.mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat...

32
_ _ .m ... i.n .. i_sterie van verkeer en / ."",,". ':""""""""""'"''''--_ ministerie van economisch e zaken waddenzee Beheersplan Kabels en Buisleidingen C 5494

Transcript of .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat...

Page 1: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

__ .m...i.n..i_sterie van verkeer en

:~:;:~wate~rstaat~/ ."",,".':""""""""""'"''''--_

ministerie van economische zaken •

waddenzeeBeheersplanKabels en Buisleidingen

C 5494

Page 2: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

BEHEERSPLAN: KABELS EN BUISLEIDINGEN

Behandeld in:

de Interdepartementale Waddenzeecommissieop 7 februari 1985

het Coördinatiecollege Waddengebiedop 20 maart 1985

de Voorlopige Waddenadviesraadop 4 september 1985

Afgerond door het:Waddencomité RijkswaterstaatLeeuwarden, maart 1987

RE~R. DATUMyJ. /O-b-rg&7

SIGN. m:J3CSL./gy FL O,êx:::)

-Bib::c~L. ;

Hoofdc:róc::e v. d. \':.:tc: -~iJat

Koningskade 42596 AA

,s-Gravenhage

Page 3: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

BLADZIJDEINHOUD:

o.

1.1 • 1 •1.2.1 .3.

2.

3.3. 1.3.2.3.2.1.3.2.2.

3.3.3.4.3.4.13.4.23.4.33.5.3.5.1.3.5.23.5.3.3.5.4.

3.5.5.

3.5.6.3.5.7.3.5.8.3.5.9.3.5.10.3.5.11.

4.

4. 1.4.2.4.3.

SAMENVATTING

'INLEIDINGDoel en karakter van het beheersplanIndeling van het beheersplanRaakvlakken met andere beheersplannen

HUIDIGE TOESTAND

HUIDIG BEHEERDe beheerdersTracékeuzen en dekkingseisenAlgemeenVergunningsvoorwaarden in relatie tot deaard van de te transporteren stoffenen informatieVergunningsvoorwaarden in relatie tot degeomorfologische en hydrologischeontwikkelingenVergunningsvoorwaarden in relatie tot deandere menselijke belangen en activiteitenOnderhoud en inspectieInvloed op natuur en milieuAanlegInspectie en onderhoudLekkagesWettelijk instrumentariumAlgemeenMijnreglement 1964Het BaggerreglementHet Rijkszeeweringenreglement, provincialeDijkverordeningen en waterschapskeurenHet Algemeen Reglement voor Rivierenen RijkskanalenDe RivierenwetDe NatuurbeschermingswetDe Wet op de Ruimtelijke OrdeningWet GeluidhinderDe Wet Verontreiniging OppervlaktewaterEems-Dollard-verdrag

TOETSING AAN DE PKB-wADDENZEE, DE lN'rERPROV'IH­C'IALE S'1'RDCTOURSCBE VOOR BET WADDENZEE­GEBIED ('ISW) EN BET STRtJC'.l'UURSC BUIS­LEIDINGENDe beleidsnota'sAnalyseToetsing

33

34

6

8

888

9

9

11121212131314141515

15

16161616171717

18181919

Page 4: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

5.5. 1.5.1.1.5.1.2.5.2.5.2.1.

5.2.2.5.2.3.

5.3.

6.

BIJLAGE:

'l'OEltOMSTIG BEHEERBestaande distributieleidingenInspectie en onderhoudwerkzaamhedenBuiten gebruik stellen van leidingenNieuw te leggen kabels en leidingenBuisleidingen van grote omvang en/ofvoor het vervoer van verontreinigendestoffenKabels en dunne buisleidingenGasleidingen voor aardgaswinnings­lokaties in de WaddenzeeOnderzoek

FINANCIËLE EN PERSONELE CONSEQUENTIES

BLADZIJDE2121212222

2223

2425

26

1. Kaart met overzicht van kabels enbuisleidingen in de Waddenzee

..

Page 5: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

O. SAMENVATTING

Kabels en buisleidingen in de Waddenzee z1Jn of worden aangelegdten behoeve van nutsvoorzieningen voor de Waddeneilanden, interna­tionale telefoonverbindingen en het vervoer van olie en gas van deNoordzee naar het vaste land en melkafvoer van Ameland.Er kan onderscheid worden gemaakt tussen de omvangrijke buislei­dingen en dunne distributieve buisleidingen. Dit beheersplan be­handelt naast kabels hoofdzakelijk dunne buisleidingen. Omvang­rijke buisleidingen worden in beginsel van geval tot geval pro­jectmatig behandeld.Overwegingen omtrent de noodzaak van het aanleggen van kabels enbuisleidingen worden in dit plan buiten beschouwing gelaten.Als uitgangspunten voor het beleid gelden de pkb-Waddenzee, deInterprovinciale Structuurschets Waddenzeegebied en het Structuur­schema Buisleidingen. Daarin wordt de mogelijkheid van transportvia kabels en buisleidingen gehandhaafd. Wel wordt een zorgvuldigebehandeling van de natuur voorgeschreven.

Bij het beheer is er sprake van twee beheerderscategorieën metverschillende uitgangspunten bij de beheersoverwegingen: De pri­vaat- en publiekrechtelijke beheerders in het gebied (Waddenzee­beheerders) enerzijds en de Leidingbeheerders (vergunninghoudersof -aanvragers> anderzijds. Overigens kunnen de belangen deels sa­menvallen.

In het verleden hebben het zoeken naar stabiele leidingtracés enhet vermijden van conflicten met activiteiten in het gebied geleidtot oversteken vanaf het vasteland naar de eilanden via de wantij­en en tot het bundelen van distributieleidingen in leidingzones.De gevolgen van de aanleg van distributieleidingen voor de natuurzijn beperkt. Daarom wordt bij de tracékeuzen aangesloten bij dein de praktijk tot stand gekomen leidingzones. Deze kunnen doormiddel van bestemmingsplannen wettelijk vastgelegd worden in lei­dingstroken.Veel nieuw te leggen kabels en buisleidingen voor nutsvoorzienin­gen zijn niet te verwachten. De aardgasleiding naar Vlieland isinmiddels aangelegd en kan ten behoeve van de drinkwatervoorzie­ning voor Ameland naast verscheidene andere mogelijkheden rekeninggehouden worden met een distributieleiding voor drinkwater vanafhet vasteland. Eveneens voor Texel kan een waterleiding tussen DenOever en Oudeschild in de toekomst noodzakelijk blijken.In het Structuurschema Buisleidingen is voor het aanlanden vanhoofdtransportleidingen het aanlandingspunt Warffum genoemd. Detracékeuze voor afvoerleidingen van gaswinningslokaties in de Wad­denzee zal projectmatig geschieden.

De verstoringen die kunnen optreden bij beheer (inspectie) door depubliekrechtelijke beheerders worden zoveel mogelijk beperkt. Debeheerders zullen een verstoring voorkomende werkwijze tot beheeren ondèrhoud vanwege de leidingbeheerders eveneens bevorderen.

Om een beter inzicht te krijgen in de gevolgen van de aanleg vanbuisleidingen op de levende natuur en de geomorfologie, zullen en­kele nieuwe projecten begeleid worden met evaluerende studies.

In de tabel op bladzijde 5 worden de belangrijkste aspecten, even­tuele maatregelen of voorwaarden per leidingsoort weergegeven.

Page 6: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

f\) Leidingen

1. Omvangrijkebuisleidingen(doorsnedegroter dan200 m)

2. Dunne buislei­dingen (door­snede minderdan 200 m)

ad 1 en 2Buisleidingenvervoer veront­reinigende stoffen

3. Kabels

Invloed water­huishouding

Bij onzorgvul­dige uitvoeringof niet dichtstorten vanaanlegsleuf isverandering vanhet geulenstel­sel mogelijk

Ontstaan vanprielen of geu­len langs lei­ding bi j onvol­doende dekking

Risico veront­reiniging doorlekkages

Geen

Troebelingbij aanleg

Aanzien­lijk

Enige

Afhanke­lijk vande buis­dikte

Geen

Veranderingbodemstruc­tuur

Ingrijpendin kweldersgering indiepe geulen

Kleinschalig

Afhankeli j kvan de buis­dikte

Kleinschalig

Tracé

Diepe geulenhaaks doorkwelders

Wantijen

Door gebiedenmet weinigmenselijkeactiviteiten

Overal binnenleidingen­zones

Opruimen nagebruik (Invergunningaltijd eisen)

Nee tenzijbeheerderanders be­slist

Nee, tenzijbeheerderanders be­slist

-ZO niet, danreinigen

Ja, indienbloot liggend

Dekkings­eisen

X m benedendiepst be­kende punt,daarbijeventueletrendmatigebodemver­andering inbeschouwingnemend

1 m platen2 m bijdoorkruisinggeul

Nader te be­palen

Op droogval­lende platenuit hetzicht werken

Vergun­nings­procedure

m.e.r. *)

Normaleprocedure

m.e.r. *)

Normaleprocedure

*) In gevallen zoals aangeduid in de ontwerp-AmvB inzake de werkingssfeer milieu-effectrapportage.

Page 7: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

r----------------------- --

1. INLEIDING

1. 1. Doel en karakter van het beheersplan

De doelstelling van het regeringsbeleid ten aanzien van de Wadden­zee is in 1980 vastgelegd in de Nota over de hoofdlijnen van deontwikkeling van de Waddenzee, die de procedure van een planolo­gische kernbeslissing heeft doorlopen.Deze doelstelling luidt:-oe bescherminq, het behoud en waar nodiq het herstel van de Wad­denzee als natuurgebied-.Ingevolge deze planologische kernbeslissing is een AlgemeneBeheersvisie voor de Waddenzee ontwikkeld, en wordt het beheer,voor zover dit door het Rijk geschiedt, gecoördineerd.In dit kader dienen voor een aantal sectoren beheersplannen teworden opgesteld door de betreffende verantwoordelijke beheerders.Door middel van een negental beheersprogramma's is een raamwerkopgesteld voor de in de beheersplannen te behandelen onderwerpen.In de beheersplannen moeten in concreto worden aangegeven hoe be­heer en inrichting ten aanzien van de diverse activiteiten en as­pecten van het menselijk handelen in en rondom de Waddenzee zalworden uitgeoefend in het licht van de Nota Waddenzee.Het onderhavige beheersplan is de uitwerking van een onderdeel vanhet beheersprogramma verkeer en vervoer en spoort met de algemenebeheersvisie.Geen der publiekrechtelijke beheerders van de Waddenzee heeft tottaak zelf kabels of buisleidingen aan te leggen of te exploite­ren. Aanleg en exploitatie worden uitsluitend geïnitieerd en uit­gevoerd door of in opdracht van openbare nutsbedrijven en particu­liere bedrijven. De taak van de publiekrechtelijke beheerders be­perkt zich tot het in goede banen leiden van de betreffende acti­viteiten vanuit de belangen die zij krachtens de wetgeving dienente behartigen. Dit beheersplan gaat derhalve in beginsel niet inop de noodzaken tot aanleg en exploitatie van kabels en buislei­dingen maar beschrijft uitsluitend hoe op concrete aanvragen vanvergunningen gereageerd zal worden en waarmee ten aanzien vankabels en buisleidingen bij het beheer van de Waddenzee rekeninggehouden zal worden.

1.2. 'Indelinq van het beheersplan

In de hiernavolgende paragraaf van dit hoofdstuk wordt in het kortaangegeven welke raakvlakken met andere beheersplannen van belangzijn.In het tweede hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de hui­dige toestand.In het derde hoofdstuk wordt na een inleiding over installatie- eningraaftechnieken van kabels en buisleidingen verder aandacht be­steed aan het huidige beheer en het daarvoor beschikbare wette­lijke en fysieke instrumentarium.In het vierde hoofdstuk wordt aangegeven welke problemen er be­staan bij het huidige beheer. In dit hoofdstuk vindt de eigenlijketoetsing van de activiteiten aan de doelstelling van de pkb-Wad­denzee plaats.In het vijfde hoofdstuk wordt beschreven hoe het toekomstige be­heer gestalte kan krijgen. Speciale aandacht wordt besteed aan de

3

Page 8: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

procedure bij nieuw aan te leggen kabels en buisleidingen en hetin de toekomst nog uit te voeren onderzoek.In hoofdstuk 6 worden de financiële en personele consequenties vanhet beheersplan in beschouwing genomen.

1.3. Raakvlakken met andere beheersplannen

De beleidssectoren waarmee kabels en buisleidingen in het kadervan de nota Waddenzee duidelijk relatie hebben en die voorkomen opde lijst van beheersplannen zijn:

1. Water Waddenzee

Kabels en buisleidingen op zich beïnvloeden over het algemeen bijnormaal functioneren de waterkwaliteit niet. Bij de aanleg vannieuwe kabels en buisleidingen en bij beschadiging van leidingenvoor het vervoer van verontreinigende stoffen is het mogelijk dater verstoring van zowel het natuurlijk milieu als de waterkwali­teit plaatsvindt.

2. Bestrijding verontreiniging door olie

De aanwezigheid van een leiding bestemd voor het vervoer van oliehoudt vanwege een beperkte kans op breuk of lekkage, risico's invoor de natuur. Tot op heden bevindt een dergelijke leiding zichniet in het Waddengebied. De geplande F-3-leiding zal zowel olieals gas gaan vervoeren.

3. Natuur

Tracékeuze, de w1Jze van aanleg, inspectie en onderhoud van kabelsen buisleidingen zijn bepalend voor de schade welke de bodem, deflora en de fauna hiervan kunnen ondervinden.

4. Kustbescherming

De veiligheid van waterkeringen stelt hoge eisen aan kruisingen.

5. Buitendijkse gronden

Gezien de natuurwetenschappelijke waarden stellen sommige buiten­dijkse gebieden specifieke eisen ten aanzien van tracékeuzen enaanlegtechnieken.

6. Ontgrondingen Waddenzee

Ter plaatse van het tracé van kabels en buisleidingen mag geenzand-, klei- en schelpenwinning plaatsvinden.

7. Scheepvaart en Visserij Waddenzee

De diepteligging van kabels en buisleidingen wordt behalve doorstabiliteitseisen in hoge mate bepaald door risico's en gevolgendie voortvloeien uit de scheepvaart en de beroepsvisserij. Ten be­hoeve van de veilige en ongehinderde uitoefening van de visserijmet gesleepte vistuigen is het van belang dat kabels en buislei­dingen voldoende diep in de bodem zijn ingebed.

4

Page 9: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

Binnen 100 m ter weerszijden van een kabel of buisleiding geldteen ankerverbod.

8. Militaire activiteiten in de Waddenzee

Stroken waar zich kabels of buisleidingen bevinden, verenigen zichin principe niet met gebieden waar militaire activiteiten, zoalsschietoefeningen, tot schade zouden kunnen leiden.

5

Page 10: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

2. HUIDIGE TOESTAND

Algemeen ligt de plaats waar een bepaald goed wordt geproduceerdgescheiden van de plaats waar de consumptie ervan plaatsvindt.Voor het overbruggen van de tussen gelegen afstand is transportnoodzakelijk.Er zijn verschillende.mogelijkheden waarop dit plaats kan vinden.De keuze voor een bepaalde transportvorm wordt bepaald door facto­ren als volume en geaardheid van de te transporteren stoffen en deprijs van het transport per eenheid. Over het al~emeen is voor hettransport van relatief grote hoeveelheden gas of vloeistof eencontinue stroom via buisleidingen de meest economische oplossing.

Een alternatief voor het transport van gassen en vloeistoffen overde Waddenzee is het vervoer per schip (tankers). Ook is het somsmogelijk het transport in zijn geheel overbodig te maken door hetbetreffende goed lokaal te produceren. Tot nog toe is voor hetvervoer van gassen en vloeistoffen naar de Waddeneilanden in demeeste gevallen gekozen voor transport via buisleidingen vanaf devaste wal.Nationaal economisch gezien is dit niet altijd de goedkoopste op­lossing geweest, omdat subsidiemogelijkheden in een enkel geval delasten zodanig beïnvloedden dat de vergunningaanvrager voordeligeruit was met een duurdere transportvorm.

Voor het transport van informatie (telex- en telefoongesprekken)en elektriciteit zijn kabels veelal de aangegeven weg. Als alter­natief voor het transport van informatie kan de mogelijkheid vanstraalverbindingen worden genoemd. Ten aanzien van de energievoor­ziening geldt de lokale opwekking van energie als alternatief.

Tot op heden zijn met name ten behoeve van de bevolking van deWaddeneilanden kabels en buisleidingen door de Waddenzee gelegd.Voor een overzicht wordt verwezen naar bijlage 1 waar van de ver­schillende kabels en buisleidingen ook enige specifieke kenmerkenstaan vermeld.De kabels en buisleidingen vallen globaal te verdelen in volgendecategorieën:

1. omvangrijke buisleidingen

Het betreft hoofdtransportleidingen en buisleidingen voor het af­voeren van gas uit gaswinputten. De buitendoorsnede is groter dan200 mmo

2. Dunne buisleidingen

Het betreft hoofdzakelijk buisleidingen die deel uitmaken van dis­tributienetten. De buitendoorsnede is minder dan 200 mmo

ad 1 en 2:

Buisleidingen voor vervoer verontreinigende stoffen

Het betreft buisleidingen waarvoor middels zorgvuldige tracékeuze,aanleg en beheer voorkomen moet worden dat de transporteren stof­fen in het milieu kunnen vrijkomen. Deze categorie wordt tot nog

6

Page 11: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

toe alleen voorzien als door hoofdtransportleidingen naast aardgasook aardolie wordt vervoerd. Er is dan sprake van een omvangrijkebuisleiding voor het vervoeren van verontreinigende stoffen.

3. Kabels

Het betreft kabels die deel uitmaken van de distributienetten vande PTT en van de elektriciteitsbedrijven.Tevens liggen er internationale PTT-kabels.

Dit beheersplan houdt zich hoofdzakelijk bezig met dunne leidingenen kabels. De aanleg van en de vergunningsvoorwaarden voor omvang­rijke buisleidingen en buisleidingen voor het vervoer van veront­reinigde stoffen worden projectmatig voorbereid. Als er sprake isvan omvangrijke leidingen of leidingen voor het vervoer van ver­ontreinigende stoffen, wordt dat in de tekst vermeld.

Uit bijlage 1 valt te concluderen dat zelfs voor hetzelfde typekabel of buisleiding in het verleden verschillende eisen ten aan­zien van gronddekking en controle zijn geformuleerd.Verder blijkt dat het net van distributieleidingen en kabels naarde Waddeneilanden vrijwel compleet is.Uitzonderingen hierop vormen een waterleiding naar Ameland alsmedeeen mogelijke drinkwaterleiding naar Texel via een tracé lopendvan Den Oever naar Oudeschild. Daarnaast is het mogelijk dat debestaande capaciteit van de kabel- en buisleidingen moet wordenuitgebreid en vervanging van tijd tot tijd noodzakelijk zal zijn.

Voor het vervoer van een gas-olie-mengsel vanaf de Noordzee is deaanleg van de F-3-leiding gepland (zie bijlage 1). Mogelijkenieuwe te exploiteren gas- of olievondsten kunnen behoefte aannieuwe buisleidingen scheppen.Op de Waddenzee zelf is een exploiteerbare hoeveelheid gas gevon­den tussen Vlieland en Harlingen in het concessiegebied Zuidwal.Dit gas zal per buisleiding afgevoerd worden naar Harlingen.Op de west- en oostpunt van Ameland en het voorliggende kustgebiedvan de Noordzee zal gas gewonnen worden; de afvoer zal plaatsvin­den via de ten noorden van de Waddeneilanden gelegen Noordgas­transportleiding (zie bijlage 1). De leiding die het gas van dewestpunt afvoert naar de NGT-leiding zal gedeeltelijk door deWaddenzee lopen.

7

Page 12: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

3. HUIDIG BEHEER

3.1. De beheerders

De feitelijke aanleg en het beheer van kabels en buisleidingenworden verricht door of in opdracht van de eigenaar (of exploi­tant) van een kabel of leiding. Deze heeft belang bij een doelma­tige exploitatie van de leiding (waar onder een gegarandeerd- zonodig continu - transport) tegen zo laag mogelijke kosten. Debeheerders van de Waddenzee waken door middel van het stellen vanvoorwaarden in de vergunningen en het (doen) uitoefenen van in­specties tegen het schaden van belangen, die zij krachtens de wetdienen te behartigen. Daarbij kan schade optreden aan de natuurten gevolge van aanleg- en beheerswerkzaamheden, ten gevolge vanbeschadigingen aan leidingen en ten gevolge van het niet (meer)voldoen aan de vergunningsvoorwaarden.De belangrijkste beheerders en toezichthoudende instanties zijn:(zie ook par. 3.5):

Rijkswaterstaat

Vergunningen worden o.a. verleend op basis van de wet van 28februari 1891 tot vaststelling van bepalingen betreffende 's Rijkswaterstaatswerken. Op de naleving van vergunningseisen wordt toe­gezien. Deze dienst beschikt over de noodzakelijke morfologischekennis en meetapparatuur.

Staatsbosbeheer

Ontheffingen op grond van de Natuurbeschermingswet van 1967 wordenverleend bij het doorkruisen van Beschermde of Staatsnatuurmonu­menten. Deze dienst adviseert vooral over het beperken en voor­komen van schade aan de natuur.

Dienst der Domeinen

Verlening privaatrechtelijke vergunningen. In deze vergunningenkunnen voorwaarden worden opgenomen ter bescherming van de eigen­dommen van de staat en belangen van derden. Die voorwaarden kunnenlang niet altijd in de benodigde publiekrechtelijke vergunningworden opgenomen.

Staatstoezicht op de Mijnen

Deze dienst oefent het toezicht uit op de naleving van het Mijn­reglement 1964, waarin o.a. vereisten voor de aanleg van buislei­dingen voor het vervoer van delfstoffen zijn opgenomen.

3.2. Tracékeuzen en dekkinqseisen

3.2.1. Algemeen

De tracékeuze van een nieuwe buisleiding of kabel wordt in deeerste plaats bepaald door het begin- en eindpunt van de te trans­porteren stoffen of informatie. De toekomstige eigenaar vraagt inde regel een vergunning aan. Hij heeft belang bij een zo goedkoopen meestal zo kort mogelijk tracé met een zo hoog mogelijke ge-

8

Page 13: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

------_.~---------------

bruikszekerheid. De aanvrager is alleen geneigd naar een langer endus duurder tracé te zoeken als het kortste tracé kostenverhogendevoorzieningen of verhoogde onderhoudskosten met zich meebrengt, derealisatie van een leiding via de kortste weg extra vertraging kanopleveren of als de kans op schade door het wegvallen van de tetransporteren stoffen of informatie voor het kortste tracé oneven­redig groot is.De Waddenzeebeheerders zoeken naar tracés waarvan zij verwachtendat schade of hinder aan de door hen te behartigen belangen bij deaanleg, de inspectie en het onderhoud alsmede de kans op beschadi­ging zo gering mogelijk is. Daarnaast vormt de mogelijkheid totbestrijding van een eventuele beschadiging een punt van afweging.In de praktijk blijken de belangen van de Waddenzeebeheerders ende vergunningaanvragers doorgaans goed te sporen, omdat, zoals be­toogd, veilige tracés en plaatselijke ingraving gunstig zijn voorde bedrijfszekerheid. Bij de tracékeuze voor omvangrijke buislei­dingen en/of leidingen voor het vervoer van stoffen, die bij lek­kage verontreiniging kunnen veroorzaken, kunnen verschillen tussenbelangen ontstaan door het toekennen van andere gewichten aan deafwegingsfactoren. Zoals in par. 2 reeds is vermeld, zullen dezeper project worden bepaald.

3.2.2. Vergunningsvoorwaarden in relatie tot de aard van de tetransporteren stoffen en informatie

De (toekomstige) eigenaar van een kabel of buisleiding neemt bijaanleg en beheer vooral in overweging welke schade hijzelf of deafnemers van te transporteren stoffen of informatie zouden kunnenlijden ingeval van het wegvallen van de aanvoer.De Waddenzeebeheerders nemen bij het stellen van voorwaarden aande door hen te verlenen vergunningen nadrukkelijk in overwegingwat de gevolgen van de aanleg en van de aanwezigheid van kabels enbuisleidingen zijn voor het gebied en de activiteiten ter plaatseen wat de aard en eventueel de hoeveelheid van de te transporterenstoffen of informatie zijn in verband met de te verwachten gevol­gen bij onverhoopt vrijkomen in het beheersgebied. Daarnaast advi­seren de Waddenzeebeheerders omtrent veilige tracés en ingraaf­diepten, e.e.a. in het belang van de vergunninghouder en het voor­komen van onnodige onrust t.g.v. herstelwerkzaamheden.Bij beschadigingen van telefoon- of elektriciteitskabels wordtervan uitgegaan dat er geen schadelijke effecten optreden voor dedoor de Waddenbeheerders te behartigen belangen (o.a. visserij,scheepvaart en milieu). Het risico van het optreden van lekkagesvan drinkwater of melk heeft de publiekrechtelijke beheerders totop heden geen aanleiding gegeven tot het opleggen van specifiekevoorwaarden. De te verwachten schade bij eventuele leidingbreukaan de door hen te behartigen belangen wordt verwaarloosbaar ge­acht. Schade kan wel optreden bij beschadiging of breuk van gas­en olieleidingen.

3.2.3. Vergunningsvoorwaarden in relatie tot de geomorfologsicheen hydrologische ontwikkelingen

In de Waddenzee dienen kabels en buisleidingen in de zeebodem teliggen. Door omstandigheden kunnen deze echter op de zeebodemkomen te liggen •

9

Page 14: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

---------------

In dit laatste geval kunnen de voortdurend bewegende watermassa'sdaarop krachten uitoefenen. Tevens veroorzaakt de waterbewegingbodemveranderingen.In sommige gevallen kan zich een geul vormen langs de leiding. Deflexibele kabels kunnen zich meestal plooien naar de nieuwe bodem­ligging behalve als een kabel niet voldoende speelruimte heeft om·de nieuwe contouren van een zich verdiepende geul te volgen. Buis­leidingen zijn minder buigzaam dan kabels en kunnen over aanzien­lijke afstanden vrij in het water komen te hangen als in hetbodemprofiel vrij steile taluds ontstaan (z.g. spans). De kans opleidingbreuken kan hierdoor niet worden uitgesloten. Beheersmatigwordt daarop ingespeeld door enerzijds een zodanige ingraafdiep­te voor te schrijven dat het blootkomen van kabels en bu~sleidin­

gen zoveel mogelijk voorkomen wordt en anderzijds door een doelma­tige inspectie te houden opdat eventueel toch blootkomende leidin­gen spoedig opnieuw onder de grond gewerkt kunnen worden1 eventu­eel door de bodem weer op te hogen tot boven de leiding. De resul­taten van de eerste methode zijn over het algemeen duurzamer. Ookis het mogelijk een leiding op instabiele plaatsen te beschermentegen bodemerosie door middel van o.a. bestortingen. Deze methodeheeft evenwel tot bezwaar dat juist langs de randen van bestortin­gen versterkte erosie kan optreden.Bovendien zijn dergelijke bestortingen bezwaarlijk voor de visse­rij met gesleepte vistuigen.Ingegraven kabels en buisleidingen kunnen bloot komen te liggendoordat de zeebodem ter plaatse van de ingraving wegspoelt. Desterkste erosie kan optreden in gebieden met geulen doordat dievoortdurend van ligging veranderen.Ook in de geulen die zich niet verplaatsen moet rekening gehoudenworden met variatie omdat door verbredingen of vernauwingen, ver­ondiepingen of verdiepingen kunnen optreden.Op de wantijen zijn de mogelijke veranderingen aanzienlijk gerin­ger, waardoor ingraafdieptes van 1 meter in de praktijk voldoendezijn gebleken. Dunne buisleidingen worden slechts ter plaatse vanhet kruisen van ondiepe geulen en instabiele platen ingegraven toteen diepte van 2 meter. Deze dekkingseisen worden gesteld in devergunningen. Daardoor doen zich bij oversteken via wantijenslechts op beperkte schaal problemen voor ter plaatse van insta­biele geulen. Blootgespoelde buisleidingen worden altijd in dezomer weer bedekt dan wel ingegraven.

Voor de vergunninghouder is het belangrijk een leiding in een sta­biele bodem te leggen omdat daardoor de bedrijfszekerheid en vei­ligheid groter, het aantal beheershandelingen geringer en de con­structie eventueel lichter kunnen zijn. Zij wegen deze voordelenaf tegen de te maken meerkosten van een omweg door een gebied meteen stabiele bodem en tegen te maken meerkosten in vergelijkingmet het kortst mogelijke tracé. Tevens is voor sommige buisleidin­gen ingraving tot beneden de vorstgrens vereist om bevriezing vanwater te voorkomen. Voor zowel kabels als buisleidingen over eenwantij is ingraving wenselijk om beschadiging door ijsgang tevoorkomen en ze niet bloot te laten spoelen door spontane priel­vorming.

Voor de publiekrechtelijke beheerders is het belangrijk dat dedoor hen uit te voeren inspectiehandelingen zo gering mogelijkzijn.

10

Page 15: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

Tot op heden hebben publiekrechtelijke beheerders en vergunning­aanvragers voor nieuwe buisleidingen ernaar gestreefd leidingen tebundelen in buisleidingenstroken door de stabiele delen van hetWad, nl. de wantijen. Voor kabels heeft dat minder gespeeld.

3.2.4. Vergunningsvoorwaarden in relatie tot andere menselijkebelangen en activiteiten

De aanleg of aanwezigheid van kabels en leidingen kan andere be­langen schaden of activiteiten hinderen.Dit is met name het geval voor scheepvaart, visserij, mosselcul­tuur, kokkelvisserij, zand- en schelpenwinning, onderhoudsbagger­werk, zeeweringen en rnilit~ire oefeningen. De schade of hinder kanveroorzaakt worden door de aanleg (ondersneeuwen met opgewoeldzand van de mosselpercelen of versperring van de vaarweg tijdensde werken) of door de aanwezigheid van de leiding in de bodem(waardoor ter plaatse ankeren of kokkelvissen gevaar kunnen ople­veren voor de veiligheid). Dat kan ertoe leiden dat derden beper­kingen opgelegd krijgen in verband met de veiligheid van de be­trokkenen of die van de leiding. De planologische mogelijkhedentot tracévaststelling over land zijn vaak zeer gecompliceerd ten­gevolge van de vele functies, bestemmingsplannen landeigendommen,infrastructurele werken, enz. die op land voorkomen. Daardoorworden de mogelijkheden voor begin- en eindpunt van de doorkrui­sing van de Waddenzee soms sterk beïnvloed.

In het algemeen kunnen eventuele beperkingen van activiteiten vanderden leiden tot schadeclaims.De publiekrechtelijke beheerders dienen schade aan de belangen diezij krachtens de wet behartigen zo veel mogelijk te beperken. Inde praktijk wordt zoveel mogelijk gezocht naar oplossingen waarbijpotentiële conflicten voor alle partijen tot een minimum wordenbeperkt.Het bundelen van de distributieleidingen in leidingenstroken is inde praktijk een bevredigende oplossing gebleken. De meeste lei­dingenstroken liggen over wantijen. Voor de meeste buisleidingenis een dekkingseis van 1 meter voor de platen en 2 meter voor degeulen als voorwaarde in de vergunning opgenomen. De scheepvaartover de wantijen is beperkt tot enkele geulen en er geldt eenankerverbod in de leidingenstroken. Ontgrondingen vinden daar nietplaats.Problemen kunnen zich voordoen met de visserij, maar de visserszijn bekend met de leidingenstroken omdat ze in het gebied beba­kend en verder algemeen bekend zijn. Bovendien staan de leiding­zones aangegeven op de kaarten voor zeil- en motorjachten van deHydrografie.In het verleden werden leidingen op platen soms gemarkeerd metstalen paaltjes. Die vormden een risico voor de scheepvaart envisserij bij hoog water. Thans worden alleen flexibele markeringengebruikt.Daarnaast is het wenselijk om kabels en buisleidingen steeds in tegraven om beschadiging te voorkomen door wadlopers, droogvallenderecreatievaartuigen en moedwillige vernielingen, alsmede om esthe­tische redenen.Door de zeegaten lopen leidingstroken voor kabels. Deze liggendaar veelal bloot. Het risico van schade door menselijke activi­teiten is in de zeegaten groter dan op wantijen. Ontgrondingen op

11

Page 16: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

de daar aanwezige vrij grote diepten vinden echter niet plaats; erwordt daar ook niet geankerd of gevist. Schelpenzuigers dienen500 m uit de buurt van kabels te blijven.In het algemeen komt schade ten gevolge van menselijke activitei­ten van kabels en buisleidingen niet vaak voor. Het is echter nietzeker of alle gevallen doorgegeven worden aan de beheerders.

3.3. Onderhoud en inspectie

De eigenaar van de kabel of buisleiding ziet er bij z~Jn inspectieen onderhoud vooral op toe dat de kabel of leiding in een zodanigestaat verkeert dat het transport goed kan verlopen. Daartoe moetde kwaliteit van het materiaal gecontroleerd en zonodig door ver­vanging of reparatie op peil gehouden worden. Daartoe worden vantijd tot tijd inspectietochten langs de kabels of leidingengemaakt. Voor leidingen die dat qua omvang en risico rechtvaar­digen wordt het inspecteren met een bepaalde frequentie (bijvoor­beeld een à tweemaal per jaar) en methodiek voorgeschreven in devergunning. Het onderzoek bestaat veelal uit een vaartocht overhet tracé van de leiding waarbij met behulp van geofysische tech­nieken (subbottom profilers, magnetometers, echoloden, etc.) zogoed mogelijk wordt getracht de positie van de leiding zowel hori­zontaal als verticaal te bepalen als ook de mate van gronddekkingvast te leggen. Gasleidingen hebben een kathodische beschermingdie tweemaal per jaar gemeten wordt. Op droogvallende platen kanbij laagwater ~eschouwd worden. Eventuele mankementen worden gere­pareerd. Blootgespoelde delen worden weer onder de oppervlakte vande bodem gewerkt.

De publiekrechtelijke beheerders zien erop toe dat de vergunnings­voorwaarden worden nageleefd. Over het tijdstip van het houden vaninspectievaarten of het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden doorof in opdracht van de vergunninghouder wordt overleg gepleegd. Deopnamefrequentie en raaidichtheid van het routinematige lodings­en meetprogramma van Rijkswaterstaat is in gebieden met kabels enleidingen doorgaans intensiever om eventuele morfologische ontwik­kelingen in een zo vroeg mogelijk stadium te kunnen signaleren.

3.4. Invloed op natuur en milieu

Ingegraven buisleidingen en kabels hebben als zodanig tamelijkweinig invloed op de omgeving. Blootliggende omvangrijke buislei­dingen veroorzaken weerstand op stromend water, hetgeen kan leidentot enige geulvorming. Alle buisleidingen zijn echter ingegraven.Natuur en milieu worden beïnvloed ten gevolge van de aanleg, in­spectie en onderhoud en als bij eventuele beschadiging verontrei­nigende stoffen vrijkomen. Een blootliggende kabel of buisleidingis een onesthetisch element in het gebied.

3.4.1. Aanleg

De invloed op natuur en milieu ten gevolge van de aanleg bestaatuit de tijdelijke verstoring van dieren als reactie op de activi­teiten van de aanleg en uit de veranderingen van waterbewegingen,de bodem organismen ten gevolge van de werken. De invloed van in­spectie en onderhoud bestaat in de eerste plaats uit de versto­rende werking tijdens de inspectietochten. Als reparatiewerken

12

Page 17: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

nodig zijn, dan is de invloed ter plaatse vergelijkbaar met dievan de aanleg.Bij ingraving neemt de mate en duur van de beinvloeding van debodem en bodemfauna en -flora toe naarmate de leidingen dieper inde bodem gelegd wordt en dikker is, omdat de werkbreedte van desleuf en de te verzetten hoeveelheid grond toeneemt met de diep­te. Tevens zijn van invloed de keuze van de juiste ingravingstech­niek en een zorgvuldige uitvoering.Ten behoeve van het onder de zeebodem werken van kabels en buis­leidingen moet de bodem toegankelijk gemaakt worden. Daartoe wordtde bodem in principe opengewerkt. Daardoor worden de organismenter plaatse meestal bedolven en de bodemstructuur omgewoeld. Alsde bodem boven het object weer wordt teruggebracht, zal in geulenen op platen de bovenste laag waar organismen kunnen leven zichals regel vrij snel herstellen, waarbij de herstelduur afhankelijkis van de omvang van de ingreep. In kwelderbodems treden verande­ringen van de bodemsamenstelling en structuur op, die langdurigegevolgen hebben voor de vegetatie. De hersteltijd op zandige pla­ten is doorgaans aanzienlijk korter.In sommige gevallen treedt nieuwe geulvorming op of wijziging vanhet geulenpatroon vooral als de grond niet goed wordt terugge­stort. Naar mate de sleuf groter is, neemt dat risico toe. Ook ishet mogelijk dat de sleuf wordt opgevuld met ander - meestalfijner - sediment. De beïnvloeding van de bodemfauna ter plaatsekan dan langdurig of blijvend zijn.Een vergelijkende evaluatie van ingravingstechnieken heeft echternog niet plaatsgevonden.Over het algemeen kunnen de ingravingen van distributieleidingendoor de platen als kleinschalige ingrepen beschouwd worden. Deaanleg van hoofdtransportleidingen kan ingrijpende veranderingentot gevolg hebben. De hersteltijd is vooral afhankelijk van dezorgvuldigheid waarmee de leiding gelegd wordt.

Verstoringen van dieren heeft betrekking op vogels en zeehonden.Zeehonden kunnen verstoord worden tijdens het rusten op zandpla­ten. Vogels kunnen vooral verstoord worden in hun broedgebieden,op hoogwatervluchtplaatsen en in fourageer- en rustgebieden opwatervlaktes en droogvallende platen.Vogelconcentraties kunnen sterk van gebied tot gebied en van sei­zoen tot seizoen verschillen.

3.4.2. Inspectie en onderhoud

Tot voor enkele jaren werd bij aanleg, inspectie en onderhoud geenrekening gehouden met de verstorende werking van de activiteiten.Tegenwoordig wordt zoveel mogelijk gewerkt en geïnspecteerd gedu­rende seizoenen waarin de vogelconcentraties in het betrokken ge­bied minimaal zijn. Gedurende de zoogtijd wordt niet in de nabij­heid van zeehondenbanken gewerkt of geïnspecteerd.

3.4.3. Lekkages

Over de mogelijke gevolgen van het vrijkomen van aardgas voor dewaterkwaliteit bestaan geen goede gegevens. Op ervaringen met eengaslek op de Noordzee in het najaar van 1982 kan men een voorlo­pige indruk baseren dat de gevolgen voor de waterkwaliteit nietvan lange duur zijn. De indruk is slechts gebaseerd op enkele

13

Page 18: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

videobeelden van het gedrag van organismen in het uitstromendegas.Bij onbehandeld aardgas wordt ook altijd een geringe hoeveelheidcondensaat getransporteerd. Het condensaat bestaat uit in hoofd­zaak vluchtige organische vloeistoffen, die toxisch van aard kun­nen zJ.Jn.Een betrouwbare monitoring van de waterkwaliteit bij een gaslek opzee heeft zover bekend nog nergens plaatsgevonden. Als in de toe­komst in de Waddenzee ook olietransport door buisleidingen zalplaatsvinden kan daar uit een lek in de leiding olie vrijkomen.Gezien de voorschriften die aan de vergunning voor de aanleg vande F-3-leiding krachtens de Natuurbeschermingswet zijn verbonden,is de kans op breuk of lekkage van de leiding zeer gering te noe­men. Voor het geval toch onverhoopt olie zou vrijkomen, bestaat ereen beheersplan bestrijding verontreiniging door olie (hoofdlijnenbeleid) en is voor de F-3-leiding daarenboven een specifiek ram­penbestrijdingsplan opgesteld, dat door alle betrokken rijksover­heidsinstanties is goedgekeurd.Eventuele lekkage van drinkwater of melk uit een buisleiding zalgeen of verwaarloosbare invloed hebben op het milieu.

3.5. Wettelijk instrumentarium

3.5.1. Algemeen

Voor het aanleggen van kabels en buisleidingen in het Waddenzeege­bied worden voorwaarden voorgeschreven op basis van wettelijke be­heersinstrumenten. De belangrijkste wetten, provinciale verorde­ningen en reglementen die in dit kader genoemd kunnen worden zijn:

Mijnreglement 1964,het Baggerreglement,het Rijkszeeweringenreglement ,het Algemeen reglement van Politie voor Rivieren en Rijkskana­len,de Rivierenwet,de Natuurbeschermingswet,de Wet op de Ruimtelijke Ordening,de Wet Geluidhinder,de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater.

Daarnaast is voor het gebruik van rijkseigendom een privaatrechte­lijke vergunning vereist, te verlenen door de Dienst der Domeinen.Als het passeren van particuliere eigendommen (kwelders) afgedwon­gen moet worden, is het in het algemeen noodzakelijk dat het open­baar belang van de betrokken buisleiding of kabel wordt erkend.Deze erkenning van openbaar belang wordt bij Koninklijk Besluit(KB) op voordracht van de minister van Verkeer en Waterstaat ver­leend (Belemmeringenwet Privaatrecht).Voor het vervoer van olie, gas en chemische produkten door buis­leidingen kan een concessie worden aangevraagd die bij KB op voor­dracht van de minister van Economische Zaken kan worden verleend(de van rijkswege verleende concessies berusten op de algemene be­stuursbevoegdheid van de Kroon). Deze beslissing wordt genomen na­dat de provincies zijn gehoord. De veiligheidsaspecten met betrek­king tot het leggen en in gebruik hebben van dergelijke buislei­dingen worden geregeld in het Mijnreglement 1964, artikel 143a

14

Page 19: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

en verder Voorschriften ten aanzien van veiligheidsafstanden zijngeregeld in NEN 1091, en in het Structuurschema Buisleidingen.Eén van de vaste concessievoorwaarden is, dat over het tracé vandergelijke leidingen door de vergunninghouder overleg moet wordengepleegd met de in 1964 door de minister van Economische Zaken in­gestelde Planologische Werkcommissie (PWC). Indien met of binnende PWC geen overeenstemming kan worden bereikt, beslist de minis­ter van Economische Zaken in overeenstemming met het gevoelen vande Raad voor Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne (RROM).

3.5.2. Mijnreglement 1964

Het Mijnreglement 1964 is gebaseerd op artikel 9, eerste en derdelid van de Mijnwet 1903.Het Mijnreglement 1964 schr~jft voor, dat van het voornemen om eenpijpleiding aan te leggen zo mogelijk twaalf weken voor de aanvangvan de werkzaamheden schriftelijk mededeling gedaan wordt aan deInspecteur-Generaal van de Mijnen. Indien de beoogde pijpleidingin een oppervlaktewater gelegd wordt, dient daarnaast medeling ge­daan te worden aan het hoofd van de Afdeling Hydrografie van hetministerie van Defensie en aan het directoraat-generaal voor deScheepvaart en Maritieme Zaken of aan de directeur-generaal van deRijkswaterstaat, een en ander afhankelijk van de categorie opper­vlaktewater.Bovendien zijn in het Mijnreglement bepalingen opgenomen die ertoe strekken dat voldoende maatregelen worden genomen ter voorko­ming van het optreden van gevaar.

3.5.3. Het Baggerreglement

Het Baggerreglement is gebaseerd op de wet van 28 februari 1891,Stb. 69, tot vaststelling van bepalingen betreffende 's Rijks­waterstaatswerken en wordt gehanteerd ter bescherming, alsmede terverzekering van het doelmatig en veilig gebruik van die werken. Devergunningen die op grond van dit reglement worden verleend zullenin het bijzonder bepalingen bevatten die erop gericht zijn pro­blemen te voorkomen, die kunnen ontstaan onder de dynamische mor­fologische omstandigheden van de Waddenzee. Voorwaarden kunnen be­trekking hebben op zaken als de gronddekking, de juiste plaatsbe­paling en inspectie van de buisleiding. Ook biedt dit reglement demogelijkheid om bepalingen op te nemen ten aanzien van de verwij­dering van kabels en buisleidingen nadat deze buiten gebruik ge­steld zijn. Verder is het volgens dit reglement verboden te bagge­ren of te graven binnen een afstand van 500 m vanuit kabels, lei­dingen, zeeweringen e.d.

3.5.4. Het Rijkszeeweringenreglement, provinciale Dijkverorde­ningen en waterschapskeuren

Ook het Rijkszeeweringenreglement is gebaseerd op de wet van 28februari 1891 en dient ter bescherming van 's Rijkszeeweringenalsmede ter verzekering van het doelmatig en veilig gebruik daar­van. Op grond van dit reglement kunnen voorwaarden worden opgelegdbij het verlenen van vergunningen voor het passeren van zeewerin­gen, zoals duinen, dijken en de landaanwinningswerken, onder be­heer van het Rijk.

15

Page 20: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

Op de provinciale en waterschapsdijken z~Jn respectievelijk vantoepassing de provinciale verordeningen betreffende het bouwen opde zeeweringen en de politieverordeningen van de betreffendewaterschappen.

3.5.5. Het Algemeen Reglement van Politie voor Rivieren enRijkskanalen

Het reglement dat eveneens gebaseerd is op de eerdergenoemde wetvan 28 februari 1891 betreffende 's Rijks waterstaatswerken, isook van toepassing op de Waddenzee. Op grond van dit reglementkunnen onder andere regels ten behoeve van de scheepvaart wordengesteld tijdens de uitvoering van de werken.Verder is het volgens dit reglement verboden te ankeren binnen100 m vanaf een kabel of leiding.

3.5.6. De Rivierenwet

Op grond van de Rivierenwet die van toepassing is op de Eems en deDollard, voor zover dit gedeelte bij Nederland is beheer is, wor­den in het openbare rivier- of stroornbelang regels gesteld voorhet maken van werken.Dit houdt voor het leggen van kabels en leidingen in, dat in de opgrond van deze wet te verlenen vergunningen, voorwaarden zullenworden gesteld ten aanzien van onder meer de plaats, gronddekkingen inspectie van de leiding.

3.5.7. De Natuurbescherrningswet

De Natuurbeschermingswet van 1967 biedt de mogelijkheid om ter­reinen en wateren welke van algemeen belang zijn uit een oogpuntvan natuurschoon of om hun natuurwetenschappelijke waarde, aan tewijzen als beschermd natuurmonument dan wel als staatsnatuurrnonu­ment.Dit laatste voor zover het een eigendom van de Staat betreft. Bijhet bepalen van een tracé voor kabels en buisleidingen dienen dezegebieden te worden gemeden. Indien dit niet mogelijk is, kunnenvoorwaarden worden gesteld om de nadelige gevolgen te beperken. Devoorwaarden kunnen betrekking hebben op zaken als tracékeuze, toete passen aanlegtechnieken, enz.

3.5.8. De Wet op de Ruimtelijke Ordening

Nu de provinciale en gemeentelijke indeling van de Waddenzee in­middels heeft plaatsgehad, kunnen de provinciale en gemeentelijkeoverheden door middel van streek- en bestemmingsplannen hetruimtelijk beleid ten aanzien van onder andere kabels en leidingenwettelijk vastleggen.Om het te voeren provinciale ruimtelijke beleid voor het Wadden­zeegebied wederzijds af te stemmen, hebben de provinciesGroningen, Friesland en Noord-Holland in 1981 de InterprovincialeStructuurschets voor het Waddenzeegebied vastgesteld.De inhoud van de structuurschets is inmiddels opgenomen in destreekplannen van de betreffen~e provincies.De provinciale besturen van Friesland en Noord-Holland hebben on­langs het bestemmingsplan "Waddenzee" van de eilandgemeenten en degemeente Wieringen voor hun gezamenlijke grondgebied goedgekeurd.

16

Page 21: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

Voor de andere (kust-)gemeenten is een plan in voorbereiding.

3.5.9. Wet Geluidhinder

De Wet Geluidhinder biedt de minister van Volkshuisvesting, Ruim­telijke Ordening en Milieubeheer (soms in samenwerking met deminister van Verkeer en Waterstaat), onder meer de mogelijkheidbij Algemene Maatregel van Bestuur eisen ten aanzien van de ge­luidproduktie te stellen voor toestellen, apparaten en voertui­gen. Hierbij valt ook te denken aan de bij zandwinning gebruiktemateriële middelen.Door de aanwijzing van Stiltegebieden, waarvoor niet alleen perdefinitie de op grond van de Natuurbeschermingswet aangewezen be­schermde gebieden, maar zelfs de gehele Waddenzee als natuurgebiedvan internationale betekenis op grond van de Wetlandsconventie inaanmerking komt, behoudens gebieden die geplaatst zijn op de uit­zonderingslijst ingevolge artikel 123 van de Wet, zullen werkzaam­heden met betrekking tot de aanleg van buisleidingen worden gere­guleerd via de op de Wet Geluidhinder gebaseerde provinciale ver­ordeningen Stiltegebieden Waddenzee.

3.5.10. De Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren

Deze wet verbiedt het zonder vergunning in het oppervlaktewaterbrengen van afvalstoffen, verontreinigende stoffen of schadelijkestoffen.

3.5.11. Eems-Dollard-verdrag

Ten aanzien van gedeelten van de Eems en de Dollard geldt nog debijzonderheid dat hier de Bondsrepubliek Duitsland de waterstaats­zorg behartigt.Volgens het Eems-Dollard (1961) verdrag is voor de aanleg van ka­bels en buisleidingen binnen het verdragsgebied overleg en over­eenstemming met de Bondsrepubliek noodzakelijk.

17

Page 22: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

4. 'l'OETSING AAN DE PKB-WADDEHZEE, DE INTERPROVINCIALE STRtJC'1'UtJRSCSVOOR BET WADDENZEEGEBIED (1:SW) EN BET STRUCTOURSCHEMA BUIS­LEIDINGEN

4.1. De beleidsnota' s

Ten aanzien van kabels en buisleidingen spreekt de PlanologischeKernbeslissing (pkb) Waddenzee (nota over de hoofdlijnen van deWaddenzee, deel e, tekst van de na parlementaire behandeling vast­gestelde pkb Tk 13933, nr. 53) zich als volgt uit:

Als uitgangspunt geldt, dat geen nieuwe buisleidingen door de Wad­denzee worden aangelegd. Indien ten behoeve van distributieleidin­gen naar de waddeneilanden of als noodzakelijk gevolg van de ver­lening van een concessie, die geheel of nagenoeg geheel in de Wad­denzee is gelegen, niettemin aanleg van buisleidingen onvermijde­lijk zou zijn, dient het tracé zodanig te worden gekozen dat deingreep in het gebied van de Waddenzee zo gering IIIOgelijk is.Bij het transport van delfstoffen afkolUtig van in de Noordzee ge­legen winninqsplaatsen wordt aansluiting gezocht bij de bestaandeleidingen voor Noordzeegas, tenzij een andere situering een klei­ner nadelig effect op de Waddenzee teweegbrenqt.

In de Interprovinciale Structuurschets voor het Waddenzeegebied(ISW) staat geformuleerd:

Uitgangspunt is voorts, dat de eilandbewoners moeten kunnen be­schikken over de nodige nutsvoorzieningen. De aanleg van nieuweleidingen en kabels ten behoeve van deze nutsvoorzieningen, alsae­de leidingen voor andere doeleinden, IIIOet evenwel tot een ain.iJauaworden bePerkt. Indien, na afweqing van andere IIIOgelijkhedenblijkt dat nieuwe leidingen, dan wel kabels lIIOeten worden aange­legd, zullen zij ondergronds en bij voorkeur gebundeld met de be­staande leidingen IIIOeten worden aangelegd. Afwijkingen van de be­staande tracés kunnen worden toegestaan, indien deze minder scha­delijk zijn voor de natuurlijke waarden van het Wad dan bij eenbundeling het geval was. Hierbij dient met name gelet te worden opde meest kwetsbare gedeelten van het Waddenzeeqebied. Aanleg vanleidingen zal in de betrokken gebieden buiten de kwetsbare perio­des moeten geschieden.

Met betrekking tot het Structuurschema Buisleidingen (De na deparlementaire behandeling vastgestelde tekst van het Structuur­schema Buisleidingen is op 12 juli 1985 aan de Tweede Kamer aange­boden - deel e, TK 17375 nrs. 37-38) is het niet mogelijk alle re­levante passages aan te halen. Daarom worden enkele belangrijkepunten in het kort weergegeven.De hoofddoelstelling van het buisleidingbeleid is:

Het verlenen van medewerking aan en waar nodig het bevorderen vande totstandkollling en het qebruik van buisleidingen voor zover debijdrage aan het welzijn van de gemeenschap per saldo positiefis.

Daaronder wordt als een van de concrete doelstellingen genoemddat:

18

---------------------~~-~--~~~~--------------

Page 23: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

AfsteDD.ing plaatsvindt op de gewenste ruiatelijke ontwikkeling ennegatieve gevolgen voor het natuurlijk milieu, het landschap, delandbouw en andere in het geding zijnde belangen vorden voorko­men •

In het Structuurschema Buisleidingen worden de ruimtelijke conse­quenties voor een aantal categorieën hoofdtransportleidingen naderuitgewerkt in de vorm van een landelijk net van hoofdverbindin­gen. De aanlandingspunten voor toekomstige hoofdtransportleidingenmaken dee I uit van dit net.Voor wat het Rijk betreft behoeven buiten de vastgestelde aanlan­dingspunten geen planologische reserveringen voor de aanlandingvan buisleidingen vanaf het continentaal plat plaats te vinden.Als aanlandingspunt is ook vastgesteld: Warffum (Noord-Groningen).

Ten aanzien van de tracering stelt het structuurschema:

De regering is thans met de provincie Groningen van mening, dataansluiting bij het tracé van de buisleiding F-3-Bemshaven eenkleiner nadelig effect op de Waddenzee teweeg brengt dan aanslui­ting bij de bestaande leidingen van Noordzeegas (StructuurschemaBuisleidingen, deel d, blz. 41).

Ten behoeve van kruisingen tussen kabels en buisleidingen meto.a. drukbevaren scheepvaartwegen zijn richtlijnen ontwikkeld inhet rapport "Hoogspanningslijnen, pijpleidingen en kabels in ennabij rijkswerken" De Waddenzee, die beschouwd kan worden als eenovergangsgebied tussen het vasteland en de open zee, waar geendekkingseisen worden geseld, is niet vergelijkbaar met de waterenwaarvoor het 11 HOBU Ol-rapport is geschreven. Daarom worden er ge­biedsspecifieke normen ontwikkeld.

4.2. Analyse

Het tleleid in de relevante nota's heeft betrekking op de aanlegvan nieuwe objecten. Het Structuurschema Buisleidingen houdt zichvoor wat betreft de concrete uitwerking bezig met hoofdtransport­leidingen. De pkb-Waddenzee besteedt ook aandacht aan distributie­leidingen. De ISW noemt daarnaast ook nog kabels.Uit de pkb-Waddenzee blijkt dat de aanleg van zowel distributie­leidingen alsook buisleidingen voor de afvoer van delfstoffen inde Waddenzee en in de Noordzee mogelijk blijft. Onder "distribu­tieleidingen" moeten zowel kabels als buisleidingen verstaan wor­den. Het later verschenen Structuurschema Buisleidingen bevestigtnog eens dat de aanleg van nieuwe hoofdtransportleidingen voorolie en gas mogelijk blijft en schrijft voor dat dan het tracé vande aan te leggen F-3-leiding gevolgd moet worden.Ten aanzien van beheer onderhoud en vervanging wordt geen beleidgeformuleerd.

4.3. '1'OETSING

Het tot nu toe gevoerde beleid ten aanzien van de aanleg van buis­leidingen is niet strijdig met het geformuleerde in de relevantebeleidsnota's. Wel wordt voor de toekomst een duidelijk aantonenvan de noodzaak tot de aanleg van een nieuwe leiding vereist. Te-

19

Page 24: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

vens wordt voorgeschreven te zoeken naar tracés met zo min moge­lijk schade voor het milieu.Zoals in paragraaf 3.5.11 is vermeld, is op de Eems en in deDollard het Eems-Dollard verdrag van kracht. Ten aanzien van hetwaterstaatkundig beleid dat in dit gebied wordt gevoerd dientovereenstemming met de Bondsrepubliek Duitsland bereikt te wor­den. Het is niet waarschijnlijk dat dit ten aanzien van kabels enbuisleidingen tot conflicten met bovengenoemde nota's aanleidingzal geven.

20

Page 25: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

5. 'l'OEI«»lSTtG BEBEBR

Het toekomstig beheer zal zich moeten richten op:a. de bestaande kabels en leidingen;b. de nieuw aan te leggen kabels en leidingen.

5.1. Bestaande distributieleidinqen

Het beheer van kabels en buisleidingen wordt als volgt voortgezet.

5.1.1. Inspectie en onderhoudswerkzaamheden

De verstoring van de natuur ten gevolge van inspecties en onder­houdswerkzaamheden wordt zoveel mogelijk beperkt. Daarom moetendeze activiteiten zoveel mogelijk plaatsvinden tijdens seizoenenen op momenten dat het risico op verstoring minimaal is. Ook uitwaterstaatkundig oogpunt kunnen eisen gesteld worden aan het tijd­stip van inspectie. Dit dient in de ontheffing (Natuurbescher­mingswet), de publiekrechtelijke vergunningsvoorwaarden (Bagger­reglement) of privaatrechtelijke vergunningsvoorwaarden opgenomente worden. Het tegengaan van verstoringen is natuurlijk vooral eenkwestie van mentaliteit van het beherend personeel. Het in 1982begonnen samenwerkingsverband tussen operationele diensten op deWaddenzee is een uitstekende basis gebleken om dat te bereiken.De inspecties zullen uitsluitend vanaf schepen en te voet plaats­vinden. Luchtkussenvaartuigen en hefschroefvliegtuigen zullen doorde publiekrechtelijke beheerders anders dan bij bijzondere omstan­digheden niet gebruikt worden tenzij uit onderzoek blijkt datdaarmee minder verstorend gewerkt wordt. Ook van vergunninghouderszal gevraagd worden zich te onthouden van het gebruik van dezevoertuigen, behoudens ingeval van noodsituaties.Zo mogelijk wordt dit in de vergunningsvoorwaarden opgenomen.De leidingstroken blijven met boeien in de vaargeul aangegeven;ankeren blijft in die gebieden verboden. De leidingen worden op deplaten gemarkeerd met flexibele merktekens.De leidingbeheerders dienen alle onregelmatigheden veroorzaaktdoor activiteiten van derden of lekkages onmiddellijk te meldenaan de vergunningverleners.

In instabiele delen kunnen op sommige plaatsen stukken leiding vanten hoogste enkele tientallen meters met een zekere regelmaatblootspoelen. Er is weloverwogen de bodem daar ter plaatse metingrepen te stabiliseren met bestortingen en andere beschermendewerken.Dergelijke maatregelen zijn echter een tamelijk rigoreuse ingreepin de geomorfologie en hydrologie, waarvan de duurzaamheid en deuiteindelijke gevolgen voor de ontwikkeling van de betrokken(vaar)geul moeilijk te voorspellen zijn. Geregelde herstelmaat­regelen van de beschermende werken kunnen desondanks noodzakelijkblijken.Daarom zullen ook in problematisch instabiele gedeelten van eentracé de betrokken objecten - na blootspoeling - met kleinschaligemiddelen (waarvan de kosten relatief beperkt zijn) weer in debodem gewerkt moeten worden.Dit is zowel in het belang van de scheepvaart als in het belangvan het handhaven van de natuurlijke geomorfologische ontwikkelin­gen.

21

Page 26: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

5.1.2. Buiten gebruik stellen van leidingen

Wanneer een buisleiding of kabel na verloop van tijd niet meer ge­bruikt wordt dient de vergunninghouder de vergunningverlener daar­van in kennis te stellen.De vraag rijst dan wat men er mee moet doen. Indien men het objectopgraaft en verwijdert is men het gebiedsvreemde element defini­tief kwijt. Een dergelijke opruiming vergt nogal wat werkzaamhedenmet verstorende werking op de bodem en dieren en het is kostbaar.Echter als men een object in de bodem laat zitten kunnen zich mo­gelijk in de toekomst plaatselijk problemen voordoen met bloot­spoelingen waarvoor de vergunninghouder - als die nog bestaat ­zich niet meer verantwoordelijk voelt. Met name voor de scheep­vaart en de visserij met gesleepte vistuigen kunnen dan problemenontstaan zonder dat de schade nog verhaald kan worden.Ook blijft bij handhaving van een leiding in de bodem een ruimte­beslag gehandhaafd, waardoor leidingenzones eventueel vol kunnenraken. Daarom moet van geval tot geval overwogen worden of geheleof gedeeltelijke opruiming plaats moet vinden. In de vergunning(Baggerreglement) wordt standaard opgenomen dat, zodra de leidingniet meer in gebruik is de vergunninghouder deze op zijn kostenmoet verwijderen, tenzij de vergunningverlener anders beslist. Alsopruiming noodzakelijk wordt geacht, mag dit geen onevenredigeschade toebrengen aan de natuur. Als regel zal niet geëist wordendat buisleidingen verwijderd worden maar de vergunningvoorwaardenblijven dan onverminderd van kracht. Blootliggende of ondiep inge­graven kabels en blootgespoelde delen van buisleidingen zullen alsregel wel opgeruimd dienen te worden.Buisleidingen waardoor verontreinigende stoffen zijn vervoerd,zullen vóór het buiten gebruik stellen eerst grondig gereinigdmoeten worden, om te voorkomen dat die stoffen na jaren vrijkomenin het milieu. Er zal een inventarisatie gehouden worden van bui­tengebruikgestelde kabels en buisleidingen.

5.2. Nieuw te leggen kabels en buisleidingen

5.2.1. Buisleidingen van grote omvang en/of voor het vervoervan verontreinigende stoffen

De strekking van de relevante beleidsnota's ten aanzien van deaanleg van nieuwe buisleidingen voor het transport van delfstoffenafkomstig van in de Noordzee gelegen winningsplaatsen is zodanigdat - hoewel transportleidingen door de Waddenzee niet verbodenworden - een zorgvuldige afweging ten aanzien van de noodzaak totaanleg door de Waddenzee geboden is.Ten tijde van de ontwikkeling van dit beheersplan (1984) z1Jn ergeen ontwikkelingen bekend waaruit blijkt dat naast de F-3-leidingbehoefte bestaat aan de aanleg van nog een hoofdtransportleidingvan delfstoffen van de Noordzee naar de Eemshaven.Als echter een nieuwe behoefte ontstaat en de noodzaak voldoendeis aangetoond, dan geeft de regering volgens het StructuurschemaBuisleidingen er de voorkeur aan dat aansluiting gezocht wordt bijhet tracé van de buisleidingen F-3-Eemshaven. Aan de provincies isgevraagd dit in streekplannen vast te leggen. Naast de F-3-leidingzal in de nabije toekomst de aanleg van een buisleiding voor deafvoer van aardgas uit het Concessiegebied Zuidwal aan de ordekomen. De aardgasleiding naar Vlieland is inmiddels aangelegd.

22

Page 27: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

Kader voor vergunningverlening

Middels vergunningsvoorwaarden worden de grootst mogelijke voor­zorgen genomen om nadelige effecten voor het milieu van buislei­dingen van grote omvang en/of voor het vervoer van verontreini­gende stoffen tot een minimum te beperken.De vele afwegingen die gemaakt moeten worden ten aanzien van deeventuele aanleg van een nieuwe hoofdtransportleiding zijn zeercomplex en projectspecifiek.Daarom zullen de eventuele aanleg en de daaraan te stellen voor­waarden behandeld worden in speciaal daarvoor in te stellen multi­disciplinaire adviesgroepen. Deze zullen alternatieven voor aanlegen beheer ontwikkelen en daarvan de gevolgen aangeven voor het mi­lieu en andere sectoren. De nulvariant (geen aanleg c.q. gebruikvan bestand leidingennet) met de consequenties daarvan zal mede inde beschouwing worden betrokken. Aspecten die bij de vergelijkingvan alternatieven in ieder geval in beschouwing genomen moetenworden zijn:

de ecologische effecten;de mogelijkheden binnen de aangegeven beleidskader;de analyse van de risico's;een actieplan bij leidingbreuken;dekkingseisen gaan uit van de grootst bekende diepte op iederpunt van het tracé.

De adviesgroepen zullen bij het opstellen van de rapportages om­trent de alternatieven de m.e.r. procedure hanteren in gevallenzoals bepaald in de ontwerp-AmvB inzake de werkingssfeer van demilieu-effectrapportage. Op basis daarvan zal de besluitname opbestuurlijk niveau plaatsvinden.

5.2.2. Kabels en dunne buisleidingen

Het net van kabels en dunne buisleidingen voor nutsvoorzieningennaar de eilanden is tamelijk kompleet. Systematische veranderingvan het tracébeleid heeft dan ook weinig zin. Gezien de beperkteinvloedsduur op de natuur is verandering van dat beleid uit dieoverweging ook niet noodzakelijk. Bij de bevolking van Vlielandleeft de wens om hun eiland evenals de overige eilanden aangeslo­ten te krijgen op het aardgasnet.Deze aansluiting heeft inmiddels plaatsgevonden.Voorts bestaat het plan om een elektriciteitskabel van de vastewal van Noord-Holland naar Texel aan te leggen.Een van de oplossingen voor de drinkwaterproblematiek voor Amelandzou kunnen zijn de aanvoer vanaf het vasteland via een buislei­ding. Deze oplossing lijkt thans echter niet erg waarschijnlijk.Ook op Vlieland is de waterwinning een probleem. Een waterleidingdoor de Waddenzee ten behoeve van dat eiland lijkt echter weinigwaarschijnlijk. Een mogelijke oplossing om de drinkwatervoorzie­ning op Texel voor de langere termijn veilig te stellen, is hetleggen van een waterleiding vanaf Den Oever naar Oudeschild.Daarbuiten zal de eventuele aanleg van nieuwe kabels en buislei­dingen voor nutsvoorzieningen betrekking hebben op het vervangenvan bestaande objecten om aan de gestelde kwaliteits- of capaci­teitseisen te kunnen voldoen.Deze nieuwe objecten zullen binnen de aangegeven leidingstrokengelegd worden. Kabels en buisleidingen in leidingstroken zullen

23

Page 28: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

vaak kwelders moeten doorkruisen waartoe aldaar sleuven gegravendienen te worden. Door deze sleuven zo smal mogelijk uit te voerenkunnen de nadelige gevolgen voor de natuur minimaal blijven. Aan­leg van distributieve buisleidingen door instabiele diepere delenvan de Waddenzee vergt diepere ingravingen met verdergaande ingre­pen elders in de Waddenzee, verdere versnippering met leidingen­tracés en vaak hogere kosten voor de vergunninghouders. Daaromzullen nieuwe objecten zoveel mogelijk binnen de aangegeven lei­dingstroken gelegd worden.

Eventueel aan te leggen telefoonkabels naar Denemarken zullen inaansluiting op de reeds aanwezige kabels gelegd moeten worden.

Met uitzondering van de inmiddels aangelegde gasleiding naarVlieland zullen in beginsel geen nieuwe tracés voor kabels en lei­dingen voor nutsvoorzieningen buiten de reeds ontwikkelde lei­dingenzones gekozen mogen worden.

Het oorspronkelijke beleid dat gericht was op bundeling van buis­leidingen in buisleidingstroken wordt voortgezet en zal moetenworden vastgelegd in de bestemmingsplannen. Ten behoeve van deaanleg van hoofddistributieleidingen dient een zone ter weerszij­den van de F-3-leiding gereserveerd te worden.

De huidige ingravingsdiepten van distributie leidingen door wantij­en, hebben tot op heden problemen met menselijke activiteiten, metbevriezing of met ijsgang voorkomen. De ingravingsdiepten zijn mettamelijk kleinschalige ingrepen te verwezenlijken en vormen geenblijvende aantasting van de natuur. Ten behoeve van de veiligheiden in het belang van de vergunninghouders blijven de dekkingseisenvoor buisleidingen en elektriciteitskabels in het algemeen gehand­haafd op 1 meter in de platen en 2 meter in de te doorkruisen geu­len en instabiele delen van het wantij.Voor buisleidingen door de geulen voor het transport van delfstof­fen wordt bij het bepalen van de dekkingseisen uitgegaan van degrootst bekende diepte op ieder punt van het tracé. De dekkings­eisen worden door een multi-disciplinair projectteam vast gesteld.In nieuwe vergunningen voor de aanleg van telefoonkabels zalgeëist worden dat deze op platen en kwelders uit het zicht gewerktworden. Bij het kruisen van geulen wordt een dekkingseis van 1 mgehanteerd.Er zal een standaard vergunning ontworpen worden voor nieuwe en tevervangen kabels en distributiebuisleidingen. Tevens zal eenactieplan worden opgesteld voor het handelen bij leidingbreuken.

5.2.3. Gasleidingen voor aardgaswinningslokaties in deWaddenzee

Als op basis van een verleende concessie wordt overgegaan tot dewinning van aardgas, is het onvermijdelijk het gas af te voerenper pijpleiding vanaf de winlokatie(s) in de Waddenzee naar eenverwerkingsinstallatie of hoofddistributieleiding buiten de Wad­denzee, zoals voor de afvoer van aardgas uit de concessie Zuidwalnaar Harlingen.

Extra zorg is geboden voor de afvoer van onbehandeld gas, omdatbij de winning van aardgas ook altijd enig condensaat meekomt. Dat

24

Page 29: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

laatste bestaat uit grotendeels vluchtige vloeistoffen. Hoeweldeze stoffen tamelijk snel verdampen, moet vermeden worden datdeze in het oppervlaktewater terecht kunnen komen.Ten behoeve van de ontwikkeling van tracé alternatieven en vergun­ningsvoorwaarden voor dit soort gasleidingen zal een adviesgroepingesteld worden. In de vergunningsvoorwaarden zal o.a. een actie­plan voor handelen bij leidingbreuken worden opgenomen.Op basis van de rapporten van deze groep zullen op bestuurlijk ni­veau een tracé en vergunningsvoorwaarden vastgesteld worden.

5. 3. Onderzoek

De gevolgen voor de natuur van het ingraven van kabels en lei­dingen in de Waddenzee zijn nog nooit in het terrein opgenomen.Het verdient aanbeveling een evaluatie te verrichten van de gevol­gen van ingravingen van bestaande leidingen. Indien dit onvoldoen­de informatie oplevert, zijn bij de aanleg van de eerstvolgendenieuwe leidingen rapportages over verstoring alsmede over degevolgen voor de bodemfauna, de waterkwaliteit, en de geomorfolo­gie gewenst.

De ontwikkelingen op het gebied van installatie-, ingravings- eninspectietechnieken dienen gevolgd te worden. Zodra techniekenoperationeel worden die overlast of schade aan derden of aan hetmilieu verminderen, dient de toepassing daarvan bevorderd te wor­den, zo nodig via vergunningsvoorwaarden.Bovengenoemde rapportages vallen grotendeels binnen de taakgebie­den van de ministeries van Verkeer en Waterstaat en van Landbouwen Visserij en van Economische Zaken. Ten aanzien van het laatst­genoemde aspect dient contact met het ministerie van EconomischeZaken te worden onderhouden.

25

Page 30: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

6. PINANCt!LE EN PERSONELE CONSEQUENTIES

Aanleg

De tracékeuze en het stellen van vergunningsvoorwaarden voor dis­tributieleidingen vergt overleg tussen de aanvrager en de publiek­rechtelijke beheerders. Voor tracés door de leidingenzones zijnals regel geen uitgebreide voorstudies nodig. Na het verlenen vande vergunning is inspectie op de naleving van de voorwaarden nood­zakelijk. Het bestaande overheidsapparaat is op deze taak inge­steld.

De tracékeuze en het stellen van vergunningsvoorwaarden voor groteleidingen vergt een projectmatige aanpak. Dat kost extra capaci­teit en geld. De kosten van de advisering komen voor rekening vande aanvrager van de vergunning indien in de vergunning de beschik­baarheid van bepaalde onderzoeksgegevens verplicht is gesteld, ofde vergunningaanvrager uit anderen hoofde zelf advies vraagt.Voor het overige komen de kosten voor rekening van de vergunning­verlenende instantie.

Beheer en onderhoud

Voor het beheer en onderhoud worden inspecties uitgevoerd door depubliekrechtelijke beheerders en door de vergunninghouders. Dekosten voor de vergunninghouders worden buiten beschouwing gela­ten. De inspecties ten aanzien van de morfologische aspecten in devoorwaarden worden als regel uitgevoerd in het kader van routine­matige lodingen. Deze kunnen desgewenst gecombineerd worden metinspecties op belangen met betrekking tot de Natuurbeschermings­wet, bijvoorbeeld door deze inspecties uit te voeren met een mede­werker van Staatsbosbeheer aan boord.Deze vormen van inspectie hebben geen verdere financiële of perso­nele gevolgen.Het verdient aanbeveling na te gaan of het mogelijk is gecombi­neerde inspecties vergunninghouder met vergunningverlener uit tevoeren in het voorjaar waarbij gebruik gemaakt wordt van moderneapparatuur die voor iedere vergunninghouder afzonderlijk te kost­baar zou zijn.

26

Page 31: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

~Leeuwarden.....

...-r IIDOrt ei~ dl_er 1n ...-e1te1tl dMkinCJ in a jUl' oontrole os-rkinqena werkdruk (wlCJ. _npminql ..... deld<inq

verCJ· per jUl'

wlCJ·YWrCJ·

1 ti. 3; telefoon P.T.T. 0,04 1 0,09 JI'ri_land: 1967 -5 t/lft 14, 2,0 (VMr9I'U1 I19 ti. 23,28 t/Ift 32

4 'JU ~e 0,20 werkdruk 40 ato 0,5 (<lP het lIadl 1976 -1,0 (vurlJMlll

15 'JU Guunie 0,15 werkdruk 40 ato 1,0 (<lP het lIad I 1972 -1,0 (VMr9I'U11

16, 17 electriciteit Prov. Electr. Bedrijf 0,08 10 !tV 0,5 (<lP het lIadl 1975 -inJl'ri_land 1,0 (VMr9I'U11

18 water N.V. *terleicti.nCJ 0,33 wrkdr. 6,6 ato 1,0 (<lP het lIadl 1978 lxJl'ri_land 2,0 (vurlJMlll

24, 25 electr1citeit Prov. Electr. llecIrijf 0,08 10 !tV 0,5 (<lP het lIadl 1971 -in Jl'r1..land 1,0 (VMr9I'U11

26 'JU Guunie 0.20_. ontwrpo

1,0 (<lP het lIIldI 1910 lxdruk 79,9 11K 2,0 l-.,.w.l

27 _lk CIlélp. l:U1_linduftrie 0,14 werkdruk 6 ato 1,0 (<lP het lIIldI 1977 lx"De '!aJlcaK. 2,0 (~l

33, J4 .,.. Gubedr1jf~ 0,10 wrkdr • 7,8 lar - 1971 -Jl'ri_land 1,0 (..-..all

35, J6 electriciteit Prow. Electr. Bedrijf 0,08 10 !tV 0,5 (<lP het lIadl 19711 -in Jl'r1_land 1,0 (~l 1977

Page 32: .mi.n..i sterie ~:;:~wate verkeer en ~rstaat ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/7506/beheersplan...f\) Leidingen 1. Omvangrijke buisleidingen (doorsnede groter dan 200 m) 2.

GTontnsenoe

KABELS EN BUISLEIDINGENIN DE WADDENZEE

o!

-'.

37 qas NoordqatrM8p)1't I.V. 0.91 _. wrkdnlk 1,0 (op 11ft *dl 1976 2x • 1lIbef'U9at99,2 bar l,S (VIIAr9lUl I • 3.0

2.0 op_

38 telefoon Ned. Aardolie MuUch-Wij 0.03 - 1971 - buit..IfeiUlijk 2.0 lil ~k

39 CJlIII GallUnie '.07 _ ....rkdnlk 1,0 (buiten 1974 -67 bar vur9lU11

2,0 (vur9lUll

40 • CJlIII/olle (,.31 N.A.M. . • 9I'Pland

41 CJlIII N.A.M. 0.50""tv.dru_ 1.0 1984 '11120/107b«r.

42 ge. "-trol..-d 0.50_rlrdr. 1.0(Op het wedl "'5 lil ook 91yco1-100 b8r. 2.0 (9MrlJIIUl I leidinaO.1I7S

43 ".. Ga.unie 0.10 _rkdr. 1.01op het WadI 1916 lil40 b8r. 1.S(ge ull

Bijlase 1