen de verleendegebruikstoelagen worden teruggevorderd voor een bedrag, berekend naar rata van het op het ogenblik van deovertreding nog niet afgelopen gedeelte van de boekhoudkundige afschrijvingsduur van de investering en ook naarrata van het gedeelte van de subsidiabele oppervlakte van het gesubsidieerde goed dat een bestemmingswijzigingkrijgt, vervreemd wordt of bezwaard wordt met een zakelijk recht.

Als de aanvrager een onjuiste verklaring aflegt over de voorwaarden, vermeld in artikel 3 en 4, zullen degebruikstoelagen worden teruggevorderd die verleend zijn vanaf het ogenblik dat hij niet meer voldeed aan devoorwaarden.

Bij overtreding van de bepaling van artikel 87, derde lid, zal de minister de aanvrager aanmanen zich teconformeren aan die bepaling binnen een termijn die hij bepaalt. Als de aanvrager niet het nodige gevolg geeft aan dieaanmaning, zullen de verleende gebruikstoelagen worden teruggevorderd voor een bedrag, berekend naar rata van hetop het ogenblik van de overtreding nog niet afgelopen gedeelte van de boekhoudkundige afschrijvingsduur van deinvestering.

Als de aanvrager een gebruikstoelage heeft verkregen voor de uitvoering van zijn project en als dat project nietgerealiseerd wordt of niet leidt tot een uitbating binnen een redelijke uitvoeringstermijn, zullen de verleendegebruikstoelagen volledig worden teruggevorderd.

Als de aanvrager een gebruikstoelage heeft verkregen voor de uitvoering van zijn project en hij bij een bepaaldeopdracht in het kader van dat project de principes van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten en sommigeopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten niet heeft gerespecteerd, zullen, als er geen toepassingwerd gemaakt van artikel 84, de verleende gebruikstoelagen worden teruggevorderd naar rata van het aandeel van debetreffende opdracht in het geheel van het project.

HOOFDSTUK 11. — Slotbepalingen

Art. 89. Het decreet van 12 februari 2010 tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake deinfrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden treedt in werking op 1 juli 2011.

Art. 90. Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieveinvesteringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden,gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, 19 juni 2009, 24 juli 2009, 4 juni 2010 en 16 juli 2010,wordt opgeheven.

Art. 91. Er kunnen geen aanvragen voor subsidies overeenkomstig de subsidieregeling, vermeld in artikel 6 vanhet decreet van 23 februari 1994, meer worden ingediend en afgehandeld.

Art. 92. Dit besluit is onmiddellijk van toepassing op de dossiers waarvoor een aanvraag wordt ingediend vanafde inwerkingtreding van dit besluit.

Dit besluit is ook van toepassing op alle aanvragen die ingediend zijn onder de toepassing van het besluit van deVlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door hetVlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, en waarvoor op de datum van de inwerking-treding van dit besluit nog geen principieel akkoord is verkregen als vermeld in het voormelde besluit van de VlaamseRegering van 1 september 2006.

In afwijking van artikel 90, worden aanvragen waarvoor al een principieel akkoord is verkregen als vermeld in hetvoormelde besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringssubsi-dies verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, verder behandeldovereenkomstig het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 1 september 2006.

Met behoud van de toepassing van het derde lid, zijn artikel 85 tot en met 88 van dit besluit ook van toepassingop die aanvragen, vermeld in het derde lid.

Art. 93. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2011.

Art. 94. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor hetgezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 maart 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering,K. PEETERS

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,J. VANDEURZEN

35840 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 43: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

TRADUCTION

AUTORITE FLAMANDE

[2011/202871]F. 2011 — 154718 MARS 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand réglant les subventions d’investissement alternatives octroyées

par le ″Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden″ (Fonds flamand de l’infrastruc-ture affectée aux matières personnalisables)

Le Gouvernement flamand,

Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 87, § 1er, modifié par la loispéciale du 16 juillet 1993;

Vu le décret du 23 février 1994 relatif à l’infrastructure affectée aux matières personnalisables, notammentl’article 7bis, § 1er, alinéas premier et deux, insérés par le décret du 17 mars 2006 et modifié par le décret du12 février 2010, l’article 8, rétabli par le décret du 12 février 2010, l’article 10, alinéa deux, inséré par le décret du16 mars 1999 et modifié par le décret du 12 février 2010, l’article 11, § 2, alinéa deux, remplacé par le décret du2 juin 2006, et l’article 12, § 1er, alinéa trois, remplacé par le décret du 12 février 2010;

Vu le décret du 7 mai 2004 portant création de l’agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique″Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap″ (Agence flamande pour les Personnes handicapées),notamment l’article 7;

Vu le décret du 20 mars 2009 portant diverses dispositions relatives au domaine politique de l’Aide sociale, de laSanté publique et de la Famille, notamment l’article 7, alinéa deux, et l’article 8, alinéa deux;

Vu le décret du 12 février 2010 modifiant le décret du 23 février 1994 relatif à l’infrastructure affectée aux matièrespersonnalisables, notamment l’article 12;

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 1er septembre 2006 réglant les subventions alternatives d’investissementoctroyées par le ″Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden″ (Fonds flamand del’Infrastructure affectée aux matières personnalisables);

Vu l’accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 17 décembre 2010;Vu l’avis no 49 093/3 du Conseil d’Etat, rendu le 3 février 2011, en application de l’article 84, § 1er, alinéa premier,

1o, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973;Sur la proposition du Ministre flamand du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille;Après délibération,

Arrête :CHAPITRE 1er. — Définitions

Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :

1o agence ″Zorg en Gezondheid″ (Soins et Santé) : l’agence autonomisée interne sans personnalité juridique ″Zorgen Gezondheid″;

2o hôpital général : un hôpital, à l’exception des hôpitaux psychiatriques et des hôpitaux disposant exclusivementde services de traitement et de réadaptation fonctionnelle (indes Sp), en liaison ou non avec des servicesd’hospitalisation simple (index H), des services neuro-psychiatriques de traitement de patients adultes (index T), ou desservices gériatriques (index G);

3o indemnité de disponibilité : l’indemnité pour la conception, la construction, le financement et la mise à ladisposition d’une structure par un preneur d’ordre pour un demandeur, ou une autre indemnité dans ce sens. Lepaiement de cette indemnité est rendue dépendante des exigences de disponibilité minimales;

4o centre de court séjour : une structure telle que visée à l’article 30 du décret du 13 mars 2009 sur les Soins et leLogement;

5o centre de soins de jour : une structure telle que visée à l’article 25 du décret du 13 mars 2009 sur les Soins et leLogement;

6o décret du 23 février 1994 : le décret du 23 février 1994 relatif à l’infrastructure affectée aux matièrespersonnalisables;

7o fonction d’hospitalisation de jour : une entité reconnaissable dans le lieu d’implantation d’un hôpital, àl’exception d’un hôpital psychiatrique, où des prestations sont fournies telles que définies dans les articles y afférentsde la convention entre les institutions de soins et les établissements d’assurance, sans que ces prestations donnent lieuà un séjour à l’hôpital avec logement;

8o subvention-utilisation : une forme alternative de subvention d’investissement telle que visée à l’article 7bis dudécret du 23 février 1994;

9o centre local de services : une structure telle que visée à l’article 16 du décret du 13 mars 2009 sur les Soins et leLogement;

10o Ministre : le Ministre flamand ayant l’assistance aux personnes et la politique de la santé dans ses attributions;

11o preneur d’ordre : une personne morale qui met un partenariat de personnes morales ou une sociétécommerciale temporaire telle que visée à l’article 47 du Code des Sociétés qui conçoit, construit, finance une structureà la disposition d’un demandeur;

12o projet : l’objet de l’investissement envisagé, décrit dans le plan maître, pour lequel une subventiond’investissement ou une garantie d’investissement sont demandées;

13o maison de soins psychiatriques : une structure de soins psychiatriques telle que visée à l’article 170 de la loirelative aux hôpitaux et à d’autres établissements de soins, coordonnée le 10 juillet 2008;

14o hôpital psychiatrique : un hôpital telle que visé à l’article 3 de la loi relative aux hôpitaux et à d’autresétablissements de soins, coordonnée le 10 juillet 2008;

15o un centre régional de services : une structure telle que visée à l’article 20 du décret du 13 mars 2009 sur les Soinset le Logement;

16o maison de repos et de soins : une maison de repos et de soins telle que visée à l’article 170 de la loi relative auxhôpitaux et à d’autres établissements de soins, coordonnée le 10 juillet 2008;

35841MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 44: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

17o établissement de soins : un hôpital, une maison de repos et de soins, une maison de soins psychiatriques ouune fonction d’hospitalisation de jour dans un hôpital;

18o structures pour personnes âgées et structures dans le cadre des soins à domicile : un centre de services de soinset de logement, un centre de services régional, un centre de services local, un centre de soins de jour, ou un centre decourt séjour;

19o structure pour l’intégration sociale des personnes handicapées : l’une des structures, à l’exception des centresde revalidation et des centres pour troubles de développement tels que visés à l’arrêté du Gouvernement flamand du19 juin 2009 fixant la subvention d’investissement et les normes techniques et physiques de la construction pour lesstructures destinées aux personnes handicapées, si le montant total calculé et fixé, hors TVA et frais généraux, selon letype d’investissement, est supérieur à 80.000 euros, hors TVA et frais généraux, conformément aux dispositions del’arrêté susmentionné du 19 juin 2009. Ce montant de 80.000 euros est ajusté d’office annuellement au 1er janvier àl’indice de la construction, l’indice de base étant l’indice de la construction du 1er janvier 1994;

20o centre de services de soins et de logement : une structure telle que visée à l’article 37 du décret du 13 mars 2009sur les Soins et le Logement;

21o hôpital : une structure telle que visée à l’article 2 de la loi relative aux hôpitaux et à d’autres établissements desoins, coordonnée le 10 juillet 2008.

CHAPITRE 2. — Champ d’application

Art. 2. Le présent arrêté s’applique :

1o au secteur des établissements de soins;

2o au secteur des structures pour personnes âgées et des structures de soins à domicile;

3o 2o au secteur des structures pour l’intégration sociale des personnes handicapées.

En exécution de l’article 7bis du décret du 23 février 1994, le Fonds peut accorder aux demandeurs, dans les limitesdes crédits budgétaires, une subvention-utilisation aux conditions énoncées dans le décret du 23 février 1994 et dansle présent arrêté.

CHAPITRE 3. — Conditions générales de la procédure en vue d’obtenir subvention-utilisation

Art. 3. Le demandeur ne peut obtenir une subvention-utilisation que s’il remplit les conditions suivantes :

1o être agréé pour organiser des soins et services dans le cadre des matières personnalisables;

2o disposer d’un droit de jouissance du projet, visé à l’article 12, § 1er, alinéa trois du décret du 24 février 1994. Sile demandeur et le propriétaire ou le détenteur de droits réels sur le terrain sur lequel un projet est exécuté, sont deuxdifférentes personnes, il ne peut y avoir un parenté illégitime mutuelle, telle que visée à l’article 4.

Art. 4. § 1er. Le demandeur et le propriétaire du terrain sur lequel le projet est mis en œuvre ou le demandeur etle détenteur des droits réels du terrain sur lequel le projet est exécuté, sont supposer avoir un parenté illégitimemutuelle si le propriétaire du terrain ou le demandeur et le détenteur des droits réels du terrain est une personnephysique ou une société commerciale à personnalité juridique telle que visée à l’article 2, § 2, du Code des Sociétés, etsi l’un a la compétence directe ou indirecte de droit ou de fait d’exercer une influence décisive auprès de l’autre enmatière de la désignation de la majorité des membres de l’organe administratif ou de l’orientation politique.

§ 2. Le parenté illégitime s’appelle en droit et est censé irréfutable si :

1o le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain est en possession de la majorité des droitsde vote liés au total des droits de participation du demandeur;

2o le demandeur est en possession de la majorité des droits de vote liés au total des effets du propriétaire du terrainou le détenteur des droits réels sur le terrain;

3o la majorité des administrateurs du propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain, ou lesactionnaires du propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain, détient ou détiennent, à titrepersonnel, seuls ou ensembles, la majorité des droits de vote liés aux droits de participation du demandeur;

4o la majorité des administrateurs ou des membres du demandeur détient ou détiennent, à titre personnel, seulsou ensembles, la majorité des droits de vote liés aux effets du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réelssur le terrain;

5o le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain ou la majorité des administrateurs ouactionnaires ou ses ayant droits économiques a ou ont le droit de désigner ou de démettre la majorité desadministrateurs;

6o le demandeur ou la majorité de ses administrateurs ou membres ou ses ayant droits économiques a ou ont ledroit de désigner ou de démettre le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain;

7o le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain ou la majorité de ses administrateurs ouactionnaires ou ses ayant droits économiques dispose ou disposent, en vertu des statuts du demandeur ou en vertud’un contrat conclu, de la compétence d’exercer une influence décisive sur la désignation de la majorité de l’organeadministratif ou sur l’orientation politique;

8o le demandeur ou la majorité de ses administrateurs, membres ou ses ayant droits économiques dispose oudisposent, en vertu des statuts du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain ou en vertu d’uncontrat conclu, de la compétence d’exercer une influence décisive sur la désignation de la majorité de l’organeadministratif ou sur l’orientation politique;

9o le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain, ses administrateurs ou actionnaires ontfait valoir des droits de vote lors de l’avant-dernière et dernière assemblée générale qui représentent la majorité desdroits de vote liés aux actions représentées pendant ces assemblées générales;

10o le demandeur, ses administrateurs ou actionnaires ont fait valoir des droits de vote lors de l’avant-dernière etdernière assemblée générale du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain qui représententla majorité des droits de vote liés aux actions représentées pendant ces assemblées générales;

11o le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain et le demandeur sont sous une directioncentrale. Ils sont supposés être sous une direction centrale si :

a) la direction centrale résulte des statuts du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terraind’une part, et du demandeur d’autre part, ou d’un contrat entre toutes les parties concernées;

35842 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 45: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

b) les organes administratifs de respectivement le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur leterrain et du demandeur ainsi que de l’entité exerçant la direction générale, sont composés pour la majorité des mêmespersonnes;

c) la majorité des actions ou des droits d’adhésion du propriétaire du terrain, respectivement du détenteur desdroits réels sur le terrain et du demandeur ainsi que de l’entité exerçant la direction générale, est en main de la majoritédes mêmes personnes;

12o le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain exerce une influence directe ou indirectesignificative sur l’orientation de la politique du demandeur en prenant une participation d’au dix pourcent dansl’adhésion du demandeur;

13o le demandeur exerce une influence directe ou indirecte significative sur l’orientation de la politique dupropriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain en prenant une participation d’au moins dixpourcent dans le capital du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels;

14o les administrateurs ou les actionnaires du demandeur d’une part, et le propriétaire du terrain ou le détenteurdes droits réels sur le terrain ou ses administrateurs ou actionnaires d’autre part, sont des consanguins ou parentsjusqu’au deuxième degré ou des conjoints. Pour l’application de cette disposition, les personnes qui ont conclu uncontrat de vie commune légal sont assimilées à des conjoints. L’incompatibilité est censée s’arrêter à la suite du décèsde la personne qui l’a créée, du divorce ou de la cessation du contrat de vie commune légal.

§ 3. Pour l’application des cas, mentionnés dans le paragraphe 2, il n’est pas important :

1o que les administrateurs ou les actionnaires du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur leterrain d’une part, et les administrateurs ou les membres du demandeur d’autre part, agissent seuls ou ensembles. Saufpreuve du contraire, les personnes qui au même moment sont administrateur ou actionnaire du propriétaire du terrainou du détenteur des droits réels sur le terrain et administrateur ou membre du demandeur, sont supposés agirensembles;

2o que la parenté directe ou indirecte, avec interposition d’autres entités ou personnes intermédiaires, est réalisée;

3o que les droits de vote sont suspendus ou soumis à une limitation de la valeur de vote.

§ 4. La parenté illégitime peut en fait être supposée par le Fonds sur la base d’éléments autres que ceux mentionnésdans le paragraphe 2. Cette supposition es réfutable par le demandeur.

§ 5. Le Fonds dispose de la possibilité de demander, à n’importe quel stade de la procédure, des donnéescomplémentaires au demandeur sur la parenté entre le demandeur et le propriétaire du terrain ou le détenteur desdroits réels sur le terrain.

§ 6. Le Fonds dispose de la possibilité de demander, à n’importe quel stade de la procédure, des donnéescomplémentaires au demandeur sur la validité de son lien juridique avec le demandeur et le propriétaire du terrain oule détenteur des droits réels sur le terrain et sur la conformité marchande des indemnités basées sur ce lien juridique.

CHAPITRE 4. — Normes physiques de construction, techniques et qualitatives pour les investissements

Art. 5. Pour être éligible à la subvention-utilisation, l’investissement doit se réaliser ou avoir été réaliséconformément aux normes physiques de construction, techniques et qualitatives générales :

1o la réglementation sur la sécurité incendie;

2o la réglementation sur l’accès de personnes handicapées aux bâtiments accessibles au public;

3o la réglementation relative aux exigences et mesures de maintien en matière de performance énergétique et declimat intérieur et portant instauration d’un certificat de performance énergétique;

4o le Règlement général sur les Installations électriques;

5o les cahiers des charges type, établis par le Ministère flamand de la Mobilité et des Travaux publics;

6o la réglementation sur l’urbanisme et l’aménagement du territoire;

7o la réglementation sur les autorisations écologiques;

8o si d’application, la réglementation relative à l’intégration d’œuvres d’art dans les bâtiments des services publicset services y assimilés, et des établissements, associations et institutions subventionnées par les pouvoirs publics quirelèvent de la Communauté flamande.

Art. 6. Sans préjudice de l’application de l’article 5, pour être éligible à une subvention-utilisation, l’investisse-ment concernant un hôpital ou une fonction d’hospitalisation de jour, doit être réalisé ou avoir été réalisé conformémentaux normes physiques de construction, techniques et qualitatives spécifiques reprises dans les arrêtés pris en exécutiondes articles 58, 66 et 67 de la loi relative aux hôpitaux et à d’autres établissements de soins, coordonnée le 10 juillet 2008.

Art. 7. Sans préjudice de l’application de l’article 5, pour être éligible à une subvention-utilisation, l’investisse-ment concernant une maison de repos ou de soins ou une maison de soins psychiatriques, doit être réalisé ou avoir étéréalisé conformément aux normes physiques de construction, techniques et qualitatives spécifiques reprises dansl’articles 170 de la loi relative aux hôpitaux et à d’autres établissements de soins, coordonnée le 10 juillet 2008.

Art. 8. Sans préjudice de l’application de l’article 5, pour être éligible à une subvention-utilisation, l’investisse-ment concernant un centre de services de soins et de logement doit être réalisé ou avoir été réalisé conformément auxconditions d’agrément spécifiques, visées à l’annexe XII à l’arrêté du Gouvernement flamand du 24 juillet 2009 relatifà la programmation, aux conditions d’agrément et au régime de subventionnement des structures de services de soinset de logement et d’associations d’usagers et d’intervenants de proximité, notamment conformément aux conditionsrelatives aux soins et à la qualité des soins et de l’infrastructure.

Art. 9. Sans préjudice de l’application de l’article 5, pour être éligible à une subvention-utilisation, l’investisse-ment concernant un centre régional de services, un centre local de services, un centre de soins de jour ou un centre decourt séjour, doit être réalisé ou avoir été réalisé conformément aux conditions d’agrément spécifiques, visées auxannexes VI, VII, IX et XI à l’arrêté visé à l’article 8, notamment conformément aux conditions relatives à l’infrastructure.

Art. 10. Sans préjudice de l’application de l’article 5, pour être éligible à une subvention-utilisation, l’investisse-ment concernant une structure pour l’intégration sociale des personnes handicapées, doit être réalisé ou avoir été réalisédans un hôpital conformément aux normes physiques de construction, techniques et qualitatives spécifiques reprisespour chaque type de structure dans l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 juin 2009 fixant la subvention globaled’investissement et les normes techniques de construction pour les structures assurant l’intégration sociale despersonnes handicapées.

35843MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 46: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

CHAPITRE 5. — Les projets pour lesquels la subvention-utilisation sert de contribution directe au coût

Section 1re. — Champ d’application

Art. 11. Le présent chapitre s’applique aux projets pour lesquels la subvention-utilisation, visée à l’article 1er, 8o,sert de contribution directe au coût et pour lesquels le demandeur agit en tant que maître d’ouvrage ou, le cas échéant,acheteur en cas d’achat sans transformation auprès d’un centre local de services et pour lesquels les subventions-utilisations sont servent à contribuer directement au coût du projet.

Section 2. — La subvention-utilisation

Art. 12. Le Fonds peut décider annuellement, dans les limites des crédits budgétaires et suivant la procéduredéfinie dans le présent arrêté, de l’octroi d’une subvention-utilisation à un demandeur pour l’exécution de son projet.Cette décision peut être prise pendant vingt années consécutives.

Le montant de la subvention-utilisation qui peut être octroyée par le Fonds au cours d’une année déterminée, estcalculé en appliquant un coefficient au montant total calculé et déterminé à la date de l’ordre de commencement destravaux ou de la commande ou de la passation de l’acte original d’achat sans transformation auprès d’un centre deservices local, en fonction du type d’investissement, conformément aux dispositions de l’un des arrêtés suivants :

1o l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 juillet 2010 fixant la subvention d’investissement et les normestechniques et physiques de la construction pour les établissements de soins;

2o l’arrêté du Gouvernement flamand du 8 juin 1999 fixant la subvention globale de la subvention d’investissementet les normes techniques de la construction pour les structures pour personnes âgées et les structures des soins àdomicile;

3o l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 juin 2009 fixant la subvention d’investissement et les normestechniques et physiques de la construction pour les structures destinées aux personnes handicapées;

Le coefficient est fixé annuellement au mois de décembre par le Ministre, et calculé selon la formule suivante :coefficient = R/1 - (1/ (1 + R))20 dans laquelle R = taux d’intérêt de référence.

Le taux d’intérêt de référence est fixé annuellement par le domaine politique Finances et Budget sur la base d’uneOLO de dix ans, et correspond à la moyenne arithmétique des cotations pendant la période du 1er septembre au30 novembre inclus de l’année en question, majorée de quinze points de base. Le taux d’intérêt de référence ainsi obtenuest communiqué chaque année au Fonds par le domaine politique Finances et Budget au plus tard dans les cinqpremiers jours ouvrables du mois de décembre.

Le coefficient qui s’applique à un certain projet, est le coefficient qui s’applique à la date de l’ordre decommencement des travaux, de la commande ou de la passation de l’acte original d’achat sans transformation auprèsd’un centre de services local, en fonction du type d’investissement.

Section 3. — L’approbation d’un plan maître et l’obtention d’un accord de principe

Sous-section 1re. — Dispositions générales

Art. 13. Afin d’être éligible à une subvention-utilisation pour un projet déterminé, le demandeur doit disposerd’un plan maître approuvé par le Ministre, et d’un accord de principe du Ministre.

Toute demande d’approbation d’un plan maître et d’obtention d’un accord de principe pour un projet sera adresséeau Fonds, à l’exception de la demande dans la phase du plan stratégique en matière de soins, mentionnée à l’article 14qui est introduite auprès présentée à l’agence ″Zorg en Gezondheid″. En ce qui concerne le mode de transmission dedocuments par le demandeur au Fonds ou à l’agence ″Zorg en Gezondheid″, ou par le Fonds ou l’agence ″Zorg enGezondheid″ au demandeur, visés dans la présente section, le Ministre peut arrêter des dérogations aux règles, tenantcompte des moyens de communication les plus récents.

Pour un hôpital général, une structure pour personnes âgées et une structure de soins à domicile, la procédured’approbation d’un plan maître et d’obtention d’un accord de principe se déroule conformément aux dispositions desarticles 14 à 24 inclus, et des articles 30 à 33 inclus. Pour les autres structures, la procédure d’approbation d’un planmaître et d’obtention d’un accord de principe se déroule conformément aux dispositions des articles 25 à 33 inclus.

Sous-section 2. — Procédure pour un hôpital général, pour une structure pour personnes âgéeset pour une structure de soins à domicile.

Art. 14. Dans une première phase, le demandeur soumet à l’approbation un plan concernant les aspects d’ordrestratégique en matière de soins du plan maître. La demande d’approbation du plan stratégique en matière de soinscomprend :

1o pour un hôpital général : les actes, statuts ou documents nécessaires démontrant que demandeur est :

a) une administration locale ou provinciale;

b) une association sans but lucratif au sens de la loi du 27 juin 1921 relative aux associations sans but lucratif, auxassociations internationales sans but lucratif et aux fondations;

c) une institution régie par la loi du 12 août 1911 accordant la personnalité civile aux universités de Bruxelles et deLeuven, ou par le décret du 22 décembre 1995 portant modification de divers décrets relatifs à l’ ″UniversiteitAntwerpen″ et par le décret du 4 avril 2003 portant dispositions visant à créer une ″Universiteit Antwerpen″ et portantmodification décret du 22 décembre 1995 portant modification de divers décrets relatifs à l’ ″Universiteit Antwerpen″;

2o pour un centre de services de soins et de logement, un centre de soins de jour et un centre de court séjour : lesactes, statuts ou documents nécessaires démontrant que demandeur dispose de la forme juridique, visée à l’article 63,alinéa premier, du décret du 13 mars 2009 sur les Soins et le Logement;

3o pour un centre régional de services et un centre local de services : les actes, statuts ou documents nécessairesdémontrant que demandeur dispose de la forme juridique, visée à l’article 50 du décret du 13 mars 2009 sur les Soinset le Logement;

4o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur comprenant la décision d’approuveret de soumettre le plan stratégique en matière de soins, accompagné, en ce qui concerne un hôpital général, de l’avisdu conseil médical, visé à l’article 132 de la loi sur les hôpitaux coordonnée le 10 juillet 2008, et éventuellement de l’avisdu comité de coordination visé à l’article 13 de l’arrêté royal du 30 janvier 1989 fixant les normes complémentairesd’agrément des hôpitaux et services hospitaliers et précisant la définition des groupements d’hôpitaux et les normesparticulières qu’ils doivent respecter;

35844 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 47: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

5o le plan stratégique en matière de soins, contenant au moins les informations suivantes :

a) la situation actuelle sur le plan de l’offre de soins, de l’infrastructure, de la situation et des partenariats;

b) les perspectives relatives aux mêmes éléments et le rôle envisagé dans la région;

c) les arguments démontrant l’opportunité et la faisabilité de ces perspectives, sur la base d’une analyseapprofondie du contexte, accompagnée d’une projection des besoins d’aide et de l’offre de soins, d’une harmonisationavec les autres dispensateurs de soins dans la zone d’influence pertinente, et d’une auto-évaluation approfondie de laposition du demandeur;

d) les conditions à remplir afin de réaliser les perspectives envisagées;

e) une description de tous les investissements que le demandeur entend réaliser dans les dix prochaines années,une description du groupe cible et la capacité envisagée par unité.

Art. 15. La demande visée à l’article 14 peut être envoyée par lettre recommandée à la poste, ou transmise contrerécépissé au fonctionnaire mandaté. La demande est introduite en huit exemplaires.

Pour l’établissement du plan stratégique en matière de soins, le demandeur est tenu d’utiliser les modèles mis àsa disposition par l’Agence ″Zorg en Gezondheid″. Le demandeur peut faire usage des données mises à la dispositionpar l’Agence ″Zorg en Gezondheid″. L’Agence ″Zorg en Gezondheid″ peut demander des informations complémen-taires au demandeur.

Dans les quatorze jours calendaires de la réception de la demande d’approbation du plan stratégique en matièrede soins, L’Agence ″Zorg en Gezondheid″ envoie un accusé de réception au demandeur, indiquant si la demande estrecevable ou non, et, le cas échéant, indiquant la date de la réception de la demande recevable.

Une demande est recevable si les deux conditions suivantes sont remplies :

1o la demande est introduite selon le mode fixé aux alinéas premier et deux;

2o la demande comprend les documents requis, mentionnés à l’article 14.

Art. 16. L’Agence ″Zorg en Gezondheid″ établit une note d’évaluation. Dans les quarante jours calendaires de laréception de la demande recevable, l’Agence ″Zorg en Gezondheid″ envoie la note d’évaluation par lettre recommandéeau demandeur.

Le demandeur dispose d’un délai de quarante jours calendaires, à compter de la réception de la note d’évaluation,pour introduire une note de réaction auprès de l’Agence ″Zorg en Gezondheid″, ou pour annoncer à l’Agence ″Zorgen Gezondheid″ qu’il effectuera des adaptations approfondies de son plan stratégique en matière de soins. Si ledemandeur décide d’adapter le plan de manière approfondie, la procédure recommence depuis le début.

Art. 17. Dans les quinze jours calendaires de la réception de la note de réaction, ou si aucune note de réaction n’aété transmise dans le délai imparti, dans les quinze jours de l’expiration de ce délai, l’Agence ″Zorg en Gezondheid″transmet le dossier en question soit à la Commission ’Zorgstrategie’ (Stratégie en matière de soins) pour les hôpitauxgénéraux, soit à la Commission ’Zorgstrategie’ pour les structures pour personnes âgées et les structures des soins àdomicile. La commission compétente inscrit le dossier à l’ordre du jour. Le dossier est constitué du plan stratégique enmatière de soins, de la note d’évaluation et de la note de réaction éventuelle.

Art. 18. § 1er. Au sein de la Commission ’Zorgstrategie’, mentionnée à l’article 17, siègent trois membres interneset trois membre externes.

Les trois membres internes appartiennent à une agence du domaine politique du Bien-Être, de la Santé publiqueet de la Famille. Ils sont désignés par le Ministre.

Au sein de la Commission ’Zorgstrategie’ pour les hôpitaux généraux, un membre externe appartient au conseilconsultatif compétent pour le traitement de recours ou de moyens de défense en matière d’agrément de structures.Deux membres externes sont désignés en raison de leur expertise en matière de soins de santé.

Au sein de la ″Commission Zorgstrategie″ pour les structures destinées aux personnes âgées et les structures dansle cadre des soins à domicile, un membre externe appartient au conseil consultatif compétent pour le traitement derecours ou de moyens de défense en matière d’agrément des structures destinées aux personnes âgées et des structuresdans la cadre des soins à domicile. Deux membres externes sont désignés en raison de leur expertise en matière d’aideaux personnes âgées ou de soins à domicile.

En fonction des dossiers à traiter lors des réunions des Commissions ″Zorgstrategie″, les membres externes sontchoisis sur une liste approuvée par le Ministre.

§ 2. L’indemnité des membres externes est fixée par le Ministre et est à charge du budget de l’Agence ″Zorg enGezondheid″.

§ 3. Les Commissions ″Zorgstrategie″ visées à l’article 17 établissent un règlement d’ordre intérieur qui règle lefonctionnement, la désignation des membres externes et les incompatibilités. Le Ministre approuve le règlementd’ordre intérieur.

§ 4. L’Agence ″Zorg en Gezondheid″ assure le secrétariat des Commissions ’Zorgstrategie’ visées à l’article 17.L’Agence ″Zorg en Gezondheid″ fournit aux Commissions ’Zorgstrategie’ les informations nécessaires à leurfonctionnement.

Art. 19. Les Commissions ″Zorgstrategie″ visées à l’article 17 ont pour mission de conseiller le Ministre au sujetdes plans stratégiques en matière de soins soumis.

L’avis de la Commission ″Zorgstrategie″, conjointement avec le plan en matière de soins soumis, les notesd’évaluation et l’éventuelle note de réaction, est envoyé au Ministre dans les quinze jours calendaires de l’avis rendu.Le Ministre prend une décision d’approbation complète ou partielle ou de désapprobation du plan stratégique enmatière de soins dans les quinze jours calendaires de la réception de l’avis de la Commission de la Stratégie des Soins.La décision du Ministre est communiquée à l’Agence ″Zorg en Gezondheid″ et elle est envoyée par lettre recommandéeau demandeur.

Art. 20. Après l’approbation du plan stratégique en matière de soins, le demandeur peut, dans une deuxièmephase de la procédure d’approbation d’un plan maître et d’obtention d’un accord de principe, soumettre àl’approbation l’aspect technique et financier du plan maître et le projet en question au Fonds. Cette demande peut êtreenvoyée par lettre recommandée à la poste, ou transmise contre récépissé au fonctionnaire mandaté. La demande estintroduite en deux exemplaires.

35845MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 48: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 21. La demande, visée à l’article 20, comprend les documents suivants :

1o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur, comprenant la décisiond’approuver et de soumettre l’aspect technique et financier du plan maître et le projet en question;

2o la référence aux documents démontrant que les conditions énoncées à l’article 14, premier alinéa, 1o, 2o, of 3o,sont toujours remplies;

3o l’aspect technique et financier du plan maître et le projet concernée;

4o s’il s’agit d’un projet avec préfinancement sans accord de principe préalable, tel que visé à l’article 8 du décretdu 23 février 1994, les données dont il ressort que le demandeur dispose des moyens financiers nécessaires qui sontexigés en vue du préfinancement entier du projet;

5o une déclaration sur honneur, sur le projet qui fait l’objet d’une demande d’accord de principe, pour l’applicationde l’article 85.

Art. 22. Les documents visés à l’article 21, 3o, contiennent au moins les éléments suivants :

1o une description de l’infrastructure existante, portant une attention particulière à l’intérêt historique etarchitecturale, l’âge, la fonctionnalité, l’intensité de l’usage, la viabilité et l’efficience énergétique;

2o une description, à l’aide du plan stratégique en matière de soins approuvé par le Ministre, de tous lesinvestissements que le demandeur entend réaliser dans les dix prochaines années, une description du groupe cible etla capacité envisagée par unité, les différentes phases et les délais d’exécution envisagés avec estimation du coût;

3o une esquisse des travaux d’investissement envisagés;

4o un plan financier pour les investissements envisagés, détaillé pour le projet et, pour les demandeurs nonassujettis à l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 janvier 2006 relatif à la comptabilité et au rapport financier pourles structures dans certains secteurs du domaine politique Aide sociale, Santé publique et Famille, accompagné desderniers comptes annuels approuvés et, le cas échéant, du rapport du réviseur d’entreprise sur les comptes annuels;

5o si d’application, une répartition de l’investissement en parties de projet et leurs délais d’exécution respectifs.

Art. 23. Si la demande visée à l’article 20, a trait à des travaux, ladite demande doit comprendre, outre lesdocuments mentionnés aux articles 21 et 22, les documents suivants :

1o s’il tel est nécessaire suite à la nature des travaux, une attestation urbanistique ou, pour les demandes par despersonnes de droit public ou pour les actes d’intérêt général tels que visés à l’article 4.1.1.5o, du Code flamand del’Aménagement du Territoire du 15 mai 2009, un accord de l’instance octroyant les attestations sur la demande deprincipe;

2o un avis du service d’incendie compétent ou un rapport des pourparlers avec le service d’incendie compétent,signé par le demandeur et transmis pour information au service d’incendie compétent;

3o un avant-projet des plans à l’échelle 1/100, avec mention de l’éventuelle extension lors de projets futurs;

4o une note conceptuelle détaillée sur les aspects fonctionnels, physiques et techniques de la construction;

5o un rapport sur les suites donnés aux réunions de travail précédentes et aux recommandations des agences;

6o une estimation détaillée du projet;

7o le calcul de la superficie du projet;

8o le cas échéant, une attestation du sol conformément à la réglementation relative à l’assainissement du sol;

9o une preuve dont il ressort que le demandeur bénéficie d’un droit de jouissance tel que visé à l’article 12, § 1er,alinéa trois, du décret du 23 février 1994;

10o un programme initial d’exigences en matière de confort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux. Unprogramme d’exigences est un document de base fixant les objectifs et les exigences de prestation en matière de confortet d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux. Les valeurs limites de confort objectivement évaluables et les exigencestechniques spécifiques sont mentionnées par type de local. Le Ministre fixe les exigences minimales et les conditionsen matière de confort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux;

11o une lettre d’accord, signée par le demandeur, dans laquelle il souscrit au programme initial d’exigences etdésigne le coordinateur responsable de répondre aux exigences de performance objectivement évaluables en matière deconfort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux;

12o en vue du contrôle sur la parenté, visée aux articles 3 et 4, si le demandeur n’est pas le propriétaire du terrainou le détenteur des droits réels sur le terrain sur lequel le projet est envisagé, et sans préjudice de la possibilité du Fondsde demander des données complémentaires conformément à l’article 4, § § 5 et 6 :

a) le dernier compte annuel approuvé du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, sicelui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

b) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du demandeur, si celui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

c) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, si celui-ci ne doit pas êtredéposé à la Banque nationale de Belgique;

d) une déclaration dont l’original est signé par l’entier conseil d’administration du propriétaire du terrain ou dudétenteur des droits réels sur le terrain d’une part, et du demandeur d’autre part, qu’il n’existe pas de parenté illégitimeentre le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain et le propriétaire tel que visé auxarticles 3 et 4.

Art. 24. La demande, visée à l’article 20, ne peut avoir trait qu’à un achat, si ce dernier est suivi d’unetransformation. Dans ce cas, la promesse de vente ou le compromis à condition suspensive doit être joint à la demande.

En dérogation à l’alinéa premier, un achat sans transformation est possible auprès d’un centre régional de services.Dans ce cas, la demande, visée à l’article 20, doit en outre comprendre les documents suivants :

1o la promesse de vente ou le compromis à condition suspensive;

35846 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 49: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

2o le permis de bâtir et rapport de prévention incendie ayant trait au bâtiment à acheter. En cas de modificationde fonction du bâtiment concerné, la demande est complétée, en ce qui concerne l’affectation future, d’un avis duservice d’incendie compétent ou un rapport des pourparlers avec le service d’incendie compétent, signé par ledemandeur et transmis pour information au service d’incendie compétent;

3o les plans à l’échelle 1/100, avec mention de l’éventuelle extension lors de projets futurs;

4o une note conceptuelle sur les aspects fonctionnels, physiques et techniques de la construction;

5o un rapport sur les suites donnés aux réunions de travail précédentes et aux recommandations des agences;

6o une estimation du projet;

7o le calcul de la superficie du projet;

8o une attestation du sol conformément à la règlementation relative à l’assainissement du sol;

9o le programme d’exigences en matière de confort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux. Un programmed’exigences est un document de base fixant les objectifs et les exigences de prestation en matière de confort et d’usaged’énergie, d’eau et de matériaux. Le Ministre fixe les exigences minimales et les conditions en matière de confort etd’usage d’énergie, d’eau et de matériaux.

10o en vue du contrôle sur la parenté, visée aux articles 3 et 4, si le demandeur n’est pas le propriétaire du terrainou le détenteur des droits réels sur le terrain sur lequel le projet est envisagé, et sans préjudice de la possibilité du Fondsde demander des données complémentaires conformément à l’article 4, §§ 5 et 6 :

a) le dernier compte annuel approuvé du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, sicelui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

b) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du demandeur, si celui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

c) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, si celui-ci ne doit pas êtredéposé à la Banque nationale de Belgique;

d) une déclaration dont l’original est signé par l’entier conseil d’administration du propriétaire du terrain ou dudétenteur des droits réels sur le terrain d’une part, et du demandeur d’autre part, qu’il n’existe pas de parenté illégitimeentre le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain et le propriétaire tel que visé auxarticles 3 et 4.

Sous-section 3. — Procédure pour les autres structures

Art. 25. La demande d’approbation d’un plan maître et d’obtention d’un accord de principe est introduite par lesétablissements de soins, à l’exception de l’hôpital général, et par la structure d’intégration sociale des personneshandicapées, en deux exemplaires. Cette demande peut être envoyée par lettre recommandée à la poste, ou transmisecontre récépissé au fonctionnaire mandaté.

Art. 26. La demande visée à l’article 25 comprend les documents suivants :

1o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur, comprenant la décisiond’approuver et de soumettre le plan maître et le projet en question;

2o les actes, statuts ou documents nécessaires dont il ressort qu’en ce qui concerne sa forme de personnalitéjuridique le demandeur est éligible à un agrément dans son secteur;

3o le plan maître et le projet en question;

4o une déclaration sur honneur, sur le projet qui fait l’objet d’une demande d’accord de principe, pour l’applicationde l’article 85.

Art. 27. Les documents visés à l’article 26, 3o, contiennent au moins les éléments suivants :

1o une description de l’infrastructure existante, portant une attention particulière à l’intérêt historique etarchitecturale, l’âge, la fonctionnalité, l’intensité de l’usage, la viabilité et l’efficience énergétique;

2o une description de tous les investissements que le demandeur entend réaliser dans les dix prochaines années,une description du groupe cible et la capacité envisagée par unité, l’étalement en phases et les délais d’exécution prévusavec estimation des coûts..

3o une esquisse des travaux d’investissement;

4o un plan financier pour les investissements envisagés, détaillé pour le projet et, pour les demandeurs nonassujettis à l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 janvier 2006 relatif à la comptabilité et au rapport financier pourles structures dans certains secteurs du domaine politique Aide sociale, Santé publique et Famille, accompagné desderniers comptes annuels approuvés et, le cas échéant, du rapport du réviseur d’entreprise sur les comptes annuels;

5o si d’application, une répartition des investissements en des parties de projet et leurs délais d’exécutionrespectifs.

Art. 28. Si la demande visée à l’article 25, concerne les travaux, ladite demande doit comprendre, outre lesdocuments mentionnés aux articles 26 et 27, les documents suivants :

1o s’il tel est nécessaire suite à la nature des travaux, une attestation urbanistique ou, pour les demandes par despersonnes de droit public ou pour les actes d’intérêt général tels que visés à l’article 4.1.1.5o, du Code flamand del’Aménagement du Territoire du 15 mai 2009, un accord de l’instance octroyant les attestations sur la demande deprincipe;

2o un avis du service d’incendie compétent ou un rapport des pourparlers avec le service d’incendie compétent,signé par le demandeur et transmis pour information au service d’incendie compétent;

3o un avant-projet des plans à l’échelle 1/100, avec mention de l’éventuelle extension lors de projets futurs;

4o une note conceptuelle détaillée sur les aspects fonctionnels, physiques et techniques de la construction;

5o un rapport sur les suites donnés aux réunions de travail précédentes et aux recommandations des agences;

6o une estimation détaillée du projet;

7o le calcul de la superficie du projet;

35847MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 50: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

8o le cas échéant, une attestation du sol conformément à la réglementation relative à l’assainissement du sol;

9o une preuve dont il ressort que le demandeur bénéficie d’un droit de jouissance tel que visé à l’article 12, § 1er,alinéa trois, du décret du 23 février 1994;

10o un programme initial d’exigences en matière de confort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux. Unprogramme d’exigences est un document de base fixant les objectifs et les exigences de prestation en matière de confortet d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux. Les valeurs limites de confort objectivement évaluables et les exigencestechniques spécifiques sont mentionnées par type de local. Le Ministre fixe les exigences minimales et les conditionsen matière de confort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux;

11o une lettre d’accord, signée par le demandeur, dans laquelle il souscrit au programme initial d’exigences etdésigne le coordinateur responsable de répondre aux exigences de performance objectivement évaluables en matière deconfort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux;

12o en vue du contrôle sur la parenté, visée aux articles 3 et 4, si le demandeur n’est pas le propriétaire du terrainou le détenteur des droits réels sur le terrain sur lequel le projet est envisagé, et sans préjudice de la possibilité du Fondsde demander des données complémentaires conformément à l’article 4, §§ 5 et 6 :

a) le dernier compte annuel approuvé du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, sicelui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

b) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du demandeur, si celui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

c) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs ayant personnalité juridique dans le conseild’administration du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, si celui-ci ne doit pas êtredéposé à la Banque nationale de Belgique;

d) une déclaration dont l’original est signé par l’entier conseil d’administration du propriétaire du terrain ou dudétenteur des droits réels sur le terrain d’une part, et du demandeur d’autre part, qu’il n’existe pas de parenté illégitimeentre le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain et le propriétaire tel que visé auxarticles 3 et 4.

Art. 29. La demande, visée à l’article 25, ne peut avoir trait qu’à un achat, si ce dernier est suivi d’unetransformation. Dans ce cas, la promesse de vente ou le compromis à condition suspensive doit être joint à la demande.

Sous-section 4. — Examen et avis

Art. 30. § 1er. Le Fonds examine si la demande visée respectivement à l’article 20 ou 25, répond aux dispositionsapplicables des articles 20 à 24 inclus, ou des articles 25 à 29 inclus.

Dans les quatorze jours calendaires de la réception de la demande, le Fonds envoie un accusé de réception audemandeur, indiquant si la demande est recevable ou non, et le cas échéant indiquant la date de la réception de lademande recevable. La recevabilité implique que la demande remplit les exigences formelles mentionnées à l’alinéapremier.

§ 2. Dans les quatorze jours calendaires de la date de la réception de la demande recevable, le Fonds prend l’avis :

1o pour le secteur des établissements de soins et le secteur des structures pour personnes âgées et des structuresdes soins à domicile : de l’agence ″Zorg en Gezondheid″ sur les aspects de fond, entre autres sur :

a) les normes d’agrément;

b) les exigences de qualité;

c) la programmation;

d) le demandeur;

e) les priorités en ce qui concerne les demandes des différents demandeurs;

f) en ce qui concerne l’hôpital général, la structure pour personnes âgées et la structure des soins à domicile : dela conformité au plan stratégique en matière de soins approuvé;

2o pour le secteur des structures pour l’intégration sociale des personnes handicapées : de l’agence autonomiséeinterne dotée de la personnalité juridique ’Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap’ en ce qui concerneles aspects de fond, portant notamment sur :

a) les normes d’agrément;

b) les exigences de qualité;

c) la programmation;

d) le demandeur;

e) les priorités en ce qui concerne les demandes des différents demandeur.

3o d’un ou plusieurs fonctionnaires mis à la disposition du Fonds :

a) en ce qui concerne les aspects financiers, notamment l’incidence budgétaire sur le programme d’activité lors del’exploitation du projet, demandant également d’établir une estimation de l’éventuelle incidence budgétaire du projetsur les exercices budgétaires consécutifs;

b) en ce qui concerne la conformité aux normes techniques et physique de la construction, les aspects techniqueset l’estimation du coût et, s’il s’agit d’une demande d’acquisition d’immeubles, en ce qui concerne la valeur vénale desimmeubles;

c) en ce qui concerne le lien de parenté, visé aux articles 3 et 4;

§ 3. Les agences et les fonctionnaires, visés au § 2, peuvent demander des informations supplémentaires audemandeur. Ils remettent leur avis au Fonds dans les soixante jours calendaires de la réception de la demande d’avis.

Art. 31. Le Fonds convoque une commission de coordination au moins tous les deux mois. La commission decoordination se compose des représentants du Fonds et de l’agence autonomisée interne dont l’avis visé à l’article 30,§ 2 est demandé. L’Inspection des Finances est invitée à chaque réunion de la commission de coordination. Les avisémis conformément aux dispositions de l’article 30, §§ 2 et 3, sont mis à l’ordre du jour de la prochaine réunion de lacommission de coordination.

35848 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 51: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Cette commission a pour mission d’établir un avis en concertation portant sur l’approbation du plan maître et surl’octroi d’un accord de principe, et de transmettre cet avis au ministre.

Faute d’avis unanime, l’avis mentionne les différents points de vue.

Sous-section 5. — Décision relative au plan maître et à l’accord de principe et à la modification de l’accord de principe

Art. 32. § 1er. En cas d’avis favorable de la commission de coordination, visé à l’article 31, le Fonds soumet à lasignature du Ministre, dans les trente jours calendaires de l’avis, un projet de lettre contenant l’approbation du planmaître et l’octroi de l’accord de principe pour le projet en question.

Le Ministre décide de l’approbation du plan maître et de l’octroi de l’accord de principe.

§ 2. En cas d’avis défavorable de la commission de coordination, visée à l’article 31, le Fonds soumet à la signaturedu Ministre, dans les trente jours calendaires de l’avis, un projet de lettre expliquant de manière circonstanciée lesraisons pour lesquelles le plan maître ne peut pas être approuvé ou l’accord de principe pour le projet en question nepeut pas être octroyé.

Le Ministre décide de l’approbation du plan maître et de l’octroi de l’accord de principe.

§ 3. Faute de position unanime de la commission de coordination visée à l’article 31, l’avis visé à l’article 31, alinéatrois, est remis dans les trente jours calendaires au Ministre pour décision sur l’approbation du plan maître et l’octroid’un accord de principe pour le projet en question.

§ 4. Le demandeur est notifié par lettre recommandée de la décision motivée du Ministre.

§ 5. L’approbation du plan maître n’est pas un engagement de l’octroi d’un accord de principe pour tous les projetsrepris dans le plan maître.

§ 6. Un accord de principe implique que le projet du demandeur est en principe éligible à une subvention-utilisation. Un accord de principe mentionne notamment le plan maître et le projet en question, les remarqueséventuelles et la date à partir de laquelle l’accord est valable.

§ 7. Si le demandeur, dans le cadre d’un projet déterminé, a déjà entamé des travaux, passé une commande ou faitun achat sans disposer d’un accord de principe sur le projet, il n’est plus éligible à une subvention-utilisation pour leprojet en question.

§ 8. En ce qui concerne le projet, le demandeur doit donner l’ordre d’entamer les travaux, de passer la commandeou de passer l’acte authentique en cas d’achat sans transformation auprès d’un centre régional de services dans le deuxans de la date de l’accord de principe, sous peine d’échéance de l’accord de principe. Après avoir ordonné d’entamerles travaux ou avoir passé la commande ou avoir passé l’acte authentique précité, le demandeur remet sans tarder copiede l’ordre ou de la commande ou de l’acte authentique au Fonds.

§ 9. Si la subvention-utilisation a trait à différents éléments du projet, le Ministre peut déterminer préalablementet par projet le pourcentage de la subvention-utilisation qui est libéré par élément du projet.

Art. 33. Au plus tard nonante jours avant le commencement des travaux qui portent sur le projet, le demandeurpeut demander une modification de l’accord ce principe. Cette demande de modification est motivée de manièrecirconstanciée et comprend les documents modifiés par rapport à la demande relative à l’accord de principe initial. Lademande est envoyée au Fonds par lettre recommandée.

Dans les sept jours calendaires de la réception de la demande, le Fonds envoie un accusé de réception audemandeur, indiquant si la demande est recevable ou non, et le cas échéant indiquant la date de la réception de lademande recevable. La recevabilité implique que la demande remplit les exigences formelles mentionnées à l’alinéapremier.

Le Fonds prend l’avis :

1o pour le secteur des établissements de soins et le secteur des structures pour personnes âgées et des structuresdes soins à domicile : de l’agence autonomisée interne sans personnalité juridique ″Zorg en Gezondheid″;

2o pour le secteur des structures pour l’intégration sociale des personnes handicapées : de l’agence autonomiséeinterne dotée de la personnalité juridique ″Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap″ (Agence flamandepour les Personnes handicapées);

3o d’un ou plusieurs fonctionnaires mis à la disposition du Fonds.

Après l’avis de la commission de coordination visée à l’article 31, le Ministre décide de la demande de modificationde l’accord de principe dans les soixante jours calendaires de la date de la réception de demande recevable.

Le demandeur est notifié par lettre recommandée soit de l’accord du Ministre, soit de la décision négative.

Si, dans le cadre de la procédure de modification de l’accord de principe, le demandeur, dans le cadre d’un projetdéterminé, a déjà entamé des travaux, passé une commande ou fait un achat sans disposer de l’accord du Ministre surla demande de modification de l’accord de principe sur le projet, il n’est plus éligible à une subvention-utilisation pourle projet en question.

Même en cas d’un accord de principe modifié, le demandeur est tenu de donner l’ordre d’entamer les travaux oude passer l’ordre en ce qui concerne le projet, dans les deux ans de la date de l’accord de principe initial, sinon l’accordde principe modifié échoit. Après avoir ordonné d’entamer les travaux ou passé la commande, le demandeur remetsans tarder copie de l’ordre ou de la commande au Fonds.

Section 4. — Demande de la subvention-utilisation, décision et paiement

Sous-section 1re. — Généralités

Art. 34. Après réception de l’accord de principe ou, le cas échéant, de l’accord du Ministre avec la modificationde l’accord de principe, le demandeur peut, par lettre recommandée, introduire une première demande d’octroi d’unesubvention-utilisation auprès du Fonds. Cette première demande peut au plus tôt être introduite pendant l’annéesuivant l’année pendant laquelle le demandeur a donner l’ordre d’entamer les travaux, pendant laquelle il a passé lacommande ou pendant laquelle l’acte authentique a été passé en cas d’achat sans transformation auprès d’un centrerégional de services.

Si le demandeur a déjà transmis certains documents au Fonds, les mêmes documents ne doivent plus être jointsà sa demande dans les années suivantes. En ce qui concerne le mode de transmission de documents par le demandeurau Fonds ou par le Fonds au demandeur, visés dans la présente section, le Ministre peut arrêter des dérogations auxrègles, tenant compte des moyens de communication les plus récents.

35849MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 52: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Sous-section 2. — Procédure de demande et examen

Art. 35. Une demande d’une subvention-utilisation contient les documents suivants :

1o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur comprenant la décision dedemander une subvention-utilisation pour l’année en question;

2o un rapport du demandeur concernant la note conceptuelle détaillée sur les aspects fonctionnels, physiques ettechniques de la construction, avec mention des éventuelles modifications par rapport à la note conceptuelle initiale;

3o un programme définitif d’exigences en matière de confort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux;

4o un rapport de toutes les modifications éventuelles par rapport aux dossiers tels que construits;

5o un rapport du respect continué des objectifs, exigences de prestations et de spécifications d’exécution technique,visées au programme définitif des exigences;

6o en ce qui concerne les demandes auxquelles s’appliquent les articles 74 à 83 inclus, un document signé par ledemandeur reprenant une déclaration sur la mesure dans laquelle sa demande répond aux normes mentionnées auxarticles 74 à 83 inclus;

7o en ce qui concerne les demandes pour lesquelles le demandeur n’est pas le propriétaire du terrain ou ledétenteur des droits réels sur le terrain sur lequel le projet est envisagé, une déclaration complémentaire du demandeurqu’il ne se trouve pas dans une situation d’une parenté illégitime telle que visée aux articles 3 et 4;

8o une preuve dont il ressort que le demandeur bénéficie d’un droit de jouissance tel que visé à l’article 12, § 1er,alinéa trois, du décret du 23 février 1994.

En dérogation à l’alinéa premier, la demande d’une subvention-utilisation pour un achat sans transformation d’uncentre local de services comprend les documents suivants :

1o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur comprenant la décision dedemander une subvention-utilisation pour l’année en question;

2o un rapport du demandeur des modifications éventuelles par rapport à la note conceptuelle originale;

3o un programme actualisé d’exigences en matière de confort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux;

4o un rapport de toutes les modifications éventuelles par rapport aux dossiers tels que construits;

5o un rapport du respect continué des objectifs, exigences de prestations et de spécifications d’exécution technique,visées au programme des exigences;

6o en ce qui concerne les demandes auxquelles s’appliquent l’article 77, un document signé par le demandeurreprenant une déclaration sur la mesure dans laquelle sa demande répond aux normes mentionnées à l’article 77;

7o en ce qui concerne les demandes pour lesquelles le demandeur n’est pas le propriétaire du terrain ou ledétenteur des droits réels sur le terrain sur lequel le projet est envisagé, une déclaration complémentaire du demandeurqu’il ne se trouve pas dans une situation d’une parenté illégitime telle que visée aux articles 3 et 4;

8o une preuve dont il ressort que le demandeur bénéficie d’un droit de jouissance tel que visé à l’article 12, § 1er,alinéa trois, du décret du 23 février 1994.

Dans les dix jours calendaires de la réception de la demande, le Fonds envoie un accusé de réception audemandeur, indiquant si la demande est recevable ou non, et le cas échéant indiquant la date de la réception de lademande recevable. La recevabilité implique que la demande remplit les exigences formelles mentionnées à l’alinéapremier ou à alinéa deux.

Art. 36. § 1er. En ce qui concerne le secteur des structures pour personnes âgées et des structures pour soins àdomicile, le Fonds demande, lors de la première demande d’une subvention-utilisation, dans les dix jours calendairesaprès la réception de la demande recevable telle que visée à l’article 35, l’avis de l’agence ″Zorg en Gezondheid″ sur :

1o le fait d’être ou de ne pas être agréé pour organiser des soins et services concernés;

2o la conformité à l’accord de principe;

3o le respect des normes qui s’appliquent au demandeur visé aux articles 8 et 9.

§ 2. En ce qui concerne le secteur des structures pour l’intégration de personnes handicapées, le Fonds demande,lors de la première demande d’une subvention-utilisation, dans les dix jours calendaires après la réception de lademande recevable telle que visée à l’article 35, l’avis de l’agence autonomisée interne à personnalité juridique ″VlaamsAgentschap voor Personen met een Handicap″ sur :

1o le fait d’être ou de ne pas être agréé pour organiser des soins et services concernés;

2o la conformité à l’accord de principe;

3o le respect des normes qui s’appliquent au demandeur visé à l’article 10.

§ 3. En ce qui concerne le secteur des structures de soins, le Fonds demande, lors de la première demande d’unesubvention-utilisation, dans les dix jours calendaires après la réception de la demande recevable telle que visée àl’article 35, l’avis de l’agence ″Zorg en Gezondheid″ sur :

1o le fait d’être ou de ne pas être agréé pour organiser des soins et services concernés;

2o la conformité à l’accord de principe;

3o le respect des normes qui s’appliquent au demandeur visé aux articles 6 et 7.

4o le respect des normes spécifiques relatives au degré d’occupation, visé aux articles 80, 81 et 82.

A chaque demande d’une subvention-utilisation à partir de la mise en service, il est seulement demandé un avisconcernant les normes spécifiques relatives au degré d’occupation, visé aux articles 80, 81 et 82.

§ 4. Le Fonds peut complémentairement prendre l’avis d’un ou plusieurs fonctionnaires mis à la disposition duFonds ou d’un ou plusieurs experts externes, la rémunération de ces experts externes étant à charge du budget duFonds, sur :

1o les aspects financiers;

2o la conformité à l’accord de principe et sur la conformité aux normes visées aux articles 5, 6, 7, 8, 9 et 10, qui sontd’application pour l’initiateur en question, et sur le respect des principes de la législation relative aux marchés publicset à certains marchés de travaux, de fournitures et de services;

35850 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 53: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

3o le contrôle sur le lien de parenté, visé aux articles 3 et 4.

§ 5. Les agences, les fonctionnaires et les experts externes visés au présent article, peuvent demander desinformations supplémentaires au demandeur. Leur avis est établi sur base d’un examen sur place ou sur la base dedocuments.

Lors d’une visite sur place, le demandeur présente les documents suivants disponibles du projet pourconsultation :

1o le procès-verbal de l’ouverture des soumissions;

2o toutes les offres;

3o les rapports du contrôle des offres;

4o le choix de l’entrepreneur ou du fournisseur, motivé par le demandeur;

5o les cahiers des charges;

6o une copie du procès-verbal de la réception provisoire;

7o une copie des décomptes finaux et des dossiers tels que construits;

8o une preuve du paiement de l’œuvre d’art ou des œuvres d’art en cas d’application de la réglementation relativeà l’intégration d’œuvres d’art dans les bâtiments des services publics et services y assimilés, et des établissements,associations et institutions qui relèvent de la Communauté flamande.

S’il est renoncé à une visite sur place, les agences, les fonctionnaires et les experts externes, visés au présent article,peuvent faire envoyer par le demandeur les documents disponibles relatifs au projet.

Art. 37. Les avis mentionnés à l’article 36, sont transmis au Fonds dans les quarante jours calendaires de laréception de la demande d’avis. Lors de la première demande d’une subvention-utilisation et pour les dossiers quin’ont pas encore fait l’objet d’un octroi de subventions d’utilisation, le Ministre décide de l’octroi ou non d’unesubvention-utilisation. A cet effet, le Fonds soumet au Ministre un projet de décision dans les trente jours calendairesde la réception des avis. Lors des autres demandes, le membre du personnel chargé de la direction générale du Fondsdécide de l’octroi d’une subvention-utilisation.

Sous-section 3. — Décision sur la subvention-utilisation et paiement

Art. 38. Le demandeur est notifié par lettre recommandée de la décision relative à l’octroi d’une subvention-utilisation.

Après la signature de la décision d’octroi d’une subvention-utilisation, le Fonds engage la subvention-utilisationau nom du demandeur et exécute le paiement.

CHAPITRE 6. — Les projets pour lesquels la subvention-utilisation sert de contribution indirecte au coût

Section 1re. — Champ d’application

Art. 39. Le présent chapitre s’applique aux projets pour lesquels la subvention-utilisation, visés à l’article 1er, 8o,sert de contribution indirecte au coût, et lesquels le demandeur n’agit pas en tant que maître d’ouvrage et pour lesquelsles subventions-utilisation sont utilisées par le demandeur comme contribution à l’indemnité de disponibilité, telle quevisée à l’article 1er, 3o.

Section 2. — La subvention-utilisation

Art. 40. Le Fonds peut décider annuellement, dans les limites des crédits budgétaires et suivant la procéduredéfinie dans le présent arrêté, de l’octroi d’une subvention-utilisation à un demandeur pour l’exécution de son projet.Cette décision peut être prise pendant vingt années consécutives.

Le montant de la subvention-utilisation qui peut être octroyée par le Fonds au cours d’une année déterminée, estcalculé en appliquant un coefficient au montant total calculé et déterminé à la date de l’accord de principe définitif, viséà l’article 48, § 2, en fonction du type d’investissement, conformément aux dispositions de l’un des arrêtés suivants :

1o l’arrêté du Gouvernement flamand du 16 juillet 2010 fixant la subvention d’investissement et les normestechniques et physiques de la construction pour les établissements de soins;

2o l’arrêté du Gouvernement flamand du 8 juin 1999 fixant la subvention globale de la subvention d’investissementet les normes techniques de la construction pour les structures pour personnes âgées et les structures des soins àdomicile;

3o l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 juin 2009 fixant la subvention d’investissement et les normestechniques et physiques de la construction pour les structures destinées aux personnes handicapées;

Le coefficient est fixé annuellement au mois de décembre par le Ministre, et calculé selon la formule suivante :coefficient = [R/1 - (1/ (1 + R))20, dans laquelle R = taux d’intérêt de référence.

Le taux d’intérêt de référence est fixé annuellement par le domaine politique Finances et Budget sur la base d’uneOLO de dix ans, et correspond à la moyenne arithmétique des cotations pendant la période du 1er septembre au30 novembre inclus de l’année en question, majorée de quinze points de base. Le taux d’intérêt de référence ainsi obtenuest communiqué chaque année au Fonds par le domaine politique Finances et Budget au plus tard dans les cinqpremiers jours ouvrables du mois de décembre.

Le coefficient qui s’applique à un tel projet est le coefficient qui s’applique à la date de l’accord de principe définitif.

Section 3. — L’approbation d’un plan maître et l’obtention d’un accord de principe provisoire et définitif

Sous-section 1re. — Dispositions générales

Art. 41. Afin d’être éligible à une subvention-utilisation pour un projet déterminé, le demandeur doit disposerd’un plan maître approuvé par le Ministre, et d’un accord de principe définitif du Ministre.

Toute demande d’approbation d’un plan maître et d’obtention d’un accord de principe pour un projet déterminésera adressée au Fonds, à l’exception de la demande dans la phase du plan stratégique en matière de soins, mentionnéeà l’article 42 qui est introduite auprès présentée à l’agence ″Zorg en Gezondheid″. En ce qui concerne le mode detransmission de documents par le demandeur au Fonds ou à l’agence ″Zorg en Gezondheid″, ou par le Fonds oul’agence ″Zorg en Gezondheid″ au demandeur, visés dans la présente section, le Ministre peut arrêter des dérogationsaux règles, tenant compte des moyens de communication les plus récents.

35851MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 54: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Pour un hôpital général, pour une structure pour personnes âgées et une structure de soins à domicile, la procédured’approbation d’un plan maître et d’obtention d’un accord de principe se déroule conformément aux dispositions desarticles 42 à 53 inclus, et des articles 60 à 62 inclus. Pour les autres structures, la procédure d’approbation d’un planmaître et d’obtention d’un accord de principe se déroule conformément aux dispositions des articles 54 à 62 inclus.

Sous-section 2. — Procédure pour les hôpitaux généraux et pour les structures pour personnes âgées et les structuresde soins à domicile

Art. 42. Dans une première phase, le demandeur soumet à l’approbation un plan concernant les aspects d’ordrestratégique en matière de soins du plan maître. La demande d’approbation du plan stratégique en matière de soinscomprend :

1o pour un hôpital général : les actes, statuts ou documents nécessaires démontrant que demandeur est :

a) une administration locale ou provinciale;

b) une association sans but lucratif au sens de la loi du 27 juin 1921 relative aux associations sans but lucratif, auxassociations internationales sans but lucratif et aux fondations;

c) une institution régie par la loi du 12 août 1911 accordant la personnalité civile aux universités de Bruxelles et deLeuven, ou par le décret du 22 décembre 1995 portant modification de divers décrets relatifs à l’ ″UniversiteitAntwerpen″ et par le décret du 4 avril 2003 portant dispositions visant à créer une ″Universiteit Antwerpen″ et portantmodification décret du 22 décembre 1995 portant modification de divers décrets relatifs à l’ ″Universiteit Antwerpen″;

2o pour un centre de services de soins et de logement, un centre de soins de jour et un centre de court séjour : lesactes, statuts ou documents nécessaires démontrant que demandeur dispose de la forme juridique, visée à l’article 63,alinéa premier, du décret du 13 mars 2009 sur les Soins et le Logement;

3o pour les centres régionaux de services et les centres locaux de services : les actes, statuts ou documentsnécessaires démontrant que demandeur dispose de la forme juridique, visée à l’article 50 du décret du 13 mars 2009 surles Soins et le Logement;

4o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur comprenant la décision d’approuveret de soumettre le plan stratégique en matière de soins, accompagné, en ce qui concerne les hôpitaux généraux, de l’avisdu conseil médical, visé à l’article 132 de la loi sur les hôpitaux et autres structures de soins, coordonnée le10 juillet 2008, et éventuellement de l’avis du comité de coordination visé à l’article 13 de l’arrêté royal du30 janvier 1989 fixant les normes complémentaires d’agrément des hôpitaux et services hospitaliers et précisant ladéfinition des groupements d’hôpitaux et les normes particulières qu’ils doivent respecter;

5o le plan stratégique en matière de soins, contenant au moins les informations suivantes :

a) la situation actuelle sur le plan de l’offre de soins, de l’infrastructure, de la situation et des partenariats;

b) les perspectives relatives aux mêmes éléments et le rôle envisagé dans la région;

c) les arguments démontrant l’opportunité et la faisabilité de ces perspectives, sur la base d’une analyseapprofondie du contexte, accompagnée d’une projection des besoins d’aide et de l’offre de soins, d’une harmonisationavec les autres dispensateurs de soins dans la zone d’influence pertinente, et d’une auto-évaluation approfondie de laposition du demandeur;

d) les conditions à remplir afin de réaliser les perspectives envisagées;

e) une description de tous les investissements que le demandeur entend réaliser dans les dix prochaines années,une description du groupe cible et la capacité envisagée par unité.

Art. 43. La demande visée à l’article 42 peut être envoyée par lettre recommandée à la poste, ou transmise contrerécépissé au fonctionnaire mandaté. La demande est introduite en huit exemplaires.

Pour l’établissement du plan stratégique en matière de soins, le demandeur est tenu d’utiliser les modèles mis àsa disposition par l’Agence ″Zorg en Gezondheid″. Le demandeur peut faire usage des données mises à la dispositionpar l’Agence ″Zorg en Gezondheid″. L’Agence ″Zorg en Gezondheid″ peut demander des informations complémen-taires au demandeur.

Dans les quatorze jours calendaires de la réception de la demande d’approbation du plan stratégique en matièrede soins, l’agence ″Zorg en Gezondheid″ envoie un accusé de réception au demandeur, indiquant si la demande estrecevable ou non, et le cas échéant indiquant la date de la réception de la demande recevable.

Une demande est recevable si les conditions suivantes sont remplies :

1o la demande est introduite selon le mode fixé aux alinéas premier et deux;

2o la demande comprend les documents requis, mentionnés à l’article 42.

Art. 44. L’Agence ″Zorg en Gezondheid″ établit une note d’évaluation. Dans les quarante jours calendaires de laréception de la demande recevable, l’Agence ″Zorg en Gezondheid″ envoie la note d’évaluation par lettre recommandéeau demandeur.

Le demandeur dispose d’un délai de quarante jours calendaires, à compter de la réception de la note d’évaluation,pour introduire une note de réaction auprès de l’Agence ″Zorg en Gezondheid″, ou pour annoncer à l’Agence ″Zorgen Gezondheid″ qu’il effectuera des adaptations approfondies de son plan stratégique en matière de soins. Si ledemandeur décide d’adapter le plan de manière approfondie, la procédure recommence depuis le début.

Art. 45. Dans les quinze jours calendaires de la réception de la note de réaction, ou si aucune note de réaction n’aété transmise dans le délai imparti, dans les quinze jours de l’expiration de ce délai, l’Agence ″Zorg en Gezondheid″transmet le dossier en question soit à la Commission ’Zorgstrategie’ (Stratégie en matière de soins) pour les hôpitauxgénéraux, soit à la Commission ’Zorgstrategie’ pour les structures pour personnes âgées et les structures des soins àdomicile. La commission compétente inscrit le dossier à l’ordre du jour. Le dossier est constitué du plan stratégique enmatière de soins, de la note d’évaluation et de la note de réaction éventuelle.

Art. 46. § 1er. Au sein de la Commission ’Zorgstrategie’, mentionnée à l’article 45, siègent trois membres interneset trois membre externes.

Les trois membres internes appartiennent à une agence du domaine politique du Bien-Être, de la Santé publiqueet de la Famille. Ils sont désignés par le Ministre.

35852 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 55: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Au sein de la Commission ’Zorgstrategie’ pour les hôpitaux généraux, un membre externe appartient au conseilconsultatif compétent pour le traitement de recours ou de moyens de défense en matière d’agrément de structures.Deux membres externes sont désignés en raison de leur expertise en matière de soins de santé.

Au sein de la ″Commission Zorgstrategie″ pour les structures destinées aux personnes âgées et les structures dansle cadre des soins à domicile, un membre externe appartient au conseil consultatif compétent pour le traitement derecours ou de moyens de défense en matière d’agrément des structures destinées aux personnes âgées et des structuresdans la cadre des soins à domicile. Deux membres externes sont désignés en raison de leur expertise en matière d’aideaux personnes âgées ou de soins à domicile.

En fonction des dossiers à traiter lors des réunions des Commissions ″Zorgstrategie″, les membres externes sontchoisis sur une liste approuvée par le Ministre.

§ 2. L’indemnité des membres externes est fixée par le Ministre et est à charge du budget de l’Agence ″Zorg enGezondheid″.

§ 3. Les Commissions ″Zorgstrategie″ visées à l’article 45 établissent un règlement d’ordre intérieur qui règle lefonctionnement, la désignation des membres externes et les incompatibilités. Le Ministre approuve le règlementd’ordre intérieur.

§ 4. L’Agence ″Zorg en Gezondheid″ assure le secrétariat des Commissions ’Zorgstrategie’ visées à l’article 45.L’Agence ″Zorg en Gezondheid″ fournit aux Commissions ’Zorgstrategie’ les informations nécessaires à leurfonctionnement.

Art. 47. Les Commissions ″Zorgstrategie″ visées à l’article 45 ont pour mission de conseiller le Ministre au sujetdes plans stratégiques en matière de soins soumis.

L’avis de la Commission ″Zorgstrategie″, conjointement avec le plan en matière de soins soumis, les notesd’évaluation et l’éventuelle note de réaction, est envoyé au Ministre dans les quinze jours calendaires de l’avis rendu.Le Ministre prend une décision d’approbation complète ou partielle ou de désapprobation du plan stratégique enmatière de soins dans les quinze jours calendaires de la réception de l’avis de la Commission de la Stratégie des Soins.La décision du Ministre est communiquée à l’Agence ″Zorg en Gezondheid″ et elle est envoyée par lettre recommandéeau demandeur.

Art. 48. § 1er. Après l’approbation du plan stratégique en matière de soins, le demandeur peut, dans une suivantephase de la procédure d’approbation d’un plan maître et d’obtention d’un accord de principe provisoire, soumettre àl’approbation l’aspect technique et financier du plan maître et le projet en question. Cette demande peut être envoyéepar lettre recommandée à la poste, ou transmise contre récépissé au fonctionnaire mandaté. La demande est introduiteen deux exemplaires.

§ 2. Après obtention de l’approbation de l’aspect technique et financier du plan maître et après l’obtention del’accord de principe provisoire pour le projet concerné, le demandeur peut demander l’accord de principe définitif pourle projet concerné. Cette demande peut être envoyée par lettre recommandée à la poste, ou transmise contre récépisséau fonctionnaire mandaté. La demande est introduite en deux exemplaires.

Art. 49. La demande, visée à l’article 48, § 1er, comprend les documents suivants :

1o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur, comprenant la décisiond’approuver et de soumettre l’aspect technique et financier du plan maître et le projet en question;

2o la référence aux documents démontrant que les conditions énoncées à l’article 42, alinéa premier, 1o, 2o, of 3o,sont toujours remplies;

3o l’aspect technique et financier du plan maître et le projet concernée;

4o s’il s’agit d’un projet avec préfinancement sans accord de principe préalable, tel que visé à l’article 8 du décretdu 23 février 1994, les données dont il ressort que le demandeur dispose des moyens financiers nécessaires qui sontexigés en vue du préfinancement entier du projet;

5o une déclaration sur honneur, sur le projet qui fait l’objet d’une demande d’accord de principe, pour l’applicationde l’article 85.

Art. 50. Les documents visés à l’article 49, 3o, contiennent au moins les éléments suivants :

1o une description de l’infrastructure existante, portant une attention particulière à l’intérêt historique etarchitecturale, l’âge, la fonctionnalité, l’intensité de l’usage, la viabilité et l’efficience énergétique;

2o une description, à l’aide du plan stratégique en matière de soins approuvé par le Ministre, de tous lesinvestissements que le demandeur entend réaliser dans les dix prochaines années, une description du groupe cible etla capacité envisagée par unité, les différentes phases et les délais d’exécution envisagés avec estimation du coût;

3o une description des travaux d’investissement envisagés;

4o un plan financier pour les investissements envisagés, détaillé pour le projet et, pour les demandeurs nonassujettis à l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 janvier 2006 relatif à la comptabilité et au rapport financier pourles structures dans certains secteurs du domaine politique Aide sociale, Santé publique et Famille, accompagné desderniers comptes annuels approuvés et, le cas échéant, du rapport du réviseur d’entreprise sur les comptes annuels.

Art. 51. S’il s’agit d’une demande d’obtention d’un accord de principe provisoire telle que visée à l’article 48, § 1er,qui a trait aux travaux, cette demande doit comprendre, outre les documents visés aux articles 49 et 50, les documentssuivants :

1o une note conceptuelle relative aux concepts fonctionnels, y compris les spécifications d’exécution;

2o une estimation du coût de la construction du projet;

3o une estimation de la superficie du projet;

4o une estimation de l’indemnité de disponibilité annuelle et la période pendant laquelle cette dernière est due parle demandeur;

5o en vue du contrôle sur la parenté, visée aux articles 3 et 4, si le demandeur n’est pas le propriétaire du terrainou le détenteur du droit réel sur le terrain sur lequel le projet est envisagé, et sans préjudice de la possibilité du Fondsde demander des données complémentaires conformément à l’article 4, §§ 5 et 6 :

a) le dernier compte annuel approuvé du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, sicelui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

35853MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 56: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

b) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du demandeur, si celui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

c) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, si celui-ci ne doit pas êtredéposé à la Banque nationale de Belgique;

d) une déclaration dont l’original est signé par l’entier conseil d’administration du propriétaire du terrain ou dudétenteur des droits réels sur le terrain d’une part, et du demandeur d’autre part, qu’il n’existe pas de parenté illégitimeentre le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain et le propriétaire tel que visé auxarticles 3 et 4.

Art. 52. S’il s’agit d’une demande d’obtention d’un accord de principe définitif telle que visée à l’article 48, § 2,qui a trait aux travaux, cette demande doit comprendre les documents suivants :

1o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur comprenant la décision dedemander une subvention-utilisation pour l’année en question;

2o la référence aux documents démontrant que les conditions énoncées à l’article 42, alinéa premier, 1o, 2o, of 3o

sont toujours remplies;

3o les éventuelles modifications de l’aspect technique et financier du plan maître et du projet concerné, visé àl’article 49, 3o;

4o les éventuelles modifications du plan financier, visé à l’article 50, 4o;

5o s’il tel est nécessaire suite à la nature des travaux, une attestation urbanistique ou, pour les demandes par despersonnes de droit public ou pour les actes d’intérêt général tels que visés à l’article 4.1.1.5o, du Code flamand del’Aménagement du Territoire du 15 mai 2009, un accord de l’instance octroyant les attestations sur la demande deprincipe;

6o un avis du service d’incendie compétent ou un rapport des pourparlers avec le service d’incendie compétent,signé par le demandeur et transmis pour information au service d’incendie compétent;

7o les plans à l’échelle 1/100, avec mention de l’éventuelle extension lors de projets futurs;

8o une note détaillée sur les aspects fonctionnels, physiques et techniques de la construction;

9o un rapport sur les suites donnés aux réunions de travail précédentes et aux recommandations des agences;

10o le coût de construction du projet;

11o le calcul de la superficie du projet, éventuellement réparti en parties de projet;

12o le cas échéant, une attestation du sol conformément à la réglementation relative à l’assainissement du sol;

13o une preuve dont il ressort que le demandeur bénéficie d’un droit de jouissance tel que visé à l’article 12, § 1er,alinéa trois, du décret du 23 février 1994;

14o le programme d’exigences en matière de confort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux. Un programmed’exigences est un document de base fixant les objectifs et les exigences de prestation en matière de confort et d’usaged’énergie, d’eau et de matériaux. Les valeurs limites de confort objectivement évaluables et les exigences techniquesspécifiques sont mentionnées par type de local. Le Ministre fixe les exigences minimales et les conditions en matière deconfort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux;

15o une lettre d’accord, signée par le demandeur, dans laquelle il souscrit au programme d’exigences et désigne lecoordinateur responsable de répondre aux exigences de performance objectivement évaluables en matière de confortet d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux;

16o le rapport d’adjudication désignant l’exécutant, ainsi qu’un accord signé entre le demandeur et l’exécutantd’exécution du projet, y compris la mention de l’indemnité de disponibilité annuelle et la période laquelle cette dernièreest due, y compris la disposition que le demandeur est obligé d’utiliser la subvention-utilisation, mentionnée dansl’article 73, pour le paiement de l’indemnité de disponibilité;

17o en vue du contrôle sur la parenté, visée aux articles 3 et 4, si le demandeur n’est pas le propriétaire du terrainou le détenteur du droit réel sur le terrain sur lequel le projet est envisagé, et sans préjudice de la possibilité du Fondsde demander des données complémentaires conformément à l’article 4, § 5 :

a) le dernier compte annuel approuvé du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, sicelui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

b) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du demandeur, si celui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

c) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, si celui-ci ne doit pas êtredéposé à la Banque nationale de Belgique;

d) une déclaration dont l’original est signé par l’entier conseil d’administration du propriétaire du terrain ou dudétenteur des droits réels sur le terrain d’une part, et du demandeur d’autre part, qu’il n’existe pas de parenté illégitimeentre le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain et le propriétaire tel que visé auxarticles 3 et 4.

Art. 53. La demande, visée à l’article 48, § 2, ne peut avoir trait qu’à un achat, si ce dernier est suivi d’unetransformation. Dans ce cas, la demande doit comprendre la promesse de vente ou le compromis à conditionsuspensive.

Sous-section 3. — Procédure pour les autres structures

Art. 54. § 1er. En une première phase de la procédure d’approbation du plan maître et d’obtention d’un accord deprincipe provisoire, les structures de soins, sauf les hôpitaux généraux, et les structures pour l’intégration sociale depersonnes handicapées présentent le plan maître et le projet concerné pour approbation. Cette demande peut êtreenvoyée par lettre recommandée à la poste, ou transmise contre récépissé au fonctionnaire mandaté. La demande estintroduite en deux exemplaires.

§ 2. Après l’obtention de l’approbation du plan maître et après l’obtention de l’accord de principe provisoire pourle projet concerné, visé au paragraphe 1er, les structures de soins, sauf les hôpitaux généraux, et les structures pourl’intégration sociale de personnes handicapées, peuvent, en une deuxième phase, demander l’accord de principe

35854 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 57: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

provisoire pour le projet concerné. Cette demande peut être envoyée par lettre recommandée à la poste, ou transmisecontre récépissé au fonctionnaire mandaté. La demande est introduite en deux exemplaires.

Art. 55. La demande visée à l’article 54, § 1er, comprend les documents suivants :

1o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur, comprenant la décisiond’approuver et de soumettre le plan maître et le projet en question;

2o les actes, statuts ou documents nécessaires dont il ressort qu’en ce qui concerne sa forme de personnalitéjuridique le demandeur est éligible à un agrément dans son secteur;

3o le plan maître et le projet en question;

4o une déclaration sur honneur, sur le projet qui fait l’objet d’une demande d’accord de principe, pour l’applicationde l’article 85.

Art. 56. Les documents visés à l’article 55, 3o, contiennent au moins les éléments suivants :

1o une description de l’infrastructure existante, portant une attention particulière à l’intérêt historique etarchitecturale, l’âge, la fonctionnalité, l’intensité de l’usage, la viabilité et l’efficience énergétique;

2o une description de tous les investissements que le demandeur entend réaliser dans les dix prochaines années,une description du groupe cible et la capacité envisagée par unité, l’étalement en phases et les délais d’exécution prévusavec estimation des coûts.

3o une description des travaux d’investissement;

4o un plan financier pour les investissements envisagés, détaillé pour le projet et, pour les demandeurs nonassujettis à l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 janvier 2006 relatif à la comptabilité et au rapport financier pourles structures dans certains secteurs du domaine politique Aide sociale, Santé publique et Famille, accompagné desderniers comptes annuels approuvés et, le cas échéant, du rapport du réviseur d’entreprise sur les comptes annuels.

Art. 57. S’il s’agit d’une demande d’obtention d’un accord de principe provisoire telle que visée à l’article 54, § 1er,qui a trait aux travaux, cette demande doit comprendre, outre les documents visés aux articles 55 et 56, les documentssuivants :

1o une note conceptuelle relative aux concepts fonctionnels, y compris les spécifications d’exécution;

2o une estimation du coût de la construction du projet;

3o une estimation de la superficie du projet;

4o une estimation de l’indemnité de disponibilité annuelle et la période pendant laquelle cette dernière est due parle demandeur;

5o en vue du contrôle sur la parenté, visée aux articles 3 et 4, si le demandeur n’est pas le propriétaire du terrainou le détenteur des droits réels sur le terrain sur lequel le projet est envisagé, et sans préjudice de la possibilité du Fondsde demander des données complémentaires conformément à l’article 4, §§ 5 et 6 :

a) le dernier compte annuel approuvé du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, sicelui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

b) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du demandeur, si celui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

c) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, si celui-ci ne doit pas êtredéposé à la Banque nationale de Belgique;

d) une déclaration dont l’original est signé par l’entier conseil d’administration du propriétaire du terrain ou dudétenteur des droits réels sur le terrain d’une part, et du demandeur d’autre part, qu’il n’existe pas de parenté illégitimeentre le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain et le propriétaire tel que visé auxarticles 3 et 4.

Art. 58. S’il s’agit d’une demande d’obtention d’un accord de principe définitif telle que visé à l’article 54, § 2, quia trait aux travaux, cette demande doit comprendre les documents suivants :

1o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur comprenant la décision dedemander une subvention-utilisation pour l’année en question;

2o les éventuelles modifications du plan maître et du projet concerné, visé à l’article 55, 3o;

3o les éventuelles modifications du plan financier, visé à l’article 56, 4o;

4o s’il tel est nécessaire suite à la nature des travaux, une attestation urbanistique ou, pour les demandes par despersonnes de droit public ou pour les actes d’intérêt général tels que visés à l’article 4.1.1.5o, du Code flamand del’Aménagement du Territoire du 15 mai 2009, un accord de l’instance octroyant les attestations sur la demande deprincipe;

5o un avis du service d’incendie compétent ou un rapport des pourparlers avec le service d’incendie compétent,signé par le demandeur et transmis pour information au service d’incendie compétent;

6o les plans à l’échelle 1/100, avec mention de l’éventuelle extension lors de projets futurs;

7o une note détaillée sur les aspects fonctionnels, physiques et techniques de la construction;

8o un rapport sur les suites donnés aux réunions de travail précédentes et aux recommandations des agences;

9o le coût de construction du projet;

10o le calcul de la superficie du projet, éventuellement réparti en parties de projet;

11o le cas échéant, une attestation du sol conformément à la réglementation relative à l’assainissement du sol;

12o une preuve dont il ressort que le demandeur bénéficie d’un droit de jouissance tel que visé à l’article 12, § 1er,alinéa trois, du décret du 23 février 1994;

35855MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 58: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

13o le programme d’exigences en matière de confort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux. Un programmed’exigences est un document de base fixant les objectifs et les exigences de prestation en matière de confort et d’usaged’énergie, d’eau et de matériaux. Les valeurs limites de confort objectivement évaluables et les exigences techniquesspécifiques sont mentionnées par type de local. Le Ministre fixe les exigences minimales et les conditions en matière deconfort et d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux;

14o une lettre d’accord, signée par le demandeur, dans laquelle il souscrit au programme d’exigences et désigne lecoordinateur responsable de répondre aux exigences de performance objectivement évaluables en matière de confortet d’usage d’énergie, d’eau et de matériaux;

15o la référence aux documents démontrant que les conditions énoncées à l’article 55, 2o,sont toujours remplies;

16o le rapport d’adjudication désignant le preneur d’ordre, ainsi qu’un accord signé entre le demandeur et lepreneur d’ordre en vue de l’exécution du projet, y compris la mention de l’indemnité de disponibilité annuelle et lapériode laquelle cette dernière est due, y compris la disposition que le demandeur est obligé d’utiliser lasubvention-utilisation, mentionnée dans l’article 73, pour le paiement de l’indemnité de disponibilité;

17o en vue du contrôle sur la parenté, visée aux articles 3 et 4, si le demandeur n’est pas le propriétaire du terrainou le détenteur des droits réels sur le terrain sur lequel le projet est envisagé, et sans préjudice de la possibilité du Fondsde demander des données complémentaires conformément à l’article 4, §§ 5 et 6 :

a) le dernier compte annuel approuvé du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, sicelui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

b) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du demandeur, si celui-ci ne doit pas être déposé à la Banque nationale de Belgique;

c) le dernier compte annuel approuvé des administrateurs dotés de personnalité juridique dans le conseild’administration du propriétaire du terrain ou du détenteur des droits réels sur le terrain, si celui-ci ne doit pas êtredéposé à la Banque nationale de Belgique;

d) une déclaration dont l’original est signé par l’entier conseil d’administration du propriétaire du terrain ou dudétenteur des droits réels sur le terrain d’une part, et du demandeur d’autre part, qu’il n’existe pas de parenté illégitimeentre le propriétaire du terrain ou le détenteur des droits réels sur le terrain et le propriétaire tel que visé auxarticles 3 et 4.

Art. 59. La demande, visée à l’article 54, § 2, ne peut avoir trait qu’à un achat, si ce dernier est suivi d’unetransformation. Dans ce cas, la demande doit comprendre la promesse de vente ou le compromis à conditionsuspensive.

Sous-section 4. — Examen et avis

Art. 60. § 1er. Le Fonds examine si les demandes, visées respectivement à l’article 48 ou 54, répondent auxdispositions applicables des articles 48 à 53 inclus, ou des articles 54 à 59 inclus.

Dans les quatorze jours calendaires de la réception de la demande, le Fonds envoie un accusé de réception audemandeur, indiquant si la demande est recevable ou non, et le cas échéant indiquant la date de la réception de lademande recevable. La recevabilité implique que la demande remplit les exigences formelles mentionnées à l’alinéapremier.

§ 2. Dans les quatorze jours calendaires de la date de la réception de la demande recevable, le Fonds prend l’avis :

1o pour le secteur des établissements de soins et le secteur des structures pour personnes âgées et des structuresdes soins à domicile : de l’agence ″Zorg en Gezondheid″ sur les aspects de fond, entre autres sur :

a) les normes d’agrément;

b) les exigences de qualité;

c) la programmation;

d) le demandeur;

e) les priorités en ce qui concerne les demandes des différents demandeurs;

f) en ce qui concerne les hôpitaux généraux et les structures pour personnes âgées et les structures des oins àdomicile : de la conformité au plan stratégique en matière de soins approuvé;

2o pour le secteur des structures pour l’intégration sociale des personnes handicapées : de l’agence autonomiséeinterne dotée de la personnalité juridique ’Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap’ en ce qui concerneles aspects de fond, portant notamment sur :

a) les normes d’agrément;

b) les exigences de qualité;

c) la programmation;

d) le demandeur;

e) les priorités en ce qui concerne les demandes des différents demandeurs;

3o d’un ou plusieurs fonctionnaires mis à la disposition du Fonds :

a) en ce qui concerne les aspects financiers, notamment l’incidence budgétaire sur le programme d’activité lors del’exploitation du projet, demandant également d’établir une estimation de l’éventuelle incidence budgétaire du projetsur les exercices budgétaires consécutifs;

b) en ce qui concerne la conformité aux normes techniques et physique de la construction, les aspects techniqueset l’estimation du coût et, s’il s’agit d’une demande d’acquisition d’immeubles, en ce qui concerne la valeur vénale desimmeubles;

c) en ce qui concerne le lien de parenté, visé aux articles 3 et 4;

d) en ce qui concerne le respect des principes de la législation relative aux marchés publics et à certains marchésde travaux, de fournitures et des services par le demandeur lors de la désignation du preneur exécutant, visé àl’article 1er, 14o.

§ 3. Les agences et les fonctionnaires, visés au § 2, peuvent demander des informations supplémentaires audemandeur. Ils remettent leur avis au Fonds dans les soixante jours calendaires de la réception de la demande d’avis.

35856 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 59: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 61. Le Fonds convoque une commission de coordination au moins tous les deux mois. La commission decoordination se compose des représentants du Fonds et de l’agence autonomisée interne dont l’avis visé à l’article 60,§ 2 est demandé. L’Inspection des Finances est invitée à chaque réunion de la commission de coordination. Les avisémis conformément aux dispositions de l’article 60, §§ 2 et 3, sont mis à l’ordre du jour de la prochaine réunion de lacommission de coordination.

Cette commission a pour mission d’établir un avis en concertation portant sur l’approbation du plan maître et surl’octroi d’un accord de principe, et de transmettre cet avis au ministre.

Faute d’avis unanime, l’avis mentionne les différents points de vue.

Sous-section 5. — Décision sur le plan maître et sur l’accord de principe provisoire et définitif

Art. 62. § 1er. En cas d’avis favorable de la commission de coordination, visé à l’article 61, le Fonds soumet à lasignature du Ministre, dans les trente jours calendaires de l’avis, un projet de lettre contenant l’approbation du planmaître et l’octroi de l’accord de principe provisoire, respectivement définitif, pour le projet en question.

Le Ministre décide de l’approbation du plan maître et de l’octroi de l’accord de principe provisoire, respectivementdéfinitif.

§ 2. En cas d’avis défavorable de la commission de coordination, visée à l’article 61, le Fonds soumet à la signaturedu Ministre, dans les trente jours calendaires de l’avis, un projet de lettre expliquant de manière circonstanciée lesraisons pour lesquelles le plan maître ne peut pas être approuvé ou l’accord de principe provisoire, respectivementdéfinitif, pour le projet en question ne peut pas être octroyé.

Le Ministre décide de l’approbation du plan maître et de l’octroi de l’accord de principe provisoire, respectivementdéfinitif.

§ 3. Faute de position unanime de la commission de coordination visée à l’article 61, l’avis visé à l’article 61, alinéatrois, est remis dans les trente jours au Ministre pour décision sur l’approbation du plan maître et l’octroi d’un accordde principe, provisoire, respectivement définitif, pour le projet en question.

§ 4. Le demandeur est notifié par lettre recommandée de la décision motivée du Ministre.

§ 5. L’approbation du plan maître n’est pas un engagement de l’octroi d’un accord de principe pour tous les projetsrepris dans le plan maître.

§ 6. Un accord de principe provisoire tel que mentionné dans les articles 48, § 1er, et 54, § 1er, implique l’approbationdu plan maître et du projet concerné. Il constitue une phase nécessaire préalable à la demande d’un accord de principedéfinitif.

§ 7. Un accord de principe définitif, visé aux articles 48, § 2, et 54, § 2, implique que le projet du demandeur esten principe éligible à une subvention-utilisation. Il mentionne entre autres le plan maître et le projet auquel il a trait,les remarques éventuelles et la date à partir de laquelle l’accord est valable.

§ 8. Si des travaux ont déjà été commencés, une commande a été passé ou un achat a été fait pour le projet pourlequel la demande a été introduite, sans que le demandeur dispose d’un accord de principe définitif pour le projet, iln’est plus éligible à une subvention-utilisation pour le projet concerné.

§ 9. L’accord de principe définitif doit être demandé au plus tard au 31 décembre de la deuxième année suivantl’année pendant laquelle ’accord de principe provisoire a été obtenu, sinon l’accord de principe provisoire échoit.

§ 10. Les travaux relatifs au projet doivent avoir été entamés ou la commande doit avoir été passé dans les deuxans de la date de l’accord de principe définitif, sinon l’accord de principe définitif échoit.

§ 11. Si la subvention-utilisation a trait à différents éléments du projet, le Ministre peut déterminer préalablementet par projet le pourcentage de la subvention-utilisation qui est libéré par élément du projet.

Section 4. — Demande de la subvention-utilisation, décision et paiement

Sous-section 1re. — Dispositions générales

Art. 63. Après réception de l’accord de principe définitif, le demandeur peut introduire une première demande desubvention-utilisation auprès du fonds par lettre recommandée. Cette première demande peut au plus tôt êtreintroduite pendant l’année pendant laquelle le demandeur a mis en service l’infrastructure concernée, ou une partie decette dernière en cas de mise en service en phases.

Si le demandeur a déjà transmis certains documents au Fonds, les mêmes documents ne doivent plus être jointsà sa demande dans les années suivantes. En ce qui concerne le mode de transmission de documents par le demandeurau Fonds ou par le Fonds au demandeur, visés dans la présente section, le Ministre peut arrêter des dérogations auxrègles, tenant compte des moyens de communication les plus récents.

Sous-section 2. — Procédure de demande et examen

Art. 64. Une demande d’une subvention-utilisation contient les documents suivants :

1o le procès-verbal signé de la réunion des organes compétents du demandeur comprenant la décision dedemander une subvention-utilisation pour l’année en question;

2o un rapport de toutes les modifications éventuelles par rapport aux dossiers tels que construits;

3o un rapport du respect continué des objectifs, exigences de prestations et de spécifications d’exécution technique,visées au programme définitif des exigences, notamment au niveau du confort et de l’utilisation d’énergie, d’eau et dematériaux;

4o en ce qui concerne les demandes auxquelles s’appliquent les articles 74 à 83 inclus, un document signé par ledemandeur reprenant une déclaration sur la mesure dans laquelle sa demande répond aux normes mentionnées auxarticles 74 à 83 inclus;

5o en ce qui concerne les demandes pour lesquelles le demandeur n’est pas le propriétaire du terrain ou ledétenteur des droits réels sur le terrain sur lequel le projet est réalisé, une déclaration complémentaire du demandeurqu’il ne se trouve pas dans une situation d’une parenté illégitime telle que visée aux articles 3 et 4;

6o une preuve dont il ressort que le demandeur bénéficie d’un droit de jouissance tel que visé à l’article 12, § 1er,alinéa trois, du décret du 23 février 1994.

35857MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 60: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Dans les dix jours calendaires de la réception de la demande, le Fonds envoie un accusé de réception audemandeur, indiquant si la demande est recevable ou non, et, le cas échéant, indiquant la date de la réception de lademande recevable. La recevabilité implique que la demande remplit les exigences formelles mentionnées àl’alinéa premier.

Art. 65. § 1er. En ce qui concerne le secteur des structures pour personnes âgées et des structures pour soins àdomicile, le Fonds demande, lors de la première demande d’une subvention-utilisation, dans les dix jours calendairesaprès la réception de la demande recevable telle que visée à l’article 64, l’avis de l’agence ″Zorg en Gezondheid″ sur :

1o le fait d’être ou de ne pas être agréé pour organiser des soins et services concernés;

2o la conformité à l’accord de principe définitif;

3o le respect des normes, visées aux articles 8 et 9, qui s’appliquent au demandeur.

§ 2. En ce qui concerne le secteur des structures pour l’intégration de personnes handicapées, le Fonds demande,lors de la première demande d’une subvention-utilisation, dans les dix jours calendaires après la réception de lademande recevable telle que visée à l’article 64, l’avis de l’agence autonomisée interne à personnalité juridique ″VlaamsAgentschap voor Personen met een Handicap″ sur :

1o le fait d’être ou de ne pas être agréé pour organiser des soins et services concernés;

2o la conformité à l’accord de principe définitif;

3o le respect des normes, visées aux articles 10, qui s’appliquent au demandeur.

§ 3. En ce qui concerne le secteur des structures de soins, le Fonds demande, lors de la première demande d’unesubvention-utilisation, dans les dix jours calendaires après la réception de la demande recevable telle que visée àl’article 64, l’avis de l’agence ″Zorg en Gezondheid″ sur :

1o le fait d’être ou de ne pas être agréé pour organiser des soins et services concernés;

2o la conformité à l’accord de principe définitif;

3o le respect des normes, visées aux articles 6 et 7, qui s’appliquent au demandeur;

4o le respect des normes spécifiques relatives au degré d’occupation, visé aux articles 80, 81 et 82.

En ce qui concerne le secteur des structures de soins, le Fonds demande, à partir de la deuxième demande d’unesubvention-utilisation, dans les dix jours calendaires après la réception de la demande recevable telle que visée àl’article 64, l’avis de l’agence ″Zorg en Gezondheid″ surle respect des normes spécifiques relatives au degréd’occupation, visé aux articles 80, 81 et 82.

§ 4. Le Fonds peut toujours prendre l’avis d’un ou plusieurs fonctionnaires mis à la disposition du Fonds ou d’unou plusieurs experts externes, la rémunération de ces experts externes étant à charge du budget du Fonds sur :

1o les aspects financiers;

2o la conformité à l’accord de principe définitif, sur le respect des normes qui s’appliquent au demandeur;

3o le contrôle du lien de parenté, visé aux articles 3 et 4.

§ 5. Les agences, les fonctionnaires et les experts externes visés au présent article, peuvent demander desinformations supplémentaires au demandeur. Leur avis est établi sur base d’un examen sur place ou sur la base dedocuments.

Art. 66. Les avis mentionnés à l’article 65, sont transmis au Fonds dans les quarante jours calendaires de laréception de la demande d’avis. Lors de la première demande d’une subvention-utilisation et pour les dossiers quin’ont pas encore fait l’objet d’un octroi de subventions d’utilisation, le Ministre décide de l’octroi ou non d’unesubvention-utilisation. A cet effet, le Fonds soumet au Ministre un projet de décision dans les trente jours calendairesde la réception des avis. Lors des autres demandes, le membre du personnel chargé de la direction générale du Fondsdécide de l’octroi d’une subvention-utilisation.

Sous-section 3. — Décision sur la subvention-utilisation

Art. 67. Le demandeur est notifié par lettre recommandée de la décision relative à l’octroi d’une subvention-utilisation.

Après la signature de la décision d’octroi d’une subvention-utilisation, le Fonds engage la subvention-utilisationau nom du demandeur et exécute le paiement.

CHAPITRE 7. — Projets avec préfinancement sans accord de principe préalable

Section 1re. — Champ d’application

Art. 68. Le présent chapitre s’applique aux projets avec préfinancement sans accord de principe préalable tels quevisés à l’article 8 du décret du 23 février 1994.

Section 2. — Projets pour lesquels la subvention-utilisation sert de contribution directe au coût

Art. 69. § 1er. Un projet avec préfinancement sans accord de principe préalable tel que visé à l’article 8 du décretdu 23 février 1994, pour lequel le demandeur agit en tant que maître d’ouvrage ou, le cas échéant, comme acheteur dansle cas d’un achat sans transformation auprès d’un centre local de services, et pour lequel les subventions-utilisation sontutilisées par le demandeur comme contribution directe au coût du projet, relève de l’application du chapitre 5.

En dérogation à l’article 32, § 7, l’ordre de commencement des travaux peut déjà être donné, la commande peutdéjà être passée ou l’achat peut être fait après que la commission de coordination, visée à l’article 31, a rendu un avisfavorable en vue de l’obtention d’un accord de principe, sans préjudice de la compétence de décision du Ministre.

§ 2. En dérogation à l’article 31, le demandeur est notifié par lettre recommandée de l’avis de la commission decoordination.

Art. 70. En dérogation à l’article 34, alinéa premier, le demandeur peut introduire le première demanded’obtention d’une subvention-utilisation au plus tôt pendant l’année suivant l’année pendant laquelle a obtenu l’accordde principe.

35858 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 61: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Section 3. — Projets pour lesquels la subvention-utilisation sert de contribution indirecte au coût

Art. 71. § 1er. Un projet avec préfinancement sans accord de principe préalable tel que visé à l’article 8 du décretdu 23 février 1994, qui constitue également un projet pour lequel la subvention-utilisation, visée à l’article 1er, 8o, sertde contribution indirecte au coût, pour lequel le demandeur n’agit pas en tant que maître d’ouvrage et pour lequel lessubventions-utilisation sont utilisées par le demandeur comme contribution à l’indemnité de disponibilité, telle quevisée à l’article 1er, 3o, relève de l’application du chapitre 6.

En dérogation à l’article 62, § 8, l’ordre de commencement des travaux peut déjà être donné ou la commande peutdéjà être passée après que la commission de coordination, visée à l’article 61, a rendu un avis favorable en vue del’obtention de l’accord de principe définitif, sans préjudice de la compétence de décision du Ministre.

§ 2. En dérogation à l’article 61, le demandeur est notifié par lettre recommandée de l’avis de la commission decoordination.

Art. 72. Le demandeur peut introduire le première demande d’obtention d’une subvention-utilisation au plus tôtpendant l’année pendant laquelle le demandeur a mis en service l’infrastructure concernée, ou une partie de cettedernière en cas de mise en service en phases et après qu’il a obtenu l’accord de principe définitif.

CHAPITRE 8. — Montant de la subvention-utilisation

Art. 73. Sans préjudice de l’application des dispositions, visées aux articles 74 à 84 inclus, le montant de lasubvention-utilisation est fixé, selon le cas, conformément à l’article 12 ou 40.

Art. 74. § 1er. Dans les cas d’une construction neuve de remplacement ou d’une transformation d’un centre desoins et de logement sans extension de la capacité, il est appliqué une norme en matière de taux d’occupation pour lesdemandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduites après la première année complète après la mise en servicede l’infrastructure concernée. Afin de pouvoir obtenir le montant de la subvention-utilisation, visée à l’article 73, le tauxd’occupation moyen au moment où la demande est introduite, doit s’élever à au moins 85 % du taux d’occupationmoyen pendant l’avant-dernière année calendaire avant la date de l’accord de principe, visé à l’article 13, de l’accordde principe modifié, visé à l’article 33, ou de l’accord de principe définitif, visé à l’article 41. si le taux d’occupationmoyen est inférieur à la norme, le montant de la subvention-utilisation est diminué au prorata, suivant la règle de trois.

§ 2. Dans les cas d’une construction neuve ou d’une extension d’un centre de soins et de logement, il est appliqué,pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduites après la deuxième année complète après la miseen service de l’infrastructure concernée, une norme telle que définie dans les alinéas deux et trois.

Pour la demande d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après la deuxième année complète après la miseen service, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande soit de 70 % auminimum, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73. Si le taux moyen d’occupation estinférieur à 70 % , le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

Pour la demande d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après la trosième année complète après la miseen service, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande soit de 85 % auminimum, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73. Si le taux moyen d’occupation estinférieur à 85 % , le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

§ 3. Le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande est le nombre total des jours deprésence facturés par année calendaire, divisé par 365 et divisé par le nombre d’unités d’habitation, calculés selon lesdonnées de la dernière année calendaire avant la date de la demande.

Art. 75. § 1er. Dans les cas d’une construction neuve ou d’une extension d’un centre de soins de jour, il estappliqué, pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduites après la deuxième année complète aprèsla mise en service de l’infrastructure concernée, une norme telle que définie dans les alinéas deux, trois et quatre.

Pour la demande d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après la deuxième année complète après la miseen service, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande soit de 25 % auminimum du nombre d’unités de séjour agréées, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73.Si le taux moyen d’occupation est inférieur à 25 %, le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivantla règle de trois.

Pour la demande d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après la troisième année complète après la miseen service, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande soit de 25 % auminimum du nombre d’unités de séjour agréées, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73.Si le taux moyen d’occupation est inférieur à 25 %, le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivantla règle de trois.

Pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après la quatrième année complète après lamise en service, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande soit de 50 % auminimum du nombre d’unités de séjour agréées, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73.Si le taux moyen d’occupation est inférieur à 50 %, le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivantla règle de trois.

§ 2. Dans les cas d’une construction neuve de remplacement ou d’une transformation sans augmentation decapacité d’un centre de soins de jour, il est appliqué, pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisationintroduites après la première année complète après la mise en service de l’infrastructure concernée, une norme enmatière de taux d’occupation telle que définie dans les alinéas deux et trois.

Pour la demande d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après la première année complète après la miseen service de l’infrastructure concernée, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de lademande soit de 25 % au minimum du nombre d’unités de séjour agréées, afin d’obtenir le montant de lasubvention-utilisation visé à l’article 73. Si le taux moyen d’occupation est inférieur à 25 %, le montant de lasubvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

Pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après la deuxième année complète après lamise en service de l’infrastructure concernée, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction dela demande soit de 50 % au minimum du nombre d’unités de séjour agréées, afin d’obtenir le montant de lasubvention-utilisation visé à l’article 73. Si le taux moyen d’occupation est inférieur à 50 %, le montant de lasubvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

§ 3. Le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande est le nombre total des jours deprésence facturés par année calendaire, divisé par 250, calculé selon les données de la dernière année calendaire avantla date de la demande.

35859MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 62: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 76. § 1er. Dans les cas d’une construction neuve ou d’une extension d’un centre de court séjour, il est appliqué,pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduites après la deuxième année complète après la miseen service de l’infrastructure concernée, une norme telle que définie dans les alinéas deux, trois et quatre.

Pour la demande d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après la deuxième année complète après la miseen service, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande soit de 30 % auminimum, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73. Si le taux moyen d’occupation estinférieur à 30 %, le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

Pour la demande d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après troisième année complète après la mise enservice, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande soit de 40 % au minimum,afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73. Si le taux moyen d’occupation est inférieur à40 %, le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

Pour la demande d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après la troisième année complète après la miseen service, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande soit de 50 % auminimum, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73. Si le taux moyen d’occupation estinférieur à 50 %, le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

§ 2. Dans les cas d’une construction neuve de remplacement ou d’une transformation sans augmentation decapacité d’un centre de court séjour, il est appliqué, pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduitesaprès la première année complète après la mise en service de l’infrastructure concernée, une norme en matière de tauxd’occupation telle que définie dans les alinéas deux et trois.

Pour la demande d’octroi d’une subvention-utilisation introduite après la première année complète après la miseen service, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande soit de 30 % auminimum, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73. Si le taux moyen d’occupation estinférieur à 30 %, le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

Pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduites après la deuxième année complète après lamise en service, il faut que le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande soit de 50 % auminimum, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73. Si le taux moyen d’occupation estinférieur à 50 %, le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

§ 3. Le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande est le nombre total des jours deprésence facturés par année calendaire, divisé par 365 et divisé par le nombre d’unités d’habitation, calculés selon lesdonnées de la dernière année calendaire avant la date de la demande. Il n’est pas tenu compte des journées de présenced’usagers qui, après leur admission dans un centre de court séjour, sont admis, sans période intermédiaire, dans lecentre de soins et de logement dans lequel ou près duquel le centre de court séjour est aménagé. Il n’est également pastenu compte du nombre de jours de présence excédant les durées de séjour maximales, mentionnées dans les conditionsd’agrément spécifiques des centres de court séjour.

Art. 77. Dans les cas d’une construction neuve, d’une construction neuve de remplacement ou d’un achat sanstransformation d’un centre local de services, il est appliqué, pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisationintroduites après la deuxième année complète après la mise en service de l’infrastructure concernée, une norme enmatière d’activités telle que définie dans les alinéas deux, trois et quatre.

Pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduites après la deuxième année complète aprèsla mise en service de l’infrastructure concernée, il faut que le centre de services local exerce annuellement au moins190 activités, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73. Si le nombre total d’activités estinférieur à 190, le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

Les activités, visées aux alinéas premier et deux, concernent les activités qui sont reprises dans les conditions deprestations de services et d’aide dans les conditions d’agrément spéciales des centres locaux de services. Ellesrépondent aux exigences qui y sont fixées.

Pour l’application du présent article, le nombre total d’activités est calculé suivant les données de la dernière annéecalendaire avant la date de la demande.

Art. 78. Dans les cas d’une construction neuve ou d’une construction neuve de remplacement d’un centre régionalde services, il est appliqué, pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduites après la deuxièmeannée complète après la mise en service de l’infrastructure concernée, une norme en matière d’activités telle que définiedans les alinéas deux, trois et quatre.

Pour les demandes d’octroi d’une subvention-utilisation introduites après la deuxième année complète après lamise en service de l’infrastructure concernée, il faut que le centre de services régional exerce annuellement aumoins 95 activités, afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73. Si le nombre total d’activitésest inférieur à 95, le montant de la subvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois.

Les activités, visées aux alinéas premier et deux, concernent les activités qui sont reprises dans les conditions deprestations de services et d’aide dans les conditions d’agrément spéciales des centres régionaux de services. Ellesrépondent aux exigences qui y sont fixées.

Pour l’application du présent article, le nombre total d’activités est calculé suivant les données de la dernière annéecalendaire avant la date de la demande.

Art. 79. Pour un projet relatif à un internat pour mineurs, tel que mentionné dans l’article 1er, 3o, de l’arrêté duGouvernement flamand du 19 juin 2009 fixant la subvention d’investissement et les normes techniques et physiques dela construction pour les structures destinées aux personnes handicapées, à un semi-internat, tel que mentionné dansl’article 1er, 6o, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 juin 2009 fixant la subvention d’investissement et lesnormes techniques et physiques de la construction pour les structures destinées aux personnes handicapées, à un homepour travailleurs,, tel que mentionné dans l’article 1er, 10o, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 juin 2009 fixantla subvention d’investissement et les normes techniques et physiques de la construction pour les structures destinéesaux personnes handicapées, à un home pour non-travailleurs, tel que mentionné dans l’article 1er, 9o, de l’arrêté duGouvernement flamand du 19 juin 2009 fixant la subvention d’investissement et les normes techniques et physiques dela construction pour les structures destinées aux personnes handicapées, à un centre de jour, tel que mentionné dansl’article 1er, 2o, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 juin 2009 fixant la subvention d’investissement et lesnormes techniques et physiques de la construction pour les structures destinées aux personnes handicapées, à un centred’observation, tel que mentionné dans l’article 1er, 4o, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 juin 2009 fixant lasubvention d’investissement et les normes techniques et physiques de la construction pour les structures destinées auxpersonnes handicapées, ou à un home de court séjour tel que mentionné dans l’article 1er, 8o, de l’arrêté duGouvernement flamand du 19 juin 2009 fixant la subvention d’investissement et les normes techniques et physiques de

35860 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 63: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

la construction pour les structures destinées aux personnes handicapées, il est appliquée une norme en matière du tauxd’occupation pour les demandes qui sont introduites après la deuxième année complète après la mise en service del’infrastructure concernée.

Pour obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73, il faut que le taux moyen d’occupation aumoment de l’introduction de la demande soit de 85 % au minimum du nombre de lits ou de places mentionné dansl’accord de principe ou dans l’accord de principe définitif concernant le projet.

Toutefois, si le projet concerne exclusivement ou partiellement l’infrastructure logistique, il faut que, pour obtenirle montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73, le taux moyen d’occupation de l’ensemble de la structure aumoment de l’introduction de la demande soit de 85 % . Un projet concerne exclusivement ou partiellementl’infrastructure logistique lorsqu’il s’agit exclusivement ou partiellement d’investissements qui ne sont pas liés à unecapacité déterminée, tels que la transformation de locaux administratifs, l’installation d’un ascenseur, la constructionou la transformation d’une cuisine centrale ou d’un local occupationnel.

Si le taux moyen d’occupation visé au premier alinéa est inférieur à 85 %, le montant de la subvention-utilisationest réduit au prorata, suivant la règle de trois.

Le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande, visé au premier alinéa, est le dernier tauxd’occupation moyen annuel connu, pris en considération par l’agence autonomisée interne dotée de la personnalitéjuridique ″Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap″ lors du calcul du prix de la journée.

Art. 80. § 1er. Pour un projet concernant un hôpital, y compris la fonction d’hospitalisation de jour dans unhôpital, à l’exception d’un projet concernant un hôpital psychiatrique, il est appliqué, pour les demandes d’octroi d’unesubvention-utilisation, des normes en matière de taux d’occupation. Pour obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73, il faut que les exigences minimum applicables, mentionnées aux §§ 2 à 6 inclus, soientremplies.

§ 2. Pour les services hospitaliers C, D, G, E, ou M, le nombre de lits justifiés pour ces services réunis doit être de80 % au minimum du nombre de lits agréés pour ces services réunis. Le nombre de lits agréés est le nombre mentionnéà l’arrêté d’agrément valable au moment de l’introduction de la demande. Le nombre de lits justifiés est le nombrecalculé conformément aux dispositions de l’arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budgetdes moyens financiers des hôpitaux, selon les dernières données disponibles des autorités fédérales au moment del’introduction de la demande.

§ 3. Pour les services hospitaliers A ou NIC, l’occupation moyenne au moment de l’introduction de la demande,par service individuel, doit être au moins l’occupation minimale moyenne visée dans l’arrêté royal du 30 janvier 1989fixant les normes complémentaires d’agrément des hôpitaux et des services hospitaliers et précisant la définition desgroupements d’hôpitaux et les normes particulières qu’ils doivent respecter. L’occupation moyenne au moment del’introduction de la demande est calculée selon les données de la dernière année calendaire avant la date de la demande.Pour la fixation du taux moyen d’occupation, les services d’hospitalisation partielle A, de jour ou de nuit, ne sont paspris en compte.

Pour les services hospitaliers K, l’occupation moyenne au moment de l’introduction de la demande, par serviceindividuel, doit être au moins cinq septièmes de l’occupation minimale moyenne correspondante, visée à l’arrêté royaldu 30 janvier 1989 fixant les normes complémentaires d’agrément des hôpitaux et des services hospitaliers et précisantla définition des groupements d’hôpitaux et les normes particulières qu’ils doivent respecter. L’occupation moyenne aumoment de l’introduction de la demande est calculée selon les données de la dernière année calendaire avant la datede la demande. Pour la fixation du taux moyen d’occupation, les services d’hospitalisation partielle K, de jour ou denuit, ne sont pas pris en compte.

§ 4. Pour un service hospitalier Sp, le taux moyen d’occupation au moment de l’introduction de la demande doitêtre de 80 % au minimum, selon la formule suivante : (nombre de journées d’hospitalisation réalisées/nombre moyende lits) X (100/365). Le taux d’occupation moyen au moment de l’introduction de la demande est calculée selon lesdonnées de la dernière année calendaire avant la date de la demande.

§ 5. Pour un service hospitalier G qui se trouve hors du bâtiment de l’hôpital général, le taux moyen d’occupationau moment de l’introduction de la demande doit être de 80 % au minimum, selon la formule suivante : (nombre dejournées d’hospitalisation réalisées/nombre moyen de lits) X (100/365). Le taux d’occupation moyen au moment del’introduction de la demande est calculée selon les données de la dernière année calendaire avant la date de la demande.

§ 6. Pour une fonction d’hospitalisation de jour dans un hôpital, les activités de jour au moment de l’introductionde la demande doivent représenter 80 % au minimum des activités de jour visées au dernier accord de principeapprouvé ou dans l’accord de principe définitif. Les activités de jour au moment de l’introduction de la demande sontcalculées selon les données de la dernière année calendaire avant la date de la demande.

Les activités de jour, visées à l’alinéa premier, sont l’ensemble des prestations; soit donnant lieu à un forfait dansle cadre de l’assurance maladie conformément à l’article 4, §§ 3, 4, 5 et 8, de la convention nationale du 18 juin 2007conclue entre les établissements de soins et les organismes assureurs, quel que soit l’endroit où elles ont été effectuées,et qui doivent être notifiées à l’autorité fédérale comme étant éligibles à un forfait par le biais d’un rapport d’activitésannuel, soit donnant lieu à l’imputation d’un montant par admission par jour, en cas d’une admission dans le cadred’une hospitalisation de jour lors de laquelle est effectuée une prestation telle que visée à l’annexe 3, point 6 (liste A)de l’arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux.

§ 7. Si les normes applicables visées aux §§ 2, 3, 4, 5 ou 6 ne sont pas atteintes, le montant de lasubvention-utilisation est réduit au prorata, suivant la règle de trois. Pour la réduction au prorata, une pondération estappliquée aux différentes normes. Cette pondération est exécutée sur la base du nombre de lits connu pour les services,visées aux paragraphes 2, 3, 4 et 5, et sur la base du nombre de places pour l’hospitalisation de jour, pour la fonctionhospitalisation de jour, visée au paragraphe 6, par rapport à la somme de ces lits et places. Le nombre de lits agréés estle nombre de lits mentionné à l’arrêté d’agrément valable au moment de l’introduction de la demande. Le nombre deplaces pour une hospitalisation de jour est le nombre qui a repris dans le dossier qui a mené au dernier accord deprincipe approuvé ou à l’accord de principe définitif.

Art. 81. Pour un projet concernant un hôpital psychiatrique, il est appliqué, pour les demandes d’octroi d’unesubvention-utilisation, une norme en matière de taux d’occupation.

Afin d’obtenir le montant de la subvention-utilisation visé à l’article 73, il faut que le taux moyen d’occupation del’hôpital psychiatrique auquel se rapporte le projet, au moment de l’introduction de la demande, soit de 70 % auminimum, selon la formule suivante : (nombre de journées d’hospitalisation réalisées/nombre moyen de lits) X(100/365).

35861MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 64: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Le taux d’occupation moyen au moment de l’introduction de la demande, visé à l’alinéa deux, est calculée selonles données de la dernière année calendaire avant la date de la demande. Pour la fixation du taux moyen d’occupation,les services d’hospitalisation partielle, de jour ou de nuit, ne sont pas pris en compte.

Si la norme applicable, visée à l’alinéa deux, n’est pas atteinte, le montant de la subvention-utilisation est réduitau prorata, suivant la règle de trois.

Art. 82. Pour un projet concernant une maison de soins psychiatriques, il est appliqué, pour les demandes d’octroid’une subvention-utilisation, une norme en matière de taux d’occupation. Afin d’obtenir le montant de lasubvention-utilisation visé à l’article 73, il faut que le taux moyen d’occupation de la maison de soins psychiatriques,au moment de l’introduction de la demande, soit de 85 % au minimum, selon la formule suivante : (nombre de journéesd’hospitalisation réalisées/nombre moyen de lits) X (100/365). Les données relatives aux lits de soins psychiatriquesà caractère extinctif ne sont pas prises en compte.

Le taux d’occupation moyen au moment de l’introduction de la demande, visé à l’alinéa premier, est calculée selonles données de la dernière année calendaire avant la date de la demande.

Si le taux moyen d’occupation visé au premier alinéa est inférieur à 80 %, le montant de la subvention-utilisationest réduit au prorata, suivant la règle de trois.

Art. 83. Le Ministre peut, dans le cadre d’une demande d’une subvention-utilisation, après une demandecirconstanciée motivée du demandeur et après avis de l’Inspection des Finances, accorder une dérogation aux normes,visées aux articles 80 et 81. Une dérogation accordée ne vaut que pour la demande d’une subvention-utilisation del’année en question. Une dérogation ne peut être autorisée par le Ministre que dans les cas suivants :

1o si l’Autorité fédérale ou l’Autorité flamande, concernant des projets ou non, approuve l’investissement par undemandeur dans des activités qui influencent la norme d’utilisation;

2o si l’hôpital fournit la preuve que, au cours de l’année calendaire avant la date de la demande, des travauxd’infrastructure importants ont été effectués qui ont eu une influence négative sur le taux d’occupation d’un servicedéterminé. Le demandeur doit avoir signalé au Fonds la mise hors service temporaire pour les lits qui sonteffectivement mis hors service. Les travaux doivent être exécutés avec une autorisation de l’Autorité flamande ou avecun accord de principe approuvé tel que visé à l’article 13 ou avec un accord de principe définitif approuvé tel que viséà l’article 41.

Art. 84. Si le demandeur n’a pas respecté, pour une mission déterminée dans le cadre du projet faisant l’objet dela demande d’une subvention-utilisation, les principes de la législation relative aux marchés publics et à certainsmarchés de travaux, de fournitures et de services, la subvention-utilisation, visée à l’article 73, sera diminuée au proratade la mission en question dans l’ensemble du projet.

CHAPITRE 9. — Disposition particulière

Art. 85. Pendant une période de vingt ans après la mise en service d’un investissement, subventionné par le Fondsou son prédécesseur en droits, concernant une construction neuve, une extension, un achat et transformation ou unetransformation, aucun accord de principe ou accord de principe définitif peut être obtenu pour la même partie del’infrastructure envisagée telle que décrite dans le plan maître, quel que soit le secteur des matières personnalisablesdans lequel la subvention a été obtenue. Dans le seul cas où une transformation devient nécessaire en raison d’uneréglementation modifiée ou de prescriptions de sécurité modifiées et imposées, un accord de principe peut être obtenupour une transformation.

En dérogation à l’alinéa premier, le Ministre peut, pour les hôpitaux dans la période de vingt ans après la mise enservice d’un investissement, subventionné par le Fonds ou son prédécesseur en droits, concernant une constructionneuve, une extension, un achat et transformation ou une transformation, accorder un accord de principe ou un accordde principe définitif pour la même infrastructure envisagée ou pour une partie de cette dernière pour laquelle un accordde principe ou un accord de principe définitif est demandé, telle que décrite dans le plan maître, à condition que lapartie de l’infrastructure envisagée pour laquelle un accord de principe ou un accord de principe définitif est demandé,reste affectée dans les matières personnalisables, visées au décret du 2 juin 2006 portant transformation du ″VlaamsInfrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden″ en agence autonomisée interne dotée de la personna-lité juridique, et modifiant le décret du 23 février 1994 relatif à l’infrastructure affectée aux matières personnalisables.Lors de sa décision de dérogation, le Ministre peut tenir compte des éléments fonctionnels, des éléments financiers, del’intégration de l’infrastructure dans un plus important développement avec des partenaires privés ou publics, ou dudélai de réalisation.

CHAPITRE 10. — Contrôle et sanctions

Art. 86. Les membres du personnel de l’administration flamande, compétents pour le domaine politique dontrelève le Fonds, exercent sur place ou sur pièces le contrôle du respect des normes physiques et techniques de laconstruction, et qualitatives, ainsi que de l’usage des bâtiments. Le demandeur offre sa collaboration à l’exercice ducontrôle. Il remet aux membres du personnel, sur leur simple demande, les documents utiles à l’exercice de la missionde contrôle.

Le demandeur est obligé de conserver tous les documents relatifs à l’adjudication et l’attribution pendant cinq ansaprès la réception provisoire ou la première mise en service des travaux ou livraisons concernés. Ces documentspeuvent être contrôlés à tout moment. Ils doivent être soumis aux membres du personnel compétents del’administration flamande compétente pour le domaine public dont relève le Fonds, s’ils le demandent.

Le demandeur est obligé de transmettre tous les documents ayant trait au lien de parenté, visé aux articles 3 et 4,au Fonds si ce dernier le demande.

35862 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 65: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 87. Le demandeur ne peut pas modifier l’affectation concrète du bien subventionné pendant une périodeégale au moins à la durée d’amortissement comptable de l’investissement et qui s’élève, pour les biens immeubles, entout cas à vingt ans au moins, sauf autorisation expresse et préalable du Ministre sur la demande du demandeur. LeMinistre ne peut donner cette autorisation qu’à condition que le bien subventionné reçoive une destination dans lecadre des matières personnalisables, visées à l’article 5 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles,pour autant que ces matières relèvent du domaine politique auquel appartient le Fonds.

Le demandeur est tenu de soumettre toute aliénation du bien subventionné ou tout grèvement du bien d’un droitréel à l’autorisation expresse et préalable du Ministre, pendant une période égale à la durée d’amortissement comptablede l’investissement en ce qui concerne les biens meubles, et pendant une période de vingt ans en ce qui concerne lesbiens immeubles. L’aliénation ne peut être autorisée en aucun cas si le bien subventionné ne reçoit pas une destinationdans le cadre des matières personnalisables, visées à l’article 5 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformesinstitutionnelles, pour autant que ces matières relèvent du domaine politique auquel appartient le Fonds.

L’initiateur est tenu de gérer le bien subventionné en bon père de famille, et de l’entretenir pendant une périodeégale au moins à la durée d’amortissement comptable de l’investissement, et égale à vingt ans au moins en ce quiconcerne les biens immeubles.

Art. 88. En cas d’infraction aux articles 86 et 87, alinéas premier et deux, les subventions-utilisation accordéesseront récupérées à concurrence d’un montant calculé au prorata de la partie non encore échue de la duréed’amortissement comptable de l’investissement et également au prorata de la partie de la superficie subventionnabledu bien subventionné dont la destination est modifiée, qui est aliénée ou grevée d’un droit réel.

Si le demandeur dépose une déclaration inexacte relative aux conditions, visées aux articles 3 et 4, lessubventions-utilisation accordées à partir du moment qu’il ne remplissait plus les conditions seront récupérées.

En cas d’infraction à la disposition de l’article 87, alinéa trois, le Ministre sommera demandeur de se conformer àcette disposition dans un délai fixé par le Ministre. Si le demandeur ne donne pas la suite voulue à la sommation, lessubventions-utilisation accordées seront récupérées à concurrence d’un montant calculé au prorata de la partie nonencore échue de la durée d’amortissement comptable de l’investissement.

Si le demandeur a obtenu une subvention-utilisation pour l’exécution de son projet, et si ce projet n’est pas réaliséou ne conduit pas à une exploitation dans un délai d’exécution raisonnable, les subventions d’utilisation accordéesseront récupérées intégralement.

Si le demandeur a obtenu une subvention-utilisation pour l’exécution de son projet, et qu’il n’a pas respecté, pourun marché dans le cadre de ce projet, les principes de la législation relative aux marchés publics et à certains marchésde travaux, de fournitures et de services, il sera procédé, pour autant que l’article 84 ne sera pas appliqué, à larécupération des subventions d’utilisation accordées au prorata de la part du marché en question dans la totalité duprojet.

CHAPITRE 11. — Dispositions finales

Art. 89. Le décret du 12 février 2010 modifiant le décret du 23 février 1994 relatif à l’infrastructure affectée auxmatières personnalisables, entre en vigueur le 1er juillet 2011.

Art. 90. L’arrêté du Gouvernement flamand du 1er septembre 2006 réglant les subventions d’investissementalternatives octroyées par le ″Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden″, modifié par lesarrêtés du Gouvernement flamand des 30 mai 2008, 19 juin 2009, 24 juillet 2009, 4 juin 2010 et 16 juillet 2010, est abrogé.

Art. 91. Aucune demande de subvention conformément au régime de subvention, visé à l’article 6 du décret du23 février 1994, ne peut plus être introduite et traitée.

Art. 92. Le présent arrêté s’applique immédiatement aux dossiers pour lesquels une demande est introduite àpartir de l’entrée en vigueur du présent arrêté.

Le présent arrêté s’applique également à toutes les demandes qui sont introduites sous l’application de l’arrêté duGouvernement flamand du 1er septembre 2006 réglant les subventions d’investissement alternatives octroyées par le″Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden″, et pour lesquelles à la date de l’entrée envigueur du présent arrêté, il n’a pas encore été obtenu un accord de principe tel que visé à l’arrêté précité duGouvernement flamand du 1er septembre 2006.

En dérogation à l’article 90, les demandes pour lesquelles un accord de principe a déjà été obtenu tel que visé àl’arrêté précité du du Gouvernement flamand du 1er septembre 2006 réglant les subventions d’investissementalternatives octroyées par le ″Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden″, seront traitéesconformément à l’arrêté précité du Gouvernement flamand du 1er septembre 2006.

Sans préjudice de l’application de l’alinéa trois, les articles 85 à 88 inclus du présent arrêté s’appliquent égalementaux demandes visées à l’alinéa trois.

Art. 93. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2011.

Art. 94. Le Ministre flamand ayant l’assistance aux personnes dans ses attributions et le Ministre flamand ayantla politique en matière de santé dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution duprésent arrêté.

Bruxelles, le 18 mars 2011.

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,K. PEETERS

Le Ministre flamand du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille,J. VANDEURZEN

35863MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 66: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

VLAAMSE OVERHEID

[2011/202900]N. 2011 — 154829 APRIL 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot tijdelijke erkenning van de academische bacheloropleiding

bachelor in het drama van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen,artikel 60bis, ingevoegd bij het decreet van 19 maart 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 betreffende de tijdelijke erkenning van opleidingenin het hoger onderwijs;

Gelet op het door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie definitief vastgestelde accreditatierapport van19 januari 2011 met een negatief eindoordeel voor de opleiding bachelor in het drama van de Hogeschool voorWetenschap en Kunst;

Gelet op het aanvraagdossier voor tijdelijke erkenning, ingediend op 9 februari 2011 door de Hogeschool voorWetenschap en Kunst;

Gelet op het advies van de Erkenningscommissie, gegeven op 3 maart 2011;Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 april 2011;Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. De opleiding bachelor in het drama van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst krijgt een tijdelijkeerkenning.

De tijdelijke erkenning geldt voor een periode van twee jaar, die ingaat vanaf het begin van het academiejaar 2011-2012 en vervalt op het einde van het academiejaar 2012-2013.

Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 april 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering,K. PEETERS

De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel,P. SMET

TRADUCTION

AUTORITE FLAMANDE

[2011/202900]F. 2011 — 154829 AVRIL 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand portant agrément temporaire de la formation académique de

bachelor ’bachelor in het drama’ de la ’Hogeschool voor Wetenschap en Kunst’

Le Gouvernement flamand,

Vu le décret du 4 avril 2003 relatif à la restructuration de l’enseignement supérieur en Flandre, notamment l’article60bis, inséré par le décret du 19 mars 2004;

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 11 juin 2004 relatif à l’agrément temporaire de formations dansl’enseignement supérieur;

Vu le rapport d’accréditation du 19 janvier 2011 définitivement établi par l’Organisation d’accréditationnéerlandaise-française contenant une évaluation finale négative pour la formation de ’bachelor in het drama’ de la’Hogeschool voor Wetenschap en Kunst’;

Vu le dossier de demande pour l’agrément temporaire, déposé par la ’Hogeschool voor Wetenschap en Kunst’ le9 février 2011;

Vu l’avis de la Commission d’Agrément, rendu le 3 mars 2011;Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 26 avril 2011;Sur la proposition du Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires

bruxelloises;Après délibération,

Arrête :

Article 1er. La formation de ’bachelor in het drama’ de la ’Hogeschool voor Wetenschap en Kunst’ obtient unagrément temporaire.

Cet agrément temporaire vaut pour une période de deux ans qui prend cours au début de l’année académique2011-2012 et échoit à la fin de l’année académique 2012-2013.

Art. 2. Le Ministre flamand qui a l’enseignement dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Bruxelles, le 29 avril 2011.

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,K. PEETERS

Le Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires bruxelloises,P. SMET

35864 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 67: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

VLAAMSE OVERHEID

[2011/202901]N. 2011 — 154929 APRIL 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse

Regering van 13 juli 2007 betreffende het jaarlijkse vakantieverlof van de personeelsleden, tewerkgesteld in dekinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs in het tweetalige Hoofdstedelijke Gebied Brussel

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV, artikel X.61, 8o, ingevoegd bij het decreetvan 22 juni 2007;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2007 betreffende het jaarlijkse vakantieverlof van depersoneelsleden, tewerkgesteld in de kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs in het TweetaligeHoofdstedelijke Gebied Brussel;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 januari 2011;Gelet op protocol nr. 157 van 4 maart 2011 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd

in Sectorcomité X;Gelet op advies 49.392/1 van de Raad van State, gegeven op 7 april 2011, met toepassing van artikel 84, § 1,

eerste lid, 1o van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In artikel 3, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2007 betreffende het jaarlijksevakantieverlof van de personeelsleden, tewerkgesteld in de kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs in hetTweetalige Hoofdstedelijke Gebied Brussel wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :

″De personeelsleden van 55 jaar of ouder hebben recht op een aantal extra dagen vakantie :

1o vanaf 55 jaar : 1 dag;

2o vanaf 57 jaar : 2 dagen;

3o vanaf 59 jaar : 3 dagen;

4o vanaf 60 jaar : 4 dagen;

5o vanaf 61 jaar : 5 dagen.

Voor de berekening van de extra dagen vakantie wordt gekeken naar de leeftijd die het personeelslid heeft bereiktop 1 juli van het lopende kalenderjaar.″

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.

Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 april 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering,K. PEETERS

De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel,P. SMET

TRADUCTION

AUTORITE FLAMANDE

[2011/202901]F. 2011 — 154929 AVRIL 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’article 3 de l’arrêté du Gouvernement flamand du

13 juillet 2007 relatif au congé annuel de vacances des membres du personnel engagés dans les garderies del’enseignement communautaire dans la Région bilingue de Bruxelles-Capitale

Le Gouvernement flamand,

Vu le décret du 14 février 2003 relatif à l’enseignement XIV, notamment l’article X.61, 8o, inséré par le décret du22 juin 2007;

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 2007 relatif au congé annuel de vacances des membres dupersonnel engagés dans les garderies de l’enseignement communautaire dans la Région bilingue de Bruxelles-Capitale;

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 24 janvier 2011;Vu le protocole no 157 du 4 mars 2011 portant les conclusions des négociations menées en réunion du comité

sectoriel X;Vu l’avis 49 392/1 du Conseil d’Etat, donné le 7 avril 2011, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1o, des

lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;Sur la proposition du Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires

bruxelloises;Après délibération,

Arrête :

Article 1er. Dans l’article 3, § 1er, de l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 2007 relatif au congé annuelde vacances des membres du personnel engagés dans les garderies de l’enseignement communautaire dans la Régionbilingue de Bruxelles-Capitale, l’alinéa deux est remplacé par ce qui suit :

″Les membres du personnel de 55 ans ou plus ont droit à un nombre de jours de congé supplémentaires :

1o à partir de 55 ans : 1 jour;

2o à partir de 57 ans : 2 jours;

35865MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 68: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

3o à partir de 59 ans : 3 jours;

4o à partir de 60 ans : 4 jours;

5o à partir de 61 ans : 5 jours.

L’âge à prendre en considération pour le calcul du nombre de jours de congé supplémentaires est celui qu’a atteintle membre du personnel à la date du 1er juillet de l’année courante.″.

Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2011.

Art. 3. Le Ministre flamand qui a l’enseignement dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Bruxelles, le 29 avril 2011.

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,K. PEETERS

Le Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires bruxelloises,P. SMET

*VLAAMSE OVERHEID

[2011/202903]N. 2011 — 155029 APRIL 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot tijdelijke erkenning van de masteropleiding master

in het drama van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen,artikel 60bis, ingevoegd bij het decreet van 19 maart 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 betreffende de tijdelijke erkenning van opleidingenin het hoger onderwijs;

Gelet op het door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie definitief vastgestelde accreditatierapport van19 januari 2011 met een negatief eindoordeel voor de opleiding master in het drama van de Hogeschool voorWetenschap en Kunst;

Gelet op het aanvraagdossier voor tijdelijke erkenning, ingediend op 9 februari 2011 door de Hogeschool voorWetenschap en Kunst;

Gelet op het advies van de Erkenningscommissie, gegeven op 3 maart 2011;Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 april 2011;Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. De opleiding master in het drama van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst krijgt een tijdelijkeerkenning.

De tijdelijke erkenning geldt voor een periode van twee jaar, die ingaat vanaf het begin van het academiejaar 2011-2012 en vervalt op het einde van het academiejaar 2012-2013.

Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 april 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering,K. PEETERS

De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel,P. SMET

TRADUCTION

AUTORITE FLAMANDE

[2011/202903]F. 2011 — 155029 AVRIL 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand portant agrément temporaire de la formation de ’master

in het drama’ de la ’Hogeschool voor Wetenschap en Kunst’

Le Gouvernement flamand,

Vu le décret du 4 avril 2003 relatif à la restructuration de l’enseignement supérieur en Flandre, notammentl’article 60bis, inséré par le décret du 19 mars 2004;

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 11 juin 2004 relatif à l’agrément temporaire de formations dansl’enseignement supérieur;

Vu le rapport d’accréditation du 19 janvier 2011 définitivement établi par l’Organisation d’accréditationnéerlandaise-française contenant une évaluation finale négative pour la formation de ’master in het drama’ de la’Hogeschool voor Wetenschap en Kunst’;

Vu le dossier de demande pour l’agrément temporaire, déposé par la ’Hogeschool voor Wetenschap en Kunst’ le9 février 2011;

Vu l’avis de la Commission d’Agrément, rendu le 3 mars 2011;Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 26 avril 2011;Sur la proposition du Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires

bruxelloises;

35866 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 69: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Après délibération,

Arrête :

Article 1er. La formation de ’master in het drama’ de la ’Hogeschool voor Wetenschap en Kunst’ obtient unagrément temporaire.

Cet agrément temporaire vaut pour une période de deux ans qui prend cours au début de l’annéeacadémique 2011-2012 et échoit à la fin de l’année académique 2012-2013.

Art. 2. Le Ministre flamand qui a l’enseignement dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Bruxelles, le 29 avril 2011.

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,K. PEETERS

Le Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires bruxelloises,P. SMET

*VLAAMSE OVERHEID

[2011/202902]N. 2011 — 1551

20 MEI 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 5 van het besluit van de VlaamseRegering van 19 maart 2010 betreffende stedenbouwkundige attesten, projectvergaderingen en stedenbouw-kundige inlichtingen

De Vlaamse Regering,

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, artikel 5.3.2, § 3;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 betreffende stedenbouwkundige attesten,projectvergaderingen en stedenbouwkundige inlichtingen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 februari 2011;

Gelet op advies nr. 49.400/1 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2011, met toepassing van artikel 84, § 1,eerste lid, 1o, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Aan artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 betreffende stedenbouw-kundige attesten, projectvergaderingen en stedenbouwkundige inlichtingen, wordt een punt 4o toegevoegd, dat luidtals volgt :

″4o over de aanvraag moet, met toepassing van artikel 4.7.16, § 1, respectievelijk 4.7.26, § 4, eerste lid, 2o, van deVlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, het advies van minstens twee verschillende instanties wordeningewonnen.″.

Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 mei 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering,K. PEETERS

De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,Ph. MUYTERS

TRADUCTION

AUTORITE FLAMANDE

[2011/202902]F. 2011 — 1551

20 MAI 2011. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’article 5 de l’arrêté du Gouvernement flamand du19 mars 2010 relatif aux autorisations urbanistiques, aux réunions de projet et aux informations urbanistiques

Le Gouvernement flamand,

Vu le Code flamand de l’Aménagement du Territoire du 15 mai 2009, notamment l’article 5.3.2, § 3;

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 mars 2010 relatif aux autorisations urbanistiques, aux réunions deprojet et aux informations urbanistiques;

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 24 février 2011;

Vu l’avis no 49.400/1 du Conseil d’Etat, donné le 31 mars 2011, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er,1o, deslois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973;

35867MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 70: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Sur la proposition du Ministre flamand des Finances, du Budget, du Travail, de l’Aménagement du Territoire et desSports;

Après délibération,

Arrête :

Article 1er. L’article 5 de l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 mars 2010 relatif aux autorisationsurbanistiques, aux réunions de projet et aux informations urbanistiques, est complété par un point 4o, rédigé commesuit :

« 4o en application de l’article 4.7.16, § 1er, respectivement 4.7.26, § 4, alinéa premier, 2o, du Code flamand del’Aménagement du Territoire du 15 mai 2009, l’avis d’au moins deux instances différentes doit être recueilli concernantla demande. ».

Art. 2. Le Ministre flamand ayant l’aménagement du territoire dans ses attributions, est chargé de l’exécution duprésent arrêté.

Bruxelles, le 20 mai 2011.

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,K. PEETERS

Le Ministre flamand des Finances, du Budget, du Travail, et de l’Aménagement du Territoire et des Sports,Ph. MUYTERS

*VLAAMSE OVERHEID

Leefmilieu, Natuur en Energie

[2011/202941]N. 2011 — 155218 MEI 2011. — Ministerieel besluit tot bepaling van de nadere voorwaarden voor het bekomen van steun voor

demonstratieprojecten inzake rationeel energieverbruik die een nieuwe verwezenlijking in het VlaamseGewest betekenen en commercialisering- en rendabiliteitsvooruitzichten bieden

De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,

Gelet op het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid, artikel 8.5.1,8.7.1, 8.7.4;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden vande Vlaamse Regering, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, 4 december 2009, 6 juli 2010,7 juli 2010, 24 september 2010 en 19 november 2010;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over hetenergiebeleid, artikel 7.3.1, § 1 en § 4;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 maart 2011;Gelet op het advies nr. 49.510/3 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1,

eerste lid, 1o, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;Overwegende dat voor een onderneming de bepalingen van de de-minimisverordening (verordening EG

nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van hetVerdrag op de-minimissteun en alle latere wijzigingen) van toepassing zijn,

Besluit :HOOFDSTUK I. — Oproep voor steun aan demonstratieprojecten

Artikel 1. § 1. Het Vlaamse Gewest lanceert een oproep voor steun aan demonstratieprojecten inzake innovatieveenergietechnologieën of (ver)bouwconcepten.

§ 2. De steun wordt toegekend aan natuurlijke personen, ondernemingen, niet-commerciële instellingen enpubliekrechtelijke rechtspersonen, binnen de middelen die de minister daartoe in het Energiefonds reserveert.

§ 3. Aan elke oproep is een vooraf bepaalde subsidie-enveloppe verbonden.

§ 4. De subsidie wordt toegekend volgens een wedstrijdformule.

§ 5. De oproep en de evaluatiecriteria worden bekend gemaakt via de website van het Vlaams Energieagentschap.

Art. 2. De financiële steun bedraagt 35 % van de subsidiabele kosten en wordt beperkt tot 150.000 euro per project.

Deze steun is niet cumuleerbaar met andere toelagen van het Vlaams Gewest.

Art. 3. Als subsidiabele kosten worden beschouwd de investeringskosten, exclusief btw, in installaties, machinesen uitrustingen die rechtstreeks betrekking hebben op de toepassing van het innoverend deel van de gedemonstreerdetechnologie of het gedemonstreerde bouwconcept, alsook studie- en ontwerpkosten die noodzakelijk zijn voor derealisatie van het project. Enkel facturen die dateren van na de datum van de toekenning van de subsidie wordenaanvaard.

Indien de subsidieaanvrager zelf instaat voor de monitoring van het project, kan ook de subsidiëring vanmeetapparatuur in aanmerking worden genomen. Hierbij kan enkel de meetapparatuur die niet essentieel is voor denormale werking of exploitatie, maar wel voor de evaluatie, evenals de inbouw en uitbouw ervan, weerhoudenworden.

Worden niet beschouwd als subsidiabele kosten, alle kosten verbonden aan :

1o de aankoop van grond;

2o de exploitatie van de installatie;

3o personeelskosten;

4o overheadkosten.

35868 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 71: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Voor projectvoorstellen met een technologische focus zijn werken van burgerlijke bouwkunde (zoals gebouwen,funderingen, wegen, en rioleringen) niet subsidiabel, voor zover zij niet onlosmakelijk verbonden zijn met deinnoverende technologie en niet nutteloos worden als de installatie buiten dienst wordt gesteld.

Art. 4. § 1. De subsidieaanvraag wordt ingediend aan de hand van een op de website van het VlaamsEnergieagentschap ter beschikking gesteld formulier.

§ 2. Het Vlaams Energieagentschap onderzoekt of het in de aanvraag vervatte project :

1o in het Vlaams Gewest een voorbeeldfunctie kan vervullen op het vlak van innovatie en reproduceerbaarheid,die in verhouding staat tot de gevraagde subsidie. Projecten die zo specifiek zijn dat ze geen navolging kunnen vinden,komen niet in aanmerking voor ondersteuning.

2o gepaard gaat met een energiebesparing en voldoende commercialisering- en rendabiliteitsvooruitzichten biedt.De terugverdientijd bedraagt ten minste 5 jaar. Voor projectvoorstellen met een technologische focus bedraagt deterugverdientijd ten hoogste 12 jaar. Voor projectvoorstellen met de focus op een zeer ingrijpende verbetering vanenergieprestaties van gebouwen bedraagt de terugverdientijd maximaal 30 jaar.

De terugverdientijd wordt gedefinieerd als zijnde de verhouding tussen de meerkost en de energiebesparing(uitgedrukt in euro) van de nieuwe technologie of de innovatieve bouwconcepten in vergelijking met een klassiekeinstallatie of de traditionele bouwconcepten die hetzelfde doel beogen.

§ 3. Het Vlaams Energieagentschap kan in het kader van haar onderzoek van de in § 2 vermelde elementenbijkomende informatie bij de projectindiener opvragen. De projectindiener bezorgt, op straffe van verval van het rechttot subsidiering, het Vlaams Energieagentschap de gevraagde informatie binnen een door het agentschap gesteldetermijn. De aanvraag wordt pas als volledig beschouwd nadat alle informatie is ontvangen.

Art. 5. § 1. De subsidieaanvraag is ontvankelijk als die voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 4, § 2.

§ 2. De subsidie-enveloppe wordt verdeeld over de best gerangschikte ontvankelijke subsidieaanvragen, inafnemende volgorde tot de subsidie-enveloppe is opgebruikt.

§ 3. Het Vlaams Energieagentschap doet een gemotiveerd voorstel tot subsidiering aan de minister, bevoegd voorhet energiebeleid, binnen de 60 dagen na de einddatum van de oproep.

§ 4. De minister, bevoegd voor het energiebeleid, beslist, binnen de 60 dagen na ontvangst van het gemotiveerdvoorstel van het Vlaams Energieagentschap over de al dan niet subsidiering.

§ 5. De projectaanvrager wordt binnen de 30 dagen na de beslissing van de minister, bevoegd voor hetenergiebeleid, hiervan op de hoogte gesteld.

Art. 6. De subsidie wordt toegekend bij besluit van de minister, bevoegd voor het energiebeleid.

In dit subsidiebesluit zijn in ieder geval opgenomen :

1o het maximaal subsidiebedrag;

2o projectuitvoeringstermijnen;

3o de specifieke modaliteiten met betrekking tot de monitoring en bekendmaking van het project.

HOOFDSTUK II. — Opvolging, uitvoering, uitbetaling en controle bij gesubsidieerde demonstratieprojecten

Art. 7. § 1. Er zal per gesubsidieerd demonstratieproject door het Vlaams Energieagentschap een begeleidings-commissie worden opgericht die de uitvoering van het project opvolgt.

§ 2. De begeleidingscommissie bepaalt de modaliteiten met betrekking tot de monitoring van het project. Demonitoring loopt gedurende minstens 1 jaar en dient te worden uitgevoerd volgens de richtlijnen van debegeleidingscommissie.

§ 3. De begunstigde verbindt er zich toe de nodige informatie voor de technische en economische evaluatie tebezorgen aan deze begeleidingscommissie en zijn volle medewerking te verlenen aan metingen die dienen uitgevoerdte worden om disseminatie van de resultaten mogelijk te maken.

Art. 8. De uitbetaling van de subsidie gebeurt in twee schijven na ontvangst van een schuldvordering en eenbijgevoegde verantwoording van de projectkosten met bewijsstukken, overeenkomstig volgend schema :

1o binnen zestig dagen na de ontvangst en aanvaarding van de voortgangsrapporten van de begunstigde en naontvangst van een tussentijds verslag van de monitoring dat dient gebaseerd te zijn op aanvaardbare metingengedurende minstens één maand waarin het project in bedrijf is, gebeurt de proportionele uitbetaling tot hetsteunpercentage, vermeld in artikel 2, § 1 op de reeds geëffectueerde uitgaven aan de hand van de voorgelegdefacturen, en dit tot een totaal bedrag van maximaal 70 procent van het totale toegekende steunbedrag;

2o na ontvangst en aanvaarding van het eindverslag van de begunstigde en na ontvangst van het eindverslag vande monitoring dat dient gebaseerd te zijn op aanvaardbare metingen gedurende minstens 12 maanden waarin hetproject in bedrijf is, gebeurt de uitbetaling van de resterende 30 procent van het totale toegekende steunbedrag, metinachtneming van het steunpercentage dat wordt toegepast op werkelijk geëffectueerde en aanvaarde uitgaven.

Art. 9. § 1. Indien de begunstigde het project wil wijzigen, kan hij dit enkel doen indien hij eerst een met redenenomklede aanvraag heeft ingediend en de toestemming van het Vlaams Energieagentschap heeft gekregen.

Indien de begunstigde zonder de toestemming van het Vlaams Energieagentschap toch wijzigingen doorvoert, danzal het Vlaams Energieagentschap de betaling van de voorschotten, vermeld in artikel 8 stopzetten.

§ 2. De begunstigde onderwerpt zich aan iedere controle door het Vlaams Energieagentschap met betrekking totalle onderdelen van het programma.

Art. 10. § 1. Het Vlaams Energieagentschap kan de uitbetaling van de subsidie stopzetten en/of terugbetalingeisen als en in de mate dat :

1o het project niet voldoet aan alle wettelijke bepalingen;

2o één of meerdere bepalingen van dit besluit of het subsidiebesluit niet werden nageleefd;

3o de subsidie niet wordt aangewend voor de doeleinden waarvoor ze is verleend;

4o de begunstigde de controle verhindert of belemmert.

35869MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 72: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

§ 2. Wanneer het Vlaams Energieagentschap haar betalingen aan de begunstigde stopzet, zal zij haar gemotiveerdebeslissing bij aangetekende brief de begunstigde ter kennis brengen. Tegen deze beslissing kan door de begunstigde bijaangetekende brief binnen de dertig dagen bij de minister, bevoegd voor het energiebeleid, een gemotiveerdbezwaarschrift worden ingediend. De minister, bevoegd voor het energiebeleid, beslist over het bezwaar binnen eentermijn van drie maanden na ontvangst van het bezwaarschrift.

HOOFDSTUK III. — Slotbepalingen

Art. 11. Het ministerieel besluit van 1 augustus 1983 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van hetkoninklijk besluit van 10 februari 1983, houdende aanmoedigingsmaatregelen voor het rationeel energieverbruik wordtopgeheven.

Brussel, 18 mei 2011.

De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,F. VAN DEN BOSSCHE

TRADUCTION

AUTORITE FLAMANDE

[2011/202941]F. 2011 — 1552

Environnement, Nature et Energie

18 MAI 2011. — Arrêté ministériel fixant les modalités d’obtention de l’aide aux projets de démonstration en matièrede l’utilisation rationnelle de l’énergie qui constituent une nouvelle réalisation en Région flamande et offrentdes perspectives de commercialisation et de rentabilité

La Ministre flamande de l’Energie, du Logement, des Villes et de l’Economie sociale,

Vu le décret du 8 mai 2009 contenant des dispositions générales concernant la politique de l’énergie, notammentl’article 8.5.1, 8.7.1, 8.7.4;

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 2009 fixant les attributions des membres du Gouvernementflamand, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 24 juillet 2009, 4 décembre 2009, 6 juillet 2010,7 juillet 2010, 24 septembre 2010 et 19 novembre 2010;

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 19 novembre 2010 portant les dispositions générales en matière de lapolitique de l’énergie, notamment l’article 7.3.1, § 1er et § 4;

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 25 mars 2011;Vu l’avis no 49.510/3 du Conseil d’Etat, donné le 3 mai 2011, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1o, des

lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973;Considérant qu’à une entreprise les dispositions du Règlement de minimis (Règlement (CE) no 1998/2006 de la

Commission du 15 décembre 2006 concernant l’application des articles 87 et 88 du traité CE aux aides de minimis, ettoutes les modifications ultérieures) sont d’application,

Arrête :CHAPITRE Ier. — Appel à l’aide aux projets de démonstration

Article 1er. § 1er. La Région flamande lance un appel à l’aide aux projets de démonstration en matière desnouvelles technologies de l’énergie ou des concepts de construction (de transformation).

§ 2. L’aide est octroyée aux personnes physiques, entreprises, institutions non commerciales et personnes moralesde droit public, dans les limites des moyens réservés à cet effet par le Ministre au Fonds de l’Energie.

§ 3. Une enveloppe de subventions, fixée au préalable, est liée à chaque appel.

§ 4. La subvention est attribuée selon une formule de concours.

§ 5. L’appel et les critères d’évaluation sont rendus publics via le site web de la ″Vlaams Energieagentschap″.

Art. 2. L’aide financière s’élève à 35 % des frais subventionnables et est limitée à 150.000 euros par projet.

Cette aide n’est pas cumulable avec d’autres allocations de la Région flamande.

Art. 3. Sont considérés comme des frais subventionnables les frais, hors T.V.A., engendrés par l’ investissementdans des installations, machines et équipements ayant directement trait à l’application de la partie innovante de latechnologie démontrée ou du concept de construction démontré ainsi que les frais d’étude et de projet qui sontnécessaires à la réalisation du projet. Seules les factures datant d’après la date d’octroi de la subvention sont acceptées.

Si le demandeur de la subvention assure lui-même le monitoring du projet, le subventionnement des appareils demesurage peut également être pris en compte. Seuls les appareils de mesurage qui ne sont pas essentiels aufonctionnement normal et à l’exploitation, mais bien à leur évaluation, ainsi qu’à leur intégration et développement,peuvent être retenus.

Ne sont pas considérés comme des frais subventionnables, tous les frais liés :

1o à l’achat de terres;

2o à l’exploitation de l’installation;

3o aux frais de personnel;

4o aux frais généraux.

Pour des propositions de projet à orientation technologique, des travaux de génie civil (comme des bâtiments,fondations, voies et égouts) ne sont pas subventionnables, pour autant qu’ils ne soient pas indissociablement liés à latechnologie innovatrice et ne deviennent pas inutiles si l’installation est mise hors service.

35870 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 73: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 4. § 1er. La demande de subvention est introduite auprès de la ″Vlaams Energieagentschap″ à l’aide d’unformulaire de demande rendu disponible sur le site web de la ″Vlaams Energieagentschap″.

§ 2. La ″Vlaams Energieagentschap″ vérifie si le projet proposé dans la demande :

1o peut remplir, en Région flamande, une fonction d’exemple dans le domaine de l’innovation et de lareproductibilité, en proportion avec la subvention demandée. Les projets qui sont tellement spécifiques qu’ils ne sontpas suivis de réalisations, ne sont pas admissibles à l’aide.

2o va de pair avec une économie d’énergie et offre suffisamment de perspectives de commercialisation et derentabilité. Le délai de récupération s’élève à au moins 5 ans. Pour des propositions de projet à orientationtechnologique, le délai de récupération s’élève à 12 ans au plus. Pour des propositions de projet visant une améliorationtrès nette de la performance énergétique des bâtiments, le délai de récupération s’élève à 30 ans au plus.

Le délai de récupération est défini comme la proportion entre le coût supplémentaire et l’économie d’énergie(exprimée en euros) de la nouvelle technologie ou des concepts de construction innovateurs en comparaison avec uneinstallation classique ou des concepts de construction traditionnels visant le même but.

§ 3. La ″Vlaams Energieagentschap″ peut demander, dans le cadre de son examen des éléments visés au § 2, desinformations supplémentaires au demandeur de projet. Le demandeur de projet transmet, sous peine de déchéance dudroit à la subvention, à la ″Vlaams Energieagentschap″ les informations demandées dans le délai déterminé parl’Agence. La demande n’est pas considérée comme complète qu’après réception de toutes les informations.

Art. 5. § 1er. La demande de subvention est recevable lorsqu’elle répond aux conditions de l’article 4, § 2.

§ 2. Cette enveloppe de subventions est distribuée entre les demandes de subvention admissibles les mieuxclassées, en ordre décroissant, jusqu’à épuisement de l’enveloppe de subventions.

§ 3. La ″Vlaams Energieagentschap″ fait une proposition motivée de subventionnement au Ministre chargé de lapolitique de l’énergie, dans les 60 jours après la date de fin de l’appel.

§ 4. Le Ministre chargé de la politique de l’énergie décide, dans les 60 jours après la réception de la propositionmotivée de la ″Vlaams Energieagentschap″, sur le subventionnement ou non.

§ 5. Le demandeur de projet en est informé dans les 30 jours après la décision du Ministre chargé de la politiquede l’énergie.

Art. 6. La subvention est attribuée par arrêté du Ministre chargé de la politique de l’énergie.

Dans l’arrêté de subvention sont repris en tout cas :

1o le montant de subvention maximum;

2o les délais d’exécution du projet;

3o les modalités spécifiques relatives au monitoring et à la publication du projet.

CHAPITRE II. — Suivi, exécution, paiement et contrôle des projets de démonstration subventionnés

Art. 7. § 1er. Par projet de démonstration subventionné, la ″Vlaams Energieagentschap″ constituera unecommission d’accompagnement qui assurera le suivi de l’exécution du projet.

§ 2. La commission d’accompagnement détermine les modalités relatives au monitoring du projet. Le monitorings’étend sur 1 an au moins et doit être exécuté selon les directives de la commission d’accompagnement.

§ 3. Le bénéficiaire s’engage à transmettre à la commission d’accompagnement les informations nécessaires àl’évaluation technique et économique et à accorder sa pleine collaboration aux mesurages qui doivent être exécutés afinde permettre la dissémination des résultats.

Art. 8. Le paiement de la subvention se fait en deux tranches après réception d’une créance et d’une justificationannexée des frais de projet, accompagnées des pièces justificatives, conformément au schéma suivant :

1o dans les 60 jours suivant la réception et l’acceptation des rapports d’avancement du bénéficiaire et aprèsréception d’un rapport intermédiaire du monitoring qui doit être basé sur des mesurages acceptables pendant au moinsun mois dans lequel le projet est entrepris, le paiement proportionnel jusqu’au pourcentage de l’aide visé à l’article 2,§ 1er, se fait sur les dépenses déjà effectuées, les factures à l’appui, et ce, jusqu’à un montant d’au maximum 70 pourcent du montant total de l’aide octroyée;

2o après réception et acceptation du rapport final du bénéficiaire et après réception du rapport final du monitoringqui doit être basé sur des mesurages acceptables pendant au moins 12 mois dans lesquels le projet est entrepris, lepaiement des 30 pour cent restant du montant d’aide global s’effectue en tenant compte du pourcentage de l’aideappliqué aux dépenses réellement effectuées et acceptées.

Art. 9. § 1er. Si le bénéficiaire veut modifier le projet, il ne peut le faire qu’après introduction d’une demandemotivée et réception de l’autorisation de la ″Vlaams Energieagentschap″.

Si le bénéficiaire modifie toutefois le projet sans autorisation de la ″Vlaams Energieagentschap″, la ″VlaamsEnergieagentschap″ arrêtera le paiement des avances, visées à l’article 8.

§ 2. Le bénéficiaire se soumet à tout contrôle par la ″Vlaams Energieagentschap″ par rapport à tous les élémentsdu programme.

Art. 10. § 1er. La Vlaams Energieagentschap peut cesser le paiement de la subvention et/ou exiger leremboursement si et dans la mesure où :

1o le projet ne remplit pas toutes les dispositions légales;

2o une ou plusieurs dispositions du présent arrêté ou de l’arrêté de subvention n’ont pas été respectées;

3o la subvention n’a pas été utilisée aux fins pour lesquelles elle a été octroyée;

4o le bénéficiaire entrave le contrôle ou le rend impossible.

§ 2. Lorsque la ″Vlaams Energieagentschap″ arrête ses paiements effectués au bénéficiaire, elle transmettra sadécision motivée par lettre recommandée au bénéficiaire. Dans les trente jours, le bénéficiaire peut introduire, par lettrerecommandée, une réclamation motivée contre cette décision auprès du ministre compétent pour la politique del’énergie. Le Ministre, chargé de la politique de l’énergie, statue sur la réclamation dans un délai de trois mois aprèssa réception.

35871MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 74: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

CHAPITRE III. — Dispositions finales

Art. 11. L’arrêté ministériel du 1er août 1983 fixant les mesures d’exécution de l’arrêté royal du 10 février 1983portant des mesures d’encouragement à l’utilisation rationnelle de l’énergie est abrogé.

Bruxelles, le 18 mai 2011.

La Ministre flamande de l’Energie, du Logement, des Villes et de l’Economie sociale,F. VAN DEN BOSSCHE

AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

[C − 2011/12032]6 JUNI 2011. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de plaatsen

erkend als toeristisch centrum in uitvoering van het koninklijkbesluit van 9 mei 2007 betreffende de tewerkstelling op zondag inkleinhandelszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen,luchtkuuroorden en toeristische centra (1)

De Minister van Werk,

Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, artikel 14, § 2;Gelet op het koninklijk besluit van 9 mei 2007 betreffende de

tewerkstelling op zondag in kleinhandelszaken en kapperssalonsgevestigd in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra,artikel 2, 3°,

Besluit :Enig artikel. Met ingang van 3 juli 2011 wordt het volledig

grondgebied van de gemeente Bütgenbach erkend als toeristischcentrum.

Brussel, 6 juni 2011.Mevr. J. MILQUET

Nota

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971;Koninklijk besluit van 9 mei 2007, Belgisch Staatsblad van 3 juli 2007.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST BESCHÄFTIGUNG, ARBEIT UND SOZIALE KONZERTIERUNG

[C − 2011/12032]

6. JUNI 2011 — Ministerieller Erlass, der die als Touristikzentren anerkannten Ortschaften in Anwendung desKöniglichen Erlasses vom 9. Mai 2007 über die Sonntagsbeschäftigung in den in Badeorten, Luftkurorten undTouristikzentren gelegenen Einzelhandelsgeschäften und Frisiersalons festlegt (1)

Die Ministerin der Beschäftigung,

Aufgrund des Gesetzes vom 16. März 1971 über die Arbeit, Artikel 14, § 2,

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 9. Mai 2007 in Bezug auf die Sonntagsbeschäftigung in den in Badeorten,Luftkurorten und Touristikzentren gelegenen Einzelhandelsgeschäften und Frisiersalons, Artikel 2, 3°,

Erlässt:

Einziger Artikel. Ab dem 3. Juli 2011 wird das vollständiges Gebiet der Gemeinde Bütgenbach als Touristikzen-trum anerkannt.

Brüssel, 6. Juni 2011

Frau J. MILQUET

Fußnote

(1) Verweise auf das Belgische Staatsblatt:Gesetz vom 16. März 1971, Belgisches Staatsblatt vom 30. März 1971.Königlicher Erlass vom 9. Mai 2007, Belgisches Staatsblatt vom 3. Juli 2007.

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE

[C − 2011/12032]6 JUIN 2011. — Arrêté ministériel déterminant les localités reconnues

comme centres touristiques en exécution de l’arrêté royal du9 mai 2007 relatif à l’occupation au travail le dimanche dans lesmagasins de détail et les salons de coiffure situés dans les stationsbalnéaires et climatiques ainsi que dans les centres touristiques (1)

La Ministre de l’Emploi,

Vu la loi du 16 mars 1971 sur le travail, l’article 14, § 2;Vu l’arrêté royal du 9 mai 2007 relatif à l’occupation au travail le

dimanche dans les magasins de détail et les salons de coiffure situésdans les stations balnéaires et climatiques ainsi que dans les centrestouristiques, l’article 2, 3°,

Arrête :Article unique. A partir du 3 juillet 2011 tout le territoire de la

commune de Bütgenbach est reconnu comme centre touristique.

Bruxelles, le 6 juin 2011.Mme J. MILQUET

Note

(1) Références au Moniteur belge :Loi du 16 mars 1971, Moniteur belge du 30 mars 1971;Arrêté royal du 9 mai 2007, Moniteur belge du 3 juillet 2007.

35872 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 75: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID,ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

[2011/202523]Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen. — Benoeming

van de leden van het Paritair Subcomité voor de vezelcement

Bij besluit van de Directeur-generaal van 10 mei 2011, dat in werkingtreedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendge-maakt :

worden benoemd tot leden van het Paritair Subcomité voor devezelcement :

1. als vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie :Gewone leden :

De heren :PINXTEN Bart, te Leuven;VERGOTE Jan, te Gent;Mevr. MACHARIS Myriam, te Dendermonde;De heer MEERT Herwig, te Opwijk.Plaatsvervangende leden :Mevr. COREMANS Maria, te Bonheiden;De heer PECCEU Tom, te Puurs;Mevr. BOSSUYT Hilde, te Kruibeke;De heer STERKX Josephus, te Kalmthout.2. als vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties :Gewone leden :

De heren :DESMET Rik, te Torhout;DE RUYSSCHER Frederik, te Kapelle-op-den-Bos;DAERDEN Justin, te Boortmeerbeek;VAN DE WIELE Freddy, te Hoeilaart.Plaatsvervangende leden :

De heren :BAELE Herman, te Zwalm;DE MAEYER Stephan, te Boom;OTTE Bert, te Sint-Niklaas;VANMOL Christiaan, te Zaventem.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID,VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

EN LEEFMILIEU

[C − 2011/24121]Personeel. — Benoeming

Bij koninklijk besluit van 30 maart 2011 wordt Mevr. JADOT,Caroline, in vast dienstverband benoemd, met ingang van 1 mei 2011,in de titel van attaché in de klasse A1 op het Franse taalkader, bij deFederale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedsel-keten en Leefmilieu - Hoofdbestuur.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID,VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

EN LEEFMILIEU

[C − 2011/24118]

Personeel. — Eervol ontslag

Bij koninklijk besluit van 28 april 2011 wordt Mevr. VERHAEGHEN,Mimi, attaché bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Vei-ligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, met ingang van 1 april 2011,eervol ontslag uit haar ambt verleend.

Mevr. VERHAEGHEN, Mimi, is ertoe gerechtigd, met ingang van1 april 2011, haar aanspraken op een rustpensioen te doen gelden en deeretitel van haar ambt te voeren.

SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI,TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE

[2011/202523]Direction générale Relations collectives de travail. — Nomination des

membres de la Sous-commission paritaire pour le fibrociment

Par arrêté du Directeur général du 10 mai 2011, qui entre en vigueurle jour de sa publication au Moniteur belge :

sont nommés membres de la Sous-commission paritaire pour lefibrociment :

1. en qualité de représentants de l’organisation d’employeurs :Membres effectifs :

MM. :PINXTEN Bart, à Louvain;VERGOTE Jan, à Gand;Mme MACHARIS Myriam, à Termonde;M. MEERT Herwig, à Opwijk.Membres suppléants :Mme COREMANS Maria, à Bonheiden;M. PECCEU Tom, à Puurs;Mme BOSSUYT Hilde, à Kruibeke;M. STERKX Josephus, à Kalmthout.2. en qualité de représentants des organisations de travailleurs :Membres effectifs :

MM. :DESMET Rik, à Torhout;DE RUYSSCHER Frederik, à Kapelle-op-den-Bos;DAERDEN Justin, à Boortmeerbeek;VAN DE WIELE Freddy, à Hoeilaart.Membres suppléants :

MM. :BAELE Herman, à Zwalm;DE MAEYER Stephan, à Boom;OTTE Bert, à Saint-Nicolas;VANMOL Christiaan, à Zaventem.

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE,SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE

ET ENVIRONNEMENT

[C − 2011/24121]Personnel. — Nomination

Par arrêté royal du 30 mars 2011, Mme JADOT, Caroline, est nomméeà titre définitif, à partir du 1er mai 2011, au titre d’attaché dans unemploi de classe A1, dans le cadre linguistique français au Servicepublic fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire etEnvironnement - Administration centrale.

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE,SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE

ET ENVIRONNEMENT

[C − 2011/24118]

Personnel. — Démission honorable

Par arrêté royal du 28 avril 2011 il est accordé à Mme VERHAE-GHEN, Mimi, attaché au Service public fédéral Santé publique, Sécuritéde la Chaîne alimentaire et Environnement, démission honorable de sesfonctions le 1er avril 2011.

Mme VERHAEGHEN, Mimi, est autorisée à faire valoir ses droits àune pension de retraite, à partir du 1er avril 2011, et à porter le titrehonorifique de ses fonctions.

35873MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 76: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2011/09439]Rechterlijke Orde

Bij koninklijk besluit van 25 mei 2011 is op zijn verzoek een eindegesteld aan de benoeming in hoedanigheid van lid van de Commissievoor de Modernisering van de Rechterlijke Orde, van de heerDelaunoy, C., secretaris-hoofd van dienst bij het federaal parket.

Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2011.

Bij koninklijke besluiten van 25 mei 2011 zijn benoemd tot :griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Veurne, Mevr. Devry, R.,

griffier bij het vredegerecht van het eerste kanton Oostende.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend

op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad;griffier bij de rechtbank van koophandel te Hasselt, de heer Van der

Goten, D., assistent bij de griffie van de arbeidsrechtbank te Hasselt.Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging.

Bij koninklijke besluiten van 1 juni 2011 zijn benoemd tot :griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, Mevr. Van-

veldhoven, P., medewerker bij de griffie van deze rechtbank.Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging;voorlopig benoemd griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te

Antwerpen, Mevr. Mariën, D., medewerker op arbeidsovereenkomst bijde griffie van deze rechtbank.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging;voorlopig benoemd griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te

Turnhout, Mevr. Diels, K., medewerker op arbeidsovereenkomst bij degriffie van deze rechtbank.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging.

Bij ministerieel besluit van 7 juni 2011 is aan Mevr. Vanluyten, E.,medewerker op arbeidsovereenkomst bij de griffie van de rechtbankvan koophandel te Nijvel, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt vangriffier bij deze rechtbank te vervullen.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging.

Bij ministeriële besluiten van 9 juni 2011 :is aan Mevr. Gaillard, A., assistent bij de griffie van het hof van beroep

te Luik, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van griffier bij dit hofte vervullen.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging;is aan Mevr. Nossent, M., medewerker op arbeidsovereenkomst bij

de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdracht gegevenom tijdelijk het ambt van griffier bij deze rechtbank te vervullen.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging, welkeniet kan geschieden vóór 1 augustus 2011;

is aan Mevr. Vrancken, L., assistent bij de griffie van de arbeidsrecht-bank te Hasselt, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van griffier bijdeze rechtbank te vervullen.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging;is aan Mevr. Oualad-Alachen, L., medewerker op arbeidsovereen-

komst bij de griffie van het vredegerecht van het kanton Etterbeek,opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van griffier bij het vredegerechtvan dit kanton te vervullen.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging;is aan de heer Besohé, E., medewerker bij de griffie van het

vredegerecht van het kanton Beauraing–Dinant–Gedinne, opdrachtgegeven om tijdelijk het ambt van griffier bij het vredegerecht van ditkanton te vervullen.

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2011/09439]Ordre judiciaire

Par arrêté royal du 25 mai 2011, il est mis fin, à sa demande, à lanomination en qualité de membre de la Commission de Modernisationde l’Ordre judiciaire, de M. Delaunoy, C., secrétaire-chef de service auparquet fédéral.

Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2011.

Par arrêtés royaux du 25 mai 2011 sont nommés :greffier au tribunal de première instance de Furnes, Mme Devry, R.,

greffier à la justice de paix du premier canton d’Ostende.Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du mois qui suit la

publication au Moniteur belge;greffier au tribunal de commerce d’Hasselt, M. Van der Goten, D.,

assistant au greffe du tribunal du travail d’Hasselt.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment.

Par arrêtés royaux du 1er juin 2011, sont nommées :greffier au tribunal de première instance d’Anvers, Mme Vanveld-

hoven, P., collaborateur au greffe de ce tribunal.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment;greffier à titre provisoire au tribunal de première instance d’Anvers,

Mme Mariën, D., collaborateur sous contrat au greffe de ce tribunal.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment;greffier à titre provisoire au tribunal de première instance de

Turnhout, Mme Diels, K., collaborateur sous contrat au greffe de cetribunal.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment.

Par arrêté ministériel du 7 juin 2011, Mme Vanluyten, E., collabora-teur sous contrat au greffe du tribunal de commerce de Nivelles, esttemporairement déléguée aux fonctions de greffier à ce tribunal.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment.

Par arrêtés ministériels du 9 juin 2011 :Mme Gaillard, A., assistant au greffe de la cour d’appel de Liège, est

temporairement déléguée aux fonctions de greffier à cette cour.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment;Mme Nossent, M., collaborateur sous contrat au greffe du tribunal de

première instance de Liège, est temporairement déléguée aux fonctionsde greffier à ce tribunal.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment,laquelle ne peut avoir lieu avant le 1er août 2011;

Mme Vrancken, L., assistant au greffe du tribunal du travaild’Hasselt, est temporairement déléguée aux fonctions de greffier à cetribunal.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment;Mme Oualad-Alachen, L., collaborateur sous contrat au greffe de la

justice de paix du canton d’Etterbeek, est temporairement déléguée auxfonctions de greffier à la justice de paix de ce canton.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment;M. Besohé, E., collaborateur au greffe de la justice de paix du canton

de Beaurang-Dinant-Gedinne, est temporairement délégué aux fonc-tions de greffier à la justice de paix de ce canton.

35874 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 77: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging, welkeniet kan geschieden vóór 1 juli 2011 en komt ten einde op 31 juli 2011’s avonds;

is aan Mevr. Roba, R., medewerker bij de griffie van het vredegerechtvan het kanton Beauraing-Dinant-Gedinne, opdracht gegeven omtijdelijk het ambt van griffier bij het vredegerecht van dit kanton tevervullen.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging, welkeniet kan geschieden vóór 1 augustus 2011 en komt ten einde op31 augustus 2011 ’s avonds;

is aan Mevr. Juvyns, M., assistent bij de griffie van het vredegerechtvan het tweede kanton Luik, opdracht gegeven om tijdelijk het ambtvan griffier bij het vredegerecht van dit kanton te vervullen.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging;is aan de heer Lecutier, V., medewerker bij de griffie van het

vredegerecht van het kanton Peruwelz-Leuze-en-Hainaut, opdrachtgegeven om tijdelijk het ambt van griffier bij het vredegerecht van ditkanton te vervullen.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging;is aan de heer Michem, M., medewerker bij het parket van de

procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Ieper metopdracht om zijn ambt te vervullen bij de griffie van het hof van beroepte Gent, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van griffier bij dit hofte vervullen.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging.

Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten metindividuele strekking kan voor de afdeling administratie vande Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na dezebekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende briefaan de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraktijk (adres : Weten-schapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2011/09440]Rechterlijke Orde. — Nationale Orden

Bij koninklijk besluit van 1 juni 2011 zijn in het artikel 1 van hetkoninklijk besluit van 3 maart 2011, waarbij het burgerlijk ereteken vanKruis 1e klasse wordt verleend voor ruim vijfendertig jaar dienst, aanonder andere de heer Morrens, J., rechter in de politierechtbank teAntwerpen, de voornamen « Jacques Jozef Mathilde » vervangen doorde voornamen « Paul Leo Mathilde ».

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

[C − 2011/11215]

1 JUNI 2011. — Ministerieel besluit tot wijzigingvan de lijst van vestigingseenheden van een erkend Ondernemingsloket

De Minister van K.M.O.’s en Zelfstandigen,

Gelet op de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van eenKruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het Han-delsregister, tot oprichting van erkende Ondernemingsloketten enhoudende diverse bepalingen, de artikelen 42, 45 en 46;

Gelet op het ministerieel besluit van 19 mei 2003 tot bepaling van debewijsmodaliteiten van de beroepsbekwaamheid van de erkendeOndernemingsloketten, gewijzigd bij het ministerieel besluit van22 augustus 2006;

Gelet op het ministerieel besluit van 9 september 2008 tot erkenningals Ondernemingsloket van de vereniging zonder winstoogmerk BIZOndernemingsloket, thans genoemd Xerius, waarvan de maatschappe-lijke zetel gevestigd is te 1030 Brussel, Koningsstraat 269, laatstgewijzigd bij het ministerieel besluit van 8 februari 2011;

Gelet op de aanvraag van 6 mei 2011, ingediend door de verenigingzonder winstoogmerk Xerius Ondernemingsloket, teneinde van de lijstvan haar vestigingseenheden deze gevestigd te 3001 Leuven, UbicenterPhilipssite 5 bus 8, te schrappen en teneinde een bijkomende vestigings-eenheid te erkennen;

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment,laquelle ne peut avoir lieu avant le 1er juillet 2011 et prend fin le31 juillet 2011 au soir;

Mme Roba, R., collaborateur au greffe de la justice de paix du cantonde Beaurang-Dinant-Gedinne, est temporairement déléguée aux fonc-tions de greffier à la justice de paix de ce canton.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment,laquelle ne peut avoir lieu avant le 1er août 2011 et prend fin le31 août 2011 au soir;

Mme Juvyns, M., assistant au greffe de la justice de paix du deuxièmecanton de Liège, est temporairement déléguée aux fonctions de greffierà la justice de paix de ce canton.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment;M. Lecutier, V., collaborateur au greffe de la justice de paix du canton

de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, est temporairement délégué aux fonc-tions de greffier à la justice de paix de ce canton.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment;M. Michem, M., collaborateur au parquet du procureur du Roi près

le tribunal de première instance d’Ypres, délégué pour exercer sesfonctions au greffe de la cour d’appel de Gand, est temporairementdélégué aux fonctions de greffier à cette cour.

Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment.

Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peutêtre soumis à la section administration du Conseil d’Etat endéans lessoixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée auConseil d’Etat, section du contentieux administratif (adresse : rue de laScience 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2011/09440]Ordre judiciaire. — Ordres nationaux

Par arrêté royal du 1er juin 2011, dans l’article 1er de l’arrêté royal du3 mars 2011 accordant la décoration civique de la Croix de 1re classe,pour plus de trente-cinq ans de service, entre autre à M. Morrens, J.,juge au tribunal de police d’Anvers, les prénoms de « Jacques JozefMathilde » sont remplacés par les prénoms de « Paul Leo Mathilde ».

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE

[C − 2011/11215]

1er JUIN 2011. — Arrêté ministériel modifiantla liste des unités d’établissement d’un Guichet d’Entreprises agréé

La Ministre des P.M.E. et des Indépendants,

Vu la loi du 16 janvier 2003 portant création d’une Banque-Carrefourdes Entreprises, modernisation du Registre de Commerce, création deGuichets d’Entreprises agréés et portant diverses dispositions, lesarticles 42, 45 et 46;

Vu l’arrêté ministériel du 19 mai 2003 fixant les modes de preuve dela compétence professionnelle des Guichets d’Entreprises agréés,modifié par l’arrêté ministériel du 22 août 2006;

Vu l’arrêté ministériel du 9 septembre 2008 agréant en tant queGuichet d’Entreprises l’association sans but lucratif BIZ Guichted’Entreprises, actuellement dénommé Xerius, dont le siège social estétabli rue Royale 269, à 1030 Bruxelles, modifié en dernier lieu parl’arrêté ministériel du 8 février 2011;

Vu la demande du 6 mai 2011, introduite par l’association sans butlucratif Xerius Guichet d’Entreprises, afin de supprimer de la liste deses unités d’établissement celle établie Ubicenter Philipssite 5, boîte 8,à 3001 Leuven, et afin d’agréer une unité d’établissement supplémen-taire;

35875MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 78: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Overwegende dat de bijkomende vestigingseenheid heeft aange-toond te voldoen aan de vereiste voorwaarden,

Besluit :Enig artikel. De lijst van de vestigingseenheden van de vereniging

zonder winstoogmerk XERIUS Ondernemingsloket, waarvan de maat-schappelijke zetel gevestigd is te 1030 Brussel, Koningsstraat 269,vermeld in het ministerieel besluit van 9 september 2008 en laatstgewijzigd op 8 februari 2011, wordt vervangen als volgt :

Brouwersvliet 4, bus 5, 2000 AntwerpenGistelse Steenweg 294, bus 201, 8200 BruggeKoningsstraat 269, 1030 BrusselNoordlaan 21, 9200 DendermondeKleinhoefstraat 9, 2440 GeelSint-Pietersplein 60A, bus 1, 9000 GentGouverneur Roppesingel 51, 3500 HasseltKuringersteenweg 392, 3511 Hasselt (Kuringen)Kennedypark 33B, 8500 KortrijkTiensevest 170, 3010 Leuven (Kessel-Lo)Onze-Lieve-Vrouwestraat 85, 2800 MechelenStationsstraat 61, 2800 MechelenPolenplein 10, 8800 RoeselareKorte Vianestraat Vogelzang 1/1, 2300 TurnhoutMedialaan 26, 1800 VilvoordeBrussel, 1 juni 2011.

Mevr. S. LARUELLE

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

[C − 2011/11218]7 JUNI 2011. — Ministerieel besluit

tot erkenning van een coöperatieve vennootschap

De Minister voor Ondernemen,

Gelet op de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van eenNationale Raad voor de Coöperatie, artikel 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling vande voorwaarden tot erkenning van nationale groeperingen van coöpe-ratieve vennootschappen en van de coöperatieve vennootschappen,gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 september 1986,25 februari 1996 en 10 november 1996,

Besluit :

Artikel 1. Wordt erkend in de commissie der productie- en distri-butiecoöperaties met ingang van 1 mei 2011, de volgende coöperatievevennootschap :

5026 Brasserie Coopérative de la Lesse SCRLFS

A Eprave

Numéro d’entreprise :Ondernemingsnummer :

0835.403.392

Art. 2. De erkenning in het vorige artikel vermeld blijft geldig tot31 mei 2015 voor zover de bedoelde coöperatieve vennootschap niet hetvoorwerp is van een schrapping overeenkomstig de artikelen 7 en 8 vanhet koninklijk besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling van devoorwaarden tot erkenning van nationale groeperingen van coöpera-tieve vennootschappen en van coöperatieve vennootschappen.

Brussel, 7 juni 2011.

V. VAN QUICKENBORNE

Considérant que la nouvelle unité d’établissement a démontré qu’ellesatisfait aux conditions exigées,

Arrête :Article unique. La liste des unités d’établissement de l’association

sans but lucratif XERIUS Guichet d’Entreprises, dont le siège social estétabli rue Royale 269, à 1030 Bruxelles, mentionnée dans l’arrêtéministériel du 9 septembre 2008 et modifiée en dernier lieu le8 février 2011, est remplacée par la liste suivante :

Brouwersvliet 4, bte 5, 2000 AntwerpenGistelse Steenweg 294, bte 201, 8200 BruggeRue Royale 269, 1030 BruxellesNoordlaan 21, 9200 DendermondeKleinhoefstraat 9, 2440 GeelSint-Pietersplein 60A, bus 1, 9000 GentGouverneur Roppesingel 51, 3500 HasseltKuringersteenweg 392, 3511 Hasselt (Kuringen)Kennedypark 33B, 8500 KortrijkTiensevest 170, 3010 Leuven (Kessel-Lo)Onze-Lieve-Vrouwestraat 85, 2800 MechelenStationsstraat 61, 2800 MechelenPolenplein 10, 8800 RoeselareKorte Vianestraat Vogelzang 1/1, 2300 TurnhoutMedialaan 26, 1800 VilvoordeBruxelles, le 1er juin 2011.

Mme S. LARUELLE

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE

[C − 2011/11218]7 JUIN 2011. — Arrêté ministériel

portant agréation d’une société coopérative

Le Ministre pour l’Entreprise,

Vu la loi du 20 juillet 1955 portant institution d’un Conseil national dela Coopération, l’article 5;

Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1962 fixant les conditions d’agréationdes groupements nationaux de sociétés coopératives et des sociétéscoopératives, modifié par les arrêtés royaux des 24 septembre 1986,25 février 1996 et 10 novembre 1996,

Arrête :

Article 1er. Est agréée dans la commission des coopératives deproduction et de distribution, avec effet au 1er mai 2011, la sociétécoopérative suivante :

Art. 2. L’agrément mentionné à l’article précédent reste valablejusqu’au 31 mai 2015 pour autant que la société coopérative concernéene fasse pas l’objet d’une radiation en vertu des articles 7 et 8 de l’arrêtéroyal du 8 janvier 1962 fixant les conditions d’agréation des groupe-ments de sociétés coopératives et de sociétés coopératives.

Bruxelles, le 7 juin 2011.

V. VAN QUICKENBORNE

35876 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 79: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGIONGEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE

VLAAMSE OVERHEID

Financiën en Begroting

[2011/202794]

26 MEI 2011. — Besluit van de administrateur-generaal tot wijziging van het besluit van de administrateur-generaalvan 16 december 2010 tot subdelegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het agentschapVlaamse Belastingdienst

De administrateur-generaal van het agentschap Vlaamse Belastingdienst,

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie vanbeslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid,inzonderheid op artikelen 19 en 20;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het agentschap VlaamseBelastingdienst, laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamseadministratie, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010;

Gelet op het Vlaams Personeelsstatuut van 13 januari 2006, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regeringvan 22 januari 2010;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 tot operationalisering van het beleidsdomeinFinanciën en Begroting;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse Regering van 25 juli 2006 houdende aanstelling van de houders van demanagement- en projectleidersfuncties van N-niveau en van de functie van algemeen directeur overeenkomstigartikel 39, § 1 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 en de artikelen V 4 tot en met V 9 van hetraamstatuut van 13 januari 2006;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 juni 2006 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake financiënen begroting aan de leidend ambtenaren van het Vlaams ministerie van Financiën en Begroting, inzonderheid opartikel 4;

Gelet op het besluit van 28 juni 2010 van de administrateur-generaal tot hernieuwde indeling van het agentschapVlaamse Belastingdienst in subentiteiten en tot vaststelling van het organogram, hierna het organogrambesluit tenoemen;

Gelet op het besluit van de administrateur-generaal van 16 december 2010 tot subdelegatie van sommigebevoegdheden aan personeelsleden van het agentschap Vlaamse Belastingdienst,

Besluit :

Artikel 1. In artikel 4, 1o van het besluit van de administrateur-generaal van 16 december 2010 tot subdelegatievan sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het agentschap Vlaamse Belastingdienst worden de volgendewoorden toegevoegd :

″- de dossierbepaler;″.

Art. 2. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de woorden ″de dossierbehandelaars front office, en dedossierbehandelaars front office/loket″ vervangen door de woorden ″de dossierbehandelaars front office, dedossierbehandelaars front office/loket en de dossierbepalers″.

Art. 3. In artikelen 17, 18, 19, 20, 21, 22 en 23 van hetzelfde besluit worden de woorden ″de dossierbehandelaarsfront office en de dossierbehandelaars front office/loket″ vervangen door de woorden ″de dossierbehandelaars frontoffice, de dossierbehandelaars front office/loket en de dossierbepalers″.

Art. 4. In artikel 33 van hetzelfde besluit worden de woorden

″CIC art. 2 CIC decreet Vlaams Gewest en art. 2 CIC decreet Vlaamse Gemeenschap″

opgeheven.

Art. 5. In artikel 34 van hetzelfde besluit worden woorden ″de directeurs van de afdeling back office en dossier-en gegevensbeheerders inning en invordering″ vervangen door de woorden ″de directeurs van de afdeling back office,de specialisten inning en invordering en de dossier- en gegevensbeheerders inning en invordering″.

35877MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 80: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 6. Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

″Art. 35. Het afdelingshoofd back office, de directeurs van de afdeling back office en de specialisten inning eninvordering zijn gemachtigd een administratieve geldboete op te leggen. Zij oefenen daartoe hun bevoegdheden uitkrachtens :

OV art. 445 WIB

LSB art. 33 decreet LSB

VHW art. 40bis decreet VHW

PBH art. 2.6.18 VCRO

VKB art. 2 en 40 art. WIGB en art. 6 BVR controle-instantie

BIV art. 95 WIGB en art. 6 BVR controle-instantie

EUV art. 2 en 13 eurovignetwet en art. 6 BVR controle-instantie

KLG art. 18 wet KLG ″.

Art. 7. In hoofdstuk VI, afdeling II van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 16/1 ingevoegd, die luidt alsvolgt :

″Onderafdeling 16/1. — Annulatie vastgesteld recht″.

Art. 8. In hetzelfde besluit wordt in onderafdeling 16/1, ingevoegd bij artikel 7, een artikel 40/1 ingevoegd, datluidt als volgt :

″Art. 40/1. Het afdelingshoofd back office, de directeurs van de afdeling back office en de financieel beheerders zijngemachtigd om annulaties van vastgestelde rechten uit te voeren, naar aanleiding van :

— bezwaarbeslissingen, ambtshalve ontheffingen, nietigverklaringen of gerechtelijke beslissingen;

— oninbaarstellingen;

— de vaststelling dat voldaan is aan de opschortings/schorsingsvoorwaarden waaraan een heffing isonderworpen.″

Art. 9. Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

″Art. 41. Het afdelingshoofd back office en de directeurs van de afdeling back office zijn gemachtigd om over tegaan tot oninbaarstelling van de door het agentschap Vlaamse Belastingdienst te innen heffingen en niet-fiscaleschuldvorderingen.

Inzake niet-fiscale schuldvorderingen dienen zij evenwel vooraf het akkoord van de opdrachtgever te verkrijgenindien de vraag tot oninbaarstelling uitgaat van de debiteur.″

Art. 10. In artikel 42 van hetzelfde besluit worden tussen het woord ″zijn″ en het woord ″uitstel″ de woorden″gemachtigd om″ ingevoegd.

Art. 11. In hoofdstuk VI, afdeling II van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 19 ingevoegd, die luidt alsvolgt :

″Onderafdeling 19. — Verklaring van derde-beslagene″.

Art. 12. In hetzelfde besluit wordt in onderafdeling 19, ingevoegd bij artikel 11, een artikel 42/1 ingevoegd, datluidt als volgt :

″Art. 42/1. Het afdelingshoofd back office, de directeurs van de afdeling back office, de dossier- engegevensbeheerders inning en invordering en de financieel beheerders zijn gemachtigd om overeenkomstigartikelen 1452, 1539 en 1542 van het Ger. W. en artikel 164 § 3 KB WIB de verklaring van derde-beslagene af te leggen,wanneer bij het Vlaamse Gewest bewarend of uitvoerend beslag wordt gelegd op de door het agentschap VlaamseBelastingdienst aan een belastingplichtige verschuldigde of toebehorende sommen ingevolge herberekeningen vanbelastingen.″

Art. 13. In artikel 49 van hetzelfde besluit worden de woorden ″de specialisten inning en invordering en dedossier- en gegevensbeheerders inning en invordering″ vervangen door de woorden ″de specialisten inning eninvordering, de dossier- en gegevensbeheerders inning en invordering en de financieel beheerders.″

Art. 14. In hetzelfde besluit wordt de bijlage vervangen door de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 15. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2011.

Brussel, 26 mei 2011.

De administrateur-generaal van het agentschap Vlaamse Belastingdienst,D. VAN HERREWEGHE

35878 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 81: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Bijlage

Functierol Naam en voornaam Standplaats

afdelingshoofd DE KORT MARC Brussel

VANDER STRICHT WENDY Brussel

controleur gewestbelastingen ANTOON RUDOLF Antwerpen

BLOMME CEDRIC Brugge

CASTELEIN JOSEPH Brugge

CHRISTIAENS EMIEL Aalst

DE TROCH IRIS Aalst

DE WITTE THOMAS Aalst

DORMAELS CAROLINE Leuven

FERDINAND MARLENE Leuven

FICHEFET JAN Aalst

GRILLET MYRIAM Brugge

JACOBS ERWIN Hasselt

MANNAERT LUC Thuis

MERCKX MARC Aalst

MIEVIS ODETTE Leuven

PASTYNS JEAN Leuven

POELS MARLEEN Antwerpen

ROGGEMAN BART Hasselt

SCHOOFS SVEN Thuis

SCHROYENS PEGGY Leuven

VAN BEYLEN JO Hasselt

VAN DE VELDE PATRICK Thuis

VAN GEERT WALTER Aalst

VANDEN BUSSCHE RUDI Thuis

VERBIST HANS Hasselt

VERBOVEN DANNY Antwerpen

VERBRUGGEN IVAN Antwerpen

VERMAELEN PAUL Leuven

WECKX ANN Hasselt

coördinator controle DE CUYPER INGRID Antwerpen

REGA GERMAINE Leuven

STEEMAN JOHN PETER Aalst

SWENNEN GUY Hasselt

TANT DANNY Brugge

directeur ARIJS SASKIA Aalst

DE PESSEMIER NELE Aalst

DE SCHUTTER DAVID Brussel

DE TROYER PETER Aalst

SLAGMULDER ELS Brussel

STEVENS KELLY Brussel

VANHOVE MARTINE Aalst

VASTENAVONDT HILDE Aalst

directeur (waarnemend) EVRARD AN Brussel

VAN GYSEL CATHY Brussel

directeur externe controle MUYLAERT LIEVEN Aalst

35879MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 82: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Functierol Naam en voornaam Standplaats

dossier- en gegevensbeheerder inning en invordering AERTS YANNICK Brussel

ALLOO PATSY Aalst

APPELS HERLINDE Brussel

AUMAN PATRICIA Brussel

BAERT ANKE Brussel

BAESKENS ANN Brussel

BAUTERS BARBARA Aalst

BOERJAN ANJA Brugge

BOEYKENS JOKE Brussel

BOEYKENS SABINE Aalst

BONNAERENS VERA Aalst

BONNAST CHRISTINE Leuven

BORREMANS NADIA Aalst

BOSSUYT MARIJKE Brugge

BRAEKMAN BEA Aalst

BRECKX LUT Aalst

BULTE EVY Brussel

BUYS KIM Aalst

CALLAERT KARINE Brussel

CALLEBAUT ERIKA Aalst

COLYN ANNELEEN Aalst

COPPENS JACQUELINE Brussel

CORVERS FABIENNE Antwerpen

CUPPENS TOM Brussel

CUYVERS PATRICIA Aalst

DAEMS BART Leuven

DE BACKER ERIK Aalst

DE BAERDEMAECKER LAURENCE Brussel

DE BOCK GRIET Brussel

DE BOECK HILDE Aalst

DE BOLLE KARINE Aalst

DE BONDT SABINE Brussel

DE BOSSCHER ANJA Brussel

DE BRUYN GRETA Brussel

DE FRE MAUREEN Brussel

DE GROOTE VANESSA Brussel

DE LOMBAERT BERNADETTE Aalst

DE MOL DANA Brussel

DE NIELS TOM Brussel

DE NUTTE HANS Brussel

DE RIJCK DANIELLA Aalst

DE ROOCK TOM Brussel

DE SCHUTTER MARLY Aalst

DE SMET QUINTEN Brussel

DE SWAEF JAIMIE Aalst

DE VILLAER VERONIQUE Brussel

DE VOS CENDY Aalst

DE WANNEMAEKER ADRIEN Aalst

DECKERS DAVY Brussel

DEDECKER KATHARINA Brussel

35880 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 83: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Functierol Naam en voornaam Standplaats

DELDIME ERIC Brussel

DELRUE HEIDI Aalst

DELVOYE CARINE Brussel

DEPRIL ELS Aalst

DESIRANT KURT Hasselt

DEZUTTER NANCY Aalst

D’HERDE LUC Brussel

DHOOGE MYRIAM Brussel

DIERINCK PATRICIA Aalst

DUYM GEERT Brussel

EECKHOUT SONJA Aalst

ELKILIC RABIYE Brussel

ENGELBINCK ANN Aalst

ERLINGEN FRANCIS Leuven

EVERAET GEANNI Brugge

FLAMANT MAGALI Aalst

FOUBERT ANNE-MARIE Brussel

GODEFROID KENNY Brussel

GOOSSENS DIRK Brussel

HEESTERMANS MATTHIAS Brussel

HEIRMAN TOM Aalst

HENDRIX PHILIPPE Brussel

HUBRECHTS ASTRID Aalst

KESTELEYN TIM Brussel

KIELBAEY ELS Aalst

KUPPENS MARNIX Brussel

LEBER PHILIPPE Aalst

LEONENCO DENIS Brussel

LEPLAE EDDIE Aalst

MAESSCHALCK KAROLIEN Aalst

MERCKX - VAN LONDERSELE MARTINE Aalst

MERCKX KOENRAAD Aalst

MEYS COLETTE Brussel

MICHIELS WENDY Brussel

MISSOTTEN ILSE Aalst

MOYSON ANN Brussel

NIJNS ROBIN Brussel

NUTELAERS TILLY Hasselt

PARDAENS LONY Aalst

PEEMANS JESSICA Brussel

PIETERS ANJA Aalst

QUINA MARIO Brussel

ROGGEMAN JENS Aalst

ROGIERS ERIC Brussel

SAEYS GUIDO Aalst

SAEYS WOUTER Aalst

SALAETS NOEL Antwerpen

SAMUEL LINDE Aalst

SOMERS ELS Leuven

SONDERVORST BART Brussel

35881MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 84: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Functierol Naam en voornaam Standplaats

SPOELDERS BART Brussel

STAMMELEER JURGEN Brussel

STROBBE ANOUSKA Brussel

SWINKELS KATRIEN Brussel

SWINNEN MARCEL Leuven

TOURIANY TIFFANY Brussel

VAN CAUTER KENNY Aalst

VAN CAUWENBERGHE LIEN Aalst

VAN CAUWENBERGHE SYLVIA Brussel

VAN DE MEERSSCHE SVEN Aalst

VAN DEN ABEELE CAROLIEN Brussel

VAN DEN BERGHE ANN Brussel

VAN DEN BORRE FRANS Brussel

VAN DEN BROECK ILSE Brussel

VAN DEN NOUWLAND ANN Brussel

VAN DROOGENBROECK DAVY Brussel

VAN EECKHOUDT MANUELA Aalst

VAN HECKE KRIS Brussel

VAN HEDENT ANNE-MIEKE Aalst

VAN HEGHE WENDY Aalst

VAN HERPE JENS Brussel

VAN HOUDENHOVE KRIS Aalst

VAN HOVER PATRIK Aalst

VAN KERCKHOVE CHRISTINE Aalst

VAN ROY TINNEKE Brussel

VAN SCHELVERGEM KEVIN Brussel

VANDEN HERREWEGEN ILSE Brussel

VANDENBERGH NICOLE Aalst

VANDEWEYER MIA Brussel

VANHAMME BEN Brussel

VANHEE WILLY Brugge

VANHUYLENBROECK MARINA Aalst

VANMARSENILLE FRIEDA Hasselt

VERBEKEN ANN-LEEN Aalst

VERBESTEL MICHELINE Aalst

VERLEYZEN BRUNO Aalst

VERMAESEN JOZEF Aalst

VERSCHUEREN CHRISTEL Brussel

VERSTRAETEN VEERLE Brussel

VERTONGEN CHRISTEL Aalst

VINCK ANGELIQUE Aalst

WAIRY GAETANE Antwerpen

WILLEMS SIGRID Aalst

WOUTERS LUDWINA Brussel

WYNANT DORIEN Aalst

ZONNEKEIN HILDE Brussel

dossierbehandelaar front office BAEYENS KATRIEN Aalst

BOIS D’ENGHIEN ELLEN Aalst

BOUVY TINA Aalst

BROUCKER CLAUDE Brussel

35882 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 85: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Functierol Naam en voornaam Standplaats

BULTYNCK SOLANGE Brugge

COPPENS ANNELIES Aalst

COSIJNS INGRID Brussel

DE BRUYNE LILIANE Aalst

DE COCK VEERLE Aalst

DE COENSEL BRUNO Aalst

DE GREVE STIJN Aalst

DE LOBEL DAGMAR Brussel

DE RAEDT CHRISTINE Antwerpen

DE RIDDER ILSE Aalst

DE RIDDER INGRID Aalst

DE ROO DAVY Aalst

DE SMEDT IRIS Aalst

DE WAGTER TONY Aalst

DE WINNE NATHALIE Aalst

DEPOUILLON BERT Aalst

DESAEVER EDITH Brugge

DUFFELEER TINEKE Brussel

DUQUET VEERLE Aalst

EVENEPOEL ANITA Aalst

EVERAERT HEIDI Aalst

FLOREE CAROL Brussel

GHYSELS ANN Aalst

GODEFROID JOYCE Brussel

GOESSENS LINCY Aalst

GREPDON ANNELEEN Aalst

HENDRICKX SYLVIE Brussel

HEREMANS NANCY Leuven

HOUVENAGHEL MARC Brugge

JACOBS INA Aalst

JANSSENS DIANA Antwerpen

JANSSENS KATIA Aalst

LAEREMANS THIERRY Leuven

LAMBRECHT ANKE Aalst

LAUREYS MATYAS Brussel

LEMMENS ELS Leuven

LEVINGBIRD KELLY Brussel

LIEKENS INGRID Leuven

LIEVENS ISABEL Aalst

LOMBAERTS PAUL Leuven

MATTHEESENS NICKY Aalst

MONSAERT TOM Aalst

MOREELS HILDE Aalst

NYS CHANTAL Brugge

OSSELAER IRIS Aalst

OTTOY ANGIE Aalst

OUBIAL KHADIJA Aalst

PEERLINCK SASKIA Aalst

PEETERS MARIE-LOUISE Leuven

PIERAERT VANESSA Brussel

35883MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 86: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Functierol Naam en voornaam Standplaats

PRAET KOEN Brussel

SCHOUPPE ROBIN Brussel

SMITS ALFONS Antwerpen

STEENHAUT WANNES Aalst

TAVEIRNE JEAN MARIE Brugge

TIELEMANS KRISTEL Aalst

TIMMERMANS MONIQUE Leuven

TUTELEERS SONIA Leuven

VALCKE LUC Aalst

VAN BOGAERT LEENTJE Brussel

VAN CAUTEREN LEEN Brussel

VAN CROMPHAUT ARLETTE Aalst

VAN DAMME HILDE Aalst

VAN DE WINKEL NADINE Aalst

VAN DEN BROECK SIEGRID Brussel

VAN DER BURGHT LIES Aalst

VAN DER HAEGEN GLENN Aalst

VAN EECKHAUTE GENEVIEVE Leuven

VAN HECKE HILDE Aalst

VAN HECKE KATHY Aalst

VAN IMPE TAMARA Brussel

VAN WEYMEERSCH ANJA Aalst

VANBEVEREN ELISABETH Antwerpen

VANCAUWENBERGH MARTINE Leuven

VANDERHEIJDEN MIEKE Brussel

VANWELSSENAERS TOM Brussel

VERSTRAETE HILDE Brugge

VERSTRAETEN ANNICK Brussel

VERVLOESSEM MYRIAM Antwerpen

VLAEMINCK DANNY Brugge

WAILLY MARC Aalst

WAUTERS SARAH Aalst

WELKENHYYZEN DIRK Brussel

WEYMEERSCH NATHALIE Aalst

dossierbehandelaar front office/loket BAETENS MARLEEN Antwerpen

BAUWENS KRIS Aalst

BELLEMANS DIETER Aalst

BROEKHOVEN FREDDY Hasselt

BRUERS MARIE Leuven

CALLENS AAGJE Aalst

CATTOIR DIRK Brugge

CLAES LUC Antwerpen

CZACHUR STANISLAW Hasselt

DAGHUYT ANNICK Aalst

DE BLICK DIANA Hasselt

DE CLERCQ LYSBETTE Brussel

DE KEYZER CHANTAL Leuven

DE MEESTER EDDY Brugge

DE NEVE THIERRY Brugge

DE PRETER INGRID Leuven

35884 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 87: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Functierol Naam en voornaam Standplaats

DE SMET SHEILA Leuven

DE VUYST KAROLIEN Brussel

DEBLAERE MARTINE Brugge

DEFOORT DIRK Brugge

DELBAUF KATRIEN Aalst

DEPRE ANNICK Leuven

DHONDT GLYNNIS Brussel

EYKENS ANNITA Hasselt

GEBOORS RITA Hasselt

GODTS JEROEN Leuven

GREEVEN CARINA Hasselt

HEYLENS PATRICK Brussel

JONCKERS ANJA Leuven

KERCKAERT KATRIEN Brugge

LAZOEN PASCAL Brugge

LEFEBVRE MAIRE-CHRISTINE Brugge

LUXEM VIVIANE Hasselt

LUYTEN KATRIEN Hasselt

MARIS IVAN Hasselt

MERTENS VERA Aalst

NAESSENS HANS Brussel

PAULISSEN GEORGETTE Hasselt

PEETERS PETER Antwerpen

PRUYT NATACHA Aalst

QUINTENS BRIGITTE Hasselt

RAES LIESBETH Brussel

RAMAEKERS ANNICK Leuven

RAYMAEKERS GEORGES Hasselt

REYSKENS GUIDO Hasselt

ROELAND AURELIE Brussel

RYKEN ELIANE Antwerpen

SCHOOFS HERMINE Leuven

STAES MONIQUE Hasselt

THYS ANNE Hasselt

TWEELINCKX MARIE-HELENA Antwerpen

VAN DE LOOCK ASTRID Brussel

VAN DE WIELE HEIDI Brussel

VAN DEN ABBEELE EVY Brussel

VAN DEN BERGHE CARMEN Aalst

VAN DER SEYPE AURORA Aalst

VAN KEER NELLY Brugge

VAN OUDENHOVE SYLVIA Brussel

VAN URSEL MARTINE Antwerpen

VANDENBERGHE INGRID Brugge

VANDIJCK GRETA Hasselt

VANWINGH ANNE Hasselt

VERBEECK PASCALE Antwerpen

VEREECKE SASKIA Brugge

VERLEYSEN NATHALIE Brussel

VERSCHUEREN CATHARINA Antwerpen

35885MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 88: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Functierol Naam en voornaam Standplaats

VERSTREPEN CHRISTIANE Leuven

WILLEMS JEANINE Hasselt

dossierbehandelaar interne controle BLANCQUAERT NICK Brussel

CAUDRON EDDY Brussel

COECKELBERGHS JO Brussel

DE LANGE GEERT Brussel

DE LEEUW JORG Brussel

DE MOERLOOSE WALTER Brussel

DE SMET CHRIS Brussel

DEMEY NICK Brussel

EEMANS ERIK Brussel

GRUTMAN EMIEL Brussel

LEMAGE LISELOTTE Brussel

MELCKENBEECK JOS Brussel

RAEDTS NATHALIE Brussel

ROTTIERS KELLY Brussel

SCHEPENS JOERI Brussel

THYS TOM Brussel

VAN DEN BROECK KRIS Aalst

VAN DRIESSCHE SABINE Brussel

VAN LIL GEERT Brussel

VANDERLINDEN RITA Brussel

VERGUCHT JEROEN Brussel

VERSTUYFT KATHY Brussel

dossierbepaler BOCCHI ROSANNE Aalst

BONNER PATRICIA Aalst

BORNAUW ELSJE Aalst

DE BLOCK KRISTEL Aalst

DE BODT VERONIQUE Aalst

DE BOLSTER TIFFANY Aalst

DE COCK EDDY Aalst

DE GROOTE BENNY Aalst

DE PLECKER KENNETH Aalst

DE SMET GEERT Aalst

GETTEMAN MARIA Aalst

HUNNINCK ANITA Brussel

MALFROY KELLY Brussel

PETERS ANNE Aalst

ROTTEY LINDA Aalst

VAN DEN ABEELE BJORN Aalst

VAN DEN BULCKE DIANE Aalst

VAN DER BORGHT PASCALE Aalst

VAN LANGENHOVE STEFAAN Brussel

VAN LIEDEKERKE BRUNO Aalst

VAN OVERWAELE ELS Aalst

financieel beheerder ARYS CHRIS Aalst

ASSELMAN PEGGY Aalst

BRUYLANDT WENDY Brussel

DE JAEGHER NELLY Aalst

35886 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 89: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Functierol Naam en voornaam Standplaats

DE WEERT GEERT Aalst

EYLENBOSCH CAROLINE Aalst

LEMMENS GERMAINE Aalst

MATTHIJS KATRIEN Aalst

MEERT ERIK Aalst

MOENS VERA Aalst

NYS ANDRE Aalst

SEGERS ASTRID Aalst

TROCH JENS Brussel

VAN DEN HAUWE HELGA Aalst

VAN DEN STEEN ANNELIES Brussel

VAN ROSSEM MYRIAM Aalst

VAN STERTHEM ELLEN Aalst

VANDENBERGHE KURT Aalst

management ondersteuner DUJARDIN MARIE-CHRISTINE Brussel

EL BAROUDI SOUMAYA Brussel

STANDAERT VEERLE Brussel

TANGHE MARIE-CLAIRE Brussel

projectleider HANTSON YVES Brussel

specialist bezwaren DE LEEUW KIM Brussel

GOOSSENS KAATJE Brussel

IBOURAADATEN ARIANE Aalst

MEERT ISABELLE Aalst

SCHOUPPE OCTAAF Brussel

specialist inning en invordering JANS MARCO Brussel

SANTENS ELINE Aalst

VAN DER BIEST TOM Aalst

VAN MOORSEL BART Brussel

stafmedewerker verkeersbelastingen DE BRAEKELEER BART Brussel

PEETERS MATTHIAS Brussel

*VLAAMSE OVERHEID

Cultuur, Jeugd, Sport en Media

[2011/202896]Benoeming van 4 leden van de raad van bestuur van HETPALEIS, stichting van openbaar nut

Bij besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2011 wordt het volgende bepaald :

Artikel 1. Aan volgende vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap in de raad van bestuur vanHETPALEIS, stichting van openbaar nut, wordt eervol ontslag verleend :

1o Mevr. Annemie Morbee;

2o De heer Marcel Van Campen;

3o De heer Willy Winkelmans.

Art. 2. De volgende personen worden als vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap benoemd in de raadvan bestuur van HETPALEIS, stichting van openbaar nut :

1o De heer Peter Adriaenssens;

2o Mevrouw Hanneleen Broeckx;

3o De heer Bruno Vanobbergen;

4o Mevr. Nele Verbist.

35887MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 90: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 3. Het mandaat van bestuurder gaat in op datum van dit besluit.

Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, is belast met de uitvoering van ditbesluit.

*VLAAMSE OVERHEID

Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie[2011/202904]

Private Arbeidsbemiddeling

Bij besluit van 30 mei 2011 heeft de Administrateur-generaal van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk enSociale Economie namens de Vlaamse minister bevoegd voor het Tewerkstellingsbeleid de toelating verleend :

Aan de CVBA HET INTERIMPALEIS, Emile Feronstraat 70, 1060 Sint-Gillis (bij-Brussel), om de activiteit alsuitzendbureau in de artistieke sector uit te oefenen in het Vlaamse Gewest. Deze erkenning draagt het num-mer 1691/BUP en gaat in op 30 mei 2011 voor een periode van onbepaalde duur.

*VLAAMSE OVERHEID

Leefmilieu, Natuur en Energie[2011/202897]

Benoeming van twee leden van de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

Bij besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2011 wordt het volgende bepaald :

Artikel 1. De heer Francis Bosmans, wonende in de Hertenstraat 9c, te 3830 Wellen, wordt op voordracht van hetprovinciaal comité Limburg benoemd als lid van de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voorWatervoorziening voor een periode van zes jaar.

Art. 2. De heer Herman Van Autgaerden, wonende in de Waterstraat 38, te 3360 Bierbeek, wordt benoemd als lidvan de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening ter voleinding van het mandaat van deheer Francis Bosmans.

Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

*VLAAMSE OVERHEID

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed

[2011/202787]

Definitieve bescherming van het schip WATSON 2 ″Zeebrugge″ als varend erfgoed

Bij besluit van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en VlaamseRand van 28 maart 2011 wordt het volgende bepaald :

Artikel 1. Het schip Watson 2 ″Zeebrugge″ wordt definitief beschermd overeenkomstig de bepalingen vanartikel 4 van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed, gewijzigd bij decreet van10 maart 2006.

Art. 2. Het schip moet in het algemeen belang definitief beschermd worden om zijn bijzondere waarden :

— Historische waarde : Tijdens WO II werden de toenmalig ingezette reddingsboten, of vernield, of verplaatst.In 1947 werden drie nieuwe reddingsboten besteld en er werd terug voor het ″Watson″ type gekozen omwille van deovervloedig bewezen degelijkheid van deze specifieke boottypes.

— Industrieelarcheologische waarde : Dit naoorlogs type reddingsboot werd uitgerust met twee dieselmotoren,een evolutie ingezet in de jaren 1930. Ook andere infrastructuur zoals de stroomgenerator en de elektrische uitrusting,het verswater koeling en de mechanisch aangedreven kaapstander zijn representatief voor de technische evolutie vande uitrusting bij reddingsboten

— Wetenschappelijke waarde :

Wordt geïllustreerd door het overwogen blijvend gebruik van de houtbouw, het verder verbeteren van het conceptter verbetering van de onzinkbaarheid en het zelfoprichtend vermogen, het optimaliseren van de volledige uitrustingen de organisatie er van aan boord, het plaatsen van de schroeven in een tunnel gevormd door de romp zelf terverbetering van de voortstuwing

35888 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 91: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

— Sociaal-culturele waarde :

Het organiseren van de reddingsdiensten aan de kust is integraal verbonden met de toenemende aan de zeeverbonden economische en maatschappelijke activiteiten zoals de visserij, het vervoer van mensen en goederen, dekustrecreatie. De reddingsboten, en hier aan verbonden gespecialiseerd personeel, geniet een grote faam en respect bijalle zeegaande beroepen.

Art. 3. Voor het schip Watson 2 ″Zeebrugge″ gelden de volgende identificatiegegevens :

1o eigenaar : Vlaamse overheid

2o bruikleennemer : stad Antwerpen, voormalig Nationaal Scheepvaartmuseum (nu MAS)

Hanzestedenplaats 1, 2000 Antwerpen

(bruikleenovereenkomst d.d. : 16 juni 1987)

3o identificatie van het schip :

a) naam : Watson 2 ″Zeebrugge″;

b) thuishaven : Antwerpen;

c) type : reddingsboot

d) afmetingen : lengte : 14,20 m;

breedte : 3,90 m;

diepgang : 1,62 m;

e) tonnage : 25 ton

f) naam van de ontwerper : George Watson

g) naam van de bouwer : Samuel White’s yard, Cowes (Isle of Wight)

g) bouwjaar : 1948

h) materiaal : diagonaal beplanking in mahoniehout

k) ropmvorm sloep

q) aard van de voortstuwing : 2 dieselmotoren Ferry Diesels VE4

l) aantal schroeven : 2

j) vermogen : 2 x 40 PK bij 600TPM

Artikel 4. Om de historische, industrieel archeologische, wetenschappelijke en sociaal-culturele waarde van hetschip Watson 2 ″Zeebrugge″ te vrijwaren, streeft het toekomstig beheer de volgende doelstellingen na :

1o het treffen van duurzame maatregelen voor onderhoud en restauratie, die het behoud van de historischeauthenticiteit van het schip garanderen;

2o het treffen van passende maatregelen met betrekking tot de mogelijkheid om het schip vaarbaar te krijgen ente houden, die de historische authenticiteit van het schip niet belasten;

3o het treffen van passende maatregelen die de historische authenticiteit van het schip niet belasten en die dehistorische, wetenschappelijke en sociaal-culturele waarden van het schip educatief en cultuurtoeristisch ontsluitenvoor het publiek, waardoor aan de zorg voor het varend erfgoed een breed maatschappelijke dimensie wordt gegeven;

4o het treffen van passende maatregelen die de historische authenticiteit van het schip niet belasten en die desociaal-culturele waarde van het schip herwaarderen door het schip tot een sociaal-maatschappelijk geïntegreerdgebruik te bestemmen.

Art. 4. Met het oog op de bescherming is artikel 8, § 1, van het decreet van 29 maart 2002, gewijzigd bij decreetvan 10 maart 2006 tot bescherming van varend erfgoed in het bijzonder van toepassing.

*VLAAMSE OVERHEID

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed

[2011/202788]

Definitieve bescherming van het schip WATSON 3 ″Oostende″ als varend erfgoed

Bij besluit van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering,

Toerisme en Vlaamse Rand van 28 maart 2011 wordt het volgende bepaald :

Artikel 1. Het schip Watson 3 ″Oostende″ wordt definitief beschermd overeenkomstig de bepalingen van artikel 4van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed, gewijzigd bij decreet van 10 maart 2006.

Art. 2. Het schip moet in het algemeen belang voorlopig beschermd worden om zijn bijzondere waarden :

— Historische waarde : tijdens WO II werden de toenmalig ingezette reddingsboten, of vernield, of verplaatst.In 1947 werden drie nieuwe reddingsboten besteld en er werd terug voor het ″Watson″ type gekozen omwille van deovervloedig bewezen degelijkheid van deze specifieke boottypes.

35889MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 92: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

— Industrieelarcheologische waarde : Dit naoorlogs type reddingsboot werd uitgerust met twee dieselmotoren,een evolutie ingezet in de jaren 1930. Ook andere infrastructuur zoals de stroomgenerator en de elektrische uitrusting,het verswater koeling en de mechanisch aangedreven kaapstander zijn representatief voor de technische evolutie vande uitrusting bij reddingsboten

— Wetenschappelijke waarde :

Wordt geïllustreerd door het overwogen blijvend gebruik van de houtbouw, het verder verbeteren van het conceptter verbetering van de onzinkbaarheid en het zelfoprichtend vermogen, het optimaliseren van de volledige uitrustingen de organisatie er van aan boord, het plaatsen van de schroeven in een tunnel gevormd door de romp zelf terverbetering van de voortstuwing

— Sociaal-culturele waarde :

Het organiseren van de reddingsdiensten aan de kust is integraal verbonden met de toenemende aan de zeeverbonden economische en maatschappelijke activiteiten zoals de visserij, het vervoer van mensen en goederen, dekustrecreatie. De reddingsboten, en hier aan verbonden gespecialiseerd personeel, geniet een grote faam en respect bijalle zeegaande beroepen.

Art. 3. Voor het schip Watson 3 ″Oostende″ gelden de volgende identificatiegegevens :

1o eigenaar : Vlaamse overheid

2o bruikleennemers :

A. : Archonaut VZW, Pathoekeweg 34, 8400 Brugge

(bruikleenovereenkomst 1 november 2002)

B. : Gemeente Oostduinkerke

(bruikleenovereenkomst 1 oktober 1980)

3o identificatie van het schip :

a) naam : Watson 3 ″Oostende″;

b) thuishaven/huidige ligplaats : Brugge

c) type : reddingsboot

d) afmetingen : lengte : 14,20 m;

breedte : 3,90 m;

diepgang : 1,62 m;

e) tonnage 25 ton

f) naam van de ontwerper : George Watson

g) naam van de bouwer : Samuel White’s yard, Cowes (Isle of Wight)

g) bouwjaar : 1948

h) materiaal : diagonaal beplanking in mahoniehout

k) rompvorm sloep

q) aard van de voortstuwing : 2 dieselmotoren Ferry Diesels VE4

l) aantal schroeven : 2

j) vermogen : 2 x 40 PK bij 600TPM

Art. 4. Om de historische, industrieel archeologische, wetenschappelijke en sociaal-culturele waarde van het schipWatson 3 ″Oostende″ te vrijwaren, streeft het toekomstig beheer de volgende doelstellingen na :

1o het treffen van duurzame maatregelen voor onderhoud en restauratie, die het behoud van de historischeauthenticiteit van het schip garanderen;

2o het treffen van passende maatregelen met betrekking tot de mogelijkheid om het schip vaarbaar te krijgen ente houden, die de historische authenticiteit van het schip niet belasten;

3o het treffen van passende maatregelen die de historische authenticiteit van het schip niet belasten en die dehistorische, wetenschappelijke en sociaal-culturele waarden van het schip educatief en cultuurtoeristisch ontsluitenvoor het publiek, waardoor aan de zorg voor het varend erfgoed een breed maatschappelijke dimensie wordt gegeven;

4o het treffen van passende maatregelen die de historische authenticiteit van het schip niet belasten en die desociaal-culturele waarde van het schip herwaarderen door het schip tot een sociaal-maatschappelijk geïntegreerdgebruik te bestemmen.

Art. 5. Met het oog op de bescherming is artikel 8, § 1, van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming vanvarend erfgoed, gewijzigd bij decreet van 10 maart 2006, in het bijzonder van toepassing.

35890 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 93: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

VLAAMSE OVERHEID

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed

[2011/202786]

Voorlopige bescherming van het Kerkschip Sint-Jozef als varend erfgoed

Bij besluit van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en VlaamseRand van 11 april 2011 wordt het volgende bepaald :

Artikel 1. Het Kerkschip Sint-Jozef wordt voorlopig beschermd overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 vanhet decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed, gewijzigd bij decreet van 10 maart 2006.

Art. 2. Het schip moet in het algemeen belang voorlopig beschermd worden om zijn bijzondere waarden :

— Historische waarde :

— Als materiële getuige van de specifieke militaire en strategische ontwikkelingen tijdens WO II waarbijpermanent gezocht werd naar verbeteringen en nieuwe technieken om de infrastructuren en transportmiddelen aan tepassen.

— Als voorbeeld van een bunkerschip gebouwd tijdens WO II in functie van de bevoorrading van de Duitse vloot.

— Industrieelarcheologische waarde :

— Als voorbeeld voor de gevarieerde toepassingen en mogelijkheden voor het bouwen met gewapend beton, inde scheepsbouw aangeduid met de benaming ferrociment (Fr.).

— Als gaaf voorbeeld van een bepaalde fase in de ontwikkeling van de toepassing van gewapend beton offerrociment (Fr.) voor het construeren van scheepsrompen, waarbij nog steeds werd gebaseerd op historischebouwmethodes met andere materialen, zoals de houtbouw, vooraleer de mogelijkheden van het bouwmateriaal tot eenspecifieke methode hebben geleid zoals de schalenbouw

— Sociaal-culturele waarde :

— De herbestemming als apostolaat der schippers of ″Kerkschip″ in 1952 is een uitzonderlijk gegeven welke totop heden nog een belangrijke waarde vertegenwoordigd binnen de schippersgemeenschap en, in ruimere context, eengrote verbondenheid heeft met de haven van Antwerpen.

Art. 3. Voor het Kerkschip Sint-Jozef gelden de volgende identificatiegegevens :

1o eigenaar : VZW ″Apostolaat der schippers″

Haven 526

Noorderlaan 499, 2030 Antwerpen

2o identificatie van het schip :

a) naam : Kerkschip Sint-Jozef

b) thuishaven/huidige ligplaats : Haven 526

Noorderlaan 499, 2030 Antwerpen

c) type : voormalig betonnen bunkerschip

herbestemd tot kerkschip

d) afmetingen : Lengte over alles : 95,85 meter

Lengte tussen schotten : 85 meter

Grootste breedte : 14,25 meter

Diepgang : 6,50 meter

Hoogte voor- en achterdek : 10,35 meter

Gewicht casco : (geschat) 3.800 ton

e) Voortstuwing : niet aanwezig

f) naam van de bouwer/ bouwplaats : ″La maison Saintrap et Brice″ gevestigd in Parijs

Gebouwd in Rotterdam

g) bouwjaar bunkerschip : 1942-1944

h) bouwjaar kerschip : 1952

i) materiaal romp : Betonconstructie op spanten

35891MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 94: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Art. 4. Om de historische, industrieel archeologische en sociaal-culturele waarde van het Kerkschip Sint-Jozef tevrijwaren, streeft het toekomstig beheer de volgende doelstellingen na :

1o het treffen van duurzame maatregelen voor onderhoud en restauratie, die het behoud van de historischeauthenticiteit van het schip garanderen

2o het treffen van passende maatregelen met betrekking tot de mogelijkheid om het schip vaarbaar of drijvende tehouden, die de historische authenticiteit van het schip niet belasten;

3o het treffen van passende maatregelen die de historische authenticiteit van het schip niet belasten en die dehistorische, wetenschappelijke en sociaal-culturele waarden van het schip educatief en cultuurtoeristisch verder teontsluiten voor het publiek, waardoor aan de zorg voor het varend erfgoed een breed maatschappelijke dimensie wordtgegeven;

4o het treffen van passende maatregelen die de historische authenticiteit van het schip niet belasten en die desociaal-culturele waarde van het schip in haar huidige functie bestendigen.

Art. 5. Met het oog op de bescherming is artikel 8, § 1, van het decreet van 29 maart 2002, gewijzigd bij decreetvan 10 maart 2006 tot bescherming van varend erfgoed in het bijzonder van toepassing.

*VLAAMSE OVERHEID

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed[C − 2011/35453]

Provincie Oost-Vlaanderen. — Ruimtelijke ordening

BRAKEL. — Bij besluit van 26 mei 2011 heeft de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen het GemeentelijkRuimtelijk Structuurplan van de gemeente Brakel goedgekeurd met uitzondering van :

- de passage « Waar de ambachtelijke zone grenst aan de N8, zijn ook bijkomende vestigingen van nieuwedetailhandel toegelaten. » op p. 38 van het richtinggevend gedeelte.

- de passage « Schaalvergroting van de bestaande detailhandel kan per uitzondering worden toegestaan, indien ditgebeurt op ingesloten percelen die niet meer bruikbaar zijn voor niet-detailhandelszaken. » op p. 38 van hetrichtinggevend gedeelte.

- de passage « De grootschalige detailhandel op het bedrijventerrein blijft behouden maar mag niet verderuitbreiden, zodat de concurrentiepositie van de handelaars in het centrum van Brakel niet verder in het gedrangkomt. » op p. 38 van het richtinggevend gedeelte.

- de passage « De gemeente wenst deze landbouwbedrijven te behouden. Indien in functie van de leefbaarheid ofsectorale wetgeving herbouw of uitbreiding van de bedrijfsgebouwen noodzakelijk is, moet dit mogelijk zijn mitsmaximaal rekening te houden met de omgevende natuurwaarden. » op p. 23 van het richtinggevend gedeelte.

- de passage « De gemeente wenst maximaal rechtszekerheid te geven aan de bestaande (vergunde) horecazaken.Nieuwe initiatieven gebeuren bij voorkeur in merkwaardige, al dan niet beschermde gebouwen (zie hierboven).Daarnaast wordt specifiek één gebied voor verblijfsrecreatie aangeduid in Parike (zie microschaal). » op p. 47 van hetrichtinggevend gedeelte.

- de passage « De ingesloten zone tussen de N493 Geraardsbergsestraat-Molenstraat-Brouwerstraat wordtherbestemd als zone voor verblijfsrecreatie. » op p. 57 van het richtinggevend gedeelte.

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[C − 2011/27118]

20 MAI 2011. — Arrêté ministérielrelatif à l’expropriation pour travaux d’égouttage exclusif rue de Boncelles (partie) - Seraing

Le Ministre de l’Environnement, de l’Aménagement du Territoire et de la Mobilité,

Vu la loi du 26 juillet 1962 relative aux expropriations pour cause d’utilité publique et aux concessions en vue dela construction des autoroutes, modifiées par la loi du 7 juillet 1978, notamment l’article 5, portant la loi relative à laprocédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique;

Vu le Livre II du Code de l’Environnement constituant le Code de l’Eau, notamment l’article D. 338, § 2;

Vu le décret du 6 mai 1988 relatif aux expropriations pour cause d’utilité publique poursuivies ou autorisées parle Gouvernement wallon;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2009 portant règlement du fonctionnement du Gouvernement,notamment l’article 21;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2009 fixant la répartition de compétences entre les Ministres etréglant la signature des actes du Gouvernement, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 21 janvier 2010;

Vu le contrat de gestion conclu entre la Région et la S.P.G.E. le 16 mars 2006;

Vu le programme triennal 2004-2006 de la ville de Seraing approuvé par le Ministre des Affaires intérieures et dela Fonction publique le 24 février 2006;

35892 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 95: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Vu le contrat d’égouttage concernant la ville de Seraing signé le 19 juillet 2010;

Vu l’extrait du procès-verbal de la réunion du conseil d’administration de l’Intercommunale AIDE du2 février 2009;

Vu la décision prise le 12 avril 2011 par le Comité de direction de la S.P.G.E. de poursuivre l’expropriation desparcelles nécessaires à la réalisation des travaux d’égouttage prioritaire exclusif rue de Boncelles (partie) - Seraing;

Considérant que par l’article 12, § 2, du décret du 15 avril 1999 relatif au cycle de l’eau et instituant une sociétépublique de gestion de l’eau, abrogé par le décret du 27 mai 2004 relatif au Code de l’Environnement constituant leCode de l’Eau, notamment l’article D. 338, § 2, la Société publique de Gestion de l’Eau, en abrégé la S.P.G.E., représentéepar deux administrateurs en vertu de l’article 28 des statuts, après en avoir été autorisée par le Gouvernement, peutpoursuivre en son nom, l’expropriation pour cause d’utilité publique des immeubles nécessaires à la réalisation de sonobjet social;

Considérant que les expropriations doivent être réalisées sur la base de la loi du 26 juillet 1962 relative à laprocédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique;

Considérant que les travaux contribuent à la réalisation de l’objet social de la société précitée, à savoirl’assainissement des eaux usées et peuvent de ce fait être déclarés d’utilité publique;

Que ces parcelles sont visées par le plan ci-annexé, dressé par M. B. Bodson, géomètre-expert;

Considérant les échéances fixées par la Directive CE 91/271 du Conseil du 21 mai 1991 relative au traitement deseaux urbaines résiduaires;

Considérant que l’Etat belge s’est fait condamner par la Cour de justice des Communautés européennes par l’arrêtdu 25 mai 2000 (C-307/98, § 44) pour manquement à ses obligations, notamment en matière d’épuration des eaux uséeset pour les multiples retards accumulés dans la gestion desdites eaux usées; qu’il s’est vu notifier par la Commission,un avis motivé (doc. C (2000) 2991 final);

Considérant que l’Etat belge s’est à nouveau fait condamner par la Cour de justice des Communautés européennespar l’arrêt du 8 juillet 2004 (C 27/03) pour manquement à ses obligations en matière de traitement des eaux urbainesrésiduaires;

Considérant le dernier courrier de la Commission européenne étant un avis motivé, datant du 25 juin 2009, qui aété adressé dans le cadre de la procédure de l’article 228 du Traité instituant la Communauté européenne, devenul’article 260 de la version consolidée du Traité sur le fonctionnement de l’Union européenne;

Considérant qu’il est indispensable de procéder à la protection du bassin hydrographique du ruisseau deCornillon;

Considérant que les habitations concernées par les travaux d’égouttage rejettent leurs eaux usées dans le milieunaturel avec seulement un traitement sommaire insuffisant;

Considérant que les habitations en question vont pouvoir déverser le trop-plein de leur fosse septique dans lescanalisations d’égouts réalisées dans le cadre du chantier;

Considérant que l’implantation des canalisations est conditionnée en fonction des contraintes économiques ettechniques imposées par les règles de l’art en matière de construction d’ouvrages d’utilité publique, par le relief natureldu sol et par la configuration de la zone d’habitat concernée par les mesures d’assainissement;

Considérant la nécessité d’assurer une gestion des réseaux construits, en grevant les biens traversés d’uneservitude de passage pour en assurer l’exploitation;

Considérant que la S.P.G.E. deviendra titulaire du droit réel sur l’égout;

Considérant que la prise de possession immédiate des emprises décrites ci-dessus est indispensable afin de ne pasentraver le programme de traitement des eaux urbaines établi, de stopper la dégradation de l’environnement à descoûts encore raisonnables et, ainsi répondre, le plus promptement possible, non seulement au prescrit du programmed’investissements en matière d’assainissement approuvé dans son principe par le Gouvernement wallon en date du5 décembre 2008, mais aussi à la Directive CE 91/271, aux arrêts de la Cour de justice CE du 25 mai 2000 (C-307/98,§ 44) et du 8 juillet 2004 (C 27/03),

Arrête :

Article 1er. La société anonyme « Société publique de Gestion de l’Eau », en abrégé « S.P.G.E. », est autorisée àpoursuivre en son nom l’expropriation pour cause d’utilité publique des parcelles situées à Seraing et reprises dans letableau annexé. Le plan des emprises peut être consulté au siège du pouvoir expropriant, avenue de Stassart 14-16, à5000 Namur, ou au Service public de Wallonie, Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles etEnvironnement (DGO 3), Département de l’Environnement et de l’Eau, avenue Prince de Liège 15, à 5100 Jambes.

Art. 2. La prise de possession immédiate de ces emprises est déclarée indispensable pour cause d’utilité publique.

Art. 3. Il sera fait application de la procédure d’extrême urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilitépublique, prévue à l’article 5 de la loi du 26 juillet 1962.

Art. 4. Le présent arrêté est notifié au président du Comité de direction de la S.P.G.E.

Namur, le 20 mai 2011.

Ph. HENRY

35893MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 96: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

35894 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 97: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

35895MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 98: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202701]Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des

déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets BE 0003000284

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, BE 0003000284, de la Région wallonne vers la France, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Acides minérauxCode * : 160303Quantité maximum prévue : 10 tonnesValidité de l’autorisation : 15/01/2011 au 14/01/2012Notifiant : REVATECH

4480 ENGISCentre de traitement : LABO-SERVICES

F-69702 GIVORS CEDEX

Namur, le 28 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

*SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202699]

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon desdéchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets BE 0003000556

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, BE 0003000556, de la Région wallonne vers les Pays-Bas, des déchets visésà l’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Bains acides contenants des métaux Ni et SnCode * : 110105Quantité maximum prévue : 200 tonnesValidité de l’autorisation : 15/04/2011 au 14/04/2012Notifiant : REMONDIS INDUSTRIAL SERVICES

4041 MILMORTCentre de traitement : BREDOX

NL-6002 SM WEERT

Namur, le 28 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

35896 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 99: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202703]Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des

déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets BE 0003000571

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, BE 0003000571, de la Région wallonne vers la France, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Déchets solides provenant de l’épuration des fuméesCode * : 100207Quantité maximum prévue : 10 000 tonnesValidité de l’autorisation : 15/02/2011 au 14/02/2012Notifiant : ARCELOR MITTAL

6200 CHATELETCentre de traitement : ARCELOR MITTAL ISBERGUES

62330 ISBERGUES

Namur, le 28 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

*SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202686]

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon desdéchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets BE 0003000577

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, BE 0003000577, de la Région wallonne vers la France, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Solvants/essenceCode * : 140603Quantité maximum prévue : 300 tonnesValidité de l’autorisation : 31/01/2011 au 30/01/2012Notifiant : WOS HAUTRAGE

7334 HAUTRAGECentre de traitement : SOTRENOR

F-62710 COURRIERES

Namur, le 27 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

35897MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 100: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202702]Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des

déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets BE 0003000594

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, BE 0003000594, de la Région wallonne vers la France, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Naphte/essenceCode * : 130703Quantité maximum prévue : 300 tonnesValidité de l’autorisation : 31/01/2011 au 30/01/2012Notifiant : WOS HAUTRAGE

7334 HAUTRAGECentre de traitement : SOTRENOR

F-62710 COURRIERES

Namur, le 28 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

*SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202687]

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon desdéchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets DE 1350160112

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 1350160112, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visésà l’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Déchets de broyage contenant des métaux non ferreuxCode * : 191002Quantité maximum prévue : 1 200 tonnesValidité de l’autorisation : 01/01/2011 au 31/12/2011Notifiant : SIMS M+R

59192 BERGKAMENCentre de traitement : RECYLUX BELGIQUE

6790 AUBANGE

Namur, le 27 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

35898 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 101: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202694]Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des

déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets DE 1350162906

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 1350162906, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visésà l’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Shredder : fraction 18-100 mmCode * : 191212Quantité maximum prévue : 5 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/02/2011 au 31/01/2012Notifiant : TSR RECYCLING

68169 MANNHEIMCentre de traitement : RECYVAL

6200 CHATELET

Namur, le 27 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

*SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202697]

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon desdéchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets DE 1350164212

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 1350164212, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visésà l’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Mélange de solvants non halogénésCode * : 190204Quantité maximum prévue : 500 tonnesValidité de l’autorisation : 01/02/2011 au 31/01/2012Notifiant : G.V.S. GmbH & CO. KG

D-68169 MANHEIMCentre de traitement : GEOCYCLE

7181 FAMILLEUREUX

Namur, le 28 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

35899MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 102: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202698]Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des

déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets DK 005407

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, DK 005407, du Danemark vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Solutions acides usagées contenant du cuivreCode * : 110106Quantité maximum prévue : 300 tonnesValidité de l’autorisation : 01/01/2011 au 31/12/2011Notifiant : PRI-DANA ELEKTRONIK A/S

DK-8722 HEDENSTEDCentre de traitement : ERACHEM EUROPE

7334 VILLEROT

Namur, le 25 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

*SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202689]

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon desdéchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets FR 2010057045

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 2010057045, de la France vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Gâteau de filtrationCode * : 070112Quantité maximum prévue : 1 500 tonnesValidité de l’autorisation : 01/03/2011 au 28/02/2012Notifiant : HOLCIM FRANCE

67960 ENTZHEIMCentre de traitement : HOLCIM BELGIQUE

7034 OBOURG

Namur, le 27 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

35900 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 103: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202695]Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des

déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets FR 2010059143

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 2010059143, de la France vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Charbon actif saturé de type industrielCode * : 190899Quantité maximum prévue : 1 300 tonnesValidité de l’autorisation : 15/03/2011 au 14/03/2012Notifiant : DESCAMPS ASSAINISSEMENT

59427 ARMENTIERES CEDEXCentre de traitement : CHEMVIRON CARBON

7181 FELUY

Namur, le 28 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

*SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202688]

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon desdéchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets IT 012400

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, IT 012400, de l’Italie vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Déchets prémélangés contenant des déchets dangereuxCode * : 190204Quantité maximum prévue : 6 500 tonnesValidité de l’autorisation : 01/03/2011 au 28/02/2012Notifiant : GRASSANO SRL

IT-15077 PREDOSACentre de traitement : RECYFUEL

4480 ENGIS

Namur, le 27 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

35901MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 104: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202692]Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des

déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets LU 009980

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, LU 009980, du grand-duché de Luxembourg vers la Région wallonne,des déchets visés à l’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Emulsions de latexCode * : 080416Quantité maximum prévue : 800 tonnesValidité de l’autorisation : 03/05/2011 au 02/05/2012Notifiant : LAMESCH EXPLOITATION

3201 BETTEMBOURGCentre de traitement : RECYFUEL

4480 ENGIS

Namur, le 27 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

*SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202690]

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon desdéchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets LU 009997

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, LU 009997, du grand-duché de Luxembourg vers la Région wallonne,des déchets visés à l’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Huiles usagéesCode * : 130205Quantité maximum prévue : 500 tonnesValidité de l’autorisation : 17/05/2011 au 16/05/2012Notifiant : LAMESCH EXPLOITATION

3201 BETTEMBOURGCentre de traitement : WOS HAUTRAGE

7334 HAUTRAGE

Namur, le 27 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

35902 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 105: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202691]Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des

déchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets LU 009998

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, LU 009998, du grand-duché de Luxembourg vers la Région wallonne,des déchets visés à l’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Colles acryliquesCode * : 080409Quantité maximum prévue : 200 tonnesValidité de l’autorisation : 11/05/2011 au 10/05/2012Notifiant : LAMESCH EXPLOITATION

3201 BETTEMBOURGCentre de traitement : WOS HAUTRAGE

7334 HAUTRAGE

Namur, le 27 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

*SERVICE PUBLIC DE WALLONIE

[2011/202693]

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon desdéchets. — Direction de la Politique des déchets. — Autorisation de transferts transfrontaliers dedéchets NL 209563

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transfertsde déchets;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application duRèglement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 209563, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Emulsions et solutions d’usinage sans halogènesCode * : 120109Quantité maximum prévue : 500 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2011 au 30/06/2012Notifiant : SITA ECOSERVICE NEDERLAND

6222 MAASTRICHTCentre de traitement : WOS HAUTRAGE

7334 HAUTRAGE

Namur, le 27 janvier 2011.* A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets tel que modifié.

35903MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 106: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

BRUSSELS INSTITUUTVOOR MILIEUBEHEER

[C − 2011/31279]Toelatingen tot de stage

Benoemingen. — Opdrachthouder Brugel. — Pensioneringen

Toelatingen tot de stage

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 maart 2011wordt Mevr. Virginie LAMBERT, voor een periode van één jaar vanaf1 april 2011, toegelaten tot de stage in de hoedanigheid van ingenieurin het Frans taalkader van het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 maart 2011wordt Mevr. Alice THIENPONT, voor een periode van één jaar vanaf1 april 2011, toegelaten tot de stage in de hoedanigheid van ingenieurin het Frans taalkader van het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 maart 2011wordt Mevr. Anja VAN CAMPENHOUT, voor een periode van één jaarvanaf 1 april 2011, toegelaten tot de stage in de hoedanigheid vanattaché in het Nederlands taalkader van het Brussels Instituut voorMilieubeheer.

Bij besluit van de leidende ambtenaren van het Brussels Instituutvoor Milieubeheer van 21 december 2010 wordt Mevr. CarinaCASTELAO PEREZ, voor een periode van zes maanden vanaf1 januari 2011, toegelaten tot de stage in de hoedanigheid van adjunctin het Frans taalkader van het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

Bij besluit van de leidende ambtenaren van het Brussels Instituutvoor Milieubeheer van 21 december 2010 wordt Mevr. Carola GAR-DINI, voor een periode van zes maanden vanaf 1 januari 2011,toegelaten tot de stage in de hoedanigheid van adjunct in het Franstaalkader van het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

Bij besluit van de leidende ambtenaren van het Brussels Instituutvoor Milieubeheer van 21 december 2010 wordt de heer MarcHAVENITH, voor een periode van zes maanden vanaf 1 januari 2011,toegelaten tot de stage in de hoedanigheid van adjunct in het Franstaalkader van het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

Bij besluit van de leidende ambtenaren van het Brussels Instituutvoor Milieubeheer van 24 december 2010 wordt de heer Benoît GARIN,voor een periode van zes maanden vanaf 1 februari 2011, toegelaten totde stage in de hoedanigheid van klerk in het Frans taalkader van hetBrussels Instituut voor Milieubeheer.

Bij besluit van de leidende ambtenaren van het Brussels Instituutvoor Milieubeheer van 24 december 2010 wordt de heer DidierNOBEN, voor een periode van zes maanden vanaf 1 februari 2011,toegelaten tot de stage in de hoedanigheid van klerk in het Franstaalkader van het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

Bij besluit van de leidende ambtenaren van het Brussels Instituutvoor Milieubeheer van 15 februari 2011 wordt Mevr. Irma RIJSWIJK,voor een periode van zes maanden vanaf 1 maart 2011, toegelaten tot destage in de hoedanigheid van klerk in het Nederlands taalkader van hetBrussels Instituut voor Milieubeheer.

INSTITUT BRUXELLOISPOUR LA GESTION DE L’ENVIRONNEMENT

[C − 2011/31279]Admissions au stage

Nominations. — Chargé de mission Brugel. — Pensions

Admissions au stage

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du31 mars 2011, Mme Virginie LAMBERT est admise au stage pour unepériode d’un an à partir du 1er avril 2011, en qualité d’ingénieur aucadre linguistique francais de l’Institut Bruxellois pour la Gestion del’Environnement.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du31 mars 2011, Mme Alice THIENPONT est admise au stage pour unepériode d’un an à partir du 1er avril 2011, en qualité d’ingénieur aucadre linguistique francais de l’Institut Bruxellois pour la Gestion del’Environnement.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du31 mars 2011, Mme Anja VAN CAMPENHOUT est admise au stagepour une période d’un an à partir du 1er avril 2011, en qualité d’attachéau cadre linguistique néerlandais de l’Institut Bruxellois pour laGestion de l’Environnement.

Par arrêté des fonctionnaires dirigeants de l’Institut Bruxellois pourla Gestion de l’Environnement du 21 décembre 2010, Mme CarinaCASTELAO PEREZ est admise au stage pour une période de six moisà partir du 1er janvier 2011, en qualité d’adjoint au cadre linguistiquefrancais de l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement.

Par arrêté des fonctionnaires dirigeants de l’Institut Bruxellois pourla Gestion de l’Environnement du 21 décembre 2010, Mme CarolaGARDINI est admise au stage pour une période de six mois à partir du1er janvier 2011, en qualité d’adjoint au cadre linguistique francais del’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement.

Par arrêté des fonctionnaires dirigeants de l’Institut Bruxellois pourla Gestion de l’Environnement du 21 décembre 2010, M. MarcHAVENITH est admis au stage pour une période de six mois à partirdu 1er janvier 2011, en qualité d’adjoint au cadre linguistique francais del’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement.

Par arrêté des fonctionnaires dirigeants de l’Institut Bruxellois pourla Gestion de l’Environnement du 24 décembre 2010, M. Benoît GARINest admis au stage pour une période de six mois à partir du1er février 2011, en qualité de commis au cadre linguistique francais del’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement.

Par arrêté des fonctionnaires dirigeants de l’Institut Bruxellois pourla Gestion de l’Environnement du 24 décembre 2010, M. Didier NOBENest admis au stage pour une période de six mois à partir du1er février 2011, en qualité de commis au cadre linguistique francais del’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement.

Par arrêté des fonctionnaires dirigeants de l’Institut Bruxellois pourla Gestion de l’Environnement du 15 février 2011, Mme Irma RIJSWIJKest admise au stage pour une période de six mois à partir du1er mars 2011, en qualité de commis au cadre linguistique néerlandaisde l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement.

35904 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 107: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

BenoemingenBij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 novem-

ber 2010 wordt Mevr. Vinciane PEETERS in vast verband benoemd inde hoedanigheid van ingenieur in het Frans taalkader van het BrusselsInstituut voor Milieubeheer vanaf 1 maart 2010.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 decem-ber 2010 wordt de heer Jean-Luc PEETERS in vast verband benoemd inde hoedanigheid van ingenieur in het Frans taalkader van het BrusselsInstituut voor Milieubeheer vanaf 1 maart 2010.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 2011wordt de heer Olivier BRASSEUR in vast verband benoemd in dehoedanigheid van ingenieur in het Frans taalkader van het BrusselsInstituut voor Milieubeheer vanaf 1 januari 2011.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 2011wordt Mevr. Marie POUPE in vast verband benoemd in de hoedanig-heid van ingenieur in het Frans taalkader van het Brussels Instituutvoor Milieubeheer vanaf 1 januari 2011.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 april 2011wordt de heer Philippe GENON in vast verband benoemd in dehoedanigheid van ingenieur in het Frans taalkader van het BrusselsInstituut voor Milieubeheer vanaf 1 maart 2011.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 april 2011wordt Mevr. Sofie BUCKENS in vast verband benoemd in de hoeda-nigheid van ingenieur in het Nederlands taalkader van het BrusselsInstituut voor Milieubeheer vanaf 8 juli 2010.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 decem-ber 2010 wordt de heer Saïd EL FADILI in vast verband benoemd in dehoedanigheid van attaché in het Frans taalkader van het BrusselsInstituut voor Milieubeheer vanaf 1 juli 2010.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 decem-ber 2010 wordt de heer Francis RADERMAKER in vast verbandbenoemd in de hoedanigheid van attaché in het Frans taalkader van hetBrussels Instituut voor Milieubeheer vanaf 1 september 2010.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 2011wordt de heer Maurice BOHET in vast verband benoemd in dehoedanigheid van attaché in het Frans taalkader van het BrusselsInstituut voor Milieubeheer vanaf 8 januari 2011.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 2011wordt de heer Nico WITTEVRONGEL in vast verband benoemd in dehoedanigheid van attaché in het Nederlands taalkader van het BrusselsInstituut voor Milieubeheer vanaf 1 maart 2010.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 april 2011wordt Mevr. Nathalie NACKAERTS in vast verband benoemd in dehoedanigheid van attaché in het Nederlands taalkader van het BrusselsInstituut voor Milieubeheer vanaf 1 januari 2011.

NominationsPar arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du

23 novembre 2010, Mme Vinciane PEETERS est nommée à titre définitifen qualité d’ingénieur au cadre linguistique francais de l’InstitutBruxellois pour la Gestion de l’Environnement à partir du 1er mars 2010.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du24 décembre 2010, M. Jean-Luc PEETERS est nommé à titre définitif enqualité d’ingénieur au cadre linguistique francais de l’Institut Bruxel-lois pour la Gestion de l’Environnement à partir du 1er mars 2010.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du4 mars 2011, M. Olivier BRASSEUR est nommé à titre définitif enqualité d’ingénieur au cadre linguistique francais de l’Institut Bruxel-lois pour la Gestion de l’Environnement à partir du 1er janvier 2011.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du4 mars 2011, Mme Marie POUPE est nommée à titre définitif en qualitéd’ingénieur au cadre linguistique francais de l’Institut Bruxellois pourla Gestion de l’Environnement à partir du 1er janvier 2011.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du4 avril 2011, M. Philippe GENON est nommé à titre définitif en qualitéd’ingénieur au cadre linguistique francais de l’Institut Bruxellois pourla Gestion de l’Environnement à partir du 1er mars 2011.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du14 avril 2011, Mme Sofie BUCKENS est nommée à titre définitif enqualité d’ingénieur au cadre linguistique néerlandais de l’InstitutBruxellois pour la Gestion de l’Environnement à partir du 8 juillet 2010.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du24 décembre 2010, M. Saïd EL FADILI est nommé à titre définitif enqualité d’attaché au cadre linguistique francais de l’Institut Bruxelloispour la Gestion de l’Environnement à partir du 1er juillet 2010.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du24 décembre 2010, M. Francis RADERMAKER est nommé à titredéfinitif en qualité d’attaché au cadre linguistique francais de l’InstitutBruxellois pour la Gestion de l’Environnement à partir du 1er septem-bre 2010.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du4 mars 2011, M. Maurice BOHET est nommé à titre définitif en qualitéd’attaché au cadre linguistique francais de l’Institut Bruxellois pour laGestion de l’Environnement à partir du 8 janvier 2011.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du4 mars 2011, M. Nico WITTEVRONGEL est nommé à titre définitif enqualité d’attaché au cadre linguistique néerlandais de l’Institut Bruxel-lois pour la Gestion de l’Environnement à partir du 1er mars 2010.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du4 avril 2011, Mme Nathalie NACKAERTS est nommée à titre définitif enqualité d’attaché au cadre linguistique néerlandais de l’Institut Bruxel-lois pour la Gestion de l’Environnement à partir du 1er janvier 2011.

35905MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 108: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 novem-ber 2010 wordt de heer Marc CROKAERT in vast verband benoemd inde hoedanigheid van assistent in het Nederlands taalkader van hetBrussels Instituut voor Milieubeheer vanaf 1 januari 2010.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 april 2011wordt de heer Joeri GYSSENS in vast verband benoemd in dehoedanigheid van assistent in het Nederlands taalkader van hetBrussels Instituut voor Milieubeheer vanaf 1 maart 2011.

Bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 april 2011wordt Mevr. Gisèle DETRIXHE in vast verband benoemd in dehoedanigheid van assistent in het Frans taalkader van het BrusselsInstituut voor Milieubeheer vanaf 20 juli 2010.

Bij ministerieel besluit van 15 december 2010 wordt Mevr. Marie-Christine VANDEN ABEELE in vast verband benoemd in de hoeda-nigheid van adjunct in het Frans taalkader van het Brussels Instituutvoor Milieubeheer vanaf 1 oktober 2010.

Bij ministerieel besluit van 15 december 2010 wordt de heer GuyVANDERSANDE in vast verband benoemd in de hoedanigheid vanadjunct in het Frans taalkader van het Brussels Instituut voor Milieu-beheer vanaf 1 juli 2010.

Bij ministerieel besluit van 1 februari 2011 wordt de heer ErwinVANDEN BERGHEN in vast verband benoemd in de hoedanigheidvan klerk in het Nederlands taalkader van het Brussels Instituut voorMilieubeheer vanaf 1 januari 2011.

Bij ministerieel besluit van 1 februari 2011 wordt de heer RenéVERLEYEN in vast verband benoemd in de hoedanigheid van klerk inhet Frans taalkader van het Brussels Instituut voor Milieubeheer vanaf1 januari 2011.

Bij ministerieel besluit van 4 maart 2011 wordt Mevr. Natascha BEUNin vast verband benoemd in de hoedanigheid van klerk in hetNederlands taalkader van het Brussels Instituut voor Milieubeheervanaf 1 januari 2011.

Opdrachthouder BrugelBij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 septem-

ber 2010 wordt de heer Jérémie VAN DEN ABEELE aangewezen alsopdrachthouder voor de functie van raadgever leverancier bij Brugel,met terugwerkende kracht tot 1 september 2010.

PensioneringenBij besluit van de leidende ambtenaren van het Brussels Instituut

voor Milieubeheer van 20 oktober 2010 wordt het de heer GhislainEVENEPOEL, adjunct bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer,toegestaan zijn pensionrechten te laten gelden en dit vanaf 1 juni 2011.

Bij besluit van de leidende ambtenaren van het Brussels Instituutvoor Milieubeheer van 17 januari 2011 wordt het de heer Pierre VANLAETHEM, beambte bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer,toegestaan zijn pensionrechten te laten gelden en dit vanaf 1 juli 2011.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du23 novembre 2010, M. Marc CROKAERT est nommé à titre définitif enqualité d’assistant au cadre linguistique néerlandais de l’InstitutBruxellois pour la Gestion de l’Environnement à partir du 1er jan-vier 2010.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du4 avril 2011, M. Joeri GYSSENS est nommé à titre définitif en qualitéd’assistant au cadre linguistique néerlandais de l’Institut Bruxelloispour la Gestion de l’Environnement à partir du 1er mars 2011.

Par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du14 avril 2011, Mme Gisèle DETRIXHE est nommée à titre définitif enqualité d’assistant au cadre linguistique francais de l’Institut Bruxelloispour la Gestion de l’Environnement à partir du 20 juillet 2010.

Par arrêté ministériel du 15 décembre 2010, Mme Marie-ChristineVANDEN ABEELE est nommée à titre définitif en qualité d’adjoint aucadre linguistique francais de l’Institut Bruxellois pour la Gestion del’Environnement à partir du 1er octobre 2010.

Par arrêté ministériel du 15 décembre 2010, M. Guy VANDERSANDEest nommé à titre définitif en qualité d’adjoint au cadre linguistiquefrancais de l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement àpartir du 1er juillet 2010.

Par arrêté ministériel du 1er février 2011, M. Erwin VANDENBERGHEN est nommé à titre définitif en qualité de commis au cadrelinguistique néerlandais de l’Institut Bruxellois pour la Gestion del’Environnement à partir du 1er janvier 2011.

Par arrêté ministériel du 1er février 2011, M. René VERLEYEN estnommé à titre définitif en qualité de commis au cadre linguistiquefrancais de l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement àpartir du 1er janvier 2011.

Par arrêté ministériel du 4 mars 2011, Mme Natascha BEUN estnommée à titre définitif en qualité de commis au cadre linguistiquenéerlandais de l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnementà partir du 1er janvier 2011.

Chargé de mission BrugelPar arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du

24 septembre 2010, M. Jérémie VAN DEN ABEELE est désigné commechargé de mission au poste de conseiller fournisseur auprès de Brugelavec effet rétroactif à la date du 1er septembre 2010.

PensionsPar arrêté des fonctionnaires dirigeants de l’Institut Bruxellois pour

la Gestion de l’Environnement du 20 octobre 2010, M. GhislainEVENEPOEL, adjoint à l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Envi-ronnement, est admis à faire valoir ses droits à la pension à partir du1er juin 2011.

Par arrêté des fonctionnaires dirigeants de l’Institut Bruxellois pourla Gestion de l’Environnement du 17 janvier 2011, M. Pierre VANLAETHEM, préposé à l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Envi-ronnement, est admis à faire valoir ses droits à la pension à partir du1er juillet 2011.

35906 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 109: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN

WETGEVENDE KAMERSKAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

[C − 2011/18216]

Examen met het oog op de aanwervingen de samenstelling van wervingsreserves van tweetalige juristen

De Kamer van volksvertegenwoordigers organiseert een examen methet oog op de aanwerving en de samenstelling van wervingsreservesvan tweetalige juristen.

I. TOELAATBAARHEIDSVEREISTEN

De kandidaten moeten :

1° burger zijn van de Europese Unie;

2° van onberispelijk gedrag zijn;

3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;

4° voor de mannelijke kandidaten, voldoen aan de dienstplicht-wetten;

5° houder zijn van een in het Nederlands of in het Frans gestelddiploma van master, licentiaat of doctor in de rechten. De laatstejaars-studenten worden eveneens toegelaten, op voorwaarde dat ze bij eeneventuele indiensttreding het vereiste diploma hebben behaald.

Worden eveneens aanvaard : in het buitenland behaalde diploma’s ofstudiegetuigschriften die, krachtens internationale overeenkomsten ofverdragen of in toepassing van de wet of het decreet, als gelijkwaardigworden verklaard met de voornoemde diploma’s, alsmede de diploma’serkend overeenkomstig de procedure die in de koninklijke besluitenvan 6 en 22 mei 1996 wordt beschreven, waarbij de bepalingen van deEuropese richtlijnen betreffende een algemeen erkenningssysteem vandiploma’s in aanmerking worden genomen.

Aan deze vereisten moet zijn voldaan op de datum van de afsluitingvan de inschrijvingen, namelijk 29 juli 2011.

II. EXAMENPROGRAMMA

1. Maturiteitsproef :

Samenvatting in de moedertaal van, en kritisch commentaar in detweede landstaal op een lezing van twintig minuten gehouden in demoedertaal over een onderwerp van algemeen belang op het niveauvan het hoger onderwijs.

N.B. : Tijdens de voordracht mag de kandidaat geen aantekeningenmaken.

Vereist minimum :

- 20/40 voor de samenvatting;

- 20/40 voor het kritisch commentaar.

2. Mondelinge proef betreffende de juridische kennis met betrekkingtot :

- grondwettelijk recht;

- administratief recht.

Vereist minimum : 100/200.

3. Interview :

Dit examengedeelte bestaat uit een gesprek van de hak op de tak inbeide landstalen over diverse onderwerpen van algemene aard. Het isbedoeld om de kandidaten te toetsen op hun denkvermogen en hunalgemene ontwikkeling en om hun voorkomen, taalbeheersing, com-municatievaardigheid en stressbestendigheid te beoordelen.

Vereist minimum : 20/40.

CHAMBRES LEGISLATIVESCHAMBRE DES REPRESENTANTS

[C − 2011/18216]

Examen en vue du recrutement et de la constitutionde réserves de recrutement de juristes bilingues

La Chambre des représentants organise un examen en vue durecrutement et de la constitution de réserves de recrutement de juristesbilingues.

I. CONDITIONS D’ADMISSIBILITE

Les candidats doivent :

1° être citoyens de l’Union européenne;

2° être de conduite irréprochable;

3° jouir des droits civils et politiques;

4° pour les candidats masculins, satisfaire aux lois sur la milice;

5° être porteurs d’un diplôme de master, licencié ou docteur en droitétabli en langue francaise ou néerlandaise. Les étudiants de dernièreannée sont également admis, à condition qu’ils aient obtenu le diplômerequis lors d’une éventuelle entrée en service.

Sont également admis : les diplômes ou certificats d’études obtenusà l’étranger qui, en vertu d’accords ou conventions internationales ouen application de la loi ou du décret, sont déclarés équivalents aux titresprécités, de même que les diplômes reconnus conformément à laprocédure définie par les arrêtés royaux des 6 et 22 mai 1996 quiprennent en considération les dispositions des directives européennesrelatives à un système général de reconnaissance des diplômes.

Ces conditions doivent être réunies à la date de clôture desinscriptions, c’est-à-dire au 29 juillet 2011.

II. PROGRAMME D’EXAMEN

1. Epreuve de maturité :

Résumé en langue maternelle et commentaire critique dans ladeuxième langue nationale d’une conférence donnée en langue mater-nelle pendant vingt minutes sur un sujet d’ordre général du niveau del’enseignement supérieur.

N.B. : Pendant la conférence, les candidats ne peuvent pas prendre denotes.

Minimum requis :

- 20/40 pour le résumé;

- 20/40 pour le commentaire critique.

2. Epreuve orale de connaissances juridiques portant sur les matièressuivantes :

- droit constitutionnel;

- droit administratif.

Minimum requis : 100/200.

3. Interview :

Cette épreuve consiste en un entretien à bâtons rompus dans les deuxlangues nationales sur des sujets d’ordre divers. Elle a pour objetimmédiat de déterminer les qualités de réflexion et la culture généraledes intéressés, tout en permettant d’apprécier leur facon de seprésenter, leurs connaissances linguistiques, leur capacité de commu-nication et leur résistance au stress.

Minimum requis : 20/40.

35907MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 110: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

III. WEDDE - LOOPBAANDe bruto jaarwedde bij het begin van de loopbaan bedraagt, tegen de

huidige liquidatiecoëfficiënt, S 45.477,14 à S 61.100,89, volgens deleeftijd van de kandidaat bij de indiensttreding.

De aanwerving geschiedt op proef voor één jaar in de graad vanattaché, als de betrokkene medisch geschikt is voor de uitoefening vande functie. Na de proeftijd kan een benoeming in vast verbandplaatsvinden indien de proeftijd met succes werd beëindigd.

De attaché kan in de vlakke loopbaan worden bevorderd tot :- adjunct-adviseur, na 3 jaar dienst;- adviseur, na 10 jaar dienst;- eerste adviseur, na 15 jaar dienst.De maximum brutowedde op het einde van de loopbaan bedraagt

S 106.964,65 per jaar, tegen de huidige liquidatiecoëfficiënt.IV. PRESTATIESHet einde van de dagprestaties wordt bepaald volgens de vereisten

van de dienst.V. INSCHRIJVINGDe aanvragen met curriculum vitae moeten schriftelijk en uiterlijk

29 juli 2011 worden gericht aan de dienst Personeel en Sociale Zakenvan de Kamer van volksvertegenwoordigers, Examensecretariaat,Paleis der Natie, 1008 Brussel.

Het inschrijvingsformulier en de brochure met het examenpro-gramma zullen automatisch worden toegestuurd aan de kandidaten dieaan de deelnemingsvoorwaarden voldoen.

Vroegere aanvragen moeten worden hernieuwd.Tot de selectieproeven worden enkel toegelaten de kandidaten die

hun inschrijvingsformulier ingevuld terugsturen, samen met een kopievan hun diploma.

*

SELORSELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

[2011/203008]

Werving. — UitslagVergelijkende selectie van Nederlandstalige

sociaal controleurs

De vergelijkende selectie van Nederlandstalige sociaal controleurs(m/v) (niveau B) voor het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringender Zelfstandigen (RSVZ) (ANG11010) werd afgesloten op 6 juni 2011.

Er zijn 9 geslaagden.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

[C − 2011/00381]

10 JUNI 2011. — Omzendbrief betreffende de bevoegdheden van degurgemeester in het kader van de verwijdering van een onderdaanvan een derde land

Aan de Dames en Heren burgemeesters,

Deze omzendbrief heeft tot doel bepaalde opdrachten van deburgemeester of zijn gemachtigde in het kader van de verwijdering vaneen onderdaan van een derde land in herinnering te brengen en nadertoe te lichten.

Voor de uitvoering van het verwijderingbeleid is een goede samen-werking noodzakelijk tussen alle bevoegde overheden alsook overlegmet respect voor de bevoegdheden van elke overheid.

De samenwerking tussen alle bevoegde overheden is van wezenlijkbelang om de onderdaan van een derde land die het voorwerpuitmaakt van een beslissing tot verwijdering te overtuigen om vrijwilligte vertrekken.

De samenwerking tussen alle bevoegde overheden is van essentieelbelang om de onderdaan van een derde land te informeren over denoodzakelijke maatregelen die genomen kunnen worden om debeslissing tot verwijdering uit te voeren, namelijk de vasthouding ineen gesloten centrum met oog op de verwijdering van het grondgebied.

III. TRAITEMENT - CARRIERELe traitement annuel brut de début de carrière est de S 45.477,14

à S 61.100,89 au coefficient actuel de liquidation, selon l’âge du candidatau moment de son entrée en service.

Le recrutement s’effectue à l’essai pour un an dans le grade d’attaché,si l’intéressé(e) est médicalement apte à exercer la fonction. Unenomination à titre définitif peut intervenir à l’issue de l’année d’essai,pour autant que celle-ci se termine avec succès.

L’attaché peut accéder en carrière plane au grade de :- conseiller adjoint, après 3 ans de service;- conseiller, après 10 ans de service;- premier conseiller, après 15 ans de service.Le traitement annuel brut maximum de fin de carrière s’élève à

S 106.964,65 au coefficient actuel de liquidation.IV. PRESTATIONSLa fin des prestations journalières est fonction des nécessités de

service.V. INSCRIPTIONLes demandes avec curriculum vitae doivent être adressées par écrit,

au plus tard le 29 juillet 2011, au service du Personnel et des Affairessociales de la Chambre des représentants, Secrétariat des examens,Palais de la Nation, 1008 Bruxelles.

Le formulaire d’inscription et la brochure reprenant le programmedes épreuves seront automatiquement envoyés aux candidats quiréunissent les conditions de participation.

Les demandes antérieures doivent être renouvelées.Seuls seront admis aux épreuves de sélection les candidats qui auront

renvoyé leur formulaire d’inscription dûment complété, et accompagnéd’une copie de leur diplôme.

SELORBUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE

[2011/203008]

Recrutement. — RésultatSélection comparative néerlandophone

de contrôleurs sociaux

La sélection comparative néerlandophone de contrôleurs sociaux(m/f) (niveau B) pour l’Institut national d’Assurances sociales pourTravailleurs indépendants (INASTI) (ANG11010) a été clôturéele 6 juin 2011.

Le nombre de lauréats s’élève à 9.

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

[C − 2011/00381]

10 JUIN 2011. — Circulaire relative aux compétences du bourgmestredans le cadre de l’éloignement d’un ressortissant d’un pays tiers

A Mesdames et Messieurs les bourgmestres,

La présente circulaire a pour objectif de rappeler et d’explicitercertaines missions du bourgmestre ou de son délégué dans le cadre del’éloignement d’un ressortissant d’un pays tiers.

L’exécution de la politique d’éloignement nécessite une bonnecoopération entre toutes les autorités compétentes ainsi qu’une concer-tation dans le respect des compétences de chaque autorité.

La coopération de toutes les autorités compétentes est souhaitable envue de convaincre le ressortissant d’un pays tiers qui fait l’objet d’unedécision d’éloignement de partir volontairement.

La coopération de toutes les autorités compétentes est essentielle envue d’informer le ressortissant d’un pays tiers sur les mesuresnécessaires qui peuvent être prises pour exécuter la décision d’éloigne-ment, à savoir le maintien dans un centre fermé en vue de l’éloignement

35908 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 111: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

I. Opvolging van de beslissing tot verwijdering genomen door deMinister of zijn gemachtigde.

Krachtens artikel 62, eerste lid, van de wet van 15 december 1980betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging ende verwijdering van vreemdelingen moet de burgemeester van degemeente waar de onderdaan van een derde land zich bevindt, of zijngemachtigde, de door de minister of zijn gemachtigde genomenbeslissingen onverwijld betekenen.

Te dien einde moet de burgemeester of zijn gemachtigde deonderdaan van een derde land oproepen om zich bij het gemeentebe-stuur aan te bieden. Deze oproepingsbrief wordt naar het opgegevenadres gestuurd, en dit zelfs wanneer hij niet ingeschreven is in ofwanneer hij geschrapt is uit de gemeenteregisters.

De burgemeester of zijn gemachtigde moet aan de minister of zijngemachtigde alle informatie waarvan hij kennis heeft betreffende deidentiteit van de onderdaan van een derde land meedelen, zodat denoodzakelijke maatregelen genomen kunnen worden. Te dien eindedient een identificatieformulier bij de eerste oproep te worden inge-vuld. In punt IV wordt dit verder toegelicht.

Indien de onderdaan van een derde land zich niet aanbiedt om zichde beslissing te laten betekenen, moet de betekening op de verblijf-plaats uitgevoerd worden.

Bij de betekening van de beslissing tot verwijdering informeert deburgemeester of zijn gemachtigde hem over :

1° de draagwijdte van de beslissing en de rechtsmiddelen;

2° de afgifte van een nieuwe oproep om zich aan te bieden bij hetgemeentebestuur om inlichtingen te verstrekken over de voorbereidingvan zijn terugkeer. In punt IV wordt verder ingegaan op deze oproep;

3° het feit dat een onderzoek van de verblijfplaats zal plaatsvindenwanneer de termijn die toegekend wordt om het grondgebied teverlaten verstrijkt, om te verifiëren of hij gevolg gegeven heeft aan debeslissing tot verwijdering. In punt V wordt er verder ingegaan op ditonderzoek;

4° de gevolgen van het verblijven op het grondgebied na hetverstrijken van de toegekende termijn. Het gaat inzonderheid om devasthouding in een gesloten centrum of woonunit (familie) met oog opde gedwongen verwijdering;

5° de mogelijkheid om met het oog op het organiseren vanzijn vrijwillige terugkeer bijgestaan te worden door Fedasil(tel. : 02-213 44 31), de Cel vrijwillige terugkeer van de DienstVreemdelingenzaken (tel. : 02-793 83 69) of door de lokale partnerswaarvan de gegevens doorgegeven worden door de burgemeester ofzijn gemachtigde. In punt VII vindt u verdere informatie over devrijwillige terugkeer.

Er wordt gevraagd om onmiddellijk na de betekening van debeslissing een kopie van de betekening en van alle documenten diebetrekking hebben op de opvolging van de beslissing tot verwijdering,naar de minister of zijn gemachtigde (Bureau Sefor) te sturen. Indien deonderdaan van een derde land weigert te tekenen, wordt dit vermeldop de beslissing en wordt eveneens een kopie opgestuurd.

II. Opvolging van de beslissing tot verwijdering genomen door deminister of zijn gemachtigde en rechtstreeks betekend aan de onder-daan van een derde land.

Als de kennisgeving van de beslissing tot verwijdering gebeurt peraangetekende brief op de gekozen woonplaats van de onderdaan vaneen derde land of per fax als hij woonplaats gekozen heeft bij zijnadvocaat, brengt de Dienst Vreemdelingenzaken de burgemeester ofzijn gemachtigde van zijn effectieve verblijfplaats hiervan op de hoogte.Er wordt gevraagd aan de burgemeester of zijn gemachtigde om deonderdaan van een derde land op te roepen om hem te informerenzoals uitgelegd in punt I.

III. Opvolging van de beslissing tot verwijdering genomen door deburgemeester of zijn gemachtigde.

Wanneer de burgemeester of zijn gemachtigde een onderdaan vaneen derde land in kennis stelt van een beslissing tot verwijdering,brengt hij de Dienst Vreemdelingenzaken hiervan op de hoogte. Bijdeze kennisgeving informeert de burgemeester of zijn gemachtigdehem zoals aangeduid in punt I.

I. Suivi de la décision d’éloignement prise par le Ministre ou sondélégué.

En vertu de l’article 62, alinéa 1er, de la loi du 15 décembre 1980 surl’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement desétrangers, le bourgmestre de la commune ou son délégué où se trouvele ressortissant d’un pays tiers, est tenu de notifier sans délai lesdécisions prises par le ministre ou son délégué.

A cette fin, le bourgmestre ou son délégué est tenu de convoquer leressortissant d’un pays tiers à l’administration communale. La convo-cation est envoyée à l’adresse communiquée et cela, même si celui-cin’est pas inscrit dans les registres de la commune ou en est radié.

Le bourgmestre ou son délégué est tenu de communiquer au ministreou à son délégué toute information dont il a connaissance relative àl’identité du ressortissant d’un pays tiers afin que les mesuresnécessaires puissent être prises. A cet effet, un formulaire d’identifica-tion doit être rempli, lors de sa première convocation. A ce sujet, desexplications sont reprises au point IV.

Si le ressortissant d’un pays tiers ne se présente pas pour se voirnotifier la décision, la notification doit être effectuée au lieu derésidence.

Lors de la notification de la décision d’éloignement, le bourgmestreou son délégué l’informe :

1° de la portée de la décision et des voies de recours;

2° sur la délivrance d’une nouvelle convocation à l’administrationcommunale afin de lui demander des informations sur la préparationde son retour. Les informations sur cette convocation sont développéesau point IV;

3° sur le fait qu’une enquête de résidence aura lieu lors del’expiration du délai octroyé pour quitter le territoire pour vérifier s’ila donné suite à la décision d’éloignement. Les informations sur cetteenquête sont développées au point V;

4° sur les conséquences s’il demeure au-delà du délai octroyé pourquitter le territoire. Il s’agit notamment d’un maintien en détentiondans un centre fermé ou dans un lieu d’hébergement (famille) en vued’effectuer un éloignement forcé;

5° la possibilité d’être assisté par Fedasil (tél. : 02-213 44 31), par laCellule retour volontaire de l’Office des étrangers (tél. : 02-793 83 69) oupar les partenaires locaux en vue d’organiser son retour volontaire,dont les coordonnées sont transmises par le bourgmestre ou sondélégué. De plus amples informations sur le retour volontaire sontdéveloppées au point VII.

Après la notification de la décision, il est demandé d’envoyerimmédiatement, une copie de la décision et de tout autre document liéau suivi de la décision d’éloignement au Ministre ou à son délégué(Bureau Sefor). Lorsque le ressortissant d’un pays tiers refuse de signer,cela est indiqué sur la décision et une copie de la décision est égalementenvoyée.

II. Suivi de la décision d’éloignement prise par le Ministre ou sondélégué et notifiée directement au ressortissant d’un pays tiers.

Lorsque la notification de la décision d’éloignement est effectuée parpli recommandé au domicile élu du ressortissant d’un pays tiers ou partélécopieur s’il a élu domicile chez son avocat, l’Office des étrangers eninforme le bourgmestre ou son délégué de son lieu de résidence effectif.Il est demandé au bourgmestre ou à son délégué de convoquer leressortissant d’un pays tiers en vue de l’informer comme cela estexpliqué au point I.

III. Suivi de la décision d’éloignement prise par le bourgmestre ouson délégué.

Lorsque le bourgmestre ou son délégué notifie une décision d’éloi-gnement au ressortissant d’un pays tiers, il en informe l’Office desétrangers. Lors de cette notification, le bourgmestre ou son déléguél’informe comme cela est indiqué au point I.

35909MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 112: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

IV. Oproep om zich aan te bieden bij het gemeentebestuur, omgeïnformeerd te worden over de voorbereiding van de terugkeer.

Vanaf het eerste contact met het gemeentebestuur in verband met debetekening van de beslissing, moet de onderdaan van een derde landde voorbereiding van zijn terugkeer toelichten en de noodzakelijkeelementen voor deze terugkeer aanreiken. Deze elementen kunnenbijvoorbeeld een paspoort, een vliegtuigticket of het dossier van devrijwillige terugkeer zijn.

Indien de onderdaan van een derde land zich niet aanbiedt op devoorziene datum wordt er gevraagd om onmiddellijk een onderzoekvan de verblijfplaats uit te voeren om te achterhalen waarom hij zichniet aangeboden heeft.

Aan elke onderdaan van een derde land wordt gevraagd hetvolgende mee te brengen :

1° alle identiteitsdocumenten of andere documenten waaruit zijnidentiteit kan afgeleid worden;

2° drie identieke pasfoto’s.Wanneer de onderdaan van een derde land zich aanmeldt, wordt het

eerste luik van het identificatieformulier samen met hem ingevuld ofaangevuld, en wordt een pasfoto toegevoegd op de voorziene plaats.De onderdaan van een derde land ondertekent dit eerste luik enontvangt er een kopie van.

De burgemeester of zijn gemachtigde kan andere relevante informa-tie in verband met de identiteit van de onderdaan van een derde landtoevoegen op een ander luik van het formulier.

Van dit alles wordt een kopie bezorgd aan het Bureau Sefor van deDienst Vreemdelingenzaken :

Tel. : 02-793 82 70 (NL), 02-793 82 71 (FR).Fax : 02-274 66 13.E-mail : [email protected] Dienst Vreemdelingenzaken kan een foto opvragen aan de

burgemeester of zijn gemachtigde met het oog op het verkrijgen vaneen reisdocument.

Indien de onderdaan van een derde land niet beschikt over geldigereisdocumenten, wordt hem opgedragen om zich binnen drie werkda-gen met de kopie van het identificatieformulier en een pasfoto aan tebieden bij het Bureau Printrak van de Dienst Vreemdelingenzaken methet oog op het nemen van vingerafdrukken voor het bepalen van zijnidentiteit.

V. Onderzoek van de verblijfplaats dat moet worden uitgevoerdindien een beslissing tot verwijdering betekend werd aan de onderdaanvan een derde land.

Indien een onderdaan van een derde land het voorwerp heeftuitgemaakt van een beslissing tot weigering van verblijf, die gepaardgaat met een termijn om het grondgebied te verlaten, wordt aan deburgemeester of zijn gemachtigde gevraagd om na het verstrijken vande toegekende termijn op het opgegeven adres te laten verifiëren of deonderdaan van een derde land gevolg gegeven heeft aan de beslissingtot verwijdering en zijn verblijfplaats verlaten heeft.

Aan de burgemeester of diens gemachtigde wordt gevraagd om er bijde politiediensten op aan te dringen deze verblijfscontroles uit tevoeren en het verslag na het einde van de controle te bezorgen.

De politiedienst stuurt het verslag rechtstreeks naar het Bureau Sefor,en een kopie naar de burgemeester of diens gemachtigde.

De gegevens van het Bureau Sefor zijn :Tel. : 02/793 82 70 (NL), 02-793 82 71 (FR).Fax : 02-274 66 13.E-mail : [email protected]. De gevolgen die verbonden zijn aan het verblijven op het

grondgebied na het verstrijken van de toegekende termijn om hetgrondgebied te verlaten.

Indien een onderdaan van een derde land het voorwerp uitgemaaktheeft van een beslissing tot weigering van verblijf, die gepaard gaat meteen termijn om het grondgebied te verlaten, wordt aan de burgemeesterof zijn gemachtigde gevraagd om na het verstrijken van de toegekendetermijn systematisch op het opgegeven adres te laten verifiëren of deonderdaan van een derde land gevolg gegeven heeft aan de beslissingtot verwijdering en zijn verblijfplaats verlaten heeft.

Indien de onderdaan van een derde land nog op zijn verblijfplaatsverblijft, zal overgegaan worden tot de gedwongen verwijdering.Bureau Sefor geeft de instructie aan de politiedienst om de onderdaanvan een derde land aan te houden en de beslissing tot het vasthoudenmet het oog op de gedwongen verwijdering te betekenen. Na debetekening van deze beslissing brengt de politiedienst betrokkene overnaar het aangewezen gesloten centrum of de aangewezen woonunit.

De identificatie van de onderdaan van een derde land zal bijvoorkeur uitgevoerd worden voordat hij met het oog op de uitvoeringvan zijn verwijdering vastgehouden wordt, zodat de vasthouding zokort mogelijk is.

IV. Convocation à l’administration communale en vue d’être informésur la préparation du retour.

Dès le premier contact de l’administration communale concernant lanotification de la décision, le ressortissant d’un pays tiers doit êtreinformé sur la préparation de son retour et sur les éléments nécessairesà fournir pour son retour. Ces éléments peuvent être par exemple unpasseport, un billet d’avion, le dossier de retour volontaire.

Lorsque le ressortissant d’un pays tiers ne se présente pas à la dateprévue, il est demandé d’effectuer immédiatement une enquête derésidence afin de connaître le motif de la non présentation.

A chaque ressortissant d’un pays tiers, il est demandé d’apporter :

1° tous les documents d’identité ou autres documents à partirdesquels l’identité peut être établie;

2° trois photos d’identité identiques.Lorsque le ressortissant d’un pays tiers s’inscrit, le premier volet du

formulaire d’identification est rempli ou complété avec lui et une photod’identité est apposée à l’endroit indiqué. Le ressortissant d’un paystiers signe le premier volet et recoit une copie.

Le bourgmestre ou son délégué peut ajouter toute autre informationrelevante concernant l’identité du ressortissant d’un pays tiers surl’autre volet du formulaire.

Une copie de tous ces documents est transmise au Bureau Sefor del’Office des étrangers :

Tél. : 02-793 82 70 (NL), 02-793 82 71 (FR).Fax : 02-274 66 13.E-mail : [email protected]’Office des étrangers peut demander une photo d’identité au

bourgmestre ou à son délégué en vue de l’obtention d’un document devoyage.

Lorsque le ressortissant d’un pays tiers ne dispose pas d’undocument de voyage valable, il lui est demandé de se présenter munid’une copie du formulaire d’identification et d’une photo d’identitédans les trois jours ouvrables auprès du Bureau Printrak de l’Office desétrangers en vue de procéder à sa prise d’empreintes digitales pourdéterminer son identité.

V. Enquête de résidence à effectuer lorsqu’une décision d’éloigne-ment a été notifiée au ressortissant d’un pays tiers.

Lorsqu’un ressortissant d’un pays tiers a fait l’objet d’une décision derefus de séjour, assortie d’un délai pour quitter le territoire, il estdemandé au bourgmestre ou à son délégué de faire vérifier à l’adressedéclarée après l’expiration du délai octroyé, si le ressortissant d’un paystiers a donné suite à sa décision d’éloignement et a quitté sa résidence.

Il est demandé au bourgmestre ou à son délégué d’insister auprès desservices de police pour qu’ils effectuent ces contrôles de résidence etcommuniquent ce rapport, dès la fin de ce contrôle.

Le service de police transmet le rapport directement au Bureau Seforet une copie au bourgmestre ou à son délégué.

Les coordonnées du Bureau Sefor sont :Tél. : 02-793 82 70 (NL), 02-793 82 71 (FR).Fax : 02-274 66 13.E-mail : [email protected]. Les conséquences prévues lorsque l’étranger demeure au-delà du

délai octroyé pour quitter le territoire.

Lorsqu’un ressortissant d’un pays tiers a fait l’objet d’une décision derefus de séjour, assortie d’un délai pour quitter le territoire, il estdemandé au bourgmestre ou à son délégué de faire vérifier à l’adressedéclarée, systématiquement après l’expiration du délai octroyé, si leressortissant d’un pays tiers a donné suite à sa décision d’éloignementet a quitté sa résidence.

Lorsque le ressortissant d’un pays tiers demeure dans son lieu derésidence, il est procédé à son éloignement forcé. Le Bureau Sefordonne instruction au service de police pour procéder à l’interception duressortissant d’un pays tiers et à la notification de la décision demaintien en vue de son éloignement. Après la notification de ladécision, le service de police conduit le ressortissant d’un pays tiersdans un centre fermé désigné ou le lieu d’hébergement désigné.

L’identification du ressortissant d’un pays tiers sera effectuée depréférence avant de le maintenir en détention en vue d’exécuter sonéloignement, de manière à ce que la détention soit aussi brève quepossible.

35910 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 113: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

VII. Informatie over de vrijwillige terugkeer.

Wanneer een bevel om het grondgebied te verlaten afgegeven wordt,moet de onderdaan van een derde land terugkeren naar zijn land vanherkomst of naar het land waar hij gemachtigd is tot verblijf. Inprincipe moet hij dit zelfstandig doen. Er wordt hem gevraagd deburgemeester of zijn gemachtigde volgende gegevens te verstrekken :de datum van vertrek, de plaats van vertrek, de bestemming en eenkopie van zijn vervoersbewijs. Deze gegevens worden door deburgemeester of zijn gemachtigde doorgestuurd aan het Bureau Sefor.

Indien hij niet over de nodige middelen beschikt, kan de onderdaanvan een derde land, beroep doen op het vrijwillige terugkeerpro-gramma. Dit programma voorziet in een vliegtuigticket, begeleiding opde luchthavens en eventueel een premie en materiële steun in het landvan herkomst. Dit programma wordt uitgevoerd door de InternationaleOrganisatie voor Migratie (I.O.M) en door Caritas internationaal, onderde supervisie van Fedasil.

Voor meer informatie over dit programma en over de preciezemodaliteiten, kan u terecht op de website www.vrijwilligeterugkeer.be

Tevens kan u contact opnemen met Fedasil :

Tel. : 02-213 44 31 (NL), 02-213 43 85 (FR).

De onderdaan van een derde land aan wie het bevel om hetgrondgebied te verlaten betekend wordt, moet geïnformeerd wordenover deze mogelijkheid om vrijwillig terug te keren.

Informatie hierover kan u vinden op de website www.vrijwilligete-rugkeer.be Op deze website bevinden zich namelijk brochures die, inverschillende talen, een samenvatting bevatten van het programma.Deze brochures kunnen worden afgedrukt en meegegeven aan deonderdaan van een derde land.

Tevens wordt gevraagd de onderdaan van een derde land erop tewijzen dat hij contact kan opnemen met een terugkeerconsulent vanFedasil indien hij wenst terug te keren of bijkomende informatie wenstover vrijwillige terugkeer. Deze consulenten behandelen de aanvraagen zijn te bereiken op het nummer tel. : 02-213 43 78.

Indien de onderdaan van een derde land niet meer in het bezit is vanidentiteitsdocumenten om naar zijn land van herkomst terug te kerenwordt hem meegedeeld dat hij zich bij de ambassade van zijn land vanherkomst moet aanbieden, opdat een paspoort of een laissez-passer aanhem kan afgeleverd worden.

Er wordt gevraagd om de onderdaan van een derde land mee tedelen dat hij de gegevens van zijn ambassade kan raadplegen opwebsite http://diplomatie.belgium.be/nl, onder de rubriek « Ambas-sades en consulaten ».

Ten slotte kan de onderdaan van een derde land zich wenden tot deCel vrijwillige terugkeer van de Dienst Vreemdelingenzaken(tel. : 02-793 83 69) om zich bij zijn terugkeer te laten bijstaan.

VII. Informations sur le retour volontaire.

Lors de la délivrance d’un ordre de quitter le territoire, le ressortis-sant d’un pays tiers doit retourner dans son pays d’origine ou pays oùil est autorisé au séjour. En principe, il doit le faire lui-même. Il lui estdemandé d’en informer le bourgmestre ou son délégué en transmettantla date, le lieu de départ, la destination et une copie du moyen detransport. Ces données sont transmises par le bourgmestre ou sondélégué au Bureau Sefor.

Lorsqu’il ne dispose pas des moyens nécessaires, le ressortissant d’unpays tiers qui le souhaite peut faire appel au programme de retourvolontaire. Ce programme prévoit qu’un billet d’avion, un accompa-gnement à l’aéroport, une éventuelle prime et un soutien matériel dansle pays d’origine peuvent être pris en charge. Ce programme estexécuté par l’Organisation Internationale pour les Migrations (O.I.M.)et Caritas international, sous la supervision de Fedasil.

Pour obtenir plus d’informations à ce sujet et des modalités précises,vous pouvez consulter le site web : www.retourvolontaire.be

Vous pouvez aussi prendre contact avec Fedasil :

Tél. : 02-213 44 31 (NL), 02-213 43 85 (FR).

Le ressortissant d’un pays tiers à qui un ordre de quitter le territoireest notifié, doit être informé des possibilités de retourner volontaire-ment.

Vous pouvez trouver de l’information sur le site www.retourvolon-taire.be Sur ce site, vous trouverez, en effet, des brochures, dansdifférentes langues, qui résument le programme. Ces brochures peu-vent être imprimées et être communiquées au ressortissant d’un paystiers.

Il est aussi demandé d’indiquer au ressortissant d’un pays tiers quisouhaite retourner ou obtenir plus d’informations sur le retourvolontaire, qu’il peut prendre contact avec un consultant pour le retourde Fedasil. Ces consultants traitent la demande et sont joignables au tél.: 02-213 43 78.

Lorsque le ressortissant d’un pays tiers ne possède plus de docu-ments d’identité pour retourner dans son pays d’origine, il est informéqu’il doit se présenter à l’ambassade de son pays d’origine afin qu’ellelui délivre un passeport ou un laissez-passer.

Il est demandé d’informer le ressortissant d’un pays tiers qu’il peutconsulter les coordonnées de son ambassade sur le site internethttp://diplomatie.belgium.be/fr, sous la rubrique « Ambassades etconsulats ».

Enfin, le ressortissant d’un pays tiers peut s’adresser à la Celluleretour volontaire de l’Office des étrangers (tél. : 02-793.83.69) pour êtreassisté lors de son retour.

35911MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 114: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

VIII. Praktische informatie.Om de toepassing van de in deze omzendbrief ontwikkelde moda-

liteiten te vergemakkelijken zal de Dienst Vreemdelingenzaken bij hetgemeentebestuur een sensibiliseringscampagne en een opleiding orga-niseren.

Ten slotte wil ik u melden dat op de site GEMCOM documentatievoor de burgemeester en zijn gemachtigde terug te vinden is. Op de sitewww.sefor.be wordt een brochure voor de onderdaan van een derdeland ter beschikking gesteld. De informatie wordt aangeboden inverschillende talen.

U wordt verzocht deze brochure te helpen verspreiden, zodat eenonderdaan van een derde land die bij een verwijderingmaatregel isbetrokken goed wordt geïnformeerd over zijn rechten en plichten.

Alle inlichtingen over deze omzendbrief kunnen worden aange-vraagd bij het Bureau Sefor :

Tel. : 02-793 82 70 (NL), 02-793 82 71 (FR).Fax : 02-274 66 13.E-mail : [email protected], 10 juni 2011.

De Staatssecretaris voor Migratie- en asielbeleid,M. WATHELET

*

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN

Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines Administratie van het kadaster, registratie en domeinen

Publications prescrites par l’article 770du Code civil

Bekendmakingen voorgeschreven bij artikel 770van het Burgerlijk Wetboek

[2010/54898]

Erfloze nalatenschap van Houbion, Pierre

Houbion, Pierre Adelin Ghislain, echtgescheiden van Close, Annette,geboren te Verviers op 13 april 1926, wonende te Fontaine-l’Evêque,Vogelsestad 20/19, is overleden te Fontaine-l’Evêque op 21 juni 1995,zonder bekende erfopvolgers na te laten.

Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van de btw,registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling van denalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Charleroi, bijbeschikking van 4 november 2010, de bekendmakingen en aanplakkin-gen voorzien bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen.

Namen, 8 december 2010.

De gewestelijke directeur a.i. der registratie en domeinen,M. de Pierpont.

(54898)

Erfloze nalatenschap van Fauquet, Alain Marcel

Fauquet, Alain Marcel, geboren te Belœil op 15 juli 1952, wonende teSaint-Ghislain, rue Emile Vandervelde 78/1, is overleden te Saint-Ghislain op 7 oktober 2005, zonder bekende erfopvolger na te laten.

Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van de btw,registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling van denalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Bergen, bijbeschikking van 22 november 2010, de bekendmakingen en aanplak-kingen voorzien bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen.

Bergen, 6 december 2010.

De gewestelijke directeur van de registratie a.i.,Ch. Honorez.

(54899)

VIII. Informations pratiques.Dans un souci de faciliter la mise en œuvre des modalités dévelop-

pées au sein de la présente circulaire, une campagne de sensibilisationet une formation seront organisées au sein de l’administration commu-nale, par l’Office des étrangers.

Enfin, je tiens à vous signaler que de la documentation pour lebourgmestre ou son délégué est insérée sur le site GEMCOM. Sur le sitewww.sefor.be, une brochure destinée au ressortissant d’un pays tiers estconsultable. Cette information est disponible dans de nombreuseslangues.

Il vous est demandé de contribuer à la diffusion de cette brochureafin de bien informer le ressortissant d’un pays tiers concerné par unemesure d’éloignement de ses droits et obligations.

Toute information sur la présente circulaire peut être demandéeauprès du Bureau Sefor :

Tél. : 02-793 82 70 (NL), 02-793 82 71 (FR).Fax : 02-274 66 13.E-mail : [email protected], le 10 juin 2011.

Le Secrétaire d’Etat à la Politique de Migration et d’asile,M. WATHELET

[2010/54898]

Succession en déshérence de Houbion, Pierre

Houbion, Pierre Adelin Ghislain, divorcé de Close, Annette, né àVerviers le 13 avril 1926, domicilié à Fontaine-l’Evêque, Cité desOiseaux 20/19, est décédé à Fontaine-l’Evêque le 21 juin 1995, sanslaisser de successeur connu.

Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., del’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat,l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instancede Charleroi a, par ordonnance du 4 novembre 2010, prescrit lespublications et affiches prévues par l’article 770 du Code civil.

Namur, le 8 décembre 2010.

Le directeur régional a.i. de l’enregistrement et des domaines,M. de Pierpont.

(54898)

Succession en déshérence de Fauquet, Alain Marcel

Fauquet, Alain Marcel, né à Belœil le 15 juillet 1952, domicilié àSaint-Ghislain, rue Emile Vandervelde 78/1, est décédé à Saint-Ghislainle 7 octobre 2005, sans laisser de successeur connu.

Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., del’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat,l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instancede Mons a, par ordonnance du 22 novembre 2010, prescrit lespublications et affiches prévues par l’article 770 du Code civil.

Mons, le 6 décembre 2010.

Pour le directeur de l’enregistrement a.i.,Ch. Honorez.

(54899)

35912 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 115: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2011/09441]Rechterlijke Orde. — Vacante betrekkingen

- rechter in strafuitvoeringszaken voor het rechtsgebied van het hofvan beroep te Antwerpen : 1 Nederlandstalige (vanaf 1 oktober 2011).

Elke kandidatuur moet bij een ter post aangetekend schrijvenworden gericht aan « FOD Justitie, Directoraat-generaal RechterlijkeOrganisatie - Dienst Personeelszaken - ROJ 211, Waterloolaan 115,1000 Brussel », binnen een termijn van één maand vanaf heden.

*

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR GENEESMIDDELENEN GEZONDHEIDSPRODUCTEN

[C − 2011/18214]

Lijst van de erkenningen die tussen 1 mei 2011 en 31 mei 2011toegekend werden bij toepassing van de wet van 19 december 2008inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaams-materiaal met het oog op de geneeskundige toepassing op de mensof het wetenschappelijk onderzoek

Etablissement Localité Type de matériel corporel humain ou d’opérations A g r é m e n tprovisoire Agrément définitif

A. Banques de matériel corporel humain

AZ Klina 2930Brasschaat

Matériel corporel humain de l’appareil reproducteur(limité aux activités d’un programme de soins

« médecine de la reproduction A »)

Prolongé jus-qu’à décision

définitive-

AZ Sint-Lucas 9000 GentMatériel corporel humain de l’appareil reproducteur

(limité aux activités d’un programme de soins« médecine de la reproduction A »)

Prolongé jus-qu’à décision

définitive-

Clinique Saint-Pierre 1340Ottignies

Matériel corporel humain de l’appareil reproducteur(limité aux activités d’un programme de soins

« médecine de la reproduction A »)- Du 01/04/11

au 30/06/12

Heilig HartziekenhuisRoeselare-Menen

8800Roeselare

Matériel corporel humain de l’appareil reproducteur(limité aux activités d’un programme de soins

« médecine de la reproduction A »)- Du 01/12/09

au 30/11/13

Grand Hôpital de Charle-roi – site Clinique Notre-Dame et Reine Fabiola

6000Charleroi Matériel corporel humain de l’appareil reproducteur -

ERRATUM :publication du

13 mai 2011,version

néerlandaise :« Van 01/01/10 tot

31/12/11 » estremplacé par

« Van 01/12/09 tot30/06/11 »

B. Structure intermédiaire

AZ Diest 3290 Diest Capacitation des gamètes masculins - Du 08/01/10au 30/06/12

Intercommunale Vivalia –site Clinique du SudLuxembourg

6700 Arlon Capacitation des gamètes masculins - Du 01/04/11au 31/03/15

Mariaziekenhuis 3900Overpelt Capacitation des gamètes masculins - Du 08/01/10 au

30/06/12

RZ Sint-Trudo 3800Sint-Truiden Capacitation des gamètes masculins - Du 08/01/10

au 31/12/11

Sint-Franciskusziekenhuis3550

H e u s d e n -Zolder

Capacitation des gamètes masculins - Du 08/01/10au 30/06/12

Ziekenhuis Maas en Kem-pen, campus Maaseik 3680 Maaseik Capacitation des gamètes masculins - Du 08/01/10

au 31/12/11

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2011/09441]Ordre judiciaire. — Places vacantes

- juge d’application des peines pour le ressort de la cour d’appeld’Anvers : 1 néerlandophone (à partir du 1er octobre 2011).

Toute candidature doit être adressée par lettre recommandée à laposte au « SPF Justice, Direction générale de l’Organisation judiciaire -Service du Personnel – ROJ 211, boulevard de Waterloo 115,1000 Bruxelles », dans un délai d’un mois à partir de ce jour.

AGENCE FEDERALE DES MEDICAMENTSET DES PRODUITS DE SANTE

[C − 2011/18214]

Liste des agréments d’établissements de matériel corporel humainoctroyés entre le 1er mai 2011 et le 31 mai 2011 en application de laloi du 19 décembre 2008 relative à l’obtention et à l’utilisation dematériel corporel humain destiné à des applications médicaleshumaines ou à des fins de recherche scientifique

35913MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 116: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Instelling Plaats Type van menselijk lichaamsmateriaal of handeling Voorlopigeerkenning

Definitieveerkenning

A. Bank voor menselijk lichaamsmateriaal

AZ Klina 2930Brasschaat

Reproductief menselijk lichaamsmateriaal(beperkt tot de activiteiten van een zorgprogramma

« reproductieve geneeskunde A »)

Verlengd totde definitieve

beslissing-

AZ Sint-Lucas 9000 GentReproductief menselijk lichaamsmateriaal

(beperkt tot de activiteiten van een zorgprogramma« reproductieve geneeskunde A »)

Verlengd totde definitieve

beslissing-

Clinique Saint-Pierre 1340Ottignies

Reproductief menselijk lichaamsmateriaal(beperkt tot de activiteiten van een zorgprogramma

« reproductieve geneeskunde A »)- Van 01/04/11

tot 30/06/12

Heilig HartziekenhuisRoeselare-Menen

8800Roeselare

Reproductief menselijk lichaamsmateriaal(beperkt tot de activiteiten van een zorgprogramma

« reproductieve geneeskunde A »)- Van 01/12/09

tot 30/11/13

Grand Hôpital de Charle-roi – site Clinique Notre-Dame et Reine Fabiola

6000Charleroi Reproductief menselijk lichaamsmateriaal -

ERRATUM :publicatie van13 mei 2011,Nederlandse

versie :« Van 01/01/10tot 31/12/11 »

wordt vervangendoor « Van 01/12/09

tot 30/06/11 »

B. Intermediaire structuur

AZ Diest 3290 Diest Capacitatie van mannelijke gameten - Van 08/01/10tot 30/06/12

Intercommunale Vivalia –campus Clinique du SudLuxembourg

6700 Arlon Capacitatie van mannelijke gameten - Van 01/04/11tot 31/03/15

Mariaziekenhuis 3900Overpelt Capacitatie van mannelijke gameten - Van 08/01/10

tot 30/06/12

RZ Sint-Trudo 3800Sint-Truiden Capacitatie van mannelijke gameten - Van 08/01/10

tot 31/12/11

Sint-Franciskusziekenhuis3550

H e u s d e n -Zolder

Capacitatie van mannelijke gameten - Van 08/01/10tot 30/06/12

Ziekenhuis Maas en Kem-pen, campus Maaseik 3680 Maaseik Capacitatie van mannelijke gameten - Van 08/01/10

tot 31/12/11

35914 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 117: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

PUBLICATIONS LEGALESET AVIS DIVERS

WETTELIJKE BEKENDMAKINGENEN VERSCHILLENDE BERICHTEN

Pensioenfonds Contractuelen VRT, OFP CBFA 50.533Auguste Reyerslaan 52, 1043 Brussel

Ondernemingsnummer 0477.760.533

Uittreksel uit de notulen van de algemene vergaderig der vennoten,gehouden te Brussel op woensdag 1 juni 2011

De algemene vergadering stelt vast dat er na de algemene vergade-ring van 2 juni volgende wijziging plaatsvond in haar samenstelling :

op 1 oktober 2010 trad Mevr. Alexandra De Preter toe als lid van dealgemene vergadering.

De algemene vergadering is op 1 juni 2011 na het afsluiten van dealgemene vergadering als volgt samengesteld :

VRT, NV van publiek recht :

met als vaste vertegenwoordiger Mevr. Chris Reniers.

Werkgeversfractie :

Mevr. Alexandra De Preter

de heer Leo Hellemans.

Werknemersfractie :

de heer Hugo De Rijck

de heer Franz Schnelle

de heer Luc Vanderhoeck.

De algemene vergadering stelt vast dat er sinds de algemenevergadering van 2 juni 2010 volgende wijzigingen plaatsvonden in desamenstelling van de raad van bestuur :

op 1 oktober 2010 trad de heer Marcel Meys uit als bestuurder;

op 17 november 2010 werd Mevr. Helena De Meerleer door dewerkgeversfractie voorgedragen als bestuurder voor het volbrengenvan het lopende mandaat tot juni 2011.

De fractie van de werknemers deelt mee dat de heer Willem Dewitvoor de periode die loopt tot juni 2014 het ondervoorzitterschap blijftwaarnemen.

De algemene vergadering beslist om Mevr. Helena De Meerleer metterugwerkende kracht vanaf 17 november 2010 te benoemen alsbestuurder.

De raad van bestuur, waarvan de driejaarlijkse bestuurdersmandatenlopen tot juni 2014, is op 1 juni 2011 na het afsluiten van de algemenevergadering als volgt samengesteld :

Werkgeversfractie :

Mevr. Thérèse Deshayes, bestuurder.

Mevr. De Meerleer, Helena, bestuurder.

De heer Luc Van den Brande, bestuurder-voorzitter.

De heer Willy Wijnants, afgevaardigd bestuurder.

Werknemersfractie :

De heer Willem Dewit, bestuurder-ondervoorzitter.

Mevr. Brigitte Parisis, bestuurder.

Mevr. Karina Peeters, bestuurder.

De heer Bart Van Roosbroeck, bestuurder.

Voor gelijkvormig uittreksel : de voorzitter, Alexandra De Preter.(25796)

FACULTES UNIVERSITAIRES NOTRE-DAME DE LA PAIXNAMUR

Faculté de philosophie et lettres

L’épreuve publique pour l’obtention du grade académique dedocteur en histoire, art et archéologie de Mlle Valérie Geonet, porteurd’un diplôme de licencié en histoire, aura lieu le mardi 14 juin 2011, à14 heures, dans l’auditoire L2 de la Faculté de philosophie et lettres,rue Grafé 1, à Namur.

Mlle Valérie Geonet, née à Dinant le 10 février 1980, présentera etdéfendra publiquement une dissertation originale intitulée : « Lesreprésentations des Arabes au travers des récits de voyageurs franco-phones en Palestine (1799-1948) ».

(80887)

UNIVERSITE DE LIEGE

Faculté des sciences

Doctorat en sciences

Nathalie Semal, ingénieur chimiste et des industries agricoles,présentera le lundi 20 juin 2011, à 14 heures, au grand auditoire duCampus de l’Université de Liège à Arlon, avenue de Longwy 185, à6700 Arlon, l’examen en vue de l’obtention du grade académique dedocteur en sciences.

Cette épreuve consistera en la défense publique d’une dissertationintitulée : « Intermédiaires et dynamique des réseaux fluides : du moded’existence de la norme ISO 14001 en région wallonne ».

(80888)

Marcelo Galleguillos Torres, ingénieur en génie civil, présentera lelundi 20 juin 2011, à 15 heures, au petit auditoire du Campus del’Université de Liège à Arlon, avenue de Longwy 185, à 6700 Arlon,l’examen en vue de l’obtention du grade académique de docteur ensciences.

Cette épreuve consistera en la défense publique d’une dissertationintitulée : « Optimisation of leachates treatment by membranebioreactor ».

(80889)

Ludovic Malvaux, licencié en sciences biochimiques, présentera lelundi 20 juin 2011, à 16 heures, à l’amphithéâtre Sternon, Institut dePharmacie, bâtiment B36, au Sart Tilman, l’examen en vue de l’obten-tion du grade académique de docteur en sciences.

Cette épreuve consistera en la défense publique d’une dissertationintitulée : « Evidence for a role of microRNA-21 and microRNA-125b innegatively regulating angiogenic processes ».

(80890)

35915MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 118: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Massoud Bazgir, Master’s degree in the field of agriculturalengineering − Soil Science, présentera le mardi 21 juin 2011, à 14 heures,à l’amphithéâtre de l’Institut de Botanique, bâtiment B22, auSart Tilman, l’examen en vue de l’obtention du grade académique dedocteur en sciences.

Cette épreuve consistera en la défense publique d’une dissertationintitulée : « Nutrient fluxes and soil microbial processes under treespecies after conversion ».

(80891)

UNIVERSITE DE MONS

Faculté polytechnique

Thèse de doctorat en sciences appliquées

Mlle Kivilcim Yuksel défendra, en séance publique, le lundi27 juin 2011, à 10 heures, à la salle académique, boulevard Dolez 31, àMons, sa thèse de doctorat intitulée : « Development of an opticalfrequency-domain reflectometer and applications to the interrogationof fiber Bragg gratings ».

(80904)

UNIVERSITEIT GENT

Vacatures(zie http://www.ugent.be/nl/nieuwsagenda/vacatures/aap/)

Assisterend academisch personeel

Bij de faculteit Economie en Bedrijfskunde is volgend mandaat tebegeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn vantwee jaar die hernieuwbaar is

EB05

een betrekking van voltijds assistent bij de vakgroep Accountancy enBedrijfsfinanciering (tel. : 09-264 35 32) – salaris à 100 % : min.S 23.468,58 – max. S 39.716,10 (thans uitbetaald à 154,60 %)

Profiel van de kandidaat

- academisch diploma van licentiaat/master in de economische of inde toegepaste economische wetenschappen, handelsingenieur, of eenacademisch diploma van de 2e cyclus aangevuld met een diploma vaneen aanvullende opleiding in management, in financieel managementof gelijkwaardig;

- laatstejaarsstudenten kunnen eveneens kandideren;

- informaticakennis strekt tot aanbeveling;

- interesse in wetenschappelijk onderzoek en intentie tot doctorerenin vakgebied.

Inhoud van de functie

- bijstand bij het onderwijs van de vakgroep;

- wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied Bedrijfsfinanciering,ter voorbereiding van een doctoraat (minstens 50 % van de tijd dientbesteed te worden aan onderzoek in het kader van de voorbereidingvan een doctoraat);

- medewerking aan de dienstverlening van de vakgroep.

Indiensttreding : ten vroegste 1 juli 2011.

De kandidaturen, met curriculum vitae, een afschrift van het vereistdiploma en een overzicht van de behaalde studieresultaten (per jaar),moeten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de DirectiePersoneel en organisatie van de Universiteit Gent, Sint-Pieters-nieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 30 juni 2011.

(80896)

Bij de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur is volgendmandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor eentermijn van drie jaar die éénmaal hernieuwbaar is

EA03

een betrekking van voltijds doctor-assistent bij de vakgroep Mecha-nica van Stroming, Warmte en Verbranding (tel. : 09-264 33 07) – salarisà 100 % : min. S 29.069,73 – max. S 45.317,25 (thans uitbetaald à154,60 %)

Profiel van de kandidaat

- diploma van doctor in de ingenieurswetenschappen (aan dediplomavoorwaarden moet voldaan zijn op datum van aanstelling);

- ervaring in numeriek onderzoek in verband met interactie tussenturbulentie en verbranding in vlammen met gasvormige brandstoffen;

- publicaties in wetenschappelijke tijdschriften die een ruimeverspreiding kennen;

- mededelingen of voordrachten op wetenschappelijke conferentiesstrekken tot aanbeveling;

- uitgesproken interesse voor studentenbegeleiding in de academi-sche en/of voortgezette academische opleidingen.

Inhoud van de functie

- wetenschappelijk onderzoek op het vlak van numerieke simulatiesvan turbulente verbranding, in het bijzonder met de CMC-techniek;

- medewerking aan het door de vakgroep verzorgde onderwijs, inhet bijzonder ook in de International Master of Science in Fire SafetyEngineering;

- minimum 70 % van de tijd dient aan wetenschappelijk onderzoekbesteed te worden;

- medewerking aan de dienstverlening van de vakgroep.

Indiensttreding : ten vroegste 1 september 2011De kandidaturen, met curriculum vitae en een afschrift van het

vereist diploma moeten per aangetekend schrijven ingediend wordenbij de Directie Personeel en organisatie van de Universiteit Gent, Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 30 juni 2011.

(80897)

Bij de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur is volgendmandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor eentermijn van twee jaar die hernieuwbaar is.

EA16

een betrekking van voltijds assistent bij de vakgroep WiskundigeAnalyse (tel. : 09-264 49 47) - salaris à 100 % : min. S 23.468,58 – max.S 39.716,10 (thans uitbetaald à 154,60 %)

Profiel van de kandidaat

- diploma van master in de Wiskunde of master in de Natuurkundeof master in de Ingenieurswetenschappen;

- laatstejaarsstudenten kunnen eveneens kandideren;

- aan de diplomavoorwaarden dient voldaan te zijn op het momentvan de aanstelling;

Inhoud van de functie

- bijstand bij het onderwijs van de vakgroep;

- wetenschappelijk onderzoek binnen één van de drie onderzoeks-groepen van de vakgroep (Cliffordanalyse; Numerieke analyse enWiskundige modellering; Algemene relativiteitstheorie), ter voorberei-ding van een doctoraat in de ingenieurswetenschappen (minstens 50 %van de tijd dient besteed te worden aan onderzoek in het kader van devoorbereiding van een doctoraat).

Indiensttreding : ten vroegste 1 september 2011.De kandidaturen, met curriculum vitae, een afschrift van het vereist

diploma en een overzicht van de behaalde studieresultaten (per jaar),moeten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de DirectiePersoneel en organisatie van de Universiteit Gent, Sint-Pieters-nieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 30 juni 2011.

(80898)

35916 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 119: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Bij de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen isvolgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling vooreen termijn van drie jaar die éénmaal hernieuwbaar is

GE12

een betrekking van deeltijds doctor-assistent (50 %), wordt met 50 %aangevuld als wetenschappelijk medewerker, bij de vakgroep Maat-schappelijke Gezondheidkunde (inlichtingen : Prof. dr. S. Verhaeghetel. : 09-332 36 94) – salaris a 100 % : min. S 29 069,73 – max. S 45 317,25(thans uitbetaald à 154,60 %)

Profiel van de kandidaat

- diploma van doctor in de Medisch-Sociale wetenschappen in hetvakgebied van de Verplegingswetenschap (aan de diploma-voor-waarden dient voldaan te zijn op datum van aanstelling;

- diploma van master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde;

- publicatie in peer reviewed wetenschappelijke tijdschriften die eenruime verspreiding kennen;

- ervaring hebben met mededelingen of voordrachten op weten-schappelijke nationale en internationale congressen en conferenties;

- ervaring hebben met kwantitatieve onderzoeksmethoden;

- ervaring hebben met onderzoek naar decubituspreventie,incontinentie-geassocieerde dermatitis, implementatie van verpleeg-kundige richtlijnen, e-learning;

- onderzoekservaring hebben in de Verpleegkunde en de Vroedkundeop academisch niveau;

- uitgesproken interesse hebben voor studentenbegeleiding in deacademische;

- deel uitmaken van internationale wetenschappelijke organisatiesstrekt tot aanbeveling.

Inhoud van de functie

- wetenschappelijk onderzoek verrichten in het domein vandecubituspreventie, incontinentie-geassocieerde dermatitis, implemen-tatie van verpleegkundige richtlijnen, e-learning;

- medewerking aan het onderwijs van de vakgroep;

- minimum 70 % van de tijd dient aan wetenschappelijk onderzoekbesteed te worden.

Indiensttreding : ten vroegste 1 oktober 2011.

De kandidaturen, met curriculum vitae en een afschrift van hetvereist diploma moeten per aangetekend schrijven ingediend wordenbij de Directie Personeel en organisatie van de Universiteit Gent, Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 30 juni 2011.

(80899)

Bij de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen isvolgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling vooreen termijn van twee jaar die hernieuwbaar is

GE12

een betrekking van deeltijds praktijkassistent (50 %) bij de vakgroepMaatschappelijke Gezondheidkunde (tel. : 09-332 36 28) – salaris a100 % : min. S 23.468,58 – max. S 39.716,10 (thans uitbetaald à 154,60 %)

Profiel van de kandidaat

- diploma van master in de verpleeg- en vroedkunde of licentiaatmedisch-sociale wetenschappen;

- overige beroepsactiviteiten uitoefenen (of uitgeoefend) en/ofaantoonbare ervaring hebben, die bijdragen tot de kwaliteit van hetpraktijkgebonden onderwijs;

- bijzonder expertise op het terrein van de verplegingswetenschapen/of de vroedkundige wetenschap;

- pedagogische kwaliteiten strekken tot aanbeveling.

Inhoud van de functie

- bijstand bij het (praktijkgericht) onderwijs;

- begeleiding van masterproeven;

- meewerken aan onderwijservaring;

- meewerken en deelnemen aan onderwijsgebonden overleg

Indiensttreding : ten vroegste 1 oktober 2011

De kandidaturen, met curriculum vitae en een afschrift van hetvereist diploma moeten per aangetekend schrijven ingediend wordenbij de Directie Personeel en organisatie van de Universiteit Gent, Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 30 juni 2011.

(80900)

Bij de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen isvolgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling vooreen termijn van twee jaar die hernieuwbaar is

GE25

een betrekking van deeltijds praktijkassistent (20 %) bij de vakgroepBewegings- en sportwetenschappen (tel. : 09-264 63 27) – salaris a100 % : min. S 23.468,58 – max. S 39.716,10 (thans uitbetaald à 154,60 %)

Profiel van de kandidaat

- Master in de Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappenof gelijkwaardig;

- Bijzondere beroepsmatige expertise en trainersdiploma’s ingymnastiek;

- Specifieke lerarenopleiding (SLO) of gelijkwaardig;

- overige beroepsactiviteiten uitoefenen of uitgeoefend hebben diebijdragen tot de kwaliteit van het praktijkgebonden onderwijs.

Inhoud van de functie

- Ondersteuning van het sportpraktijkonderwijs :

1) bijstand in het onderwijs gymnastiek in de Bachelorjaren Licha-melijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen (skills lab), de verdie-ping en optie training gymnastiek (AGH, tumbling en anderegymnastiekdisciplines)

2) ondersteuning van het gebruik van tablet Pc’s in het praktijk-onderwijs van alle sportdisciplines binnen de opleiding.

De kandidaturen, met curriculum vitae en een afschrift van hetvereist diploma moeten per aangetekend schrijven ingediend wordenbij de Directie Personeel en organisatie van de Universiteit Gent, Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 30 juni 2011.

(80901)

Bij de faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen is volgend mandaat tebegeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn van tweejaar die hernieuwbaar is

BW11

een betrekking van voltijds assistent bij de vakgroep DuurzameOrganische Chemie en Technologie(tel. : 09-264 93 79) – salaris a 100 % :min. S 23.468,58 – max. S 39.716,10 (thans uitbetaald à 154,60 %)

Profiel van de kandidaat

- diploma van master in de bio-ingenieurswetenschappen : chemieen bioprocestechnologie, diploma van master in de chemie of master inde ingenieurswetenschappen : chemische technologie;

- laatstejaarsstudente kunnen eveneens kandideren;

- goede kennis bezitten van de organische chemie en de gevorderdeorganische synthese;

35917MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 120: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

- kennis van nieuwe onderwijstechnieken strekt tot aanbeveling.

Inhoud van de functie

- bijstand verlenen aan het onderwijs van de vakgroep;

- het uitvoeren van organische synthesen en/of modificaties vanhernieuwbare grondstoffen;

- wetenschappelijk onderzoek verrichten in het vakgebied van detoegepaste organische chemie ter voorbereiding van een doctoraat(minstens 50 % van de tijd dient besteed te worden aan onderzoek inhet kader van de voorbereiding van een doctoraat);

- medewerking aan de dienstverlening van de vakgroep.

Indiensttreding : zo spoedig mogelijk.

De kandidaturen, met curriculum vitae, een afschrift van het vereistdiploma en een overzicht van de behaalde studieresultaten (per jaar),moeten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de DirectiePersoneel en organisatie van de Universiteit Gent, Sint-Pieters-nieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk 29 juli 2011.

(80902)

Bij de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen isvolgend mandaat te begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling vooreen termijn van twee jaar die hernieuwbaar is

GE53

een betrekking van deeltijds praktijkassistent (10 %) bij de DienstOnderwijsondersteuning t.b.v. het Skills Lab (tel. : 09-332 36 55) – salarisa 100 % : min. S 23.468,58 – max. S 39.716, 10 (thans uitbetaald à154,60 %)

Profiel van de kandidaat

- diploma van arts met kwalificatie huisarts of specialist;

- ervaring in het praktijkonderwijs (vaardighedenonderwijs of stage-begeleiding) strekt tot aanbeveling;

- goede kennis hebben van de anamnese en het klinisch onderzoekin één of meer van de domeinen waarin vaardigheidsonderwijs wordtverstrekt in het Skillslab;

- kennis van de methodiek van het vaardighedenonderwijs strekt totaanbeveling;

- overige beroepsactiviteiten uitoefenen, die bijdragen tot de kwaliteitvan het praktijkgebonden onderwijs (praktijk als arts);

- interesse hebben voor communicatieonderwijs.

Inhoud van de functie

- bijstand verlenen in het praktijkgericht onderwijs in het Skillslabinzake de anamnese en het klinisch onderzoek en inzake geïntegreerdeconsultvoering t.a.v. studenten geneeskunde;

- opleiden van student-assistenten en simulatiepatiënten;

- de betrokken vakgroepen assisteren bij het optimaliseren van hetvaardigheidsonderwijs (inhoudelijk en methodologisch);

- contacten onderhouden met Skillslab in de hogescholen en andereuniversiteiten in functie van kwaliteitsverbetering.

Indiensttreding : ten vroegste 1 augustus 2011.

De kandidaturen, met curriculum vitae en een afschrift van hetvereist diploma moeten per aangetekend schrijven ingediend wordenbij de Directie Personeel en organisatie van de Universiteit Gent, Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, uiterlijk op 30 juni 2011.

(80903)

Annonces − Aankondigingen

SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN

Carnifex, naamloze vennootschap in vereffening,Gentse Steenweg 55, 9300 AALST

Ondernemingsnummer 0406.755.840

De algemene vergadering gaat door op 29 juni 2011, op de maat-schappelijke zetel, Gentse Steenweg 55, 9300 Aalst, om 17 uur, en zalvolgende agendapunten bevatten : Aanvaarding wijze van samen-roeping. Verslag van de vereffenaar. Goedkeuring jaarrekening afge-sloten per 29 december 2010. Bestemming van het resultaat. Kwijting teverlenen aan de vereffenaar. Continuïteit van de onderneming. Varia.(AOPC11103565/16.06) (25973)

DE OUDE BEURS, naamloze vennootschap,Oude Beurs 29, 2000 ANTWERPEN

Ondernemingsnummer 0445.475.963

Jaarvergadering op 23/6/2011, om 16 uur, op de zetel. Agenda :Verslag raad van bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening + bestemmingresultaat. 3. Kwijting bestuurders. 4. Ontslag en benoeming bestuur-ders. 5. Varia.(AOPC-1-11-03559/16.06) (25974)

Hugal, naamloze vennootschap,Clement Van Ophemstraat 118, 3090 OVERIJSE

Ondernemingsnummer 0445.878.910

De algemene vergadering gaat door op 30 juni 2011, op de maat-schappelijke zetel, om 11 uur, en zal volgende agendapunten bevatten :Aanvaarding wijze van samenroeping. Continuïteit van de onderne-ming. Goedkeuring van de jaarrekening van 31 december 2010. Bestem-ming van het resultaat. Kwijting verlenen aan de raad van bestuur.Varia.(AOPC-1-11-03573/16.06) (25975)

(Gelieve in onze editie van 15/6/2011 de tekst zoals hieronder te lezen)

LABION, naamloze vennootschap,Prins Albertlaan 37/001, 3800 SINT-TRUIDEN

Ondernemingsnummer 0419.520.149

Algemene vergadering ter zetel op 30/6/2011, om 11 uur. Agenda :Jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijtingbestuurders.(AOPC-1-11-03564/16.06) (25976)

STUDIO BRONSELAER, naamloze vennootschap,Opperstraat 16, 1770 LIEDEKERKE

Ondernemingsnummer 0429.720.886

De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering diezal gehouden worden op 2 juli 2011, om 19 uur, op de maatschappelijkezetel. Agenda : 1.Verslag van de raad van bestuur 2.Goedkeuring vande jaarrekening per 31/1//11 3.Bestemming van het resultaat 4.Kwij-ting te verlenen aan de bestuurders 5.Varia. De aandeelhouders wordenverzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten.(AOPC-1-11-03572/16.06) (25977)

35918 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 121: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

TRAVEX, société anonyme,chemin d/la Vieille Cours 52, 1400 NIVELLES

Numéro d’entreprise 0425.152.186

Assemblée ordinaire au siège social le 04/7/2011, à 15 heures. Ordredu jour : Rapport du C.A.. Approbation comptes annuels. Affectationrésultats. Décharge administrateurs. Divers.

(AOPC-1-11-03566/16.06) (25978)

Kriss, naamloze vennootschap,Guldenstraat 24, 2800 Mechelen

0473.847.077 RPR Mechelen

Jaarvergadering op 25/06/2011 om 18 u. op de zetel. Agenda :Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemmingresultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia.

(25972)

Administrations publiqueset Enseignement technique

Openbare Besturen en Technisch Onderwijs

PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN

Avis rectificatifs

Ville de Verviers

La ville de Verviers recrute un sous-lieutenant volontaire (h/f).

Au Moniteur belge du 10 juin 2011, page 34395, acte n° 25461 :

Dans l’annonce pour le recrutement d’un sous-lieutenant volontaire :

Au point 3 des conditions de recrutement, ajouter un « e » à supé-rieur è supérieure.

Au point 6 des conditions de recrutement, remplacer d’ par et è et yhabiter...

Dans candidatures, remplacer la date de clôture, 11 juillet 2011 aulieu de 30 juin 2011 et supprimer le « s » à obtenus è obtenu.

(25797)

La ville de Verviers recrute deux sous-lieutenants profession-nels (h/f).

Au Moniteur belge du 10 juin 2011, page 34396, acte n° 25462 :

Dans l’annonce pour le recrutement de deux sous-lieutenants profes-sionnels :

Au point 3 des conditions de recrutement, ajouter un « e » à supé-rieur è supérieure.

Au point 6 des conditions de recrutement, remplacer d’ par et è et yhabiter...

Dans candidatures, remplacer la date de clôture, 11 juillet 2011 aulieu de 30 juin 2011 et supprimer le « s » à obtenus è obtenu.

(25798)

Actes judiciaireset extraits de jugements

Gerechtelijke aktenen uittreksels uit vonnissen

Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er

du Code civil

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1van het Burgerlijk Wetboek

Désignation d’administrateur provisoireAanstelling voorlopig bewindvoerder

Justice de paix du deuxième canton d’Anderlecht

Par ordonnance du juge de paix du deuxième canton d’Anderlecht,en date du 16 mai 2011, la nommée Mme Nys, Marcelle (11A1166), néeà Anderlecht le 5 mai 1940, domiciliée à 1080 Molenbeek-Saint-Jean, ruedes Quatre-Vents 52/B, résidant actuellement à 1082 Berchem-Sainte-Agathe, home « Arcus », chaussée de Gand 1050, a été déclaréeincapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateurprovisoire, étant : Me Françoise Quackels, avocat, dont les bureaux sontétablis à 1050 Bruxelles, avenue du Soldat Britannique 143/21.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) MartineVan der Beken.

(67329)

Par ordonnance du juge de paix du deuxième canton d’Anderlecht,en date du 16 mai 2011, le nommé M. Vissenaeken, Louis (11A1156), néle 30 mars 1920, domicilié à 1190 Forest, résidant actuellement à1082 Berchem-Sainte-Agathe, centre « Valida », avenue Josse Goffin 180,a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’unadministrateur provisoire, étant : Me Françoise Quackels, avocat, dontles bureaux sont établis à 1050 Bruxelles, avenue du Soldat Britan-nique 143/21.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) MartineVan der Beken.

(67330)

Justice de paix du canton d’Arlon-Messancy, siège d’Arlon

Suite à la requête déposée le 27 mai 2011, par décision rendue par lejuge de paix du canton d’Arlon-Messancy, siège d’Arlon, le 8 juin 2011,Mme Moris Margueritte, née à Nobressart le 20 septembre 1922,domiciliée chemin de Weyler 26, à 6700 Arlon, résidant routed’Habay 62, à 6717 Attert (Heinstert), a été déclarée incapable de gérerses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en lapersonne de Mme Bodart, Monique, domiciliée route d’Habay 62, à6717 Attert (Heinstert).

Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) N. Cop.(67331)

35919MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 122: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Justice de paix du canton de Braine-l’Alleud

En vertu d’une ordonnance du juge de paix du canton de Braine-l’Alleud, rendue le 16 mai 2011, Mme Christine Irène De Beer, née àMarchienne-au-Pont le 15 juin 1952, domiciliée à 1410 Waterloo, rue dela Station 216, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a étépourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me ClaudineVroonen, avocate, dont le cabinet est établi à 1410 Waterloo, rue de laStation 61A.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Philippe Foucart.(67332)

En vertu d’une ordonnance du juge de paix du canton de Braine-l’Alleud, rendue le 23 mai 2011, Mme Léonella Biasetto, de nationalitébelge, née à Couture-Saint-Germain le 12 novembre 1925, domiciliée à1420 Braine-l’Alleud, avenue de Guéménée 6, a été déclarée incapablede gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en lapersonne de M. Alain-Victor Biasetto, de nationalité belge, né à Maran-sart le 4 mars 1948, domicilié à 1380 Lasne, rue de Colinet 12.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Philippe Foucart.(67333)

Justice de paix du canton de Fléron

Suite à la requête déposée le 19 mai 2011, par ordonnance du juge depaix du canton de Fléron, rendue le 1er juin 2011, Mme Gara, Janina,née à Tzebos (Pologne) le 1er janvier 1936, domiciliée à 4630 Soumagne,rue Léonard Désiron 43, a été déclarée incapable de gérer ses biens et aété pourvue d’un administrateur provisoire en la personne deMme Szczepan, Christine, surveillante scolaire, domiciliée à4630 Soumagne, rue du Marais 7.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth.(67334)

Suite à la requête déposée le 20 avril 2011, par ordonnance du jugede paix du canton de Fléron, rendue le 12 mai 2011, M. Ivanov, Youlian,né à Sofia le 27 août 1985, domicilié à 4051 Chaudfontaine, rue desCombattants 88, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a étépourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Frère,Damien, avocat, domicilié à 4000 Liège, boulevard Jules de Lamine 1.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth.(67335)

Justice de paix du canton de Fosses-la-Ville

Suite à la requête déposée le 3 mai 2011, par ordonnance de Mme lejuge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 7 juin 2011, M. JeanBodart, né le 22 novembre 1928, domicilié à 5060 Sambreville(Arsimont), rue d’Auvelais 33A, résidant au CHR « Val de Sambre »,rue Chère-Voie 75, à 5060 Sambreville (Auvelais), a été déclaré inca-pable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoireen la personne de M. Guy Bodart, pré-pensionné, domicilié à5060 Sambreville (Arsimont), rue d’Auvelais 35.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Mouthuy, Françoise.(67336)

Suite à la requête déposée le 4 avril 2011, par ordonnance de Mme lejuge de paix du canton de Fosses-la-Ville, rendue le 7 juin 2011,Mme Adèle Germaine Constance Ghislaine Broze, née à Franière le30 décembre 1932, résidence « Saint-Jean », à 5640 Mettet, rue du NoirChien 7, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvued’un administrateur provisoire en la personne de Me Pierre Melan,avocat, domicilié à 5070 Fosses-la-Ville, rue du Postil 1/1.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Mouthuy, Françoise.(67337)

Justice de paix du canton d’Ixelles

Par ordonnance du juge de paix du canton d’Ixelles, en date du1er juin 2011, Mme Vandenberghe, Jeannine, née le 24 septembre 1943 àGrammont, domiciliée à 1050 Ixelles, MSP « Sanatia », rue duCollège 45, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvued’un administrateur provisoire, étant : Me Denoncin, Vincent, avocat,rue G. Moreau 160, à 1070 Anderlecht.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jocelyne Decoster.(67338)

Justice de paix du deuxième canton de Liège

Suite à la requête déposée le 4 mai 2011, une ordonnance du juge depaix du deuxième canton de Liège, rendue le 7 juin 2011, a déclaréMme Malherbe, Simonne Jeanne Huberte, née à Chênée le 24 juin 1920,domiciliée à 4000 Liège, rue Henri-Maus 153, incapable de gérer sesbiens et a, en conséquence, été pourvue d’un administrateur provisoireen la personne de Mme Herbillon, Francine, domiciliée boulevardd’Avroy 160/31, à 4000 Liège.

Liège, le 7 juin 2011.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Gavage, Jean-Claude.(67339)

Justice de paix du troisième canton de Liège

Suite à la requête déposée le 13 mai 2011, par décision du juge depaix du troisième canton de Liège, rendue le 31 mai 2011, Mme Angé-lique Jacobs, née le 16 avril 1990, domiciliée à 4000 Liège, rue FélixVandersnoeck 46, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a étépourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me JoëlChapelier, ayant ses bureaux à 4000 Liège, rue Félix Vandersnoeck 31.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Hackin, Stéphane.(67340)

Justice de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean

Suite à la requête déposée le 24 mars 2011, par ordonnance du jugede paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean, rendue le 27 mai 2011,M. Dohmen, Marc Pierre, né à Ixelles le 17 décembre 1970, domicilié à1080 Molenbeek-Saint-Jean, rue des Dauphins 36, a été déclaré inca-pable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire,étant : M. Navarre, Thierry, domicilié à 1080 Molenbeek-Saint-Jean,place communale 11.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Martine Rimaux.(67341)

Justice de paix du canton de Vielsalm, La Roche-en-Ardenneet Houffalize, siège de La Roche-en-Ardenne

Suite à la requête déposée le 26 avril 2011, par ordonnance du jugede paix du canton de Vielsalm, La Roche-en-Ardenne et Houffalize,siège de La Roche-en-Ardenne, rendue le 24 mai 2011, Mme Joos,Nancy, née le 14 juillet 1989 à Rocourt, domiciliée à 6960 Manhay, rueChêne-al’Pierre 4, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a étépourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Kimmes,Dominique, domicilié à 6960 Manhay, rue Chêne-al’Pierre 4.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Jacquet, Gaëlle.(67342)

35920 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 123: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Justice de paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy,siège de Marche-en-Famenne

Suite à la requête déposée le 6 mai 2011, par ordonnance du juge depaix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, siège de Marche-en-Famenne, rendue le 19 mai 2011, Paquet, Irène Julia Ghislaine, née àNassogne le 10 avril 1931, domiciliée à 6900 Marche-en-Famenne (Aye),rue Baschamps 36, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a étépourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Leroy, Rita,garde malade, domiciliée à 4217 Héron, rue de Seressia 4E.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Lebrun-Jacob, Liliane.(67343)

Vredegerecht van het eerste kanton Antwerpen

Bij vonnis van de vrederechter van het eerste kanton Antwerpen,verleend op 3 juni 2011, werd Van Gestel, François Rosa, geboren op13 april 1946, wonende te 2000 Antwerpen, Van Craesbeeckstraat 3,opgenomen in de instelling ZNA, P.Z. Stuivenberg, te 2060 Antwerpen,Lange Beeldekensstraat 267, niet in staat verklaard zelf haar goederente beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : VanGestel, Matthias, wonende te 2050 Antwerpen, Halewijnlaan 49, B05.

Antwerpen, 8 juni 2011.

De griffier, (get.) Zys, Els.(67344)

Vredegerecht van het derde kanton Antwerpen

Bij vonnis van de vrederechter van het derde kanton Antwerpen,verleend op 26 mei 2011, werd Godrie, Josée, geboren te Wilrijk op22 november 1957, wonende te 2020 Antwerpen, Waarlooshof-straat 1/4, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreegtoegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van Loon, Christine, advo-caat, met kantoor te 2550 Kontich, Antwerpsesteenweg 92.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op5 mei 2011.

Antwerpen, 7 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Patrik Rietjens.(67345)

Vredegerecht van het achtste kanton Antwerpen

Bij vonnis van de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen,verleend op 8 juni 2011, werd M. Maria Keppens, geboren te Kieldrechtop 3 maart 1922, wonende te 2600 Berchem (Antwerpen), in deResidentie De Veldekens, Grote Weide 2, niet in staat verklaardhaar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewind-voerder : Mr. Johan Van Steenwinkel, advocaat, kantoorhoudende te2020 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 164, vierde verd.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op12 mei 2011.

Antwerpen, 8 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de waarnemend hoofdgriffier, (get.)Marc Ringoot.

(67346)

Bij vonnis van de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen,verleend op 8 juni 2011, werd M. Edmond Vanouplines, geboren teAntwerpen op 30 juni 1920, wonende te 2600 Berchem (Antwerpen), deResidentie De Veldekens, Grote Weide 2, niet in staat verklaardzijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewind-voerder : Mr. Johan Van Steenwinkel, advocaat, kantoorhoudende te2020 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 164, vierde verd.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op12 mei 2011.

Antwerpen, 8 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de waarnemend hoofdgriffier, (get.)Marc Ringoot.

(67347)

Vredegerecht van het twaalfde kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen, verleend op 7 juni 2011, werd Soete, Maria Helena Marcel,echtgenote van de heer Roger Clement Charles Antoine Geelen,geboren te Nieuwpoort op 15 februari 1927, wonende te 2100 Deurne,Manebruggestraat 20, bus 2, niet in staat verklaard haar goederen tebeheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Geelen,Roger Clement Charles Antoine, geboren te Antwerpen op6 december 1926, wonende te 2100 Deurne, Manebruggestraat 20, bus 2.

Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 30 mei 2011.

Deurne (Antwerpen), 7 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) RichardBlendeman.

(67348)

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen, verleend op 7 juni 2011, werd Olislaegers, JosephineMathilda Maria, weduwe van de heer Victor Joseph Slegers, geboren teAntwerpen op 11 oktober 1912, wonende te 2100 Deurne,Palinckstraat 125, verblijvende te 2100 Deurne, A.Z. Monica CampusDeurne, Florent Pauwelslei 1, niet in staat verklaard haar goederen tebeheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Slegers,Charles Henri François, echtgenoot van Mevr. Rosa Augusta VanRompaey, geboren te Antwerpen op 5 december 1939, wonende te2100 Deurne, Eiblokstraat 66.

Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 23 mei 2011.

Deurne (Antwerpen), 7 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) RichardBlendeman.

(67349)

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen, verleend op 7 juni 2011, werd Urbain, Philomena JanRegina, weduwe van de heer Pieter Van Dyck, geboren te Antwerpenop 20 juli 1924, wonende te 2100 Deurne, Rust- en verzorgingstehuisEuropasquare, Ruggeveldlaan 26, niet in staat verklaard haar goederente beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder :Veroustraete, Vera, uit de echt gescheiden, geboren te Antwerpen op14 december 1951, wonende te 2900 Schoten, Alfons Servaislei 35.

Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 27 mei 2011.

Deurne (Antwerpen), 7 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) RichardBlendeman.

(67350)

35921MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 124: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Vredegerecht van het eerste kanton Brugge

Bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste kantonBrugge, d.d. 3 juni 2011, werd Haerden, Jens, geboren te Diest op12 juli 1991, wonende te 3740 Munsterbilzen (Bilzen), Abdijstraat 2,doch thans verblijvende in het Sint-Amandusinstituut, Reigerlostraat10, te 8730 Beernem, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren enkreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Vandermersch,Caroline, advocaat, met kantoor te 8340 Damme, Vossenberg 10.

Brugge, 7 juni 2011.De afgevaardigd griffier, (get.) Gregory De Poorter.

(67351)

Bij vonnis verleend door de vrederechter van het eerste kantonBrugge, d.d. 3 juni 2011, werd Van Renterghem, Simonne, geboren teOedelem op 16 augustus 1937, wonende te 8730 Oedelem (Beernem),Steenoven 25, doch thans verblijvende in het Sint-Amandusinstituut,Reigerlostraat 10, te 8730 Beernem, niet in staat verklaard haargoederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoer-der : Mr. Vandermersch, Caroline, advocaat, met kantoor te8340 Damme, Vossenberg 10.

Brugge, 7 juni 2011.De afgevaardigd griffier, (get.) Gregory De Poorter.

(67352)

Vredegerecht van het vierde kanton Brugge

Bij beschikking, d.d. 1 juni 2011, gewezen op verzoekschrift van10 mei 2011, heeft de vrederechter van het eerste kanton Brugge voorrecht verklaard dat Van Wezemael, Rosalinde, geboren te Herseaux op15 maart 1955, wonende te 8000 Brugge, Bilkske 3/B11, en verblijvendein het Psychiatrisch Ziekenhuis OL-L.-Vrouw, Koning Albert I-laan 8,te 8200 Sint-Michiels (Brugge), niet in staat is zelf haar goederen tebeheren en heeft aangewezen als voorlopige bewindvoerder :Mr. Sablon, Jean Sébastien, advocaat, te 8000 Brugge, Potentestraat 2.

Brugge, 8 juni 2011.De griffier, (get.) Impens, Nancy.

(67353)

Vredegerecht van het zesde kanton Brussel

Bij beschikking verleend op 23 mei 2011 door de vrederechter vanhet zesde kanton Brussel, werd Jeannine De Waele, geboren te Ouden-aarde op 10 december 1946, wonende te 1120 Neder-over-Heembeek,Kasteel Beyaerdstraat 29, onbekwaam verklaard haar goederen tebeheren en werd Olivia De Deken, advocaat te 1780 Wemmel, deLimburg Stirumlaan 192, als voorlopig bewindvoerder toegevoegd.

Brussel, 8 juni 2011.Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Frank De

Brabanter.(67354)

Vredegerecht van het kanton Dendermonde-Hamme,zetel te Hamme

Bij beschikking van de vrederechter van het vredegerecht van hetkanton Dendermonde-Hamme, met zetel te Hamme, verleend op30 mei 2011, werd Dierickx, Godelieve, geboren te Waasmunster op14 december 1914, WZC ’t Heuverveld te 9250 Waasmunster, Molen-straat 41, kamer 20, niet in staat verklaard haar goederen te beheren enkreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Peeters, Marc, advo-caat, met kantoor te 9200 Dendermonde, Kerkstraat 52.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op29 april 2011.

Hamme, 8 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.) VanessaVan Heck.

(67355)

Vredegerecht van het eerste kanton Gent

Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent,verleend op 6 juni 2011, werd Martens, Fernanda Françoise, geboren teGent op 26 augustus 1931, wonende te 9000 Gent, Nederkouter 97,verblijvende te 9000 Gent, AZ Jan Palfijn, Henri Dunantlaan 5, niet instaat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd alsvoorlopig bewindvoerder : Steverlynck, Soetekin, advocaat, metkantoor te 9000 Gent, Coupure 5.

Gent, 8 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Ellen Smet.(67356)

Vredegerecht van het vierde kanton Gent

Bij vonnis van de vrederechter van het vredegerecht van het vierdekanton Gent, verleend op 31 mei 2011, werd beslist dat Margriete IrmaVerpaele, geboren te Ertvelde op 18 januari 1925, wonende te9940 Evergem, Riemesteenweg 112, verblijvend in het AZ Sint-Lucas,campus Volkskliniek te 9000 Gent, Tichelrei 1, met rijksregister-nummer 25.01.18 358-22, niet in staat is verklaard haar goederen tebeheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. VanCaenegem, Peter, advocaat, Einde Were 270, 9000 Gent.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op10 mei 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.) StefanieTemmerman.

(67357)

Vredegerecht van het vijfde kanton Gent

Bij vonnis van de vrederechter van het vredegerecht Gent 5, verleendop 7 juni 2011, werd beslist dat Romain De Leenheer, geboren op25 januari 1930 te Kalken, gepensioneerde, wonende te 9090 Melle, aande Brugstraat 17A, verblijvend in het WZC Ter Hovingen, te 9050 Gent(Gentbrugge), aan de Kliniekstraat 29, niet in staat is zelf zijn goederente beheren.

Voegt hem toe als voorlopige bewindvoeder : Marie Coorde, gepen-sioneerde, wonende te 9090 Melle, aan de Brugstraat 17A, verblijvendein het WZC Ter Hovingen, te 9050 Gent (Gentbrugge), aan de Kliniek-straat 29.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op23 mei 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) De Mil, Ina.(67358)

Vredegerecht van het kanton Halle

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Halle, verleendop 6 mei 2011, werd Caeylde, Fanny Martine, geboren op 19 maart 1979,arbeidster, wonende te 1500 Halle, Ardevelstraat (Albrecht) 20/0021,verblijvende te 1501 Buizingen, Tuinwijk 30, niet in staat verklaard zelf

35922 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 125: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewind-voerder : Nowe, Cynthia, advocate, met kabinet te 1653 Dworp, Alsem-bergsesteenweg 646A, en als vertrouwenspersoon Demol, Marie-André, arbeidster, wonende te 1570 Galmaarden, Rodestraat 88.

Halle, 8 juni 2011.Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Verena De

Ridder.(67359)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Halle, verleendop 1 juni 2011, werd Oudaert, Erik, arbeider, geboren te Halle op13 februari 1966, gedomicilieerd te 1500 Halle, Ardevelstraat (Albrecht)20, bus 0021, verblijvende Tuinwijk 30, te 1501 Buizingen, niet in staatverklaard zelf zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd alsvoorlopig bewindvoerder : Nowe, Cynthia, advocate, met kabinet te1653 Dworp, Alsembersesteenweg 646A, en als vertrouwenspersoonPellicaen, Adeline, wonende te 1501 Buizingen, Tuinwijk 30.

Halle, 8 juni 2011.Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Verena De

Ridder.(67360)

Vredegerecht van het kanton Kontich

Verklaart Van Assche, Alida Francisca, geboren te Wijnegem op30 oktober 1921, wonende te 2550 Kontich, Witvrouwenveldstraat 1,niet in staat zelf haar goederen te beheren.

Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Wouters, Hilde, geboren teWilrijk op 6 oktober 1958, maatschappelijke werkster, wonende te2550 Kontich, Nachtegaalstraat 33.

Kontich, 8 juni 2011.Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Nuffel, Geert.

(67361)

Vredegerecht van het kanton Landen-Zoutleeuw, zetel Zoutleeuw

Bij vonnis van de vrederechter van het vredegerecht van het kantonLanden-Zoutleeuw, met zetel te Zoutleeuw, verleend op 1 juni 2011,werd Linaer, Johanna Maria, geboren te Orsmaal-Gussenhoven op27 december 1924, wonende te 3440 Zoutleeuw, Stationsstraat 36/0615,niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegdals voorlopig bewindvoerder : Lemmens, Alex, advocaat, te 3440 Zout-leeuw, Grote Steenweg 54.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op20 mei 2011.

Zoutleeuw, 1 juni 2011.Voor eensluidend uittreksel : de waarnemend hoofdgriffier, (get.)

Sandy Gaens.(67362)

Vredegerecht van het tweede kanton Leuven

Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Leuven,uitgesproken op 31 mei 2011, werd Nelly Paquet, geboren teWatermaal-Bosvoorde op 24 april 1926, gedomicilieerd te 3128 Tremelo,Kleine Remerstraat 25, verblijvende te UZ Pellenberg, Weligerveld 1, te3212 Lubbeek, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreegtoegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Sylvie Van Gastel, advocate,kantoorhoudend 3000 Leuven, Koning Leopold I-straat 41/0301.

Leuven, 7 juni 2011.De griffier, (get.) Veronique Verbist.

(67363)

Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Leuven,uitgesproken op 17 mei 2011, werd Alida Bogman, geboren te’s Gravenhage (Nederland) op 25 april 1928, gedomicilieerd te3080 Tervuren, Jachtlaan 20, verblijvende te Universitair PsychiatrischCentrum Lubbeek, Binkomstraat 2, te 3210 Lubbeek, niet in staatverklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopigbewindvoerder : Geert Demin, advocaat, kantoorhoudend3000 Leuven, J.P. Minckelersstraat 90.

Leuven, 8 juni 2011.De griffier, (get.) Veronique Verbist.

(67364)

Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Leuven,uitgesproken op 17 mei 2011, werd Joanna Storms, geboren te Borger-hout op 31 maart 1922, gedomicilieerd te 3000 Leuven, Jansenius-straat 61, verblijvende te Universitair Psychiatrisch Centrum Lubbeek,Binkomstraat 2, te 3210 Lubbeek, niet in staat verklaard haar goederente beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : WimGoossens, advocaat, kantoorhoudend 3390 Tielt-Winge, Kraas-beekstraat 41.

Leuven, 8 juni 2011.De griffier, (get.) Veronique Verbist.

(67365)

Vredegerecht van het kanton Maasmechelen

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Maasmechelen,verleend op 25 mei 2011, werd Simenon, Jolanda Antonius AgnesLouise Josephina, geboren te Genk op 29 april 1991, wonende te3630 Maasmechelen, Loobronstraat 16, niet in staat verklaardhaar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewind-voerder : Welters, Josephina, geboren te Mechelen-aan-de-Maas op29 april 1960, wonende te 3630 Maasmechelen, Loobronstraat 16.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op9 mei 2011.

Maasmechelen, 3 juni 2011.Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Rita Coun.

(67366)

Vredegerecht van het kanton Neerpelt-Lommel,zetel Neerpelt

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Neerpelt-Lommel, metzetel te Neerpelt, verleend op 31 mei 2011, werd Cuypers, Geerhard JosChristiaan, geboren te Bree op 29 april 1964, gedomicilieerd te3940 Hechtel-Eksel, Punderhoekstraat 25, verblijvende te 3900 Over-pelt, Boemerangstraat 2, niet in staat verklaard zijn goederen te beherenen kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Evers, Bernadette,advocaat, kantoorhoudende te 3910 Neerpelt, Fabriekstraat 28.

Voor eensluidend uittreksel : de waarnemend hoofdgriffier, (get.)Johan Van Gasse.

(67367)

Vredegerecht van het eerste kanton Oostende

Bij beschikking van de vrederechter van het vredegerecht eerstekanton Oostende, verleend op 30 mei 2011, werd Lucienne Ceenaeme,geboren te Hooglede op 13 december 1930, wonende te 8400 Oostende,Noordedestraat 31, niet in staat verklaard haar goederen te beheren enkreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Frank Batsleer, advo-caat, kantoorhoudende te 8400 Oostende, Kemmelbergstraat 11.

Oostende, 30 mei 2011.De griffier, (get.) De Clerck, Caroline.

(67368)

35923MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 126: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Vredegerecht van het kanton Sint-Truiden

Het vonnis van de vrederechter van het kanton Sint-Truiden,verleend op 7 juni 2011, verklaart De Bruyne, Gathérine FrancineYvonne, geboren te Berchem op 6 januari 1963, wonende te 3800 Sint-Truiden, Tiensesteenweg 40, bus 102, niet in staat zelf haar goederen tebeheren en voegt als voorlopige bewindvoerder : Ramakers, Els, advo-caat, te 3800 Sint-Truiden, Tongersesteenweg 328.

Sint-Truiden, 7 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Marina Derwael.(67369)

Vredegerecht van het kanton Zandhoven

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Zandhoven, uitge-sproken op 7 juni 2011, ingevolge het verzoekschrift ter griffie neerge-legd op 24 mei 2011, werd aan Xavier Maria Jozef Edmond Holthof,van Belgische nationaliteit, weduwnaar, geboren te Antwerpen op6 mei 1944, wonende te 2000 Antwerpen, Kapucinessenstraat 31, thansverblijvende in PC Bethanië, Andreas Vesaliuslaan 39, te 2980 Zoersel,als voorlopige bewindvoerder toegevoegd : zijn zoon, Domien PaulMarie-Louise Holthof, geboren te Antwerpen op 28 september 1973,zelfstandige, wonende te 2000 Antwerpen, Kapucinessenstraat 31.

Zandhoven, 8 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Willy VanThielen.

(67370)

Vredegerecht van het kanton Zottegem-Herzele,zetel Herzele

Vonnis, d.d. 25 mei 2011, verklaart De Volgelaere, Werner, geboren teZottegem op 21 januari 1958, wonende te 9520 Sint-Lievens-Houtem,Kerkkouterstraat 63, geheel niet in staat zelf zijn goederen te beherenen voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Mr. Latoir, Grietje, advo-caat, gevestigd te 9552 Herzele, Pastorijstraat 30.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op14 april 2011.

Herzele, 8 juni 2011.

De griffier, (get.) Nancy Geerts.(67371)

Mainlevée d’administration provisoireOpheffing voorlopig bewind

Justice de paix du canton de Liège IV

Suite à la requête déposée le 9 avril 2011, par ordonnance du juge depaix du canton de Liège IV, rendue le 16 mai 2011, a été levée la mesured’administration provisoire prise par jugement du 29 septembre 2010,et publiée au Moniteur belge du 19 octobre 2010, à l’égard deMme Garcia Garcia, Angelita, née à Langreo le 4 novembre 1954,domiciliée à 4400 Flémalle, rue Paul Vandenput 46. Cette personneétant redevenue capable de gérer ses biens, il a été mis fin, enconséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir :Me Drion, Xavier, avocat, dont les bureaux sont sis à 4000 Liège, rueHullos 103-105.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Foges, N.(67372)

Justice de paix du canton de Namur

Par ordonnance du juge de paix du canton de Namur, prononcée endate du 6 juin 2011 (Rep. N° 3282/2011), il a été constaté que la missionde l’administrateur provisoire, Me Oudewater, Marie-Noële, avocat,dont le cabinet est établi à 5000 Namur, rue Pépin 44, a cessé de pleindroit lors du décès survenu le 29 mai 2011, de la personne protégée,Mme Lambert, Sonia, née à Musson le 26 juillet 1919, domiciliée en sonvivant à 5000 Namur, rue Saint-Nicolas 2.

Namur, le 6 juin 2011.Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Capelle, Angélique.

(67373)

Justice de paix du canton de Nivelles

Suite à la requête déposée le 11 mai 2011, par ordonnance du juge depaix du canton de Nivelles, rendue le 7 juin 2011, a été levée la mesured’administration provisoire prise par ordonnance du 8 décembre 2009,à l’égard de M. Antoine Hector Alphonse Vermeiren, né à Tilly le30 mars 1945, domicilié à 1470 Genappe, avenue des Combattants 175,cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été misfin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, àsavoir : Me Dominique Jossart, avocat à 1410 Waterloo, chaussée deLouvain 241.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Anne-Marie Farin.(67374)

Justice de paix du canton de Thuin

Suite à la requête déposée le 7 juin 2011, par ordonnance du juge depaix du canton de Thuin, rendue le 8 juin 2011, il a été mis fin aumandat de Me Valérie Van Haesebroeck, avocat, dont le cabinet est sisà 6560 Erquelinnes, rue Albert Ier 48, en sa qualité d’administrateurprovisoire de Mme Laure-Marie Michel, née à Forchies-la-Marche le30 novembre 1924, domiciliée à 6530 Thuin, rue T’Serstevens 3/02/1,étant décédée à Montigny-le-Tilleul le 1er mai 2011.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Jean-François Mahieux.(67375)

Justice de paix du second canton de Verviers

Suite à la requête déposée le 16 mai 2011, par ordonnance du juge depaix du second canton de Verviers, rendue le 8 juin 2011, a été levée lamesure d’administration provisoire prise par ordonnance du9 mars 2007, et publiée au Moniteur belge du 16 mars 2007, à l’égard deM. Follet, Jacques Oscar Alfred Marie Lucien Ghislain, né le27 avril 1933 à Verviers, domicilié de son vivant à 4800 Verviers, ruedes Raines 62, cette personne étant décédée en date du 9 mai 2007, il aété mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateurprovisoire, à savoir : Me Tasquin, Bernadette, avocat à 4800 Verviers,rue du Palais 58.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Carole Becker.(67376)

Vredegerecht van het tweede kanton Aalst

Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Aalst, verleendop 7 juni 2011, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind overSmet, Erik, wonende te 9310 Herdersem, Grote Baan 267/2.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier van het vredegerechtvan het tweede kanton Aalst, (get.) Myriam Haegeman.

(67377)

35924 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 127: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Vredegerecht van het negende kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het negende kantonAntwerpen, verleend inzake R.V. 11B147, op 7 juni 2011, werd vanaf18 mei 2011, een einde gesteld aan het voorlopig beheer vanMr. Delbaere, Bob, advocaat, kantoorhoudende te 2600 Berchem, Gene-raal Van Merlenstraat 3, aangewezen bij ons vonnis, verleend op5 februari 2008 (rolnummer 08A168 - Rep.R. 280/2008), tot voorlopigbewindvoerder over Gnucci, Michel-Joseph Alex, geboren te Deurne op7 juli 1970, wonende te 2600 Berchem, Ruytenburgstraat 26 (gepubli-ceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 februari 2008, bl. 10119, ondernr. 61706), gezien de beschermde persoon overleden is.

Antwerpen, 7 juni 2011.Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Samira Chatar.

(67378)

Bij beschikking van de vrederechter van het negende kantonAntwerpen, verleend inzake R.V. 11B158, op 7 juni 2011, werd vanaf7 mei 2011, een einde gesteld aan het voorlopig beheer van Mr. Meyle-mans, Jef, advocaat, kantoorhoudende te 2140 Borgerhout, Kroon-straat 44, aangewezen bij ons vonnis, verleend op 8 februari 2011(rolnummer 11A84 - Rep.R. 306/2011), tot voorlopig bewindvoerderover Mortelmans, Karel Maria Jozef, geboren te Antwerpen op28 april 1920, voorheen wonende te 2140 Borgerhout, Turnhoutse-baan 182/3D (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van17 februari 2011, bl. 11849, onder nr. 61910), gezien de beschermdepersoon overleden is.

Antwerpen, 7 juni 2011.Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Samira Chatar.

(67379)

Vredegerecht van het twaalfde kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen, verleend op 7 juni 2011, werd ingevolge het overlijden op5 april 2011, van Steemans, Hilda, uit de echt gescheiden, geboren teDeurne op 15 september 1942, wonende te 2100 Deurne, Residentie’t Bisschoppenhofje, Bischoppenhoflaan 399, een einde gesteld aan hetmandaat van voorlopig bewindvoerder van Broeckx, Stefan Jean-Luc,geboren te Deurne op 12 juli 1973, ongehuwd, wonende te2018 Antwerpen, Bolwerkstraat 18/4 (gepubliceerd in het BelgischStaatsblad , d.d. 14 juli 2006, bl. 35458, nr. 67238).

Deurne (Antwerpen), 7 juni 2011.Voor eensluidend uittreksel : (get.) Richard Blendeman, hoofdgriffier.

(67380)

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen, verleend op 7 juni 2011, werd ingevolge het overlijden op3 mei 2011, van Prinsen, Liliane, geboren te Hamont op27 augustus 1950, wonende te 2100 Deurne, Bosuil 112/1, een eindegesteld aan het mandaat van voorlopig bewindvoerder van Prinsen,Rogier Dionisius Joseph, geboren te Hamont op 4 april 1953, wonendete 2100 Deurne, Cogelsplein 38 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad,d.d. 6 juni 1996, bl. 15626, nr. 5501).

Deurne (Antwerpen), 7 juni 2011.Voor eensluidend uittreksel : (get.) Richard Blendeman, hoofdgriffier.

(67381)

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen, verleend op 7 juni 2011, werd ingevolge het overlijden op11 mei 2011, van Ferket, Suzanna Theresia, weduwe van de heer WernerWilfried Haeck, geboren te Stekene op 23 maart 1921, wonende te2100 Deurne, R.V.T. Huis Vandecruys, Lakborslei 231, een einde gesteldaan het mandaat van voorlopig bewindvoerder van Elbers, John,

geboren te Wilrijk op 21 oktober 1949, advocaat, kantoorhoudende te2000 Antwerpen, Britselei 28, bus 2 (gepubliceerd in het BelgischStaatsblad , d.d. 14 maart 2008, bl. 15574, nr. 62992).

Deurne (Antwerpen), 7 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Richard Blendeman, hoofdgriffier.(67382)

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen, verleend op 7 juni 2011, werd ingevolge het overlijden op28 mei 2011, van Lamberechts, Maria Theresia, weduwe van de heerAntonius Ludovicus Hamaide, geboren te Antwerpen op 1 mei 1917,wonende te 2100 Deurne, R.V.T. Huis Vandecruys, Lakborslei 231, eeneinde gesteld aan het mandaat van voorlopig bewindvoerder van Sels,Sonja Maria Jaak, echtgenote van de heer Louis Raymond MagdalenaDams, geboren te Antwerpen op 18 juli 1957, wonende te 2930 Bras-schaat, Isenbaertlei 30 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad,d.d. 28 april 2010, bl. 24203, nr. 65246).

Deurne (Antwerpen), 7 juni 2011.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Richard Blendeman, hoofdgriffier.(67383)

Vredegerecht van het derde kanton Gent

Bij beschikking van de vrederechter van het derde kanton Gent,verleend op 7 juni 2011, werd de heer Guibert Verschueren, wonendete 6700 Arlon, avenue de Mersch 14, ontslagen van zijn opdracht alsvoorlopige bewindvoerder over Pauwels, Agnes, geboren te Gent op23 februari 1925, wonende te 9032 Gent (Wondelgem), R.V.T. De Liber-teyt, Vroonstalledries 22, overleden te Gent op 2 mei 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.)C. Degraeve.

(67384)

Bij beschikking van de vrederechter van het derde kanton Gent,verleend op 7 juni 2011, werd Mr. Marleen Peeraer, advocaat te9000 Gent, er kantoorhoudende aan de Kortrijksesteenweg 977,ontslagen van haar opdracht als voorlopige bewindvoerder overVermeulen, Denise Andrea, geboren te Gent op 23 augustus 1931,wonende te 9940 Evergem, Residentie Stuivenberg, Elslo 44, overledente Gent op 20 maart 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.)C. Degraeve.

(67385)

Vredegerecht van het kanton Herne-Sint-Pieters-Leeuw,zetel Sint-Pieters-Leeuw

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Herne-Sint-Pieters-Leeuw, zetel Sint-Pieters-Leeuw, verleend op 27 april 2011, werdMaldrie, Johny, wonende te 9400 Ninove, Weggevoerdenstraat 20,bus 2, opnieuw in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren vanafheden, zodat de beschikking, verleend door de vrederechter van hetkanton Halle, op 15 april 1998 (rolnummer 98B27 - Rep.R. 1566,gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 mei 1998, bl. 14092, enonder nr. 60304), ophoudt uitwerking te hebben en er met ingang vanheden een einde komt aan de opdracht als voorlopig bewindvoerdervan Cynthia Nowé.

Sint-Pieters-Leeuw, 8 april 2011.

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) An Partous.(67386)

35925MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 128: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Remplacement d’administrateur provisoireVervanging voorlopig bewindvoerder

Justice de paix du deuxième canton d’Anderlecht

Par ordonnance du juge de paix du second canton d’Anderlecht,prise à la date du 19 mai 2011, il a été mis fin à la mission deMe Françoise Quackels, avocat, dont les bureaux sont établis à1050 Bruxelles, avenue F.D. Roosevelt 143/21, en sa qualité d’adminis-trateur provisoire des biens de Mme Marcelle Charlin, veuve Haesaert,Maurice, née à Jemappes le 11 septembre 1921, domiciliée à1082 Berchem-Sainte-Agathe, avenue du Roi Albert 88, au home « Valdes Fleurs ». Un nouvel administrateur provisoire lui a été désigné enla personne de Me Klaas Rosseel, avocat, dont les bureaux sont établisà 1050 Bruxelles, rue de Livourne 45, et ce, à dater de l’ordonnanceprécitée.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jeanny Bellemans.(67387)

Justice de paix du canton de Fléron

Suite à la requête déposée le 5 mai 2011, par ordonnance du juge depaix du canton de Fléron, rendue le 25 mai 2011, Mme Schyns,Germaine Monique, née à Oud-Valkenburg (Pays-Bas) le 3 juillet 1925,domiciliée à 4053 Chaudfontaine, avenue du Parc 87, résidant rueJacques Brel 6, à 4053 Chaudfontaine, a été pourvue d’un nouveladministrateur provisoire en la personne de M. Vincent Bovy, domiciliévoie de Liège 140B à Embourg, en remplacement de M. Joseph Bovy,domicilié avenue du Parc 87, à 4053 Embourg, décédé.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth.(67388)

Justice de paix du troisième canton de Liège

Par décision rendue en date du 6 juin 2011, le juge de paix dutroisième canton de Liège a mis fin à la mission confiée par ordonnancedu 11 mai 2010, à Me Thierry Jammaer, en qualité d’administrateurprovisoire de M. Bastin, Patrice. Mme Claude Grenier a dès lors étédésignée en remplacement du précédent administrateur provisoire eten la même qualité.

Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé)Marzée, Christiane.

(67389)

Justice de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut,siège de Péruwelz

Par ordonnance du juge de paix du canton de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, siège de Péruwelz, rendue le 7 juin 2011, Me DamienVanneste, avocat à 7600 Péruwelz, boulevard Léopold III 88, a étédéchargé de sa mission d’administrateur de biens de Mme Bak,Emeline, née le 22 mars 1983 à Boussu, domiciliée à 7320 Bernissart,« Domaine du Lac de Bernissart », Chalet 67, Me Véronique Vessie,avocat à 7900 Leuze-en-Hainaut, rue de Condé 64, a été désignée enremplacement.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Carine Deman.(67390)

Justice de paix du canton de Thuin

Suite à la requête déposée le 4 janvier 2008, par ordonnance du jugede paix du canton de Thuin, rendue le 6 juin 2011, il a été mis fin aumandat de Mme Marie-Antoinette Goblet, domiciliée à 1030 Schaer-beek, avenue Voltaire 117, en sa qualité d’administrateur provisoire deMme Elisabeth Marthe Fernande Josèphe Ghislaine Gillot, née àTarcienne le 19 février 1915, domiciliée à 6120 Ham-sur-Heure-Nalinnes, rue Praile 188, résidant à la résidence « Les Bruyères », ruedu Sanatorium 74, à 6120 Jamioulx. Un nouvel administrateur provi-soire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Me Luc Collart,avocat, dont le cabinet est sis à 6000 Charleroi, quai de Brabant 12.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Agnès Mathieu.(67391)

Vredegerecht van het tweede kanton Leuven

Bij beschikking verleend door de vrederechter van het tweede kantonLeuven op 23 mei 2011 werd Harlophe, Mia, geboren te Leuven op25 september 1962, gedomicilieerd en verblijvend Blandenstraat 99,3053 Haasrode (Oud-Heverlee), verblijvend in rechte krachtensart. 488bis k) B.W. bij haar voorlopige bewindvoerder nog steeds niet instaat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd alsnieuwe voorlopige bewindvoerder : De Schryver, Andreas, advocaat,kantoorhoudend Naamsestraat 165, 3000 Leuven.

Hierdoor komt een einde aan het mandaat van Ilse Kempeneers,advocaat, kantoorhoudend Kabbeekvest 24, 3300 Tienen.

Leuven, 7 juni 2011.

De griffier, (get.) Veronique Verbist.(67392)

Vonnis uitgesproken door de vrederechter van het kanton Veurne-Nieuwpoort zetel Nieuwpoort d.d. 3 juni 2011, verklaart Mieke Portier,aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van hetkanton Veurne-Nieuwpoort, zetel Nieuwpoort, op 18 oktober 2005(rolnummer 03B20-Rep. R. 603/2005) tot voorlopig bewindvoerderover Dominique Delcourt, (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van27 oktober 2005, blz. 46945 en onder nr. 69765), met ingang van3 juni 2011 ontslagen van haar opdracht.

Voegt toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemdebeschermde persoon Dominique Delcourt : Benoit, Deron, geboren teUkkel op 16 februari 1947, wonende te 8620 Nieuwpoort, Henegouwen-straat 17/0706.

Nieuwpoort, 8 juni 2011.

De griffier, (get.) Françoise De Bruyn.(67393)

Publication prescrite par l’article 793du Code civil

Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793van het Burgerlijk Wetboek

Acceptation sous bénéfice d’inventaireAanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving

Volgens akte van de rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde, op31 mei 2011, heeft de heer De Pré, Patrick, geboren te Ninove op4 december 1964, wonende te 1770 Liedekerke, Hortensialaan 14,handelend in zijn hoedanigheid van drager van het ouderlijk gezagover zijn minderjarig kind, zijnde mejuffrouw De Pré, Charlotte,geboren te Geraardsbergen op 20 augustus 1996, wonende te1770 Liedekerke, Hortensialaan 14, verklaring van aanvaarding ondervoorrecht van boedelbeschrijving afgelegd betreffende de nalatenschap

35926 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 129: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

van Mevr. De Froy, Jacqueline, geboren te Geraardsbergen op28 oktober 1948, laatst wonende te 9500 Geraardsbergen, Hoge Buize-mont 247, overleden te Geraardsbergen op 5 oktober 2010.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht hun rechten te doengelden binnen de drie maanden te rekenen vanaf de datum vanopneming in het Belgisch Staatsblad, bij aangetekend schrijven op hetkantoor van geassocieerd notarissen Jacques Van Bellinghen en MireilleBedert, te 1740 Ternat, Van Cauwelaertstraat 54.

Voor de verzoekers, (get.) M. Bedert, geassocieerd notaris.(25799)

Verklaring van aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijvingvoor de griffier van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, op25 mei 2011, door Mevr. Vanmarsenille, Katty Arthur Malvine, geborente Sint-Truiden op 19 september 1969, wonende te 3440 Zoutleeuw,Ossenwegstraat 9, in haar hoedanigheid van titularis van het ouderlijkgezag over haar drie minderjarige kinderen :

1. Purnelle, Wannes, geboren te Tienen op 11 november 1994;

2. Purnelle, Marte, geboren te Tienen op 6 april 1997;

3. Purnelle, Evert, geboren te Tienen op 6 april 1997;

allen wonende te 3440 Zoutleeuw, Ossenwegstraat 9.

Bijzondere machtiging tot aanvaarding onder voorrecht van boedel-beschrijving : beschikking van de vrederechter van het kanton Landen-Zoutleeuw, d.d. 19 mei 2011.

Voorwerp van de verklaring : aanvaarding onder voorrecht vanboedelbeschrijving van de nalatenschap van de heer Purnelle, Luc,geboren te Tienen op 25 juni 1967, in leven echtgenoot vanMevr. Vanmarsenille, Katty Arthur Malvine, in leven wonende te3440 Zoutleeuw, Ossenwegstraat 9, en overleden te Leuven op3 april 2011.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de driemaanden vanaf de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hunrechten, bij aangetekende schrijven, te doen kennen op het kantoor vannotaris Erik Lerut, te Sint-Joris-Winge, Leuvensesteenweg 238, bus 1.

(Get.) E. Lerut, notaris.(25800)

Me Valérie Gillet, avocat, dont l’étude est sise hameau deHotchamps 16, à Louveigné, agissant en sa qualité d’administrateurprovisoire de :

Mme Patricia Lambinet, née à Rocourt le le 19 novembre 1973,domiciliée chemin des Roches 1, à 4053 Embourg;

désignée par ordonnance rendue le 7 avril 2011, par Mme le juge depaix du canton de Fléron et autorisée par ordonnance du 25 mai 2011,accepte, sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. DominiqueLambinet, né le 28 janvier 1950 à Arlon, domiciliée rue Fine Pierre 5, àPlainevaux, décédé à Neupré le 13 décembre 2010, selon acte passé augreffe du tribunal de première instance de Liège le 6 juin 2011.

Les créanciers et légataires sont invités à faire valoir leurs droits, paravis recommandé, dans les trois mois de la présente insertion au cabinetde Me Valérie Gillet, sise hameau de Hotchamps 16, à 4141 Louveigné.

(Signé) Valérie Gillet, avocat.(25801)

Suivant acte n° 11-1189 au greffe du tribunal de première instance deBruxelles, le 6 juin 2011 :

Mme Sandrine Valvekens, avocat, ayant son bureau rue deLivourne 45, à 1050 Bruxelles, agissant en qualité d’administrateurprovisoire de :

Mme Forton, Louise, née le 18 juin 1935, domiciliée avenue de laRéforme 63, à 1083 Bruxelles, home « Heideken »,a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de feueMme Renée Forton, née le 9 décembre 1937, domiciliée de son vivantavenue du Forum 23, à Bruxelles et décédée le 24 avril 2010 à Gans-horen.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avisrecommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de laprésente insertion à Me Sandrine Valvekens, rue de Livourne 45, à1050 Bruxelles.

(Signé) S. Valvekens, avocat.(25802)

Tribunal de première instance de Bruxelles

Suivant acte (n° 11-1217) passé au greffe du tribunal de premièreinstance de Bruxelles le 9 juin 2011, M. Juan Michel Castiaux, domiciliéà 1190 Forest, avenue Albert 230/TM, en son nom personnel, a déclaréaccepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Mme Léa MarieJosé Herman, née à Ixelles le 28 février 1928, de son vivant domiciliéeà Woluwe-Saint-Lambert, Mont Saint-Lambert 6/b18, et décédée àWoluwe-Saint-Lambert le 16 janvier 2006.

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître, par avisrecommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de laprésente insertion, à Me Alain Beyens, notaire à 5060 Tamines, placeSaint-Martin 13.

Le greffier délégué, (signé) Cindy De Paepe.(25803)

Suivant acte (n° 11-1205) passé au greffe du tribunal de premièreinstance de Bruxelles le 8 juin 2011, Mme Alcira Hilda Aparco Centeno,demeurant à 1180 Uccle, avenue Messidor 215, bte 26 en son nompersonnel, a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la successionde M. Sali Willi Helholz, né à Anderlecht le 23 septembre 1920, de sonvivant domicilié à Uccle, avenue Messidor 215, bte 26, et décédé à Ucclele 17 mai 2011.

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître, par avisrecommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de laprésente insertion, à Me Edouard De Ruydts, notaire à 1190 Forest,avenue Van Volxem 333.

Le greffier délégué, (signé) Cindy De Paepe.(25804)

Suivant acte (n° 11-1202) passé au greffe du tribunal de premièreinstance de Bruxelles le 7 juin 2011, Mme Michèle Bettendorf, demeu-rant à 1180 Uccle, avenue Dolez 75, en qualité de mandataire, en vertude deux procurations sous seing privé ci-annexées :

1. datée du 18 mai 2011 et donnée par Mme Marie Louise Rullens,demeurant à 1030 Schaerbeek, boulevard Léopold III 6;

2. datée du 20 mai 2011 et donnée par Mme Jacqueline Gutt,demeurant à 1853 Strombeek-Bever, Nieuwelaan 121, bte 23, résidenceEgmont et Hornes,

a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession deM. Etienne Arthur Albert Houdmont, né à Bruxelles le 3 avril 1944, deson vivant domicilié à Schaerbeek, boulevard Léopold III 6, et décédé àSchaerbeek le 14 mars 2011.

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître, par avisrecommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de laprésente insertion, à Me Régis Dechamps, notaire à 1030 Bruxelles,boulevard Lambermont 374.

Le greffier délégué, (signé) Cindy De Paepe.(25805)

Suivant acte (n° 11-1216) passé au greffe du tribunal de premièreinstance de Bruxelles le 9 juin 2011, par :

1. M. Josse Gérard J. Meganck, demeurant à 1390 Grez-Doiceau, ruedu Stampia 49;

2. Mlle Julie Georgette J. Meganck, demeurant à 1050 Bruxelles, ruede la Paix 31;

35927MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 130: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

3. Mme Fatima Tamtaoui, demeurant à 1050 Bruxelles, rue duVivier 26, en qualité de sub 1 et sub 2, agissant en leur nom personnel;sub 3, mère et détentrice de l’autorité parentale sur son fils mineur,Sami Meganck, par ordonnance du juge de paix du canton d’Ixelles, endate du 24 mai 2011,ont accepté, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Georgette MiaAlda Vandijck, née à Tongres le 7 avril 1937, de son vivant domiciliée àIxelles, avenue Louis Lepoutre 65, et décédée à Ixelles le 29 janvier 2011.

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître, par avisrecommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de laprésente insertion, à Me Jacques Watthelet, notaire à 1300 Wavre, rueSaint-Roch 28.

Le greffier délégué, (signé) Muriel Soudant.(25806)

Déclaration d’acceptation, sous bénéfice d’inventaire, devant le gref-fier du tribunal de première instance de Bruxelles, faite le 6 juin 2011,par Mme Emmanuelle Etienne Monique Hanssens, née à Bruxelles le24 août 1973, domiciliée à 1081 Koekelberg, rue Jules Besme 62, enqualité de mandataire, en vertu d’une procuration sous seing privéci-annexée, datée du 16 mai 2011 et donnée par Mme Nadine MarieJ. Eyckerman, née à Molenbeek-Saint-Jean le 22 novembre 1941, domi-ciliée à 8300 Knokke, Duindistelstraat 7, agissant en qualité d’adminis-trateur de M. Christopher Hanssens, né le 12 octobre 1971, domicilié à1090 Jette, place Jean Gabin 4, bte 17, désignée à cette fonction parordonnance du juge de paix du canton de Jette le 14 octobre 2009,autorisée par ordonnance du juge de paix du canton de Jette, rendue le26 avril 2011, a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succes-sion de Jean Albert Hanssens, né à Leuven le 2 juillet 1943, de sonvivant domicilé à Molenbeek-Saint-Jean, rue du Bon Pasteur 34, etdécédé à Molenbeek-Saint-Jean le 11 février 2011.

Dont acte signé, après lecture, (signé) Emmanuelle Hanssens;C. De Paepe.

Le greffier délégué, (signé) Cindy De Paepe.(25807)

Tribunal de première instance de Dinant

Suivant acte n° 11/617 dressé au greffe du tribunal de premièreinstance de Dinant le 1er juin 2011, Véronique Colonval, née à Neuvillele 4 juillet 1963, domiciliée à 5630 Villers-deux-Eglises, rue du Mont 27,agissant avec l’autorisation de M. le juge de paix du canton de Philip-peville, en date du 19 mai 2011, dont copie conforme restera annexéeau présent acte, pour et au nom de son enfant mineur, CarolineSoussigné, née à Charleroi le 12 mars 1994, domiciliée avec elle, adéclaré, pour et au nom de son enfant mineure, accepter, sous bénéficed’inventaire, la succession qui lui est dévolue par le décès de son père,Marc Soussigné, né à Charleroi le 2 mai 1960, en son vivant domicilié à5630 Villers-deux-Eglises, rue du Mont 27, et décédé à Bruxelles en datedu 29 octobre 2010.

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leursdroits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter dela présente, à Me Marie-Cécile Stevaux, notaire de résidence à6460 Chimay, rue de l’Athénée 19.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) J. Colin.(25808)

Suivant acte n° 11/638 dressé au greffe du tribunal de premièreinstance de Dinant le 9 juin 2011, Mme Bérénice Fievez, domiciliée à5570 Beauraing, rue de Rochefort 515, agissant avec l’autorisation deM. le juge de paix du canton de Beauraing en date du 31 mai 2011, dontcopie conforme restera annexée au présent acte, pour et au nom de sesenfants mineurs, domiciliés avec elle : Tatyana Schoels, née le18 septembre 1997; Anissa Schoels, née le 12 novembre 2002, a déclaré,pour ses enfants mineurs, accepter, sous bénéfice d’inventaire, lasuccession qui lui est dévolue par le décès de son père, Pierre Schoels,né à Dinant le 18 octobre 1972, en son vivant domicilié à Focant, rue deRochefort 515, et y décédé en date du 25 janvier 2011.

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leursdroits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter dela présente insertion. Cet avis doit être envoyé aux notaires associésFrançois Debouche et Quentin Delwart, à 5500 Dinant, avenueCadoux 3.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) P. Janssens.(25809)

Tribunal de première instance de Liège

L’an deux mille onze, le huit juin.

Au greffe du tribunal de première instance de Liège.

A comparu :

Martine Muyumbi, née à Lubumbashi (Congo) le 7 septembre 1971,domiciliée rue des Alliés 42, à 4800 Verviers, agissant en qualité de mèreet représentante légale de sa fille mineure d’âge Kabange Ngoie JessicaPoelmans, née à Likasi (République du Zaïre) le 24 janvier 1994,domiciliée avec sa mère, rue des Alliés 42, à 4800 Verviers, et à ceautorisée par ordonnance de M. le juge de paix du second canton deVerviers, rendue en date du 16 décembre 2010, ordonnance produite enphotocopie et qui restera annexée au présent acte,laquelle comparante a déclaré, ès qualités, accepter, sous bénéficed’inventaire, la succession de François Toussaint Anna Poelmans, né àHerve le 18 juin 1921, de son vivant domicilié à Soumagne, rue desDeux Tilleuls 69, et décédé à Soumagne le 3 septembre 2010.

Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 duCode civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étudede Me Eric Hansen, notaire, place de l’Hôtel de Ville 4-6, à 4650 Herve.

Dont acte signé, lecture faite par le comparant et le greffier.Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs

droits, par avis recommandé, au domicile élu dans les trois mois de laprésente insertion.

Le greffier chef de service, (signature illisible).(25810)

L’an deux mille onze, le huit juin.

Au greffe du tribunal de première instance de Liège.

A comparu :

Fabienne Collignon, née à Chênée le 7 juin 1972, domiciliée à4051 Vaux-sous-Chèvremont, rue Haute-Folie 141, porteuse d’uneprocuration sous seing privé, qui restera annexée au présent acte, pouret au nom de Mirha Hadzismajlovic, née à Sarajevo (Yougoslavie) le3 mai 1982, agissant en nom personnel et en qualité de représentantelégale de ses enfants mineurs d’âge :

Melisa Bihorac, née à Liège le 5 janvier 1999;

Medina Bihorac, née à Liège le 22 août 2003;

Hamza Bihorac, né à Liège le 16 août 2007, tous les quatre sontdomiciliés à 4000 Liège, rue Rénardi 257/0011, à ce autorisée parordonnance du juge de paix du troisième canton de Liège, rendue endate du 5 mai 2011, produite en simple copie et qui restera annexée auprésent acte,

laquelle comparante a déclaré, ès qualités, accepter, sous bénéficed’inventaire, la succession de Ismir Bihorac, né à Sarajevo (Yougoslavie)le 29 avril 1976, de son vivant domicilié à Liège, rue Rénardi 257/011,et décédé à Liège le 13 décembre 2010.

Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 duCode civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étudede Me Renaud Pirmolin, notaire à 4000 Liège, rue des Augustins 38.

Dont acte signé, lecture faite par la comparante et le greffier.Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs

droits, par avis recommandé, au domicile élu dans les trois mois de laprésente insertion.

Le greffier, (signature illisible).(25811)

35928 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 131: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

L’an deux mille onze, le neuf juin.

Au greffe du tribunal de première instance de Liège.

A comparu :

Josée Poels, née à Seraing le 7 juin 1954, domiciliée à 4130 Esneux,rue du 18 Septembre 1794 10,laquelle comparante a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, lasuccession testamentaire de Christian Liebens, né à Liège le15 octobre 1954, de son vivant domicilié à Esneux, rue du18 Septembre 1794 10, et décédé à Esneux le 24 octobre 2010.

Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 duCode civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étudede Me Louis Urbin-Choffray, notaire à 4130 Esneux, rue Lavaux 1.

Dont acte signé, lecture faite par la comparante et le greffier.Le testament se trouve au rang des minutes du notaire Louis Urbin-

Choffray.Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs

droits, par avis recommandé, au domicile élu dans les trois mois de laprésente insertion.

Le greffier, (signature illisible).(25812)

Tribunal de première instance de Marche-en-Famenne

L’an 2011, le 8 juin, au greffe du tribunal de première instance deMarche-en-Famenne, a comparu :

Barvaux, Bernard François L., né à Waha le 20 mars 1959, domicilié à6997 Erezée, rue Birondai, Biron 29, lequel agissant en sa qualité de pèreexerçant l’autorité parentale sur son enfant mineur :

Barvaux, Justin, né à Marche-en-Famenne le 21 juillet 1994, domiciliéavec son père;

M. Barvaux, agit conformément à une ordonnance rendue le6 avril 2011, par le juge de paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, siège de Durbuy, dont une copie conforme restera annexée auprésent,lequel comparant a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, lasuccession de Caen, Pascale Marie, née à Auderghem le12 novembre 1962, de son vivant domiciliée à Erezée, rue Birondai,Biron 29, et décédée le 15 février 2011 à Erezée.

Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 duCode civil, le comparant déclare faire élection de domicile en l’étudede Mme le notaire Stéphanie André, de résidence à 6940 Barvaux-sur-Ourthe, rue du Marais 10.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits,par avis recommandé, adressé au domicile élu dans un délai detrois mois à compter de la date de la présente insertion.

(Signé) Charlier; Barvaux.Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) L. Charlier.

(25813)

Tribunal de première instance de Tournai

Par acte n° 11-339 dressé au greffe du tribunal de première instancede Tournai, province de Hainaut, le 8 juin 2011 :

Questier, Cécile, clerc de notaire, domiciliée à Forest (Frasnes-lez-Anvaing), place de Forest 26, agissant en qualité de mandataire de :

Delcroix, Arianne, née à Bruxelles le 30 août 1969, domiciliée à Rumes(La Glanerie), rue des Combattants 6/A, agissant en qualité de mère ettitulaire de l’autorité parentale sur son enfant mineur :

Lamant, Jade Thérèse Georgette, née à Tournai le 8 novembre 1993,domiciliée avec sa mère;

autorisée par ordonnance prononcée le 11 mai 2011, par M. le juge depaix du second canton de Tournai, en vertu d’une procuration quirestera annexée à l’acte,

laquelle comparante, agissant comme dit ci-dessus, a déclaré vouloiraccepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Lamant, DavidChristophe Pascal, né le 9 septembre 1966 à Rumes, en son vivantdomicilié à La Glanerie, rue des Combattants 6/A, décédé à Rumes le7 mars 2011.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits,par avis recommandé, au domicile élu dans les trois mois de la présenteinsertion.

L’élection de domicile est faite chez Me Christian Quievy, notaire derésidence à Antoing, avenue du Stade 29.

Tournai, le 8 juin 2011.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Cl. Verschelden.(25814)

Par acte n° 11-338 dressé au greffe du tribunal de première instancede Tournai, province de Hainaut, le 8 juin 2011 :

Questier, Cécile, clerc de notaire, domiciliée à Forest (Frasnes-lez-Anvaing), place de Forest 26, agissant en qualité de mandataire de :

Meeus, Stéphanie Jocelyne Danielle, née à Tournai le 12 août 1978,domiciliée à Tournai (Vezon), rue des Combattants de Vezon 39,agissant en qualité de mère et titulaire de l’autorité parentale sur sesenfants mineurs :

Durenne, Jordan Jacques Emmanuel Ghislain, né à Tournai le26 février 1999;

Durenne, Elise Christelle Christiane Patricia Ghislaine, née à Tournaile 24 juin 2003;

Durenne, Enora Elise Brigitte Carine Ghislaine, née à Tournai le20 mai 2005;

domiciliés avec leur mère;

autorisée par ordonnance prononcée le 17 décembre 2007, par M. lejuge de paix du premier canton de Tournai, en vertu d’une procurationqui restera annexée à l’acte,

laquelle comparante, agissant comme dit ci-dessus, a déclaré vouloiraccepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Durenne, Emma-nuël Jacques Henri Yvan J., né le 4 mai 1973 à Tournai, en son vivantdomicilié à Vezon, rue des Combattants de Vezon 39, décédé à Vezon le29 juin 2007.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits,par avis recommandé, au domicile élu dans les trois mois de la présenteinsertion.

L’élection de domicile est faite chez Me Christian Quievy, notaire derésidence à Antoing, avenue du Stade 29.

Tournai, le 8 juin 2011.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Cl. Verschelden.(25815)

Rechtbank van eerste aanleg te Brugge

Bij akte,verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teBrugge, op 8 juni 2011, heeft Plasschaert, Nadine Julienne, geboren teKnokke op 7 oktober 1954, wonende te 8300 Knokke-Heist, Haag-winde 15, handelend in eigen naam, verklaard onder voorrecht vanboedelbeschrijving, de nalatenschap te aanvaarden van wijlen DeBlaere, Gilbert Remi Henri, geboren te Oostkamp op 10 maart 1924, inleven laatst wonende te 8300 Knokke-Heist, Meerlaan 83/0001, enoverleden te Knokke-Heist op 21 april 2011.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de driemaanden, te rekenen van de datum van opneming in het BelgischStaatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op hetkantoor van Mr. Lucas Vanden Bussche, notaris, te 8300 Knokke-Heist,Van Bunnenlaan 57/01.

Brugge, 8 juni 2011.

De hoofdgriffier, (get.) G. De Zutter.(25816)

35929MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 132: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Verbeterend bericht

Rechtbank van eerste aanleg te Brussel

In het Belgisch Staatsblad van 3 juni 2011, bl. 33059, akte nr. 24112,betreffende nalatenschap Dehonin, Marcel, moet bijgevoegd worden :« de schuldeisers en legatarissen worden verzocht bij aangetekendschrijven hun rechten te doen gelden binnen de drie maanden terekenen vanaf de datum van de opneming van deze akte in het BelgischStaatsblad. Dat aangetekend schrijven moet verzonden worden aannotaris Guy Caeymaex, te Brussel, te 1000 Brussel, Van Orleystraat 1 ».

(25817)

Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teDendermonde, op 9 juni 2011, heeft Mr. J. Thyssen, advocaat, te9100 Sint-Niklaas, Vijfstraten 57, handelend als gevolmachtigde van DeWitte, Sandra Armand Anna, geboren te Sint-Gillis-Waas op26 september 1967, en wonende te 9170 Sint-Gillis-Waas, Tweehagen 76,handelend in haar hoedanigheid van drager van het ouderlijk gezagover de bij haar inwonende minderjarige kinderen : Van Der Borght,Gilles Robert Christel, geboren te Antwerpen (Borgerhout) op21 mei 2001; Van Der Borght, Nina Jenny Alfred, geboren te Brasschaatop 6 mei 1999; verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving denalatenschap te aanvaarden van wijlen Van Der Borght, Carl PaulHilda, geboren te Niel op 7 juli 1963, in leven laatst wonende te9170 Sint-Gillis-Waas, Tweehagen 76, en overleden te Kallo op30 september 2010.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de driemaanden, te rekenen van de datum van opneming in het BelgischStaatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen terstudie van Mr. Smet, Dirk, notaris, te 9170 Sint-Gillis-Waas, Lage Kerk-wegel 4.

Dendermonde, 9 juni 2011.De griffier, (get.) De Decker, W.

(25818)

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teDendermonde, op 8 juni 2011, heeft Mr. Luc De Meyer, advocaat, te9230 Wetteren, Nieuwstraat 3, handelend als gevolmachtigde van GinoMaria Gilbert Vaereman, geboren te Wetteren op 3 september 1967,wonende te 9290 Berlare, Kruisstraat 48, handelend in zijn hoedanig-heid van drager van het ouderlijk gezag over de bij hem inwonendeminderjarige dochter, zijnde Vaereman, Shana, geboren te Aalst op13 juni 1994, verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving denalatenschap te aanvaarden van wijlen Van der Biest, Adolf Jozef,geboren te Erpe op 17 juli 1937, in leven laatst wonende te 9420 Erpe,Leedsesteenweg 89, en overleden te Erpe-Mere op 31 december 2007.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de driemaanden, te rekenen van de datum van opneming in het BelgischStaatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen terstudie van Mr. notaris Johan Dedoncker, met standplaats te9290 Berlare, Nieuwstraat 10.

Dendermonde, 8 juni 2011.De afg. griffier, (get.) K. D’Hooge.

(25819)

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teDendermonde, op 8 juni 2011, heeft Mr. Luc De Meyer, advocaat, te9230 Wetteren, Nieuwstraat 3, handelend als gevolmachtigde van GinoMaria Gilbert Vaereman, geboren te Wetteren op 3 september 1967,wonende te 9290 Berlare, Kruisstraat 48, handelend in zijn hoedanig-heid van drager van het ouderlijk gezag over de bij hem inwonendeminderjarige dochter, zijnde Vaereman, Shana, geboren te Aalst op13 juni 1994, verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de

nalatenschap te aanvaarden van wijlen Smekens, Josette, geboren teLede op 18 december 1942, in leven laatst wonende te 9420 Erpe,Leedsesteenweg 89, en overleden te Oosterzele op 27 augustus 2010.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de driemaanden, te rekenen van de datum van opneming in het BelgischStaatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen terstudie van Mr. notaris Johan Dedoncker, met standplaats te9290 Berlare, Nieuwstraat 10.

Dendermonde, 8 juni 2011.De afg. griffier, (get.) K. D’Hooge.

(25820)

Bij akte verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teDendermonde, op 9 juni 2011, hebben Adrovic, Salko, geboren te DonjaVrbica op 19 juli 1956, en zijn echtgenote Adrovic, Hava, geboren teSpiljani op 10 april 1962, beiden wonende te 9300 Aalst, De Vissche-restraat 25, bus 1, beiden handelend in hun hoedanigheid van dragersvan het ouderlijk gezag over hun minderjarige, nog bij hen inwonendedochter, zijnde : Adrovic, Adelina, geboren te Pec op 20 februari 1997.

Verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschapte aanvaarden van wijlen Adrovic, Adel, geboren te Pec (Joegoslavië)op 9 juli 1988, in leven laatst wonende te 9300 Aalst, De Visschere-straat 25, bus 1, en overleden te Sint-Pieters-Leeuw op 12 februari 2011.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen dedrie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het BelgischStaatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen terstudie van notaris Van Den Bossche, Pascale, ter standplaats 9300 Aalst,Keizersplein 61.

Dendermonde, 9 juni 2011.De afg. griffier, (get.) M. Beeckman.

(25821)

Bij akte verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teDendermonde, op 9 juni 2011, heeft Mr. M. Vermaere, advocaat metkantoor te 9070 Destelbergen, Leeuweriklaan 1, handelend als gevol-machtigde van de heer Strobbe, Wim Jozef, bediende, geboren teGent op 28 februari 1964, wonende te 9270 Laarne-Kalken, Apostel-huizen 24A, handelend in zijn hoedanigheid van drager van hetouderlijke gezag over zijn twee minderjarige, nog bij hen inwonendekinderen, zijnde :

Strobbe, Katrijn, geboren te Wetteren op 27 maart 1994;

Strobbe, Stijn, geboren te Wetteren op 6 december 1996,

verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschapte aanvaarden van wijlen Van Poucke, André Martha, geboren teLokeren op 25 september 1932, in leven laatst wonende te 9270 Laarne(Kalken), Husseveldestraat 38, en overleden te Laarne op19 augustus 2010.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen dedrie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het BelgischStaatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen terstudie van notaris G. Danckaert, ter standplaats 9270 Kalken, Vaart-straat 90/1.

Dendermonde, 9 juni 2011.De afg. griffier, (get.) I. Coppieters.

(25822)

Rechtbank van eerste aanleg te Gent

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teGent op 8 juni 2011, heeft Van den Daele, Ilse, wonende te9500 Geraardsbergen, Oudebergstraat 21a, handelend in haar hoeda-nigheid van bestuurder/voorzitter en penningmeester van de Vlaamsevereniging voor hooggevoelige personen, met maatschappelijke zetelte 9000 Gent, Prudens Van Duyseplein 12A,

35930 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 133: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschapte aanvaarden van wijlen Van Zwol, Christiaan Marcel, geboren teSchellebelle op 28 maart 1951, in leven laatst wonende te 9940 Ertvelde,Walprijestraat 54, en overleden te Gent op 5 april 2011.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen dedrie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het BelgischStaatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen terstudie van Mr. Jan Bael, notaris met kantoor te 9000 Gent, Drabstraat 47.

Gent, 8 juni 2011.(Get.) Kim Huughe, griffier.

(25823)

Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teMechelen op 8 juni 2011, heeft, Anthoons, Patrick Marcel, geboren teMechelen op 1 februari 1962, wonende te 2830 Willebroek, Drafstraat 3,

handelend in hoedanigheid van drager van het ouderlijk gezag overzijn inwonend minderjarig kind :

Anthoons, Niels, geboren te Mechelen op 22 november 1994,

hiertoe gemachtigd bij beschikking van de vrederechter van hetkanton Willebroek, d.d. 27 mei 2011 (11B216),

verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving, de nalatenschapte aanvaarden van wijlen Van Der Meulen, Joseph Marcel, geboren teHeffen op 18 maart 1922, in leven laatst wonende te 2801 Heffen,Robbroek 5, en overleden te Mechelen op 13 januari 2011.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen dedrie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het BelgischStaatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ophet kantoor van notaris Leo Vlaeymans, te 2860 Sint-Katelijne-Waver,Duffelsesteenweg 20.

Mechelen, 8 juni 2011.De afgevaardigd griffier, (get.) Kelly Van Lierop.

(25824)

Rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teOudenaarde op 9 juni 2011, heeft notaris Paul De Man, met standplaatste Geraardsbergen, Papiermolenstraat 33A, ingevolge onderhandsevolmacht hem gegeven door :

Wicheler, Nancy, geboren te Geraardsbergen op 27 april 1972,wonende te Geraardsbergen, Brouwierstraat 23,

Wicheler, Els, geboren te Geraardsbergen op 24 juli 1973, wonende teGeraardsbergen, Hoge Buizemont 149,

Wicheler, Karine, geboren te Geraardsbergen op 17 september 1977,wonende te Geraardsbergen, Majoor Van Lierdelaan 25A,

Wicheler, An, geboren te Geraardsbergen op 15 juni 1981, wonendete Geraardsbergen, Pirrestraat 3.

Verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschapte aanvaarden van wijlen Wicheler, Jean Leopold Roger, geboren teGeraardsbergen op 29 januari 1949, in leven laatst wonende te9500 Geraardsbergen, Sint-Annastraat 42, en overleden te Geraards-bergen op 3 mei 2011.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht hun rechten te doenkennen binnen de drie maand te rekenen van de datum van deopneming in het Belgisch Staatsblad van de onderhavige bekendmaking,bij aangetekend schrijven te richten aan de voormelde gekozen woon-plaats.

Oudenaarde, 9 juni 2011.De griffier, (get.) Jo Machtelinckx.

(25825)

Réorganisation judiciaire − Gerechtelijke reorganisatie

Tribunal de commerce de Liège

Par jugement du 8 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

donné acte à la SA Etablissements Dejaive, B.C.E. n° 0422.850.318,dont le siège social est établi à 4102 Ougrée, rue F. Nicolay 213, de sondésistement;

mis fin au sursis accordé à celle-ci et a déchargé le juge délégué de samission.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25826)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

prorogé le sursis accordé à la SPRL Coloc, B.C.E. n° 0897.495.963,dont le siège social est établi à 4920 Aywaille, place Joseph Thiry 15,jusqu’au 7 septembre 2011;

fixé une nouvelle date au jeudi 25 août 2011, à 9 h 30 m, à l’audiencede la troisième chambre du tribunal de commerce pour le vote et lesdébats sur le plan de réorganisation.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25827)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

homologué le plan de réorganisation du 16 mai 2011, de la SPRL TPSExpress, B.C.E. n° 0820.339.589, dont le siège social est établi à4020 Wandre, rue de Rabosée 83;

clôturé la procédure, sous réserve des contestations découlant del’exécution du plan.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25828)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

homologué le plan de réorganisation du 17 mai 2011, de laSPRL Rectiligne Electro Design, B.C.E. n° 0442.342.071, dont le siègesocial est établi à 4020 Liège, quai de l’Ourthe 42;

clôturé la procédure, sous réserve des contestations découlant del’exécution du plan.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25829)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

homologué le plan de réorganisation du 13 mai 2011, de M. StéphaneKrawczyck, B.C.E. n° 0753.287.548, domicilié à 4671 Saive (Blegny),route de Parfondvaux 2;

clôturé la procédure, sous réserve des contestations découlant del’exécution du plan.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25830)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

homologué le plan de réorganisation du 12 mai 2011, de laSPRL Verjans, Guillaume, B.C.E. n° 0478.485.360, dont le siège social estétabli à 4360 Oreye, Grand’Route 81;

clôturé la procédure, sous réserve des contestations découlant del’exécution du plan.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25831)

35931MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 134: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Rechtbank van koophandel te Dendermonde

Bij vonnis, d.d. 28 maart 2010, van de zesde kamer van de rechtbankvan koophandel te Dendermonde, is de procedure van de gerechtelijkereorganisatie toegestaan aan de BVBA Loreman, met onder-nemingsnummer 0871.514.118, met handelsactiviteit markt- en straat-handel in voedingsmiddelen, met maatschappelijke zetel, te9200 Dendermonde, Heidestraat 23, op heden d.d. 6 juni 2011, afge-sloten.

Dendermonde, 9 juni 2011.

De afg. griffier, (get.) R. Cloostermans.(25832)

Bij vonnis, d.d. 6 juni 2011, van de zesde kamer van de rechtbankvan koophandel te Dendermonde, werd de procedure tot verlengingvan de opschortingsperiode toegestaan aan de BVBA Reinaert Palace,met maatschappelijke zetel te 9100 Sint-Niklaas, Heidebaan 57, metondernemingsnummer 0897.973.243, met handelsactiviteit restaurant.

Gedelegeerd rechter : Gysens, Eddy.

Datum verlenging van de opschorting : 12 september 2011.

Datum neerlegging van het reorganisatieplan : ten laatste op17 augustus 2011.

Datum stemming over het herstelplan : maandag 5 september 2011,te 10 u. 30 m.

Datum sluiting van de procedure gerechtelijke reorganisatie :maandag 19 september 2011, te 10 u. 30 m.

Dendermonde, 9 juni 2011.

De afg. griffier, (get.) R. Cloostermans.(25833)

Faillite − Faillissement

Tribunal de commerce de Charleroi

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, pour insuffisance d’actif,de la faillite de la SPRL De Taye, dont le siège social est sis à7170 Manage, chaussée de Nivelles 36, inscrite à la Banque-Carrefourdes Entreprises sous le numéro 0441.581.612, déclarée par jugement dutribunal de commerce de Charleroi, en date du 3 novembre 2008.

Désigne comme liquidateur M. Patrick De Taye, domicilié à7170 La Hestre, rue Ferrer 161.

Accorde la gratuité pour la publication.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25834)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, pour insuffisance d’actif,de la faillite de M. Gary Bierny, domicilié actuellement à 6000 Charleroi,boulevard Joseph II 32/RC, lequel exerçait le commerce sous ladénomination : « Hair Tendance », inscrit à la Banque-Carrefour desEntreprises sous le numéro 0893.237.069, déclarée par jugement dutribunal de commerce de Charleroi, en date du 6 mai 2010.

Déclare M. Gary Bierny, excusable.

Accorde la gratuité pour la publication.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25835)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, pour insuffisance d’actif,de la faillite de la SPRL JK Auto, dont le siège social est sis à6000 Charleroi, Grand Rue 220/3, inscrite à la Banque-Carrefour desEntreprises sous le numéro 0470.105.055, déclarée par jugement dutribunal de commerce de Charleroi, en date du 4 mai 2009.

Désigne comme liquidateur M. Khalil Jabour, domicilié à1030 Schaerbeek, rue Jules Destrée 63.

Accorde la gratuité pour la publication.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25836)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, pour insuffisance d’actif,de la faillite de la SNC Decendre-Georgery, dont le siège social est sis à6060 Gilly, rue des Hayettes 66D, inscrite à la Banque-Carrefour desEntreprises sous le numéro 0475.922.976, déclarée par jugement dutribunal de commerce de Charleroi, en date du 11 septembre 2006.

Désigne comme liquidateurs M. Jean-Baptiste Decendre, domicilié à6060 Gilly, rue des Hayettes 66C, et M. André Georgery, domicilié à6060 Gilly, rue de la Station 88/2.

Accorde la gratuité pour la publication.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25837)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, pour insuffisance d’actif,de la faillite de la SA Duport Group, en liquidation, dont le siège socialest sis à 6000 Charleroi, rue Tumelaire 71, inscrite à la Banque-Carrefourdes Entreprises sous le numéro 0457.055.783, déclarée par jugement dutribunal de commerce de Charleroi, en date du 20 juin 2000.

Désigne comme liquidateur M. Xavier-Eric Born, avocat au barreaude Charleroi, dont les bureaux sont sis à 6000 Charleroi, boulevardDevreux 28.

Accorde la gratuité pour la publication.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25838)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, pour insuffisance d’actif,de la faillite de la SA B.C.G. Optic, en liquidation, dont le siège socialest sis à 6000 Charleroi, rue de la Fonderie 3, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0441.457.292, déclarée parjugement du tribunal de commerce de Charleroi, en date du28 décembre 2009.

Désigne comme liquidateur M. Charles Cuvelier, domicilié à6120 Ham-sur-Heure, rue de l’Amérique 20.

Accorde la gratuité pour la publication.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25839)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, par liquidation, desopérations de la faillite de la SPRL Logan Tours, dont le siège social estsis à 6061 Montignies-sur-Sambre, rue Léopold 242, inscrite à laBanque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0462.103.743,déclarée par jugement du tribunal de commerce de Charleroi, en datedu 15 octobre 2008.

Désigne comme liquidateur Mme Smaradgis Iatroudis, domiciliée à6061 Montignies-sur-Sambre, rue Léopold 242.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25840)

35932 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 135: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, par liquidation, desopérations de la faillite de la SA Entreprises de Constructions Podes,dont le siège social est sis à 6200 Châtelet, rue des Français 12, ayantété inscrite au registre de commerce de Charleroi sous lenuméro 110005, déclarée par jugement du tribunal de commerce deCharleroi, en date du 24 mars 1980.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25841)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, par liquidation, desopérations de la faillite de la SPRL Menuiserie Fersini frères, dont lesiège social est sis à 6220 Fleurus, rue de Wangenies 116/11, inscrite àla Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0889.247.005,déclarée par jugement du tribunal de commerce de Charleroi, en datedu 19 mai 2009.

Désigne comme liquidateur M. Orlando Fersini, domicilié à6200 Châtelet, rue d’Ormont 31.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25842)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, par liquidation, desopérations de la faillite de M. Roger Demanet, domicilié actuellement à6000 Courcelles, rue Motte 95/0043, inscrit à la Banque-Carrefour desEntreprises sous le numéro 0613.587.356, déclarée par jugement dutribunal de commerce de Charleroi, en date du 23 décembre 1997.

Déclare M. Roger Demanet, excusable.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25843)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, par liquidation, desopérations de la faillite de la SPRL Batinnov, dont le siège social est sisà 7131 Waudrez, rue Samain 44, inscrite à la Banque-Carrefour desEntreprises sous le numéro 0881.060.403, déclarée par jugement dutribunal de commerce de Charleroi, en date du 20 novembre 2007.

Désigne comme liquidateur M. Biagio Di Franco, domicilié à7131 Waudrez, rue Samain 44.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25844)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a prononcé la clôture, par liquidation, desopérations de la faillite de M. Giacomo Petrolillo, domicilié actuelle-ment à 7110 La Louvière (section de Maurage), rue de Boussoit 14,enregistré à la Banque-Carrefour des Entreprises sous lenuméro 0861.287.744.

Ne déclare pas M. Giacomo Petrolillo, excusable.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25845)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a déclaré, sur citation, la faillite de laSCRL Chaussée J.-Tournay C., dont le siège social est établi à6223 Fleurus (Wagnelée), rue de l’Eglise 25, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0439.125.928.

Désigne en qualité de curateur Me Xavier-Eric Born, avocat à6000 Charleroi, boulevard Devreux 28.

Désigne en qualité de juge-commissaire M. Philippe Lardinois.

Fixe la date provisoire de cessation des paiements au 7 juin 2011.

Ordonne aux créanciers de faire, au greffe de ce tribunal, la déclara-tion de leurs créances au plus tard le 5 juillet 2011.

Fixe au 3 août 2011, la date de dépôt du premier procès-verbal devérification des créances au greffe du tribunal de commerce de céans.

Ordonne d’office la gratuité de la procédure conformément àl’article 666 du Code judiciaire.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25846)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a déclaré, sur aveu, la faillite de la SA Boud’ArtDécoration, dont le siège social est établi à 7134 Binche, rue de laSource 22, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous lenuméro 0470.184.239.

Activité commerciale : vente décoration d’intérieur.

Désigne en qualité de curateur Me Bernard Grofils, avocat à6000 Charleroi, boulevard P. Janson 39.

Désigne en qualité de juge-commissaire M. Jean-Claude Duchâteaux.

Fixe la date provisoire de cessation des paiements au 9 mai 2011.

Ordonne aux créanciers de faire, au greffe de ce tribunal, la déclara-tion de leurs créances au plus tard le 5 juillet 2011.

Fixe au 3 août 2011, la date de dépôt du premier procès-verbal devérification des créances au greffe du tribunal de commerce de céans.

Ordonne d’office la gratuité de la procédure conformément àl’article 666 du Code judiciaire.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25847)

Par jugement du 7 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Charleroi a déclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL Crea-nova, dont le siège social est établi à 6250 Presles (Aiseau-Presles), rueGrande 177, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous lenuméro 0471.693.677.

Activité commerciale : entreprise de plafonnage.

Désigne en qualité de curateur Me Guy Houtain, avocat à6220 Fleurus, chaussée de Charleroi 231.

Désigne en qualité de juge-commissaire Mme Caroline Gaillard.

Fixe la date provisoire de cessation des paiements au 21 mars 2011.

Ordonne aux créanciers de faire, au greffe de ce tribunal, la déclara-tion de leurs créances au plus tard le 5 juillet 2011.

Fixe au 3 août 2011, la date de dépôt du premier procès-verbal devérification des créances au greffe du tribunal de commerce de céans.

Ordonne d’office la gratuité de la procédure conformément àl’article 666 du Code judiciaire.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page.(25848)

35933MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 136: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Tribunal de commerce de Dinant

Par jugement du 8 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce séant à Dinant, a clôturé, pour insuffisance d’actif, lesopérations de la faillite de la SPRL J.L.J., dont le siège social est établi à5650 Walcourt, rue de la Montagne 19, enregistrée dans la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0453.056.712, déclaréeouverte par jugement de ce tribunal du 17 avril 2007.

Est considérée comme liquidateur : Mme Jacqueline Hendrickx,domiciliée à 5651 Thy-le-Château, rue des Pairelles 8A.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) V. Fournaux.(25849)

Par jugement du 8 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce séant à Dinant, a clôturé, par liquidation, les opérations dela faillite de la SPRL Building Consulting and Management, dont lesiège social est situé à 5630 Cerfontaine (Daussois), rue des Lattes 7A,inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous lenuméro 0449.855.118, déclarée ouverte par jugement de ce tribunal du27 avril 2004.

Est considéré comme liquidateur : M. Valter Iurlaro, domicilié à6040 Jumet (Charleroi), chaussée de Bruxelles 329.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) V. Fournaux.(25850)

Par jugement du 8 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce séant à Dinant, a clôturé, pour insuffisance d’actif, lesopérations de la faillite de M. Christophe Oger, enregistré dans laBanque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0694.453.880, domi-cilié à 5575 Louette-Saint-Pierre, rue de France 15, déclarée ouverte parjugement de ce tribunal du 6 octobre 2009.

Déclare M. Christophe Oger excusable.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) V. Fournaux.(25851)

Par jugement du 8 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce séant à Dinant, a clôturé, pour insuffisance d’actif, lesopérations de la faillite de Mme Sophie Surahy, née le 26 août 1977,enregistrée dans la Banque-Carrefour des Entreprises sous lenuméro 0890.564.918, domiciliée à 5570 Vonêche, rue le Parc 32,déclarée ouverte par jugement de ce tribunal du 29 septembre 2009.

Déclare Mme Sophie Surahy excusable.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) V. Fournaux.(25852)

Par jugement du 8 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Dinant :

Prononce, sur aveu, la faillite de la SPRL par action de droit anglaisLine66 LTD, dont le siège social est établi à E14 9XL London (England),Beaufort Court Admirals Way 35, et l’adresse de la succursale à5377 Somme-Leuze, Le Bochetay 1, immatriculée à la B.C.E. sous lenuméro d’entreprise 0819.004.157.

Désigne en qualité de curateur, Me Jean-Claude Deroanne, avocat à5580 Rochefort, rue de France 74.

Ordonne aux créanciers de faire au greffe de ce tribunal, sis bâti-ment B, rue Arthur Defoin 215 à 5500 Dinant, endéans les trente joursà compter du présent jugement, la déclaration de leurs créances avecleurs titres.

Fixe au mercredi 20 juillet 2011, au greffe de ce tribunal, bâtiment B,rue Arthur Defoin 215 à 5500 Dinant, le dépôt du premier procès-verbalde vérification des créances.

Informe les personnes physiques qui se sont constituées sûretépersonnelle de la société faillie, qu’elles ont le moyen d’en fairedéclaration au greffe conformément à l’art. 72ter de la loi du 8 août 1997sur les faillites.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) V. Fournaux.(25853)

Par jugement du 8 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Dinant :

Prononce, sur citation, la faillite de la SPRL Services Desfossez,immatriculée à la B.C.E. sous le numéro d’entreprise 0863.639.302, dontle siège est établi à 5600 Philippeville (Merlemont), rue de Moria-champs 6.

Désigne en qualité de curateur, Me Jacqueline Meunier, avocate à5620 Florennes, rue Ruisseau des Forges 7.

Ordonne aux créanciers de faire au greffe de ce tribunal, sis bâti-ment B, rue Arthur Defoin 215 à 5500 Dinant, endéans les trente joursà compter du présent jugement, la déclaration de leurs créances avecleurs titres.

Fixe au mercredi 20 juillet 2011, au greffe de ce tribunal, bâtiment B,rue Arthur Defoin 215 à 5500 Dinant, le dépôt du premier procès-verbalde vérification des créances.

Informe les personnes physiques qui se sont constituées sûretépersonnelle de la société faillie, qu’elles ont le moyen d’en fairedéclaration au greffe conformément à l’art. 72ter de la loi du 8 août 1997sur les faillites.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) V. Fournaux.(25854)

Par jugement du 8 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Dinant :

Prononce, sur aveu, la faillite de M. Dubois, Daniel, né à Mont-Gauthier le 6 juin 1953, domicilié à 5590 Ciney, chemin de Rebon-moulin 9, étant immatriculé à la B.C.E. sous le numéro d’entre-prise 0688.144.328.

Désigne en qualité de curateur, Me Olivier Valange, avocat à5590 Ciney, rue du Condroz 40.

Ordonne aux créanciers de faire au greffe de ce tribunal, sis bâti-ment B, rue Arthur Defoin 215 à 5500 Dinant, endéans les trente joursà compter du présent jugement, la déclaration de leurs créances avecleurs titres.

Fixe au mercredi 20 juillet 2011, au greffe de ce tribunal, bâtiment B,rue Arthur Defoin 215, à 5500 Dinant, le dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances.

Informe les personnes physiques qui se sont constituées sûretépersonnelle du failli, qu’elles ont le moyen d’en faire déclaration augreffe conformément à l’art. 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) V. Fournaux.(25855)

Par jugement du 8 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce de Dinant :

Prononce, sur citation, la faillite de la SPRL ASC Chauffage, imma-triculée à la B.C.E. sous le numéro d’entreprise 0480.032.016, dont lesiège est établi à 5570 Beauraing, rue de Dinant 34.

Désigne en qualité de curateur, Me Jean-Grégoire Sepulchre, avocat à5570 Beauraing, rue de Givet 40.

Ordonne aux créanciers de faire au greffe de ce tribunal, sis bâti-ment B, rue Arthur Defoin 215, à 5500 Dinant, endéans les trente joursà compter du présent jugement, la déclaration de leurs créances avecleurs titres.

Fixe au mercredi 20 juillet 2011, au greffe de ce tribunal, bâtiment B,rue Arthur Defoin 215, à 5500 Dinant, le dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances.

35934 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 137: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Informe les personnes physiques qui se sont constituées sûretépersonnelle de la société faillie, qu’elles ont le moyen d’en fairedéclaration au greffe conformément à l’art. 72ter de la loi du 8 août 1997sur les faillites.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) V. Fournaux.(25856)

Par jugement du tribunal de commerce de Dinant du 25 mai 2011, lafaillite de M. Bruno Léonard, domicilié rue Jean Chot 29 à 5670 Olloy-sur-Viroin, B.C.E. 0658.510.333, a été clôturée pour insuffisance d’actif,le failli a été déclaré excusable.

Le curateur, (signé) R. Walgraffe.(25857)

Tribunal de commerce de Liège

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour insuffisance d’actif, la faillite prononcée en datedu 14 août 2008, à charge de la SA Nouvelles Technologies appliquées,en abrégé : « N.T.A. », ayant eu son siège social à 4340 Awans, rue de laStation 40;

déclaré la société faillie inexcusable;

déchargé de leurs fonctions, les curateurs, Me Adrien Absil, avocat à4000 Liège, avenue Emile Digneffe 6/011, et Me Yves Bisinella, avocat à4102 Ougrée, rue Mattéoti 36.

Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquida-teur, M. Giuseppe D’Ascenzo, rue de l’Abbaye 8, à 4432 Alleur.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25858)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour insuffisance d’actif, la faillite prononcée en datedu 29 septembre 2008, à charge de la SCRL Quality Wash, ayant eu sonsiège social à 4400 Flémalle, chaussée d’Ivoz 3, B.C.E. n° 0459.355.376;

déclaré la société faillie inexcusable;

déchargé de leurs fonctions, les curateurs, Me Pierre Ramquet, avocatà 4000 Liège, place Verte 13, et Me Xavier Charles, avocat à 4000 Liège,rue Saint-Walburge 462.

Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquida-teur, M. Olivier De Ceuninck, rue du Chêne 195/2, à 4100 Seraing.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25859)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour insuffisance d’actif, la faillite prononcée en datedu 31 août 2010, à charge de la SPRL Cargo Service Liège, ayant eu sonsiège social à 4020 Liège, avenue de Jupille 19, B.C.E n° 0807.053.361;

déclaré la société faillie inexcusable;

déchargé de ses fonctions, le curateur, Me Jean-Luc Dewez, avocat à4600 Visé, rue des Remparts 6/D2.

Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquida-teur, M. Carolus Lemmens, Akkermansdereef 45C, à NL-66162 JTGeleen (Pays-Bas).

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25860)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour insuffisance d’actif, la faillite prononcée en datedu 18 juin 2007, à charge de la SPRL Média-ICT Belgium, ayant eu sonsiège social à 4020 Liège, quai de la Dérivation 53, bte 83, B.C.E.n° 0476.942.862.

déclaré la société faillie inexcusable;

déchargé de ses fonctions, le curateur, Me André Tihon, avocat à4000 Liège, En Féronstrée 23/013.

Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquida-teur, M. Jean Marie Defraine, avenue Georges Truffaut 29/14, à4020 Liège.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25861)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour absence d’actif, la faillite prononcée en date du13 février 2008, à charge de la SCRL Centre S, ayant eu son siège socialà 4400 Flémalle, rue de l’Alloue 8, B.C.E. n° 0436.685.090;

déclaré la société faillie inexcusable;

déchargé de ses fonctions, le curateur, Me Roland Props, avocat à4000 Liège, rue des Augustins 32.

Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputée liqui-dateur, Yolande Williquet, rue de l’Alloue 8/3, à 4400 Flémalle.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25862)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour absence d’actif, la faillite prononcée en date du2 février 2009, à charge de la SPRL Wilko, ayant eu son siège social à4432 Ans, rue Lambert Dewonck 208, B.C.E. n° 0427.865.218.

déclaré la société faillie inexcusable;

déchargé de leurs fonctions, les curateurs, Me Adrien Absil, avocat à4000 Liège, avenue Emile Digneffe 6/011, et Me Yves Bisinella, avocat à4102 Ougrée, rue Mattéoti 36.

Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquida-teur, M. Jean-Pierre Wilmots, rue Lambert Dewonck 208.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25863)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour absence d’actif, la faillite prononcée en date du22 mars 2010, à charge de la SC Gippa, ayant eu son siège social à4340 Awans, rue de la Station 40, B.C.E. n° 0431.579.922.

déclaré la société faillie inexcusable;

déchargé de ses fonctions, le curateur, Me Roland Props, avocat à4000 Liège, rue des Augustins 32.

Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquida-teur, M. Baudouin Delrée, rue Fush 16, à 4000 Liège.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25864)

35935MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 138: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour absence d’actif, la faillite prononcée en date du21 juin 2010, à charge de la SPRL Gunal. C, ayant eu son siège social à4100 Seraing, rue Cockerill 116, B.C.E. n° 0876.113.304;

déclaré la société faillie inexcusable;

déchargé de ses fonctions, le curateur, Me Thierry Cavenaile, avocatà 4000 Liège, place du Haut Pré 10.

Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquida-teur, Fatih Gunal, rue du Clerc 20, à 4100 Seraing.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25865)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour insuffisance d’actif, la faillite prononcée en datedu 5 décembre 2005, à charge de la SPRL Finerst, ayant eu son siègesocial à 4432 Ans, rue des Américains 28, B.C.E. n° 0455.940.877;

déclaré la société faillie inexcusable;

déchargé de ses fonctions, le curateur, Me Claude Philippart de Foy,avocat à 4020 Liège, quai des Tanneurs 4.

Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputée liqui-dateur, Maryline Klaurens, rue Courtois 9, à 4052 Chaudfontaine.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25866)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour insuffisance d’actif, la faillite prononcée en datedu 12 novembre 2007, à charge de la SPRL MTD Entreprise générale,ayant eu son siège social à 4630 Soumagne, rue des Carmes 121, B.C.E.n° 0862.289.319;

déclaré la société faillie inexcusable;

déchargé de leurs fonctions, les curateurs, Me Adrien Absil, avocat à4000 Liège, avenue Emile Digneffe 6/011, et Me Yves Bisinella, avocat à4102 Ougrée, rue Mattéoti 36.

Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquida-teur, M. Rosario Moscato, rue Noël Dessard 55, à 4624 Fléron.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25867)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour insuffisance d’actif, la faillite prononcée en datedu 20 février 2006, à charge de M. Serge Thirion, domicilié à4367 Crisnée, rue François Gilon 28/1, B.C.E. n° 0752.506.006;

déclaré M. Serge Thirion, excusable;

déchargé de ses fonctions le curateur, Me Alain Bodeus, avocat à4000 Liège, rue du Limbourg 50.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25868)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour absence d’actif, la faillite prononcée en date du28 avril 2008, à charge de M. Marcello Vaccaro, né le 23 octobre 1976,domicilié à 4040 Herstal, En Petite Foxhalle 65, radié d’office en date du11 février 2011, B.C.E. n° 0753.349.609;

déclaré M. Marcello Vaccaro, inexcusable;

déchargé de ses fonctions le curateur, Me Thierry Cavenaile, avocat à4000 Liège, place du Haut Pré 10.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25869)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour insuffisance d’actif, la faillite prononcée en datedu 15 décembre 2008, à charge de M. Rustem Thaqi, né le20 septembre 1962, domicilié à 4100 Seraing, rue de la Vecquée 246,B.C.E. n° 0876.211.985;

déclaré M. Rustem Thaqi, excusable;

déchargé de ses fonctions le curateur, Me Yves Godfroid, avocat à4000 Liège, rue des Augustins 32.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25870)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour insuffisance d’actif, la faillite prononcée en datedu 15 février 2010, à charge de M. Sébastien Pierart, né le1er février 1981, ayant été domicilié à 4400 Flémalle (Awirs), rue desAwirs 132, radié d’office, B.C.E. n° 0888.515.545;

déclaré M. Sébastien Pierart, excusable;

déchargé de ses fonctions le curateur, Me Alain Bodeus, avocat à4000 Liège, rue du Limbourg 50.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25871)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour insuffisance d’actif, la faillite prononcée en datedu 23 février 2010, à charge de M. Emmanuel Walraven, né le27 décembre 1970, domicilié à 4130 Esneux, rue de Lincé 84, B.C.E.n° 0757.291.992;

déclaré M. Emmanuel Walraven, inexcusable;

déchargé de ses fonctions le curateur, Me Frédéric Kerstenne, avocatà 4000 Liège, boulevard d’Avroy 7C.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25872)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour absence d’actif, la faillite prononcée en date du20 septembre 2010, à charge de M. Lucio De Lulliis, né le 13 juillet 1969,domicilié à 4020 Liège, rue de Robermont 201, B.C.E. n° 0604.842.411;

déclaré M. Lucio De Luliis, excusable;

déchargé de ses fonctions les curateurs, Mes Pierre Cavenaile, etFrançois Ligot, avocats à 4000 Liège, place du Haut Pré 10.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25873)

Par jugement du 7 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a :

déclaré close, pour absence d’actif, la faillite prononcée en date du27 septembre 2010, à charge de Mme Dominique Gomme, née le10 août 1968, domiciliée à 4000 Liège, rue Vivegnis 449, B.C.E.n° 0807.647.932;

déclaré Mme Dominique Gomme, excusable;

déchargé de ses fonctions le curateur, Me Léon Leduc, avocat à4000 Liège, place de Bronckart 1.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25874)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège a fixéau 12 mai 2010, la date de cessation de paiement de la SPRL Organifête,en faillite, B.C.E. n° 0808.342.867, dont le siège social est établi à4040 Herstal, rue de l’Ecole Technique 22.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25875)

35936 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 139: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur aveu, la faillite de Mme Zsuzsanna Szakacs, née le31 janvier 1977, domiciliée à 4101 Seraing, rue T. Marcotty 5/A, B.C.E.n° 0877.811.396.

Activité : organisation de jeux de hasard et d’argent.

Juge-commissaire : M. Joseph Dejardin.

Curateur : Me André Tihon, avocat à 4000 Liège, En Féronstrée 23/013.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25876)

Par jugement du 8 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur aveu, la faillite de la SCS Le Tapis Vert, B.C.E.n° 0861.406.025, dont le siège social est établi à 4460 Grâce-Hollogne,rue Paul Janson 206, activité : cafés et bars, et Gaëtano Trubia, en saqualité d’associé commandité, domicilié à 4460 Grâce-Hollogne, rueJean Volders 1.

Juge-commissaire : M. Philippe Henry.

Curateurs : Me Jean-Marc van Durme, avocat à 4000 Liège, rue deJoie 56, et Me Koenraad Tanghe, avocat à 4000 Liège, rue Duvivier 22.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25877)

Par jugement du 8 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL Ayfood, B.C.E. n° 0883.027.127,dont le siège social est établi à 4920 Aywaille, avenue de la Porallée 59.

Activité : restauration à service complet sous la dénomination :« Le Roi Sandwich ».

Juge-commissaire : M. Pierre Walczak.

Curateur : Me Léon Leduc, avocat à 4000 Liège, place de Bronckart 1.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25878)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur aveu, la faillite de M. Olivier Ernotte, né le 3 février 1972,domicilié à 4672 Saint-Remy, route de Housse 5, B.C.E. n° 0757.291.074.

Activité : pose de chapes.

Juge-commissaire : M. Daniel Hay.

Curateur : Me Roland Props, avocat à 4000 Liège, rue des Augus-tins 26.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25879)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL Entrepôts vinicoles, B.C.E.n° 0476.778.457, dont le siège social est établi à 4432 Alleur, avenue del’Energie 1.

Activité : vins, café, brasserie.

Juge-commissaire : M. Alain Niessen.

Curateur : Me Léon-Pierre Proumen, avocat, place du Haut Pré 10.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25880)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL Transports G. Caprasse et fils,B.C.E. n° 0421.013.751, dont le siège social est établi à 4100 Seraing, voiedu Belvédère et le siège d’exploitation à 4100 Seraing, rue Puits-Marie 85.

Activité : transports routiers de fret.

Juge-commissaire : M. Alexis Palm.

Curateurs : Mes Pierre Ramquet, et Pierre Thiry, avocats à 4000 Liège,place Verte 13.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25881)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur citation, la faillite de la SPRL Solitherm, B.C.E.n° 0879.194.934, dont le siège social est établi à 4400 Flémalle, rue de laFontaine 15.

Juge-commissaire : M. Benoît Burnotte.

Curateur : Me Pierre Henfling, avocat à 4000 Liège, rue des Augus-tins 32.

35937MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 140: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25882)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur citation, la faillite de la SPRL Dalin, B.C.E. n° 0899.595.420,dont le siège social est établi à 4000 Liège, rue CommandantMarchand 15.

Activité : commerce de détail en magasin non spécialisé à prédomi-nance alimentaire.

Juge-commissaire : M. Paul d’Otreppe de Bouvette.

Curateurs : Mes Olivier Evrard, et Isabelle Biemar, avocats à4020 Liège, quai Marcellis 13.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25883)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur citation, la faillite de M. Guy Nicolas Marie Hary, né le1er octobre 1956, B.C.E. 0757.350.462, domicilié à 4601 Visé, chausséed’Argenteau 1/B000, d’où il a été radié d’office en date du13 septembre 2010, et actuellement sans domicile ni résidence nidomicile élu connus tant en Belgique qu’à l’étranger.

Activité : peinture de bâtiments.

Juge-commissaire : M. Bruno Detienne.

Curateur : Me Jean-Luc Paquot, avocat à 4000 Liège, avenueBlonden 33.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25884)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur citation, la faillite de M. Alexandro Giordano, né le14 février 1975, sans domicile ni résidence connus en Belgique ou àl’étranger, B.C.E. 0604.921.494.

Activité : travaux de menuiserie.

Juge-commissaire : M. Christian De Maeseneire.

Curateur : Me Jean-Luc Lempereur, avocat à 4020 Liège, quai G.Kurth 12.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25885)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur citation, la faillite de M. Alain Casaril, né le 23 janvier 1962,sans domicile ni résidence connus en Belgique ou à l’étranger, B.C.E.n° 0606.713.719.

Activité : location de vaisselle, couverts et articles pour la cuisine.

Juge-commissaire : M. Georges David.

Curateur : Me Frédéric Kerstenne, avocat à 4000 Liège, boulevardd’Avroy 7C.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25886)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur citation, la faillite de Mme Lindsay Ordonez Almohano,domiciliée à 4030 Liège, Large-Voie 44.

Juge-commissaire : M. Joseph Dejardin.

Curateurs : Mes Pierre Cavenaile, et François Ligot, avocats à4000 Liège, place du Haut Pré 10.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25887)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Liège adéclaré, sur citation, la faillite de M. Alfieri Turi, domicilié à4621 Fléron, rue des Cloutiers 137.

Juge-commissaire : M. Joseph Dejardin.

Curateurs : Mes Pierre Cavenaile, et François Ligot, avocats à4000 Liège, place du Haut Pré 10.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège à 4000 Liège, îlot « Saint-Michel », rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au 28 juillet 2011.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) M. Godin.(25888)

35938 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 141: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Tribunal de commerce de Marche-en-Famenne

Par jugement du 9 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce séant à Marche-en-Famenne, province de Luxembourg, aprononcé, sur aveu, la faillite de Denis, Stéphan Thérèse Auguste, né àVerviers le 5 février 1970, de nationalité belge, domicilié à 6660 Nadrin,route d’Houffalize 1, enregistré à la Banque-Carrefour des Entreprisessous le numéro 0774.216.782, pour avoir exercé, à la même adressejusqu’au 31 décembre 2010, sous la dénomination : « L’Auberge duHerou », l’activité de « restauration à service complet », et a désigné, enqualité de curateur, Me Jean-Pierre Dardenne, avocat à 6980 La Roche,rue de la Gare 10/9.

Le même jugement :

invite les créanciers à déposer au greffe du tribunal de commerce deMarche-en-Famenne, rue Victor Libert 9, palais de justice, bâtiment B,1er étage, la déclaration de leurs créances, avec leurs titres, dans lestrente jours à compter du présent jugement;

dit que le premier procès-verbal de vérification des créances seradéposé au greffe le jeudi 14 juillet 2011;

dit que conformément à l’article 72bis, alinéa 1er, de la loi sur lesfaillites, pour bénéficier de la décharge, les personnes physiques qui, àtitre gratuit, se sont constituées sûreté personnelle du failli sont tenuesde déposer au greffe du tribunal de commerce une déclaration attestantque leur obligation est disproportionnée à leurs revenus et à leurpatrimoine.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) J.-M. Collard.(25889)

Par jugement du 9 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce séant à Marche-en-Famenne, province de Luxembourg, aprononcé, sur aveu, la faillite de Rovenne, Marc Jean Michel, né à Liègele 3 août 1968, de nationalité belge, domicilié à 4190 Ferrières, route desFagnes 13B, enregistré à la Banque-Carrefour des Entreprises sous lenuméro 0691.503.991, ayant exercé jusqu’en mars 2011, à 6987 Rendeux,La Golette 7A, l’activité de « services d’aménagement paysager », et adésigné, en qualité de curateur, Me Jean-Pierre Dardenne, avocat à6980 La Roche, rue de la Gare 10/9.

Le même jugement :

invite les créanciers à déposer au greffe du tribunal de commerce deMarche-en-Famenne, rue Victor Libert 9, palais de justice, bâtiment B,1er étage, la déclaration de leurs créances, avec leurs titres, dans lestrente jours à compter du présent jugement;

dit que le premier procès-verbal de vérification des créances seradéposé au greffe le jeudi 14 juillet 2011;

dit que conformément à l’article 72bis, alinéa 1er, de la loi sur lesfaillites, pour bénéficier de la décharge, les personnes physiques qui, àtitre gratuit, se sont constituées sûreté personnelle du failli sont tenuesde déposer au greffe du tribunal de commerce une déclaration attestantque leur obligation est disproportionnée à leurs revenus et à leurpatrimoine.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) J.-M. Collard.(25890)

Par jugement du 9 juin 2011, la première chambre du tribunal decommerce séant à Marche-en-Famenne, province de Luxembourg, aprononcé, sur aveu, la faillite de Lafalize, Carine Yvonne Marianne, néeà Bastogne le 17 février 1967, de nationalité belge, domiciliée à 6980 LaRoche, rue Clèrue 13, enregistrée à la Banque-Carrefour des Entreprisessous le numéro 0691.262.382, pour l’activité de coiffure à la mêmeadresse, et a désigné, en qualité de curateur, Me Mathieu Robert, avocatà 6900 Marche-en-Famenne, avenue de la Toiuon d’Or 28.

Le même jugement :

invite les créanciers à déposer au greffe du tribunal de commerce deMarche-en-Famenne, rue Victor Libert 9, palais de justice, bâtiment B,1er étage, la déclaration de leurs créances, avec leurs titres, dans lestrente jours à compter du présent jugement;

dit que le premier procès-verbal de vérification des créances seradéposé au greffe le jeudi 14 juillet 2011;

dit que conformément à l’article 72bis, alinéa 1er, de la loi sur lesfaillites, pour bénéficier de la décharge, les personnes physiques qui, àtitre gratuit, se sont constituées sûreté personnelle du failli sont tenuesde déposer au greffe du tribunal de commerce une déclaration attestantque leur obligation est disproportionnée à leurs revenus et à leurpatrimoine.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) J.-M. Collard.(25891)

Tribunal de commerce de Nivelles

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSPRL Marque, rue du Jacquier 1/A, à 1428 Lillois-Witterzée, déclaréeouverte par jugement du 21 septembre 2009, a constaté la dissolutionde la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué enqualité de liquidateur, M. Freddy Vanderkimpen, domicilié à 7800 Ath,boulevard des Glacis 74.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25892)

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSPRLU Aliben, rue de Namur 71, à 1400 Nivelles, déclarée ouverte parjugement du 12 octobre 2009, a constaté la dissolution de la sociétéfaillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité deliquidateur, M. Theoharopoulos Constantinos, domicilié à 1040 Etter-beek, avenue J. Malou 18.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25893)

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de la SA Virtu-naut, drève de la Meute 31, à 1410 Waterloo, déclarée ouverte parjugement du 7 septembre 2009, a constaté la dissolution de la sociétéfaillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité deliquidateur, M. Jérichem Rubin, domicilié à 1410 Waterloo, drève de laMeute 31.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25894)

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSPRL Frederic, dénommée : « Frederic Multi Services », rue deGenval 3/A, à 1310 La Hulpe, déclarée ouverte par jugement du11 mai 2009, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôtureimmédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. FrédéricCharles, domicilié à 1348 Louvain-la-Neuve, rue du Grand Hornu 1,bte 105.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25895)

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSPRL Saga Press, dénommée : « Photovolt », place de l’Université 16, à1348 Louvain-la-Neuve, déclarée ouverte par jugement du8 février 2010, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôtureimmédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur, M. MarcDewaele, domicilié à 1410 Waterloo, rue du Progrès 9.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25896)

35939MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 142: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSPRL Cyflor Wine and Co, avenue des Iris 129, à 1341 Céroux-Mousty,déclarée ouverte par jugement du 1er septembre 2008, a constaté ladissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, aindiqué en qualité de liquidateur, M. Christian Thibou, domicilié à1341 Ottignies-Louvain-la-Neuve, avenue des Iris 129.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25897)

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSA Immomet, rue de Florival 93, à 1390 Grez-Doiceau, déclarée ouvertepar jugement du 12 avril 2010, a constaté la dissolution de la sociétéfaillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité deliquidateur, M. Yvan Leguine, domicilié à 1933 Sterrebeek, chaussée deMalines 43.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25898)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de la SA SPC-Europe, rue de Béclines 1/bis, à 1435 Mont-Saint-Guibert, déclaréeouverte par jugement du 20 août 2009, a constaté la dissolution de lasociété faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité deliquidateur, M. Christian Delwiche, domicilié à 1200 Bruxelles, avenueAbbeloos 12.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25899)

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSPRL Repso, place Alphonse Favresse 45, à 1310 La Hulpe, déclaréeouverte par jugement du 7 septembre 2009, a constaté la dissolution dela société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualitéde liquidateur, M. Norbert Saint Georges, domicilié à 1180 Uccle,chaussée de Waterloo 1412.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25900)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de la SG Cons-truction Ltd Société de Droit anglais Carcroft-Entreprise, Park-Station 9/8DD DN 6 8DD Doncaster (UK), dont l’établissement de lasuccursale belge est situé rue de l’Enfer 5, à 1495 Mellery, déclaréeouverte par jugement du 20 août 2009, a constaté la dissolution de lasociété faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité deliquidateur, M. Gilles Swaen, domicilié à 1495 Mellery, rue de l’Enfer 5.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25901)

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSPRL Un Coin d’Esterel, rue Constant De Raedt 30, à 1300 Wavre,déclarée ouverte, par jugement du 1er septembre 2008, a constaté ladissolution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, aindiqué en qualité de liquidateur, Mme Véronique Goris, domiciliée à1380 Lasne, chaussée de Louvain 470.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25902)

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSPRL Danley Invest, clos de la Caranda 10, à 1410 Waterloo, déclaréeouverte, par jugement du 7 juin 2010, a constaté la dissolution de lasociété faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité deliquidateur, M. Danny Verougstraete, domicilié à 1410 Waterloo, rue del’Etang 24.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25903)

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSPRL Domen, rue Eglise Saint-Etienne 2, à 1380 Lasne, déclaréeouverte, par jugement du 15 décembre 2008, a constaté la dissolutionde la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué enqualité de liquidateur, M. Dominique De Visscher, domicilié à1030 Bruxelles, avenue Paul Deschanel 141.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25904)

Par jugement du 30 mai 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de laSPRL Premtimi, rue des Prés 6, à 1300 Wavre, déclarée ouverte, parjugement du 28 septembre 2009, a constaté la dissolution de la sociétéfaillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité deliquidateur, M. Marc Borremans, domicilié à 1300 Wavre, rue des Prés 6.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25905)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de la SPRL Romefer,ruelle de la Gare de Basse-Wavre 5, à 1300 Wavre, déclarée ouverte, parjugement du 9 juillet 2009, a constaté la dissolution de la société faillieet la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur,M. Roland Richard Theys, domicilié à 1300 Wavre, rue des Liniers 44/5.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25906)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de la SA Ciplimo,dénommée : « Buro Buro », drève de l’Infante 29, à 1410 Waterloo,déclarée ouverte, par jugement du 2 février 2009, a constaté la disso-lution de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiquéen qualité de liquidateur, M. Jean-Marc Dewilde, domicilié à1300 Limal, rue du Petit Sart 38.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25907)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné la clôture, par liquidation, de la faillite de Delmotte, Jean-Michel Georges E., rue Chapelle Stevenaert 88, à 1370 Jodoigne,déclarée ouverte, par jugement du 10 novembre 2008.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25908)

Par jugement du 6 juin 2011, le tribunal de commerce de Nivelles aordonné l’excusabilité de Lemmens, Paul Georges A., Courte rue desFontaines 70/1, à 1300 Wavre, mais actuellement domicilié rue deBruyn 105, à 1120 Bruxelles 12, dont la faillie a été déclarée ouverte parjugement du 19 avril 2010.

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) M. Keerstock.(25909)

35940 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 143: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende

Bij vonnis van de derde kamer van de rechtbank van koophandel teBrugge, afdeling Oostende, werd op 7 juni 2011, op bekentenis, het fail-lissement uitgesproken van Premar BVBA, volgens verklaring van dezaakvoerder met zetel en handelsuitbating, te 8400 Oostende, TerZwaanhoek 83, gekend onder het ondernemingsnummer 0870.155.623,hebbende als handelsactiviteit webdesign.

De datum van staking van betaling is vastgesteld op 7 juni 2011.

Tot curator werd aangesteld : Mr. Paul Vansteelandt, advocaat, te8400 Oostende, Canadaplein, vóór 8 juli 2011.

De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden tergriffie van de rechtbank van koophandel te 8400 Oostende, Canada-plein, vóór 8 juli 2011.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefail-leerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan tergriffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail.W.

Het eerste proces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen zaldienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank uiterlijk op22 juli 2011.

Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier-hoofd van dienst,(get.) N. Pettens.

(Pro deo) (25910)

Bij vonnis van de derde kamer bis van de rechtbank van koophandelte Brugge, afdeling Oostende, werd op 7 juni 2011, op dagvaarding, hetfaillissement uitgesproken van Renovatie YD BVBA, met zetel enhandelsuitbating te 8820 Torhout, Parkstraat 81, hebbende als handels-activiteiten : overige gespecialiseerde bouwwerkzaamheden, gekendonder het ondernemingsnummer 0877.321.745.

De datum van staking van betaling is vastgesteld op 7 juni 2011.

Tot curator werd aangesteld : Mr. Johan Windels, advocaat, te8820 Torhout, Karel de Ghelderelaan 5.

De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden tergriffie van de rechtbank van koophandel te 8400 Oostende, Canada-plein, vóór 8 juli 2011.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefail-leerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan tergriffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail.W.

Het eerste proces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen zaldienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank uiterlijk op22 juli 2011.

Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier-hoofd van dienst,(get.) N. Pettens.

(Pro deo) (25911)

Rechtbank van koophandel te Dendermonde

Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandelte Dendermonde, d.d. 8 juni 2011, werd het faillissement van EnnicBVBA, transportbedrijf, Hof Ten Goededreef 11, 9240 Zele,ondernemingsnummer 0437.630.247, gesloten verklaard bij vereffening.

De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.

Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd :de heer Werner De Wilde, Hof Ten Goededreef 11, 9240 Zele.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgev. griffier.(25912)

Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandelte Dendermonde, d.d. 8 juni 2011, werd het faillissement van Koroglu,Esref, algemene voedingszaak, Aerschotstraat 91, 9100 Sint-Niklaas,ondernemingsnummer 0886.197.344, gesloten verklaard bij gebrek aanactief.

De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.

In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt deuitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorstvanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgev. griffier.(25913)

Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandelte Dendermonde, d.d. 8 juni 2011, werd het faillissement van Publi-SixBVBA, groothandel in kranten, boeken tijdschriften, Gentsestraat 31,9400 Ninove, ondernemingsnummer 0429.091.574, gesloten verklaardbij gebrek aan actief.

De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.

In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt deuitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorstvanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd :de heer Heeb, Anatoli (overleden op 3 juli 2007), zijn echtgenote enerfgename Mevr. Christiane Heyvaert, 9400 Ninove, Gentsestraat 31.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgev. griffier.(25914)

Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandelte Dendermonde, d.d. 8 juni 2011, werd het faillissement van AC TransGCV, goederenvervoer over de weg, Bookmolenstraat 15, 9200 Dender-mone, ondernemingsnummer 0807.690.294, gesloten verklaard bijgebrek aan actief.

De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.

In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt deuitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorstvanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd :Mevr. Cindy De Beule, zonder gekende woonst- of verblijfplaats.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgev. griffier.(25915)

Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandelte Dendermonde, d.d. 8 juni 2011, werd het faillissement van VanPaepegem, Melissa, horeca, Hulststraat 10, 9400 Ninove, onderne-mingsnummer 0829.288.137, gesloten verklaard bij gebrek aan actief.

De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.

In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt deuitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorstvanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgev. griffier.(25916)

Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandelte Dendermonde, d.d. 8 juni 2011, werd het faillissement van VanBrabandt, Koen, algemene schrijnwerkerij, Kromme Elleboogstraat 3,9320 Erembodegem, ondernemingsnummer 0877.718.158, geslotenverklaard bij vereffening.

Vervroegde verschoonheid d.d. 3 maart 2010.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgev. griffier.(25917)

35941MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 144: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Rechtbank van koophandel te Kortrijk

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer,d.d. 8 juni 2011, werd het faillissement van Vlaminck ITL BVBA,Onledegoedstraat 74, te 8800 Roeselare, ondernemingsnum-mer 0886.519.028, door vereffening beëindigd.

Als vermoedelijke vereffenaars worden beschouwd : PatrickVlaminck en Ann Verstraete, wonende te 8800 Roeselare, Meersbloem-straat 38.

De griffier, (get.) V. Soreyn.(25918)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, vijfde kamer,d.d. 8 juni 2011, werd op bekentenis failliet verklaard : Clabau, EdwinBernard Cornelius, Oostrozebekestraat 86, te 8770 Ingelmunster,geboren op 30 april 1962.

Ondernemingsnummer 0523.670.930.

Onderhoud van machines.

Rechter-commissarissen : Herpels, Peter.

Curator : Mr. Supply, Gwondoline, Henri Horriestraat 44-46,8800 Roeselare.

Datum der staking van betaling : 8 juni 2011.

Indienen der schuldvorderingen ter griffie vóór 6 juli 2011.

Neerlegging eerste PV van verificatie der schuldvorderingen :3 augustus 2011, te 10 u. 30 m., in zaal A, rechtbank van koophandel,gerechtsgebouw II, Beheerstraat 41, 8500 Kortrijk.

Belangrijk bericht aan de belanghebbenden : om in voorkomendgeval te kunnen genieten van de bevrijding waarvan sprake is in art. 73of in art. 80 van de Faillissementswet, moeten de natuurlijke personendie zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefail-leerde, ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaringneerleggen die hun identiteit, hun beroep en hun woonplaats vermeldten waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding methun inkomsten en hun patrimonium is, en waarbij de stukken zijngevoegd zoals bepaald is in art. 72ter van de Faillissementswet.

De griffier, (get.) V. Soreyn.(Pro deo) (25919)

Rechtbank van koophandel te Veurne

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Veurne, van8 juni 2011, werden de verrichtingen van het faillissement van beslotenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid Albrura, destijds metmaatschappelijke zetel te 8660 De Panne, Bortierlaan 10, ondernemings-nummer 0859.947.758, afgesloten wegens ontoereikend actief waardoorde voormelde vennootschap wordt ontbonden en haar vereffeningonmiddellijk wordt gesloten.

In toepassing van art. 185 van het Wetboek van Vennootschappenworden als vereffenaars beschouwd, de heer Marcy, Bruno, wonende te4000 Luik, rue Jean-Haust 74/a011, en de heer Marcy Raoul, wonendete 4100 Seraing, rue Renard 237.

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) N. Boudenoodt.(25920)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Veurne, van8 juni 2011, werden de verrichtingen van het faillissement vanVermeersch, Francine, geboren te Torhout op 31 december 1955, destijdswonende te 8610 Kortemark, Ichtegemstraat 18, met als ondernemings-nummer 0761.272.727, afgesloten door vereffening waarbij de gefail-leerde verschoonbaar werd verklaard.

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) N. Boudenoodt.(25921)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Veurne, van8 juni 2011, werden de verrichtingen van het faillissement van debesloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mike, destijdsmet maatschappelijke zetel te 8670 Koksijde (Oostduinkerke), GeneraalVictor Lorentlaan 12, met als ondernemingsnummer 0879.334.890,afgesloten wegens ontoereikend actief waardoor de voormeldevennootschap wordt ontbonden en haar vereffening onmiddellijkwordt gesloten.

Wordt als vereffenaar beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van hetWetboek van vennootschappen, Gaetane Vanelverdinghe, wonende te8620 Nieuwpoort, Kaai 16/0201.

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) N. Boudenoodt.(25922)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Veurne, d.d.23 februari 2011, werd in het faillissement van Mevr. Focke, Vanessa,de gefailleerde, nl. Mevr. Focke, Vanessa vervroegd verschoonbaarverklaard.

Voor eensluitend verklaard afschrift, (get.) Karel Versteele, advocaatvan V. Focke.

(25923)

Faillite rapportée − Intrekking faillissement

Par jugement prononcé le 30 mai 2011, la première chambre dutribunal de commerce de Charleroi a rapporté la faillite prononcée àl’encontre de Mme Nadège Alexandre, née le 20 juin 1979, domiciliée à6060 Gilly, rue de la Ceinture 56.

En conséquence, le tribunal a mis à néant le jugement de failliteprononcé le 14 mars 2011 en toutes ses dispositions.

Le curateur, (signé) Bernard Grofils.(25924)

Bij op tegenspraak gewezen vonnis, van 30 mei 2011, van de zesdekamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, A.R. 1221/2011, werd het verzet van de heer Peter Vandenhende, ondernemings-nummer 0684.290.854, wonende Glazenleeuwstraat 10, 9120 Beveren,tegen het vonnis van 4 april 2011, A.R. 946/2011, van diezelfderechtbank, vonnis waarbij hij verstek failliet werd verklaard, ontvan-kelijk en gegrond verklaard : het vonnis van 30 mei 2011 doet hetbestreden vonnis, van 4 april 2011, teniet, en zegt voor recht datVandenhende, Peter, niet in staat van faillissement is.

(Get.) K. Wille, advocaat.(25925)

Dissolution judiciaire — Gerechtelijke ontbinding

VOF Travel Well, Lange Herentalsestraat 76, 2018 Antwerpen.

KBO-nummer : 0465.382.838

Vervroegde ontbinding op 31 december 2009.

Vereffenaar Dik Volders wordt vervangen door Mr. Ilse Mertens,advocate, te Antwerpen, er kantoorhoudende aan de Molenstraat 52-54,bij vonnis gewezen door de rechtbank van koophandel te Antwerpen,d.d. 1 juni 2011.

(Get. Ilse Mertens, vereffenaar.(25926)

35942 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 145: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, tweeën-twintigste kamer, inde buitengewone terechtzitting in raadkamer, werdde benoeming van de heer Erik Greeve, in zijn hoedanigheid van veref-fenaar van de NV Promib, met maatschappelijke zetel te 2650 Edegem,Sint-Goriksplein 8, ingeschreven in het register der rechtspersonenonder nr. 0443.433.718, bevestigd.

Aan de vereffenaar werden de taken opgelegd zoals voorzien in deartikelen 189bis en 190, § 2 W.Venn.

(Get.) E. Greeve, advocaat.(25927)

Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel

D’un acte reçu par le notaire Corinne Dupont en date du 19 mai 2011,il résulte que M. Si Ammour, Mourad, né à Tizi-Ouzou (Algérie) le15 mars 1981, et son épouse Mme De Koster, Lutgart Angela Frans, néeà Termonde le 2 août 1977, domiciliés ensemble à 1000 Bruxelles, ruedu Pont de la Carpe 5, ont modifié leur régime matrimonial, pouradopter le régime de la séparation des biens pure et simple.

Pour extrait conforme délivré en application de l’article 1396 du Codecivil.

(Signé) Corinne Dupont, notaire à Bruxelles.(25928)

Par acte reçu par Me Guillaume Hambye, notaire à Mons, le28 mai 2011, M. Tevels, Bart Gerard Gabriel, chauffeur de camion, né àTielt le 18 octobre 1970, inscrit au registre national sous le n° 70.10.18-199.25, et son épouse Mme Wanin, Stéphanie Françoise Paul Marie,intérimaire, née à Mons, le 19 août 1987, inscrite au registre nationalsous le n° 87.08.19-204.42, domiciliés ensemble à Mons (Ghlin), rueCharles Piron 51.

Apportèrent les modifications suivantes à leur régime matrimonial.

Ils liquident leur régime belge de la communauté des biens réduiteaux acquêts et adoptent le régime belge de la séparation de biens pureet simple.

Les comptes bancaire sont répartis entre les époux dans le patrimoinepropre de chacun; les meubles meublants restent en indivision entre lesdeux époux, chacun pour une moitié indivise en pleine propriété. Lesdettes financières sont réparties entre les patrimoines propres.

Conformément à l’article 139 du Code civil, un inventaire notarié desbiens appartenant à chaque époux ainsi qu’à la communauté des biensa été établi, dans la demeure familiale, par Me Hambye, Guillaume,notaire à Mons, le 14 avril 2011.

(Signé) G. Hambye, notaire à Mons.(25929)

D’un acte reçu par Me Luc Janssens, notaire associé à Celles (Velai-nes), en date du 26 mai 2011, il résulte que M. Ménart, Jean-Marie, né àTournai le 8 février 1950, et son épouse, Mme Buron, Marie-JeanneYvonne, née à Renaix le 5 août 1948, domiciliés à 7743 Pecq (Obigies),rue du Moulin (OBI) 5.

Epoux mariés sous le régime légal de communauté à défaut d’avoirfait précéder leur union d’un contrat de mariage, ont fait procéder à lamodification de leurs conventions matrimoniales.

Cette modification de régime matrimonial maintient leur régimeexistant, mais contient apport d’un immeuble par M. Ménart aupatrimoine commun.

Pour extrait analytique conforme : (signé) Luc Janssens, notaireassocié.

(25930)

Aux termes d’un acte reçu le 8 juin 2011 par le notaire PhilippeJacquet, à Evere, M. Ibrahimi, Driton, né à Kymahobo (ex-Yougoslavie)le 5 décembre 1984, et son épouse, Mme Junuzi, Xhemile, née àBruxelles le 31 décembre 1980, domiciliés ensemble à 1030 Schaerbeek,rue des Ailes 44, ont adopté le régime de la séparation des biens.

(Signé) Ph. Jacquet, notaire.(25931)

D’un acte reçu par le notaire Paul Stoefs à Jodoigne le 16 mai 2011,enregistré à Jodoigne le 26 mai 2011, volume 797, folio 65, case 7, deuxrôles sans renvoi signé l’inspecteur principal D. Vandenhoofden, encours de transcription, il ressort que M. Hallet, Jacques ThéophileAntoine Ghislain, né à Opprebais le 1er septembre 1943 (NN 43.09.01-191.66), et son épouse Mme Betkue, Appoline Sonia, née à Bazou(Cameroun) le 15 mars 1970 (NN 70.03.05-47.284), tous deux domiciliésà 1370 Jodoigne (Zétrud-Lumay), rue de la Ahanière 13, ont modifiéleur contrat de mariage reçu par le notaire Paul Stoefs à Jodoigne le2 avril 1997 en ajoutant une société d’acquêts à leur contrat initial deséparation de biens pure et simple.

(Signé) P. Stoefs, notaire à Jodoigne.(25932)

Par acte du notaire Caroline Remon à Jambes en date du 6 juin 2011,M. Antignac, Christian Jean Georges Ghislain, né à Jambes le4 mars 1939, et son épouse, Mme Van Moffaert, Eva Emilie JoséphineFlore Ghislaine, née à Erpent le 10 juin 1936, domiciliés ensemble àErpent (Namur), chaussée de Marche 542, ont, sans modifier le régimematrimonial qui les régit (communauté légale), déclaré apporter unesimple modification à la composition de leur patrimoines, un immeublepropre à Mme Van Moffaert étant transféré dans le patrimoinecommun.

(Signé) Caroline Remon, notaire à Jambes.(25933)

Aux termes d’un acte reçu par Me Tanguy Loix, notaire à Frasnes-lez-Anvaing, le 27 mai 2011, M. Hayez, Cédric Michel, et son épouse,Mme Boulanger, Stéphanie Andrée Josiane, domiciliés ensemble à7903 Chapelle-à-Wattines (Leuze-en-Hainaut), place Gabrielle Petit 3,époux mariés sous le régime légal belge de communauté, ont adoptéun contrat modificatif de leur régime matrimonial.

Ce contrat permet l’apport par M. Cédric Hayez d’un immeublepropre dans le patrimoine commun.

Pour extrait conforme : (signé) Tanguy Loix, notaire.(25934)

Aux termes d’un acte reçu par Me Tanguy Loix, notaire à Frasnes-lez-Anvaing, le 31 mai 2011, M. Parent, Daniel Florimond FrançoisNorbert, et son épouse, Mme Lesueur, Christine Edouard Jeanne,domiciliés ensemble à 7890 Ellezelles, Scoupignies 3, époux mariés sousle régime belge de la séparation de biens pure et simple, ont adopté uncontrat modificatif de leur régime matrimonial.

Ce contrat permet l’ajout à leurs patrimoines propres d’une sociétéd’acquêts, l’apport par chacun des époux de biens meubles propresdans cette société d’acquêts, l’apport par M. Daniel Parent et sonépouse, Mme Christine Lesueur, de biens meubles leur appartenantindivisément dans cette société d’acquêts, l’apport par M. Daniel Parentd’immeubles propres dans cette société d’acquêts et l’apport parM. Daniel Parent et son épouse, Mme Christine Lesueur, d’unimmeuble leur appartenant indivisément dans cette société d’acquêtsainsi que la modification des dispositions à cause de mort.

Pour extrait conforme : (signé) Tanguy Loix, notaire.(25935)

35943MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 146: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Ondergetekende notaris Eric Tallon, te Geetbets, verklaart bij dezedat de echtgenoten, de heer Vanbrabant, André Albert Ghislain,geboren te Sint-Truiden op 2 augustus 1940, nationaal num-mer 40.08.02 255-96, en zijn echtgenote, Mevr. Franssens, Maria Philo-mena, geboren te Stevoort op 9 maart 1945, nationaal num-mer 45.03.09 254-54, gehuwd te Stevoort op 26 mei 1966, hunhuwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd bij akte, verleden voornotaris Eric Talloen, op 30 mei 2011.

Mevr. Franssens, Maria, verklaart in het gemeenschappelijkvermogen onroerende goederen in te brengen hetgeen aanvaard wordtdoor de heer Vanbrabant, André.

Geetbets, 8 juni 2011.(Get.) E. Tallon, notaris.

(25936)

Bij akte, verleden voor geassocieerd notaris Marc De Graeve, teAntwerpen, op 27 mei 2011, met melding van volgende registratie-gegevens : « Geregistreerd twee bladen, geen renvooien, te Antwerpen,zevende kantoor der registratie, op 30 mei 2011, boek 151, blad 96,vak 05 (F 2011/441/2731/N). Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25).De ontvanger : W. Wuytack », hebben de heer Paul Schijvens enMevr. Linda Schippers, samenwonende te Antwerpen, districtMerksem, Bordink 3, een wijziging aangebracht aan hun huwelijks-vermogensstelsel.

Voor ontledend uittreksel : (get.) M. De Graeve, geassocieerd notaris.(25937)

Er blijkt uit een akte, verleden voor notaris Christophe Kint, teStaden, op 10 mei 2011, geregistreerd, dat de heer Despierre, JohnyGilbert Cornelius, geboren te Woumen op 24 augustus 1950, en zijnechtgenote, mevr. Declercaq, Chantal Maria, geboren te Ieper op23 november 1969, beide wonende te 8840 Staden, Leopoldlaan 48, diehuwden voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Staden op24 januari 1992, onder het wettelijk stelsel met huwelijkscontract,verleden voor notaris Claudine Mergaert, te Staden, op 17 januari 1992,welk stelsel niet gewijzid werd, dat zij thans hun huwelijksvermogens-stelsel hebben gewijzigd. De wijziging omvat het behoud van hetbestaande huwelijksstelsel, doch met toebedeling aan het eigenvermogen van Mevr. Declercq, Chantal.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Christophe Kint, notaris te Staden.(25938)

Blijkens akte, verleden voor notaris De Schepper, Peter, te Roosdaal,op 31 mei 2011, hebben de heer Cools, Luc Frans Jos, geboren te Leuvenop 20 augustus 1965 (NN 650820 143-96), en zijn echtgenote,Mevr. Follens, An Marie, geboren te Sint-Agatha-Berchem op5 november 1964 (NN 641105 304-94), wonende te 1702 Groot-Bijgaarden, Hendrik Placestraat 16, een aantal beschikkingen van hunstelsel gewijzigd met behoud van het stelsel zoals het thans van toepas-sing is.

Voor gelijkvormig uittreksel : (get.) P. De Schepper, notaris.(25939)

De heer Van Baelen, Patrick Alfons Joanna, geboren te Hulshout op23 februari 1957, en zijn echtgenote, Mevr. Van Passel, HildegondaMaria Theresia Louisa, geboren te Aarschot op 1 februari 1956, teAarschot, Bekaflaan 37, hebben bij akte, verleden voor Lieve Stroey-kens, geassocieerde notaris te Aarschot, op 6 juni 2011, een wijziginggedaan van hun huwelijksvermogensstelsel waarbij een beperktegemeenschap werd toegevoegd aan hun stelsel van zuivere scheidingvan goederen ingevolge hun huwelijkscontract, verleden voor notarisGodfried Van Kerckhoven, voorheen te Aarschot, op 13 maart 1979, metinbreng door respectievelijk Mevr. Van Passel, Hildegonda, van eenonroerend goed en door de echtgenoten Van Baelen-Van Passel van eenonroerend goed, evenals van alsmede werd voorzien in de inbreng vantoekomstige eigen goederen voortkomende uit een schenking of nala-tenschap en met toevoeging van een keuzebeding.

Voor de echtgenoten, (get.) Lieve Stroeykens, geassocieerde notaris.(25940)

Blijkens akte, verleden voor notaris Frederic Caudron, te Aalst (Erem-bodegem), op datum van 25 mei 2011, hebben de heer De Backer, TomSéverin, geboren te Aalst op 27 januari 1965, en zijn echtgenote,Mevr. Ghysens, Kathy Petra, geboren te Aalst op 15 juli 1970, wonendete Affligem, Brukersebaan 5B, volgende wijziging aan hun huwelijks-vermogensstelsel aangebracht : behoud van het stelsel der zuiverescheiding van goederen, doch aan te vullen met een toegevoegd interngemeenschappelijk vermogen, beperkt tot een onroerend goed, door deheer Tom De Backer.

Voor de verzoekers, (get.) Frederic Caudron, notaris te Aalst(Erembodegem).

(25941)

De heer Janssens, Hubert, geboren te Mechelen op 2 september 1951,en zijn echtgenote, Mevr. Keldermans, Monique Marie, geboren teLeuven op 16 december 1949, samenwonende te 3150 Haacht (Wespe-laar), Bosveld 19, hebben bij akte, verleden voor Chris Van Edom,notaris te Boortmeerbeek (Hever), op 26 mei 2011, waarbij het stelselvan scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinstenbehouden bleef, een inbreng gedaan van één onroerend goed door deechtgenoot Janssens, Hubert, in het gemeenschappelijk vermogen,alsmede voorzien in de toevoeging van een keuzebeding inzake detoebedeling van het gemeenschappelijk vermogen bij ontbinding vanhet stelsel ingevolge overlijden.

(Get.) Chris Van Edom, notaris te Boortmeerbeek (Hever).(25942)

Het blijkt uit een akte verleden voor geassocieerd notaris Jan Jans-sens te Stabroek, op 17 mei 2010, dat de heer De Wit, Urbain JaakJozefina, geboren te Berchem op 23 november 1940, en zijn echtgenoteMevr. Heus, Gabriella Antonetta Augusta, geboren te Kortenberg op21 juli 1941, samenwonende te Antwerpen (Deurne), Corneel Fran-ckstraat 53, gehuwd onder het beheer der scheiding van goedereningevolge huwelijkskontrakt verleden voor notaris Hugo Larose,destijds te Antwerpen, op 14 juni 1965, wijzigingen hebben aangebrachtaan hun huwelijkskontrakt onder meer door toevoeging van eengemeenschap die de echtgenoten beperken tot het onroerend goed datMevr. Heus, Gabriella, voornoemd bezit, en inbreng van gezegdonroerend goed in deze gemeenschap.

Stabroek, 31 mei 2011.(Get.) Jan Janssens, geassocieerd notaris.

(25943)

Op 13 mei 2011 hebben de heer De Smedt, Philippe Edmond Emile,en zijn echtgenote, Mevr. Oeyen, Ingeborg Jaklien Maria, samenwo-nende te 3020 Herent (Veltem-Beisem), Stationsstraat 35, voor geas-socieerd notaris Karel Lacquet, te Herent, een akte van wijziginghuwelijkscontract verleden, waarbij met behoud van het wettelijkstelsel : door de heer De Smedt een eigen goed werd ingebracht in hetgemeenschappelijk vermogen.

Deze akte draagt volgende vermelding van registratie : « Geregis-treerd te Haacht, op 19 mei 2011, boek 5/69, blad 61, vak 4. Ontvangen :vijfentwintig euro. De ontvanger, (get.) A. Raes. »

Voor analytisch uittreksel : (get.) K. Lacquet, geassocieerd notaris.(25944)

Uit een akte verleden voor notaris Philip Odeurs, te Sint-Truiden, op8 juni 2011, blijkt dat de heer Matthijs, Jacques Willem Jozef, geboren teSint-Truiden op 11 oktober 1943, en Mevr. Vandenrijt, Lizzy Roger P.,geboren te Sint-Truiden op 21 september 1962, wonend te Sint-Truiden,Boudewijnlaan 8, gehuwd onder het wettelijk stelsel, bij gebrek aan eenhuwelijkcontract, hun voormeld huwelijksvermogensstelsel gewijzigdhebben door inbreng van een onroerend goed door de heer JacquesMatthijs.

Sint-Truiden, 8 juni 2011.Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Philip Odeurs, notaris te

Sint-Truiden.(25945)

35944 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 147: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Bij akte verleden voor notaris Luc Tournier, te Beringen, standplaatsBeverlo, op 10 mei 2011, hebben de heer Rayen, Romain FelicienClement, geboren te Heusden op 14 maart 1942, nationaalnummer 42.03.14-207.82, en zijn echtgenote Mevr. Christiaens, Alphon-sine Denise, geboren te Paal op 11 april 1946, nationaalnummer 46.04.11-258.18, wonende te 3580 Beringen, Oude Baan 10, eenwijziging aan hun huwelijkscontract aangebracht.

De wijziging heeft niet de vereffening van het bestaand huwelijks-vermogensstelsel tot gevolg, maar wel een verandering in de samen-stelling van hun vermogens en de wijziging van het overlevingsbeding.

Namens de echtgenoten : (get.) Luc Tournier, notaris te Beverlo(Beringen).

(25946)

Uit een akte verleden voor notaris Carmen de Vuyst, notaris metstandplaats te Herzele, op 20 mei 2011, blijkt dat de heer Vermeulen,Wim Gustaaf, en zijn echtgenote Mevr. Van Geyt, Chantal, wonende te9420 Erpe-Mere, Kwalestraat 61, een wijziging hebben aangebracht aanhun huwelijksvermogensstelsel. Door de heer Vermeulen, Wim,werden onroerende goederen in de gemeenschap ingebracht.

Herzele, 7 juni 2011.

Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Carmen de Vuyst, notaris.(25947)

Bij akte verleden voor notaris Niek Van der Straeten, te Destelbergen,op 26 mei 2011, hebben de heer Vanhee, Rik Jozef Maurice, en zijnechtgenote, Mevr. Bielen, Carla Josée Veronique, samenwonend te8560 Wevelgem, Goedendagstraat 35, wijzigingen aan hun huwelijks-contract aangebracht, onder meer door onttrekking van onroerendegoederen aan hun gemeenschappelijk vermogen.

(Get.) Niek Van der Straeten, notaris.(25948)

Er blijkt uit een akte verleden voor Mr. De Cuman, Johan, notaris teKortemark in datum van 6 juni 2011, geregistreerd, dat de heer Deruyt-tere, Peter Tony, en zijn echtgenote Mevr. Verplancke, Ann, samenwo-nende te 8610 Kortemark, Bescheewegestraat 2, een middelgrote wijzi-ging aan hun huwelijksvermogensstelsel hebben aangebracht, doorinbreng in de gemeenschap door de heer Deruyttere, Peter, van :1/ Hoeve te Kortemark, Bescheewegestraat 2, sectie A, nummers 137/Den 149/A/2, groot 2 ha, 78 a, 07 ca en 2/ perceel weiland te Kortemark,aan de Koekelarestraat, sectie A, nummer 110/B, groot 94 a 36 ca.

Opgemaakt en namens de verzoekers getekend door voornoemdenotaris Johan De Cuman, te Kortemark, op 6 juni 2011.

(Get.) J. De Cuman, notaris.(25949)

Bij akte, verleden voor notaris Myriam Fransman-Daelemans, te Bree,op 13 mei 2011, werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd tussende heer Achten, Mathieu Clement Hubertina, geboren te Ophoven op9 november 1958, en zijn echtgenote, Mevr. Neyens, Maria Josephina,geboren te Genk op 9 januari 1960, samenwonende te 3680 Maaseik(Opoeteren), Houwstraat 32.

De echtgenoten Achten, Mathieu-Neyens, Maria, zijn gehuwd teMaaseik op 8 mei 1981, onder het wettelijk stelsel.

Zij hebben bij voormelde wijzigende akte hun huwelijksstelselbehoud doch er werd inbreng gedaan door Mevr. Neyens, Maria, vaneigen onroerende goederen in de gemeenschap.

Bree, 9 juni 2011.Voor gelijkluidend uittreksel : (get.) Myriam Fransman Daelemans,

notaris.(25950)

Bij akte, verleden voor Philippe Verlinden, geassocieerd notaris, teRijkevorsel, op 24 mei 2011, geregistreerd te Turnhout op 3 juni 2011,deel 680, blad 10, vak 12. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). Voorde waarnemend eerstaanwezend inspecteur, Lou Dams, hebben Geerts,Filip Jozef Hugo, geboren te Turnhout op 18 maart 1968, en Druyts,Pascale Maria Leo, geboren te Beerse op 28 januari 1966, wonende te2310 Rijkevorsel, Bochtenstraat 34, hun stelsel van scheiding vangoederen met deelname in de aanwinsten blijkens huwelijkscontract,verleden voor notaris Paul Grootjans, te Grimbergen, op 15 juli 1992,aangevuld met keuzeclausules aangaande verdeling van het gemeen-schappelijk vermogen bij ontbinding en een toevoeging van eenonroerend goed aan het gemeenschappelijk vermogen, elk wat hunonverdeeld aandeel betreft.

Dit uittreksel is opgemaakt te Rijkevorsel, op 24 mei 2011, naontleding van vermelde akte en door mij, notaris, ondertekend engezegeld.

(Get.) Philippe Verlinden, geassocieerd notaris.(25951)

Bij akte, verleden voor Philippe Verlinden, geassocieerd notaris, teRijkevorsel, op 24 mei 2011, geregistreerd te Turnhout op 3 juni 2011,deel 680, blad 10, vak 08. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). Voorde waarnemend eerstaanwezend inspecteur, Lou Dams, hebbenLauryssen, Jacobus Luc Lucia, geboren te Hoogstraten op24 oktober 1959, en de Koning, Catharina Elisabeth Martha, geboren teBeerse op 6 april 1961, wonende te 2310 Rijkevorsel, Achtel 2, hunwettelijk huwelijksvermogensstelsel bij gebrek aan een huwelijkscon-tract aangevuld met keuzeclausules aangaande verdeling van hetgemeenschappelijk vermogen bij ontbinding en inbreng van eigengoederen van de Koning Catharina.

Dit uittreksel is opgemaakt te Rijkevorsel, op 24 mei 2011, naontleding van vermelde akte en door mij, notaris, ondertekend engezegeld.

(Get.) Philippe Verlinden, geassocieerd notaris.(25952)

Bij akte, verleden voor notaris Stephan Mourisse, met standplaatsRoesbrugge (Poperinge), op 24 mei 2011, en dragende volgendemelding van registratie « geregistreerd te Poperinge, 30 mei 2011,vier bladen, geen verzending, boek 437, blad 80, vak 14. Ontvangen :vijfentwintig euro (S 25,00). De eerstaanwezend inspecteur, (get.)B. Vangampelaere », werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd deheer Decrock, Bart Urbain, geboren te Poperinge op 2 oktober 1972, enzijn echtgenote, Mevr. Verdonck, Christine Marie Paule Cornelia,geboren te Poperinge op 18 maart 1974, samenwonend te 8970 Poper-inge (Reningelst), Zoetendaalstraat 6.

De echtgenoten waren getrouwd onder het wettelijk stelsel bij gebrekaan bestaand huwelijkscontract.

Krachtens voormelde wijzigende akte, werd door de heer BartDecrock, onroerende goederen in de gemeenschap ingebracht.

Poperinge (Roesbrugge-Haringe), 7 juni 2011.Voor ontledend uittreksel : (get.) Stephan Mourisse, notaris.

(25953)

Bij akte, verleden voor notaris Stephan Mourisse, met standplaatsRoesbrugge (Poperinge), op 25 mei 2011, en dragende volgendemelding van registratie : « geregistreerd te Poperinge, 30 mei 2011,vier bladen, geen verzending, boek 437, blad 80, vak 19. Ontvangen :vijfentwintig euro (S 25,00). De eerstaanwezend inspecteur, (get.)B. Vangampelaere », werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd

35945MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 148: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

tussen de heer Dezeure, Pieter Wim Corneel, geboren te Veurne op5 februari 1988, en zijn echtgenote, Mevr. Oyaert, Tine Anita Cornelia,geboren te Veurne op 18 augustus 1988, samenwonend te 8630 Veurne(Vinkem), Zwart-Paardstraat 2.

De echtgenoten waren getrouwd onder het wettelijk stelsel bij gebrekaan bestaand huwelijkscontract.

Krachtens vermelde wijzigende akte, werd door de heer PieterDezeure, onroerende goederen in de gemeenschap ingebracht.

Poperinge (Roesbrugge-Haringe), 7 juni 2011.

Voor ontledend uittreksel : (get.) Stephan Mourisse, notaris.(25954)

Bij akte, verleden voor notaris Tom Verhaegen, te Overijse, op30 mei 2011, hebben de heer Henderix, Patrick Freddy Lambert,geboren te Sint-Truiden op 18 mei 1962, en zijn echtgenote, Mevr. VanIsterdael, Rita Maria Jozefina, geboren te Oudergem op14 februari 1954, samenwonende te 3540 Herk-de-Stad, Kleine Hool-straat 42, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd met behoud vanhet wettelijk stelsel, ingevolge hun huwelijkscontract verleden voornotaris André De Jonckheere, te Overijse, op 2 maart 1992, sindsdienniet gewijzigd door (1) inbreng in het gemeenschappelijk vermogendoor Mevr. Rita Van Isterdael, van de volle eigendom van een eigenonroerend goed, gelegen te Herk-de-Stad (eerste afdeling), OudeTramweg 20, gekadastreerd volgens een recent kadastraal uittreksel,sectie A, nummer 470/P/2, voor een oppervlakte van 12 a 4 ca, en (2)een overeenkomst van beding van conventionele terugkeer van voor-meld eigendom naar de inbrengende echtgenoot ingeval het huwelijkzou worden ontbonden door een andere reden dan overlijden van éénvan de echtgenoten.

Voor de echtgenoten : (get.) Tom Verhaegen, notaris.(25955)

Bij akte, verleden voor Mr. Bruno Mariens, geassocieerd notaris, teKortenberg, op 15 mei 2011, werd het huwelijksstelsel van de echtge-noten, de heer De Vos, Luc Martha Pierre, geboren te Leuven op17 november 1954, nationaalnummer 54.11.17-427.80, en Mevr. Abeloos,Gratia Fernande Maria, geboren te Etterbeek op 8 juli 1955, nationaal-nummer 55.07.08-492.84, samenwonende te Kortenberg (3071 Erps-Kwerps), Dreef 16, gewijzigd.

Deze wijziging houdt in dat Mevr. Gratia Abeloos, inbreng gedaanheeft van een eigen onroerend goed in het gemeenschappelijkvermogen, met behoud van het wettelijk huwelijksvermogensstelsel.

(Get.) Bruno Mariens, geassocieerd notaris, te Kortenberg.(25956)

Uit een akte, verleden voor notaris Carl Polfliet, notaris, met stand-plaats te Oostende, op 27 mei 2011, blijkt dat de heer Zonekein, PaulMaria Jozef Cornelius, geboren te Oostende op 27 juni 1937, nationaal-nummer 37.06.27-005.04, en zijn echtgenote, Mevr. Laplasse, MariaMagdalena, geboren te Oostende op 12 april 1938, nationaal-nummer 38.04.12-010.68, samenwonende te 8400 Oostende,Lijndraaiersstraat 31.

Gehuwd onder het stelsel van gemeenschap van aanwinsten blijkenshuwelijkscontract, verleden voor notaris Camiel Vanhyfte, teMaldegem, op 28 mei 1960.

Gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid hen verschaft bijartikel 1394 van het Burgerlijk Wetboek, hun voormeld huwelijkscon-tract te wijzigen.

Krachtens voormelde wijzigende akte werd door de heer PaulZonnekein, en Mevr. Maria Laplasse, een onroerend goed in degemeenschap gebracht.

Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Carl Polfliet, notaris.(25957)

Uit een akte wijziging huwelijkscontract, opgemaakt door geassoci-eerd notaris Karlos Dewagtere, met standplaats, te Jabbeke, lid van demaatschap « Van Hoestenberghe, Dawagtere & Van Hoestenberghe »,op 16 mei 2011 (Geregistreerd te Brugge, tweede kantoor bevoegd voorregistratie, drie bladen, één verzending, op 27 mei 2011, boek 262,blad 88, vak 5. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De eerstaan-wezend inspecteur, (get.) P. Bailleul », blijkt dat de heer Verhaeghe,Roger Andre, geboren te Torhout op 4 juli 1956, en zijn echtgenote,Mevr. Jonckheere, Marie Jeanne Christina, geboren te Brugge op1 november 1954, samenwonende te 8490 Jabbeke, Stationsstraat 126,gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Jabbeke op24 juni 1977, na voorafgaandelijk een huwelijkscontract te hebben latenopmaken door notaris Jacques Bossuyt, te Klemskerke, op 16 juni 1977,een wijziging hebben aangebracht aan hun huwelijksstelsel, waarinonder andere de heer Roger Verhaeghe, een onroerend goed in hetgemeenschappelijk vermogen heeft ingebracht.

Voor beredeneerd uittreksel : (get.) K. Dewagtere, geassocieerdenotaris.

(25958)

Bij akte, verleden voor Mr. Olivier Van Maele, geassocieerd notaris,te Aalst, op 10 mei 2011, werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigdtussen de heer Van den Abbeele, Vincent, geboren te Moorsel op11 maart 1961, nationaalnummer 61.03.11-101.95, identiteitskaart-nummer 591-0843120-01, en zijn echtgenote, Mevr. Zhong, Qiuping,geboren te Guangdong (China) op 20 september 1978, nationaal-nummer 78.09.20-536.80, identiteitskaartnummer B 0060181-41, samen-wonende te 9310 Aalst (Moorsel), Steven 45.

De echtgenoten Van den Abbeele-Zhong, waren gehuwd teZhongshan, Guangdong (China) op 5 februari 2008 onder het wettelijkstelsel bij gebrek aan huwelijkscontract.

Krachtens voormelde wijzigende akte werd door de heer Van denAbbeele, een onroerend goed in de gemeenschap ingebracht.

Aalst, 1 juni 2011.

Voor gelijkluidend uittreksel : (get.) Olivier Van Maele, notaris.(25959)

Bij akte, verleden voor notaris Frans Van Achter, te Halle, op13 april 2011, geregistreerd : « Geregistreerd, twee bladen, zonderrenvooien, te Halle-I, op 18 april 2011, boek 716, fol. 97, vak 17.Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De ontvanger, (get.)Y. Dehantschutter », hebben de heer Van Hovaerde, Rudy JacquesAndré, geboren te Brussel op 8 juli 1964 (nationaalnummer 64.07.08-505.66, identiteitskaartnummer 590-7673677-33), en zijn echtge-noot, de heer Mayer, Paul Stefan, geboren te Bad Aussee op19 juni 1972 (nationaalnummer 72.06.19-575.21, identiteitskaartnum-mer B 0575358 51), samenwonende te 1700 Dilbeek, Solleveld 8, hunhuwelijksstelsel gewijzigd in die zin dat beide echtgenoten in hetbijzonder de volle eigendom van een onroerend goed in het gemeen-schappelijk vermogen hebben ingebracht.

Voor ontledend uittreksel : (get.) Fran Van Achter, notaris.(25960)

Uit een akte wijziging huwelijkse voorwaarden, opgemaakt door mij,Thierry Velghe, notaris, te Maasmechelen, op 30 mei 2011, blijkt dat deheer Vandeput, David René Richard, geboren te Tienen op 3 juni 1967,en zijn echtgenote, Mevr. Nysen, Lutgart Jeannine Theodora, geborente Hasselt op 5 december 1965, samenwonende te 3630 Maasmechelen,Deken Bernardstraat 21, gehuwd zijn voor de ambtenaar van deburgerlijke stand van de gemeente Hasselt op 24 augustus 1991, onderhet wettelijk stelsel bij gebrek aan huwelijkscontract, waaraan geenwijzigingen werden aangebracht, waarbij hun bestaand stelsel van dewettelijke gemeenschap van goederen wordt behouden, en er a) eenonroerend goed door Mevr. Nysen, Lutgart, voornoemd, wordt inge-bracht in het bestaand gemeenschappelijk huwelijksvermogen; enb) een keuzebeding wordt toegevoegd voor de verdeling van hetgemeenschappelijk vermogen bij overlijden.

Voor de verzoekers : (get.) Thierry Velghe, notaris.(25961)

35946 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 149: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Uit een akte, verleden voor notaris Katia Denoo, te Oostkamp, op23 mei 2011, geregistreerd te Brugge, Registratie 4, op 25 mei 2011,boek 215, blad 89, vak 6, blijkt dat de heer Van Durme, Dirk, geboren teAalst op 3 april 1966, van Belgische nationaliteit, nationaal-nummer 66.04.03-137.23, en zijn echtgenote, Mevr. De Soete, HildeMaria Ignace, geboren te Brugge op 25 juli 1964, van Belgischenationaliteit, nationaalnummer 64.07.25-046.15, samenwonende te8210 Zedelgem, Kuilputstraat 1/1, gehuwd voor de ambtenaar van deburgerlijke stand te Oostkamp op 18 juli 2009 onder het stelsel vanscheiding van goederen, blijkens huwelijkscontract, verleden voorondergetekende notaris Katia Denoo, te Oostkamp, op 18 juli 2009, eenwijziging werd aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel, metonder andere de inbreng in de huwelijksgemeenschap van een eigenonroerend goed in volle eigendom door voornoemde Mevr. De Soete,Hilde, voornoemd, alsmede een wijziging in de verdeling van dehuwgemeenschap bij overlijden van één der echtgenoten.

Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Katia Denoo, notaris teOostkamp.

(25962)

Uit een akte, verleden voor geassocieerd notaris Marcel Wellens,vennoot van de burgerlijke vennootschap onder vorm van een beslotenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid « notarisassociatieWellens », met zetel te 2640 Mortsel, Eggestraat 28, op 18 mei 2011,geregistreerd drie bladen, zonder verzendingen, registratie Mortsel,19 mei 2011, boek 139, blad 72, vak 16. Ontvangen : vijfentwintig euro(S 25,00). De eerstaanwezend inspecteur, (get.) J. De Vries, blijkt dat deheer Marynissen, Joannes Franciscus, geboren te Wilrijk op10 april 1931, nationaalnummer 31.04.10-315.64, en zijn echtgenote,Mevr. Bouwens, Margarita Maria, geboren te Kontich op 13 maart 1934,nationaalnummer 34.03.13-302.43, wonende te 2610 Antwerpen(Wilrijk), Lieve Vrouwkesbosweg 52.

Gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Chevetogneop 21 april 1958, onder het wettelijk stelsel blijkens huwelijkscontract,verleden voor notaris Meeus, te Wilrijk, op 21 april 1958, niet gewijzigdtot op heden.

Zij overeenkomstig artikel 1394 van het Burgerlijk Wetboek dithuwelijksstelsel hebben gewijzigd zonder dat deze wijziging de veref-fening van het vorig stelsel of een dadelijke verandering van desamenstelling van de vermogens tot gevolg heeft.

Na herroeping van alle gedane giften tussen echtgenoten, heeft deheer Marynissen, ingebracht in de gemeenschap :

1. Een woonhuis te Antwerpen (Wilrijk), Lieve Vrouwkesbosweg, tenkadaster gekend wijk D, nummer 218/D, voor een oppervlakte van2.729 m2.

2. Een perceel bouwland te Antwerpen (Wilrijk), Groenenhoek, tenkadaster gekend wijk D, nummer 519/G, voor een oppervlakte van8.034 m2.

Schrapping van artikel 2 en 3 van het oorspronkelijk huwelijkscon-tract en vervanging van een nieuw artikel 2.

Artikel 2 : keuzebeding

Invoering van een keuzeclausule inzake de toebedeling van hetgemeenschappelijk vermogen en inlassing van een « Contractueleerfstelling ».

Deze wijziging niet leidt tot vereffening van het bestaande stelselzodat geen boedelbeschrijving dient te worden opgemaakt.

Voor ontledend uittreksel : (get.) M. Wellens, geassocieerd notaris.(25963)

Uit een akte, verleden voor geassocieerd notaris Marcel Wellens,vennoot van de burgerlijke vennootschap onder vorm van een beslotenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid « NotarisassociatieWellens », met zetel te 2640 Mortsel, Eggestraat 28, op 19 mei 2011,geregistreerd twee bladen, zonder verzendingen, registratie Mortsel,24 mei 2011, boek 139, blad 73, vak 17. Ontvangen : vijfentwintig euro(S 25,00). De eerstaanwezend inspecteur, (get.) De Vries, Jacques, blijktdat de heer Dens, Leon Maria Armand, geboren te Mortsel op14 maart 1942, nationaalnummer 42.03.14-293.93, en zijn echtgenote,

Mevr. Servaes, Christiane Philomena Louisa, geboren te Mortsel op16 juni 1944, nationaalnummer 44.06.16-328.61, samenwonende te2640 Mortsel, Deurnestraat 170/Gvl-Gc.

Gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Mortsel op28 augustus 1965, onder het stelsel van algemene gemeenschap blijkenshuwelijkscontract, verleden voor notaris Maurice Naets, te Boechout,op 6 augustus 1965, niet gewijzigd tot op heden.

Zij overeenkomstig artikel 1394 van het Burgerlijk Wetboek dithuwelijksstelsel hebben gewijzigd zonder dat deze wijziging de veref-fening van het vorig stelsel of een dadelijke verandering van desamenstelling van de vermogens tot gevolg zou hebben :

Wijziging

Herroeping in onderlinge overeenstemming van alle eventuelegedane giften tussen echtgenoten :

Integrale schrapping van artikelen 2, 3, 4 en 5 van voornoemdhuwelijkscontract en vervanging door invoering van een keuzeclausuleinzake de toebedeling van het gemeenschappelijk vermogen.

Voor ontledend uittreksel : (get.) M. Wellens, geassocieerd notaris.(25964)

Uit een akte, verleden voor notaris Jos Muyshondt, Hendrik Muys-hondt en Willem Muyshondt, geassocieerde notarissen, met stand-plaats te Halle, op 23 mei 2011, blijkt dat de heer Ghysels, EgideJoseph François, geboren te Halle op 29 april 1933, nationaal-nummer 33.04.29 345-88, identiteitskaartnummer 590-5332132-68, enzijn echtgenote, Mevr. De Taeye, Paula, geboren te Onkerzele op3 november 1938, nationaalnummer 38.11.03 276-24, identiteitskaart-nummer 590-465458-39, samenwonende te Halle (Buizingen), Pallieter-weidestraat 3/0001.

Gehuwd onder het stelsel van gemeenschap van aanwinsten blijkenshuwelijkscontract, verleden voor notaris Jan Paul Talloen, te Halle, op28 maart 1963.

Gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid hen verschaft bijartikel 1394 van het Burgerlijk Wetboek, hun voormeld huwelijkscon-tract te wijzigen.

Krachtens voormelde wijzigende akte werd door de heer EgideGhysels, een onroerend goed in de gemeenschap gebracht.

Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Hendrik Muyshondt, notaris.(25965)

Bij akte, inhoudende een wijziging van huwelijksstelsel, verledenvoor notaris Annemie Coussement, met standplaats te Duffel, op11 mei 2011, geregistreerd « Geregistreerd Mechelen, tweede kantoor,op 18 mei 2011, drie bladen, geen verzendingen, boek 309, blad 51,vak 10. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De ontvanger :M.-R. van Vlasselaer », hebben de heer Baekelmans, Urbain JoannesBaptist Constantia, geboren te Koningshooikt op 14 maart 1945, rijks-registernummer 45.03.14-403.46, en zijn echtgenote, Mevr. Bellens,Agnes Margaretha Coleta, geboren te Duffel op 22 november 1950,rijksregisternummer 50.11.22-388.79, samwonende te 2570 Duffel,Hoog-straat 394/2, gehuwd te Duffel op 26 april 1968 onder het stelsel derwettige gemeenschap van goederen, een wijziging aangebracht.

Wijziging huwelijksstelsel

Na deze voorafgaande uiteenzetting verklaren de comparanten hetvolgende, hetgeen zij mij, notaris, verzoeken te acteren :

Inbreng van onroerend goed toebehorend aan Mevr. Bellens :

De comparanten wensen aan hun huwelijksvermogensstelsel eenwijziging te brengen volgens de artikelen 1394 en volgende van hetBurgelijk Wetboek.

1. Inbreng onroerend goed door Mevr. Bellens, voornoemd, verklaartbij deze het hiernavermelde eigendom in te brengen in dehuwgemeenschap bestaande tussen haar en haar echtgenoot, deheer Baekelmans, hetgeen deze laatste verklaart te aanvaarden.

Duffel, 9 juni 2011.(Get.) Annemie Coussement, notaris.

(25966)

35947MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 150: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLAD - Brakel...181e ANNEE N. 173 181e JAARGANG JEUDI 16 JUIN 2011 DONDERDAG 16 JUNI 2011 TROISIEME EDITION DERDE EDITIE INHOUD Federale Overheidsdienst

Uittreksel uit de akte van wijziging aan het huwelijksstelsel van deheer Van Looveren, Hugo Leo Frans Irma, geboren te Borgerhout op13 december 1938, rijksregisternummer 38.12.13-175.26, en zijn echtge-note, Mevr. De Weerdt, Maria Josephina, geboren te Edegem op6 augustus 1939, rijksregisternummer 39.08.06-170.40, wonende teVorselaar, Sassenhout 23, opgemaakt om te worden meegedeeld aan deambtenaar van de burgerlijke stand te Edegem waar het huwelijkvoltrokken is op 10 mei 1962, en aan notaris De Roeck, op 6 mei 1962,in uitvoering van artikel 1395, § 1, eerste lid en derde lid van hetBurgerlijk Wetboek.

Opgemaakt om te worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsbladin uitvoering van artikel 1396, § 1 Burgerlijk Wetboek.

Uit deze wijzigende akte, verleden voor mij, notaris Jan VanHemeldonck, te Olen, op 24 mei 2011, geregistreerd twee bladen,zonder verzendingen, te Herentals, registratie 25 mei 2011, boek 5/153,blad 94, vak 4. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De ontvangera.i., (get.) V. Gistelynck, blijkt dat volgt :

— de echtgenoten blijven gehuwd onder hun oorspronkelijk wettelijkstelsel;

— inbreng onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen;

— herroeping gift onder levenden;

— toevoeging nieuw artikel 6.

Voor eensluidend letterlijk uittreksel uit de minuut in ons bezit,welke noch voorbehoud noch bedingen bevat strijdig met de inhoudvan dit uittreksel.

(Get.) J. Van Hemeldonck, notaris, te Olen.(25967)

Uit de akte houdende wijziging huwelijksvoorwaarden, die werdverleden voor ondergetekende Mr. Pascal Vandemeulebroecke, doctorin de rechten, notaris, met standplaats te Sint-Martens-Latem, op23 mei 2011; geregistreerd 4 bladen, geen verzendingen, te Deinze, op1 juni 2011; boek 504, blad 51, vak 15. Ontvangen : vijfentwintig euro(S 25). De e.a. inspecteur, (get.) Bovyn, Luc, inspecteur-ontvanger a.i.

Met betrekking tot de echtgenoten :

1. de heer Stockman, Antoon Maria August Jozef, geboren te Bruggeop 20 december 1935, wonende en gehuisvest te 8800 Roeselare(Rumbeke), Graaf de Thienneslaan 10;

2. en zijn echtgenote, Mevr. Jooris, Martha Marie Angèle, geboren teBrugge op 3 april 1941, wonende en gehuisvest te 8800 Roeselare(Rumbeke), Graaf de Thienneslaan 10;

Opgemaakt in uitvoering van artikel 1395, paragraaf 2, van hetBurgerlijk Wetboek, om te worden overgemaakt aan de bevoegdeambtenaar van de burgerlijke stand en/of de notaris die de minuut vanhet gewijzigde huwelijkscontract onder zich houdt.

Er blijkt uit deze akte :

dat zij gehuwd zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand vande gemeente Heist (hans Knokke-Heist) op 25 augustus 1964 onder hetstelsel der gemeenschap van aanwinsten ingevolge huwelijkscontractverleden voor notaris Jean-Baptist de Gheldere, destijds te Heist (thansKnokke-Heist), op 17 augustus 1964;

2. dat hun huwelijkscontract tot op heden ongewijzigd is gebleven;3. dat zij hun huwelijksvoorwaarden gewijzigd hebben door inbreng

van een onroerend goed in de huwgemeenschap van goederen, zondervereffening van het vorig huwelijksvermogensstelsel.

Voor analytisch uittreksel : (get.) P. Vandemeulebroecke.(25968)

Er blijkt uit een akte, verleden voor ondergetekende notaris JoostVercouteren, te Beveren, op 18 mei 2011, geregistreerd te Beveren op23 mei 2011, drie bladen, geen verzendingen, boek 448, blad 95, vak 7 :

dat de heer Verstraeten, Georges Eduard Julia, Belg, bakker, geborente Beveren op 22 mei 1952, nationaal nummer 52.05.22 263-10,identiteitskaartnummer 590-3084715-44, hier vermeld met zijn uitdruk-kelijke toestemming, en zijn echtgenote, Mevr. Van de Perre, IngridJuliana Frans, Belgische, handelaarster, geboren te Beveren op13 januari 1956, nationaal nummer 56.01.13 288-20, identiteitskaart-nummer 591-1010080-24, hier vermeld met zijn uitdrukkelijke toestem-ming, samenwonende te 9120 Beveren, deelgemeente Melsele, GroteBaan 249/b1;

dat ze gehuwd zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand teBeveen op 29 juli 1978;

dat ze gehuwd zijn onder het wettelijk stelsel blijkens huwelijkscon-tract, verleden voor notaris Vercouteren, te Beveren, op 26 juli 1978, nietgewijzigd tot op heden;

dat zij ingevolge akte verlden voor notaris Joost Vercouteren, op18 mei 2011, hun huwelijkscontract hebben gewijzigd, een inbrengonroerend goed in de gemeenschap en een toevoeging keuzebeding.

Voor beknopt en beredeneerd uittreksel : (get.) Joost Vercouteren,notaris.

(25969)

Bij akte, verleden voor geassocieerd notaris Charles Deckers, teAntwerpen, op 26 mei 2011, met melding van volgende registratie-gegevens : « Geregistreerd drie bladen, geen renvooien, te Antwerpen,zevende kantoor der registratie, op 27 mei 2011, boek 151, blad 95,vak 11 (F 2011/441/2654/N). Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25). Deontvanger a.i., (get.) W. Wuytack », hebben de heer Patrick Bruynseelsen Mevr. Kristel Willemstein, samenwonende te Kapellen, Platanen-dreef 73, aan hun bestaande stelsel van scheiding van goederen eenintern gemeenschappelijk vermogen toegevoegd.

Voor de echtgenoten : (get.) C. Deckers, geassocieerd notaris.(25970)

Succession vacante − Onbeheerde nalatenschap

Par ordonnance du 16 mai 2011, la troisième chambre du tribunal depremière instance de Liège à nommé M. Léon Ligot, avocat, domiciliéà 4020 Liège, avenue du Luxembourg 15, en qualité de curateur de lasuccession de M. Pire, Philippe Ernest, né le 13 décembre 1944,domicilié en son vivant à 4032 Liège (Chênée), rue de la Station 53, etdécédé le 18 septembre 2010.

Toute personne concernée par cette succession est priée de contacterd’urgence le curateur.

(Signé) L. Ligot, avocat.(25971)

Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel.Conseiller/Adviseur : A. VAN DAMME

35948 MONITEUR BELGE — 16.06.2011 − Ed. 3 — BELGISCH STAATSBLAD