lovestory, update2. ♥

18

Transcript of lovestory, update2. ♥

‘Godverdomme’ zeg ik en ik ga zitten op de balkonrand. Hoe kom ik hier nu weg? Ik kan niet zomaar langs de bodyguards lopen en zeggen: Ik ga even naar Italië, doei. Dan zouden ze meteen weer terugsturen naar me kamer, logisch. Een diepe zucht volgt.

Ik kijk opzij naar de muur. Kon ik niet via de muur beneden komen? Dan valt mijn oog op de klimop die achter me hangt. Mijn gezicht begint te stralen. Via de klimop kon ik toch wel naar beneden klimmen. Dat deden ze namelijk zo vaak in films, dus dan zou het mij ook moeten lukken. Ik sta op, loop naar mijn bed en pak mijn tas eraf. En ik sla hem om mijn schouder.

Met alle lenigheid die ik in mijn benen heb – dat is niet veel – klom ik over het balkon hekje heen. Voorzichtig pakte ik een stuk van de klimop vast. Was deze klimop wel stevig? Die vraag schoot door me heen. Ik zet mijn voet van het kleine kantje van balkonnetje af en zet hem op een wortel van de klimop. Stap voor stap klim ik naar beneden via de klimop.

Dit ging nog best goed, vond ikzelf. Nog een paar stapjes en ik had de grond bereikt. Mijn voet staat op de laatste tak van de klimop – die vervolgens doorbreek – en lag een minuut later naast de klimop. Ik wreef over mijn knie en veegde het bloed ervan af. Au, kon ik alleen maar denken. Maar ik moest doorgaan voordat je het weet hadden ze al ontdekt dat ik weg was. Voorzichtig keek ik om het hoekje van het huis. Er was niemand te bekennen.

Zachtjes loopt ze door de tuinen van het Witte Huis. Haar avontuur begon hier. Met een grote glimlach op haar gezicht liep ze langs een boom – niet wetend dat er bewegingssensoren inzitten – en een grote sirene volgt. Een bodyguard heeft me opgemerkt. Hij rent naar me toe. Vervolgens zet ik het ook op rennen, zo hard als ik kan.

Ik ben al snel uit het zicht van de bodyguard verdwenen. ‘Was dat nou Lotte?’ zegt hij zachtjes. Hij pakt zijn oortje. ‘Lotte is weggelopen!’ roept die hard. In het Witte Huis beginnen opeens alle lichten te branden. Lotte was weg..

Ondertussen op mijn slaapkamer liet mijn vader zich hopeloos op het bed vallen. Ze was echt weg. Het was dit keer geen grapje van haar. ‘Waar kan ze heen zijn?’ zegt mijn moeder met een betraand gezicht. ‘Lieverd, ik weet het niet’ en hij slaat een arm om haar heen. Zijn ogen vallen op de laptop ‘Italië..’ zegt die zachtjes. Mijn moeder kijkt op ‘Wat bedoel je met Italië?’ en ze begint te huilen. ‘Daar is ze heen! Ze is naar Italië’

Mijn vader pakte zijn mobiel en drukte het alarmnummer in. ‘Helikopters over de hele stad en extra agenten die mijn dochter zoeken. Ze is richting het vliegveld. Ze kan een pruik dragen maar let goed op haar sproetjes en groene ogen’ en hij hangt weer op. Dan tikt die opnieuw een nummer in. ‘Met de president. Kom nu naar Lotte’s kamer’ en hij drukte zijn mobiel uit.

‘Daar ben je eindelijk’ zegt mijn vader en de gast neemt plaats op de bank. ‘Ik heb een opdracht voor je.’ Nadat die de opdracht heeft uitgelegd worden de ogen van de jongen groter. ‘Dat ga ik niet doen..’ zegt die zachtjes. ‘Wil je hoger opkomen of niet?’ zegt mijn vader met een dreigende blik. ‘Oké. Ik doe het’ zegt ie dan en hij zucht diep.

Ondertussen – na 10 minuten gerend te hebben – laat ik me vallen op kiezelpaadje in een donker bos. Ik was buiten adem en nu al moe. Ik doe mijn tas open en pak er een sigaret uit. Ik steek hem aan en stop hem in me mond. Ik blaas van de rook wolkjes, dan heb ik tenminste nog iets te doen. Zuchtend zit ik voor me uit te staren naar het vijvertje wat aan de overkant is. Bossen waren ‘s nachts best wel eng om in je eentje te zijn.

Ik haal een hand door mijn haar en neem nog een trek van mijn sigaret. Roken was best vies, maar je moest alles toch een keer uitproberen vond ik. Ik wou zo snel mogelijk bij het vliegveld zijn, dus morgenvroeg zou ik meteen verder gaan. Opeens hoor ik een oorverdovend lawaai. Het leek wel een helikopter.

Ik keek in de lucht. ‘Het is echt een helikopter’ zeg ik met een lach. ‘Shit!’ roep ik dan hard en ik trap mijn peuk en ga stokstijf staan tegen een boom. Het was een helikopter van het Witte Huis. Die kon je meteen herkennen aan hun gele strepen aan de zijkant. Ze waren me op het spoor. Achter het bos was een weiland waar ze gingen landen.

De helikopter land vlak achter me en er stappen twee mensen uit. Duidelijk te zien twee bodyguards uit het Witte Huis. ‘Daar is ze!’ hoor ik een stem roepen. Ik kijk verschrikt op en begin te rennen zo hard als ik kan. Ik kon nu toch niet falen? Ik moest dit afmaken. Binnen tien minuten zou er een stad zijn, daar ben ik veilig.

Inderdaad. Na 10 minuten was er eindelijk een stad inzicht en ik rende door de straten. Niets vermoedend dat voor mij een jongen stond en ik daar vol op tegenaan botste. ‘Het spijt me!’ zeg ik buiten adem. ‘Is het niet een beetje een rare tijd om te joggen?’ zegt de jongen lachend. ‘Kun je me alsjeblieft helpen?’ vraag ik buiten adem. De jongen glimlacht.

Ik wijs naar zijn brommer. ‘Breng me alsjeblieft naar het vliegveld zo snel mogelijk’. Ik hoor weer stemmen achter me. De bodyguards waren dichterbij gekomen. ‘Geef me een goede reden waarom ik jou naar het vliegveld zou brengen om 3 uur ‘s nachts’ gniffelt hij. ‘Nou omdat…’. Hij stapt op zijn brommer en doet de helm op. ‘Nou, kom je nog?’ en hij drukt een helm in mijn handen. Ik begin te lachen. ‘Lotte!’ hoor ik achter me. ‘Gas geven!’ roep ik hard.

Hij geeft gas en rijdt snel over de wegen. ‘Ik ben toch niet een crimineel aan het helpen?’ zegt die en hij kijkt in zijn spiegel. Ik begin te lachen. ‘Het zijn stalkers..’ verzin ik. De jongen fronst zijn wenkbrauwen ‘stalkers?’ zegt die. Ik knik. ‘Ik ben Max’ zegt die. ‘Lotte, aangenaam’. ‘Je moest naar het vliegveld toch?’ zegt die en hij gaat de snelweg op. ‘Ja’ en ik doe mijn handen om zijn middel. Hij begint te glimlachen.