Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN...

79
1 Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie Openbare versie drs. J.P.J. de Jong dr. R.G.M. Kemp Zoetermeer, 8 oktober 2001

Transcript of Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN...

Page 1: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

1

Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor

mobiele telefonie

Openbare versie

drs. J.P.J. de Jong

dr. R.G.M. Kemp

Zoetermeer, 8 oktober 2001

Page 2: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

2

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van OPTA.

De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM.

Alle in dit document vermelde gegevens zijn openbaar. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder

toestemming van OPTA en EIM beslist niet toegestaan. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere

onvolkomenheden.

Page 3: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

3

Inhoudsopgave

1 In le id ing 5

1 . 1 Aan l e i d i n g 5

1 . 2 U i t ga ngs pu n t e n 6

1 . 3 Opze t r ap po r t 6

2 Onderzoeksopze t 7

2 . 1 Vrag en l i j s te n 7

2 . 2 Da tav e rza me l i n g 7

3 Aanmerke l i j ke mach t op de mark t 9

3 . 1 In l e i d i ng 9

3 . 2 Wet te l i j k ka d er 9

3 . 3 He t be g r i p a an me rk e l i j ke m ark t mac h t 10

3 . 4 De m a rk t a f bak en i ng 10

3 . 5 De h u id i ge a an wi j z i ngs p rak t i j k 11

4 Mark taande len 13

4 . 1 Ma rk t a an de l en a l s i n d i ca to r vo o r A M M 13

4. 2 In d i ca to re n vo or m a rk t aa nd ee l 13

4 . 3 He t me te n v an o mz et 15

4 . 4 U i t k oms te n m ark to nd e rzo ek 16

4 . 5 Omze t pe r a ans l u i t i ng 24

4 . 6 Co nc lu s ie 26

5 Aanvu l l ende cr i te r ia : Vermogen de mark tvoorwaarden tebeïnv loeden 29

5 . 1 In l e i d i ng 29

5 . 2 Ve rm og en d e m ark tvo o r wa ard e n te b e ï nv l oe de n 29

5 . 3 Co nc lu s ie ve r mo ge n de m a rk tv oo r wa a rd en t e be ïnv l oe de n 47

6 Over ige u i t zonder ingscr i t e r i a 51

6 . 1 In l e i d i ng 51

6 . 2 Groe pso mze t i n v e rh ou d in g to t de m a rk t 51

6 . 3 Toe ga ng t o t e i nd ge bru i k e r s 53

6 . 4 Toe ga ng t o t f i n an c ië l e m id de l en 56

6 . 5 Erv a r i n g v an d e aa nb i ed e rs 57

6 . 6 Co nc lu s ie ov er i g e aa nvu l l end e c r i t e r i a 59

7 Conc lus ies 61

7 . 1 Ma rk t a an de l en 61

7 . 2 Ve rm og en o m d e ma rk tv o or wa a r de n t e b e ï nv lo ed en 62

7 . 3 Ove r i g e u i t z on de r i ngsc r i t e r i a 64

Bi j l age

I Geh an te e rd e v rag en l i j s te n 67

Page 4: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt
Page 5: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

5

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

OPTA heeft als toezichthouder op de markten voor post en telecommunicatie de taak om het functio-

neren van deze markten te waarborgen. Waar nodig kan OPTA maatregelen nemen die ervoor zorgen

dat de concurrentie op deze markten wordt geïnitieerd en bevorderd. Een belangrijk instrument om de

concurrentie te bevorderen is de aanwijzing van partijen als aanbieder met aanmerkelijke macht op de

markt (AMM), geregeld in artikel 6.4 Telecommunicatiewet (Tw). Een partij die aangewezen wordt,

krijgt bepaalde verplichtingen opgelegd. Op deze manier wordt gepoogd een ‘level playing field’ te

creëren, ‘een situatie op de markt waarin de concurrentie tot ontwikkeling kan komen door de reeds op

de markt aanwezige partijen, die hun positie hebben opgebouwd op basis van bijzondere en exclusie-

ve rechten, de plicht te geven toegang tot en gebruik van die voorzieningen en diensten aan te bieden

waarvoor zij over een aanmerkelijke macht op de markt beschikken’1.

In de huidige ONP-richtlijnen wordt het AMM-instrument gezien als een tijdelijke maatregel ter onder-

steuning van de overgang van beperkte naar volledige concurrentie. In het kader van de jaarlijkse

evaluatie van de AMM-aanwijzingen laat OPTA jaarlijks een marktonderzoek uitvoeren. De telecom-

municatiemarkt wordt daartoe opgedeeld in een viertal productmarkten: 1) de markt met betrekking tot

de vaste openbare telefonie of de vaste openbare telefoondiensten, 2) de markt met betrekking tot de

mobiele openbare telefoonnetwerken of de mobiele openbare telefoondiensten, 3) de markt voor huur-

lijnen en 4) de nationale markt met betrekking tot vaste en mobiele openbare telefoondiensten teza-

men.

In artikel 6.4 Tw, derde lid, wordt aangegeven dat een partij wordt aangewezen als aanbieder met

AMM indien het marktaandeel meer dan 25% bedraagt. In de Richtsnoeren aanwijzing aanmerkelijke

marktmacht (Richtsnoeren) wordt aangegeven dat het marktaandeel gemeten wordt in termen van

omzet. In artikel 6.4 Tw, vierde lid, wordt een aantal uitzonderingscriteria opgenomen op grond waar-

van OPTA kan afwijken van de hoofdregel. Deze uitzonderingsregels zijn in de Tw als volgt omschre-

ven:

! het vermogen van de desbetreffende aanbieder om de marktvoorwaarden te beïnvloeden;

! zijn omzet (groepsomzet) in verhouding tot de omvang van de markt;

! zijn beheersing van de middelen van toegang tot de eindgebruikers;

! zijn toegang tot financiële middelen;

! zijn ervaring met het verstrekken van producten en diensten op de markt.

Om een besluit te kunnen nemen over AMM zullen de hierboven genoemde uitzonderingscriteria geo-

perationaliseerd moeten worden.

In dit rapport wordt verslag gedaan van een economische analyse van de situatie van de mobiele

openbare telefoniemarkt in statisch en dynamisch perspectief. Op basis van deze analyse moet OPTA

een afweging kunnen maken over het al dan niet aanwijzen (of continuering van de aanwijzing) van

marktpartijen met AMM.

Aangezien op dit moment KPN Mobile en Libertel-Vodafone zijn aangewezen als partij met aanmerke-

lijke marktmacht op de mobiele openbare telefoniemarkt omdat in 2000 is vastgesteld dat zij een

marktaandeel hebben dat groter is dan 25%, is de centrale vraag:

! Hoe kan een besluit om de aanwijzing van KPN Mobile en Libertel-Vodafone als marktpartij met

aanmerkelijke macht op de mobiele openbare telefoniemarkt al dan niet te continueren econo-

misch worden onderbouwd?

1 OPTA, Consultatiedocument aanmerkelijke macht op de markt, 18 december 1998, p. 6.

Page 6: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

6

Deze vraag kan worden uitgewerkt in de volgende subvragen:

! Hoe groot zijn de marktaandelen van KPN Mobile en Libertel-Vodafone op de Nederlandse markt

voor mobiele openbare telefonie en hoe hebben deze marktaandelen zich ontwikkeld?

! Hoe moeten de uitzonderingscriteria uit artikel 6.4 vierde lid, van de Tw worden beoordeeld voor

de positie van KPN Mobile en Libertel-Vodafone (in relatie tot de andere aanbieders) op de Ne-

derlandse markt voor mobiele openbare telefonie?

1.2 Uitgangspunten

Bij de beantwoording van de centrale vraag zijn een paar uitgangspunten gehanteerd. Allereerst is

uitgegaan van de relevante artikelen in de Tw, de consultatie van de markt op basis van het ‘Consulta-

tiedocument aanmerkelijke macht op de markt (1)’ van 18 december 1998 en de daarop uitgebrachte

‘Richtsnoeren aanwijzing aanmerkelijke macht op de markt’ van 6 maart 2000.

Dit betekent dat er informatie nodig is over de omzetten van de marktpartijen om marktaandelen te

kunnen berekenen (op de markten die in de Richtsnoeren zijn vastgesteld). Volgens de wet worden

marktpartijen met een aandeel van meer dan 25% op de relevante markt in principe aangewezen als

marktpartij met aanmerkelijke macht op de markt. Over de marktpartijen met een aandeel van rond de

25% of meer is daarnaast informatie nodig over de hierboven genoemde uitzonderingscriteria. Er wordt

bij de invulling van deze criteria uitgegaan van de uitwerking van de criteria in de ‘Richtsnoeren aan-

wijzing aanmerkelijke macht op de markt’ van 6 maart 2000.

Conform het beleid van OPTA wordt de markt voor mobiele openbare telefoonnetwerken en mobiele

openbare telefoondiensten als één markt beschouwd (ook uit eerdere bevindingen blijkt dat het niet

relevant is diensten en netwerken te onderscheiden, zie bijv. het beroep van Libertel-Vodafone). Als in

dit verslag wordt gesproken van de mobiele-telefoniemarkt, dan wordt daarmee de markt voor zowel

mobiele telefoonnetwerken als -diensten bedoeld.

Een derde uitgangspunt is dat het onderzoek zich richt op de economische onderbouwing van een

besluit om een marktpartij al dan niet (hernieuwd of continuering) aan te wijzen als marktpartij met

AMM. Er wordt dus niet gekeken naar eventuele collectieve dominantie.

Tot slot gaat het in het rapport uitdrukkelijk niet om het onderbouwen van het nut van een eventuele

aanwijzing van een marktpartij of het nut van het instrument ‘aanwijzen van partijen met AMM’. Het

onderzoek richt zich dus op een economische onderbouwing van het al dan niet kunnen aanwijzen van

marktpartijen als marktpartij met AMM.

1.3 Opzet rapport

In dit rapport wordt verslag gedaan van het onderzoek dat EIM heeft uitgevoerd om te bekijken of de

aanwijzing van KPN Mobile en Libertel-Vodafone als marktpartijen met aanmerkelijke macht op de

mobiele openbare telefoniemarkt al dan niet gecontinueerd zou moeten worden. In hoofdstuk 2 komt

de onderzoeksopzet aan bod. Omdat het begrip AMM centraal staat in dit onderzoek, zal daarna in

hoofdstuk 3 (kort) worden ingegaan op dit begrip. In hoofdstuk 4 komen de marktaandelen aan bod. Er

zal expliciet worden bekeken of de marktaandelen van KPN Mobile en Libertel-Vodafone groter zijn

dan 25%. In de hoofdstukken 5 en 6 wordt ten slotte ingegaan op de uitzonderingscriteria, waarna in

hoofdstuk 7 enkele conclusies worden getrokken.

Page 7: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

7

2 Onderzoeksopzet

In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de onderzoeksopzet dat in dit onderzoek gehanteerd is. Aller-

eerst wordt ingegaan op de gehanteerde vragenlijsten. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de

dataverzameling bij de verschillende marktpartijen.

2.1 Vragenlijsten

De in dit rapport gepresenteerde gegevens zijn voornamelijk verkregen via vragenlijsten die zijn ver-

stuurd naar de netwerk-operators, onafhankelijke service providers (SPs) en een aantal partijen die

eerder hebben aangegeven belangstelling te hebben voor de materie (potentiële toetreders). Er zijn

voor het onderzoek drie vragenlijsten ontwikkeld door OPTA en EIM. De gehanteerde vragen zijn zo

geformuleerd dat aan de hand van de antwoorden de hoofdregel en uitzonderingscriteria in voldoende

mate ingevuld kunnen worden. In de bijlage bij dit rapport zijn de vragenlijsten van de netwerk-

operators, onafhankelijke SPs en potentiële toetreders integraal weergegeven. In tabel 1 staat een

schematisch overzicht van de onderwerpen die in elke vragenlijst aan bod komen1. De vragenlijst voor

de netwerk-operators is het meest uitgebreid. Naast de antwoorden op de vragenlijst hebben sommige

marktpartijen extra informatie verschaft (bijvoorbeeld onderzoeksrapporten). Voorzover relevant, zijn

deze gegevens meegenomen in het onderzoek.

tabel 1 schematisch overzicht van de onderwerpen per vragenlijst

onderwerp

netwerk-operators onafhankelijke SPs potentiële

toetreders

opbouw onderneming x x

concernomzet x x

omzet x x

aansluitingen x x

belminuten x x

toe- en uittredingsdrempels aanbieders x x x

overstapdrempels eindgebruikers x x x

prijsontwikkeling x x

financiële gegevens (ROCE, Cost of capital,

etc)

x

creditratings x

aantal verkooppunten x x

aantal opzeggingen x x

dekkingsgraad netwerk x

verwachting/mening continuering aanwijzingen x x x

Bron: EIM op basis van vragenlijsten OPTA/EIM.

2.2 Dataverzameling

De vragenlijsten zijn in mei 2001 door OPTA verstuurd aan alle relevante partijen in de mobiele-

telefoniemarkt: vijf netwerk-operators, drie onafhankelijke SPs en een aantal partijen die mogelijk in de

1 In de vragenlijst van de netwerk-operators worden ook enkele vragen gesteld die relevant zijn voor het AMM onder-

zoek vast-mobiel (bijvoorbeeld over terminating access). Deze vragen zijn niet in het schema opgenomen.

Page 8: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

8

toekomst toetreden tot de markt. De gegevens zijn in de maanden juni en juli 2001 verwerkt en ge-

analyseerd door EIM. Van de volgende partijen werden ingevulde vragenlijsten terugontvangen:

! netwerk-operators: KPN Mobile, Libertel-Vodafone, Telfort, Ben, Dutchtone

! onafhankelijke SPs: Debitel, Talkline, Intercity

! potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel.

Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt de gegevens zijn ontvangen, kan een

nauwkeurig beeld worden verkregen van de marktaandelen en aanvullende criteria om partijen met

AMM aan te wijzen1.

Prob l em en b i j h e t ve rz am e l en va n da ta

Overigens slaagden lang niet alle partijen erin om de gevraagde informatie in één keer op te leveren.

Met name bij de kwantitatieve gegevens was bij sommige marktpartijen sprake van een lange door-

looptijd. Er is gepoogd om zo veel mogelijk actuele gegevens boven tafel te krijgen door de partijen

actief na te bellen. Hiervoor heeft OPTA gebruikgemaakt van secretariële ondersteuning van EIM.

Door deze inspanning is het rapport gebaseerd op (nagenoeg) volledige gegevens en geeft het een

goed beeld van de situatie op de markt voor mobiele telefonie2.

Ten slotte hebben sommige partijen expliciet aangegeven dat zij hun vraagtekens zetten bij de manier

waarop het onderzoek wordt uitgevoerd en vormgegeven. Zo stelt één marktpartij in een begeleidend

schrijven dat ‘uit het feit dat wij de vragen conform uw verzoek hebben beantwoord geenszins kan en

mag worden afgeleid dat wij ons kunnen vinden in de inhoudelijke juistheid en volledigheid van de

gestelde vragen en de daaruit eventueel te trekken conclusies omtrent de marktposities. Wij houden

ons terzake dan ook alle rechten voor’.

1 Uit de antwoorden van één marktpartij blijkt dat OneTel zéér recent is toegetreden als SP. De schaalgrootte van

OneTel is echter zo gering dat dit geen invloed heeft op de uitkomsten van dit onderzoek.

2 Daar waar inschattingen zijn gemaakt, wordt dit aangegeven.

Page 9: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

9

3 Aanmerkelijke macht op de markt

3.1 Inleiding

Om de overgang van een markt die wordt gekenmerkt door een monopoliesituatie naar een markt waar

meerdere spelers actief zijn, goed te laten verlopen, is er een wettelijk kader gecreëerd. In dit hoofd-

stuk zal kort worden ingegaan op het regulerende kader, in het bijzonder de aanwijzing van marktpar-

tijen met aanmerkelijke macht op de markt. Er zal kort worden ingegaan op het Europese regelgeven-

de kader, aangezien dit kader richtinggevend is voor de nationale wetgeving. Tevens wordt ingegaan

op de huidige aanwijzingspraktijk.

3.2 Wettelijk kader

Er zijn verschillende Europese richtlijnen waarin het instrument van aanmerkelijke marktmacht is op-

genomen. De richtlijnen zijn:

! Huurlijnen-richtlijn (92/44 zoals aangepast door Richtlijn 97/51)1

! ONP-Spraak-richtlijn (98/10)2

! Interconnectie-richtlijn (97/33)3.

Daarnaast wordt het AMM-instrument uitgewerkt in de aanvullende notitie ‘Determination of Organisa-

tions with Significant Market Power for implementation of the ONP Directives’4.

Met het instrument van AMM wordt gepoogd een ‘level playing field’ te creëren en toetredingsdrempels

te verlagen. Als gevolg van een AMM-aanwijzing krijgt de aangewezen marktpartij extra (asymmetri-

sche) verplichtingen. Met de aanwijzing wordt gepoogd het functioneren van de telecommunicatie-

markt te verbeteren en de toetreding van andere marktpartijen te vergemakkelijken.

De Europese richtlijnen zijn verwerkt in de Tw. In artikel 6.4, eerste en tweede lid, van de Tw wordt

aangegeven dat één of meer aanbieders kunnen worden aangewezen als aanbieder met aanmerkelij-

ke macht op de markt. Indien een marktpartij meer dan 25% marktaandeel heeft, wordt deze marktpar-

tij aangewezen (artikel 6.4 Tw, derde lid). Daarnaast wordt een aantal criteria genoemd die kunnen

leiden tot het afwijken van de hoofdregel (artikel 6.4 Tw, vierde lid). In artikel 7.2 Tw is aangegeven dat

in de markt voor huurlijnen ook gekeken moet worden naar relevante productmarkten en relevante

geografische markten.

Om verschillende begrippen verder uit te werken, en om de werkwijze van OPTA transparant te maken

voor de marktpartijen, heeft OPTA de ‘Richtsnoeren Aanwijzing Aanmerkelijke Macht op de Markt’

gepubliceerd. In deze Richtsnoeren wordt aangegeven dat de omvang van de aanwijzingsbevoegdheid

primair bepaald wordt door de Tw. Voorzover de Tw ruimte laat voor interpretatie en de interpretatie

niet in de Richtsnoeren wordt ingevuld, zal aansluiting worden gezocht bij de ONP-richtlijnen.

1 ONP Huurlijnrichtlijn, PB L 165/27, 19 juni 1992, gewijzigd door 97/51/EC, PB L 295/23 van 29 oktober 1997.

2 ONP Spraakrichtlijn, PB L 101/24, 1 april 1998.

3 Interconnectie-richtlijn, PB L 199/32, 26 juli 1997, gewijzigd door 98/61/EC, PB L 268/37 van 3 oktober 1998.

4 Determination of organisations with significant market power for implementation of the ONP-directives, ONP-Com

98/03, 1 maart 1999.

Page 10: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

10

3.3 Het begrip aanmerkelijke marktmacht

Het begrip aanmerkelijke marktmacht is sterk gerelateerd aan begrippen in de algemeen mededin-

gingswetgeving (economische machtspositie). Een groot verschil met economische machtspositie is

dat AMM een ex ante instrument is. Hierdoor is het mogelijk om op voorhand na te gaan of een partij

een machtspositie heeft waarvan zij mogelijk gebruik zou kunnen maken. Er hoeft niet gewacht te

worden tot een partij ook daadwerkelijk economische marktmacht heeft of deze marktmacht misbruikt.

Een praktisch aspect (en duidelijk verschil met de Mededingingswet) van het AMM-instrument is dat de

relevante markten van tevoren gedefinieerd zijn (zoals deze ook in de Tw zijn opgenomen). Economi-

sche machtspositie is een vorm van ex post toezicht, waarbij wordt gekeken of een marktpartij mis-

bruik maakt van haar economische machtspositie.

Daarnaast wordt aangegeven dat een aanbieder geacht wordt een AMM-aanbieder te zijn indien deze

aanbieder een marktaandeel heeft van meer dan 25% in de in de Tw bepaalde telecommunicatiemarkt.

Een aanbieder met een marktaandeel van meer dan 25% wordt in beginsel aangewezen als aanbieder

met aanmerkelijke marktmacht. Van deze hoofdregel kan worden afgeweken indien aannemelijk kan

worden gemaakt dat de aanbieder (met 25% of meer) op basis van een aantal criteria (hierna: uitzon-

deringscriteria) geen marktmacht heeft. Een aanbieder met een marktaandeel van minder dan 25%

kan aangewezen worden indien op basis van de uitzonderingscriteria blijkt dat deze aanbieder toch

aanmerkelijke marktmacht heeft. De criteria die een rol spelen bij het afwijken van 25% zijn:

! het vermogen van marktpartijen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden;

! de omzet in verhouding tot de markt;

! toegang tot de eindgebruikers;

! toegang tot financiële middelen;

! ervaring van de aanbieder.

Deze criteria worden in de Richtsnoeren verder uitgewerkt.

3.4 De marktafbakening

Zoals hierboven reeds is aangegeven, wordt bij het AMM-instrument gebruikgemaakt van reeds vooraf

in de Tw afgebakende markten. In artikel 6.4 Tw, eerste en tweede lid, wordt in beginsel onderscheid

gemaakt in een viertal productmarkten, namelijk:

! de markt met betrekking tot de vaste openbare telefoonnetwerken of de vaste openbare telefoon-

diensten;

! de markt met betrekking tot de mobiele openbare telefoonnetwerken of de mobiele openbare

telefoondiensten;

! de markt voor huurlijnen;

! de nationale markt met betrekking tot vaste en mobiele telefoondiensten tezamen.

Afhankelijk van de ontwikkelingen op de verschillende productmarkten kan het college een nadere

afbakening introduceren. In het bijzonder kan een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de

productmarkt voor openbare telefoonnetwerken en anderzijds de productmarkt voor openbare tele-

foondiensten. Deze verdere opdeling geldt voor de markt voor vaste en voor de mobiele telefonie.

Bij het vaststellen van de relevante geografische markt wordt uitgegaan van ‘het gebied waarbinnen de

aanbieders binnen Nederland actief zijn’ (Tw en de Richtsnoeren). Indien de marktomstandigheden

daartoe aanleiding geven, kunnen aanbieders die regionaal actief zijn tot de nationale markt worden

gerekend.

Page 11: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

11

3.5 De huidige aanwijzingspraktijk

Op de markt voor mobiele openbare telefonie heeft het college op 20 oktober 1999 KPN (later KPN

Mobile) en Libertel (nu Libertel-Vodafone) aangewezen als marktpartijen met aanmerkelijke macht.

Tegen deze aanwijzing is Libertel in beroep gegaan. De president van de rechtbank in Rotterdam heeft

het verzoek van Libertel voor een voorlopige voorziening toegewezen. OPTA zou volgens de president

zich ten onrechte beperkt hebben tot het bepalen van de marktaandelen. Daarnaast zou OPTA er ten

onrechte van uit zijn gegaan dat Libertel moest aantonen dat de uitzonderingscriteria op zouden gaan.

OPTA heeft vervolgens een uitgebreid onderzoek laten uitvoeren naar de marktaandelen en de uitzon-

deringscriteria. Dit heeft geresulteerd in een beslissing op bezwaar (9 november 2000) waarin het

college tot het oordeel komt dat Libertel alsnog wordt aangewezen. Tegen deze beslissing heeft Li-

bertel beroep aangetekend. Deze zaak is op dit moment nog in behandeling bij de rechtbank. Op basis

van het eerder genoemde onderzoek heeft het college op 9 november 2000 de aanwijzing van KPN

Mobile gecontinueerd.

Ten aanzien van de markt voor vaste telefonie heeft het college van OPTA op 15 november 2000 Ko-

ninklijke KPN N.V. en haar groepsmaatschappijen aangewezen als aanbieder met een aanmerkelijke

macht op de markt (inwerkingtreding 15 december 2000). Ten aanzien van de markt voor huurlijnen,

heeft het college eveneens Koninklijke KPN N.V. en haar groepsmaatschappijen aangewezen als partij

met een aanmerkelijke marktmacht, op een gedeelte van de markt voor huurlijnen in geheel Neder-

land. Op de laatste markt, die genoemd wordt in artikel 6.4 Tw, de markt voor vaste openbare en mo-

biele openbare telefonie tezamen (ook interconnectiemarkt genoemd), is nog niet eerder een markton-

derzoek uitgevoerd en zijn ook nog geen partijen aangewezen.

Page 12: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt
Page 13: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

13

4 Marktaandelen

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de marktaandelen van de verschillende aanbieders in de markt

voor mobiele openbare telefonie. In de Tw wordt uitgegaan van een marktaandeel van meer dan 25%.

Hierbij speelt mee dat het onwaarschijnlijk is dat marktpartijen met een relatief klein marktaandeel

marktmacht hebben.

In dit hoofdstuk zal eerst de economische argumentatie van marktaandeel als indicator voor AMM

worden besproken. Daarna zal worden ingegaan op het onderscheid tussen marktaandelen op basis

van waarde (omzet) en volume (belminuten, aantal aansluitingen). Vervolgens zullen de marktaan-

deelindicatoren empirisch worden ingevuld1. Dit gebeurt aan de hand van de door de marktpartijen

verstrekte gegevens. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een korte beoordeling van de marktaande-

len.

4.1 Marktaandelen als indicator voor AMM

De relatie tussen marktaandelen en AMM is tweeledig. Allereerst kan een groot marktaandeel leiden

tot AMM. Doordat de telefoniemarkt gekenmerkt wordt door schaalvoordelen zal een aanbieder met

veel aansluitingen de vaste kosten over veel aansluitingen kunnen verdelen. Het grote marktaandeel

leidt op deze manier dus tot een kostenvoordeel dat gebruikt kan worden in de concurrentiestrijd.

Daarnaast speelt een reputatie-effect mee. Een marktpartij met een groot marktaandeel zal een grote-

re bekendheid hebben onder de (potentiële) afnemers. Hierdoor zullen afnemers zich eerder bij de

grootste aanbieder aansluiten. Dit effect wordt sterker indien de aangeboden producten/diensten wei-

nig transparant zijn. De naam van de aanbieder zal in zo’n geval bij de keuze een belangrijkere rol

gaan spelen dan de kenmerken/kwaliteit van de aangeboden diensten. De grootte kan daarbij als indi-

catie worden gebruikt voor reputatie (er zijn al veel afnemers voorgegaan, dus het moet wel goed zijn).

AMM kan ook leiden tot een groot marktaandeel. Indien een bepaalde marktpartij bepaalde zaken

heeft die andere bedrijven niet kunnen bieden (lage prijs, goede kwaliteit, betere dekking etc.) zullen

de afnemers bij een gelijke prijs voor deze aanbieder kiezen (ze krijgen meer voor dezelfde prijs). Een

aanbieder met aanmerkelijke marktmacht kan dus deze positie gebruiken om veel klanten aan te trek-

ken. Dit zal dus leiden tot een groot marktaandeel.

Bij de beoordeling van de machtspositie van een marktpartij moet ook gekeken worden naar de ont-

wikkeling van de marktaandelen in de loop van de tijd. Een machtspositie komt vooral naar voren als

een aanbieder een relatief groot en stabiel marktaandeel heeft. De afname van het marktaandeel kan

aangeven dat de markt concurrerender wordt, het wil echter nog niet zeggen dat de marktpartij geen

AMM meer heeft.

4.2 Indicatoren voor marktaandeel

Marktaandelen kunnen op verschillende manieren gemeten worden. Hierbij kan gedacht worden aan

marktaandelen gemeten op basis van omzet, aantal aansluitingen, aantal (doorberekende) belminuten

en de toegevoegde waarde. Iedere maatstaf heeft zijn eigen voor- en nadelen. Bij de keuze zal reke-

ning moeten worden gehouden met de relatie met marktmacht, de transparantie van de indicator en de

beschikbaarheid van informatie. OPTA heeft in de Richtsnoeren primair gekozen voor marktaandelen

gemeten op basis van omzetten. Hieronder zullen de verschillende indicatoren kort worden uitgewerkt.

1 Er wordt primair uitgegaan van het criterium omzet zoals dat ook in de Richtsnoeren wordt aangegeven. Aantal

aansluitingen en aantal belminuten kunnen gebruikt worden als aanvullende informatie.

Page 14: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

14

4.2 .1 Omzet

Algemeen wordt aangenomen dat indien een partij een groot aandeel heeft in de totale omzet van de

markt, dit een indicator is van marktmacht. Omzet wordt in veel andere lidstaten van de Europese Unie

gebruikt als toetsingscriterium, zowel in de telecomsector als in het algemene mededingingsrecht. Bij

omzet wordt gekeken naar de omzet die netwerk-operators en SPs behalen in de markt.

Het voordeel van omzet als indicator is dat deze vrij eenduidig te bepalen is. In de omzetmaatstaf

worden meerdere zaken gecombineerd die een relatie hebben met marktmacht: het criterium omzet

bevat zowel informatie over het volume (bijvoorbeeld hoeveelheid belminuten) als de waarde van dit

volume (de prijs waartegen de belminuten worden verkocht). Het nadeel is het ontstaan van mogelijke

dubbeltellingen1.

4.2 .2 Aanta l aans lu i t ingen

In een snelgroeiende en zich ontwikkelende markt is het aantal aansluitingen dat een bedrijf heeft zeer

belangrijk. Met een groot aantal aansluitingen kunnen schaalvoordelen worden gerealiseerd (de kosten

van een netwerk kunnen over meerdere aansluitingen worden verdeeld). De aanbieder met veel aan-

sluitingen kan daardoor een groot voordeel behalen ten opzichte van aanbieders met een kleiner aan-

tal aansluitingen (op een vergelijkbaar netwerk). Zeker als de eindgebruikers loyaal zijn, weinig ge-

neigd zijn over te stappen of hoge switchingkosten hebben, is het aantal aansluitingen een belangrijke

indicator van marktmacht.

In het aantal aansluitingen ligt minder informatie besloten dan in de omzet als basis om de marktaan-

delen te berekenen. In het aantal aansluitingen komen de gebruiksintensiteit en de prijsverschillen niet

tot uitdrukking. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat bij toetreding van een nieuwe operator het aantal

aansluitingen van de zittende partij wel afneemt, maar de omzet niet. De toetreder haalt dan met name

de klanten binnen die minder omzet genereren (minder belminuten of laag tarief). Aan de ‘betere’

(veelal zakelijke) klanten die de zittende partijen behouden, kan bepaalde macht ontleend worden,

zeker wanneer klanten overstapkosten moeten maken. De ‘betere’ klanten zorgen voor meer verkeer

over het netwerk en dus een beter gebruik van de capaciteit. Door voor de omzet als indicator te kie-

zen, wordt rekening gehouden met de waarde van verschillende klanten.

Een ander nadeel van het aantal aansluitingen is dat marktpartijen verschillende manieren hanteren

om het aantal aansluitingen te bepalen. Zo heeft een netwerk-operator aangegeven dat klanten die

drie maanden niet hebben of zijn gebeld/geSMSed uit de ‘actieve base’ worden verwijderd. Als partijen

verschillende definities hanteren om het aantal aansluitingen te bepalen, zijn de cijfers niet goed ver-

gelijkbaar.

4.2 .3 Aanta l be lminu ten

Het aantal belminuten (zowel uitgaand als inkomend) is evenals het aantal aansluitingen een volume-

indicator. Het aantal belminuten genereert voor een groot deel de omzet van de aanbieders en geeft

inzicht in het gebruik van een netwerk.

Een operator met een intensiever netwerkgebruik dan andere operators, zal eerder in staat zijn een

zodanig prijsbeleid te hanteren (bijvoorbeeld prijsverlaging) dat andere aanbieders uit de markt worden

gedwongen (de vaste kosten kunnen over meer belminuten worden verdeeld).

In vergelijking met het aantal aansluitingen houden marktaandelen gebaseerd op het aantal belminu-

ten wel rekening met de gebruiksintensiteit van een netwerk. Er wordt echter geen rekening gehouden

met de verschillende tarieven die gehanteerd worden. Er wordt met andere woorden geen onderscheid

gemaakt naar de waarde van de belminuten.

Een ander probleem dat kan optreden bij het gebruik van belminuten is dat sommige aanbieders niet

alle belminuten doorberekenen. Er zijn bepaalde abonnementsvormen waar klanten een aantal vrije

1 Dit effect treedt op als de afgebakende markt meerdere schakels in het productiekolom omvat. In het onderhavige

onderzoek betreft dit het aanbieden van netwerkdiensten (wholesale) en telefoniediensten (retail). In algemene

mededingingszaken wordt de relevante markt zo afgebakend dat dit probleem meestal niet optreedt.

Page 15: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

15

belminuten krijgen. Deze worden niet verrekend met de klant. Als de klant zijn tegoed niet opmaakt,

stijgt het tarief van de verbelde minuten. Dit verstoort het gebruik van de indicator belminuten (de

waarde van een verbelde minuut kan sterk verschillen). Bij de indicator omzet maakt het niet uit hoe de

verhouding is tussen abonnementstarief en beltarief. Daarnaast horen bij verschillende soorten abon-

nementen/tarieven meestal verschillende dienstenniveaus. Dit blijft buiten beeld als alleen gekeken

wordt naar belminuten.

4.2 .4 Toegevoegde waarde

De toegevoegde waarde kijkt naar de waarde die een marktpartij toevoegt. De toegevoegde waarde is

in sterke mate gerelateerd aan de omzet. Bij de toegevoegde waarde wordt de totale omzet gecorri-

geerd voor de ingekochte omzet. Een groot aandeel in de toegevoegde waarde in de markt geeft een

grote mate van marktmacht aan.

Het voordeel van toegevoegde waarde ten opzichte van omzet is dat het corrigeert voor dubbeltellin-

gen die in omzetgegevens zitten. Een nadeel van de toegevoegde waarde is dat de gegevens slecht te

verkrijgen zijn. Ook blijken er interpretatieverschillen te ontstaan over de vraag welk deel van de omzet

nu precies onder welke noemer valt.

4.2 .5 Conclus ie: omzet be langr i j ks te maats taf mark taandee l

Uit deze korte bespreking blijkt dat omzet een duidelijke relatie heeft met de marktmacht. In de om-

zetmaatstaf worden meerdere zaken gecombineerd die een relatie hebben met marktmacht (aantal

aansluitingen, gebruiksintensiteit per aansluiting, prijsverschillen per aansluiting). Tevens is omzet een

indicator waarover relatief makkelijk informatie is te verkrijgen. De marktaandelen op basis van om-

zetten zullen dan ook de belangrijkste indicator zijn voor marktmacht. Dit laat echter onverlet dat de

andere indicatoren aanvullende informatie kunnen verschaffen. Het is dan ook nuttig deze indicatoren

eveneens in kaart te brengen. Om uitspraken over de indicator toegevoegde waarde te kunnen doen is

veel extra informatie nodig, die vaak moeilijk te verkrijgen is. Daarom zal in het onderzoek geen aan-

dacht worden besteed aan de indicator toegevoegde waarde.

4.3 Het meten van omzet

Bij het gebruik van de indicator omzet is het van belang te letten op dubbeltellingen en niet-relevante

omzet.

Dubbeltellingen ontstaan doordat de mobiele-telefoniemarkt breed is geformuleerd en meerdere scha-

kels uit de productiekolom omvat (zowel netwerk- als telefoniediensten). Er zijn partijen die alleen

actief zijn als SP en marktpartijen die actief zijn op beide gebieden1. Dit houdt in dat een deel van de

omzet van een marktpartij ook meegenomen wordt in de omzet van een andere marktpartij. Een voor-

beeld kan dit duidelijk maken. Stel: op de mobiele-telefoniemarkt zijn twee aanbieders actief. Service

provider X is actief op het gebied van mobiele-telefoniediensten en maakt gebruik van het netwerk van

operator Y. Stel SP-X heeft een omzet van ƒ 20, waarvan ƒ 15 inkoopkosten zijn die hij aan Operator

Y betaalt. Operator Y heeft een totale omzet van ƒ 50 (dit is inclusief de eerder genoemde ƒ 15 in-

koopkosten van SP-X, dit is wholesale-omzet voor Operator Y). De omvang (in omzet) van de totale

markt bedraagt ƒ 20 + ƒ 50 = ƒ 70. De marktaandelen zijn voor SP-X 29% en voor Operator Y 71%. In

de totale omzet zit echter wel een dubbeltelling van ƒ 15 die zowel wordt toegerekend aan de SP-X en

Operator Y. Het probleem van de dubbeltellingen is inherent aan de maatstaf omzet en de structuur

van de markt.

Er zijn verschillende mogelijkheden om te proberen te corrigeren voor deze dubbeltelling. De dubbel-

telling kan worden afgetrokken bij de netwerk-operator. Deze mogelijkheid leidt er echter toe dat de

1 Als er alleen maar verticaal geïntegreerde partijen actief zijn, die alleen leveren aan hun eigen bedrijfsonderdelen,

treedt het probleem van dubbeltellingen niet op.

Page 16: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

16

(machts)positie van de netwerk-operator wordt onderschat. Een deel van de opbrengsten uit het bezit

van netwerkcapaciteit (onderdeel van de markt) wordt immers genegeerd. In bovengenoemd voorbeeld

zou aan SP-X dan de eigen omzet van ƒ 20 worden toegerekend, terwijl Operator Y een omzet heeft

van ƒ 35 (ƒ 50 - ƒ 15). Het marktaandeel van SP-X bedraagt dan 36% en dat van Operator Y 64%.

Een andere mogelijkheid is om de dubbeltelling af te trekken van de omzet van de SP. In dat geval

wordt voor de dienstenaanbieder gekeken naar de maatstaf toegevoegde waarde, terwijl voor de net-

werk-operator gebruik wordt gemaakt van het criterium omzet. Dit zorgt voor een overschatting van het

marktaandeel van de netwerk-operators. In het voorbeeld zou aan SP-X een restomzet van ƒ 5 (ƒ 20 -

ƒ 15) worden toegerekend, terwijl de omzet van Operator Y ƒ 50 bedraagt. Het marktaandeel van SP-

X bedraagt dan 9% en van Operator Y 91%.

Aangezien geen van beide correctiemethoden zonder problemen zijn en/of duidelijk beter dan omzet

zonder correctie, wordt de omzetindicator zonder correctie gehanteerd. Bij deze keuze speelt mee dat

de markt in dit onderzoek is afgebakend als de markt voor mobiele openbare telefoonnetwerken en

mobiele openbare telefoondiensten. Beide correctiemethoden bevoordelen of marktpartijen die actief

zijn op het netwerk niveau of op het dienstenniveau. Bij de omzetindicator zonder correctie treedt zo’n

bevoordeling niet op. De omzetindicator zonder correctie lijkt daarom het meest geschikt om de ver-

houdingen in de markt weer te geven. Aangezien het onderzoek zich vooral richt op de vraag of de

marktpartijen KPN Mobile en Libertel-Vodafone een marktaandeel hebben van meer dan 25%, zijn ook

enkele berekeningen uitgevoerd die voor deze partijen het gunstigst uitvallen (door de dubbeltelling

van de omzet van de netwerk-operators af te trekken).

Verder moet de omzetmaatstaf gezuiverd zijn van omzet die niet te maken heeft met de diensten op de

mobiele-telefoniemarkt zelf. De omzet moet dus alleen abonnementsgelden bevatten en inkomsten uit

het bellen zelf en de verkoop van capaciteit aan bijvoorbeeld SPs. In de praktijk blijkt dat in de omzet-

gegevens ook vaak telefoontoestellen en andere randapparatuur meegenomen worden. Dit vermindert

de validiteit van de maatstaf. Neem als voorbeeld bedrijven die aanbiedingen doen waarbij het tele-

foontoestel gratis wordt aangeboden. Dit is een vorm van promotie die terug zal komen in de gemaakte

(promotie)kosten en niet in de omzet. Andere bedrijven doen bijvoorbeeld veel aan televisiereclame

terwijl zij geen gratis toestellen weggeven. Deze ‘hardware’-omzet wordt vaak meegenomen in de

totale omzetgegevens. Deze extra omzet heeft echter geen relatie met de relatieve positie van de

netwerk-operator/SP op de markt, maar zegt alleen iets over de verdeling van het marketingbudget.

Daarom is bij de berekeningen van de marktaandelen gecorrigeerd voor de omzet verkregen uit de

‘hardware’.

4.4 Uitkomsten marktonderzoek

4.4 .1 Struc tuur mob ie le- te le fon iemarkt

Het in de vorige paragraaf gesignaleerde probleem van dubbeltellingen speelt alleen bij KPN Mobile

en Libertel-Vodafone. Dit zijn (medio 2001) namelijk de enige partijen die netwerkdiensten leveren aan

onafhankelijke SPs. In figuur 1 is vereenvoudigd weergegeven hoe de mobiele-telefoniemarkt eruitziet.

Allereerst zijn er de netwerk-operators die de infrastructuur in handen hebben (niveau *.0). Deze net-

werk-operators gebruiken verschillende kanalen om de eindgebruiker te bereiken.

Alle netwerk-operators maken gebruik van een eigen SP (niveau *.1). Daarnaast zijn er de onafhanke-

lijke SPs Debitel, Talkline en Intercity. Alleen KPN Mobile en Libertel-Vodafone maken gebruik van de

onafhankelijke SPs. De omzet die door de onafhankelijke SPs wordt gemaakt, overlapt gedeeltelijk met

de omzet van KPN Mobile en Libertel-Vodafone (de vakjes 1.0b, 1.0c, 1.0d, 2.0b, 2.0c, 2.0d). Dit be-

treft de eerder genoemde dubbeltelling.

Page 17: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

17

figuur 1 structuur mobiele-telefoniemarkt

Eindgebruiker telecommarkt

KPN-M

Libertel-V

Telfort 3.0

Dutchtone 4.0

Ben 5.0

Talkline 1.1.c

Debitel 2.1.b

Eigen SP 2.1.a

Eigen SP 1.1.a

Eigen SP 3.1.a

Eigen SP 4.1.a

Eigen SP 5.1.a

Debitel 1.1b

Talkline 2.1.c

1.2.c

1.2.d

5..2.a

1.2.b

5..2.b1.2.e

1.2.f

2.2.f

2.2.c2.2.d

2.2.e

1.2.a

4.2.a

4..2.b

3..2.a

3..2.b

2.2.a

2.2.b

*.0 netwerk/wholesale

*.1 serviceprovider niveau

*.2 retail niveau

*.*.a *.*.c *.*.e *.*.g eigen retail

*.*.b *.*.d *.*.f overige retail

2.0.a2.0.b

2.0.c

1.0.a

1.0.b

1.0.c

2.0.d

Intercity 2.1.d

2.2.g

1.0.d

Intercity 1.1.d

1.2.g

Bron: EIM.

Tot slot is er de distributie, die de uiteindelijke verkoop doet richting eindgebruiker (niveau *.2). Dit kan

eigen retail zijn of onafhankelijke retailers. Per marktpartij treden verschillen op in de wijze van distri-

butie. KPN Mobile en Libertel-Vodafone maken gebruik van alle distributiekanalen. Ook Dutchtone en

Debitel geven aan verkooppunten in eigen beheer te hebben. Ben heeft daarentegen geen beschikking

over eigen distributiepunten. Intercity maakt alleen gebruik van zijn eigen verkoopnetwerk van per-

soonlijke verkopers.

4.4 .2 Marktaande len op basis van omzet

In de vragenlijst hebben de verschillende marktpartijen hun omzet per maand gegeven van de periode

januari 2000 – maart 2001. Op basis van deze gegevens kan het marktaandeel van iedere marktpartij

berekend worden. Bij de berekening van de marktaandelen is uitgegaan van de omzetten van alle

marktpartijen. De omzetten van KPN Mobile en Libertel-Vodafone zijn niet gecorrigeerd voor de omzet

die de onafhankelijke SPs via deze netwerken laten verlopen. Dit betekent dat de omzetten van KPN

Mobile en Libertel-Vodafone enige overlap vertonen met die van Debitel, Talkline en Intercity. De om-

zetgegevens zijn gecorrigeerd voor omzet die is verkregen uit hardware. Het effect van deze opscho-

ning is overigens miniem. De marktaandelen zijn in tabel 2 weergegeven vanaf januari 2000. In ver-

band met de vertrouwelijkheid van deze gegevens is de volgende indeling in klassen gehanteerd:

<5%, 5-10%, 10-15%, 15-25%, 25-35%, 35-45% en >45%1.

tabel 2 marktaandelen (in %) op basis van omzet gecorrigeerd voor hardware

KPN Mobile Libertel-Vodafone Ben Dutchtone Telfort Debitel Talkline Intercity

januari 2000 >45 25-35 <5 <5 <5 10-15 5-10 <5

april 2000 >45 25-35 5-10 <5 <5 5-10 5-10 <5

juli 2000 35-45 25-35 5-10 5-10 <5 5-10 <5 <5

1 Omwille van de vertrouwelijkheid van de gegevens wordt deze klasse-indeling ook in de rest van dit rapport gehan-

teerd.

Page 18: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

18

oktober 2000 35-45 25-35 5-10 5-10 <5 5-10 <5 <5

januari 2001 35-45 25-35 5-10 5-10 <5 5-10 <5 <5

maart 2001 35-45 25-35 5-10 5-10 <5 5-10 <5 <5

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Uit tabel 2 blijkt dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone een marktaandeel hebben van boven de 25%.

Deze partijen kunnen dus mogelijk worden aangewezen als partij met AMM. Het marktaandeel van

KPN Mobile is sinds het voorjaar van 2000 overigens gedaald. Libertel-Vodafone neemt daarentegen

een constant deel van de groeiende markt voor zijn rekening. Het marktaandeel is in de onderzochte

periode steeds groter dan 25%. Libertel-Vodafone heeft de kleinste fluctuatie van het marktaandeel

van alle marktpartijen1. De ontwikkelingen komen nog duidelijker naar voren in figuur 2. Het marktaan-

deel van KPN Mobile neemt duidelijk af, KPN Mobile groeit dan ook minder hard dan de markt, Liber-

tel-Vodafone laat een redelijk stabiel marktaandeel zien en volgt de marktontwikkeling. Van de kleine

netwerk-operators hebben Ben en Dutchtone een aanzienlijke groei in marktaandeel weten te realise-

ren; ze groeien aanzienlijk sneller dan de markt. Dit lijkt niet alleen ten koste van KPN Mobile te zijn

gegaan, maar ook de SPs zien hun marktaandeel afkalven (met name Talkline). Dit bevestigt het beeld

dat in het vorige onderzoek naar voren kwam.

De marktaandelen wijken af van de resultaten van het vorige AMM-onderzoek. De oorzaak ligt in het

feit dat niet alle partijen dezelfde (omzet)gegevens hebben aangeleverd. Dit valt te controleren doordat

er over twee maanden, januari en februari 2000, in beide onderzoeken gegevens beschikbaar zijn. Met

name bij KPN Mobile is het verschil groot: ten opzicht van het vorige AMM-onderzoek heeft deze

marktpartij in de eerste maanden van 2000 veel meer omzet opgegeven. Op basis van dit jaar ver-

strekte gegevens lijkt het erop dat KPN Mobile vorig jaar de terminating-inkomsten niet heeft meege-

nomen in de omzetcijfers. De omzetcijfers van de overige marktpartijen komen goed overeen met de

cijfers van het vorige AMM-onderzoek uit 2000. Alleen de omzetcijfers van Dutchtone wijken af, echter

deze waren vorig jaar geschat bij gebrek aan gegevens. Het gevolg van deze andere gegevens is dat

ten opzichte van vorig jaar het marktaandeel van KPN Mobile in de maanden januari en februari 2000

is gestegen van 35-45% uit het vorige onderzoek naar >45% in het huidige onderzoek. Het marktaan-

deel van de overige marktpartijen daalt daardoor. Voor Libertel-Vodafone bedroeg het marktaandeel

voor de maanden januari en februari 2000 in het vorige onderzoek 25-35%. In het huidige onderzoek is

dit marktaandeel weliswaar lager, maar het valt nog altijd in de klasse 25-35%. Ondanks de verschillen

in marktaandeel, veroorzaakt door de andere cijfers van KPN Mobile, lijkt het erop dat Libertel-

Vodafone het marktaandeel, gemeten in omzet exclusief hardware, over de periode januari 1999 –

maart 2001 redelijk stabiel heeft weten te houden2.

1 Dit is berekend aan de hand van de volgende berekening: (marktaandeel maximaal – marktaandeel mini-

maal)/marktaandeel gemiddeld.

2 Er kan van worden uitgegaan dat KPN Mobile in het vorige onderzoek voor de gehele periode geen terminating-

omzet heeft verstrekt. In de gehele periode zal er dus sprake zijn van een onderschatting van het marktaandeel van

KPN Mobile en een overschatting van de marktaandelen van de overige marktpartijen. Als ervan uitgegaan wordt

dat de hogere omzetgegevens van KPN Mobile een vergelijkbaar effect hebben in 1999 als berekend over januari en

februari 2000, kan geconcludeerd worden dat Libertel-Vodafone ook in de periode januari 1999 – februari 2000 een

redelijk stabiel marktaandeel heeft in de klasse 25-35%.

Page 19: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

19

figuur 2 ontwikkeling marktaandelen (indexcijfer, januari 2000 = 100)

0

50

100

150

200

250

300

janu

ari 2

000

maa

rt 20

00

mei 2

000

juli 20

00

sept

embe

r 200

0

nove

mbe

r 200

0

janu

ari 2

001

maa

rt 20

01

KPN Mobile

Libertel

Ben

Dutchtone

Telfort

Debitel

Talkline

Intercity

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Ma rk t a an de l en g eco r r i ge erd v o or d ub b e l t e l l i n g wh o les a l e -om z e t 1

De inkomsten uit de verkoop van belminuten aan onafhankelijke SPs kunnen worden afgetrokken bij

de netwerk-operator of de dienstenaanbieder. In paragraaf 4.3 kwam reeds aan de orde dat ook aan

deze werkwijzen nadelen zijn verbonden. Desalniettemin is het interessant om te kijken welke

marktaandelen er ontstaan als op verschillende manieren rekening wordt gehouden met de dubbeltel-

ling.

Als de dubbeltelling bij de netwerk-operators KPN Mobile en Libertel-Vodafone wordt afgetrokken, dan

wordt het marktaandeel van deze partijen lager. Dit is de gunstigste berekeningswijze voor KPN Mo-

bile en Libertel-Vodafone. De conclusie dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone een marktaandeel heb-

ben groter dan 25%, blijft overigens wel overeind (tabel 3). Libertel-Vodafone heeft in de periode van

februari 2000 tot en met maart 2001 een marktaandeel dat valt in de klasse 25-35%. Alleen in januari

2000 valt het marktaandeel van Libertel-Vodafone bij deze berekeningswijze in de klasse 15-25%.

tabel 3 marktaandelen (in %) op basis van omzet gecorrigeerd voor hardware, dub-

beltelling wholesale-omzet gecorrigeerd bij netwerk-operators

KPN Mobile

Libertel-

Vodafone Ben Dutchtone Telfort Debitel Talkline Intercity

maart 2001 35-45 25-35 5-10 5-10 5-10 5-10 <5 <5

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Als de dubbeltelling bij de SPs wordt afgetrokken, vallen de marktaandelen van KPN Mobile en Liber-

tel-Vodafone juist iets hoger uit. Bij deze berekeningswijze wordt gedeeltelijk overgegaan op

marktaandelen op basis van toegevoegde waarde (de toegevoegde waarde van de onafhankelijke

SPs). Het marktaandeel van KPN Mobile valt bij deze berekeningswijze in de klasse >45%, dat van

Libertel-Vodafone nog steeds in de klasse 25-35% (tabel 4).

1 In het onderzoek van vorig jaar kon deze uitspliting niet worden gemaakt in verband met gebrek aan de juiste

informatie.

Page 20: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

20

tabel 4 marktaandelen (in %) op basis van omzet gecorrigeerd voor hardware, dub-

beltelling wholesale-omzet gecorrigeerd bij onafhankelijke SPs

KPN Mobile Libertel-Vodafone Ben Dutchtone Telfort SPs

maart 2001 >45 25-35 5-10 5-10 5-10 <5

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Omdat de inkomsten van KPN Mobile en Libertel-Vodafone uit de verkoop van belminuten aan onaf-

hankelijke SPs niet naar de onafhankelijke service providers zijn uitgesplitst, kan het marktaandeel van

de SPs Debitel, Talkline en Intercity alleen als totaal worden aangegeven. Dit gezamenlijke marktaan-

deel valt in de klasse <5%.

Ma rk t a an de l en exc l us i e f o mze t S Ps

Er kan ten slotte ook gekeken worden naar de marktaandelen in omzet (gecorrigeerd voor hardware)

indien de onafhankelijke SPs buiten beschouwing worden gelaten. Dit geeft een indicatie van de om-

zetten die gegenereerd worden uit het bezit van een netwerk en is daarmee een indicatie voor de po-

sitie van de verschillende partijen op de wholesalemarkt. In tabel 5 worden de marktaandelen weerge-

geven voor maart 2001.

tabel 5 marktaandelen (in %) netwerk-operators op basis van omzet netwerk-operators

gecorrigeerd voor hardware

KPN Mobile Libertel-Vodafone Ben Dutchtone Telfort

maart 2001 >45 25-35 5-10 5-10 5-10

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Indien op deze manier naar de markt wordt gekeken, blijken KPN Mobile en Libertel-Vodafone op-

nieuw een sterke positie te hebben. Het marktaandeel van KPN Mobile daalt in de loop van de tijd, van

Libertel-Vodafone blijft het redelijk stabiel.

4.4 .3 Marktaande len op basis van aanta l aans lu i t ingen

Soo r te n aa ns lu i t i n g en o p de m ob i e le - t e l e f on i em a rk t

Voor de marktaandelen op basis van het aantal aansluitingen berekend kunnen worden, moet worden

bepaald welke aansluitingen moeten worden toegerekend aan elke marktpartij. De aansluitingen kun-

nen verdeeld worden in enerzijds prepaid en postpaid aansluitingen, en anderzijds in aansluitingen die

worden verkocht door de netwerk-operators en door SPs, die tevens aansluitingen verkopen onder de

naam van de netwerk-operators (alleen KPN Mobile en Libertel-Vodafone). In figuur 3 zijn de soorten

aansluitingen weergegeven.

figuur 3 totaal aantal aansluitingen op de mobiele-telefoniemarkt verdeeld in zes typen

Page 21: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

21

Bron: EIM.

Een netwerk-operator verkoopt altijd zelf prepaid en postpaid aansluitingen via de eigen, gebonden

service provider (vakken A en B). De onafhankelijke SPs die in de markt actief zijn, kopen belminuten

in bij de netwerk-operators (alleen KPN Mobile en Libertel-Vodafone). Met deze capaciteit stellen ze

abonnementen samen die verkocht worden onder eigen naam (E). Theoretisch is er daarnaast de

mogelijkheid om als SP onder eigen naam prepaid aansluitingen te verkopen (F). In de praktijk komt

dit echter (nog) niet voor1. Ten slotte verkopen de SPs prepaid en postpaid abonnementen van KPN

Mobile en Libertel-Vodafone (C en D).

Voor sommige typen aansluitingen is niet op voorhand duidelijk bij welke marktpartij ze horen. Daarom

zijn er verschillende varianten berekend, die in het navolgende worden uitgewerkt. Op voorhand moet

worden opgemerkt dat als partijen verschillende definities hanteren om het aantal aansluitingen te

bepalen, deze maatstaf geen geheel betrouwbaar beeld geeft van de marktaandelen2.

Z eg ge nsch ap

Niet alle aansluitingen die via de SPs worden verkocht, kunnen tot de marktaandelen van de SPs ge-

rekend worden. Wat de prepaid aansluitingen (D en F) betreft, hebben de SPs bijvoorbeeld geen in-

houdelijke zeggenschap over abonnementsvoorwaarden en mogen zij alleen werken met de tarief-

plannen van KPN Mobile en Libertel-Vodafone. De SPs hebben over een belangrijk concurrentie-

instrument geen zeggenschap. De SPs hebben hier derhalve een soort retailersfunctie. Vertaald naar

figuur 3 betekent dit dat de vakjes A, B, D en F tot het marktaandeel van de netwerk-operators gere-

kend moeten worden. In tabel 6 staan de resultaten3.

1 Twee onafhankelijke SPs geven expliciet aan dat zij geen prepaid aansluitingen onder eigen naam verkopen. De

derde onafhankelijke SP heeft deze gegevens niet uitgesplitst aangeleverd, maar uit de antwoorden kan worden

afgeleid dat ook deze partij geen prepaid verkoopt onder eigen naam.

2 Het risico dat de marktpartijen verschillende systemen hanteren om het aantal aansluitingen te bepalen is redelijk

groot. Zo heeft één netwerk-operator aangegeven dat inactieve klanten na drie maanden uit de ‘actieve base’ wor-

den verwijderd. Het is onduidelijk hoe andere partijen hiermee omgaan.

3 De marktaandelen voor januari en februari 2000 in dit onderzoek wijken enigszins af van die uit het vorige onder-

zoek. In de gegevens van vorig jaar zat een dubbeltelling, die er in dit onderzoek uit is gehaald. Daarnaast waren de

postpaid aansluitingen in vak C vorig jaar toegekend aan de netwerk-operators. Deze aanpassingen hebben geen

gevolgen voor de conclusies die getrokken worden op basis van deze gegevens.

Verkocht door:

Netwerk-operator

Onafh. SP onder naam

netwerk-operator

Onafh. SP onder

eigen naam

PrepaidPostpaid

A

E F

D

B

C

Verkocht door:

Netwerk-operator

Onafh. SP onder naam

netwerk-operator

Onafh. SP onder

eigen naam

PrepaidPostpaid

A

E F

D

B

C

Page 22: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

22

tabel 6 marktaandelen (in %) op basis van aansluitingen naar zeggenschap, waarbij

prepaid verkocht door SPs aan de netwerk-operators worden toegerekend

KPN Mobile Libertel-Vodafone Ben Dutchtone Telfort Debitel Talkline Intercity

31-1-2000 >45 25-35 <5 5-10 5-10 5-10 <5 <5

30-4-2000 35-45 25-35 5-10 5-10 5-10 5-10 <5 <5

31-7-2000 35-45 25-35 5-10 5-10 5-10 <5 <5 <5

31-10-2000 35-45 25-35 5-10 5-10 5-10 <5 <5 <5

31-1-2001 35-45 25-35 5-10 5-10 5-10 <5 <5 <5

31-3-2001 35-45 25-35 5-10 10-15 5-10 <5 <5 <5

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Volgens deze berekeningswijze hebben KPN Mobile en Libertel-Vodafone een marktaandeel van bo-

ven de 25%. Van de kleine netwerk-operators hebben Ben en Dutchtone een aanzienlijke groei weten

te realiseren. De marktaandelen van KPN Mobile en Libertel-Vodafone vertonen overigens een dalen-

de tendens (al blijft het marktaandeel van Libertel-Vodafone in de gehele periode liggen in de klasse

25-35%). Voor KPN Mobile ligt dit in lijn met de omzetontwikkeling die is gesignaleerd in tabel 2.

De afname bij Libertel-Vodafone is niet in lijn met de ontwikkeling van het marktaandeel op basis van

omzet. De omzet per aansluiting lijkt iets toe te nemen. Dit zou mede het gevolg kunnen zijn van ver-

schillen in de manier waarop de partijen het aantal aansluitingen bepalen (mogelijk hanteert Libertel-

Vodafone daarvoor een ‘strenger’ criterium)1.

Cus to me r o wn e rsh i p

Libertel-Vodafone bepleit om de marktaandelen te berekenen op basis van aantal aansluitingen en om

de aansluitingen over de marktpartijen te verdelen op basis van ‘customer ownership’. Het ‘customer

ownership’ van abonnementen die via SPs zijn verkocht ligt volgens Libertel-Vodafone bij deze partij-

en. Volgens Libertel-Vodafone kunnen de onafhankelijke SPs hun abonnementen altijd overzetten

naar een andere netwerk-operator (‘het gaat erom welke partij de klant en zijn gegevens in zijn be-

stand heeft’). Vertaald naar figuur 3 betekent dit dat de vakjes C en E tot het marktaandeel van de SPs

gerekend moeten worden. Libertel-Vodafone doet in de vragenlijst geen expliciete uitspraak over de

‘customer ownership’ van prepaid aansluitingen. Als de prepaid aansluitingen (D en F) bij het

marktaandeel van de netwerk-operators worden gerekend, ontstaat hetzelfde beeld van de marktaan-

delen als in tabel 6. Daarom heeft EIM een variant berekend waarbij de prepaid aansluitingen die door

de SPs worden verkocht bij de SPs worden gerekend. De SPs krijgen dan het aantal aansluitingen van

de vlakken C, D, E en F toeberekend. De netwerk-operators hebben alleen A en B. Bij deze variant

zijn de marktaandelen van KPN Mobile en Libertel-Vodafone het laagst (tabel 7).

tabel 7 marktaandelen (in %) op basis van aansluitingen naar customer ownership,

waarbij prepaid verkocht door SPs aan de SPs worden toegerekend

KPN Mobile Libertel-Vodafone Ben Dutchtone Telfort Debitel Talkline Intercity

31-3-2001 35-45 15-25 5-10 10-15 5-10 10-15 <5 <5

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Uit tabel 7 blijkt dat bij deze berekeningswijze het marktaandeel van Libertel-Vodafone kleiner is dan

25%. Overigens is EIM het niet eens met deze manier van berekening van de marktaandelen. Aller-

eerst is het onduidelijk in hoeverre de SP invloed heeft op de prepaids die ze verkopen. Op basis van

de antwoorden van de SPs lijkt het erop dat ze alleen een retailfunctie vervullen. Indien dit het geval

1 Overigens vraagt EIM zich af, wie uiteindelijk de zeggenschap heeft over de postpaid aansluitingen die door SPs

worden verkocht onder naam van de netwerk-operator (vakje C in figuur 3). Het is onduidelijk wie uiteindelijk de

zeggenschap heeft over deze aansluitingen en de propositie die aan de klant wordt gedaan. Als ook deze aanslui-

tingen tot het marktaandeel van de netwerk-operators worden gerekend, zal het marktaandeel van de netwerk-

operators hoger uitvallen.

Page 23: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

23

is, moeten deze prepaids toegerekend worden aan de netwerk-operators (zie tabel 6). In paragraaf 2

van dit hoofdstuk werd tevens betoogd dat in het aantal aansluitingen minder informatie over aanmer-

kelijke marktmacht ligt besloten in vergelijking met de omzetmaatstaf. Een bijkomend praktisch pro-

bleem is dat de marktpartijen zeer waarschijnlijk niet eenduidig zijn in de manier waarop het aantal

aansluitingen wordt bepaald. Zoals gezegd, is de kans groot dat de marktpartijen verschillende syste-

men hanteren om het aantal aansluitingen te bepalen.

Aan ta l n e t w erka ans l u i t i ng en

Het aantal aansluitingen per netwerk (ongeacht hoe deze aansluitingen zijn verkocht en wie de eige-

naar is van de aansluiting) geeft weer hoe goed een netwerk wordt gebruikt. Een groot marktaandeel

geeft aan dat het netwerk relatief veel aansluitingen heeft, hetgeen kan leiden tot schaalvoordelen die

tot uitdrukking kunnen komen in een lagere kostprijs per aansluiting. Om deze marktaandelen te bere-

kenen, zijn de aansluitingen die via de onafhankelijke SPs zijn verkocht (C, D, E en F) toegerekend

aan de netwerken van de operators. Bij deze berekeningswijze komen de marktaandelen van KPN

Mobile en Libertel-Vodafone ruim boven 25% uit (tabel 8).

tabel 8 marktaandelen (in %) op basis van aansluitingen op de netwerken

KPN Mobile Libertel-Vodafone Ben Dutchtone Telfort

31-3-2001 35-45 25-35 5-10 10-15 5-10

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

4.4 .4 Marktaande len op basis van be lminuten

T oe rek e ne n v an b e lm i nu te n aa n de m a rk t pa r t i j e n

De marktaandelen op basis van belminuten kunnen pas berekend worden als bekend is welke belmi-

nuten moeten worden toegerekend aan de verschillende marktpartijen. Net als bij de aansluitingen

(paragraaf 4.4.3) kunnen ook de belminuten verdeeld worden in enerzijds pre- en postpaid belminuten,

en anderzijds in belminuten die zijn verkocht door de netwerk-operators en door SPs (al dan niet onder

eigen naam). Schematisch zou dit kunnen worden weergegeven in een figuur, vergelijkbaar met figuur

3.

In theorie is het mogelijk om dezelfde varianten te berekenen als bij de marktaandelen op basis van

aantal aansluitingen. In de praktijk treden echter problemen op omdat de meeste partijen er niet in

slagen om de benodigde gegevens aan te leveren1. Er is voor gekozen om de marktaandelen weer te

geven op basis van het aantal belminuten per netwerk. Om deze marktaandelen te berekenen, zijn de

belminuten die via de onafhankelijke SPs zijn verkocht (C, D, E en F) toegerekend aan de netwerken

van de operators. De marktaandelen zijn berekend op basis van uitgaande belminuten (tabel 9).

tabel 9 marktaandelen (in %) op basis van uitgaande belminuten per netwerk

KPN Mobile

Libertel-

Vodafone Ben Dutchtone Telfort

maart 2001 >45 25-35 10-15 5-10 5-10

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Uit tabel 9 blijkt dat de marktaandelen van KPN Mobile en Libertel-Vodafone boven de 25% uitkomen.

Het marktaandeel van KPN Mobile vertoont overigens een dalende trend, terwijl het marktaandeel van

Libertel-Vodafone redelijk constant is. Het valt op dat het marktaandeel van Ben relatief hoog is bij

1 Zo kon één netwerk-operator geen gegevens over aantal belminuten aanleveren over de periode januari – mei 2000.

Bij andere marktpartijen is geen opdeling per SP van de prepaid belminuten mogelijk of ontbreken de gegevens over

prepaid belminuten volledig (sommige SPs geven aan geen beschikking te hebben over deze informatie).

Page 24: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

24

deze berekeningswijze. De oorzaak hiervan is dat Ben over relatief veel postpaid aansluitingen be-

schikt, waarop in de regel meer belminuten worden gegenereerd dan op prepaid aansluitingen.

4.5 Omzet per aansluiting

Ma rk t a an de l en o p bas i s v an o mze t z i j n b i j KP N Mo b i l e e n L ib e r t e l -Vo d a fo ne re -l a t i e f ho o g

Als de marktaandelen op basis van omzet en aansluitingen met elkaar worden vergeleken, kan een

aantal interessante conclusies worden getrokken over de klanten die de verschillende partijen aan zich

weten te binden. Om een goede vergelijking te kunnen maken is in eerste instantie gekeken naar het

netwerkniveau. Deze gegevens staan vermeld in tabel 5 en tabel 81. Bij KPN Mobile blijkt dat op net-

werkniveau het marktaandeel op basis van omzet (>45%) hoger is dan op basis van aansluitingen (valt

in de klasse 35-45%). Dit duidt erop dat een aansluiting van KPN Mobile relatief veel oplevert. Ook

voor Libertel-Vodafone geldt op netwerkniveau dat het marktaandeel op basis van omzet (iets) hoger

is dan dat op basis van aansluitingen (dit is niet direct zichtbaar in tabel 5 en tabel 8, omdat wegens

de vertrouwelijkheid van gegevens een klasse-indeling wordt gehanteerd).

Een mogelijke verklaring voor de gevonden verschillen kan zijn dat beide partijen erin slagen om een

hoge omzet per aansluiting te realiseren. Om een scherper beeld te verkrijgen van de klanten die de

marktpartijen aan zich weten te binden, zijn drie aanvullende maatstaven berekend:

! de gemiddelde omzet per aansluiting,

! de gemiddelde omzet per belminuut, en

! het gemiddelde aantal belminuten per aansluiting.

Be rek en i ng swi j z e aa nv u l l e nde ma ats tav e n

Het is weinig zinvol om de bovengenoemde maatstaven te berekenen op basis van de totale omzet en

het totale aantal belminuten en aansluitingen per marktpartij, omdat in de regel een postpaid aanslui-

ting veel waardevoller is dan een prepaid aansluiting (een postpaid aansluiting levert in principe meer

belminuten en een hogere omzet per aansluiting op). Tussen de marktpartijen treden aanzienlijke

verschillen op in de samenstelling van het klantenbestand. Bij de ene marktpartij bestaat meer dan de

helft van het klantenbestand uit postpaid aansluitingen, terwijl dit bij een enkele marktpartij zelfs 100%

is. Door dergelijke verschillen in de samenstelling van de klantenbestanden zou een vertekend beeld

ontstaan als de genoemde maatstaven worden gebaseerd op de totaalgegevens per marktpartij. De

omzet per aansluiting zou bijvoorbeeld hoog uitvallen bij marktpartijen met relatief veel postpaid aan-

sluitingen, niet omdat die onevenredig hoge prijzen hanteren o.i.d., maar omdat postpaid aansluitingen

in de regel meer opleveren.

Het zuiverste beeld kan worden verkregen door in de berekening een onderscheid te maken tussen

postpaid en prepaid. De genoemde maatstaven zijn voor deze segmenten afzonderlijk berekend; bij de

berekening zijn bovendien alleen de omzet, belminuten en aansluitingen meegenomen die de markt-

partijen halen via de eigen service provider2. Het aantal aansluitingen in een maand is berekend door

het aantal aansluitingen aan het begin en aan het eind van een maand te middelen. De overige gege-

vens zijn door de partijen in direct bruikbare vorm aangeleverd (maandcijfers)3.

1 Alleen de marktaandelen berekend op netwerkniveau zijn met elkaar vergeleken. Door definitieverschillen zijn de

overige berekende marktaandelen niet goed vergelijkbaar. Door problemen bij de gegevens van vorig jaar, zijn de

resultaten niet te vergelijken.

2 Hiermee wordt voorkomen dat de omzet die door KPN Mobile en Libertel-Vodafone wordt behaald met de verkoop

van belminuten aan onafhankelijke SPs wordt verdeeld over de eigen aansluitingen (dit zou een overschatting van

de omzet per aansluiting opleveren).

3 Een vergelijking met vorig jaar is moeilijk te maken omdat toen is gekeken naar alle aansluitingen. De nu gehanteer-

de methode is zuiverder.

Page 25: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

25

Pos t p a id : K PN M ob i l e en L i be r te l -V o da fo ne ve rk op en re l a t i e f d u re be l m i nu te n

In tabel 10 is voor 2000 en het eerste kwartaal van 2001 voor het postpaid segment weergegeven de

gemiddelde maandomzet per aansluiting, de gemiddelde maandomzet per belminuut, en het gemid-

delde aantal maandelijkse belminuten per aansluiting. Omwille van de vertrouwelijkheid van deze ge-

gevens hanteren wij opnieuw een klasse-indeling.

tabel 10 gemiddelde maandomzet per aansluiting, gemiddelde maandomzet per belmi-

nuut, en het gemiddelde aantal maandelijkse belminuten per aansluiting, be-

haald via de eigen SP in het postpaid segment, in 2000 en eerste kwartaal

2001

KPN Mo-

bile

Libertel-

Vodafone Ben Dutchtone Telfort Debitel

Talk-

line* Intercity

gemiddelde maand-

omzet per aansluiting

(ƒ)

2000 100-120 100-120 60-80 60-80 60-80 100-120 - 140-160

1e kwartaal 2001 100-120 100-120 60-80 60-80 80-10 100-120 - 120-140

gemiddelde maand-

omzet per belminuut (in

centen)

2000 60-80 60-80 20-40 40-60** 40-60 80-100 - 60-80

1e kwartaal 2001 60-80 60-80 40-60 40-60 40-60 80-100 - 60-80

gemiddeld aantal

maandelijkse belminu-

ten per aansluiting

2000 140-160 120-140 180-

200

160-180** 160-

180

100-120 - 180-200

1e kwartaal 2001 160-180 140-160 180-

200

160-180 180-

200

100-120 - 180-200

* Geen gegevens van Talkline ontvangen over de behaalde postpaid omzet en -belminuten.

** Berekend over de periode juni-december 2000.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

KPN Mobile en Libertel-Vodafone weten in het postpaid segment een relatief hoge omzet per aanslui-

ting te realiseren. Ook in het eerste kwartaal van 2001 is sprake van een aanzienlijk verschil met de

kleinere netwerk-operators. Een aansluiting van Libertel-Vodafone en vooral KPN Mobile levert met

andere woorden veel op. Alleen Intercity weet een hogere omzet per aansluiting te realiseren. Dit is

niet verbazingwekkend, omdat Intercity zich richt op zakelijke bellers.

Verder realiseren KPN Mobile en Libertel-Vodafone in zowel 2000 als het eerste kwartaal van 2001 per

aansluiting relatief weinig belminuten. Dit wordt echter ruimschoots goedgemaakt door de relatief hoge

omzet die beide partijen per belminuut weten te behalen (in 2000 én het eerste kwartaal van 2001 gaat

het om 60 tot 80 cent per belminuut voor beide partijen). Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat de

klanten van KPN Mobile en Libertel-Vodafone vooral in de piekperiode bellen. Een andere verklaring

kan liggen in het feit dat de drie nieuwe netwerk-operators vooral belbundels verkopen, waardoor het

aantal verbelde minuten hoog is tegen een relatief laag tarief. Alleen Debitel weet de opbrengst per

belminuut in ruime mate te overtreffen.

Er kan geconcludeerd worden dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone in het postpaid segment niet de

veelbellers aan zich weten te binden, maar dat dit ruimschoots wordt goedgemaakt door de omzet per

belminuut. Hierdoor weten beide partijen relatief veel omzet te behalen uit de aansluitingen op hun

netwerk dan de overige netwerk-operators. Dit kan een indicatie van marktmacht zijn.

Page 26: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

26

Ook i n p re pa i d s eg me nt l i j k en KP N Mo b i l e en L i be r t e l -V od a f on e re la t i e f d u rebe l m in u t en t e v e rko pe n

In tabel 11 zijn dezelfde aanvullende maatstaven vermeld, maar nu voor het prepaid segment. Op

voorhand moet worden benadrukt dat deze gegevens minder betrouwbaar zijn, omdat de marktpartijen

waarschijnlijk op verschillende manieren omgaan met het bepalen van het aantal aansluitingen. Ver-

schillende interpretaties om het aantal aansluitingen te bepalen zullen met name van invloed zijn op

het aantal prepaid aansluitingen1. Omdat de SPs aangeven geen eigen prepaid aansluitingen te ver-

kopen, zijn deze niet in het overzicht opgenomen.

tabel 11 gemiddelde maandomzet per aansluiting, gemiddelde maandomzet per belmi-

nuut, en het gemiddelde aantal maandelijkse belminuten per aansluiting, be-

haald via de eigen service provider in het prepaid segment, in 2000 en eerste

kwartaal 2001

KPN Mobile

Libertel-

Vodafone* Ben Dutchtone Telfort

gemiddelde maandomzet per aansluiting (ƒ)

2000 15-17,50 15-17,50 7,50-10 7,50-10 7,50-10

1e kwartaal 2001 12,50-15 12,50-15 7,50-10 7,50-10 7,50-10

gemiddelde maandomzet per belminuut (in

centen)

2000 60-80 - 40-60 20-40** 40-60

1e kwartaal 2001 80-100 - 40-60 60-80 40-60

gemiddeld aantal maandelijkse belminuten

per aansluiting

2000 20-25 - 20-25 15-20** 20-25

1e kwartaal 2001 15-20 - 15-20 10-15 15-20

* Geen gegevens Libertel-Vodafone beschikbaar over prepaid belminuten van de eigen SP.

** Maatstaven berekend over de periode juni-december 2000.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

KPN Mobile en Libertel-Vodafone realiseren in het prepaid segment een hoge omzet per aansluiting.

De hoge gemiddelde maandomzet per aansluiting zou echter ook het gevolg kunnen zijn van een

strenger beleid bij het bepalen van de actieve klantenbase. Voor KPN Mobile kan (voorzichtig) worden

geconcludeerd dat het aantal belminuten dat per aansluiting wordt verkocht weinig afwijkt van dat bij

de overige netwerk-operators, maar dat wel een aanzienlijke hogere omzet per belminuut wordt gerea-

liseerd.

Hoewel voorzichtigheid is geboden bij de interpretatie, zijn de resultaten van het prepaid segment in

lijn met de conclusie dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone een relatief hoge omzet per aansluiting en

belminuut halen. Ze hebben eindgebruikers die veel opbrengen en weten die ook vast te houden. Dit

kan duiden op een bepaalde mate van marktmacht.

4.6 Conclusie

KPN M o b i l e e n L ib e r te l - Vo da f o ne h eb be n ma rk ta an d ee l g ro te r d an 2 5%

In dit hoofdstuk zijn verschillende maatstaven gepresenteerd voor de berekening van de marktaande-

len. Uit tabel 12 komt naar voren dat de marktaandelen verschillen afhankelijk van de gekozen maat-

staf.

1 Het ligt in de rede dat postpaid klanten niet zomaar uit een klantenbestand worden verwijderd, zij betalen immers

maandelijks een abonnementstarief.

Page 27: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

27

tabel 12 marktaandelen (in %) volgens verschillende berekeningen, maart 2001

criterium berekening

marktaandelen

KPN

Mobile

Libertel-

Vodafone Ben Dutchtone Telfort Debitel Talkline Intercity

omzet excl. hardware 35-45 25-35 5-10 5-10 <5 5-10 <5 <5

omzet excl. hardware, dubbeltelling

wholesale-omzet gecorrigeerd bij

netwerk-operators 35-45 25-35 5-10 5-10 5-10 5-10 <5 <5

omzet excl. hardware, dubbeltelling

wholesale-omzet gecorrigeerd bij

SPs >45 25-35 5-10 5-10 5-10 <5*

omzet excl. hardware

(alleen netwerk-operators) >45 25-35 5-10 5-10 5-10 - - -

aansluitingen naar zeggenschap

(prepaid SPs bij netwerk-operators) 35-45 25-35 5-10 10-15 5-10 <5 <5 <5

aansluitingen naar customer

ownership (prepaid SPs bij SPs) 35-45 15-25 5-10 10-15 5-10 10-15 <5 <5

aansluitingen op de netwerken 35-45 25-35 5-10 10-15 5-10 - - -

uitgaande belminuten per

netwerk >45 25-35 10-15 5-10 5-10 - - -

* Gezamenlijk marktaandeel van onafhankelijke SPs.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

In paragraaf 4.2 werd betoogd dat in het omzetcriterium de meeste informatie wordt meegenomen over

de marktmacht van partijen (in de omzet ligt informatie besloten over het aantal aansluitingen, de ge-

bruiksintensiteit per aansluiting, en de prijsverschillen per belminuut). Ook in de Richtsnoeren wordt

uitgegaan van omzet als criterium ter bepaling van de marktaandelen.

Op basis van het omzetcriterium hebben zowel KPN Mobile als Libertel-Vodafone een marktaandeel

groter dan 25% op de markt voor openbare mobiele telefonie (ongeacht hoe er gecorrigeerd wordt

voor de dubbeltelling in de wholesale-omzet). Dit gegeven kan (mede) aanleiding zijn voor het College

van OPTA om KPN Mobile en Libertel-Vodafone (opnieuw) aan te wijzen als partijen met AMM.

Als overigens het aantal aansluitingen als basis voor de berekening zou worden gehanteerd, en alle

aansluitingen die via de onafhankelijke SPs zijn verkocht bij de marktaandelen van de onafhankelijke

SPs worden gerekend, is het marktaandeel van Libertel-Vodafone lager dan 25%. In paragraaf 4.2

kwam echter aan bod dat het aantal aansluitingen minder geschikt is als criterium voor de aanwijzin-

gen. Daarnaast is het niet duidelijk of prepaid aansluitingen bij de SPs dan wel de netwerk-operators

moeten worden meegenomen.

Uit een onderlinge vergelijking van de marktaandelen en een analyse van de omzet per aansluiting in

het postpaid en het prepaid segment kan ten slotte geconcludeerd worden dat KPN Mobile en Libertel-

Vodafone relatief hoge omzetten per belminuut realiseren, en daardoor relatief veel omzet halen uit de

aansluitingen op hun netwerk. Dit kan duiden op een bepaalde marktmacht.

In het volgende hoofdstuk zal nader worden ingegaan op de uitzonderingscriteria die de indicatie van

marktmacht op basis van marktaandeel kunnen ondersteunen dan wel afzwakken.

Page 28: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt
Page 29: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

29

5 Aanvullende criteria: Vermogen de marktvoorwaarden

te beïnvloeden

5.1 Inleiding

Bij de beoordeling of een marktpartij marktmacht heeft, wordt in de Tw het marktaandeel (> 25%) als

hoofdregel genomen. Het college kan afwijken van deze hoofdregel indien daartoe aanleiding is. Het

college zal daartoe een oordeel geven over vijf aanvullende criteria uit de Tw:

! het vermogen van een partij om de marktvoorwaarden te beïnvloeden;

! de (groeps)omzet in verhouding tot de omzet van de markt;

! de beheersing van de middelen van toegang tot de eindgebruikers;

! de toegang tot financiële middelen;

! de ervaring met het verstrekken van producten en diensten op de markt.

De vijf criteria worden verder uitgewerkt in de Richtsnoeren. In dit hoofdstuk wordt het criterium ‘ver-

mogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden’ besproken. De overige vier criteria komen in het

volgende hoofdstuk aan bod. Bij de gehanteerde criteria en de invulling daarvan zijn met name de

Richtsnoeren uitgangspunt geweest.

5.2 Vermogen de marktvoorwaarden te beïnvloeden

Rel a t i e me t AM M

De mogelijkheid van een aanbieder om de marktvoorwaarden te beïnvloeden (AMM) wordt in het

‘Consultatiedocument’ als volgt omschreven:

de mate waarin een aanbieder zijn prijzen, zijn kwaliteits- of serviceniveau of andere voorwaar-

den gedurende een langere periode kan wijzigen ten nadele van de eindgebruiker, dan wel de

mate waarin de aanbieder onafhankelijk van andere aanbieders (gedurende langere tijd) de

voorwaarden kan beïnvloeden waartegen andere aanbieders hun diensten leveren.

In de Richtsnoeren wordt het begrip het vermogen om marktvoorwaarden te beïnvloeden niet meer als

zodanig omschreven. Er wordt wel een aantal criteria genoemd die van belang zijn bij het beoordeling

van het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden.

Het betreft de volgende criteria:

! het aantal concurrenten;

! de mate van concentratie in de markt;

! de ontwikkeling in het aantal en de omvang van concurrenten;

! de toe- en uittredingsdrempels in de markt;

! de drempels voor eindgebruikers om over te stappen naar een andere aanbieder;

! de mate van verticale integratie;

! de prijsvorming in de markt.

In de volgende paragrafen wordt de relatie tussen AMM en deze criteria verder uitgewerkt. Tevens

worden de bevindingen gepresenteerd van het empirische onderzoek.

Page 30: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

30

5.2 .1 Aanta l concurrenten

Rel a t i e me t AM M

Het aantal concurrenten in een markt geeft een indicatie voor de mate van concurrentie. Over het

algemeen wordt gesteld dat hoe meer aanbieders actief zijn in de markt (en vergelijkbaar in omvang),

hoe minder waarschijnlijk het is dat een individuele aanbieder de marktvoorwaarden kan beïnvloeden.

Indien er slechts één aanbieder actief is, kan deze monopolist de marktvoorwaarden zelfstandig be-

palen en heeft hij dus marktmacht. De afnemers hebben geen alternatief en de monopolist kan een

monopolieprijs vragen1. In een situatie met enkele grote aanbieders (oligopolie) kan er ook snel sprake

zijn van marktmacht. Aanbieders kunnen hun gedrag op elkaar afstemmen waardoor er geen efficiënte

prijszetting plaatsvindt (gezien vanuit de afnemer).

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

Op de mobiele-telefoniemarkt zijn vijf aanbieders met een eigen netwerk actief. De netwerk-operators

verkopen allen aan de eindgebruikers via hun eigen, gebonden SPs. Alle mobiele operators in Neder-

land zijn dus verticaal geïntegreerd met hun eigen SPs2. Hoewel het aantal netwerk-operators in Ne-

derland hoog is in vergelijking met dat in andere West-Europese landen, is het aantal netwerk-

operators in absolute zin beperkt. Omdat er slechts vijf aanbieders actief zijn, dient de Nederlandse

markt voor mobiele telefoonnetwerken - net als nagenoeg alle andere buitenlandse markten - als een

oligopolistische markt te worden beschouwd.

Er zijn verder drie onafhankelijke SPs (Debitel, Talkline, Intercity), die abonnementen van verschillen-

de aanbieders (in de praktijk alleen van KPN Mobile en Libertel-Vodafone) doorverkopen en daar

eventueel ook zelf waarde aan toevoegen. Debitel en Talkline zijn de grootste onafhankelijke SPs,

Intercity is een relatief zeer kleine SP, die met name actief is op de zakelijke markt.

Terwijl het aantal netwerk-operators door wettelijke (vergunning) en technische oorzaken (beschikbaar

aantal frequenties) beperkt is, kunnen onafhankelijke SPs in theorie onbeperkt toetreden. Als er sprake

is van hoge retailmarges bij de netwerk-operators, zouden onafhankelijke SPs de concurrentiedruk

kunnen opvoeren door in het groot in te kopen en tegen lagere prijzen door te verkopen aan de eind-

gebruiker. Dit vergt echter wel een concurrerende (of bij onvoldoende concurrentie een gereguleerde)

wholesalemarkt en een bepaalde mate van vrijheid van handelen voor de SPs. In de praktijk lijkt dit

niet het geval. Hoewel de netwerk-operators beweren genegen te zijn hun netwerk voor derden open

te stellen, ervaren de SPs weinig onderhandelingsruimte. Ook potentiële toetreders worden in de prak-

tijk afgeschrikt door de (in hun ogen) hoge eisen die netwerk-operators stellen. De afgelopen twee jaar

is geen enkele partij meer als onafhankelijke SP tot de mobiele-telefoniemarkt toegetreden3. Hierin lijkt

wel enige verandering te ontstaan. Tele2 heeft aangegeven te zullen toetreden tot de markt voor mo-

biele telefonie, en wel via het netwerk van Telfort (NRC Handelsblad 13-8-2001).

Concluderend kan worden gesteld dat op de Nederlandse mobiele-telefoniemarkt acht partijen actief

zijn: vijf netwerk-operators en drie service providers. Het aantal concurrenten is daarmee gelijk geble-

ven ten opzichte van het vorige onderzoek. Service providers beschikken niet over een eigen netwerk

en zijn wat de infrastructuur betreft afhankelijk van de netwerk-operators. De positie van de SPs lijkt

niet van dien aard, dat zij de netwerk-operators (waaronder KPN Mobile en Libertel-Vodafone) onder

enige concurrentiedruk kunnen zetten. Het is onduidelijk wat de recente aankondiging van Tele2 om

toe te treden tot de markt voor effect zal hebben op de concurrentieverhoudingen.

1 Een dreiging van potentiële toetreders kan het gedrag van een monopolist beperken. In een situatie van perfect

contesteerbare markten kan de monopolist gedwongen worden een prijs te hanteren die ook in een situatie van

volledig vrije mededinging zou ontstaan. Het is daarom van belang te kijken naar toetredingsbarrières.

2 Dit lijkt vanzelfsprekend, maar in het V.K. was het bij het opstarten van de markt slechts toegestaan om via onaf-

hankelijke SPs te verkopen, om zo de concurrentie te versterken.

3 Recentelijk heeft OneTel wel een SP-overeenkomst met KPN Mobile gesloten, maar in de praktijk biedt men nog

geen diensten aan.

Page 31: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

31

5.2 .2 Mate van concentra t ie in de mark t

Rel a t i e me t AM M

De mate van concentratie in de markt is gerelateerd aan het aantal aanbieders dat actief is op de

markt. Daarnaast zegt de concentratie ook iets over de grootte van de aanbieders. Een markt met veel

kleine aanbieders is ongeconcentreerd. Een aanbieder heeft geen mogelijkheid om de marktvoorwaar-

den te beïnvloeden in zo’n markt. Ook eventuele onderlinge afspraken zijn moeilijk te realiseren (te

veel partijen om echt effectief afspraken te kunnen maken).

Een markt is sterk geconcentreerd indien er één of slechts enkele grote aanbieder(s) actief is/zijn. In

zo’n markt bestaat het gevaar dat een of meerdere aanbieders de marktvoorwaarden kunnen beïn-

vloeden. Doordat er slechts een beperkt aantal belangrijke spelers actief is, zijn de grote marktpartijen

in staat elkaar goed in de gaten houden. Het is ook van belang dit te doen omdat een actie van de ene

grote aanbieder merkbare invloed heeft op de positie van een andere grote aanbieder. In een gecon-

centreerde markt is het eenvoudiger onderlinge (geheime of impliciete) afspraken te maken of het

gedrag onderling af te stemmen (de zogenaamde onderling afgestemde gedragingen) waardoor de

concurrentie wordt beperkt.

In een oligopolistische markt moet ook gekeken worden naar de homogeniteit van de producten. Zo

zullen in een markt met heterogene producten de aanbieders meer ruimte hebben om de prijs zelf-

standig te bepalen en minder concurrentiedruk voelen. In een gedifferentieerde markt zullen de aan-

bieders derhalve eerder in staat zijn om zelfstandig hun marktvoorwaarden te bepalen.

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

De mate van concentratie is gemeten door naar het aantal marktpartijen en de marktaandelen te kij-

ken. Hierbij is de Herfindahl-Hirschman-Index (HHI) gebruikt. De HHI is de som van de gekwadrateer-

de (omzet)marktaandelen van alle op de markt aanwezige bedrijven. Bij een waarde van 10.000 is er

sprake van een strikt monopolie (1002) en 0 is de (technisch onmogelijke) waarde voor perfecte con-

currentie. In het algemeen wordt ervan uitgegaan dat bij een HHI van minder dan 1.000 er sprake is

van een ongeconcentreerde markt, tussen 1.000 en 1.800 van een matig geconcentreerde markt en

boven de 1.800 van een geconcentreerde markt1. Verder kan opgemerkt worden dat als de acht

marktpartijen elkaar volledig in evenwicht zouden houden (elke partij 12,5% marktaandeel), de HHI

1.250 bedraagt.

In tabel 13 is de HHI weergegeven voor de periode januari 2000 – maart 2001, waarbij gebruik is ge-

maakt van de marktaandelen gebaseerd op de omzet van de marktpartijen exclusief hardware2.

tabel 13 Herfindahl-Hirschman-Index op basis van marktaandelen gebaseerd op omzet

gecorrigeerd voor hardware

maand HHI-index

januari 2000 3210

april 2000 2989

juli 2000 2830

oktober 2000 2825

januari 2001 2660

maart 2001 2673

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

De concentratie in de markt is het afgelopen jaar beduidend afgenomen. Desalniettemin is de mobiele-

telefoniemarkt nog steeds een geconcentreerde markt (de HHI ligt in maart 2001 nog ruim boven de

1800).

1 Office of Fair Trading (1999), Quantitative techniques in competition analysis, Research paper 17.

2 Door de verschillen in marktaandelen in dit onderzoek en het vorige onderzoek, verschilt ook de HHI.

Page 32: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

32

In hoofdstuk 4 werd reeds besproken dat de marktaandelen op verschillende manieren berekend kun-

nen worden. Uit tabel 14 blijkt dat de conclusie van een geconcentreerde markt steeds overeind blijft,

ongeacht de manier waarop de marktaandelen zijn bepaald. Dit is ook het geval als er alleen

marktaandelen op netwerkniveau worden berekend.

tabel 14 Herfindahl-Hirschman-Index bij verschillende berekeningswijzen van de

marktaandelen, maart 2001

berekeningswijze marktaandeel HHI-index

omzet excl. hardware 2673

omzet excl. hardware, correctie wholesale-omzet bij netwerk-operators 2517

omzet excl. hardware, correctie wholesale-omzet bij SPs 3057

omzet excl. hardware (alleen netwerk-operators) 3338

aansluitingen naar zeggenschap (prepaid SPs bij netwerk-operators) 2623

aansluitingen naar customer ownership (prepaid SPs bij SPs) 2271

aansluitingen op de netwerken 3006

uitgaande belminuten per netwerk 3070

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

He te rog en i te i t

Zoals hierboven aangegeven, is het in een oligopolistische marktsituatie, waarin slechts enkele spelers

actief zijn, van belang te kijken of de producten homogeen of heterogeen zijn. Deze vraag is relevant

omdat in de mobiele-telefoniemarkt gesproken kan worden van een oligopolistische situatie. Het pro-

duct mobiele telefonie is behoorlijk heterogeen, gezien het grote aantal abonnementstypen dat wordt

aangeboden, al dan niet in combinatie met gratis handsets en verschillende introductievoordelen. Het

aantal varianten is na de uitbreiding van het aantal operators sterk toegenomen. Hierdoor ervaren

eindgebruikers de mobiele-telefoniemarkt als intransparant wat betreft tarieven, aanbod, aanbieders,

voorwaarden, etc.1. De ondoorzichtigheid van het aanbod wordt door sommige partijen genoemd als

barrière voor de eindgebruiker om over te stappen. In heterogene markten is de concurrentie meestal

minder sterk dan in homogene markten.

Concluderend kan worden gesteld dat de concentratie in de mobiele-telefoniemarkt het afgelopen jaar

is afgenomen. Desondanks is de openbare mobiele-telefoniemarkt nog steeds een geconcentreerde

markt, waarop het aanbod door de eindgebruikers als zeer heterogeen wordt ervaren. Mede door de

intransparantie bestaat het gevaar in zo’n markt dat een of meer aanbieders de marktvoorwaarden

kunnen beïnvloeden.

5.2 .3 Ontwikke l ing in het aanta l en de omvang van de concurren ten

Rel a t i e me t AM M

De ontwikkeling van het aantal en de omvang van de marktpartijen geeft inzicht in de ontwikkeling van

de marktstructuur. Indien het aantal marktpartijen toeneemt, kan dit leiden tot meer concurrentie. Een

marktpartij met een aanzienlijk aandeel op de markt zal veel inspanningen moeten doen om haar

marktpositie te handhaven. Als concurrenten sterk groeien, hebben ze meer mogelijkheden om de

concurrentie daadwerkelijk aan te gaan.

Ook de groei van de bedrijfstak/markt is van belang. Als een markt sterk groeit, is het relatief eenvou-

dig om toe te treden als aanbieder. De klanten die zich voor het eerst op de markt begeven hoeven

geen overstapkosten te maken en hoeven ook niet ‘losgeweekt’ te worden bij bestaande aanbieders.

Een bedrijf dat toetreedt kan dus relatief eenvoudig deze nieuwe klanten naar zich toetrekken en op

1 Dit blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond, zie Consumentengids, Mobiele belmarkt steeds mistiger, decem-

ber 2000.

Page 33: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

33

die manier een rendabele marktpositie opbouwen. Voor een marktpartij met een aanzienlijk marktaan-

deel zal het relatief moeilijk zijn om haar positie te handhaven in een snelgroeiende markt. Het is

moeilijker nieuwe klanten binnen te halen dan bestaande klanten binnen te houden. In een snel groei-

ende markt zal een marktpartij dus minder snel een aanzienlijke marktmacht hebben.

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

Het aantal netwerk-operators en de tijdstippen van toetreding zijn bepaald door de overheid, op basis

van het afgeven van vergunningen voor het gebruik van frequenties. Momenteel zijn er in Nederland

vijf netwerk-operators actief. Dit aantal is hoog in vergelijking met omringende landen. Omdat de

UMTS-frequenties intussen zijn vergeven aan de bestaande netwerk-operators, kan er uit deze hoek

op korte termijn geen toetreding door nieuwe partijen meer worden verwacht.

SPs kunnen in principe wel vrij toetreden. In de onderzochte periode is het aantal onafhankelijke SPs

constant gebleven. Er zijn momenteel drie onafhankelijke SPs. Hier lijkt enige verandering in te ont-

staan. Tele2 heeft in augustus 2001 aangegeven te zullen toetreden tot de mobiele-telefoniemarkt.

Ook One.Tel heeft aangegeven toe te willen treden tot de mobiele markt. Het is onduidelijk in hoeverre

ze daadwerkelijk en actief de markt bewerken.

De markt voor mobiele telefonie is in Nederland de afgelopen jaren sterk gegroeid. Ook afgelopen jaar

werd deze trend weer doorgezet. In figuur 4 is weergegeven in welke mate de maandomzet van de

verschillende partijen is gegroeid sinds januari 2000. De maandomzet is gecorrigeerd voor inkomsten

uit de verkoop van hardware, zoals besproken in paragraaf 4.3.

figuur 4 groei marktpartijen op basis van maandomzet gecorrigeerd voor hardware,

index januari 2000 = 100

Page 34: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

34

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Uit figuur 4 blijkt dat de meeste marktpartijen sinds januari 2000 een aanzienlijke groei hebben weten

te realiseren. De gezamenlijke omzet van de marktpartijen exclusief hardware-inkomsten is in de peri-

ode van januari 2000 tot en met maart 2001 met circa 40% gegroeid. De meest recente toetreders

Ben, Dutchtone en Telfort weten de sterkste groei te realiseren. De groei van deze partijen stijgt zelfs

ver boven het marktgemiddelde uit. Het gezamenlijke marktaandeel van deze partijen neemt dan ook

toe. Uit tabel 2 blijkt bijvoorbeeld, dat het gezamenlijke marktaandeel op basis van omzet gecorrigeerd

voor hardware in de periode januari 2000 – maart 2001 voor de genoemde aanbieders is gestegen.

Verder valt op dat Libertel-Vodafone zich goed weet te handhaven. De omzetstijging van Libertel-

Vodafone is (iets) groter dan de algemene marktontwikkeling. Voor KPN Mobile geldt dat juist een

minder grote omzetstijging is gerealiseerd. Dit geldt ook voor de onafhankelijke SPs.

Omdat de netwerk-operators gemiddeld een grotere omzetstijging realiseren, kan worden geconclu-

deerd dat het bezit van een netwerk kennelijk een belangrijke asset is bij het neerzetten van een con-

currerend aanbod en het realiseren van groei. Omdat juist het aantal netwerk-operators beperkt is tot

vijf, zal er wat dit betreft geen concurrentieverhogend effect optreden.

Ten slotte kan worden verwacht dat de marktgroei in elk geval op korte termijn zal afvlakken omdat

inmiddels een groot deel van de potentiële eindgebruikers over een aansluiting beschikt. Eén markt-

partij geeft expliciet aan dat de groei zal verminderen nu ‘de penetratiegraad in Nederland de 70% is

0

50

100

150

200

250

300

350

400

januari-00 april-00 juli-00 oktober-00 januari-01

Totaal KPN Mobile Libertel-Vodafone

Ben Dutchtone Telfort

Debitel Talkline Intercity

maart -01

Page 35: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

35

gepasseerd’. Uit de ontwikkeling van het aantal aansluitingen (tabel 15) blijkt dat deze ontwikkeling

reeds in gang is gezet.

tabel 15 ontwikkeling aantal aansluitingen mobiele-telefoniemarkt

datum toename aantal aansluitingen t.o.v. vorige maand in procenten

31-12-1999

31-1-2000 4,3

29-2-2000 3,8

31-3-2000 4,5

30-4-2000 3,8

31-5-2000 4,2

30-6-2000 4,4

31-7-2000 4,8

31-8-2000 3,8

30-9-2000 3,6

31-10-2000 2,8

30-11-2000 2,9

31-12-2000 3,8

31-1-2001 2,0

28-2-2001 2,1

31-3-2001 2,2

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

In het voorjaar van 2000 bedroeg de maandelijkse groei van het aantal aansluitingen circa 4%, terwijl

dit in het voorjaar van 2001 nog ongeveer 2% was. Door de afnemende marktgroei wordt het moeilijker

om toe te treden als aanbieder.

Concluderend kan worden gesteld dat het totale aantal partijen dat mobiele telefonie aanbiedt in de

onderzochte periode constant is gebleven. Recentelijk heeft Tele2 aangegeven te zullen toetreden tot

de markt. Ook One.Tel zou plannen hebben om toe te treden. Omdat de frequenties inmiddels zijn

vergeven en de marktgroei afneemt, zal er door toetreding van netwerk-operators waarschijnlijk geen

concurrentieverhogend effect optreden. De toetreding van Tele2 en One.tel kan mogelijk leiden tot

extra concurrentie.

Omdat de netwerk-operators gemiddeld een grotere omzetstijging realiseren, kan worden geconclu-

deerd dat het bezit van een netwerk kennelijk een belangrijke asset is bij het uitbouwen van de eigen

marktpositie. Overigens is de omzetgroei van KPN Mobile lager dan het marktgemiddelde, terwijl de

omzetgroei van Libertel-Vodafone hier iets boven zit. Dit is een indicatie dat KPN Mobile juist over

minder marktmacht beschikt.

5.2 .4 Toe- en u i t t red ingsdrempe ls

Rel a t i e me t AM M

Het bestaan van toe- en uittredingsbarrières zal ervoor zorgen dat er minder concurrentie op de markt

zal ontstaan. De marktpartijen kunnen de afnemers relatief hogere prijzen vragen omdat er toch geen

alternatieven zijn. De dreiging dat nieuwe partijen de markt zullen betreden is klein.

Bij toetredingsbarrières kan gedacht worden aan het verkrijgen van een vergunning. Dit zorgt voor een

absolute beperking van het aantal netwerk-operators. Andere barrières zijn de investeringen die nodig

zijn om een netwerk op te zetten, de minimale schaal die bereikt moet worden om te kunnen profiteren

van schaalvoordelen, en de toegang tot de eindgebruiker (door middel van distributiekanalen). Ook

indien de zittende partijen een sterke merknaam hebben, zal dit de toetreding bemoeilijken. In al deze

gevallen zal de toetreder een nadeel ondervinden ten opzichte van de reeds aanwezige marktpartijen.

Page 36: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

36

Als er uittredingsbarrières zijn (bijvoorbeeld wanneer er veel geld is gestoken in een netwerk dat voor

anderen weinig waarde heeft; sunk costs) zullen partijen niet snel geneigd zijn uit te treden. Ze zullen

fel concurreren om op die manier nog iets van de kosten goed te maken. Zolang er meer wordt ver-

diend dan de variabele kosten, is het interessant om actief te blijven op de markt (een deel van de

vaste kosten wordt nog goedgemaakt). Overigens gaan bij uittreding niet alle investeringen verloren,

omdat het waarschijnlijk is dat andere partijen het netwerk zullen willen overnemen. Als er geen uittre-

dingsbarrières zijn, leidt dit tot minder felle concurrentie.

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

Toe t red i ngs d re mp e l s

Aan alle partijen (netwerk-operators, SPs, potentiële toetreders) is gevraagd om aan te geven welke

toetredingsdrempels er bestaan voor nieuwe aanbieders op de Nederlandse markt voor mobiele tele-

fonie. De genoemde toetredingsdrempels zijn samengevat in tabel 16.

tabel 16 toetredingsdrempels voor nieuwe aanbieders (netwerk-operators en SPs)

Netwerk-operators SPs

Technisch - Gebrek aan technisch personeel.

Financieel - Benodigd kapitaal: hoge sunk costs

voor verkrijgen van vergunning en in-

vesteringen in netwerk.

- Lage marges.

- Voorwaarden van netwerk-

operators bij het verkrijgen van

toegang.

Marktstrategisch - Problemen met directe interconnectie. - Huidige aanbieders leveren zeer

gevarieerd dienstenpakket, voor

toetreders moeilijk om waarde toe

te voegen.

- Felle concurrentie in de distribu-

tie. Hoge aansluitbonussen en

‘handset subsidies’.

- Weinig end-user control (bijv.

naam operator verschijnt in dis-

play).

Juridisch - Beschikking over netwerkfrequentie.

- Gevaar van overregulering waardoor

marges aangetast kunnen worden.

- Overstapdrempels voor klanten

veroorzaakt door zaken als een

langdurige contractduur, SIM-

locks.

- Geen definitie in Tw wat toegang

tot netwerken precies inhoudt.

- AMM beperkt zich tot voice, gaat

niet over data.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Een zeer belangrijke drempel om toe te treden als netwerk-operator is het verkrijgen van een frequen-

tie. Omdat het aantal GSM-frequenties beperkt is tot vijf, is er een soort natuurlijke beperking van het

aantal spelers op de markt (er kunnen natuurlijk wel meer SPs actief zijn, maar die zijn in grote mate

afhankelijk van het beperkte aantal netwerk-operators en de voorwaarden waaronder ze toegang kun-

nen krijgen tot een netwerk). Verder zijn de UMTS-frequenties inmiddels verdeeld onder de vijf be-

staande netwerk-operators. Op het gebied van netwerken zullen op korte termijn geen nieuwe partijen

meer toetreden. Uit deze hoek kan dus geen toename van de concurrentie worden verwacht.

Een andere toetredingsdrempel voor netwerk-operators is het benodigde kapitaal. Om een frequentie

te bemachtigen zijn al hoge investeringen nodig. Daarna moet nog een netwerk worden opgebouwd.

Page 37: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

37

De kosten hiervoor kunnen tegenwoordig beter in de hand worden gehouden door site-sharing of het

gezamenlijk opbouwen van een netwerk.

Er wordt ook gewezen op het gevaar van overregulering waardoor marges aangetast kunnen worden.

Door het verplicht toelaten van SPs tegen kostengeoriënteerde tarieven worden investeringen in een

netwerk minder snel terugverdiend, hetgeen toetreders zou kunnen afschrikken. Deze toetredings-

drempel is zeker op korte termijn van theoretische aard, omdat de frequenties voor GSM en UMTS

reeds zijn vergeven (er is sprake van hoge sunk costs, zie onder).

Een belangrijke drempel om als onafhankelijke SP toe te treden is dat de marges beperkt zijn. Het

aantal SPs is de laatste jaren afgenomen. Verschillende SPs en potentiële toetreders geven aan dat

het verschil tussen wholesaleprijzen en marktconforme retailtarieven te gering is om een toekomstbe-

stendige business te kunnen opbouwen.

Het is moeilijk om commercieel interessante toegangsvoorwaarden op de netwerken van operators af

te dwingen. Volgens een potentiële toetreder ondervinden alle potentiële dienstverleners last van dit

euvel, variërend van eenvoudige reseller-programma’s tot daadwerkelijke MVNO-constructies.

Een onafhankelijke SP is van mening dat sommige toetredingsdrempels blijven bestaan door onduide-

lijkheden in de Tw. Een probleem is dat er geen definitie is gemaakt van wat toegang tot de mobiele

netwerken precies inhoudt. Een ander probleem is dat AMM zich beperkt tot voice en niet gaat over

data, iets waar veel partijen op hebben zitten wachten, aldus deze onafhankelijke SP.

De overstapdrempels voor eindgebruikers zijn de laatste tijd overigens sterk afgenomen door zaken

als nummerportabiliteit en de regelingen rond SIM-locks (zie § 5.2.5).

KPN Mobile en Libertel-Vodafone zijn overigens van mening dat de toetredingsbarrières op de markt

voor mobiele telefonie gering zijn. Verschillende argumenten worden aangedragen ter onderbouwing,

zoals het succes van de laatste toegetreden netwerk-operators, de mogelijkheid van indirecte toetre-

ding via deelname in bestaande netwerk-operators (bijv. NTT DoCoMo via een 15% aandeel in KPN

Mobile), en de goede mogelijkheden voor site-sharing, waarover binnen Monet (het samenwerkings-

verband voor mobiele operators) concrete afspraken zijn gemaakt. Verder hebben bedrijven de moge-

lijkheid om toe te treden als SP. Dit brengt geen investeringen in een vergunning en een netwerk met

zich mee. Daar staat tegenover dat service providers wel toegang moeten zien te krijgen tot een net-

werk. Uit de antwoorden van de potentiële toetreders blijkt, dat zij dit beslist niet als eenvoudig erva-

ren. Ten opzichte van het vorige onderzoek lijken er geen veranderingen te zijn opgetreden ten aan-

zien van de drempels voor nieuwe toetreding. Gezien de aangekondigde toetreding van Tele2 lijkt het

erop dat deze drempels wel genomen kunnen worden.

Ui t t r ed i n gsd rem pe l s

Theoretisch gezien zou de afwezigheid van uittredingsbarrières leiden tot minder concurrentie in de

markt. Er wordt door de partijen slechts een beperkt aantal uittredingsbarrières genoemd:

! de hoge kosten die netwerk-operators hebben gemaakt om een frequentie te krijgen en een net-

werk uit te rollen worden het vaakst genoemd;

! de juridische verplichting, opgelegd bij de vergunning, om een frequentie een aantal jaar actief te

gebruiken;

! langlopende verplichtingen ten opzichte van leveranciers (aanleg netwerken) en klanten;

! mobiele aanbieders die onder dezelfde merknaam opereren in andere (telefonie)markten dan

mobiele telefonie zullen minder geneigd zijn uit te treden vanwege gezichtsverlies.

Voor SPs lijken nauwelijks uittredingsdrempels te bestaan, omdat zij de bovengenoemde kosten voor

een frequentie en een netwerk niet hebben gemaakt. Door de SPs worden vrijwel geen uittredings-

drempels genoemd. Bevordering van de concurrentie door uittredingsdrempels speelt (in theorie) dan

ook vooral bij de netwerk-operators.

Page 38: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

38

Ve rw ac h t i ng en va n de h an dha v i ng va n de a an wi j z i ng en op to e t r ed i ng

Er is vervolgens gevraagd wat de partijen verwachten van een eventuele continuering van de aanwij-

zing van KPN Mobile en Libertel-Vodafone als partijen met AMM. De algemene opvatting is dat toetre-

ding er door de aanwijzingen niet eenvoudiger op wordt.

Wat de SPs betreft lijkt er sprake te zijn van een omslag in hun oordeel ten opzichte van het voor-

gaande onderzoek. Eén SP merkt op dat partijen met AMM niet geneigd zullen zijn vrij te onderhan-

delen met potentiële toetreders. Technisch gezien is toetreding geen probleem, alleen commercieel

gezien stellen netwerk-operators met AMM onhaalbare eisen.

Een andere onafhankelijke SP meldt dat de verplichtingen die op partijen met AMM rusten ervoor zor-

gen dat deze veel terughoudender worden in het aanbieden van op maat gemaakte diensten en het op

een flexibele en commerciële manier inspelen op behoeften in de markt. Ten aanzien van bijzondere

toegang zijn de kleinere netwerk providers (Ben, Telfort) volgens deze partij meer genegen hun net-

werk open te stellen1. Hoewel KPN Mobile en Libertel-Vodafone als partijen met AMM bepaalde ver-

plichtingen hebben, is de ervaring van deze partij dat zij zich daar slechts na tussenkomst van de

OPTA en/of rechtbank daadwerkelijk aan houden. Omdat de besluitvormingsprocessen bij de toezicht-

houders (OPTA en NMa) niet snel genoeg hun opinie afgeven over voorliggende problemen, zijn

slechts relatief weinig partijen gebaat bij conflicten met KPN Mobile en Libertel-Vodafone, aangezien

de mogelijke oplossing zich pas aandient op een moment dat het praktisch niet meer relevant of nodig

is.

Ook de netwerk-operators verwachten dat continuering van de AMM-aanwijzingen geen positief effect

zal hebben op de toetreding. Een van de netwerk-operators meldt dat concurrentie op de markt voor

wholesalediensten in Nederland wordt gefrustreerd door de aanwijzingen, omdat de partijen met AMM,

mede door de onzekerheid over welke typen diensten onder artikel 6.9 Tw vallen, niet goed kunnen

overzien in hoeverre de voorwaarden die zij met een SP afsluiten, ook door andere partijen kunnen

worden afgedwongen op basis van wetgeving.

Een andere netwerk-operator signaleert in dit verband dat de vereiste van non-discriminatie in de

praktijk leidt tot een star aanbod. Verzoeken tot maatwerk worden in de praktijk afgewezen met een

beroep op het non-discriminantiebeginsel. Verder wijst deze partij erop dat er geen nieuwe toetreders

zijn geweest sinds de aanwijzingen (hoewel zeer recent OneTel een SP-overeenkomst heeft gesloten

met KPN Mobile). Een derde netwerk-operator is van mening dat de toetreding door continuering van

de huidige aanwijzingen eerder moeilijker dan eenvoudiger zal worden. De non-discriminatie-

verplichting voor interconnectietarieven zal de rek uit de onderhandelingen halen en daarmee de me-

dedinging belemmeren.

Ten slotte leren ervaringen in het buitenland dat met name de kleinere netwerk-operators genegen zijn

om hun netwerk open te stellen voor externe SPs, aldus een van de netwerk-operators. Langs deze

weg kan men sneller meer klanten op het eigen netwerk krijgen dan alleen op eigen retailkracht. Als

voorbeeld noemt deze partij de Engelse (kleine) netwerk-operator One2one, die recentelijk overeen-

komsten heeft gesloten met MVNO’s. Nieuwe SPs zullen waarschijnlijk met de kleinere operators eer-

der tot overeenstemming komen over toetreding op commerciële voorwaarden (zonder beroep op

artikel 6.9 Tw), omdat die naar verhouding meer restcapaciteit op hun netwerk hebben. Overigens is

de verwachting dat bij de kleinere netwerk-operators toegang wordt gerealiseerd in Nederland nog niet

gerealiseerd2.

De antwoorden van de potentiële toetreders laten eenzelfde, negatief verwachtingspatroon zien. De

ervaring is dat de netwerk-operators het openstellen van hun netwerk aan derden als bedreiging zien

1 Dit lijkt ook in overeenstemming met de toetreding van Tele2 via het Telfort-netwerk.

2 Buiten de onderzochte periode is bekend geworden dat Tele2 tot de markt toetreedt via het netwerk van Telfort. Het

is onduidelijk wat voor effect dit zal hebben op de concurrentieverhoudingen.

Page 39: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

39

voor het verliezen van het aantal klanten en minuten, in plaats van als een kans om juist meer minuten

te genereren. De AMM-aanwijzing is niet voldoende om operators een (commercieel aantrekkelijk)

wholesale-aanbod te laten ontwikkelen. Behalve handhaving van de AMM-aanwijzing zou derhalve

opgenomen moeten worden welke verplichtingen daaraan gekoppeld zijn voor een operator. In dit

verband wijst een netwerk-operator erop dat het sterk afhangt van welke diensten door OPTA worden

benoemd als bijzondere toegang, en welke voorwaarden door OPTA als redelijk worden beoordeeld.

Co nc lu d er en d

De belangrijkste barrières om als netwerk-operator toe te treden zijn het verkrijgen van een vergunning

en de hoge kosten die gepaard gaan met het uitbouwen van een netwerk. Omdat op korte termijn geen

nieuwe vergunningen worden uitgegeven, kan gesteld worden dat potentiële toetreding geen regule-

rend effect heeft op deze markt.

Voor SPs geldt dat met name de lage marges en de onderhandelingsmacht van de netwerk-operators

het moeilijk maken om een rendabele business case te ontwikkelen. Door de lage marges treden er

weinig bedrijven toe tot deze markt (dit is de afgelopen periode niet het geval geweest). Ook dit heeft

een negatief effect op de concurrentie in de markt. De verwachtingen over de continuering van de

AMM-aanwijzingen zijn laaggestemd: vrijwel alle partijen verwachten dat de toetreding door SPs er

niet eenvoudiger door wordt. Sommige partijen verwachten veel van toetreding door SPs op commer-

ciële voorwaarden (dus zonder beroep op artikel 6.9 Tw) als de concurrentie op de wholesalemarkt

tussen netwerk-operators op gang komt. Ook zou bovenop de AMM-aanwijzing gespecificeerd kunnen

worden welke verplichtingen daaraan gekoppeld zijn voor een operator.

Uittredingsbarrières spelen vooral voor de netwerk-operators een rol: zij worden geconfronteerd met

hoge sunk costs als gevolg van reeds gedane investeringen. Hoewel bij uittreding niet alle investerin-

gen verloren gaan (frequentie en netwerk blijven een bepaalde waarde vertegenwoordigen), werken de

hoge vaste kosten van netwerk-operators concurrentiebevorderend.

5.2 .5 Drempe ls voor e indgebru ikers

Rel a t i e me t AM M

Indien bedrijven drempels kunnen opwerpen voor hun eindgebruikers om over te stappen naar een

andere aanbieder, geeft dit een bepaalde mate van marktmacht. Dit kan betekenen dat de aanbieder

tot bepaalde hoogte de marktvoorwaarden kan veranderen/verslechteren voordat de eindgebruiker zal

overstappen. Dit effect wordt nog versterkt als er weinig informatie beschikbaar is over alternatieve

aanbieders, producten en prijzen (lage markttransparantie). De afnemers hebben dan weinig inzicht in

eventuele betere aanbiedingen elders, waardoor de onderhandelingsmacht afneemt.

De overstapkosten van een eindgebruiker moeten in relatie worden gezien met de kosten van de aan-

bieder. Als deze hoge kosten heeft (bijvoorbeeld verlies van relatief veel telefoonverkeer) neemt de

macht van de afnemer toe. Grote zakelijke klanten hebben dus meer macht dan individuele consu-

menten. Countervailing power zal met name optreden als de koper een groot volume afneemt ten

opzichte van de totale afzet van de aanbieder, de koper een relatief groot deel van de totale kosten

van de aanbieder vertegenwoordigt, wanneer de koper makkelijk kan overstappen naar een andere

aanbieder terwijl de verkoper relatief veel klantspecifieke investeringen heeft gedaan en als de klant

alternatieve bronnen van aanbod heeft (bijvoorbeeld zelf doen).

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

Ove rs t ap d re mp e l s

Voor de eindgebruikers geldt dat zij een beperkte macht hebben ten opzichte van de netwerk-

operators en SPs. Iedere eindgebruiker neemt slechts een klein deel van de totale omzet voor zijn

rekening. In een niet-geconcentreerde afnemersmarkt zoals de telefoniemarkt heeft de aanbieder

relatief veel macht. Dit blijkt uit het feit dat er in het verleden diverse overstapdrempels hebben be-

staan (hoge afsluitkosten, geen nummerportabiliteit, etc.). Echter, tegenwoordig hebben eindgebrui-

kers goede mogelijkheden om van aanbieder te veranderen. Zowel de netwerk-operators als de SPs

Page 40: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

40

zijn van mening dat de mogelijkheden voor eindgebruikers om over te stappen in de afgelopen tijd

sterk zijn verbeterd.

De overstapdrempels die resteren hebben betrekking op SIM-locks en contracten met een bepaalde

duur. Dit vloeit meestal voort uit de subsidie die door aanbieders wordt gegeven op de aanschaf van

toestellen. Eén marktpartij verwacht dat de SIM-locks op den duur zullen verdwijnen indien de prijzen

van GSM-toestellen conform marktwaarde zullen worden verkocht. Verder moet worden opgemerkt dat

een SIM-lock na afloop van de contractperiode (of bij prepaid na een jaar) gratis verwijderd wordt.

Verwijdering gebeurt op verzoek van de klant en is derhalve geen automatisme: de eindgebruiker moet

hier moeite voor doen, hetgeen een overstapdrempel vormt. Verder wordt de convergentie van dien-

sten van sommige aanbieders (zoals één voice mail voor vast en mobiel bij KPN) als mogelijke over-

stapdrempel genoemd. Ten slotte is de markt minder transparant. Door de verschillende opbouw van

abonnementen en tarieven voor belminuten (dal/piektarief versus vast tarief) is het moeilijk voor de

afnemer om de verschillende mogelijkheden te vergelijken, hetgeen gemakkelijk overstappen niet

bevordert.

Ch u rn

De churn van een marktpartij geeft aan hoeveel eindgebruikers hun contract opzeggen. Deze eindge-

bruikers kunnen overstappen naar een andere mobiele-telefonieaanbieder, helemaal geen gebruik

meer maken van mobiele telefonie, of bij dezelfde aanbieder blijven maar dan met een ander contract

of een andere abonnementsvorm. Het onderscheid tussen deze groepen is niet te maken. Omdat aan-

genomen kan worden dat het aantal klanten dat na een opzegging helemaal geen gebruik meer maakt

van mobiele telefonie zeer beperkt is, geeft de churn een indicatie voor het gemak waarmee eindge-

bruikers van product kunnen veranderen (en daarmee van de feitelijke overstapdrempels).

De churn is berekend voor de periode januari 2000 – maart 2001 door het aantal opzeggingen per

marktpartij te delen door het gemiddelde aantal aansluitingen van die marktpartij in de betreffende

periode. In paragraaf 4.4.3 werd reeds besproken dat het aantal aansluitingen per marktpartij op ver-

schillende manieren bepaald kan worden. Daardoor zijn er ook verschillende manieren om de churn te

berekenen, namelijk door de aansluitingen te verdelen op basis van:

! zeggenschap (waarbij de prepaid aansluitingen die door onafhankelijke SPs zijn verkocht, worden

toegerekend aan de netwerk-operators);

! customer ownership (waarbij de prepaid aansluitingen die door onafhankelijke SPs zijn verkocht,

worden toegerekend aan de SPs).

In tabel 17 zijn de resultaten van deze berekeningswijzen weergegeven1. Omwille van de vertrouwe-

lijkheid is een indeling in klassen gehanteerd (<10%, 10-15%, 15-20%, 20-25%, 25-30%, 30-35%,

>35%) .

tabel 17 churn per aanbieder (in % van het gemiddeld aantal aansluitingen), periode

januari 2000 – maart 2001

Aansluitingen verdeeld op

basis van Totaal

KPN

Mobile

Libertel-

Vodafone Ben

Dutch-

tone Telfort Debitel Talkline Intercity

zeggenschap (prepaid

SPs bij netwerk-

operators) 20-25 15-20 20-25 20-25 10-15 15-20 >35 >35 30-35

customer ownership

(prepaid SPs bij SPs) 20-25 15-20 25-30 20-25 10-15 15-20 25-30 30-35 30-35

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

1 De churn zou overigens ook per maand berekend kunnen worden. Omdat de conclusies en onderlinge verhoudingen

dan niet veranderen, worden de resultaten van deze berekeningswijze hier niet vermeld.

Page 41: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

41

Het is opvallend dat de churn voor de bedrijfstak als geheel hoog is. In de periode januari 2000 –

maart 2001 viel de churn voor de bedrijfstak in de klasse 20-25%. Er zullen weinig bedrijfstakken zijn

waar een dergelijk aantal klanten in een tijdsbestek van 15 maanden van leverancier wisselt. In het

algemeen lijken er voor de eindgebruiker niet veel barrières te zijn om over te stappen. Diverse partij-

en geven in de vragenlijsten expliciet aan dat de churn in de mobiele-telefoniemarkt zeer hoog is. KPN

Mobile verwijst naar het persbericht van KPMG van 4 januari jl. waarin staat dat de gemiddelde churn

in 2000 25% bedroeg. Volgens KPMG stijgt de churn dit jaar naar 27%. Libertel-Vodafone geeft in de

vragenlijst aan dat op jaarbasis de churn voor Libertel-Vodafone tussen de 15% en 25% bedraagt. Uit

de door EIM uitgevoerde berekeningen blijkt dat dit percentage zelfs nog iets hoger is.

Tussen de diverse partijen lijken verschillen te bestaan in het aantal opzeggingen. De churn van KPN

Mobile is ongeacht de berekeningswijze lager dan het marktgemiddelde. KPN Mobile lijkt dus relatief

loyale klanten te hebben, of de klanten ervaren drempels waardoor ze minder snel geneigd zijn te

vertrekken. De churn van Libertel-Vodafone lijkt – afhankelijk van de berekeningswijze – op of boven

het marktgemiddelde te liggen. De relatief hoge churn van Libertel-Vodafone zou het gevolg kunnen

zijn van een verschil met andere aanbieders in de manier waarop het aantal aansluitingen wordt be-

paald. Daarom kunnen uit tabel 17 geen harde conclusies worden getrokken. De churn lijkt bij de on-

afhankelijke SPs het hoogst uit te vallen. Kennelijk hebben de onafhankelijke SPs het in verhouding tot

de netwerk-operators moeilijk.

Nu mm e rp o r t ab i l i t e i t

Nummerportabiliteit is mogelijk vanaf april 1999. Vanaf deze datum kunnen eindgebruikers overstap-

pen naar een andere telefonieaanbieder met behoud van hun mobiele nummer. Dit verlaagt de drem-

pel om over te stappen (eindgebruikers hoeven dan immers geen ander nummer meer door te geven

aan hun relaties, etc.). De regeling voor nummerportabiliteit is na een aarzelend begin steeds beter

gaan werken. Uit gegevens van de Stichting Nummerportabiliteit blijkt dat maandelijks vele duizenden

mobiele nummers worden geporteerd (tabel 18).

tabel 18 aantal mobiele nummerporteringen, periode januari – mei 2001

Maand en jaar Aantal geporteerde mobiele nummers

Januari 2001 12.508

Februari 2001 13.053

Maart 2001 13.441

April 2001 11.723

Mei 2001 15.995

Bron: Stichting Nummerportabiliteit, 2001.

Uit tabel 19 blijkt ten slotte dat er tussen de marktpartijen verschillen bestaan in het percentage ge-

porteerde nummers (de tabel is samengesteld op basis van eigen opgaven van de marktpartijen; er is

wederom een klasse-indeling gehanteerd). Bij Intercity is het percentage nummerporteringen het

grootst in 2000. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk dat Intercity zich met name richt op zakelijke

bellers. Deze eindgebruikers stellen veel prijs op nummerbehoud, om voor hun klanten en andere

relaties bereikbaar te blijven. Ook bij Talkline is het percentage geporteerde nummers hoog. Dit heeft

wellicht te maken met het relatief grote aantal postpaid klanten die als regelmatige beller meer prijs

stellen op nummerbehoud. De antwoorden van Ben ontbreken overigens in tabel 19. Deze aanbieder

is ontheven van zijn rapportageverplichting. De gegevens over nummerportabiliteit werden van Ben

zelf niet ontvangen bij het invullen van de vragenlijsten.

tabel 19 aantal nummerporteringen als percentage van het aantal opzeggingen, in 2000

en eerste kwartaal 2001

KPN

Mobile

Libertel-

Vodafone Ben Dutchtone Telfort* Debitel** Talkline Intercity***

2000 10-15 5-10 - 5-10 10-15 15-20 30-40 >50

Page 42: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

42

1e kwartaal 2001 10-15 5-10 - 10-15 5-10 10-15 40-50 20-25

* Gegevens beschikbaar vanaf februari 2000.

** Gegevens beschikbaar vanaf augustus 2000.

*** Gegevens beschikbaar vanaf september 2000.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Co nc lu d er en d

De conclusie is dat de macht van eindgebruikers te gering is om een regulerend effect te hebben op

de mobiele-telefoniemarkt. Omgekeerd lijkt er geen ongewenste situatie te bestaan in de zin dat con-

sumenten met onredelijke overstapdrempels worden geconfronteerd. Dit wordt onderstreept door de

hoge churn op marktniveau. In de periode januari 2000 – maart 2001 viel de churn in de klasse 20-

25%.

5.2 .6 Ver t i ca le in tegrat ie en d ivers i f i ca t ie

Rel a t i e me t AM M

Een bedrijf dat verticaal geïntegreerd is, kan in het algemeen meer marktmacht uitoefenen dan een

bedrijf dat niet verticaal geïntegreerd is. Als een bedrijf macht heeft op bijvoorbeeld de markt voor

netwerkdiensten, kan het deze macht gebruiken om een gunstige positie te verkrijgen op de diensten-

markt. Een verticaal geïntegreerd bedrijf heeft hierdoor een voordeel ten opzichte van een bedrijf dat

maar actief is in één schakel van de productieketen. Door bijvoorbeeld hoge wholesaletarieven te

vragen aan onafhankelijke SPs wordt het voor deze onafhankelijke SPs moeilijk om te concurreren op

de dienstenmarkt. De eigen SP kan bevoordeeld worden door middel van kruissubsidies. Dit effect

wordt nog versterkt als de netwerk-operator in de eindgebruikersmarkt op prijs concurreert: de marge

wordt dan nog kleiner1. Indien er veel netwerk-operators zijn, kunnen de onafhankelijke SPs proberen

de netwerk-operators tegen elkaar uit te spelen en gunstige tarieven te verkrijgen.

Diversificatie wordt hier opgevat als het aanbieden van diensten gerelateerd aan de markt waarin

marktpartijen werken. Door naast mobiele-telefoniediensten vaste telefonie, internet en/of huurlijnen

aan te bieden, kan een marktpartij een aantal voordelen behalen. Zo kan het interessant zijn als bij-

voorbeeld het klantenbestand van een andere markt gebruikt kan worden voor de onderzochte markt.

Bij mobiele telefonie kan gedacht worden aan een combinatie met vaste telefonie (one-stop-shop, één

rekening, gecombineerde abonnementen). Daarnaast kunnen ook kosten van distributie gedeeld wor-

den. Een partij die gediversificeerd is, kan op deze manier bepaalde marktmacht verkrijgen door bij-

voorbeeld de betere toegang tot de eindgebruiker of de lagere kosten (eventueel zelfs kruissubsidie

van de ene markt naar de andere).

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

Ve r t i c a le i n te g ra t i e

Iedere netwerk-operator is verticaal geïntegreerd met de eigen, gebonden SP. Omdat de netwerk-

operators tevens toeleverancier kunnen zijn van de onafhankelijke SPs, hebben zij een bepaalde

machtspositie. Uit de antwoorden van diverse partijen (SPs en potentiële toetreders) blijkt dat de

wholesaletarieven in de praktijk dusdanig hoog zijn dat het voor SPs zeer moeilijk is een rendabele

business op te zetten. Hoewel de netwerk-operators beweren genegen te zijn hun netwerk voor derden

open te stellen, ervaren de SPs weinig onderhandelingsruimte. Eén service provider geeft aan dat de

marges voor SPs zo laag zijn, dat het onmogelijk is te concurreren met de netwerk-operators. In para-

graaf 4.4.2 bleek al dat het marktaandeel van de SPs het afgelopen jaar is gedaald.

1 Een van de doelen van een AMM is om de mogelijkheden voor dergelijke praktijken tegen te gaan. Partijen met

AMM hebben bijv. de plicht om non-discriminatoir interconnectie aan te bieden en om tegen ‘redelijke voorwaarden’

bijzondere toegang te bieden.

Page 43: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

43

Ook potentiële toetreders worden in de praktijk afgeschrikt door de (in hun ogen) hoge eisen die net-

werk-operators stellen. Feit is dat de afgelopen twee jaar geen enkele partij meer als onafhankelijke

SP tot de mobiele-telefoniemarkt is toegetreden1. De aanwijzing van KPN Mobile en Libertel-Vodafone

als partijen met AMM heeft daar geen verandering in gebracht. Hoewel met AMM bijzondere toegang

wordt gereguleerd, blijkt het in de praktijk een discussiepunt te zijn welke voorwaarden voor toegang

redelijk zijn. Dit probleem speelt ook bij partijen die als ‘Mobile Virtual Network Operator’ willen toetre-

den: de prijzen van de netwerk-operators zijn dusdanig dat het niet mogelijk is om een rendabele busi-

ness case te ontwikkelen (aldus de potentiële toetreders). Daarnaast worden er soms alleen mogelijk-

heden geboden om gebundelde diensten af te nemen. Volgens één potentiële toetreder zou bijvoor-

beeld gekoppeld aan de AMM-aanwijzingen beter gespecificeerd moeten worden welke verplichtingen

dit met zich meebrengt. Het lijkt er dus op dat marktpartijen die verticaal geïntegreerd zijn (netwerk en

diensten) een voordeel hebben ten opzichte van marktpartijen die alleen actief zijn op het dienstenni-

veau.

Verschillen in de verticale integratie tussen marktpartijen kunnen ook worden achterhaald door te kij-

ken naar de controle van de aanbieders over de diverse verkooppunten. De producten op de mobiele-

telefoniemarkt (abonnementen, prepaid, postpaid, al dan niet in combinatie met een handset) vinden

hun weg naar de consument langs twee soorten verkooppunten (dit wordt in paragraaf 7.3 meer in

detail uitgewerkt):

! afhankelijke verkooppunten. Deze kenmerken zich doordat ze direct verbonden zijn met een net-

werk-operator of SP. De klant die een Primafoon-winkel binnenstapt kiest bij voorbaat voor KPN

Mobile als netwerk-operator. Uit de antwoorden van de marktpartijen blijkt dat met name KPN

Mobile en Libertel-Vodafone over dit soort winkels beschikken (KPN Mobile heeft meer dan 150

eigen verkooppunten; bij Libertel-Vodafone ligt dit aantal boven de 75). Ook Debitel heeft relatief

veel eigen verkooppunten (>25), terwijl dit bij de overige aanbieders zeer beperkt is (<10);

! onafhankelijke verkooppunten. Deze bieden de consument vaak een breder keuzepakket en on-

afhankelijk advies. Tot de onafhankelijke telefoonwinkels behoren speciaalzaken zoals Let’s Talk

en BelCompany, en de traditionele elektrodetailhandel die GSM-arrangementen aanbiedt naast

televisies, geluidsapparatuur, etc. Bij de onafhankelijke verkooppunten is sprake van verticale in-

tegratie als de marktpartijen (netwerk-operators, SPs) in staat zijn voorwaarden op te leggen aan

de onafhankelijke verkooppunten. Dit lijkt niet of slechts in beperkte mate het geval te zijn. Bij de

onafhankelijke verkooppunten moet een marktpartij meestal concurreren met aanbiedingen van

andere partijen.

Wat verkooppunten betreft is bij KPN Mobile en Libertel-Vodafone derhalve nog het meest sprake van

verticale integratie: zij zijn minder afhankelijk van onafhankelijke verkooppunten waar ook de produc-

ten van andere aanbieders in het schap liggen.

Dive rs i f i ca t i e

Door naast mobiele telefonie diverse aanpalende diensten aan te bieden, zoals vaste telefonie, inter-

net en/of huurlijnen, kan een marktpartij een aantal voordelen behalen.

In het onderzoek worden als voordelen van het beschikken over een vast netwerk genoemd:

! aanbieden van geïntegreerde diensten (vast, mobiel), al dan niet met kortingstructuren, die het

mogelijk maken voor klanten die alle diensten afnemen om extra korting te bedingen, en al dan

niet met één factuur en klantenservice;

! in marketingactiviteiten een kruisbestuiving van gebruikersbestanden toepassen (cross-selling:

klanten van vaste telefonie ook mobiele diensten aanbieden en andersom);

! eerder kostenvoordelen realiseren door gezamenlijke winkels (bijv. Primafoons) of zakelijke ver-

kooppunten.

1 Hoewel One.Tel recentelijk een overeenkomst heeft gesloten met KPN Mobile, biedt deze aanbieder in de praktijk

(juli 2001) nog nauwelijks diensten aan. Tele2 heeft aangegeven ook actief te worden op de mobiele markt.

Page 44: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

44

De marktpartijen KPN Mobile, Telfort en Dutchtone geven aan zichzelf niet tot de categorie van ‘full

service’ telecombedrijven te rekenen. Als echter ook de relaties met moeder-, zuster- en dochterbedrij-

ven worden meegerekend, beschikken deze partijen wel over mogelijkheden tot diversificatie. Zo is

KPN Mobile via het meerderheidsbelang van KPN Telecom (vast netwerk, huurlijnen) verbonden met

de internet providers Planet Internet, HetNet en XS4all, en met KPN Qwest (internationale huurlijnen).

Dutchtone is eigendom van France Telecom en heeft langs deze lijn mogelijkheden via Casema (ka-

beltelefonie) en internet provider Wanadoo. Voor Telfort geldt hetzelfde via BT Ignite.

Voor Libertel-Vodafone geldt dat men niet over een vast netwerk beschikt. Daar staat tegenover dat

Libertel-Vodafone via zijn moederbedrijf Vodafone in Europees verband over het meest dekkende

mobiele netwerk beschikt, waaruit voordelen behaald kunnen worden.

Co nc lu s ie

Wat verticale integratie betreft lijken KPN Mobile en Libertel-Vodafone ten opzichte van de andere

aanbieders over een (kleine) voorsprong te beschikken: zij beschikken over de meeste eigen verkoop-

punten en zijn daarmee minder afhankelijk van verkooppunten waar ook de producten van andere

aanbieders worden aangeboden. Meer in het algemeen geldt bovendien dat in de praktijk de netwerk-

operators als toeleverancier een voordelige positie hebben ten opzichte van onafhankelijke SPs, om-

dat zij geïntegreerd zijn met de eigen, gebonden SP.

Als het gaat om diversificatie, beschikken diverse aanbieders, waaronder KPN Mobile, via hun moe-

derbedrijven over ruime mogelijkheden. Voor Libertel-Vodafone geldt dat men niet over een vast net-

werk beschikt maar wel over een pan-Europees mobiel netwerk. Wat diversificatie betreft lijken KPN

Mobile en Libertel-Vodafone per saldo geen uitzonderlijke positie te hebben.

5.2 .7 Pr i j svorming in de markt

Rel a t i e me t AM M

Indien de prijzen in de loop van de tijd dalen, kan dat een teken zijn dat de concurrentie toeneemt. Dit

komt ten goede aan de eindgebruikers. Een algemene prijsdaling kan daarmee een indicatie zijn dat

partijen minder marktmacht hebben. Het is echter wel van belang te bekijken waardoor de prijsdaling

ontstaat. De prijsdaling kan gebaseerd zijn op een daling van de kosten door bijvoorbeeld schaalvoor-

delen of andere (goedkopere) technologieën (marge tussen prijs en kosten blijft gelijk), maar kan dus

ook het gevolg zijn van de toegenomen concurrentie (marge tussen prijs en kosten neemt af). Een

prijsstijging kan erop duiden dat een marktpartij in staat is de voorwaarden voor de klant negatief te

beïnvloeden. Een prijsverhoging kan tot gevolg hebben dat sommige klanten overstappen naar de

concurrenten. Toch kan een prijsverhoging in zo’n geval leiden tot een hogere omzet (minder klanten

die meer betalen). Als er voldoende concurrentie op de markt is en er geen overstapbarrières zijn, leidt

een prijsverhoging tot een lagere omzet (de klanten stappen massaal over naar de concurrent).

Behalve naar de hoogte van de prijs en de prijsverandering moet ook gekeken worden naar het prijs-

gedrag in de markt. Er kan sprake zijn van marktleiderschap waarbij een of meer marktleiders de ont-

wikkelingen op de markt bepalen. Dit betekent meestal dat er relatief weinig op prijs geconcurreerd zal

worden, maar vooral op productdifferentiatie.

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

Om inzicht te krijgen in de prijsontwikkeling is gebruikgemaakt van belprofielen. Dit is een afwijking ten

opzichte van het onderzoek van vorig jaar. Door de verschillende tariefstructuren die de marktpartijen

hanteren, is het moeilijk om een eenduidige maatstaf te vinden om de prijsontwikkeling te onderzoe-

ken. Door te werken met belprofielen kan eenduidig worden bepaald wat de eindgebruiker die voldoet

aan het profiel, kwijt is bij de verschillende aanbieders. Aan de hand van zes profielen zijn de kosten

voor de eindgebruiker goed in kaart te brengen. Voor een overzicht van de gehanteerde profielen

wordt verwezen naar de vragenlijsten voor de netwerk-operators en de onafhankelijke SPs in bijlage 1

(vraag 11). De zes profielen kunnen als volgt worden omschreven:

- profiel A: prepaid light-user

- profiel B: prepaid medium-user

Page 45: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

45

- profiel C: prepaid heavy-user

- profiel D: postpaid light-user

- profiel E: postpaid medium-user

- profiel F: postpaid heavy-user.

Bij de berekening van de kosten voor de eindgebruiker is per profiel uitgegaan van het goedkoopste

alternatief bij de desbetreffende aanbieder. In tabel 20 is per profiel de kostenontwikkeling aangege-

ven in de periode van januari 2000 tot en met maart 2001. Omwillen van eventuele vertrouwelijkheid

van gegevens zijn in de tabel indexcijfers vermeld, waarbij de gemiddelde prijs in januari 2000 per

profiel op 100 is gesteld. Bij de postpaid profielen (D t/m F) is daarbij steeds uitgegaan van het totaal

van de abonnementskosten en de gesprekskosten.

Van sommige partijen werden geen bruikbare gegevens ontvangen (Dutchtone en Debitel ontbreken

daarom in het overzicht). Bij Talkline ontbreken de gegevens over de prepaid belprofielen, omdat deze

partij heeft aangegeven geen eigen prepaid te verkopen. Ten slotte werd van Intercity slechts een

gedeelte van de gegevens ontvangen (profielen E en F).

Opgemerkt moet worden dat de belprofielen zijn gebaseerd op de profielen die de Consumentenbond

hanteert. Het al dan niet aansluiten van een abonnementsvorm van een marktpartij bij een belprofiel is

van invloed op de uiteindelijke kosten voor de eindgebruiker. De prijzen zijn daarom niet in isolement

geanalyseerd, maar in onderlinge samenhang. Met de conclusies moet voorzichtig worden omgegaan,

ook omdat niet alle marktpartijen gegevens hebben verstrekt.

Page 46: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

46

tabel 20 prijsontwikkeling voor zes gebruikersprofielen, periode januari 2000 – maart

2001, index marktgemiddelde januari 2000 = 100

gemiddeld KPNMobile Libertel-

Vodafone

Ben Telfort Talkline Intercity

profiel A

jan-00 100 95 93 106 106 - -

apr-00 89 73 71 106 106 - -

jul-00 81 73 71 87 94 - -

okt-00 82 81 77 87 84 - -

jan-01 84 81 79 94 84 - -

mrt-01 84 81 79 94 84 - -

profiel B

jan-00 100 95 93 106 106 - -

apr-00 89 72 71 106 106 - -

jul-00 80 73 71 87 91 - -

okt-00 82 80 75 87 86 - -

jan-01 83 80 77 91 86 - -

mrt-01 83 80 77 91 86 - -

profiel C

jan-00 100 96 94 105 105 - -

apr-00 88 72 70 105 105 - -

jul-00 79 73 70 86 89 - -

okt-00 80 80 73 86 82 - -

jan-01 81 80 76 87 82 - -

mrt-01 81 80 76 87 82 - -

profiel D

jan-00 100 129 96 42 97 135 -

apr-00 86 82 76 84 97 91 -

jul-00 80 82 76 84 75 83 -

okt-00 81 85 76 84 75 83 -

jan-01 77 85 75 65 75 85 -

mrt-01 77 85 75 65 75 85 -

profiel E

jan-00 100 132 98 56 107 115 92

apr-00 99 111 83 89 107 115 92

jul-00 83 111 77 72 70 77 92

okt-00 83 111 77 72 70 77 92

jan-01 80 90 76 79 70 76 87

mrt-01 80 90 76 79 70 76 87

profiel F

jan-00 100 107 99 77 112 107 99

apr-00 99 99 99 77 112 107 99

jul-00 84 99 81 77 70 81 99

okt-00 85 99 85 77 70 81 99

jan-01 87 106 84 81 70 81 99

mrt-01 87 106 84 81 70 81 99

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

In tabel 20 is duidelijk waar te nemen dat de gemiddelde prijs per belprofiel aanzienlijk is gedaald in de

periode januari 2000 – juli 2000. In deze periode zijn de prijzen (afhankelijk van het belprofiel) met

15% à 20% gedaald. In het prepaid segment hebben KPN Mobile en Libertel-Vodafone hun prijzen fors

verlaagd in het eerste kwartaal van 2000. Deze prijsverlaging werd enkele maanden later gevolgd door

Telfort en Ben (zie prijsontwikkeling belprofielen A t/m C). Deze prijsverlagingen zijn waarschijnlijk nog

Page 47: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

47

het gevolg van de toetreding van de nieuwe netwerk-operators1. De laatste maanden is weer een lichte

stijging te zien in het prepaid segment, die overigens kleiner is dan de inflatie.

In het postpaid segment zijn eveneens prijsverlagingen van KPN Mobile en Libertel-Vodafone waar te

nemen in het eerste kwartaal van 2000, welke enkele maanden later gevolgd lijken te worden door de

meeste andere aanbieders. Alleen Ben verhoogt zijn prijzen voor postpaid in het eerste kwartaal van

2000 (bij profiel D en E). Dit heeft waarschijnlijk te maken met de betere kwaliteit van het netwerk,

waar Ben sinds eind 1999 fors in heeft geïnvesteerd. De algemene gemiddelde prijsdaling kan erop

duiden dat de partijen minder marktmacht hebben. Mogelijk wordt de prijsdaling (gedeeltelijk) veroor-

zaakt doordat de vaste kosten over meer aansluitingen verdeeld kunnen worden (het aantal aansluitin-

gen is het afgelopen jaar sterk gegroeid).

In de periode juli 2000 – maart 2001 is de mobiele-telefoniemarkt qua prijsontwikkelingen in rustiger

vaarwater terechtgekomen. De gemiddelde prijs is bij alle belprofielen constant gebleven of zelfs weer

iets toegenomen. Het is onduidelijk of het ontbreken van sterke prijsmutaties in de periode juli 2000 –

maart 2001 het gevolg is van het ontbreken van concurrentie, of de aanbieders zich via andere metho-

den van elkaar onderscheiden (bijv. differentiatie).

Uit tabel 20 kan tevens worden afgelezen welke partijen kennelijk relatieve hoge en lage prijzen hante-

ren. In het prepaid segment lijkt het erop dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone bij de goedkopere aan-

bieders horen. Bij de belprofielen A t/m C hebben beide partijen de gehele periode prijzen die onder

het gemiddelde liggen. Hierbij speelt wellicht de schaalgrootte een rol: als partijen met de hoogste

marktaandelen kunnen KPN Mobile en Libertel-Vodafone hun vaste kosten over meer belminuten

verdelen. In het postpaid segment lijkt KPN Mobile prijzen te rekenen die doorgaans boven het gemid-

delde liggen, terwijl Libertel-Vodafone iets onder het gemiddelde zit (zie de belprofielen D t/m F). In

combinatie met de gemiddelde omzet per aansluiting en belminuut (paragraaf 4.5), kan geconcludeerd

worden dat waarschijnlijk het klantenprofiel van Libertel-Vodafone-klanten afwijkt van de klantprofielen

van de andere drie netwerk-operators. Het lijkt er op dat Libertel-Vodafone-klanten relatief veel bellen

in de piekperiode (dure minuten). Dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone in staat zijn deze (betere)

klanten aan te trekken/vast te houden kan een indicatie zijn van marktmacht.

Co nc lu s ie

De gemiddelde prijs voor eindgebruikers van mobiele telefonie is in de periode januari 2000 – juli 2000

met naar schatting 15% à 20% gedaald. Voor Libertel-Vodafone lijkt het erop dat zij in vergelijking met

andere aanbieders relatief lage prijzen hanteert in zowel het prepaid als het postpaid segment. Bij KPN

Mobile lijkt dit alleen in het prepaid segment het geval. Deze ontwikkelingen kunnen erop wijzen dat

KPN Mobile en vooral Libertel-Vodafone minder marktmacht hebben. Dit wordt echter genuanceerd

door de hogere omzet per aansluiting. Blijkbaar weten Libertel-Vodafone en KPN Mobile de (betere)

klanten aan zich te binden. Wel is het opvallend dat de gemiddelde prijs voor eindgebruikers in de

periode juli 2000 – maart 2001 niet verder is gedaald (zelfs licht gestegen). Dit kan erop duiden dat

concurrentie ontbreekt of dat de marktpartijen er via andere methoden in slagen zich van elkaar te

onderscheiden.

5.3 Conclusie vermogen de marktvoorwaarden te beïnvloeden

Voor de analyse van het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden, zijn zeven criteria onder

de loep genomen: het aantal concurrenten, de mate van concentratie in de markt, de ontwikkeling in

het aantal en de omvang van concurrenten, de toe- en uittredingsdrempels in de markt, de drempels

voor eindgebruikers om over te stappen naar een andere aanbieder, de mate van verticale integratie

en de prijsvorming in de markt.

1 In het vorige AMM-onderzoek werd geconcludeerd dat zittende partijen vanaf medio 1999 op de toetreding hebben

gereageerd met prijsverlagingen in het prepaid segment, die worden gevolgd door de nieuwe aanbieders.

Page 48: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

48

Argu me nt en vo o r aa n wi j z i n g v an K PN M ob i l e en L i be r te l -Vo d a f o ne

Uit de analyse van het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden komen verschillende indi-

caties naar voren die ervoor pleiten om niet af te wijken van de hoofdregel. Dit kan betekenen dat er

indicaties zijn dat een marktpartij een bepaalde mate van marktmacht heeft of dat er geen indicaties

zijn dat marktmacht ontbreekt (indien er indicaties zijn dat een marktpartij duidelijk geen marktmacht

heeft, kan dat een reden zijn om van de hoofdregel af te wijken).

! Op de Nederlandse mobiele-telefoniemarkt is naast KPN Mobile en Libertel-Vodafone een be-

perkt aantal partijen actief: drie netwerk-operators en drie SPs. SPs beschikken niet over een ei-

gen netwerk en zijn wat de infrastructuur betreft afhankelijk van KPN Mobile en Libertel-

Vodafone. Het totale aantal partijen actief in de mobiele-telefoniemarkt is niet van dien aard dat er

een regulerend effect op de markt kan worden verwacht, zeker niet als in ogenschouw wordt ge-

nomen dat een deel van deze partijen (de SPs) afhankelijk is van KPN Mobile en Libertel-

Vodafone.

! De markt is nog steeds sterk geconcentreerd, bovendien wordt het aanbod door de eindgebrui-

kers als zeer heterogeen ervaren. Verder is de markt intransparant voor de eindgebruikers. Hier-

door blijft het risico van onderling afgestemde gedragingen aanwezig.

! Omdat de netwerk-operators gemiddeld een grotere omzetstijging realiseren dan de onafhankelij-

ke SPs, kan worden geconcludeerd dat het bezit van een netwerk kennelijk een belangrijke asset

is bij het uitbouwen van een goede marktpositie. Omdat de vergunningen inmiddels zijn vergeven

en de marktgroei afneemt, zal er door toetreding van netwerk-operators waarschijnlijk geen con-

currentieverhogend effect optreden. Het totale aantal partijen dat mobiele telefonie aanbiedt, is in

de onderzochte periode constant gebleven (hoewel in augustus 2001 Tele2 bekendmaakte dat ze

zal toetreden tot de markt voor mobiele telefonie. Ook One.Tel heeft aangegeven te willen toetre-

den tot de markt. Het is op dit moment onduidelijk welk effect deze toetreding zal hebben).

! Er zijn belangrijke toetredingsbarrières. Voor netwerk-operators zijn dit (behalve het verkrijgen

van een vergunning) de hoge kosten die gepaard gaan met het uitbouwen van een netwerk. Voor

SPs geldt dat met name de lage marges en de onderhandelingsmacht van de netwerk-operators

het moeilijk maken om toe te treden. Potentiële toetreding zal naar alle waarschijnlijkheid geen

regulerend effect hebben.

! De macht van eindgebruikers is te gering om een regulerend effect te hebben op de mobiele-

telefoniemarkt.

! Door verticale integratie met de eigen, gebonden SP hebben netwerk-operators een voordelige

positie ten opzichte van onafhankelijke SPs (waarvoor zij als toeleverancier optreden). De onaf-

hankelijke SPs kunnen in de praktijk geen vuist maken. KPN Mobile en Libertel-Vodafone hebben

bovendien de meeste eigen verkooppunten en zijn daarmee minder afhankelijk van verkooppun-

ten waar ook de producten van andere aanbieders worden aangeboden.

! Als het gaat om diversificatie, beschikken diverse aanbieders via hun moederbedrijven over ruime

mogelijkheden. Wat de mogelijkheden tot diversificatie betreft lijken KPN Mobile en Libertel-

Vodafone per saldo niet slechter af te zijn dan de andere netwerk-operators.

! Hoewel de prijzen in de eerste helft van 2000 sterk zijn gedaald (waarschijnlijk als gevolg van de

toetreding van Ben, Telfort en Dutchtone), is het opvallend dat de gemiddelde prijs voor eindge-

bruikers in de periode juli 2000 – maart 2001 is gestabiliseerd, dan wel licht gestegen. Ondanks

de relatief lage prijzen die KPN Mobile en Libertel-Vodafone hanteren, weten ze een hogere om-

zet per aansluiting te realiseren dan de meeste andere marktpartijen. Waarschijnlijk weten ze

eindgebruikers aan te trekken die relatief veel in de piekperiode bellen. Dit kan erop duiden dat

concurrentie ontbreekt of dat de marktpartijen er via andere methoden in slagen zich van elkaar

te onderscheiden.

Argu me nt en t eg en a a nwi j z i ng va n KP N Mo b i l e e n L i be r t e l -Vo d a f on e

Uit de analyse van het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden komen ook indicaties naar

voren dat een marktpartij duidelijk geen marktmacht heeft. Deze kunnen worden opgevat als argu-

menten om af te wijken van de hoofdregel:

Page 49: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

49

! De concentratie is in de openbare mobiele-telefoniemarkt in het afgelopen jaar afgenomen. De

procentuele omzetgroei van KPN Mobile en Libertel-Vodafone is kleiner dan die van de overige

netwerk-operators. Libertel-Vodafone weet wel de marktgroei bij te houden. Als deze ontwikkeling

doorzet, kunnen er op de langere termijn meer evenwichtige marktverhoudingen worden ver-

wacht. Echter in een oligopolie kan de kans op collusie toenemen indien de marktpartijen van

vergelijkbare grootte zijn.

! Voor netwerk-operators in het algemeen en KPN Mobile en Libertel-Vodafone in het bijzonder,

bestaan belangrijke uittredingsbarrières, met name de hoge sunk costs als gevolg van reeds ge-

dane investeringen. Dit kan concurrentiebevorderend werken. De marktmacht van KPN-Mobile en

Libertel-Vodafone zou hierdoor beperkt kunnen worden.

! Het lijkt erop dat eindgebruikers niet met onredelijke overstapdrempels worden geconfronteerd.

Dit wordt onderstreept door het hoge percentage consumenten dat maandelijks zijn/haar abon-

nement opzegt. In de periode januari 2000 – maart 2001 bedroeg de churn 20 à 25%. Hoewel de

churn van KPN Mobile iets lager lijkt dan het marktgemiddelde, is de churn van KPN Mobile (die

valt in de klasse 15-20%) toch hoog te noemen.

! Voor Libertel-Vodafone lijkt het erop dat zij in vergelijking met andere aanbieders relatief lage

prijzen hanteert in zowel het prepaid als het postpaid segment. Bij KPN Mobile lijkt dit alleen in

het prepaid segment het geval. De prijsstelling kan erop wijzen dat KPN Mobile en vooral Libertel-

Vodafone minder marktmacht hebben. Libertel-Vodafone heeft anderzijds met dit instrument zijn

marktpositie (in termen van omzet) goed weten te verdedigen, mede doordat Libertel-Vodafone-

klanten relatief veel opleveren.

Concluderend kan gesteld worden dat een aantal indicatoren die inzicht geven in het ‘Vermogen de

marktvoorwaarden te beïnvloeden’ erop wijzen dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone waarschijnlijk

mogelijkheden hebben om de marktvoorwaarden te beïnvloeden. Daarnaast zijn er criteria die erop

wijzen dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone niet in een positie zijn om de marktvoorwaarden te beïn-

vloeden.

Page 50: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt
Page 51: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

51

6 Overige uitzonderingscriteria

6.1 Inleiding

In dit hoofdstuk komen, na de berekende marktaandelen (hoofdstuk 4) en het vermogen van de aan-

bieders om de marktvoorwaarden te beïnvloeden (hoofdstuk 5), de overige uitzonderingscriteria aan

bod. In paragraaf 6.2 staat de groepsomzet in verhouding tot de markt centraal. In paragraaf 6.3 wordt

ingegaan op de toegang tot de eindgebruikers, en in paragraaf 6.4 op de toegang tot financiële mid-

delen. In paragraaf 6.5 wordt gekeken naar de ervaring van de aanbieders op de telefoniemarkt. In

paragraaf 6.6 zullen de conclusies ten aanzien van de overige uitzonderingscriteria kort worden weer-

gegeven.

6.2 Groepsomzet in verhouding tot de markt

Rel a t i e me t AM M

Bij het criterium van de omzet in verhouding tot de markt wordt gekeken naar de omzet van de groep

waar de aanbieder deel van uitmaakt. Als de omzet van de groep hoog is, zal de aanbieder in staat

zijn langere tijd prijsconcurrentie te voeren zonder dat dit grote gevolgen heeft voor de winstgevend-

heid van de onderneming. Een onderneming kan mogelijk zelfs producten onder de kostprijs aanbie-

den om bijvoorbeeld een andere partij uit de markt te drukken. De kosten die hiermee gemoeid zijn,

kunnen voor een deel gedragen worden door andere onderdelen uit de groep. Daarnaast heeft een

aanbieder die behoort tot een groep met een grote groepsomzet ten opzicht van de Nederlandse markt

de mogelijkheid om investeringen te dragen die gemoeid zijn met de toetreding tot de markt (investe-

ringen in bijvoorbeeld opbouw van infrastructuur en klantenbestand). Een onderneming met een rela-

tief grote (groeps)omzet kan hieruit een bepaalde mate van marktmacht halen.

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

Mo ed e rb ed r i j v en va n de m a rk t pa r t i j e n

Uit tabel 22 blijkt dat alle partijen op de Nederlandse mobiele markt onderdeel zijn van grote concerns

(m.u.v. Intercity). Ben en Talkline hebben een gemeenschappelijke ouder, namelijk TeleDanmark. Het

gaat overigens om minderheidsbelangen van TeleDanmark in deze marktpartijen.

Page 52: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

52

tabel 21 aandeelhouders van de marktpartijen

Marktpartij Aandeelhouders

KPN Mobile KPN NV (85%)

NTT DoCoMo (15%)

Libertel-Vodafone Vodafone (70%)

ING Groep (7,5%)

beursgenoteerde aandelen (22,5%)

Telfort British Telecom (100%) (a)

Dutchtone France Telecom (100%) (b)

Ben Belgacom (35%)

TeleDanmark (15%)

Deutsche Telekom (50%) (c)

Debitel Debitel AG (60%)

SAIT Radio Holland (40%)

Talkline Talkline management und finance holding GmbH (95%)

TeleDanmark (5%)

Intercity Giftsign Ltd (100%)

(a) via BT Ignite. (b) via WSB en Orange S.A. (c) via Smaragd Telekommunikationsdienste.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Van de bedrijven met een marktaandeel groter dan 25% heeft vooral Libertel-Vodafone een grote partij

achter zich staan. Vodafone, het moederbedrijf van Libertel-Vodafone, is een van de grootste mobiele

operators ter wereld. Libertel-Vodafone zelf geeft aan dat Vodafone bestaat uit een verzameling natio-

nale bedrijven met een internationale houdstermaatschappij. Met andere woorden, van synergievoor-

delen zou geen sprake zijn. Daar staat tegenover dat Vodafone op last van de Europese Commissie

andere mobiele operators toegang moet verlenen tot de interroamingtarieven en wholesalediensten.

De Europese Commissie beschouwt Vodafone dus wel als één geheel.

Omdat nagenoeg elke partij een groot, internationaal concern achter zich heeft staan, komen de

marktpartijen elkaar ook op andere markten tegen. Er is sprake van multi-market competition als geke-

ken wordt naar de internationale markt. De meeste partijen komen hun concurrenten via hun moeder-

bedrijven ook weer in andere Europese landen tegen. Daarnaast zijn er partijen/concerns die naast

mobiele telefonie ook vaste telefonie aanbieden in Nederland. Dit is behalve voor KPN ook voor Telfort

(Ignite) en Dutchtone het geval. Dit kan leiden tot minder concurrentie, omdat het gevaar bestaat dat

vergelding plaatsvindt in een andere markt.

Omze t i n v e rh ou d in g to t de m a rk t omv an g

De concerns waartoe KPN Mobile en Libertel-Vodafone behoren, hebben een hoge omzet ten opzichte

van de Nederlandse mobiele-telefoniemarkt. In tabel 22 staat per marktpartij de in 2000 in Nederland

behaalde omzet en (voorzover gegevens zijn verstrekt) de omzet van het concern waartoe men be-

hoort (beide worden in klassen weergegeven). De bedragen geven aan dat de concernomzetten vaak

aanzienlijk groter zijn dan de omvang van de Nederlandse markt (ƒ 9 à 10 miljard in 2000). Libertel-

Vodafone behoort tot een concern waarvan de groepsomzet de omvang van de Nederlandse mobiele-

telefoniemarkt vele malen overtreft. Dit is ook bij KPN Mobile, Dutchtone, Telfort en Ben het geval

(hoewel van Ben geen opgave is ontvangen, is algemeen bekend dat de concernomzet van moeder-

bedrijf Deutsche Telekom vele malen groter is dan de omvang van de Nederlandse markt).

Page 53: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

53

tabel 22 eigen en concernomzet in 2000 van de marktpartijen (in ƒ mrd)

Marktpartij Eigen omzet in Nederland Concernomzet

KPN Mobile 4 à 5 29,8

Libertel-Vodafone 2 à 3 74,7 (a)

Telfort < 0,5 71,1 (a)

Dutchtone < 0,5 74,2

Ben 0,5 à 1 g.g.

Debitel 0,5 à 1 g.g.

Talkline < 0,5 3,0

Intercity < 0,5 g.g.

TOTAAL 9 à 10

(a) Deze bedragen hebben betrekking op het verslagjaar 1/4/2000 – 31/3/2001.

Bron: EIM, 2001.

KPN Mobile behoort weliswaar tot een concern dat klein is in vergelijking met de moederbedrijven van

de andere netwerk-operators, maar dit laat onverlet dat de groepsomzet van Koninklijke KPN N.V.

groter is dan de omvang van de Nederlandse mobiele-telefoniemarkt. Verder is 15% van de aandelen

in handen van NTT DoCoMo, hetgeen ook een grote partij is.

Er kan worden geconcludeerd dat met name de netwerk-operators grote partijen achter zich hebben

staan en deel uitmaken van concerns wier omzet groot is in verhouding tot de Nederlandse markt. Het

feit dat de meeste partijen elkaar ook op andere markten tegenkomen werkt bovendien niet concurren-

tiebevorderend.

6.3 Toegang tot eindgebruikers

Rel a t i e me t AM M

Om als marktpartij de eindgebruikers te kunnen bereiken, moet het bedrijf ten eerste beschikken over

fysieke distributiekanalen. Daarbij speelt met name het aantal verkooppunten een rol. Een sterke posi-

tie in de distributie zal een positieve invloed hebben op het toekomstige marktaandeel. Een marktpartij

met eigen winkels kunnen bijvoorbeeld bepalen of en onder welke voorwaarden andere partijen toe-

gang kunnen krijgen tot de eindgebruikers. In hoeverre dit mogelijk is, wordt bepaald door de mate

waarin andere partijen redelijke alternatieven hebben.

Ten tweede moet een marktpartij beschikken over (toegang tot) een netwerk om telefoniediensten te

kunnen aanbieden. Een marktpartij met een eigen netwerk kan bepalen of en onder welke voorwaar-

den andere partijen toegang kunnen krijgen tot het netwerk. In hoeverre dit mogelijk is, wordt natuurlijk

bepaald door de mate waarin andere partijen redelijke alternatieven hebben.

Tot slot speelt ook de mate waarin een bedrijf overstapdrempels voor eindgebruikers kan opwerpen,

een rol. Een eindgebruiker zal het liefst een contract aangaan met zo min mogelijk beperkingen. Indien

een marktpartij in staat is overgangsdrempels op te werpen betekent dit dat zij bepaalde macht heeft.

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

Aan ta l ve rk oo p pu n t en

De afgelopen jaren zijn er steeds meer verkooppunten bijgekomen. In grote lijnen is een verdeling te

maken tussen de afhankelijke en de onafhankelijke verkooppunten (zie ook paragraaf 5.2.6). De af-

hankelijke winkels kenmerken zich doordat ze direct verbonden zijn met een netwerk-operator of SP.

Bij deze verkooppunten worden in de regel alleen de producten van de betreffende operator/SP ver-

kocht. De onafhankelijke telefoonwinkels bieden de consument vaak een breder keuzepakket en onaf-

hankelijk advies.

Page 54: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

54

In tabel 23 staat per aanbieder het aantal verkooppunten vermeld (in klassen). De verkooppunten van

KPN Mobile ‘in eigen beheer’ zijn onderdeel van KPN Telecom (de Primafoon-winkels en Business

Centers). KPN Mobile maakt hiervan gebruik op grond van een met KPN Telecom gesloten overeen-

komst. Ten opzichte van het vorige onderzoek hebben de meeste marktpartijen het aantal verkoop-

punten uitgebreid.

tabel 23 aantal verkooppunten per marktpartij

Eigen beheer Onafhankelijk

KPN Mobile > 150 1500 - 2000

Libertel-Vodafone 75 - 100 2000 - 2500

Telfort < 10 2000 - 2500 (a)

Dutchtone < 10 > 2500

Ben < 10 > 2500

Debitel 25 - 50 1500 - 2000

Talkline < 10 500 - 1000

Intercity < 10 0

(a) Op basis van gegevens verstrekt voor AMM-onderzoek 2000.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Als het gaat om onafhankelijke verkooppunten, lijken er voor de diverse partijen voldoende alternatie-

ven te bestaan. De drie kleinere netwerk-operators hebben in relatief korte tijd een groot aantal onaf-

hankelijke verkooppunten weten te mobiliseren. Daar staat tegenover dat in tabel 23 niet wordt mee-

gewogen dat de verkoopresultaten bij winkels in eigen beheer doorgaans veel beter zijn dan die bij

onafhankelijke verkooppunten. In eigen winkels staat de verkoop van (mobiele) telefonie helemaal

centraal, terwijl dit bij de onafhankelijke winkels lang niet altijd het geval is. Daarnaast worden er bij

eigen verkooppunten in de regel uitsluitend eigen producten aangeboden.

Hoewel KPN Mobile en Libertel-Vodafone in absolute zin niet over de meeste verkooppunten beschik-

ken, hebben zij duidelijk een betere positie als gekeken wordt naar de eigen verkooppunten. Hierdoor

is de toegang tot de eindgebruiker voor KPN Mobile en Libertel-Vodafone waarschijnlijk iets beter dan

bij de overige marktpartijen, althans niet slechter.

Dit blijkt ook uit de aandelen die KPN Mobile en Libertel-Vodafone in het aantal nieuwe aansluitingen

weten te realiseren. In de afgelopen periode nemen beide partijen een relatief groot deel van de nieu-

we aansluitingen voor hun rekening. In tabel 24 is per marktpartij het aandeel in de nieuwe aansluitin-

gen weergegeven in de periode 1 januari 2000 t/m 31 maart 20011. Omdat de aansluitingen op ver-

schillende manieren over de marktpartijen verdeeld kunnen worden, zijn er weer twee varianten bere-

kend2.

tabel 24 aandeel per marktpartij (in %) in de nieuwe aansluitingen in periode 1 januari

2000 - 31 maart 2001

Aansluitingen op basis van

KPN

Mobile

Libertel-

Vodafone Ben

Dutchto-

ne Telfort Debitel Talkline Intercity

zeggenschap (prepaid SPs

bij netwerk-operators)

25-35 25-35 10-15 10-15 5-10 <5 <5 <5

customer ownership (prepaid

SPs bij SPs)

25-35 15-25 10-15 10-15 5-10 5-10 <5 <5

1 Het aantal nieuwe aansluitingen is berekend door de netto-toename van het aantal aansluitingen te vermeerderen

met het aantal opzeggingen in de genoemde periode. Het aantal nieuwe aansluitingen is derhalve gelijk aan de

bruto-toename van het aantal aansluitingen.

2 Overigens is EIM van mening dat de eerste berekeningswijze (zeggenschap) het beste beeld geeft van het aandeel

per marktpartij in de nieuwe aansluitingen. Hiervoor wordt verwezen naar de discussie in paragraaf 4.4.3.

Page 55: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

55

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

KPN Mobile en Libertel-Vodafone wisten in de afgelopen periode een relatief groot deel van de nieuwe

aansluitingen voor hun rekening te nemen. De aandelen zijn wel relatief laag in vergelijking tot de

huidige marktaandelen op basis van aansluitingen (zie paragraaf 4.4.3). Dit is vooral bij KPN Mobile

het geval. Uit hoofdstuk 4 bleek dat het marktaandeel van KPN Mobile een dalende trend vertoont. Het

aandeel van Libertel-Vodafone in de nieuwe aansluitingen ligt veel dichter bij het huidige marktaan-

deel. Als Libertel-Vodafone dit weet vol te houden, zal dit resulteren in een vrij stabiel marktaandeel

(gemeten in aansluitingen).

T oe ga ng t o t e en n e t we rk

In de praktijk bepalen de netwerk-operators de voorwaarden waartegen de onafhankelijke SPs de

markt kunnen betreden (zie ook paragraaf 5.2.6). Uit de antwoorden van de potentiële toetreders kan

worden opgemaakt dat toetreding tegen de huidige voorwaarden van de netwerk-operators weinig

aantrekkelijk is. De reeds aanwezige SPs hebben tot nu toe slechts diensten kunnen afnemen van

KPN Mobile en Libertel-Vodafone. De vrijheid voor het verkopen van eigen prepaid aansluitingen is

heel beperkt.

De macht van netwerk-operators komt (volgens één potentiële toetreder) tot uiting in zaken als het niet

toelaten dat prepaid platforms voor tariefplannen van resellers worden gebruikt, geen mogelijkheden

voor het gebruik van een eigen profiel (bijv. geen eigen naam tonen op display), en een bundeling van

wholesale-aanbiedingen, waardoor een SP ook voor features moet betalen die niet gebruikt worden

c.q. die zij niet zou willen afnemen. De bereidheid van operators om met resellers te praten is niet te

groot, hoewel recentelijk enige kentering valt waar te nemen. Een onafhankelijke SP is van mening dat

sommige toetredingsdrempels blijven bestaan door onduidelijkheden in de Tw. Een probleem is dat er

geen definitie is gemaakt van wat toegang tot de mobiele netwerken precies inhoudt. Hierdoor wordt

het verkrijgen van netwerkdiensten moeilijker. Een ander probleem is dat AMM zich beperkt tot voice

en niet gaat over data, iets waar veel partijen op hebben zitten te wachten, aldus deze onafhankelijke

SP.

Het is opvallend dat Tele2 een overeenstemming heeft bereikt met Telfort en niet met een van de twee

aangewezen marktpartijen. Blijkbaar hebben KPN Mobile en Libertel-Vodafone (ondanks hun aanwij-

zing) Tele2 geen aantrekkelijk aanbod gedaan. Dit kan erop duiden dat beide partijen in staat zijn de

toegang van andere partijen tot hun netwerk te beperken. Dit kan duiden op een bepaalde mate van

marktmacht.

Ove rs t ap d re mp e l s

De mogelijkheid om overstapdrempels op te werpen is in de loop van de tijd beperkt. Dit is deels ge-

beurd door regelgeving en deels door de markt. De SIM-lock is in de meeste gevallen een jaar geldig,

waarna hij kosteloos wordt verwijderd. De eindgebruiker moet wel het initiatief nemen om de SIM-lock

te laten verwijderen. Als de SIM-lock binnen een jaar verwijderd wordt, berekenen de meeste partijen

een bedrag om de acquisitiekosten te verrekenen (wegens de subsidie op de handset). De marktpartij-

en hanteren naar eigen zeggen geen afsluitkosten meer als het abonnement met inachtneming van de

algemene voorwaarden wordt opgezegd. Verder is de algemene opvatting dat de regeling omtrent

nummerportabiliteit goed werkt. Ten aanzien van opzegtermijnen zijn er nog wel verschillen in de

markt. Sommige partijen hanteren geen opzegtermijn, terwijl weer anderen een opzegtermijn van drie

maanden hanteren (Libertel-Vodafone).

Ten slotte merkt een aantal potentiële toetreders op, dat een alternatief aanbod pas concurrerend is

als het voor de eindgebruiker voldoende aantrekkelijk is (in casu veelal lagere prijs). Door de (volgens

de potentiële toetreders) hoge kosten van wholesalediensten is het moeilijk een voor de eindgebruiker

qua prijs aantrekkelijk alternatief neer te leggen. De SPs merken in dit verband op, dat zij (bij de abon-

nementen die zij onder eigen naam verkopen) in principe de vrijheid hebben om zelf zaken als service,

marketing en prijsbepaling te regelen, maar dat de mogelijkheden in de praktijk sterk afhangen van de

margeverdeling met de netwerk-operators.

Page 56: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

56

Co nc lu d er en d

Als het gaat om verkooppunten in eigen beheer, lijken KPN Mobile en Libertel-Vodafone een iets bete-

re toegang tot de eindgebruiker te hebben omdat zij beschikken over meer eigen verkooppunten. Bei-

de partijen wisten in de periode januari 2000 – maart 2001 een relatief groot deel van de nieuwe aan-

sluitingen binnen te halen. Bovendien hebben beide partijen de mogelijkheid om SPs beperkende

voorwaarden te stellen bij het gebruik van hun netwerk.

Daar staat tegenover dat de mogelijkheid om overstapdrempels op te werpen voor alle partijen is af-

genomen. Dit is deels gebeurd door regulering (bijvoorbeeld SIM-lock en nummerportabiliteit) en deels

door de markt (opzegtermijn). Libertel-Vodafone lijkt met zijn opzegtermijn van 3 maanden het minst

soepel (voorzover er informatie over gegeven is).

6.4 Toegang tot financiële middelen

Rel a t i e me t AM M

Toegang tot financiële middelen is belangrijk in de mobiele-telefoniemarkt. Voor netwerk-operators zijn

grote investeringen gemoeid met het verkrijgen van een vergunning, het opbouwen en onderhouden

van een netwerk, en de opbouw van een klantenbestand. Een partij die betere toegang tot financiële

middelen heeft, kan bijvoorbeeld een (rente)kostenvoordeel behalen, waardoor zij in staat is tegen

lagere kosten te werken. Dit vereist een solide financiële basis. Een aspect dat hier nauw mee samen-

hangt, is de kredietwaardigheid. Die zorgt ervoor dat een bedrijf tegen gunstige voorwaarden kan le-

nen. Kredietwaardigheid moet gezien worden in verband met de groep waarvan de aanbieder eventu-

eel deel uitmaakt. Het hele groepsvermogen kan gebruikt worden om bijvoorbeeld investeringen te

doen of geld aan te trekken.

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

Om een beeld te krijgen van de toegang tot financiële middelen is de netwerk-operators gevraagd om

de Cost of Capital en/of de risico-opslag die betaald moet worden bovenop de rente op staatsleningen.

Helaas waren de antwoorden op deze vragen niet altijd volledig en onderling slecht vergelijkbaar.

Om toch een indruk te krijgen van de toegang tot financiële middelen, is daarom gekeken naar de

credit ratings van de moederconcerns waartoe de netwerk-operators behoren. De meeste partijen

geven expliciet aan dat zij geen zelfstandig beroep doen op de kapitaalmarkt, maar dat de financiering

van investeringen doorgaans in concernverband wordt geregeld. Een hoge kredietwaardigheid zorgt

ervoor dat een bedrijf tegen gunstige voorwaarden kan lenen. In tabel 25 zijn de ratings van Standaard

& Poor’s en Moody’s weergegeven (peildatum 9 juli 2001).

tabel 25 credit ratings van moedermaatschappijen netwerk-operators, volgens Standard

& Poor en Moody’s, peildatum 9-7-2001

Standard & Poor’s Moody’s

Marktpartij Aandeelhouders lang vooruitzicht kort lang

KPN Mobile - KPN NV (85%)

- NTT DoCoMo (15%)

BBB+

AA

Watch neg

Negative

A-2

A-1+

BAA2

AA1

Libertel-

Vodafone

- Vodafone (70%)

- ING Groep (7,5%)

A

AA-

Stable

Stable

A-1

A-1+

A2

AA2

Telfort - British Telecom (100%) A- Negative A-2 BAA1

Dutchtone - France Telecom (100%) A- Negative A-2 A3

Ben - Belgacom (35%)

- TeleDanmark (15%)

- Deutsche Telekom (50%)

AA

A

A-

Stable

Stable

Negative

A-1+

A-1

A-2

AA3

A2

A3

Bron: Moody’s en Standard & Poor, 2001.

Page 57: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

57

Voor Standard & Poor’s zijn drie kengetallen opgenomen die de kredietwaardigheid van de partijen

aangeven:

! De langetermijnrating loopt van AAA, de hoogste rating die door Standard & Poor’s wordt gege-

ven, tot D, de laagste rating, die aangeeft dat een partij niet meer aan haar financiële verplichtin-

gen kan voldoen. De betekenis is als volgt: AAA = extreem goed, AA = goed, A = goed, BBB =

adequaat, BB = enigszins kwetsbaar, etc. Met een + of – wordt aangegeven hoe een partij staat

binnen de categorie.

! Het vooruitzicht geeft aan of een rating in de nabije toekomst waarschijnlijk zal worden bijgesteld,

en zo ja, in welke richting.

! De kortetermijnrating geeft aan of het bedrijf op korte termijn aan zijn plichten kan voldoen. De

hoogste rating is A-1 (goed in staat om aan de financiële verplichtingen te voldoen). Een extra

plus in deze categorie betekent extreem goed in plaats van goed.

De vermelde rating van Moody’s geeft eveneens een indicatie van de kredietwaardigheid op lange

termijn. De waarde van deze rating kan uiteenlopen van AAA (minimaal investeringsrisico) tot C (ex-

treem slechte vooruitzichten dat een investering nog enige waarde oplevert). Met de cijfers 1, 2 en 3

wordt aangegeven hoe een partij staat binnen de categorie (1 = bovengemiddeld, 2 = ongeveer ge-

middeld, 3 = onder het gemiddelde).

Bij de toegang tot financiële middelen gaat het met name om de vraag of KPN Mobile en Libertel-

Vodafone (de partijen die mogelijk blijven aangewezen als partij met AMM) er beter of slechter voor-

staan dan de overige marktpartijen. Uit tabel 25 blijkt dat er verschillen optreden in de kredietwaardig-

heid van deze moederconcerns. Koninklijke KPN NV (de meerderheidsaandeelhouder van KPN Mobi-

le) heeft van alle moederconcerns de laagste credit rating. Bovendien is het waarschijnlijk dat deze

rating in de toekomst nog verder naar beneden moet worden bijgesteld (watch negative)1.

Voor Libertel-Vodafone komt uit tabel 25 een ander beeld naar voren. De credit ratings van meerder-

heidsaandeelhouder Vodafone zijn goed en stabiel te noemen en vergelijkbaar met de rating uit het

vorige onderzoek. De kredietwaardigheid van de aandeelhouders van Libertel-Vodafone is doorgaans

zelfs iets beter dan bij de meeste andere partijen (naast KPN NV zijn de ratings British Telecom, Deut-

sche Telekom en France Telecom minder goed dan die van Vodafone; bovendien is bij deze partijen

de kans op een negatieve bijstelling relatief groot).

Concluderend kan worden gesteld, dat KPN Mobile waarschijnlijk tegen minder gunstige voorwaarden

zijn investeringen zal kunnen financieren dan de andere partijen. Libertel-Vodafone heeft daarentegen

waarschijnlijk een betere toegang tot financiële middelen dan de overige aanbieders.

6.5 Ervaring van de aanbieders

Rel a t i e me t AM M

Tot slot kan gekeken worden naar de ervaring van de aanbieders. Deze ervaring zal vaak samengaan

met een bepaald (kwaliteits)imago. Een aanbieder met veel ervaring zal vertrouwen genieten van de

eindgebruikers. Zeker voor een productkenmerk dat eindgebruikers belangrijk vinden (bereikbaarheid)

zullen eindgebruikers eerder kiezen voor een aanbieder die aangetoond heeft een kwalitatief goede

dienst te kunnen leveren. Het belang dat gehecht wordt aan ervaring kan voor verschillende eindge-

bruikersgroepen verschillen.

1 Dit is een omslag ten opzichte van het vorige AMM-onderzoek, toen de credit rating van Koninklijke KPN NV nog

‘AA’ was. De hoge uitgaven die KPN heeft gedaan voor UMTS-frequenties en de overname van de Duitse operator

E-plus liggen hieraan ten grondslag.

Page 58: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

58

Een nieuwe marktpartij die nog niet veel ervaring heeft (bijvoorbeeld ook niet in het buitenland) zal de

eindgebruiker eerst ervan moeten overtuigen dat zij dezelfde kwaliteit kan aanbieden als de andere

aanbieders. Een alternatief is een lagere prijs te vragen voor de (vermeende) lagere kwaliteit. Daarbij

is de dekking van het eigen netwerk een belangrijk aspect. Marktpartijen die een betere dekking kun-

nen bieden, kunnen in principe een hogere prijs vragen. Een nieuwkomer zal minimaal dezelfde dek-

king en kwaliteit moeten aanbieden om eindgebruikers aan te trekken of de nieuwkomer zal genoegen

moeten nemen met een lagere prijs. Als concurrenten in bepaalde regio’s helemaal geen dekking

hebben, zijn de eindgebruikers praktisch verplicht om te kiezen uit de aanbieders die wel in die gebie-

den actief zijn.

Ui tk oms te n m ark to nd e rzo ek

Erv a r i n g v an d e ma rk tp a r t i j en

Voor de netwerk-operators geldt dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone het langst op de mobiele-

telefoniemarkt actief zijn. De overige netwerk-operators zijn pas in 1998 en 1999 tot de markt toege-

treden. Doordat KPN Mobile en Libertel-Vodafone al enige jaren op de markt actief zijn, hebben zij in

die tijd een volledig dekkend netwerk, een goede distributiestructuur (veel eigen winkels) en een uitge-

breide klantenkring kunnen opbouwen. Dit heeft een duidelijke invloed gehad op de betrouwbaarheid

die beide bedrijven uitstralen naar consumenten. Klanten die tevreden zijn over het product en de

dienstverlening, zullen niet snel overstappen. De naamsbekendheid van de nieuwe operators is overi-

gens wel zeer snel op een hoog peil gekomen, maar doordat de dekking van de netwerken zeker in het

begin nog beperkt was, hebben KPN Mobile en Libertel-Vodafone wat dit betreft nog steeds een rela-

tief betere reputatie.

Bij de ervaring van netwerk-operators moet ook worden gekeken naar de ervaring van het concern

waarvan het bedrijf deel uitmaakt. Alle netwerk-operators maken deel uit van grotere concerns, die een

uitgebreide ervaring hebben op de mobiele-telefoniemarkt. Vodafone, het moederbedrijf van Libertel-

Vodafone, heeft al langer ervaring in het opereren in een concurrerende markt (het V.K.)1.

In het vorige AMM-onderzoek bleek dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone over een kwalitatief beter

netwerk beschikten. Hoewel KPN Mobile en Libertel-Vodafone nog steeds de beste dekking hebben

(tabel 26), lijken de overige operators een inhaalslag te hebben gepleegd. Telfort heeft een relatief

lage dekking, maar vangt dit in de praktijk op door een nationale roamingovereenkomst met Libertel-

Vodafone. Ben heeft geen gegevens over zijn dekking verstrekt, maar het is algemeen bekend dat Ben

tegenwoordig landelijke dekking beweert te hebben (waarschijnlijk groter dan 90%).

tabel 26 dekkingsgraad netwerken mobiele operators

KPN Mobile

Libertel-

Vodafone Telfort Dutchtone Ben

% oppervlakte Nederland 97,5 - 100 97,5 - 100 g.g. 95 - 97,5 g.g.

% bereik bevolking 97,5 - 100 97,5 - 100 85 - 90 97,5 - 100 g.g.

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

Er kan worden geconcludeerd dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone het langst op de Nederlandse

markt actief zijn. Dit heeft een duidelijke invloed gehad op de betrouwbaarheid die beide bedrijven

uitstralen naar consumenten. Het is niet duidelijk in hoeverre KPN Mobile en Libertel-Vodafone nog

steeds voordeel halen uit het feit dat ze eerder op de markt actief waren. Als hier al sprake van is,

neemt het voordeel in de loop van de tijd verder af, temeer daar de netwerken van Ben, Telfort en

Dutchtone qua dekkingsgraad tegenwoordig minder onderdoen voor die van KPN Mobile en Libertel-

Vodafone.

1 Overigens is EIM van mening dat het belang van buitenlandse ervaring ook weer niet moet worden overschat. Door

verschillen in gewoonten en gebruiken van afnemers, regelgeving en distributie zal elk land weer om een aange-

paste marktbenadering vragen.

Page 59: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

59

6.6 Conclusie overige aanvullende criteria

Om te bekijken of moet worden afgeweken van de hoofdregel dat een partij met een marktaandeel

groter dan 25% wordt aangewezen als partij met AMM, is – behalve naar het vermogen de marktvoor-

waarden te beïnvloeden – marktonderzoek uitgevoerd naar de (groeps)omzet van marktpartijen in

verhouding tot de omzet van de markt, de beheersing van de middelen van toegang tot de eindgebrui-

kers, de toegang tot financiële middelen en de ervaring met het verstrekken van producten en diensten

op de markt.

Argu me nt en vo o r aa n wi j z i n g v an K PN M ob i l e en L i be r te l -Vo d a f o ne

Uit de analyse van het vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden komen verschillende indi-

caties naar voren die ervoor pleiten om niet af te wijken van de hoofdregel. Dit kan betekenen dat er

indicaties zijn dat KPN Mobile en/of Libertel-Vodafone een bepaalde mate van marktmacht heeft of dat

geen partij verhoudingsgewijs over marktmacht beschikt (als er indicaties zijn dat KPN Mobile en/of

Libertel géén marktmacht heeft, kan dat een reden zijn om van de hoofdregel af te wijken):

! Zowel KPN Mobile als Libertel-Vodafone hebben grote partijen achter zich staan en maken deel

uit van concerns wier omzet groot is in verhouding tot de Nederlandse markt. Ze hebben geen

nadelige positie ten opzichte van de andere aanbieders. Het feit dat de meeste concurrenten el-

kaar ook op andere markten tegenkomen, werkt bovendien niet concurrentiebevorderend.

! KPN Mobile en Libertel-Vodafone hebben een iets betere toegang tot de eindgebruiker (meer

eigen verkooppunten). Beide partijen wisten in de periode januari 2000 – maart 2001 een relatief

groot deel van de nieuwe aansluitingen binnen te halen. Bovendien hebben beide partijen de mo-

gelijkheid om SPs beperkende voorwaarden te stellen bij het gebruik van hun netwerk dan wel

toetreders van hun netwerk te weren.

! KPN Mobile en Libertel-Vodafone zijn het langst op de Nederlandse markt actief. Dit heeft een

duidelijke invloed gehad op de betrouwbaarheid die beide bedrijven uitstralen naar consumenten.

! Libertel-Vodafone heeft waarschijnlijk een betere toegang tot financiële middelen dan de andere

marktpartijen.

Argu me nt en t eg en a a nwi j z i ng va n KP N Mo b i l e e n L i be r t e l -Vo d a f on e

Uit de analyse van de overige uitzonderingscriteria komen ook indicaties naar voren dat een marktpar-

tij duidelijk geen marktmacht heeft. Deze kunnen worden opgevat als argumenten om eventueel af te

wijken van de hoofdregel:

! De mogelijkheid om overstapdrempels op te werpen voor eindgebruikers lijkt te zijn afgenomen.

Dit is deels gebeurd door regulering (nummerportabiliteit) en deels door de markt (opzegtermijn).

Overigens geldt de afname van de overstapdrempels in gelijke mate voor alle aanbieders: het is

niet zo dat de eindgebruikers bij KPN Mobile en Libertel-Vodafone met minder overstapdrempels

worden geconfronteerd.

! KPN Mobile zal op dit moment waarschijnlijk tegen minder gunstige voorwaarden zijn investerin-

gen kunnen financieren dan de andere partijen.

! Het is niet duidelijk in hoeverre KPN Mobile en Libertel-Vodafone nog steeds voordeel halen uit

het feit dat ze eerder op de markt actief waren. Als hier nog sprake van is, neemt het voordeel in

de loop van de tijd verder af, temeer daar de kwaliteit van de netwerken van Ben, Telfort en

Dutchtone minder dan in het verleden onderdoet voor de kwaliteit van de netwerken van KPN

Mobile en Libertel-Vodafone.

Concluderend kan gesteld worden dat een aantal indicatoren die inzicht geven in de overige uitzonde-

ringscriteria erop wijst dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone waarschijnlijk over aanmerkelijke markt-

macht beschikken dan wel een minimaal gelijkwaardige positie innemen ten opzichte van de andere

marktpartijen. Daarnaast zijn er criteria die erop wijzen dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone niet over

marktmacht beschikken.

Page 60: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt
Page 61: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

61

7 Conclusies

In de Tw is aangegeven dat een aanbieder met een marktaandeel van meer dan 25% aangewezen

dient te worden als marktpartij met Aanmerkelijke Macht op de Markt. Indien een marktpartij een

marktaandeel heeft van meer dan 25% (gemeten in omzet), is een afwijking van de algemene regel

mogelijk als blijkt dat de marktpartij aan de hand van een vijftal uitzonderingscriteria geen aanmerkelij-

ke marktmacht heeft. Vooral indien het marktaandeel zich in de buurt van de 25% bevindt, is het van

belang deze uitzonderingscriteria mee te nemen in de beoordeling.

In dit hoofdstuk zullen de conclusies uit het marktonderzoek worden gepresenteerd. In paragraaf 7.1

komen de conclusies ten aanzien van de marktaandelen aan bod. In de paragraven 7.2 en 7.3 worden

de uitzonderingscriteria uit artikel 6.4 Tw, lid 4 besproken.

7.1 Marktaandelen

Voor het berekenen van de marktaandelen is in dit onderzoek uitgegaan van de omzetten van de

marktpartijen, exclusief de omzet verkregen uit de verkoop van hardware. In het omzetcriterium wor-

den meerdere zaken gecombineerd die een relatie hebben met marktmacht. In de omzetindicator zit

een bepaalde dubbeltelling: een bepaald deel van de omzet van de onafhankelijke SP valt samen met

de omzet van de netwerk-operator die het verkeer van de onafhankelijk SP afwikkelt. Er kan gecorri-

geerd worden voor deze dubbeltelling, maar deze gecorrigeerde omzetgegevens geven een minder

goed beeld van de verhoudingen in de markt (zie paragraaf 4.2 voor een uitgebreidere discussie). Er

wordt dus uitgegaan van de marktaandelen gemeten in omzet (exclusief hardware) zonder correctie

voor dubbeltellingen. Als aanvulling is ook gekeken naar de gevolgen als er toch wordt gecorrigeerd

voor de dubbeltelling. Daarnaast zijn er in dit onderzoek ook andere berekeningswijzen voor het

marktaandeel toegepast (te weten aansluitingen en belminuten) om te bekijken of de conclusie over

het marktaandeel (groter of kleiner dan 25%) verandert en om de robuustheid van de berekende

marktaandelen, gemeten in omzet, te controleren. De marktaandelen zijn berekend over de periode

januari 2000 – maart 2001.

Ma rk t a an de e l K P N Mo b i l e r u i m bov en d e 25% , v e r t oo n t da le nd e t r e nd

Het marktaandeel gemeten in omzet (exclusief hardware) van KPN Mobile blijkt in de gehele onder-

zochte periode ruim boven de 25% te liggen. Het marktaandeel op basis van omzet (exclusief hardwa-

re) is in de onderzochte periode gedaald. In januari 2000 was het marktaandeel nog groter dan 45%,

terwijl het in maart 2001 valt in de klasse 35-45%. Daarbij is niet gecorrigeerd voor de zogenaamde

dubbeltelling die ontstaat als gevolg van wholesale-omzet (zie § 4.3 voor een uitgebreide toelichting).

Als de dubbeltelling echter op de voor KPN Mobile gunstigste wijze wordt gecorrigeerd (zo laag moge-

lijk marktaandeel), valt het marktaandeel nog altijd in de klasse 35-45% in maart 2001.

Ook bij diverse alternatieve berekeningswijzen, zoals aansluitingen en belminuten, komt het

marktaandeel van KPN Mobile uit boven 25%. Het marktaandeel gemeten in aansluitingen (naar zeg-

genschap) valt in maart 2001 in de klasse 35-45%. Het aandeel dat KPN Mobile van de nieuwe aan-

sluitingen weet aan te trekken ligt onder het huidige marktaandeel. Als dit zo blijft, zal het marktaan-

deel gemeten in aansluitingen van KPN Mobile verder dalen. In belminuten (uitgaande belminuten) is

het marktaandeel van KPN Mobile in maart 2001 ten slotte groter dan 45%.

Ma rk t a an de e l L i b e r t e l -Vo da fo ne b ov en d e 25% e n re d e l i j k s ta b ie l

Het marktaandeel van Libertel-Vodafone, gemeten in omzet (exclusief hardware), bevindt zich even-

eens boven de 25%. Op basis van de omzet (exclusief hardware) valt het marktaandeel van Libertel-

Vodafone in de gehele onderzochte periode in de klasse 25-35%. Het marktaandeel is redelijk stabiel

in de tijd. Ook in het vorige AMM-mobiel onderzoek kwam naar voren dat Libertel-Vodafone een rede-

lijk stabiel marktaandeel had in de periode januari 1999 – februari 2000. Dit heeft Libertel-Vodafone

weten vol te houden in de onderzochte periode (januari 2000 – maart 2001) van het huidige onder-

Page 62: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

62

zoek. Als de genoemde dubbeltelling op de voor Libertel-Vodafone gunstigste wijze wordt gecorrigeerd

(zo laag mogelijk marktaandeel), valt het marktaandeel in maart 2001 eveneens in de klasse 25-35%.

Gemeten in aansluitingen (naar zeggenschap) heeft Libertel-Vodafone per eind maart 2001 eveneens

een marktaandeel van 25 à 35%. Dit marktaandeel lijkt de laatste maanden van de onderzochte perio-

de licht te dalen. Het marktaandeel blijft echter duidelijk boven de 25%. Alleen als de marktaandelen

worden berekend op basis van aansluitingen, en alle aansluitingen die via de onafhankelijke SPs zijn

verkocht bij de marktaandelen van de onafhankelijke SPs worden gerekend, is het marktaandeel van

Libertel-Vodafone kleiner dan 25%. Overigens is EIM het niet eens met deze manier van berekenen

van de marktaandelen, omdat in het aantal aansluitingen minder informatie over aanmerkelijke markt-

macht ligt besloten dan in de omzetmaatstaf. Een bijkomend praktisch probleem is dat de marktpartij-

en zeer waarschijnlijk niet eenduidig zijn in de manier waarop het aantal aansluitingen wordt bepaald.

Libertel-Vodafone weet relatief veel nieuwe aansluitingen naar zich toe te trekken. Dit aandeel ligt in

de buurt van het huidige marktaandeel. Als Libertel-Vodafone in staat is dit vol te houden, zal het

marktaandeel gemeten in aansluitingen in de nabije toekomst gelijk blijven of zeer langzaam dalen.

Het marktaandeel van Libertel-Vodafone, gemeten in uitgaande belminuten (per netwerk), valt in maart

2001 wederom in de klasse 25-35%. Dit marktaandeel is redelijk stabiel in de onderzochte periode.

KPN M o b i l e e n L ib e r te l - Vo da f o ne r e a l i se r en r e l a t i e f ho ge o mz et p e r a an s lu i t i n gen b e lm i nu u t

Zowel KPN Mobile als Libertel-Vodafone weet een relatief hoge omzet per aansluiting en per belminuut

te realiseren. Het aantal belminuten per aansluiting is echter relatief laag. Dit kan erop duiden dat

beide aanbieders eindgebruikers weten te trekken die relatief ‘duur’ bellen (veel verkeer in de piekpe-

riode).

7.2 Vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden

Het criterium ‘Vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden’ wordt beoordeeld aan de hand van

een aantal criteria. Hieronder worden de belangrijkste conclusies besproken.

Aan ta l co nc ur r en te n i s co ns ta n t , n o g s te eds g eva a r v oo r b ep e rk t e c onc ur re n t i e

Het aantal concurrenten is ten opzichte van het AMM-onderzoek 2000 gelijk gebleven. Op korte termijn

valt ook niet te verwachten dat er nieuwe netwerk-operators zullen toetreden. De UMTS-vergunningen

zijn verdeeld onder de huidige vijf netwerk-operators. Er zijn nu acht partijen actief. De concentratie

gemeten door middel van de Herfindahl-Hirschman-Index is weliswaar afgenomen, maar er blijft nog

steeds sprake van een geconcentreerde markt. In zo’n markt bestaat het gevaar dat de concurrentie

beperkt blijft door de zogenaamde onderling afgestemde gedragingen. KPN Mobile en Libertel-

Vodafone zijn duidelijk de grootste marktpartijen, de andere partijen volgen op respectabele afstand

(minimaal drie keer zo klein, gemeten in omzet). Gezien de kenmerken van de markt en de positie van

KPN Mobile en Libertel-Vodafone, bestaat de kans dat deze marktpartijen mogelijk de marktvoorwaar-

den kunnen beïnvloeden.

Toet red i ng t o t m a rk t i s mo e i l i j k

Voor netwerk-operators is toetreding tot de markt moeilijk, zo niet onmogelijk. De toetreding is gere-

guleerd en is afhankelijk van de beschikbaarheid van vergunningen, en deze zijn schaars. Tevens

speelt mee dat er al vijf netwerk-operators in de markt actief zijn, waarvan KPN Mobile en Libertel-

Vodafone al wat langer. Hierdoor hebben KPN Mobile en Libertel-Vodafone het voordeel dat ze al een

kwalitatief goed netwerk en klantenbestand hebben kunnen opbouwen. Dit voordeel zal in de loop van

de tijd wel afnemen.

Ook de toetreding door middel van alternatieve technologieën laat op zich wachten. Door de uitkomst

van de veiling van de UMTS-frequenties zullen geen nieuwe netwerk-operators toetreden. Ook vaste

telefonie is (nog) geen alternatief, gezien de verschillen in karakteristieken tussen beide diensten.

De toetreding van SPs is in principe vrij. Verschillende SPs en potentiële toetreders geven aan dat het

moeilijk is om commercieel interessante toegangsvoorwaarden op de netwerken van operators af te

dwingen. Marktpartijen geven tevens aan dat zij geen toetreding verwachten, aangezien de marges

Page 63: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

63

laag zijn. Desondanks hebben twee marktpartijen, Tele2 en One.Tel (buiten de onderzochte periode)

aangegeven de markt te willen betreden. Het is onduidelijk wat het effect van deze toetreding zal zijn

op de concurrentieverhoudingen. Concluderend kan gesteld worden dat toetreding door netwerk-

operator in elk geval op korte termijn geen concurrentieverhogend effect heeft in de mobiele-

telefoniemarkt.

Ove rs t ap d re mp e l s v o or d e e in dg e br u i ke rs z i j n b e pe rk t

Het lijkt erop dat de eindgebruikers niet met onredelijke overstapdrempels worden geconfronteerd. Dit

komt zowel door marktwerking als door regelgeving. Door nummerportabiliteit kunnen eindgebruikers

met behoud van het nummer overstappen naar een andere aanbieder. De churn in de mobiele-

telefoniemarkt is redelijk hoog, hetgeen kan duiden op beperkte overstapdrempels. KPN Mobile heeft

een churn die onder het marktgemiddelde zit. De churn van Libertel-Vodafone ligt daar net boven. Dit

kan te maken hebben met verschillen in de definitie van de berekening van aansluitingen. Vooral de

SPs laten een hoge churn zien. Het aantal Libertel-Vodafone-klanten dat gebruikmaakt van nummer-

portabiliteit (als percentage van het aantal opzeggingen) is relatief laag. De beperkte overstapdrem-

pels lijken alle netwerk-operators in vergelijkbare mate te beïnvloeden. De onafhankelijke SPs hebben

er duidelijk meer last van. Het voorstaande kan erop duiden dat marktpartijen niet in staat zijn de

marktvoorwaarden te beïnvloeden.

T oe ne me nd e v e r t i c a le i n te g ra t i e e n d i ve rs i f i ca t i e

De mobiele-telefoniemarkt wordt gekenmerkt door verticale integratie. De meeste marktpartijen zijn

verticaal geïntegreerd. De marktpartijen zijn veelal actief op het terrein van netwerken, mobiele dien-

sten (service providers) en sommige ook op het retailniveau (eigen winkels). KPN Mobile en Libertel-

Vodafone zijn op alle drie niveaus actief. Door het bezit van relatief veel eigen winkels hebben KPN

Mobile en Libertel-Vodafone een voordeel ten opzichte van de meeste andere aanbieders. Beide

marktpartijen hebben het aantal eigen winkels het afgelopen jaar uitgebreid. Het voordeel van de verti-

cale integratie is dat een bedrijf dan niet afhankelijk is van derden.

Door naast mobiele telefonie diverse aanpalende diensten aan te bieden, zoals vaste telefonie, inter-

net en/of huurlijnen, kan een marktpartij een aantal voordelen behalen. Zo kunnen door de technische

mogelijkheden vaste en mobiele telefonie steeds vaker geïntegreerd worden in één aanbod (one-stop-

shop). Libertel-Vodafone heeft geen vast net en kan zo’n aanbod niet binnen de eigen organisatie

aanbieden. De overige netwerk-operators kunnen via de moederondernemingen en zusteronderne-

mingen wel zo’n geïntegreerd aanbod doen. Het lijkt er dus op dat Libertel-Vodafone zich op dit terrein

in een nadelige positie bevindt. Daar staat tegenover dat Libertel-Vodafone kan profiteren van het pan-

Europese netwerk van zijn moeder Vodafone. Hierdoor kan Libertel-Vodafone grensoverschrijdende

mobiele-telefoniediensten gaan aanbieden.

Het lijkt erop dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone enig voordeel kunnen halen uit hun verdere verti-

cale integratie. Libertel-Vodafone heeft mogelijk een nadelige positie ten opzichte van andere markt-

partijen wat betreft de diversificatie (geen vaste telefonie). Daar staat tegenover dat Libertel-Vodalfone

kan profiteren van het pan-Europese netwerk van Vodafone.

Na d a l i n g be g in 2 0 00 l i j ke n d e kos te n v oo r m ob i e l be l l en z i c h te s t ab i l i s e re n

Op het gebied van de consumententarieven zijn de effecten van de nieuwe toetreders duidelijk zicht-

baar. In het begin van 2000 zijn de kosten die een eindgebruiker moet maken duidelijk gedaald. Deze

kosten lijken zich echter te stabiliseren vanaf half 2000. Dit kan erop duiden dat het effect van de toe-

treding van de nieuwe netwerk-operators is uitgewerkt.

De eindgebruikers zijn bij prepaid het goedkoopste uit bij KPN Mobile en Libertel-Vodafone. Bij post-

paid is het beeld iets gecompliceerder. Over het algemeen is een postpaid klant bij KPN relatief duur

uit. Eindgebruikers met een vergelijkbaar belprofiel zijn relatief goedkoop uit bij Libertel-Vodafone,

echter er zijn meestal andere aanbieders die een goedkoper aanbod hebben. Daarnaast valt het op

dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone relatief een hoge opbrengst hebben per aansluiting en per bel-

minuut. Dit laatste kan mogelijk duiden op een bepaalde mate van marktmacht.

In onderstaande tabel worden de criteria ten aanzien van het vermogen om de marktvoorwaarden te

beïnvloeden kort samengevat en wordt aangegeven of ze de algemene regel (aanwijzen of neutraal)

Page 64: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

64

ondersteunen of dat ze dit niet doen (reden voor afwijking van de algemene regel). Er is een onder-

scheid gemaakt naar aspecten die gelden voor de markt algemeen en aspecten die specifiek opgaan

voor KPN Mobile en Libertel-Vodafone. De algemene marktkenmerken beïnvloeden de marktpartijen

veelal in gelijke mate.

tabel 27 uitkomsten criterium vermogen om marktvoorwaarden te beïnvloeden

ondersteuning van algemene regel afwijking van algemene regel

markt algemeen

! beperkt aantal concurrenten

! concentratie neemt af maar nog steeds hoog, risico van

onderling afgestemde gedragingen

! hoge toetredingsbarrières met name voor netwerk-

operators

! macht eindgebruikers te beperkt om regulerend effect

te hebben

marktpartijen specifiek

! vergaande verticale integratie, KPN Mobile en Libertel-

Vodafone meest vergaand

! KPN Mobile en Libertel-Vodafone realiseren relatief

hoge omzet per aansluiting en per belminuut (relatief

betere klanten)

! mogelijkheid van diversificatie marktpartijen vergelijk-

baar, Libertel-Vodafone geen vast net, wel pan-

Europees netwerk moeder Vodafone

markt algemeen

! toetreding Tele2 en One.Tel, onduidelijk wat effect is op

concurrentieverhoudingen

! bestaan van uittredingsbarrières, beïnvloeden netwerk-

iperators in gelijke mate

marktpartijen specifiek

! beperkte overstapdrempels eindgebruikers, Libertel-

Vodafone iets hogere churn dan andere netwerk-

operators

! prijsverlaging, KPN Mobile en Libertel-Vodafone relatief

laag bij prepaid, beide partijen ondanks lage prijs toch

relatief hoge omzet per aansluiting en belminuut

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

7.3 Overige uitzonderingscriteria

Naast het criterium ‘vermogen om de marktvoorwaarden te beïnvloeden’, worden in artikel 6.4 Tw lid 4

nog vier andere criteria genoemd. Hieronder worden de belangrijkste bevindingen ten aanzien van

deze criteria besproken.

Groe pso mze t a l l e m a rk t pa r t i j e n g ro o t te n op z i ch te va n de N e de r l a n dse m a rk t

Alle marktpartijen die actief zijn op de Nederlandse markt maken deel uit van een groot concern of

hebben relaties met grote bedrijven. Uit de gegevens blijkt dat de groepsomzet van de meeste aanbie-

ders groot is ten opzichte van de Nederlandse mobiele-telefoniemarkt. Voorzover gegevens bekend

zijn, heeft van de netwerk-operators de groep waartoe KPN Mobile behoort de kleinste omzet. Het

belang dat NTT DoCoMo in KPN Mobile heeft is hierbij niet meegenomen.

Ma rk t p ar t i j e n k un n en n au we l i j k s ove rs ta pd rem pe l s o p we rp en

Door de toenemende concurrentie kunnen marktpartijen nauwelijks afwijkende overstapdrempels op-

werpen. De marktpartijen hanteren naar eigen zeggen geen afsluitkosten meer, als het abonnement

met inachtneming van de algemene voorwaarden wordt opgezegd. Libertel-Vodafone heeft een iets

langere opzegtermijn dan de andere marktpartijen (voorzover er gegevens zijn verstrekt). Het lijkt er

op dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone niet in grote mate afwijken van de andere marktpartijen.

Ma rk t p ar t i j e n he bb e n go ed e t o eg an g to t e i n dg eb ru i ke rs

Uit het marktonderzoek komt naar voren dat alle aanbieders goed toegang hebben tot de eindgebrui-

kers. Veelal wordt hiervoor gebruikgemaakt van onafhankelijke retailers. De aanbieders hebben vol-

doende alternatieven, de drie kleine netwerk-operators hebben in korte tijd een goede positie verwor-

ven. Daarnaast hebben KPN Mobile en Libertel-Vodafone de beschikking over relatief veel eigen ver-

kooppunten. Hierdoor kunnen ze in het voordeel zijn ten opzichte van de andere netwerk-operators.

T oe ga ng t o t h e t ne t we rk w e in i g aa n t r ekke l i j k

De potentiële toetreders geven aan dat het moeilijk is om toegang te verkrijgen tot netwerken1. Door

de geringe marges en het beperkte aanbod zijn de mogelijkheden voor een rendabele toetreding tot de

1 Recentelijk heeft Tele2 toegang verkregen tot het netwerk van Telfort.

Page 65: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

65

markt beperkt. De netwerk-operators hoeven deze toegang niet te verwerven (hebben zelf een net-

werk). Ze kunnen ook de voorwaarden waaronder andere marktpartijen toegang krijgen tot hun net-

werk zelf bepalen. Hierdoor hebben de netwerk-operators een bepaalde macht. Als de omzetontwikke-

ling van de onafhankelijke SPs wordt vergeleken met die van de netwerk-operators, komt duidelijk

naar voren dat het bezit van een eigen netwerk een belangrijke asset is in de concurrentiestrijd.

T oe ga ng t o t f i n an c ië l e m id de l en i s ge e n p r ob l eem

De marktpartijen hebben allemaal grote internationale en beursgenoteerde concerns achter zich staan.

Sinds het onderzoek van vorig jaar is de aantrekkelijkheid van de telecomsector gedaald. Dit komt

naar voren in de slechtere credit rating van de meeste moederbedrijven. Het moederconcern van Li-

bertel-Vodafone (Vodafone) heeft zich redelijk weten te handhaven wat credit rating betreft. KPN Mo-

bile heeft het een stuk moeilijker en heeft de slechtste rating van alle aanbieders.

Z ee r e rva r en a an b ie de rs

Alle aanbieders op de Nederlandse markt kunnen bogen op een ruime ervaring op het terrein van

mobiele telefonie (eventueel via hun moeder). De kwaliteit en de dekking van de netwerken lijken naar

elkaar toe te tenderen. De netwerk-operators lijken dan ook niet meer voor elkaar onder te doen wat

de ervaring betreft.

In tabel 28 worden de criteria ten aanzien van de overige lid 4-criteria kort samengevat en wordt aan-

gegeven of ze de algemene regel (aanwijzen of neutraal) ondersteunen of dat ze dit niet doen (reden

voor afwijking van de algemene regel). Er is een onderscheid gemaakt naar aspecten die gelden voor

de markt algemeen en aspecten die specifiek opgaan voor KPN Mobile en Libertel-Vodafone. De al-

gemene marktkenmerken beïnvloeden de marktpartijen veelal in gelijke mate.

tabel 28 uitkomsten overige lid 4-criteria

ondersteuning van algemene regel afwijking van algemene regel

marktpartijen specifiek

! gelijkwaardige groepsomzet marktpartijen waardoor

geen nadelige positie KPN Telecom en Libertel-

Vodafone

! KPN Mobile en Libertel-Vodafone iets betere toegang

tot eindgebruikers via eigen verkooppunten

! KPN Mobile en Libertel-Vodafone langst actief op

markt, voordeel reputatie en betrouwbaarheid

! Libertel-Vodafone betere toegang tot financiële midde-

len

markt algemeen

! mogelijkheid om overstapdrempels op te werpen be-

perkt

marktpartijen specifiek

! KPN Mobile minder goede toegang tot financiële mid-

delen

! onduidelijk hoeveel voordeel KPN Mobile en Libertel-

Voafone halen uit het eerder op de markt aanwezig zijn

Bron: EIM op basis van antwoorden marktpartijen, 2001.

KPN M o b i l e e n L ib e r te l - Vo da f o ne a an wi j z en ?

Uit het marktonderzoek is naar voren gekomen dat het marktaandeel gemeten in omzet (exclusief

hardware) van zowel KPN Mobile als Libertel-Vodafone groter is dan 25%. Het marktaandeel van KPN

Mobile neemt in de loop van de tijd af, maar is nog altijd royaal groter dan 25%. Het marktaandeel van

Libertel-Vodafone is iets groter dan 25%, maar wel redelijk constant. Ook het marktaandeel gemeten

in aantal aansluitingen (naar zeggenschap) ligt voor beide marktpartijn boven de 25%. De marktaan-

delen kunnen voor het College van OPTA aanleiding zijn om de aanwijzing van zowel KPN Mobile als

Libertel-Vodafone te continueren.

Bij de eventuele aanwijzing moet ook gelet worden op de uitzonderingscriteria. Een aantal indicatoren

geeft aan dat KPN Mobile en Libertel-Vodafone een betere positie hebben dan de andere marktpartijen

(verticale integratie, toegang tot eindgebruikers, ervaring, toegang financiële middelen Libertel-

Vodafone), dan wel een gelijkwaardige positie ten opzichte van de andere marktpartijen. KPN Mobile

heeft gezien de credit rating een achterstand ten opzichte van andere aanbieders.

Voor beide aanbieders geldt dat ze een relatief hoge omzet per aansluiting en per belminuut genere-

ren. Beide partijen weten eindgebruikers naar zich toe te trekken en aan zich te binden die relatief veel

omzet genereren (bijvoorbeeld veel bellen in de piekperiode). Dit kan erop duiden dat KPN Mobile en

Page 66: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

66

Libertel-Vodafone een bepaalde mate van marktmacht bezitten, wat resulteert in de relatief ‘betere’

klanten. KPN Mobile en Libertel-Vodafone kunnen ook meer profiteren van schaalvoordelen door het

grotere aantal eindgebruikers dat gebruikmaakt van hun netwerk.

Aan OPTA blijft de taak om alle argumenten te wegen en tot een oordeel te komen. Naast de bevin-

dingen van dit marktonderzoek zal OPTA in haar afweging mogelijk ook mee moeten nemen wat de

gevolgen zijn van een eventuele aanwijzing. Aan dit aspect is in dit rapport geen aandacht besteed.

Page 67: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

67

Bijlage I Gehanteerde vragenlijsten

VRAGENLIJST AMM-AANBIEDERS VAN MOBIELE TELECOM-MUNICATIENETWERKEN EN -DIENSTEN

Naam telecommunicatieaanbieder:______________________________________

Co nt ac t pe rs oo n

Naam: _______________________________________________

Telefoonnummer: _______________________________________________

Adresgegevens: _______________________________________________

E-mailadres: _______________________________________________

Bij de beantwoording van deze vragen kunt u gebruikmaken van de volgende Excel-file ‘mobiele net-

werk-operators.xls’.

Algemeen1. Kunt u een overzicht geven van de opbouw van uw onderneming? Wij verzoeken u hierbij aan te

geven hoe de verhoudingen zijn in:

a. deelname en zeggenschap in/van (buitenlandse) moederondernemingen, voorzover het

gaat om belangen van 10% of meer,

b. deelname en zeggenschap in/van Nederlandse zuster- en dochterondernemingen, voorzo-

ver het gaat om belangen van 10% of meer.

2. Hoe groot is de omzet van het concern waartoe uw onderneming behoort over 2000 en wat is de

verwachting over 2001 en 2002?

Omzet3. Hoe groot was de omzet (excl. BTW) van uw onderneming in Nederland in de periode van 1 ja-

nuari 2000 tot en met 31 maart 2001 voor de volgende categorieën? (svp omzetbedragen per

categorie invullen in sheet 1 omzet).

a. postpaid-eindgebruikersinkomsten (excl. hardware), van abonnementen verkocht onder ei-

gen naam,

b. prepaid-eindgebruikersinkomsten (excl. hardware) verkocht onder eigen naam,

c. inkomsten uit verkoop van hardware,

d. terminating access-inkomsten,

e. inkomsten uit de verkoop van belminuten aan onafhankelijke serviceproviders. Geef hierbij

tevens aan welke serviceproviders het hier betreft,

f. inkomsten uit roaming. Maak onderscheid tussen inkomsten uit internationale roaming en,

indien van toepassing, nationale roaming,

g. totale omzet.

4. Welke omzetontwikkeling van uw onderneming verwacht u over het jaar 2001 en over 2002 (svp

verwachte omzetbedragen invullen in sheet 1 omzet)?

Aanslui t ingen5. Hoe heeft het aantal aansluitingen van uw onderneming zich ontwikkeld, van januari 2000 tot en

met maart 2001, per het einde van de maand, en welk aantal aansluitingen verwacht u te hebben

Page 68: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

68

op 31 december 2001 en 31 december 2002? (svp aantal aansluitingen invullen in sheet 2 aantal

aansluitingen). Maak een onderscheid naar de volgende categorieën:

! totaal postpaid-aansluitingen,

! totaal prepaid-aansluitingen,

! postpaid-aansluitingen verkocht via eigen serviceprovider,

! prepaid-aansluitingen verkocht via eigen serviceprovider,

! postpaid-aansluitingen verkocht via onafhankelijke serviceprovider (voorzover mogelijk uit-

splitsen per serviceprovider),

! prepaid-aansluitingen verkocht via onafhankelijke serviceprovider (voorzover mogelijk uit-

splitsen per serviceprovider).

Belminuten6. Hoe heeft het belvolume (op basis van belminuten) van het uitgaande verkeer van uw onderne-

ming zich ontwikkeld, van januari 2000 tot en met maart 2001, per maand, en hoeveel belminuten

verwacht u te verkopen over 2001 en 2002? (svp aantal uitgaande belminuten invullen in sheet 3

belminuten). Maak een onderscheid naar het aantal belminuten dat is toe te rekenen aan de vol-

gende categorieën:

! totaal postpaid-aansluitingen,

! totaal prepaid-aansluitingen,

! postpaid-aansluitingen verkocht via eigen serviceprovider,

! prepaid-aansluitingen verkocht via eigen serviceprovider,

! postpaid-aansluitingen verkocht via onafhankelijke serviceprovider (voorzover mogelijk uit-

splitsen per serviceprovider),

! prepaid-aansluitingen verkocht via onafhankelijke serviceprovider (voorzover mogelijk uit-

splitsen per serviceprovider).

Toe- en u i t t redingsdrempels7. a. Beschrijf de toetredingsdrempels die volgens uw onderneming thans en in de

nabije toekomst bestaan voor nieuwe aanbieders op de Nederlandse markt voor openbare

mobiele telefonie om diensten aan te bieden tegen concurrerende voorwaarden.

b. Welke drempels ziet u wanneer een aanbieder uit de markt wil treden en kunt u dat toelich-

ten?

8. Verwacht u dat de toetreding tot de markt voor openbare mobiele telefonie eenvoudiger of moei-

lijker wordt wanneer KPN Mobile The Netherlands B.V en Libertel N.V. blijven aangewezen als

partijen met aanmerkelijke macht op die markt? Hierbij kan gedacht worden aan de mogelijkhe-

den van interconnectie en bijzondere toegang. Kunt u uw verwachtingen toelichten?

9. Heeft u problemen bij het verkrijgen van terminating access, roaming, bijzondere toegang of

andere vormen van toegang tot het netwerk van andere netwerkaanbieders? Zo ja, kunt u deze

problemen omschrijven (bijvoorbeeld moeizame onderhandelingen, lange tijdsduur tussen aan-

vraag en realisatie, kosten, kwaliteit van dienstverlening etc.)?

10. a. Welke barrières voorziet uw onderneming voor eindgebruikers om van de ene

naar een andere aanbieder van mobiele telefonie (netwerk-operator of serviceprovider) over

te stappen thans en in de nabije toekomst?

b. Voorziet uw onderneming op korte termijn in oplossingen voor deze barrières?

c. In hoeverre bepalen andere partijen dan uzelf (bijvoorbeeld onafhankelijke retailers) deze

overstapbarrières?

d. In welke mate en hoe heeft uw onderneming zelf invloed op overstapbarrières van klanten?

Page 69: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

69

Pri jsontwikkel ing11. Voor het volgen van de prijsontwikkeling zijn de volgende belprofielen ontwikkeld:

Profiel Prepaid A

10 minuten; 10 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 2% waarvan 55% piek en 45% dal

naar ander mobiel netwerk 8% waarvan 55% piek en 45% dal

naar vast netwerk 90% waarvan 55% piek en 45% dal

5 SMS berichten

Profiel Prepaid B

30 minuten; 20 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 5% waarvan 50% piek en 50% dal

naar ander mobiel netwerk 15% waarvan 50% piek en 50% dal

naar vast netwerk 80% waarvan 50% piek en 50% dal

10 SMS berichten

Profiel Prepaid C

60 minuten; 30 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 10% waarvan 50% piek en 50% dal

naar ander mobiel netwerk 25% waarvan 50% piek en 50% dal

naar vast netwerk 65% waarvan 50% piek en 50% dal

15 SMS berichten

Page 70: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

70

Profiel Postpaid D

10 minuten; 10 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 5% waarvan 50% piek en 50% dal

naar ander mobiel netwerk 10% waarvan 50% piek en 50% dal

naar vast netwerk 85% waarvan 50% piek en 50% dal

5 SMS berichten

Profiel Postpaid E

100 minuten; 50 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 10% waarvan 60% piek en 40% dal

naar ander mobiel netwerk 20% waarvan 60% piek en 40% dal

naar vast netwerk 70% waarvan 60% piek en 40% dal

10 SMS berichten

Profiel Postpaid F

500 minuten; 250 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 10% waarvan 60% piek en 40% dal

naar ander mobiel netwerk 20% waarvan 60% piek en 40% dal

naar vast netwerk 70% waarvan 60% piek en 40% dal

15 SMS berichten

a. Wat zijn, per belprofiel, de totale kosten (abonnement + gesprekskosten, exclusief BTW)

per maand die aan de eindgebruiker in rekening worden gebracht in de periode januari 2000

tot en met maart 2001? (svp invullen in sheet 4 prijsontwikkeling). U dient uit te gaan van de

goedkoopste optie voor de eindgebruiker.

b. Wilt u aangeven welk product (type abonnement/prepaid) u heeft gebruikt bij het vaststellen

van de kosten? (svp invullen in sheet 4 prijsontwikkeling).

12. a. Kunt u aangeven hoe hoog de tarieven voor terminating access zijn die u re

kent voor gesprekken die termineren op uw eigen netwerk, onderscheiden naar mobiele

operator en naar het vaste netwerk van KPN? Maak een onderscheid naar starttarieven en

tarieven per minuut, in piek- en daluren over de periode vanaf januari 2000 tot en met maart

2001 (svp invullen in sheet 5 terminating tarieven).

b. Hoeveel heeft u in de periode januari 2000 tot en met maart 2001 per maand ontvangen

voor terminating access, per Nederlandse mobiele netwerk-operator respectievelijk KPN?

(svp invullen in sheet 5 terminating tarieven).

c. Welke ontwikkeling verwacht uw onderneming aangaande de hoogte van terminating ac-

cess-tarieven die u ontvangt? (svp invullen in sheet 5 terminating tarieven).

13. a. Hoe hoog zijn de totale opbrengsten van roaming (onderscheiden per Neder

landse mobiele netwerk-operator en totaal van internationale roaming, per maand vanaf ja-

nuari 2000 tot en met maart 2001)? Svp invullen in sheet 6 roaming opbrengsten.

b). Hoe hoog zijn de totale kosten van roaming (onderscheiden per Nederlandse mobiele net-

werk-operator en totaal van internationale roaming, per maand vanaf januari 2000 tot en

met maart 2001)? Svp invullen in sheet 7 roaming kosten.

Page 71: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

71

Opbrengsten (ROCE 1) ten opzichte van kosten van kapitaa l14. Hoe hoog is de opbrengst (na rente voor belastingen), over 1999 en 2000 op uw activiteiten in de

Nederlandse mobiele-telecommunicatiemarkt?

15. Hoe groot zijn de totale activa op 31 december 1999 en 31 december 2000 (gerelateerd aan de

mobiele activiteiten in Nederland)?

16. Hoe groot zijn de totale kortlopende schulden op 31 december 1999 en 31 december 2000 (ge-

relateerd aan de mobiele activiteiten in Nederland)?

17. Wat is de gemiddelde ‘Cost of Capital’2 over 2000 op uw activiteiten in de Nederlandse mobiele-

telecommunicatiemarkt?

Indien u deze vraag niet kunt beantwoorden, graag vraag 18 beantwoorden.

18. Wat is de risico-opslag die uw (moeder)onderneming boven op de rente op staatsleningen moet

vergoeden ten behoeve van het aantrekken van vreemd vermogen? Graag illustreren aan de

hand van het rentepercentage dat geldt voor de jongste lening die u heeft aangetrokken.

Diversen19. Wat is de creditrating op 31 maart 2001 voor het concern waartoe uw onderneming behoort,

volgens Standards & Poor’s en volgens Moody’s?

20. Over hoeveel verkooppunten beschikt u en hoe zijn deze verdeeld? (eigen beheer/onafhankelijk).

21. In welke mate heeft uw bedrijf ruimte om zelf de voorwaarden waartegen onafhankelijke service

providers en/of retailers uw diensten verkopen te bepalen en of te wijzigen? Waardoor wordt de-

ze ruimte bepaald?

22. a. Hoe hoog is het aantal opzeggingen, per maand, vanaf januari 2000 tot en

met maart 2001 (svp invullen in sheet 8 opzeggingen)?

b. Hoe groot is het aantal eindgebruikers dat bij een opzegging het eigen nummer meeneemt,

per maand vanaf januari 2000 tot en met maart 2001 (svp invullen in sheet 8 opzeggingen)?

23. Wij verzoeken u aan te geven wat de dekkingsgraad is van het mobiele netwerk van uw onder-

neming. Gelieve deze dekkingsgraad te kwantificeren:

a. geografisch, en

b. als percentage van de bevolking.

24. Gelieve deze vraag alleen te beantwoorden wanneer uw onderneming zowel mobiele als vaste

telefonie aanbiedt.

a. In hoeverre kan uw onderneming voordelen realiseren omdat u beschikt over een netwerk

voor vaste telefonie?

b. Hoeveel klanten nemen momenteel de combinatie van vaste en mobiele telefonie bij u af?

1 ROCE = Return 0n Capital Employed.

2 De Cost of Capital is de gewogen som van de prijs voor het eigen vermogen en de prijs voor het vreemd vermogen.

De prijs voor het eigen vermogen is gelijk aan de jaarlijkse dividendbetalingen gedeeld door de nominale waarde

van het aandelenvermogen. De prijs voor het vreemd vermogen is gelijk aan de interestbetalingen gedeeld door het

totale vreemd vermogen.

Page 72: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

72

c. Om welke voordelen gaat het hier naar uw oordeel en in welke mate wordt de marktpositie

hierdoor beïnvloed? Indien naar uw oordeel dergelijke voordelen zich niet voordoen, wordt u

verzocht de redenen hiervan weer te geven.

Beleidsmat ige aspecten van cont inuer ing aanwijz ingen25. a. Kunt u aangeven waarom de aanwijzingen van KPN Mobile The Netherlands

B.V. en Libertel N.V. als partij met aanmerkelijke macht op de markt voor openbare mobiele

telefonie al dan niet gecontinueerd zouden moeten worden? In uw argumentatie kunt u den-

ken aan de volgende aspecten: marktaandeel, aantal concurrenten, concentratie in de

markt, ontwikkeling en omvang van de concurrenten, toe- en uittredingsdrempels, overstap-

drempels voor eindgebruikers, verticale integratie en diversificatie, prijsvorming, omzet

moedermaatschappij, toegang tot eindgebruikers, toegang tot financiële middelen en erva-

ring op de markt.

b. Welke invloed heeft een aanwijzing van een partij met aanmerkelijke macht op de markt

voor openbare mobiele telefonie op uw onderneming c.q. beleid?

26. a. Wat is volgens u de reden dat er geen/weinig directe interconnectie plaatsvindt

tussen de netwerken van de mobiele operators?

b. Heeft een continuering van de aanwijzingen van KPN Mobile The Netherlands B.V en Li-

bertel N.V. als partijen met aanmerkelijke macht op de mobiele-

telefoniemarkt invloed op het tot stand komen van directe interconnectie? Zo ja, waarom?

Zo nee, waarom niet?

27. a. Wat is volgens u de reden dat er geen/weinig diensten worden geboden door

middel van bijzondere toegang op de mobiele netwerken van de aanbieders die aangewe-

zen zijn als aanbieder met aanmerkelijke macht op de mobiele markt?

b. Heeft een continuering van de aanwijzingen van KPN Mobile The Netherlands B.V en Li-

bertel N.V. als partijen met aanmerkelijke macht op de mobiele-telefonie-markt invloed op

het tot stand komen van diensten door middel van bijzondere toegang? Zo ja, waarom? Zo

nee, waarom niet?

Indien u verdere opmerkingen heeft die relevant kunnen zijn voor het vooronderzoek ter bepaling van

de marktaandelen van de marktpartijen op de markt voor mobiele-telefonie zoals omschreven in artikel

6.4., eerste lid, van de Telecommunicatiewet, vernemen wij die graag.

Page 73: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

73

VRAGENLIJST AMM-AANBIEDERS VAN MOBIELE TELECOM-MUNICATIEDIENSTEN ( o n a f ha nke l i j ke se rv i c e p rov i de rs )

Naam telecommunicatieaanbieder:_______________________________________

Co nt ac t pe rs oo n

Naam: ______________________________________________

Telefoonnummer: ______________________________________________

Adresgegevens: ______________________________________________

E-mailadres: ______________________________________________

Bi j de bean twoord ing van dez e vr agen kun t u gebru ik m a ken van de vo lgen -

de E xc e l - f i l e ‘mob i e l e s erv ic eprov ide rs .x ls ’ .

Algemeen1 Kunt u een overzicht geven van de opbouw van uw onderneming? Wij verzoeken u hierbij aan te

geven hoe de verhoudingen zijn in:

a. deelname en zeggenschap in/van (buitenlandse) moederondernemingen, voorzover het

gaat om belangen van 10% of meer,

b. deelname en zeggenschap in/van Nederlandse zuster- en dochterondernemingen, voorzo-

ver het gaat om belangen van 10% of meer.

2 Hoe groot is de omzet van het concern waartoe uw onderneming behoort over 2000 en wat is de

verwachting over 2001 en 2002?

Omzet3 Hoe groot was de omzet (excl. BTW) van uw onderneming in Nederland in de periode van 1 ja-

nuari 2000 tot en met 31 maart 2001 voor de volgende categorieën? (svp omzetbedragen per

categorie invullen in sheet 1 omzet).

a. postpaid-eindgebruikersinkomsten (excl. hardware), van abonnementen verkocht onder ei-

gen naam,

b. prepaid-eindgebruikersinkomsten (excl. hardware) verkocht onder eigen naam,

c. postpaid-eindgebruikersinkomsten (excl. hardware), van abonnementen verkocht namens

een network-operator (voorzover mogelijk uitsplitsen per network-operator),

d. prepaid-eindgebruikersinkomsten (excl. hardware) verkocht namens een network-operator

(voorzover mogelijk uitsplitsen per network-operator),

e. inkomsten uit verkoop van hardware,

f. totale omzet.

4 Welke omzetontwikkeling van uw onderneming verwacht u over het jaar 2001 en over 2002? (svp

verwachte omzetbedragen invullen in sheet 1 omzet).

Aanslui t ingen5 Hoe heeft het aantal aansluitingen van uw onderneming zich ontwikkeld, van januari 2000 tot en

met maart 2001, per het einde van de maand, en welk aantal aansluitingen verwacht u te hebben

Page 74: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

74

op 31 december 2001 en 31 december 2002? (svp aantallen aansluitingen invullen in sheet 2

aansluitingen). Maak een onderscheid naar de volgende categorieën:

- totaal postpaid-aansluitingen,

- totaal prepaid-aansluitingen,

- postpaid-aansluitingen verkocht onder eigen naam,

- prepaid-aansluitingen verkocht onder eigen naam,

- postpaid-aansluitingen verkocht namens een network-operator (voorzover mogelijk uitsplit-

sen per network-operator),

- prepaid-aansluitingen verkocht namens een network-operator (voorzover mogelijk uitsplit-

sen per network-operator).

Belminuten6 Hoe heeft het belvolume (op basis van belminuten) van het uitgaande verkeer van uw onderne-

ming zich ontwikkeld, van januari 2000 tot en met maart 2001, per maand, en hoeveel belminuten

verwacht u te verkopen over 2001 en 2002? (svp aantal uitgaande belminuten invullen in sheet 3

belminuten). Maak een onderscheid naar het aantal belminuten dat is toe te rekenen aan de vol-

gende categorieën:

- totaal postpaid-aansluitingen,

- totaal prepaid-aansluitingen,

- postpaid-aansluitingen verkocht onder eigen naam,

- prepaid-aansluitingen verkocht onder eigen naam,

- postpaid-aansluitingen verkocht namens een network-operator (voorzover mogelijk uitsplit-

sen per network-operator),

- prepaid-aansluitingen verkocht namens een network-operator (voorzover mogelijk uitsplit-

sen per network-operator).

Toe- en u i t t redingsdrempels7 a. Beschrijf de toetredingsdrempels die volgens uw onderneming thans en in de

nabije toekomst bestaan voor nieuwe aanbieders op de Nederlandse markt voor openbare

mobiele telefonie om diensten aan te bieden tegen concurrerende voorwaarden.

b. Welke drempels ziet u wanneer een aanbieder uit de markt wil treden en kunt u deze drem-

pels toelichten?

8 Verwacht u dat de toetreding tot de markt voor openbare mobiele telefonie eenvoudiger of moei-

lijker wordt wanneer KPN Mobile The Netherlands B.V en Libertel N.V. blijven aangewezen als

partijen met aanmerkelijke macht op die markt? Hierbij kan gedacht worden aan de mogelijkhe-

den van interconnectie en bijzondere toegang. Kunt u uw verwachtingen toelichten?

9 Heeft u problemen bij het verkrijgen van terminating access, roaming, bijzondere toegang of an-

dere vormen van toegang tot het netwerk van andere netwerkaanbieders? Zo ja, kunt u deze pro-

blemen omschrijven (bijvoorbeeld moeizame onderhandelingen, lange tijdsduur tussen aanvraag

en realisatie, kosten, kwaliteit van dienstverlening etc.)?

10 a. Welke barrières voorziet uw onderneming voor eindgebruikers om van de ene

naar een andere aanbieder van mobiele telefonie (netwerk-operator of serviceprovider) over

te stappen thans en in de nabije toekomst?

b. Voorziet uw onderneming op korte termijn in oplossingen voor deze barrières?

c. In hoeverre bepalen andere partijen dan uzelf (bijvoorbeeld onafhankelijke retailers) deze

overstapbarrières?

d. In welke mate en hoe heeft uw onderneming zelf invloed op overstapbarrières van klanten?

Page 75: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

75

Pri jsontwikkel ing11 Voor het volgen van de prijsontwikkeling zijn de volgende belprofielen ontwikkeld:

Profiel Prepaid A

10 minuten; 10 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 2% waarvan 55% piek en 45% dal

naar ander mobiel netwerk 8% waarvan 55% piek en 45% dal

naar vast netwerk 90% waarvan 55% piek en 45% dal

5 SMS berichten

Profiel Prepaid B

30 minuten; 20 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 5% waarvan 50% piek en 50% dal

naar ander mobiel netwerk 15% waarvan 50% piek en 50% dal

naar vast netwerk 80% waarvan 50% piek en 50% dal

10 SMS berichten

Profiel Prepaid C

60 minuten; 30 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 10% waarvan 50% piek en 50% dal

naar ander mobiel netwerk 25% waarvan 50% piek en 50% dal

naar vast netwerk 65% waarvan 50% piek en 50% dal

15 SMS berichten

Profiel Postpaid D

10 minuten; 10 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 5% waarvan 50% piek en 50% dal

naar ander mobiel netwerk 10% waarvan 50% piek en 50% dal

naar vast netwerk 85% waarvan 50% piek en 50% dal

5 SMS berichten

Profiel Postpaid E

100 minuten; 50 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 10% waarvan 60% piek en 40% dal

naar ander mobiel netwerk 20% waarvan 60% piek en 40% dal

naar vast netwerk 70% waarvan 60% piek en 40% dal

10 SMS berichten

Profiel Postpaid F

500 minuten; 250 gesprekken (per maand)

Waarvan:

naar eigen mobiel netwerk 10% waarvan 60% piek en 40% dal

Page 76: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

76

naar ander mobiel netwerk 20% waarvan 60% piek en 40% dal

naar vast netwerk 70% waarvan 60% piek en 40% dal

15 SMS berichten

12 a. Wat zijn per belprofiel de totale kosten (abonnement + gesprekskosten, exclu-

sief BTW) per maand die aan de eindgebruiker in rekening worden gebracht in de periode

januari 2000 tot en met maart 2001? (svp invullen in sheet 4 prijsontwikkeling). U dient uit te

gaan van de goedkoopste optie voor de eindgebruiker.

b. Wilt u aangeven welk product (type abonnement/prepaid) u heeft gebruikt bij het vaststellen

van de kosten? (svp invullen in sheet 4 prijsontwikkeling).

Diversen13 Over hoeveel verkooppunten beschikt u en hoe zijn deze verdeeld? (eigen beheer/onafhankelijk).

14 a. In welke mate bent u vrij om de voorwaarden waartegen u diensten van net

werk-operators verkoopt, zelf te bepalen?

b. Waardoor wordt deze ruimte bepaald?

15 a. Hoe hoog is het aantal opzeggingen, per maand, vanaf januari 2000 tot en

met maart 2001 (svp invullen in sheet 5 opzeggingen)?

b. hoe groot is het aantal eindgebruikers dat bij een opzegging het eigen nummer meeneemt,

per maand vanaf januari 2000 tot en met maart 2001 (svp invullen in sheet 5 opzeggingen)?

16 Gelieve deze vraag alleen te beantwoorden wanneer uw onderneming zowel mobiele als vaste

telefonie aanbiedt.

a. In hoeverre kan uw onderneming voordelen realiseren door het aanbieden van een combi-

natie van vaste en mobiele telefonie?

b. Hoeveel klanten nemen momenteel de combinatie van vaste en mobiele telefonie bij u af?

c. Om welke voordelen gaat het hier naar uw oordeel en in welke mate wordt de marktpositie

hierdoor beïnvloed? Indien naar uw oordeel dergelijke voordelen zich niet voordoen, wordt u

verzocht de redenen hiervan weer te geven.

Page 77: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

77

Beleidsmat ige aspecten van cont inuer ing aanwijz ingen17 a. Kunt u aangeven waarom de aanwijzingen van KPN Mobile The Netherlands

B.V. en Libertel N.V. als partij met aanmerkelijke macht op de markt voor openbare mobiele

telefonie al dan niet gecontinueerd zouden moeten worden? In uw argumentatie kunt den-

ken aan de volgende aspecten: marktaandeel, aantal concurrenten, concentratie in de

markt, ontwikkeling en omvang van de concurrenten, toe- en uittredingsdrempels, overstap-

drempels voor eindgebruikers, verticale integratie en diversificatie, prijsvorming, omzet

moedermaatschappij, toegang tot eindgebruikers, toegang tot financiële middelen en erva-

ring op de markt.

b. Welke invloed heeft een aanwijzing van een partij met aanmerkelijke macht op de markt

voor openbare mobiele telefonie op uw onderneming c.q. beleid?

18 a. Wat is volgens u de reden dat er geen/weinig diensten worden geboden door

middel van bijzondere toegang op de mobiele netwerken van de aanbieders die aangewe-

zen zijn als aanbieder met aanmerkelijke macht op de mobiele markt?

b. Heeft een continuering van de aanwijzingen van KPN Mobile The Netherlands B.V en Li-

bertel N.V. als partijen met aanmerkelijke macht op de mobiele-telefoniemarkt invloed op

het tot stand komen van diensten door middel van bijzondere toegang? Zo ja, waarom? Zo

nee, waarom niet?

Indien u verdere opmerkingen heeft die relevant kunnen zijn voor het vooronderzoek ter bepaling van

de marktaandelen van de marktpartijen op de markt voor mobiele telefonie zoals omschreven in artikel

6.4., eerste lid, van de Telecommunicatiewet, vernemen wij die graag.

Page 78: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

78

VRAGENLIJST POTENTIËLE TOETREDERS TOT DE MARKTVAN MOBIELE TELEFONIE

Naam telecommunicatieaanbieder: ___________________________________

Co nt ac t pe rs oo n

Naam: __________________________________________________

Telefoonnummer: __________________________________________________

Adresgegevens: __________________________________________________

E-mailadres: __________________________________________________

Hieronder worden enkele vragen geformuleerd die wij graag beantwoord zouden zien in het kader van

het onderzoek van OPTA naar de continuering van de aanwijzingen van KPN Mobile The Netherlands

B.V. en Libertel N.V. als partijen met aanmerkelijke marktmacht op de markt van mobiele telefonie. Wij

sturen u deze vragen omdat u bij de aanwijzingsprocedure in eerste instantie betrokken bent geweest

en ook een bijdrage hebt geleverd, dan wel op korte termijn mobiele diensten aan eindgebruikers zult

aanbieden.

1 Beschrijf de toetredingsdrempels die volgens uw onderneming bestaan voor nieuwe aanbieders

op de Nederlandse markt voor openbare mobiele telefonie om diensten aan te bieden tegen con-

currerende voorwaarden. Besteed, zonodig, aandacht aan de typen diensten die uw onderneming

wenst aan te bieden.

2 a. Op welke manier wilt u eventueel toegang verkrijgen tot de eindgebruikers

van mobiele telefonie (technisch en marketingtechnisch)?

b. Welke barrières heeft de eindgebruiker (of zal de eindgebruiker naar verwachting hebben)

om naar u over te stappen?

c. Hoe denkt u om te gaan met deze barrières?

3 Verwacht u dat de toetreding tot de markt voor openbare mobiele telefonie eenvoudiger of moei-

lijker wordt wanneer KPN Mobile The Netherlands B.V. en Libertel N.V. aangewezen blijven als

partijen met aanmerkelijke macht op die markt? Hierbij kan gedacht worden aan de mogelijkhe-

den van interconnectie en bijzondere toegang.

4 In hoeverre kan uw bedrijf, of kunnen concurrenten van uw bedrijf, voordelen realiseren omdat

u/zij (mogelijkerwijs) ook beschikt/beschikken over een netwerk voor vaste telefonie? Gelieve aan

te geven om welke voordelen het hier naar uw oordeel gaat en in welke mate de marktpositie

hierdoor wordt beïnvloed. Indien naar uw oordeel dergelijke voordelen zich niet voordoen, wordt u

verzocht de redenen hiervan weer te geven.

5 a. Kunt u aangeven waarom de aanwijzingen van KPN Mobile The Netherlands

B.V. en Libertel N.V. als partij met aanmerkelijke macht op de markt voor openbare mobiele

telefonie al dan niet gecontinueerd zouden moeten worden? In uw argumentatie kunt den-

ken aan de volgende aspecten: marktaandeel, aantal concurrenten, concentratie in de

markt, ontwikkeling en omvang van de concurrenten, toe- en uittredingsdrempels, overstap-

drempels voor eindgebruikers, verticale integratie en diversificatie, prijsvorming, omzet

Page 79: Marktonderzoek AMM 2001: de markt voor mobiele telefonie 8 ... · potentiële toetreders: ACN Europe, Tele2, OneTel, Atlantic, Versatel. Omdat van alle huidige partijen op de mobiele-telefoniemarkt

79

moedermaatschappij, toegang tot eindgebruikers, toegang tot financiële middelen en erva-

ring op de markt.

b. Welke invloed heeft een aanwijzing van een partij met aanmerkelijke macht op de markt

voor openbare mobiele telefonie op uw onderneming c.q. beleid?