Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers,...

12
MILITAIRE SPECTATOR JRG 176 4-2007 155 Inleiding M ichiel Adriaenszoon de Ruy- ter (1607-1676) is zonder twijfel de belangrijkste en beroemdste admiraal die Nederland ooit heeft voortgebracht. Zijn presta- ties en karakter werden al tijdens zijn leven geëerd en na zijn dood onder- werp van legendes. Zijn eerste bio- graaf Gerard Brandt heeft hier zeer aan bijgedragen. Nu dit jaar zijn vierhonderdste ge- boortedag wordt herdacht, blijkt eens te meer hoezeer zijn daden tot de ver- beelding zijn blijven spreken. Boven- dien is het opvallend hoe De Ruyter zijn opmerkelijke carrière begon en verder wist op te bouwen. In dit artikel behandel ik De Ruyters rol in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog (1665-1667). In deze oorlog openbaarde hij zich als de grootste Nederlandse zeeheld. De jaren voor deze oorlog zullen kort ter sprake komen om de context van zijn op- perbevelhebberschap en uiteindelijke triomf te verduidelijken. Michiel de Ruyters wieg stond in het Zeeuwse Vlissingen en hij was zoon van een bierdrager die het zee- mansbestaan had opgegeven. Geheel in overeenstemming met zijn een- voudige afkomst werkte De Ruyter na zijn schooljaren een tijdje in de lijn- baan van de broers Lampsins. Op zijn elfde vertrok Michiel naar zee als scheepsjongen en leerde hier de alledaagse praktijk van het zeeman- schap. Na een korte onderbreking als kanonnier in het leger van prins Mau- rits zette De Ruyter in 1622 zijn loop- baan voort op de oorlogsvloot. Na verschillende tochten te hebben mee- gemaakt, ging hij over naar de han- delsvloot, een niet ongebruikelijke overstap in die dagen. 1 Het bevel over een schip In de jaren dertig van de zeventiende eeuw maakte hij carrière in de walvis- vaart en klom op tot stuurman. In 1636 kreeg hij het bevel over een ka- perschip met de bedoeling de Duin- kerker kapers prijsgemaakte Neder- landse koopvaarders te ontnemen en eventuele andere prijzen op te brengen. De Duinkerkers waren in die tijd een grote plaag voor de Nederlandse scheepvaart. Regelmatig loofden de admiraliteiten bonussen uit voor ge- nomen Duinkerker schepen en indien een Nederlands schip terugveroverd werd, behoorde een deel van de waar- de aan de bevrijder toe. Bovendien waren er genoeg andere mogelijkheden om als kaper geld te verdienen. In Vlissingen en andere Zeeuwse havensteden zagen onder- nemende reders hun kans schoon om hier een graantje van mee te pik- ken. Het zou het begin zijn van een Zeeuwse kapercultuur die in de ze- ventiende en achttiende eeuw alleen maar verder zou groeien. En zoals zoveel Zeeuwen probeerde ook De Ruyter zijn geluk in deze tak van scheepvaart. 2 De kaapvaart bracht hem evenwel niet het succes dat hij ervan verwacht had. Zijn bemanning bleek onwillig en verlangde terug naar huis. De Ruyter heeft zich aan dit gebrek aan inzet en vechtlust bijzonder gestoord en trok daaruit de les dat: het met onghewyllyge honden quaet asen [hazen] te vanghen is. Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog (1665-1667) Opperbevel en triomf dr. G.A. Rommelse* * De auteur is wetenschappelijk medewerker van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). In 2006 publiceerde hij een proefschrift met de titel The Second Anglo-Dutch War. International raison d’état, mercantilism and maritime strife. 1 Prud’homme van Reine, Rechterhand van Nederland, 11-29. 2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte- weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99.

Transcript of Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers,...

Page 1: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7 155

Inleiding

Michiel Adriaenszoon de Ruy-ter (1607-1676) is zondertwij fel de belangrijkste en

be roemdste admiraal die Nederlandooit heeft voortgebracht. Zijn presta-ties en karakter werden al tijdens zijnleven geëerd en na zijn dood onder-werp van legendes. Zijn eerste bio-graaf Gerard Brandt heeft hier zeeraan bijgedragen. Nu dit jaar zijn vierhonderdste ge-boortedag wordt herdacht, blijkt eenste meer hoezeer zijn daden tot de ver-beelding zijn blijven spreken. Boven-dien is het opvallend hoe De Ruyterzijn opmerkelijke carrière begon enverder wist op te bouwen.

In dit artikel behandel ik De Ruytersrol in de Tweede Nederlands-EngelseOorlog (1665-1667). In deze oorlogopenbaarde hij zich als de grootsteNederlandse zeeheld. De jaren voor

deze oorlog zullen kort ter sprakekomen om de context van zijn op -perbevelhebberschap en uiteindelijketriomf te verduidelijken.

Michiel de Ruyters wieg stond in het Zeeuwse Vlissingen en hij waszoon van een bierdrager die het zee-mansbestaan had opgegeven. Geheelin overeenstemming met zijn een -voudige afkomst werkte De Ruyter nazijn schooljaren een tijdje in de lijn-baan van de broers Lampsins.

Op zijn elfde vertrok Michiel naar zeeals scheepsjongen en leerde hier dealledaagse praktijk van het zeeman-schap. Na een korte onderbreking alskanonnier in het leger van prins Mau-rits zette De Ruyter in 1622 zijn loop-baan voort op de oorlogsvloot. Naverschillende tochten te hebben mee-gemaakt, ging hij over naar de han-delsvloot, een niet ongebruikelijkeoverstap in die dagen.1

Het bevel over een schip

In de jaren dertig van de zeventiendeeeuw maakte hij carrière in de walvis-vaart en klom op tot stuurman. In1636 kreeg hij het bevel over een ka-perschip met de bedoeling de Duin-kerker kapers prijsgemaakte Neder-

landse koopvaarders te ontnemen eneven tuele andere prijzen op te brengen. De Duinkerkers waren in die tijd eengrote plaag voor de Nederlandsescheepvaart. Regelmatig loofden deadmiraliteiten bonussen uit voor ge-nomen Duinkerker schepen en indieneen Nederlands schip terugveroverdwerd, behoorde een deel van de waar-de aan de bevrijder toe.

Bovendien waren er genoeg anderemogelijkheden om als kaper geld teverdienen. In Vlissingen en andereZeeuwse havensteden zagen onder -nemende reders hun kans schoon om hier een graantje van mee te pik-ken. Het zou het begin zijn van eenZeeuwse kapercultuur die in de ze-ventiende en achttiende eeuw alleenmaar verder zou groeien. En zoals zoveel Zeeuwen probeerde ook DeRuyter zijn geluk in deze tak vanscheepvaart.2

De kaapvaart bracht hem evenwel niethet succes dat hij ervan verwacht had.Zijn bemanning bleek onwillig enverlangde terug naar huis. De Ruyterheeft zich aan dit gebrek aan inzet envechtlust bijzonder gestoord en trokdaaruit de les dat:

het met onghewyllyge honden quaetasen [hazen] te vanghen is.

Michiel de Ruyter in de TweedeNederlands-Engelse Oorlog (1665-1667)Opperbevel en triomf

dr. G.A. Rommelse*

* De auteur is wetenschappelijk medewerkervan het Nederlands Instituut voor MilitaireHistorie (NIMH). In 2006 publiceerde hijeen proefschrift met de titel The SecondAnglo-Dutch War. International raison d’état,mercantilism and maritime strife.

1 Prud’homme van Reine, Rechterhand vanNederland, 11-29.

2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte -weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99.

Page 2: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7156

In de volgende jaren was hij als kapi-tein van een koopvaardijschip vooralactief in de West-Indische handel.3

Een commando op de vloot

In 1641 kreeg Michiel de Ruyter zijneerste bevel over een oorlogsschip.De Staten-Generaal hadden beslotenom Portugal met een eskader te steu-nen tegen Spanje. De Ruyter werd alsschout-bij-nacht namens de Admirali-teit van Zeeland afgevaardigd om alsderde man op de vloot van zeventienschepen mee te gaan.

Na enige weken gepatrouilleerd tehebben in afwachting van de Spaansevloot vond op 4 november een zeeslagplaats bij St. Vincent. Aan beide zij-den gingen twee schepen verloren. Nadie bloedige confrontatie zochten deSpanjaarden hun toevlucht tot de vei-lige haven van Cadiz. Zelf had De Ruyter zich goed ge-weerd, maar een aantal kapiteins was

tekortgeschoten in de zeeslag. Bij terugkeer in Lissabon ontvingen ookdeze officieren evenwel gouden ke-tens van een dankbare Portugese ko-ning. Begin 1642 werd duidelijk datvan Portugese kant geen acties meerte verwachten waren tegen Spanje.Een krijgsraad leidde tot het besluitterug te keren naar de Republiek.

De Ruyter had tijdens de tocht ge-toond over eigenschappen te beschik-ken die hem in zijn latere loopbaan totzo’n grote admiraal maakten. Hij wasbijzonder betrokken bij het lot vanzijn bemanning en trok zich hun ver-wondingen en het feit dat sommigensneuvelden zeer aan. Daarnaast bleek hij in de strijd een ca-pabele commandant te zijn. Het langewachten aan boord had bij veel be-manningen tot ontevredenheid en de-sertie geleid. Maar aan boord van DeRuyters schip had dit, in tegenstellingtot andere schepen, niet tot problemengeleid.4

De Eerste Nederlands-Engelse Oorlog (1652-1654)

In 1651, na nog bijna een tiental jarenlang als koopvaarder actief te zijn ge-weest, besloot Michiel de Ruyter zijnloopbaan op zee te beëindigen. Hijhad goed verdiend en kon zijn geldbeleggen in rentebrieven en een

nieuwe woning. In 1652 brak echterde Eerste Nederlands-Engelse Oorloguit. De Engelse Commonwealth hadeen diplomatieke missie naar DenHaag gestuurd om tot een verbond tekomen ‘als by het huwelyck van manende wyff’.5

De Staten-Generaal hadden het voor-stel echter van de hand gewezen uitangst voor Engelse overheersing. Zijvreesden dat Engeland er vooral opuit was het Nederlandse overwicht inde wereldhandel teniet te doen metbehulp van diplomatieke middelen.Het afkondigen van de beruchte Aktevan Navigatie in 1651 deed de relatiesnog verder verslechteren. Met be-hulp van deze protectionistische wetprobeerde het Engelse parlement deeigen markt en de koloniën af te slui-ten voor Nederlandse scheepvaart.

In 1652 botsten admiraal Robert Blakeen admiraal Maerten Tromp bij Dover.De oorlog werd enkele weken laterofficieel verklaard. Na aanvankelijk te hebben geweigerd, accepteerde De Ruyter in juli een positie als vice-commandeur. De admiraliteitenvulden de rangen van de marine -officieren aan met ervaren koopvaar-dijkapiteins.

De Ruyter was gezien zijn eerdere ervaring in Portugal de ideale kan -didaat. In augustus escorteerde DeRuyter met dertig schepen onder zijnbevel een grote vloot koopvaarders.Hij raakte in gevecht met een Engelsevloot onder George Ayscue. De strijdbleef onbeslist maar de koopvaardij-schepen bereikten veilig de thuis -haven. In de Republiek begon nu zijnster te rijzen.6

Het opperbevelhebberschapgeweigerd

Nadat Tromp sneuvelde in de Slag bijTerheide in 1653 zochten de Staten-Generaal een nieuwe opperbevel -hebber. Traditiegetrouw was de luite-nant-admiraal van de Admiraliteit vanRotterdam, de oudste van de admira-liteiten, opperbevelhebber. De Admi-

3 Prud’homme van Reine, Rechterhand vanNederland, 31-32.

4 Prud’homme van Reine, Rechterhand vanNederland, 35-42; Van der Moer, De Luite-nant-Admirael-Generael, 14-15.

5 Groenveld, ‘Als by het huwelyck van manende wyff’, 147-158.

6 Prud’homme van Reine, Rechterhand vanNederland, 56-63; Van der Moer, De Luite-nant-Admirael-Generael, 19-29.

Page 3: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7 157

raliteiten van Amsterdam en Noorder-kwartier wezen op De Ruyter. Dit was bijzonder omdat De Ruytereen Zeeuw was en er gewoonlijk eenflinke dosis rivaliteit en wantrouwenbestond tussen de gewesten Hollanden Zeeland. De Zeeuwse vlootvoogdhad zich namelijk bijzonder capabelgetoond en was bovendien niet be-trokken bij politieke tegenstellingentussen staatsgezinden en aanhangersvan het Huis van Oranje.

Johan de Witt, de nieuwe pensionarisvan Holland, was onder de indruk vande politieke loyaliteit van De Ruyteren bood hem het opperbevel aan. DeRuyter weigerde echter en liet DeWitt geen andere keus dan Jacob van Wassenaer Obdam te benoemen.Deze adellijke legerofficier had geenandere kwalificaties dan zijn uit -

gesproken trouw aan het regenten -bestuur van De Witt. Hij werd dusvooral om zijn politieke geschiktheidbenoemd en ervaren marineofficierenwerden geacht hem in het heetst vande strijd bij te staan met adviezen.

De Ruyter had het commando gewei-gerd omdat hij zichzelf er niet ge-schikt voor achtte, maar vooral omJohan Evertsen en Witte de With, diein anciënniteit hoger stonden, nietvoor het hoofd te stoten. De EersteNederlands-Engelse Oorlog werd in1654 afgesloten met de Vrede vanWestminster. De Republiek had eenduidelijke nederlaag geleden, maarde vredesvoorwaarden die Cromwell

stelde, waren niet bijzonder streng. De Ruyter bleef ondanks zijn weige-ring het opperbevel op zich te nemenwel werkzaam bij de marine en stond

Van Wassenaer Obdam terzijde bij ac-ties tegen de Zweden in de Oostzee(1658-1660).7

Aanloop naar de TweedeNederlands-Engelse Oorlog

In 1660 werd Karel II gekroond totkoning van Engeland, Schotland enIerland. In 1658 was Oliver Cromwellgestorven en zijn zoon Richard wasniet in staat gebleken voor politiekeen sociale stabiliteit te kunnen zor-gen. Hij verloor al gauw zijn positieen general Monck marcheerde methet leger vanuit Schotland naar Lon-den om de macht te grijpen.

Na overleg met het parlement werdbesloten een gezantschap naar DenHaag te sturen om Karel te verzoekenterug te keren en koning te worden.Men had grote verwachtingen van denieuwe regering en hoopte dat ze instaat zou zijn de economische situatiete verbeteren.

In de Republiek hoopte men op be tereverhoudingen met Engeland en deStaten-Generaal stuurden een dele -gatie naar Londen om een bondge-nootschap te bespreken. De missieliep echter op niets uit omdat de eco-nomische rivaliteit tussen Engelsenen Nederlanders politieke samenwer-king in de weg stond. Overal ter wereld vonden confron -taties plaats tussen de grote handels-compagnieën. In Afrika en Azië kaap-ten de Nederlanders Engelse schepen.In Amerika werden vooral Nederland-se koopvaarders opgebracht door En-gelsen.

Maar ook dichter bij huis was er con-currentie. Er werd hevige strijd ge-voerd om de handel op de Noordzee,Oostzee en de Middellandse Zee.Zowel in Londen als in Den Haag be-stond er de wil om de eigen economi-sche en maritieme belangen te onder-steunen. De spanning op het gebied

7 Prud’homme van Reine, Rechterhand vanNederland, 82-87; Groenveld, ‘Stand en sta-tus’.

Page 4: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7158

van de commercie zorgde al gauwvoor verslechterende diplomatiekeverhoudingen.8

De Barbarijse kapers

In 1661 kreeg De Ruyter opdrachtmet een vloot naar de MiddellandseZee te vertrekken om Algiers, Tunisen Tripoli tot een vredesakkoord tebrengen en om Christelijke slaven vrijte kopen. De Barbarijse kapers dievanuit de Noord-Afrikaanse haven-steden opereerden, vielen op groteschaal Europese schepen en kuststre-ken aan. Op de Atlantische Oceaan enzelfs tot op de Noordzee wisten zijdoor te dringen. Zij maakten de sche-pen en hun ladingen buit en maaktende opvarenden tot slaaf.

Zowel Engeland als de Republiekvond het af en toe nodig om met vlag-vertoon, dreigementen en militaireacties de roverspraktijken te tempe-ren. De resultaten van deze actieswaren echter nooit van lange duur. Dekapers begrepen dat zij de rivaliteittussen Engeland en de Republiek uitkonden buiten. Zij zagen daarommaar zelden de noodzaak om metbeide landen tegelijkertijd een vredes-akkoord te hebben. Het kwam bijnanooit tot Nederlands-Engelse samen-werking in de zeeroofbestrijding. Ditzorgde ervoor dat de Barbarijse prak-tijken bleven voortduren.9

De Ruyter op deMiddellandse Zee

De Ruyters verblijf op de Middel-landse Zee duurde van 1661 tot 1663.Zolang de Nederlandse vloot hier patrouilleerde, waren de NederlandseLevantvaarders relatief veilig. Hijkocht honderden slaven vrij en wisteen vredesverdrag met Tunis en Al-giers te sluiten. De onderhandelingen

met Tripoli leverden weinig op, hoe-wel een aantal slaven vrij kwam.

In het voorjaar van 1663 droeg hij hetcommando over aan schout-bij-nachtCornelis Tromp en vertrok naar huis.In februari 1664 werd De Ruyter op-nieuw met twaalf schepen naar deMiddellandse Zee gestuurd toen deAlgerijnen het vredesakkoord opgrote schaal schonden. De strategi-sche positionering van dit eskader inde Middellandse Zee moet echtervooral gezien worden in het licht vande snel verslechterende Nederlands-Engelse verhoudingen.

Oorlog hing in de lucht en beide lan-den hadden al in de Eerste Neder-lands-Engelse Oorlog het grote be-lang van het kunnen beschikken overeen eskader in de Middellandse Zeeonderkend. De Ruyter ontmoette injuni dan ook het eskader van de En-gelse admiral Sir John Lawson, dienet als hij gestuurd was met de for-mele opdracht de Barbarijse kapers inhet gareel te houden. Lawson moest echter tegelijkertijdvooral de activiteiten van De Ruyterin de gaten houden.

De Nederlands-Engelsestrijd om Afrika

De West-Indische Compagnie en denieuw opgerichte Royal Adventurerstrading into Africa beconcurreerdenelkaar hevig om de lucratieve Afri-kaanse handel in goud, ivoor en sla-ven. De Engelse compagnie ontvingaanzienlijke hulp van de Engelse re-gering.

Karel, zijn broer Jacobus en vrijwelalle belangrijke hovelingen haddenaanzienlijke sommen geïnvesteerd inde nieuwe tak van handel. In Engeland hadden de pamfletschrij-vers en kooplieden het Hof voor -gehouden dat de Afrikaanse handelgouden bergen zou gaan opleveren.De Royal Adventurers trading into Africa werd daarom bij uitstek het in-strument van mercantilisten en ambi-tieuze politici.

In 1661 beval Karel zijn broer Jaco-bus, die Lord High Admiral was, omRichard Holmes met een aantal oor-logsschepen naar Afrika te sturen omeen Engels handelsimperium te vesti-gen. Holmes, een enthousiaste houw-degen, nam zijn opdracht gretig aanen veroverde enkele Nederlandsehandelsposten waar de Engelsen eenclaim op hadden.

In 1663 kreeg Holmes opdracht eennieuwe expeditie te ondernemen omde ‘Engelse handel te beschermen’. Dit keer veroverde hij nog meer Nederlandse forten op de West-Afri-kaanse kust en confisceerde hij eenaantal schepen van de WIC. Medio1664 bereikte dit bericht Europa enleidde in de Republiek tot grote con-sternatie.

De geheime opdrachtaan De Ruyter

Johan de Witt was vastbesloten de ac-ties van Holmes te laten vergelden.Daar was nog bijgekomen dat een Engels eskader de WIC kolonie NieuwNederland (tegenwoordig New York)bezet had. Hij meende dat toegevenaan de Engelse agressie alleen maaraverechts zou werken en dat krachtigoptreden geboden was.

De moeilijkheid was echter dat de Engelsen een openlijke reactie van de Republiek als oorlogsverklaringzouden opvatten. Karel had admiralSandwich bevolen met een eskader inhet Kanaal te patrouilleren met de opdracht een eventuele Nederlandseexpeditiemacht op te zoeken en eenhandgemeen uit te lokken. Dit wasvoor de Republiek niet opportuun endus moest De Witt een list verzinnen.Hij wilde De Ruyter opdracht gevenom vanuit de Middellandse Zee naarAfrika te vertrekken om de zaak rechtte zetten.

In de Staten-Generaal bleef echterweinig geheim. De Engelse gezant SirGeorge Downing had een uitgebreidnetwerk van informanten en ook eenaantal leden van de Staten-Generaal

8 Rommelse, Second Anglo-Dutch War, 78-92; Jones, Anglo-Dutch Wars, 145-142.

9 Prud’homme van Reine, Rechterhand vanNederland, 114-121; Krieken, Kapers enkooplieden.

Page 5: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7 159

stonden op zijn loonlijst. De Wittzorgde ervoor dat de resolutie, diedoor de Staten-Generaal aangenomenmoest worden om de opdracht te kun-nen verstrekken, vaag geformuleerdwas.

Bovendien lokte een aantal van DeWitts medestanders op het crucialeogenblik van de bespreking van hetstuk de notoire lekken weg. De Sta-ten-Generaal begreep zodoende destrekking en de implicatie niet van hetzojuist goedgekeurde besluit om DeRuyter naar Afrika te sturen. Downing had geen idee van de nade-rende aanval en kon pas bericht naarLonden sturen toen het al te laatwas.10

Het veroverenvan de Afrikaanse forten

De Ruyters actie in Afrika was eenenorme klap voor de Royal Adven -turers trading into Africa. Bijna alleEngelse forten werden ingenomen en alle aanwezige Engelse schepengeconfisceerd. Grote hoeveelhedenivoor en goud werden aan boord vande Nederlandse schepen geladen.

Volgens de bekende dagboekschrijverSamuel Pepys betekende dit feitelijkhet failliet van de Engelse compagnie.Toen het nieuws in Londen bekendwerd, waren de Engelsen woedend enwas de oorlog onvermijdelijk. Karelbeval Jacobus om de jacht op de Ne-

derlandse scheepvaart te openen enom kaperbrieven uit te reiken. Bovendien deden in Londen de meestkleurrijke details over de gruwelda-den van De Ruyter de ronde. Zo zouhij ongewapende Engelsen hebbenlaten martelen en vermoorden. Inwerkelijkheid had hij hun persoon -lijke bezittingen ongemoeid gelatenen had slechts de goederen van decompagnie in beslag genomen. Hijhad hen voldoende voedsel en wapensgegeven om te overleven.

De zeeslagen van de drie Nederlands-Engelse Zeeoorlogen

1. Zeeslag bij Dover, 29 mei 1652

2. Zeeslag bij Plymouth, 26 augustus 1652

3. Zeeslag bij Duins, 8-9 oktober 1652

4. Zeeslag bij Dungeness, 10 december 1652

5. Driedaagse Zeeslag, 28 februari-2 maart 1653

6. Zeeslag bij Nieuwpoort, 12-13 juni 1653

7. Zeeslag bij Ter Heijde, 8-10 augustus 1653

8. Zeeslag bij Lowestoft, 13 juni 1665

9. Vierdaagse Zeeslag, 11-14 juni 1666

10. Tweedaagse Zeeslag, 4-5 augustus 1666

11. Tocht naar Chatham, 19-24 juni 1667

12. Zeeslag bij Solebay, 7 juni 1672

13. Zeeslag bij Schooneveld, 7 juni 1673

14. Tweede Zeeslag bij Schooneveld, 14 juni 1673

15. Zeeslag bij Kijkduin, 21 augustus 1673

10 Rommelse, Second Anglo-Dutch War, 105-108; Verhoog en Koelmans, De reis van DeRuyter, 17-20; Jones, Anglo-Dutch wars,150-151; Prud’homme van Reine, Rechter-hand van Nederland, 130-131.

Page 6: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7160

In december 1664 viel een Engels es-kader onder leiding van Thomas Allinhet Nederlandse Smyrna-konvooi aanbij Cadiz. Er was nu feitelijk sprakevan oorlog, hoewel de formele verkla-ring nog tot januari 1665 op zich lietwachten.11

Barbados, Newfoundlanden Delfzijl

De Ruyter stak na zijn Afrikaanseveroveringstocht met zijn eskader deAtlantische Oceaan over. Een aanvalop de Engelse kolonie Barbados liepop niets uit omdat het fort onneem-baar bleek. Hij zette koers naar Marti-nique voor verse voorraden en daarnanaar St. Kitts.

In de buurt van Nevis en Montserratveroverden de Nederlanders een aan-tal Engelse koopvaarders die warengeladen met tabak, suiker en indigo.Bij het Franse St. Kitts werd een deelvan de buit verkocht en werd buskruitingeslagen.

Een aanval op het door de Engelsenbezette Nieuw Nederland werd als te risicovol beschouwd. Daarom zettede vloot koers naar het noorden. BijNewfoundland werd de plaatselijkevisserij aangetast. Vervolgens zeildeDe Ruyter met zijn schepen terugnaar Europa, waarbij hij de veiligeroute ten noorden van Schotlandkoos. Door dichte mist ontsnapte DeRuyters eskader, dat door een Neder-landse galjoot op de hoogte was gebracht over de ontwikkelingen in Europa, aan een Engels eskader onderSandwich. Door langs de Deense enNoord-Duitse kust te varen bereiktende Nederlanders op 6 augustus op eenveilige manier Delfzijl.12

De Slag bij Lowestoft

De veilige thuiskomst van De Ruyterzorgde voor een enorme ontladingvan optimisme in de Republiek. Dow-ning schreef dat ‘De Ruyter’s arrivallhath huffed them up beyond theskies.’13 Terwijl De Ruyter de wereld-

zeeën afstroopte, was het in Europahelemaal misgegaan voor de Repu-bliek. In juni 1665 hadden de Neder-landse en Engelse vloten elkaar ge-troffen in de Slag bij Lowestoft.

De Nederlandse vloot was slecht ge-organiseerd en was verdeeld in zeveneskaders. Van Wassenaer Obdam hadnauwelijks gezag binnen de vloot enhad besloten geen krijgsraad te hou-den. Het gebrek aan discipline en deonderlinge rivaliteit binnen het korpsmarineofficieren droegen verder bijaan de ineffectiviteit van de vloot. De verschillende eskaders, afkomstiguit de verschillende admiraliteiten,werkten nauwelijks samen. De kapi-teins waren bovendien gewend aanduels tussen afzonderlijke schepenwaarbij enteren de voorkeur had.

Het resultaat was desastreus. Al vroegin de slag was het vlaggenschip Een-dracht met de opperbevelhebber in delucht gevlogen. Geen andere vlagoffi-cier slaagde erin het commando overte nemen. Uiteindelijk verloor de Re-publiek zeventien schepen en 5.000tot 6.000 man. De schade had nogveel erger kunnen uitpakken als deEngelse vloot onder Jacobus de ach-tervolging met meer fanatisme haduitgevoerd.14

Opperbevel

Na deze enorme nederlaag moestende Nederlandse autoriteiten ingrijpen-de beslissingen nemen. Besloten werdgeen omgebouwde koopvaardijsche-pen meer aan de vloot toe te voegen.De zware Engelse kanonnen haddengeen enkele moeite gehad met de relatief kwetsbare schepen. Een aan-tal kapiteins had zich bovendien lafen incapabel getoond. Tussen de ho-gere officieren bestond rivaliteit enafgunst.

Bovendien moest een nieuwe opper-bevelhebber benoemd worden. Cor-nelis Tromp werd tijdelijk comman-dant totdat De Ruyter terug zou zijn.De Witt zag in Tromp niet de nieuweopperbevelhebber omdat hij fanatiek

aanhanger was van Willem III en eenwispelturig, roekeloos en onbereken-baar karakter had. De Witt toonde zich van zijn bestekant bij de wederopbouw van devloot. Onvermoeibaar hield de pen-sionaris zich bezig met de nieuwbouwvan oorlogsschepen en de reparatievan beschadigde schepen. Bovendienzorgde hij dat enkele kapiteins diezich niet naar behoren hadden gedra-gen voor de krijgsraad kwamen.

De Ruyter werd luitenant-admiraalvan de Admiraliteit van Rotterdam.Deze admiraliteit was de oudste vande Republiek en leverde traditie -getrouw de opperbevelhebber. DeHollandse regenten hadden hun af-keer van het idee van een Zeeuwsebevelhebber definitief laten varen enwaren opgelucht dat De Ruyter ditkeer het commando aanvaardde.15

De VOC retourvloot gered

De vloot van Sandwich, waar DeRuyter ternauwernood aan was ont-snapt, loerde op de VOC vloot die van-uit Azië onderweg was naar huis. DeEngelse regering had contact gezochtmet koning Frederik III van Denemar-ken om samen deze rijke buit te pak-ken.

De Nederlanders zouden namelijk be-schutting zoeken in de haven van hetNoorse Bergen, destijds Deens bezit,om door oorlogsschepen naar huis teworden geëscorteerd. De route doorhet Kanaal was door de aanwezigheid

11 Verhoog en Koelmans, De reis van De Ruy-ter; Prud’homme van Reine, Rechterhandvan Nederland, 134-145.

12 Verhoog en Koelmans, De reis van De Ruy-ter; Prud’homme van Reine, Rechterhandvan Nederland, 145-151.

13 Public Records Office (Londen), State Pa-pers Holland 84/177 f51, Downing aan Ar-lington 11-8-1665.

14 Rommelse, Second Anglo-Dutch War, 130-132; Jones, Anglo-Dutch wars, 155-159,Bruijn, Varend Verleden, 106; Fox, FourDays Battle, 94-126.

15 Oudendijk, De Witt en de zeemacht, 107-108; Jones, Anglo-Dutch wars, 159; Rom-melse, Second Anglo-Dutch War, 130-132.

Page 7: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7 161

van de Engelse vloot en grote aan -tallen Engelse kapers te onveilig geworden en dus werd gekozen voorde veiligere route ten noorden vanSchotland.

De Deense vorst had toegestemd ende Engelse vloot sloot de Noorsehaven af. Hier had zich een groot aan-tal Nederlandse schepen verzameld,waaronder VOC schepen en een aantalLevantvaarders. De gouverneur vande stad had echter geen bericht gehadvan Frederik III omtrent de met de Engelsen gesloten overeenkomst.

Terwijl de Engelse gezant ThomasClifford onderhandelde met de gou-verneur liet de Nederlandse comman-deur Pieter de Bitter zijn schepen een

halvemaanvormige slagorde aanne-men. Bovendien hadden Nederlandsematrozen zich meester gemaakt vande kanonnen op het fort. Een Engelseaanval werd daardoor gemakkelijk afgeslagen. De Ruyter was direct nazijn thuiskomst met de vloot naarBergen gezeild en begeleidde dekoopvaarders naar huis.

Een storm sloeg de vloot echter uiteenen twee VOC schepen liepen de Engel-se vloot in. Zo had Sandwich tochnog zijn prijs. De veilige aankomstvan De Ruyter met het grootste deelvan de koopvaarders had echter direc-te impact op de moraal in de Repu-bliek. Het jaar 1665 was desastreusbegonnen, maar door De Ruyter wistde Republiek zich te herpakken.16

Hervormingen op de vloot

Ondanks het verlies van de eerste zeeslag was men in de Republiekvastbesloten de oorlog tot een goed

einde te brengen. Het gereedkomenvan vierentwintig nieuwe oorlogs-schepen en de veilige thuiskomst vanDe Ruyter zorgden voor een gevoelvan optimisme en vertrouwen. In ja-nuari 1666 verklaarden bovendienFrankrijk en Denemarken aan Enge-land de oorlog.17

De Witt en De Ruyter begonnen ge -zamenlijk aan de hervorming van deineffectief gebleken vloot. Er werdbesloten geen koopvaardijschepenmeer in te zetten bij gevechtshande-lingen. Maar veel essentiëler nog wasde vorming van een ‘staande vloot’.De nieuw gebouwde schepen zoudenniet meer, zoals vroeger gebeurd was,afgedankt worden na de oorlog, maarbleven in het bezit van de staat. De indeling van eskaders en de voor -geschreven tactiek werden ingrijpendherzien. Voortaan zouden er nogslechts drie eskaders zijn.

Bovendien werd de linietactiek inge-voerd. De schepen dienden in linie tevaren en moesten voorkomen dat delinie door de vijand onderbrokenwerd. Op deze manier werd veel na-drukkelijker gebruik gemaakt vankanonvuur en werd het enteren vanvijandelijke schepen naar de achter-grond gedrongen. Het doel was delenvan de vijandelijke vloot te isolerenen afzonderlijk te bestrijden dooreerst hun linie te doorbreken. Door inlinie te varen kon schip na schip eenvijand de volle laag geven. Uiteraard was voor deze manier vanvechten een grotere grip van het cen-trale commando nodig. Door middelvan een uitgebreider signaalsysteemwerd dit mogelijk. Deze tactiek, diegrotendeels van de Engelsen was af-gekeken, zou voortaan de leidraadvoor De Ruyter zijn.18

De Vierdaagse Zeeslag

In juni 1666 vond de grootste zeeslagplaats die ooit door zeilschepen is uit-gevochten. De Engelse vloot had zichopgesplitst in twee delen. Het eerstedeel onder prins Ruppert van de Pfalzzeilde het Kanaal in om een ver -

Michiel Adriaens-zoon de Ruyter alsluitenant-admiraalvan de Admirali-teit van Rotterdam(Foto: Stichting De Ruyter, www.deruyter.org)

16 Rommelse, Second Anglo-Dutch War, 135-137.

17 Rommelse, Second Anglo-Dutch War, 150-153.

18 Rommelse, Second Anglo-Dutch War, 154-156.

Page 8: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7162

wachte Franse vloot op te vangen. Detweede, grotere, helft onder de hertogVan Albemarle zocht de confrontatiemet de Nederlanders.

Vier dagen lang trachten beide par -tijen elkaars linie te doorbreken. Alop de eerste dag troffen beide vlag -genschepen, de Royal Charles en deZeven Provinciën, elkaar in een onbe-slist duel. Diezelfde dag sneuveldenSir William Berkeley, vice-admiraalvan het Engelse White squadron, enCornelis Evertsen de oudere, deZeeuwse luitenant-admiraal van hetNederlandse tweede eskader.

Op de tweede dag sneuvelden Abra-ham van der Hulst, vice-admiraal vanhet tweede eskader en Frederik Stach -auwer, schout-bij-nacht van het derdeeskader.

Op de derde dag arriveerde prins Rup-pert met zijn vloot nadat hij berichthad gekregen dat de vermeende Fran-se landing niet zou plaatsvinden. DeEngelse vloot werd plotseling mettwintig ‘verse’ schepen. Desondankswerd Sir George Ayscue, de admiraalvan het White Squadron, met demeeste van zijn bemanningsleden ge-vangen genomen.

Hij is tot op de dag van vandaag deenige Engelse admiraal die zich ooitin een zeeslag heeft moeten over -geven.

Op de vierde dag wist De Ruyter ineen wanhopige, laatste, massale aan-val de Engelsen te breken. Hierdoorkwam de Engelse achterhoede ondergrote druk te liggen. De Engelsevloot, die grote verliezen en schadegeleden had, kon de strijd niet voort-zetten.

Ook de Nederlandse vloot was uitge-put maar had in een laatste offensiefde overwinning weten te behalen. Deovergebleven Engelse schepen profi-teerden van een plotseling opkomen-de mist. De Ruyter meende dat Godde Engelsen had willen straffen voorhun hoogmoed, maar niet willen ver-nietigen. In totaal verloren de Engel-sen tien schepen en de Nederlandersvier.19

De Tweedaagse Zeeslag

De Engelsen slaagden er dankzij eengrote financiële en logistieke krachts-inspanning in om, veel sneller dan deStaten-Generaal verwachtte, de vlootweer gereed te krijgen. Dit keer waswel bekend dat de Franse vloot nog in de haven van Lissabon lag, zodat er nu geen splitsing van de Engelsevloot plaatsvond. Ook in de Repu-bliek waren de voorbereidingen inten-sief geweest.

Op 4 augustus 1666 troffen beide vlo-ten elkaar. Vrijwel direct raakte hettweede Nederlandse eskader geschei-den van de rest van de vloot en sneu-velde luitenant-admiraal Jan Evert-sen, die zijn eerder gesneuvelde broerwas opgevolgd. Vice-admiraal Ru-

19 Rommelse, Second Anglo-Dutch War, 156-159; Fox, Four Days Battle, 167-314; Jones,Anglo-Dutch wars, 169-171, Prud’hommevan Reine, Rechterhand van Nederland 167-176.

(Uit: Zeeuws Tijdschrift 2006/5-6)

Page 9: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7 163

dolph Coenders van hetzelfde eskadertrof hetzelfde lot.

De grotere vuurkracht van de Engel-sen deed zich gelden. Zwaar geha-vend trok de Nederlandse vloot zichterug naar de kust, terwijl alleen deachterhoede onder Cornelis Trompnog doorvocht. De Ruyter kreeg eenhoogoplopende ruzie met Tromp enhij verweet hem roekeloosheid en het

in de steek laten van de rest van devloot.

De Ruyter had het verstandiger ge-vonden een grotere nederlaag enzwaardere schade te ontlopen. Het ge-brek aan discipline van Tromp maak-te De Ruyter woedend. Beide admi-raals legden hun klachten voor aan de Staten-Generaal. De rivaliteit lagpolitiek gevoelig omdat Tromp een

fervent aanhanger van Oranje was.Tromp werd daarom ontslagen.20

Holmes’s Bonfire

Op negentien augustus 1666 voerdeRobert Holmes met een eskader eenaanval uit op het eiland Terschelling.Albemarle had hem opdracht gegevenzo groot mogelijke schade toe te bren-gen aan de Nederlandse handel enscheepvaart. In Het Vlie lagen zo’n150 koopvaarders te wachten diewaarschuwingen in de wind geslagenhadden.

Holmes, van advies voorzien door deNederlander Laurens Heemskerck,stuurde vijf branders op de dichtopeen gelegen schepen af en stak zein de brand. Heemskerck was een kapitein op de Nederlandse vloot geweest maar was na de nederlaag bij Lowestoft overgelopen naar de vijand. Holmes maakte dankbaar gebruik van zijn diensten en naar

In het herdenkings-jaar 1907 heeft de

toenmalige PTT voorhet eerst postzegelsuitgegeven waaropeen andere persoon

dan de regerendewas afgebeeld

(Uit: Zeeuws Tijdschrift2006/5-6)

In 1957 eerde de PTT De Ruyterwederom met postzegels. Hier is onder meer zijn beroemdevlaggenschip De Zeven Provinciën afgebeeld(Uit: Zeeuws Tijdschrift 2006/5-6)

20 Rommelse, Second Anglo-Dutch War, 161-163; Jones, Anglo-Dutch wars, 170-172,Fox, Four Days Battle, 331-341.(Photographics, www.photographics.nl – collectie muZEEum)

Page 10: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7164

schatting werd voor £ 1.000.000 aanschade aangericht. Dit leidde in Am-sterdam tot relletjes.

De volgende dag ging Holmes meteen aantal soldaten aan land op Ter-schelling. Hij liet het dorp West-Ter-schelling plunderen en stak de huizenin brand. Dit leidde in de Republiektot grote verontwaardiging omdat hethier vreedzame, doopsgezinde vissersbetrof. De grote brand die Londentrof werd daarom als ‘goddelijke ver-gelding’ gezien voor de ‘zondige’actie van Holmes.21

Het opleggen van de vloot

In Engeland hadden de oorlog, de in1665 uitgebroken pestepidemie envooral de brand voor grote geldnoodgezorgd. De regering was aange -wezen op leningen maar die werdensteeds duurder en schaarser. Zeelie-den werden inmiddels met schuldver-klaringen betaald in plaats van geld.Het animo om op de vloot te dienenzakte tot een dieptepunt en de over-heid moest de ‘press-gang’ gebruikenom voldoende mannen te ronselen.

De oorlog was bijzonder impopulairgeworden en de eerst zo oorlogszuch-tige mercantilisten betreurden nu deneergang in de handel en de scheep-vaart. De regering zette echter ook in1667 de oorlog nog voort omdat poli-tiek opportunisme nu geen officiëlevredesbesprekingen toeliet. Via het Franse hof werden echter deeerste verkennende onderhandelingengeopend. Karel beval Jacobus daaromin het volgende oorlogsseizoen geenvloot uit te reden. Alle grote oorlogs-schepen moesten in de dokken wor-den opgelegd. Slechts een klein eska-der met lichtere schepen zou moetenproberen zoveel mogelijk de Neder-landse scheepvaart te hinderen.

De Engelsen gaven hierdoor op zeehet initiatief definitief uit handen engaven de voorkeur aan het aanleggenvan kustverdedigingen. In de Repu-bliek maakte men dankbaar gebruikvan de afwezigheid van de Engelsevloot om de handel weer op te pak-ken. Dit leidde tot een opleving vande economie.22

De Tocht naar Chatham

Begin 1667 werden Engeland, de Re-publiek en Frankrijk het eens over delocatie van de vredesbesprekingen.Uiteindelijk was de keuze gevallen ophet kasteel van Breda. In mei1667waren de onderhandelingenechter vastgelopen toen de Fran-sen de Spaanse Nederlandenbinnenvielen. De Witt, die hierkoste wat kost een einde aanwilde maken, zag zich ge-noodzaakt tot coercive ac-tion. De Fransen en Engelsenhadden namelijk in het ge-heim besloten samen te wer-ken aan de onderhandelings-tafel. Lode wijk XIV zou een carteblanche krijgen in de SpaanseNederlanden indien hij Engeland

hielp een gunstige vrede te verkrijgen.Om niet gechanteerd te worden, moestDe Witt dus een oud plan van hem uitlaten voeren.

In juni 1667 leidde De Ruyter devloot over de Noordzee naar de mon-ding van de Theems. Daar aangeko-men riep hij een krijgsraad bijeen enlichtte het doel van de missie toe. Zeventien oorlogsschepen, vijf jach-ten en vier branders zeilden de rivierop om een zo groot mogelijke schadetoe te brengen. De rest van de vlootsloot de monding af om een eventueleEngelse tegenaanval af te kunnen slaan.

De Tocht naar Chatham, 1667 (Foto KLTZ Diekenhof; Collectie NIMH)

21 Rommelse, Second Anglo-Dutch War, 162-163, Jones, Anglo-Dutch wars, 172; Fox,Four Days Battle, 342; Scheffer, Roemruch-te jaren, 138-141.

22 Rommelse, Second Anglo-Dutch War, 165-176.

Page 11: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7 165

Op twintig juni veroverden de Neder-landers Fort Sheerness. Bij deze actiekwam het korps mariniers, dat in1665 was opgericht, voor het eerst inactie. De vestingwerken werden ge -sloopt en de aangetroffen masten,kanonnen en touwwerken meegeno-men. Op de tweeëntwintigste brak Janvan Braekel de ketting die over de ri-vier gespannen was. De Nederlanderswisten een aantal vrijwel onverdedig-de schepen buit te maken of te latenzinken.

Ook het trotse vlaggenschip de RoyalCharles – hetzelfde schip waarmeeKarel in 1660 naar Engeland was te-ruggekeerd – werd gekaapt. Op vie-rentwintig juni zeilde de vloot met debuitgemaakte schepen terug richtingde Noordzee.

De humane kantvan De Ruyter

Tijdens de Tocht naar Chatham toon-de De Ruyter zich niet alleen alstriomferend opperbevelhebber, maarook als genadige beschermer van on-schuldigen. Een aantal Nederlandsezeelieden was met sloepen op verken-ning gegaan op zoek naar rijkdom-men. Er was op bevel van de Staten-Generaal een uitdrukkelijk verboduitgevaardigd op plunderen. Het doelvan de tocht was niet om de Engelse

burgerij te schaden, maar vooral omKarel te dwingen vrede te sluiten. Al-leen schepen en faciliteiten van deEngelse staat mochten daarom wor-den geschaad.

Toen zij in het dorpje Grain aankwa-men, probeerden zij de kerkdeur vande twaalfde-eeuwse St James Churchte rammen. Nederlandse officierenbelemmerden dit en lieten de schuldi-

De gerepareerde kerkdeur van de St. James Church in Grain(Foto: J. Harding, www.sheelanagig.org)

Page 12: Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog ......2 Van Vliet, Vissers en kapers, 107-108; Korte - weg, Kaperbloed en koopmansgeest, 85-99. 156 MILITAIRE SPECTATOR JRG

M I L I TA I R E S P E C TAT O R J R G 1 7 6 4 - 2 0 0 7166

gen straffen. De Ruyter zelf, zo gaatin het dorp nog steeds het verhaal, lietzijn scheepstimmerman met Neder-lands hout de deur repareren. Nogsteeds vertoont de deur de tekenenvan de toegebrachte schade en de re-paratie.

De Vrede van Breda

In juli 1667 werd de Vrede van Bredagetekend. Dit akkoord was een breek-punt in de Nederlands-Engelse rela-ties omdat het een einde maakte aandecennialange economische rivaliteit.Nieuw Nederland bleef in Engelsehanden. Dit was voor Engeland demogelijkheid een koloniale stapel-markt te creëren voor Amerikaanseproducten. Niet langer zouden de Nederlanders hun monopolie onder -graven. De Engelsen gaven hun claims in Indonesië op. Niet langer werd de hegemonie van de VOC daar uitge-daagd. Eindelijk was er overeenstem-ming over de gehate Akte van Navi-gatie. Voortaan zou ook Duitsland alsNederlands achterland beschouwdworden en mochten Nederlandseschepen Duitse goederen naar Enge-land brengen.

De Derde Nederlands-Engelse Oorlog(1672-1674) zou daarom niet meer ommercantilistische redenen gevoerdworden, maar nog slechts wegensmachtspolitieke ontwikkelingen.

Conclusie

De Tweede Nederlands-Engelse Oor-log was een oorlog waarin de Re -publiek alleen maar kon verliezen. Engeland trachtte de economischewereldmacht over te nemen en de Re-publiek kon deze alleen maar verdedi-gen. Al tijdens de Eerste Nederlands-Engelse Oorlog was opgemerkt datEngeland een gouden berg aanviel,

terwijl de Republiek een ijzeren bergtegenover zich vond.

De rol van De Ruyter in de oorlogwas van essentieel belang. Hij namhet opperbevelhebberschap over opeen cruciaal moment en bevocht eenbelangrijke zege in de VierdaagseZeeslag. De Tocht naar Chatham isingegaan als één van de grootste hu-zarenstukjes in de maritieme geschie-denis en is uitgebreid bestudeerd dooralle belangrijke admiralen na hem.

Tijdens zijn opperbevelhebberschapwist De Ruyter altijd zijn menselijkekant te bewaren. Hij voelde zich ver-antwoordelijk voor zijn manschappenen ging, volgens zeventiende eeuwsemaatstaven, opvallend humaan ommet tegenstanders en non-combattan-ten. Zijn onvoorwaardelijke trouw aande staat van de Republiek der ZevenVerenigde Nederlanden en het vermo-gen nederig te blijven bij alle behaal-de successen maken dat zijn persoonen daden nog vierhonderd jaar na zijngeboorte bewondering blij-ven afdwingen.

LiteratuurVoor de gebruikte literatuur verwijs ik naar de Leeswijzer Michiel de Ruyter, die bij dit nummer vanMilitaire Spectator is bijgevoegd. Tevens verwijs ik naar de volgende titels:

Bruijn, J.R., Varend verleden. De Nederlandse oorlogsvloot in de 17e en 18e eeuw. Uitgeverij Balans,Amsterdam 1998.

Fox, F.L., A distant storm: the Four Days Battle of 1666. Press of Sail Publications, Rotherfield 1996.Groenveld, S., ‘Als by het huwelyck van man ende wyff. Puriteinse voorstellen voor een Nederlands-

Engelse unie, 1642-1652’ in: E.K. Grootes en J. den Haan, Geschiedenis – godsdienst – letter-kunde. Opstellen aangeboden aan S.B.J. Zilverberg (Roden 1989).

Groenveld, S., ‘Stand en status. Lignes, Duvenvoirdes en Wassenaers’ in: H.M. Brokken (red.),Heren van stand. Van Wassenaar 1200-2000. Twaalfhonderd jaar Nederlandse adelsgeschiedenis.Hollandse Historische Reeks, Den Haag 2000.

Jones, J.R., The Anglo-Dutch wars of the seventeenth century. Longman, Londen en New York 1996.Krieken, G. van, Kapers en kooplieden. De betrekkingen tussen Algiers en Nederland, 1604-1830.

Bataafse Leeuw, Amsterdam 1999.Oudendijk, J.K., Johan de Witt en de zeemacht. Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Am-

sterdam 1944.Vliet, A.P. van, Vissers en kapers. De zeevis serij vanuit het Maasmondgebied en de Duinkerker

kaper (ca. 1580-1648). Hollandse Historische Reeks, Den Haag 1994.

(Foto: Stichting De Ruyter, www.deruyter.org)