Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

12
DIRK VAN KEULEN, GEORGE HARINCK, GIJSBERT VAN DEN BRINK (RED.) men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken verder met van ruler

description

Een fragment

Transcript of Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

Page 1: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

DIRK VAN KEULEN, GEORGE HARINCK, GIJSBERT VAN DEN BRINK (RED.)

men

moet telk

ens o

pnieuw

de reuzen

zwaai a

an de rek

stok m

aken

Internationaal winnen de inzichten van dr. A.A. van Ruler aan betekenis en nationaalblijkt zijn theologische inzet uiterst actueel.Deze bundel bevat de bijdragen van hetinternationale Van Ruler-congres 2008 datwerd gehouden ter gelegenheid van zijnhonderdste geboortedag.

Met bijdragen van: W.J. van Asselt, A. van de Beek,G. van den Brink, M.E. Brinkman, L.J. van denBrom, P. van den Heuvel, W.J. op ’t Hof, F.G. Immink, A.J. Janssen, D. van Keulen, C. van der Kooi, C. Lombard, J. Moltmann en J.P. de Vries.

www.uitgeverijboekencentrum.nl

9 789023 923633

men moet telkens opnieuwde reuzenzwaaiaan de rekstok

maken

verder met van rulerNUR 700

ISBN 978 90 239 2363 3

Van KeulenHarinckVan denBrink (red.)

Verder met Van Ruler:Opmaak 1 07-07-09 14:46 Pagina 1

Page 2: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

A.A. van Ruler (ca. 1932)

(foto: Archief familie Van Ruler)

Page 3: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de

rekstok maken

Verder met Van Ruler

Dirk van Keulen, George Harinck,

Gijsbert van den Brink (red.)

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Page 4: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

www.uitgeverijboekencentrum.nl www.aavanruler.nl Vormgeving omslag: Studio Anton Sinke, Nieuwerkerk a/d IJssel Vormgeving binnenwerk: Dirk van Keulen ISBN 978 90 239 2363 3 NUR 700 © 2009 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou-digd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar ge-maakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schrif-telijke toestemming van de uitgever.

Page 5: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

Inhoud

Inleiding 7 Bram van de Beek De theologie van Van Ruler 13 Christo Lombard Van Ruler en die ‘ware Calvyn’: waarheen met die gereformeerde tradisie? 23 Luco J. van den Brom Koninkrijk Gods in actie: Van Rulers actuele Godsbegrip 37 C. van der Kooi De moed tot leven. Enkele lijnen in Van Rulers pneumatologie 47 Jurjen P. de Vries Van Rulers theocratisch visioen 57 Dirk van Keulen ‘We zijn een grap van God’. Van Ruler over de vreugde 64 Willem J. van Asselt A.A. van Rulers waardering van en omgang met de gereformeerde scholastiek 80 Dirk van Keulen Van ‘His master’s voice’ naar respectvolle kritiek A.A. van Rulers verhouding tot de theologie van Karl Barth 94 Jürgen Moltmann Gestaltwerdung Christi in der Welt Zur aktuellen Bedeutung der Theologie Arnold van Rulers 113 Gerrit Immink De plaats van Van Ruler in de praktische theologie 126 Gijsbert van den Brink Van Ruler in de Nederlandse Hervormde Kerk 137

Page 6: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

6 Piet van den Heuvel Van Ruler en de hervormde kerkorde 151 W.J. op ’t Hof A.A. van Rulers visie op de Nadere Reformatie en de ultragereformeerden en de receptie van zijn theologie onder de niet-hervormden van hen 165 Martien E. Brinkman De gereformeerden en Van Ruler 177 Allan J. Janssen A.A. van Ruler’s Influence in the Reformed Church in America 192 Afkortingen 200 Personalia auteurs 203 Register van namen 205

Page 7: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

Inleiding Op 10 december 2008 was het precies honderd jaar geleden dat Ar-nold Albert van Ruler in Apeldoorn werd geboren. Ter gelegenheid daarvan werd die dag aan de Vrije Universiteit een congres gehouden om stil te staan bij de betekenis van zijn persoon en werk voor kerk, theologie en samenleving. Dit congres was georganiseerd door de Fa-culteit der Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit, het eveneens aan de Vrije Universiteit gevestigde Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800 tot heden), de Protestantse Theo-logische Universiteit en de Stichting Van Ruler. Als hervormd predikant te Kubaard (1933-1940) en te Hilversum (1940-1947), als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht (1947-1970) en als auteur en spreker heeft Van Ruler grote invloed uitgeoe-fend binnen en buiten de Nederlandse Hervormde Kerk. Zo is bijvoor-beeld de hervormde kerkorde van 1951, die van zo fundamenteel be-lang is geweest voor de Nederlandse Hervormde Kerk, mede door hem bepaald. Generaties hervormde predikanten zijn op zijn colleges gevormd.

Vooral via zijn publicaties en zijn radiotoespraken reikte zijn stem ver. Zijn bibliografie1 telt ruim achthonderd titels, die afwisselend wetenschappelijk en populariserend van aard zijn. Een aanzienlijk deel daarvan is uitgegeven in boeken, kranten en tijdschriften. Een deel van de niet-gepubliceerde teksten wordt opgenomen in zijn Ver-zameld Werk, waarvan thans twee delen zijn verschenen. De grootste kring van hoorders bereikte Van Ruler door middel van zijn tweewe-kelijkse meditaties voor de AVRO-radio. Gemiddeld trokken deze on-geveer vierhonderdvijftigduizend luisteraars.

Omdat zijn invloed groot was, wordt Van Rulers naam dikwijls in een adem genoemd met die van K.H. Miskotte (1894-1976) en O. Noordmans (1871-1956). Samen gelden zij als ‘de grote drie’ theolo-gen van de Nederlandse Hervormde Kerk in de twintigste eeuw. In deze bundel zijn de teksten verzameld die zijn uitgesproken op het congres van 10 december 2008. Anders dan twee eerdere artikelenver-zamelingen over Van Rulers werk – Woord en werkelijkheid en De

1. Deze is te vinden in de Archiefinventaris (vgl. de lijst met afkortingen achterin dit

boek).

Page 8: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

8 waarheid is theocratisch2 – draagt deze bundel een internationaal karakter. Dit is mede een gevolg van het feit dat de belangstelling voor Van Rulers theologie buiten Nederland groeit. Tijdens zijn leven was de interesse voor zijn werk in het buitenland over het geheel genomen gering. Weliswaar heeft hij met zijn in 1955 verschenen – en in 1971 ook in het Engels vertaalde – brochure Die christliche Kirche und das Alte Testament de nodige aandacht getrokken.3 Maar op een andere Duitstalige brochure, Gestaltwerdung Christi in der Welt, is veel min-der gereageerd. In 1989 verzorgde John Bolt de uitgave van een aantal sleutelteksten in het Engels.4 Sindsdien groeit de aandacht voor Van Rulers theologie in de Engelstalige wereld. Dit komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in de promotie (in 2005) van de Amerikaan Allan J. Jans-sen aan de Vrije Universiteit op een studie over Van Rulers ambts-leer.5 Ook werd op 5 oktober 2007 door New Brunswick Theological Seminary en Princeton Theological Seminary (U.S.A.) onder de titel ‘Making All Things New: Explorations in the Trinitarian Theology of A.A. van Ruler’ te New Brunswick een conferentie over Van Rulers werk georganiseerd. Het internationale karakter van deze bundel blijkt uit een drietal buitenlandse bijdragen. Met het oog op het internationale perspectief zijn deze niet in het Nederlands vertaald, maar zijn zij opgenomen in de taal waarin zij op 10 december hebben geklonken: Duits (Molt-mann), Afrikaans (Lombard) en Engels (Janssen). In de rangschikking van de teksten is binnen de bundel een tweedeling aangebracht. De eerste acht teksten concentreren zich interpreterend op aspecten van leven en werk van Van Ruler. Daarna volgen zeven bijdragen waarin de receptie van zijn werk centraal staat. De naam Karl Barth is de schakel die beide delen van de bundel met elkaar ver-bindt.

2. P.F.Th. Aalders, e.a., Woord en werkelijkheid. Over de theocratie. Een bundel

opstellen in dankbare nagedachtenis aan Prof. Dr. A.A. van Ruler, Nijkerk 1973; Gerrit Klein en Dick Steenks (red.), De waarheid is theocratisch. Bijdragen tot de waardering van de theologische nalatenschap van Arnold Albert van Ruler, Baarn 1995.

3. Zie daarvoor: Dirk van Keulen, ‘Inleiding’, in: VW2, 46-79. 4. Arnold A. van Ruler, Calvinist Trinitarianism and Theocentric Politics. Essays

Toward a Public Theology, translated by John Bolt, Lewiston/Queenston/Lampeter 1989 (Toronto Studies in Theology, Vol. 38).

5. Allan J. Janssen, Kingdom, Office and Church. A Study of A.A. van Ruler’s Doc-trine of Ecclesiastical Office, Grand Rapids/Cambridge 2006.

Page 9: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

9 De eerste tekst is van de hand van Bram van de Beek. Hij biedt een korte introductie in de theologie van Van Ruler. Diverse kernthema’s uit zijn theologie passeren daarbij de revue: de schepping, de vreugde, Christus, de zonde, de verzoening, de Geest, politiek, de kerk, enzo-voorts. Het is geen toeval dat deze in andere bijdragen in deze bundel terugkeren. Christo Lombard benadrukt de blijvende internationale relevantie van Van Rulers werk. Hij grijpt het Calvijnjaar (2009) aan om een portret te schetsen van Van Ruler als calvinistisch theoloog. Aan de hand van een reeks voor Van Rulers theologie kenmerkende grondge-dachten laat hij zien dat deze ten diepste door Calvijn was geïnspi-reerd en tegelijkertijd beoogt om de Verlichting in de Reformatie te integreren. Hij laat dit uitlopen op een reeks aanbevelingen voor de huidige gereformeerde theologie. Luco van den Brom verzamelt uit verschillende publicaties van Van Ruler kenmerken van diens Godsbegrip en probeert deze te sys-tematiseren. Van Ruler ziet God ‘als een dynamische God die zich voortdurend daadwerkelijk betrokken bij zijn schepping toont’. Om dat goed te verstaan, moeten we echter bedenken dat Van Ruler zich – anders dan bijvoorbeeld Karl Barth – verzet tegen een ‘dubbeldekker wereldbeeld’, waarin God handelt vanuit zijn eigen wereld, naast onze wereld. Opvallend is de parallel met sommige gedachten van Bon-hoeffer. Van Ruler heeft door de jaren heen gepleit voor een voluit trinita-rische theologie. In zijn eigen werk komt dit bijvoorbeeld tot uitdruk-king in zijn verzet tegen de christologische concentratie in Barths theologie en in zijn bijdragen aan de pneumatologie. Onder de titel ‘De moed tot leven’ analyseert C. van der Kooi enkele hoofdlijnen daaruit en plaatst deze tegen de achtergrond van het huidige zoeken naar een ‘pneumatheologie’. Van Rulers stem ‘die destijds al een zeer eigen en tegendraads geluid gaf, blijkt ook in het huidige debat nog immer tegendraads, prikkelend en is daardoor onverminderd de moei-te waard’. De theocratie is hetgeen waar Van Rulers theologie op uitloopt. Hoewel hij zich er terdege van bewust was hiermee een uitzonderlijke en eenzame positie in te nemen in de theologie, is hij er toch van over-tuigd ‘dat men in de éénentwintigste eeuw zal merken dat dit de clou van de hele grap is’.6 Het thema van de theocratie mag in deze bundel daarom niet ontbreken. Jurn de Vries laat de hoofdlijnen van Van Ru-

6. G. Puchinger, Hervormd-gereformeerd, één of gescheiden, Delft 1969, 366.

Page 10: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

10 lers visie zien en signaleert daarbinnen verschuivingen (door de jaren heen legt hij bijvoorbeeld sterker nadruk op tolerantie) en spanningen (bijvoorbeeld bij zijn zoektocht naar vormen voor democratie binnen een theocratisch bestel). Vreugde is – zoals ook Van de Beek laat zien – een kernwoord in de theologie van Van Ruler. Dirk van Keulen werkt dit verder uit en probeert de kleur, de aard daarvan te bepalen. Hij laat zien hoe bij Van Ruler in het begrip vreugde biografie en theologie samenkomen. Willem van Asselt snijdt een nieuw thema aan in het onderzoek van Van Rulers theologie: zijn houding tegenover de gereformeerde scholastiek. Anders dan bij veel van zijn tijdgenoten, was die houding positief: ‘Op veel plaatsen in zijn oeuvre spreekt hij bijna lyrisch over deze vorm van theologiebeoefening’. Van Asselt stelt vast dat Van Ruler veel van wat in het moderne onderzoek van de scholastiek naar voren is gekomen, reeds op eigen wijze heeft verwoord. Zijn eigen omgang met de zeventiende-eeuwse scholastiek bleef echter ‘enigs-zins eigenzinnig en diffuus’. In het voorafgaande is de naam van Karl Barth al enkele keren gevallen. Als theoloog werkend in het midden van de twintigste eeuw moest Van Ruler zich natuurlijk ook tot Barths theologie verhouden. Dirk van Keulen laat zien dat Van Rulers verhouding tot Barth zich kenmerkt door een wending: is hij in de tijd dat Barths theologie nog niet toonaangevend is in Nederland een getrouwe volgeling – later, in de tijd dat Barths theologie zijn duizenden verslaat, keert hij zich van Barth af en slaat hij eigen wegen in. Het respect voor Barth en de dankbaarheid voor de wending die Barth in de theologie bracht, zijn echter blijvend. Oorspronkelijk was deze tekst een lezing, uitgespro-ken op de eerder reeds genoemde Amerikaanse Van Ruler-conferentie te New Brunswick.

Na acht meer interpreterende bijdragen volgt een zevental teksten waarin de receptie en de invloed van Van Rulers werk centraal staan. De eerste is van de hand van Jürgen Moltmann. Hij legt uit hoe Van Ruler hem heeft bevrijd van de gedachte dat Karl Barth alles wat er in de systematische theologie te denken en te zeggen is, reeds heeft gedacht en gezegd en dat zo goed heeft gedaan dat er na Karl Barth geen andere of nieuwe theologie meer mogelijk zou zijn. Tevens trekt Moltmann de lijnen door naar de huidige tijd: wat is de actuele bete-kenis van Van Rulers theologie? Naast kritiek is er blijvende reden tot dank. Evenals Van den Brom wijst ook Moltmann op parallellen met de theologie van Bonhoeffer.

Page 11: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

11 Gerrit Immink schrijft over de plaats van Van Ruler in de prakti-sche theologie. Hij signaleert dat H. Jonker, J.J. Rebel en R. Bohren inzichten uit Van Rulers theologie vruchtbaar hebben gemaakt voor de praktische theologie. Begrippen als ‘theonome reciprociteit’ en ‘reali-sering van het heil’ bieden de praktisch theoloog de gelegenheid ‘om, ten eerste, theologisch te blijven spreken over de religieuze praxis, en, ten tweede, empirisch gefundeerde theologie te beoefenen’. Immink eindigt echter kritisch: hij benoemt ook enkele punten waar het vanuit de praktische theologie bezien bij Van Ruler aan schort. Gijsbert van den Brink inventariseert in zijn bijdrage Van Rulers verhouding tot de verschillende modaliteiten en stromingen die de Ne-derlandse Hervormde Kerk in de tweede helft van de twintigste eeuw rijk was: vrijzinnigen, midden-orthodoxie, confessionelen, Gerefor-meerde Bond. Het valt op dat Van Ruler, hoewel hij mogelijk lid is geweest van de Confessionele Vereniging en zich daarbij het meest thuis heeft gevoeld, altijd een eigen koers voer. Tot Van Rulers blij-vende betekenis behoort zijn streven ‘om de diverse modaliteiten in de NHK te betrekken op datgene waar het in het kerk-zijn wezenlijk om gaat, en zodoende ook op elkaar’. In de volgende bijdrage van Piet van den Heuvel blijven we nog even binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. Aan het begin van deze inleiding werd al gememoreerd dat Van Ruler zijn stempel heeft gezet op de hervormde kerkorde van 1951. Van den Heuvel voegt aan de reeds bestaande literatuur over dit thema nieuwe inzichten toe. Hij laat zien hoe Van Ruler betrokken is geraakt bij het werk aan de kerkorde; schetst vervolgens – onder meer aan de hand van ongepubliceerd materiaal – in het kort Van Rulers visie op het kerkrecht; en gaat daarna in op enkele momenten uit de ontstaansgeschiedenis van de kerkorde waarbij Van Ruler betrokken is geweest. In het bijzonder staat hij stil bij twee thema’s in dit verband: de oecumene en het insti-tuut van de bedieningen. W.J. op ’t Hof beschrijft Van Rulers visie op de Nadere Reforma-tie. Omstreeks 1950 treedt daarin een verschuiving op van een nega-tieve naar een positieve beoordeling. Ook merkt hij op dat Van Ruler, door het begrip ‘Nadere Reformatie’ met twee hoofdletters te schrij-ven, onbewust van grote betekenis is geweest voor het kerkhistorisch jargon. Veel aandacht heeft hij voorts voor Van Rulers zwanezang ‘Ultragereformeerd en vrijzinnig’. In het tweede deel van zijn bijdrage inventariseert hij de receptie van Van Rulers werk onder niet-her-vormde ultragereformeerden en komt tot de conclusie: ‘tussen Van Ruler en de niet-hervormde ultragereformeerden is het nooit echt iets

Page 12: Men moet telkens opnieuw de reuzenzwaai aan de rekstok maken

12 geworden’. In de bijdrage van Martien Brinkman betreden we een ander deel van kerkelijk Nederland in de tweede helft van de twintigste eeuw: de gereformeerden (opgevat in brede zin: Gereformeerde Kerken in Ne-derland, Christelijke Gereformeerde Kerken en Gereformeerde Ker-ken (vrijgemaakt) in Nederland). Hoe hebben zij gereageerd op Van Rulers werk? Drie thema’s passeren de revue: Van Rulers Kuyperin-terpretatie, zijn gedachten over het zogeheten ‘messiaanse intermezzo’ en Kuiterts Van Ruler-receptie. In de laatste bijdrage verlaten we Nederland om uit te komen in de Reformed Church in America. Allan Janssen beschrijft de invloed die in dit kerkgenootschap van Van Rulers gedachtengoed is uitgegaan op belijdenis en kerkorde. Deze invloed is enerzijds indirect van aard. Eugene P. Heideman – in 1959 bij Van Ruler gepromoveerd7 – en Paul Fries – in 1979 bij J.M. Hasselaar op de theologie van Schleier-macher en Van Ruler gepromoveerd8 – zijn beiden zelf door Van Ruler beïnvloed en laten dit impliciet in hun werk blijken. Anderzijds is er soms directe invloed aanwijsbaar, namelijk wanneer expliciet naar Van Rulers werk wordt verwezen, bijvoorbeeld in discussies over het ambt. Het boek is geïllustreerd met enkele onbekende foto’s van Van Ruler. Deze zijn afkomstig uit het archief van de familie Van Ruler. Graag spreken wij onze dank uit voor de royale wijze waarop deze foto’s beschikbaar zijn gesteld. Verwijzingen naar Van Rulers werk ten slotte zijn afgekort op de wijze zoals dit ook gebeurt in de reeds verschenen delen van het Ver-zameld Werk. Een lijst met afkortingen vindt u achterin dit boek. De titel van dit boek ten slotte is ontleend aan het interview met Van Ruler door George Puchinger.9 Gijsbert van den Brink George Harinck Dirk van Keulen

7. E.P. Heideman, The Relation of Revelation and Reason in E. Brunner and H. Ba-

vinck, Assen 1959. 8. P.R. Fries, Religion and the Hope for a Truly Human Existence. An Inquiry into the

Theology of F.D.E. Schleiermacher and A.A. van Ruler with Question for America, Utrecht 1979.

9. G. Puchinger, Hervormd-gereformeerd, één of gescheiden?, 363; vgl. TW1, 173; VW1, 213; VSTK, 170; WZKG, 52, 147.