media.scholieren.net · Web viewc. nee de covalente is de hoeveelheid atoombindingen die een atoom...

14
INHOUD Opdracht 1................................................................2 1.1.....................................................................2 1.2.....................................................................2 1.3.....................................................................2 1.4.....................................................................2 Opdracht 2................................................................2 2.1.....................................................................2 2.2.....................................................................3 Opdracht 3................................................................3 3.1.....................................................................3 3.2.....................................................................3 opdracht 4................................................................3 4.1.....................................................................3 4.2.....................................................................4 opdracht 5................................................................4 5.0.....................................................................4 Uitwerkingen proef krachten meten.........................................4 Opdracht 6................................................................5 6.1.....................................................................5 6.2.....................................................................6 6.3.....................................................................6 Opdracht 8................................................................7 8.1.....................................................................7 8.2.....................................................................7 8.3.....................................................................7 8.4.....................................................................8 8.5.....................................................................8 opdracht 9................................................................8 9.1.....................................................................8 9.2.....................................................................8 Opdracht 10...............................................................8

Transcript of media.scholieren.net · Web viewc. nee de covalente is de hoeveelheid atoombindingen die een atoom...

InhoudOpdracht 121.121.221.321.42Opdracht 222.122.23Opdracht 333.133.23opdracht 434.134.24opdracht 545.04Uitwerkingen proef krachten meten4Opdracht 656.156.266.36Opdracht 878.178.278.378.488.58opdracht 989.189.28Opdracht 108109opdracht 119119opdracht 12101210opdracht 161016.10opdracht 17111711opdracht 18111811brug bouwen11

Opdracht 1

1.1a. spijker, rits, nietjes, klittenband en schroeven

b. geen zichtbare verbinding, sterker en lichter

1.2de zeeworm

1.3 a. blootstellen aan UV- licht

b. De lijm bestaat uit foto-initiators. Een foto-initiator is een molecuul dat vrije radicalen creëert bij blootstelling aan UV- licht. En deze vrije radicalen starten dan de vorming van monomeerketens.

1.4a. glass reinforced aluminium

b. aluminium

c. laminaat

d. airbus, superjumbo A380

e. beter bestand tegen brand, schade en vermoeiing

f. dat het doorscheurt en er een gat ontstaat.

Opdracht 2

2.1 a. 4.7.2 automobiele-industrie

b. deze functie is niet beschikbaar op mijn apparaten

2.2 hoofdstuk 5

Opdracht 33.1

Thuis:

Een fotoboek te plakken

Behang op te hangen

3.2 a. allemaal flexibele lijm

b. dunne

c. ja je kunt de foto’s door middel van kleine haakjes erin maken en voor behang kun je spijkers gebruiken, alleen heb je dan een zichtbare verbinding

opdracht 4

4.1 a. metaal en niet-metaal

b. organische moleculen

c. nee de covalente is de hoeveelheid atoombindingen die een atoom kan maken

d. bij een polaire binding zijn de bindende elektronen niet gelijk verdeeld over de atomen, maar bij atoombindingen wel.

e. H20, daarbij is de waterstofatomen het belangrijkst en C8H18, daarbij is de H-atomen ook het belangrijkst. Dankzij de waterstofbruggen

f. bij benzine want hier zijn de meeste bindingen.

4.2 a. bij 18 N

b. bij proef 1 al na 3 sec en bij proef 2 na 4 sec. Dit verschil kan komen doordat er bij proef 1 harder werd getrokken dan bij proef 2.

c. om evenveel spanning te leveren aan de 2 glazen plaatjes.

d. hetzelfde antwoord als bij c.

opdracht 5

5.0 a.

b. van der Waals bindingen

c. hydrofiel, want hij verbind zich met het water i.p.v. het uit te stoten

d. de cohesie krachten zijn kleiner dan de adhesie krachten en daardoor plakt het water makkelijker aan het glas.

e. door te snel of te langzaam kracht uit te oefenen op de glazen platen, kunnen de antwoorden verschillen.

f. jawel, want hierdoor kan de binding sterker worden of als het te dik word opgesmeerd juist te slap. Daardoor moet bij een test allemaal dezelfde dikte van de vloeistoflaag hebben.

Uitwerkingen proef krachten meten

Lucht: 0,02 > gemiddeld: 0,02

0,02

0,02

0,02

0,02

Water:0,22> gemiddeld: 0,284

0,28

0,28

0,26

0,38

Smeerolie:0,7> gemiddeld: 0,88

0,8

0,9

0,9

1,1

Opdracht 6

(het hoofdstuk 4.3 van de lijmsite is van Wikipedia gekopieerd)

6.1 a. hechtkracht, cohesie en adhesie

b. - verlies van oplosmiddel: iemand laat eerst de lijm drogen voordat de 2 oppervlakten tegen elkaar worden gedrukt.

- uitharden door afkoelen: met dit type lijmen wordt de lijm met een hoge temperatuur aangebracht op het oppervlakte en er vormt een hechting als de lijm is afgekoeld.

- kleeflijmen: bij dit type lijmen heeft de lijm een rubberachtig structuur en is deze kleefkracht blijvend.

- smeltlijmen: Bij dit type lijmen worden de oppervlakten samengesmolten.

- tweecomponentenlijmen: Bij dit type lijmen gaan de oppervlakten met elkaar reageren waardoor er een binding ontstaat.

- Reactie door vocht: bij dit type lijmen wordt het tweede component wat zorgt voor de chemische reactie in de omgeving aanwezig is.

- Anaerobische reactie: bij dit type lijmen is er geen zuurstof aanwezig waardoor de lijm reageert.

- UV of elektronenstraling uithardende: bij dit type lijmen is er UV- of elektronenstraling die de lijmreactie ook wel, polymerisatie genoemd, op gang gebracht.

- No mix: bij dit type lijmen worden de componenten apart op de oppervlakte aangebracht. De uitharding van deze lijm vind dan pas plaats als de verschillende componenten met elkaar in contact komen.

c.- de goede lijm en methodes bedenken op basis van de oppervlakte, omgeving etc.

- de oppervlakte schoonmaken, dat kan gebeurt worden door een mechanische of een chemische reiniging.

- de oppervlakte behandelen, bijv. door een primer aan te brengen

- het aanbrengen van de lijm, door bijv. een kwast of uit een tube

- de oppervlaktes aan elkaar vast maken

- uitharding van de lijm

d. tijdens het behandelen van de oppervlakte

e. De primer gaat in de poriën van het oppervlakte zitten en zorgt voor een betere hechting.

6.2 de hechting kan hierdoor worden verslapt. Ook kunnen andere eigenschappen worden veranderd zoals de brandbaarheid.

6.3a. fysisch en chemisch

b. bij chemisch vind er een reactie plaats. Bij chemisch zijn er meerdere componenten aanwezig. Bij chemisch kunnen er andere hulpmiddelen nodig zijn om de lijm uit te harden.

c. nee, want volgends de regel moeten de cohesie en adhesie dezelfde grote hebben.

Opdracht 8

8.1a. loodrecht op de nerfrichting

b. minder gemakkelijk

c. minder gemakkelijk

8.2 a. multiplex is opgebouwd uit een oneven aantal houtfineerlagen die kruislings op elkaar verlijmd zijn.

b.

c. daardoor is het hout sterker dan 1 massief stuk hout

d. de nerfrichting zitten hier naar verschillende kanten

e. zodat de bovenkant en de onderkant in dezelfde lengterichting lopen.

f. doordat de lengterichtingen van de lagen verschillend zijn waardoor het hout moeilijker te breken is.

8.3(gebruik binas)

a.Bereken met hoeveel procent het volume is toegenomen door het aan elkaar lijmen van twee plaatjes ten opzicht van het massief houten plaatje (met een dikte van 1 cm) waarmee je begonnen bent.

b.Bereken met hoeveel procent de massa in totaal is toegenomen nadat je het laminaat gemaakt hebt.

c.Wat is de dichtheid van dit balsalaminaat ten opzichte van het oorspronkelijke balsahout?

d.Beredeneer wat er met de dichtheid van ebbenhout gebeurt als je daarvan op precies dezelfde manier een identiek laminaat maakt.

8.4a. 1:0,15 = 6 2/3 m³ ( gebruik binas)

a.Neem aan dat een laagje balsahout in het balsatriplex 1,0 gram weegt. Volgens Binas tabel 10 is de dichtheid van hout(balsa) 0,15·103 kg m–3.

Bereken nu het oppervlak van het laagje balsahout in het triplex.

b.Bereken het volume van het lijmlaagje in het triplex.

c.Bereken de totale massa van het balsahout in het stukje triplex.

d.Bereken de massa van alle lijm in het triplex.

e.Bereken de dichtheid van de lijm in het triplex.

f.Vergelijk deze gevonden dichtheid met de dichtheid van houtlijm uit de Bison lijmwijzer (link ‘Bison-algemeen’ in § 4.4 van de lijmsite; je moet enkele keren doorklikken om op de goede bladzijde te komen).

8.5 a. adhesie en cohesie

b. door een anaerobe reactie

c. door de omgeving van de reactie zoals vochtigheid en de hoeveelheid zuurstof

opdracht 9

9.1a. 5 voor de lengte, 2 voor de breedte, 5 voor de dikte. Dus 5x2x5 = 50

b.

9.2De sterkte van staal wordt aanzienlijk verminderd bij verhitting op temperaturen die gewoonlijk worden waargenomen bij bouwbranden. Staal geleidt en transporteert ook vrij snel warmte van een brandend deel van het gebouw. bijgevolg, stalen kozijnen in gebouwen moeten voldoende brandwerend zijn.

Opdracht 10

10a.

b. Met een vingerlas kunnen twee verschillende typen hout aan elkaar worden verbonden zodat er bespaard kan worden op het meer schaarse hardhout. En het is sterker dan 2 stukken hout die met een platte kant op elkaar worden gelijmd.

opdracht 11

11a. dierlijke lijm, (beenderlijm, vislijm) bestaande uit colloidale eiwitten verkregen door het langdurig koken van dierlijk bindweefsel (pezen, hoeven). Dit waren de eerste soorten lijm.

houtlijm, een emulsie van plasticpartikeltjes in water

lijm op basis van synthetische rubbers

plantaardige lijmen, vaak op basis van gom en koolhydraten

epoxylijm, van kunsthars met als tweede component een verharder

smeltlijmen die bestaan uit gesmolten plastics

knutsellijm bestaand uit in vluchtige oplosmiddelen opgeloste plastics

secondelijm, vooral gemaakt van cyanoacrylaten

b. dierlijke lijm

c. Het word gebaseerd op het doel van de lijm. Moet het bijvoorbeeld ook veilig zijn om te eten, sterk zijn etc.

d. Montagelijm

Eigenschappen:

blijvend elastisch (rest is niet blijvend elastisch)

vochtbestendig ( houtlijm niet)

geschikt voor materialen onder spanning

goed vullend vermogen

warmtebestendig (houtlijm niet, die is meer voor binnen)

voor binnen en buiten (houtlijm is alleen voor binnentoepassingen)

Houtlijm

Eigenschappen:

universeel

droogt transparant op 

extra sterk (montagelijm niet)

ideaal voor binnentoepassingen (D2)

kan tegen buitenstraling: UV-licht (rest niet)

Bison Kit

Eigenschappen:

universeel

direct vast

extra sterk(montagelijm niet)

vochtbestendig  (houtlijm niet)

zeer goed bestand tegen vorst (houtlijm niet, die is meer voor binnen)

binnen en buiten (houtlijm is alleen voor binnentoepassingen)

bestand tegen olie, basen en zuren (rest is niet chemicalienbestendig)

eenvoudig te verwerken

Verschillen: …., …., …., …., …., …., ….

opdracht 12

1290 ml/gram water, 12,6 gram glycerine, 9,2 gram gelatine en 30 ml azijn

opdracht 1616.

Eigenschap van de lijm

productbeschrijving (kleur,verpakking)

Blauwe verpakking met foto’s van de mascotte van mijn merk die dingen lijmt

voor welke materialen geschikt

Hout, papier en stof

verwerkingsmethode

Zo veel mogelijk recyclen

droogtijd

Ongeveer 30 minuten

houdbaarheid

48 uur, want daarna gaat de melk stinken

giftigheid en milieu(on)vriendelijkheid

Niet veilig voor kleine kinderen en ongeschikt om te eten. Wel erg milieuvriendelijk

verwijderen van gemorst materiaal

Oplossen in water of afschrapen wanneer droog.

opdracht 17

17a. 5.1 en 7.0

b. 18.4 en de tweede was het hout gebroken i.p.v. de plek waar de houtjes zijn gelijmd

opdracht 18

18a. ja

b. nee

c. op die plek is de druk het hoogst

d. omdat op de tweede manier meer massa is die stevigheid brengt op de sterkte van het stokje.

brug bouwen

Max last : gewicht van de brug = 29,9 : 0,371 = 80,95 kg