LUCHTKWALITEITSONDERZOEK NIJENOORD ALLEE TE … · 2016-10-10 · Rapportnr. BL2016.7744.01-V02 6...
Transcript of LUCHTKWALITEITSONDERZOEK NIJENOORD ALLEE TE … · 2016-10-10 · Rapportnr. BL2016.7744.01-V02 6...
LUCHTKWALITEITSONDERZOEK NIJENOORD ALLEE TE WAGENINGEN
Vaststellen van de huidige luchtkwaliteit in woonwijken langs de Nijenoord Allee
Rapportnummer: BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Nude 54 – 6702 DN Wageningen
telefoon 0317 466699 – fax 0317 426111
email [email protected] – internet www.buroblauw.nl
LUCHTKWALITEITSONDERZOEK NIJENOORD ALLEE TE WAGENINGEN
Vaststellen van de huidige luchtkwaliteit in woonwijken langs de Nijenoord Allee
Rapportnummer: BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 2 van 22
SAMENVATTING
In opdracht van de gemeente Wageningen heeft Buro Blauw luchtkwaliteitsmetingen langs de
Nijenoord Allee uitgevoerd. Het doel van de metingen is bepalen hoe het is gesteld met de huidige
luchtkwaliteit en het vaststellen van de invloed van het verkeer op de luchtkwaliteit. De metingen
zijn uitgevoerd vanaf maart tot juni 2016.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 3 van 22
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING ..................................................................................................... 2
1. INLEIDING ...................................................................................................... 4
2 WETTELIJK KADER ........................................................................................... 5
3. ONDERZOEKSOPZET ........................................................................................ 6
3.1 Onderzoeksstrategie .................................................................................. 6
3.2 Meetlocaties ............................................................................................. 6
3.3 Meetmethoden .......................................................................................... 7
3.4 Meetonzekerheid ..................................................................................... 11
4. REPRESENTATIVITEIT VAN DE METINGEN ......................................................... 12
4.1 Verkeersbeeld ......................................................................................... 12
4.2 Meteorologische omstandigheden .............................................................. 12
4.3 Opmerkingen vanuit het veld .................................................................... 13
5. MEETRESULTATEN ......................................................................................... 14
5.1 Stikstofdioxidemetingen (NO2 met diffusiebuisjes) ....................................... 14
5.2 Roetconcentratie metingen (EC met Aethalometer) ..................................... 17
6. CONCLUSIES ................................................................................................. 20
10. LITERATUURLIJST ....................................................................................... 21
VERANTWOORDING .............................................................................................. 22
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 4 van 22
1. INLEIDING
Buro Blauw heeft in opdracht van Gemeente Wageningen een onderzoek uitgevoerd naar
de luchtkwaliteit rondom de Nijenoord Allee. Aanleiding voor het onderzoek is het
voornemen weg N213 te verbreden van 2*1 rijstrook naar 2*2 rijstroken.
Het doel van de meetcampagne is om een beter beeld te krijgen van de concentratie van
vervuilende stoffen in de directe omgeving van de weg, o.a. ter hoogte van de woningen
in de nabijgelegen woningen in de huidige situatie van 2*1 rijstrook. Dit onderzoek heeft
dan ook betrekking op de zogenaamde nul situatie.
De opzet van het onderzoek is opgesteld in overleg met de GGD Gelderland Midden.
Hierbij is als invalshoek gekozen voor het meten van nadelige gezondheidseffecten van
verkeersemissies. Door wegverkeer worden fijnstof, roetdeeltjes en stikstofdioxide
uitgestoten. Voor fijnstof en stikstofdioxide bestaan wettelijke grenswaarden, echter
roetdeeltjes zijn veel schadelijker voor de gezondheid, maar zijn op dit moment nog geen
normen of wettelijke grenswaarden opgesteld.
In de periode maart 2016 tot en met juni 2016 zijn gedurende 12 weken roetdeeltjes en
stikstofdioxideconcentraties gemeten. De volgende parameters zijn in het onderzoek
betrokken:
- Continue metingen roetdeeltjes op 2 posities;
- Discontinue NO2 concentratie metingen op 38 posities als gemiddelde waarde over
4 weken
Leeswijzer:
In dit rapport worden de resultaten van het luchtkwaliteitsonderzoek gepresenteerd. In
hoofdstuk 2 worden het wettelijk kader met de relevante luchtkwaliteitseisen besproken.
In hoofdstuk 3 wordt de opzet van het onderzoek gegeven. Naast de onderzoeksstrategie
wordt ingegaan op de meetlocaties, de meetmethoden en wordt ingegaan op de
meetonzekerheid. In hoofdstuk 4 worden de meteorologische omstandigheden tijdens de
meetperiode beschreven. De resultaten van de metingen worden gegeven in hoofdstuk 5.
In hoofdstuk 6 wordt een beschouwing van de meetresultaten gegeven. Tenslotte volgen
in hoofdstuk 7 de conclusies van het onderzoek gegeven.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 5 van 22
2 WETTELIJK KADER
De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld om voor diverse luchtverontreinigende
stoffen voorstellen te formuleren van grenswaarden voor de luchtkwaliteit ter
bescherming van mens en milieu. Het beleid richt zich nadrukkelijk op de bescherming
van het leefmilieu en het verbeteren van dit leefmilieu. In Nederland is dit vertaald naar
de ‘Wet luchtkwaliteit’ welke sinds 15 november 2007 van kracht is. Deze wet vervangt
het ‘Besluit luchtkwaliteit 2005’. De kern van de ‘Wet luchtkwaliteit’ bestaat uit de
(Europese) luchtkwaliteitseisen.
Daarnaast voorziet de wet in de planmatige aanpak voor Nederland om de Europese
luchtkwaliteitseisen te halen: Het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL bevat afspraken om op nationaal, provinciaal en regionaal
niveau de gestelde eisen te halen. Daarbij is rekening gehouden met gewenste en
geplande ruimtelijke ontwikkelingen. De uitvoeringsregels behorend bij de wet zijn
vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en ministeriële regelingen (MR)
die gelijktijdig met de ‘Wet luchtkwaliteit’ in werking treden.
Het zijn met name fijnstof (PM10, PM2,5) en NO2 die in Nederland zorgen voor
overschrijdingen van de grenswaarden. Uit epidemiologische studies blijkt dat het wonen
nabij (snel)wegen nadelig is voor de gezondheid (1). Er bestaat een direct
gezondheidseffect aan de longen als gevolg van blootstelling aan te hoge concentraties
fijnstof en NO2.
De grenswaarde per 1 januari 2010 (zonder derogatie) voor de jaargemiddelde NO2
concentratie bedraagt 40 g/m3. De grenswaarde bij drukke (snel)wegen als
uurgemiddelde die 18 keer per jaar mag worden overschreden in 2010 bedraagt 200
g/m3. [Staatsblad 414, Bijlage 2 bij de Wet milieubeheer, voorschrift 2.1, 2.2 en 2.3].
De grenswaarde voor de jaargemiddelde PM10 concentratie bedraagt 40 g/m3. De
grenswaarde als 24-uursgemiddelde die 35 keer per jaar mag worden overschreden
bedraagt 50 g/m3 [Staatsblad 414, Bijlage 2 bij de Wet milieubeheer, voorschrift 4.1].
Sinds 1 januari 2015 moet ook getoetst worden aan een grenswaarde voor PM2,5, een
kleinere fractie van fijnstof. De grenswaarde voor de jaargemiddelde PM2,5 concentratie
bedraagt 25 g/m3 (2).
Binnen de fractie ultrafijnstof (PM2,5) is er een deel stof dat afkomstig is van directe
verbrandingsemissies; roetdeeltjes. Deze ultrafijne stofdeeltjes zijn afkomstig van o.a.
diesel aangedreven voertuigen en bijvoorbeeld houtkachels. Deze roetdeeltjes zijn door
hun structuur en samenstelling worden veel schadelijker voor de gezondheid geacht dan
de overige ultrafijnstof deeltjes van natuurlijke oorsprong. Op dit moment zijn nog geen
normen of wettelijke grenswaarden voor roetdeeltjes opgesteld.
De Europese normen zijn gebaseerd op een compromis tussen milieu, gezondheid en
economie. De World Health Organization (WHO) hanteert met het oog op gezondheid
eveneens 40 µg/m3 als advieswaarde (3) voor de jaargemiddelde NO2 concentratie. Voor
roet wordt door de WHO nog geen concentratie geadviseerd. Hiervoor kan enkel indicatief
worden getoetst door te vergelijken met landelijke (meet)resultaten.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 6 van 22
3. ONDERZOEKSOPZET
3.1 Onderzoeksstrategie
Het meetprogramma is op verschillende locaties langs de Nijenoord allee uitgevoerd. Per
locatie zijn verschillende componenten gemeten.
De meetcampagne is op 23 maart 2016 gestart. Gedurende 12 weken is op 2 locaties (12
en 13) roet in de vorm van Elementair Koolstof (EC) gemeten. Daarnaast is op alle 19
locaties de NO2 concentratie door middel van NO2 diffusiebuisjes bepaald. De
blootstellingduur van de NO2 buisjes bedroeg circa 4 weken.
3.2 Meetlocaties
Tabel 3.1 geeft een overzicht van de uitgevoerde metingen op de volgende locaties:
1 Kortenoord Allee
2 Nijenoord Allee Gruttoweide - 1-
3 Gruttoweide -1-
4 Nijenoord Allee Gruttoweide -2-
5 Gruttoweide -2-
6 Nijenoord Allee Tarthorst -1-
7 Tarthorst -1-
8 Nijenoord Allee Tarthorst -2-
9 Tarthorst -2-
10 Nijenoord Allee Roghorst -1-
11 Roghorst -1-
12 Nijenoord Allee Roghorst -2-
13 Roghorst -2-
14 Nijenoord Allee Nobelpark -1-
15 Nobelpark -1-
16 Nijenoord Allee Nobelpark -2-
17 Nobelpark -2-
18 Mansholtlaan richting Ede
19 Mansholtlaan richting Diedenweg
Tabel 3.1 Overzicht van de verschillende componenten per locatie.
Locatie Component Meetapparaat Meetfrequentie
12-13 EC (roet)
NO2
MicroAeth model AE51
Palmes diffusiebuis
Continu 12 weken
3 maal discontinu 2 buisjes
1-19 NO2 Palmes diffusiebuis 3 maal discontinu 2 buisjes in 1 koker,
posities 7 en 14 met 1 veld blanco
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 7 van 22
Figuur 3.1 Overzicht meetposities luchtkwaliteitsmetingen Nijenoord Allee (bron: Bagviewer)
3.3 Meetmethoden
De bij het onderzoek gehanteerde meetmethoden worden in tabel 3.2 vermeld.
Tabel 3.2 Gehanteerde meetmethoden
Bepaling Verrichting Referentie methode
Accreditatie1
Monsterneming NO2 Plaatsing en wisseling van de diffusiebuisjes
NEN-EN 13528; deel 3: 2004
-
Analyse NO2 Het bepalen van het gehalte aan stikstofdioxide, spectofotometrie
Gelijkwaardig aan NEN-EN 13528; deel 1: 2002,2: 2002,3: 2004
Q
Bepaling roet Elementair koolstof met Aethalometer,
MicroAeth
- -
1: De met Q gemerkte verrichtingen zijn geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie
2: In juni 2014 is de norm NEN-EN 14907 uit 2005 en NEN-EN 12341 uit 1998 vervangen door de norm NEN-EN 12341: 2014.
Het onderzoek is voor de transitie naar de nieuwe norm opgestart. De monsterneming van PM10 en PM2,5 met een LVS3
en de weging in het weeglaboratorium zijn uitgevoerd volgens NEN-EN 12341: 1998 en NEN-EN 14907 2005 met de
aanvulling uit de NTA 8019 uit 2008.
De Raad voor Accreditatie (RvA) heeft accreditatie verleend aan Buro Blauw voor een
aantal verrichtingen volgens de norm NEN-EN-ISO/IEC 17025: 2005.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 8 van 22
Zoals eerder vermeld bestaat er nog geen genormaliseerde meetmethode voor EC. Het
meetprincipe van de Aethalometer wordt wereldwijd toegepast voor het meten van
elementair koolstof. Dit meetprincipe wordt ook toegepast bij EC-metingen in het
landelijk meetnet luchtkwaliteit. Eigen onderzoek van Buro Blauw laat zien dat de
meetwaarde van de Aethalometer significant lineair gecorreleerd zijn aan gemeten EC
concentraties door monstername van stof en analyse van het EC gehalte (door de GGD
Amsterdam) op het filter.
Figuur 3.2 Aethalometer in buitenbehuizing. De analyse van de filterstrip gebeurd online.
De roet meting wordt uitgevoerd met een Aethalometer, welke in weerbestendige
buitenbehuizing is geplaatst. In de monitor bevindt zich een pomp welke lucht over een
glasvezel filterstrip leidt. Het filter wordt met licht met een golflengte van 880nm
beschenen. De mate van verkleuring van het filter wordt met behulp van een absorptie
gemeten.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 9 van 22
De NO2-concentraties zijn gemeten met de zogenaamde passieve monsternamemethode,
ook wel aangeduid als Palmes diffusiebuisjes. Het meetprincipe bestaat uit de diffusie van
NO2 in de buitenlucht naar een reactief oppervlak. Het NO2 wordt chemisch gebonden aan
dit oppervlak. Na afloop van de monsternamemethode is de hoeveelheid gebonden NO2
analytisch bepaald. De NO2-concentratie is berekend uit de monsternameduur, de
diffusiesnelheid van NO2 en de diffusielengte.
De diffusiebuisjes zijn gemaakt van kunststof. Het reactief oppervlak bestaat uit een
gaasje van roestvrij staal, geïmpregneerd met een oplossing van tri-ethanolamine (TEA)
in aceton. In figuur 3.3 is een afbeelding van twee Palmes diffusiebuisjes opgenomen.
Figuur 3.3 Palmes diffusiebuisjes. Het reactief oppervlak bevindt zich in de zwarte kapjes.
De diffusiebuisjes zijn in een speciale, geperforeerde monstername koker geplaatst. Door
deze kokers wordt de windsnelheid bij de monsteropening van de buisjes gereduceerd,
terwijl de uitwisseling van de monsterlucht ongehinderd plaats vindt. De kokers zijn met
behulp van kabelbinders aan lantaarnpalen of verkeersborden bevestigd. In figuur 3.4 is
een afbeelding van een monstername koker opgenomen.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 10 van 22
Figuur 3.4 De monsternamekoker zoals gebruikt door Buro Blauw (kleur kan afwijken)
Na afloop van de monstername zijn de gaasjes in de diffusiebuisjes behandeld met een
reagens (Salzman), waarna de hoeveelheid gebonden NO2 fotospectrometrisch is
bepaald. De analyse van de NO2-diffusie buisjes is uitgevoerd door het luchtlaboratorium
van Buro Blauw. Van de NO2-metingen is alleen de gehanteerde analyseprocedure van
NO2-diffusiebuisjes geaccrediteerd. De gehele meetprocedure voor het uitvoeren van
NO2-concentratiemetingen met diffusiebuisjes in de buitenlucht is opgenomen in het
kwaliteitssysteem van Buro Blauw.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 11 van 22
3.4 Meetonzekerheid
Het meten van de NO2 concentratie gaat met een zekere onnauwkeurigheid gepaard. De
NO2-concentraties zijn gemeten met zogenaamde Palmes diffusiebuisjes. De meetfout
(nauwkeurigheid van de meting) van deze meetmethode is afhankelijk van de
monstername duur en het concentratieniveau NO2. Bij een gemiddeld concentratieniveau
van NO2 in de buitenlucht en een monstername duur van 4 weken, bedraagt de
theoretische meetfout 30%.
Buro Blauw heeft voor de totale meetprocedure een meetonzekerheid vastgesteld van
14,9% (4). De metingen van Buro Blauw worden uitgevoerd gelijkwaardig aan de norm
NEN-EN 13528 – deel 1 t/m 3.
De Aethalometer is een nieuwe techniek waardoor dataverzameling rondom de
meetonzekerheid nog gering is. De drie onderdelen waaraan onzekerheid van de
Aethalometer afhankelijk is, zijn de gemeten uitdoving, het debiet en kalibratie van de
absorptiecoëfficiënt. Uit eigen onderzoek van Buro Blauw is gebleken dat de bij 24-uur
gemiddeldes de onzekerheid slechts 2,7% bedraagt. Het debiet van de pomp is door de
meetdienst van Buro Blauw gecontroleerd; de daarin voorkomende onzekerheid is
beperkt. Resteert enkel de kalibratie van de absorptiecoëfficiënt: het is mogelijk dat de
gemeten EC een andere absorptiecoëfficiënt heeft dan waarvoor de Aethalometer is
afgesteld. Dit heeft meer te maken met een verschil tussen de deeltjes EC en BC. De
Aethalometers gebruikt voor dit onderzoek hebben als fabrieksinstelling voor absorptie-
efficiëntie 12,5 m2 g-1 (11). Door lokale afwijkingen in de verhouding EC/BC zou ter
plaatse van een andere verhouding sprake kunnen zijn. Er zijn geen aanwijzingen dat er
in de omgeving afwijkende bronnen aanwezig zijn welke de verhouding EC/BC significant
zou kunnen beïnvloeden. Het kalibreren van de Aethalometers voor de lokale situatie is
niet noodzakelijk geachte en valt buiten het bereik van dit onderzoek.
Buro Blauw is lid van de Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen. De vereniging zet zich in
voor een permanente ontwikkeling en borging van een goede kwaliteit van luchtmetingen
en bestaat uit vooraanstaande meet- en inspectie instanties in Nederland.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 12 van 22
4. REPRESENTATIVITEIT VAN DE METINGEN
4.1 Verkeersbeeld
De representativiteit van de metingen is afhankelijk van het verkeersbeeld op de
Nijenoord Allee en de aan- en afvoerwegen. Tijdens de meetperiode is gewerkt aan de
A12. Dit heeft geleid tot files op de A12. Dit heeft mogelijk een negatieve invloed gehad
op de verkeersdoorstroming op de Nijenoord Allee. Andere verstorende invloeden hebben
zich niet voorgedaan. Er is sprake van een representatief- of mogelijk ongunstiger-
verkeerspatroon tijdens de meetperiode t.o.v. normale situatie.
4.2 Meteorologische omstandigheden
De weersomstandigheden tijdens de meetperiode is even eens van invloed op de
representativiteit van de metingen. De woonwijken worden bij wind uit noordelijke
richtingen belast met de uitlaatgassen van het verkeer op de Nijenoord Allee. In figuur 2
worden de opgetreden windrichtingen tijdens de meetperiode vergeleken met het
langjarig gemiddelde1.
Figuur 2. Voorkomen van windrichtingen tijdens de meetperiode en tijdens
de afgelopen 10 jaar
In de figuur is te zien dat noordelijke windrichtingen tijdens de meetperiode tot nu toe
minder vaak zijn opgetreden dan gedurende de afgelopen 10 jaar. De correctie voor de
weersomstandigheden vindt plaats via de vergelijkende metingen bij het LML meetstation
Graafseweg te Nijmegen (zie hoofdstuk 5). Windsnelheid en de hoeveelheid neerslag
gedurende de meetperiode waren representatief voor het 10 jarig gemiddelde.
1 Weersgegevens van vliegveld Deelen over de afgelopen 10 jaar.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 13 van 22
Tabel 4.1 geeft een overzicht van de meteorologische omstandigheden per maand tijdens
de meetperiode. De gegevens zijn ontleend aan het Koninklijk Nederlands Meteorologisch
Instituut (KNMI), meteorologisch station Rotterdam.
Tabel 4.1 Overzicht van de meteorologische omstandigheden tijdens de meetperiode
Maand Algemene beschrijving Gem. temperatuur
[oC]
Neerslag
[mm]
Zon
[uur]
Maart
Vrij koud,zonnig aan de droge kant 5,4 54 143
April Vrij koud, nat met iets meer zon
8,7 69,5 195
Mei
Zeer warm, vrij zonnig, normale
neerslag
14,5 46 216
Juni Zeer nat, somber en warm 16,8 155 160
De meetperiode wordt gekarakteriseerd door wat lagere en wat hoger temperaturen dan
gemiddelde. De hoeveelheid neerslag was vooral in de laatste helft van de meetperiode
hoog. Mei was zonnig en warm, waar er Juni veel minder zonneschijn was dan normaal.
4.3 Opmerkingen vanuit het veld
Tijdens de installatie, onderhoudswerkzaamheden en het wissel van de Palmes buisjes
zijn er medewerkers ter plaatste geweest. Als er op dat moment bijzonderheden werden
waargenomen zijn deze genoteerd. Deze geven echter geen volledig beeld van eventuele
verstoringen gedurende de gehele meetperiode.
per Nr. Installatie buisjes positie 1 t/m 19
1 6 MK: Koker met staaf kromgebogen en in talud beland
1 6 KvS: Koker weer teruggeplaatst
1 10 KvS: Talud beschadigd, bandensporen, wellicht verhoogde concentratie, Bomen bijgeplant her en der langs hele wal
1 7 KvS: Brandresten vlak naast meetlocatie +- 2 m
1 14 KvS: Scooter brand vlak naast meetlocatie +- 15 m
2 12 KvS: piek van 13490 om 15:45 WT aan de weg
2 12 MK: Fam Nanninga gebeld over gebruik houtkachel in de achtertuin van 19:30 tot 20:00 op 21-04-2016
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 14 van 22
5. MEETRESULTATEN
5.1 Stikstofdioxidemetingen (NO2 met diffusiebuisjes)
De metingen van de NO2 concentratie met Palmes diffusiebuisjes is onder verdeeld in
perioden met een blootstellingduur van 4 weken. Tabel 5.12 geeft de start en einddatum
van de verschillende perioden.
Tabel 5.1 Start en einddatum van de verschillende perioden van de NO2 metingen met
diffusiebuisjes
Periode Startdatum Einddatum
1 22-03-2016 19-04-2016
2 19-04-2016 18-05-2016
3 18-05-2016 14-06-2016
Voor de berekening van de juiste NO2 concentratie is de exacte blootstellingduur
toegepast.
De meetwaarden van de NO2 concentratie met diffusiebuisjes staan voor de diverse
perioden in tabel 5.1 vermeld. In de tabel zijn de meetwaarden gecorrigeerd met de
resultaten van de vergelijkende metingen zoals Buro Blauw uitvoert bij het Station van
het Landelijk Meetnet Luchtkwalitetit (LML) aan de Graafseweg te Nijmegen. De
correctiefactor zoals voor de meetperioden bepaald bedraagt gemiddeld 0,98.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 15 van 22
Tabel 5.2 Meetresultaten NO2 met diffusiebuisjes, gecorrigeerd [µg/m3]
Locatie \ Periode 1 2 3
Loc 01 Kortenoord Allee 21,7 16,4 18,7
Loc 02 Nijenoord Allee - Gruttoweide - 1 - 21,7 20,3 24,0
Loc 03 Gruttoweide - 1 - 15,3 10,9 14,4
Loc 04 Nijenoord Allee - Gruttoweide - 2 - 19,2 14,9 16,3
Loc 05 Gruttoweide - 2 - 14,3 9,9 9,6
Loc 06 Nijenoord Allee - Tarthorst - 1 - 13,8 14,4 17,8
Loc 07 Tarthorst - 1 - 16,2 11,9 13,5
Loc 08 Nijenoord Allee - Tarthorst - 2 - 22,2 20,8 22,1
Loc 09 Tarthorst - 2 - 15,8 11,9 11,1
Loc 10 Nijenoord Allee - Roghorst - 1 - 17,7 15,9 17,3
Loc 11 Roghorst - 1 - 16,2 13,4 15,4
Loc 12 Nijenoord Allee - Roghorst - 2 - 19,2 15,4 15,9
Loc 13 Roghorst - 2 - 15,3 11,4 14,9
Loc 14 Nijenoord Allee - Nobelpark - 1 - 18,7 15,4 17,3
Loc 15 Nobelpark - 1- 17,2 10,9 13,5
Loc 16 Nijenoord Alee - Nobelpark - 2 - 25,1 22,3 26,9
Loc 17 Nobelpark - 2 - 18,7 13,4 17,8
Loc 18 Mansholtlaan richting Ede 20,7 14,9 16,8
Loc 19 Mansholtlaan richting Diedenweg 18,2 17,4 17,8
Roghorst 116 - 210
9,3 9,0
Roghorst 287 (N-O Piekschool)
10,6 11,5
Roghorst 66 (West Piekschool)
10,6 10,6
Roghorst 205 (particulier)
16,2 11,2
Roghorst 163
11,2 11,2
Roghorst 94 (ingang Piekschool)
9,9 19,9
Uit tabel 5.2 volgt dat de NO2 concentraties varieert tussen 9 µg/m3 en 27 µg/m3 . De
hoogste concentraties zijn gemeten bij locatie 16, Nobelpark 2. Dit betreft de metingen
gedurende de meetperiode van 3 maanden. De wettelijke grenswaarde heeft betrekking
op de jaargemiddelde waarde. De concentratie NO2 varieert gedurende het jaar, o.a.
door meteorologische omstandigheden zoals temperatuur en zonlicht. Daarom worden
met behulp van historische data de meetresultaten geëxtrapoleerd naar jaargemiddelden.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 16 van 22
In tabel 5.3 en figuur 5.1 worden de jaargemiddelde NO2 concentraties2 berekend
weergegeven, hierbij is de meetwaarde gecorrigeerd met de vergelijkende metingen bij
het LML station in Nijmegen, en is geëxtrapoleerd met behulp van de meetgegevens van
dit station over heel 2015.
Tabel 5.3 Berekende jaargemiddelde concentraties NO2 op basis metingen 3 maanden [µg/m3]
Buurt Weg Wijk
Kortenoord Allee 21,4
Gruttoweide 21,9 14,0
Tarthorst 18,4 18,8
Roghorst 19,1 16,3
Nobelpark 21,1 18,2
Mansholtlaan-noord 19,7
Mansholtlaan-zuid 20,1
Particulier Roghorst 20,5
Anton Piekschool 12,3
Gemiddeld 20 17
Figuur 5.1 Berekende jaargemiddelde NO2 concentratie.
2 Berekend op basis van de meetresultaten in 2015 in de Den Haag, Tilburg en
Nijmegen
0,00
5,00
10,00
15,00
20,00
25,00
NO2 concentraties
Weg Wijk
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 17 van 22
De NO2 - concentratie langs het traject Kortenoord Allee – Nijenoord Allee en
Mansholtlaan -noord en zuid – is constant en bedraagt als jaargemiddelde waarde
20 µg/m3. Deze waarde komt overeen met de door Buro Blauw in 2015 gemeten
concentratie in rustige woonwijken van de steden Den Haag, Arnhem, Nijmegen, Den
Bosch, Tilburg en Eindhoven. In de woonwijken bedraagt de concentratie gemiddeld
17 µg/m3. Dit komt overeen met de door Buro Blauw in 2015 gemeten regionale
achtergrondconcentratie bij bovengenoemde steden.
De concentraties voldoen ruimschoots aan de EU norm en het WHO advies van 40 µg/m3.
5.2 Roetconcentratie metingen (EC met Aethalometer)
Figuur 5.2. Resultaten roetmetingen
In de figuur is te zien dat de roetconcentratie op beide meetlocaties in de Roghorst
(blauw en rood) de trend volgt in de achtergrondconcentratie(groen). De concentraties in
de Roghorst zijn vrijwel altijd hoger dan de achtergrond. Deze verhoging is toe te
schrijven aan lokale bronnen, zoals wegverkeer en houtverbranding. De jaargemiddelde
roetconcentratie3 langs de weg bedraagt 0,70 µg/m3, in de wijk 0,67 µg/m3 en de
gemiddelde achtergrond bedraagt 0,45 µg/m3.
3 Berekend op basis van de roetmetingen in 2015 bij het meetstation van
Wageningen UR aan de Veenkampen
0,00
0,50
1,00
1,50
2,00
2,50
3,00
3,50
4,00
4,50
5,00
22-3-2016 1-4-2016 11-4-2016 21-4-2016 1-5-2016 11-5-2016 21-5-2016 31-5-2016 10-6-2016
Co
nce
ntr
atie
ro
etd
ee
ltje
s [n
g/m
3]
Weg Wijk Achtergrond
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 18 van 22
De jaargemiddelde stedelijke achtergrondconcentratie bedraagt gemiddeld 2 µg/m3 en de
jaargemiddelde achtergrondconcentratie is gelijk aan 0,8 µg/m3. De jaargemiddelde
roetconcentratie in de wijk is lager dan de landelijke achtergrondconcentratie.
Op grond hiervan kan geconcludeerd worden dat de roetconcentratie in de woonwijken
ten zuiden van de Nijenoord Allee laag is. De roetconcentratie wordt voor 65% bepaald
door de achtergrond belasting en voor de rest door lokale bronnen, waaronder het
verkeer op de Nijenoord Allee.
Voor de EC metingen is, anders dan voor de NO2 metingen een continu meetsignaal
beschikbaar. Gedurende de dag is daarmee de concentratie roet te volgen en zijn uren
met hogere en lagere belasting van elkaar te onderscheiden. De verkeersintensiteit
verschilt op de Nijenoord Allee gedurende week van het weekend; In het weekend is er
minder congestie, doordat er, door het ontbreken van een ochtend en avondspits
geringere piekbelastingen zijn.
In figuur 5.3 staat het verloop van de roetconcentratie over de dag voor doordeweekse
dagen en het weekend. Tevens is het verloop van de achtergrondconcentratie
weergegeven.
Figuur 5.3a Verloop van de roetconcentratie over de dag Nijenoord Allee
0,000
0,200
0,400
0,600
0,800
1,000
1,200
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 0
Ro
etco
nce
ntr
atie
[µ
g/m
3 ]
Langs de weg
weekend doordeweeks Achtergrond
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 19 van 22
Figuur 5.3b Verloop van de roetconcentratie over de dag in de wijk
Het concentratieverloop langs de Nijenoord Allee en in de wijk is vergelijkbaar, zowel in
het weekend als doordeweeks. Er is sprake van twee piekmomenten, de ochtendspits
tussen 6-8 uur en een piek rond 23u ’s-avonds.
De ochtendspits veroorzaakt een verhoging langs de Nijenoord Allee t.o.v. de
achtergrond van 0,5 µg/m3. Deze verhoging is waarschijnlijk grotendeels toe te schrijven
aan het verkeer op de Nijenoord Allee. In de grafiek links is ook te zien dat de
achtergrondconcentratie met ca. 0,2 µg/m3 stijgt gedurende de ochtend spits.
De avondspits heeft een minder scherpe piek, wat overeen komt met de
verkeersintensiteit: De ochtendspits geeft een relatief groter piek belasting in
verkeersintensiteit dan in de avond. Daarnaast hebben de meteorologische
omstandigheden (temperatuur, windsnelheid, zoninstraling) invloed op de snelheid van
verspreiding en daarmee de concentratie.
Opvallend is dat er sprake van een avond piek rondom 23u door de weeks en rond
middernacht in het weekend. Omdat deze piek hoger is in de wijken, is het waarschijnlijk
dat deze veroorzaakt wordt door bronnen in de wijk. Hierbij valt o.a. te denken aan
bronnen zoals houtkachels. De avondpiek is in de wijk ook hoger dan langs de Nijenoord
Allee. De achtergrondconcentratie vertoont ook een piek in de avond, waarschijnlijk
veroorzaakt door dezelfde oorzaak.
0,000
0,200
0,400
0,600
0,800
1,000
1,200
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 0
Ro
etco
ncn
cen
trat
ie [
µg/
m3]
In de wijk
weekend doordeweeks Achtergrond
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 20 van 22
6. CONCLUSIES
Buro Blauw heeft in opdracht van Gemeente Wageningen een luchtkwaliteitsonderzoek
uitgevoerd langs de Nijenoord Allee te Wageningen. Uit het onderzoek kunnen de
volgende conclusies geformuleerd worden:
1. De jaargemiddelde NO2 concentratie langs de Nijenoord Allee bedraagt 20 µg/m3.
Dit komt overeen met de concentratie in rustige woonwijken in steden zoals
Arnhem en Nijmegen
2. De jaargemiddelde NO2 concentratie in de woonwijken ten zuiden van de
Nijenoord Allee bedraagt 17 µg/m3. Dit komt overeen met de regionale
achtergrond concentratie.
3. De NO2 concentraties voldoen aan de jaargemiddelde EU grenswaarde en WHO
advieswaarde van 40 µg/m3.
4. De jaargemiddelde roetconcentratie langs de Nijenoord Allee bedraagt
0,70 µg/m3. In de woonwijken ten zuiden van de Nijenoord Allee bedraagt de
jaargemiddelde roetconcentratie 0,67 µg/m3. De bij de Veenkampen gemeten
jaargemiddelde lokale achtergrond bedraagt 0,45 µg/m3.
5. Voor roet zijn er (nog) geen wettelijke normen waaraan getoetst kan worden. Ook
de WHO hanteert nog geen advieswaarde. Wel kan vergeleken worden met andere
locaties. Landelijk bedraagt voor roet de jaargemiddelde stedelijke achtergrond
2 µg/m3 en de jaargemiddelde achtergrondconcentratie 0,8 µg/m3. De met
metingen bepaalde jaargemiddelde roetconcentratie langs de weg en in de wijk is
lager dan de landelijke achtergrondconcentratie.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 21 van 22
10. LITERATUURLIJST
1. N.A.H. Jansen, B. Brunekreef, G. Hoek, M. Keuken. Verkeersgeralteerde
luchtverontreiniging en gezondheid, een kennisoverzicht. sl : Institute for Risk Assesment
Sciences, Universiteit van Utrecht, 2002. 2. Kenniscentrum InfoMil. Luchtkwaliteit - PM2,5. www.infomil.nl. [Online] [Citaat
van: 06 01 2015.] http://www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-
lucht/luchtkwaliteit/wettelijk-kader/pm2-5.
3. WHO. Ambient (outdoor) air quality and health. [Online] september 2016. [Citaat
van: 6 oktober 2016.] http://www.who.int/mediacentre/factsheets/fs313/en/.
4. Bree, F.B.H. de. Meetonzekerheid NO2 Palmesbuisjes (Interne rapportage).
Wageningen : Buro Blauw, 2006. LLI-09.
5. Real-Time Performance of the microAeth AE51 and the Effects of Aerosol Loading on
Its Measurement Results at a Traffic Site. Cheng, Y.H., Lin, M.H. 2013, Aerosol and Air
Quality Research, pp. 1853-1863.
6. Jansen, N.A.H., Brunekreef, B., Hoek,G., Keuken, M. Verkeersgerelateerde lucht-
verontreinigingen gezondheid, een kennisoverzicht. sl : Institute for Risk Assessment
Sciences, Universiteit van Utrecht, 2002.
7. Beijk, R, et al. PM10: Validatie en equivalentie 2006. Bilthoven : RIVM, 2007. RIVM
rapport 680708001/2007.
8. Kosters, M. Meetonzekerheid fijnstof in de buitenlucht (interne rapportage).
Wageningen : Buro Blauw, 2010. MDM_07.
Rapportnr. BL2016.7744.01-V02
6 oktober 2016
Pagina 22 van 22
VERANTWOORDING
Rapporttitel
LUCHTKWALITEITSONDERZOEK NIJENOORD ALLEE TE WAGENINGEN
Subtitel
Vaststellen van de huidige luchtkwaliteit in woonwijken langs de
Nijenoord Allee
Rapportnummer
BL2016.7744.01-V02
Deze versie vervangt eventueel eerder uitgebrachte versies in zijn geheel
Trefwoorden
Luchtkwaliteit, buitenlucht, verkeer, fijnstof, stikstofdioxide, roet,
elementair koolstof, verbrandingsgassen
Opdrachtgever
Gemeente Wageningen
Adres
Postbus 1
6700 AA Wageningen
Contactpersoon
L.G. Veldman
Uitvoerder(s)
Koos van Setten, Frans de Bree, Mark Kosters, Jaap Peters
Auteur
J.W.M. Peters
Functie auteur
Adviseur luchtkwaliteit
Paraaf auteur
Controleur
F.B.H. de Bree
Functie controleur
Directeur projecten
Paraaf controleur
Datum
6 oktober 2016
Nude 54 – 6702 DN Wageningen
telefoon 0317 466699 – fax 0317 426111
email [email protected] – internet www.buroblauw.nl