~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en...

233
NERWR . Q .1 EI ~LVIi 7A

Transcript of ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en...

Page 1: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

NERWR .

Q

.1 EI

~LVIi

7A

Page 2: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,
Page 3: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,
Page 4: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

PROZA

Page 5: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,
Page 6: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

ALB EIZT V EIRWEY

P kO Z AD EEL

II

VAN HOLKEMA & WARENDORFen EM. QU ERI D O

® AMSTERDAM MCMXXI

Page 7: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DRUK : H. VEENMAN, WAGENINGEN

Page 8: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

INHOUD

Bladz .Machten van het Verleden7De Camera een Volksboek ?18De Richting van de Hedendaagsche Poezie . . 37Vereeniging van Kunstenaars56Aug. Vermeylen 69Helene Mercier : Verbonden Schakels84Totius' Rachel 95Prof. G. Heymans : Psychologie der Vrouwen 111De Liefde van Bakhuizen127Herinneringen van Mr . H. P. G. Quack164L. van Deyssel : Uit het Leven van Frank Roze-

laar 198Leigh Hunt en zijn Vrienden, een Terugblik . . 215

Page 9: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,
Page 10: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

MACHTEN VAN HET VERLEDEN

Carel Schartens verdediging van Bilderdijk deedmij aan die Prins van Oranje denken, die zijn weinigetroepen almaar rondom hetzelfde bosch liet loopen .De vijand, die in de stofwolk maar onvoldoendeonderscheiden kon, meende dat hij telkens nieuwezag. Ik wil de vergelijking niet uitspinnen, dochalleen getuigen, dat ook Scharten zijn weinigeBilderdijksche troepen op het voordeeligst heeft op-gesteld en ze met een, laten we zeggen zonbeschenenstofwolk van bewonderende woorden omgeven heeft .,,Gelijkt dit gedichtje van Bilderdijk niet sprekendop een van Gezelle?" - Ja, ja zeker, mits ge in hetoog houdt dat wat bij de eerste hoofdzaak is, devolkomenheid van de retor, bij de ander, mindervolkomen, het draad vormt waarlangs hij zijnbloemen spant. ,Of wat zegt ge van die twee aardigeversjes : „Minerva vond de veldfluit uit" en datandere op het „Italiaansche Meesterschrift?" " Juistwat gij zegt : dat ze voortreffelijk zijn, guitigglad,zwierig-precies, juist immers van die voortreffe-lijkheid die in het fransche klassicisme dat Bilderdijkhier uitwerkte, zoo verlokkend blijft. Maar - geweet, niet waar ? wij erkennen dit schoon, zonderhet to hoog aan to slaan. „En die bal in het kegel-spel! Is zijn uitschieten, zijn rolgang, zijn dralingen zijn doeltreffen niet met werkelijk meegevoelgeteekend ?" Zoo onweersprekelijk dat ik u niet eensaan de fransche oorsprong van de toegejuichte regels

Page 11: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

8

MACHTEN VAN RET VERLEDEN

zal herinneren . Integendeel, L'homme des Champsvan de abbe Delille is in Bilderdijks Buitenleven,mijns inziens, wedergeboren, zoo niet tot een beter,dan toch tot een eigenaardig-hollandsch leven. Trou-wens, hoeveel van Bilderdijks verswerk, en van zijnaardigste, bestaat uit vertalingen . Hij die noch inzijn gevoel, noch in zijn verbeelding, een bron vanvinding had, genoot van dat omschrijvend over-brengen, waarin de vinding gegeven was, de geweten-volle vertolking bleef uitgesloten, en de penvoerderzich gaan liet in het betuttelen en betoogen waar hijvan hield. Dat Bilderdijk daarin, evenals in zijnproza, een wonderbaar levend man bleek, - wiedie het tegenspreekt ? Doch men kan een levendman zijn en toch weinig meer dan dood als dichter .Denk maar eens aan Voltaire, die sommige voortref-felijke kleine versjes geschreven heeft, - voortreffe-lijk, maar zonder dat zij daarom poezie waren . Gij,Scharten, haalt van Bilderdijk nog meer gedichtenaan. Daar is er een waarin het fraaie woord ,hals-karkant" voorkomt, en een bladzijde lang jubeltgij daarover. Daar is een ander waar

Hoog aan 's hemels welvingskringenTintelend van vonk aan vonk,Zweeft door vuurborduurselpronk

Praal- en staartbol in zijn ringen -

Daar is een derde :

Wien de winden in hun bruisen,Wien de golvende Oceaan,Wien de ritselende blaan

In den hof, ter eere ruischen,Wien (van siddring aangedaan)

Page 12: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9

Harp en cyther aller engelenDank en lof en glorie mengelen

Waar zij op de feestsnaar slaan,En met de oogenNeergebogen

In aanbidding opgetogen,Voor zijn gloriezetel staan .

,,Hebt gij dit waarlijk gehoord" - roept ge bijdit laatste uit : -- ,hebt gij dit waarlijk gezien?Hebt gij - hebt gij - hebt gij - hebt gij - hebtgij " Ja, ja, waarlijk, mijn lieve, wij hebben hetalles gehoord, gezien, aanschouwd, doorvoeld, her-kend, bemerkt, gedacht -. „En, lezer, kent gij inons schoone Hollandsch schooner verzen? weet gij,verzen, zelfs van Vondel, die schooner zouden zijndan deze ?" Nu, ik weet niet hoe het u gegaan is,lezer die hier werd aangesproken, maar terwijl ikin dat eerste gedicht met die halskarkant nog weleenig behagen schepte en in het tweede met zijnstijve vuurborduurselpronk nog de eenigszins heeschenabootsing van een koor van Vondel waardeerenkon, voelde ik voor dit laatste volstrekt niets. Hetzijn groote woorden, die - dit blijkt wel - Schartentot zijn groote woorden gelegenheid geven. Dezezonnige stofwolk van bewonderende woorden weg-geblazen, blijft er nets anders over dan een zeergering getal van verzen, van regels, die betrekkelijkaardig zijn. Ik reken daar niet onder de naboot-singen van latijnsche kusjes- en ,rustkoets"-be-spiegelingen, 't minst zinnelijke soort van rijm-proeven dat me bekend is, noch ook de brommendeoden of de lyrische opgetogenheid, maar wel, behalvehet een en ander dat ik al noemde, balladen als,,Graaf Floris de Vierde" en romancen als ,Elius",

Page 13: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

10

MACHTEN VAN HET VERLEDEN

die in hun woordenkeus een groote teekenachtigekracht hebben . Is dat alles dan de uitmuntendsteBilderdijk ? Ik zei het vroeger al: de uitmuntendsteBilderdijk is niet de retor, hoe bevallig, of liever,sierlijk, en hoe bekwaam ook, die dikwijls zijn kan,maar de al oudere schrijver van die groote wijsgeerigegedichten ,Zucht naar het Vaderland", ,Schilder-kunst" en dergelijke, - in een woord, niet deretorische Dichter, maar het in verzen zich uitendeIntellect. Toen de Engelschman Bowring in 1824zijn vertalingen van hollandsche gedichten uitgafen in zijn Inleiding met een enkel woord Bilderdijknoemde, prees hij hem om zijn „intellectual powers"en zijn „varied erudition" . Toch was hij niet bijvijanden, maar bij 's mans leerlingen, De Clercq enDa Costa, op inlichting uitgegaan. De betrekkelijkelof voor zijn dichtwerk en de onvoorwaardelijkeerkenning van zijn geest is Bilderdijk dan ook altijdten deel gevallen. De laatste meer dan eens ennadrukkelijk ; maar midden in de felste strijd kon inDe Nieuwe Gids van 1886 geschreven worden dat hij,Bilderdijk, in zijn soort een groot en ernstig kunste-naar geweest was, dat hij gezocht en gevonden heefteen gedragenheid van kiank en bewegingen vanritme, die wij niet schoon vinden, maar die deoprechte uitdrukking waren van zijn gevoel . „Hijheeft weergaloos knap" - zoo staat daar - „eenaantal maten bewerkt en groote oratorische wen-dingen geschreven die eenig zijn in hun soort . Hijheeft voor het eerst na Cats en Vondel, alles durvenzeggen in verzen, en in groote, grove lijnen, in zijn,,Ondergang der Eerste Wereld", de schetslijnen ge-teekend van een breede hollandsche stijl ." Jongerendie de meeningen van vroegere jongeren betreffende

Page 14: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

MACHTEN VAN HET VERLEDEN

11

Bilderdijk ter sprake brengen, mogen wel toeziendat zij geen valsche schijn wekken. Nooit hebben zijdie de toenmalige beweging leidden, geweigerd ofverzuimd welke grootheid ook recht to doen . Bilder-dijk haatten zij, maar zij huldigden hem in zoo wel-gewogen en zoo onomwonden bewoordingen, dat,ook nu nog, niemand hen kan misverstaan enniemand hen kan beschuldigen van lichtvaardigheid .Wanneer dan ook Carel Scharten tegelijkertijd hetoordeel van de Tachtigers over Bilderdijk verwerpt,en die dichter prijzen wil, dan moet ik opmerkendat hij daartoe het minst oordeelkundige middelkoos. Met een estetisch afroomen van Bilderdijksgedichten toch, door de zeef van een hedendaagschschoonheidsgevoel, kan men hem enkel onrecht doen .Er blijft dan weinig achter dat onvoorwaardelijkbewonderd wordt, en de groote woorden van delofspreker kunnen dat niet goedmaken. Wie Bilder-dijk wil doen kennen, en dan ook de waardeeringvoor hem eischen waarop hij recht heeft, die moethem eerst aanvaarden als de geestdriftige, maarsierlijke en bekwame retor, die in zijn eerste Edipus-vertaling (minder in de tweede) en in sommigeanacreontische liederen, zijn fijnheid en zijn krachtgetoond heeft, - die daarna verhalend en betoogend,teekenend en schertsend, zijn stijl heeft beproefd enuitgewerkt aan een talloosheid van onderwerpen,voor 't meerendeel onoorspronkelijke, en die, terwijlzijn talent hem altijd eigen bleef, zijn denkbeeldenen zijn kennis in telkens machtiger geheelen heeftuitgesproken . Een retorisch Intellekt, van ongewoneomvang en zeldzame eigenaardigheid, maar niet eenman van gevoel en scheppende verbeelding, niet watbij ons Dichter heet . Wie Bilderdijk zoo bestudeert,

Page 15: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

12

MACHTEN VAN HET VERLEDEN

zal zich ook niet laten bedriegen door het feit, dathij zijn verstandelijke uitstorting gevoel noemde .Gevoel vroeg ieder in zijn tijd ; er was eigenlijk inbinnen- noch buitenland nauwelijks iemand die ietsanders vroeg. Maar juist Bilderdijk is de man diede grootheid van de dichter volgen deed uit zijngrootheid als man van wijsbegeerte en wetenschap .Daarin ligt zijn beteekenis, en niet in gevoels-kracht .Gevoel, in de zin waarin wij dat woord verstaan :ontvankelijkheid voor indrukken die men wenschtto doen harmonieeren in gedichten, aandoening vanmensch tot mensch die het hart eerder dan het hoofdopent, innerlijke ontroering die verlangt zich uitte-storten in gestalten waarvan de verbeelding deschoonheid merkt voordat het verstand hun zinontsluiert, - dat gevoel heeft Bilderdijk nooitbezeten. Hij kon het voorwenden en deed het, maarwij hooren dan in zijn woorden alleen hun holheid,hun opgeschroefdheid, hun aantrekkelijkheid vooronrijpe en verbeeldinglooze gemoederen . Indien daar-om de denkbeelden van Bilderdijk nog altijd eenkracht zijn, dan werkt die kracht toch maar moei-zaam, zelfs op geestverwanten. Zelfs zijn geest-verwanten hebben aan poezie die werkelijk gevoeldraagt een geluk leeren danken dat hun voortaan,ook van gedachten, onafscheidelijk dunkt . De zelfsin haar sierlijkheid stijve afgetrokkenheid van devereerde voorganger mist voor hen iets, doet henminder aan dan de ongedeelde gedachten van tijd-genooten.

Hoe komt het dat Carel Scharten, die juist waarhij rustig is, een zoo hedendaagsche smaak toont,tegenover de oude vijand vervalt in dit onoordeel-kundig prijzen? Op de vraag, wanneer zij zoo gesteld

Page 16: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

MACHTEN VAN HET VERLEDEN

13

wordt, kan men enkel antwoorden dat hij naast zijnsmaak een neiging tot zinledige opgeschroefdheidbezitten moet. Men dient dan aantenemen dat hijzijn tijdgenooten onderschat, dat hij hen evenalszichzelf vatbaar acht voor een bewondering die geengrond heeft, voor de opgewondenheid die ontstaatdoor een woordenroes. Is dit zoo, dan moet men hemgelukkig prijzen dat hij juist de eenige plaats ge-vonden heeft waar zulke gevoelens, naar aanleidingvan dit onderwerp geuit, welkom zijn. Deze op-stellen toch zijn door de jonge kroniek-schrijver vanDe Gids geschreven. Is dan De Gids van huis uitzulk een bewonderaar van Bilderdijk? Neen, maarDe Gids is de bestrijder van de beweging tegenBilderdijk. Welk ander tijdschrift kon het behagendat in Bilderdijk niet de retor of de denker, maar dedichter geprezen wordt, dan juist dit eene. Verheer-lijking van Bilderdijk was, volgens de tradities vandat tijdschrift, niet zoozeer verheerlijking van Bilder-dijk, als wel bestrijding van de dichterlijke bewegingdie sinds 1880 in ons land gaande is .

Maar, indien door de redactie van De Gids ditopstel zoo kon gezien worden, -- zag de schrijverzelf het zoo? Ik kan niet anders dan naar het opstel-zelf verwijzen . Niet alleen deze eene, maar vrijweliedere Gids-arbeid van Carel Scharten bedoelt be-strijding van het dichterschap dat door Perk werdingeluid .

Die bestrijding is wel heel anders dan die van eenkwart eeuw geleden. Toen kon gepoogd worden mettalentlooze parodieen en begriplooze kritiek een be-weging to weerhouden waarvan de ernst niet werdingezien. Nu moet, door een j ongere die zich aanhaar ontwikkelde, haar beteekenis erkend worden,

Page 17: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

14

MACHTEN VAN HET VERLEDEN

maar kan hij tevens terugkomen op haar ontken-ningen, afgeven op haar werkingen, en, vooral,beweren dat zij nu dan ook gaat eindigen .Die laatste bewering hebben we meer dan eens

gehoord. Maar of niet nu, zoowel als toen, de wenschde vader van de gedachte is? Terwijl Scharten eenscherp ontledend vermogen toont tegenover in-drukken en gedachten die, met hun onafwijsbarewerkelijkheid hem to gemoet kwamen, vind ik dik-wijis bij hem van die uitspraken, misprijzend ofbewonderend, die me grondeloos voorkomen, omdatk geen werkelijkheid erachter peilen kan . Zoo zijn.)pgewondenheid over Bilderdijk, zoo zijn afkeer vansommige, zijn ingenomenheid met andere tijdge-nooten. Ik hoor dan woorden, waarachter een ledigschuilt; ik begrijp dan niet dat dezelfde man diesommige werkelijkheden zoo nauwkeurig verwoordenkan, zoo graag even zulke woorden hangt rondomeen niets.

Of is er - vraag ik me of - meer dan een niets ?Is er een bedoeling? Zijn al deze laatstbedoeldeuitspraken, zoo ledig, maar die zoo volkomen passen

het aangeduide stelsel van bestrijding, - zijn zijde uitingen, niet van de scherpzinnige en gevoeligebeoordeelaar, maar van de kroniekschrijver Y Is dewensch tot bestrijding zoo sterk in hem dat hij inder-daad werkelijkheden to zien waant, afkeurens- enprijzenswaardige, waar hij naar onze meening opeen ledig tuurt ? ,Krachten der Toekomst" noemtScharten de verzameling van zijn opstellen . Maarhoe kornt het dat wij in zijn boek zoo weinig eenkracht van de toekomst voelen Y De dichterlijkebeweging van zijn tijd afgegrensd, haar ontkenningenweersproken, haar volgers miskend, haar toekomst

Page 18: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

MACHTEN VAN RET VERLEDEN

15

geloochend, - en niets ervoor in de plaats dat doorhemzelf op het eerste plan gesteld wordt . Is dittoekomstkracht ? Moest ge niet veeleer uw boekMachten van het Verleden noemen ? Want daar isBilderdijk, die, in zijn eigen tijd al, het verledenvertegenwoordigde. Daar zijn de Tachtigers, eengeslacht, immers, dat is voorbijgegaan ? En dan -ja dan is daar wat gij de toekomst noemt .

Er komt voor iedere dichterlijke beweging, nahaar grootste uitbreiding, een tijd dat de menigtezich rondom haar samensluit. De menigte heeftandere neigingen dan de dichters, andere behoeftenen die ze toch ook wel eens door dichters bevredigdwenscht. En dan ontstaan ook de dichters tot diebevrediging. Soms de wel goede, meer nog de half-dichters. Er zijn er die de ideeen van de menigte,andere die haar gevoel onder woorden brengen . En,terwille van dat gevoel en die denkbeelden wordtaan hun kunst veel ten goede gehouden. Liever nog :zij schrijven voor lieden die het begrip kunst niet tostreng nemen. Een aardig geval, een sympathischgevoel, een geestdriftige gedachte, en dan maat enrijm in zulk een verhouding dat zij het opvattenvergemakkelijken ; - ziedaar wat de natuurlijkemensch - zoo heet het - van de dichtkunst ver-langt. Deze sympathieke dichtkunst is het die wij -zonder haar daarom zwaar to misprijzen - tot deMachten van het Verleden rekenden . Zij is het,tegen wie Kloos waarschuwde toen hij schreef datde poezie geen zachtoogige maagd was, maar eenvrouw, fier en geweldig . Zij is het, tegen wie aller-eerst en nog voordat wij tegen Bilderdijk opkwamen,onze dichterlijke jonkheid zich heeft verzet . Vergisik me niet, dan zou Scharten liefst van al een niet

Page 19: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

16

MACHTEN VAN HET VERLEDEN

zoozeer huiselijke als maatschappelijke gemeen-schapskunst verwelkomen . Hier en daar, en ook danverlaat hem meermalen de goede smaak die hij vande Tachtigers erfde, hier en daar meent hij zulk eenkunst to zien. ,Het nieuwe geslacht" - zoo schrijfthij dan - „schoon opgegroeid aan den schoot vanden Nieuwen Gids, schoon doorvoed van zijn bestekrachten - nu het volwassen is (zoo is nu eenmaal denatuur!) verlaat het zijn oorsprong, bevrijdt zichvan wat het daarin haat, en grijpt naar andereidealen. Het nieuwe geslacht - eenvoud, warmte,kaarheid verlangt het : het zoekt niet naar hetbijzondere, doch naar het algemeene ; niet naar hetomwondene, doch naar het opene ; het wil niet ont-cijferd doch helder begrepen worden ; het verachtde pose en geeft zich zooals het is, met zijn lijden enmet zijn lach." Maar wat hij daarna aanhaalt, geeftons - geeft misschien ook hemzelf ? - maar matigvoldoening. Machten van het Verleden, zeggen wij,al openbaren ze zich door nog zulke jonge monden .Wij voelen ons niet overtuigd dat deze overtuigingvan de toekomst niet een pose is . Wij vinden inSchartens proza zelf, het dikwijls door onderscheidingbelangwekkende, maar tevens niet weinig gekronkel-de, niet de adem van de beloofde natuurlijkheid .Wij onderscheiden scherper dan . hij en vinden danachter de scholing van verstand en zinnen die hijaan de hedendaagsche kunst van poezie en prozaoefende, - achter deze aan de eene en zijn beoor-deelaars-ambt in De Gids aan de andere zijde, -een in waarheid voorbijgegaan ideaal . De verstan-delijke voortreffelijkheid van Bilderdijk vereenigd metde goede, jolige, gemiddelde levensdeugd, - alsdaaruit eens een nieuwe poezie ontstond ? Och, zij

Page 20: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

MACHTEN VAN HET VERLEDEN

17

zou immers een oude zijn, van alle Machten van hetVerleden de minst idealiseerbare, de voldaanheid methet heden, die geen Toekomst heeft .

1910.

Verwey, Proze 11

2

Page 21: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

- En gij houdt dan de Camera voor een volksboek ?- Ongetwijfeld doe ik dat. Het feit dat het boek

werkelijk typen uit alle klassen en standen van hetyolk bevat, de heldere taal waarin het geschrevenis, het gemak waarmede wij alien die het gelezenhebben, het onthielden, - dat alles geeft mij rechtertoe. Ik spreek nu nog niet van de vijfentwintigdrukken die het sedert zijn ontstaan beleefd heeft .

- Ge doet wijs ervan to zwijgen, waarde vriend .Zijt ge nooit op het denkbeeld gekomen dat vijf-entwintig drukken in zeventig jaar tijds voor eenvolksboek weinig is?- En dat zegt mij een sonnetten-dichter ?- Waarom niet ?- Omdat toch wel nooit nederlandsche schrijvers

zoover als de beste hedendaagsche van het yolkafstonden. Pretentieus zijn ze, ze gebruiken eentaal die het yolk niet begrijpt, ze missen de klassiekeeenvoud van Goethe, Schiller en de Camera . - -- Ge spreekt - als een van onze bekendste

parlementsleden. Maar verontschuldig me, dat ikniet begrijp hoe uw betoog zal eindigen .- Duidelijk genoeg toch! Of rekent gij de sonnet-

tendichter niet tot onze hedendaagsche schrijvers?Of is hij er, in uw eigen voorstelling, de bloem nietvan?- De prins, mijn vriend . Kom, ik zal u zeggen, wat

ge vergeten hebt : de Mathilde van Jacques Perk,

Page 22: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

19

een sonnettenkrans, heeft in vijfentwintig jaar zevendrukken beleefd. Gorters Mei vier binnen twintigjaar. Nauwelijks naar een boekje in de Wereld-bibliotheek uitgegeven bestaat zooveel vraag alsnaar een eenvoudig overzicht van de nieuwste dich-terlijke letterkunde . Hoeveel uitgaven het eerste deelvan Van Eedens Kleine Johannes beleefd heeft, weetik niet. Zeker, evenwel, meer dan in een gelijk aantalj aren uw voor het yolk gemeengoed geworden Camera.Niet na vijfentwintig, zooals Perk, maar na twee-endertig jaar, bereikte Hildebrand zijn eerste zevental .En over zijn eerste viertal heeft hij niet minderlang gedaan dan Gorter. Ge ziet dat die bluf vanhet aantal uitgaven volkomen schijnbaar is. Eenargument is er, dat geef ik toe, dat ge nu nog kuntaanvoeren.- Ik ben blij dat ge dit argument tenminste

erkennen wilt. Zeventig jaar lang leest men nu al deCamera.- Het feit zal niemand loochenen, maar ik geef

niet toe dat het een argument zou zijn. Eerst zeg iknog eens nadrukkelijk dat ik aan die optelling vanhet aantal drukken volstrekt geen gewicht hecht . DeHistorie van Sara Burgerhart kan men zeggen datoneindig meer een volksboek is dan de CameraObscura . Het bevat evenzeer typen uit verschillendeklassen en standen, het is even helder, en daarbijgeestig, geschreven, het is niet minder onthoudendoor ieder die het gelezen heeft. Ook nu nog wordthet verslonden door meer menschen dan de Cameraooit gekend hebben. Toch verscheen de zevende drukeerst in 1886, veel meer dan een eeuw na de eerste .Doch goed, ik wil dat alles daarlaten . Sinds zeventigj aar lezen wij de Camera. Maar wie zegt u dat men

Page 23: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

20

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

na zeventig jaar niet ook Perk nog leest. En ookVan Eeden, en ook - welke ge maar wilt van diebeste hedendaagsche schrijvers op wie ge het ge-laden hebt. Of meent ge, to goeder trouw, dat gijdit kunt uitmaken ?- Dat niet. Ik geef zelfs toe dat ik to haastig

gesproken heb. Het aantal drukken, zie ik nu, kanals bewijs van populariteit tegenover de heden-daagsche schrijvers weinig dienst doen . Het ge-durende zeventig jaar gelezen worden blijft zekerhet teeken van een duurzame belangstelling, maarweten kan ik niet of de belangstelling in de levendeschrijvers voorbij zal gaan. Toch - zult ge misschienerkennen - kan mijn oordeel van kracht blijven.- Ik geloof dat het zoowel voor u als voor mij

nuttig zijn zal uw oordeel nauwkeuriger na to gaan .Gij meende dan dat, in tegenstelling tot Hildebrand,de nieuwere schrij vers pretentieus zij n, dat ze eentaal gebruiken die het yolk niet begrijpt, dat ze deklassieke eenvoud missen van Goethe, Schiller en deCamera. Zoo was het immers ?- Ja, zoo meen ik het .- Best. Laat ons dan eerst nog eens, al is het ten

overvloede, vaststellen, dat ondanks die preten-tieusheid, die onbegrijpelijkheid en dat gemis aaneenvoud, - gesteld dat die fouten hun eigen zijn,- de nieuweren niet minder dan Hildebrand ge-lezen worden.- Ik zie waar ge heen wilt. Ik heb de indruk,

neen ik heb de overtuiging, dat Hildebrand oneindigmeer gelezen wordt dan die nieuweren, en toch -- Toch volgt - uit wat wij omtrent die drukken

bespraken - dat dit niet waar kan zijn .- Zoo schijnt het me .

Page 24: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

21

-- Zeg liever : zoo blijkt het me. Uw indruk, uwovertuiging, bestrijd ik niet. We zullen later zien,wat er van aan mag zijn, en wat daarvan de oorzaakis. Maar eerst komt het er voor ons op aan vast tohouden wat zakelijk bewijsbaar is en wat door onsbeiden moot worden aangenomen. De vraag vanHildebrands populariteit hebben wij nu in elk gevalontdaan van eenig ondoordacht napraten . Het argu-ment van die drukken, voor zoover het tegen onzetijdgenooten gekeerd kon worden, is vernietigd . Overde toekomst kunnen gij noch ik ons uitlaten. Daaruitvolgt dat als gij nu nog de lateren beschuldigt enHildebrand prijst, gij dat niet kunt doen op grondvan hun al of niet populair zijn. Gij kunt niet zeggen :die hedendaagsche schrijvers worden niet gelezen ;dat is natuurlijk ; want zij missen deze en die deugdenvan de veelgelezen Hildebrand. Hildebrands deug-den en de ondeugden die gij aan de nieuweren toe-schrijft, moeten op zichzelf worden aangetoond, enalleen over hun aan- of afwezigheid moeten wij heteens worden .- Wacht even : ik versta uit wat ge zegt tweeerlei .

Eerst : dat wij de schrijvers waarover we strijden,afgescheiden van de mate waarin ze gelezen worden.naar hun werk moeten beoordeelen. Is het niet zoo?- Zoo is het.- Daarmee ben ik het eens . Het argument dat

door mij aan de mate van gelezenheid werd ontleend,is uitgeschakeld. Maar nu versta ik als uw tweedebedoeling een verdekte beschuldiging. Het komt menamelijk voor dat ge ook mijn oordeel over de schrij-vers, als zoodanig, al aantast . Ge verwijt mij, geloofik, dat dit oordeel niet onbevangen was, dat ik denieuwere schrijvers pretentieus, onduidelijk en on-

Page 25: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

22

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

eenvoudig noemde, omdat zij verschilden van de,zooals ik dacht veelgelezen, Hildebrand.- Het ontbreekt u, mijn vriend, niet aan scherp-

zinnigheid. Inderdaad heb ik uw oordeel aangetast.Niet omdat ik geloof, of beweren wil, dat gij oozehedendaagsche schrijvers niet naar henzelf zoudthebben geschat of geringgeschat, maar omdat ik delaatste rest in u vernietigen wou van een gezindheid,die uit uw meening omtrent de populariteit vanHildebrand kon voortkomen. Ik zie nu dat gij hetniet goed zoudt vinden als ge zulk een gezindheidliet nawerken, dat ge integendeel ernstig van zinszijt onze tijdgenooten en de Camera onpartijdig tobeschouwen en naar hun eigenschappen to beoor-deelen ?- Natuurlijk wil ik dat.- Laten wij de zaak dan zoo stellen. Gij hebt

een duidelijke en uitgesproken meening over deCamera.- Dat zou ik denken .- Die in menig opzicht gunstig is.- In haast ieder opzicht .- Ge vindt Hildebrand niet pretentieus, maar

natuurlijk .- Zoo is het .- Ge schrijft hem een taal toe die het yolk begrijpt .- Nadrukkelijk.- Ge vindt in hem de klassieke eenvoud van

Schiller en Goethe .- Ik geloof dat ik het zeggen mag .-- En u ergert, bij onze beste hedendaagsche

schrijvers, van alle drie die deugden de afwezigheid .- Zoo ongeveer heb ik me uitgedrukt .

Zoo schijnt het me. Waar gij nu de stellige

Page 26: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE CAMERA BEN VOLKSBOEK?

23

deugden aan Hildebrand hebt toegeschreven, en defout van onze tijdgenooten in de afwezigheid vandie deugden ziet, daar zal het, dunkt me, voor u envoor mij het eenvoudigst zijn dat wij beginnen metto zien of de Camera inderdaad die deugden heeft.Immers, blijkt dit het geval to zijn, dan hebben wijuw grondstelling waargemaakt. Er staat ons danenkel nog to bezien of zij bij de anderen niet voor-komen. Blijkt daarentegen uw bewering onjuist,dan kunnen wij ons het onderzoek naar de eigen-schappen van onze tijdgenooten sparen. In de vormwaarin ge uw oordeel gegeven hebt : Hildebrandheeft deze deugden, de hedendaagsche schrij versstaan bij hem achter door het gemis ervan, wordt bijhet vervallen van de hoofdstelling, de daaropvol-gende zonder beteekenis. Kunt ge u daarmee ver-eenigen ? --- Ik heb er niet tegen. We beginnen dus met het

eens to worden omtrent de Camera . Maar - geneemt me immers niet kwalijk dat ik lachen moet?- Wel neen, lath!- Ik moet lachen omdat we strijden over de

.deugden van de Camera! Een boek dat onze vadersbewonderd hebben, dat onze kinderen op schoollezen!- Kijk, nu moet ge lachen! Niet omdat wij erover

strijden. Maar omdat gij erover strijdt. Van mij kondtge nets anders verwachten : ik heb altijd graag metBeets den draak gestoken. Ik ben ook, onder onsgezegd, zelf zoo iets als zulk een hedendaagschschrijver. Maar gij, een zoo onvoorwaardelijk be-wonderaar, hoe is het mogelijk dat gij u ertoe vindenlaat Hildebrand op de proef to stellen ?- Dit is wel de onbeschaamdheid ten top ge-

Page 27: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

24

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

dreven! Wie begon dit gesprek? Gij . Wie dwingt mijtot luisteren ? Gij .- Niet ik, mijn vriend. Ik dwing u niet. Ik heb

tot nu toe geen zin gesproken die gij niet na aan-dachtige overweging hebt goedgekeurd.- Ik moest wel .- Wat moest gij wel ? Gij spreekA goed van de

Camera en kwaad van de anderen. Ik zeg: welnu,laten wij zien of we 't over die Camera eens worden .Meer is er niet gebeurd. Minder, en iets meer vrien-delijks, kondt ge toch niet aannemen dat er gobeurenzou, zoodra ge een van die lateren tegenkwaamt .Weet ge wat ik geloof ?- Nat dan ?- Dat ge niet zoo heel vast meer staat .-Ik--- Ja, ja, ge staat zoo heel vast niet meer. Ge

zijt niet zoo heel zeker dat Hildebrand - proponentBeets, dominee Beets, was 't niet ? - niet ook weleens wat pretentieus, on-volks-aardig en tegen-klas-siek geschreven heeft .

- Hildebrand en pretentieus!- Ja, er zijn er die het gelooven . Hier, een reeks

van betoogers aan de ingang van de vijfentwintigsteuitgaaf. Daar ziet ge prof. Kalff : ,hier en daar komtde auteur to zeer op den voorgrond", - zoo zegt hij- ,hooren wij iets van een preektoon, is er ietswijsneuzigs en zelfgenoegzaams dat ons onaange-naam treft." Ginds staat Willem Kloos die de profes-sor schijnt gelijk to geven : „De Camera bewonderik, op een enkel ding na: de telkens om een hoekglurende, zelfbewust-minzame gestalte van den au-teur." Jan Veth - hij is een portretschilder en gekunt hem dus bijna op zijn woord gelooven -spreekt

Page 28: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

25

uitvoeriger : ,Als men heel jong is, leest men metgraagte in de Camera, vanwege de kluchtige toe-standen, de aandoenlijke voorvallen of de snaakscheopmerkingen, die er zich bij de vleet in laten vinden,- en men let niet op hoe de begaafde, edelaardigejongeling, die zoo zelfvoldaa~i midden door een goeddeel van het boek heenwandelt, eigenlijk een beetjeonuitstaanbaar is . Eerst van lieverlede gaat de onbe-scheidenheid van dezen impressario ons hinderen ."Wat meent ge ? Ge zei immers „pretentieus", is't niet? Maar dat is wel juist het woord waar dezesprekers op gewacht hebben. Zij, drie nederlandschekunstrechters van uw eigen leeftijd, vinden in Hilde-brand juist de fout waar ge hem vrij van preest.- Ge vergeet dat het drie van de vijftig zijn .- Ik kan u in vertrouwen verzekeren dat het er

meer dan drie van de vijftig zijn . Maar wat doethet er toe. Het komt er op aan, dat wij, gij en ik,het eens worden. Wij, gij en ik, moeten weten watwe onder dat pretentieuze verstaan en of het bijHildebrand to vinden is. Vindt ge goed dat we vanhet begrip een omschrijving geven?- Ik zie er niet het nut van in. Gij zoowel als

ik weten heel goed wat wel en wat niet de indrukmaakt pretentieus to zijn .- Uitmuntend. Ronduit gezegd begrijp ik ook

volstrekt niet hoe gij, die, als ik me niet vergis, inde omgang van klassen en standen, bizonder ge-voelig zijt voor de aanmatiging, de pretentie, diehooger tegenover lager geplaatsten toonen, van degevoeligheid voor soortgelijke aanmatiging in Hil-debrand verstoken zoudt zijn .

- Ge meent toch niet dat ik de kijk van de schrij-ver op het yolk en op de sociale toestanden deelen zou ?

Page 29: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

26

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

-- Neen, maar destemeer verbaas ik me . Of noemtge het soms niet pretentieus dat de schrijver die deouderwetsche eigenaardigheden van zijn standge-nooten lachende weet op de kaak to stellen, die dehebbelijkheden van verschillende menschsoortenjuist en gevoelig weet to teekenen, dat die, onmidde-lijk daarop, misschien een of twee jaar later, zijntalent gebruikt om met zoetige sentimentaliteit,goedkoope satire en de dunne deftigheid van eenprovincie-stad mooi en braaf to doen- Ge doelt op het verschil dat tusschen de eerste

druk van de Camera en de later toegevoegde ,FamilieKegge" merkb aar is.- Juist. Ik zou blij zijn, al had ons gesprek geen

ander resultaat dan dat we dit verschil duidelijkinzagen. Uit de eerste druk de karakteristiek van dehollandsche jongen, de figuur van Nurks met debeschrijving van de wandelaars buiten Haarlem, ende heele „Familie Stastok", - dat is allies voortref-felijk. Maar de ,Familie Kegge" is anders. Talent-te over. De verguldavond en de muziek-uitvoeringzijn er de beste proeven van. Kegge zelf - ge zulttoegeven dat hij eentonig is. Barend, de tuinmans-knecht - hoe verbleekt hij naast het diakenhuis-mannetje. De dames Kegge zijn nog minder. Decharmante Van der Hoogen - maar hier treffenwe al dat deel van de omgeving dat geheel repoussoiris, - tegen die achtergrond de ,pretentieuze"Hildebrand. „In het begin van het derde jaar vanmijn verblijf to Leiden," - luister, want ik zal udie aanhef voorlezen - ,was er een j ong mensch,uit Demerary geboortig, in mijne buurt komen wonen .Het is de gewoonte onder de studenten, in zulk gevalelkander een bezoek to brengen . De jongeling beviel

Page 30: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

27

mij . Hij was van een openhartig, aantrekkelijkkarakter, en van een zacht gevoel . Vooral dacht hijzeer teeder en aanhankelijk over de betrekkingen diehij in zijn geboorteland reeds als knaap verlaten had,en die hij niet weder zou zien dan na zijn bevordering,waarom hij zich ook zooveel mogelijk met zijn studienhaasten wilde. Om dien trek en then ijver was hijmij lief; en hoewel ik, daar onze studien en onzetijd van aankomen teveel verschilden, mij niet methem in een geregeld verkeer begaf, zoo bezocht ikhem toch een enkele maal, en scheen hem dat dubbelaangenaam to zijn, omdat hij met mij vrijuit sprekendurfde over dat, wat hem zoo na aan 't harte lag enaan de meeste zijner jonge vrienden kinderachtigtoescheen, of to ernstig om tot een onderwerp vangesprek to worden gemaakt ." Hoe vindt ge dat ?- Ik weet niet of ik uw voordracht heelemaal

vertrouwen kan. Ook niet of ik over zulke volzinnenuit hun verband gerukt, zonder meer mag oordeelen .Zoo voorgelezen vlak na en temidden van onze leven-dige gesprektoon is er iets omslachtigs in, iets deftigs .Ik zou zeggen dat vooral een uitdrukking als „Dejongeling beviel mij", uw lachlust geprikkeld heeft .Vlak daarop werd ze door ,Om dien trek en dienijver was hij mij lief" aangedikt. Heb ik goed opge-merkt wat ge woudt doen uitkomen ?-Volkomen. En ge ziet tevens wat van deze aanhef

het midden is. Wat anders dan de pretentieuzeHildebrand. Het verguld-avondje is kostelijk. Tochis de gast die den draak steekt met de ,drie stevigeopgeschoten knapen, goedige bollebuizen, met hunbesten rok aan en boorden tot over de ooren" al eenandere dan die Petrus Stastokius voor 't lapje hield.Deze laatste was de gelijke van de familie en vrienden

Page 31: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

28

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

die bij protretteerde. De nieuwe Hildebrand voeldezich gewichtig, braaf en wou deftig zijn. Hij was beter,veel beter dan Kegge en zijn vrouw en dochter. Hijwas verheven, hoog verheven boven de gewone be-zoekers van concerten, en de De Grooten met wie hijzoo gemoedelijk verguldde . Hij was deugdzaam, on-eindig deugdzamer dan Van der Hoogen, wie hijmores leerde. Hij was de begrijpende vriend van deoude grootmoeder Harrison, de redder van de edelejuffrouw Noiret, de op voet van gemeenzame hoog-achting binnentredende bij de aanzienlijke burge-meester Van Nagel. Lees eens de preekjes die in ditverhaal voorkomen. Ik noem er u drie : eene overhet kerkgaan, twee over de voortreffelijkheid van inzijn stand blijven. Gelooft ge niet dat zij gelijk haddendie in Beets' jeugd al meenden dat in zulk schrijveneenige pretentie school?- Laat ik beginnen met u to danken voor een

splitsing, die zeker belangwekkend is . Inplaats vaneen Hildebrand hebben wij er nu twee, en daarbijis er dan in elk geval een die ik geheel voor mijzelfmag houden: die van de eerste uitgaaf. De ,preten-tieuze" toch zocht ge alleen, of hoofdzakelijk, in delatere.-- Alleen misschien ; zeker hoofdzakelijk. Maar gij,

als gij pretentieusheid verwijt aan de hedendaagscheschrijvers, meent ge dan dat zij het in alien deelezijn ? Vindt ge de fout in de werken die ik noemde ?in Jacques Perk's Mathilde, in Gorters Mei, in VanEedens Kleine Johannes, en indien in deze laatste,dan zoowel in het eerste als in het tweede en derdedeel ? Vindt ge ze in de Feesten van Jac. van Looy ?Ook bij uw tijdgenooten vindt ge ze maar in enkelewerken, en wanneer gij dus u het recht aanmatigt

Page 32: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

29

op grond daarvan al de beste hedendaagsche schrij-vers to beschuldigen, hoeveel meer recht hebben wijdan om Beets aan to klagen in wiens persoonlij kwerk tenminste de fout is aangetoond . Verheug udus in bet bezit van uw Hildebrand die, ook naaronze meening, een uitmuntend schrijver is, maar be-ken dat van hem nu bewezen is datgene waar gij hemvrij van spraakt, datgene wat ge zonder bewijs eenheel geslacht van schrijvers, uw tijdgenooten, voorde voeten wierpt .- Ik kan niet ontkennen dat uw betoog indruk

maakt. Of daarom bet bewijs van wat ik zei nietvalt to lever en ?- Beproef bet, mijn vriend . Alleen- wij spraken

of dat wij beginnen zouden met ons to houden aanHildebrand, en van Hildebrand bewezen we bettegendeel. Ge hoeft daarom niet zoo bedrukt to zien .De Camera blijft, of we voor of tegen praten, juistwat ze is. De beer Van Hall - die levenslang zijngroote voorganger Potgieter niet verduwen kon -moge ons aanraden met praten erover optehouden, -voor ons kan bet werkelijke belang van de Camerajuist niet treffender bewezen worden dan doordatwij erover praten zooals zeventig jaar geleden Pot-gieter bet met zijn vrienden deed. Het boek is ver-bazend belangrijk . Al was bet alleen maar omdat detaal waarin bet geschreven is -- Daar hebt ge bet. Een taal die bet yolk begrijpt,

zei ik .- Dat is niet j uist wat ik zeggen wou . Maar de

tijd schiet op. In bet bespreken van uw twee anderebeweringen kunnen we korter zijn . De stijl vanHildebrand is volkomen begrijpelijk . Geen stervelingdie eraan zal twijfelen.

Page 33: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

30

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

- Door ons beiden dus toegegeven .- Ja, maar niet, wat ge er aan toevoegde : voor

het yolk begrijpelijk .- Ergo : onder de stervelingen wordt niet het

yolk gerekend .- Bravo, mijn vriend. Het is een diepzinnig woord

dat ge schertsend uitspreekt. Als ge het yolk noemt,bedoelt ge dan het yolk naar zijn schoolsche geleerd-heid of naar zijn aard ?- Ik ben bang voor een valstrik. Hoe bedoelt ge

dat ?- Zoo eenvoudig mogelijk. Bedoelt ge, dat de

Camera begrepen wordt door ieder die lezen kan ? Ofbedoelt ge dat Hildebrand niet enkel in zijn voor-stellingen, maar ook in zijn schrijfmanier, de holland-sche aard uitdrukt- Het laatste, en het eerste als een gevolg

daarvan .-Uitmuntend. Het eerste op zichzelf zou geen ver-

dienste zijn. Eris niets wat ieder die lezen kan eerderdan de krant verstaat. Gij gelooft dus dat Hildebrand,niet enkel in zijn voorstellingen, maar ook in zijnschrijfmanier de hollandsche aard uitdrukt?- Zoo bedoel ik het.- Laat ons nagaan hoe in de taal een volksaard

tot uiting komt. Gelooft ge dat het yolk, dat wilzeggen, wat men de spraakmakende gemeente noemt,de taal bedachtzaam of onbewust gebruikt ?- Onbewust natuurlijk.- Ik vertrouw het ook. En als nu een schrijver

die taal, die in hem zooals in ieder ander onbewustopgroeit, leidt en regelt misschien, dan komt inzijn werk een deel bezonnenheid, maar die altijd hetonbezonnene, dat wat onmiddelijk uit de aard die

Page 34: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

31

hij met anderen gemeen heeft, opwelt, voelbaar enzichtbaar laat. Is het zoo niet ?- Het is een voorstelling die me bizonder juist

voorkomt.- Hoe meer dus, in een geschrift, onder de be-

wuste klaarheid van de volzinnen, de onbewuste taal-groei zichtbaar is, hoe meer men zeggen kan dat eraard, hetzij van de taal, van de schrijver, of van hetyolk in is uitgedrukt. In de werken van Shakespeareleidt de taal, onder de klaarheid van soms zee-sierlijke renaissance-wendingen, een zoo wonderlijkverwonden leven, dat het werkelijk is alsof men haargroeien hoort, en indien de taal het yolk is, dan kanmen gerust zeggen dat in Shakespeares arbeid deaard van dat yolk aanwezig is . Bedenk daarbij weldat Shakespeare, die een volksdichter genoemd wordt,een taal schrijft die zeer moeilijk begrijpbaar is . Eenander, maar voor ons niet onbelangrijk voorbeeld isPotgieters ,Gedroomd Paardrijden". Een moeilijkgedicht zooals ge weet . Maar geschreven in een taaldie om zoo to zeggen in voortdurende groei verkeert .Niet anders trouwens dan de dagelijksche spreektaal .Ga eens na hoeveel beteekenissen het woord postheeft. Het beduidt een stij1, een ambt, een gebouw, eenzending, een bode, en nog wel meer misschien. Alstwee van onze voorstellingen maar iets gemeen heb-ben, dan is er dadelijk onze verbeelding bij, die deeene gebruikt om een idee to geven van de andere .Loopt iemand hard, dan ,vliegt" hij, - heeft eenweg bochten dan ,slingert" hij. In aard en wezenis onze heele taal beeldsprakig . Beeldsprakig, zoolangze leeft namelijk, zoolang ze de weerspiegeling is vande aard van het yolk. Welke schrij ver nu zal hetmeest naar de aard van zijn yolk schrijven? Hij na-

Page 35: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

32

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

tuurlijk die dat leven, die beeldsprakigheid, hetsterkst in zich heeft : Shakespeare ; bij ons ookPotgieter. Beets' vermogen is beslist een ander. Hijbeluistert de taal. Op zichzelf al een reden waarommenigeen hem graag lezen wil. Hij wikt en weegtvervolgens het gebruik van de woorden zooals diein zijn tijd en omgeving gangbaar zijn. Een voor-treffelijk werk zeker, dat hem door ieder die in hetdagelijksch leven spreken of schrijven moet, dankbaarwordt afgenomen. Hij stelt zijn zoo beproefde woor-den, zijn zoo onthouden uitdrukkingen en spreek-wijzen samen in een zinsverband dat kloek, klaar enoverzichtelijk is : een latijnsche zinbouw, voortreffelijkvoor een redenaar, maar - ontleend aan de aardvan ons yolk? - Beets heeft geen grooter meestersgehad dan Bilderdijk, voor het woord, en, voor devolzin,Van der Palm. Vindt gij - want ge moetmij toestaan u als proeve alweer een plaats uit de,,Familie Kegge" voor to leggen - vindt gij dat devolgende zinsneden zoo bizonder voor het yolk zijn,zoo volksaardig, zoo begrijpelijk ? Ik bedoel deze,die in het hoofdstuk „Een Concert" voorkomen : -,,Ondertusschen zou ik Goethe tegen moeten spreken,indien hij beweerde dat de zin des gezichts volstrektniets met de muziek to maken heeft ; want ik moetmijnen lezeren de gewichtige bekentenis doen dat ikde muziek, in het afgetrokkene, waarlijk zie ; en iktwijfel niet of zijzelve zullen met eenige opmerk-zaamheid op hunne gewaarwordingen en inspanningvan ziel hetzelfde ontdekken. Er zijn tonen en samen-koppelingen van tonen, die zich aan mijn oog voor-doen als spattende vonken, dikke en dunne strepen,kromme spelden, slangen en kurketrekkers ; alsbliksemschichten, liefdestrikken, krakelingen, var-

Page 36: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK? 33

kensstaarten, waterstralen en ziegezagen, en ik ziede mogelijkheid om een geheel muziekstuk, voor mijngevoel bevredigend, in figuren op to schrijven . Diedit niet begrijpt, verzoek ik to beseffen dat hij ineene eeuw leeft waarin hij al zulke dingen behoortto begrijpen ; en indien hij kerkhistorie heeft ge-studeerd, gedenke hij aan de Hesuchasten, die zoolang op hun maag staarden, tot zij haar van eengeheimzinnig licht omschenen zagen ." Wat meent ge :is dit niet de woordenrijkdom en de juiste onder-scheiding van Bilderdijk, de evenwichtigheid van Vander Palm, en - een weergalooze weergave, meentge zeker, van de nederlandsche volksziel die de heelepoespas, ironic of ernst, spelenderwijs begrijpelijkvindt .- Ge weet dat ik u Kegge, de zwakheden in

Kegge tenminste, heb cadeau gedaan.- Mijn voorbeeld is uit Kegge, maar dacht ge

dan dat de indruk gunstiger geweest zou zijn als iku een plaats uit de eerste Camera had voorgelegd ?Hoor hoe Hildebrand de hollandsche jongens aan-spreekt in dat beroemde opstel dat zijn werk opent .Een peroratie over de aard van de wereld heeft hijvooraf doen gaan. Dan vervolgt hij : ,Dat is dewereld. Maar ook in uzelven zijn de zaden aanwezigvan veel onheils en veel verdriets . Uwe voortvarendedrift, uw onschuldige teederheid, tot opvliegendheid,eerzucht en wellustigheid gerijpt ; uwe levendigheiden onafhankelijk gevoelen, tot wereldzin en ongeloofverhard! . . . . 0, als gij in later jaren op uwe kinds-heid terugziet, dat, dat zal de vreugde wezen, die gijhet meest benijdt en nu toch het minst geniet, dat gijzooveel minder boos waart, dat gij zooveel onschul-diger waart tot zelfs in het kwaaddoen toe . De goedeVerwey, Prom II

3

Page 37: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

34

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

hemel zegene u allen, goede j ongens, die ik ken, enrondom mij zie, en liefheb! Hij doe u lang en vroolijkspelen, en als de ernst des levens komt, zoo gevehij u ook een ernstig harte daartoe! Maar hij late utot aan uw laatsten snik nog veel kinderlijks enjeugdigs behouden. Hij spare u, in hunne vollefrischheid, eenige dier kinderlijke gevoelens, die denjongeling helpen in het zuiver houden van zijn paden den man versieren ; opdat gij mannen wordendein het verstand, kinderen blijft in de boosheid ."Vindt gij nu dat hieruit een volksaard spreekt ? Hetvorige citaat had rijkdom van woordschakeering .Dit geenszins. Maar de zin heeft duidelijker nog dandie van het vorige, de allure van de kanselstijl . Endit is de taal, waartoe in die om haar frischheidberoemde eerstelingschets, de schrijver verviel zoo-dra hij zich gaan liet. Het is toch voor ons niet devraag, of niet in de voorstellingen van Hildebrandveel voorkomt dat hij ontleende aan het volksleven .Hij was een scherp opmerker, hij had geest, hij be-schikte over luim en woorden . Maar de vraag is ofin zijn schrijfmanier de ziel van een yolk zich uit .Als het dochtertje van de boerin door haar verklaring :,,Onze zeug het ebigd" de zedige Amelie bijna blozendoet, en als de straatjongen voor de kelder vanbakker de Groot uitroept : ,As dat een waif is, danmag ik laien dat Piet in de kelder valt," - danerkennen wij daarin rake waarneming en een woorden-keus die niets to wenschen laat, - maar het is ietsanders de dingen van het yolk waartenemen en toverwoorden, of volk to zijn . Volk to zijn, dat is deeenige, de hoogere zin, waarin een geschrift eenvolksboek heeten mag. Hildebrands taal is niet yolk,schoon in die taal yolk door hem wordt nagebootst .

Page 38: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK ?

35

Al zou ik dan ook maar een voorbeeld gegeven hebbenzooals ik er nu twee gaf, ik houd vol dat al wat ikover de taal van Hildebrand gezegd heb, betrekkingheeft op de heele Camera. Gij - want nu ik tot uwderde bewering kom, Beef ik er de voorkeur aan,niet alleen die, maar uw heele meening over Hilde-brand aantetasten - gij, zoowel als al uw burgerlijketijdgenooten hebt gemeend dat de Camera een volks-boek was, omdat gij hem bewonderde. Gij storttetranen bij het Diakenhuismannetje. Dat was omdatgij de sentimentaliteit van die burgerij bezat . Gijvondt de stijl van Beets klassiek, omdat hij uwleermeester kon zijn in de welsprekendheid . Gij hebthem zijn houding vergeven, ze niet opgemerkt zelfs,omdat ze volkomen die van uw omgeving was . MaarPotgieter zag haar, en de hedendaagsche schrijverszagen haar ook . Zij wisten dat het gedaan was metdeze heele burgerlijke fraaiigheid die de taal juistevenzeer als de toestanden voor van eeuwigheid ge-grond en tot in eeuwigheid blijvend wou laten door-gaan, en daarbij de mooie rol behield voor zichzelf .Wij zagen een levende taal, want een levend yolk,want in de harten van de menschheid een eeuwigwerkende verbeeldings-macht, die ongehinderd moestuitbreken. Wij erkenden in de Camera de deugd, vande eigen tjjd uitmuntend uit to beelden, maar nietdie innerlijke scheppingsdrift die van alle tijden is.,,Kopieer-lust des dagelijkschen levens!" Wij herhalenhet, n'en deplaise wie wou dat Potgieter gezwegenhad. „De Camera is hoog," zei Huet, ,maar tochniet hooger dan een hervormd gebede-huis." Uwbewering van klassieke eenvoud is dan ook eennabauwen. Dat is dikwijls gezegd dat het klassiekeeenvoud is. Maar de Camera is eenvoudig, eenvoudig

Page 39: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

36

DE CAMERA EEN VOLKSBOEK?

tot het simpele. Het klassieke is dat niet. De eenvoudvoor het verstand is niet noodzakelijk in de krachten de oorspronkelijkheid die klassieken groot maak-ten. Schiller was een door edele hartstocht gedrevenwelsprekende die voor zijn yolk krachtige spelenbouwde, maar hij, de idealist, zou hebben geschaterdom de klassieke eenvoud van Hildebrand . Goethe, dein zijn jeugd sierlijke achtiende-eeuwer, was in zijnouderdom de raadsel-volle dichter van de Divan ende tweede Faust. Vraag eens hoe hij gehoond werddoor de burgers die gij met de naam ,volk" vereert .- Vergeef me, mijn vriend, dat ik u zoo lang het woordonthield, dat ge het nu zelf misschien niet meerverlangen zult . Ik wou zeggen dat de Camera Obscurageen volksboek is, maar een waardevol geschrift vande burgerij in het Nederland van de vorige eeuw . -- Ge hebt z66veel bereikt dat ik niet naar het

bewijs zal vragen dat juist de nieuweren de deugdenhebben die ik toeschreef aan Hildebrand . Ik geloofwaarlijk dat ge in staat zoudt zijn het mij to leveren .- De Camera geen volksboek, maar onze beste

hedendaagsche schrijvers natuurlijk, volksaardig enklassiek geacht. Dacht ge werkelijk dat die uitspraakons bevreemden zou ?

1909.

Page 40: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHEPOEZIE

I

In een opstel over Swinburne (zie Mannen enVrouwen van Beteekenis, DI. XLI, Afl. 10) heeftonlangs Geerten Gossaert een vraag opnieuw aan deorde gesteld, waarvan menigeen zal gedacht, hebbendat ze sedert lang was afgehandeld . Ze is die naarde beteekenis van de retorica. ,Het woord rethoriek"- zegt hij - ,heeft voor ons, modernen, een af-schrikwekkenden klank gekregen die bet niet geheelen al verdient." Hij maakt dan verder twee opmer-kingen. De eerste : ,dat zonder rethoriek een waarlijkgroote stijl onmogelijk is" . Een groote poetischestijl omschrijft hij daarop als „een stijl die de potentievan bet hartstochtelijk woord, der door de ontroeringrhythmisch geworden rede nabij komt" . Deze be-paling komt hierop neer dat een groote poetischestijl in vermogen nadert tot de welsprekendheid. Detweede opmerking is een aanvulling van de vorige .,,Het is den poetischen spreker, wanneer bet oogen-blik der inspiratie daar is, onmogelijk om voor elkewending van bet inspireerend sentiment een af-zonderlijk ,beeld" to vinden" . Gossaert zoekt dusbet karakter van de retorica, juist zooals wij dataltijd gedaan hebben, (zie mijn Inleiding tot deNieuwere Nederlandsche Dichtkunst b1z . 62) in de

Page 41: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

38 DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE

behandeling van bet geijkte beeld en meent dat diebehandeling in een poezie zooals hij zich die voor-stelt, onvermijdbaar is . ,Ook in de poezie" - gaathij voort - ,schijnt mij een welbegrepen en zuivergebruik der classieke beelden verre to verkiezenboven het thans in zwang zijnde tot elken prijs op-jagen van nieuwe beelden, waardoor men uit vreesvoor bet ,schon dagewesene" allicht in een anderevalschheid, een valsche originaliteit, vervalt ." Onderde afkeurenswaardige, de „valsche" retoriek, wil hijalleen bet ,zonder begrip gebruiken van classiekebeelden" verstaan hebben .

Aanstonds komen we op deze stellingen terug enwenden ons nu tot de gelijktijdige uitlating van eenander j ong dichter, J. C. Bloem, in een besprekingvan de Regnier's Le Miroir des Heures . (Zie DeBeweging Jg. VII, D1. III, b1z. 216). Tot een veel-zijdig begrip van de vraag waarom bet gaat, zal ikde bedoelde bladzijden hier in hun geheel overnemen .

,,Omstreeks denzelfden tijd, waarop dit boek ver-scheen brachten de kranten bet bericht, dat Henride Regnier lid van de Academie Francaise is ge-worden. Er zijn vele gevallen, waarin dit nets, erzijn ook enkele, waarin bet wel wat zegt . Zoo bier.Het beduidt namelijk dat de Regnier's beteekeniszoo onmiskenbaar is, dat zelfs de officieele kritiekdie erkennen moet.

,,Dit is nu bet geval van de zijde van de Regnierbeschouwd. Maar er moet iets bijkomen, waardoorook bet standpunt van de Academie begrijpelijkwordt. De dichter der Poemes Anciens et Romanesques,ja zelfs de dichter van Les Jeux Rustiques et Divins -een boek, dat in zijn soort toch waarlijk niet minderis dan deze nieuwe bundel - zou nooit Academicien

Page 42: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE RICHTING VAN DE HEDEND_4AGSCHE POEZIE 39

zijn geworden. Er moet dus nog een andere redenvoor dit feit zijn. Ik geloof, dat het deze is : dat deRegnier nergens zoo zeer als in dit nieuwste boekzich doordrongen getoond heeft van de „traditionfrancaise". (Merkwaardig, dat reeds in 1891 PaulAdam zeide: Henri de Regnier semble le seul (nl . vande jongeren toen ter tijde) a suivre la traditionpurement frangaise des grands auteurs classiques) .

,,Deze lof wordt aan meerdere fransche schrijversgegeven en het is dus wel belangrijk, nategaan, watmet deze fransche traditie wordt bedoeld .

,,Reeds bij het openslaan van de twee bundelsPoemes (1887-1892) en Le Miroir des Heures treftonmiddelijk een uiterlijk verschil : de vorm. Maargeen vorm zonder inhoud . En het is toch wel watal to oppervlakkig om, zooals bijv. Paul Leautaudin zijn overigens zeer lezenswaardig boekje over deRegnier deed, dood-nuchter en met een lichten wrevelto zeggen, dat de Regnier, wat de vorm van zijnverzen betreft, aan het terugkrabbelen is . Uiterlijkis dit wel zoo, maar men behoeft waarlijk niet veeluit de ook in den ouden vorm geschreven PremiersPoemes to hebben gelezen, om in to zien, dat in hetwerk van dezen dichter, ook wat de vorm betreft,een voortdurende vooruitgang is. In de PremiersPoemes is de vorm geheel Parnassien, en zijn deverzen vrij onoorspronkelijk. Wanneer dan ook deRegnier in de latere voorrede tot then bundel schrijft,dat deze verzen vrij getrouw uitdrukken, wat hijtoen gevoelde, lijkt het mij, dat hij beter zou hebbengeschreven : vermocht .

„In het hierop volgende deel, de Poemes (1887-1892) overheerscht het vrije vers. Dit zien wij in devier volgende deelen met het oude vers om den voor-

Page 43: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

40 DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE

rang strijden. En in het laatste deel, Le Miroir desHeures, is de versvorm geheel en al klassiek geworden .Klassiek, maar dat is geheel iets anders dan Parnas-sien. Wat in de Premiers Poemes was overgenomen ishier verworven. Het jeugdvers is door de ongebonden-heid van het vrije vers heen tot een welbewustelenigheid gekomen.,,Evenwel is met deze opmerking nog slechts de

uiterlijke kant der fransche verstraditie bezien . Ende innerlijke, zoozeer daarmee een, is nog wel zoobelangrijk .

,,Welke dan is die „tradition francaise" ? Ik meen,kort gesproken, niet beter to kunnen antwoorden danhet bezieldretorische, of : het levensvolle-vormelijke .

,,Dit verklaart, geloof ik, ook, waarom voor zooveleHollanders, die oprechte bewonderaars van Vondelzijn, Corneille en Racine in vele opzichten zoo on-toegankelijk blijven. Wij verstaan niet zoozeer diekunst van oude vormen to bezielen en omgekeerd indie vormen de ziel to speuren. Bij ons is een wormveel spoediger iets verstards .

„In de Stances van Jean Moreas hebben wij nogkunnen waarnemen, hoe men met de meest gebruikteen meest gekende beelden, in den gewoonsten vers-vorm, echte en oorspronkelijke poezie kan schrijven .Dit boek van de Regnier is er een nieuw voorbeeldvan." .

Wie deze beschouwing aandachtig gelezen heeft,zal toegeven dat Bloem niet alleen meer omvat maarook dieper ziet dan Gossaert . Daarover later. Maaral dadelijk kunnen we vaststellen, waarin beideovereenkomen. Geen van de twee ziet het wezen vande poezie als noodzakelijk schepping van het oor-spronkelijke beeld. Beide erkennen als poezie

Page 44: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE 41

een uiting waarin de dichter met het geijkte beeldgenoegen neemt.

Deze nadrukkelijke verklaring van twee jongeren,samengaand als ze doet met verschillende ver-schijnselen in de nederlandsche dichtkunst van delaatste jaren, is voldoende aanleiding om een oogen-blik op to zien en op onze beurt een vraag to stellen .

Ze is deze: raakte de nederlandsche dichtkunst opeen keerpunt, en in welke richting beweegt ze zich ?

II

Stel u voor dat een dichter, zijn gedachten neer-schrijvend, op een zeker oogenblik bemerkt dat maat,misschien zelfs rjjm, in zijn volzinnen zijn binnen-geslopen. Dat dit mogelijk is, weten we bij ervaring .Stel u verder voor dat die dichter, als hij het heeftbemerkt, onmiddelijk de versvorm voortzet en dusals gedicht voltooit wat hij als proza begonnen heeft .Welk verschijnsel heeft er dan in hem plaats gehad?Ge meent misschien : niets anders dan de keus vaneen andere vorm voor dezelfde gedachte . Maar zoo ishet niet. Immers, zoodra hij zich van de aanwezigheidvan vers bewust wordt, krijgt datgene wat hij zijngedachte zou kunnen noemen voor hem een anderebeteekenis. Hij was inderdaad, toen hij begon toschrijven, de man die trachtte een gedachte uit todrukken die hem voorzweefde. Maar onmiddelijkdaarop ontdekte hij zich als de man die door maaten getal, door rijm zelfs, een werking trachtte toweeg to brengen, zooals door de enkele uiting vaneen gedachte niet to bereiken is. Die gedachte konmisschien in zijn uiting aanwezig zijn, maar zij isop een ander plan geraakt. Ten opzichte van haar

Page 45: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

42 DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE

doet hij wezenlijk iets anders, hij uit iets anders, menkan zeggen dat hij niet, terwille van haar, iets anderskoos, maar dat hij, ondanks haar, jets anders deed.Hij deed iets anders, maar waarom ? Uit innerlijkenoodzaak. Dit wil dus zeggen dat hij zelf anders wasdan hij zich eerst had voorgesteld . Het verschijnseldat in hem heeft plaats gehad is dus een wezens-verandering. Zijn gewone denkende en gedachtenuitende persoon is vervangen door een andere, diede eerste wel niet vernietigt, maar toch aan zichonderwerpt.

Het is duidelijk dat de eerste persoon makkelijkomschrijfbaar is : hij was iemand die in woorden dacht .Maar de tweede is minder licht bepaalbaar . Hijheeft zich uit zijn gedachten teruggetrokken naareen ander midden, waarvan het kenmerkende welook door woorden, maar alleen door woorden aangetal, maat, en soms rijm gebonden, kan wordenuitgedrukt. Wat hem nu vervult is een zeker gevoel,onomschrijfbaar, maar in zijn werking onfeilbaar, dathem in staat stelt om naar de eenmaal erkende re-gels woorden to schikken tot een harmonisch geheel .Gehoorzamende aan die regels en geleid door datgevoel is hij een heerscher over taal en gedachte,die hij tot loon voor hun onderworpenheid nieuweschepselen doet schijnen door hen to plaatsen in eennieuw en voor het gewone spreken en denken onbe-reikbaar verband. Omdat hij dit doet, is hij nochspreker, noch denker, maar dichter, dat wil zeggeneen mensch die tegenover denken en spreken eenongewone vrijheid handhaaft, maar die tegelijkertijddoor zijn gebondenheid aan mast, getal en harmo-nie een hoogere wetmatigheid van die menschelijkevermogens, en daarmede van de wereld, tot uiting

Page 46: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE 43

brengt. Zonder twijfel een niet zoo licht vatbarepersoonlijkheid . En toch niet zoo moeilijk begrijpbaarzoodra we bedenken dat iedere levensbeweging, al-leen door to zijn die ze is, tegelijk "haar vrijheid tenopzichte van de stof en haar gebondenheid aan devorm to kennen geeft . Zij is leven juist in die mateals zij de stof bezielt, beheerscht, de indruk wekt vrijervan to zijn. Maar zij is het evenzeer slechts in diemate als zij aan de gestalte, dat is aan de vorm ge-bonden blijkt.

Dichter is dus hij die levensbeweging, dat is ritme,uit in woorden. Niet het denken, maar het vertolken-van-levensbeweging is het hem eigene . De dichterbeluistert in zich dat innigste leven en houdt nietop zich aftevragen hoe dat is.Dat wil dus zeggen : hoe hijzelf is. Want hoe scherp

hij het onderscheidt van de taal aan de eene, en vanzijn denken over het leven aan de andere zijde, hetis een met zijn lichaam en kan nooit anders dan indat lichaam door hem gekend worden . Dit ,zelf" leerthij kennen als altijd eender en toch voortdurend ver-anderend. Het is altijd eender, zoodat de diepstezin van alles wat hij omtrent zichzelf begrijpen zaldezelfde is . Maar het is ook voortdurend zoozeer ver-anderend dat hij niet zal kunnen aflaten telkensopnieuw to willen vatten hoe het nu is geworden .Hij ontdekt zichzelf onafgebroken in de duizenderleispiegelingen van gene gedaante, in de tallooze om-vormingen van een toch maar beperkte taal .Wel to verstaan : taal, zoowel als gedaante, en

daarmee hun afbeelding van zijn zelf, worden hemeerst eigenlijk bewust nadat hij geschreven heeft .Wat hij voelt is de zekerheid dat hij zich weer ge-vonden heeft, de eenheid met zichzelf, waaraan hij

Page 47: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

44 DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE Poi ZIE

weet dat hij zich zal uitspreken. Want wat hij uit-spreekt is dit „zich", dit geheimzinnige, altijd weeronbekende, in zijn weer andere, nieuwe verschijning .Dit „zich" is blind, maar wil gezien worden . Doorlichamelijke oogen? Neen. Voor iedere kunst is hetlichamelijk oog alleen medium . De eigenlijke zienervan alle kunst is de Verbeelding. Als het kunstwerkvoltooid, als het gedicht geschreven is, dan blijkteen gestalte de zichtbare ziel van de stof, van dewoorden. Die gestalte heeft zich in de plaats van het,,zich" gesteld, zij vertegenwoordigt het, zij is het,,zich", in zijn beperking van tenminste een oogen-blik, zelf.

Ik spreek hier niet van iets afgetrokkens. Het,,zich" dat ik hier noem is op het oogenblik van deinnerlijke zekerheid het lichaam van de dichter zelf.Eerst als hij zijn laatste woord geschreven heeft, iszijn lichaam erdoor verlaten en begint de vormingvan dat lichaam tot een ander „zich". De dichterdie als minnaar dicht, is minnaar, en in veel hoogerezin dan hij honderderlei andere dingen is, want zijnminnaarschap drukt op dat oogenblik zijn innigsteleven uit. Zoo kan hij ook landman zijn, of krijgsman,of woestijnbewoner, of hemeling, of bezitter vaneen kultuur die in zijn eigen tijd niet meer gangbaaris. Het eenige wat hij niet kan zijn, is levenloos.

III

Het is moeilijk denkbaar dat een dichter ongevoeligzou zijn voor gedichten. Hij leest ze en ondergaat erde invloed van. Hoezeer hem ook de behandelingvan woord en maat mag zijn aangeboren, hij genetdie toch het eerst aan de gedichten van anderen, en

Page 48: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE 45

op een tijdstip dat hij aan die gedichten nog weiniganders dan dit formeele genieten kan . Hij raakt onderde indruk van vallen en wendingen, van uitdrukkingenen figuren. Zij blijven hem bij en op het oogenblikdat hij schrij ven wil vertoonen zij zich . Zij v erschijnendan niet als wat zij misschien in het gedicht waarhij ze gevonden heeft, waren : oogenblikkelijke per-soonlijke uitingen van hun dichter ; maar als vormenvan blijvende en algemeene geldigheid, die voortaanieder gebruiken kan mits hij het met gevoel en metoordeel doet .

Dit is een onderscheid tusschen Gossaert en Bloemdat de eerste van een ,welbegrepen en zuiver ge-bruik der classieke beelden" spreekt, terwijl de tweedeto kennen geeft dat de oude vormen zelf bezieling,levensvolheid kunnen in zich houden .

Wat Gossaert wil, is de wezenlijke retorica, debehandeling van het geijkte beeld, waarbij ten slottehet begrip de hoogste functie is en „ het inspireerendsentiment" hoofdzakelijk de rol vervult van drijf-kracht die de beweging en aaneenschakeling vanvormen en figuren mogelijk maakt. Dit „sentiment"is dan meer intellectueele dan verbeeldingshartstocht,het werkt meer schematiseerend dan scheppend,streeft naar een vooruitgekend doel, meer dan naareen voorbeeld-looze gedaante, draagt in zich de zielvan een planmatige en op vaste resultaten bere-kende welsprekendheid, meer dan die van een oor-spronkelijke en in haar werkingen onafzienbarepoezie .

Bloem daarentegen wijst op het feit dat ,echteoorspronkelijke poezie", evenals ze zich altijd in een-maal bestaande woorden verwerkelijkt, dit ook somsin overgeleverde figuren doen kan .

Page 49: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

46 DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE

Het komt er dan maar op aan dat zulke figurennog niet hopeloos banaal geworden, maar voor weernieuwe bezieling vatbaar zijn, en juist de poezie vande Regnier is een treffend bewijs dat tenminste voorbet fransche yolk een groot aantal van de alleroudstehun macht op de gemoederen behouden hebben .Toch - en Bloem is er niet ongevoelig voor -

ware ook dit niet mogelijk geweest zonder een be-paald-fransche eigenaardigheid . De Franschen hebbende geestdrift voor bet begrip, de gehechtheid aan devaste en zich gelijk blijvende figuur, oneindig sterkerdan andere volken. Hoe levendig en zinnelijk-lenigook, zien zij werkelijkheid en verbeelding toch graagvereenvoudigd en bevattelijk en beminnen niet zoo-zeer het onberekenbare en bet uitbundige. Wanneermen dus in hun literatuur veel aantreft dat men nietin onze zin retoriek mag noemen, omdat bet minderuit behandeling van bet geijkte beeld dan uit de be-zieling ervan voortkomt, zoo moet men toch niet ver-geten dat een zeker hangen naar intellectueele nor-men dit latijnsche yolk in bet bloed zit meer dan denoordelijker rassen die bij ding en verbeelding leven,en dat hun aanleg, op ons invloed hebbend, en onderons overgebracht, daar niet hun levendigheid enzinnelijke vermogens vindt ; om nog niet to sprekenvan een traditie die bij hen, de eeuwen door, zootal van figuren in bet leven hield .

Een door zuidelijke zinnelijkheid en levendigheidbekorende, maar toch een zuidelijk-intellectueele in-vloed dringt daarmee over de grenzen en bet zalgoed zijn dat wij, de schoonheidswerking van franschegedichten aanvaardend, ons andersoortig dichterlijkkarakter ertegenover handhaven .

Page 50: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE 47

IV

Het is een groot genot de poezie van een land tooverzien, zooals ze zich nu in de eene dan in de andererichting wijzigt. Hoe werd de nederlandsche, ruimdertig jaar geleden, op eenmaal minder verstandelijk,werkelijker en onmiddelijker van uitdrukking, be-vrijd van een menigte vormen en wendingen die uiteerbied en genegenheid voor een krachtig en indruk-wekkend verleden 'zelfs door de besten waren be-houden. Gevoel en verbeelding stroomden haar binnen,een nieuwe inhoud, en daarmee een nieuwe vorm.De schoonheid van vroegere dichtwerken werd er-kend, maar ze oefenden geen wetgevend vermogenmeer. Het ontzag voor het overgeleverde, alleen alsovergeleverd, bestond niet langer .

Het was een schoone houding, die waarin de indi-vidu het geloof had alles uit zichzelf to kunnen voort-brengen en niet de steun to behoeven van een gemeen-schap, 't zij die achter of rondom hem was . Maar hetwas ook een gevaarlijke . Immers, juist voor zoovereen mensch individu is, this onderscheiden van alleandere, leeft hij aan de oppervlakte, dat wil zeggenmet zintuigen en zenuwen, die hem door hun reactieop iedere aanraking voortdurend zijn andersheid be-wust maken. Dat hij tot een groep, tot een yolk,tot een menschheid behoort ervaart hij meer inner-lijk, door gemoed en geest . Zintuigelijke en zenuw-trillingen zijn op zichzelf niet die diepste levensbe-weging wier uiting in de taal we poezie noemden .Toch gingen die bijkomstige sidderingen heerschappijvoeren en het gevolg was dat gedichten met eenbindende innerlijkheid niet meer werden voortge-

Page 51: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

48 DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE

bracht. Een enkele reflex van zintuig of zenuw scheenten slotte de norm to zijn waar het gedicht heen-streefde.

Zoo was er een dichtkunst ontstaan van anarchieen ontbinding, een niet meer individualistische, maarsubjectivistische of egotistische, - waar iederediepere eenheid van het dichterlijk en menschelijkwezen buiten bleef .

Een dergelijke kunst nu was wel het gevolg vanhet op de spits gedreven individualisme, maar zebehoefde niet noodzakelijk het gevolg van alleindividualisme to zijn . Wie in een zeker tijdperk hetdiepste leven in de worm van zijn Ikheid ziet, kanzich zeer wel bewust blijven dat dit leven ook inandere vormen to openbaren is en onder andere om-standigheden misschien zijn karakter van gemeen-schappelijkheid naar buiten keert.

Gedurende de tien laatste jaren van de vorige eeuwziet men dan ook bij ons het voorkomen van depoezie zich wijzigen. Allereerst zijn dan de gedichteneen verbinding van bizondere indruk en algemeeneidee, een zekere al of niet nadrukkelijk uitgesprokeneenheid waarin de dichter zich met groep, yolk ofmenschheid voelt opgenomen .

Totdat, met het begin van de nieuwe eeuw, dieeenheid langzamerhand het overwicht krijgt.

Wie later de bedoelde gedichten bestudeert, zaldaarin het bezinken van indruk tot voorstelling, endaarna het nadrukkelijker overheerschen van degeest -- een ook tegenover zijn voorstellingen zichin vrijheid afzonderende geest - gemakkelijk kunnenaanwij zen.

Hij zal dan tevens opmerken wat ermee samengaat :een terugwijken van het woord voor de volzin .

Page 52: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE 49

Zin- en zenuwgevoel uiten zich door het woord, -de diepere eenheid van de geest drukt zich in devolzin uit .

De afschuwelijke -- want onjuiste - term ,woord-kunst" is wel alleen daardoor ontstaan dat men inhet woord en niet in de volzin een primaire vormvan uiting zag .

Naar mijn meening is sinds verscheiden jaren hetoverwicht van een geestelijk beginsel in de neder-landsche poczie verzekerd. Niemand denkt er meeraan dat van de indruk, in meerdere mate dan vangemoed en geest, de dichter zou hebben uittegaan .

Dat hiermee evenwel alles gezegd is, geloof ik niet .De Individualist, doordat hij de neiging heeft, zich

van andere individuen los to maken, loopt gevaarzich ook los to achten van dat algemeene leven,waarvan hij en zij verschijningen zijn . Hij zal, omzich zijn andersheid bewust to worden, zich telkensmeer naar de veelheid van de uiterlijke dingen wen-den, en telkens minder naar het eene Innerlijk. Maarterwijl hij zoodoende zijn daadkracht het overtui-gendst tracht to doen blijken, is hij inderdaad lijdend .Hij is genoodzaakt alles to ondergaan, alleen opdat hijzichzelf zeggen kan. Hij drukt „zich" uit, maar vindtin dat „zich" niets anderssals indrukken. Hij wordt dedichter van het Lijdende, de kunstenaar van hetImpressionnisme.

Ik weet niet of aan alle individualisme noodzakelijkdoze ontwikkelingsgang eigen is, maar het beeld komtzeker overeen met onze nederlandsche ervaring .

De dichter daarentegen die zijn geest in het alge-meene leven voelt opgenomen, zoekt zijn kracht nietin het onderscheiden zijn van anderen . Hij heeft ergeen behoefte aan zich zijn andersheid bewust toVerwey, Prom II

4

Page 53: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

50 DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE

maken . Hij weet dat, hetzij hij in zich of om zich ziet,hij niets anders dan verwantschap vindt, verwant-schap met het leven in hem, verwantschap met deschepselen die, als hij, door het leven zijn voortge-bracht. Hij ondergaat niet, hij doet, want iedere aan-raking buiten hem en iedere verzinking in hem zijneen versterking van die persoonlijkheid die door alde krachten van zijn gemoed en zijn geest gevoedwordt, en die boven de individu en diens zin- enzenuwleven blijvend verheven is . Hij voelt zich -als zulk een aan al de wisselingen van de wereld ont-trokken persoonlijkheid - een vorm van leven, diealleen al doordat hij bestaat leven uitdrukt. Zijngeest is vorm, levende vorm . Zijn dichterschap isde voortdurende daad vorm uit to drukken, die volis van leven. Hij is de dichter van het werkdadige, dekunstenaar -zoo ge wilt -van het Expressionnisme .

Nu geloof ik dat tot het begrip van een dergelijkdichter- en kunstenaarschap sommige jongeren onderons genaderd zijn, en dat uit dit begrip uitlatingenals die van Gossaert en Bloem moeten verklaardworden.

V

De ware beteekenis van jongeren voor een dichter-lijke beweging, wordt niet bepaald door de matewaarin zij aan een zekere poetische norm trouw blijven,maar door de levenskracht van hun oorspronkelijkeafwijking. Geen dichter doet meer, dan de werelddie hij omvatten kan, in de vormen van zijn poezievereeuwigen. Een beweging ontstaat alleen door zijnsamenwerking met anderen . Hij die daarin leider ge-noemd wordt, moet oog hebben voor alle waardendie haar versterken ; maar alle deelgenooten (hijzelf

Page 54: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE RICHTING VAN DE HEDENGAADSCHE POEZIE 51

inbegrepen) hebben overigens niets to doen danuitdrukking to geven aan eigen innerlijk. Het kanzijn dat op een zeker oogenblik de richting die debeweging nemen zal niet het duidelijkst in de leider,maar in jongeren kenbaar wordt, en dat zij haaruitspreken. De taak van de leider is dan het richting-gevend gezag van hun uiting in to zien en hun eigeninzicht in henzelf of to erkennen of to verhelderen .Hij moet niet verschrikt opspringen en uitroepenbier is een afwijking van mijn bedoelingen, maar hijmoet zeggen : bier is zeker een afwijking van derichting die onze beweging tot nu toe gehouden heeft,maar laat ons zien of deze afwijking levenskrachtigis. Is dit het geval, dan kon het wel eens zijn dat deafwijking richting gaf.

Ik zei in bet begin van dit opstel dat er nog andereverschijnselen in de nederlandsche dichtkunst vande laatste j aren samengingen met Gossaerts enBloems beweringen. Ik doelde toen op een voorliefdedie in de poezie van de jongste dichters duidelijkmerkbaar is. Op die voor de voizin namelijk . Dat dievoorliefde bestaat zal niemand verwonderen . Deontwikkeling van onze poezie bleek ons juist op deheerschappij van de voizin uit to loopen . Indien dusin het werk van de j ongeren niets anders merkbaaris dan een oppermacht van de voizin, waaraan betwoord is ondergeschikt geworden, dan is daarin nietsdat ons verrassen kan, en zelfs is er geen reden tospreken van afwijking.

Toch is er een reden waarom van oudere tot jongerein onze beweging wel zeer bizonder van afwijkingsprake is. Zij ligt alleen in het feit dat de jongere alsvorm van uitgang heeft wat bij de oudere aan beteind staat van eerr ontwikkeling.

Page 55: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

52 DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE

De oudere, van jaar tot jaar zin en zenuw be-heerschend, indruk sublimeerend tot voorstelling,woord onderschikkend aan volzin, bereikt eindelijkdie onmiddelijke uitstorting van innerlijke beweging,waarin de geesten van een tot ontroering vervluch-tigde werkelijkheid als het ware de kanalen vullenvan zijn volzinnen . Zijn volzin is niet anders, hij kenthem niet anders, dan als de vorm waarin zijn heeleleven aanwezig is, en daarvan ononderscheidbaar .

Anders is het met een jongere . Zijn dichterschapontwaakte in het tijdperk waarin de woord-cultusverdreven en verdwenen is. Hij heeft niet het gevoel,maar de geest hooren huldigen. Hij deelt de werk-dadigheid die in de dichters onder zijn tijdgenootenhun vroegere lijdelijkheid vervangen heeft. Hij be-wondert de volzin als uitdrukking van die geest endie werkdadigheid. Hij vindt hem, wanneer hij schrij-ven gaat en zoekt naar wat door zijn omgeving ver-staan zal worden, als primaire vorm van zijn dichter-schap in zich aanwezig. Hij voelt zich als geboren metde volzin, zooals een vorig geslacht zich geborenvoelde met het woord.

De volzin op zichzelf, en daarmee een element,niet enkel van poezie, maar zeer bizonder van wel-sprekendheid, is hem - in onderscheiding van zijnvoorgangers - als aangeboren.

Ik wil hier, als op het duidelijkste voorbeeld, opde poezie van Van Eyck wijzen .

Van zijn eerste optreden of bleek niet alleen devolzinbehandeling Van Eyck eigen, maar hij toondezich een virtuoos erin. Sloot hij zich aan bij eennederlandsch voorganger, dan bij Karel van deWoestyne, niet in diens verbrokkeling en verfijningvan indrukken, maar in zijn zware en zwierige, soms

Page 56: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE P0EZIE 53

naar het retorische neigende vers. Was er troebelheidin zijn gevoel, klaarheid was er in zijn gedachte, enindien de zwoelheid van zijn zinnelijkheid hem be-nauwde, redde hij zich in de doorzichtige helderheidvan de allegorisehe teekening. Soms was het diepergolf van belangeloozer aandoening die zijn verzenvulde, dan krachtiger drift van omvattender ver-zinnebeelding die hun lijnen leidde, maar altijd washet de volzin die in al zijn dichten als het vrije entevens noodzakelijke, als het vooraf gegevene engesehapene, doorklonk en zich kennen deed. Dezevolzin was er niet het eenige, maar wel het diepsten het meest-wezenlijk levende, datgene waarin heteigenlijk scheppend vermogen van zijn dichter scheenovergegaan en dat door altijd weer nieuwe en ver-rassende windingen van de aanwezigheid van datvermogen getuigde .

Zulk een tot op zekere hoogte afzonderlijk bestaanvan de lijn herinnert - vooral wanneer we 't instrofische gedichten waarnemen waarbij de indeelingvan het kader vooruit gegeven is -aan die arabesken-kunst waarin de eene slinger de andere schijnt voortto brengen, zoodat elke volgende evenzeer verrassendals natuurlijk lijkt. Dan moet evenwel bedacht wordendat de volzin-lijn, anders dan de arabesk, een doorons gemaakte abstractie is. In werkelijkheid leeftde volzin niet als lijn, maar als klanklichaam, ende herinnering aan de arabesk kan alleen dienen omons opmerkzaam erop to maken, dat een poezie alsdie van Van Eyck, in de richting gaat van het dekora-tieve, het vlak-vullende, in tegenstelling tot hetkonstruktieve, het in de ruimte bouwende .

Zijn nu de uitdrukkingen dekoratief en konstruktief,of laten we zeggen bouwend en sierend, alleen toe-

Page 57: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

54 DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE

passelijk op de beeldende kunsten? Of hebben zijook een zin in de poetische ?

Ik geloof dat men in de dichtkunst altijd kanspreken van een van binnen naar buiten overgebraehtbeeld, en ook altijd van een van binnen naar buitenovergebrachte beweging . Ieder gedicht drukt ge-deeltelijk beeld, gedeeltelijk beweging uit . Maarhoofdzakelijk beeld, dan is het begrijpelijk dat menhet gebouwd of gekonstrueerd kan noemen . Enhoofdzakelijk beweging, dan is het natuurlijk datde bewegings-lijn naar voren treedt wier golving deindruk van dekoratief of sierend maakt .

Niet waar het uittebouwen beeld voortdurend dedichter het inhouden van zijn beweging en het over-gaan van vlak naar vlak tot plicht maakt, kan menmet Gossaert van de „door de ontroering hartstochte-lijk geworden rede" spreken, die „de potentie van hethartstochtelijk woord" nabijkomt, maar wel is ditmogelijk als de beweging, hartstochtelijk en sierlijk,zich in de taal poogt voort to zetten .

Het is een fout, als men, die beweging to zeerscheidende van haar gevoels- en klanklichaam, zichhaar voorstelt als voor haar wendingen oorspronkelijkeof geijkte beeldspraak vindend ; maar toch is hetwaar dat men zich haar, met Bloein, als de bezielervan zelfs overgeleverde vormen denken kan .

Niet een poezie waarin het beeld, maaT wel eenewaarin de beweging hoofdzaak is, doet zich kennenals verwant aan de welsprekendheid, schept de moge-lijkheid van wat men ,groote dichterlijke stijl" zoukunnen noemen, gedichten van lange adem, waarin alseen dynamische kracht de energie van de dichter, zekervan haar gang over en door betrekkelijk vaste vormen,de zware massa van de taal weer tot leven brengt .

Page 58: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE RICHTING VAN DE HEDENDAAGSCHE POEZIE 55

Van deze soort gedichten vond men van oudsherbij de Franschen grootsche voorbeelden . Aan hunmakers vergeeft men ook om de macht en de sterktevan hun breede beweging menige retorische vulling,die in hun arbeid toch maar bijkomstig is.

Zijn dus mijn beschouwingen juist - en ik hebgetracht ze zoo overzichtelijk to stellen dat ieder zemet zijn ervaringen vergelijken kan - dan moet deoorzaak van Bloems en Gossaerts beweringen, zooalswe die zagen in verband met de arbeid van jongerennit wie ik Van Eyck als voorbeeld nam, hierin gezochtworden, dat bij die jongeren de nadruk minder ophet beeld en meer op de beweging wordt gelegd .Het werd ons tevens duidelijk dat dit na de ont-wikkeling van de nederlandsche poezie gedurendede laatste dertig jaren geen onnatuurlijke wendingzou beteekenen. Maar een wending is het, een af-wijking, en die als zoodanig recht heeft haar aan-spraak op erkenning to zien ingewilligd zoodra wegelooven dat ze levenskrachtig is .

1912.

Page 59: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

VEREENIGING VAN KUNSTENAARS

Vereeniging van kunstenaars - ook van dichtersen schrijvers - kan tweeerlei zijn : of met stoffelijkeof met geestelijke doeleinden . In het eerste geval ishet wenschelijk dat zich een groot aantal, in hettweede dat zich een keur van personen aa,neensluiten .

Stoffelijke doeleinden, als : het vormen van eenkas waaruit zieken en behoeftigen geholpen worden,het verkrijgen van een beschermende wetgeving ; hetbevorderen van de verkoop en in het algemeen hetbekendmaken bij de menigte ; - al zulke doeleindenworden beter bereikt naarmate de groep die ze be-geert grooter is.

Geestelijke daarentegen, als het zuiveren vaneen bedorven smaak, het bewondering vragen voornieuwe kunst, het geestdrift opwekken voor oor-spronkelijke denkbeelden, zijn altijd het best be-reikbaar voor weinigen, terwijl een verbinding vanveel elementen het streven ernaar moeielijk, zooniet vruchteloos maakt.

Niemand zal zich hierover verwonderen die be-denkt hoe iedere vernieuwing van smaak, kunst endenkbeelden altijd het werk geweest is van enkelen,altijd van zeer kleine gemeenschappen is uitgegaan,en met haar doel - de erkenning door het grootepubliek - ook tevens haar ondergang en verwordingvond.

Zoolang daarom zulk een vernieuwing werkelijklevend en werkzaam is, zullen zij die haar teweeg-

Page 60: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

VEREENIGING VAN KUNSTENAARS

57

brengen voorzichtig zijn in hun keus van de personenmet wie zij zich vereenigen . Het is hun niet to doenom meeloopers, maar om genooten en geestverwanten,dat wil zeggen : lieden die door aanleg, talent enkarakter elk een schakeering vertegenwoordigen vandat nieuwe leven waardoor ze verbonden zijn . Zijzoeken hun kracht niet in aanhang, maar in dezuiverheid en eensgezindheid van die verbintenis . Zijweten, dat de wereld steeds erop uit is het nieuweto weerstaan, eerst door het openlijk to bestrijden,dan door zich de schijn to geven als was ze alreedsin het bezit ervan . De laatste weerstand is de ge-vaarlijkste. Wie de schijn aanneemt anders to zijndan hij vroeger was is vaak moeielijk to onderscheidenvan de in werkelijkheid andere . De menigte zietzeker tusschen de twee geen onderscheid . Waaroverstrijdt gij toch? begint haar roep to worden . Gijziet immers, het nieuwe is door uw vijand aanvaard .Zijt gij niet eigenlijk een spelbreker? - Het behoeftgeen betoog dat tegenover deze loochening van onder-ling verschil alleen het nog scherper en nog nadrukke-lijker handhaven van het bestaande onderscheid baatkan brengen. De keus uit hen die zich als bondgenoo-ten aanbieden moet nog strenger worden . De bondvan verwanten moet nog meer dan vroeger eenstrijdende gemeenschap zijn .

Zij daarentegen die zich vereenigen tot het be-reiken van stoffelijk voordeel plegen elkander geeneisch to stellen. Zij kunnen het niet en zij mogen hetniet. Elk die schrijft, schildert, bouwt, komponeertof beeldhouwt is van de hunnen, mits hij het wenschten zich verplicht tot een jaarlijksche bijdrage. Voorzijn belangen zal gezorgd worden, even trouw wan-neer hij een doode of een levende gedachte aanhangt,

Page 61: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

58

VEREENIGING VAN KVNSTENAARS

even onpartijdig wanneer hij kunst namaakt ofmaakt. Dit is billijk omdat bij zijn toetreden tot devereeniging hij afstand gedaan heeft van zijn persoon-lijke eigenaardigheid. Hij komt daar niet als kunste-naar, maar als verkooper van voortbrengselen . Opde markt waar die voortbrengselen gekocht wordenstaat hij - in onze wereld van vrije mededinging -met alle anderen gelijk. Geen kunstenaar heeft hetrecht zich to bekiagen dat, bij gelijke beschermingdoor de Wet en door zijn vereeniging, de kunst nieten de schijnkunst wel verkocht wordt. Integendeelmoet hij het goedvinden, het in het belang van zijnvereeniging achten, dat zooveel mogelijk schijn-kunstenaars zich bij zijn vereeniging aansluiten enzoo haar kas en haar invloed grooter maken .

Zegt iemand dat dit hard is?Dan bedenke hij dat voor niets niets verkregen

wordt. Wie stoffelijk voordeel wenscht moet bereidzijn tot opoffering van geestelijk. En omgekeerd. Devraag is zelfs of een vereeniging van kunstenaars diestoffelijke belangen voorstaat niet noodzakelijk detegenpartij zijn moet van een die geestelijke op zichneemt.

IT

Een goede idee die een slechte werking had, is degemeenschaps-idee. Met ingenomenheid hebben wijgezien hoe de gedachte dat ieder mensch alleen inde wereld staat en een strijd van een tegen allenvoert, verdrongen werd door die andere dat iederaan allen verbonden is. Het geloof in die gemeenschapen het gevoel ervoor deden ook kunstenaars uitziennaar verbintenissen waarin de waarheid die zij

Page 62: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

VEREENIGING VAN RUNSTENAARS

59

innerlijk beseften, ook uiterlijk zichtbaar werd endoor hen beleefd kon worden. Partij, Kerk, Vereeni-ging, - werden de wachtwoorden van die zoekenden .Dat de Kunst in zichzelf dit alles is, vergaten zij .Staatkunde, godsdienst en standsbelang werden degoden waaraan zij haar ten offer brachten . Gemeen-schap! riepen zij . Gemeenschap met de om staats-macht strijdende menschheid, met de in kerken ge-knielde geloovigen, met allen die hun brood verdienendoor schrijven, schilderen, komponeeren, bouwen enbeeldhouwen. Gemeenschap met hen die goede kunstmaken, zei niemand. En ook zei niemand: gemeen-schap met hen die het nieuwe leven uitdrukken dooroorspronkelijke gedachten. Kunst en Geest, die tweeopperste en onvergankelijke machten, schenen uit desfeer van de gemeenschaps-idee uitgesloten . Zij alleenkonden niet, door middel van ingeboren aantrekkings-kracht, hun belijders rondom zich vereenigen .

Zoo scheen het alien die zich om andere redenendan kunst- en geestesgemeenschap aaneensloten .Maar of ze gelijk hadden? Ik zou mij zeer moetenvergissen als niet nu reeds menigeen die bij partij,kerk of kunstenaarsvereeniging zijn heil zocht, totde erkentenis is gekomen dat hij daar geen bevredi-ging vindt. Bij een partij niet, - omdat het strevennaar de staatsmacht niet op den duur voor kunste-naars - voor dichters en schrijvers - een doel kanzijn. Bij een kerk niet, - omdat de gebondenheidaan welk dogma ook, zoodra het eenmaal waarlijkdogma werd, een beletsel voor het scheppende levenis. En niet bij kunstenaarsvereenigingen, die, zooalsde hedendaagsche, alleen het stoffelijk en stands-belang van hun leden in het oog houden en niet zienop de voortreffelijkheid van het werk .

Page 63: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

60

VEREENIGING VAN KUNSTENAARS

lets anders wordt het wanneer een groep vankunstenaars, van dichters en schrijvers, zich samen-voegt omdat ze zich in kunst en geest verwant voelen .Ze blijven dan klein in aantal, maar zij kunnen hunkunst, hun gedachte, zonder belemmering dienen . Zijhebben geen rekening to houden met de stoffelijkebelangen van een meerderheid . Zij ontgaan de kansop een beschuldiging als onlangs tegen de inrichtersvan de Amsterdamsche Vierjaarlijksche werd inge-bracht : dat zij uit „een dingen om de dankbaarheiden bijbehoorende stem, ook voor de toekomst"onbeduidende inzendingen hebben opgenomen „vande middelmatigen en minderwaardigen, die immersde meerderheid vormen in de vereenigingen" . Vooralles - zij leven in de ware gemeenschap .

Dit mag wel eens met nadruk gezegd worden. Dekunstenaarsvereenigingeu die uitsluitend een stoffe-lijk doel beoogen trachten hun invloed uit to breiden.Dit is hun recht. Een aantal van hen verbinden zich .Dat is een daad die in de reden ligt. Zij streven - enwij gunnen hun die van harte - naar een indruk-wekkende vertegenwoordiging in een gemeenschappe-Iijk kunstenaarshuis . Dit is alles zooals het behoort,mits zij de ware gemeenschap van kunstenaars, diewelke op verwantschap van kunst en geest berust,die welke het voortbrengen van goede kunst enoorspronkelijke gedachten wil bevorderen, in haarrecht laten en haar geen afbreuk doen .Niet lang geleden verzond het bestuur van de

Noord-Nederlandsche Vereeniging van Letterkundi-gen een rondschrijven. De slotzin was de volgende :,,Bij de toelating van collega's neemt het Bestuuruitsluitend in aanmerking, of zij arbeid, in welkenvorm ook, hebben voortgebracht, hetzij als boekwerk,

Page 64: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

VEREENIGING VAN KUNSTENAARS

61

drama, bijdragen in tijdschriften of wat dan ook, datals letterkundig werk kan worden aangemerkt ."De laatste tien woorden zijn welsprekend . Men moeteen letterkundige zijn om zoo duidelijk to kunnenuitdrukken, dat het nict to doen is om de kunst maarom vermeerdering van het ledental . Wie zal zeggendat dit niet geoorloofd is! Maar wie zal niet tevensinzien dat er kunstenaars zijn die een dergelijk kwee-ken van wat-dan-ook-geschreven-hebbende letter-kundigen niet willen bevorderen. Zij voelen daar geenroeping toe. Zij zwijgen en onthouden zich. Of hetBestuur nu ook geneigd is het gedrag van die ont-houders to billijken ? Wel zeker niet. Gij, hollandscheauteurs, - zegt het - die nog geen lid of geen lidmeer zijt, komt ,in de bedenkelijke positie de vruch-ten to plukken van den arbeid eener Vereeniging, diegij door, onbewuste of bewuste, passieve tegenwer-king" schaadt .

Geen oogenblik is het in het Bestuur opgekomenof niet noodzakelijk door het kweeken en in haarVereeniging stem geven van slechte letterkundigen,de kunst en daarmee ook de stand van de letter-kundigen geschaad wordt, - het ziet alleen de schadeaan zijn Vereeniging .

Dit is onbescheidenheid.En daartegenover komt het mij hoogst gewenscht

voor met nadruk to doen opmerken dat de stoffelijkegemeenschap niet de eenige is .

Er is ook een geestelijke, ook een die wel eischenstelt, een die kunst en gedachte zelfs voor het aanzienvan de kunstenaarsstand wil bevorderd zien, ja diegelooft dat, beter dan door wat ook, dat aanzienwordt bevorderd door voortreffelijke kunst.

Wanneer de bestaande vereenigingen, gezamenlijk

Page 65: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

62

VEREENIGING VAN KUNSTENAARS

vergaderend, zich als een parlement van kunsten be-schouwen, wanneer zij zich aan Regeering en Stads-bestuur aanbieden als het raadgevend lichaam inkunstzaken, wanneer zij, in een woord, willen door-gaan voor de eenig-mogelijke vereeniging van kunste-naars, dan matigen zij zich, mijns inziens, een gezagaan, dat niet van hun bevoegdheid is.

Gezag in zake van kunst kan nooit worden toever-trouwd aan de meerderheid van alle zich-kunstenaars-noemenden.

Indien dit gezag moet toekomen aan een meerder-heid, dan alleen in een vereeniging, die op grond datze niet stoffelijke doeleinden heeft maar geestelijke,aan de toelating tot haar lidmaatschap hooge eischenstelt.

III

Bij de bespreking van dit onderwerp staan tegen-over elkaar twee groepen denkbeelden, die we onderde woorden Vak en Roeping brengen. Allen die lidworden van een vereeniging, zijn vakgenooten ; maarniet allen kwamen uit roeping tot het vak . Er zijnberoepen en bedrijven waarin van roeping weinigsprake is. Diamant-bewerker, treinconducteur ofhavenarbeider wordt men uit roeping zelden . Tochbehooren de genoemden tot vakken van grootemaatschappelijke beteekenis . Toch zijn hun vereeni-gingen, hun vakbonden, omvangrijk en invloedrijk .

Het is alweer de verkeerde werking van een goeddenkbeeld dat de vakbonden-vorming van onze tijdwerd uitgebreid tot de kunstenaars, zonder dat metde eigenaardigheden van hun vak rekening gehoudenwerd. Er is geen reden om ook hun bedrijf niet een

Page 66: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

VEREENIGING VAN KUNSTENAARS

63

vak to noemen. Het heeft zijn gereedschappen, zijnmiddelen van uitvoering, zijn gunstige en ongunstigeomstandigheden, zijn arbeid en zijn op de markt tobrengen werkstukken . Maar wie een kunst enkelbeoefent als vak wordt nooit een kunstenaar . Hijdie dit wel is, weet dat onbedwingbare, heilige roepingalleen - een genade en geen gevolg van inspanning-hem in staat kan stellen zijn vak recht to doen. Eengoed gedicht, een good schilderij en welk ander goedkunstwerk ook - dood-eenvoudig goed en nietsmeer -- kan alleen worden tot stand gebracht doorwie de bezieling van die roeping in zich heeft . Datwat aan het vak van een kunstenaar zijn waardegeeft, is de roeping, en niets anders .Deze zeldzame verhouding nu, wordt door hen

die kunstenaarsvereenigingen inrichten als simpelevakbonden, volstrekt over het hoofd gezien.

Is dit uit onkunde ? Uit gemis aan inzicht ? Ikgeloof het niet. Veeleer is het de naieve uiting van eenlevensbeschouwing. De stoffelijke zij van de werelddrong in onze tijd zoozeer naar voren en er viel aanhaar zooveel to ordenen, dat de menschen zich eraan gewend hebben haar to beschouwen als de eenige .Werktuigelijk verliep alles, langs de lijnen van deoorzakelijkheid, volgens vaste doelstelling. Pat hetleven niet enkel op deze uiterlijke wijze, maar ookin ons zich to kennen geeft, en daar veel meer on-middelijk, immers niet langs de weg van waarnemingen gedachte, maar als innerlijk gezicht, - dat vergatmen. Van het bestaan van een niet-kontroleerbaarleven wilde men niets weten. Men zou niet gewetenhebben wat er mee aan to vangen . De methoden vanordening, die men met zoo goede uitslag tegenoverde heele overige wereld aanwendde, konden er, immers

Page 67: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

64

VEREENIGING VAN KUNSTENAARS

juist omdat bet onkontroleerbaar was, niet op wordentoegepast . Het zou alleen kunnen gekend wordendoor ingeving, en verstaan als een verborgenheid .Nu zal niemand loochenen dat men bij tal van

vakken met ingeving en verborgenheid weinig heeftuit to staan. Maar vraag uzelf eens of hoe zich totdie beide de kunst verhoudt . Ieder weet dat demeest onmiddelijke vorm waarin zich bet leven alseen verborgenheid to kennen geeft, de menschelijkeverbeelding is : de geheimzinnige macht waardoorde mensch zich als eenheid voelt, deel heeft aan betleven van anderen, in zich helder ziet wat buitenhem een chaos blijft. Ieder weet ook dat bet over-brengen van die macht in een kunstwerk geen wille-keurige daad is, dat bet oogenblik van de bezielingdoor geen dichter verhaast kan worden, dat hij voorde oorsprong van zijn gedichten nooit een bevredi-gender verklaring weet aan to wijzen, dan : een in-geving .

Zoo is de kunstenaar - of laat ik liever zeggende dichter in de kunstenaar - dus van nature eenerkenner van de levens-verborgenheid, en een vaningeving afhankelijke . Omdat hij die ingeving ver-wekken noch beheerschen kan, maar haar dienaaris, daarom voelt hij zich als een die een roepingheeft, meer dan als een die een vak beoefent . Nietszal hij zoozeer duchten als bet gevaar uit vak-bekwaamheid werken to vervaardigen waartoe hijdoor de ingeving van zijn roeping niet onbedwing-baar gedreven werd.

Stel nu zulk een voor, zich met andere kunstenaarsto vereenigen. Zal hij daartegen bezwaar maken ?Integendeel ; hij zal bet wenschen. Hij weet dat hoeminder menschelijks hem vreemd is, hoe dieper en

Page 68: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

VEREENIGING VAN KUNSTENAARS

65

rijker zijn kunst zal zijn . Hij zal de gemeenschap metmenschen zoeken, en niet het minst die met kunste-naars. Hij voelt dat hij een geluk en een krachtontberen zou als hij alleen stond en zich niet inhet begrip en het meegevoel van zijn genooten konspiegelen. Hij aanvaardt niet alleen, maar hij zoektmet zulke genooten de vereeniging. Hun doel zalzijn : zich to sterken aan elkanders arbeid en oordeel,elkanders meeningen to zuiveren en to verruimen,scherp to onderscheiden tusschen kunst en schijn-kunst, leeken to doordringen van de heiligheid vande een en de onwaardigheid van de ander, temiddenvan al wat in de wereld beweegt en zich opdringten ruimte vult, plaats en erkenning to vragen voordat eene edele, waarvan zij gelooven dat het hetzout van de wereld is, nooit op to houden met debelijdenis, door hun werk, van dat geheimnisvolleleven dat hen geroepen heeft .

Zoo verstaan zij vereeniging .Maar hoe denkt gij dat zij zich gestemd voelen

als kunstenaars tot hen komen, die zeggen: met uwarbeid, oordeel en meeningen hebben wij niet tomaken, kunst en schijnkunst wenschen wij niet toonderscheiden, of de een door de heiligheid van eenroeping, de ander door vrije of toevallige keus totons vak gekomen is, verscheelt ons niet : alien zijnwij vakgenooten, alien hebben wij belangen gemeen,verkoop, wettelijke bescherming, ondersteuning vanons en onze weduwen. Daartoe willen wij ons ver-eenigen. - Een nuttig doel, zullen zij zeggen, eneen maatregel van voorzorg die in beoefenaars vanalle vakken lofwaardig is . Maar doel en maatregeldie juist in ons vak niet denkbaar zijn zonder mis-kenning van het beste waardoor het kunstenaarsvakVerwey, Proza II

5

Page 69: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

66

VEREENIGING VAN KUNSTENAARS

zich van alle andere vakken onderscheidt . Dit vakberust op roeping. Dit vak duldt niet zonder schadeeen vereeniging waarin roeping en geen-roepingworden gelijkgesteld . Wij willen niet, ter verkrijgingvan stoffelijke voordeelen, ons geestelijk goed ingevaar brengen.

IV

Het is een niet geringe winst dat in onze dagenafdoend is aangetoond hoe vaak materieele belangenzich verkleeden als ideeele . Ondanks het ontstellendgebrek aan eerbied dat er het gevolg van is, moetmen het wel prijzen dat partijen en bonden die hettastbare belang van hun leden tot richtsnoer nemen,daarvoor ook uitkomen, en bij hun tegenstandershet lichaam van eigenbaat aanwijzen, overal waarhet door ideologische flarden omhangen is . De levendeideeen van een tijd varen daar wel bij . Zij zijn deonmiddelijke vertegenwoordigers van het tijdsleven,belangeloos en geweldig, natuurverschijnsels die wer-ken door aantrekking en afstooting . Maar doordatze dit doen, werken zij ook organiseerend . Zij ver-vullen hun opdracht niet, dan wanneer zij zichmenschen, en groepen van menschen, vormen totwerktuigen. De aldus gevormde bonden onderscheidenzich scherp van de zooeven genoe mde andere . Endeze, omdat zijzelf de onwaarachtige vermengingvan schijn en wezen hebben gedoodverfd, kunnenniet anders dan de zuiverheid van dat verschil opprijs stellen en . meewerken om het to handhaven .

Uit deze ideeele bonden is to alien tijde iederevernieuwing ontstaan van iedere kunst en iederinnerlijk leven, hetzij men ze cenakel, bouwhut, gild,

Page 70: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

VEREENIGING VAN KUNSTENAARS

67

academie, orde, school of letterkundige bent noemde ;hetzij ze zich afgezonderd hielden en aan een ge-heimleer bonden of zich midden in de maatschappijplaatsten, aan haar beschavingswerk deelnamen enevenzeer strijdbaar waren als voortbrengend. Somskortstondig en van maar losse door een voorbijgaandgevoel bewerkte samenhang, soms ook blijvend endan geregeerd door duurzamer gemeenschap vandenkbeelden, waren ze altijd de kern waarin hettijdsleven zich bewoog en waaromheen het zichvormde, altijd het zekere teeken dat dit leven inbeweging was. Alleen als na voltooide vorming debeweging scheen to eindigen, versteenden of ver-dwenen zij, om onmiddelijk weer levend en werkdadigto verschijnen zoodra er gisting ontstond die totklaring dreef. Zij bewaarden de overlevering, kweek-ten de nieuwe vormen, leerden de j ongeren eerbieden bewondering als hoogste deugden en wakkerdenin hen de liefde aan voor schoonheid en edelheid.Wat in de wijde maatschappij als een belachelijkeuitzondering voorkomt : het werk liever to hebbendan het geld, was in die kleine gemeenschappen regel .Zij die erin opgroeiden droegen levenslang de in-drukken die ze er ondergingen met zich als een ge-weten.

Wie zal het misprijzen dat, zoodra er sprake isvan zich to vereenigen, kunstenaars naar zulke bon-den terugdenken. In onze j eugd kenden we er een,los gevoegd, maar toch van onvergelijkelijke werking .Vinden zij die ertoe behoorden, en die nu van geenvereeniging weten dan ter bereiking van stoffelijkedoeleinden, niet dat ze iets verloren hebben ? Latenzij dan uit hun herinnering de kracht putten om hento vergeven die hun vereeniging afwijzen. Het kan

Page 71: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

68

VER EENIGING VAN KUNSTENAARS

wel zijn, hoewel het niet bewezen is, dat zulkenzijdelings eenig voordeel genieten uit het bestaanvan uw vakbonden. Maar wie zal zeggen of de op-offeringen die zij zich nu getroosten niet even grootzijn als die gij in uw geestdriftige jeugd voor uwidealen overhadt, en of hun werken voor de kunstniet, zoo goed als het uwe, een gewin zal zijn .

1912.

Page 72: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

AUG.VERMEYLEN

Het onmiskenbare bij Vermeylen is de veerkrachtigemannelijkheid die in zijn stem en zijn stijl, zijn be-wegingen en wendingen, in zijn heele persoon zit,en die maakt dat ik altijd met genoegen naar hemkijk als naar een paard van goed ras .

Hij is een gevoelsmensch, zeer vatbaar voor in-drukken, geneigd tot overwegingen, tot tobberijenzelfs, maar die altijd al heel spoedig zijn krachtweer bij elkander neemt tot een daad. En in diedaad verliest hij wat hem in de overweging eigen was :ze is onmiddelijk, bruikbaar, in evenwicht met eenomgeving waarop hij werken wil .

Bedenk nu wel dat hij niet allereerst een dichter,maar een denker is . Zijn daden zijn denk-daden . Deoverweging die eraan is voorafgegaan, wordt erinsaamgevat, vastgelegd en uitgesproken . Maar dan,op het oogenblik van het uitspreken, is het waardat er iets dichterlijks meekomt : het voile gevoelvan de persoonlijkheid die gedachten schept .

*De eerste gedachte van Vermeylen - van alle

anderen middenpunt of achtergrond - is deze vanhet al-overtreffende der scheppende persoonlijk-heid. Eenheid, Ziel, Rythmus, Leven, - met welkenamen hij ook het Wezen zoekt to benaderen, hetis altijd hetzelfde als wat in het drama Starkadd 1) van

1 Zie over dit werk de studie in mijn Stifle Toernooien .

Page 73: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

70

AUG. VERMEYLEN

zijn vriend Hegenscheidt hem zoo treffend belichaamdscheen .

,,Beteekent een groot kunstwerk dit of dat, rede-neert het zus of zoo? Het ontstaat niet in het rijkder rede, het is het verstand niet dat zijne vormenbepaalt. Nooit was het iets anders, dan de voorwer-pelijke verwezenlijking van de innerlijkste ziel desdichters. In die innerlijkste ziel - ik kan me nietanders uitdrukken, - in de onmiddelijke aanschou-wing, in die tweede wereld die 't verstand zelfs nietbeschrijven kan, maar wier natuurlijke taal de muziekis, daar alleen wordt het kunstwerk geboren. Enwat daar gebeurt is echter dan alle letterkundigsymbolisme .

,,De kern van het groot Drama is dus eigenlij kniet een „handeling" verzonnen door de verbeelding,een ,intrige" door den geest naar goeddunken uit-geweven: de kern is in die tweede wereld to zoeken,in den innerlijken mensch.

,,War, onder werking en tegenwerking van al detegenstrijdigheden van uiterlijk toeval en eigennoodlot, van al het tijdelijke en eeuwige dat rondomden dichter en in hem brandt en wentelt, kiemt eenwonder gevoel, waarin alles wat zijn drama zal wor-den reeds besloten ligt, - en hij begrijpt zelf datgevoel niet, maar het groeit altijd voort, het wordtvoller en duidelijker, het ontwikkelt zich tot warmerijpheid. Uit dat gevoel van zijn drama zal de,,handeling" zelf geboren worden, en de handelendekarakters, en al de beelden en rythmeeringen vanzang of gesprek. Het is als de onzichtbare dampkringwaarin het drama leeft, het geheele dat zijn een-heid uitmaakt, het midden waarin elk woord zijnjuisten klank geeft, elk gebaar de passende beweging .

Page 74: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

AUG. VERMEYLEN

71

De dichter volgt geen anderea wet, hij luistert naargeen andere stem : bet is, wanneer hij eindelijk „zijndroomen in volle zon ziet heenstappen", de maatvan al wat hij neerschrijft."

Dit scheppings-beginsel, ten onrechte als vanmuzikale natuur gedoodverfd - bet is veeleer vanplastische - maar terecht als bet eigenlijke vande dichter aangewezen, wordt straks in een opstelover Literatuurgeschiedenis ook de beoefenaar vandat vak als hoofdzaak voorgehouden .

,,Eindelijk zijn er in bet groote kunstwerk hoofd-eigenschappen, die nooit zullen passen in scherpekategorieen en vakjesramen, al werden die nog zoospitsvondig ineengezet : buiten alle techniek om,buiten alien ,katalogeerbaren" inhoud, is bet grootekunstwerk bezield door een grondtoon, die bet in zijngeheelheid tot iets eigenaardigs maakt, en dieslechts door de muzikale intuitie kan gevat worden,- een bizondere atmosfeer even geheimzinnig alsbet eenig brandpunt van waar bet gansche werklichtend uit gesproten is, even geheimzinnig als hetwezen zelf van bet leven. In welke schuifla zou,men dat diepe accent rangschikken van een vers vanDante of Vondel, dat accent dat u rechtstreeks endadelijk aangrijpt, wat ook de maat zij en de rhyth-mus, - die stem waar ge aan hoort, zonder to wetenwaarom, dat ze van een man is, die geleefd heeft,bemind, geleden als heel een menschdom, die stem,die oprijst uit de bronnen zeif van bet menschelijke,en in ons weerklanken wekt tot in 't oneindige ?Men meet die niet, men houdt die niet vast in eenphonograaf . . . . Toch is ze een onbetwistbare werke-Iijkheid. Welnu, dat ,nescio quid" vooral maakt deeenheid van een meesterwerk uit, omgeeft bet met

Page 75: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

72

AUG. VERMEYLEN

then stralenkrans van menschelijkheid, die 't vanalle anderen onderscheidt ; slechts in die onbepaalbareatmosfeer, door den diepen en vollen toon van diestem verkrijgt het woord van een groot dichter zijnwerkelijke, zijn wezenlijke beteekenis ."

Als de man die dit schreef zijn stelling bepalen moetin wat men de Vlaamsche Beweging noemt, danrekent hij zich niet tot hen die enkel afweren (nl .het fransche), maar tot hen die verwachten dat hunyolk iets eigens zal voortbrengen. In de eigen voort-brenging voelde hij het zwaartepunt van iederelevenskrachtige beweging, en in het besef daarvande zelfstandigheid die zichzelf bezit en begeert .

Ik geloof dat in de geschiedenis van de VlaamscheBeweging Vermeylen een ongewoon belangrijke figuurzal zijn. Op het oogenblik dat haar romantische,nationalistische vorm was uitgeleefd, heeft hij voorde krachten van het land - vooral geestelijke -oog gehad en sprak het uit op welke wijze zij werkelijken europeesch kon voortbestaan.

Niet door een verouderd verzet van zinledig ge-worden vaderlandslievendheid, maar door een zeerwezenlijk medeleven en medearbeiden in geest enkunst van het werelddeel .,,Wij willen Vlamingen zijn om Europeers to

worden."Dit bezit van iets stelligs als kern en oorsprong

van zijn doen en denken, maakte hem tot de geslagenvijand van slechts schijnbaar vereenigende leuzen enverzamelwoorden, niet alleen in de dagelijkschestrijd, maar ook in wetenschap en bespiegeling . Zijnopenings-les ,Methode in Kunstgeschiedenis" is daarevenzeer een voorbeeld van als zijn ,Kritiek derVlaamsche Beweging", en niet minder dan doze

Page 76: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

AUG. VERMEYLEN

73

zijn korte bespreking van Maeterlinck's La Sagesseet la Destinee .

De laatste heeft bovendien nog iets meer : ze heeftde gemoedstoon die ontstaat uit afkeer van hetniet-gewilde, en die ineens de woorden vindt voorwat Vermeylen wel wil: „de oprechtheid van eenmannelijken kijk in de wereld, - van den eerlijkeneenvoud die niet op formulen teert, maar de dingenzelf liefheeft, en de dingen aanvaardt zooals ze zijn,zonder vreesachtig omzien ."

Waar ik de oprechtheid en aanstonds ook anderedeugden van zijn temperament wil prijzen, moet ikvooraf een tekortkoming ervan aanwijzen . Ze ligtmisschien minder in zijn aanleg dan in de houdingwaartoe hij gedrongen is .

Hij voelt zich de woordvoerder en kampvechter vaneen beweging, waarvan hij zeer goed bevroedt hoezij inwendig het krachtigst zijn zou en die hij naarbuiten zoo krachtig mogelijk wil doen vSorkomen .Als er inwendig aan die kracht iets ontbreekt ofals buitenaf de erkenning niet zoo volkomen is alshij wenschte, dan smart hem dat ; dan wordt hijongeduldig en onrechtvaardig. En in onrechtvaardig-heid en ongeduld verliest hij de juiste blik op deverschijnselen die hem ter harte gaan.

Zoo beseft hij duidelijker dan iemand dat eenwereldleven niet in dorpsnovellen kan worden saam-gevat en dat een waarlijk groote literatuur naar zulkeen saamvatting streven moet . Maar zijn verlangenzoo iets waarlijk-groots door een Vlaming bereiktto zien heeft hem - naar mijn overtuiging - on-rechtvaardig gemaakt tegenover Streuvels . Omgekeerdziet hij helder genoeg om Guido Gezelle to erkennenals de eigenaardig west-vlaamsche dichter en de

Page 77: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

74

AUG. VERMEYLEN

beteekenis van Rodenbach beperkt to achten toteen aanloop in een hoekje van Vlaanderen ; - niet hijis de man om de zoete koek van noord-nederlandschebewondering liever to lusten dan met mannelijkeleeftijd bestaanbaar is ; - toch heeft hij (ik overdrijfhier niet) zoo goed als geeischt dat ook de laatsteNoord-Nederlander hem die koek van de Roden-bach-bewondering zou aanbieden .

Neem u in acht - zou ik hem willen antwoorden -uw ongeduld doet u onbillijk zijn tegenover Noordenen Zuiden. Wat het Noorden betreft : wees tevredendat het, vrijwillig, uw dichters met zoo groote toe-genegenheid is tegemoet gekomen . En neem het aanhet Zuiden niet kwalijk dat het niet nog belangrijkeris dan het al is .

Van dit ongeduld en deze onrechtvaardigheid af-gezien - fouten, zooals ik zei, niet zoozeer van zijnaard als van zijn houding - is het een genoegen develerlei deugden waar to nemen die Vermeylen doorzijn stijl ontplooit. Er is, met name, in de lenigheidvan zijn gevoelig onderscheidende volzinnen eenelement van geestige vroolijkheid dat zich door talvan goedgevonden woorden en uitdrukkingen teeken-achtig kennen doet . ,Beweringen die we maardadelijk bij den schabernak moeten vatten," ,vraag-stukken die ons tegensarren," „langzaam to trek-hielen van het werk tot den schrijver, en van denschrijver tot al wat hem gevormd heeft", een begripdat ,geniepiger" in de hoofden der historici komtspoken, - ziedaar voorbeelden van een beeldendespreekwijs die, behalve zin voor het eigenaardige,ook een gezond humeur verraadt. Elders lezen we :,,Het lijkt me waarschijnlijk dat de heer Renard eengoed deel der gedachten van Hennequin heeft

Page 78: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

AUG. VERMEYLEN

75

uitgesponnen, al noemt hij hem zoo zelden, en dannog als 't ware met een pruilmondje." Op een andereplaats : ,Dit is, goddank, geen wijsheid die u bij dekeel grijpt. Wil maar eenige volzinnen vasthouden :zij slibberen weldra uit uwe handen, met een sierlijkgedein." Dit slibberen met een sierlijle gedein is kostelijk .Als laatste voorbeeld het begin van het opstel,,Partikularisme?" : ,Sedert een paar jaren bimbamter dialekt uit alle Vlaamsche torens. De lekkere wind,die uit den Avelghemschen hoek langs de Scheldescheert, heeft het in jonge hoofden gezaaid, tot in't kille Noorden toe. In zijn klokkenspel gezeten laatTeirlinck de slepende e maar triomfantelijk los-springen waar ze wil, en hier en daar wordt het,,nieuwe geluid" opgevangen. Doch de ouwe heeren,die 't beter weten, beginnen misnoegd to grommen,en zeggen dat al die kwaperterije de toekomst derNederlandsche taal in gevaar brengt ."

Dat de bezitter van een dergelijk schrijftalent ditook wel eens op zichzelf wil oefenen, en niet altijdnaar aanleiding van een boek of gebeurtenis, ver-baast ons niet. Temeer, wanneer behalve de reedsgetoonde, nog een andere gaaf hem eigen is .

In het opstel ,Constantin Meunier" schrijft Ver-meylen zijn indrukken van teekeningen en beelden.Tegelijk noemt hij de algemeene gedachte waardooral die indrukken zijn saamgevat .

,,Het werk van Meunier, zoo (nl. ter bezichtigingin de Brusselsche Kunstkring) bijeengesteld, ver-schijnt als een hymne aan den Arbeid.

,,De schilderijen, teekeningen, pastels en aquarel-len geven ons vooral het dekor waaruit hem eens deopenbaring van zijn kunst to gemoet kwam : hetzwarte land, melaatsch en bar onder zijn laag van

Page 79: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

76

AUG. VERMEYLEN

verdoofde lava, geschramd en geschorst door hetvuur en het wroeten der menschen, met zijn duizen-den schouwen, die rooken naar den naren hemel,waar de zon zelve versmeult als achter een morsigfloers ; en daarin de gedrochtelijke fabrieken en mijn-loodsen, als geniepige beesten nijdig neergehurkt,boven de dorpjes met hun lage, geelachtig gekalktekotten, riekende naar goren kost en smook en ar-moede.,,Een hymne aan den Arbeid ; maar met meer

lyrische kracht nog zingt die uit zijn bronzen beelden .Daar zijn ze: de zwarte zwoeger die kolen loshakt,in de klamme lucht van lampenrook ; - de half-naakte puddeler, wroetend met langen rakel in deopbrieschende fornuizen, of uitrustend, met zwaarhijgende borst, en de plebejische lip die afhangt vanvermoeienis ; - zij zijn er alien, de scheppers vankracht en rijkdom, harde muilen, waar zweet enkolenpulver op plakt, de oogholten als ingevretendoor vlam en duisternis, - de smid, de glasblazer,de scheepslosser, die staal en graan in de havensversj ouwt, dat de wereld het hebben zou, - en deweerharde visscher, en de zwijgende landman, dievan de vroegste tijden of met hetzelfde gebaar overde voren stapt en 't brood voor alien zaait, kijkendmet scherpen blik over de eindelooze vlakten."

Deze gaaf, niet enkel gedachten met verduidelijkingdoor middel van beelden, to kunnen uitdrukken,maar beelden to bootsen die vertegenwoordigersvan gedachten zijn, heeft Vermeylen tot andere enbelangrijker arbeid aangelokt.

De Wandelende Jood is zulk een gedachte-vertegen-woordigende beeldenreeks .De opstandige mensch (Ahasverus) minacht de

Page 80: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

AUG}. VERMEYLEN

77

vrijwillige lijder (Christus), zoekt tevergeefs zich tovereenigen met de stof, zich to verliezen in hetbovennatuurlijke, vindt eerst vrede als hij samenmet anderen vrijwillig het leven lijdt .

Ziehier de gedachte, en - in de tegenstellingAhasverus-Christus - meteen haar beeldwording.

Vier groepen van beelding dus . Eerst hoe Ahasverushet schoenlappertje to Jeruzalem, die alles verwacht-te van Jezus, ertoe komt, gedurende het verhoorvoor Caiphas en Pilatus, de lijder to minachten, „dieeen droom had, en geen zwaard om er een waarheidvan to maken." Maar de blik waarmee, gestortonder de last van het kruis, Jezus hem aanziet, zalhem bijblijven, ook als hij na de kruisiging vluchtmet de zekerheid dat hij nooit weer rusten zal . -Daarna Ahasverus' tocht over de aarde, de onmoge-lijkheid voor zijn onsterfelijke geest om zich metdat aarde-leven to vereenigen, erin weg to groeien .- Dan zijn verblijf bij een kluizenaar en hoe hetverloren gaan in de hemelsche extaze hem beletwordt door de herinnering aan het aardsche lijden .-- Eindelijk zijn leven onder de menschen en zijnontmoeten van een vrouw met wie tezamen hij hetleven dragen wil .

In de eerste groep was het volledige beeld vanzelfgegeven : het bekende verhaal van Ahasverus, inge-lascht in het nog bekendere kruisverhaal. Hetkarakter van de jood die geweigerd had Jezus opto helpen, moest vervormd worden naar de geestdie in nieuwere tijden aldoor de oude overleveringenomschiep : de geest van opstand en hooghartigheid.Tegenover Jezus kreeg zoo de boosdoener van vroege-re eeuwen een eigen waardigheid .Maar in overeenstemming met die waardigheid

Page 81: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

78

AUG. VERMEYLEN

kon hem niet, als de straf voor een vergrijp, heteeuwige loopen worden opgelegd . Uit hem-zelf, onderde invloed van de blik van Jezus, moest dat ruste-loos zwerven opkomen. Zoo gebeurt het dan. Dochnu is Ahasverus ook tevens zijn oorspronkelijkekarakter kwijtgegaan. Het karakter, bedoel ik, datin zijn eeuwigheid gelegen was. Waaraan zou hijdat ontleenen, anders dan aan het bevel van JezusVermeylen gelooft toch niet dat de enkele mede-deeling : Ahasverus wist dat hij nooit meer zourusten, - zijn wezen voor ons dermate verandertdat wij voortaan de eeuwige wandelaar in hem zien ?

Het komt mij voor dat wij hier een grove fout inde samenstelling van het boek grijpen . Van eentijdelijk wezen moest Ahasverus een eeuwig worden .Indien niet door het bevel van Jezus, dan dooromkeering van zijn innerlijk. Maar hoe ook gemoti-veerd of hoe ook ontstaande, deze ontzettende enverbazingwekkende omwaarding van zijn wezenmoest als het feit van zijn leven en als het keer-punt in zijn geschiedenis ons onuitwischbaar zijningedrukt .

Vermeylen doet niets daarvan . Het is als zou hijgedacht hebben : ieder weet voldoende wie de wande-lende Jood is. Maar dergelijke veronderstellingenbaten geen kunstwerk. Daarin moet alles aanwezigzijn, en voor alles het belangrijke. Niets nu - herhaalik - is in het leven van de wandelende Jood belang-rijker dan het oogenblik waarop hij van tijdelijkeeuwig wordt. De afwezigheid van dit moment in hetboek is een fout zoo groot als er eene to maken viel .Als dan ook in de tweede groep Ahasverus'

aardsche reizen ons worden voorgevoerd, dringt niettot ons door wat daarin het angstwekkende is, dat

Page 82: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

AUG. VERMEYLEN

79

hij namelijk al dit tijdelijk bestaan ziet van uit deeeuwigheid.Vermeylen zegt het : „hij stond buiten den tijd

der menschen", - maar waar wij niet begonnenzijn hem als voortaan-eeuwig to voelen, blijft dezemededeeling ons duister. Ze verwart zefs voor ons hetverhaal van avonturen dat overigens met een derge-lijke ontijdelijkheid niets to maken heeft .

Er komt nog iets bij : het besef van in aanrakingto zijn met een eindeloos leven kon ons door de op-eenvolging van zeer veel verschillende tijden zijnbijgebracht. Als de eene voor, de andere na, eenreeks van beschavingen ons getoond waren enAhasverus, honderd levens bij honderd verschillendevolken levend, - ook dan zou onze indruk van zijnwezensverandering niet gering zijn toegenomen. Maarook dit gebeurt ons niet. Ahasverus reist, maar tochniet meer dan men in een zeker aantal jaren doenkan. Dat hij het langer deed - de schrijver toonthet ons niet, maar spreekt ervan . ,Hij zag nieuwevolkeren opdoemen en verzinken" - zegt hij . Alsofook hier weer, tegenover de afwezigheid van hetzichtbare, het enkel gehoorde niet eerder verwarrendwerkt! -

De eenige wijze waarop Vermeylen ons het tijde-looze tracht bij to brengen, is door verbeelde landenen verschijnselen in een adem met werkelijke tonoemen. Maar ten onrechte . Wat wij willen is blijvenin de tijd, om daaraan to weten het ontzettendevan Ahasverus' eeuwigheid .

Door de derde groep : Ahasverus bij de kluizenaar,wordt het hoe langer hoe duidelijker dat er van eentot eeuwigheid verdoemde Ahasverus geen sprake is.De strijd tusschen geestelijke extaze en menscheleed

Page 83: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

80

AUG. VERMEYLEN

die deze zwerveling vult, heeft met dit vonnis nietsmeer uittestaan .

En zoo is het ook in de vierde . Als die zwerveronder arbeiders geleefd heeft en geeindigd is zicheen vrouw to vinden, dan heeft hij aan een kleineschets van hedendaagsch werkelijk leven deelge-nomen ; maar dat hij nu, met zijn vrouw, voort zalgaan to wandelen, wordt door niemand meer alsernst beschouwd .

De jeruzalemsche schoenlapper Ahasverus, denktmen, die zich door zijn opstandigheid de doem vaneen aardsche onsterfelijkheid veroverde, - deze on-tembare werd in het vlaamsche land een braafechtgenoot die nu nog eenigszins het leven van eenvagebond mag voortzetten, maar zonder twijfel, alser kinderen komen, zich ook als burger vestigen,zijn beroep uitoefenen en to rechter tijd sterven zal .Ik geloof dat het van Vermeylen een misgreep

geweest is zijn idee en ervaring van een opstandigejeugd die na vergeefsch her en der dwalen huiselijkevrede gevonden heeft, in de Ahasverus-mythe towillen afbeelden. Die mythe leende er zich niet toe .En met al zijn schrijftalent is hij niet in staat ge-weest dat gebrek to bemantelen .

Want tot nu toe sprak ik van de samenstellingvan het boek en niet van zijn uitvoering.

Vermeylen heeft zich niet alleen het innerlijkideaal voorgesteld van een Ahasverus die zijn heldzou zijn, - maar tevens het uiterlijke van een boekdat, hoewel modern, door zijn toon en geest aan deoude volksboeken zou herinneren .

Zijn opgaaf werd hierdoor in niet geringe mategecompliceerd.Hij had nu : een mythe die zich niet leende tot

Page 84: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

AUG. VERMEYLEN

81

wat hij to zeggen had, en een toon en geest, hem nietvan nature eigen, en die hij nochtans moest trachtennabij to komen.

Geen wonder zoo aan deze complicatie bet boekis verongelukt .Een voorbeeld. Als Ahasverus zijn tocht door de

wereld maakt zien we hem behalve in werkelijke,ook in fantastische streken : bet land van de luis-menschen, de stad der Wijzen, Luilekkerland . Datis nu heel aardig, en bet is juist als in volksboekenen oude geschiedenissen. Maar - er is dit onder-scheid dat de oude schrijvers naief waren en doorVermeylen hun naiefheid wordt nagebootst .

Men vraagt zich dan ook of in welke toon eigenlijkbet boek geschreven is . Er is de ernst van de bedoe-ling Ahasverus tot levens-symbool to maken - ernstvan opzet en die ook in de stijl voortdurend naarvoren dringt . En er is de poging zich de schijn togeven van een antieke ernst, een naieveteiten-ernstdie men niet heeft. Deze poging, dit spel, is eenuiting van bet ironische, en zoo ziet men de toonvan bet boek in een mengeling van ironie en ernstbestaan. De ernst evenwel - we zagen bet - heeftzich niet in de Ahasverus-mythe de gedaante ge-vonden tot zijn belichaming. Aan de ironie wordtde taak opgeladen die tekortkoming to bemantelen .Zij is van de twee de sterkere . Zij dringt zich iniedere groep, in iedere beschrijving, in iedere uit-drukking. Haar rijkdom aan met hupsche geestgevonden spreekwijzen moet doen vergeten dat deernst geen woorden heeft .

Ja, het schijnt zelfs alsof haar woorden moetendoorgaan voor die van de ernst .En daar, op deze proef, waar de taal van bet

Verwey, Prom II

6

Page 85: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

82

AUG. VERMEYLEN

spiegelend en ontledend verstand, van het schrijf-talent, die van de ernstige uiting vervangen moet,daar vind ik dat het werk van Vermeylen bezwijkt .

Lees de allereerste bladzijde :„In lien tijd, 't was toen Onze-Lieve-Heer nog

onder de menschen preekte, leefde er in een kelderkento Jeruzalem een schoenlapper genaamd Ahasverus .Hij was in 't zelfde jaar als Christus geboren, eenflinke opgeschoten kerel van een Jood, met eenbeenderig gezicht en een paar klare kijkers, waareen vlam in stak .

,,Die Ahasverus was niet gelukkig.,,Men verkocht hem geen knollen voor citroenen.

Hij stond gaarne met bei zijn voeten op den grond, enhad nooit met een handvol zout achter de musschengeloopen. Wat niet recht was noemde hij krom, hieldweinig van zeggen, en liet de menschjes leven."

Mijn indruk is : geen toon ; indien men onder toonde uit het hart opwellende stem verstaat . Daaren-tegen, van het eerste woord af, de vermoeiende be-moeienis met het uiterlijk . De eene bizonder-vlaamscheuitdrukking voor en de andere na, moet op haarplaats gebracht . Schoenlapper en kelderwoning moe-ten vooral evenzeer vlaamsch zijn als al het andere .Het talent dat we in Vermeylen's vroegere geschrif-ten hebben opgemerkt overwoekert de eerlijkemannelijke ernst, die we hem, eveneens op grondvan die geschiften, hebben toegekend . Waartoe zouhet dienen dat talent uit bladzijde na bladzijde todoen blijken. Het vertoont zich in dit boek nietanders dan in een strijd met de oorspronkelijke krachtwaaraan onderworpen het schoon zou zijn.

Vermeylen heeft tien jaar geleden een opstel ge-schreven dat zich onderscheidt van al zijn andere .

Page 86: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

AVG. VERMEYLEN

83

,,Eene Jeugd" heet het. Het is een biecht waarvande inhoud vrijwel dezelfde levenservaring is als diehij ook heeft toegedicht aan Ahasverus . Er is in datopstel een gang en een klaarheid als ik, bij Vermeylen,nergens anders vind. Haast een andere stem dan zijngewone. In elk geval, een onder de aandrang zichuit to storten, aarzellooze en onbelemmerde. Ver-beelding is in de woorden niet, maar als de verzinne-lijking van een ongewoon gemoedsverschijnsel, isde klank en de beweging van die woorden zelf eenverbeelding, schijnen ze vrij van hun schrijver,schijnen ze werkelijk die van de vriend op wiensrekening hij ze mededeelt.

Welnu, op de stroom van dit proza is de heeleWandelende Jood een onwezenlijke spiegeling. De eer-zucht het eigendoorleefde tot iets algemeens tomaken, in de biecht geslaagd, schijnt mij misluktin dit beeldgebouw .

Een misgreep, - zeker een die Vermeylen doorander, wezenlijker werk zal vergeten doen ; peen,een die ter wile van vroegere arbeid al vergeten is. -

1906.

Page 87: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HELENE MERCIER : VERBONDENSCHAKELS

Omstreeds 1880 is Amsterdam een brandpunt ge-weest van dichterlijk en geestesleven, en in betrek-kelijk kleine kring werd daar gedurende enkele jarenvelerlei gedacht en uitgesproken wat ook nu nog degemoederen bezig houdt.

Om de waarheid hiervan to gevoelen heeft mennog maar eens de opstellen van Helene Mercier tolezen. Zij zijn niet het werk van een groot denker ofschrijver, maar alleen de uiting van een vrouw dieaan het toenmalige leven, naar de maat van haar doorziekte ondermijnde krachten, een bescheiden maarinnig aandeel nam. Haar onderwerp : wat zij voorzichzelf getracht heeft to veroveren, en wat zij vooralle vrouwen van haar stand zou wenschen. De aan-leidingen waarbij zij schreef: de oprichting van eenLeesmuseum voor vrouwen, de toelating van vrou-wen tot een Hoogeschool, de gedichten en romansvan een paar engelsche dichteressen, een boek overPhilanthropie, vragen betreffende huwelijk en vrou-wen-kiesrecht . In alles dus het naastbijliggende, en- zoo zou men geneigd zijn to denken - het meestvoorbijgaande, datgene wat na een ontwikkelingvan twintig, dertig jaar al lang overleefd moet zijn.Wat maakt het uit langs welke weg j uist deze eeneamsterdamsche vrouw van goeden huize zich vansommige vooroordeelen vrijmaakte en wat zij voorhaar soortgenooten begeerde! Hoe kan het nu nog

Page 88: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HELENE MERCIER : VERBONDEN SCHAKELS 85

belangrijk zijn wat toen gezegd werd over instel-lingen en boeken, die of hun kindsheid to boven ofvoor een goed deel verouderd zijn! Waarschijnlijktoch - in een tijd dat menschen en toestandensneller dan ooit to voren veranderen - heeft datgenewat toen over het voorkomen van die dingen ge-schreven werd, voor ons alleen een anecdotischebeteekenis!

Zoo zou men denken, maar zoo is het niet. Me-vrouw G. Kapteyn-Muysken, die deze nieuwe uit-gaaf van ,Verbonden Schakels" inleidde, heeft vol-komen gelijk als zij zoowel aan de persoonlijkheidvan Helene Mercier als aan haar tijd een beteekenistoeschrijft die zich ook nu nog gelden doet.

Haar persoonlijkheid, - haar ,zieledrift" zegt zij .En ook haar tijd, ,dien tijd van algemeene ontwa-king, toen op allerlei gebied een nieuw streven op-bloeide" en de menschen in wie het nieuwe levengistte niet ver uit hun omgeving hoefden to gaanom andere menschen aan to treffen die hen hielpenen aanvuurden .

,,Door haar leermeester Dr. W. Doorenbos, denuit then tijd welbekenden raadsman van jongevrouwen en jonge mannen die den drang vooruiten omhoog in zich voelden opwellen, - door dezenscherpzinnigen wijze werd Helene Mercier naar deGrieken verwezen -"

Het zal in 1883 geweest zijn dat ik Helene Mercierleerde kennen op de studeerkamer van Dr . Doorenbos.Zij was niet jong meer, in haar voorkomen de be-scheidenheid zelf, geen bloeiende gezondheid, eenvan die menschen die niet meer plaats innemen danjuist de stoel waarop ze zich neerzetten. Wat ikaan haar opmerkte waren de oogen . Die waren niet

Page 89: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

86 HELENE MERCIER : VERBONDEN SCHAKELS

levendig, zij waren stil. Zij waren ook to klaar dandat men zou kunnen zeggen dat iets erin brandde .Maar zij hadden het licht van een brand . Van eenbrand die misschien eens veel gevaar geloopen hadto worden uitgebluscht, en die nu als een kleinevlam behoed en onderhouden werd. Al het overigewas onbelangrijk. Deze vrouw maakte zeer de in-druk van het meeste to willen doen met de minstebewegingen : als die kleine vlam daarbinnen maarbranden bleef. Want die was warm en licht, in eenwoord weldadig. Zij kon er niet buiten, noch voorzichzelf, noch voor anderen. Want het scheen vol-strekt niet dat zij de levendigheid van anderen nietgedoogen kon, of dat zij zich terugtrok tot het ge-nieten van wat haar eigen was . Integendeel, er wasin de oogen een uitgaan, een drang, maar die werd,of liever voor goed was teruggehouden. De oogen vanHelene Mercier spraken haar liefde uit voor datwat zij zichzelf ontzegde .Het moet wel een innerlijke noodzaak geweest

zijn die haar tot de studie van het Grieksch dreef,en tot Doorenbos. Mevrouw Kapteyn zegt : ,om doorden geest der klassieke oudheid haar aangetastzenuwleven tot rust to brengen." Doorenbos, die eenbewonderaar van Bakhuizen van den Brink was,vertegenwoordigde voor toenmalige amsterdamschejongeren juist hetzelfde wat, bij hun eerste ont-moeting, Bakhuizen bracht aan Potgieter . ,Er ont-rolde zich voor mijn blikken" - zegt de laatste --„een Hellas, als het mij nooit vergund was geweestzelfs maar to vermoen" . Niet zij die alles omtrentde Grieken weten, maar die zeldzamen die in hunheele wezen „de volle vrijheid welke (de griekschewereld) aan alle menschelijke gewaarwordingen en

Page 90: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HELENE MERCIER : VERBONDEN SCHAKELS 87

gedachten vergunde" beleven en zichtbaar maken,oefenen waarlijk die vrijmakende invloed uit waar-van Hellas het geheim heeft . Want de eerste werkingvan die invloed is vrijmaking, de tweede is vorming .Beide gingen van Bakhuizen uit op Potgieter, beidedeed Doorenbos overgaan op de jongelingen die naarhem luisterden, de j onge vrouwen die hem aanhingen .

Helene Mercier was dus niet alleen maar, zooalser meer waren, een vrouw die zich een ontwikkelingwist to waarborgen en zich losmaakte van sommigevooroordeelen, maar op ebn beslissend oogenblikin het nederlandsche geestesleven behoorde zij onderde eersten die, door innerlijke nood gedreven envast besloten de suffe sleur niet langer to dragen,hun bevrijding en de eerste beginselen van hun wor-ming daar zochten waar zij altijd aanwezig en voordat geestesleven het werkdadigst gebleken waren,namelijk in die grieksche wereld, die haar, zoowelals de dichters onder haar tijdgenooten, door Dr .Doorenbos ontsloten werd.

Dit inzicht verklaart haar beteekenis . Zij was dich-ter noch denker. Er was aan haar geen spoor vanmannelijks. Zij was een vrouw die behoefte had aanreligie, aan liefhebben, aan geheel zichzelf to zijndoor zich geheel to geven aan anderen . Wat zij bijde Grieken zocht was dus noch kunst, noch weten-schap, noch mannelijke levens-voering, maar rechtop zelf-ontplooiing en harmoniseering van innerlijkevermogens, en die voor de vrouw. Met dit to wen-schen nam zij, op de wijs die haar paste, deel aan denieuwe beschaving die in Nederland begonnen was .Zij werd een voorbeeld voor tal van vrouwen diehaar bewonderden en navolgden . Zij maakte hetmogelijk dat, in de vrouwen-gemeenschap van onze

Page 91: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

88 HELENE MERCIER : VERBONDEN SCHAKELS

dagen, haar aandenken kon worden vereerd als datvan „een heilige van den nieuwen tijd ."

Dr. Doorenbos was een veel to eigenwillige per-soonlijkheid, dan dat hij zijn leerlingen een effen enonpartijdig beeld van de grieksche beschaving zouhebben toegespiegeld. Hjj ontleende er alleen trekkenaan, die door zijn bewondering en geestdrift gedragen,en overgestort in de harten van hoorderessen enhoorders, daar eveneens bewondering en geestdriftopwekten. Als dan ook Helene Mercier onder woordenbrengt welk een openbaring de wereld van de Griekenvoor haar geweest is, als zij beschrijft hoe er eendag voor haar aanbrak ,waarop zij als ging tastenen proeven, als het ware in een gestalte voor zichuit zag gaan, wat het leven wezen zou, indien het denverheven, ontwikkelden eenvoud der Grieken terbasis had ; indien hun eerbied voor het natuurlijkeer zich natuurlijk in ontplooide ; indien het vrij konzijn van elke phrase, elke huichelarij ; indien hetwaardigheid kende zonder deftigheid, vrijheid zonderruwheid, vrijmoedigheid zonder onbeschaamdheid,vroolijkheid zonder oppervlakkigheid, beschaafd-heid zonder gekunsteldheid, bevalligheid zonderonwaarheid of krachteloosheid," - dan zie ik indeze met zorg gekozen reeks van tegenstellingenniet zoozeer de Hellenen, als wel Doorenbos . Onzeoude leeraar, hij mocht dan van de Grieken sprekenof van de amsterdamsche straatjongens, - hij sprakaltijd van dat wat hij in de samenleving van zijndagen haatte - en liefhad. Dit laatste namelijk alshij het aanwezig vond. Maar vond hij het in hetheden niet - en dat gelukte hem maar zelden -dan wist hij dat het in het verleden was. Hij had het

Page 92: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HELENE MERCIER : VERBONDEN SCHAKELS 89

daar en als tegenstelling en als kracht om op toleven onvoorwaardelijk noodig. En daar hij phraseen huichelarij, deftigheid, ruwheid, onbeschaamd-heid, oppervlakkigheid, gekunsteldheid en krachte-loosheid niet uit kon staan, moest hij in heden ofverleden het bestaan vaststellen van natuurlijkheid,waardigheid, vrijheid, vrijmoedigheid, vroolijkheid,beschaafdheid en bevalligheid zonder bijmengsel vande opgenoemde ondeugden. Het lag voor de hand dathij ze bij de Grieken aanwees en tevens dat, vooralvoor de oogen van een vrouw, zijn bewonderingeen gloed wierp over die oude wereld, waarin alleenhet bewonderenswaardige zichtbaar werd .Zoo kon het gebeuren dat een vrouw die van be-

geerte brandde om andere vrouwen sterker en fierderto maken, haar allereerst de grieksche mannenmaat-schappij bin nenleidde. Dat dit bij uitstek een mannen-maatschappij was, scheen zij niet op to merken . Inte-gendeel vestigde zij, ten bewijze hoe door de Griekende vrouwelijkheid geeerbiedigd werd, de aandacht opde trojaansche Helena . En verder hield zij de helleen-scheman aan de europeesche vrouw ten voorbeeld voor.

,,Denken wij thans slechts aan eene, maar voor delevensopvatting der jonkvrouw zeer gewichtige tegen-stelling tusschen onzen en den grieksehen geest . -Zij heeft geleerd in zelfverloochening den hoeksteenvan den grondslag des zedelijken levens to zien ;ginds aanschouwt zij een maatschappij, wier zede-lijkheid op zelfverheffing is gebaseerd . Tegenover hetwoord haars levens : „gij moet" en „gij zult", hoortzij ginds : „gij moogt" en „gij kunt" weerklinken.Zij heeft de hoogste verdienste leeren toekennen aanhet volbrengen van een taak, die het meest met eigenlust en neiging strijdt, ginds ziet zij slechts waarde

Page 93: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

90 HELENE MERCIER : VERBONDEN SCHAKELS

hechten aan den arbeid, die eigen aandrift en krachttot ontwikkeling brengt. Zich bukken en dienenklinkt het hier; zich opheffen en machtig zijn ginds .Nederigheid hier ; hooghartigheid ginds. Het eigenik kortwieken hier, het eigen ik de vleugels leerenontplooien ginds. Deugd ten koste van geluk hier ;geluk door middel van deugd ginds ."

Een moedig individualisme dus, maar waarin deschrijfster toch niet tot het einde gaan dorst . Hoekon ze ook ? Dit individualisme immers is een bijuitnemendheid mannelijk ideaal en zij kon toch nietophouden vrouw to zijn. Vrouwen zullen altijd deDaad in mannen bewonderen maar voor zichzelf alsideaal het Offer stellen. Bij mannen is het omgekeerd .Dat dan ook Christus, het vrijwillige offer ten behoevevan de menschheid, zooveel eeuwen de God van alleEuropeers geweest is, beduidt voor de vrouwen degrootste waarborg van geluk en zegepraal die hunkon to beurt vallen . Aan nets hebben zij ooit zooveelto danken gehad als aan geloof, leer en instellingenvan het Christendom .

In haar geestdrift voor Doorenbos' grieksch indi-vidualisme heeft Helene Mercier dit niet ingezien .Zij had ook de gedeeltelijke zelf-bevrijding - nuhet Christendom nets dan een boei geworden was -te zeer noodig dan dat zij de hulp van het Grieken-dom niet zou aanvaarden en toejuichen . Maar tevenssprak zij uit ,dat de meest volkomen offerande vanhet eigen ik de meest ware en volledige uitdrukkingvan het eigen ik moet worden genoemd" .

Wat zij zocht was dus de lijn waar grieksche enchristelijke geest samenkwamen, of, liever nog, eenhuwelijk van beide . Zij vond het waar de griekschegeest zich terugtrok uit de wereld van de tot daden

Page 94: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HELENE MERCIER: VERBONDEN SCIIAKELS 91

lokkende verschijnselen, waar hij innerlijk werd. Zijhaalt een uitspraak van Hemsterhuis over Socratesaan. Ik durff erop zweren dat het weer Doorenbosgeweest is die haar de weg wees naar Hemsterhuis,over wien Bakhuizen zijn bekend opstel schreef .Socrates - zegt Hemsterhuis - „s'avisa le premierd'entrer tout de bon en lui-meme et y trouva un mondebien autrement riche, que celui que ses organes physiqueslui developpaient" . In Plato's Idee van het Goede, diezon waarvan de Rechtvaardigheid de helderste licht-straal is, vond zij bet wezen terug waarvoor zij zichkon offeren. Hoe zeer zij ook de jonge vrouwen inhaar omgeving opwekte de schoone daadkracht vande Grieken to leeren kennen, to bewonderen en nato volgen, - voor zichzelf en voor hen hield zij vastaan de overtuiging dat de ziel van de vrouwelijkedaad het Offer moest zijn.

Helene Mercier is een vrouw geweest van hoogge-stemde denkbeelden en tot een beperkte praktijkbeeft zij eerst laat toegang gevonden . Nu is heteigenaardige van alle praktijk dat zij naar denkbeeldenzeer weinig luistert, maar voor instinkten uiterst ge-voelig is. De meeste menschen ziju onbewust enzelfs zij die zich bizonder bewust voordoen, en hetook in menig opzicht zijn, volgen in hun belangrijkstehandelingen volmaakt onberedeneerde aandriften .Wie buiten het werkdadige leven staat, beseft ditniet, en licht is hij geneigd voor bijkomstig, wezen-loos of verkeerd to houden, wat inderdaad uit dieperelevensmachten voortkomt dan zijn persoonlijke denk-beelden .

Waar Helene Mercier de sufheid en saaiheid hekel-de van het hollandsche meisjes- en vrouwenleven,was zij geheel in haar recht. Zij had die aan den lijve

Page 95: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

92 HELENE MERCIER : VERBONDEN SCHAKELS

ondervonden. Ook waar zij slechte huwelijken be-schreef, de ziekelijke of onechte weldadigheid, deonmogelijkheid voor vrouwen om een uitweg tovinden voor hun arbeidskracht. Maar waar zij tenge-volge van haar eigen vrijwording en vorming aanal haar noodlijdende zusters individueele ontwikkelingen bewustwording als geneesmiddel aanwees, daarsprak het vanzelf dat haar geschriften maar door eenkleine groep nederlandsche vrouwen zouden bemindworden.

Zij schreef voor de gegoede vrouwen die van aan-leg eenigszins intellektueel waren. De minder intel-lektueelen verstond zij niet. En dat do niet-gegoeden,de vrouwen uit het yolk, in hun niet persoonlijke,maar sociale eigenschappen een kracht bezaten diein vernieuwend vermogen alle intellectualiteit toboven ging, dat heeft zij nooit opgemerkt.

Helene Mercier kende geen behaagzucht . Zij wasdermate innerlijk en geestelijk dat de behoefte eengoede indruk op wie ook to maken niet in haar isopgekomen. Maar of zij nu ook de ware aard van dievrouwelijkste eigenschap begrepen heeft ?

Zij gelooft namelijk dat „de sleutel van de zooge-naamd der vrouw aangeboren zucht om to behagen"in de wetenschap ligt dat een man haar kiezenmoet.

Zij erkent dat zij aan die zucht ,schier haars on-danks, als aan een natuurwet gehoorzaamt ." Dathij haar ,beheerscht, zelfs dan wanneer zij, aan dehaar waarlijk ingeschapen aandrift gehoor gevend,den blik in hot eigen ik slaat en zichzelve tracht toverstaan. De vraag : „wie ben ik ?" wordt dan maaral to vaak doorweven, ja verdrongen door die andere :,,wie zou ik moeten zijn, wie moet ik trachten to

Page 96: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HELENE MERCIER : VERBONDEN SCHAKELS 93

worden, om den man, then ik mijn liefde kan sehen-ken, welgevallig to wezen?"

En dan treft het haar dat het niet „de minst oor-spronkelijke, de meest karakterlooze naturen zijndie zich aldus naar den echtgenoot harer keuze wen-schen to plooien." Eer het tegendeel. ,Zie slechtshoe de beste, krachtigste romanschrijfsters met hareheldinnen to werk gaan . Daatj e Leevend laat zichdoor haar man, Majoor Frans door haar minnaarpolijsten ; Fr. Bremers Franciska zich leiden doorBeer, C. Bell's Shirley zich temmen door Moore, jazelfs Eliot's Dinah Morris, zoo vol rustig zelfbezit,zoo ten voile zeker van haar eigen gemoed, brengtgeheel vrijwillig haar eigendommelijkheid aan AdamBede ten offer."

Ja juist. Het ideaal van bet vrijwillige offer, waarinhet individu zich overgeeft ter wille van het geslacht,- hetzelfde offer dat Helene Mercier in het geestehjkeheel goed begrepen heeft, maar dat zij niet herkentnu het instinkt is en behaagzucht heet . Dit is dezwakheid van een beschouwing waarin het individuop zichzelf gezien wordt .\Vat is - vraagt Helene Mercier - de beste

grondslag van het huwelijk? En zij antwoordt (zon-derling resultaat van haar vertoeven in de griekschewereld) : „die onderlinge volkomen vrijheid en gelijk-heid, die bij de Ouden der vriendschap tot basisverstrekten." Een verbond van twee individuen dus .Maar dat, juist tot het sluiten van een huwelijk, indie twee individuen de soort werkt, dat die soorthet eene individu stemt tot overgave en het anderetot in bezit nemen, - dat is de werkelijkheid, diedoor geen individualistisch bespiegelen gewijzigdwordt.

Page 97: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

94 HELENE MERCIER: VERBONDEN SCHAKELS

Gedreven door de drang om zich to offeren kwamzij tot aan, ja tot over „den drempel van het socialeleven", maar zij kwam er als de individualiteit diezij door Doorenbos en Plato geworden was.

In het opstel over George Eliot's uitgangspuntnoemt zij als zoodanig Plato's Idee van het Goede,- als het beginsel dat de Philantropie vervangenof tenminste begeleiden moet, ziet zij Plato's Recht-vaardigheid. De bladzijden over Stuart Mill, en ookde studies aan Elizabeth Browning en haar „AuroraLeigh" gewijd, toonen man en vrouw verbonden alsvrije en hoogstaande eenlingen. En schrijvende over,,Het Kiesrecht der Vrouw" verklaart zij de vrouwenvoor alsnog to achterlijk, en ziet om hulp voor henalleen naar „de hoogstgestemde geesten" onder demannen uit. Evenals zij de Soort voorbijzag voor deIndividu, verzuimde zij liever de Gemeenschap dande Persoonlijkheid .Al deze trekken bepalen scherp haar beeld en

schijnen het to bannen in een tijd die is voorbijgegaan .Maar van hoe weinig vrouwen glanzen de oogen nogtot ons over uit die jaren van onze jongelingschap .

1912.

Page 98: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

TOTIUS' RACHEL

Het zal wel niemand ongepast lijken, tijdens eenoorlog als die we nu beleven de bespreking to lezenvan een bundel gedichten, die zijn ontstaan aan eenoorlog to danken heeft, en aan de gedurende dieoorlog bedreven moord.

Het ligt geheel in de gedachtengang van de Bijbel-vaste Zuid-Afrikaanders dat zij bet sterven, in dekampen, van zooveel moeders en kinderen, herdenkenonder bet beeld van Rachel, de Moeder van Israel,- haar, die Teed en stierf onder bet baren vanBenjamin, - op wier graf Jacob een gedenkteekenoprichtte, - en die onder oud en nieuw Verbond deverpersoonlijking werd van alle moeders, lijdendeom hun kinderen .

Er was bovendien meer dan Bijbelvastheid, name-lijk gemeenschap met bet Joden-volk, in bet gevoelvan door God to zijn uitverkoren, - in patriarchalelevenswijs en landelijkheid, - en in de oprichting,nu onlangs, van ook een gedenkteeken, dat betaandenken van moeders, lijdende om hun kinderen,zou vereeuwigen.

Steyn's Monument to Bloemfontein was zelfs denaaste aanleiding dat dit gedicht geschreven werd .Ik zeg : dit ,gedicht". Want bet heet Rachel,

Verze van Totius ; maar zijn meest in 't oog vallendebizonderheid is wel, dat die ,verze" een geheel vor-men en een eigenaardig geheel.

De losse gedichten, waaruit dit werk bestaat, ver-

Page 99: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

96

TOTIUS' RACHEL

vallen namelijk in Brie groepen, elke waarvan doorenkele bijbel-plaatsen wordt voorafgegaan. De eerstedoor Gen. 35 : 16-20. „En zij reisden van Beth-El ;en er was nog een kleine streek lands om tot Efrathato komen ; en Rachel baarde en zij had het hard inhaar baren . - En het geschiedde, als zij het hard hadin haar baren, zoo zeide de vroedvrouw tot haar :Vrees niet, want deze zoon zult gij ook hebben! -En het geschiedde als hare ziel uitging, (want zij stierf)dat zij zijn naam noemde Ben-Oni ; maar zijn vadernoemde hem Benjamin . - Alzoo stierf Rachel ; enzij werd begraven aan de weg naar Efratha, hetwelkis Bethlehem. - En Jakob richtte een gedenkteekenop boven haar graf ; dit is het gedenkteeken van Ra-chel's graf tot op deze dag."

De tweede groep wordt ingeleid door het verhaalvan Jakobs komst in het land van zijn ouders, zijnontmoeting, aan de put, van Rachel, - hoe hij desteen van de put afwentelde en de schapen van zijnoom drenkte, - hoe hij Rachel liefhad en om haardiende : - terwijl vooraan de derde eerst de tekstbetreffende de oprichting van Rachels gedenkteekenherhaald wordt, en daarna uit Jeremia en Mattheusde plaatsen worden toegevoegd waar Rachel als deverpersoonlijking van alle israelitische moeders her-dacht is .

,,Zoo zegt de Heere : Er is eene stem gehoord inRama, eene klage, een zeer bitter geween : Rachelweent over hare kinderen ; zij weigert zich to latentroosten over hare kinderen, omdat zij niet zijn. -Zoo zegt de Heere: Bedwing uwe stem van geween,en uwe oogen van tranen ; want er is loon voor uwarbeid, spreekt de Heere ; want zij zullen uit desvijands land wederkomen . - En er is verwachting

Page 100: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

TOTIUS' RACHEL

97

voor uwe nakomelingen, spreekt de Heere ; want uwekinderen zullen wederkomen tot hunne landpale(Jer. 31 : 15-17)".En,,Als Herodes zag, dat hij van de wijzen bedrogen

was, toen werd hij zeer toornig, en eenigen afgezon-den hebbende, heeft omgebracht al de kinderen, diebinnen Bethlehem en in al deszelfs landpalen waren,van twee jaren oud en daaronder, naar de tijd, diehij van de wijzen naarstiglijk onderzocht had . -Toen is vervuld geworden hetgeen gesproken is doorde profeet Jeremia, zeggende : Eene stem is gehoord,geklag, geween en veel gekerm ; Rachel beweendehare kinderen, en wilde niet vertroost wezen, omdatzij niet zijn! (Math. 2 : 16-18)" .

Door deze verdeeling van de bijbelplaatsen wordthet al duidelijk waarop de gedichten in de driegroepen betrekking hebben . In de eerste op Rachelslaatste reis en sterven, in de tweede op haar vroegerleven, in de derde op haar gedenkteeken en haar be-teekenis. Bijbelsche geschiedenis dus, en beschouwingvan die geschiedenis . Maar - zooals ik zei - deZuid-Afrikaander heeft met de Bijbel, en niet hetminst met dit verhaal, velerlei gemeenschappen .Het gevoel van bij zijn dichten tegelijk in 't joodschverleden en in 't heden van zijn eigen land to ver-toeven, doet hem in een verbeeldings-wereld leven,die aan beide tijden en streken gelijkelijk deel heeft .En die verbeeldingswereld die de schepping van zijngeest is, geeft tevens voile bevrediging aan het ernstigen vroom, het eenigszins zwaarmoedig maar edelgemoed van een jong en peinzend zuid-afrikaanschChristen .

Het is temeer noodig de persoonlijkheid van TotiusVerwey, Proza H

7

Page 101: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

98

TOTIIIS' RACHEL

derwijze to omschrijven, omdat zij tot een voor onsvoorbijgegane tijd behoort . Ook wij hebben ons hetuitverkoren yolk gevoeld en ons prototype gezienin Israel. Ook wij hebben in het vroombeminnendterugverlangen naar vroegere deugden en levenswijseen dichterlijke drang gevoegd . Maar wij leven nudaarbuiten, zooals in Zuid-Afrika zelf Leipoldt daar-buiten leeft . Deze bijbelsche poezie van beperkt-vaderlandsche, ja kerkelijke opvatting, schijnt ons,zelfs in Afrika, niet meer de uiting van sterke dich-terlijke drift en voortbrenging . Zooals hier to landeBeets in hoogheid van opvatting, en in kracht enrijkdom van verbeelding al verre de mindere wasvan Potgieter, zoo meenen we in het gevoel van To-tius een weekheid to onderkennen, en in de een v oudig-heid van zijn gedachten soms een simpelheid, dieons eer een teeken lijken van zwakte dan van kracht .Er is, onmiskenbaar, in zijn schrijven een zekeremoeheid, die wel, zeer zeker, vereenigbaar blijft meternst en oprechtheid en tal van letterkundige talenten,maar even zeker niet met die sterke, als noodzakelijkaandoende bezieling die in een dichter opkomt alsde wezenlijke voortbrengende kracht van zijn tijdhem tot haar orgaan maakte . En omdat wij, dien-tengevolge, Totius wel kunnen waardeeren, maar nietbewonderen, is het noodig dat wij hem goed kennen,opdat we weten wat hij wil, en niet van hem vragenwat hij niet geven kan.

Zien we nu verder hoe het werk werd samenge-steld, dan vinden wij buiten de groepen een inleidendeen een slotzang, erbinnen verhalende gedichten -vijf of zes in elke groep - telkens afwisselend metbespiegelend-lyrische . Men leest dus van het begintot het eind beurtelings een verhalend en een lyrisch

Page 102: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

TOTIUS' RACHEL

99

vers. Men rust uit op het verhaal, waarbij men deblik van de verbeelding moet samentrekken om hetbizondere to zien dat de dichter aanwijst . Men ver-heft zich en rijst op om in een enkel voorwerp hetzinnebeeld to zien van het menschelijk leven of omde dichter to volgen in zijn algemeene bespiegeling .Deze solgorde van saamtrekking op het bizondereen ontlating in het algemeene doet van de lezing eenbuitengewone kalmte uitgaan : de eigenlijke sfeerwaaruit het werk geschreven is .

Kalmte van beschouwing en bespiegeling, - datis de sfeer waarin we bij de lezing leven en waarvoorwe de dichter allereerst dankbaar zijn .

In die sfeer evenwel begint iets to bewegen : eenin woorden gevangen toon, woorden die beelden op-wekken, maatgangen die door afwisseling van be-weging en stilstand stemming uitdrukken . Het eigen-lijke dichterlijke leven, het gedicht in kiem en inwording, heeft zich hiermee aangekondigd en latengelden. Wij hebben het enkel to volgen, -to luisterenen op to nemen, - teneinde ons daarna duidelijkto maken wat het ons gegeven heeft .

Doen we dat, dan blijkt het ons dat de toon, inhet begin aangeslagen, door het heele werk werdvolgehouden, dat het meegevoel van de dichter ernatuurlijk in uitvloeit, zijn beelden er makkelijk inworden opgewekt, zijn gedachten er duidelijk enongedwongen in worden uitgesproken . In een woord :dat het werk volgroeid is en, behoudens kleine mis-lukkingen, aan de bedoeling van zijn dichter beant-woordt. Het lezende kunnen wij ons geheel ermee ver-eenigen. Wij hooren het vloeiende van de verzen,wij zien de teekenen van een eigen waarneming, wijerkennen de eerlijkheid van het gevoel, de redelijk-

Page 103: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

100

TOTIUS' RACHEL

heid van de gedachten, de ordelijkheid en dan weerde puntigheid van de voordracht, - wij vinden hetbovendien belangwekkend op to merken hoe allesin afrikaansche woorden zonder moeite uitgedrukten niet enkel tot de eenvoudige kwatrijnen van deverhalende gedeelten, maar ook tot de talrijke strofenvan de lyrische gevormd is . Nochtans blijft ons eending ontbreken : de taal, hoe vloeiend, hoe gevoeld,hoe teekenachtig, hoe duidelijk, draagt niet de oor-spronkelijke kracht van een sprekend mensch totons over. Ze schijnt ontstaan to zijn in een stilleverstandhouding tusschen oor en gedachte. Gedachte,die overigens uit alles wat de heele mensch voeldehaar stof ontving. Het oor was wetgever . Het hadopengestaan voor tal van gedichten en hun windingenin zich opgenomen. Die windingen schreef het nu aande gedachte voor. De toon die uit Totius' verzen op-klinkt, is dan ook niet een nieuwe stemklank diezich losmaakt uit de woorden, maar een bekendeklank waaraan de woorden zich hebben aangepast .Geen verzen vertoonen hinderlijker de moeilijkhedenvan het Afrikaansch in vervoeging en keus van woor-den, en toch maken zij door hun toon in het minstgeen afrikaansche indruk, maar zeer bepaald eennederlandsche. Zij zijn nederlandsche versklank, inzuid-afrikaansche woorden en voorstellingen .

Het is bekend dat de daarlandsche dichters veel op-hebben met sommige verzen waarin een schepselof verschijnsel van de natuur een uitgebreide zinne-beeldige beteekenis of een zekere monumentaliteitverkreeg. Zoo The Cloud van Shelley, Iris van Perk,de Koe van Gezelle. Zij hebben die gedichten telkensweer nagebootst, waarbij dan duidelijk de drang aanhet licht kwam zinnebeelden to scheppen die aan het

Page 104: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

TOTIUS' RACHEL

101

eigen land ontleend waren . Ook Totius voelde zichtot zulke zinnebeeldige gedichten aangetrokken, envoor Rachel schreef hij er verscheidene. Daar is,onmiddelijk na de eerste voorstelling van Jakobstrekkende karavaan - met het trekken van deengelsche oorlogs-stoeten vergeleken - Die Weg,beginnende :

0 slingrende wegwat wijders sig wend!

Simbool van die leweaan almal bekend .

Daar is, nadat Jakob, op het bemerken van Rachelsonwelzijn, door een heffing van zijn staf de karavaanheeft doen stilstaan, Die Staf :

Wie hier op aarde 'n vreemdling isals Jacob, snij 'n veldhout ofen wandel so die wereld in -hij met zijn wandlaarstaf .

Daar is, in het begin van de tweede afdeeling, nadatJakob de bron bereikt heeft waar hij Rachel voor heteerst ontmoeten zal, Die Ou'e Put, bij de moeder ver-geleken, die altijd geeft, maar soms in stilte eentraan laat. Doch vooral, aan het eind van die af-deeling, trekt Stof de aandacht .

Die luie stof. Hul het g'n voete, wantnet waar ik kom, daar leghul al maar in mijn weg .

Of kom mijn voet hul to nabijdan skuif partijnet effentjies op sij .

Page 105: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

102

TOTIUS' RACHEL

'n Rusbed vind hul overalom lomerig op neer to val .Gras-sprietjie is hul nie to smal ,wat Tangs die grootpad staan .

Die grootpad weer is nie to breed ;kerksolder rue to eensaam, ofdie toring-dak to hoog gemeet .

Hul le so rustig op die skoenvan werkman, hard en uit fatsoengetrek al en verslijt -

so rustig alsin perlemoer van dames-oorof op haar blanke hals .

Net regen-druppels laat vir hulhaastig op luie rusbed krulnes wurrems langs die grond .

Maar als die son sijii gloed hul vat,le hul weer reguit engee vir g'n wawiel pad .

Daar kom hul aan - dieselfde stof!Die lug is vuil, die son is dof .Dit lijk wel wonder-baing of

die wereld wil vergaan -so kom hul aan!

Als bende ruiters, stoer en straf ;als 'n kommande op stijwe draf,rij hul verward die grootpad af .

Hul trek hom vol, sijn lengte langs,versprei omheen wildheid en angsen al naar vorentoe .

Die vrouens ruk die deur op slot ;die manne vlug op hoog gebod,

Page 106: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

TOTIUS' RACHEL

103

reus-home wals als skimme ronden wijk, met huise in verbondnaar ongewisse newelgrond -en 't is of stof alleen bestaan!

Stof, en zijn agterrijer, Wind,wat op sijn hakke jaag geswind,hul twee die drijf, van woede blind,

stormenderhand,die lug en landskap uit verband!

Ik noemde als voorgangers in deze soort verzenShelley, Perk en Gezelle ; maar wie zal, het boven-staande lezend, niet aan Jan Prins denken ? Zekeris Prins' Bui oneindig grootscher en raker - juistdoor de vergelijking voelt men wat er zelfs aanTotius' beste verzen ontbreken blijft, - maar desoort is dezelfde. Onmiddelijke navolging van Prinsvindt men dan ook in Totius' gedicht Die Breekwater.De aanhef

Ik staan graag op die sware konkreet-blokkewat skuins en dwars le teen malkander aan

komt duidelijk overeen met die van Prins' ZwarteHoof den :

Ik houd zoo van de lage palissadendie van de kust de groote zee ingaan,

behalve dat deze laatste regels alweer de oorspronke-lijke kracht hebben die aan de eerstgenoemde ont-breekt.

Niemand zal intusschen ontkennen dat gedichtenals Stof en daarmee doorgaans alle gedichten vanTotius, tot een goede school hooren, dat zij goed

Page 107: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

104

TOTIUS' RACHEL

werk zijn, en getuigen van de degelijke gezindheidvan bun maker. Daarin kunnen zelfs veel holland-sche d.ichters een voorbeeld aan hem nemen, dat zijnwoorden nooit enkel woorden, zijn wendingen nooitleege gebaren beteekenen. Boeit hij niet door oor-spronkelijk schoon, dan vergt hij door trouwhartigeernst en werkelijkheidszin toch eerbied af . Aan dieeigenschappen is het to danken dat zijn voorstellingengegrond op waarneming en zijn bespiegelingen bondigzijn. Een bewijs van het een zoowel als van bet ander,vindt men al dadelijk als hij de kameel beschrijft :

Onvrindelijke wezens methul oge, wat kan vlam van nijd ;

en tog weer dienaars van die wetwat hulle dwing tot diensbaarheid . . .

Dit dubbele karakter, van waarneming en be-spiegeling, is een prachtig bezit ; maar er moet ietsbijkomen. De dichter die meer zal zijn dan deschrijver van betrekkelijk-goede gedichten, moet nietenkel juist zien en natuurlijk denken, maar hij moetook schoon zien en met bezieling denken . Zoodeed b.v. Wordsworth het, die daardoor kleine ge-beurtenissen tot hemelsche wonderen maakte. Daar-entegen vraag ik mij of of Totius in het volgendegedichtje, ondanks juistheid en natuurlijkheid, zijnonderwerp wel schoon en groot gemaakt heeft, ofbet niet eer door kleinheid blijft tegenstaan .

Om siek to weesen dan 'n bed to heo wat 'n weelde is dit!

doodmoeg to wees en dandaarop to kan gaan ledeurswak tot in die laaste lid!

Page 108: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

TOTIUS' RACHEL

105

Rillend van koue koorsen klappertandend al,gou-gou nog uit to trek ;

met wilde drifhaastig daar neer to val,warm toegedek ;

dieper nog in to woelen stijwer toe to drukmijn koue skouerblad

met dons- en wolkomberswat 'n geluk,genieting selfs is dat!

Voel ik iets beter dankijk ik al om mij rond,nou daar dan bier,

en bestudeer die lijnvan die plafonden van die muurpapier.

Die goedjie aan die muur,so doods voor kort,kijk nou met lief gelaat ;

in innigheid het hulmij lewendig geword,hul moet nog net kan praat.

Nou voel ik eers hoe datmijn kamer is in klein'n wereld vol van lus ;

en hoe dit beter isook klein to sijn,en dan daarin to rus .

Om rechtvaardig to zijn moeten we bedenken datdit knusse graag-klein-zijn een karakter-trek van de

Page 109: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

106

TOTIUS' RACHEL

Boeren mag uitmaken, en dat het zeker soms eenlijdzame zoetheid en lieflijkheid van gemoed kankweeken die met kracht niet onvereenigbaar is . Ookstaat deze verheerlijking van het bed tegenover deherdenking van het tentleven in het oosten en in dekampen. Maar al wordt het gedichtje daardoor be-grijpelijk en zelfs van zielkundige beteekenis, ge-negenheid voor het kleine, en niet schoonheid, is erhet wezen van.

En niet anders dan met het kleine, is het met hetverhevene. Zoo min als de genegenheid voor het kleineop zichzelf poezie voortbrengt, zoo min doet dat deeerbied voor het verhevene. Even goed als het kleine,moet eerst bet verhevene erkend, dat is beleefd, datis opnieuw voortgebracht worden, als een oorspron-kelijke schoonheid. Milton was verheven, niet omdathij een verheven onderwerp behandelde, maar omdathij zijn onderwerp beleefde in een verhevenheidzooals niemand ze voor hem gevoeld had. Ook Vondelwas van een waarachtige verhevenheid . Hij wist zijnGodsbegrip to vullen met een 't zij wijsgeerige, 't zijtheologische inhoud, die tevens de kracht van zijngeest uitmaakte, en hij dankte grootheid aan hetbesef van die omschepping . Totius tracht in zijn Kers-lied naar de klaarheid van Vondel, maar hij mistVondels kracht van transformatie. De tegenstellingtusschen ongeboren Godheid en in de kribbe ge-zwachteld menschekind beweegt hem tot volle envwwelluidende verzen, tot bondige en zinrijke uit-drukkingen en rijmen, maar men voelt meer eenzuivere instrumentatie van bekende motieven in eenvertrouwde toon, dan de verrassende muziek van eennieuw a gedachte-schepping .

Maar, deze zwakheid van zijn scheppend vermogen

Page 110: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

TOTIUS' RACHEL

107

eenmaal aanvaard, genieten we zeer, zoowel dezuiverheid van zijn zang, als de adel van zijn be-spiegeling .

Zoo in het begin van zijn Herderslied .

Ik sing van 'n herder mijn lied,van sijn blijdskap en veld-ellend,van sijn lange wagtebij dage en nagte,van sijn skone loon aan die end .

O'erdag bespoel hom die gone gloedvan die son als 'n see :snags blink goue sandvan die sterre-strand,of maanlig duine-skijnsel gee .

Die wije veld is sijn hemel,die skapies sijn wolke is -al naar die kleur van die ene,en naar die ander drijf henekan hij voor- of teenspoed gis .

Zoo ook vollediger in Liefde, dat ik in zijn geheeloverneem.

Sinds paradijs het uit kom breke,toen vlak, nou diep, 'n wonderbeke,

en ag! die druppels is so soet!Adam sijn beker built daarbinne,en skep, wanneer hij sijn manninne,

sijn bruid, met sangstem gaan ontmoet .

Sedert kruip donker, diepverholedie druppels . Wijl hul word gestole,

bronwater nooit omhoog meer rijs .Onder die sluitsteen weggesonke,heilige lippe 't hul gedronke

alleen met moeite, putsgewijs.

Page 111: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

108

TOTIIIS' RACHEL

Bowe op die grond le witte halevan voetpaaie, uit die wije en vale

karrooveld - regtaan op die bron.Dit lijk wel naar die skemerbanevan middaghoogte al ingegane

dog nou omwolkte en koele son!

Ja, liefde alleen o'er wereldwijedorheid haar glance wil verspreie,

al gaan haar aangesigte skuil .Maar wie haar soek met stille skrededie vind haar aangesig benede

versilwerd in die diepe kuil .

'k Begeef mij dan daar alle dageen laat mijn kruik met sorge omlage,

tot koeling van verhitte born .Want wie van daardie bron wil drinkemoet altijd weer sijn koord laat sinke -

wie lief het krij altijd weer dors!

Totdat sijn kruik ontglij sijn hande,hij liefdelus nie meer voel brande

en nie meer kom die bultjie o'er; -dan wend sig net so bronwaarts hene,brandend van dors, 'n ander ene

Die liefdespel begin van voor!

Ag, ag, die eindlose herhaling,immer hernuwde kruikedaling,

en dagelikse putgeswoeg!Ja, liefde-dors, skoon ongenese,is beter dan versadigd wese -

maar ag, die dinge maak so moeg!

Nog een enkel, kleiner gedicht zal ik hieraan toe-voegen. Het is voor Totius zeer kenmerkend .

Page 112: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

TOTIUS' RACHEL

109

Ik is 'n skulpie van die seeen spoel gedurig om en om,mijn moedersee het mij gewas,ik kan nie skoner kom .

Ik is gebore in stilligheiddiep waar g'n golwe bruisver in 'n agterkamer vandie see haar donkre, diepe huis .

Daar heb ik lang geleef, geswerf ;geslinger werd ik sonder doel .En eindlijk, lang al weggesterf,het hier die see mij uitgespoel,

tot o'er die watermerk en toenlaat le om op mijn lot to wag -hier op die blanke oewerstrandin d'ope lig van sonnedag,

totdat 'n wandelaar sig o'ermij buig, en neem mij huiswaarts mee ;waar 'k silwerrein, in eenvoud siersijn hoge huis al bij die see .

Een door de zee achtergelaten schulpje. Zulk een,maar dat aan het oor gebracht, zeegeluid geeft,noemt Totius zich in zijn regels ter inleiding . Ookals een dennetak wil hij daar zijn, op wiens kleinenaaldjes de wind zijn oude wee kan klagen.Meer dus als een willoos bewogen zachtzinnig

zanger van het oude, dan als een voortbrenger vande nieuwe toekomst die in zijn land gistende is, ver-schijnt hij ons. Een dichter van het verleden eigenlijk,een romantisch dichter .

Het blijkt ook uit de bedoeling van dit werk voor

Page 113: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

110

TOTIUS' RACHEL

zoover het een maatschappelijke strekking heeft .Terwijl Leipoldt na de oorlog schreef

Dis vrede, ja! wat sal ons nou begaan?Sal ons die vrou daarbinnen weer laat staanOm kos to kook, to braai, to stook, to smoor?Nie meer haar steun verlang nie ? Nie meer hoorHaar stem, wat in die onweer het geklink ?Sal ons haar siel laat roes?

en daarop antwoordde :

Waak oor die stem, let op die siel ; behouDie beste wat ons nasie het - die vrou!

zegt Totius :

Beminlijk beeld van boere-vroumet kinders letterlik o'erdek :een op die arm, een vastgehouen een wat aan die rok loop trek .

en van Rachel :

Haar glorie nimmer welke sal,want hoogheid soek sij nie van gees ;

een ding begeer sij - dit is al :om moeder van 'n kroos to wees .

G'n skoonheidsnaam op jubeltijen lokking van 'n grote skaar,

maar in haar tent stil tuis to blij,salig in kindertjies to baar .

De oude en de nieuwe tijd, de oude en de nieuwepoezie, konden niet scherper worden afgeteekend .

1914 .

Page 114: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

PROF. G. HEYMANS : PSYCHOLOGIE DERVROUWEN

Wetenschappelijk noemt men niet de ware kennis,maar de afgeleide .

Wanneer ik een bloem zoo goed ken dat ik haarkan schilderen, een mensch zoo dat ik hem in alzijn doen en laten kan nabootsen, wanneer mijnvaderstad mij zoo vertrouwd is, dat ik haar grachtenen pleinen, de hoeken van haar straten en honderdenvan haar huizen, met gesloten oogen duidelijk voormij zie en u in de stikdonkere nacht van het eeneeind naar het andere brengen kan zonder me zelfsto vergissen in het huisnummer dat ge mij hebt op-gegeven, - dan is mijn kennis van die stad, enzoo ook die van mensch en bloem, niet wetenschap-pelij k.Maar wanneer iemand uit sommige overschotten

van mijn bloem opmaakt tot welke soort zij hoort ;wanneer hij, mijn mensch in het voorbijgaan ziende,vaststelt dat hij eer flegmatisch dan sanguinisch is ;of wanneer hij, uit de daaromtrent bestaande statis-tieken, de toeneming gedurende een zeker tijdperk,van het huizental in mijn stad vergelijkt met dus-danige toeneming in andere hoofdsteden, - danheeft hij kennis verzameld, die wetenschappelijkheet.

Wetenschappelijke kennis is afgeleide kennis. Af-geleid van de ware . Maar het blijkt al uit de opge-

Page 115: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

112

PROF. G . HEYMANS

noemde voorbeelden dat tot dit afleiden veel warekennis niet noodig is.

*

Als prof. Heymans voor zijn boek over de psy-chologie der vrouwen het materiaal verzamelt, doethij niet wat gij of ik verwachten zou. Hij gaat nietin scholen en kerken, in gezin en fabriek, in salonen achterbuurt, op boot en in trein, in kroegen enbordeelen, teneinde duizenden vrouwen zelf to zienen uit de waarneming onder zoovele omstandighedenzich een beeld to vormen van hun wezen ; hij maaktzich niet vertrouwd met hen, ontlokt hun niet degeheimen die zij als het innigste van hun vrouwe-lijkheid in hun hart hebben weggeborgen : hij doetniets van dat alles. Maar hij schrijft aan duizendnederlandsche geneesheeren een briefj a of zij hembetreffende het karakter van een hun bekende vrouwwillen inlichten.

De heer Heymans deelt openhartig mee dat er liedenzijn (vermoedelijk leeken ?) die aan het doeltreffendevan deze methode twijfelen. Die lieden voeren aandat „de zaakkundigheid der berichtgevers onvoldoen-de of twijfelachtig (is), en daarom ook aan de uit-komsten, die op grond van hun opgaven verkregenkunnen worden, maar een zeer problematische waarde(is) toe to kennen." Prof. Heymans uit zich zelfs nogopenhartiger. Hij zegt : „ Tegen de onderstelling,waarop dit bezwaar steunt, valt niet veel in to bren-gen: de oordeelen van hen, die aanleiding vinden, eenin ruimen kring rondgezonden vragenlijst to beant-woorden, zullen zeker in zeer verschillende en nietto controleeren mate door gebrekkige kennis, voor-

Page 116: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

PSYCHOLOGIE DER VROUWEN

113

oordeel, overhaasting, sympathieen en antipathieenongunstig beinvloed zijn en van ieder antwoord, dateen bepaalde eigenschap aan een bepaald persoonal of niet toekent, moet daarom de juistheid alsbeslist twijfelachtig beschouwd warden."Het bezwaar wordt dus toegegeven ? Neen, in-

tegendeel. „Maar" - zoo vervolgt de heer Heymans- „de voor de hand liggende gevolgtrekking, datdan ook al deze opgaven tezamen niet op beslissendebewijskracht aanspraak kunnen maken, zou tochverkeerd zijn. Want naast die talrijke oorzaken, dieelk in elk afzonderlijk geval een onjuiste beslissingin de hand werken, is toch overal een oorzaak aan-wezig die tot de juiste beslissing dringt : namelijkde objectief gegeven werkelijkheid."

Om een voorbeeld to noemen : aangenomen dat,gemiddeld, de vrouwen nieuwsgieriger dan de man-nen zijn, dan mogen sommige berichtgevers op hetal of niet voorkomen van nieuwsgierigheid bij man-nen of vrouwen geen kijk hebben, het feit dat ermeer nieuwsgierige vrouwen dan mannen zijn, isduidelijk genoeg om ondanks zulke onbevoegdenaan het licht to komen.

Prof. Hey mans gaat voort : ,Indien nu (zooals bijeen materiaal van voldoenden omvang en onderzekere, straks to bespreken voorwaarden met zeker-heid to verwachten is) de genoemde foutenbronnenover het geheel even vaak een beslissing in deeene als in de andere richting begunstigen, danmoeten in de einduitkomst die tegengestelde wer-kingen elkaar opheffen, en alleen de op de juistebeslissing gerichte werking der gegeven werkelijk-heid overlaten."

Dit toegepast op ons voorbeeld : indien de eeneVerwey, Proza II

8

Page 117: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

114

PROF. G. HEYMANS

berichtgever een niet-nieuwsgierige vrouw voornieuwsgierig, een nieuwsgierige man voor niet-nieuwsgierig houdt, dan zal er bij voldoende aantalvan berichtgevers ook allicht een zijn, die in detegenovergestelde fouten vervalt . Het resultaat isdan, dat ondanks de fouten, de gevonden verhoudingtusschen nieuwsgierigen en niet-nieuwsgierigen over-eenkomt met de werkelijkheid .

Ik laat deze laatste geruststelling in haar waarde,al kan ik mij voorstellen dat zij lieden van zakenminder dan geleerden zal bevredigen. Ook wil ikgeen nadruk leggen op de tegenwerping dat wanneereen feit -- als de ineerdere nieuwsgierigheid vanvrouwen - zoo duidelijk is dat het ondanks foutenaan het licht komt, het mogelijk ook wel bij enkelewaarneming, dus zonder vragenlijsten, zou zijn aanhet licht gekomen. Waar ik de aandacht op wilvestigen is dit : Wanneer het inderdaad „de objectiefgegeven werkelijkheid" is die tot „de juiste beslis-sing" dringt, zoo zelfs dat daardoor de persoonlijkefouten van iedere bizondere berichtgever wordenopgewogen, - dan konden die berichtgevers ooknog vrij wat slechter zijn . Niet duizend geneesheeren,maar duizend veel minder kundige stervelingen kondendan volstaan : niet de soort, maar het aantal getuige-nissen is dan van beteekenis.

Ik houd dit besluit voor beslist wetenschappelijk.In elk geval schijnt het me in overeenstemming metde gedachtengang van prof . Heymans. Wat hijwenscht, is niet de ware kennis, die omtrent elk dingen ieder wezen anders is, die ieder voor zichzelfbezit en die door niemand kan gekontroleerd worden,maar die algemeene kennis die afgeleid wordt vaneen groot aantal waarnemingen en waaraan zooveel

Page 118: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

PSYCHOLOGIE . DER VROUWEN

115

mogelijk menschen deel hebben en die ieder to allentijde kontroleeren kan.

*

De lust to vergelijken en, afleidend, sommige al-gemeene waarheden to benaderen, moet wel bizondergroot zijn, zal iemand hem oefenen aan een materiaalvan waarnemingen, die in zichzelf zoo weinig be-trouwbaar zijn . Die lust is dan ook de eigenlijk-wetenschappelijke aandrang .

De wetenschappelijke man zal zorgdragen zijn ge-gevens niet hooger aanteslaan dan zij verdienen ;maar dan zal hij ze op honderd manieren saamstellenen uit hun groepeeringen, naar een vaste en voor-zichtige meth ode, alles afleiden wat hem geoorloofdschijnt. De man van de wereld die eerst glimlachteom zijn lichtgeloovigheid, gaat hem dan bewonderen,omdat hij ziet dat hier een verstandelijke kracht vanhooge orde werkzaam is .

In het geschrift van prof. Heymans zien we zulkeen kracht dubbel aan het werk, eerst tot het saam-stellen van wat als zoodanig een Psychologie derProuwen heet, maar dan ook om in dat geschrifteen proeve to leveren van wat door de schrij ver specialepsychologie genoemd wordt . Zijn eerzucht gaat hoo-ger dan alleen een studie to schrijven die naast anderedergelijke een zekere waarde heeft : hij wil een voor-beeld geven hoe in de toekomst al dergelijke studiesbehooren to worden ingericht en welke in het geheelvan een wetenschappelijk onderzoek hun plaats zalzijn. Er is een psychologie van de algemeene mensch- zegt hij - maar ook eene van de bizondere men-schen, hetzij dan dat hun bizonderheid in henzelf

Page 119: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

116

PROF. G . HEYMANS

ligt (verschillende karakters, temperamenten etc.)of in hun toestand en omstandigheden. Het bizonderevan de vrouwen ligt in hun geslacht : hun psycbologievormt dus een hoofdstuk van de speciale psychologie,tweede afdeeling.

Een opmerkzaam lezer zal hier de vraag stellenof het waar is dat prof . Heymans het geslacht ondertoestand en omstandigheden rekent. Dat doet hij .Of juister : hij rekent het tot „de eigenschappen dieop zichzelf geen psychische beteekenis hebben, alsouderdom, nationaliteit, maatschappelijke positieen dergelijke." Dit is weer niet wat gij en ik zoudenverwacht hebben. Wie vrouwen kent, ziet als deeerste trek van hun ziel hun vrouwelijkheid. Jong ofoud, fransch of engelsch, rijk of arm, kunnen mannenzoowel als vrouwen zijn . Maar vrouw to zijn is eenlot, dat voor ons, mannen, niet is weggelegd .

Ziedaar alweer een deel van die ware kennis, waar-mee de wetenschappelijke man niets to maken heeft .Hij wenscht een „basis van verstandhouding", waaropelk van zijn tijdgenooten - waarop het heele nage-slacht - met hem zal kunnen meewerken. Waar hetalgemeen aangenomen is dat warm- of koud-bloedig-heid iemand is aangeboren, legt hij zich bij die over-tuiging neer : de temperamenten hebben voor hemonverdeeld psychische beteekenis. Maar waar. devraag of mannen een andere ziel hebben dan vrouwennog zoo veelvuldig onderwerp van twistgeschrijf isals in onze dagen, zal hij aan de vrouwelijkheid diebeteekenis niet toekennen . Hij begint met haar die toontzeggen : hij houdt zich aan de waarneming, dienu eerst zal aanvangen, de gemeenschappelijke enkontroleerbare. De vrouwelijke ziel ontmoet hij danmisschien aan het eind van zijn onderzoek en dan

Page 120: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

PSYCHOLOGIE DER VROUWEN

117

zal het nog tijds genoeg zijn om haar in een andererubriek op haar plaats to brengen.

In overeenstemming met zijn bedoeling, een voor-beeld to stellen, doet prof. Heymans aan zijn studieeen hoofdstuk voorafgaan over de Method en vanOnderzoek, waarvan voor hemzelf voorloopig deenquete de voornaamste was .

,,De enquete-methode" - zoo zegt hij - ,heeftboven de biographische meth ode in 't bijzonder ditvoordeel, dat het door haar bijeen to brengen materiaalvolkomen ona/hank elijk is van vooropgezette meeningenvan den bewerker, algeheele vergelijkbaarheid der a f -zonderlijke karakterbeschrijvingen waarborgt, en zonderal to groote moeite in voldoende hoeveelheid verzameldkan worden."

En verder :,,Wat nu de reeds ondernomen onderzoekingen van

dezen aard betreft, voor de vrouwen-psychologieleveren de meeste daarvan maar weinig op, daar deonderzoekers een geheel ander doel beoogden enalleen nu en dan terloops iets over de verschillentusschen de geslachten opmerken ; alleen over deacademische studie en over het godsdienstig levenzijn enquete-uitkomsten in 't licht gegeven, waaraanwij belangwekkende gegevens zullen kunnen ont-leenen. Onder deze omstandigheden zal ik in 't vol-gende dikwijls aanleiding hebben mij to beroepen opde uitkomsten van twee door Wiersma en mij inge-stelde, zooveel mogelijk alle zijden van het bewust-zijns-leven omvattende enquetes ; ik achtte het daaromnuttig deze uitkomsten, voor zoover ze betrekkinghebben op het verschil tusschen de geslachten, inhet aanhangsel volledig meetedeelen, en hier overde wordingsgeschiedenis dier enquetes iets to ver-

Page 121: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

118

PROF. G. HEYMANS

melden. De eerste had tot naaste doel gegevens toverkrijgen over de erfelijkheid der psychische eigen-schappen ; daartoe werden aan alle Nederlandscheartsen (ongeveer ten getale van 3000) en aan eenigeanderen, ieder zes vragenlijsten toegezonden, methet verzoek die naar beste weten voor wader,moeder en kinderen eener hun good bekende familiein to vullen. De gestelde vragen zijn in het aanhangselwoordelijk meegedeeld ; de ingekomen antwoordenhebben betrekking op 458 gezinnen of 2523 personen,en wel 1310 van het mannelijk en 1209 van het vrou-welijk geslacht (van vier personen was het geslachtniet opgegeven) . De beide eerste kolommen van dein het aanhangsel opgenomen tabel bevatten depercentages, waarin de verschillende eigenschappen,omtrent welke de enquete vragen stelde, aan de ver-tegenwoordigers van beide geslachten werden toe-gekend. Hun betrouwbaarheid (van mogelijke syste-matische fouten afgezien) is zeer bevredigend : dewaarschijnlijke fout blijft overal beneden 1 . Om vandie systematische fouten tenminste een, namelijk deomstandigheid, dat bijna alle berichtgevers mannenwaren, onschadelijk to maken, zijn dan in de beidelaatste kolommen dier tabel nog eens afzonderlijk depercentages meegedeeld, opgemaakt uit de vanvrouwen afkomstige gegevens . Daar deze slechtsbetrekking hebben op 68 mannen en 79 vrouwen,is hun betrouwbaarheid veel geringer (waarsch . fouttot 4) ; zij zullen op zich zelf dus alleen bewijzendgeacht kunnen worden waar ze groote verschillentoonen, maar overigens slechts kunnen dienen tertoetsing van de gezamenlijke uitkomsten . In 't ver-volg zal het geheele onderzoek kortheidshalve alslaerediteits-enquete worden aangeduid . - Een tweede

Page 122: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

PSYCHOLOGIE DER VROUWEN

119

dergelijk onderzoek had betrekking op de ontwikke-ling van het karakter van het 12de tot het 18dejaar of iets later. Daaraan werkten mee leeraren enleeraressen aan 54 Nederlandsche gymnasia, hoogereburgerscholen en andere onderwijs-inrichtingen, diesamen over 2757 mannelijke en 1103 vrouwelijkescholieren meer of minder ingevulde vragen-lijsteninzonden. Ik heb echter gemeend, voor het onderzoekover het hier behandelde onderwerp van de opgavenover vrouwelijke scholieren slechts die (701) to mogengebruiken, welke afkomstig zijn van gemengde scholen,en die (402) welke van meisjesscholen afkomstig zijnto moeten uitsluiten, omdat alleen bij de eerste degelijkheid van den maatstaf, waarnaar jongens enmeisjes beoordeeld worden, eenigermate gewaar-borgd is. Overigens wordt aan de volledigheid vande door deze enquete verkregen karakterbeschrij-vingen eenigszins afbreuk gedaan door de omstan-digheid, dat natuurlijk alleen gevraagd kon wordennaar eigenschappen, die op school tot uiting komen ;dat echter de antwoorden, voor zoover ze reiken, opgroote betrouwbaarheid mogen aanspraak maken,bewijst zoowel de overeenstemming tusschen de voorverschillende scholen vastgestelde uitkomsten, alshet geringe (nergens meer dan 1.3 bereikende) bedragvan de waarschijnlijke fouten, die de algemeenepercentages aankleven. Om het den lezer mogelijkto maken, den graad dier overeenstemming na togaan, zijn behalve de algemeene percentages ook dievoor de gymnasia en H . B. Scholen afzonderlijkmeegedeeld ; die der andere onderwijs-inrichtingenhadden op to weinig personen (34 jongens en 14meisjes) betrekking, om hun op zichzelf eenige be-trouwbaarheid toe to kennen ; in de einduitkomsten

Page 123: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

120

PROF. G. HEYMANS

zijn echter ook deze gegevens mede verwerkt . Dezeenquete zal in 't vervolg de School-enquete genoemdworden."

*

Ik zei: wat een man van wetenschap allereerstnoodig heeft is een „basis van verstandhouding" .Hij vindt die of in kontroleerbare waarneming ofin eindbesluiten die naar zijn meening onbestrijd-baar zijn. Als prof. Heymans ertoe overgaat hetwezen van de vrouw in zijn hoofdtrekken to om-schrij ven, dan zegt hij : ,Wat nu de vrouwen aangaat,heerscht wel over geen ander punt tusschen de ver-schillende onderzoekers een zoo ver-strekkende over-eenstemming als hierover, dat zij op veel zwakkereprikkels emotioneel reageeren, en op gelijke prikkelsveel sterker emotioneel reageeren dan de mannen" .Vrouwen zijn, in verhouding tot de mannen, meeremotioneel . Maar leest men het boekje nu aandachtig,dan merkt men dat geen enkel begrip er zoo in hetvage gelaten wordt als juist dit begrip van het emo-tioneele. Een strikte bepaling ervan heb ik niet aan-getroffen; in de lijst van de herediteits-enquete vindik het opgehelderd door : .,zich ook kleinighedenmeer aantrekken dan anderen, spoedig in verrukkingof in tranen" (dus wat wij zouden noemen : lijdendeaan gevoelszwakte), terwijl dan de niet-emotioneele,,minder aantrekkelijk dan anderen, koel van natuur"zou zijn. Elders lees ik : „emotioneele, voor gevoels-bewegingen zeer toegankelijke naturen" (bl . 54) enlangzamerhand wordt het duidelijk dat emotioneelwel degelijk als vatbaar voor gevoel in zijnuitgebreidste zin (alle lust- en onlust-aandoeningen

Page 124: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

PSYCHOLOGIE DER VROUWEN

121

omvattend) moet verstaan worden. Toch krijg ikook dan nog de indruk dat er iets als de ware ernstontbreekt : die ,gevoelsmenschen" die men daaraankennen moet dat zij ,himmelhoch jauchzen" of zich„zu Tode betriibt" voelen, kan men nauwelijks voorvol nemen. Hier heeft men dus een stelling, eenewaaromtrent - als omtrent geen andere - de ver-schillende onderzoekers tot de verst-strekkende over-eenstemming geraakt zijn, maar die - schijnt het -die algemeene waardeering niet verkregen heeftzonder een wezenlijk deel van haar inhoud kwijt togaan.

Die stelling zegt dat de vrouwen sterker dan demannen emotioneel reageeren . Mag de nadruk op hetlaatste woord vallen, dan zegt ze weinig. En toch,hoe kan iemand, door middel van de gewone grovewaarneming, meer gewaar worden dan juist dezebedriegelijke weerwerking ? Doch voor prof. Hey-mans zegt ze meer. Hij wil haar wel degelijk zoo ver-staan hebben alsof vrouwen emotioneeler dan mannenzijn, alsof hun gevoelsleven dieper, rijker, sterker,verfijnder is. Zoo verstaan is de bewering de alge-meene waarheid die hij wil handhaven, en die hijdoor zijn enquetes versterken wil . Hij die zoo voor-zichtig en bedachtzaam naar alle zijden verklarenden overredend - meer zelfs dan betoogend en be-wijzend - zijn gedachten en zijn stem laat gaan, hijbijt van zich af, wordt fel en onverdraagzaam alstwee italjaansche geleerden, Lombroso en Sergi, dezewaarheid in twijfel to trekken .Wat zeggen ze ? - Juist wat we opmerkten dat

in het onderscheid tusschen prof . Heymans' steHingen zijn opvatting van die stelling al begrepen ligt :,,Dat uitingen van smart met de smart zelf verwisseld

Page 125: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

122

PROF. G. HEYMANS

worden. De vrouwen reageeren expansiever op desmart dan de mannen, d. w. z. ze bezitten volgenseen treffende uitdrukking van Sergi niet grooteresensibiliteit, maar grootere irritabiliteit ."

Vergis ik me niet, dan liggen de grenzen van prof .Heyman's psychologie der vrouwen in de oude tegen-stelling dat de mannen meer verstand en de vrouwenmeer gevoel hebben, waarbij dan onder gevoel eenzekere makkelijke gevoeligheid, aandoenbaarheid, enonder verstand zin en bekwaamheid voor bet afge-trokkene moeten verstaan worden. In zijn boek lijktbet hoofdstuk over bet Verstand me dan ook betuitmuntendste, omdat daar zijn grondgedachte betveelzijdigst ontwikkeld, en, waar noodig, ook gewij-zigd wordt. Tegenover de gevoelige en dus op betkonkrete gerichte vrouw teekent hij daar de manals veel meer gericht op analyse en algemeene in-zichten, als van huis uit - zouden we zeggen -wetenschappelijk. Het intuitieve denken noemt hijtypisch vrouwelijk, terwijl volgens hem de typischeman „een uitgesproken behoefte aan analyse" heeft .Wie zal bet van een man van wetenschap anders ver-wacht hebben ? Maar welke niet-wetenschappelijkezal tegenover deze uitspraak niet wantrouwend zijn?

Want inderdaad is de hier onthulde tegenstellingniet die tusschen bet vrouwelijke en bet mannelijke,maar die tusschen bet intuitieve en bet logische .

*

De emotionaliteit - die in haar bewustwordingintuitie f denken wordt - is voor prof. Heymans beteerste element van de vrouwelijke wezenskern.Minder beslist voegt hij er de aktiviteit aan toe, die

Page 126: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

PSYCHOLOGIE DER VROUWEN

123

volgens zijn gegevens de vrouw in hoogere mate dande man bezit . Haar meerdere zedelijkheid wordt meerals een algemeen gezichtspunt bij zijn beschouwingtoegelaten.

Als eigenschappen die bij de emotionaliteit be-hooren en die, op grond van zijn onderzoek, meerbij vrouwen dan bij mannen voorkomen, noemt hijo. a . : ,wisselende stemming, zwaartillendheid, ge-brek aan moed, lange nawerking van droevige,daarentegen korte van toornige gemoedsaandoenin-gen, zucht naar verandering en veelvuldige wisselingin sympathieen, dikwijls lachen, vernauwing van denbewustzijnsomvang, suggestibiliteit, aanschouwelijkephantasie, scherpzinnigheid maar gebrek aan ver-stand, geringer talent voor wiskunde, grooter voortalen, afkeer van abstractie, bij voorkeur intuitiefdenken, impulsiviteit, neiging tot fanatisme, handig-heid, ijdelheid, heerschzucht, grooter intensiteit zoo-wel van het medelijden als van de wreedheid, neigingtot overdrijven, eerlijkheid en betrouwbaarheid, gods-dienstzin, veelvuldigheid van psychische storingen ."

Als aan aktiviteit en zedelijkheid verbonden,noemt hij eveneens een aantal eigenschappen. „Devrouwen zijn in hooge mate zuinig, minstens evenpractisch als de mannen, en veel moediger en ge-duldiger bij ziekten ; zij zijn geloofwaardiger, mindervaak verstrooid en toonen slechts half zoo vaak deneiging verplicht werk to verwaarloozen voor on-verplicht werk." Tegelijk roemt hij de vrouwen omhun „gebrek aan egoisme, geringe neiging tot tafel-genot, onbaatzuchtigheid en gebrek aan geldzucht,philantropische werkzaamheid, neiging anderen toidealiseeren, kinderliefde, betrouwbaarheid, geringezelfingenomenheid ."

Page 127: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

124

PROF. G. HEYMANS

Het betoog hoe en waarom al deze eigenschappenmeer bij vrouwen dan bij mannen plegen voor tokomen, vormt de eigenlijke inhoud van het boek, entoont het gebruik dat door prof . Heymans gemaaktis van de antwoorden op zijn vragen-lijsten .

Meer dan eens wordt door de schrijver toegegevendat die vragen-lijsten een grof werktuig zijn. Demogelijkheid dat zijn heele gebouw slechts „een ruwgetimmerte" zijn zou, dat „steeds weer herstellingzal noodig hebben, en wellicht op een goeden daggeheel ineenstort," acht hij niet uitgesloten . Tevenserkent hij dat de man van wetenschap, afleidend enbenaderend, wel tusschen de resultaten van zijn uiter-lijke waarneming ,wettelijke betrekkingen en inzichtin de noodzakelijkheid daarvan" kennen doet, maardat zijn afleiden en benaderen altijd lijden zal aan,,die rechtlijnigheid, welke nu eenmaal noodzakelijkalle theorie aankleeft ." „De wetenschap kan uiter-aard het beeld der vrouw niet teekenen, maar slechtsdoor rechte lijnen insluiten."

,,Evenmin als de botanische kenmerken der roosalles aan de typische roos zijn", kunnen ,zooveelemotionaliteit, activiteit, plichtsgevoel enz . alles zijnaan de typische vrouwenziel ."

Prof. Heymans heeft een open oog voor die wareintuitieve kennis, waarmede b .v. kunstenaars hetbeeld van een schepsel uit hun deelhebben aan hetleven van dat schepsel ontspringen doen. Hij geefthet bestaan van die kennis to gereeder toe, omdatzij het tegendeel is van zijn eigen afgeleide, logische .Maar terwijl hij haar buiten zich stelt, en haar be-schouwt als het bizonder eigendom van vrouwen enkunstenaars, blijft hij er ook wel merkwaardig vanverstoken.

Page 128: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

PSYCHOLOGIE DER VROUWEN

125

De Natuur heeft haar mensch-schepsels geschapen,tweeerlei, die alleen terwille van de voortteling eenzijn. In die paring is de man aanvallend, overheerend,de vrouw tot zich nemend, ontvankelijk. De manblijft zichzelf gelijk, in zichzelf gesloten, staat niettoe dat iets van de vrouw tot hem zou doordringen .Maar zijn lichaam dringt door tot diep in het hareen verlaat het niet dan na de bevruchting . Voor hemis dan de daad geeindigd, die voor de vrouw eerstbegonnen is. Binnen in haar ontwikkelt zich eenander mensch. Dracht en baren en zogen zijn ge-beurtenissen die over een tijdperk van maanden,van jaren, de persoonlijkheid van de vrouw bein-vloeden en verdeelen. Zou de Natuur die met ge-heime voorkennis haar schepsels maakt tot ver-schillende doeleinden, geen verschillende ziel gelegdhebben in -zoo verschillende wezens ? Zou niet devrouwelijkheid-zelf, van de geboorte af, anders vanziel zijn dan de mannelijkheid ? Neen, zegt prof.Heymans, er is alleen sprake van een meer of minder .De geslachtelijkheid, die, naar ge meent, in hetmidden van ons onderzoek staan moest, toont zichniet anders dan in het reageeren op een groep vanmotief-voorstellingen. Niet in haar vrouwelijkheidals zoodanig ligt het wezenlijke van de vrouwe-ziel,maar in haar emotionaliteit. Emotionaliteit, aan-doenbaarheid, vooruit al verstaan, en naar het onsvoorkwam met geringe ernst, als iets bizonder vrou-welijks. De vraag waarin we vbor alles belangstellen :die naar het soort-verschil tusschen mannelijk envrouwelijk gevoel, daardoor van den beginne al uitden weg gegaan. Als feit en grondstelling aangenomen,wat niet alleen door Lombroso en Sergi, maar ookb.v. door Havelock Ellis, nog in een zoo juist ver-

Page 129: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

126

PROF. G. HEYMANS

schenen deel der fransche uitgaaf van zijn Studiesin the Psychology of Sex, niet als onbetwistbaar wordttoegelaten. 1 ) De ware vrouwelijkheid, de vrijwilligeonderschikking, terwille van de vereeniging met ende voortbrenging van een nieuw leven, voor alleonderzoek uitgeschoten .

Toch is juist deze vrouwelijkheid dat ,Ewig-weib-liche" dat de man alleen in de geest beleeft. Terwijlhet lichamelijk beleven het wonder is dat hem in devrouw altijd weer zal aantrekken, voelt hij, in denood van zijn geest, aandoeningen, anders dan dievan de vrouw, maar sterk, diep, fijn en verscheiden,de aandoeningen van een die niet door onderschik-king lichamelijk, maar door beheersching, geestelijk,streeft naar levens-vereeniging en voortbrenging .

Daarom is het ook volstrekt onw aar dat kunste-naars vrouwelijk zijn : hun ware wezen ligt in hetbeheerschende, dat geestelijk beleven wil wat devrouw in het lichaam kent. En de Verbeelding, diein geenen deele bizonder aan vrouwen eigen is, maaraltijd het erfdeel van mannen was, toont door hetoppergezag van het Beeld, in alle tijden, haar oor-sprong in de mannelijkheid.

1911 .

1) - la question si la sensibilite gengrale des femmes eatplus grande ou plus petite quo cello des hommes . Cost unecontroverse dans laquelle les preuves pour et contre sont loind'etre concluantes .

Blz. 151 van het derde Deel : L'Impulsion Sexuelle, editionfrancaise, revue et augment6e par 1'auteur . Traduite parA. van Gennep .

Page 130: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHLTIZEN

I

In October 1843 kwam Bakhuizen to Luik. Hijhuurde er kamers - hij en zijn vriend Cats Busse-maker - op de Place du Marche boven een hand-schoenenwinkel waar de Etoile d'Or uithing . Hijhoefde maar een vloerluikje op to lichten, dan zaghij de twintigjarige Julie, het zachte en goelijkedochtertje van bet echtpaar Simon, daar benedenbezig. Van de hoogere verdieping, waar bet gezinwoonde, drong de feestvreugde tot hem door als, opeen naamdag van de moeder, oudere broers en jongerezusjes - in 't geheel waren er zeven kinderen -zich om de ouders vereenigden . In dit jolige waalschegezin werden Bakhuizen en zijn vriend weldra opge-nomen. Hij zelf als Monsieur le gros, Bussemaker alsMonsieur le grand. Julie was in hun gesprekken hetlievertje . Er werd gezwartepiet, en Bakhuizen maakteer zijn werk van Julie to laten winnen . De toon vanhaar Payez, Monsieur! had voor hem een bekoringwaarvan hij zich niet kon losmaken . Hij mikte metbonbons naar haar, door bet luikje. Hij zat haar namet Pate Regnauld als ze hoestte. Hij deelde methaar de liefhebberij voor bet waalsch, waarin zijrijmpjes schreef. Kortom, hij was verliefd en lastig,en grappig en zorgzaam, en had, onder schijn vaneen komedie, begonnen uiting to geven aan gevoelens,die voor hem doodelijke ernst waren .

Page 131: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

128

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

Zijn dwepen nam een meer romantische vorm aantoen hij op een avond langs de Carmelieten-kerkkomend, er binnen slipte en Julie waarnam terwijlze geknield aan haar bidstoel lag . Zij leek nu, vond hij,op de zachte, ietwat droefgeestige, Mignon van Schef-fer, waarvan een prent in zijn kamer hing. Zooalsdeze in haar oogen het verlangen naar Italie, zoodroeg Julie in haar vrome oogopslag de herinneringaan een hemel, waaruit ze misschien wel gedaaldwas tot redding van hem .

Hij was toch immers eon zondaar die gered moestworden - waarom dan niet door doze, ook volgens't zeggen van haar moeder een ,ange de douceur etbonte". Wat deed het er toe of zij een gewoon meisjewas, van rang noch stand, zonder rijkdom of ont-wikkeling. Mignon was Mignon, hoewel ze een op-geschort rokje droeg en op bloote voetjes liep .Julie was Julie, en geen enkel gemis kon dit ver-anderen.

Dat er in zijn liefde voor haar gevaren en bezwarenscholen - ik geloof niet dat hij dit een nadeel vond .Hij had nu eenmaal zijn kracht en zijn verstand nietvoor niets. Bezwaren en gevaren zijn er, opdat weons teweerstellen . Zeker was ook, dat, indien ooit,hij thans behoefte had aan een doel dat zijn heeleweerbaarheid uittartte en in spanning bracht . Hijmoest toonen wie hij was en dat kon hij alleen doorop zichzelf to bouwen. Maar ter wille van wie ?Ter wille van zijn eigen verslagen persoonlijkheid?Wij zijn zoo gemaakt dat we dit minder good kunnendan het to doen ter wille van een klein meisj e . Luials hij was, zou hij om haar werkzaam zijn . Zij waszijn eigen buiten zichzelf gestelde luiheid in bevalligegedaante. Protestant als hij was, zou zijn heele

Page 132: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

129

romantische katholiciteit in haar door hem wordenaangebeden. Half als hij was, zou zijn overgave aanhaar heelheid hem noodzaken zich van zijn eigenvaderlandsche halfheden bewust en los to maken .

Dit alles bedacht hij niet, ten minste niet dadelijk .Maar met een instinktieve zekerheid greep hij,zoodra hij in Luik was, deze eene kleine gestalte alsde kern van waaruit hij zijn leven regenereeren zou .

Daarom is de liefde de reddende macht bij uit-nemendheid : zij geeft aan gemoed en geest gelijkelijkeen levend middelpunt.

Bij Van den Brink begon al aanstonds die ver-nieuwing en eenmaking. Zijn hartstochtelijke ge-dachten konden niet nalaten zich om Julie Simonto bewegen. Veertien jaar ouder dan zij, kon hijzoo goed haar oom verbeelden als haar minnaar.Terwijl hij, in luiksch dialect, haar ,biname grosmonsieu" was, kon hij haar „M' binamaye grand'-feye" (dat is fille ainee) noemen, zooals het jongerezusje, de schertsende Titine, zijn fille cadette heette .Bovendien was men in het Walenland, waar losheidvan toon en vroolijke grappen geen afbreuk hoevento doen aan vroomheid en zedigheid. Zoo kon - toenVan den Brink eenige woken in Brussel was - Juliehem in luiksch rijm to kennen geven, dat wie zijnvoordeel niet weet to doen met de wereldsche ver-maken, niet anders, parbleu, dan een oude schoenmocht genoemd worden. Er werden kleine geschen-ken gewisseld : bonbons waren Julie altijd welkomen op St. Nicolaasavond ontving Van den Brink eensteenen poppetje, een vrouwtje met een draagmandop de rug, een ,hotteuse" of zooals het in 't Waalschheet, een „botteresse", - welke „botteresse" derijmbrieven in ontvangst nam die 't meisje aan haarVerwey, Proza II

0

Page 133: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

130

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

,,gros monsieu" had toe to richten . In die briefjesmocht zij hem even goed verzekeren dat hij altijdhaar „biname" zou blijven, als ze haar voorliefdevoor bitterkoekj es erin inocht meedeelen. De goederaad geen gat in de dag to slapen hoefde ze bij ge-legenheid niet terug to houden .

Tijdens het carnaval liepen de beide Hollanders,met misschien nog eenige anderen, in burnous entulband door de stad, als bedouienen van Abd-el-kader. Zonder twijfel zal de verliefde Arabier ook aandeze nieuwe rol eenige voordeelen ontleend hebben .Maar tot vrijerij liet het meisje het niet komen .Zij aanvaardde een armband, een „lien d'amitie",maar zonder hem dadelijk to dragen . Zij gaf alstegengeschenk een oranj ekleurige beurs die ze zelfgewerkt had en daarbij een waalsch versje . Zij wei-gerde geen kus, waarmee de verrukte haar bedankte .Dat achter het spel ernst zou schuilen, werd niet uit-gesproken.En toch - de toon van het

wel ernstig .La riknohanse estine sakwet

[d'bai,d'jiv zel den a prov zel

[mostre,d'jiv fai kad6 dine bouse ki

[d'ja faitintencion, m'

[biname .Wardel bin fe ze de ka

d'vin sisse

nime rouvi maije, d'vin vo[voietche

d'jine vi d'mande qi soula

ne

versj e bij

La reconnaissance est quel-[que chose de beau,

je vous la dois et pour vous[1a montrer

je vous fais cadeau d'une[bourse, que j'ai faite

dans cette intention, mon[bienaime .

Gardez la bien, faites en du[cas,

m'oubliez jamais dans[vos voyages,demande que

[cela,je ne vous

de beurs was

Page 134: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

131

si ne nin baik6 sa n'vo Pin[ine atetche,

mai sa m' fret plaisir di veye

qi di Ion kom di pretvo pinsere todi a julie vose

[feij e .pomepare, todi d'jime so-

[vairetdes attention kvo zave por

[mie tan kidje vikretd'jine a piedret maije li

[sovni .

ce n'est pas beaucoup, ca ne[vaut pas une epingle,

mais cela me ferait plaisir[de voir

que de loin comme de presvous penserez toujours a

[Julie votre fille .Pour ma part, toujours je

[me souviendraides attentions que vous avez

[pour moiet tant que je vivraije n'en perdrai jamais le

[souvenir .

Laat in de lezing van dit gedichtje al de snaaksheidinvloeien die het waalsche rijm lijden kan, en vergeetniet dat zij die het schrijft een rol speelt, de rol vanluiksch-pratende gefingeerde fille ainee tegenover eenal wat oudere heer, een kommensaal van haar ouders .Neem zelfs aan dat de gedachte aan een blijvendebetrekking met die geleerder, deftiger, misschiengefortuneerder, maar zeker protestantsche vreemde-ling onmogelijk in het meisjeshoofd zou kunnen op-komen. Ook dan nog voelt men die regels als on-miskenbaar ernstig en hartelijk .

Zijn ze zelfs niet meer?Zij drukken „een kleine echte spijt uit" - zeggen

de verhalers van deze ,Levensroman" : C. en M.Scharten-Antink - en zijn zoodoende ,bijna een- onbewuste - bekentenis" . Zoo is het wel. In hetnederlandsch omgezet luidt de onuitgesproken ge-dachte van het meisje : gij, vreemde heer, die nuenkele maanden zoo goed en vriendelijk voor megeweest zijt, gaat straks weg en ik vrees dat ge in

Page 135: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

132

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

verre landen en onder andere menschen mij weldravergeten zult. Wees zeker dat ik die hier achterblijfhet u niet zal doen ."Minnaars verstaan slecht, juist omdat zij altijd

vol vrees zijn. Bakhuizen vreesde ook . Zijn heele ge-drag zal hem van maand tot maand en van jaar totj aar worden ingegeven door de vrees dat hij Julieverliezen zal.. Evenals Julie, vreezende dat hij haarvergeten zou, haar gedachte bedekt uitsprak, sloothij, een antwoord vreezende, zijn verklaring weg inlatijnsche disticha, die ze lezen noch begrijpen kon,hoewel hij ze haar ten geschenke en ten antwoord gaf .

Julia namque suis miserum me cepit ocellisMeque semel captus solvere posse nego .

Of broer Eugene, de jonge kapelaan, tenminstedie slotregels voor haar vertaalde, - zoo hoopte hij.Maar wat hielp het of Eugene gewiRig was! Het dich-terlijke spel mocht in waalsche rijmen of in latijnschedisticha gevoerd worden : het wachten was nu ophet oogenblik dat de ernst van de liefde onverhuldto voorschijn kwam .

II

In Maart vertrok Bakhuizen naar Bonn en hetverheugde hem dat hij evenals to Luik op een Placedu Marche kon afstappen, en zijn intrek nemen ineen hotel dat 1'Etoile d'Or heette . De kamers diehij daarna betrok stoffeerde hij met luiksche her-inneringen, zooals ook zijn gemoed met geen anderegestoffeerd was.

Julie was ziek geworden en liet zich door Titine

Page 136: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

133

verontschuldigen over het uitblijven van beloofdedialect-rij men .

Zij kwamen een maand nadat hij geantwoord had .Ook in dat antwoord had hij zijn gevoel duidelijkgenoeg uitgesproken, maar het was gericht geweestaan M' binameye grand'feye en onderteekend Votredevoue bedouin . - M' biname gro, begon dan ookhaar rijm-brief. Ook zij zei alles : de genegenheid waszoo gulhartig mogelijk ; maar ze was scherts en zekwam van ,vosse binameije grande feije". Er wasevenwel een plaats waar de ernst om de hoek gluurde .

Au revoir done, mon bien-aime gros,portez-vous bien, et ne devenez pas plus sot,it faut garden son bon senspour les serieux moments :et nous ne faisons que rire .

Dat klonk als het besluit van haar ziekbed-over-wegingen, een besluit dat toch nog een vraag was .Het is de vraag die door gevoelige meisjeshartenzoovaak gesteld wordt : Ge doet verliefd genoeg, maarten slotte is er ook een ernst, en - nietwaar ? -ge bedoelt immers niet meer dan scherts ?

Komt ge nog, zooals ge van plan waart, op mijnnaamdag over? vraagt ze dan.

Die 22ste Mei kwam hij werkelijk . Van weerskantenmoet toen zijn gevoeld dat de toestand onhoudbaarwerd. Voor welke bezwaren Julie ook gevoelig mochtzijn - en zeker waren er -, van scherts alleen konzij niet langer leven. Hij van zijn kant had ook be-zwaren : .de toestand van zijn fortuin, zijn moedervan wie hij afhankelijk was, Truitje Toussaint, diezich als zijn verloofde beschouwde, die edelmoedig

Page 137: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

134

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

geweest was en hem zijn woord niet had teruggegeven .Hij kon de hare kennen, maar zij niet de zijne .

Bij dat bezoek was Julie teruggetrokken ; en hijdorst zich niet uitspreken. Toen hij heenging zeiTitine hem dat de briefwisseling zoo niet kon voort-duren, dat er maar een geval bestond waarin ze toe-laatbaar was. Julie zelf beloofde niet dat ze schrij-ven zou .

Twee weken overwoog Van den Brink hoe hij zichgedragen moest. Hij kon Julie niet opgeven . Haar tenhuwelijk to vragen was ondoenlijk. Hij deed watkon en wat moest : hij schreef haar onomwondendat zijn gevoel voor haar liefde was .Onomwonden is wat veel gezegd. Bakhuizens

brieven zijn altijd verhandelingen . Het onderscheidtusschen hem en Julie was zoo groot, zijn toestandbevatte voor haar. zooveel verborgenheden, hij haddientengevolge zooveel voorzorgen in acht to nemen,eensdeels opdat zij niet vernam wat ze niet wetenmocht, anderdeels opdat ze werd voorbereid op watze later mischien zou hooren, dat er geen sprake konzijn van een simpele mededeeling. Hij schreef alsdiplomaat, met achter zich het gewicht van einde-looze overleggingen, en in een fransch dat door zijnaangeleerdheid zelf hem dwong tot bedachtzaamheid.Bovendien was ook afgescheiden van bizondere om-standigheden zijn aard didaktisch . Het doorwerktebetoog was de vorm waarin zijn krachtige overtui-ging zich het natuurlijkst uitdrukte .

Maar in dat zware weefsel lag de verklaring heelduidelijk, zooals hij altijd met volmaakte helderheidgeweten heeft naar welk doel, langs welke lijnen, hijzijn werkdadige volzinnen voortstuwde .

Nil was het doel Julie, haar liefde - al toonden

Page 138: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

135

de lijnen waarlangs hij haar bereiken wou, menigeverwondenheid .Op dit schrijven, dat begon met Ma chere Made-

moiselle, ontving hij eerst vier weken later antwoord.Het was juist wat hij verwachten kon .Julie was op de achtergrond. De laatste beslissende

wenk had Van den Brink ontvangen van Titine.Het antwoord luidde :

Liege le 3 Juillet 1844 .

Monsieur.

votre lettre a Julie m'a ete Communiquee par elle ;connoissant sa timidite, souvent blamable c'est vrai,vous comprendrez facilement son silence ; en bonnemere je dois repondre pour elle en vous fesant observertoutefois, que ma fille L'ignore ; les sentiments quevous manifestez dans votre lettre, s'ils sont vrais,ne seront pas Contredis par moi, mail le tems seulpourra les faire partager par julie ; d'ailleurs, quoiquerigoureusement arrivee a L'age de se marier, mafille est encore loin d'avoir L'habitude du mondedont elle ne connoit pas memes les ecueils . Tout ceque je puis, c'est de vous assurer de notre part unaccueil amical chaque foil que vous voudrez biennous faire visite, en attendant votre retour, agreezMonsieur L'Assurance de ma parfaite consideration .

L'epouse SIMON.

ps. Toute ma famille se porte bien.

Van den Brink's brief was geen huwelijks-aanzoek .Hij kon dat niet doen en deed het niet . De vraag vaneen aanstaande verloving was niet gesteld en kon dus

Page 139: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

136

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

niet overwogen worden. Alleen die van een vertrou-welijke omgang tusschen twee verliefden .

Het was het natuurlijke gevoig van Van den Brink'somstandigheden, dat hij van Julie een liefdesver-klaring wenschen moest zonder zich tegelijk met haarto verloven .Ik stel deze zakelijke en vormelijke beschouwing

voorop, omdat die inderdaad de doorslag moestgeven in het afwegen van de weerzijdsche verhouding .

Tegelijk is een tweede opmerking van beteekenis .Julie had tot nu toe niets gedaan dan in samenhang

met haar familie, onder onmiddelijk toezicht vanhaar moeder, met inedeweten van Titine. Zelfs warende luikerversjes die zij gemaakt had, door Louis,haar broer, in het net gebracht. Afhankelijkheid envolgzaamheid lagen ook geheel in haar aard, diezacht en eenigszins indolent was . Nu dreigde evenwelVan den Brink's verklaring dit verband opeens toveranderen en misschien wel los to maken . Zij zelf,wier gevoel, maar half bewust en onder 't oog vanhaar verwanten, hem was tegemeet gegaan, zouplotseling voor zichzelf spreken . Voor die daad alleenal moest zij terugschrikken. Haar gevoel voor Vanden Brink was daartoe noch hevig noch vrij genoeg .Maar daarenboven zou zij door die daad een verkeerscheppen dat alleen berustte op uitwisseling vangemoedsbewegingen, waarvan zij de macht vermoe-den kon, maar zonder ze to hebben ervaren, en diezij - voor zoover ze van hem kwamen - in begrijpe-lijke beschroomdheid vreezen moest . Er was maar eenzekerheid waardoor ze die schroom overwinnen kon .En wel juist die waar Van den Brink van zweeg : deverloving. Als in de plaats van het nude verband eennieuw kwam, als de goedkeuring van de ouders haar

Page 140: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

137

overdroeg aan hem die beloofde haar een anderekring to scheppen in de plaats van de eerste, dan zouzij haar gevoel voor hem kunnen koesteren, eraantoegeven, de vrees op zij zetten voor zijn harts-tochtelijkheid. Voor een jonge vrouw van haar ge-aardheid en opvoeding was een andere weg nietmogelijk. Waar dus deze zich niet opdeed bleef zein afwachting, luisterend naar de meeningen vanhaar omgeving .Want ook die omgeving had haar bedenkingen .

De vader was niet in het vertrouwen ; maar de moederhandelde voor hem ; zooals ook zij, en niet hij, opde hoogte was van de winkelzaak. Die zaak ging nietgoed-het verhuren van kamers was misschien al eenbewijs ervan -, haar drie dochtertjes waren nietsterk en konden moeielijk zelf voorzien in hun onder-houd, - de heer uit Holland was protestant envreemdeling, maar hij was niet zonder middelen,hij was verliefd, hij was hartelijk, persoonlijk mochtzij hem. Zoo zij als moeder in elk geval een mogelijkhuwelijk voor haar dochter gewenscht zou hebben,- bij veel bezwaarlijks was in een huwelijk vanJulie met Bakhuizen zeker veel dat haar aanlokte .Maar - hij sprak van geen huwelijk . En zoo, zijnpersoon en zijn brief, het gevoel van haar dochter,de zwarigheden die zij voorzag van man en biecht-vader, de heele onzekerheid van de toekomst inharmonie brengend met haar eigen wenschen endie van belanghebbende partijen, nam ze het besluitdat alle tegenstrijdigheden weldadig vereenigde : zelfto schrijven, Julie niets to doen beloven, maar ookniets to doen afwijzen, en duidelijk to doen uit-komen dat, wat haar zelf betrof, Bakhuizen indienzijn gevoel oprecht was, op haar kon rekenen .

Page 141: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

138

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

Het zwaartepunt van het briefje lag namelijk,mijns inziens, in die eene kleine tusschenzin betref-fende de door hem uitgesproken gevoelens . Alleenin die woorden ,s'ils sont vrais" hoor ik de nasleepvan velerlei gesprekken en overwegingen. Wat wistenzij van hem, anders dan de sentimenten die hij haduitgesproken. Wat anders dan sentimenten had hijhun weten aan to bieden .

Dat dit ontbreken van eenige zekerheid goeddeelsde houding van Julie, zoowel als die van haar moeder,bepaald heeft, meen ik ook to mogen afleiden uit hetbriefje dat als „billet bleu" een bizondere plaatsheeft in de verzameling .

Bij een vernieuwd bezoek aan Luik had hij Julieeven terughoudend gevonden, maar zij had hem toe-gestaan dat hij om de andere maand schrijven mocht .Hij schreef - dit keer uit Wolfenbuttel - als iemanddie nu door zijn pen haar winnen moest. Eerst ant-woordde zij in een verloren gegaan briefje : „le mo-ment n'est pas encore venu ou ne doit point arriver" .Maar in dat blauwe briefje troost ze hem, doch inwelke woorden? ,Votre constance me touche, jeserais ingrate si je ne vous laissais au moms un peud'espoir ; vous avez de trop nobles sentiments,j'espere, pour vouloir abuser de ma sensibilite ; vous meconnaissez mieux que je ne vous connais, Monsieur,et ne profiterez pas de votre avantage sans doute?"

De volzin is werkelijk heel belangrijk, omdat hijhoop geeft en inderdaad een begin van overgavebeteekent, - maar des to meer moeten we er opletten dat hier het zelfde beroep op zijn gevoelensgedaan wordt, dat ook al de moeder gedaan had,en bovenal : dat de gedachte : wat weten wij eigenlijkvan u ? onomwonden wordt uitgesproken .

Page 142: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

139

We moeten ook niet vergeten dat deze zin waar-schijnlijk niet zonder moederlijke bemoeiing werdopgesteld. Het opgewekte gebabbel dat erop volgt,de schertsende wenk dat zij ,avant toute chose laproprete simple" beminde, kwam allicht uit eenpersoonlijker pen.

De onzekerheid was er nu eenmaal. Het duurde danook nauwelijks een maand of ongunstige geruchtenuit Holland en geloofsbezwaren door haar biecht-vader aangewakkerd noopten Julie de betrekkingof to breken .

In de tweede helft van December is Van den Brinkweer in Luik geweest . Zijn persoonlijke tegenwoor-digheid bewerkte dat Julie zich voldaan verklaarde .Een soort geheime verloving werd door haar en haarmoeder goedgevonden.

III

Hoewel niet dadelijk zich gevend, had Julie zichvan den beginne of tot Bakhuizen aangetrokken ge-voeld. Toen haar schroom eenmaal overwonnen wasen haar moeder zelf haar vrijliet, deed ze veel be-slister dan Van den Brink dorst aannemen, de inner-lijke schrede die haar van het ouderlijk gezin los-maakte en aan zijn zij bracht.

Hij ondervond het toen de gevolgen van de ver-loving zich begonnen to ontwikkelen .

Moeder Simon had in die verloving toegestemd .Zij had dit gedaan nadat Bakhuizen de belofte hadafgelegd nooit to zullen willen, zelfs niet to zullenwenschen dat Julie van geloof veranderde, en haarin de vrije uitoefening van dat geloof nooit to zullenbelemmeren. De gewetens-vraag was daarmee voor-

Page 143: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

140

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

eerst opgelost. Twee andere vragen evenwel moestenworden beantwoord voordat in de oogen van de beidevrouwen de persoonlijke verloving maatschappelijkegeldigheid kreeg. Zou zijn familie in een huwelijktoestemmen en daartoe bij vader Simon de noodigestappen doen? Hoe stond het met zijn fortuin?

Daar Julie's vader al even weinig wist van wat eromging als Bakhuizens moeder, vonden die vragenhun gereede beantwoording in de afspraak datmoeder Simon haar man zou inlichten, terwijl inmid-dels de oude mevrouw Van den Brink door haarzoon op de hoogte werd gesteld .De 10de Januari 1845 schreef Julie dan, naar

Breslau : betreffende de ,grande question" - „je nepuis pas vous dire grand chose, si ce n'est d'apresce que Maman ma communique, que papa a ete lepremier a lui parley, i parait qu'il n'a pas ete tropcontent de ce qu'on ne lui en avait rien dit plutot,et ce qui est pis, qu'il ne donnerait pas facilementson consentement, mais Maman ma dis, que je nedevais rien dire, que je devais la laisser faire. Quanda papa, il ne me parle jamais de votre visite, lorsqueje suis seule avec lui, nous causons comme si rienetait, it ne me montre pas la moindre humeur, ce quime fais beaucoup de plaisir. Je dois vous avouer,que si papa metait de la resistance, cela me feraibeaucoup de peine, mais d'apres le dire de Maman,je dois esperer que tout ira mieux que je me l'imagine .Voila tout ce que je sais sur Ce point, si vous desirezen savoir davantage, interroge Maman, elle vousexpliquera tous cela mieux que moi ."

Als Van den Brink aan zijn afspraak betreffendede wederzijdsche ouders herinnerd werd, stond hijnatuurlijk duizend angsten uit . Hij dorst met Truitje

Page 144: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

141

Toussaint niet plotseling breken, en hij kon van zijnmoeder niet vergen, dat zij een tweede verloofdeerkende voordat hij van de eerste gescheiden was .Geloof, geld en stand waren daarnevens nog maarbijkomstige moeilijkheden.

Had hij Truitje Toussaint de heele waarheid bloot-gelegd, - dat zou wreed maar dapper geweest zijn,en hij zou haar en zichzelf en Julie menig verdrietbespaard hebben. Het zou dan misschien ook spoediggenoeg gebleken zijn hoe weinig de andere bezwarenbeteekenden.Maar - weekheid van gemoed, of zwakheid van

karakter - hij dorst het niet. Zwakheid van karakterschijnt het zeker dat hij een half jaar later, Bake zijnnieuwe liefde bekennende, tevens betuigde dat hijhaar overwonnen had.Nochtans -- wie zal zeggen dat hij in het labyrinth

van een menschenhart de kortste wegen weet ? Wiedurft oordeelen over wat een ander lijden en doenmoet, opdat hij beantwoordt aan het in hem ge-schapen plan?

Wt hebben alleen vast to stellen dat zijn besluitde eerste verloofde to sparen, Bakhuizen noodzaakteeen geheim to hebben voor de tweede .

Een geheim dat zijn gevolgen had .Het antwoord aan Julie begon met een Lang vertoog

naar aanleiding van een onbeduidende opmerkingwaarmee ze haar schrijven besloten had. Noem mijenkel Julie, had ze geschreven. Noem mij geen engel,bedoelde ze. Hij verstond dit niet, of deed of hij hetniet verstond. In de uitvoerige bespiegeling van datmisverstand komt de volzin voor : ,Remplacons donea la fin cette contrainte qui noun pese par uneintimite cordiale. Desormais mon coeur vous sera

Page 145: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

142

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

ouvert: vous pourrez y lire toutes mes pensees, parce-que votre amour meme en chasse toute pensce indignede vous". Daarna eerst luidt het : „La resistance devotre pore me fait peine. Votre Maman m'en faitpart dans sa lettre en des termes encore plus expres-sifs. Mais j'avoue que fen suis moins preoccupe quedu sens de ces paroles, par lesquelles vous aveztermine votre lettre . Une chose qui me soulage d'unegrande inquietude, c'est que sa bienveillance enversvous ne s'est pas alteree par la confidence qu'on luia faite. Ce serait pour moi le comble de malheur, sije vous savais souffrante pour ma cause. Et cependantsi mon affection pouvait encore s'augmenter, vousne m'en seriez que plus there . J'approuve beaucoupque vous evitiez les explications aver votre Papa.Je ne sais comment prouver assez ma reconnaissanceenvers votre bonne Maman, qui s'interesse si acti-vement a notre bonheur. Embrassez-la de ma partet assurez-la que je ne saurais mieux m'acquitter demon obligation envers elle, qu'en vous rendant aussiheureuse que possible. Mais deliberez surtout avecelle, s'i1 pouvait avoir quelque bonne influence, simoi-meme je m'adressais a votre Papa avec unedeclaration aussi franche que respectueuse ? Quanta moi, it y a trois jours que j'ai ecrit a mon oncle.Je l'ai prie de vouloir faire part a Maman de mesintentions. J'attends sa reponse et je 1'attends avecquelque confiance. Je connais les principes de Mamansur ce sujet et je ne m'attends pas meme a uneresistance negative. - Cepandant, sa reponse pour-rait se retarder de quelque temps ."

Alleraardigst is het kalme en in zijn onschuldregelrechte antwoord. De heele lange ontstelteniswordt, als een misverstand, lachend bezwichtigd .

Page 146: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

143

Maar de zaak waarom het gaat, in alle uitvoerigheidnog eens aangedrongen .

,,Cher Rene. Vraiment, apres la lecture de votrelettre, j e n'ai su m'enpecher de rire en voyant lamaniere dont vous avez interprets le sens de monpostcriptum; en vous disant de ne plus m'appeler queJulie, je voulais par la, vous dire de neplus me donnerle nom d'ange, d'adorable, etc., mais it n'est jamaisentre dans ma pensee, de vous defendre de m'appelervotre chere autant que vous le voulez, j'aurai dum'expliquer plus clairement, a l'avenir cela n'arriveraplus. J'espere maintenant que vous serez tranquille.

„Je veux vous dire la verite, tout ce qui retientpapa, c'est qu'il ne connait pas votre famille, quandit a pane a Maman, it a dit que vous etiez stranger,it a aussi demands pourquoi vous aviez quitte votrepays, c'est que tout cela lui fait faire beaucoup de re-flections, it aime trop ces enfants que pour les voir mal-heureux ; voila pourquoi it est si dificile, si en lui ecri-vant, vous vouliez lui donner quelque eclaircisementsur ce point, cela aidera beaucoup a le vaincre. Se n'estpas que je veuille le moins du monde douter de votresincerity, mais it est bien juste a un pere de craindrepour son enfant, it lui est bien permis aussi de prendretoutes les informations necessaire, vous ne devez paslui en vouloir, Je crois que votre Maman en feraittout autant; quand a moi, je sais gre a papa, de cequ'il prend part a mes interets, c'est une preuve qu'ilm'aime, vous devez en etre content. - Pardonnez,si ma franchisse vous a un peu offense, mais je nevoulais rien vous cacher."

De arme wist niet welk zwaar geschut zij nu voorhet front bezwoer. Niet enkel zijn moeder, niet enkelTruitje, maar zijn heele vroegere leven werd daar

Page 147: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

144

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

ter verantwoording geroepen. Onder de schok vanzijn kloppende hart bereikte de spanning in Bak-huizens omvangrijk brein haar hoogtepunt . Niet aanwader Simon schrijft hij, maar aan broer Eugenezendt hij de voor Julie bestemde brief waarin hij haar,in pathetische bewoordingen, haar woord teruggeeft,als een die to zondig is om bet to behouden, en haareen verhaal van zijn leven doet .

Dat wil zeggen : de voorstelling die hij geeft is ereen van een aanzienlijk held, die verleid door valschevrienden geldelijke verplichtingen aanging, welke,tenzij hij uitweek, zijn moeder zouden geruineerdhebben .

Zeer veel meer bevat de brief. Over zijn werk-zaamheden, zijn vrienden, zijn verwachtingen, enover haar zelf, Julie, de engel die kwam om hemto ontzondigen. Hij had gehoopt haar to huwen .Alle mogelijke waarborgen ook voor haar stoffelijkgeluk had hij daartoe haar vader willen aanbieden .,,C'etait pour cela qu'il me fallait le concours de mabonne mere. Depuis que je lui ai ecrit, j'ai recu unelettre d'elle, mail elle Wen parle pas . Probablementla date de la lettre est anterieure aux communi-cations que de ma part mon oncle devait lui faire."Er kwam antwoord. Eerst van Eugene, daarna

van Julie zelf. Zij had van zijn vroeger leven al betecn en ander geweten. Zij hield van hem. Zij hooptealleen dat hij haar huwen kon .

IV

Van Breslau ging Van den Brink naar Weenen .Hij woonde er van April 1845 tot April 1846, betgrootste en misschien bet gelukkigste jaar van zijn

Page 148: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

145

leven. Zeker van Julie's liefde, vond hij tevens eenwerk zoo rijk en zoo boeiend, dat hij het zelfs terwillevan haar weer to zien, noode kon opgeven .

Uit een gelukwensch met haar naamdag is, middenMei, dat bekoorlijke woord : hoe benijd ik hen dieu bonbons en bloemen zullen aanbieden! „Je voudraismoi-meme titre un petit jardin . Je serais en fleurpour vous durant toute l'annee."

De liefde van Julie werd warmer en inniger . Hettoeval van zoekrakende brieven bracht hem in ont-steltenis, maar ook haar had de angst bevangen datzich tusschen hen beiden nog iets plaatsen kon . Enhet onverklaarbare feit dat zij nooit iets van zijnmoeder boorde, drong weer naar boven, nu in deoverweging of er misschien iemand was die henscheiden wou. ,Dite le moi franchement, Cher Rene,n'y a-t-il pas de vos parents qui s'opposerait a nosdesirs ? peut-titre Madame votre Mere elle-meme, neme le cachez pas, ne craigniez pas de me faire dela peine, la plus grande que j'ai maintenant, c'estque vous pourriez douter de mes sentiments a votreegard."

Van Geertruida Toussaint had hij deze zelfde zomernog een brief ontvangen. Aan Bake had hij het doenvoorkomen dat een nieuwe genegenheid overwonnenwas. Maar in November doet hij Julie's vader eenbrief ter hand stellen waarin hij verlof vraagt totschriftelijk verkeer met zijn dochter .

Terwijl het verlangen van Julie hem weer to zienzich aldoor dringender in haar brieven uitsprak - zijTeed bovendien aan een zenuwkwaal - wist hij zicheindelijk in de eerste helft van April 1846, van deweensche archieven los to maken .

Van zijn terugkeer in Luik dateeren eerst de voor-V erwey, Proza II

10

Page 149: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

146

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

bereidselen tot een openlijke verloving . Gerrit deClercq bezoekt hem, maakt kennis met Julie enhaar familie . Aan zijn moeder schrijft hij 30 Mei :„Ik zal aan Truitj a eerstdaags schrij ven ; maar ikontveins niet, dat dat schrijven mij zwaar valt, omdatik gevoel dat wij onzes ondanks elkander meer enmeer vreemd worden. Misschien vertelt Van Heesu wel iets naders, met wien ik meermalen de zaakbehandelde." En 10 Juni : ,Ook om aan uw wenschto voldoen, sluit ik ditmaal aan mijn schrijven aanVan Hees een brief voor Truitje in. Hoe het antwoorddaarop zal zijn, zie ik met evenveel bekommering te-gemoet, als zij mijn schrijven doen kon . Intusschen zijhet verre van u, dat gij hieruit een nieuwe stof tottobben ontleenen zoudt. Ik wenschte eene ont-moeting in Belgie to voorkomen, die misschien voorhet oogenblik wenschelijkerwijze ware gespaard."

De vrees dat zij aan haar voornemen gevolg zougeven en hem opzoeken, deed hem de brief schrijvendie haar noopte, maar eerst drie maanden later,hun betrekking to verbreken.

Terwijl Van den Brink gespannen uitzag of inHolland de omstandigheden in zijn voordeel veran-derden, en inmiddels been en weer ging tusschen Luiken Brussel (waar hij zijn archiefstudien voortzette),werd Julie door het lange wachten moe en bij wjjlenprikkelbaar. Tegelijkertijd waren in de Etoile d'Orde geldzorgen zoo dringend geworden, dat Julienamens haar moeder Bakhuizen om hulp moestvragen.In de Juli-maand logeerde Julie to Marche in

Belgisch Luxemburg, bij haar oom en tante Bertrand,die een kind verwachtten. Begin Augustus bezoektde minnaar er haar die voortdurend naar hem ver-

Page 150: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKIIUIZEN

147

langde. En hier is de onzekerheid die er van het beginof geweest was weer uitgebroken onder de prikkelen-de uitlatingen van haar oom de praktische molenaar .Was hij maar gekomen, niet slordig zooals hij was,maar netjes zooals zij hem gewenscht had. Blevenzijn verklaringen omtrent zijn moeder en zijn toe-komst maar niet altijd zoo dat een liefhebbende vrouwer zich mee paaien mocht, maar geen nuchter menscher houvast aan had. Wou hij maar een keer eenenkel ding geven dat zij toonen kon aan anderen,dat meer was dan schoone beloften, een enkele on-weerspreekbare zekerheid . En daar dook de achter-dochtige vraag van oom en tante op : was zij zelfswat haar godsdienst betrof wel zeker ?

Toen had zij hem zelf de vraag gesteld : of zijn moe-der wist wat hij haar op het stuk van de godsdiensthad toegezegd. Het antwoord was ontkennendgeweest .

Dan eerst, in Brussel terug, op de 9de Aug . 1846,schrijft hij zijn moeder een volledige bekentenis .De maanden die nu volgden waren vol boeiende

en schokkende gebeurtenissen. Julie, die zich to ver-weren had tegen Van den Brink's verliefdheid enhaar eigen verlangen naar een huwelijk, en die boven-dien geplaagd werd door de opmerkingen van haarverwanten, Julie legde in haar lieve en zachte brieveneen stelligheid die we tot nu toe niet van haar kenden.Zij schreef hem uit Marche :

„Ne cesserez vous done jamais de douter de monamour? Si je mets quelqu'oppositions a ce que vousm'embrassiez si souvent, c'est que je l'ai promis apapa ; mais cc n'est pas la une raison pour croire queje vous aime moins, au contraire, je crois que c'estparceque je vous aime toujours davantage, parceque

Page 151: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

148

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

je desire que noun soyons dans les bonnes graces depapa, et surtout que l'on ne puisse se moquer denous. Avouez un peu Rene que jamais on a vu uncouple amoureux s'embrasser si souvent que nousl'avons fait jusqu'a present, du moins c'est ce quel'on me dit, et on desire meme que nous nous mode-rions un peu .

,,Savez-vous bien que moi aussi j'ai des doutes ;non pas de votre amour, car je sais qu'il est sincere,mais je crois que votre Maman a beaucoup de peinede vous donner son consentement, elle devraitcependant bien se fier a ce que vous lui dite, et je suissur qu'elle n'a pas reste jusqu'a present sans prendredes informations. Qu'est-ce donc qui la retient ? celame rend un peu pensive et ce qui me confirme dansmes doutes c'est que vous m'avez dit que .vous nelui aviez pas parler des promesses que vous me faitesdans la lettre qui est restee chez le Grand Vicaire ;que lui avez-vous done dit sur ce point? car it estbien probable qu'elle vous en ai parle . Confiez moicela je vous en prie Cher Rene, car je vous avoue quecela me tourmente un peu ; lui auriez vous quelque-fois fait des promesses que plus tard it faudrait re-tracter? Car pour moi soyez bien certain que je nechangerais jamais et que je tiens toujours pour bonles promesses que vous m'avez faites .

,,Encore une fois Cher Rene, je vous aime beau-coup et cet amour est sincere, veritable, devoue ;me croirez vous une bonne fois, car c'est comme jevous I'ai dej a dis, on ne s'aime pas moins parce qu'ons'embrasse moins ; c'est qu'a' la fin j'aurais bien unpeu le droit de m'offenser de vos doutes car it mesemble que je ne suis pas changee a votre egard ."

Van den Brink had verzekerd dat hij binnenkort

Page 152: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

149

een zaakgelastigde van zijn moeder verwachtte, diehaar wader voorstellen zou doen. Hij bedoelde zijnvriend Van Hees, wiens komst hij al sedert zijn terug-keer in Belgie had tegemoet gezien. Julie hield hemaan zijn woord en schreef - in een brief waarvanalleen deze uitlating bekend is -: ,dat hij liever nietmeer in Marche haar moest bezoeken voor die onder-handelingen waren afgeloopen, en hij komen konmet goed nieuws, en met a/doend nieuws."

De 18de Augustus schreef hij aan zijn moeder :„Ik ontveins geene der zwarigheden, die voorshandsbestaan of bij u kunnen oprijzen . Maar Van Hees zalu gezegd hebben, dat de tijd drong en dat een decisie-ve stap moest geschieden. Overleg nog eens allesmet Van Hees. Het verheugt mij zeer, dat hij beloofdheeft hier to komen. Zoo zullen wij in de gelegenheidzijn over dit en over alles to spreken, en wellicht toteen gewenscht resultaat geraken. Vertrouw u geheelaan hem, zoodat hij plein pouvoir hebbe om voor uto handelen ."

Nu bekende hij ook, in dit schrijven aan zijnmoeder, dat hij Julie vaak had moeten troosten -„ja ik m oet zeggen door een leugen, maar die ik achttedat eenmaal een waarheid kon worden."

Ook aan Julie doet hij een bekentenis, maar eengedeeltelijke. Hij schrijft niet dat zijn moeder totvoor enkele dagen van niets heeft geweten, maar dathij de goede gezindheid van zijn moeder een weinigoverdreven heeft. Tegelijk overdrijft hij opnieuwdoor to zeggen dat Mevrouw Bakhuizen ,accorde sonconsentement de bien bon gre, qu'elle desire notreunion, qu'elle fera tout ce qu'elle pourra pourl'avancer."

Deze goede tijding moest meteen als middel dienen

Page 153: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

150

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

om to bewerken dat Julie haar trouw niet afhankelijkstelde van de voorslagen die zijn moeders afgezantaan haar vader doen zou. Hij kon weten dat, ook alzou Geertruida Toussaint hem zijn woord hebbenteruggegeven - en voor dit gebeurd was kon zijnmoeder toch niet ijveren voor een nieuwe verlo-ving -, de bedoelde afgezant eer in last zou hebbenzijn huwelijk to vertragen dan to verhaasten, en datvan voorstellen aan vader Simon wel weinig spraakzou zijn. Hij schrijft dan ook veel over de mogelijkheiddat geen afdoende maatregelen konden getroffenworden, en over zijn wensch haar liefde to behoudenondanks die mogelijkheid. Maar de voor de handliggende waarheid schreef hij niet .

Hij toonde zich alweer - vreesachtige en door zijngeweten geplaagde minnaar - niet ervan doordron-gen dat Julie hem onder alle omstandigheden lief had,en hij zag niet dat zij eenvoudig verlangde naar eenhuwelijk. Was hot niet voor haar om wanhopig toworden dat deze groote geleerde man, die zulkeeerbiedwekkende epistels schreef, de eenvoudigstewerkelijkheid niet wist?

Zij schreef hem dan :„Je ne sais comment repondre a votre lettre, vous

me faites tant de questions que je ne sail par laquelleje dois commencer a repondre. Vraiment, cher Rene,je ne vous comprends pas, vous ne vous expliquezpas encore assez clairement dans votre lettre ; jevois que vous me cachez une arriere pensee qui vousoccupe beaucoup, mais it m'est impossible de ladeviner ; je desire infiniment et j'insiste meme a ceque vous m'expliquiez plus clairement votre pensee.Cher Rene, depuis longtemps j'ai reconnu en vous,votre bon caractere, votre amour sincere, votre

Page 154: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHITIZEN

151

devouement; et croyez vous j'y suis restee insensiblejusqu'a present ?

,,Detrompez-vous cher Rene, quand je vous disque je vous aime, c'est que je sens bien qu'il me seraitimpossible de vivre sans vous, et ce ne sera pas lesraisons de papa qui pourraient me faire changer,du reste vous savez ce que je lui ai une fois re-pondu.

,,Je dois cependant vous dire une chose a proposde vos difficultes materielles. Je suis bien peinee dece que vous m'en dites quant a la place qui vousetait promise et qui maintenant est douteuse. Cepen-dant cher Rene, elle ou une autre, est indispensablea notre union, ou a notre bonheur ; ce n'est pas quej'ambitionne les grandeurs ; Dieu merci, vous con-naissez asser la vie simple et retiree que jai menejusqu'a present ; et lorsque vous me montrerez lemoindre moyen d'existence, je suis prete a partagervotre destinee, et ce sera pour moi la plus grande satis-faction, de pouvoir contribuer par tout les moyensqui me sera possible a faire le bonheur de mon Rene ."

Het was een geluk dat tegelijk met dit schrijvenVan Hees in Brussel kwam en hem een ringetje vande oude Mevrouw Van den Brink voor Julie overhan-digde. Hij kon dit haar zelf brengen, „en met verruk-king heeft zij het aanstonds aan hare vingers gesto-ken." Het laat zich denken dat deze eerste plechtigeerkenning meer dan lets anders in staat was om eenmeisje als Julie weer een pool to bevredigen . Eerstnu was zij dan toch inderdaad zijn verloofde, voeldezich zoo, werd nadrukkelijk zoo door hem genoemd .Zij kon zich nu beter erbij neerleggen dat het onder-houd van de hollandsche „Monsieur" met haar vadereerst onzeker werd, daarna geheel achterwege bleef .

Page 155: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

152

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

Te meer, waar haar eigen moeder Van den Brink'szij bleef houden .

De zaken van de Etoile d'Or waren nog achteruit-gegaan. Opnieuw vraagt moeder Simon geldelijkehulp aan Bakhuizen. Kort daarop overvalt haar eenbloedspuwing. Om een dreigende vervolging of towenden moest Van den Brink in Brussel een uitstelvan betaling voor haar verwerven .

In deze dagen was het dat eindelijk zijn betrekkingtot Truitje verbroken werd . Wij hooren dat de ge-lieven elkander een paar maal per week, soms dagaan dag schreven. Wij voelen leedwezen, vooral omde brieven van Julie, dat zoo weinig van die corres-pondentie ons wordt voorgelegd .

Ik veroorloof me die eene belangwekkende, be-koorlijke, aandoenlijke, die zij schreef, die zij nietwou zenden, die zij toch zond, en waarin zij zoo ge-heel gekend wordt, hier aan to halen . Ik doe het metde voorafgaande beschouwing van M . en C. Scharten-Antink. Terwijl ik bij een eerste, oppervlakkige blikop hun uitgaaf vreesde dat zij zich hadden laten ver-leiden wat veel to geven, ben ik na ingaander lezingvan die vrees heel-en-al teruggekomen : ik zou nueer meer begeeren dan minder . Ook geeft hun heelebehandeling blijk van zoowel wetenschappelijkezorg als zielkundig begrip en letterkundige door-dachtheid. Waar ik hun voorstelling in het algemeenvolgde, ben ik er in enkele belangrijke punten vanafgeweken. Op to merken waar en hoe dat gebeurdeblijve aan hen die hun werk met mijn samenvattingvergelijken, overgelaten . Wat ik vooral getracht heb,is mijn voorstelling in een andere toon to brengendan waarin zij de hunne gaven . Wie over verliefdenschrijft behoeft het niet to doen als zelf een ver-

Page 156: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

153

liefde. Een soort dilettantisch-novellistische ver-fraaiing lijkt mij even weinig wenschelijk als deuiting van een to dwepend-gevoelige bewondering .Te minder waar soliede vermogens van karakteri-seering, en inzichtige rangschikking op zichzelf al eenwaarborg waren van slagen . Maar de inleiding tothet nu bedoelde schrijven toont hun goede eigen-schappen zoo duidelijk, en zoo weinig vertroebelddoor de bijkomstige, dat ik haar gaarne overneem .

Nog altijd had Bakhuizen Julie trachten to sussenmet verhalen van bemoeiingen bij zijn verwanten .

,,Doch hl meer omwoekeren ziekte en geldnood de,,Etoile d'Or". Een failliet begint to dreigen . MoederSimon wordt niet weer de oude, blijft zwak . Therese'stoestand is steeds zorgelijk . En de vader - • hij staartverbijsterd de rampen aan, die plotseling naderenover zijn huis. Als zoovele Belgische mannen was hij,,un bon pere", maar geenszins het hart van zijn zaak .Een teruggetrokken natuur, tobberig vroom, welgoedig maar wat norsch van aard, leefde hij buitenzijn gezin, geacht onder zijn oude Luikenaars, inhet koffiehuis en bij de barbier, een straatje om enin de kerk.

,,En zooals meer dan een jaar lang hem de corres-pondentie zijner liefste dochter voorbijgaan kon,zoo had hij zich niet zoo scherp rekenschap gegevenvan wat zijn vrouw, de brave maar luchthartigeWaalsche, die 't reeds geruimen tijd heeft moetenzien aankomen, ten slotte hem niet meer verbergenkan. Hij, meer dan alien, trekt zich het ongeluk ende oneer aan ; hij tobt in zijn stuursche zwijgzaam-heid. Hij tobt niet het minst over Julie . . . . Hij ver-trouwt Van den Brink niet, hij begrijpt diens om-standigheden niet ; hij kan niet gelooven, dat het

Page 157: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

154

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

then ketterschen sinjeur ernst is met zijn kind. AlsVan den Brink Titine in Brussel houdt, meent hijzijn twijfel opnieuw to zien bevestigd . . . .

,,Van den Brink, van zijn kant, hij helpt wat hijkan, hij helpt op de meest onbaatzuchtige en demeest toegewijde wijze, met moeite en met geld .Maar hoe weinig het is, wat hij to helpen vermag,daar waar allereerst geld wordt vereischt, - wij, diezijn financieele omstandigh.eden kennen, wij wetenhet maar al to goed. En het voornaamste wat in hetgegeven geval hem to doen stond : het bezwaardegezin van het onderhoud van een der dochters ont-heffen, door haar to huwen, - een huwelijk, datvolgens katholieke eischen en Belgische gebruikenreeds lang had moeten gesloten worden, - daartoewas hij in de onmogelijkheid.

,,Het kon niet uitblijven, of Julie moest van zijnhouding, hoe vol goedheid en welmeenendheid dieook was, het onbevredigende opnieuw gevoelen . Alhaar oude vragen en onzekerheden komen kwellendin haar boven, en, in de benarring der huiselijke om-standigheden, vorscht zij hem, omstandiger en drin-gender dan nog ooit, omtrent zijn verleden en zijntoekomst uit.

,,Cher Rene. Aujourd'hui dimanche, je suis encoreune fois si triste; je me fais tant de questions aux-quelles je ne puis repondre ; c'est pourquoi j'ai prix leparti de m'entretenir un instant avec mon Cher Rene .

,,Avant tout je dois vous dire que je vous aimebeaucoup, que je crois a votre amour, et que je suisloin de penser que vous voudriez me tromper, nique vous vous amusez de moi, comme dit papa . Maisenfin j'ai besoin de vous ouvrir mon coeur, et j'espereque Rene ne m'en voudra pas.

Page 158: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHIIIZEN

155

,,Voici les reflections que j'ai faites, je me suis dis :pourquoi Rene qui aime tant sa Mere et qui paraiten titre aime, pourquoi apres trois ans d'absence neretourne-t-il pas en Hollande pour revoir cette bonneMere? Ensuite vous avez pane dune place qui vousetait promise et cette place it Wen est plus question ;it y a sans doute des raisons pour que cette placevous ai manquee, et je crois que ce sont ces raisonsque Louis desirais connaitre. Vous lui aviez promisdes explications, et maintenant pour un rien, vousles lui refusees ; ce West pas que je veuille que vousvous expliquiez aver lui ; non Rene vous pouvezle faire avec Maman, mais que ce soit avec cettefranchise que je vous connais, votre Julie ne vousen aimera que d'avantage .

„Je me suis encore dis, si Rene pense a se marier,sa Maman etant contente, pourquoi ne cherche-t-ilpas a le faire? Vous me direz peut-titre que vous nevoulez pas le faire avant de pouvoir retourner chezvous: mais vous ne fixe aucune epoque pour votreretour en Hollande . Vous dites bien encore quelquemois, mais savez vous que voila plus d'un an quevous noun dites toujours la meme chose .

,,Vous m'avez aussi donne a entendre, que d'ici anotre mariage, votre Maman me passerait quelquechose ; dois-je vous 1'avouer? que cela ma un peupique. Je me suis dis d'abord qu'en acceptant vosoffres je passerais (pardonnez moi 1'expression) pourune entretenue ; et c'est pour cette raison que jevous disais, que quoiqu'il arrivat a la maison, jevoulais travailler comme mes freres et soeurs. MaisMaman vous a promis de me garder aupres d'elle ;Bans ma position, je trouve aussi plus convenable derester avee mes parents ; je travaillerais done aver

Page 159: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

156

DE LIEFDE VAN I3AHHUIZEN

eux et pour eux ; mais pour accepter vos offres jene le puis.

,,Cher Rene, je crois a votre amour, et j'espere quevous ne doutez pas du mien, je crois que vous commemoi, nous esperons nous marier un jour, n'est ce pasRene ? et bien savez vous l'idee qui m'est venue, j eme suis dis : avec ce que votre bonne Maman voudraitme donner, et ce qu'elle vous donne habituellementne pourrions nous pas vivre tranquillement ensemble,jusqu'a ce que vous puissiez retourner en Hollande ;alors pourquoi ne chercherions nous pas a nousmarier ?

,,Du reste Cher Rene, je ne suis pas la seule queai fait ces reflections . Maman en est du nombre, etpapa n'y pas manque non plus, it a meme dit deplus, que si nous restions encore longtemps de nousmarier, qu'il voulait que nous nous separions pourquelque temps; it a aussi dit que nous nous rendonstrop familier l'un avec l'autre ; sur ce point je croisqu'il a un peu raison ; Rene je dois encore vous le dire,d'un peu vous moderer et que si vous aimez a mefaire plaisir, je vous prierais, de ne plus m'embrassersi souvent que vous le faites ordinairement, et devous tenir un peu plus tranquille lorsque vous etesaupres de moi .

„Mon Rene trouvera sans doute etrange la lettrede sa Julie, mais it voudra bien lui pardonner . C'estque j e vous dirais que papa doute touj ours de votresincerite, ii m'a encore dit : vous voyez comme soncousin arrive, prenez garde qu'un jour it ne vouslaisse la, je crains qu'il ne s'amuse avec vous . Voilesles propres paroles de papa. Vous comprenderezmaintenant, que lorsque l'on me tient de pareils1'angages cela me fait beaucoup de peine, et ne

Page 160: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

157

saurait autrement que de me porter a faire desreflections; c'est pourquoi j'ai pris le parti de vousecrire mes pensees, et j'espere que mon Rene voudrabien y repondre .

,,Encore une foil Cher Rene, pardonnez-moi si j'aipu vous offenser, vous voudriez bien me croire quec'est bien innocemment .

,,Cher Rene, je vous aime, et personne au mondene vous aime comme moi, si je vous fais ces expli-cations, c'est pour ma tranquillite ; mais je vous priede croire que votre Julie n'est nullement changee avotre egard ; aussi si un petit pas plus (een kus)peut effacer let petits nuages qui pourrait se trouversur votre front, fen applique un de bien bon coeursur ma signature .

„Liege le 11 8bre 1846

Votre Juliepour la vie .

,,P.S . Promettez-moi cher Rene, de ne parler apersonne de cette lettre."

Weer ging hij naar Luik om haar gerust to stellen .Weer beloofde hij nadere schriftelijke explicaties . Hijgaf ze eerst een paar weken later, de 30ste October .De brief behoort in bet verhaal van zijn leven . Watkon hij bet helpen dat zijn verwachtingen niet meerwaren dan verwachtingen, dat de middelen om tohuwen vooralsnog niet gereed lagen. Hij mocht zichop zijn liefde beroepen zooveel hij wilde : zijn hoopkon hij nu zoo min als vroeger omzetten in zekerheid .

Wat hij wel kon, was behulpzaam zijn, en hij deedbet, in de pogingen van de Simons om to ontkomenaan hun ondergang. Vruchteloos: bet failliet bleekonvermijdelijk. De vader, hoe langer hoe meer ver-vallen, kan niet in huis blijven, gaat naar de familie

Page 161: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

158

DE LIEFDE VAN BAKHVIZEN

to Marche. De Etoile d'Or moet worden verlaten.Julie rept er van in een brief van 1 Dec ., die begintmet de volgende zinsneden .

,,Cher Rene, Combien hier je desirais vous avoiraupres de moi, je vous aurais bien des fois repeteque je vous aime. Oui Cher Rene, j'ose vous le dire, jesentais tant d'amour pour vous, que si vous auriezete aupres de moi, je n'aurais pas attendu que vousme demandiez un pas plus, jaurais ete capable devous en donner un bon de moi-meme .

,,A vous dire pourquoi, jaurais beaucoup de peine,c'est pour tant de choses a la fois qu'il me seraitbien difficile de vous expliquer .

„-Vlon tout Cher Rene, pendant ces quelques joursque vous etes reste au milieu de nous, croyez-moi,j'ai bien su apprecier tout ce qu'il y a de bon, dedesinteresse, de devoue pour ma famille, et surtoutd'amour pour votre Julie ; je voudrais pouvoir voustracer sur ce papier tout ce que mon coeur ressentpour vous en ce moment . Cher Rene en recompensede tout ce que vous faite pour nous, votre Julievous promet autant d'amour qu'elle peut vous endonner, et elle vous assure que son plus grand bon-heur sera de faire celui de son plus cher Ami."

Voor zijn liefde voldoening genoeg, terwijl overi-gens rondom hem en Julie niets was dan treurigheid .Zij met haar zieke moeder en de zieke Therese, intwist met Titine, - hij in Brussel met een kontuber-naal die aan de tering stierf.

Begin Januari stierf moeder Simon, met een laatstewoord Julie aan Rene opdragend .

Een maand later schreef de weduwe Van den Brinkeen eerste brief aan haar aanstaande schoondochter .Ze dikteerde hem, want ze kon slecht meer zien, en in

Page 162: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

159

het nederlandsch . Bakhuizen was niet openhartiggenoeg to bekennen dat zijn moeder geen franschkende. Het groot-doen dat zoo vaak de voorstellingvan zijn omstandigheden beinvloedde, weerhield hemdeze kleine grief van Julie of to nemen. Er was nogiets in die brief wat hem niet paste : zijn moeder hadgeen reden gehad de waarheid to verbloemen. Zijschreef onomwonden : ,Moet deze naauwer vereeni-ging vooralsnog uitgesteld blijven, hij zal U reeds ver-zekerd hebben, dat niet mijne gezindheid, maar hetgemis van middelen van bestaan daartoe het beletseloplevert." Dit was de nuchtere waarheid die hij inweekheid en ijdelheid voor Julie verborgen had, endaar stond ze nu.

Hij stuurde haar de brief niet dadelijk. Hij schreefhaar dat er redenen waren waarom hij haar welspreken wou. ,Rien de mal cependant, plutot dubien."

,,Cher Rene," - is haar antwoord - ,Dans votrederniere lettre se trouve une phrase qui me fait fairequelques reflections . . . . Rien que ces quelques motsont un peu bouleverse votre Julie, qui s'est de suitedit : si c'etait tant de bien, pourquoi Rene mettrait-ildevant, rien de mal."

,,N'allez pas croire", gaat ze voort, ,qu'il m'estvenu le moindre doute sur votre sincerite, oh non,quand a cela, je suis on ne peut plus tranquille . Maissavez vous ce qui me tourmente ? Je crains que vousme cachiez (et je crois avec raison) les difficultes quevous avez aver votre famille pour les faire acquiescera nos desirs. Cher Rene, je vous en prie, parlez moifranchement, y a-t-il quelqu'obsta .cle a ce que nosvoeux se realisent? du moins si tot que nous 1'aurionsdesire; s'il doit encore avoir un grand interval, ne

Page 163: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

160

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

craignez pas de me faire de la peine, j'aime mieuxque vous me disiez : it faut encore attendre un an, etplus meme, plutot que de toujours me conduirepresque de mois en mois, au moins je saurais a quoimien tenir. Je sais que tout cela ne depend pas devous, cher Rene, c'est pourquoi je desire vivementconnaitre les dispositions de votre famille a monegard."

Ook nu weer doet de angst van zijn gemoed hemhet onwaarschijnlijke vreezen. Of tenminste deschijn aannemen het to vreezen. Gesteld dat onshuwelijk mij in vijandschap zou brengen met mijnverwanten, gesteld dat het een bedreiging voor mijntoekomst was, - zoudt ge dan uit een hoog plicht-besef, uit onderworpenheid aan Gods wil, missehienmij willen verlaten ? - Eerst na deze pathetischevraag en het hartstochtelijke getuigenis dat hij haarnooit verlaten zou, schrijft hij haar, niet de briefvan zijn moeder, die hij getracht had verzachtendto vertalen, maar zijn inhoud.

Hoe eenvoudig en recht op het doel afgaand is ookin dit geval weer haar antwoord .

„Mail la pensee de vous dire de m'abandonner encas que votre famille ne consentirait jamais a notreunion: it me semblait que je ne pourrais jamaisme familiariser a l'idee de ne plus revoir mon Rene,et de vivre eloigne l'un de 1'autre. Non, cher Rene,je crois qu'il m'aurait ete impossible de vous dire :Rene noun devons nous separer."

In de maand Maart van dit jaar stierf het jongstezusje Therese. Na de dood van de moeder waren demeisjes bij broer Eugene to Verviers ondergebracht .Van den Brink reisde erheen . Bij zijn terugkomst toBrussel vond hij de toestand van zijn kamergenoot,

Page 164: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

161

de jonge Mittendorff, zoodanig verergerd, dat hij defamilie waarschuwde .Bij zijn moeder drong hij aan op werkdadiger

medewerking. Ook de geloofskwestie kwam tegenoverhaar ter sprake.

Na een ernstige ongesteldheid, die hem to Brusselhield, in Verviers komend, was er tusschen hem enJulie niets meer dan de innigheid van twee menschendie temidden van allerlei Teed, nauwelijks iets andersdan elkaar hebben om aan vast to houden.

Voor Julie was het welhaast werkelijk niets anders .In de tweede helft van Augustus is ook Titine ge-storven. Julie zelf wordt ziek. Bij een luiksche vrien-din niet beterend, vertrekt ze met deze en Rene naarBrussel. Ze herstelt er, gaat terug naar Luik,maar dan op bezoek to Seraing, daarna to Esneux,straks zal het Hoey zijn . Dan kan ze niet langer .Er is nu nets meer tusschen hen, nets meer dat haargedachten van hem kan verwijderen, niets meer danhij wat haar het leven levenswaard maakt .

.,Quoique j'espere m'amuser lorsque je serais aHuy, je voudrais cependant que ces jours fussentpasses puisqu' alors je reviendrais sur Liege, ou jeespere trouver a mon arrivee celui vers qui toutesmes pensees se reportent, et que j'aime tant que jedesirerais ne plus devoir le quitter . Oh Rene! si vousm'aimez comme vous le dite, faite tout ce qui dependde vous pour que le jour ne soit plus eloigne, cejour apres lequel nos coeurs soupir ."

Hij was niet in Luik toen zij er kwam, maar wel eenbrief die hij zelf een preek noemde . Onverwachtkreeg hij bericht dat hij spoedig moest overkomen .Toen hij haar zag, „la figure dechue, les joues pales,les yeux eteints", en ook hoe zll opleefde onder zijnVerwey, Proza II

11

Page 165: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

162

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

tegenwoordigheid, toen kon het besluit niet langerworden uitgesteld. Ondanks bezwaren van moederen vrienden, ondanks de afwezigheid van vaste voor-uitzichten, werd bepaald dat het huwelijk binnenkortzou plaats hebben .Drie maanden later werd het gesloten . In die

tusschentijd had Van den Brink gelegenheid aan zijnprotestantsche overtuiging in zooverre vast to houdendat hij weigerde aan de roomsche geestelijkheid, dathij alleen aan Julie de belofte wenschte of to leggen,dat zij zelf bij haar geloof kon blijven en haar kinde-ren erin mocht laten opvoeden.

De 21ste December huwden ze in het stadhuis toLuik, op dezelfde Place du Marche waar ze elkaar heteerst gezien hadden. De pauselijke dispensatie haddenzij niet afgewacht, zoodat het kerkelijk huwelijkeerst eenige weken later gesloten werd . Juist op dedag van zijn ondertrouw had hij van prof. Bakebericht ontvangen dat de regeering hem voor hetvolgend jaar een toelage van vijfhonderd guldenschonk.

Het laatste briefje van Julie dat in de verzamelingwerd afgedrukt, is van de l6de November, de avondvoor de dag waarop zij drie jaar geleden „le billetbleu" schreef

Het luidt als volgt :,,Cher Rene! Voila, donc trois ans que je vous don-

nais un peu d'espoir. Alors qu'eprouvais-je pour vousde damour ? non, quoique vous ne m'etiez pas indif-ferent ; mais maintenant, quel changement : moncoeur est si plein d'amour, que je ne sais commentvous 1'exprimer . Non jamais cher Rene! vous n'auriezsu trouver une fiancee qui vous aimerais plus queje ne le fais, et qui se promet tant de jouissance en

Page 166: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

DE LIEFDE VAN BAKHUIZEN

163

ne travaillant qu'a faire le bonheur de son cher epoux.Auserai-je vous le dire, que moi-meme je soupireapres le jour ou nous ne devrons plus nous quitter,tant it me tarde de vous prouver que tout ce que jevous dis est sincere. Ah! cher Rene, quel plaisir ceserait pour moi de vous entourer de soins, de vousaccabler d'amour, de tendresse ; c'est seulement alorsque je me conterais heureuse .

,,Mon Dieu! que serai-je devenue si j'aurai durenoncer a vous : mais non, cela etait impossible, aussiDieu ne 1'a-t-il pas permit, et ne le permettera j amais ;car une fois unis, c'est alors que nous tiendrons leplus l'un a l'autre, n'est ce pas cher fiance ?"

1914.

Page 167: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK

I

PERSONEN EN TOESTANDEN

Voor ieder die in de nederlandsche geschiedenisvan de laatste vijftig jaar belangstelt, zijn deze ge-denkschriften boeiend en merkwaardig . Zij zijn hetdubbel voor tijdgenooten, die zich van de beschrevenpersonen en toestanden veel of weinig herinneren,in het laatste geval beter worden ingelicht, in heteerste tot vergelijken uitgelokt . Want al zou menzich, als oud-Amsterdammer, van burgemeester denTex nets meer kunnen to binnen brengen, dan hetoneerbiedig scholiersvermaak waarmee men hem, zijaan zij met Willem de Derde -- twee zwaarwichtigepotentaten die beiden, - langs de beestenhokkenvan Artis zag stevenen, - zoo voelt men zich tochdadelijk thuis wanneer men diezelfde „Hercules",,,bij verschil van meening aan 't even optrekken derschouders kenbaar," hier terug vindt, een vijftien-tal jaren jonger nog, als beheerder van de ijzerfabrieken staalgieterij aan de Ruhr, op het landgoed Stein-hausen. Terwijl niemand die het letterkundig enkunstenaarsleven in Amsterdam, omstreeks 1885,heeft meegemaakt, een kenschetsing als die van prof .Allebe zal kunnen lezen zonder zelf door het welwatervan zijn herinneringen overstroomd to worden.

Van portretten trouwens bevat dit boek een heele

Page 168: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 165

galerij, waarbij er zijn die, als bizonder gelukkiggetroffen, zich in onze voorstelling vasthechten . Ikdenk aan Jacob van Lennep, aan de ,weergaloosnonchalante, maar toch lang niet banale wijze waarophij met zijn slanke gestalte, eenigszins hortend aan-getreden - want hij was een lijder aan 't poSiagra -in onze commissie zich op den leuningstoel vlijde,zijn groote snuifdoos voor zich zette, en de priseszijn naast hem zittende tafelburen hoffelijk aanbood,om dan ietwat luimig de zitting to openen," -waarna „zijn dunne lippen van tijd tot tijd onop-zettelijk, haast onbeleefd, lucht schenen to blazen."Ik denk ook aan Willem Vrolik, secretaris, laterdirecteur-generaal van de Maatschappij tot Exploi-tatie van Staatsspoorwegen. ,Alles wat impulsief enturbulent was had zich in hem tot een eigenaardigeverpersoonlijkte actie vereenigd. Bijwijlen scheen hij,als hij sours toornig een discussie afbrak, de levendgeworden onrust, de belichaming haast van een weg-trekkend onweder, terwijl toch in de verte zich reedswelfde een regenboog van eenvoud . Want grovelijkzou men hem miskennen, wanneer men, langs of tomidden van die onrust, niet opmerkte den ernst vanzijn streven, de nuchterheid van zijn waarnemen ende vaardigheid van zijn handelen, met andere woor-den het groote overleg, dat hem karakteriseerde .Zonderling was het echter, hoezeer de draden vandat beleid zich in zijn brein samenweefden tot eendrama. Hij ging immer recht-door-zee, en toch, alsmen zijn plannen aanhoorde, was het alsof men deel-genoot werd eener geniale „intrigue" van een ofandere tragedie of comedie . Men kon dat gecom-pliceerde spel zijner hersens met spanning volgen .De knoop van het samenstel zijner gedachten was

Page 169: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

166 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK

- zooals hij meende - als met de handen to grijpen.Hadt gij echter aanmerkingen of tegenwerpingen,hij hield zich niet lang op met zijn stelsel to ver-dedigen, maar was in-eens klaar met een anderontwerp, met een andere ontknooping in dezelfdelijn. Zijn levendige verbeelding, zijn groot doorzichtgaf hem op stel en sprong een ander plan aan dehand, waarmede hij uw tegenkanting hoopte tooverwinnen. En langs al de „fasen" van zijn voor-stellen handhaafde zich intusschen zijn geweldigdoorzettingsvermogen, altijd op een vast punt ge-richt." Naast deze beiden zie ik dan de president vande Nederlandsche Bank, Mr. W. C. Mees, die „zoodoodgewoon leek en wiens gelaat zelfs door een eenigs-zins roodgetinte neus ontsierd was. Hij kwam oplater leven mij het meest aantrekkelijk voor, wanneerhij vroeg in de morgen-uren door zijn tuin wandelde .Het zwart zijden petje op 't hoofd, kon men hem daarelken boom, elke struik, elke plant zien bespieden .Met zijn trouwen tuinman - vader van een laterop de beurs welbekend financier - redeneerde hijover den groei der natuur. Stak hij dan over naarhet gebouw van de Bank, dan zette hij die methodevan opmerken en redeneeren voort, slechts op andereonderwerpen toegepast." Toch was hij de man diedoor ,weergaloos beleid en stoute grepen op finan-cieel terrein" bewondering wekte .

Niet' minder belangrijk dan de portretten zijn debeschrij vingen van toestanden, waaronder ik ook ge-beurtenissen versta en de kring waarin zij zich afspe-len. Zoo leeren wij bet Haarlem kennen van Buys enHuet, met eenerzijds Kruseman en zijn Zondagsblad,dat Quack redigeerde, - anderzijds de officierenmet wie hij tafelde. Zoo - in later jaren - Utrecht,

Page 170: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 167

de stad waar Donders en Vreede leerden, waar ookhet bestuur van de Staats-spoorwegen zetelde, waar-mee Quack van de oprichting of in betrekking stond .Aan het hoofd daarvan prijkte toen de weidscheen orde-lievende heer Frederik 's Jacob, die, hoe-wel weduwnaar, open huis hield. ,Hij woonde op eenbuitengoed, vlak naast het centraal bureau derStaatsspoorwegen aan den Singel der stad gelegen .Dat goed heette Nieuweroord. Het is thans eenpubliek domein, openbaar park der stad. Toen washet de particuliere bezitting van den heer 's Jacob .Het huis, achterwaarts in de plaats, was misschienwat laag, maar gaf niettemin van binnen een zeerdeftigen indruk, al was het alleen door de schilderijenvan bekende Fransche meesters, die de eigenaar investibule en appartementen had opgehangen . Dochwat aan 't geheel zijn cachet gaf was de statige op-rijlaan met het hooge geboomte, het breede gras-tapijt, en de het huis op zij en van achteren omrin-gende tuin en bloemenhof. Daar, in dat Nieuweroord,ging hij elken namiddag na de bureau-uren zich ver-poozen. En het was een ware verpoozing . Want hijhad er allengs een der gezelligste kringen der stadweten to vormen. De knapste hoogleeraren derUniversiteit -- wij noemen Donders en Fruin -pleegden allengs vanzelf hun schreden naar Nieuwer-oord to richten : de beste jonge ambtenaren derStaatsspoorwegen - wij noemen slechts de namenvan Vrolik, van der Goes, van den Berg, van Riems-dijk, Engeringh - voelden zich behagelijk daar tozijn ; kundige jonge mannen, die hun weg door 'tleven nog moesten slaan - ik denk aan van Hall,die sinds deze dagen mijn goede vriend zou worden -kwamen opgewekt van geest en hart op Nieuwer-

Page 171: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

168 HERINNERINGEN VAN MR. H . P. G. QUACK

oord. De dames der bezoekers, opgewacht door dejongere nichten van den gastheer, die van uit denHaag, Rotterdam of Amsterdam geregeld er logeer-den, vormden to samen met die soms maanden daarblijvende jonge meisjes of vrouwen een der liefelijkstegroepen die men zich denken kan . Des zomers zatmen met den gastheer ter zijde in den geurendenbloemenhof en speelde of schertste men naar harte-lust. Des winters was men to gast in de goed gestof-feerde vertrekken, maakte men muziek, en zongende frissche kelen. Van tijd tot tijd, als de eenige zoonuit Delft overkwam of straks zich een bruid verkoos,streefde men naar hooger plan, en gaf men charade,comedie of kleine operette . Al de bezoekers en be-zoeksters werkten mede. Eene onder ons alien, be-gaafd boven velen, de zwitsersch-fransche echtge-noote van Willem Vrolik, Caroline Lonce, gaf daarden toon aan, dichtte een ,proverbe", en deed haargeest fonkelen in goudsmeekunst van woorden. Heer-lijke avonden! De jongere bezoekers durfden allesaan, omdat zij inderdaad in 't leven nog zoo weinighadden volbracht. En de hoofsche gastheer -- alseen „cavalier" omgaande met de dames - prees hendan met den roemer wijn in de hand, en meende recht-vaardig to zijn, waar hij slechts toegevend was . Docheen goed ding deden zij toch. Zij maakten Nieuwer-oord tot een verfrisschend rustoord voor zijn geest .Telkens en telkens gaven zij hem daar een levens-bad .Hij vergat er de kleine tobberijen, die van-zelf bijelke groote onderneming in 't hoofd als spinnewebbengaan kleven. Hij kon, als hij den anderen morgenlangs de oprij-laan van zijn buiten naar zijn bureauxwandelde, weder wakker aan den constructievenarbeid gaan."

Page 172: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H . P. G . QUACK 169

Maar niet alleen de, min of meer vertrouwelijke,omgevingen - ook de openbare zaken boeien ons .Ruim een jaar adjunct-commies aan de ProvincialeGriffie to Haarlem, keerde Quack in de herfst van1861 naar het Amsterdam waar hij gestudeerd hadterug, en werd er Secretaris van de Kamer van Koop-handel. ,Wat den handel betreft beleefde Amsterdamin die dagen een tijd van kentering . Met het jaar 1860was voor het commercioel Amsterdam een keerpuntingetreden. Tot nu toe had men zich bewogen in con-servatieve tradition, die trouwens aan de toongeven-de leiders der ,zaken" tal van voordeelen verschaf-ten. Doch een sterk vermoeden kwam op, dat menop die wijze bijster slecht voor de toekomst zorgde .Men begon to denken aan de fabel van de kip metde gouden eieren. Daarbij knelde de overweging datAmsterdam, door het ontbreken van een goedenwaterweg naar zee, en door het gemis van vast-schakeling aan een beleidvol getrokken spoorwegnet,inderdaad gevaar Rep om allengs door het grootemet stoom gedreven europeesch verkeer, zoowel towater als to land, ter zijde in een hook to wordengeduwd. De groothandel in Amsterdam begon ditto voelen. Vele leden van aanzienlijke firma's be-grepen dat 't oogenblik gekomen was, om de bakensto verzetten. Enkele vertegenwoordigers van dengroothandel kwamen tot de overtuiging, dat mende leer der vrijheid van den handel moest aannemenen in daden moest omzetten ; de beste van die koop-lieden zaten juist in de Kamer van Koophandel ."Als Secretaris van die Kamer word Quack hoe langerhoe meer in besprekingen en werkzaamheden opge-nomen. De discussies betreffende een nieuwe ver-houding van het Moederland tot de kolonien, de

Page 173: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

170 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK

aandrang tot de doorgraving van Holland op zijnSmalst, de uitvoering der plannen van de doops-gezinde Voorzitter der Kamer, Frans van Heukelom,in wiens wijze van doen ,altijd iets was wat in deverte naar geheimzinnigheid zweemde", en van deinderdaad geheimzinnige joodsche heer Mendel,bij dit alles was Quack meer dan enkel toeschouwer.Vooral de laatstgenoemde plannen waren voor hemvan beteekenis omdat er de Exploitatie-maatschappijvan Staats-spoorwegen uit overbleef . Wij dankener allereerst de voorstelling aan van twee elementendie voor het opkomende Amsterdam van toen zoobelangrijk waren : de Doopsgezinden en de Joden .

,,Men zal den bloei van het Amsterdam in de eerstehelft der negentiende eeuw nooit goed begrijpen,wanneer men geen rekening houdt met de werk-zaamheid in den handel der zeer vermogende Doops-gezinde inwoners van Amsterdam en omstreken,waartoe vooral de Zaanstreek behoorde . Wat dekwakers deden en werkten in het Londen van hetbegin der negentiende eeuw, dat deden de Menno-nieten in Amsterdam. Zij vormden in beide landeneen eigenaardige groep van lieden, die over veel geld- gevolg van groote spaarzaamheid - to beschik-ken hadden, en nu dat geld met beleid in onder-nemingen van ontwikkeling en vooruitgang staken.Zij waren daartoe in ons land al vroeger als aange-wezen, daar zij voor de revolutie van 1795 aan geenstaats- of regeerings-daden mochten deelnemen.Handelszaken waren het hun overgelaten domein.De trek naar zaken zat hun dus in 't bloed . Een eenvou-dige levenswijze, zonder vertoon of uiterlijke weelde,maakte dat zij telkens nieuw kapitaal verzamelden .Zoo kregen zij in alle handelskringen grooten invloed .

Page 174: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 171

Zij waren in hun dagelijkschen omgang kenbaar aanhun waardeering van het begrip van vrijheid op elkterrein, aan hun betrouwbaarheid, gepaard aan eensoort van eigenaardige reserve en slimheid. Zij meen-den wel alles wat zij zeiden : maar zij zeiden niet alleswat zij meenden. De qualificatie van ,Mennist" werdin then zin door ieder in Amsterdam dadelijk be-grepen. Frans van Heukelom was in dit opzicht eentype, al was hij onder de Doopsgezinden weinigkerksch, en al offerde hij aan een zekere luxe, doorhet met zorg houden van zijn span mooie manege-paarden. In zijn smaakvollen coupe rende hij destad door, overal raad vragend of raad gevend ."Wat de Israelieten voor Amsterdam gingen be-

teekenen, zien we niet minder duidelijk. ,Wat mijzeer trof" - zegt Quack - „in mijn ambtelijkenwerkkring, was, dat in Amsterdam de kentering vanden 'handel - waarover ik op een vorige bladzijdesprak - nog tot gansch andere verschijnselen leidde,dan waarvoor ik, bij 't aanvaarden van mijn betrek-king aan de Kamer van Koophandel, oog had gehad .De meer volledige toepassing van het vrijhandel-stelsel, de gelegenheid die aan Indie werd gegevenom de daar gekweekte producten elders dan naarons land to verzenden, het gemis aan voldoendewaterwegen naar zee en naar Duitschland, werktenuit, dat er in den goederenhandel in Amsterdamzekere malaise kwam . Amsterdam kon - men voeldehet - zijn grooten goederen-handel van weleer, zijnrang als stapelplaats verliezen, vooral als de door-snijding der landengte van Suez den weg van ennaar Indie geheel van beteekenis deed veranderen .Men begreep dat nieuwe richtingen en banen moestenworden ingeslagen, maar men zag niet goed in, welke

Page 175: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

172 HERINNERINGEN VAN MR . H. P. G. QUACK

koers kon worden gevolgd . Daarbij kwam het feit,dat het zeer begaafde Israelitisch element in Amster-dam zich uit het tot nu toe gevolgde stelsel vanisolement ophief, en overal op beursgebied werk-dadig begon in to grijpen. Uit den aard der zaakwierpen de telgen van dat meer Oostersch geslachtzich niet zoo zeer op den grooten goederen-handel,als wel op de sfeer, voor welke die zonen van hetJoodsche ras, met hun fijn en verfijnd bewerktuigdbrein, meer dan bijzonder aanleg hadden . De geld-transactien waren hun eigenlijk terrein . Welnu, hunonbewust streven was om van Amsterdam een geld-markt to maken, zooals trouwens deze stad in de18de eeuw, toen de goederenhandel daarbij bloeide,reeds voorlang was geweest. Amsterdam kon enmoest, naar hun oordeel, een tweede Frankfort zijn .Men zag dan ook op de Amsterdamsche beurs allerleikenteekenen, die samenhingen met combination vangeld en krediet. Het begrip, dat de kapitaal-marktder Amsterdamsche beurs als een zelfstandig gegeven,een macht op zichzelf, zelfs afgescheiden van dengoederen-handel, kon worden beschouwd en be-handeld, kwam meer en meer op. Het waren, zooalsik zeide, vooral Israolieten, die dat begrepen enuitvoerden. Sarphati, Lippmann, Fuld, Mendel, A .C. Wertheim begonnen in die richting werkzaam tozijn, het voorbeeld volgende van Bisschoffsheim,Cahen (nog niet d'Anvers), Sichel, Koningswarteren anderen, die reeds Amsterdam hadden verlaten .Zij spanden al hun krachten in om naast de oudechristen-bankiershuizen - ik noem slechts het huisHope - eigen bankiersfirma's of als naamlooze ven-nootschappen ingerichte banken to vestigen en todoen bloeien. Sarphati deed dat in April 1863 door

Page 176: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 173

de oprichting van de Crediet- en Depositobank. Hetartikel 2 der vastgestelde statuten omschreef hetdoel Bier bank aldus : „de werkkring dezer bank is :handel en geldbelegging in pandbrieven, aandeelenen obligaties van op goede grondslagen gevestigdeen wettig erkende banken of maatschappijen, als-mede in die, welke door gewestelijke en waterschaps-besturen worden uitgegeven : - het openstellen vangeldleeningen en het behulpzaam zijn in het ver-krijgen van kapitaal en crediet voor ondernemingenvan algemeen nut, voor groote openbare werken, enbet uitbreiden der nationale volksvlijt waar dit metvoldoende zekerheid geschieden kan : - en het ont-vangen van geld in deposito." Het kapitaal deronderneming werd aanvankelijk gesteld op tienmillioen gulden. President-commissaris was Sar-phati zelf, toen President-directeur der Nationale-Hypotheekbank, in zijn Raad omringd door enkeleAmsterdammers en voorts door eenige buitenlanders,onder wie de heer Raphael Bisschoffsheim uit Parijs,de bekende ,boulevardier" en lid der FranscheKamer, die in 1906 overleed. Als directeur, bijge-staan door den secretaris Mr. M. C. van Hall, tradop A. C. Wertheim. Doch veel grooter of metingennam de stichting eener andere bank aan, van welkeA. Mendel als financier de grondslagen legde ."

De deftige doopsgezinde Frans van Heukelom ende obscure j oodsche heer Mendel kwamen samente-werken .

„Ik zag then heer Mendel herhaaldelijk bij denbeer Frans van Heukelom komen en gaan . De be-zoeker was mij niet zeer sympathiek . Hij had ietsraadselachtigs. Hoewel hij steeds als op den tweedenrang bleef, nooit zich nog op den voorgrond stelde,

Page 177: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

174 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK

zag men dadelijk dat hij eigenlijk in alle zaken, diehij met anderen besprak, het overwicht gaf. Oogen-schijnlijk, voor de wereld, nam hij in Amsterdam eenondergeschikte plaats in op het kantoor Goll & Co.,van 't welk toentertij d de heer Henri Luden chef was .Een ouderwetsche handelszaak, door-en-door soliede,die uit de achttiende eeuw dagteekende . De heerLuden bewaarde, als teeken van den roem van zijnfirma, in de vestibule van zijn fraai woonhuis (hetoude huis van David Jacob van Lennep) een schil-derij waarop een afgezant van den keizer vanDuitschland aan een der oude firmanten den adels-brief van het heilige Romeinsche rijk overhandigde.De heer Mendel behandelde op dat kantoor een derafdeelingen, en was bekend als de man die 't best deindigo-zaken afwikkelde. Voorts bewoog hij zichweinig in het Amsterdamsche leven . Slechts wist eenieder to vertellen, dat hij op een to goeden voetstond met de echtgenoote van den hoofd-redacteurvan het Handelsblad, die hij later huwde . Doch ove-rigens ging hij stil zijn weg, zonder al to vriendelijkeof al to aanmatigende manieren : gereserveerd eneenvoudig."

De lotgevallen van de onderneming die deze twee,de doopsgezinde en de Israeliet, tezamen ontwierpen,vormen op zichzelf een belangwekkende bladzijdeuit de Amsterdamsche geschiedenis. „Een groote bank- als een der Parijsche Credits mobiliers ingericht -waarin een massaal vermogen was geconcen-treerd," en die „door het scheppen van nieuwebronnen en middelen, door het crediet dat zij daar-voor kon verleenen, door het ontwikkelen van deverkeerswereld, door den steun then zij aan industrieen handel in de kolonien schonk", aan Holland zijn

Page 178: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 175

oude beteekenis terug zou geven . ,Zelve zou zulkeen bank een stevige commercieele vesting zijn, eencompacte macht die veel streven van anderen konschragen, een kracht die in moeilijke tijden doorsuprematie iets vermocht to doen. Geen bolwerkvan behoud, maar een waste reserve voor den voor-uitgang."

„In then zin werd tot verbazing der stad den glenApril 1863 de ,Algemeene Maatscbappij van Handelen Nijverheid" to Amsterdam opgericht, van welkeinstelling de heer Mendel President-Directeur en deheer Frans van Heukelom President-Commissariswerd benoemd."Drie groote ondernemingen zouden uitgaan van

deze eerste. De Nederlandsch-Indische Handels-bank, de Nederlandsch-Indische Spoorwegmaat-schappij, en de Maatschappij tot Exploitatie vanStaats-spoorwegen. Als secretaris van de laatste isQuack naar den Haag verhuisd. Anderhalf jaarlater was de heer Mendel gevlucht en zijn heelegrootsche getimmerte in elkaar gestort .

Uit vroeger en later jaren heeft de opmerkzameschrijver, benevens de beeltenissen van levende men-schen, dergelijke tafreelen van omgevingen en ge-beurtenissen in zijn herinnering terug gevonden .Men kan nauwelijks zeggen dat de vernieuwing vande Maatschappij tot Nut van het Algemeen en deuitgaaf van het Sociaal Weekblad minder spannendzijn dan dit amsterdamsch bank-avontuur.

Een enkel tafreel wil ik nog toevoegen . Het toontons Quacks bezoek, in 1862, aan de ijzerfabrieken staalgieterij van den Tex op Steinhausen .

,,Het was het kasteel Steinhausen, dat, op eender heuvels aan de Ruhr gelegen, omgeven door

Page 179: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

176 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK

geboomte waaruit 't zich ophief, het stadje Wittenbestreek. Eigenlijk was het nu slechts een statigheerenhuis, terwijl terzijde nog een oude toren ensterke muur aan het grijs verleden herinnerde. Inhet begin der negentiende eeuw had alles nog toe-behoord aan het geslacht Stael-Holstein ; langzamer-hand was het in andere handen gekomen, totdatdeze het verkochten aan de twee in Indie rijk ge-worden Hollanders [den Tex's schoonvader Vrieseen diens vriend Van Braam], die er het terrein vaneen speculatie in zagen. Want aan het bezit van 'tkasteel was verbonden het eigendom van tweesteenkolenmijnen (Nachtigall en Theresia), terwijltwee groote metaal- en staalfabrieken, als in samen-hang met het kasteel, in aanleg waren gekomen, eniets verder een glasblazerij mede tot de hoorigheidvan den kring behoorde . De heer den Tex vestigdezich met zijn jonge vrouw des zomers op dat Stein-hausen, en nam met voile kracht de exploitatievan geheel die onderneming in handen . - - -Hij bracht er zijn heele huishouding, zijn paardenen rijtuigen. De inwoners van Witten zagen hem,met zijn Hongaarsch vierspan, des middags of tegenden avond, rennen en galoppeeren van al de glooiendeheuvelen langs de rivier, terwijl een opgewektvroolijk gezelschap de afrijwagen vulde . - -

Het was avondschemering toen ik aankwam .Overal zag ik hooge fabrieks-schoorsteenen, wierrook in geel-zwarte kronkels naar boven golfde .Van tijd tot tijd gloeiden in de verte kleine vlammenuit vurige ovens. De vlakte zelve, waarop de fabrie-ken stonden, scheen zwartachtig aangeslagen . Liepde trein langs een dier werkplaatsen, dan hoordemen een brommen, gonzen en dreunen . Waar de

Page 180: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 177

arbeid nu, bij 't vallen van den avond, gedaan was,daar zag men een bende zwarte mannen, besmeerdmet kool en smook, zwijgend met haastigen tredzich spoeden naar lange reeksen van huisjes, waarde gezinnen woonden, en waar, bij een spaarzaambrandend lampj e, de vrouw hen wachtte met hetmaal. Het zag er, van 't oogpunt der arbeiders,overal druk doch somber uit.

„In bet vroolijk ruim verlichte kasteel, waar degastvrije bewoners mij hartelijk ontvingen, gingde eerste donkere indruk intusschen spoedig voorbij .Den anderen dag vergezelde ik den heer den Tex inzijn werkplaatsen . Ik zou den ondernemer aan 'twerk zien. En hij was daar in zijn element . Waarde stoomhamers stampten, waar de ijzeren reuzen-armen zich op en neder bewogen, waar vonkelend devuren flikkerden, daar was hij thuis. Trouwens,met zijn hooge gestalte scheen hij zelf als ijzer zoosterk, zoo hard als het blanke staal. Het woord,,vooruit" kwam hem telkens van de lippen . Hijvroeg belangstellend en bevelend naar den gang van't werk ; sprak over den afgedanen arbeid, de be-stellingen, knorde, moedigde aan, was op en top hetbeeld van den werkgever . - - - Het was ietszeer eigenaardigs temidden van dat werkzame be-drijf den heer den Tex to zien, wenken uitdeelend,berichten ontvangend, overal impulsie wekkend . Inalle opzichten begreep hij de industrie als machtigenproductie-factor in de maatschappij, een bron vanwinst voor het in then tak van arbeid vastgelegdekapitaal . - Den volgenden dag daalden wij in eender steenkolen-mijnen. Was den vorigen dag mijnopmerking geheel in beslag gelegd door den werk-gever, bier, in de donkere mijn, trok uitsluitend aan-Verwey, Proza II

12

Page 181: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

178 HERINNERINGEN VAN MR. H . P. G . QUACK

dacht de arbeider, de mijnwerker . Hier was allesvolkomen zwart ; het water, dat in de plassen stond,was als inkt . In die donkerte, slechts verlicht door eenkleine lantaarn, die aan den hals werd gedragen,werkte de man in de ,schacht", met zijn houweel .Het was een eindeloos kloven en hakken. De wagen-tjes werden gevuld met de losgemaakte steenkool enrolden of en aan. Alles ging ordelijk en stipt . Detalrijke mannen waren in de duisternis flink bezig,schenen niet eens zwaar vermoeid, hoe inspannendde taak ook was. Er was geen wanorde hoegenaamd .Allen wisten volmaakt goed wat en waar 't werkgedaan moest worden."

Toen de bezoeker weer boven was, vroeg hij zichof w at staat en maatschappij deden om dit werkvoor de arbeiders dragelijk to maken . De lands-vaderlijke zorg van de pruisische regeering, hetbestaan van de ,Knappschaftsvereine," dagtee-kenend uit de Middeleeuwen, de pruisische wet van1854 waardoor beheer en instandhouding van deondersteuningskassen door die vereenigingen op-gericht, voor werkgevers zoowel als arbeiders ver-plichtend gesteld werden, - dit alles kon tusschenhem en zijn gastheer ter sprake komen . Snuffelend enturend op verordeningen en reglementen leerde hijop diens werkkamer een nieuwe taak zien : werk-gevers en arbeiders gemeenschappelijk to doen samen-werken tot de verheffing van het yolk .

II

RET BEGRIP VAN DE GEMEENSCHAP

Portretten en beschrijving van toestanden, zie-

Page 182: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 179

daar het eerste wat in Quacks Herinneringen deaandacht trekt . Wij zagen er in het bezoek aanSteinhausen een laatste voorbeeld van. Maar tegelijkerkenden we in dat voorbeeld nog iets meer. WatQuack zag en zien deed hadden we tot nu toe opge-merkt. De menschen met wie hij geleefd, de kringenwaarin hij verkeerd, de gebeurtenissen waaraan hijhad deelgenomen, toonde hij ons. Zijn eigen houdingdaartegenover viel niet dadelijk onder onze opmerk-zaamheid. Hij nam waar, was dus natuurlijk eenbelangstellend waarnemer, maar het waargenomenewas voor ons toch de hoofdzaak, waarin wij eenverrijking begroetten van onze kennis betreffendede negentiende-eeuwsche samenleving. Maar nu,getuige van dit bezoek aan de fabrieken en mijnenvan Steinhausen, voelen wij, onweerhoudbaar, onzeaandacht van aard veranderen. Zeker, het beelddat gegeven wordt, boeit ons, meer zelfs misschiendan eenig vorig, maar de schrijver, hij die dit beeldontvangen en gedragen heeft en er nu nog zulk eengroote invloed op zijn leven aan toekent, boeit hijons op dit oogenblik niet nog dwingender ?

Quack heeft later meer dan eens aan zijn bezoekteruggedacht. Geen wonder. Hij had er voor heteerst, in de gedaante van Hercules den Tex, KoningKapitaal gezien, en naast hem, in zijn beroep vanmijnwerker, Loonslaaf Arbeider. Tusschen hen, alshoogelijk to waardeeren verbindingsschakel, de veror-deningen van ,pruisische" reglementen .

Quack wil zijn Herinneringen voornamelijk ,alseen aanhangsel of bijvoeging, een begeleiding, jazelfs min of meer als een toelichting, verduidelijking,uitbreiding en verklaring van (zijn) bock over deSocialisten" hebben aangezien . Ook als we een verge-

Page 183: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

180 HERINNERINGEN VAN MR. H . P. G . QUACK

lijking van wat in de Herinneringen gezegd wordt, -ik bedoel in bet bizonder de samenvatting van Quacksvoordrachten als professor en van zijn tijdschrift-artikelen, - met de eigenlijke inhoud van DeSocialisten, ter zijde laten, is bet voor ieder die weleens van dit laatste, Quacks levenswerk, gehoordheeft, toch duidelijk, hoe zeer bet uit persoonlijke,en wel uit gemoeds-ervaring moet zijn voortgekomen,en hoe een bezoek als dat aan Steinhausen, tot betontstaan ervan kan hebben meegewerkt .

De toekomstige schrijver van De Socialisten wasals student een leerling geweest van Martinus vander Hoeven en van de Bosch Kemper, die met hunbeiden to Amsterdam de heele faculteit van de rech-ten en staatswetenschappen uitmaakten . En -merkwaardig genoeg - beide deze professorenweken in hun beschouwingen aanmerkelijk of vande toen geldende, de zoogenaamde liberale opvatting .Martinus des Amorie van der Hoeven - een man vanreligieuze, zelfs mystiek-religieuze aanleg - steldetegenover de volgens die opvatting gezaghebbendeleer van de individueele vrijheid, zijn overtuigingdat de mensch van nature leeft in gemeenschap,en daaruit alleen egoistisch en separatistisch, enniet anders dan tot zijn schade, geindividualiseerdkan worden. De Bosch Kemper, minder steil, maarmeer in voeling met de dagelijksche werkelijkheid,droomde van een in al haar deelen harmonischesamenleving, door gemeenschapszin bijeen gehouden .De eerste wekte dieper ontroeringen, de tweedeopende een ruimer overzicht, vooral op de geschie-denis van de negentiende-eeuwsche maatschappij .Begrijpelijk was bet dus dat op Quack, hun ont-vankelijkste leerling, Van der Hoeven bet diepste en

Page 184: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 181

duurzaamste houvast had, overal waar het gingom de richting van zijn inwendig leven, maar dat deBosch Kemper hem de stof voor zijn studie wees .Zijn proefschrift - nadat hij eerst al een prijsvraagbeantwoord had waarin de germaansche beginselenvan het europeesche staats- en privaatrecht ont-leed werden - betrof de geschiedenis van de veer-tiende-eeuwsche staatsbegrippen, waarin hij „opsociologische wijze, zooals de Bosch Kemper dathad geleerd, moest trachten het ontstaan eener nieuwewereld-orde na die der feodaliteit to schilderen" .Kemper was het ook die hem, na zijn promotie toUtrecht, opstellen voor zijn Volksblad schrijven deed,welke eerst boek-uitgaven, aanstonds ook de buiten-landsche politick betroffen, een werkzaamheid diein Haarlem, voor Krusemans Zondagsblad, werdvoortgezet. Eveneens Kemper die hem, hoewel te-vergeefs, in 1862 trachtte over to halen zijn opvolgerto worden aan het amsterdamsch Atheneum, en die,in 1868, erin slaagde hem zijn haagsche betrekkingaan de Exploitatie-maatschappij, to doen opgevenvoor een utrechtsch professoraat .

Zonder twijfel zal deze langdurige verstandhoudingtusschen de schrijver van De Wetenschap der Zamen-leving en hem die later De Socialisten schreef nogwel eens een onderzoeker tot belangwekkendevergelijking prikkelen, - evenals het feit dat dejonge Quack op 't gymnasium alreeds met de RecitsMerovingiens van Augustin Thierry dweepte, hetaandeel zal helpen bepalen dat de algemeene trekvan de eeuw naar geschiedschrijving in zijn ont-wikkeling gehad moet hebben, - maar van over-wegende werking geloof ik toch dat Quacks levenin de maatschappij-zelf is geweest. Met de oogen van

Page 185: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

182 HERINNERINGEN VAN MR. H . P. G . QUACK

zijn geest nu eenmaal gericht op de gemeenschaps-gedachte en niet gezind afstand to doen van eenzekere idealistische allure die hem van nature eigenwas, moest hij, die door aanleg en omstandighedengenoopt werd deel to nemen aan het werk van eenwinst-zoekende wereld, wel de termen vinden waar-binnen hem dat mogelijk bleek . Hij leefde dan tochmaar in een geweldige tegenstrijdigheid . Dat hijjournalist was en tevens tafelde met cavalerie-officieren, was maar de uiterlijke en niet onvermake-lijke huls van zijn dubbelheid. Maar dat Buys, diehem de redactie van het Zondagsblad overdroeg,tevens het woord ,sociaal" niet anders dan dedaig-neus uit kon spreken, dat de heer Mees, met wie hijaan de Bank samenwerkte, hem eigenlijk, in heteconomische, niet voor vol aanzag, dat temiddenvan de zaken-menschen en lichamen die hij met zijnpen ten dienste stond zijn idealistische warmte altijdmet een lichte glimlach werd afgekoeld, dat hij,eenerzijds betrokken in de heiligste geheimen vanhet finantie-wezen, anderzijds voor een woorden-held, een man van de fraze doorging, dit was eentweevoudigheid die niemand, en wel het minst eenvoor indrukken zoo gevoelige natuur als de zijn,anders dan door een verzoenend gedachte-mediumaan kon zien .

Het pijnlijke was namelijk niet dat de menschenhet met hem oneens waren. Zij verdedigden deindividu, zooals hij de gemeenschap . Ware daarmeealles gezegd geweest, dan had niets en niemand hemkunnen beletten de ridder to zijn, die hij wezen wou .Maar de benauwing lag hierin dat hij die de ge-meenschap vertegenwoordigde zich tevens met lusten ijver in dienst van de individualistische wereld

Page 186: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR . H. P. G . QUACK 183

stelde. Hij trad in dienst van de Bank, opdat hijgelegenheid zou hebben zijn bock to schrijven :zoo zegt hij . Maar de waarheid is dat hij, ook zonderzijn bock, een werkzaamheid als die aan de Bankbegeerd zou hebben. Hij zegt het to herhaaldelijkdan dat wij het niet zouden gelooven en de praktijkvan een heel leven bewijst het : het medewerken aande ontwikkeling der productie-factoren van ons yolkleek hem op zichzelf begeerlijk .In deze uitdrukking : de ontwikkeling van de

productie-factoren, vinden wij de term waarmeeQuack zich het deelnemen aan het wereldlevenaannemelijk maakte.

De vraag is toch of hij het niet aannemelijk vond,ook zonder die term . Al in Haarlem deed hij de onder-vinding op dat het bureau-werk hem „lang nietongemakkelijk van de hand ging" . De heer de Tries,de hoofd-ambtenaar van de griffie, prees zijn han-digheid voor het practische, meende dat die hemkenmerkte. Toen hij secretaris was van de Kamervan Koophandel werd zijn vaardigheid als penvoerderhoogelijk op prijs gesteld. Toen de Exploitatie-maatschappij in moeielijkheden geraakte werd hijals onderhandelaar uitgezonden naar bankiers enspoorwegbesturen, als hebbende in het voeren vanzulke onderhandelingen zekere gemakkelijkheid aan-geleerd. Betrekkingen als de heer Quack gedurendezijn heele leven bekleed heeft worden trouwens niettoegeworpen aan hen die de geschiktheid ervoorniet getoond hebben. Bovendien is het nooit geble-ken dat de arbeid en het verkeer in de hedendaagschemaatschappelijke bedrijvigheid hem onwelgevalligwaren.De heer Quack zegt ergens: opdat er later wat

Page 187: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

184 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. 0. QUACK

zal to verdeelen zijn, moet er nu in elk geval gepro-duceerd worden. Deze zinswending, waarmee eenpopulaire, rnaar valsehe opvatting van wat socia-lisme is, tot beweegreden gesteld wordt van deel-neming aan een veroordeelde maatschappij-inrichting,is dan ook een voorwendsel . De ware reden was datde heer Quack deed wat hij niet laten kon . Hij ge-bruikte de talenten die hij had, en hij bewoog zichin de kringen waarin hij zich, alles wel beschouwd,het best thuis voelde. Onloochenbaar was het even-wel dat hij ook een droomer was, een vriend van hetschouwende, niet werk-dadige leven, een koesteraarvan denkbeelden die in de samenleving van zijn tijdniet opgingen, een bewonderaar van opstandigen,van gering-geachten, van uitgeworpenen, van -in een woord - de socialisten. Onloochenbaar,omdat, even zeker als liet is dat de heer Quack hetdirecteurschap van de Nederlandsche Bank en eengroot aantal andere betrekkingen bekleed heeft,even zeker is het dat hij met bewonderenswaardigegenegenheid en volharding De Socialisten : Personenen Stelsels geschreven heeft .

Een dubbelheid dus, maar die mr. Quack niet alszoodanig kon aanvaarden. Door de term : medewer-ken aan de ontwikkeling van de productie-factoren,wierp hij over de materieele, de individualistischehelft van zijn werkzaamheid een idealistische, eensociale dekmantel .

Of dit niet toelaatbaar was?Al naar men het nemen wil . leder heeft het reclit,

ja leeft in de noodzakelijkheid, toe to dekken wathem in zijn eigen wezen pijnlijk is . ledere dergelijkeverhulling is een natuurlijk verweer en ik geloofzelfs to mogen zeggen dat ieder op zijn beurt het

Page 188: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 185

noodig heeft en er gebruik van maakt. Maar alleswat in de natuur ligt en als zoodanig moot wordentoegestaan, is daarom nog niet toelaatbaar voorzoover het ook geestelijk iets beduidt . Hot ligt inde natuur zichzelf to beschermen . Maar wanneer mendaardoor zijn vrienden blootgeeft? Hot ligt in denatuur to zorgen voor zijn onderhoud. Maar wanneermen daardoor zijn ideeen schaadt ?De heer Quack, idealist van huis uit, maar door

aanleg zoowel als omstandigheden genoopt totwerkzaamheid in een stoffelijke wereld, kon erkennendat de tweestrijd in zijn wezen lag, of hij kon eenideale schijn leenen aan het stoffelijke . Hij deed hotlaatste, maar niet kon nu ook worden ongedaangemaakt dat hij niet enkel zijn praktische talenten,maar zijn vermogen van idealiseering in dienst vandat stoffelijke had gesteld .

Hot spreekt vanzelf dat nu ook de begrippen waar-in zijn idealisme zich uitte, hun beteekenis verdub-belden. Hot voornaamste van die begrippen wasdat van de gemeenschap, eerst als de naam van eenenkel-geestelijk ideaal verstaan, als de toekomst-droom van hen die smadelijk socialisten heetten,maar dat nu tevens in zijn zin van feitelijke samen-leving gebruikt werd en wijding kreeg. De be-roepen en bedrijven van die samenleving, hoeegoistisch en individualistisch ook bedoeld en inge-richt, kregen als productie-factoren van de gemeen-schap een zekere heiligheid, die ze waarlijk niet aanzichzelf ontleenden, maar alleen aan die naam,en wel inderdaad aan het schijnsel dat de eenebeteekenis van het woord op de andere afstraalde .Een klein ongerief, indien het verschil tusschen detwee beteekenissen altijd scherp werd in het oog ge-

Page 189: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

186 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK

houden. Maar hoe kon dit, hoe zou het zelfs ge-wenscht worden, waar de bedoeling van die ideali-seerende naamgeving geen andere was, dan hetstoffelijke, waarin men zich bewegen moest, to doendeelen in de wijding van het geestelijke.

Dit is de grond van de vaagheid die vaak aanMr. Quack door zijn vrienden verweten is . Zijngemeenschap-begrip was vaag, omdat het dubbel-zijdig was, omdat de eene zij voortdurend in de andereoverspiegelde, omdat bij scherpe onderscheidingtusschen de twee beteekenissen het systeem vanQuacks natuurlijke zelf-verdediging zijn doel zouhebben gemist . Als Quack schreef over de So-cialisten, hun personen en stelsels, dan verstondhij de gemeenschap geestelijk, en als nog niet ver-werkelijkt. Als hij optrad namens de maatschappijtot Exploitatie van Staatsspoorwegen, dan hand-haafde hij haar als de feitelijke hedendaagschesamenleving die in haar productiefactoren werdaangevallen. Wat in zijn gevoelsleven een begrijpelijkeen ongevaarlijke verwarring was, werd in zijn betoogeen drogreden, en als zoodanig bedenkelijk . Maarwaar dit betoog ingreep in de werkelijkheid en zichin daden omzette, wondde het -- misschien ookanderen, maar zeker hem die het hanteerde .

Niet de heer van Hasselt - de naar Quacks be-schrijving weinig scrupuleuze leider van de Holland-sche Spoor - maar wel Mr. Quack, mede-bestuurdervan de Staats-spoorwegen, noemde de staking van1903 „de wreedste smart die mijn hart heeft door-sneden". De eerste had het voordeel van zijn maat-schappij gezocht, en hij zou gemeesmuild hebbenbij de gedachte dat hij daarmee de belangen diendevan een vaderlandsche of misschien nog weidschere

Page 190: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G . QUACK 187

gemeenschap. Quack daarentegen moest erkennen,dat de socialistische leiders, de aanhangers vandenkbeelden die hijzelf koesterde, in hun strijd tegeneen individualistische samenleving zijn eigen ideaalverdedigden, en dat hij als de verdediger van diesamenleving tegenover hen stond . Hij, die zich tochvroeger met trots socialist, zij het dan katheder-socialist, had hooren noemen, moest nu niet aan datideaal, maar aan die samenleving de gewijde naamvan gemeenschap toekennen, om daarmede het stof-felijk belang hoog to houden .

Als men de ,Herinneringen" leest, dan treft het datQuack eigenlijk niet twee, maar drie beteekenissenaan het begrip gemeenschap geeft .

De eerste is de wezenlijk-socialistische, gerichttegen de individualistische samenleving . De tweedeis die samenleving, gedacht als een burgerlijke ofvolksgemeenschap. De derde is een gehoopte toe-komst-eenheid, na de verzoening van kapitalistenen arbeiders .

Waar Quack het ontslaan vermeldt van aantallenstakers, schrijft hij : ,Het was streng en hard watgedaan werd, maar in het belang der tegenwoordigesamenleving bleek het noodzakelijk . De exploitatie-maatschappij van staatsspoorwegen, als productie-factor voor ons gansche land, als draagster van hetverkeer en bedrijf van ons land, was gehandhaafd ."Tevens omschrijft hij de meening van de regeeringmet de woorden : „Contract-breuk op het terreinvan overheids-zorg moge schijnbaar slechts woord-schennis zijn tegenover den werkgever, metterdaaden in de eerste plaats is zij schromelijke plichtver-zaking tegenover de geheele gemeenschap." Dit ishet woord in zijn tweede beteekenis.

Page 191: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

188 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK

Het begin van de staking verhalend, had hij gezegd,,Op het begrip der ,gemeenschap" kon, toen hetconflict eenmaal was uitgebroken, geen beroep wor-den gedaan." Dit was het woord in zijn derde be-teekenis : die van een inderdaad niet bestaande ge-meenschap van arbeiders en werkgevers .

Maar op het begrip in zijn eerste beteekenis, vansocialistisch verlangen tegenover individualistischefeitelijkheid, beriepen zich de arbeiders en hun soci-alistische leiders, en deze beteekenis was bet dieQuack in zijn jeugd had aangehangen en in zijngeschriften zoo vaak had uiteengezet .

III

RELIGIE EN KUNST

Nadat ik eerst het uiterlijk-belangwekkende vande ,Herinneringen", de personen en toestanden dieerin voorkomen, had aangetoond, heb ik daarna,gevolg gevend aan een wenk in het ,Voorwoord",getracht in bet bizonder de schrijver van ,Socia-listen", Mr. Quack dus, in zijn verhouding tot betgemeenschaps-begrip, to teekenen . Fen element hebik daarbij, wel niet buiten beschouwing gelaten,maar toch niet opzettelijk in bet licht gebracht .

Waaraan eigenlijk was het to wijten dat, terwijlQuack aan geen enkele schakeering van bet gemeen-schaps-begrip zich gevangen gaf, hij ze alle begrijpenen beschrijven kon, en ze aanwenden, al naar deplaats waarin hij zich gesteld voelde, socialistisch,liberalistisch of in de geest van hen die temperingvan klassenstrijd voorstaan?Het antwoord is hoogst eenvoudig : - al die

Page 192: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 189

schakeeringen waren ekonomisch ; maar Quackswezenlijke gemeenschapsbegrip was religieus .Als men zich afvraagt wat in zijn knapentijd

ontlook, in zijn jongelingsjaren opbloeide tot be-wondering en geestdrift, in later leeftijd hem neer-sloeg en troostte, hem ellendig maakte en steunde,totdat hij nu, grijsaard geworden, het heeft over-gehouden als eenige zaligheid, dan moet men welerkennen dat het niet een gemeenschap was in staatof maatschappij-leven, maar een gemeenschap metwat hij noemde het Onbekende, het Eeuwige . Degrond van zijn wezen was een droom, een aanhanke-lijkheid aan het Verborgene, een mystieke Vroomheid .

De schrijver van de ,Herinneringen" heeft geentwijfel overgelaten dat hij van dit wezen uit verstaanwil worden. Zijn duitsche afstamming had hem ertoevoorbeschikt, zijn geldersche verwanten brachten dekiem tot ontwikkeling . Toen hij in Amsterdamwoonde, bracht hij bij hen de zomer door. En „eengedachte was er die aller ziel hier beroerde en soursgeheel vervulde, de gedachte aan het mysterieuse enreligieuse." ,Dat het bestaan op aarde alleen eenigebeteekenis had, als het in verband werd gebrachtmet het begrip van het eeuwige, daarvan werd inde drukke hollandsche koopstad zelden iets gevoeld .Met het onkenbare, het onweetbare, het onuitspre-kelijke, hield men zich in mijn Amsterdamsche groe-pen weinig op. Dit nu was - zij het in grillige,troebele en soms werkelijk verwrongen vormen -wel het geval in het min of meer Duitsch gekleurdeGelderland, en vooral in Nijmegen ." Daarvandaan,,nam ik mede - toen ik naar Amsterdam keerde --een eerbied voor 't onzegbare, voor het ,vreemde"dat men niet kon analyseeren, voor 't mysterie van

Page 193: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

190 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK

het leven . Dat mysterie was, aldus opgevat, eendonker geheim dat men soms voelde naderen . Evenin de grauwe schemering, in den geluidloozen avond,in den somberen nacht, opende dat geheim soms zijndiepste kern of gedachte . Het was dan als een stillemuziek op wonderbare instrumenten, een vage stemvan waarschuwing dat onder het leven, zooals wijhet zagen, een ander leven werkte . Lets onver-klaarbaars, iets raadselachtigs, iets bangs, iets be-klemmends. Doch het gaf aan de gezichtseinderuitzicht op de dingen van het onzienlijke . Men zagen ontmoette plotseling ver-weg een starenden blik,peilende door de waarneernbare werkelijkheid heen .Met oogen als kolen, soms dof, soms opgloeiend doorvonken van extaze, zag men 't aan, en men begreepdan of meende to begrijpen de kracht achter deonzichtbare dingen, den drang der stille machten,de grondelooze onmetelijkheid van luchten en lich-ten, het van verre aanwaaiend reuze-mysterie, het,Almachtige."

Dit is alles zeer Quacksch - men vergeve het bij-voeglijk naamwoord - maar daarom juist kenschet-send. Het verwondert niet, dat deze jonge zwelgerin het onzienlijke zich aan de hoogeschool als eenridder van de Heilige Geest beschouwde, en meendedat zijn wetenschap ,slechts een weerspiegeling,een andere zijde, wezen (zou) van een religieuseziel" . Toen het gemeenschapsgevoel in hem ont-waakte, was het dan ook, als onmiddelijk uit dieziel, een verlangen naar gelijk-gestemde harten, ennaar leiders . De leden van het literarisch dispuutUnica vor mden „een vast-aaneengesloten garde" .De voorzitter, Frans Rauwenhoff, als predikant toRotterdam jong gestorven, ,was als 't ware de

Page 194: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN Din. H . P. G. QUACK 191

„directeur" onzer geesten. Onder zijn leiding droe-gen wij 't hart zeer hoog, zochten wij op alles eenideeelen tint to leggen, plaatsten wij ons vierkanttegen elk materialistisch element in onze studenten-maatschappij."

Ik zei al dat Martinus des Amorie van der Hoevenhem in die dagen het diepst ontroerde . Deze was,,een profeten-natuur. Hij wekte op tot heiligheid :tot een heroieke verzaking van subjectief genot . Menmoest -- naar zijn woord - zelf ingrijpen, nooitlaf en lijdelijk zich laten medeglijden in de golvingvan 't maatschappelijk gedraai . Tegenover het gruw-zame leugen-gedoe onzer ti den moest men zichactief stellen in den dienst der Godheid, het werkGods doen. Men moest mede-arbeider Gods worden.Daarvoor was allereerst noodig, dat men het rij-zend Licht uit den Hooge opmerkte en zag. Aan-schouwde men dat licht, dan kon men weder debeteekenis gevoelen der voor de wereld verborgenonzienlijke dingen . Een refine diepe emotie zou vanons kunnen uitgaan, een kracht die tot waarheidvoerde. Dan ook kon in onzen nerveuzen tijd, voljagen en zwoegen, toch nog bij enkelen iets opluikenvan de ziels-rust, van de gewijde kalmte, die bijsommige mystieken uit de Middeleeuwen waar-neembaar was."

Toen hij onder leiding van Kemper zijn proef-schrift schreef kon Quack, die bij zijn afscheid vanhet gymnasium alreeds een lofrede op de middel-eeuwsche Heilige Bernard van Clairvaux had uit-gesproken, zich dan ook verheugen in de gelegen-heid om op dat stramien van het staats-wezen in deveertiende eeuw ,enkele van die figuren Bier prach-tige middeneeuwsche cultuur to doen oprijzen voor

Page 195: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

192 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G . QUACK

wie het hart van Martinus klopte." Zelfs naar dedertiende eeuw greep hij terug om die abt Joachimvan Flore to schilderen, die het derde wereldtijdperk,dat van de Heilige Geest verkondigd had. De droomvan Joachim, het rijk van Liefde, een kudde en eenherder, was ook de zijne, en uit deze droom trad hijin de wereld van kantoor en bedrijf.

,,Het werkende leven een rustpoos van het be-schouwende" . Deze woorden, door Quack uit eenpreek van Meister Eckhart overgeschreven, moet menwel in gedachten houden als men hem in die wereldwerkzaam ziet. Zijn arbeid in de samenleving, zichw eerspiegelend in de wisselende vormen van hetbegrip der maatschappelijke gemeenschap, was altijdmaar een min of meer geslaagde poging om de Gods-gemeenschap waarvan hij droomde to zien vermen-schelijkt. Een poging tot aanpassing. „Van 1854 af"- zegt hij - .,ligt altijd naast mij op mijn lessenaarhet boekje ,Over het Wezen der Godsdienst" vanMartinus des Amorie van der Hoeven ." Wat be-helzen de bladzijden die hij daaruit in zijn Slot-hoofdstuk aanhaalt ? Dat Gods werk is : de veranderingder menschelijke maatschappij in een koninkrijkder hemelen. Dat het koninkrijk der hemelen eenrijk van geesten is . Dat geest mag heeten ieder dieleeft met volkomen bewustheid, vrijheid, zelfstan-digheid, zelfwerkzaamheid. Dat alle geesten tot eenrijk hooren en tot een organisch geestelijk lichaamzijn vereenigd en samengegroeid. Dat zij een vol-strekte Gemeenschap zijn. Dat dit rijk bovendienleeft door de wil van God, en door geen andere,dat de leden ervan zich tot God verhouden als kinde-ren tot hun vader. Dat elke handeling die als lidvan dit rijk verricht wordt, heilig en zalig is, elke

Page 196: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 193

handeling daarbuiten zonde, ellende en dood . Datvan dit rijk uit, de wereld moet worden omgezet,niet gewelddadig, maar organisch, door gebruik tomaken van alle kiemen die aanwezig zijn. Dat dietaak in gelneenschap met alle broeders, en nietdoor een op zichzelf, moet volvoerd worden ."

,,Het begrip der ,gemeenschap" - zegt Quack -,,dat ik in mijn leven gepoogd heb to helpen ver-spreiden, ligt in kiem en knop besloten tusschendeze bladen van mijn meester".

Wie zal ontkennen dat deze bladen de ontwikke-ling van een religieuze gedachte zijn, welke om tozetten tot een sociale eels meer dan menschelijkemacht vereischt.

In verhouding tot dit religieuze innerlijk moetook Quacks opvatting van kunst gezien worden .Niet, natuurlijk, van dit innerlijk, zooals naakt enverheven, Van der Hoeven het uitte, maar zooalsQuack zelf het onder woorden bracht bij het schrij-ven van zijn geldersche herinneringen. „Met oogenals kolen, soms dof, soms opgloeiend door vonkenvan extase, zag men 't aan, en men begreep dan ofmeende to begrijpen de kracht achter de onzichtbaredingen, den drang der stille machten, de gronde-looze onmetelijkheid van luchten en lichten, hetvan verre aanwaaiend reuze-mysterie, het Almach-tige." In Rembrandt zag hij „de diepere realiteit"die ,achter het platte en het oppervlakkige verbor-gen ligt." Hij zag naar zijn etsen met dezelfde ge-voelens als waarmede hij luisterde naar Martinus .Zijn rede bij de viering van Rembrandts derde eeuw-feest was inderdaad een verheerlijking van de inner-lijke wereld, de verborgen werkelijkheid . ,Denkers,Verwey, Proza II

13

Page 197: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

194 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK

dichters en kunstenaars" - zei hij daar - „zijnde waarachtige leiders der volken ."In deze vereering is Quack ook aan sommige

grootere tijdgenooten, vooral ouderen, verbonden ge-weest. Zoo Israels en Bosboom, -van Lennep noeindeik al - ook Allebe, „de schijnbaar aarzelende. Eenuiting, een trek, die hem als 't ware to schielijkvan de lippen of vingeren was gegleden, nam hijvoorzichtig dan terug . Hij corrigeerde al peinzendvoortdurend zichzelf : zich inhoudend, zich betoo-mend, zich terechtwijzend, speelde hij haast eendrama in eigen boezem af. Hij deed zoo als hijsoms gaande op straat was to zien, drie passenvooruit, en dan weder opkijkend, en in zich-zelfzacht sprekend, een pas achterwaarts tredend." Hoeherkent men hierin die allerfijngevoeligste en oor-spronkelijkste bedeesde. Interessant zijn ook deportretten van Huet : die met zijn heldere scherpeoogen, onder zijn zwarte haren, vast zijn weder-partijaankeek, en van Buys, met zijn open oog-opslag .Boeiender nog dat van Potgieter, voor wiens scherpebeleefdheid men haast niet anders dan nederigbukken kon .

Ik heb in het begin van dit opstel al verscliillendeportretten uitgeschakeld ; ik deed het nu weer ;maar met het bewustzijn dat ik daarmee hun makeronrecht doe. Want hoewel Mr. Quack niet in deeerste plaats voor een schrijver wil worden aange-zien, zjjn zeer stellige kunst ligt toch juist in hetverbinden van wat ik gescheiden heb, van per-sonen en toestanden. Hij geeft aan de toestanden eenmiddelpunt in de persoon, hij geeft aan de personenin de toestand een achtergrond. En dit is niet eenbijkomstige bedrijvigheid : het is een onmiddelijke

Page 198: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 195

uiting van zijn, zooals we zagen, religieuze wezen .Zooals de verborgenheid achter de dingen hem boeit,zoo wil hij het gevoel van een dergelijk geboeid-zijnoverdragen op zijn lezers . Hij verdeelt licht en donker .Hij spant draden en legt knoopen. Hij opent ver-gezichten en verwekt duisters. Zijn verhaal van ge-wone zaken - we hebben het al opgemerkt enik ben gelukkig nu mijn lange aanhalingen torechtvaardigen - wordt meermalen een soortroman, de strijd in zijn personen een soortdrama, de afloop van sommige lotgevallen een tra-gedie. Wie zich het portret herinnert dat hij vanWillem Vrolik, directeur-generaal van de Staats-spoorwegen ontworpen heeft, en daarna diens langeen hopelooze strijd leest tegen de HollandscheSpoor en de Regeering, zal mij hierin gelijk geven.,,Het geschiedde Zaterdag 31 Augustus 1889 . Nooitheb ik zulk een droeven gang gedaan als op thentocht naar den Haag. Wij spraken beiden metde twee ministers. Geen van hen gaf toe. Toendeden Vrolik en ik een lange eenzame wandeling inhet Bosch. Wij waren alleen en zwegen. Bet wederwas verrukkelijk. Men voelde de suizel-stilte vanhet woud. Lichte wolken dreven in de blauwe lucht .De zonnestralen trilden langs de dichtgebladerdeboomstammen. Op de vijvers weerkaatste de zachtrimpelende stroom den groenen oeverkant. Dochwij zagen dat alles ternauwernood . Wij dachtenniet meer aan harmonie of overeenstemming. Vrolikhad, als stout speler, zijn levens-lot op een worpgezet, en die worp faalde. Zijn gelaats-trekken werdenhoe ]anger hoe strakker, zijn kleur bleeker. Hetstormde in zijn brein . Hij bood definitief kort-af mijzijn ontslag aan."

Page 199: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

196 HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK

Romantisch - hoor ik dat gezegd wordt. Zoo ishet ook - Mr. Quack is onze laatste romanticus.Er is een zeker boeiend licht dat hij over al zijntafreelen werpt. Er is een zekere dringende wil omsympathie to veroveren en sympathie uit to drukken .Wie een tegenhanger tot het leven van Vrolik

zien wil, leze de bladzijden over Kerdijk. Daar isdezelfde verdeeling van licht en donker, in anderlotgeval eenzelfde tragisch einde. Wie een rozigertint verlangt, verdiepe zich in de jeugdherinneringen :die uren-lang door het Baarnsche bosch dwalendedroomende vader, groote en trouwhartige Geldersch-man, die 's ochtends en 's avonds de romans vanScott in een duitsche vertaling las ; die vurige,indisch-bloedige vriend August Zimmerman . Doorde eene schildering zoowel als door de andere zalhij zich bevestigd vinden in de overtuiging datin dit romantisch aangezette, boeiend-sympathische,Quacks ware vermogen ligt .

Wie zijn persoonlijke verschijning kent, het meis-jesachtig opgeworpen mondje, de lokken langs dewang, de donkere oogj es achter het flikkerendelorgnette-glas, de tengere ietwat behaagzieke ge-stalte, - zal zich niet erover verwonderen .

Quack moge overigens gelijk hebben dat zijn krachtniet ligt in uiterlijke stijlgeving : zijn zinnen zijnhelder, maar niet altijd verzorgd, rein van omtrek,maar niet altijd dragers van een dieper, een gonzendleven, - toch gaat hij als penvoerder in het weerge-ven van zijn eigenheid zoo ver, dat tal van kleinekokette accenten vaak op de onverwachtste plaat-sen de loop van een gelijke rede afbreken. Tot zijnuiterlijk toe verschijnt op die wijze uit deze ,,Her-inneringen."

Page 200: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

HERINNERINGEN VAN MR. H. P. G. QUACK 197

Zooveel geleefd to hebben, en dan nog zulk eenboek over zijn leven saam to stellen is waarlijk eenzeldzame verdienste. Bovendien, dat dit boek meteen onbevangenheid en een oprechtheid geschrevenis, die aan de werkelijkheid haar vormen laten, alworden ze noodzakelijk gekleurd door de damp-kring van zooveel doorleefde jaren . Een enkele maalmogen de Rotterdammers meenen dat zijn liefdevoor Amsterdam deze grijsaard parten speelt, -een ander maal mogen de bewoners van een na hemgekomen wereld gelooven dat hij in to goed vertrou-wen zich inburgerde in de zijne, - niemand zal daar-om nalaten hem nevens de olijftak die hij begeert dekrans to reiken die aan overwinnaars bij de eind-paal werd toegekend .

1913.

Page 201: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

L. VAN DEYSSEL: UIT HET LEVEN VANFRANK ROZELA AR

Hoewel dit boek ontstaan is uit een uiterstekunstenaarsbedoeling, uit de wil namelijk van dagtot dag en van uur tot uur geen enkele gewaarwording,ontroering, gedachte, buiten opzicht van de vast-stellende geest, dus buiten bereik van het penbarewoord to laten, is de zichtbare bedoeling van zijnschrijver toch niet op een zekere wijs kunst to maken,maar op een zekere wijs to zijn.

Hij bewoont een denk-beeld dat is samengestelduit de volgende elementen. De wereld is schoon voorwie haar schoon ziet. Ze staat als zoodanig boventijd en vergankelijkheid. Het eenvoudigste leven,het wonen in een landschap, met vrouw en kind, is,als het zoo gevoeld wordt, eeuw-ig . Het beweegtzich op een lijn met het leven in de heldhaftigstedaden, de brandendste geestdriften, de meest ver-heven verrukkingen.

Het tragische van het boek ligt hierin dat de schrij-ver dit denk-beeld bewoont, maar het niet beleeft.Deed hij dit laatste, dan zou hij ons, door middelvan de verbeelding, zijn leven als schoon doen voelen .Maar dit doet hij niet. Hij tracht ons, en zichzelf,aannemelijk to maken dat zijn leven schoon is,of schoon kan zijn. Hij ontleedt, hij betoogt, hijoverreedt, maar hij doet niet zien.

Page 202: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

UIT IIET LEVEN VAN FRANK ROZELAAR 199

Wat de schrijver - hetzij we hem L. van Deysselof Frank Rozelaar noemen - van ons verlangt,is dat we zijn gedachten volgen, op dezelfde wijze alshij zijn gedachten heeft gevolgd . Maar we merkenoogenblikkelijk dat dit ons moeite kost. Want diegedachten zijn niet het innerlijk en uiterlijk gebeurenwaaruit ze ontstonden : zij spreken er alleen maar van .En wij missen bij de lezing de stof ter vergelijking,die tot onze bevrediging noodig is . Wij lezen van eenlandschap : „lucht van een bizonder fijn blaauw enbleekgroen met heele mooye blank-roode wolkjeserbij . Daaronder verhief zich het goud-bronzeneikgewas." En daarop : ,Het was juist alsof dezeplek een beroemde plaats was, waarvan gezegdwordt, dat men in dit seizoen daar moet zijn, wijlhet dan nergends elders zoo mooi is." Deze laatstemededeeling hoort niet onverbrekelijk bij de eerste .Dat zou het geval zijn als die eerste, de beschrijvingvan het landschap, ons vanzelf een woord van be-wondering op de lippen bracht, zoodat we ookzonder de schrijver al geneigd zouden zijn uitte-roepen dat die plaats verdiende beroemd to wezen . -Onmiddelijk hierop lezen we van een ander landschap :,,Gisteren was ik om denzelfden tijd op een wij denheibaan in het bosch, waar veel lucht zichtbaar is .Het was vijf, zes uur 's middags, zonsondergang .Prachtig weer." Meer niet. En hierop volgt : ,Ditlijkt mij het mooiste wat men in het Landschapzien kan. De Rhijnval to Schaffhausen is niet mooyer ;ook de Golf van Napels kan niet mooyer zijn ." Hieris dus een vorm van voor het gevoel onverbondenemededeelingen, die de schrijver tweemaal achterelkaar aanwendt. Zal hij ons hierna zijn landschapnader beschrijven? Neen, maar hij zal nog wel meer

Page 203: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

200

L. VAN DEYSSEL

over het niet door ons geziene uitweiden. ,Duidelijkheb ik gisteren beseft dat de natuur in een hoogerentoestand is. Er is een leven in, een langzaam bewegenvan lichten en kleuren, een weidsch Tooneelspel derSchoonheid. Het is zoo mooi, dat men zelf niet zooleelijk of zoo elders met zijn gedachten kan zijn,dat men het niet mooi zou vinden. Het is mooyerdan een tentoonstelling van de beste schilderijen .Het is of de heele natuur samengesteld is uit schil-dersontroeringen. Het is een groot schilderij, waarinmen zelf staat. Het was mij duidelijk gisteren, dater iets heel bizonders gebeurde, een bizonder be-wegen van de Schoonheid in het Aardsche Landschap,eene Openbaring van de Schoonheid ; het was mijof het Landschap bewust, bezield, was geworden enzichzelf uitbeeldde." Stel hiernaast een van de velebeschrijvingen uit Obermann door De Senancour.Daar is ook een jonge man die tot winning van eennieuw leven in het landschap gaat . ,J'etais sous lespins de Jorat : la soiree etait belle, les boil silencieux,fair calme, le couchant vaporeux, mais sans nuages.Tout paraissait fixe, eclaire, immobile ; et dans unmoment oii je levai les yeux apres les avoir tenuslongtemps arretes sur la mousse qui me portait,j'eus une illusion imposante que mon etat de reverieprolongea. La pente rapide qui s'etendait jusqu'aulac se trouvait cachee pour moi sur le tertre ouj'etais assis ; et la surface du lac tres-inclinee sem-blait elever dans les airs sa rive opposee . Des vapeursvoilaient en partie les Alpes de Savoie confonduesavec elles et revctues des memes teintes. La lumieredu couchant et le vague de fair dans les profondeursdu Valais eleverent ces montagnes et les separerentde la terre, en rendant leurs extremites indiscernables ;

Page 204: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

IIIT HET LEVEN VAN FRANK ROZELAAR 201

et leur colosse sans forme, sans couleur, sombre etneigeux, eclaire et comme invisible, ne me parutqu'un amas de nuees orageuses suspendues dans1'espace : it n'etait plus d'autre terre que celle quime soutenait sur le vide, seul, dans l'immensite ." -„Ce moment la fut digne de la premiere journeed'une vie nouvelle" : - dit is de eenige bespiegelingdie door Obermann wordt toegevoegd . Waarom zouhij ook bespiegelen ? Het landschap drukt door zich-zelf zoozeer zijn toestand uit, van eenig to zijn eneeuwig, een bewegende en bezielde schoonheid,dat wij niets meer verlangen dan erin optegaan,dan ons ermee to vereenigen. Dit is de daad dieRozelaar ons niet vergunnen wil. De vereenigingmet de door hem geziene schoonheid, is juist datwat hij ons onder geen voorwaarde toe wil staan .

*

Van Deyssel drukt zich zoo voortreffelijk uit enzijn drang tot bewustmaking is zoo sterk, dat menzeker kan zijn tusschen dat wat hij is en dat wat hijschrijft geen onderscheid to zullen aantreffen . Alshij - Frank Rozelaar - ons de vereeniging met eendoor hem geziene schoonheid niet beleven doet,dan heeft hij die zelf niet beleefd en dan weet hijdat en zegt het ook . Als hij, op die eerste bladzijvan zijn boek, zijn landschap als gelijkwaardig aande golf van Napels geprezen heeft, gaat hij voort :„Ik ben gedrukt, in een ebbe van mijn leven, ikheb dus tot heden geen diepe aandoeningen vanden herfst mogen ontvangen ; maar met gevoeligeverstandelijkheid vond ik het prachtig ." Met ge-voelige verstandelijkheid. Later: „Ik heb eigenlijk

Page 205: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

202

L. VAN DEYSSEL

leelijk midden in die Schoonheid gestaan, linkschvan stand tegenover de Majesteit der ruimte, on-voegzaam nu de natuur tot een grootsch paleisder Schoonheid werd om mij heen . Waren de men-schen niet beter, die bij zoo iets van zelf op hunknieen vielen . . ." Weer later : ,Het spijt mij, datik aan dit alles niet inniger kan deelnemen ."

Frank Rozelaar zegt van zichzelf : ,Bijna voort-durend leef ik aan den oever van de eene of anderevervoering." Niet in de stroom, maar aan de oever.Op een andere plaats : „Ik bespeurde juist dat ikmij met de stilte ging vereenigen, toen de storingkwam." Of : „Ik vind dikwijls in zulke oogenblikkendat ik niet innig genoeg gevoel bij wat ik zie. Ikzou altijd zeer ontroerd willen zijn en diep begrijpen,mij altijd willen vereenigen met de aanschouwdeSchoonheid." Elders : „Ik dacht alleen : wat is datmooi, maar gevoelde nauwelijks iets." Ook : ,Laat ikaandachtig zijn . Elk oogenblik, bij 't openen vaneen kastdeur, bij het gaan in een andere kamer,kan ik een sublime gedachte tegenkomen ." „ Ikdwaal aan de randen van Waarheid en Schoonheid,erbuiten."

V6'at in hem voortdurend waakt, is niet de toe-stand die zich in hem beleven zou en uitspreken,maar de bewustheid die zijn gedachte van een zekeretoestand in woorden brengt . De gedachten zijn nietde toestanden-zelf, maar zij zijn karakter-aandui-dende benamingen, waaronder sommige toestandenzouden kunnen worden samengevat .

Rozelaar wordt door de schoonheid van zijn huisgetroffen, ook doordat het zijn huis is. Hij zegt dan :,,Toch weet ik zeker dat ik niet vooraf gedacht had :,,hoe heerlijk, daar is mijn huis ." " Dat dit het geval

Page 206: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

UIT HET LEVEN VAN FRANK ROZELAAR 203

zou moeten zijn had hij dus bijna verwacht . Het hadvoor hem in de reden gelegen dat de gedachte vaneen zekere schoonheid aan die schoonheid was voor-afgegaan. Zoo ook : ,Ik heb genoegelijk bespeurddat 'k zonder het to weten voorzichtig loopen ging, om[de schoonheid van het bosch] niet to storen. Mochthet uit eerbied zijn geweest ." De cursiveering isvan de schrijver. Het natuurlijke inhouden van detred in de bosch-stilte kwam hem zoo ongewoonvoor, dat het gedaan to hebben hem genoegen deed :het gebeurde zonder dat hij het wist, maar tochniet zoo of hij bemerkte het . Was het uit eerbied ?Hij zou het gewenscht hebben. Dit is geheel degedachtegang van iemand die het inhouden van detred uit eerbied, als bewuste oorspronkelijke wen-schelijkheid in zich heeft en het begrijpelijk zouvinden dat daaruit de daad voortkwam, maar nietomgekeerd. Niets verbaast Rozelaar zoozeer alswanneer hij iets zegt of doet zonder nagedachte .Zoo bv . : ,Ik schijn op de wandeling hard-op topraten. Zoo hoorde ik dezen ochtend mij met vreugdverbazen over de vele sparappels die daar hingenaan een boom."

Uit dergelijke plaatsen is het duidelijk dat Roze-laar de schoonheid die bestaat in onbewuste ver-eeniging met het andere, zelden en nooit voor langvinden zal. En nu is juist het kenmerkende van dezebloemstruik-benaamde dat hij die schoonheid zoekten ook weer niet zoekt . Hij zockt haar - we zagenhet - in bet landschap, hij zoekt haar ook in hethuwelijk. ,Immers, gij behoort - hier vooral, wantdit is het opperste en scherpste toetsmiddel, - nietto weten wat gij doet." Het karakter van de Vrouwdie in het boek voorkomt, is het niet-weten . Het

Page 207: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

204

L. VAN DEYSSEL

Kind is bet levende Beeld van de ver-Eeniging .Maar tevens zoekt hij haar niet. Niet onbewust vindt,maar bewust maakt hij schoonheid. Hij zegt na-drukkelijk : „Door zijn blik op de wereld to verande-ren, heeft hij van de leelijke wereld een schoonewereld gemaakt." Indien hij erkent en aanbidt datde Vrouw in haar onbewuste goddelijkheid ookeen weten heeft, dan is dit bet on-ziende naast zijnziende weten .

In bet gedachte-leven van Rozelaar is dit eensplit sing van groote beteekenis . Er is bet on-ziendeWeten waartoe hij voortdurend geraken, waarmeehij zich vereenen wil, en er is bet ziende Weten,de Helderheid, die als een God-in-hem schoonheidis en wil en maakt .

,,Daar is bet huwelijk Ideaal, waar de mate vanZiende-Weten bij den man nauwkeurig over-eenkomtmet de mate van Onziend-Weten bij de vrouw .Waar de ontmoeting dier Twee plaats heeft, rakende man en de vrouw elkaar Goddelijk aan."

We merken al, waar we een zoo stellige uitinglezen, dat zich uit de gedachte van Frank Rozelaareen stelsel van gevoelsbegrippen losmaakt, waarineen goddelijk midden zich ziend en onziend, man-nelijk en vrouwelijk, verdeelt en in zijn deelennaar ver-eening streeft .

Het ziels-leven is daaronder: een damp, maarsoms doorgloord van de goddelijke helderheid . Hetis op een na bet hoogste Wezen, zegt Rozelaar,verwant aan bet goddelijke en als zoodanig begeerlijk .

Wanneer wij nu nog dieper speuren, naar bet li-chaamlijk leven, waardoor ons alle ervaring komt,ook die betreffende de ziel, en God, maar dat,wanneer bet enkel-zinnelijk is, tegenover Gods hemel

Page 208: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

UIT HET LEVEN VAN FRANK ROZELAAR 205

en het Vagevuur van de ziel, misschien de Helverbeeldt, het lichaamlijk leven dat deze Rozelaarons toch weer in zooveel boertige en goelijke oogen-blikken verschijnen doet, - dan bevangt ons hetgevoel dat wij aan een mathesis deelnemen, aan eensaamstelling van elementen en hun verhoudingen,welke alleen zijn wat ze beteekenen .N iet een schoonheid, waarmee wij ons kunnen

ver-eenigen, wordt hier gegeven. Maar een stelselbetreffende, in velerlei graden, de vereeniging diede schoonheid is, door een zeer persoonlijke, uitersteigenaardige Geest .

* *

Er volgt uit dit inzicht dat wij de waarheid dieFrank Rozelaar ons meedeelt, niet hebben to zoekenin elk van zijn gedachten afzonderlijk, maar in hetgeheel ervan. Als hij schrijft: ,Po6zie of poetischgedachten-mooi zou nog veel langzamer geschrevenmoeten worden dan reeds geschiedt," dan wil hijdaarmede niet, omtrent het schrijven van poezie,een algemeene waarheid vastleggen, volgens welkede beste gedichten die zouden zijn welke het lang-zaamst geschreven werden . De klaarblijkelijk inrazende vaart geschreven Macbeth van Shakespearezou, als een uit duizend, die bewering logenstraffen .Hij bedoelt alleen : op het oogenblik zou ik gaarnepoezie schrijven, en dan langzaam ; en hij ver-duidelijkt die bedoeling door eraan toetevoegen :,,Lang verwijlen in een mooi gaande beweging vanden geest." Evenzoo wanneer hij, getroffen door deervaring dat de geest, op het oogenblik van zijnvolledigst schoonheid-besef, niet alleen ongevoelig

Page 209: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

206

L. VAN DEYSSEL

is voor leelijkheid, maar ook alles schoon doet zien,opstijgt tot de gedachte dat de geest uit zichzelfalles zoo schoon maken zou, dan bedoelde hij daar-mede wel uiting aan de natuurlijke zelf-verheffingvan de geest to geven, maar niet een feitelijke juist-heid uittespreken. Ware dit zoo dan zou men detegenspraak zelfs zeer scherp kunnen blootleggen,waar van de vrouwenfiguur in bet boek op de eeneplaats gezegd wordt : „Zij is mijn schepping, delevende uitkomst van mjjn godendaad" en op deandere : ,Gij zijt de wondere verschijning in welkegod gedaald is in mijn leven." Zij in wie god aanwezigis - zoo voelt men zich geneigd uitteroepen - heeftniet eerst nog door de ,godendaad" van een andergeschapen to worden.

Wij raken bier aan bet probleem dat voor een werkals dit alles-beheerschend is .

Het probleem van de tegenspraak .Wanneer een schrijver niet in onbewuste ver-

eeniging met zijn onderwerp, en dus in de Verbeel-ding, de sfeer vindt waarin alles wat hij zegt evenzeerwaar is voor hemzelf als voor dat onderwerp, wan-neer hij dus trachten moet zijn onderwerp zoo dichten van zooveel zijden als mogelijk to naderen enal wat hij ervan gewaar wordt zoo scherp mogelijk tobegrijpen, dan spreekt bet vanzelf dat hij vorm enwezen van dat onderwerp alleen kan nabijkomendoor zijn honderden gewaarwordingen onderelkander to vereffenen . Wie in bet middelpuntvan een cirkel is voelt heel goed hoe al de puntenvan de omtrek in een waste richting gaan, maarwie de cirkel door raaklijnen bepalen wil, zalde tegenstrijdige richtingen elkaar zien snijden enalleen door voortgezette bewerking bemerken dat

Page 210: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

UIT HET LEVEN VAN FRANK ROZELAAR 207

de veelhoek ten slotte vrijwel een cirkel wordt .In het middelpunt van de cirkel is de Verbeelding,

aan de omtrek is het Intellekt .Frank Rozelaar schrijft : „Tusschen iets goddelijks

to zien of goddelijk iets to zien is geen onderscheid ."Dit is zijn diepste tegenspraak en meteen haar op-heffing. Tusschen een cirkel to zien en iets to zienals een cirkel bestaat geen onderscheid .

Rozelaars onderwerp is de vereeniging, die deschoonheid is, in al haar graden. Maar hij nadertdat onderwerp als zuiver Intellekt, met de geest,die, wat hij ook vermag, zich met dat wat hijzelfniet is, niet kan vereenigen.Vandaar de vorm van zijn boek : honderdtallen

van korte uitingen, alleen-spraken ; - hun toon :koelhelder, zooals de lucht op hooge bergen is, deadem bijna afsnijdend ; - hun wezenlijke onver-bondenheid, ook al wordt door de schrijver de schijnvan een logisch verband gelegd.

Hier noem ik de hoofdzaak, dezelfde die ik inhet begin van dit opstel aan bepaalde voorbeeldenaanwees: wezenlijke onverbondenheid onder logischschijnverband. De veel-hoek met oneindig veel hoe-ken is ten slotte niet de cirkel. Het goddelijk-gezieneis ten slotte iets anders dan het goddelijke, zooals,ook voor Frank Rozelaar, de vrouw die hij liefheeftwel wezenlijk een eigen Schoonheid is en niet alleende door zijn blik geschapene. In laatste aanlegmoet deze vereeniging van het zijnde met het ziende,juist voor het Intellekt, juist dus voor Frank Roze-laar, een gewelddaad zijn .

In de sfeer van het Intellekt is vereeniging nietmogelijk. Ze is scheiding ; ze is grens. Dit is, in hetboek, wat ik bet tragische noemde : er wordt in ge-

Page 211: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

208

L. VAN DEYSSEL

tracht, met het zuivere begrip juist dat to vindenwat in het begrip niet to vatten is, wat alleen kanworden beleefd. Tot in de vorm is, in menigeaanteekening, dat tragische streven merkbaar : erwordt geprobeerd of door het gebruik makenvan rijmen proza kan overgaan tot gedicht .Ook daar weer die onoverkomelijke grens. Een ge-dicht ontstaat van binnen uit, door een ingeborengevoel van getal en maat, door een onbedriegelijkezekerheid van verhoudingen en gewichten in deharmonieering van woorden. Laat ons beproevenof het begrips-proza dat daarop niet berust, datalleen voortkomt uit het vaste besef van klaarheiden nauwkeurigheid, niet door uiterlijke wijzigingentot het vers kan naderen . Door rijm, door omzettingen afkorting die maat bewerkt.

Henri Bergson geeft ergens een prachtig voorbeeldvan het verschil tusschen innerlijk voortbrengen enuiterlijk begrijpen. De Natuur - zegt hij - heefteen oog gemaakt. De waarnemer ziet al de weefsels,vliezen, vochten die doelmatig moesten wordensamengesteld tot het doen slagen van dat oog.Doelmatig! Stel u voor - zegt Bergson - dat eenman door een hoop ijzervijlsel zijn arm beweegt .Hij gaat weg en nu komt de geleerde die het nietheeft gezien, die zich verwondert over die golfbe-weging a aarvan hij de oorsprong niet bevroedenkan. Welk een passen en meten, welk een afteekenenen nabootsen, om eindelijk verbaasd to staan overde kunstvaardigheid waarmee iemand in dat ijzer-vijlsel een arm maakte. Wat hij niet kon meten wasde levende beweging . Had hij die even gevoeld,had hij beleefd in zijn verbeelding hoe die enkelekorte levens-uiting to midden van de materie, zonder

Page 212: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

IIIT HET LEVEN VAN FRANK ROZELAAR 209

kunstvaardigheid, zonder doelmatigheid, die vormmoest voortbrengen! Welnu, zoo ook heeft de natuurhaar oog gemaakt : haar oog was, temidden van dedoode stof, haar daad van to zien .

Evenzoo, zeg ik, is in de taal de verbeelding vande dichter. Als een arm in het ijzervijlsel, als het ziendat op eenmaal, temidden van het ongevormde,oog en zichtbare wereld tevens is, ondoelmatig,onbegrijpelijk, maar de onloochenbare en onverwoes-telijke eenheid van het uiterlijk tegenstrijdige .

Leven en Verbeelding zijn een-voudig, maar inde veelvoudigheid van het Begrip kan de eenheidniet anders dan gewelddadig worden tot stand ge-bracht.

*

Wat Rozelaar werkelijk beleefd heeft, is de pijnvan zijn poging. Pijn van geluk en pijn van lijden .De pijn van Mozes die op de berg het land moestzien dat hij nooit betreden zou .

Want indien deze jonge man, in zijn landschap,met vrouw en kind, niet inderdaad gevoelig geweestwas voor alle schoonheden die dichters bezielen,natuur en mensch, hemel en aarde, scherts, deernisen zonde en tot het kleinste gebeuren toe van onsach zoo nietig en boven alle heerlijkheid verhevenleven, dan zou al wat hij dacht niets beduid hebben,dan zou hij eenvoudig geschreven hebben van wathij niet mist en ook tot ons zou van zijn boek geenaandoening zijn uitgegaan .

Maar zoo is het niet. Woord voor woord en zinvoor zin bloeien en bloeden daar de gedachten overde bladzijden . Maar iedere gedachte is een, iedere4 erwey, Proza II

14

Page 213: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

210

L. VAN DEYSSEL

leeft zelfs naast zijn naaste genooten in een onver-brekelijke eenzaamheid. ,Glanzend groen waayenstilletjes en zwaar lage sparretakken. Hooge eikjeszijn brons en groen. Als een Chineesch torentje staateen sparremast, met zijn afhangende appels in delucht, licht-en-zon-groen ligt het gras en met scha-duwen. Aan sommige sprietjes fonkelt de dauw .Een tengere zonnebloem staat er recht-op ." Dit isniet een beeld, het zijn er vijf. En gelijk die vijfstaan de honderden in dezelfde stilte en eenzaamheid .,,Wij waren in een laan van rosse eikenvanen toenplotseling regen viel." Tusschen kleine boschjesvan redeneering en effen weiden van gemijmer staatdaar dan weer een zulk een waarneming. En evenalshet uiterlijk, zoo wordt het innerlijk gebeuren opge-merkt : „lets voor to wenden is een middel om het todoen ontstaan. Goedheid mag ik voorwenden algevoel ik haar niet." En toch, evenals de waarnemin-gen van de buitenwereld zich niet willen verbindentot landschappen, drukken die van Rozelaars binnen-leven geen gevoelstoestanden uit . Het is of iemandspreekt van gevoel dat hij gehad heeft, of hebben wou .Ook hierin blijkt dat uitblijven van de Vereeniging.Wie zou trachten sommige van de plaatsen die zichhet gevoeligst voordoen natespreken, zou zich on-middelijk als sentimenteel bewust worden, - woordendie schertsen willen zouden hem als bedacht aan-doen. Ik besef dit het duidelijkst als ik de mogelijk-heid overweeg een voorbeeld aan to halen van meerdan een of twee volzinnen. Het lukt niet. Allen is heelen al in aanteekeningen-toon, ook waar verheven enontroerende gedachten schijnen gezegd to worden .Zij hebben dat verhevene en ontroerende in degedachte, in het denkbeeld van de schrijver, waar

Page 214: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

IIIT HET LEVEN VAN FRANK ROZELAAR 211

zij op hun plaats en plekje zijn, maar niet in de openlucht van de stem. Zoo lees ik : „Ik wil, of eigenlijk :God wil - want ach, het gaat van zelf - mijn li-chaam maken tot een lichaam flat doortrokken isvan Goedheid. Ik houd dan nu vooral van heeleenvoudige spijzen . Ik nam een heerlijk sneetjebrood met roggebrood, maar toen ging zij een stukjekoek daartusschen mij aanprijzen . Ik hoorde datik toen neen dank-je zei op een bespottelijk eigen-wijzen toon. Ik ben er toen maar gauw op teruggekomen. En heb dankbaar de koek er tusschengenomen." Ik lees dit met de oogen : het is een,voor de eigenaardige persoon die Rozelaar is, ken-merkende anekdote. Maar gesproken is anders, afge-zien nog van de rij men die met een soort averechtschekeurigheid aan het eind van de zinnen hun staartjesopsteken. Kiest men nu een korter aanhaling dan gaathet veel beter. ,Zoodra ik merk iets geliefds leelijkaan to zien, verplaats ik snel mijn bilk . Want ikweet, dat ik dan niet zie hoe liet eigenlijk is, maardat ik zie leelijk en oneigenlijk." Hier kon danook de aanteekening-toon volstaan : gevoel van welkesoort . ook behoefde niet to worden overgedragen.Dit is anders in de zinnen die onmiddelijk volgen :,,Maar zelden kan ik heel zuiver kinderen tot mijnemen. Met schroom en een bedenkelijken lach hebik het toch maar gedaan . Toen is na dat schromentoch iets liefs in me gekomen." Het laatste zinnetjevan de drie is klaarblijkelijk onuitspreekbaar. Merk-waardig dat hierin ook juist weer de stoornis vaneen rijm is aangebracht. Het is of de intellectueeledrang van de schrijver de natuurlijke loop van zijngedachten bederft door kleine grilligheden . Dit ele-ment van willekeur, dat als de ontaarding van eenVerwey, Proze II

14 •

Page 215: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

212

L. VAN DEYSSEL

oorspronkelijk-groote drang voortwoekert, meen ikook to ontdekken in sommige schertsen en fantas-tische allegorieen . Eerst een scherts die men zichvolkomen natuurlijk als een fragment uit brief ofdagboek denken kan : ,Gisteren kwam een muschleak door mijn hooge vensterruit kijken . Hij wasals een klein vliegend clowntje . Zijn kopje verwiktezoo, alsof hij zeggen wou : wat is dat voor een raregelegenheid en wat verbeeldt die vent zich eigenlijk .Hij was als een kleine dokter, ernstig en kortaf,bij een raar lachenden zieken kunstenaar ." Maar dandeze langere : ,Mijn lijf is een bewegelijk akteur .Van de zomer, met bet warme weder, nog al meestmet de zinnen levend, is mij van voren een buikjegeboren. Met groot genoegen hebben wij dit allenwaargenomen. Maar ik toch ook met schrik. Ikvond bet wel een beetje gek en heb reeds vaakden draak ermee gestoken, alsof bet daarvan stervenkon. Ik heb gezegd, dat als ik dood ging, want inweerwil van dat buikj a was ik akelig en genas alleeneven als ik er weer naar keek - zij mij in een kiltmoesten leggen met in 't midden een bolle glazenstolp en bet met rozen gekranste buikje daaronder .En bet opschrift: „Hij rust tevreen, want kijk,zijn doel had hij bereikt . En wat een deftig lijk" ".Niet alleen dat de onverbondenheid van de volzin-nen bier een onbehaaglijk gevoel geeft van koriade-migheid, maar men merkt hoe de auteur om dateene, werkelijk-grappige beeld van bet met rozenbekranste buikje met een zwaar-op-de-handscheopzettelijkheid blijft been denken . Grillige willekeurdie zich dringt op de plaats waar we natuurlijke nood-zakelijkheid wenschten . Zoo zijn er ook fantasieen,die hun zin niet toonen : alsof zij allegorieen zijn die

Page 216: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

UIT HET LEVEN VAN FRANK ROZELAAR 213

een verborgen bedoeling uitdrukken : „Ik was moevan bet zwerven. Toen heb ik veel fluweel gezien,blank dons en perzik-kleur . Toen ik de kamer in-trad en de deur bewoog, hoorde ik een vreemdevogelschreeuw. Toen heeft een nagedachte beenen weer bewogen, die ik verwijderd heb . Toen is eenzoete Maagd mij schoon verschenen, warm en zachtvan kleur. Toen zag ik uit bet huis, geenzijds eennauwe en vuile straat, onoogelijke gevels van huizenen herreberg. Toen zei mij iemand, dat bet in dieherberg vuil en slecht was . Maar tdch ben ik danbinnen gegaan. De herbergierster was een moeder-lijke vrouw. En tot mijn genoegen was achter densmallen en vuilen gevel bet huis, hoewel er blijkbaarbijna niemand kwam, groot, licht, wit en zeer rein .Toen ben ik nog gegaan door luidruchtige stratenen 'k zag marten van schepen met veel tuigage .Toen ben ik nog gaan varen op de zee en is betduister geworden . . . Toen ik weer terugkwam inmijn oude land, waren mijn groene boomen zwartonder bleek-grijze lucht. Vooral de teere witte berkjesweken wat achter-uit en keken bijna ontsteld (datzij mij daar weer zagen) . Maar ik zag lichte schertsop hun gezicht en ook de groote boomen vroegenof 'k ze niet mooi vond, zoo in 't zwart ." Is cut eenallegorie ? Een verband tusschen zin en toon datons de bedoeling van ieder beeld openbaren zou,kan ik niet gewaar worden. Speelt dus de fantasiemet zichzelf? Er zijn meer bladzijden waarbij ikdit vraag. Zeker doet ze bet, dunkt me, in bet kleineopstel waar alle willekeurigheden van rij m en bur-leske fantazie tezaam komen. Ik zal deze paragraaf(no. C) niet aanhalen : ze schijnt me volkomen deuitwas die ik bedoelde : bet intellekt dat bij gebreke

Page 217: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

214

L. VAN DEYSSEL

van stof zich verkneukelt in eigen schijnbare, wantgeenerlei doel treffende werkingen.

* **

Zoo vind ik dan bet boek van Frank Rozelaar,dat ik, persoonlijk gesproken, niet liefheb, dat metelkens weer, door elk van zijn deelen beletten wilone in schoonheid ermee to vereenigen, nochtansbewonderenswaardig in zijn geheel . Het brengt eenfenomeen ter verschijning, een zuiver Intellekt, inzijn aard en zelfs in zijn ontaarding, met een duide-lijkheid en veelzijdigheid van gedachte, en met eenvolhardende nauwkeurigheid van zegging, die betons volkomen kennen doen. Indien bet belangrijkis zulk een fenomeen to zijn, dan is bet dubbelbelangrijk bet tevens to zijn en uit to spreken. Erligt over bet boek een hooge Helderheid, ook iserin een bewegen van Liefde, zij bet dan dat ditminder als stroom verschijnt dan als de macht dievloeistof tot kristallen maakt, en heel veel van datmenschelijke, waaraan we, ook als bet niet door deVerbeelding beleefd, maar door bet Begrip genaderdwordt, allen deelhebben. Als een van de hoofdwerkenuit de tijd die nu achter ons ligt, uit de jaren tusschende indrukken-kunst van voor 1890 en de geestelijkekunst van na 1900, behoudt bet bovendien een bizon-dere beteekenis .

1911 .

Page 218: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

EEN TERUGBLIK

Indertijd heb ik, naar aanleiding van Verkade'sMacbeth-vertooning, Lamb gedacht en zijn meeningbetreffende de speelbaarheid van Shakespeare'stooneelstukken. Wie leest tegenwoordig Lamb nog .De Heer Van der Goes deed het, toen nederlandscherechters hem wegens stilistisch onverstand (hunner-zijds) voor een poos achter slot en grendel gebrachthadden. Hij vertaalde in de gevangenis een aantalvan zijn schetsen. Allereerst een, waaraan hij detitel gaf van ,Aan den Schandpaal ." Het waren de,,Reflections in the Pillory" : de bespiegelingen van eenaan de kaak gestelde . De kaak was een paal op eenverhevenheid, waaraan een houten halskraag be-vestigd was. Met zijn hals in die boord word demisdadiger, of wie ervoor doorging, een tijdlang aanhet yolk vertoond. De beul kon hem aan zijn paalronddraaien, zoodat hij beurtelings uit elke van devier windstreken to genieten viel en van alle kantende koolstronken, rotte eieren en straatklinkers inontvangst kon nemen, die een minder welopgevoedebevolking onder het oog van de Gerechtigheidpleegt to offeren . Lamb verbeeldde zich een fat-soenlijk londensch koopman die, van belasting-ont-duiking beschuldigd, tot de kaak veroordeeld was .Toen hetzelfde vroeger Daniel Defoe, de schrijvervan Robinson Crusoe overkwam, had het yolk de

Page 219: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

216

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

strafplaats met bloemen versierd en bemoedigde deveroordeelde. Lamb's slachtoffer ging het zoo niet : on-welriekend en weinig opwekkend waren de uitlatingenvan de omstanders. Maar - zegt Lamb - deze heerwas niet enkel in al zijn handelingen buitengemeenrechtschapen, doch ook van groote voorkomendheidin de omgang, en niet zonder eenig gevoel voorscherts. De waarheid is dat Lamb hem zijn eigenaangename innerlijk en een goed deel van zijn geestmeegaf : daarmee werd natuurlijk - de straf hoefdemaar een uur to duren - ook een kaak behagelijk.Ik begrijp het genoegen waarmee Van der Goes

dit schetsje uit Lambs werken to voorschijn zochtom er de rij van zijn vertalingen mee to openen .Hij kon zich zonder aanmatiging met de rechtschapenen voorkomende heer die ook wel eenig gevoel voorscherts had, gelijkstellen . En een openbare gerechts-zitting, zooals hij had doorgemaakt, - waarbij eenonhoffelijk aanklager de vrijheid heeft u ongestraftto beleedigen, verschilt van een kaak niet wezenlijk .Had hij behoefte gehad aan een meer uiterlijke ge-lijkenis tusschen eigen lot en dat van een voorganger,dan zou hij aan Leigh Hunt, de vriend van Lamb,herinnerd hebben. Dat hij aan hem dacht is zeker,want hij vertaalde twee van zijn schetsen . Maar hijzinspeelt niet op zijn gevangenschap .

Leigh Hunt had in zijn Examiner de vleierijen be-sproken die, in de Tory-bladen, de Prins-Regent tendeel vielen . ,Wie is er" - schreef hij - „die, onbe-kend met de ware staat van zaken, op de gedachtezou komen, bij het lezen van die verbazingwekkendelofspraken, dat doze ,roem van het yolk" het voor-werp was van millioenen minachtende verwijten!dat deze ,beschermer van de kunsten" een onwaardig

Page 220: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

217

vreemdeling benoemd had tot zijn historieschilder,met miskenning of in onkunde van de talentenvan zijn landgenooten! - dat deze ,Mecenas vande eeuw" geen enkele schrijver van verdienste be-schermde! - dat deze ,welsprekendheid-ademende"geen fatsoenlijk paar woorden voor de vuist konuiten! - dat deze ,veroveraar van harten" deteleursteller van gewettigde hoop, deze ,prikkelaarvan begeerte", deze „Adonis in liefelijkheid" eenzwaarlijvig vijftiger, in bet kort dat deze verrukkelijke,zegenrijke, wijze, aangename, eerwaardige, dengdzame,ware en onsterfelijke vorst, een verkrachter van zijnwoord was, een losbol tot over de ooren in schande,een verachter van bet gezinsleven, de metgezel vandobbelaars en oplichters, een tiran die juist eenhalve eeuw geeindigd had, zonder een enkele aan-spraak op de dankbaarheid van zijn land of de eer-bied van de nakomelingschap." Dat dit alles waarwas werd later algemeen toegegeven . Het nam nietweg, dat Leigh Hunt en zijn broeder elk tot twee j aargevangenisstraf en een boete van vijfhonderd pondwerden veroordeeld .

leder vonnis is deels een wraakneming, deels eenmiddel tot verbetering. In naam wordt bet Rechtgewroken. Waar dan de wreker een mensch is, maghet niet verwonderen dat hij zijn opvatting van betrecht voor de beleedigde godheid in de plaats stelt .En daar hij als mensch tot een partij in de staat be-hoort - of tot een groep in de samenleving - zalhij de rechts-opvatting van zijn groep of partijwreken. Voor de Tory-rechters kon het aan geentwijfel onderhevig zijn dat een vorst die terwillevan hen de Whigs in den steek had gelaten, niet dooronaangename waarheden mocht geplaagd worden .

Page 221: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

218

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

Wie dat deed beleedigde hun rechtsgevoel, niet hunpersoonlijke. maar bet gevoel dat zij als leden vaneen partij hadden. Voor hen was bet vonnis eengerechtvaardigde wraakneming .

Middel van verbetering zou bet natuurlijk enkelzijn indien de Hunts in bet vervolg hun aanvallenop de Regent staakten. Maar dat zij dit doen zouden,was onzeker. Die overweging verzwakte de waardevan de straf zoozeer dat een persoon op de Huntswerd afgezonden ten einde hun kwijtschelding toeto zeggen, mits zij beloofden de Regent met rust tolaten. Toen zij weigerden en in de gevangenis hunintrek namen, werd - even vruchteloos - betaanbod herhaald voor zooveel de betaling van deboete betrof.

Leigh Hunt betrok zijn eel - 3 Febr. 1813 -en werd een van de fraaiste voorbeelden van gevan-genis-bewoning die ik in mijn lektuur heb aange-troffen. Een eel was zijn verblijf eigenlijk niet .De twee eerste nachten sliep hij op een zolder-kamertje in bet huis van de bewaarder. Toen kreeghij een groote en luchtige kamer, waar gestooktkon worden. Vijf weken later een ongebruikte zieken-kamer, waarbij zelfs een plaatsje . Beide woningendeelde hij bovendien met zijn vrouw en kinderen .

Van der Goes zal geaarzeld hebben zulk eengezamenlijke gevangenschap to vergelijken met zijneigene, al zou hij stellig sommige van zijn gewaar-wordingen in Leigh Hunts verhaal hebben terug-gevonden. Hunts kamer mocht ruim zijn, -- devensters waren hoog en getralied. En als hij op eenstoel ging staan om er doorheen to zien, zag hijalleen de kettinggangers die daar aan bet werkwaren. Het geklank van hun ketens hoorde hij van

Page 222: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

219

dat de zon opging en het martelde hem . De eersteavond luisterde hij naar het sluiten van de deuren.Een aan het Bind van de gang, een boven aan detrap, een op het midden van de trap, een beneden,een vijfde die het pleintje van die vleugel afsloot,en zoo nog een aantal meer : ,ik overdrijf niet als ikzeg dat er tien of elf waren." ,Het zwakkere gedeeltevan mijn hart stierf in me . ledere nieuwe omdraaiingvan de sleutel scheen een boosaardige beleedigingvan mijn vrijheidsliefde. Ik was ziek, onderhevigzelfs aan een soort zenuw-toevallen, en daar ik eenvoelde aankomen en geleerd had door bedrijvigheidzijn kracht to breken, deed ik een stevige wandeling,door drie uur lang op en neer to loopen . Rust werd er,om haarzelf, begeerlijk door. Ik ging gauw to beden sliep zonder een droom tot 's morgens" .

De al to volbloedige bewaarder, die zelfs de ledenvan de koninklijke familie niet hooger aansloegdan hem paste, bleek nict bestand tegen een griek-sche Pindarus die hij onder Hunts boeken aantrof .De onverstaanbaarheid van dat boek deed hem den-ken dat de eigenaar iemand zijn moest die mis-schien iets wist dat hij niet wist. Hij toonde zich danook begeerig om met hem op goede voet to staan enzei, in het midden van een hoogst zelf-bewustetoespraak - terwijl hij klaarblijkelijk de plank metde Pindarus in het oog kreeg - ,But, Mister, youknows all these things as well as I do ."

Een verrassing was de onder-bewaarder . De manleek een kort begrip van al het afstootelijke dat aanzijn ambt eigen is. Kort en heel dik was hij, had eenhaakneus, een groot streng gezicht, en een bossleutels aan zijn arm hangend . Een vriend van Huntbleef staan toen hij hem zag en zei, op een zwaar-

Page 223: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

220

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

moedige toon : „En dit is de bewaarder!" Maarterwijl hij tegenover zijn meerdere een en al eerbiedigeen onderdanige ijver was, wist hij Hunt dadelijkto doen w eten hoezeer hij in hem belangstelde .Tevens sprak hij met zijn vrouw over hem . Dievrouw was een net zoo groote merkwaardigheidals hijzelf, maar even licht en breekbaar als hijstoer was. ,Zij had de zenuwen van een fijnedame, en vervulde toch de onaangenaamste plich-ten met het geduld van een martelaar ." Haarfijngevoeligheid was zoo groot dat zij de eersteavond de sleutel van Hunts zoldervertrek omdraaidezonder dat hij het hoorde, en toen zij merktedat het haar de tweede keer Diet gelukt was, zichbij hem verontschuldigde . ,Het heele gedragvan dit paar" - zegt hij - ,was van een slag metdit staal van fijngevoeligheid." Toen hij weggingkon hij Cave - zoo heette de man - Diet bewegeniets anders to behouden dan een thee-servies en eenpaar oude meubelen. ,Was ik een vorst geweest,dan zou ik hem een pensioen hebben opgedrongen ;daar ik een journalist was, dwong ik hem een weke-lijksche Examiner aan to nemen, en hij leefde nogeenige jaren om die to genieten bij zijn Zondags-Pijp ."

Maar - zooals ik al zei - het ware genoegenvan de gevangenschap begon in de zieken-kamer.Het was een van twee nooit gebruikte vertrekken,waarbij een alkoofje. Hunt beplakte de muur meteen behang van klim-rozen ; hij liet de zolderingbeschilderen met blauwe lucht en wolken ; verborgde venster-tralies achter venetiaansche blinden ; entoen de boekekasten, met bustes erboven op, ge-plaatst waren, en bloemen en een piano-forte aan-

Page 224: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

221

gebracht, kon hij gelooven dat er aan die zijde vanbet Kanaal geen schooner kamer was . Hij genoot alseen vreemdeling klopte en hij hem verbaasd zag rond-staren. Voor wie van buiten en door een gevangeniskwam, was de verrassing dan ook dramatisch. Char-les Lamb verklaarde dat er nergens meer zoo'nvertrek bestond, behalve in sprookjes .

,,Maar ik bezat nog een tweede verrassing, endie was een tuin. Er liep langs de kamer een kleineplaats, van een andere die bij bet aangrenzendevertrek behoorde, door een hek gescheiden. Ik slootdie plaats of met groene palen, versierde haar meteen klimplant, omrandde haar met een dik bed teel-aarde, en bracht zelfs een jong grasperk tot stand .De aarde vulde ik met bloemen en jonge boomen.Er was een appelboom, waarvan bet ons lukte bettweede jaar een pudding to krjjgen . Mijn bloemen -moest erkend worden - waren volkomen. ThomasMoore, die me kwam bezoeken met Lord Byron,zei me dat hij nooit zulk een lustoord gezien had.Ik kocht de Parnaso Italiano en placht dikwijlsto denken aan een plaats daarin, terwijl ik naar mijnminiatuur-proeve van tuinbouw keek : -

,,Mio picciol orto,A me sei vigna, e campo, e selva, e prato ." -

„Mij n kleine tuin,Mij zijt ge wijngaard, veld, en weide, en woud."

Hier schreef en las ik bij mooi weer, soms onder eenzonnezeil. In de herfst, waren mijn klimplantenbehangen met vuur-roode ranken, die de bloemrijk-heid vermeerderden. Ik placht in mijn armstoel

Page 225: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

222

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

zittend de oogen to sluiten en to doen als of ikme honderden mijlen verwijderd dacht."De dichter en droomer die Hunt was, wist ook van

de verdere omgeving partij to trekken . Hij tilde eenklink op en was in de grootere gevangenis-tuin .Daar groeiden maar groenten, doch ook een kerse-boom die hij tweemaal in bloei zag. In zijn verbeel-ding verdeelde hij bet terrein in aanlokkelijke wijken .Hij kleedde zich als voor een lange wandeling,trok handschoenen aan, nam een boek onder zijnarm en verzocht zijn vrouw niet met bet eten towachten als hij to laat mocht zijn. Zijn oudste zoontjevergezelde hem en tezamen verzonnen zij allerleij ongens-spelen .

In de gevangenis beviel zijn vrouw van een meisje .Hij las en schreef verzen en ontving de bezoekenvan vrienden . Geen gevangenis had ooit zoo'nwereldsche sfeer gekend . Het moet een feest geweestzijn hem, uit zijn kamer, als uit een rozen-prieelkomend, op de drempel beleefdheden to zien wis-selen met William Hazlitt . Beiden stonden met dehoed in de hand en wilden niet voor elkaar wijkeninhoffelijkheid. De Lambs - broeder en zuster -kwamen in alle weer . Shelley - die hij tot die tijdweinig kende - schreef hem en deed hem een vorste-lijk aanbod van geldelijke hulp, die hij op dat oogen-blik niet hoefde aan to nemen .

Ik weet niet waarom ik zoo uitvoerig schrijf overdie bekoorlijke gevangensehap . Het verhaal ervanbeslaat maar een enkel hoofdstuk in Hunts ookoverigens zoo aantrekkelijke Autobiography. LeighHunt was niet als Shelley een wilde vogel, die, wan-neer de menschen hem plaagden, heul bij de ele-menten zocht; maar van de gevangenis die ze hem

Page 226: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

223

toewezen, maakte hij een Muzen-tempel en eenbloementuin, en de grootsten en besten van zijn tijdbrachten er hun woord en hun glimlach heen . Toenhij eruit kwam, schreef Keats een sonnet: ,Watnood, dat vriendlijke Hunt, omdat hij de waarheidtoonde aan gevleide grootheid, in de gevangenisgesloten werd : in zijn onsterfelijke geest is hij zoovrij geweest als de hemel-beklimmende leeuwerik eneven opgetogen. Verwjjfde grootheid! denkt ge dathjj er bleef ? Denkt ge dat hij niets zag dan gevange-nis-muren, totdat gij, tegen wil en dank, de sleutelterugdraaide? 0 neen! veel gelukkiger, edeler was zijnlot! In de hallen en schoone prieelen van Spenserzwierf hij, betooverde bloemen plukkend, en metwaagzieke Milton vloog hij door het luchtruim :naar sferen van hemzelf ondernam zijn waarachtigegenie gelukkige vluchten. Wie zal zijn roem krenkenwanneer gij en uw ellendige bent gestorven zijt?"Dat niet alleen enkele vrienden, maar zoovelen diepoezie en geest in zich hadden, zich om de gevangenHunt bekommerden - zelfs de wijsgeer Benthambezocht hem - dit bewijst dat zijn gedwongenafzondering meer was dan een persoonlijk lotgeval .Dichterschap en geest van Engeland voelden datzij met het oogenblikkelijk bestand van hun landin strijd waren : dichters en denkers stroomden naarde eel waar hun vertegenwoordiger gevangen zat ;de geestes-vrijheid vierde haar met bloemen om-slingerd feest tusschen de muren waar men haar tobeklemmen dacht.

Reden genoeg voor ons om naar die gevangenschapterug to zien . Dichters en schrijvers waren toen voorhun tijd van beteekenis . De strijd met hun tijddorsten zij aan . De triomf van hun gedachte over

Page 227: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

224

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

die tijd werd door hen voorgevoeld . En hoe staathet op dit oogenblik met ons?

Wie was meer een innerlijk man dan Charles Lamb,hij in wie de dramaas van Shakespeare een zoowondervol leven leidden, dat hij het belachelijkvond ze op het tooneel voortestellen. Ook was hijhet tegendeel van een omwentelingsgezinde, ver-wachtte daartoe van de menschen to weinig, zagin zijn hart to graag dat alles bij het oude, bij hetliefgewonnen oude, bleef. Maar dat nam niet wegdat hij zijn „Reflections in the Pillory" opstelde enoveral en altijd scherp en strijdvaardig was, waarhij gekwetst werd door laagheid of leelijkheid .

Leigh Hunt was een leider in alle soorten van staat-en letterkundige strijdvoering . Maar welk een zorg,juist bij hem, om, als dichter en schrijver, buitenhet gewoel to leven en vrij to blijven van het partij-bederf. Deze bestuurder van dag- en weekbladenweigerde alle, ook de invloedrijkste verbindingen,zocht en kweekte alleen zulke als voedsel voorzijn geest waren. Zijn persoon bleef voor lezers enbestredenen onbekend. Niets was hem liever dan,buiten dwalend of binnen schuilend, zich intelevenin de poezie van tijdgenooten en groote voorgangers,of zelf to dichten. En op het oogenblik dat dedoor zijn onomwonden woord getroffenen hun pijnuitschreeuwden en zich hem afmaalden als eenschuwbare vijand, sterkte zich zijn geest aan Danteof Milton, verheugde hij zich met Ariosto of Spenser .

Toen Potgieter zijn proza wenschte to scherpen ento polijsten, opdat het zwaard en lichtglans tevenswas, vertaalde hij Lamb, Leigh Hunt en Hazlitt .Hij zag in hen lieden die hun geweten niet opgaventen gerieve van de tjjd en kunstenaars die door hun

Page 228: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

225

geschriften hartstochtelijk aan het tijdsleven deel-namen. In de dagen toen De Gids werd opgerichtgaf de geest van deze mannen richting aan de dich-terlijke en geestesbeweging in Nederland.

En niet anders was het in 1885, toen door jongerenvan wie ik een - hoewel de jongste -- was, DeNieuwe Gids begonnen werd. Onze tijd was andersdan die van Potgieter . De humor had afgedaan,en zoo wendden we ons niet tot Lamb en was deLeigh Hunt die we kenden, alleen de schrijver vanImagination and Fancy. Dat boek heb ik al die jarenniet teruggezien. Ik meen dat Van der Goes er,niet zoo heel lang geleden, nog eens aan herinnerdheeft. Het bevatte een waardevolle onderscbeidingtusschen het beeldend vermogen van de geest en hetzinnelijk verbeeldingsspel, en een treffende keusvan schoone regels en plaatsen, inzichtig bekant-teekend. Die keus was geheel uit de werken van debeste engelsehe dichters, en van meer beteekenis danLeigh Hunt waren dan ook voor ons die grootennaar wie hij heenwees. Bleven wij bij zijn tijdgenootendan vonden wij, evenals hij, Coleridge de indringend-ste verbeelder, Shelley de bezieldste dichter . Keatswas misschien degene die het meest genieten deed .En uit meer verwjjderde tijden was Spenser, voorons zoowel als voor Hunt, het volst van betoovering,Milton het hoogst, Shakespeare het menschelijkst .

De engelsche dichters van Hunts tijd, zoo goed alshijzelf, hebben ook het voordeel dat, hoewel zij dooren door Engelschen bleven, zij Europeanen waren .Zij moisten van oude en europeesche letteren evenveelals sommige duitsche romantici. En zoo goed alsdie Duitschers de engelsche dichters lazen en vertaal-den, deden zij het de duitsche. Coleridge vertaalde

Page 229: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

226

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

Schiller en maakte Kant bekend . Shelley, die zijnuitgebreide belezenheid in zuidelijke literaturen toon-de in zijn Defense of Poetry, heeft ook gedeelten vanGoethes Faust vertaald. Leigh Hunt schreef in zijnStories from the Italian Poets with Lives of the Writerseen werk, even engelsch van opvatting als deugde-lijk in de uitvoering .Op hun duitsche verwanten hadden deze Engel-

schen tweeerlei voor. Eerst een sterker gevoel voorde werkelijkheid. Dan, in de literatuur en de over-leveringen van hun land, een beter gevormd ver-leden. Wij zagen daarom naar hen liever dan naarde Duitschers. De werkelijkheidsliefde was hierinheemsch en de ontwikkeling van dat geestelijkorganisme, dat vaderlandsch genoemd wordt, zalvoor een klein yolk, nog veel meer dan voor een groot,altijd hoofdzaak zijn . Niet door onze stoffelijkeuitbreiding, maar alleen door dat geestelijk orga-nisme kunnen wij een macht blijken. Slagen wij erin,ons vaderlandsche to doen erkennen door Europa,dan oefenen wij invloed op de eenige manier dievoor een klein yolk mogelijk is . Wij moeten daartoede tijd, bet leven van de wereld in zijn wijdste be-teekenis, niet loslaten, maar bet hartstochtelijk mee-leven. Wij moeten niet meenen dat eenig leven, dateenige gedachte, gezegd is zoolang ze half zijn gezegd .Wij moeten, zoo ruim en tevens zoo streng mogelijk,tijdgenoot en kunstenaar zijn .

Zijn we dat?Wij waren bet voor vijfentwintig jaar . Maar zijn

we bet nu ?Ik zou mij de aanmatiging niet willen opladen

van een oordeel dat bet nageslacht vellen zal. Ikwensch alleen aan de vooravond van bet feest

Page 230: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,

LEIGH HUNT EN ZIJN VRIENDEN

227

waarmee mijn eigen tijdgenooten het begin vierenvan de dichterlijke beweging, die door mij wordtvoorgestaan, een vraag to stellen, die elk voor zichbeantwoorde .

1910.

Page 231: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,
Page 232: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,
Page 233: ~LVIi 7A · 2010. 1. 21. · Wien (van siddring aangedaan) MACHTEN VAN HET VERLEDEN 9 Harp en cyther aller engelen Dank en lof en glorie mengelen Waar zij op de feestsnaar slaan,