magazine - Techno Valley Limburg · 2018-11-01 · items: 3D Printing, Robotisering, AGV en Big...

15
magazine jaargang 1 • no. 02 • okt 2017 Veronique Huys kiest bewust voor techniek Symposium ‘Slimmer produceren’ op dinsdag 14 november in Villa Flora Voorbeeldfunctie Brainport Eindhoven

Transcript of magazine - Techno Valley Limburg · 2018-11-01 · items: 3D Printing, Robotisering, AGV en Big...

magazinejaargang 1 • no. 02 • okt 2017

Veronique Huys kiest bewust voor techniekSymposium ‘Slimmer produceren’ op dinsdag 14 november in Villa Flora

Voorbeeldfunctie Brainport Eindhoven

4 Hét netwerkevent van en voor de Limburgse maakindustrie

7 Ondernemers denken niet in regio’s

8 Meer dan alleen vernieti-gen van bankbiljetten

10 Wij bieden continuïteit en kwaliteit

12 Met regelgeving innova-tieve ideeën stimuleren, niet tegenwerken

15 Samenwerken als hoofddoel voor Circular Design Group

16 Maakindustrie mag zichzelf best wat vaker op de borst kloppen

18 Verslag bezoek Techno Valley aan Robomotive en het FieldLab Robotics

19 Veronique Huys kiest bewust voor techniek

20 Nog altijd de sfeer van een familiebedrijf

22 Innovatief, snel en kos-tenbesparend

24 Het is Tesla’s missie de overgang naar duurzame energie te versnellen

INHOUD

Een ‘connected’ maakindustrie kan sneller innoveren en is meer succesvol!

De maakindustrie in Zuid-Nederland en onze regio is suc-cesvol. Het bruist op alle fronten, de ontwikkelkracht groeit en er worden in onze ‘Maasvallei’ net als in het uitdagende voorbeeld Silicon Valley steeds meer succesvolle verbindin-gen gelegd met kennis- en onderwijsinstellingen om samen te ontwikkelen, samen te ondernemen, sneller te innoveren en ook aanbod en vraag naar talent vroegtijdig met elkaar te verbinden.

Met de innovatie-ontwikkellijn Smart Industry gaan we als Techno Valley de focus versterken op ‘continious improve-ment’. We gaan aan de slag met het initiatief om met enkele topbedrijven uit onze regio als trekkers in de lead, best prac-tices, tools en methodieken te delen en gezamenlijke lespro-gramma’s op te zetten. Met de Techno Valley Innovation Circle gaan we actief en over de volle breedte van de maakindustrie verbindingen leggen. Tevens zoeken we maakbedrijven die mee willen werken aan een fysiek field lab ‘Smart Industry’ met als belangrijke hoofd-items: 3D Printing, Robotisering, AGV en Big Data. Het fysiek lab vraagt om een vernieuwende samenwerking met onderwijs en kennisinstellingen. Verder denken we aan virtuele verbindingen in de regio, om buitengewone High Tech Spots in afzonderlijke bedrijven te koppelen en zo mogelijk beschikbaar te stellen voor ontwikkelingsdoelen van collega-maakbedrij-ven.

De innovatieontwikkellijn Circular Design is met de inrichting van een ‘Circular Science Center’ in Villa Flora op 1 januari 2017 officieel van start gegaan. Het project is onderdeel van de Circular Design Group, een initiatief van B|A|S Research & Technology, Hotraco Group, Volantis en Dejatech. Het is een halfopen innovatie-community van bedrijven met als doelstel-ling vernieuwende ‘Cradle to Cradle Inspired’ circulaire produc-

ten, diensten, concepten en gebouwen voor de industriële gebouwde omgeving te ont-wikkelen. De CDG is inmiddels al met vier extra bedrijven in gesprek voor actieve deelna-me.Door studenten, hooglera-ren en professionals uit het bedrijfsleven samen te laten werken in één community ontstaan creatieve innovaties die direct toepasbaar zijn in de markt. Het Circular Scien-ce Center is blij met de ondersteuning vanuit de Economic Development Board Noord-Limburg, het LIOF,de Regio Venlo en de Provincie Limburg. Het project is een versterking van het Brightlands-concept en een impuls voor het aantrekken en binden van jong talent, bedrijven en wetenschappers in onze mooie regio.

De maakindustrie is succesvol en met Techno Valley magazine laten we dat zien. Be Proud!

Tot slot nodig ik u graag uit voor hét kennis- en netwerk-event voor de maakindustrie op 14 november in de middag in Villa Flora op de Brighlands Greenport Campus. Thema van het event is ‘Slimmer produceren’, met inspirerende keynote sprekers als Jan Aalberts, de oprichter van het industriecon-glomeraat Aalberts Industries, en Jeroen Rondeel van Blue Engineering & Blue Workx. Verder een uitdagende paneldiscus-sie en workshops rond interessante best practices. Zorg dat u er bij bent. ■Jan Houwen - Voorzitter Techno Valley

Techno valley magazine wordt mede mogelijk gemaakt door

LimburgMakers ondersteunt u als ondernemer bij het versterken van de concurrentiepositie van uw bedrijf én van de maakindustrie in Limburg.Dit doen wij door de inzet van kennis, netwerk en kapitaal.

Meer weten: kijk op www.liof-limburgmakers.nlColofonRealisatie NV Uitgeverij Smit van 1876Postbus 6125900 AP VenloM +31 6 3983 [email protected] 

Acquisitie en BladmanagementAM-CreationJulia HenriëttePostbus 6125900 AP VenloM +31 6 3449 [email protected] 

EindredactieJac [email protected] RedactieJac BuchholzRob Buchholz

FotografieLaurens EggenPetra LenssenMijntje Wismans VormgevingGideon Fraipont

Oplage2.000 exemplaren 

Techno Valley Magazine is een uitgave van NV Uitgeverij Smit van 1876 in samenwerking met Techno Valley Limburg.

Wijzigingen  en zet fouten voorbehouden Losse nummers zijn verkrijgbaar tegen een 

prijs van € 4,95 per stuk Niets uit deze publicatie mag worden vermenig-vuldigd en/of openbaar gemaakt doormiddel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande-schriftelijke toestemming van de uitgever.

Frank Arts, Argowil, p. 16

3

Symposium ‘Slimmer produceren’ op dinsdag 14 november in Villa Flora

Hét netwerkevent van en voor de Limburgse maakindustrieTekst: Jac Buchholz

Smart industrieHet symposium moet het imago van de maakindustrie in de regio verbeteren en versterken. Het is opgezet als netwer-kevent, conform de wens van de achterban die aangaf daar behoefte aan te hebben. Met het evenement wil medeorga-nisator Techno Valley aantonen dat de maakindustrie dankzij voortgaande digitalisering en technologische ontwikkelin-gen inmiddels als smart industrie kan worden gezien. Het programma begint met lezingen van key note sprekers Jan Aalberts en Jeroen Rondeel. Aalberts is de oprichter van Aal-berts Industries, een fabrikant van machineonderdelen en een grote speler op het gebied van warmte- en oppervlakte-behandeling en producten op het gebied van Flow Control. Aalberts Industries is met een omzet van ruim € 2,5 miljard (2016) en ruim 15.000 werknemers in 30 landen uitgegroeid tot een zeer succesvolle beursgenoteerde onderneming. Hij zal tijdens het symposium onder meer ingaan op de unieke (export)positie die deze regio heeft, onder meer richting Duitsland en België. Zijn lezing bevat ook een – kritische – kijk op de ondernemersmentaliteit in deze regio en een visie

Het is een van de belangrijkste sectoren van de Limburgse economie, de maakindustrie. Een sector die te lang niet de waardering kreeg die het verdiend. Belangrijk voor de werkgelegenheid, voor de export… Hoe de maakindustrie de toekomst in gaat is onder-werp van het symposium ‘Slimmer produ-ceren’ dat op 14 november plaatsvindt, van 13.00 tot 18.30 uur in Villa Flora. Key note sprekers zijn Jan Aalberts van Aalberts Indus-tries en Jeroen Rondeel van Blue Engineering. Het door hightech industrieplatform Techno Valley in samenwerking met Liof en de LWV georganiseerde sympo-sium heeft als doel de Noord-Limburgse maakindustrie te profileren. Het is de bedoeling dat in de toekomst de gehele Limburgse en eventueel Zuidoost-Brabantse maakindustrie bij het evenement wordt betrokken. Villa Flora is op 14 no-vember dé plek om nieuwe contacten te leggen die moeten leiden tot nog meer innovatie, het delen van kennis en kwaliteitsverbetering.

54

over hoe bedrijven kunnen samenwerken. Feedback van het publiek is welkom, laat hij weten.

Bescheidenheid afwerpenTweede key note spreker is Jeroen Rondeel, directeur-ei-genaar van Blue Engineering B.V. en Blue Workx B.V. en mede-initiatiefnemer van het Blue Innovation Center. Hij zal nadrukkelijk ingaan op het thema van het symposium, hoe bedrijven slimmer kunnen produceren. Daarnaast, zo antwoordt hij desgevraagd, wil hij ondernemers in de maakindustrie vragen hun bescheidenheid wat van zich af te werpen. “Dat zijn ze lang genoeg geweest, bescheiden. In de regio Venlo heeft iedereen al jaren de mond vol over het belang van de logistiek. Prima, maar dat komt deels doordat dankzij die grote logistieke gebouwen snel en veel vierkante meter bedrijventerrein kan worden verkocht. Maar kijk eens naar toegevoegde waarde… Die is in de maakindustrie het hoogst.” Hij wijst op de vele “goede en gave” mbk-bedrijven, vaak internationaal actief. Aantrekkelijke werkgevers met in veel gevallen een innovatief karakter. “Elektronica en software gaan een steeds belangrijkere rol spelen. Daar heb je goed gekwalificeerde mensen voor nodig. Laat als sector zien dat mensen hier een mooie carrière kunnen opbou-wen.” En ja, besluit Rondeel, samenwerking is noodzakelijk. De vele mkb-bedrijven zijn vanwege hun omvang flexibel maar ze mogen de kansen die samenwerken en co-creatie kunnen bieden niet uit het oog verliezen.

Maar kijk eens naar toegevoegde waarde… Die is in de maakindustrie het hoogst”

Paneldiscussie en break out-sessiesNa de lezingen volgt een paneldiscussie met onder andere vertegenwoordigers van Techno Valley, de LWV en Liof over het belang van de maakindustrie en de uitdagingen voor die sector in de komende jaren. De discussie zal worden geleid door L1-presentratice Kirsten Paulus. Tot slot zijn er nog en-kele break out-sessies met bedrijven uit de regio. Zo behan-delt Océ het thema operational excellence over het optimaal afstemmen van processen op de productie, en gaat het over het belang van innovatie. WP Haton, producent van machi-nes voor de bakkerijwereld, laat zien hoe ze van machinefa-briek zijn getransformeerd tot dienstverlener met gerichte oplossingen voor hun opdrachtgevers. In plaats van in staal wordt er tegenwoordig in broden gedacht. Bij Mifa gaat het over het op een slimme manier inzetten van studenten die binnen het bedrijf actief zijn als weekendmedewerkers. Hun kennis, waar lange tijd niets mee werd gedaan, wordt nu bijvoorbeeld ingezet bij engineeringprocessen. ■

Meer informatie over het symposium ‘Sneller en slimmer produceren’ vindt u op www.eventbrite.nl/e/tickets-slim-mer-produceren-36101833556

??

De wereld verandert in razendsnel tempo en het is essentieel om daar op technologisch gebied op in te spelen. De maakindustrie in Noord- en Midden-Limburg heeft een belang-rijke rol voor de regio om de concurrentiepo-sitie versterken.

De Circular Design Group ziet de ontwikkeling in de regio Eindhoven als goed voorbeeld. Onder de naam Brainport Eindhoven is daar een combinatie ontstaan van high-tech, design én een uniek samenwerkingsmodel dat mede bepalend is voor de concurrentiekracht van ons hele land. Een kracht die zorgt voor een duurzame, gezonde en veilige samenleving. De directeur van Brainport Industries, John Blankendaal, vertelt over zijn ervaringen in die regio en hoe de Limburgse collega’s daar weer van kunnen leren.

Samenwerken is volgens Blankendaal het magische woord. “Dat doen wij in de maakindustrie al jaren met veel suc-ces en we versterken daarmee onze concurrentiekracht. Er zijn zelfs bedrijven uit andere provincies zoals Groningen of Zuid-Holland en Limburg die zich bij ons aansluiten. Ondernemers denken niet in regio’s. Nederland is een klein land en die nabijheid speelt een belangrijke rol. Zeker met betrekking tot scholing. Goed opgeleid personeel is heel es-sentieel. Dan heb ik het over alle niveaus. VMBO, MBO, HBO en WO. We denken te vaak alleen aan de hoogopgeleiden, maar ook de gouden handjes van andere niveaus zijn enorm belangrijk. Alles wat bedacht wordt, moet ook gemaakt kunnen worden. Door sterk te blijven te inzetten op tech-nologische groei kunnen we internationaal met het hoofd boven het maaiveld uit blijven steken. Bedrijven moeten zich er van bewust zijn dat we de koek gezamenlijk groter kunnen maken. Dan blijft er voor iedereen uiteindelijk meer over. Het gaat niet om je eigen deel te vergroten; het gaat om het grotere geheel. Door zo te denken is Brainport Industries enorm gegroeid.”

Blankendaal is er van overtuigd dat we allemaal veel van elkaar kunnen leren. En als iedereen bereid is om kennis te delen, levert dat onder de streep meer op. “Houdt informatie niet voor jezelf, maar deel het. Laat het achterste van je tong

zien. Leer elkaar kennen. Goed voorbeeld doet volgen. Als organisatie zijn wij altijd bereid het gesprek met nieuwe par-tijen aan te gaan en elkaars belangen te verstevigen. Of ie-mand nu uit Eindhoven, Amsterdam of Venlo komt en ook al zijn de agenda’s niet direct authentiek; dat maakt niets uit. Wij gaan zeker niet tegen iemand zeggen hoe ze het moeten doen, want iedere situatie is anders. Er is wel altijd bereid-heid te luisteren en te kijken of we iets kunnen faciliteren. Op die manier willen wij verbinden en enthousiasmeren. In plaats van de hand ophouden, zeg ik altijd: steek je hand uit en zoek contact.”

“In plaats van de hand ophouden, zeg ik altijd: steek je hand uit en zoek con-tact”

Ook in Noord- en Midden-Limburg schuilt volgens hem veel potentie. “In die regio zijn veel unieke bedrijven te vinden. De focus ligt echter meer op Duitsland; dat is logisch. Ook daar zitten bedrijven en organisaties waarmee belangrijke kennis gedeeld kan worden. Daarom kan ik alleen maar zeg-gen: zorg dat je samenwerkt en gemeenschappelijke doelen nastreeft. De mogelijkheden houden niet op bij landsgren-zen. Zelfs niet bij gemeentelijke of provinciale grenzen. Blijf zoeken en durf te groeien. Zoek het ook verder in Duitsland dan alleen Noordrijn-Westfalen. Daar kennen ze ons land wel, maar leg ook contacten in Zuid-Duitsland. Die zijn nog onwetendheid over de mogelijkheden van onze maakindus-trie en dat zorgt voor nieuwe kansen.” ■

“ Ondernemers denken niet in regio’s”

Tekst: Rob Buchholz

John Blankendaal: De mogelijkheden houden niet op bij landsgrenzen

76

Ruim 100 jaar is het Venlose familiebedrijf Koninklijke Kusters Engineering inmiddels actief. Zijn bekendheid dankt Kusters momen-teel vooral aan het wereldwijd op grote schaal vernietigen en briketteren van oude bankbil-jetten. De circulaire gedachte waarmee dat gebeurt, kan het bedrijf echter ook op andere materialen toepassen.

Het was grondlegger Handerie Kusters die 106 jaar geleden de basis legde voor Kusters Engineering. De ondernemende oprichter begon in zijn smidse met het maken van hekwerk en ijzeren constructies. Midden jaren twintig ontwikkelde hij vervolgens een nieuw en succesvol model tuinderskas, Venlo Warenhuis genaamd.

WereldmarktleiderDat innovatieve karakter is altijd een belangrijk kenmerk van het bedrijf gebleven, vertelt achterkleinzoon en huidig direc-tor of sales Jeroen Kusters. Zo wijst hij op de jaren zeventig. “Het tijdperk van de ambachtelijke smederij was toen voorbij en het bedrijf kreeg een industrieel karakter. In die periode ontstonden ook de eerste recyclingactiviteiten. In de jaren negentig zijn we ons vervolgens specifiek gaan toeleggen op het ontwikkelen en bouwen van machines voor het betrouw-baar vernietigen van geld en andere waardepapieren, een nichemarkt. Daarin zijn we uitgegroeid tot wereldmarktleider. De andere recyclingactiviteiten hebben we toen grotendeels afgestoten.”

Tweeledig innoverenMomenteel bevindt het bedrijf zich opnieuw in een tran-sitieperiode, legt Kusters uit. “De historie leert ons dat we onszelf gemiddeld iedere 15 jaar aanpassen aan nieuwe markten en behoeften.” Hij maakt duidelijk dat Kusters En-gineering nog altijd een grote behoefte ziet wat betreft het recyclen van bankbiljetten. “Maar dat kan zomaar afgelopen zijn. In het verleden was er een theorie waarin sprake was dat er in 2012 niet meer met cash geld betaald zou wor-den. Dat klopte dus niet. Het aantal bankbiljetten groeit nog altijd.” Maar, zegt Kusters, het digitaal betalen breidt gestaag uit en met een disruptieve oplossing kan dat zomaar omslaan. “We kijken vooruit en willen daar op inspelen. Dat doen we door tweeledig te innoveren. Aan de ene kant blijft de bankbiljettenrecycling belangrijk en bekijken we hoe we van meerwaarde kunnen zijn voor onder andere centrale banken door dat proces nog efficiënter te laten verlopen. Daarnaast borduren we voort op de circulaire gedachte om van afvalstromen weer nieuwe grondstoffen te maken.”

Circulaire economieDat is een ontwikkeling waarmee wordt teruggegrepen in de historie van Kusters Engineering. Want voordat het bedrijf eind jaren negentig koos voor de nichemarkt van de bank-biljetten, werden er machines gemaakt om uiteenlopende materialen te recyclen. Jeroen Kusters. “We maakten ooit machines voor Philips, om tl-buizen te recyclen, machines om papier mee te recyclen, of om onder andere staal en rubber uit autobanden terug te halen. Met het oog op de almaar intenser wordende circulaire en biobased economie, hebben we gekeken hoe wij daar met onze kennis en erva-ring opnieuw een rol in kunnen spelen.” Die kennis en erva-ring, zegt hij, zit bijvoorbeeld in het toepassen van mecha-nische technieken om materialen te verkleinen, scheiden, transporteren en te compacteren. “Die technieken zetten we in om innovatieve, slimme oplossingen te bedenken die aan-sluiten bij onze visie om met onze machines en processen iets goeds te doen voor de wereld en de maatschappij, bij te dragen aan een schone betere wereld.”

MultidisciplinairOm aan die doelstelling te voldoen beschikt het bedrijf tegenwoordig over een recycling divisie die inmiddels een aantal innovatieve trajecten in gang heeft gezet. Zo zijn in de afgelopen tijd enkele nieuwe machines ontwikkeld waarvan nu een eerste prototype wordt getest (zie kader). “Tijdens zo’n ontwikkeltraject werken mensen met verschillende achtergronden samen”, vertelt Kusters. “Binnen zo’n multi-disciplinair team brengt ieder lid specifieke kennis in zodat

we diverse technieken koppelen aan de behoeftes die in de markt bestaan. Vrijwel wekelijks lopen we tegen nieuwe behoeften aan, ontstaan er nieuwe ideeën. We bekijken dan eerst of het interessant voor ons is ermee aan de slag te gaan. De voornaamste focus ligt op het ontwikkelen van machines voor het verwerken van organische reststromen om daar meer waarde aan te geven. Met als uiteindelijke doel om met onze oplossingen – die dus zijn gericht op het zo optimaal mogelijk hergebruiken van waardevolle mate-rialen – van meerwaarde te zijn voor onze klanten en de maatschappij.” ■

De circulaire oplossingen van Kusters Engineering

“ Meer dan alleen vernietigen van bankbiljetten”

Tekst: Jac Buchholz | Fotografie: Kusters Engineering

RotoshifterEen van de nieuwste ontwikkelingen van Kusters Engi-neering is de Rotoshifter, een machine waarvan momen-teel een eerste versie draait. De Rotoshifter combineert op een slimme wijze twee bestaande technologieën, verklaart Jeroen Kusters. “Het is een combinatie van een trommelzeef – waarin materiaal op grootte wordt ge-scheiden – en enkele windshifters die afval op basis van soortelijk gewicht scheidt. Het is een slimme oplossing die een beter resultaat oplevert tegen minder (energie)kosten dan de bestaande machines. De Rotoshifter kan een breed scala aan afvalstromen scheiden in verschil-lende schone stromen. In eerste instantie zal hij vooral worden ingezet om hoogwaardig compost te creëren, maar er zijn ook al succesvolle testen gedaan om plastic van steenwol matten te scheiden.”

Jeroen Kusters: “Momenteel bevindt ons bedrijf zich opnieuw in een transitieperiode”

98

Maatschappelijke functieDe ondersteuning van maakbedrijven gebeurt veelal in de ves-tiging in Panningen. Die is helemaal afgestemd op dit soort werkzaamheden, maakt accountmanager Ron Geurts duidelijk. Het gaat dan om deelprocessen die onderdeel zijn van een pro-ductieproces. “We doen hier metaalbewerking, subassemblage, eenvoudige elektronica, controlewerkzaamheden. Dat is ooit begonnen met het reconditioneren van koffiezetapparaten en de weg die we toen zijn ingeslagen, daar zijn we op voortgegaan. Ook door ons steeds meer te verbeteren, te innoveren. Er zit inmiddels veel technische kwaliteit in dit bedrijf, mensen worden intern geschoold en krijgen een certificaat.” In totaal zijn er bij de diverse vestigingen van NLW Groep 1.100 mensen aan het werk, deels intern, anderen op locatie. Dat aantal onderstreept de maatschap-pelijke functie van het werkbedrijf, stelt Peter Fleuren. “Dat zijn mensen die dankzij ons onderdeel van een arbeidsproces uitma-ken. Die niet aan de zijkant staan.”

BedrijvencentrumFleuren noemt vervolgens het feit dat NLW Groep meegroeit met nieuwe ontwikkelingen. Zo had het werkbedrijf ooit eigen bedrijfsonderdelen als een groenbedrijf, postbezorging en schoon-maak. Die zijn afgestoten of opgeheven. Tegenwoordig werken de medewerkers voor andere bedrijven bij een van de vestigingen of worden ze gedetacheerd. Dat laatste gebeurt zowel groepsgewijs als individueel. “We kunnen onze opdrachtgevers op een heel flexibele wijze van dienst zijn.” Tijdens een korte rondleiding door de vestiging in Panningen wijst Fleuren op een nieuw concept: het bedrijvencentrum. “Technische bedrijven kunnen zich in een deel van het gebouw vestigen, geheel zelfstandig, en dan van ons per-soneel gebruik maken, eventueel in combinatie met eigen mensen en een eigen bedrijfsleider.” 077 Machining is zo’n bedrijf dat inmiddels zijn intrek in een deel van het NLW-gebouw heeft ge-nomen, zegt hij. “Ik verwacht dat er in de toekomst meer namen naast de onze op de voorgevel komen te staan. Bedrijven komen hier in een gespreid bedje en kunnen heel flexibel over personeel beschikken.”

Ron Geurts merkt tot slot op dat de aanpak van NLW Groep door steeds meer bedrijven wordt gewaardeerd. “Zeker in de maak-industrie, waar voor bepaalde werkzaamheden lastig mensen te vinden zijn. Maar tevens erbuiten. We maken het voor onder-nemers mogelijk om te voldoen aan de participatiewet. Het is echter meer. Wij zeggen feitelijk tegen de klant: leg je probleem van seriematig werk maar bij ons neer en wij lossen het samen in goed overleg op. We hebben inmiddels een dusdanige reputatie dat ondernemers weten dat hun werk bij ons in goede, vakbekwa-me handen is.” ■

Al sinds 1955 biedt NLW Groep werk aan mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt. Dat deed het werkbedrijf een tijdlang met eigen bedrijfsonderdelen; die zijn inmiddels afgestoten. Tegenwoordig fungeert NLW Groep voor veel bedrijven, onder meer in de maakindustrie, als verlengstuk. “Steeds meer bedrijven doen een beroep op ons voor routinewerkzaamheden en seriematige pro-ductie.

Toen Peter Fleuren, directeur van NLW Groep, zag welke bedrij-ven bij Techno Valley aangesloten zijn, herkende hij meteen een aantal opdrachtgevers. “Met diverse van die bedrijven hebben we een langdurige relatie. Denk aan ondernemingen als Fancom en Vostermans (zie ook elders op deze pagina). Die doen een beroep op ons voor routinewerkzaamheden en seriematige productie. Wij bieden continuïteit en kwaliteit, ontzorgen ze als het ware, nemen een deel van het productieproces van ze over. Dat kan werk zijn waarvoor ze zelf lastig personeel kunnen vinden, of werk op piek-momenten, dan zijn wij de flexibele schil.”

NLW Groep, betrouwbare partner voor de maakindustrie

“ Wij bieden continuïteit en kwaliteit”

Tekst: Jac Buchholz | Fotografie: Petra Lenssen

De ondersteuning van maakbedrijven gebeurt veelal in de vestiging in Panningen. Linksonder accountmanager Ron Geurts

Peter Thijssen, vice president supply chain management, Vostermans:“Prima match”“Wij brengen veelal handmatig productiewerk zoals het assembleren van waaiers voor ventilatoren bij NLW Groep onder. Dan gaat het om eenvoudig werk en grotere volumes. Ze doen ook kabelconfectie voor ons en verzorgen de assem-blage van een bepaald type regelaar op de ventilatoren. Wij leveren de onderdelen aan en zij gaan er mee aan de slag. Het is arbeidsintensief werk dat we gezien de aard van het werk beter kunnen uitbesteden.”“Tussen beide bedrijven bestaat een prima match; we hebben dan ook al een lange relatie. Ze zijn goed in dit soort werk-zaamheden, maar denken tevens mee over hoe het werk zo goed mogelijk uit te voeren. Dit geldt voor assemblageme-thodieken maar ook voor de afstemming van de productie-planning tussen beide bedrijven.”“In de huidige situatie laten we de werkzaamheden bij NLW Groep uitvoeren. Over detacheren is wel eens gesproken, maar dat is nog niet aan de orde geweest. Ook omdat we binnen ons bedrijf al veel aandacht besteden aan het aan het werk krijgen van mensen met een afstand tot de arbeids-markt.”

Paul Smits, directeur Fancom: “Betrouwbare, meedenkende partner”Fancom-directeur Paul Smits: “NLW Groep is al jarenlang een betrouwbare partner waar we grote assemblageseries voor ventilatoren en aandrijfsystemen uitbesteden. We hebben ervoor gekozen de elektronische assemblage in eigen huis te houden – daarvoor hebben we specialisten in dienst – en de meer eenvoudige assemblage bij NLW Groep onder te bren-gen. Wij managen de leveringen van onze partners tot aan NLW, die neemt het vervolgens over. Bij hun is de werkplek zodanig ingericht, met allerlei slimmigheidjes, dat het werk efficiënt kan worden uitgevoerd; ze halen het optimale ren-dement uit mensen.”“We werken al meer dan tien jaar samen, het is ooit met de assemblage van ventilatoren begonnen. Inmiddels doen ze uiteenlopende werkzaamheden. Zijn er wijzigingen of krijgen ze te maken met een nieuwe situatie, dan gaan we in over-leg, geven input die vervolgens adequaat wordt verwerkt. Ze denken dan ook mee, bijvoorbeeld over de planning.”Het werk dat we nu door NLW Groep laten doen, deden we vroeger zelf. Maar onze focus ligt nu meer op het complexere werk voor onze mbo- en mbo plus-medewerkers. Het een-voudigere werk is bij NLW Groep in goede handen.”

1110

Ja, hij kent heel wat bedrijven die actief zijn in de maak-industrie, een belangrijke sector in Limburg, merkt Jeroen Lenaers op. Veel mkb-bedrijven; de motor van de economie, zegt hij, en niet alleen in Limburg maar in heel Europa. Zo’n 95 % van de bedrijven valt in deze categorie. “Het is goed dat kleinere maar ook de grotere ondernemingen nu in Tech-no Valley hun krachten bundelen. Samen staan ze sterker. Kunnen ze zich nadrukkelijker profileren en kennis delen.” Zo ook gezamenlijk zaken aanpakken en het ondernemers-klimaat verder verbeteren, merkt Lenaers op. Bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met overheden. Want die spelen een belangrijke rol in het creëren van een aantrekkelijk onder-nemersklimaat.

Aangepaste ontwerpwetgevingHij vertelt dan een anekdote van een aantal jaren geleden. Over hoe de overheden en hun richtlijnen van invloed kun-nen zijn op hoe het bedrijfsleven functioneert. “Ik was toen nog medewerker van Ria Oomen. Op een gegeven moment werd er gewerkt aan nieuwe richtlijnen voor het verbieden van bepaalde materialen in elektrische apparaten zodat na hun levensduur het milieu niet belast zou worden. Op zich geen verkeerde gedachte. Maar wat bleek, bij Océ in Venlo kunnen apparaten worden geleasd die ze na de looptijd terugnemen en herbouwen. Materialen worden dus herge-bruikt. Het bedrijf zou last hebben gehad van die nieuwe richtlijnen, zou apparaten alleen nog maar nieuw kunnen bouwen. Dat hebben we bij het Europese Parlement onder de aandacht gebracht waarna de ontwerpwetgeving werd aangepast. Je moet met regelgeving innovatieve ideeën stimuleren, niet tegenwerken. Kijken welke gevolgen er zijn in de praktijk.”

“Dan is het niet verkeerd, mits goed geregeld, tevens over de grens kijken”

GrensarbeidAls Europarlementariër kijkt Lenaers naar Limburg als een provincie die grenst aan twee buurlanden met daardoor vele mogelijkheden. Een van de uitdagingen vindt hij werkgele-genheid en de verschillende wet- en regelgeving per land. Dat vormt, zegt hij, een obstakel. Diploma’s die aan de andere kant van de grens niet worden erkend, verschillen in pensioenfondsen en fiscale regelgeving, Lenaers kent de voorbeelden. “Ik geloof in de kracht van Europa, in de sa-menwerking tussen de EU-landen, maar bij bepaalde onder-werpen hoeven lang niet altijd alle landen tegelijk betrokken te zijn. Grensarbeid is zo’n onderwerp.” Volgens Lenaers zouden de overheden van bijvoorbeeld Nederland, België en Duitsland initiatieven kunnen nemen om de regelgeving met betrekking tot grensarbeid beter op elkaar af te stemmen. Dat kan op landelijk niveau veel beter dan op Europees ni-

veau. Soms lijkt het wel of nationale overheden daar niet of niet voldoende mee bezig zijn. Neem nu de tol die Duitsland wil invoeren, de verschillen in accijnzen. Dat zijn allemaal za-ken waar Europa primair weinig aan kan doen, maar die wel de grenzen tussen onze lidstaten bevestigen in plaats van wegnemen.” Toch is ook het Europese Parlement op allerlei manieren met dit soort uitdagingen bezig, stelt Lenaers. Zoals met het ‘pension tracking system’. “Dat is een systeem dat de informatievoorziening over pensioenen in verschil-lende landen moet verbeteren. Zo heb je meer duidelijkheid over de opgebouwde pensioenrechten, wanneer je in meer landen hebt gewerkt. Met dit soort projecten proberen we kleine stappen vooruit te zetten.”

HoogwaardigTerug naar de maakindustrie dan, meer specifiek de Lim-burgse. Die had en heeft nog steeds last van een verkeerd imago, weet Lenaers. Zwaar werk, niet geschikt voor vrou-wen. Er is een kentering, maar nog te beperkt, zegt hij. “De maakindustrie is ook de hightechindustrie, hoogwaardige systemen spelen een steeds grotere rol. Naast de wat lager geschoolde vakmensen zit te sector te springen om hoger opgeleid personeel. Dan is het niet verkeerd, mits goed geregeld, tevens over de grens kijken.” Lenaers zegt sowieso voorstander zijn van internationale uitwisselingen, stages in het buitenland. “Zelf heb ik tijdens mijn studie de kans gehad om een half jaar in Istanboel te studeren. Daar ben ik nog steeds dankbaar voor. Ik heb er veel van geleerd, de andere kant van de medaille gezien. Je leert andere culturen kennen, legt contacten. De afgelopen jaren heb ik me dan ook ingezet om een kruisbestuiving tussen bijvoorbeeld Nederland en Duitsland te realiseren zodat er onder meer een betere match op de arbeidsmarkt ontstaat. Limburg ligt in een sterke internationale regio. Als we dat op de juiste manier benaderen kunnen we van die ligging volop profite-ren.” ■

Europarlementariër Jeroen Lenaers

“Met regelgeving innovatieve ideeën stimuleren, niet tegenwerken”

ProfielJeroen Lenaers werd in 1984 geboren in Stramproy. Hij studeerde onder meer European Studies aan de Uni-versiteit van Maastricht waarna hij stage ging lopen bij het kantoor van Europarlementariër Ria Oomen. Daar-na ging hij er aan de slag als adviseur op het gebied van buitenlandse zaken, mensenrechten, grensover-schrijdende zorg en sociale zaken en werkgelegenheid. Bij de Europese verkiezingen van 2014 was hij voor het eerst verkiesbaar en sindsdien maakt hij deel uit van het Europese Parlement met als portefeuillesWerkgelegenheid en Sociale zaken (EMPL) en Burgerlij-ke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE).

Sinds juli 2014 zit de uit Stramproy afkom-stige Jeroen Lenaers voor het CDA in het Europese Parlement, met als portefeuilles Werkgelegenheid en Sociale zaken (EMPL) en Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenland-se zaken (LIBE). Over Techno Valley zegt hij: “een uitstekend initiatief, mkb-bedrijven die zich verenigen om zich zo krachtiger te kun-nen profileren”.

12

Al tijdens de aardrijkskundeles op de middelbare school leer-den we dat de ontdekking en industrialisatie van de Verenig-de Staten van Amerika hand in hand ging met de aanleg van (spoor-) wegen van oost naar west. Zodra een gebied bereik-baar werd en ontsloten, ontstonden steden, bedrijvigheid en (economische) groei. Dan trokken mensen naar onbekende gebieden, vestigden zich daar en begonnen nieuwe activitei-ten. Ook de afgelopen decennia is gebleken dat goede infrastruc-tuur een wezenlijke voorwaarde is voor (economische) groei en dynamiek van regio’s, ook onze regio. De A73, A67 en de barge terminals zijn vanzelfsprekende voorbeelden. Aanleg van infrastructuur gaat zelden vanzelf of zonder lobby en vaak gepaard met veel weerstand. Het doorsnijdt immers gebieden, veroorzaakt (over)last en kost veel tijd en geld. Tegen die achtergrond en in dat perspectief is de discussie over de aanleg van het Greenport Station er een van alle tijden. De geschiedenis leert ons dat er maar één oplossing mogelijk is: aanleggen en wel zo snel mogelijk ook! Greenport Venlo heeft grote ambities en een ongekende potentie. Tien-tallen bedrijven kunnen en willen er zich vestigen om samen met kennisinstellingen hoogwaardige economische groei en werkgelegenheid te realiseren en talent te boeien en binden. Gebouwen staan er, installaties worden gebouwd. Maar de medewerkers en studenten moeten er wel kunnen komen, ook zonder eigen auto.Wij ondervinden als Circular Design Group aan den lijve dat studenten die op zichzelf zeer geïnteresseerd zijn om deel te nemen aan stages, onderzoeken en business development op het Greenport Venlo terrein, afhaken omdat ze, nadat ze met openbaar vervoer op Station Venlo aankomen, nog een uur onderweg zijn (bus en lopen).Overheden kibbelen over verantwoordelijkheden en (verde-ling van) budgetten en de tijd tikt door… Er worden miljoenen gestoken in subsidies, programma’s, projecten en instituten, maar de kerntaak van de overheid is het aanleggen van (har-de) infrastructuur. Van het verleden kunnen we, ook nu nog, leren dat de opbrengst daarvan een veelvoud bedraagt van de investering.Op het moment dat ik dit schrijf hebben de ondernemers gesproken, de Provincie is nu aan zet. Ik ga er van uit dat onze provinciebestuurders, in het belang van het boeien en binden van talent en het ontwikkelen van onze kenniseconomie door te investeren in onze harde infrastructuur, de juiste beslissing nemen...

Harry LoozenInterim-directeur & strategisch adviseur, Voormalig algemeen directeur Kamer van Koophandel Limburg

Bereik-baarheid

Heeft u nieuws en wilt u dit graag met uw

mede-ondernemers delen.Stuur dit dan naar

[email protected]

Kerngroep Techno Valley

Column

Samenwerken. Dat woord staat centraal bij de Circular Design Group. Bedrijven, ken-nisinstellingen, marketeers. Allemaal zijn ze er op gericht om de maakindustrie in Noord- en Midden-Limburg te versterken. Sinds de oprichting in maart van dit jaar vonden er al diverse positieve ontwikkelingen plaats, maar er valt ook nog veel winst te behalen. “Het kan nog veel beter,” zo laat Toine van Casteren, directeur van B|A|S Research & Technology weten. Hij is één van de Founding Fathers van de Circular Design Group. “Het is ons doel is om samen met kennisinstellingen nieuwe circulaire materialen, systemen en concepten te ontwikkelen voor in-dustriële gebouwen en hun omgeving. Wij zijn nu druk bezig om meer bedrijven te enthousiasmeren en hierbij te betrek-ken. Een aantal meldt zich vanzelf, anderen worden door ons benaderd. Er lopen diverse gesprekken en inmiddels is er ook een raad van toezicht benoemd.”

Zo zijn we weer terug bij de kern van dit verhaal: samenwerken en verbinden

Behalve B|A|S Research & Technology, behoren ook Volantis, DeJaTech en Hotraco Group tot de kartrekkers. De focus ligt nu op het verzorgen van de financiën – door het binnenha-len van subsidies – maar tevens op het aantrekken van de contacten met onderwijsinstellingen. “Het is ons doel om in het Colloquium doctum verankerd te zijn zodat er continu studenten voor onze projecten beschikbaar zijn. Natuurlijk moeten ook de bedrijven uit deze regio nog meer naar elkaar toegroeien en samenwerken, maar we kunnen niet zonder de nieuwe generatie. Eigenlijk moet er een soort van organische groei plaatsvinden.”

Een essentieel probleem blijft volgens Van Casteren het verwerven van voldoende bekendheid. “Mensen zijn echt wel

enthousiast, maar ieder bedrijf kent zijn eigen problematiek. Vaak blijken die ook bij collega’s te spelen. Denk aan het binnenhalen van de juiste stagiaires. Daar is behoefte aan, maar dat kost tijd en energie. Door samen te werken, is er veel meer mogelijk. Daarvan moet iedereen zich bewust zijn, anders blijf je er alleen voor staan. Maar hetzelfde geldt voor onderwijsinstellingen als HAS, Fontys, TU en HAN. Ook zij hebben het gevoel telkens weer opnieuw te moeten begin-nen. Krijgt ons werk een plek in het Colloquium doctum dan lopen zaken na verloop van tijd vanzelf en kost het minder tijd. Het wordt ideaal als op iedere school één contactper-soon zich met deze materie bezig houdt. Dan lopen zaken voor beide kanten efficiënter. Daar werken we hard aan.” De Circular Design Group is verder intensief betrokken bij het midden- en kleinbedrijf. Juist bij deze groep is behoefte aan studenten van een hbo-instelling. Van Casteren: “Technische en praktische studenten kom je minder snel op het WO te-gen. Natuurlijk zit ook daar een groep die van belang is, maar die beschikt weer over andere kwaliteiten.”

Een goed praktijkvoorbeeld is de Urban Food Factory. Die maakt het mogelijk om voedsel in de stad te produceren middels een duurzaam systeem. Dan moeten wel alle ele-menten op juiste wijze op elkaar zijn afgestemd, geeft Van Casteren aan. “Zowel de ruwbouw als de afbouw van een der-gelijk systeem moet kloppen. Beschouw dat bouwwerk maar als een raamproject waar verschillende disciplines samen komen. Als B|A|S Research & Technology zorgen wij bijvoor-beeld voor het beton. Volantis levert de slimme installatie-techniek. Zo heeft ieder zijn bijdrage en zijn we weer terug bij de kern van dit verhaal: samenwerken en verbinden. Alleen op die manier komen projecten pas echt tot bloei. Het gaat om ons allemaal.” ■

Samenwerken als hoofddoel voor Circular Design GroupTekst: Rob Buchholz | Fotografie: Laurens Eggen

Toine van Casteren: “Het wordt ideaal als op iedere school één contactpersoon zich met deze materie bezig houdt”

1514

How it’s made: Argowil

“ Maakindustrie mag zichzelf best wat vaker op de borst kloppen”

Nooit had Frank Arts de illusie dat hij in de maakindustrie terecht zou komen. Wel was er altijd al de duidelijke wens voor het ondernemerschap. Uiteindelijk be-paalde het lot dat beide zaken met elkaar verbonden werden en in 2006 nam hij het in Venray gevestigde bedrijf van zijn vader Jac over.

Tekst: Rob Buchholz | Fotografie: Mijntje Wismans

Jac Arts startte ook pas op relatief late leeftijd met Argo-wil; een specialist op het gebied van kabelbomen voor de industriële markt. “Hij was al in de vijftig. We zijn van thuis uit allebei technisch. Mijn vader begon zijn carrière bij Rank Xerox en Jako. Door de veranderingen in de jaren negentig vertrok dat laatste bedrijf naar Tsjechië. Hij liet weten geen zin te hebben om ieder weekend te vertrekken en besloot om voor zichzelf te beginnen. Als Argowil werd hij eigenlijk een toeleverancier van de kabelbomen voor zijn voormalige werkgever. In 2003 koos ik er bewust voor om een half jaar in het bedrijf mee te werken. Niet langer, want ik zag mijzelf niet iets met kabels doen. Ik was afkomstig uit de trans-portsector en wilde een tijdje nadenken over het vervolg van mijn carrière. Maar uiteindelijk is in dat half jaar wel weer dat idee van het zelfstandig ondernemerschap naar boven komen drijven. Ik ondersteunde mijn vader op diverse as-pecten en zo kwam het idee leven. Daarnaast beschik ik over voldoende technische bagage om kennis over het product te hebben. In 2004 nam ik het besluit om Argowil over te ne-men en dit werd op 1 januari 2006 een feit. Vanaf het begin heb ik deze missie als een ontdekkingstocht ervaren.”

ProcessenKabelbomen dus als product. Waarin vinden we deze terug? De toepassing is vaak in machines, printers, land-bouwvoertuigen, zoutstrooiers, medische apparaten en hightech apparatuur. Argowil levert altijd maatwerk en doet dit in kleine series. De specialisten stellen de kabel-bomen met zorg samen zodat deze perfect aansluiten bij de juiste toepassing. Arts zit dus niet zelf achter een tafel om dit werk te doen? “Nee, Ik ben zowel onhandig als ongeduldig. Met die eigenschappen moet je geen kabel-bomen willen maken,” zo vervolgt hij zijn verhaal met een lach. “Zoals gezegd was de keuze voor het onderne-merschap doorslaggevend. Zou mijn vader eigenaar zijn geweest van een koperfabriek dan had ik hetzelfde besluit genomen. Het gaat uiteindelijk over processen en dat aspect trok mij aan.”

“In deze branche zijn we allemaal van enorme toegevoegde waarde”

HandenarbeidTijdens de rondleiding door het familiebedrijf laat Arts niet alleen de werkzaamheden zien, maar ook voor welke toe-passingen ze gebruikt worden en hoe het gehele proces tot stand komt. Argowil ontwikkelt namelijk niet alleen kabelbo-men, maar kan tevens de componenten of zelfs de complete apparaten maken waar de kabelboom op aangesloten moet worden. “Ja, wij maken ook regelmatig de units waar ons product in verwerkt is. Het is uiteindelijk allemaal handen-arbeid.” Arts vertelt zijn verhaal bij het ontwerp waarop een volledige procesbeschrijving van de kabelbomen plus component voor de ME-bussen van VDL Bus Venlo te zien is: één van de vaste klanten van Argowil. «Het kabeltje moet uiteindelijk ergens in. Behalve ontwikkelen en produceren, verzorgen wij tevens de elektronische testen om te kijken of alle doorgangen en sluitingen perfect functioneren. Zo reduceer je de kans op fouten en ontstaat eerder een kwali-teitsproduct. Indien gewenst integreren we de kabelboom in het deelproduct van de klant zelf. Dat past bij ons doel om de klant volledig te ontzorgen. Doordat wij een totaalproduct kunnen leveren, werkt dit kostenbesparend.»

TrotsIn totaal werken er zeventig mensen bij Argowil en Arts is trots op zijn team. Sterker: hij voelt zich er echt verantwoor-delijk voor. “Ik ben bijzonder trots op wat wij gezamenlijk hier in de afgelopen jaren hebben neergezet. Op het mo-ment dat de overname een feit was, wilde ik dit bedrijf laten groeien. In 2012 is er een nieuwe productiehal gebouwd zodat er nu in totaal 2.000 vierkante meter productieruimte is en 300 vierkante meter kantoorruimte. Dat bood de gele-genheid om nog verder te groeien en ons te ontwikkelen.”

Onterechte bescheidenheidDe trots die Arts voor Argowil voelt, mist hij wel eens bij collega-bedrijven uit de maakindustrie. “In deze branche zijn we allemaal van enorme toegevoegde waarde. Zowel voor de klant als ook voor de regio, maar we sneeuwen helaas onder door de aanwezigheid van de logistieke sector. Overal zien we die grote loodsen en ze bouwen er steeds meer. Ven-lo-Venray is al vele malen uitgeroepen tot logistieke hotspot en daar mag iedereen terecht heel tevreden op zijn, maar tegelijkertijd moeten we trots zijn op de maakindustrie. Ook wij zorgen voor veel arbeidsplaatsen. Kijk naar Inalfa in Venray, maar ook het feit dat de afdeling R&D en Manufactu-ring van Océ in Venlo is gebleven, is natuurlijk heel positief. Er is een bepaalde vorm van bescheidenheid binnen onze sector en dat is niet terecht. Aan één kant sluiten we direct aan bij de slimste regio van Nederland: Brainport Eindhoven. En aan de andere kant grenzen we aan een gebied waarin miljoenen consumenten wonen die bereid zijn om geld uit te geven en dat is Noordrijn-Westfalen. Zie de voordelen, kijk naar de positieve ontwikkelingen en dan mag je jezelf af en toe best eens op de borst kloppen.”

Een initiatief als Techno Valley kan Arts dan ook alleen maar toejuichen. “Ze benaderden mij om lid te worden en ik heb daar met volle overtuiging positief op geantwoord. Het is goed dat dergelijke ontwikkelingen de maakindustrie nog meer op de kaart zetten. Al moeten we er wel alert op blij-ven om niet te verzanden in een soort van praatclubje. Het is belangrijk om actief te zijn en stappen te zetten. Daar wil ik graag mijn bijdrage aan leveren.”■

Frank Arts: “Het is uiteindelijk allemaal handenarbeid”

De toepassing van kabelbomen is vaak in machines, printers, landbouwvoertuigen, zoutstrooiers, medische apparaten en hightech apparatuur

1716

Door de aantrekkende economie krijgen veel branches plots te maken met een tekort aan goed geschoold personeel. Het klaarstomen van de nieuwe generatie is dus bijzonder es-sentieel. Zeker voor de maakindustrie is het belangrijk om net afgestudeerde jongeren te werven. Door middel van stages of BBL-op-leidingen is het mogelijk deze aanstormende talenten al te laten proeven van het werken in de praktijk.

Veronique Huys is daarvan een goed voorbeeld. Zij loopt dit jaar stage bij Nedinsco, specialist op het gebied van opti-sche montage. “Er zijn weinig bedrijven in Nederland als dit. Nedinsco is echt heel uniek. Het was voor mij een bewuste keuze om hier een stageplek te krijgen. De uiterst secure manier van werken spreekt mij enorm aan.” Waarom kiest een frisse, jonge meid als Veronique juist voor een techni-sche opleiding en een toekomst in de maakindustrie? Hier haar verhaal.

“Als er thuis iets kapot is, vind ik het juist uitdagend om het te repareren”

Op het ROC Ter AA in Helmond volgt Veronique de opleiding Machinebouw Mechatronica op niveau 3. Op de vraag waar-om ze juist voor de techniek heeft gekozen, lacht ze beschei-den, maar klinkt haar uitleg tevens logisch. “Ik vond het al-tijd al leuk. Op de middelbare school spraken de technische vakken mij altijd al het meeste aan. Als er thuis iets kapot is, vind ik het juist uitdagend om het te repareren. Daarnaast sleutel ik ook graag aan brommers. Waarschijnlijk zit het er gewoon in. Ik wil altijd iets maken.” Bij haar opleiding is het aantal meisjes schaars. Het vormt voor haar echter geen en-kel probleem. “Het zijn bijna allemaal jongens en ja, tijdens het eerste jaar was dat niet altijd eenvoudig. Jongens van 16 zijn nog heel puberaal, maar langzaam worden ook zij meer

volwassen en dat maakt het voor mij wel prettiger, ja.”

Op dit moment is Veronique echter nog maar één dag in de week op school; de andere vier werkt ze dus bij Nedinsco. Tijdens de rondleiding laat de 18-jarige Huys met gepaste trots haar dagelijkse werkzaamheden zien. Werkzaamheden die ze bovendien zelf uitzoekt. Zo maakt ze onderdelen als lenzen en hulzen heel secuur schoon. “Het zijn lenzen die bijvoorbeeld in een tank gebruikt worden. Aan mij de taak om te zorgen dat ze volledig stofvrij zijn. In de loop van mijn stage zal de uitdaging van de opdrachten steeds groter zijn. Iedereen is hier gelijk en het werk is afwisselend. Ja, ik mag het hele jaar hier blijven en hopelijk bieden ze mij daarna een contract aan. En het is niet erg om fouten te maken. Zo groeit mijn ervaring en leer ik om steeds zelfstandiger te werken Ook voor jongeren zijn bij bedrijven als Nedinsco voldoende kansen.”

Hoe kijkt ze zelf tegen de maakindustrie aan? Het is een branche die nog weinig bekendheid geniet. “Mijn schoonva-der werkt ook in deze sector, dus ik was er al mee bekend. Er zijn in Venlo en omgeving voldoende bedrijven in de maak-industrie; dus volgens mij gaat die waardering en bekend-heid vanzelf toenemen. Ik denk er zelf eigenlijk niet heel erg over na. Dit is mijn werk, ik wil in deze branche verder groeien en heb er veel plezier in.” ■

Na een welverdiende zomervakantie gaan de leden van Tech-no Valley weer volop aan de slag met hun ondernemingen. Ongetwijfeld dat robotisering bij velen hoog op de agenda staat. De reden hiervoor is het inspirerende werkbezoek aan Robomotive te Roermond op 4 juli. Na het nuttigen van een heerlijk ontbijt werd de bijeenkomst geopend door Jan Houwen, voorzitter van Techno Valley. Vervolgens gaf Andreas Sprang, commercieel directeur bij Robomotive, een korte toe-lichting van de huidige stand van de robotica en de verwachte ontwikkelingen in de nabije toekomst. Daarbij liet hij zien dat Robomotive als hightech bedrijf haar innovatieve kracht weet te benutten voor het maken van robots die anticiperen op hun omgeving. Daardoor kunnen de robots van Robomotive zelfstandig verschillende voorwerpen herkennen en oppak-ken. De mogelijkheden voor het flexibel automatiseren van material handling zijn zo haast oneindig. Andreas Sprang liet weten dat vooral de logistieke sector belangstelling heeft voor de “mechanische handjes” die Robomotive levert. Maar ook in de maakindustrie en in de agri&food-sector zal in de ko-mende jaren de adaptieve robotica versneld worden ingezet. De hoofdreden is het voorspelde tekort aan medewerkers. Bovendien begrijpen steeds meer bedrijven dat Industrie 4.0 een echte game-changer is, waar je niet meer omheen kunt.

Hoe Industrie 4.0 op de werkvloer eruit kan zien werd ver-volgens gedemonstreerd in het FieldLab Robotics. Dit lab is een initiatief onder leiding van Robomotive in samenwerking met AGV-R, madolex, Accerion, LIOF, Fontys en de Maastricht University. Doel van het FieldLab Robotics is het demonsteren en realiseren van Industrie 4.0. in de praktijk. Beschikbare en vooral betaalbare technologieën worden slim aan elkaar gekoppeld. Zo konden de leden van Techno Valley met eigen

ogen zien hoe een vorkheftruk zonder chauffeur (AGV) een eu-ropallet met daarop een krat met dozen ophaalde. Vervolgens reed de AGV naar een robotcel en begon de robot de door elkaar liggende dozen één voor één er zelfstandig uit te halen.

Na een verdere rondleiding waarbij algemeen directeur Mi-chael Vermeer van Robomotive de lopende projecten liet zien, ontstond er een levendige discussie wat robotisering voor bedrijven en de maatschappij betekend. Ter afsluiting van de bijeenkomst deelde Jan Houwen nog de laatste stand van het “Economic Development Board Noord Limburg” en bedankte Robomotive voor de gastvrijheid en de inspiratie. ■

Nieuwe talenten kleuren de maakindustrie

Veronique Huys kiest bewust voor techniekTekst: Rob Buchholz | Fotografie: Petra Lenssen

Verslag bezoek Techno Valley aan Robomotive en het FieldLab Robotics

Veronique Huys: “Het was voor mij een bewuste keuze om bij Nedinsco een stageplek te krijgen”

1918

Ondernemer in beeld: Henk Kuijpers, Dinnissen Process Technology

“ Nog altijd de sfeer van een familiebedrijf”

Tekst: Jac Buchholz | Fotografie: Petra Lenssen

Van boekhouder naar algemeen directeur, dat is in een notendop het carrièreverloop van Henk Kuijpers bij het Sevenumse bedrijf Dinnissen Process Technology. Deze onderneming is gespecialiseerd in de hand-ling en processing van stortgoed, in de we-reld van voedingsmiddelen, diervoeding, mengvoer en chemicaliën. Elke opdracht is maatwerk en kan variëren van een stand-al-one machine tot complete productielijnen inclusief servicing.

Aan het eind van het gesprek staat Henk Kuijpers op, zegt “momentje” en keert even later terug met de nieuwe be-drijfsbrochure, vers van de pers. Meteen bladert hij naar de pagina waar hij samen met een van zijn zoons op staat, bij een machine in Nieuw-Zeeland. Weliswaar redelijk onher-kenbaar, want van achteren geknipt, maar de boodschap is duidelijk. “Het bedrijf is niet meer van de familie Dinnissen, maar hier hangt nog wel altijd de sfeer van een familiebe-drijf.”

Internationalisering en marktdifferentiatieHet is volgend jaar 70 jaar geleden dat Dinnissen – toen nog Houben-Dinnissen naar de plaatselijke smid Houben en zijn kompaan Dulf Dinnissen – werd opgericht. Ze begonnen samen een bedrijf in de molenbouw. Later ging Dinnissen zich toeleggen op de verwerking van diervoeder waarna het uitgroeide tot het bedrijf dat het nu is. Midden jaren zestig vond de verhuizing plaats naar de huidige locatie op bedrij-venterrein Berghem. In die periode zette Dulf Dinnissen het bedrijf alleen voort en verdween de naam Houben. Midden jaren zeventig namen Lambert Dinnissen en Mathieu Maas het bedrijf van hun (schoon)vader over. Die zetten de weg in naar verdere internationalisering en marktdifferentiatie. Kuijpers: “We werken tegenwoordig voor grote namen als Danone en Nestlé en gaan heel ver als het gaat over het bie-den van klantspecifieke, slimme oplossingen. Daarmee on-derscheiden we ons.” Dat betekent dat er veel kennis in huis dient te zijn, vakmensen. Hoe lukt het Dinnissen die aan zich te binden? “Bijvoorbeeld door goed contact te onderhouden met het onderwijs, stageplekken en dergelijke aan te bieden. Zorgen dat jongeren hier graag willen werken.” Wat dat be-treft deed een opmerking van een docent aan het Citaverde College Kuijpers deugd. Toen de docent de leerlingen in zijn klas vroeg wat ze later wilde worden, antwoordde een van hen: lasser. Kuijpers lacht: “Daarop reageerde de docent met de opmerking: “Dan moet je maar bij Dinnissen gaan werken. Een fijn bedrijf waar je het vak nog echt leert.”

Drie sporenAls werknemer kwam Kuijpers ooit bij Dinnissen terecht, zonder technische achtergrond. “Ik heb heao-be gedaan, werkte begin jaren negentig voor een accountantskantoor dat Dinnissen als klant had. In die tijd maakten ze een forse groei door. Daar moest de organisatie op worden afge-stemd. Dus werd ik door Dinnissen benaderd of ik daar een rol in wilde spelen. Op 1 januari 1993 ben ik bij ze in dienst getreden als boekhouder. Inderdaad met weinig technische kennis, maar ik heb in de loop der jaren het nodige bijge-leerd.” Maar hoe word je als boekhouder mede-eigenaar van een bedrijf? “Het leven bestaat uit toevalligheden”, reageert Kuijpers met een glimlach. Hij vertelt dat, na Lambert Dinnis-sen in 1996 ook Mathieu Maas enkele jaren later aangaf uit het bedrijf te willen stappen, er drie sporen te volgen waren. “Er was de keuze om het aan derden te verkopen, aan de kinderen of aan enkele personeelsleden. Het werd de laatste optie. Ik was inmiddels financieel directeur en heb samen met Henri Michiels een management buy out gedaan. Henri is in 2015 vertrokken om een nieuwe uitdaging aan te gaan.”

CapaciteitEn dan ben je opeens werkgever in plaats van werknemer. Dat was een omslag, geeft Kuijpers aan, maar hij maakte zich zijn nieuwe rol zonder al te veel problemen eigen. “Ik ben er in gegroeid, heb altijd de rust bewaard en me niet gek laten maken. Ook niet in tijden van crisis. Daar hebben wij overigens minder last van gehad dan veel andere bedrijven omdat we actief zijn in een wat minder conjunctuurgevoe-lige markt. Voedingsmiddelen, daar is altijd vraag naar. Dus we hebben het beheersbaar gehouden.” Kuijpers verwijst dan nogmaals naar de menselijke maat die in de organi-satie van Dinnissen nog altijd veel aandacht krijgt. Noemt

zich een mensenmens. “Tijdens de overname hadden we 95 mensen in dienst; ik kende ze allemaal bij naam.” Hij vindt het ook belangrijk van alle aspecten van het bedrijf wat af te weten. “Zodat ik continu mee kan denken over verbete-ringen, over hoe we bepaalde zaken kunnen optimaliseren.” Op dit moment is volgens Kuijpers een van de uitdagingen dat Dinnissen op de huidige locatie tegen de grenzen van de beschikbare capaciteit oploopt. “Dus kijken we hoe we de beschikbare ruimte beter kunnen gebruiken; wat er op dat vlak nog aan mogelijkheden zijn en hoe het machinepark ef-ficiënter kan worden gebruikt.” Verhuizen is vooralsnog niet aan de orde, zegt hij. “We zitten al zolang op deze locatie, die hoort bij het familiegevoel.”

Tot slot de vraag hoe lang de 61-jarige Kuijpers nog door wil gaan. Hij denkt even na. “Weet je, veel mensen moeten nu door tot hun 67e in plaats van hun 65e. Dat heeft nogal wat impact. Moet ik dan wel eerder met pensioen gaan? Ik zie mezelf nog niet zo snel stoppen dus ik denk dat ik de komende jaren nog volop aan de gang blijf.” ■

Dinnissen Process TechnologyOpgericht: 1948Aantal medewerkers: Circa 180 wereldwijdWerkgebied: WereldwijdHoofdvestiging: Sevenum, met een neven-vestiging in Purmerend en een verkoopkan-toor in Jakarta, Indonesië Activiteiten: Machinebouw voor de handling en processing van stortgoed, in de wereld van voedingsmiddelen, diervoeding, meng-voer en chemicaliën.

“Tijdens de overname hadden we 95 mensen in dienst; ik kende ze allemaal bij naam.”

2120

Additive manufacturing of 3D-printen is de laatste jaren aan een enorme opmars bezig. Daarom besloot LIOF in 2013 een hub in te richten die bijdraagt aan het verspreiden van de technologie en het bij elkaar brengen van bedrijven en hun kennis van deze techniek.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld frezen, waarbij een product ontstaat door materiaal weg te halen, ontstaat dat product bij additive manufacturing als het ware uit het niets, vertelt René Kessen, business developer bij LIOF. “De toepassingen van het 3D-printen, zoals we het meestal noemen, zijn al heel breed; er worden onder meer producten gemaakt van keramiek, metaal en kunststof, maar er wordt bijvoorbeeld ook voeding geprint.”

De basis van die producten, legt Kessen uit, is materiaal in draad- of poedervorm dat in de printer vloeibaar wordt gemaakt en laag na laag wordt geprint en uithardt. De technologie is bijzonder interessant voor de maakindustrie, zegt hij, en dat wordt steeds breder onderkend. “Een van de voordelen is dat er niet speciaal meer een mal hoeft te worden gemaakt bij enkelstuks. Daardoor kun je tegen veel lagere kosten en een veel kortere doorlooptijd bijvoorbeeld een prototype maken. Er is ook veel meer vrijheid wat het vormgeven betreft. Daarnaast is het een heel innovatieve techniek met voortdurend nieuwe toepassingsmogelijkheden en vaak snellere resultaten.”

Hoewel steeds meer bedrijven de voordelen van 3D-printen ontdekken is er volgens Kessen nog een wereld te winnen.

LIOF levert daar een bijdrage aan. “De ontwikkelingen in het 3D-printen gaan razendsnel, het aantal toepassingen neemt hand over hand toe. Dat maakt het voor ondernemers, zeker in het mkb die vaak wat minder tijd hebben om zich uitgebreid in dit soort zaken te verdiepen, onoverzichtelijk – voordat je gaat investeren wil je natuurlijk wel weten of dat tot resultaten leidt. Toen we een aantal jaren geleden merkten welke kant het met additive manufacturing op zou gaan, hebben we een hub ingericht – dat was in 2013. Daarin verzamelen we kennis die we vervolgens delen met bedrij-ven – bijvoorbeeld welke toepassingsmogelijkheid voor welke onderneming interessant is. Daarnaast brengen we bedrijven die op dit vlak pionieren met andere bedrijven in contact, ook weer om te inspireren, kennis te delen en over te dragen. Verder kijken we naar financieringsinstrumenten wanneer een ondernemer aan de slag wil met 3D-printen.”

“De ontwikkelingen in het 3D-printen gaan razendsnel, het aantal toepassin-gen neemt hand over hand toe”

Kessen vertelt dat zo’n traject om 3D-printen in een bedrijfs-proces te implementeren vaak begint met sparren. “We be-spreken met de ondernemer wat hij wil bereiken en wat hier-voor nodig is. Vanuit onze kennis en ons netwerk zetten we

dan vervolgstappen. Leggen contacten en kijken zoals gezegd naar ondersteuning op financieel gebied. Op die manier zijn we inmiddels bij heel wat grote en kleine projecten betrok-ken geweest. We willen eveneens awareness creëren tijdens bijeenkomsten over additive manufacturing of door events van derden over dit onderwerp te ondersteunen. Drempels weghalen. En we ondersteunen bedrijven die 3D-printen als core business hebben en die dus een soort voorbeeldfunctie hebben. Zoals gezegd gaat deze techniek een steeds belang-rijkere rol innemen in het productieproces, op een steeds bredere wijze. Kijk naar de materiaalontwikkelingen op Che-melot, naar de groei van een bedrijf als Colorfabb in Venlo de afgelopen jaren.”

Hij wijst tot slot op een traject waar LIOF vanuit het program-ma LimburgMakers onlangs bij was betrokken. “Binnen het LED-project ‘3D Printing Maastricht’ hebben we samen met andere partners een tiental Zuid-Limburgse bedrijven bij de hand genomen bij het ontdekken van de 3D-printtech-nologie en het verkennen van de mogelijkheden ervan voor hun bedrijf. Hiermee zijn deze bedrijven daadwerkelijk een stap dichterbij de toepassing van 3D-printen gebracht. De volgende stap is het verkennen van de haalbaarheid en de implementatie van het 3D-printen.” ■

Additive manufacturing

Innovatief, snel en kostenbesparend

LimburgMakers ondersteunt u als ondernemer bij het versterken van de concurrentiepositie van uw bedrijf én van de maakindustrie in Limburg.Dit doen wij door de inzet van kennis, netwerk en kapitaal.

Meer weten: kijk op www.liof-limburgmakers.nl

22

Het is Tesla’s missie de overgang naar duurzame energie te versnellen

Masterplan part I Nagenoeg elke nieuwe technologie heeft hogere initiële kosten voordat deze kan worden geoptimaliseerd en dit geldt ook voor elektrische auto’s. Tesla is met een high end auto begonnen, om van daaruit naar een high volume model toe te werken waarbij de prijs lager wordt.

De allereerste Tesla Tesla ingenieurs ontwierpen eerst een aandrijflijn voor een sportauto, gebouwd rond een AC inductiemotor, waarvoor in 1888 al patent werd aangevraagd door Nikola Tesla, de uitvin-der die de naam van het bedrijf inspireerde. De Tesla Road-ster werd in 2008 geïntroduceerd. Door de acceleratie van 0 tot 100 km/u in 3,8 seconden en met het bereik van 394 km per lading vestigde de Roadster een nieuwe standaard voor elektrische mobiliteit.

De eerste sedan, Model S In 2012 introduceerde Tesla Model S, ‘s werelds eerste premi-um elektrische sedan, met het comfort en gebruiksgemak van een familie-sedan, terwijl het de acceleratie van een sport-auto haalt. Het platte batterijpakket is in het chassis geïnte-greerd en is goed voor een actieradius tot 632 kilometer.

De eerste SUV, Model X In 2015 werd Model X geïntroduceerd, de elektrische SUV met ruimte voor zeven volwassenen en hun bagage en geschikt voor het trekken van een caravan of paardentrailer. De actie-radius is de grootste van alle elektrische SUV’s en bedraagt voor de variant met de grootste batterij 565 km volgens de huidige NEDC norm.

Dit doet Tesla door producten te creëren die zo overtuigend zijn dat er geen alternatief mo-gelijk is. Tesla werd in 2003 opgericht door een groep ingenieurs in Silicon Valley die wilden bewijzen dat elektrische auto’s beter konden zijn dan door brandstof aangedreven auto’s. Elke nieuwe generatie moest in toenemende mate betaalbaarder zijn om de wereldwijde overgang naar duurzame energie te kunnen versnellen.

Opladen Alhoewel de meeste Tesla-eigenaren hun auto gewoon thuis of op hun werk opladen, heeft Tesla wereldwijd een eigen snellaadnetwerk aangelegd. Aan een Tesla Supercharger kunnen eigenaren hun auto in minuten opladen, in plaats van in uren. De Superchargers laden de accu voor de helft op in slechts 20 minuten. Hierdoor zijn ook langeafstandsreizen, van de Noordkaap tot het zuidelijkste puntje van Zuid Europa, makkelijk te doen. Wereldwijd bevinden deze Superchar-ger-stations zich langs veel populaire routes en er worden constant nieuwe toegevoegd. In Europa zijn er nu meer dan 320 van deze snellaadstations. In Nederland te vinden in Amsterdam, Drachten, Apeldoorn, Zwolle, Zevenaar, Hoorn, Dordrecht, Eindhoven, Oosterhout, en Urmond.

Autonoom rijden Zelfrijdende voertuigen zijn een belangrijke ontwikkeling en spelen een cruciale rol bij het verbeteren van de veiligheid van transport en bij het versnellen van de transitie naar een duurzame toekomst. Zodra de software op grote schaal wordt gevalideerd en wettelijk goedgekeurd, zal de volledige autonomie een Tesla in staat stellen om aanzienlijk veiliger te rijden dan een menselijke bestuurder, transportkosten te verminderen voor degenen die een auto bezitten en een low-cost on-demand optie worden voor diegene die geen auto bezitten. Vanaf oktober 2016 bevatten alle Tesla’s de hardware die nodig is om de auto volledig zelf te laten rijden, op een veiligheidsniveau dat substantieel hoger ligt dan dat van een menselijke bestuurder.

Verregaande automatisering De voertuigen van Tesla worden geproduceerd in Fremont, Californië. De Tesla fabriek heeft duizenden banen in het gebied opgeleverd en heeft zijn productieactiviteiten in 2013 ook uitgebreid naar onder andere Tilburg. In Tilburg Factory, dat in 2015 werd geopend, worden de auto’s voor de Europe-se markt geassembleerd en aan uitgebreide kwaliteitstests onderworpen. De productiesnelheid in de Fremont Factory is verhoogd met 400% in vier jaar. Het versneld toewerken naar een toekomst met duurzame energie is alleen mogelijk met fabrieken die een hoge capaciteit hebben. Die stellen Tesla in staat om kwa-litatief hoogwaardige producten te vervaardigen met schaal-voordelen, waardoor ze betaalbaarder en toegankelijk worden voor de hele wereld. Na het verhogen van onze productie-doelstelling naar 500.000 auto’s per jaar in 2018, heeft Tesla Grohmann Automation overgenomen, dat is gespecialiseerd in methoden van verregaand geautomatiseerde productie.

Energie-innovatie Om de kosten van de lithium-ion batterijpakketten te vermin-deren zijn Tesla en belangrijke strategische partners, waaron-

der Panasonic, begonnen met de bouw van een Gigafactory in Nevada. Deze fabriek is zeer belangrijk voor de productie van Model 3, de elektrische auto van Tesla die betaalbaar is voor een groter publiek en elektrisch rijden verder zal demo-cratiseren. Tegen 2018 zal de Gigafactory meer lithium-ion cellen produceren dan de wereldwijde totale gecombineerde productie in 2013. De Gigafactory zal ook batterijpakketten produceren die bedoeld zijn voor gebruik in stationaire opslag, de Powerpack en Powerwall. Beide batterijsystemen slaan zonne-energie op. De Powerwall is bedoeld voor thuis-gebruik en de Powerpack kan worden ingezet tot op zeer grote industriële schaal.Zonne-energie heeft altijd deel uitgemaakt van Tesla’s mas-terplan. Daarom heeft Tesla Solar Roof ontwikkeld, een dak dat niet van een normaal dak te onderscheiden is, maar toch geïntegreerde zonnecellen heeft. Met een Powerwall wordt de verzamelde energie vervolgens gedurende de dag opgeslagen en is daarna wanneer dan ook beschikbaar. ■Fremont

Masterplan, part DeuxTien jaar na het delen van Masterplan 1, is Tesla klaar voor de volgende stap en werd masterplan deel twee gepre-senteerd:• Creeëren van beeldschone zonnedaken met naadloos

geïntegreerde batterijopslag • Uitbreiden van elektrische voertuigen naar alle belang-

rijke voertuigsegmenten • Ontwikkelen van zelfrijdende technologie die 10 keer

veiliger is dan een menselijke bestuurder door fleet learning

• Laat je auto geld voor je verdienen wanneer je hem niet gebruikt

LezersactieErvaar nu zelf de acceleratie, het bereik in de vei-ligste auto op de weg. Schrijf je in voor de nieuws-brief van Ondernemend Venlo Magazine en maak kans op een dag lang Tesla rijden. Meld je aan op www.tesla.com/nl_NL/event/Ondernemend-Venlo.

De fabriek in Tilburg

2524

Hbo-opleiding mechatronica Fontys Venlo beste van NederlandMet een waardering van 84 is de mechatronica-opleiding van Fontys Hogescholen in Venlo de beste van Nederland. Dat blijkt uit de Keuzegids Hbo 2018. Daarin zijn duizen-den enquêtes onder studenten en experts verwerkt. Uit die enquêtes blijkt dat de Fontys-studenten de lesinhoud interessant vinden. Ze beoordelen de docenten als inhoudelijk en didactisch sterk, en prijzen hun ‘picobello begeleiding’.

De andere vier opleidingen Mechatroni-ca-opleidingen in ons land worden gegeven bij Saxion in Enschede, Avans in Breda, Haagse Hogeschool in Delft en Fontys in Eindhoven. Hun beoordeling ligt een stuk lager dan die van Fontys Venlo. Ze sco-ren elk rond de 60. De Keuzegids schrijft hierover: ‘De kwaliteit is grotendeels in orde met hier en daar een milde klacht of klein compliment. Zo zijn de experts enthousiast over Eindhoven, maar vinden de studenten de faciliteiten zoals de bibliotheek minder goed.’

De jaarlijks verschijnende Keuzegids Hbo is een uitgave van het Centrum Hoger Onderwijs Informatie (CHOI) en bedoeld om te helpen bij studiekeuzes.

Kies Techniek Manifestatie 2018 in Technodôme VenloHet Technodôme in Venlo organiseert van 1 t/m 3 februari 2018 de Kies Techniek Manifestatie voor basisschoolleerlin-gen. Leerlingen kunnen tijdens deze manifestatie ontdekken hoe leuk techniek is. Doel van de manifestatie is de instroom naar technische opleidingen en beroepen te bevorderen. Jaarlijks bezoeken bijna 2300 leerlingen onder begeleiding de

kies techniek dagen en maken ze op een speelse en actieve manier kennismaken met techniek. Ook bedrijven uit de regio nemen deel aan de Kies Techniek Manifestatie. Bedrijven die zich nog willen aanmelden om deel te nemen aan het bedrij-vendeel op de zaterdag 3 februari kunnen contact opnemen met Hans Beterams, 06 2001 2207 of Piet Peters, 06 5317 5651.

Heeft u nieuws en wilt u dit graag met uw mede-ondernemers delen. Stuur dit dan naar [email protected]

Nieuws

Nieuwsgierig wat het maatschappelijk werkbedrijf NLW Groep voor uw bedrijf kan betekenen?Of wat uw bedrijf voor NLW Groep kan betekenen? Neem dan, geheel vrijblijvend, contact met ons op via 0478-552 301 of mail naar [email protected].

MAATSCHAPPELIJK WERKBEDRIJF | WWW.NLW.NL

NLW Groep, uw partner in werk

26