MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen)...

69
MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI- SLIB STORA ENSO LANGERBRUGGE Stora Enso Langebrugge NV Aanmelding/Ontwerp-MER Niet-Technische Samenvatting

Transcript of MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen)...

Page 1: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI-

SLIB STORA ENSO LANGERBRUGGE

Stora Enso Langebrugge NV

Aanmelding/Ontwerp-MER

Niet-Technische Samenvatting

Page 2: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

COLOFON Opdracht: Project-MER Uitbreiding verbrandingscapaciteit WZI-slib Stora Enso NV Niet-Technische Samenvatting Opdrachtgever: Stora Enso Langerbrugge nv Wondelgemkaai 200 9000 Gent Opdrachthouder: Antea Belgium nv Roderveldlaan 1 2600 Antwerpen T : +32(0)3 221 55 00 F : +32 (0)3 221 55 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer: 4630303008/kda-V3 Datum: status / revisie: Januari 2021 Januari 2021

Aanmelding/Ontwerp-MER NTS

Vrijgave: Gert Pauwels, accountmanager Controle: Gert Pauwels, accountmanager Projectmedewerkers: Katja Daems, Sr. Adviseur Kristof Goemaere, MER-deskundige Biodiversiteit Dirk Dermaux, MER-deskundige Lucht Chris Busschots, MER- deskundige geluid Lise Costermans, Adviseur

© Antea Belgium nv 2021 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

Page 3: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

Team van deskundigen en projectmedewerkers MER-coördinator Gert Pauwels Deskundigen: Gert Pauwels: Bodem (pedologie) en water (oppervlakte- en afvalwater en geohydrologie) Dirk Dermaux: Lucht Christian Busschots: Geluid en trillingen Kristof Goemaere: Biodiversiteit Project-medewerkers: Katja Daems Lise Costermans

Page 4: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 4 van 69

INHOUD

DEEL 1 NIET TECHNISCHE SAMENVATTING - ALGEMEEN ...................................... 13

1 INLEIDING - ALGEMENE GEGEVENS ................................................................................ 14

AANLEIDING VOOR HET MER ................................................................................................ 14 TOETSING AAN DE MER-PLICHT ............................................................................................ 14 PROCESVERLOOP ................................................................................................................ 15 GEGEVENS VAN DE INITIATIEFNEMER ...................................................................................... 15 TEAM VAN DESKUNDIGEN ..................................................................................................... 16

2 PROJECTBESCHRIJVING ................................................................................................ 17

RUIMTELIJKE SITUERING ....................................................................................................... 17 VERANTWOORDING............................................................................................................. 20 BESCHRIJVING VAN HET PROJECT ........................................................................................... 21

LEIDINGWATER ........................................................................................................................... 24 BESCHRIJVING VAN DE AANPASSINGEN ................................................................................... 26 AFBRAAK- EN AANLEGFASE ................................................................................................... 26

3 RELEVANTE ALTERNATIEVEN ......................................................................................... 28

BELEIDSALTERNATIEVEN/ NULALTERNATIEF ............................................................................. 28 LOCATIEALTERNATIEVEN ...................................................................................................... 28 UITVOERINGSALTERNATIEVEN ............................................................................................... 28

4 ALGEMENE METHODOLOGISCHE ASPECTEN ...................................................................... 29

OVERZICHT VAN TE ONDERZOEKEN MILIEUDISCIPLINES .............................................................. 29 OPBOUW PER MILIEUDISCIPLINE ............................................................................................ 29 OVERZICHT VAN DE MOGELIJKE EFFECTEN EN GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN .......................... 33

DEEL 2 NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING: EFFECTENANALYSE EN –BEOORDELING

............................................................................................................... 35

5 DISCIPLINE BODEM .................................................................................................... 36

BESCHRIJVING BESTAANDE TOESTAND .................................................................................... 36 EFFECTBESPREKING EN –BEOORDELING ................................................................................... 36 CONCLUSIE, MILDERENDE MAATREGELEN EN AANBEVELINGEN .................................................... 37

6 DISCIPLINE WATER .................................................................................................... 38

BESCHRIJVING VAN DE REFERENTIETOESTAND .......................................................................... 38 EFFECTBESPREKING EN –BEOORDELING ................................................................................... 43 CONCLUSIE, MILDERENDE MAATREGELEN EN AANBEVELINGEN .................................................... 44

7 DISCIPLINE LUCHT/GEUR ............................................................................................. 45

BESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE TOESTAND – REFERENTIETOESTAND ........................................ 45 EFFECTBESPREKING EN –BEOORDELING VAN DE PROJECTTOESTAND ............................................. 47 CONCLUSIE EN MILDERENDE MAATREGELEN ............................................................................ 54

8 DISCIPLINE GELUID EN TRILLINGEN ................................................................................. 55

BESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE TOESTAND ......................................................................... 55 EFFECTENBESCHRIJVING EN BEOORDELING VAN DE TOEKOMSTIGE TOESTAND ................................ 57 CONCLUSIE, MILDERENDE MAATREGELEN EN AANBEVELINGEN .................................................... 57

9 DISCIPLINE MENS ...................................................................................................... 58

Page 5: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 5 van 69

BESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE TOESTAND ......................................................................... 58 EFFECTBESPREKING EN -BEOORDELING ................................................................................... 60 CONCLUSIE, MILDERENDE MAATREGELEN EN AANBEVELINGEN .................................................... 62

10 OVERIGE DISCIPLINES ................................................................................................. 63

DISCIPLINE BIODIVERSITEIT ................................................................................................... 63 DISCIPLINE LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE ............................................ 64 KLIMAAT ........................................................................................................................... 64

11 EINDBESPREKING M.I.V. SYNTHESE VAN DE MILIEUEFFECTEN EN MILDERENDE MAATREGELEN ....... 65

INLEIDING .......................................................................................................................... 65 CONCLUSIE DISCIPLINE BODEM.............................................................................................. 66 CONCLUSIE DISCIPLINE WATER .............................................................................................. 66 CONCLUSIE DISCIPLINE LUCHT/GEUR ...................................................................................... 66 CONCLUSIE DISCIPLINE GELUID .............................................................................................. 66 CONCLUSIE DISCIPLINE MENS ................................................................................................ 67 CONCLUSIE OVERIGE DISCIPLINE ............................................................................................ 67 SYNTHESE VAN DE EFFECTEN EN DE MILDERENDE MAATREGELEN/OPTIMALISATIES ......................... 68

Page 6: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 6 van 69

TABELLEN

Tabel 1-1: Team van MER-deskundigen ................................................................................................ 16

Tabel 4-1: Overzicht ingreep-effect relaties (mogelijke en te onderzoeken effecten) ......................... 34

Tabel 6-1: Relevante VMM-meetpunten (Bron: VMM Geoloketten) ................................................... 40

Tabel 7-1 Immissie- en depositiebijdrage van alle relevante polluenten voor de bestaande installatie .............................................................................................................................................................. 48

Deze waarden betreffen de verbranding van 40.000 ton RWZI-slib in EC2 (dus met name de scope van dit project). Tabel 7-2 Immissie- en depositiebijdrage van alle relevante polluenten voor de geplande toestand ................................................................................................................................................ 50

Tabel 7-3: Immissie- en depositiebijdrage van alle relevante polluenten voor de cumulatieve (toekomstige) toestand......................................................................................................................... 52

Tabel 8-1: Samenvatting van meetresultaten en vergelijking met de richtwaarde uit Vlarem II (dB(A)) .............................................................................................................................................................. 57

Tabel 9-1: Overzichtstabel getransporteerde hoeveelheden op jaarbasis (weg/schip) ....................... 58

Tabel 9-2: Overzichtstabel voertuigen per dag ..................................................................................... 59

Tabel 11-1: Samenvatting effectbeoordeling en milderende maatregelen / maatregelen ter optimalisatie / aanbevelingen ............................................................................................................. 68

FIGUREN

Figuur 2-1: Luchtfoto (Geopunt, 2020) met aanduiding site Stora Enso Langerbrugge ....................... 17

Figuur 2-2: Meest recent luchtfoto van de site Stora Enso Langerbrugge ........................................... 18

Figuur 2-3: Situering van het projectgebied op het gewestplan (Bron: Geopunt) ............................... 19

Figuur 2-4: Uittreksel uit het grafisch plan van het GRUP “Zeehavengebied Gent – uitbreiding papierproducerend bedrijf” .................................................................................................................. 20

Figuur 2-5: Exacte locatie specifieke lostrechter voor het lossen van RWZI-slib in de biomassa losput .............................................................................................................................................................. 27

Figuur 4-1: Situering algemeen studiegebied met een buffer van 200 m rondom de site van Stora Enso Langerbrugge ........................................................................................................................................ 30

Figuur 4-2: Situering studiegebied discipline Lucht met een buffer van 2 km rondom de site van Stora Enso Langerbrugge ................................................................................................................................ 30

Figuur 5-1: Bodemonderzoeken (bron: geoloket OVAM, geraadpleegd 24/11/2020) ......................... 36

Figuur 6-1: Locatie relevante VMM-meetpunten ................................................................................. 41

Figuur 8-1: Geluidsbelastingskaart wegverkeer (Lden) ......................................................................... 55

Figuur 8-2: Geluidsbelastingskaart wegverkeer (Lnight) ...................................................................... 55

Figuur 8-3: Luchtfoto met ligging evaluatiepunten (Bron: Geopunt Vlaanderen) ................................ 56

Figuur 8-4: Gewestplan met ligging evaluatiepunten (Bron: Geopunt Vlaanderen) ............................ 56

Figuur 9-1: Indicatieve aanduiding met rode cirkel van de woonkernen in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Open Streetmap) ........................................................................................ 60

Page 7: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 7 van 69

Figuur 10-1: Biologische waarderingskaart versie 2 in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) .................................................................................................................................... 63

Page 8: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 8 van 69

VERKLARENDE WOORDENLIJST

Autonome ontwikkeling De ontwikkeling die het studiegebied zou doormaken zonder gestuurde beïnvloeding van buitenaf.

Bodemkaart De bodemkaart geeft de verspreiding van bodemseries, die elk gekenmerkt worden door hun grondsoort, natuurlijke drainageklasse en horizontenopvolging; ze geeft in een begeleidende tekst ook de blijvende landbouwwaarde van de verschillende bodems aan.

Biologische behandeling Behandelen van afvalstoffen waarbij verontreinigingen worden omgezet door micro-organismen, in biomassa en elementaire verbindingen die onschadelijk zijn voor de ecosystemen.

dB(A)-waarde Het A-gewogen geluidsniveau (decibel A). Door deze weging toe te passen worden de lineaire niveaus aangepast aan de gevoeligheid van het menselijk oor.

Debiet Volume water of lucht dat per tijdseenheid op een bepaald punt voorkomt

Emissie Uitstoot (in lucht) of lozing (in water of de bodem) van stoffen

Effluent Gezuiverd afvalwater

Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in principe meetbare volumestroom

Grondwaterkwetsbaarheid

Aanduiding in welke mate een watervoerende laag beschermd is tegen verontreiniging vanaf het maaiveld

Hinderlijke inrichting Bedrijf waar milieubelastende activiteiten uitgevoerd worden

Immissie

De wijziging van de aanwezigheid van verontreinigingen in de atmosfeer (geldt ook voor geluid), bodem of water rond één of meer bronnen van verontreiniging ten gevolge van emissie uit deze bron of bronnen, omgevingsmeetwaarden

Influent De waterstroom die een zuiverings- of behandelingseenheid binnenkomt.

LA95,T is representatief voor het achtergrondgeluidsniveau en wordt in VLAREM II bij een evaluatie periode van 1h gebruikt als beoordelingsparameter van het omgevingsgeluid.

Lozingspunt

Plaats waar het afvalwater in het oppervlaktewater/riolering terechtkomt

Omgevingsgeluid

Totaal geluid veroorzaakt door alle geluidsbronnen op een gegeven plaats en op een gegeven ogenblik; oorspronkelijk omgevingsgeluid = omgevingsgeluid dat aanwezig is vóór het exploiteren of veranderen van een inrichting

Ontwikkelingsscenario

Beschrijft de evolutie van het studiegebied in de toekomst, rekening houdend met de autonome evolutie van het gebied en met de evolutie o.i.v. plannen en beleidsopties

Page 9: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 9 van 69

Ruimtelijk structuurplan

Een ruimtelijk structuurplan is een beleidsplan waarin de keuzes met betrekking tot de ruimtelijk-structurele ontwikkeling van een bepaald gebied aangegeven worden, de ruimtelijke potenties worden belicht en waarin richtlijnen en organisatieprincipes voor grond- en ruimtegebruik worden aangegeven

Studiegebied

Het gebied dat bestudeerd wordt in functie van het vaststellen van de milieueffecten en afhankelijk is van de invloedssfeer van de milieueffecten

Page 10: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 10 van 69

LIJST MET AFKORTINGEN

ARAB Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming

BBI

Belgische Biotische Index; een systeem om via de bepaling van de aanwezigheid van een aantal groepen macro-invertebraten in een waterloop de biologische waterkwaliteit van deze waterloop te beoordelen

BBT Best Beschikbare Techniek (ook: BAT: Best Available Technologies)

BPA

Gemeentelijk Bijzonder Plan van Aanleg beslaat een gedeelte van het grondgebied van één gemeente. Het is een zeer gedetailleerd plan dat verder gaat dan het aanduiden van een bestemming van de bodem, maar uitgebreide voorschriften inhoudt

BREF Best Available Techniques Reference Documents

In een BREF-document staat beschreven wat de meest milieuvriendelijke technieken zijn die een bedrijf kan toepassen.

Zie ook ‘BBT’

BSN Bodemsaneringsnorm

B.Vl.R. Besluit van de Vlaamse Regering

BWK Biologische Waarderingskaart. De voorkomende vegetatie wordt, aan de hand van een uniforme lijst van karteringseenheden, geïnventariseerd en in kaart gebracht. Aan ieder ecotoop wordt een waarde toegekend

BZV (of BOD) Biochemisch zuurstofverbruik

CZV (of COD) Chemisch zuurstofverbruik

dB(A) Decibel (A-gewogen)

DWA De DWA of droogweerafvoer verzamelt en transporteert het afvalwater naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie of een Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater (IBA), waar het wordt gezuiverd. Dit is afvalwater zonder niet-verontreinigd regenwater.

EFSA European Food Safety Agency

GAW Gezondheidskundige advieswaarde

GRUP Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

GRW Gezondheidskundige referentiewaarde

GW Grondwater

IFDM Immission Frequency Distribution Model

Model voor het doorrekenen van mobiliteitsscenario's naar luchtkwaliteit voor wegtransport op autosnelwegen, gewestwegen en buitenstedelijke wegen in Vlaanderen.

IMPACT Immission Prognosis Air Concentration Tool – model voor het berekenen van de immissies van punt/oppervlaktebronnen

ISO International Standard Organisation

IWB Integraal Waterbeleid

LA95,T De waarde van het achtergrondgeluidsdrukniveau volgens VLAREM II (indien waarnemingsperiode T = 1 uur)

Page 11: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 11 van 69

LAeq,T A-gewogen equivalent, constant geluidsdrukniveau, dat gedurende het tijdsinterval T dezelfde geluidsenergie zou veroorzaken als het werkelijk (veranderlijk) A-gewogen geluidsdrukniveau gedurende dezelfde periode

LAmax,T Het maximaal geluidsdrukniveau geregistreerd in de periode T

Lden Het gewogen gemiddelde van de geluidsdrukniveaus voor de dag (07.00-19.00), de avond (19.00-23.00) en de nacht (23.00-07.00). De avond- en nachtniveaus krijgen daarbij een straffactor van +5 resp. +10 dB aangerekend.

LNE Departement Leefmilieu Natuur en Energie

Lnight Equivalent geluidsdrukniveau buiten geassocieerd met een bepaald type geluidsbron tijdens de nachtperiode (23h-07h), berekend over een jaar

LA95,T,na LA95,T na of met de uitvoering van het plan/project

LA95,T,voor LA95,T vóór of zonder de uitvoering van het plan/project

m.e.r. Milieueffectrapportage

MER Milieueffectrapport

MKROS Milieuklachten Registratie- en Opvolgingssysteem

MKN Milieukwaliteitsnorm

NACE Europese activiteitennomenclatuur

NDWCT Natural draft wet cooling towers

NMVOS Niet-methaan vluchtige organische stoffen

OVAM Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij

pae Personenauto equivalent

PAK Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

pH Zuurtegraad

PIO Prati-index volgens zuurstof: deze index wordt bepaald op basis van het percentage zuurstofverzadiging en geeft een graad van zuiverheid aan het water

PM2,5 Particulate matter of fijn stof met aerodynamische diameter < 2,5 μm

PM10 Particulate matter of fijn stof met aerodynamische diameter < 10 μm

PRUP Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

RW Referentiewaarde

RWA De RWA of regenwaterafvoer voert het hemelwater af naar grachten en waterlopen. Het gaat hierbij enkel om regenwater dat niet vervuild is. Regenwater dat na huishoudelijk gebruik (bijv. toilet, wasmachine...) of door een ingedeelde activiteit (zie Vlarem-wetgeving) is verontreinigd, wordt afgevoerd als afvalwater (DWA).

RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie

TEF Toxische equivalentfactor

TLV Treshold limit value

UFP Ultra fine particles

UPS Uninterruptible Power Supply (noodstroomvoorziening)

VLAREM Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning

Page 12: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 12 van 69

VMM Vlaamse MilieuMaatschappij

WHO/WGO World Health Organisation / Wereldgezondheidsorganisatie

m.e.r. Milieueffectrapportage

MER Milieueffectrapport

pae Personenauto equivalent

pH Zuurtegraad

PIO Prati-index volgens zuurstof: deze index wordt bepaald op basis van het percentage zuurstofverzadiging en geeft een graad van zuiverheid aan het water

VMM Vlaamse MilieuMaatschappij

WHO World Health Organisation (Wereldgezondheidsorganisatie)

Page 13: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 13 van 69

DEEL 1 NIET TECHNISCHE SAMENVATTING - ALGEMEEN

Page 14: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 14 van 69

1 Inleiding - Algemene gegevens

Aanleiding voor het MER

Stora Enso produceert papier op haar site Langerbrugge te Gent. Tevens bevinden er zich op deze

site ondersteunende installaties, zoals o.a. de verbrandingsinstallaties EC1 en EC2.

Stora Enso wenst de vergunde capaciteit voor de verbranding van WZI-slib in EC2 op te trekken. Er

komt 40.000 ton/jaar RWZ slib bij de vergunde 76.500 ton/jaar RWZ slib, waardoor de totale

vergunde hoeveelheid tot 116.500 ton/jaar stijgt.

Rubriek eenheid EC 1 EC 2 Totaal

2.3.4.2 g) Ton/jaar 35.000 81.500 116.500

In 2011 werd door Antea Group een project-MER opgesteld, in kader van de toenmalige

hervergunning van de volledige site (papierproductie, verbrandingsinstallatie en overige

ondersteunende functies, zoals bv. de WZI). In de voorbije jaren werden er verschillende wijzigingen

en uitbreidingen aangevraagd en vergund. Deze hadden allen betrekking op de

verbrandingsinstallatie (uitbreiding met C-hout, uitbreiding capaciteit verbranding WZI-slib). Er zijn

geen uitbreidingen aan andere installaties aangevraagd. De nu voorliggende uitbreiding zorgt ervoor

dat cumulatief (sinds het laatste goedgekeurde MER) de MER-drempelwaarde overschreden

worden, waardoor de opmaak van een nieuw MER vereist is.

Aan de overige activiteiten op de site worden geen wijzigingen of uitbreidingen voorzien.

Toetsing aan de MER-plicht

De lijst van MER-plichtige activiteiten is opgenomen in het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (BS 17/02/2005). In dit besluit worden de projecten opgedeeld in Bijlage I-projecten (MER altijd vereist), Bijlage II-projecten (ontheffing van MER-plicht mogelijk na gemotiveerd verzoek) en Bijlage III-projecten (project-m.e.r.-screeningsnota; aanvullend Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013).

Volgens de bepalingen van art. 4.3.3 §3 van het decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage (B.S. 13/02/2003) en het uitvoeringsbesluit van 10 december 2004 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (B.S. 17/02/2005), gewijzigd bij art. 16 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (B.S. 29/04/2013), is volgende categorie mogelijks van toepassing:

o Bijlage I, 14° Afvalverwijderingsinstallaties voor de verbranding, zoals gedefinieerd in punt

D10 van artikel 4.2.1 VLAREMA, of chemische behandeling, zoals gedefinieerd in punt D9

van artikel 4.2.1 VLAREMA, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan

100 ton per dag.

Deze categorie van projecten is rechtstreeks MER-plichtig. Gezien de geplande uitbreiding de verwerkingscapaciteit van niet-gevaarlijke afvalstoffen (waterzuiveringsslib) verhoogt met meer dan 100 ton per dag t.o.v. de laatste milieuvergunningsaanvraag waarvoor een MER werd opgemaakt, dient een project-MER te worden opgesteld.

M.b.t. de te volgen procedure voor de opmaak van een MER, zal het MER deel uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag.

Conform het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, wordt de project- MER-procedure geïntegreerd in de omgevingsvergunningsprocedure. De beoordeling en

Page 15: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 15 van 69

goedkeuring van het project-MER zal dus deel uitmaken van de behandeling van de omgevingsvergunningsaanvraag. Dit betekent ook dat het volledige project-MER deel zal uitmaken van het openbaar onderzoek over de vergunningsaanvraag.

De omgevingsvergunning verenigt en vervangt de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning. De aanvragen moeten worden ingediend bij één loket, het Omgevingsloket, waarna één openbaar onderzoek en één adviesronde worden georganiseerd. Dat moet de procedure efficiënter en effectiever maken.

Procesverloop

Combinatie Aanmelding/Ontwerp-MER

De initiatiefnemer opteert ervoor om voorafgaand aan de vergunningsaanvraag volgende procedure voor te stellen.

- Aanmelding dossier met vraag om scopingsadvies, gecombineerd met opmaak ontwerp-

MER

- Verzoek om middels een overleg met dienst MER en adviesinstanties, voorliggend

ontwerp-MER te bespreken, in functie van het verlenen van het scopingsadvies

- Finaliseren ontwerp-MER, op basis van voornoemd overleg en scopingsadvies, tot

voorlopige goedkeuring bij Dienst Mer

Het voorliggende document betreft de niet-technische samenvatting van het MER.

Overleg en participatie

Afhankelijk van de inhoud van het scopingsadvies zal een overleg met dienst MER en adviesinstanties (in aanwezigheid van de MER-deskundigen) gehouden worden.

De initiatiefnemer opteert ervoor om voorafgaand aan de omgevingsvergunningsaanvraag geen extra publieke participatie te organiseren. Tijdens het openbaar onderzoek in kader van de omgevingsvergunningsaanvraag zal het publiek de mogelijkheid krijgen om in te spreken op het ontwerp-MER en op het aangevraagde project.

Bestaande vergunningstoestand – aan te vragen vergunningen

Het ontwerp-MER dient gevoegd te worden bij de omgevingsvergunningsaanvraag. Gezien de geplande uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van niet-gevaarlijke afvalstoffen (waterzuiveringsslib) is een omgevingsvergunningsaanvraag noodzakelijk.

De huidige omgevingsvergunning van Stora Enso Langerbrugge NV is geldig tot 15/11/2032. Dit MER heeft enkel betrekking op de wijziging van de verbrandingscapaciteit. Een volledige hervergunning van de site is momenteel dus geen onderwerp van het MER.

Gegevens van de initiatiefnemer

Naam van de inrichting .......................................................................... Stora Enso Langerbrugge NV

Maatschappelijke zetel .............................................................................Stora Enso Langerbrugge NV

Wondelgemkaai 200

9000 Gent

Exploitatie-adres................................................................................................... Wondelgemkaai 200

9000 Gent

Ondernemingsnummer ......................................................................................................417.331.909

Naam en functie van de contactpersoon ........................................ Kira Deryckere, milieucoördinator

Page 16: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 16 van 69

Team van deskundigen

Aan het rapport werken volgende deskundigen mee:

Interne deskundigen

De interne deskundigen zijn betrokken bij de algemene uitwerking en uitvoering van het hier besproken project en bij de nodige administratieve procedures voor dit project.

Specifiek bij dit MER stonden zij in voor de aanlevering van de projectgegevens. Vervolgens werd een controlelezing uitgevoerd van het rapport.

De belangrijkste interne deskundigen voor Stora Enso Langerbrugge NV zijn:

- Kira Deryckere – milieucoördinator

- Hans Boghaert – Manager Energie & Milieu

Externe deskundigen

De externe deskundigen stonden in voor de opmaak van het MER. Hiervoor werd voor een belangrijk deel gesteund op gegevens aangeleverd door de interne deskundigen. Zij werden hiervoor bijgestaan door de verschillende deskundigen. De belangrijkste externe deskundigen zijn in onderstaande tabel aangegeven. De coördinatie gebeurde door Gert Pauwels. De algemene ondersteuning bij opmaak van dit MER werd verleend door Katja Daems.

Tabel 1-1: Team van MER-deskundigen

Deskundige Disciplines Erkenningsnummer Geldig tot

Gert Pauwels Coördinatie

Bodem (pedologie)

Water (oppervlakte- en afvalwater, geohydrologie)

GOP/ERK/MERCO/2019/00003

MB/MER/EDA/650/V-2

MB/MER/EDA/650-B

Onbepaalde duur

Onbepaalde duur

Onbepaalde duur

Dirk Dermaux Lucht MB/MER/EDA-645/V2 Onbepaalde duur

Christian Busschots Geluid en trillingen MB/MER/EDA/371/V-4 Onbepaalde duur

Kristof Goemaere Biodiversiteit MB/MER/EDA/736 Onbepaalde duur

Page 17: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 17 van 69

2 Projectbeschrijving

Ruimtelijke situering

Geografische ligging

De site is gelegen aan de Wondelgemkaai, op het ‘Langerbrugge-eiland’ in de Gentse haven.

De inrichting is gelegen op een afstand van:

- 80 m van een woongebied ander dan een woongebied met landelijk karakter;

- 340 m van een woonuitbreidingsgebied;

De inrichting is gelegen aan de linkeroever van het kanaal Gent-Terneuzen.

Het bedrijfsterrein wordt omringd door het kanaal Gent-Terneuzen (ten oosten), de Ringvaart (ten zuiden), de Wondelgemkaai en een spoorweg (ten westen) en de Nieuwe Kale en een zijarm van het kanaal Gent-Terneuzen (ten noorden). Een stukje van het bedrijfsterrein bevindt zich aan de overzijde van de spoorweg (watercaptatie en het pompstation voor ruw water).

Ten noordwesten loopt de R4 op ca. 300 m afstand. Aan de overzijde van de spoorweg ligt buffergebied (met o.m. bos). De totale oppervlakte van Stora Enso Langerbrugge bedraagt 51,56 ha. Er zijn geen wijzigingen in verharde oppervlakte voorzien. In de onmiddellijke omgeving liggen vooral andere bedrijven in de sector van de elektriciteitsvoorziening, houtbewerking, chemie, schrootverwerking, enz. Woningen liggen vooral langs de Langerbrugsestraat (ten noorden) en verder langs Langerbrugge-Eiland en de Roeiersweg (ten noordoosten). Het woongebied en het (reeds ingevulde) woonuitbreidingsgebied van Evergem liggen aan de overzijde van de R4, op ca. 400 m ten noordwesten.

In Figuur 2-1 wordt de contour van het projectgebied rondom de site van Stora Enso Langerbrugge aangeduid op luchtfoto. Figuur 2-2 geeft de meest recente luchtfoto weer met ook een weergave van de energiecentrale EC2.

Figuur 2-1: Luchtfoto (Geopunt, 2020) met aanduiding site Stora Enso Langerbrugge

Page 18: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 18 van 69

Figuur 2-2: Meest recent luchtfoto van de site Stora Enso Langerbrugge

Ruimtelijke bestemming

Het projectgebied is volgens het gewestplan “Gentse en Kanaalzone” (K.B. van 14/09/1977) gesitueerd in een gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en verder in buffergebied. Het projectgebied is eveneens gelegen binnen het GRUP ‘Afbakening Zeehaven Gent’ (goedgekeurd 15/07/2005). Er zijn echter geen stedenbouwkundige voorschriften van toepassing op het projectgebied. Daarnaast is het projectgebied ook gelegen binnen het GRUP ‘Zeehavengebied Gent – uitbreiding papierproducerend bedrijf’ (goedgekeurd 9/05/2003). Voor het gedeelte van het projectgebied dat hierin wordt aangeduid, gelden volgende bestemmingsvoorschriften:

- Zone voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

- Zone voor havenontsluitingsweg;

- Zone voor installaties voor oppervlaktewatercaptatie en –behandeling

Voor de overige gedeeltes in het projectgebied, blijft het gewestplan van kracht en geldt het bestemmingsvoorschrift ‘gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, meer bepaald gebiedscategorie ‘bedrijvigheid’.

Ligging tegenover bijzonder beschermde gebieden

In de ruime omgeving van het bedrijf liggen geen speciale beschermingszones, VEN-gebieden, of bosreservaten. Ten noordwesten van het projectgebied aan de overzijde van de Wondelgemkaai en spoorlijn is wel het erkend natuurreservaat ‘Kiekebossen’ (res.nr. E-413) gelegen.

Page 19: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 19 van 69

Figuur 2-3: Situering van het projectgebied op het gewestplan (Bron: Geopunt)

Page 20: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 20 van 69

Figuur 2-4: Uittreksel uit het grafisch plan van het GRUP “Zeehavengebied Gent – uitbreiding papierproducerend bedrijf”

Verantwoording

De belangrijkste troeven van Stora Enso Langerbrugge NV zijn:

• Goede geografische ligging met uitgebreide logistieke mogelijkheden;

• Papierproductie op basis van 100% oud papier;

• Continu streven naar energie-efficiënte en CO2-neutrale productie via biomassa-WKK

centrales.

Stora Enso Langerbrugge nv heeft een hoog energieverbruik ten gevolge van het energie-intensieve proces bij papierproductie. Door het gebruik van 100% recyclage papier is Stora Enso erin geslaagd om het energieverbruik tot ca. de helft te reduceren. Bovendien voorziet Stora Enso sinds begin 2010 volledig zelf in haar stoombehoefte. WKK-installaties staan in voor meer dan 75% van de elektriciteitsbehoefte en 100% van de warmtebehoefte van het bedrijf. Gezien er gebruik wordt gemaakt van 70-80% hernieuwbare brandstoffen levert dit een grotendeels CO2-neutrale energieproductie op.

Page 21: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 21 van 69

Continue verbetering van de energie-efficiëntie en benchmarking met de sectorbedrijven is een hoofdthema bij Stora Enso. Dankzij de verbranding van biomassa in haar eigen multifuel energiecentrale heeft Stora Enso een belangrijke stap gezet in het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Sinds 2016 wordt door de aanleg van een warmtenet groene warmte geleverd aan Volvo Car. Eind 2018 werden drie windturbines in productie genomen. In 2021 investeert Stora Enso verder in studies voor bijkomende warmtenetten.

In 2021 investeert Stora Enso in de bouw van een R&D-pilootfabriek voor de productie van bioplastics voor transparante verpakkingen. In de nieuwe pilootfabriek zullen plantaardige suikers omgezet worden in de hernieuwbare bouwsteen die nodig is om PEF (polyetheenfuranoaat) te maken. Met de investering wil Stora Enso meer mogelijkheden creëren om materialen op fossiele basis te vervangen door hernieuwbare en recycleerbare materialen.

Er zijn milieuhygiënische, procestechnische, economische en duurzame argumenten om een nog hoger aandeel rioolwaterzuiveringsslib te verwerken op WKK2 (EC2).

1. Milieuhygiënisch: Verbranding van rioolwaterzuiveringsslib is de enige en best beschikbare techniek. Wegens de samensteling van het slib is afzet naar de landbouw volledig uitgedoofd (althans in Nl, Vl en Dt). (Meerdere) decentrale verwerkingssites beperken het transport van rioolwaterzuiveringsslib.

2. Procestechnisch: De brandstofmix, inclusief het rioolwaterzuiveringsslib, geeft homogene en stabiele vuurhaardtemperaturen bij minder rookgasrecirculatie.

3. Duurzaam: Ondanks de lage calorische waarde van het slib, is er een kleine energetische bijdrage in de productie van stoom. Door VEA wordt het rioolwaterzuiveringsslib gelijkgesteld met een 100 % hernieuwbare brandstof.

4. Economisch: De producent van het slib betaalt een vergoeding voor de verwerking. Een circulerend wervelbed is uitermate geschikt voor de (mee)verbranding van slib.

Beschrijving van het project

De site van Stora Enso Langerbrugge produceert grofweg twee types papier, enerzijds papier voor kranten en anderzijds voor magazines. In het geval van Stora Enso Langerbrugge gebeurt de papierproductie uitsluitend op basis van recyclagepapier.

De productie van papier is een energie-intensief proces en heeft behoefte aan stoom- en elektriciteitsvoorziening. De noodzakelijke thermische en elektrische energie wordt hoofdzakelijk op de site zelf geproduceerd in eigen energiecentrales (EC1 en EC2). In EC1 worden hoofdzakelijk hernieuwbare brandstoffen zoals slib van de waterzuiveringsinstallatie en de ontinktingsinstallatie verbrand, aangevuld met houtafval als steunbrandstof. Deze installatie wordt ook BMK (=biomassa krachtcentrale) genoemd. In EC2 kunnen verschillende brandstoffen gebruikt worden. Deze installatie wordt een multifuel WKK genoemd. De vergunde capaciteit op EC2 wordt vergroot van 41.500 ton/jaar naar 81.500 ton/jaar. De totale vergunde capaciteit van RWZI-slib voor de volledige Stora Enso site wordt vergroot van 76.500 ton/jaar naar 116.500 ton/jaar. Het aanpassen van de vergunde jaarlijkse hoeveelheid waterzuiveringsslib van 41.500 ton actueel naar 81.500 ton op EC2 vormt het voorwerp van het project-MER en de omgevingsvergunningsaanvraag.

In onderstaande tabel zijn de verwerkte hoeveelheden brandstoffen weergegeven.

Tabel 2-2: Verwerkte hoeveelheid brandstof in ton/jaar van 2017 t.e.m. 2019

Brandstoffen (ton/jaar)

2017 2018 2019

EC1

Ontinktingsslib EC1 (waaronder ook eigen RWZI-slib)

177.913 174.625 177.521

Hout EC1 83.685 89.341 77.239

EC2

Page 22: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 22 van 69

Brandstoffen (ton/jaar)

2017 2018 2019

Hout 206.335 207.333 175.977

RDF (refused derived fuel) EC2 79.025 85.665 78.973

Kolen EC2 1.143 2.205 821

RWZI slib EC2 17.412 20.863

Rejects EC2 15.864

Totaal EC2 286.503 312.615 292.498

Totaal EC1 + EC2 548.101 576.581 547.258

Beschrijving van de installaties

Hieronder wordt een beschrijving gegeven van de voornaamste installaties en productieprocessen op de site. Deze wordt deels als informatief opgenomen, aangezien de scope enkel de uitbreiding van de verbrandingscapaciteit van waterzuiveringsslib in EC2 betreft.

In volgende hoofdstukken wordt verder in gegaan op de werking van deze verbrandingsinstallatie. Voor een volledige overzicht van de werking van de site (papierproductie en ondersteunende installaties), wordt verwezen naar het volledige project-MER.

De site van Stora Enso Langerbrugge produceert grofweg twee types papier, enerzijds papier voor kranten en anderzijds voor magazines. Deze twee types worden uitgesplitst over de twee papiermachines op de site. Enerzijds is er de News-lijn die krantenpapier produceert en de anderzijds de SC-lijn die papier voor tijdschriften produceert. Dit gebeurt op respectievelijk papiermachine 4 en 3. Het productieproces en de verschillende onderdelen worden hieronder beschreven.

Papierproductie kan gebeuren op basis van nieuwe grondstoffen, nl. hout of op basis van recyclage van oud papier. In het geval van Stora Enso Langerbrugge gebeurt de papierproductie uitsluitend op basis van recyclagepapier. Om de site op jaarbasis te voorzien van oud papier is 600.000 ton nodig.

De productie wordt ondersteund door de energiestromen stoom en elektriciteit. De noodzakelijke thermische en elektrische energie wordt hoofdzakelijk op de site zelf geproduceerd in eigen energiecentrales (Energiecentrale 1 en Energiecentrale 2, als EC1 en EC2 aangeduid).

Het proces bij Stora Enso bestaat uit volgende onderdelen:

• Grondstoffenontvangst en -opslag

• Grondstofvoorbereiding

• Papierproductie

• Afwerking

• Logistiek: inkomende grondstoffen en uitgaande afgewerkte producten

De verschillende onderdelen komen terug voor beide productielijnen. In de verschillende tussenstappen zijn er een aantal beperkte verschillen tussen de News- en SC-lijn. Dit voornamelijk naar samenstelling en afwerkingskwaliteit van het papier. De te doorlopen stappen zijn voor beide bijgevolg zo goed als gelijk.

Het productieproces wordt verder ondersteund door een aantal nevenprocessen zoals energieproductie, friswaterproductie, waterzuivering,…

Energievoorzieningen

Het voorwerp van het project-MER betreft de uitbreiding van de vergunde capaciteit voor de verbranding van waterzuiveringsslib in EC2. Deze wijziging heeft betrekking op de energiecentrale EC2. De werking van de energiecentrales wordt hieronder beschreven.

Page 23: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 23 van 69

2.3.2.1 Energiecentrale 2

Deze installatie is een zg. multifuel WKK waarbij een heel aantal verschillende brandstoffen gebruikt kunnen worden. Net zoals bij EC1 is dit een wervelbedoven. Deze installatie bestaat uit volgende grote delen:

▪ Brandstofaanbod, -aanvoer, -opslag, -transport (brandstofpark) ▪ Wervelbedoven en energierecuperatie ▪ Rookgasreiniging ▪ Turbine en condensor

De installatie bestaat uit volgende eenheden:

• Brandstoffen park = Innamezone brandstof

• Ontijzering en breekinstallatie met doorvoerinstallatie van 200 ton/h (binnen opgesteld)

• Opslag:

• Afvalhout : 2 gesloten silo’s

• RDF : 1 opslaghal + 1 gesloten silo

• Verbrandingskamer met asafvoer en asopslag

• Stoomketel met geïntegreerde verdamper in de wand van de verbrandingskamer. De oververhitter en economisersecties bevinden zich in de rookgaskanalisatie van de ketel;

• Condenserende stoomturbine met elektriciteitsgenerator

• Gesloten stoomcircuit met watergekoelde condensor. Het watercircuit is luchtgekoeld.

• Rookgasreiniging

• Zuigtrekventilator en schouw De oven is een circulerend wervelbedinstallatie. Wervelbedovens steunen op het inblazen van een luchtstroom door een laag zand, zodanig dat het zand wordt opgewerveld. De snelheid van luchttoevoer wordt zodanig hoog gekozen, dat het zand zich niet meer als een vaste vorm maar als een fluïdum gedraagt.

De brandstof wordt bovenaan het wervelbed toegevoegd. Het ondergaat door de turbulentie een intensieve menging met het zand, waarbij een goede warmteoverdracht plaatsgrijpt. De organische fractie van het afval vergast hierdoor en ontbrandt. Vliegassen worden met de rookgassen meegevoerd. Bodemassen bezinken in het bed en worden door de continue zeving uit het zand verwijderd. De efficiënte warmteoverdracht die in het wervelbed doorgaat, resulteert in een goede uitbrand.

Ten gevolge van de diverse soorten brandstoffen waarmee gewerkt wordt, dient de rookgasreiniging over de nodige flexibiliteit te beschikken om voor elke soort brandstof de zuivering op een hoog niveau te houden en aan de emissiegrenswaarden te voldoen.

De zuivering bestaat uit volgende elementen:

• Stikstofoxideverwijderingsinstallatie (DeNOx) door toevoeging van ureum of ammonia aan de rookgassen (SNCR)

• Electrofilter voor het afscheiden van de vliegassen na de ketel.

• Droge rookgaswassing met injectie van natriumbicarbonaat of calciumhydroxide en actief kool voor de verwijderen van HCl, SO2, dioxines/furanen en vluchtige zware metalen.

• Stoffilter (mouwenfilter) voor de afscheiding van de vaste deeltjes (rookgasreinigingsresidu) uit de rookgassen.

• Gaswasser voor het wassen van de resterende oplosbare zure (HCl en SO2) rookgascomponenten

• Ventilator en schoorsteen (hoogte 70 m).

Page 24: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 24 van 69

Hiermee kunnen de emissiegrenswaarden gerespecteerd worden. In de natte gaswasser worden de rookgassen gekoeld met water (‘quenchen’) tot de verzadigingstemperatuur. De rest-HCl en rest-SO2 wordt opgelost in het waswater. Neutralisatie van het waswater gebeurt met natriumhydroxide. De spui van de gaswasser gaat naar de waterzuivering.

De installatie beschikt over on-line metingen en regelingen voor het bewaken van luchtemissies.

Naast de rookgasreiniging is in EC2 een koeltoren voorzien die zorgt voor de koeling van motoren, compressoren, airconditioning en vooral voor het condenseren van reststoom komende van de turbine.

De installatie beschikt verder over een turbine en generator die door middel van stoom elektriciteit genereert.

Water/ afvalwater

Gezien het sterk watergebonden productieproces van papier wordt het bedrijf gekenmerkt door belangrijke waterstromen.

Oppervlaktewater

Stora Enso Langerbrugge nv maakt gebruik van oppervlaktewater dat gecapteerd wordt uit de waterloop de Nieuwe Kale. Dit is een waterloop die gevoed wordt door het kanaal Gent-Oostende ter hoogte van de Ringvaart. Gezien dit water niet de noodzakelijke kwaliteit heeft om gebruikt te worden in het productieproces, wordt dit water behandeld in een eigen behandelingsinstallatie (= friswaterbehandeling genoemd). Dit vers of friswater gaat vanuit deze installatie naar de diverse toepassingen in het productieproces.

Op jaarbasis wordt maximaal 10.000.000 m³ water gecapteerd. Afhankelijk van de toepassing (PM3 of PM4), wordt een ander soort waterbehandeling gebruikt. Alle water wordt grof en fijn gezeefd.

Leidingwater

Leidingwater wordt enkel gebruikt voor personeelsgebonden en algemene doeleinden (keuken, sanitair, labo, …). Jaarlijks wordt hiertoe ongeveer 20.000 m³ leidingwater aangewend.

Hemelwater

Er is een beperkt gebruik van hemelwater. Dit wordt gebruikt voor sanitaire doeleinden die aanwezig zijn bij de energiecentrale EC2. Hiertoe wordt jaarlijks 450 m³ hemelwater aangewend.

Afvalwater

De lozing aan bedrijfsafvalwater na zuivering via de waterzuiveringsinstallatie wordt gevormd door:

- bedrijfsafvalwater dat vrijkomt bij diverse stappen van productielijn 3 ( F2 (inclusief water wasplaats voertuigen)) en 4 (F3) en de gaswassers EC1 (F4) en EC2 (F5). In 2019 bedroeg de stroom bedrijfsafvalwater afkomstig van de gaswasser van EC2 275.518 m³.

- huishoudelijk afvalwater dat mee afvloeit naar de waterzuiveringsinstallatie (F2 tem F5)

- potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de stockage van brandstoffen voor de energiecentrales (F6)

- waterrijk slib afkomstig van de friswaterproductie (F7)

Het verschil in de geloosde hoeveelheid koelwater en opgenomen hoeveelheid water voor de koeltoren is te wijten aan verdampingsverliezen.

Het verschil aan opgenomen water en de geloosde hoeveelheid aan bedrijfsafvalwater is te wijten aan:

- verdampingsverliezen

- aandeel in ontinktingsslib en rejectstromen

- de hoeveelheid potentieel verontreinigd hemelwater dat tevens afgevoerd wordt naar de waterzuiveringsinstallatie en na zuivering geloosd wordt

Page 25: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 25 van 69

Specifiek met betrekking tot de scope van dit project, bedroeg de de stroom bedrijfsafvalwater afkomstig van de gaswasser van EC2 275.518 m³ in 2019. Ten opzichte van het totaal volume aan water dat via de WZI als bedrijfsafvalwater geloosd wordt, is dit een zeer beperkte hoeveelheid.

Het bedrijfsafvalwater wordt via een eigen waterzuiveringsinstallatie geloosd op de zijarm van het Kanaal Gent-Terneuzen.

Afvalstoffen

Het productieproces bij Stora Enso Langerbrugge nv veroorzaakt een aantal afvalstromen. De voornaamste afvalstromen van het productieproces zijn:

• Ontinktingsslib (ca 170.000 ton ds/jaar ) • Waterzuiveringsslib (ca. 15.000 ton ds /jaar ) Het ontinktingsslib en waterzuiveringsslib wordt op de site zelf verwerkt en nuttig toegepast in energiecentrales EC 1 en EC2, waar het verbrand wordt.

Het recyclageresidu van oud papier (hoofdzakelijk plastiekfractie resterend in het oud papier; ca 16.000 ton/jaar ) wordt op de site zelf vermalen (verkleind) d.m.v. een mobiele shredder en nadien verbrand in energiecentrale EC 2.

Verder zijn er nog in belangrijke mate reststromen/afvalstromen afkomstig van de energie-voorzieningen op de site.

Voor energiecentrale 1 bestaat deze uit:

• Wervelbedassen: ca 1.200 ton/jaar • Vliegassen: ca 60.000 ton/jaar De hoge hoeveelheden vliegassen te wijten aan het hoge asgehalte van de gebruikte brandstoffen.

De afvalstromen voor energiecentrale 2 bestaan uit:

• Wervelbedassen: 10.000-15.000 ton/jaar • Vliegassen ESP-mouwenfilter: 20.000-22.000 ton/jaar

Door Stora Enso Langerbrugge nv wordt beoogd om de hoeveelheid afval die nog dient gestort te worden tot een minimum te beperken. De vliegassen van EC1 worden reeds nuttig toegepast in de bouw- en cementindustrie. De vliegassen afkomstig van EC2 worden de vliegassen.gestort.

Werktijden en periodes

Stora Enso Langerbrugge NV werkt volcontinu, 7/7 dagen, 24u/24u. Alle installaties zijn bijgevolg continu in werking met uitzondering van periodieke stilstanden voor onderhoud.

De stookinstallaties (EC1/EC2) zijn voorzien op een werking van ca 8.000 uur/jaar.

De bedrijfstijden van de aanvoer/afvoer zijn: maandag tot en met vrijdag: 5h00 – 21h00. Actueel is dit grotendeels via wegtransport. Occasioneel wordt ook buiten deze uren aangeleverd..

Milieu- en veiligheidsprocedures

Inzake veiligheids- en mileuaspecten wordt er rekening gehouden met zowel de algemene voorschriften, regels en principes, alsook met een aantal specifiek tot de energie-installaties genomen maatregelen.

Page 26: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 26 van 69

Milieumaatregelen

Er werden reeds verschillende maatregelen genomen om de impact op de omgeving te beperken.

Geluidswerende maatregelen

Locatie van instalaties, gebouwen als geluidsscherm gebruiken, geluidsdempers, omkastingen en isolatie van installaties, deuren procesinstallaties dichthouden, inspectie en onderhoud van installaties, geluidsarme apparatuur plaatsen.

Preventieve maatregelen bodem- en grondwaterverontreiniging

Opslag op vloeistofdichte oppervlakte, inkuipingen voor opslag gevaarlijke stoffen en lossen van bulkchemicaliën, preventief onderhoud installaties, keuringen installaties, opleidingen.

Geurreducerende maatregelen

Optimalisatie werking afvalwaterzuivering, dosering van Nutriox (Calciumnitraat) aan de voorbezinker L2, continue slibverwijdering uit slibbekkens waterzuivering, aanvoer RWZ slib onmiddellijk verwerken in de biomassa losput op de brandstofopslagplaats, korte opslagtijd van brandstoffen.

Preventieve maatregelen luchtverontreiniging

Geautomatiseerde regelsystemen, opleiding operatoren, rookgaszuivering verbrandingsinstallaties, (preventief) onderhoud, continue metingen, optimalisaties verbrandingsprocessen, ketelreiniging.

Beschrijving van de aanpassingen

Het projectvoornemen vereist geen significante wijzigingen aan de bestaande installaties.

Op termijn dient conform Vlarem III een extra analyser voorzien te worden voor de continue meting van ammoniak in de rookgassen. Deze aanpassing is echter niet ingedeeld. Dit is bovendien niet gerelateerd aan de voorgenomen wijziging, maar zal worden opgelegd in Vlarem III voor afvalverbranding.

Daarnaast is een studie aan de gang om een extra geurmilderende maatregel te voorzien, namelijk een specifieke lostrechter voor het lossen van RWZI-slib in de biomassa losput. Dit is momenteel in projectfase. Op die manier kan altijd het aangeleverde RWZI-slib direct gelost worden en naar de opslag worden getransporteerd. Zo kan de geuremissie beperkt worden omdat geen RWZI-slib meer op de losplaats op de vloer wordt gelost om gemengd te worden met hout voordat het in de losput wordt gestort. De plaatsing van de specifieke lostrechter betreft een bijkomende mechanische uitrusting in een bestaande losput zodat het stedenbouwkundig niet vergunnings- of meldingsplichtig is. De locatie van de lostrechter wordt weergegeven in Figuur 2-5 op de volgende pagina.

Afbraak- en aanlegfase

Aangezien dit project een uitbreiding van de verwerkingscapaiteit van een bestaande installatie (EC2) betreft, gaat dit project niet gepaard met een afbraak- of aanlegfase. Hiervoor wordt ook verwezen naar de scope van het MER.

Page 27: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 27 van 69

Figuur 2-5: Exacte locatie specifieke lostrechter voor het lossen van RWZI-slib in de biomassa losput

Page 28: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 28 van 69

3 Relevante alternatieven

Er kunnen op verschillende niveaus alternatieven beschouwd worden. Hierbij kan er een onderscheid gemaakt worden tussen beleidsalternatieven, uitvoeringsalternatieven en locatiealternatieven.

Beleidsalternatieven/ nulalternatief

Het nulalternatief, zijnde het niet uitvoeren van het project, betekent het behoud van de huidige toestand op het terrein. De bestaande toestand wordt besproken in het MER onder de referentiesituatie en het project wordt hieraan getoetst. Het nulalternatief is bijgevolg niet relevant als aparte beschouwing daar de effecten reeds worden beoordeeld ten aanzien van deze referentiesituatie.

Locatiealternatieven

Het bedrijf is sedert 1932 gevestigd op de huidige site. Het bedrijf is geleidelijk aan gegroeid op de locatie langs het Kanaal Gent-Terneuzen. In de voorbije jaren werden er verschillende wijzigingen en uitbreidingen aangevraagd en vergund. Deze hadden allen betrekking op de verbrandingsinstallatie (uitbreiding met C-hout, uitbreiding capaciteit verbranding WZI-slib). Er zijn geen uitbreidingen aangevraagd aan de rest van de installatie. De meest recente uitbreidingen in 2018 en 2019 hadden betrekking op de uitbreiding van de verbrandingscapaciteit van WZI-slib.

De site ligt in gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. De aanwezige infrastructuur zorgt ervoor dat de aan- en afvoer van grondstoffen/afgewerkte producten op een efficiënte manier kan gebeuren. De transportmodi die ingezet worden door Stora Enso Langerbrugge zijn zeevaart, binnenvaart, en wegtransport. Spoortransport wordt vandaag niet meer gebruikt.

De activiteiten zijn compatibel met de geldende bestemmingsplannen (zie § 2.1.2),

Rekening houdend met bovenstaande gegevens en met het feit dat het onderzoek een uitbreiding van de verbrandingscapaciteit van een bestaand bedrijf betreft, worden geen locatie-alternatieven onderzocht.

Uitvoeringsalternatieven

Met betrekking tot de verbranding van WZI-slib zijn volgende BBT / BREF studies van toepassing en worden bij de desbetreffende disciplines en waar relevant besproken:

- BBT voor de verwerking van RWZI- en gelijkaardig industrieel afvalwaterzuiveringsslib 2001

- BREF Afvalbehandeling (WT) 2018

- BREF Afvalverbranding (WI) 2019

- …

Page 29: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 29 van 69

4 Algemene methodologische aspecten

Overzicht van te onderzoeken milieudisciplines

Hieronder worden de verschillende delen die in de effectenstudie (zie volgende hoofdstukken) aan bod zullen komen, gedefinieerd.

Volgende aspecten zullen in het MER door de respectievelijke erkende MER-deskundigen beschreven worden:

- Bodem

- Water

- Lucht en geur

- Geluid en trillingen

- Mens (verkeer, hinder en veiligheid)

In voorliggend dossier wordt de behandeling van het onderdeel mens – gezondheid voorzien binnen de discipline Mens (hinderaspecten), uitgewerkt door de coördinator.

De volgende disciplines worden in dit MER niet beschouwd als sleuteldisciplines, maar beknopt behandeld:

- Biodiversiteit: impact op de eventueel aanwezige en / of omringende waardevolle natuur is

verwaarloosbaar. De meest nabij gelegen NATURA-2000 gebiden en VEN-gebieden

bevinden zich op meer dan 5 km afstand ten aanzien van het projectgebied. Bovendien is

het projectgebied in de huidige situatie reeds ong. 53 % verhard en is het volgens de

biologische waarderingskaart volledig aangeduid als biologisch minder waardevol. De

discipline Biodiversiteit wordt niet relevant geacht als hoofddiscipline.

- Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: Het huidig landschap wordt reeds bepaald

door het huidige industriegebied. Het projectgebied heeft geen archeologische waarde. De

erfgoedwaarden in de omgeving behoren niet tot de invloedzone van het project. De

discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie wordt niet relevant geacht voor

nader onderzoek door een erkend deskundige, maar wordt behandeld door de coördinator.

- Mens – Ruimtelijke aspecten: De huidige functie van het gebied wordt behouden en

versterkt. De effectgroep ruimtelijke aspecten in discipline Mens wordt niet relevant geacht

voor nader onderzoek door een erkend deskundige, maar wordt behandeld door de

coördinator.

Ook de discipline 'klimaat' wordt niet weerhouden als sleuteldiscipline in het kader van dit project en zal op beknopte wijze door de coördinator behandeld worden.

Verder worden de aspecten “energie- en grondstoffenvoorraden”, “licht” en “veiligheid” niet afzonderlijk besproken in dit MER aangezien er geen aanzienlijke effecten verwacht worden.

Opbouw per milieudiscipline

Afbakening van het studiegebied

Het studiegebied wordt globaal gedefinieerd als het projectgebied met daarbij het invloedsgebied van de effecten. De afbakening van het studiegebied is afhankelijk van het invloedsgebied van de afzonderlijke ingrepen, de milieukarakteristieken en de voorgenomen activiteit. Dit kan per milieueffect verschillen.

Onderstaande figuur geeft een algemeen overzicht van het studiegebied, algemeen reikend tot een zone van 200 m rondom de site van Stora Enso Langerbrugge.

Page 30: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 30 van 69

Figuur 4-1: Situering algemeen studiegebied met een buffer van 200 m rondom de site van Stora Enso Langerbrugge

Onder de verschillende disciplines is een specifiekere beschrijving gegeven van de afbakening van het studiegebied, zoals een zone van 2 km rondom de site in discipline Lucht.

Figuur 4-2: Situering studiegebied discipline Lucht met een buffer van 2 km rondom de site van Stora Enso Langerbrugge

Page 31: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 31 van 69

Beschrijving van de bestaande toestand in de omgeving

Dit is een beschrijving van het projectgebied en de omgeving. In het MER zal referentiejaar 2019 als de bestaande toestand genomen worden. Indien geen resultaten van 2019 voorhanden zijn, wordt de meest recent beschikbare informatie gehanteerd. De bestaande toestand vormt de basis t.o.v. waarvan de verdere aanwezigheid van het project vergeleken wordt.

Geplande situatie

Het project beoogt het verkrijgen van een uitbreiding van de bestaande vergunning van de site. Er worden geen stedenbouwkundige wijzigingen aangevraagd. Er dient een project-MER opgemaakt te worden in kader van deze omgevingsvergunningsaanvraag.

Voor deze uitbreiding zal het project-MER wel de huidige situatie in beeld brengen (dus de werking van de volledige site anno 2020), en wordt deze beschrijving als de referentiesituatie beschouwd. De effectbeschrijving en –beoordeling van het MER focust zich dan op de mogelijke effecten ten gevolge van de bijkomende uitbreiding van de verbrandingscapaciteit.

Deze beschrijving omvat dus eigenlijk de beschrijving en de evaluatie van de wijziging ten gevolge van de extra verbranding van waterzuiveringsslib.

Om een overzicht te verkrijgen van het belang van de verschillende effecten wordt voor elk effect volgende indelingswijze gehanteerd:

Aanzienlijk negatief (-3) Aanzienlijk positief (+3)

Negatief (-2) Positief (+2)

Beperkt negatief (-1) Beperkt positief (+1)

Verwaarloosbaar/geen effect (0)

Op basis van de grootte van de cijfergegevens kan vervolgens snel afgeleid worden in hoeverre de deskundigen een effect als belangrijk beoordeeld hebben.

Hierbij duidt een positieve score op een gewenst effect. Dit kan bv. een verhoging, een ondersteuning of een versterking van de betrokken eigenschap zijn. Een negatieve score wijst op een ongewenst effect. Dit kan bv. gaan om het verdwijnen, een verlaging of een aantasting van een bepaalde eigenschap. Voor elk relevant effect wordt een beoordelingskader geschetst dat zal gebruikt worden bij de bepaling van het significantieniveau.

Op basis van de impactbeoordeling (van -3 tot +3) kan afgeleid worden in hoeverre een maatregel/aanbeveling noodzakelijk is en welke de impact is van de maatregel/aanbeveling (resterend effect): de milderende maatregelen/aanbevelingen worden gekoppeld aan de impactbeoordeling.

In het richtlijnenboek milieueffectrapportage ‘Algemene methodologische en procedurele aspecten’ (oktober 2015) is een kader opgenomen waar de koppeling van effectbeoordeling met milderende maatregelen is gemaakt1.

1 Richtlijnenboek lgemene methodologische en procedurele aspecten, Tabel 11 pagina 98.

Page 32: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 32 van 69

Voor alle gevallen geldt: indien er geen milderende maatregelen voorgesteld kunnen worden, dient dit gemotiveerd te worden.

In het MER zal een onderscheid gemaakt worden tussen noodzakelijke maatregelen en aandachtspunten/aanbevelingen (maatregelen ter optimalisatie van het project).

Volgens de handleiding Milderende Maatregelen kunnen maatregelen met impactscore -1 of maatregelen die het resterend effect niet voldoende verkleinen soms beter als ‘aanbeveling’ worden opgenomen dan wel als ‘maatregel’.

De MER-deskundige zal aangeven of een maatregel noodzakelijk is (en aangeven wat het resterend effect is).

Ontwikkelingsscenario’s

Onder autonome ontwikkeling wordt de ontwikkeling die het studiegebied zou doormaken zonder bijkomende gestuurde beïnvloeding van buitenaf verstaan. Gezien de ligging in industriegebied geldt voor de meeste disciplines dat er weinig zal veranderen aan de huidige situatie.

In het havengebied van Gent zijn continu wijzigingen of nieuwe ontwikkelingen lopende. De dichtsbijzijnde grootschalige, momenteel gekende, industriële ontwikkeling is de realisatie van de Gentse Warmte Centrale (bouw gestart in jan. 2020). op de site van Ghent Coal Terminal. Aangezien deze installatie zich op ca. 3,5 km van de site van Stora Enso gelegen is (ten noordoosten), en de verspreidingspluim van de luchtemissies zich volgens het bijhorende MER (MER-databank, PR-MER 3089) in noordoostelijke richting verspreidt, wordt er geen directe interferentie verwacht. Dit project wordt dan ook niet meegenomen als een apart te bestuderen ontwikkelingscenario.

In de omgeving is momenteel ook het project ‘Ombouw R4 Oost en West’ lopende. Ter hoogte van de site van Stora Enso, worden er wijzigingen voorzien aan knooppunt 6 van dit project, de kruising van de R4 met de Langerbruggestraat. Echter, gelet op de scope van dit MER, namelijk de uitbreiding van de verbrandingscapaciteit van RWZI-slib, wordt er geen interferentie verwacht hieromtrent. Dit wordt dan ook niet meegenomen als een apart te bestuderen ontwikkelingsscenario.

Maatregelen

Na de bespreking en evaluatie van de effecten worden in dit MER milderende maatregelen voorgesteld, indien blijkt dat er negatieve milieueffecten zijn of om aan Vlarem te voldoen.

Aan de hand van de grootte van de cijfergegevens zoals onder het hoofdstuk ‘Geplande toestand’ bepaald wordt, zal kunnen afgeleid worden in hoeverre de deskundigen een effect belangrijk vinden, in hoeverre een maatregel vereist is en welke de impact is van de maatregel (resterend effect). Het resterend effect wordt op gelijkaardige wijze zoals hierboven aangehaald werd, beoordeeld.

Page 33: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 33 van 69

Overzicht van de mogelijke effecten en grensoverschrijdende effecten

Grensoverschrijdende effecten

Het bedrijf is gelegen op ca. 15 km van de Nederlandse Grens. Gezien de afstand van het projectgebied tot de Nederlandse grens worden er geen grensoverschrijdende effecten verwacht.

Overzicht algemeen te verwachten effecten

De effecten van de wijzigingen die zullen doorgevoerd worden (uitbreiding verbrandingscapaciteit waterzuiveringsslib op EC2) worden beoordeeld.

De verbranding van waterzuiveringsslib zal in de bestaande energiecentrale EC2 gebeuren. Er moeten dus geen afbraakwerken gebeuren. De installatie wordt hiervoor niet stilgelegd.

Gebaseerd op de algemene locatiekarakteristieken en de projectbeschrijving worden hieronder de voornaamste mogelijke effecten die t.g.v. het project redelijkerwijze kunnen verwacht worden in een overzicht weergegeven.

Page 34: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 34 van 69

Tabel 4-1: Overzicht ingreep-effect relaties (mogelijke en te onderzoeken effecten)

Ingreep Direct effect Discipline Indirect effect Discipline

Verbranding extra waterzuiveringsslib

Invloed op luchtkwaliteit (o.a.

luchtemissies, geur)

Lucht (P) Geurhinder

Invloed op

gezondheid/hinderaspecten van

de omwonenden

Invloed op vegetatie

Mens (P)

Fauna en flora (P)

Geluidsemissies van verkeer +

installaties

Geluid (P) Invloed op omwonenden (hinder,

gezondheid)

Rustverstoring

Mens (P)

Fauna en flora (P)

Verkeersgeneratie

(verkeersleefbaarheid en –veiligheid)

Mens (P) Leefbaarheid van de

omwonenden

Mens (P)

Risico op bodem- en

grondwaterverontreiniging

Bodem en

grondwater (P)

Invloed op waterkwantiteit en –

kwaliteit van ontvangende waterlopen

Oppervlaktewater (P)

Waterverbruik Water (P)

(T = tijdelijk; P = permanent)

Page 35: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 35 van 69

DEEL 2 NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING: EFFECTENANALYSE EN –BEOORDELING

Page 36: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 36 van 69

5 Discipline Bodem

Beschrijving bestaande toestand

Volgens de bodemkaart bestaat de site van Stora Enso Langerbrugge uit bebouwde bodem. Het bodemprofiel is gewijzigd door het ingrijpen van de mens. Het terrein werd in de loop van jaren in meerdere of mindere mate opgehoogd.

Volgens het meest recent bodemonderzoek in 2015 is ter hoogte van de nieuwe fabriek het terrein in 1990 – 1992 vergraven en 2 tot 3 m opgehoogd met slib van papierindustrie en gronden afkomstig van de aanleg van het spaarbekken 2 van Kluizen, en bij de effectieve bouw van de nieuwe fabriek in 2001 – 2003 het terrein genivelleerd. Ter hoogte van de waterzuivering is de bodem vergraven en 2 tot 4 m aangevuld. Ter hoogte van het terreingedeelte voor de opslag van bluswater is een gedeelte van de ‘Oude Vaart’ 8 tot 10 m opgevuld met grond afkomstig van het bouwproject van de nieuwe fabriek.

Er bevinden zich geen waardevolle bodemprofielen op de site.

Op de site van Stora Enso Langerbrugge zijn in het verleden een aantal bodemonderzoeken uitgevoerd. Het meest recente bodemonderzoek dateert van 2015.

Figuur 5-1: Bodemonderzoeken (bron: geoloket OVAM, geraadpleegd 24/11/2020)

Het betref zowel een oriënterend als een beschrijvend bodemonderzoek. Het oriënterend bodemonderzoek werd uitgevoerd i.h.k.v. een periodieke verplichting. Er zijn stalen genomen van het vaste deel van de aarde en het grondwater ter hoogte van 45 verdachte zones, waaruit blijkt dat voor twee zones een beschrijvend bodemonderzoek opgemaakt diende te worden. Uit deze onderzoeken blijkt dat er zich op de site 2 verontreinigingen voorkomen, die echter niet verder gesaneerd dienen te worden, omdat er geen risico (naar mens en milieu) uitgaan van deze verontreinigingen.

Effectbespreking en –beoordeling

In de geplande situatie wordt de verbrandingscapaciteit van RWZI-slib verhoogd. Er is geen aanlegfase voorzien. Er worden geen vergravingen voorzien op de site, die overigens voor een groot deel verhard is. Er wordt tevens geen grondwater opgepompt en/of gebruikt. Bijgevolg bestaat er geen risico op een verplaatsing van bestaande verontreinigingen.

Page 37: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 37 van 69

Er zijn geen werkzaamheden voorzien die een impact kunnen hebben op de bodem. Het bijkomende materiaal dat verwerkt zal worden (RWZI-slib), is niet vervuild zodat het geen risico vormt voor de bodem. Er wordt geen nieuwe of aparte opslag voorzien. Het slib wordt in de bestaande stortput gelost of wordt tijdelijk opgeslagen in de bestaande, afgesloten silo’s.

Om risico’s te vermijden, zijn in de huidige situatie voorzieningen getroffen om verontreinigingen te voorkomen, zoals ook in de diverse vergunningen voorgeschreven. Hiervoor zijn de nodige inkuipingen, lekbakken of dubbele wanden voorzien. In de geplande situatie blijven deze voorzieningen van toepassing. Voorliggend project voorziet geen wijzigingen aan de afvoer van potentieel verontreinigd hemelwater.

Op basis van bovenstaande bespreking worden geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van bodem.

Conclusie, milderende maatregelen en aanbevelingen

In de geplande situatie wordt de verbrandingscapaciteit van RWZI-slib op installaties EC2 verhoogd. Er zijn geen werkzaamheden voorzien die een impact kunnen hebben op de bodem. Het bijkomende materiaal dat verwerkt zal worden (RWZI-slib), is niet vervuild en wordt gelost in de bestaande stortput en tijdelijk opgeslagen in bestaande afgesloten silo’s, zodat het geen risico vormt voor de bodem. Er wordt steeds voldaan aan de bestaande regelgeving inzake opslag. Er worden geen significante effecten verwacht op de bodem.

De bestaande voorzieningen om nieuwe verontreinigingen te vermijden, worden als voldoende beschouwd om het risico te beperken. Er zijn geen verdere maatregelen of aanbevelingen noodzakelijk.

Page 38: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 38 van 69

6 Discipline Water

Beschrijving van de referentietoestand

Grondwater

De verhardingsgraad binnen de site bedraagt ca. 53% door de aanwezigheid van de afvalwaterzuiveringsinstallatie, parking, wegenis en dakoppervlakken. De overige onverharde oppervlakte bestaat voornamelijk uit graszones tussen de installaties en de groenbuffers langs de perceelsgrenzen.

De afsluitende ondoorlatende geologische laag bevindt zich op een diepte van ong. 45 tot 55 m diepte. Boven deze slecht waterdoorlatende laag bevinden zich doorlatende bodemlagen. Aan de zijde met het kanaal bestaat de bovenste bodemlaag uit opgehoorde grond met heterogene samenstelling. In het meest zuidwestelijk punt in het projectgebied is deze antropogene ophoging niet meer aanwezig en bestaat de bovenste bodemlaag uit zandige deklagen.

De opgehoogde bodemlaag en zandige deklagen worden hoofdzakelijk gekenmerkt als doorlatend, waardoor gesteld kan worden dat de bodem ter hoogte van de site infiltratiegevoelig is. Dit geldt echter enkel voor de zones waar geen verharding aanwezig is.

Op basis van de informatie in het laatste Oriënterend en Beschrijvend Bodemonderzoek (OBBO 2015, Envirosoil) kan het grondwater ter hoogte van de waterwinning op een diepte tussen 0 en 1 m-mv verwacht worden en kan het grondwater ter hoogte van het huidige fabrieksterrein tussen 2 en 5 m-mv verwacht worden. Het projectgebied is volledig in een gebied gelegen dat wordt aangeduid als zeer kwetsbaar inzake grondwater (risico op beïnvloeding grondwater, aangezien er zich geen ondiepe afsluitende lagen bevinden).

Ter hoogte van het projectgebied zijn geen vergunde grondwaterwinningen gelegen. Stora Enso Langerbrugge NV beschikt niet over een grondwaterwinning. Wel zijn er in de omgeving van het projectgebied verscheidene grondwaterwinningen aanwezig, waarvan één binnen een straal van 500 m van de site.

Er zijn geen waterwingebieden voor drinkwater of beschermingszones gelegen in de nabijheid van het projectgebied.

Oppervlaktewater

6.1.2.1 Algemene hydrologische situatie

Het projectgebied bevindt zich volledig in het bekken van de Gentse Kanalen, meer bepaald in het deelbekken van de Burggravenstroom. Het projectgebied grenst hierbij wel aan het deelbekken van de Moervaart.

De Nieuwe Kale is de waterloop die het dichtst in de omgeving van Stora Enso Langerbrugge NV gesitueerd is. De lozing van het effluent gebeurt ter hoogte van de uitmonding van de Nieuwe Kale in het kanaal Gent-Terneuzen. Daarnaast wordt het projectgebied ook omringd door de bevaarbare Ringvaart om Gent in het zuiden en door het Kanaal Gent-Terneuzen in het oosten.

Volgens de watertoetskaart 2017 is het projectgebied niet gelegen binnen effectief of potentieel overstromingsgevoelig gebied. In de directe omgeving zijn wel potentieel en effectief overstromingsgevoelige gebieden aangeduid ten (noord)westen en zuidwesten van de site. Het dichtstbijzijnde potentieel en effectief overstromingsgevoelig gebied is gelegen op ong. 100 m ten noorden en noordwesten van de site ter hoogte van de vallei van de Nieuwe Kale.

In voorgaande milieueffectbeoordelingen voor het bedrijf Stora Enso Langerbrugge werd gerekend met de 90 % overschrijdingswaarde, nl. 16,08 m³/s. In 2001 werd hieromtrent mondeling bevestigd door E. Tavernier van het Waterbouwkundig Laboratorium en Hydrologisch onderzoek dat er geen recentere debietsgegevens voor het Kanaal Gent-Terneuzen bestonden. De debieten werden immers niet opgemeten. Bijgevolg werd gerekend met de waarden uit het jaar 1999.

Page 39: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 39 van 69

Voor voorliggend MER is contact opgenomen met het departement Mobiliteit en Openbare Werken2. Hoewel er geen recente meetgegevens beschikbaar zijn over het debiet van Kanaal Gent-Terneuzen ter hoogte van Stora Enso Langerbrugge, zijn er wel meetgegevens ter hoogte van omliggende aanvoerende waterlopen.

Volgens de meetwaarden van de debietmeter op de Ringvaart in Evergem bedraagt het gemiddelde afvoerdebiet 16,25 m³/s in 2019, met een maximaal gemeten debiet van 117,84 m³/s. Over de volledige periode van 2010 tot en met 2019 bedraagt het gemiddelde afvoerdebiet 20,52 m³/s, met een maximaal gemeten debiet van 167,58 m³/s in 2016.

Middels het geoloket afvalwaterlozingen kunnen ook de debieten uit het Pegase-model3 geraadpleegd worden. Volgende resultaten worden hieruit bekomen:

• Q10 Kanaal = 13,533 m³/s

• Qgem Kanaal = 29,219 m³/s

• Q10 zijarm Kanaal = 0,315 m³/s

• Qgem zijarm Kanaal = 1,118 m³/s

• Q10 Ringvaart = 8,696 m³/s

• Qgem Ringvaart = 23,899 m³/s

Deze gemiddelde modelwaarden liggen allen hoger dan de eerder vermelde debieten.

Aangezien er in de eerdere milieueffectbeoordeling gerekend is met een debiet van 16,08 m³/s voor het kanaal Gent-Terneuzen, wordt voorgesteld om dit in voorliggend MER opnieuw te hanteren. Echter kan wel gesteld worden, op basis van de overige bovenstaande gegevens, dat het gemiddeld debiet eigenlijk hoger verwacht wordt, zodat deze benadering als een worst case beschouwd kan worden, en de eigenlijke bijdragen kleiner zullen zijn dan deze berekende bijdragen.

Ten westen en ten noorden van het projectgebied stroomt de Nieuwe Kale (onbevaarbare waterloop, 1ste categorie, provinciaal nummer O204). De Nieuwe Kale is een waterloop die gevoed wordt door het kanaal Gent-Oostende ter hoogte van de Ringvaart (geregeld via een doorlaatconstructie). In drogere omstandigheden vormt het captatiedebiet van Stora Enso het hoofddebiet van de waterloop. Stora Enso beschikt hiervoor over een captatievergunning.

De Nieuwe Kale en het Kanaal Gent-Terneuzen worden in de stroomgebiedbeheerplannen van de Schelde respectievelijk als ‘kleine rivier’ en ‘grote rivier’ aangeduid. Volgens de stroomgebiedbeheerplannen van de Schelde worden de waterlichamen aangeduid met respectievelijk code VL05_177 en code VL11_165.

6.1.2.2 Afwatering projectsite

Het regenwater dat op de site van Stora Enso Langerbrugge neerkomt, wordt afhankelijk van de locatie afgevoerd naar:

- Rechtstreekse infiltratie in de bodem - Rechtstreekse inval in waterzuivering - Regenwater van op potentieel verontreinigde bodemoppervlakte → waterzuivering - Regenwater van overige verharde oppervlakte (daken) → rechtstreeks naar

oppervlaktewater (Monding van Nieuwe Kale in kanaal Gent-Terneuzen)

De verharde oppervlakte op de site van Stora Enso vloeit grotendeels af naar de monding van de Nieuwe Kale.

2 Per e-mail op 20/11/2020 met Paul Vanderkimpen.

3 Deze debieten worden berekend op basis van debietmeetreeksen van de debietmeetposten op de waterlopen, rekening houdend met het natuurlijke debiet (vanwege oppervlakkige afstroming) , in combinatie met de debieten van enerzijds puntlozingen en anderzijds onttrekkingen die op de waterloop gelegen zijn.

Page 40: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 40 van 69

Ook het water afkomstig van de waterzuiveringsinstallatie wordt geloosd ter hoogte van de monding van de Nieuwe Kale. Potentieel verontreinigd hemelwater komt eveneens in de waterzuivering terecht en wordt hier gezuiverd. Dit gaat evenwel slechts over de afwatering van een zeer beperkte oppervlakte.

De actuele verharde oppervlakte van Stora Enso Langerbrugge NV bedraagt 27,48 ha. Naast deze verharde oppervlakte rest nog 24,21 ha niet-verharde oppervlakte. Deze wijzigt niet.

6.1.2.3 Oppervlaktewaterkwaliteit

Voor alle bedrijfsafvalwaters van Stora Enso Langerbrugge NV is er één lozingspunt ter hoogte van de uitmonding van de (Nieuwe) Kale in de zijarm van het kanaal Gent-Terneuzen (VMM-code 9000020). De impact ten opzichte van de Kale is hier niet relevant, gezien het water quasi onmiddellijk terechtkomt in het waterlichaam dat als een zijarm van het kanaal Gent-Terneuzen beschouwd kan worden. In dit gedeelte is er enkel doorstroming ten gevolge van het effluent van Stora Enso en het (onbekende) debiet van de Kale dat hierin terecht komt, zodat de mogelijke impact op deze locatie hoger zal uitvallen dan ter hoogte van een locatie met grote doorstroming.

Na de zijarm van het Kanaal Gent-Terneuzen komt het water terecht in het Kanaal Gent-Terneuzen. Gezien dit kanaal gevoed wordt vanuit Gentse Ringvaart kan het kanaal gezien worden als een waterloop die afwatert richting Terneuzen.

De VMM-meetplaatsen die relevant zijn voor Stora Enso Langerbrugge NV worden weergegeven in onderstaande tabel en figuur. Ook wordt de locatie weergegeven waar de meetgoot zich bevindt voor het meten van het effluent van de afvalwaterzuiveringsinstallatie van Stora Enso. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de VMM-meetplaatsen gebaseerd zijn op informatie van het geoloket van VMM. Volgens Stora Enso Langerbrugge ligt het meetpunt van het effluent van de afvalwaterzuiveringsinstallatie echter ter hoogte van de uitmonding van de (Nieuwe) Kale in de zijarm van het kanaal Gent-Terneuzen, zoals aangeduid met de blauwe pijl op onderstaande figuur.

Tabel 6-1: Relevante VMM-meetpunten (Bron: VMM Geoloketten)

VMM Gemeente Omschrijving

34100 Gent Wondelgem, Langerbrugge-eiland t.h.v. veer

34111 Gent Wondelgem, Wondelgemkaai

9000020 Gent Stora Enso Langerbrugge

Page 41: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 41 van 69

Figuur 6-1: Locatie relevante VMM-meetpunten

In het kader van de stroomgebiedbeheerplannen wordt de kwaliteit van de waterlichamen tussentijds beoordeeld en gepubliceerd in fiches. In voorliggend MER wordt gebruik gemaakt van de fiches ‘Beoordeling 3de SGBP’. Volgens het geoloket Stroomgebiedbeheerplannen worden zowel de zijarm van het kanaal Gent-Terneuzen als van het Kanaal Gent-Terneuzen t.h.v. het projectgebied aangeduid als waterlichaam ‘Kanaal Gent-Terneuzen + Gentse Havendokken’ (VL11_165). Voor dit waterlichaam worden de meetgegevens gebruikt van meetpunt 34100 en 34111.

Het Kanaal Gent-Terneuzen wordt beschouwd als kunstmatig, van het type grote rivier. De kwaliteit van het waterlichaam Kanaal Gent-Terneuzen + Gentse Havendokken (VL11_165), wordt op basis van de meetwaarden van meetpunt 34100 uit 2018 en meetpunt 30000 (2018) als volgt beschouwd voor de chemische en fysisch-chemische elementen:

- Fysisch-chemische toestand: ontoereikend, en specifieke verontreinigende stoffen: niet goed

- Chemische toestand: niet goed

Het globale ecologisch potentieel van de Nieuwe Kale (VL05_177) wordt, op basis van meetresultaten uit 2017 en 2018 (meetpunt 789440), als matig beschouwd omwille van de biologische elementen macrofyten en vis. Voor de algemene chemische en fysisch-chemische elementen wordt de toestand respectievelijk als ontoereikend en als niet goed beschouwd.

Uit een analyse van de meetresultaten van de dichtstbijzijnde waterkwaliteitsmeetpunten van VMM kan gesteld worden dat voor nitraat, stikstof totaal, fosfor totaal, orthofosfaat, elektrische geleidbaarheid, chloride en sulfaat niet aan de milieukwaliteitsnormen voldaan kan worden. In meetpunt 34100 kan eveneens niet voldaan worden aan 75 % van de milieukwaliteitsnorm van temperatuur en opgelost zuurstof (concentratie), terwijl deze volledig worden overschreden in meetpunt 34111. Voor CZV geldt dat in meetpunt 34111 niet voldaan kan worden aan de milieukwaliteitsnorm waarvoor in meetpunt 43100 geen overschrijdingen gemeten zijn. Voor wat betreft kobalt kan in meetpunt 34100 niet voldaan worden aan de milieukwaliteitsnorm, terwijl dit in meetpunt 34111 geldt voor 75 % van de milieukwaliteitsnorm.

Page 42: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 42 van 69

Afvalwaterlozing Stora Enso

Stora Enso Langerbrugge NV loost op één plaats afvalwater, nl. het lozingspunt van het effluent van de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Dit water wordt via een meetgoot geloosd ter hoogte van de monding van de (Nieuwe) Kale in de zijarm van het Kanaal Gent-Terneuzen.

De locatie van het lozingspunt (meetgoot) wordt aangeduid in Figuur 6-1 met nummer 90020.

Naast het lozingspunt voor afvalwater wordt koelwater geloosd afkomstig van de koeling van de verbrandingsinstallatie EC2.

Volgende lozingsdebieten zijn momenteel vergund.

3.5.2° Lozen koelwater met een debiet van max. 100 m³/u, 2.000 m³/dag en 650.000 m³/jaar.

3.6.3.3° Lozen bedrijfsafvalwater via een fysicochemie en een biologische waterzuiveringsinstallatie in oppervlaktewater (monding van de Kale) met een debiet van max. 1.100 m³/u, 23.000 m³/dag en 8.250.000 m³/jaar.

Voor wat betreft de regenwaterafvoer van de site beschikt Stora Enso over meerdere lozingspunten. Er zijn 6 verschillende zones op het terrein die naar een afzonderlijk punt afwateren. Er wordt afgewaterd in het Kanaal Gent-Terneuzen, de zijarm van het Kanaal Gent-Terneuzen en in de Gentse Ringvaart, dit afhankelijk van de waterloop die het dichtst gelegen is bij de desbetreffende afwateringszone.

6.1.3.1 Waterkwaliteitsgegevens en vergunningsvoorwaarden

VMM volgt de effluentlozing op door frequente staalname aan de meetgoot van de uitgang van de waterzuiveringsinstallatie (VMM-nummer meetput 9000020). Naast frequente staalname van VMM wordt ook intern de effluentlozing opgevolgd door Stora Enso zelf.

Uit analyse van deze gegevens blijkt dat het effluent van Stora Enso voor alle parameters steeds voldoet aan de lozingsnormen, met uitzondering van de parameters uranium (totaal) en nonylfenol. Voor de parameter nonylfenol dient opgemerkt te worden dat meerdere meetresultaten zich onder de detectielimiet van 0,50 µg/l bevonden. Voor deze parameters zijn er geen metingen beschikbaar van het gecapteerde water (niet bij het VMM-meetpunt, de meting van nonylfenol door Stora Enso meetprogramma bevindt zich ook onder de detectielimiet), waardoor het niet mogelijk is voor deze parameters een toetsing uit te voeren rekening houdend met het delta-principe (waarbij de kwaliteit van het gecapteerde water mee in rekening wordt gebracht).

6.1.3.2 Impactanalyse bestaande toestand

Onderstaande beschrijving wordt ter informatie en voor de volledigheid meegegeven in dit MER om een actueel beeld van de situatie te verkrijgen. Dit betreft de huidige situatie, dewelke als referentiesituatie beschouwd wordt. Hierbij wordt de lozing van het effluent van de WZI geanalyseerd ten opzichte van het Kanaal Gent-Terneuzen.

Hierbij is middels de methodiek zoals opgenomen in het Richtlijnenboek de permanente impact van de lozing op de waterkwaliteit en het halen van de waterkwaliteitsnormen nagekeken, en dit voor het Kanaal Gent-Terneuzen.

Op basis van deze analyse kan besloten worden dat de lozing van Stora Enso voor de parameters fosfor, orthofosfaat en kobalt een belangrijke bijdrage heeft, en een relevante bijdrage voor de parameters nitraat, stikstof, chloride, sulfaat, uranium en vanadium. Ter hoogte van het Kanaal Gent-Terneuzenkunnen kan de huidige immissiekwaliteit van deze parameters eveneens niet voldoen aan de milieukwaliteitsnom.

Wegens een groter debiet van het kanaal in beschouwing genomen wordt (op basis van de modelmatige debieten uit het geoloket afvalwater) wordt de bijdrage voor de parameters nitraat en uranium verwaarloosbaar. Daarnaast wijzigt de belangrijke bijdrage van de effluentlozing van Stora Enso Langerbrugge voor de parameters fosfor, orthofosfaat en kobalt naar een relevante bijdrage. De

Page 43: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 43 van 69

conclusie voor de overige parameters blijft hetzelfde, meer bepaald de relevante bijdrage voor de parameters stikstof, chloride, sulfaat en vanadium blijft ongewijzigd.

Voor de parameters met een relevante of belangrijke bijdrage, wordt nagegaan welke de bijdrage is, rekening houdend met het delta-principe, d.w.z. dat de opgelegde lozingsnormen mogen worden vermeerderd met de gehalten in het opgenomen water. Op basis van deze bijkomende analyse kan besloten worden dat er enkel voor stikstof en fosfor nog een relevante bijdrage bepaald wordt.

Effectbespreking en –beoordeling

Grondwater

Algemeen worden er geen infrastructuurwerken gepland die de bestaande ondergrond of de kwaliteiten ervan ingrijpend kunnen veranderen. Er worden geen bemalingen uitgevoerd zodat er geen risico bestaat op verspreiding van bestaande (rest)verontreiniging door bemaling. In kader van de uitbreidingsaanvraag is geen bijkomende verharde oppervlakte voorzien zodat de infiltratie-mogelijkheden hetzelfde blijven.

Verder worden bij algemene uitvoering van bedrijfsvoering van Stora Enso Langerbrugge weinig risico’s verwacht ten aanzien van de grondwaterkwaliteit. Opslag gebeurt op vloeistofdichte oppervlakte. Opslag van gevaarlijke stoffen en het lossen van bulkchemicaliën gebeurt in inkuipingen. Installaties worden preventief onderhouden en gekeurd. De geldende VLAREM-regelgeving wordt strikt opgevolgd.

Op basis van bovenstaande bespreking worden geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van grondwater.

Oppervlaktewater

Het RWZI-slib zal direct worden gelost in de biomassa losput d.m.v. een specifiek voorziene lostrechter. De opslag gebeurt bijgevolg in een bestaande, afgesloten hiertoe bestemde ruimte zodat er geen wijzigingen inzake waterstromen verwacht wordt.

De 40.000 ton extra RWZI-slib die toegewezen wordt aan EC2 zou in theorie een wijziging kunnen veroorzaken voor wat betreft het gehalte aan polluenten dat in de gaswasser van de installatie afgescheiden wordt en zo afgevoerd wordt naar de waterzuiveringsinstallatie. De hoeveelheid bedrijfsafvalwater afkomstig van de gaswasser van EC2 (F5) is echter slechts een kleine fractie (4 %) van het totale geloosd debiet aan bedrijfsafvalwater. Daarnaast wordt in de huidige situatie ook reeds RWZI-slib verbrand en is de toename niet van die aard dat verwacht wordt dat de werking van de gaswasser hierdoor gewijzigd wordt. Zoals weergegeven in discipline Lucht, vertegenwoordigt de 40.000 ton extra RWZI-slib slechts 15 % van het totaal materiaal dat verbrand wordt, zodat andere stoffen bepalender zijn voor de influentstroom aan de WZI afkomstig van de gaswasser. Bovendien wisselen de verschillende brandstoffen continu in hoeveelheid. De effecten dat dit heeft op de uiteindelijk in het afvalwater terechtkomende polluenten zijn niet te begroten, maar zullen in ieder geval minimaal zijn en vallen binnen de actuele variaties.

Tevens veroorzaken de andere types brandstoffen eveneens polluenten die afgescheiden moeten worden in de gaswasser. Het slib zal hierin niet noodzakelijk hogere emissies met zich meebrengen dan bvb. hout, RDF of steenkool. Ook deze stoffen zijn gelijkaardig naar af te scheiden polluenten in de gaswasser.

In voorliggend MER wordt in de referentietoestand geconcludeerd dat in de effluentlozing niet steeds voldaan kan worden aan de emissiegrenswaarden van uranium en nonylfenol (hoewel het niet uitgesloten is dat het werkelijk gemiddelde van nonylfenol lager is dan 0,30 µg/l. Op basis van voorgaande vergelijkbare vergunde uitbreidingen wordt er echter vanuit gegaan dat het onderwerp van voorliggend project geen impact heeft op de effluentlozing. De uitbreiding van de verbrandingscapaciteit voor RWZI-slib met 40.000 ton/jaar is niet bepalend voor het effluent van de waterzuiveringsinstallatie. De hoeveelheid afvalwater vanuit EC2 naar de waterzuivering van het bedrijf is uiterst minimaal ten opzichte van het afvalwater afkomstig van de papierproductie.

Page 44: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 44 van 69

Meetbare verschillen aan het influent naar de WZI zijn dan ook niet te verwachten. Er zijn dan ook geen wijzigingen aan de eigen WZI voorzien.

Bijgevolg wordt verwacht dat in de geplande situatie de kwaliteit van het gecapteerde en geloosde water vergelijkbaar zal zijn met dat van in de referentietoestand.

Op basis van bovenstaande bespreking worden geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van oppervlaktewater.

Conclusie, milderende maatregelen en aanbevelingen

In kader van de uitbreidingsaanvraag van de verbrandingscapaciteit voor RWZI-slib met 40.000 ton/jaar worden geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van grondwater. Er worden geen werken gepland die de bestaande ondergrond of kwaliteiten ingrijpend kunnen veranderen, geen bemalingen, geen bijkomende verhardingen en geen wijzigingen in de algemene bedrijfsvoering inzake grondwaterkwaliteit.

Ook ten aanzien van oppervlaktewater worden geen aanzienlijke effecten verwacht als gevolg. De uitbreiding van de verbrandingscapaciteit voor RWZI-slib met 40.000 ton/jaar heeft geen wijzigingen van de waterstromen tot gevolg. In de geplande situatie zal de kwaliteit van het gecapteerde en geloosde water vergelijkbaar zal zijn met dat van in de referentietoestand. De hoeveelheid afvalwater vanuit EC2 naar de waterzuivering van het bedrijf is minimaal ten opzichte van het afvalwater afkomstig van de papierproductie. Er worden geen meetbare verschillen aan het influent naar de WZI verwacht. Er zijn dan ook geen wijzigingen aan de eigen WZI voorzien.

Page 45: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 45 van 69

7 Discipline Lucht/geur

Beschrijving van de bestaande toestand – referentietoestand

Respecteren van de opgelegde emissiegrenswaarden

Stora Enso voldoet aan de huidige opgelegde EmissieGrensWaarden.

Bij de opdrachtgever zijn volgende rapporten ter beschikking om dit te staven :

• Jaarrapporten die uit het on-line opvolgsysteem worden gehaald met vermelding van de

eventuele overschrijdingen.

• Jaarlijks meetprogramma conform Vlarem. Het navolgende rapport door erkend labo

bevestigt dat de meting(en) conform zijn.

Beoordeling van de actuele luchtkwaliteit

De actuele luchtkwaliteit van de omgevingslucht rondom de Stora Enso-site wordt in kaart gebracht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande informatie, immissiegegevens van VMM en interpolatiekaarten ten aanzien van de luchtkwaliteit opgesteld door VMM.

In de nabijheid van de Stora Enso-site zijn 2 VMM-meetstations gesitueerd, namelijk in Evergem (Doornzelestraat – R731) en in Wondelgem (Sint-Sebastiaanstraat – R721).

Door de toetsing van de actuele jaargemiddelde luchtkwaliteit in het studiegebied aan de

kwaliteitsdoelstellingen kan nagegaan worden of aan de doelstellingen voldaan wordt.

Page 46: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 46 van 69

Immissie

Bestaande toestand

Waarde

(μg/m3)Ref. Range (μg/m3)

CO

jaargem. 10.000 Vlarem II Bijlage 2.5.3.11 230 - 300

Stof / PM10

P90 (dag) 50 Vlarem II Bijlage 2.5.3.11 43

jaargem. 40 Vlarem II Bijlage 2.5.3.11 21 - 25

Stof / PM2,5

jaargem. 25 Vlarem II Bijlage 2.5.3.14 13 - 15

NO2

P99,79 (uur) 200 Vlarem II Bijlage 2.5.3.11 98 - 114

Gem (dag) 40 Vlarem II Bijlage 2.5.3.11 21 - 25

SO2

P99,73 (uur) 350 Vlarem II Bijlage 2.5.3.11 100

P99 (dag) 125 Vlarem II Bijlage 2.5.3.11 9

HCl

P98 (dag) 300 Vlarem II Bijlage 2.5.1 0,1 - 2,7

HF

P98 (dag) 3 Vlarem II Bijlage 2.5.1 0,46 - 1,05

TOC (*)

jaargem. 5 Vlarem II Bijlage 2.5.3.11 1,09

Cd + Tl (**)

Jaargem. (SW) 0,03 - 0,005Vlarem II Bijlage 2.5.1 (0,03)

Eur. Richtlijn 2008/50 (0,005)0,0002

Hg

Jaargem. 1 WHO-advieswaarde 0,002 - 0,0096

Som zw. Met. (***)

Jaargem. 0,5 Vlarem II Bijlage 2.5.3.11 0,009 - 0,01

(*) Mileukwaliteitsnorm TOC = Milieukwaliteitsnorm benzeen (worst case)

(**) Cd + Tl = Cd alleen

(***) Som zw. Met = Pb

Legende

Gedetailleerde info ter beschikking (meetstation in ruime buurt van projectgebied)

Info uit jaarrapport Lucht 2019 'Emissies en luchtkwaliteit in Vlaanderen' (VMM)

Info ter beschikking obv. andere Antea MER-rapporten (niet voor SE)

Immissienorm

Page 47: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 47 van 69

Hieruit blijkt dat, op basis van beschikbare informatie, de luchtkwaliteitsdoelstellingen voor alle

relevante polluenten worden gerespecteerd in de ruime omgeving van het projectgebied en dat (ook)

80% van de luchtkwaliteitsdoelstellingen wordt gerespecteerd.

Geur

De initiatiefnemer van voorliggend project heeft aangegeven dat zij jaarlijks enkele klachten van

omwonenden ontvangen over de brandstofopslag en/of de afvalwaterzuiveringsinstallatie.

In de periode 2005 – 2008 werden reeds verschillende brongerichte maatregelen doorgevoerd aan de

afvalwaterzuiveringsinstallatie zoals het afleiden van het spuislib van lijn 2 rechtstreeks naar de

slibindikker i.p.v. terug naar de voorbezinker, de dosering van het product Nutrox (Ca(NO3)2 –

calciumnitraat) en werden geurmetingen uitgevoerd aan de installatie.

Daarnaast wordt in het algemeen de opslagtijd van de (bio)brandstoffen zo kort mogelijk gehouden.

Met betrekking tot de scope van voorliggend project, kan de tijdelijke opslag van RWZ slib geurhinder

veroorzaken alvorens het wordt gemengd met hout en wordt getransporteerd naar de opslagsilo’s. De

energiecentrales zelf veroorzaken echter geen geurhinder, gezien het continu werkende installaties

zijn waarbij de tijd tussen de aanvaarding van de afvalstoffen en de verwerking in principe zeer klein

is.

Buiten de scope van dit project, wordt nog gemeld dat voor de bestaande

afvalwaterzuiveringsinstallatie bij Stora Enso Langerbrugge in Gent een geurstudie lopende (2020), op

basis van dewelke zal worden nagegaan of er bijkomende geurmilderende maatregelen voor de

afvalwaterzuivering dienen overwogen te worden.

Effectbespreking en –beoordeling van de projecttoestand

Voor de evaluatie van de bijdrage van de (geleide) emissie tot de immissie wordt beroep gedaan op

een mathematisch verspreidingsmodel (IMPACT). De inputgegevens zijn enerzijds

emissiebronkarakteristieken (diameter van het emissiepunt, temperatuur van de rookgassen, …) en

Depositie

Bestaande toestand

Waarde

(μg/m2.dag)Ref. Range (μg/m2.dag)

Stof depositie

richtwaarde (mg/m2.dag) 350 Vlarem II Bijlage 2.5.2 42 - 48

grenswaarde (mg/m2.dag) 650 Vlarem II Bijlage 2.5.2 42 - 48

Cd + Tl

Jaargem. 20 (Cd) Vlarem II Bijlage 2.5.2 1,4 - 4

Jaargem. 10 (Tl) Vlarem II Bijlage 2.5.2 -

Som zw. Met. (***)

Jaargem. (RW) 250 Vlarem II Bijlage 2.5.2 178 - 322

Jaargem. (GW) 3.000 Vlarem II Bijlage 2.5.2 178 - 322

Dioxines en furanen

Maandgem. (pg TEQ/m2.dag) 8,2 VMM beoordeling 13,2

Jaargem. (pg TEQ/m2.dag) 21 VMM beoordeling 3 - 14,2

(***) Som zw. met. = Pb

Legende

Gedetailleerde info ter beschikking (meetstation in ruime buurt van projectgebied)

Info uit jaarrapport Lucht 2019 'Emissies en luchtkwaliteit in Vlaanderen' (VMM)

Info ter beschikking obv. andere Antea MER-rapporten (niet voor SE)

Depositienorm

Page 48: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 48 van 69

anderzijds data die reeds in het IMPACT-model ‘voorgeprogrammeerd’ zijn, zoals meteorologische

data (windrichting en windsnelheid).

De luchtemissies van de bestaande installatie zijn bepaald op basis van het IMJV 2019.

Met behulp van deze data werd enerzijds de huidige toestand doorgerekend, en werd anders

nagegaan welke bijdrage het project, namelijk het verbranden van 40.000 ton extra RWZI-slib, levert

aan de luchtkwaliteit in de omgeving.

Bestaande installatie (toestand 2019)

Deze situatie betreft de huidige installatie, o.b.v van de werkelijke hoevelheden gebruikte brandstoffen in 2019.

Tabel 7-1 Immissie- en depositiebijdrage van alle relevante polluenten voor de bestaande installatie

Immissie resultaten

Immissie-

norm

Achtergrond-

concentratie

Waarde

(µg/m3)

Waarde

(µg/m3)

Punt max.

impact

(μg/m3)

% t.o.v. norm

CO

jaargem. (8-uren) 10.000 230 - 300 0,164 0,0%

Stof / PM10

P90,4 (dag) 50 43 0,040 0,1%

jaargem. 40 21 - 25 0,013 0,0%

Stof / PM2,5

jaargem. 20 13 - 15 0,009 0,0%

NO2

P99,79 (uur) 200 98 -114 7,380 3,7%

Jaargemiddeld 40 21 - 25 1,600 4,0%

SO2

P99,73 (uur) 350 100 2,340 0,7%

P99,18 (dag) 125 9 0,967 0,8%

HCl

Jaar (P98 dag) 300 0,1 - 2,7 0,02 0,0%

HF

Jaar (P98 dag) 3 0,46 - 1,05 0,005 0,2%

TOC (*)

jaargem. 5 1,09 0,048 0,96%

Cd + Tl (**)

Jaargem. 0,03 - 0,005 0,0002 0,00 0,0%

Hg

Jaargem. 1 0,002 - 0,0096 0,00 0,0%

Som zw met (***)

(Sb, As, Pb, Cr, Co, Cu, Mn, Ni, V, Sn)

Jaargem. 0,5 0,009 - 0,01 0,00 0,0%

Depositie

Depositie-

norm

Achtergrond-

concentratie

Waarde

(µg/m².d)

Waarde

(µg/m².d)

Punt max.

impact

(µg/m².d)

% t.o.v. norm

Stof depositie

richtwaarde 350.000 42 - 48 10,98 0,0%

grenswaarde 650.000 42 - 48 10,98 0,0%

Cd + Tl

Jaargem. 20 (Cd) 1,4 - 4 0,00 0,0%

Jaargem. 10 (Tl) - 0,00 0,0%

Som zw. Met. (***)

Jaargem. (RW) 250 178 - 322 0,00 0,0%

Jaargem. (GW) 3.000 178 - 322 0,00 0,0%

Dioxines en furanen

Jaargem. (pg TEQ/m2.dag) 8,2 13,2 0,00 0,0%

Maandgem. (pg TEQ/m2.dag) 21 3 - 14,2 0,00 0,0%

(*) Mileukwaliteitsnorm TOC = Milieukwaliteitsnorm benzeen (worst case)

(**) Cd + Tl = Cd alleen

(***) Som zw. Met = Pb

Bijdrage Bestaande

toestand

Bestaande installatie

Page 49: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 49 van 69

Immissie resultaten

Immissie-

norm

Achtergrond-

concentratie

Waarde

(µg/m3)

Waarde

(µg/m3)

Punt max.

impact

(μg/m3)

% t.o.v. norm

CO

jaargem. (8-uren) 10.000 230 - 300 0,164 0,0%

Stof / PM10

P90,4 (dag) 50 43 0,040 0,1%

jaargem. 40 21 - 25 0,013 0,0%

Stof / PM2,5

jaargem. 20 13 - 15 0,009 0,0%

NO2

P99,79 (uur) 200 98 -114 7,380 3,7%

Jaargemiddeld 40 21 - 25 1,600 4,0%

SO2

P99,73 (uur) 350 100 2,340 0,7%

P99,18 (dag) 125 9 0,967 0,8%

HCl

Jaar (P98 dag) 300 0,1 - 2,7 0,02 0,0%

HF

Jaar (P98 dag) 3 0,46 - 1,05 0,005 0,2%

TOC (*)

jaargem. 5 1,09 0,048 0,96%

Cd + Tl (**)

Jaargem. 0,03 - 0,005 0,0002 0,00 0,0%

Hg

Jaargem. 1 0,002 - 0,0096 0,00 0,0%

Som zw met (***)

(Sb, As, Pb, Cr, Co, Cu, Mn, Ni, V, Sn)

Jaargem. 0,5 0,009 - 0,01 0,00 0,0%

Depositie

Depositie-

norm

Achtergrond-

concentratie

Waarde

(µg/m².d)

Waarde

(µg/m².d)

Punt max.

impact

(µg/m².d)

% t.o.v. norm

Stof depositie

richtwaarde 350.000 42 - 48 10,98 0,0%

grenswaarde 650.000 42 - 48 10,98 0,0%

Cd + Tl

Jaargem. 20 (Cd) 1,4 - 4 0,00 0,0%

Jaargem. 10 (Tl) - 0,00 0,0%

Som zw. Met. (***)

Jaargem. (RW) 250 178 - 322 0,00 0,0%

Jaargem. (GW) 3.000 178 - 322 0,00 0,0%

Dioxines en furanen

Jaargem. (pg TEQ/m2.dag) 8,2 13,2 0,00 0,0%

Maandgem. (pg TEQ/m2.dag) 21 3 - 14,2 0,00 0,0%

(*) Mileukwaliteitsnorm TOC = Milieukwaliteitsnorm benzeen (worst case)

(**) Cd + Tl = Cd alleen

(***) Som zw. Met = Pb

Bijdrage Bestaande

toestand

Bestaande installatie

Page 50: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 50 van 69

Geplande toestand

Deze waarden betreffen de verbranding van 40.000 ton RWZI-slib in EC2 (dus met name de scope van dit project). Tabel 7-2 Immissie- en depositiebijdrage van alle relevante polluenten voor de geplande toestand

Immissie resultaten

Immissie-

norm

Achtergrond-

concentratie

Waarde

(µg/m3)

Waarde

(µg/m3)

Punt max. impact

op toegankelijke plaats

(l ink MM) (μg/m3)

% t.o.v. norm

(link MM)

CO

jaargem. (8-uren) 10.000 230 - 300 0,015 0,0%

Stof / PM10

P90,4 (dag) 50 43 0,009 0,0%

jaargem. 40 21 - 25 0,003 0,0%

Stof / PM2,5

jaargem. 20 13 - 15 0,002 0,0%

NO2

P99,79 (uur) 200 98 -114 0,140 0,1%

Jaargemiddeld 40 21 - 25 0,029 0,1%

SO2

P99,73 (uur) 350 100 0,146 0,0%

P99,18 (dag) 125 9 0,077 0,1%

HCl

Jaar (P98 dag) 300 0,1 - 2,7 0,014 0,0%

HF

Jaar (P98 dag) 3 0,46 - 1,05 0,001 0,0%

TOC (*)

jaargem. 5 1,09 0,003 0,1%

Cd + Tl (**)

Jaargem. 0,03 - 0,005 0,0002 0,00 0,0%

Hg

Jaargem. 1 0,002 - 0,0096 0,00 0,0%

Som zw met (***)

(Sb, As, Pb, Cr, Co, Cu, Mn, Ni, V, Sn)

Jaargem. 0,5 0,009 - 0,01 0,00 0,0%

Bijdrage Uitbreiding slibverbranding

Page 51: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 51 van 69

Depositie

Depositie-

norm

Achtergrond-

concentratie

Waarde

(µg/m².d)

Waarde

(µg/m².d)

Punt max. impact

op toegankelijke plaats

(l ink MM) (μg/m2.dag)

% t.o.v. norm

(link MM)

Stof depositie

richtwaarde 350.000 42 - 48 2,5 0,0%

grenswaarde 650.000 42 - 48 2,5 0,0%

Cd + Tl

Jaargem. 20 (Cd) 1,4 - 4 0,00 0,0%

Jaargem. 10 (Tl) - 0,00 0,0%

Som zw. Met. (***)

Jaargem. (RW) 250 178 - 322 0,00 0,0%

Jaargem. (GW) 3.000 178 - 322 0,00 0,0%

Dioxines en furanen

Jaargem. (pg TEQ/m2.dag) 8,2 13,2 0,00 0,0%

Maandgem. (pg TEQ/m2.dag) 21 3 - 14,2 0,00 0,0%

(*) Mileukwaliteitsnorm TOC = Milieukwaliteitsnorm benzeen (worst case)

(**) Cd + Tl = Cd alleen

(***) Som zw. Met = Pb

Bijdrage Uitbreiding slibverbranding

Page 52: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 52 van 69

Cumulatieve toestand na doorvoering project

Deze waarden betreffen de cumulatieve resultaten van de huidige toestand, vermeerderd met de scope van het project, dus de verbranding van 40.000 ton RWZI-slib in EC2.

Tabel 7-3: Immissie- en depositiebijdrage van alle relevante polluenten voor de cumulatieve (toekomstige) toestand

Immissie-

norm

Achtergrond-

concentratie

Waarde

(µg/m3)

Waarde

(µg/m3)

Punt max.

impact

(μg/m3)

% t.o.v. norm

CO

jaargem. (8-uren) 10.000 230 - 300 0,177 0,0%

Stof / PM10

P90,4 (dag) 50 43 0,048 0,1%

jaargem. 40 21 - 25 0,015 0,0%

Stof / PM2,5

jaargem. 20 13 - 15 0,011 0,1%

NO2

P99,79 (uur) 200 98 -114 7,380 3,7%

Jaargemiddeld 40 21 - 25 1,660 4,2%

SO2

P99,73 (uur) 350 100 2,341 0,7%

P99,18 (dag) 125 9 0,983 0,8%

HCl

Jaar (P98 dag) 300 0,1 - 2,7 0,034 0,0%

HF

Jaar (P98 dag) 3 0,46 - 1,05 0,007 0,2%

TOC (*)

jaargem. 5 1,09 0,05 1,0%

Cd + Tl (**)

Jaargem. 0,03 - 0,005 0,0002 0,00 0,0%

Hg

Jaargem. 1 0,002 - 0,0096 0,00 0,0%

Som zw met (***)

(Sb, As, Pb, Cr, Co, Cu, Mn, Ni, V, Sn)

Jaargem. 0,5 0,009 - 0,01 0,00 0,0%

Bijdrage Cumulatieve

toekomstige toestand

Page 53: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 53 van 69

Geur

Specifiek voor voorliggend project, nl. de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van RWZI-slib op

de verbrandingsinstallatie EC2, wordt geen extra geurhinder verwacht. De huidige geurhinder zoals

beschreven in §7.1.3 kan afkomstig zijn van de afvalwaterzuivering en/of de brandstofopslag

tengevolge van de huidige behandelingswijze van het RWZI-slib. Dit laatste valt binnen de scope van

dit project.

Zoals vermeld in de projectbeschrijving – deel §2.4, is een studie lopende om een extra

geurmilderende maatregel te voorzien, namelijk een specifieke lostrechter voor het lossen van RWZI-

slib in de biomassa losput. Dit is momenteel in projectfase. Op die manier kan het aangeleverde RWZI-

slib direct gelost worden en gemengd met hout op de transportband naar de opslag worden

getransporteerd. Zo kan de geuremissie beperkt worden omdat geen RWZ-slib meer op de losplaats

op de vloer wordt gelost om gemengd te worden met hout voordat het in de losput wordt gestort.

Verder kan gesteld worden dat de verbrandingsinstallatie EC2 zelf geen geurhinder veroorzaakt,

gezien het een continu werkende installatie is waarbij de tijd tussen de aanvaarding van de

afvalstoffen en de verwerking in principe zeer klein is.

Effectbeoordeling

Voor alle relevante polluenten is de verwachte impact van de uitbreiding van de EC2-capaciteit met

40.000 ton/jaar RWZI-slib, verwaarloosbaar (impactscore 0).

De bijdrage van het project zorgt voor geen enkele polluent voor een overschrijding van 80% MKN.

Verder wordt er geen extra geurhinder verwacht als gevolg van het projectvoornemen gezien de

continue werking van de verbrandingsinstallatie EC2. Om mogelijke geuremissie bij het lossen van het

RWZI-slib te beperken is er een studie lopende om een extra geurmilderende maatregel te voorzien,

Depositie

Depositie-

norm

Achtergrond-

concentratie

Waarde

(µg/m².d)

Waarde

(µg/m².d)

Punt max.

impact

(µg/m².d)

% t.o.v. norm

Stof depositie

richtwaarde 350.000 42 - 48 13,3 0,0%

grenswaarde 650.000 42 - 48 13,3 0,0%

Cd + Tl

Jaargem. 20 (Cd) 1,4 - 4 0,00 0,0%

Jaargem. 10 (Tl) - 0,00 0,0%

Som zw. Met. (***)

Jaargem. (RW) 250 178 - 322 0,00 0,0%

Jaargem. (GW) 3.000 178 - 322 0,00 0,0%

Dioxines en furanen

Jaargem. (pg TEQ/m2.dag) 8,2 13,2 0,00 0,0%

Maandgem. (pg TEQ/m2.dag) 21 3 - 14,2 0,00 0,0%

(*) Mileukwaliteitsnorm TOC = Milieukwaliteitsnorm benzeen (worst case)

(**) Cd + Tl = Cd alleen

(***) Som zw. Met = Pb

Cumulatieve impact

Page 54: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 54 van 69

namelijk een specifieke lostrechter voor het lossen van RWZI-slib in de biomassa losput. Dit is

momenteel in projectfase.

Conclusie en milderende maatregelen

Voor alle relevante polluenten is de verwachte impact verwaarloosbaar (impactscore 0).

Gezien de impact van alle polluenten verwaarloosbaar is (zonder overschrijding van 80% van de

respectievelijke luchtkwaliteitsnorm), wordt geen onderzoek naar mogelijke milderende maatregelen

zinvol geacht.

Het onderzoek naar kosteneffectiviteit ikv. NEC-reductiebeleid is niet relevant, aangezien het project

uiterst beperkte emissiehoeveelheden veroorzaakt voor de parameters PM2,5, NOx, SO2 en NMVOS

(TOC).

Page 55: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 55 van 69

8 Discipline Geluid en trillingen

Beschrijving van de bestaande toestand

Geluidskaarten LNE

De geluidskaarten voor wegverkeer voor het projectgebied zijn weergegeven op Figuur 8-1 en Figuur 8-2, respectievelijk voor de parameters Lden en Lnight.

Figuur 8-1: Geluidsbelastingskaart wegverkeer (Lden)

Figuur 8-2: Geluidsbelastingskaart wegverkeer (Lnight)

Uit de geluidskaarten van het wegverkeer blijkt dat in de omgeving 1 zeer belangrijke weg gelegen is, meer bepaald de R4 (2 x 2 met gescheiden middenberm).

De geluidscontouren liggen tussen het bedrijf en het woongebied van Evergem, met uitzondering van het woonlint ten noorden van het bedrijf langsheen de Langerbrugsestraat.

De kaarten van het spoorverkeer en luchtverkeer werden ook bekeken, maar de invloedssfeer zit niet in de omgeving van het projectgebied.

Emissiemetingen huidige situatie

De beschrijving van de actuele geluidskwaliteit in en rond het projectgebied wordt enerzijds gebaseerd op de geluidsbelastingskaarten voor wegverkeer.

Page 56: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 56 van 69

Anderzijds worden, teneinde na te gaan of het huidige geluidsdrukniveau in de omgeving van Stora Enso Langerbrugge NV en veroorzaakt door de inrichting conform de richtwaarden uit Vlarem II is, geluidsmetingen uitgevoerd conform Vlarem.

Eind 2006 werden in 2 meetpunten geluidsmetingen uitgevoerd gedurende meerdere dagen.

Figuur 8-3: Luchtfoto met ligging evaluatiepunten (Bron: Geopunt Vlaanderen)

Figuur 8-4: Gewestplan met ligging evaluatiepunten (Bron: Geopunt Vlaanderen)

Teneinde de toestand te actualiseren werden geluidsmetingen uitgevoerd in het meetpunt 1 uit vroegere studies. De ligging van het meetpunt is weergeven in Figuur 8-1 en grafisch in bijlage 6. Het meetpunt ligt ter hoogte van de dichtstbijzijnde woningen en werd als volgt gekozen:

- Meetpunt 1: gelegen ten noordwesten aan de woning op de Langerbrugsestraat 190 te Evergem, het meetpunt is gelegen op ca. 220 meter van de terreingrens, volgens het gewestplan is het meetpunt gelegen in een woongebied op minder dan 500 meter van een industriegebied.

Uit de metingen blijkt een gemiddelde waarde van LA95,1h van 53 dB(A) voor de dagperiode. Tijdens de avond is er een daling met 1 dB(A) naar 52 dB(A) en tijdens de nacht een verdere daling met 1 dB(A) naar 50 dB(A). Tijdens de weekdagen liggen de waarden voor alle perioden ca. 1 dB(A) hoger. Tijdens het weekend bedraagt de waarde van LA95,1h tijdens de dag- en avondperiode ca. 49 dB(A). Tijdens de nachtperiode daalt de waarde van LA95 tot 45 dB(A) met een gemiddelde van 46 dB(A).

Voor de beoordeling van het huidige geluidsklimaat wordt een evaluatie van de gemeten waarden van het geluid met de kwaliteitsdoelstellingen uit Vlarem II voor een industriegebied uitgevoerd.

Page 57: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 57 van 69

In Tabel 8-1 zijn de relevante gegevens samengevat. Aangeduid zijn: de ligging volgens het gewestplan de periode van de dag, de resultaten van de metingen in 2007 en die van 2020 (met opsplitsting in week en weekend) en de milieukwaliteitsdoelstelling of richtwaarde (RW) voor het type gebied.

Tabel 8-1: Samenvatting van meetresultaten en vergelijking met de richtwaarde uit Vlarem II (dB(A))

2007 week

2020 7dagen

2020 week

2020 weekend

RW

Dag Woongebied op minder 54 52 53 49 50

Avond dan 500 m van een 51 51 52 49 45

Nacht industriegebied 50 50 51 46 45

Een vergelijking met de meetwaarden uit 2007 toont een vergelijkbaar geluidsbeeld. Wel merken we op dat tijdens het weekend het geluidsdrukniveau actueel wel lager ligt dan in 2007.

Aangezien Stora Enso een 24/7 werkend bedrijf is, dient de oorzaak van de hogere waarden tijdens de weekperiode gezocht te worden bij externe geluidsbronnen. Vooral de invloed van het wegverkeer wordt hier als belangrijkste oorzaak gezien. Actueel is er veel verkeer ten gevolge van de sluiting van de Meulestedebrug (deze loopt over het kanaal Gent-Terneuzen en ligt op de gewestweg N456 en wordt actueel vervangen). Deze brug is één van de weinige verbindingen tussen de R4 west en R4 oost in de noordrand van Gent. Ze is ook een belangrijk knooppunt voor het havengebied van North Sea Port.

Aangezien Stora Enso een 24/7 werkend bedrijf is, kan het gemeten geluidsdrukniveau tijdens het weekend als een bovengrens aan het specifieke geluid worden genomen. Uit Tabel 8-1 kan worden besloten dat het gemeten omgevingsgeluid in het meetpunt tijdens het weekend voldoet aan de milieukwaliteitsdoelstellingen voor woongebied op minder dan 500 meter van industriegebied tijdens de dagperiode. Tijdens de avondperiode is er een overschrijding met ca. 4 dB(A) en tijdens de nachtperiode met ca. 1 dB(A). De overschrijdingen zijn echter niet het gevolg van de activiteiten van Stora Enso, maar van het wegverkeer.

Effectenbeschrijving en beoordeling van de toekomstige toestand

Het projectvoornemen vereist geen significante wijzigingen aan de bestaande installaties.

Aangezien dit project een uitbreiding van de verwerkingscapaiteit van een bestaande installatie (EC2) betreft, gaat dit project niet gepaard met een afbraak- of aanlegfase.

Er zullen bijgevolg geen nieuwe effecten op het vlak van geluid veroorzaakt worden door de toekomstige situatie. De effecten blijven dezelfde als deze van heden. Aangezien actueel het geluidsklimaat van de activiteiten van Stora Enso overstemt wordt door externe geluidsbronnen (het wegverkeer) zal dit in de toekomst evenzeer het geval zijn.

Conclusie, milderende maatregelen en aanbevelingen

In de geplande situatie wordt de verbrandingscapaciteit van RWZI-slib op installaties EC2 verhoogd. Er zijn geen significante wijzigingen voorzien aan de bestaande installaties. Het project gaat eveneens niet gepaard met een afbraak- of aanlegfase. Er zullen bijgevolg geen nieuwe effecten op het vlak van geluid veroorzaakt worden door de geplande situatie (impactscore 0).

Gezien er geen nieuwe effecten verwacht worden (impactscore 0), zijn verdere maatregelen of

aanbevelingen niet noodzakelijk.

Page 58: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 58 van 69

9 Discipline Mens

In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de verkeerstechnische aspecten, gezondheidsaspecten en mogelijke hinder verbonden van de exploitatie van de site.

Beschrijving van de bestaande toestand

Verkeer

Het terrein van Stora Enso is ontsloten voor drie transportmodi:

• Weg: via de kanaalweg N458 – N474. De kanaalweg sluit in het zuiden aan op de N456 en het stedelijk wegennet van Gent (Wondelgem, Meulestede) en via de Langerbrugsestraat en de Burggravenlaan – Kerkbruggestraat op de R4-West. De Burggravenlaan en Langerbrugsestraat worden niet gebruikt door het vrachtwagenverkeer van/naar Stora Enso. Deze straten werden, zoals eerder aangehaald, voorzien van een vrachtwagensluis. De ontsluitingsroutes worden weergegeven in de figuren van het volledige MER.

• Spoor: Stora Enso beschikt over een eigen spoorontsluiting naar spoorlijn 55 en het station van Langerbrugge (500 m ten noorden van het bedrijf). Deze spoorontsluiting is echter niet meer in gebruik.

• Water: Stora Enso beschikt over een aanlegkade voor zee- en binnenschepen aan de Ringvaart. Hier meren regelmatig schepen aan voor de levering van hout voor de energiecentales. Stora Enso beschikt ook over een aanlegkade voor zee- en binnenchepen aan het Kanaal Gent-Terneuzen. Hier worden af en toe binnenschepen geladen met balen karton (afkomstig van de sortings). Er is echter geen aanlegsteiger voorzien.

Naast het woon-werkverkeer van de ca. 400 werknemers genereert Stora Enso uiteraard heel wat vrachtverkeer: aanvoer van oud papier, houtafval, kaolien, chemicaliën en verpakking, afvoer van afgewerkt papier en verbrandingsas. Het overgrote deel van de aan- en afvoer gebeurt momenteel over de weg: gemiddeld 194 vrachtwagens van 25 ton per dag (116 inkomend en 78 uitgaand). Het wegtransport vindt hoofdzakelijk plaats van maandag tot vrijdag tussen 5u00 en 21u00. Gezien de processen 24/7 lopen, kunnen er buiten deze periode ook wegtransporten zijn.

Momenteel verloopt het overgrote deel van de aan- en afvoer via de weg. Stora Enso heeft in het verleden reeds getracht om een groter aandeel via het water en het spoor te vervoeren. Om economische redenen is het aandeel in deze transportmodi beperkt gebleven. Dit heeft als gevolg dat actueel slechts ca. 0,5 % van het transport voor wat betreft de aanvoer verloopt via een andere modus dan vrachtwagen.

Tabel 9-1: Overzichtstabel getransporteerde hoeveelheden op jaarbasis (weg/schip)

Aantal transporten Tonnage

Aanvoer

▪ Oud papier 25.000 600.000

▪ Brandstoffen 16.000 354.000

▪ Hulpstoffen 3.000 71.000

Totaal aanvoer 44.000 1.025.000

Afvoer

▪ Afvalstoffen verbranding 3.400 93.000

▪ Andere afvalstromen 700 8.500

Page 59: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 59 van 69

▪ Afgewerkt papier (weg) 19.300 473.000

Totaal afvoer 23.400 574.500

Hieruit volgend kunnen het aantal voertuigen per dag bepaald worden. Het verkeer van Stora Enso bestaat uit volgende verkeersstromen (aantal voertuigen per werkdag):

Tabel 9-2: Overzichtstabel voertuigen per dag

Aantal voertuigen/dag Gemiddelde Maximaal

Vrachtwagens

Aanvoer 180 250

Afvoer 95 135

Totaal vrachtwagens 275 385

Personenwagens

Personeel 260 300

Bezoekers 25 60

Totaal personenwagens 285 360

Totaal pae* 835 1.130

* Pae = personenauto-equivalent (1 vrachtwagen = 2 personenwagens)

Ruimtegebruik en betrokken populatie

Het bedrijfsterrein Stora Enso Langerbrugge is gelegen binnen industrieel havenlandschap. Het terrein wordt in het oosten begrensd door het Kanaal Gent-Terneuzen, in het zuiden door de Ringvaart, in het westen door de kanaalweg N458 (Langerbruggekaai – Wondelgemkaai) en spoorlijn 55 (haven-spoorweg voor de westelijke kanaalhoever), en in het noorden door een oude arm van het Kanaal Gent-Terneuzen (waarvan het zuidelijk deel gedempt werd om o.a. de uitbreiding van Stora Enso mogelijk te maken). De R4-West (primaire weg) loopt ca. 500 m ten westen van het bedrijfsterrein.

In het noordoosten grenst Stora Enso Langerbrugge aan de jachthaven van Langerbrugge, gelegen op de kop tussen de nieuwe en de oude loop van het Kanaal Gent-Terneuzen. Hier bevinden zich ook een tiental woningen. Deze woonzones grenzen aan het projectgebied en zijn gelegen op ong. 100 m van de bedrijfsgebouwen van Stora Enso Langerbrugge. Tussen de kanaalweg en de spoorweg liggen enige woningen langs de Kluizensteenweg (op ca. 300 m van het projectgebied).

Aan de overzijde van de spoorweg vertrekken twee woonlinten: in noordelijke richting langs de Burggravenlaan naar Kerkbrugge, en in westelijke richting langs de Langerbrugsestraat naar Evergem (dat ten westen van de R4-West ligt). Deze beide woonkernen liggen op resp. 450 m en ca. 150 m van het projectgebied.

Page 60: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 60 van 69

Figuur 9-1: Indicatieve aanduiding met rode cirkel van de woonkernen in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Open Streetmap)

In het studiegebied bevinden zich geen ziekenhuizen. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis Sint-Lucas bevindt zich op meer dan 4 km ten zuiden van het projectgebied. In de omliggende woonkernen Kerkbrugge-Langerbrugge en Evergem zijn faciliteiten voor kleuter, lager en secundair onderwijs, baby- en peuteropvang en ouderenvoorzieningen aanwezig. De minimale afstand tot de site van Stora Enso Langerbrugge bedraagt ong. 500 m. In beide woonkernen zijn eveneens een talrijk aantal sportaccommodaties gelegen.

Veiligheid

Stora Enso Langerbrugge is geen seveso-inrichting. Het projectgebied is wel in de nabijheid van meerdere seveso-inrichtingen gelegen.

Gezondheid

Er werd een analyse uitgevoerd naar de mogelijke emissies die een invloed kunnen hebben op de gezondheid van de omwonenden. Hiervoor werd een selectie gemaakt van de relevante stressoren en parameters die vanwege de activiteiten van Stora potentieel een invloed zouden kunnen hebben. Dit werd nagegaan voor de huidige situatie.

Uit deze analyse blijkt dat in de huidige situatie met betrekking tot de algemene luchtkwaliteit in de omgeving voor enkele relevante parameters, zoals bvb. fijn stof en stikstofoxide, de gezondheidskundige advieswaarden overschreden worden.

Effectbespreking en -beoordeling

Verkeer

In de geplande situatie wordt de verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 verhoogd met 40.000 ton/jaar RWZI-slib. De aanvoer van deze 40.000 ton extra RWZI-slib zal volledig gebeuren door middel van vrachtwagens. Rekening houdend met 28 ton per vracht en verspreid over 250 dagen, zijn er gemiddeld 6 vrachtwagens per dag aanvoer te verwachten. Het woon-werkverkeer wijzigt niet.

Page 61: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 61 van 69

Ten opzichte van het transport in de referentietoestand (835 pae per dag) zal de bijdrage van de aanvoer van 40.000 ton extra RWZI-slib (12 pae per dag) beperkt blijven, namelijk een toename van minder dan 2 %.

De toename van 6 vrachtwagens per dag zal niet leiden tot een significante toename van het verkeer op de omliggende wegenis. De bijdrage tegenover de wegcapaciteiten in de omgeving zal geen relevante verandering veroorzaken. Het effect wordt verwaarloosbaar ingeschat.

Gezondheid

In de geplande situatie wordt de verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 verhoogd met 40.000 ton/jaar RWZI-slib. Deze uitbreiding gaat niet gepaard met een afbraak- of aanlegfase. Er zijn bijgevolg enkel gezondheidseffecten mogelijk in de exploitatiefase.

Uit de luchtmodelleringen kan ook bepaald worden in welke mate de luchtemissies bijdragen tot de luchtkwaliteit in de omgeving, waarbij dit dan specifiek getoetst wordt ten aanzien van de gezondheidskundige advieswaarden van de relevante parameters. Uit deze analyse blijkt dat dit project, namelijk het verbranden van extra 40.000 ton RWZI-slib geen significante, tot maximaal een beperkte impact heeft op deze gezondheidskundige advieswaarden in de omgevingslucht, voor o.a; de parameters fijn stof, stikstofoxide of dioxines. Voor benzeen wordt er wel een significante bijdrage berekend, echter de immissie met inbegrip van de bestaande installaties is lokaal reeds groter dan de GAW waardoor de immissie na het project ook boven de GAW ligt en het effect voor benzeen conform het Richtlijnenboek Mens – Gezondheid in principe verstrengd wordt tot een significant negatief effect. Echter kan gesteld worden dat dit een eerder theoretische oefening is, aangezien benzeen slechts een beperkt deel van de TOC zal vormen en er gerekend wordt met de grenswaarde, die hoger ligt dan de werkelijke gemeten waarden, waardoor kan aangenomen worden dat de bijdrage van dit project dus ook als beperkt beschouwd kan worden.

De bijdrage van Stora Enso Langerbrugge is aldus niet significant en er stelt zich geen probleem wat milieu/gezondheid betreft.

9.2.2.1 Geur

Zoals aangegeven in discipline Lucht zal de verhoging van de verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 met 40.000 ton/jaar RWZI-slib geen extra geurhinder veroorzaken. Voor de mogelijke geurhinder bij het lossen van het RWZI-slib, is een studie lopende om een extra geurmilderende maatregel te voorzien, namelijk een specifieke lostrechter voor het lossen van RWZI-slib in de biomassa losput. Bijgevolg wordt geurhinder als gevolg van het project verwaarloosbaar ingeschat (0).

9.2.2.2 Geluid

Uit de discipline Geluid blijkt dat het omgevingsgeluid ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijft door de capaciteitsuitbreiding van de verbrandingsinstallatie EC2 met de verwerking van 40.000 ton RWZI-slib. Er wordt dan ook geen geluidshinder verwacht t.g.v. de capaciteits-uitbreiding. Daardoor is ook de impact op het aantal ernstig gehinderden verwaarsloosbaar.

In de discipline Geluid werd geconcludeerd dat het geluidsklimaat van de activiteiten van Stora Enso Langerbrugge overstemt wordt door externe geluidsbronnen, meer bepaald het wegverkeer en dat dit in de toekomst zo zal blijven. Ten opzichte van het transport in de referentietoestand zal de bijdrage van de aanvoer van 40.000 ton extra RWZI-slib beperkt blijven, namelijk een toename van minder dan 2 %. De invloed van deze beperkte toename op het verkeer van de R4 is verwaarloosbaar. Daardoor is de impact op het aantal ernstig gehinderden eveneens verwaarloosbaar.

Vanuit het aspect Mens – Gezondheid zullen ten gevolge van de capaciteitsuitbreiding geen gezondheidsrisico’s en/of hinder effecten ontstaan (0).

Page 62: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 62 van 69

9.2.2.3 Legionella

De capaciteitsuitbreiding van de verbrandingsinstallatie EC2 met de verwerking van 40.000 ton RWZI-slib heeft geen invloed op de werking van de koeltoren dat instaat voor de koeling van EC2. Het legionellabeheersplan in de referentietoestand blijft behouden. Infectiegevaar wordt beperkt geacht.

Conclusie, milderende maatregelen en aanbevelingen

Stora Enso Langerbrugge zorgt voor een belangrijke verkeersgeneratie, vnl. vrachtwagenverkeer ten gevolge van de aan/afvoer van (oud)papier en brandstoffen. De toename van 6 vrachtwagens per dag als gevolg van de uitbreiding van het verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 met 40.000 ton/jaar RWZI-slib zal niet leiden tot een significante toename van het verkeer op de omliggende wegenis. De bijdrage tegenover de wegcapaciteiten in de omgeving zal geen relevante verandering veroorzaken. Het effect wordt verwaarloosbaar ingeschat.

De uitbreiding van het verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 met 40.000 ton/jaar RWZI-slib heeft geen significante, tot maximaal een beperkte impact op de gezondheidskundige advieswaarden in de omgevingslucht voor o.a. de polluenten fijn stof, stikstofoxide of dioxines. Voor benzeen wordt er wel een significante bijdrage berekend, echter de immissie met inbegrip van de bestaande installaties is lokaal reeds groter dan de GAW waardoor de immissie na het project ook boven de GAW ligt en het effect voor benzeen conform het Richtlijnenboek Mens – Gezondheid in principe verstrengd wordt tot een significant negatief effect. Echter kan gesteld worden dat dit een eerder theoretische oefening is, aangezien benzeen slechts een beperkt deel van de TOC zal vormen en er gerekend wordt met de grenswaarde, die hoger ligt dan de werkelijke gemeten waarden, waardoor kan aangenomen worden dat de bijdrage van dit project dus ook als beperkt beschouwd kan worden.

Stora Enso Langerbrugge voert het recent gereviseerde legionellabeheersplan uit, conform aan de richtlijnen van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Infectiegevaar wordt beperkt geacht.

Tenslotte wordt door de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 met 40.000 ton/jaar RWZI-slib geen overlast voor de bevolking verwacht. Psychosomatische effecten en hinder worden niet significant beoordeeld.

Page 63: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 63 van 69

10 Overige disciplines

Discipline Biodiversiteit

Aangezien er geen rechtstreekse ingrepen zijn (geen stedenbouwkundige handelingen in het projectgebied) op de discipline biodiversiteit, worden enkel de mogelijke indirecte effecten besproken.

Uit onderstaand uittreksel van de biologische waarderingskaart blijkt dat het projectgebied volledig gelegen is binnen biologisch minder waardevol gebied, namelijk industrie (ui). Het projectgebied kent voornamelijk industriële bebouwing en verharde terreinen.

Figuur 10-1: Biologische waarderingskaart versie 2 in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt)

Beschermde gebieden, zoals natura 2000-gebieden, VEN-gebieden en natuurgebieden bevinden zich op minstens 5 km. Aan de overzijde van de Wondelgemkaai en spoorlijn ter hoogte van de biologisch waardevolle zones volgens de BWK is het erkend natuurreservaat ‘Kiekebossen’ (res.nr. E-413) gelegen

In de geplande situatie wordt de verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 verhoogd met 40.000 ton/jaar RWZI-slib. In de discipline Lucht wordt geoordeeld dat de verwachte impact van deze uitbreiding verwaarloosbaar is voor alle relevante polluenten, waaronder NO2 en SO2.. Er wordt geen significant effect van de eutrofiërende deposities van Stora Enso Langerbrugge verwacht.

Zoals beschreven in discipline Water, wordt verwacht dat in de geplande situatie de kwaliteit van het gecapteerde en geloosde water vergelijkbaar zal zijn met dat van in de referentietoestand. De hoeveelheid afvalwater vanuit EC2 naar de waterzuivering van het bedrijf is uiterst minimaal ten opzichte van het afvalwater afkomstig van de papierproductie. Meetbare verschillen aan het influent naar de WZI zijn dan ook niet te verwachten. Bijgevolg wordt ook geen wijziging voor de aquatische biota verwacht.

Page 64: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 64 van 69

Discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

In de geplande situatie wordt de verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 verhoogd met 40.000 ton/jaar RWZI-slib. Deze uitbreiding heeft geen impact op de landschapsstructuur, erfgoedwaarden, archeologie of perceptieve kenmerken/landschapsbeeld.

Gezien de ligging van het bedrijf binnen een industriële omgeving (Gents Havengebied) vormen de kenmerkende elementen van het bedrijf geen storende elementen in de omgeving. In de nabije omgeving zijn vele schoorstenen en hoge gebouwen die beduidend hoger zijn dan de installaties van Stora Enso. De site ligt ingekapseld in het ruimer havenlandschap. Het talud van de havenspoorweg, de loodsen van het houtbedrijf Van Hoorebeke en bomenrijen schermen Stora Enso visueel grotendeels af van de vallei van de Nieuwe Kale en van het landelijk gebied ten noorden van de Langerbrugsestraat, met o.a. het park van het Goed ten Boekel. Enkel de schoorstenen (65 m hoog) zijn zichtbaar vanuit het noorden. De visuele impact van Stora Enso op het landelijk gebied is en blijft veel kleiner dan die van de elektriciteitscentrale van Langerbrugge. Er is wel een sterke visuele relatie tussen Stora Enso en de overzijde van het Kanaal Gent-Terneuzen, maar dit is eveneens havengebied.

In relatie met archeologie worden geen effecten verwacht aangezien er geen graafwerken voorzien worden.

Ten aanzien van de sites met bouwkundig erfgoed is er eveneens geen effect te verwachten. De waardevolle elementen in de omgeving worden op geen enkele manier beïnvloed voor de capaciteitsuitbreiding van de verbrandingsinstallatie EC2.

Klimaat

Stora Enso Langerbrugge heeft een hoog energieverbruik wegens het energie-intensieve proces bij de productie van papier. De noodzakelijke thermische en elektrische energie wordt hoofdzakelijk op de site zelf geproduceerd in eigen energiecentrales (EC1 en EC2). De biomassa krachtcentrale (EC1) en de multifuel WKK (EC2) staan in voor meer dan 75% van de elektriciteitsbehoefte en 100% van de warmtebehoefte van het bedrijf. Gezien er gebruik wordt gemaakt van 70-80% hernieuwbare brandstoffen levert dit een grotendeels CO2-neutrale energieproductie op. Daarnaast levert Stora Enso Langerbrugge in de bestaande toestand reeds groene warmte aan Volvo Car d.m.v. een warmtenet, investeert Stora Enso ook verder in een studie voor de aanleg van bijkomende warmtenetten, en zijn drie windturbines actief.

Met voorliggend project wordt de verbrandingscapaciteit van EC2 vergroot met waterzuiveringsslib. Verbranding van rioolwaterzuiveringsslib is de enige en best beschikbare techniek. Door VEA wordt het rioolwaterzuiveringsslib gelijkgesteld met een 100 % hernieuwbare brandstof. Het project draagt bijgevolg bij aan het reduceren van de broeikasgasuitstoot.

Verder heeft het project geen invloed op wateroverlast, droogte of hittestress ten gevolge van klimaatverandering.

Page 65: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 65 van 69

11 Eindbespreking m.i.v. synthese van de milieueffecten en milderende maatregelen

Om een overzicht te krijgen van het belang van de verschillende effecten wordt voor elk effect volgende indelingswijze/scoretoekenning4 gehanteerd:

aanzienlijk negatief (-3) aanzienlijk positief (+3)

negatief (-2) positief (+2)

beperkt negatief (-1) beperkt positief (+1)

geen significant effect (0)

Na de bespreking en evaluatie van de effecten worden – waar nuttig en mogelijk – milderende maatregelen / aanbevelingen voorgesteld ter eliminatie, beperking of compensatie van de effecten. Op basis van de grootte van de toegekende scores zal kunnen afgeleid worden in hoeverre de deskundigen een effect belangrijk vinden, in hoeverre een maatregel vereist geacht wordt, en welke de impact is van deze maatregel (resterend effect). Het resterend effect wordt op gelijkaardige wijze beoordeeld als het oorspronkelijk effect.

Inleiding

Stora Enso produceert papier op haar site Langerbrugge te Gent. Tevens bevinden er zich op deze site

ondersteunende installaties, zoals o.a. de verbrandingsinstallaties EC1 en EC2.

Stora Enso wenst de vergunde capaciteit voor de verbranding van WZI-slib in EC2 op te trekken. Er

komt 40.000 ton/jaar RWZ slib bij de vergunde 76.500 ton/jaar RWZ slib, waardoor de totale

vergunde hoeveelheid tot 116.500 ton/jaar stijgt.

Rubriek eenheid EC 1 EC 2 Totaal

2.3.4.2 g) Ton/jaar 35000 81.500 116.500

In 2011 werd door Antea Group een project-MER opgesteld, in kader van de toenmalige hervergunning

van de volledige site (papierproductie, verbrandingsinstallatie en overige ondersteunende functies,

zoals bv. de WZI). In de voorbije jaren werden er verschillende wijzigingen en uitbreidingen

aangevraagd en vergund. Deze hadden allen betrekking op de verbrandingsinstallatie (uitbreiding met

C-hout, uitbreiding capaciteit verbranding WZI-slib). Er zijn geen uitbreidingen aan andere installaties

aangevraagd. De nu voorliggende uitbreiding zorgt ervoor dat cumulatief (sinds het laatste

goedgekeurde MER) de MER-drempelwaarde overschreden wordt, waardoor de opmaak van een

nieuw MER vereist is.

Aan de overige activiteiten op de site worden geen wijzigingen of uitbreidingen voorzien.

4 Er wordt in het MER getracht de voorgestelde terminologie op consequente wijze te gebruiken, conform het richtlijnenboek algemene methodologie, doch het kan voorkomen dat in bepaalde disciplines niet steeds dezelfde terminologie bij gelijke scores wordt gebruikt. In de verschillende disciplinespecifieke richtlijnenboeken wordt ook verschillende terminologie gebruikt. In dit MER is daarom gekozen voor de termen beperkt, negatief/positief en aanzienlijk. Daar waar in dit MER de termen “zwak”, “gering” of “licht” gebruikt wordt, komt dit dus overeen met een “beperkt significant effect”.

Page 66: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 66 van 69

In dit hoofdstuk wordt verder een samenvattend overzicht gegeven van het besluit van de disciplines die in dit MER aan bod kwamen.

Conclusie discipline Bodem

In de geplande situatie wordt de verbrandingscapaciteit van RWZI-slib op installaties EC2 verhoogd. Er zijn geen werkzaamheden voorzien die een impact kunnen hebben op de bodem. Het bijkomende materiaal dat verwerkt zal worden (RWZI-slib), is niet vervuild en wordt gelost in de bestaande stortput en opgeslagen in bestaande afgesloten silo’s, zodat het geen risico vormt voor de bodem. Er wordt steeds voldaan aan de bestaande regelgeving inzake opslag. Er worden geen significante effecten verwacht op de bodem.

De bestaande voorzieningen om nieuwe verontreinigingen te vermijden, worden als voldoende beschouwd om het risico te beperken. Er zijn geen verdere maatregelen of aanbevelingen noodzakelijk.

Conclusie discipline Water

In kader van de uitbreidingsaanvraag van de verbrandingscapaciteit voor RWZI-slib met 40.000 ton/jaar worden geen aanzienlijke effecten verwacht ten aanzien van grondwater. Er worden geen werken gepland die de bestaande ondergrond of kwaliteiten ingrijpend kunnen veranderen, geen bemalingen, geen bijkomende verhardingen en geen wijzigingen in de algemene bedrijfsvoering inzake grondwaterkwaliteit.

Ook ten aanzien van oppervlaktewater worden geen aanzienlijke effecten verwacht als gevolg. De uitbreiding van de verbrandingscapaciteit voor RWZI-slib met 40.000 ton/jaar heeft geen wijzigingen van de waterstromen tot gevolg. In de geplande situatie zal de kwaliteit van het gecapteerde en geloosde water vergelijkbaar zal zijn met dat van in de referentietoestand. De hoeveelheid afvalwater vanuit EC2 naar de waterzuivering van het bedrijf is minimaal ten opzichte van het afvalwater afkomstig van de papierproductie. Er worden geen meetbare verschillen aan het influent naar de WZI verwacht. Er zijn dan ook geen wijzigingen aan de eigen WZI voorzien.

Conclusie discipline Lucht/geur

Voor alle relevante polluenten is de verwachte impact van de uitbreiding van de EC2-capaciteit met

40.000 ton/jaar RWZI-slib verwaarloosbaar (impactscore 0). De bijdrage van het project zorgt voor

geen enkele polluent voor een overschrijding van 80% MKN.

Gezien de impact van alle polluenten verwaarloosbaar is (zonder overschrijding van 80% van de respectievelijke luchtkwaliteitsnorm), wordt geen onderzoek naar mogelijke milderende maatregelen zinvol geacht.

Het onderzoek naar kosteneffectiviteit i.k.v. NEC-reductiebeleid is niet relevant, aangezien het project uiterst beperkte emissiehoeveelheden veroorzaakt voor de parameters PM2,5, NOx, SO2 en NMVOS (TOC).

Verder wordt er geen extra geurhinder verwacht als gevolg van het projectvoornemen gezien de

continue werking van de verbrandingsinstallatie EC2 en de mogelijke ingrepen met betrekking tot de

specifieke lostrechter voor RWZI-slib in de biolosput voor RWZ.

Conclusie discipline Geluid

In de geplande situatie wordt de verbrandingscapaciteit van RWZI-slib op installaties EC2 verhoogd. Er zijn geen significante wijzigingen voorzien aan de bestaande installaties. Het project gaat eveneens niet gepaard met een afbraak- of aanlegfase. Er zullen bijgevolg geen nieuwe effecten op het vlak van geluid veroorzaakt woorden door de geplande situatie (impactscroe 0).

Page 67: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 67 van 69

Gezien er geen nieuwe effecten verwacht worden (impactscore 0), zijn verdere maatregelen of

aanbevelingen niet noodzakelijk.

Conclusie discipline Mens

Stora Enso Langerbrugge zorgt voor een belangrijke verkeersgeneratie, vnl. vrachtwagenverkeer ten gevolge van de aan/afvoer van (oud)papier en brandstoffen. De toename van 6 vrachtwagens per dag als gevolg van de uitbreiding van het verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 met 40.000 ton/jaar RWZI-slib zal niet leiden tot een significante toename van het verkeer op de omliggende wegenis. De bijdrage tegenover de wegcapaciteiten in de omgeving zal geen relevante verandering veroorzaken. Het effect wordt verwaarloosbaar ingeschat.

De uitbreiding van het verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 met 40.000 ton/jaar RWZI-slib heeft geen significante, tot maximaal een beperkte impact op de gezondheidskundige advieswaarden in de omgevingslucht voor o.a. de polluenten fijn stof, stikstofoxide of dioxines. Voor benzeen wordt er wel een significante bijdrage berekend, echter de immissie met inbegrip van de bestaande installaties is lokaal reeds groter dan de GAW waardoor de immissie na het project ook boven de GAW ligt en het effect voor benzeen conform het Richtlijnenboek Mens – Gezondheid in principe verstrengd wordt tot een significant negatief effect. Echter kan gesteld worden dat dit een eerder theoretische oefening is, aangezien benzeen slechts een beperkt deel van de TOC zal vormen en er gerekend wordt met de grenswaarde, die hoger ligt dan de werkelijke gemeten waarden, waardoor kan aangenomen worden dat de bijdrage van dit project dus ook als beperkt beschouwd kan worden.

Stora Enso Langerbrugge voert het recent gereviseerde legionellabeheersplan uit, conform aan de richtlijnen van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Infectiegevaar wordt beperkt geacht.

Tenslotte wordt door de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van de verbrandingsinstallatie EC2 met 40.000 ton/jaar RWZI-slib geen overlast voor de bevolking verwacht. Psychosomatische effecten en hinder worden niet significant beoordeeld.

Conclusie overige discipline

Discipline Biodiversiteit

De geplande situatie is vergelijkbaar met de referentietoestand. Voor wat betreft de verzurende en eutrofiërende deposities wordt de impact van capaciteitsuitbreiding van de verbrandingsinstallatie EC2 met 40.000 ton/jaar RWZI-slib verwaarloosbaar verwacht.

In de geplande situatie zal de kwaliteit van het gecapteerde en geloosde water vergelijkbaar zijn met dat van in de referentietoestand. De impact op aquatische biota blijft hetzelfde als in de referentietoestand.

Discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Rekening houdend met de aanwezigheid in een industriegebied en de beperkte impact (geen nieuwe constructies) zijn er geen significante effecten op het landschap te verwachten. De huidige afscherming is bijgevolg voldoende, rekening houdende met de ligging van het bedrijf en de dominerende landschapskenmerken van het industriegebied. Een bijkomende integratie d.m.v. een groenscherm zal geen significante bijkomende waarde hebben t.a.v. de landschappelijke kenmerken gezien de hoogte van de bestaande gebouwen.

In relatie met archeologie zijn er geen effecten, gezien er geen bouw- of graafwerken voorzien zijn.

Discipline Mens – Ruimtelijke aspecten

De uitbreiding in de geplande situatie geeft een verdere invulling van de geldende ruimtelijke bestemming. Er zijn geen effecten in relatie tot de discipline Mens – Ruimtelijke aspecten.

Page 68: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 68 van 69

Klimaat

Met voorliggend project wordt de verbrandingscapaciteit van EC2 vergroot met waterzuiveringsslib. Verbranding van rioolwaterzuiveringsslib is de enige en best beschikbare techniek. Door VEA wordt het rioolwaterzuiveringsslib gelijkgesteld met een 100 % hernieuwbare brandstof. Het project draagt bijgevolg bij aan het reduceren van de broeikasgasuitstoot.

Verder heeft het project geen invloed op wateroverlast, droogte of hittestress ten gevolge van klimaatverandering.

Synthese van de effecten en de milderende maatregelen/optimalisaties

In onderstaande tabel worden de effecten en de verschillende noodzakelijke milderende maatregelen en maatregelen ter optimalisatie/aanbevelingen samengevat. De algemene effecten zijn in voorgaande paragrafen beknopt samengevat.

De maatregelen/aanbevelingen in de tabel dienen voor details steeds samen te worden gelezen met de effecten en maatregelen/aanbevelingen zoals geschreven in de betreffende disciplines. Dit hoofdstuk betreft immers een samenvatting waarin niet alles letterlijk kan worden overgenomen.

Tabel 11-1: Samenvatting effectbeoordeling en milderende maatregelen / maatregelen ter optimalisatie / aanbevelingen

Effectgroep Score Maatregelen (noodzakelijk (MM) en optimalisaties (O))

Score na MM

BODEM

Bodemverontreiniging 0 / /

WATER

Grondwaterkwaliteit 0 / /

Oppervlaktewaterkwaliteit 0 / /

Oppervlaktewaterkwantiteit 0 / /

Rationeel watergebruik 0 / /

LUCHT

Immissies 0 / /

Geurhinder 0 / /

GELUID

Geluid t.g.v. exploitatie 0 / /

Geluid t.g.v. verkeer 0 / /

MENS

Verkeer 0 / /

Gezondheid

- Lucht -2 / -2

- Geur 0 / /

- Geluid 0 / /

- Legionella -1 / /

Page 69: MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI ...Geleide emissie Een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en een in

4630303008– Aanmelding/Ontwerp-MER uitbreiding WZI-slib Stora Enso – NTS – V3 pagina 69 van 69

Effectgroep Score Maatregelen (noodzakelijk (MM) en optimalisaties (O))

Score na MM

Psychosomatische effecten 0 / /

Overige disciplines

Biodiversiteit 0 / /

Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

0 / /

Mens – Ruimtelijke aspecten 0 / /