Met Bernadette de rozenkrans bidden -...

4
Met Bernadette de rozenkrans bidden Jaarthema 2012 met ons”, en rond Maria, die van bij het begin van het Evangelie niet alleen is uit- genodigd om in haar lichaam de Moeder van Gods Zoon te worden, maar ook om Hem door het geloof te verwekken in het diepst van haar hart. Het gebeuren stemt blij. De eerste woor- den van de engel tot Maria zijn een uitno- diging tot blijdschap: “Verheug u, Maria”. In haar wordt heel de mensheid door deze uitnodiging tot vreugde geraakt. Op de- zelfde wijze als bij haar “Fiat” is heel de mensheid aanwezig in die bereidheid om de wil van God te doen. Ook de evangelische verhalen van Ma- ria’s Bezoek aan Elisabet en van de Ge- boorte van Jezus zijn doortrokken van deze vreugdevolle sfeer. Johannes de Do- per “springt op van vreugde” in de schoot van zijn moeder Elisabet (Luc 1, 44), en de herders horen in Betlehem “een grote vreugde” verkondigen (Lc 2, 10). Deze vreugde, vrucht van de aanwezig- heid van God die onder ons is mens ge- worden, vindt haar bron in een nooit eer- der gezien feit: dit kind is geboren om de wil van zijn Vader te doen en zijn leven op het kruis te geven als losprijs voor de mensheid. De mysteries van de Opdracht en de Terugvinding van Jezus in de Tem- pel zijn al een verwijzing naar het myste- rie van het Kruis. Het kind zal “een teken zijn dat wordt weersproken” (Lc 2, 34), “en een zwaard zal de ziel van Maria door- boren” (Lc 2, 35). Maria, “die alles in haar hart bewaarde”, begint zo aan een lange pelgrimstocht in het spoor van haar Zoon. Zoals de Apostelen en zoals elke mens die wordt geboren is ook Bernadette geroepen tot de aanschouwing, zelfs de aanschou- wing van het hoogste van alles en allen, 1 haar eigen ervaring als leerlinge van Christus, haar eigen ervaring van christelijk leven. “De herinneringen aan Jezus, geprent in haar hart, bleven haar altijd bij en ze riepen de verschil- lende momenten uit haar leven aan de zijde van haar Zoon in haar op. In zekere zin vorm- den die herinneringen de ‘rozenkrans’ die zij onafgebroken reciteerde gedurende haar leven op aarde.” (Johannes Paulus II , Apostolische brief Rosarium Virginis Mariae, nr. 11, 2002). Maria, geestelijke begeleidster, en Berna- dette, kind van Maria, dochter van de Va- der en leerlinge van Christus, openen zo de poort van deze prachtige “gebedsschool” die ons sinds 154 jaar in Lourdes is gege- ven. Door het bidden van de rozenkrans, zowel vandaag als gisteren, blijven miljoe- nen pelgrims in het heiligdom, elders of via de verschillende media, de onschatbare rijkdommen van het mysterie van Christus aanschouwen en zich eigen maken. Rekening houdend met de goede traditie die al een aantal jaren bestaat, wil deze basistekst de pelgrims helpen om vier intense bedevaart- dagen te beleven. Voor elk van deze dagen, met één serie per dag, kunnen de geheimen van de rozenkrans ons leiden. Wij brengen ze niet in de chronologische volgorde, maar in de pastorale orde: blijde, droevige, glorievolle en verlichtende. Zij vinden hun weerschijn in de verschijningen en de boodschap van Lourdes. 1. BLIJDE MYSTERIES. LDe Aankondiging. Het bezoek aan Elisabet. De Gebo orte van Jezus. De Opdracht van Jezus in de Tempel. De Terugvinding van Jezus in de Tempel. Wij aanschouwen de Emma- nuël, de “God met ons”. De aankondiging dat een kindje in een ge- zin en een familie zal geboren worden laat niemand onberoerd. Het is de overdracht van het mysterie van het leven, het leven dat aan de mensheid is toevertrouwd. De gevoelens bij de geboorte van dit kind om- vatten zowel de vreugde om die nieuwe geboorte als de onzekerheid over de toe- komst van dat kind. Het overwegen van de vijf blijde mysteries heeft een bijkomend belangrijk kenmerk: de Menswording. God wordt mens in Je- zus van Nazaret. Die vijf mysteries ontwik- kelen zich rond de Emmanuël, “de God Met dit nieuwe jaarthema be- ginnen wij on- der de leiding van Bernadette aan het derde luik over het gebed. In 2010: Met Bernadette het kruisteken maken. In 2011: Met Bernadette het Onze Vader bidden. In 2012 willen wij dus het rozenkransgebed in het licht van Bernadette plaatsen, het licht dat de Moeder van God tijdens de verschijningen omhulde en dat ook het licht is dat God ons geeft om het spoor van zijn Zoon te volgen. “Ik hoorde het geluid als van een windstoot”, zo beschreef Bernadette het begin van de ver- schijningen, het begin van de gebeurtenissen die aan de basis liggen van wat Lourdes van- daag is geworden. Zoals de apostelen op Pink- steren ontvangt Bernadette de heilige Geest om het heilsmysterie voor heel de mensheid te kunnen aanschouwen, verinnerlijken, er deel aan te nemen en van te getuigen. In dat gebeuren wordt Maria, Moeder van God, voor het meisje een echte pedagoge in het geestelijke leven. Door haar aanwe- zigheid, woorden en handelingen leidt zij Bernadette beetje bij beetje binnen in de aanschouwing van het mysterie van haar Zoon, de Verlosser van de wereld. Het geheim van deze “mariale pedagogie” ligt allereerst in het wederzijdse onthaal dat deze twee meisjes, Maria en Bernadette, el- kaar bezorgen. Door Maria te verwelkomen, verwelkomt Bernadette Christus: “Waar heb ik het aan te danken dat de Moeder van mijn Heer naar mij toekomt?” (Lc 1, 42), en door Bernadette te begroeten, begroet Maria Christus: “Alles wat u aan een van deze klei- nen hebt gedaan, dat hebt u aan Mij gedaan” (Mt 25, 40). De bezegeling van dit verbond, van deze ontmoeting en vriendschap, is het kruisteken. “Het kruisteken is in zekere mate de synthese van ons geloof ” (Benedictus XVI, Lourdes 2008). Het andere geheim van deze “Viae Mariae” is het rozenkransgebed, want het is de basis van de ontmoeting. Het is eerst een pedago- gische onderbouw, want alle door Bernadette gekende gebeden, die toen nog niets van de godsdienst had geleerd, liggen in dit traditio- nele gebed van de Kerk. Het is ook een gees- telijke onderbouw, want door dit eenvoudige en toegankelijke gebed kunnen de christenen het verloop van de mysteries van het leven van Christus volgen. Wat Maria aan Bernadette toevertrouwt en met haar deelt is inderdaad

Transcript of Met Bernadette de rozenkrans bidden -...

Page 1: Met Bernadette de rozenkrans bidden - Overblogdata.over-blog-kiwi.com/0/24/.../ob...biddens-2012.pdf · bidden. In 2012 willen wij dus het rozenkransgebed in het licht van Bernadette

Met Bernadette de rozenkrans biddenJaarthema 2012

met ons”, en rond Maria, die van bij het begin van het Evangelie niet alleen is uit-genodigd om in haar lichaam de Moeder van Gods Zoon te worden, maar ook om Hem door het geloof te verwekken in het diepst van haar hart.Het gebeuren stemt blij. De eerste woor-den van de engel tot Maria zijn een uitno-diging tot blijdschap: “Verheug u, Maria”. In haar wordt heel de mensheid door deze uitnodiging tot vreugde geraakt. Op de-zelfde wijze als bij haar “Fiat” is heel de mensheid aanwezig in die bereidheid om de wil van God te doen.

Ook de evangelische verhalen van Ma-ria’s Bezoek aan Elisabet en van de Ge-boorte van Jezus zijn doortrokken van deze vreugdevolle sfeer. Johannes de Do-per “springt op van vreugde” in de schoot van zijn moeder Elisabet (Luc 1, 44), en de herders horen in Betlehem “een grote vreugde” verkondigen (Lc 2, 10).

Deze vreugde, vrucht van de aanwezig-heid van God die onder ons is mens ge-worden, vindt haar bron in een nooit eer-der gezien feit: dit kind is geboren om de wil van zijn Vader te doen en zijn leven op het kruis te geven als losprijs voor de mensheid. De mysteries van de Opdracht en de Terugvinding van Jezus in de Tem-pel zijn al een verwijzing naar het myste-rie van het Kruis. Het kind zal “een teken zijn dat wordt weersproken” (Lc 2, 34), “en een zwaard zal de ziel van Maria door-boren” (Lc 2, 35). Maria, “die alles in haar hart bewaarde”, begint zo aan een lange pelgrimstocht in het spoor van haar Zoon.Zoals de Apostelen en zoals elke mens die wordt geboren is ook Bernadette geroepen tot de aanschouwing, zelfs de aanschou-wing van het hoogste van alles en allen,

1

haar eigen ervaring als leerlinge van Christus, haar eigen ervaring van christelijk leven. “De herinneringen aan Jezus, geprent in haar hart, bleven haar altijd bij en ze riepen de verschil-lende momenten uit haar leven aan de zijde van haar Zoon in haar op. In zekere zin vorm-den die herinneringen de ‘rozenkrans’ die zij onafgebroken reciteerde gedurende haar leven op aarde.” (Johannes Paulus II , Apostolische brief Rosarium Virginis Mariae, nr. 11, 2002). Maria, geestelijke begeleidster, en Berna-dette, kind van Maria, dochter van de Va-der en leerlinge van Christus, openen zo de poort van deze prachtige “gebedsschool” die ons sinds 154 jaar in Lourdes is gege-ven. Door het bidden van de rozenkrans, zowel vandaag als gisteren, blijven miljoe-nen pelgrims in het heiligdom, elders of via de verschillende media, de onschatbare rijkdommen van het mysterie van Christus aanschouwen en zich eigen maken.Rekening houdend met de goede traditie die al een aantal jaren bestaat, wil deze basistekst de pelgrims helpen om vier intense bedevaart-dagen te beleven. Voor elk van deze dagen, met één serie per dag, kunnen de geheimen van de rozenkrans ons leiden. Wij brengen ze niet in de chronologische volgorde, maar in de pastorale orde: blijde, droevige, glorievolle en verlichtende. Zij vinden hun weerschijn in de verschijningen en de boodschap van Lourdes.

1. BLIJDE MYSTERIES.LDe Aankondiging. Het bezoek aan Elisabet. De Gebo orte van Jezus. De Opdracht van Jezus in de Tempel. De Terugvinding van Jezus in de Tempel.

Wij aanschouwen de Emma-nuël, de “God met ons”.De aankondiging dat een kindje in een ge-zin en een familie zal geboren worden laat niemand onberoerd. Het is de overdracht van het mysterie van het leven, het leven dat aan de mensheid is toevertrouwd. De gevoelens bij de geboorte van dit kind om-vatten zowel de vreugde om die nieuwe geboorte als de onzekerheid over de toe-komst van dat kind.Het overwegen van de vijf blijde mysteries heeft een bijkomend belangrijk kenmerk: de Menswording. God wordt mens in Je-zus van Nazaret. Die vijf mysteries ontwik-kelen zich rond de Emmanuël, “de God

Met dit nieuwe jaarthema be-ginnen wij on-der de leiding van Bernadette aan het derde luik over het gebed.

In 2010: Met Bernadette het kruisteken maken.In 2011: Met Bernadette het Onze Vader bidden.In 2012 willen wij dus het rozenkransgebed in het licht van Bernadette plaatsen, het licht dat de Moeder van God tijdens de verschijningen omhulde en dat ook het licht is dat God ons geeft om het spoor van zijn Zoon te volgen.“Ik hoorde het geluid als van een windstoot”, zo beschreef Bernadette het begin van de ver-schijningen, het begin van de gebeurtenissen die aan de basis liggen van wat Lourdes van-daag is geworden. Zoals de apostelen op Pink-steren ontvangt Bernadette de heilige Geest om het heilsmysterie voor heel de mensheid te kunnen aanschouwen, verinnerlijken, er deel aan te nemen en van te getuigen.In dat gebeuren wordt Maria, Moeder van God, voor het meisje een echte pedagoge in het geestelijke leven. Door haar aanwe-zigheid, woorden en handelingen leidt zij Bernadette beetje bij beetje binnen in de aanschouwing van het mysterie van haar Zoon, de Verlosser van de wereld.Het geheim van deze “mariale pedagogie” ligt allereerst in het wederzijdse onthaal dat deze twee meisjes, Maria en Bernadette, el-kaar bezorgen. Door Maria te verwelkomen, verwelkomt Bernadette Christus: “Waar heb ik het aan te danken dat de Moeder van mijn Heer naar mij toekomt?” (Lc 1, 42), en door Bernadette te begroeten, begroet Maria Christus: “Alles wat u aan een van deze klei-nen hebt gedaan, dat hebt u aan Mij gedaan” (Mt 25, 40). De bezegeling van dit verbond, van deze ontmoeting en vriendschap, is het kruisteken. “Het kruisteken is in zekere mate de synthese van ons geloof” (Benedictus XVI, Lourdes 2008).Het andere geheim van deze “Viae Mariae” is het rozenkransgebed, want het is de basis van de ontmoeting. Het is eerst een pedago-gische onderbouw, want alle door Bernadette gekende gebeden, die toen nog niets van de godsdienst had geleerd, liggen in dit traditio-nele gebed van de Kerk. Het is ook een gees-telijke onderbouw, want door dit eenvoudige en toegankelijke gebed kunnen de christenen het verloop van de mysteries van het leven van Christus volgen. Wat Maria aan Bernadette toevertrouwt en met haar deelt is inderdaad

Page 2: Met Bernadette de rozenkrans bidden - Overblogdata.over-blog-kiwi.com/0/24/.../ob...biddens-2012.pdf · bidden. In 2012 willen wij dus het rozenkransgebed in het licht van Bernadette

God zelf. De evangelist Marcus schrijft: “Hij (Jezus) ging de berg op en riep tot zich wie Hij wilde. En zij kwamen bij Hem...” (Mc 3, 13). Vooraleer om het even welke opdracht aan zijn leerlingen te geven, nodigt de Heer hen uit “om bij Hem te zijn”.Op dezelfde manier nodigt Maria Bernadette eerst uit “om een tijd bij haar te zijn”. Dit ver-klaart de stilte en het gebed tijdens de eerste zeven verschijningen. Die stilte is onmisbaar zowel om een dialoog te kunnen voeren als om de uitgesproken woorden te verinnerlij-ken en te realiseren.Tijdens de derde verschijning spreekt Maria drie zinnen uit: “Dat is niet nodig”, “Wilt u voor mij zo goed zijn om gedurende twee weken naar hier te komen?” en “Ik beloof u niet het geluk van deze wereld, maar van de andere”.Deze drie zinnen zijn ook doordrongen van de vreugde van de Blijde Boodschap die de Moeder van God met Bernadette wil delen, maar evenzeer van de eisen die de radicali-teit van het Evangelie stelt. Hoewel de eerste zin een antwoord is op de vraag aan Maria om haar naam op te schrijven, toont de zin duidelijk de pedagogie van Maria. Voor het ogenblik is “de vreugde om de ontmoeting” het belangrijkste. “De mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord dat komt uit de mond van God” (Mt 4, 4).Anderzijds is “gedurende twee weken naar hier komen” eerder een noodzaak, opdat de relatie en de vriendschap tussen die twee meisjes kan groeien en zich bevestigen. Op die wijze zal de catechese van Maria, die al in de stilte en het gebed begon, zich kunnen ontwikkelen. Dat betekent nochtans niet dat de moeilijkheden zullen verdwijnen, want meerdere keren zal Bernadette tijdens de veertiendaagse van de verschijningen zichzelf en anderen moeten herinneren aan haar belofte van trouw: “Ik heb beloofd erheen te gaan”.Daarenboven zit in de uitnodiging nog een belangrijk element: de vrijheid. Maria zet al-les op alles bij de uitnodiging aan Bernadette en het wachten op het antwoord van Berna-dette. Zoals er bij Maria vreugde te zien is “toen zij genade bij God” gevonden had, zo toont Bernadette vreugde omdat zij Maria heeft ontmoet. Zoals Maria vreugde vindt in haar “ja” op de uitnodiging van de engel, zo is het ook met het meisje dat “ja” zegt op de vraag van de Dame.Dat positieve antwoord heeft een consequen-tie: “het geluk van de andere wereld”. Die ande-re wereld is in de wereld zelf te vinden. En het geluk ontstaat en groeit in de relatie tussen deze twee meisjes. Het doel van die relatie bestaat uit het leven volgens de Geest: liefde, vreugde, vre-de, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid (Gal 5, 22).Een bedevaart is een goede tijd om de vreug-de van de ontmoeting te beleven, maar het is ook een tijd die eisen stelt. De ontmoeting veronderstelt: het initiatief nemen, de andere

opzoeken en de liefde voortdurend in het hart van de ontmoeting plaatsen. De vrucht van deze ervaring van eenheid is de aanwezigheid van de Heer in het hart van de bedevaart.

Vragen die wij ons kunnen stellen:• Wie leerde mij de rozenkrans bidden? In welke omstandigheden? Bid ik hem alleen, in het gezin, met andere mensen, elke dag, af en toe, op de feestdagen van Maria?• Is mijn christen zijn een bron van vreugde in mijn leven? Openen de eisen van het Evange-lie mijn leven voor een andere realiteit? Is het gebed een belangrijk element in mijn zoek-tocht naar God? Kom ik met andere mensen samen om te bidden en het Woord van God te overwegen? Om mijn Geloof te delen?• Vernieuw ik in het diepste van mijn hart mijn engagement om als christen te leven? Met Kerstmis? Met Pasen? In elke Mis? Elke dag? Vooraleer een belangrijke beslis-sing te nemen? Wat men tijdens een bedevaart kan doen.

Nodig bij het begin van de eerste viering in de bedevaart de pelgrims uit elkaar te begroe-ten, gewoon om hun vreugde te uiten dat zij samen een bedevaart mogen doen. In kleine groepjes de blijde mysteries van de rozenkrans bidden.

Na de bedevaart.Een woord uit het Evangelie kan ons helpen om binnen te treden in de vreugde van de radicaliteit van het christelijke leven: “Voor God is niets onmogelijk” (Lc 1, 37).

2. DROEVIGE MYSTERIES.De Doodstrijd van Jezus. De Gese-ling. De Doornenkroning. De kruis-draging. De Kruisiging en de Dood van Jezus op het Kruis.Wij aanschouwen de Dienaar van de Heer: “Ecce Homo”.

De droevige mysteries in het rozenkransge-bed zijn een uitnodiging om zowel het hoog-tepunt te overwegen van de openbaring van Gods Liefde als het heil dat aan heel de mens-heid wordt aangeboden.Het gebed van Jezus in Getsemane “Niet mijn wil, maar uw wil geschiede” (Lc 22, 42) drukt het “ja” uit dat het “nee” van onze eer-ste ouders uitveegt. De aanvaarding van de wil van de Vader in die pijnlijke zoektocht, wordt ook zichtbaar in de andere mysteries.In de aanschouwing van Jezus, Ecce Homo, openbaart zich niet alleen de barmhartige liefde van God, maar ook de broosheid van de mens. En Maria aan de voet van het Kruis helpt ons door te dringen tot de diepte van het grote mysterie van de verlossing van de

mens door de liefdevolle gehoorzaamheid van haar Zoon.Bij de Grot van Lourdes leidt Maria Berna-dette naar het Evangelie. De catechese van Maria komt Bernadette tegemoet in wat ze is: haar menszijn, dat door de zonde is ge-tekend, maar ook haar armoede, onwetend-heid, ziekte en gebrek.

Tijdens de boeteverschijningen (8e – 11e) en op vraag van de Dame stelt Bernadette drie handelingen: op de knieën kruipen en de grond kussen, wat kruid eten en haar gezicht met modder bevuilen.Deze sterk bijbelse boetegebaren verwijzen naar de grote momenten in het Lijden van de Zoon van God. De zure kruiden uit het boek Exodus spreken ons van het geslachte lam waarmee de Hebreeën Gods goede ge-nade trachten te ontvangen: “Op de tiende van deze maand moet ieder gezin een lam uitkiezen, ieder huis een lam [...] Dan moet heel de verzamelde gemeenschap van Israël ze slachten in de avondschemering. Vervol-gens moet gij wat bloed nemen en dat uit-strijken over de beide deurposten en over de bovenbalk van alle huizen waar het lam gegeten wordt. In dezelfde nacht moet het vlees gegeten worden, op het vuur gebraden. Het moet gegeten worden met ongezuurd brood en met bittere kruiden” (Ex 12, 3-8).De modder die het gezicht van Bernadette onkenbaar maakt is het beeld van “de lij-dende dienaar van God”, waar de profeet Jesaja ons over spreekt (Jes 52, 13 en ver-der). Het rondkruipen op de knieën en het kussen van de aarde brengt ons bij de ver-nedering van Christus: “Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God: Hij heeft zich van zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd. Hij werd gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan een kruis” (Fil 2, 6-8).Deze meerdere keren herhaalde daden van Bernadette willen ons een andere realiteit doen ontdekken. Op de knieën rondkrui-pen en de bodem kussen is een gebaar van vernedering die de toenadering en de teder-

2

Page 3: Met Bernadette de rozenkrans bidden - Overblogdata.over-blog-kiwi.com/0/24/.../ob...biddens-2012.pdf · bidden. In 2012 willen wij dus het rozenkransgebed in het licht van Bernadette

heid toont voor de bodem van de Grot. De twee andere gestes, kruid eten en modder nemen, drukken het verlangen uit de bodem vrij te maken. Men moet door deze zuivering gaan opdat kan verschijnen wat verborgen is en die de ware schat is: de bron. Men moet de mens beminnen, het kind van God dat zondaar is, en hem van de zonde bevrijden, opdat in zijn hart de bron van liefde en goed-heid kan opwellen, want de mens is gescha-pen naar het beeld en de gelijkenis van God: “Ga naar de bron drinken en u wassen” zegt Maria tot Bernadette op 25 februari tijdens de negende verschijning.In de aanschouwing van de geschonden Mensenzoon, met doornen gekroond en bloedend, zien wij de tragiek van de geschie-denis van de mensen. Tegelijk toont zich in die Mensenzoon ook de liefde van God voor de mensheid: “Maar een van de solda-ten doorstak zijn zijde met een lans; terstond kwam er bloed en water uit” (Joh 19, 34). “Bid tot God voor de bekering van de zon-daars” zei de Dame op 24 februari 1858 tot Bernadette. Deze woorden hebben het le-ven van dit meisje sterk getekend en lieten haar op een besliste manier groeien in de liefde voor God en voor haar medemen-sen. Bernadette had het klare inzicht dat zij zondares was en zij toonde zich ook solidair met de zondaars van de wereld. Haar laatste woorden tot de allerheiligste Maagd waren: “Bid voor mij, arme zondares”.Maar zoals er onder de mensen een band be-staat op het vlak van de zonde, zo bestaat er onder de mensen ook een band op het vlak van de liefde. Het gebed laat ons toe onze ge-voelens uit te zuiveren en het beste van ons-zelf aan de anderen te geven. “Waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos” (Rom 5, 20). Wij hebben nood aan deze uitzuivering van onze gevoelens en onze woorden, om in ge-sprek te kunnen gaan met onze medemen-sen, niet op het niveau van onze oppervlak-kigheid, maar op het niveau van de bron van liefde die in ons sluimert. Naar het voorbeeld van de Samaritaanse vrouw is volgens het woord van Christus onze bekering mogelijk: “Het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een waterbron worden, opborrelend tot eeu-wig leven” (Joh 4, 14).

Vragen die wij ons kunnen stellen:

• In welke situaties ontdekte ik de broos-heid van het leven? Een kwetsuur? Een frustratie? Een ziekte? Een mislukking? Een ondeugd? Een verslaving? • Heb ik nog weet van een diepe bevrijding in mijn hart? Heeft iemand mij geholpen? Heeft iemand mij begeleid? Heb ik ooit ge-vraagd voor mij te bidden?• Heb ik God en de anderen bedankt voor een ontvangen hulp?• Begeleid ik mensen die met moeilijkhe-den in het leven te maken hebben (fysisch

of geestelijk)? Ben ik voor die mensen een teken van mee-lijden en hoop? Geef ik aandacht aan mensen die lijden?• Heb ik iets voor hen gedaan? Werk ik met andere mensen samen om lijdende mensen te helpen?

Wat men tijdens een bedevaart kan doen.

Deelnemen aan de Kruisweg. In kleine groep-jes de droevige mysteries bidden.

Na de bedevaartEen woord van Paulus dat ons in de bezin-ning kan helpen: “In mijn lichaam vul ik aan wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus” (Kol 1, 24). Dit woord van Bernadette kan ons helpen op onze weg van bekering: “Mijn eigen be-langen zijn niet langer belangrijk voor mij” (Persoonlijke notities, 1973, eerste woorden).

3. GLORIEVOLLE MYSTERIES.De Verrijzenis. De Hemelvaart. Pink-steren. De Tenhemelopneming van Maria. De Kroning van Maria in de hemel.Wij aanschouwen de Verrezene.In de aanschouwing van de Verrezen Chris-tus herontdekt de christen het fundament van zijn geloof. Tegelijk zien wij de vreugde van de eerste getuigen, Maria van Magdala en de leerlingen van Emmaüs. Ook de Apos-telen keren na de Hemelvaart “met grote blijdschap” (Lc 24, 52) naar Jeruzalem terug, “een vreugde die niemand nog zal kunnen ontnemen” (Joh 16, 22). Maria schijnt nauw bij deze vreugde betrokken te zijn: Zij bleven allen eensgezind volharden in het gebed, sa-men [...] met Maria, de moeder van Jezus” (Hand 1, 14). Op dezelfde wijze zijn de Ten-hemelopneming en de Kroning van Maria als de consequentie van de begroeting van de engel: “Verheug u, Maria”.

“De rozenkrans plaatst Pinksteren als derde glorievolle mysterie in het hart van dat glorie-volle parkoers van de Zoon en van zijn Moe-

der. Het toont het gezicht van de Kerk als een familie die met Maria verenigd is, tot nieuw leven opgewekt door de machtige uitstorting van de Geest, en klaar voor haar evangelisa-tietaak” (Johannes Paulus II, RVM, nr. 23).Zo openen de glorievolle mysteries de harten van de gelovigen voor het verwach-ten van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Zo zijn ze volk van God dat door-heen de geschiedenis de pelgrimstocht van de mensheid gaat.Op 18 februari 1858, bij de derde ver-schijning, wordt Bernadette geroepen “om twee weken naar hier (de Grot) te komen”. Op dinsdag 2 maart 1858, bij de dertiende verschijning, wordt Bernadette gezonden om “aan de priesters te zeggen dat men een kapel moet bouwen en er in processie naar toe moet gaan”.Vanaf de roeping tot de zending hebben Maria en Bernadette elkaar tien keer ont-moet. Tijdens die ontmoetingen werd geen enkele zending aan het meisje toevertrouwd. Tien ontmoetingen die getekend zijn door de vreugde om de ontmoeting met Maria. Tien ontmoetingen waarin Maria Bernadet-te heeft uitgenodigd om haar Zoon te ont-vangen in het mysterie van het Kruis.Pas nu en op een onvoorziene manier opent de relatie tussen die twee meisjes zich tot heel de Kerk, tot heel de mensheid: “Ga aan de priesters zeggen.” Zoals Maria van Mag-dala en de leerlingen van Emmaüs naar de Apostelen werden gezonden om de Blijde Boodschap van de Verrijzenis te melden, zo wordt Bernadette door de Dame gezonden om “aan de priesters”, de Kerk dus, te mel-den dat zij een kapel moeten bouwen en in processie moeten komen.Alleen de Kerk, door de heilige Geest bijge-staan, kan een bijzondere genade, die door één mens werd ontvangen, voor iedereen toegankelijk maken. Want zij ontving de macht om mogelijk te maken dat iedereen tot de bron van het heil toegang heeft. Zo is de genade die Bernadette ontving aan ieder-een geschonken, overal en altijd.De kapel bouwen en in processie komen betekent het Volk van God opbouwen, het Lichaam van Christus, de Tempel van de heilige Geest. Maar die woorden houden ook de uitnodiging in om de Kerk vrijheid te geven om haar taak uit te voeren: de Ver-kondiging van Gods Woord en de viering van de sacramenten. De Kerk blijft de ka-pel opbouwen. Door uit te nodigen tot de processie, nodigt de Kerk de mensheid uit tot het mysterie van Christus en de weg tot het einde te gaan: de hemel en de bekroning met het eeuwige leven.

Vragen die wij ons kunnen stellen:• Wie gaf mij catechese? Zou ik zelf graag catechese geven?• Langs welke concrete daden neem ik deel aan het leven van de Kerk? De sacramenten? Een kerkelijk instituut, vereniging of beweging?

3

Page 4: Met Bernadette de rozenkrans bidden - Overblogdata.over-blog-kiwi.com/0/24/.../ob...biddens-2012.pdf · bidden. In 2012 willen wij dus het rozenkransgebed in het licht van Bernadette

Laat ik mij als christen kennen? Kreeg ik een christelijke vorming? Probeer ik verder te groeien in het geloof?• Ken ik een priester? Ken ik de christenen van mijn parochie? • Ben ik de eerste getuige van het geloof voor mijn kinderen? Stelde ik mij ooit vra-gen over hun christelijke opvoeding? • Wijzen mijn principes, mijn woorden, mijn beslissingen, mijn daden op een echt hoopvolle realiteit? Probeer ik voor mij en voor de anderen te zoeken wat het best past om te groeien in liefde en eenheid?

Wat men tijdens een bedevaart kan doen.

Deelnemen aan de internationale Mis (woensdag en zondag) en aan de eucharisti-sche processie en de lichtprocessie, als teken van de eenheid en de diversiteit van de Kerk, gezonden om het Evangelie aan alle volkeren te verkondigen. In kleine groepjes de glorie-volle mysteries bidden.

Na de bedevaartEen woord van Jezus: “Mijn woorden zijn Geest en Leven”. Deze uitspraak van Bernadette: “Ik kreeg de opdracht het u te zeggen, niet te doen geloven”.

4. MYSTERIES VAN HET LICHT.Het Doopsel van Jezus. De Bruiloft van Kana. De Verkondiging van het Rijk. De Gedaanteverandering. De Instelling van de Eucharistie.

Wij aanschouwen Christus in zijn gedaanteverandering.

Christus is het “licht van de wereld” (Joh 8, 12). Heel het mysterie van Christus is eigenlijk het licht. En dit licht wordt zicht-baar in zijn openbaar leven, wanneer Hij het Evangelie van het Rijk verkondigt. Zo hebben wij in de mysteries van het licht van de rozenkrans toegang tot de openba-ring van het Rijk, dat voor altijd aanwezig is in Jezus’ woorden en handelen.

“Behalve bij de Bruiloft van Kana is Maria al-leen op de achtergrond aanwezig” (Johannes Paulus II). Maar juist haar woorden “Doe alles wat Hij u zeggen zal” (Joh 2, 5) vormen een mariale achtergrond voor de mysteries van het licht: “Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde” (Mt 3, 17) bij zijn Doopsel, “Luister naar Hem” (Mc 9, 7) bij zijn Gedaanteverandering, “Doe dit tot een gedachtenis aan Mij” (Lc 22, 19) bij de Instelling van de Eucharistie.

Op 11 februari 1858 trekt Bernadette, al door astma, slechte voeding en honger getekend, naar een vochtige en donkere grot, op zoek naar droog hout en beenderen. Juist op dat mo-ment, na het horen van “een windstoot” wendt ze de blik naar de Grot en ze ziet een in het wit geklede Dame die door licht is omringd. Tijdens de achttien verschijningen ziet Berna-dette telkens het licht en het weerkaatst op haar gezicht. Dat wordt het teken van het licht.

Maria weerkaatst het licht van degene die het licht is, Christus zelf. Wanneer Bernadette dat licht op haar gezicht weerkaatst, dan is het omdat haar hart door dat licht is verlicht. Maar datzelfde licht toont ook de duisternis in haar hart. Daarom gaat het meisje de vol-gende zaterdag E.H. Pomian opzoeken, om hem het buitengewone gebeuren te melden dat ze pas had beleefd. Een heel betekenisvol-le ontmoeting met de priester, want zo sug-gereert zij ons dat het licht in de Grot met het sacramentele leven, met de Kerk te maken heeft. “Christus is het licht van de volkeren. Vandaar het vurige verlangen van deze hei-lige, in de heilige Geest vergaderde kerkverga-dering om met zijn licht dat zich op het ge-laat van de Kerk weerspiegelt heel de wereld te verlichten, door het Evangelie te prediken aan alle schepselen” (Lumen gentium, nr. 1).

Van bij de derde verschijning draagt Berna-dette een brandende kaars. Deze kaars dient bij het begin van de verschijningen om de weg naar Massabielle te verlichten. Maar heel vlug krijgt ze een totaal andere beteke-nis. Eerst herinnert de kaars Bernadette aan haar Doopsel, zij is een dochter van God, zij draagt in haar leven het licht van Pasen: Christus, die voor ons is gestorven en ver-rezen. “Alles echter wat aan het licht wordt gebracht, komt in het licht tot helderheid. En alles wat verhelderd wordt, is zelf ‘licht’ geworden. Zo zegt ook de hymne: ‘Ont-waak, slaper, sta op uit de dood, en Chris-tus’ licht zal over u stralen” (Ef 5, 14).

Op 7 april 1858, paaswoensdag, bij de zeven-tiende verschijning, likt gedurende enkele mi-nuten de vlam van de kaars aan de hand van Bernadette, zonder deze te verbranden. Chris-tus, licht van de wereld, is niet gekomen om onze mensheid te veroordelen maar om haar te redden. “Het geloof beschijnt immers alles met een nieuw licht en verheldert de heilsbe-doeling die God heeft betreffende de integrale

zin van de roeping van de mens en zodoende richt het de geest op volledige menselijke op-lossingen” (Gaudium et Spes, nr. 11).

Op 3 juni, feest van het H. Sacrament, ont-vangt Bernadette in het hospice van de zus-ters van Nevers voor het eerst het lichaam van Christus. Die dag draagt ze een bran-dende kaars in de hand. “De Kerk leeft van Christus in de Eucharistie. Door Hem wordt zij gevoed en door Hem wordt zij verlicht. De Eucharistie is geheim van het geloof en tegelijkertijd ‘geheim van het licht’(Johannes Paulus II, Ecclesia de Eucharistia, nr. 6).

Op 16 juli, bij de laatste verschijning, heeft Bernadette geen kaars mee. Nochtans, hoe-wel ze ver van de Grot was, zegt ze dat ze de Dame heeft aanschouwd: “Ik zag haar mooier dan ooit tevoren.” Indien Berna-dette op die manier de schoonheid van Ma-ria kan bewonderen, dan is het omdat ze er zelf telkens iets meer op lijkt. Zij draagt in haar hart het licht van de Onbevlekte. “Gij zijt het licht der wereld” (Mt 5, 14). “Wij zullen aan Hem gelijk zijn, omdat wij Hem zullen zien zoals Hij is” (1Joh 3, 2).

Vragen die wij ons kunnen stellen:• Aanvaard ik de duistere plekken in mijn verstand? In mijn gevoelens? In mijn af-fectief leven? • Verlang ik dat het licht schijnt op deze realiteiten?• Kan ik raad vragen aan bevoegde men-sen om dat te doen? • Beschouw ik het Woord van God als een licht in mijn leven?• Geef ik, als vader, moeder, echtgenoot, echtgenote, priester, religieus, religieuze, vriend ... woorden door om mijn mede-mensen te verlichten?• Elk sacrament is een genade en een licht voor bepaalde aspecten van het leven. Doe ik er zoveel beroep op als ik zou moeten doen?• Bedank ik de mensen die mij hebben ge-holpen om mijn leven in de goede richting te leiden? Mijn ouders? De leerkrachten? De vrienden? De catechisten? De pries-ters De familie?

Wat men tijdens een bedevaart kan doen. Bij het begin van de lichtprocessie de kaars van de buur aansteken. In kleine groepjes de mysteries van het licht bidden.

Na de bedevaart“Zeg met blijdschap dank aan de Vader, die u in staat stelt te delen in de erfenis van de heiligen in het licht” (Kol.1, 12).

Tekst van P. Horacio Brito en P. Mark Kemseke, 7 september 2011.

4

© Imprimerie de la Grotte / Sanctuaires Notre-Dame de Lourdes - Impression eurL Basilique du rosaire - octobre 2011 - Photos VINCeNT