Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE...

24
Middernachtsroep actueel. realistisch. helder. www.middernachtsroep.nl | Februari 2018 PERSPECTIEVEN Zal de gemeente de anti- christ meemaken? ACTUALITEIT Gaat het christelijke Avondland ten onder? Leven in de eindtijd Weerstand bieden aan de aanpassing 70 JAAR ISRAËL

Transcript of Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE...

Page 1: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

Middernachtsroepactueel. realistisch. helder.

www.middernachtsroep.nl | Februari 2018

Hoe blijft het christelijk geloof identificeerbaar in een wereld die zichzelf

niet als christelijk beschouwt?

PERSPECTIEVEN

Zal de gemeente de anti-christ meemaken?

ACTUALITEIT

Gaat het christelijke Avondland ten onder?

Leven in de

eindtijd

Weerstand bieden aan de aanpassing

70 JAAR ISRAËL

God heeft Zijn volk niet verstoten

Page 2: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

25 september - 4 oktober 2018

Israëlreis 2018Middernachtsroep

meer informatie: www.middernachtsroep.nl / 020-4042040

Middernachtsroep

- Prijs p.p. vanaf €1537,00 (Eénkamertoeslag €499,00)- Reis is tijdens Loofhuttenfeest en Simchat Tora - 3 overnachtingen in Nof Tavor te Mizra- 6 overnachtingen in Ein Karem te Jeruzalem- 7 dagen sightseeing met nederlandstalige gids Yossi Alkelai

Page 3: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

Middernachtsroep 02.2018 3

Middernachtsroep actueel, realistisch, helder

www.middernachtsroep.nl

STICHTER: Wim Malgo (1922-1992)

BESTUUR Nederland: Aart Haverkamp, WoudenbergGerrit van Koppen, WoudenbergJonathan Malgo, DübendorfBerend de Wit, Hoevelaken

NEDERLAND: Middernachtsroep, Postbus 193, 3940 AD Doorn, tel.: 0343 477288, fax: 0343 477447, E-mail: [email protected]. nr. 41166018BTW nr. NL 0028 18 668 B01

ZWITSERLAND: Mitternachtsruf, Ringwiesenstrasse 12a, CH-8600 Dübendorf, tel.: 0041 44 952 14 14,

ORGAAN: De «Middernachtsroep» verschijnt maandelijks en wordt bovendien in het Duits, Engels, Frans, Hongaars Italiaans, Portugees, Roemeens, Spaans en Tsjechisch uitgegeven.

PASTORALE VRAGEN: (Adres Nederland)

REDACTIE: (Adres Zwitserland) E-mail: [email protected]

LAYOUT: (Adres Nederland)

BETALINGEN: IBAN: NL52INGB0000409200BIC: INGBNL2A t.n.v. Zendingswerk Middernachtsroep Ook voor België

DRUK: PostNL, ’s-Gravenhage

ABONNEMENTSPRIJS JAARLIJKS: Nederland en België: op basis van een vrijwillige gift van min. EUR 16,00 per tijdschrift per jaar

ADRESSEN VOOR DIVERSE TAKKEN: www.mitternachtsruf.ch/weltweit

TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN: (via een notaris) «Ik legateer vrij van rechten en kosten aan de Stichting: Zendingswerk Middernachtsroep statutair gevestigd te LEIDEN en geregistreerd onder nummer .41166018. bij de Kamer van Koophandel Rijnland, een bedrag van EUR …»

Gedachtig aan het feit, dat alle menselijke kennis slechts ten dele is (1 Cor. 13:9), geven de auteurs onder eigen verantwoording hun persoonlijke visie weer.

COVERSTORY

5 Leven in de eindtijd: weerstand bieden aan de druk om je aan te passen

ERUIT GELICHT

12 IS-terreur "versterkt" christendom in Egypte

12 Selectieve verontwaardiging?

12 Trump houdt belofte en de wereld windt zich op

19 Bewijst het lijden in de wereld dat

God niet bestaat?

19 Israël- boycot is "in"

IN PERSPECTIEF

14 Zal de gemeente de antichrist meemaken?

16 De antichrist en de gemeente

16 God heeft Zijn volk niet verstoten

18 Gaat het christelijke Avondland ten onder?

20 Goede en slechte voorbeelden

3 Colofon

4 Groetwoord

4 Financiën

13 Spreuken

5 18 20Leven in de eindtijd:

weerstand bieden aan de druk om je aan te passen

Gaat het christelijke Avondland ten onder? Goede en slechte voorbeelden

Page 4: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

GRUSSWORT

4 Middernachtsroep 01.2018

GROETWOORD

Ben ik een wegbereider? Deze vraag kwam bij mij op bij het bestuderen

van Johannes de Doper. In hem zag ik enkele parallellen met de tijd waarin wij nu leven.

Hij schenkt overvloed: ’Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benau-wen; Gij zalft mijn hoofd met olie, mijn be-ker vloeit over.’ (Psalm 23:5)

Van Johannes wordt gezegd dat hij velen van de Israëlieten zou bekeren tot de Heere, hun God, Lukas 1:17. Op een rechtvaardige minderheid na, leefde het Joodse volk in de veronderstelling dat het God behaagde door alleen maar zo precies mogelijk volgens de wet van Mozes te leven. En, vooral volgens alle wetten die er nog aan toegevoegd wa-ren. Het dienen van God wordt dan tot een religie vol van uiterlijkheden en geforceerde vroomheid. Ook nu zien we dat de wet soms meer zeggenschap heeft dan het Lam!

Johannes had in zijn tijd te maken met zelfvoldaanheid. Is men ook vandaag de dag niet optimistisch over de mogelijkheid een goed leven te leiden? Johannes is de roepen-de in de woestijn om het volk van zijn ‘schijn-heiligheid’ bewust te maken. Hij roept op tot bekering van die heilloze weg. Johannes is een wegbereider. Hij moet het Joodse volk voorbereiden op de lang verwachte Messi-as, Die Zijn leven zal geven voor de zonde van alle mensen. Johannes wil met zijn be-keringsoproep een aanzet geven tot een in-nerlijke verandering

Wij mogen net als Johannes de Doper de mensen toeroepen: Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. We moeten net als Johannes zeggen: De Heere Jezus is het enige ware OFFER van eeuwige

waarde. De Heere Jezus is het Lam waarin God heeft voorzien. Door Zijn offer neemt Hij niet alleen uw of mijn zonde, of de zon-de van Israël weg, maar de zonde van de he-le kosmos. Er is zo’n groot verlossingswerk tot stand gebracht, dat de uitwerking hier-van is voor alle tijden. Inmiddels is het 41 jaar geleden dat ik tot geloof mocht komen. Nog steeds ben ik dankbaar dat destijds een evangelist mij aansprak en de vraag stelde: waar denk jij te zijn in de eeuwigheid? Mijn antwoord was: Ik denk wel in de hemel. Op zijn wedervraag waar ik dat op baseerde, stond ik met de mond vol tanden. Ik was zo-als R.M. Mc. Cheyne het verwoordde in zijn lied: ‘k Stond blind, en van verre, in mijzelve zo rijk. Die vraag stemde wel tot nadenken en leidde mij tot de Heere Jezus.

Hoe belangrijk is het om mensen te ver-tellen wat genade is, wie de mens is, wie God is en wie Jezus Christus is. Genade houdt in dat de hemel een geschenk is, dat je deze niet kunt verdienen. De mens is een zondaar en kan zichzelf niet redden. God heeft de wereld lief en wil niemand verloren laten gaan, maar ieder redden. Jezus Chris-tus is het Lam van God dat de zonde van de wereld HEEFT weggenomen! De redding ligt nu voor het grijpen.

Laten wij deze redding aan anderen door-geven en zoals Johannes wegbereider zijn.

Verbonden in onze komende Heiland,

Uw Gerrit van [email protected]

Gerrit van Koppen

Ben ik een wegbereider?

In de maand december 2017 ontvingen wij met dank de volgende giften:

Algemeen 15.985,44-Literatuur 579,40-Beth Shalom 8.602,96-Directe hulp Israel 740,00-Zuid-Amerika 70,00-EHBO-hulp 212,70-Peetouderschap Bolivia 295,00-

Radio Neue Hoffnung 2.500,00-MR Uruquay 1.070,00-Internaat Bolivia 875,00-

Totaal 30.930,50-

In de maand december 2017 maakten wij de volgende kosten:

afdracht bestemmingsgiften 5.762,70 periodieken MR en NUI 4.171,01 organisatiekosten * 10.923,28

inkoop literatuur 85,28verkoop literatuur 1.164,92-

Totaal 19.777,35

batig saldo 11.153,15-

* kantoorkosten en PR* salarissen/huisvesting

Page 5: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

Middernachtsroep 02.2018 5

Leven in de eindtijd: weerstand bieden aan de druk om je aan te passen Hoe blijft het christelijk geloof identi-fi ceerbaar in een wereld, die zichzelf niet als christelijk beschouwt? Hoe kan het herkenbaar en krachtig zijn in een tijd, die steeds meer afscheid neemt van christelijke inhoud en waarden? Hoe behoudt ons geloof een dusdanige structuur, dat het niet opgaat resp. ondergaat in de maatschappelijke mainstream? Een antwoord.

De gestelde vragen zijn niet nieuw. Beter gezegd zijn ze zo oud als het geloof in de God van de Bijbel

zelf is. Het geloof in die ene God van de Bijbel staat te allen tijde in tegenstelling met andere invloeden, instellingen en gedragswijzen, die het Bijbelse geloof vreemd zijn.

Als we naar de Heilige Schrift kijken, dan zien we, hoe het confl ict tussen aan-passing en weerstand een permanent thema van het Bijbels geloof vormt. We komen tegen, hoe Aaron, de broer van Mozes, toegeeft aan de druk van het volk Israël om zich aan te passen en de God van de Sinaï vervangt door een gouden beeld van een stier. Maar we zien ook, hoe Daniël en zijn vrienden aan het Babyloni-sche hof bestand zijn tegen de druk om zich aan te passen en hun Joodse identiteit

niet prijsgeven. Bij de profeet Jeremia valt te herkennen, hoe diens verkondiging in strijd is met de woorden van de profeten van de tijdgeest en dat hij daarvoor moet betalen met persoonlijke krenkingen en lijden. Een blik in de evangeliën laat ons de onkreukbaarheid en het weerstands-vermogen van de Heere Jezus zien. Paulus tenslotte roept de gemeente in Rome er openlijk toe op, “niet aan deze wereld gelijkvormig” te worden (Rom. 12:2).

We zullen hierna de profeet Daniël en zijn drie vrienden wat nauwkeuriger bekijken. In het boek Daniël kunnen we volgens Gerhard Maier leren, wat ver-trouwen in God betekent, wat gehoor-zaamheid aan Gods gebod betekent, en wat trouw tot het martelaarschap aan toe betekent. In tweeërlei opzicht bezit het op veel plaatsen geheimzinnige boek vandaag een bijzondere actualiteit. Aan de ene kant laat het ons zien, hoe wij christenen in de diaspora kunnen leven. Gelovigen, die zich in een maatschappe-lijke minderheidssituatie bevinden en blootgesteld zijn aan de druk van een niet-christelijke resp. antichristelijke pu-blieke opinie en maatschappij, kunnen le-ren van het boek Daniël. Vele christenen in islamitische landen leven in een min-derheidssituatie. Maar ook hier bij ons in

het Westen bespeuren wij in toenemende mate de druk om ons aan te passen aan de maatschappelijke mainstream.

Aan de andere kant zien we bij Daniël het perspectief van de eindtijd. Het boek Daniël getuigt van een sterke hoop op het komende koninkrijk van God. Deze hoop wordt vergezeld door grote schokken. Als christenen leven we vandaag in een ver-gelijkbare situatie. Wereldrijken komen en gaan, onze aarde wordt dikwijls geteis-terd. Maar midden in dat alles verwachten wij Gods nieuwe wereld.

In vijf punten wil ik proberen om een levensstijl van de eindtijd te beschrijven die zich verzet tegen de druk om zich aan te passen:

1. Standvastig van hart blijven. Het boek Daniël voert ons naar de geweldig ingrijpende veranderingen in het Nabije Oosten van de 6e eeuw v. Chr. De Baby-lonische koning Nebukadnezar verslaat in het jaar 605 in de slag bij Karchemis de Egyptische grootmacht en verkrijgt daarmee zelfs onbeperkte heerschappij in deze regio. Op de terugweg naar Babylon trekt hij voor de eerste keer op tegen Je-ruzalem, plundert de tempel en neemt maatregelen voor de deportatie. Daniël en zijn drie vrienden worden naar Babylon weggevoerd en aan het hof van de heers-

Page 6: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

6 Middernachtsroep 02.2018

FOCUS OP DE BIJBEL

zuchtige koning onderworpen aan een enorm heropvoedingsprogramma. Nebu-kadnezar lijkt daarin op de tirannen van alle tijden. Hij zoekt jonge mensen uit, die geen gebreken hebben, mooi, begaafd en intelligent zijn. Die wil hij “gelijkschake-len”. Daarbij dienen ze niet alleen de taal en het schrift van de Babyloniërs te leren. Ook dienen ze te wennen aan de Baby-lonische keuken. Daarvoor worden hun namen veranderd. Daniël (God is mijn rechter) wordt al gauw Beltsazar (Bel, de heidense afgod, bescherme zijn leven). – Voor Daniël wordt de omschakeling naar het heidense menu een eerste serieuze test voor zijn geloof. De Babyloniërs eten dieren, die volgens de joodse wet onrein zijn. Daarbij drinken ze wijn, die aan de goden is gewijd en deels is geofferd. De kwestie van het eten is geen “adiaphora”, d.w.z. dat wat in het midden ligt tussen wat moet en niet mag. Integendeel gaat het op deze plaats om de gehoorzaamheid aan Gods gebod.

Daniël heeft binnen zijn oorspronke-lijke joodse familie de joodse reinheids-voorschriften leren kennen en deze ook

gepraktiseerd. Nu staat hij onder druk, om ze te laten vallen ofwel te gaan over-nemen als zijn eigen overtuigingen. Da-niël bevindt zich als jong mens in een beslissende situatie van grote draagwijdte. Zal hij trouw blijven aan zijn religieuze overtuigingen of deze aanpassen aan de uiterlijke omstandigheden en toegeven aan de druk? We kunnen deze vraag ook aan onszelf stellen: Waar worden wij als christenen aangespoord, om ons aan te passen aan de culturele context? Waar dienen wij ons daarvan te onderschei-den en God meer te gehoorzamen dan de mensen?

Daniël heeft zich in verschillende op-zichten aangepast. Hij moet zich bezig-houden met een heidense taal, schrift en wetenschap. Hij verkeert elke dag aan het hof van de koning en gaat om met men-sen, voor wie zijn geloof niets betekent. Hij maakt de heidense feesten mee en wordt zelfs aangesproken met een nieuwe naam. Daniël leeft geheel en al in een heidense wereld. Maar tegelijk neemt Da-niël een fundamentele beslissing. Hij wil zich niet verontreinigen. Bij alle uiterlijke

Gerestaureerde ruïnes van het zuidelijk paleis van Nebukadnezar in het oude Babylon.

De diasporaDe verstrooiing van het joodse volk van God in de wereld van de heidenen wordt diaspora ge-noemd. Op soortgelijke wijze bevinden ook christenen zich in de diaspora (1 Petr. 1:1). We zijn in deze wereld bijwoners en vreemdelingen (1 Petr. 2:11) en moeten weliswaar voor de stad vrede zoeken (Jer. 29:7), maar tegelijkertijd onze eigen iden-titeit in Christus bewaren, hand-haven en als lichten in de duis-ternis laten schijnen (Mat. 5:16).

Page 7: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

Middernachtsroep 02.2018 7

solidariteit met het heidense wereldrijk blijft hij in zijn hart trouw aan God. Zo staat er: “Daniël nu nam zich voor, zich niet te verontreinigen met de koninklijke spijze of met de wijn die de koning placht te drinken ”(Dan. 1:8 NBG1951).

Daniël neemt in zijn hart het vaste besluit: Hij wil de tradities die hij in zijn joodse opvoeding heeft meegekregen, in ere houden. Niemand dringt hem dit be-sluit van buiten op. Integendeel neemt hij op deze plaats verantwoordelijkheid voor zichzelf. Hij wil trouw blijven aan zijn God, zijn geloof en zijn godsdienstige opvoeding.

Uit deze gebeurtenis kunnen drie lessen worden geleerd. Om te beginnen hebben we een belangrijke christelijke vorming van kinderen nodig. Kinderen zijn aangewezen op wortels, waarop ze zich kunnen bezinnen. Ze hebben tradi-ties nodig, gewoonten en rituelen die hen later in het leven houvast kunnen geven. In het zogenaamde postmoderne tijdperk, waarvan o.a. de complete breuk met de traditie een kenmerk is, staan we voor grote uitdagingen. Hoe kunnen we nut-

tige tradities voor onszelf in ere houden en doorgeven aan de volgende generatie?

Wat verder opvalt in deze context, is het feit dat Daniël de weg vindt naar een eigen beslissing. Tradities moeten worden overgedragen. Overtuigingen moeten per-soonlijk worden verantwoord. Het is niet voldoende om het geloof alleen uiterlijk over te nemen. Integendeel is een “intrin-sieke motivatie” nodig.

Ten slotte: Het geloof in een seculie-re en ook multireligieuze wereld dwingt ons tot beslissingen. Beslissingen nemen betekent echter dat een christen niet eenvoudigweg toegeeft en zich mee laat drijven met de grote stroom, maar getui-genis afl egt van iets en daarmee verant-woordelijkheid op zich neemt.

Zo’n getuigenis vereist moed. Uit het Nieuwe Testament weten wij dat Jezus Christus zo’n getuigenis erkent en zegent (Mat. 10: 32). God spreekt zich ook uit voor Daniël. Hij krijgt niet alleen de gunst van de koninklijke hoveling. Hij beleeft ook, hoe hem gezondheid, welbevinden en goddelijke wijsheid worden geschon-ken.

Voor Daniël wordt de omschakeling naar het heidense menu een eerste serieuze test voor zijn geloof. De Babyloniërs eten dieren, die volgens de joodse wet onrein zijn. Daarbij drinken ze wijn die aan de goden is gewijd en deels is geoff erd.

Page 8: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

FOCUS OP DE BIJBEL

2. God meer gehoorzamen dan de mensen. In het tweede jaar van zijn be-wind (ongeveer in het jaar 602) wordt Ne-bukadnezar door een nachtelijke droom diep verontrust. De inhoud van de droom is hem ontschoten. Daarom beveelt hij de magiërs en wijzen van zijn koninkrijk, om hem zowel de inhoud als de uitleg van de droom mee te delen. Maar dit is voor hen te veel verlangd en ze moeten toegeven: “Want de zaak waar de koning om vraagt, is te moeilijk. Er is niemand anders die het in de tegenwoordigheid van de ko-ning te kennen kan geven dan de goden, die hun verblijf niet bij de schepselen hebben” (2:11). De vertegenwoordigers

van de heidense esoterie zijn aan het eind van hun Latijn met

hun toverkunst en moeten toegeven, dat de hulp

van andere goden no-dig is, zoals men die

in Babylon niet kent. Tot slot neemt Daniël het initiatief.

Omdat hij zichzelf en ook de heidense magiërs in

doodsgevaar ziet, wendt hij zich tot de koning en verzoekt om een bepaalde

tijd voor de uitleg van de droom. Daniël zoekt zijn vrienden op. Samen bidden ze tot God, die weet, “diepe en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is”

(2:21), opdat hij hen de droom bekend maakt. In een “nachtvisioen” valt Daniël ten slotte een geweldig visioen ten deel over de koninkrijken van deze wereld en hun verval.

De uitleg van de droom door Daniël heeft bij Nebukadnezar een geweldige schrik veroorzaakt. Daarom is het be-grijpelijk dat hij alles wat in zijn macht ligt, probeert, om zijn eigen rijk te sta-biliseren en te verenigen. Hoe zou dit beter kunnen lukken dan door een grote staatsplechtigheid, waarbij hij alle onder-danen verplicht tot aanbidding van een enkele god? Nebukadnezar laat een met goud bedekt beeld maken, waarvan de hoogte ongeveer 30 m en de breedte ca. 3 m bedraagt. Met het oog op de slanke vorm kan het weleens om een obelisk zijn gegaan. Voor de inwijding van dit een-heidssymbool van staat en religie nodigt hij alle provinciale gouverneurs en stad-houders uit evenals de vertegenwoordi-gers van justitie en bestuur. De eenheid van het grote rijk is een taak met grotere prioriteit. De vertegenwoordigers van de afzonderlijke regio’s van het koninkrijk dienen daarom te worden verplicht het standbeeld te aanbidden.

Nu zijn voor de staatsplechtigheid ook de drie vrienden van Daniël in hun functie van gewestelijke bestuurders uitgenodigd. Als Joden zien ze zichzelf verplicht aan het eerste gebod. Daarom

Wie weerstand biedt aan de mainstream en niet alles goed vindt, wat door de massa resp. de maatschappelijke opiniemakers wordt goed gevonden, krijgt zeer snel te maken met uitslui-ting en belastering.

Page 9: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

Middernachtsroep 02.2018 9

weigeren ze het afgodsbeeld te aanbid-den. Dit komt Nebukadnezar ter ore: “Nu zijn er Joodse mannen […]. Deze mannen hebben op uw bevel, o koning, geen acht geslagen. Uw goden vereren zij niet, en het gouden beeld dat u hebt opgericht, aanbidden zij niet” (3:12).

Wat zich hier afspeelt, is in de grond van de zaak belachelijk. Wat zijn nou drie mannen onder duizenden, ja misschien zelfs miljoenen mensen die de staatsgod aanbidden? Het wereldrijk van Nebukad-nezar staat symbool voor de antichristelij-ke staat. Hij verlangt totaliteit. Hij verlangt totale onderwerping. Wie zich niet schikt, moet wijken, wordt uitgesloten, belasterd, vervolgd of zelfs gedood. Hier komen we de wezenlijke kenmerken tegen van een dictatuur. De geschiedenis is er vol van.

Wij leven vandaag in een democratie. Daarin heerst vrijheid van meningsuiting, tolerantie en vrijheid. Daarbij wordt met vrijheid altijd de vrijheid van de anders-denkenden bedoeld. Evenwel: ook in onze op vrijheid gerichte maatschappij stuiten we op grenzen. Er bestaat zoiets als een mainstream van meningen, waaraan je je maar moeilijk kunt onttrekken. Wie weer-stand biedt aan deze mainstream en niet alles goed vindt, wat door de massa resp. de maatschappelijke opiniemakers wordt goed gevonden, krijgt zeer snel te maken met uitsluiting en belastering. Dit blijkt helaas ook in veel kerken en gemeenten. Er bestaat zoiets als een politieke correct-heid van wat men mag zeggen, schrijven en denken en wat niet. Voorbeeld hiervan zijn er genoeg te vinden in de kerkelijke en academische wereld. Het is een on-recht, als bijv. de Kirchentag (conferentie van de EKD, red.) de “Evangeliumsdienst für Israel” (evangelisatie voor Israël) niet toelaat op de markt van de mogelijkheden. Net zo’n onrecht is het, als groepen zo-als ‘Wüstenstrom’ (woestijnstroom), die pleiten voor het op een andere manier omgaan met mensen met homoseksue-le gevoelens, geen ruimte krijgen op de grootste Duitse meeting van protestanten.

We maken momenteel een roerige situatie mee, wat betreft het omgaan met moslims. Wie durft te zeggen dat de verschillen tussen islam en christendom onoverbrugbaar zijn? Wie durft te zeggen

dat christendom en islam zich nooit met elkaar kunnen verbroederen? Wie durft in te gaan tegen de trend naar eenheid van de kerken?

Hoe kun je weerstand bieden aan de aanpassing? De drie vrienden van Da-niël gehoorzamen in deze situatie God meer dan mensen. Waar de vrijheid van het Evangelie op het spel staat en wordt bedreigd, geldt dit grondbeginsel. Chris-tenen zijn zo lang loyaal ten opzichte van hun staat, zo lang ze hun geloof vrij mogen uitoefenen. Waar hen dit wordt belet, be-staat voor hen een hogere loyaliteit waar-aan ze dienen te gehoorzamen.

3. Lijden verdragen. Babylonië is bekend geworden als het land van de ovens. In tunnelvormige ovens werden (bak)stenen gebrand resp. erts gesmolten. Gestookt met houtskool bereikten deze ovens temperaturen tot wel 1000 graden. In zo’n oven zullen nu de drie vrienden van Daniël terecht komen. Ze hebben ge-weigerd het afgodsbeeld te aanbidden. Nu moeten ze rekening houden met de gevol-gen en worden in de vuuroven geworpen.

De gemeente van de eindtijd, die de druk weerstaat om zich aan te passen, zal niet kunnen ontkomen aan het lijden. Jezus zelf heeft Zijn discipelen voorspeld dat ze in gevangenissen geworpen, voor koningen en stadhouders geleid worden en door allen gehaat zouden worden (Luk. 21:12vv). Paulus schrijft aan de ge-meente in Filippi: “Want aan u is het uit genade gegeven in de zaak van Christus niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden” (Fil 1:29). De He-breeënbrief vestigt de blik van de lijdende gemeente op Christus, die zelf voor hen aan het kruis geleden heeft en de schande veracht (Hebr. 12:1vv).

Navolging van Christus en lijden staan innerlijk met elkaar in verband. “Als scha-pen onder de wolven” worden de discipe-len van Jezus uitgezonden. Manfred Seitz herinnert eraan, dat de kerk wordt ge-zegend in het martelaarschap. Waarvoor wordt ze gezegend? Opdat de gemeente van Jezus ook werkelijk gemeente blijft en in haar geestelijk leven niet ten prooi valt aan vervlakking, heeft ze een bepaalde mate van lijden nodig. Anders wordt ze losgerukt van Jezus en wordt ze drijfhout

van vele ‘stromingen’. Pas door het lij-den wordt ze vast in het Woord van God verankerd.

Een andere zegen van het lijden bestaat eruit, dat de gescheiden geloofsgemeen-schappen zich in het lijden verenigen. Seitz herinnert hier aan de ervaringen van lutherse en orthodoxe christenen in Rus-land tijdens de bolsjewistische revolutie en aan de ontmoetingen van katholieken en protestanten in de concentratiekam-pen van het Derde Rijk. In de ontmoeting met de antichristelijke wereldmacht, die volledige onderwerping eist, resteert er voor de gemeente alleen het lijden. Karl Hartenstein zegt: “Er is geen revolutie voor de gemeente, maar alleen het lijden.”

Nu is er in al het lijden evenwel ook een fundamentele geestelijke ervaring. Degenen die lijden worden op bijzondere wijze door Christus zelf vastgehouden en bewaard. Precies deze ervaring valt ook de drie vrienden van Daniël ten deel. Zodra ze in de vuuroven zijn, komt een vierde persoon bij hen, zodat Nebukadnezar zich verbaast de ogen uitwrijft: “Hebben wij niet drie mannen gebonden midden in het vuur geworpen? […] ik zie vier mannen midden in het vuur vrij rondlopen! Zij hebben geen letsel en de aanblik van de vierde lijkt op die van een zoon van de goden.” (3:25v).

In Hebreeën is een uitleg van dit won-der te vinden. Daar staat: “Door het geloof hebben zij de kracht van het vuur geblust” (Hebr. 11:34). Inderdaad vertrouwen de drie vrienden op de overmacht van hun God. “Als het moet, kan onze God, Die wij vereren, ons verlossen uit de brandende vuuroven, en Hij zal ons, o koning, uit uw hand verlossen” (Dan. 3:17).

Uit de geschiedenis van hun volk we-ten de drie dat hun God hen kan redden. Heeft Hij Israël bij de Schelfzee gered, dan kan Hij hen ook in deze situatie red-den. De geschiedenis van de christelijke martelaren laat evenwel zien dat het niet altijd zo gelukkig afloopt als in het geval van de vrienden van Daniël. Toch blijft de zekerheid dat ook degenen die omwille van Christus lijden, door Zijn hand wor-den vastgehouden. De hoogleraar theolo-gie Traugott Hahn werd in 1917 in een Baltische staat eerst gevangengenomen

Page 10: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

FOCUS OP DE BIJBEL

10 Middernachtsroep 02.2018

door de bolsjewieken en daarna gedood. Zijn vrouw schrijft in een terugblik:

“In de bijna verdovende duisternis van de eerste pijn scheen vanaf het kruis van Christus vandaan het ‘Nochtans’ van het geloof. Had ook op die dag van de kruisiging niet ook het kwaad schijnbaar getriomfeerd? En toch was het de grootste overwinning, die ooit bevochten is, de grootste liefdesdaad die God aan mensen heeft gedaan. Zo mochten ook wij geloven in de liefdesbedoelingen van God die voor ons echter nog verborgen waren. Had God niet ook mijn man innerlijk sterk gemaakt, in gehoorzaamheid aan Hem de buiten-gewoon zware weg van de dood te gaan, en was deze innerlijke overwinning niet groter dan een lichamelijke redding zou zijn geweest?”

4. Standvastig het geloof beoefenen. Een nieuwe fi guur betreedt het toneel van de wereldpolitiek, Darius, de koning van de Meden. Een van zijn eerste maat-regelen die hij als nieuw koning neemt, is een bestuurshervorming. Hij maakt een indeling voor zijn reusachtige rijk: Mesopotamië, Syrië, Fenicië, Israël. Be-halve de 120 stadhouders stelt hij nog drie “chef-ministers” aan als een soort tussen-instantie tussen hem en de stadhouders. Een van hen is Daniël. Daniël komt nu in een zeer hoge regeringsfunctie terecht. Hij is succesvol en maakt carrière. Ge-loof in God zowel als promotie en succes zijn geen tegenstelling, maar absoluut te verenigen.

Daniël ziet zich echter geplaatst tegen-over een intrigante tegenpartij. Door zijn succes treden er nijdassen in het strijd-perk, die precies weten, waar ze hem kunnen treffen. Omdat zijn gedrag onbe-rispelijk is, blijft alleen zijn geloof over als zwakke plek. Ze interveniëren bij de koning. Die moet een wet uitvaardigen, die een gebed tot een vreemde god ver-

biedt. Door het feit dat de wet schriftelijk zal worden vastgelegd, wordt daaraan een bijzonder gewicht verleend.

Indrukwekkend is Daniëls reactie op dit decreet: “Toen Daniël te weten kwam dat dit bevelschrift ondertekend was, ging hij zijn huis binnen. Nu had hij in zijn bovenvertrek open vensters in de richting van Jeruzalem. Op drie tijdstippen per dag ging hij op zijn knieën, bad hij en dankte hij voor het aangezicht van zijn God, pre-cies zoals hij voordien had gedaan” (6:11).

Daniël raakt niet in de stress of in paniek. Ook wordt hij niet agressief. Hij houdt integendeel heel rustig vast aan zijn gewoonte, om drie keer per dag te bidden. Daniël sluit ook geen compromissen. Hoe voor de hand liggend zou het zijn geweest, om het bidden voor maar 30 dagen te onderbreken? Of ook met gesloten ramen te bidden? – Van dat alles horen we niets. Daniël biedt weerstand aan de druk om zich aan te passen. Volhardend houdt hij vast aan zijn gewoonten en blijft zo trouw aan zijn Heere. Daniëls gebed wordt een geloofsbelijdenis.

Het gebed is vandaag de dag in gevaar. Óf men vindt er geen tijd meer voor óf men meent helemaal wel zonder het ge-bed te kunnen. Aan de wereldzeiler Geb-hard Rollo is eens gevraagd, of hij onder-

weg ook had gebeden. Hij antwoordde: “Neen! Dat is iets voor zwakkelingen.” Dat is de geest, die ons omgeeft. Maar hoe kan een christenheid, die niet meer bidt of geen tijd meer vindt om te bidden, geestelijk overleven? – Zonder het gebed kan ons geloof niet diasporawaardig wor-den. Zonder gebed kan het geen weer-standsvermogen opbrengen. Precies van dit geheim weet Daniël. Daarom neemt hij zijn gebedstijden in acht.

Door het gebed geeft Daniël richting aan zijn leven. Gesymboliseerd wordt dit door zijn gebedsoriëntatie op Jeruzalem. Zonder zo’n dagelijkse oriëntatie blijft ons geloof zwak en onze relatie tot God op-pervlakkig. Geestelijke gewoonten, zoals een gebedstijd overdag, zijn een hulp-middel, om structuur te geven aan het eigen geloof. Ze helpen ons aan innerlijke oriëntatie, reiniging en verduidelijking. Juist in onze tijd die door media wordt overspoeld, vormen zulke gewoonten een echt hulpmiddel.

5. Vasthouden aan de hoop op de terug-komende Heere. Met hoofdstuk 7 van het boek wordt een nieuwe horizon geopend. Al het biografi sche en persoonlijke raakt op de achtergrond. Op de voorgrond staan de visioenen van Daniël over de toekomst van de wereld en van het koninkrijk van

We maken momenteel een roerige situatie mee, wat betreft het omgaan met moslims. Wie durft te zeggen dat de verschillen tussen islam en christendom onoverbrugbaar zijn? Wie durft te zeggen dat christendom en islam zich nooit met elkaar kunnen verbroederen?

Page 11: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

Middernachtsroep 02.2018 11

God. Als eerste ziet Daniël de vier winden

(boden van God), die de zee (volkeren van de wereld) in beweging brengen. De totale volkerenwereld bevindt zich in op-roer tegen God. Zijn concrete uitdrukking vindt dit oproer in de gestalte van de vier dieren, die uit de volkerenzee oprijzen. Het gaat om menselijke krachten, die los van God, het karakter bij zich dragen van het dierlijke. De reeks dieren is: leeuw, beer, luipaard en een sterk dier met grote ijzeren tanden.

Leeuw en adelaar staan in de Bijbel als profetische beelden voor de wereld-machten (vgl. Jer. 2:15; Ez. 17:3). Het bovenmenselijke rijk van de leeuw wordt echter verzwakt. Zijn vleugels werden uit-gerukt en het (dier) werd een mensen-hart gegeven. Een sterk rijk werd zwak, menselijk en angstig. Veel is te zeggen voor de verwijzing naar het Perzische rijk, voor het geweld waarvan iedereen beefde. Uiteindelijk werd het echter door Alexan-der de Grote onder de voet gelopen (vgl. Dan. 8:4,7). Kenmerk van de beer is naast zijn kracht zijn onverzadigbare eetlust. De beer richt zich op. Hij gaat over tot de aanval. In zijn muil draagt hij nog drie ribben (misschien drie grote rijken), de rest van de zojuist verslonden prooi. Nau-welijks heeft hij een slachtoffer gemaakt, of hij bezint zich al op zijn volgende. De interpretatie past het best bij Alexander de Grote (snelle veroveraar) en zijn we-reldrijk. Opvallend bij het luipaard zijn de vier vleugels en koppen. Ze staan voor de wereldomspannende macht van dit dier. Het meest waarschijnlijk is daarom de ver-wijzing naar het meest universele van de wereldrijken uit de klassieke oudheid, het Romeinse Rijk. Dit wordt de voorloper van het antichristelijke wereldrijk (wereldse koninkrijk). Het vierde dier draagt een ei-gen karakter. Het is schrikwekkend, gru-welijk. De tien horens zijn uitdrukking van zijn enorme macht. De kleine, elfde horen, dat daartussen oprijst, kan verwij-zen naar de persoon van de antichrist.

We zien in de Heilige Schrift voor de eerste keer het beeld van de antichrist voor ons. Hij rijst op uit de volkerenzee en zal ongeloofl ijke macht verkrijgen. Het is zijn bedoeling, de gemeente van God te verwoesten en de tijden, ordeningen

en wetten, die God aan deze wereld heeft gegeven, af te schaffen. Hij bezit iets totali-tairs en zal zichzelf op Gods plaats stellen. Als mens van de “wetteloosheid” (Mat. 24:12) zal hij de band van het geweten met de geboden van God afschaffen. Hij verkondigt de liefde, het lijden vermijden-de, het de levensstrijd verzachtende en alles wat de seksualiteit eindelijk bevrijdt van al het benauwende. Hij schakelt het ongeboren leven uit. “De antichrist beli-chaamt, vertegenwoordigt en verkondigt wat in het tegenwoordige werelduur het humane, het menselijke, het plausibele, het goedkeurenswaardige en het absoluut noodzakelijke is” (Manfred Seitz). De brief van Johannes tenslotte spreekt er-over dat hij de Godheid van Jezus Christus ontkent. Hij vertegenwoordigt een vorm van geloof. Hij kan misschien zelfs nog ‘Jezus’ zeggen. Maar niet meer dat hij de Christus is. Hierover lopen de meningen uiteen. Modern gesproken, treedt zijn geest vandaag daar aan het daglicht, waar men Jezus alleen nog maar beschouwt als een leraar in de ethiek, maar niet meer als de Heer en Heiland van de wereld.

Over de geheimzinnige fi guur van de antichrist zwijgt de tegenwoordige evan-gelische kerk (EKD). Er bestaat een soort “clerical correctness”, een stilzwijgende overeenkomst over wat men in de kerk in het openbaar mag zeggen, als je niet wilt worden veroordeeld als conservatief, fundamentalistisch, onwetenschappelijk, biblistisch of te vroom. Juist daarom moet erover gesproken worden. De geesten

moeten worden onderscheiden. De Bij-bel waarschuwt voor verleiding door de antichrist.

Maar nu wordt in hoofdstuk 7 ook nog een andere deur geopend. Naast de fi guur van de antichrist ziet Daniël nog een an-dere gestalte. Het is de Mensenzoon, die vanuit de hemel komt en aan wie God alle macht en eer verleent. De Mensenzoon geldt als de door God gevolmachtigde heerser van de eindtijd. Dit is geen andere dan Jezus Christus. God zendt de Mensen-zoon naar een wereld toe, die door het rijk van het dier wordt beheerst, om haar te verlossen en het dier te overwinnen. Dit laatste confl ict gaan we als gemeente van Jezus Christus tegemoet. Christus zal het laatste woord spreken. Hij zal de macht van het kwaad overwinnen. Het gaat erom vast te houden aan de hoop op de terug-komende Heere, die boven alle machten en krachten van deze wereld staat.

Daniël laat ons zien, hoe wij als chris-tenen weerstand kunnen bieden aan de druk om ons aan te passen. In hoofdstuk 12 staat: “Maar u, Daniël, houd deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toene-men.” – Het is het woord van God, dat ons vasthoudt, dat ons de ogen opent en de kracht geeft, om weerstand te bieden. Het is onze taak als gemeente, om het Woord van God als een diamant in zijn zuiverheid en helderheid onvervalst te bewaren.

DR. ROLF SONS

De vier dieren in Daniël 7De vier dieren van het visioen in Daniël 7 worden verschillend ge-interpreteerd door uitleggers. Sommigen zien in de leeuw met adelaarsvleugels ook het Babylonische rijk (mensenhart), in de beer het Perzische rijk, in het viervleugelige luipaard het Griek-se rijk en in het laatste wilde dier het Romeinse rijk. Een ande-re interpretatie is als volgt: in de leeuw met de adelaarsvleugels ook Babel te zien, in de beer echter het rijk van de Meden, in het luipaard het Perzische rijk en in het wilde dier Griekenland. Wel-ke wereldrijken men ook maar achter de dieren vermoedt, dan is toch één ding duidelijk en onomstreden: de rijken van deze we-reld en van de antichrist zullen vergaan en het koninkrijk van onze God en Heere Jezus Christus zal komen en nooit ten onder gaan.

Page 12: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

ERUIT GELICHT

12 Middernachtsroep 02.2018

ERUIT

IS-terreur 'versterkt' christendom in Egypte

E ind 2017 berichtte Mareike Enghusen uit Kaïro voor welt.de over de kop-

tische christenen in Egypte. Vaak wor-den zij en hun kerken slachtoffer van IS-aanvallen. Maar het aantal koptische martelaren houdt de mensen in Egypte niet weg van de kerk, maar lijkt eerder de kerkbanken te vullen. Enghusen ci-teert Bulus Halim, woordvoerder van de koptische kerk, die meent: “De aanvallen maken de christenen alleen maar sterker. Na de aanslagen in Alexandrië en Tanta waren de kerken vol: Mensen die anders nooit naar de kerk gaan, kwamen, en ook veel jongeren. Dat is het verschil tussen Egypte en landen zoals Duitsland: Onze kerken zitten vol jonge mensen.” Trump houdt beloft e en de wereld windt

zich op

Toen de regering van de VS onder Donald Trump Jeruzalem offi cieel als

hoofdstad van Israël erkende en de ver-plaatsing van hun ambassade daar naar-toe aankondigde, ging een voorspelbare storm van verontwaardiging op door het politieke en medialandschap. Een van de weinige nuchtere stemmen was die van David Klein, die in een commentaar in de Basler Zeitung de historische band van het joodse volk met Jeruzalem uiteenzet en merkt op dat de stad nooit in de Koran

wordt genoemd. Ook is Jeruzalem “nooit de hoofdstad geweest van een autonome islamitische staat”. Trump heeft zich en-

kel en alleen aan de verkiezingsbelofte gehouden, die voor hem ook al Bill Clin-ton, George W. Bush en Barack Hussein Obama hadden gegeven, maar nooit had-den vervuld. Klein schrijft onder andere: “Wie de historische band van de joden met hun eeuwige en ondeelbare hoofd-stad Jeruzalem ontkent en Israël het recht ontzegt, dat elke natie van deze wereld toekomt, namelijk de eigen hoofdstad te bepalen, wenst de joden van ooit terug (die werden geduld en waarover anderen dingen bepaalden) en ontzegt de huidige joden een bestaan van zelfbeschikking. […] Zou Helmut Kohl zich hebben la-ten voorschrijven dat na de hereniging van de beide Duitslanden, Chemnitz de nieuwe hoofdstad van Duitsland zou worden? Hoe zou Trump-criticus Em-manuel Macron reageren, als de door Arabische dictatoren en radicaalislami-tische theocraten geïnfi ltreerde UNO alle landen zou betuttelen, om hun ambassa-des in Parijs niet te heropenen?” De met redenen omklede conclusie van Klein: de kritiek op Trumps beslissing is niets anders dan antisemitisme.

Trump houdt beloft e en de wereld windt zich op

Thoofdstad van Israël erkende en de ver-plaatsing van hun ambassade daar naar-toe aankondigde, ging een voorspelbare storm van verontwaardiging op door het politieke en medialandschap. Een van de weinige nuchtere stemmen was die van David Klein, die in een commentaar in de Basler Zeitung de historische band van het joodse volk met Jeruzalem uiteenzet en merkt op dat de stad nooit in de Koran

wordt genoemd. Ook is Jeruzalem “nooit de hoofdstad geweest van een autonome islamitische staat”. Trump heeft zich en-

Selectieve verontwaardiging?

In de VS hebben prominente christelijke theologen – vooral uit het milieu van de

“Gospel Coalition” – die gelovigen aan de kaak gesteld, die bij Senaatsverkiezingen hun stem hebben gegeven aan een con-servatieve politicus, die wordt beschul-digd van seksuele intimidatie van min-derjarigen. De conservatieve theoloog Robert A. J. Gagnon beschouwt deze publieke veroordelingen als kritisch. Hij verwijst naar Martin Luther King, die is beschuldigd van affaires en orgiën en die in een ruzie zelfs een van zijn geliefden bewusteloos geslagen zou hebben. Maar dezelfde theologen die de huichelarij van christelijke kiezers aan de kaak stelden, vereerden King, en de “Gospel Coalition” zou zelfs onder zijn naam een conferen-tie hebben georganiseerd. Gagnon is er voorstander van dat Martin Luther King wordt geëerd vanwege zijn politieke ver-worvenheden, maar hij heeft in dit geval kritiek op het meten met twee maten.

Protesten in Malaysia tegen de beslissing van Trump.

Page 13: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

SPREUKEN

Middernachtsroep 02.2018 13

Bewijst het lijden in de wereld dat God niet bestaat?

A ls God goed en almachtig is, waar-om laat Hij dan zoveel lijden toe?

Volgens atheïstische overtuiging bewijst deze vraag dat er geen God kan bestaan. Dr. Edward Feser, hoogleraar filosofie aan het Pasadena City College, wijst erop dat aan deze gedachten een foutieve vooron-derstelling ten grondslag ligt. Atheïsten nemen namelijk aan dat er niets zou kunnen zijn, wat meer gewicht kan heb-ben dan het ergste lijden. Het christelijk geloof verklaart daarentegen: Jawel, dat bestaat, namelijk God zelf. Hem te mogen zien, laat welk lijden dan ook verbleken. Dat betekent: Als lijden ertoe moet leiden dat mensen God erkennen, dan weegt dit

inderdaad niet zwaar in vergelijking met de heerlijkheid die aan hen moet worden geopenbaard. Dit schrijft John Sweeney op thefederalist.com en citeert daarbij Dr. Feser. In de grond van de zaak beweert de atheïst, dat hij weet dat er geen God bestaat, omdat hij het vele lijden ziet in de wereld en omdat er niets bestaat, wat op kan wegen tegen dit lijden. Maar hoe moet de atheïst dat nou weten? Zijn ant-woord daarop: Omdat er geen God be-staat. Deze cirkelredenering is fout. Als er een God bestaat, kan Hij heel goed lijden toelaten voor het welzijn van ho-gere orde, namelijk voor de vereniging met Hemzelf.

Israël-boycot is 'in'

De BDS-beweging, die in zijn vaandel heeft geschreven, om Israël te boy-

cotten, krijgt in de maatschappelijke elite met een links stempel steeds meer bij-val. Vooral de zogenaamde sterren laten zich bereidwillig voor hun doeleinden inschakelen. Na Elvis Costello (2010) en Lauryn Hill (2015) heeft nu ook de

Nieuw-Zeelandse popzangeres Lorde haar geplande concert in Tel Aviv afge-zegd – uit solidariteit met het Palestijnse volk. Een invloedrijk New Yorks online-magazine voor popcultuur noemt haar “weloverwogen” en prijst haar daarvoor. Vijandigheid ten opzichte van Israël is “in”.

God zoeken is onze bestem-ming; God vinden is ons hoogste geluk.ERWIN GROS (1865–1926), PREDIKANT

Kinderen, het is het laatste uur; en zoals u gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel anti-christen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is. 1 JOHANNES 2:18

Wie spreekt over God, zonder dat God tot hem gesproken heeft, spreekt als een blinde over kleuren.HEINRICH GIESEN (1910–1972), THEOLOOG

Gemeenschap met God is be-langrijker dan alle enthousi-aste instemming van men-sen.HANS BRUNS (1895–1971), THEOLOOG

Wie zich weet in God te schik-ken, die kan Hij verkwikken.JOHANN KASPAR SCHADE (1666–1698), PREDIKANT

Wie geen God boven zich heeft, die heeft ook geen naaste naast zich, maar al-leen nog creaturen onder zich.FRIEDRICH AUGUST GOTTTREU THOLUCK (1799–1877), THEOLOOG

Waar God niet is, daar is dood en hel.THOMAS À KEMPIS (1380–1471), SCHRIJVER

Waar de genade terechtkomt, daar verliest de zonde de macht.JAKOB VETTER (1872–1918), OPWEKKINGSPREDIKER

Page 14: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

IN PERSPECTIEF

14 Middernachtsroep 02.2018

PERSPEKTIEVEN

Zal de gemeente de antichrist meemaken?

Neen, de gemeente zal de anti-christ niet meemaken

Als we de uitspraken van de Schrift bij elkaar nemen, blijkt dat de gemeente de antichrist niet zal meemaken. De Openbaring maakt duidelijk dat de antichrist samen met de tijd van de grote verdruk-king – ook dag van de Heere genoemd – zal optreden. En deze grote verdrukking zal de gemeente niet meemaken (zie hierna):

1. De tijd van de grote verdrukking wordt ook “tijd van de angst voor Jakob” (Luther 1984) of “benauwdheid voor Jakob” genoemd: “Wee, want groot is die dag, zonder weerga; een tijd van benauwdheid is het voor Jakob; maar daaruit zal hij gered worden” (Jer. 30:7 NBG1951). Deze uitdrukking doet reeds ver-moeden, voor wie deze tijd is bestemd, namelijk voor “Jakob”, het etnische volk van Israël.

2. Als nu de Heere Jezus in Mattheüs 24 over de eindtijd van Israël spreekt, dan heeft Hij het over deze tijd van de verdruk-king. De gemeente als lichaam van Christus was op dat tijdstip nog een volkomen geheimenis (Ef. 3:4-6): “Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet is geweest vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zal zijn” (Mat. 24:21).

3. Dat de tijd van de grote verdrukking op Israël focust, wordt onderstreept door het feit dat de zogenaamde 70e jaarweek, waarin deze tijd van verdrukking valt, alleen maar betrekking heeft op het joodse volk: “Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad …” (Dan. 9:24). Zoals de voorafgaande 69 jaarweken uitsluitend Israël als thema hebben, zo spreekt ook de 70e jaarweek alleen over Israël. Tussen de 69e en 70e jaarweek ligt de tijd van de gemeente. Als de gemeente weggenomen is van de aarde, breekt de 70e jaarweek voor Israël aan. In die tijd valt het oordeel over Israël, het optreden van de antichrist, het geestelijk herstel van Israël en de wederkomst van de Heere in heerlijkheid.

4. De toorn is uitdrukkelijk niet bestemd voor de gemeente; deze geldt Israël en de ongelovige mensen die Jezus afwijzen. De gemeente wordt niet meer geoordeeld, omdat ze reeds in Christus is geoordeeld (afgezien van de rechterstoel van Christus). Inte-gendeel zal de gemeente als lichaam van Christus, waarvan de Heere het Hoofd is, met Hem samen de wereld en de engelen oordelen (1 Thess. 1:10; 5:9; Rom. 5:8-9; Ef. 5:6; Kol. 6:3; 1 Kor 6:2-3). Dit oordeel resp. deze toorn wordt uitgegoten in de tijd van de verdrukking (Op. 6:15-17). Dus kunnen we ervan uit-gaan dat de gemeente reeds naar de Heere toe is opgenomen, vanuit de hemel deelheeft aan de gerichten en aan het einde

van de verdrukking terugkomt met haar Heere (Op. 19:11,14).5. De tijd van Gods oordeel wordt ook “dag van de Heere” ge-

noemd. Deze “dag” omsluit mede de tijd van de grote verdrukking, de tijd van de antichrist en de wederkomst van Jezus in heerlijk-heid. Jezus Christus en Zijn apostelen hebben de aandacht erop gevestigd dat die dag de wereld zal overvallen als een dief in de nacht (Mat. 24:43; 1 Thess. 5:2; 2 Petr. 3:10). De apostel Paulus maakt echter duidelijk dat de gemeente niet bij deze nacht hoort: “Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten. Maar u, broeders, bent niet in de duisternis, zoals die dag u als een dief zou overvallen” (1 Thess. 5:3-4). De apostel maakt niet in de laatste plaats vanwege deze reden een duidelijk verschil tussen “zij” en “u”. Hij spreekt er veel over dat de gemeente van Jezus altijd door grote verdrukking moet gaan, maar nergens vermeldt Paulus, dat ze door de grote verdrukking van het oordeel

van God gaat.6. De dag van de Heere hangt samen met het optreden van de

antichrist (2 Thess. 2:2-3). Deze antichrist kan zich pas ontplooien, als de gemeente als weerhoudend element niet meer aanwezig is (2 Thess. 2:6-7).

7. Dat de dag van de Heere niet de gemeente geldt, wordt duidelijk in 2 Thessalonicenzen 2:9-12: “hem, wiens komst over-eenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, teke-nen en wonderen van de leugen, en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven, opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een behagen hebben gehad in de ongerechtigheid.” De gemeente van Jezus heeft de liefde voor de waarheid wel aangenomen, en daarom zal ze niet door de tijd hoeven te gaan, waarin God de krachtige dwaling toelaat.

NORBERT LIETH

De toorn is uitdrukkelijk niet bestemd voor de gemeente; deze geldt Israël en de ongelovige mensen die Jezus afwijzen. De gemeente wordt niet meer geoordeeld, omdat ze reeds in Christus is geoordeeld (afgezien van de rechterstoel van Christus).

Page 15: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

Middernachtsroep 02.2018 15

Ja, de gemeente zou de antichrist toch wel kunnen meemaken

Ik voor mij persoonlijk zou ook wensen dat de gemeente vóór het optreden van de antichrist van de eindtijd wordt opgenomen, maar kan dit in de Bijbel zo niet als een duidelijke uitspraak vin-den. Daarom adviseer ik alle gelovigen, zich in te stellen op beide dingen: op de absoluut op elk moment mogelijke opname – en op de komende en in sommige landen al heersende vervolging. Daarover in het kort een verklaring in de vorm van stellingen (voor een uitvoerige uiteenzetting verwijs ik naar mijn boek “Endzeit, Israel, Entrückung” (Eindtijd, Israël, opname) dat in 2017 bij de Spuren-Verlag, Fulda, is verschenen):

1. In Openbaring 7 lezen we over twee groepen: over 144.000 verzegelden uit de 12 stammen van Israël (het totale aantal ge-redden uit Israël) – en over een grote menigte, die niemand kon tellen, “uit alle naties, stammen, volken en talen” (de verlosten uit de niet-joodse volken). De laatsten staan als overwinnaars “bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand” vóór de troon van God – en over hen wordt gezegd, dat ze “uit de grote verdrukking komen”, dus niet tevoren zijn opgenomen.

2. In Openbaring 13:7 lezen we, dat het beest uit de zee (anti-christ) macht is gegeven, “om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen”. De “heiligen” zijn in het Nieuwe Testament steeds alle wedergeboren christenen, en wel niet alleen uit Israël, maar ook uit de volken (vgl. Rom. 1:7 e.v.a.).

3. Verder worden in Openbaring 13:16-18 alle gelovigen voor het aannemen van het merkteken gewaarschuwd en opgeroepen, het getal van het beest te berekenen, om niet te worden verleid. Al deze en vele andere waarschuwingen in de Openbaring zouden overbodig zijn, als de gemeente op dat moment al opgenomen zou zijn.

4. Jezus Christus voorspelt in Mattheüs 24:21-22 dat de dagen van de grote verdrukking “ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden”. Dat betekent: de lijdenstijd door de antichrist wordt de gemeente niet eenvoudig bespaard. Integen-deel komt de gemeente in de tijd van de grote verdrukking, maar wordt dan uit haar vandaan opgenomen (vgl. Op. 3:10, waar in het Grieks letterlijk sprake is van “ook u bewaren voor het uur van de verzoeking”). Met geen enkel woord staat in het Nieuwe Testament dat de “uitverkorenen” zich zouden beperken tot Israël, maar de in Christus verenigde gemeente uit Israël en de volken wordt bedoeld (vgl. Efez. 2; Rom. 8:33; 16:13; 2 Tim 2:10; Tit.

1:1; 2 Joh. 13).5. Volgens 1 Kor. 15:52 gebeurt de verandering van de aan het

einde nog levende gelovigen “in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin”. Volgens het interne getuigenis in het Nieuwe Testament zal het “geheimenis” van 1 Kor. 15:51-52 in Openbaring 10:7 en 11:15-19 verder volbracht en onthuld worden – en wel in de gestalte van zevende (= laatste) bazuin, waaruit tijdens de antichristelijke tijd van de grote verdrukking de laatste fase van de gerichten van de zeven schalen van de toorn van God voortkomt. Dus wordt de gemeente inderdaad vóór de toorn van God opgenomen (vgl. 1 Thess. 1:10 en 5:9) – en wel vóór de zeven gerichten van de zeven schalen van de toorn van God, waarmee de toorn van God wordt voltooid (Op. 15:1)

6. In 2 Thessalonicenzen 2 wordt geschreven over de “komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem” (= opname) en overduidelijk benadrukt, dat daarvoor “eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid (anomia)… geopenbaard is”, dus de antichrist verschijnt. Deze volgorde kan niet worden omgedraaid, zonder het Woord van God geweld aan te doen.

7. Maar wat is de of het weerhoudende in hetzelfde hoofdstuk? Volgens mijn inzicht kan daarmee in deze context niet (in de eerste plaats) de Heilige Geest in de gemeente worden bedoeld, want deze is immers na de opname in nieuwbekeerden op aarde weer aanwezig. De overwinnaars uit Openbaring 15:2 kunnen alleen maar overwinnen door de Heilige Geest, dus is de Heilige Geest nog aanwezig. Het zou eerder kunnen gaan om de nog overwegend door de christelijke geest geïnspireerde wetten en vertegenwoor-digers daarvan, die meer en meer nu al voor onze ogen worden afgeschaft (bijv. invoering van het “huwelijk voor iedereen”). Dit wegnemen van een christelijk gekenmerkte weerhoudende rechts-orde maakt automatisch de weg vrij voor de antichristelijke dictator.

8. Waarom kan de opname van de gemeente desondanks op elk moment plaatsvinden? Omdat Jezus ons aanspoort tot voort-durende waakzaamheid en bereidwilligheid om te wachten en wij niet een bepaald tijdstip mogen berekenen (Mat. 24:36 vv.). Ook weten we niet, of 70e jaarweek volgens Daniel 9:27, de antichristelijke tijd van de grote verdrukking, al begonnen is en hoe ver wij in deze tijd al zijn.

Laten we de Heere Jezus trouw blijven, waakzaam zijn en ons niet door de antichrist en zijn voorlopers op welke manier dan ook laten verleiden! LOTHAR GASSMANN

[email protected] | www.L-Gassmann.de

In onze nieuwe rubriek “Perspectieven” zullen we diverse Bijbelgetrouwe christenen stelling laten innemen ten aanzien van verschillende, deels controvers bediscussieerde kwesties. Zoals men ijzer met ijzer scherpt, zo scherpt een man het gezicht van zijn naaste (Spr. 27:17), opdat wij gelovigen allemaal samen toegroeien “naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus” (Ef. 4:15).

Page 16: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

IN PERSPECTIEF

16 Middernachtsroep 02.2018

70 JAAR ISRAËL

God heeft Zijn volk niet verstotenIn dit jaar viert de moderne Joodse staat zijn 70-jarig bestaan. Israël, omgeven door vijanden, gehaat in de wereld, is een wonder van God. Welke rol het oudtestamentische volk van God vandaag nog in de heilshistorie speelt, zullen we in deze bijdrage – en in komende uit-gaven – uiteenzetten.

De beroemde baptistenprediker C.H. Spurgeon stelde eens de retorische vraag: “Maar is de jood overwon-

nen? Is hij een man die is bedwongen? Is zijn land in beslag genomen? Neen, hij wordt nog altijd door de adel der we-reld – gekweld, uitgescholden, bespuwd, en toch staat geschreven: ‘eerst voor de Jood, en ook voor de Griek’. Hij maakt een hoge waardigheid boven ons ken-baar, en hij heeft een geschiedenis, die nog zal ontstaan, die groter en heerlijker zal zijn dan de geschiedenis van enige natie, die ooit heeft bestaan.”

Israël heeft een toekomst, waarvan het niet kan worden beroofd door de

kerk resp. de gemeente. We zien het zelfs voor onze eigen ogen (gebeuren), hoe God Zijn volk in het land Israël ver-zamelt. De landkwestie in de Bijbel en de landkwestie in het actuele gebeuren maken ondubbelzinnig duidelijk dat God Zijn volk Israël echt niet heeft verwor-pen: “Ik zal een omkeer brengen in uw gevangenschap en u bijeenbrengen uit alle volken en uit alle plaatsen, waarheen Ik u verdreven heb, spreekt de HEERE, en Ik zal u terugbrengen naar de plaats vanwaar Ik u in ballingschap heb ge-voerd” (Jer. 29:14).

Als we de Schrift nauwkeurig bekij-ken, zijn er in de eindtijd twee verza-melingen van Israël; je zou het ook een uit twee delen bestaande verzameling kunnen noemen. De eerste verzameling gebeurt voor de wederkomst van Jezus, de tweede verzameling na Zijn weder-komst.

De eerste verzameling van het volk naar zijn oorspronkelijke land vindt plaats vóór de laatste grote verdrukking: De vijgenboom krijgt zachte takken en bladeren beginnen te ontspruiten (Mat.

Het dal Josafat, ook Kidrondal genoemd.

De antichrist en de gemeente

D e oude geloofsvaders na de apostelen meenden dat de gemeente de vervolging in de

eindtijd door de antichrist zou mee-maken (bijv. Ireneüs van Lyon). Ook de Reformatoren namen deze inter-pretatie later over. In de 7e eeuw kwam in het Oosten in de omgeving van de zgn. Pseudo-Ephraem de in-terpretatie op dat een overblijfsel van de gemeente door God in een woes-tijn voor de antichrist verborgen zou worden. Deze “horizontale opname” naar de woestijn toe hebben sommige moderne uitleggers verwisseld met de leer van de opname naar de hemel vóór de grote verdrukking. Maar pas met de Bijbelleraar John Nelson Dar-by († 1882) kwam de interpretatie in het centrum van de aandacht, dat de gemeente vóór het optreden van de antichrist zou worden opgenomen. Deze visie is vooral in kringen van vrije kerken overgenomen. Ook Zen-dingswerk Middernachtsroep gelooft dat deze ontdekking in de Heilige Schrift legitiem is en bijdraagt tot groei van het inzicht en tot volwas-senheid van het lichaam van Christus (Ef. 4:12-16). De geschiedenis laat echter zien, dat trouwe Godsman-nen bij de opvatting over antichrist en gemeente verschillende posities in kunnen nemen. Niet onderhan-delbaar is de Bijbelse waarheid, dat er een antichrist zal komen, dat de gemeente waakzaam moet blijven en dat ze – wat er ook gebeuren mag – op haar Heere en verlosser wacht. RENÉ MALGO

Page 17: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

Middernachtsroep 02.2018 17

24:32), de graven worden geopend en de dorre beenderen worden levend en keren terug naar hun land (Ez. 37).

De tweede en definitieve verzameling van Israël vindt plaats na de wederkomst van Jezus en houdt verband met de red-ding van het overblijfsel van het volk en het begin van het Duizendjarige Rijk van God op aarde (Deut. 30:1-10; Jes. 27:12-13; 49:22; Jer. 16:14-15; Ez. 34,11-16). Daar zullen de overgebleven volken dan de zonen van Israël in de armen terugdragen (“… zullen zij uw zonen brengen in de armen”) (Jes. 49:22), wat immers bij de Exodus na 1945 helemaal niet het geval was (de Engelsen stopten de joden in in-terneringskampen op Cyprus, ze vochten tegen de Arabieren, toen ze het land bin-nenkwamen). Als Bijbelse consequentie hoeven we voor de wederkomst van Jezus niet te wachten op een toename van de remigratie of een totale remigratie. Want met de oprichting van de joodse staat is reeds voldaan aan alle voorwaarden voor het laatste bedrijf op het toneel van de wereldgeschiedenis.

De eerste verzameling van Israël en

daarmee de oprichting van de staat in 1948 is een wonder van God voor onze ogen. En Israël heeft dit land niet zelf ge-nomen! Het is het land van God, en Hij heeft het aan Israël gegeven. Hij spreekt over “mijn land”, en Hij heeft dit land voor niemand anders bestemd. Daarom lezen wij in Joël 3:1-3: “Want zie, in die dagen en in die tijd, als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem, dan zal ik alle heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat. Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld. Zij hebben het lot geworpen over Mijn volk. Zij gaven een jongen voor een hoer; zij verkochten een meisje voor wijn, zodat zij konden drinken.”

Hier hebben we het antwoord, waar-toe het door de volkerengemeenschap verlangde beleid ‘land voor vrede’ zal lei-den: tot het oordeel van God. Waarom? Het is Zijn land, dat Hij ervoor bestemd heeft dat uiteindelijk niemand anders het krijgt dan Zijn volk Israël. Dat de huidige staat Israël na 70 jaar nog bestaat, is een goddelijk wonder. Een bekend auteur heeft daarover geschreven:

“In 5000 jaar onderzochte geschiede-nis van de mensheid is het nooit voor-gekomen, dat een volk na 2000 jaar is teruggekeerd naar zijn overgeërfde land, zoals Israël heeft gedaan. In 5000 jaar onderzochte geschiedenis is het nooit voorgekomen dat een ‘dode taal’ weer tot leven is gekomen als een taal die dagelijks wordt gebruikt, zoals met de Israëlische omgangstaal, het Hebreeuws, is gebeurd. Nooit zijn zo weinig mensen zo vaak aan-gevallen door zo’n overmacht, als Israël is overkomen. Nooit hebben zo weinig mensen het klaargespeeld, om binnen zo weinig dagen aan zulke machtige legers soortgelijke beslissende nederlagen toe te brengen, als Israël heeft gedaan.”

Interessant is in dit verband, dat het Hebreeuws als gewone taal van het joodse volk na de verwoesting van Jeruzalem en de verstrooiing van de joden door de Ro-meinen in het jaar 70 resp. 135 n.Chr. is verdwenen. Het Hebreeuws werd alleen

nog maar gebruikt in de synagogen bij het voorlezen uit de geschriften van het Oude Testament en was de taal van de rabbijnse geleerden. Maar verder spraken de joden het Jiddisch of de taal van het land waarin ze leefden. Maar met de terugkeer van het joodse volk naar zijn vaderland kwam het ook tot een opleving van het Hebreeuws. Tegenwoordig is deze taal weer de voor-naamste taal van het joodse volk in Israël. Dr. Roger Liebi schrijft daarover: “Zoiets is er nog nooit gebeurd in de wereldgeschie-denis! Nog nooit is een taal die meer dan 1000 jaar ‘dood’ was, opnieuw tot leven gekomen als volledig functionerende na-tionale taal.”

Toen de Heere Jezus naar de hemel voer, zeiden de engelen tegen de aanwe-zigen: “Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan” (Hand. 1:11).

Toen Jezus naar de hemel terugkeer-de, verliet Hij een volk, dat Hebreeuws sprak. Hij zal naar een volk terugkeren, dat Hebreeuws spreekt. Laat dat niet de geweldige actualiteit zien van het Bijbelse profetisch woord, tot in het kleinste detail?

We zijn te zeer gewend geraakt aan het bestaan van de staat Israël en hebben nauwelijks nog voor ogen, wat voor een geweldig wonder er gebeurde, toen God Zijn volk terugbracht naar Zijn land! Hij deed dat met het ene doel dat het Hem daar zou dienen (vgl. Hand. 7:7). Volk, land en dienst zijn onafscheidelijk met el-kaar verbonden. Ook al zien we vandaag nog Israëls ontrouw en schuld (Ps. 106), toch handelt de Heere met Zijn volk en zal het daarheen leiden, dat het Hem in Zijn land zal dienen. En wij mogen er oogge-tuigen van zijn, hoe Hij aan Zijn volk door genade en oordeel steeds weer wonderen doet, om dit doel te bereiken.

“God heeft Zijn volk, dat Hij van tevo-ren kende, niet verstoten” (Rom. 11:2).

NORBERT LIETH EN JOHANNES PFLAUM

Uittreksel uit Ersatztheologie – Ist Israels Zukunft Vergangenheit?, verkrijgbaar bij onze uitgeverij Middernachtsroep in Zwitserland.

Page 18: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

IN PERSPECTIEF

18 Middernachtsroep 02.2018

De angst waart rond, en veel men-sen vragen zich af: Wat voor ge-dachtegoed brengen de vluchtelin-

genstromen uit islamitische landen naar Europa? Zullen de VS, Noord-Korea en Saudi-Arabië het met hun wapengekletter klaarspelen, om een derde wereldoorlog te beramen? Zal de verharding van de politieke fronten links en rechts tot bur-geroorlogen leiden? Hoe vernietigend zal de gender-waanzin voor mijn familie zijn?

Ja, we leven in onrustige tijden. En toch: Hetzelfde zouden we kunnen vast-stellen over de wereld sinds de zondeval. Er is een goede reden voor dat er in elke generatie vermaners zijn die het einde als dichtbij gekomen zien. Maarten Luther bijvoorbeeld trad op in een dergelijke apo-calyptische sfeer. Hij en anderen waren ervan overtuigd dat het laatste oordeel niet meer veraf kon zijn. Dat hij juist de Duitstalige wereld voor wel 500 jaar duur-zaam zou veranderen, daarmee had de Re-formator zeker geen rekening gehouden.

Het Nieuwe Testament laat zien dat het einde van alle dingen sinds de eer-ste komst van de Heere Jezus nabij is (1 Petr. 4:7; Jak. 5:9; Op. 1:3). De menswor-

ding van de Zoon van God, Zijn leven, Zijn lijden, zijn dood, Zijn opstanding en Zijn hemelvaart hebben gezorgd voor een definitieve omkeer van de tijden, een cesuur, die nooit meer ongedaan kan worden gemaakt (1 Kor. 10:11; Kol. 2:13-15; Hebr. 9:26). De Heilige Geest is uitgestort (Hand. 2:16-17), de nacht is ver gevorderd en de dag is nabijgeko-men (Rom. 13:12). Daarom woedt ook deze kosmische strijd tussen Michaël en de heilige engelen aan de ene kant en de duivel en de gevallen engelen aan de andere kant. De duivel weet dat hij een overwonnen vijand is en nog maar weinig tijd heeft (Op. 12:7-12). Hij is woedend en gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden (1 Petr. 5:8). Daarom moeten we ons er nooit over verwonderen, als we tekenen van de eindtijd en schokken waarnemen. Sinds nu al 2000 jaar leven we in de “da-gen vol kwaad” (Ef. 5:16) kort voor het einde – kort voor het aanbreken van de laatste grote verdrukking. Dat is de ene kant.

Die andere is: Jezus is overwinnaar! Waar Zijn Evangelie wordt verkondigd,

verspreid en geloofd, moet de vijand ca-pituleren. Hij is Heere (Ef. 1:20-21). Daar, waar het licht schijnt, moet de duisternis wijken (1 Joh. 2:8). En dat is iets wat ve-len over het hoofd zien en vergeten. De kracht van het christelijk geloof is reëel. Maarten Luther heeft eens opgemerkt dat de duivel nooit zo dichtbij ons kan komen als Christus bij ons is gekomen. Mensen kunnen zich laten beetnemen door de verleidingen van de duivel, ze kunnen zich door het kwaad laten overwinnen, de zonden kiezen en zo steeds meer op de duivel gaan lijken, ja zelfs door hem beze-ten worden. Maar Christus is zo dichtbij de mensen gekomen dat Hijzelf mens is geworden – Hij werd een van ons. Dat heeft de duivel niet gedaan. Als we dus in Christus geloven, is God in de Zoon steeds dichterbij ons dan de duivel. Altijd. Hij die door het geloof in ons is, “is groter dan hij die in de wereld is” (1 Joh. 4:4).

Daarom kon de trouw van eerste christengemeenten ertoe leiden dat het christendom bijv. niet door het Romeinse Rijk is vernietigd, maar dat het Romeinse Rijk met Constantijn de Grote voor het christendom heeft gecapituleerd. Daarom

ACTUALITEIT

Gaat het christelijk Avondland ten onder?Vandaag is het zo erg als nooit tevoren in de wereldgeschiedenis. De maatschappij geeft het christendom op. Het verderf ligt op de loer. Werkelijk? Een onderzoek.

Page 19: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

Middernachtsroep 02.2018 19

kon de trouw van vele Reformatoren en wederdopers ertoe leiden dat de middel-eeuwse maatschappij bijv. niet eindigde in de ondergang van de wereld, maar dat er een nieuw tijdperk aanbrak. Daarom kon de trouw van de opwekkingsbewegin-gen van piëtisten en van vrije kerken in de 18e en 19e eeuw bewerkstelligen dat de Verlichting bijv. niet het christendom heeft verdrongen, maar alleen al te vaak erdoor werd overwonnen.

Natuurlijk was en is het zo, dat in de gemeente van God altijd onkruid tussen het graan groeit (Mat. 13:25-30). In elke christelijke geloofsgemeenschap vinden we licht en schaduw – in de ene meer schaduw, in de andere meer licht (vgl. Op. 2-3). Maar hoe het evangelie over de hele wereld wordt verkondigd, des te meer wordt in de hele wereld op een positieve wijze de orde verstoord (vgl. Hand.16:20; Mat. 28:18-20)

Ja, de tijden worden zwaarder, naarma-te het einde dichterbij komt (2 Tim. 3:1), maar deze waarheid is voor christenen geen reden, om lethargisch en moede-loos te worden. Integendeel: Als we ons iets gelegen laten liggen aan onze naaste, dienen we de achteruitgang tegemoet te treden en juist het Evangelie verkondigen, namelijk de boodschap dat Jezus Christus alleen Heere is. Deze waarheid is en blijft een kracht van God voor de hele wereld (Rom. 1:16), tot Christus komt en Zijn Ko-ninkrijk voor Israël vestigt (Mat. 19:28). En omdat het niemand van ons toekomt, om bij benadering het tijdsbestek of het (precieze) uur te weten (Hand. 1:6-7), kan niemand van ons zeggen: “Zo kwaad zijn de dagen nu dat de verkondiging van het Evangelie niet meer de moeite waard is.”

Gods kracht blijft een kracht, zolang de dragers van Zijn Heilige Geest bereid zijn, voor Hem te leven, Hem te verkondigen en Hem te verheerlijken.

Daarmee is niet de vraag beantwoord, of het christelijke Avondland ten onder gaat. De cynicus zou eerst vragen: “Was het ooit christelijk?” Ja, dat was het – in al zijn onvolkomenheid. Zelfs voor het geval iemand zich er nauwelijks aan zou hebben gehouden, golden de christelijke principes toch als moreel verplichtend. En dat is tegenwoordig inderdaad niet meer

het geval. Maar was de wereld daarom vroeger in elk opzicht beter? Neen.

Een eyeopener is het boek “Homo Deus: Een geschiedenis van morgen” van de Israëlische historicus Yuval Noah Harari. De beste man is door en door goddeloos, maar dat betekent niet dat hij geen feiten kan verzamelen. Zijn toe-komstperspectief is niet bepaald optimis-tisch, maar één ding maakt hij duidelijk: Veel dingen zijn vandaag beter geworden. Statistisch gezien sterven meer mensen aan overvoeding resp. verkeerde voeding dan aan ondervoeding (!). Epidemieën, natuurrampen, verwoestende oorlogen, kindersterfte en hongersnoden zijn een heel eind teruggedrongen (voor een deel zelfs praktisch volledig).

De wetenschappelijke en culturele vooruitgang verzekert de moderne mens van een nooit eerder vertoonde welvaart, een relatief grote veiligheid en in totaal een langer en gezonder leven dan nog 100 jaar geleden. De Romeinse keizers zouden groen van afgunst worden, als ze zouden weten, waartoe het “eenvoudige gepeupel” met zijn smartphones en cre-ditcards in staat zou zijn.

In de klassieke oudheid resp. in de tijd van de apostelen was de vraag naar een gelukkig leven nauwelijks een the-ma in de maatschappij. Daarom lezen we niets over gelukkig zijn in de Heilige Schrift. Lijden was een normaal onder-deel van het leven. Iedereen wist: “Het ongeluk zal mij treffen.” En daarom heb-

ben de theologen en filosofen van hun tijd zich minder beziggehouden met het streven naar geluk, maar meer met het streven naar het best mogelijke leven ondanks ongelukkige omstandigheden.

Tegenwoordig wordt geluk beschouwd als het hoogste goed van de mens. Lijden is voor ons niet meer normaal. Als ons iets ergs overkomt, dan wekt dat de groot-ste verbazing, ja, ook bij ons christenen.

Nog nooit heeft een maatschappij er zo succesvol naar gestreefd om gelukkig te zijn, als de moderne Westerse. En nog nooit was de godsdienstvrijheid zo groot als tegenwoordig.

Verkondig maar eens in het christelijke Avondland van de Middeleeuwen dat u gelooft dat de ware gemeente niet zicht-baar is, maar bestaat uit degenen die in hun hart geloven, en dat hun geweten niet door de kerkelijke autoriteiten mag worden gebonden. Een betrekkelijk on-schuldige uitspraak, zouden we vandaag de dag zeggen – maar in tijden, toen het christendom “serieus” genomen werd, konden zulke revolutionaire gedachten iemand op de brandstapel brengen.

Ja, het christelijke Avondland gaat ten onder. Nauwelijks iemand –en al helemaal geen regering – neemt religieuze dogma’s meer serieus. En daarvan profiteren god-delozen, islamisten, maar ook serieuze gelovigen die hun christendom vrij kun-nen uitleven, zonder dat een overijverige regering hen voorschrijft, wat ze moeten geloven. Desondanks dienen we de on-dergang van het christelijke Avondland te betreuren.

Ondanks alles, wat vroeger slechter was, was toch één ding beter: God werd serieus genomen. En, met alle respect voor alle mensen: Dat is belangrijker, dan dat elke individuele mens zich in zijn individuele trucjes bevestigd en ge-lukkig voelt. Helaas is het zo: We genie-ten momenteel van vrijheid en welvaart,

juist omdat morele en ethische barrières vallen. Maar het onverzadigbare streven naar geluk – zonder God, zonder moraal –, dat onze maatschappij kenmerkt, zal ertoe leiden dat de onuitstaanbare mens van de eindtijd uit 2 Timotheüs 3:1-8 de maat-schappelijke norm wordt. En dat heeft negatieve gevolgen. “Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt?” (Mat. 16:26).

Als we ons iets gelegen laten liggen aan onze naaste, dienen we de achteruitgang tegemoet te treden en juist het Evangelie verkondigen, namelijk de boodschap dat Jezus Christus alleen Heere is.

Page 20: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

IN PERSPECTIEF

20 Middernachtsroep 02.2018

Tegen de morele neerwaartse trend kunnen we maar een ding inbrengen: het Evangelie van Jezus Christus. Het is altijd nog Gods kracht die mensenharten kan veranderen. Misschien gelooft u niet in een verbetering van de omstandighe-den. Dat geeft niets. Luther heeft het ook niet gedaan. En desondanks heeft hij het Evangelie verkondigd. En desondanks heeft het Evangelie verandering gebracht. – Wat God de Heere duizenden jaren ge-leden Israël toeriep, geldt ook vandaag in Christus Jezus voor alle mensen (Ef. 2:13; 3:6):

“O, alle dorstigen, kom tot de wateren,

Het onverzadigbare streven naar geluk – zonder God, zon-der moraal –, dat onze maat-schappij kenmerkt, zal ertoe leiden, dat de onuitstaanbare mens van de eindtijd van 2 Timotheüs 3:1-8 de maat-schappelijke norm wordt.

SERIE

Goede en slechte voorbeeldenEen doorlopende uitleg van de Brief aan de Filippenzen door verschillende predikers van Zendingswerk Middernachtsroep. Deel 25, Filippenzen 3:17-19.

In Filippenzen 3:17 presenteert de apostel Paulus zichzelf als een voorbeeld: ‘’Wees met elkaar mijn navolgers, broeders, en

houd het oog gericht op hen die zó wan-delen, zoals u ons tot een voorbeeld hebt’’ (vgl. Fil. 4:9). Deze oproep heeft niets te maken met hoogmoed, maar vindt zijn oorzaak in zijn leven, in zijn dienst, in zijn toewijding en in zijn ijver voor Christus en de gemeente.

“Paulus navolgen” betekent: op Chris-tus alleen vertrouwen, en al het andere als vuiligheid beschouwen; zoals Paulus deed: “Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus’ wil als schade beschouwd. Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere, om Wie ik dat alles als schade ervaren heb. En ik be-schouw het als vuiligheid, opdat ik Christus mag winnen” (Fil. 3:7-8).

“Paulus navolgen” betekent: zich volle-dig overgeven aan Christus en elke vrees voor mensen afl eggen. “Paulus navolgen” houdt in: een bidder zijn en steeds een open oor voor de belangen van de ge-meente hebben.

“Paulus navolgen” houdt ook in: zijn

lijden en zijn absolute onderwerping wars van compromissen. Het betekent, een voorbeeld nemen aan Paulus in zijn gedrag, in zijn denken, en in zijn leven (Fil. 2:17-18).

Paulus beschouwt zichzelf echter vol-strekt niet als een exclusief voorbeeld,

Page 21: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

Middernachtsroep 02.2018 21

en u die geen geld hebt, kom, koop en eet, ja, kom, koop zonder geld, zonder prijs, wijn en melk. Waarom weegt u geld af voor wat geen brood is, en uw arbeid voor wat niet verzadigen kan? Luister aandach-tig naar Mij, eet het goede, en laat uw ziel vreugde scheppen in de overvloed. Neig uw oor en kom tot Mij, luister, en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond sluiten: de betrouwbare gunstbewijzen aan David. Zie, Ik heb Hem gegeven als Getuige voor de volken, als Vorst en Gebieder voor de volken. Zie, U zult een volk roepen dat U niet kende, en het volk dat U niet kende, zal naar U toe

snellen omwille van de HEERE, Uw God, voor de Heilige van Israël, want Hij heeft U verheerlijkt.

Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is. Laat de goddeloze zijn weg verlaten, de man van ongerechtigheid zijn gedachten. Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen, tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw

gedachten. Want zoals regen of sneeuw neerdaalt van de hemel en daarheen niet terugkeert, maar de aarde bevochtigt en maakt dat zij voortbrengt en doet opko-men, zaad geeft aan de zaaier en brood aan de eter, zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat: het zal niet vruchte-loos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend” (Jes. 55:1-11).

RENÉ MALGO

gers van mij, zoals ik navolger van Chris-tus ben.” Als we dus over voorbeelden spreken, mag het daarbij nooit gaan om verheerlijking van mensen. Dat hebben Paulus en de andere voorbeelden ook niet gedaan en ook niet gewild. Integendeel. Paulus heeft zich er fel tegen gekeerd dat sommigen misschien zeggen: “Ik ben van Paulus”, “Ik van Apollos” of “Ik van Ke-fas” enz. En dan zegt hij in dit verband in 1 Kor. 1:17: “…opdat het kruis van Chris-tus zijn inhoud niet verliest.” Het gaat om Christus, het gaat om de boodschap van het kruis, en niet om verheerlijking van mensen.

Dat is tot vandaag de dag zo. Het is legitiem en erg nuttig, om zich te ori-enteren op geloofsvaders en hen na te volgen, ja, zich een voorbeeld aan hen te nemen. “Denk aan uw voorgangers, die het Woord van God tot u gesproken hebben. Let op de uitkomst van hun le-venswandel, en volg hun geloof na” (Hebr. 13:7). Maar het mag niet zo ver komen, dat wij deze voorbeelden centraal stellen. We dienen hun geloof na te volgen, dat is het beslissende punt. En in hun geloof was en is Jezus Christus het centrum voor de volle 100 procent.

Dan geeft Paulus in Fil. 3:18-19 een waarschuwing met betrekking tot de ver-leiders, die natuurlijk geen voorbeeld voor ons mogen zijn. Paulus noemt hen zelfs vijanden van het kruis: “Want velen – ik

heb dikwijls met u over hen gesproken en zeg het nu onder tranen – wandelen als vijanden van het kruis van Christus. Hun einde is hun verderf, hun God is de buik en hun eer is in hun schande, ze bedenken aardse dingen.”

Paulus heeft de gemeenten herhaalde-lijk gewaarschuwd voor dwaalleraren en verkeerde voorbeelden. In de brief aan de Romeinen schrijft hij bijvoorbeeld: “En ik roep u ertoe op, broeders, hen in het oog te houden die onenigheden teweegbren-gen en struikelblokken opwerpen tegen het onderricht dat u hebt ontvangen … Want zulke mensen dienen niet onze Heere Jezus Christus, maar hun eigen buik, en door fraaie woorden en mooie praat bedriegen zij de harten van de ar-geloze mensen.” (Rom. 16:17-18). In de brief aan de Galaten schrijft hij: “al zijn er sommigen die u in verwarring brengen en het Evangelie van Christus willen ver-draaien” (Gal. 1:7). En in Efez. 4:14 staat tenslotte: “opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslin-gerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden.”

De eerste gemeenten bestonden uit heidenen en joden – uit de meest verschil-lende stromingen en voorzien van het meest verschillende religieuze gedachte-goed. Zo bijvoorbeeld de Judaïsten. Dat

maar spreekt over “hen die zó wandelen, zoals u ons tot een voorbeeld hebt” (vs. 17). Bijvoorbeeld een Timotheüs, die met Paulus samen de brief aan de Filippen-zen heeft geschreven en die Paulus in alle toonaarden prijst (Fil. 1:1; 2:19-22). Zo zegt hij over Timotheüs: “Want ik heb niemand van gelijke gezindheid, die op-recht voor uw zaken zorg zal dragen” (Fil. 2:19-22). En niet te vergeten, ook een zekere Epafroditus die eveneens door Pau-lus wordt geprezen en eruit wordt gelicht (Fil. 2:25-30): “Want om het werk van Christus was hij tot dicht bij de dood geko-men, doordat hij zijn leven had gewaagd om aan te vullen wat aan uw dienstbetoon jegens mij nog ontbrak”.

Het grootste voorbeeld is echter Chris-tus Jezus zelf: “Maak dan mijn blijdschap volkomen, doordat u eensgezind bent, de-zelfde liefde hebt, één van ziel bent en één van gevoelen. Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was” (Fil. 2:2-5).

Paulus benadrukt dat steeds weer. Zijn hele leven, sinds zijn bekering, is gericht op het voorbeeld van Christus Jezus. Zoals hij het 1 Kor. 11:1 zegt: “Wees navol-

Page 22: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

IN PERSPECTIEF

22 Middernachtsroep 02.2018

waren joden, die door wet en offerdienst werden gekenmerkt. Ze stonden open voor het Evangelie, maar keerden zich toch weer tot de wet. Dit kon verschillen-de redenen hebben, bijv. om aan een drei-gende christenvervolging te ontkomen. En voor het geval Judaïsten hier worden aangesproken, zou de uitdrukking: “hun God is de buik”, een toespeling kunnen zijn op de joodse wet resp. de eigenge-rechtigheid – met de daarin opgenomen reinheidsvoorschriften. Daarmee werd immers uiteindelijk de genade afgewezen en het verkeerde geloof verbonden, dat, als ik me aan de reinheidsvoorschriften houd – “mijn God is de buik” –, ik Gods goedgunstigheid verdien.

En wat de eer aangaat: “… en hun eer is in hun schande”; dit zou weer een toespeling kunnen zijn op de besnijdenis: ook weer zoiets uiterlijks, waarmee men iets bij God wil verdienen. Deze joden, ze waren trots op hun offerdienst en op de reinheidsvoorschriften en al helemaal op de besnijdenis – waarmee ze zich van de heidenen onderscheidden. “Allen die zich mooi willen voordoen naar het vlees, dwingen u zich te laten besnijden, alleen om niet vanwege het kruis van Christus vervolgd te worden. Want ook zij die be-sneden worden, nemen zelf de wet niet in acht, maar zij willen dat u besneden wordt om zich te kunnen beroemen op uw vlees” (Gal. 6:12-13).

Precies op het thema van de besnij-denis komt Paulus in het begin van Fi-lippenzen 3 ook te spreken: “Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis. Want wij zijn de besnij-denis, wij die God in de Geest dienen en in Christus Jezus roemen en niet op het vlees vertrouwen” (vs. 2-3).

Uit deze verzen kan inderdaad worden opgemaakt, dat Paulus bij de waarschu-wing voor de vijanden van het kruis aan Judaïsten denkt. Naast de Judaïsten slaat de waarschuwing van Paulus echter ook op de zogenaamde “Libertinisten”. Te-genwoordig zouden we gewoon over de liberalen spreken. Dat waren degenen die uit de heidenen kwamen; gevormd door de desbetreffende Griekse en Romeinse cultuur en religie.

En het is tot vandaag toe zo, dat we

praktisch altijd met twee extremen te maken hebben. Sommigen die van puur wetticisme de genade minachten en zich steeds weer in die eigengerechtigheid begeven; en anderzijds degenen die de genade volledig verdraaien en misbrui-ken voor hun egoïstische doeleinden. Voor die mensen betekent de uitdrukking “hun God is de buik”: “Mij is alles toe-gestaan. Laat ons eten en drinken, want morgen zijn we dood.” In hun leven is geen verandering waar te nemen. Zulke “christenen” onderscheiden zich in niets van de goddelozen. En Paulus zegt het in alle ernst en onder tranen: “Hun einde is hun verderf …”

Een klassiek voorbeeld vinden we in de gemeente te Korinthe: “Men hoort al-gemeen dat er hoererij onder u voorkomt, en wel zo’n vorm van hoererij waarvan zelfs onder de heidenen geen sprake is, namelijk dat iemand de vrouw van zijn vader heeft. En u doet zich zo gewichtig voor. Kunt u niet beter treuren, om dan hem die deze daad begaan heeft, uit uw midden weg te doen?” (1 Kor. 5:1-2). Die Korintiërs waren zelfs trots en deden zich gewichtig voor, in plaats van in schande weg te kruipen: “En hun eer is in hun schande”.

We zien dat we de vermanende woor-den van de apostel Paulus op beide groe-pen kunnen laten slaan. Of jood of heiden, of wettisch of liberaal; het gaat voorbij aan het eigenlijke en het wezenlijke: “want ze zoeken allen hun eigen belangen, niet die van Christus Jezus” (Fil. 2:21).

En het schokkende bij dat alles is het feit dat het hierbij niet gaat om vijan-den van buiten, maar om vijanden die binnen de gemeente actief zijn (zie ook Hand. 20:28-30). De grootste vijanden van de gemeente liggen namelijk niet voor de deur op de loer, maar zitten al in de banken. Het zijn ‘gezwellen’ die de gemeente langzaam van binnenuit stuk maken. En onder tranen vermaant Paulus de gemeente: “…ik heb dikwijls met u over hen gesproken en zeg het ook nu onder tranen”. Paulus lijdt eronder dat de genade van God zo verachtelijk wordt gemaakt. De tranen komen niet op bij Paulus, omdat het om hem zou gaan. Of omdat hij in de vruchten van zijn werk

bedrogen uitkwam, maar omdat het hem zeer diep verdriet doet dat het kruis met voeten getreden wordt.

Paulus zelf heeft het kruis steeds weer centraal gesteld en nu moet hij mee aan-zien dat Gods genade op veel plaatsen in alle liefdeloosheid wordt verworpen en het kostbare bloed van de Heere Jezus door het slijk wordt gehaald. Dat doet pijn! Vooral dan, als dat gebeurt door men-sen die het Evangelie hebben gehoord en er aanvankelijk zelfs voor open stonden..

Paulus weent, misschien ook uit me-delijden en uit liefde voor de mensen die verloren gaan, “hun einde is het verderf”, maar hoeveel meer uit liefde voor God en Zijn verlossingswerk. Bovendien is het ook zijn liefde voor de gemeente en de zorg vanwege de verwoestende gevol-gen, als zich eenmaal ‘gezwellen’ in de gemeente hebben vastgezet.

Paulus’ verzoek en gebedspunt is het ten slotte dat de gemeente groeit in ken-nis en toeneemt in de liefde: “En dit bid ik dat uw liefde nog steeds overvloediger wordt in kennis en alle fijngevoeligheid, opdat u kunt onderscheiden wat wezen-lijk is, opdat u oprecht bent en zonder aanstoot te geven tot de dag van Christus, vervuld met vruchten van gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn, tot heerlijk-heid en lof van God” (Fil. 1:9-11).

Hoe meer je gericht bent op Christus in het centrum en geworteld bent in het Woord van God, des te helderder wordt het oordeelsvermogen en de onderschei-ding van geesten, waardoor je gewapend bent tegen dwaalleren en dwaalleraren.

Het gaat erom een voorbeeld te nemen aan hen, die hemels gezind zijn, die Chris-tus centraal stellen en die de boodschap van het kruis verkondigen.

De vijanden van het kruis – en wel binnen de gemeente – zijn degenen die aardse dingen bedenken. Hun leven wordt niet gekenmerkt door de toewijding aan Christus en Zijn gemeente, maar wordt bepaald door egoïsme en eigengerechtig-heid. “… Hun einde is het verderf, …zij bedenken aardse dingen … ons burger-recht is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus” (Fil. 3,19-20).

THOMAS LIETH

Page 23: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

DEZE BIJBELS ZIJN BIJ ONS VERKRIJGBAAR!

-Herziene Statenvertaling (HSV)-Basiseditie Zwart-Formaat 12 x 18 cm €29.95

- Herziene Statenvertaling (HSV) met Psalmen- Zilver / blauw - 10,5 x 15,5 cm, met foedraal €40,00

- Statenvertaling- Grote Huisbijbel- Formaat: 19,0 x 28,7 cm- Extra grote letter- zwart kunstleer - goudsnee

€49,50

Page 24: Middernachtsroep · 2018. 2. 15. · Middernachtsroep 02.2018 3 Middernachtsroep TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN:actueel, realistisch, helder STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR Nederland:

KLEINE BOEKJES VOOR EEN ZACHTE PRIJS!

Norbert Lieth Waar is Barnabas? Voor de opbouw van de gemeente van Christus heeft men gelovigen zoals Barnabas nodig die de Here en Zijn Woord met hun hele hart liefhebben en een voorbeeldfunctie vervullen. Geniet, 24 paginas, bestel-nr. 571 € 1,00

Dr. med. Peter Beck, Norbert Lieth... Heet hangijzer – Orgaandonatie Orgaandonatie: ja of nee? In de hele wereld wordt er heftig over dit thema gediscussieerd. Lees deze zeer aanbe-velenswaardige en uiterst interessante, Bijbels gefundeerde stellingname over orgaandonatie. Geniet, 16 paginas, bestel-nr. 197169 € 1,50

Norbert Lieth Hoe het conflict te verklaren is Is er een verklaring voor de dramatische gebeurtenissen in de wereldsituatie? De auteur probeert de gebeurtenis-sen Bijbels-profetisch te belichten en verklaart dat God Zelf aan de kant van Israël staat. Geniet, 45 paginas, bestel-nr. 572 € 1,00

Michael Urban De Oecumene nader belicht Wat gebeurt er vandaag, hier en nu, in de wereld en in de christenheid? Wat hebben de actuele ontwikkelingen voor de ware gelovigen te betekenen? Geniet, 35 paginas, bestel-nr. 573 € 1,00

Wim Malgo Zeven kentekenen van een wedergeborene Er zijn ware christenen en naamchriste-nen, wedergeboren mensen en mensen die dat (nog) niet zijn. Wat is het ver-schil en wat betekent “wedergeboren”? Geniet, 28 paginas, bestel-nr. 567 € 1,50

Norbert Lieth De kleine Apocalyps Norbert Lieth vergelijkt de hoofdstuk-ken 24 tot 27 van de profeet Jesaja met de grote Apocalyps van Johannes in het laatste boek van de Bijbel. De parallel-len zijn frappant! Geniet, 52 paginas, bestel-nr. 197168 € 2,50